Regels en kwaliteit van leven in verpleeghuizen ‘Als je hier komt wonen val je binnen de regels. Als ze je kennen wordt dat meer losgelaten.’
MSc C. van Haastert, beleidsmedewerker Drs. C.E. Zijderveld, senior beleidsmedewerker Oktober 2014
Verkenning ‘regels en kwaliteit van leven in verpleeghuizen’, NPCF 2014
1
COLOFON
Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) Postbus 1539
Telefoon: (030) 297 03 03
3500 BM Utrecht
Fax: (030) 297 06 06
Churchilllaan 11
Email:
[email protected]
3524 GV Utrecht
Website: www.npcf.nl
De in dit rapport opgenomen informatie mag worden gebruikt met bronvermelding.
Utrecht, oktober 2014 Verkenning ‘regels en kwaliteit van leven in verpleeghuizen’, NPCF 2014
2
Inhoudsopgave
1
Aanleiding, onderzoeksvragen en plan van aanpak ................................................................................4 1.1 Aanleiding ..........................................................................................................................................4 1.2 Onderzoeksvragen ............................................................................................................................4 1.3 Plan van aanpak ................................................................................................................................5 1.4 Leeswijzer ..........................................................................................................................................5 2 Samenvatting en aanbevelingen..............................................................................................................6 2.1 Samenvatting.....................................................................................................................................6 2.2 Aanbevelingen ...................................................................................................................................9 3 Resultaten ..............................................................................................................................................10 3.1 Regels omtrent persoonlijke verzorging ..........................................................................................10 3.1.1 Ochtend en avondzorg: vast of variabel tijdstip .......................................... 10 3.1.2 Aantal keer douchen ............................................................................... 11 3.1.3 Best practices verzorging ......................................................................... 12 3.2 Regels omtrent vrijheidsbeperkingen ..............................................................................................13 3.2.1 Mobiliteit binnen het verpleeghuis ............................................................. 13 3.2.2 Mobiliteit buiten het verpleeghuis ............................................................. 14 3.3 Regels omtrent sociale contacten ...................................................................................................15 3.3.1 Op bezoek gaan ..................................................................................... 15 3.3.2 Bezoek ontvangen .................................................................................. 15 3.4 Regels omtrent activiteiten ..............................................................................................................17 3.4.1 Activiteiten in de instelling ....................................................................... 17 3.4.2 Activiteiten buiten de instelling ................................................................. 17 3.5 Regels omtrent wonen ....................................................................................................................19 3.5.1 Inrichting van de eigen kamer .................................................................. 19 3.5.2 Best practices wonen .............................................................................. 20 3.6 Regels omtrent hygiëne en schade toebrengen met materialen ....................................................21 3.6.1 Schoonmaak van de kamer ...................................................................... 21 3.6.2 Schoonmaak van de afdeling .................................................................... 21 3.6.3 Regels omtrent het schade toebrengen met materialen ............................... 22 3.7 Regels omtrent eten en drinken ......................................................................................................23 3.7.1 Tijdstip van eten en drinken ..................................................................... 23 3.7.2 Plek van de maaltijden ............................................................................ 23 3.7.3 Keuze maaltijden .................................................................................... 24 3.7.4 Zelf bereiden en meenemen van eten en drinken........................................ 25 3.7.5 Bewaren van voedsel .............................................................................. 25 3.8 Regels omtrent mantelzorg en vrijwilligers ......................................................................................27 3.8.1 Helpen bij de verzorging .......................................................................... 27 3.8.2 Best practices mantelzorg ........................................................................ 28 3.9 Allergenenwetgeving .......................................................................................................................29 Bijlage 1 Gespreksleidraad bewoners en mantelzorgers ........................................................................30 Bijlage 2 Gespreksleidraad eerstverzorgenden (EVV-ers) en locatiemanagers .....................................32 Bijlage 3 Format verwerken resultaten en reactie instelling ....................................................................34
Verkenning ‘regels en kwaliteit van leven in verpleeghuizen’, NPCF 2014
3
1
Aanleiding, onderzoeksvragen en plan van aanpak
1.1 Aanleiding Waar kwetsbare mensen wonen gelden regels om de veiligheid te borgen en ongelukken te voorkomen. Dat is op zich een goede zaak maar regels kunnen ook gaan knellen. Bijvoorbeeld als de focus van verpleeghuizen primair ligt op het vermijden van risico’s ten koste van de eigen regie en kwaliteit van leven van verpleeghuisbewoners. Maatwerk per bewoner ontbreekt en er zijn uniforme regels die gelden voor alle bewoners. Het gaat dan over regels die bepalen dat bewoners niet van de afdeling mogen, de badmat die standaard weg moet, persoonlijke spullen die achter slot en grendel moeten, maaltijdbereiding volgens HACCP-regels, etc. Met de focus op het vermijden van risico’s ontstaat de situatie dat elk incident aanleiding is voor het maken van een nieuwe regel.
In de brief van de staatssecretaris over de hervorming van de langdurige zorg wordt gesteld dat de vormgeving van de kern-AWBZ anders moet. Meer gericht op het normale leven dat de bewoner gewend was met ruimte voor maatwerk:
Kwaliteit in de kern-AWBZ kan sterk verbeterd worden als de zorg zich meer richt op het normale leven dat een cliënt gewend was te leiden. Het is belangrijk dat de zorgverlener met de cliënt serieus de dialoog aangaat over diens wensen over de inrichting van zijn leven en de zorg die daarvoor nodig is. Het koppelen van informele zorg aan formele zorg hoort daar een onderdeel van te zijn. Het zorgplan wordt dan meer vanuit het perspectief van de cliënt, eventueel met ondersteuning, opgesteld en wordt meer transparant naar cliënt en/of verwanten. Kwaliteit kan ook verhoogd worden als professionals meer de ruimte wordt geboden voor het leveren van maatwerk. Het zou goed zijn als er meer aandacht is voor mogelijkheden die het welbevinden van de cliënt positief beïnvloeden.1
Crux is de omslag van uniforme regels voor risicobeheersing naar individuele afspraken over risico’s en kwaliteit van leven. Maar hoe komen we daar? Wat verstoort de eigen regie van mensen? Wat zijn de regels die in de weg staan? Daarom deze inventarisatie.
1.2 Onderzoeksvragen De centrale onderzoeksvragen voor deze inventarisatie zijn: 1. Welke regels worden door bewoners van verpleeghuizen en hun mantelzorgers als belemmerend ervaren voor de eigen regie en kwaliteit van leven? 2. Welke regels worden door eerst verzorgenden (EVV-ers) en (locatie)managers in verpleeghuizen ervaren als belemmerend voor de eigen regie en kwaliteit van leven van bewoners? 3. Wat is de herkomst van de regels die als belemmerend worden ervaren? a. collectieve regels zoals infectiepreventie, HACCP, huisregels en collectieve vrijheidsbeperkende maatregelen b. individuele maatregelen 1
Hervorming van de langdurige ondersteuning en zorg, bijlage van de brief Hervorming langdurige zorg, 25 april
2013 Verkenning ‘regels en kwaliteit van leven in verpleeghuizen’, NPCF 2014
4
1.3 Plan van aanpak De volgende drie stappen zijn doorlopen: •
De eerste stap van de inventarisatie is het face to face bevragen van bewoners en mantelzorgers van vijf verpleeghuizen. Voor het bevragen van de bewoners en mantelzorger is gebruik gemaakt van een gespreksleiddraad (zie bijlage 1). Per organisatie zijn acht verpleeghuisbewoners en/of mantelzorgers bevraagd door NPCF. In totaal zijn de ervaringen van 39 verpleeghuisbewoners en mantelzorgers in kaart gebracht en gebundeld.
•
Tweede stap van de inventarisatie is het face to face bevragen van EVV-ers en (locatie)managers. Voor het bevragen van de EVV-ers en (locatie)managers is gebruik gemaakt van een gespreksleiddraad (zie bijlage 2). Per locatie zijn 1 EVV-en 1 (locatie)manager bevraagd. In totaal zijn de ervaringen van vijf EVV-ers, vijf (locatie)managers en één coach in kaart gebracht en gebundeld. Voor het bundelen en de terugkoppeling is gebruik gemaakt van een format (zie bijlage 3).
•
Laatste stap van de inventarisatie is het analyseren, bundelen en voorleggen van de ervaringen van bewoners, mantelzorgers en EVV-ers aan de locatiemanagers van de betrokken verpleeghuizen, Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Aan de deelnemende verpleeghuizen zijn de gebundelde belemmeringen voorgelegd en is gevraagd om een schriftelijke reactie over de herkomst en het doel van de regels die als belemmerend worden ervaren. Deze reacties zijn verwerkt in dit rapport.
De werving van de vijf verpleeghuizen heeft in overleg met VWS plaatsgevonden. Er zijn vijf organisaties geselecteerd die variëren in omvang en ligging. Doel hiervan was een zo breed mogelijke oriëntatie. Van de vijf geselecteerde organisaties zijn er twee grotere en drie kleinere organisaties. Drie organisaties komen uit een landelijk en twee uit een stedelijk gebied.
1.4 Leeswijzer Dit rapport heeft 3 hoofdstukken. In het eerste hoofdstuk staan de aanleiding, onderzoeksvragen en werkwijze beschreven. In hoofdstuk twee wordt een samenvatting gegeven van de belangrijkste regels en de invloed van cultuur. Daarnaast bevat dit hoofdstuk aanbevelingen. In de hoofdstuk 3 wordt per thema een uitgebreid overzicht gegeven van de collectieve regels en individuele maatregelen die door bewoners, mantelzorgers, eerst verantwoordelijk verzorgenden en (locatie)managers als belemmerend worden ervaren voor de eigen regie en kwaliteit van leven van bewoners. Daarnaast wordt een overzicht gegeven van de herkomst en doel van collectieve regels en individuele maatregelen die als belemmerend worden ervaren voor de eigen regie en kwaliteit van leven van bewoners.
De resultaten van deze verkenning zullen worden gebruikt als bouwstenen voor de werksessies van IGZ en VWS met verpleeghuizen. Tijdens de werksessie gaan partijen met elkaar in gesprek op basis van de door NPCF in kaart gebrachte ervaringen van bewoners, mantelzorgers en professionals. Problematiek wordt geanalyseerd en er worden oplossingen benoemd om te komen tot individuele afspraken in het zorgleefplan over risico’s, eigen regie en kwaliteit van leven.
Verkenning ‘regels en kwaliteit van leven in verpleeghuizen’, NPCF 2014
5
2
2.1
Samenvatting en aanbevelingen
Samenvatting
Dit rapport gaat over regels die bewoners van verpleeghuizen als belemmerend ervaren en de herkomst van deze regels. Behalve regels heeft de cultuur in een verpleeghuis, op de afdeling of zelfs per medewerker ook een grote invloed op belemmeringen die bewoners ervaren. Bijvoorbeeld in hoeverre er een cultuur heerst die het mogelijk maakt dat van regels kan worden afgeweken.
De invloed van cultuur
De beste die hier werken hebben geen regels nodig. Die hebben gevoel. Mantelzorger
Zonder dat ik het uit hoef te leggen weten ze wat oma wil. Dan vertellen ze bijvoorbeeld dat ze oma een nat washandje na het eten geven om haar handen schoon te maken, En dan denk ik, dat klopt. Dat is precies oma. Ze kijken echt naar haar. Mantelzorger
Ze wilde niet eten en we hadden afgesproken dit te respecteren. En toen kreeg ze toch maaltijdvervangers. Dit had de contactverzorgende met de diëtiste besproken. Onze contactverzorgende vond dat dat hoorde. De patiënt heeft de regie, maar dat was hier niet zo. Mantelzorger
Het is hier flexibel. Dat is fijn want dan voel je je eerder op je gemak dan wanneer het zo’n streng gedoe is. Bewoner
Regels omtrent persoonlijke verzorging Ieder verpleeghuis heeft eigen interne regels omtrent de ochtend en avondzorg. Bij het ene huis worden bewoners op vaste tijden geholpen en bij het andere huis binnen een bepaalde tijdsperiode. Ook regels omtrent douchen zijn wisselend. Bijvoorbeeld de gewoonte een keer per week douchen tot geen regels over frequentie van douchen. Bewoners ervaren regels als beperkend als er nooit van kan worden afgeweken. Bijvoorbeeld een keer extra douchen als mensen zich vies voelen.
Regels omtrent vrijheidsbeperking Het zijn interne regels van de instelling die bepalen in hoeverre bewoners zonder begeleiding de afdeling mogen verlaten. Vaak heeft dit te maken met of er een codeslot op de afdeling of bij de uitgang van het verpleeghuis is. Vooral voor nieuwe bewoners en bewoners met een sterke drang om afdeling of verpleeghuis te verlaten zijn deze regels beperkend. Het CIZ beoordeelt of opname in een Bopz-aangemerkte instelling aan de orde is op grond van artikel 60 van de 'Wet Bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen' (Bopz). Een Bopz-indicatie is toereikend voor bewoners die geen bereidheid en geen bezwaar tonen tegen de opname of het verblijf. Wanneer een bewoner wel bezwaar toont dient een inbewaringstelling (IBS) of rechtelijke machtiging Verkenning ‘regels en kwaliteit van leven in verpleeghuizen’, NPCF 2014
6
(RM) te worden aangevraagd. Een bewoner die een Bopz-indicatie van het CIZ heeft en de instelling wil verlaten, mag niet zomaar op een gesloten afdeling worden geplaatst. Daarvoor is een RM noodzakelijk.
Regels omtrent sociale contacten Interne regels over het ontvangen van bezoek zijn voor alle verpleeghuizen in de verkenning hetzelfde: geen vaste bezoektijden en bewoners kunnen kiezen waar zij hun bezoek ontvangen. Voor wat betreft op bezoek gaan zijn de regels voor somatische en PG-afdelingen verschillend. Dit hangt samen met de hiervoor beschreven regels omtrent vrijheidsbeperking.
Regels omtrent activiteiten Iedere instelling in de verkenning heeft interne regels over activiteiten in de instelling. Op PGafdelingen worden activiteiten aangeboden in de huiskamer. Daarnaast worden activiteiten aangeboden in activiteitenruimten voor zowel PG-afdelingen als somatische afdelingen. Het is verschillend per verpleeghuis en soms ook per activiteit of betaald moet worden voor activiteiten. In de weekenden zijn er weinig tot geen activiteiten. Met name de bewoners die zonder begeleiding niet van de afdeling af mogen ervaren belemmeringen wanneer de activiteiten in de huiskamer niet aansluiten bij hun behoeften. Ook ervaren bewoners belemmeringen in het weekend omdat er dan nagenoeg geen activiteiten zijn. Sommige bewoners waarbij de instelling tegen betaling activiteiten aanbiedt ervaren financiële beperkingen. Voor wat betreft activiteiten buiten de instelling zijn er verschillende regels voor PG-afdelingen en somatische afdelingen. Dit hangt samen met de hiervoor beschreven regels omtrent vrijheidsbeperking.
Regels omtrent wonen Verpleeghuizen hanteren verschillende interne regels m.b.t. inrichting van kamers. Bijvoorbeeld wel of niet de muren schilderen of gaten boren. Regels over de vloerbedekking en voldoende ruimte om een bewoner te verzorgen komen voort uit externe ARBO regels. Regels gaan knellen als bewoners hun kamer niet zo kunnen inrichten als ze zelf willen en zich daardoor niet thuis voelen.
Regels omtrent schoonmaak Verpleeghuizen hanteren interne regels ten aanzien van de frequentie van schoonmaken van kamers en het niet schoonmaken van volle vensterbanken. Daarnaast maakt bij sommige huizen de verzorging schoon en bij andere huizen een schoonmaakteam. Bij het huis waar de verzorging schoonmaakt, krijgen sommige bewoners op aanvraag extra schoonmaak van een ‘schoonmaakster’. Bewoners ervaren het als belemmerend als hun kamers niet goed wordt schoon gemaakt.
Regels omtrent hygiëne De richtlijnen van de Werkgroep Infectie-preventie (WIP) worden door verpleeghuizen verschillend ingevuld. Zo hanteren sommige verpleeghuizen strikte regels voor het schoonmaken van de afdelingen. Bijvoorbeeld dagelijks schoonmaken van wasmanden of koelkasten die op verschillende schoonmaaklijsten staan (dagelijks, wekelijks, maandelijks). Vaak wordt gewerkt met afvinklijstjes. De strikte regels voor het schoonmaken van afdelingen kosten veel tijd waardoor er minder tijd is voor de Verkenning ‘regels en kwaliteit van leven in verpleeghuizen’, NPCF 2014
7
verzorging en ondersteuning van bewoners.
Regels omtrent het schade toebrengen met materialen In sommige verpleeghuizen mogen geen spullen op de wastafel staan en moeten toiletspullen zoals verzorgingsproducten en make up in (afgesloten) kastjes worden opgeborgen om te voorkomen dat bewoners zichzelf schade toebrengen. IGZ vraagt verpleeghuizen om een risicoafweging te maken. Dit betekent dat instellingen zelf moeten afwegen of het opbergen van toiletspullen in (afgesloten) kastjes noodzakelijk is. Voor bewoners met PG-problematiek betekent het opbergen in (afgesloten) kastjes dat zij hun spullen niet meer kunnen vinden.
Regels omtrent eten en drinken Met betrekking tot eten en drinken hanteren verpleeghuizen eigen interne regels en HACCP regels. Zo zijn er interne regels over tijdstip, plaats en keuzes van eten. Deze regels worden door bewoners als belemmerend ervaren als er nooit van kan worden afgeweken. Daarnaast mogen bewoners of mantelzorgers regelmatig zelfgemaakte traktaties niet uitdelen en moeten ze eten voor in de gezamenlijke koelkast stickeren. Dit zijn deels HACCP regels en deels intern opgelegde regels. De HACCP regels zijn vanuit een Europese verordening opgesteld door de branches en getoetst door de NVWA. Instellingen mogen ook zelf een plan opstellen. Vrijwel alle instellingen kiezen echter voor het volgen van de HACCP.
Regels omtrent mantelzorg en vrijwilligers Bij alle deelnemende verpleeghuizen kunnen mantelzorgers helpen bij de verzorging. Voor het overnemen van complexe zorgtaken verschillen de interne regels per verpleeghuis. In sommige verpleeghuizen mogen mantelzorgers met ervaring in de zorg een complexe zorgtaak zelf uitvoeren en andere mantelzorgers met begeleiding van een verzorgende. In andere verpleeghuizen wordt per complexe zorgtaak individueel bekeken of het veilig is. Zo niet, dan volgt er eerst een ‘scholing’ aan de mantelzorger. Bij een ander verpleeghuis moet bij een complexe zorgtaak altijd de verzorging worden gebeld. Mantelzorgers ervaren alleen belemmeringen als niet van afspraken kan worden afgeweken. Daarnaast geven sommige mantelzorgers aan het gevoel te hebben dat er steeds meer van ze wordt verwacht. Bij alle huizen mogen vrijwilligers geen lijfgebonden zorg geven. Wetgeving staat het verlenen van mantelzorg en vrijwilligerswerk niet in de weg. Ook de op landelijk niveau ontwikkelde handreikingen en protocollen doen dat niet. Bij vrijwilligers is wel bepalend wat iemand kan. Overige regels met betrekking tot mantelzorg en vrijwilligers worden door huizen zelf bepaald.
Allergenenwetgeving Twee verpleeghuizen geven aan dat vanaf december 2014 de allergenenwetgeving in werking treedt. Deze wet bepaalt dat verpleeghuizen moeten kunnen aantonen wat de ingrediënten zijn van alle voeding. Medewerkers verwachten dat dit gevolgen heeft. Voedingsmiddelen van buiten de instelling moeten goed worden gecontroleerd. Maaltijden bewaren en opnieuw verwerken in andere maaltijden wordt onmogelijk. Zelf koken wordt lastiger, omdat je van alle maaltijden moet kunnen aantonen wat er precies in zit. Nadeel voor bewoners zal zijn dat het naleven van de wet tijd kost die niet aan bewoners kan worden besteed. Verkenning ‘regels en kwaliteit van leven in verpleeghuizen’, NPCF 2014
8
2.2 Aanbevelingen Het overzicht van regels en de invloed van cultuur hierop, leidt tot een aantal aanbevelingen. Per aanbevelingen geven we aan wat betrokken partijen kunnen doen.
•
Uit de inventarisatie blijkt dat verschillende regels en richtlijnen die van bovenaf worden opgelegd verschillend worden geïnterpreteerd en doorgevoerd. Bijvoorbeeld de HACCP regels of hygiëneregels. Voor sommige thema’s, zoals verstrekken van medicatie, zijn strakke regels noodzakelijk. Voor veel thema’s zijn strakke regels minder noodzakelijk en heeft het de voorkeur om afdelingen kaders te geven waarbinnen ze moeten werken. Afdelingen en bewoners hebben vervolgens de ruimte om van regels af te kunnen wijken. -
IGZ, NVWA en VWS: Hoe regels worden gecommuniceerd heeft een grote invloed op hoe deze vervolgens worden doorvertaald. Het is belangrijk om hier bewust van te zijn. Wanneer het wenselijk is dat regels strak worden gehanteerd, dient dat ook zo te worden gecommuniceerd. Wanneer ruimte voor interpretatie op de werkvloer gewenst is, dient dit ook duidelijk te worden gecommuniceerd door organisaties die regels opleggen.
-
IGZ, NVWA en verpleeghuizen: Verpleeghuizen en organisaties die regels opleggen dienen goed met elkaar af te stemmen wat onder de regel wordt verstaan en hoe strak deze dient te worden doorgevoerd. Dit ter voorkoming van het onterecht inperken van mogelijkheden voor bewoners.
-
Verpleeghuizen: Voor veel thema’s, zoals persoonlijke verzorging of activiteiten, geldt dat het wenselijk is dat verzorgenden in overleg met bewoners tot individuele afspraken komen. Het is niet wenselijk dat dit vooraf wordt dichtgetimmerd met regels. Geef afdelingen kaders waarbinnen ze moeten werken. Laat verzorgenden vervolgens individuele afspraken maken met bewoners en mantelzorgers en leg deze afspraken vast in het zorgleefplan.
•
Cultuur in een verpleeghuis, afdeling of zelfs per medewerker heeft een grote invloed op belemmeringen die bewoners ervaren. Ondanks dat het niet makkelijk is om een bestaande cultuur te veranderen is het voor bewoners belangrijk om wel hierin te investeren. -
Verpleeghuizen: inventariseer per afdeling welke invloed cultuur heeft op belemmeringen die bewoners ervaren. Investeer zo nodig in het veranderen van de cultuur. Dit kan op afdelingsniveau maar ook op verzorgenden niveau wenselijk zijn.
-
IGZ, NVWA: Let bij inspectiebezoeken ook op de heersende cultuur. Cultuur heeft namelijk een grote invloed op belemmeringen die bewoners ervaren.
Verkenning ‘regels en kwaliteit van leven in verpleeghuizen’, NPCF 2014
9
3
Resultaten
3.1
Regels omtrent persoonlijke verzorging
3.1.1
Ochtend en avondzorg: vast of variabel tijdstip
Regels Bij de verpleeghuizen in de verkenning verschillen de regels bij het opstaan en naar bed gaan tussen de somatische en psychogeriatrische (PG-)afdeling.
Bij PG-afdelingen wordt voor wat betreft het opstaan en naar bed gaan zoveel mogelijk het ritme van de bewoners gevolgd. Dit is niet altijd volledig mogelijk vanwege bezetting op afdelingen. Voor de bewoners op de PG-afdelingen zijn er geen vaste tijden voor de verzorging bij het opstaan en naar bed gaan. Voor de bewoners van de somatische afdelingen in deze verkenning gelden wel regels.
De regels op de somatische afdelingen in de verkenning variëren: •
Een vast tijdstip voor opstaan en naar bed gaan voor alle bewoners.
•
Een vast tijdstip voor alleen de bewoners die om medische redenen zoals bijvoorbeeld diabetesmedicatie op een bepaalde tijd moeten worden geholpen.
•
Een tijdsperiode waarbinnen bewoners worden geholpen, bijvoorbeeld ’s morgens tussen 7.30 en 10.30 uur.
Ervaren belemmeringen en herkomst Uit de verkenning blijkt dat interne regels over ochtend- en avondzorg op zich niet als belemmerend worden ervaren door bewoners. De regels gaan echter knellen wanneer er nooit van het schema kan worden afgeweken. Dat geldt zowel voor bewoners die op vaste als op variabele tijdstippen worden geholpen. Bewoners die op een vast tijdstip worden geholpen hebben af en toe de behoefte om wat later op te staan. Bewoners die op variabele tijdstippen worden geholpen hebben af en toe de behoefte om op een vast tijdstip te worden geholpen. Sommige bewoners voelen zich (onterecht) bezwaard als ze vragen om op een andere tijd te worden geholpen.
Voor alle verpleeghuizen in de verkenning geldt dat de regels over de ochtend- en avondzorg interne regels zijn.
Mijn vrouw is altijd vroeg wakker. Per dag wordt gekeken wanneer ze wordt verzorgd. Als ze namelijk nee zegt is het ook nee en hoef je het niet te proberen. Je kunt mijn vrouw niet aan een touwtje houden. Mantelzorger
Ik heb geen vast tijdstip waarop ik word geholpen, dat overleggen we. Soms wil ik nog even een uurtje blijven liggen. Niet alle verzorgenden vinden dat goed dan zeggen ze dat ze nog andere dingen moeten doen. De ene verzorgende is makkelijker dan de andere. Bewoner
Hoe laat mijn vrouw uit bed gaat is afhankelijk van de mensen die er zijn. Het werk gaat voor die Verkenning ‘regels en kwaliteit van leven in verpleeghuizen’, NPCF 2014
10
mensen voor. Het is afhankelijk van hoe zij het indelen. Mantelzorger
Ik voel me wel bezwaard als ik een andere tijd wil en daardoor het programma in de war schop. De verzorging vindt dat juist niet erg en zegt dat ik dat gewoon moet vragen. Bewoner
Ik krijg om 7.00 uur mijn medicijnen dat is afgesproken en gebeurt ook. Het is namelijk belangrijk dat ik op tijd mijn medicijnen krijg. Ook op tijd naar bed gaan is vanwege mijn ziekte belangrijk. Ook daar zijn afspraken over gemaakt die worden nagekomen. Bewoner
3.1.2
Aantal keer douchen
Regels Interne regels over het aantal keer douchen per week varieert: •
Er is een verpleeghuis in de verkenning waarbij voor alle bewoners de regel geldt één keer per week douchen tenzij anders wordt afgesproken.
•
Bij een ander verpleeghuis is twee keer per week douchen de standaard.
•
Er zijn ook huizen die geen vaste aantal douchebeurten hanteren. Zij maken individuele afspraken over persoonlijke verzorging in het zorgleefplan.
•
Bij de meeste instellingen is het beleid dat mensen zo min mogelijk in het weekend worden gedoucht in verband met personele bezetting.
Ervaren belemmeringen en herkomst Evenals voor het tijdstip van zorg geldt ook voor het aantal keer douchen dat niet de regels op zich als belemmerend worden ervaren, maar de onmogelijkheid om in sommige situaties van regels af te wijken. De regels over het aantal keer douchen zijn interne regels van verpleeghuizen.
De verpleging kijkt hoe het uitkomt. Dat geldt ook voor de manier waarop de verzorging wordt gegeven. Toen ik een keer helemaal bezweet was werd ik geholpen met een washandje terwijl ik gedoucht wilde worden. Bewoner
Zolang mijn man niet stinkt bepaalt hij zelf of hij gewassen wil worden. Mantelzorger
Een keer per week douchen is normaal. Ik wil drie keer per week. Dat kan nu. De frequentie heeft te maken met regelingen van bovenaf wat je mag krijgen (ZZP). Bewoner
Verkenning ‘regels en kwaliteit van leven in verpleeghuizen’, NPCF 2014
11
3.1.3
Best practices verzorging
Er zijn geen vaste tijden qua opstaan of naar bed gaan. Bewoners kunnen naar wens per dag of vooraf aangeven hoe laat zij geholpen willen worden. Er is geen vaste volgorde van opstaan, aankleden en ontbijten. Ontbijten kan in pyjama of nadat de verzorging geholpen heeft met aankleden. Bewoners die niet in pyjama willen ontbijten worden voor het ontbijt gewassen en aangekleed. Bewoners bepalen zelf hoe hun zorg eruit ziet. Als bewoners bijvoorbeeld niet willen douchen dan hoeft dat niet. Uitzondering is als mensen erg vies zijn. Bewoners die om medische redenen op bepaalde tijden moeten worden geholpen, maken hier vooraf afspraken over. Deze afspraken worden nagekomen.
Verkenning ‘regels en kwaliteit van leven in verpleeghuizen’, NPCF 2014
12
3.2
Regels omtrent vrijheidsbeperkingen
3.2.1
Mobiliteit binnen het verpleeghuis
Regels Voor alle somatische bewoners in de verkenning geldt dat er geen regels en afspraken zijn over het verlaten van de afdeling. Regels voor de bewoners van de PG-afdelingen verschillen per verpleeghuis: •
Bewoners mogen niet zonder begeleiding van de afdeling.
•
Bewoners mogen wel zonder begeleiding van de afdeling.
Bij de verpleeghuizen in de verkenning waar de bewoners de afdeling niet mogen verlaten is op elke afdeling een codeslot. Bij de verpleeghuizen waar bewoners de afdeling wel zelfstandig kunnen verlaten is er bij de uitgang een codeslot of receptionist die toezicht houdt. Bewoners die in een huis wonen met een codeslot bij de uitgang, hebben meer bewegingsvrijheid. Of de plaats van het codeslot, op de afdeling of bij de uitgang is, wordt veelal bepaald door de indeling van het gebouw.
Ervaren belemmeringen en herkomst Verschillende bewoners die de afdeling niet zonder begeleiding kunnen verlaten ervaren dit als belemmerend. Met name de bewoners die pas naar het verpleeghuis zijn verhuisd en zich nog relatief goed kunnen oriënteren. Daarnaast leidt het voor alle bewoners die niet zelfstandig van de afdeling kunnen tot een beperking van hun activiteiten.
Het CIZ beoordeelt of opname in een Bopz-aangemerkte instelling aan de orde is op grond van artikel 60 van de 'Wet Bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen' (Bopz). Een Bopz-indicatie is toereikend voor bewoners die geen bereidheid en geen bezwaar tonen tegen de opname of het verblijf. Wanneer een bewoner wel bezwaar toont dient een inbewaringstelling (IBS) of rechtelijke machtiging (RM) te worden aangevraagd. Een bewoner die een Bopz-indicatie van het CIZ heeft en de instelling wil verlaten, mag niet zomaar op een gesloten afdeling worden geplaatst. Daarvoor is een RM noodzakelijk.Ook hebben interne regels en bouw van het verpleeghuis invloed op mobiliteit van bewoners binnenshuis.
Mijn moeder was in het begin te goed voor de gesloten afdeling. Ze mocht niet naar buiten of alleen naar beneden. Dat was eerst anders verteld maar toen het puntje bij paaltje kwam kon het niet. Ze zat veel in haar eigen kamer omdat ze in de huiskamer zag hoe ze ook zou worden. Ze werd er verdrietig van. We hebben dit besproken maar het was een regel die niet kon worden veranderd. Mantelzorger
Mijn moeder heeft veel onrust en ze loopt veel. Het rondje wat ze mag lopen snapt ze. Voor mijn moeder is het prettig dat het rondje groter is, maar dat ze niet alleen naar buiten mag. Die beperking is goed voor haar. Mantelzorger
Bewoners kunnen in huis rondlopen en ook elkaars woningen in. Op sommige woningen worden de deurkrukken eruit gehaald, zodat andere bewoners niet binnen kunnen komen. Het werd namelijk te onrustig op de groep. Mantelzorger
Verkenning ‘regels en kwaliteit van leven in verpleeghuizen’, NPCF 2014
13
3.2.2
Mobiliteit buiten het verpleeghuis
Regels Voor de bewoners op de PG-afdelingen van alle verpleeghuizen in de verkenning gelden de volgende regels: •
Bewoners mogen zonder begeleiding van mantelzorger, vrijwilliger of professionals het verpleeghuis niet verlaten.
•
Bewoners zonder Bopz-verklaring maar die wel op een gesloten afdeling wonen, mogen het verpleeghuis zonder begeleiding verlaten.
Bewoners van somatische afdelingen mogen in principe het verpleeghuis verlaten wanneer ze willen. Bij sommige bewoners wordt een individuele afspraak gemaakt. Bijvoorbeeld als ze niet goed met hun elektrische rolstoel overweg kunnen en het te gevaarlijk is als ze alleen naar buiten gaan.
Ervaren belemmeringen en herkomst Voor bewoners met een sterke drang om zonder toezicht naar buiten te gaan wordt de regel als beperkend ervaren. Tegelijkertijd geven verschillende mantelzorgers, van de verpleeghuisbewoners die niet zonder begeleiding van de afdeling mogen, aan dat de drang om zonder toezicht naar buiten te gaan beperkt is.
Het CIZ beoordeelt of opname in een Bopz-aangemerkte instelling aan de orde is op grond van artikel 60 van de 'Wet Bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen' (Bopz). Een Bopz-indicatie is toereikend voor bewoners die geen bereidheid en geen bezwaar tonen tegen de opname of het verblijf. Wanneer een bewoner wel bezwaar toont dient een inbewaringstelling (IBS) of rechtelijke machtiging (RM) te worden aangevraagd. Een bewoner die een Bopz-indicatie van het CIZ heeft en de instelling wil verlaten, mag niet zomaar op een gesloten afdeling worden geplaatst. Daarvoor is een RM noodzakelijk. Ik mag gewoon zelf in mijn rolstoel op pad. Mijn buurman niet omdat die helemaal niet met zijn elektrische rolstoel te vertrouwen is. Bewoner
Ik kan overal naartoe met mijn rolstoel waar ik naartoe wil. Ik kan ook op alle momenten dat ik wel wil op pad. Dan ga ik bijvoorbeeld naar het winkelcentrum. Bewoner
Ik kan niet zelf naar buiten omdat ik iemand nodig heb die mij duwt. Mijn vrouw is hier elke dag, dus dat is geen probleem. Bewoner
Als ik mijn vrouw mee naar buiten neem dan is dat mijn verantwoordelijkheid. Mantelzorger
Verkenning ‘regels en kwaliteit van leven in verpleeghuizen’, NPCF 2014
14
3.3
Regels omtrent sociale contacten
3.3.1
Op bezoek gaan
Regels Regels over op bezoek gaan verschillen tussen de somatische en PG-afdelingen: •
Voor alle somatische afdelingen geldt dat bewoners zelfstandig buiten het verpleeghuis bij iemand op bezoek mogen gaan.
•
Voor PG-afdelingen geldt dat dit alleen onder begeleiding mag.
Bij alle huizen is het de gewoonte dat bewoners het aan de verzorging melden als ze weggaan.
Ervaren belemmeringen en herkomst Voor zowel de somatische afdelingen als de PG afdelingen geldt dat er geen regels zijn omtrent tijden waarop mensen terug moeten zijn. Bij één huis ervaren mantelzorgers belemmeringen om bewoners later op de avond terug te brengen. Dit heeft meer met cultuur dan met regels te maken.
Het CIZ beoordeelt of opname in een Bopz-aangemerkte instelling aan de orde is op grond van artikel 60 van de 'Wet Bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen' (Bopz). Een Bopz-indicatie is toereikend voor bewoners die geen bereidheid en geen bezwaar tonen tegen de opname of het verblijf. Wanneer een bewoner wel bezwaar toont dient een inbewaringstelling (IBS) of rechtelijke machtiging (RM) te worden aangevraagd. Een bewoner die een Bopz-indicatie van het CIZ heeft en de instelling wil verlaten, mag niet zomaar op een gesloten afdeling worden geplaatst. Daarvoor is een RM noodzakelijk.
Er zijn geen regels m.b.t. meenemen. In het begin brachten we moeder soms om 21.30 thuis. Dan is hier de nacht al begonnen. Later kon wel. Niemand zei er iets van. Maar als je binnen kwam was het meteen klaar en naar bed. Mantelzorger
Ik neem mijn man nooit ergens mee naar toe. Ik durf het niet en het is mij ook afgeraden. Ik weet niet wat ik moet doen als hij niet meer terug wil en met mij mee naar huis wil. Ik hou het dan ook niet meer in de hand. Mijn zoon neemt mijn man weleens mee om te gaan wandelen. Hij heeft meer kracht en mijn man wil ook niet met hem mee naar huis. Mantelzorger
Na 22.00 uur thuis komen kan. Dan bel je de zuster en dan helpt die je om in bed te komen. Bewoner
3.3.2
Bezoek ontvangen
Regels Regels over het ontvangen van bezoek zijn voor somatische en PG-afdelingen hetzelfde. Voor alle verpleeghuizen in de verkenning geldt: •
Er zijn geen vaste bezoektijden.
•
Bewoners kunnen kiezen waar zij hun bezoek ontvangen.
Verkenning ‘regels en kwaliteit van leven in verpleeghuizen’, NPCF 2014
15
Ervaren belemmeringen en herkomst Op sommige afdelingen ervaren bewoners belemmeringen voor het ontvangen van bezoek. Deze belemmeringen komen niet voort uit de regels over het ontvangen van bezoek maar regels over andere zaken. Zo zijn er afdelingen in verpleeghuizen waar bezoek tijdens de maaltijd niet welkom is.
Je kunt wel bij het eten aanwezig zijn, maar dat is niet gebruikelijk. Je zou denk ik nog een bord met eten krijgen ook. Door de vaste etenstijden nemen we hem toch minder snel mee en komen we ook minder snel. Mantelzorger
Familieleden die vast komen, hebben een soort van sleutel waarmee ze zelf naar binnen kunnen. Je kunt altijd naar binnen. Er zijn geen bezoekuren. Mantelzorger
Mijn man kan kiezen waar hij zijn bezoek ontvangt. Op zijn eigen kamer, in de huiskamer of in het restaurant. Het liefst gaat hij met bezoek naar het restaurant. Mantelzorger
Verkenning ‘regels en kwaliteit van leven in verpleeghuizen’, NPCF 2014
16
3.4
Regels omtrent activiteiten
3.4.1
Activiteiten in de instelling
Regels De activiteiten verschillen tussen de somatische en PG-afdelingen van de verpleeghuizen in de verkenning. •
Op PG-afdelingen worden activiteiten aangeboden in de huiskamer.
•
Zowel op PG-afdelingen en op somatische afdelingen worden activiteiten aangeboden in activiteitenruimten. Het is verschillend per verpleeghuis en soms ook per activiteit in hoeverre moet worden betaald voor activiteiten.
•
In de weekenden zijn er geen/weinig activiteiten.
Ervaren belemmeringen en herkomst Met name de bewoners die zonder begeleiding niet van de afdeling af mogen ervaren belemmeringen wanneer de activiteiten in de huiskamer niet aansluiten bij hun behoeften. Ook ervaren bewoners belemmeringen in het weekend, omdat er dan nagenoeg geen activiteiten zijn. Sommige bewoners waarbij de instelling tegen betaling activiteiten aanbiedt ervaren financiële beperkingen.
Voor alle belemmeringen geldt dat ze het gevolg zijn van interne keuzes van de verpleeghuizen.
Ik voel mij op mijn eigen kamer meer thuis dan in de woonkamer. De woonkamer is zo saai. Er wordt haast niet gesproken. Ik praat graag. Een keer zei een man: als je nog één keer je mond open doet dan sla ik je. Dat maakt mij bang. Ik heb hier wel eens gezegd dat het een saaie boel is. Dan geven ze er weinig antwoord op. Ik zeg het ook vaak tegen mijn kinderen. Die zeggen dan dat ze niet kunnen praten. Bewoner
’s Morgens lees ik vaak de krant. Ik ben bij twee activiteitenclubs; sjoelen en plaatjes draaien. Daar ga ik elke week naar toe betaal ik tien euro per maand voor. Er zijn ook andere clubs zoals kaarten en breien maar daar doe ik niet aan mee. Op vrijdagmiddag is er in het restaurant een optreden van een koor of een muziekgroepje. Daar ga ik ook naar toe. Bewoner
Op zaterdag en zondag is geen opvang. Sommige mensen weten dan niet wat ze moeten. mantelzorger
De eerste twee maanden is mijn man geobserveerd. Daarna is samen met mij gekeken naar welke activiteiten bij mijn man passen. Ze hadden perfect gezien dat kienen en sjoelen niet voor mijn man is. mantelzorger
3.4.2
Activiteiten buiten de instelling
Regels De regels verschillen tussen bewoners van PG-afdelingen en somatische afdelingen. Bewoners van somatische afdelingen mogen zonder begeleiding naar activiteiten buitenshuis. Bewoners van PGVerkenning ‘regels en kwaliteit van leven in verpleeghuizen’, NPCF 2014
17
afdelingen met begeleiding van familie of vrijwilligers. Voor alle huizen geldt dat er weinig activiteiten buitenshuis worden georganiseerd. Aan deze activiteiten zit vaak ook een kostenplaatje.
Ervaren belemmeringen en herkomst Belemmeringen die mantelzorgers ervaren hebben naast aanbod ook vaak te maken met het ziekte gerelateerde gedrag van bewoners. Daarnaast beoordeelt het CIZ of opname in een Bopz-aangemerkte instelling aan de orde is op grond van artikel 60 van de 'Wet Bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen' (Bopz). Alleen een Bopz-indicatie is toereikend voor bewoners die geen bereidheid en geen bezwaar tonen. Wanneer een bewoner wel bezwaar toont dient een inbewaringstelling (IBS) of rechtelijke macht (RM) te worden aangevraagd.
Ik mocht haar dagelijks halen. Dan gingen we een rondje rijden. Dat kan nu niet meer. Mijn vrouw wil namelijk niet meer terug en is dan haast niet meer te ‘handelen’. Mantelzorger
Twee keer per week wandelt mijn man met een vrijwilliger. Mantelzorger
Verkenning ‘regels en kwaliteit van leven in verpleeghuizen’, NPCF 2014
18
3.5
Regels omtrent wonen
3.5.1
Inrichting van de eigen kamer
Regels Voor wat betreft de regels met betrekking tot het inrichten van de eigen kamer wordt er door verpleeghuizen geen onderscheid gemaakt tussen somatische- en PG-afdelingen. Wel verschillende de regels per verpleeghuis: •
De vloerbedekking moet glad zijn.
•
Bewoners mogen kamer naar eigen inzicht inrichten als er voldoende ruimte overblijft om de bewoner te verzorgen.
•
Er mogen geen gaten in de muur worden geboord.
•
Er mag geen eigen behang of verf op de muren.
Ervaren belemmeringen en herkomst Belemmeringen die bewoners en mantelzorgers ervaren hebben vaak te maken met het ‘tot thuis maken’ van de kamer. Wanneer de regels dermate strak zijn dat het voor bewoners niet mogelijk is om van hun kamer een eigen kamer te maken worden regels als belemmerend ervaren.
Regels over de vloerbedekking en voldoende ruimte om bewoner te verzorgen komen voort uit externe regels (ARBO). De overige regels zijn interne regels.
We hebben het ingericht zoals we dachten dat ze prettig zou vinden. Dat was ook zo. Toen ze voor het eerst binnen kwam zei ze ‘ik ben blij’. Mantelzorger
Ik beschouw dit als een kamer in een nonnenklooster. Het is niet te vergelijken met wat ik had. Zowel qua woning als qua grootte. Ik had de kamer liever ook vierkant gehad. Toen ik hier kwam mocht ik niet boren. Alles moest blijven zoals het was. Bewoner
Dit behang is niet mijn keuze. Ik heb de kleur nooit mooi gevonden. Maar ik heb er niets over gezegd. Het doet mij niets. Bewoner
Er zijn regels maar die zijn logisch. Zoals schilderijen ophangen aan een rails want het is niet toegestaan om gaten in de muur te boren. Ook moet er niet zoveel meubels staan dat verzorgenden hun werk niet kunnen doen. Mantelzorger
Verkenning ‘regels en kwaliteit van leven in verpleeghuizen’, NPCF 2014
19
3.5.2
Best practices wonen
Bewoners hebben een eigen appartement met kast, koelkast, aanrechtblok, gescheiden woon/slaapkamer met schuifdeur en badkamer. Er zijn geen regels met betrekking tot de inrichting, zolang het voor de bewoners veilig is. Laminaat of vinyl is bijvoorbeeld niet verplicht, maar als iemand een verhoogd risico op vallen heeft, wordt het wel aangeraden. Per bewoner wordt gekeken of een hoog-laagbed noodzakelijk is of dat iemand zijn eigen bed mee kan nemen.
Verkenning ‘regels en kwaliteit van leven in verpleeghuizen’, NPCF 2014
20
3.6
Regels omtrent hygiëne en schade toebrengen met materialen
3.6.1
Schoonmaak van de kamer
Regels Voor wat betreft de regels met betrekking tot schoonmaak van de kamers wordt er geen onderscheid gemaakt tussen somatische- en PG-afdelingen. Regels verschillen per verpleeghuis: •
Frequentie van schoonmaak van de kamer varieert van één keer per week tot dagelijks langslopen door het schoonmaakteam.
•
Schoonmaak wordt gedaan door verzorging of een schoonmaakteam.
•
Bij het huis waar de verzorging schoonmaakt krijgen sommige bewoners op aanvraag extra schoonmaak van een ‘schoonmaakster’.
•
Volle vensterbanken worden niet schoon gemaakt.
Ervaren belemmeringen en herkomst Belemmeringen die bewoners ervaren hebben te maken met het niet goed schoonmaken van de kamer. Bijvoorbeeld het niet mogen schoonmaken van bepaalde plekken (bv. binnenkant van kasten). Daarnaast ervaren vooral bewoners van PG-afdelingen dat zij spullen die eerst op de wastafel stonden niet meer kunnen vinden.
Verpleeghuizen maken interne keuzes over de uitvoer van de schoonmaak van de kamer. De regels over de hygiëne zijn afkomstig van de van de Werkgroep Infectie-preventie (WIP) en worden door verpleeghuizen verschillend ingevuld. Als je hier voor vast zit krijg je een half uur schoonmaak per week. Ze gaan overal langs en zetten niks aan de kant. Bewoner
Alles wat je op de vensterbank neerzet moet je zelf schoonmaken. Bewoner
Op vrijdag wordt er schoon gemaakt. Ik zeg altijd: ’’zuster als ik in de weg zit dan moet je het zeggen’’. Bewoner
Ze mogen niet in de kast poetsen vanwege privacy. Dan zorg ik dat ik er ben en dan vraag ik het. Dan doen ze het wel even. Mantelzorger 3.6.2
Schoonmaak van de afdeling
Regels Bij sommige verpleeghuizen zijn er bepaalde hygiëneregels die voor afdelingen gelden: •
Wasmanden moeten dagelijks worden schoon gemaakt.
•
De koelkast staat op drie schoonmaaklijsten (dagelijks, wekelijks en maandelijks).
•
Afvinklijstjes voor schoonmaak van bijvoorbeeld het toilet.
Verkenning ‘regels en kwaliteit van leven in verpleeghuizen’, NPCF 2014
21
Ervaren belemmeringen en herkomst Het naleven van hygiëneregels kost veel tijd. Tijd die medewerkers niet kunnen besteden aan directe zorg voor bewoners. Door verschillende medewerkers wordt aangegeven dat de hygiëneregels leiden tot een veelheid van aftekenlijsten. Ook wordt door medewerkers gewezen op het risico dat de aftekenlijsten leiden tot ‘schijnhygiëne’. Zo kan toilet kort nadat het schoongemaakt is sterk worden bevuild en bestaat het risico dat er wordt afgevinkt terwijl de handeling niet gedaan is.
Verpleeghuizen maken interne keuzes over de uitvoer van de schoonmaak van de afdeling. De regels over de hygiëne zijn afkomstig van de van de Werkgroep Infectie-preventie (WIP) en worden door verpleeghuizen verschillend ingevuld..
Het laatste jaar zijn er steeds meer regeltjes gekomen. De hygiëne is bijna tot in de puntjes geregeld maar ten koste van de bewoners. Resultaat is dat er meer mensen vallen omdat er minder toezicht is. Mantelzorger
De hygiëneregels leiden tot schoonmaken en administratie. Alles moet worden afgevinkt. Mantelzorger
3.6.3
Regels omtrent het schade toebrengen met materialen
Regels Bij sommige verpleeghuizen zijn op PG-afdelingen regels over het bewaren van verzorgingsproducten en make up: •
Op PG-afdelingen mogen vanwege de veiligheid verzorgingsproducten en make up niet op de wastafel worden bewaard maar alleen in (afgesloten) kastjes.
In sommige verpleeghuizen mogen geen spullen op de wastafel staan en moeten toiletspullen zoals verzorgingsproducten en make up in (afgesloten) kastjes worden opgeborgen om te voorkomen dat bewoners zichzelf schade toebrengen. IGZ vraagt verpleeghuizen om een risico afweging te maken. Dit betekent dat instellingen zelf moeten afwegen of het opbergen van toiletspullen in (afgesloten) kastjes noodzakelijk is. Voor bewoners met PG-problematiek betekent het opbergen in (afgesloten) kastjes dat zij hun spullen niet meer kunnen vinden.
Mijn vrouw heeft het heel haar leven belangrijk gevonden om er verzorgd uit te zien. Ook nu nog. Daarom is het voor haar heel vervelend dat de verzorgingsproducten in een afgesloten kastje moeten worden bewaard. Ze kan er nu zelf niet meer bij waardoor ze onrustig i steeds naar op zoek gaat. Mantelzorger
Make up, shampoo en dat soort dingen staan in een kastje. Dat vindt oma niet erg. Ze heeft altijd haar eigen make up tasje bij zich. Mantelzorger
Verkenning ‘regels en kwaliteit van leven in verpleeghuizen’, NPCF 2014
22
3.7
Regels omtrent eten en drinken
3.7.1
Tijdstip van eten en drinken
Regels De regels met betrekking tot tijden van eten variëren per verpleeghuis, maar kunnen ook per maaltijd variëren: •
Eten op een vast tijdstip.
•
Eten binnen een tijdsperiode.
Ervaren belemmeringen en herkomst Regels op het gebied van tijdstip van eten en drinken worden in principe niet als belemmerend ervaren. Maar ook hier geldt dat de regels gaan knellen als niet kan worden afgeweken van de regels. Bijvoorbeeld wat later ontbijten omdat je niet helemaal fit bent. Of wat later een boterham eten zodat je bezoek nog iets langer kan blijven. De regels zijn interne regels van de instellingen.
Soms neem ik oma mee rond lunchtijd. Dan geven ze haar gewoon later een boterham. Mantelzorger
Het is voor de verzorging makkelijk als iedereen om 18 uur gegeten heeft. Dan kunnen ze daarna zelf eten. Bewoner
Soms zijn de vaste eettijden lastig voor familie. Je kunt wel van de tijden afwijken, maar dat is lastig. Daar zitten ze niet echt op te wachten. Dat gevoel hebben wij. Mantelzorger
Tussen de middag eten we tussen 12 en 12.30. Dan weet iedereen hoe laat we eten. Als je iets te doen hebt kun je wel later eten. Bewoner
Regeltje 17 uur eten…vind ik niet erg, eigenlijk wel goed. Je kunt wel weg, maar dan moet je dat wel aangeven. Ze moeten toch voor het juiste aantal mensen koken. Bewoner
3.7.2
Plek van de maaltijden
Regels Bewoners die op een PG afdelingen wonen, eten meestal gezamenlijk in de huiskamer. Bijwoners van somatische afdelingen kunnen kiezen waar ze eten. Bijvoorbeeld de gezamenlijke huiskamer, eigen kamer of het restaurant. Soms hebben bewoners een vaste plek aan tafel.
Ervaren belemmeringen en herkomst Regels op het gebied van plek van eten en drinken worden alleen als belemmerend ervaren als niet kan worden afgeweken van de regels. De regels zijn interne regels van de instellingen. Verkenning ‘regels en kwaliteit van leven in verpleeghuizen’, NPCF 2014
23
Ik eet in de woonkamer. Dat vind ik gezellig. Ik weet niet of er regels zijn waar je mag eten. Bewoner Er wordt hier gezegd dat niemand een vaste plek heeft in het restaurant. Ik eet in de zaal met vier dames. Dat is heel gezellig. Bij de koffie ga ik steeds aan een andere tafel zitten. Zo leer ik mensen kennen. Als je elkaar dan tegenkomt dan maak je even een praatje. Dan ben je geen vreemden meer voor elkaar. Bewoner
We hebben een vaste plek aan tafel. Dat hebben we onderling geregeld. Bewoner
3.7.3
Keuze maaltijden
Regels Maaltijden worden op twee manieren bereid: •
Door een centrale keuken.
•
Koken op de afdeling.
Bij maaltijden die door een centrale keuken worden bereid kunnen bewoners meestal kiezen tussen twee of meer menu’s. Het moment van keuze is wisselend. Dit varieert van twee weken voor de maaltijd tot moment van uitserveren van de maaltijd. Wanneer op de afdeling wordt gekookt, wordt met inspraak van bewoners het menu bepaald. Soms lust een bewoner iets niet. Oplossingen variëren per verpleeghuis. Soms kan de maaltijd van de naastgelegen huiskamer worden genuttigd als bewoners iets niet lusten.
Ervaren belemmeringen en herkomst Regels op het gebied van keuze van maaltijden worden alleen als belemmerend ervaren als niet kan worden afgeweken van de regels. Bijvoorbeeld als bewoners iets niet lusten en er geen geschikte vervanging kan worden geregeld. Dit geldt alleen bij koken op de afdeling omdat er bij een centrale keuken keuze is uit meerdere maaltijden. Regels m.b.t. keuze van maaltijden zijn interne regels van organisaties, locaties en/of afdelingen.
Ik lust bijvoorbeeld geen spinazie, nou dan krijg ik bami van de buren. Bewoner
Ik houd van vlees, aardappelen en groente. Soms eten beide afdelingen iets van pasta of nasi. Dat lust ik niet. Dan krijg ik iets anders. Het ligt ook aan de verzorging in hoeverre er iets anders voor mij wordt gemaakt. Bewoner
Het eten krijgen we van een grote keten. Ik vind het niet lekker en het ziet er niet lekker uit. We eten omdat we moeten eten. Het zijn ook zulke grote bedrijven die dat leveren. Bewoner
Verkenning ‘regels en kwaliteit van leven in verpleeghuizen’, NPCF 2014
24
3.7.4
Zelf bereiden en meenemen van eten en drinken
Regels De regels met betrekking tot het zelf bereiden en meenemen van eten en drinken variëren. •
Er mag bij sommige huizen niet worden getrakteerd door mantelzorgers en bewoners op zelfgemaakte taart of andere gerechten.
•
Er mag bij sommige huizen niet worden getrakteerd door mantelzorgers en bewoners op voedingsmiddelen die niet door het verpleeghuis zelf zijn ingekocht.
•
Mensen met PG problematiek hebben over het algemeen geen kookplaatje op de eigen kamer. Vaak kunnen zij desgewenst onder begeleiding in de huiskamer koken.
•
Mensen met somatische problematiek hebben wisselend een kookplaatje op de eigen kamer. Het is wisselend in hoeverre het kookplaatje wordt gebruikt.
Ervaren belemmeringen en herkomst De regels rondom trakteren worden wel belemmerend gevonden. Zo mag je in sommige verpleeghuizen als bewoner de doos bonbons die je van bezoek hebt gekregen niet delen met andere bewoners. Of mag je als mantelzorger geen zelf gebakken taart uitdelen. De regels omtrent het uitdelen van traktaties en zelfgemaakte gerechten meenemen worden deels door de huizen zelf bepaald en deels vanuit de HACCP opgelegd.
Hier bemoeien ze zich helemaal niet mee. Ze hebben alleen liever niet dat je in de gemeenschappelijke ruimte zelf gebak meeneemt. Dat is voor de anderen mensen. Op de eigen kamer mag dat wel. Ik neem ook weleens haring mee. Mantelzorger
Ik zou niet snel alleen aardbeien voor mijn moeder meenemen. Dan voor iedereen. Mantelzorger
Mantelzorgers mogen niet zelf thuis een taart bakken en hiermee naartoe nemen om op te eten. Dit heeft te maken met het controleren van de houdbaarheidsdatum van de ingrediënten van de taart. EVV-er
Is dat een kookplaatje? Dat wist ik niet. Het ligt daar gewoon. Bewoner
Mijn vrouw heeft een elektrisch kookstel op haar kamer. Daar kan ik zelf iets kleins op bereiden. Ik neem ook weleens haring mee. Mantelzorger 3.7.5
Bewaren van voedsel
Regels •
Bewoners van somatische afdelingen hebben vaak een eigen koelkast op de kamer. Ze mogen daarin bewaren wat ze zelf willen. Zij en de mantelzorgers zijn zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de koelkast (houdbaarheid).
•
Voedsel dat wordt bewaard in de algemene keuken moet een sticker hebben met datum
Verkenning ‘regels en kwaliteit van leven in verpleeghuizen’, NPCF 2014
25
waarop het geopend is.
Ervaren belemmeringen en herkomst Producten in de algemene koelkast moeten worden gestickerd. Dit wordt door bewoners en mantelzorgers als belemmerend ervaren. Soms nemen medewerkers het stickeren over van bewoners en mantelzorgers. De regel met betrekking tot het stickeren van producten in de algemene koelkast is een HACCP-regel.
Over het gebruik van de koelkast zijn geen afspraken. Bewoner
De koelkast mag wel door bewoners worden gebruikt denk ik. Bewoner Mijn vriendin doet boodschappen. Vooral drank. Even een borreltje voor het eten. Daar doen ze niet moeilijk over. Ze hoeft geen eten te kopen. Dan moet je ook weer letten op de houdbaarheid enzo. Bewoner
Verkenning ‘regels en kwaliteit van leven in verpleeghuizen’, NPCF 2014
26
3.8
Regels omtrent mantelzorg en vrijwilligers
3.8.1
Helpen bij de verzorging
Regels Bij alle deelnemende verpleeghuizen kunnen mantelzorgers indien gewenst zorgtaken overnemen. Hier worden individuele afspraken over gemaakt of dit groeit zo. Met het overnemen van complexe zorgtaken (bv. tillift) wordt wisselend omgegaan: •
Mantelzorgers met ervaring in de zorg mogen complexe zorgtaak zelf uitvoeren, andere mantelzorgers met begeleiding van een verzorgende.
•
Bij complexe zorgtaak wordt altijd de verzorging gebeld.
•
Bij complexe zorgtaken wordt individueel bekeken of het veilig is. Zo niet, dan volgt er eerst een ‘scholing’ aan de mantelzorger.
Bij alle huizen mogen vrijwilligers geen lijfsgebonden zorg geven.
Ervaren belemmeringen en herkomst Mantelzorgers ervaren alleen belemmeringen als niet van afspraken kan worden afgeweken. Daarnaast geven sommige mantelzorgers aan het gevoel te hebben dat er steeds meer van ze wordt verwacht.
Wetgeving staat het verlenen van mantelzorg en vrijwilligerswerk niet in de weg. Ook de op landelijk niveau ontwikkelde handreikingen en protocollen doen dat niet. Bij vrijwilligers is wel bepalend wat iemand kan. Overige regels met betrekking tot mantelzorg en vrijwilligers worden door huizen zelf bepaald.
Ik kom dagelijks om half 10 en dan help ik mijn vrouw met ontbijt. Ik help ook een andere man, die zit aan de kop van de tafel. Ik hielp mijn vrouw toch al en toen zei ik tegen de verzorging. Zal ik die meneer ook helpen. Dan kunnen zij weer iets anders doen. Het is eigenlijk zo gegroeid. Mantelzorger
Als ik ’s morgens kom en mijn man nog niet gegeten heeft, dan maak ik zelf even iets klaar voor hem. Mantelzorger
Mijn dochters brengen me soms zelf naar bed. Ze werken zelf ook in de zorg. Dit is zo gegroeid, maar ik heb ook gevraagd of het mocht. Bewoner
Mijn vrouw mag alles. Als ik naar het toilet ga dan helpt ze mij met de tillift. Als ik naar huis ga dan spuit zij mij ook insuline. Bewoner
Ze proberen familie te betrekken. Bijvoorbeeld met strijken. Ik red dat niet meer. Ik heb mijn zus van 85, mijn zus van 88, een schoonzus van 88 en een zwager van 89. Zelf ben ik 83 en ben ik ziek geweest. Ik slaap slecht. Ik kan dat dus niet allemaal meer. Ik zou het wel willen. Mantelzorger
Verkenning ‘regels en kwaliteit van leven in verpleeghuizen’, NPCF 2014
27
3.8.2
Best practices mantelzorg
Mantelzorgers kunnen helpen in de dagelijkse zorg. Per bewoners en mantelzorger wordt bekeken wat de wensen zijn. Bijvoorbeeld helpen bij ontbijt of in en uit bed helpen. Wanneer de zorg complex is, wordt individueel bekeken of het veilig is. Zo niet, dan wordt de mantelzorger geschoold, zodat het wel veilig is.
Verkenning ‘regels en kwaliteit van leven in verpleeghuizen’, NPCF 2014
28
3.9
Allergenenwetgeving
Er zijn regels die niet onder één van bovenstaande thema’s vallen of onder meerdere thema’s vallen. Dit geldt voor de allergenenwetgeving. Deze wordt hieronder beschreven. Twee verpleeghuizen geven aan dat vanaf december 2014 de allergenenwetgeving in werking treedt. Deze wet bepaalt dat verpleeghuizen voor al hun voeding moeten kunnen aantonen wat de ingrediënten zijn. Medewerkers verwachten dat dit gevolgen heeft: •
Voedingsmiddelen van buiten de instelling moeten goed worden gecontroleerd.
•
Maaltijden bewaren en opnieuw verwerken in andere maaltijden wordt onmogelijk.
•
Zelf koken wordt lastiger, omdat je van alle maaltijden precies moet weten wat erin zit.
•
Naleven van de wet kost veel tijd die niet aan bewoners kan worden besteed.
Verkenning ‘regels en kwaliteit van leven in verpleeghuizen’, NPCF 2014
29
Bijlage 1
Gespreksleidraad bewoners en mantelzorgers
Ik wil met u praten over de regels in
. Zijn er dingen die u wel wilt, maar niet mag van het verpleeghuis? Bijvoorbeeld zelf koken, een kleed in uw kamer, etc.
B. Verzorging •
Gaat de persoonlijke verzorging op de manier zoals u dat wilt? Bij persoonlijke verzorging kunt u denken aan wassen, aankleden en tandenpoetsen.
•
Wat is de reden?
Als dit door regels komt: •
Heeft dit besproken met de instelling?
•
Gelden deze regels alleen voor u of voor iedereen?
A. Mobiliteit •
Gaat mobiliteit op de manier zoals u dat wilt? Bij mobiliteit kunt u denken aan de afdeling verlaten, naar buiten gaan of zelfstandig op de afdeling voortbewegen.
•
Wat is de reden?
Als dit door regels komt: •
Heeft u dit besproken met de instelling?
•
Gelden deze regels alleen voor u of voor iedereen?
C. Sociale contacten •
Gaan sociale contacten op de manier zoals u dat wilt? Bij sociale contacten kunt u denken aan bezoek ontvangen, op bezoek gaan bij anderen of zelf telefoneren.
•
Wat is de reden?
Als dit door regels komt: •
Heeft dit besproken met de instelling?
•
Gelden deze regels alleen voor u of voor iedereen?
D. Activiteiten •
Gaat zinvolle dagbesteding op de manier zoals u dat wilt? Bij zinvolle dagbesteding kunt u denken aan hobby’s en activiteiten die u graag doet.
•
Wat is de reden?
Als dit door regels komt: •
Heeft dit besproken met de instelling?
•
Gelden deze regels alleen voor u of voor iedereen?
E. Wonen •
Gaat wonen op de manier zoals u dat wilt? Bij wonen kunt u denken aan de inrichting van de woning, het indelen van de dag en privacy.
•
Wat is de reden?
Verkenning ‘regels en kwaliteit van leven in verpleeghuizen’, NPCF 2014
30
Als dit door regels komt: •
Heeft dit besproken met de instelling?
•
Gelden deze regels alleen voor u of voor iedereen?
F. Eten en drinken •
Gaat eten en drinken op de manier zoals u dat wilt? Bij eten en drinken kunt u denken aan het bereiden en nuttigen van de (brood)maaltijd of zelf eten bewaren.
•
Dat het niet gaat zoals u dat wilt, komt dat door regels?
Als dit door regels komt: •
Heeft dit besproken met de instelling?
•
Gelden deze regels alleen voor u of voor iedereen?
G. Mantelzorg •
Kan uw familie u helpen/ondersteunen op de manier zoals u dat wilt? Bij hulp/ondersteuning door familie kunt u denken aan u helpen bij het douchen of helpen bij het bereiden van de bij de maaltijd.
•
Wat is de reden?
Als dit door regels komt: •
Heeft dit besproken met de instelling?
•
Gelden de regels alleen voor u of voor iedereen?
Verkenning ‘regels en kwaliteit van leven in verpleeghuizen’, NPCF 2014
31
Bijlage 2
Gespreksleidraad eerstverzorgenden (EVV-ers) en locatiemanagers
In dit gesprek wil ik met u spreken over de regels die door u als EVV-er/locatiemanager als belemmerend worden ervaren voor de eigen regie en kwaliteit van leven van bewoners.
B. Verzorging •
Zijn er regels op het gebied van persoonlijke verzorging die u als belemmerend ervaart voor de eigen regie en kwaliteit van leven van bewoners?
•
Gelden deze regels voor iedereen (collectief) of zijn dit individuele maatregelen?
•
Wat is de herkomst van deze regels? o
Collectieve regels
o
Individuele regels
A. Mobiliteit •
Zijn er regels op het gebied van mobiliteit die u als belemmerend ervaart voor de eigen regie en kwaliteit van leven van bewoners?
•
Gelden deze regels voor iedereen (collectief) of zijn dit individuele maatregelen?
•
Wat is de herkomst van deze regels? o
Collectieve regels
o
Individuele regels
C. Sociale contacten •
Zijn er regels op het gebied van sociale contacten die u als belemmerend ervaart voor de eigen regie en kwaliteit van leven van bewoners?
•
Gelden deze regels voor iedereen (collectief) of zijn dit individuele maatregelen?
•
Wat is de herkomst van deze regels? o
Collectieve regels
o
Individuele regels
D. Activiteiten •
Zijn er regels op het gebied van zinvolle dagbesteding die u als belemmerend ervaart voor de eigen regie en kwaliteit van leven van bewoners?
•
Gelden deze regels voor iedereen (collectief) of zijn dit individuele maatregelen?
•
Wat is de herkomst van deze regels? o
Collectieve regels
o
Individuele regels
E. Wonen •
Zijn er regels op het gebied van wonen die u als belemmerend ervaart voor de eigen regie en kwaliteit van leven van bewoners?
•
Gelden deze regels voor iedereen (collectief) of zijn dit individuele maatregelen?
•
Wat is de herkomst van deze regels? o
Collectieve regels
Verkenning ‘regels en kwaliteit van leven in verpleeghuizen’, NPCF 2014
32
o
Individuele regels
F. Eten en drinken •
Zijn er regels op het gebied van eten en drinken die u als belemmerend ervaart voor de eigen regie en kwaliteit van leven van bewoners?
•
Gelden deze regels voor iedereen (collectief) of zijn dit individuele maatregelen?
•
Wat is de herkomst van deze regels? o
Collectieve regels
o
Individuele regels
G. Mantelzorg •
Zijn er regels op het gebied van mantelzorg die u als belemmerend ervaart voor de eigen regie en kwaliteit van leven van bewoners?
•
Gelden deze regels voor iedereen (collectief) of zijn dit individuele maatregelen?
•
Wat is de herkomst van deze regels? o
Collectieve regels
o
Individuele regels
Verkenning ‘regels en kwaliteit van leven in verpleeghuizen’, NPCF 2014
33
Bijlage 3
Format verwerken resultaten en reactie instelling
Thema’s
C/I*
Herkomst van regel
Verzorging
Mobiliteit
Sociale contacten
Activiteiten
Wonen
Eten & drinken
Mantelzorg
Overig
* C/I – Gaat het om een regel die voor iedereen/collectief geldt (C) Gaat het om een regel die individueel geldt (I)
Verkenning ‘regels en kwaliteit van leven in verpleeghuizen’, NPCF 2014
34