Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs Jaarverslag 2010 mei 2011
Zorg dat iedereen standaard dubbelzijdig print. Dat scheelt 20 euro per persoon per jaar. Door de printerdriver standaard op duplex afdrukken
De functie voor dubbelzijdig afdrukken is niet alleen
te zetten, worden alle documenten van meer dan
beter voor het milieu, maar maakt het verwerken van
twee pagina’s automatisch dubbelzijdig afgedrukt.
grote documenten ook eenvoudiger.
Hierdoor kan er tot 10% papier worden bespaard.
Behalve de directe besparing, zorgt dubbelzijdig
Bij een gemiddeld papierverbruik van 8.000 A4tjes
afdrukken ervoor dat er minder afval wordt gegenereerd.
per jaar scheelt dat tweevijfde van een boom, 2,75 kWh
Daarnaast zijn de archiefkosten lager en kunnen ook
en 20 euro per persoon per jaar.
de totale portokosten lager uitvallen.
Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs K.P. van der Mandelelaan 80 3062 MB Rotterdam telefoon: 010-4537500 telefax: 010-4531369 e-mail:
[email protected] website: www.rvko.nl
Voorwoord Bestuur Voor u ziet u het jaarverslag over het kalenderjaar 2010. Het is het tweede verslag in nieuwe vormgeving. Het voormalige zogenaamde secretarieel jaarverslag en het financieel jaarverslag zijn daarbij in elkaar geschoven. In 2010 is het laatste kabinet Balkenende gevallen en hebben nieuwe Tweede Kamer verkiezingen ons een nieuwe regering Rutte gebracht. De plannen van de nieuwe regering leiden ertoe dat er op landelijk en gemeentelijk niveau miljarden moeten worden bezuinigd. Dat zal aan het onderwijs en dus ook aan ons, niet ongemerkt voorbijgaan. Dreigende wolken van bezuinigingen, vaak verbloemd door het gebruik van verhullende termen, komen op het onderwijs af. Dankzij ons solide financiële beleid van de afgelopen jaren zijn de consequenties voor onze vereniging beheersbaar en komt het functioneren niet in gevaar. Daarbij verhardt de maatschappij, zowel in maatregelen als in communicatie. De uitstraling daarvan naar de kinderen die aan onze zorg zijn toevertrouwd maakt het werken van de onderwijsgevenden er niet gemakkelijker op. Voor wat betreft de interne organisatie is verder gebouwd aan een nieuwe bestuursstructuur die de vereniging weer tot in lengte van jaren weerbaar maakt. Nadat een verkennende notitie over de aansturing van de gehele vereniging is besproken, is een nieuwe structuur ontwikkeld waarin de scheiding tussen bestuur en toezicht organiek gestalte krijgt. Binnen de juridische vorm van de vereniging zal in de toekomst de aansturing door een Raad van Toezicht en een College van bestuur plaatsvinden. Daarover is met de algemene vergadering, de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad en de kerngroep van schooldirecties overeenstemming bereikt. De concretisering daarvan is gestart en het is de bedoeling dat per 1 januari 2012 de nieuwe structuur volledig bemenst in werking treedt. Zowel intern als extern staan ons spannende en uitdagende tijden te wachten. Er is het afgelopen jaar met inspanning van velen veel en goed werk verricht. Daarvoor wil ik allen die bij de vereniging, zowel intern als extern, zijn betrokken van harte bedanken. Met uw inzet kunnen we ook de toekomst aan.
G.P.M. van Os Voorzitter Bestuur
2
RVKO Jaarverslag 2010 - www.rvko.nl/jaarverslag 2010
Voorwoord Managementteam In het verleden hebben we helaas moeten constateren dat er binnen de RVKO drie scholen waren waarvan de kwaliteit door de inspectie van het onderwijs werd beoordeeld als ‘zeer zwak’. Daarop zijn we een intensief traject gestart met inzet van de Bovenschools Managers en de schooldirecties om de kwaliteit van de scholen te verbeteren. Er werd ook een directietweedaagse georganiseerd onder de titel: Zicht Op Kwaliteit. De acties hebben ertoe geleid dat we nu geen zeer zwakke scholen meer hebben. Inmiddels wordt gewerkt aan een managementinformatiesysteem. Dit onderwerp vereist onze blijvende aandacht, want we willen in de toekomst geen (zeer) zwakke scholen meer! Het integraal personeelsbeleid heeft zich verder ontwikkeld en is opnieuw opgezet. Als onderdeel van de CAO voor het onderwijs is een nieuwe functiemix ingevoerd. Daardoor ontstaat er een differentiatie binnen het onderwijsgevend personeel; leerkracht A en leerkracht B. Een eerste groep leerkrachten B is inmiddels benoemd. Bovendien is het taakbeleid ingevoerd. Een onderzoek naar de interne organisatie van de huisvestingsactiviteiten heeft geleid tot het besluit een stafgroep Facilitaire Zaken in te richten. Daardoor krijgen en houden we meer grip op de uitvoering van het planmatig onderhoudsbeheer, het zogenaamde eigen huisvestingsbeleid en de grotere bouwprojecten zoals nieuwbouw en uitbreiding van schoolgebouwen. Deze nieuwe afdeling is aan het begin van het jaar gestart. Voor kalenderjaar 2010 was er een tekort begroot, onder andere met het doel om extra initiatieven te ontwikkelen. Vanuit het vermogen zijn extra middelen ingezet ten behoeve van de huisvesting van de scholen, het zogenaamde eigen huisvestingsbeleid, en enkele onderwijskundige projecten; TALENT voor de zeer begaafde leerlingen en het project KANS voor de minder begaafde leerlingen. Naar aanleiding van een rapport van de inspectie van het onderwijs over de hoogte van ons vermogen is een traject gestart dat moet leiden tot een goed onderbouwde financiële risicoanalyse. Naast de verkenning op een mogelijke nieuwe bestuurlijke structuur is het bestuursbureau intern gereorganiseerd. De drie Bovenschools Managers hebben de taak de scholen aan te sturen. Hun staftaken zijn ondergebracht bij de vier nieuw gevormde stafgroepen: Onderwijs & Identiteit, Personeel & Organisatie, Financiële & Juridische Zaken en Facilitaire Zaken. Deze vier worden aangestuurd door een beleidsadviseur. De interne reorganisatie is voltooid. Bovendien is aan het eind van het jaar dhr. P. Lamers (tijdelijk) aan de directie toegevoegd. Namens het managementteam C.M.H Zwaan – van Schijndel, P. Lamers en H.J.M. Schalkwijk
RVKO Jaarverslag 2010 - www.rvko.nl/jaarverslag 2010
3
Inhoudsopgave 1. Algemeen 1.1. Geschiedenis 1.2. De scholen 1.3. Aannamebeleid 1.4. Benoemingsbeleid 1.5. Klachtenregeling
6 6 6 6 6 6
2. Organisatie 2.1. De Vereniging 2.2. Bestuur 2.3. Directie 2.4. Bestuursbureau 2.5. Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) 2.6. Organogram 2.7. Interne contacten 2.8. Externe contacten 2.9. Toekomstige ontwikkelingen
7 7 7 7 7 7 8 8 8 9
3.
4
Kerntaak 3.1. Missie en visie 3.2. Doelstellingen RVKO 3.3. Strategisch beleid
9 9 9 10
4. Onderwijs 4.1. Algemeen 4.2. De onderwijsopbrengsten 4.3. Leerlingenaantallen 4.4. Teldatum basisonderwijs 4.5. Evaluatie 4.6. Weer samen naar school 4.7. Passend Onderwijs 4.8. Projecten TALENT en KANS 4.9. ICT en onderwijs 4.10. Toekomstige ontwikkelingen
10 10 10 10 11 12 12 12 12 13 13
5. Identiteit 5.1. Algemeen 5.2. Schoolbegeleiding 5.3. Beleidsondersteuning 5.4. Akte Godsdienst/Levensbeschouwing 5.5. Toekomstige ontwikkelingen
14 14 14 14 15 15
RVKO Jaarverslag 2010 - www.rvko.nl/jaarverslag 2010
6.
Personeel 6.1. Algemeen 6.2. Formatie 6.3. Personeelsbestand 6.4. Werving 6.5. Blijvend Leren 6.6. Begeleiding van studenten 6.7. Hij-instroomtraject 6.8. Ziekteverzuim 6.9. Bedrijfsmaatschappelijk werk 6.10. Personeelsmobiliteit 6.11. Arbeidsrechtelijke procedures 6.12. Directiebenoemingen 6.13. Toekomstige ontwikkelingen
15 15 15 16 16 16 16 17 17 18 18 19 19 19
7.
Facilitaire Zaken 7.1. Algemeen 7.2. ICT 7.3. Huisvesting en onderhoud 7.4. Binnenklimaat en duurzaamheid. 7.5. Multi Functionele Accommodaties 7.6. Grote projecten. 7.7. BHV en ARBO. 7.8. Verzekeringen 7.9. Toekomstige ontwikkelingen
20 20 20 20 21 21 21 21 21 22
8.
Financiële Zaken 8.1. Algemeen 8.2. Gemeentelijke subsidies 8.3. Balans 8.4. Staat van baten en lasten 8.5. Kengetallen 8.6. Begroting 2011 8.7. Treasury statuut 8.8. Toekomstige ontwikkelingen
22 22 22 22 24 26 27 28 28
Bijlagen 1 Algemene Vergadering
29 29
Bijlagen 2 Aantal leerlingen
30 30
RVKO Jaarverslag 2010 - www.rvko.nl/jaarverslag 2010
5
1. Algemeen 1.1. Geschiedenis De Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs is gesticht op 1 juli 1873. De vereniging bestaat al ruim 137 jaar. Het doel is scholen voor katholiek onderwijs in Rotterdam en omgeving te stichten en in stand te houden. Onder het bestuur van de vereniging ressorteren momenteel 54 scholen met 63 locaties in en rond Rotterdam en 21 peuterspeelzalen, waar bijna 17.500 kinderen en ca. 1.800 personeelsleden actief zijn. De RVKO is één van de grootste schoolbesturen in Nederland, die de zorg en de verantwoordelijkheid voor alle betrokkenen bij de scholen buitengewoon serieus neemt.
1.2. De scholen Naast het klassikale basisonderwijs kent de RVKO de volgende drie onderwijsconcepten: Vier Montessorischolen: Schakel, Trinoom, Kleine Prins locatie Clara Egginkstraat en Montessori Capelle. Vijf Jenaplanscholen: Dr. Schaepman (3 locaties) Het Festijn en Meester Baars. Negen Daltonscholen: Klimophoeve, Tangram, Christophoor, Globetrotter (Katendrecht en Toermalijn), Vijfster, Don Bosco Grote Reis, Don Bosco, Kleine Prins locatie van Bassenstraat en Min. Marga Klompé. Daarnaast zijn er drie scholen voor speciaal basisonderwijs: Lucas, Johannes-Martinus en Laurens-Cupertino.
1.3. Aannamebeleid De bron van inspiratie van de RVKO, het evangelisch ideaal, leidt tot een open aannamebeleid: elk kind is in principe welkom om bij de RVKO onderwijs te volgen, waarbij het katholieke geloof wordt aangeboden en de interreligieuze dialoog wordt aangemoedigd. In de achter ons liggende jaren is onze samenleving immers sterk veranderd: van een verzuilde, christelijke samenleving naar een multiculturele en multireligieuze samenleving met christelijke wortels. Elk kind dat wordt aangemeld wordt in principe aangenomen, met uitzondering van kinderen met een S(B) O-indicatie.
1.4. Benoemingsbeleid We hanteren de katholiek-christelijke uitgangspunten waarbinnen er ruimte is voor niet-kerkelijk gebonden of anders-christelijke en zelfs niet-christelijke medewerkers. Van ieder wordt verwacht dat hij of zij de identiteit onderschrijft, het katholiek geloof kan en wil aanbieden en de interreligieuze dialoog mogelijk maakt.
1.5. Klachtenregeling Ouders, leerlingen en eenieder die deel uitmaakt van de schoolgemeenschap kunnen klachten indienen. Deze kunnen betrekking hebben op gedragingen en beslissingen van het personeel en bevoegd gezag of het nalaten daarvan en ook op gedragingen van anderen die deel uitmaken van de schoolgemeenschap. De meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school zullen in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en schoolleiding op een juiste wijze worden afgehandeld. Ook de aangestelde vertrouwenspersoon gaat eerst na of de klager getracht heeft om het probleem met de aangeklaagde, de directeur en/of de bovenschools manager op te lossen. Indien dat echter, gelet op de aard van de klacht, niet mogelijk is of indien de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, kan men een beroep doen op deze klachtenregeling.
6
RVKO Jaarverslag 2010 - www.rvko.nl/jaarverslag 2010
Het aantal klachten is in 2010 toegenomen tot twintig. Ouders weten sneller de weg te vinden naar het bestuursbureau. Alle klachten konden opgelost worden door bemiddeling van de Bovenschools Managers. Ook het aantal schorsingen is toegenomen. Gedragsproblemen gepaard gaande met ernstig fysiek geweld is in de meeste situaties de reden die hieraan ten grondslag ligt. In 2010 hebben er geen verwijderingen plaatsgevonden. In vier situaties is een ouder voor een bepaalde periode de toegang tot de school en het schoolterrein ontzegd. In alle situaties betrof het dermate verbaal geweld dat de rust en orde op de betreffende scholen, bij voortduring, ernstig verstoord werd.
2. Organisatie 2.1. De Vereniging De RVKO is een Vereniging die bestaat uit 33 leden. Uit deze leden wordt een bestuur gekozen. De voorzitter van het Bestuur wordt door de ALV benoemd. De overige leden worden door het Bestuur benoemd. Zie voor verdere informatie bijlage 1.
2.2. Bestuur Dhr. G.P.M. van Os, Voorzitter, Materiële Zaken Dhr. drs. R.A.P. Kouijzer, Secretaris, Structuur Dhr. drs. W.G. Zijlstra, Penningmeester, Financiële Zaken Dhr. J.B.M. ten Berge, ICT Mevr. dr. C.I.M. Lindemans - Bänziger, Onderwijs Dhr. T.P. Ruiter, Identiteit Dhr. drs. R.W. Verhoeven, Personele Zaken
2.3. Directie Mevr. C.M.H. Zwaan - van Schijndel, portefeuille Personele Zaken. Dhr. drs. H.J.M. Schalkwijk, portefeuille Onderwijs, Financiën en Materiële Zaken. Dhr. drs. P.A.W. Lamers, (tijdelijk vanaf 1 oktober 2010)
2.4. Bestuursbureau In het bestuursbureau waren werkzaam de Bovenschools Managers Riek Timmers, Peter van Deursen, Jan van den Broek, Ger Veldkamp, Frans-Jan van Kessel. Samen met de directie vormen zij het managementteam. Daarnaast zijn er beleidsadviseurs en beleidsondersteuners voor Onderwijs & Identiteit, Personeel & Organisatie, Financiële & Juridische Zaken en Facilitaire Zaken. Allen worden ondersteund door de medewerkers van het secretariaat.
2.5. Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) De GMR neemt een belangrijke plaats in bij de besluitvorming over bovenschoolse zaken. De GMR is niet betrokken bij de beleidsontwikkeling, maar toetst het beleid voordat het definitief wordt vastgesteld. De GMR heeft advies- en/of instemmingsrecht. Hiertoe voert de GMR overleg met het bestuur en leden van het managementteam. In de vergaderingen in 2010 is gesproken over de toekomstige bestuursstructuur van de RVKO, de uitbreiding van het bestuursbureau, een taaltoets voor leerkrachten, de begroting voor 2010, het statuut en het reglement van de GMR, de positie van directeuren in de nieuwe Wet Medezeggenschap op Scholen (WMS), het protocol
RVKO Jaarverslag 2010 - www.rvko.nl/jaarverslag 2010
7
medicijnverstrekking op de scholen en het jaarverslag en de jaarrekening van de RVKO over 2009. In 2010 heeft de GMR een informatieavond georganiseerd voor de medezeggenschapsraden. Hier werden twee onderwerpen besproken: het convenant van de leerkracht met de bijhorende functiemix en, ook interessant voor ouders, de projecten TALENT en KANS. In de GMR kunnen maximaal zestien leden zitting hebben, acht ouders en acht personeelsleden. In 2010 was de GMR voltallig. In 2010 zijn er voor het eerst verkiezingen gehouden omdat er zich meer ouders aanmelden dan er vacatures waren.
2.6. Organogram De organisatie van de RVKO wordt in het onderstaande organogram in kaart gebracht.
AV
GMR
bestuur
kerngroep
management
MR
cluster scholen
bestuurs commissies
2.7. Interne contacten • • • • • • • • • • • •
Tijdens het verslagjaar is sprake geweest van de volgende interne contacten: Algemene Vergadering Bestuur Managementteam Scholen(groepen) Kerngroep Plenaire directievergadering Bestuurscommissie Financiën & Materiële Zaken Bestuurscommissie Onderwijs & Identiteit Bestuurscommissie Personeel & organisatie Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad Financiële commissie ALV Diverse werkgroepen
2.8. Externe contacten • • • • • • •
8
Tijdens het verslagjaar is sprake geweest van de volgende externe contacten: Gemeente Rotterdam, deelgemeenten, randgemeenten Stichting Interconfessioneel Basisonderwijs Rotterdam Besturenraad Katholiek Onderwijs Rotterdam Stichting Katholieke Peuteropvang Rotterdam WSNS (algemene vergaderingen en besturen in alle gemeenten) FOKOR: Algemene vergadering en Bestuur ROF (Rotterdams Onderwijs Forum). Stuurgroep Rotterdams Onderwijs Beleid en diverse programma commissies en werkgroepen.
RVKO Jaarverslag 2010 - www.rvko.nl/jaarverslag 2010
• • • • • • • • • • • • • •
OOGO randgemeenten, inclusief stuurgroepen, werkgroepen, etc. Bouwteamvergaderingen bij div. nieuw- en verbouwplannen PABO: div. overleggen KPC-groep (Katholiek Pedagogisch Centrum): “Pettelaar” overleg G4 Onderwijsplatform 4 Grote Steden; overleg onderwijsachterstanden Dyade Dienstverlening Onderwijs: werkoverleg en cliëntenraad WPS Scholenbeheer: werkoverleg Achmea: Overleg Sociaal Medisch Team (SMT) PO-Raad: algemene vergadering, klankbordgroep en div. werkgroepen KBO (Bond Katholiek Basisonderwijs): Algemene vergadering en bestuursnetwerk BKO (Bureau Katholiek Onderwijs): Commissie Financiën en Materiële zaken en Commissie werkgeverszaken Lodewijk Rogier Stichting Schoolbegeleidingsdiensten Inspectie voor het Onderwijs
2.9. Toekomstige ontwikkelingen In 2011 zal de transformatie naar een ander bestuurlijk concept worden voltooid. De nieuwe Raad van Toezicht en het nieuwe College van bestuur zullen worden bemenst en hun taken gaan uitvoeren. Het is bekend geworden dat de Hogeschool Leiden de pabo Thomas More gaat afstoten. Omdat een goed katholiek opleidingsinstituut voor ons van zeer groot belang is, wordt onderzocht of het mogelijk is deze voorziening weer terug onder ons bestuur te brengen.
3. Kerntaak 3.1. Missie en visie De Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs biedt ouders en leerlingen hoogwaardig, eigentijds primair onderwijs gebaseerd op een zich steeds vernieuwende evangelische traditie en op persoonlijke betrokkenheid van eenieder. Een school is meer dan alleen maar leren en presteren. Er is een meerwaarde, en die vinden we in het evangelie. Deze inspiratiebron leert vooral het geloof in een betere wereld. In school wordt gewerkt aan de vorming van mensen, die nog een groot deel van hun leven voor zich hebben, en die de toekomst inkijken. Voor die toekomst wordt geprobeerd dat geloof in een betere wereld mee te geven. Dat wordt gerealiseerd door vieringen en catecheselessen, maar vooral door het scheppen van een opvoedingsklimaat met waarden en normen, van een speciale sfeer, waarin verdraagzaamheid, solidariteit, zorg voor zwakkeren, open staan voor vreugde en verdriet en respect voor elkaars cultuur en levensovertuiging kunnen worden beproefd.
3.2. Doelstellingen RVKO • • • • • • •
Op basis van de missie en de visie zijn de volgende doelstellingen geformuleerd: De vereniging anticipeert op onderwijskundige en maatschappelijke ontwikkelingen. De vereniging voert een actief en modern personeelsbeleid. De vereniging kenmerkt zich door een goede sfeer. In de vereniging en de scholen wordt grote openheid nagestreefd. De scholen hebben een duidelijke levensbeschouwelijke en onderwijskundige identiteit. Het totale scholenbestand biedt een verscheidenheid aan onderwijsvormen en onderwijsconcepten. De scholen zijn zeer goed gefaciliteerd.
RVKO Jaarverslag 2010 - www.rvko.nl/jaarverslag 2010
9
3.3. Strategisch beleid Het bestuur heeft er het afgelopen jaar voor gekozen de aansturing van de vereniging te herstructureren. Dit resulteert in een gewijzigde bestuursstructuur. Daarnaast is het bestuursbureau intern gereorganiseerd en zijn taken herschikt. Drie Bovenschools Managers hebben de taak de scholen aan te sturen. Hun staftaken zijn ondergebracht bij de vier nieuw gevormde stafgroepen: Onderwijs & Identiteit, Personeel, Financiële & Juridische Zaken en Facilitaire Zaken. De vier groepen worden aangestuurd door een beleidsadviseur. De interne reorganisatie is in het voorjaar van 2011 voltooid. Al lang geleden is een strategisch beleidsplan geformuleerd. In 2011 worden stappen gezet een nieuw en doorwrocht strategisch beleidsplan te ontwikkelen en te implementeren. Daarbij worden alle geledingen betrokken. Met al deze ontwikkelingen zijn stappen gezet naar een nog professionelere organisatie.
4. Onderwijs 4.1. Algemeen In het verleden bezocht de Inspectie van het Onderwijs (IvhO) alle scholen in gelijke mate en rapporteerde over de kwaliteit. Sinds 2007-2008 is er een op risico gerichte werkwijze. Hoe beter de kwaliteit van het onderwijs, hoe minder het toezicht. De verantwoordelijkheid voor het bewaken van de kwaliteit wordt bij het bestuur gelegd. De Inspectie van het Onderwijs maakt jaarlijks van alle scholen een risicoanalyse op basis van (a) de opbrengsten, (b) jaarstukken en (c) signalen. Op basis van beslisregels komt de IvhO tot een conclusie (a) Basisarrangement: voorheen voldoende (b) Aangepast toezicht voor onderwijskwaliteit: voorheen zwak of (c) Aangepast toezicht voor zeer zwakke kwaliteit: voorheen zeer zwak. Om als bestuur de kwaliteit van onze scholen te bewaken is het Management Informatie Systeem (M.I.S.) ‘Zicht op Kwaliteit’ als onderdeel van de bestuurlijke monitor in 2010 ontwikkeld. Dit M.I.S. dient op bestuursniveau inzicht te geven in de stand van zaken op de onderscheiden beleidsterreinen op de scholen en is in de eerste plaats ondersteunend aan de interne verantwoordingslijnen. Wij hebben gekozen voor een systeem waarvoor de gegevens worden gegenereerd door een indicatorenset met bijbehorende vragenlijst en controle, door de Bovenschools Managers, op de naleving van het vastgestelde beleid.
4.2. De onderwijsopbrengsten Jaarlijks worden met de Inspectie van het Onderwijs de opbrengsten van de scholen besproken. Tevens wordt vastgesteld welke scholen worden bezocht en welke arrangementen van toepassing zijn. Er is in 2010 aan drie scholen een aangepast toezichtarrangement toegekend. Met deze scholen zijn concrete afspraken gemaakt om de kwaliteitsverbetering te kunnen realiseren. De scholen die mogelijk risico zouden lopen, zijn door een koppel van twee Bovenschools Managers bezocht en aan de hand van een kijkwijzer nader bevraagd op analyse en waarderingen van opbrengsten binnen de hele school. Naar aanleiding daarvan zijn indien noodzakelijk voor en met de betreffende scholen concrete afspraken gemaakt en acties ondernomen. Daarnaast heeft in 2010 evenals in het voorgaande schooljaar een inventarisatie plaats gevonden van de eindopbrengsten van het schooljaar 2009-2010. Wij hebben geen zeer zwakke scholen meer.
4.3. Leerlingenaantallen Ieder jaar wordt op 1 oktober het aantal leerlingen van de scholen geteld. Deze telling is de basis van de financiering van de gehele vereniging. Vanaf 2003 is het aantal min of meer stabiel. De prognoses van de directies en van de gemeenten laten voor de korte termijn nog een zeer lichte stijging zien van enkele honderden leerlingen. Voor de middellange termijn wordt een stabilisatie of een zeer lichte stijging voorzien.
10
RVKO Jaarverslag 2010 - www.rvko.nl/jaarverslag 2010
Ieder jaar wordt ook een vergelijking gemaakt van het aantal leerlingen van onze scholen met die van de overige scholen in Rotterdam en omstreken. Het geheel in ogenschouw nemend kan worden geconcludeerd dat onze scholen relatief meer leerlingen trekken dan de overige scholen. Uiteraard kunnen er op schoolniveau grote verschillen zijn. Ieder jaar is de leerlingentelling de directe aanleiding om alle scholen te onderzoeken en vast te stellen of er scholen zijn die extra aandacht verdienen en of er extra acties moeten worden ondernomen. In de wet op het Primair Onderwijs is de systematiek van de gemiddelde schoolgrootte vastgelegd. Dat betekent dat scholen onder de opheffingsnorm in stand kunnen worden gehouden, als we voldoende scholen hebben die ruim boven de norm staan. Dat laatste is in ruime mate het geval. Na de invoering van het Persoonsgebonden nummer (PGN) in het Primair Onderwijs in de voorgaande jaren, zijn alle scholen dit jaar aangesloten op BRON. Door deze aansluiting en de regelmatige uitwisseling van gegevens tussen het Leerlingadministratiepakket Parnassys en de Basis Registratie Onderwijs (BRON) wordt de Directie Uitvoering Onderwijs (DUO) in staat gesteld om de leerlingentelling digitaal te verwerken zonder dat de scholen dit apart hoeven aan te leveren rond de teldatum. Ook de groeitellingen, die sinds 1 augustus op bestuursniveau plaatsvinden, zullen op deze manier verwerkt worden. De scholen zijn in dit proces vanuit het bestuursbureau ondersteund om zo tot een goede invoering te komen. Op termijn zal de invoering van BRON een lastenverlichting op de scholen teweeg moeten brengen, dit temeer omdat veel instellingen hun gegevens via BRON aangeleverd kunnen krijgen.
4.4. Teldatum basisonderwijs Het leerlingenaantal op de teldatum 1 oktober is bepalend voor de personele bekostiging van het volgende schooljaar en de materiële bekostiging van het volgende kalenderjaar. Eventueel kan door middel van een groeitelling aanvullende bekostiging worden toegekend. In bijlage 2 zijn de leerlingenaantallen van de scholen opgenomen. In de administratie van de reguliere basisscholen moeten ook de zogenaamde achterstands categorieën worden vermeld. Drie schooljaren geleden is een nieuwe systematiek van leerling-weging ingevoerd, waarbij het opleidingsniveau van de ouders/verzorgers, in plaats van etniciteit, bepalend is. Voor alle leerlingen geldt nu de volgende systematiek: Categorie 0.30: leerlingen waarvan beide ouders een opleiding op LBO-niveau hebben genoten. Categorie 1.20: leerlingen waarvan één van beide ouders of verzorgers alleen basisschool heeft doorlopen en de andere ouder of verzorger een LBO-opleiding. Categorie 0.00: leerlingen waarvan één van beide ouders een hogere opleiding heeft gevolgd dan alleen LBO. Deze systematiek leidt ertoe dat er minder zogenaamde gewogen leerlingen zijn, als gevolg waarvan de reguliere subsidie minder wordt. Daar de gevolgen in de grote steden het grootst zijn, is er een overgangsregeling ontworpen, die afloopt en een nieuwe compensatieregeling opgezet. Deze zogenaamde impulsregeling houdt in dat leerlingen in bepaalde postcode gebieden extra worden gesubsidieerd. Per saldo blijft de totale subsidie ongeveer gelijk. Onderstaande tabel geeft de ontwikkeling weer van de aantallen ongewogen en gewogen leerlingen in de afgelopen jaren. Aantal leerlingen
01-10-2003
01-10-2004
01-10-2005
01-10-2006
01-10-2007
01-10-2008
01-10-2009
01-10-2010
TOTAAL
16.039
16.240
16.186
16.245
16.557
16.851
17.050
17.172
Waarvan Ongewogen
7.784
8.329
8.598
9.791
11.058
12.232
12.432
12.860
Waarvan Gewogen
8.255
7.911
7.588
6.454
5.499
4.619
4.618
4312
RVKO Jaarverslag 2010 - www.rvko.nl/jaarverslag 2010
11
4.5. Evaluatie Voor de ontwikkeling van de kwaliteit van het onderwijs wordt door alle scholen gebruik gemaakt van het evaluatie instrument van het Instituut Nederlandse Kwaliteit (INK-model). In een cyclus van telkens twee jaar vindt de vertaling van de analyse van de gegevens naar het beleid plaats. Het beleid wordt opgenomen in het vierjarenplan van iedere school en krijgt de vertaling naar uitvoering in het jaarplan. Hetzelfde geldt voor de op schoolniveau geanalyseerde opbrengsten en trends vanuit het leerlingvolgsysteem (LVS). Hiertoe is in 2010 de functionaliteit van het administratiepakket Parnassys flink uitgebreid. Enerzijds met zaken die vanuit de wetgeving noodzakelijk zijn, anderzijds met mogelijkheden die de administratie overzichtelijker of gemakkelijker maken. In de gebruikersvereniging hebben we de mogelijkheid om mee te praten over zowel schoolse als bovenschoolse ontwikkelingen in het pakket. In de monitor, die voor het onderwijskundige deel eenmaal per jaar door de Bovenschools Manager op de school wordt afgenomen, worden de ontwikkelingen en toepassingen op onderwijskundig gebied vastgelegd.
4.6. Weer samen naar school In het kader van de samenwerking tussen het basisonderwijs en het speciaal basisonderwijs zijn er samen werkingsverbanden opgericht. In zorgplannen wordt per school de samenwerking beschreven betreffende consultatie, begeleiding en verwijzing. Onderstaande tabel geeft de samenwerkingsverbanden weer waarbinnen onze scholen participeren. Regio
Aantal SWV’s
Aantal scholen
33 (Midden-Holland en Rijnstreek)
1
2
36 (Westland)
1
1
37 (Rotterdam)
2
41
39 (Rijnmond-Zuid)
3
10
TOTAAL
7
54
4.7. Passend Onderwijs Door het ministerie van OC&W zijn nieuwe plannen ontwikkeld voor de zorgbreedte. Iedere school moet voor elk kind aangepast onderwijs kunnen verzorgen, en er moet één indicatieorgaan komen voor alle verwijzingen op het gebied van onderwijs en zorg. Nieuwe wetgeving waarin dit wordt vastgelegd zou in 2012 in werking moeten treden. Het afgelopen jaar zijn de plannen vanuit het ministerie van OC&W financieel vertaald. Dit heeft veel rumoer opgeleverd, omdat er een sterke bezuiniging op de zorg binnen het onderwijs in doorklinkt. Vooralsnog is nog onduidelijk wat de protesten die door scholen, samenwerkingsverbanden, ouders en kinderen zijn gedaan gaan opleveren. Invoering van de wetgeving staat nog steeds gepland voor 2012.
4.8. Projecten TALENT en KANS De vereniging loopt vooruit op de ontwikkeling van Passend Onderwijs door een tweetal projecten met de scholen uit te voeren. Het eerste project, onder de naam TALENT, richt zich op (hoog)begaafde leerlingen. Het tweede project, onder de naam KANS, richt zich op de zorgleerlingen. Beide projecten zijn in een verschillend stadium van ontwikkeling. Er zijn coördinatoren aangesteld, er is een werkgroep van voorloperscholen, er zijn/worden bijeenkomsten georganiseerd voor directieleden en voor intern begeleiders. Het doel van beide projecten is de scholen te ondersteunen. De beide projecten worden financieel vanuit de bovenschoolse begroting ondersteund.
12
RVKO Jaarverslag 2010 - www.rvko.nl/jaarverslag 2010
4.9. ICT en onderwijs Onze ambitie is om in 2013 op iedere school een gediplomeerd ICT-coördinator te hebben. Daarnaast zullen netwerkbijeenkomsten worden georganiseerd om zo kennisdeling binnen de eigen scholen te stimuleren. Een ICT-coördinator op iedere school levert een goede basis om technisch, maar vooral inhoudelijk ICT in het onderwijs in te kunnen zetten. Begin schooljaar 2009-2010 zijn er 5 groepen met zo´n 50 medewerkers gestart met de Post-HBO-opleiding ICT-coördinator. Zij zullen hun opleiding medio 2011 afgerond hebben. In schooljaar 2010-2011 zijn er 2 groepen met in totaal 18 medewerkers gestart. Zij zullen de opleiding medio 2012 afgerond hebben.
4.10. Toekomstige ontwikkelingen Onderwijs wordt steeds meer vanuit opbrengstgericht werken benaderd, zowel vanuit de Inspectie van het Onderwijs als de media en daarmee de ouders. Onze intentie blijft om ontwikkelingsgericht werken leidend te laten zijn binnen de scholen. Deze manier van werken leidt tot adequate opbrengsten. Om de onderwijsopbrengsten eerder in kaart te krijgen wordt een eigen primaire detectie van de eindresul taten op schoolniveau worden gedaan, vooruitlopend op de primaire detectie van de Inspectie. Op basis van de eerste bevindingen wordt met scholen waar risico’s worden gesignaleerd een afspraak gemaakt door de Bovenschools Manager om tot concrete acties te komen. De monitorgesprekken die de Bovenschools Managers jaarlijks houden zullen verrijkt en verdiept worden. De informatieverzameling ter ondersteuning van de RVKO kwaliteitsindicatoren, opgenomen in het Management Informatie Systeem, zal zoveel mogelijk via het leerlingadministratiepakket Parnassys, voorafgaand aan de gesprekken op de scholen, in een managementrapportage beschikbaar komen. Hiermee worden meerdere doelen gediend: het leerlingadministratiepakket wordt door scholen adequaat gebruikt, gegevens zijn sneller digitaal beschikbaar en verenigingsbreed is het mogelijk een vergelijking te realiseren. Via een stappenplan zal de realisatie van digitale managementinformatie vanuit Parnassys verenigingsbreed worden ingevoerd. In 2011 besteedt de Inspectie extra aandacht het schoolplan, de schoolgids, en het zorgplan. Vooruitlopend hierop is met een aantal scholen gewerkt aan een geactualiseerd sjabloon voor het schoolplan. Dit wordt door alle scholen gebruikt. Alle scholen gaan bij aanvang van schooljaar 2011-2012 werken met een herzien schoolplan, dat voldoet aan tenminste alle eisen van de Inspectie en de eigen kwaliteitseisen. Digitale ontwikkelingen gaan snel. Binnen het onderwijs is het werken met nieuwe technologieën, als ondersteuning van het onderwijsproces én voorbereiding van de leerlingen op de maatschappij, niet meer weg te denken. Dit vraagt om een verenigingsbrede visie op onderwijs en ICT. In 2011 wordt deze visie uitgewerkt in samenspraak met vertegenwoordigers van de scholen. Hierbij krijgen de basisvoorwaarden en mogelijkheden voor alle scholen alsook de uniciteit van de school een plaats. De invoering van de wetgeving Passend onderwijs zal in 2011 een prominente plaats innemen. In het voorjaar zal het ministerie van OC&W regionaal gesprekken voeren over de vorming van samenwerkingsverbanden. Doel van deze gesprekken is onder andere de uitwerking van beleidsvoornemens. Aandacht hebben vooral de invoering van het nieuwe stelsel, de gevolgen van de bezuinigingen, de mogelijke indeling van de samenwerkingsverbanden, het behoud van expertise, de relatie met de gemeenten en jeugdzorg, de benodigde ondersteuning en het vervolgtraject ten aanzien van de invoering van de wetgeving Passend Onderwijs.
RVKO Jaarverslag 2010 - www.rvko.nl/jaarverslag 2010
13
5. Identiteit 5.1. Algemeen In alle geledingen van de RVKO werd ook in 2010 regelmatig stilgestaan bij de katholieke identiteit. Er zijn diverse programma’s ontwikkeld om in de school met de teams de discussie te voeren over de betekenis van het begrip “katholieke school”: presentaties, een set met discussiekaarten, programma’s om over de persoonlijke inspiratie na te denken en te zien wat de katholieke traditie ons aan inspiratie te bieden heeft. Op de website van de RVKO zijn voor de scholen diverse onderwerpen geplaatst rond levensbeschouwing en katholieke identiteit. In oktober is door ruim dertig leerkrachten een bezoek gebracht aan de Sikh tempel in Rotterdam.
5.2. Schoolbegeleiding Doel van de begeleiding is: ondersteuning bieden aan de scholen bij het vormgeven aan hun katholieke identiteit en het vak Godsdienst/Levensbeschouwing in de meest ruime zin van het woord. Dat betekent dat op de scholen aandacht was voor de ‘typisch’ katholiek/christelijke thema’s, zoals God, Jezus, Bijbel, gebed en sacramenten, maar ook voor het gevoelsleven en de ervaringen van kinderen, het open en respectvol omgaan met andere religies en levensbeschouwingen, het samen rouwen, het samen vieren, de gevoeligheid voor symboliek en tweede taal, methodes van levensbeschouwelijke vorming, en voor sociale en ethische vorming. Regelmatig wordt door de scholen hulp gevraagd bij de voorbereiding van paas- en kerstvieringen. Op sommige scholen is ook in de zgn. ouderkamers aandacht besteed aan de levensbeschouwelijke vorming en de katholieke identiteit. Daarnaast wordt sinds 2010 een bezinning over een onderwerp van de katholieke identiteit voor de bureau medewerkers georganiseerd. Dit jaar was dat een bezinning over de betekenis van het paasfeest. Ook in komende jaren zal een dergelijke bezinning voor de medewerk(st)ers van het bestuursbureau plaatsvinden. Voor het schooljaar 2010-2011 werd een begeleidingsaanbod samengesteld, waarin drie speerpunten centraal staan: a. structureel drie momenten in team of bouw rond levensbeschouwing of katholieke identiteit, b. een studiemorgen of -middag over inspiratie, c. klassenconsultaties. In overleg met de directies werd het programma voor het nieuwe schooljaar vastgesteld. Enkele belangrijke onderwerpen, waarop de scholen in het afgelopen schooljaar werden begeleid: • Het werken met een levensbeschouwelijke methode. De meeste scholen werken nu met één van de vijf methodes die er in Nederland circuleren. • Het overbrengen van waarden en normen (morele vorming). In dit kader werd op sommige scholen ook expliciet aandacht gegeven aan Waarden, Normen en Burgerschap. • Het geven van achtergrondinformatie over de verschillende levensbeschouwingen. Een aantal van deze vergaderingen vond plaats aan de hand van de inhoud van de leskisten Christendom, Islam, Jodendom en Hindoeïsme, of aan de hand van de Spelkoffer “Reis door religies”. Deze leskoffers werden het gehele jaar door uitgeleend aan scholen. • Het toerusten van leerkrachten over onderwerpen uit de katholieke traditie. Dit gebeurt met name in de studiemorgen/middag over inspiratie, waarin ook de katholiek traditie aan bod komt, maar ook in daarvoor bestemde teambijeenkomsten op verzoek van enkele scholen. • Het bewust worden van de katholieke identiteit van de school. In enkele scholen werden een enquête en een teamvergadering gehouden over de inhoud van het levensbeschouwelijk onderwijs op school.
5.3. Beleidsondersteuning Wanneer een school te maken krijgt met het overlijden van leerlingen, leerkrachten of ouders, zijn de beleidsondersteuners identiteit aanwezig om ondersteuning te bieden in de vorm van gesprekken met het team, de directie of individuele leerkrachten. Daarnaast geven zij adviezen en stellen materialen beschikbaar over het omgaan met rouw, die in de groep kunnen worden gebruikt. De twee beleidsondersteuners hebben in het verslagjaar tien medewerkers individueel begeleid en met hen in totaal zevenentwintig gesprekken gevoerd in verband met psychische problematiek De gesprekken zijn
14
RVKO Jaarverslag 2010 - www.rvko.nl/jaarverslag 2010
vertrouwelijk. Er vindt derhalve geen terugkoppeling plaats naar derden, tenzij de medewerker daarvoor toestemming verleent.
5.4. Akte Godsdienst/Levensbeschouwing Het afgelopen jaar is, evenals voorgaande jaren, veel aandacht besteed aan de nascholing van leerkrachten zonder Akte Godsdienst/Levensbeschouwing (Golev). Conform een afspraak in het bestuur in januari 2001 moet deze Akte worden behaald. Geconstateerd wordt dat het aantal binnenkomende leerkrachten zonder Akte toeneemt. Drieëndertig leerkrachten zijn in september 2010 gestart met het eerste studiejaar op de Thomas More. In overleg met de PABO verzorgen de beleidsondersteuners identiteit van de RVKO het tweede jaar van de cursus. Van de cursisten wordt verwacht dat zij in het tweede jaar een werkstuk schrijven. In de praktijk blijkt dit voor velen een zware opgave. In oktober is aan negentien leerkrachten tijdens een feestelijk samenzijn de Akte uitgereikt.
5.5. Toekomstige ontwikkelingen Eén van de beleidsondersteuners identiteit hoopt in augustus 2012 met pensioen te gaan. Om te zorgen voor continuïteit van de identiteitsbegeleiding is een jonge stagiair aangetrokken om kennis te maken met het werk en eventueel de taak van beleidsondersteuner over te nemen. Om het belang van de katholieke identiteit van de scholen te onderstrepen staan in het voorjaar van 2011 de clusterdagen voor directies in het teken van de katholieke identiteit. De beleidsondersteuners denken na over het gebruik van nieuwe media, om daarmee tegemoet te komen aan de vraag naar materiaal voor de digitale schoolborden. Om op de hoogte te blijven van nieuwe ontwikkelingen, volgen de beleidsondersteuners regelmatig bijeenkomsten, die worden georganiseerd door het IKO, het Instituut voor Katholiek Onderwijs.
6. Personeel 6.1. Algemeen Op het gebied van Personeel en Organisatie ligt de focus op het scheppen van de juiste randvoorwaarden waarbinnen teams en individuele medewerkers optimaal in staat worden gesteld hoogwaardig, eigentijds primair onderwijs te bieden. Vanuit de bestuursfilosofie zijn de directeuren van de scholen integraal verantwoordelijk. Het Bovenschools management stuurt aan op hoofdlijnen van beleid. Het integrale personeelsbeleid, richt zich op de ontwikkeling en het welbevinden van het personeel, zodat leraren en management competent zijn om zorg te dragen voor modern en goed onderwijs. Daarnaast speelt gedegen personeelszorg een belangrijke rol binnen de Vereniging. Door het verder optimaliseren van begeleiding en dienstverlening aan arbeidsongeschikte medewerkers en medewerkers die dreigen uit te vallen, zetten we in op gezond en plezierig werken voor een ieder. Er wordt een instrument gebruikt om minimaal eens per twee jaar de personeelstevredenheid te toetsen.
6.2. Formatie Tijdens de formatiegesprekken hebben de scholen budgetten toegewezen gekregen conform het allocatiebeleid en gebaseerd op de verwachte lumpsumbedragen. Door de specifieke allocatiesystematiek van de RVKO zitten de scholen met een beperkt budget wat ruimer in de formatie, zonder dat de scholen met een veel ruimer budget er noemenswaardig op achteruit gaan. Verenigingsbreed was nauwelijks sprake van combinatiegroepen, met uitzondering van díe scholen waar het onderwijskundig concept dit met zich mee brengt.
RVKO Jaarverslag 2010 - www.rvko.nl/jaarverslag 2010
15
De eigen allocatie van middelen biedt tevens meer budgettaire ruimte voor de managementvoering op zelfstandige dislocaties. Net als het voorgaande jaar kon voor iedere school een passende personele bezetting worden gerealiseerd om uitstekend onderwijs te verzorgen.
6.3. Personeelsbestand Onderstaande tabel geeft de verdeling weer van mannen en vrouwen in directiefuncties, onderwijzende functies en onderwijs ondersteunende functies op 1 februari 2010. Aantal personeelsleden
mannen
vrouwen
Directie
132
55
77
OP
1374
150
1224
OOP
255
81
174
Totaal
1761
286
1475
6.4. Werving Bij aanvang van het verslagjaar was het, overeenkomstig voorgaande jaren, niet eenvoudig om te voorzien in alle tijdelijke vervangingsaanvragen van de scholen door het gebrek aan geschikte kandidaten. Wel konden de meeste vacatures tijdig worden ingevuld door startende leerkrachten die in het voorgaande schooljaar hun stage voor Leraar in Opleiding (LIO) naar tevredenheid hadden vervuld. Voor de invulling van resterende vacatures voor onderwijzend personeel is geput uit het bestand van open sollicitaties dat op het bestuurs bureau wordt beheerd.
6.5. Blijvend Leren
•
•
• •
In het kader van de Wet Beroepen in het Onderwijs en het integraal personeelsbeleid wordt vorm gegeven aan de ontwikkeling van personeel. Er wordt medewerkers een uitgebreid scholingsprogramma aangeboden, bestaande uit: een opleiding voor intern begeleider, een traject Oriënteren op leiderschap (oriëntatiejaar), een Kweekvijver Nederlandse Schoolleiders Academie (NSA), diverse opleidingstrajecten voor conceptscholen (Dalton, Montessori, Jenaplan) en Speciaal Basis Onderwijs, bewegingsonderwijs, een Nederlandse taal cursus, diverse Voor- en vroegschoolse Educatie opleidingen, de cursus godsdienst / levensbeschouwing, en een Bedrijfshulp Verlening cursus. Het belang van goed opgeleide IB-ers wordt onderkend. De geschoolde IB-er heeft een duidelijke visie op kwalitatief goed onderwijs waarin effectief wordt omgegaan met verschillen tussen leerlingen. Vijftien cursisten hebben in het afgelopen jaar het eerste leerjaar goed afgerond. De 14 tweedejaarscursisten hebben allen hun diploma behaald. Leraren met leidinggevende talenten kunnen deelnemen aan een intern opleidingstraject tot schoolleider. In het schooljaar 2009-2010 hebben 26 cursisten deelgenomen aan het oriëntatiejaar, waarin het bewust worden én oriënteren op leiderschap centraal staan. Van deze groep zijn 16 deelnemers doorgestroomd naar het tweejarig kweekvijvertraject (erkend door de Nederlandse Schoolleiders Academie) waarin zij worden voorbereid op leiderschap. De meeste vacatures op directieniveau in het verslagjaar konden vanuit de kweekvijver worden ingevuld. De belangstelling voor de taalcursus, die in 2008 van start is gegaan, is onverminderd groot. Ruim de helft van het RVKO personeel heeft het taalcertificaat inmiddels behaald. De vraag naar gecertificeerde leerkrachten bewegingsonderwijs was in het verslagjaar groter dan het aantal cursisten bewegingsonderwijs.
6.6. Begeleiding van studenten In het verslagjaar hebben de scholen 51 Leraren in opleiding (lio-studenten) begeleid. De ontwikkeling van deze studenten is, zowel op schoolniveau als op bovenschools niveau, steeds nauwlettend gevolgd door middel van klassenconsultaties, interne verslagen, een zelfreflectieverslag, de stagebeoordeling en een gesprek op het bestuursbureau. De lio-studenten die hun opleiding goed afronden, komen in aanmerking voor een
16
RVKO Jaarverslag 2010 - www.rvko.nl/jaarverslag 2010
aanstelling wanneer, naar aanleiding van de formatiegesprekken en de interne overplaatsingsverzoeken, nog vacatures openstaan voor het nieuwe schooljaar. Bij aanvang van het schooljaar 2009-2010 kon aan 39 lio-studenten een passende betrekking worden aangeboden.
6.7. Hij-instroomtraject In 2010-2011 is gestart met het prestigieuze Hij-instroomtraject. Aanleiding voor het traject is het relatief beperkte aantal mannen in het primair onderwijs (18%) in het algemeen en bij de RVKO in het bijzonder (13%). Hierbij dient te worden opgemerkt dat het aantal mannelijke leerkrachten daadwerkelijk nog lager ligt, doordat een relatief groot deel van de mannelijke medewerkers een conciërgefunctie, dan wel een directie functie heeft. Doelstelling van het project is dat iedere RVKO leerling in zijn basisschoolperiode ten minste 2 schooljaren een ‘meester’ voor de groep aantreft. In het verslagjaar zijn uiteindelijk 25 mannen geselecteerd die gezamenlijk een 2-jarig opleidingstraject volgen aan de Pabo en daarnaast 4 dagen per week werkzaam zijn in de scholen.
6.8. Ziekteverzuim De doelstellingen en uitgangspunten van het ziekteverzuimbeleid sluiten aan bij de visie en het integrale personeelsbeleid. Het streven bij de invoering van dit ziekteverzuimbeleid op 1 januari 2006 was voor het schooljaar 2007-2008 het ziekteverzuimpercentage te hebben teruggebracht naar maximaal 4%. Hoewel er een duidelijke dalende trend is te zien, is de doelstelling van 4% niet gehaald. In 2010 is, met het evalueren en aanscherpen van het huidige stelsel van personeelszorg, besloten dat de doelstelling van 4% haalbaar moet zijn binnen een periode van 4 jaar. Onderstaande tabellen geven een overzicht van de ziekteverzuimcijfers van het schooljaar 2009-2010 en het jaar daaraan voorafgaand. Het totale ziekteverzuimpercentage is met 7,1 opnieuw aanmerkelijk lager dan dat van het voorgaande schooljaar (7,6). Wanneer we de cijfers van het verslagjaar en het voorgaande jaar vergelijken kunnen we concluderen uit de verhoging van de gemiddelde verzuimduur, in combinatie met een verlaging van de ziekmeldingsfrequentie en het ziekteverzuimpercentage, dat met name het kortdurend verzuim is afgenomen, wat zou kunnen duiden op een verhoging van de verzuimdrempel. Deze tendens is zowel bij het Onderwijzend Personeel (OP) als het Onderwijs Ondersteunend Personeel (OOP) te zien. Ziekteverzuimcijfers van de RVKO in 2009-2010 Ziekteverzuimpercentage
Ziekmeldingsfrequentie
Gemiddelde verzuimduur in dagen
Man
Vrouw
Totaal
Man
Vrouw
Totaal
Man
Vrouw
Totaal
OP
5,2
7,1
6,8
0,95
1,19
1,16
24,2
28,7
28,2
OOP
10,9
7,5
8,8
1,01
1,3
1,2
53,5
18,7
29,2
TOTAAL
6,9
7,1
7,1
0,97
1,2
1,17
33,9
27,4
28,3
Ziekteverzuimcijfers van de RVKO in 2008-2009 Ziekteverzuimpercentage
Ziekmeldingsfrequentie
Gemiddelde verzuimduur in dagen
Man
Vrouw
Totaal
Man
Vrouw
Totaal
Man
Vrouw
Totaal
OP
6,7
7,5
7,4
1,04
1,27
1,23
34,6
20,5
22,4
OOP
10,2
8,4
9,0
1,05
1,32
1,24
36,9
23,4
26,8
TOTAAL
7,6
7,6
7,6
1,04
1,27
1,23
35,2
20,9
23,1
Met een ziekteverzuimpercentage van 7,1 zijn we nog steeds ver verwijderd van het gestelde doel van 4,0 %. Er is echter sinds de invoering van het nieuwe ziekteverzuimbeleid in 2006 wel een duidelijke dalende lijn ingezet. Om verdere afname van het ziekteverzuim te stimuleren is vanuit de stafgroep personeel een intensieve samenwerking opgezet met SKILS, een instelling die zicht richt op werknemers met psychische klachten, waarbij de werkcontext altijd wordt betrokken in de behandeling.
RVKO Jaarverslag 2010 - www.rvko.nl/jaarverslag 2010
17
Daarnaast is gezamenlijk met het Vervangingsfonds een onderzoek gestart om te bepalen in hoeverre in 2011 een project (PO-actief) kan worden uitgezet, waarbij ingezet wordt op de preventie van uitval bij de mede werkers van 45 jaar en ouder.
6.9. Bedrijfsmaatschappelijk werk De gesprekken met de bedrijfsmaatschappelijk werker zijn vertrouwelijk. Er vindt met medeweten van de betrokkene wel afstemming plaats met de andere deelnemers aan het Sociaal Medisch Overleg. De bedrijfsmaatschappelijk werker houdt acht uur per week spreekuur in het bestuursbureau. In het verslagjaar hebben leidinggevenden en medewerkers de weg naar het bedrijfsmaatschappelijk werk nog beter weten te vinden. Aanleiding voor het aanvragen van een adviesgesprek en/of begeleidingstraject is in de meeste gevallen het vastlopen in het werk geweest, als gevolg van ziekte, privéomstandigheden of arbeids gerelateerde problematiek. Door de toename van de hoeveelheid aanmeldingen dreigde halverwege het verslagjaar een wachtlijst te ontstaan. De oplossing voor dit probleem is gevonden in het intensiveren van de samenwerking met behandelaars. Met name de samenwerking met SKILS is hierbij van groot belang geweest. Met cognitieve en oplossingsgerichte therapie wordt er gewerkt aan een verantwoord en duurzaam herstel van de medewerker. Door het betrekken van de leidinggevende bij het traject wordt er een structurele kwaliteitsslag gemaakt ten aanzien van het re-integratietraject van de zieke medewerker. In het komende jaar zal de samenwerking met SKILS worden geëvalueerd en wordt er op organisatieniveau een terugkoppeling gegeven van de gesignaleerde aandachtspunten.
6.10. Personeelsmobiliteit Onderstaande tabel geeft een overzicht van de gegevens over de personeelsmobiliteit per schooljaar. Ter vergelijking zijn hierin tevens de vier voorgaande schooljaren opgenomen. Overzicht van de personeelsmobiliteit van de RVKO ‘05-‘06
‘06-‘07
’07-‘08
’08-‘09
’09-‘10
Nieuwe medewerkers
43
88
110
157
102
Vacatures waarvoor werving via bestuursbureau
10
46
59
69
43
Aanvraag vervangingen
80
60
111
99
71
Verschuiving onderwijzend personeel
8
12
25
34
33
Directieverschuivingen
4
9
18
6
8
FPU/Pensioen
25
19
12
24
19
Ziekte
4
8
16
6
4
Overlijden
2
0
3
2
1
Stopzetten loonkostensubsidie
4
1
7
26
0
Ongeschiktheid
8
11
19
5
3
Eigen verzoek
107
149
111
113
64
Instroom
Doorstroom
Uitstroom
De mobiliteit van onderwijzend personeel is in het verslagjaar nagenoeg gelijk gebleven ten opzichte van het vorige schooljaar. Omdat de mobiliteit van groot belang wordt geacht is tijdens het formeren voor het schooljaar aan de vijfenveertig interne overplaatsingsverzoeken zoveel mogelijk gehoor gegeven. Uiteindelijk konden drieëndertig verzoeken worden ingewilligd. 7 medewerkers hebben hun ontslag ingediend omdat zij buiten de vereniging een baan vonden en 5 medewerkers zijn uiteindelijk gebleven op de school waar ze al werkten, omdat er geen passende vacature gevonden kon worden.
18
RVKO Jaarverslag 2010 - www.rvko.nl/jaarverslag 2010
Ook de uitstroom door ziekte is in het verslagjaar nagenoeg gelijk aan het voorgaande jaar. De duidelijke piek in 2007-2008 werd veroorzaakt door de overgang van WAO naar WIA. De uitstroom door ongeschiktheid is opnieuw laag. Het opvallend lage uitstroomcijfer in het huidige verslagjaar lijkt het gevolg van betere dossieropbouw in het eerste jaar, waardoor onvoldoende functionerende medewerkers niet doorstromen in een vaste aanstelling en derhalve geen ontslag op basis van ongeschiktheid plaatsvindt.
6.11. Arbeidsrechtelijke procedures Door de invoering van de Wet WIA zijn de procedures rond ziekte en arbeidsongeschiktheid ingewikkelder geworden, waardoor er steeds vaker gebruik gemaakt moet worden van de bezwaar- en beroepsprocedures. Het bijzonder onderwijs kan bij het beëindigen van arbeidsovereenkomsten, wegens disfunctioneren, gebruik maken van de Commissie van Beroep of van de Kantonrechter. We streven ernaar de arbeidsovereenkomsten wegens disfunctioneren te beëindigen via de Kantonrechter. Deze procedure is korter en geeft meer helderheid. In 2010 zijn 22 zaken behandeld. Hiervan moeten nog 10 zaken afgerond worden. Alle zaken konden schriftelijk worden afgerond, geen enkele zaak heeft geleid tot een inhoudelijke zitting.
6.12. Directiebenoemingen Onderstaande tabel geeft een overzicht van de directiebenoemingen die in het verslagjaar hebben plaatsgevonden. Functie
Naam
School
Directeur
Anke Langmuur
Emmaus
Rob van der Veer
Trinoom
Peter Zuijdam
St. Michaël
Ria Post
Christophoor
Ineke van Uden
Maria S
Nicole van Dijk
Fatima
Hans van den Berg
Albert Schweizer
Meerscholig directeur
Ton van Zevenhuijzen
Paus Johannes
Locatieleider
Sigrid Reitsma
Dr. Schaepman
Tabitha Verhulst
Globetrotter
Diane Nigg-Hak
Wingerd
Adjunct-directeur
Natasha Keijzer-de Kok
Festijn
Karianne Lagendaal
Octaaf
Astrid de Wit
Trinoom
Liesbeth Thomassen
Montessorischool Capelle
Karin Lammers
Bavokring
Joyce Kneteman
Imelda
Hetteke Stellinga
Trinoom
Wilma Wiegerink
Fatima
Anja van Eijk
Klimophoeve
Nick van Deursen
Albert Schweitzer
Ton van Iersel
Paus Johannes
6.13. Toekomstige ontwikkelingen In 2010 is een begin gemaakt met de invoering van de functiemix. Binnen het basisonderwijs werd 8% van het onderwijzend personeel benoemd in de LB schaal en binnen het speciaal basis onderwijs werd 3% in de LC schaal benoemd. Conform de richtlijnen van de functiemix zullen deze percentages in het komende jaar worden opgehoogd tot 19% LB in het basisonderwijs en 6% LC in het speciaal basis onderwijs. Vooralsnog is gekozen voor de alternatieve variant van 19% LB in het basis onderwijs in plaats van de combinatie 16% LB en 1% LC in het basisonderwijs. In het schooljaar 2012-2013 zal ook het vereiste LC percentage van de functiemix in het basis onderwijs worden ingevoerd.
RVKO Jaarverslag 2010 - www.rvko.nl/jaarverslag 2010
19
Ten aanzien van de integrale personeelszorg zal in het komende jaar extra aandacht worden besteed aan het verder ontwikkelen en optimaliseren van de personele zorgstructuur in het algemeen en de preventieve zorg in het algemeen, waarvan o.a. het levensfasebewust personeelsbeleid en de zgn. Work Ability Index onderdeel uitmaken. De Work Ability Index zal in samenwerking met het vervangingsfonds aan alle 45-plussers van de vereniging kosteloos worden aangeboden, bovendien is er voor ieder individueel behandel - of coachings traject dat hieruit voortkomt een budget van 3000 euro beschikbaar. We hopen met deze preventieve maatregel een extra impuls te geven aan de dalende lijn van het ziekteverzuim. Daarnaast is per 1 januari 2011 de bedrijfsarts in dienst getreden van de RVKO. Door deze constructie is bereikt dat de bedrijfsarts in plaats van 4 dagdelen 4 hele dagen per week voor de RVKO werkzaam kan zijn. De in 2010-2011 gestarte eerste groep Hij-instromers zal in 2010-2011 het 2e leerjaar ingaan en daarnaast zal een nieuwe klas met Hij-instromers van start gaan. Momenteel wordt ingezet op overname van de pabo Thomas More en wordt getracht de nieuwe Hij-instromers in het eigen kenniscentrum te kunnen laten starten. De accountant heeft geconstateerd dat er in 34 gevallen een ‘verklaring omtrent het gedrag’ ontbreekt van personeel dat bij ons in dienst is. Deze omissie wordt op zeer korte termijn hersteld.
7. Facilitaire Zaken 7.1. Algemeen De afdeling facilitaire zaken is vanaf 1 januari 2010 operationeel en bestaat uit drie personen. In eerste instantie werd het werk uitgevoerd op parttime basis, maar gedurende het jaar bleek dat meer tijd noodzakelijk is. Daarom is gekozen voor bijna drie fulltime plaatsen. De medewerkers zijn enthousiast aan het werk gegaan, gaandeweg werden steeds meer problemen aangetroffen die opgelost moesten worden, of kwamen vraagstukken boven tafel die niet eerder aan de orde waren gekomen. Successen zijn er o.a. geboekt bij het scherper inkopen van het kopiëren en er is meer greep op de uitvoering van het onderhoud en de kosten daarvan. De afdeling heeft zichzelf ten doel gesteld de zaken binnen twee jaar op orde te hebben.
7.2. ICT Dit deel beschrijft met name enkele technische zaken. De kwaliteit van dienstverlening van Station to Station is met name voor de servicedesk, de accountmanagers en de buitendienst verbeterd. De communicatie, het beperkte aanbod en de prijs blijven nog aandachtspunten. De uitrol van Exchange Online van KPN bij de scholen, die in 2009 is begonnen, is in 2010 voortgezet. Eind 2010 kon 67% van de scholen gebruik maken van deze dienst. Medio 2011 is dit project voor alle scholen afgerond. Alle scholen hebben de afgelopen jaren digitale schoolborden aangeschaft. Medio 2010 is de mogelijkheid gekomen om te kiezen voor een LCD-touchscherm waarbij een continuïteitsgarantie van 10 jaar is afgesloten. Aandachtspunten voor volgend jaar zijn de scholing van de leerkrachten en het onderbrengen van het onderhoud van de beamers en de borden. Daarnaast is gestart met het aanleveren van informatie uit het schooladministratiesysteem Parnassys aan het managementteam aan de hand van de ontwikkelde indicatorenset. Tenslotte is de netwerkstructuur van het bestuursbureau gewijzigd. In de loop van 2011 zullen alle afdelingen hiermee gaan werken.
7.3. Huisvesting en onderhoud De jaarbegroting 2010 voor het onderhoud van de schoolgebouwen is in de bestuurscommissie financiële en materiële zaken besproken. Ieder jaar stelt WPS de jaarbegroting en de meerjarenraming op. Het onderhoud van de binnenkant is voor rekening van het bestuur, het onderhoud van de buitenkant wordt aangevraagd bij de gemeenten en is, voor gemeente Rotterdam, vastgesteld tot en met 2012. Bij de gemeentelijke gebouwen (nog 15 stuks) gaat het onderhoud op binnen- en buitenkant op aanvraag. Er is ook dit jaar weer aandacht besteed aan het zgn. eigen huisvestingsbeleid. Het budget voor 2010 was € 600.000,-, dat wordt bekostigd vanuit het eigen vermogen. Het bedrag is in 2010 volledig besteed. De scholen zijn zeer tevreden over de hiermee aangepaste
20
RVKO Jaarverslag 2010 - www.rvko.nl/jaarverslag 2010
verbeteringen binnen en buiten de gebouwen. De stafgroep facilitaire zaken zorgt voor kwaliteitsverbeteringen en bezuinigingen op al deze onderdelen.
7.4. Binnenklimaat en duurzaamheid. Een belangrijk onderwerp is de verbetering van het binnenklimaat van de scholen. Door de rijksoverheid zijn hier voor het kalenderjaar 2010 subsidies beschikbaar gesteld. Wij hebben hier 20 scholen van de RVKO mee kunnen bedienen. Totaal ongeveer voor € 1.200.000,-. Het bestuur heeft hier nog € 350.000,- aan toegevoegd, omdat cofinanciering verplicht was. Hiermee hebben wij ongeveer 10% van ons scholenbestand kunnen verbeteren, want de genomen maatregelen leiden wel tot aanzienlijke verbeteringen. Met het verkregen budget is echter een totale opfrisbeurt geen haalbare kaart. Bij deze en alle andere projecten speelt duurzaamheid en het bewust omgaan met energie en milieu een steeds belangrijker rol. Bij alle vernieuwingen en aanpassingen wordt daarmee uitdrukkelijk rekening gehouden bij processen en gebruik van materialen.
7.5. Multi Functionele Accommodaties De nieuwbouw van scholen vond de afgelopen tijd steeds meer plaats in het concept Multi Functionele Accommodaties (MFA’s). Dit beleid is eind 2010 behoorlijk gewijzigd. Vele MFA’s die gepland waren zullen geen doorgang meer vinden. In het vorig jaarverslag maakten wij al de opmerking dat slechts in één situatie de overeenkomst tussen de diverse partners opgesteld was. Daar is in 2010 niet veel verandering in gekomen. Eigendoms-, beheers- en exploitatieovereenkomsten van deze gebouwen zijn complex. Hoewel hier veel werk in gestopt is, samen met juridische zaken, is hier nog niet veel voortgang geboekt. De afdeling facilitaire zaken is ook druk bezig om, ook in al langer bestaande situaties, de zaken goed geregeld en inzichtelijk te krijgen.
7.6. Grote projecten. Op de volgende scholen hebben grote verbouwingen of heeft nieuwbouw plaatsgevonden. • De Maasoever: Gedeeltelijke nieuwbouw en verbouwing van het hoofdgebouw. • De Schakel: Ingrijpende renovatie van het gehele pand , waarbij zoveel mogelijk voorzieningen in het hoofdgebouw zijn samengebracht. • Montessorischool Capelle: Grote nieuwbouw aan en aanpassing van het hoofdgebouw. • Meester Baars: Nieuwbouw voor het gehele pand. School wordt medio april 2011 opgeleverd. • Dr. Schaepman- West: Aanbouw van 3 nieuwe lokalen, opleverdatum medio oktober 2011. • Voorbereidingen zijn gestart voor nieuwbouw van de Michaelschool en een nieuw te bouwen school in Park Zestienhoven. Bovendien zal de Mariaschool Schietbaanlaan aanvullende nieuwbouw gaan krijgen.
7.7. BHV en ARBO. Ieder jaar is het weer een lastige operatie om voldoende BHV’ers op alle locaties werkzaam te hebben, aangezien BHV’ers ook regelmatig verhuizen naar een andere locatie of naar een andere school. Op dit moment zijn er op 75 locaties ruim 450 BHV’ers werkzaam. Dit betekent dat we verenigingsbreed voldoende BHV’ers hebben, enkele directies moeten er nog voor zorgen dat er genoeg medewerkers de cursus volgen. Bovendien kent iedere school een ARBO-coördinator, zodat er ook met betrekking tot ARBO-zaken voldoende kennis op de locaties is.
7.8. Verzekeringen De Bond Katholiek Onderwijs heeft voor alle katholieke schoolbesturen in Nederland een mantelcontract afgesloten met Aon. Ook de RVKO maakt hiervan gebruik. Het bestuur, de scholen en de peuterspeelzalen van de RVKO zijn afdoende verzekerd.
RVKO Jaarverslag 2010 - www.rvko.nl/jaarverslag 2010
21
Het aantal aansprakelijkheidsstellingen is gelijk gebleven. In 2010 betrof dit 4 situaties, 2 ten gevolge van lichamelijk letsel tijdens het buitenspelen of tijdens de gymles en 2 wegens, volgens de ouders, onvoldoende inspanning van de school bij leerachterstanden waarvoor de betreffende ouders particuliere hulp hebben ingeschakeld en bekostigd. De aansprakelijkheidsstellingen met betrekking tot lichamelijk letsel zijn door de verzekeringsmaatschappij afgewezen. De zaken met betrekking tot de leerachterstanden zijn nog niet afgewikkeld.
7.9. Toekomstige ontwikkelingen Het komende jaar richten we ons op de grote verbouwingen in de Emmausschool en de Imeldaschool en het bereikbaar maken van de 2e verdieping van de Theresiaschool door de toevoeging van een inpandige vluchttrap. Daarbij zijn voorbereidingen gestart voor de nieuwbouw van de Michaëlschool en een nieuw te bouwen school in Park Zestienhoven. Bovendien zal de Mariaschool aan de Schietbaanlaan aanvullende nieuwbouw gaan krijgen. Tevens zullen we ons richten op het energieverbruik van de scholen en het goed in kaart brengen van alle gebouwen ten behoeve van toekomstige subsidieregelingen.
8. Financiële Zaken 8.1. Algemeen Met het administratiekantoor is veel overleg geweest om het financiële informatiesysteem te optimaliseren. Ook de verbetering van de digitalisering heeft verder vorm gekregen. Zo is in 2010 gestart met de project administratie voor huisvestingsactiviteiten, is een eerste start gemaakt met de module Planning en Controle en is er een proef gestart met de digitalisering van de facturenstroom. In het najaar van 2010 is, onder begeleiding van PWC, een risico-analyse gemaakt. De risico-analyse, de module Planning en Controle en het nieuw op te stellen strategisch beleidsplan zullen de basis vormen van de in 2011 te realiseren meerjarenbegroting. De schoolbankrekeningen zijn inmiddels allemaal bij dezelfde bank onder gebracht.
8.2. Gemeentelijke subsidies Op de volgende onderdelen is, al naar gelang door de school beargumenteerd aangevraagd, subsidie verleend: brede school, schoolmaatschappelijk werk, schakelklassen, ouderconsulenten, intensieve school ontwikkeling, vriendschapsscholen, ouderbetrokkenheid, techniek, conciërges en Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE).
8.3. Balans Hieronder treft u de balans 2010 aan met een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen. De volledige jaarrekening is goedgekeurd door de accountant.
22
Activa
31-12-2010
31-12-2009
Passiva
31-12-2010
31-12-2009
Materiële vaste activa
8.801.489
8.754.224
Eigen vermogen
32.058.748
33.996.328
47.265
-1.937.580
Financiële vaste activa
7.592.737
11.159.667
Voorzieningen
1.325.345
1.308.080
-3.566.930
17.265
Vorderingen
6.294.179
7.971.230
Langlopende schulden
328.272
409.168
-1.677.051
-80.896
Liquide middelen
26.644.578
25.633.838
Kortlopende schulden
15.620.618
17.805.383
1.010.740
-2.184.765
TOTAAL ACTIVA
49.332.983
53.518.959
TOTAAL PASSIVA
49.332.983
53.518.959
-4.185.976
-4.185.976
RVKO Jaarverslag 2010 - www.rvko.nl/jaarverslag 2010
mutatie 2010 t.o.v.2009 activa
mutatie 2010 t.o.v.2009 passiva
Activa Materiële vaste activa De toename van de materiële vaste activa ten opzichte van 2009 bedraagt € 47.000. Hoewel dit niet direct uit de cijfers valt af te leiden, is in het kalender jaar 2010 voor € 2.408.000 geïnvesteerd. Het grootste gedeelte is geïnvesteerd in ICT, namelijk € 1.020.000. Alle scholen zijn geheel of gedeeltelijk voorzien van digitale schoolborden. De andere investeringen hadden betrekking op schoolmeubilair, een toename van € 538.000, en onderwijs leerpakket, een toename van € 676.000. De overige investeringen bedragen ca € 174.000. Financiële vaste activa Een deel van de effecten is in 2010 vrijgekomen, namelijk € 3.592.00. Verder zijn de effecten heel licht gestegen in waarde. Het totaal van de financiële vaste activa is met € 3.567.000 afgenomen. Vorderingen De vorderingen zijn ten opzichte van 2009 met € 1.677.000 afgenomen. Deze afname bestaat voornamelijk uit stortingen door de gemeente Rotterdam betreffende meerjarig onderhoudsplan van de schoolgebouwen. Liquide middelen De liquide middelen zijn toegenomen met € 1.011.000 ten opzichte van 2009. Dit is voor een groot gedeelte te verklaren door de investeringen ad € 2.408.000 en lossing van de obligaties € 3.924.000.
Passiva Eigen Vermogen Het eigen vermogen laat een afname zien van € 1.938.000. Deze afname is gelijk aan het behaalde resultaat over 2010. Het eigen vermogen van de Vereniging is opgebouwd uit de volgende componenten: 1 Algemene reserve (publiek), dit is de materiële reserve. 2 Bestemmingsreserve (publiek), bestaande uit de reserve nulmeting en de personele reserve. 3 Verenigingskapitaal (privaat). Voor de scholen van de Vereniging geldt dat zij een materiële en personele exploitatie hebben. Dat is conform de financieringssystematiek van het ministerie van OCenW. Voorzieningen De RVKO kent alleen nog de voorziening voor Jubilea. Deze voorziening is in 2010 toegenomen met € 17.000 en is bedoeld voor alle personeelsleden van de RVKO waarvoor, afhankelijk van leeftijd, werktijdfactor en salaris, een bedrag wordt voorzien voor de uitbetaling van de gratificatie, conform de CAO onderwijs, bij een 25 en 40-jarig jubileum. De vrijval van de BAPO voorziening is verwerkt als een personele reserve. Langlopende schulden Onder langlopende schulden zijn vooruit ontvangen investeringssubsidies opgenomen. Deze zijn in 2010 afgenomen met € 81.000. De investeringssubsidies zijn incidentele geoormerkte subsidies, die zijn aangewend om materiële vaste activa aan te schaffen. De investeringssubsidie valt vrij conform de afschrijving van het hiermee aangeschafte actief. Kortlopende schulden De kortlopende schulden zijn afgenomen met € 2.185.000. In 2009 was deze post hoger door belastingen en sociale lasten die nog niet waren afgewikkeld. Verder betreft het een veelheid aan posten, zoals crediteuren, pensioenpremies, vooruit ontvangen subsidies van de gemeenten en Rijk.
RVKO Jaarverslag 2010 - www.rvko.nl/jaarverslag 2010
23
8.4. Staat van baten en lasten Hieronder treft u de baten en lasten over het verslagjaar 2010 aan. Het resultaat bedraagt € 1.937.580 negatief (verlies).
Realisatie
Begroting
Verschil
Realisatie
Verschil
2010
2010
(realis. 2010-/-begr. 2010)
2009
(realisatie 2010-/-2009)
Baten
(Rijks)bijdragen OCenW
87.151.569
86.754.024
397.545
86.205.005
946.564
Overige overheidsbijdragen
7.647.727
8.085.224
-437.497
6.426.263
1.221.464
Overige baten
5.941.993
1.961.868
3.980.125
5.381.874
560.119
Totale baten
100.741.289
96.801.116
3.940.173
98.013.142
2.728.147
Lasten
Personele lasten
81.375.150
81.812.986
-437.836
77.923.417
3.451.733
Afschrijvingen
2.360.996
1.753.697
607.299
2.035.290
325.706
Huisvestingslasten
7.330.711
6.943.200
387.511
7.407.583
-76.872
Overige lasten
12.335.784
9.198.968
3.136.816
12.025.483
310.301
Totale lasten
103.402.641
99.708.851
3.693.790
99.391.773
4.010.868
Bedrijfsresultaat
-2.661.352
-2.907.735
246.383
-1.378.631
-1.282.721
Financiële baten en lasten
723.772
870.000
-146.228
2.013.041
-1.289.269
Nettoresultaat
-1.937.580
-2.037.735
1
634.410
-2.571.990
1
100.155
niet inbegrepen extra budget € 350.000 ten behoeve van Frisse scholen
Baten Rijksbijdragen OCW Ten opzichte van de begroting 2010 zijn de Rijksbijdragen toegenomen met € 398.000. Een groot gedeelte hiervan heeft betrekking op de subsidie Onderwijstijdverlenging. Deze subsidie heeft betrekking op een gezamenlijke aanvraag van een aantal schoolbesturen. Conform de afspraak moet een deel van deze subsidie overgedragen worden aan andere schoolbesturen. Deze kosten staan op een andere post verwerkt. Het verschil ten opzichte van het verslagjaar 2009 bedraagt € 947.000. Deze toename is grotendeels veroorzaakt door de subsidie Onderwijstijdverlenging, aanvullende inkomsten door stijging van het aantal leerlingen en indexering van zowel de materiële als personele bekostiging. Overige overheidsbijdragen De afname ad € 437.000 ten opzichte van de begroting 2010 wordt enerzijds veroorzaakt door lagere gemeentelijke subsidies, en anderzijds door extra, niet begrote, inkomsten zoals de overschrijdingsvergoeding. Ten opzichte van verslagjaar 2009 zijn de subsidies toegenomen met € 1.221.000. Dit heeft betrekking op de overschrijdingsvergoeding en hogere subsidies, zoals de verhoging van de VVE subsidie voor de peuterspeelzalen als gevolg van de invoering van de Wet OKE (Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie). Overige baten De toename € 3.980.000 ten opzichte van de begroting 2010 heeft voor een groot gedeelte betrekking op de schoolbankrekeningen ad € 3.531.000, die niet in de begroting zijn opgenomen, omdat deze post budget neutraal is. Dit betekent dat hetzelfde bedrag ook in de kosten is geboekt. De overige toename heeft betrekking op verhuur en niet begrote vergoedingen zoals doorbelastingen. In vergelijking met het verslagjaar 2009 heeft de toename ad € 560.000 betrekking o.a. op de hogere banksaldi van de schoolbankrekeningen en doorbelastingen.
24
RVKO Jaarverslag 2010 - www.rvko.nl/jaarverslag 2010
Lasten Personele lasten Het verschil tussen de gerealiseerde personele lasten en de begroting 2010 is €438.000. Dit wordt veroorzaakt enerzijds door de niet begrote indexering van de personele lasten en inkomsten en anderzijds doordat er, door gewijzigde wetgeving, geen dotatie heeft plaatsgevonden aan de BAPO voorziening. Ten opzichte van het verslagjaar 2009 zijn de lasten met € 4.189.000 toegenomen. Hierin zijn o.a. de kosten geboekt die betaald zijn aan de overige schoolbesturen die deelnemen aan het project Onderwijstijdverlenging. De overige toename komt gedeeltelijk door de uitbreiding van het personeel van het bestuursbureau. Ook zijn in 2010 de kosten van de HIJ-instromers verwerkt onder de personele lasten. Afschrijvingen De afschrijvingslasten ten opzichte van de begroting 2010 zijn € 607.000 hoger. Dit wordt o.a. veroorzaakt door de vervroegde afschrijving op inventaris ad € 300.000. De overige toename wordt veroorzaakt door een hogere investering op inventaris en apparatuur. Ten opzichte van het verslagjaar 2009 zijn de afschrijvingen toegenomen. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de vervroegde afschrijving op inventaris en apparatuur. Huisvestingslasten De toename van de huisvestingslasten van € 388.000 ten opzichte van de begroting 2010 kan worden verklaard door de toename van de kosten voor huur en medegebruik voor de gebouwen die niet in eigendom zijn van de RVKO. In 2010 heeft de gemeente Rotterdam deze kosten over 2008 en 2009 doorbelast. De bedragen die voor deze jaren waren gereserveerd, bleken ontoereikend te zijn. De reservering voor 2010 is, rekening houdend met de afrekening over 2009, aangepast. Een gedeelte van de werkzaamheden voor het planmatig onderhoud, welke gepland stond voor 2010, is doorgeschoven naar 2011. De oorzaken hiervan zijn divers, van vergunningen tot afhankelijkheid van andere partijen die ook in het schoolgebouw gehuisvest zijn of eigenaar van het gebouw zijn. De afname bedraagt € 319.000. Verder is in de huisvestingslasten een reservering opgenomen voor het project Frisse Scholen. Het Rijk en de gemeenten hebben een gedeeltelijke subsidie verstrekt voor dit project. Aan deze subsidie is de voorwaarde van cofinanciering verbonden. Wij moeten € 350.000 uit eigen middelen toevoegen om deze subsidie te verkrijgen. De ALV is in haar vergaderring van juni 2010 akkoord gegaan met deze extra eenmalige investering. Ten opzichte van verslagjaar 2009 zijn de kosten afgenomen met € 77.000. Dit heeft enerzijds te maken met hogere lasten huur en medegebruik en anderzijds met lagere kosten voor het eigen huisvestingsbeleid. Overige lasten Het verschil t.o.v. de begroting 2010 van € 3.137.000 wordt veroorzaakt door € 3.531.000 aan niet begrote uitgaven. Dit zijn de uitgaven ten laste van de schoolbankrekeningen. Zoals eerder vermeld bij overige baten worden deze uitgaven niet begroot. Verder zijn de kosten voor administratie en beheer toegenomen met € 176.000. De reden hiervan is o.a. de invoering van de projectadministratie. De implementatiekosten zijn hoger uitgevallen dan begroot. Daarnaast zijn er meer advieswerkzaamheden verricht dan begroot. Deze kosten zijn gemaakt in het kader risicoanalyse en de meerjarenbegroting. Verder zijn de kosten voor uitbesteding administratie toegenomen als gevolg van aanvullende administratieve werkzaamheden door het administratiekantoor en de accountants. Ten opzichte van het verslagjaar 2009 zijn de overige uitgaven met € 310.000 gestegen. Hiervan wordt € 177.000 veroorzaakt door de kosten voor administratie en beheer. Financiële baten en lasten Deze zijn voor het verslagjaar 2010 € 146.000 lager uitgevallen dan begroot. Deze post bestaat o.a. uit een saldo van lagere rentebaten. In de begroting 2010 is uitgegaan van een lichte rentestijging in de loop van het jaar door het herstel van de economische crisis. De werkelijke rente bleek in 2010 nauwelijks te zijn gestegen. Ten opzichte van het verslagjaar 2009 zijn de financiële baten en lasten afgenomen met € 1.289.000. De afname heeft voornamelijk betrekking op waardeverandering op de effecten en de depositogelden. Deze gelden die de afgelopen jaren tegen een hogere rente waren weggezet, zijn nagenoeg volledig in 2009 vrijgevallen. In 2010 zijn deze gelden gedeeltelijk weggezet tegen een veel lagere rentetarief.
RVKO Jaarverslag 2010 - www.rvko.nl/jaarverslag 2010
25
8.5. Kengetallen Onderstaand een toelichting op en analyse van de financiële situatie op de balansdatum. Nr.
Kengetal
2010
2009
mutatie 2010 t.o.v. 2009
1
Weerstandsvermogen
26,7%
29,3%
-2,6%
2
Rentabiliteit
-1,9%
0,6%
-2,5%
3
Liquiditeit
2,1%
1,9%
0,2%
4a
Solvabiliteit (1)
65,0%
63,5%
1,5%
4b
Solvabiliteit (2)
67,7%
66,0%
1,7%
5
Kapitalisatiefactor
48,6%
53,9%
-5,2%
Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen wordt als volgt berekend: het eigen vermogen minus de materiële vaste activa, uitgedrukt in een percentage van de Rijksbijdrage OCW. Het geeft het vermogen aan om niet voorziene tot de reguliere bedrijfsvoering behorende risico’s op te vangen. Het percentage bedraagt 26,7%. Ten opzichte van 2009 is dit percentage met 2,6% gedaald. De reden hiervan is de meer dan evenredige afname van het eigen vermogen in vergelijking met de Rijksbijdrage OCW. Rentabiliteit De berekeningswijze is als volgt: het resultaat uit de gewone bedrijfsvoering gedeeld door de totale baten. De rentabiliteit geeft aan of er sprake is van een positief dan wel negatief bedrijfsresultaat in relatie tot de totale baten. Dit jaar komt de rentabiliteit uit op -1,9%. Ten opzichte van 2009 is dit met 2,5% afgenomen. Liquiditeit De liquiditeit is de verhouding tussen de vlottende activa (de som van de liquide middelen, vorderingen en voorraden) en de kortlopende schulden. De liquiditeitsratio geeft aan of op korte termijn aan de financiële verplichtingen kan worden voldaan. De ratio komt per balansdatum op 2,1. Ten opzichte van 2009 is dit met 0,2 toegenomen. Dit is o.a. te verklaren door de verschuiving van de effecten naar de liquide middelen door lossing van de obligaties. Het getal 2,0 geeft aan dat de liquiditeit ruimschoots voldoende is. Solvabiliteit Er zijn twee manieren om de solvabiliteit te berekenen. Het eigen vermogen gedeeld door het totale vermogen, Het eigen vermogen en voorzieningen gedeeld door het totale vermogen. De solvabiliteit geeft aan of op lange termijn aan de financiële verplichtingen kan worden voldoen. De eerste solvabiliteit bedraagt 65% in 2010. Ten opzichte van 2009 is dit cijfer ongewijzigd. De tweede bedraagt 67,7%, ten opzichte van 66,0% in 2009. De solvabiliteit is nog steeds goed te noemen. Kapitalisatiefactor De kapitalisatiefactor wordt als volgt berekend: de activazijde van de balans, minus de materiële vaste activa onroerende zaken, gedeeld door de totale baten, inclusief rentebaten. Het geeft een eerste indicatie om te signaleren of onderwijsinstellingen misschien een teveel van hun kapitaal als buffer aanhouden, terwijl het geld in het onderwijs moet worden geïnvesteerd. De kapitalisatiefactor bedraagt dit jaar 48,6%. Ten opzichte van 2009 is dit afgenomen met 5,2%. De kapitalisatiefactor zonder het private vermogen bedraagt 41,7%. Voor de beoordeling van dit percentage wordt voor grote instellingen een signaleringsgrens van 35% aangehouden.
26
RVKO Jaarverslag 2010 - www.rvko.nl/jaarverslag 2010
8.6. Begroting 2011 Begroting 2011 met vergelijkende cijfers 2010.
Realisatie 2010
Begroting 2011
Rijksbijdragen OCenW
87.151.569
85.301.000
Overige overheidsbijdragen
7.647.727
5.933.000
Baten
Overige baten
5.941.993
5.063.000
100.741.289
96.297.000
Personele lasten
81.375.150
79.022.000
Afschrijvingen
2.360.996
2.015.000
Totaal baten Lasten
Huisvestingslasten Overige instellingslasten Totaal lasten Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Nettoresultaat
• • •
•
7.330.711
7.112.000
12.335.784
11.985.000
103.402.641
100.134.000
-2.661.352
-3.837.000
723.772
855.000
-1.937.580
-2.982.000
De bovenschoolse begroting 2011 sluit met een tekort van € 2.982.000. Ook dit jaar spelen de overheids bezuinigingen hierbij een rol. De uitgaven die dit tekort veroorzaken zijn geen structurele uitgaven: Voor een bedrag van € 569.862 wordt de afwijking van het gemiddelde gebouwenonderhoud opgevangen. Voor een bedrag van € 297.548 lopen afschrijvingslasten van de 0-meting via het resultaat alvorens het ontstane verlies af te boeken van de reserve 0-meting. Een bedrag van € 600.000 is extra opgenomen voor het Eigen Huisvestingsbeleid. Hiermee heeft het bestuur voor ogen om – daar waar nodig – extra te investeren in de schoolgebouwen, met name om de uitstraling en de functionaliteit te verhogen en het welzijn van het personeel en de kinderen te bevorderen. Voor de onderwijskundige projecten “TALENT” en “KANS”, Hij-instroom, Kwaliteitsbevordering Onderwijs opbrengsten, Kwaliteitsbevordering Peuteropvang, Dagarrangementen, Brede school en het Materiële knelpuntenbudget is totaal € 1.515.000 opgenomen.
Omschrijving
Personeel
Materieel
Totaal
Kans en opvanggroep
110.000
15.000
125.000
Talent
100.000
75.000
175.000
Kwaliteitsbevordering Onderwijsopbrengsten
150.000
-
150.000
Hij-instroom
300.000
90.000
390.000
Kwaliteitsbevordering peuteropvang
50.000
-
50.000
Dagarrangementen
175.000
-
175.000
-
150.000
150.000
-
300.000
300.000
885.000
630.000
1.515.000
Brede school Materiële knelpunt budget
Aan de hand van de hierboven getoonde begroting 2011 hebben de scholen de uitgaven van hun budget begroot. Het is de scholen daarbij toegestaan om, mits zij over voldoende eigen reserves beschikken, een overschrijding van hun budget te begroten. Dit geldt zowel voor de personele als de materiële uitgaven. De te verwachten overschrijding van de materiële uitgaven van de scholen bedraagt € 270.000, waarvan € 170.000 ten laste van het materiële knelpuntenbudget is gebracht. De overschrijding op de personele uitgaven is op dit moment nog niet bekend, omdat de personele begroting op schooljaarbasis plaats vindt. De laatste 5 maanden van 2011 zijn derhalve nog niet bekend.
RVKO Jaarverslag 2010 - www.rvko.nl/jaarverslag 2010
27
8.7. Treasury statuut Ten opzichte van vorig jaar is het treasury statuut niet gewijzigd. In 2011 zal dit statuut opnieuw bekeken worden en, indien nodig, aangepast worden. Het bestuur is verantwoordelijk voor het treasury management van de vereniging. Het beleid is er op gericht een zo hoog mogelijke rendement te combineren met een zo laag mogelijke risico. Deze afweging wordt meegenomen in de productkeuze naar aard, looptijd en beschikbaarheid van middelen. In de praktijk wordt invulling gegeven aan dit profiel door gebruikmaking van (maand)deposito’s en (internet)spaarrekeningen. De beleggingen mogen bestaan uit: • Deposito’s; • obligaties, uitsluitend aan de Nederlandse effectenbeurs genoteerde fondsen; • onderhandse leningen uitsluitend bij de grote Nederlandse Banken en Nederlandse overheidsinstellingen. Beleggingen in aandelen direct of indirect via beleggingsfondsen, zijn niet toegestaan, behoudens bijzondere beleggingsproducten van de grote Nederlandse Banken waarbij de hoofdsom wordt gegarandeerd. Via een gestructureerde gespreide afloop van de hoofdsommen wordt regelmatig over de jaren gespreide vrijval nagestreefd, waarmee het renterisico wordt verkleind.
8.8. Toekomstige ontwikkelingen • • • •
Uit de risicoanalyse blijkt dat de komende tijd majeure risico’s op het onderwijs afkomt, zoals: Tekorten op de materiële en personele begroting. Overheidsbezuinigingen op rijks- en gemeentelijk niveau. Oplopende personele en materiële kosten die slechts gedeeltelijk gecompenseerd worden door OCW. Oplopende huisvestingskosten. In de toekomst is het publieke vermogen nodig om de risico’s op te vangen. Een en ander krijgt zijn weerslag in de meerjarenbegroting. Aan de hand van de risicoanalyse, het nieuw op te stellen strategisch beleidsplan en de module Planning en Control, zal in de loop van 2011 een meerjarenbegroting opgesteld worden. Het bestuur wil graag blijven investeren in extra activiteiten voor de scholen, zoals KANS, TALENT, kwaliteitsbevordering peuteropvang, Hij-instromers, Eigen Huisvestingsbeleid etc. Mogelijk zullen bij het opstellen van de meerjarenbegroting, afhankelijk van de financiële ruimte, hierin keuzes gemaakt moeten worden. Het bestuur is niet voornemens om vreemd vermogen aan te trekken. Ook in 2011 wordt, samen met het administratiekantoor, gewerkt aan de verbetering van de administratieve organisatie, het nog nauwkeuriger opstellen van de begroting en de tijdige controle van de financiën. Tevens wordt het treasurystatuut opnieuw bekeken en zal, als de proef succesvol verloopt, de digitalisering van de facturenstroom breed uitgezet worden en krijgen de scholen de beschikking over een vereenvoudigd pakket voor het internetbankieren ten behoeve van de schoolbankrekeningen.
28
RVKO Jaarverslag 2010 - www.rvko.nl/jaarverslag 2010
Bijlagen 1 Algemene Vergadering De samenstelling van de Algemene Vergadering voor het jaar 2009 was als volgt: Voorgedragen door het bestuur van de vereniging: J.B.M. ten Berge drs. R.A.P. Kouijzer A.J.F. Kriesels C.H.J. Lamers P.A.W. Lamers mw. dr. C.I.M. Lindemans-Bänziger G.P.M. van Os A. Roelofs drs. W.G. Zijlstra Voorgedragen door de Dekenale Raad van het Dekenaat Rijnmond: R.G. Beek T.P. Ruiter Voorgedragen door de kerngroep basisonderwijs: R.C.P. van der Veer Voorgedragen door de oudergeleding van de GMR basisscholen: mw. E.W. de Klerk-Boeren P.R. Mertens A.P.F. Roelofs drs. R.W. Verhoeven W.M.J. Ophelders Voorgedragen door de personeelsgeleding van de GMR basisscholen: H.A.J. van Asseldonk J.M.A. van den Broek ir. P.J. Gruijters H.I.A. Janssen F.H.B. van Kruining P. Pietersma A.J.M. Poutsma C. van Wijk
RVKO Jaarverslag 2010 - www.rvko.nl/jaarverslag 2010
29
Bijlagen 2 Aantal leerlingen Aantal leerlingen regulier basisonderwijs (ongewogen) per 1 oktober Rotterdam Agnes
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
363
334
314
314
313
286
290
282
280
292
Albert Schweitzer
415
414
404
408
424
438
446
453
461
482
Augustinus
324
300
286
278
281
272
288
284
247
250
Bavokring
269
233
216
199
176
181
186
197
201
196
211
200
177
176
170
180
177
204
226
241
Christophoor Dominicus
189
178
171
180
171
172
178
201
204
208
Don Bosco (nevenv.)
169
164
143
128
122
125
115
102
93
91
Elisabeth
290
327
331
357
362
329
322
308
297
286
Emmaus
479
493
476
445
403
405
404
410
411
402
Fatima
268
284
283
288
279
266
272
271
274
294
Globetrotter
415
437
438
447
427
432
432
470
454
462
Hildegardis
285
267
228
218
212
217
223
223
216
231
Horizon
192
199
179
184
199
185
181
186
191
182
Imelda
166
180
184
160
136
142
164
169
177
151
Jozef
240
255
271
283
288
285
291
284
287
290
Kleine Prins
595
662
698
704
680
667
622
579
539
539
Maria (S)
250
251
251
245
225
191
193
198
228
257
Maria (T)
488
478
450
402
372
321
298
299
286
220
Meester Baars
296
302
296
295
264
275
272
286
284
258
Michaël
391
406
418
407
435
427
463
502
522
514
Min. M. Klompé
163
153
159
162
157
137
158
165
185
185
Mr. van Eijck
315
312
306
298
278
292
263
282
274
280
Nicolaas
751
720
696
700
735
781
778
755
751
792
Odilia
197
196
179
177
155
144
132
132
120
98
Oscar Romero
312
301
287
294
317
315
313
312
297
286
Paus Joannes
335
363
403
429
422
415
422
434
454
463
Pionier
248
270
250
241
255
264
269
263
275
257
Provenier
174
164
141
143
151
138
148
155
164
177
Regenboog
418
386
334
322
352
339
346
361
390
376
Schakel
243
223
192
184
179
172
149
140
140
145
Stephanus
223
239
233
204
181
183
163
139
143
146
278
392
459
583
663
Tarcisius
253
245
262
302
302
304
314
331
341
334
Theresia
207
180
187
195
161
155
168
158
165
179
Valentijn
380
387
394
395
396
412
425
458
470
472
Vliedberg
284
267
321
407
469
258
261
259
245
257
Tangram
Willibrord
30
282
320
322
300
299
291
284
287
321
343
Totaal Rotterdam
11080
11090
10880
10871
10748
10674
10802
10998
11196
11299
Index Rotterdam
160
161
157
157
156
155
156
159
162
164
RVKO Jaarverslag 2010 - www.rvko.nl/jaarverslag 2010
Aantal leerlingen regulier basisonderwijs (ongewogen) per 1 oktober – vervolg 2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Dr. Schaepman
513
535
539
538
570
568
577
585
579
563
Trinoom
242
304
351
394
442
503
554
547
542
555
Klimophoeve
186
203
213
214
203
211
221
243
250
236
Oosthoek
287
283
282
268
246
235
235
220
222
210
Contrabas
546
523
525
521
555
558
564
571
580
603
Pieter Bas
252
250
248
431
449
433
432
446
438
457
429
402
401
384
362
363
343
331
322
305
445
438
413
444
475
485
492
508
Buitengemeenten Barendrecht
Bleiswijk
Capelle a/d IJssel
Krimpen a/d IJssel Het Octaaf Nieuwerkerk a/d IJssel De Wingerd Ridderkerk Dr.Schaepman (nevenv.)
173
169
167
178
176
183
183
191
180
168
336
354
409
396
439
457
495
510
535
567
Akkers
213
212
199
188
167
165
155
158
159
151
Klinker
210
191
160
144
127
142
161
180
194
185
Maasoever
511
567
600
647
671
680
689
688
621
586
Mgr. Bekkers
112
127
150
147
155
167
185
200
224
241
Paus Johannes
172
178
185
191
184
186
209
226
231
240
Wegwijzer
275
286
285
285
279
276
277
272
285
298
Totaal buiten gemeenten
4457
4584
5159
5364
5438
5571
5755
5853
5854
5873
Index buiten gem.
196
202
227
236
239
245
253
258
258
258
Totaal
15537
15674
16039
16235
16186
16245
16557
16851
17050
17172
Index
169
171
175
177
176
177
180
184
186
187
N scholen
49
49
50
51
51
51
51
51
51
51
N lln. Gemiddeld
317
320
321
318
317
319
325
330
334
337
Rhoon Don Bosco Spijkenisse
RVKO Jaarverslag 2010 - www.rvko.nl/jaarverslag 2010
31
Aantal leerlingen speciale basisscholen (ongewogen) per 1 oktober Aantal leerlingen
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
207
196
197
180
164
149
145
123
118
110
94
96
77
73
58
53
49
55
60
63
Rotterdam-Noord Johannes-Martinus Lucas Rotterdam-Zuid Laurens
101
91
84
72
72
Cupertino
116
111
104
85
80
Laurens-Cupertino
217
202
188
157
152
142
132
119
127
157
Totaal
518
494
462
410
374
344
326
297
305
330
Index
94
90
84
74
68
62
59
54
55
60
4
4
4
4
4
3
3
3
3
3
130
124
116
103
94
115
109
99
102
110
N scholen N lln. gemiddeld
Totaal aantal leerlingen, index, aantal scholen en gemiddeld aantal leerlingen RVKO per 1 oktober 2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
- Regulier
15537
15674
16039
16235
16186
16245
16557
16851
17050
17172
- Speciaal
518
494
462
410
374
344
326
297
305
330
16055
16168
16501
16645
16560
16589
16883
17148
17355
17502
169
171
175
177
176
177
180
184
186
187
Aantal leerlingen Basisscholen
Totaal Index Basisscholen - Regulier - Speciaal
94
90
84
74
68
62
59
54
55
60
Totaal
165
166
170
171
170
170
173
176
178
180
49
49
50
50
51
51
51
51
51
51
Aantal scholen Basisscholen - Regulier - Speciaal Totaal
5
5
5
4
4
3
3
3
3
3
54
54
55
54
55
54
54
54
54
54
317
320
321
318
317
319
325
330
334
337
Gemiddeld aantal leerlingen per school Basisscholen - Regulier
32
- Speciaal
104
99
92
103
94
115
109
99
102
110
Totaal
297
299
300
303
301
307
313
318
321
324
RVKO Jaarverslag 2010 - www.rvko.nl/jaarverslag 2010