Jaarverslag Parteon 2010 Advertentie
“Veel bereikt in 2010”
P
arteon kijkt tevreden terug op een jaar waarin ze veel bereikt heeft voor haar klanten in de Zaanstreek. “We willen onze huurders en kopers dan ook bedanken voor hun vertrouwen in ons. Maar we willen ook zeker dank uitspreken naar onze samen-
werkingspartners die hebben bijgedragen aan de mooie resultaten. Ook voor 2011 zitten we weer vol plannen om te bouwen en te onderhouden zodat we onze huidige en toekomstige huurders en kopers een plezierig (t)huis kunnen geven!”, aldus directeur Vincent van Luit.
Start bouw Koning Davidstraat in Zaandam
Parteon investeert fors in woningen Nieuwbouw We hebben ondanks de moeilijke woningmarkt, waarin de bouw van veel nieuwbouwprojecten niet van de grond komt, toch diverse projecten kunnen starten en zelfs 160 woningen (koop en huur) aan huurders en
kopers kunnen opleveren! Daarnaast hebben we vijf huureenheden in de Brede School gerealiseerd en de winkelruimte in de Bloemkorf opgeleverd. Ook hebben we in 2010 de eerste palen geslagen voor de bouw van nog maar liefst 489 woningen.
We streven ernaar om ook in 2011 en 2012 rond de 400 sociale huurwoningen en koopwoningen per jaar te realiseren. Onderhoud Ook hebben we het afgelopen jaar
een groot aantal huurwoningen flink aangepakt. In totaal is er in 2010 maar liefst € 46 miljoen uitgegeven aan woonverbeteringen en energiezuinig wonen. Dit betekent dat woningen van meer dan 1.000 huishoudens in de Zaanstreek zijn verbeterd.
Géén kosten koper voor huurders Gezien de huidige woningmarkt heeft Parteon zich extra ingespannen om het kopen van een woning betaalbaar en bereikbaar te maken.
“Wij nemen voor onze huurders de verkoopkosten voor onze rekening waardoor de maandelijkse woonlasten een stuk lager zijn. Dit scheelt al snel zo’n 8%”, zegt Marcel de Leijer, verantwoordelijk voor de verkoop en verhuur bij Parteon.
Betaalbare koopwoningen
H
et afgelopen jaar hebben een groot aantal starters, alleenstaanden en gezinnen met een middeninkomen een woning van Parteon gekocht. De woningen zijn verkocht voor een gemiddelde verkoopprijs van € 160.000,- . Voor meer dan 150 huishoudens is hiermee de droom van een eigen woning werkelijkheid geworden!
Parteon verkoopt een selectief aantal huurwoningen, variërend van appartementen tot eengezinswoningen. Met de inkomsten van de verkopen worden nieuwe investeringen gedaan, zoals het bouwen van nieuwe sociale huurwoningen en duurzame investeringen bij huurwoningen.
Richard en Michelle Hoonakker uit Zaandijk kochten vorig jaar een huurwoning van Parteon. “Doordat we geen kosten koper hoefden te betalen, kwam ons droomhuis ineens heel dichtbij. Anders hadden we het nooit kunnen kopen”.
Middeninkomens helpen Grootschalig onderhoud Molukse wijk in Wormerveer
Tevreden huurders na opknapbeurt
Starterslening
Parteon biedt een starterslening aan uit eigen middelen om te zorgen dat ook starters op de woningmarkt een nieuwbouwwoning kunnen kopen. Lees meer hierover op onze website.
J
olanda Visser (foto onder) woont in één van de eengezinswoningen in Rooswijk die afgelopen jaar zijn aangepakt. Zij en andere huurders in de wijk hebben allemaal nieuwe kozijnen met isolatieglas gekregen. Ook mocht zij een nieuwe badkamer kiezen en kreeg ze een tweede toilet boven. “Het was een aardige verbouwing, maar wat je ervoor terugkrijgt, is heel wat waard. Het tweede toilet is echt een luxe”, vertelt Jolanda trots.
Financieel gezond
Mevrouw Beerman, (foto boven) ook woonachtig in Rooswijk, heeft naast nieuwe kozijnen en een nieuwe badkamer ook een nieuwe keuken gekregen. “Wij wonen hier al 22 jaar en met name de keuken was toe aan een opknapbeurt. We zien de verbetering en genieten enorm van de nieuwe keuken. We hebben nu zelfs een vaatwasser”, vertelt mevrouw enthousiast. “Met zo´n grote verbouwing ben je wel vijf weken je huis kwijt, maar wij zijn erg dankbaar”, zegt mevrouw Beerman.
D
oor de economische crisis en verscherpte overheidsmaatregelen zitten corporaties en projectontwikkelaars in zwaar weer. Parteon heeft ondanks dat een sluitende begroting opgesteld waardoor we nieuwe woningen kunnen bouwen en onze huurwoningen kunnen blijven onderhouden. Onze gezonde financiële positie heeft ons de begeerde A-status opgeleverd die door het Rijk wordt verstrekt. Dit betekent dat uitgaven en inkomsten in balans zijn en dat we de voorgenomen activiteiten kunnen uitvoeren op een verantwoorde manier.
Door de nieuwe regels voor het toewijzen van sociale huurwoningen en de aangescherpte regels voor hypotheken, is er een groep mensen die teveel verdient om sociaal te huren en te weinig om te kopen, de zogenaamde middeninkomens (tussen € 33.600 en € 40.000). Ook voor deze doelgroep willen wij het mogelijk maken een woning te kopen. Een aantal woningen bieden we daarom met de Koopgarant-regeling aan. Hiermee komen we middeninkomens
tegemoet. Via Koopgarant koopt u een huis met 25% korting en loopt u niet de volledige risico’s van een koopwoning. Kijk voor de voorwaarden op www.kopenbijparteon.nl.
Wat kunt u in 2011 verwachten van Parteon? Voor 2011 en 2012 staat, evenals vorig jaar,de bouw van circa 400 woningen per jaar gepland. Het gaat hier om zowel koop- als (sociale)huurwoningen in diverse prijsklassen. Daarnaast is er voor onderhoud weer een vergelijkbaar bedrag gereserveerd als in 2010.
www.parteon.nl
Nieuwbouwwoningen project Indi in Wormerveer
‘Parteon is een maatschappelijke onderneming die zorgt voor plezierig wonen’
Eindredactie: Leo Adema en Anouscka Muizelaar, Parteon Wormerveer Tekstredactie: John Custers, Custers teksten Maastricht Opmaak:
Plan B grafische dienstverleners Haarlem
www.parteon.nl
Inhoudsopgave Volkshuisvestingsverslag 1
Verslag Bestuur.................................................... 6 1.1 Onze doelen bereikt.................................... 6 1.2 Oog voor de maatschappij.......................... 7 1.3 Externe ontwikkelingen............................. 8 1.4 Bestuur- Statutair directeur....................... 9 1.5 Taak en werkwijze van het bestuur....... 10 1.6 Verklaring van het Bestuur...................... 11
2 Verslag Raad van Commissarissen........................ 12 2.1 Samenstelling Raad van Commissarissen....................................... 13 2.2 Taak en werkwijze van de Raad van Commissarissen....................................... 15 2.3 Toezicht op dochterondernemingen en verbindingen........................................ 15 2.4 Reglement Raad van Commissarissen... 15 2.5 Vergaderingen en behandelde onderwerpen............................................. 15 2.6 Kerncommissies........................................17 2.7 Integriteit................................................... 20 2.8 Onafhankelijkheid..................................... 20 2.9 Remuneratierapport Parteon 2010..........21 2.10 Aanpassingen per 1 januari 2011...........22 2.11 Rooster van aftreden................................ 23 2.12 Verklaring van de Raad van Commissarissen....................................... 23 3
Missie, visie en strategie......................................... 25 3.1 Missie en Koersplan.................................. 25 3.2 DO Jaarplan 2010...................................... 26 3.2.1 Organisatie................................................. 26 3.2.2 Resultaten.................................................. 28 3.3 Landelijke ontwikkelingen....................... 31 3.4 Regionale en lokale ontwikkelingen....... 32 3.5 Woningmarkt............................................. 32
4
Leefbaarheid............................................................. 35 4.1 Inleiding...................................................... 35 4.2 Activiteiten leefbaarheid.......................... 35 4.2.1 Algemene leefbaarheidsactiviteiten....... 35 4.2.2 Leefbaarheidsactiviteiten per wijk.......... 37 4.2.3 Sponsoractiviteiten................................... 41 4.3 Uitvoeringsprogramma Poelenburg........ 41
Volkshuisvestingsverslag Parteon
4.4 5
Overlast, bemiddeling en onrechtmatige bewoning...................................................44
Wonen en zorg...........................................................46 5.1 Inleiding......................................................46 5.2 Woonservicewijken...................................46 5.3 Overige woonzorgprojecten..................... 47 5.4 Prestatieafspraken met partners........... 48
6 Toewijzing, verhuur en verkoop..............................50 6.1 Inleiding...................................................... 50 6.2 Verhuur....................................................... 50 6.3 Huurbeleid.................................................. 51 6.4 Huurincasso, deurwaarderszaken en ontruimingen............................................. 51 6.5 Verkoop....................................................... 52 6.5.1 Algemeen................................................... 52 6.5.2 Bestaand bezit........................................... 53 6.5.3 Nieuwbouw................................................ 53 6.6 Te Woon...................................................... 54 7
Onderhoud en verbetering.......................................56 7.1 Inleiding......................................................56 7.2 Onderhoud en duurzaamheid..................56 7.3 Planmatig onderhoud............................... 57 7.4 Mutatieonderhoud..................................... 57 7.5 Reparatieonderhoud................................. 58 7.6 Contractonderhoud................................... 58 7.7 Projectmatig onderhoud........................... 59
8 Relatie met belanghouders......................................61 8.1 Inleiding.......................................................61 8.2 Participatie Bewonersraad Parteon en bewonerscommissies...............................61 8.3 Participatie bij dagelijks beheer.............. 64 8.4 Participatie bij herstructurering en gebiedsontwikkeling................................. 66 8.5 Prestatieafspraken met de gemeente.... 68 8.6 Overige belanghouders............................. 69 9
Organisatie en interne beheersing......................... 72 9.1 Inleiding...................................................... 72 9.2 Reorganisatie............................................. 72 9.3 Het Nieuwe Werken (HNW)...................... 72 9.4 Ziekteverzuim............................................ 73
3
9.5 9.6 9.7 9.8 9.9 9.10 9.11 9.12 9.13 9.14 9.15 9.16 9.17
Personeelsopbouw................................... 73 Organogram per 01-01-2010.................... 74 Interne controle en risicobeheersing...... 74 Nieuw primair systeem SG|tobias........... 78 Milieubeleidsplan / duurzaamheid.......... 78 Communicatiebeleidsplan........................ 79 KWH huurlabel en kwaliteit van dienstverlening......................................... 79 Telefonische bereikbaarheid....................80 Jongerenbeleid.......................................... 81 Maatschappelijk onroerend goed............ 81 Wijk- en buurtgericht werken................... 82 Visitatie....................................................... 82 Klachten en geschillen............................. 82
10 Nieuwbouw en gebiedsontwikkeling.................85 10.1 Inleiding...................................................... 85 10.2 Opleveringen.............................................. 85 10.3 Gemiddelde Stichtingskosten > € 240.000 inclusief BTW..................... 85 10.4 Lopende projecten.................................... 86 10.5 Grondaankopen......................................... 86 10.6 Gebiedsontwikkeling................................ 86 10.7 Projecten met start bouw / oplevering 2010............................................................ 89 10.8 Toelichting projecten met start bouw 2011 en later.............................................. 92
14 Toekomst........................................................... 121 14.1 Inleiding.....................................................121 14.2 Ontwikkelingen woningmarkt en de overheidsvisie op de corporatiesector....121 14.3 Herijking koers........................................ 122 14.4 Financiële positie.................................... 123 14.5 Versterking woonkwaliteit en imago van de Zaanstreek................................... 123 14.6 Organisatie............................................... 123 14.7 Netwerken................................................ 124 14.8 Afsluitend................................................. 124 15 Jaarverslag externe Geschillencommissie.... 125 15.1 Inleiding.................................................... 125 15.2 Samenstelling.......................................... 125 15.3 Rooster van aftreden.............................. 125 15.4 Secretariaat.............................................. 126 15.5 Geschillen................................................ 126 15.6 Toetreding stichting Zaanse Volkshuisvesting (ZVH) tot Geschillencommissie............................. 126 Jaarrekening Parteon............................................ 127 Bijlage: Accountantsverklaring
11 Financieel beleid en beheer...............................97 11.1 Inleiding...................................................... 97 11.2 Treasury algemeen................................... 97 11.3 Beleggingen...............................................98 11.4 Renterisico’s..............................................99 11.5 Analyse resultaat 2010..........................100 11.6 Financiële kengetallen........................... 101 11.7 Integrale VPB-verplichting..................... 103 12 Verbindingen.....................................................105 12.1 Inleiding....................................................105 12.2 Verbindingen algemeen..........................105 12.3 Verbindingen vanuit Projectontwikkeling................................106 12.4 Toezicht op verbindingen....................... 107 13 Governance.......................................................109
Volkshuisvestingsverslag Parteon
4
5
Volkshuisvestingsverslag Parteon
1 Verslag Bestuur 1.1 Onze doelen bereikt Parteon is er in 2010 goed in geslaagd haar belangrijkste doelen te realiseren. In een omgeving die door onder andere het aantreden van een nieuw kabinet en het invallen van de bouwproductie drastisch veranderde, konden we een aantal wapenfeiten noteren. Ik loop ze graag met u na. • Succesvolle reorganisatie. Begin 2010 heeft Parteon de in 2009 voorbereide reorganisatie doorgevoerd. In de loop van het jaar bleek dat de organisatie goed is blijven functioneren, terwijl de organisatiekosten met ruim 15% zijn verlaagd. Daarnaast hebben wij in 2010 ons primaire systeem en de ict-inrichting veranderd. Beide zaken brachten een ingrijpende aanpassing van de organisatie met zich mee, die veel van onze medewerkers vroeg maar ook het gewenste resultaat heeft opgeleverd. Een knappe prestatie waarvoor ik alle medewerkers wil bedanken. • Gezonde financiële positie. Er komt in de komende jaren het nodige op ons af (zie par. 1.3 ‘Externe ontwikkelingen’). We anticiperen hierop door in 2011 onze visie, missie en koers te herijken. De voorziene ontwikkelingen zijn ook meegenomen in het Jaarplan 2011 en de Meerjarenbegroting 2011-2015. Deze laat een gezonde financiële positie zien. We kunnen de komende jaren onze opgave voor onderhoud en nieuwbouw van woningen op een verantwoorde wijze blijven financieren. • Verbetering van de interne controle en risicobeheersing. In 2010 hebben we forse stappen gezet in de beoogde verbetering van de interne controle en risicobeheersing, vooral door het introduceren van een nieuwe functie Organisatiecontrol. We komen hier in hoofdstuk 9 nader op terug. De verdere implementatie vindt plaats in 2011. • Prestatieafspraken waargemaakt. In de gemeentelijke woonvisie en de prestatieafspraken tussen gemeente en corporaties is de versterking van de woonkwaliteit in de Zaanstreek één van de belangrijkste doelstellingen. Parteon onderschrijft deze doelstelling van harte en wil er een belangrijke bijdrage aan leveren. De prestatieafspraken zijn begin 2011 geëvalueerd samen met de gemeente Zaandstad. Eén van de conclusies was dat Parteon de gemaakte afspraken waarmaakt. • Forse nieuwbouwproductie. Parteon is in 2010 gestart met zes nieuwbouwprojecten, die maar liefst 489 woningen toevoegen aan de Zaanse woningmarkt. Een resultaat om trots op te zijn in een tijd waarin de stand van de economie de nieuwbouwproductie zwaar onder druk zet. Wij danken hierbij ook de gemeente Zaanstad, die de snelle start van de bouw mede stimuleerde door de stimuleringsgelden van het Rijk om te zetten in een ‘afnamegarantie’ voor een deel van de bij oplevering eventueel onverkochte koopwoningen. Dit geeft blijk van de goede relatie en samenwerking met de gemeente. • Omvangrijke investering in onderhoud. In 2010 heeft Parteon 46 miljoen euro gestoken in het onderhoud van bestaande woningen. Een geplande en omvangrijke investering waarmee zo’n 950 woningen zijn verbeterd.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
6
• Verkoopprogramma gerealiseerd. Parteon heeft in 2010 het geplande verkoopprogramma van bestaande woningen ruimschoots gehaald. Er zijn maar liefst 150 bestaande huurwoningen verkocht. We hebben daarmee flink bijgedragen aan de verbetering van de woningkwaliteit in de Zaanstreek. Meer in het algemeen is in 2010 gebleken dat onze activiteiten goed aansluiten bij de missie, visie en koers die Parteon heeft vastgelegd in het Koersplan 2009-2011. Wij zijn en blijven dicht bij onze kerntaak ‘wonen’. Als maatschappelijke partner zien wij voor onszelf een belangrijke rol weggelegd in de noodzakelijke verbetering van de woonkwaliteit in de Zaanstreek. In hoofdstuk 3 gaan we nader in op de doelen en speerpunten die we onszelf in dit verband hadden gesteld in 2010. Daarin geven we ook aan in hoeverre deze doelen en speerpunten zijn waargemaakt. De voortgang bewaken we met behulp van periodieke rapportages.
1.2 Oog voor de maatschappij Parteon vindt het belangrijk om de maatschappelijke omgeving waarin zij werkt duidelijk te maken dat ze maatschappelijke belangen op een verantwoorde wijze behartigt. Daarom hechten wij een groot belang aan transparant en integer handelen, en aan het afleggen van verantwoording aan ‘de maatschappij’. In 2010 hebben we hier op verschillende manieren inhoud aan gegeven. • Governance en vernieuwing van de Raad van Commissarissen. Parteon onderschrijft de sinds 1 januari 2007 van kracht zijnde Aedescode en daarmee ook de Governancecode voor woningcorporaties. Dit geldt zowel voor het Bestuur als het toezicht daarop door de Raad van Commissarissen (RvC). Om aan de Governancecode te voldoen, hebben wij ervoor gekozen om in twee stappen binnen één jaar zes van de zeven leden van de RvC te vervangen. In het verslag van de RvC (zie hoofdstuk 2) kunt u hierover meer lezen. De fasering is bewust gekozen om de overdracht en continuïteit van kennis te waarborgen. Mede hierdoor heeft de gedeeltelijke vernieuwing van de Raad in 2010 tot het beoogde effect kunnen leiden: een verfrissing van de toezichtsrelatie tussen Bestuur en Raad. Eind 2010 hebben de laatste drie ‘oude’ leden van de Raad afscheid genomen. Ik wil hen nogmaals bedanken voor hun deskundige bijdrage in de afgelopen jaren, een periode waarin de corporatiesector een belangrijke verandering heeft ondergaan. • Integriteit. Parteon heeft in 2008 een integriteitsbeleid vastgesteld, dat is opgenomen in ‘De integriteitsregeling Parteon’. Hieraan staat ook een ‘Meldingsregeling’, in de volksmond de ‘klokkenluidersregeling’. De Integriteitsregeling bevat verder een paragraaf over hoe om te gaan met eventuele belangenverstrengeling. Dit dient zo veel mogelijk te worden voorkomen. Daarnaast kent Parteon een externe vertrouwenspersoon. In 2010 hebben we voorbereidingen getroffen om de Integriteitsregeling te actualiseren en aan te passen. Dit wordt in 2011 verder uitgewerkt. Zo gaan we in de toekomst dilemmatrainingen invoeren. Deze zijn bedoeld om integer handelen niet alleen op papier, maar ook in de praktijk handen en voeten te geven. Dat doen we verder door het onderwerp ‘integriteit’ regelmatig te bespreken in de diverse werkoverleggen. Mocht er sprake zijn van meldingen van integriteitsschendingen, dan bepalen het Bestuur en de RvC in overleg of we tot publicatie overgaan. Daarbij wegen we de diverse belangen tegen elkaar af. Van belang is met name of publicatie kan leiden tot (onnodige) beschadiging van de organisatie en/of personen.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
7
• Aanbestedingsbeleid. In 2010 hebben interne en externe signalen ons duidelijk gemaakt dat de bestaande aanbestedingsprocedures aangescherpt moesten worden. Ook is het noodzakelijk gebleken het naleven van afspraken beter te controleren. We hebben de voorgestelde verbetermaatregelen laten toetsen en beoordelen door Deloitte. Meer hierover in hoofdstuk 9. • Afhandeling van klachten en geschillen. Parteon hecht aan een goede dienstverlening aan al haar klanten. Toch kan het gebeuren dat een klant vindt niet goed te zijn behandeld. Daarover kan hij/zij bij de organisatie een klacht indienen. Wordt deze niet naar tevredenheid van de klant afgehandeld, dan gaat de zaak naar de Interne Klachtencommissie die een uitspraak doet. Is deze voor de klager niet bevredigend, dan kan de klacht worden neergelegd bij de onafhankelijke externe Geschillencommissie. In 2010 is dit geen enkele keer gebeurd. De Raad van Commissarissen wordt door middel van de kwartaalrapportage geïnformeerd over de ingediende klachten en geschillen en de afhandeling daarvan. Meer informatie vindt u in het jaarverslag van de externe Geschillencommissie (zie hoofdstuk 15). • Overleg met huurders. Parteon voert zeer regelmatig overleg met de Bewonersraad, de officiële huurdersvertegenwoordiger. De afspraken zijn vastgelegd in een participatiereglement. Onlangs is dit vernieuwd en door beide partijen ondertekend. • Relatie met belanghouders. Parteon is werkzaam in de gemeenten Zaanstad en Wormerland. Met deze belangrijke belanghouders vindt regelmatig overleg plaats, op ambtelijk en bestuurlijk niveau. In 2010 hebben wij een bijeenkomst gehouden met de gemeenteraad van Zaanstad om uitleg te geven over de veranderende omstandigheden en financiële mogelijkheden en de daaraan gekoppelde koers van Parteon. Ook met onze andere belanghouders maken wij graag op een open en transparante wijze afspraken. We leggen daarnaast graag verantwoording aan hen af. In december 2010 hebben wij onze koers en de geleverde prestaties met onze belanghouders besproken. We hebben deze bijeenkomst tevens benut om te discussiëren over onder andere de gevolgen van de extramuralisering in de zorg voor kwetsbare huurders (zie ook hoofdstuk 8). • Visitatie. Wij onderschrijven visitatie als objectief instrument voor het meten van onze maatschappelijke prestaties. Belanghouders krijgen zo een goed beeld van ons functioneren en welke rol ze daarin spelen. De eerste visitatie van Parteon vond plaats in 2006/2007. We gaan ons in 2011 opnieuw laten visiteren. In 2010 hebben we een Plan van Aanpak geschreven en KWH geselecteerd als visiterende organisatie.
1.3 Externe ontwikkelingen Parteon opereert niet in een vacuüm. Wij worden sterk beïnvloed door externe ontwikkelingen. In 2010 veranderde de omgeving waarin wij opereren ingrijpend. Drie ontwikkelingen zijn daarvoor verantwoordelijk. • Nieuw kabinet en regeerakkoord. Het nieuwe kabinet-Rutte heeft niet gekozen voor een integrale herziening van de woningmarkt. Slechts op één punt, de aanpak van het scheefwonen, is in het regeerakkoord een maatregel opgenomen. Via onze brancheorganisatie Aedes en netwerken, zoals De Vernieuwde Stad, zullen wij blijven benadrukken dat een échte integrale hervorming met verantwoorde overgangsmaatregelen noodzakelijk is. De meeste partijen op het gebied van het wonen zijn daar inmiddels in meer of mindere mate van doordrongen. Dat biedt perspectief. Het regeerakkoord bevat een aantal zaken die van belang zijn voor het wonen. Aan de lastenkant is dat in ieder
Volkshuisvestingsverslag Parteon
8
geval de voor 2014 aangekondigde heffing. Wij schatten in dat dit voor Parteon een extra last betekent van circa € 4 miljoen. Geld dat in de staatskas verdwijnt en niet meer direct gebruikt kan worden voor de (investering in de) volkshuisvesting. De heffing zal de kasstromen binnen de sector, en onze sturing daarop, (nog meer) onder druk zetten. Andere punten in het regeerakkoord – de extra huurverhoging van 5% voor de hogere inkomensgroepen ter bestrijding van de scheefheid, de extra woningwaarderingspunten in schaarstegebieden en het kooprecht voor zittende huurders – moeten nog verder worden uitgewerkt. Van belang is daarnaast de aanstaande herziening van de Woningwet en daaraan gekoppelde regeling over (het toezicht op) de activiteiten van de corporaties. Datzelfde geldt voor de herziening van de Huisvestingswet. Parteon is voorstander van een vrije keuze voor de woonconsument, mits die kan worden bijgestuurd als er knelpunten ontstaan voor bepaalde groepen. • Europese regeling over doelgroep en staatssteun. Nederland is met de Europese Commissie overeengekomen dat met ingang van 1 januari 2011 90% van de vrijkomende sociale huurwoningen moet worden toegewezen aan huishoudens met een inkomen tot pakweg 33.000 euro. Parteon volgt met de gemeente en collega-corporaties op de voet welke effecten dit heeft voor de kansen op de woningmarkt van mensen met lagere middeninkomens. Waar nodig nemen wij passende maatregelen in bijvoorbeeld het huurbeleid en verkoopbeleid (onder meer de inzet van Koopgarant). Tweede onderdeel van de Europese regeling is de (administratieve) scheiding van DAEB-activiteiten (de kerntaken) en niet-DAEB-activiteiten (commerciële activiteiten). De invoeringsdatum hiervan staat nog niet vast, maar werpt haar schaduw vooruit. In 2011 heeft Parteon geen belangrijke investeringen en dus noodzakelijke financieringen in het niet-DAEB-deel op het programma staan. Dit jaar zullen wij benutten om in overleg met collega’s en instanties tot een goed financieringsplan voor deze investeringen te komen. • Bezuinigingen gemeente Zaanstad. De gemeente Zaanstad moet bezuinigen. Het is nog niet duidelijk welke gevolgen dit zal hebben voor een aantal grote projecten. De bezuinigingen treffen ook de gemeentelijke werkorganisatie zelf. Ook de gevolgen hiervan gaan we het komend jaar merken.
1.4 Bestuur - Statutair directeur Het Bestuur van Parteon bestaat per 31 december 2010 uit één statutair directeur, de heer Vincent van Luit (1956). Hij is werkzaam als statutair directeur van Parteon en haar rechtsvoorganger De Woonmij Zaanstad sinds 1 september 2002. De heer Van Luit heeft een aanstelling voor onbepaalde tijd. Uit hoofde van zijn functie als bestuurder van Parteon is de heer Van Luit tevens bestuurder van: • stichting Monumenten Zaanstad; • stichting Beheer en Exploitatie Registergoederen Parteon; • Parteon Projectontwikkeling Holding b.v.; • lid van de Raad van Commissarissen van AanZet bedrijfsfaciliteiten n.v. (t/m 2010, de n.v. is inmiddels geliquideerd). In hoofdstuk 12 gaan we verder in op de relatie tussen Parteon en deze verbindingen. Verder is de heer Van Luit op verschillende manieren betrokken bij landelijke en regionale organisaties, allemaal werkzaam op het gebied van de volkshuisvesting: • vicevoorzitter van de Samenwerkende Woningcorporaties Zaanstreek Waterland (SWZW); • voorzitter van de Federatie van Zaanse Woningcorporaties (FZW); • lid van het platform De Vernieuwde Stad;
Volkshuisvestingsverslag Parteon
9
• lid van het WoonNetwerk; • lid van het Platform Woningcorporaties Noordvleugel Randstad (PWNR); • lid van het Directeurencontact Aedes. Het Woonnetwerk heeft in 2010 besloten haar activiteiten te beëindigen. In 2010 is de heer Van Luit toegetreden tot het Bestuur van de stichting Marketing Zaanstreek. Hij vertegenwoordigt daarin de functies ‘wonen’ en ‘vastgoed’.
1.5 Taak en werkwijze van het Bestuur Het Bestuur is belast met het besturen van de corporatie. Bij haar taakvervulling richt het Bestuur zich op het belang van de corporatie in het licht van haar volkshuisvestelijke en maatschappelijke doelstellingen. Het Bestuur is verantwoordelijk voor het realiseren van de doelstellingen, de strategische koers, de financiële positie (vooral ten aanzien van financierbaarheid, resultaat en vermogensontwikkeling) en het beleid ten aanzien van het aangaan van verbindingen. Het Bestuur legt over het gevoerde beleid verantwoording af aan de Raad van Commissarissen (RvC). Ze verschaft de RvC juiste, tijdige en volledige informatie zodat deze zijn rol als toezichthouder adequaat kan uitoefenen. Het Bestuur is verantwoordelijk voor de naleving van alle relevante wet- en regelgeving en voor het beheersen van de risico’s die verbonden zijn aan de door de corporatie uitgeoefende activiteiten. De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van het Bestuur zijn omschreven in artikel 3 t/m 9 van de statuten en verder uitgewerkt in het Bestuursreglement. In 2010 is er geen sprake geweest van tegenstrijdige belangen zoals bedoeld in principe II.3 van de Governancecode. Enkele in 2010 genomen (relevante) bestuursbesluiten zijn: • vaststelling van het Treasury jaarplan 2010 en 2011; • vaststelling van de jaarstukken over 2009, zowel enkelvoudig als geconsolideerd, ook van de verbindingen; • vaststelling van de Meerjarenbegroting 2011-2015 (inclusief scenario’s); • in overleg met en na instemming van de RvC: de benoeming van PricewaterhouseCoopers tot nieuwe controlerend accountant met ingang van het boekjaar 2011; • vaststelling vervolgacties naar aanleiding van de audit rond het aanbestedingsbeleid; • diverse stappen rond de te realiseren nieuwe centrale huisvesting in het voormalige NUON-kantoor in Zaandam. Hierbij wordt rekening gehouden met de vastgestelde randvoorwaarden; • vaststelling van de visie op de dienstverlening; • vaststelling van de aanpak van het benchmark-project; • renovatie van de winkelruimte voor de Vomar in de Bloemkorf; • vaststelling van de uitgangspunten voor de herontwikkeling van de Chromos-locatie in Krommenie; • vaststelling van de beleidsnota senioren; • bepaling van de definitieve conversiedatum van Empire naar SG|Tobias; • vaststelling van het plan van aanpak en de planning voor het visitatietraject in 2011; • vaststelling van de gebiedsvisie Wormerveer Noord; • vaststelling ven het beslisdocument voor de ontwikkeling van Rietvelden Zuid in Wormerveer; • vaststelling van de optimalisatie c.q. splitsing van de ontwikkeling van de Poort van Wormer.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
10
1.6
Verklaring van het Bestuur
Het Bestuur van Parteon heeft het Volkshuisvestingsverslag en de jaarrekening over 2010 vastgesteld. Dit besluit is ter goedkeuring voorgelegd aan de RvC. In de RvC-vergadering van 20 juni 2011 zijn de jaarstukken besproken in aanwezigheid van PricewaterhouseCoopers accountants. Daarbij is ook kennis genomen van de bevindingen van de accountant en de daarop door hem afgegeven goedkeurende verklaring. Op grond daarvan heeft de RvC dit bestuursbesluit goedgekeurd. In het kader van artikel 26.2.g van het BBSH verklaart het Bestuur dat de middelen van Parteon uitsluitend zijn besteed in het belang van de volkshuisvesting.
Zaanstad, 20 juni 2011
Vincent van Luit, Directeurbestuurder
Volkshuisvestingsverslag Parteon
11
RvC 2010, van links naar rechts: Dhr. v. Bortel, Dhr. Esseboom, Dhr. Middelhoven, Dhr. Timmerman, Dhr. Betlem, Dhr. Conijn, Dhr. v. Tent Beking, Mevr. Keegstra.
RvC 2011, van links naar rechts: Dhr. Keijzer, Dhr. Timmerman, Dhr. Conijn, Dhr. van Bortel, Dhr. Wijngaarde, Mevr. Josette Keegstra en Dhr. Esseboom.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
12
2 Verslag Raad van Commissarissen 2.1 Samenstelling Raad van Commissarissen De samenstelling van de RvC van Parteon in 2010: De heer mr. P.W. (Piet) Middelhoven (1946). Lid sinds 2005, daarvoor meerdere jaren lid van de RvC van de rechtsvoorganger(s) van Parteon, aftredend ultimo 2010, niet meer herkiesbaar. Voorzitter van de RvC, lid van de Projectontwikkeling- / Vastgoedcommissie. De heer Middelhoven is werkzaam als ondernemer en is projectontwikkelaar van grootschalige winkels. Relevante nevenfuncties: • voorzitter Raad van Toezicht ROC Zaanstreek-Waterland; • voorzitter Stichting Zaans Museum; • commissaris bij het beursgenoteerde fonds AND Publishers NV te Rotterdam; • voorzitter van de Raad van Commissarissen van Aanzet Bedrijfsfaciliteiten n.v. te Zaandam. Parteon heeft een belang van 9,53% in deze n.v. Binnen de RvC voldoet de heer Middelhoven aan de profielen juridisch, financieel-economisch, markt en marketing. Mevrouw drs. J. (Josette) Keegstra (1950). Lid sinds 2005, daarvoor twee jaar lid van de RvC van de rechtsvoorganger(s) van Parteon, herbenoemd in 2008, aftredend ultimo 2012. Lid van de RvC op voordracht van de Ondernemingsraad. Vicevoorzitter van de RvC, voorzitter van de Remuneratiecommissie. Mevrouw Keegstra is werkzaam als Psycholoog NIP Arbeid en Gezondheid bij haar eigen bureau Carrière Support. Zij heeft geen relevante nevenfuncties. Binnen de RvC voldoet mevrouw Keegstra aan het profiel personeel en organisatie. De heer J. (Jan) Betlem (1951). Lid sinds 2005, daarvoor meerdere jaren lid van de RvC van de rechtsvoorganger(s) van Parteon, aftredend ultimo 2010, niet meer herkiesbaar. Voorzitter van de Projectontwikkeling- / Vastgoedcommissie. De heer Betlem is werkzaam als adviseur bij de ABC Management Groep en was eerder verbonden aan het ROC Zaanstreek-Waterland. Hij heeft geen relevante nevenfuncties. Binnen de RvC voldoet de heer Betlem aan het profiel volkshuisvestelijk.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
13
De heer J. (Jan) van Tent Beking (1948). Lid sinds 2005, daarvoor meerdere jaren lid van de RvC van de rechtsvoorganger(s) van Parteon, herbenoemd in 2007, aftredend ultimo 2010, niet meer herkiesbaar. Lid van de RvC op voordracht van de Bewonersraad. De heer Van Tent Beking is werkzaam als registertaxateur onroerende zaken bij het Ministerie van Financiën. Hij heeft geen relevante nevenfuncties. Binnen de RvC voldoet de heer Van Tent Beking aan het profiel lokaal huurdersnetwerk. De heer Prof. dr. J.B.S. (Johan) Conijn (1950). Werkzaam als directeur bij Ortec Finance. Daarnaast buitengewoon hoogleraar Woningmarkt Universiteit van Amsterdam, verbonden aan de Amsterdam School of Real Estate. Voorzitter van de Audit Commissie. Relevante nevenfuncties: • lid van de RvC van Stec Groep b.v.; • voorzitter bestuur VOGON; • lid van het curatorium van het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid. Binnen de RvC voldoet de heer Conijn aan de profielen financieel-economisch en volkshuisvestelijk. De heer drs. ing. G.A. (Gerard) van Bortel (1963). Werkzaam als onderzoeker Volkshuisvesting en Woningmarkt bij onderzoeksinstituut OTB/TU Delft. Lid van de Projectontwikkeling- / Vastgoedcommissie. Relevante nevenfunctie: • visitator woningcorporaties via KWH; Binnen de RvC voldoet de heer Van Bortel aan het profiel volkshuisvestelijk. De heer drs. H.E. (Hugo) Esseboom (1958). Werkzaam als directeur bij Humain BV met als werkterrein management en innovatie met behulp van ICT-oplossingen. Lid van de Audit Commissie. Relevante nevenfunctie: • voorzitter Raadgevend Orgaan NiNsee (het Nationaal Instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis. Binnen de RvC voldoet de heer Esseboom aan de profielen financieel-economisch en ICT. De heer drs. S.J.A. (Sicco) Timmerman (1965). Werkzaam als directeur Vastgoed van zorgaanbieder Omring Hoorn. Lid van de RvC op voordracht van de Bewonersraad. De heer Timmerman heeft geen relevante nevenfuncties. Binnen de RvC voldoet de heer Timmerman aan het profiel lokaal huurdersnetwerk.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
14
2.2 Taak en werkwijze van de Raad van Commissarissen De RvC is belast met het toezicht houden op het beleid van de directie en de algemene gang van zaken binnen Parteon. Daarnaast staat de RvC de directie met raad terzijde. De organisatiestrategie van Parteon is in eerste instantie vastgelegd in het Ondernemingsplan 2007-2011, mede op basis van input van belanghouders. In 2009 is het Ondernemingsplan aangescherpt, waarbij de grenzen waarbinnen Parteon opereert duidelijker zijn afgebakend. Dit is vastgelegd in het Koersplan 2009-2011 dat het ‘oude’ Ondernemingsplan vervangt. Het Koersplan 2009-2011 vormt de basis voor de beleidsvorming binnen Parteon en de daarop gebaseerde begroting en jaarplannen van de afdelingen. Door middel van periodieke rapportages van het Bestuur houdt de RvC zicht op de uitvoering van de begroting en plannen. Om het functioneren van de organisatie onafhankelijk te laten toetsen, heeft Parteon deelgenomen aan het SEV-experiment om te komen tot een goed stelsel van visitatie. Het visitatierapport is medio 2007 verschenen. In 2011 vindt opnieuw een visitatie plaats.
2.3 Toezicht op dochterondernemingen en verbindingen De RvC is het intern toezichthoudend orgaan van de hele organisatie van Parteon, inclusief de dochterondernemingen waarover Parteon zeggenschap heeft. In BV’s heeft het Bestuur van Parteon doorgaans als meerderheidsdeelnemer invloed op de besluitvorming in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van de dochter. Voor standpunten die het Bestuur inneemt bij belangrijke besluiten van de dochter is de voorafgaande instemming van de RvC nodig. Deze bepaling is opgenomen in het reglement voor de RvC. In stichtingen waaraan Parteon is verbonden, is statutair vastgelegd dat het Bestuur van de stichting bestaat uit de rechtspersoon stichting Parteon. Op deze manier is gegarandeerd dat zowel in BV’s als in stichtingen het intern toezicht afdoende is geregeld.
2.4 Reglement Raad van Commissarissen De werkwijze van de RvC van Parteon is vastgelegd in een reglement. Hierin zijn ook opgenomen de reglementen voor de ingestelde kerncommissies en de bepalingen over het toezicht op dochterondernemingen en verbindingen.
2.5 Vergaderingen en behandelde onderwerpen Reguliere vergaderingen De RvC van Parteon heeft in 2010 vier reguliere vergaderingen gehouden. De belangrijkste onderwerpen waren: • de periodieke rapportages; • de toekomstige huisvesting van Parteon; • de verkoop van het kantoor aan het Dick Laanplein; • de begroting 2011 en meerjarenbegroting 2011-2015; • het Jaarplan 2011; • de ontwikkelingen rond de financiële (meerjaren)situatie, met name ook in relatie tot de toegekende A-status (door het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting) en de voldoende financierbaarheid c.q. borgingsruimte (volgens de normen van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw);
Volkshuisvestingsverslag Parteon
15
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
de voortgang van de verkoop van nieuwbouwwoningen en bestaand bezit; de communicatiestrategie; het Strategisch Voorraadbeleid; de jaarrekening en het volkshuisvestingsverslag 2009 van Parteon en haar relevante verbindingen; de stand van zaken met betrekking tot de reorganisatie, inclusief het Sociaal Plan; de keuze voor en selectie van een nieuwe controlerend accountant; de mogelijke verkoop van complexen aan het Wooninvesteringsfonds; terugkoppelingen uit de vergaderingen van de kerncommissies; de aanpassing van het rooster van aftreden van de RvC; de selectieprocedure om te komen tot de benoeming van twee nieuwe leden; de benoeming van twee nieuwe leden; het vaststellen van de beloning van de directeur-bestuurder; de benoeming van een voorzitter en vicevoorzitter van de RvC vanaf 1 januari 2011; de organisatieontwikkeling binnen Parteon, in relatie tot de rol als maatschappelijke onderneming; behandeling afstudeerrapport met betrekking tot de informatievoorziening van de RvC het verslag van de interne evaluatievergadering en de actiepunten daaruit; de ontwikkelingen met betrekking tot governance en integriteit; het huurbeleid voor 2010; de keuze voor een nieuw primair systeem, SG|tobias en de implementatie daarvan; de stand van zaken met betrekking tot de NV Stadsherstel voor de Zaanstreek; het Treasurystatuut en Treasuryjaarplan; de vaststelling van het visitatietraject en de keuze voor KWH als visiterende organisatie.
Themavergaderingen De Raad heeft dit jaar twee themavergaderingen gehouden, in mei en november. Aan de orde kwamen de ontwikkelingen binnen de sector, de gevolgen van de invoering van de Europese regelgeving, de bezuinigingen binnen de gemeente Zaanstad en de mogelijke gevolgen van het regeerakkoord. Interne evaluatievergadering De RvC heeft in november 2010 vergaderd over haar eigen functioneren. Dit gebeurde in afwezigheid van het Bestuur en zonder externe ondersteuning. In 2011 zal bij de interne evaluatie wel gebruik worden gemaakt van externe ondersteuning. De opmerkingen van de directeur-bestuurder over zijn ervaringen met de RvC zijn in de bespreking meegenomen. Tijdens de vergadering is verder gesproken over de benoeming van de nieuwe leden. Ook kwam het functioneren van het Bestuur aan de orde en is een eerste begin gemaakt met het schetsen van een toezichtkader. Dit wordt, samen met een aantal aanbevelingen van individuele raadsleden, door een commissie vanuit de RvC verder uitgewerkt. Doel is te komen tot een toezichtskader dat de RvC kan gebruiken voor een adequaat en integraal toezicht. Overleg met het Bestuur van de Bewonersraad Het reguliere jaarlijks overleg stond gepland voor december 2009. Doordat in oktober 2009 een extra vergadering met het Bestuur van de Bewonersraad had plaatsgevonden, is besloten het jaarlijks overleg door te schuiven naar maart 2010. Het volgende overleg vond, conform het normale schema, weer plaats in december 2010. Aan de orde kwamen: • het advies van de Bewonersraad over het Strategisch Voorraadbeleid; • de rol van de Bewonersraad en de zienswijze daarop van de nieuwe leden van de RvC; • de mening van de RvC over het uittreden van een woningcorporatie uit het bestel; • de discussie over de middeninkomens; • de opstelling van de RvC met betrekking tot de in het regeerakkoord aangekondigde heffing; • de gevolgen van het in het regeerakkoord opgenomen kooprecht van zittende huurders; • de consequenties van de bezuinigingen van de gemeente Zaanstad voor Parteon.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
16
Overleg met de Ondernemingsraad De voltallige RvC heeft in september overleg gevoerd met eveneens de voltallige Ondernemingsraad van Parteon. In dat overleg is gesproken over de afgelopen reorganisatie, het veiligheidsbeleid en de huidige stand van zaken binnen de organisatie. Ook zijn de ontwikkelingen in en rond de corporatiesector uitvoerig besproken. Verder heeft de OR toegelicht hoe hij zij haar eigen activiteiten heeft ondergebracht in diverse werkgroepen. Besluiten van de Raad van Commissarissen In 2010 heeft de RvC een aantal besluiten van het Bestuur goedgekeurd, conform wat daarover is opgenomen in de statuten. De belangrijkste zijn: • de goedkeuring van de jaarrekening en het volkshuisvestingsverslag over 2009 van Stichting Parteon en Parteon Projectontwikkeling Holding BV; • de goedkeuring van de begroting 2011 en de meerjarenbegroting 2011-2015, inclusief PPO bv (Parteon Projectontwikkeling bv); • de goedkeuring van de jaarstukken van stichting Monumenten en stichting Beheer en Exploitatie Registergoederen Parteon over 2009. Beide zijn dochterondernemingen van Parteon, het Bestuur van deze stichtingen ligt bij de rechtspersoon Parteon; • de goedkeuring van het Treasurystatuut. Andere besluiten van de RvC: • de benoeming van twee nieuwe leden van de RvC: de heren P. Keijzer en M. Wijngaarde. In verband met een gelijkmatig verloop van het rooster van aftreden geldt hun eerste benoeming voor een termijn van twee jaar; • de goedkeuring van het Treasuryjaarplan 2010 en 2011; • de benoeming van PricewaterhouseCoopers tot nieuwe controlerend accountant; • de vaststelling van de uitbreiding van het taakgebied van de Projectontwikkeling Commissie tot Vastgoedcommissie; • de benoeming van de heer J.B.S. Conijn tot voorzitter en herbenoeming van mevrouw J. Keegstra tot vicevoorzitter van de RvC met ingang van 1 januari 2011; • de verkoop van het kantoor aan het Dick Laanplein; • de start van het visitatietraject en de benoeming van KWH tot visiterende organisatie; • de beloning van de directeur-bestuurder, passend binnen de sectorbrede beloningscode voor bestuurders van woningcorporaties.
2.6 Kerncommissies In verband met de toenemende complexiteit en verdergaande professionalisering van het commissariaatswerk heeft de RvC eind 2006 drie kerncommissies ingesteld. Deze bestrijken belangrijke deelgebieden van het intern toezicht van de RvC en bieden de mogelijkheid dieper op de materie in te gaan. De kerncommissies rapporteren aan de voltallige RvC. Deze blijft als gehele Raad gezamenlijk verantwoordelijk voor de kwaliteit van het totale interne toezicht. De commissies zijn in 2007 van start gegaan. Het zijn er drie: • de Remuneratiecommissie; • de Audit Commissie; • de Projectontwikkeling Commissie. In de loop van 2010 heeft de RvC besloten het werkterrein van deze commissie te verbreden tot vastgoedsturing in de breedste zin van het woord. De naam van de commissie is als gevolg hiervan gewijzigd in Vastgoedcommissie. De commissies werken volgens eigen reglementen, die deel uitmaken van het reglement van de RvC. Ze zijn te vinden op de website van Parteon.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
17
Remuneratiecommissie Deze commissie bestond in 2010 uit mevrouw. J. Keegstra (voorzitter) en de heer P.W. Middelhoven (lid). Volgens het reglement heeft de commissie de volgende taken: • het doen van een voorstel voor de beloning van de leden van het Bestuur, ter vaststelling door de RvC. In dit voorstel komen in ieder geval aan de orde de beloningsstructuur, de hoogte van de vaste bezoldiging, de toe te kennen variabele beloningscomponenten, de pensioenrechten, de afvloeiingsregelingen (indien op voorhand vastgelegd) en de prestatiecriteria die als toetssteen worden toegepast; • het vervullen van een klankbordfunctie voor de directeur-bestuurder bij het opstellen en uitvoeren van het beloningsbeleid voor de hoofden van de afdelingen van Parteon; • het doen van een voorstel aan de Raad voor de selectiecriteria en benoemingsprocedure voor de directeur-bestuurder; • het werven, selecteren en voordragen van directeur-bestuurder(s) ter benoeming door de RvC; • het doen van een voorstel voor een profielschets van de RvC; • het werven, selecteren en voordragen van de leden van de RvC ter benoeming door de RvC en het voordragen van leden voor een eventuele herbenoeming; • het doen van een voorstel aan de RvC voor het te voeren beloningsbeleid voor de individuele leden van de Raad; • het voorbereiden van de evaluatievergadering over het functioneren van de individuele leden van de RvC en de RvC als geheel; • het opmaken van het remuneratierapport als bedoeld in de uitwerking (II.2.3) van het principe ‘Rechtspositie en bezoldiging bestuur’ van de Governancecode woningcorporaties. De Remuneratiecommissie heeft in 2010 drie vergaderingen gehouden. Daarin zijn de volgende onderwerpen besproken: • de selectieprocedure voor de vervanging van de drie in 2010 aftredende leden van de RvC; • het introductieprogramma voor de nieuwe leden van de RvC; • het afscheid van de vertrekkende leden van de RvC; • het nieuwe rooster van aftreden; • de evaluatie van het proces rond de interne evaluatie over 2009 en de voorbereiding voor de interne evaluatievergadering van november 2010; • de evaluatie van het proces rond de beoordeling van de directeur-bestuurder over 2009 en de voorbereiding voor de beoordeling van de directeur-bestuurder over 2010; • de toetsing van de beloning van de directeur-bestuurder aan de sectorbrede beloningscode voor bestuurders van woningcorporaties; • de beloning van het Bestuur in 2011; • het opmaken van het Remuneratierapport. Het Remuneratierapport over 2010 is opgenomen aan het eind van dit verslag. Audit Commissie De Audit Commissie bestond in 2010 uit de heren J.B.S. Conijn (voorzitter) en H.E. Esseboom (lid). De in het reglement vastgelegde taakomschrijving luidt: ‘De onafhankelijke toetsing en beoordeling van de financiële administratie en verslaglegging, de organisatie-inrichting en het beheersingsmechanisme behoren tot de kernaspecten van de Audit Commissie. Het Bestuur draagt in beginsel de zorg hiervoor. Het Bestuur draagt er tevens zorg voor dat de interne auditfunctie, die deze toetsing en beoordeling uitvoert, in de praktijk lijnonafhankelijk functioneert. De RvC ziet er op toe dat het Bestuur deze uitgangspunten realiseert. In het bijzonder over de waarborgen voor zelfstandigheid ten opzichte van het Bestuur dient de Raad zich concreet uit te laten.’ De Audit Commissie houdt toezicht op het adequaat functioneren van: • de interne risicobeheersings- en controlesystemen, waaronder het toezicht op de naleving van de relevante wet- en regelgeving en de werking van gedragscodes;
Volkshuisvestingsverslag Parteon
18
• de financiële informatieverschaffing: accountancybeleid en keuze externe accountant, inzicht in de behandeling van ‘schattingsposten’ in de jaarrekening, prognoses, etc.; • de naleving van aanbevelingen en opvolging van opmerkingen van de controller en de externe accountant; • de rol en het functioneren van de interne auditfunctie; • het beleid met betrekking tot taxplanning en de impact van de fiscaliteit in de financiële sturing; • de relatie met de externe accountant, in het bijzonder zijn onafhankelijkheid, de bezoldiging en eventuele nietcontrole werkzaamheden voor de instelling; • de financiering van de instelling; • de toepassing van de informatie- en communicatietechnologie (ICT). De Audit Commissie heeft in 2010 vier keer vergaderd. De belangrijkste besproken onderwerpen: • de jaarrekening, het volkshuisvestingsverslag en het controlerapport over 2009 van Parteon (concern). Bij de behandeling van dit punt was Deloitte Accountants aanwezig; • diverse maand- en kwartaalrapportages waarbij de stichting en PPO bv zijn gecombineerd in één rapportage; • de stand van zaken met betrekking tot de AI/IB en het risicomanagement; • de fiscale actualiteiten, met name rond de vennootschapsbelasting; • de stand van zaken rond de implementatie van het nieuwe primaire systeem SG|tobias; • de jaarstukken 2009 van twee dochterondernemingen: stichting Monumenten en stichting Beheer en Exploitatie Registergoederen Parteon; • de managementletter van Deloitte naar aanleiding van de interim-controle; • de begroting 2011 en meerjarenbegroting 2011-2015; • het Treasuryjaarplan en Treasurystatuut; • het Interne Controleplan; • de ontwikkeling van de financiële situatie (op korte en lange termijn) van Parteon, met name in relatie tot de status conform de CFV-systematiek en de financierbaarheid c.q. de borgingsruimte conform de WSW-systematiek, inclusief scenario’s in verband met de risico’s rond de verkopen van bestaand bezit; • de voorbereidingen voor de verkoop van twee complexen (Perim/Pharus) aan het Wooninvesteringsfonds; • de algehele liquiditeitspositie; • de aanbestedingsproblematiek, het onderzoek door Deloitte en de op grond daarvan ingezette verbetermaatregelen; • het selectietraject van een nieuwe controlerend accountant, afgerond met de keuze voor PricewaterhouseCoopers met ingang van de activiteiten voor het boekjaar 2010; • de gevolgen van de toekomstige invoering van de ontwerprichtlijn RJ 645; • de stand van zaken van de nieuwe afdeling Organisatiecontrol; • de verkoop van het kantoor aan het Dick Laanplein. Projectontwikkeling Commissie / Vastgoedcommissie De Vastgoedcommissie bestaat uit de heren J. Betlem (voorzitter), P. Middelhoven (lid) en G.A van Bortel (lid). De in het reglement opgenomen taakomschrijving luidt als volgt: • het toezien op en beoordelen van activiteiten met betrekking tot de vastgoedontwikkeling en -sturing in brede zin, inclusief de vastgoedaspecten van gebiedsontwikkelingen. Dit omvat in ieder geval ook de activiteiten met betrekking tot de ontwikkeling van nieuwbouw- en herstructureringsprojecten en alle deelgebieden van het Strategisch Voorraadbeleid (bezien vanuit de vastgoedkant); • het beoordelen van de met deze activiteiten samenhangende risico’s op politiek, bestuurlijk, maatschappelijk, ruimtelijk, technisch en economisch terrein, mede in relatie tot de ontwikkelingen op de woningmarkt; • het beoordelen van de gegevens met betrekking tot samenwerkingsconstructies; • het beoordelen en waarborgen van de kwaliteit van de projectplannen en rekenmodellen; • het signaleren voor de RvC van alle zaken die een belangrijke invloed kunnen hebben op de financiële positie en/ of activiteiten van de onderneming, inclusief (grote) financiële risico’s die worden gelopen en de wijze waarop het management deze risico’s effectief beheerst;
Volkshuisvestingsverslag Parteon
19
• het met betrekking tot de organisatie van zowel de stichting als alle relevante verbindingen beoordelen van: - de structuur van de organisatie, waaronder taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden; - de processen rond de projectontwikkeling en het projectmanagement en alle overige op de vastgoedsturing betrekking hebbende activiteiten; - de cultuur binnen de organisatie (normen en waarden, managementstijl, besturingsfilosofie) en de kwaliteit en capaciteit van de medewerkers. De Vastgoedcommissie vergaderde in 2010 vier keer. Aan de orde kwamen: • de situatie rond de projecten in zijn algemeenheid; • de meerjarenbegroting 2011-2015, met name de gevolgen van de financiële situatie voor de inhoud en omvang van de projectenportefeuille; • de prestatieafspraken met de gemeente; • de voorbereidingen voor de verkoop van twee complexen (Perim/Pharus) aan het Wooninvesteringsfonds; • de subsidieregeling in het kader van het ISV en de afspraken met de gemeente over de invulling daarvan; • de risicobeheersing binnen de te ontwikkelen projecten; • de kwartaalrapportages van Parteon en Parteon Projectontwikkeling BV; • de voortgang van de lopende projecten; • de situatie rond de (stagnatie van de) verkoop van nieuwbouwwoningen en de woningmarkt in het algemeen; • de uitbreiding van het reglement (van Projectontwikkeling- naar Vastgoedcommissie); • het Strategisch Voorraadbeleid.
2.7 Integriteit De RvC heeft in 2010 kennis genomen van de ontwikkelingen op het gebied van de integriteit. Dat geldt zowel voor de evaluatie van het huidige beleid als voor de plannen van het Bestuur om het integriteitsbeleid te actualiseren c.q. aan te passen. Ook de rol van de RvC en haar eigen integriteit is behandeld. Dit laatste punt wordt in 2011 verder concreet vormgegeven. Mocht er sprake zijn van meldingen van integriteitsschendingen, dan bepalen het Bestuur en de RvC in overleg of we tot publicatie overgaan. Daarbij wegen we de diverse belangen tegen elkaar af. Van belang is met name of publicatie kan leiden tot (onnodige) beschadiging van de organisatie en/of personen.
2.8 Onafhankelijkheid De RvC van Parteon is zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar en het Bestuur geheel onafhankelijk opereren. Er wordt sterk gehecht aan het voorkomen van belangenverstrengeling binnen de RvC. In 2010 is hier geen sprake van geweest. Tot de Raad behoren geen leden van het college van Burgemeester en Wethouders of van Gedeputeerde Staten. In aansluiting hierop onderschrijft de RvC de in de Governancecode opgenomen criteria voor onafhankelijkheid. Uitzondering is het criterium ‘huurder van de corporatie tot relaties in de tweede graad’. Dit beschouwt de RvC niet als een onafhankelijkheidscriterium. In 2010 hebben het Bestuur en de RvC in goed onderling overleg de organisatie gekozen die de in 2011 te houden visitatie uitvoert. KWH was één van de geselecteerde bureaus. Omdat de heer Van Bortel als visitator optreedt bij KWH, heeft hij in het selectieproces geen rol gespeeld. De keuze voor KWH staat los van de rol van de heer Van Bortel en is gemaakt op basis van zakelijke afwegingen.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
20
2.9 Remuneratierapport Parteon 2010 Het Bestuur en de RvC van Parteon onderschrijven de principes van de Governancode voor woningcorporaties. In hoofdstuk 13 van dit jaarverslag wordt aangegeven op welke onderdelen Parteon de code volgt en op welke onderdelen zij daar gemotiveerd van afwijkt. Conform de afspraken in de code wordt er jaarlijks een Remuneratierapport opgesteld. Beoordelingsbeleid directeur-bestuurder Het beoordelingsbeleid ten aanzien van het Bestuur van Parteon is gebaseerd op het meten van de behaalde resultaten, zoals die zijn neergelegd in de prestatieafspraken. Daarnaast beoordeelt de Remuneratiecommissie – en daarmee in feite de hele RvC – of de invulling van de bestuursrol nog past bij de omvang, ambities, visie en missie van de corporatie. Daarmee wijkt de RvC bewust af van de Governancecode die hiervoor een periode van vier jaar hanteert. Ter ondersteuning van de feitelijke beoordeling voert de Remuneratiecommissie ook gesprekken met sleutelfiguren uit de werkorganisatie. Beloningsbeleid directeurbestuurder De statutair directeur van Parteon krijgt een vaste beloning, gebaseerd op het ‘Advies arbeidsvoorwaarden statutair directeur’, ook bekend als de Izeboud-regeling. Over het jaar 2010 bedroeg de beloning (belastbaar loon) in totaal € 148.000. Er is geen variabele beloning. De pensioenregeling voor de heer Van Luit sluit aan op de normale regeling voor personeel in dienst van woningcorporaties, zowel voor wat betreft de premiebetaling als het recht op vroegpensioen. In 2010 zijn de beloning en de overige arbeidsvoorwaarden van de directeur-bestuurder getoetst aan de ‘Sectorbrede beloningscode voor bestuurders woningcorporaties’. Het inkomen over 2010 voldoet aan deze code. De gebruikelijke jaarlijkse verhoging is echter niet mogelijk gezien de in de code toegepaste salarisgrenzen. Daarom vindt er voor 2011, met instemming van de directeur-bestuurder, geen verhoging plaats, hoewel dat gezien zijn positieve beoordeling wel aan de orde zou zijn geweest. Verdere toetsing aan de branchecode levert nog één punt van verschil op. De branchecode schrijft voor dat een eventuele afkoopsom bij beëindiging van het dienstverband maximaal één jaarsalaris mag bedragen. In de huidige arbeidsovereenkomst staat een andere afspraak. Er wordt een variabele factor toegepast, variërend van 0,5 tot 2, binnen de in dat geval te hanteren kantonrechterformule. De afkoopsom zou daardoor hoger kunnen uitkomen dan één jaarsalaris. De RvC heeft besloten om dit punt ongewijzigd te laten. De directeur-bestuurder heeft inmiddels al afgezien van zijn recht op een (extra) variabel deel van zijn beloning en van zijn recht op een aanvullende pensioenvoorziening. Voor het overzicht van de beloning conform de wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT), zie de jaarrekening. Overige arbeidsrechtelijke afspraken De bestuurder heeft een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Het Bestuur krijgt een onkostenvergoeding gebaseerd op de geschatte werkelijk te maken onkosten. Het Bestuur krijgt een bedrijfsauto ter beschikking gesteld die ook privé mag worden gebruikt. Voor de overige arbeidsvoorwaarden wordt aangesloten bij de Aanvullende Arbeidsvoorwaarden van Parteon. Beloningsbeleid Raad van Commissarissen De RvC van Parteon heeft in 2007 een aanpassing doorgevoerd in de beloningsstructuur. De Remuneratiecommissie heeft voor de bepaling daarvan aansluiting gezocht bij de Adviesregeling ‘Honorering toezichthouders in woningcorporaties’ van april 2006. Daarin wordt gemotiveerd aangegeven wat er van professioneel toezicht wordt verwacht en wat daar aan beloning tegenover kan/moet staan.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
21
Voor de opbouw van de honorering wordt uitgegaan van de tijdsbesteding en een daarbij horend uurtarief. Dit tarief moet enerzijds marktconform zijn en anderzijds passen bij het karakter van een maatschappelijke onderneming. Dat geldt zowel voor de zittende als voor nieuwe leden. Er moet in de honorering dus een evenwicht worden gezocht tussen enerzijds de benodigde professionaliteit en anderzijds wat maatschappelijk te verantwoorden is. De tijdsbesteding bestaat uit het voorbereiden en bijwonen van de vergaderingen van de RvC en de kerncommissies en het overleg met de Bewonersraad. Daarnaast wordt van de leden verwacht dat ze de voor hun taak relevante ontwikkelingen bijhouden. De voorzitter (en in mindere mate de vicevoorzitter) hebben verder nog periodiek overleg met het Bestuur van de corporatie. Dit heeft geleid tot de volgende beloningsstructuur in 2010: • voorzitter € 12.000 • vicevoorzitter € 9.000 • lid € 8.000 De vergoeding is vast. Er is geen sprake van vergoedingen voor eventuele extra werkzaamheden en aparte onkostenvergoedingen. Met de leden van de Raad zijn geen arbeidsovereenkomsten gesloten. Per 1 juli 2010 is een herziene ‘Honoreringscode commissarissen’ van kracht geworden. Deze code is van toepassing voor de ultimo 2010 benoemde nieuwe leden van de Raad. Hun beloning past binnen de kaders van de code. Voor de overige leden zal op de daarvoor afgesproken momenten de nieuwe code van toepassing worden. De huidige beloning van de ‘gewone’ leden past binnen de nieuwe code. De huidige voor de voorzitter en vicevoorzitter geldende toeslag past net niet. Dit wordt in 2011 aangepast.
2.10 Aanpassingen per 1 januari 2011 Voorzitter RvC Vanaf 1 januari 2011 is de heer Conijn voorzitter van de RvC en lid van de Audit Commissie en de Remuneratiecommissie. Benoeming leden RvC Conform het rooster van aftreden waren in 2010 drie leden aftredend (en niet herkiesbaar). De Remuneratiecommissie (RC) heeft het proces voor de verkiezing van nieuwe leden voorbereid en uitgevoerd. Door middel van een advertentie in lokale en landelijke media is de werving in gang gezet. Daarbij werd, door het aangeven van deskundigheidsprofielen, rekening gehouden met de gewenste samenstelling van de RvC. Er zijn drie leden afgetreden in 2009, en vervolgens waren er ook nog drie aftredend en niet herkiesbaar in 2010. Om de noodzakelijke continuïteit in het toezicht te garanderen, heeft de RvC ervoor gekozen om ultimo 2009 vier nieuwe leden te benoemen. Daarmee bestond de RvC in het jaar 2010 uit acht leden. Ultimo 2010 zijn, na het aftreden van de genoemde drie leden, twee nieuwe leden benoemd. Daarmee bestaat de RvC in 2011 weer uit zeven leden. Eén van de aftredende leden was benoemd op voordracht van de huurdersorganisatie. De Remuneratiecommissie heeft de Bewonersraad gevraagd een bindende voordracht te doen voor de benoeming van het nieuwe ‘huurderslid’. De gegevens van de laatste twee benoemde leden zijn: • De heer ing. P. (Piet) Keijzer (1952). Lid met ingang van 2011. Van 2006 – 2010 was hij Wethouder bij de gemeente Zaanstad met als portefeuille Wonen, Ruimtelijke Ontwikkeling, Werk, Inkomen en Integratie. Hij is zelfstandig adviseur strategie en communicatie maatschappelijk ondernemen. Tevens is hij gastdocent bij de Stichting Publiek Domein. Hij is lid van de RvC op voordracht van de Bewonersraad en lid van de Vastgoedcommissie.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
22
Relevante nevenfuncties: • Lid Raad van Toezicht Stichting Zwembaden Zaanstad; • Voorzitter Stichting De Waakzaamheid; • Bestuurslid Stichting Ambassadeurs van het ZMC; Binnen de RvC voldoet de heer Keijzer aan het profiel lokaal huurdersnetwerk. De heer mr. M. (Micha) Wijngaarde (1972). Lid met ingang van 2011. Werkzaam als ondernemer in conceptontwikkeling en interim-management op het gebied van stedelijke en vastgoedontwikkeling. Lid van de Vastgoedcommissie. De heer Wijngaarde heeft geen relevante nevenfuncties. Binnen de RvC voldoet hij aan de profielen juridisch en volkshuisvestelijk.
2.11 Rooster van aftreden Het rooster van aftreden ziet er per 1 januari 2011 als volgt uit: Naam Aftredend mw. J. Keegstra 2013 herkiesbaar P. Keijzer 2013 herkiesbaar M. Wijngaarde 2013 herkiesbaar S. Timmerman 2014 herkiesbaar H. Esseboom 2014 herkiesbaar J. Conijn 2014 herkiesbaar G. van Bortel 2014 herkiesbaar Het rooster van aftreden is op de website van Parteon geplaatst.
2.12 Verklaring van de Raad van Commissarissen De RvC van Parteon verklaart zich hierbij akkoord met het jaarverslag en de jaarrekening over 2010. De Raad baseert zich daarbij mede op de verklaring van PricewaterhouseCoopers bij de jaarrekening 2010 en het volkshuisvestingsverslag 2010. De RvC stelt vast dat er in het verslagjaar geen aanleiding is geweest om besluiten van directie of het Bestuur te schorsen of ongedaan te maken. Wormerveer, juni 2011. De Raad van Commissarissen, namens deze, J.B.S. Conijn, voorzitter
Volkshuisvestingsverslag Parteon
23
20 09 - 2011 Parteon
K ersplan
Volkshuisvestingsverslag Parteon
24
3 Missie, visie en strategie 3.1 Missie en Koersplan In 2007 heeft Parteon een ondernemingsplan opgesteld voor de periode 2007-2011. Hierin staat de missie van Parteon:
Parteon is een maatschappelijke onderneming die zorgt voor plezierig wonen In 2008 bleken de economie en de woningmarkt dusdanig te zijn veranderd dat Parteon haar koers moest bijstellen. Dit is begin 2009 gebeurd in het Koersplan 2009-2011. De missie is daarin niet veranderd. Wel is de taakopvatting aangepast en meer beperkt tot de kerntaak ‘wonen’. Er zijn veel zaken die bijdragen aan plezierig wonen, maar Parteon is niet overal verantwoordelijk voor. Parteon voelt zich primair verantwoordelijk voor het domein wonen, zonder uit het oog te verliezen dat de samenwerking met andere partijen noodzakelijk is om plezierig wonen mogelijk te maken. Parteon is er voor iedereen die niet in staat is zich zelfstandig een woning te verschaffen. Dat is onze primaire doelgroep, waarin we specifiek nog de doelgroepen jongeren en ouderen onderscheiden. We richten ons daarnaast nog op andere doelgroepen en op maatschappelijk vastgoed. Dat zorgt voor gevarieerde en vitale woonwijken en draagt bij aan plezierig wonen. We zoeken hierbij op wijk- en buurtniveau steeds meer de samenwerking op met andere partijen. De wensen en behoeften van onze klanten staan centraal. In het Koersplan is de missie vertaald naar drie hoofddoelen. In het jaarplan voor 2010 hebben we deze verder uitgewerkt in acht speerpunten. Hoofddoel 1: Parteon als onderneming Een financieel gezonde en goed functionerende organisatie is wezenlijk voor het uitvoeren van onze taken. Speerpunt 1: Parteon is financieel een gezonde organisatie. Speerpunt 2: Parteon ontwikkelt haar organisatie. Hoofddoel 2: Parteon werkt aan plezierig wonen Bouwen, verhuren, verkopen en beheren is de primaire taak van Parteon. Speerpunt 3: Parteon beheert, herstructureert, bouwt en verkoopt. Speerpunt 4: Parteon werkt buurt- en wijkgericht aan vitale wijken. Speerpunt 5: Parteon heeft extra aandacht voor jongeren en ouderen. Speerpunt 6: Parteon optimaliseert de dienstverlening. Hoofddoel 3: Parteon heeft een maatschappelijke verantwoordelijkheid Parteon heeft ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid. We halen de agenda op bij onze belanghouders en leggen daaraan verantwoording af. Speerpunt 7: Parteon is een maatschappelijke onderneming. Speerpunt 8: Parteon werkt aan duurzaamheid.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
25
3.2 DO Jaarplan 2010 De strategische agenda van Parteon voor 2010 is vastgelegd in het ‘Directie Overleg (DO) Jaarplan’. Het plan vloeit voor uit het ondernemingsplan en bevat onze prioriteiten, passend binnen de koers van onze organisatie op middellange termijn. We hanteren het INK-model om te kunnen beoordelen in hoeverre wij onze prioriteiten en doelen halen. In dit model wordt het succes van een organisatie bepaald aan de hand van negen aandachtsgebieden. Vijf daarvan gaan over de (inrichting van de) organisatie, vier over de behaalde resultaten. In deze paragraaf lopen we de aandachtsgebieden en onze prestaties daarop in 2010 na.
3.2.1 Organisatie Leiderschap Hoe is de houding en het gedrag van alle mensen binnen onze organisatie die een richtinggevende verantwoordelijkheid hebben? Zij moeten een inspirerende en drijvende kracht zijn achter het voortdurend verbeteren van onze organisatie. Doel en beoogd resultaat
Realisatie
Doel: organisatieontwikkeling.
In 2010 zijn we op een aantal gebieden begonnen met de verdere ontwikkeling van onze organisatie: uitwerken van de competenties voor leidinggevenden, houden van inspiratiebijeenkomsten, opstellen van een plan van aanpak om het projectmatig werken te verbeteren, vieren van successen (de ‘parels’), werken aan een visie op dienstverlening, voortzetten van de teambuilding door het directieteam, start van de voorbereidingen voor het nieuwe werken (ParteoNext).
Resultaat: start organisatie- en (cultuur) ontwikkelingstraject.
Strategie en beleid Wordt onze missie voldoende omgezet in doelen en hoe worden deze bereikt? Houden wij de vinger voldoende aan de pols en slagen wij er in de strategie en het beleid bijtijds te actualiseren Doel en beoogd resultaat
Realisatie
Doel: jaarlijkse actualisatie Strategisch Voorraadbeleid.
De actualisatie is volgens plan in gang gezet en krijgt in 2011 verder vorm.
Resultaat: marktevaluatie en eventuele bijstelling. Doel: Te Woon.
We hebben Te Woon geëvalueerd en besloten dit instrument breed in te zetten binnen de voorraad eengezinswoningen die we willen doorexploiteren. De Resultaat: standpunt innemen over verdere uitrol strategische uitgangspunten zijn bepaald door de directie. van dit instrument. Doel: Woon09.
De onderzoeksrapportage is voor 1 mei 2010 opgeleverd en levert input voor de actualisatie van het Strategisch Voorraadbeleid.
Resultaat: rapportage en gevolgen voor het Strategisch Voorraadbeleid. Doel: actualiseren van het Koersplan.
Het huidige Koersplan heeft een reikwijdte van 2009 – 2011. In 2011 wordt een nieuw plan gemaakt.
Resultaat: input voor de jaarplannen.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
26
Personeelsmanagement Benutten wij het potentieel aan kennis en kunde in onze organisatie zodanig dat we continu kunnen werken aan verbetering? Doel en beoogd resultaat
Realisatie
Zie hiervoor bij ‘Organisatieontwikkeling’. Er zijn geen aparte speerpunten op het gebied van personeelsmanagement.
Middelenmanagement Hoe gaan wij om met de middelen (financiën, materialen, informatie, gebouwen, etc.) van onze organisatie? Slagen wij er in die zo goed mogelijk te benutten? Doel en beoogd resultaat
Realisatie
Doel: opstellen gezonde meerjarenbegroting.
Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) en het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting (CFV) hebben op basis van de meerjarenbegroting 2010 positief geoordeeld over de financiële situatie van Parteon. Parteon heeft de A1-status en voldoende faciliteringsruimte voor de geplande investeringen in de komende drie jaar. Het CFV heeft verder een positief solvabiliteitsoordeel afgegeven over het verslagjaar 2009.
Resultaat: liquiditeit borgbaar door het WSW en toekenning van de A-status door het CFV.
Doel: implementatie SG|tobias.
SG|tobias is in november 2010 geïmplementeerd. De conversie is naar tevredenheid verlopen. Wel zijn er aanloopproblemen, met name bij de digitale Resultaat: organisatie werkt met nieuw systeem. verwerking van de facturen (CORSA). De nazorgfase van het project loopt door tot en met de eerste helft van 2011. Doel: afronden van de reorganisatie. Resultaat: evaluatie van de reorganisatie, zowel qua proces als inhoudelijk: zijn de budgetten goed gekoppeld aan de juiste managers, zijn de bevoegdheden goed geregeld? Doel: nieuw kantoor. Resultaat: Programma van eisen.
Doel: wijkmonitor. Resultaat: werkende wijkmonitor.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
De reorganisatie werd op 1 januari 2010 officieel van kracht. De directie heeft met de Ondernemingsraad het proces geëvalueerd. Conclusie is dat er tevredenheid heerst over de wijze waarop de reorganisatie heeft plaatsgevonden.
Met betrekking tot de nieuwe huisvesting zijn in 2010 de volgende stappen gezet: Januari Ontwikkelbesluit (fase 2). Maart: Voorlopig Ontwerp casco gebouw (fase 3) Programma van Eisen + Plan van Aanpak April Vaststellen ‘DNA Parteon’ Mei Start ontwerp interieur September Facilitair concept ICT Roadmap Vaststellen principe plattegronden Voorlopig Ontwerp interieur November Definitief Ontwerp interieur (fase 4) Vaststellen ‘Look & Feel’ (materialisering interieurontwerp) November Dick Laanplein 1, onder voorbehoud van bestemmingswijziging en financiering verkocht. In alle fasen zijn project-, klankbord- en werkgroepen actief geweest om input en feedback te geven aan het ontwikkelproces. Een breed samengestelde projectgroep heeft een Programma van Eisen opgesteld voor een wijkmonitor. Daarnaast is de samenwerking gezocht met de gemeente om te onderzoeken in hoeverre we gegevens aan elkaar kunnen koppelen. Dat heeft geleid tot een werkende monitor. Het resultaat is behaald.
27
Procesmanagement Op welke manier proberen wij onze interne en externe processen continu te verbeteren? Doel en beoogd resultaat
Realisatie
Doel: vergroten financiële betrouwbaarheid.
De resultatenrekening is in twee hoofdactiviteiten onderverdeeld en toegelicht: - het exploitatieresultaat ligt in lijn met de jaarbegroting; - het resultaat op de verkopen van bestaand bezit en van nieuwbouwprojecten (inclusief onrendabele toppen) is hoger dan begroot door een andere fasering. De gerealiseerde verkoopaantallen komen overeen met de begroting voor 2010. De verschillen tussen de daadwerkelijke en de begrote resultaten zijn geanalyseerd en waar mogelijk verwerkt in de meerjarenbegroting 2011-2015.
Resultaat: betrouwbare financiële prognoses.
Doel: plan van aanpak risicomanagement. Resultaat: visie op risicogebieden en een betere sturing daarop. Doel: verdieping van het projectmatig werken. Resultaat: meerdere projecten.
Deze activiteit is opgenomen in het takenpakket van de in 2010 aangestelde medewerker Organisatiecontrol. De verdere uitwerking is opgenomen in het Jaarplan 2011. De verdieping van het projectmatig werken vindt plaats aan de hand van een in het vierde kwartaal gehouden evaluatie. In een Plan van Aanpak zijn acties vastgesteld die worden uitgevoerd medio 2011 en 2012.
3.2.2 Resultaten Klanten Is de klant tevreden over het door ons geleverde eindresultaat en de manier waarop dit tot stand is gekomen? Wat doet Parteon om de klant tevreden te krijgen en houden? Doel en beoogd resultaat
Realisatie
Doel: marketingplan.
Afdeling Wonen: voor de verkoop van bestaand bezit is een marketingplan opgesteld en uitgevoerd. Dit plan heeft bijgedragen aan het behalen van het beoogde resultaat op verkopen in de bestaande voorraad. Parteon Projectontwikkeling: het rapport over de identiteit van de Zaanse Woningmarkt en het rapport over de Zaanse nieuwbouw geven voldoende inzicht. Het resultaat is behaald.
Resultaat: heldere strategie voor huur en verkoop.
Doel: verbetering participatie. Resultaat: zes verbeteracties in overleg met de werkgroep participatie van de Bewonersraad.
De op basis van het KWH-onderzoek naar de kwaliteit van de participatie benoemde zes verbeteracties zijn allemaal uitgevoerd. De opzet en uitkomst zijn besproken met de werkgroep participatie van de Bewonersraad. Het resultaat is behaald.
Doel: vertalen van de behoefte aan zorgwoningen Eind 2010 hebben we vastgesteld dat jaarlijks gemiddeld 120 woningen in in projecten. de bestaande voorraad geschikt moeten worden gemaakt voor senioren. De vertaling hiervan in een concreet programma is nog niet afgerond. Het resultaat is nog niet behaald en volgt in 2011. Resultaat: voldoende geschikte zorgwoningen. Doel: optimaliseren van de dienstverlening. Resultaat: eerste stappen met concrete activiteiten om de organisatie beter bewust te maken van de wensen van de klant.
Doel: onderzoek naar telefonische bereikbaarheid. Resultaat: eventuele aanbevelingen om deze te verbeteren.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
Op het gebied van de dienstverlening hebben we diverse acties uitgevoerd: - er is een visie op dienstverlening vastgesteld; - er zijn normen en processen vastgesteld; - de competentie klant- en servicegerichtheid is uitgewerkt; - er zijn ondersteunende middelen gemaakt; - het monitorsysteem klachtenmanagement is uitgewerkt;, - het programma beïnvloeding houding en gedrag is benoemd. Het resultaat is behaald, maar het project loopt ook de komende jaren nog door. Het onderzoek is uitgevoerd. De telefonische bereikbaarheid was zeer goed. Er is wel een verbeteractie geformuleerd op het gebied van de afhandeling van spoedeisende klachten. Het resultaat is behaald.
28
Doel: verbeteren van de website. Resultaat: een interactieve website die beter aansluit bij de wensen van de klant.
De website is geheel vernieuwd. Het resultaat is behaald. Er is een vervolgproject benoemd voor fase 2 (meer interactiviteit in de website, uitbreiding met een aantal informatievelden).
Medewerkers Ontevreden medewerkers maken ontevreden klanten. Wat doen wij om het personeel tevreden te krijgen en houden? Doel en beoogd resultaat
Realisatie
Doel: tevredenheidsonderzoek.
We selecteerden de methode en het bureau dat het medewerkersonderzoek uitvoert. De uitvoering vindt plaats in januari 2011.
Resultaat: de uitkomst is ruim voldoende of goed.
Maatschappij Wat doet onze organisatie (terug) voor de maatschappij en hoe wordt dat door de maatschappij ervaren? Zijn wij voldoende betrokken bij de samenleving? Doel en beoogd resultaat
Realisatie
Doel: Kamers met kansen.
In 2010 hebben we diverse locaties onderzocht op hun mogelijkheden en verkend in hoeverre er voor het initiatief draagvlak bestaat bij maatschappelijke organisaties en de gemeente. Dit heeft geleid tot de selectie van een potentieel geschikte locatie. Het resultaat is behaald, de uitwerking volgt in 2011.
Resultaat: een vastgesteld project in samenwerking met andere organisaties. Doel: bieden van stagemogelijkheden.
Op verschillende afdelingen hebben in 2010 stagiaires gewerkt (onder andere bij Wonen, Scope en Projectontwikkeling).
Resultaat: diverse stages. Doel: bevorderen van de doorstroming senioren. Resultaat: meer doorstroming, zodat meer eengezinswoningen vrijkomen voor andere groepen.
Onderzocht is welke belemmeringen senioren op dit moment tegenhouden om door te stromen. Dit wordt vooral veroorzaakt door een gebrek aan geschikt aanbod met voorzieningen. Een vervolgonderzoek moet leiden tot concrete maatregelen. Het resultaat is nog niet behaald, het project loopt door in 2011.
Doel: maatschappelijke visitatie in 2011. Resultaat: plan van aanpak en programma van eisen op basis waarvan een bureau kan worden uitgezocht.
Het plan van aanpak is opgesteld en goedgekeurd. Er is een bureau geselecteerd. Volgens planning vindt de visitatie in 2011 plaats. Daarbij wordt nagegaan of de leerdoelen uit de vorige visitatie zijn waargemaakt.
Doel: beter in beeld brengen van de primaire doelgroep.
Dit onderwerp wordt gekoppeld aan het Te Woon-onderzoek en de ontwikkeling van een nieuw Strategisch Voorraadbeleid. We ondernemer hiervoor geen aparte actie.
Resultaat: betere informatie over de primaire doelgroep. Doel: analyseren van onbedoelde segregatie. Resultaat: voorstellen op het gebied van woonruimteverdeling om segregatie tegen te gaan. Doel: programma duurzame wijk Poelenburg. Resultaat: energiescan.
Doel: bouwen van duurzame woningen. Resultaat: nieuwbouwproject aan de Fortuinlaan in Krommenie.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
De analyse heeft ertoe geleid dat Parteon een standpunt in zal nemen over de woonruimteverdeling. Het overleg hierover met collega-corporaties en de gemeente stond gepland voor februari/maart 2011. Dit project maakt onderdeel uit van het uitvoeringsprogramma voor de krachtwijk Poelenburg. Met de gemeente en corporaties hebben wij de ambities verkend en geprobeerd deze te vertalen in concrete maatregelen. Deze zoektocht is nog niet afgerond. Het resultaat is nog niet behaald, het project loopt door in 2011 en later. Het project Fortuinschool zit in de haalbaarheidsfase. Het Definitief Ontwerp wordt in 2011 verwacht. De bouw van het project, waarvoor een Epc is bepaald van 0,4, wordt verwacht in 2012.
29
Ondernemingsresultaten In hoeverre weet Parteon haar (financiële en operationele) doelstellingen te halen? In hoeverre voldoet zij aan de verwachtingen van financieel belanghebbenden? Doel en beoogd resultaat
Realisatie
Doel: keuze van een brede benchmark voor de gehele organisatie.
Het directieteam heeft besloten om zoveel mogelijk bestaande instrumenten te bundelen. Dit project is afgerond.
Resultaat: invoeren benchmarking en kwaliteitssysteem. Doel: nieuwbouw. Resultaat: oplevering van 165 huurwoningen.
In 2010 zijn de geplande aantallen gehaald in drie projecten: -WC Saendelft 81 woningen; -Brede School 5 eenheden; -Durghorstplantsoen 79 woningen.
Doel en resultaat: sloop van woningen.
Er zijn in 2010 geen sloopwerkzaamheden van woningen gestart.
Doel: verkoop woningen.
Het geplande aantal is gehaald.
Resultaat: verkoop van 192 woningen. Doel: buurtbroedplaats Koog aan de Zaan.
De buurtbroedplaats in de voormalige Brandweerkazerne is in de zomer van 2010 geopend en functioneert. Het resultaat is behaald.
Resultaat: de voormalige brandweerkazerne in Koog aan de Zaan wordt een centrum voor buurtactiviteiten, in samenwerking met de buurt. Doel: informatiecampagne onder jongeren om de huisvestingsmogelijkheden te vergroten.
Samen met andere corporaties en de gemeente willen we een campagne opzetten. Dit proces loopt bij de andere partijen echter trager dan beoogd.
Resultaat: woningzoekenden schrijven zich op jongere leeftijd in. Doel: meer woningen labelen voor jongeren.
De extra woningen zijn gelabeld. Het resultaat is behaald.
Resultaat: een groter aandeel jongeren in de verhuur. Doel: verhuren van leegstaande woningen aan jongeren bij herstructurering.
Er waren geen leegstaande woningen in 2011. Het beoogde resultaat kon niet worden behaald.
Resultaat: groter aandeel jongeren in leegstaande herstructureringswoningen. Doel: herijken van de rapportagesystematiek van de Raad van Commissarissen. Resultaat: minder, maar wel betere informatie over het financieel en maatschappelijk functioneren van Parteon. Doel: rapportage over de stand van zaken met betrekking tot het milieubeleidsplan.
De herijking heeft plaatsgevonden. De RvC heeft besloten een ‘dashboardmodel’ met financiële en maatschappelijke prestatie-indicatoren te ontwikkelen. Dit is in 2010 in gang gezet en wordt verder uitgewerkt in 2011. Daarnaast zal een deel van de informatie voor de RvC digitaal beschikbaar worden gesteld zodat de papierstroom afneemt. Eind 2010 is de rapportage verschenen. Conclusie: we liggen in hoofdlijnen op schema. Er is een vervolgprogramma vastgesteld. Het resultaat is behaald.
Resultaat: inzicht in de voortgang.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
30
3.3 Landelijke ontwikkelingen Nieuw kabinet In februari 2010 viel het vierde kabinet-Balkenende. Minister van der Laan ( Partij van de Arbeid) trad af. Drie wetswijzigingen liepen hierdoor vertraging op: • de wijziging van het woningwaarderingsstelsel; • de herzieningswet toegelaten instellingen; • de Huisvestingswet. Na de landelijke verkiezingen in juni trad op 14 oktober 2011 het kabinet-Rutte aan, gevormd door VVD en CDA met gedoogsteun van de PVV. De volkshuisvesting kwam in de portefeuille van minister Donner van Binnenlandse Zaken. Het kabinet is niet van plan de woningmarkt fundamenteel te hervormen. Ze wil wel de sociale huursector meer toespitsen op degenen die geen alternatieven hebben. De belangrijkste aangekondigde maatregelen: • huurders van een corporatiewoning krijgen het recht hun woning tegen een redelijke prijs te kopen; • de toewijzing van sociale huurwoningen wordt stapsgewijs beperkt tot lagere inkomensgroepen; • voor huishoudens met een inkomen tot € 43.000 stijgen de huren bij gereguleerde woningen met niet meer dan de inflatie. Voor huishoudens met een hoger inkomen bedraagt de maximale huurverhoging inflatie + 5%; • in schaarstegebieden wordt de WOZ-waarde opgenomen in het woningwaarderingsstelsel. Dit geldt vooralsnog niet voor de Zaanstreek; • verhuurders met meer dan 10 woningen gaan vanaf 2014 samen een heffing van € 760 miljoen betalen, als bijdrage aan de rijksuitgaven voor de huurtoeslag; • de Vogelaarheffing wordt met ingang van 2012 afgeschaft. Staatssteun In 2010 kwam duidelijkheid over de ‘Europese regeling’ voor woningcorporaties, die op 1 januari 2011 is ingegaan. Volgens de Europese Commissie is staatssteun alleen toegestaan bij Diensten van Algemeen Economisch Belang (DAEB). Hieronder valt de verhuur van woningen met een huur lager dan € 653 per maand. Deze woningen moeten vanaf 2011
Volkshuisvestingsverslag Parteon
31
voor minimaal 90% worden toegewezen aan huishoudens met een belastbaar inkomen lager dan € 33.600 per jaar. Omdat de staatssteun niet mag weglekken naar activiteiten waarvoor deze niet bedoeld is, moeten corporaties verder een administratieve scheiding gaan aanbrengen tussen de DAEB- en niet-DAEB-activiteiten. Hoe deze precies vorm moet krijgen, is nog niet duidelijk. Parteon heeft er, samen met brancheorganisatie Aedes, meerdere malen op gewezen dat door de nieuwe toewijzingsregels de mensen met lagere middeninkomens (belastbaar jaarinkomen tussen € 33.600 en € 40.000) in de knel komen. Zij verdienen te weinig om de vrije sectorhuren te kunnen betalen en om een hypotheek te krijgen voor het kopen van een huis. Vogelaarheffing Eind 2010 verklaarde de Rechtbank van Utrecht het beroep van veel corporaties tegen de Vogelaarheffing gegrond. Terugbetaling over 2008 en 2009 is nog niet aan de orde, omdat het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting beroep heeft aangekondigd. Parteon is ontvanger van Vogelaargelden omdat zij woningen bezit in de Vogelaarwijk Poelenburg in Zaandam. De corporaties die over 2008 en 2009 Vogelaargelden hebben ontvangen, hoeven dat niet terug te betalen.
3.4 Regionale en lokale ontwikkelingen Zes corporaties, waaronder Parteon, hebben het initiatief genomen om samen de regionale opgave aan te pakken. Onder de noemer ‘Kracht door Verbinding’ ontwikkelden zij een gezamenlijke visie op de toekomst en maakten ze afspraken met andere maatschappelijke organisaties. Parteon werkt in de woonruimteverdeling samen met corporaties in de stadsregio Amsterdam. Na de gemeenteraadsverkiezingen op 3 maart 2010 trad in Zaanstad een nieuw college van B en W aan met vertegenwoordigers van de Zaanse Onafhankelijke Groepering, VVD, PvdA en GroenLinks. De al eerder vastgestelde woonvisie blijft het uitgangspunt voor het nieuwe college. Hierin staat onder meer dat het college in het uiterste geval en tijdelijk bereid is te experimenteren met maatregelen die de toename van sociaal-economisch zwakkeren in bepaalde gebieden stopt.
3.5 Woningmarkt In 2009 heeft het landelijk onderzoek Woon09 plaatsgevonden. De gemeente Zaanstad en Parteon hebben opdracht gegeven om in Zaanstad extra te enquêteren, om de betrouwbaarheid te vergroten. De resultaten werden in 2010 bekend. Opvallend is dat de omvang van de primaire doelgroep sinds 2002 sterk is toegenomen met 70%. In Nederland als geheel is dat gemiddelde ook 70%. Van woningen in de sociale huursector wordt 32% bewoond door huishoudens met een inkomen hoger dan € 33.000 per jaar. Het aantal verhuurde huurwoningen in Zaanstad laat het volgende verloop zien. Jaar
Aantal verhuringen
2005
1964
2006
1837
2007
1909
2008
1595
2009
1703
2010
1758
Volkshuisvestingsverslag Parteon
32
Na een dieptepunt in 2008 neemt het aantal verhuurde woningen weer toe. In 2010 draagt de nieuwbouw van 252 huurwoningen daar fors aan bij. Dit is 30% van de totale nieuwbouw van huurwoningen in de stadsregio Amsterdam. De gemiddelde inschrijfduur van starters bij de huur van een woning nam niettemin toch toe. In 2010 bedroeg deze 8,3 jaar, tegen 7,9 jaar in 2009. De gemiddelde zoekduur werd wel korter. Tussen het voor het eerst invullen van een woonbon en de uiteindelijke woningacceptatie zat 3,1 jaar. De markt van koopwoningen blijft landelijk, maar ook in Zaanstad, stagneren. De gemiddelde transactieprijs in het vierde kwartaal van 2010 lag 8,6% lager dan in het vierde kwartaal van 2010. Met name hoekwoningen en appartementen vertoonden een sterke prijsdaling.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
33
PortiekportiersVolkshuisvestingsverslag in Poelenburg, Zaandam Parteon
34
4 Leefbaarheid 4.1 Inleiding Parteon werkt aan vitale wijken. Plezierig wonen wordt namelijk niet alleen bepaald door de woningkwaliteit, maar ook door de kwaliteit van de leefomgeving. Waar voorheen onze maatschappelijke rol breed kon worden opgevat, zijn we na onze koersbijstelling in 2009 teruggegaan naar onze kerntaak: wonen. Dit heeft gevolgen gehad voor de activiteiten die we in 2010 hebben uitgevoerd op het gebied van leefbaarheid, zonder daarbij eerder gemaakte afspraken en/of opgewekte verwachtingen te schenden. Vooral de directe woonomgeving is van invloed op de leefbaarheid. Deze moet schoon, heel en veilig zijn en er moeten goede contacten zijn tussen buren. Omdat wij een wettelijke taak hebben onze huurders rustig woongenot te garanderen, bemiddelen wij ook bij overlast, met als laatste redmiddel het starten van een procedure tot ontruiming. In buurten en wijken waar Parteon veel huurders heeft, zien wij verder maatschappelijk vastgoed als een goed middel om de leefbaarheid te bevorderen. Wij kunnen zo partijen bij elkaar brengen en hun samenwerking bevorderen, waarbij we het beheer van het vastgoed bij hen laten. In aandachtswijken kan onze rol verder gaan, maar wij proberen wel altijd zoveel mogelijk de zelfwerkzaamheid van huurders te stimuleren. Parteon heeft in 2010 € 464.436 besteed aan directe kosten. De personele kosten gerelateerd aan Wijkontwikkeling & leefbaarheid bedroegen € 1.547.698. In totaal hebben we in 2010 aan leefbaarheid dus € 2.012.134 uitgegeven.
4.2 Activiteiten leefbaarheid We onderscheiden drie soorten activiteiten op het gebied van leefbaarheid: • algemene activiteiten, gericht op het totale bezit van Parteon; • wijkgerichte activiteiten als antwoord op de specifieke problemen, kansen en bedreigingen in een wijk of buurt; • activiteiten in het kader van de uitvoeringsovereenkomst Poelenburg.
4.2.1 Algemene leefbaarheidsactiviteiten Jongerennetwerken Per wijk participeren professionals onder regie van de gemeente in het Jongerennetwerk. Deelnemers zijn vertegenwoordigers van stichting Welsaen, politie Zaanstreek-Waterland, de woningcorporaties, straathoekwerk, Centrum Jong en de gemeente Zaanstad. Samen vormen deze professionals zich een goed beeld van de jongeren in een wijk. Ze wisselen ervaringen uit, bespreken signalen uit de wijk, kijken waar overlast is en zoeken naar oplossingen en een aanpak. Wijkuitvoeringsprogramma 2012-2015 In het najaar van 2010 organiseerde de gemeente voor de negentien wijken van Zaanstad wijkgerichte bijeenkomsten met de daarin actieve organisaties. Doel was te komen tot wijkuitvoeringsprogramma’s, waarin de prioriteiten per wijk voor de middellange termijn (tot 2015) zijn vastgelegd. Elke organisatie gaf daarbij haar belangrijkste speerpunten in de wijk aan. Dit heeft geleid tot enkele gezamenlijke doelstellingen, zoals: • levensloopbestendig maken van de wijk (Oud Koog, Oud Zaandijk);
Volkshuisvestingsverslag Parteon
35
• • • • •
ontwikkelen per leeftijdscategorie van voorzieningen en activiteiten voor kinderen en jongeren (Zaandam West); bevorderen sociale cohesie (Rosmolenwijk); schoner en veiliger maken van de wijk (Kogerveldwijk); gebundeld aanbod van sociale voorzieningen maken voor de zwakkeren in de samenleving (Wormerveer); Inzetten op de sociale stijging van de jeugd en gezinnen (Zaandam Zuid, Wormerveer).
De organisaties is gevraagd deze doelstellingen, waar mogelijk, binnen de eigen organisatie verder uit te werken in gerichte activiteiten. Bij Parteon komen deze terug in de begroting en jaarplannen voor de komende jaren. In 2011 vinden nieuwe bijeenkomsten plaats om de voortgang te monitoren. Integrale aanpak schoonmaak Om de properheid van de algemene ruimten in ons bezit te optimaliseren, heeft de afdeling Wijktoezicht in 2010 de schoonmaak van onze hoogbouwcomplexen onder de loep genomen. Dit heeft geleid tot maatregelen om de schoonmaak te verbeteren: • het aanbieden van een schoonmaakprogramma aan bewoners in complexen waar dit nog niet wordt aangeboden. Zeventig procent van de bewoners dient hiermee in te stemmen; • de wijktoezichthouders spreken bewoners aan op hun gedrag; • de schoonmaak van de algemene ruimten van 43 complexen is opnieuw aanbesteed. Het resultaat heeft geleid tot een verbetering van de schoonmaak en lagere kosten; • de wijktoezichthouders controleren de kwaliteit frequenter en spreken het schoonmaakbedrijf aan zodra dat nodig is; • een klein team van wijktoezichthouders heeft eenmalige schoonmaakacties georganiseerd en uitgevoerd in de buitenruimten en trappenhuizen, samen met bewoners. Doel was bewoners te stimuleren om samen activiteiten in hun directe woonomgeving uit te voeren. De bewoners hebben onderling contact kunnen leggen en organiseren nu zelf schoonmaakacties; • er zijn schoonmaakmaterialen aangeschaft die door bewoners kunnen worden gereserveerd voor eigen schoonmaakacties. De wijktoezichthouders bieden zo nodig ondersteuning.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
36
Gladheidbestrijding Door de extreme weersomstandigheden aan het begin en aan het einde van het jaar ontstonden gevaarlijke situaties rond onze complexen. De wijktoezichthouders hebben zich extra ingespannen om de gladheid bij de entrees en op de hellingbanen van onze hoogbouwflats te bestrijden. Altra College Starters en jongeren vormen een belangrijke doelgroep voor Parteon. Als maatschappelijke onderneming helpen wij jongeren ook om werkervaring op te doen. Dit doen we onder andere in samenwerking met het Altra College, een school voor speciaal onderwijs. De leerlingen helpen met eenvoudige klussen in en rond onze complexen. Ze leren zo in de praktijk leren om in groepsverband projecten uit te voeren en ook af te maken. Bij voorkeur zijn dit projecten die samen met onze bewoners en wijktoezichthouders worden uitgevoerd. Parteon heeft dit jaar gratis een mooie en volledig opgeknapte klussenbus aan het Altra College beschikbaar gesteld. Hiermee wordt het college minder afhankelijk van derden en is zij beter in staat om haar klussen zelfstandig uit te voeren. Eenmalige activiteiten Ook in 2010 hebben de wijktoezichthouders samen met de kinderen van bewoners van verschillende complexen in Krommenie, Zaandijk en Zaandam het inmiddels traditionele paaseieren zoeken georganiseerd. Dit jaarlijkse festijn was weer een groot succes waaraan veel kinderen deelnamen. Het evenement, waarbij ontmoeting en plezier voorop staan, heeft een positieve invloed op de sociale cohesie in de complexen. Buurtconciërges In 2010 is besloten om de Stichting Leefbaarheid Zaanstreek, waaraan de Zaanse corporaties deelnamen, per 1 januari 2011 op te heffen. De corporaties willen de buurtconciërges beter inbedden in de eigen organisaties. De Stichting Leefbaarheid, die vijftien jaar bestond, werd gezien als een extra en onnodige schakel. De corporaties maken in 2011 een doorstart met de buurtconciërges, die actief worden betrokken bij de woon- en leefomgeving van het complex waarin ze wonen. Ze werken hierbij samen met de wijktoezichthouder. Parteon had in 2010 vier buurtconciërges.
4.2.2 Leefbaarheidsactiviteiten per wijk Assendelft Eenmalige schoonmaakactie Boksland Negatieve signalen uit de buurt, voornamelijk van particuliere eigenaren, en de bevindingen van de wijktoezichthouder waren de aanleiding om de bewoners van het complex Boksland individueel te benaderen met het verzoek rommel, onkruid en graffiti te verwijderen. Daarnaast heeft een schoonmaakbedrijf de buitenkant van het gebouw grondig gereinigd. De acties hebben geleid tot een opgeruimde en schone omgeving. Ook heeft de wijktoezichthouder er goede contacten aan overgehouden met de bewoners. Ze zijn tevreden en er wordt minder snel vuil gedumpt. De wijktoezichthouder blijft bewaken dat de huidige uitstraling van Boksland gehandhaafd blijft. Ook gaan we de acties uitzetten bij andere, vergelijkbare complexen in de wijk. Westzaan Onderhoud voortuinen Jacobus van Waertstraat De wijktoezichthouders hebben op verzoek van een aantal bewoners van de Jacobus van Waertstraat eenmalig geholpen met het snoeien van hun voortuin. Positief gevolg was dat een aantal huurders vervolgens zelf aan de slag ging met het opknappen van de rest van hun tuin. Het aanzicht van de straat is hierdoor aanzienlijk verbeterd.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
37
Krommenie Plein Fortuinlaan / Burgermeesterbuurt In vervolg op het ‘achter de voordeur project’ uit 2009 heeft Parteon in 2010 een bewonersbijeenkomst georganiseerd. In het project gaven bewoners aan diverse leefbaarheidsproblemen in de buurt te ervaren. De bewonersbijeenkomst was bedoeld om de betrokkenheid van de bewoners bij hun woonomgeving stimuleren en de leefbaarheid in de buurt samen te verbeteren. De bewoners maakten duidelijk welke aspecten van leefbaarheid zij vooral belangrijk vinden: de cohesie en een schoon en onderhouden plein op de Fortuinlaan. Parteon heeft afspraken gemaakt met het hoveniersbedrijf dat het plein onderhoudt, zodat de kwaliteit van het onderhoud verbetert. Ook onderzoeken we in 2011 hoe we de cohesie in de wijk kunnen bevorderen. Wormerveer Zonnehuis, ontmoetingsplek voor de Schrijversbuurt Sinds 2008 stelt Parteon een woning beschikbaar die dienst doet als ontmoetings- en activiteitruimte voor buurtbewoners. Eén betaalde kracht en vele vrijwilligers organiseren wekelijks activiteiten, vooral gericht op buurtkinderen uit een sociaal zwakker milieu. In 2010 is rond het Zonnehuis een structureel jongerenoverleg gestart tussen professionals (waaronder scholen, GGD, Centrum Jong, welzijnsinstelling, gemeente en Parteon) om eventuele problemen achter de voordeur eerder te herkennen en samen te kunnen oppakken. In 2010 ontving het Zonnehuis een groot aantal jongeren. De mobiele ontmoetingsplek, het ‘Bakkie in de Buurt’, werd in die periode door veel buurtbewoners bezocht. Tijdens de zomervakantie konden de buurtkinderen dankzij een sponsoring van de Bewonersraad Parteon twee uitstapjes maken, onder andere naar een grote speeltuin. Omdat de resultaten van het Zonnehuis zo positief zijn, ondersteunt Parteon dit project ook in 2011. Kwaliteit braakliggende terreinen In 2010 hebben de eerste gesprekken tussen de gemeente Zaanstad en Parteon plaatsgevonden om het terrein Noordeinde (een toekomstige nieuwbouwlocatie) tijdelijk in te richten. Het terrein wordt al enkele jaren minimaal onderhouden. In 2011 krijgt de herinrichting zijn beslag. Ook in de Indische Buurt zijn concrete acties ondernomen om, in samenspraak met bewoners, een toekomstige bouwlocatie op te knappen en tijdelijk in te richten met enkele speelattributen. We verwachten dat dit de leefbaarheid voor omwonenden aanzienlijk verbetert. Buurtkrant De Zuid De buurtkrant is een professioneel opgezet initiatief voor en door bewoners van de Indische Buurt. In de buurtkrant staat informatie over actuele zaken en interessante achtergrondartikelen uit de wijk. De Zuid wordt zeer gewaardeerd door de buurt. Parteon draagt financieel bij. Koog aan de Zaan Buurtpeers Met het lokale jongerennetwerk is onder begeleiding van ‘Peer educators’ een project opgezet om de leefbaarheid in de buurt te vergroten en bewoners dichter bij elkaar te brengen. Dit heeft in 2010 geresulteerd in een geslaagd Koogerfeest op 23 juni, georganiseerd door leerlingen van groep 8. Westerkoog Camera’s naar buiten verplaatst bij de Vuister Om de overlast van hangjongeren rond de Vuister te beperken en bezoekers een veiliger gevoel te geven, hebben we twee van de vier camera’s, die binnen bij de ingang van de bibliotheek hingen, naar buiten verplaatst. Sindsdien hebben zich geen incidenten meer voorgedaan.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
38
Zaandam, Kogerveld Buurtbureau Hofwijk Het Buurtbureau Hofwijk bestaat nu vijf jaar en organiseert activiteiten voor en door bewoners, bedoeld om de sociale cohesie en leefbaarheid te bevorderen. Het beheer van het bureau is in 2010 in handen gekomen van de stichting Samen Thuis. Deze verandering heeft meteen geleid tot een aantal nieuwe activiteiten. Parteon draagt bij aan de huur. Kunst flats Leverkruidweg Kinderen uit de flats aan de Leverkruidweg interviewden onder leiding van een kunstenaar bewoners in de wijk. Ze vroegen naar hun levensverhaal en een speciaal voorwerp dat hiervoor symbool stond. De kunstenaar heeft de voorwerpen samen met de kinderen uitvergroot en in ‘Delfts blauw’ op grote panelen gespoten. Deze zijn later in de portieken van de flats in de wijk opgehangen. Het kunstproject heeft de betrokkenheid bij en herkenbaarheid van de wijk vergroot. De kinderen hebben ervaren dat achter de voordeur soms een heel leuk of bijzonder verhaal verstopt zit. Oude Haven, ‘t Eiland Kunst op de Badhuisweg In 2009 vond in het kader van het kunsteiland het kunstproject ‘de Woordenflat’ plaats. Vanwege het grote succes is het project in 2010 herhaald. De kunstenares, bewonerscommissie, gemeente en Parteon willen er een terugkerend evenement van maken. Nieuw West Buurtpeers Na het succesvolle project Buurtpeers in Oud Koog is in Westerwatering een nieuwe groep gestart. Jongeren hebben samen met de ‘Peer educators’ en het jongerenwerk een project opgezet om de kloof tussen jong en oud te dichten. Resultaat was een drukbezochte dag met activiteiten voor jongeren en ouderen in het verzorgingstehuis. De landelijke organisatie Buurtpeers heeft deze bijeenkomst beloond met de eerste prijs. Door de dag is er meer begrip ontstaan tussen jong en oud. De jongeren zijn van plan vaker activiteiten met de ouderen te organiseren. Poelenburg Bloemkorf Op de locatie De Bloemkorf, waar Parteon in 2010 is gestart met de herontwikkeling, hebben wij de organisatie FunUp ingehuurd om samen met de bewoners de leefbaarheid te verbeteren. In de tweede helft van 2010 zijn tien activiteiten uitgevoerd in voornamelijk lege woningen. Ze hadden een ‘broedplaatsachtig’ karakter. In totaal hebben 150 wijkbewoners en een aantal organisaties meegedaan. In 2011 krijgt het project geen vervolg omdat op de gehele locatie bouwwerkzaamheden plaatsvinden. Cameratoezicht Dit project is gestart in 2009 in het kader van de Wijkaanpak om een bijdrage te leveren aan de leefbaarheid en veiligheid in complexen. Parteon heeft in 2010 in één complex tien camera’s geplaatst. Het project voldoet aan de doelstelling. Het vandalisme is voor 90% afgenomen en de bewoners zijn tevreden over het resultaat. Parteon gaat in 2011 nog één complex van camera’s voorzien.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
39
Wijk Poelenburg
Rosmolenwijk Tijdelijke invulling bouwterrein Veeringplein Parteon gaat het bouwterrein Veeringplein een tijdelijke bestemming geven omdat de grond naar verwachting minimaal een jaar braak komt te liggen. Aan de bewoners in de naaste omgeving is gevraagd met ideeën te komen. Ook is er een bijeenkomst geweest met een aantal kinderen uit de wijk. Parteon is gestart met de aanleg van een avonturenspeelplaats. Begin 2011 worden de werkzaamheden afgerond. Kunstproject My Home In oktober heeft het succesvolle project ‘het verzamelmuseum’ in een voormalige meubelwinkel aan de Oostzijde een vervolg gekregen. Er komen zeven wisselende etalagetentoonstellingen gemaakt door bewoners, onder regie van een kunstenaar. Het project, dat wordt gefinancierd door Parteon, Fluxus en de gemeente, beoogt de binding van bewoners met de buurt te vergroten. Peldersveld / Hoornseveld Box 8 Parteon stelt de grote ruimte in de flat de Perim beschikbaar voor (buurt)activiteiten die de sociale samenhang stimuleren. Bewoners organiseren in samenspraak met en ondersteund door Parteon kinderactiviteiten en burenbijeenkomsten. Kinderen hebben zo een ruimte om te spelen en bewoners kunnen elkaar ontmoeten. Door de jongerenruimte gaan jongeren mogelijk minder snel op straat hangen. P5 Parteon stelt deze ruimte beschikbaar aan het jongerenwerk en straathoekwerk. In de ruimte worden meidenmiddagen georganiseerd. Het meidenwerk biedt de gelegenheid bepaalde problemen ter sprake te brengen en geeft de meisjes inzicht in hun keuzemogelijkheden in het dagelijks leven. De middagen worden goed bezocht en er is een beter beeld ontstaan van de problemen en mogelijkheden in de groep meiden. In 2011 zetten we het project verder. Nevendoel is dat de meiden niet meer op straat gaan hangen.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
40
Leefbaarheidgroep De Perim & Pharus Parteon heeft samen met de bewonerscommissie, de Verenigingen van Eigenaren en enkele individuele bewoners een groep opgezet om de leefbaarheid in en om de twee flats te verbeteren. Dit heeft de relatie tussen de eigenaar-bewoners en huurders verbeterd. Ze zoeken samen naar oplossingen om een schonere flat te realiseren. In het eerste kwartaal van 2011 komt de groep weer bijeen om te brainstormen over een ludieke actie. Hiermee hoopt de groep de bewoners bewust te maken van het belang om je leefomgeving zelf schoon en netjes te houden. Walvisvaardersbuurt Koban Crew In 2009 startte het project Sociaal Huis, in opdracht van Parteon. Het project was een vervolg op het ‘achter de voordeurproject’ in 2008. Hierin bezocht de Tiffcompany een kleine honderd huishoudens om te zoeken naar talenten van bewoners in de buurt. De Tiffcompany deed ook het project Sociaal Huis en rondde in 2010 haar werkzaamheden af. Acht bewoners, die samen de Koban Crew vormen, hebben coaching en ondersteuning gekregen. Parteon heeft het project nu overgedragen aan de gemeente en de lokale welzijnsorganisatie Welsaen. Parteon stelt haar ruimte van de wijktoezichthouder beschikbaar voor de Koban Crew. Wekelijks wordt er een spreekuur gehouden voor buurtbewoners. Doel van het project is het bevorderen van de zelfredzaamheid en sociale stijging van de bewoners door hen aan te spreken op hun talenten.
4.2.3 Sponsoractiviteiten Parteon sponsorde in 2010 de volgende activiteiten: Activiteit
Begunstigde
Restauratie en onderhoud van een monumentaal pand
Stichting ‘T Reght Huys Banne te Westzaan
Onderhouden en uitbouwen van de activiteiten
Stichting Babel te Zaandam, podium voor vormgeving en kwaliteit
Organisatie van een loopevenement
Sportevenement Loop voor Hoop te Wormer, zaterdag 28 augustus 2010
Bijdrage voor de aankleding met kunst van de vernieuwde Zorgcentrum Pennemes afdeling kleinschalig wonen voor dementerenden Totaal
€ 450 5.253 350 690 6.743
Sponsorbeleid In hoofdlijn is het sponsorbeleid van Parteon als volgt vastgesteld. Het belangrijkste doel is versterking van gewenst imago en/of tonen van maatschappelijke betrokkenheid. De sponsoractiviteit dient wel aan te sluiten op de aard van onze kernactiviteiten, waaronder bijvoorbeeld leefbaarheid, kwaliteit van woonmilieu. Dat geldt zowel voor bedrijfsbrede sponsoring als voor de meer wijkgerichte aanpak. Lokale betrokkenheid is daarbij een voorwaarde.
4.3 Uitvoeringsprogramma Poelenburg Parteon heeft in 2010 verder gewerkt aan de grootschalige gebiedsontwikkeling van de wijk Poelenburg. De vernieuwing neemt volgens verwachting tien jaar in beslag. Onderdeel van de aanpak is het in 2008 gestarte sociaal programma. Dit programma is in 2010 kritisch onderzocht door Regioplan. Aanleiding was dat het programma zeer ambitieus, divers en veelomvattend was opgezet, maar onvoldoende samenhang vertoonde tussen programma- en projectdoelen. Daarnaast bracht de visitatiecommissie van het ministerie van WWI in oktober een bezoek aan Poelenburg. De commissie, die onder
Volkshuisvestingsverslag Parteon
41
leiding stond van de heer Deetman, deed een aantal aanbevelingen over het sociale domein en de bewonersparticipatie. Het onderzoek van Regioplan en het bezoek van de visitatiecommissie hebben geleid tot meer focus in het sociaal programma. De werkgroep sociaal, die bestaat uit de gemeente en de corporaties Rochdale, ZVH en Parteon, gaat de programma’s en uitvoerende organisaties voortaan sterker sturen op resultaat. Activiteiten die in het kader van het sociaal programma worden uitgevoerd, moeten bijdragen aan het bevorderen van de zelfredzaamheid en sociale stijging van de bewoners in Poelenburg, aan een veilige en leefbare woonomgeving en aan het bevorderen van de (bewoners) participatie. Het sociaal programma, dat voortvloeit uit het Wijkactieplan, bevat de reguliere activiteiten van organisaties en nieuwe projecten. Het is gebaseerd op de vijf thema’s uit de wijkenaanpak van het voormalige ministerie van Wonen, Wijken en Integratie (WWI). Elk thema levert een bijdrage aan de sociale stijging en ‘empowerment’ van de bewoners in Poelenburg. Parteon richt haar inzet vooral op het domein Wonen. In 2010 zijn in het kader van het uitvoeringsprogramma de volgende projecten uitgevoerd: Activiteit per thema
Wijkactieplan €
Wonen
Arenatraject Urgenda
29.155
Energiebesparing door gedragsverandering
33.520
Veiligheid Cameratoezicht eerste flat
62.788
Portiekportiers
14.011
Stimulering nuttige tijdsbesteding via sport
50.739
Leren en opgroeien
Brede School, conciërges
67.520
Combinatiefuncties sport/cultuur
32.000
Huiswerkbegeleiding Terugdringen aantal schoolverlaters Werken
2.142 20.000
Bedrijfscoachmanager
40.401
Begeleiding moeilijk bereikbare groepen
22.271
Coaching ondernemers
10.000
Informatiemateriaal startende ondernemers
3.735
Kleurrijk ondernemen
11.500
Leerstage werkwijk
18.445
Ondernemersvereniging
4.998
Overbruggingsplan winkelcentra
31.871
Programmamanager sociaal, wijkeconomie & werkgelegenheid Tijdelijk bedrijfsverzamelgebouw voorbereiding Integratie en sociale samenhang
220.000 18.743
Ontwikkelen plan van aanpak Achter de voordeur en ketenaanpak
2.142
Apparaatskosten + projectmanagement + administratiekosten 20%
210.000
Basiscursus wonen & Leefbaarheid II
26.428
Bewegen op recept
42.446
Buurderij advies MFA Communicatie Nieuw Poelenburg
Volkshuisvestingsverslag Parteon
2.371 107.380
42
Communicatieadviseur Nieuw Poelenburg
19.744
Doelgroep communicatieadviseur
49.723
Fitnesstoestellen op twee locaties in de wijk
10.000
Informatiecentrum buurtfeest ter ere van opening
31.380
Informatiecentrum exploitatie
171.229
Informatiecentrum opbouw
39.513
Integrale aanpak gezondheidsverbetering
42.446
Intensivering gezondheidsinformatie aan allochtonen
18.096
Jongerenparticipatie
15.000
Kinderparticipatie
32.228
Koppeling inburgerings- en duale taaltrajecten
11.900
Kunstproject
14.792
Meer mensen op de fiets
9.925
MFA - Vitri
4.647
Opstellen sociaal uitvoeringsprogramma 2009-2018
57.864
Sociaal steunpunt met als doel zelfstandigheid
111.790
Terugbrengen aantal depressies
10.000
Vormgeving uitvoeringsprogramma - uitwerking WAP
14.145
Vroeg erop af
26.188
Vrouwenbrigade
1.840
Wereld vrouwen zingen samen
6.445
Zomers sportevenement voor de hele wijk
18.753
Totaal 2010
1.802.254
De Rijksbouwmeester heeft Zaanstad het ontwerpen van een veilige route door de wijk voor kinderen cadeau gegeven. Hiervoor is een intensief participatietraject opgezet met kinderen in de wijk. De gemeente en corporaties zijn hier nauw bij betrokken geweest. De uitkomst en aanbevelingen worden meegenomen in het stedebouwkundig plan en bij de herinrichting van de openbare ruimte. Ook is er een werktuigkist ontwikkeld met verschillende maatregelen en instrumenten voor de realisatie van de kindroute.
Wonen in Poelenburg
Volkshuisvestingsverslag Parteon
43
4.4 Overlast, bemiddeling en onrechtmatige bewoning Overlast en leefbaarheid In 2010 kreeg Parteon 590 overlastmeldingen, zeventig minder dan in 2009. Sinds de reorganisatie worden de meldingen die betrekking hebben op tuinen en de openbare ruimten in en om de complexen opgepakt door het team Wijktoezicht. Ze worden niet meer als zodanig geregistreerd. Vanaf 2011 gebeurt dat weer wel in het nieuwe systeem SG|tobias. De meeste meldingen hebben te maken met geluidsoverlast. In veel gevallen komen die voort uit verschillen in leefstijl, houding en gedrag. Een rol speelt ook de geluidsisolatie van woningen. In veel gevallen voldoet de isolatie van ondervloeren niet aan de huidige norm. Hierover zijn intussen afspraken gemaakt met de mutatieopzichters. Om vroegtijdig te kunnen ingrijpen bij bewoners die vanuit psychische of psychiatrische problemen overlast veroorzaken, werken we samen met de GGD. Opvallend is dat vanuit herstructureringswijken weinig meldingen binnenkomen. Wel bespeuren we een toename van slepende en tijdrovende zaken elders. In veel gevallen is de GGZ hierbij betrokken. Parteon heeft in 2010 vier keer een gerechtelijke procedure aangespannen die tot ontbinding en ontruiming heeft geleid. Daarnaast hebben we door het versturen van sommatiebrieven van de advocaat om overlast te staken een aantal dossiers succesvol kunnen afsluiten. Met de komst van de Matron begin 2011 verwachten we meer zaken zonder inmenging van juristen te kunnen oplossen. De Matron is een apparaat dat geluidsoverlast objectief registreert en de feiten onbetwistbaar weergeeft. Buurtbemiddeling Parteon is, met de gemeenten Zaanstad en Wormerland, Rochdale, ZVH en Wormer Wonen, medefinancier van het in 2002 gestart project Buurtbemiddeling, dat is ondergebracht bij Stichting Welsaen. De politie doet mee als adviseur en verwijzer. In het project worden getrainde mediators ingezet om de verstoorde communicatie tussen huurders te herstellen en een oplossing te vinden. Dit draagt bij aan het bevorderen van de sociale cohesie, veiligheid en leefbaarheid in wijken. De toename van het aantal bemiddelingen bij een gelijkblijvend budget maakt dat de huidige werkwijze moet worden herzien. De Stuurgroep heeft hier in 2010 meerdere keren over vergaderd. In 2010 heeft Parteon 48 zaken aangemeld bij Buurtbemiddeling. SOS meldingen In 2010 is Parteon gestart met het interne project ‘Signaleren van Ongewone Situaties’. Medewerkers van Parteon die in contact komen met klanten, aan de balie, telefonisch of bij mensen thuis, kunnen een zorgelijke situatie melden bij de consulenten sociaal beheer. In 2010 zijn er veertig meldingen gedaan, die allemaal zijn onderzocht. Vervuiling en verwaarlozing en een vermoeden van onrechtmatige bewoning komen het vaakst voor. Een aantal adressen was reeds bekend bij de afdeling sociaal beheer en/of de GGZ. Een aantal meldingen over onrechtmatige bewoning is nog in onderzoek en over vervuiling en verwaarlozing is contact gelegd met de GGD. Deze heeft de zaken overgenomen en waar nodig passende maatregelen getroffen. Het project heeft daarmee zijn nut ruimschoots bewezen. Onrechtmatige bewoning In april 2006 hebben de gemeente Zaanstad, de corporaties en de politie een convenant afgesloten om onrechtmatige bewoning tegen te gaan. Het project is bekend onder de naam Woonwijs! Begin 2010 heeft een pilot plaatsgevonden in Poelenburg. De op basis van een bestandsvergelijking met de Gemeentelijke Basisadministratie gevonden verdachte adressen zijn bezocht door de corporaties. Dit heeft weinig resultaat opgeleverd. Veel bewoners hadden verzuimd wijzigingen in hun omstandigheden door te geven. Het lijkt er bovendien op dat mensen die onrechtmatig hun woning verhuren dit administratief goed regelen. In 2010 zijn 168 zaken aangemeld, tegen 207 in 2009. Dit heeft geleid tot 41 beëindigde huurcontracten. Nieuw is het opleggen van boetes, in 2010 bijna € 30.000. Deze zijn nog allemaal geïnd zijn.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
44
Project Durghorst, Volkshuisvestingsverslag Krommenie Parteon
45
5 Wonen en zorg 5.1 Inleiding Ouderen krijgen binnen de primaire doelgroep extra aandacht van Parteon. We voorzien daarnaast in woonvormen voor specifieke doelgroepen zoals mensen met verstandelijke, psychische of lichamelijke beperkingen. Ook zijn we actief in het souterrain van de woningmarkt met woonvormen voor maatschappelijke opvang zoals het sociaal pension en vrouwenopvang. Door de vergrijzing neemt het aantal ouderen toe. Van de groeiende groep ouderen zal een steeds groter aantal door de extramuralisering van de zorg zelfstandig blijven wonen. Parteon heeft daarom te maken met een groeiende groep huurders die extra zorg nodig hebben. Ook wij streven ernaar mensen zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen. Dat doen we door nieuwe woningen en woonvormen te bouwen voor senioren en specifieke doelgroepen en door bestaande woningen aan te passen en op te plussen. Naast een geschikte woning is een schone, prettige en veilige woonomgeving van belang, met winkels en voorzieningen op het gebied van zorg en welzijn in de buurt. Hiervoor werken we op wijkniveau samen met maatschappelijke partners aan het realiseren van woonservicewijken, waarin een integraal aanbod van wonen, zorg en welzijn tot stand komt.
5.2 Woonservicewijken Woonservicewijk Wormerveer In het overleg met de sociale partners is in 2010 vooral aandacht uitgegaan naar het in kaart brengen van het sociale aanbod voor ouderen en mensen met een beperking. Partijen uit de sociale en zorgsector kunnen hun activiteiten beter op elkaar afstemmen. Parteon richt zich vooral op het wonen. De komende jaren plegen wij in diverse complexen projectmatig onderhoud. In het kader van de woonservicewijk onderzoeken we waar woningaanpassingen mogelijk zijn. Woonservicewijk Zaandam-Zuid In Zaandam-Zuid is verder onderzocht hoe het met de voorzieningen in de wijk staat en welke voorzieningen nog nodig en/of wenselijk zijn. In 2011 wordt dit verder uitgewerkt. Daarnaast heeft er in de Burgemeesterbuurt een pilot ‘opplussen’ van de woning plaatsgevonden. Doel was de bewoners te informeren over welke voorzieningen in de woning mogelijk zijn om er langer zelfstandig te kunnen blijven wonen. Parteon wil in het kader van de herstructurering van de Walvisvaardersbuurt nieuwe zorgwoningen bouwen om het tekort aan dit woningtype in Zaandam-Zuid terug te dringen. Woonservicewijk Westerwatering In 2010 heeft de eerste oriënterende bijeenkomst over de woonservicewijk Westerwatering plaatsgevonden. In 2011 gaan de betrokken organisaties nader onderzoeken welke programma’s en welk aanbod nodig zijn. Woonservicewijk Westerkoog Het opplussen van de tien flats in Westerkoog is in volle gang. Naast de noodzakelijke onderhoudsmaatregelen en het vervangen van sanitair en keukens worden de flats geschikt gemaakt voor ouderen. Dit gebeurt onder meer door drempels te verwijderen, de scootmobielruimtes te verbeteren en automatische deuropeners aan te brengen. Volgens plan worden de werkzaamheden in 2011 afgerond. Parteon wil op de huidige plek van buurthuis de Vuister zorgwoningen bouwen in combinatie met zorgvastgoed.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
46
Woonservicewijk Rosmolenwijk In 2010 is de laatste hand gelegd aan het uitvoeringsprogramma woonservicewijk Rosmolenwijk. Belangrijkste constatering is dat er een tekort dreigt aan aanpasbare woningen. Een goede inventarisatie van aanpasbare woningen voor de gehele wijk (koop- en huurwoningen) ontbreekt nog. Omdat de gemeente geen initiatief nam, hebben de activiteiten in 2010 in het kader van de woonservicewijk enige tijd stilgelegen. In deze herstructureringswijk hebben langs andere wegen wel veel activiteiten plaatsgevonden op het gebied van welzijn en zorg.
5.3 Overige woonzorgprojecten Project de Durghorst te Krommenie In Krommenie heeft Parteon 79 woningen opgeleverd voor senioren en mensen met een zorgbehoefte. De feestelijke opening was op 2 september. De bewoners mochten samen beslissen hoe de gemeenschappelijke ruimte – het atrium – werd ingevuld. Parteon heeft de seniorenmarkt gefaciliteerd en gezorgd voor de extra spreekuren speciaal voor senioren en zorgbehoevenden. De bewoners hebben nu een korte lijn met medewerkers van Parteon en geven aan dit zeer prettig te vinden. Plint TriPaS-flats in Zaandijk Parteon had in 2010 de intentie om in de plint van de flats in Zaandijk een kinderdagverblijf en naschoolse opvang te realiseren. Dit zou de levendigheid en sociale controle rond de flats kunnen verhogen. Na een haalbaarheidsonderzoek hebben wij het plan gepresenteerd aan de bewonerscommissie en deze adviseerde negatief. Vanwege dit advies en de financiële gevolgen van het plan hebben we besloten ervan af te zien.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
47
5.4 Prestatieafspraken met partners Parteon heeft met diverse maatschappelijke instellingen convenanten afgesloten over te leveren prestaties. Doel is de doorstroming van cliënten vanuit de instellingen met voorrang mogelijk te maken. Cliënten kunnen doorstromen naar zelfstandige woonruimte, maar ook naar woonvormen met begeleiding, die in veel gevallen door Parteon worden beheerd. In 2010 hebben wij geen nieuwe convenanten afgesloten en zijn er geen wijzigingen aangebracht in de bestaande convenanten. In het overzicht ziet u hoeveel woningen wij in het kader van de verschillende convenanten ter beschikking hebben gesteld in 2010 en 2009. Naam instantie
Afspraak in convenant
Aantal geleverde woningen in 2010
Aantal geleverde woningen in 2009
Leger des Heils
15 totaal
3
7
Odion
5 per jaar
3
2
Brijder Stichting
3 per jaar
2
1
RIBW
12 per jaar
3
2
Heliomare
2 per jaar
-
-
Brandweer
3 per jaar
1
1
Blijfgroep*
8 per jaar
6
7
*Het convenant met de Blijfgroep (voorheen Vrouwenopvang) is afgesloten met meerdere corporaties die in totaal 15 woningen kunnen leveren.
Parteon heeft aan alle verzoeken van de maatschappelijke instellingen kunnen voldoen, in de meeste gevallen binnen de gestelde termijn. We hebben verder vier woningen in het pand aan de M.L. Kingweg in Zaandam met voorrang verhuurd aan medewerkers van Evean. Met wederzijds goedvinden is het convenant tussen Evean en Parteon per januari 2011 beëindigd. Beide partijen zagen geen aanleiding meer om medewerkers van Evean met voorrang een woning aan te bieden. Zowel met het Leger des Heils als met de Blijfgroep zijn we in gesprek over een nieuwe locatie. De huidige locaties voldoen niet meer aan de vraag en aan de eisen van deze tijd.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
48
Volkshuisvestingsverslag Parteon
49
6 Toewijzing, verhuur en verkoop 6.1 Inleiding De kerntaak van Parteon is het verzorgen van huisvesting voor hen die daar niet zelfstandig in kunnen voorzien. In onze visie wordt het plezierig wonen voor onze doelgroep bevorderd door verschillende soorten woningen in verschillende prijsklassen aan te bieden binnen aantrekkelijke en gevarieerde wijken. Binnen onze (financiële) mogelijkheden stellen we de wensen en behoeften van onze klanten daarbij centraal. Bij het aanbieden van vrijkomende woningen hanteert Parteon verschillende instrumenten. De verhuur van woningen gebeurt conform de woonruimteverdelingsregels binnen de Stadsregio en de resultaatafspraken van Parteon met de gemeente Zaanstad. Een aantal gelabelde woningen verkopen we bij leegkomen. Daarmee bevorderen wij de differentiatie in nu nog eenzijdig samengestelde buurten, optimaliseren we onze portefeuille en genereren we inkomsten voor de bekostiging van onze doelen. Om klanten een optimale keuzevrijheid te geven, hebben we ook in 2010 de woningen Te Woon aangeboden. Zowel de zittende als de nieuwe bewoners kunnen kiezen uit twee koopvarianten en drie huurvarianten.
6.2 Verhuur In 2010 bedroeg de mutatiegraad in ons woningbezit 6,5%. Ten opzichte van 2009 en eerder was er sprake van een trendbreuk: na een steeds verder dalende mutatiegraad liet 2010 voor het eerst weer een lichte stijging zien. Waarschijnlijk houdt dit verband met de in de loop van 2009 ingevoerde regels met betrekking tot tijdelijk behoud van woonof inschrijfduur. Woningzoekenden hebben hier in 2010 inderdaad gebruik van gemaakt om (een keer extra) te kunnen verhuizen. Een nadere analyse van het teruglopende aandeel passende toewijzingen in de voorgaande jaren heeft aan het licht gebracht dat de gegevens vanuit Woningnet niet op de Zaanse regels waren afgestemd. Voor het verslagjaar is dit gecorrigeerd, in de komende jaren worden de Woningnet-gegevens aan de Zaanse toewijzingsregels aangepast. Na de correctie blijkt 99% van onze voorraad passend te zijn toegewezen. Het aantal verhuringen van woningen bedroeg in 2010 1.076 (inclusief 109 nieuwbouwverhuringen). Gemiddeld werd een woning bij een nieuwe verhuring door de 6,9e persoon geaccepteerd (= de acceptatiegraad). We hadden daarnaast 23 nieuwe verhuringen in bedrijfsonroerend goed (inclusief 7 door nieuwbouw) en 54 verhuringen in ons overig bezit, met name garages. Naast de reguliere toewijzing via Woningnet wordt een deel van de woningen met voorrang toegewezen. Het betreft woningzoekenden die een urgentie hebben gekregen van het Sociaal Medisch Team of het RIO en woningzoekenden of huurders die, vanwege speciale omstandigheden, direct door de corporatie worden bemiddeld naar een (andere) woning. Volgens de ROA Raamovereenkomst mag dit aantal directe bemiddelingen niet groter zijn dan 25% van het jaarlijkse aanbod. Parteon is in 2010 met 19% onder de afgesproken hoeveelheid directe bemiddelingen gebleven. Verder heeft Parteon 24 woningen geleverd voor status- en vergunninghouders en twee woningen voor huishoudens die in aanmerking kwamen voor het Tweede Kans-beleid.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
50
6.3 Huurbeleid Het huurbeleid van Parteon heeft drie onderdelen: • de streefhuursystematiek; • het gemiddelde percentage van de maximale huurprijs; • het huurverhogingsbeleid. Streefhuursystematiek Parteon hanteert bij de verhuur van woningen een streefhuur die een percentage vormt van de maximale huur op basis van het woningwaarderingsstelsel. Begin 2010 werden bij de Tweede Kamer plannen ingediend om het energielabel van woningen op te nemen in het woningwaarderingsstelsel. Door de val van het kabinet Balkenende IV heeft de Tweede Kamer de plannen niet behandeld. Het woningwaarderingsstelsel is daarom in 2010 niet veranderd. Het gemiddelde percentage van de maximale huurprijs Per 1 mei 2009 trekt Parteon bij een nieuwe verhuring van een woning de huur op naar 90% van de maximale huurprijs. Dit geldt ook voor nieuwbouw. Uitzonderingen zijn woningen waarvan de exploitatie binnen vijf jaar afloopt en nieuwbouw waarover afspraken zijn gemaakt met andere partijen. In 2010 hebben wij deze lijn doorgezet. Het huurverhogingsbeleid Het Rijk heeft al enige jaren het beleid de jaarlijkse huurverhoging per 1 juli te maximeren op het inflatiepercentage van het voorafgaande jaar. Per 1 juli 2010 was de maximale huurverhoging 1,2%. Met enige uitzonderingen kregen alle woningen deze huurverhoging. Met de Bewonersraad is afgesproken dat de huren van niet-geliberaliseerde woningen die hoger zijn dan de streefhuur van 90% van de maximale huur worden bevroren. Dit is per 1 juli 2010 gebeurd.
6.4 Huurincasso, deurwaarderszaken en ontruimingen Project ‘Huurders van buitenlandse afkomst’ In 2009 hebben we onderzoek gedaan naar de huurschuldproblematiek onder huurders van buitenlandse afkomst (zie het jaarverslag over 2009). De afdeling Incasso heeft in 2010 de aanbevelingen van het onderzoek verder uitgewerkt. Daarbij werken we samen met andere corporaties in de Zaanstreek en het gespecialiseerde zorgkantoor Saen Professionals. Samen met dit bureau geven wij voorlichting en gaan we in 2011 bij deze groep huurders huisbezoeken afleggen. Het jaarplan van de afdeling Incasso kent vier speerpunten. • Incassobeleid. Parteon gaat alleen tot ontruiming over bij onderhuur, wanprestatie of het niet willen meewerken aan geboden regelingen bij huurachterstand (bijvoorbeeld schuldhulpverlening of een Tweede Kans-contract). In 2010 hebben 36 ontruimingen plaatsgevonden vanwege huurschuld, twee minder dan in 2009. Daarnaast hebben we vanwege huurschuld één garage en één vrije sectorwoning ontruimd. In alle gevallen is het volledige incassotraject doorlopen met aanmelding bij het Meldpunt en een bijbehorend aanbod van hulp. Aan de bovengenoemde uitgangspunten van het incassobeleid is niet getornd. • • Kwartaalrapportage. Om het percentage huurachterstand meer te kunnen inzetten als stuurmiddel hebben we met ingang van het eerste kwartaal van 2010 een nieuw format geïntroduceerd voor de kwartaalrapportage. In de eerste drie kwartalen bleek
Volkshuisvestingsverslag Parteon
51
dat we zo beter kunnen bepalen of en hoe we via het incassobeleid een constant laag achterstandspercentage kunnen behalen. In het vierde kwartaal was rapporteren niet mogelijk door de overgang naar een nieuw primair systeem. De afdeling Incasso zal nu een nieuwe standaard moeten ontwikkelen. • Incassoproces. We streven naar een zo efficiënt en effectief mogelijke inzet van incassomiddelen. In 2008 hebben Parteon en Rochdale hiervoor een samenwerkingsovereenkomst gesloten met het Meldpunt Overlast & Bemoeizorg van de GGD. Op 1 juli 2009 is deze samenwerking overgegaan in de samenwerking met het Meldpunt vanuit de gemeente Zaanstad. Het convenant met het Meldpunt liep tot en met 31 december 2010. Een evaluatie liet in 2010 een aantal verbeterpunten zien. Parteon heeft besloten om één incassomedewerker/schuldhulpverlener in te zetten om huisbezoeken af te leggen en één administratief medewerker aan te trekken voor algemene taken van de afdeling Incasso. Het convenant met het Meldpunt is hierop verlengd tot 1 juli 2011. • Incasso-instrumenten. Parteon stelt zich ten doel om, voordat wij de vordering overdragen aan een deurwaarder, contact te krijgen met alle huurders die na het ontvangen van een aanmaning nog niet tot (volledige) betaling zijn overgegaan. Wij willen een excellente dienstverlening naar onze huurders en een stabiel achterstandspercentage. In 2010 hebben wij op twee manieren contact gezocht met de betrokken huurders: telefonisch via het Meldpunt of direct via een wijktoezichthouder. In het algemeen reageren de huurders positief. Het achterstandspercentage bedroeg in 2010 circa 0,6%. Onze doelstelling is hiermee behaald.
6.5 Verkoop 6.5.1 Algemeen In 2010 veranderde de koopmarkt van een verkopersmarkt in een kopersmarkt. Het belang van een marktconform product is bijzonder groot geworden. Om het kleine aantal potentiële kopers nog te interesseren moet de combinatie van kwaliteit, ligging en prijs helemaal kloppen.
Verkoopbijeenkomst nieuwbouwproject Koning Davidstraat, Zaandam
Volkshuisvestingsverslag Parteon
52
6.5.2 Bestaand bezit De voor verkoop bestemde woningen worden bij leegkomen op de vrije markt te koop aangeboden. We doen dat tegen een marktconforme prijs, gebaseerd op taxaties door onafhankelijke, gecertificeerde taxateurs. Om de verkoop te stimuleren, neemt Parteon bij levering aan een huurder de overdrachtskosten voor haar rekening (‘vrij op naam’ levering). Daarnaast hebben we in het verslagjaar een marketingcampagne gevoerd om ons aanbod goed in de markt te zetten. De kosten hiervan zijn ruimschoots gecompenseerd doordat (mede door deze campagne) meer woningen zijn verkocht dan begroot (zie hieronder). In 2010 zijn 69 woningen uit de bestaande voorraad in de vrije verkoop verkocht. Samen met de verkopen binnen Te Woon (89, zie hierna) is dat zo’n 12% meer dan begroot. Het overgrote deel van het verkoopresultaat wordt behaald uit leeggekomen woningen. Gemiddeld ligt de verkoopprijs op het niveau van de getaxeerde waarde.
6.5.3 Nieuwbouw Dit jaar hebben we veel inzet moeten leveren om in nieuwbouwprojecten de aandacht te trekken van kopers. Voor elk project is een marketingstrategie bepaald met gerichte instrumenten om de gewenste doelgroep te bereiken. Daarnaast hebben we per doelgroep verkoopbevorderende maatregelen ingezet zoals de starterslening of Koopgarant. Van groot belang was ook de subsidieverlening in de tweede en derde tranche van de rijksregeling ter stimulering van de werkgelegenheid. De gemeente Zaanstad heeft de subsidies omgezet in een afnamegarantie voor niet verkochte koopwoningen met een maximum-aantal van 30% per gehonoreerd project. Hierdoor kon het risicoprofiel van deze projecten worden verkleind. Door de goede verkoopresultaten en de combinatie van bovenstaande maatregelen konden we in 2010 starten met de bouw van zes projecten met in totaal 489 woningen. Het aantal opgeleverde woningen en maatschappelijk vastgoed kwam vorig jaar, mede door de economische terugval in 2009, uit op 166 eenheden. Hiervan zijn 50 opgeleverde woningen in het winkelcentrum Saendelft verkocht met inzet van Koopgarant.
Makelaar in gesprek met kopers project winkelcentrum Saendelft, Assendelft
Volkshuisvestingsverslag Parteon
53
6.6 Te Woon Om de klant meer keuzevrijheid te geven, bieden we ook het concept Te Woon aan. In diverse complexen kunnen zittende en nieuwe bewoners kiezen tussen de onder Te Woon vallende varianten van gewone huur, huurvast, Koopgarant (25% korting op de marktwaarde met een terugkoopverplichting en deling van winst of verlies) en Koopcomfort (geen korting, wel de garantie dat de woning bij verhuizing kan worden terugverkocht aan Parteon). De varianten waarvoor gekozen kan worden, kunnen per complex verschillen. Net als bij vrije verkoop worden de verkoopprijzen bij Te Woon gebaseerd op taxaties van onafhankelijke, gecertificeerde taxateurs. In 2010 zijn 82 woningen verkocht in Koopgarant en zeven in Koopcomfort. Veertien huishoudens kozen voor de huurvast-variant. In het concept Te Woon is Parteon verplicht om bij toepassing van Koopgarant de woning terug te kopen. Dit is in 2010 negentien keer gebeurd, waarna de woningen weer zijn doorverkocht, opnieuw in Koopgarant. Deze verkopen zijn niet meegeteld in de bovengenoemde 82. Een evaluatie van het concept heeft in het verslagjaar tot de conclusie geleid dat we Te Woon structureel blijven aanbieden. Wel bekijken we nog of het wenselijk is om het aanbod nader te differentiëren. In bepaalde complexen zouden we dan, afhankelijk van de visie op de betreffende wijk, nog selectiever dan nu bepaalde varianten van Te Woon aanbieden.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
54
Inspecties woningen Volkshuisvestingsverslag Molukse Wijk, Wormerveer Parteon
55
7 Onderhoud en verbetering 7.1
Inleiding
Het imago van Parteon bij haar huurders wordt vooral bepaald door de onderhoudskwaliteit van de woning en de manier waarop reparaties worden verricht. Parteon besteedt dan ook veel aandacht aan de kwaliteit van de bestaande woningvoorraad. Wij hebben een basiskwaliteit geformuleerd waaraan alle woningen in de komende tien jaar moeten gaan voldoen. Dit vraagt om forse investeringen in het projectmatig onderhouden en verbeteren van onze woningen. Een belangrijk speerpunt daarbij is het terugdringen van de uitstoot van CO2 door energiebesparende maatregen. Daarnaast streven we naar het gebruik van duurzame materialen.
7.2
Onderhoud en duurzaamheid
In het Milieubeleidsplan heeft Parteon doelstellingen en activiteiten geformuleerd op het gebied van duurzaamheid, voor zowel de bestaande voorraad als nieuwbouw. Dit heeft in 2010 tot de volgende resultaten geleid: • in 2009 heeft Parteon voor circa 14.500 woningen een Energie Prestatie Advies (EPA) laten maken, vergezeld van een nulmeting. Na aanpassingen in de overheidsregelgeving is het advies aangepast, wat ook consequenties had voor de nulmeting. De verbetering van de energiescores tussen 1 juli 2009 en 1 juli 2010 is (nog) niet groot (circa 2,5 %). Dit komt omdat op 1 juli 2010 de aanpak van een groot aantal woningen nog gaande was en de nieuwe Energielabels pas worden toegekend na het gereedkomen van het gehele cluster. Wel is de vervanging van het aantal c.v.-ketels in een Hoog Rendement-ketel in 2010 verder toegenomen; • we hebben het Programma van Eisen materiaaltoepassing in bestaande bouw en nieuwbouw eind 2009 geactualiseerd en duurzamer gemaakt. De toepassing van FSC gecertificeerd hout is een belangrijk onderdeel. We hebben in 2010 een ‘pilot’ project voor de toelevering van aanvullende energiebesparende maatregelen afgerond dat begin 2011 is geëvalueerd. Voor de elektriciteitsvoorziening bij collectieve aansluitingen zijn we overgestapt op groene stroom. Vanaf 1 januari 2011 maken we bij de collectieve gasinstallaties gebruik van groen gas; • in de nieuwbouw wordt per 1 januari 2011 de verbetering van de Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC van 0,8 naar 0,6) doorgevoerd in de bouwregelgeving. We hebben de gevolgen daarvan in onze projecten doorgevoerd. In het in 2010 opgeleverde project Durghorst hebben we een Warmte Koude Opslag installatie toegepast. Deze zorgt voor een grote beperking van de CO2-uitstoot. Het project Fortuinschool in Krommenie is aangewezen als proefproject duurzaamheid. We hebben hiervoor een aanvullend budget beschikbaar gesteld en het eerste onderzoek naar haalbaarheid en ontwerp is in volle gang. De uitwerking van de mogelijkheden voor een duurzame wijk Poelenburg is afgerond. Er is een energiescan gemaakt en hierin zijn interessante mogelijkheden opgenomen waarvan de haalbaarheid op dit ogenblik nader wordt onderzocht. De ontwikkeling van de duurzaamheidsactiviteiten loopt met deze maatregelen volgens planning. In 2011 worden de resultaten van de diverse activiteiten nadrukkelijker zichtbaar.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
56
7.3
Planmatig onderhoud
Onder planmatig onderhoud verstaan we het periodieke onderhoud aan en de verbetering van de oorspronkelijke elementen van de woningen, gericht op de instandhouding van ons bezit en de verhoging van het comfort voor de bewoners. Om op de hoogte te blijven van de conditie van het woningbezit wordt deze in de praktijk voortdurend geïnventariseerd en geactualiseerd. Wijzigingen en bijstellingen rekenen we door in de meerjaren onderhoudsbegroting. Deze vormt de basis voor de jaarlijkse onderhoudsbegroting. In 2010 is er in totaal voor € 12.319.000 aan opdrachten verstrekt voor planmatig onderhoud. Begroot was een bedrag van € 14.713.000. De uitgaven aan verbeteringen na individuele verzoeken van huurders zijn in 2010 aanzienlijk lager uitgevallen dan in 2009. Dit komt omdat we in het planmatig onderhoud in een aantal complexen alle keukens en badkamers hebben vernieuwd. Individuele aanvragen hiervoor konden zo worden meegenomen in de aanpak van het gehele complex. Door deze efficiëntere aanpak werden de uitgaven lager. In totaal hebben we in 2010 € 359.000 uitgegeven aan individuele verbeteringen, waarvan € 83.000 in rekening is gebracht bij de huurders. In 2010 hebben we verder € 188.000 uitgegeven aan het preventief vervangen van c.v.-installaties. Voor een aantal specialistische zaken hebben we externe deskundigen ingeschakeld, zoals op het gebied van EPAbeleid, het beheer van liften, collectieve technische installaties en schilderwerkadvies. In totaal bedroegen de advieskosten €133.328.
7.4
Mutatieonderhoud
Onder mutatieonderhoud vallen alle onderhoudsactiviteiten die plaatsvinden bij mutatie, met als doel de woning (weer) op het niveau van de basiskwaliteit te brengen. In 2010 heeft Parteon € 3.021.030 uitgegeven aan mutatieonderhoud, 25% minder dan begroot (€ 4.086.000). Het mutatieonderhoud stemmen we altijd af op de andere geplande ingrepen in de woning, zoals planmatig en/of projectmatig onderhoud en eventuele sloop. Dit kan ertoe leiden dat we bij een mutatie minder onderhoud plegen, waardoor
Volkshuisvestingsverslag Parteon
57
de mutatiekosten lager uitvallen. Omdat een individuele aanpak altijd duurder uitvalt dan een planmatige, zorgt dit voor een efficiëntere aanpak van het onderhoud. De dalende lijn uit 2009 voor het mutatieonderhoud heeft zich dan ook in 2010 doorgezet. In de toekomst verwachten we een verdere daling als gevolg van de lopende programma’s om het interieur van woningen projectmatig op te knappen (zie hierna).
7.5
Reparatieonderhoud
Onder reparatieonderhoud vallen alle onvoorziene onderhoudsactiviteiten, bedoeld om klachten te verhelpen en het woongenot van de klant te herstellen en behouden. De totale uitgaven voor reparatieonderhoud hebben in 2010 de begroting licht overschreden. De prognose voor 2010 (4,3 miljoen euro) was gebaseerd op de voorgaande jaren en de ontwikkelingen in het eerste half jaar. De uiteindelijke uitgaven aan reparatieverzoeken bedroegen € 4.379.960. Dit is € 265 per woning, tegen € 271 in 2009. De overschrijding is veroorzaakt door een aantal (incidenteel) dure verzoeken in het eerste half jaar. Deze hadden veelal betrekking op een calamiteit. Voor 2011 hebben we een aantal verbetermaatregelen gepland, zoals het opstellen van eenheidsprijzen voor veel voorkomende reparatieverzoeken. Verder optimaliseren we de inkoop van materialen en brengen we de opdrachten aan derden terug. Hierdoor kan de capaciteit van de interne reparatieservice nog beter worden benut.
7.6
Contractonderhoud
Onder contractonderhoud vallen alle onderhoudscontracten voor kort-cyclische onderhoudsactiviteiten en het verhelpen van storingen aan woongebouwen en installaties, zoals c.v.-installaties, liften, hydrofoor, rioolontstopping, legionellapreventie en onderhoud aan kunststof kozijnen. In 2010 bedroegen de kosten € 2.244.345. In 2011 worden de contracten voor het c.v.-onderhoud opnieuw afgesloten voor de komende jaren. Ook het contract voor het onderhoud aan kunststof kozijnen wordt afgebouwd. Verder vindt in 2011 de tweejaarlijkse dakgootreiniging plaats.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
58
7.7
Projectmatig onderhoud
Onder projectmatig onderhoud valt de uitvoering van geclusterde en grootschalige onderhoudswerkzaamheden in combinatie met de uitvoering van verbeteringen en leefbaarheidsmaatregelen, met als doel de woningen op het niveau van de basiskwaliteit te brengen. In 2010 stond 24,5 miljoen euro begroot voor projectmatig onderhoud. De daadwerkelijke uitgaven bedroegen 25,6 miljoen euro. Mede door de goede voorbereidingen in 2009 konden we 950 woningen op het niveau van de basiskwaliteit brengen, door nieuwe badkamers, keukens en toiletten te plaatsen. Dit ambitieuze plan kreeg vorm in vijf projecten: • Westerkoog (290 woningen); • Heiligeweg - Schaarstraat in Krommenie (102 woningen); • Molukse wijk/ Schrijversbuurt in Wormerveer (57 woningen); • Rooswijk laagbouw in Zaandijk (178 woningen); • Paukenhof, Jan Steinstraat en Triangelhof in Zaandijk (384 woningen). Ondanks de langdurige overlast tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden zijn er geen ernstige klachten gemeld. De bewoners zijn in het algemeen zeer tevreden. In 2011 plegen we in 550 woningen projectmatig onderhoud.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
59
Volkshuisvestingsverslag Parteon
60
8 Relatie met belanghouders 8.1 Inleiding Parteon hecht als maatschappelijke onderneming veel waarde aan een goede relatie en zinvol overleg met haar belanghouders. Dit zijn in de eerste plaats de bewoners, die op meerdere niveaus op verschillende manieren participeren. Daarnaast is de gemeente Zaanstad voor Parteon een belangrijke maatschappelijke partner. Er is regelmatig overleg op bestuurlijk niveau met de gemeente. Ook met andere maatschappelijke organisaties voeren we overleg. Bij alle activiteiten in de wijken en bij beleidsvraagstukken denken we na over hoe we de bewoners hierbij kunnen betrekken. Dit is niet alleen bedoeld om het draagvlak voor ons beleid te vergroten. We streven ook naar het versterken van de eigen kracht van buurten en bewoners. We vinden de inbreng van de bewoners van essentieel belang om invulling te kunnen geven aan onze missie plezierig wonen mogelijk te maken. Zij zijn de ervaringsdeskundigen in de wijken en weten als geen ander wat er speelt in de woon- en leefomgeving. Daarom maken we bewoners, waar mogelijk, zoveel mogelijk medeverantwoordelijk voor het plezierig wonen in de wijken en stellen we in ons beleid hun wensen en behoeften centraal. Om het overleg met en de participatie van de bewoners kritisch te blijven volgen, vindt er eenmaal per jaar een ‘benenop-tafel-overleg’ plaats tussen het Bestuur van de Bewonersraad en de algemeen directeur van Parteon. Daarnaast schuift de manager van de afdeling Wijkontwikkeling periodiek aan bij het overleg van de Bewonersraad met de voorzitters van de Bewonerscommissies. Ook wordt jaarlijks de keten visie-beleid-uitvoering-overleg geëvalueerd.
8.2 Participatie Bewonersraad Parteon en bewonerscommissies Op corporatieniveau voeren wij het overleg met de Vereniging Bewonersraad Parteon. Alle huurders zijn automatisch lid van de vereniging tenzij ze hebben aangegeven dat niet te willen. Om haar werkzaamheden goed te kunnen uitvoeren, stelt de Bewonersraad jaarlijks een activiteitenplan en een begroting op. Voor 2010 was er voor de activiteiten en de huisvesting van de Bewonersraad een bedrag van ongeveer € 79.000 begroot. Hiervan is circa € 65.000 besteed. Ontwikkeling van de Bewonersraad De Bewonersraad stelt zich ten doel de belangen van de huurders te vertegenwoordigen en er voor te zorgen dat het huurdersbelang op een goede wijze is terug te vinden in het beleid van Parteon en de uitvoering daarvan. In 2009 zijn we samen met de Bewonersraad begonnen op een gestructureerde manier na te denken over haar toekomst. Hoe kan de raad ook in de toekomt een slagvaardige en kwalitatief hoogstaande organisatie blijven met voldoende draagvlak en betrokkenheid vanuit de achterban? De gezamenlijke analyse heeft tot een aantal verbeterpunten geleid. Zo heeft de Bewonersraad gekozen voor een nieuw organisatiemodel dat meer moet aansluiten op de veranderende behoeftes van bewoners. In dit model richt het bestuur van de raad zich op het besturen van de vrijwilligersorganisatie en de totstandkoming van nieuw beleid. De evaluatie van het beleid komt in het model meer bij werkgroepen te liggen. De werkgroepen bieden ruimte voor individuele bewoners om over een onderwerp van hun interesse mee te praten. Ook (beleids) medewerkers van Parteon doen aan de werkgroepen mee. Hierdoor kunnen we samen aan het beleid werken. De rol van het Bestuur ligt in dit model, dat in 2010 is ingevoerd, vooral in het opstellen van het jaarplan en de begroting, het opdrachtgeverschap van de werkgroepen en het monitoren van de voortgang binnen de werkgroepen. Enkele voorbeelden van de activiteiten van de werkgroepen die in 2010 zijn ontstaan:
Volkshuisvestingsverslag Parteon
61
• samen met de werkgroep jongeren hebben we het koersplan jongeren verder uitgewerkt. Het aantal woningen dat specifiek is gelabeld voor jongeren is vergroot. Daarnaast heeft de werkgroep onderzocht of kluswoningen kunnen worden verkocht aan jongeren om hun positie op de woningmarkt te verbeteren; • met de werkgroep senioren is het beleidsplan senioren opgesteld en zijn we begonnen met de uitwerking van een pilot op het gebied van het bevorderen van de doorstroming. Als eerste is onderzocht wat de belangrijkste redenen zijn voor oudere bewoners om (niet) te verhuizen naar een seniorenwoning; • de werkgroep milieubeleidsplan is geïnformeerd over het opzetten van een pilot in Rooswijk voor extra keuzemogelijkheden op het gebied van milieubesparing in de woning; • met de werkgroep participatie zijn de verbeterpunten die voortkwamen uit de KWH-meting naar de kwaliteit van de participatie (zie par. 9.3) omgezet in concrete acties en producten: er is een nieuwsbrief voor bewonerscommissies ontwikkeld, de agenda van de overleggen met de bewonerscommissies is meer gestructureerd en eenduidig gemaakt en de manager wijkontwikkeling heeft periodiek contact met de Bewonersraad over de uitvoering van de participatie op wijk, buurt- en complexniveau; • het gezamenlijk in een werkgroep opgestelde handboek Gemengd beheer regelt op de diverse beleidsterreinen de rolverdeling tussen Vereniging van Eigenaren, beheerder en Parteon en daarmee tussen huurders en kopers; • ook het beleid ten aanzien van de verhuur van vrije sectorwoningen is met een werkgroep ontwikkeld. Dit heeft geleid tot afspraken over onder andere het huurprijsbeleid, de inkomenseisen waaraan huurders moeten voldoen en de toewijzingscriteria; • het samen met een werkgroep ontwikkelde nieuwe servicekostenbeleid is in 2010 vrijwel afgerond en kan in de loop van 2011 de advisering in. Deze nieuwe werkwijze heeft landelijk aandacht getrokken. Ze lijkt een oplossing te bieden voor de problemen waar veel huurdersorganisaties tegenaan lopen: overvolle agenda’s, veel overleggen en een afname van het aantal vrijwilligers. Aan het eind van het jaar hebben we geconstateerd dat de werkwijze succesvol is: er doen meer nieuwe leden mee aan de werkgroepen en de manier van werken is efficiënt. Aandachtspunt is wel de kwetsbaarheid van het Bestuur. Met de Raad is besloten in 2011 een plan van aanpak op te stellen om het Bestuur zowel in omvang als kwaliteit te versterken. Parteon heeft de Bewonersraad voorgedragen voor de door de Woonbond georganiseerde verkiezing van de huurdersorganisatie van 2010. Een vakjury koos de raad als een van de drie genomineerden. Vervolgens kon via internet worden gestemd: de Bewonersraad eindigde als tweede.
Adviseringen Over de volgende beleidsonderwerpen heeft de Bewonersraad in 2010 positief geadviseerd: • Strategisch Voorraadbeleid (SVB); • handboek Gemengd beheer; • huurverhoging per 1 juli 2010; • volkshuisvestingsverslag 2009; • jaarrekening 2010; • aanvulling verkoopvijver; • beleidsuitgangspunten voor verhuur vrije sector; • beleid scootmobielruimtes; • meerjarenbegroting 2011-2014; • wederzijdse bezitsovername met Rochdale in kader van herstructurering Poelenburg.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
62
Op de adviesaanvraag met betrekking tot het beleid scootmobielruimte was in eerste instantie positief geadviseerd. De aanvraag bleek niet juist te zijn waarop het positief advies is ingetrokken. Hier wordt nu verder overleg over gevoerd. Op de adviesaanvraag meerjarenbegroting 2010-2013 heeft de Bewonersraad aangegeven niet te willen adviseren omdat op dat moment ook de advisering over het strategisch voorraadbeleid (SVB) nog liep.
Prestatieafspraken We hebben met de Bewonersraad in de loop van de tijd over diverse beleidsonderwerpen prestatieafspraken gemaakt. Enerzijds zijn dat afspraken die we maken in het jaarplan van Parteon, anderzijds zijn het afspraken die verankerd zijn in beleid. De afspraken worden periodiek gemeten, bewaakt en met de Bewonersraad besproken. De belangrijkste: • het realiseren van de vastgestelde basiskwaliteit in een periode van tien jaar (onderdeel van het Strategisch Voorraadbeleid); • het realiseren van de wensportefeuille (incl. verkoopopgave, onderdeel van het Strategisch Voorraadbeleid); • woningtoewijzing: het realiseren van de prestatieafspraken die gemaakt zijn met de gemeente; • kwaliteit dienstverlening: het behalen van de KWH-normen die horen bij het Huurlabel; • kwaliteit participatie: het behalen van de KWH-normen die horen bij het kwaliteitslabel Participatie; • jaarplanactiviteiten: in het jaarplan 2010 was een groot aantal onderwerpen benoemd waarop we ons beleid zouden actualiseren dan wel nieuw ontwikkelen, namelijk de verhuur van vrije sectorwoningen, het handboek Gemengd beheer, de scootmobielruimtes, schotelantennes, het servicekostenbeleid, het opstellen van seniorenbeleid en de uitwerking van het jongerenbeleid. Deze acties zijn allemaal uitgevoerd of worden conform de afspraken ontwikkeld.
Informeel overleg Behalve de formele advisering op relevante beleidsonderwerpen wisselen we met de Bewonersraad ook actief van gedachten over actuele externe en interne beleidsonderwerpen. Zo hebben we met de raad gesproken over de nieuwe Huisvestingswet en haar gevolgen voor de huurders, het Europa-dossier en het effect daarvan op de toewijzing van huurwoningen en de positie van mensen met middeninkomens op de woningmarkt, en de plannen van het kabinetRutte en de gevolgen daarvan voor Parteon en de huurders. Interne onderwerpen die we met de Bewonersraad bespraken, waren onder meer de evaluatie leefstijlen en de evaluatie achter de voordeur. De raad deelde de conclusies uit deze evaluaties. De Bewonersraad ontving verder (ter informatie): • de nulmeting van de EPA-Monitor; • het verslag van de interne klachtencommissie over 2009; • het verslag van de externe Geschillencommissie over 2009; • de kwartaalrapportages; • de rapportages van het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting.
Overleg met de Raad van Commissarissen (RvC) Jaarlijks vindt er een gesprek plaats tussen de RvC en de Bewonersraad. Aan de orde kwamen: • de gevolgen van de Europese regelgeving voor de mensen met middeninkomens; • de gevolgen van enkele voorgenomen beleidsmaatregelen van het kabinet Rutte: het kooprecht en de aangekondigde heffing voor woningcorporaties ten behoeve van de huurtoeslag; • de gevolgen van de gemeentelijke bezuinigingen voor Parteon.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
63
Participatie bewonerscommissies Parteon onderhield in 2010 met 36 bewonerscommissies een overleg- en samenwerkingsrelatie. We overleggen jaarlijks gemiddeld twee keer met elke bewonerscommissie over de leefbaarheid, het onderhoud (planmatig en projectmatig) en de sociale samenhang in het complex of de buurt. We betrekken of informeren de commissies over onze plannen op deze gebieden. De uitgangspunten van de Overlegwet en de samenwerkingsovereenkomst zijn leidend in ons contact met de bewonerscommissies. Naast de functioneringskosten is er voor hen ook projectbudget beschikbaar. Dit is bedoeld voor activiteiten die de leefbaarheid, cohesie of participatie in het complex of de buurt bevorderen. De meeste commissies maken er gebruik van.
Verbeterpunten KWH onderzoek Participatie In 2009 heeft Parteon door KWH (Kwaliteitscentrum Woningcorporaties Huursector) onderzoek laten doen naar de kwaliteit van haar inzet op het gebied van bewonersparticipatie. De meting leverde twaalf verbeterpunten op. Zes daarvan hebben we, in overleg met de bewonerscommissies en de Bewonersraad, in 2010 opgepakt. De overige zes volgen in 2011. De zes maatregelen uit 2010: 1. introductie van de twee keer per jaar verschijnende nieuwsbrief Parti-on voor bewonerscommissies met actueel nieuws en interessante wetenswaardigenheden; 2. de mogelijkheid voor huurders om als gastredacteur op te treden bij het bewonersmagazine Parteons; 3. Parteon maakt een organogram van de overlegstructuren met bewonersorganisaties en zet deze op de website; 4. de informatie over werkzaamheden van Parteon wordt eerst naar de bewonerscommissie gestuurd en pas daarna naar de overige bewoners van het complex; 5. het ontwikkelen van een brochure over bewonerscommissies. Hierin wordt onder meer ingegaan op wat een commissie en Parteon van elkaar kunnen en mogen verwachten; 6. Parteon en de Bewonersraad baseren zich in hun samenwerking op de Overlegwet en de onderlinge Samenwerkingsovereenkomst. Begin 2011 gaan we onder de bewonerscommissies peilen of de bovengenoemde maatregelen hebben bijgedragen aan een betere kwaliteit van participatie.
8.3 Participatie bij dagelijks beheer Huurders in complexen met een Vereniging van Eigenaren Om de participatie en de invloed van huurders in een complex met een Vereniging van Eigenaren (VvE) te verbeteren, hebben we in 2010 twee pilots uitgevoerd in: • het complex Zocalo in Assendelft. Naast de VvE is in dit complex ook een bewonerscommissie actief. In 2010 zijn de contacten tussen beide geïntensiveerd, wat heeft geresulteerd in een structureel overleg. Ook worden de huurders goed door de VvE geïnformeerd. Overwogen wordt nu om (een aantal) huurders ook de ledenvergaderingen van de VvE te laten bijwonen. • het complex Confiserie in Wormerveer. Aan het Bestuur van de VvE is gevraagd of de huurders in het complex de ledenvergaderingen van de VvE mochten bijwonen. De eigenaren hebben daarmee ingestemd. De eerste VvE-vergadering met aanwezigheid van de huurders (zonder stemrecht) heeft plaatsgevonden. Een van de huurders is vervolgens toegetreden tot de technische commissie van de VvE en is betaald huismeester geworden. Volkshuisvestingsverslag Parteon
64
Eind 2010 hebben we de VvE-besturen en de huurders uit beide complexen gevraagd naar hun ervaringen. Allen zijn positief over deze ontwikkeling en willen de samenwerking graag voortzetten. Vanwege de positieve resultaten willen we bekijken of deze vorm van participatie in de toekomst verder kan worden uitgebouwd, ook in andere complexen. Nog twee andere complexen met interessante ontwikkelingen in de relatie tussen huurders en de VvE: • Woongebouw Jedeloo. In dit woongebouw heeft een huurder gevraagd of hij deel mocht nemen aan de technische commissie van de VvE. De VvE heeft hiermee ingestemd. • Perim en Pharus. Ter verbetering van de relatie tussen de eigenaar-bewoners en VvE’s en de individuele huurders en bewonerscommissie van de Perim en de Pharus heeft Parteon periodieke bijeenkomsten gestimuleerd en georganiseerd. Hierin hebben de partijen hun gezamenlijke belangen en hun relatie besproken. Dit heeft geleid tot een betere onderlinge communicatie. Hierdoor neemt de spanning in de relatie af en beginnen de bewoners iets meer elkaar te informeren en soms zelfs samen te werken.
Participatie van bewoners in andere complexen en buurten • Buurtconciërges in Poelenburg. In drie complexen in Poelenburg zijn buurtconciërges. In het complex waarin ze wonen spreken ze bewoners aan op hun gedrag en signaleren ze gebreken in het complex of de openbare ruimte. De buurtconciërges werken nauw samen met de wijktoezichthouder van Parteon. • Buurtbroedplaats ‘het Brandtweer’ (Koog aan de Zaan). Na een periode van intensieve voorbereiding en samenwerking met de wijkmanager van de gemeente, het wijkoverleg en buurtbewoners zijn in 2010 de activiteiten gestart in ‘het Brandtweer’. Oud Koog heeft hiermee een plek waar bewoners activiteiten kunnen ontwikkelen, zodat de sociale cohesie verbetert. De stichting het Brandtweer richt zich vooral op de jongeren en ouderen in Oud Koog. Ook Parteon maakt wekelijks gebruik van de buurtbroedplaats met een spreekuur van het wijktoezicht. • Projectmatig onderhoud Molukse Wijk (Wormerveer). In 2009 zijn we in de Molukse Wijk begonnen met projectmatig onderhoud in 56 woningen. Het werk is in 2010 afgerond. De Molukse Raad (de bewonerscommissie) was nauw bij het project betrokken. Als dank voor de samenwerking met de Molukse gemeenschap hebben Parteon en de aannemer een donatie van € 2.000 gedaan aan de Molukse evangelische kerk. Deze wordt besteed aan technisch onderhoud van de kerk. • Nieuwe bewonerscommissie Borneostraat (Wormerveer). Op initiatief van de Bewonersraad Parteon is een nieuwe bewonerscommissie opgericht in de Borneostraat. Met de commissie heeft eenmaal overleg plaatsgevonden. De commissie richt zich vooral op het organiseren van leefbaarheidsactiviteiten voor de buurt. • Gagarin- en Van Allenstraat (Krommenie). Eind 2010 begon het groot onderhoud aan de Gagarin- en Van Allenstraat in Krommenie. De bewonerscommissie heeft een werkgroep opgericht die gaat participeren in het project. • Adviesgroep groot onderhoud Heiligeweg- en G. Schaarstraat (Krommenie). Parteon is in 2009 een samenwerkingsverband aangegaan met de adviesgroep. Deze bestaat uit bewoners van de diverse portiekflats. We doorlopen samen alle fases van het groot onderhoud (voorbereiding, advies vragen, uitvoering, afronding en evaluatie). De adviesgroep heeft zich, met medewerking en ondersteuning van Parteon, in 2010 omgevormd tot een bewonerscommissie. • Klankbordgroep De Durghorst (Krommenie) Het glazen atrium van de Durghorst in Krommenie was bij de oplevering een lege ruimte. Parteon is daarom op zoek gegaan naar actieve bewoners die willen meedenken en -praten over de invulling van het Atrium. Veel bewoners gaven via een antwoordformulier ideeën door. Twintig bewoners meldden zich aan voor een eerste bijeenkomst over de
Volkshuisvestingsverslag Parteon
65
inrichting van het atrium. De architect van het gebouw heeft alle ideeën van de bewoners verwerkt in een maquette die is gepresenteerd tijdens een tweede bijeenkomst in het eerste kwartaal van 2011. • Nieuwe bewonerscommissie Lambert Melisz (Westzaan). Op 3 mei 2010 vond de oprichtingsvergadering plaats van de nieuwe bewonerscommissie Lambert Melisz en omgeving. De Bewonersraad Parteon ondersteunde de bewoners bij de oprichting. • Projectmatig onderhoud TriPaS flats (Zaandijk). Wij voeren sinds 2010 eens in de zes weken overleg over het projectmatig onderhoud van de TriPaS flats met een klankbordgroep met vertegenwoordigers van de acht flats. Een afvaardiging van de groep neemt deel aan de bouwvergaderingen. Op verzoek van de groep hebben we een spreekuur voor de bewoners in het leven geroepen, maken we informatieboekjes voor de bewoners en wordt de achterban via nieuwsbrieven op de hoogte gehouden van de laatste ontwikkelingen. Naar verwachting worden de werkzaamheden medio 2011 afgerond. • Rooswijk laagbouw (Zaandijk). We hebben in 2010 bij 178 woningen in Rooswijk projectmatig onderhoud. Een klankbordgroep bestaande uit drie bewoners uit de wijk praatte mee over de uitvoering.
8.4 Participatie bij herstructurering en gebiedsontwikkeling Wormerveer Noord Hoewel de gemeente de noodzaak van een integrale gebiedsgerichte aanpak heeft onderstreept, heeft zij de regie niet op zich genomen. Parteon heeft daarom moeten besluiten de communicatie en participatie per deelproject te organiseren. De extra inspanningen zijn gericht op herstel van het imago van Parteon. Het gaat om twee projecten: Voorgenomen sloop A. Meijnsstraat (90 woningen). Sinds 2009 is in dit complex een bewonerscommissie actief waarmee Parteon ook in 2010 veelvuldig overleg heeft gevoerd over de voorgenomen sloop. Eind 2010 hebben we de nieuwbouwplannen voor deze locatie aan de bewonerscommissie gepresenteerd. In 2011 worden ze officieel ter advies aan haar voorgelegd. In het complex hebben we in 2010 nog enkele andere maatregelen genomen. • Begin 2010 heeft Parteon op verzoek van de bewonerscommissie een afsluitbaar hek geplaatst om het voetbalveldje voor de flat. Hondenpoep belemmerde de kinderen om op dit veld te spelen. Het hek is effectief gebleken; er is nauwelijks meer hondenpoep op het veld. • In het kader van schoon, heel en veilig hielden we iedere zes tot acht weken een schouw met bewoners en medewerkers van Parteon. Deze werden echter nauwelijks bezocht door bewoners. In overleg met de bewonerscommissie bekijken we of het voortzetten van de schouwen zinvol is. • In enkele boxen was asbest aangetroffen. Op verzoek van de bewonerscommissie organiseerde Parteon een voorlichtingsavond over de verwijderingswerkzaamheden. Slechts twee bewoners waren aanwezig. Het asbest is zonder problemen verwijderd. Voorgenomen sloop Krokusstraat (24 woningen). In augustus 2010 heeft Parteon de bewoners van de Krokusstraat uitgenodigd voor een informatiebijeenkomst over de vertraging in de voorgenomen sloop. We hebben uitgelegd dat de gemeente Zaanstad meer duidelijkheid wil over de plannen voordat zij een stadsvernieuwingsurgentie afgeeft. Onder de bewoners is er geen belangstelling voor het oprichten van een bewonerscommissie, ook niet na herhaalde oproepen. Daarom zal de Bewonersraad deze rol op zich nemen.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
66
Zaandam Zuid • Vijfhoek. Parteon heeft de sloop- en nieuwbouwplannen uitgesteld en bekijkt over vijf jaar opnieuw of een herontwikkeling nodig is. De bewoners zijn geïnformeerd via een brief en een spreekuur. Naar aanleiding van dit besluit voeren we in 2011 en 2012 planmatig onderhoud uit. Om een bijdrage te leveren aan de leefbaarheid en veiligheid van de complexen gaan we in 2011 over tot cameratoezicht. Ook ontwikkelen we dan een plan van aanpak om te kijken of de anonimiteit in deze buurt kan worden doorbroken. • Walvisvaardersbuurt. De bewonerscommissie is geïnformeerd over de vertraging van de geplande nieuwbouw aan de Morgensterstraat. Omdat dit gevolgen heeft voor de sloop en nieuwbouw aan de Straat Davis voeren we in dit complex in 2011 planmatig onderhoud uit. • Poelenburg. In het kader van Nieuw Poelenburg vinden in Poelenburg tal van projecten en activiteiten plaats die gericht zijn op participatie en meedoen in de wijk. Parteon is nog geen sloop-/nieuwbouw projecten gestart. De participatie moet daarom nog beginnen. De verwachting is dat dit gebeurt in 2011. • PortiekPortiers. Dit project is uitgevoerd in het kader van de Wijkaanpak, samen met Stichting De Bakkerij. Doel is kinderen actief bij hun woon- en leefomgeving te betrekken. Hiertoe zijn elf kinderen in zes weken tijd opgeleid tot PortiekPortier. Met een diploma op zak zijn ze assistent van de wijktoezichthouder geworden. Wekelijks gaan ze door de wijk en complexen. Bijkomend resultaat van het project is dat we bij een aantal kinderen signalen hebben gekregen over hun thuissituatie. Deze zijn neergelegd bij Centrum Jong. Rosmolenwijk • Sociaal programma. Sinds 2009 voert de gemeente de regie over de voortgang van de aanpak van deze wijk. In 2009 heeft een extern bureau het sociale streefbeeld voor 2015 geformuleerd. Dit is begin 2010 gepresenteerd aan de wijk. Samen met het uitvoeringskader Rosmolenwijk uit 2005 vormt het streefbeeld de basis voor de invulling van de sociale pijler in de aanpak. Een werkgroep heeft geanalyseerd welke maatregelen al zijn uitgevoerd, dan wel wanneer en door wie ze gerealiseerd gaan worden. Tevens zijn de prioriteiten en de eigenaren van activiteiten benoemd. De gemeente is trekker van het sociale programma. Waar sprake is van raakvlakken met leefbaarheid vindt de uitvoering plaats in samenwerking met Parteon. Knelpunt in de uitvoering is dat het programma (nog steeds) niet bestuurlijk is vastgesteld. Parteon heeft in 2010 hard gewerkt aan het herstel van haar imago in de wijk. We zijn in gesprek gegaan met het collectief van bezwaarmakers in de Jan Bouwmeesterstraat, onder het motto ‘we doen wat we zeggen’. Het vertrouwen is nog broos, maar gaat zeker de goede kant op. We hebben het vertrouwen verder proberen te herstellen door de stuurgroep te positioneren als de strategische gespreks- en samenwerkingspartner in de gebiedsontwikkeling. Ook hebben we onderhoud op maat verricht in de projecten waarvan de vernieuwing voor onbepaalde tijd is uitgesteld. • Adviesgroep voor funderingsherstel en onderhoud Havenbuurt (Oude Haven). In de Havenbuurt heeft Parteon besloten de fundering van de huurwoningen te herstellen en waar nodig groot onderhoud uit te voeren, zo mogelijk en indien gewenst in combinatie met een aantal extra woningverbeteringen. In juli is een informatieavond gehouden. Tijdens deze avond hebben we de bewoners opgeroepen een adviesgroep te formeren. Dit heeft geleid tot de Adviesgroep Havenbuurt met vijf buurtbewoners. Doel van de participatie is de bewoners mee te laten praten over de ingrepen en werkzaamheden, de leefbaarheid en het sociaal plan. Vanaf juli 2010 voeren we maandelijks overleg. Dit wordt in 2011 voortgezet. We streven naar uitvoering van de werkzaamheden in 2012. Het sociaal plan wordt begin 2012 definitief vastgesteld. Ook is in de Havenbuurt in samenwerking met ZVH en Rochdale eind 2010 ‘het Havenhuis’ geopend. Dit dient als ontmoetingsplaats voor bewoners en de bewonersvertegenwoordiging.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
67
Rosmolenwijk
8.5 Prestatieafspraken met de gemeente In januari 2010 heeft Parteon individuele prestatieafspraken gemaakt met de gemeente Zaanstad voor de periode 2009 tot en met 2014. Uitgangspunt voor de gemeente Zaanstad is de Woonvisie die de gemeenteraad in 2009 heeft goedgekeurd. In de Woonvisie ligt de nadruk op het verhogen van de kwaliteit van woningen en het woonmilieu in Zaanstad. Dit moet de stad aantrekkelijker maken voor mensen met midden- en hogere inkomensgroepen. Uitgangspunt voor Parteon bij het maken van de prestatieafspraken was de in 2009 bijgestelde koers. Parteon wil niet langer zaken bekostigen die in haar visie op het terrein van de gemeente liggen. Gemeente en Parteon hebben afspraken gemaakt over het: • sterker sturen op kwaliteit en gedifferentieerde woonmilieus door met name nieuwbouw en herstructurering; • tegengaan van verval en benutten van kansen in de wijken; • verder uitrollen van het ingezette beleid op het gebied van wonen, welzijn en zorg; • stimuleren van duurzaamheid;
Volkshuisvestingsverslag Parteon
68
In de onderstaande tabel staan de behaalde resultaten in 2010 voor de afspraken die concreet zijn geformuleerd. Afspraak
Resultaat in 2010
Toelichting
Bouw van 110 sociale huurwoningen en 200 koopwoningen per jaar.
Er zijn 110 sociale huurwoningen en 50 koopwoningen gebouwd.
De bouw van koopwoningen blijft achter als gevolg van marktontwikkelingen.
Sloop van 140 à 150 woningen per jaar.
In 2010 zijn geen woningen gesloopt.
In 2008 en 2009 zijn respectievelijk 146 en 300 woningen gesloopt. Het tempo stagneert omdat we pas willen slopen als we zeker zijn van terugbouw.
Verkoop van 100 tot 150 sociale huurwoningen per jaar.
In 2010 zijn 148 sociale huurwoningen verkocht, waarvan 74 met Koopgarant.
Bouw van 50 zorgwoningen en 70 nultredewoningen, en 120 woningaanpassingen per jaar.
In 2010 zijn 79 voor zorg geschikte huurwoningen opgeleverd. Elke gestapelde nieuwe huurwoning is in principe een nultredewoning. In Westerkoog worden 290 woningen opgewaardeerd ten behoeve van senioren.
Realisatie van 64 eenheden ten behoeve van de vervolghuisvesting van mensen uit beschermde en begeleide woonvormen.
Parteon is bezig met de ontwikkeling van eenheden in een sociaal pension en vrouwenopvang.
De gemeente moet nog invulling geven aan de 64 woonvormen.
In 2008 hebben de gezamenlijke woningcorporaties collectieve prestatieafspraken gemaakt met de gemeente Zaanstad voor de periode 2008 tot en met 2010. Deze afspraken stonden ook wel bekend als de ‘aanbiedingsafspraak’. De corporaties garandeerden of ‘boden aan’ dat er voldoende betaalbare woningen zouden vrijkomen voor de verhuur. Er zijn drie afspraken: • 70% van het jaarlijkse aanbod heeft een huur lager dan € 554. In 2010 was dat bij 65% van het aanbod het geval (in 2009: 83%, in 2008: 82%); • jaarlijks komen minimaal 1100 woningen vrij met een subsidiabele huur lager dan € 548. In 2010 waren dat er 1150 (in 2009: 1414, in 2008: 1306); • jaarlijks wordt ten minste 60% van het totale aanbod toegewezen aan de primaire doelgroep. Dit bleek in 2010 te gelden voor 53% van het aanbod (in 2009: 61%, in 2008: 59%). Gemeente en woningcorporaties hebben besloten de collectieve prestatieafspraak niet te verlengen. De toewijzingsregels als gevolg van de Europese beschikking zorgen er voor dat de kansen voor lagere inkomensgroepen op de woningmarkt zullen toenemen.
8.6 Overige belanghouders Parteon hecht veel belang aan het onderhouden van goede contacten met haar belanghouders. In december hielden we een bijeenkomst voor alle belanghouders waarin we onze plannen voor 2011 presenteerden. Er vond tevens een discussie plaats over het thema kwetsbare huurders en het belang van de ‘gewone’ mens bij hulp aan buren. De boodschap voor Parteon was om bij haar inplaatsingsbeleid in portieken goed te letten op het behoud van goede contacten tussen de buren. De bijeenkomst werd bijgewoond door de Bewonersraad, vertegenwoordigers van Dijk en Duin, Brijderstichting, Evean, Gemeente Zaanstad, Leger des Heils, Odion, RIBW, Rochdale, Saen Professionals, Spirit en Welsaen.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
69
Met diverse maatschappelijke organisaties hebben we afspraken gemaakt over de verhuur van woningen met woonbegeleiding, zoals: • het Leger des Heils om doorstroming te bevorderen vanuit het sociaal pension; • de Blijfgroep Zaanstreek. Ook hier is doorstroming van belang; • Heliomare; • de Regionale Instelling voor Beschermde woonvormen; • Odion. Parteon werkt met andere in Zaanstad actieve woningcorporaties samen in de Federatie van Zaanse woningcorporaties. De Federatie hield in juni 2010 een bijeenkomst voor de nieuwe gemeenteraad.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
70
Volkshuisvestingsverslag Parteon
71
9 Organisatie en interne beheersing 9.1 Inleiding Een belangrijk speerpunt voor Parteon is organisatieontwikkeling. In 2010 startten we een organisatieontwikkeltraject, waarbij we focussen op de drie kernwaarden van Parteon: ondernemend, professioneel en betrokken. Daarnaast voerden we een nieuw primair systeem in, kreeg de in 2009 aangekondigde reorganisatie haar beslag en introduceerden we de nieuwe functie Organisatiecontrol om meer werk te kunnen maken van de interne controle en risicobeheersing.
9.2 Reorganisatie In 2010 is de in 2009 aangekondigde reorganisatie doorgevoerd. Parteon heeft haar organisatie laten inkrimpen. Wonen en Projectontwikkeling zetten meteen een grote stap omdat de reorganisatie daar inging op 1 januari 2010. Bij Financiën en Middelen gaat de inkrimping geleidelijker. Hier werkt sterk door dat Parteon medio 2012 op één locatie zal zijn gehuisvest. Dat is ook het moment om de laatste reorganisatieactiviteiten door te voeren. Op 1 januari 2010 ging Parteon alvast van vijf naar drie vestigingen. De afdelingen zijn nu verdeeld over de vestigingen in Wormerveer (Dick Laanplein) en Zaandam (Westzijde en Rosmolenstraat).
9.3 Het Nieuwe Werken (HNW) In 2010 hebben wij besloten om in 2012 Het Nieuwe Werken te gaan toepassen, dat bij Parteon de naam ParteoNext heeft gekregen. Vanaf 2012 zijn er geen vaste werkplekken meer en zal er activiteitengerelateerd en tijd- en plaatsonafhankelijk worden gewerkt. Parteon wil met dit eigentijdse concept in de toekomst een aantrekkelijke werkgever blijven. Ook een hoogwaardige inrichting van het gebouw en state-of-the-art ICT-technologie moet hier aan bijdragen. Andere doelen van ParteoNext: • het vestigen en versterken van één organisatiecultuur; • het tot stand brengen van een open werkomgeving die medewerkers faciliteert en stimuleert elkaar op te zoeken, kennis en kwaliteiten te delen en samen aan producten of projecten te werken; • flexibiliteit: er kan makkelijker worden ingespeeld op veranderingen; • een betere benutting van technologische mogelijkheden waarbij digitalisering en een betere ontsluiting van informatie leidt tot meer efficiency en het slimmer inrichten van werkprocessen; • meer vrijheid en verantwoordelijkheid voor medewerkers, wat bijdraagt aan hun werkplezier en van Parteon een aantrekkelijk werkgever maakt. In 2010 zijn we gestart met de eerste voorbereidingen om ParteoNext in 2012 te kunnen invoeren.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
72
9.4 Ziekteverzuim 1e kwartaal 2010
2e kwartaal 2010
3e kwartaal 2010
4e kwartaal 2010
Totaal 2010
Incl. zwangerschap
5,95
4,01
3,69
5,33
4,76
7,21
Excl. zwangerschap
4,76
3,14
3,06
4,48
3,87
6,95
Ziekteverzuimfrequentie
Incl. zwangerschap
1,45
0,68
0,97
1,55
1,17
1,15
Excl. zwangerschap
1,44
0,65
0,97
1,51
1,15
1,13
2010 Totaal ziekteverzuim
Totaal 2009
9.5 Personeelsopbouw Per 31 december 2010 Totaal aantal medewerkers
220
Fulltime
129
Parttime
91
Mutaties 2010 Totaal
In dienst
Uit dienst
17
34
Eigen verzoek
3
Einde contract
3
Boventallig
17
(Vroeg)pensioen
2
Andere reden
8
Overlijden
1
Volkshuisvestingsverslag Parteon
73
9.6 Organogram per 01-01-2010 Algemeen Directeur
Bestuurssecretaris
Manager Scope -team S&I -team P&O -team Communicatie
Directeur Financiën & Middelen
Financiën - team P&C - team FA
Organisatiecontrol
Middelen - team ICT - team Facilitaire Zaken Directeur Projectontwikkeling
Directeur Wonen
Klantenservice - team KIC - team Reparatieservice
Vastgoed - team Planmatig Onderhoud & Verbetering - team Projectmatig onderhoud - team Staf Vastgoed
Staf Wonen - team Staf - team VvE
Verhuur, Verkoop & Incasso - team Verhuur & Verkoop - team Incasso
Gebiedsontwikkeling
Wijkontwikkeling & leefbaarheid - team Wijktoezicht - team Wijkontwikkeling & Leefbaarheid
Bedrijfsbureau
Projecten
9.7 Interne controle en risicobeheersing Medio mei 2010 is bij Parteon de nieuwe functie ‘medewerker Organisatiecontrol’ van start gegaan. De functie is ontstaan in nauw overleg met de RvC van Parteon. We spelen hiermee in op het grote belang dat in de sector wordt gehecht aan goed bestuur, control en transparante verantwoording. De medewerker Organisatiecontrol ressorteert rechtstreeks onder de algemeen directeur en is verantwoordelijk voor de advisering over en bewaking van de kwaliteit van de bedrijfsbesturing, als bijdrage aan (de bewaking van) de realisering van de bedrijfsdoelstellingen.
Inventarisatie instrumentarium voor besturing en beheersing Organisatiecontrol heeft zich aanvankelijk gefocust op het inventariseren van het beschikbare instrumentarium voor besturing en beheersing. Met welke instrumenten kon Parteon op dat moment al bewaken dat de uitvoering van activiteiten aansluit bij de focus zoals verwoord in de missie, de visie en het koersplan? Op basis van deze inventarisatie heeft Organisatiecontrol in een advies verbeterpunten geformuleerd, die zijn besproken met de directie en de Audit Commissie. Belangrijke onderwerpen waren onder meer de aansluiting van het jaarplan op het koersplan (doen
Volkshuisvestingsverslag Parteon
74
we de goede dingen) en de wijze van bewaking van de uitvoering van het jaarplan door onder meer de formulering van kritische succesfactoren en prestatie-indicatoren (doen we de dingen goed). Andere verbetermogelijkheden die vanaf 2011 meer aandacht zullen krijgen: • het gebruik van benchmarkinformatie als integraal onderdeel van het managementinformatiesysteem; • verbetering van de kwaliteit van het projectmatig werken; • het opstellen van een risicobeleid en van processen en procedures voor systematische risico-identificatie. • het opstellen c.q. verbeteren van een samenhangend integriteitsbeleid. Risicomanagement Een integraal overzicht van de grootste risico’s en bijbehorende beheersmaatregelen moet onderdeel gaan uitmaken van het risicomanagementsysteem van Parteon. Wij hebben op het gebied van risicobeheersing overigens al de nodige maatregelen in werking gezet (zie het overzicht hieronder). Financiële risico’s Voor de beheersing van de financiële risico’s beschikt Parteon over een up-to-date treasurybeleid, een actueel treasurystatuut en een treasuryjaarplan. Elk kwartaal wordt een treasuryrapportage opgesteld waarin de voortgang wordt gemonitord en verantwoording wordt afgelegd over het gevoerde treasurybeleid. Minimaal vier keer per jaar overlegt de treasurycommissie over treasuryaangelegenheden. Naast de genoemde kwartaalrapportage worden de belangrijkste financiële pijlers (verkoop bestaand bezit, terugkopen, verkopen nieuwbouw, onderhoudsuitgaven) bewaakt via de maandrapportage. Het betreft de ‘levensaders’ van Parteon waarop bovendien op korte termijn gestuurd kan worden. Om financieel gezond te blijven, is het van essentieel belang dat de realisatie in lijn ligt met de begroting. Planning & Control (P&C) heeft sinds juni 2010 de beschikking over WALS ter uitbreiding van de meerjarenprognose tool FMP. Hiermee kan Parteon door middel van scenarioanalyse een risicoanalyse uitvoeren op macro-economische variabelen als rente, inflatie en waardeontwikkeling van vastgoed. P&C analyseert twee varianten: een beleidsvariant met eigen parameters en één met de parameters van het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting. Naast de risicoanalyse op externe variabelen rekent Planning & Control met deze tool verschillende beleidsvarianten door. Dat maakt een ‘what if...’ analyse mogelijk, waarmee de effecten van bepaalde ontwikkelingen in kaart kunnen worden gebracht. We moeten dan denken aan bijvoorbeeld de afwaardering van grondposities voor koopwoningen, lagere verkopen van bestaand bezit, een lagere mutatiegraad, een hogere huurverhoging dan inflatie en lagere productieaantallen. Projectontwikkelingsrisico’s Om het projectontwikkelingsproces te beheersen, moet er inzicht bestaan in de voortgang, de belangrijkste kengetallen en de risico’s van een project. Parteon beschikt over een systeem voor monitoring Reasult en bespreekt ieder kwartaal alle projecten. We werken met een standaard procesmodel vastgoedontwikkeling en met interne verslaglegging en besluitvorming op basis van fasedocumenten. Voor het identificeren van de risico’s van een project werkten we in 2010 met de tool Atrisk Pro. Een ander beheersingsinstrument is dat de bouw van nieuwbouwprojecten pas start bij verkoop van 70% van de te realiseren woningen. Exploitatierisico’s Het beheer van de bestaande voorraad behoort tot de kernactiviteiten van Parteon. Om de woningvoorraad kwalitatief op peil te houden en de daarmee gemoeide kosten te beheersen, streven we naar een planmatige aanpak van het periodiek onderhoud en de verbetering van het woningbezit. Hiertoe werken we met een meerjarenonderhoudsbegroting. Externe ontwikkelingen en eigen beleidskeuzes, bijvoorbeeld ten aanzien van milieu en energieprestaties, worden hierin meegenomen. Om op de hoogte te blijven van de conditie van het woningbezit wordt dit in de praktijk voortdurend geïnventariseerd en geactualiseerd. De wijzigingen en bijstellingen worden doorgerekend in de meerjarenonderhoudsbegroting en in de begroting voor het komende jaar.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
75
De omvang van de uitgaven voor onderhoud, renovatie en uitbreiding leidt tot een aanzienlijk inkooprisico. Parteon heeft in 2010 voor zowel de projectontwikkelingsactiviteiten als voor onderhoud de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden en beleidsuitgangspunten vastgelegd in een inkoop- en aanbestedingsbeleid. Met dit beleid als uitgangspunt gaan we in 2011 de huidige processen en procedures voor projectontwikkeling en onderhoud tegen het licht houden en waar nodig aanpassen. HRM risico’s Voor het realiseren van onze doelstellingen is voldoende goed gekwalificeerd en gemotiveerd personeel belangrijk. Parteon beschikt over een goed systeem van functiebeschrijvingen, een beoordelingssystematiek en een bijbehorende beloningssystematiek. Voor iedere medewerker is vanaf 2010 een eigen budget beschikbaar voor persoonlijke loopbaanontwikkeling. Daarnaast hebben we in 2010 een aanzet gegeven voor organisatieontwikkeling. We richten ons daarbij onder meer op leiderschapsontwikkeling en vergroting van de resultaatgerichtheid door middel van beoordelen en belonen. ICT risico’s Goede informatievoorziening is voor Parteon onmisbaar. In 2010 heeft Parteon gewerkt aan de vervanging van het primaire automatiseringssysteem Empire door SG|tobias. Door de overstap naar een meer gestandaardiseerd systeem wil Parteon de onderhouds- en beheersrisico’s verminderen. Imagorisico Parteon neemt als maatschappelijke organisatie een belangrijke plaats in in de Zaanstreek. Zij staat daardoor regelmatig ‘in de schijnwerpers’. Soms positief, maar in het verleden (te) vaak negatief. Dat levert imagoschade op. Door het voeren van een actief pers- en communicatiebeleid zijn we er in geslaagd de negatieve spiraal om te buigen naar een positieve. Daarmee geven we actief invulling aan ons imagorisico. Natuurlijk is daarmee negatieve perspubliciteit nooit helemaal te voorkomen.
Integriteitsbeleid Naar aanleiding van aanbevelingen van het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting heeft de afdeling P&O een scan gedaan van het integriteitsbeleid van Parteon. Dit heeft geleid tot een aantal acties, zoals het voorbereiden van een dilemmatraining voor medewerkers om hen bewust te maken van integriteitskwesties. Naar aanleiding van een audit op de aanbestedingsprocedure heeft Deloitte geadviseerd de aanbevelingen binnen het bredere perspectief van integriteitsbeleid te plaatsen. Organisatiecontrol heeft hiervoor een gefaseerde aanpak met verbeteringen in het integriteitsbeleid opgesteld. Dit wordt in 2011 door de afdeling P&O verder uitgewerkt.
Procesmanagement AO/IC (Administratieve Organisatie / Interne Controle) Procesmanagement bestaat voornamelijk uit het continu actualiseren en verbeteren van de procesbeschrijvingen en de bij de processen geldende interne beheersingsmaatregelen. De procesbeschrijvingen zijn enkele jaren geleden opgesteld, tegelijkertijd met het benoemen van de proceseigenaren. Ze zijn vastgelegd in het zogenaamde ‘proceshuis’ op intranet. Het proceshuis is de basis voor het beheersen en verbeteren van processen en moet daarvoor altijd actueel blijven. De in 2010 afgeronde reorganisatie binnen Parteon en de invoering van een nieuw primair systeem maken het noodzakelijk de kwaliteit en actualiteit van de vastgelegde informatie te controleren en waar nodig te optimaliseren. Dit gebeurt in 2011.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
76
Audits Auditing vindt plaats op basis van het audit-jaarplan, dat onderdeel is van het interne controleplan. Leidraad bij het opstellen van het audit-jaarplan zijn de risicoaandachtsgebieden zoals die in 2009 in samenwerking met de accountant zijn uitgewerkt. De audits richten zich op het beoordelen van het bestaan en de werking van de geldende procedures. Daarnaast wordt aandacht besteed aan mogelijke verbeteringen in de interne beheersing. In overleg met de Audit Commissie en de directie is besloten om in 2010 de volgende audits uit te voeren: Audit
Risicogebied
Woningtoewijzingsproces
Juridisch risico, klanttevredenheid, imagorisico
Treasurybeleid en aangaan leningen
Financieel risico
Aanbestedings- en offerteprocedure
Juridisch risico, financieel risico
Betalingsverkeer
Financieel risico
Aankoopbiedingen en verkooptransacties
Juridisch risico, financieel risico
ICT-project (invoering nieuw primair systeem)
Financieel risico, klanttevredenheid
Een toelichting per audit: • de audit voor het woningtoewijzingsproces is, in overleg met de Audit Commissie en de directie, vanwege de druk op de organisatie door de invoering van een nieuw primair systeem doorgeschoven naar 2011; • de audits op het treasurybeleid en op het betalingsverkeer hebben eind 2010 plaatsgevonden. De bevindingen van deze audits zijn in 2011 aan directie en Audit Commissie gerapporteerd; • de bevindingen uit de audit op de aanbestedings- en offerteprocedure hebben geleid tot het inrichten van een projectteam dat een uniform inkoop- en aanbestedingsbeleid ten behoeve van werken voor Parteon gaat opstellen. Deloitte controleert hoe de aanbevelingen met betrekking tot het aanbesteden worden verwerkt. In 2011 worden op basis van het vastgestelde inkoop- en aanbestedingsbeleid de relevante processen en procedures waar nodig aangepast. Ook wordt dan onderzocht of de werking van het inkoop- en aanbestedingsbeleid kan worden uitgebreid naar diensten en leveringen; • de audit op het te implementeren systeem SG|tobias, uitgevoerd door PricewaterhouseCoopers, heeft geen punten opgeleverd die de livegang belemmerden. Ook na livegang hebben zich geen onoplosbare problemen voorgedaan. De module voor het afhandelen van de digitale factuurstroom behoeft nog enige aandacht. De eindrapportage van de door PwC uit te voeren post GOLIVE-check wordt in het eerste kwartaal van 2011 verwacht.
Nulmeting interne beheersing PricewaterhouseCoopers, onze nieuwe accountant, heeft in het kader van haar controleaanpak een toetsingskader interne beheersing ontwikkeld. Op twaalf deelgebieden is eind 2010 de interne beheersing beoordeeld en is het verbeterpotentieel in kaart gebracht. Algemeen beeld uit deze nulmeting interne beheersing is dat Parteon de relevante externe ontwikkelingen scherp op het netvlies heeft en op een professionele wijze invulling geeft aan interne controle en de realisatie van haar doelstellingen. De belangrijkste aanbevelingen: • identificeer, categoriseer en kwantificeer de projectontwikkelrisico’s en manage daarop. We zijn hiermee gestart in Rearisk, maar dit moet verder worden geprofessionaliseerd; • volg de ontwikkelrisico’s van de totale projectenportefeuille systematisch en zorg voor de financiële vertaling; • veranker de fiscaliteit integraal in de bedrijfsprocessen en de fasebesluitvorming (de fiscale paragraaf); • formuleer en stel beleid vast rond het optimaliseren van fiscaliteiten, zodat de fiscale risico’s worden beperkt en fiscale kansen tijdig en optimaal worden benut;
Volkshuisvestingsverslag Parteon
77
• geef beter invulling aan het automatiseringsbeleid en de hiermee samenhangende inrichting van functionaliteit en ingebouwde controls. Dit is gebeurd bij de implementatie van het nieuwe primaire systeem; • veranker het sturen op waarde in de Planning & Control cyclus. Maak een onderscheid tussen bedrijfswaarde en beleidswaarde en analyseer de ontwikkeling hierin; • stel een protocol onafhankelijkheid externe accountant vast en geef invulling aan een zelfstandig contact met de externe accountant (zonder aanwezigheid van het bestuur). Deze aanbevelingen worden besproken met de directie en vertaald in concrete acties. De uitkomsten van de nulmeting interne beheersing door PwC zien er schematisch als volgt uit.
Treasury
Juridische aspecten 100
Waarde Benchmark Best in Class
Fiscaliteit
75 Planning & Control
50
ICT
25 Projectontwikkeling
0
Wonen & Zorg
Toezicht (Corporate Governance)
Inkoopcontrol
HRM
Sturen op waarde Exploitatie
9.8 Nieuw primair systeem SG|tobias Begin 2009 is Parteon gestart met een proces van selectie en implementatie van een nieuw primair systeem. Aanleiding was de wens om met een meer gestandaardiseerd systeem te gaan werken om zo het beheer ervan te vereenvoudigen. Bij de huidige leverancier en drie andere partijen hebben we nauwkeurig onderzocht welke functionaliteiten het best passen bij de wensen en (werk)processen van Parteon. Ook hebben we referentiebezoeken afgelegd bij collegacorporaties. Medio 2009 heeft dit geleid tot de keuze voor leverancier SG|automatisering en het systeem SG|tobias. De implementatie van het systeem ging in januari 2010 van start. De livegang was op 15 november 2010.
9.9 Milieubeleidsplan / duurzaamheid We boekten in 2010 vooruitgang op het gebied van de mobiliteit. Het aantal bedrijfsauto’s is verminderd met circa 25 stuks en op enkele auto’s na zijn de oude ‘poolauto’s’ vervangen door zuinige auto’s met het A-label. Alle bedrijfsauto’s van de interne aannemerij met dieselmotor zijn voorzien van een roetfilter. Het gebruik van de elektrische scooter viel tegen. De actieradius is te beperkt en we schaffen voorlopig geen nieuwe aan. Wel kochten we twee extra brommers en een aantal dienstfietsen die goed worden gebruikt. Door middel van een reserveringsoverzicht wordt het gebruik van de fietsen en de poolauto’s zo efficiënt mogelijk gestuurd.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
78
Op het gebied van de huisvesting wisten we het energie- en materiaalgebruik fors terug te dringen door het aantal kantoorlocaties te verminderen van vijf naar drie. Door de ontwikkeling van de nieuwe centrale huisvesting zetten we hierin een volgende stap. Ook aan de medewerkers hebben we gevraagd extra aandacht te besteden aan het gebruik van energie en materialen. Het aantal stand alone printers in de kantoren is afgenomen en de multifunctionals zijn standaard afgesteld op dubbelzijdig printen. Al het kopieerpapier is voorzien van het FSC-certificaat evenals alle visitekaartjes. Het bedrijfsrestaurant is overgestapt op Fair Trade koffie. Verder hebben we op het gebied van onderhoud, renovatie en nieuwbouw maatregelen getroffen in het kader van milieu en duurzaamheid (zie hoofdstuk 7).
9.10 Communicatiebeleidsplan In 2009 heeft Parteon een communicatiebeleidsplan opgesteld voor de periode 2009 – 2011. De belangrijkste aanleidingen hiervoor waren het matige imago van de corporatiesector, de opkomst van nieuwe media, de steeds grotere verschillen tussen de klantgroepen van Parteon en de toename van de mondigheid van de klant. Doel van het communicatiebeleid is er voor te zorgen dat communicatiedoelgroepen, de opiniemakers voorop, een beeld van Parteon hebben dat overeenkomt met het gewenste beeld. Dat beeld komt voort uit de kernboodschap van Parteon: ‘Parteon verhuurt en verkoopt woningen in de Zaanstreek. Alles draait om plezierig wonen.’ In het kader van het communicatiebeleidsplan heeft Parteon in 2010 de volgende activiteiten uitgevoerd: • het bijeenroepen van een Alert-team om snel te kunnen handelen in situaties met een hoog afbreukrisico; • extra investeringen in relaties met de pers; • ondersteuning bij de verkoop van woningen; • een nieuwe website; • ondersteuning bij de blog van de algemeen directeur. Parteon onderscheidt in het communicatiebeleid twee typen doelgroepen: • interne doelgroepen: Raad van Commissarissen, directie, Ondernemingsraad en medewerkers; • externe doelgroepen: huurders en potentiële huurders, potentiële kopers, inwoners van de Zaanstreek, jongeren, ouderen, belanghebbenden en samenwerkingspartners, gemeente en politieke partijen, media.
9.11 KWH huurlabel en kwaliteit van dienstverlening In afwachting van de uitkomsten van het onderzoek naar een benchmarkinstrument hebben we in 2009 besloten om voor 2010 geen reguliere KWH-meting Huurlabel in te plannen. In de zoektocht naar een ander instrument moeten we het gevoel over de klanttevredenheid echter niet kwijtraken, ook omdat we in 2008 voor de laatste keer hierop zijn gemeten. Om in 2010 toch de kwaliteit van onze dienstverlening te meten, hebben we KWH gevraagd een pilot rond aftersales te ontwikkelen. Met dit meetinstrument wordt de klanttevredenheid continu gemeten en direct in beeld gebracht. Zo is steeds informatie beschikbaar om te kunnen (bij)sturen op resultaten, processen en medewerkers (en indirect op leveranciers en kosten). Het uiteindelijke doel van het instrument is het verhogen van de klanttevredenheid en voorkomen van klachten. De metingen vonden plaats rond drie processen: betrekken van een woning, uitvoeren van een reparatie en verlaten van een woning. Klanten werden maandelijks per email benaderd met een korte vragenlijst, waarin de dienstverlening
Volkshuisvestingsverslag Parteon
79
centraal stond. De pilot is in juni en in december 2010 geëvalueerd. Klanten bij wie Parteon een reparatie had uitgevoerd, gaven een redelijke respons. Degenen onder hen die ontevreden waren over de dienstverlening, werden door Parteon gebeld om de klachten te verhelpen. Dit leverde vervolgens tevreden klanten op. Het doel is bij dit proces dus behaald. De respons op de vragenlijsten over de twee andere processen was zeer gering en gaf geen zicht op ontevreden klanten. We hebben daarom besloten om in 2011 alleen door te gaan met aftersales bij uitgevoerde reparaties.
9.12 Telefonische bereikbaarheid Parteon heeft een Klanten Informatie Centrum (KIC) om optimaal bereikbaar te zijn en vragen en meldingen in de eerste lijn te kunnen afhandelen. Bij te lange wachttijden tijdens kantooruren en na kantoortijd krijgen huurders contact met ons callcentrum, waardoor we 7 dagen per week, 24 uur per dag bereikbaar zijn. Het callcentrum behandelt zaken die niet kunnen wachten tot de volgende werkdag. Huurders en klanten kunnen met hun vragen, meldingen en klachten verder terecht op de website. Voor een optimale dienstverlening hanteren we voor onze telefonische bereikbaarheid de volgende normen: • van alle binnenkomende telefoontjes moet 85% binnen twintig seconden zijn opgenomen; • 90% van de bellers moet direct contact krijgen en geen ingesprektoon; • niet meer dan 20% van het binnenkomende telefoonverkeer mag worden doorverbonden. Uit interne metingen (zie de tabel) blijkt dat de prestaties van het KIC op sommige onderdelen op of net iets onder de normen liggen. Dit wordt met name veroorzaakt door de toename van het aantal telefonische contacten. Voor 2011 maken we opnieuw een capaciteitsberekening. Hiermee stellen we vast hoeveel medewerkers nodig zijn voor een optimale bereikbaarheid, ook in de piekuren. totaal 2009
totaal 2010
norm Parteon
86/20
84/20
85/20
Bereikbaarheid
99%
99%
99%
Doorverbinden
20%
19%
20%
80.646
85.803
n.v.t.
Service niveau (%/sec.)
Aantal telefonische contacten
Meetresultaten KWH onderzoek telefonische bereikbaarheid We hebben in 2010 onze telefonische bereikbaarheid ook laten meten door KWH. De tabel bevat de resultaten. De 1,8 op het onderdeel snelle en correcte afhandeling van reparatieverzoeken komt doordat we niet aan de KWH-norm voldoen. Wij lossen spoedeisende reparatieverzoeken niet binnen twee uur (de KWH-norm), maar wel dezelfde dag op. De corporatie is telefonisch goed bereikbaar
9,8
De klant voelt zich welkom en weet met wie hij spreekt
8,0
De klant krijgt snel antwoord op zijn vraag
9,0
Spoedeisende reparatieverzoeken die de klant meldt, worden snel en correct afgehandeld
1,8
Ieder telefoongesprek wordt klantvriendelijk afgehandeld
7,4
Het eindcijfer voor het onderzoek naar de telefonische bereikbaarheid is:
7,2
Volkshuisvestingsverslag Parteon
80
Evaluatie callcentrum buiten kantoortijd In maart 2010 hebben we een evaluatie uitgevoerd van de bereikbaarheid en dienstverlening van het callcentrum. We concludeerden dat de samenwerking volgens afspraak verloopt. Voor de puntjes op de i en de dagoverdracht heeft Parteon bijna dagelijks contact met het callcentrum. We hebben vertrouwen in de kwaliteit van de samenwerking. In de meting van KWH voor het Huurlabel in 2011 wordt ook het callcentrum gemeten.
9.13 Jongerenbeleid Het Koersplan benoemt jongeren tot specifieke doelgroep van Parteon. In de Beleidsnota jongeren hebben we in 2009 de focus op deze groep verder uitgewerkt in enkele concrete activiteiten: • het labellen van bestaand bezit voor jongeren, zodat ze betere kansen krijgen op de woningmarkt; • het instellen van tijdelijke huurcontracten in bijvoorbeeld te slopen woningen; • het aanbieden van kluswoningen; • het houden van een voorlichtingscampagne voor jongeren over de werking van de woningmarkt. In 2010 hebben we een aantal van deze punten verder uitgewerkt. De afdeling verhuur is gestart met het labelen van woningen voor jongeren. Dit gebeurt nu bij alle woningen die voldoen aan de gestelde criteria. De overige punten worden opgepakt in het kader van de verdere uitwerking van de doelgroepen in het Strategisch Voorraadbeleid. Op sociaal-maatschappelijk gebied hebben we met de gemeente, het Regio College en Straathoekwerk verder inhoud gegeven aan het project ‘Kamers met kansen’. Dit project richt zich op jongeren die een steuntje in de rug nodig hebben op het gebied van wonen, leren en werken. De eerste stappen naar een project- en samenwerkingsplan zijn gezet. Ons streven is het project in 2011 te starten.
9.14 Maatschappelijk onroerend goed In 2009 hebben we een beleidsnota geschreven over de rol van Parteon bij maatschappelijk vastgoed. Wij zijn van oudsher actief op dit gebied en willen onze inzet ook in de toekomst voortzetten. We gaan daarbij wel selectief te werk: • is er sprake van een woonfunctie, zoals bij een sociaal pension? • faciliteert het maatschappelijk vastgoed het wonen (bijvoorbeeld een zorgsteunpunt bij zorgwoningen)? • wat is de functie? Welzijn en zorg liggen dichter bij het wonen dan bijvoorbeeld sport en cultuur; • wat is de schaal? We richten ons niet op maatschappelijk vastgoed met een stedelijke functie, wel op maatschappelijk vastgoed met een wijk- of complexfunctie, op voorwaarde dat we in de wijk een substantieel aantal woningen beheren; • we nemen bij maatschappelijk vastgoed alleen het technisch beheer op ons. Het operationeel en programmatisch beheer is een taak voor de huurder. In 2010 hebben we een brede school in Westerkoog opgeleverd. Verder hebben we gezocht naar nieuwe panden voor het sociaal pension en vrouwenopvang. Samen met Evean ontwikkelen we een woonvorm voor mensen die zorg nodig hebben ter plekke van het huidige verzorgingshuis de Durghorst in Krommenie.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
81
9.15 Wijk- en buurtgericht werken Parteon werkt wijk- en buurtgericht aan vitale wijken. We willen aansluiten bij vraagstukken die op buurt- en wijkniveau spelen en op dat niveau overleggen we met bewoners en belanghouders. Daarbij richten we ons niet alleen op het wonen, maar ook op de bredere kwaliteit van de buurten en wijken waarin onze woningen liggen. In veel wijken is een integrale aanpak nodig. Om hier meer greep op te krijgen, ontwikkelen we een wijkmonitor die aangeeft hoe wijken er voor staan en waar we prioriteiten leggen. Onze leefbaarheidsactiviteiten willen we richten op een beperkt aantal aandachtswijken. We werken daarin nauw samen met de gemeente Zaanstad. Parteon heeft in 2010 actief meegeholpen bij de organisatie van een gemeentelijke conferentie over wijkplannen. In het kader van de woonservicewijken vindt op wijkniveau afstemming plaats van activiteiten op het gebied van wonen, welzijn en zorg.
9.16 Visitatie In 2007 heeft Parteon meegedaan aan een pilot met betrekking tot een maatschappelijke visitatie. We zijn toen gevisiteerd door Ecorys. In 2010 hebben we KWH opdracht gegeven om ons in de tweede helft van 2011 opnieuw te visiteren.
9.17 Klachten en geschillen Parteon heeft een klachten- en geschillenregeling waarin staat hoe bewoners klachten over de dienstverlening kunnen uiten. Ook staat in de regeling hoe, met welke stappen en binnen welke termijnen Parteon klachten moet behandelen. Is de klant daar niet tevreden over, dan kan hij de klacht laten behandelen door de Interne Klachtencommissie. Daarna is er dan nog de mogelijkheid de klacht voor te leggen aan een externe, onafhankelijke Geschillencommissie. In 2010 kreeg de Interne Klachtencommissie zes klachten voorgelegd, twee uit 2009 en vier uit 2010. In vijf gevallen oordeelde de commissie contrair aan het eerdere oordeel van Parteon. Opvallend is dat in al deze gevallen ook de afhandeltermijn ruimschoots was overschreden. De interne klachtencommissie heeft de uitspraken met de betreffende afdelingen besproken en toegelicht. Ook heeft zij speciale aandacht gevraagd voor een snelle afwikkeling van de klachten binnen de gestelde termijnen. In het zesde geval heeft de klachtencommissie geen uitspraak kunnen doen. Er werd in 2010 geen enkele klacht niet-ontvankelijk verklaard.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
82
Een overzicht van de zes klachten. Eerst de twee klachten uit 2009 die in dat jaar nog niet waren afgehandeld: • het wel of niet toekennen van schadevergoeding in verband met waterschade en de afhandeltermijn; • het wel of niet toekennen van schadevergoeding in verband met stookkosten versus slechte isolatie en de afhandeltermijn. Deze klachten zijn beide in het voordeel van de huurder beslist en naar tevredenheid afgerond. Parteon erkent dat ze bij beide zaken de afhandeltermijnen ruimschoots heeft overschreden. De vier klachten uit 2010: • de manier waarop een geiser geïnstalleerd was, het niet documenteren van de onderlinge afspraken hierover en de manier waarop Parteon het probleem heeft willen oplossen. Ook deze klacht is in het voordeel van de huurder beslist. Omdat Parteon verantwoordelijk is voor het onderhoud, draagt zij ook zorg voor een goede en veilige afvoer van de geiser. Parteon heeft vanuit dat oogpunt de kosten voor haar rekening genomen. Verder zijn alle gemaakte afspraken hierover nu goed gedocumenteerd. Parteon erkent dat de afhandeltermijn ruimschoots is overschreden; • de duur van de klachtenafhandeling alsmede de manier waarop Parteon het geschil tussen twee buren over huisdieren heeft willen oplossen. De klachtencommissie oordeelde dat Parteon maar een beperkte rol kan spelen in dit soort overlastklachten, maar dit was niet duidelijk genoeg voor de huurder. Door deze uitspraak zijn de verwachtingen op dit gebied nu beter afgestemd. Parteon erkent ook hier de afhandeltermijn ruimschoots te hebben overschreden; • het wel of niet vergoeden van de aanpassingen van een douchevloer in een seniorencomplex en de afhandeltermijn. Deze klacht is in het voordeel van de huurder beslist. Parteon heeft alle kosten voor haar rekening genomen en erkent dat de afhandeltermijn ruimschoots is overschreden; • een overlastzaak en, in de ogen van de klant, de afhandeltermijn daarvan. Over deze klacht heeft de commissie geen uitspraak kunnen doen. Er waren onvoldoende juridische bewijzen van de overlast waardoor de afdeling Wijkontwikkeling de zaak niet kon afwikkelen. De commissie bevestigde dit en oordeelde dat er geen sprake was van nalatigheid van de afdeling. De zaak blijft voorlopig in behandeling bij de afdeling Wijkontwikkeling. De Interne Klachtencommissie heeft in 2010 de klanten telefonisch benaderd met de vraag of men tevreden of ontevreden was over de uitspraak. Vijf huurders waren tevreden over de uitspraak. Eén klant gaf aan de inhoud van de uitspraak onvoldoende te vinden. Dit was voor hem echter geen reden de zaak voor te leggen aan de externe Geschillencommissie. Deze commissie heeft in 2010 dan ook geen zaak in behandeling genomen.
Bewonersraad De werkzaamheden en uitspraken van de Interne Klachtencommissie zijn in 2010, conform de Overlegwet, besproken met de Bewonersraad van Parteon. De raad heeft ook het Jaarverslag 2009 van de Externe Geschillencommissie ontvangen.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
83
Slaan van de eerste Volkshuisvestingsverslag paal voor nieuwbouwproject Parteon Koning Davidstraat, Zaandam
84
10 Nieuwbouw en gebiedsontwikkeling 10.1 Inleiding In 2009 heeft Parteon het Strategisch Voorraadbeleid vastgesteld. Om te voldoen aan de woningbehoefte in Zaanstad streven wij naar een jaarlijkse nieuwbouw van 150 sociale huurwoningen en 250 koopwoningen. Dat laatste onder de voorwaarde dat 70% van de woningen is verkocht. Parteon wil verder ter verhoging van de kwaliteit van de woningvoorraad jaarlijks 140 woningen slopen. In 2010 is geen enkele woning gesloopt. In 2009 sloopten wij 301 woningen en wij willen daarvoor eerst woningen terugbouwen, alvorens andere woningen te slopen. Sloop vindt plaats in een breder kader van gebiedsontwikkeling waarbij ook sociale ontwikkelingen en ontwikkelingen in de woonomgeving aan de orde zijn. Parteon voert in Poelenburg en de Rosmolenwijk de regie bij de gebiedsontwikkeling. Voor Wormerveer-Noord stelden wij een wijkvisie op. Bij de gebiedsontwikkelingen zijn we in 2010 gestart met het herstellen van het vertrouwen bij de bewoners en het managen van de verwachtingen. In het verleden leidden het hoge slooptempo en de daarbij gecommuniceerde zeer optimistische planningen voor de vervolgprojecten tot onrust in de buurten. Door de verwachtingen tot reële proporties terug te brengen, proberen we het vertrouwen bij de bewoners te herstellen. Dit is in eerste instantie goed gelukt maar het vertrouwen blijft, vanwege de ervaringen in het verleden, broos. Des te belangrijker om alleen toezeggingen te doen die we kunnen waarmaken.
10.2 Opleveringen In 2010 zijn de volgende eenheden opgeleverd: Projectnaam
Deelgemeente
WC Saendelft Durghorstplantsoen Brede School Bloemkorf fase 1
Assendelft Krommenie Koog aan de Zaan Zaandam
TOTAAL
Totaal
Huur
Onrendabel Bedrag p/won
Koop
Verkocht
81 79 5 1
31 79 5 1
€ 65.421 € 137.000 € €
50 0 0 0
50 nvt nvt nvt
166
116
€
50
50
10.3 Gemiddelde Stichtingskosten > € 200.000 Durghorstplantsoen € 235.000 Dit betreft de bouw van 79 huurappartementen voor ouderen. Het betreft zorgwoningen, aanleunwoningen en overige seniorenwoningen. Het gebouw heeft een verwarmd Atrium. De verwarming en koeling wordt volgens een WKO-installatie verzorgd. De installatie wordt zonodig aangevuld met zonnepanelen en een cv installatie. Het gebouw heeft een hoog afwerkingsniveau.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
85
10.4 Lopende projecten Parteon heeft een aantal projecten in aanbouw. Daarnaast is een aantal projecten (in meer of mindere mate) in voorbereiding. De ontwikkelportefeuille omvat in totaal 2.065 koopwoningen en 1.432 huurwoningen. De (verwachte) start bouw varieert daarbij tussen 2010 en 2017. In de paragrafen 7 en 8 van dit hoofdstuk worden de projecten nader beschreven.
10.5 Grondaankopen Parteon heeft in 2010 geen gronden aangekocht.
10.6 Gebiedsontwikkeling Parteon hanteert gebiedsontwikkeling als middel in complexe en/of veelzijdige opgaven. Begin 2010 heeft de directie de Handreiking Gebiedsontwikkeling vastgesteld. Deze beoogt heldere uitgangspunten te verschaffen voor gebiedsontwikkelingen door Parteon. Belangrijke elementen daarin zijn goed opdrachtgeverschap, een duidelijke kaderstelling en een goede interne en externe communicatie. Verder houden we in onze gebiedsontwikkelingsplannen rekening met meerdere aspecten, zoals: • de wensen van verschillende partijen; • gewenste ingrepen op fysiek, sociaal en economisch terrein; • de taken en verantwoordelijkheden van belanghebbenden (Parteon zelf maar ook de gemeente en andere corporaties); • de afstemming tussen korte en lange termijn; • de afstemming tussen ontwikkeling en beheer. In 2010 heeft Parteon aan gebiedsontwikkelingen gewerkt in Poelenburg en de Rosmolenwijk in Zaandam en in Wormerveer-Noord.
Veeringplein, Rosmolenwijk Zaandam
Volkshuisvestingsverslag Parteon
86
Poelenburg Op basis van het in december 2009 door de Gemeenteraad goedgekeurde Uitvoeringsprogramma geeft Parteon mede uitvoering aan een integraal vernieuwingsprogramma op fysiek, sociaal en economisch terrein. Volgens het fysieke programma gaan wij in een tijdsbestek van circa 10 jaar zo’n 250 huur- en koopwoningen bouwen, zowel appartementen als eengezinswoningen. Ook neemt Parteon de ontwikkeling van een nieuw buurtwinkelcentrum voor haar rekening. Rochdale bouwt volgens de plannen onder meer een brede school. Om de nieuwe woningen en het winkelcentrum te kunnen bouwen, sloopt Parteon twee flats: een haakflat met 96 woningen aan de Lobeliusstraat / Poelenburg en een zogenaamde E-flat met 72 woningen aan de Wachterstraat / Poelenburg. Daarnaast renoveert Parteon in de periode 2012 – 2016 diverse flats. Eind 2010 heeft Parteon fase 1 van de Bloemkorf opgeleverd, de herbouwde winkelruimte van de Vomar. We willen in 2011 starten met de tweede en derde fase: de overige eenheden op de begane grond en de bovenliggende woningen. Volgens plan starten we in 2011 ook met de voorbereiding van de nieuwbouwprojecten aan de Lobeliusstraat en de Wachterstraat.
Het sociale en economische programma in Poelenburg is vooral gebaseerd op het Wijkactieplan, dat in 2008 en 2009 in samenwerking met betrokken organisaties en buurtbewoners is uitgewerkt in een concreet uitvoeringsprogramma. Poelenburg is een van de veertig zogenaamde Vogelaarwijken. Voor het bereiken van een sociaal sterke wijk leggen de partijen de nadruk op het bieden van kansen om vooruit te komen. De belangrijkste doelen in het sociale programma zijn het opheffen van de achterstandssituatie, vooruitzicht bieden aan jongeren, een betere inburgering en integratie van allochtone bewoners, verbetering van de positie van ouderen en het benutten van de sterke kanten van mensen in participatie. Het uitvoeringsprogramma werkgelegenheid heeft tot doel iedereen die kan werken ook daadwerkelijk aan het werk te krijgen, betaald of onbetaald. Het aantal bijstandsgerechtigden in Poelenburg zou hierdoor op hetzelfde niveau moeten komen als in vergelijkbare wijken in Zaanstad. Onderdeel van het economisch programma voor Poelenburg is de wijkeconomie. De projecten op dit gebied moeten een bijdrage leveren aan een gezonde, aantrekkelijke woonwijk. Dat gebeurt onder meer door het bieden van commerciële basisvoorzieningen op het vlak van winkelen en ontspanning, zichtbaar ondernemerschap en verbetering van het imago van de wijk.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
87
Nog een mijlpaal op sociaal vlak voor Poelenburg: in september 2010 werd het Infocentrum geopend in de E. Heimansstraat. Dit is een belangrijke laagdrempelige informatievoorziening voor de buurtbewoners. In oktober 2010 heeft de Visitatiecommissie voor de Wijkaanpak Poelenburg bezocht. Deze commissie werkt in opdracht van de Tweede Kamer en rapporteert aan de minister. Voorzitter is Wim Deetman. De commissie uitte zich in positieve bewoordingen over de aanpak in Poelenburg, maar sprak zich op enkele punten kritisch uit. Zo vond de commissie dat er meer focus moet komen in de te behalen doelstellingen. Volgens de commissie was niet altijd duidelijk welke bijdrage projecten leveren aan de doelstellingen van de wijkaanpak. Eind 2010 zijn partijen begonnen de focus van de wijkaanpak te verbeteren. Al eerder in het jaar, in de eerste helft van 2010, werkten de corporaties en de gemeente hard aan de voltooiing van de Samenwerkingsovereenkomst (SOK), die als contractdocument moet dienen voor de realisering van het Uitvoeringsprogramma. De corporaties hadden al eerder aangegeven dat zij het essentieel vinden met elkaar duidelijke tussentijdse evaluatiemomenten vast te leggen, om de uitgangspunten voor nieuwe deelplannen te kunnen ‘ijken’ aan de actuele situatie, met name aan de marktontwikkelingen. Volgens de corporaties is het niet reëel te veronderstellen dat partijen de ontwikkelingen in de komende tien jaar nu al kunnen voorzien. In het plan zou dit leiden tot een verschil in status tussen Poelenburg-West (de herstructurering ten westen van de straat Poelenburg) en Poelenburg-Oost (de uitbreiding ten oosten van de straat Poelenburg). De discussie tussen de gemeente en de corporaties over dit onderscheid en de mogelijke consequenties daarvan beheerste de tweede helft van 2010. Uiteindelijk heeft het college van B en W op hoofdlijnen ingestemd met het standpunt van de corporaties. In december 2010 stemde ook de Raad ermee in. Volgens plan wordt voor de zomer van 2011 de Samenwerkingsovereenkomst alsnog getekend. Een belangrijke ontwikkeling voor Poelenburg was verder de komst van het nieuwe kabinet. De status van de Vogelaarwijken, die niet worden genoemd in het regeerakkoord, is zeer onzeker geworden en daarmee ook de beschikbaarheid van de hieraan verbonden middelen. In het voorjaar van 2011 komt hierover mogelijk meer duidelijkheid. Rosmolenwijk Het jaar 2010 stond in het teken van de herijking van het Uitvoeringsplan 2005 herstructurering Rosmolenwijk. De economische recessie, de vertraging in de planning van Parteon, de invoering van de woonservicewijk en met name de gevolgen van het veranderde gemeentelijke (parkeer)beleid hebben tot het inzicht geleid dat de huidige overeenkomst onuitvoerbaar is. Een pas op de plaats is noodzakelijk, maar met een streep onder de afgelopen vijf jaar en de balans opmaken zijn we er niet. Vanuit het oogpunt van leefbaarheid en geloofwaardigheid mag de ontwikkeling niet stil komen te liggen. Gemeente en Parteon hebben daarom gewerkt aan nieuwe afspraken over de gebiedsontwikkeling in de wijk. Om geïntegreerd en gefaseerd te ontwikkelen en te kunnen anticiperen op nieuwe ontwikkelingen, stellen we een stedenbouwkundig raamwerk op. Het proces liep in het najaar zeker drie maanden vertraging op toen bleek dat de gemeente nog niet duidelijk wist hoe ze kan en wil omgaan met parkeren in de wijk. De verwachting is nu dat er medio 2011 een nieuw uitvoeringsplan ligt voor de wijk. Ook is voor de komende jaren een extra bedrag van € 4 miljoen opgenomen voor planmatig onderhoud. Gedurende dit proces van herijking is naar de bewoners gecommuniceerd wat er in de tussentijd gaat gebeuren in de wijk: • Parteon zoekt naar tijdelijke oplossingen voor de braakliggende sloopterreinen Veeringplein en Jan Bouwmeesterstraat; • de bouw aan de Koning Davidstraat en Luikse Hoven start per 1 juli 2010; • in vier projecten waarvan de vernieuwing is uitgesteld, vindt onderhoud op maat plaats; • de gemeente heeft de intentie de nieuwbouw aan de Bloemstraat, Jan Bouwmeesterstraat en het Veeringplein zo spoedig mogelijk te laten starten; • de gemeente onderzoekt hoe het in de Rosmolenwijk met het parkeerbeleid kan en wil omgaan. Het consequente handelen van Parteon in dit proces en de wijze waarop Parteon de samenwerking met bewoners heeft gezocht, heeft positief bijgedragen aan het herstel van vertrouwen en het imago van Parteon in de Rosmolenwijk.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
88
Wormerveer-Noord Het ontbreken van een standpunt van de gemeente in de gebiedsontwikkeling Wormerveer-Noord heeft Parteon genoodzaakt een aanpak op projectbasis te volgen, terwijl alles wijst op de noodzaak van een geïntegreerde gebiedsgerichte aanpak van de wijk. Om te vermijden dat er een hypotheek op de toekomst wordt genomen, heeft Parteon de sociale visie Wormerveer-Noord met de fysieke uitwerking als kader meegegeven voor de ontwikkeling van de wijk. Zodra de gemeente heeft bepaald welke rol zij in dit gebied wil spelen, wordt dit kader door Parteon gehanteerd. De sloop/ nieuwbouw aan de Albert Meijnsstraat en de Krokusstraat zijn de eerste twee projecten.
10.7 Projecten met start bouw / oplevering 2010 • Durghorstplantsoen Krommenie Dit project is in 2010 opgeleverd. • Saendelft winkelcentrum Assendelft In tegenstelling tot de eerdere planning zijn 31 van de 81 appartementen in de verhuur gebracht. De overige vijftig appartementen zijn in 2010 verkocht in Koopgarant.
• Brede school Koog aan de Zaan Dit project is in 2010 opgeleverd. • Jedelooschool Zaandam Dit project omvat 66 woningen en is opgedeeld in twee fasen. Fase I is de renovatie van het hoofdgebouw en de conciërgewoning. In deze fase zijn dertig woningen gebouwd waarvan twintig sociale huur en tien koop. Fase I is eind 2009 opgeleverd. Fase II bestaat uit nieuwbouw achter het hoofdgebouw en omvat 36 eengezinswoningen, allen koop. Inmiddels is ruim 90% van de woningen verkocht. De bouw van fase II is in 2010 gestart. Jedeloo fase II is een project in de 2e tranche van de rijksregeling ter stimulering van de werkgelegenheid. Er bestaat een afnamegarantie door de gemeente van twee woningen.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
89
• Indische Buurt West Wormerveer Dit project bestaat uit 58 grondgebonden woningen, waarvan 33 koop en 25 sociale huur. Het is een project in de 3e tranche. Met behulp van de afnamegarantie door de gemeente van negentien woningen is dit project in 2010 kunnen starten.
• Rietvelden Wormerveer De bouw van Rietvelden Noord is in 2010 gestart. Van de twintig koopwoningen waren er bij de start van de bouw dertien verkocht. Tevens lag er een optie op vier woningen. Rietvelden Noord is een 2e tranche project, met een afnamegarantie door de gemeente van zes woningen. Voor Rietvelden Zuid is medio 2009 de bouwvergunning aangevraagd. Vanwege langdurige procedures en een veel omvangrijkere bodemverontreiniging dan eerder aan ons was meegedeeld, is de start van de bouw vertraagd. Volgens plan kan de bouw in 2011 starten. Een eventuele verdere vertraging als gevolg van het niet verkrijgen van een bouwvergunning zal deze planning ernstig in gevaar brengen. • Luikse Hoven Zaandam Het project maakt deel uit van de herstructureringsaanpak Rosmolenwijk en bestaat uit 32 koopwoningen en 12 sociale huurwoningen. Luikse Hoven is een 2e tranche project met een afnamegarantie van tien woningen. De bouw is in 2010 gestart en het project wordt in 2011 opgeleverd. • Koning Davidstraat Ook dit project maakt deel uit van de herstructureringsaanpak Rosmolenwijk. Het bestaat uit de laagbouw van 25 eengezinswoningen (20 koop, 5 sociale huur) en een hoogbouwcomplex van 119 appartementen (67 koop, 52 sociale huur). In het appartementencomplex bevinden zich 82 overdekte parkeerplaatsen op maaiveldniveau. Het project Koning Davidstraat is een 2e tranche project met een afnamegarantie van de gemeente voor 25 woningen. In januari 2011 waren 34 woningen verkocht, inclusief drie woningen die de aannemer volgens afspraak afneemt. Daarboven komen dan nog de 25 woningen waarvoor een afnamegarantie geldt. Al me al was dit op dat moment nog niet voldoende om met de bouw te kunnen starten.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
90
• Poort van Rustenburg Zaandam In dit Inverdanproject worden 58 huurwoningen gebouwd. De start was in juni 2010, de oplevering vindt voor een belangrijk deel plaats in het vierde kwartaal van 2011.
Hoogste punt voor project Poort van Rustenburg, Zaandam • Bloemkorf 1e fase Zaandam Na de brand in dit winkelcentrum hebben wij in 2010 als eerste fase de 750 m² winkelruimte van de VOMAR geheel hersteld.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
91
10.8 Toelichting projecten met start bouw 2011 en later • Durghorst fase 2 Dit project omvat het slopen en herbouwen van het verzorgingshuis aan de Eikenlaan in Krommenie, direct naast Durghorst 1. Naast zorgwoningen creëren we op de begane grond een ruimte voor een AHOED (Apotheekhoudende Huisartsen Onder Een Dak). Evean is voornemens een deel van de zorgwoningen af te nemen. Met de gebruikers van de AHOED hebben we mondeling overeenstemming bereikt. De gemaakte afspraken worden nu in een overeenkomst vastgelegd. In het eerste kwartaal van 2011 wordt de fase van Voorlopig Ontwerp afgerond. Het streven is nog in 2011 te starten met de bouw. • Bloemkorf 2e en 3e fase Zaandam Na fase 1 (zie hiervoor) worden de overige 2200 m² bedrijfseenheden en de daarboven gelegen 28 woningen hersteld van de brandschade. De start van de bouw is gepland in 2011, de oplevering in 2012. • Jan Bouwmeesterstraat Zaandam Dit project is een ontwikkeling binnen de herstructurering van de Rosmolenwijk. Het programma bestaat uit 111 eengezinswoningen en beneden-/bovenwoningen waarvan er 89 worden verkocht. Parteon bouwt 22 huurwoningen. De aanvraag voor de bouwvergunning is in juni 2008 ingediend en 16 september 2010 is het concept-besluit vrijstelling bestemmingsplan gepubliceerd. Momenteel is er nog één bezwaarmaker. Zijn bezwaar ligt bij de bezwarencommissie, die volgens plan in februari 2011 uitspraak doet. Deze uitspraak heeft een adviserend karakter. Uiteindelijk zal het college van B en W een beslissing moeten nemen over het bezwaar en onze aanvraag van de bouwvergunning. De verkoop kan pas starten als de bouwvergunning onherroepelijk is. • Nieuw kantoor Parteon Zaandam De ontwerpfase van ons nieuwe kantoor is in volle gang. De start van de bouw is gepland in 2011. • Boon blok 3 Wormerveer Het project bestaat uit 17 sociale huurwoningen en circa 1.100 m² BVO winkelruimte. De winkelruimte wordt verkocht. In 2011 wordt volgens plan het fase 4-besluit genomen. De bouw start naar verwachting in 2012. Mogelijk kan het project worden versneld. • Noordeinde Wormerveer In dit samenwerkingsproject met Bouwfonds hebben we een grondpositie ingenomen. Er zijn nog tal van moeilijkheden te overwinnen, bijvoorbeeld op planologisch gebied. • Warmoesstraat-Hartog Wormerveer Dit project van twaalf woningen staat in de meerjarenbegroting vooralsnog opgenomen als huurproject. • Poort van Wormer Wormer Het project Poort van Wormer ligt aan de Zaan in de gemeente Wormerland. Het huidige programma bestaat uit 367 koop- en huurwoningen, circa 200 gebouwde parkeerplaatsen en circa 1.000 m² bedrijfsruimte. Het plan bestaat uit acht deelprojecten, met zowel laagbouw als gestapelde bouw voor diverse doelgroepen. Er worden eengezinswoningen ontwikkeld in verschillende prijsklassen. De appartementen zijn deels bestemd voor senioren, deels voor starters. Bij de entree van de locatie wordt een appartementengebouw ontwikkeld met circa twintig zorgeenheden. Dit complex wordt verhuurd aan RIBW. Voor het project is opnieuw de WRO-procedure gestart in de vorm van de coördinatieregeling. In deze procedure worden het bestemmingsplan, de ontheffingsprocedure hogere grenswaarde en de bouwvergunningsaanvragen voor de deelprojecten Buurtstraat en De Velden in één keer behandeld. Naar verwachting doet de Raad van State in het vierde kwartaal van 2011 uitspraak.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
92
• • • • •
Krokusstraat Albert Meijnsstraat Vondelstraat Herman Gorterstraat Tulpkade Deze vijf projecten worden voorbereid binnen de gebiedsontwikkeling Wormerveer Noord. In het vierde kwartaal van 2009 zijn ze vastgelegd in visiedocumenten. De voorlopige programma’s omvatten in totaal zo’n 170 woningen. De projectdelen Vondelstraat, Herman Gorterstraat en Tulpkade bevinden zich in de visiefase. Voor de projectdelen Krokusstraat en Albert Meijnstraat is een visiedocument afgerond.
• Fortuinschool Parteon heeft samen met het Zaans Bouwplatform een basisdocument opgesteld voor het project Fortuinschool. Dit is een pilot ten behoeve van duurzaam bouwen in Zaanstad. De locatie biedt ruimte aan circa 75 eengezinswoningen. Met de gemeente wordt naar verwachting in het eerste kwartaal van 2011 een exploitatieovereenkomst gesloten. De start bouw is voorzien in 2012, de oplevering in 2014. • Krommenie Oost (Chromos) Krommenie Dit project bestaat uit 22 sociale huurwoningen en verkoop van de resterende kavel. De grond is eind 2010 aan ons geleverd en wij hebben een gebiedsverkenning opgesteld. In 2011 wordt het project verder uitgewerkt. • Heliomare Het project bestaat uit acht zorgwoningen die worden verhuurd aan Heliomare. Het betreft een uitbreiding van het bestaande complex. In januari 2011 is de fase van het haalbaarheidsonderzoek afgerond. • De Dansschool Assendelft In 2010 hebben we met ontwikkelpartner Heddes besloten om het eerdere plan van vrije kavels te verlaten en 31 eengezinswoningen te ontwikkelen. In de recente globale planning wordt uitgegaan van de aanvraag bouwvergunning in het tweede kwartaal van 2011. Een eerste presentatie van de verkaveling bij de projectleiding van de gemeente is positief ontvangen. • Luyt Assendelft Parteon besloot in 2009 het project Luyt een aantal jaren uit te stellen. Begin 2011 onderzoeken we of het plan toch op een eerder moment tot ontwikkeling kan worden gebracht. • Smeeke Ven 2 Assendelft Smeeke Ven 2 is bedoeld om in samenwerking met Ypsilon zelfstandige woningen te ontwikkelen voor mensen met een schizofrene stoornis. RIBW is benaderd als beoogd zorgverlener. Voor het project hebben we van twee eigenaren zes percelen aangekocht. De overdracht heeft reeds plaatsgevonden. Parteon heeft besloten het project in het kader van de optimalisering van de projectenportefeuille met twee jaar te vertragen en door te schuiven naar 2014. Het concept- Programma van Eisen wordt nog verder afgerond met alle partijen. Dit vormt de basis voor de stedenbouwkundige studie. • Morgensterstraat De woningen in de Morgensterstraat (Walvisvaardersbuurt) zijn vanwege hun slechte bouwkundige staat begin 2009 gesloopt. Recent zijn de saneringswerkzaamheden afgerond. In 2010 hebben we de haalbaarheidsfase afgerond. Begin 2011 startte de fase van het Voorlopig Ontwerp. Het programma bestaat uit 54 huurappartementen, waarvan 16 begane grondwoningen van 80 m² en 38 appartementen van 85 m². Daarnaast is er ruimte gereserveerd voor een AHOED (zie eerder) of ander maatschappelijk vastgoed. De start van de bouw is voorzien medio 2012. Onderzocht wordt of de planning kan worden versneld.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
93
• Straat Davis De negentig portiek-/etagewoningen en tien seniorenwoningen in de Straat Davis zullen plaats maken voor nieuwbouw. De sloop volgt in beginsel na de nieuwbouw in de Morgensterstraat zodat binnen de buurt een logische verhuisbeweging ontstaat. Het gevarieerde programma bestaat uit 25 huurwoningen (14 eengezinswoningen en 11 appartementen) en 57 koopwoningen (26 eengezinswoningen en 31 appartementen. De bouw start vermoedelijk medio 2014. • Kakesblok • Belgischestraat Deze projecten vallen onder de herijking van het oorspronkelijk programma voor de Rosmolenwijk. • Veeringplein Zaandam Ook dit project is onderdeel van de herstructurering van de Rosmolenwijk. In december 2009 is een ontwikkel-beslisdocument vastgesteld. Voor de nieuwbouwontwikkeling worden 83 woningen gesloopt. De sloop is afgerond. Het project bestaat uit drie plandelen. Van de fasen 1 en 3 zijn de programma’s nog niet geheel uitgekristalliseerd. Duidelijk is wel dat het Buurthuis niet wordt verplaatst. Fase 2 bestaat uit 29 eengezins-rijwoningen aan de Rosmolenen Kopermolenstraat. Voor dit project is de WABO-procedure ter verkrijging van de omgevingsvergunning gestart. • Hovenierstraat Zaandam Dit project in de Rosmolenbuurt bestaat uit de sloop van 115 woningen en nieuwbouw van 113 woningen. • Callierstraat Zaandam Het project Callierstraat is een ontwikkeling binnen de herstructurering van de Rosmolenwijk in Zaandam. Het programma bestaat uit 80 grondgebonden woningen, waarvan 33 sociale huur en 47 koop. Het project bevindt zich in de haalbaarheidsfase. • Bloemstraat Zaandam Ook dit project past binnen de herstructurering van de Rosmolenwijk. Het programma is recent aangepast met meer (nu 24) eengezinswoningen en minder (4) beneden-bovenwoningen. In het vierde kwartaal van 2010 is de haalbaarheidsfase afgerond. Het Voorlopig Ontwerp volgt in het eerste kwartaal van 2011. • Sociaal pension Zaandam Voor dit opvangproject voor daklozen hebben we in samenspraak met de gemeente enkele locaties onderzocht. Dit heeft voorlopig geleid tot één haalbare locatie. Vanwege de impact op de directe omgeving is nader onderzoek nodig alvorens een definitief besluit kan worden genomen. • NUON terrein Zaandam Dit project behelst de nieuwbouw van ongeveer 150 woningen op het voormalig gasfabriekterrein aan de Zaan in Zaandam door het samenwerkingsverband van Giesbers, Bouwfonds en Parteon. Als reactie op problemen rond de levering van de grond heeft het samenwerkingsverband eind 2010 besloten een rechtszaak aan te spannen. • Lobeliusstraat • Wachterstraat Dit zijn toekomstige projecten in Poelenburg. De start van de bouw is voorzien in 2013. • Overtuinen A Zaandam Overtuinen A is sinds een jaar weer een intensief onderwerp van gesprek met de gemeente. De gemeente overweegt een deel van de plannen in Inverdan West aan te passen. In dit kader heeft ze voorgesteld op deze locatie alleen
Volkshuisvestingsverslag Parteon
94
koopwoningen te ontwikkelen. In december 2010 vond een workshop met de gemeente plaats om te komen tot een voor zowel de gemeente als Parteon acceptabele verkaveling. • De Eilanden Zaandam Het laatste stedenbouwkundig plan voor De Eilanden bestaat uit 126 eengezinswoningen, alle in de koopsector. Parteon heeft aan de gemeente laten weten dat ze voor dit project, gezien de huidige markt, betere tijden wil afwachten. De Eilanden maken onderdeel uit van de ‘Samenwerkingsovereenkomst Inverdan deelgebied 3 de Knoop’ uit 2004. Hoewel deze overeenkomst formeel is verlopen, ziet de gemeente Zaanstad Parteon vooralsnog als de beoogde ontwikkelaar van deze locatie. Het project valt net als Overtuinen A binnen het gebied waarvan de plannen mogelijk worden aangepast. • De Slinger (voorheen de buiging) Zaandam • Planonderdeel 19.3 Zaandam • Planonderdeel 16.2 Zaandam Deze projecten zijn evenals de Eilanden onderdeel van de door de gemeente te heroverwegen ontwikkelingen.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
95
Volkshuisvestingsverslag Parteon
96
11 Financieel beleid en beheer 11.1 Inleiding Parteon is een maatschappelijke onderneming die zorgt voor plezierig wonen. Deze missie is uitvoerbaar als er voldoende financiële middelen beschikbaar zijn die efficiënt worden ingezet. Om dit te bereiken is goed financieel beheer en beleid noodzakelijk. De financiële uitgangspunten Binnen Parteon is de financiële positie geen doelstelling, maar een randvoorwaarde. Anders gezegd; ‘geld is een middel en geen doel’. Er dient continue bewaakt te worden dat het bereiken van de doelstellingen gebeurt binnen de financiële randvoorwaarden. Deze financiële randvoorwaarden zijn uitgewerkt in een financiële meerjarenplanning die elk jaar wordt geactualiseerd. Zolang deze financiële meerjarenplanning aan deze randvoorwaarden voldoet, is Parteon in hoge mate vrij om haar strategische doelen te realiseren. De randvoorwaarden komen voort uit de doelstelling van Parteon om borging van financiering te behouden (via het WSW) en om de A-status bij het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting (CFV) te behalen. Op basis van de managementinformatie wordt getoetst of aan de financiële randvoorwaarden wordt voldaan. Financiële doelstellingen Parteon In het jaar 2009 heeft Parteon de B1-status gekregen van het CFV. De reorganisatie die bij Parteon is doorgevoerd en een aangepaste meerjarenplanning hebben er echter toe geleid dat de voorgenomen activiteiten in financieel opzicht passen bij de vermogenspositie van Parteon. Dit heeft geresulteerd in het ontvangen van de A-status van het Centraal Fonds. Parteon bleef in het verslagjaar binnen het afgegeven faciliteringsvolume welke verstrekt is door het WSW. Conclusie is dat de financiële continuïteit gewaarborgd is.
11.2 Treasury Het treasury-statuut bepaalt de spelregels voor de treasury-activiteiten van Parteon. Het statuut is de basis voor het treasury-jaarplan, op basis waarvan de treasury-operaties worden uitgevoerd. Het treasury-statuut heeft de volgende doelstellingen: • het waarborgen van de toegang tot de kapitaalmarkt; • het beheersen van renterisico’s; • het financieren tegen zo laag mogelijke kosten; • het beschikken over voldoende liquiditeit. In het treasury-statuut staan de kaders voor het maken van treasury-keuzes, risicoprofielen, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. In 2010 is het treasury-statuut geëvalueerd. Na de reorganisatie in 2009 zijn de ‘functienamen’ van de bij het treasuryproces betrokken personen gewijzigd. Het treasury-statuut is hierop aangepast.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
97
Daarbij liet de definitie van het renterisico ruimte voor verschillende interpretatie. In het bijgewerkte treasury-statuut zijn de definities van het WSW-renterisico (extern kader) en het bedrijfseconomisch renterisico (intern kader) eenduidig verwoord. Het nieuwe treasury-statuut is vastgesteld door de directeurbestuurder en goedgekeurd door de Raad van Commissarissen. Het treasury-jaarplan wordt jaarlijks vastgesteld door de directeurbestuurder en goedgekeurd door de Raad van Commissarissen. Het treasury-jaarplan 2010 is vastgesteld door de directeurbestuurder en is goedgekeurd door de Raad van Commissarissen. Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) De belangrijkste kredietbeoordelaars hebben het WSW hun hoogste rating toegekend (triple A-status). Dankzij deze status kunnen corporaties geld lenen tegen gunstige voorwaarden indien deze leningen zijn geborgd door het WSW. Het WSW beoordeelt haar deelnemers op basis van kasstromen. Hierbij wordt beoordeeld of de organisatie vanuit de exploitatiekasstroom in staat is de rente te voldoen, vermeerderd met een normatieve aflossingsplicht van 2% over de verwachte leningenportefeuille (inclusief de toekomstige financieringsbehoefte). Het faciliteringsvolume is het maximale bedrag aan externe financiering waarvoor het WSW van tevoren aangeeft dat zij borg staat. Dit volume wordt bepaald op basis van de prognosecijfers die voor 1 februari aan Corpodata zijn aangeleverd. Voor het jaar 2010 is gekeken naar de prognoses van de jaren 2010 tot en met 2012. Het door het WSW afgegeven faciliteringsvolume bedraagt € 209,9 miljoen. Voor een totaalbedrag van € 160 miljoen zijn leningen ten laste van het faciliteringsvolume aangetrokken. Hiervan heeft € 125 miljoen aan leningen betrekking op 2010 en€ 35 miljoen betrekking op 2011. Parteon bleef in het verslagjaar binnen het afgegeven faciliteringsvolume. Het WSW heeft bij Parteon voor rond € 516 miljoen aan leningen geborgd. Mutaties 2010 In 2010 zijn een tweetal leningen gestort voor een totaalbedrag van € 40 miljoen. De overeenkomsten van deze leningen waren reeds afgesloten in 2007 en 2008. Gegeven de lage marktrente is in 2010 een analyse gemaakt van de leningenportefeuille met als doel de financieringslasten van de leningenportefeuille te verlagen en de gemiddelde looptijd te verlengen. Naar aanleiding van deze analyse zijn in 2010 totaal 16 leningen met eindaflossing in 2011 tot en met 2013 afgekocht voor een bedrag van € 58,4 miljoen. In totaal zijn hier 6 nieuwe leningen voor een bedrag van € 85 miljoen aan herfinanciering ‘tegenover’ geplaatst. Daarmee is in 2010 € 26,6 miljoen aan additionele financiering gestort. In juli 2010 is een tweetal leningen afgesloten voor een totaalbedrag van € 20 miljoen met een stortingsdatum in 2011 om het renterisico in 2011 te verlagen. Daarnaast is in december 2010 is een roll-over lening van € 15 miljoen aangetrokken ter afdekking van een per 1 april 2011 ongedekte swap.
11.3 Beleggingen In 2010 zijn geen structurele beleggingen aangehouden. Eind 2010 is er wel sprake van een overschot aan liquide middelen, hetgeen met name het gevolg is van de in 2010 aangetrokken additionele financiering van € 26,6 miljoen. Om het overschot aan liquide middelen weg te zetten is in 2010 een spaarrekening geopend. Eind 2010 bedraagt het saldo op de spaarrekening € 20 miljoen.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
98
11.4 Renterisico’s In 2010 zijn in het treasury-statuut de renterisico’s eenduidig gedefinieerd. Op basis van het externe kader is het WSWrenterisico verwoord en op basis van het interne kader het bedrijfseconomisch renterisico. In de loop van 2010 heeft het WSW het beleid inzake basisrenteleningen gewijzigd. Met ingang van 22 september 2010 heeft het WSW besloten de basisrentelening onder de 15%-richtlijn te brengen op het moment dat de kredietopslag herzien gaat worden. Deze wijziging leidt tot een hoger WSW- en bedrijfseconomisch renterisico. WSW-renterisico Het WSW bepaalt het renterisico op basis van de bestaande portefeuille. Het bedrag waarover risico wordt gelopen bestaat uit leningen welke een eindaflossing dan wel een renteaanpassing kennen en uit het effect van eventuele renteinstrumenten. Dit bedrag wordt vervolgens afgezet tegenover het saldo uitstaande leningen van het laatste verslagjaar. Basisrenteleningen worden op het moment dat de kredietopslag herzien gaat worden in het renterisico meegenomen. 20% 15% 10% 5% 0%
2011
2012
2013
2014
2015
Renterisico
0%
11,87%
12,69%
8,05%
5,11%
Norm 15%
15%
15%
15%
15%
15%
De norm van het WSW-renterisico van 15% wordt in geen enkel jaar overschreden. Bedrijfseconomisch renterisico Het bedrijfseconomisch renterisico gaat uit van de jaarlijkse financieringsbehoefte. Dit betekent, dat naast de leningen met een eindaflossing, ook rekening wordt gehouden met kasstromen uit de reguliere rente- en aflossingsverplichtingen en met de kasstromen vanuit exploitatie en (des)investeringen. Daarnaast bestaat het bedrag van het renterisico uit leningen die een renteaanpassing of een herziening van de kredietopslag kennen en uit het effect van eventuele rente-instrumenten. Het aldus verkregen bedrag aan renterisico wordt afgezet tegen de geprognosticeerde vreemd vermogenspositie. De geprognosticeerde vreemd vermogenspositie is de optelsom van de bestaande leningenportefeuille en de cumulatieve financieringsbehoefte, verminderd met eventuele beleggingen en beschikbare liquiditeiten. 20% 15% 10% 5% 0%
Renterisico Norm
Volkshuisvestingsverslag Parteon
2011-2013
2012-2014
2014-2015
10,07%
12,92%
10,10%
15%
15%
15%
99
Het statuut bepaalt dat het bedrijfseconomisch renterisico gemiddeld over een periode van 3 jaar niet meer mag bedragen dan 15%. De norm van het bedrijfseconomisch renterisico wordt in geen enkele periode overschreden
11.5 Analyse van het resultaat Het resultaat over 2010 bedraagt -/- € 13.8 miljoen. Over 2009 was dat € 86,6 positief. Het verschil ad € 100,4 miljoen kan als volgt verklaard worden: Omschrijving (bedragen x e 1.000) Huren Vergoedingen Overheidsbijdragen Verkoopopbrengsten onroerende zaken Geactiveerde productie voor eigen bedrijf Overige bedrijfsopbrengsten Afschrijvingen op (im)materiële vaste activa Overige waardeveranderingen materiële vaste activa Erfpacht Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenlasten Lasten onderhoud Overige bedrijfslasten Rentebaten en soortgelijke opbrengsten Opbrengsten financiële vaste activa en effecten Rentelasten en soortgelijke kosten Belastingen Resultaat deelnemingen Mutatie actuele waarde materiële vaste activa Totaal positief Totaal negatief Per saldo
Verschil positief 2.629
Verschil negatief 395
7.870 1.754 322 92 3.715 4 2.339 101 263 5.815 1.339 311 285 3.006 2.2163 706 92.736 22.732 123.113 100.381
Huren De huurinkomsten zijn per saldo toegenomen ten opzichte van 2009. Dit heeft voornamelijk te maken met de jaarlijkse huurverhoging (in 2010 1,2%). Deze toename wordt gedeeltelijk vereffend door een afname in de huurinkomsten doordat het aantal verhuureenheden is afgenomen van 17.845 eind 2009 naar 17.780 eind 2010. Verkoopopbrengsten onroerende zaken De verkoopopbrengsten onroerende zaken zijn verbeterd met € 7,9 miljoen. Deze verbetering valt voor het grootste gedeelte te verklaren doordat in 2009 voor € 7,7 miljoen grond afgewaardeerd is. In 2010 is voor € 0,6 miljoen afgewaardeerd. Geactiveerde productie ten behoeve van het eigen bedrijf De geactiveerde productie wordt gerealiseerd gedurende fase overgangen in het bouwproces. In 2010 zijn er binnen de nieuwbouwprojecten minder faseovergangen geweest waardoor de activering lager uitvalt.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
100
Overige waardeveranderingen (immateriële vaste activa) In de overige waardeveranderingen worden de onrendabele toppen op nieuwbouwprojecten verantwoord. De onrendabele top is het verschil tussen de stichtingskosten en de bedrijfswaarde van de gebouwde woningen. In 2010 is deze post verbeterd ten opzichte van 2009 omdat er minder projecten waren welke fase 4 definitief ontwerp gepasseerd zijn. Op dat ogenblik wordt het onrendabel gerealiseerd. Lonen en salarissen Als gevolg van de reorganisatie is het personeelsbestand gedaald van 210 FTE in 2009 naar 191 FTE in 2010. Door de vorming van de reorganisatievoorziening in 2009 en door de daling van het aantal FTE’s zijn de lonen en salarissen gedaald met € 2,3 miljoen. Lasten onderhoud De verminderde uitgaven voor onderhoud ad € 5,8 miljoen zijn voor het grootste gedeelte (€ 4 miljoen) te herleiden naar het planmatig onderhoud. Rentelasten en soortgelijke kosten De toename van deze kosten met € 3 miljoen wordt met name veroorzaakt doordat een agio betaald diende te worden omdat leningen vervroegd zijn afgelost. Deze vervroegde aflossing maakte onderdeel uit van de herfinanciering van de leningportefeuille. Belastingen Het verschil valt te verklaren doordat de actieve belasting latentie in 2010 geheel ten laste van het resultaat verantwoord is. De verwachting is dat de actieve latentie niet verrekend kan worden in de toekomst. Mutatie actuele waarde materiële vaste activa De mutatie actuele waarde die wordt verwerkt in de resultatenrekening is afgenomen met € 92,7miljoen. Deze afname is voornamelijk het gevolg van aanpassingen van beleidsparameters, uitgangspunten en de rentabiliteitswaardecorrectie.
11.6 Financiële kengetallen Solvabiliteit Voor de berekening van de solvabiliteit wordt onderscheid gemaakt tussen wel/geen ‘verkopen onder voorwaarden’ (VOV). De verhouding tussen het eigen vermogen en het totaal vermogen eind 2010 was inclusief de VOV 28,3%, en exclusief 29,9%. 2008
2009
2010
Solvabiliteit inclusief VOV
n.v.t.
31,0%
28,1%
Solvabiliteit exclusief VOV
24,65%
32,09%
29,6%
Meerjarenbegroting Parteon heeft een meerjarenprognose 2011-2015 opgesteld. Hieronder volgt een perspectief op basis van de meerjarenbegroting van Stichting Parteon. De meerjarenbegroting is gebaseerd op basis van bedrijfswaarde:
Volkshuisvestingsverslag Parteon
101
Omschrijving (bedragen x € 1.000)
2011
2012
2013
2014
2015
Solvabiliteit
28,0
27,8
27,1
27,7
28,4
Omvang eigen vermogen
241.906
243.228
241.186
248.954
254.347
Lang vreemd vermogen
548.490
556.701
570.762
574.338
565.704
Rente vreemd vermogen
24.000
24.415
24.791
25.031
25.126
Operationele kasstroom1
18.422
18.469
19.243
19.837
20.420
Jaarresultaat
-5.443
1.321
-2.042
7.766
5.392
Binnen Parteon is de financiële positie geen doelstelling, maar een randvoorwaarde. Anders gezegd; ‘geld is een middel en geen doel’. Er dient continue bewaakt te worden dat het bereiken van de doelstellingen gebeurd binnen de financiële randvoorwaarden. Zolang de financiële meerjarenplanning aan deze randvoorwaarden voldoet, is Parteon in hoge mate vrij om haar strategische doelen te realiseren. De randvoorwaarden komen voort uit de doelstelling van Parteon om borging van financiering te behouden (via het WSW) en om de A-status bij het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting (CFV) te behalen. Op basis van de managementinformatie wordt getoetst of aan de financiële randvoorwaarden wordt voldaan. De financiële (bij)sturing van Parteon is daarom in het bijzonder gericht op: Omschrijving
Criteria voor
Nieuwe parameter
Operationele kasstromen
WSW
Cumulatief positief saldo komende 5 jaar rekening houdens met 2% aflossingsnorm.
Faciliteringsvolume
WSW
Vrijgegeven Faciliteringsvolume is groter dan het totaal saldo te borgen leningen komende 3 jaar
Solvabiliteit/ Continuïteit
CFV
Het volkshuisvestelijk vermogen in procenten van het balans totaal is groter dan 20% en kleiner dan 30%)
Parteon sluit hiermee aan bij de belangrijkste financiële randvoorwaarden welke het WSW en het CFV hanteren. Vorenstaande kan als volgt worden weergegeven:
Volkshuisvestingsverslag Parteon
102
Grenzen WSW Operationele kasstroom Faciliteringsvolume
Grenzen CFV Solvabiliteit Volkshuisvestelijk vermogen Ondernemingsplan
Bijsturen aan grenzen WSW Doelstellingen
Bijsturen aan grenzen CFV
Doelstellingen Doelstellingen Doelstellingen
Realisatie Bijsturen aan grenzen WSW
Realisatie
Bijsturen aan grenzen CFV
Realisatie Realisatie Bijsturing realisatie aan doelstellingen
11.7 Integrale VPB-verplichting Parteon moet sinds 2008 over al haar activiteiten vennootschapsbelasting betalen. Hoeveel dit is, wordt bepaald aan de hand van het fiscale resultaat. Het fiscale resultaat wijkt meestal af van het bedrijfseconomische resultaat zoals opgenomen in de jaarrekening. Hierdoor kan de belastingdruk substantieel verschillen van circa 25% (VPB-tarief) van het bedrijfseconomische resultaat. De afboeking van onrendabele toppen op verhuur mogen bijvoorbeeld niet worden meegenomen in het fiscale resultaat, terwijl deze toppen wel voor verlaging zorgen van het bedrijfseconomisch resultaat. Onrendabele toppen zijn niet in de verhuur terug te verdienen investeringen c.q. exploitatie-uitgaven. Om duidelijkheid te scheppen over de concrete details van de integrale belastingplicht, hebben Aedes en de belastingdienst overeenstemming bereikt over Vaststellingsovereenkomst II (VSO II). VSO II betreft onder meer de openingsbalans, projectontwikkelingen en tussenvormen. Parteon heeft zich in 2009 en 2010 gericht op de aangifte over het fiscale jaar 2008. Over 2008 heeft Parteon een fiscaal verlies geleden waardoor er geen vennootschapsbelasting betaald diende te worden. Parteon verwacht eind juli 2011 de aangifte over het fiscale jaar 2009 af te ronden. Aanvullende informatie over de VPB-plicht en de cijfermatige afwerking hiervan voor Parteon staat in de jaarrekening.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
103
Wijkfeest Poelenburg Volkshuisvestingsverslag Parteon
104
12 Verbindingen 12.1 Inleiding Parteon heeft als organisatie een aantal verbindingen. Een verbinding wordt gedefinieerd als het hebben van (belangrijke) invloed op een andere rechtspersoon. Dat kan door deelneming in het aandelenkapitaal, door zitting te nemen in directie of bestuur of door andere vormen van zeggenschap. Parteon kiest voor het aangaan van verbindingen om onder meer bepaalde activiteiten te kunnen ontplooien. Voorbeelden daarvan zijn WoningNet NV en stichting Koopgarant. In andere gevallen kiezen we voor een verbinding om risico’s te spreiden (en dus verminderen) of om een bijdrage te leveren aan specifieke volkshuisvestingsactiviteiten.
12.2 Verbindingen algemeen • Parteon Projectontwikkeling Holding BV. In 2007 is deze Holding BV opgericht. Daarmee werd de afdeling Projectontwikkeling van Parteon verzelfstandigd. Stichting Parteon is 100% aandeelhouder van de BV. Per 31 december 2010 bedroeg het eigen vermogen van de BV -/- € 10,9 miljoen. Het resultaat over 2010 was -/- € 1,3 miljoen. De cijfers van Parteon Projectontwikkeling Holding BV zijn opgenomen in de geconsolideerde cijfers van stichting Parteon. • Stichting Monumenten Zaanstad. Deze stichting exploiteert een tiental monumentale panden (woningen) en het voormalige gemeentehuis van Zaandam De Burcht (bedrijfsonroerend goed). Ze is van oorsprong opgericht om voor de panden subsidiegeleden binnen te halen. Het beheer van de panden past binnen het reguliere beheer van Parteon. Stichting Parteon is de enige bestuurder van de stichting en heeft door deze zeggenschap invloed op de risicobeheersing. Zij staat garant voor € 50.000 aan betalingsverplichtingen. Het eigen vermogen bedroeg per ultimo 2010 € 2,4 mln. De jaaromzet over 2010 bedroeg € 173.000. De cijfers van stichting Monumenten Zaanstad zijn opgenomen in de geconsolideerde cijfers van stichting Parteon. • Stichting Beheer en Exploitatie Registergoederen Parteon (SBERP). Deze stichting beheert het kantoorpand van Parteon aan de Rosmolenstraat in Zaandam. De stichting is opgezet om fiscale redenen en past volledig in de bij een woningcorporatie toegestane activiteiten, namelijk het beheer van een eigen kantoorpand. Parteon is de enige bestuurder van de stichting en heeft een lening verstrekt die is verantwoord onder de financiële vaste activa. Het eigen vermogen bedroeg ultimo 2010 € 187.000, de jaaromzet € 122.000. De cijfers van SBERP zijn opgenomen in de geconsolideerde cijfers van stichting Parteon. • Stichting Koopgarant – stichting OpMaat. Deze stichting is een netwerkorganisatie die al het werk levert voor het product Koopgarant. Stichting Koopgarant heeft in 2008 haar krachten gebundeld met het Te Woon-platform. Daarbij is de naam veranderd in stichting OpMaat. Het doel van deze stichting is producten en diensten aan te bieden die de kloof tussen kopen en huren kleiner maken. Naast Koopgarant is dat KoopComfort. Beide maken deel uit van het Te Woon-concept. De producten worden gesteund door Aedes en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Parteon maakt deel uit van het Bestuur van de stichting. De activiteiten van deze stichting passen binnen de toegestane activiteiten van een woningcorporatie. Er zijn geen financiële banden. • WoningNet. Woningcorporaties hebben deze vennootschap opgericht om de woonruimteverdeling van hun bezit in het ROAgebied te coördineren. De activiteiten van deze verbinding passen binnen de kernactiviteiten van Parteon, meer in het bijzonder het prestatieveld ‘bij voorrang en passend huisvesten van de primaire doelgroep’. Parteon heeft
Volkshuisvestingsverslag Parteon
105
een belang in het aandelenkapitaal van WoningNet van 3,8%, dat is verantwoord onder de financiële vaste activa. Vanwege deze deelname houdt Parteon de vinger aan de pols met betrekking tot beleidsplannen en de ontwikkeling van vermogen en resultaat van WoningNet. De meest recente cijfers zijn van het boekjaar 2009. Het eigen vermogen bedroeg € 6,8 mln. en het resultaat was nagenoeg nihil. Deze cijfers zijn niet geconsolideerd. • AanZet Bedrijfsfaciliteiten NV. Deze Naamloze Vennootschap werd opgericht in 2002. Ze richtte zich op het (her)ontwikkelen van oude, beeldbepalende panden voor de vestiging van specifieke doelgroepen, zoals creatieve en zakelijke dienstverlenende bedrijven en startende productiebedrijven. Dit stimuleert de werkgelegenheid en de betreffende panden blijven zo behouden doordat ze een nieuwe functie krijgen. Parteon heeft sinds 2004 een belang van 14,29% in het aandelenkapitaal. Omdat ook de markt op de doelstelling van AanZet kan inspelen, is in december 2009 besloten de activiteiten van de NV te staken. Het enige bezit, bedrijfspand ‘De Drieling’, is in mei 2010 verkocht. Met de directeur, het enige personeelslid, is een passende vertrekregeling afgesproken. De voorlopige liquidatiecijfers laten daarnaast nog ruimte voor teruggave van ingelegd kapitaal, vermeerderd met jaarlijks 4% rente over de periode dat dat vermogen daadwerkelijk was ingelegd. De definitieve liquidatie is mede afhankelijk van de fiscale afwikkeling van het boekjaar 2010. • VvE Appart BV. Parteon heeft op 28 september 2010 de aandelen van deze BV overgedragen aan Pro VvE-beheer, voor een bedrag van € 30.000. Dit bedrijf heeft daarbij tevens de openstaande schuld van VvE Apart BV aan stichting Parteon ad € 50.000 in zijn geheel afgelost. Daarmee zijn alle mogelijke wederzijdse rechten en verplichtingen afgehandeld. • NV Stadsherstel Zaanstreek. Al geruime tijd geleden heeft Parteon initiatieven ontplooid om te komen tot een organisatie voor stadsherstel binnen de Zaanstreek, om daarmee een bijdrage te leveren aan het behoud van de grote hoeveelheid monumenten, beschermde dorpsgezichten en beeldbepalende panden. Daarvoor is aansluiting gezocht met NV Stadsherstel Amsterdam die daar al meer dan vijftig jaar ervaring mee heeft. Ultimo december 2009 heeft dit geleid tot de oprichting van de NV Stadsherstel Zaanstreek. Het geplaatste aandelenkapitaal bedraagt € 100.000, het aandeel Parteon is € 49.000. Daarmee is Parteon minderheidsaandeelhouder. Het bezit van de NV Stadsherstel Zaanstreek bestaat uit 23 monumentale (voornamelijk woon-)panden op de Zaanse Schans. Met de aankoop was een bedrag van circa € 2,7 miljoen gemoeid. Dit is (vrijwel) geheel extern gefinancierd. Het eigen vermogen ultimo 2010 bedroeg € 1,4 mln. en het resultaat was € 13.000 negatief. Deze cijfers zijn niet geconsolideerd.
12.3 Verbindingen vanuit Projectontwikkeling Parteon is specifiek voor het ontwikkelen van projecten een aantal samenwerkingsverbanden aangegaan: • Parteon Projectontwikkeling Holding BV heeft dertig dochterondernemingen: PPO 1 t/m PPO 30 BV; • De Hemmes BV en De Hemmes CV. Parteon is aandeelhouder in de BV en vennoot in de CV; • Zaanpracht VOF (voorheen Noordeinde). Parteon is één van de twee vennoten; • Gasfabriekterrein BV en Gasfabriekterrein CV. Parteon is aandeelhouder in de BV en vennoot in de CV; • Rosarium VOF. Parteon is één van de vennoten. De inhoudelijke beschrijving van deze projecten is opgenomen in de jaarrekening 2010.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
106
12.4 Toezicht op verbindingen Het Reglement RvC Parteon regelt het toezicht op daarvoor in aanmerking komende verbindingen. De RvC van Parteon is verantwoordelijk voor het toezicht op dochterondernemingen als de rechtspersoon Parteon: • in een NV of BV meer dan de helft van de stemrechten in de algemene vergadering van aandeelhouders kan uitoefenen; • in een stichting het bestuur vormt. Voor de verdere (eventuele) financiële gegevens van deze verbindingen verwijzen we ook naar de jaarrekening.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
107
Volkshuisvestingsverslag Parteon Rooswijk laagbouw, Zaandijk
108
13 Governance I Principe
Naleving en handhaving van de Governance Code Het Bestuur en de Raad van Commissarissen (RvC) zijn verantwoordelijk voor de inrichting en toepassing van de governance van de woningcorporatie en de naleving van de Governancecode woningcorporaties.
Dit hoofdstuk bevat de door Parteon gemaakte keuzes met betrekking tot de principes van de op 1 januari 2007 in werking getreden Governancecode, die deel uitmaakt van de Aedes-code. Het Bestuur en de RvC onderschrijven de code en zien actief toe op de naleving en handhaving van de in de code gemaakte afspraken. De Governancecode en de op basis daarvan door Parteon gekozen Governancestructuur zijn geplaatst op de website van Parteon. De in dit hoofdstuk gehanteerde indeling sluit aan op die van de Governancecode. Per paragraaf is (vetgedrukt) het principe van de code opgenomen. Daaronder wordt verantwoord hoe Parteon met het principe omgaat.
II
Het Bestuur
II.1
Taak en werkwijze
Principe
Het Bestuur is belast met het besturen van de woningcorporatie, hetgeen onder meer inhoudt dat het Bestuur verantwoordelijk is voor de realisatie van de doelstellingen van de woningcorporatie, de strategie, de financiering en het beleid en de daaruit voortvloeiende resultatenontwikkeling en het beleid ten aanzien van deelnemingen van de corporatie. Het Bestuur legt hierover verantwoording af aan de RvC. Het Bestuur richt zich bij de vervulling van zijn taak naar het belang van de woningcorporatie in het licht van haar volkshuisvestelijke en maatschappelijke doelstelling en weegt daartoe de in aanmerking komende belangen van bij de woningcorporatie betrokkenen af. Het Bestuur verschaft de RvC tijdig de informatie die nodig is voor de uitoefening van de taak van de RvC.
Het Bestuur is verantwoordelijk voor de naleving van alle relevante wet- en regelgeving en voor het beheersen van de risico’s verbonden aan de activiteiten van de woningcorporatie. Het Bestuur rapporteert hierover aan en bespreekt de interne risicobeheersings- en controlesystemen met de RvC en zijn auditcommissie, indien ingesteld.
Parteon stelt elke drie jaar een Ondernemingsplan op. Hierin worden de visie, missie en strategische uitgangspunten vastgesteld. Het plan wordt jaarlijks vertaald in een jaarplan en -begroting, die op hun beurt weer bestaan uit afdelingsplannen en daaraan gekoppelde budgetten. De belanghouders worden nauw bij het opstellen van het Ondernemingsplan betrokken. Het plan wordt waar nodig tussentijds bijgesteld. Het in 2007 opgestelde Ondernemingsplan 2007-2011 is in 2009 herzien. Dit is vastgelegd in het Koersplan 2009-2011. Jaarlijks voert Parteon overleg met (een delegatie van) de onderkende belanghouders. Wij verantwoorden hierbij aan de belanghouders hoe we hun inbreng binnen onze organisatie vorm hebben gegeven.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
109
In de statuten van Parteon is opgenomen welke besluiten vooraf door de RvC moeten worden goedgekeurd: • de vaststelling van het volkshuisvestingsverslag, de jaarrekening en het jaarverslag; • de vaststelling dan wel wijziging van de begroting; • de vaststelling van de meerjarenprognoses en de financiële meerjarenplanning; • een voorstel tot wijziging van de statuten en/of het huishoudelijk reglement; • een voorstel tot ontbinding van de stichting of wijziging van de rechtsvorm; • het vaststellen dan wel wijzigen van het financieel statuut; • een ingrijpende wijziging in de arbeidsomstandigheden van een aantal werknemers; • de beëindiging van de dienstbetrekking van een aanmerkelijk aantal werknemers; • het aangaan of verbreken van een al dan niet duurzame samenwerking met een andere rechtspersoon, indien deze samenwerking ingrijpend is; • het oprichten van andere rechtspersonen; • het vaststellen dan wel wijzigen van de voor enig jaar of reeks van jaren opgestelde beleidsplannen; • het aanvragen van surseance van betaling of faillissement; • het aangaan van verplichtingen boven een door de RvC te bepalen waarde, voor zover de Raad aan deze verplichtingen niet reeds eerder haar goedkeuring heeft gehecht, bijvoorbeeld bij de goedkeuring van de begroting of het beleidsplan. Over het toezicht op deelnemingen staat in het Reglement voor de RvC het volgende: ‘Overeenkomstig het bepaalde in de statuten is een besluit van het Bestuur tot het oprichten van een rechtspersoon aan voorafgaande goedkeuring van de RvC onderworpen. Het Bestuur legt ter goedkeuring aan de RvC voor de uitoefening van het stemrecht met betrekking tot de aangelegenheden vermeldt in artikel 7 lid 4 van de statuten van de stichting in haar dochtermaatschappij. Onder een dochtermaatschappij wordt verstaan een rechtspersoon waarin de stichting of één of meer van zijn dochtermaatschappijen meer dan de helft van de stemrechten in de algemene vergadering kan uitoefenen. Het Bestuur staat er voor in dat in een dochtermaatschappij van de stichting de onderwerpen bedoeld in artikel 7 lid 4 van de statuten van de stichting door de betreffende dochtermaatschappij aan voorafgaande goedkeuring van haar algemene vergadering van aandeelhouders worden onderworpen.’ Andere relevante zaken met betrekking tot taak en werkwijze van het Bestuur: • de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van het Bestuur zijn opgenomen in een door de RvC goedgekeurd bestuursreglement; • Parteon beschikt over een systeem voor interne controle en risicobeheersing. Deze problematiek is voortdurend in beweging en er vinden regelmatig verdere aanscherpingen plaats; • Parteon hanteert een Integriteitscode. De inhoud van deze code is in 2007 uitvoerig in alle geledingen binnen het bedrijf besproken. Bewust omgaan met integriteit en integer handelen in de praktijk zijn immers belangrijker dan een papieren code. De gesprekken over integriteit werden gevoerd aan de hand van een voor Parteon ontwikkeld Integriteitsspel. De interne gespreksronde leverde input voor de in 2008 opgestelde Gedragscode en daarmee samenhangende klokkenluidersregeling. We streven naar een cultuur binnen Parteon waarin open en eerlijk met elkaar wordt gecommuniceerd. We gaan er dan ook van uit dat de klokkenluidersregeling alleen op papier hoeft te bestaan. De aandacht voor integriteit houden we vast door het onderwerp regelmatig te agenderen in werkoverleggen; • Parteon beschikt, conform artikel 16 van het BBSH, over een externe Geschillencommissie die jaarlijks verslag uitbrengt. Deze komt in beeld als de bij Parteon bestaande interne klachtencommissie een zaak niet naar tevredenheid van de klager heeft kunnen oplossen. Het jaarverslag van de externe geschillencommissie vindt u terug in hoofdstuk 15 van dit jaarverslag. Het reglement en de te volgen werkwijze door klagers staan op de website van Parteon.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
110
II.2 Rechtspositie en bezoldiging Principe
De RvC stelt het bezoldigingsbeleid voor het Bestuur vast. De RvC bepaalt de bezoldiging van individuele bestuurders binnen het kader van het bezoldigingsbeleid. Het bezoldigingsbeleid wordt vastgesteld met inachtneming van de aanbevelingen van het advies arbeidsvoorwaarden statutair directeuren woningcorporaties zoals periodiek aangepast, en met inachtneming van de toepasselijke wet- en regelgeving. Het jaarverslag bevat de hoofdlijnen van het remuneratierapport van de RvC waarin zijn opgenomen het bezoldigingsbeleid van de woningcorporatie en de wijze waarop dit in het afgelopen boekjaar in de praktijk is gebracht. De toelichting op de jaarrekening bevat in ieder geval een vermelding van de hoogte en de structuur van de bezoldiging van de individuele leden van het Bestuur volgens de aanbevelingen van het advies arbeidsvoorwaarden statutair directeuren woningcorporaties zoals periodiek aangepast.
Het Bestuur van Parteon is arbeidsrechtelijk benoemd voor onbepaalde tijd. Benoeming voor een periode van vier jaar is in de ogen van de RvC niet aan de orde. Jaarlijks wordt het Bestuur beoordeeld. Bij onvoldoende functioneren door welke reden dan ook neemt de RvC passende maatregelen, los van een ergens vastgelegde periode. Het Bestuur krijgt geen persoonlijke leningen of garanties van de corporatie. Het functioneren van het Bestuur wordt jaarlijks beoordeeld door de Remuneratiecommissie. Deze bespreekt de uitkomsten in de volledige RvC en stelt een Remuneratierapport op. Dit rapport maakt deel uit van het jaarverslag van de RvC, dat wordt opgenomen in het jaarverslag van Parteon en op de website wordt geplaatst. Op grond van het functioneren stelt de RvC de beloning van het Bestuur vast. Daarbij wordt aangesloten bij het advies van de commissie ‘arbeidsvoorwaarden statutair directeuren bij woningcorporaties’. In 2010 is deze getoetst aan de door het Directeurencontact van Aedes en de Vereniging van Toezichthouders bij Woningcorporaties (VTW) aanvaarde ‘Sectorbrede beloningscode bestuurders woningcorporaties’.
II.3 Tegenstrijdige belangen en nevenfuncties Principe
Elke vorm en schijn van belangenverstrengeling tussen de woningcorporatie en leden van het Bestuur wordt vermeden. Besluiten tot het aangaan van transacties waarbij tegenstrijdige belangen van leden van het Bestuur kunnen spelen die van materiële betekenis zijn voor de woningcorporatie en/of voor de betreffende leden van het Bestuur, behoeven de goedkeuring van de RvC. Het door een lid van het Bestuur aanvaarden van een nevenfunctie die gezien aard of tijdsbeslag van betekenis is voor de uitoefening van de taak van bestuurder behoeft voorafgaande goedkeuring van de RvC.
Het Bestuur doet alles binnen haar vermogen om de schijn van belangenverstrengeling te vermijden. Uitgangspunt daarbij is dat het Bestuur en haar aanverwanten nooit transacties aangaan waarbij tegenstrijdige belangen kunnen ontstaan, ook niet als die van ondergeschikt belang zijn. De goedkeuring in welke vorm dan ook door de RvC is dan ook niet aan de orde. Eenvoudig gezegd: het is niet toegestaan en behoeft dus ook geen goedkeuring. Mocht er toch sprake zijn van een schijn van belangenverstrengeling, dan informeert het Bestuur meteen de voorzitter van de RvC. Tevens wordt dit voorval dan opgenomen in het jaarverslag. In 2010 is er geen enkele keer sprake geweest van tegenstrijdige belangen of de schijn daarvan.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
111
Het Bestuur dient nevenfuncties te melden aan en te laten goedkeuren door de RvC. Deze neven-functies mogen geen tegenstrijdige belangen opleveren. In 2010 heeft het Bestuur geen relevante nevenfuncties vervuld.
III
RvC
III.1 Taak en werkwijze Principe
De RvC heeft tot taak toezicht te houden op het Bestuur en op de algemene gang van zaken in de woningcorporatie en de met haar verbonden onderneming en staat het Bestuur met raad ter zijde. De RvC richt zich bij de vervulling van zijn taak naar het belang van de woningcorporatie en weegt daartoe de in aanmerking komende belangen van bij de woningcorporatie betrokkenen af. De RvC is verantwoordelijk voor de kwaliteit van zijn eigen functioneren. De RvC beslist over benoeming, beoordeling, beloning, schorsing en ontslag van bestuurders.
De RvC heeft voor zijn functioneren een Reglement opgesteld en handelt conform de daarin vastgelegde afspraken. De volledige RvC vergadert minimaal eenmaal per jaar met de Ondernemingsraad en minimaal eenmaal per jaar met het Bestuur van de huurdersbelangenvereniging Bewonersraad Parteon. De RvC stelt jaarlijks een jaarverslag op. Daarin vermeldt hij in ieder geval de relevante gegevens van de leden van de RvC, naast het verslag over zijn functioneren. Het toezicht van de RvC omvat in ieder geval: • de realisatie van de doelstellingen van de woningcorporatie; • de strategie en de risico’s verbonden aan de activiteiten van de corporatie; • de opzet en de werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen; • het kwaliteitsbeleid; • de kwaliteit van de maatschappelijke verantwoording als voorzien in hoofdstuk V van de Governancecode; • het proces van financiële verslaggeving; • de naleving van de toepasselijke wet- en regelgeving. De RvC vergadert eenmaal per jaar zonder het Bestuur. In deze vergadering bespreekt hij het eigen functioneren, zowel van de Raad als geheel als van de individuele leden. De Raad vraagt daarbij ook naar de visie van het Bestuur. Aan de uitkomsten van deze kritische zelfevaluatie verbindt de Raad, indien nodig, gevolgen. In deze vergadering bespreekt de volledige RvC ook de bevindingen van de Remuneratiecommissie. De werkwijze is vastgelegd in het reglement van deze commissie.
III.2 Onafhankelijkheid Principe
Ieder lid van de RvC heeft de verantwoordelijkheid onafhankelijk en kritisch bij te dragen aan de besluitvorming zodanig dat de RvC de in aanmerking komende belangen op evenwichtige wijze kan afwegen. De RvC is zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar, het Bestuur en welk deelbelang dan ook onafhankelijk en kritisch kunnen opereren.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
112
De RvC vindt dat de individuele leden allen onafhankelijk moeten zijn. Dat staat los van de in de Governancecode opgenomen criteria waardoor die onafhankelijkheid voor een deel van de leden niet zou gelden, met name ten aanzien van het begrip ‘huurder van de corporatie’. Volgens de code is dit begrip van toepassing tot relaties in de tweede graad. Dit uitgangspunt doet onrecht aan het functioneren van de betreffende leden, aldus de Raad. De RvC onderschrijft dit formele criterium in de code dan ook niet. Hij verklaart bij deze dat alle leden onafhankelijk hun rol vervullen. Overigens voldoen alle leden wel aan alle andere onafhankelijkheidscriteria in de code.
III.3 Deskundigheid en samenstelling Principe
Elk lid van de RvC dient in staat te zijn om de hoofdlijnen van het totale beleid te beoordelen. Elk lid van de RvC beschikt over de specifieke deskundigheid die noodzakelijk is voor de vervulling van zijn taak, binnen zijn rol in het kader van de profielschets van de Raad. Ook leden die op voordracht zijn benoemd dienen aan dit profiel te voldoen. De RvC dient zodanig te zijn samengesteld dat hij zijn taak naar behoren kan vervullen. Een herbenoeming van een lid van de RvC vindt slechts plaats na zorgvuldige overweging. Ook bij een herbenoeming wordt de hiervoor genoemde profielschets in acht genomen.
De RvC heeft een profielschets met daarin de algemene en specifieke eisen waaraan de leden van de raad moeten voldoen. Deze profielschets staat op de website van Parteon. Voor de specifieke eisen geldt dat binnen de RvC de volgende disciplines vertegenwoordigd moeten te zijn: • volkshuisvestelijke kennis; • financieel-economisch kennis; • juridische kennis; • kennis over personeel en organisatie; • kennis van huurdersparticipatie; • kennis over markt en marketing. Deze deskundigheden zijn vertaald in een aantal kwaliteitsprofielen, die leidend zijn bij de benoeming c.q. herbenoeming van de leden: • kwaliteitsprofiel voorzitter; • kwaliteitsprofiel volkshuisvestelijk/ruimtelijke ordening; • kwaliteitsprofiel financieel-economisch; • kwaliteitsprofiel juridisch; • kwaliteitsprofiel markt en marketing; • kwaliteitsprofiel lokaal (huurders)netwerk; • kwaliteitsprofiel personeel en organisatie. De leden van de RvC volgen, indien noodzakelijk, de benodigde scholing. De maximale zittingsduur van de RvC-leden is driemaal een periode van vier jaar. Er is een rooster van aftreden, dat u kunt vinden op de website en in het jaarverslag van de RvC. In 2009 is het rooster van aftreden aangepast. Om te voorkomen dat de continuïteit van het toezicht onder druk komt te staan, besloot de RvC dat drie leden zouden aftreden in 2009 en drie in 2010. In 2009 zijn vier nieuwe leden benoemd, mede met het oog op de hiervoor genoemde continuïteit. Daardoor bestond de RvC in 2010 uit acht leden. In 2010 zijn twee nieuwe leden benoemd zodat met ingang van 2011 de Raad weer uit zeven leden bestaat. Met deze aanpassingen voldoet het rooster van aftreden volledig aan de Governancecode, met name op het punt van de maximale zittingsduur.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
113
III.4 Rol van de voorzitter van de RvC Principe
De voorzitter van de RvC bereidt de agenda van de vergadering voor en leidt de vergaderingen van de Raad, ziet toe op het goed functioneren van de Raad en zijn commissies, draagt zorg voor een adequate informatievoorziening aan de leden van de Raad, zorgt ervoor dat voldoende tijd bestaat voor de besluitvorming, draagt zorg voor een adequate introductie, is namens de RvC het voornaamste aanspreekpunt voor het Bestuur, en initieert de evaluatie van het functioneren van de RvC en van het functioneren van het Bestuur. De woningcorporatie draagt zorg voor een adequate ondersteuning van de voorzitter van de RvC (informatie, agendering, evaluatie, introductie nieuwe leden, etc.)
De RvC heeft een voorzitter, niet zijnde een voormalig bestuurder van de corporatie. De voorzitter ziet er op toe dat: • de leden van de RvC tijdig de informatie ontvangen die nodig is voor de goede uitoefening van hun taak; • er voldoende tijd bestaat voor de beraadslaging en besluitvorming door de RvC; • de commissies van de RvC naar behoren functioneren; • de leden van het Bestuur en de leden van de RvC tenminste eenmaal per jaar worden beoordeeld op hun functioneren; • de contacten van de RvC met het Bestuur, de Bewonersraad en de Ondernemingsraad naar behoren verlopen; • de commissarissen de benodigde scholing volgen.
III.5 Samenstelling en rol kerncommissies Principe
Indien de RvC meer dan vijf leden omvat, kan de RvC uit zijn midden een auditcommissie en een selectie/remuneratiecommissie instellen. De taak van de commissies is om de besluitvorming van de RvC voor te bereiden. In het jaarverslag van de woningcorporatie doet de RvC verslag van de uitvoering van de taakopdracht van de commissies in het boekjaar.
Het speelveld van de corporaties omvat veel aspecten. Op al die aspecten is de rol van het intern toezicht van groot belang. Daarom is de RvC zodanig samengesteld dat alle aandachtsgebieden bestreken kunnen worden. De aandachtsgebieden zijn en blijven altijd de verantwoordelijkheid voor de gehele RvC. Desondanks heeft de RvC besloten drie kerncommissies in te stellen, bestaande uit leden van de RvC: 1. de Remuneratiecommissie, met als belangrijkste taken: • het doen van een voorstel voor selectiecriteria en een benoemingsprocedure voor de leden van de RvC en van het Bestuur; • het doen van een voorstel voor een profielschets van de RvC; • het werven, selecteren en voordragen van leden van de RvC ter benoeming door de RvC; • het doen van een voorstel aan de RvC over het te voeren bezoldigingsbeleid; • het doen van een voorstel over de bezoldiging van de individuele leden van het Bestuur ter vaststelling door de RvC; • het opmaken van het remuneratierapport. 2. de Audit Commissie, met als belangrijkste taken het toezicht op: • de werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen, waaronder de naleving van de relevante wet- en regelgeving en de werking van de integriteitscode; • de financiële informatieverschaffing door de woningcorporatie (keuze van accountingpolicies, toepassing en beoordeling van effecten van nieuwe regels, prognoses, werk van in- en externe accountants, etc.); • de naleving en opvolging van aanbevelingen en opmerkingen van in- en externe accountants; • de voorgeschreven financiële informatieverschaffing aan de externe toezichthouder.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
114
3. • • •
de Projectontwikkeling/Vastgoedcommissie, met als belangrijkste taken: de beoordeling van de algehele systematiek rond de vastgoedsturing en –ontwikkeling; de werking van het risicobeheersingssysteem, specifiek op het terrein van de projecten in ontwikkeling; het volgen van de ontwikkelingen in de koop- en huursector in relatie tot de te ontwikkelen projecten.
Voor iedere commissie is een reglement opgesteld met daarin in ieder geval de rol en verantwoordelijkheden van de betreffende commissie, de samenstelling, de wijze van verantwoording naar de gehele RvC en de vergaderfrequentie. Het voorzitterschap van de commissies wordt in geen geval vervuld door de voorzitter van de RvC.
III.6 Tegenstrijdige belangen Principe
Elke vorm en schijn van belangenverstrengeling tussen de woningcorporatie en leden van de RvC wordt vermeden. Besluiten tot het aangaan van transacties door de woningcorporatie waarbij tegenstrijdige belangen van leden van de RvC kunnen spelen, die van materiële betekenis zijn voor de woningcorporatie en/of voor de betreffende leden van de RvC, behoeven de goedkeuring van de RvC. De RvC is verantwoordelijk voor de besluitvorming over de omgang met tegenstrijdige belangen bij leden van het Bestuur, leden van de RvC en de externe accountant in relatie tot de woningcorporatie. Het door een lid van de RvC aanvaarden van een nevenfunctie die gezien aard of tijdsbeslag van betekenis is voor de uitoefening van de taak van commissaris behoeft voorafgaande goedkeuring van de RvC.
De leden van de RvC doen alles binnen hun vermogen om de schijn van belangenverstrengeling te vermijden. Uitgangspunt daarbij is dat leden van de RvC en hun aanverwanten nooit transacties aangaan waarbij tegenstrijdige belangen kunnen ontstaan, ook niet als die van ondergeschikt belang zijn. Nevenfuncties van de leden van de RvC moeten worden gemeld aan en goedgekeurd door de RvC. Deze nevenfuncties mogen geen tegenstrijdige belangen opleveren. Mocht de schijn van belangenverstrengeling worden gewekt, dan meldt de RvC dit in zijn jaarverslag.
III.7 Bezoldiging Principe
De RvC stelt de bezoldiging van de leden van de RvC vast. De bezoldiging van een lid van de RvC is niet afhankelijk van de resultaten van de woningcorporatie. De toelichting op de jaarrekening bevat in ieder geval informatie over de hoogte en de structuur van de bezoldiging van de individuele leden van de RvC.
De leden van de RvC ontvangen een vaste bezoldiging, gebaseerd op de verwachte tijdsbesteding. De vice-voorzitter ontvangt 125% van deze beloning, de voorzitter 150%. De beloning wordt vermeld in het jaarverslag. Aan de leden van de RvC worden geen persoonlijke leningen of garanties verstrekt.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
115
IV
De audit van de financiële verslaggeving en de positie van de interne controlfunctie en van de externe accountant
IV.1 Financiële verslaggeving Principe
Het Bestuur is verantwoordelijk voor de kwaliteit en de volledigheid van de openbaar gemaakte financiële berichten. De RvC ziet er op toe dat het Bestuur deze verantwoordelijkheid vervult.
Het Bestuur is verantwoordelijk voor de juiste, tijdige en volledige informatievoorzieningen, zowel van de corporatie zelf als van de deelnemingen. Daarvoor gelden vaste procedures. De financiële informatie van de deelnemingen wordt rechtstreeks aan het Bestuur van Parteon verstrekt. Waar nodig wordt bij andere informatie dan de jaarstukken de externe accountant ingeschakeld. De RvC houdt toezicht op de gang van zaken rond de algehele informatiestromen.
IV.2 Rol, benoeming, beloning en beoordeling van het functioneren van de externe accountant Principe
De RvC benoemt de externe accountant en stelt de beloning van de externe accountant vast. De RvC laat zich daartoe door het Bestuur adviseren.
De keuze van de externe accountant wordt door de RvC bepaald, na overleg met het Bestuur en na advies van de Audit Commissie. Daarbij wordt een periode van vier jaar aangehouden, met na die periode een eventuele herbenoeming voor weer vier jaar. Periodiek beoordeelt de Audit Commissie het functioneren van de externe accountant. Zij laat zich daarbij adviseren door het Bestuur. De uitkomsten van deze beoordeling worden vermeld in het jaarverslag. Opdrachten voor niet-controlewerkzaamheden aan de externe accountant zijn de verantwoordelijkheid van het Bestuur. In principe wordt bij dergelijke werkzaamheden een andere partij dan de externe accountant gekozen. In 2010 heeft de RvC besloten om vanaf het boekjaar 2010 te kiezen voor een nieuwe controlerend accountant: PricewaterhouseCoopers.
IV.3 Interne controle functie Principe
De interne accountant c.q. controller, die een belangrijke rol kan spelen in het beoordelen en toetsen van interne risicobeheersings- en controlesystemen, functioneert onder de verantwoordelijkheid van het Bestuur. Indien aan een woningcorporatie geen interne accountant c.q. controller is verbonden is dit principe en daaruit afgeleide uitwerking van overeenkomstige toepassing op de financieel verantwoordelijke van de woningcorporatie.
De functie van ‘controller’ is binnen Parteon neergelegd bij de medewerker Organisatiecontrol. Deze zorgt ervoor dat onze bedrijfsbesturing (ondernemingsplan, jaarplannen en instrumenten, interne controle en risicobeheersing, regelgeving en rapportages op gebied van visitatie, kwaliteitsbeheersing, benchmark, etc.) goed, in een logische samenhang en met een goede bewaking functioneert. Ook het Interne Controleplan behoort tot de verantwoordelijkheid van de controller. Dit plan wordt besproken in de Audit Commissie.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
116
De medewerker Organisatiecontrol, die rechtstreeks onder de directeur-bestuurder functioneert, bepaalt daarmee in hoge mate het ‘in control zijn’ van onze organisatie. Deze heeft het recht (c.q. de plicht) om, indien nodig, rechtstreeks aan het Bestuur en/of de RvC te rapporteren.
IV.4 Relatie en communicatie van de externe accountant met de organen van de woningcorporatie Principe
De externe accountant woont in ieder geval de vergadering van de RvC bij waarin over de vaststelling van de jaarrekening wordt besloten. De externe accountant rapporteert zijn bevindingen betreffende het onderzoek naar de jaarrekening gelijktijdig en op dezelfde wijze aan het Bestuur en de RvC.
Het verslag van de externe accountant met betrekking tot de controle op de jaarstukken gaat met name in op onderwerpen op drie gebieden. Met betrekking tot de accountantscontrole: • informatie over zaken die van belang zijn voor de beoordeling van de onafhankelijkheid van de externe accountant; • informatie over de gang van zaken tijdens de controle en de samenwerking met de interne accountant, discussiepunten met het Bestuur, een overzicht van niet aangepaste correcties, etc. Met betrekking tot de financiële cijfers: • analyses van ontwikkelingen van het vermogen en het resultaat, die niet in te publiceren cijfers voorkomen en die naar de mening van de externe accountant bijdragen aan het inzicht in de financiële positie en resultaten van de woningcorporatie; • commentaar op de verwerking van eenmalige posten, de effecten van schattingen en de wijze waarop deze tot stand zijn gekomen, de keuze van accountingpolicies wanneer ook andere keuzes mogelijk waren, alsmede de bijzondere effecten die daaruit voortvloeien; • opmerkingen over de kwaliteit van prognoses en budgetten. Met betrekking tot de werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen (inclusief de betrouwbaarheid en continuïteit van de geautomatiseerde gegevensverwerking) en de kwaliteit van de interne informatievoorziening: • verbeterpunten, geconstateerde leemten en kwaliteitsbeoordelingen; • opmerkingen over bedreigingen en risico’s voor de woningcorporatie en de wijze waarop daarover in te publiceren gegevens gerapporteerd dient te worden; • naleving van statuten, instructies, regelgeving, vereisten van externe toezichthouders, etc.
V
Maatschappelijke verantwoording en beleidsbeïnvloeding door belanghebbenden
V.1
De visie van de corporatie op haar maatschappelijke functie en benoeming van de belanghouders
Volkshuisvestingsverslag Parteon
117
Principe
Het Bestuur hanteert een visie op de maatschappelijke positie van de woningcorporatie als uitgangspunt voor zijn beleid. Het Bestuur vertaalt die visie in een missie en beleidsdoelstellingen. Het Bestuur betrekt belanghebbenden bij beleidsvorming en voert met hen een dialoog over de uitvoering van het beleid. Het Bestuur geeft inzicht in de realisatie van de beleidsdoelstellingen en communiceert hierover met relevante belanghebbenden.
Parteon ziet zichzelf als een maatschappelijke onderneming met een stevige verankering in de Zaanstreek. Om haar maatschappelijke en volkshuisvestelijke missie te kunnen realiseren, werkt zij nauw samen met belanghouders. Deze zijn te onderscheiden in ten minste de volgende categorieën: • de gemeente Zaanstad; • de gemeente Wormerland; • de huurders van Parteon in de vorm van de Bewonersraad en bewonerscommissies; • projectontwikkelaars; • makelaars; • zorginstellingen; • welzijnsinstellingen; • maatschappelijke organisaties; • lokale collega-woningcorporaties.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
118
V.2
Overleg met belanghouders en verantwoording over het gevoerde beleid
Principe
De woningcorporatie voorziet in een vorm van overleg met de door haar benoemde belanghebbenden over het door de woningcorporatie voorgenomen beleid en de uitvoering daarvan. In het governance hoofdstuk in het jaarverslag verantwoordt de woningcorporatie de vorm van overleg die zij heeft gekozen. De door de woningcorporatie benoemde belanghebbenden worden tenminste eenmaal per jaar in het overleg betrokken.
Vertegenwoordigers van Parteon overleggen regelmatig met de afzonderlijke belanghouders, vaak op operationeel niveau. Daarom wordt jaarlijks één overlegvergadering gehouden met een zo groot mogelijk deel van de belanghouders samen. Op deze wijze wil het Bestuur van Parteon de belanghouders in de gelegenheid stellen advies uit te brengen over de strategie en beleidsvoornemens van Parteon, specifiek in het kader van haar maatschappelijke en volkshuisvestelijke doelstellingen voor de komende periode. Tevens wordt deze vergadering gebruikt om aan te geven hoe het er met de afspraken over de voorgaande periode voor staat. Ook het visitatierapport staat, indien van toepassing, op de agenda. Het Bestuur van Parteon is bij dit overleg aanwezig. Er wordt een verslag op hoofdlijnen gemaakt dat binnen drie maanden na de overlegdatum op de website wordt gepubliceerd. De RvC ziet deze overleg- en verantwoordingstaak als een taak voor het Bestuur. Hij is dan ook niet per definitie in zijn geheel bij deze vergadering aanwezig. Wel woont de voorzitter van de RvC de vergadering altijd bij. Verder ziet de RvC erop toe dat het overleg op een goede wijze plaatsvindt.
V.3 Principe
Visitatie De woningcorporatie laat zich een keer per vier jaar visiteren waarbij een gestructureerd oordeel wordt gegeven over het volkshuisvestelijk en maatschappelijk presteren. Visitatie is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van bestuur en RvC.
Parteon laat zich eenmaal per vier jaar visiteren door een daartoe bevoegde onafhankelijke organisatie. Dit is voor de eerste keer gebeurd in 2007, in het kader van een door de Stichting Experimenten Volkshuisvesting begeleid experiment. Deze visitatie gaf een beeld van het maatschappelijk en volkshuisvestelijk presteren, de wijze waarop de belanghouders bij beleidszaken zijn en worden betrokken en de kwaliteit van de governance van Parteon. De uitkomsten zijn openbaar en beschikbaar via onze website. In 2011 laat Parteon zich wederom visiteren. Gekozen is voor KWH als visiterende instelling.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
119
Volkshuisvestingsverslag Parteon Atrium van project Durghorst, Krommenie
120
14 Toekomst 14.1 Inleiding Was de volkshuisvesting enkele jaren geleden nauwelijks een (politiek) onderwerp van gesprek, anno 2010 en zeker ook 2011 staat dit juist volop in de schijnwerpers. Allerlei landelijke en lokale ontwikkelingen op diverse gebieden zijn de komende periode van grote invloed op de corporaties en dus ook op Parteon. Zo zullen in 2011 de hervormingen in de woningmarkt en de rol van de corporaties daarin duidelijk op de agenda staan. De druk op de financiële positie van de corporaties neemt intussen steeds verder toe, een ontwikkeling die veel aandacht vraagt. Hoe dan ook zal dit Parteon niet afbrengen van haar centrale taak: het blijven bijdragen aan het verbeteren van de woonkwaliteit in de Zaanstreek.
14.2 Ontwikkelingen woningmarkt en de overheidsvisie op de corporatiesector Al een aantal jaren geleden was het duidelijk dat de woningmarkt steeds meer in het slop dreigde te raken. Door de enorm gestegen koopprijzen en het door de overheid vastgestelde inflatievolgend huurbeleid werd de kloof tussen koop en huur steeds groter en kwam de doorstroming haast tot stilstand. De financiële en daarna de economische crisis hebben de situatie nog verder verergerd omdat ook de bouwproductie in elkaar zakte. In het verleden konden de corporaties in een dergelijk geval door anticyclisch te bouwen de productie nog enigszins op peil houden. Omdat hun financiële positie de afgelopen jaren door tal van overheidsingrepen stelselmatig is uitgehold, is dat nu nauwelijks meer mogelijk. De economische crisis lijkt intussen weliswaar over zijn hoogtepunt te zijn, in de woningmarkt is dit nog niet zichtbaar. Oorzaak is dat het evenwicht op de woningmarkt nog steeds ver te zoeken is. Het kabinet-Rutte heeft in het regeerakkoord slechts één, kleine, maatregel opgenomen die kan bijdragen aan het herstel van het evenwicht, namelijk de aanpak van het scheefwonen. Nagenoeg alle marktpartijen zijn er inmiddels van overtuigd dat dit niet volstaat. Alleen een integrale hervorming van de woningmarkt, met verantwoorde stappen in de tijd, kan leiden tot een gezond herstel. Deze partijen werken, los van de overheid, aan een voorstel hiervoor. In de politiek leeft momenteel een betrekkelijk breed gedragen visie dat de sociale huursector meer moet worden beperkt tot de groepen die deze echt nodig hebben. De door de Europese commissie geïntroduceerde regels ter voorkoming van staatssteun worden dan ook gesteund door een meerderheid van het parlement. Corporaties krijgen daardoor te maken met grenzen. Met ingang van 1 januari 2011 moet minimaal 90% van de sociale huurwoningen passend worden toegewezen aan de gedefinieerde doelgroep met een inkomen van maximaal € 33.600. Parteon gaat de effecten hiervan op de mensen met (lagere) middeninkomens, de groep die (net) boven de genoemde grens valt, samen met de gemeente en collega-corporaties nauwlettend volgen. Waar nodig zullen wij passende maatregelen nemen in het kader van bijvoorbeeld het huurbeleid en het verkoopbeleid, bijvoorbeeld door het toepassen van Koopgarant. Het andere onderwerp van het ‘Europa-dossier’, de (administratieve) scheiding tussen DAEB-activiteiten (de kerntaken) en niet-DAEB-activiteiten (de commerciële activiteiten), is weliswaar niet meteen aan de orde maar werpt, zeker waar het de (niet-)borgbare financieringen betreft, haar schaduw vooruit. In 2011 heeft Parteon geen belangrijke investeringen en dus noodzakelijke financieringen gehad in het zogenoemde niet-DAEB-deel. Dit jaar zullen wij benutten om in overleg met de diverse collega’s en instanties tot een goed financieringsplan voor deze investeringen te komen.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
121
Het regeerakkoord bevat nog enkele andere punten die van belang zijn voor het wonen. Aan de lastenkant is dat in ieder geval de voor 2014 aangekondigde heffing, die de regering wil opleggen aan corporaties als bijdrage aan de uitgaven voor huurtoeslag. Dit gaat Parteon naar verwachting circa vier miljoen euro per jaar kosten; middelen die niet meer direct gebruikt kunnen worden voor de (investeringen in de) volkshuisvesting. Dit zal de kasstromen binnen onze organisatie (nog meer) onder druk zetten. Wij blijven stevig hierop sturen. In 2011 zijn de kasstromen in elk geval voldoende om de geplande investeringen te kunnen financieren. De overige punten uit het regeerakkoord - de extra huurverhoging van 5% voor de hogere inkomens, de extra WWS-punten en het kooprecht voor huurders – moeten nog verder worden uitgewerkt. De effecten daarvan op onze kasstromen c.q. vermogenspositie zijn nog onduidelijk. De laatste belangrijke ontwikkeling is de nieuwe regeling met betrekking tot de rol en taken van corporaties en het toezicht. Dit krijgt vorm in de nieuwe Woningwet. De voorstellen hiervoor gaan voorjaar 2011 naar de Tweede Kamer.
Woningbezit in Wormerveer
14.3 Herijking koers In 2010 heeft Parteon door middel van een reorganisatie de bedrijfslasten verlaagd en daardoor de efficiency verbeterd. Een jaar eerder, in 2009, hebben we ons portefeuillebeleid geoptimaliseerd, in combinatie met onder andere het huurbeleid, kwaliteitsbeleid, (des)investeringsbeleid en verkoopbeleid. Mede daardoor hebben wij in 2010 alle energie kunnen richten op de versterking van de woonkwaliteit in onze portefeuille, met goede resultaten. Al deze ontwikkelingen zijn voor ons aanleiding om in 2011 ons koers- of ondernemingsplan te herijken. In 2009 hebben wij er al bewust voor gekozen dichter bij ‘wonen’ te blijven. Die lijn zetten wij naar alle verwachting door. Bij de herijking staan we verder expliciet stil bij de veranderde overheidsvisie op de rol van corporaties. Wat betekent dat voor onze rol en maatschappelijke meerwaarde in de Zaanstreek? Naar aanleiding van deze vraag nemen wij ook ons Strategisch Voorraadbeleid onder de loep.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
122
14.4 Financiële positie In de tweede helft van 2010 hebben wij, mede op basis van ons Koersplan en de daarvan afgeleide door ons geformuleerde speerpunten, de Meerjarenbegroting 2011-2015 opgesteld. Daarin zijn niet alleen onze ambities verwerkt, maar is ook rekening gehouden met de financiële mogelijkheden van onze corporatie. De criteria van het CFV en WSW zijn in deze leidend. We constateren dat we met onze meerjarenbegroting aan alle criteria voldoen. Voor het Centraal Fonds geldt dat wij blijven voldoen aan de normen die gelden voor de A1-status. Die status hebben wij nu en we willen deze niet kwijt. Voor het WSW geldt dat er voor de gehanteerde periode van vijf jaar sprake is van positieve kasstromen, rekening houdend met de genormeerde aflossing van 2%. Zo houden we voldoende borgingsruimte. We moeten daarbij wel extra aandacht schenken aan de gevolgen van de financiering van niet-DAEB-activiteiten.
14.5 Versterking woonkwaliteit en imago van de Zaanstreek Op het domein ‘wonen’ is er in de Zaanstreek nog het nodige te verbeteren. De woonkwaliteit in onze regio verdient, in verhouding tot de overige gebieden in de Stadsregio Amsterdam, een sterke impuls. Parteon neemt hierin, met een woningaandeel van ruim 25% in Zaanstad, een verantwoordelijke positie in. Wij vullen die positie in onze meerjarenbegroting ook in. Jaarlijks verwachten wij circa € 45 miljoen te kunnen investeren in de woonkwaliteit van het bestaande bezit en gemiddeld 150 nieuwe huur- en 250 koopwoningen te ontwikkelen. Om dit te kunnen financieren en de diversiteit te versterken, verwachten wij jaarlijks zo’n 130 woningen uit ons bezit te verkopen. De verkopen vinden gericht plaats via ons Te Woonprogramma, zodat de potentiële kopers meerdere varianten wordt geboden. Van belang voor de woonkwaliteit is zeker ook de gebiedsgerichte aanpak. Deze vindt de eerste jaren vooral plaats in de Rosmolenwijk en de krachtwijk Poelenburg (beide in Zaandam) en in Wormerveer-Noord. Wij verwachten per jaar gemiddeld honderd woningen te slopen. Naast de woonkwaliteit verdient ook het imago van de streek een oppepper. Uit de edities van de ‘Atlas van gemeenten’ blijkt dat Zaanstad op de woonaantrekkelijkheid al enige jaren aan het dalen is. Na de zeventiende plaats in 2005 volgde de dertigste plaats in 2010. Nagenoeg tegengesteld hieraan blijkt uit de Zaanpeiling dat de bewoners de eigen buurt met het cijfer 7,9 waarderen en de omgeving met een 7,1. Parteon participeert daarom, samen met het bedrijfsleven en de gemeente Zaanstad, in een platform (onder leiding van burgemeester Geke Faber) om het imago te versterken.
14.6 Organisatie Voor het jaar 2011 hebben wij, op basis van koers, missie, doelstellingen en ambities, vijf speerpunten voor de organisatie benoemd. Ze staan in het Bedrijfsjaarplan en worden uiteraard periodiek op hun voortgang beoordeeld. We willen daarbij gebruik gaan maken van een nieuw te ontwikkelen sturingsmodel. Daarin benoemen we Kritische Succes Factoren (KSF) die we gaan meten aan de hand van gedefinieerde, relevante Prestatie Indicatoren (PI). Het jaar 2011 wordt gebruikt om voor dit model een eerste aanzet te maken. De verdere uitbouw vindt dan in de komende jaren plaats. De vijf speerpunten zijn: Strategisch Voorraadbeleid (SVB) De actualisering van het huidige SVB was al gepland, maar wordt door de actuele (politieke) ontwikkelingen sterk beïnvloed. Met name geldt dat voor de in 2011 ingevoerde inkomensgrens bij de toewijzing. Welk effect heeft dat voor onze keuze van doelgroepen? Hoe kijken wij naar de regio, met name Amsterdam? En hoe gaan wij in de toekomst om met de (on)mogelijkheden voor het huurbeleid? Allemaal vragen die we in 2011 willen beantwoorden, om de voor dit jaar geplande herijking van onze strategische koers goed vorm te kunnen geven.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
123
Visitatie In 2007 was Parteon één van de eerste corporaties die zich liet visiteren. Deze visitatie dient elke vier jaar plaats te vinden. In 2011 gebeurt dat opnieuw. Wij laten dat doen door KWH. We vinden het belangrijk, zeker ook voor onze belanghouders, dat er een onafhankelijk onderzoek plaatsvindt naar de maatschappelijke prestatie van Parteon. Behalen KWH-dienstverleningscertificaat De dienstverlening naar onze klanten is van groot belang. Om daar vorm en structuur aan te geven, heeft het KWH een set van regels en normen opgesteld om de dienstverlening zo optimaal mogelijk te laten verlopen. Als een corporatie aan de KWH-normen voldoet, krijgt zij een ‘keurmerk’, het KWH-dienstverleningscertificaat. Wij willen dat certificaat in 2011 behalen. Waarmaken productie We hebben in de meerjarenbegroting een stevige ambitie opgenomen om bij te dragen aan de woonkwaliteit in de Zaanstreek, via onderhoud, sloop, nieuwbouw en herstructurering. We zullen de voortgang van de activiteiten op deze gebieden nauwlettend blijven volgen. De samenwerking op bestuurlijk en ambtelijk niveau met de gemeente is daarbij essentieel. Daar zetten we in 2011 stevig op in. Ook aan de verkoop van nieuwbouw en bestaande woningen besteden we extra aandacht. Organisatieontwikkeling Binnen het directieteam staat organisatieontwikkeling hoog op de agenda. Dit wordt in goede samenwerking met de managers aangepakt. Van daaruit ‘daalt’ dit af naar de rest van de organisatie, gekoppeld aan andere ontwikkelingen zoals bijvoorbeeld het ‘projectmatig werken’.
14.7 Netwerken Alle geledingen van Parteon zijn actief betrokken bij de ontwikkelingen in de sector. Dat gebeurt veelal in Aedes-verband. Maar ook op andere terreinen, zoals bijvoorbeeld zorg en welzijn, is er sprake van een actief tweerichtingsverkeer, zowel formeel als informeel. Op bestuurlijk niveau zijn we landelijk betrokken bij De Vernieuwde Stad en het Woonnetwerk. Dat laatste netwerk heeft inmiddels haar activiteiten beëindigd omdat het, naast de overige bestaande netwerken en onderlinge contacten, geen toegevoegde waarde meer had.
14.8 Afsluitend De keuzes in de komende periode zijn van groot belang voor de woningmarkt en de rol van de corporaties hierin en in het brede maatschappelijke middenveld. Die meerwaarde van de corporatiesector is van groot belang gebleken en menige buitenlandse (overheids)organisatie komt op bezoek om te leren van dit succes. Uiteraard zijn hervormingen van alle tijd en noodzakelijk. Maar laten wij wel beseffen dat wat zorgvuldig in honderd jaar is opgebouwd ook zorgvuldig moet worden hervormd. De volkshuisvesting in Nederland verdient dat.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
124
15 Jaarverslag externe Geschillencommissie 15.1 Inleiding Het Besluit Beheer Sociale Huursector schrijft in art. 16 voor dat elke toegelaten instelling een geschillencommissie moet hebben. De huurders van woongelegenheden van een toegelaten instelling moeten de gelegenheid hebben om klachten over het handelen van personeel in dienst bij of werkzaam voor de corporatie in te dienen bij een klachtencommissie. Deze commissie heeft tot taak de toegelaten instelling te adviseren over de afdoening van de klacht. De toegelaten instelling dient vervolgens de klager schriftelijk en gemotiveerd mee te delen of en zo ja wanneer ze welke maatregelen neemt naar aanleiding van de klacht. Tegen de beslissing van het Bestuur of de directie is geen beroep mogelijk, het is een eindbeslissing. De Geschillencommissie is het sluitstuk van de klachtenbehandeling. Via een correcte behandeling van klachten kan de corporatie haar relatie met klanten verbeteren en kan ze inzicht krijgen in eventuele fouten en tekortkomingen in haar functioneren. Een klacht kan daarom pas bij de commissie worden ingediend als het werkapparaat eerst de kans heeft gehad deze te behandelen. Niet elke klacht hoort bij de Geschillencommissie thuis. Zo is er ook de Huurcommissie, kan iemand naar de rechter stappen of kan de klacht thuishoren bij WoningNet of de Stedelijk Klachtencommissie voor de woonruimteverdeling. De Geschillencommissie dient vanuit een onafhankelijke positie tot een goede afweging te komen, op voldoende afstand van partijen. Daarom is er in de commissie geen plaats voor werknemers van een corporatie of leden van een bewonerscommissie of huurdersvereniging. De leden van de commissie moeten over voldoende kennis van de materie beschikken. Daarom moeten ze afkomstig zijn ‘uit de kring van, maar niet namens (corporatie of huurdersorganisatie)’.
15.2 Samenstelling De samenstelling van de Geschillencommissie is als volgt: • mr. G. Kramer, advocaat te Alkmaar (onafhankelijk voorzitter); • mw. Mr. E. Sluis, adjunct-directeur Achmea Retail Bank NV (lid benoemd uit de kring van de huurders); • L.A. Abbenhuijs, voormalig directeur Centraal Woningbeheer (lid benoemd uit de kring van de verhuurders).
15.3 Rooster van aftreden De leden van de Geschillencommissie zijn allen per 1 januari 2006 benoemd. Per 1 juli van enig jaar zijn ze aftredend en herkiesbaar voor maximaal één nieuwe termijn. De termijn van lidmaatschap is drie jaar. Het rooster van aftreden is als volgt vastgesteld: Rooster van aftreden tot en met 2010 Naam
Aftredend per
Terstond herbenoembaar tot
L. Abbenhuijs, lid verhuurders
1 juli 2007
1 juli 2010
G. Kramer, voorzitter
1 juli 2008
1 juli 2011
E. Sluis, lid huurders
1 juli 2009
1 juli 2012
Volkshuisvestingsverslag Parteon
125
Het rooster van aftreden geeft aan dat per 1 juli 2010 de heer Abbenhuijs aftredend en niet meer herkiesbaar zou zijn. Besloten is de mogelijkheid voor herbenoeming voor nog maximaal één termijn extra mogelijk te maken. Daarmee wordt het nieuwe rooster van aftreden als volgt: Rooster van aftreden vanaf 2011 Naam
Aftredend per
Terstond herbenoembaar tot
L. Abbenhuijs, lid verhuurders
1 juli 2010
1 juli 2013
G. Kramer, voorzitter
1 juli 2011
1 juli 2014
E. Sluis, lid huurders
1 juli 2012
1 juli 2015
15.4 Secretariaat Het secretariaat van de geschillencommissie is ondergebracht bij Parteon. Als ambtelijk secretaris treedt op de heer L.R.M. Adema, bestuurssecretaris bij Parteon.
15.5 Geschillen Geschillen dienen bij het secretariaat te worden ingediend. Daarvoor is een meldingsformulier ontwikkeld, verkrijgbaar bij de aangesloten corporaties op kantoor en tevens via de website. Ook is er voldoende informatiemateriaal beschikbaar, zowel in de vorm van een folder als via de betreffende websites. Voor de ontvankelijkheid en de verdere afhandeling van geschillen verwijzen we naar het in de bijlage opgenomen reglement. In 2010 zijn geen klachten ingediend bij de Geschillencommissie. Voor de vergelijking met vorige jaren geldt het volgende overzicht: Aantal geschillen in de periode 2006 – 2010 2006
2007
2008
2009
2010
Parteon
0
1
1
0
0
Woningstichting Wormer
0
0
0
0
0
Woningbouwvereniging Jisp
0
0
0
0
0
Voor de vergelijkbaarheid zijn de cijfers voor Saenwonen en De Woonmij Zaanstad samengevoegd. Deze corporaties zijn medio 2005 gefuseerd in Parteon. Datzelfde geldt met ingang van 2007 voor Parteon en Goed Wonen Assendelft.
15.6 Toetreding stichting Zaanse Volkshuisvesting (ZVH) tot Geschillencommissie In de loop van 2010 heeft ZVH laten weten zich aan te willen sluiten bij de Geschillencommissie. De besturen van de aangesloten corporaties hebben aangegeven daarmee te kunnen instemmen.
Volkshuisvestingsverslag Parteon
126
Jaarrekening 2010 Stichting Parteon te Wormerveer
Jaarrekening Parteon
127
16 Kengetallen
Aantal verhuureenheden in exploitatie 2010 2009 2008 2007 2006 Woningen en woongebouwen 16.472 16.529 16.821 16.948 17.103 Boxen 39 40 40 38 36 Bedrijfspanden 130 135 136 143 155 Parkeerplaatsen 105 105 75 75 63 Garages 999 1.007 1.036 1.038 1.069 Maatschappelijk gebonden onroerend goed 21 21 21 11 11 10 8 5 6 4 Overig 17.776 17.845 18.134 18.259 18.441 Totaal Mutaties in het aantal verhuureenheden Mutaties in verhuureenheden: Nieuwbouw Mutaties in verhuureenheden: Aankoop Mutaties in verhuureenheden: Verkoop Mutaties in verhuureenheden: Sloop Mutaties in verhuureenheden: Toevoeging Mutaties in verhuureenheden: Overig Totaal
2010 111 19 -182 -8 2 -11 -69
2009 67 19 -77 -301 3 0 -289
2008 86 23 -89 -146 1 0 -125
2007 59 5 -161 -71 -14 0 -182
2006 139 3 -157 -66 41 0 -40
2010 5.140 9.926 1.406 16.472
2009 5.626 9.808 1.095 16.529
2008 6.194 9.713 914 16.821
2007 6.349 9.675 924 16.948
2006 6.626 9.613 864 17.103
Kosten onderhoud per woning Kosten mutatieonderhoud per woning Kosten klachtenonderhoud/contractonderhoud per woning Kosten planmatig onderhoud per woning Totaal
2010 190 409 780 1.379
2009 286 413 1.020 1.719
2008 363 443 842 1.648
2007 379 458 771 1.608
2006 369 420 693 1.482
Verhuren van woningen Mutatiegraad Acceptatiegraad Huurachterstand in % van de jaarhuur Huurderving in % van de jaarhuur
2010 6,5% 6,9% 1,3% 0,9%
2009 8,2% 5,0% 1,5% 0,6%
2008 6,7% 6,0% 1,8% 0,8%
2007 7,5% 5,9% 2,2% 1,5%
2006 8,3% 5,4% 2,3% 1,7%
Aantal woningen naar huurprijsklasse Goedkoop (per 31-12-10 is dit tot € 357,37) Betaalbaar (per 31-12-10 is dit € 357,37 tot € 548,18) Duur (per 31-12-10 is dit vanaf € 548,18) Totaal
Financiële continuïteit (*) 2010 2009 2008 2007 2006 Solvabiliteit (inclusief VOV) 28,1% 31,0% n.v.t. n.v.t. n.v.t. Solvabiliteit (exclusief VOV) 29,6% 32,1% 24,6% 20,1% 20,1% Rentedekkingsgraad 1,52 1,40 1,19 1,27 1,13 Liquiditeit: Current ratio 2,72 1,10 1,21 1,43 1,38 Liquiditeit: Quick ratio 1,08 0,81 0,72 1,10 0,68 (*) De financiële kengetallen zijn vanaf het jaar 2008 gebaseerd op het waarderingsstelsel van bedrijfswaarde. De jaren 2007 en eerder zijn (nog) gebaseerd op het stelsel van historische kostprijs.
Jaarrekening Parteon
128
17 Geconsolideerde balans (na resultaatbestemming) ACTIVA
31-12-2010 x e 1.000
31-12-2009 x e 1.000
VASTE ACTIVA 1. 2. 3. 4.
(On)roerende zaken in exploitatie (On)roerende zaken verkocht onder voorwaarden (On)roerende zaken in ontwikkeling (On)roerende zaken ten dienste van de exploitatie Totaal materiële vaste activa
FINANCIËLE VASTE ACTIVA 5. Deelnemingen 6. Leningen u/g 7. Latente vennootschapsbelasting Totaal financiële vaste activa
699.936 43.705 8.198 8.736 760.575
693.190 26.276 6.935 8.057 734.458
Volkshuisvestingsverslag Parteon 1.056 1.051 414 18 0 17.251 1.470 18.320 762.045
752.778
221
179
58.602
62.215
1.883
0
1.012 0 323 1.523 2.858
791 2.903 3.871 622 8.187
37.188
1.982
Totaal vlottende activa
100.752
72.563
TOTAAL ACTIVA
862.797
825.341
Totaal vaste activa VLOTTENDE ACTIVA 8.
VOORRADEN
9. VOORRADEN ONDERHANDEN WERK 10. ONDERHANDEN PROJECTEN
11. 12. 13. 14.
VORDERINGEN Huurdebiteuren Gemeenten Overige vorderingen Overlopende activa Totaal vorderingen
15. LIQUIDE MIDDELEN
Jaarrekening Parteon
129
PASSIVA
16. EIGEN VERMOGEN VOORZIENINGEN 17. Voorziening reorganisatie 18. Voorziening loopbaanbudget 19. Voorziening toekomstige project resultaten Totaal voorziening LANGLOPENDE SCHULDEN 20. Leningen overheid en kredietinstellingen 21. Waarborgsommen 22. Verplichtingen u.h.v. (on)roerende zaken verkocht onder voorwaarden 23. Overig Totaal langlopende schulden
24. 25. 26. 27. 28.
KORTLOPENDE SCHULDEN Schulden aan kredietinstellingen Schulden aan gemeenten Schulden aan leveranciers Belastingen en premies sociale verzekering Overige schulden en overlopende passiva Totaal kortlopende schulden
TOTAAL PASSIVA
Jaarrekening Parteon
31-12-2010 x e 1.000
31-12-2009 x e 1.000
242.274
256.074
540 609 9.944
2.803 0 9.103
11.093
11.906
528.125 100
465.374 82
44.026 70 572.321
26.599 227 492.282
11.157 62 3.491 2.857 19.542 37.109
40.582 0 6.307 4.734 13.456 65.079
862.797
825.341
130
18 Geconsolideerde winst- en verliesrekening 2010 x e 1.000
2009 x e 1.000
BEDRIJFSOPBRENGSTEN 29. Huren 30. Vergoedingen 31. Overheidsbijdragen 32. Verkoop onroerende goederen 33. Geactiveerde productie ten behoeve van het eigen bedrijf 34. Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten
85.019 4.019 33 -4.630 3.911 420 88.772
82.390 4.414 33 -12.500 5.665 742 80.744
BEDRIJFSLASTEN 35. Afschrijvingen op (im)materiële vaste activa 36. Overige waardeveranderingen (im)materiële vaste activa 37. Erfpacht 38. Lonen en salarissen 39. Sociale lasten 40. Pensioenlasten 41. Lasten onderhoud 42. Overige bedrijfslasten Som der bedrijfslasten
889 7.107 58 9.808 1.263 1.779 22.705 17.159 60.768
797 10.822 54 12.147 1.364 2.042 28.520 15.820 71.566
28.004
9.178
4.303 256 -26.717 -22.158
4.614 541 -23.711 -18.556
5.846
-9.378
-16.968 -34
5.195 672
-11.156
-3.511
-2.644
90.089
-13.800
86.578
BEDRIJFSRESULTAAT FINANCIËLE BATEN EN LASTEN 43. Rentebaten en soortgelijke opbrengsten 44. Opbrengsten financiële vaste activa en effecten 45. Rentelasten en soortgelijke kosten Financieringsresultaat GROEPSRESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING VÓÓR BELASTINGEN 46. Belastingen 47. Resultaat deelnemingen GROEPSRESULTAAT NA BELASTINGEN VOOR MUTATIE ACTUELE WAARDE MATERIËLE VASTE ACTIVA 48. Mutatie actuele waarde materiële vaste activa GROEPSRESULTAAT NA BELASTINGEN EN NA MUTATIE ACTUELE WAARDE MATERIËLE VASTE ACTIVA
Jaarrekening Parteon
131
19 Geconsolideerd kas stroomoverzicht
(indirecte methode)
2010 x e 1.000 Bedrijfsresultaat Aanpassingen voor: Verkopen, aanpassing opgeofferde waarde Vrijval / dotatie voorzieningen Afschrijvingen Overige waardeveranderingen
Voorraden Vorderingen Kortlopende schulden Veranderingen in werkkapitaal
28.004
9.178
19.203 -813 889 7.107 26.386
15.580 -4.113 797 10.822 23.086
-42 5.329 -16.860 16.431
12 2.023 -4.987 -2.953
Kasstroom uit bedrijfsuitoefening Ontvangen rente Betaalde rente Kasstroom uit financiële baten en lasten
42.817 4.614 -23.711 -22.414
-49.554 3.613 -1.883 -152
KASSTROOM TOTAAL Jaarrekening Parteon
10.215 -48.869 -5.173 0 6.677
-47.976 125.477 18 -62.727 17.427 -157
KASSTROOM UIT FINANCIERINGSACTIVITEITEN
Saldo liquide middelen 1 januari Saldo liquide middelen 31 december
-19.097 20.403
KASSTROOM UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN Ontvangsten uit langlopende schulden (nieuw) Mutatie waarborgsommen Aflossing langlopende schulden Mutatie verplichting VOV Mutatie overige langlopende schulden
29.312
4.303 -26.717
KASSTROOM UIT OPERATIONELE ACTIVITEITEN Mutatie materiële vaste activa Mutatie voorraden onderhanden werk Mutatie onderhanden projecten Mutatie financiële vaste activa
2009 x e 1.000
-47.365 50.000 -16 -30.258 0 -147
80.038
19.580
52.464
-17.570
-15.276 37.188
2.294 -15.276 52.464
-17.570 132
20 Algemene toelichting Algemeen
Wooncorporatie Parteon is een stichting met de status van “toegelaten instelling volkshuisvesting”. Zij heeft specifieke toelating in de Zaanstreek en is werkzaam binnen de juridische wetgeving van uit de Woonwet en het Besluit Beheer Sociale Huursector. De vestigingsplaats is Wormerveer.
Regelgeving
De jaarverslaggeving door toegelaten instellingen volkshuisvesting dient te voldaan aan de eisen zoals deze zijn geformuleerd in het Besluit beheer sociale huursector. In dit besluit wordt BW2 Titel 9 voorgeschreven behoudens enkele uitzonderingen van specifieke aard. Voor verslagjaren vanaf 2005 is door de Raad voor de Jaarverslaggeving de definitieve Richtlijn 645 Toegelaten Instelling Volkshuisvesting uitgegeven. In deze richtlijn zijn onder meer specifieke modellen voor de balans en winst-en verliesrekening opgenomen en zijn voor de sector specifieke presentatie, waarderings-en verslaggevingsvoorschriften geformuleerd. De geconsilideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Toelichtingen op posten in de balans, winst-en verliesrekening en kasstroomoverzicht worden in de jaarrekening genummerd.
Schattingen
Bij toepassing van de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt de directie van Parteon zich verschillende oordelen en maakt schattingen die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in artikel 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten.
Stelselwijziging In het verslagjaar heeft Parteon verdere stappen ondernomen om de transparantie in de financiële berichtgeving van de corporatie te vergroten en een beter inzicht te geven in het resultaat, de vermogenspositie en de kasstromen van de groep. Voor dit doel is een aantal wijzigingen in de verslaggeving en presentatie doorgevoerd. Stichting Parteon verkoopt jaarlijks een deel van haar bezit via het Te Woon principe. Hierbij worden de woningen verkocht met een terugkooprecht of terugkoopplicht. Als gevolg van een wijziging in de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving dienen dergelijke verkopen voortaan on-balance verantwoord te worden.
Jaarrekening Parteon
133
Vanaf het boekjaar 2010 worden de materiële vaste activa verkocht onder voorwaarden daarom on-balance verantwoord. Voor deze stelselwijziging is gekozen om het inzicht in de jaarrekening in belangrijke mate te verbeteren. De vergelijkende cijfers zijn hierop aangepast. Eigen vermogen (geconsolideerd) per 31-12-09 volgens jaarrekening 2009 256.396.000 -322.000 Aanpassing verkopen onder voorwaarden 256.074.000 Eigen vermogen (geconsolideerd) per 31-12-09 inclusief aanpassing verkopen onder voorwaarden
Grondslagen voor consolidatie In de consolidatie worden de financiële gegevens van woningcorporatie Parteon en haar groepsmaatschappijen opgenomen. Dit betreft alle maatschappijen waarmee zij een organisatorische en economische eenheid vormt. Integraal in de consolidatie worden opgenomen deelnemingen waarin beslissende zeggenschap op het beleid kan worden uitgeoefend. In het algemeen betreft het deelnemingen waarin het belang meer dan 50% bedraagt. Vanaf de oprichtings-/overnamedatum worden de resultaten en de identificeerbare activa en passiva van nieuwe groepsmaatschappijen opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening. De oprichtings/overnamedatum is het moment dat beslissende zeggenschap kan worden uitgeoefend in de betreffende groepsmaatschappij. Groepsmaatschappijen blijven in de consolidatie opgenomen tot het moment dat zij worden verkocht; de consolidatie vindt plaats op het moment dat de beslissende zeggenschap wordt overgedragen. De in de consolidatie begrepen rechtspersonen en vennootschappen zijn: Volledig geconsolideerd Aandeel Parteon Projectontwikkeling Holding B.V. 100% Stichting Monumenten 100% Stichting Beheer en Exploitatie Registergoederen Parteon (SBER) 100% Overige deelnemingen, gewaardeerd op nettovermogenswaarde De Hemmes Beheer B.V. 25,00% De Hemmes C.V. 25,00% Woningnet 3,75% Gasfabriekterrein Zaandam B.V. 33,33% Zaanpracht V.O.F. 50,00% Stadsherstel Zaanstreek N.V. 49,00% Rosarium VOF 50,00% Parteon Projectontwikkeling Holding B.V. Parteon Projectontwikkeling Holding B.V. verzorgt de projectontwikkeling van Parteon. Nieuwbouwprojecten worden uitgevoerd binnen deze B.V. Parteon is 100% eigenaar van Parteon Projectontwikkeling Holding B.V. Stichting Monumenten Stichting Monumenten exploiteert tien monumentale panden in De Burcht in Zaandam. De verbinding is van oorsprong opgericht om subsidiegelden te ontvangen voor de monumentale panden binnen deze stichting. Het beheren van deze panden om ze te behouden voor de toekomst is voor Parteon een kernactiviteit en kan onder het prestatieveld ‘leefbaarheid’ worden gerangschikt. Parteon heeft als bestuurlijke vertegenwoordiger van de stichting invloed op de risicobeheersing.
Jaarrekening Parteon
134
Stichting Beheer en Exploitatie Registergoederen Parteon (SBER) De SBER beheert het kantoorpand van Parteon in Zaandam. Deze stichting is opgezet vanuit een fiscale invalshoek en voldoet volledig als kernactiviteit, namelijk het beheer van een eigen kantoorpand. Parteon is de bestuurder van de stichting. De Hemmes B.V. en C.V. De doelstelling van deze B.V. en C.V. is met andere partners woningbouw te ontwikkelen op een locatie in Zaanstad. De activiteiten van de verbinding zijn in het kader van de kernactiviteiten van Parteon. WoningNet WoningNet is opgericht door woningcorporaties, met als doelstelling de woningruimteverdeling van corporatiewoningen voor het SRR-gebied te coördineren. De activiteiten van de verbinding passen bij de kernactiviteiten van Parteon. Parteon houdt deze verbinding aan voor het prestatieveld ‘voorrang en passend huisvesten primaire doelgroep’. Gasfabriekterrein Zaandam B.V. en C.V. Parteon heeft een deelname in deze B.V. uit hoofde van haar projectontwikkelingsactiviteiten. Zaanpracht V.O.F. De vennootschap heeft tot doel het voor eigen rekening en risico ontwikkelen en realiseren van het project Noordeinde te Wormerveer. Stadsherstel Zaanstreek N.V. De vennootschap heeft ten doel de instandhouding van monumenten en overig cultureel erfgoed en het daartoe verkrijgen, exploiteren en vervreemden van registergoederen, het daartoe aangaan van financieringsovereenkomsten. Rosarium VOF De vennootschap heeft tot doel het ontwikkelen en (doen) realiseren van Plan Rosariumplein. Deelneming Rosarium VOF heeft een negatief vermogen. Aangezien Parteon Projectontwikkeling B.V. aansprakelijk is voor de schulden van deze deelneming is er een voorziening gevormd. Voor een uitgebreidere toelichting op de deelnemingen en de risico’s daarin verwijzen wij naar de toelichting op de balans. Intercompany-transacties en -posities Intercompany-transacties, intercompany-winsten en onderlinge vorderingen en schulden tussen groepsmaatschappijen worden geëlimineerd voor zover de resultaten niet door transacties met derden buiten de groep zijn gerealiseerd. Ongerealiseerde verliezen op intercompany-transacties worden ook geëlimineerd tenzij er sprake is van een bijzondere waardevermindering. Resultaten op intercompany-transacties tussen de consolidatie opgenomen groepsmaatschappijen worden volledig uit zowel de balanswaardering als het groepsresultaat geëlimineerd voorzover deze resultaten nog niet door een overdracht van het verkregen actief of passief aan derden buiten de groep zijn gerealiseerd.
Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Bij deze methode wordt het nettoresultaat aangepast voor posten van de winst- en verliesrekening die geen invloed hebben op ontvangsten en uitgaven in het verslagjaar, mutaties in de balansposten en posten van de winst- en verliesrekening waarvan de ontvangsten en uitgaven niet worden beschouwd als behorende tot de operationele activiteiten. De liquiditeitspositie in het kasstroomoverzicht bestaat uit de liquide middelen onder aftrek van bankkredieten. In het kasstroomoverzicht wordt onderscheid gemaakt tussen operationele, investerings- en financieringsactiviteiten. De kasstromen uit hoofde van de financiering zijn gesplitst in kasstromen met betrekking tot mutaties in de hoofdsom (opgenomen onder financieringsactiviteiten) en betaalde interest (opgenomen onder operationele activiteiten). Jaarrekening Parteon
135
21 Geconsolideerde waarderingsgrondslagen Activa en passiva Algemeen De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. De gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn ongewijzigd gebleven ten opzichte van voorgaand jaar, met uitzondering van de toegelichte stelselwijziging. Verwerking verplichtingen In de jaarrekening worden naast juridisch afdwingbare verplichtingen tevens feitelijke verplichtingen verwerkt die kunnen worden gekwalificeerd als “intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd”. Hiervan is sprake wanneer uitingen namens de corporatie zijn gedaan richting huurders, gemeenten en overige stakeholders aangaande verplichtingen inzake toekomstige herstructureringen en toekomstige nieuwbouwprojecten. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het besluitvormingsproces van de corporatie rondom projectontwikkeling en herstructurering. Van een feitelijke verplichting is sprake indien de formalisering van de definitief ontwerp fase en afgeleid het aanvragen van de bouwvergunning heeft plaatsgevonden. Dit komt overeen met fase 4 binnen de Parteon fase-structuur. Materiële Vaste Activa Onroerende en roerende zaken in exploitatie Waardering De onroerende zaken in exploitatie worden gewaardeerd tegen de reële waarde gebaseerd op bedrijfswaarde (en voor woningen die bestemd zijn voor verkoop de marktwaarde). De bedrijfswaarde wordt gevormd door de contante waarde van de geprognosticeerde kasstromen uit hoofde van toekomstige exploitatieopbrengsten en toekomstige exploitatielasten over de geschatte resterende looptijd van de investering, rekening houdend met een ingeschatte restwaarde aan het einde van de levensduur, verminderd met kosten van sloop, verhuiskostenvergoedingen e.d. Daarbij wordt rekening gehouden met de voorgenomen bestemming en aard van het bezit. De jaarlijkse stijging of daling van de bedrijfswaarde wordt verantwoord via de winst- en verliesrekening. De kasstroomprognoses zijn gebaseerd op redelijke en onderbouwde veronderstellingen die de beste schatting van de directie weergeven van de economische omstandigheden die van toepassing zullen zijn gedurende de resterende levensduur van het actief. De kasstromen zijn, voor de eerste vijf jaren, conform best practices gebaseerd op het beleid van Parteon. Voor latere jaren wordt uitgegaan van de verwachte gemiddelde groeivoeten voor inflatie, huurstijging en rente, evenals genormeerde lastenniveaus voor dagelijks onderhoud en overige variabele lasten. “Eenheden die zijn gelabeld voor verkoop in de eerste vijf jaar worden gewaardeerd tegen opbrengstwaarde (taxatie of WOZ). Eenheden waarvoor een sloopbesluit is genomen worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de laatste exploitatiejaren plus de contante waarde van de restwaarde grond, onder aftrek van kosten.
Jaarrekening Parteon
136
Bij de bepaling van de bedrijfswaarde wordt rekening gehouden met de rentabiliteitswaardecorrectie van de bestaande leningenportefeuille. De rentabiliteitswaardecorrectie betreft het verschil tussen de contante waarde van de verwachte kasstromen uit hoofde van leningen en de waardering van deze posten op de balans. Bedrijfswaarde De uitgangspunten bij de bedrijfswaardeberekeningen zijn gebaseerd op de meerjarenbegroting. De economische parameters daarbij zijn producten van inschattingen en visie. Om teveel “buikgevoel”te voorkomen baseert Parteon haar lange termijnvisie op de inschatting van het CFV. Indien het CFV geen uitspraken doet hanteert Parteon de visie van Ortec Finance van maart 2010. Het CFV en Ortec Finance maken onderscheid tussen de eerste vijf jaar en periode na vijf jaar. Uitgangspunten: • De reguliere huurverhoging is afhankelijk van wettelijke beperkingen. De maximale huurstijging is gekoppeld aan de prijsinflatie van het voorgaand jaar. Parteon baseert de jaarlijkse huurverhoging op de raming van de prijsinflatie van het CFV voor de eerste vijf jaar. • Jaarlijkse huurderving van 1,10%. • De mutatiegraad is gestandaardiseerd. Eengezinswoningen 3,5%; Meergezinswoningen met lift 7,2%; meergezinswoningen zonder lift 9,7% en gemengde complexen en overige eenheden 6,1%. • Huurharmonisatie De huurharmonisatie wordt conform best pratices voor vijf jaar ingerekend. De harmonisatie vindt in een keer plaats bij mutatie. De geliberaliseerde huurvoorraad tot 100% van maximaal redelijk. De sociale woningvoorraad tot 90% van maximaal redelijk. De te slopen woningvoorraad tot 75% van maximaal redelijk bij sloop binnen 5 jaar. Geen huurverhoging voor woningen die binnen 2 jaar gesloopt worden. • Stijging van de begrote lasten: - Stijging van de variabele lasten jaarlijks met loonindex - Stijging loonkosten jaarlijks met loonindex - Stijging onderhoudslasten jaarlijks met onderhoudsindex - Stijging opbrengsten verkoop met markindex Jaar Huurstijging Prijsindex Loonindex Onderhoudsindex Marktindex 2011 1,00% 1,25% 1,25% 1,65% 2,45% 2012 1,25% 1,50% 1,50% 2,05% 2,45% 2013 1,50% 1,75% 1,75% 2,45% 2,45% 2014 1,75% 2,00% 2,00% 2,85% 2,45% 2015 2,00% 2,25% 2,25% 3,25% 2,45% 2016 en verder 2,00% 2,00% 3,00% 3,00% 2,45% Het reparatie- en mutatieonderhoud worden ingerekend op bedrijfseconomische interne normen, die de basis vormen voor de meerjaren begroting.
Jaarrekening Parteon
137
• Het disconteringspercentage is 5,25% gebaseerd op de best practice binnen de branche. Parteon disconteert medio boekjaar, conform het CFV. • In de bedrijfswaardeberekening is rekening gehouden met de verkopen volgens de opgave van de afdeling Scope. Deze worden over een periode van vijf jaar meegenomen in de berekening. Hierbij is aangenomen dat de verkopen op basis van de mutatiegraad plaats vinden. De verkoopprijzen zijn bepaald op basis van de WOZ-waarde of indien beschikbaar de taxatiewaarde. Op de WOZ-waarde wordt 8% afslag genomen op basis van historische gegevens. Er wordt geen boekwaarde toegerekend aan het verkoopresultaat aangezien de waardering van materiële vaste activa in exploitatie op bedrijfswaarde is. De verkoopkosten en huurderving voor verkoop zijn opgenomen in het verkoopresultaat. De verkoopkosten zijn gemiddeld 3% van de verkoopprijs. De huurderving is voor negen maanden ingerekend in 2011 en voor zes maanden vanaf 2012. De verkopen uit koopgarant worden tegen 75% van de taxatiewaarde verkocht. • De investeringen Projectmatig onderhoud worden volgens de opgave van afdeling Projectmatig onderhoud & verbetering voor vijf jaar ingerekend in de bedrijfswaarde berekening, conform de best practices. Bij de verbeteringen wordt beoordeeld in hoeverre de ingreep een verlenging van de exploitatieperiode als gevolg heeft. Hierbij wordt een verlenging van de exploitatieperiode van 15 of 25 jaar toegepast. De mate van de renovatie bepaald de betreffende levensduurverlenging (de bijbehorende uitgaven liggen gemiddeld rond de € 40.000). Hiernaast brengt de ingreep een verhoging van de taxatiewaarde met zich mee. Uitgangspunt hierbij is dat 25% van de investering wordt ‘terugverdiend indien het pand verkocht wordt. De verlenging van de exploitatieperiode heeft doorgaans een verhoging van de bedrijfswaarde tot gevolg. De verhoging van de taxatiewaarde heeft hogere verkoopprijzen als gevolg. • Het budget regulier planmatig onderhoud bestaat uit het onderhoudsdeel en het aanbrengen van energiezuinige maatregelen. Het onderhoudsdeel bestaat uit het terugbrengen van de bestaande elementen op het oorspronkelijke kwaliteitsniveau (bijvoorbeeld cyclische maatregelen zoals het schilderwerk). De energiezuinige maatregelen zijn opgebouwd uit het aanbrengen van dubbele beglazing en gevelisolatie. • De restant levensduur is, conform de best practice, gezet op minimaal 10 jaar indien er nog geen concrete plannen voor woningen zijn beschreven (zoals sloop, verkoop etc.). De levensduur van woningen kan gedurende de exploitatie wijzigen. Middels (grootschalige) renovatie kan de exploitatieduur worden verlengd. Deze verlenging komt na het uitvoeren van de renovatie in de berekening van de bedrijfswaarde tot uitdrukking. • De bedrijfswaarde bevat een restwaarde aan het eind van de levensduur. De restwaarde bestaat uit de waarde van de grond minus de uitgaven om de grond bouwrijp te maken. Deze kasstromen worden met de prijsindex geïndexeerd naar het einde van de levensduur en contant gemaakt met de disconteringsfactor. Uitgangspunt bij de verwachte bestemming van de grond is bouwrijpe grond met een sociale huurbestemming. De grondwaarde einde exploitatie en bijkomende kosten zijn gebaseerd op de best practices. Sociale woningbouw € 20.000 Sloopkosten € 5.000 Uitplaatsingkosten € 5.000 Kosten bouwrijp maken € 5.000 • Bij de bepaling van de bedrijfswaarde wordt rekening gehouden met de rentabiliteitswaarde-correctie van de bestaande leningen portefeuille. Onroerende en roerende zaken verkocht onder voorwaarden Waardering tegen actuele waarde “Onroerende zaken die in het kader van een regeling Verkoop onder Voorwaarden (VOV) zijn overgedragen aan een derde en waarvoor de woningcorporatie een terugkoopplicht kent worden aangemerkt als financieringsconstructie. De betreffende onroerende zaken worden gewaardeerd tegen actuele waarde zijnde de met de koper overeengekomen contractprijs (eerste waardering) en daarna de marktwaarde op basis van VOV.
Jaarrekening Parteon
138
Indien de regeling voorziet in een terugkooprecht tegen een significant lagere terugkoopprijs dan de reële waarde op het terugkoopmoment dan is de verwerking overeenkomstig de terugkoopplicht. Voor de in de regeling overeengekomen overdrachtswaarde wordt aan de creditzijde van de balans een terugkoopverplichting opgenomen. Deze terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd en getoetst aan de bij overdracht ontstane verplichting rekening houdend met de contractvoorwaarden. In het kader van de verkoop van woningen onder voorwaarden heeft de corporatie een terugkoopverplichting en/of recht die/dat mede afhankelijk is van de ontwikkeling van de waarde van de woningen in het economisch verkeer. De terugkoopverplichting/recht wordt jaarlijks gewaardeerd. De mogelijke per saldo toename van de terugkoopverplichting ten opzichte van de bij overdracht ontstane verplichting wordt geactiveerd, een per saldo afname wordt als resultaat verantwoord.” Onroerende en roerende zaken in ontwikkeling Dit betreffen huurcomplexen in aanbouw die worden gewaardeerd tegen uitgaafprijzen en toegerekende kosten van het werkapparaat uit hoofde van voorbereiding, toezicht en directievoering onder aftrek van een bijzondere waardevermindering uit hoofde van te dekken stichtingskosten.De bijzondere waardevermindering (onrendabele top) wordt in de resultatenrekening verantwoord onder de post Overige waardeveranderingen (im)materiële vaste activa. Voorts wordt rente tijdens de bouw toegerekend. De geactiveerde rente wordt berekend tegen de gemiddelde rentevoet over het totale vreemde vermogen. Voor onroerende zaken waarvoor specifieke financiering is aangetrokken wordt de interestvoet van deze specifieke financiering gehanteerd. Indien de bijzondere waardevermindering hoger is dan de waarde van de onroerende zaken in ontwikkeling, dan wordt de onroerende zaak op nihil gewaardeerd en wordt een voorziening aan de creditzijde van de balans opgenomen. Rentetoerekening vindt eerst plaats nadat ontwikkelactiviteiten zijn gestart. Met betrekking tot zogeheten gecombineerde projecten wordt het huurdeel en het koopdeel apart verantwoord. Oftewel als aparte projecten gezien en als zodanig verantwoord. Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie “De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden gewaardeerd op basis van aanschafwaarde onder aftrek van lineaire of annuïtaire afschrijvingen en waardeverminderingen. Afschrijvingstermijnen Kantoor 50 jaar annuïtair Inventaris 5 jaar lineair Automatisering 3 jaar lineair Materiële investeringen in software 5 jaar lineair Vervoermiddelen 5 jaar lineair Te vorderen BWS-subsidies Dit betreft de vordering uit hoofde van binnen het Besluit Woninggebonden Subsidies toegezegde bedragen. Aflossing vindt plaats middels annuïteiten. Jaarlijks wordt de vordering verlaagd met de ontvangen bedragen van de gemeente. Het kortlopende deel van deze post is opgenomen onder de vlottende activa. In 2010 is de BWS afgekocht door de gemeente.
Jaarrekening Parteon
139
Deelnemingen Deelnemingen in groepsmaatschappijen en overige deelnemingen waarin invloed van betekenis kan worden uitgeoefend worden gewaardeerd volgens de nettovermogens-waardemethode. Invloed van betekenis wordt in ieder geval verondersteld aanwezig te zijn bij een aandeelhoudersbelang van meer dan 20%. De nettovermogenswaarde wordt berekend volgens de grondslagen die gelden voor deze jaarrekening; voor deelnemingen waarvan onvoldoende gegevens beschikbaar zijn voor aanpassing aan deze grondslagen, wordt uitgegaan van de waarderingsgrondslagen van de betreffende deelneming. Indien de waardering van een deelneming volgens de nettovermogenswaarde negatief is, wordt deze op nihil gewaardeerd. Indien en voorzover Parteon in deze situatie geheel of ten dele instaat voor de schulden van de deelneming respectievelijk het stellige voornemen heeft de deelneming tot betaling van haar schulden in staat te stellen wordt een voorziening getroffen. Deelnemingen waar geen invloed van betekenis kan worden uitgeoefend worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of, indien hiertoe aanleiding bestaat, een lagere waarde. Overige financiële vaste activa De onder financiële vaste activa opgenomen vorderingen omvatten verstrekte leningen en overige vorderingen, alsmede gekochte leningen dit tot einde looptijd zullen worden aangehouden. Deze vorderingen worden initieel gewaardeerd tegen reële waard.Indien leningen niet vorderbaar zijn, zal daarvoor een voorziening getroffen worden. Latente belastingvorderingen en -verplichtingen “Latente belastingvorderingen en -verplichtingen worden opgenomen voor tijdelijke verschillen tussen de waarde van de activa en passiva volgens fiscale voorschriften enerzijds en de boekwaarden die in deze jaarrekening gevolgd worden anderzijds. De berekening van de latente belastingvorderingen en -verplichtingen geschiedt tegen de belastingtarieven die op het einde van het verslagjaar gelden, of tegen de tarieven die in de komende jaren gelden, voor zover deze al bij wet zijn vastgesteld. Latente belastingvorderingen uit hoofde van verrekenbare verschillen en beschikbare voorwaartse verliescompensatie worden opgenomen voor zover het waarschijnlijk is dat er toekomstige fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee verliezen kunnen worden gecompenseerd en verrekeningsmogelijkheden kunnen worden benut. Latente belastingen worden verantwoord voor tijdelijke verschillen inzake groepsmaatschappijen, deelnemingen en joint ventures, tenzij Parteon in staat is het tijdstip van afloop van het tijdelijk verschil te bepalen en het niet waarschijnlijk is dat het tijdelijke verschil in de voorzienbare toekomst zal aflopen. Latente belastingvorderingen zijn opgenomen onder de financiële vaste activa, latente belastingverplichtingen zijn opgenomen onder de voorzieningen. Belastinglatenties worden gewaardeerd op basis van contante waarde. Voorraden Waardering van voorraden grond- en hulpstoffen vindt plaats tegen verkrijgingsprijs. Tevens wordt rekening gehouden met een aftrek voor mogelijke incourantheid gebaseerd op verwachte lagere marktwaarde. Voorraden onderhanden werk Dit betreffen (nog) onverkochte koopcomplexen in aanbouw die worden gewaardeerd tegen uitgaafprijzen en toegerekende kosten van het werkapparaat uit hoofde van voorbereiding, toezicht en directievoering onder aftrek van eventuele voorzienbare verliezen. Tevens worden de grondposities en alle projecten t/m fase 3 van het Parteon fase model verantwoord.
Jaarrekening Parteon
140
Voorts wordt rente tijdens de bouw toegerekend. De geactiveerde rente wordt berekend tegen de gemiddelde rentevoet over het totale vreemde vermogen. Voor onroerende zaken waarvoor specifieke financiering is aangetrokken wordt de interestvoet van deze specifieke financiering gehanteerd. Indien de (eventueel) genomen verliezen hoger zijn dan de waarde van de reeds gemaakte kosten, dan wordt de onroerende zaak op nihil gewaardeerd en wordt een voorziening aan de creditzijde van de balans opgenomen. Grondposities zijn per jaareinde beoordeeld o.b.v. de minimumwaarderingsregel. Dit houdt in dat de boekwaarde van de grondposities getoetst is aan de actuele waarde van de grondposities en eventuele noodzakelijke afboekingen hebben plaatsgevonden. Onderhanden projecten De post onderhanden projecten (reeds verkochte productie) bestaat uit, indien van toepassing, het saldo van gerealiseerde projectkosten (inclusief toegerekende rente en algemene kosten), toegerekende winst, verwerkte verliezen en reeds gedeclareerde termijnen met betrekking tot alle verkochte panden. De winsten worden in principe genomen naar rato van de voortgang van het project (percentage of completion methode) en verliezen indien voorzienbaar. Vorderingen Waardering geschiedt tegen nominale waarde rekening houdend met een voorziening voor mogelijke oninbaarheid. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekeningcourantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Overige reserve De overige reserve is de reserve van Parteon waarover de daartoe bevoegde organen zonder belemmering door wettelijke of statutaire bepalingen kunnen beschikken. Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen en verliezen die op balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de hoogte redelijkerwijs kan worden geschat. Voorzieningen worden tegen nominale waarde opgenomen. De voorziening voor reorganisatiekosten betreft de kosten samenhangend met in gang gezette reorganisaties. De vorming van de reorganisatievoorziening vindt plaats op het moment waarop tot aanpassing van de organisatie is besloten en dit kenbaar is gemaakt. De voorziening voor toekomstige projecten wordt gevormd voor projecten welke zich in de fase van definitief ontwerp (intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd) of verder bevinden en er een begroot verlies/onrendabel aanwezig is. Langlopende schulden De leningen worden afgelost op basis van annuïteiten, lineair of worden na afloop van de leningsduur ‘ineens’ (fixe-leningen) afgelost. Ook worden leningen afgelost volgens het dynamische kostprijssysteem. In het laatste geval vindt geen aflossing plaats zolang de exploitaties van de activa, die met klimleningen zijn gefinancierd, voorgecalculeerde exploitatieverliezen opleveren. Gedurende die periode worden deze leningen jaarlijks met genoemde verliezen verhoogd. De aflossingsverplichting voor het komend jaar van de langlopende schulden is opgenomen onder de kortlopende schulden. In het kader van de verkoop van woningen onder voorwaarden heeft de corporatie een terugkoopverplichting die mede afhankelijk is van de ontwikkeling van de waarde van de woningen in het economisch verkeer. De terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd.
Jaarrekening Parteon
141
Overige activa en passiva Voor zover in het bovenstaande niet anders is aangegeven, worden activa en passiva gewaardeerd op nominale waarde. Hierbij wordt op vorderingen, indien dit noodzakelijk is, een voorziening wegens mogelijke oninbaarheid in mindering gebracht.
Grondslagen voor bepaling van het resultaat Opbrengsten en kosten
Algemeen Het resultaat wordt bepaald als verschil tussen de opbrengstwaarde van de geleverde prestaties en de kosten en andere lasten over het jaar. De resultaten op transacties worden verantwoord in het jaar waarin zij zijn gerealiseerd; verliezen reeds zodra zij voorzienbaar zijn. Opbrengsten uit de levering van goederen worden verwerkt zodra alle rechten en risico’s met betrekking tot het eigendom van de goederen zijn overgedragen aan de koper. Opbrengsten uit de levering van diensten geschieden naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten. Opbrengsten met betrekking tot onderhanden projecten in opdracht van derden bestaan uit de contractueel overeengekomen tegenprestaties, meer- en minderwerk en claims en vergoedingen voor zover die opbrengsten zullen worden gerealiseerd en betrouwbaar kunnen worden vastgesteld. Huren Jaarlijks worden de huren verhoogd met een percentage welke door het huurbeleid is vastgesteld. De opbrengsten bestaan uit de huren van de woningen, kantoren, winkels, bedrijfspanden en garages. Vergoedingen De vergoedingen bestaan uit bijdragen voor geisers en de voorschotten van servicecomponenten. Deze vergoedingen zijn gebaseerd op de geraamde kosten. Jaarlijks vindt op basis van de werkelijke kosten een afrekening plaats. Overheidsbijdragen Jaarlijks worden er bijdragen ontvangen van de gemeente voor in het verleden aangebrachte woning aanpassingen ten behoeve van mindervaliden. Verkoop onroerende zaken “De post verkopen onroerende zaken betreft, bij verkoop bestaand bezit, het saldo van de behaalde verkoopopbrengst minus verkoopkosten en minus de opgeofferde bedrijfswaarde. De opgeofferde bedrijfswaarde is gelijkgesteld aan 100% van de WOZ-waarde. Bij verkoop nieuwbouwwoningen wordt onder de post verkopen onroerende zaken opgenomen de behaalde verkoopopbrengst minus de vervaardigingsprijs en verkoopkosten. Eventuele verliezen op nieuwbouw koopprojecten worden verantwoord zodra deze voorzienbaar zijn. De opbrengst uit woningen verkocht onder voorwaarden worden niet verantwoord als verkoopopbrengst daar de belangrijkste economische rechten niet zijn overgedragen aan de koper. De gegarandeerde terugkoopverplichting wordt opgenomen onder de post Langlopende schulden, terugkoopverplichting VOV woningen en wordt jaarlijks met inachtname van de contractvoorwaarden gewaardeerd.
Jaarrekening Parteon
142
Geactiveerde productie ten behoeve van het eigen bedrijf De toe te rekenen interne directe kosten in het kader van voorfinanciering ten behoeve van onroerende zaken in ontwikkeling worden hieronder verantwoord. Overige bedrijfsopbrengsten Alle overige opbrengsten kunnen verdeeld worden naar doorbelastingen, administratiekosten en overige opbrengsten. Afschrijvingen op materiële vaste activa De afschrijvingen op materiële vaste activa ten dienste van de exploitatie worden gebaseerd op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode danwel de annuïtaire methode op basis van de geschatte economische levensduur. Met een mogelijke restwaarde wordt geen rekening gehouden. Overige waardeveranderingen materiële vaste activa “De overige waardeveranderingen materiële vaste activa in ontwikkeling worden gebaseerd op de waardering van de projecten in ontwikkeling. De onder deze post verantwoorde bedragen hebben betrekking op een afboeking dan wel terugneming van een bijzondere waardevermindering. Periodiek betaalbare beloningen Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de winst-en-verliesrekening voorzover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Pensioenregeling De pensioenregeling van SPW is een toegezegde pensioenregeling bij het bedrijfstakpensioenfonds.Hierbij is een pensioen toegezegd aan personeel op de pensioengerechtigde leeftijd, afhankelijk van leeftijd, salairs en dienstjaren. Deze toegezegde pensioenregeling is verwerkt als zou sprake zijn van een toegezegde bijdrageregeling. In het geval van een tekort bij SPW heeft de werkgever geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen, behalve een verplichting tot het voldoen van hogere toekomstige premies. Indien een tekort/overschot in het fonds een mutatie van de premie tot gevolg heeft, dient de werkgever informatie van SPW te ontvangen betreffende het tekort /overschot en de mogelijke gevolgen voor de werkgever. De premies worden verantwoord als personeelskosten als deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien deze tot een terugstorting leiden of tot een vermindering van toekomstige betalingen. Lasten onderhoud Onder deze post worden alle direct aan het verslagjaar toe te rekenen kosten van onderhoud verantwoord. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden. Reeds aangegane verplichtingen waarvan de werkzaamheden nog niet zijn uitgevoerd op balansdatum worden verwerkt onder de niet uit de balans blijkende verplichtingen. Het klachten- en mutatieonderhoud wordt onderscheiden in kosten van derden en eigen dienst, alsmede de kosten van het materiaalverbruik. In de winst- en verliesrekening zijn de kosten van de eigen dienst opgenomen bij de kostensoort salarissen en sociale lasten. De lasten van onderhoud onderscheiden zich van activeerbare uitgaven door het feit dat er geen sprake is van een waardeverhoging van het actief. Overige bedrijfslasten De overige bedrijfslasten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. Rentebaten en -lasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen.
Jaarrekening Parteon
143
Rentelasten worden geactiveerd voor kwalificerende activa gedurende de periode van vervaardiging van een actief, indien het een aanmerkelijke hoeveelheid tijd vergt om het actief gebruiksklaar of verkoopklaar te maken. De te activeren rente wordt berekend op basis van de verschuldigde rente over specifiek voor de vervaardiging opgenomen leningen en van de gewogen rentevoet van leningen die niet specifiek aan de vervaardiging van het actief zijn toe te rekenen, in verhouding tot de uitgaven en periode van vervaardiging. Financiële instrumenten “Binnen het treasurybeleid van Parteon dient het gebruik van financiële instrumenten ter beperking van inherente (rente-, looptijden- en markt) risico’s. Op grond van het vigerende interne treasurystatuut is het gebruik van financiële instrumenten slechts toegestaan voor zover er een materieel verband met het belegde/gefinancierde vermogen kan worden gelegd en de toepassing er van tot een positie van de totale leningen-/beleggingenportefeuille leidt welke vergelijkbaar is met een positie zonder gebruik te maken van deze instrumenten. Belastingen “Vanaf 1 januari 2008 is Parteon integraal belastingplichtig geworden voor de vennootschapsbelasting. Corporaties zijn sindsdien verplicht over hun integrale activiteiten vennootschapsbelasting te betalen. Een en ander is vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst (VSO). In deze VSO zijn specifieke bepalingen opgenomen met betrekking tot de waardering van posten op de fiscale openingsbalans en de wijze van resultaatneming. De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de winst-en-verliesrekening, rekening houdend met beschikbare fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief. Deze last is in de geconsolideerde resultatenrekening opgenomen. Ten aanzien van de acute belastinglast en belastinglatenties in de jaarrekening heeft Parteon een aantal standpunten ingenomen die eerst bij afwerking van de aangifte over de verslagjaren 2006 tot en met 2010 door de fiscus zullen worden getoetst. De belangrijkste standpunten betreffen: • Het onderscheid tussen onderhoudskosten en investeringen; • De verwerking van projectontwikkelingsresultaten • Dientengevolge kan de fiscale last over 2010 en voorgaande jaren nog wijzigingen ondergaan en belastinglatenties een andere waarde kennen. Mutatie actuele waarde Onder deze post worden de wijzigingen in de actuele waarde verantwoord die betrekking hebben op het vastgoed van Parteon dat op de balans tegen actuele waarde is gewaardeerd.
Jaarrekening Parteon
144
22 Toelichting op de geconsolideerde balans (bedragen x € 1.000) 1. Onroerende en roerende zaken in exploitatie De mutaties in de onroerende zaken in exploitatie zijn als volgt: 2010 693.190
2009 577.298
1.431 7.803 9.234
15.545 -12.767 2.778
Stap 2: Gevolgen van aanpassingen beleidsparameters en uitgangspunten Huurbeleid Onderhoudslasten Overige exploitatie baten en lasten Levensduur Restwaarde Voorgenomen investeringen (projectmatig onderhoud) Inflatie Disconteringsvoet Subtotaal
2.514 -18.806 -22.088 -3.280 2.886 2.060 -30.441 53.511 -13.644
-27.194 22.483 33.676 7.830 0 19.763 26.275 0 82.833
Stap 3: Gevolgen van mutaties in het bezit Aankoop en nieuwbouw Sloop, verkoop en uit exploitatie Subtotaal
8.622 -11.353 -2.731
6.830 24.651 31.481
0 0
0 0
-1.950 -31.976 47.720 93 13.887
167 0 113 -1.480 -1.200
699.936
693.190
Bedrijfswaarde per 1 januari Stap 1: Effecten realisatie en autonome ontwikkelingen Mutatie in de bedrijfswaarde van de materiële vaste activa Effect contante waarde en restant levensduur Subtotaal
Stap 4: Gevolgen van mutatie in stelsel-/schattingswijziging Disconteringsmethodiek Subtotaal Stap 5: Rentabiliteitswaarde correctie Effect jaar opschuiven Disconteringsvoet Invloed nieuwe leningen Mutatie in bestaande leningen Subtotaal Bedrijfswaarde per 31 december
Jaarrekening Parteon
145
Bedrijfswaarde per 1 januari Investeringen Desinvesteringen verkoop Mutatie actuele waarde (via V&W) Bedrijfswaarde per 31 december
693.190 14.918 -5.528 -2.644 699.936
577.298 37.353 -11.550 90.089 693.190
Op basis van de historische kostprijs is de waarde van de materiële vaste activa 522 miljoen (2009:512 miljoen)
Stap 1: Effecten realisatie en autonome ontwikkelingen In deze stap worden de effecten van het verleggen van het jaar op de ongewijzigde materiële vaste activa in kaart gebracht. Het effect wordt veroorzaakt door het wegvallen van de kasstromen 2010, het één jaar dichterbij komen van de kasstromen en nieuwe (des)-investeringen binnen de waarderingshorizon van vijf jaar. Stap 2: Gevolgen van aanpassingen beleidsparameters en uitgangspunten In deze stap worden de effecten van de gewijzigde aannames voor de parameters in kaart gebracht. Het effect wordt veroorzaakt door wijzigingen in het beleid, aanpassingen van indexaties en wijziging van de disconteringsvoet. De indexaties en disconteringsvoet zijn aangepast conform de aanpassingen van de parameters van het Centraal Fonds Volkshuisvesting en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Stap 3: Gevolgen van mutaties in het bezit Dit betreft de veranderingen in de bedrijfswaarde als gevolg van mutaties in het bezit. Enerzijds wordt dit effect veroorzaakt door het verschil tussen de realisatie in 2010 en de ingerekende mutaties in de bedrijfswaarde ultimo 2009. Anderzijds door wijzigingen in het het toekomstige beleid verkoop, sloop, nieuwbouw en aankoop. Stap 5: Rentabiliteitswaarde correctie De mutatie in de rentabiliteitswaardecorrectie wordt veroorzaakt door het verleggen van het jaar, nieuwe leningen, renteconversies, aanpassingen in de bestaande leningenportefeuille en aanpassing van de disconteringsvoet. Voor nadere informatie: zie geconsolideerde waarderingsgrondslagen paragraaf “Bedrijfswaarde”.
2. Onroerende en roerende zaken verkocht onder voorwaarden De mutaties in de onroerende zaken verkocht onder voorwaarden zijn als volgt:
Boekwaarde per 1 januari Investeringen (nieuwe verkopen) Waardeontwikkeling portefeuille Desinvesteringen (terugkopen) Boekwaarde per 31 december
2010 26.276 19.312 8 1.89143.705
Per 31 december 2010 zijn er 381 woningen verkocht onder voorwaarden (2009: 247)
Jaarrekening Parteon
146
3. Onroerende en roerende zaken in ontwikkeling De mutaties in de onroerende en roerende zaken in ontwikkeling zijn als volgt:
2010 6.935 62.215 -9.103
2009 12.186 57.042 -15.917
60.047
53.311
(Des)investeringen Resultaatneming Oplevering projecten Mutaties
45.376 -8.931 -37.754
47.153 -33.544 -6.874
-1.308
6.735
Eindstand MVA in ontwikkeling Eindstand onderhanden werk Eindstand onderhanden projecten Eindstand Voorzieningen Boekwaarde per 31 december
8.198 58.602 1.883 -9.944
6.935 62.215 0 -9.103
58.739
60.047
Beginstand MVA in ontwikkeling Beginstand onderhanden werk Beginstand Voorzieningen Boekwaarde per 1 januari
(On)roerende zaken in ontwikkeling Beginstand Overboekingen Investeringen Resultaatneming huur Resultaatneming koop Opleveringen Eindstand
6.935 2.898 2.535 -424 194 -3.940 8.198
Voorraden onderhanden werk 62.215 -3.415 9.37 -1.719 -645 -7.204 58.602
Onderhanden projecten 239 2.837 340 -1.533 1.883
Voorziening toekomstige project resultaten -9.103 278 30.633 -4.969 -1.707 -25.076 -9.944
Totaal 60.047 0 45.376 -7.113 -1.818 -37.754 58.739
Fase 0: Acquisitie Fase 1: Gebiedsvisie Fase 2: Haalbaarheid Fase 3: Voorlopig ontwerp Fase 4: Definitief ontwerp Fase 5: Bouwvoorbereiding Fase 6: In uitvoering Fase 7: Nazorg Totaal
31-12-10 1.812 9.085 11.769 18.290 18.421 -8.294 7.656 0 58.739
31-12-09 0 4.060 7.202 12.941 22.162 1.370 12.312 0 60.047
In de projecten is een bedrag van € 3,5 miljoen (2009: € 4,1 miljoen) aan toegerekende rente en € 3,9 miljoen (2009: € 5,7 miljoen) aan toegerekende algemene kosten opgenomen. Het rentepercentage over 2010 bedroeg 5,0% (2009: 5,0%).
Jaarrekening Parteon
147
De systematiek voor de vrijval van de toerekening algemene kosten is als volgt: Fase nr. Omschrijving AK % Cummulatief AK % 0 Acquisitie 0,0% 0,0% 1 Gebiedsvisie 0,0% 0,0% 2 Haalbaarheid 0,7% 0,7% 3 Voorlopig ontwerp 1,3% 2,0% 4 Definitief ontwerp 1,3% 3,3% 5 Bouwvoorbereiding 1,2% 4,5% 6 In uitvoering 0,5% 5,0% 7 Nazorg 0,0% 5,0%
4. Onroerende en de roerende zaken ten dienste van de exploitatie: De mutaties in de onroerende en de roerende zaken ten dienste van de exploitatie zijn als volgt: 2010
2009
Verkrijgings-/vervaardigingsprijs
21.016
19.522
Cumulatieve afschrijvingen
-12.959
-12.582
Boekwaarde per 1 januari
8.057
6.940
Investeringen
1.163
2.127
Desinvesteringen
211
-633
Desinvesteringen afschrijvingen
174
-798
Afschrijvingen
-869
421
679
1.117
Verkrijgings-/vervaardigingsprijs
22.390
21.016
Cumulatieve afschrijvingen
-13.654
-12.959
8.736
8.057
Mutaties
Boekwaarde per 31 december
Verzekeringen De onroerende zaken (inclusief kantoorpanden inclusief inventaris) zijn per 31 december 2010 voor € 1,3 miljard verzekerd tegen het uitgebreide risico van brand- en stormschade. De waarde van de onroerende goederen bedroeg volgens de aanslag onroerend zaakbelasting ruim € 2,7 miljard. De onroerende en roerende zaken zijn per 31 december 2010 verzekerd. De specificatie van de lopende verzekeringen is: - Kantoorpanden, woningen en BOG: brand/storm - Inventaris: inboedelverzekering - Vervoermiddelen: wa + casco - Reconstructie: premie risque
Jaarrekening Parteon
148
5. Deelnemingen Saldo 1 januari Investeringen Afboeking deelneming Resultaat deelnemingen Saldo 31 december
De Hemmes Beheer B.V. De Hemmes C.V. Woningnet Gasfabriekterrein Zaandam B.V. Zaanpracht V.O.F. Stadsherstel Zaanstreek Rosarium VOF
2010 1.051 0 0 5 1.056
Woonplaats
Aandeel
Netto vermogenswaarde
Wormerveer Wormerveer Utrecht Utrecht Haarlem Amsterdam Wormerveer
25,00% 25,00% 3,75% 33,30% 50,00% 49,00% 50,00%
17.000 45.000 6.815.000 69.000 146.000 1.406.000 (26.212)
2009 345 49 0 657 1.051 Netto vermogenswaarde (aandeel Parteon) 4.000 11.000 255.563 23.000 73.000 688.940 (13.106)
Hemmes Beheer B.V. De vennootschap heeft ten doel het beheren, exploiteren, financieren en administreren, alsmede het verkrijgen en vervreemden van aandelen en andere registergoederen en roerende zaken, alsmede het beheren van vermogenswaarden, het deelnemen in, het bestuur voeren over en het financieren van andere ondernemingen, van welke aard ook en voorts het verrichten van alle overige handelingen op commercieel, financieel, en industrieel gebied en alles wat met het vorenstaande samenhangt of daartoe bevorderlijk is, daaronder begrepen het toezicht houden op andere ondernemingen. Hemmes C.V. Doel van Hemmes C.V. is om partner te zijn van Gemeente Zaanstad voor ontwikkeling, realisatie en verkoop van woningen alsmede bedrijfsruimte op het schiereiland De Hemmes en het tot stand brengen van optimaal woon en werkmilieu. WoningNet WoningNet is opgericht door woningcorporaties, met de doelstelling om de woningruimteverdeling van corporatiewoningen voor het SRR-gebied te coördineren. De activiteiten van de verbinding passen bij de kernactiviteiten van Parteon. Gasfabriekterrein Zaandam B.V. Parteon heeft een deelname in deze B.V. uit hoofde van haar projectontwikkelingsactiviteiten. V.O.F. Zaanpracht. De vennootschap heeft tot doel het voor eigen rekening en risico ontwikkelen en realiseren van het project Noordeinde te Wormerveer. Stadsherstel Zaanstreek N.V. De vennootschap heeft ten doel de instandhouding van monumenten en overig cultureel erfgoed en het daartoe verkrijgen, exploiteren en vervreemden van registergoederen, het daartoe aangaan van financieringsovereenkomsten. Rosarium VOF. De vennootschap heeft tot doel het ontwikkelen en (doen) realiseren van Plan Rosariumplein. Deelneming Rosarium VOF heeft een negatief eigen vermogen. Aangezien Parteon Projectontwikkeling B.V. aansprakelijk is voor de schulden van deze deelneming is er een voorziening gevormd.
Jaarrekening Parteon
149
6. Leningen u/g Leningen starters Leningen personeel Totaal
31-12-10 408 6 414
31-12-09 0 18 18
Voor de lening aan de Hemmes wordt verwacht dat deze niet terugbetaald wordt door de Hemmes C.V. Ten behoeve van de vordering is een voorziening getroffen. De uitstaande lening staat nu nog voor € 1,- op de balans. Leningen starters Saldo 1 januari Nieuwe leningen Aflossingen Saldo 31 december
2010 0 408 0 408
2009 0 0 0 0
Leningen personeel Saldo 1 januari Nieuwe leningen Aflossingen Saldo 31 december
2010 18 0 -12 6
2009 27 0 -9 18
31-12-10 0 0 0 0
31-12-09 17.251 0 0 17.251
31-12-10 0 0 0
31-12-09 17.369 -118 17.251
7. Latente vennootschapsbelasting Latentie uit hoofde van tijdelijke verschillen Latentie verrekenbaar resultaat 2006 Latentie verrekenbaar resultaat 2007
De latentie uit hoofde van tijdelijke verschillen bestaat uit: Actieve latentie uit hoofde van tijdelijke verschillen Passieve latentie uit hoofde van tijdelijke verschillen
“De latentie vennootschapsbelasting is op nihil gewaardeerd, omdat het de inschatting is dat er in de toekomst nooit verrekening zal plaatsvinden. Indien de latentie zou worden gewaardeerd tegen nominale waarde dan bedraagt deze circa € 335 miljoen, dit betreft met name het vastgoed. Naar verwachting zal deze latentie over het vastgoed niet tot afwikkeling komen binnen een afzienbare termijn. 8. Voorraden Onderhoudsmaterialen Overige voorraden Totaal 9. Voorraad onderhanden werk Voorraad onderhanden werk Totaal
31-12-10 132 89 221
31-12-09 89 90 179
31-12-10 58.602 58.602
31-12-09 62.215 62.215
Voor een nadere toelichting van de voorraden onderhanden werk, wordt verwezen naar de toelichting op de materiële vaste activa in ontwikkeling. Jaarrekening Parteon
150
10. Onderhanden projecten Onderhanden projecten Totaal
31-12-10 1.883 1.883
31-12-09 0 0
Voor een nadere toelichting van de onderhanden projecten, wordt verwezen naar de toelichting op de materiële vaste activa in ontwikkeling. 11. Huurdebiteuren Huurdebiteuren Voorziening dubieuze huurdebiteuren Totaal 12. Gemeenten BWS subsidie (kortlopend deel) BWS subsidie oude jaren al vrijgevallen Totaal 13. Overige vorderingen Kortlopende deel leningen u/g Te vorderen b.t.w. Overige vorderingen Vorderingen op instellingen Totaal 14. Overlopende activa Vooruitbetaalde pensioenpremie Vooruitbetaalde verzekering Nog te ontvangen huur Vooruitbetaalde servicenota Overige overlopende posten Totaal 15. Liquide middelen Kas Banken Totaal liquide middelen 16. Groepsvermogen (na resultaatbestemming) Saldo 1 januari Jaarresultaat Saldo 31 december Solvabiliteit inclusief VOV Solvabiliteit exclusief VOV
31-12-10 1.347 -335 1.012
31-12-09 1.257 -466 791
31-12-10 0 0 0
31-12-09 2.808 95 2.903
31-12-10 21 0 302 0 323
31-12-09 1.365 783 1.262 461 3.871
31-12-10 0 164 235 785 339 1.523
31-12-09 267 62 0 0 293 622
31-12-10 1 37.187 37.188
31-12-09 2 1.980 1.982
2010 256.074 -13.800 242.274
2009 169.496 86.578 256.074
28,1% 29,6%
31,0% 32,1%
Het eigen vermogen wordt in de toelichting op de enkelvoudige balans nader toegelicht.
Jaarrekening Parteon
151
17. Voorziening reorganisatie Saldo 1 januari Dotatie Onttrekking Saldo 31 december
2010 2.803 0 -2.263 540
2009 102 2.803 -102 2.803
De voorziening dient ter dekking van de kosten van boventallige niet-actieve personeelsleden als gevolg van de reorganisatie per 1 januari 2010. De voorziening is berekend op basis van de begrote kosten, zoals salariskosten, outplacement. De voorziening is gebaseerd op het sociaal plan. De voorziening zal naar verwachting in 2011 worden afgewikkeld. 18. Voorziening loopbaanbudget Saldo 1 januari Dotatie Onttrekking Saldo 31 december
2010 0 609 0 609
2009 0 0 0 0
De voorziening loopbaanbudget is gevormd naar aanleiding van de verplichting in de CAO om medewerkers budget beschikbaar te stellen voor hun ontwikkeling in hun loopbaan. De totale voorziening wordt naar verwachting binnen vijf jaar afgewikkeld. 19. Voorziening toekomstige project resultaten Voorziening toekomstige project resultaten Totaal
31-12-10 9.944 9.944
31-12-09 9.103 9.103
De totale voorziening wordt naar verwachting binnen vijf jaar afgewikkeld. Voor nadere toelichting zie materiële vaste activa in ontwikkeling 20. Langlopende schulden Waarvan leningen met een looptijd > 5 jaar
31-12-10 407.509
31-12-09 378.635
Saldo 1 januari Nieuwe lening Aflossingen Extra aflossingen
2010 488.698 125.477 -8.127 -68.854 537.194
2009 468.937 50.000 -7.800 -22.439 488.698
Overboeking naar kortlopend schulden Saldo 31 december
-9.069 528.125
-23.324 465.374
Het verloop van deze post is als volgt:
Rentevoet en aflossingssysteem De gemiddelde rentevoet van de uitstaande leningen bedraagt in 2010 circa 4,3% ( 5,1% in 2009). Binnen een periode van vijf jaar dienen leningen met een schuldrestant van € 130 miljoen afgelost te worden. Voor de afzonderlijke leningen zal bezien worden op welke wijze zij geherfinancierd worden. Looptijd De duration van de portefeuille bedraagt 13 jaar (2009: 11 jaar).
Jaarrekening Parteon
152
Zekerheden De rente en aflossing van alle leningen zijn door het WSW gegarandeerd. 21. Waarborgsommen 31-12-10 31-12-09 100 82 Waarborgsommen 100 82 Totaal Dit betreffen waarborgsommen voor kantoren en bedrijfsruimten. Er wordt eenmaal de maandhuur als waarborg gevraagd. De toegerekende rente wordt bij begroting vastgesteld voor het komende jaar. De waarborgsom inclusief de rente wordt bij beëindiging van de huurovereenkomst verrekend. 22. Verplichtingen u.h.v. (on)roerende zaken VOV Het verloop van deze post is als volgt: Saldo 1 januari Nieuwe verplichtingen Waardeontwikkeling Afwikkeling verplichting Saldo 31 december 23. Overige langlopende schulden Saldo 1 januari Bij: rente 7% Af: vrijval ten gunste van de exploitatie Saldo 31 december
2010 26.599 19.312 5 1.89044.026 2010 227 16 -173 70
2009 374 26 -173 227
Dit betreft vooruit ontvangen huur gemeente Zaanstad. Het betreft de vergoeding (huur) voor een periode van 15 jaar, die van de gemeente Zaanstad is ontvangen voor het gebruik van de schoolwoningen die wij in de wijk Westerwatering hebben gerealiseerd. De schoolwoningen zijn in juni 1996 aan de betrokken scholen ter beschikking gesteld. Jaarlijks wordt aan het saldo 7,0% rente toegerekend en wordt € 173.057 ten gunste van de exploitatie gebracht. 24. Schulden aan kredietinstellingen Saldo Postbank Saldo ING (combinatierekening) Kortlopend deel langlopende schulden Totaal
31-12-10 0 2.133 9.024 11.157
31-12-09 0 17.258 23.324 40.582
25. Schulden aan gemeente Te betalen facturen aan de gemeente Totaal
31-12-10 62 62
31-12-09 0 0
26. Schulden aan leveranciers Schulden aan leveranciers Totaal
31-12-10 3.491 3.491
31-12-09 6.307 6.307
Jaarrekening Parteon
153
27. Belasting en premies sociale verzekering Af te dragen integratieheffing omzetbelasting i.v.m. nieuwbouw Omzetbelasting Loonheffing en sociale lasten Pensioenfonds woningcorporaties Te betalen vennootschapsbelasting Totaal
31-12-10 0 1.622 823 412 0 2.857
31-12-09 2.282 817 919 433 283 4.734
28. Overige schulden en overlopende passiva (Niet) vervallen rente leningen Vooruit ontvangen huur Af te rekenen service kosten Nog te betalen kosten Evean Nog te betalen verlof Nog te betalen kosten DCO Nog te betalen onderhoudsuitgaven Nog te betalen kosten G/W/L Nog te betalen verzekeringen Overig Totaal
31-12-10 10.868 1.145 825 0 267 1.100 2.850 375 240 1.872 19.542
31-12-09 10.164 1.071 352 362 81 0 0 0 250 1.176 13.456
Financiële instrumenten Om het renterisico dat voortkomt uit vrij zekere kasstromen te reduceren is besloten tot voorfixatie over te gaan. Dit is de reden dat met de Bank Nederlandse Gemeenten diverse fixerende Interest Rate Swaps (IRS) zijn gesloten. Begindatum Einddatum Hoofdsom Parteon betaalt Parteon ontvangt 16-08-06 18-08-24 € 4.000.000 5,060% 6 maand Euribor 03-03-08 03-03-36 € 15.000.000 4,097% 6 maand Euribor 01-04-09 01-04-37 € 15.000.000 4,100% 6 maand Euribor 01-03-10 01-03-21 € 20.000.000 4,789% 6 maand Euribor Verbonden partijen Met de meeste van haar deelnemingen heeft Parteon naast haar aandelenbelang ook een zakelijke relatie, waarbij producten (veelal onroerende zaken bestemd voor de verhuur) en/of diensten van de betreffende deelnemingen worden afgenomen. Deze transacties zijn behoudens onderstaand steeds gebaseerd op gebruikelijke contractuele afspraken waarbij marktconforme condities zijn overeengekomen.Parteon vormt met Parteon Projectontwikkeling een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. Op grond van de voorwaarden zijn de stichting/vereniging en de met haar gevoegde dochteronderneming ieder hoofdelijk aansprakelijk voor terzake door de combinatie verschuldigde belasting. Niet in de balans opgenomen verplichtingen Afgeleide financiële instrumenten In het kader van de beheersing van haar renterisico’s maakt Parteon gebruik van afgeleide financiële instrumenten (derivaten) zoals renteswaps (interest rate swaps). Deze instrumenten worden nimmer gebruikt voor speculatieve doeleinden. Parteon gebruikt derivaten om te komen tot het gewenste risicoprofiel met betrekking tot haar vaste en variabele renteposities, voorvloeiende uit haar activiteiten. Parteon heeft voor een totaalbedrag van € 54 miljoen aan payers swaps in portefeuille waarmee de rente op reeds aangetrokken dan wel in de toekomst aan te trekken financiering is vastgelegd. De marktwaarde van de swaps bedraagt op 31 december 2010 € 8,1 miljoen negatief. Dit is inclusief € 1,7 mln opgelopen rente.
Jaarrekening Parteon
154
Gegarandeerde leningen Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw heeft per balansdatum voor ruim € 516 miljoen leningen gegarandeerd. Op de verstrekte leningen rust een obligo van € 19 miljoen. Dit obligo kan worden opgevraagd door het WSW indien het eigen vermogen van het WSW onder een bepaald niveau komt. Leaseverplichtingen De leaseverplichting inzake kantoormachines bedraagt ultimo 2010 circa € 108.000 per jaar. De looptijd is tot juni 2013. Aangegane verplichtingen nieuwbouwprojecten Ultimo 2010 is voor € 48 miljoen aan verplichtingen aangegaan met betrekking tot het ontwikkelen van projecten. Verplichting huur bedrijfspand Er is een verplichting voor de betaling van huur voor een bedrijfspand, dat wordt gebruikt ten dienste van de exploitatie, ter hoogte van € 165.000. Dit betreft de jaarhuur.De looptijd is tot en met december 2012. Hoofdelijke aansprakelijkheid De dochterondernemingen van Parteon Projectontwikkeling Holding B.V. zijn firmant in Zaanpracht VOF en Rosarium VOF en uit dien hoofde hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van deze vennootschap onder firma.
Jaarrekening Parteon
155
23 Toelichting op de geconsolideerde winst en verliesrekening
(bedragen x € 1.000) 29. Huren Te ontvangen netto huur Huurderving wegens leegstand Totaal
2010 85.452 -433 85.019
2009 82.919 -529 82.390
De te ontvangen nettohuur is t.a.v. het vorige boekjaar gewijzigd als gevolg van de huurverhoging per 1 juli van 1,2% (2009: 2,5%), de huurharmonisatie, sloop en verkoop van woningen. 30. Vergoedingen Overige zaken, leveringen en diensten Vergoedingsderving wegens leegstand Totaal
2010 4.111 -92 4.019
2009 4.477 -63 4.414
2010 33 33
2009 33 33
32. Verkoop onroerende goederen Verkoopopbrengsten bestaand bezit Verkoopopbrengsten nieuwbouw Resultaatneming grondposities Totaal
2010 -2.419 -1.611 -600 -4.630
2009 -3.547 -647 -8.306 -12.500
33. Geactiveerde productie ten behoeve van het eigen bedrijf Geactiveerde productie m.b.t. projecten koop Geactiveerde productie m.b.t. projecten huur Totaal
2010 3.207 704 3.911
2009 4.320 1.345 5.665
34. Overige bedrijfsopbrengsten Doorbelasting aan huurders/instellingen Administratievergoedingen Overige Totaal
2010 99 235 86 420
2009 464 184 94 742
De vergoedingsderving bedraagt 2,2 % (2009: 1,4%) van de ontvangen vergoedingen 31. Overheidsbijdragen Mindervalideaanpassing bijdrage Totaal
Jaarrekening Parteon
156
35. Afschrijvingen op (im)materiële vaste activa Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie Totaal 36. Overige waardeveranderingen (im)materiële vaste activa Materiële vaste activa in ontwikkeling Totaal
2010 889 889
2009 797 797
2010 -7.107 -7.107
2009 -10.822 -10.822
De onrendabele toppen met betrekking tot activa in ontwikkeling worden genomen voor zover het project zich in de fase “definitief ontwerp” of in een verder gevorderd stadium bevindt. Dit laatste betekent dat het project intern is geformaliseerd en extern is gecommuniceerd. 37. Erfpacht Erfpacht Totaal 38. Lonen en salarissen Bruto salarissen (incl. ziekengeld) Uitzendkrachten/Inhuur personeel Mutatie voorziening reorganisatie/loopbaan/verlofuren Ontvangen ziekengelden Totaal
2010 58 58
2009 54 54
2010 7.886 1.407 639 -124 9.808
2009 7.998 1.557 2.698 -106 12.147
Voor de salariëring en onder andere de pensioenregeling van het bestuur is verband gelegd met de CAO voor de woningcorporaties. Het aantal werknemers aan het eind van het boekjaar was 215 (2009: 235) omgerekend naar formatieplaatsen is dit 191,2 fte (2009: 210,53). Voor een toelichting op de bezoldiging van de directeur-bestuurder wordt verwezen naar de overige vermeldingen. 39. Sociale lasten Sociale lasten Totaal
2010 1.263 1.263
2009 1.364 1.364
40. Pensioenlasten Pensioenlasten Totaal
2010 1.779 1.779
2009 2.042 2.042
2010 4.484 3.136 2.244 12.843 1.152 -1.154 22.705
2009 4.488 4.725 2.346 16.859 1.086 -984 28.520
41. Lasten onderhoud Reparatieonderhoud Mutatieonderhoud Contractonderhoud Planmatig onderhoud Bijdrage onderhoud aan Vereniging van Eigenaren Af: lasten werkapparaat eigen dienst Totaal
De kosten werkapparaat eigen dienst zijn opgenomen bij de kostensoorten salarissen, sociale lasten en overige bedrijfslasten.
Jaarrekening Parteon
157
42. Overige bedrijfslasten Zakelijke lasten Overige lasten Totaal Zakelijke lasten Belastingen Verzekeringen Totaal Overige lasten Overige personeelskosten Huisvestingskosten Raad van Commissarissen: bezoldiging Raad van Commissarissen: overige kosten Algemene kosten Leefbaarheid Overige directe exploitatielasten Totaal
2010 4.865 12.294 17.159
2009 5.389 10.431 15.820
2010 4.342 523 4.865
2009 4.571 818 5.389
2010 681 677 69 4 4.800 2.044 4.019 12.294
2009 669 788 65 8 2.033 2.454 4.414 10.431
De stijging van de algemene kosten wordt met name verklaard door een eenmalige opbrengst Pro rata in 2009 van 1,9 miljoen. Voor een nadere toelichting op de kosten leefbaarheid wordt verwezen naar het volkshuisvestingsverslag. Bezoldiging leden van de Raad van Commissarissen: Onder de algemene kosten valt de bezoldiging van de commissarissen en voormalige commissarissen. Deze bedroeg over het jaar 2010 € 69.000 (2009: € 64.600). Onder de algemene kosten vallen ook de accountantskosten. Deze kostenpost is als volgt te specificeren: Kosten ten behoeve van de controle jaarrekening Kosten ten behoeve van fiscale advisering Overige kosten Totaal 43. Rentebaten en soortgelijke opbrengsten Toegerekende rente onroerende en roerende zaken in ontwikkeling Rente rekening-courant/spaarrekeningen Totaal
2010 67 0 0 67
2009 166 211 2 379
2010 3.468 835 4.303
2009 4.096 518 4.614
De toegerekende rente onroerende en roerende zaken in ontwikkeling is berekend op basis van een rentepercentage van 5,0% (2009: 5,0%). 44. Opbrengsten financiële vaste activa en effecten Rente te vorderen subsidie BWS Rente overige vorderingen Totaal
Jaarrekening Parteon
2010 166 90 256
2009 164 377 541
158
45. Rentelasten en soortgelijke kosten Rente leningen lang Rente waarborgsommen Overige rente en kosten Totaal
2010 26.395 1 321 26.717
2009 23.208 1 501 23.711
46. Belastingen Latentie uit hoofde van tijdelijke verschillen Latentie verrekenbaar resultaat 2006 Latentie verrekenbaar resultaat 2007 Betaalde vennootschapsbelasting 2009 Vrijval belastinglatentie Totale vennootschapsbelasting
2010 0 0 0 0 16.968 16.968
2009 -6.004 0 526 283 0 -5.195
De latentie vennootschapsbelasting is vrijgevallen, omdat het de inschatting is dat er in de toekomst nooit verrekening zal plaatsvinden. 47. Deelnemingen Resultaat deelneming Woningnet Resultaat overige deelnemingen Totaal 48. Mutatie actuele waarde materiële vaste activa Mutatie rentabiliteitswaardecorrectie Mutatie actuele waarde bestaand bezit
2010 -1 -33 -34
2009 19 653 672
2010 13.887 (16.531) (2.644)
2009 -1.200 91.289 90.089
Voor nadere informatie over de mutatie bedrijfswaarde wordt verwezen naar de toelichting op de materiële vaste activa in exploitatie. Toerekening jaarresultaat Overige reserves Jaarresultaat
2010 -13.800 -13.800
2009 86.578 86.578
Overige vermeldingen Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens In 2010 heeft de directeur-bestuurder een vergoeding ontvangen welke boven de WOPT-grens (€193.000) uitkomt.
Loon Pensioen Subtotaal normale beloning
2010 147.857 46.923 194.780
2009 146.000 45.000 191.000
Eénmalige toezegging pensioenverzekering Totaal
194.780
171.000 362.000
Met de directeur-bestuurder is afgesproken dat zijn salaris wordt bevroren totdat deze onder de WOPT-grens, welke jaarlijks omhoog wordt bijgesteld, komt.
Jaarrekening Parteon
159
24 Enkelvoudige balans (na resultaatbestemming) ACTIVA
31-12-10 x € 1.000
31-12-09 x € 1.000
697.394 43.705 30.863 7.458 779.420
690.973 26.276 32.258 6.648 756.155
3.518 1.049 413 0 4.981
3.068 1.071 18 17.251 21.408
Totaal vaste activa
784.401
777.563
VLOTTENDE ACTIVA VOORRADEN
221
179
VORDERINGEN Huurdebiteuren Gemeenten 55. Groepsmaatschappijen Overige vorderingen Overlopende activa Totaal vorderingen
1.012 0 73.301 338 1.507 76.158
791 2.903 79.418 3.003 622 86.737
LIQUIDE MIDDELEN
30.254
1.495
Totaal vlottende activa
106.633
88.411
TOTAAL ACTIVA
891.034
865.974
VASTE ACTIVA
50. 51. 52. 53.
MATERIËLE VASTE ACTIVA (On)roerende zaken in exploitatie (On)roerende zaken verkocht onder voorwaarden (On)roerende zaken in ontwikkeling (On)roerende zaken ten dienste van de exploitatie Totaal materiële vaste activa
54. 54. 54. 54.
FINANCIËLE VASTE ACTIVA Deelnemingen Groepsmaatschappijen Leningen u/g Latente vennootschapsbelasting Totaal financiële vaste activa
Jaarrekening Parteon
160
PASSIVA
56. EIGEN VERMOGEN
57. 57. 57. 57.
VOORZIENINGEN Voorziening deelnemingen Voorziening reorganisatie Voorziening loopbaanontwikkeling Voorziening toekomstige onrendabele top huurprojecten Totaal voorziening
58. 59. 60. 61.
LANGLOPENDE SCHULDEN Leningen overheid en kredietinstellingen Waarborgsommen Verplichtingen u.h.v. (on)roerende zaken verkocht onder voorwaarden Overig Totaal langlopende schulden KORTLOPENDE SCHULDEN Schulden aan kredietinstellingen Schulden aan gemeenten Schulden aan leveranciers Belastingen en premies sociale verzekering Overige schulden en overlopende passiva Totaal kortlopende schulden
TOTAAL PASSIVA
Jaarrek ening Parteon
31-12-10 x € 1.000
31-12-09 x € 1.000
242.274
256.074
10.937 527 609 28.438 40.512
9.621 2.803 0 44.320 56.744
527.785 101 44.026 70 571.981
464.989 82 26.599 227 491.898
11.112 62 3.491 2.857 18.744 36.266
40.540 0 2.691 4.301 13.726 61.258
891.034
865.974
161
25 Enkelvoudige winst- en verliesrekening
2010 x € 1.000
2009 x € 1.000
BEDRIJFSOPBRENGSTEN Huren Vergoedingen Overheidsbijdragen Verkoopopbrengsten onroerende goederen Geactiveerde productie ten behoeve van het eigen bedrijf Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten
84.846 4.019 33 -2.818 704 1.809 88.593
82.219 4.414 33 -3.547 2.017 3.122 88.258
BEDRIJFSLASTEN Afschrijvingen op (im)materiële vaste activa Overige waardeveranderingen (im)materiële vaste activa Erfpacht Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenlasten Lasten onderhoud Overige bedrijfslasten Som der bedrijfslasten
759 7.107 61 9.479 1.263 1.779 22.690 16.420 59.558
695 10.822 56 12.545 1.364 2.042 28.512 15.356 71.392
BEDRIJFSRESULTAAT
29.035
16.866
FINANCIËLE BATEN EN LASTEN Rentebaten en soortgelijke opbrengsten Waardeveranderingen financiële vaste activa en effecten Opbrengsten financiële vaste activa en effecten Rentelasten en soortgelijke kosten Financieringsresultaat
4.365 0 256 -26.692 -22.071
4.520 0 541 -23.672 -18.611
6.964
-1.745
Belastingen Resultaat deelnemingen
-16.968 -828
5.195 -6.744
JAARRESULTAAT VOOR MUTATIE ACTUELE WAARDE
-10.832
-3.294
Mutatie actuele waarde materiële vaste activa
-2.968
89.871
JAARRESULTAAT NA MUTATIE ACTUELE WAARDE
-13.800
86.577
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING VÓÓR BELASTINGEN
Jaarrekening Parteon
162
26 Enkelvoudige waarderingsgrondslagen
Grondslagen van waardering en bepaling van het resultaat De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling voor de vennootschappelijke jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening zijn gelijk. Deelnemingen in groepsmaatschappijen worden gewaardeerd op de nettovermogenswaarde. Voor de grondslagen van de waardering van activa en passiva en voor de bepaling van het resultaat wordt verwezen naar de opgenomen toelichting op de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening.
Jaarrekening Parteon
163
27 Toelichting op de enkelvoudige balans
(bedragen x € 1.000) 50. Onroerende en roerende zaken in exploitatie Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de toelichting in de geconsolideerde jaarrekening. 51. Onroerende en roerende zaken verkocht onder voorwaarden De mutaties in de onroerende zaken verkocht onder voorwaarden zijn als volgt: Boekwaarde per 1 januari Investeringen (nieuwe verkopen) Waardeontwikkeling portefeuille Desinvesteringen (terugkopen) Boekwaarde per 31 december
2010 26.276 19.312 8 1.89143.705
Per 31 december 2010 zijn er 381 woningen verkocht onder voorwaarden (2009: 247) 52. Onroerende en roerende zaken in ontwikkeling De mutaties in de onroerende en roerende zaken in ontwikkeling zijn als volgt:
Beginstand MVA in ontwikkeling Beginstand voorziening huur Boekwaarde per 1 januari
2010 32.258 -44.320 -12.062
2009 25.947 -24.555 1.392
(Des)investeringen Resultaatneming Oplevering projecten Mutaties
20.958 -7.110 638 14.486
19.822 -26.402 -6.874 -13.454
Boekwaarde per 31 december
2.424
-12.062
Eindstand MVA in ontwikkeling Eindstand voorziening huur
30.863 -28.438 2.424
32.258 -44.320 -12.062
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de toelichting in de geconsolideerde jaarrekening.
Jaarrekening Parteon
164
53. Onroerende en de roerende zaken ten dienste van de exploitatie: De mutaties in de onroerende en de roerende zaken ten dienste van de exploitatie zijn als volgt: 2010 Verkrijgings-/vervaardigingsprijs 19.393 -12.745 Cumulatieve afschrijvingen 6.648 Boekwaarde per 1 januari
2009 19.089 -12.470 6.619
Investeringen Desinvesteringen Desinvesteringen afschrijvingen Afschrijvingen Mutaties
1.183 212 174 -759 810
937 -633 420 -695 29
Verkrijgings/vervaardigingsprijs Cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde per 31 december
20.788 -13.330 7.458
19.393 -12.745 6.648
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de toelichting in de geconsolideerde jaarrekening. 54. Financiële vaste activa De mutaties in de financiële vaste activa zijn als volgt: Deelnemingen Verkrijgings-/vervaardigingsprijs Cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde per 1 januari Investeringen Nieuwe leningen Desinvesteringen Afschrijvingen Waardeverminderingen Terugneming van waardeverminderingen Aflossingen Te vorderen rente Mutatie latente VPB Resultaat deelnemingen Afboeking deelneming Naar kortlopende vorderingen Naar voorzieningen Overboekingen Mutaties Verkrijgings/vervaardigingsprijs Cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde 31 december
GroepsLeningen maatu/g schappijen
Latente VPB
Totaal 2010
Totaal 2009
3.068 0 3.068
1.071 0 1.071
22 -4 18
17.251 0 17.251
21.412 -4 21.408
17.349 -4 17.345
0 0 0 0 0 0 0 0 0 450 0 0 0 0 450
0 0 0 0 0 0 -20 0 0 0 0 -1 0 0 -21
0 408 0 0 0 0 -13 0 0 0 0 0 0 0 395
0 0 0 0 0 0 0 0 -17.251 0 0 0 0 0 -17.251
0 408 0 0 0 0 -33 0 -17.251 450 0 -1 0 0 -16.427
49 1.345 0 0 0 0 -28 0 5.479 1.009 0 -2.446 -1.345 0 4.062
3.518 0 3.518
1.049 0 1.049
418 -4 414
0 0 0
4.985 -4 4.981
21.411 -4 21.407
Jaarrekening Parteon
165
De deelnemingen betreffen: Woonplaats Woningnet Stichting Monumenten SBER Parteon Projectontwikkeling B.V. Stadsherstel Zaanstreek
Utrecht Wormerveer Wormerveer Zaandam Amsterdam
Aandeel 3,75% 100,00% 100,00% 100,00% 49,00%
Netto vermogenswaarde
Netto vermogenswaarde (aandeel Parteon)
6.815.000 2.386.533 187.177 10.583.3831.406.000
255.563 2.386.533 187.177 -10.583.383 688.940
Gezien de negatieve stand bij de deelneming van PPO is deze opgenomen onder de voorzieningen Stichting Parteon heeft voor de vennootschapsbelasting een fiscale eenheid gevormd met Parteon Projectontwikkeling B.V. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de toelichting in de geconsolideerde jaarrekening. 55. Vorderingen op groepsmaatschappijen 31-12-10 31-12-09 73.301 79.418 Vordering op Parteon Projectontwikkeling Holding BV 73.301 79.418 Totaal Over het saldo van de rekening courantverhoudingen wordt rente berekend. Omtrent aflossing en zekerheden is niets overeengekomen. 56. Eigen vermogen 2010 2009 Saldo 1 januari 256.074 169.496 -13.800 86.577 Jaarresultaat 242.274 256.074 Saldo 31 december 57. Voorzieningen De mutaties in de voorzieningen zijn als volgt: Onrendabele DeelReorgaLoopbaantop huur- Totaal 2010 Totaal 2009 nemingen nisatie budget projecten Saldo 1 januari Dotatie Onttrekking Vrijval Saldo 31 december
9.621 1.316 0 0 10.937
2.803 0 -2.276 0 527
0 609 0 0 609
44.320 0 -15.882 0 28.438
56.744 1.925 -18.158 0 40.511
26.511 32.757 -102 -2.421 56.745
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de toelichting in de geconsolideerde jaarrekening.
Jaarrekening Parteon
166
58. Leningen overheid en kredietinstellingen Waarvan leningen met een looptijd > 5 jaar
31-12-10 407.509
31-12-09 378.208
Saldo 1 januari Nieuwe lening Aflossingen Extra aflossingen
2010 488.270 125.475 -8.127 -68.854 536.764
2009 468.469 50.000 -7.760 -22.439 488.270
Overboeking naar kortlopend schulden Saldo 31 december
-8.979 527.785
-23.281 464.989
Het verloop van deze post is als volgt:
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de toelichting in de geconsolideerde jaarrekening. 59. Waarborgsommen Waarborgsommen Totaal
31-12-10 101 101
31-12-09 82 82
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de toelichting in de geconsolideerde jaarrekening. 60. Verplichtingen u.h.v. (on)roerende zaken VOV Het verloop van deze post is als volgt: 2010 Saldo 1 januari 26.599 Nieuwe verplichtingen 19.313 Waardeontwikkeling 5 1.891Afwikkeling verplichting 44.026 Saldo 31 december 61. Overige langlopende schulden Saldo 1 januari Bij: rente 7% Af: vrijval ten gunste van de exploitatie Saldo 31 december
2010 227 16 -173 70
2009 374 26 -173 227
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de toelichting in de geconsolideerde jaarrekening. Niet in de balans opgenomen verplichtingen Afgeleide financiële instrumenten In het kader van de beheersing van haar renterisico’s maakt Parteon gebruik van afgeleide financiële instrumenten (derivaten) zoals renteswaps (interest rate swaps). Deze instrumenten worden nimmer gebruikt voor speculatieve doeleinden. Parteon gebruikt derivaten om te komen tot het gewenste risicoprofiel met betrekking tot haar vaste en variabele renteposities, voorvloeiende uit haar activiteiten. Parteon heeft voor een totaalbedrag van e 54 miljoen aan payers swaps in portefeuille waarmee de rente op reeds aangetrokken dan wel in de toekomst aan te trekken financiering is vastgelegd. De marktwaarde van de swaps bedraagt op 31 december 2010 e 8,1 miljoen negatief. Dit is inclusief e 1,7 mln opgelopen rente.
Jaarrekening Parteon
167
Gegarandeerde leningen Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw heeft per balansdatum voor ruim e 516 miljoen leningen gegarandeerd. Op de verstrekte leningen rust een obligo van e 19 miljoen. Dit obligo kan worden opgevraagd door het WSW indien het eigen vermogen van het WSW onder een bepaald niveau komt. Leaseverplichtingen De leaseverplichting inzake kantoormachines bedraagt ultimo 2010 circa e 108.000 per jaar. De looptijd is tot juni 2013. Verplichtingen aankoop woningen Er zijn niet in de balans opgenomen verplichtingen voor aankoop van nieuwbouwwoningen van Parteon Projectontwikkeling Holding BV tot een bedrag van e 93 miljoen tot en met 2015. Dit betreft projecten vanaf fase “Definitief Ontwerp”.
Jaarrekening Parteon
168
Ondertekening van de jaarstukken Wormerveer, 20 juni 2011
Directie
Jaarrekening Parteon
Raad van Commissarissen
169
Overige gegevens Controleverklaring Hiervoor wordt verwezen naar de hierna opgenomen verklaring. Statutaire regeling betreffende de bestemming van het resultaat Parteon kent geen statutaire bepalingen omtrent de winstverdeling. Artikel 70 van de Woningwet bepaalt dat toegelaten instellingen alleen uitkeringen mogen doen in het belang van de volkshuisvesting. De directie bepaalt met goedkeuring van de Raad van Commissarissen dat het resultaat van een boekjaar aan de reserves wordt toegevoegd. Gebeurtenissen na balansdatum Heddes bouw en ontwikkeling heeft op 14 februari 2011 surseance van betaling aangevraagd. Daarna heeft zij op verzoek van de bank het faillissement aangevraagd van het gehele concern. Heddes had overeenkomsten met Parteon op gebied van ontwikkeling en bouw. Totaal betreffen het drie projecten. De twee in aanbouw zijnde projecten liggen vanaf 14 februari stil. Inmiddels is bekend dat een andere partij alle lopende projecten heeft overgenomen van Heddes in een nieuw opgerichte entiteit, handelend onder Ballast Nedam. Parteon is in gesprek met de nieuwe organisatie, curator en Woningborg (verzekeraard van verkochte woningen). Uitgangspunt is dat de oorspronkelijke contracten worden voortgezet zonder aanpassing van de overeengekomen prijs. De geleden schade richt zich op het renteverlies van de periode van stilstand. Alle partijen hebben de intentie dat de werken begin april weer in uitvoering zullen zijn. Bestemming van het resultaat over het boekjaar 2009 De jaarrekening 2009 is vastgesteld in de vergadering van de Raad van Commissarissen gehouden op 28 juni 2010. De vergadering van de Raad van Commissarissen heeft de bestemming van het resultaat vastgesteld conform het daartoe gedane voorstel. Voorstel tot bestemming van het resultaat over het boekjaar 2010 De resultaatbestemming is vooruitlopend op en onder voorbehoud van de goedkeuring door de Raad van Commissarissen reeds in de jaarrekening verwerkt. Het jaarresultaat is volledig toegerekend aan de overige reserves.
Jaarrekening Parteon
170
Accountantsverklaring
171
par teon
Plezierig wonen in de Zaanstreek
www.parteon.nl