Jaarverslag
2014
Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs 22 juni 2015
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs Adres: K.P. van der Mandelelaan 80 3062 MB Rotterdam Telefoon: 010-4537500 Fax: 010-4531369 Email:
[email protected] Website: www.rvko.nl
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
22 juni 2015
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
VOORWOORD
Voorwoord
De RVKO heeft, met de totstandkoming in 2013 van het strategisch plan, laten zien dat een ruim 140-jarige organisatie in staat is hernieuwd een droom te formuleren, namelijk “Elke leerling te ondersteunen uit te groeien tot levenskunstenaar”. Voor elke leerling wordt, in de volle breedte, onderwijs aangeboden om te komen tot maximale leerresultaten. Dit willen we realiseren met behulp van een stimulerende en lerende organisatie van professionals, die transparant is naar en verbonden is met de samenleving. In 2014 is hieraan met veel inzet en gedrevenheid gewerkt, in elk van de 66 scholen, elke dag opnieuw voor de meer dan 20.000 leerlingen die door het jaar heen op onze scholen verblijven. Met oog en hart voor onze kernwaarden, gaan we ervoor om in onze leer- en werkgemeenschap elke dag weer een beetje beter te worden, elke school en alle scholen tezamen. Zo bieden we eigentijds en hoogstaand onderwijs, dat het verschil kan maken voor elke leerling. In de werkwijze van de RVKO is subsidiariteit een kernbegrip. Dit betekent dat we nieuw beleid samen vorm geven. Door vele werkgroepen zijn onderdelen van het beleid voorbereid, uitgewerkt en is de implementatie ervan begeleid. Met name willen we hier de start van interne audits noemen, die scholen inzicht en steun geven bij het duurzaam verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs. Ook is er een forse uitbreiding gerealiseerd van de mogelijkheden voor nascholing. Vele collega’s zijn, rondom thema’s als Het Jonge Kind en didactische expertise, met scholing aan de slag gegaan. Daarnaast wordt er volop gewerkt aan nieuwe, beter passende verantwoordingssystemen en de wijze waarop we een lerende organisatie kunnen zijn. De eerder genoemde werkgroepen betreffen niet alleen de onderwijskwaliteit zelf, maar ook ondersteunende processen, zoals de verdeling van middelen (het ‘allocatiemodel’) en de inrichting van onderhouds- en inkoopprocessen. Een mooi moment was de uitwisseling die we in de zogenaamde ‘helikoptersessie’ met elkaar deelden: er is echt heel wat werk verzet dat ten goede komt aan de kwaliteit die onze scholen bieden. Bij dit alles realiseren we ons terdege dat alle vernieuwing ook tijd en ruimte nodig heeft om te landen. Onderwijs bieden we elke dag. Alleen door goed de gelegenheid te bieden aan alle professionals om kwaliteitsslagen te integreren in hun dagelijkse werk en deze met elkaar te borgen, kunnen we duurzaam ons onderwijs verbeteren. Dit vraagt openheid, vertrouwen en ruimte om te leren op individueel niveau, op teamniveau en ook op verenigingsniveau. Leren dat afgestemd is op een praktische vertaling in de klas en op school. Dit vereist dat we met elkaar ons strategisch plan, onze droom, goed voor ogen houden en niet met elke nieuwe wind meewaaien. In dit jaarverslag berichten we over de plannen die we hebben gemaakt, hoe we deze hebben opgepakt en uitgevoerd en welke ontwikkelingen daarbij van belang waren. Alle medewerkers van de RVKO en daarbuiten, die hieraan hun bijdrage hebben geleverd, verdienen alle lof voor hun inzet en behaalde resultaten. We realiseren ons dat dit verhaal eigenlijk pas compleet is als ook de verhalen van elk van onze scholen eraan wordt toegevoegd, want dan wordt pas duidelijk wat de RVKO heeft bereikt voor al haar leerlingen. In 2015 gaan we vol enthousiasme door met het realiseren van onze ambities. Het blijft onze droom om elke leerling te ondersteunen uit te groeien tot levenskunstenaar. We geven elkaar daarbij de stimulans elke dag weer een beetje beter te worden in het bieden van onderwijs dat daartoe strekt. Ton Groot Zwaaftink, voorzitter Lia Zwaan College van Bestuur
2
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
INHOUDSOPGAVE
Jaarverslag 22 juni 2015 Inhoudsopgave 1.
2.
3.
4.
5.
6.
Algemeen ............................................................................................................................. 55 1.1
Geschiedenis............................................................................................................................ 55
1.2
Missie en visie.......................................................................................................................... 55
1.3
Doelstellingen .......................................................................................................................... 55
1.4
De scholen ............................................................................................................................... 66
1.5
Jaarplan 2014 .......................................................................................................................... 66
1.6
Overige algemene zaken ......................................................................................................... 77
Organisatie ...........................................................................................................................11 9 2.1
De Vereniging ..........................................................................................................................11 9
2.2
Structuur ..................................................................................................................................11 9
2.3
12 Jaarplan 2014 ........................................................................................................................ 10
2.4
Overige door de RVKO in 2014 gerealiseerde beleidszaken/activiteiten ............................. 10 12
2.5
Organogram........................................................................................................................... 11 13
15 Onderwijs en identiteit ....................................................................................................... 12 3.1
Jaarplan 2014 ........................................................................................................................ 12 15
3.2
19 Overige door de RVKO in 2014 gerealiseerde beleidszaken/activiteiten ............................. 16
3.3
Kengetallen ............................................................................................................................ 18 20
23 Personeel............................................................................................................................ 20 4.1
23 Jaarplan 2014 ........................................................................................................................ 20
4.2
Overige door de RVKO in 2014 gerealiseerde beleidszaken/activiteiten ............................. 22 25
4.3
26 Overige algemene zaken ....................................................................................................... 23
4.4
27 Kengetallen ............................................................................................................................ 24
31 Facilitair.............................................................................................................................. 26 5.1
31 Jaarplan 2014 ........................................................................................................................ 26
5.2
32 Overige door de RVKO in 2014 gerealiseerde beleidszaken/activiteiten ............................. 27
5.3
33 Overige algemene zaken ....................................................................................................... 27
5.4
33 Kengetallen ............................................................................................................................ 28
Financiën ............................................................................................................................ 30 6.1
2 6.2 6.3
Jaarplan 2014 ........................................................................................................................ 30 Overige door de RVKO in 2014 gerealiseerde beleidszaken/activiteiten ............................. 34 Financiële analyses en wettelijk vereiste toelichtingen ........................................................ 34
3.1
Jaarplan 2014 ........................................................................................................................ 12
3.2
Overige door de RVKO in 2014 gerealiseerde beleidszaken/activiteiten ............................. 16 Jaarverslag 2014 Kengetallen ............................................................................................................................ 18
3.3 4.
5.
6.
7.
8.
9.
Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs Personeel............................................................................................................................ 20
4.1
Jaarplan 2014 ........................................................................................................................ 20
4.2
Overige door de RVKO in 2014 gerealiseerde beleidszaken/activiteiten ............................. 22
4.3
Overige algemene zaken ....................................................................................................... 23
4.4
Kengetallen ............................................................................................................................ 24
Facilitair.............................................................................................................................. 26 5.1
Jaarplan 2014 ........................................................................................................................ 26
5.2
Overige door de RVKO in 2014 gerealiseerde beleidszaken/activiteiten ............................. 27
5.3
Overige algemene zaken ....................................................................................................... 27
5.4
Kengetallen ............................................................................................................................ 28
37 Financiën ............................................................................................................................ 30 6.1
37 Jaarplan 2014 ........................................................................................................................ 30
6.2
41 Overige door de RVKO in 2014 gerealiseerde beleidszaken/activiteiten ............................. 34
6.3
41 Financiële analyses en wettelijk vereiste toelichtingen ........................................................ 34
49 Toekomstige ontwikkelingen ............................................................................................... 41 7.1
49 RVKO strategisch beleidsplan 2014 – 2018 ........................................................................... 41
7.2
49 Missie en visie........................................................................................................................ 41
7.3
Ambities 2014 – 2018 ............................................................................................................ 41 49
7.4
Van ambities naar richtinggevende uitspraken..................................................................... 42 50
7.5
Hoe doen we het? Onze besturingsfilosofie ......................................................................... 43 51
7.6
Hoe nu verder? ...................................................................................................................... 43 51
7.7
Schematische weergave ........................................................................................................ 43 51
3
Continuïteit ........................................................................................................................ 55 65 8.1
Gegevensset .......................................................................................................................... 55 65
8.2
Overige rapportages .............................................................................................................. 60 70
77 Jaarverslag Raad van Toezicht RVKO .................................................................................... 66 9.1
77 Algemeen............................................................................................................................... 66
9.2
77 Samenstelling ........................................................................................................................ 66
9.3
77 De werkwijze ......................................................................................................................... 66
9.4
78 Besproken onderwerpen ....................................................................................................... 67
81 Bijlagen ...................................................................................................................................... 70 82 Bijlage 1. Prestatiebox ....................................................................................................................... 71 84 Bijlage 2. Overzicht directieleden scholen ........................................................................................ 73 87 Bijlage 3. Rooster van aftreden / hoofd- en nevenfuncties Raad van Toezicht ................................ 76 88 Bijlage 4. Overzicht nevenfuncties leden van het College van Bestuur ............................................ 78
3
Jaarverslag 2014 Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging Rotterdamse Verenigingvoor voorKatholiek KatholiekOnderwijs Onderwijs
4
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
1.
Algemeen
1.1
Geschiedenis
De Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs is opgericht op 1 juli 1873. Het doel van de vereniging is scholen voor katholiek onderwijs in Rotterdam en omgeving te stichten en in stand te houden. De RVKO is één van de grootste schoolbesturen voor primair onderwijs in Nederland. 1.2
Missie en visie
“De Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs biedt ouders en leerlingen hoogwaardig, eigentijds primair onderwijs gebaseerd op een zich steeds vernieuwende evangelische traditie en op persoonlijke betrokkenheid van een ieder”. Een school is meer dan alleen maar leren en presteren. Er is een meerwaarde, en die vinden we in het evangelie. Deze inspiratiebron leert vooral het geloof in een betere wereld. Om die missie vorm te geven staan binnen de RVKO de volgende kernwaarden centraal: vertrouwen, verbondenheid, zorg, hoop, verwondering, respect, gerechtigheid. Vanuit onze evangelische inspiratie bieden we elke leerling de kans om uit te groeien tot “levenskunstenaar”, een mens die in staat is ten volle te leven, met en voor anderen en die om kan gaan met voorspoed en tegenslag. De kinderen leren om verantwoordelijkheid te nemen voor zichzelf, voor anderen en voor de omgeving. De scholen zorgen voor het verwerven van kennis en vaardigheden en dragen bij aan een voor elke leerling optimale en brede ontwikkeling. De RVKO is een organisatie waarin mensen binnen een helder kader hun verantwoordelijkheid nemen, waar ruimte is voor individuele en gezamenlijke ontwikkeling, waar talenten tot recht komen, waar op respectvolle wijze wordt samengewerkt en waarin de waarden van de RVKO worden nageleefd en uitgedragen. De RVKO wil een betekenisvolle bijdrage leveren aan een betere wereld, waarin mensen hun kwaliteiten en talenten ontwikkelen met zorg voor en in verbinding met de medemens. 1.3 Op
Doelstellingen
basis van de missie en de visie zijn de volgende doelstellingen geformuleerd: Ons onderwijs zorgt voor een maximaal leerrendement voor elke leerling. We geven de leerlingen een goede start in de complexe werkelijkheid die op hen wacht. De leeromgeving in onze scholen is stimulerend; kinderen komen er graag en voelen zich er thuis. Kinderen worden uitgedaagd om zich maximaal te ontwikkelen en de resultaten te behalen die bij hen passen. Het gaat hierbij zowel om veel kennis en vaardigheden voor de kernvakken als om maximale ontwikkeling op andere gebieden: identiteit, sociaal-emotioneel, creatief, cultureel en sport en beweging. Op onze scholen is het onderwijsproces, de kwaliteitszorg, het pedagogisch- didactisch handelen en de leerlingenzorg op orde. We zijn een professionele leer- en werkgemeenschap binnen een solide en wendbare organisatie. We hebben vakbekwame leerkrachten die levenslang leren en ontwikkelen in verbinding met collega's. In onze leer- en werkgemeenschap spreken we elkaar aan, nodigen elkaar uit, ondersteunen elkaar, nemen onze verantwoordelijkheid en leggen daar verantwoording over af. We hebben schoolleiders die de leerling centraal stellen en die resultaatgericht sturen vanuit onderwijskundig leiderschap. 5
5
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
Onze organisatie is betrouwbaar en flexibel. Onze mensen onderhouden met een grote mate van discipline de basisstructuren en -systemen van onze bedrijfsvoering en ons kwaliteitssysteem. Tegelijkertijd innoveren we om morgen nog beter te zijn. We verbinden ons met onze omgeving en beïnvloeden die actief. Onze scholen staan in verbinding met ouders/verzorgers en de buurt. Die verbinding wordt gekenmerkt door echte ontmoeting vanuit eigen en gezamenlijke verantwoordelijkheid. Onze scholen tonen een duidelijke omgevingsgerichtheid en maken dat zichtbaar door innoverend beleid dat inspeelt op een voortdurend ontwikkelende maatschappij. Onze organisatie is een invloedrijke speler in het lokale en landelijke onderwijsveld en komt, met als uitgangspunt de RVKO missie en visie, op voor de belangen van de huidige en toekomstige leerlingen. 1.4
De scholen
Onder de RVKO ressorteren 66 scholen onder 55 brinnummers in en rond Rotterdam en 21 peuterspeelzalen. Op de teldatum van 1 oktober 2014 bedroeg het aantal leerlingen in het basisonderwijs 19.185; 18.856 leerlingen in het reguliere basisonderwijs en 329 leerlingen in het speciaal basisonderwijs. Het aantal peuters op genoemde datum bedroeg 846. Naast klassikaal onderwijs kent de RVKO drie scholen voor speciaal basisonderwijs, vier Montessorischolen, vijf Jenaplanscholen en negen Daltonscholen. De scholen van de RVKO zijn gelegen in Rotterdam, Capelle aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel, Nieuwerkerk aan den IJssel (Zuidplas), Bleiswijk (Lansingerland), Ridderkerk, Barendrecht, Albrandswaard en Spijkenisse (Nissewaard). 1.5
Jaarplan 2014
Aan de hand van het strategisch beleidsplan en het meerjarenplan 2014 – 2018 is in 2014 gewerkt met een jaarplan. Alle afdelingen van het bestuursbureau (algemene zaken/organisatie, onderwijs & identiteit, personeel, facilitair, financiën) hadden daartoe per beleidsterrein doelstellingen en activiteiten geformuleerd. In de hoofdstukken 1 t/m 6 van dit jaarverslag worden per beleidsterrein deze doelstellingen en activiteiten benoemd, aangegeven of deze al dan niet gerealiseerd zijn en, indien van toepassing, waarom deze (nog) niet gerealiseerd zijn. De volgende algemene zaken waren opgenomen in het jaarplan 2014: Strategisch beleidsplan Iedere medewerker van de RVKO is in de gelegenheid geweest deel te nemen aan de bespreking van het strategisch beleidsplan. In het eerste kwartaal van 2014 is het strategisch beleidsplan in alle teams van alle scholen besproken. Daartoe is een presentatie gegeven en hebben alle medewerkers het strategisch beleidsplan ontvangen in de vorm van een z-boekje. Tevens hebben de bovenschools managers op de scholen diverse teamvergaderingen bijgewoond waarin het strategisch beleidsplan werd gepresenteerd en is het College van Bestuur tijdens een aantal werkbezoeken op de scholen met de betreffende teams in gesprek gegaan over het strategisch beleidsplan. Toelatingsbeleid De missie en visie van de RVKO leiden er toe dat de RVKO een open aannamebeleid kent: elk kind is in principe welkom om bij de RVKO onderwijs te volgen, waarbij het katholieke geloof wordt aangeboden en de interreligieuze dialoog wordt aangemoedigd. Op 1 augustus 2014 is de Wet Passend Onderwijs van kracht geworden. Met de invoering van deze wet hebben scholen een zorgplicht gekregen. Die zorgplicht betekent dat de scholen er voor moeten zorgen dat ieder kind dat op een school zit of aangemeld wordt, een passende onderwijsplek krijgt, bij voorkeur binnen het eigen samenwerkingsverband. Het ondersteuningsprofiel van de school vormt daarbij het uitgangspunt. Met de invoering
6
6
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
van de wet, en dus de zorgplicht voor de scholen, is een aantal artikelen in de Wet op het Primair Onderwijs gewijzigd. Deze artikelen gaan onder meer over de aanmelding, de toelating, de weigering, het ontwikkelingsperspectief, de bezwaar- en beroepsprocedures, de instelling van een tijdelijke geschillencommissie, schorsen en verwijderen. De beleidsstukken van de RVKO inzake toelating, schorsen en verwijderen zijn hierop aangepast. Partners en strategische overlegsituaties In 2014 is een start gemaakt met het in kaart brengen van de partners van de RVKO en de relevante overlegsituaties waar de RVKO bij betrokken is of bij betrokken dient te zijn. In 2015 worden deze overzichten compleet gemaakt. Tevens worden dan afspraken gemaakt wie de RVKO in de diverse overlegsituaties gaat vertegenwoordigen. Thomas More Hogeschool Op initiatief van de RVKO en mede door de enorme inzet van het College van Bestuur en het managementteam van de RVKO, is op 1 januari 2014 de verzelfstandiging van de Thomas More Hogeschool gerealiseerd. Met deze verzelfstandiging is tevens een basis gelegd voor de duurzame samenwerking tussen de RVKO en de Thomas More Hogeschool. 1.6
Overige algemene zaken
Klachtenregeling Ouders, leerlingen en een ieder die deel uitmaakt van de schoolgemeenschap kunnen klachten indienen. Deze kunnen betrekking hebben op gedragingen en beslissingen van het personeel en bevoegd gezag of het nalaten daarvan en ook op gedragingen van anderen die deel uitmaken van de schoolgemeenschap. De meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school zullen in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en schoolleiding op een juiste wijze worden afgehandeld. Ook de aangestelde vertrouwenspersonen gaan eerst na of de klager getracht heeft om het probleem met de aangeklaagde, de directeur en/of de bovenschools manager op te lossen. De RVKO heeft twee vertrouwenspersonen. Eén van de vertrouwenspersonen is benoemd op voordracht van de GMR (Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad). Indien partijen niet tot een oplossing komen of indien een klager van mening is dat de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, kan de klager zich wenden tot de klachtencommissie. De RVKO is aangesloten bij de landelijke Klachtencommissie voor Katholiek Onderwijs. De klachtenregeling staat vermeld op het open gedeelte van de website van de RVKO. Ook in de schoolgidsen wordt melding gemaakt van het bestaan van deze regeling en hoe de regeling te verkrijgen is. In 2014 konden niet alle klachten opgelost worden door bemiddeling van de bovenschools managers of de vertrouwenspersonen. Twee klachten werden ingediend bij de landelijke Klachtencommissie voor Katholiek Onderwijs. Beide klachten werden grotendeels ongegrond verklaard. De uitspraken van de klachtencommissie vormden voor het College van Bestuur geen aanleiding om nadere maatregelen te treffen. Sinds 1 januari 2014 hanteert de RVKO een digitaal systeem voor het noteren van klachten. Op die manier wordt per kalenderjaar inzichtelijk gemaakt hoeveel klachten er geweest zijn, wat de aard van de klachten was en hoe de afhandeling is verlopen. Klokkenluidersregeling Doel van de regeling is dat medewerkers en ouders op adequate en veilige wijze vermeende (ernstige) onregelmatigheden binnen de RVKO aan de orde kunnen stellen. De regeling biedt een beschrijving van de procedure die gevolgd moet worden wanneer een (op redelijke gronden gebaseerd) vermoeden van een misstand bestaat. Een dergelijke regeling brengt tot uitdrukking dat het melden van een misstand gezien wordt als een bijdrage aan het verbeteren van het functioneren van de organisatie en dat de melding serieus zal worden onderzocht. De regeling is niet bedoeld voor zaken die via de 7
7
Klachtencommissie voor Katholiek Onderwijs. Beide klachten werden grotendeels ongegrond verklaard. De uitspraken van de klachtencommissie vormden voor het College van Bestuur geen aanleiding om nadere maatregelen te treffen. Jaarverslag 2014 Sinds 1 januari 2014 hanteert de RVKO een digitaal systeem voor het noteren van klachten. Rotterdamse Vereniging voorper Katholiek Onderwijs inzichtelijk gemaakt hoeveel klachten er geweest Op die manier wordt kalenderjaar zijn, wat de aard van de klachten was en hoe de afhandeling is verlopen. Klokkenluidersregeling Doel van de regeling is dat medewerkers en ouders op adequate en veilige wijze vermeende (ernstige) onregelmatigheden binnen de RVKO aan de orde kunnen stellen. De regeling biedt een beschrijving van de procedure die gevolgd moet worden wanneer een (op redelijke gronden gebaseerd) vermoeden van een misstand bestaat. Een dergelijke regeling brengt tot uitdrukking dat het melden van een misstand gezien wordt als een bijdrage aan het verbeteren van het functioneren van de organisatie en dat de melding serieus zal worden onderzocht. De regeling is niet bedoeld voor zaken die via de
Klachtenregeling of het Medezeggenschapsstatuut aan de orde kunnen worden gesteld. De regeling kent een externe vertrouwenspersoon welke voldoet aan het vastgestelde7 profiel en die benoemd is door het College van Bestuur. In 2014 zijn er geen meldingen binnengekomen over vermeende (ernstige) onregelmatigheden. De Klokkenluidersregeling staat vermeld op het open gedeelte van de website van de RVKO.
8
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
9
Jaarverslag 2014 Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging Rotterdamse Verenigingvoor voorKatholiek KatholiekOnderwijs Onderwijs
10
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
2. 2.1
Organisatie De Vereniging
Op 1 juni 2012 is de huidige organisatiestructuur van de RVKO in werking getreden. Per genoemde datum is, mede op basis van de Code Goed Bestuur PO, een duidelijke scheiding aangebracht tussen bestuur en toezicht. De verenigingsstructuur is gehandhaafd. De vereniging kent als organen een College van Bestuur, een Raad van Toezicht en een Algemene Vergadering. De bevoegdheden van deze organen zijn vastgelegd in de statuten en de reglementen. 2.2
Structuur
Algemene Vergadering De RVKO is een vereniging die bestaat uit 19 leden. De Algemene Vergadering bepaalt zelf welke leden als lid toegelaten worden, met dien verstande dat de leden altijd voorgedragen worden door de in de statuten genoemde organisaties/organen. De bevoegdheden van de Algemene Vergadering zijn vastgelegd in de statuten van de vereniging. De voorzitter van de Algemene Vergadering is de heer R.G. (Rob) Beek. Raad van Toezicht De leden van de Raad van Toezicht worden benoemd door de Algemene Vergadering. Eén van de leden wordt benoemd op bindende voordracht van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. De Raad van Toezicht houdt toezicht op het bestuur van de vereniging. De bestuursbesluiten die onderworpen zijn aan de voorafgaande goedkeuring van de Raad van Toezicht zijn vastgelegd in de statuten van de vereniging. In 2014 was de heer G.P.M. (Frie) van Os voorzitter van de Raad van Toezicht. College van Bestuur Het College van Bestuur is een professioneel bestuur, welke leden een arbeidsrelatie hebben met de RVKO. De leden worden benoemd door de Raad van Toezicht. Het College van Bestuur is op basis van de statuten belast met de verantwoordelijkheid voor de uitoefening van de taken en bevoegdheden namens het bevoegd gezag. Het College van Bestuur van de RVKO bestaat uit twee leden: drs. A.J.M. (Ton) Groot Zwaaftink, voorzitter mevr. C.M.H. (Lia) Zwaan-van Schijndel, lid Het College van Bestuur wordt bijgestaan door de secretaris van het College van Bestuur mr. G.F. (Ger) Veldkamp. Managementteam Het managementteam van de RVKO, welke werkzaam is vanuit het bestuursbureau, bestaat uit vier bovenschools managers en vier stafmanagers. De bovenschools managers zijn lijnfunctionarissen, die elk een groep scholen aanstuurt. De bevoegdheden van de bovenschools managers zijn vastgelegd in het managementstatuut. Het team van bovenschools managers bestond in 2014 uit: dhr. P.G.J.M. (Peter) van Deursen mevr. H.J. (Riek) Timmers dhr. J.M.P.C. (John) Verdaasdonk (tot 1 april 2014) mevr. drs. E.M.S. (Eveline) Miltenburg (sinds 1 september 2014) dhr. M.A.H. (Marcel) Reulen (sinds 1 september 2014) De stafmanagers zijn werkzaam op de beleidsgebieden Onderwijs & Identiteit, Personeel, Financiën en Facilitaire Zaken. De stafmanagers worden bijgestaan door de stafmedewerkers. Het team van stafmanagers bestaat uit: mevr. drs. J.J. (Jakolien) Kraeima; personeel drs. J. (Jeroen) den Hartog RA; financiën mevr. drs. J. (Jitske) Huissen-Wezenberg; onderwijs en identiteit mevr. drs. B.J.B. (Brigitte) Holland; facilitaire zaken Allen worden ondersteund door de medewerkers van het secretariaat. 9
11
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) neemt een belangrijke plaats in bij de besluitvorming over bovenschoolse zaken. De GMR toetst het beleid voordat het definitief wordt vastgesteld. De GMR heeft advies- en/of instemmingsrecht. Hiertoe voert de GMR overleg met het bestuur. In de GMR kunnen maximaal zestien leden zitting hebben, acht ouders en acht personeelsleden. In 2014 was de GMR voltallig. De GMR kent een eigen jaarverslag, separaat van het jaarverslag RVKO. De organisatie en de bevoegdheden van de medezeggenschap op verenigingsniveau zijn vastgelegd in het Statuut Medezeggenschap en de medezeggenschapsreglementen. Kerngroep De kerngroep is een klankbordgroep voor directeuren, behartigt de belangen van de directeuren en adviseert het College van Bestuur omtrent nieuw te voeren beleid. Daarnaast heeft de kerngroep ook een communicatieve functie naar de overige directieleden van de vereniging. De kerngroep bestaat uit acht directeuren, twee uit elk cluster van scholen. De organisatie en de bevoegdheden van de kerngroep zijn vastgelegd in het Reglement Kerngroep. 2.3
Jaarplan 2014
Werkgroepen Ook in 2014 waren er weer vele werkgroepen actief om een bijdrage te leveren aan het realiseren van de ambities die verwoord staan in het strategisch beleidsplan, het meerjarenplan en het jaarplan 2014. Elke werkgroep is samengesteld uit de verantwoordelijke stafmanager, een bovenschools manager en een aantal directieleden en/of IB’ers (interne begeleiders van de scholen) en/of leerkrachten. De werkgroepen zijn altijd tijdelijk en adviseren het College van Bestuur over specifieke onderwerpen. De instelling, de samenstelling en de opdracht van deze tijdelijke werkgroepen is voorbehouden aan het College van Bestuur. Op 4 juli 2014 was er een bijeenkomst voor alle leden van alle werkgroepen. Doel van de “Helikoptersessie” was om terug te kijken op hetgeen in het schooljaar 2013-2014 door de werkgroepen is gestart en gerealiseerd. 2.4
Overige door de RVKO in 2014 gerealiseerde beleidszaken/activiteiten
Werkzaamheden managementteam Door langdurige ziekte van één van de leden van het College van Bestuur en door het vertrek van één van de bovenschools managers per 1 april 2014, zijn in het eerste deel van 2014 de werkzaamheden van deze medewerkers herverdeeld over de overige leden van het managementteam. Ook is gedurende enige maanden tijdelijk een parttime bestuursondersteuner aangesteld. Door de toenemende verantwoordelijkheid en om de ambities van het strategisch beleidsplan te kunnen realiseren, is in 2014 besloten de scholen in vier clusters te verdelen. Daardoor ontstonden er twee vacatures voor de functie van bovenschools manager. Alvorens tot invulling van deze vacatures over te gaan, is eerst vastgesteld wat de in de beleidsnotitie “Visie krijgt vorm” vastgestelde filosofie, waarbij het subsidiariteitsprincipe een belangrijke kernwaarde vormt, betekent voor de invulling van de rol van de bovenschools managers. In de beleidsnotitie staat de coachende rol van de bovenschools managers, als verbindende factor tussen het bestuur en de scholen, centraal. Na een zorgvuldige sollicitatieprocedure, waarbij ook enkele directeuren betrokken zijn geweest, zijn per 1 september 2014 twee nieuwe bovenschools managers benoemd. Bovendien zijn, in samenspraak met een daarvoor ingestelde werkgroep, de clusters van scholen volledig nieuw ingedeeld.
12
10
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
Directievergaderingen Gezien de ontwikkelingen binnen de RVKO is in 2014 gekozen voor een nieuwe invulling van de overlegstructuur van het College van Bestuur en de bovenschools managers c.q. Directievergaderingen stafmanagers met de directies van de scholen. Per schooljaar worden zeven directiedagen Directievergaderingen Gezien de ontwikkelingen binnen de RVKO is in 2014 gekozen voor een nieuwe invulling gepland. het eerste deel van deze dagen vergaderd clusterverband. Daarbij Gezien deInontwikkelingen binnen de RVKO is wordt in 2014 gekozen in voor een nieuwe invulling van de overlegstructuur van het College van Bestuur en de bovenschools managers c.q. zijn de directeurenvan en het de bovenschools managers Het overige deel c.q. van van alleen de overlegstructuur College van Bestuur en aanwezig. de bovenschools managers stafmanagers met de directies van de scholen. Per schooljaar worden zeven directiedagen deze dagen staat het teken allerlei de adjunctstafmanagers met deindirecties van devan scholen. Perthema’s. schooljaarHierbij wordensluiten zeven directiedagen gepland. In het eerste deel van deze dagen wordt vergaderd in clusterverband. Daarbij directeuren/locatieleiders en/of, uitnodiging, andere deskundigen van de scholen aan. gepland. In het eerste deel van op deze dagen wordt vergaderd in clusterverband. Daarbij zijn alleen de directeuren en de bovenschools managers aanwezig. Het overige deel van zijn alleen de directeuren en de bovenschools managers aanwezig. Het overige deel van deze dagen staat in het teken van allerlei thema’s. Hierbij sluiten de adjunctNieuwsbrief deze dagen staat in het teken van allerlei thema’s. Hierbij sluiten de adjunctdirecteuren/locatieleiders en/of, op uitnodiging, andere deskundigen van de scholen aan. Om de informatie vanuit het bestuursbureau te stroomlijnen wordt wekelijkse een digitale directeuren/locatieleiders en/of, op uitnodiging, andere deskundigen van de scholen aan. nieuwsbrief naar de scholen verzonden. Daarin wordt alle interne en externe informatie Nieuwsbrief opgenomen die voor de directies van de scholen van belang is. Nieuwsbrief Om de informatie vanuit het bestuursbureau te stroomlijnen wordt wekelijkse een digitale Om de informatie vanuit het bestuursbureau te stroomlijnen wordt wekelijkse een digitale nieuwsbrief naar de scholen verzonden. Daarin wordt alle interne en externe informatie Koerier nieuwsbrief naar de scholen verzonden. Daarin wordt alle interne en externe informatie opgenomen die voor de directies van de scholen van belang is. De Koerier, die hetvoor personeelsblad van de descholen RVKO, van is in 2014is.qua frequentie, inhoud en opgenomen de directies van belang vormgeving gewijzigd. Het blad verschijnt nog vier keer per jaar en in elke editie wordt Koerier een inhoudelijk thema behandeld. Koerier De Koerier, het personeelsblad van de RVKO, is in 2014 qua frequentie, inhoud en De Koerier, het personeelsblad van de RVKO, is in 2014 qua frequentie, inhoud en vormgeving gewijzigd. Het blad verschijnt nog vier keer per jaar en in elke editie wordt 2.5 Organogram vormgeving gewijzigd. Het blad verschijnt nog vier keer per jaar en in elke editie wordt een inhoudelijk thema behandeld. een inhoudelijk thema behandeld. 2.5 Organogram 2.5 Organogram
11
13
11 11
Jaarverslag 2014 Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging Rotterdamse Verenigingvoor voorKatholiek KatholiekOnderwijs Onderwijs
14
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
3. 3.1
Onderwijs en identiteit Jaarplan 2014
ONDERWIJS Onderwijskwaliteit De stuurgroep Onderwijskwaliteit heeft, op basis van de ervaringen in het eerste schooljaar, een procesevaluatie gedaan. Daarbij zijn de belangrijkste conclusies voor het vervolg: investeren in een heldere communicatie, vervolg geven aan de wens vanuit de scholen om gestructureerde voortgangsinformatie te ontvangen en de realisatie van de doorwerking van de ingezette acties op alle uitvoeringsniveaus (leerling, leerkracht, directie, bovenschools manager en bestuur). Expertise: Didactisch handelen De taakgroep Expertise heeft in 2014 een plan uitgewerkt om per school twee of drie leerkrachten te bekwamen tot didactische coaches. Het doel hiervan is de didactische vaardigheden (basis- en complexe vaardigheden) van alle collega’s duurzaam te versterken en te onderhouden. De coaches ondersteunen collega’s bij het inrichten van hun lessen, o.a. het goed toepassen van een activerende didactiek of het werken met een groepsplan. Dit traject is bedoeld voor alle scholen, ook voor scholen die goede opbrengsten hebben. Samen met een externe aanbieder is een programma opgezet voor het opleiden tot didactische coach. De eerste lichting is gestart met 20 deelnemers. Vanwege het grote aantal geïnteresseerden is halverwege schooljaar 2014-2015 gestart met een tweede groep. Een derde groep zal starten bij aanvang van schooljaar 2015-2016. Expertise: Zorg Aanvankelijk is de taakgroep Expertise-Zorg gestart met het inzichtelijk krijgen van bestaande kennis en systemen op de scholen. De wettelijke vereisten en voorwaarden zijn besproken en in de reguliere schooloverstijgende bijeenkomsten, voor de intern begeleiders, kenbaar gemaakt. Ter aanvulling is besloten om in de verdere realisatie van de kwaliteitsverbetering op Zorg in de scholen de rol en het ondersteunend gedrag van de intern begeleider voor leerkrachten centraal te stellen. De reguliere bijeenkomsten voor intern begeleiders (drie per schooljaar) zijn en worden vanaf schooljaar 2014-2015 met behulp van inspirerende sprekers en praktijkvoorbeelden inhoudelijke vormgegeven. Daarnaast is een digitaal platform gerealiseerd via Office 365 voor uitwisseling van kennis en ervaringen en om onderling vragen te kunnen stellen. Expertise: Jonge Kind Met behulp van een Inspiratiemiddag over het Jonge Kind, met medewerking van prof. dr. J. (Jan) de Lange (emeritus hoogleraar wiskunde), is de aftrap gedaan voor een rijk aanbod voor de onderbouw (kleutergroepen) ter inspiratie, verrijking van kennis en scholing op het Jonge Kind. Deze bijeenkomst heeft geresulteerd in ruim 700 aanmeldingen voor deze workshops. De taakgroep heeft de programmering en kwaliteitstoets van de aanbiedende instanties voor deze workshops gecoördineerd. Door de taakgroep is medewerking verleend aan de realisatie van de post HBO opleiding Jonge Kind op de Thomas More Hogeschool. Audits Op basis van de ervaringen in schooljaar 2013-2014 is het systeem voor collegiale toetsing en systematische audits, ter ondersteuning en bewaking van de kwaliteit, verder vormgegeven. Vijf scholen hebben in de pilotfase meegewerkt aan de ontwikkeling van dit instrument van interne kwaliteitszorg. Met ingang van het schooljaar 2014-2015 zullen jaarlijks tien scholen deelnemen aan de audits. Daarmee is het systeem voor interne audits structureel operationeel. Het streven is de interne audits ook te gebruiken voor de verantwoording naar de Inspectie van het Onderwijs. Dit is mogelijk doordat het kader van het toezicht verandert. 12
15
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
Verantwoording en leerrendement Vanuit deze taakgroep is onderzocht hoe binnen de RVKO intern en extern verantwoording wordt afgelegd. Er heeft, in aansluiting op het landelijke onderzoek naar leerrendement, een verkenning plaatsgevonden over de mogelijkheden om leerrendement (de toegevoegde waarde van de school op de ontwikkelingscurve van het kind) aan te kunnen tonen. Landelijk is de conclusie getrokken dat er onvoldoende wetenschappelijk bewijs gegenereerd kan worden om dit aan te tonen. Derhalve heeft de taakgroep dit onderdeel van de opdracht (leerrendement) op een laag pitje gezet. Tevens is gestart met het zoeken naar een verantwoordingssystematiek dat de ontwikkeling van het kind centraal stelt. Na uitgebreide oriëntatie zal in 2015 onderzocht worden of het systeem van Triband verantwoorden wenselijk en te implementeren is voor de RVKO als geheel. LeerKRACHT Vanaf schooljaar 2014-2015 zijn, in aansluiting op de zeven reeds participerende scholen, negen nieuwe scholen gestart met de implementatie van de LeerKRACHT methodiek. Er zijn vier parttime RVKO coaches aangesteld die de nieuwe scholen, in samenwerking met de Stichting LeerKRACHT, begeleiden. Tevens verzorgen de coaches de begeleiding met betrekking tot de borging van de methodiek. De coaches hebben de opdracht gekregen om zich de methodiek volledig eigen te maken, zodat vanaf schooljaar 2015-2016 de implementatie op nieuwe scholen en de begeleiding van de borging op bestaande scholen zelfstandig gerealiseerd kunnen worden. De koppeling met de inhoudelijke keuzes vanuit de strategie staat daarbij voorop. Passend Onderwijs Begin 2013 heeft de RVKO een visie op Passend Onderwijs geformuleerd. Deze visie vormt de basis voor de inbreng van de RVKO in alle zes de samenwerkingsverbanden waarin de RVKO participeert. Inmiddels worden meerdere uitgangspunten breder gedeeld. In het grootste samenwerkingsverband, PPO Rotterdam, is onlangs een overeenkomstige aanpassing van de visie doorgevoerd. De komende jaren zal ingezet worden op de versterking van de vaardigheden van leraren en de capaciteiten van de reguliere basisscholen, waarbij de expertise van het sbo (speciaal basisonderwijs) in deze scholen beschikbaar komt. Door deze versterking van het reguliere basisonderwijs wordt het mogelijk een verminderde uitstroom naar het SO (speciaal onderwijs) te verwezenlijken. Het ondersteuningsplan van PPO Rotterdam is gereed. Het plan start behoudend. De veranderingen zullen de komende jaren geleidelijk ingevoerd worden. De uiteindelijke doelstellingen sluiten uitstekend aan bij de door de RVKO in het Strategisch Beleidsplan geformuleerde doelen. Het ondersteuningsplan dient goedgekeurd te worden door de Ondersteuningsplanraad (OPR). De OPR is een bovenbestuurlijk medezeggenschapsorgaan, bestaande uit ouders en personeelsleden van de aangesloten schoolbesturen. De OPR van PPO Rotterdam bestaat uit 14 leden, waarvan 7 ouders en 7 personeelsleden. Door verkiezingen zijn 2 personeelsleden en 1 ouder gekozen die verbonden zijn aan de RVKO. In het kader van Passend Onderwijs dienen alle scholen een schoolondersteuningsprofiel op te stellen. Hierin wordt beschreven op welke wijze de school het onderwijs organiseert voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. De ondersteuningsprofielen van de RVKO voldoen aan alle wettelijke eisen en aan de afspraken die binnen de samenwerkingsverbanden gemaakt zijn. De bovenschools managers gaan de scholen speciaal coachen om te komen tot een nadere en haalbare invulling van het schoolondersteuningsprofiel, waarbij de band met elk samenwerkingsverband optimaal wordt benut.
16
13
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
De samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs De RVKO scholen participeren in de volgende samenwerkingsverbanden: Naam samenwerkingsverband PPO Rotterdam RIBA Kindkracht IJssel en Lek Lansingerland FSPOW
Participerende scholen Alle Rotterdamse scholen excl. Hoek van Holland en Rozenburg Dr. Schaepman, Trinoom, Don Bosco en Grote Reis Akkers, Klinker, Maasoever, Mgr. Bekkers, Paus Johannes, Wegwijzer en Rozenhorst Contrabas, Vijfster, Montessori Capelle, Octaaf, Pieter Bas en Wingerd Klimophoeve en Oosthoek Jozef
INK Eind 2014 is de tweejarige cyclus gestart omtrent het onderzoek naar de tevredenheid van de leerlingen, de ouders en het personeel. Ditmaal zijn tevens specifieke vragen opgenomen over de tevredenheid van de directies over de dienstverlening van het bestuursbureau. De bestuursbrede uitkomsten zullen in de eerste helft van 2015 afgerond en geëvalueerd zijn. Onderwijs en ICT In 2014 zijn de eerste stappen gezet om te komen tot een Beleidsplan Onderwijs en ICT. Hiertoe is een werkgroep samengesteld waarin leerkrachten zitting hebben die tevens ICT coördinator zijn op een school. Doel van de werkgroep is om in de tweede helft van 2015 vanuit een onderwijsinhoudelijke visie te komen tot een Beleidsplan Onderwijs en ICT. Hierna zal, in aansluiting op het Doorbraakproject uit het Bestuursakkoord, gericht geïnvesteerd kunnen worden in elke school. Kwaliteitsimpuls peuterspeelzalen Vanuit de reguliere werkzaamheden is voor zowel de gesubsidieerde VVE -peuterspeelzalen als voor de ongesubsidieerde peuterspeelzalen ondersteuning geboden op actuele ontwikkelingen en (wettelijke) vereisten. Alle peuterspeelzalen van de RVKO voldoen aan de eisen die door de Wet OKE en door de gemeente Rotterdam worden gesteld. In 2014 is de scholing van de mbo-leidsters op het gebied van taal voortgezet. Alle mboleidsters, die werkzaam zijn bij de RVKO, voldoen aan de gestelde Rotterdamse taaleisen en meer dan 90% van de leidsters voldoen tevens aan de landelijke norm die gesteld wordt. Met behulp van een door de gemeente Rotterdam opgesteld convenant is een start gemaakt met het begeleiden van peuterspeelzalen op het gebied van opbrengstgericht werken. De RVKO heeft gekozen voor het tijdelijk aantrekken van een interne traineradviseur die met behulp van een training en coaching de leidsters en betrokken intern begeleiders begeleidt bij het implementeren en borgen van duurzaam opbrengstgericht werken. Rotterdams Onderwijsbeleid De onvrede vanuit de schoolbesturen over de steeds groter wordende administratieve lasten van de subsidieaanvragen bij de gemeente Rotterdam, heeft ertoe geleid dat onderzocht is of er een andere manier is te vinden waarop aanvragen en verantwoordingen gerealiseerd kunnen worden. De RVKO heeft hierin, als vertegenwoordiger van de PO schoolbesturen in Rotterdam (FOKOR), actief geparticipeerd. De aanvragen zullen meer maatwerk moeten gaan vormen. De gemeente en de schoolbesturen hebben afgesproken om in het schooljaar 2014-2015 d.m.v. pilots te experimenteren met een beperkt aantal schoolbesturen/scholen. Namens de RVKO participeren hierin drie scholen: Agnes, Theresia en Dominicus. 14
17
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
Vanuit de RVKO is actief geparticipeerd in het proces van de totstandkoming van het Rotterdams Onderwijsbeleid (ROB lll: Leren Loont!) voor de komende vier jaren. Deze inzet was met name gericht op grotere continuïteit van de ondersteuning, inzet van de middelen, aansluiting op de strategische doelen en afname van de planlast voor de scholen. In Leren Loont! zijn deze doelen voor een belangrijk deel gerealiseerd. De komende periode zal de interne plancyclus (schoolplan, jaarplan, jaarverslag) hierop versterkt worden. IDENTITEIT Beleidsnotitie Identiteit In de beleidsnotitie uit 2005 is, via de zeven kernwaarden van de RVKO, de verbintenis met de Beleidsnota ‘Bezield en Zelfbewust’ van de Nederlandse Bisschoppenconferentie tot stand gebracht. De zeven kernwaarden blijven het uitgangspunt en zijn nog steeds actueel. Ze vormen de hoeksteen van alle beleidsbesluiten op het niveau van de scholen, het bestuur en de vereniging als geheel, alsmede van de daaruit voortvloeiende principes; van personeelsbeleid tot de inrichting van de huisvesting. Identiteit is kwaliteit: het gesprek over identiteit is een gesprek over kwaliteit. Bij dit gesprek zijn de principes, zoals vastgelegd in het strategisch beleidsplan 2014-2018, leidend. De ondersteuning aan scholen richt zich derhalve, vanuit het subsidiariteitsprincipe, op de eigen verantwoordelijkheid t.a.v. de identiteit binnen een lerende organisatie. Het College van Bestuur heeft de herijkte beleidsnotitie identiteit vastgesteld. Deze notitie wordt in schooljaar 2014-2015 getoetst aan de praktijk. De werkgroep identiteit heeft hiermee haar eerste taak afgerond. De nieuwe werkwijze bij de ondersteuning van de scholen met betrekking tot hun identiteit is aan alle directies gepresenteerd. De verdere implementatie en de concrete inrichting van de begeleidingsstructuur worden nog uitgewerkt. Schoolbegeleiding identiteit De scholen kunnen ondersteuning ontvangen in het vormgeven van de brede katholieke identiteit en het vak Godsdienst/Levensbeschouwing (GoLev). Zes medewerkers van de RVKO en twee medewerkers van de TMH volgden in 2014 de toerusting ‘Het Verhaal van de School’ (VKO Nijmegen). Het gesprek over identiteit, als onderdeel van kwaliteit, krijgt vanuit deze visie een plaats binnen de beleidsplannen van de scholen. De toerusting en de opvolgende netwerkbijeenkomsten leveren de RVKO concrete methoden op om dit gesprek verder vorm te geven. Op de landelijke Identiteitsdag van de VKO, in november 2014, werd de implementatie van onderdelen van deze visie gepresenteerd aan ca. 40 geïnteresseerden. In 2015 zal deze handelingswijze worden aangereikt aan andere scholen binnen de RVKO. Akte Godsdienst/Levensbeschouwing Conform het bestuursbesluit van januari 2001, moeten alle leerkrachten in het bezit zijn van de akte GoLev, of bereid zijn om deze binnen 2 jaar alsnog te behalen. De Nederlandse bisschoppen hebben een kennisbasis vastgesteld voor het vak Godsdienst/ Levensbeschouwing in het Nederlandse katholieke basisonderwijs. Vanaf 1 september 2014 is de Thomas More Hogeschool gestart met een nieuw programma dat is gebaseerd op deze kennisbasis. Achttien leerkrachten van de RVKO zijn met dit programma gestart. In oktober 2014 is aan 23 leerkrachten de akte Golev uitgereikt. De Bisschop Van Luyn scriptieprijs is dit jaar gewonnen door Jolanda Meijers-van der Hoek. Als leerkracht in de onderbouw van de RK Maria Basisschool (Schietbaanlaan) onderzocht zij het effect van het thema gebonden GoLev-lessen op de betrokkenheid en leeropbrengsten van leerlingen. Verdrietkoffers Als een school te maken krijgt met een verdrietige situatie, wordt ondersteuning geboden in de vorm van gesprekken met het team, de directie of individuele medewerkers. Daarnaast worden adviezen en materialen aangeboden over het omgaan met rouw, die in
18
15
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
de groep kunnen worden gebruikt. De ‘verdrietkoffers’ die deze materialen bevatten, zijn in 2014 vernieuwd en uitgebreid. School overstijgende bijeenkomsten De RVKO organiseerde in 2014 twee school overstijgende bijeenkomsten in het kader van de identiteit. Doel van deze bijeenkomsten is om medewerkers met elkaar in contact te brengen over brede aan identiteit gerelateerde onderwerpen. De bijeenkomst over de inzet van kinderbijbels (januari 2014) werd bezocht door ca. 25 personen. De bijeenkomst over interreligieus leren en de school als gemeenschap voor alle kinderen (september 2014) werd bezocht door ca. 60 personen. Deze laatste bijeenkomst stond eveneens in het teken van het afscheid van één van de beleidsondersteuners identiteit i.v.m. haar pensionering. Vanuit het Bisdom is haar, vanwege haar bijdrage aan het katholieke onderwijs, een erepenning verleend. Bezinningsweekend Om meer mogelijkheden te bieden voor de levensbeschouwelijke ontwikkeling van de medewerkers, werd medio maart 2014 een bezinningsweekend georganiseerd in Abdij Onze Lieve Vrouw van Koningshoeven te Berkel-Enschot. De deelnemers volgden het leefen gebedsritme van de monniken en enkele eigen bezinnende bijeenkomsten. Het weekend werd door de deelnemers als zeer goed beoordeeld. 3.2
Overige door de RVKO in 2014 gerealiseerde beleidszaken/activiteiten
ONDERWIJS Veranderend inspectiekader De Maasoever is namens de RVKO voorgedragen voor een pilot in het kader van het nieuwe inspectiekader. De bedoeling van de pilot is om goede voorbeelden van zelfevaluaties op te sporen en ook om ervaring op te doen met de wijze waarop het toezicht van de inspectie kan aansluiten bij de uitkomsten van zelfevaluaties. Bekeken wordt of de zelfevaluatie van de RVKO (de audits) deugdelijk van opzet en inhoud is en of de uitkomsten benut kunnen worden bij het externe toezicht van de inspectie. In het kader van deze pilot heeft een afvaardiging van de PO-Raad en de Inspectie van het Onderwijs op vrijdag 27 juni 2014 de Maasoever bezocht. Het afgelopen schooljaar was de RVKO, op initiatief van de Inspectie van het Onderwijs, betrokken bij het ontwikkelen van het Toezichtkader Sociale Kwaliteit van het Onderwijs. De inspectie wil de contacten met scholen en schoolbesturen, met betrekking tot de ontwikkeling van het onderwijs op het sociale domein, verder ontwikkelen. Hiertoe wil de inspectie samen met de Universiteit van Amsterdam een “Academische Werkplaats sociale opbrengsten van onderwijs” oprichten, waarbij ook diverse scholen betrokken zullen worden. Namens de RVKO neemt de Pieter Bas aan dit project deel. Verplichte eindtoets In 2014 is het besluit genomen om in schooljaar 2014-2015 gebruik te maken van de overgangsregeling van de verplichte eindtoets. Dat betekent dat, naast de Cito eindtoets, aan enkele scholen nog één jaar de mogelijkheid geboden wordt om op een andere wijze te verantwoorden. Vanaf schooljaar 2015-2016 zullen alle scholen dezelfde eindtoets afnemen. Plaatsingswijzer/Schooladvies Vanaf 2014 is het advies van de basisschool voor de plaatsing op het voortgezet onderwijs bindend. De uitslag van de eindtoets geldt officieel als tweede gegeven. Binnen Rotterdam is in schooljaar 2014-2015 de Plaatsingswijzer geïntroduceerd. Deze Plaatsingswijzer regelt de inhoud en het proces rondom het advies van het PO, en de aanmelding en aanname op het VO. De RVKO heeft deelgenomen aan de ontwikkeling van de
16
19
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
Plaatsingswijzer en zal ook in 2015, wanneer hier een (digitaal) vervolg aan gegeven wordt, meewerken aan de doorontwikkeling hiervan. Overstap Service Onderwijs Overstap Service Onderwijs, kortweg OSO, is in 2014 voor de eerste maal gebruikt voor de uitwisseling van leerlingengegevens tussen het PO en het VO. De RVKO heeft landelijk meegewerkt aan de verdere ingebruikname en verbetering van OSO. Het voornemen om ook de uitwisseling tussen de PO-scholen via OSO te laten verlopen, is uitgesteld naar 2015. Vensters PO In het najaar van 2014 is de ingezette lijn, om Vensters PO bestuurlijk en op schoolniveau te gebruiken voor horizontale verantwoording, verder doorgevoerd. Vensters PO zal hierdoor een integraal onderdeel worden van de interne en externe verantwoording van de scholen. Halverwege 2015 zal het pilottraject eindigen en onderdeel worden van de reguliere processen. Daar waar mogelijk zal de RVKO, net als in het pilottraject, landelijk mee blijven participeren aan de doorontwikkeling van Vensters PO. Fonds voor Cultuurparticipatie In het laatste kwartaal van 2014 is de subsidie van het Fonds voor Cultuurparticipatie, met als titel ‘Iedereen een Levenskunstenaar’, gehonoreerd. Het doel en de inzet van deze subsidie is om Kunst en Cultuur een integraal onderdeel te laten zijn van de lessen binnen de scholen. In november 2014 heeft een eerste inspiratiemoment plaatsgevonden. In 2015 zullen verschillende inspiratiemomenten en een uitwisselingsonderdeel in de portal van de RVKO ontwikkeld worden.
NPRZ Het Nationaal Programma Rotterdam Zuid is gericht op de focuswijken in Rotterdam Zuid. Vijf scholen van de RVKO zijn gelegen in de focuswijken: Theresia, Globetrotter (Toermalijn en Afrikaanderplein), Elisabeth, Agnes en Laurens-Cupertino. Bij de realisatie van de 3 Kengetallen Childrens Zone is, in coalitieverband met de omgeving en andere scholen in het gebied, gewerkt aan de realisatie van de doelstellingen van Childrens Zone. De eerste stappen zijn angementen per 1-12 31-12-2014 gerealiseerd. Veel inzet of vindt plaats op schoolniveau door de realisatie van 6 tot 10 uur meer leertijd voor (een deel van) de leerlingen. Daar waar mogelijk wordt geparticipeerd in lokale initiatieven zoals Playing for success. 3.3 Kengetallen
3.3
Kengetallen
Arrangementen per 1-12 of 31-12-2014
Arrangementen per 1-12 of 31-12-2014
Arrangementen per 31-12-2014
Op 31-12 waren er 64 locaties met een basisarrangement, 3 locaties hadden het predicaat zwak.
20
17
Op 31-12 waren er 64 locaties met een basisarrangement, 3 locaties hadden het predicaat Op 31-12 waren er zwak. 64 locaties met een basisarrangement, 3 locaties hadden het predicaat
Op 31-12 waren er 64 locaties met een basisarrangement, 3 locaties haddenJaarverslag het predicaat 2014 zwak.
Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
Arrangementen 2014 Arrangementen 2012 2012 -- 2014 70
62
64
61
60 50 40
2012 2013
30 Eindtoets 2014 Eindtoets 2014
2014
20
Eindtoets 2014 Eindtoetsen 2014 4 3 3 Eindtoets 2014 Eindtoetsen 2014 1
10 0
Basis
Eindtoets 2014
Zwak 6 6
1 Zeer zwak
Eindtoetsen 2014 Eindtoetsen 2014 Eindtoets 2014
19 19
41 41
In 2014 hebben 41 scholen boven hun ondergrens Eindtoetsen 2014 van Eindtoets gescoord, 19 19 scholen zaten onder hun 19 eigen ondergrens en 6 scholen hebben zich op een 6 andere wijze verantwoord. 19
>> Ondergrens Ondergrens
In In 2014 2014 hebben hebben 41 41 19 scholen zaten 19 scholen zaten onder onder wijze wijzeverantwoord. verantwoord.
<< Ondergrens Ondergrens
6 6
41 41 18
Anders Anders 41
scholen boven hun hun ondergrens ondergrens van van Eindtoets Eindtoets gescoord, gescoord, scholen boven hun eigen ondergrens en 6 scholen hebben zich op een andere hun eigen ondergrens en 6 scholen hebben zich Anders op een andere > Ondergrens < Ondergrens
> Ondergrens
Eindtoets Eindtoets 2012 2012 –– 2014 2014 > Ondergrens
< Ondergrens
< Ondergrens
Anders
Anders
In 2014 hebben 41 scholen boven hun ondergrens van In 2014 2012 hebben 41 hun scholen hun en ondergrens van 19 scholen zaten onder eigen boven ondergrens 6 scholen hebben Eindtoets t/m 2014 Eindtoetsen 2012 t/m 2014 Eindtoetsen 2014 19 scholen zaten onder hun eigen ondergrens en 6 scholen hebben wijze verantwoord. In 2014 hebben 41 scholen boven hun ondergrens van Eindtoets gescoord, 45 45 wijze verantwoord. 41 41 19 scholen hun eigen ondergrens 38 Eindtoets 2012 – 2014 en 6 scholen hebben zich op een andere 38 zaten onder 37 40 40 wijze verantwoord. Eindtoets 2012 – 2014 35 35 Eindtoets 2012 – 2014 30 30 23 23
25 25 20 20 15 15 10 10 45 40 55 35 00 30 25 20
Eindtoetsen 2012 t/m 2014 19 19 Eindtoetsen 2012 t/m 2014 In het meer
23
45 Eindtoetsen 2012 t/m 2014
45 40 55 40 35
38 2012 2012 23
35 30 30 25 Ondergrens 25 >> Ondergrens 20
38 38
6
37
37 41 37
2013 23 2013 2323 << Ondergrens Ondergrens
66
2014 2014 23 Anders Anders
19
23
41 jarenoverzicht 41 is een lichte stijging te zien van het aantal scholen dat boven hun eigen onder-19 grens scoort.19
20 15 15 10 6 6 In10het het meerjarenoverzicht meerjarenoverzicht is is een een lichte lichte stijging te 6 5 6 aantal In stijging te zien zien van van het het aantalscholen scholendat datboven boven 5 10 5 6 6 hun eigen ondergrens ondergrens scoort. scoort. 5 5 eigen hun 50 0 15
21
Jaarverslag 2014 Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging Rotterdamse Verenigingvoor voorKatholiek KatholiekOnderwijs Onderwijs
22
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
4. 4.1
Personeel Jaarplan 2014
1e fase Management Development-Traject operationeel De RVKO heeft in de 1e fase van het nieuwe management development-traject, in samenwerking met Magistrum en de Thomas More Hogeschool, een opleiding georganiseerd voor aankomende schoolleiders. Doelstelling is een gedegen, interactieve opleiding met een breed en gevarieerd eigentijds aanbod, waarin vakkennis en vaardigheden worden gedeeld. Sinds najaar 2014 volgen 18 medewerkers van de RVKO, binnen deze schoolleidersopleiding, het traject ‘basisbekwaam’. Ook vanuit omringende besturen zijn 18 deelnemers gestart. Op deze manier zijn 2 gemengde opleidingsgroepen samengesteld, bestaande uit elk 9 medewerkers van de RVKO en 9 medewerkers vanuit andere schoolbesturen. De opleiding tot schoolleider duurt twee jaar. In het eerste jaar dient de kwalificatie ‘basisbekwaam’ te worden behaald. Als de studieresultaten voldoende zijn, behaalt de kandidaat aan het einde van dat jaar het diploma ‘basisbekwaam’. Dit diploma is een voorwaarde om toegelaten te worden tot het tweede jaar van de opleiding: het traject ‘vakbekwaam’. Na het behalen van het diploma basisbekwaam, wordt in overleg tussen de kandidaat, diens directeur en de bovenschools manager bepaald of de kandidaat door kan stromen naar het tweede opleidingsjaar. Door de deelnemende schoolbesturen, de twee kerndocenten en de coördinatoren vanuit Magistrum, wordt de gang van zaken in de opleiding twee keer per studiejaar doorgesproken. Uit de eerste bijeenkomst is gebleken dat het traject naar tevredenheid van alle partijen verloopt. ERD (eigen risicodragerschap) Per 1 augustus 2014 is de RVKO uitgetreden uit het Vervangingsfonds en daarmee eigenrisicodrager geworden voor vervanging bij ziekte. Het besluit tot het eigen risicodragerschap is genomen op basis van zowel inhoudelijke als financiële overwegingen. Een deel van het onderwijsondersteunend personeel was voor vervanging bij ziekte verzekerd bij het Risicofonds. Deze verzekering loopt per kalenderjaar en is daarom per 1 januari 2015 beëindigd. In eerste instantie wordt het budget voor vervangingen bovenschools beheerd en gemonitord. Op basis van een analyse van de verhouding van vervangingsdeclaraties vanuit de scholen en het verloop van het ziekteverzuim op school- en organisatieniveau, zal worden bepaald of het in de toekomst wenselijk is op schoolniveau een budget voor vervangingen beschikbaar te stellen. AO-personeel: 1e fase beschrijving & risicoanalyse personele processen In 2014 is een onderzoek uitgevoerd naar de procesinrichting van de RVKO op financieel en personeel gebied. Het belangrijkste risico m.b.t. de personele procesinrichting bleek na analyse te liggen op het gebied van de inzet en registratie van invallers en poolvervangers. Bij de start van het eigen risicodragerschap, per augustus 2014, is op dit gebied een kwaliteitsslag gemaakt in de administratieve organisatie, waardoor sindsdien de inzet van invallers en poolvervangers op een consequente en goede manier kan worden begroot en gemonitord (zie hiervoor tevens de volgende paragraaf). Overige personele aandachtspunten uit het onderzoek zijn opgenomen in de meerjarenplanning van de stafgroep personeel. Passend (intern) vervangingsbeleid De vervanging bij ziekte of afwezigheid van leerkrachten wordt centraal op het bestuursbureau georganiseerd. Naast een bestand van vervangingspoolmedewerkers met een reguliere aanstelling bij de RVKO wordt voor de vervangingen ook gebruik gemaakt van een bestand met losse invallers. 20
23
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
Om de organisatie van de ziektevervangingen verder te stroomlijnen en duidelijke kaders te scheppen voor alle betrokkenen bij de ziektevervangingen, zal in 2015 een passend vervangingsbeleid opgesteld worden. De ontwikkeling van het vervangingsbeleid is uitgesteld tot 2015, in afwachting van de resultaten van de bovenbeschreven risicoanalyse van de personele administratieve organisatie en met het oog op de gewijzigde aanstellingsverplichtingen door de Wet Werk en Zekerheid. Concept gedragscode Onder de schoolleiders is in 2014 een inventarisatie gehouden van de ideeën en ervaringen met betrekking tot gedrag binnen de schoolorganisaties. In 2015 zal, mede op basis hiervan, een concept gedragscode opgesteld worden. Herijking verzuimbeleid In het huidige verzuimbeleid is de zieke medewerker het uitgangspunt. In het nieuwe beleid zal de focus verlegd worden van ziekte naar vitaliteit. Binnen de RVKO wordt een beleidsdocument voorbereid ter bevordering van de inzetbaarheid van medewerkers. Het nieuwe vitaliteitsbeleid zal naar verwachting in het tweede kwartaal van 2015 vastgesteld worden. Notitie sociaal beleid Vanwege de urgentie van de werkzaamheden die voortkwamen uit de nieuwe CAO-PO 2014, is de Notitie sociaal beleid doorgeschoven naar 2015. Beleidsvisie allocatie en verwerking eerste principes in experimenteerfase Het allocatiemodel, dat de basis vormt van het toekennen van de middelen aan de scholen, is in het vierde kwartaal van 2013 vastgesteld en toegepast bij de formatiebegroting voor het schooljaar 2014-2015. Na de formatieronde is door de werkgroep allocatie onder de schoolleiders een evaluatie uitgezet. Naar aanleiding hiervan heeft de werkgroep het model op een aantal punten gewijzigd. De nieuwe versie van het model is eind 2014 vastgesteld en zal worden gebruikt in de formatieve begrotingsgesprekken voor schooljaar 2015-2016. Benoemingsbeleid 1e fase directies De RVKO streeft naar een grote mate van transparantie. In dat kader is het benoemingsbeleid voor directieleden aangepast. Het nieuwe beleid is transparant voor alle betrokkenen en bewerkstelligt dat de ambities en competenties van de nieuw te benoemen schoolleider aansluiten op het gewenste schoolprofiel van de school. Beleid werving en selectie Om de processen rondom de aanname van nieuwe medewerkers te stroomlijnen zijn, vooruitlopend op het nieuw op te stellen beleid werving en selectie, twee procedures beschreven: de procedure selectie en benoeming nieuwe medewerkers en de beoordelingsprocedure nieuwe leerkrachten. In de procedure selectie en benoeming nieuwe medewerkers zijn de stappen beschreven vanaf de binnenkomst van de sollicitatiebrief tot de opname van de sollicitant in het vervangersbestand van de RVKO. Om te voorkomen dat de RVKO verplichtingen aangaat t.a.v. disfunctionerende leerkrachten schrijft het beleid van de RVKO voor dat bij iedere leerkracht met een tijdelijke aanstelling en bij alle invalleerkrachten in langdurige vervanging een intensieve beoordelingsprocedure gevolgd wordt, waarin binnen een periode van 26 weken 2 functioneringsgesprekken en een beoordelingsgesprek worden gevoerd. Bovendien zijn specifieke formulieren ontwikkeld voor de functionerings- en beoordelingsgesprekken van het OOP (onderwijs ondersteunend personeel), waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen OOP zonder lesgevende taken, zoals conciërges en administratieve medewerkers, en OOP met lesgevende taken, zoals voorschoolassistenten/peuterleidsters. De twee genoemde procedures, met bijbehorende documenten, zullen uiteindelijk in het wervings- en selectiebeleid worden opgenomen. Het opstellen van dit beleidsdocument staat gepland voor 2015.
24
21
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
Evaluatie en vervolgproject hij-instroom In het eerste kwartaal van 2014 is het hij-instroomtraject geëvalueerd: de instroom, (oorzaken van de) uitval en selectieprocedure zijn per jaargroep geanalyseerd. Op basis van deze analyse is de selectieprocedure verder aangescherpt: de sollicitanten worden tijdens de proefstagedag op een school niet alleen beoordeeld door de groepsleerkracht, maar ook door een ervaren studentbegeleider. Daarnaast is in de assessmentprocedure de zelfreflectie van de sollicitant meegenomen, evenals het vermogen om theoretische kennis in de praktijk toe te passen. De strengere selectie heeft geleid tot een geringere instroom van hij-instromers. In totaal zijn negen mannen bij de start van schooljaar 2014-2015 ingestroomd als hij-instromer. Drie van hen kregen een parttime aanstelling binnen het reguliere traject en zes zijn gestart in de light-variant, waarbij de RVKO alleen de opleidingskosten vergoedt en een vrijwilligersvergoeding betaalt voor de stage. De hij-instromers in de light-variant hebben geen aanstelling bij de RVKO, maar krijgen een baangarantie onder voorwaarde van het succesvol afronden van de Pabo-opleiding. Werkgroep Lerende Organisatie De Werkgroep Lerende Organisatie heeft van het College van Bestuur de opdracht gekregen om een visie op de RVKO als lerende organisatie te formuleren. De werkgroep bestaat uit de stafmanager Personeel, een bovenschools manager, vier directeuren, twee adjunct-directeuren, twee leerkrachten en een beleidsondersteuner Personeel. De werkgroepleden hebben zich in 2014 georiënteerd op de literatuur en bestaande visies op de lerende organisatie. Daarna heeft de werkgroep, vanuit de uitgangspunten van het strategisch beleidsplan en de kernwaarden van de RVKO, haar beleidsvisie op de lerende organisatie opgesteld. Deze gezamenlijke visie op de lerende organisatie zal worden verbeeld in een korte animatiefilm voor alle medewerkers van de RVKO. De film zal in maart 2015 worden gedeeld met de directies van de scholen van de RVKO, waarna deze gedeeld zal worden met de teams. Naast de animatie zal door de werkgroep in de eerste helft van 2015 een schriftelijke onderbouwing gepubliceerd worden van de visie die in de film wordt uitgedragen. Functiedifferentiatie Conform voorgaande twee jaren heeft de benoemingsprocedure LB plaatsgevonden, ten behoeve van de 3e fase van de functiedifferentiatie. Hierdoor voldoet de vereniging zowel op schoolniveau als op verenigingsniveau aan de vereiste percentages LB leerkrachten voor schooljaar 2014-2015. De benoemingsprocedure, functiebeschrijving en competentielijst voor leraren basisonderwijs LC is aangepast en door het CvB vastgesteld. Vanaf schooljaar 2015-2016 is de gefaseerde invoer van LB leerkrachten afgerond. Dit houdt in dat geen verenigingsbreed georganiseerde sollicitatieprocedures LB meer behoeven te worden gevoerd, omdat de scholen voldoen aan de vereiste percentages. Slechts daar waar op schoolniveau het percentage LB leerkrachten onder het minimum daalt, bijvoorbeeld door uitstroom van LB leerkrachten of door extreme groei van het team, wordt een sollicitatieprocedure gestart. 4.2
Overige door de RVKO in 2014 gerealiseerde beleidszaken/activiteiten
CAO-PO 2014 De CAO-PO 2014, die van kracht is tot 1 juli 2015, bevat een aantal belangrijke wijzigingen. De meeste wijzigingen worden vanaf schooljaar 2015-2016 van kracht. Een wijziging die al met terugwerkende kracht per 1 oktober 2014 is ingevoerd, betreft de afschaffing van de Bapo-regeling en de invoering van een overgangsregeling voor medewerkers die reeds Bapo genoten. De betreffende medewerkers zijn over de wijzigingen tijdig op de hoogte gesteld.
22
25
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
Nieuwe koers bedrijfsartsen en psychologische begeleidingstrajecten Vooruitlopend op het Vitaliteitsbeleid is binnen de vereniging in 2014 een belangrijke kwaliteitsslag gemaakt ten aanzien van re-integratie en preventie van ziekte. Wegens langdurige afwezigheid van de eigen bedrijfsarts van de RVKO zijn twee interimbedrijfsartsen aangetrokken die in hun werkwijze aansluiten op de gewenste kwaliteitsslag. Elk van hen is gekoppeld aan een groep scholen, zodat elke school een vast aanspreekpunt heeft. De bedrijfsartsen begeleiden en adviseren de directies actief ten aanzien van de begeleiding van re-integratietrajecten op de scholen en het vroegtijdig signaleren van uitvalrisico’s. Vierslagleren De RVKO participeert vanaf september 2014 in het project Vierslagleren van het Arbeidsmarktplatform PO. In dit project wordt een startende leerkracht gekoppeld aan een ervaren leerkracht. Beide leerkrachten volgen een masteropleiding. De ervaren leerkracht fungeert in de schoolpraktijk als mentor/coach van de startende leerkracht. Vanuit de RVKO doen acht koppels (16 deelnemers) mee aan dit project; 15 van hen volgen gezamenlijk een Master SEN-opleiding bij het Seminarium van Orthopedagogiek. Schadelastreductie In 2014 heeft de RVKO opdracht gegeven tot een schadelastreductietraject met als doel te onderzoeken of de WGA-gerelateerde premie die de RVKO jaarlijks betaalt kan worden gereduceerd. Een reductie van de schadelast kan op 2 manieren worden bereikt, namelijk: 1. Door een WGA-uitkering (tijdelijke arbeidsongeschiktheid), door middel van het aanvragen van een herkeuring bij het UWV, om te laten zetten in een IVA-uitkering (volledige én duurzame arbeidsongeschiktheid). 2. Door iemand met een WIA uitkering heeft weer voor een deel aan werk te helpen, waardoor het arbeidsongeschiktheidspercentage en daarmee de uitkering afneemt. Uit de eerste fase van het onderzoek, de dossierstudie, is gebleken dat de ziekteverzuimdossiers van de RVKO, en de daaruit voortvloeiende uitkeringsaanvragen, over het algemeen goed op orde waren, waardoor slechts een zeer beperkt aantal (8) aanleiding vormde tot een persoonlijk gesprek met de (ex)medewerker om te bepalen of een IVA-uitkering of (gedeeltelijke) werkhervatting tot de mogelijkheden behoorde. Uiteindelijk is voor 1 medewerker het herkeuringstraject ingezet om de WGA-uitkering om te zetten in een IVA-uitkering en is 1 medewerker zich momenteel aan het oriënteren in het onderwijs, door middel van een praktijkstage, om te bepalen of zij haar werkzaamheden weer deels kan gaan hervatten. Het feit dat de dossiers goed op orde blijken te zijn, dat de uitkering veelal strookt met de praktijksituatie van de (ex)medewerkers en dat de RVKO een relatief laag (en dalend) WGA-instroompercentage heeft, vormt aanleiding tot een onderzoek naar de mogelijkheden van eigen risicodragerschap voor de WGA in de toekomst. 4.3
Overige algemene zaken
Werkgroep CAO Om een beleidsadvies uit te brengen voor de RVKO met betrekking tot de wijzigingen in de CAO die ingaan met ingang van schooljaar 2015-2016, is in het najaar van 2014 een werkgroep geformeerd, bestaande uit drie kerngroepleden, de secretaris van het College van Bestuur, een bovenschools manager en de stafmanager Personeel. In het voorjaar van 2015 zullen zij hun advies uitbrengen en de schoolleiders voorzien van ondersteunende middelen (normjaartaakformat en powerpoint) om de wijzigingen op hun scholen door te introduceren. Kwaliteitsverbetering door inzet van extra middelen Vanuit de overheid is in 2014 meer financiële ruimte geboden, ten behoeve van de duurzame kwaliteit van het onderwijs, om starters op de arbeidsmarkt te binden aan het onderwijs (met het oog op de toekomstige tekorten van onderwijzend personeel). De RVKO heeft ervoor gekozen om een deel van dit budget in te zetten voor meer formatieve ruimte
26
23
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
op de scholen. Concreet betekent dit dat er in het schooljaar 2014-2015 63 fulltime formatieplaatsen meer konden worden gerealiseerd dan in het schooljaar daarvoor. Benoemingsbeleid De RVKO hanteert de katholiek-christelijke uitgangspunten waarbinnen ruimte is voor nietkerkelijk gebonden of anders-christelijke en ook niet-christelijke medewerkers. Van ieder wordt verwacht dat hij of zij de identiteit onderschrijft, het katholiek geloof kan en wil aanbieden en de interreligieuze dialoog mogelijk maakt. 4.4
Kengetallen
Leeftijdsopbouw en verhouding m/v De onderstaande grafiek geeft de leeftijdsopbouw weer van het personeel van de RVKO op 31 december 2014.
Het totaal aantal personeelsleden van de RVKO is in 2014 met ruim 4% gegroeid ten opzichte van 2013. Opvallend daarbij is dat het percentage vrouwen sterker gegroeid is dan het percentage mannen. Stimuleringsmaatregelen als het hij-instroomtraject blijven nodig om de man-vrouwratio meer in evenwicht te brengen. In de hogere leeftijdscategorieën daalde het aantal mannen, terwijl het aantal mannen in de lagere leeftijdscategorieën gestegen is. Omdat in de hoogste leeftijdscategorieën nog steeds de meeste mannen geteld worden, blijft het voorlopig de verwachting dat pensionering van deze mannen een ongunstig effect heeft op de man-vrouw ratio. Het is daarentegen bemoedigend dat het aantal mannen in de lagere leeftijdscategorieën gestegen is ten opzichte van 2013.
24
27
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
In In de de volgende volgende tabel tabel wordt wordt de de leeftijdsopbouw leeftijdsopbouw van van het het personeel personeel in in 2014 2014 vergeleken vergeleken met met In de volgendetabel tabel wordt deleeftijdsopbouw leeftijdsopbouwvan vanhet hetpersoneel personeelinin2014 2014vergeleken vergelekenmet met de dede leeftijdsopbouw leeftijdsopbouw in inwordt 2013. 2013.de In volgende de leeftijdsopbouw in 2013. de leeftijdsopbouw in 2013. Leeftijdscategorie Leeftijdscategorie Vrouw Vrouw Man Man van het personeel Totaal Totaal in 2014 vergeleken met In de volgende tabel wordt de leeftijdsopbouw Leeftijdscategorie Vrouw Man Totaal 2014 2014 2013 2013 2014 2014 2013 2013 2014 2014 in2013 2013 de leeftijdsopbouw in 2013. Leeftijdscategorie Vrouw Man van het personeel Totaal In de volgende tabel wordt de leeftijdsopbouw 2014 vergeleken met 2014 2013 2014 2013 2014 2013 15 15leeftijdsopbouw tot tot 25 25 jaar jaar 85 85 82 82 99 55 94 94 87 87 2014 2013 2014 2013 2014 2013 de in 2013. 15 tot 25 jaar 85 82 9 5 94 87 Leeftijdscategorie Vrouw Man Totaal 25 25tot tot tot25 35 35jaar jaar jaar 582 582 553 553 75 71 657 657 624 624 15 85 82 975 571 94 87 25 tot 35 jaar 582 553 75 71 657 624 2014 2013 2014 2013 2014 2013 35 35 tot tot 45 45 jaar jaar 394 394 381 381 60 60 57 57 454 454 438 438 Leeftijdscategorie Vrouw Man Totaal 25 tot 35 jaar 582 553 75 71 657 624 35 tot 45 jaar 394 381 60 57 454 438 15 tot 25 jaar 85 82 9 5 94 87 45 45tot tot 45 55 55jaar jaar 286 286 297 297 49 49 51 51 335 335 348 348 2014 2013 2014 2013 2014 2013 35 394 381 60 57 454 438 45 tot 55 jaar 286 297 49 51 335 348 25 35 jaar 582 553 75 71 657 624 55 55tot tot 64 64jaar jaar 276 276 238 238 96 96 103 103 372 372 341 341 15 tot55 25 85 82 9 5 94 87 45 286 297 49 51 335 348 55 tot 64 jaar 276 238 96 103 372 341 35 45 394 381 60 57 454 438 65+ 65+ jaar jaar 6 6 5 5 4 4 2 2 10 10 7 7 25 tot 35 jaar 582 553 75 71 657 624 55 tot 64 jaar 276 238 96 103 372 341 65+ jaar 6 5 4 2 10 7 45 tot 55 jaar 286 297 49 51 335 348 Totaal Totaal 1629 1556 293 289 1922 1922 1845 35 45 394 381 60 57 454 438 65+ jaar 61629 51556 4293 2289 10 71845 Totaal 1629 1556 293 289 1922 1845 55 tot 55 64 jaar 276 238 96 103 372 341 45 286 297 49 51 335 348 Totaal 1629 1556 293 289 1922 1845 65+tot jaar 6 5 4 2 10 7 Ziekteverzuim Ziekteverzuim 55 64 jaar 276 238 96 103 372 341 Ziekteverzuim In InTotaal de de onderstaande onderstaande tabel tabel worden worden de de verzuimcijfers verzuimcijfers van van 2014 2014 vergeleken vergeleken metdie dievan van2013. 2013. 1629 1556 293 289 1922 1845 Ziekteverzuim 65+ jaar 6 5 4 2 10 7 met In de onderstaande tabel worden de verzuimcijfers van 2014 vergeleken met die van 2013. In Totaal de onderstaande tabel1629 worden 1556 de verzuimcijfers van vergeleken met die van 2013. 293 289 20141922 1845 Verzuimfrequentie Verzuimfrequentie Verzuimpercentage Verzuimpercentage Ziekteverzuim Verzuimfrequentie Verzuimpercentage 2014 2014 2013 2013 2014 2014 2013 2013met die van 2013. In de onderstaande tabel Verzuimfrequentie worden de verzuimcijfers van 2014 vergeleken Verzuimpercentage Ziekteverzuim 2014 2013 2014 2013 Mannen Mannen 0,9 0,9 0,78 0,78 4,13 4,13 7,09 7,09 met die van 2013. 2013 2014 2013 In de onderstaande tabel 2014 worden de verzuimcijfers van 2014 vergeleken Mannen 0,9 0,78 4,13 7,09 Vrouwen Vrouwen 1,13 1,13 1,05 1,05 5,44 5,44 7,37 7,37 Verzuimfrequentie Verzuimpercentage Mannen 0,9 0,78 4,13 7,09 Vrouwen 1,13 1,05 5,44 7,37 Totaal Totaal 1,09 1,09 1,00 1,00 5,22 5,22 7,32 7,32 2014 2013 2014 2013 Vrouwen 1,13 1,05 5,44 7,37 Verzuimfrequentie Verzuimpercentage Totaal 1,09 1,00 5,22 7,32 Mannen 0,9 0,78 4,13 7,09 Totaal 1,09 1,00 5,22 7,32 2014 2013 2014 2013 In In Vrouwen de de tabel tabel is is te te zien zien dat dat de de verzuimfrequentie verzuimfrequentie in in 2014 2014 zowel zowel bij bij de de mannen mannen als als bij bij de de 1,13 1,05 5,44 7,37 Mannen 0,9 0,78 4,13 7,09 In de tabel is te zien dat de verzuimfrequentie in 2014 zowel bij de mannen als bij de vrouwen vrouwen is is gestegen gestegen ten ten opzichte opzichte van van de de cijfers cijfers in in 2013. 2013. Daarnaast Daarnaast is is het het Totaal 1,09 1,00 5,22 7,32 In de tabel is te zien dat 1,13 de verzuimfrequentie in 2014 de mannen als bij de Vrouwen 1,05 5,44 zowel bij 7,37 vrouwen is gestegen ten opzichte van de cijfers in 2013. Daarnaast is het verzuimpercentage verzuimpercentage als alsgeheel geheel in2014 2014zowel zowel bij de demannen mannen als alsbij bijde de vrouwen vrouwen fors forsgedaald gedaald vrouwen ten opzichte van bij de cijfers 2013. Daarnaast is het Totaal is gestegen 1,09in 1,00 5,22 in 7,32 verzuimpercentage als geheel in 2014 zowel bij de mannen als bij de vrouwen fors gedaald ten ten opzichte opzichte van van het het verzuimpercentage verzuimpercentage in in 2013. 2013. Er Er is is een een daling daling te te zien zien van van 28,69%. 28,69%. Een In de tabel is te zien dat de inverzuimfrequentie 2014 zowel de mannen bijEen de verzuimpercentage als geheel 2014 zowel bij de in mannen als bij bij de vrouwen forsals gedaald ten opzichte van het verzuimpercentage in 2013. Er is een daling te zien van 28,69%. Een analyse analyse van van deze deze cijfers cijfers leidt leidt tot tot de de conclusie conclusie dat dat de de gemiddelde gemiddelde verzuimduur verzuimduur in in 2014 2014 een een vrouwen opzichte invan deEr in 2013. het ten opzichte verzuimpercentage 2013. is2014 een daling te zien van 28,69%. Een In de tabelisvan is gestegen tehet zien datten de verzuimfrequentie incijfers zowel bij de Daarnaast mannen alsisbij de analyse vandeze dezecijfers cijfers leidt tot de conclusie dat de gemiddelde verzuimduur 2014 een daling daling heeft heeft laten zien zien van meer meer dan dan 30% 30% ten ten opzichte opzichte van van de de gemiddelde gemiddelde verzuimduur verzuimduur in in verzuimpercentage alsvan geheel in 2014 zowel bij de mannen als bij de vrouwen fors gedaald analyse van leidt tot de conclusie dat de gemiddelde verzuimduur inin 2014 vrouwen islaten gestegen ten opzichte van de cijfers in 2013. Daarnaast is een het daling heeft laten zien van meer dan 30% ten opzichte van de gemiddelde verzuimduur 2013 2013 en en dat dat de de toename toename van van de de verzuimfrequentie verzuimfrequentie wordt wordt veroorzaakt veroorzaakt door door een een toename toename ten opzichte van het verzuimpercentage inten 2013. is een van 28,69%. Een daling heeft laten zien van meer 30% opzichte van daling de verzuimduur inin verzuimpercentage als geheel indan 2014 zowel bij deEr mannen alsgemiddelde bij te dezien vrouwen fors gedaald 2013 en dat de toename van de verzuimfrequentie wordt veroorzaakt door een toename van van kortdurend kortdurend verzuim verzuim (1 (1 of of enkele enkele dagen). dagen). Deze Deze toename toename kan kan deels deels verklaard verklaard worden worden analyse deze cijfers leidt de conclusie dat de gemiddelde in 2014 een 2013 en van dat de van tot de verzuimfrequentie door toename ten opzichte vantoename het verzuimpercentage in 2013. Erwordt is eenveroorzaakt dalingverzuimduur te zien vaneen 28,69%. Een van kortdurend verzuim (1aan ofenkele enkele dagen). Deze toename kan deelseen verklaard worden door door de de stevige stevige griepgolf griepgolf aan het einde einde van van 2014. 2014. Daarnaast Daarnaast wordt wordt een toename toename van van daling heeft laten zien van meer dan 30% tendat opzichte van de gemiddelde verzuimduur in van kortdurend verzuim (1 of dagen). Deze kan deels verklaard worden analyse van deze cijfers leidt tothet de conclusie detoename gemiddelde verzuimduur in 2014 een door de stevige griepgolfvan aande het eindegezien van 2014. 2014. Daarnaast wordt een toename van perioden perioden van vanlaten kortdurend kortdurend verzuim vaak vaak bij bij een een stevige stevige daling dalingeen in in het het langdurige langdurige 2013de en dat de toename verzuimfrequentie wordt veroorzaakt door een toename door stevige griepgolf aan het einde van Daarnaast wordt toename van daling heeft zien vanverzuim meer dan 30%gezien ten opzichte van de gemiddelde verzuimduur in perioden van kortdurend kortdurend verzuim vaak gezien bij een een stevige daling in het langdurige langdurige (aaneengesloten) (aaneengesloten) verzuim. verzuim. van kortdurend verzuim (1 of enkele dagen). Deze toename kan deels verklaard worden perioden van verzuim vaak gezien bij stevige daling in het 2013 en dat de toename van de verzuimfrequentie wordt veroorzaakt door een toename (aaneengesloten) verzuim. De De grote daling van van het het verzuimpercentage verzuimpercentage en enDeze van van de de verzuimduur verzuimduur wordt wordt verklaard verklaard door door door de daling stevige griepgolf het einde van 2014. Daarnaast een toename van (aaneengesloten) verzuim. vangrote kortdurend verzuim (1aan of enkele dagen). toename kanwordt deels verklaard worden De grote daling van het verzuimpercentage en van de verzuimduur wordt verklaard door een een geïntensiveerde geïntensiveerde aanpak aanpak van van het het verzuim verzuim door door het het SMO-team SMO-team bestaande bestaande uit uit de de perioden van kortdurend verzuim vaak gezien bij een stevige daling in het langdurige De grote daling van het verzuimpercentage en van de verzuimduur wordt verklaard door door de stevige griepgolf aan het einde van 2014. Daarnaast wordt een toename van een geïntensiveerde aanpak van het verzuim door het SMO-team bestaande uit de bedrijfsartsen, bedrijfsartsen, de de bedrijfsmaatschappelijk bedrijfsmaatschappelijk werker, werker, de de medewerker medewerker personele personele zorg zorg en en de de (aaneengesloten) verzuim. een geïntensiveerde aanpak van het hetstevige SMO-team uit de perioden van kortdurend verzuim vaakverzuim gezien door bij een dalingbestaande in het langdurige bedrijfsartsen, de bedrijfsmaatschappelijk werker, de medewerker personele zorg en de betrokken betrokken directieleden. directieleden. De grote daling het verzuimpercentage en vande demedewerker verzuimduurpersonele wordt verklaard bedrijfsartsen, devan bedrijfsmaatschappelijk werker, zorg endoor de (aaneengesloten) verzuim. betrokken directieleden. Ook Ook in in 2014 2014 is, is, net net als als in in 2013, 2013, het het ziekteverzuim ziekteverzuim van van de de mannelijke mannelijke werknemers werknemers een geïntensiveerde aanpak van het verzuim door het SMO-team bestaande uit de betrokken directieleden. De grote daling van het verzuimpercentage en van de verzuimduur wordt verklaard door Ook in 2014 2014 is, net als in 2013, het hetwerknemers. ziekteverzuim van de de mannelijke mannelijke werknemers significant significant lager lager dan dan van van de de vrouwelijke vrouwelijke werknemers. bedrijfsartsen, de bedrijfsmaatschappelijk werker, de medewerker personele zorg en de Ook in is, net als in 2013, ziekteverzuim van werknemers een geïntensiveerde aanpak van het verzuim door het SMO-team bestaande uit de significant lagervan dande van devrouwelijke vrouwelijke werknemers. De De bevordering bevordering van de inzetbaarheid inzetbaarheid van van de de medewerkers medewerkers zal zal ook ook in in 2015 2015 veel veel aandacht aandacht betrokken directieleden. significant lager dan van de werknemers. bedrijfsartsen, de bedrijfsmaatschappelijk werker, de medewerker personele zorg en de De bevordering van de inzetbaarheid van de medewerkers zalde ook in2015 2015 veel aandacht krijgen. krijgen. Het Het huidige huidige ziekteverzuimbeleid ziekteverzuimbeleid wordt wordt in in 2015 2015 herschreven, herschreven, waarbij waarbij de de focus focus Ook in 2014 is, net als in 2013, het ziekteverzuim van mannelijke werknemers De bevordering van de inzetbaarheid van de medewerkers zal ook in veel aandacht betrokken directieleden. krijgen. Het huidige ziekteverzuimbeleid wordt inin 2015 2015 herschreven, herschreven, waarbij waarbij de de focus focus verlegd verlegd zal zal worden worden van van ziekte ziekte naar naar vitaliteit. vitaliteit. significant lager dan van de vrouwelijke werknemers. krijgen. Het huidige ziekteverzuimbeleid wordt Ook in 2014 is, net als in 2013, het ziekteverzuim van de mannelijke werknemers verlegd zal worden van ziekte naar vitaliteit. De bevordering de inzetbaarheid van de medewerkers zal ook in 2015 veel aandacht verlegd zal worden van ziekte naar vitaliteit. significant lager van dan van de vrouwelijke werknemers. Uitstroom Uitstroom van van personeel personeel krijgen. Het huidige ziekteverzuimbeleid wordt in 2015 herschreven, waarbij de focus De bevordering van de inzetbaarheid van de medewerkers zal ook in 2015 veel aandacht Uitstroom van personeel In In het het kalenderjaar kalenderjaar 2014 2014 is is de de arbeidsovereenkomst arbeidsovereenkomst van van 201 201 medewerkers medewerkers geëindigd. geëindigd. In In verlegd zal worden van ziekte naar vitaliteit. Uitstroom van personeel krijgen. Het huidige ziekteverzuimbeleid wordt in 2015 herschreven, waarbij de focus In het kalenderjaar 2014 iste demaken arbeidsovereenkomst vande 201 medewerkers geëindigd.In In de de meeste meeste gevallen gevallen had had dit dit te maken met met het het einde einde van van de vervangingsvervangingsof of stageperiode. stageperiode. In het kalenderjaar 2014 is de arbeidsovereenkomst van 201 medewerkers geëindigd. verlegd zal worden van ziekte naar vitaliteit. de meeste gevallen had dit te maken met het einde van de vervangingsof stageperiode. In In meeste 26 26 gevallen gevallen is is sprake sprake geweest van van beëindiging beëindiging van vande de devervangingsarbeidsovereenkomst arbeidsovereenkomst via via de de Uitstroom van personeel de gevallen had ditgeweest te maken met het einde van of stageperiode. In 26 gevallen is sprake geweest van beëindiging van de arbeidsovereenkomst via de kantonrechter. kantonrechter. In In 6 6 situaties situaties is is een een tijdelijke tijdelijke aanstelling, aanstelling, vanwege vanwege disfunctioneren, disfunctioneren, niet niet In het kalenderjaar 2014 is de arbeidsovereenkomst van 201 medewerkers geëindigd. In In 26 gevallen is sprake geweest van beëindiging van de arbeidsovereenkomst via de Uitstroom van personeel kantonrechter. In 6 situaties is een tijdelijke aanstelling, vanwege disfunctioneren, niet verlengd. verlengd. De De overige overige uitstroom uitstroom van van personeel personeel betreft betreft ontslag ontslag op op eigen eigen verzoek verzoek (waaronder (waaronder de meeste gevallen had dit te maken met het einde van de vervangingsof stageperiode. kantonrechter. In 6 2014 situaties is arbeidsovereenkomst een tijdelijke aanstelling, vanwege disfunctioneren, niet In het kalenderjaar is de van 201 medewerkers geëindigd. In verlengd. Deoverige overige uitstroom vanpersoneel personeel betreft ontslag op eigen verzoek(waaronder (waaronder pensionering) pensionering) en enisin insprake een een enkel enkel geval instroom instroom in in de de WIA WIA na na 22vervangingsjaar jaar ziekte. ziekte. In 26 gevallen van beëindiging van de arbeidsovereenkomst via de verlengd. De uitstroom van ontslag op eigen verzoek de meeste gevallen had ditgeweest tegeval maken met hetbetreft einde van de of stageperiode. pensionering) en een enkelgeval geval instroom deWIA WIAna na2vanwege 2jaar jaarziekte. ziekte. kantonrechter. In situaties is eeninstroom tijdelijke disfunctioneren, pensionering) en inin6 een enkel ininaanstelling, de In 26 gevallen is sprake geweest van beëindiging van de arbeidsovereenkomst vianiet de Interne Interne mobiliteit mobiliteit verlengd. De overige uitstroomisvan ontslag op eigendisfunctioneren, verzoek (waaronder kantonrechter. In 6 situaties eenpersoneel tijdelijkebetreft aanstelling, vanwege niet Interne mobiliteit Bij Bij de de start start van het schooljaar schooljaar 2014-2015 2014-2015 was was sprake sprake van van250 50 overplaatsingskandidaten overplaatsingskandidaten pensionering) enhet in een enkel geval instroom in de WIA na jaar ziekte. Interne mobiliteit verlengd. Devan overige uitstroom van personeel betreft ontslag op eigen verzoek (waaronder Bij de start van het schooljaar 2014-2015 was sprake van 50 overplaatsingskandidaten (41 (41 vrijwillig vrijwillig en en 9 9 verplicht). verplicht). Hiervan Hiervan vonden vonden 36 36 kandidaten, kandidaten, veelal veelal via via de de speeddate, speeddate, een een Bij de start vanenhet schooljaar 2014-2015 was overplaatsingskandidaten pensionering) in een enkel geval instroom in sprake de WIAvan na 250 jaar ziekte. (41 vrijwillig en 9 verplicht). Hiervan vonden 36 kandidaten, veelal via de speeddate, een nieuwe nieuwe werkplek werkplek op op een een andere andere school, school, 7 7 kregen kregen een een plek plek in in de de vervangingspool, vervangingspool, 7 7 bleven bleven Interne mobiliteit (41 vrijwillig en 9 verplicht). Hiervan vonden 36 kandidaten, veelal via de speeddate, een nieuwe werkplek op een andere school, 7 kregen een plek in de vervangingspool, 7 bleven uiteindelijk uiteindelijk op op hun hun eigen eigen school. school. Bij de werkplek start van op heteen schooljaar 2014-2015 was een sprake 50vervangingspool, overplaatsingskandidaten nieuwe andere school, 7 kregen plekvan in de 7 bleven Interne mobiliteit uiteindelijk open hun eigenschool. school. (41 de vrijwillig 9het verplicht). Hiervan vondenwas 36 kandidaten, veelal via de speeddate, een uiteindelijk hun eigen Bij startopvan schooljaar 2014-2015 sprake van 50 overplaatsingskandidaten nieuwe werkplek een andere school, 7 kregen een plek in de vervangingspool, 7 bleven 25 25 (41 vrijwillig en 9op verplicht). Hiervan vonden 36 kandidaten, veelal via de speeddate, een 25 uiteindelijk op hun eigen school. nieuwe werkplek op een andere school, 7 kregen een plek in de vervangingspool, 7 bleven 25 uiteindelijk op hun eigen school. 25
28
betrokken directieleden. Ook in 2014 is, net als in 2013, het ziekteverzuim van de mannelijke werknemers significant lager dan van de vrouwelijke werknemers. Jaarverslag 2014 De bevordering van de inzetbaarheid van de medewerkers zal ook in 2015 veel aandacht Vereniging voor Katholiek krijgen. Het huidige ziekteverzuimbeleid wordt in Rotterdamse 2015 herschreven, waarbij deOnderwijs focus verlegd zal worden van ziekte naar vitaliteit. Uitstroom van personeel In het kalenderjaar 2014 is de arbeidsovereenkomst van 201 medewerkers geëindigd. In de meeste gevallen had dit te maken met het einde van de vervangings- of stageperiode. In 26 gevallen is sprake geweest van beëindiging van de arbeidsovereenkomst via de kantonrechter. In 6 situaties is een tijdelijke aanstelling, vanwege disfunctioneren, niet verlengd. De overige uitstroom van personeel betreft ontslag op eigen verzoek (waaronder pensionering) en in een enkel geval instroom in de WIA na 2 jaar ziekte. Interne mobiliteit Bij de start van het schooljaar 2014-2015 was sprake van 50 overplaatsingskandidaten (41 vrijwillig en 9 verplicht). Hiervan vonden 36 kandidaten, veelal via de speeddate, een nieuwe werkplek op een andere school, 7 kregen een plek in de vervangingspool, 7 bleven uiteindelijk op hun eigen school. 25
29
Jaarverslag 2014 Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging Rotterdamse Verenigingvoor voorKatholiek KatholiekOnderwijs Onderwijs
30
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
5. 5.1
Facilitair Jaarplan 2014
Strategische huisvestingsbeleid / beheer en onderhoud / budgetoverheveling onderhoud In het verlengde van het strategisch beleidsplan is een eerste stap gezet voor het opstellen van een duurzaam strategisch huisvestingsplan. In het strategisch huisvestingsplan worden duidelijke kaders vastgesteld voor de gewenste kwaliteit van de schoolgebouwen. De RVKO heeft metingen uitgevoerd om objectief de huidige staat van het onderhoud van de schoolgebouwen te inventariseren. Deze metingen zijn gebruikt om een meerjarig onderhoudsplan (M.O.P.) op te stellen. Dit geeft inzicht in de verschillende onderhoudsactiviteiten en de daaraan gekoppelde kosten. Medio 2014 heeft de Tweede Kamer ingestemd met de wetswijziging voor de budgetoverheveling van het onderhoud aan de buitenkant van de schoolgebouwen. Dit betekent dat de RVKO vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk is voor het onderhoud aan de binnen- en buitenkant van de schoolgebouwen. De voorbereidingen op deze wetswijziging, waaronder het opstellen van het MOP (meerjaren onderhoudsplan), hebben in 2014 plaatsgevonden. Beheer onderhoud In 2014 is een nieuw onderhoudscontract afgesloten met een nieuwe beheerder. Grote contracten, zoals deze, dienen Europees aanbesteed te worden. Het contract met WPS is eind 2014 geëindigd en vanaf 1 januari 2015 is de RVKO gestart met Ingenieursbedrijf Multical. Door rechtmatige (conform de aanbestedingswet) en doelmatige (schaalvoordelen) inzet van de middelen, worden de schoolgebouwen van de RVKO onderhouden. Het MOP vormt hiervoor de basis. Beheer (ver)huursituaties De RVKO verhuurt ruimten in de schoolgebouwen voor maatschappelijk gebruik en om de leegstand te verminderen. Het beheer van deze huursituaties is in 2014 geoptimaliseerd, waardoor het overzicht van verhuur en medegebruik verbeterd is. Herijking veiligheidsbeleid op scholen (BHV) / implementeren aangescherpte veiligheidseisen Veranderende inzichten en klachten vanuit de scholen over de cursussen voor de BHV’ers, hebben ertoe geleid dat er een werkgroep is ingesteld die naast de wettelijke vereisten de wensen van de scholen geïnventariseerd heeft om zo tot een lijst te komen met nieuwe richtlijnen en uitgangspunten voor de BHV-cursussen. Aan de hand van deze richtlijnen en uitgangspunten heeft er een meervoudige onderhandse aanbesteding plaatsgevonden. De keuze is uiteindelijk gevallen op AAS Veiligheid. AAS Veiligheid begeleidt één keer per jaar de ontruimingsoefeningen en organiseert de kinder-EHBO en brandveiligheidscursussen voor alle BHV’ers. ICT Beheer In 2014 is de basis gelegd voor het werken binnen de applicatie office 365. Er is een start gemaakt met de onderlinge communicatie van kennis en informatie. Dit wordt omarmd door de mensen die hiermee in 2014 hebben kennis gemaakt. Inkoop en AO beschrijvingen inkopen en contracten Een externe organisatie heeft een inkoopscan verricht welke inzicht heeft gegeven in de huidige inkooporganisatie binnen de RVKO. Aan de hand van deze scan zijn aanbevelingen gedaan om de inkooporganisatie, binnen het kader van de rechtmatigheid (voldoen aan de aanbestedingswetgeving), de doelmatigheid (inkoopvoordelen door schaalgrootte en minder administratieve last) en de subsidiariteit (geen gecentraliseerde inkoop, maar gecoördineerde inkoop) verder te professionaliseren. Het inkoopbeleid is opgesteld in 2014. In 2015 wordt gestart met de werving van een ervaren inkoopfunctionaris die voorstellen gaat doen voor de aanbestedingen, procesverbeteringen gaat organiseren en 26
31
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
de directies van de scholen gaat ondersteunen bij de inkooptaken. De AO (administratieve organisatie) / IB (inkoopbeleid) wordt opgesteld en beschreven aan de hand van de invulling van het inkoopproces en het contactbeheer. Website In 2014 is het programma van eisen opgesteld ten aanzien van de nieuwe website van de RVKO om in 2015 de nieuwe website te kunnen realiseren. De huidige website wordt aangepast aan de wensen en eisen van de huidige tijd. 5.2
Overige door de RVKO in 2014 gerealiseerde beleidszaken/activiteiten
Nieuwbouw St. Michaëlschool Voor de zomervakantie in 2014 is het nieuwe schoolgebouw van de St. Michaëlschool opgeleverd, waardoor de school in het nieuwe schooljaar volledig in een nieuw jasje kon starten. De kwaliteit en de uitstraling van het gebouw zijn van een zeer hoog niveau. De officiële opening heeft begin november plaatsgevonden. In december 2014 heeft de St. Michaëlschool de publieksprijs in het kader van de Rotterdam Architectuurprijs gewonnen, een mooie erkenning voor iedereen die heeft meegewerkt aan de realisatie van dit schoolgebouw. Voorbereidingen vervangende nieuwbouw Dr. Schaepmanschool. De Dr. Schaepmanschool, locatie Marijkesingel in Barendrecht, heeft budget toegekend gekregen voor vervangende nieuwbouw. In samenwerking met de school is het programma van eisen opgesteld. De architect, die geselecteerd is conform de aanbesteding, heeft een eerste ontwerp gemaakt van de school. In 2015 wordt gestart met de bouw van de school. Aanbouw Jozefschool De Jozefschool heeft extra ruimte gekregen om de groei van het aantal kinderen op te vangen. Ook de uitstraling van het gebouw is verbeterd. Leegstandsreductie De komende jaren zal het grote knelpunt binnen het onderwijshuisvestingsbeleid in Rotterdam, de leegstand, door de gezamenlijke schoolbesturen worden aangepakt. De besparing, door vermindering van de leegstand, samen met een extra financiële impuls vanuit de gemeente, zal gebruikt worden om de kwaliteit van de gebouwen op peil te brengen. De RVKO is actief betrokken bij deze aanpak. Inkoop energie Voor 2014 zijn de energiecontracten aangescherpt, waardoor de tarieven lager werden, de RVKO één contactpersoon kreeg voor alle schoolgebouwen en periodiek één verzamelfactuur verzonden werd. Met ingang van 1 januari 2015 zijn alle scholen van de RVKO aangesloten bij “Energie voor scholen”. Deze organisatie verzorgt de Europese aanbesteding voor de inkoop van 6200 schoolgebouwen in den lande. Door het volume en de inkoop van energie op meerdere momenten, zijn de tarieven voor energie lager en vermindert het prijsrisico. 5.3
Overige algemene zaken
Aanbestedingen Voor de inkopen hanteert de RVKO als leidraad de Wet aanbestedingen 2012, en indien relevant, het aanbestedingsbeleid van de gemeenten. Toegankelijkheid gebouwen Bij nieuwbouw wordt het geldende bouwbesluit gevolgd ten aanzien van de toegankelijkheid van de schoolgebouwen. Voor bestaande gebouwen wordt deze voor iedereen zo veel als mogelijk geoptimaliseerd.
32
27
RVKO één contactpersoon kreeg voor alle schoolgebouwen en periodiek één verzamelfactuur verzonden werd. Met ingang van 1 januari 2015 zijn alle scholen van de RVKO aangesloten bij “Energie voor scholen”. Deze organisatie verzorgtJaarverslag de Europese 2014 aanbesteding voor de inkoop van 6200 schoolgebouwen in den lande. Door het volume en Rotterdamse Vereniging Katholieklager Onderwijs de inkoop van energie op meerdere momenten, zijn de tarieven voorvoor energie en vermindert het prijsrisico. 5.3
Overige algemene zaken
Aanbestedingen Voor de inkopen hanteert de RVKO als leidraad de Wet aanbestedingen 2012, en indien relevant, het aanbestedingsbeleid van de gemeenten. Toegankelijkheid gebouwen Bij nieuwbouw wordt het geldende bouwbesluit gevolgd ten aanzien van de toegankelijkheid van de schoolgebouwen. Voor bestaande gebouwen wordt deze voor iedereen zo veel als mogelijk geoptimaliseerd.
Eigen huisvestingsbeleid Jaarlijks wordt een bedrag in de begroting opgenomen voor het eigen huisvestingsbeleid. 27 Het gaat hierbij om functionele en/of esthetische aanpassingen van gebouwen, waar geen overheidsfinanciering voor wordt ontvangen. Ook in 2014 zijn dergelijke aanpassingen gedaan. Dit komt de kwaliteit en de uitstraling van de gebouwen van de RVKO zeker ten goede. 5.4
Kengetallen
Op de volgende pagina zijn enkele kengetallen zichtbaar gemaakt omtrent het leerlingenaantal per 1 oktober 2014. De datum van 1 oktober is ieder jaar de officiële teldatum en geldt als basis voor de berekening van de personele en materiële rijksvergoeding voor ieder schoolbestuur.
33
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
Leerlingenaantal per 1 oktober Leerlingenaantal per 1 oktober
19500 19500 19000
Leerlingenaantal per 1 oktober
19000 19500 18500 18500 19000 18000 18000 18500 17500 17500 17000 18000 17000 17500 16500 16500 17000 16500
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Werkelijk 2011 2012 Werkelijk
Prognose 2013
2014
2015
2016 2017 Prognose
Aantallen leerlingen per gewicht Prognose Aantallenper leerlingen per gewicht 1-10-2014 per 1-10-2014 1,2; 2464; 13% Aantallen leerlingen per gewicht 0,3; 1392; 1,2; 7% 2464; 13% per 1-10-2014 0,3; 1392; 7% Werkelijk
1,2; 2464; 13% 0,3; 1392; 7%
0; 14991; 80% 0; 14991; 80%
16000 14000 16000
34
12000 14000 10000 12000 16000
0
0,3
1,2
0
0,3
1,2
0
0,3
1,2
0; 14991; 80%
Verdeling leerlinggewichten 14991 Verdeling leerlinggewichten 14256
13434 14991 13844 13434 14256 13844 Verdeling 14991
leerlinggewichten
2018
0; 14991; 80%
Jaarverslag 2014
Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
0
0,3
1,2
Verdeling leerlinggewichten 16000 14000
14991 13434 14256 13844
12000 10000 8000 6000
1540
4000
1518
2000 0
1509
0
2747 1392
0,3 2011
2012
2013
2724 2641 2464
1,2 2014
29
35
Jaarverslag2014 2014 Jaarverslag RotterdamseVereniging Verenigingvoor voor Katholiek Katholiek Onderwijs Rotterdamse Onderwijs
36
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
6. 6.1
Financiën Jaarplan 2014
2014 betreft het eerste uitvoeringsjaar van het strategisch beleidsplan 2014-2015. De stafafdeling had het strategisch beleidsplan vertaald naar een ambitieus jaarplan. In deze paragraaf kijken wij kort terug op de realisatie van de doelstellingen die de stafafdeling had opgenomen in het jaarplan 2014. Dienstverlening administratiekantoor In 2014 is uitgebreid stilgestaan bij de dienstverlening door administratiekantoor Dyade. Er is onderzoek verricht naar alternatieven voor het verrichten van de financiële administratie en de personeels- en salarisadministratie. Naar aanleiding van dit onderzoek is in december 2014 door het College van Bestuur geconcludeerd dat de RVKO het contract met Dyade beëindigt en op basis van een aanbesteding voor de desbetreffende software een verder insourcingstraject start. Doelstelling is in ieder geval de financiële administratie vanaf 1 januari 2016 in eigen beheer uit te voeren. De exacte datum van insourcing van de personeels- en salarisadministratie hangt af van het verloop van het traject en hierover wordt in de loop van 2015 een besluit genomen. Met het insourcen van deze administraties meent de RVKO beter inhoud te kunnen geven aan de ambities van het strategisch beleidsplan. Dit betreft onder andere juiste en tijdige (tussentijdse) informatievoorziening, het integreren van financiële en niet-financiële informatie en het optimaliseren van werkprocessen. Het jaarplan 2015 van de stafafdeling Financiën bestaat voornamelijk uit het voorbereiden van de insourcing. Na afronding van dit traject in 2016 kan de verdere optimalisatie van stuurinformatie (KPI’s) en de planningen-controlcyclus gestalte krijgen. Stuurinformatie (KPI’s) en planning-en-controlcyclus Voor de vereniging is, op basis van een workshop met het gehele MT, in concept een eerste set van de belangrijkste KPI’s voorbereid. Samen met de stafafdeling Onderwijs & Identiteit is de samenhang tussen de planning-en-controlcyclus van de scholen en die van het bestuursbureau verder in kaart gebracht. In 2015 wordt getracht de cyclus voor de scholen te vereenvoudigen door verschillende plannings- en verantwoordingsonderdelen te bundelen. Het verder inrichten van de planning-en-controlcyclus en de ontwikkeling van relevante managementinformatie wordt verder uitgewerkt na afronding van het hiervoor beschreven insourcingstraject. Deze zaken zijn namelijk afhankelijk van de nieuw te implementeren software en de wijze waarop de administraties worden opgenomen in de organisatiestructuur. Treasurystatuut In de eerste helft van 2014 is een nieuw tresurystatuut opgesteld en formeel vastgesteld door het College van Bestuur. Hiermee voldoet het statuut aan de laatste eisen van de Regeling beleggen en belenen. Verderop in dit hoofdstuk is een nadere toelichting op het treasurybeleid opgenomen. Tussentijdse (financiële) informatie De tussentijdse financiële rapportages zijn in de loop van 2014 verder aangevuld met informatie over de ontwikkeling van het leerlingenaantal, het verzuimpercentage en het aantal medewerkers en fte’s. Tevens is in de rapportages de relatie tussen het beleid en de financiële uitkomsten nader toegelicht. Hiermee is een eerste stap gezet richting geïntegreerde managementinformatie. Na het insourcingstraject zal in 2016 verdere integratie van financiële en niet-financiële informatie plaatsvinden en dient managementinformatie voor verschillende niveaus (bijvoorbeeld ook stafmanagers, bovenschools managers en schooldirecteuren) te worden ontwikkeld.
30
37
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
Beschrijving van de administratieve organisatie en interne beheersing (AO/IB) In de eerste helft van 2014 zijn de belangrijkste procedures op gebied van de financiële administratie en de personeels- en salarisadministratie beschreven. Hiermee is een fundament gelegd voor het insourcingstraject dat in 2015 verder wordt voorbereid. De beschrijvingen worden naar aanleiding van het insourcingstraject verder bijgewerkt. Naar aanleiding van de beschrijving is het factuurverwerkingsproces op twee punten aangescherpt: Op het bestuursbureau worden alle facturen vanaf het 2e kwartaal digitaal geautoriseerd. De facturen zijn altijd traceerbaar in de applicatie voor digitale factuurverwerking, waardoor facturen niet langer zoekraken en tijdig worden betaald aan leveranciers. De facturen met betrekking tot het onderhoudsbeheer worden vanaf medio 2e kwartaal 2014 eveneens digitaal verwerkt in de daartoe bestemde applicatie. Tot die tijd vond een handmatige verwerking plaats op basis van aanlevering door de onderhoudsbeheerder. Aangegane verplichtingen voor onderhoud en het verloop daarvan worden zichtbaar gemaakt. De instructie voor het coderen van inkoopfacturen en de regeling bank en kas scholen (waaronder de ouderbijdragen en overblijfgelden) zijn in het tweede kwartaal van 2014 herzien. Kort voor en na de zomervakantie zijn de wijzigingen gedeeld in workshops voor de scholen. Vertegenwoordigers van alle scholen hebben deelgenomen aan deze workshops. De aanpassingen en workshops hebben geleid tot aangescherpte verantwoordingseisen en meer duidelijkheid voor scholen over de wijze waarop de administratie dient plaats te vinden. Invoering SEPA en IBAN Ten aanzien van de wijzigingen in het betalingsverkeer (behandeling incasso’s, hanteren internationaal rekeningnummer) zijn in 2014 alle noodzakelijke voorbereidingen getroffen en wijzigingen aangebracht in overleg met het administratiekantoor. Dit heeft geleid tot een probleemloze invoering van SEPA en IBAN voor de RVKO. Fiscaliteit Met de Belastingdienst is in 2014 gesproken over het op termijn sluiten van een convenant in het kader van Horizontaal Toezicht. Er is een globaal plan van aanpak geformuleerd. De eerste relevante vervolgstap is het door een externe deskundige als nulmeting laten verrichten van een fiscale risicoscan. Deze nulmeting wordt in de eerste helft van 2015 verricht. Op basis van de nulmeting worden, waar noodzakelijk, de fiscale beheersmaatregelen verder aangescherpt. Tevens zal op basis van een fiscale risicobeheersingsmatrix vervolgens het gesprek met de Belastingdienst gecontinueerd worden. Streven is om in de loop van 2016, zolang dit niet verhinderd wordt door het insourcingstraject, een convenant Horizontaal Toezicht met de Belastingdienst te sluiten. In 2014 is de inrichting van de Werkkostenregeling (ingangsdatum 1 januari 2015) verder voorbereid. Tevens zijn enkele fiscale afspraken met Stichting Thomas More Hogeschool en andere schoolbesturen geformaliseerd door middel van kosten voor gemene rekening regelingen. Financiële begroting en meerjaren begroting Het proces van de financiële begroting is in 2014 op onderdelen aangescherpt. Ten eerste is de koppeling tussen de formatiebegroting (schooljaar) en de financiële begroting (kalenderjaar) verbeterd. De financiële begroting 2015 bevat een eerste doorrekening voor het schooljaar 2015/2016, zodat personele effecten tijdig kunnen worden meegenomen in het proces formatiebegroting. Ten tweede heeft de stafafdeling Financiën de verhuur, huur en medegebruikssituaties per school voorafgaand aan het begrotingsgesprek in kaart gebracht. In voorgaande jaren bleek de door de scholen verstrekte informatie nog
38
31
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
regelmatig onjuist of onvolledig. Het is de verwachting dat deze nieuwe aanpak zal leiden tot minder afwijkingen van de huurlasten ten opzichte van de begroting. Ten slotte is een eerste stap gezet om naast de exploitatiebegroting ook een investeringsbegroting en liquiditeitsbegroting op te stellen. De RVKO heeft het in 2013 opgestelde meerjarig perspectief afgelopen jaar bijgewerkt. In 2014 en 2015 is sprake van een opeenstapeling van wijzigingen met significante financiële impact. Dit betreft onder andere: Toekenning van extra gelden door OCW op basis van het Nationaal Onderwijsakkoord en regeerakkoord. Hiervan waren in 2014 echter nog geen regelingen gepubliceerd en bedragen per schoolbestuur bekend gemaakt. Overheveling van de verantwoordelijkheid van het buitenonderhoud van de gemeenten naar de schoolbesturen voor primair onderwijs. Er bestaat veel onzekerheid of het door OCW te verstrekken budget voor buitenonderhoud toereikend is om de schoolgebouwen op een voldoende onderhoudsniveau te houden. Deze onzekerheid wordt versterkt door een diversiteit aan eigendomsverhoudingen van de panden van de RVKO en de betrokkenheid van verschillende gemeenten waarmee afspraken dienen te worden gemaakt. Invoering van Passend Onderwijs met ingang van 1 augustus 2014. Hiermee is een geldstroom verdwenen die ontvangen werd van OCW (leerlinggebonden financiering) en daarvoor is een mogelijke bijdrage (financieel of ondersteuning) van zes regionale samenwerkingsverbanden in de plaats gekomen. Bij een aantal samenwerkingsverbanden is het nog onduidelijk op welke wijze en tot welke hoogte middelen kunnen worden aangevraagd. Inwerkingtreding van een nieuwe cao voor primair onderwijs, met daarin afspraken over de tijdbesteding van medewerkers, waarvan de financiële gevolgen niet met voldoende zekerheid vooraf zijn in te schatten. Het Bestuursakkoord Primair Onderwijs waarin afspraken zijn vastgelegd over bijvoorbeeld het coachen en permanent opleiden van leerkrachten, de aandacht voor ICT in het onderwijs en het aantal uren bewegingsonderwijs. Het proces van totstandkoming van Het Rotterdamse Onderwijsbeleid (ROBIII Leren Loont!) waarbij het voor schooljaar 2015/2016 niet zeker is wat de hoogte van de gemeentelijke subsidie zal worden en op welke wijze deze over de scholen wordt verdeeld. Gezien het cumulerende en significante effect van deze wijzigingen is het meerjarig perspectief nog niet verrijkt met een koppeling naar het beleid en is het derhalve nog geen volwaardige meerjaren begroting. Deze verrijking vindt plaats indien de financiële effecten van bovengenoemde ontwikkelingen in redelijke mate kunnen worden ingeschat en er op basis van een paar scenario’s het beleid kan worden vertaald in een financiële prognose. De verwachting is dat dit in het najaar 2015 kan plaatsvinden en anders direct na het insourcingstraject. Risicoanalyse en risicobeheer In het kader van de analyse en het beheer van risico’s is hoofdzakelijk de aandacht uitgegaan naar personele uitgaven en huisvestingsuitgaven. Op personeel vlak is de monitoring op de uitgaven verder vormgegeven. Op basis van standaard rapportages wordt de ontwikkeling van het aantal medewerkers (in fte) en de uitgaven (in €) vrijwel maandelijks afgezet ten opzichte van de begroting en worden afwijkingen geanalyseerd. In 2014 is de RVKO eigen risicodrager geworden voor vervanging tijdens ziekte en overig rechtspositioneel verzuim. De focus ligt meer op verzuimpreventie en reductie van de verzuimduur. Het verzuimpercentage en de meldingsfrequentie worden nauwgezet gevolgd en zijn afgelopen jaar flink gedaald.
32
39
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
Ten aanzien van het beheer van de huisvestingsrisico’s heeft de RVKO een analyse laten verrichten door een adviesbureau. De geconstateerde risico’s zijn opgenomen in een risicobeheersmatrix en er zijn procedureafspraken gemaakt om deze risico’s te reduceren. Een belangrijke wijziging die hierin een rol speelt is de vervanging van de onderhoudsbeheerder. In december 2014 is op basis van een aanbestedingsprocedure een nieuwe onderhoudsbeheerder benoemd. Tevens wordt vanaf 2015 gebruik gemaakt van een de onderhoudsbeheerapplicatie Axxerion. Met de nieuwe applicatie en nieuwe onderhoudsbeheerder zijn samen met de stafafdeling Facilitaire Zaken van de RVKO concrete afspraken gemaakt over het beheersen van de financiële onderhoudsbeheerrisico’s. In Axxerion worden de aangegane verplichtingen op basis van werkorders vastgelegd, hetgeen het inzicht in de uitputting van het budget verbetert. Het risico van budgetoverschrijding is ook vertaald naar contractafspraken met de onderhoudsbeheerder. In de eerste helft van 2015 wordt een risicoanalyse voor de gehele RVKO organisatie verricht. Het is dan 5 jaar geleden dat een vergelijkbaar onderzoek heeft plaatsgevonden. De uitkomsten van de analyse zullen worden afgezet tegen de aanwezige beheersmaatregelen en tegen het noodzakelijk aan te houden eigen vermogen om de risico’s in voldoende mate te kunnen afdekken. In 2014 is hiervoor ter voorbereiding het vermogensmodel van de PO-Raad reeds ingevuld. Administratieve ondersteuning Thomas More Hogeschool De stafafdeling Financiën ondersteunt vanaf 1 januari 2014 de Thomas More Hogeschool. Dit betekent dat de stafmanager financiën/controller tevens optreedt als controller van de hogeschool. De dienstverlening door het bestuursbureau van de RVKO aan de hogeschool is overeengekomen in een kosten voor gemene rekening regeling. Risicomanagement Dit onderwerp is uitgebreid toegelicht in de continuïteitsparagraaf van dit jaarverslag. Herijken allocatiemodel In 2014 is een allocatiemodel ontwikkeld door de daartoe aangestelde werkgroep en getest tijdens de formatiebegroting voor schooljaar 2014/2015. Nadien is het model geëvalueerd, verder bijgesteld en vastgesteld door het College van Bestuur. De samenstelling van de werkgroep (schooldirecteuren, stafmanagers en een bovenschools manager) is een voorbeeld van de toepassing van het subsidiariteitsprincipe. Het beleidsstuk bij het allocatiemodel en de presentaties van het model tijdens directievergaderingen dragen bij aan de transparantie met betrekking tot de verdeling van de Rijksbijdrage over de scholen van de vereniging. Het nieuwe allocatiemodel wordt voor de formatiebegroting van schooljaar 2015/2016 voor het eerst in gebruik genomen. Een uitgebreide toelichting is opgenomen in het hoofdstuk Personeel van dit jaarverslag. Niet-gerealiseerde onderwerpen uit het jaarplan 2014 Zoals blijkt uit de voorgaande punten zijn veel onderwerpen uit het jaarplan 2014 gerealiseerd of voor een groot deel gerealiseerd. Twee zaken uit het jaarplan zijn niet opgepakt in 2014 door de stafafdeling Financiën. Ten eerste is het financieel model voor het leerlandschap (kenniscentrum) niet uitgewerkt. Inhoudelijk is de ontwikkeling van het leerlandschap nog niet voldoende gevorderd om daar reeds een financieel model voor te ontwikkelen. Ten tweede is er nog geen financieel beleidsplan opgesteld. Dit hangt mede samen met de eerder gemaakte opmerkingen ten aanzien van het insourcingstraject en de meerjaren begroting. Het financieel beleid kan momenteel op onderdelen worden voorbereid, maar hangt ook nog samen met keuzes ten aanzien van de insourcing (positionering functies in de organisatiestructuur) en onduidelijke effecten van de vele significante veranderingen die momenteel plaatsvinden (zie eerdere opsomming bij de meerjaren begroting).
40
33
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
6.2
Overige door de RVKO in 2014 gerealiseerde beleidszaken/activiteiten
Naast de hiervoor vermelde onderwerpen uit het jaarplan 2014 heeft de stafafdeling de volgende beleidszaken ondersteund: Voorbereiding nieuwe huisvesting bestuurskantoor. Het is het voornemen om het bestuurskantoor na de zomervakantie 2016 te vestigen in het pand van Thomas More Hogeschool. De stafafdeling Financiën heeft ondersteund bij het analyseren van financieringsscenario’s voor de bouw van het deel van het bestuurskantoor. Analyseren financiële effecten Passend Onderwijs. Op basis van de documentatie van de verschillende samenwerkingsverbanden is voor de scholen een overzicht voorbereid van de mogelijke financiële effecten. Subsidieverantwoordingen en doorrekenen nieuwe subsidiescenario’s. Zowel bij de verantwoording van subsidies als bij het voorbereiden van gesprekken over nieuwe subsidieregelingen heeft de stafafdeling ondersteund bij het opstellen van verantwoordingsoverzichten en bij het doorrekenen van verschillende scenario’s. Er is ondersteuning verleend richting de stafafdeling Facilitaire Zaken bij de ontwikkeling van het inkoopbeleid en bij de discussies met de gemeenten over de overheveling van het buitenonderhoud en de eigendomssituatie van schoolgebouwen. Ontwikkeling van een netwerk van financiële functionarissen bij andere schoolbesturen om ervaringen ten aanzien van financiële onderwerpen met elkaar te kunnen delen. Tevens aansluiting bij financieel netwerk van de PO-Raad. 6.3
Financiële analyses en wettelijk vereiste toelichtingen
Resultaten en analyse van resultaat ten opzichte van voorgaand jaar en begroting Staat van baten en lasten (€ ’000)
2014
begroting 2014
verschil 2014 t.o.v. begroot
2013
verschil 2014 t.o.v. 2013
Baten Rijksbijdrage Overige overheidsbijdragen Overige baten TOTAAL BATEN
95.840 10.797 5.809 112.446
96.192 10.003 5.397 111.592
-352 794 412 854
97.083 9.432 6.556 113.071
-1.243 1.365 -747 -625
89.609 2.064 8.426 16.750 116.849
91.237 2.026 6.825 13.120 113.208
-1.628 38 1.601 3.630 3.641
84.832 1.887 7.125 13.985 107.829
4.777 177 1.301 2.765 9.020
SALDO BATEN EN LASTEN Financiële baten en lasten Resultaat deelneming Buitengewone baten en lasten
-4.403 407
-1.616 628 0 0
-2.787 -221 0 0
5.242 1.044 82 0
-9.645 -637 -82 0
TOTAAL RESULTAAT
-3.996
-988
-3.008
6.368
-10.364
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten TOTAAL LASTEN
34
41
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
De belangrijkste ontwikkelingen in de staat van baten en lasten ten opzichte van de begroting en ten opzichte van voorgaand jaar: Baten In december 2013 zijn naar aanleiding van het Herfstakkoord en het Nationaal Onderwijsakkoord voor € 3,8 miljoen additionele middelen toegekend betaald door het ministerie van OCW. In de begroting 2014 was ten opzichte van 2013 uitgegaan van lagere Rijksbijdragen, omdat de uitkering van december 2013 eenmalig was en vanaf 2014 de komende jaren stapsgewijs extra geld beschikbaar komt. Ten opzichte van de inschattingen in de begroting is er echter minder Rijksbijdrage ontvangen. Dit betreft met name het niet toekennen van de indexatie. In de begroting was uitgegaan van € 806.000 indexatie. Daarnaast zijn er twee elkaar grotendeels compenserende effecten. Ten eerste worden inkomsten van samenwerkingsverbanden passend onderwijs vanaf 1 augustus 2014 gepresenteerd onder de Rijksbijdrage. In de begroting staan deze inkomsten nog onder de overige baten. Ten tweede is de RVKO er in de loop van 2014 vanuit gegaan dat de gelden vanuit het Nationaal Onderwijsakkoord en het regeerakkoord niet in 2014 zouden worden toegekend en ontvangen. Deze negatieve afwijking ten opzichte van de begroting (€ 856.000) was gecompenseerd met een lagere uitgave vanuit de kwaliteitsimpuls (gefinancierd uit de Rijksbijdrage prestatiebox). In januari 2015 is een deel van deze extra gelden alsnog in de lumpsum beschikking 2014/2015 gezet. De RVKO heeft, zoals hiervoor aangegeven, echter de uitgave uit de prestatiebox niet geheel in 2014 kunnen doen en heeft daarom een reservering opgenomen voor het te besteden deel van de prestatiebox subsidie van afgerond € 0,8 miljoen. Ten slotte is in 2015 de geoormerkte subsidie voor Samen Opleiden verantwoord voor € 466.000. In de begroting 2014 was reeds een stijging van de gemeentelijke subsidies voorzien, doordat er meer subsidie voor Nulgroepen wordt toegekend. Voor een groot deel betreft dit echter aan externe partijen door te storten subsidie waar de RVKO penvoerder is. Tevens is voor de Rotterdamse subsidie Beter Presteren een hogere beschikking ontvangen dan ten tijde van het opstellen van de begroting bekend was (+ € 249.000). Verder zijn er aanvullende subsidies verworven, bijvoorbeeld Alledaags Rekenen op Zuid, Children’s Zone en subsidies voor Schakelklassen en Nieuwkomers van de gemeente Capelle aan den IJssel. Ten opzichte van 2013 zijn de overige baten gedaald, doordat voorgaand jaar incidentele opbrengsten zijn verantwoord inzake een premierestitutie WAO/WIA van € 0,4 miljoen, een teruggave van ingebracht vermogen in een samenwerkingsverband WSNS van € 0,4 miljoen en een opbrengst voor verleende diensten aan verbonden partij SKPR van € 0,1 miljoen. De stijging ten opzichte van de begroting is te verklaren door niet begrote subsidies van Sint Laurensfonds, het project Vierslagleren en subsidies van gemeenten voor bijvoorbeeld cultuureducatie. Lasten De uitgaven voor de kwaliteitsimpuls zijn in verband met het uitblijven van indexatie van de Rijksbijdrage met € 806.000 neerwaarts bijgesteld. Het incidentele budget voor de ontwikkeling van het Kenniscentrum van € 150.000 is in verband met de latere start vrijgevallen ten gunste van het resultaat. Voor de mogelijke afrekening van de Vervangingspool 2013/2014 is aanvullend € 132.000 gereserveerd. De nascholingslasten zijn € 800.000 lager dan begroot. Dit betreft voor € 150.000 het budget professionalisering schoolleiders, omdat reeds per 31 december 2013 de gehele reservering voor 2013/2014 was opgenomen in de balans. € 340.000 van de daling van de nascholingslasten wordt veroorzaakt door uitstel van de ontwikkeling van het kenniscentrum. Ten slotte zijn de bestedingen aan nascholing door de scholen € 310.000 lager dan begroot. In verband met de extra aandacht voor BGZ en Arbozorg zijn de lasten voor geheel 2014 € 320.000 hoger dan begroot. Hierin zitten ook de meerkosten van de nieuwe bedrijfsartsen. Vanaf 1 september 2014 zijn de salarissen met 1,2% verhoogd. Dit heeft geleid tot € 353.000 hogere lasten. Ten slotte zijn de
42
35
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
lasten voor vervangingen vanaf 1 augustus 2014 (start eigen risicodragerschap) € 569.000 lager dan anders aan premies had moeten worden afgedragen. De hogere lasten in 2014 voor huisvesting zijn voornamelijk veroorzaakt door: - Overschrijding van budget voor periodiek onderhoudsbeheer € 475.000. Dit betreft voor € 110.000 een bewuste overschrijding in verband met een specifieke verbouwingssituatie bij één van de scholen. Voor het overige betreft het een overschrijding die niet door de onderhoudsbeheerder gesignaleerd en aan de RVKO gecommuniceerd is. De redenen voor de overschrijding zijn nader onderzocht door een externe accountant. Hierin zijn geen onrechtmatigheden aangetroffen. Voornaamste oorzaak van de overschrijding blijkt ten eerste de post bouwkundig klachtenonderhoud. Voorgaande jaren konden deze lasten telkens gedekt worden uit de onderbesteding van het preventief en technisch onderhoud. De stafafdeling Facilitaire Zaken had hier ook voor 2014 op geanticipeerd en daarom geen aparte post voor bouwkundig klachtenonderhoud opgenomen in de begroting die met onderhoudsbeheerder WPS is afgestemd. In 2014 is het gehele budget voor preventief en technisch onderhoud echter verbruikt, waardoor het bouwkundig klachtenonderhoud leidt tot een overschrijding. Ten tweede wordt het verschil veroorzaakt door een timing verschil in de rapportage van de onderhoudsbeheerder en de financiële administratie van de RVKO. In de loop der jaren was er per verantwoordingsjaar feitelijk telkens een verschil tussen de totale verplichtingen die door de onderhoudsbeheerder waren aangegaan en de door de RVKO in dat jaar verantwoorde lasten. In verband met het aflopende contract met de onderhoudsbeheerder is dit verschil eind 2014 aan het licht gekomen. Voor 2015 zijn maatregelen getroffen door het afsluiten van een contract met een nieuwe onderhoudsbeheerder (inclusief contractuele bepalingen over budgetbeheer), de implementatie van het onderhoudsbeheerpakket Axxerion en aanvullende budgetcontroles door de stafafdeling Facilitaire Zaken. - Het tussentijds verhoogde budget voor eigen huisvestingsbeleid met € 150.000. - Hogere lasten voor huur en medegebruik € 406.000. Deze bleken ook te laag begroot. Daarnaast is er een onverwachte aanslag van de gemeente Rotterdam voor huur en medegebruik VVE groepen van € 180.000. - € 208.000 hogere energie- en schoonmaaklasten mede doordat er meer lokaalruimte in gebruik is genomen. - € 150.000 advieslasten die begroot zijn onder de overige instellingslasten. De overige lasten liggen met name boven de begroting door het effect van de grotendeels afgewaardeerde achtergestelde lening van € 3,25 miljoen die verstrekt is aan Stichting Thomas More Hogeschool. De lening is voor € 3,1 miljoen afgewaardeerd en dit effect is verantwoord onder de overige lasten. In de begroting was er nog van uitgegaan dat de lening niet afgewaardeerd hoefde te worden. De afwaardering heeft overigens op geen enkele wijze geleid tot beperking van geplande bestedingen in 2014. Tevens was in de begroting en in de lasten 2013 geen component opgenomen voor de bestedingen ten laste van de subsidie Samen Opleiden. Deze bedragen in 2014 € 466.000. In vergelijking met 2013 zijn, exclusief de voorgenoemde effecten, de lasten gedaald. Deze daling betreft gerichte kostenreducties voor bijvoorbeeld de ondersteuning van bestuurs- en management, verminderde lasten voor buitenschoolse activiteiten en enkele bovenschools geplande projecten uit de kwaliteitsimpuls die later of nog niet van start zijn gegaan. De financiële baten en lasten zijn in 2014 aanzienlijk lager dan begroot en ook lager dan in 2013. Enerzijds is er € 3,25 miljoen niet-rentedragend uitgeleend aan Stichting Thomas More Hogeschool en anderzijds is de marktrente in 2014 gedaald tot rond 1% op spaarrekeningen. Daarnaast is medio 2014 ten aanzien van één van de perpetuals door de uitgevende partij de eenzijdige optie gelicht om het product tegen nominale waarde af te lossen. Hierop werd een rentevergoeding van ruim 4,5% ontvangen. In de begroting was uitgegaan van aflossing in 2019, zoals in de door de bank verstrekte informatie was aangegeven. Het resultaat deelneming in 2013 betreft de terugbetaling door de SKPR van een achtergestelde, reeds in het verleden geheel afgewaardeerde, lening. 36
43
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
Toestand op balansdatum en vergelijking met balansposten voorgaand jaar
Balans (€ ’000)
2014
2013
Verschil
(stand 31 december)
Activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa TOTAAL VASTE ACTIVA
0 9.303 1.861 11.164
0 9.132 2.753 11.885
0 171 -892 -721
VLOTTENDE ACTIVA
37.875
41.667
-3.792
TOTAAL ACTIVA
49.039
53.552
-4.513
25.895 4.593 30.488
26.862 7.622 34.484
-967 -3.029 -3.996
1.341
1.490
-149
LANGLOPENDE SCHULDEN
184
227
-43
KORTLOPENDE SCHULDEN
17.026
17.351
-325
TOTAAL PASSIVA
49.039
53.552
-4.513
Passiva Publieke reserves Bestemmingsreserve privaat TOTAAL EIGEN VERMOGEN VOORZIENINGEN
De belangrijkste ontwikkelingen in de balans ten opzichte van voorgaand jaar: De afname van de financiële vaste activa betreft met name de aflossing van één van de perpetuals met een nominale waarde van € 1 miljoen. De vlottende activa zijn afgenomen door de negatieve kasstroom € 7,0 miljoen die voor een deel gecompenseerd wordt door de toename van de kortlopende vorderingen (€ 2,4 miljoen bouwprojecten gemeente en € 0,5 miljoen Samen Opleiden). De mutatie van het eigen vermogen betreft geheel het resultaat 2014. De analyse van het resultaat over 2014 is hiervoor reeds toegelicht. De afname van de kortlopende schulden bestaat voor een groot deel uit de volgende elementen: - Lagere stand crediteuren (-/- € 0,6 miljoen), de stand is afhankelijk van het moment van betalen van de laatste crediteurenbatch voor jaareinde. - Lagere verplichting loonheffing en premies sociale verzekeringen (-/- € 1 miljoen) als gevolg van eigen risicodragerschap Vervangingsfonds en eind 2013 was een deelbetaling niet gelukt, waardoor de te betalen loonheffing relatief hoog was. - Hogere te besteden subsidies OCW (+ € 0,6 miljoen, met name Samen Opleiden). - Hogere reservering voor afrekeningen externe Nulgroepen (+€ 0,4 miljoen). - Hogere schuld inzake derdengeld bankrekeningen (+ € 0,2 miljoen). - Hogere reservering vakantietoeslag (+ € 0,1 miljoen). Kasstromen In de jaarrekening is het kasstroomoverzicht opgenomen. Hieruit valt op te maken dat de negatieve kasstroom over 2014 van € 7,0 miljoen met name wordt veroorzaakt door het
44
37
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
negatieve netto resultaat (€ 4,0 miljoen), de toename van de vordering op gemeenten inzake huisvestingsprojecten (€ 2,4 miljoen), de vordering inzake Samen Opleiden (€ 0,5 miljoen) en de afname van de kortlopende schilden (€ 0,3 miljoen). De negatieve kasstroom uit investeringsactiviteiten (€ 1,4 miljoen) wordt geheel gecompenseerd door de afschrijvingen op materiële vaste activa. De mutaties inzake de kasstroom uit financieringsactiviteiten zijn beperkt. Analyse van in het in de begroting opgenomen beleid In het strategisch beleidsplan zijn drie speerpunten opgenomen: 1. 2. 3.
Ons onderwijs zorgt voor een maximaal leerrendement voor élke leerling We zijn een professionele leer- en werkgemeenschap We zijn een solide en wendbare organisatie
In de begroting 2014 wordt aan deze speerpunten invulling gegeven door (belangrijkste): Gerichte inzet van de subsidie prestatiebox voor duurzame kwaliteitsbevorderende activiteiten (structurele extra impuls: € 1.223.000). [1] Het in samenwerking met Thomas More Hogeschool ontwikkelen van een kenniscentrum met mede als doel het verzorgen van opleidingen voor medewerkers van de RVKO (eenmalig een impuls voor de ontwikkeling: € 150.000). [1 en 2] Het ter beschikking stellen van een persoonlijk ontwikkelingsbudget aan schoolleiders (€ 260.000) en verhoging van het nascholingsbudget (€ 340.000), ofwel een structurele impuls van € 600.000. [2] Uitbreiding schoolformaties vanuit resultaat 2013 en extra Rijksbijdrage om ontstane knelpunten weg te nemen (structurele extra impuls: € 2 miljoen). [1 en 3] In de begroting 2014 zijn daarnaast nog de volgende interne budgeten opgenomen: Kans & Talent (budget € 250.000):projecten voor minder begaafde en (hoog)begaafde kinderen. HIJ/ZIJ-instromers (budget € 455.000): gerichte campagne inclusief opleiding om meer mannen voor de klas te krijgen . Extra Nulgroep (budget € 25.000): budget voor extra Nulgroep in een gemeente die geen subsidie verstrekt voor de start van een Nulgroep, maar waar de school zelf graag wel een dergelijke groep wil handhaven. Eigen Huisvestingsbeleid (budget € 550.000): in aanvulling op het bedrag dat in de materiële vergoeding van OCW voor gebouwenonderhoud is opgenomen is dit bedrag beschikbaar voor aanvullende huisvestingszaken. Materiële knelpunten (budget € 250.000): indien scholen door onvoorziene omstandigheden niet uitkomen met de materiële vergoeding van OCW kunnen zij een beroep doen op dit budget. Formatieve knelpunten (budget € 900.000): een budget soortgelijk aan dat voor materiële knelpunten dat tijdens de formatiebegroting kan worden ingezet of bij onvoorziene omstandigheden gedurende het jaar. De meeste budgeten zijn in 2014 ingezet conform de begroting. Om de volgende redenen zijn er twee afwijkingen: 1. 2.
De kwalitatieve formatieve uitbreiding is met circa € 800.000 verlaagd in verband met de lager dan verwachte Rijksbijdrage die in 2014 is ontvangen. De start van het kenniscentrum is vertraagd waardoor zowel het incidentele budget (start) als het structurele budget (meer nascholing) in 2014 nauwelijks zijn verbruikt.
In de begroting 2015 wordt aan de speerpunten uit het strategisch beleidsplan invulling gegeven door (belangrijkste):
38
45
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
Gerichte inzet van prestatieboxmiddelen voor kwaliteitsbevorderende activiteiten (budget: € 1,7 miljoen). [1] Het in samenwerking met Thomas More Hogeschool ontwikkelen van een kenniscentrum met mede als doel het verzorgen van opleidingen voor medewerkers van de RVKO (budget: € 150.000). [1 en 2] Het ter beschikking stellen van een persoonlijk ontwikkelingsbudget aan schoolleiders (budget: € 260.000). [2] Instroom van mannen bevorderen door middel van HIJ-instroomtraject op Thomas More Hogeschool (reeds bestaand budget: € 475.000). [1 en 2] Inspiratiedag voor de gehele vereniging rondom de identiteit van de RVKO (budget: € 200.000, dit is € 100.000 aanvullend t.o.v. andere jaren). [1, 2 en 3] Eenmalige impuls ter verbetering van de serviceorganisatie (budget: € 250.000). [2] Beleidskeuzes met significante financiële impact baseren op basis van een meerjarig perspectief. [3] In aanvulling op deze speerpunten zijn de volgende interne budgeten opgenomen in de begroting 2015: Kans & Talent € 200.000 HIJ/ZIJ-instromers € 475.000 Extra Nulgroep € 25.000 Eigen Huisvestingsbeleid € 550.000 Materiële knelpunten € 225.000 Formatieve knelpunten € 700.000 Onvoorziene instroomgroepen € 250.000 ICT en communicatie € 100.000 voor ontwikkeling van visie op ICT en professionalisering van de communicatie.
De begroting 2015 sluit met een negatief resultaat van € 0,9 miljoen. Het verlies betreft de inzet inzake de Kwaliteitsimpuls die wordt gefinancierd uit het positieve exploitatieresultaat van 2013 (als gevolg van de incidentele additionele Rijksbijdrage OCW). In de begroting 2015 is wel een taakstelling opgenomen voor het onderhoudsbudget (gemaximeerd tot € 4,2 miljoen) en een formatieve bezuiniging van circa 15 fte voor schooljaar 2015/2016 ten opzichte van het daaraan voorafgaande schooljaar. Treasurybeleid In de eerste helft van 2014 is een nieuw treasurystatuut formeel bekrachtigd door het College van Bestuur en de Raad van Toezicht. Het in het statuut beschreven treasurybeleid komt overeen met de voorschriften zoals opgenomen in de Regeling beleggen en belenen 2010. Het College van Bestuur is eindverantwoordelijk voor het treasurymanagement van de vereniging. Het beleid is er op gericht een zo hoog mogelijk rendement te combineren tegen een zo laag mogelijk risico. Deze afweging wordt meegenomen in de productkeuze naar aard, looptijd en beschikbaarheid van middelen. In de praktijk werd in 2014 invulling gegeven aan dit profiel door gebruikmaking van (maand)deposito’s en (internet)spaarrekeningen. De
beleggingen mogen op grond van het huidige treasurystatuut bestaan uit: Deposito’s. Obligaties, uitsluitend aan de Nederlandse effectenbeurs genoteerde fondsen. Onderhandse leningen, uitsluitend bij de grote Nederlandse Banken en Nederlandse overheidsinstellingen.
Beleggingen in aandelen direct of indirect via beleggingsfondsen, zijn niet toegestaan, behoudens bijzondere beleggingsproducten van de grote Nederlandse Banken waarbij de hoofdsom wordt gegarandeerd.
46
39
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
Via een gestructureerde gespreide afloop van de hoofdsommen wordt regelmatig over de jaren gespreide vrijval nagestreefd, waarmee het renterisico wordt verkleind. De effectenportefeuille bestaat uit twee obligaties, (eeuwigdurende) perpetuals met een nominale waarde van gezamenlijk € 2,0 miljoen (beurs- en balanswaarde per 31 december 2014 € 1,6 miljoen). Deze worden gefinancierd vanuit het private vermogen. Financieringsbehoefte Financiering van de vaste activa geschiedt eigenlijk geheel met het eigen vermogen van de vereniging. Doordat de panden geen economisch eigendom zijn, ontstaat er naar verwachting de komende jaren ook geen behoefte aan andere vormen van financiering. Investeringsbeleid De RVKO is geen economisch eigenaar van de schoolgebouwen. Nieuwbouw en ingrijpende verbouw van scholen wordt vergoed door de gemeente. Om die reden vindt over deze projecten overleg met de gemeente plaats over de noodzakelijke werkzaamheden en de financiering daarvan. De stafafdeling Facilitaire Zaken verricht het projectbeheer van deze projecten. Investeringen in vaste activa betreffen om voorgenoemde reden voornamelijk het meubilair, de apparatuur, de ICT en het onderwijsleerpakket. Door de omvang van de vereniging is hier sprake van een ideaalcomplex: de jaarlijkse investeringen zijn ongeveer gelijk aan de jaarlijkse afschrijvingen. In de jaarlijks door de scholen op de stellen begroting wordt inzake deze investeringen 10 jaar vooruit gekeken. Op deze wijze kan voor de totale vereniging steeds tijdig worden vastgesteld of het ideaalcomplex blijft bestaan of dat hierin moet worden bijgestuurd om incidenteel grote uitstroom van liquide middelen te voorkomen. Het hoofdstuk van Facilitaire Zaken behandelt het overige beleid ten aanzien van inkopen en investeringen. Voornaamste risico’s en onzekerheden Zie continuïteitsparagraaf. Begroting volgende jaar in samenvattende vorm Zie continuïteitsparagraaf.
40
47
Jaarverslag 2014 Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging Rotterdamse Verenigingvoor voorKatholiek KatholiekOnderwijs Onderwijs
48
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
7. 7.1
Toekomstige ontwikkelingen RVKO strategisch beleidsplan 2014 – 2018
In 2012 is, door een breed samengestelde werkgroep, gestart met de eerste bouwstenen voor een strategisch beleidsplan. In 2013 is in die bouwstenen structuur aangebracht en zijn de missie en visie van het beleidsplan omschreven. Vanuit die missie en visie zijn de ambities voor de periode 2014 – 2018 geformuleerd. Deze ambities vormen de basis voor de richtinggevende uitspraken. De richtinggevende uitspraken zijn concreet gemaakt in resultaatgerichte acties en strategieën voor de scholen en de organisatie. De missie en visie, de ambities, de richtinggevende uitspraken, de resultaatgerichte acties en strategieën; elke fase in de ontwikkeling van het strategisch beleidsplan is in 2013 breed gedeeld met alle geledingen van de RVKO. Uiteindelijk heeft het College van Bestuur het strategisch beleidsplan 2014 – 2018 vastgesteld. 7.2
Missie en visie
Missie: waar staan we voor? De Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs biedt ouders en leerlingen hoogwaardig, eigentijds primair onderwijs gebaseerd op een steeds vernieuwende evangelische traditie en op persoonlijke betrokkenheid van een ieder. We werken vanuit onze kernwaarden: verwondering, respect, gerechtigheid.
vertrouwen,
verbondenheid,
zorg,
hoop,
Visie: waar gaan we voor? Leerlingen Vanuit onze evangelische inspiratie bieden we elke leerling de kans om uit te groeien tot 'levenskunstenaar', een mens die in staat is ten volle te leven, met en voor anderen en die om kan gaan met voorspoed en tegenslag. We leren kinderen om verantwoordelijkheid te nemen voor zichzelf, voor anderen en voor de omgeving. We zorgen voor het verwerven van kennis en vaardigheden en dragen naar vermogen bij aan een voor elke leerling optimale en brede ontwikkeling. Organisatie We zijn een organisatie waarin mensen binnen een helder kader hun verantwoordelijkheid nemen, waar ruimte is voor individuele en gezamenlijke ontwikkeling, waar talenten tot recht komen, waar op respectvolle wijze wordt samengewerkt en waarin onze waarden worden uitgedragen en nageleefd. Omgeving We leveren een betekenisvolle bijdrage aan een betere wereld, waarin mensen hun kwaliteiten en talenten ontwikkelen met zorg voor en in verbinding met de medemens. 7.3
Ambities 2014 – 2018
Leerlingen Ons onderwijs zorgt voor een maximaal leerrendement voor elke leerling. We geven de leerlingen een goede start in de complexe werkelijkheid die op hen wacht. De leeromgeving in onze scholen is stimulerend; kinderen komen er graag en voelen zich er thuis. Kinderen worden uitgedaagd om zich maximaal te ontwikkelen en de resultaten te behalen die bij hen passen. Het gaat hierbij zowel om veel kennis en vaardigheden voor de kernvakken als om maximale ontwikkeling op andere gebieden: identiteit, sociaalemotioneel, creatief, cultureel en sport en beweging. Op onze scholen zijn het 41
49
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
onderwijsproces, de kwaliteitszorg, het pedagogisch- en didactisch handelen en de leerlingenzorg op orde. Organisatie We zijn een professionele leer- en werkgemeenschap binnen een solide en wendbare organisatie. We hebben vakbekwame leerkrachten die levenslang leren en ontwikkelen in verbinding met collega's. In onze leer- en werkgemeenschap spreken we elkaar aan, nodigen we elkaar uit, ondersteunen we elkaar en nemen we onze verantwoordelijkheid en leggen daar verantwoording over af. We hebben schoolleiders die de leerling centraal stellen en die resultaatgericht sturen vanuit onderwijskundig leiderschap. Onze organisatie is betrouwbaar en flexibel. Onze mensen onderhouden met een grote mate van discipline de basisstructuren en -systemen van onze bedrijfsvoering en ons kwaliteitssysteem. Tegelijkertijd innoveren we om morgen nog beter te zijn. Omgeving We verbinden ons met onze omgeving en beïnvloeden die actief. Onze scholen staan in verbinding met ouders/verzorgers en de buurt en die verbinding wordt gekenmerkt door echte ontmoetingen vanuit eigen en gezamenlijke verantwoordelijkheid. Onze scholen tonen een duidelijke omgevingsgerichtheid en maken dat zichtbaar door innoverend beleid dat inspeelt op een voortdurend ontwikkelende maatschappij. Onze organisatie is een invloedrijke speler in het lokale en landelijke onderwijsveld en komt, met als uitgangspunt de RVKO missie en visie, op voor de belangen van de huidige en toekomstige leerlingen. 7.4
Van ambities naar richtinggevende uitspraken
Ambitie 1. Maximaal leerrendement voor elke leerling. 1. Onze scholen voldoen aan de voor de school vastgestelde kwaliteitsstandaarden en indicatoren. 2. Er is passend onderwijs voor elke RVKO leerling, waarbij we geen kinderen buiten sluiten. 3. Het onderwijs op de RVKO scholen is afgestemd op de ontwikkelingsbehoefte van de leeftijdsgroep. Hierbij is er specifieke aandacht voor leeftijdsadequaat handelen bij het jonge kind (2 – 8 jaar). 4. Er is een rijk aanbod op het gebied van brede ontwikkeling, waardoor elk kind de kans krijgt om zich volledig te ontwikkelen. 5. Bij het verlaten van de school hebben de leerlingen zicht op hun eigen kwaliteiten en ontwikkelingsmogelijkheden, dit met het oog op een succesvol vervolg van hun schoolloopbaan. Ambitie 2. Professionele leer- en werkgemeenschap binnen een solide organisatie. 1. Er is een RVKO leerlandschap voor duurzame professionalisering. 2. Onze leiders zijn resultaatverantwoordelijke onderwijskundige leiders die, volgens het subsidiariteitsprincipe, sturen op autonomie in verbondenheid. 3. RVKO medewerkers zijn zelfverantwoordelijke professionals die werken vanuit een positieve grondhouding en voortdurend leren en ontwikkelen in verbondenheid met collega's. 4. We zijn een duurzame en transparante organisatie en verantwoorden ons intern en extern over inzet en prestaties. 5. Onze communicatielijnen zijn effectief en modern. Ambitie 3. Verbinden met en beïnvloeden van onze omgeving. 1. Er is educatief partnerschap met ouders/verzorgers om de ontwikkeling van de kinderen te versterken.
50
42
3. RVKO medewerkers zijn zelfverantwoordelijke professionals die werken vanuit een positieve grondhouding en voortdurend leren en ontwikkelen in verbondenheid met collega's. Jaarverslag 2014 4. We zijn een duurzame en transparante organisatie en verantwoorden ons intern en Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs extern over inzet en prestaties. 5. Onze communicatielijnen zijn effectief en modern. Ambitie 3. Verbinden met en beïnvloeden van onze omgeving. 1. Er is educatief partnerschap met ouders/verzorgers om de ontwikkeling van de kinderen te versterken. 2. Iedere medewerker is in professionaliteit een representatieve vertegenwoordiger 2. Iedere medewerker is in professionaliteit een representatieve vertegenwoordiger van de RVKO. van de RVKO. 3. Onze scholen betrekken de maatschappelijke, digitale context bij het realiseren van 3. Onze scholen betrekken de maatschappelijke, digitale context bij het realiseren van 42 onderwijsdoelen en al onze leerlingen verlaten mediawijs de basisschool. onderwijsdoelen en al onze leerlingen verlaten mediawijs de basisschool. 4. De RVKO neemt deel aan en initieert overleg met partners in het lokale en 4. De RVKO neemt deel aan en initieert overleg met partners in het lokale en maatschappelijke veld en participeert actief in verbanden en organisaties, ook maatschappelijke veld en participeert actief in verbanden en organisaties, ook landelijk. landelijk. 5. De RVKO is dé plek voor (wetenschappelijk) praktijkonderzoek in het primair 5. De RVKO is dé plek voor (wetenschappelijk) praktijkonderzoek in het primair onderwijs. onderwijs. 7.5 7.5
Hoe doen we het? Onze besturingsfilosofie Hoe doen we het? Onze besturingsfilosofie
We zijn een resultaatgerichte organisatie waarin vooraf heldere doelen worden bepaald We zijn een resultaatgerichte organisatie waarin vooraf heldere doelen worden bepaald en de mensen zich verantwoorden over de voortgang van de werkzaamheden en de en de mensen zich verantwoorden over de voortgang van de werkzaamheden en de behaalde opbrengsten in verantwoordingsgesprekken en rapportages. We hebben een behaalde opbrengsten in verantwoordingsgesprekken en rapportages. We hebben een helder kader waarbinnen we sturen op autonomie in verbondenheid. We hanteren in de helder kader waarbinnen we sturen op autonomie in verbondenheid. We hanteren in de hele organisatie het subsidiariteitsbeginsel, wat inhoudt dat hogere organisatielagen zo hele organisatie het subsidiariteitsbeginsel, wat inhoudt dat hogere organisatielagen zo min mogelijk taken en verantwoordelijkheden onttrekken aan lagere organisatielagen. min mogelijk taken en verantwoordelijkheden onttrekken aan lagere organisatielagen. We werken volgens het principe 'pas toe' of 'leg uit'. We zijn duidelijk over onze onWe werken volgens het principe 'pas toe' of 'leg uit'. We zijn duidelijk over onze ononderhandelbare doelen. Onze scholen hebben vanuit deze besturingsfilosofie, met name onderhandelbare doelen. Onze scholen hebben vanuit deze besturingsfilosofie, met name in het primaire proces, veel ruimte voor eigen beleid. Tegelijkertijd kenmerkt de RVKO in het primaire proces, veel ruimte voor eigen beleid. Tegelijkertijd kenmerkt de RVKO zich door een intensieve kwaliteitszorg in de scholen en in de ondersteunende diensten. zich door een intensieve kwaliteitszorg in de scholen en in de ondersteunende diensten. We willen meer ..... We willen meer .....
In plaats van ...... In plaats van ......
Mensbeeld: vertrouwen tenzij Mensbeeld: vertrouwen tenzij Organisatie is een werkgemeenschap Organisatie is een werkgemeenschap Samen schitteren: teamplay Samen schitteren: teamplay Subsidiariteitsprincipe als basis Subsidiariteitsprincipe als basis Wie het weet mag het zeggen Wie het weet mag het zeggen Principe gedreven Principe gedreven Allround vakmanschap als basis Allround vakmanschap als basis Meten als middel Meten als middel Primaire proces centraal Primaire proces centraal
Mensbeeld: wantrouwen altijd Mensbeeld: wantrouwen altijd Organisatie is een machine Organisatie is een machine Zelf willen schitteren Zelf willen schitteren Hiërarchie als basis Hiërarchie als basis Wie de baas is mag het zeggen Wie de baas is mag het zeggen Regel gedreven Regel gedreven Functiesplitsing als norm: specialisatie Functiesplitsing als norm: specialisatie Meten als doel Meten als doel Staf (aan)gestuurd Staf (aan)gestuurd
7.6 7.6
Hoe nu verder? Hoe nu verder?
In het eerste kwartaal van 2014 is het strategisch beleidsplan in alle teams van alle scholen In het eerste kwartaal van 2014 is het strategisch beleidsplan in alle teams van alle scholen besproken. Daartoe is een prezi gepresenteerd en alle medewerkers hebben een z-boekje besproken. Daartoe is een prezi gepresenteerd en alle medewerkers hebben een z-boekje ontvangen met daarin opgenomen de missie en visie, de ambities, de richtinggevende ontvangen met daarin opgenomen de missie en visie, de ambities, de richtinggevende uitspraken, de resultaatgerichte acties en strategieën van het strategisch beleidsplan van uitspraken, de resultaatgerichte acties en strategieën van het strategisch beleidsplan van de RVKO. Het management van de scholen draagt zorg voor het afstemmen van de de RVKO. Het management van de scholen draagt zorg voor het afstemmen van de schoolplannen op het strategisch beleidsplan van de RVKO. schoolplannen op het strategisch beleidsplan van de RVKO. Jaarlijks wordt het betreffende jaarplan geëvalueerd Jaarlijks wordt het betreffende jaarplan geëvalueerd bijgesteld. De verantwoording van de uitvoering van het bijgesteld. De verantwoording van de uitvoering van het vinden in het jaarverslag van de RVKO. vinden in het jaarverslag van de RVKO. 7.7 7.7
en, indien nodig, en, indien nodig, jaarplan is jaarlijks jaarplan is jaarlijks
de planning de planning o.a. terug te o.a. terug te
Schematische weergave Schematische weergave
De ambities, de richtinggevende uitspraken, de resultaatgerichte acties en strategieën, de De ambities, de richtinggevende uitspraken, de resultaatgerichte acties en strategieën, de kwaliteitsnormering en monitoring, en de planning voor de periode 2015 – 2018 zijn op de kwaliteitsnormering en monitoring, en de planning voor de periode 2015 – 2018 zijn op de komende pagina’s schematisch weergegeven. Over hetgeen gepland stond voor 2014 komende pagina’s schematisch weergegeven. Over hetgeen gepland stond voor 2014 wordt in dit jaarverslag bij de onderscheiden onderdelen verantwoording afgelegd. wordt in dit jaarverslag bij de onderscheiden onderdelen verantwoording afgelegd.
51
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
1. Ons onderwijs zorgt voor een maximaal leerrendement voor elke leerling 1. Ons onderwijs zorgt voor een maximaal leerrendement voor elke leerling Richtinggevende Acties enen strategieën Acties Richtinggevende strategieën uitspraken Hoe gaan wewe het doen? uitspraken Hoe gaan het doen? WatWat willen we bereiken? willen we bereiken? 1. 1.Onze scholen RVKO Onze scholen RVKO voldoen aan de voor enen voldoen aan de voor kwaliteitsstandaarden kwaliteitsstandaarden de school indicatoren ontwikkelen de school indicatoren ontwikkelen vastgestelde RVKO verder reiken dan dede vastgestelde RVKO diedie verder reiken dan kwaliteitsstandaarde landelijke normen kwaliteitsstandaarde landelijke normen n enn indicatoren. (ondergrens). en indicatoren. (ondergrens). Uitwerken van het Uitwerken van het onderwijskwaliteitsbeleid. onderwijskwaliteitsbeleid.
Kwaliteitsstandaard 1a.1a. Kwaliteitsstandaard opbrengsten. opbrengsten. taakgroep DeDe taakgroep ‘Opbrengsten ‘Opbrengsten (leerrendement) (leerrendement) enen verantwoording verantwoording ’onderzoekt de ’onderzoekt de mogelijkheden van mogelijkheden van verantwoording met verantwoording met betrekking tot de betrekking tot dewaarde’ van ‘toegevoegde ‘toegevoegde waarde’ van scholen. scholen. ‘Hoe maakt de school ‘Hoe maakt dewaaruit schoolde inzichtelijk inzichtelijk waaruit de van toegevoegde waarde toegevoegde waarde de school bestaat?’ van de school bestaat?’ 1b. Kwaliteitsstandaarden 1b.onderwijsleerproces. Kwaliteitsstandaarden onderwijsleerproces. Aanvullende indicatoren per kwaliteitsstandaard Aanvullende indicatoren bieden de per(ambitieniveau) kwaliteitsstandaard school ruimte bieden zich te de (ambitieniveau) profileren in te de school ruimteo.a. zich richting van: profileren o.a. in de - school specifieke richting van: kenmerken (context, - school specifieke beginsituatie) kenmerken (context, - breed onderwijsaanbod beginsituatie) - passend onderwijs - breed onderwijsaanbod - maatschappelijke context - passend onderwijs - de nieuwe media (digitale - maatschappelijke context context) - de nieuwe media (digitale context) Zowel de RVKO kwaliteitsstandaarden en Zowel de RVKOals de indicatoren kwaliteitsstandaarden aanvullingen daarop en indicatoren alsuit devan de maken deel aanvullingen Planning & daarop Controle cyclus maken deel uit van de Planning & Controle cyclus
52
Kwaliteitsnormering Kwaliteitsnormeringen enmonitoring monitoring Wanneer zijn we tevreden? Wanneer zijn we tevreden?
15 15
16 17 17 18 18 16
Einde Eindeschooljaar schooljaar2016-2017 2016-2017 voldoen voldoen alle scholen aan de alle scholen aan de kwaliteitsstandaarden kwaliteitsstandaardenen en indicatoren indicatoren voor het onderwijsleerproces voor het onderwijsleerproces (procesindicatoren). (procesindicatoren). Scholen Scholendie diedesondanks desondanks onvoldoende onvoldoende resultaatboeken boeken(de (de resultaat productindicatoren) productindicatoren) zijnininbeeld beelden envolgen volgen zijn verbetertrajecten. verbetertrajecten.
XX
Eindeschooljaar schooljaar2017-2018 2017-2018 hebben hebben Einde alle scholen een aantoonbaar en alle scholen een aantoonbaar en voldoende leerrendement. voldoende leerrendement.
XX
Eind schooljaar 2014-2015 is er een Eind schooljaar 2014-2015 is er een set RVKO kwaliteitsstandaarden en set RVKO kwaliteitsstandaarden indicatoren beschikbaar op basisen waarvan elke RVKO school indicatoren beschikbaar op zich basiskan verantwoorden over de kwaliteit van waarvan elke RVKO school zich kan het onderwijs. over de kwaliteit van verantwoorden het onderwijs.
X X
Vanaf 2015 leggen alle schooldirecties middels de nieuwe Vanaf 2015 leggen alle P&C cyclus verantwoording af. schooldirecties middels deen nieuwe De kwaliteitsstandaarden P&C cyclus verantwoording af. indicatoren De kwaliteitsstandaarden en indicatoren
X
X X
X 44
44
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
2.
Er is passend onderwijs voor elke RVKO leerling, waarbij we geen leerlingen buiten sluiten.
van elke school. De P&C cyclus sluit aan op de RVKO-monitorgesprekken en omvat een jaar- en meerjarenperspectief (plan/verslag).
maken vanaf 2016 integraal deel uit van de Planning & Controle cyclus.
Collegiale toetsing en systematische audits ter ondersteuning en bewaking van de kwaliteit. Zelfevaluaties zijn de start en de resultaten worden gebruikt als externe verantwoording voor o.a. inspectie et.
Vanaf schooljaar 2015-2016 neemt elke school deel aan de cyclus van interne audits.
Bij ernstige tekortkomingen vinden expert-audits plaats, waarmee de verbeterplannen intern worden gestuurd. Onderdeel van de procedure “Een passende plek binnen de RVKO”, waarbij voor iedere leerling de juiste plek wordt gevonden, is dat elke RVKO school beschikt over: - een ondersteuningsprofiel dat de mogelijkheden voor passend onderwijs beschrijft; en - een aannamebeleid dat rekening houdt met mogelijkheden en onmogelijkheden van de school.
Eind schooljaar 2017-2018 is de audit geaccepteerd als basis voor de externe verantwoording.
Vanaf schooljaar 2015-2016 bieden alle scholen passend onderwijs aan de leerlingen die door de school zijn aangenomen. Elke leerling wordt succesvol geplaatst op één van de RVKO scholen (inclusief de sbo scholen) of op één van de scholen binnen het samenwerkingsverband.
Er wordt in kaart gebracht op welke scholen zich ‘verlegenheidssituaties’ voordoen die verholpen kunnen/moeten worden, zodat leraren adequaat handelen in complexe situaties, zowel pedagogisch als (ortho)didactisch.
In 2016 beschikt 80% van de leraren over alle basis- en complexe didactische vaardigheden en geven een adequaat onderwijsaanbod passend bij vastgestelde onderwijsbehoeften.
Er is een nauwe samenwerking met samenwerkingsverbanden, waar we actief werken aan
In 2017 is de ondersteuning in de scholen zodanig dat het verwijzingspercentage naar S(B)O lager is dan in 2014.
X
X
X
X
X
45
53
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
3.
4.
Het onderwijs op RVKO scholen is afgestemd op ontwikkelingsbehoef ten van de leeftijdsgroep. Hierbij is er specifieke aandacht voor leeftijdsadequaat handelen bij het jonge kind (2 – 8 jaar).
Er is een rijk aanbod op het gebied van brede ontwikkeling, waardoor elk kind de kans krijgt om zich volledig te ontwikkelen.
ondersteuning van maatwerk op de scholen. Er is een professionaliseringstraject voor leraren onderbouw, inclusief leraren VVE. Zij zijn daarmee goed ingevoerd in leerstofaanbod en leerlijnen. Zij weten hoe het leren in deze leeftijdsfase verloopt, handelen daar naar en maken daarbij gebruik van de laatste inzichten.
Eind schooljaar 2014-2015 is 50% van de leraren, werkzaam in de onderbouw van RVKO scholen, aanvullend geschoold in het werken met jonge kinderen. Eind schooljaar 2016-2017 is dit 100%.
X
Er is een professionaliseringstraject voor directie en IB. Beide trajecten omvatten zowel het onderwijsaanbod, de leerlijnen, specifieke leeren ontwikkelingskenmerken van jonge kinderen.
Eind schooljaar 2014-2015 is 50% van de directies en IB’ers in de onderbouw aanvullend geschoold. Eind schooljaar 2016-2017 is dit 100%.
X
Er wordt binnen de RVKO een breed gedeelde visie ontwikkeld over onderwijs aan jonge kinderen. Vanuit onze identiteitsvisie zorgen scholen voor een rijk onderwijsaanbod dat meer omvat dan basisvaardigheden en cognitieve vaardigheden.
In 2015 beschikt de RVKO over een breed gedeelde visie over onderwijs aan jonge kinderen.
X
Eind 2015 is de identiteitsvisie uitgewerkt en zijn er handvatten voor toepassing in de scholen beschikbaar.
X
In juni 2015 beschikt elke school over een omschreven breed ontwikkelingsaanbod.
X
Teams inventariseren de mogelijkheden van een breed onderwijsaanbod waarbij beschikbare talenten worden benut.
In 2016 heeft iedere school leerlingen met meer/andere mogelijkheden goed in beeld en biedt deze leerlingen een passend aanbod, aansluitend bij hun mogelijkheden en talenten.
In de schoolgids beschrijft de school het onderwijsaanbod dat alle ontwikkelingsdomeinen omvat en gericht is op kwalificatie, socialisatie en individualisatie (subjectwording).
In elke school zijn in 2017 leerlingen actief in bijvoorbeeld de leerlingenraad, het leerlingenparlement, begeleiding buddy’s, etc.
X
X
X
X
Het brede onderwijsaanbod biedt 46
54
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
5.
Bij het verlaten van de school hebben de leerlingen zicht op hun eigen kwaliteiten en ontwikkelingsmogelij k- heden, dit met het oog op een succesvol vervolg van hun schoolloopbaan.
leerlingen oefening en keuzes gericht op mogelijkheden, interesse, talenten en keuze van vervolgonderwijs. Er is op RVKO scholen een breed gedeelde visie over de rol van de leerling in het onderwijs.
In 2015 heeft elke school een uitgewerkte visie, gebaseerd op de RVKO visie (strategisch beleid) over de rol van de leerling in het onderwijs.
Leerlingen op RVKO scholen nemen actief deel aan, zijn mede verantwoordelijk voor het eigen onderwijsleerproces en de onderwijsorganisatie en de inrichting daarvan.
Einde schooljaar 2015-2016 scoren alle scholen positief op de tevredenheidspeiling van de leerlingen. Einde schooljaar 2016-2017 hebben op alle scholen leerlingen een zichtbare inbreng in tot stand komen van hulpplannen.
Leerlingen worden actief betrokken/hebben inbreng bij het opstellen van bij voorbeeld ondersteunende activiteiten (hulplannen).
Einde schooljaar 2017-2018 zijn leerlingen op alle scholen gewend te reflecteren op onderwijsresultaten en gedrag (bv. port folio).
Er is een aanbod leerkrachtvaardigheden: ‘geven van gerichte feedback en aandacht voor zelfreflectie’ (basale didactische vaardigheden model DI).
Einde schooljaar 2015-2016 is het geven van feedback door leraren en door leerlingen onderling vast onderdeel in elke lesactiviteit.
X
X
X
X
X
47
55
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
We zijneen eenprofessionele professioneleleerleer- en en werkgemeenschap werkgemeenschap binnen 2.2. We zijn binneneen eensolide solide organisatie organisatie Richtinggevende Richtinggevende uitspraken uitspraken Wat willen bereiken? Wat willen wewe bereiken? 1. Er is een RVKO 1. Er is een RVKO leerlandschapvoor voor leerlandschap duurzame duurzame professionalisering professionalisering
Actiesen enstrategieën strategieën Acties Hoe gaan wehet hetdoen? doen? Hoe gaan we
Kwaliteitsnormering en Kwaliteitsnormering enmonitoring monitoring Wanneer zijn we tevreden? Wanneer zijn we tevreden?
1515 1616 1717 1818
Eenexpertisegroep expertisegroep Een ontwikkelt enbeschrijft beschrijft ontwikkelt en vanuit een ‘open mind’ vanuit een ‘open mind’ een visie ten aanzien van een visie ten aanzien van het leerlandschap RVKO. het leerlandschap RVKO. Praktische uitwerking en Praktische uitwerking en start van de implementatie start van de implementatie van hetgeen beschreven is van hetgeen beschreven is in het visiedocument. in het visiedocument.
Eind 2015 Eind 2015 isis er ereen eenbeschreven beschrevenvisie visie ten aanzien van het leerlandschap ten aanzien van het leerlandschap RVKO. RVKO.
XX
Het leerlandschap RVKO Het leerlandschap betekent dat we alRVKO onze betekent dat al onze medewerkerswe hun kennis medewerkers hun kennis willen laten delen binnen willen laten delenRVKO binnen onze vereniging. onze vereniging. RVKO een medewerkers hebben medewerkers hebben belangrijke functie op een belangrijke functie op school of het bestuurskantoor, maar zij school of het en hun kennis zijnmaar ook van bestuurskantoor, zij voorook de van engrote hunwaarde kennis zijn gehele vereniging. grote waarde voor de gehele vereniging. Ter ondersteuning van het leerlandschap wordt Ter ondersteuning vaneen het kenniscentrum in leerlandschap wordt een samenwerking in met de kenniscentrum TMH opgezet. Dit samenwerking metwordt de dé plek voor het inwinnen van TMH opgezet. Dit wordt dé kennis op onderwijskundig plek voor het inwinnen van gebied. kennis op onderwijskundig gebied. Om die kennis te delen en om meer gestalte te geven Om te delen en aandie dekennis onderlinge om meer gestalte te geven verbondenheid starten wij aan de onderlinge met het organiseren van verbondenheid professionele starten wij met het organiseren ontmoetingen zoals van professionele expertisecafés, collegiale ontmoetingen zoals en consultaties (binnen expertisecafés, collegiale tussen de scholen, consultaties (binnen en waaronder ook interne audits), tussen deintervisies scholen, en clustervergaderingen. waaronder ook interne Daarnaast verbeteren audits), intervisies en wij onze digitale clustervergaderingen. mogelijkheden tot hetwij Daarnaast verbeteren delen van kennis. Hierbij onze digitale valt te denken aan een mogelijkheden tot het delen van kennis. Hierbij valt te denken aan een
56
In 2018 is de RVKO een professionele In 2018 is de RVKO een professionele leer-werkgemeenschap. In 2017 blijkt leer-werkgemeenschap. In 2017 blijkt dit ook uit de resultaten van het dit ook uit de resultaten van het medewerkerstevredenheidsonderzoek. medewerkerstevredenheidsonderzoek.
Eind 2015 is het kenniscentrum gestart.
X
X
Eind 2015 is het kenniscentrum gestart. Eind schooljaar 2017-2018 is het kenniscentrum extern erkend Eind schooljaarook 2017-2018 is het als expertisebron voor het primair kenniscentrum ook extern erkend als onderwijs. expertisebron voor het primair
X
X
X
onderwijs. Eind 2015 beschikt de RVKO over een evenwichtig palet aan Eind 2015 beschiktvoor de RVKO over een contactmomenten en tussen evenwichtig palet aan medewerkers waarin kennis wordt contactmomenten voor en tussen gedeeld. medewerkers waarin kennis wordt gedeeld. Eind schooljaar 2016-2017 neemt 80% van de medewerkers, op basis van hun Eind schooljaar 2016-2017deel neemt persoonlijk ontwikkelplan, aan 80% van de medewerkers, op basis van hun scholingsactiviteiten. persoonlijk ontwikkelplan, deel aan Einde schooljaar 2016-2017 is er een scholingsactiviteiten. digitaal leerplatform voor alle medewerkers. Einde schooljaar 2016-2017 is er een digitaal leerplatform voor alle medewerkers.
X
X
X
X
X
X
X
48
48
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
2.
3.
Onze leiders zijn resultaatverantwoor de-lijke onderwijskundige leiders die, volgens het subsidiariteitsprinci pe, sturen op autonomie in verbondenheid.
RVKO medewerkers zijn zelfverantwoordelijke professionals die
digitaal platform waarop kennis wordt opgeslagen en op basis van gebruikersprofielen, selectie- en zoekcriteria voor gebruikers relevante informatie wordt ontsloten. Ontwikkelen van een RVKO Management Development programma ‘Onderwijskundig Leiderschap’. In dit programma komen onze huidige schoolleiders tot deskundig en verantwoordelijk leiderschap op het gebied van de onderwijs, personeel en financiën. De schoolleider creëert op basis daarvan het juiste onderwijsklimaat.
In juni 2015 zijn alle schoolleiders gestart met deelname aan activiteiten uit het RVKO MD (management development) programma.
X
Resultaatverantwoordelijk onderwijskundig leiderschap wordt door schoolleiders zichtbaar gemaakt in: - personeelsdossiers (IPB verslagen en personele zorg) - financiële verantwoording - tevredenheidspeilingen - opbrengstanalyses - interne/externe auditrapporten (inspectie)
In 2016 maakt 50% van de schoolleiders dit zichtbaar. In 2018 maakt 100% van de schoolleiders dit zichtbaar.
Het aanpassen van de huidige opleidingstrajecten van aankomend directiepersoneel (oriëntatiejaar en NSA) naar een gedegen interactieve opleiding met een breed en gevarieerd eigentijds aanbod waarin (vak)kennis en vaardigheden worden gedeeld. Het ontwikkelen van een ‘Lerende Organisatie’.
Eind schooljaar 2014-2015 is er een compleet curriculum voor het MDtraject uitgewerkt voor de huidige en de nieuwe schoolleiders.
X
In 2015 is er een vastgesteld RVKOprofiel voor medewerkers.
X
X X
49
57
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
werken vanuit een positieve grondhouding en voortdurend leren en ontwikkelen in verbondenheid met collega’s.
4.
We zijn een duurzame en transparante organisatie en verantwoorden ons intern en extern over inzet en prestaties.
Bouwen aan een lerende organisatie betekent onder meer het ontwikkelen van een leercultuur. Basisvoorwaarden voor een dergelijke leercultuur, waarin mensen zich vrij voelen om knelpunten en fouten bespreekbaar te maken, nieuwe ideeën uit te proberen en feedback te geven en te ontvangen, zijn: vertrouwen, veiligheid en wederzijds respect.
Eind schooljaar 2016-2017 voldoet elke medewerker aan het RVKO-profiel.
Een leven lang leren blijkt uit de actieve deelname van elke RVKO medewerker aan scholing/ontwikkeling en dit onderwerp maakt altijd onderdeel uit van de functionerings- en beoordelingsgesprekken.
Eind schooljaar 2014-2015 geeft elke onderwijsgevende RVKO medewerker aantoonbaar inhoud aan de deskundigheidsbevordering
Enkele belangrijke middelen hiertoe zijn: - een permanent actueel scholingsaanbod; - collegiale ontmoetingsplaatsen; - digitaal kennisplatform; - mobiliteit als vorm van kennisuitbreiding. De door de overheid aan ons ter beschikking gestelde middelen worden binnen onze vereniging op transparante wijze verdeeld over de scholen en stafafdelingen. Hierbij gelden onze strategische doelstellingen als uitgangspunt om zo het maximale in ieder kind naar boven te brengen.
In 2016 heeft iedere RVKO medewerker een persoonlijk ontwikkelingsbudget en hebben alle leidinggevenden zicht op de benutting hiervan.
Vanaf schooljaar 2015-2016 verdelen wij de Rijksbijdrage op basis van een nieuw allocatiemodel dat geënt is op doelstellingen die geformuleerd zijn in het strategisch beleidsplan. Onze scholen steunen het solidariteitsprincipe dat in dit model is opgenomen.
X
In meerjarenplannen en jaarplannen van schooldirecteuren, bovenschools managers en stafmanagers vindt nadere concretisering plaats van de strategische
In 2015 is 40 % van onze directies in staat op basis van een zelfevaluatie integraal verantwoording af te leggen waarbij de relatie wordt gelegd tussen inhoud en financiën met als gevolg individuele resultaatafspraken op maat.
X
X
X
X
50
58
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
doelstellingen in subdoelstellingen waaraan meetbare streefwaarden (KPI’s) worden gekoppeld. De inhoud van de plannen geldt als resultaatgerichte afspraak tussen het College van Bestuur en de desbetreffende directeur of manager. Het gaat echter niet alleen om het nastreven van een resultaat, maar juist ook om de juiste dialoog over het behalen of niet behalen van een resultaat.
In 2017 is 100 % van onze directies daartoe in staat.
X
De meest essentiële onderdelen van onze administratieve organisatie (AO) en de daarin opgenomen maatregelen van interne beheersing zijn voor eind 2015 beschreven. Eind 2016 zijn alle onderdelen van de AO/IB beschreven. Wij beschikken over een totaaloverzicht van deze beschrijvingen en onderhouden onze AO indien zich wijzigingen voordoen.
X
In 2015 starten wij met de zelfstandige toetsing van de naleving van de AO en voor eind 2016 toetsen wij dit voor onze belangrijkste processen op basis van een vast controleplan. Medio 2015 hebben wij ons landschap van informatiesystemen in kaart gebracht en voor eind 2016 hebben wij een integrale toekomstvisie ten aanzien van onze informatiesystemen geformuleerd. In 2018 beschikken wij over informatiesystemen die onze strategie en processen optimaal ondersteunen.
X
Er wordt een risicoanalyse verricht waaruit blijkt wat de belangrijkste risico’s zijn ten aanzien van onze (strategische) doelstellingen. Als vervolg op de risicoanalyse wordt geïnventariseerd en inzichtelijk gemaakt met welke maatregelen deze risico’s worden beperkt of weggenomen, dan wel om welke reden het risico wordt aanvaardt.
In 2015 wordt de risicoanalyse verricht alsmede de inventarisatie van de maatregelen van interne beheersing. Tevens wordt de koppeling gemaakt naar de vermogenspositie.
X
Het onderhoud aan RVKO gebouwen wordt planmatig en duurzaam verricht zodat onze
In 2015 wordt al het onderhoud verricht op basis van een actueel meerjaren onderhoudsplan.
X
De streefwaardes of KPI’s worden met voldoende regelmaat gemeten en opgenomen in één managementrapportage. In managementrapportages is voldoende ruimte voor de uitleg bij de resultaten. Onze informatiesystemen worden verder geoptimaliseerd en waar mogelijk geïntegreerd. Wij streven naar één centrale vastlegging van juiste en volledige informatie in plaats van gefragmenteerde vastlegging op verschillende plaatsen.
X
X X X
51
59
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
5.
Onze communicatielijnen zijn effectief en modern.
gebouwen een optimale bijdrage leveren aan het onderwijs en het leerklimaat.
In 2016 is de huisvestingssituatie zo georganiseerd dat deze volledig aansluit op de onderwijsbehoefte en deze optimaal ondersteunt.
De wensen en eisen ten aanzien van onze communicatielijnen worden geïnventariseerd. Vervolgens worden deze gerealiseerd in een digitale werkomgeving die communicatie en het delen van kennis adequaat ondersteunt.
Eind 2015 is de externe website van de RVKO aangepast, zodat deze actuele, relevante en juiste informatie weergeeft. Ten aanzien van het onderhouden van de website en het plaatsen van berichten daarop is een procedure beschreven en geïmplementeerd.
X
Wij verantwoorden ons op eenduidige, duidelijke en transparante wijze richting onze omgeving. Het gaat hierbij niet om de kwantiteit, maar om de kwaliteit van de informatie. Wij zijn voldoende in contact met onze belanghebbenden (stakeholders).
In 2015 hebben wij een communicatieplan opgesteld, waarin is geformuleerd op welke wijze wij met onze belanghebbenden communiceren en hoe wij proberen voldoende met hen in contact te blijven.
X
Eind 2015 maken de RVKO en haar scholen in de communicatie op een passende manier gebruik van eigentijdse communicatiekanalen. Voor de scholen en de medewerkers is een heldere richtlijn geformuleerd over het gebruik van nieuwe media.
X
Medio 2016 beschikt de RVKO over een volledig digitale werkomgeving. Alle beschikbare data, nodig voor een goede communicatie, is goed toegankelijk en actueel.
X
X
52
60
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
3. We enen beïnvloeden diedie actief We verbinden verbindenons onsmet metonze onzeomgeving omgeving beïnvloeden actief Richtinggevende Richtinggevende uitspraken uitspraken Wat Wat willen willenwe webereiken? bereiken? 1. 1. Er Er isis educatief educatief partnerschap partnerschapmet met ouders/verzorgers ouders/verzorgers om om de deontwikkeling ontwikkeling van de kinderen te van de kinderen te versterken. versterken.
Acties Kwaliteitsnormering en monitoring Actiesenenstrategieën strategieën Kwaliteitsnormering en monitoring Hoe doen? zijnzijn wewe tevreden? Hoegaan gaanwe wehet het doen? Wanneer Wanneer tevreden?
Het junijuni 2015 ligtligt er een door de GMR HetRVKO RVKObeleidskader beleidskader In In 2015 er een door de GMR X voor Educatief goedgekeurd beleidsplan Educatief voor Educatief goedgekeurd beleidsplan Educatief Partnerschap wordt Partnerschap(EP) (EP) wordt Partnerschap. Partnerschap. opgesteld. opgesteld.DitDitkader kader vormt de basis voor de vormt de basis voor de schoolgids, waarin elke schoolgids, waarin elke school specifieke school specifieke uitwerking geeft aan EP. uitwerking geeft aan EP. Leraren en ouders Lerarengeïnformeerd en ouders worden worden geïnformeerd over de consequenties over consequenties van EPde (wederzijdse van EP (wederzijdse afspraken en afspraken en om dit verwachtingen) verwachtingen) om dit vervolgens in de praktijk vervolgens in de te kunnen brengen.praktijk te kunnen brengen.
2. Iedere medewerker in professionaliteit 2. isIedere medewerker een is inrepresentatieve professionaliteit vertegenwoordiger een representatieve van de RVKO. vertegenwoordiger van de RVKO.
3. Onze scholen betrekken de 3. maatschappelijke, Onze scholen betrekken de bij digitale context maatschappelijke, het realiseren van digitale context bij onderwijsdoelen en het realiseren van al onze leerlingen verlaten mediawijsen onderwijsdoelen de basisschool. al onze leerlingen verlaten mediawijs de basisschool.
15 15 16 16 17 17 18 18
X
Schooljaar 2015-2016 heeft elke school X 2015-2016 heeft en elke school X hetSchooljaar EP beleidskader uitgewerkt het EP beleidskader uitgewerkt en opgenomen in de schoolgids. opgenomen in de schoolgids. Leerkrachten treden ouders als Leerkrachten treden oudersOuders als educatieve partner tegemoet. educatieve partner tegemoet. worden actief betrokken bij de Ouders wordenen actief betrokken bij de inrichting uitvoering van EP. inrichting en uitvoering van EP. Eind schooljaar 2016-2017 waardeert Eind waardeert 80% vanschooljaar de ouders2016-2017 en de 80% van dehet ouders en de medewerkers EP positief. het EPintegriteitscode positief. In medewerkers 2015 is er een RVKO X met duidelijke kaders ten van In 2015 is er een RVKOaanzien integriteitscode X hetmet gedrag van onze RVKOten aanzien van duidelijke kaders medewerkers. het gedrag van onze RVKO medewerkers.
We ontwikkelen een integriteitscode dieeen van We ontwikkelen toepassing is op alle integriteitscode die van RVKO medewerkers. toepassing is op alleIn deze code zijn vereistenIn RVKO medewerkers. ten aanzien van deze code zijn ons vereisten gedrag opgenomen ten aanzien van ons waaraan iedere RVKO In 2016 waarderen medewerkers de X gedrag opgenomen medewerker zich dient te toepassing van de integriteitscode waaraan iedere RVKO In 2016 waarderen medewerkers de committeren. medewerker zich dient te positief. toepassing van de integriteitscode committeren. positief. RVKO medewerkers In 2016 ontvangt de RVKO een positief X spreken elkaar aan oordeel van haar stakeholders t.a.v. RVKO medewerkers In 2016 ontvangt de RVKO een positief indien afwijkend gedrag professionaliteit. spreken elkaar aan oordeel van haar stakeholders t.a.v. ten opzichte van de indien afwijkend gedrag professionaliteit. integriteitscode wordt ten opzichte van de vertoond. integriteitscode wordt Eind 2015 is er een beleidsnotitie We ontwikkelen het X vertoond. RVKO beleid ‘Onderwijs ‘Onderwijs en moderne media’. Tevens We ontwikkelen het er een beleidsnotitie X en moderne media’. Dit zijnEind dan2015 voor is schooljaar 2015, op basis RVKO beleid en operationele moderne media’. Tevens visiestuk wordt‘Onderwijs vertaald van‘Onderwijs deze notitie, doelen en moderne media’. Dit t.b.v. zijnde dan voor schooljaar naar operationele doelen scholen opgesteld. 2015, op basis visiestuk wordt vertaald van deze notitie, operationele doelen t.b.v. de scholen. naar operationele doelen t.b.v. de scholen opgesteld. Moderne media worden t.b.v.ingezet de scholen. breed in de scholen. Moderne media worden breed ingezet in de Leraren worden Vanaf schooljaar 2015-2016 heeft de X scholen. geschoold/getraind in de RVKO voldoende trainingen en brede toepassing cursussen geselecteerd die op heeft de Leraren wordenvan Vanaf schooljaar 2015-2016 X moderne media. wijze invulling geven aan geschoold/getraind in de adequate RVKO voldoende trainingen en de
brede toepassing van moderne media.
cursussen geselecteerd die op adequate wijze invulling geven aan de
X
X
X
X
53
53
61
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
Richtinggevende uitspraken Wat willen we bereiken?
Acties en strategieën Hoe gaan we het doen?
Leerlingen zijn zelf verantwoordelijk voor hun aandeel in digitale onderwijsactiviteiten. 4. De RVKO neemt deel aan en initieert overleg met partners in het lokale en maatschappelijke veld en participeert actief in verbanden en organisaties (ook landelijk).
De RVKO is een actieve speler in het ’onderwijsveld’. Vertegenwoordigers van de RVKO nemen actief deel aan voor de vereniging relevantie overlegsituaties en samenwerkingsverbanden. In kaart brengen van overlegsituaties /samenwerkingsverbanden/partners, zowel regionaal als landelijk (politiek, G4, etc.).
Kwaliteitsnormering en monitoring Wanneer zijn we tevreden?
15
16
17
opleiding van leraren rondom de toepassing van moderne media. Eind schooljaar 2016-2017 verlaten alle leerlingen ‘mediawijs’ de basisschool.
In 2015 is in beeld gebracht in welke overlegsituaties en samenwerkingsverbanden de RVKO deelneemt c.q. deel zou moeten nemen en welke personen de RVKO daar vertegenwoordigen.
X
X
In 2016 nemen leden van het MT en de schooldirecties, als RVKO vertegenwoordiger, deel aan alle relevante overlegsituaties en samenwerkingsverbanden.
X
In 2016 wordt de RVKO meermalen vermeld als bron van beleid of voorbeeld.
X
Visie ontwikkelen op (strategisch)belang van actieve deelname. In kaart brengen van het directiepotentieel en de vertegenwoordiging van de RVKO. 5. RVKO is de plek voor (wetenschappelijk) praktijkonderzoek in het primair onderwijs.
De RVKO sluit convenanten met verschillende instituten voor wetenschappelijk onderwijs. Niet alleen een attitude die onderzoek als bron van nieuwe kennis ziet is van belang, maar ook een actieve bijdrage aan mogelijkheden dit te realiseren.
Vanaf schooljaar 2015-2016 wordt minimaal één medewerker per jaar in staat gesteld te promoveren.
X
Vanaf 2015 zijn onderzoeksvragen geformuleerd en worden contacten gelegd de met diverse instellingen voor wetenschappelijk onderwijs.
X
54
62
18
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
63
Jaarverslag 2014 Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging Rotterdamse Verenigingvoor voorKatholiek KatholiekOnderwijs Onderwijs
64
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
8.
Continuïteit
In dit hoofdstuk worden financiële gegevens en andere kengetallen van het boekjaar 2014 afgezet tegen de verwachtingen voor de komende drie jaren. Voor de goede orde wijzen wij de lezer erop dat de meerjaren prognose taakstellend is en uitgaat van de huidige (bekende) wet- en regelgeving. Het risico dat de realisatie in de toekomst zal afwijken van de meerjaren prognose is, mede door de weerbarstige praktijk, aanzienlijk. In dit verslag is niet gewerkt met meerdere scenario's, noch hebben wij aan de accountant opdracht gegeven om de meerjaren prognose te controleren. 8.1
Gegevensset
Kengetallen (stand 31 december) Personele bezetting in FTE - Management / directie - Onderwijzend personeel - Overige medewerkers Totaal aantal medewerkers Totaal aantal leerlingen (S)BO
2014
2015
2016
2017
121 1.224 168 1.513
121 1.209 172 1.502
121 1.209 176 1.506
121 1.209 176 1.506
19.408
19.565
19.679
19.645
Toelichting op de kengetallen: Het leerlingenaantal heeft de afgelopen jaren een toename laten zien. Naar verwachting stabiliseert het leerlingenaantal de komende jaren. In Rotterdam blijft het leerlingenaantal de komende jaren redelijk stabiel met mogelijk een lichte toename. In de randgemeenten wordt een lichte daling verwacht. Voor inschattingen ten aanzien van de leerlingenaantallen is onder andere gebruik gemaakt van Trends in Beeld (jaarlijkse publicatie van het ministerie van OCW) en de meerjarenramingen van de gemeenten. Zolang de RVKO ten opzichte van andere schoolbesturen blijft beschikken over gelijkwaardige schoolgebouwen verwacht de RVKO haar aandeel in het totaal aantal leerlingen in Rotterdam en omgeving te kunnen handhaven. Het aantal FTE is met ingang van 2014 inclusief de vervangers voor ziekte en andere afwezigheid. De RVKO is sinds 1 augustus 2014 eigenrisicodrager voor het Vervangingsfonds en met ingang van 1 januari 2015 ook voor het Risicofonds. Het aantal vervangingsmedewerkers fluctueert uiteraard op basis van het verzuimpercentage. In verband met teruglopende inkomsten uit de gewichtenregeling en lagere gemeentelijke subsidies, wordt de formatie voor schooljaar 2015/2016 iets teruggebracht. Dit geschiedt geheel door middel van natuurlijk verloop. De toename bij de overige medewerkers betreft het insourcen van de administraties die tot en met 2015 zijn uitbesteed aan een administratiekantoor. Een deel van deze medewerkers is namelijk reeds in de tweede helft van 2015 in dienst in verband met de noodzakelijke voorbereidingswerkzaamheden. Behalve de hiervoor genoemde effecten blijft het aantal FTE in de huidige inschatting verder redelijk constant. Dit hangt samen met de verwachting dat het leerlingenaantal vrij stabiel blijft en er niet wordt uitgegaan van overheidsbezuinigingen. Ieder jaar wordt het effect van de gewichtenregeling opnieuw beoordeeld en vindt, indien noodzakelijk, verdere bijstelling van de formatie plaats.
55
65
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
Meerjarig perspectief van de balans
Balans (€ ’000)
2014
2015
2016
2017
(stand 31 december) Activa Immateriële vaste activa
0
0
0
0
Materiële vaste activa Financiële vaste activa TOTAAL VASTE ACTIVA
9.303 1.861 11.164
10.498 1.861 12.359
11.098 1.861 12.959
10.998 1.861 12.859
VLOTTENDE ACTIVA
37.875
34.295
31.642
30.680
TOTAAL ACTIVA
49.039
46.654
44.601
43.539
25.895 4.593 30.488
24.986 4.639 29.625
23.937 4.685 28.622
23.478 4.732 28.210
1.341
1.341
1.341
1.341
LANGLOPENDE SCHULDEN
184
134
84
34
KORTLOPENDE SCHULDEN
17.026
15.554
14.554
13.954
TOTAAL PASSIVA
49.039
46.654
44.601
43.539
Passiva Publiek eigen vermogen Privaat eigen vermogen TOTAAL EIGEN VERMOGEN VOORZIENINGEN
Toelichting op de belangrijkste ontwikkelingen: De materiële vaste activa nemen naar verwachting toe door extra investeringen in ICT en de verhuizing van het bestuursbureau naar het pand van pabo Thomas More. Er is rekening gehouden met de vervanging van een deel van de inventaris. Buiten deze bijzondere effecten resulteert de grootte van de vereniging in een ideaalcomplex ten aanzien van duurzame investeringen in meubilair, apparatuur, ICT etc. Hierdoor zijn de jaarlijkse investeringen en afschrijvingslasten vrijwel aan elkaar gelijk. De RVKO activeert geen verbouwingen aan schoolgebouwen. Dit wordt, voor zover niet vergoed door bijvoorbeeld een gemeente, direct ten laste van het resultaat geboekt en valt binnen de jaarlijkse begroting van de stafafdeling Facilitaire Zaken. De afname van de vlottende activa betreft enerzijds de, op basis van meerjarig beleid, begrote verliezen van de komende jaren. Deze afname is ook te zien in het publieke deel van het eigen vermogen. Anderzijds wordt uitgegaan van afwikkeling van enkele posten die onder de kortlopende schulden zijn toegelicht. Het private deel van het eigen vermogen neemt jaarlijks iets toe door de daarmee gerealiseerde renteopbrengsten. Onder de kortlopende schulden wordt uitgegaan van de financiële afwikkeling (betaling) van de volgende posten: - Verplichting aan gemeente Rotterdam inzake huur en medegebruik. De totale reservering bedraagt ongeveer € 2,5 miljoen voor 5 jaar. In de prognose wordt ervan uitgegaan dat dit bedrag de komende jaren geheel wordt afgestemd en betaald. - Besteding gemeentelijke subsidies. Er wordt uitgegaan van een daling van de te besteden gemeentelijke subsidies met ongeveer € 0,5 miljoen. Dit hangt onder andere samen met het relatief lage bedrag dat per 31 december 2014 is ontvangen van de organisaties die de externe Nulgroepen verzorgen. Tevens zijn er nog huisvestingssubsidies te besteden.
66
56
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
Meerjarig perspectief van de staat van baten en lasten
Staat van baten en lasten (€ ’000)
2014
2015
2016
2017
Baten Rijksbijdrage Overige overheidsbijdragen Overige baten TOTAAL BATEN
95.840 10.797 5.809 112.446
100.381 11.799 5.436 117.616
102.017 11.678 5.392 119.087
103.021 11.678 5.392 120.091
89.609 2.064 8.426 16.750 116.849
93.930 2.057 9.417 13.544 118.948
95.614 2.244 9.605 13.101 120.565
95.901 2.346 9.605 13.101 120.953
SALDO BATEN EN LASTEN Financiële baten en lasten Resultaat deelneming Buitengewone baten en lasten
-4.403 407 0 0
-1.332 469 0 0
-1.478 475 0 0
-862 450 0 0
TOTAAL RESULTAAT
-3.996
-863
-1.003
-412
Incidentele baten en lasten in totaal resultaat
-3.051
-
-
-
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten TOTAAL LASTEN
Toelichting op de belangrijkste ontwikkelingen: In de jaren 2015 tot en met 2017 worden verliezen begroot, omdat gedurende deze resterende periode van het strategisch beleidsplan ruim € 2 miljoen wordt uitgetrokken voor een gerichte impuls aan de duurzame kwaliteit van het onderwijs. Dit wordt gefinancierd uit de reserves van de vereniging die in 2014, door een incidenteel hoge Rijksbijdrage, met € 6 miljoen waren toegenomen. In het meerjarig perspectief is zowel ten aanzien van de baten als de lasten gerekend met een jaarlijkse indexering van 2% voor 2016 en verder. De hoogte van de Rijksbijdrage is ingeschat op basis van de prognoses van de leerlingenaantallen en de meerjarige gegevens zoals bekend uit de Rijksbegroting OCW, het Nationaal Onderwijsakkoord en Herfstakkoord en de nadere uitleg daarbij zoals verstrekt door de PO-Raad. De exacte uitwerking van deze akkoorden en toewijzing aan school- of kalenderjaren is op het moment van opstellen van dit meerjarig perspectief nog niet beschikbaar. De bedragen moeten daarom met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd worden. In 2015 stijgen zowel de Rijksbijdrage als de huisvestingslasten aanzienlijk. Dit hangt samen met de overheveling van het budget voor buitenonderhoud van gemeenten naar schoolbesturen door het ministerie van OCW. Er is een inschatting gemaakt van het effect van deze overheveling. Het totale budget wordt toegevoegd aan het jaarlijkse onderhoudsbudget van de stafafdeling Facilitair (neutraal effect op het resultaat). Vooralsnog wordt ervan uitgegaan dat dit budget toereikend is om het onderhoud jaarlijks op adequate wijze te kunnen verrichten. In 2015 wordt dit nader geanalyseerd zodra er meer duidelijkheid is over de afspraken over het onderhoud aan panden die juridisch eigendom zijn van de gemeente en op welke wijze de gemeente 57
67
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
Rotterdam Rotterdameen eenaantal aantaloude oudeschoolgebouwen schoolgebouwengaat gaataanpakken. aanpakken.Mogelijk Mogelijkwordt wordtinin2015 2015 het jaarlijkse onderhoudsbudget vervolgens bijgesteld en kan besloten worden het jaarlijkse onderhoudsbudget vervolgens bijgesteld en kan besloten wordentot tothet het opbouwen opbouwenvan vaneen eenonderhoudsvoorziening. onderhoudsvoorziening. De DeRijksbijdrage Rijksbijdrageneemt neemttevens tevenstoe toeals alsgevolg gevolgvan vanextra extragelden geldendie dieop opbasis basisvan vanhet het Nationaal Onderwijsakkoord en het herfstakkoord de komende jaren aan het primair Nationaal Onderwijsakkoord en het herfstakkoord de komende jaren aan het primair onderwijs onderwijsworden wordentoegekend. toegekend. De overige baten dalen De overige baten daleninin2015 2015omdat omdatininde derealisatie realisatievan van2014 2014enkele enkeleincidentele incidentele subsidies zijn opgenomen (o.a. Hij-instroom en Vierslagleren). Tevens subsidies zijn opgenomen (o.a. Hij-instroom en Vierslagleren). Tevens isis inin de de meerjaren meerjarenbegroting begrotinguitgegaan uitgegaanvan vande debekende bekendejaarlijkse jaarlijksesubsidies. subsidies.Ieder Iederjaar jaarslagen slagen de descholen scholenen enhet hetbestuur bestuurerin erinaanvullende aanvullendesubsidies subsidiesteteverkrijgen, verkrijgen,maar maardaar daarwordt wordt niet op voorhand in het meerjarig perspectief vanuit gegaan. niet op voorhand in het meerjarig perspectief vanuit gegaan. De De personele personele lasten lasten zullen zullen stijgen. stijgen. Enerzijds Enerzijds doordat doordat de de cao cao salarisverhoging salarisverhoging uitbreidingen in 2014 leiden tot een stijging van de salarislasten (dan uitbreidingen in 2014 leiden tot een stijging van de salarislasten (daneen eenheel heeljaar jaarde de lasten lastenininplaats plaatsvan vaneen eendeel deelvan vanhet hetjaar). jaar).Anderzijds Anderzijdsdoordat doordatererhogere hogerebedragen bedragen dienen dienenteteworden wordenbetaald betaaldaan aanexterne externepartijen partijendie dieNulgroepen Nulgroepenverzorgen. verzorgen. InIn2015 dalen de overige lasten met ongeveer € 2,7 2015 dalen de overige lasten met ongeveer € 2,7miljoen. miljoen.Dit Ditbetreft betreftmet metname namede de afwaardering afwaarderingvan vande deachtergestelde achtergesteldelening leningaan aanThomas ThomasMore MoreHogeschool. Hogeschool.Dit Ditleidt leidtinin 2014 2014tot totongeveer ongeveer€€33miljoen miljoenaan aanincidentele incidentelelasten lastendie dieerervanaf vanaf2015 2015niet nietmeer meerzijn. zijn. De overige lasten dalen vervolgens nog verder in 2016, enerzijds doordat De overige lasten dalen vervolgens nog verder in 2016, enerzijds doordatenkele enkele subsidies subsidiesaflopen aflopenen ende dedaarmee daarmeesamenhangende samenhangendelasten lasteneveneens eveneenskomen komentetevervallen vervallen (geen (geen doorlopende doorlopende verplichtingen), verplichtingen), anderzijds anderzijds doordat doordat inin 2015 2015 eenmalige eenmalige lasten lasten worden gemaakt voor de insourcing van de financiële administratie en de personeelsworden gemaakt voor de insourcing van de financiële administratie en de personeelsen ensalarisadministratie. salarisadministratie. De Definanciële financiëlebaten batenen enlasten lastenbevatten bevattenininde deprognose prognosealleen alleende derenteopbrengsten, renteopbrengsten, geen potentiële waardestijgingen of -dalingen. De huidige rentestand geen potentiële waardestijgingen of -dalingen. De huidige rentestanden enverwachte verwachte renteontwikkelingen kunnen leiden tot een verdere daling. Vooralsnog renteontwikkelingen kunnen leiden tot een verdere daling. Vooralsnog isis deze deze prognose prognose aangehouden, aangehouden, omdat omdat met met diverse diverse banken banken wordt wordt gesproken gesproken om om de de rentebaten rentebatenverder verderteteoptimaliseren. optimaliseren.
Meerjarig Meerjarigperspectief perspectiefvan vande destaat staatvan vande definanciële financiëlekengetallen kengetallen Liquiditeit Liquiditeit Solvabiliteit SolvabiliteitEV/TV EV/TV Solvabiliteit Solvabiliteit(EV+V)/TV (EV+V)/TV Kapitalisatiefactor KapitalisatiefactorTotaal Totaalvermogen vermogen Kapitalisatiefactor Publiek Kapitalisatiefactor Publiekvermogen vermogen Weerstandsvermogen WeerstandsvermogenTotaal TotaalEV EV Weerstandsvermogen WeerstandsvermogenPubliek PubliekEV EV Rentabiliteit Rentabiliteit
2012 2012 2013 2013 2014 2014 2015 2015 2016 2016 2017 2017
2,2 2,2 61,5% 61,5% 64,5% 64,5% 43,1% 43,1% 36,7% 36,7% 18,0% 18,0% 13,2% 13,2% -0,6% -0,6%
2,4 2,4 63,9% 63,9% 66,7% 66,7% 47,3% 47,3% 40,6% 40,6% 22,4% 22,4% 18,3% 18,3% 5,5% 5,5%
2,2 2,2 62,2% 62,2% 64,9% 64,9% 43,5% 43,5% 39,4% 39,4% 18,8% 18,8% 17,3% 17,3% -3,5% -3,5%
2,2 2,2 63,5% 63,5% 66,4% 66,4% 39,5% 39,5% 35,6% 35,6% 16,3% 16,3% 14,4% 14,4% -0,7% -0,7%
2,2 2,2 64,2% 64,2% 67,2% 67,2% 37,3% 37,3% 33,4% 33,4% 14,7% 14,7% 12,6% 12,6% -0,8% -0,8%
Norm Norm
2,2 0,5 2,2 0,5- -1,5 1,5 64,8% min. 64,8% min.30% 30% 67,9% 67,9% 36,1% 36,1% 32,2% 32,2% max. max.35% 35% 14,3% 14,3% 12,1% 12,1% -0,3% 0 0- -5% -0,3% 5%
De De financiële financiële kengetallen kengetallen tonen tonen aan aan dat dat ondanks ondanks de de begrote begrote verliezen verliezen de de RVKO RVKO de de komende komendejaren jarenfinancieel financieelzeer zeergezond gezondblijft. blijft.ErErwordt wordtvanuit vanuitde debeschikbare beschikbaremiddelen middelen bewust bewustingezet ingezetop opkwaliteit. kwaliteit.Komend Komendjaar jaarzal zalde devermogenspositie vermogenspositieook ookininrelatie relatiegebracht gebracht worden wordenmet metde deinin2015 2015teteverrichten verrichtenrisico-inventarisatie. risico-inventarisatie. Liquiditeit Liquiditeit De Deliquiditeit liquiditeitisisde deverhouding verhoudingtussen tussende devlottende vlottendeactiva activa(de (desom somvan vande deliquide liquidemiddelen, middelen, vorderingen en voorraden) en de kortlopende schulden. De liquiditeitsratio vorderingen en voorraden) en de kortlopende schulden. De liquiditeitsratiogeeft geeftaan aanofofop op korte termijn aan de financiële verplichtingen kan worden voldaan. De ratio komt korte termijn aan de financiële verplichtingen kan worden voldaan. De ratio komtper per ultimo ultimo2014 2014uit uitop op2,2. 2,2.Ten Tenopzichte opzichtevan van2013 2013isisdeze dezeratio ratiomet met0,2 0,2gedaald, gedaald,met metname name door het negatieve exploitatieresultaat 2014 en de investeringen in materiële vaste door het negatieve exploitatieresultaat 2014 en de investeringen in materiële vasteactiva. activa. Het Hetgetal getal2,2 2,2geeft geeftaan aandat datde deliquiditeit liquiditeitruimschoots ruimschootsvoldoende voldoendeisisen enhet hetisisteteverwachten verwachten dat de liquiditeit de komende jaren ook boven de 2 zal blijven. dat de liquiditeit de komende jaren ook boven de 2 zal blijven.
68
58 58
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
Solvabiliteit De solvabiliteit kan op twee manieren worden berekend: het eigen vermogen gedeeld door het totale vermogen, of het eigen vermogen en voorzieningen gedeeld door het totale vermogen. De solvabiliteit geeft aan of op lange termijn aan de financiële verplichtingen kan worden voldaan. De eerste solvabiliteit bedraagt ultimo 2014 62,2%. Ten opzichte van 2013 is dit cijfer afgenomen met 1,7%. De tweede berekeningswijze komt uit op 64,9%, ten opzichte van 66,7% in 2013. De daling wordt met name veroorzaakt door het negatieve exploitatieresultaat (daling eigen vermogen) en het feit dat de kortlopende schulden nog steeds hoog zijn (o.a. openstaande afrekeningen met de gemeente Rotterdam rondom huisvesting). De solvabiliteit is ruimschoots voldoende ten opzichte van het signaleringsniveau dat door de Inspectie van het Onderwijs wordt gehanteerd. De solvabiliteit zal naar verwachting redelijk op niveau blijven de komende jaren (beide ratio’s ruim boven 60%). De daling van het eigen vermogen door de kwaliteitsimpuls (negatief exploitatieresultaat) wordt gecompenseerd door de verwachte vermindering van de kortlopende schulden. Indien de kortlopende schulden toch hoog blijven, zal de solvabiliteit weliswaar dalen, maar nog steeds ruim voldoende zijn. Kapitalisatiefactor De kapitalisatiefactor wordt als volgt berekend: de activazijde van de balans, minus de materiële vaste activa onroerende zaken, gedeeld door de totale baten, inclusief rentebaten. Het geeft een eerste indicatie om te signaleren of onderwijsinstellingen misschien een teveel van hun kapitaal als buffer aanhouden, terwijl het geld in het onderwijs moet worden geïnvesteerd. De kapitalisatiefactor is geïntroduceerd door de commissie Don en wordt sindsdien door het ministerie van OCW als beoordelingsmaatstaf voor de financiële positie van onderwijsinstellingen gehanteerd. Deze discussie spitste zich in eerste instantie toe op ‘rijke’ scholen. Voor een relevant inzicht dient in dit kader te worden gekeken naar de kapitalisatiefactor met betrekking tot het publieke vermogen, deze bedraagt per 31 december 2014 39,4%. Ten opzichte van 2013 is deze iets afgenomen. Voor de beoordeling van dit percentage wordt voor grote instellingen een signaleringsgrens (bovengrens) van 35% aangehouden. Op basis van de plannen van de RVKO daalt dit percentage op verantwoorde wijze richting 32% eind 2017.
Ontwikkeling kapitalisatiefactor (publiek eigen vermogen) 60% 55% 50% 46,3% 45%
45,1%
46,6% 41,6% 37,9%
40%
40,6%
39,4%
36,7% 37,7%
35%
35,6%
30%
32,1%
25% 20% 2007
33,4%
34,6%
2008
2009
2010
2011
Kapitalisatiefactor Publiek vermogen
2012
2013
2014
2015
2016
32,2% 29,9%
2017
32,1% 28,3%
2018
Kapitalisatiefactor Publiek vermogen (2013)
Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen wordt als volgt berekend: het eigen vermogen minus de materiële vaste activa, uitgedrukt in een percentage van de totale baten. Het geeft het vermogen aan om niet-voorziene tot de reguliere bedrijfsvoering behorende risico’s op te vangen. Het weerstandsvermogen bedraagt ultimo 2014 18,8%. Ten opzichte van 2013 is dit percentage met 3,6% gedaald. In de verwachting van voorgaand jaar was nog niet uitgegaan van een afwaardering van de achtergestelde lening aan Thomas More Hogeschool. De komende jaren neemt het weerstandsvermogen naar verwachting verder 59
69
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
af door de geplande kwaliteitsimpuls in lijn met het strategisch beleidsplan en gefinancierd uit het positieve exploitatieresultaat 2013. In 2015 wordt op basis van een risicoanalyse een nadere norm voor door de vereniging aan te houden weerstands- of buffervermogen gesteld.
Ontwikkeling weerstandsvermogen 30%
27,4%
28% 26%
24,9%
25,8% 23,1%
24%
22,4%
22% 18,8%
20% 18%
22,0% 18,8%
18,0%
20,1% 18,4% 17,1%
16,3%
16%
14,7%
14%
14,3%
16,0% 14,5%
12% 10% 2007
2008
2009
2010
2011
2012
Weerstandsvermogen Totaal EV
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Weerstandsvermogen Totaal EV (2013)
Rentabiliteit De berekeningswijze van de rentabiliteit is als volgt: het resultaat uit de gewone bedrijfsvoering gedeeld door de totale baten. De rentabiliteit geeft aan of er sprake is van een positief dan wel negatief bedrijfsresultaat in relatie tot de totale baten. Voor 2014 bedraagt de rentabiliteit -3,5%, met name veroorzaakt door de incidentele afwaardering van de achtergestelde lening aan Stichting Thomas More Hogeschool en het reeds begrote exploitatieverlies 2014 in lijn met de uitvoering van de kwaliteitsimpuls. De komende jaren wordt eveneens een negatieve rentabiliteit verwacht, omdat met de te realiseren kwaliteitsimpuls het positieve resultaat 2013 de komende jaren nog tot een verlies leidt. 8.2
Overige rapportages
Rapportage aanwezigheid en werking van interne risicobeheersings- en controlesysteem Het proces van risicomanagement is in 2010 gestart met het extern laten uitvoeren van een risico-inventarisatie. Vanuit deze inventarisatie worden jaarlijks risico’s (her)beoordeeld, worden maatregelen getroffen om de risico’s te minimaliseren en wordt het benodigde weerstandsvermogen herijkt. Zoals is toegelicht in hoofdstuk 6 wordt de risico-inventarisatie in de eerste helft van 2015 opnieuw verricht. Bij risico’s voor de RVKO valt te denken aan: Risico Kwaliteit van onderwijs Veilige en duurzame gebouwen met de juiste uitstraling Opleiding medewerkers Verzuim
70
Maatregel Interne kwaliteitsaudits, permanente educatie Nulmeting, afspraken gemeenten, meerjarig onderhoudsplan, afspraken onderhoudsbeheerder Geoormerkt nascholingsbudget, extra ruimte voor coaching en begeleiding Nieuwe aanpak ziekte en afwezigheid, rol bedrijfsarts, eigen risicodrager VF/RF
60
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
Risico Onverwachte exploitatieverliezen
Maatregel Meerjarig financieel perspectief, aanscherping budgetbeheer, verbeteren financiële informatiestroom
Ondanks dat het interne risicobeheersings- en controlesysteem nog niet geheel is uitgewerkt, kan wel geconstateerd worden dat RVKO steeds beter in staat is haar risico’s te beheersen. Zo is de voorspelbaarheid van de financiële ontwikkelingen verbeterd, waardoor eerder gerichte maatregelen kunnen worden genomen. Ook ten aanzien van de kwaliteit van het onderwijs is de vereniging steeds beter in staat om vooraf aan te geven welke scholen in de gevarenzone zitten. Op deze wijze kan sneller worden aangevangen met verbetermaatregelen en kan dit worden meegenomen in het overleg met de Inspectie van het Onderwijs. De RVKO opereert daardoor meer en meer proactief in plaats van reactief en kan de lijn van het ingezette beleid beter vasthouden. Zoals eerder aangegeven wordt in de eerste helft van 2015 gestart met een nieuwe risicoinventarisatie (inclusief beoordeling van de risico’s). Naar aanleiding van de inventarisatie wordt de samenhang tussen de voornaamste risico’s en de maatregelen om deze te beheersen in kaart gebracht. Hiermee wordt beter inzichtelijk welke maatregelen de RVKO treft om haar voornaamste risico’s te mitigeren. Tevens kan op deze wijze gerichter aandacht worden besteed aan de naleving van de belangrijkste maatregelen van interne risicobeheersing. Op basis van de risico-inventarisatie zal ook een nadere analyse verricht worden naar de hoogte van het eigen vermogen dat noodzakelijk is om de voornaamste risico’s het hoofd te kunnen bieden zonder dat de continuïteit van de vereniging direct in gevaar is. Op basis van het huidige inzicht worden in de volgende paragraaf de belangrijkste risico’s en onzekerheden beschreven. Beschrijving van de belangrijkste risico’s en onzekerheden Onderwijskwaliteit Het succes van de RVKO valt of staat met de kwaliteit van het onderwijs. Kwaliteit heeft in dit kader vele kenmerken:
kennis, kunde en attitude van de medewerkers uitstraling, mogelijkheden en veiligheid van het schoolgebouw juiste toepassing van het gekozen onderwijsconcept kwaliteit van de lesmethoden, meubilair en ICT etc.
In 2014 zijn de in het daaraan voorafgaande jaar gestarte interne kwaliteitsaudits verder uitgewerkt. Enerzijds leren van elkaar door middel van visitaties, anderzijds gerichte audits indien er indicaties zijn van achterblijvende onderwijskwaliteit. Op deze manier wordt de kwaliteit van alle scholen goed in kaart gebracht. Bij een dergelijke ontwikkeling past ook een goede structuur van permanente educatie. De komende jaren wil de RVKO zich ontwikkelen tot een lerende organisatie. De eerste stappen met een directe link naar de onderwijskwaliteit zijn: Een geoormerkt budget voor nascholing: een persoonlijk budget voor schoolleiders van € 2.000 per jaar en een budget van € 500 per fte dat door de verantwoordelijke schoolleider wordt besteed aan zowel de individuele ontwikkeling van de medewerkers als aan de duurzame ontwikkeling van het team als geheel. De start van de ontwikkeling van een kenniscentrum in samenwerking met Thomas More Hogeschool.
61 71
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
Een uitgebreide toelichting op de RVKO initiatieven op gebied van onderwijskwaliteit is terug te vinden in het hoofdstuk Onderwijs & Identiteit. Bekostiging door Rijksoverheid De bekostiging door het ministerie van OCW bedraagt meer dan 85% van de totale baten van de RVKO. Wijzigingen in deze bekostiging hebben daarom veelal significante impact op de inkomsten van de vereniging. In het primair onderwijs is de prijsbijstelling van de bekostiging de afgelopen jaren achtergebleven bij de stijging van zowel de personele als de materiële lasten. Op basis van het Herfstakkoord en Nationaal Onderwijsakkoord is duidelijk geworden dat de komende jaren meer geld beschikbaar is voor het onderwijs. In december 2013 heeft dat reeds geresulteerd in een aanzienlijke aanvullende bijdrage. Het verloop van de wijze van toekenning is echter grillig (in januari 2015 werd pas een deel van de subsidie 2014 bekend) en ook voor de komende jaren is nog onvoldoende duidelijk welke inhoud de beschikkingen van het ministerie van OCW krijgen. Zo kan de toewijzing op kalenderjaar of op schooljaar geschieden, hetgeen direct van invloed is op het toerekenen van de bekostiging aan kalender- en dus jaarverslaggevingsjaren. Teneinde stabiliteit in de uitvoering van het beleid te realiseren is het van groot belang een goede inschatting van de inkomende geldstroom voor de komende jaren te kunnen maken. De RVKO maakt deze inschatting telkens op basis van de laatst beschikbare informatie, zoals de interpretaties van de genoemde akkoorden, berichtgeving van de PO-Raad, de Rijksbegroting en de Voor- en Najaarsnota. Naast de exacte wijze van toekennen van de additionele middelen aan het onderwijs zijn de prijscompensatie en de gewichtenregeling twee significante risico’s in de bekostiging door het ministerie van OCW. De stijging van de personele lasten door bijvoorbeeld toegenomen premiepercentages (bijvoorbeeld Participatiefonds) is niet volledig gecompenseerd. Ten aanzien van de materiële lasten is al vele jaren duidelijk dat verschillende componenten (bijvoorbeeld energie en huisvesting) van de bekostiging ontoereikend zijn om de werkelijke lasten te kunnen dragen. De RVKO kan door haar grootte op sommige vlakken voordelen realiseren, bijvoorbeeld door aanbestedingen zoals de inkoop van ICT middelen (2013) en het onderhoudsbeheer (2014). Ongeveer € 13,5 miljoen van de baten van de RVKO komt voort uit de gewichtenregeling. Het aantal leerlingen met een gewicht loopt de laatste jaren terug. De staatssecretaris wil het stelsel van de gewichtenregeling herzien en vanaf 1 januari 2015 dient ter onderbouwing van het gewicht van de leerlingen een ondertekende ouderverklaring (standaard model OCW) in de leerlingenadministratie van de school te zijn opgenomen. Uit landelijke onderzoeken blijkt telkens weer dat Rotterdam te maken heeft met de meest uitdagende leerlingenpopulatie. Hierbij hoort in onze optiek ook een significante opslag van de Rijksbijdrage om ieder kind ook daadwerkelijk een gelijke toekomstkans te kunnen bieden. Leerlingenaantal Het leerlingenaantal is de belangrijkste grondslag voor de bekostiging door het ministerie van OCW. Zowel een daling als een onverwachte stijging zijn een risico. Bij een daling komen er minder middelen beschikbaar voor personeel en materieel en is dus aanpassing van de formatie of een bezuiniging op de materiële uitgaven noodzakelijk. Een onverwacht snelle stijging kan leiden tot te grote groepen op scholen, ruimtegebrek etc. Ook een gelijkblijvend leerlingenaantal op totaalniveau van de vereniging kan een risico zijn. De aantallen kunnen per school dan namelijk wel van jaar tot jaar flink verschillen, terwijl het totale budget gelijk blijft. Dit vraagt om een strakke regie ten aanzien van mobiliteit van medewerkers en samenstelling van groepen.
72
62
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
Het is dus van belang dat de RVKO de ontwikkeling van de leerlingenaantallen per school goed inschat en tijdig maatregelen neemt bij bijzondere ontwikkelingen. Er wordt een prognosemodel gehanteerd en minimaal twee maal per jaar vindt per school een controle op de ontwikkeling van het leerlingenaantal plaats. Op basis van de prognoses en externe informatiebronnen van gemeenten en de rijksoverheid is het de verwachting dat het leerlingenaantal van de RVKO zich de komende jaren stabiliseert. In de gemeente Rotterdam neemt het aantal licht toe en in de randgemeenten kan sprake zijn van een lichte daling. Gemeentelijke subsidiestromen Naast de bekostiging door het ministerie van OCW zijn gemeentelijke subsidiebaten, en in het bijzonder de subsidies van de gemeente Rotterdam, de belangrijkste bron van inkomsten voor de RVKO. De gemeentelijke bijdragen worden al langere tijd ontvangen en zijn min of meer een vast onderdeel van de schoolplannen gaan vormen. Indien de gemeentelijke subsidies zouden worden stopgezet, zou dit kunnen leiden tot vermindering van de kwaliteit op de desbetreffende scholen. In het verlengde daarvan roept het de vraag op hoe de formatie op verantwoorde wijze kan worden teruggebracht. De behoefte bestaat om ook met de gemeente te kunnen komen tot nieuwe meerjarige (financiële) afspraken, zodat ook op dit gebied stabiliteit in de uitvoering van het beleid gerealiseerd kan worden. Overigens is niet alleen een reductie van de subsidie een risico; ook een door de gemeente opgelegde herverdeling van het budget over de scholen van de vereniging kan leiden tot een significant risico. Passend onderwijs Vanaf 1 augustus 2014 is de zorgplicht in het kader van passend onderwijs van kracht. Met passend onderwijs dragen besturen in het regulier en speciaal onderwijs gezamenlijk de verantwoordelijkheid om een leerling die ondersteuning nodig heeft een passende plek te bieden. Zowel inhoudelijk als financieel brengt passend onderwijs risico’s met zich mee. Inhoudelijk om daadwerkelijk goed invulling te geven aan de zorgplicht en financieel als het gaat om de middelen die de scholen ter beschikking krijgen om uitvoering te geven aan passend onderwijs. Tot en met schooljaar 2013/2014 ontvingen de scholen bekostiging in de vorm van ‘rugzakjes’. In verband met de verschillende culturele achtergronden in Rotterdam komt het overigens lang niet altijd voor dat ouders een rugzak aanvragen voor kinderen die daar voor in aanmerking zouden komen. De meeste samenwerkingsverbanden voor passend onderwijs hebben aangegeven dat zij in schooljaar 2014/2015 de nog geldende indicatiestellingen voor rugzakleerlingen qua bekostiging volledig of voor een groot deel zullen vergoeden aan de scholen. Het financiële risico voor dat schooljaar is daarmee redelijk beperkt. Per samenwerkingsverband is of komt er een nieuwe systematiek van de toekenning van middelen. De financiële risico’s van de nieuwe toekenningswijzen worden nauwgezet gevolgd. Kinderopvang en peuterspeelzalen De huidige wet en regelgeving heeft een duidelijke scheiding voor wat betreft voorschoolse activiteiten (kinderopvang, peuterspeelzalen) en het onderwijs op de bassischool. De RVKO heeft 21 peuterspeelzalen en zorgt dat de opbrengsten daarvan voldoende zijn om de lasten te dekken. Op veel scholen is ook sprake van samenwerking met externe organisaties voor kinderopvang of peuterspeelzalen. Met name in de kinderopvang zijn naar aanleiding van de recente economische crisis financiële problemen ontstaan. In sommige gevallen heeft de RVKO vorderingen voor bijvoorbeeld huisvesting open staan bij dit soort instellingen (enkele tonnen). Het debiteurenbeheer is op dit gebied verder aangescherpt. Ook is de RVKO in sommige gevallen door de gemeente gedwongen om als penvoerder op te treden voor subsidieprojecten met instellingen voor kinderopvangorganisaties. In geval van de subsidie voor nulgroepen gaat het in 2014 om een bedrag van meer dan € 2 miljoen 63
73
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
waar de RVKO penvoerder is. Met externe partijen worden contracten opgesteld inzake de financiële verantwoordelijkheid. Tevens is hierover regelmatig overleg met de gemeente Rotterdam. Het verschuiven van het financiële risico naar de RVKO is niet gewenst in combinatie met de wettelijke taak inzake het verzorgen van door het Rijk bekostigd primair onderwijs. Ontwikkeling personele lasten Ongeveer 80% van de lasten bestaat uit de personele lasten. Aanpassingen van arbeidsvoorwaarden hebben dan ook significante invloed op de uitgaven van de vereniging. Het effect van premiewijzigingen is al toegelicht bij het risico rondom de bekostiging door het ministerie van OCW. De salarissen van medewerkers in het primair onderwijs zijn de afgelopen jaren op de nullijn gehouden, maar zijn per 1 september 2014 weer verhoogd op basis van de nieuwe cao. De aanpassing van salarissen moet in principe gecompenseerd worden in de Rijksbijdrage, maar daar bestaat geen volledige zekerheid over. Het ministerie van OCW heeft wel aangekondigd dat de prijsbijstelling vanaf 2015 weer volledig wordt doorgevoerd in de bekostiging. Op basis van de verwachte inkomsten wordt de formatie per schooljaar nauwkeurig begroot en ingezet. De ontwikkeling van de personele lasten en de formatie versus de begroting wordt vrijwel iedere maand gecontroleerd door zowel de stafmanager Personeel als de stafmanager Financiën. Eigenrisicodrager Vervangingsfonds en Risicofonds Met ingang van 1 augustus 2014 is de RVKO eigen risicodrager voor vervangingen die ten laste van het Vervangingsfonds en het Risicofonds kwamen. De keuze daartoe is primair op basis van inhoudelijke argumenten gemaakt. Het declaratiesysteem biedt niet de juiste prikkels voor een ziekte- en verzuimbeleid dat past bij de speerpunten van het strategisch beleidsplan van de RVKO. Het ziekteverzuim was in vergelijking met de landelijke, regionale, stedelijke en katholieke cijfers hoog, maar is in 2014 aanzienlijk gereduceerd. Met het behaalde premievoordeel worden de vervangingen vanaf 1 augustus voor eigen rekening gefinancierd. Op volledige jaarbasis gaat het om circa € 4 miljoen premievoordeel ofwel budget voor vervangingen. De afgelopen jaren zou dit premievoordeel toereikend zijn geweest voor de RVKO om de vervangingen zelf te betalen, maar er is onder het eigen risicodragerschap uiteraard wel sprake van een toegenomen financieel risico. Huisvesting Vanaf 1 januari 2015 is de verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud van de schoolgebouwen overgeheveld van de gemeenten naar de schoolbesturen. Ook de middelen zijn overgeheveld. Voor het primair onderwijs betekent dit een overheveling van € 158 miljoen per jaar. Daarnaast is de onderbesteding van gemeenten inzake onderwijshuisvesting vanaf 2015 toegevoegd aan de lumpsum, hetgeen € 256 miljoen per jaar inhoudt. Dit geld lijkt echter in afspraken van het Bestuursakkoord al voor andere doeleinden te zijn aangewezen. De verschuiving van de verantwoordelijkheid biedt kansen om de huisvesting echt substantieel en structureel te verbeteren. Gemeenten blijven vooralsnog wel economisch eigenaar van de panden. De gemeente Rotterdam verkent de mogelijkheden voor volledige doordecentralisatie van de schoolgebouwen. Het belang van financieel budgetbeheer van gebouwonderhoud neemt door de overheveling van het budget voor buitenonderhoud toe. De RVKO beschikt per pand over een actuele meting van de onderhoudsstatus en een meerjaren onderhoudsplan. In 2015 dienen de meerjaren onderhoudsplannen in samenwerking met de onderhoudsbeheerder nog nader te worden uitgewerkt in alternatieve scenario’s en bundeling van werkzaamheden. Dit hangt mede samen met de nog lopende discussie met de gemeente Rotterdam over de panden die momenteel nog juridisch eigendom zijn van de gemeente.
74
64
doeleinden te zijn aangewezen.
Jaarverslag echt 2014 De verschuiving van de verantwoordelijkheid biedt kansen om de huisvesting substantieel en structureel te verbeteren. Gemeenten blijven vooralsnog wel economisch Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs eigenaar van de panden. De gemeente Rotterdam verkent de mogelijkheden voor volledige doordecentralisatie van de schoolgebouwen. Het belang van financieel budgetbeheer van gebouwonderhoud neemt door de overheveling van het budget voor buitenonderhoud toe. De RVKO beschikt per pand over een actuele meting van de onderhoudsstatus en een meerjaren onderhoudsplan. In 2015 dienen de meerjaren onderhoudsplannen in samenwerking met de onderhoudsbeheerder nog nader te worden uitgewerkt in alternatieve scenario’s en bundeling van werkzaamheden. Dit hangt mede samen met de nog lopende discussie met de gemeente Rotterdam over de panden die momenteel nog juridisch eigendom zijn van de gemeente. In aanvang lijkt er een serieuze uitdaging voor de RVKO aanwezig om op langere termijn de jaarlijkse onderhoudslasten in de exploitatie op te kunnen vangen. 64 Rapportage van toezichthoudend orgaan Voor deze rapportage verwijzen wij naar het in dit jaarverslag opgenomen verslag van de Raad van Toezicht.
75
Jaarverslag 2014 Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging Rotterdamse Verenigingvoor voorKatholiek KatholiekOnderwijs Onderwijs
76
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
9.
Jaarverslag Raad van Toezicht RVKO
9.1
Algemeen
De Raad van Toezicht is het orgaan van de vereniging dat op basis van de statuten belast is met het houden van toezicht op de uitvoering van de taken en de uitoefening van de bevoegdheden door het College van Bestuur. Bij de vervulling van zijn taak hanteert de Raad van Toezicht de richtlijnen zoals weergegeven in de Code Goed Bestuur in het primair onderwijs. 9.2
Samenstelling
De leden van de Raad van Toezicht worden benoemd door de Algemene Vergadering van de RVKO. Eén van de leden wordt benoemd op bindende voordracht van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. In 2014 is het rooster van aftreden vastgesteld. In december 2013 is de heer R.A.P. (Ruud) Kouijzer teruggetreden en eind 2014 de heer G.P.M. (Frie) van Os (voorzitter). De RVKO dankt beide heren voor hun waardevolle bijdragen aan de vereniging de afgelopen jaren. Om deze vacatures in te vullen zijn, in overleg met de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad en de Algemene Vergadering, twee functieprofielen opgesteld. Op basis van deze profielen is in september 2014 gestart met het werven van twee nieuwe leden voor de Raad van Toezicht. Voor de werving en selectie is een voordrachtscommissie samengesteld, bestaande uit twee leden van de Raad van Toezicht en drie leden, onder wie de voorzitter, van de Algemene Vergadering. De werving en selectie is succesvol verlopen. Op basis van de voordrachten is de Algemene Vergadering akkoord gegaan met de benoeming, per 1 januari 2015, van prof. dr. M. (Mirko) Noordegraaf en mevrouw A.M.A. (Agnes) van Ardenne-van der Hoeven tot leden van de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht heeft de heer H.A.J. (Hein) van Asseldonk, per 1 januari 2015, benoemd tot voorzitter. Voor de samenstelling in 2014 en de personalia van de leden van de Raad van Toezicht wordt verwezen naar bijlage 3. 9.3
De werkwijze
De Raad van Toezicht heeft in 2014 vijf keer plenair vergaderd. Bij de vergaderingen is ook het College van Bestuur aanwezig. Eén keer per jaar vergadert de Raad van Toezicht gedeeltelijk zonder de aanwezigheid van het College van Bestuur. In deze vergadering wordt het eigen functioneren en het functioneren van het College van Bestuur besproken. In het kader van het inwinnen van informatie over de gang van zaken binnen de RVKO heeft (een afvaardiging van) de Raad van Toezicht in 2014 gesprekken gevoerd met de kerngroep, de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad en het managementteam van het bestuursbureau. Overeenkomstig de afspraak met de Algemene Vergadering, hebben de voorzitter van de Algemene Vergadering, de voorzitter van het College van Bestuur en de voorzitter van de Raad van Toezicht periodiek overleg gevoerd. Daarnaast was er regelmatig overleg tussen de voorzitter van de Raad van Toezicht en de voorzitter van het College van Bestuur. De Raad van Toezicht kent twee commissies: de remuneratiecommissie en de auditcommissie. In beide commissies worden geen besluiten genomen, maar worden onderwerpen voorbereid voor de besluitvorming in de vergaderingen van de Raad van Toezicht. Beide commissies brengen schriftelijk advies uit aan de Raad van Toezicht. De remuneratiecommissie vervult namens de Raad van Toezicht de werkgeversrol voor het College van Bestuur. De remuneratiecommissie doet o.a. voorstellen inzake de 66
77
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
rechtspositionele aangelegenheden van het College van Bestuur en beoordeelt het functioneren van het College van Bestuur. De auditcommissie bespreekt financiële onderwerpen aan de hand van - onder verantwoordelijkheid van het College van Bestuur - opgestelde documenten, zoals de begroting, kwartaalrapportages, de kaderbrief, de jaarrekening, het treasurystatuut etc. 9.4
Besproken onderwerpen
Standaard staan o.a. de volgende zaken op de agenda van de vergaderingen: ter informatie, goedkeuring door de Raad van Toezicht, verantwoording afleggen door het College van Bestuur aan de Raad van Toezicht, adviseren/klankbord, werkgeverschap en het eigen functioneren. Onderstaand worden enkele onderwerpen binnen de betreffende agendapunten, die in 2014 besproken zijn, nader toegelicht. Ter informatie De Raad van Toezicht is o.a. geïnformeerd over: De te verwachte bouwprojecten De Raad van Toezicht is tevreden over het inzicht dat gegeven is in de lopende en komende bouwprojecten en de investeringen in het kader van het eigen huisvestingsbeleid. De Raad van Toezicht is kritisch t.a.v. de risico’s die grote bouwprojecten met zich mee kunnen brengen. Het onderwijskwaliteitsverslag Met name de acties die worden ondernomen, teneinde de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren, zijn uitgebreid besproken. De SKPR De SKPR is een aan de RVKO gelieerde stichting waarin vijf peuterspeelzalen zijn ondergebracht. De jaarrekening en het jaarverslag van de SKPR worden door de Raad van Toezicht kritisch gevolgd. De Raad van Toezicht heeft het College van Bestuur verzocht, zodra er meer helderheid is op het gebied van overheidsbeleid ten aanzien van de kinderopvang, een beleidsvisie te formuleren omtrent de toekomst van de SKPR. De schoolbankrekeningen De Raad van Toezicht heeft geconstateerd dat er duidelijk verbeteringen zijn opgetreden in het gebruik van de bankrekeningen en de administratieve verantwoording daarvan. De Raad van Toezicht bepleit dat het kasverkeer tot een minimum wordt teruggebracht. Het allocatiemodel Gezien het belang van het model met betrekking tot de toekenning van de middelen aan de scholen is het model met de Raad van Toezicht besproken. De Raad van Toezicht is van mening dat het nieuwe model werkbaar en transparant is. Goedkeuring door de Raad van Toezicht De Raad van Toezicht heeft o.a. goedkeuring verleend aan: De gedeeltelijke wijziging van de statuten Behoudens enkele kleine opmerkingen heeft de Raad van Toezicht goedkeuring verleend aan het voorstel tot gedeeltelijke wijziging van de statuten, waarna het voorstel in de extra Algemene Vergadering van 31 maart behandeld en vastgesteld kon worden. Reglement College van Bestuur Elk orgaan binnen de RVKO kent, naast de regels die voortvloeien uit de statuten, een reglement. Het reglement van het College van Bestuur regelt de werkzaamheden van het College van Bestuur. Voor een deel zijn het werkafspraken, voor een deel bevat het bepalingen die concretiseringen zijn van wat goed bestuur is. Er is aansluiting gezocht bij de bepalingen in de Code Goed Bestuur, die door de PO-Raad is vastgesteld. De Raad van Toezicht heeft in 2014 het reglement College van Bestuur RVKO goedgekeurd. Het jaarverslag/de jaarrekening Op de vergadering van 19 mei was de accountant van PWC aanwezig tijdens de behandeling van het jaarverslag/de jaarrekening 2013.
78
67
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
De Raad van Toezicht is van mening dat het jaarverslag transparant is, goed aansluit bij de planning- en controlcyclus en goed inzicht geeft in de ontwikkelingen binnen de RVKO. Tevens is de Raad van Toezicht van mening dat de gepresenteerde financiële gegevens in lijn liggen met de in de kwartaalrapportages verstrekte gegevens. Kritisch is de Raad van Toezicht t.a.v. de volgende onderwerpen: - Het hoge ziekteverzuimpercentage. - Het al dan niet activeren van de investeringen in het kader van het eigen huisvestingbeleid. - Het ontbreken van een goed functionerende projectadministratie. - Treasurystatuut De Raad van Toezicht is van mening dat het door het College van Bestuur voorgestelde statuut een goede basis vormt voor verantwoord beheer van de financiële activa en passiva. De kaderbrief 2015 De Raad van Toezicht vindt dat de kaderbrief een herkenbaar beeld geeft, passend binnen de afspraken over de strategie. De Raad van Toezicht wil wel in 2015 een discussie over het weerstandsvermogen. De leningsovereenkomst RVKO en Stichting Thomas More Hogeschool Eerder is door het College van Bestuur, de Raad van Toezicht en de Algemene vergadering goedkeuring verleend aan het verstrekken van een lening, vanuit het private vermogen, aan de Stichting Thomas More Hogeschool. In 2014 is dit geformaliseerd door het opstellen en ondertekenen van een leningsovereenkomst. De begroting 2015 De Raad van Toezicht herkent in de begroting de keuzes die gemaakt zijn in de kaderbrief. In de begroting wordt ook duidelijk omschreven hoe omgegaan wordt met de in 2013 beschikbaar gestelde gelden voor de kwaliteitsimpuls en de gevolgen van andere ontwikkelingen, zoals de gewichtenregeling. De Raad van Toezicht heeft goedkeuring gegeven aan het College van Bestuur om de begroting vast te stellen. Verantwoording afleggen door het College van Bestuur aan de Raad van Toezicht Door middel van bestuursverslagen legt het College van Bestuur periodiek verantwoording af over de werkzaamheden van het College van Bestuur en de algemene gang van zaken binnen de RVKO. In de bestuursverslagen wordt niet alleen melding gemaakt van de beleidsontwikkelingen, maar ook van specifieke gebeurtenissen waar de RVKO of scholen van de RVKO bij betrokken zijn. Specifiek is er o.a. over de volgende onderwerpen verantwoording afgelegd: De operationalisering van het strategisch beleidsplan c.q. het jaarplan 2014 Het jaarplan wordt helder, maar ook ambitieus genoemd. De financiële viermaandsrapportages Gehecht wordt aan een goede analyse ter verantwoording van het resultaat. De kwaliteit van de analyses wordt steeds beter, maar er blijven verbeterpunten. Met name de analyse van de huisvestingslasten dient verbeterd te worden. De doordecentralisatie van het buitenonderhoud. De Raad van Toezicht adviseert het College van Bestuur om zoveel mogelijk druk op de gemeenten te blijven uitoefenen teneinde de te verwachten tekorten met betrekking tot het buitenonderhoud van de gebouwen te beperken. Adviseren/klankbord De belangrijkste onderwerpen bij dit agendapunt waren passend onderwijs en de onderwijskwaliteit. Met betrekking tot deze onderwerpen werden binnen de Raad van Toezicht open discussies gevoerd. Werkgeverschap Personele bezetting managementteam bestuursbureau De voorzitter van het College van Bestuur heeft de Raad van Toezicht geïnformeerd over de langdurige ziekte van één van de leden van het College van Bestuur, het vertrek van één van de bovenschools managers, de tijdelijke herverdeling van de taken binnen het 68
79
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
managementteam, de verdeling van de scholen in vier clusters en de procedure met betrekking tot de invulling van de vacatures van twee bovenschools managers. De Raad van Toezicht heeft deze ontwikkelingen kritisch gevolgd en daarbij zijn vertrouwen uitgesproken over de door de voorzitter van het College van Bestuur, gesteund door het managementteam, ingeslagen weg. Arbeidsvoorwaarden College van Bestuur In 2014 is voor het eerst een cao voor bestuurders in het primair onderwijs vastgesteld. De Raad van Toezicht heeft de primaire arbeidsvoorwaarden van het College van Bestuur van de RVKO in overeenstemming gebracht met deze cao. Eigen functioneren Samenstelling Raad van Toezicht Voor de ontwikkelingen met betrekking tot de samenstelling van de Raad van Toezicht wordt verwezen naar paragraaf 2 van dit hoofdstuk. Zelfevaluatie Naast de reguliere evaluatie die iedere vergadering plaatsvindt, wordt nu een uitgebreidere zelfevaluatie voorbereid.
80
69
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
Bijlagen Bijlagen
Bijlage 1.
Prestatiebox
Bijlage 2.
Overzicht directieleden scholen
Bijlage 3.
Rooster van aftreden / hoofd- en nevenfuncties Raad van Toezicht
Bijlage 4.
Overzicht nevenfuncties College van Bestuur
81
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
Bijlage 1. Prestatiebox In 2014 heeft de RVKO € 1.780.232 ontvangen van het ministerie van OCW inzake de Regeling prestatiebox. Over deze subsidie wordt in overeenstemming met de regeling in deze bijlage bij het jaarverslag 2014 verantwoording afgelegd. De subsidie is bedoeld voor: Opbrengstgericht werken Professionalisering leerkrachten en schoolleiders Cultuureducatie RVKO onderschrijft de kenmerken van de prestatieboxsubsidie volledig en heeft in haar meerjarig perspectief de prestatieboxmiddelen aangevuld tot circa € 2,4 miljoen per jaar (begroting 2015). De aanvulling vindt plaats uit het positieve exploitatieresultaat 2013 (als gevolg van de incidentele additionele Rijksbijdrage OCW). In totaliteit wordt dit binnen de RVKO het budget voor Kwaliteitsimpuls genoemd. Dit budget geldt voor de totale periode van het strategisch beleidsplan (looptijd 2014 tot en met 2018) en de hoogte van het budget zal jaarlijks worden vastgesteld. In de begroting 2014 was € 3,8 miljoen opgenomen als budget voor de Kwaliteitsimpuls. Omdat in 2014 werd verwacht dat er minder Rijksbijdrage zou worden toegekend en overgemaakt dan begroot (Nationaal Onderwijsakkoord en regeerakkoord), is dit budget voor ongeveer € 3,0 miljoen besteed. In januari 2015 werd echter de gewijzigde bekostigingsbeschikking 2014/2015 bekend gemaakt. Hieruit blijkt dat alsnog een bedrag van circa € 0,8 miljoen aan 2014 dient te worden toegerekend en in de baten van 2014 dient te worden verantwoord. Dit betreft echter het bedrag dat in 2014 niet is besteed aan de Kwaliteitsimpuls en daarom is in de balans van 31 december 2014 een te besteden deel van de prestatieboxsubsidie van afgerond € 0,8 miljoen opgenomen. Dit zal in 2015 besteed worden aan de projecten die de RVKO onder de Kwaliteitsimpuls uitvoert. Opbrengstgericht werken Zowel bovenschools als op individuele scholen is flink geïnvesteerd ten aanzien van deze doelstelling. Bovenschools is gestart met de Stuurgroep Onderwijskwaliteit, waaronder drie taakgroepen vallen: Taakgroep Expertise, Taakgroep Audits (in en extern) en Taakgroep Verantwoording en Leerrendement. Binnen de stuur- en taakgroepen worden plannen voorbereid hoe de RVKO de kwaliteit van het onderwijs optimaliseert en borgt. Dit heeft een concrete vertaling gekregen met de opzet en implementatie van interne kwaliteitsaudits. Door het verrichten van deze audits vindt intensief overleg plaats over de kwaliteit van het onderwijs en de wijze waarop invulling wordt gegeven aan opbrengstgericht werken. In 2014 is gestart met vier eigen schoolcoaches die de scholen ondersteunen conform de filosofie van Stichting leerKRACHT. Optimaal leren door leerlingen vergt volgens deze filosofie leraren die samenwerken in een verbetercultuur; leraren en schoolleiding die leren van elkaar en samen verbeteren. De specifieke aanvragen van scholen waar in 2014 gelden aan zijn toegekend betreffen voor deze doelstelling onder andere: trajecten met externe begeleiding, nieuwe methodes voor rekenen en taal, invoering van Engelstalig onderwijs, extra inzet van intern begeleiders en gericht meer personele inzet ter bestrijding van onderwijsachterstanden. Het resultaat van deze activiteiten is dat in 2014 duidelijk voortgang is geboekt ten aanzien van het detecteren van problemen in de kwaliteit van het onderwijs en het nemen van duidelijke maatregelen om deze zo snel mogelijk op te lossen. Opbrengstgericht werken wordt hiermee breder herkend binnen de RVKO en steeds vaker goed toegepast. Dit is
82
71
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
echter slechts een stap op weg naar verdere verbetering die in de komende jaren onverminderd wordt voortgezet. Professionalisering leerkrachten en schoolleiders In de individuele aanvragen van de scholen zijn diverse additionele nascholingstrajecten (cursussen, maar ook extra coaching) opgenomen. Daarnaast is binnen de RVKO meer budget voor nascholing. Voor iedere schoolleider (directeur, adjunct of leerkracht met adjunct taken) is een persoonlijk scholingsbudget van € 2.000 beschikbaar. Dit budget kan maximaal 4 jaar worden gespaard en op basis van de persoonlijke wens gericht worden ingezet voor de professionalisering. In de begroting 2014 is het budget voor nascholing intern geoormerkt. Voor iedere medewerker (anderen dan de reeds toegelichte schoolleiders) is naar rato van de werktijdfactor jaarlijks een voor nascholingsactiviteiten geoormerkt budget van € 500 beschikbaar. Door oormerking en het in sommige gevallen persoonlijk toekennen van nascholingsbudgetten wordt een gerichte impuls gegeven aan de professionalisering van onze medewerkers. RVKO wil zich ontwikkelen tot een lerende organisatie. In dat kader worden voorbereidingen getroffen om samen met de pabo Thomas More een kenniscentrum te ontwikkelen. Cultuureducatie Het bedrag dat in de regeling is opgenomen voor cultuureducatie is rechtstreeks toegekend aan de scholen. Het gaat om een bedrag van € 208.648 in 2014. Dit bedrag is geheel besteed. Scholen hebben met dit budget diverse activiteiten ondernomen zoals bijvoorbeeld een bezoek aan een museum, dansvoorstelling of theater en voorlichtingen op school inzake kunstzinnige oriëntatie. Op deze wijze is het budget voor iedere leerling van de RVKO-scholen beschikbaar en is aandacht geschonken aan het belang van cultuur in onze samenleving.
72
83
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
Bijlage 2. Overzicht Bijlage Overzicht directieleden directieledenscholen scholen SCHOOL SCHOOL Agnes Agnes
DIRECTIE DIRECTIE Inge IngeTellings Tellings(dir.) (dir.)
Contrabas Contrabas
Karin KarinLammers Lammers(adj.) (adj.) Niek Walinga (dir.) Niek Walinga (dir.) Monique van Raam (adj. taken) Monique van Raam (adj. taken) Hans vd Berg (dir.) Hans vd Berg (dir.) Nick van Deursen (adj.) Nick van Deursen (adj.) Paul Burghouwt (adj.) Paul Burghouwt (adj.) Hijman ten Kaate (dir.) Hijman ten Kaate (dir.) Annemarie van Oers (adj.) Annemarie van Oers (adj.) Aziz El Amiri (dir.) Aziz El Amiri (dir.) Carla Matze (adj.) Carla Matze (adj.) Ria Post (dir.) Ria Post (dir.) Bram Janssen (adj.) Bram Janssen (adj.) Lia v d Horst (dir.) Lia vHeikens d Horst(adj.) (dir.) Timo
Vijfster Vijfster
Timo Kuipers Heikens(dir.) (adj.) Judith Judith Kuipers (dir.) Chantal Kila (adj. taken)
Dominicus
Chantal Kila (adj. taken) Ria Bierhuizen (duo-dir.)
Dominicus
Ria Bierhuizen (duo-dir.) Antoinette Schmidt (duo-dir.)
Don Bosco
Antoinette Schmidt (duo-dir.) Ton van Zevenhuijzen (dir.)
Don Bosco
Nathalie (adj.) Ton vanVersendaal Zevenhuijzen (dir.)
De Grote Reis
Marieke (duo-dir.) NathalieKorst Versendaal (adj.)
De Grote Reis
Gert-Jan Marieke Blonk Korst (duo-dir.) (duo-dir.)
Dr. Schaepman
Rien vd Heuvel Gert-Jan Blonk(dir.) (duo-dir.)
Marijkesingel Dr. Schaepman Joris Ridderkerk Marijkesingel
Dominique v Vugt-de Rien vd Heuvel (dir.)Ruiter (adj.) Sigrid Reitsma (adj.) Ruiter (adj.) Dominique v Vugt-de
Akkers Akkers Albert Schweitzer Albert Schweitzer Park Zestienhoven Park Zestienhoven Augustinus Augustinus Bavokring Bavokring Christophoor Christophoor
locatie West Joris Ridderkerk Elisabeth locatie West
Elisabeth Emmaus Emmaus Fatima Fatima Festijn
Caroline Wijnolts(adj.) (loc. leider) Sigrid Reitsma Lous Payens (dir.) Caroline Wijnolts (loc. leider) Bas Blummel (adj.) Lous Payens (dir.) Anke Langmuur (dir.) Bas Blummel (adj.) Karen de Groot (adj.) Anke Langmuur (dir.) Nicole van Dijk (dir.) Karen de Groot (adj.) Wilma Wiegerink (adj.) Nicole van Dijk (dir.) Natascha Keijzer- de Kok (dir.) Wilma Wiegerink (adj.)
Festijn Globetrotter Afr/Toer
Natascha Keijzer- de Kok (dir.) Claudia Baur (dir.)
Toermalijn Globetrotter Afr/Toer Globetrotter Katendrecht Toermalijn
Daphne de Leeuw (adj.) Claudia Baur (dir.) Tabitha Verhulst (duo-dir.) Daphne de Leeuw (adj.) Sonja Deutz (duo-dir.)
Globetrotter Hildegardis Katendrecht Hildegardis
TabithaGroeneboomVerhulst (duo-dir.) Sandra Veelenturf (dir.) Sonja Deutz (duo-dir.) Carole Verheijen -Struik (adj.) Sandra Groeneboom- Veelenturf (dir.) Carole Verheijen -Struik (adj.)
84
73
73
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
Bijlage 2. Overzicht directieleden scholen SCHOOL
DIRECTIE
Horizon Agnes
Carmen de Gruijl Inge Tellings (dir.)(dir.) Henk (adj.) Karin Pijnenburg Lammers (adj.)
Imelda Akkers
Aziem Jarmohamed Niek Walinga (dir.) (dir.) Joyce Knetemann Monique van Raam(adj.) (adj. taken)
Jacobus Albert Schweitzer
Ron Leeuwen Hansvan vd Berg (dir.)(dir.) Mirjam (onderw. Nick vanMoret Deursen (adj.)inh. taken)
Park Zestienhoven Johannes/Martinus
Paul Burghouwt (adj.) dir) Gerard Kreugel (meerv.
Augustinus
Peter Meijerink (loc .dir.) Hijman ten Kaate (dir.)
Jozef
Annemarie van Oers Gerard vd Zalm (dir.)(adj.)
Bavokring
Diana (adj.) Aziz ElStip-Ammerlaan Amiri (dir.)
Kleine Prins
Carla Matze (adj.) Wilke Vos (dir.)
Christophoor
Belinda Ria PostWarbie (dir.) (adj.)
van Bassenstraat
Shirley Horvath(adj.) (adj.) Bram Janssen
Klimophoeve Contrabas
Arthur (dir.) Lia v d Mandos Horst (dir.) Anja Eijk (adj.) Timo van Heikens (adj.)
Klinker Vijfster
Tineke Visser (dir.) Judith Kuipers (dir.) Elly Gijtenbeek (interim Chantal Kila (adj. taken)directielid)
Laurens Cupertino Dominicus
Gerard Kreugel(duo-dir.) (meerv. dir.) Ria Bierhuizen Rob van der Graaf (loc. dir.) Antoinette Schmidt (duo-dir.)
Lucas Don Bosco
Gerard (meerv. dir.) Ton vanKreugel Zevenhuijzen (dir.) Paul Klunder (loc. dir.) Nathalie Versendaal (adj.)
Maasoever De Grote Reis
Hans Nöllen (dir.) Marieke Korst (duo-dir.) Jacinta Hoogendoorn (adj.) Gert-Jan Blonk (duo-dir.)
Maria (S) Dr. Schaepman
Ineke van Uden(dir.) (dir.) Rien vd Heuvel
Marijkesingel
Joan de Jong (adj.) Ruiter (adj.) Dominique v Vugt-de
Joris Ridderkerk Maria (T)
Sigrid Reitsma (adj.) Judith van Wijngaarden (dir.)
locatie West
Caroline Wijnolts (loc. leider) Liesbeth Thomassen (adj.)
ElisabethBaars Meester
Lous Payens (dir.)(dir.) Yolanda Libregts Bas Blummel Andrea Moret (adj.) (adj.)
Emmaus Mgr. Bekkers
Anke Langmuur Michael Westdijk(dir.) (dir.) Karen de Groot Jan Boone (adj.)(adj.)
Fatima Michael
NicoleZuijdam van Dijk(dir.) (dir.) Peter WilmaVerheij Wiegerink Petra (adj.(adj.) taken)
Festijn
NataschaAdmiraal Keijzer- de Kok (dir.) Nathalie (adj. taken)
Min. Marga Klompé
Rob van der Veer (dir.)
Globetrotter Afr/Toer
Claudia Baur Trudi van Eck(dir.) (adj.)
Toermalijn Capelle Montessori
Daphne de Leeuw (adj.) Evelyne Derks (dir.)
Globetrotter Katendrecht
Tabitha Verhulst (duo-dir.)
Mr. van Eijck
Sonja Deutz (duo-dir.) Mignon de Veer (dir.)
Hildegardis
Ton Hendriks (adj.) Veelenturf (dir.) Sandra Groeneboom-
Nicolaas
Carole Verheijen -Struik (adj.) Annemarie Brinkhof (duo-dir.) Bernadette Lensen (duo-dir.) Martijn van Minnen (adj.)
locatie Mullerpier
73
Lisette Tobé (adj.)
74
85
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
Bijlage 2. Overzicht directieleden scholen SCHOOL
DIRECTIE
Octaaf Agnes
Karianne Lagendaal Inge Tellings (dir.) (dir.) FemkeLammers Privé (adj.) Karin (adj.)
Oosthoek Akkers
Valerie Kluytmans Niek Walinga (dir.)(dir.) Janneke Boot (adj. taken) Monique van Raam (adj. taken)
Oscar Romero Albert Schweitzer
Peter vd Koedood (dir.) Hans Berg (dir.) Ed devan Jong (adj.) (adj.) Nick Deursen
Park Paus Zestienhoven Joannes
Paul Burghouwt (adj.) (adj.) Wouter van der Windt
Augustinus
Anneke ten Belder (dir.) Hijman Kaate (dir.)
Paus Johannes
Annemarie van Oers (adj.) Jennifer Coppens (duo-dir.)
Bavokring
Annemieke Aziz El AmiriNöllen (dir.)(duo-dir.)
Pieter Bas
Carla (adj.) MargaMatze Bohmers (dir.)
Christophoor
Marja Kauffmann (adj.) Ria Post (dir.)
Pionier
Bram (adj.) dir.) Jos deJanssen Leeuw (meerv.
Contrabas
Guido Loos(dir.) (adj.) Lia v dde Horst
Provenier
Timo Heikens (adj.) (dir.) Hanneke v. Keeken
Vijfster
Celine Kuipers van der (dir.) Geest (adj.) Judith
Regenboog
Chantal Kila (adj. taken) George Leuver (dir.)
Dominicus
KittyBierhuizen van den Bulk (adj.) Ria (duo-dir.)
Rozenhorst
Antoinette José PijpersSchmidt (dir.) (duo-dir.)
Schakel Don Bosco
Babsvan Boender (dir.) Ton Zevenhuijzen (dir.) MarjoleinVersendaal Kranenburg(adj.) (adj.) Nathalie
Stephanus De Grote Reis
Astrid van Gogh (duo-dir.) Marieke Korst (duo-dir.) Annemieke Waanders (adj. taken) Gert-Jan Blonk (duo-dir.)
Tangram, het Dr. Schaepman
Goosvd Stavenuiter (dir.) Rien Heuvel (dir.)
Marijkesingel
Mariken Langbroek (adj.) Dominique v Vugt-de Ruiter (adj.)
Joris Ridderkerk
Sadhana Raaijmakers Sigrid Reitsma (adj.) (adj.)
locatie West Tarcisius
Caroline Wijnolts (loc. leider) Bianca Dolman (dir.)
Elisabeth
Lous (dir.)(adj.) AleidaPayens Posthoorn
Theresia
Bas Blummel Annemarie vd(adj.) Jagt (dir.)
Emmaus
Anke Langmuur Ilse Kaak (adj.) (dir.)
Trinoom
Karen de Groot (adj.) Con Latour (duo-dir.)
Fatima
Nicole van Dijk (dir.) Hetteke Stellinga (duo-dir.)
Valentijn
Wilma (adj.)dir.) Jos de Wiegerink Leeuw (meerv.
Festijn
Natascha Keijzer- (adj.) de Kok (dir.) Martin Krijgsman
Vliedberg
Hans Rouss (dir.)
Globetrotter Afr/Toer
Claudia Baur (dir.) Ellen Amri (adj.)
Toermalijn Wegwijzer
Daphne Leeuw (adj.) Thea v dde Borgt (dir.)
Globetrotter Katendrecht
Tabitha Verhulst (duo-dir.) Karin Noordzij-Dekker (adj.)
Willibrord
Sonja Deutz (duo-dir.) Rob Barendse (dir.)
Hildegardis
Sandra GroeneboomVeelenturf (dir.) Rona Eisinger (adj. taken) Carole Verheijen Kim Donkers (adj.-Struik taken)(adj.)
Wingerd
Hanneke Henkens (dir.)
Kroonkruid
Diane Nigg-Hak (adj.)
Beetlhovenlaan
Anke Boelema (adj.)
86
73
75
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs Rooster
Bijlage 3. Rooster van aftreden / hoofd- en nevenfuncties Raad van Toezicht van aftreden
Rooster van aftreden Rooster van aftreden Naam
Naam
Functie
Functie
Commissie
Commissie
Dhr. G.P.M.Dhr. vanG.P.M. Os van Os Voorzitter Remuneratie Voorzitter Remuneratie Drs J.B.M. ten Bergeten Berge Lid Drs J.B.M.
Lid
Dhr. H.A.J. Dhr. vanH.A.J. Asseldonk Lid van Asseldonk
Lid
J.M.M. DumoulinLid Dhr. J.M.M.Dhr. Dumoulin
Lid
Drs. R.W. Verhoeven Lid Drs. R.W. Verhoeven
Lid
Mw. B.G.A.M. van Os
Mw. B.G.A.M. van Os
Lid
Lid
ExpertiseDatum DatumEinde Einde Herbenoembaar Expertisegebied gebied benoeming benoeming Herbenoembaa (profiel) benoeming benoeming (profiel)
1-6-2012 1-9-2014 1-9-2014 Nee
Nee
1-6-2012 1-6-2012 1-9-20161-9-2016 Nee
Nee
1-6-2012 1-6-2012 1-6-20161-6-2016 Ja
Ja
1-6-2012 1-6-20161-6-2016 Ja 1-6-2012
Ja
1-6-2012 1-9-20151-9-2015 Nee 1-6-2012
Nee
1-6-2012
Ja
1-6-2012
Auditcommissie Auditcommissie GMR GMR Auditcommissie Auditcommissie
Remuneratie
Remuneratie
1-6-2016
1-6-2012
Ja
1-6-2016
Hoofd- en nevenfuncties Raad van Toezicht Naam
Hoofdfuncties
Nevenfuncties
Dhr. G.P.M. van Os
Voorzitter Raad van Bestuur BMK vof
Ledenraad Rabo Krimpenerwaard
DGA GPM Productie en Advies BV
Voorzitter omroepraad Krimpen
DGA Rondweg ontwikkeling maatschappij BV
Voorzitter RvT Stichting Thomas More Hogeschool
Secretary General Eurelectric, Brussel
Voorzitter Raad van Commissarissen APX, Amsterdam
Drs. J.B.M. ten Berge
Lid RvT Stichting Thomas More Hogeschool Dhr. H.A.J. van Asseldonk
Vicevoorzitter van de VO-raad te Utrecht
Bestuurslid van de Snickers-De Bruijnstichting te Rotterdam Directeur van Van Asseldonk Schiedam BV Voorzitter Raad van Commissarissen Frankelandgroep in Schiedam
Dhr. J.M.M. Dumoulin
Directeur van Drs. J.M.M. Dumoulin Beheer B.V.
Lid van de Raad van Commissarissen/Financiën Kruidenier Groep (tot 12-03-2014), Rotterdam Ledenraad Rabobank Krimpenerwaard (t/m juni 2014) Ledenraad Rabobank Hart van Brabant (vanaf oktober 2014) Secretaris KBO Haaren (vanaf 22 april 2015) Lid RvT Stichting Thomas More Hogeschool
Drs. R.W. Verhoeven
Lid van de Commissie Landelijke Bondsarbitrage van de Koninklijke Nederlandse Hockey Bond Penningmeester van de Stichting Jeel al Amal Directeur van Duccio B.V. Directeur van R.W. Verhoeven Investment B.V. Lid RvT Stichting Thomas More Hogeschool Lid RvT Stichting Facetscholen
Mw. B.G.A.M. van Os
Directeur-bestuurder van Stichting Alerimus
Lid RvT Stichting Thomas More Hogeschool Lid RvT van Stichting Personenalarmering Hoeksche Waard (SPHW)
76
87
Jaarverslag 2014 Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
Bijlage 4. Overzicht nevenfuncties leden van het College van Bestuur Dhr. drs. A.J.M. (Ton) Groot Zwaaftink Functieverbonden: Voorzitter Algemeen Bestuur Stichting Thomas More Hogeschool Voorzitter College van Bestuur Thomas More Hogeschool Bestuurslid SKPR Bestuurslid BKOR Vice-voorzitter FOKOR Bestuurslid PPO Rotterdam Functiegerelateerd: Voorzitter Arbeidsmarktplatform PO Bestuurslid BvPO Overige: Bestuurslid Condor Mevr. C.M.H. (Lia) Zwaan - van Schijndel Functieverbonden: Bestuurslid Algemeen Bestuur Stichting Thomas More Hogeschool Voorzitter SKPR Voorzitter ICBO
88
78
Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs