Document khb 3-A
STRATEGIEMAP ST.-ODA – VERSIE 2012 Doelstellingen 1
HET WELBEVINDEN VAN ELKE ZORGGEBRUIKER
Definitie In de St.-Odagemeenschap zorgen ouders/familie, personeel en vrijwilligers voor een kwalitatieve zorg op maat waarin het welbevinden van elke zorggebruiker prioritair is. Hiervoor baseren we ons op de 9 domeinen die de kwaliteit van leven beïnvloeden volgens Schalock (persoonlijke ontwikkeling, zelfbepaling en communicatie, persoonlijke relaties, sociale inclusie, rechten, emotioneel welbevinden, fysiek welbevinden, materieel welbevinden, arbeid en activiteit). Hefboom 1
Een gezellige thuis creëren voor de zorggebruikers waar elke bewoner kan genieten van de meest kwalitatieve zorg. Onder kwalitatieve zorg verstaan we dat elk individu wordt gestimuleerd zichzelf te zijn vertrekkend vanuit zijn sterktes en rekeninghoudend met zijn zwaktes. We hebben respect voor “de mens” en iedere zorggebruiker met extra aandacht voor het emotioneel functioneren.
Binnen deze hefboom willen we voldoen aan (de) 4 basisbehoeften van elke mens: 1. Een woonst, een thuis: Elke zorggebruiker heeft het recht te wonen waar hij/zij zich goed en op zijn gemak voelt en een vertrouwde eigen plek heeft. 2. Verzorging en hygiëne: Elke bewoner geniet van een kwalitatief zo goed mogelijke medische verzorging en opvolging om de goede gezondheid van de persoon zo lang als mogelijk te garanderen. 3. Eten en drinken: We voorzien voor alle bewoners aangepaste maaltijden ten behoeve van een veilige en aangename eetsituatie en zorgen voor evenwichtige en gezonde voeding. 4. Een evenwicht tussen inspanning en ontspanning: Ontspanning en nachtrust zijn essentieel voor het zich goed voelen. Om dit te bereiken willen we de slaapomstandigheden voor elke bewoner optimaliseren. (Kwaliteit van leven: materieel, emotioneel, fysiek welbevinden en persoonlijke ontwikkeling) Indicator 1
Meting Norm Indicator 2
Meting Norm
Tijdens elke zorgplanbespreking wordt de vraag gesteld of de zorggebruiker op de meest geschikte leefgroep verblijft. Er wordt gescoord met ja’ of ‘neen’. Door de psycho-pedagogische dienst. We streven naar een 80% ‘ja-score’ op de totale populatie van St.-Oda. Voor de medische opvolging van elke bewoner doen we beroep op de registraties “aantal doorligwonden” (decubtiswonden) op jaarbasis en het overzicht van de (bijna-) ongevallen. Door de verpleegkundige dienst. - Het aantal ongevallen met letsel per jaar t.a.v. het aantal zorggebruikers. Hierbij nemen we de norm van < 10 ongevallen met letsel. - Het aantal doorligwonden (decubtiswonden) per jaar. Hierbij nemen we de norm van < 8 doorligwonden per jaar.
P:\Secretariaat\Wegwijzer\Kwaliteitshandboek bijlagen\Documenten Bijlagen origineel\3-A Strategiemap 2012.doc - Laatst afgedrukt op 18/06/2012 11:59:00
Document khb 3-A
Indicator 3 Meting Norm
De resultaten van de BMI scores van alle zorggebruikers boven de 18 jaar Door de verpleegkundige dienst. > 85% van de populatie (woon- en dagopvang) van 18 jaar en ouder heeft een BMI tussen de 17,5 en 27.
Indicator 4
De resultaten van de actiwatch worden verzameld en in gemiddelde cijfers omgezet. We gaan na hoeveel uren de zorggebruikers gemiddeld in bed liggen. Daarnaast wordt het gemiddeld aantal uren dat deze bewoners effectief ‘stil liggen’’ (Sleep efficiency) tijdens de duur van het in bed liggen genoteerd. We houden zowel rekening met het ‘naar bed gaan ‘overdag (siësta) en ’s nachts. Door de nachtdienst. Een stijging van het aantal bewoners met een sleep efficiency van 85
Meting Norm SMK’s Acties
Hefboom 2
1.1.2, 1.1.4, 1.1.5, 1.1.6, 1.2.1, 1.3.1, 1.3.2, 1.3.3, 1.4.1, 1.4.2, 1.4.3, 1.4.4, 1.4.5, 1.4.6, 1.5.1, 2.2, 2.4, 4.3 - Vervangingsnieuwbouw - Invoeren, evalueren en bijsturen van medicatiebedeling Hartelijk bevestigend contact en invoelend afstemmen
Een manier van contact maken, waarin we de bewoner onbevooroordeeld, waarderend ’ontmoeten’ en waarbij de persoon ervaart dat hij zichzelf mag zijn. In onze omgang trachten we ons in te leven in de beweegredenen van het gedrag van de zorggebruiker om hierop passend in te spelen. (Kwaliteit van leven: emotioneel welbevinden, zelfbepaling en communicatie) Indicator Meting Norm
Het aantal geregistreerde klachten betreffende ‘omgaan met bewoners’ uit de registratie “klachten en ongenoegens”. Door de sociale dienst. Uitstekend: 0 klachten per jaar. Goed: 2 klachten per jaar.
SMK’s Acties
1.1.3, 1.1.4, 1.1.5, 1.3.3, 1.4.2, 1.4.3, 1.4.7, 1.5.1, 1.5.2, 3.4, 5.6 Opstarten van een praatgroep voor ouders.
Hefboom 3
Elke zorggebruiker krijgt een dagbesteding op maat binnen de mogelijkheden en de middelen die voorhanden zijn binnen of buiten de voorziening
We trachten voor elke zorggebruiker een dagbesteding op maat te voorzien. Hierbij streven we naar een weekprogramma waarin een gezond evenwicht heerst tussen enerzijds de favoriete bezigheden van de bewoner en anderzijds de noodzakelijke activiteiten of therapieën. (Kwaliteit van leven: persoonlijke ontwikkeling, zelfbepaling en communicatie, fysiek welbevinden, emotioneel welbevinden en arbeid en activiteit). Indicator
Meting Norm
We gaan na in hoeverre de individuele top 5 gerealiseerd wordt door het weekprogramma. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen het al dan niet aan bod komen en uitgevoerd worden volgens het weekprogramma en het voldoen aan de wenselijke frequentie. Door de Unitverantwoordelijken en Verantwoordelijke bewonersgerichte diensten. We streven naar: Top 1,2 en 3: 100% aanwezig in weekprogramma – 75 % realisatie van frequentie Top 4: 75% aanwezig in het weekprogramma – 50 % realisatie van frequentie Top 5: 50% aanwezig in het weekprogramma – 50% realisatie van frequentie
P:\Secretariaat\Wegwijzer\Kwaliteitshandboek bijlagen\Documenten Bijlagen origineel\3-A Strategiemap 2012.doc - Laatst afgedrukt op 18/06/2012 11:59:00
Document khb 3-A
SMK’s Acties
1.1.4, 1.1.5, 1.1.6, 1.2.2, 1.4.1, 1.4.2, 1.4.3, 1.4.4, 1.4.5, 1.4.6, 1.4.7, 1.5.1, 3.4 Uitvoering en opvolging van de nieuwe “Visie op dagbesteding”.
Hefboom 4
Persoonlijke relaties en sociale inclusie
Vanuit het gegeven dat de mens een sociaal wezen is, streven we naar voldoende individuele contacten voor elke zorggebruiker. Hierbij staan relaties tussen familie en bewoners, tussen bewoners en vrijwilligers en tussen begeleiders en bewoners vooraan. (Kwaliteit van leven: persoonlijke relaties, sociale inclusie, emotioneel welbevinden) Indicator Meting Norm
Het aantal vrijwilligers in de dagelijkse werking (cf. BSC Stijn). Door de vrijwilligerscoördinator. We streven naar gemiddeld 1 vrijwilliger in de dagelijkse zorg per bewoner
SMK’s Acties
1.1.6, 1.3.1, 1.3.2, 1.4.2, 1.4.3, 1.4.4, 2.1, 5.3 /
Hefboom 5
Geïntegreerde zorg
Alle betrokkenen rond de zorggebruiker (zowel professioneel als niet-professioneel) werken gericht samen aan goede zorg van hoge kwaliteit. (Kwaliteit van leven: rechten) Indicator
Per zorggebruiker worden de volgende vragen gesteld (cf. BSC Stijn):
1. Is er een multidisciplinair handelingsplan? -
Multidisciplinair wil hier zeggen dat de zorggebruiker als een totaal persoon gezien wordt en het handelingsplan niet tot één invalshoek beperkt is. Antwoordmogelijkheden: Ja: er is er één (ook al is het verouderd, ook al was het te laat). Neen: er is er geen, ook al had er volgens de procedure zorgplanning één moeten zijn. Er is enkel een opnameverslag.
2. Gebeurde de bespreking(en) waarin het handelingsplan werd afgesproken tijdig volgens de eigen procedure in het kwaliteitshandboek? 3. Was het handelingsplan tijdig klaar ? -
Tijdig is volgens de eigen procedure in het kwaliteitshandboek. Klaar is tot en met voorgelegd aan de (vertegenwoordiger van de) gebruiker ter ondertekening. Antwoordmogelijkheden: Ja Neen NvT: het handelingsplan is er nog niet maar op het moment van scoring is de termijn waarbinnen het klaar moet zijn nog niet afgelopen of er is dit jaar geen zorgplanbespreking geweest
4. Is dit besproken met de zorggebruiker (of zijn sociaal netwerk)? -
Antwoordmogelijkheden: Ja Neen NvT: Er is geen sociaal netwerk of dit wenst niet betrokken te worden (na actieve bevraging van onzentwege) en de zorggebruiker zelf kan niet betrokken worden. Of er is dit jaar geen zorgplanbespreking geweest.
P:\Secretariaat\Wegwijzer\Kwaliteitshandboek bijlagen\Documenten Bijlagen origineel\3-A Strategiemap 2012.doc - Laatst afgedrukt op 18/06/2012 11:59:00
Document khb 3-A
5. Wordt dit systematisch tussentijds geëvalueerd? Per zorggebruiker wordt elke vraag beantwoord. Indien je enkel ‘ja’ of ‘ja’ en ‘NvT’ antwoordt op alle vragen, dan is de totaalscore ‘OK’. Indien je enkel ‘NvT’ scoort op alle vragen, dan is de totaalscore ‘NvT’. Indien er één of meerdere keren "neen" geantwoord is, dan is de totaalscore ‘nietOK’. De indicator is de verhouding: aantal keer ‘OK’ t.o.v. totaal aantal ‘OK + niet-OK’.
Meting Norm
Door de psychopedagogische dienst De norm is > 80 % in orde.
SMK’s Acties
1.1.1, 1.1.2, 1.1.3, 1.1.4, 1.1.5, 1.1.6, 1.2.1, 1.2.2, 1.3.1, 1.3.2, 1.3.3, 1.4.1, 1.4.2, 1.4.3, 1.4.4, 1.5.1, 3.1, 3.2, 3.4, 3.7, 4.1, 4.2, 5.2, 5.4, 5.5, 5.6 /
Hefboom 6
Tevredenheid van de zorggebruikers
De zorggebruiker en zijn/haar netwerk zijn tevreden over onze zorgverlening. De voorziening is toegankelijk en laagdrempelig en biedt aangepaste zorg in dialoog. Indicator 1 Meting
De resultaten van de 3-jaarlijks individuele bevraging n.a.v. de bewonersbespreking (cf. BSC Stijn). Door de sociale dienst. Bevraging bij de familie of wettelijk vertegenwoordiger of men zeer ontevreden, ontevreden, tevreden of zeer tevreden is. (Voor omzetting naar puntenschaal van vzw Stijn:
1 of 2 punten = Zeer ontevreden, 3, 4 of 5 punten = Ontevreden 6, 7 of 8 punten = Tevreden 9 of 10 = Zeer tevreden)
Norm
> 85% tevredenheid of zeer tevredenheid
Indicator 2
De resultaten van de algemene tevredenheidsmeting. Waarbij een opdeling gemaakt wordt in algemene tevredenheid, verzorging, aanbod, communicatie en inspraak, financieel en beleid, accommodatie en groepsindeling. Door de sociale dienst. > 85% tevredenheid of zeer tevredenheid
Meting Norm Indicator 3 Meting Norm
De resultaten van het jaarlijks overzicht van “klachten en ongenoegens”. Door de sociale dienst. Maximum 20 klachten per jaar en maximum 30 ongenoegens. > 90% van de klachten en ongenoegens zijn opgelost binnen hetzelfde jaar.
SMK’s Acties
1.1.1, 1.1.2, 1.1.3, 1.1.4, 1.1.5, 1.2.1, 1.2.2, 1.4.6, 1.4.7, 1.5.1, 1.5.2, 2.2, 3.1 /
2
KWALITEIT VAN ZORG GARANDEREN DOOR DESKUNDIGHEID EN VERNIEUWING
Definitie Goede zorg van hoge kwaliteit leveren aan de zorggebruikers door het vergaren van deskundigheid met een innovatieve ingesteldheid. Hierbij aanzien we het personeel als een belangrijke schakel in de zorg voor onze bewoners. Daardoor willen we een personeelsbeleid voeren waarin de tevreden en competente medewerker centraal staat.
P:\Secretariaat\Wegwijzer\Kwaliteitshandboek bijlagen\Documenten Bijlagen origineel\3-A Strategiemap 2012.doc - Laatst afgedrukt op 18/06/2012 11:59:00
Document khb 3-A
Hefboom 1
Beschikken over voldoende gekwalificeerd personeel en medewerkers die verantwoordelijkheid willen en kunnen nemen
De instroom van voldoende gekwalificeerd personeel garanderen zodat alle functies ingevuld blijven. Indien vereist willen we het kader aanvullen of overschrijden met extra mankracht om de kwaliteit van de zorg te garanderen of verbeteren (zelfstandige zorgverstrekkers, stagiairs, vrijwilligers, …). Daarnaast streven we naar voldoende leidinggevenden die gemotiveerd en deskundig zijn. Indicator Meting Norm
Het jaaroverzicht van het aantal spontane sollicitanten, uitnodiging op sollicitatiegesprek, aangeworven en nog in dienst op 31 december (tabel sollicitanten). Door de verantwoordelijke personeel Het aantal spontane sollicitanten. Een daling in de evolutie wordt aanzien als negatief. > 65% aanwervingen nog in dienst op 31 december
SMK’s Acties
3.1, 3.5, 3.6, 3.7 /
Hefboom 2
(Kritisch) evoluties opvolgen en implementeren. Deskundig personeel
Bijblijven op alle vlakken, o.a. nieuwe maatschappelijke trends, technieken, apparaten, diagnoseinstrumenten, filosofieën, politieke stromingen, personeelsbeleid, begeleidingsmodellen, communicatiemiddelen, ICT... Zorgen dat onze personeelsleden op de hoogte zijn van hedendaagse methoden en technieken in hun vakgebied en dat ze de kennis, kunde en vaardigheden bezitten die nodig zijn voor het goed uitoefenen van hun functie. Indicator
Meting Norm
Gemiddeld aantal uren per personeelseenheid (voltijds equivalent) besteed aan interne en externe vorming en bezoeken aan andere instellingen. Educatief verlof wordt meegeteld indien de opleidingen nuttig is voor de huidige job, niet meegeteld indien de opleiding los staat van de huidige job (cf. BSC Stijn). Door de vormingsmedewerker. We streven naar een gemiddelde van 16 uren per personeelslid per jaar.
SMK’s Acties
1.4.1, 1.4.5, 3.3, 3.7, 4.1, 4.2, 4.3, 4.4 /
Hefboom 3
Geëngageerd personeel
Ervoor zorgen dat alle medewerkers een positieve ingesteldheid en warm hart uitstralen naar personen met een handicap en fier zijn op hun job en het dienstencentrum. Indicator 1
Meting Norm
Aantal personeelsleden dat de afgelopen jaren een functioneringsgesprek of evaluatiegesprek heeft gehad in verhouding tot het totaal aantal personeelsleden (op 31/12). Er wordt een lijst opgemaakt met per personeelslid het jaartal van het laatste werkgesprek of evaluatiegesprek. Indien dit langer dan 3 jaar geleden is wordt dit gelijkgesteld met "geen" (cf. BSC Stijn). Door de verantwoordelijke personeel. Alle personeelsleden (100%) krijgen minimum 3-jaarlijks een functioneringsgesprek of evaluatiegesprek.
Indicator 2 Meting Norm
Het aantal disfunctioneringsgesprekken. Door de verantwoordelijke personeel. < 0,5% disfunctioneringsgesprekken.
SMK’s Acties
3.3, 3.4, 3.5, 3.6, 3.7, 4.2, 4.3, 4.4 /
P:\Secretariaat\Wegwijzer\Kwaliteitshandboek bijlagen\Documenten Bijlagen origineel\3-A Strategiemap 2012.doc - Laatst afgedrukt op 18/06/2012 11:59:00
Document khb 3-A
Hefboom 4
Continuïteit
Garanderen van de onafgebrokenheid en voortdurendheid van werking, visie, personeelsbezetting, enz. Indicator 1 Meting Norm Indicator 2
Het personeelsverloop binnen de organisatie nagaan ten bate van de voortdurendheid. Door de Verantwoordelijke personeel. Een personeelsverloop van < 50% in elke leefgroep.
Meting Norm
Het ziekteverzuim volgens de Bradford-factor (frequentie² * aantal dagen) nagaan ten bate van de onafgebrokenheid. Door de Verantwoordelijke personeel. We streven naar een gemiddelde van < 70
SMK’s Acties
1.4.1, 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5, 3.6, 3.7, 4.1, 4.2, 4.3, 4.4 /
3
ALS DIENSTENCENTRUM GAAN WE ACTIEF IN INTERACTIE MET DE OMGEVING EN NEMEN WE ONZE MAATSCHAPPELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID OP
Definitie Wij willen op een snelle en accurate manier een oplossing bieden aan de zorgvragen van personen met een matig, ernstig en diep mentale handicap uit onze regio. Hierbij gaan we in dialoog met de wettelijk vertegenwoordigers van onze zorggebruikers, samenwerken met andere voorzieningen en overheden en doen we zoveel als mogelijk aan netwerking. Hulpbehoevenden die zich aanmelden maar zich situeren buiten onze doelgroepen willen we op weg helpen en verwijzen naar de juiste instanties zodat ook zij aangepaste zorg kunnen vinden. Hefboom 1
Durven initiatief nemen om in te spelen op noden
Durven aanbod op te starten om zorg op maat aan te bieden zodat hulpbehoevenden niet verplicht worden om in een niet-aangepaste zorgvorm te stappen of te blijven of zonder enige vorm van professionele zorg achter blijven. Hierbij houden we rekening met signalen die ons via diverse kanalen (eigen interne diensten, externe overlegorganen, signalen uit belangenverenigingen, media,…) kunnen bereiken. Indicator
Meting Norm SMK’s Acties
Het aantal nieuwe initiatieven dat het afgelopen jaar is op de rails gezet (beslissing is genomen), waaraan gewerkt is (bezig), en dat in gebruik genomen is (effectief gestart). Nieuwe initiatieven zijn bv. nieuwe doelgroep, nieuwe zorgvorm, nieuwe locatie, nieuwe financieringsbron, proefproject...). Hierbij de eventuele partners vermelden (cf. BSC Stijn). Een initiatief kan maar meetellen als het opgezet wordt speciaal voor zorgvragers van buiten de instelling of als het gerealiseerd wordt voor de eigen huidige werking of zorggebruikers maar zich eveneens openstelt voor externe zorgvragers. Door de Algemeen directeur. Minstens 1 nieuw initiatief per 3 jaren.
1.1.4, 1.2.2, 1.4.1, 1.4.4, 1.4.5, 1.4.6, 1.4.7, 2.1, 2.3, 3.1, 3.3, 4.2, 4.3, 4.4, 5.1, 5.2, 5.3 Masterplan zorg en infrastructuur.
P:\Secretariaat\Wegwijzer\Kwaliteitshandboek bijlagen\Documenten Bijlagen origineel\3-A Strategiemap 2012.doc - Laatst afgedrukt op 18/06/2012 11:59:00
Document khb 3-A
Hefboom 2 Deelname aan of zelf organiseren van projecten, studiedagen en wetenschappelijk onderzoek, samenwerkingsverbanden, … Verlenen van actieve medewerking aan studiedagen, onderzoeksprojecten, …of opzetten van al dan niet vernieuwende activiteiten of projecten voor of met externe personen, instanties, bedrijven, diensten of verenigingen. Indicator Meting Norm
Het aantal projecten met externen. Hierbij wordt er geen onderscheid gemaakt of het initiatief van buitenaf komt of vanuit de voorziening. Door de Algemeen directeur en Kwaliteitscoördinator. Jaarlijks >10 projecten.
SMK’s Acties
1.2.2, 1.4.1, 2.3, 3.1, 3.2, 3.3, 4.2, 5.3 /
Hefboom 3
Uitwisselen van diensten
Uitwisselen van knowhow, infrastructuur en middelen die een meerwaarde bieden aan de werking in al zijn facetten. Hierbij het activiteiten- en dienstenaanbod divers maken voor de eigen bewoners maar ook openstellen voor mensen van buitenaf. Indicator Meting Norm SMK’s
Het aantal mensen dat gebruik maken van onze diensten of accommodaties (manege, zwembad, tandarts, snoezelruimte/trilvloer/luchtkussen, beschut wonen, e.a.). Door alle betrokken verantwoordelijken De norm ligt tegen het maximum dat de capaciteit en beschikbare momenten per accommodatie of personen.
Acties
1.4.1, 1.4.2, 1.4.3, 1.4.4, 1.4.5, 1.4.6, 2.1, 2.2, 2.3, 3.3, 4.2, 4.3, 4.4, 5.1, 5.2, 5.3, 5.4 /
Hefboom 4
Profilering
Aan het brede publiek en hulpverleners op een duidelijke en toegankelijke manier voorstellen van de doelgroep en de werking in al haar facetten. Indicator 1 Meting Norm Indicator 2
Aantal publicaties/vermeldingen van het dienstencentrum of activiteiten van St.-Oda in de algemene media (cf. BSC Stijn). Door de Algemeen directeur. > 40 vermeldingen per jaar.
Meting Norm
Het jaarlijks aantal bezoekers aan het dienstencentrum. Onder bezoekers verstaan we de officieel aangevraagde groepsrondleidingen van verenigingen, scholen, catechesegroepen, etc. Door de Verantwoordelijke personeel. Jaarlijks > 650 bezoekers.
SMK’s Acties
3.3, 3.7, 5.3 /
P:\Secretariaat\Wegwijzer\Kwaliteitshandboek bijlagen\Documenten Bijlagen origineel\3-A Strategiemap 2012.doc - Laatst afgedrukt op 18/06/2012 11:59:00
Een gezellige thuis creëren
Voldoende gekwalificeerd personeel dat Document khb 3-A wil verantwoordelijkheid nemen
Het welbevinden van elke zorggebruiker
Kwaliteit van zorg door deskundigheid vernieuwing Vernieuwend
en
Hartelijk bevestigend contact en invoelend afstemmen
Dagbesteding op maat
Deskundig personeel, evoluties opvolgen en implementeren Continuïteit
Geïntegreerde zorg
Persoonlijke relaties en sociale inclusie
Geëngageerd personeel
Tevredenheid van de zorggebruikers Deelname aan of zelf organiseren van projecten, studiedagen en onderzoek
Durven initiatief nemen om in te spelen op noden
Uitwisselen van diensten
Actief in interactie met de omgeving Profilering