Jaarverslag 2010 Kwaliteit en vernieuwing
De Persoonlijke Hogeschool
Vlissingen juni 2011
Woord vooraf College van Bestuur In dit jaarverslag kijken we terug op 2010. Een jaar waarin opnieuw hard is gewerkt aan de ambities van ons Instellingsplan 2009-2012. Er zijn forse stappen gezet bij de realisering van alle geformuleerde plannen. De plannen die we maken, de projecten die we opzetten, de samenwerkingsverbanden die we aangaan; ze dragen allemaal bij aan een gezamenlijk doel: een in alle opzichten kwalitatief hoogstaande hogeschool. Tijd dus om terug te blikken op de resultaten van 2010. De HZ heeft fors geïnvesteerd in de kwaliteit van het onderwijs en de professionalisering van de medewerkers en van de organisatie. Kwaliteit betekent voor ons niet alleen dat de opleidingen vakinhoudelijk tot de top behoren maar dat onze studenten tevreden zijn over hun opleiding. Als we vanuit dit perspectief terugblikken, kunnen we vaststellen dat 2010 een succesvol jaar is geweest. De HZ scoorde in 2010 goed in de Keuzegids Hoger Onderwijs. Ook de scores bij de landelijke studentenenquête lagen in de volle breedte boven het landelijk gemiddelde. U leest daarover in dit jaarverslag. Verder is het belangrijk vast te stellen dat de beoogde groei van studenten aantallen wordt gehaald. Aan te nemen valt dat studenten vanuit de waardering voor kwaliteit voor de HZ kiezen. Het werken aan vernieuwing van het curriculum, kwaliteitsverbetering van de studiekeuzegesprekken, versterking van de begeleiding, verhoging van het rendement en investeren in de relatie met toeleverend en afnemend onderwijs heeft effect gesorteerd. Onze kleinschalige organisatie en het manifest maken van de „persoonlijke hogeschool‟ hebben daaraan in belangrijke mate bijgedragen. Een andere belangrijke verklaring voor groei is gelegen in het starten van een aantal nieuwe opleidingen. In 2010 is de opleiding Vitaliteitsmanagement en Toerisme doorgegroeid na de start in 2009. De opleiding Sport en Bewegingseducatie is per 1 september 2010 succesvol van start gegaan. Deze verbreding van het aanbod draagt bij aan de versterking van de positie in de regio. In 2010 zijn verder de opleidingen Delta Management, International Maintenance Management, de AD Toerisme, de Master Industriële Innovatie en de minor Nucleaire Technologie ontwikkeld. In 2011 zullen deze opleidingen van start gaan. De ontwikkeling van het opleidingsportfolio heeft geleid tot aanpassing van de organisatie: per 1 januari 2011 kent de HZ 4 kernacademies en 2 speerpuntacademies: de Delta Academy en de Academy for Tourism, Sports and Business. Betere profilering van het opleidingsaanbod is daarmee mogelijk. Het voorliggende jaarverslag werpt nader licht op de gemaakte keuzes. Een bruisend jaar dus met veel nieuwe ontwikkelingen. Deze aansprekende resultaten zijn bereikt door de inzet van de medewerkers van de HZ. Er is veel werk verzet door eenieder in de organisatie. Veranderen en vernieuwen betekent aanpassen en inschikken. In 2010 werd voor het eerst de medewerkersdag georganiseerd. Daar was dat mooi geconcentreerd zichtbaar. Voor en door de medewerkers van de HZ. Mooi om te zien hoe mensen zich voor elkaar interesseren, leren van elkaar en inspiratie uitstralen. Het College van Bestuur realiseert zich dat de mooie resultaten in 2010 en de ambitie voor 2011 alleen tot stand kunnen komen door de inzet van gepassioneerde medewerkers. Op deze plaats zeggen wij iedereen dank daarvoor. Vlissingen, juni 2011. Het College van Bestuur Peter van Dongen
Adri de Buck
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
1
Inhoudsopgave Woord vooraf College van Bestuur .............................................................................. 1 Verslag Raad van Toezicht ........................................................................................ 4 Hoofdstuk 1 Organisatie ........................................................................................... 7 §1.1 Het profiel van ons onderwijs ............................................................................. 7 §1.2 Bestuur en organisatie ...................................................................................... 7 §1.3 Deelnemingen ............................................................................................... 10 §1.4 Medezeggenschap .......................................................................................... 10 §1.5 Horizontale verantwoording en dialoog ................................................................ 11 Hoofdstuk 2 Strategie & Beleid ................................................................................. 12 §2.1 Instellingsplan 2009-2012 ................................................................................. 12 §2.2 Visie, missie en kernwaarden ............................................................................ 13 §2.3 Besturing en beheersing ................................................................................... 13 §2.4 Strategische initiatieven .................................................................................. 16 §2.5 Onderwijsinnovatie ........................................................................................ 21 §2.6 Onderwijs Autoriteit Zeeland (OAZ) .................................................................... 21 Hoofdstuk 3 Studenten ........................................................................................... 23 §3.1 Studentenbeleid ............................................................................................ 23 §3.2 Wervingsbeleid.............................................................................................. 23 §3.3 Toelatingsbeleid ............................................................................................ 24 §3.4 Diversiteitsbeleid ........................................................................................... 24 §3.5 Studentenorganisaties ..................................................................................... 24 §3.6 Diensten voor studenten .................................................................................. 25 §3.7 Beurzen voor studenten ................................................................................... 26 §3.8 Studieloopbaan Coaching ................................................................................. 26 §3.9 Studentenbegeleiding ..................................................................................... 26 §3.10 Handicap en studie ....................................................................................... 27 §3.11 HZ Cult & HZ Sport ....................................................................................... 27 §3.12 Ontwikkeling studentenaantallen ...................................................................... 28 §3.13 Verhogen instroom ........................................................................................ 29 §3.14 Studenttevredenheid ..................................................................................... 31 Hoofdstuk 4 Onderwijs ........................................................................................... 32 §4.1 Onderwijsconcept .......................................................................................... 32 §4.2 Nieuwe opleidingen ........................................................................................ 33 §4.2.1 Niche Toerisme & Sport ................................................................................ 33 §4.2.2 Niche Water ............................................................................................... 34 §4.2.3 Speerpunten .............................................................................................. 35 §4.2.4 Transformatie Techniek ................................................................................ 37 §4.2.5 Overige transformatiemaatregelen ................................................................... 37 §4.3 Rendementen ............................................................................................... 38 §4.4 Structurele samenwerkingsverbanden .................................................................. 40 Hoofdstuk 5 Toegepast onderzoek ............................................................................ 41 §5.1 Heroriëntatie Lectoraten ................................................................................. 41 §5.2 Delta Applied Research Centre .......................................................................... 42 § 5.2.1 Onderzoeksgroep Building with Living Nature .................................................. 42 § 5.2.2 Onderzoeksgroep waterveiligheid en gebiedsontwikkeling ................................... 43 § 5.2.3 Onderzoeksgroep watertechnologie .............................................................. 43 § 5.2.4 Onderzoeksgroep aquacultuur ..................................................................... 44 §5.3 Tourism Applied Research Centre ....................................................................... 45 §5.4 Kenniscentrum Duurzaam Innoveren en Ondernemen ............................................... 46
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
2
Hoofdstuk 6 Internationalisering ............................................................................... 48 § 6.1 Strategische doelstellingen .............................................................................. 48 § 6.2 Curriculum .................................................................................................. 49 § 6.3 Internationale werving en communicatie ............................................................. 50 Hoofdstuk 7 Medewerkers ....................................................................................... 51 §7.1 Ontwikkeling van de organisatie ......................................................................... 51 §7.2 Ontwikkeling van medewerkers .......................................................................... 51 §7.3 Actieplan leerkracht ....................................................................................... 53 §7.4 Integraal gezondheidsbeleid ............................................................................. 54 Hoofdstuk 8 Informatievoorziening en automatisering ................................................... 56 Hoofdstuk 9 Campusontwikkeling ............................................................................. 58 §9.1 Inleiding ...................................................................................................... 58 §9.2 Campusontwikkeling ....................................................................................... 59 §9.3 Kenniswerf ................................................................................................... 62 §9.4 Huisvesting Maritiem Instituut ........................................................................... 62 §9.5 Campusvoorzieningen: Mediatheek ..................................................................... 62 Hoofdstuk 10 Financiën: Samenvatting jaarrekening 2010 .............................................. 64 §10.1 Algemeen ................................................................................................... 64 §10.2 Financiële prestaties: samenvatting exploitatierekening ......................................... 64 §10.3 Financiële positie: samenvatting balans .............................................................. 65 §10.4 Vooruitblik ................................................................................................. 65 §10.5 Notities helderheid ....................................................................................... 66 Bijlagen .............................................................................................................. 67 Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
1 2 3 4 5 6 7 8
Functies, nevenfuncties en bezoldiging leden Raad van Toezicht .............................. 69 Nevenfuncties, vergoedingen en taakverdeling CvB-leden ....................................... 72 Samenstelling Hogeschoolraad ........................................................................ 74 Balanced Scorecard ..................................................................................... 76 Partnerinstellingen uitwisseling 2010-2011 ......................................................... 79 Verdeling internationale studenten .................................................................. 81 Overzicht samenwerkingspartners .................................................................... 82 Handtekeningenlijst Raad van Toezicht ............................................................. 83
Deel B: Jaarrekening 2010 Deel C: Overige gegevens Deel D : Bijlagen bij Jaarrekening
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
3
Verslag Raad van Toezicht De Raad van Toezicht heeft de statutaire taak toezicht te houden op het beleid van het College van Bestuur en op de algemene gang van zaken in de hogeschool. Verder staat de Raad van Toezicht het College van Bestuur met raad terzijde. Het College van Bestuur neemt deel aan de vergaderingen van de Raad. De secretaris van het College van Bestuur is tevens (ambtelijk) secretaris van de Raad van Toezicht. Samenstelling In 2009 is er veel aandacht en zorg besteed aan het invullen van de binnen de Raad van Toezicht vacerende posities. Na een zorgvuldige selectieprocedure zijn de volgende leden per 1 januari 2010 begonnen als lid Raad van Toezicht te weten drs. C. Izeboud, ing. J. Kloet, ir. D. Luteijn, en N. van Mourik MPA. Op 21 juni 2010 is de laatste vacerende positie binnen de Raad van Toezicht ingenomen door Mevrouw drs. W.M.E. Teune-Kasbergen welke in 2010 tevens benoemd is tot vice – voorzitter van de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht bestond in 2010 uit de volgende leden: De heer drs. H.J. Simons (voorzitter), benoemd in 2006, aftredend in 2014 De heer J.P. Geijsen EIE (vice-voorzitter), benoemd in 1995, aftredend in 2006 (tijdelijk verlengd tot juni 2010) De heer D.J. Van den Bout (lid), benoemd in 2005, aftredend in 2008 (tijdelijk verlengd tot juni 2010) Mevrouw W.M.E. Teune-Kasbergen, benoemd juni 2010, aftredend in 2014 De heer ir. D. Luteijn, benoemd 1 januari 2010,aftredend in 2012 De heer prof. drs. C. Izeboud, benoemd 1 januari 2010, aftredend in 2013 De heer ing. J. Kloet, benoemd 1 januari 2010, aftredend in 2014 De heer N. van Mourik MPA, benoemd 1 januari 2010, aftredend in 2014 In bijlage 1 vindt u een overzicht van de functies en nevenfuncties van de leden van de Raad van Toezicht. Op 21 juni 2010 namen dhr. J.P. Geijsen EIE en dhr. D.J. van den Bout afscheid van de Raad van Toezicht. De Raad spreekt veel dank uit voor hun actieve bijdrage en constructieve inzet voor de HZ. De heer Geijsen heeft zich binnen de Raad van Toezicht intensief beziggehouden met de portefeuille financiën. Gedurende zijn lidmaatschap heeft hij vele constructieve adviezen gegeven om de bedrijfsvoering en de management informatiesystemen te professionaliseren. De heer Van den Bout behartigde de portefeuille onderwijs, hierin heeft hij een belangrijke rol gespeeld in het project Passie voor Professie, waar de basis is gelegd van o.a. het huidige onderwijsconcept van de HZ met als belangrijkste kenmerken, persoonlijk, intensief, kleinschalig en competentiegericht onderwijs. Naast de invulling van de vacatures binnen de Raad is op 21 juni de Raad van Toezicht akkoord gegaan met het voorstel om de heer mr. M. de Klerk te benoemen tot secretaris van de Raad van Toezicht. Commissies De Raad van Toezicht kende in 2010 geen commissies. Voor 2011 zijn de volgende commissies samengesteld: Financiële auditcommissie; daarin hebben zitting: de heren Izeboud en Kloet; Remuneratiecommissie; daarin hebben zitting: de heren Simons en Van Mourik. In 2011 zal er een kwaliteitscommissie worden ingesteld. Mevrouw Teune zal samen met het CvB een voorstel maken om te komen tot de instelling van een dergelijke commissie in 2012. Werkzaamheden In het verslagjaar is de Raad van Toezicht vijf keer bijeen geweest. De belangrijkste thema‟s die daarbij aan de orde zijn geweest zijn: Taskforce Zeeland, Onderwijsautoriteit Zeeland, statuten HZ, bestuurs- en beheersreglement, huisvesting en locatie HZ, bestuursovereenkomst & plan van aanpak risicomanagement, academiestructuur, meerjarenprognose 2011-2014, rendementen, kwaliteitszorg, studentenaantallen en de scores uit de landelijke kwaliteitsmetingen Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
4
Met het goedkeuren van het jaarverslag 2009, de jaarrekening 2009, begroting 2010 en de meerjarenprognose 2012-2015, heeft de Raad zijn statutaire taken en verantwoordelijkheden uitgeoefend. Op 21 september 2010 heeft een gezamenlijke kennismakingsvergadering van de Hogeschoolraad, het College van Bestuur en de Raad van Toezicht plaatsgevonden. Naast de vergaderingen van de Raad van Toezicht vindt regelmatig afstemmingsoverleg plaats tussen de voorzitter van de Raad van Toezicht en het College van Bestuur. Het College van Bestuur informeert de Raad van Toezicht met regelmaat zowel mondeling als schriftelijk. Dit gebeurt onder andere door het aanbieden van financiële en overige rapportages en de rapportage van de HZ aan het Ministerie van OCW en de Provincie Zeeland. Tevens hebben er functioneringsgesprekken plaatsgevonden van een delegatie van de Raad van Toezicht met de leden van het College van Bestuur. Van deze gesprekken is verslag uitgebracht in de voltallige Raad. Bezoldiging De bezoldiging van de leden van de Raad van Toezicht is conform de wettelijke bepalingen en de “Uitwerking bezoldiging bestuurders hogescholen”. Voor een overzicht van de bezoldiging van de leden van de Raad van Toezicht wordt verwezen naar bijlage 1. Statuten HZ & Bestuurs- en Beheersreglement In 2010 zijn de bestaande statuten van de Stichting HZ (2001) en het bestuurs-en beheersreglement (2002) gewijzigd. Wijziging was noodzakelijk om deze in overeenstemming te brengen met de branchecode governance hogescholen van februari 2006, de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en het organisatiedocument van de HZ van 14 december 2007, de academische structuurnota van 9 december 2008 en de door de Eerste Kamer op 2 februari 2010 aangenomen wet Versterking Besturing. De Raad van Toezicht heeft instemming verleend op de herziene documenten waardoor deze met ingang van 1 januari 2011 in werking zijn getreden. Risicomanagement In 2009 zijn het Instellingsplan 2009-2012 en het Businessplan Onderwijsinnovatie 2009-2012 van de HZ tot stand gekomen, waarin het belangrijkste beleidskader voor de HZ voor de komende tijd is beschreven. Om diverse redenen is aandacht voor het managen van risico´s ontstaan: Het Instellingsplan en Businessplan HZ, maar ook de Branchecode Governance Hoger Onderwijs. Tevens was er vanuit de Raad van Toezicht een vraag gesteld naar de gewenste aanpak van risicomanagement binnen de HZ. In 2009 is binnen de HZ een initiatief gestart om te komen tot een gezamenlijke risicomanagement aanpak. Dit initiatief heeft in 2010 gestalte gekregen in de notitie HZ Risicomanagement, welke uitvoerig besproken is binnen de Raad van Toezicht. De Raad heeft haar instemming verleend aan deze notitie en de daarin beschreven werkwijze en invoeringsaanpak. Dit resulteert in periodieke risicorapportages van het management aan het College van Bestuur. Deze worden in het kader van de planning & control cyclus onderdeel van het periodiek overleg tussen bestuur en management over de bereikte resultaten en dus ook over de status van de risico‟s. Tevens wordt daarmee voorzien in het periodiek informeren van de Raad van Toezicht in de gezamenlijke vergadering van Raad van Toezicht en College van Bestuur. Dit gebeurt als onderdeel van de reguliere rapportage aan de Raad van Toezicht. Huisvesting Naar aanleiding van het Businessplan Onderwijsinnovatie is er in 2010 uitgebreid onderzoek gedaan naar de huisvestingssituatie van de HZ. Binnen de Raad van Toezicht is er verscheidene malen gesproken over de huisvestingssituatie en bijbehorende ontwikkelingen. In samenspraak met het College van Bestuur is er een besluitvormingstraject uitgestippeld m.b.t. de huisvesting van de HZ.
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
5
OAZ Naar aanleiding van het Rapport Kerend Tij is er een Zeeuwse Onderwijs Autoriteit ingesteld in de persoon van dhr. D‟Hondt. Deze OAZ is belast met de uitvoering van het Rapport Kerend Tij in een coördinerende rol tussen de betrokkenen in de Provincie Zeeland. In 2010 is er een plan van aanpak door de OAZ gepresenteerd. De Raad van Toezicht heeft van harte ingestemd met een dergelijke onderwijsautoriteit, maar is van mening dat er gewaakt dient te worden voor het ontstaan van een nieuwe bestuurslaag en dat de nadruk moet liggen op de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van de Onderwijsautoriteit. Het plan van aanpak dient kritisch bekeken en besproken te worden. De Raad spreekt uit dat de discussie m.b.t. het plan van aanpak vooral op inhoudelijke gronden gevoerd moet worden. Academiestructuur In het verslagjaar 2010 is er gewerkt aan de vorming van de nieuwe academiestructuur van de HZ. De oorsprong van deze wijziging is gelegen in het Instellingsplan van de HZ. Hierin staat dat de HZ kiest voor nichevorming naast het hebben van zogenaamde kernacademies. Het betreft de niches Water/Delta en Toerisme. Realisering van deze ontwikkelingsrichting vraagt om een aanpassing van de organisatiestructuur. Met het management is overleg gevoerd over deze wijziging; het management kan zich vinden in deze organisatiestructuur. Naast de Hogeschoolraad die haar instemming heeft verleend op deze nieuwe structuur heeft ook de Raad van Toezicht positief gereageerd op de organisatiewijziging. Kwaliteitszorg In 2010 is een nieuw kwaliteitzorgsysteem ontwikkeld. Dit systeem is ter kennisname gebracht aan de Raad van Toezicht. In 2010 en 2011 wordt het systeem verder geoperationaliseerd. Het nieuwe systeem is geheel afgestemd op het nieuwe accreditatiestelsel. De uitkomsten van zowel de HZ kwaliteitsmetingen als van de landelijke metingen worden gerapporteerd aan de Raad van Toezicht Resultaten 2010 De Raad van Toezicht kan terugzien op een jaar met daarin een aantal belangrijke mijlpalen voor de HZ. De Raad is erg ingenomen met het behalen van de gestelde targets uit het Businessplan Onderwijsinnovatie 2009-2012. Het betreft: instroom, aantal verblijvende studenten, solvabiliteit, current ratio en exploitatieresultaat. Zeer tevreden is de Raad over de waarderingen die de HZ krijgt in de Elsevier-enquête en de Keuzegids Hoger Onderwijs 2011. Van de 24 bacheloropleidingen zijn er 5 beoordeeld als de beste opleiding in de betreffende studierichting. Bovendien staan in totaal 14 van de HZ-opleidingen in de top 3 van hun studierichting. In de samenvatting van de kwaliteitsmetingen neemt de HZ met de totaalscore een landelijke tweede plaats in van de middelgrote hogescholen in Nederland, een stijging van twee plaatsen ten opzichte van vorig jaar. De Raad spreekt zijn waardering uit naar de medewerkers binnen de HZ die door hun werk hebben bijgedragen aan deze goede waarderingen. De Raad van Toezicht constateert dat de HZ goed in control is, zowel financieel als qua personeel en onderwijskwaliteit.
Namens de Raad van Toezicht, Drs. H.J. Simons, voorzitter
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
6
Hoofdstuk 1 Organisatie §1.1 Het profiel van ons onderwijs De HZ is een brede hogeschool met een zo compleet mogelijk aanbod aan opleidingen afgestemd op de kennisbehoefte van de regio. De HZ kenmerkt zich door de kleinschaligheid en de sociale interactie tussen student en medewerker. De opleidingen van de HZ bieden de 4000 studenten optimale mogelijkheden om keuzes te maken die passen bij hun ambitie en talent. Binnen de 26 bacheloropleidingen is het major-minor model hiertoe geïmplementeerd. Naast inspirerende en uitdagende inhoud van de cursussen streeft de HZ naar uitstekende didactische roosters, die stimulerend zijn voor de activering van het gewenste student- en docentgedrag. Op een aantal kennisdomeinen wil de HZ komen tot de ontwikkeling van nieuwe opleidingen en opleidingsvarianten. Bepaalde opleidingen zullen geherstructureerd worden dan wel samengevoegd worden tot brede bacheloropleidingen. Onderwijsvisie en academievorming De ingezette onderwijsvernieuwing is de afgelopen jaren geëvalueerd middels het project Passie voor Professie. Het project heeft veel nieuwe impulsen gegeven aan een rigoureuze bijstelling van het onderwijsbeleidskader en het onderwijsconcept. De onderwijsvisie van de HZ wordt binnen de opleidingen verder uitgewerkt en verankerd in de onderwijsprogramma‟s. Binnen het didactisch model van de HZ worden majors en minors gekenmerkt door de set van competenties die erin behaald worden, en door de basis van kennis en vaardigheden die erin verworven worden. Bovenop die basis verwerven studenten zich extra en verdiepte kennis en vaardigheden die aansluiten bij hun persoonlijke ontwikkeling. De HZ richt zich op de leervragen van de student, maar doet dit op een zodanige wijze dat een verbinding tot stand wordt gebracht tussen de oriëntatie van de HZ, de oriëntatie van de beroepspraktijk en de oriëntatie van de student. Naast onderwijs heeft onderzoek een steeds duidelijkere rol gekregen binnen de HZ. Het afgelopen jaar is er met name aandacht geweest voor de koppeling van het onderzoek aan het onderwijs. Daarbij staan de lectoren centraal. Zij onderhouden een groeiend netwerk met andere onderwijsinstellingen, bedrijfsleven, overheden en non-profitorganisaties. Lectoren spelen met onderzoek in op praktijkvragen die bij deze organisaties leven en betrekken daarbij studenten, docenten en promovendi. De HZ integreert (toegepast) onderzoek en dienstverlening in het onderwijs binnen de academies. Het onderwijs wordt verder behandeld in hoofdstuk 4 en onderzoek en lectoraten komen uitvoerig aan de orde in hoofdstuk 5. Locaties De hoofdlocatie bevindt zich aan de Edisonweg in Vlissingen. Opleidingen, stafdiensten en bestuur zijn in één gebouw gehuisvest, waarin ook een ruim aanbod aan voorzieningen te vinden is. De maritieme opleidingen worden gegeven aan de Boulevard Bankert in Vlissingen. In Terneuzen bevindt zich een nevenlocatie, waar de propedeutische fase van een aantal opleidingen kan worden gevolgd. Geografische gebieden en afnemers Studenten aan de HZ zijn voor een groot deel afkomstig uit Zeeland, maar ook studenten van de Zuid-Hollandse eilanden en uit West-Brabant vinden de weg naar Vlissingen. Daarnaast heeft de HZ ongeveer 300 buitenlandse studenten in haar midden verdeeld over 39 nationaliteiten. De HZ heeft naast een sterke regionale verankering, dus ook een groeiende internationale oriëntatie. §1.2 Bestuur en organisatie Het College van Bestuur is het bevoegd gezag van de HZ. Dat wil zeggen dat het bestuur van de HZ als geheel bij het College van Bestuur berust. De HZ kent het bestuursmodel met om de twee jaar wisselend voorzitterschap. Per 1 september 2010 heeft er een wisseling plaatsgevonden en heeft ir. A.P. de Buck het voorzittersschap overgedragen aan drs. P.C.A. van Dongen. Het College van Bestuur vervult haar taak door vanuit een sterke collegialiteit en in teamverband op concrete en inspirerende wijze leiding te geven aan de HZ. Beide CvB leden hebben daarbij een integrale gemeenschappelijke verantwoordelijkheid. Elke vijf jaar wordt dit bestuursmodel door de Raad van Toezicht geëvalueerd. Het College van Bestuur wordt ondersteund door het bestuurssecretariaat. Informatie over de portefeuilleverdeling, nevenfuncties en vergoedingen van de leden van het College van Bestuur is te vinden in bijlage 2. Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
7
Organisatiestructuur Het College van Bestuur is verantwoordelijk voor het (strategisch) beleid en het bestuur van de instelling en het te voeren beleid. De academiedirecteur is integraal eindverantwoordelijk voor het academiebeleid, het primaire proces onderwijs en onderzoek en de bedrijfsvoering van de academie. Iedere opleiding heeft een opleidingscoördinator die een integrale verantwoordelijkheid heeft voor de betreffende opleiding. Binnen de HZ wordt een bijzondere positie ingenomen door de opleiding Maritiem Officier (Marof). Deze opleiding is ondergebracht bij het Maritiem Instituut De Ruyter, waarin nauw wordt samengewerkt met ROC Zeeland. De HZ blijft daarbij nadrukkelijk verantwoordelijk voor de kwaliteit en het HBO-niveau van deze opleiding. Ondersteunend aan de organisatie zijn de diverse diensten waarbij het management van de diensten in handen ligt van de diensthoofden.
Organogram Hogeschool Zeeland Raad van Toezicht
College van Bestuur Medezeggenschapsraad Bureau Monitoring, Planning & Control
Bestuurssecretariaat
Academies
Diensten
Academies In 2010 is er binnen de HZ hard gewerkt aan de vorming van een nieuwe academiestructuur die per 1 januari 2011 gestalte heeft gekregen. In deze nieuwe structuur is er sprake van zes academies; te weten twee speerpuntacademies: Delta Academy en Academy for Tourism, Sports & Business en vier kernacademies: Academie voor Techniek & Omgeving, Academie voor Economie, Academie voor Zorg & Welzijn en Academie voor Educatie. Met de speerpuntacademies profileert de HZ zich zowel regionaal, nationaal als internationaal, waar de basisacademies een regionale oriëntatie hebben. Tevens maakt de HZ werk van de speerpunten Maintenance (samen met Avans wordt de bachelor opleiding International Maintenance Management ontwikkeld) en Energie. De opleiding Algemene Operationele Techniek (AOT) wordt omgevormd naar Energie- en procestechnologie (EPT). Binnen de academies streeft de HZ naar opleidingen die binnen een raamwerk van universele en landelijke competenties een eigen profiel aannemen. De opleidingen worden uitgedaagd aan te geven welk eigen karakter zij willen aanbrengen op basis van specifieke behoeften vanuit het (regionale) afnemende veld, de expertise van docenten en lectoren en vanuit eigen, unieke sterktes. In bijgaande illustratie van de zes academies is aangegeven welke opleidingen in welke academie zijn ondergebracht. Tevens blijkt hieruit dat het in het Businessplan Onderwijsinnovatie 2009-2012 geschetst opleidingsmodel, waarbij maximale synergie tussen opleidingen kan worden gerealiseerd, hier wordt toegepast.
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
8
In 2010 is de Hogeschool Zeeland tot een heroriëntatie op de lectoraten gekomen en heeft besloten een aantal lectoraten te beëindigen. De overgebleven lectoraten zijn ondergebracht in drie kenniscentra; namelijk: Delta Applied Research Centre, Tourism Applied Research Centre en Kenniscentrum voor Duurzaam Innoveren en Ondernemen. Hierdoor ontstaat er meer focus en massa op de nieuwe lectoraten, die goed aansluiten bij de strategische ambitie van de hogeschool om zich te ontwikkelen tot kenniscentrum. Hieronder ziet u een schematische verdeling van de genoemde kenniscentra in de nieuwe academiestructuur. Een nadere beschrijving van de kenniscentra volgt in hoofdstuk 5. Kenniscentra gekoppeld aan de academies
Delta Applied Research Centre
Tourism Applied Research Centre
Academy for Tourism, Sport & Business
Delta Academy
Kenniscentrum Duurzaam Innoveren en Ondernemen
Academie Voor Techniek & Omgeving
Academie Voor Zorg & Welzijn
Academie Voor Economie
Academie Voor Educatie
Maritiem Instituut “De Ruyter”
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
9
§1.3 Deelnemingen Hogeschool Zeeland is een stichting. Deze stichting heeft een dochteronderneming in de vorm van de Hogeschool Zeeland Holding BV, die op haar beurt weer enig aandeelhouder is van The Work Zone bv, het arbeidsintermediair van de HZ voor studenten, afgestudeerden en het bedrijfsleven. Schematische weergave Deelnemingen Stichting Hogeschool Zeeland
Hogeschool Zeeland Holding bv (100%)
TWZ bv (100%)
Pushz BV (100%) Geen activiteiten
§1.4 Medezeggenschap Op 1 september 2010 is de nieuwe wet Versterking Bestuur in werking getreden. In verband daarmee is het onder meer noodzakelijk het medezeggenschapsreglement aan te passen. Uit deze vernieuwde WHW vloeit voort dat er per organisatorische eenheid binnen de HZ een deelraad kan worden ingesteld. In 2010 is er gekeken wat gelet op de schaalgrootte van de HZ de meest effectieve invulling is van de vernieuwde WHW. Daarbij is vastgesteld dat er gezien de beperkte omvang geen deelraden ingesteld worden. Onderstaand is schematisch weergegeven hoe de HZ inrichting heeft gegeven aan de nieuwe wet versterking bestuur.
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
10
Hogeschoolraad In 2010 kende de HZ een medezeggenschapsorgaan: de Hogeschoolraad, die op instellingsniveau het overleg voert met het College van Bestuur. Uitgangspunt daarbij zijn de bepalingen over medezeggenschap in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) en het daarop gebaseerde Medezeggenschapsreglement HZ. De Hogeschoolraad (HR) bestaat uit achttien leden. De ene helft vertegenwoordigt de studentgeleding, de andere helft de personeelsgeleding. De HR besteedt in zijn activiteiten vooral aandacht aan de kwaliteit van het onderwijs en onderzoek, de financiële toekomst van de HZ, het project Passie en de daarmee samenhangende activiteiten, studentenaangelegenheden, personeelsbeleid en de organisatie van de HZ. De HR voert daartoe formeel (minstens vijf keer per jaar) een overleg met het College van Bestuur. Verder voert de HR vooroverleg met de CAO-partners en is aanwezig bij het arbeidsvoorwaardenoverleg tussen het College van Bestuur en de CAO-partners. De HR doet mee aan het Regionaal Medezeggenschapsoverleg Zeeland, waarin ook de medezeggenschapsorganen van de ROC‟s en het Edudelta zitting hebben. De samenstelling van de hogeschoolraad en de belangrijkste besproken onderwerpen waar de raad haar instemming op heeft verleend zijn genoemd in bijlage 3. §1.5 Horizontale verantwoording en dialoog Via dit jaarverslag geeft de HZ inzicht aan haar regionale, nationale en internationale stakeholders over wat gedaan en bereikt werd in het afgelopen jaar. De HZ hecht veel waarde aan samenwerking met een breed scala aan bedrijven en instellingen, en kon zich dan ook moeiteloos aansluiten bij het sociaal-economisch beleidsplan van de provincie Zeeland voor 2009-2012. Daarin staat onder andere de interactie voorop tussen kennisinstellingen en bedrijfsleven en de intensivering van de kennisoverdracht, ook met de aangrenzende regio‟s, met Vlaanderen en wereldwijd. Juist het feit dat de afstand tussen het hoger onderwijs, de bestuurssector en het bedrijfsleven kleiner is dan bijv. in de Randstad, biedt ook voor de HZ ontwikkelingskansen. In 2009 heeft de HZ dan ook besloten tot het uitwerken van een netwerkstrategie. Als hogeschool met een zelfstandige positie binnen de regio Zuidwest-Nederland, wil de HZ haar visie en missie realiseren in samenwerking met partners in een regionaal,nationaal en internationaal HZ-netwerk. Hierbij ligt primair de aandacht bij de opleidingsniches en secundair bij de basisopleidingen. De relaties met overheden en bedrijfsleven werden opgenomen binnen elke academie, bijv. via een Advisory Board, netwerkbijeenkomsten of beroepenveldcommissies per opleiding. Zoals ook zichtbaar gemaakt in het schema onder 1.4. Daarnaast zijn de banden met het VO-onderwijs versterkt d.m.v. de aangestelde relatiemanager. De HZ hecht veel waarde aan de participatie van studenten. De studentengeleding in het medezeggenschapsorgaan is zeer actief en levert een zeer waardevolle bijdrage aan de verdere ontwikkeling van de hogeschool. Daarnaast zijn de studenten actief betrokken bij de opleidingscommissies en bij de studentenraden op academieniveau. Door de nauwe contacten met enerzijds de studenten en anderzijds externe stakeholders werkt de HZ continue aan het motto “ de persoonlijke hogeschool” met het imago van een excellente hogeschool, waar elk talent telt.
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
11
Hoofdstuk 2 Strategie & Beleid §2.1 Instellingsplan 2009-2012 De uitvoering van de strategische agenda 2007-2008 van de HZ in combinatie met de gestelde principes m.b.t. de vernieuwingen van ons onderwijsconcept in “Passie voor Professie” waren de basis voor de discussie die opgestart is om te komen tot het Instellingplan 2009-2012. Hierin worden de ambities en de strategische doelen voor de periode 2009-2012 uiteengezet met als hoogste ambitie dat de HZ tot de beste hogescholen in Nederland gaat behoren. Een ander belangrijk onderdeel van het HZ instellingsplan was het herformuleren van de missie, visie en de kernwaarden. In het proces om te komen tot deze breed gedragen herformulering en het uiteindelijke instellingsplan zijn er uitgebreide discussies gevoerd met de academiedirecteuren, diensthoofden, lectoren, medezeggenschapsraad, de Raad van Toezicht en de externe stakeholders waarna het instellingsplan samen met de vernieuwde missie, visie en kernwaarden op 11 juni 2009 definitief zijn vastgesteld. In 2010 is door alle betrokkenen in de organisatie hard en succesvol gewerkt aan de concretisering van het Instellingsplan en het behalen van de gestelde doelen. Verderop in dit hoofdstuk wordt er kort ingegaan op de belangrijkste onderdelen uit het instellingsplan te weten, strategische doelen 2009-2012, balanced score card, kritische succesfactoren en de strategische kaart en vindt u de uitwerking van de missie, visie en de kernwaarden. In onderstaand schema vindt u de gestelde doelen van de HZ voor de periode 2009-2012 Doelen instellingsplan HZ 2009-2012 De HZ is de persoonlijke hogeschool 1. In 2010 zijn de kernwaarden richtinggevend en bepalend voor het gedrag van iedereen op de HZ en is een ieder daarop aanspreekbaar 2. De HZ wil in 2012 tot de top tien hogescholen in de keuzegids Hoger Onderwijs) behoren qua studenttevredenheid en accreditatie (goed) op geïdentificeerde facetten De HZ heeft delta en toerisme als (inter-)nationale niches 3. De HZ wil in 2012 op de niches delta en toerisme samen met partners een instituut hebben met nationale en internationale uitstraling. De HZ is een kernspeler in de regio 4. De HZ wil in 2012 één van de belangrijkste kennispartners zijn voor de regio Zuidwest Nederland. 5. De HZ verzorgt in 2012 op innovatieve wijze in het kader van een leven lang leren middels deeltijd, duale en cursorische opleidingen onderwijs voor werkenden, die circa 20% van het aantal studenten uitmaken. 6. De HZ beschikt in 2012 over meerdere onderwijslocaties naast de hoofdvestiging. De HZ werkt actief samen met haar stakeholders 7. In september 2010 beheert de HZ haar externe netwerken effectief en doelmatig 8. In 2012 is de tevredenheid onder externe stakeholders van de HZ m.n. over de voor hen relevante opleidingen bovengemiddeld 9. In 2012 is het imago van de HZ in Zuidwest Nederland positief De HZ is international 10. In 2012 is circa 10% van de studenten van de HZ internationaal student (collegegeld betalende studenten) en heeft 20% van de HZ-studenten buitenland ervaring 11. In 2012 hebben HZ studenten en medewerkers kennis van belangrijke internationale aspecten van hun beroepspraktijk De HZ en haar medewerkers blijven zich ontwikkelen 12. In 2012 sluit het HRM-beleid van HZ, waarvan het Sociaal Manifest en het Actieplan Leerkracht deel uit maken, aan bij de ambitie van de organisatie 13. In 2012 heeft 60% van de docenten van de HZ relevante ervaring in de beroepspraktijk De HZ is een solide instelling 14. In september 2010 is de academievorming gerealiseerd en is de onderwijsvisie van “de persoonlijke hogeschool” geïmplementeerd en in 2012 is de fysieke leeromgeving afgestemd op de portfolio van de academie 15. De HZ is in 2012 gezond door een groei naar 4162 studenten en een 3% exploitatieresultaat, solvabiliteitsratio >= 30%, liquiditeitsratio >=1, zodat de continuïteit en innovatie zijn gewaarborgd. Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
12
§2.2 Visie, missie en kernwaarden Visie Hogeschool Zeeland is een onafhankelijk kennisinstituut. Kenmerkend voor onze hogeschool zijn ondernemend en op de markt georiënteerd onderwijs en onderzoek met een regionale verankering en internationale oriëntatie. De HZ biedt een inspirerende en levendige leer-, werk- en woonomgeving aan haar medewerkers, studenten en cursisten. Kleinschaligheid stimuleert betrokkenheid en verbondenheid, waarin ieders talent tot ontwikkeling komt. De hogeschool leidt, in nauwe samenwerking met de (internationale) beroepspraktijk, door goed en uitdagend onderwijs en praktijkgericht onderzoek, mensen op tot verantwoordelijke, waarde(n)volle en zelfbewuste professionals in een mondialiserende werkomgeving. Missie De HZ biedt innovatief, praktijkgericht en persoonlijk HBO-onderwijs aan studenten uit Zuidwest Nederland en daarbuiten. Wij zijn nauw betrokken bij ontwikkelingen in Zuidwest Nederland en stimuleren betrokkenheid van onze stakeholders bij het onderwijs. Wij kiezen als „de persoonlijke hogeschool‟ voor intensieve begeleiding van onze studenten in kleinschalig, praktijkgericht onderwijs. Kernwaarden Kernwaarde 1: Betrokkenheid Voor ons betekent betrokkenheid dat de medewerkers toegewijd zijn aan de studenten, aan andere stakeholders en aan elkaar. Betrokkenheid betekent ook dat iedereen het initiatief neemt om de eigen werksituatie in te richten conform de afspraken. Iedere medewerker is verantwoordelijk voor zijn taken en legt over de uitvoering ervan ongevraagd verantwoording af. We beseffen dat onze omgeving blijft veranderen en steeds verder mondialiseert. Dit leidt tot nieuwe vraagstukken en uitdagingen in onze samenleving, waaraan wij een bijdrage willen leveren. Bij ons werken gemotiveerde mensen die van hun vak en professie houden en die weten dat zij alleen door samenwerking de visie en missie van de HZ kunnen realiseren. Onze medewerkers beseffen dat samenwerking met bedrijfsleven en overheid dé manier is om een effectieve bijdrage aan de regio en Nederland te leveren en nemen daartoe het initiatief. Kernwaarde 2: Kwaliteit Voor iedereen op onze hogeschool is kwaliteit essentieel. Zowel kwaliteit in het onderwijs als kwaliteit in de omgang met studenten, andere stakeholders en elkaar. Medewerker zijn op onze hogeschool betekent je blijven ontwikkelen en verbeteren. Maar het betekent ook anderen helpen zich te ontwikkelen en verbeteren door het delen van kennis en samen onderzoek doen. Kennis wordt gedeeld met studenten, maar ook met bedrijfsleven en overheid en anderen in de samenleving, in allerlei vormen van onderwijs en onderzoek. Kwaliteit op onze hogeschool betekent ook dat wij als medewerkers en studenten continu streven naar de afgesproken resultaten op de geplande tijdstippen. Kwaliteit uit zich uiteindelijk in een hoog studierendement, een hoge studenttevredenheid en grote praktijkgerichtheid van ons onderzoek. Kernwaarde 3: Integriteit en respect Wij weten dat we vanuit betrokkenheid en integriteit een bijzonder onderwijsklimaat realiseren, waarmee onze hogeschool zich onderscheidt en aantrekkelijk is als kennisinstituut in de regio en in het land. We benutten optimaal de kleinschaligheid van de HZ in onze relatie met elkaar. Op de HZ gaan we met studenten, andere stakeholders en elkaar om op basis van wederzijds respect en vertrouwen. Studenten en andere stakeholders weten dat ze op ons kunnen vertrouwen en dat we respectvol met hen omgaan, net zo goed als wij van hen verwachten dat ze respectvol met ons omgaan. §2.3 Besturing en beheersing Om de visie en missie van de HZ te kunnen realiseren is het noodzakelijk om controle uit te oefenen op de uitvoering van het beleid en de resultaten. In 2010 is de in 2009 opgezette planningen controlcyclus ingevoerd. Eén van de belangrijkste aspecten is dat de begroting veel meer via een bottom-up dynamiek tot stand komt. Met de kaderbrief bij de begroting worden de beschikbare middelen en de te behalen doelen toegewezen waarna de academiedirecteuren samen met de opleidingscoördinatoren hun meerjarenbegroting opstellen. Datzelfde geldt voor de diensthoofden. Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
13
Door deze nieuwe aanpak bestaat er een transparant beeld bij het volledige management van de achtergronden van de cijfers binnen de begroting en de meerjarenprognose waardoor men zich bewust is van de uitgangspunten en targets, waarop de begroting gebaseerd is. In de bestuur- en managementoverleggen (BMO-gesprekken) wordt de ontwikkeling gedurende het begrotingsjaar gerapporteerd en besproken door middel van periodieke rapportages. Deze rapportages bestaan uit standaard formats waarbinnen het onderdeel risicomanagement verwerkt is. Door deze aanpak is het mogelijk om er voor te zorgen dat de HZ in control blijft. Deze rapportages vormen de basis voor de rapportages van het College van Bestuur aan de Raad van Toezicht. Onderstaand schema geeft de gehele planning- en controlcyclus weer.
Legenda: KPI = Kritische Prestatie Indicatoren; BBSS = Business Balanced Score Card; AD= Academiedirecteur; OLC = Opleidingscoördinator
In 2010 is er risicomanagement beleid geformuleerd alsmede een helder kader voor risicomanagement. Risicomanagement is daarmee net als de kwaliteitszorg een integraal onderdeel geworden van de Planning & Controlcyclus. Academiedirecteuren en diensthoofden leggen periodiek verantwoording af aan het CvB. Het CvB regisseert de HZ-beleidsvorming en uitvoering daarvan, op inhoud, kwaliteit, tempo en samenhang. Gesprekspartners van het CvB zijn de medezeggenschapsraad (die advies- en instemmingsrecht heeft op belangrijke onderwerpen), de (op te richten) Raad van Advies (die adviseert op strategische beleidsthema‟s) en de Raad van Toezicht (die toeziet op het bestuur). De CvBbestuurssecretaris zorgt voor transparante overleg-agenda‟s, correcte besluitvorming en communicatie daarover. De oriëntatie en focus van alle organisatieonderdelen en daarmee van alle medewerkers moet er voor zorg dragen dat de visie, missie en strategische doelen de komende jaren gerealiseerd gaan worden.
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
14
Transparantie Om het concreet realiseren van de genoemde strategische doelstellingen te kunnen beoordelen heeft de HZ er voor gekozen om de principes van de Business Balanced Scorecard te gebruiken als model in het kader van verantwoording, verbeter- en verandermanagement en als sturings- en beheersingsmodel. De HZ wil met de Business Balanced Scorecard de volgende invalshoeken in balans krijgen: Het verbeteren van systemen en structuren van de organisatie. Het verhogen van de resultaatgerichtheid en ondernemend vermogen van bestuur, management en medewerkers. Het begrijpen en verbeteren van teamsamenwerking en cultuur. Het kennen van de persoonlijke kwaliteiten van de medewerkers en het beschikken over gedrag-alternatieven. De HZ wil met de implementatie en het actieve gebruik van de Business Balanced Scorecard de volgende doelstellingen te realiseren: Meer focus op de invoering van de visie, missie, kernwaarden en strategie. Verbeterde interne en externe effectiviteit. Verbeterde interne efficiëntie. Verhoogde transparantie van de operaties. Verhoogde klantenfocus. Gemeenschappelijke doelstellingen voor bestuur, management en medewerkers. Up-to-date performance informatie en risicomanagement met stuurindicatoren voor bestuur en management De volledige Balanced Scorecard vindt u in bijlage 4. Perspectieven: Het hoofddoel is het volbrengen van de visie, de missie en strategische doelen. Hiertoe wordt de strategie aangewend en worden kritische succesfactoren (KSF‟s) benoemd. De KSF‟s dienen echter in meerdere perspectieven gedefinieerd te worden te weten: Continuïteit perspectief; Klant/markt/maatschappij perspectief ; Interne processen perspectief; Innovatie perspectief. Kritische succesfactoren De HZ heeft twaalf kritische succesfactoren in de vier bovengenoemde perspectieven benoemd en onderscheiden: 1. Behalen missie 2. Positief bedrijfsresultaat behalen 3. Realiseren groei 4. Tevredenheid verhogen 5. Bestuur- & beheersbaarheid verhogen 6. Commercieel en ondernemend vermogen van de organisatie verhogen 7. Leerproces en leeromgeving voor de studenten verbeteren 8. Marketing verbeteren 9. Communicatie verbeteren 10. Afstemmen producten met de markt 11. Verhogen competenties medewerkers 12. Integrale kwaliteit producten verhogen Deze kritische succesfactoren staan niet op zichzelf maar hebben onderlinge verbanden. Deze verbanden tussen de kritische succesfactoren in de vier perspectieven zijn weergegeven in de strategiekaart. De pijlen in de strategiekaart geven de oorzaak-gevolg relaties aan.
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
15
§2.4 Strategische initiatieven Om de genoemde doelstellingen in de periode 2009-2012 te behalen zijn er 6 strategische initiatieven benoemd. Deze initiatieven zijn langlopende programma‟s die bestaan uit meerdere projecten. De volgende zes strategische initiatieven zijn gekozen: Het versterken van de bijdrage van de HZ aan de Zuidwest Nederlandse samenleving en economie door het realiseren van een onderwijsinnovatie resulterend in een verbetering van de geleverde kwaliteit, die leidt tot verhoging van rendement en een groei in studentenaantallen. Het versterken van de bijdrage van de HZ aan de Zuidwest Nederlandse samenleving en economie door het doen van toegepast onderzoek op de focusgebieden van de Zeeuwse economie. Hogeschool Zeeland participeert hiertoe zeer actief in het Innovatie Netwerk Zeeland, waar samen met bedrijven, instellingen en intermediaire organisaties als Syntens en Economische Impuls Zeeland gewerkt wordt aan een gezamenlijke Zeeuwse innovatieagenda. Het versterken van de professionalisering van HZ-management en medewerkers. Het realiseren van een effectieve en efficiënte organisatie. Het optimaliseren van de fysieke omgeving in relatie tot profiel en imago van de HZ. Het realiseren van een effectieve marketing, communicatie en voorlichting. Met deze strategische initiatieven en de daaraan gekoppelde projecten worden de volgende prestaties beoogd en de relatie gelegd naar de performance indicatoren (zie bijlage 4) en de kritische succesfactoren: Hoger rendement door een betere onderwijskwaliteit en begeleiding. Nieuwe en verbeterde opleidingen deels met partners gerealiseerd. Groter aantal ingeschreven en afgestudeerde studenten. Afgestudeerden met onderzoekscompetenties. Grotere betrokkenheid van Zuidwest Nederlandse samenleving en bedrijven bij de HZ. Onderzoeksresultaten via de kenniscentra en lectoraten die bijdragen aan de economische en maatschappelijke innovatie en ontwikkeling van de regio Zuidwest Nederland. Hoog gekwalificeerde en professionele managers en medewerkers. Effectieve en efficiënte ondersteuning van onderwijs en onderzoek gebaseerd op een transparante beleidscyclus en performance management.
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
16
Geoptimaliseerde infrastructuur tot uitdrukking komend in vernieuwde en nieuwe huisvesting van de HZ. Verbetering van de identiteit en imago van de HZ tot uitdrukking komend in een hoge tevredenheid van studenten, medewerkers en stakeholders t.a.v. van communicatie en voorlichting. Strategische initiatieven 2010 Met de start van het Instellingsplan 2009-2012 zijn de volgende strategische initiatieven gestart. Er wordt concreet aangegeven welke activiteiten daarop in 2010 ondernomen zijn en in 2011 doorgezet worden. Innovatie Onderwijs & Onderzoek en strategische allianties Ontwikkeling van nieuwe opleidingen en praktijkgericht onderzoek, die passen bij de veranderende beroepspraktijk en aansluiten bij de vraag uit de regio. Onze opleidingen kenmerken zich door een sterke markt- en beroepsoriëntatie met grote mate van betrokkenheid en inbreng vanuit het werkveld. In 2009 en 2010 zijn de nieuwe opleidingen Vitaliteitsmanagement & Toerisme en Sport & Bewegingseducatie zeer succesvol van start gegaan. In 2010 zijn de volgende bachelor opleidingen ontwikkeld: Delta Management, International Maintenance Management en het AD-programma: Vitaliteitsmanagement & Toerisme. Deze opleidingen zullen in 2011 van start gaan. In 2010 is gewerkt aan een de aanvraag macrodoelmatigheid en de toets nieuwe opleiding van de bachelor opleidingen Toegepaste Psychologie en Pedagogiek. Deze zullen in 2011 worden ingediend. Samen met de Hogeschool Rotterdam, Fontys en Saxion werd de Master Industriële Innovatie ontwikkeld en geaccrediteerd. Ook die zal in 2011 van start gaan. Tot slot is de ontwikkeling van de professionele Master Water gestart onder betrokkenheid van de Rooseveld Academy (RA) en het NIOO. Binnen de Academie voor Techniek & Omgeving worden de opleidingen werktuigbouwkunde en electrotechniek samengevoegd tot een nieuwe opleiding EDI (=Engineering, Design and Innovation) in samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam. De opleiding Algemene Operationele Techniek (AOT) wordt in overleg met het beroepenveld getransformeerd naar een opleiding Proces- en Energietechnologie (EPT). Voor deze vernieuwde opleiding wordt een goed perspectief gezien voor met name de duale variant. Het verkrijgen van de licenties voor de nieuwe opleidingen heeft er voor gezorgd dat de hogeschool een profielshift heeft doorgemaakt. De HZ beschikt over een voor de regio uitgebalanceerd opleidingsportfolio met twee nationale en internationale speerpunten (water/delta en toerisme) Dit alles heeft geleid tot de in hoofdstuk 1 beschreven nieuwe academie-indeling. Het kunnen halen van de groeiambitie aan nationale en internationale studenten zal naast de ontwikkeling van de genoemde speerpunten ook in belangrijke mate afhangen van het realiseren van de noodzakelijke campus. De huidige instroom op de nieuw gestarte opleidingen, komt voornamelijk uit de eigen regio. We dempen hiermee de weglek naar buiten de regio, omdat we voor die studenten nu een adequaat aanbod hebben. Het toegepast onderzoek wordt in lijn met de Veerman-agenda geconcentreerd in drie kenniscentra. Het Delta Applied Research Centre verbonden aan de Delta Academy. Het Tourism Applied Research Centre verbonden aan de nieuwe academie: Academy for Tourism, Sport & Business. Het Kenniscentrum Duurzaam Innoveren & Ondernemen wordt gedragen door de vier basisacademies. De invulling van deze kenniscentra wordt verder besproken in hoofdstuk 5. De ingeslagen multipartnershipstrategie is in 2010 verder doorgezet. Met de NHTV zal begin 2011 een overeenkomst getekend worden op het domein toerisme. Met Avans is een overeenkomst gesloten op het domein maintenance. Met RPCZ, Scoop, Hogeschool van Utrecht en HZ vindt een verkenning plaats om te komen tot een door partijen gedragen kenniscentrum Jeugd & Onderwijs als onderdeel van het kenniscentrum Duurzaam Innoveren en Ondernemen.
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
17
Begin 2011 wordt het haalbaarheids- en draagvlakonderzoek afgerond. Mocht een en ander kansrijk zijn, dan zal het centrum in 2011 vorm en inhoud krijgen. Tevens is in voorbereiding een samenwerking met Hogeschool van Utrecht (HvU) op het domein educatie. HZ wil met HvU samenwerken op de volgende gebieden: Bachelor opleiding pedagogiek; Master special educational needs; Kenniscentrum Jeugd & Onderwijs; Leveren van een visiting lector jeugd; (thema Opleiden in de school in een krimpregio) Contractactiviteiten. De intentie is dat het Seminarium van Orthopedagogiek locatie Zeeland van de Hogeschool van Utrecht gehuisvest wordt bij de HZ. Met Hanze Hogeschool te Groningen en Hogeschool Zuyd te Heerlen zal gekeken worden naar een samenwerkingsverband om gezamenlijk onderzoek te doen naar krimp. Rendement en onderwijsintensiteit Afgelopen jaren is een begin gemaakt met het opstellen van schooldossiers per toeleverende VOschool, alsmede van de ROC‟s. Deze rapportages zijn in 2010 op basis van wensen verder geoptimaliseerd. De dossiers geven een uitstekend inzicht in de instroom en de studieprestaties van de leerlingen uit de individuele VO-scholen en ROC‟s. In hoofdstuk 3 wordt hier nader op ingegaan. Daarnaast is er HZ-breed gestart met studiekeuzegesprekken met 1ste jaars studenten gericht op de studiekeuzemotivatie en het verwachtingspatroon van de opleiding. Tevens wordt geïnventariseerd of er sprake is van deficiënties, zodat deze met zomercursussen weggewerkt kunnen worden. In de eerste collegeweek zullen de gesprekken gericht zijn op studiegedrag en leerstijl om succesvol aan de gekozen opleiding te studeren. Deze vorm van studiebegeleiding wordt continue gemonitord om zo te komen tot een professioneel begeleidingsinstrument. De aansluitingsproblematiek vanuit het MBO blijft vooralsnog een groot zorg- en aandachtspunt. Met de invoering van het competentiegericht onderwijs in het MBO is de aandacht voor de doorstroomvariant naar het HBO op de achtergrond geraakt. Realiteit is dat veel instromende MBO‟ers onvoldoende kennis hebben van Nederlands, wiskunde en moderne vreemde talen. Met de ROC‟s in Zeeland is in 2010 een convenant afgesloten, dat er de komende jaren toe moet leiden dat de aansluitingsproblematiek afneemt. Binnen alle opleidingen lopen innovatieprojecten om in de planperiode van het instellingsplan de curricula over alle leerjaren te herontwerpen. Dit vergt enorme inspanning van de docententeams. De curricula vernieuwing vindt plaats aan de hand van het nieuwe synopsis model voor de cursussen. Professionalisering medewerkers Dit project is gericht op het ondersteunen van de continue scholing van de medewerkers van onze hogeschool. Medewerkers worden gestimuleerd om een relevante master degree te behalen en hun kennis van de beroepspraktijk te actualiseren. In 2009 is een begin gemaakt met het professionaliseringsprogramma. Inmiddels hebben alle academies en diensten een meerjaren scholingsplan, waarvan de financiële vertaling zijn weerslag heeft in de begroting. In 2015 dient de HZ te voldoen aan de gestelde norm, dat 70% van de docenten in 2015 en volgende jaren een master heeft. Dit kan bereikt worden door niet alleen de upgrading van het huidige docentenkorps, maar ook bij de werving zal nadrukkelijk als eis voor benoeming gelden het in het bezit hebben van een relevante master. In 2010 is een nieuwe opzet gemaakt van de HZ-scholingscatalogus. Docenten worden verplicht om te beschikken over een adequaat pedagogisch didactisch niveau en relevante beroepservaring. De HZ-medewerkersdag zal gezien het grote succes in 2010 in 2011 op veler verzoek gecontinueerd worden. Motto van veel van de professionaliseringsactiviteiten is: HZ‟ers professionaliseren elkaar.
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
18
Werkenden Het formuleren van adequate antwoorden op onderwijsvragen vanuit de beroepspraktijk in Zuidwest Nederland. Werkenden zijn voor het HBO tot nu toe een moeilijke doelgroep geweest. Relatief weinig werkenden studeren in het HBO. Dit betekend concreet dat het upgraden van de werkende beroepsbevolking voor het bekostigde HBO-onderwijs geen eenvoudige opgave is. Tot nu toe vindt dit type scholing overwegend plaats door het niet bekostigde onderwijs, zoals LOI, NTI, NCOI, etc. Het College van Bestuur heeft in 2010 de relatie gelegd naar NTI. Dit instituut is gespecialiseerd in het concept van blended learning. De verkennende gesprekken zijn hoopgevend en geven perspectief op een mogelijke, vruchtbare samenwerking. Los van de samenwerking met NTI gaat HZ zelf in 2011 een begin maken met het ontwikkelen en implementeren van een krachtige leeromgeving met als concept blended learning. De HZ wil en zal deze omgeving niet alleen gaan inzetten voor de doelgroep werkenden. Ook binnen de voltijdse programma‟s zullen experimenten starten om te verkennen of dit concept ook geschikt is om meer flexibiliteit en maatwerk te kunnen bieden aan de voltijdse student. Binnen de HZ loopt het omvangrijke project Leven Lang Leren (LLL). Hiervoor is substantiële subsidie verkregen voor 2010 en 2011. Het project moet er toe leiden, dat er meer werkenden gaan studeren aan de HZ. Daartoe dient het instrumentarium van EVC‟s verder geoperationaliseerd te worden en dienen er flexibele maatwerkprogramma‟s te kunnen worden doorlopen op basis van verkregen vrijstellingen. Het is een complex project, waarmee landelijk weinig ervaring is opgedaan. We zitten kortom in de pioniersfase en het Ministerie van OCW ziet de HZ als een goed voorbeeld.
“De studenten van straks zijn volwassenen met een baan” Nieuw type student De provincie vergrijst en jongeren trekken weg. Dit maakt het steeds moeilijker om voldoende en aantrekkelijk beroepsonderwijs in stand te houden. Met de introductie van Leven Lang Leren, onderwijs dat onafhankelijk is van tijd en plaats, blended learning, boren we een nieuwe doelgroep aan. Het nieuwe type student is een volwassene met een baan of werkzoekende die de kennis op zijn vakgebied wil vergroten. Deze student wil met een opleiding of cursus beginnen op het moment dat het hem uitkomt en niet wachten op het traditionele instroommoment na de zomervakantie. Het streven is dat over twee jaar 20% van de studenten bestaat uit werkende volwassenen zoals vastgelegd in het Instellingsplan HZ 2009-2012. Scholing is belangrijk voor het krijgen en houden van een baan. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) stuurt daarom aan op onderwijs gericht op volwassenen. Flexibele, marktgerichte opleidingen moeten in de toekomst dit soort nieuwe studenten aantrekken. “Dat betekent een omslag voor het onderwijs”, zegt de projectleider Leven Lang Leren “Tot nu toe bepaalt de HZ aanbod en inhoud van het onderwijs. Daarnaast moeten we ook vraag gestuurd gaan werken.” In de praktijk betekent dit dat we met bedrijven uit de regio om de tafel gaan om samen te peilen aan welke scholing behoefte is. De HZ wacht daarbij niet af, maar neemt zelf ook het initiatief. Een goed voorbeeld is het toerisme. De Provincie vindt de ontwikkeling van het toerisme belangrijk. Het is zelfs gekozen tot een van de pijlers voor de Zeeuwse economie. Daarnaast wil de sector zelf het opleidingsniveau van het personeel verhogen. Als reactie daarop is er vanuit het Kenniscentrum Kusttoerisme met verschillende partijen uit de toeristische sector gepraat. Het resultaat van die samenwerking is dat we de opleiding Vitaliteitsmanagement & Toerisme aanbieden.” Ilse van Gent-Jorissen & Annie van den Heuvel, projectleiders leven Lang leren
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
19
Stakeholder management Het professionaliseren van de samenwerking met onze stakeholders in de regio en daarbuiten. Intensieve betrokkenheid van de stakeholders is cruciaal om toekomstbestendig hoger onderwijs te kunnen blijven bieden. Ook de commissie Veerman pleit nadrukkelijk voor een hechte relatie tussen het HBO en het beroepenveld. In het Instellingsplan staat dat de HZ wil komen tot het formeren van Advisory Boards per academie en op hogeschoolniveau naast de reeds bestaande opleidingscommissies en beroepenveldcommissies. In 2010 heeft een grondige herbezinning plaatsgevonden op de taakstelling, invulling en positionering van bovengenoemde drie gremia en de gewenste onderlinge relaties daartussen. Dit heeft geresulteerd in een drietal documenten, die de basis vormen om in 2011 te komen tot nieuwe en vernieuwde invullingen van deze zo belangrijke gremia. Zij zullen een belangrijke rol spelen bij het moderniseren van de curricula, maar ook bij het verbinden van de academies met de voor hen relevante externe omgeving, voor onze studenten kunnen ze baanbrekend werk verrichten voor het verkrijgen van interessante stage-, project- en afstudeeropdrachten, etc. Tevens spelen deze gremia een belangrijke rol bij het mede formuleren van de onderzoeksthema‟s voor de kenniscentra en lectoraten. De participatie van studenten is in 2010 geïntensiveerd. Zo zal naast participatie van studenten in de opleidingscommissies en de medezeggenschapsraad ook voor iedere academie een studentenraad opgericht worden. Betrokkenheid en invloed van studenten bij de opleiding en academie is zeer essentieel om hoge kwaliteit te kunnen leveren met hoge studenttevredenheid. Gezien de mooie scores op deze punten zit de HZ hiermee op de goede weg. Doel is en blijft optimaal invulling te geven aan de persoonlijke hogeschool. Onderwijshuisvesting Het ontwikkelen van een nieuw huisvestingplan en locatiestudie. Het doel is het verzorgen van onderwijs in een voor studenten inspirerende leeromgeving en het optimaal toegankelijk en bereikbaar maken van de huisvestingsvoorzieningen. In 2010 heeft het College van Bestuur door het bureau Aestate en door het bureau BOAG een aantal notities op laten stellen voor de huisvesting en campusontwikkeling. De notitie van Aestate geeft aan welke ingrediënten noodzakelijk zijn om tot campusontwikkeling te komen en welke vormen van campusontwikkeling er denkbaar zijn en hoe deze tot stand kunnen komen. Bureau BOAG heeft uitgezocht wat de vierkante meter behoefte is gegeven de nieuwe opleidingen, de nieuwe academievorming, de verwachte studentenaantallen en de onderwijsconcepten van de opleidingen en de invloed hiervan op de huisvesting. In 2010 hebben de Raad van Toezicht en het College van Bestuur besloten om medio 2011 een besluit te nemen over de campusvorming van de hogeschool. Hiertoe is een plan van aanpak opgesteld waar betrokkenheid van zowel interne partijen als externe partijen van groot belang is. In hoofdstuk 8 wordt dieper ingegaan op bovengenoemde onderzoeken
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
20
§2.5 Onderwijsinnovatie Een belangrijk onderdeel van de doelstellingen uit het hiervoor genoemde instellingsplan is de vernieuwing van het opleidingsportfolio. Een belangrijke voorwaarde om dit portfolio succesvol te kunnen vernieuwen is de in 2009 verkregen C(2) status. Naast deze status is er in samenwerking met het ministerie OCW en de Provincie Zeeland (PZ) een businessplan opgesteld om te komen tot de realisatie van het gehele instellingsplan waarvoor de HZ in een periode van 5 jaar een totaal subsidie krijgt van €15 miljoen. Prestatieafspraken met Ministerie van OCW en Provincie Zeeland Naar aanleiding van de te kleine studentenpopulatie die onvoldoende mogelijkheden biedt om te investeren in de innovatie van het onderwijsaanbod is er in de zomer van 2007 een onderzoek georganiseerd om te bezien wat er nodig is om de positie van de HZ in de Zeeuwse samenleving te versterken. De conclusies van het onderzoek zijn vastgelegd in het rapport Hoger Onderwijs in Zeeland - investeren in maatschappelijk breed succes. Dit was de basis voor afspraken in december 2007 tussen het Ministerie van OCW, het provinciale bestuur en de HZ. Aan de hand van een aantal globale prestatierichtingen werd overeengekomen dat de HZ een tijdelijke investeringsimpuls vanuit het Ministerie van OCW (10 miljoen euro) en de Provincie Zeeland (5 miljoen euro) ontvangt voor de periode 2008-2012. In het kader van de genoemde investerings-impuls is er op 11 juni 2009, in overleg met het Ministerie OCW en de Provincie Zeeland, het “HZ -Businessplan Onderwijsinnovatie 2009-2012” vastgesteld. De HZ zal jaarlijks d.m.v. een tussenrapportage het Ministerie OCW en de Provincie Zeeland informeren over de behaalde resultaten ten opzichte van de gestelde targets. Begin 2011 is deze rapportage over 2010 overhandigd. Hieronder vindt u een schematisch overzicht van de gestelde doelen door het ministerie van OCW en de uiteindelijk behaalde resultaten in 2010. Prestatieindicator
Target 2010 Businessplan 11 juni 2009 1375
Targets 2010 OCW 1306
1396
Afwijking t.o.v. de OCW targets +90
Aantal verblijvende studenten Solvabiliteit
3820
3629
4035
+406
0,3
0,3
0,1*
-0,2
Current ratio
1
1
1,4*
+0,4
€ 306.000
€ 306.000
€2.000.000*
+€1.694.000
Instroom
Exploitatieresultaat
Resultaat 2010
Opmerkingen
Instroom is op basis van CFIgegevens met als peildatum 1 oktober 2010 Op basis van CFI-gegevens met als peildatum 1 oktober 2010 Dit is het gevolg van de verwerking van de claim Rekenschap in 2010 Raming op basis van interne financiële gegevens HZ ultimo december 2010 Raming op basis van interne financiële gegevens HZ ultimo december 2010
*=Het betroft hier ramingen van ultimo 2010. De jaarrekening 2010 moet nog definitief worden opgemaakt.
Een nadere uitleg over het bovenstaande schema vindt u in hoofdstuk 10. §2.6 Onderwijs Autoriteit Zeeland (OAZ) In maart 2010 werd het eindrapport Kerend tij van de Taskforce Zeeland opgeleverd. Deze Taskforce was in september 2009 in het leven geroepen om met adviezen te komen over hoe onderwijspartijen, bedrijfsleven en lokale overheden gezamenlijk bestuurlijk kunnen bijdragen aan een kwalitatief en kwantitatief duurzaam aanbod van middelbaar beroepsonderwijs en hoger onderwijs in Zeeland. De Taskforce komt tot zeven aanbevelingen om goede en bestendige onderwijsvoorzieningen te behouden voor Zeeland. Een van de adviezen is te komen tot het aanstellen van een Onderwijsautoriteit Zeeland voor 1 juni 2010. Opdracht van de Onderwijsautoriteit Zeeland is in samenspraak met de betrokken partijen te komen tot een gedragen plan waarin de adviezen van de Taskforce Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
21
worden geconcretiseerd. Met draagvlak vanuit de betrokken partijen is mr. E.M. d‟Hondt voor de periode van een jaar benoemd in deze functie. In het rapport Kerend Tij zijn de volgende voor de Hogeschool Zeeland relevante adviezen opgenomen: Diversificatie van het onderwijsaanbod en versterking van de onderzoeksfunctie. Expliciete aandacht voor doorlopende leerlijnen, Leven Lang Leren, ontwikkeling van afstand leren en samenwerking op het terrein van regionaal toegepast onderzoek tussen de kennisinstellingen in Zuidwest Nederland en Vlaanderen is daarbij aan de orde; Tot ontwikkeling brengen van en voorzien in een preferentiestatus voor de volgende niches: energietransitie, maintenance, vitaliteitsmanagement & toerisme, watermanagement. Deze definiëring spoort een op een met het Instellingsplan 2009-2012 van de HZ; Het per direct laten vervallen van de Claim Rekenschap van de Hogeschool Zeeland om naar de toekomst toe voldoende structurele innovatiecapaciteit te bewerkstelligen; Het in samenhang beschouwen van het huisvestingsbeleid van betrokken onderwijspartijen. In de maanden juni en juli 2010 is er door de HZ gewerkt aan een bijdrage voor het Plan van Aanpak van de Onderwijsautoriteit Zeeland. Dat heeft tot twee documenten geleid: Actuele stand van zaken ontwikkeling niches Hogeschool Zeeland (22 juli 2010): in deze notitie is vastgelegd wat de actuele stand van zaken is en welke middelen er (aanvullend) nodig zijn om de niches vol tot ontwikkeling te brengen; Gezamenlijk notitie voor de Zeeuwse Onderwijs Autoriteit (22 juli 2010). Het betreft een notitie van Edudelta, ROC Zeeland, ROC Westerschelde en de Hogeschool Zeeland. In de notitie wordt uitgewerkt hoe samengewerkt wordt op de terreinen: doorlopende leerlijnen, Leven Lang Leren, diversificatie onderwijsaanbod en de aansluiting MBO-HBO bij de niches. De OAZ heeft mede op basis van deze inbreng zijn Plan van Aanpak in de zomer van 2010 aangeboden aan de regionale partijen en aan OCW. Verder is er in het najaar van 2010 gewerkt aan een passende bestuursovereenkomst: het Handvest Kerend tij. Uiteindelijk is gekozen voor een overeenkomst op hoofdlijnen. Daarbij is vastgelegd dat de OAZ leiding en richting geeft aan de samenwerking tussen de Zeeuwse Partijen op de in de pilot benoemde dossiers en dat de OAZ een onafhankelijke positie bekleedt zowel ten aanzien van de Zeeuwse Partijen als ten aanzien van de minister van OCW. De Onderwijs Autoriteit Zeeland treedt niet in bevoegdheden die rechtens toekomen aan Partijen genoemd in deze Bestuursovereenkomst. In 2010 is voortvloeiend uit het Plan van Aanpak overleg gevoerd met de OAZ over de volgende dossiers: De ontwikkelingen op het terrein van de niches in brede zin; Meer specifiek is een document besproken inzake Gullivers Academy (werktitel). Het betreft hier het concentreren van de opleidingen inzake vitaliteitsmanagement & toerisme, sport en business in een nieuwe academie van de HZ en het door ontwikkelen van deze niche onder betrokkenheid van o.a. de NHTV; De thema‟s die in samenwerking met het MBO in de regio vorm krijgen: doorlopende leerlijnen, diversificatie doelgroepen, afstandsleren, Leven Lang Leren; Versterking Toegepast Onderzoek in samenwerking met andere Zeeuwse partijen; Het Maritiem Onderwijs; hierin wordt gezamenlijk opgetrokken met ROC Zeeland; Het dossier betreffende Claim Rekenschap; Het dossier huisvesting.
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
22
Hoofdstuk 3 Studenten §3.1 Studentenbeleid De HZ is een kennisinstelling met inspirerende en studentgerichte leeromgevingen waarbij persoonlijk contact met de student één van de belangrijkste speerpunten is. De HZ biedt studenten een breed scala aan hoogwaardige beroepsopleidingen waardoor zij zich als afgestudeerden als competente professionals kunnen manifesteren op de arbeidsmarkt. Een aantrekkelijk, uitdagend en krachtig hoogstaand aanbod van opleidingen moet er ook toe leiden dat jaarlijks meer studenten zich zullen inschrijven aan de HZ. Hoewel jonge mensen in Zeeland in toenemende mate over de provinciegrenzen kijken voor een vervolgopleiding, heeft de HZ de ambitie om het aantal nieuwe inschrijvingen de komende jaren met 10% te verhogen. Studenten zijn steeds meer kritische consumenten die bij de keuze voor een opleiding diverse instellingen met elkaar vergelijken. Alle reden dus voor de HZ om tot de beste hogescholen van Nederland te willen behoren. De HZ is een relatief kleine hogeschool waardoor ze zich kan profileren als een persoonlijke en kwalitatief hoogstaande hogeschool. Studenten zijn geen nummers, maar individuen. Dit komt tot uiting in een groot aantal voorzieningen op het gebied van professionele ontwikkeling zoals (studie)begeleiding en persoonlijke ontwikkeling, diensten voor studenten, gezelligheid, cultuur en sport. Om de groeiambitie waar te kunnen maken is de HZ in 2010 gestart met een project LevenLangLeren (LLL) dat tot doel heeft hoger beroepsonderwijs aantrekkelijk te maken voor werkenden die zich verder willen professionaliseren. Uit deze groep verwacht en stimuleert de HZ extra vraag naar flexibele studietrajecten. §3.2 Wervingsbeleid HZ kent drie verschillende doelgroepen: de regionale student, de bovenregionale student en de internationale student. Om deze verschillende doelgroepen zo effectief mogelijk te bereiken is er in 2010 nadrukkelijk gewerkt aan verbetering van de marketingstrategie maar ook aan de diversificatie van de vorm van voorlichting aan leerlingen en ouders. Zo wordt er in de boodschappen als in de vorm van de uitingen meer nadrukkelijk het persoonlijke karakter van de hogeschool uitgedragen. Ook moeten de eigen studenten veel meer centraal staan in de uitingen en moeten de uitingen worden afgestemd op de beleving van de uiteenlopende doelgroepen. Een belangrijk thema in 2010 was het enthousiasmeren van leerlingen voor techniek en stimuleren om een technisch profiel en opleiding te kiezen. De relevante stakeholders oordelen positief over de wijze waarop de HZ acteert naar haar externe omgeving en deze betrekt bij de HZ. Profilering en marketing van speerpuntacademies. In 2010 heeft het College van Bestuur via de dienst Marketing & communicatie externe expertise ingeschakeld voor het vorm en inhoud geven aan het branding en merkenbeleid. Uit de eerste rapportages is volstrekt duidelijk geworden dat de speerpuntacademies en de kernacademies feitelijk verschillende entiteiten zijn, die een volledig verschillende marketingbenadering vergen. Dit mede ingegeven door de verschillende doelgroepen, die de twee typen academies moeten bevolken. Dit zal in 2011 nader uitgewerkt worden en moet uiteindelijk leiden tot: aansprekende namen voor alle academies, een duidelijk marketing concept voor de typen academies, duidelijk kader voor het binden en gebonden krijgen van de relevante stakeholders aan de academies, etc. Met name het verbinden van internationale docenten, (inter)nationale partnerinstellingen en (inter)nationaal bedrijfsleven aan de speerpuntacademies zijn de belangrijke topics voor 2011. Met name de speerpuntacademies zullen internationale studenten moeten gaan trekken en dit vereist de komende jaren forse inspanningen. Voor de Marketing & Communicatie wordt een geheel nieuwe website ontworpen, deze is operationeel in 2011. Tevens is voor de Delta Academy voor het eerst een volledige online campagne uitgerold, via diverse studiekeuzewebsites, Twitter en de eigen website. De voortekenen t.a.v. de effectiviteit zijn gunstig: meer bezoekers op de Open Dag en Meeloopdagen konden worden verwelkomd. Ook is er werk gemaakt van het via digitale kanalen, zoals LinkedIn, vergroten van de betrokkenheid van alumni en andere stakeholders.
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
23
§3.3 Toelatingsbeleid De opleidingen van de HZ hanteren de wettelijke toelatingseisen voor studenten. Het merendeel van de studenten wordt op grond van vooropleiding HAVO, MBO of VWO toegelaten. Per opleiding verschillen de eisen met betrekking tot vakken en profielen. Afhankelijk van de vooropleiding kunnen studenten schakelcursussen en summer courses volgen om te voldoen aan de toelatingseisen. Anderzijds is het mogelijk om via EVC-procedures vrijstellingen te krijgen die leiden tot maatwerktrajecten. Daarnaast passen de opleidingen in beperkte mate de regeling voor toelating van 21+ studenten toe (colloquium doctum). Deze studenten leggen een toelatingsonderzoek af op grond waarvan de examencommissie van de desbetreffende opleiding besluit de kandidaat al of niet toe te laten. Ten slotte kunnen aspirant-studenten met werkervaring bij een aantal opleidingen een EVC-procedure afleggen. Op grond daarvan kan de examencommissie besluiten deze kandidaten toe te laten voor een verkort studietraject. In 2010 heeft de HZ met alle nationale aanmelders een studiekeuzegesprek gevoerd en er is voor alle studenten een intensief introductieprogramma opgezet. §3.4 Diversiteitsbeleid De HZ voert al jaren een actief diversiteitsbeleid met de belangrijkste doelstelling om jonge mensen met verschillende culturele achtergrond te stimuleren om zich maximaal te kwalificeren. En om een goede integratie in de HZ-gemeenschap te bevorderen waardoor de studenten zich thuis voelen en met grote tevredenheid aan de HZ studeren. Culturele diversiteit staat in 2010 in het teken van het Europese Interreg-deelproject „Sociale integratie en culturele diversiteit‟ dat loopt van februari 2009 tot en met juni 2011. Op vijf interventieniveaus te weten management & organisatie, studenten, professionals, curriculum en maatschappelijke omgeving worden activiteiten uitgevoerd. Het „ambassadeursnetwerk culturele diversiteit‟ bestaat inmiddels uit 75 HZ-medewerkers die feedback geven, doelstellingen helpen realiseren, draagvlak vergroten en elkaar inspireren tijdens bijeenkomsten. Interculturele cursussen van alle opleidingen zijn in kaart gebracht, het ondersteunend onderwijs Nederlands heeft een structurele plek gekregen binnen het talencentrum. In het Peer-project – een project ter bevordering van contacten tussen buitenlandse en nationale studenten – participeren 115 nationale studenten uit zes verschillende opleidingen. Tijdens de Multi Culti Day – een activiteit om elkaars culturen te leren kennen – stond Afrika centraal.
In 2010 slaagt een HZ-student er voor het tweede achtereenvolgende jaar in om de ECHO-Award voor de HZ te winnen. Dit jaar was het is Wendy Keza, afkomstig uit Burundi en student van de opleiding International Business & Management Studies. De ECHO Award is een landelijke stimuleringsprijs voor allochtoon toptalent in Nederland en beoogt hiermee positieve aandacht voor individuele successen van allochtone studenten te generen en met de prijs, een summercourse aan de University of California, Los Angeles de ontwikkeling van de winnaars te stimuleren en versterken.
§3.5 Studentenorganisaties HZ kent drie actieve studentenverenigingen, die ieder jaar een programma voor de studenten organiseren. De verenigingen organiseren tal van activiteiten, zoals de introductieweek, buitenlandse reizen, after tentamenparty's en het gala met kerst. Dit zijn de verenigingen en hun belangrijkste activiteiten: - Marum Bibio: iedere laatste woensdag van de maand een feest en iedere donderdag soos; - Aqua Ad Vinum: het jaarlijkse gala en de studentenhuisverkiezing; - Vereniging Intercultureel Promotieteam (VIP): Multiculti Day, debatavonden en cultural dining club.
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
24
Vlissingse Studenten Vakbond (VSVB) De VSVB heeft al meer dan een decennium een plek verworven binnen de organisatie van de HZ. De VSVB is een studentenvakbond die voor en door studenten van de HZ gerund wordt. Behalve aanspreekpunt voor studenten bij problemen, is de VSVB ook een belangrijke gesprekspartner van het College van Bestuur en vele andere geledingen binnen de HZ. De situatie dat een plaatselijke studentenvakbond actief is, is vrij uniek. Het College van Bestuur heeft in 2010 op regelmatige basis overleg gevoerd met de studentenverenigingen en de studentenvakbond. §3.6 Diensten voor studenten De Dienst Studentvoorzieningen heeft zich in 2010 - naast de reguliere werkzaamheden - vooral gericht op de in het Jaarplan opgenomen activiteiten en projecten. Onderstaand een overzicht van een aantal van die onderwerpen per bureau. Studentenbureau Voor het Studentenbureau was in 2010 de invoering van een nieuw Studenten Informatie Systeem (Osiris) één van de belangrijkste gebeurtenissen. Door het achterblijven van marktaandeel dreigde de HZ te eindigen als één van de laatste afnemers van Pandia. Dankzij de inspanningen van alle betrokkenen is het gelukt om de implementatie en de migratie in een recordtijd uit te voeren. Binnen drie maanden zijn alle gegevens overgezet en is de koppeling met Studielink omgezet naar Osiris. Omdat de HZ de eerste instelling was die deze migratie uitvoerde tijdens de aanmeldperiode voor studenten moest de migratie snel en zeer nauwgezet worden uitgevoerd. Al vrij snel na de invoering van Osiris werd duidelijk dat de hele operatie geslaagd was: de afhandeling van aanmeldingen, diplomeringen en uitschrijvingen bleef goed verlopen. Voor buitenlandse studenten bood Studielink ook in 2010 nog onvoldoende mogelijkheden. In nauw overleg met het International Office is daarom de door de HZ ontwikkelde webmodule voor het aanmelden op enkele punten aangepast en gehandhaafd. De meest zichtbare verandering was de omzetting van het Servicepoint naar een Balie Studentenbureau in de Mediatheek. Door het centraler plaatsen van de balie, is de zichtbaarheid en bereikbaarheid van het Studentenbureau verbeterd waardoor het mogelijk is veel vragen ter plekke af te handelen. Tenslotte heeft het Studentenbureau, mede als gevolg van de Wet Versterking Besturing, de interne beheersingsmaatregelen in het kader van de bekostiging nader uitgewerkt en vastgelegd. Gezien de op handen zijnde invoering van digitaal machtigen en de nog steeds groeiende aandacht voor een expliciete verantwoording van onze administratieve processen, zal dit onderwerp ook in de komende jaren de aandacht blijven vragen. Roosterbureau In 2010 is de laatste stap gezet in het vervroegen van de planning van de stappen in het roosterproces. In de afgelopen vier jaar is de planning in elk semester in nauw overleg met de roostercoördinatoren steeds één week vervroegd. Waardoor het roosterproces nu bijna twee maanden eerder kan beginnen. Dat is noodzakelijk om de roosters van het eerste en tweede semester voor respectievelijk de zomervakantie en de kerstvakantie te kunnen publiceren. Studenten (en docenten) weten daardoor tijdig wat het rooster voor het volgende semester zal zijn en kunnen hun andere activiteiten hierop afstemmen. Voor wat betreft de tentamenroosters is in 2010 verder gewerkt aan een pilot bij de Academie voor Economie. Het roosteren van tentamens is – mede in verband met herkansers die vaak pas in een zeer laat stadium bekend zijn – complexer dan het roosteren van lesactiviteiten. In de loop van 2011 verwachten we conclusies te kunnen trekken uit de pilot en in overleg met de roostercoördinatoren besluiten te kunnen nemen over mogelijke verbeteringen op dit gebied. HZ Stagebureau De activiteiten van het Stagebureau HZ – ook in 2010 uitgevoerd door TWZ – bestonden naast de administratieve afhandeling van de stages ook uit voorlichting aan de studenten over de stages, het publiceren van scripties op de HBO-kennisbank en communicatie met de stageverlenende organisaties. De administratieve verwerking in 2010 (2e semester schooljaar 2009-2010 en 1e semester schooljaar 2010-2011) had betrekking op 670 meewerk- of projectstages en 814 afstudeerstages. Deze aantallen zijn exclusief de stages voor de opleidingen Pabo en HBO-V. In totaal heeft het Stagebureau HZ in 2010 dus 1484 stages verwerkt, een toename van 102 (ruim 7%) ten opzichte van de 1382 verwerkte stages in 2009.
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
25
§3.7 Beurzen voor studenten De HZ kent een regeling financiële ondersteuning voor studenten. Wanneer bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven kunnen studenten een beroep doen op het afstudeerfonds en het noodfonds. In 2010 werden vijf verzoeken ingediend voor een vergoeding uit het afstudeerfonds. Twee daarvan zijn gehonoreerd. Op het noodfonds werd dertien keer een beroep gedaan. Tien aanvragen zijn daarbij gehonoreerd. Beurzen voor studeren in het buitenland komen aan de orde in hoofdstuk 6 over internationalisering. §3.8 Studieloopbaan Coaching Het begeleiden van studenten door studieloopbaancoaches is een wezenlijk element om de doelstelling van „de persoonlijke hogeschool‟ te realiseren. Ook draagt goede studieloopbaancoaching (SLC) bij aan het studiesucces van studenten en daarmee aan een verbetering van het rendement en de vermindering van de studieuitval aan de HZ. In 2010 is het beleid van de voorgaande jaren voortgezet. In vrijwel alle academies is een vernieuwd programma voor de SLC ingevoerd. In dit nieuwe programma wordt aandacht besteed aan de aspecten als studiemotivatie, zelfregulering van studenten en reflectie op de professionele en persoonlijke ontwikkeling. SLC is meer geïntegreerd in het curriculum van de opleidingen en aan de activiteiten die studenten verrichten voor SLC worden enkele studiepunten toegekend. De SLC-coördinatoren van de academies zijn enkele keren bij elkaar geweest om ervaringen uit te wisselen waardoor de invulling van SLC over de gehele linie verbetert. Met individuele studenten en met groepen studenten zijn door de coaches begeleidingsgesprekken gevoerd. In toenemende mate organiseren opleidingen zogeheten ouderavonden. In het eerste semester worden de ouders van studenten uitgenodigd om kennis te maken met de omgeving waarin hun kind studeert en de manier waarop het opleidingsprogramma in elkaar zit. In de Nationale Studenten Enquête scoort de begeleiding van studenten goed. Met name over de sfeer op de opleidingen zijn studenten zeer te spreken. HZ-studenten waarderen de sfeer met een gemiddeld oordeel van 4,2 (vijfpuntsschaal), waar het landelijk gemiddelde blijft steken op 4,0. Ook de voorbereiding op het beroep wordt gemiddeld genomen door HZ-studenten hoger gewaardeerd dan landelijk. Het HZ-gemiddelde ligt op 3,9; het landelijke gemiddelde op 3,6. In het kader van de rendementen en uitvalvermindering zet de HZ sterk in op het persoonlijk welbevinden van onze studenten waarmee de HZ zich ook sterk profileert op een van de hoofddoelstellingen uit het instellingsplan “de persoonlijke hogeschool”. §3.9 Studentenbegeleiding HZ hecht veel waarde aan het welzijn van de studenten. Uitgangspunt is dat de studenten zelfstandige, ondernemende mensen zijn met een eigen verantwoordelijkheid. Bij het nemen van verantwoordelijkheid hoort ook het zoeken van hulp of ondersteuning wanneer de situatie daarom vraagt. Voor diverse vormen van hulp heeft de HZ daarom het Bureau Student Begeleiding. Hierin zijn het decanaat, de studiecoach, de studentenpsycholoog en het studentenpastoraat ondergebracht. Decanen informeerden studenten over zaken die betrekking hebben op wet- en regelgeving en adviseerden bij persoonlijke problematiek. Tevens traden zij op als onafhankelijk adviseur voor studenten in vergaderingen van examencommissies. Ten behoeve van studenten met een handicap en studenten die topsport beoefenen bewerkstelligden zij faciliteiten. Evenals in het voorgaande jaar is ook in 2010 specifiek aandacht geweest voor studenten met een functiebeperking in het autistisch spectrum. De HZ heeft door de wijze waarop ze omgaat met deze groep studenten het predicaat „autisme-vriendelijke school‟ verworven. De activiteiten om het studiesucces van deze studenten te bevorderen worden voortgezet. De studentenpsycholoog begeleidde studenten met studie- en/of persoonlijke problemen op psychosociaal gebied, zowel individueel als in groepsverband. Ten opzichte van 2009 is de hulpvraag vrijwel gelijk gebleven. Wel vragen vrouwelijke studenten meer hulp dan mannelijke studenten. Nog steeds komen de meeste studenten met een hulpvraag uit het eerste jaar. De klachten top 3 van persoonlijke problemen was: spanning/ stress, depressiviteit, onzekerheid/identiteitsproblemen. Studenten en medewerkers die behoefte hadden aan een persoonlijk gesprek of een gesprek (over problemen) van levensbeschouwelijke aard konden bij de pastor terecht. Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
26
§3.10 Handicap en studie Om studenten met een handicap optimaal te laten deelnemen aan het onderwijs kent de HZ een aantal faciliteiten. Enerzijds zijn er bouwkundige voorzieningen getroffen, zoals liften, aangepaste toiletten, ruimtes voor diabetespatiënten en hellingbanen. Anderzijds zijn er regelingen voor studenten met dyslexie, regelingen voor aangepaste tentamens en voor het gebruik van hulpmiddelen bij het volgen van onderwijs en het afleggen van tentamens. Eind 2010 heeft het decanaat een conceptbeleidsplan opgesteld dat als doel heeft de begeleiding van studenten met een functiebeperking te verbeteren en een gelijke behandeling te bevorderen. Het beleidsplan moet in 2011 worden vastgesteld. §3.11 HZ Cult & HZ Sport HZ Cult: Unique Selling Point van HZ De HZ profileert zich als een instituut dat studenten uitdaagt op cultureel gebied. HZ Cult is een organisatie binnen de hogeschool die zich hiermee bezighoudt en die verantwoordelijk is voor het scheppen van een aantrekkelijk cultureel klimaat voor alle studenten. Dat cultureel aanbod - in de vorm van muziek, film, theater en specials (workshops, lezingen en excursies) - heeft tot doel studenten kennis te laten maken met de gevarieerdheid van culturele activiteiten in de provincie Zeeland (en soms ook daarbuiten). Het is van belang om bij studenten een culturele attitude te ontwikkelen en ze te laten kennismaken met nieuwe en minder bekende uitingen van het culturele aanbod in Zeeland. HZ Cult richt in het cursusjaar 2010-2011 de schijnwerper op 60 activiteiten in de categorieën film, theater, muziek en specials. Deze activiteiten staan in het teken van “licht” Al deze activiteiten zijn ook opengesteld voor leerlingen van het Voortgezet Onderwijs en de ROC‟s in Zeeland. Op deze manier kunnen potentiële studenten kennismaken met de HZ. Vanuit de hogeschool hebben zeshonderd studenten zich ingeschreven voor het HZ Cult programma 2010-1011, waardoor ze in het kader van vrije studiepunten per jaar 1,25 ECTS kunnen halen. In totaal zijn er ruim zevenduizend kaarten verkocht voor de verschillende activiteiten Eén van de doelstellingen voor het komende jaar is om HZ Cult als Unique Selling Point in te zetten bij de profilering van de HZ; de persoonlijke en betrokken hogeschool met een uitgebreid en gevarieerd cultuuraanbod! HZ Sport HZ Sport, de sportvereniging voor studenten en personeel, telde in 2010 270 leden die voor 40 euro een sportpas kochten en daarmee aan een scala van activiteiten hebben deelgenomen waaronder zwemmen, tennissen, badminton, volleybal , zaalvoetbalcompetitie, slacklinen, waveboarden, zeilen, kanoën, e.d. Ook is er weer een succesvolle skireis naar de Franse Alpen georganiseerd voor 110 studenten. Tevens hebben HZ studenten meegedaan aan de Padi duikcursus en een kitesurfcursus en die succesvol afgesloten Naast de bovengenoemde activiteiten hebben verschillende teams deelgenomen aan nationale wedstrijden zoals aan het Groot Nederlands Studenten Kampioenschap, een internationaal zaalvoetbaltoernooi in Enschede en enkele lokale toernooien zoals een pooltoernooi, kwalleballentoernooi (soort rugby op het strand), kartevenement, indoorklimmen, etc.
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
27
§3.12 Ontwikkeling studentenaantallen De ontwikkeling van de studentenaantallen is voor de HZ een speerpunt. De instroom en het aantal verblijvende studenten wil de HZ voornamelijk vergroten door te kiezen voor portfoliovernieuwing. Naast deze vernieuwing is het sturen op rendementsverbetering een ander groot speerpunt van de HZ. De totale instroom voor 2010 ligt op 1396 studenten en komt daarmee op een marktaandeel van 1,04%. De nationale instroom is 1246 studenten, hetgeen impliceert dat de internationale instroom 140 is. De stijging in de nationale instroom is toe te schrijven aan de nieuw gestarte opleidingen (Vitaliteitsmanagement & Toerisme (V&T) per 1-9-2009 en Sport & Bewegingseducatie (SBE) per 19-2010. Voor de komende vier jaren wordt uitgegaan van een nationale instroom van ruim 1350 studenten. Verwacht wordt dat de internationale instroom rond de 150 stabiliseert. Ontwikkeling instroom 2005 t/m 2010
Ontwikkeling instroom 1.600 1.400 1.200 1.000
Internationale instroom
800
Nationale instroom
600 400 200 0 2005
2006
2007
2008
2009
2010
Jaren
Voor de komende vier jaren wordt uitgegaan van een nationale instroom van ruim 1350 studenten. Verwacht wordt dat de internationale instroom rond de 150 stabiliseert. Ontwikkeling ingeschreven studenten 2005 t/m 2010 Ingeschreven studenten 4.500 4.000 3.500 3.000 2.500
Internationale studenten
2.000
Nationale studenten
1.500 1.000 500 0 2005
2006
2007
2008
2009
2010
jaren
Het aantal ingeschreven studenten is 4036 - overeenkomend met een marktaandeel van 1% waarvan bijna 3800 nationale studenten. Verwacht wordt dat het aantal nationale studenten stijgt Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
28
tot boven de 4300. Dit is grotendeels een gevolg van het starten van de opleidingen V&T, SBE, Delta Management (start per 1-9-2011) en samen met Avans Hogeschool International Maintenance Management (start per 1-9-2011). Met het mogelijk starten van de opleidingen Toegepaste Psychologie, Pedagogiek en Recht is nog geen rekening gehouden. §3.13 Verhogen instroom De nieuwe opleidingen zijn de voornaamste bron van de groei van het studentenaantal van de HZ. Daarnaast dragen de geschetste rendementsprojecten bij aan het doen groeien van het aantal verblijvende studenten. In het kader van het Businessplan is de derde pijler die bijdraagt aan het verhogen van de instroom het organiseren van een aantal direct en indirect op de groei van de instroom gerichte projecten. Onderstaand wordt een kort overzicht geboden. Activiteiten voor leerlingen In 2010 zijn er door de HZ verschillende activiteiten voor leerlingen in de regio georganiseerd met als doel er voor te zorgen dat steeds meer leerlingen uit het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs instromen op de HZ. Het betreft hier veel activiteiten waarmee leerlingen in een vroeg stadium op positieve wijze in contact komen met de HZ en een goed beeld krijgen van de inhoud van de verschillende opleidingen. Een goed voorbeeld daarvan zijn de meeloopdagen en doe dagen voor leerlingen VO/MBO en de workshops voor leerlingen op VO-scholen over allerlei thema‟s, die zij relevant vonden. Deze workshops zijn ook in het MBO buiten Zeeland gegeven. Uit onderzoek blijkt dat 60% van de leerlingen die de HZ bezocht hebben, positiever denkt over de HZ dan voor het bezoek; 46% zegt zich te zullen inschrijven en 99% zegt dat de meeloopdagen helpen bij het maken van de studiekeus. Aan leerlingen is de gelegenheid geboden om met studenten mee te lopen in hun stage. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met Zeeuwse bedrijven, instellingen en scholen. Weer andere activiteiten zijn bijvoorbeeld het geven van support bij het ontwerpen en maken van profielwerkstukken en het organiseren van zomercursussen voor leerlingen met een achterstand op een bepaald terrein, zoals wiskunde, natuurkunde, Nederlands, rekenen en biologie, om hen een goede start van het eerste leerjaar te laten maken. Extra voorlichting voor leerlingen In 2010 is er een groot opgezette studie- en beroepenvoorlichtingsmiddag voor VO-leerlingen georganiseerd, waaraan 60 onderwijsinstellingen hebben meegedaan en die is bezocht door 1300 leerlingen. Voor de late beslissers onder de leerlingen zijn speciale acties gehouden om hen te helpen een studiekeuze te maken. Ook voor ouders van leerlingen zijn bijeenkomsten georganiseerd zodat zij zich een beeld kunnen vormen van studeren aan de HZ. In 2010 zijn extra informatiebijeenkomsten op middelbare scholen gehouden over de opzet, werkwijze en studies binnen de niche opleidingen Vitaliteitsmanagement & Toerisme en de Delta Academy. Gezien de aangescherpte marketingstrategie, is besloten tot een andere beursbeleid. Met de niche-opleidingen (Delta Academy, VM&T) zijn de centrale beurs in Utrecht, de beurs in Eindhoven en de Interscolaire in Rotterdam bezocht. Deze nieuwe strategie heeft geleid tot betere profilering. Bij de werving voor de Delta Academy is er substantieel ingezet op studenten met zowel een bèta- als een gammaprofiel. De promotie van de open dagen, oudervoorlichtingsactiviteiten, meeloopdagen en individuele opleidingen worden nadrukkelijk gekoppeld aan berichten over bijzondere prestaties van HZ studenten. Hierbij gaat het om bijvoorbeeld: het winnen van de ECHO Award, toekomstige studenten VM&T maken kennis met de praktijk, Solarboat team HZ wint Lake Maggiore Solar Challenge, onderzoek naar waterkwaliteit in Macedonië en het Serious game Ecopolicy op HZ. Ook aan de goede resultaten in de rankings (Elsevier, NSE) is nadrukkelijk aandacht besteed in en via de media.
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
29
Extra activiteiten voor docenten Vervolgens zijn er door de HZ ook voor docenten van Zeeuwse scholen voor voortgezet onderwijs extra activiteiten ontplooid. Zo zijn er in samenwerking tussen de HZ en VO-scholen tools voor het verbeteren van leervaardigheden van leerlingen ontwikkeld, waarmee docenten in het voortgezet onderwijs aan het werk kunnen. Ook in 2010 heeft de HZ, docenten in Zuidwest Nederland ondersteund voor het vak Natuur, Leven en Techniek. Zo is in dit kader een handleiding ontwikkeld, die is gecertificeerd. Tevens zijn trainthe-trainer sessies georganiseerd. Ook in 2010 zijn er Technasium projecten en na- en bijscholing georganiseerd als onderdeel van Bèta Plaza Zeeland. In samenwerking met andere hogescholen zijn in 2010 nascholingen verzorgd voor leerkrachten basisonderwijs. Verbetering aansluiting In het kader van de versteviging van de relatie met de toeleverende scholen heeft de HZ een relatiemanager aangesteld. Deze manager onderhoudt contacten met scholen voor voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs. Deze contacten hebben tot doel informatie over de prestaties van studenten afkomstig van de diverse scholen uit te wisselen en de inhoudelijke aansluiting van onderwijsprogramma‟s te verbeteren. De zogeheten schooldossiers bevatten de noodzakelijke informatie, waarover de relatiemanager het gesprek met de leidinggevenden van de scholen aangaat wat heeft geleid tot verbetering van de contacten op diverse niveaus tussen de HZ en toeleverende scholen. Aan de hand van deze schooldossiers wordt er per individuele school in 2011 een actieprogramma om de aansluiting, het studiesucces en de opleidingsoriëntatie gezamenlijk aan te pakken opgesteld. Daarnaast krijgt de school d.m.v. een meerjaren-overzicht te zien welke percentage van hun leerlingen de propedeuse behalen en dat in vergelijking met het gemiddelde in de hogeschool. Dit zijn meerjarige trajecten, waarvan de effecten pas op termijn zichtbaar worden. Belangrijk is in ieder geval dat er volledig commitment is om gezamenlijk te komen tot verbeteringen en afstemming tussen diverse docenten om de studieresultaten van leerlingen te verbeteren. De focus hierbij ligt op de onderlinge afstemming tussen HBO-docenten en VO-docenten. Enkele voorbeelden van deze afstemming zijn; Een aantal VO-scholen werkt op dit moment met een aantal docenten van de HZ aan de Nieuwe Scheikunde die voor het VO in 2012 gereed dient te zijn. Vanuit de PABO is het initiatief naar een aantal VO-scholen genomen om het reken- en taal (Nederlands) onderwijs op elkaar af te stemmen. In april 2011 wordt er vanuit de Academie voor Economie een Talendag georganiseerd, een initiatief om tot een praktisch uitwisseling van kennis en inzichten te komen in het onderwijs in de talen Engels, Frans en Duits. Zo zijn er tal van andere initiatieven, soms omvangrijk (zoals Bèta Plaza Zeeland), vaker op kleinere schaal (VO-docent en HZ-docent die elkaar vinden op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen). Door deze betere afstemming verhogen de rendementen van de HZ. De verwachting is dat VO- en MBO-scholen die actief participeren in het VO-HZ en MBO-HZ netwerk tot hogere resultaten komen en tot minder uitval in het HBO. Het Nederlands Vlaams Accreditatie Orgaan (NVAO) is zeer onder de indruk van de schooldossiers en wil hier landelijk bekendheid aan geven, onder andere door de congressen die zij met regelmaat organiseert.
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
30
§3.14 Studenttevredenheid Kwaliteit opleidingen in hoger onderwijs De HZ streeft naar een hoge kwaliteit en heeft zich daar ook in 2010 voor ingespannen. Jaarlijks publiceert de stichting HOP de Keuzegids Hoger Onderwijs, waarin de HBO-opleidingen gerangschikt zijn op basis van kwaliteitsscores door studenten en deskundigen. In absolute zin staat de HZ op de gedeelde 2e plaats in de ranking van 10 middelgrote hogescholen in Nederland en op de gedeelde 2e plaats van alle 22 grote en middelgrote hogeschool. Worden ook de kleine en overwegend monosectorale hogescholen meegenomen, dan staat de HZ op een gedeelde 9 e plaats van alle 32 hogescholen, hetgeen een verdere verbetering betekent t.o.v. de score uit 2009. In onderstaand overzicht zijn top-3 rankings aangegeven. Opleidingskwaliteit Positie 2011(2010) Aquatische Ecotechnologie (Delta 2e van de 17 Academy) Bedrijfseconomie 2e/3e van de 26 Bedrijfskundige Informatica 1e van de 15 Chemie 1e van de 18 Civiele Techniek (Delta Academy) 1e van de 14 e Commerciële economie 1 /4e van de 26 HRM 2e van de 27 IBL 1e van de 20 IBMS 2e van de 22 Informatica 3e van de 30 e MER 3 /7e van de 30 Maritiem Officier 3e van de 5 Een andere belangrijke graadmeter voor het succes van de HZ is de studenttevredenheid. Op diverse manieren wordt tevredenheid onder de studenten gemeten. Diverse landelijke onderzoeken zijn in 2010 samengevoegd in de Nationale Studenten Enquête. De respons van HZ-studenten behoort met ruim 40% tot de hoogste van de deelnemende instellingen. Belangrijker is dat de HZstudenten tevreden zijn over de gemeten aspecten. Over de studieomgeving (waaronder uitgaansleven, culturele voorzieningen en groenvoorzieningen in de stad) zijn studenten in andere steden duidelijk meer tevreden dan HZ-studenten. In onderstaande tabel zijn de resultaten van de HZ afgezet tegen de landelijke gemiddeldes. op een schaal van 1-5 met 5 als hoogste score Uitslagen Landelijke studentenenquête studiekeuze 123 Hoofdthema Inhoud opleiding Algemene vaardigheden Wetenschappelijke vaardigheden Voorbereiding beroepsloopbaan Docenten Informatie voorziening studiefaciliteiten Studenteninformatiepunt Toetsing en beoordeling Studierooster Studielast Studiebegeleiding Studieomgeving (extern) Huisvesting Betrokkenheid Gemiddeld over alle thema‟s
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
HZ (feb 2010) 3,50 3,77 3,33 3,67 3,65 3,35 3,58 3,69 3,41 3,28 3,23 3,66 3,55 3,58 3,20 3,50
Landelijk (feb 2010) 3,45 3,72 3,21 3,55 3,52 3,26 3,34 3,51 3,21 3,12 3,27 3,49 3,70 2,93 3,03 3,15
31
Hoofdstuk 4 Onderwijs §4.1 Onderwijsconcept De kernactiviteit van de HZ is het ontwikkelen en uitvoeren van onderwijs met als doel studenten op te leiden tot bekwame beroepsbeoefenaren. De kwaliteit van de opleidingsprogramma‟s heeft daarom de voortdurende aandacht van alle betrokkenen bij de HZ. In 2010 is een aantal stappen gezet om de kwaliteit van de onderwijsprogramma‟s te verbeteren met het oog op de toekomst. De HZ verzorgt competentiegericht onderwijs. Daarbij komen in de opleidingen niet alleen kennis, maar ook vaardigheden en beroepshouding aan de orde. De opleidingen van de HZ zijn daarom gebaseerd op de landelijke beroepsprofielen, waarin staat beschreven wat een beroep inhoudt en welke competenties daarvoor nodig zijn. Doordat de beroepsprofielen zijn ontwikkeld in samenspraak met mensen uit de beroepspraktijk, sluit het studieprogramma aan bij de praktijk waar de student later in terecht zal komen. Structuur van de opleidingen De opleidingen van de HZ duren in beginsel vier jaar. Na een propedeusefase van één jaar volgt de hoofdfase van drie jaar. Een opleiding bestaat uit een vast aantal cursussen. Om studenten een aantal basisvaardigheden te leren, kent elke opleiding een aantal verplichte zogenaamde Professional Core cursussen in vakgebieden als talen en wiskunde en communicatie- en onderzoekstechnieken. Alle opleidingsprogramma‟s van de HZ hebben een major-minorstructuur. De major leidt op voor de verplichte competenties van de opleidingen; de minoren vormen het keuzeprogramma. Studenten kunnen hun kennis daarmee op een bepaald onderdeel verdiepen of juist verbreden. In onderstaande schema vindt u een overzicht van de opleidingen die de zes academies aanbieden. Opleidingsoverzicht Academie
Delta Academy
Educatie
Zorg & Welzijn
Economie
Techniek & omgeving
Academy for Tourism, Sport & Business
Opleiding
Aquatische EcoTechnologie
Opleiding leraar basisond erwijs
HBO-Verpleegkunde (ook in combinatie met de opleiding Vroedkunde van Artesis Hogeschool in Antwerpen)
Bedrijfseconomie
Bouwkunde
International Business Languages
Civiele Techniek
Management in de zorg
Commerciële economie
Chemie
Sport en Bewegingseduca tie
Delta management
Maatschappelijk Werk en Dienstverlening
Management Economie en Recht
Algemene Operationele Techniek
Vitaliteitsmanagement & Toerisme
Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Communicatie
Werktuigbouwkunde
International Business Management Studies
Elektrotechniek
Human Resource Management
Logistiek en technische vervoerskunde Bedrijfskundige informatica Informatica
De opleiding Maritiem officier is niet ondergebracht in een academie maar maakt onderdeel uit van het Maritiem Instituut de Ruyter. Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
32
Toetsing en examinering In elk opleidingsprogramma zijn toetsen ingebouwd om vast te stellen of een student de competenties op het vereiste niveau en in een goede context beheerst. Toetsen zijn zodanig opgezet dat niet alleen kennis, maar ook competenties en gedrag in een beroepssituatie worden onderzocht. Om hierin te voorzien hebben toetsen uiteenlopende verschijningsvormen: van vragen beantwoorden over de leerresultaten tot assessments met gesimuleerde praktijksituaties. Beoordeling kan plaatsvinden door de docent, maar ook door mensen uit de praktijk. Elke opleiding moet uiteindelijk kunnen aantonen dat afgestudeerden zodanig zijn getoetst en beoordeeld dat zij terecht het HBO-diploma hebben ontvangen. §4.2 Nieuwe opleidingen Eén van de hoofdonderdelen van het instellingsplan is de portfoliovernieuwing. Het doel is om te komen tot nieuwe bachelor opleidingen en 2 AD-trajecten, ten aanzien van deze vernieuwing willen we ons sterk profileren op de niches water en toerisme. Het thema energie zal vorm gegeven worden door het ontwikkelen van minoren. Voor het realiseren van de groei zijn nieuwe opleidingen onmisbaar: 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Delta Management en Master Water Management – Nicheopleiding met preferentiestatus Vitaliteitsmanagement en Toerisme – Nicheopleiding met preferentiestatus Sport- en BewegingsEducatie – Opleiding in een speerpuntacademie International Maintenance Management – speerpuntopleiding met preferentiestatus Toegepaste Psychologie Pedagogiek (Kern)Energie Master Industriële Innovatie Associate Degree programma‟s
De ontwikkeling van deze nieuwe opleidingen geschiedt op basis van multipartnership. Dit houdt in dat de ontwikkeling plaatsvindt in samenwerking met partners uit hoger onderwijsveld, zoals collega-hogescholen en universiteiten alsmede met partners uit het bedrijfsleven en overheden. §4.2.1 Niche Toerisme & Sport Toerisme & Sport is door de HZ als niche aangewezen. Hiermee wil de HZ zich nationaal en internationaal profileren. Vitaliteitsmanagement & Toerisme In september 2010 is de nieuwe opleiding Vitaliteitsmanagement en Toerisme voor de tweede keer gestart nu met 50 deelnemers, terwijl beoogd was te starten met 48. Deze opleiding, die de preferentiestatus heeft gekregen van de Minister van OCW, leidt op tot manager in de toeristischeen de sportsector. De opleiding maakt deel uit van de in 2010 opgerichte speerpuntacademie Tourism, Sports & Business aan de HZ. Deze is in samenwerking met NHTV verder vorm gegeven in 2010. Tevens is het regionale en landelijke toeristische bedrijfsleven hierbij betrokken. Onderzoek onder de eerste groep eerstejaars uit het collegejaar 2009-2010 laat zien dat zij tevreden zijn over hun nieuwe opleiding. Voorts kan gelet op de inschrijvingen nu geconstateerd worden dat deze opleiding voorziet in een regionale onderwijsbehoefte op HBO-niveau en daarmee aan de versterking van de kennisinfrastructuur rond toerisme in de regio. Deze opleiding draagt substantieel bij aan de groei van het aantal HZ-studenten en daarmee aan de versterking van de HZ. Sport- en Bewegings Educatie In 2010 is deze opleiding, die ook onderdeel uitmaakt van de speerpuntacademie Tourism, Sports & Business ontwikkeld en geaccrediteerd. Fontys werkt met de HZ samen in deze opleiding. Samenwerking van HZ met Fontys is vastgelegd in een intentieverklaring.. Tevens heeft de start van het eerste jaar succesvol plaatsgevonden in september 2010. Toen hebben zich 63 nieuwe studenten gemeld, wat aanzienlijk meer was dan de target van 35 die was opgenomen in het Businessplan. Daarmee draagt ook deze nieuwe opleiding conform plan bij aan de groei van de HZ. Het doel van deze opleiding is het voorzien in een regionale en nationale onderwijsbehoefte op HBO-niveau door het realiseren van een nieuwe bacheloropleiding en een aanverwant AD-traject. Voor de regio heeft deze opleiding betekenis omdat wordt aangesloten op reeds bestaande Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
33
sportopleidingen aan het CIOS op het terrein van sportontwikkeling, naschoolse opvang en het daaraan gekoppelde management. Deze opleiding sluit aan bij het provinciaal beleid tot het in stand houden van de huidige kennisinstellingen in Zeeland. De bacheloropleiding zal opleiden tot Sport & Health specialist en Recreatie- en Outdoorspecialist. AD vitaliteitsmanagement & toerisme In 2009 is de AD-toerisme gemeld bij het landelijke meldpunt voor AD-trajecten. In 2010 is de aanvraag voor het verkrijgen van de licentie voor een AD-traject op het gebied van toerisme ingediend en verkregen. §4.2.2 Niche Water Delta Academy Naast Toerisme & Sport heeft de HZ delta/water gekozen als onderscheidende niche. Daarmee wil de HZ zich nationaal en internationaal onderscheiden. In dat verband is de unieke Delta Academy opgericht. Onderstaand wordt de Delta Academy geschetst. De Delta Academy is gebaseerd op drie pijlers: Ecologie, Technologie en Design. Alle drie de pijlers zijn onmisbaar gelet op het multidisciplinaire karakter van de opleidingen aan de Delta Academy. In overleg met het beroepenveld is naast de bestaande opleidingen voor bètastudenten (Ecologie en Technologie) een nieuwe opleiding geïnitieerd (Delta Management), die ook openstaat voor leerlingen met een alfa- en gammaprofiel. De kern van de Delta Academy wordt gevormd door multidisciplinair onderwijs, dat gericht is op de delta‟s in de hele wereld. Daarmee zijn de opleidingen internationaal georiënteerd.
Delta Academy wordt één jaar Op 18 november 2010 was het een jaar geleden dat de toenmalige minister van OC&W met lovende woorden de officiële openingshandeling van de Delta Academy verrichtte. Hij noemde de Delta Academy „een voorbeeld van hoe je duurzaam en kwalitatief goed onderwijs kunt aanbieden‟ en prees de nauwe samenwerking met het werkveld bij de onderwijsontwikkeling: “Dat is dé manier om hoger opgeleiden in de regio te houden.” Sindsdien is er veel gebeurd: Naar verwachting wordt de nieuwe opleiding Delta Management dit jaar geaccrediteerd. DM vormt de derde opleiding van de Delta Academy naast Aquatische Ecotechnologie en Civiele Techniek. Er is een steunpunt ingericht voor profielwerkstukbegeleiding. In het project ikonderzoekwater.nl kunnen leerlingen komend schooljaar hun profielwerkstuk maken over water, onder begeleiding van professionals. Scholieren maken op deze manier heel concreet kennis met belangrijke spelers in de watersector. In november startte de campagne „Ik ben een Delta‟, een campagne waarin studenten en alumni/young professionals je meenemen in hun dagelijks leven via onder meer videodagboeken en blogs. Houd vanaf 1 november www.ikbeneendelta.nl in de gaten! De voorbereidingen voor de nieuwe Delta Water Award, dé waterprijs van Nederland, zijn gestart. De uitreiking van deze tweede editie wordt gekoppeld aan het drie maanden durende waterfestival DutchDeltaDesign in 2012 en kent dit keer ook een junior variant. Er zijn nieuwe samenwerkingsovereenkomsten gesloten met onderwijsinstellingen in het buitenland: Nanjing (China), Ningbo (China), Baton Rouge (Louisiana), Cadiz (Spanje) en Ferrara (Italië).
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
34
Delta Management en Master Water Management De opleiding Delta Management is een voor Nederland nieuwe opleiding voor het managen en ontwerpen van de delta. Op 5 januari 2010 is de macrodoelmatigheidsaanvraag ingediend die daarna op 16 april 2010 is gehonoreerd. Op 12 juli 2010 is de toets nieuwe opleiding Delta Management ingediend bij de NVAO. Vervolgens is op 23 december 2010 een voornemen voor een positieve accreditatie gecommuniceerd naar de HZ en begin 2011 is deze opleiding geaccrediteerd. De start, die oorspronkelijk voorzien was voor september 2010 is als gevolg van het uitgelopen ontwikkeltraject verplaatst naar september 2011. De ontwikkeling van de master Water Management is in 2010 “on hold” gezet omdat eerst het profiel van de bacheloropleiding Delta Management moest worden ontwikkeld en geaccrediteerd. Op basis hiervan kunnen stappen gezet worden met betrekking tot de verdere ontwikkeling van de master Water Management, die aansluit bij de bacheloropleiding Delta Management. §4.2.3 Speerpunten (Kern)Energie In het businessplan HZ was in het kader van de herziening en combinatie van techniekopleiding nadrukkelijk aandacht besteed aan het thema energie als mogelijk nieuwe niche voor de HZ. Dit thema wordt uitdrukkelijk genoemd in provinciale en andere notities. Aandacht wordt besteed aan: biobased energy, blue energy, zonne-energie, wind- en kernenergie. Het in 2009 ontwikkelde speerpuntenplan voor een nucleair opleidingsstelsel heeft in 2010 geleid tot de toekenning van een subsidie van € 600.000 met behulp waarvan in 2010 een HBO minor Nucleaire Energie is ontwikkeld. Deze minor is bedoeld voor studenten en afgestudeerden met een technisch-ondersteunende functie in industriële, onderzoeks- en/of medische omgeving evenals overheidsfunctionarissen. Tevens is in 2010 de relatie met de transitie van de AOT-opleiding gelegd. In 2010 is voorts de minor Energy markets & trade ontwikkeld, die interessant is voor studenten uit meerdere opleidingen zoals bedrijfs- en commerciële economie, IBMS en logistiek. Maar deze minor is ook relevant voor studenten uit de opleiding Energie- en procestechnologie. De minor omvat een internationale stage evenals een computersimulatie van de energiemarkt. Tevens is er nog een onderzoek beschikbaar naar de wijze van werving van studenten voor nucleair technologisch onderwijs aan de HZ en ROC‟s. Hieruit valt af te leiden dat de HZ een groot aantal voordelen heeft als nucleair opleidingsinstituut vanwege de aanwezige nucleaire voorzieningen in Zeeland en de als zeer goed bekend staande technische opleidingen van de HZ. International Maintenance Management In 2010 heeft de HZ samengewerkt met Avans Hogeschool bij het inrichten van het HBO-deel van het maintenance onderwijs. Dat heeft geresulteerd in een ontwerp van een nieuwe opleiding International Maintenance Management die als doel heeft managers op het terrein van international maintenance op te leiden. Deze opleiding wordt ontwikkeld en verzorgd in het kader van de toenemende aandacht voor maintenance. Deze opleiding is uniek en zal van world class niveau zijn. Dit is een gezamenlijke opleiding van de HZ en Avans met twee vestigingsplaatsen, namelijk Breda en Vlissingen. De macrodoelmatigheidsaanvraag voor deze opleiding is begin januari 2010 ingediend en daarop heeft OCW op 7 mei 2010 positief besloten. Voorts is in september 2010 voor deze opleiding een toets nieuwe opleiding ingediend en geaccrediteerd. De start van deze opleiding was gepland op september 2010. Er is vertraging bij deze opleiding ontstaan als gevolg van noodzakelijk overleg tussen OCW en de HZ/Avans over het nieuwe juridische kader van een Joint Degree. Dit laatste is een nieuw fenomeen in het HBO. De start wordt nu voorzien in september 2011. Het bedrijfsleven zal ook inhoudelijk bijdragen aan de uitvoering van de opleiding door middel van docenten, projecten e.d. Met Avans is afgesproken dat alle studenten worden ingeschreven bij de Hogeschool Zeeland. Tevens is in 2010 samen met Avans het initiatief genomen om een haalbaarheidsstudie op te starten naar een master Maintenance Management als vervolg op de bacheloropleiding International Maintenance Management. Ook de Hogeschool Utrecht is inmiddels bij dit initiatief betrokken.
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
35
Toegepaste Psychologie Het doel van dit project is het vergroten van de instroom op de HZ door het realiseren van een nieuwe bacheloropleiding voor toegepaste psychologie. De keuze is op deze opleiding gevallen omdat hiermee wordt aangesloten op een onderwijsvraag in de regio, die momenteel niet in de regio kan worden vervuld. Volgens het Sociaal-Economisch Beleidsplan 2009-2012 van de Provincie Zeeland levert de „care sector‟ de grootste bijdrage aan de werkgelegenheid (meer dan 18.000 plaatsen) in de regionale zorgeconomie. Deze omvat een breed beleidsterrein en vergt meer geschoold personeel in de regio. Hiermee ligt er een belangrijke kans voor de opleiding toegepaste psychologie. De keuze voor deze opleiding heeft te maken met de vraag uit de regio naar beide opleidingen en het (regionale) arbeidsmarktperspectief. Met deze intentie zijn in 2010 opnieuw de nodige activiteiten ontplooid om de realisatie hiervan te bewerkstelligen. Met partner Hogeschool Leiden zijn afspraken gemaakt over de ontwikkeling van het curriculum. Maar de ontwikkeling van de opleiding Toegepaste Psychologie moest „on hold” gezet worden, omdat OCW een moratorium voor toegepaste psychologie hanteert. OCW heeft in 2010 toegezegd te zullen onderzoeken of het moratorium kan worden opgeheven. De uitkomst hiervan wordt in 2011 verwacht. In de tussentijd zijn toch de voorbereidingen van deze opleiding weer gestart in de verwachting van positieve besluitvorming van OCW. De geplande start in september 2010 bleek als gevolg van het moratorium niet haalbaar, waardoor een deel van de geplande groei voor 2010 niet gerealiseerd kon worden. Ook voor 2011 is dit onzeker zolang er geen toestemming van OCW voor deze opleiding is verkregen. Er loopt een onderzoek in het werkveld door OCW. Als dit positief uitpakt, kan mogelijk een aanvraag worden ingediend. De voorbereiding voor een aanvraag macrodoelmatigheid is inmiddels afgerond. Pedagogiek De HZ heeft de wens met een bachelor opleiding pedagogiek te kunnen starten, aangezien daarvoor in de regio belangstelling bestaat. Er is in 2010 met mogelijke samenwerkingskandidaten verkend of zij interesse hebben in samenwerking op dit gebied. Inmiddels heeft de Hogeschool Utrecht zich bestuurlijk bereid verklaard om samen met de HZ deze opleiding te ontwikkelen en bij de uitvoering ervan samen te werken. Het Seminarium voor Orthopedagogiek uit Middelburg, dat onderdeel uitmaakt van de Hogeschool Utrecht, is nauw betrokken bij deze ontwikkeling. Daartoe is een gezamenlijke projectgroep ingesteld bestaande uit vertegenwoordigers van de HZ, het Seminarium en de Hogeschool Utrecht. Er loopt ook voor deze opleiding een onderzoek in het werkveld door OCW. Als uit het onderzoek blijkt dat er behoefte bestaat in de regio aan een opleiding pedagogiek, kan mogelijk in 2011 een aanvraag voor de bachelor opleiding pedagogiek worden ingediend. Master industriële innovatie In 2010 is een nieuwe masteropleiding ontwikkeld die studenten moet opleiden tot innovatiemanager/innovator – projectleider voor innovatie. Het gaat hier om nieuwe rollen in het beroep van ingenieur. Deze opleiding beweegt zich op het snijvlak van techniek en markt. Deze opleiding is ontwikkeld als een zogenaamde Joint Degree, wat een nieuw fenomeen is in HBO-land. Betrokken onderwijspartijen zijn: HZ, Fontys Hogeschool, Hogeschool Rotterdam en Saxion. Elke school neemt een semester van deze tweejarige masteropleiding voor zijn rekening. In het afgelopen jaar hebben de vier betrokken hogescholen de haalbaarheid van deze opleiding verkend en besloten deze te ontwikkelen en in te dienen. Deze opleiding is in 2010 geaccrediteerd. De start is voorzien in september 2011. Associate Degree Programma’s Oorspronkelijk zijn er vier mogelijke AD programma‟s geïdentificeerd. Hiervan is in 2010 het AD programma Vitaliteitsmanagement & Toerisme ontwikkeld. Ten aanzien van andere mogelijkheden voor AD-trajecten loopt nader onderzoek. Het onderzoek naar de start van een AD procestechniek heeft uitgewezen dat hier onvoldoende arbeidsrelevantie voor bestaat. Besloten is deze dan ook niet te starten.
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
36
§4.2.4 Transformatie Techniek Momenteel worden de opleidingen Algemene Operationele Techniek, Elektrotechniek en Werktuigbouwkunde aangeboden. Hoewel de kwaliteit van deze opleidingen uitstekend is, zijn er te weinig studenten om deze opleidingen bedrijfseconomisch te continueren. Aanvankelijk is in 2009 in het kader van het Businessplan Onderwijsinnovatie besloten deze drie opleidingen om te vormen tot een brede techniek opleiding door het hergebruik van opleidingscomponenten in bovengenoemde opleiding. In 2009-2010 is er onderzoek gedaan hoe het techniekonderwijs levensvatbaar gemaakt kan worden voor de regio en hoe dit in de markt gezet kan worden en welke samenwerkingsverbanden hiervoor nodig zijn. Er is in 2010 een raadpleging van het werkveld geweest evenals een bezoek van een visitatiecommissie in het kader van de accreditatie van AOT. Dit heeft de conclusie opgeleverd om de opleiding Algemene Operationele Techniek te transformeren naar de opleiding Energie & Proces Techniek (EPT). Het is de bedoeling om in de opleiding de minor Nucleaire Energie onder te brengen evenals andere energiedomeinen (biobased energy, blue energy, zonne-energie, windenergie). Vervolgens worden Werktuigbouwkunde en Elektrotechniek samengevoegd tot een nieuwe opleiding, namelijk de bachelor Engineering, Design & Innovation (EDI). Voor die laatste opleiding geldt dat er in 2010 contact is gelegd met de Hogeschool van Amsterdam, omdat die een interessant curriculum hiervoor heeft en dat aan de HZ als samenwerkingspartner beschikbaar wil stellen en samen verder wil ontwikkelen. Het besluit om te komen tot twee opleidingen in plaats van één brede techniekopleiding heeft er toe geleid dat in 2010 de geplande extra groei als gevolg van die nieuwe brede techniek opleiding niet gerealiseerd kon worden. De verwachte bijdrage van de twee nieuwe opleidingen aan de groei van de HZ zal waarschijnlijk per september 2011 aan de orde zijn. Voorts is er in het kader van de transformatie techniek onderzoek gedaan naar de richting van het herontwerp van de opleiding Chemie. Uit dit onderzoek is een „position paper‟ voortgekomen, waarin de relatie tussen Chemie en het overige HZ-onderwijs en de verankering van de opleiding in de omgeving worden beschreven. Tevens is hierin aandacht besteed aan de instroom en de betekenis van buitenlandse studenten voor de economische haalbaarheid van de opleiding. Naar aanleiding van overleg met OCW en de in het veld bestaande grote waardering voor de kwaliteit van de opleiding is besloten de opleiding te continueren met de opdracht om meer studenten te werven. Dit is noodzakelijk omdat de instroom te beperkt is voor lange termijn continuïteit. Tevens dient de opleiding bredere (buiten de Zeeuwse regio) verankering te krijgen. Daartoe is in 2010 een plan hiervoor ontwikkeld en de aanzet gegeven. §4.2.5 Overige transformatiemaatregelen In 2010 zijn naast alle al genoemde hoofdactiviteiten ook nog de volgende activiteiten ontplooid. HRM In 2009 was besloten om de opleidingen HRM en MER te positioneren in één academie (Academie voor Economie), teneinde optimale synergie tussen de curricula van beide opleidingen te bewerkstelligen, zodat deze ook kosteneffectief kunnen worden ingericht. Tevens wordt de herkenbaarheid van deze opleidingen voor studenten en het werkveld hiermee sterk verstevigd. In 2010 is de integratie gerealiseerd. Communicatie en Informatica In 2010 is de opleiding Communicatie aangepast. Tevens is de opleiding Informatica aangepast. Er zijn drie cursussen op het snijvlak Informatica en Communicatie ontwikkeld en een keer uitgevoerd (Flash, Fotoshop, In-design). De evaluatie hiervan volgt in 2011. Logistiek en Technische Vervoerskunde In het kader van de transformatie is in 2010 gekeken naar de opleiding Logistiek en Technische Vervoerskunde. Er is besloten een major Logistieke Informatiesystemen en een minor Supply Chain Management te ontwikkelen.
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
37
Marof De HZ is in 2009 overleg gestart met ROC Zeeland over de directievoering van de opleiding. In 2010 is het overleg voortgezet met behulp van een conceptovereenkomst. Partijen zijn daarover in gesprek. Hierdoorheen speelt de discussie of Nederland niet beter af is met een nationaal maritiem cluster dan wel dat verschillende regio‟s hun eigen maritiem cluster behouden. Werkenden In het kader van de Tijdelijke Stimuleringsregeling Leven Lang Leren in het HBO is een subsidie toegekend aan de HZ ten behoeve van de aanvullende opleiding van werkenden. In dat kader zijn in 2010 diverse projecten ontwikkeld zoals Digitale studeer- en werkomgeving, Flex Deeltijd, Opleidingsschool, Op Maat e.d. Het betreft hier organisatie brede of academie specifieke projecten gericht op individuele opleidingstrajecten voor werkenden. Tevens zijn er in 2010 de nodige marketingactiviteiten hiervoor verricht. In 2010 is op basis van een tussenrapportage de tweede tranche subsidie door het ministerie OCW vrijgegeven. §4.3 Rendementen Vanuit “de persoonlijke hogeschool” heeft de HZ bewust gekozen voor een verbetering van de rendementen, waarbij gestreefd wordt naar een propedeuserendement van minimaal 70% en een hoofdfaserendement van minimaal 90% conform de “Plasterknorm”. Dit komt neer op een overall rendement van minimaal 63% en dus een uitval van maximaal 37%. De HZ streeft ernaar om in 2012 de uitval teruggebracht te hebben tot 32%, wat een majeure inspanning zal vergen vanwege de groeiende aansluitingsproblematiek en de ambitie van de HZ, die veel hoger ligt dan het landelijke gemiddelde als gevolg van de keuze voor “de persoonlijke hogeschool”. De resultaten voor 2010 zijn in onderstaande tabel weergegeven. Target 2010 Realisatie Evaluatie 2010 Uitval 36% 36% Uitvalcijfers gebaseerd op HBOgegevens omtrent de uitval per cohort Extra aantal verblijvende studenten
60
53
Gebaseerd op het netto-effect van de uitgevoerde rendementsmaatregelen op het totaal aantal verblijvend studenten.
Uit de in mei 2010 door de HBO Raad gepubliceerde rendementscijfers blijkt dat het rendement na vijf jaar voor het cohort 2004 63,4% is, terwijl het landelijk gemiddelde van alle hogescholen 57,1% is. De HZ scoort hiermee aanzienlijk boven het landelijk gemiddelde. De uitval is vastgesteld op circa 36%; dit is even hoog als het target. Via een controle op de groei van het totaal aantal studenten, gecorrigeerd voor het aantal studenten in nieuwe opleidingen plus het aantal extra studenten in bestaande opleidingen i.v.m. 2009, kan een netto-effect van rendementsmaatregelen van 53 extra studenten binnen de HZ berekend worden. Dit is iets lager dan de oorspronkelijk geschatte 60 studenten. De oorzaak hiervan ligt in het vertrek van een aantal ingeschrevenen in het najaar van 2009 - winter 2010, omdat de economische situatie verbeterde en deze studenten de voorkeur gaven aan werk boven een vervolgopleiding. Activiteiten Dit resultaat op het terrein van rendement is in 2010 bereikt door een veelheid van activiteiten, die hieronder zijn samengevat. Een deel van deze activiteiten was al gestart in het voorgaande jaar en is in 2010 al dan niet herzien voortgezet en uitgebouwd. Rendementsverbetering vraagt immers om een meerjarige en consistente aanpak.
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
38
Doorlopende leerlijnen In 2010 is een nieuwe overeenkomst getekend tussen HZ, AOC en ROC‟s over doorlopende leerlijnen. Zo is er in dat kader samen met ROC Zeeland een 6-jarig doorstroomprogramma opgesteld voor een ICT-opleiding van MBO-ers, dat in september 2010 van start is gegaan. Bij Social Work en Verpleegkunde zijn de doorstroomprogramma‟s in 2010 van start gegaan, deels met een MBO-school buiten de provincie. Tevens is er een ambitiematrix geformuleerd MBO-HBO voor Techniek. Er zijn aan het eind van 2010 plannen ontwikkeld voor verdere verbetering van de doorstroming naar opleidingen binnen de academies Zorg & Welzijn, Techniek en Pabo. Daarbij wordt samengewerkt met de Zeeuwse ROC‟s en het Hoornbeeck college. De doorstroomactiviteiten zullen gefinancierd worden door betrokken partijen. Het voeren van studiekeuzegesprekken De diversiteit van leerlingen uit het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs wordt jaarlijks groter. Om adequaat in te kunnen spelen hierop is inzicht in de persoonlijke kwaliteiten van de instromende studenten nodig. Daartoe is in 2009 het instrument van studiekeuzegesprekken ingevoerd. In het kader van de rendementsverbeteringen heeft er met de eerstejaars studenten in 2010 een studiekeuzegesprek plaatsgevonden aan de hand van herziene protocollen, die zijn opgesteld naar aanleiding van een interne evaluatie. Deficiënties zijn vastgesteld en remedial acties zijn in gang gezet om die deficiënties te verhelpen middels zomercursussen. Over de kwaliteit van de gevoerde studiekeuzegesprekken zijn eerstejaars studenten tevreden blijkend uit een onderzoek onder 323 eerstejaars studenten. Het intensiveren van de sociale integratie van studenten Studeren aan een HBO-instellingen betekent vaak een grote overgang ten opzichte van de middelbare school, waar de eerstejaars vandaan komen. Het is van belang dat studenten zich snel thuis voelen op de HZ. Daartoe is in 2010 een groot aantal activiteiten ontplooid om de sociale cohesie binnen de groep studenten te bevorderen, zowel bij de introductie als gaandeweg het studiejaar. Het verhogen van het aantal contacturen In 2010 is het aantal contacturen verhoogd naar 18 klokuren per week. Daarmee wordt beoogd de intensiteit van het onderwijs te verhogen zodat studenten meer studiestructuur ervaren en daardoor betere prestaties gaan leveren. Gewerkt wordt aan het vinden van een balans tussen begeleide lessen en zelf studeren door eerstejaars studenten. Eerstejaars studenten hebben immers te maken met de overgang van het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs naar het HBO. Ze behoeven extra aandacht van docenten om die overgang zo soepel mogelijk te doen verlopen. Het verbeteren van het curriculum In de HZ-academies zijn in het curriculum van het eerste leerjaar verbetermaatregelen doorgevoerd. Deze aanpassingen worden stapsgewijs uitgevoerd en geëvalueerd om de verankering te borgen. Als vervolg op de aanpassing van het eerste leerjaren zijn verschillende academies in 2010 begonnen met het herzien van de hogere leerjaren. Dit vindt per opleiding plaats en zal de nodige doorlooptijd vergen. Werkvormen, opdrachten, en toetsen worden herzien om de samenhang in de opleiding te versterken. En daarmee de studeerbaarheid van de betrokken opleiding verder te verhogen. Deze verbeterde studeerbaarheid van opleidingen zal naar verwachting leiden tot een beter studieresultaat voor studenten en minder uitval. Ter ondersteuning van dit proces wordt gebruik gemaakt van het hiervoor ontwikkelde Synopsismodel, dat bedoeld is voor het evalueren van cursussen en curricula. De afdeling Onderwijs en Kwaliteit heeft in 2010 dit format ontwikkeld als intern kwaliteitslabel. In 2010 is dit model voor het eerst toegepast en de eerste resultaten zijn positief. Bindend studieadvies Hogescholen en universiteiten hebben de mogelijkheid een bindend studieadvies uit te brengen wanneer een student het propedeutisch examen niet met goed gevolg heeft afgelegd. De student is verplicht dit advies op te volgen, wat onder andere betekent dat hij de desbetreffende opleiding het jaar daarop aan deze instelling niet kan hervatten, ook niet als deeltijdstudent of extraneus. Het studieadvies in de propedeutische fase is geregeld in artikel 7.8b van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW).
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
39
Aan de HZ was voor het studiejaar 2007-2008 de norm voor het negatief bindend studieadvies (NBSA) voor eerstejaarsstudenten gesteld op 37,5 European Credits (EC); studenten die minder dan 37,5 EC hadden behaald, kwamen daarom in aanmerking voor een NBSA. Tweedejaarsstudenten kwamen in aanmerking voor een negatief bindend studieadvies indien aan het einde van het tweede jaar van inschrijving in de propedeutische fase het propedeutisch examen niet was behaald. In studiejaar 2009-2010 zijn er 178 studenten uitgeschreven wegens een negatief bindend studieadvies. §4.4 Structurele samenwerkingsverbanden De HZ heeft nadrukkelijk gekozen voor een multipartner-samenwerkingsmodel, waarin onderwijs en bedrijfsleven/overheid zoveel mogelijk participeren. Deze benadering is enerzijds gericht op de realisering van de top educatieve regio Zuidwest Nederland en anderzijds op het realiseren van samenwerkingsverbanden t.b.v. onderwijs en onderzoek met partners in de rest van Nederland en daarbuiten. Die samenwerking moet gaan bijdragen aan de realisering van de geplande groei van de HZ en de versterking van haar positie. De resultaten in 2010 zijn mede het gevolg van het succesvol realiseren van de multipartner samenwerkingsstrategie van de HZ. Er zijn nieuwe intensieve samenwerkingsverbanden gerealiseerd met onder andere universiteiten (TUD, WUR), bedrijfsleven (zie de speerpuntacademies) en veel collega-hogescholen: Avans, Fontys, HS van Amsterdam, HS Leiden, HS Rotterdam, HS Utrecht, NHTV, Saxion en Van Hall Larenstein. Een uitgebreid overzicht vindt u in bijlage 7. Top educatieve Regio Zuidwest Nederland In het kader van het versterken van de positie van de HZ heeft de HZ het initiatief ontwikkeld om te komen tot versterking van de samenwerking op HBO-niveau in de regio Zuidwest Nederland met als doel het realiseren van hoger beroepsonderwijs van topniveau. Er zijn diverse initiatieven door de HZ ontwikkeld die invulling geven aan de Top educatieve Regio, zoals het Topinstituut Delta Academy (samen met de Dutch Delta Academy), International Maintenance Management (World Class met Avans) de samenwerking met NHTV met betrekking tot toerisme en de samenwerking met Fontys hogescholen op het gebied van de opleiding SBE. Verder bestaan er op onderwijsgebied samenwerkingsverbanden met de beide Zeeuwse ROC‟s en VO-scholen in Zuidwest Nederland, waarbij de nadruk ligt op de aansluiting tussen de verschillende opleidingen. Roosevelt Academy (RA) Naast samenwerking op het gebied van faciliteiten en voorzieningen, zoals HZ-sport, HZ Cult, studium generale, gebruik van laboratoria en het verzorgen van de ICT ondersteuning is er afgesproken nu de RA in een stabiele fase is gekomen om ook de inhoudelijke samenwerking te verkennen op het gebied van onderzoek, masters en excellentie programma‟s
HZ en Roosevelt Academy werken samen in laboratoriumonderzoek Een pact, gesloten door een HZ student en een student van de Roosevelt Academy, is ontzettend goed bevallen. Chemiestudent Collin Bohncke en Environmental science student Leo de Jong hebben samen hun afstudeeronderzoek omtrent het gebruik van een cel als sensor bij milieuverontreinigingen afgerond. Dit deden ze tijdens de grootste geochemie conferentie ter wereld: Goldschmidt 2010 in Amerika. Hun laboratoriumonderzoek stond onder leiding van zowel HZ als Roosevelt Academy docenten. Het betrof een onderzoek naar het gebruik van een „bacteriële modderbatterij‟ als sensor. Aangezien in de geochemie de rol van bacteriën in geologische processen steeds meer aandacht krijgt werden ze uitgenodigd om hun onderzoek te presenteren tijdens de Goldschmidt conferentie. Een interessante conferentie! “We hebben verschillende sessies gevolgd bijvoorbeeld over de oorsprong van de maan en zijn water en waarom we nog terug moeten naar de maan. In totaal zijn we een week gebleven en hebben we boeiende dagen beleeft. We hebben kunnen vertellen wat ons onderzoek inhield en wat de voordelen zijn van dit sensorsysteem. Veel mensen waren verrast door de combinatie van de goedkope sensormethode en de grote gevoeligheid van het systeem. Ook vroegen velen zich af of het daadwerkelijk gebruikt gaat worden als sensor in het echte milieu. Ondanks dat we aan de andere kant van de wereld zaten was er vanuit Vlaamse hoek interesse om onze sensor in het veld te testen op zijn functionaliteit!” Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
40
Hoofdstuk 5 Toegepast onderzoek §5.1 Heroriëntatie Lectoraten In het verlengde van de vernieuwde academiestructuur van de HZ heeft het CvB zich ook de vraag gesteld welke betekenis de herinrichting zou moeten hebben voor de wijze van inrichten van de bestaande lectoraten. Na uitvoerig overleg en afstemming met de interne betrokkenen en externe stakeholders is besloten om aan beide speerpuntacademies een lectoraat c.q. onderzoekscentrum te verbinden en om daarnaast 1 Kenniscentra op te zetten dat zich richt op de onderzoeksvragen van de vier kernacademies en het werkveld dat zij bedienen. Deze heroriëntatie heeft ertoe geleid dat de HZ nu beschikt over 3 kenniscentra te weten; Het Delta Applied Research Centre wat gekoppeld is aan de Delta Academy. In dit kenniscentrum bevinden zich vier onderzoeksgroepen; “Building with Living Nature”; “waterveiligheid/Gebiedsontwikkeling”; “Watertechnologie”; “Aquacultuur”. De Delta Academy richt een onderzoekslectoraat in op basis van de vier hierboven genoemde gekozen inhoudelijke speerpunten. De diverse onderzoekslijnen binnen het lectoraat Duurzaamheid en Water worden opgesplitst. De watergerelateerde onderzoekslijnen worden ondergebracht bij de Delta Academy. De projecten waarbij duurzaamheid centraal staat gaan naar het Kenniscentrum voor Duurzaam Innoveren en Ondernemen. De Delta Academy maakt de keuze voor onderzoekslijnen onder nauwe betrokkenheid van de Advisory Board waarin het bedrijfsleven goed is vertegenwoordigd. Samenwerkingsrelaties met de RA, TU Delft, WUR en de Radboud Universiteit worden daarbij sterk aangehaald. Ook mogelijkheden met internationale universiteiten in geselecteerde delta‟s worden bekeken. De Delta Academy moet een sterk nationaal en internationaal profiel krijgen. Op het terrein van onderwijs en (toegepast) onderzoek dienen structurele samenwerkingsrelaties tot stand gebracht worden met universiteiten in diverse delta‟s wereldwijd. Dit om het sterke internationale profiel te kunnen waarmaken. In die delta‟s opereren vaak al Nederlandse bedrijven zodat casuïstiek uit die delta‟s in zowel onderwijs als toegepast onderzoek kan worden gebruikt. Verder is het zo dat de Delta Academy intensief samenwerkt binnen de Dutch Delta Academy met de Hogeschool Rotterdam en Van Hall Larenstein. De ambitie is om samen een kenniscentrum tot ontwikkeling te brengen, waarin alle complementaire kwaliteiten worden ingebracht en toegankelijk worden gemaakt (voor elkaar en voor de bedrijven uit de relevante bedrijfstakken). Tourism Applied Research Centre Dit kenniscentrum is een samenwerkingsverband van de NHTV en de HZ. Bij het verder tot ontwikkeling brengen van een lectoraat is een nauwe samenwerking met de NHTV onontbeerlijk. Dit kenniscentrum vormt de linking-pin naar de NHTV. Samenwerkingsmogelijkheden met de RA op dit domein moeten worden verkend. Verder ligt het voor de hand samen te werken met universiteiten in Nederland (o.a. Universiteit Tilburg, WUR,..), Vlaanderen en andere internationale universiteiten. Op het terrein van sport geldt dat SBE samen met Fontys tot ontwikkeling wordt gebracht. Verkenning van de mogelijkheden tot samenwerking op het terrein van toegepast onderzoek op dit domein is noodzakelijk. Interessant is zeker te bezien hoe gelet op de beide profielen binnen SBE toegepast onderzoek de zorg- en toeristische sector in Zeeland verder zouden kunnen versterken c.q. een bijdrage zou kunnen worden geleverd aan innovatie van de sector. Regionale ondernemers hebben daarvoor reeds belangstelling getoond. Bestaande contacten van de opleiding IBL kunnen worden uitgebouwd. De vier kernacademies van de HZ kennen één gezamenlijk lectoraat genaamd Kenniscentrum voor Duurzaam Innoveren en Ondernemen”. Studenten uit de vier kernacademies worden hiermee in staat gesteld onderzoeksvaardigheden te ontwikkelen. Docenten participeren in het toegepast onderzoek. Vanuit de relatie met de instellingen en bedrijven zijn er vele mooie projecten die leiden tot innovaties in het bedrijfsleven, instellingen of bij de overheid (m.n. ook van groot belang ook voor het regionale MKB). Een aantal lectoraten is opgeheven. De (bestaande) onderzoekslijnen zijn ondergebracht in dit Kenniscentrum voor Duurzaam Innoveren en Ondernemen. Ambitie is met dit centrum projecten te (blijven) formuleren en financiering binnen te halen. In alle gevallen kan, Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
41
waar aan de orde, worden samengewerkt tussen opleidingen en academies. Projecten kunnen zich richten op de diverse sectoren (techniek, economie, zorg en welzijn, educatie, ICT, logistiek. De activiteiten van de High Performance Incubator en de Smart Service Boulevard zullen in dit centrum worden geïntegreerd. Studenten van alle opleidingen dienen (basis)onderzoeksvaardigheden op te doen. Deze kunnen worden ontwikkeld bij projecten behorend tot dit kenniscentrum. Versterking van de kwaliteit van afstudeerscripties is een van de doelstellingen. Deelnemende studenten kunnen uit alle academies afkomstig zijn. In 2011 loopt de vierjarige onderzoeksopdracht van het lectoraat ICT af. Dit lectoraat zal hiermee beëindigd worden. Eventueel nog af te ronden onderzoeksopdrachten zullen in het Kenniscentrum voor Duurzaam Innoveren en Ondernemen worden ondergebracht. De (lopende) onderzoeksactiviteiten van het lectoraat Fysieke veiligheid worden ondergebracht bij het Delta Applied Research Centre. De onderzoeksactiviteiten van het lectoraat Sociale Veiligheid zullen worden ondergebracht bij het Kenniscentrum voor Duurzaam Innoveren en Ondernemen. De beschikbare SKO-middelen zullen over deze drie kenniscentra worden verdeeld. Het jaar 2010 was het laatste jaar van het bestaan van het lectoraat Ondergronds Ruimtegebruik, een gezamenlijke onderneming drie hogescholen (Hogeschool Zeeland, Avans Hogeschool en Hogeschool Utrecht). Dit lectoraat heeft in 2010 uitvoering gegeven aan de minor Ondergronds Ruimtegebruik waaraan studenten deelnamen van diverse hogescholen. De in de toekomst uit te voeren onderzoeksactiviteiten van de drie kenniscentra zullen plaatsvinden op basis van een te ontwikkelen en vast te stellen onderzoeksagenda (vgl. lectorenstatuut). Voor het Delta Applied Research Centre is dit document reeds vastgesteld. §5.2 Delta Applied Research Centre In 2010 zijn vier onderzoekgroepen samen gebracht in de Delta Academy. Met de onderzoeksgroepen bouwt de Delta Academy aan een voortdurende vernieuwing van toegepaste kennis die direct in het werk en in het onderwijs kan worden gebruikt. Zo ontstaat hoogwaardige kennis en onderwijs met focus op vraagstukken die in Deltagebieden spelen. Het type onderzoek dat in de Delta Academy wordt uitgevoerd is praktijkgericht onderzoek. Daaronder wordt onderzoek verstaan dat uitgevoerd wordt en wortelt in de beroepspraktijk. Het draagt bij aan de verbetering en innovatie van die beroepspraktijk. Dit vindt plaats door het genereren van kennis en inzichten, maar ook door het leveren van toepasbare producten en ontwerpen en concrete oplossingen voor praktijkproblemen. Het onderzoek kent een nauwe relatie met het onderwijs via de bijdrage aan onderwijsactiviteiten, de professionalisering van docenten en curriculumvernieuwing. Ons doel is om de Delta Academy te laten uitgroeien tot een Centre of Expertise, waarin internationaal toonaangevend onderwijs en onderzoek wordt aangeboden en uitgevoerd. De Delta Academy moet oplossend vermogen krijgen op het gebied van delta vraagstukken en wil een gewaardeerde partner zijn van binnen- en buitenlandse kennisinstellingen, overheden en bedrijven. § 5.2.1 Onderzoeksgroep Building with Living Nature De onderzoeksgroep Building with Living Nature (BwLN) wil bijdragen aan de positionering van de Delta Academy als excellent in het de kennisdomein Bouwen met de Levende Natuur in relatie tot waterveiligheid, meervoudig ruimtegebruik en duurzaam functioneren van delta-ecosystemen. De onderzoekgroep is opgericht in 2010 In 2010 werden de volgende activiteiten in relatie tot onderzoek uitgevoerd: Start en uitvoering van het 4-jarig RAAK PRO project „Building with Living Nature‟. Oprichten van experimenteerlocatie nabij Watersnoodmuseum in de Oosterschelde. Docent/onderzoekers bijscholen in kennisdomein door post academisch onderwijs aan te bieden. Studenten (minoren, afstudeerders) inzetten in onderzoek project in samenwerking met samenwerkingspartners (o.a. Rijkswaterstaat, Deltares, Imares, van Oord). Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
42
De huidige stand van zaken van BwLN is ingezet in het onderwijs, in de vorm van cursus Coastal Management Building with Nature aan vierdejaars Delta Academy studenten. Kennisoverdracht heeft plaatsgevonden door bijdragen aan conferenties (o.a. Deltas in Times of Climate Change, Rotterdam), excursies (o.a. naar tweede Maasvlakte), gastlezingen (vele experts uit beleid, beheer, onderzoek en kust-ontwikkeling) en door middel van publicaties in vakbladen en landelijke/regionale media. § 5.2.2 Onderzoeksgroep waterveiligheid en gebiedsontwikkeling Ten aanzien van het lectoraat veiligheid is besloten dit lectoraat binnen de Delta Academy een plaats te geven en in tweede instantie veiligheid en ruimtegebruik samen te voegen tot de onderzoeksgroep (water)veiligheid en gebiedsontwikkeling. Hiermee sluit de organisatiestructuur aan bij de onderzoeksstrategie van de Delta Academy en het thema van waterveiligheid. Activiteiten 2010 Medio 2010 is er vanuit het Kenniscentrum Kusttoerisme het verzoek gekomen te participeren in het Kennis voor Klimaat onderzoek „Klimaatverandering als kans voor ondernemers‟ op ZeeuwsVlaanderen, met name vanuit de focus op gebiedsontwikkeling. Dit onderzoek is gestart en heeft een piek in de inzet vanuit de Delta Academy per medio/eind 2011. In samenwerking met de NHTV is er november 2010 een RAAK-MKB onderzoeksvoorstel ingediend getiteld “Ruimte (re-)creëren”, wat gaat over het organiseren van toeristische gebiedsontwikkeling in de delta. In eerste instantie is het voorstel niet gehonoreerd, waarbij is teruggekoppeld dat herindiening met een duidelijkere vraagarticulatie zeker kans maakt op honorering. Een aangepast onderzoeksvoorstel wordt daarom eind maart 2011 opnieuw ingediend. In november 2010 is de Raak Publiek aanvraag “De professional en de zelfredzame samenleving in Zeeland” ingediend en gehonoreerd door RAAK SIA. Het project wordt in de periode 2011-2012 uitgevoerd vanuit de HZ samen met VRZ, Waterschap, RWS en de Provincie Zeeland. Internationalisering. In 2010 zijn twee werkbezoeken aan de staat Louisiana afgelegd, de eerste als voorbereidingsbezoek en tevens oriëntatie op de Mississipi Delta (prioriteitsgebied Delta Academy). Bij dit bezoek is de basis gelegd voor een samenwerkingsverdrag HZ - Louisiana State University (LSU). Bij het werkbezoek van de CdK Zeeland mw. Peijs aan Louisiana in mei 2010 is een LOI met LSU getekend. Dit moet in 2012 leiden tot een MOU met LSU en een intensief samenwerkingsverband met student- en staff exchanges en gemeenschappelijke projecten. De Mississipi Delta is tevens de leidende casus in het 7e semester van de opleiding Delta Management. § 5.2.3 Onderzoeksgroep watertechnologie Watervoorziening, waterzuivering en terugwinnen van grondstoffen zijn belangrijke thema‟s voor het leefbaar houden van gebieden met een hoge bevolkingsdichtheid, landbouw en industrie, zoals deltagebieden. Het zijn deze thema‟s die vragen om technieken voor hergebruik en zuivering van water. Deze technieken zijn het onderwerp van de watertechnologie. Daarnaast blijkt watertechnologie ook een belangrijke toepassing te hebben in de aquacultuur op land. Er wordt gewerkt aan vragen als: Hoe kan (schaars) zoet water het beste benut worden in deltagebieden? Er wordt met name gekeken naar ontziltingstechnieken, hergebruik van waterstromen (zuiveringstechniek) en het toepassen van systemen die waterkwaliteit en –kwantiteit monitoren en regelen (regeltechniek). Binnen dit gebied zijn huishoudelijk afvalwater, industrie en landbouw van belang. Hoe kan water in de aquacultuur op land het beste hergebruikt worden? Er wordt met name naar recirculatie van (zout) water in kweeksystemen voor vis en schelpdieren en de bijbehorende zuiveringstechnieken gekeken. Ook hier speelt monitoring en regeltechniek een belangrijke rol.
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
43
Binnen het Innovatienetwerk Zeeland is er in 2010 een innovatiekring Watertechnologie opgericht waarin grotere en kleinere bedrijven uit de regio samen nieuwe ontwikkelingen in de watertechnologie een (lokale) impuls willen geven. Het doel van de kring is een netwerk te vormen, waarin we elkaar informeren, maar ook gezamenlijke lijnen uitzetten voor invulling van projecten. De kring komt drie keer per jaar bij elkaar en probeert telkens informatieoverdracht en bedrijfsbezoek/-excursie samen te laten gaan. projecten Meerjarenprogramma‟s Acoustic waves for water purification (2009-2013)– promotieonderzoek van Dhr. Cappon naar het gebruik van ultrageluid als methode om zwevende deeltjes uit afvalwater te filteren. Opdrachtgever: Wetsus Leeuwarden en Wageningen Universiteit. Waterkringloop Zeeuws-Vlaanderen (2009-2015) – herbenutting van alternatieve waterstromen in (Oost) Zeeuws Vlaanderen – onderzoek naar mogelijkheden om afvalwater uit huishoudens en industrie en hemelwater in te zetten voor gebruik in industrie en landbouw. De opslag van dit water moet op een duurzame en landschappelijk verantwoorde manier ingepast worden. Projectpartners: DOW Benelux, Grontmij, Evides Industriewater, Waterschap Scheldestromen, Gemeente Terneuzen, HZ, ZLTO en industrie uit de kanaalzone. Ultrasone desinfectie op grote schaal – een toepassing voor de aquacultuur - minoronderzoek. Opdrachtgever: Van Antwerpen Milieutechniek, Borssele. Monsternamesysteem voor nucleair water – minoronderzoek. Opdrachtgever: Kerncentrale Borssele. Procesdynamica ozondosering – minoronderzoek. Opdrachtgever: Philips Lighting B.V. BU Starters en Hogeschool Zeeland. onderwijs Watertechnologie heeft een koppeling met de volgende onderwijsactiviteiten: Course Milieuchemie AET; Course Waterzuivering AET en AOT duaal Utrecht; Minor Wateronderzoek; Cursus Aquacultuur en Schelpdierteelt; Stages en afstudeeropdrachten bij het lectoraat. Het doel is de koppeling met meet- en regeltechniek (Engineering) te versterken. § 5.2.4 Onderzoeksgroep aquacultuur Sinds 2004 is de groep actief op het gebied van aquacultuur en richt zich daarbij specifiek op „duurzame zilte productie‟ Aquacultuur is de gecontroleerde productie van watergebonden organismen (algen , planten, wormen, schelpdieren, schaaldieren, vis). De provincie Zeeland heeft de ambitie om dé Provincie voor zilte aquacultuur (vanwege de beschikbaarheid van zout water) te zijn en stimuleert actief innovaties en initiatieven in aquacultuur. De onderzoeksopdrachten en -projecten die in 2010 zijn uitgevoerd, opgestart of voorbereid, zijn: Uitvoering en afronding van het 2-jarig RAAK MKB Aquacultuur project „Het zilt verzilveren‟. Bouw en in gebruik neming van het SEA Lab (zilte experimenteerruimte naast het PSDgebouw), als onderdeel van het Interreg IV project Aquavlan. Bouw en in gebruik neming van de zogenaamde photobioreactor. In het kader van een promotie voor het project Zeeuwse Tong. Start met Kennis voor Klimaat project „Kansen voor ondernemers‟. Uitvoering onderzoek naar visvoer en vismeel en visolie vervangers. Uitvoering onderzoek in kader van Kustlaboratorium. Uitvoeren onderzoek in kader van project Zeeuwse Tong. Uitvoering onderzoek naar effect van gebruik van staalslakken als vooroeververdediging. Indiening aanvraag RAAK Internationaal „Het zoute goud‟ als penvoerder. Indiening Pieken in de Delta project „Algen voor industriële toepassingen‟ als projectpartner.
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
44
Belangrijke stakeholders en samenwerkingspartners bij de projecten zijn: Provincie Zeeland, Syntens, Wageningen UR, KHO St.Lieven, Economische Impuls Zeeland en MKB en kennisinstellingen actief op het gebied van Aquacultuur. De onderzoeken zijn onder andere gefinancierd door Stichting Innovatie Alliantie via het subsidieprogramma RAAK-MKB, EU en Provincie Zeeland (o.a. Interreg en PID). Bijdrage aan het HZ-onderwijs Voor de studenten van de opleiding Aquatische Ecotechnologie en externe belangstellenden vanuit het bedrijfsleven is in 2010 de cursus Aquacultuur gegeven. In het kader van de cursus lectorenopdracht, minors, stages en afstudeerprojecten zijn er voor studenten studentenateliers georganiseerd voor het beantwoorden van kennisvragen op het gebied van aquacultuur. In totaal waren in 2010, 33 studenten van de Delta Academy en de opleiding Chemie bij dit onderzoek betrokken. Een medewerker van de onderzoeksgroep Aquacultuur is bezig met zijn promotie-onderzoek aan Wageningen Universiteit; een tweede medewerker heeft een aanvraag in voorbereiding. Kennisoverdracht heeft plaatsgevonden door organisatie en bijdragen aan symposia, excursie, gastlezingen en door middel van publicaties in vakbladen en landelijke/regionale media. §5.3 Tourism Applied Research Centre Het Kenniscentrum Kusttoerisme is een gezamenlijk initiatief van de HZ en de Internationale Hogeschool Breda NHTV. De hoofddoelstelling van het Kenniscentrum Kusttoerisme is door middel van kenniscirculatie en kenniscreatie invulling geven aan de kennisvraagstukken van ondernemers, overheden en maatschappelijke organisaties, met als doel duurzame innovatie in de toeristische en vrijetijdssector in (Zuidwest) Nederland te faciliteren. Kort gezegd wil het Kenniscentrum Kusttoerisme een bijdrage leveren aan structuurversterking in de toeristische en vrijetijdssector en versterking van de economische bedrijvigheid in de regio. Het Kenniscentrum wordt ondergebracht in het met de partners op te zetten Tourism Applied Research Centre. Het Kenniscentrum heeft zich in 2010 ingespannen om naast een goed onderzoeksprogramma tevens de inhoudelijke uitwerking van de nieuwe toeristische academie vorm en inhoud te geven. Het onderzoeksprogramma is meer en meer afgestemd op de doelstellingen van de nieuw te vormen speerpuntacademie zoals omschreven in het instellingsplan van de HZ. In deze academie worden drie opleidingen ondergebracht: Vitaliteitsmanagement & Toerisme, Sport en Bewegingseducatie (gestart per 1 september 2010) en International Business and Languages. Het Kenniscentrum zorgt voor deze opleidingen voor de koppeling tussen onderwijs, onderzoek en de praktijk (ondernemers). De kennislijnen die voor het Kenniscentrum Kusttoerisme in 2010 leidend zijn, zijn: Creëren van voorspellend vermogen van de (potentiële) gast aan de Zuidwestelijke Delta. Dit project heet PMC2 en wordt samen met het Lectoraat ICT uitgevoerd. Vitaliteit; Zeeland als wellnessregio in samenwerking met de opleiding VM&T. Waterrecreatie en watersport in samenwerking met de opleiding SBE en Sport Zeeland. Kusttoerisme; specifieke vraagstukken rond kusttoerisme, duurzaamheid en gebiedsontwikkeling. Een greep uit de onderzoeksopdrachten en -projecten die in 2010 zijn uitgevoerd of opgestart zijn: De jaarlijkse trendrapportage en trendkrant; de regionale vertaling van de economische stand van zaken van het toerisme in Zeeland. Diverse thematische bijeenkomsten en masterclasses voor provincie en gemeenten. Toeristische Ontmoetingsdag 2010 op Voetbal Experience. Implementatie van het onderzoek Gastvrij Nederland. Onderzoek naar identiteit van badplaatsen; nieuwe methodologie toegepast om de badplaats te ontwikkelen. Pieken in de Delta: Faciliteren van innovatie; uitvoering van het programma dat is gestart op 1 september 2009. Toeristische Barometer en impactmeting in het kader van het 2 Zeeën programma – Interreg IV. Mobiliteitsonderzoeken in Zeeuws Vlaanderen en op Schouwen Duiveland. Zoektocht naar Succes van de Rabobanken in de Zuidwestelijke Delta. Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
45
Projectontwikkelingen zoals DeltaLeven, Mobiliteitsconcepten et cetera. Identiteitsonderzoek gemeente Tholen. Trendrapportontwikkelingen en onderzoek in de gemeenten Tholen en Goeree Overflakkee. Verkenning economische ontwikkelingen campertoerisme in Zeeland. Belangrijke stakeholders bij projecten zijn onder andere Provincie Zeeland, Impuls Zeeland, Provincie Brabant, Kamer van Koophandel Zuidwest Nederland, Universiteit Leuven, Westtoer, Toerisme Vlaanderen, WES, Ministerie van Economische Zaken en NHTV. Samenwerking is verder vorm gegeven met de universiteiten van Tilburg en Wageningen. Er is een denktank opgericht waarin op landelijk niveau de directies participeren van de RECRON, IPO werkgroep toerisme en recreatie, Universiteit Tilburg, VVV Nederland en NBTC. Op het gebied van wellness en vitaliteit heeft het kenniscentrum een minor, een leerbedrijf en lesmateriaal ontwikkeld. §5.4 Kenniscentrum Duurzaam Innoveren en Ondernemen Het lectoraat Ondernemen en Innoveren heeft zich in 2010 voornamelijk bezig gehouden met het verder verdiepen en verbreden van de onderzoeksactiviteiten op het gebied van “prestaties verbeteren” en “kansen verzilveren”. Prestaties verbeteren staat voor het verbeteren van bedrijfsprocessen van individuele organisaties. Kansen verzilveren gaat over het ondersteunen van meer radicale innovaties in de speerpunten van Zeeland. Met clusters van partijen worden kansen ontwikkeld op de weg naar concrete economische en /of maatschappelijke waarde. In 2010 zijn in deze ruimte en in de symposiumruimte workshops en minisymposia georganiseerd op het gebied van Rapid Manufacturing, Sensoring en Monitoring, 3D-BIM-en (Bouw Innovatie Model), sociale innovatie, Condition Based Maintenance. Er worden student companies ondersteund, er zijn ongeveer 25 verbeterprojecten uitgevoerd in de industrie en in de zorg en recreatiesector. Er is midden 2010 een breed verkennend onderzoek uitgevoerd naar het innovatievermogen in Zeeland en de kansen in de speerpunten Biobased Economy, Hospitality en Water. De huidige positie met het oog op de toekomst van Zeeland blijkt zwak te zijn, maar de kansen zijn groot. Beter samenwerken op alle niveaus is de sleutel voor succes. Samen met NV Economische Impuls Zeeland ondersteunt het lectoraat techno-starters. De minor ondernemerschap heeft tweemaal gedraaid. Het lectoraat verzorgde daarnaast onderwijsactiviteiten binnen de Academie van Economie. Er waren in 2010 drie RAAK-projecten in uitvoering, namelijk “Verhogen Prestaties Maakindustrie”, “Kennisbrug Slimme Technologie”en “BiMkb”. De onderzoeksstrategie Action Research is veelal toegepast bij de verbeterprojecten. Het lectoraat werkt nauw samen met de BZW, MKB Zeeland, Syntens, de Kamer van Koophandel en NV Economische Impuls Zeeland in het Innovatienetwerk Zeeland. Er zijn in het kader van dit netwerk innovatiekringen ondersteund op het gebied van Maintenance, Watertechnologie en High Performance evenals zogenaamde Special Interest Groups op het gebied van Sociale Innovatie en Hightech. Er zijn vier promovendi aan het lectoraat verbonden, namelijk op het terrein van Maintenance, Inkoop, Teamleren en Regionale Innovatie.
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
46
Innovatie met Smart Services Boulevard George van Heukelom, gedeputeerde, verrichtte op 12 mei dit jaar de officiële opening van de Smart Services Boulevard (SSB). Een samenwerking van Hogeschool Zeeland met het Innovatie Netwerk Zeeland (INZ). Dhr. van Heukelom vertelde blij te zijn met de opening van de Smart Services Boulevard. “Ik vind het een inspirerende en stimulerende formule.” Voor de hogeschool is de SSB een belangrijke koppeling naar het bedrijfsleven en van vitaal belang voor de eigen innovatie en aansluiting op de markt. Een uitdaging voor onze docenten en studenten. De Smart Services Boulevard is een Broedplaats voor Toppers, waar de bij de regio passende speerpunten Bio- Based-Economy, Water en Hospitality moeten zorgen voor een voldoende sterke ondersteuning op wereldklasse niveau. In programmalijn 1, Prestaties Verbeteren van individuele bedrijven en ketens, steunen studenten en docenten in vijf jaar tijd zo‟n 120 bedrijven en instellingen, om hun prestaties op een hoger niveau te brengen. Onder de vlag van de Smart Services Boulevard is een zogenaamde High Performance Incubator (HPI) actief die zich hier specifiek op richt. Wim Brouwer: “Het gevolg is een zeer efficiënt bedrijfsproces. De kosten worden lager, de kwaliteit hoger en de doorlooptijd wordt verkort.” Programmalijn 2 van de Smart Services Boulevard, Kansen Verzilveren, is gericht op radicaal innoveren. Daartoe is de Open Innovatie Studio ingericht. De ontwikkelgroep van de Open Innovatie Studio bezocht de Concurrent Design Facility van de ESA in Noordwijk. Hier wordt op een uiterst effectieve en efficiënte manier een nieuwe ontwikkeling vanaf idee tot daadwerkelijke realisatie gebracht. “Dit stelt bedrijven in staat hun kansen te benutten.” Interactie Voor studenten is deelname aan dit project een mooie ingang naar het bedrijfsleven. De praktijkgerichte projecten bieden kansen en zijn een uitdaging voor de studenten om de verworven kennis in de praktijk te brengen in een bruisende omgeving. Zowel de Open Innovatie Studio als het HPI-project biedt studenten en docenten de mogelijkheid zichzelf te ontplooien en kennis te maken met het fenomeen Open Innovatie. Dhr. Brouwer bevestigt: “Het is een waardevolle ervaring. De praktijk is een aantrekkelijke leeromgeving waar resultaten duidelijk zichtbaar en meetbaar zijn. De verwachting is dat meer studenten hierdoor geïnspireerd worden een eigen onderneming te starten.” Het gehele project wordt ondersteund door het Projectbureau Innoveren en Ondernemen.
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
47
Hoofdstuk 6 Internationalisering Het strategische doel op gebied van internationalisering is dat de HZ een hogeschool is die sterk verankerd is in de regio, maar die tegelijkertijd een internationale oriëntatie heeft. § 6.1 Strategische doelstellingen In 2012 heeft 20% van de HZ afgestudeerden internationale studie- of stage-ervaring (minimaal 3 maanden). Onderstaand schema geeft de buitenlandervaring weer van studenten die in 2010, verdeeld over alle jaargangen, naar het buitenland zijn geweest voor studie of stage. Academie
Studie ervaring
Stage ervaring
Totaal Buitenland ervaring
Economie Inf/Com/LTV Pabo Techniek(AET) Zorg en Welzijn
38 16 3 1
118 9 23 29 14
156 25 23 32 15
Totaal HZ
58
193
251
De HZ zal het opdoen van buitenlandervaring stimuleren en streeft ernaar dat binnen de planperiode 10% van de docenten internationaal actief is, d.w.z. in het buitenland gedurende één of meerdere weken lessen ontwikkelt of uitvoert. In 2010 zijn in totaal 20 HZ docenten actief geweest in het buitenland, soms meerdere keren. Dit is in één kalenderjaar 9 % van het totale aantal van 230 HZ docenten. De activiteiten in het buitenland vallen onder de noemer docentenuitwisseling of kennisexport. Naast het feit dat de HZ docenten actief geweest zijn in het buitenland heeft het International Office samen met de dienst P&O ook de inzet van buitenlandse docenten op de HZ gestimuleerd en gefaciliteerd. Het International Office is van plan om deze mogelijkheid, in het kader van het Erasmus programma, sterker onder de aandacht van de opleidingen te brengen. Met name de Engelstalige minoren lenen zich goed voor buitenlandse inbreng. In 2012 is circa 10% van de studenten van de HZ internationaal student (collegegeld betalende studenten). Doelstelling voor 2010 was een totaal van 266 buitenlandse studenten. Per 1 oktober 2010 had de HZ 255 internationale betalende studenten, en blijft daarmee iets achter op de doelstelling. Het aantal komt neer op ruim 6% van de totale studentenpopulatie van 4036.
350
303
300 250
255
234
200 150 100 50 0 2008
2009
2010
Er zijn in 2010 in totaal 140 nieuwe buitenlandse studenten ingestroomd, waarvan 78 uit de EER en 62 van buiten de EER. Dit aantal is 10% van de totale nieuwe instroom op de HZ van 1396 studenten.
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
48
§ 6.2 Curriculum Om de aantrekkelijkheid van de HZ te vergroten voor buitenlandse studenten wordt het Engelstalig onderwijsaanbod verder uitgebouwd. De HZ biedt in 2010-2011 de volgende volledig Engelstalige trajecten voor betalende studenten aan: Chemistry International Business & Management Studies Water Management Vitality and Tourism Management Daarnaast zijn er Engelstalige zij-instroom programma‟s voor International Logistics, Werktuigbouw en Electrotechniek. Deze programma‟s hebben een omvang van tenminste 120 ECTS. Er bestaat voor studenten de mogelijkheid om aan een Engelstalig programma op de HZ deel te nemen waarin ook een diversiteit aan internationale studenten actief is. Uitwisselingsstudenten konden instromen in de bovengenoemde Engelstalige programma‟s. De opleidingen bieden een Engelstalige minor aan, waardoor er uitwisselings studenten kunnen instromen. De eigen HZ studenten kunnen hierdoor kiezen voor een minor met een internationaal karakter. Genoemde opleidingen kunnen verder dus ook zelf studenten voor uitwisseling naar buitenlandse partner-instellingen sturen. Andere opleidingen met (alleen) een Nederlandstalig programma richten zich voor uitwisseling meer op Vlaanderen, en hebben daardoor ook minder diversiteit aan studenten in hun minoraanbod. De Delta Academy beoogt de komende jaren uit te groeien tot een academie met een krachtige internationale uitstraling, een Engelstalige master en drie Engelstalige bachelor programma‟s. De academie en het International Office werken samen aan de opbouw van een internationaal netwerk aan strategische partners. In 2010 is een beleidsdocument ontwikkeld en vastgesteld waarin is vastgelegd met welke Deltagebieden in de wereld prioritair samen gewerkt wordt. Alle HZ studenten hebben de mogelijkheid om een stage van minimaal drie maanden in het buitenland door te brengen. Het International Office zorgt in overleg met de opleidingen voor voldoende buitenlandse stage-instellingen van goede kwaliteit, en borgt de niet-vakinhoudelijke kwaliteitsaspecten van de buitenlandstage. Eén van de aandachtspunten is de continuïteit van de stageplaatsen; er was ook in 2010 een hoge concentratie van studenten die in het tweede semester een stage in het buitenland willen uitvoeren. Dat betekent dat veel stageplekken niet ingevuld werden in het eerste semester. Om het aantal stageplaatsen te kunnen waarborgen zal vanaf 2011 sterker gestimuleerd worden dat studenten in het eerste semester op stage gaan. Dit sluit goed aan bij het voornemen om de HZ minors zoveel mogelijk in semester 2 te concentreren. Erasmusprogramma De financiële middelen uit het Erasmusprogramma zijn voor medewerkers en de studenten onontbeerlijk om de kennisuitwisseling binnen de EU te realiseren. Omdat stages een belangrijk onderdeel zijn van het curriculum is het een extra stimulans voor studenten om stage te lopen binnen de EU. De HZ acht een buitenlandervaring van onschatbare waarde voor de persoonlijke ontwikkeling van de student en de medewerkers vandaar dat dit een van de speerpunten van het beleid is. In bijlage 5 vindt u een overzicht van aangevraagde erasmus beurzen uit 2010.
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
49
§ 6.3 Internationale werving en communicatie Voor de internationale werving heeft de HZ een aantal preferentiegebieden gedefinieerd: Duitsland is voor de HZ vooralsnog een aantrekkelijke markt, eenvoudigweg omdat er veel Duitsers in Nederland willen studeren. Er is echter veel concurrentie tussen de Nederlandse instellingen. Noord Frankrijk ligt in het directe wervingsgebied van de HZ en is daarmee blijvend van belang. Jongeren beginnen in deze regio open te staan voor een internationale studie. Zuid Europa: De HZ werft momenteel in Spanje en Portugal. Oost Europa: Afgelopen jaar zijn er studenten uit Letland, Litouwen, Roemenië, Bulgarije ingestroomd in de vierjarige programma‟s. De aanwezigheid op beurzen wordt uitgebreid. Het International Office start met werving in Rusland. Azië: De HZ heeft als doel om de onderhandelingen over nieuwe samenwerking in Ningbo, China en in Jakarta af te ronden en de werving voor vierjarige trajecten in Indonesië te intensiveren. Voor de werving van studenten uit de bovengenoemde gebieden wordt gebruik gemaakt van de volgende communicatiemedia; Websites Social media Beurzen Engelstalige brochures International Schools Lesgeven in Nanjing “Voor opdrachten is het geen probleem om studenten op internet te laten zoeken. Wat wel een valkuil is, is dat studenten geen Google gebruiken maar de Chinese zoekmachine Baidu. Zoeken via Baidu levert veel minder resultaten op dan Google. Google is officieel verboden in China, het is de vraag of het verstandig is om het gebruik van Google te promoten.” Mevrouw Pesch heeft in het voorjaar vanuit de opleiding Aquatische Ecotechnologie twee weken lang lesgegeven in Nanjing op het College of Chemical Technology. Een bijzondere ervaring, waar je als docent te maken krijgt met het Chinese lessysteem. “In het Chinese lessysteem is het niet gebruikelijk dat studenten tijdens de les vragen stellen. Interactief bezig zijn is niet gebruikelijk, de studenten zijn gewend om achterover te leunen en de les over zich heen te laten komen, onze manier van lesgeven is dus heel erg wennen geweest. Pas op de allerlaatste lesdag was er één meisje die uit zichzelf een vraag durfde te stellen.” “Chinese studenten worstelen echt met de Engelse taal. Dat maakt het lesgeven tot een extra uitdaging. Zo werkten studenten in groepen aan opdrachten, waarvan het cijfer meetelde voor het eindresultaat. Dat de opdrachten ook bepalend waren voor je eindresultaat, was niet iedere student meteen duidelijk. Gelukkig werden de resultaten van de opdrachten in de loop van de cursus steeds beter. De cursus Integrated Water Management is ondanks wat taalbarrières toch best goed verlopen.” Volgend jaar gaat Carla weer naar China om les te geven: “Ik kijk daar echt wel naar uit, dit soort uitdagingen zijn wel aan mij besteed!”
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
50
Hoofdstuk 7 Medewerkers De HZ beschouwt haar medewerkers als een cruciale factor in het behalen van de missie. De kwaliteit van de medewerkers is bepalend voor de kwaliteit van het onderwijs en daarmee voor de kwaliteit van de afgestudeerde studenten. Het is dan ook niet voor niets dat de HZ twee strategische doelstellingen in haar Instellingsplan heeft opgenomen, die gericht zijn op de ontwikkeling van de organisatie en haar medewerkers. Beiden moeten bijdragen aan het behalen van de missie van de HZ. Sinds 2009 zijn er ten aanzien van genoemde strategische doelstellingen uit het Instellingsplan reeds meerdere projecten gerealiseerd. De nieuwe Academiestructuur, de functiereeksen, de gesprekkencyclus, het professionaliseringsbeleid, de HZ-scholingscatalogus zijn slechts een paar voorbeelden. De score uit het medewerkertevredenheidsonderzoek uit 2009 heeft enerzijds aangetoond dat de goede weg is ingeslagen. Anderzijds heeft het verbeterpunten opgeleverd, waar in 2010 verder aan is gewerkt. Het aantal strategische projecten, dat in 2010 en 2011 op de agenda staat, is groot. In 2010 is er dan ook een enorme stap voorwaarts gezet in de verdere professionalisering van het HRM-beleid en daarmee van de ontwikkeling van de organisatie. §7.1 Ontwikkeling van de organisatie In het HZ Instellingsplan 2009 – 2012 heeft de HZ haar ambities verwoord. Eén van de in dat plan verwoorde strategische doelen luidt: “De HZ heeft delta en toerisme als (inter)nationale niches”. Om deze ambitie te kunnen realiseren, is in 2010 een herinrichting van de organisatie gerealiseerd. Het College van Bestuur en de Academiedirecteuren zijn gezamenlijk tot een nieuwe hoofdstructuur gekomen met zes academies: vier kernacademies met een focus op regionale verankering en instroom (Academie voor Techniek en omgeving, Academie voor Zorg & Welzijn, Academie voor Economie en Academie voor Educatie), en twee speerpuntacademies die werven op de (inter)nationale markt en nauw samenwerken met derden (Delta Academy en Academy for Tourism, Sports & Business). In het verlengde van de vernieuwde academiestructuur heeft er eveneens een heroriëntatie plaatsgevonden van de lectoraten. Aan beide speerpuntacademies wordt een kenniscentrum verbonden. Deze kenniscentra kunnen een of meerdere onderzoekslijnen bevatten. Daarnaast is een kenniscentrum ingericht dat zich richt op de onderzoeksvragen van de vier kernacademies en het werkveld dat zij bedienen. §7.2 Ontwikkeling van medewerkers Om de ambities uit het HZ Instellingsplan te realiseren is de kwaliteit van medewerkers als hét speerpunt van het HRM-beleid geformuleerd. Om dit te bereiken is in 2010 de lijn van de afgelopen jaren verder doorgetrokken. Die lijn is er op gericht om beleid en instrumenten te ontwikkelen, die bijdragen aan het werven, behouden en ontwikkelen van hooggekwalificeerd personeel. Om dit te kunnen realiseren zijn in 2010 de basisvereisten en randvoorwaarden, die nodig zijn om aan de verdere professionalisering te kunnen werken, definitief neergezet. Strategische personeelsplannen Om sturing te kunnen geven aan een langetermijnplanning en ontwikkeling van de aanwezige formatie moeten leidinggevenden de beschikking hebben over een strategisch personeelsplan. Dit wordt, met de naderende vergrijzing en daarmee gerelateerde uitstroom van veel ervaren academici binnen voornamelijk het onderwijs, steeds belangrijker. Ook de eisen vanuit de NVAO en het Ministerie dwingen de HZ om nog kritischer te kijken naar de huidige en gewenste formatie. De strategische personeelsplannen bevatten zowel een kwalitatief als een kwantitatief gedeelte. Door het toetsen van de huidige situatie aan de gewenste situatie wat betreft o.a. leeftijdsopbouw, man/vrouw-verhouding, kennisdomeinen, aanwezige competenties en kwalificatie kan een plan worden gemaakt voor de toekomstige werving en professionalisering.
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
51
Leeftijdsopbouw
Aantal
%
FTE
%
HZ personeel Categorie
2009
2010
2010
2009
2010
2010
0-24 jaar
8
12
2,83%
4,8
8,3
2,56%
25-34 jaar
52
50
11,79%
41,2
39,6
12,18%
35-44 jaar
109
111
26,18%
86,5
83,9
25,83%
45-54 jaar
146
145
34,20%
111,3
109,7
33,76%
55 > jaar
102
106
25,00%
78,0
83,4
25,66%
417,0
424,0
100,00%
321,8
324,8
100,00%
Totaal
De HZ heeft al enige jaren een zeer gedegen kwantitatief meerjaren formatieplan gekoppeld aan de jaarlijkse begrotingscyclus. In 2010 is een start gemaakt met het toevoegen van een kwalitatief meerjarenplan door het inventariseren van de huidige kwalitatieve kengetallen binnen de opleidingen. Hiermee krijgen leidinggevenden o.a. meer zicht op de aanwezige competenties op de verschillende kennisdomeinen, waardoor een meer gerichte werving en professionalisering kan plaatsvinden. De digitalisering van de strategische plannen wordt in 2011 verder gefaciliteerd door de implementatie van een nieuw HR-systeem. Professionalisering Zowel de implementatie van de functiereeksen als de gesprekkencyclus hebben er toe geleid dat er nu een gedegen instrumentarium ligt, van waaruit gericht kan worden gewerkt aan de professionalisering van medewerkers. Vanuit de HZ-speerpunten heeft het College van Bestuur in 2010, gezien de kwaliteits doelstelling, extra geïnvesteerd in professionalisering op vooral master- en promotietrajecten om daarmee de doelstelling van 10% gepromoveerden en 70% masters te realiseren. Gezien de huidige percentages (5,3% en 49%) moet de HZ hierin nog een grote stap maken. In 2010 waren 15 medewerkers bezig met een promotietraject en 20 met een mastertraject. Om deze doelstellingen te realiseren zet de HZ zowel werving als professionalisering als instrumenten in. Gezien het huidige percentage masters is het werven van masters een absolute voorwaarde. Om die reden is in 2010 besloten dat docenten die structureel in dienst komen in het bezit moeten zijn van in ieder geval een master en relevante beroepservaring. Daarnaast hebben de gesprekkencyclus en de HZ-scholingscatalogus er toe bij gedragen dat medewerkers bewuster zijn gemaakt van de geboden mogelijkheden voor hun persoonlijke ontwikkeling. Hierdoor is de deelname aan de in-company activiteiten, de individuele scholingen en opleidingen en de praktijkstages zichtbaar toegenomen. Ook de introductie van de HZmedewerkersdag heeft hier toe bijgedragen. Op deze dag zijn workshops verzorgd door medewerkers voor medewerkers met als doel kennisdeling en –uitwisseling. Tevens zijn er twee openbare colleges verzorgd door docenten voor collega‟s, het beroepenveld en overige externe belangstellenden. Dit is een groot succes gebleken. In 2010 is een belangrijke basis gelegd voor de verdere doorontwikkeling van het beleid en instrumentarium ten aanzien van professionalisering. Dit moet in 2011 resulteren tot een clustering van de huidige professionaliserings gerelateerde activiteiten in de HZ-Academy. Doelstelling is om een goede borging te realiseren van de doelstellingen en eisen vanuit de HZ, de teamplannen en de individuele functies in het professionaliseringsaanbod. Functiereeksen Aan de basis van de ontwikkeling van de medewerkers liggen de functiereeksen en de gesprekkencyclus. Van hieruit wordt de dialoog aangegaan welke ontwikkeling er vanuit de functies van de medewerkers noodzakelijk en gewenst is. Deze instrumenten zijn in 2010 tot een definitieve afronding gekomen. De functiebeschrijving vormt binnen de HZ de basis voor de formulering van de te realiseren individuele doelstellingen en persoonlijke ontwikkeling. De HZ heeft er voor gekozen Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
52
om alle functiebeschrijvingen onder te brengen in brede functiereeksen (onderwijs & onderzoek, instructeurs, advies & beleid, administratief & secretarieel, facilitair, ICT, teamleiders). Hiervoor hebben per reeks, met betreffende functionarissen, klankbordsessies of functie-interviews plaatsgevonden. Afgelopen jaar is iedere medewerker geplaatst in een van de functiereeksen. Dit heeft geleid tot slechts één formeel bezwaar. Binnen de reeks van onderwijs en onderzoek is in 2010 tevens een start gemaakt met de ontwikkeling van een aantal rolbeschrijvingen, zoals o.a. opleidingscoördinator, studieloopbaancoach, rooster coördinator. Met de input van de rolbeschrijvingen zijn specifiekere plannings afspraken te maken over te realiseren doelstellingen. Komend jaar zullen aan de functiereeks “onderwijs & onderzoek” de professionaliseringseisen worden toegevoegd per functie en zal een start worden gemaakt met het toevoegen van competenties. Gesprekkencyclus In augustus 2010 zijn de automatische periodieken losgelaten en is doorgroei in salaris gekoppeld aan de uitkomst van de beoordelingen. De doelstelling van de systematiek is meerledig. Enerzijds moet een open cultuur ontstaan waarin men elkaar aanspreekt op het functioneren. Anderzijds biedt de gesprekkencyclus zowel leidinggevenden als medewerkers structuur in de dialoog over zowel de te realiseren individuele doelstellingen als de persoonlijke ontwikkeling. Dit alles moet uiteindelijk in lijn zijn met de doelstellingen uit het Instellingsplan. In augustus zijn alle beoordelingen geëffectueerd. Dit heeft er toe geleid dat het merendeel van de medewerkers (83,2 %) een “goede” beoordeling heeft gehad, 1,8% een matige beoordeling en 15% een uitstekende beoordeling. Niemand heeft een onvoldoende beoordeling gekregen. Deze verdeling wijkt af van de normaalverdeling van de HZ die ongeveer uit gaat van 10% onvoldoende, 80% goed, 10% uitstekend. Gebleken is dat er nog verder gewerkt moet worden aan het maatgevoel. Het afgelopen jaar is daarom wederom geïnvesteerd in de verdere professionalisering van de systematiek. Voor zowel het lijnmanagement als de opleidingscoördinatoren en teamleiders hebben trainingen en intervisie-bijeenkomsten plaats gevonden. Er is vooral ingestoken op het “smart” maken van de doelstellingen om daarmee meer standaardisatie van de systematiek te bevorderen. Dit heeft er voor de docentenfuncties en -rollen in geresulteerd dat er standaard planningsafspraken zijn opgesteld. Daarnaast is middels intervisie gewerkt aan het gezamenlijk maatgevoel ten aanzien van de beoordelingen. De gesprekkencyclus is tevens opgenomen in de nieuwe planning- en controlcyclus van de HZ, waardoor een betere monitoring mogelijk is van de voortgang van de beoordelingen en de persoonlijke ontwikkeling van medewerkers. Voor het opstellen van de individuele resultaatafspraken zijn de resultaatgebieden uit de nieuwe functiereeksen als basis genomen. §7.3 Actieplan leerkracht De HZ heeft met de bonden afspraken gemaakt over de inzet van middelen uit het actieplan leerkracht voor functie- en salarismix. Doelstelling hiervan is het verstevigen van de kwaliteit en de positie van onderwijsgevenden. Ondanks het feit dat de salarismix van de HZ al grotendeels voldoet aan de gestelde norm, die is opgelegd vanuit het Ministerie, moet de HZ toch structureel €296.400 meer gaan besteden aan de salarissen van docenten. Met de bonden is afgesproken dat de HZ in 2009, 2010 en 2011 de middelen zal inzetten voor de professionalisering van docenten. Dit laatste draagt ook bij aan het verstevigen van de positie van de docent. In 2010 is het budget van €296.400 deels besteed aan de salarismix (€57.511). Deze kosten betroffen het verschil tussen het maximum van de oude salarisschaal en het maximum van de nieuwe salarisschaal van docenten, uit het peilbestand van 1 oktober 2008, die promotie hebben gemaakt. Promoties van medewerkers die na 1/10/2008 in dienst zijn gekomen mogen niet worden meegenomen volgens de huidige systematiek. De HZ wil vooral investeren in het doen toenemen van het aantal schaal 13 functies. Omdat de HZ voor deze functies als eis stelt om gepromoveerd te zijn, is er een directe koppeling met de werving en de professionalisering. De door de HZ na 1/10/2008 geworven schaal 13 medewerkers mogen helaas niet in de telling worden meegenomen. De professionalisering van huidige Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
53
medewerkers naar dergelijke functies is mede afhankelijk van de voortgang van de promotietrajecten. Het budget voor het andere deel is besteed aan professionalisering. Wat betreft dat laatste zijn de professionaliseringsmiddelen logischerwijs besteed aan de loonkosten van medewerkers in promotietrajecten (€ 238.889). Het betrof 15 medewerkers. Dialoog Professionele ruimte Net als alle hogescholen heeft de HZ in 2010 de dialoog over de professionele ruimte gevoerd. Doelstelling was het aangaan van een open dialoog over de betrokkenheid van docenten bij de ontwikkeling en uitvoering van onderwijs- en onderzoekbeleid alsmede de samenwerking tussen docenten en de aansturing vanuit het management. Deze sessies zijn een mooi vervolg gebleken op de sessies naar aanleiding van het medewerker tevredenheidsonderzoek uit 2009. Van de onderwijsgevende populatie heeft 32% deelgenomen aan de sessies. De HZ heeft er voor gekozen om een werkgroep de sessies centraal te laten voorbereiden en organiseren. Per academie is met betrekking tot het onderwerp professionele ruimte tussen leidinggevenden en medewerkers de dialoog gevoerd over best-practices, de daaruit voortkomende ideale HZ en de weg daar naar toe. Dit heeft voor elke academie geleid tot een aantal actiepunten. Na de sessies heeft de werkgroep een eindrapportage gepresenteerd en zijn de actiepunten per academie overgedragen aan de Academiedirecteur en de professionals zelf om deze binnen de academie zelf gezamenlijk vorm te geven. §7.4 Integraal gezondheidsbeleid In het verlengde van één van de P&O-speerpunten “het behouden van hooggekwalificeerde medewerkers”, speelt, naast professionalisering, het integraal gezondheidsbeleid een belangrijke rol. Vanuit haar verantwoordelijk als goed werkgever wil de HZ een gezond, veilige en plezierige werkomgeving creëren voor medewerkers. Om dit te realiseren is de integrale aanpak, gericht op een steeds meer preventieve aanpak, verder gecontinueerd afgelopen jaar. Naast het beleid en de instrumenten ten aanzien van het curatieve aspect (4,05% ziekteverzuim) richt de HZ zich bewust ook op het preventieve aspect. Beleid wordt ingezet ten aanzien van de preventie en de vitaliteit met als doel om medewerkers duurzaam inzetbaar te houden voor de HZ. HZ-Vit HZ-Vit draait inmiddels al weer enkele jaren. Doelstelling van HZ-Vit is medewerkers bewust te maken van het belang om te werken aan de eigen gezondheid en vitaliteit. Hiervoor wordt jaarlijks een collectief programma aangeboden. Dit bestond in 2010 o.a. uit (gedeeltelijke) vergoedingen van (leefstijl)trainingen, cursus persoonlijke effectiviteit, timemanagement, finse wandeltest, aanbod van griepvaccins, bedrijfsfitness, stoel- en sportmassage, yoga en collectieve deelname aan sportevenementen door HZ-sportteams. Voor de subsidiering van HZ-Vit wordt optimaal gebruik gemaakt van het aanbod van Livvit, dat voor het HBO beschikbaar is gesteld vanuit de werk gerelateerde zorgverzekering bij Achmea Zilveren Kruis. In totaal hebben 80 medewerkers (19%) deelgenomen aan het HZ-Vit programma, dit aantal is exclusief de coachingstrajecten en andere interventies die via Achmea Livvit zijn ingezet. Preventie: arbo en veiligheid In preventieve zin is 2010 een stabiel jaar geweest. Na de RI&E‟s en het medewerkerstevredenheidsonderzoek van 2009 lag de focus in 2010 vooral op het afronden van de actie- en verbeterpunten uit deze onderzoeken voor de verschillende diensten en academies. Afgelopen jaar is in preventieve zin wel steeds meer individueel maatwerk verricht voor individuele medewerkers of teams. Dit heeft zich vertaald in een groeiende vraag naar coaching, testen, aanpassingen van takenpakketten binnen de functies en in sommige gevallen tot mobiliteit. Doelstelling hierbij is een duurzame inzetbaarheid creëren voor medewerkers. De gesprekkencyclus heeft een positief effect gehad op het vroegtijdig signaleren van mogelijke knelpunten. Op centraal niveau hebben er een aantal activiteiten plaatsgevonden. De Arbo- en BHV-voorlichting heeft een structurele plek gekregen in het introductiebeleid voor nieuwe medewerkers. Het aantal werkplekonderzoeken zijn toegenomen tot 29 individuele werkplekonderzoeken. Deze hebben, indien nodig, geleid tot (instrumentele) aanpassingen van de werkplekken. De Bedrijfshulpverlening (BHV)- en EHBO-trainingen zijn volgens planning gevolgd.
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
54
Stuurgroep Mexicaanse griep Vanwege de uitbraak van het Influenza A-virus (Mexicaanse griep) en het risico van een mogelijke pandemie voor de bedrijfsvoering van de HZ, heeft de HZ een stuurgroep in het leven geroepen. Dit team heeft als doelstelling gekregen om enerzijds een draaiboek op te stellen voor eventuele pandemie-uitbraken en anderzijds om concrete maatregelen te treffen in preventieve zin. Uiteindelijk heeft de pandemie een mild verloop gehad binnen de HZ en heeft dit niet tot een piek in het verzuim geleid. Ziekteverzuim en WIA-instroom Het ziekteverzuim in 2010 is gestegen van 3,82% in 2009 naar 4,05% in 2010. De stijging van het verzuim is vooral veroorzaakt door langdurig zieken binnen de ondersteunende diensten. Het ziekteverzuim voor het onderwijsgevend personeel bedroeg 3,27% en voor het ondersteunende personeel 4,88%. Er was in 2010 geen sprake van instroom in de WIA. Ziekteverzuim
2009
2010
gemiddeld aantal 249
verzuim%
Algemeen ondersteunend personeel Totaal HZ
Onderwijsgevend personeel
verzuim%
2,47
gemiddeld aantal 250
225
5,36
234
4,88
474
3,82
484
4,05
3,27
Diversen In 2010 is er geen sprake geweest van min-max contracten. Wat betreft het onderwerp arbeidsmarkttoelage is deze in 6 gevallen toegepast. Er was geen sprake van een openbaarvervoerplan, de hoogte van de reiskostenregeling bedroeg in 2010 € 134.423. Tevens heeft de HZ in 2010 medewerkers wederom de mogelijkheid geboden om deel te nemen aan de fiscale reiskostenregeling, die bij zowel eigen vervoer als het openbaar vervoer toepasbaar is. Hiervan hebben 171 medewerkers (40%) in 2010 gebruik gemaakt.
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
55
Hoofdstuk 8 Informatievoorziening en automatisering De activiteiten binnen de Dienst Informatievoorziening en Automatisering worden uitgevoerd door drie teams: Backoffice, Informatie, Processen en Systemen (IPS) en Service & support. Naast de reguliere werkzaamheden werd in 2010 veel aandacht besteed aan het realiseren van de projecten uit het Jaarplan. Migratie Voor alle teams was in 2010 de migratie van de Novell programmatuur voor email, identiteitsmanagement, bestandsbeheer en printen naar het Microsoft platform ongetwijfeld één van de belangrijkste gebeurtenissen. De migratie werd eerst tot in detail nader uitgewerkt en gepland, waarna twee externe deskundigen van verschillende organisaties gevraagd werd een dag kritisch commentaar op deze plannen te leveren. Daarnaast werden testtrajecten opgezet, een communicatieplan opgesteld en handleidingen gemaakt. Deze aanpak bleek succesvol te zijn: in de zomermaanden van 2010 zijn alle HZ servers, PC‟s en laptops zonder problemen gemigreerd. Vrijheid gebruikers Naast het sterk teruglopen van het marktaandeel van Novell was de wens voor het realiseren van meer vrijheid en flexibiliteit voor de gebruikers een belangrijke reden voor de migratie. De nieuwe omgeving biedt hiervoor aanmerkelijk betere mogelijkheden. Naast een voor de gebruikers merkbare toename in mogelijkheden zoals het vanaf eigen werkstations (ook thuis) kunnen printen en het uitschakelen van de proxy voor toegang tot internet, wordt op de achtergrond ook hard gewerkt aan het flexibel en op individuele basis integreren van onze informatiesystemen. Dit heeft geleid tot de introductie van een Enterprise Service Broker waarmee we onze gebruikers een hoog niveau van serviceverlening aan kunnen bieden. Al deze inspanningen zijn ook extern niet onopgemerkt gebleven, naast een groot aantal uitnodigingen voor presentaties en demonstraties bij collega instellingen en op conferenties, wordt de HZ door de Wetenschappelijk Technische Raad in één van haar rapporten nadrukkelijk als voorbeeld aangehaald: “voorbeeld van een volwassen architectuur – gebaseerd op services en brokers – én een volwassen geïntegreerd aanbod van services is te vinden bij de Hogeschool Zeeland.” Hardware Op het gebied van hardware hebben we ook in 2010 de reductie van het aantal vaste werkstations in combinatie met het verhogen van de mogelijkheden voor eigen laptops verder doorgezet. Voor de aanschaf van onze werkstations is in 2010 in nauwe samenwerking met enkele andere onderwijsorganisaties in de provincie Zeeland een Europese aanbesteding afgerond. Daarnaast is ook in 2010 weer een hoge mate van beschikbaarheid van de servers en andere componenten in het datacenter aan de Edisonweg gerealiseerd. Mede door het steeds intensievere gebruik van het datacenter door de HZ, de Roosevelt Academy, ROC Zeeland en het ZIEN netwerk is dit een belangrijk aandachtspunt. In het datacenter hebben we door een verdere virtualisatie van onze servers een besparing van de kosten en betere mogelijkheden voor herstel bij calamiteiten weten te realiseren. Verder is in 2010 veel tijd gestoken in het certificeringstraject van de medewerkers van het Backoffice team. Informatievoorziening Binnen de HZ organisatie wordt steeds meer nadruk gelegd op het sturen op resultaten. Met name de in het Instellingsplan vastgelegde doelstellingen vormen hiervoor de basis. Dit heeft tot gevolg dat de informatievoorziening een steeds belangrijkere rol krijgt en dat er meer aandacht komt voor duidelijke (definities van) kengetallen. Het verder ontwikkelen van de informatievoorziening op basis van het HZ data warehouse is daarom ook in 2010 een belangrijk punt van aandacht geweest. Gebruikersondersteuning Om de ondersteuning van onze gebruikers goed te kunnen blijven uitvoeren, is in 2010 een nieuw systeem ingevoerd: Topdesk. Mede dankzij de invoering van TopDesk is er meer structuur gekomen in de afhandeling van incidenten. Conform de Itil systematiek wordt nu gewerkt aan de oplossing van vragen en problemen die door de gebruikers zijn gesignaleerd. Ondersteuning organisatie Mede dankzij de ondersteuning bij het (her)inrichten van bedrijfsprocessen die in de afgelopen jaren is verleend, is er steeds meer draagvlak in de organisatie ontstaan voor het realiseren van een Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
56
structuur waarbij naast een HZ breed belang ook het vraaggericht ontwikkelen nadrukkelijk aandacht krijgt. Inmiddels is bijna het gehele primaire proces in kaart gebracht en raakt het steeds beter verankerd in de organisatie. Interne en externe ontwikkelingen vragen daarnaast voortdurend om aanpassingen in onze processen en systemen. Daarbij zijn met name flexibilisering van het onderwijsproces, samenwerking over de grenzen van de instelling heen en individualisering van de onderwijsprogramma‟s – onder andere als gevolg van EVC trajecten - belangrijke aspecten. Door de dienst wordt op verschillende manieren ondersteuning verleend aan en wordt deelgenomen in diverse projecten op dit gebied zoals Leven Lang Leren, Digitale Studie en Werk Omgeving, Tentamenroostering Audit examen commissies en Ontwikkeling academiebureaus.
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
57
Hoofdstuk 9 Campusontwikkeling §9.1 Inleiding Missie, visie en doelstellingen van belang voor de huisvesting Op basis van de doelstellingen, strategie en ambities zijn een aantal vertrekpunten voor het uitwerken van het huisvestingsbeleid geformuleerd: Huisvesting speelt een zeer belangrijke rol. Vestigingsplaats, voorzieningen en de kwaliteit van de huisvesting zijn doorslaggevend om de groeidoelstellingen te kunnen bereiken; De begrippen kleinschaligheid, persoonlijke hogeschool en het onderscheid tussen basis- en speerpuntopleidingen zijn van invloed op het uiteindelijke huisvestingsbeleid. De uitkomsten van het huisvestingsonderzoek zijn richtinggevend; De uitgangssituatie ten aanzien van de financiële positie (Schutte Claim en omvang in relatie tot het ondersteunend apparaat) hebben tot gevolg dat solide en risicomijdend financieel beleid moet worden gevoerd. De effecten van dit beleid geven beperkingen ten aanzien van de mogelijkheden voor de ontwikkeling van bepaalde huisvestingsscenario‟s. Huidige fysieke omgeving Hogeschool Zeeland is momenteel gevestigd op drie locaties: een campus in Vlissingen (Edisonweg); Vlietweg, Terneuzen; Boulevard Bankert, Vlissingen. De nieuwe opleiding op het gebied van sport en bewegingseducatie, in samenwerking met ROC Zeeland & Fontys Hogeschool, is in september 2010 gestart en maakt deels gebruik van de faciliteiten van het CIOS (ROC Zeeland) in Goes. De HZ heeft in 2010 het bureau BOAG opdracht gegeven om op basis van de prognoses van de ontwikkeling van de studentenaantallen en de inhoudelijke ontwikkeling van de academies de gewenste huisvestingsbehoefte in beeld te brengen en deze te spiegelen aan het huidige gebouwencomplex. Tevens is BOAG gevraagd een scan te maken van de huidige gebouwen, zowel in functionele als in bouwtechnische zin. De conclusies uit die scan zijn: De huidige gebouwen zijn functioneel en bouwtechnisch niet meer passend; Het huidige complex belemmerd in ernstige mate de doorontwikkeling van de academies; De HZ verliest concurrentiekracht door de bouwtechnische staat; Doe geen investeringen meer in het huidige gebouwencomplex maar reserveer de huisvestingsmiddelen voor uiteindelijke nieuwbouw. Huisvesting Prognoses studentenaantallen Voor de lange termijn (2025-2026) wordt er in Zeeland en West-Noord-Brabant (de gebieden waaruit in de huidige situatie 87% van de studentenpopulatie afkomstig is) een krimp van 6,2% respectievelijk 4% verwacht. Deze krimp zal in ieder geval voor een deel teniet worden gedaan door de nieuwe gestarte c.q. te starten opleidingen. De prognose van het aantal studenten voor 2025/2026, op basis van de demografische ontwikkelingen, is berekend op 4.345 studenten. De instroom van studenten bij de HZ is sterk afhankelijk van de afstand en reistijd, naast de factoren als kwaliteit van het onderwijs en het voorzieningenniveau op het instituut en in de omgeving. Vooral in de Oosterschelderegio en een aantal gemeenten in West-Noord-Brabant kan verbetering van de reistijd en reisafstand een grotere instroom van studenten opleveren. Ruimtebehoefte Voor de ruimtebehoefte zijn kengetallen in m2 bruto vloeroppervlak per student opgesteld, waarin rekening is gehouden met de specifieke aspecten van de diverse opleidingen. Oplossing huisvestingssituatie korte termijn Aan de hand van de roostergegevens en overzichten van alle ruimten is er in 2010 een analyse opgesteld van de benutting van ruimten. Met ingang van het schooljaar 2010-2011 is een nieuwe clustering van het onderwijs in academies doorgevoerd. De behoefte bestaat om met name in het gebouwencomplex Edisonweg te Vlissingen de academies meer geclusterd te huisvesten om op die manier een herkenbare werk- en leeromgeving per academie te realiseren.
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
58
Door middel van een inpassingsstudie is onderzocht in hoeverre de groei en een betere clustering per academie in het gebouwencomplex kan worden gerealiseerd. Voor de inpassingstudie is uitgegaan van het studentenaantal, dat wordt verwacht in het cursusjaar 2015/2016. In het businessplan 2009 wordt aangegeven dat „de huidige huisvesting aangepast dient te worden aan de eisen voortkomend uit de veranderende onderwijs- en onderzoeksconcepten en de eisen die huidige en toekomstige studenten stellen aan de studeer- en leefomgeving‟. Het huidige gebouwenbestand is circa 7.000 m² groter dan de toekomstige ruimtebehoefte. Het huisvestings- en investeringsplan stelt dat investeren in de huisvesting noodzakelijk zijn. Daarbij is tevens de vraag gesteld of dit op de huidige locatie zal moeten gebeuren of dat (delen) van de HZ verplaatst moeten worden. §9.2 Campusontwikkeling Naar aanleiding van het Instellingsplan 2009-2012 is er in 2010 onderzoek gedaan naar de huisvestingssituatie van de HZ. Daarbij speelt het optimaliseren van de toegankelijkheid van hoger onderwijs voor VO- en MBO-leerlingen uit de regio Zuidwest Nederland een belangrijke rol. Uit het onderzoek blijkt dat de studenten de voorkeur geven aan een unilocatie. Het multidisciplinaire (kleinschalige) en persoonlijke karakter en de cultuur en sfeer die dat met zich meebrengt vinden zowel aspirant als verblijvende studenten belangrijk. Basisingrediënten voor een kennisstad of -regio Hogeschool Zeeland is hét kennisinstituut voor hoger beroepsonderwijs en toegepast onderzoek in de provincie Zeeland, met een unieke ligging aan de Zeeuwse kust. Een duurzaam onderwijsaanbod draagt positief bij aan de sociaaleconomische positie van Zeeland. De demografische ontwikkelingen in Zeeland, zoals vergrijzing, ontgroening en krimp leiden tot afnemende studentenaantallen. Om de gewenste groei beschreven in het Instellingsplan te behalen wil de HZ haar onderwijs, kernkarakteristieken én fysieke omgeving inzetten. De fysieke omgeving van een hoger onderwijsinstelling bestaat uit het eigen vastgoed, de campus en op grotere schaal de stad en de regio. Zo wil Hogeschool Zeeland toegevoegde waarde leveren aan de regio. Het eigen vastgoed van de hoger onderwijsinstelling kan als katalysator of juist belemmerend werken bij het realiseren van de groeidoelstellingen van de onderwijsinstelling. Uit onderzoek blijkt dat steden een zevental fundamenten moeten hebben om kennisstad te worden of te blijven: Naar het onderstaande model van Van den Berg zijn dit; kennisbasis, economische basis, kwaliteit van leven, toegankelijkheid (nationaal, internationaal en regionaal),stedelijke diversiteit, stedelijke schaal , en sociale gelijkheid.
b. Kennis creëren
a. Kenniswerkers aantrekken
Activiteiten Organiserend vermogen
c. Kennis toepassen
1. Kennisbasis
Fundamenten
3. Kwaliteit van leven
4. Toegankelijkheid
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
d. Groeiclusters ontwikkelen
2. Economische basis
5. Stedelijke diversiteit
6. Stedelijke schaal
7. Sociale gelijkheid
59
Naast deze fundamenten wordt het „organiserend vermogen‟ genoemd om kenniswerkers aan te trekken, kennis te creëren, kennis toe te passen en groeiclusters te ontwikkelen. Voor deze vier activiteiten – met als doel economische groei – moet een stad of regio de krachten bundelen met belanghebbenden. De belanghebbenden bij de (te ontwikkelen) kennisregio zijn kennisintensieve bedrijven, de (hoger) onderwijsinstelling en de overheid (de 3 O‟s: ondernemers, overheid en onderwijs). Als de HZ zich wil ontwikkelen tot een Campus dan is samenwerking met de omgeving noodzakelijk. Hogeschool Zeeland Het profiel van de „persoonlijke‟ hogeschool voor studenten en medewerkers komt tot uiting in kleinschaligheid van de academies, herkenbaarheid in de gebouwen en maatwerk in de opleidingen. De toekomst van Hogeschool Zeeland wordt grotendeels bepaald door haar gebruikers: de studenten van de toekomst. De verschillende karakteristieken van de academies en hun (toekomstige) studenten stellen verschillende eisen aan de fysieke omgeving. Een student van de basisacademie heeft behoefte aan goede studie- en ontmoetingsvoorzieningen in een aantrekkelijke omgeving. Een student van de speerpuntacademie verlangt daarnaast ook woonruimte, sport en culturele voorzieningen in een levendige campus/stad. Voor het aantrekken van landelijke en internationale studenten voor de speerpuntacademies heeft het de voorkeur om te beschikken over een campus in een levende stad met relevante voorzieningen boven een solitaire campus aan de rand van een stad zonder voorzieningen voor studenten.
Basis academie
Speerpunt academie
Regionale studenten
(Inter) nationale studenten
Efficiëntie
Differentiatie
Standaardisatie
Maatwerk
Gericht op kennisbasis
Gericht op excellentie
Doorlopende leerlijnen
Partnership kennisintensieve bedrijven
HZ als merk
Academie als merk
Optimale studie – en ontmoetingsvoorzieningen
Woon en woonattracties in omgeving
Goede parkeervoorzieningen
Sport-, en recreatievoorzieningen
Goed openbaar vervoer
(Internationale bereikbaarheid
Stage en afstudeerplaatsen in de regio
(Top) gastdocenten
Startersbanen in de regio
………
………
Het aantrekken van studenten voor de HZ is een noodzaak om ondanks de demografische ontwikkeling in de regio als zelfstandige hogeschool te kunnen blijven voortbestaan. Om te kunnen concurreren met andere hogescholen in de strijd om de studenten kan de HZ de kwaliteit van het onderwijs en onderzoek inzetten. Dit zal moeten worden ondersteund door de omvang en kwaliteit van de voorzieningen en haar fysieke omgeving. Met betrekking tot de huidige voorzieningen en faciliteiten kan na onderzoek gesteld worden dat de huisvesting van de HZ op dit moment niet bijdraagt aan het realiseren van een aantrekkelijke en toekomstgerichte leer-, woon- en werkomgeving, passend bij de tophogeschool die de HZ nu is en wil blijven. Het perspectief moet zijn dat de huisvesting en het voorzieningenniveau in de toekomst worden aangepast, passend binnen de financiële kaders van de HZ.
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
60
De HZ kiest, zoals afgebeeld in onderstaande figuur, voor de regio als campus met instroompunten in Terneuzen en Goes, samengaand met de ontwikkeling van goede studentvoorzieningen in het stadsgewest Vlissingen/Middelburg samen met de Rooseveld Academy en de gemeenten Vlissingen en Middelburg.
In 2011 zullen de eerste stappen over de campus gezamenlijk met alle belanghebbenden worden gezet, waarbij de campus HZ niet meer als de verantwoordelijkheid van de HZ alleen gezien wordt. Om de campus HZ te realiseren zullen gesprekken/workshops georganiseerd worden waarin stakeholders hun ideeën over de ontwikkeling van de gewenste fysieke omgeving kunnen uiten. De realisatie van de campus zal voornamelijk in samenwerking met overheid en gelieerde bedrijven en (kennis) instituten plaats vinden.
Regio
Stad Sociale gelijkheid
Kennisbasis Campus Faciliteiten onderwijs en onderzoek Passend Onderscheidend
Werkgelegenheid
Economische basis
Gerelateerde bedrijvigheid
HS
Stedelijke schaal Vastgoed HS Aantrekkelijk Zichtbaar Wonen
Infrastructuur Gunstige ligging
Toegankelijkheid
Woonattracties
Goede stedelijke voorzieningen
Stedelijke diversiteit
Kwaliteit van leven
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
61
Huisvestingsscenario Het gewenste huisvestingsscenario voor de lange termijn is: Handhaven lesplaats in Terneuzen. De huisvesting wordt bij voorkeur gerealiseerd in een nieuwbouw van het ROC Westerschelde in de zogenaamde Bètacampus. Het Maritiem onderwijs, in combinatie met de vergelijkbare opleidingen van het ROC Zeeland, blijft gehuisvest in Vlissingen (met als voorkeur de locatie aan de Boulevard Bankert). De overige opleidingen worden in nieuwbouw op een nader te bepalen locatie gehuisvest. Instroompunt in Goes realiseren. §9.3 Kenniswerf Uit verschillende initiatieven blijkt dat in Zeeland het besef aanwezig is dat kennis en onderwijs van groot belang zijn. Gedacht kan worden aan: het instellen van de Taskforce Zeeland/het instellen van een onderwijsautoriteit en het revitaliseren van het initiatief tot het realiseren van een Kenniswerf in Vlissingen. Bij dit laatste werkt de HZ nauw samen met de Gemeente Vlissingen, het ROC Zeeland, de Provincie Zeeland en N.V. Economische Impuls. Dit moet leiden tot het effectiever en efficiënter gebruik van de middelen enerzijds en het stimuleren van innovatie anderzijds. §9.4 Huisvesting Maritiem Instituut De HZ en het ROC Zeeland hebben eerder als uitgangspunt gekozen om het maritiem onderwijs van beide instituten gezamenlijk te huisvesten. In een studie van BOAG zijn de volgende scenario‟s voor het gezamenlijk huisvesten van het maritiem onderwijs uitgewerkt: Renovatie van de gebouwen Boulevard Bankert 156 en 154 voor het onderwijs. In 2010 is een onderzoek gestart voor de renovatie van Boulevard Bankert 156. Nagegaan wordt of de subsidiemogelijkheden vanuit de overheid hiervoor beschikbaar en haalbaar zijn. Hierover vindt overleg plaats met de Rijksdienst Cultureel Erfgoed. Handhaven bestemming van het pand Boulevard Bankert 156 voor het maritiem onderwijs met realisatie van een nieuwbouwgedeelte voor het onderwijs en nieuwbouwappartementen op de kavel van het M- en W-gebouw. Nieuwbouw voor het onderwijs elders en herbestemming van het gehele complex voor appartementen. Huisvestingsscenario’s De ligging van het gebouwencomplex aan de Boulevard Bankert direct aan de zee is dusdanig uniek en passend voor het maritiem onderwijs, dat herhuisvesting op deze locatie de voorkeur verdient. In dat kader is ook als vertrekpunt gekozen voor het huisvestingsscenario dat uitgaat van renovatie, al dan niet met gedeeltelijke nieuwbouw van de locatie Boulevard Bankert 154 en 156. De HZ en het ROC Zeeland zijn in overleg met de Gemeente Vlissingen om een lange termijn scenario uit te werken. Afgesproken is dat medio 2011 duidelijkheid ontstaat over het renovatietraject. In het Masterplan van de Gemeente Vlissingen is de mogelijkheid beschreven om voor het maritiem onderwijs van beide instituten nieuwbouw te realiseren in het Havengebied. Het gebouwencomplex aan de Boulevard Bankert heeft een monumentenstatus. Gebouw 156 is een Rijksmonument; gebouw 154 is aangemerkt als gemeentelijk monument. Dit brengt de nodige beperkingen met zich mee. Overleg met de gemeente en provincie zal moeten uitwijzen welk scenario eventueel haalbaar is. §9.5 Campusvoorzieningen: Mediatheek In 2009 is er een begin gemaakt met de verkenning om te komen tot samenwerking tussen de Mediatheek van de HZ en de Zeeuwse Bibliotheek. In 2010 heeft deze structurele samenwerking tussen twee belangrijke kennisinstellingen van Zeeland, Hogeschool Zeeland (HZ) en de Zeeuwse Bibliotheek (ZB), vaste vorm aangenomen. De ZB zal bibliothecaire diensten verlenen aan de HZ en de aan haar verbonden studenten en medewerkers, bestaande uit bibliotheekdiensten, diensten ten aanzien van collecties en kennisdiensten. Doel van de samenwerking is om met het bieden van bibliotheekdiensten een inhoudelijk belangrijke bijdrage te leveren aan het opleiden van studenten van de HZ tot verantwoordelijke, onderzoek vaardige en flexibele professionals. Het aangaan van een samenwerkingsrelatie tussen de HZ en de ZB is hiervoor een haast vanzelfsprekende strategie. De intentieovereenkomst om de samenwerking te gaan uitvoeren is op 31 maart 2010 door de directies ondertekend.
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
62
Medewerkers van beide organisaties zijn in 2010 intensief bezig geweest om het dienstverleningsconcept vorm te geven. Hoe kan het best voldaan worden aan de wensen van de HZ door het inzetten van alle kennis, diensten en collecties die bij een dergelijke nauwe samenwerking ter beschikking komen. De projectgroep heeft de opgave uitgevoerd langs een tweetal lijnen: het programma van gewenste diensten enerzijds en de professionaliteit van de ZB anderzijds. Deze lijnen hebben het gehele proces als ankerpunten gediend voor het bepalen van de dienstverlening. De kernactiviteiten van de mediatheek omvatten onder andere het leveren van informatiediensten die een belangrijk onderdeel vormen bij het opleiden van verantwoordelijke en onderzoek vaardige professionals. Vanuit de mediatheek wordt hieraan vormgegeven door het geven van instructie op het gebied van informatie vaardigheden aan docenten („train de trainer‟). Informatievaardigheden worden als doorlopende leerlijn in het curriculum opgenomen, ter stimulering van de onderzoek vaardigheden van de student. Toegevoegde waarde van de samenwerking: Er is sprake van een uitbreiding van de dienstverlening met name door de volgende aspecten: - een groter aantal licenties op digitale diensten en producten staat de HZ ter beschikking, waardoor aan de latente informatiebehoefte wordt voldaan; - het integreren van de collecties biedt gebruikers van de mediatheek een grotere samenhangende collectie op hun studie- en vakgebied; - door een toename van de digitale dienstverlening (zoals e-library) op het gebied van collecties en catalogi van (openbare) bibliotheken in Nederland waar de ZB in participeert. Door de samenwerking met de ZB komt deze innovatie ter beschikking voor kennisnetwerken, bijvoorbeeld op het thema water; - professionalisering versterkt de positie van de mediatheek binnen de HZ en draagt bij aan de effectuering van de samenwerking met de opleidingen en de Dienst Onderwijs.
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
63
Hoofdstuk 10 Financiën: Samenvatting jaarrekening 2010 §10.1 Algemeen Stand van zaken Claim Rekenschap in 2010 Op 21 september 2005 is door de staatssecretaris van OCW een besluit genomen met betrekking tot de terugvordering van de HZ inzake Rijksbijdragen over de bekostigingsjaren 2001 tot en met 2004 in het kader van het Vervolgonderzoek Rekenschap. De omvang van deze terugvordering bedraagt € 19,1 miljoen. Daarnaast heeft de staatssecretaris van OCW een besluit genomen in het kader van het onderzoek van de departementale auditdienst van het Ministerie van OCW met betrekking tot 2005. Dit leidde tot een terugvordering van € 4,8 miljoen. In een bestuurlijk arrangement is afgesproken dat de door het Ministerie van OCW ingestelde vorderingen ad € 23,9 miljoen in een periode van 20 jaar moeten worden terugbetaald. Verder is bepaald dat er geen concessies worden gedaan aan het ten uitvoer brengen van onderwijs in Zeeland op een voldoende kwalitatief niveau. Eén keer in de twee jaar vindt er een bestuurlijk overleg plaats tussen de HZ en het Ministerie van OCW inzake de mogelijkheid tot continuering van terugbetaling door de HZ aan het Ministerie van OCW. Indien terugbetaling niet verantwoord kan plaatsvinden, vindt opschorting van de terugbetalingsverplichting plaats. Vanaf 2006 wordt er jaarlijks € 1,2 miljoen afgelost. Tot en met 2010 is er derhalve € 6,0 miljoen afgelost. Ultimo 2009 is duidelijk geworden dat het restant van de claim Rekenschap niet langer als een niet uit de balans blijkende verplichting verantwoord kan blijven worden, gezien het feit dat er geen rechtszaken meer lopen en het Ministerie van OCW het merendeel van de rechtszaken heeft gewonnen. In 2009 is het restant van de claim Rekenschap tegen contante waarde verantwoord als bijzondere last in de jaarrekening van 2009. Om deze reden is er een langlopende schuld tegen contante waarde van €12,9 miljoen en een kortlopende schuld van € 1,2 miljoen in de balans per ultimo 2010 opgenomen. §10.2 Financiële prestaties: samenvatting exploitatierekening Vergelijking bedrijfsresultaat 2010 met bedrijfsresultaat 2009 in de exploitatierekening 2010 Het exploitatieresultaat 2010 bedraagt € 1,5 miljoen positief tegenover € 13,0 miljoen negatief in 2009. In het exploitatieresultaat van 2009 is € 16,0 miljoen als bijzondere last opgenomen inzake de claim Rekenschap. Het genormaliseerde exploitatieresultaat bedroeg in 2010, rekening houdend met een bijzondere last van € 0,7 miljoen als gevolg van een toename van verwachte wachtgeldverplichtingen, € 2,2 miljoen positief tegenover € 3,0 miljoen positief in 2009. Dit is het gevolg van hogere baten (€ 0,7 miljoen) en hogere lasten (€ 0,5 miljoen). Daarnaast waren er hogere financiële lasten (€ 0,9 miljoen) en was het resultaat uit deelnemingen in 2010 € 0,1 miljoen lager dan in 2009. De baten in 2010 zijn met € 40,7 miljoen € 0,7 miljoen hoger ten opzichte van 2009. Dit wordt per saldo veroorzaakt door lagere rijksbijdragen van € 0,8 miljoen, hogere overige overheidsbijdragen en -subsidies van € 1,3 miljoen, hogere college-, cursus-, les- en examengelden van € 0,4 miljoen, hogere baten werk i.o.v. derden € 0,3 miljoen en lagere overige baten van € 0,5 miljoen. De Rijksbijdragen (post 3.1 in de jaarrekening) zijn in 2010 € 0,8 miljoen lager dan in 2009. De Normatieve Rijksbijdrage HBO in 2010 (gebaseerd op de studentenaantallen van 1-10-2008) is € 0,8 miljoen lager dan de Normatieve Rijksbijdrage HBO in 2009 (gebaseerd op de teldatum 1-10-2007) als gevolg van met name een lagere onderwijsvraagfactor van 8,5 procentpunten overeenkomend met € 2,0 miljoen. Dit wordt deels gecompenseerd door een hogere vergoeding per student alsmede het toekennen van hogere bijdragen inzake de kwaliteitsimpulsmiddelen ad € 0,5 miljoen. De Normatieve Rijksbijdrage MBO in 2010 is € 0,1 miljoen lager dan die van 2009. De middelen uit de innovatiebox MBO uit 2009 en 2010 van €22940 zullen in 2011 verantwoord worden. De MBO opleidingen zijn momenteel in afbouw. Het resterende verschil van € 0,1 miljoen positief wordt veroorzaakt door hogere overige subsidies van het ministerie van OCW. De overige overheidsbijdragen en –subsidies (post 3.2 in de jaarrekening) zijn € 1,4 miljoen hoger als gevolg van met name hogere onttrekkingen inzake het zogenaamde project Passie ter grootte van € 1,1 miljoen ten opzichte van 2009. De college- en cursusgelden (post 3.3 in de jaarrekening) zijn € 0,4 miljoen hoger als gevolg van hogere collegegelden (+ € 0,6 miljoen) door meer studenten en lagere overige cursusgelden (- € 0,2 miljoen). Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
64
De lasten in 2010 zijn met € 38,9 miljoen € 14,8 miljoen lager ten opzichte van 2009. Dit wordt met name veroorzaakt door een in 2009 verantwoorde bijzondere last inzake de claim Rekenschap ad € 16,0 miljoen. Indien deze buiten beschouwing wordt gelaten, dan zijn de lasten in 2010 € 1,2 miljoen hoger dan in 2009. De personeelslasten (post 4.1 in de jaarrekening) zijn met € 0,8 miljoen gestegen als gevolg van een hogere dotatie voor improductief personeel ad € 0,3 miljoen, en loonstijgingen ter grootte van € 0,9 miljoen. Dit wordt deels gecompenseerd door minder fte‟s (5,9 fte‟s volgens de inzetmodule in 2010 ten opzichte van de inzetmodule van 2009), overeenkomend met € 0,4 miljoen. De overige lasten (post 4,4 in de jaarrekening) zijn in 2010 gestegen met € 0,5 miljoen ten opzichte van 2009. Dit komt met name door de post inhuur diensten ad € 1,2 miljoen. §10.3 Financiële positie: samenvatting balans Ontwikkeling van balanstotaal, totaal opbrengsten, eigen vermogen, eigen vermogen als percentage van het balanstotaal, bedrijfsresultaat, werkkapitaal en liquide middelen (in miljoenen euro‟s): Hogeschool Zeeland 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Balanstotaal 39,9 38,5 41,0 40,9 43,0 42,5 Totale opbrengsten 36,5 31,5 32,4 37,8 40,0 40,7 Eigen Vermogen 15,0 14,9 13,9 15,3 2,3 3,8 EV als % van het Balanstotaal 37,6% 38,6% 33,8% 37,4 5,2% 8,9% Genormaliseerd bedrijfsresultaat 6,2 1,1 0,2 2,9 3,0 2,2 Bedrijfsresultaat 6,2 -0,1 -1,0 1,7 -13,0 1,5 Werkkapitaal 10,2 9,0 6,8 6,7 6,8 5,9 De balanstotalen zijn in zes jaar gestegen met € 2,6 miljoen. Dit komt met name door tot en met 2008 gerealiseerde positieve exploitatieresultaten. In 2009 is er weliswaar een negatief exploitatieresultaat behaald van € 13,0 miljoen, hier staat tegenover een vreemd vermogen opgevoerd is ter grootte van € 14,8 miljoen. De solvabiliteit is ten opzichte van 2005 met 28,7 procentpunten gedaald als gevolg van met name het verantwoorden van de claim Rekenschap ter grootte van € 23,9 miljoen. Het werkkapitaal bevindt zich met € 5,9 miljoen op een aanvaardbaar niveau. De hiervan afgeleide current ratio heeft een waarde van 1,4. Treasurybeleid Het treasurybeleid is risicomijdend en in het treasurystatuut zijn de bevoegdheden duidelijk vastgelegd. Het statuut is conform de regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010, zoals vastgesteld door het Ministerie van OCW. Per ultimo 2010 was er naast tegoeden op diverse spaarrekeningen, tevens sprake van een effectenportefeuille bij Schretlen & Co. Hierin was een bedrag ad € 6 miljoen belegd in obligaties en het Robeco Fido Plus Fonds. Daarnaast is i.v.m. de lagere rentevergoeding op creditgelden zowel in 2010 als 2011 maximaal gebruik gemaakt van de mogelijkheden voor extra aflossingen op de langlopende schulden bij de Rabobank. Voor alle liquiditeiten en effecten geldt dat deze direct opeisbaar zijn. §10.4 Vooruitblik Eind 2007 heeft de HZ prestatieafspraken gemaakt met het Ministerie van OCW met betrekking tot de ontwikkeling van studentenaantallen. Afgesproken is dat het Ministerie van OCW gedurende vijf jaren jaarlijks € 2,0 miljoen subsidie beschikbaar stelt aan de HZ. Met de Provincie Zeeland zijn in 2008 soortgelijke afspraken gemaakt op basis waarvan de Provincie Zeeland jaarlijks € 1,0 miljoen subsidie verstrekt eveneens gedurende vijf jaar. De additionele kosten die hiermee samenhangen worden geraamd op € 10,0 miljoen. In december 2010 zijn de begroting 2011 en meerjarenprognose tot en met 2015 goedgekeurd door de Raad van Toezicht. Hierop worden op grond van de huidige inzichten twee correcties doorgevoerd, te weten: Effecten nieuw bekostigingssysteem: in het nieuwe bekostigingssysteem zijn er meer studenten niet bekostigd dan waarvan uitgegaan werd op basis van een vijf jarig rekenkundig gemiddelde Maatregel langstudeerders: hier worden de netto effecten weergegeven van de bezuinigingsmaatregel van het kabinet in combinatie met de stimuleringsmaatregelen Hieronder worden de verschillende effecten weergegeven ten opzichte van genoemde meerjarenprognose (* € 1.000):
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
65
Jaar Mj.prognose Nw.fin.syst. Langst. Gec. Res. 2011 1.653 0 0 1.653 2012 1.552 -600 268 1.220 2013 2.423 -600 -954 869 2014 2.777 -600 -706 1.471 2015 3.687 -600 -787 2.300 Het verwachte aantal fte‟s is in 2011 met 378,2 fte circa 10 fte hoger dan het aantal fte‟s in 2010. In de meerjarenprognose wordt uitgegaan van een reductie van 19,5 fte‟s in 2015 ten opzichte van de begroting van 2011. Daarnaast wordt uitgegaan van een stijging van de studentenaantallen met circa 600 naar een niveau van circa 4700. Op basis van onder meer de vermelde aannames en een gematigd investeringsniveau gaat de HZ uit van oplopende bedrijfsresultaten tot € 2,3 miljoen in 2015. Het eigen vermogen zal hierdoor stijgen van € 3,8 miljoen ultimo 2010 tot € 11,3 miljoen ultimo 2015. Verwacht wordt dat de liquiditeiten op een acceptabel niveau blijven. Ultimo 2010 bedragen de liquiditeiten inclusief de effecten € 16,5 miljoen. Verwacht wordt dat deze met € 1,8 miljoen zullen stijgen naar € 18,3 miljoen ultimo 2015. Hierbij wordt de opmerking geplaatst dat nieuw te starten opleidingen vanaf 1-9-2012 (Toegepaste psychologie, Pedagogiek en eventueel Recht) niet in de meerjarenprognose zijn opgenomen. Dit kan betekenen dat de liquiditeiten, afhankelijk van eventuele externe financiering, lager uit kunnen komen. Hieronder worden de essentiële financiële kengetallen schematisch weergegeven (* € 1.000):
Ontwikkeling bedrijfsresultaat, eigen vermogen, werkkapitaal en liquiditeit 20.000 15.000 10.000
Bedrijfsresul-taat
5.000
Eigen vermogen Liquiditeit
0 -5.000
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
Werkkapitaal
-10.000 -15.000
§10.5 Notities helderheid In de notities „Helderheid‟ van de staatssecretaris van OCW worden een aantal punten geformuleerd, waarover in het jaarverslag gerapporteerd moet worden. Hieronder volgt puntsgewijs het overzicht van de HZ-rapportage: Rapportage onderdeel uit de Helderheidsnotitie Aard en omvang van uitbesteding van (delen van) onderwijsprogramma‟s, met de verbonden kosten Overzicht van bestede gelden uit Rijksbijdrage aan private activiteiten, met omschrijving van de activiteiten en het bedrag per activiteit Vermelding van maatwerktrajecten, inclusief het aantal studenten dat hierbij betrokken is Vermelding of en in hoeverre eigen personeel is ingeschreven voor initiële opleidingen Uitwisselingsovereenkomsten Europese aanbesteding
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
Uitwerking Hogeschool Zeeland De HZ besteedde, zoals voorgaande jaren, ook in 2010 geen (delen van) onderwijsprogramma‟s uit. De HZ heeft geen gelden uit de Rijksbijdrage aan private activiteiten besteed. De HZ had in 2010 geen maatwerktrajecten zoals bedoeld in de notities Helderheid. De HZ had in 2010 twee eigen personeelsleden dat waren ingeschreven voor initiële opleidingen. Zie Bijlage 5. In 2010 lopen de zaken die Europees aanbesteed moeten worden, via het Diensten Centrum Onderwijs. 66
Bijlagen
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
67
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
68
Bijlage 1 Functies, nevenfuncties en bezoldiging leden Raad van Toezicht Functies en nevenfuncties De heer drs. H.J. Simons (voorzitter) Geboortedatum: 20-12-1947 Tijdstip eerste benoeming: 2006 Hoofdfunctie: voorzitter ondernemersorganisatie Schoonmaak- en bedrijfsdiensten, Nevenfuncties: Voorzitter Raad van Toezicht AZIVO (verzekeraar); Voorzitter Raad van Toezicht Stichting Maaskring Rotterdam (instelling voor -verstandelijk gehandicapten en sociale psychiatrie); Voorzitter Raad van Toezicht RMPI – Barendrecht (instelling voor kinder- en jeugdpsychiatrie); Commissaris Evenementencomplex Ahoy; Commissaris adviesbureau PRC. Overige informatie: Ex-gemeenteraadslid PvdA Rotterdam; Ex-loco-burgemeester gemeente Rotterdam; Ex-wethouder Haven en Economische Zaken en Onderwijs gemeente Rotterdam; Ex-Staatssecretaris voor Volksgezondheid (kabinet Lubbers III); Ex-directeur van het Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn (NIZW); Ex-voorzitter raad van bestuur Oosterscheldeziekenhuizen. Mevrouw drs. W.M.E. Teune-Kasbergen (vice-voorzitter) Geboortedatum: 05-11-1947 Tijdstip eerste benoeming: 21-06-2010 Bestuurlijk Actief: Voorzitter Raad van Commissarissen Rabobank de Leijstroom; Lid van het Kringbestuur van de Kring Noord/Oost Brabant van de Rabobank; Lid van de Centrale Kringvergadering van Rabobank Nederland; Bestuurslid Skanfonds; Kroonlid van de Politieonderwijsraad; Bestuurslid van het Baeten Geven Fonds; Voorzitter Stichting Wiskunde Onderwijs Zuid-Afrika; Voorzitter Regionaal Expertise Centrum Midden Brabant; Lid schoolbestuur de Keyzer Goirle. De heer ing. J. Kloet Geboortedatum: Tijdstip eerste benoeming 01-01-2010 Hoofdfunctie: Directeur Van Oord Nederland B.V. Nevenfuncties: Bestuurslid Vereniging van Waterbouwers; Bestuurslid PIANC Nederland;
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
69
De heer ir. D. Luteijn Geboortedatum: 11-07-1943 Tijdstip eerste benoeming: 01-01-2010 Bestuurlijk Actief: Directeur Luteijn Interim toezicht en Procesbegeleiding L.I.T.P. b.v. Voorzitter bestuur Nederlandse Algemene Keuringsdienst NAK. Voorzitter Raad van Toezicht Agrarisch Beleggingsfonds Fagoed B. V. Voorzitter Raad van Commissarissen N.V.WesterscheldeTunnel. Voorzitter Raad van Commissarissen Zeeuwse Verzekeringen N.V.; Voorzitter Raad van Commissarissen KWR-water B.V. te Nieuwegein. Voorzitter Raad van Commissarissen B.V. KKS (KanaalKruising Sluiskil). Voorzitter Raad van Commissarissen Kon.Prins@Dingemanse B.V. Voorzitter Raad van Commissarissen Molcon-Interwheels B.V. Voorzitter Raad van Commissarissen Saver N.V. te Roosendaal. Lid Raad van Commissarissen Zeeland Airport B.V. Mede-exploitant van Landbouw-en fruitteeltbedrijf te Zuidzande. De heer Prof. Drs. C. Izeboud Geboortedatum: 04-03-1946 Tijdstip eerste benoeming: 01-01-2010 Hoofdfunctie: Organisatieadviseur Nevenfuncties: Voorzitter Raad van Commissarissen Kruidenier Groep B.V.; Vicevoorzitter Raad van Toezicht Zorgstroom; Voorzitter Raad van Toezicht Omroep Zeeland; Lid Raad van Toezicht Hivos; Lid Raad van Toezicht Hivos-Triodos-Fonds; Voorzitter RvT FilmbytheSea; Voorzitter Stichting Albron; Overige informatie: Emeritus hoogleraar bedrijfseconomie Vrije Universiteit Amsterdam. Voormalig bestuurder/toezichthouder van de ontwikkelingsorganisaties Novib, SNV, Care en DOEN. Voormalig toezichthouder/ commissaris van: o het ROC van Amsterdam o MITROS Wonen in Utrecht o ING Nederland o Delta N.V. De heer N. van Mourik MPA Geboortedatum: 18-04-1955 Tijdstip eerste benoeming 01-01-2010 Hoofdfunctie: Algemeen directeur van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant Nevenfuncties: Lid van het Bestuur van de Johan Stekelenburg Stichting te Tilburg; Voorzitter van de culturele broedplaats Ruimte-X te Tilburg; Lid van de Raad van Advies van de Academie voor Toegewijde Uitvoering te Tilburg; Voorzitter van de Stichting Leergeld te Tilburg; Lid van het Curatorium van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB), gevestigd te Den Haag; Eerder bestuursfuncties vervuld bij (vrijwilligers)organisaties in de sector kunst en cultuur, 5 jaar Raad van Toezicht ROC Zadkine te Rotterdam, Stichting Grote Kerk te Den Haag etc.
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
70
Bezoldiging 2010 Naam
Bruto vergoedingen 2010
Simons, H.J.
€ 9.200,00
Geijsen, J.P.
€ 7.791,63
Bout, D. v/d Izeboud, C.
€ 5.866,74 € 6.400,00
Kasbergen, W.M.E. Kloet, J. Luteijn, D. Mourik, N. van
€ € € €
Functie Voorzitter RvT Vice-Voorzitter RvT Afgetreden per 1/12/10 Lid RvT Afgetreden per 1/12/10
3.733,38 6.400,00 6.400,00 6.400,00
Lid RvT Lid RvT Vice-Voorzitter RvT per 1-12-2010 Lid RvT Lid RvT Lid RvT
Profielschets leden Raad van Toezicht Langdurige bestuurservaring; Regionale/ landelijke bekendheid; Beschikkend over een relevant relatienetwerk; Binding met de regio; Geen “conflicting interests”. Door middel van spreiding van de leden zou zo veel mogelijk een mis van deskundigheden en maatschappelijke sectoren moeten worden bewerkstelligd: Financiën; Gezondheidszorg; Kunsten; Bedrijfsleven; Openbaar bestuur; Haven/ Industrie. Minimaal één lid van de Raad van Toezicht is een zogenoemde financieel expert, hetgeen inhoudt dat deze persoon relevante kennis en ervaring heeft opgedaan in de financiële bedrijfsvoering bij naar omvang gelijkwaardige rechtspersonen. Er wordt gestreefd naar een redelijke mix van actieven en niet- actieven ( dat wil zeggen werkzaam in een maatschappelijke functie, respectievelijk een maatschappelijke functie beëindigd hebbend) Ook wordt er gestreefd naar een redelijke mix van mannen en vrouwen ( dat wil zeggen naar tenminste één van de beiderlei kunne). De volgende functies zijn onverenigbaar met de gewenste onafhankelijkheid: Leden van de Raad van Toezicht die in dienst zijn bij andere Hogescholen. Leden van de Raad van Toezicht die een dienstbetrekking hebben bij één van de externe toezichthouders ( zoals bijvoorbeeld de accountant) van de Hogeschool Zeeland. Remuneratie De remuneratierapporten over 2009 en 2010 zijn vastgesteld. De hoofdlijnen daaruit zijn: Ir A.P. de Buck is voorzitter College van Bestuur tot 1 september 2010, terwijl de heer drs. P.C.A. van Dongen per 1 september 2010 voorzitter van het college is. Beide leden van het College van Bestuur zijn voor onbepaalde tijd benoemd als bestuurder. De totale bezoldiging van de heer De Buck bedroeg in 2009 €167.918 en in 2010 € 171.637 De totale bezoldiging van de heer Van Dongen bedroeg in 2009 € 169.818 en in 2010 € 168.810. Op grond van de arbeidsovereenkomst krijgen de heren De Buck en Van Dongen trendmatige salarisverhogingen ingevolge de HBO cao.
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
71
Bijlage 2 Nevenfuncties, vergoedingen en taakverdeling CvB-leden Nevenfuncties Ir. A.P. de Buck (Alle nevenfuncties zijn onbezoldigd) Directeur van de Hogeschool Zeeland Holding bv; Voorzitter raad van commissarissen TWZ ; Bestuurslid Algemeen bestuur SURF; Bestuurslid de Maatschappij; Lid raad van advies Economische Impuls Zeeland; Lid programmaraad Pieken in de Delta; Lid stuurgroep Operationeel Programma Zuid; Lid van het bestuur Platform DCO. drs. P.C.A. van Dongen (Alle nevenfuncties zijn onbezoldigd) Directeur van de Hogeschool Zeeland Holding bv; Lid van het bestuur van Maintenance Education Consortium; Bestuurslid Technocentrum; (vz a.i.); Lid Wetenschappelijke Raad Zeeland; Lid landelijk bestuur Havisten Competent.
Vergoedingen drs. P.C.A. van Dongen: € 168.810 (1 januari - 31 december 2010) ir. A.P. de Buck: € 171.637 (1 januari - 31 december 2010)
Taakverdeling Per 1 oktober 2008 wordt het College van Bestuur gevormd door: Peter van Dongen, voorzitter Adri de Buck, vicevoorzitter Het College van Bestuur werkt in een collegiaal model waarbij vanuit een verdeling van portefeuilles gewerkt wordt. Dit met dien verstande dat deze portefeuilles in samenhang vorm krijgen en dat beide collegeleden over de grenzen van de portefeuilles denken en werken en elkaar desgewenst kunnen vervangen. De portefeuilleverdeling ziet er als volgt uit: Ir. A.P. de Buck: Coördinatie hogeschoolbeleid en strategie; Governance; Planning en control; In- en externe communicatie; Marketing, produkt-marktcombinaties; Portfolio (o.a. nieuwe opleidingen); HRM en organisatieontwikkeling; Huisvesting en campusontwikkeling; ICT en informatievoorziening. Financiën. drs. P.C.A. van Dongen Onderwijs (o.a. innovatie, aansluiting, studiebegeleiding, portfolio studenten); Onderzoek (o.a. speerpunten van onderzoek, kenniskringen, positionering, onderzoek in curriculum); Transfer/contractactiviteiten; Masters; Kwaliteitszorg en accreditatie; Internationalisering; Deskundigheidsbevordering docerend personeel; Binnen „Passie‟-projecten innovatie onderwijs en onderzoek. Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
72
Deze verdeling van portefeuilles is ook bepalend voor de verdeling van de interne en externe overleggen. Onderstaand wordt dat nader toelicht. Intern overleg Structureel overleg Raad van Toezicht: beide CvB-leden CvB-overleg: beide CvB-leden MT-HZ: beide CvB-leden Diensthoofden: Adri de Buck Lectoren: Peter van Dongen (voorzitter lectorenoverleg) BMO-gesprekken: beide CvB-leden HR: beide CvB-leden; indien nodig overleg met HR-commissies op basis van de portefeuilleverdeling; Studentenverenigingen: Peter van Dongen Vlissingse Studenten Vakbond: Peter van Dongen Vakcentrales: Adri de Buck Bilateraal overleg Academiedirecteuren: beide CvB-leden op portefeuilleverdeling Diensthoofden: beide CvB-leden op portefeuilleverdeling Passie Het programma Passie is een belangrijk innovatieprogramma met 6 programmalijnen. Onderstaand nadere toelichting op de verdeling van taken van het CvB daarbij. Programmalijnen: 1. Programmalijn Innovatie Onderwijs: - Doorlopende leerlijnen VO/MBO: Peter van Dongen - Herstructurering opleidingen: Peter van Dongen - Nieuwe opleidingen: Adri de Buck/Peter van Dongen - Intern rendement: Peter van Dongen 2. Programmalijn Onderzoek: Peter van Dongen 3. Programmalijn HZ-brede ontwikkeling: Adri de Buck; ten aanzien van Professionalisering: algemeen: Adri de Buck; docenten: Peter van Dongen; 4. Programmalijn Inrichten organisatie: Adri de Buck 5. Innovatie Infrastructuur: Adri de Buck 6. Marketing: Adri de Buck Extern overleg Structureel overleg HBO Raad: Peter van Dongen; vervanging: Adri de Buck Wetenschappelijke Raad Zeeland: Peter van Dongen Kennisnetwerk Delta Water (KNDW): Peter van Dongen Brabants Zeeuws Werkgeversoverleg (BZW): beide, afhankelijk van noodzaak en onderwerp; BZW onderwijsoverleg: Adri de Buck Diensten Centrum Onderwijs: Adri de Buck TWZ: Adri de Buck Technocentrum: Peter van Dongen MEC (Maintenance Education Consortium): Peter van Dongen Pieken in de Delta: Adri de Buck OP-Zuid: Adri de Buck SURF: Adri de Buck Incidenteel overleg Provinciale staten: beide, afhankelijk van noodzaak en onderwerp; Gemeenten: beide, afhankelijk van noodzaak en onderwerp Voortgezet- en MBO onderwijs in de regio (onderwijs): Peter van Dongen
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
73
Bijlage 3 Samenstelling Hogeschoolraad Dagelijks Bestuur De Hogeschoolraad heeft in 2010 conform het medezeggenschapsreglement een nieuw dagelijks bestuur uit haar midden gekozen. De voorzitter, de secretaris en het student-lid van het dagelijks bestuur (DB) werden in de vergadering in januari 2010 gekozen. Voorzitter: Marjan Glas Secretaris/budgethouder: Edwin Rampaart Algemeen Adjunct: Paul de Vos (algemeen adjunct) Student-lid: Carina van Weelde (tot 19 mei), Ard Vrolijk (vanaf 1 juli) Ambtelijk secretaris: Lilian Kouters (tot 31 oktober) Jan Groen (vanaf 1 november) Personeelsgeleding 2010 Marjan Glas (voorzitter) Edwin Rampaart (secretaris/budgethouder) Paul de Vos (algemeen adjunct)) Noortje van Glabbeek Arie de Groot Nico de Wit Jan Pleijte Peter Meiboom Marijke van de Voorde
Studentengeleding 2010 Stefan Avontuur Amanda van den Berge Richard van Doeselaar Yick Jacobs Anika Kiewiet Jeroen van der Laan Aline Mulder Ard Vrolijk Carina van Weelden
Wijzigingen in de personeelsgelding: Nico de Wit heeft de HR op 24 maart 2010 verlaten, zijn zetel als personeelslid is ingenomen door Hans Reijnierse. Noortje van Glabbeek verving Edwin Rampaart vanaf 1 september als db-lid en secretaris. Edwin Rampaart bleef wel budgethouder.
De volgende studentleden hebben de HR in de loop van 2010 verlaten: Carina van Weelden (per 19 mei) Stefan Avontuur (per 1 september) Yick Jacobs (per 1 oktober) De zetel van Carina van Weelden werd ingenomen door Wendy Keza (per 19 mei 2010). Vervangers van de overige aftredende leden zijn niet benoemd.
Per 1 januari 2010 is de samenstelling van de Hogeschoolraad als volgt: Personeelsgeleding
Studentengeleding:
Noortje van Glabbeek (PC) Marjan Glas (PABO) Paul de Vos (Zorg en Welzijn) Edwin Rampaart (BBA) Arie de Groot (MIR) Peter Meiboom (ICL) Jan Pleijte (Techniek/Chemie) Marijke van de Voorde (MIR) Nico de Wit (BBA)
Carina van Weelden (AET) Richard van Doeselaar (BI) Aline Mulder (AET) Amanda van den Berge (chemie) Jeroen van der Laan (CE) Stefan Avontuur (IBMS) Yick Jacobs (MER) Anika Kiewiet (CE) Ard Vrolijk (BE)
Advies-/instemmingsaanvragen De WHW (Wet op Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek) regelt dat welke besluiten van het CvB ter advies of ter instemming aan de Hogeschoolraad moeten worden voorgelegd. Over de aanvragen van het CvB had de Hogeschoolraad in 2010 negen maal een formeel overleg met het CvB. Dit overleg vond plaats voor de Hogeschoolraadsvergadering waarin de besluiten genomen worden. Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
74
Hieronder staan de aanvragen met daarbij vermeld de datum van de aanvraag en die van het besluit er over door de Hogeschoolraad. (datum aanvraag/datum besluit) Advies Benoeming kandidaat lid Raad van Toezicht
(29 april / 2 juni)
Instemming Statuten en Bestuurs- en beheersreglement (29 maart – 15 september) Arbojaarplan 2010 ( 2 juni) Document Inspraak-medezeggenschap (28 april – 9 juni) Toevoegen drie nieuwe functies – management assistent 9 (28 april – 9 juni) Toevoegen functies -beleidsadviseur 12 en 13 (29 juni – 6 oktober) Onderwijs- en examenregeling 2010-2011 deel I (17 juni / 21 september -6 oktober Nieuwe Academiestructuur ((29 juli – 6 oktober) Gemeenschappelijke regeling HZ –Avans m.b.t. International Maintanance (30 september -22 november) Ontwerp Rechtsbescherming Studenten en Extranei HZ (14 oktober - 5 januari 2011 Ontwerp reglement Opleidingscommissies HZ (15 oktober - 5 januari 2011) Ter informatie ontving de raad: Intentieovereenkomst HZ – Zeeuwse Bibliotheek Notitie: positionering HRM-opleiding binnen Hogeschool Zeeland
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
(4 april) (5 maart)
75
Bijlage 4 Balanced Scorecard Instellingsplan HZ 2009-2012: Balanced Scorecard De looptijd van de hier onderstaande Scorecard betreft het collegejaar 2009-2010 tot en met het collegejaar 2012-2013. De meting van de gestelde targets voor 2010 zullen bekend worden aan het einde van het collegejaar 2010-2011. Strategiekaart Performance Indicator Target Resultaat Target Opmerkingen 2010 2010 2012 INNOVATIE Portfolio
Rendement
Professionalisering
Aantal AD-programma‟s
1
1
2
Aantal nieuwe opleidingen
5
2
5
% gereviseerde cursussen
25%
Meting in 2011
25%
% vastgesteld door dienst Kwaliteit
% cursussen met HZ-label
40%
Meting in 2011
100%
Cursussen voldoen aan HZ kwaliteitseisen
% minoren met HZ-label
25%
Meting in 2011
75%
Minoren voldoen aan HZ kwaliteitseisen
%cursusrendement
>=80%
78,45%
>=90%
% propedeuserendement
>=60%
61,4%
>=70%
Over 2008/2009
% hoofdfaserendement
>=80%
80%
>=90%
Over 2005/2006/ binnen 5 jaar
% medewerkers met master
50%
49%
70%
% gepromoveerden
7,5%
5,3%
10%
% docenten met relevante beroepservaring
30%
Geen meting
>=60%
% functioneringsgesprekken
100%
72%
100%
%beoordelingsgesprekken
100%
72%
100%
% medewerkers met gerealiseerd POP
60%
Geen meting
80%
Ziekteverzuim
<=5%
4,05%
<=5%
Landelijk marktaandeel instroom
>=1%
1,04%
>=1%
Landelijk marktaandeel ingeschreven
>=1%
1%
>=1%
15 trajecten zijn gestart in 2010 Middels het functioneringsges prek wordt geïnventariseerd welke docenten beschikken over relevante beroeps-ervaring. Geregistreerd bij P&O Geregistreerd bij P&O
INTERNE PROCESSEN Marktaandeel
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
76
Strategiekaart
Performance Indicator
Internationalisering
% studenten met buitenlandervaring
10%
% buitenlandse studenten betalend en bekostigd
>5%
6%
> 10%
Ondernemerschap
%marktactiviteiten, innovatie, onderzoek
2%
21,6%
5%
Leeromgeving
Onderwijsintensiteit
>=18 uur
18 uur
20 uur
2
2
3
Aantal onderwijslocaties
Target 2010
Resultaat 2010
Target 2012
Opmerkingen
20%
% van de omzet Om te komen tot valide gegevens, moeten de uren die buiten het rooster om besteed worden aan SLC en begeleiding apart geregistreerd worden. Dit traject zal in 2010 starten.
% lesgebonden activiteiten van de normjaartaak
>=70%
>=70%
%onderwijsgebonden activiteiten lectoren
>=25%
>=25%
Studenttevredenheid
>6,5
7
>=7
Medewerkertevredenheid
>6,5
Geen meting in 2010
>=7
Afnemerstevredenheid
>6,5
Geen meting in 2010
>=7
Ontwikkelingsfase meting in 2010, meting vindt plaats in 2011
Alumnitevredenheid
>6,5
65,8%
>=7
HBO monitor % studenten wat de opleiding opnieuw zou kiezen. Opleidingen met 1 respondent zijn niet meegewogen
Stakeholdertevredenheid
>6,5
Geen meting in 2010
>=7
Resultaat accreditatie: % goed op facetten
60%
74%
>=70%
Top tien
2de
Top tien
KLANT/MARKT/ MAATSCHAPPIJ Tevredenheid
Ranking keuzegids Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
Onderzoek studiekeuze 123
77
Strategiekaart
Performance Indicator
Target 2010
Resultaat 2010
Target 2012
Opmerkingen
>=20%
Groei t.o.v. 2009
>=10%
Groei t.o.v. 2009 Studenten in deeltijd en duaal De targets waren gebaseerd op een solvabiliteitsratio zonder de verwerking van de claim rekenschap op de balans.
plaats CONTINUITEIT Participatie/ groei
Instroom HZ
> 2%
1396 +8%
Ingeschreven studenten HZ
>3 %
4035 +2,2%
% werkende studenten HZ Positief bedrijfsresultaat
>5%
13,6%
>=10%
Solvabiliteit
>=30%
8,9%
>=30%
Current ratio
>=1
1,4
>=1
Rendement
>=0%
3,7%
>=3%
Student-Docent ratio: Gprofiel
30:1
29:1
30:1
Student-Docent ratio: Pprofiel
25:1
21,7:1
25:1
*In het Collegejaar 2009-2010 is de start gemaakt met het ontwikkelen van het HZ-Label. In het jaar 2010-2011 zal de toepassing plaatsvinden.
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
78
Bijlage 5 Partnerinstellingen uitwisseling 2010-2011 Land België
Brasil Canada
Chili China Denemarken Duitsland
Finland Frankrijk
Groot Brittannië Italië Japan Mexico
Nieuw Zeeland Noorwegen Oostenrijk
Polen Portugal Rusland
Instelling Hogeschool Gent Artevelde Hogeschool Gent Katholieke Hogeschool Mechelen HELHO Tournai Artesis Hogeschool Antwerpen Univali* Capilano University Fanshawe College Mount Royal College Okanagan College University of Waterloo St. Lawrence College Universidad Mayor Zhejiang Wanli University* Yangzhou University* University of Southern Denmark Berufsakademie Mosbach Fachhochschule Furtwangen Jade Hochschule Oldenburg Fachhochschule Bremen Fachhochschule Dortmund Laurea Polytechnic Metropolia University* Douai Business School Espeme Business School Lille /Nice Idrac Lyon/Montpellier/Parijs Ipac Annecy Université de Pau Ipag Nice/Parijs École de Management de Normandie Université de Savoie University of Central Lancashire University of Abertay-Dundee Universitá deglie Studi di Siena Università di Modena e Reggio Emilia* Universita di Ferrara* Osaka Gakuin University Cetys UAEH Hidalgo Technologico de Monterrey Univ.Autónoma de San Luis Potosi Unitec Oslo University College Fachhochschule Krems Fachhochschule Kufstein Fachhochschule Wien Fachhochschule Voralberg Politechnika Wroclawska Bialystok Technical University Instituto Politécnico de Leiria SEI St. Petersburg
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
Uitgaand Inkomend 7
2 8
2 5 2
7
3 1 2 3 1 1
2
2
3
2 2
1
3 1 1 1 2
2
1 2 1 1
3 1
79
Singapore Slovenië Spanje
Nanyang Politechnic GEA College of Entrepreneurship* Universidad de Barcelona Universidad de Navarra Universidad de Zaragoza/Huesca Universitat de Illes Balaers Universidad Politécnica de Valencia Universidad de Cadiz* Tsjechië Institute of Fin.& Adm. Prague Turkije Anadolu University Kadir Has Verenigde Staten Texas State University of San Marcos Calvin College Dowling College Vietnam Hanoi University of Agriculture* Zuid-Korea Dongguk University Chung-Ang University Zweden University West Totaal
2
2 2 4 3 4
1
1 2
3 2 2 2
3 2 2 60
1 2 55
De nieuwe partnerinstellingen per 2010 zijn aangegeven met * I.
Erasmusmobiliteit 2009-2010 in aantallen Student Mobility for Studies: 37 Student Mobility for Placements: 40 Staff Mobility for Teaching Assignments: 12 Staff Mobility for Staff Assignments: 3
II.
Overzicht studentenbeurzen 2010
Erasmus Beurzen Erasmus Student Mobility for Studies 2009 2e sem 09/10 studenten € 10250 1e sem 10/11 studenten € 20200 Totaal 2010 studenten € 30450 Erasmus Student Mobility for Placements 2009 2e sem 09/10 studenten € 35100 1e sem 10/11 studenten € 12000 Totaal 2010 studenten € 37100 HZ Beurzen HZ Beurs studie 2010 2e sem 09/10 studenten € 5400 1e sem 10/11 studenten € 9000 Totaal 2009 studenten € 14400 HZ Beurs stage 2010 2e sem 09/10 studenten € 25350 1e sem 10/11 studenten € 5520 Totaal 2010 studenten € 30870 VSB-fonds 2010
€ 7000,-
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
80
Bijlage 6 Verdeling internationale studenten
Onder de studenten met “geen nationaliteit” worden de studenten verstaan die niet meer kunnen beschikken over hun geboortenationaliteit door bijv. het uiteenvallen van oorspronkelijke landen (bijv. Joegoslavië )
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
81
Bijlage 7 Overzicht samenwerkingspartners Domeinen NICHEOPLEIDINGEN Niche: Delta Academy
Onderwijspartners
Bedrijfslevenpartners
Overheidspartners
Dutch Delta Academy Hogeschool Rotterdam, Hogeschool Van Hall Larenstein Wageningen Univ. & Research, Technische Universiteit Delft
Dutch Delta Academy Arcadis , Bouwend Nederland, Grontmij Haskoning, Oranjewoud Tauw
Niche: Toerisme
NHTV ROC Zeeland en ROC Westerschelde, Rijn IJssel, Gildeopleidingen, Open Universiteit
Achmea Vitale, Center Parcs De Zeeuwse Stromen, ESPA, Kamer van Koophandel, Kon. Horeca Nederland, Port Zélande, Raido Recron, Roompot, ZLTO, Zorghotel Group
Dutch Delta Academy Deltares, Provincie Zeeland, Rijkswaterstaat, Unie van Waterschappen, Zeeuwse Waterschappen Gemeente Veere, Sluis, EIZ, Ministerie EZ Provincie Zeeland, Zorgstroom
Sport
SBE Hogeschool Fontys Afdeling CIOS-ROC Zeeland, SBE Hogeschool Arnhem en Nijmegen SBE De hogeschool West Vlaanderen
Vlissingen in Beweging, Sport Zeeland, Scheldemond, Tender, ‟t Gors, NOC*NSF, NISB. ‟t Rijks.
Maintenance
Maintenance Education Consortium HS Avans, HS Utrecht TU Delft, TU Eindhoven, TU Twente 4ROC‟s uit de regio, Kenteq. Ontwikkeling naar internationale partners in 7 landen. ROC Zeeland, Hanze HS HS Zuyd
Center Parcs, Roompot vakanties, Zeeland buitenland, Fysiotherapie en training A. Engels, Achmea Vlissingen, Achmea Bodyline Terneuzen, Top Recreatie World Class Maintenance Dow, Fluor, IHC, Nedtrain, Shell , Damen Shipyards, Stork, Fokker e.a.
Covra, Delta, ECN, Electrabel, EPZ, Essent, Radiotherapeutisch Instituut Vlissingen, Technocentrum Zeeland, Urenco
Economische Impuls Zeeland Provincie Zeeland
BASISOPLEIDINGEN
Energie
Educatie Gezondheidszorg
Maritiem
Alle Zeeuwse basisscholen HS Zuyd, HS Windesheim, Hanze HS, Educom Partners Associatie Antwerpen, ROC‟s in Zeeland en Zuid-Hollandse eilanden, HS Leiden, VOscholen, Basisscholen
RPCZ, Seminarie voor Orthopedagogiek
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden , HS Amsterdam, Scheepvaart & Transport College, ROC Zeeland
Holland America Line, Jumbo Shipping, Maersk, Nederlands Loodswezen, De Ruyter Training & Consultancy, Stena Line, Vroon, TOS, Wagenborg
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
Deton, Elopak,Maecon Zuidwest, Woondroomzorg, Woongoed, EPZ, ViaZorg
BOM, Gemeente Breda, Gemeente Tilburg Provincie Noord-Brabant en Zeeland, Ministerie van Defensie, NLR, REWIN, TNO
Arduin, Emergis, SVRZ, ziekenhuizen Admiraal de Ruyter, De Lievensberg , Zorgsaam, en Dirksland, Zorgstroom. Alle Zeeuwse gemeenten, Kindercentra, Reclassering Ministerie van Economische Zaken, Ministerie van Verkeer & Waterstaat
82
Bijlage 8 Handtekeningenlijst Raad van Toezicht
drs. H.J. Simons (voorzitter)
……………………………………………………
drs. W.M.E. Teune-Kasbergen (vice-voorzitter)
……………………………………………………
prof. drs. C. Izeboud (lid)
……………………………………………………
ing. J. Kloet (lid)
……………………………………………………
ir. D. Luteijn (lid)
……………………………………………………
N. van Mourik MPA (lid)
……………………………………………………
Jaarverslag Hogeschool Zeeland 2010
83