JAARVERSLAG KINDERGENEESKUNDE 2009 VU medisch centrum
Inhoudsopgave Voorwoord
3
1. Organisatie
4
2. Kwaliteit en veiligheid
7
3. Activiteiten
9
4. Patiëntenzorg 4.1 Acute Kindergeneeskunde en Intensive Care 4.2 Algemene Kindergeneeskunde, Infectieziekten en overige Deelspecialismen 4.3 Kindercardiologie 4.4 Kinderendocrinologie 4.5 Kindermaag-darm-leverziekten 4.6 Kindernefrologie 4.7 Neonatologie 4.8 Kinderneurologie 4.9 Kinderoncologie/hematologie 4.10 Kinderpsychiatrie
13 15 17 18 18 19 20 21 23 23 25
5. Onderwijs en Opleiding 5.1 Onderwijs 5.2 Opleiding
26 26 29
6. Onderzoek
31
Bijlagen Bijlage 1. Bijlage 2. Bijlage 3.
Lopend onderzoek Wetenschappelijke output Afkortingen
2
Voorwoord Beste lezer, Elk jaar wordt bij het schrijven van het jaarverslag teruggekeken naar de ontwikkelingen van afgelopen jaar binnen onze afdeling Kindergeneeskunde. Met genoegen blik ik met u terug op 2009. Een jaar vol ontwikkelingen om trots op te zijn en die het resultaat zijn van goed samenwerken. “Samenwerken aan beter maken en beter worden.” Daarom een woord van dank aan onze bevlogen medewerkers die zich elke dag opnieuw inzetten om kwalitatief hoogwaardige zorg aan onze patiënten en hun familie te bieden, onderwijs en opleiding te geven en onderzoek te verrichten. Ik wens u veel leesplezier,
Prof. dr. John Roord Afdelingshoofd Kindergeneeskunde
3
1. Organisatie De afdeling kindergeneeskunde is binnen VU medisch centrum (VUmc) ondergebracht bij divisie III. De afdeling kindergeneeskunde is verdeeld in tien subafdelingen, de deelspecialismen, te weten: • Acute kindergeneeskunde en intensive care • Algemene pediatrie en overige deelspecialismen • Cardiologie • Endocrinologie • Maag-, darm- en leverziekten • Nefrologie • Neonatologie • Neurologie • Oncologie/hematologie • Psychiatrie De afdeling kindergeneeskunde bestaat ultimo 2009 uit: Medische staf Wetenschappelijk personeel doorstroom (fellows) Assistenten in opleiding tot specialist (AIOS) Niet wetenschappelijk personeel (NWP),eerste geldstroom Promovendi
36,81fte 15,72fte 24,60 fte 16,80 fte 1 fte
De inhoudelijke sturing van de afdeling vindt plaats door het managementteam dagelijks bestuur afdeling kindergeneeskunde (MT DB/KG). Het MT DB/KG bestaat uit het afdelingshoofd, plaatsvervangend afdelingshoofd, voorzitters van de beleidsbepalende commissies patiëntenzorg, onderzoek, onderwijs, opleiding en een vertegenwoordiger van de verpleging (zie tabel 1: leden MT DB/KG). Daarnaast participeren vertegenwoordigers namens de medische staf en arts assistenten als adviseur. Tabel 1. Leden managementteam dagelijks bestuur afdeling kindergeneeskunde ultimo 2009 Afdelingshoofd kindergeneeskunde Voorzitter commissie patiëntenzorg Voorzitter commissie onderzoek Voorzitter commissie onderwijs Voorzitter commissie opleiding Vertegenwoordiging verpleging Adviseur medische staf Adviseur arts assistenten
Prof.dr.J.J.Roord Drs. E. Edelenbos (vanaf september 2009) Prof. dr. G.J.L. Kaspers Prof. dr. H.N. Lafeber Prof. dr. R.J.B.J. Gemke, tevens plaatsvervangend afdelingshoofd A. Esmeijer Prof. dr. W.P.F. Fetter Drs. S.H.P. Simons
De aansturing van de subafdelingen vindt plaats door medisch subafdelingshoofden (zie figuur 1: Organogram).
4
Figuur 1. Organogram ultimo 2009
De aansturing van de zorgeenheden, IC neonatologie, IC kinderen, zorgeenheid 9B, zorgeenheid 9C en polikliniek vindt op operationeel niveau plaats door het werkplekmanagement (WPM). Het WPM is een duaal leidinggevend team bestaande uit een hoofd zorgeenheid en een medisch werkplekmanager. In tabel 2 staat het WPM per zorgeenheid benoemd. Tabel 2. Werkplekmanagement zorgeenheden ultimo 2009 IC neonatologie medisch WPM hoofd zorgeenheid IC kinderen medisch WPM hoofd zorgeenheid zorgeenheid 9B medisch WPM hoofd zorgeenheid zorgeenheid 9C medisch WPM hoofd zorgeenheid polikliniek medisch WPM
Dr. M.M. van Weissenbruch a.i. (vanaf november 2009) A. Esmeijer a.i. (vanaf november 2009) Dr. D.G. Markhorst A. Esmeijer Drs. E. Edelenbos P. Mooij a.i. Drs. Chr. Sleeboom P.M. Mooij Drs. G.C.A.H.M. Mooren a.i., drs. A.M. Bouwman a.i. (eind 2009) hoofd zorgeenheid N.Hensen-Wiedeman
5
De aansturing van het WPM vindt plaats door het bestuur kinderkliniek (zie tabel 3), bestaande uit het Hoofd Kinderkliniek, de manager bedrijfsvoering en de zorgmanager, welke verantwoordelijk is voor de logistiek, capaciteit en planning. Tabel 3. Leden bestuur kinderkliniek Hoofd Kinderkliniek Prof.dr.J.J.Roord Manager bedrijfsvoering J.C.Klarenbeek, RB Zorgmanager L.J. de Haan
Zowel het MT DB/KG, het bestuur kinderkliniek alsmede het WPM participeren in de planning en control cycli van VU medisch centrum. In deze cycli worden de budgettaire kaders alsmede de productiequota (op alle kerntaken) vastgesteld. Een overzicht van de gerealiseerde productie in de jaren 2005 tot en en met 2009 is gegeven in tabel 4. Tabel 4. Kengetallen Kindergeneeskunde 2005 t/m 2009 1
Reguliere productie Opnamen Standaard dagbehandeling Zware dagbehandeling Verpleegdagen (excl IC) IC dagen Eerste Polikliniek Bezoeken
1
2005 MT KG 1610 1237
2769 1381
2006 MT KG 1.559 1.573
2.713 1.728
2007 MT KG 1.619 1.614
1
69
2
67
9567
14496
8.739
6061 6239
6061 5550
6.299 6.770
KK
2.785 1.709
2008 MT KG 1.409 1.486
0
122
14.498
8.960
6.313 5.991
6.608 6.671
KK
2527 1566
2009 MT KG 1548 1412
2739 1479
0
129
0
137
14.357
7.780
13466
8047
13095
6.579 5.972
6.603 6.893
6605 6108
5821 7186
5823 6212
KK
KK
KK
Toelichting: MT-KG betreft alle opnames voor kindergeneeskunde. KK betreft alle opnames op de zorgeenheden in de kinderkliniek (kindergeneeskunde, kinderchirurgie en andere specialismen).
6
2. Kwaliteit en veiligheid Binnen de kindergeneeskunde streven we voortdurend naar verbetering van onze zorg. De onderwerpen kwaliteit en veiligheid krijgen veel aandacht. In dit hoofdstuk zijn activiteiten op het gebied van kwaliteit en veiligheid binnen de kindergeneeskunde weergegeven. VU medisch centrum bouwt continu aan haar kwaliteitssysteem en wil haar ontwikkeling en borging van het kwaliteits- en veiligheidsbeleid laten toetsen door het NIAZ 2 en JACIE 3. De toetsing is geen doel op zich, maar een middel om te streven naar een voortdurende verbetercultuur. In het kader van het continu verbeteren zijn binnen de kindergeneeskunde interne audits uitgevoerd bij de polikliniek Kindergeneeskunde, de kinderafdelingen 9B en 9C en de Intensive care kinderen. De Intensive care neonatologie is reeds is 2007 intern geaudit. Op basis van de interne audits zijn verbeterpunten aangegeven en hebben we acties ondernomen om onze organisatie verder te optimaliseren. Wij voelen ons als professionals verantwoordelijk voor het continu verbeteren van de kwaliteit en veiligheid van ons dagelijks werk. Er is in onze visie altijd ruimte voor verbetering. Box 2.1: Kwaliteit en veiligheid hoog op de agenda "Patiënten, overheid en inspectie letten nauwgezet op ons handelen en stellen hier hoge eisen aan. Maar dat doen wij zelf ook. Medewerkers van onze afdeling leggen de lat hoog: wij zijn tevreden als onze zorg voldoet aan de hoogste kwaliteitsstandaarden en wanneer onze patiënten zich veilig weten bij ons handelen en aangeven dat zij tevreden zijn over de door ons geleverde zorg. In ons streven naar kwalitatief hoogstaande en veilige zorg zoeken wij steeds naar methoden om onze zorgen dienstverlening te verbeteren: • Wij zorgen dat onze medewerkers opgeleid zijn volgens de nieuwste inzichten en bieden gericht bijscholingen aan om het gewenste niveau vast te houden; • de resultaten van ons werk maken we inzichtelijk. Dit om ons zelf te kunnen toetsen, maar ook om ons te laten toetsen door onze omgeving; • we sluiten graag aan bij programma’s die in VUmc een belangrijke rol spelen op het gebied van kwaliteitsverbetering." Leo de Haan, zorgmanager, lid bestuur kinderkliniek VUmc
De kinderen en ouders die bij ons komen behandelen we als gasten. Het idee dat de kinderen naar het ziekenhuis gaan, proberen we te vermijden door onze zorg zo kindvriendelijk mogelijk in te richten. Het afgelopen jaar zijn onze inspanningen op het gebied van het kindvriendelijker maken van de zorg beloond met twee smileys: een voor de dagbehandeling en een voor de kinderafdelingen. Een smiley is een kwaliteitskeurmerk dat wordt uitgereikt door de Stichting Kind en Ziekenhuis. Onze kinderkliniek heeft de smiley’s ontvangen omdat we voldoen aan de criteria die Kind en Ziekenhuis stelt aan de zorg. Zo worden kinderen die een operatie in dagbehandeling ondergaan verpleegd door kinderverpleegkundigen en behoort het tot de standaardprocedure dat kind en ouders voorafgaand aan de ingreep een bezoek brengen aan de anesthesioloog. Verder kunnen vader of moeder dag en nacht bij hun kind doorbrengen en is de leeftijdsgrens, waarbij ouders aanwezig mogen zijn als hun kind onder narcose wordt gebracht, zo goed als verdwenen. Op dit moment werken we aan het behalen van de derde smiley: die voor de kraamafdeling.
2
3
Nederlands Instituut voor de Accreditatie van Zorg (NIAZ) Joint Accreditation Committee-ISCT & EBMT (accreditatie-instelling voor stamceltransplantatie). www.jacie.org
7
Daarnaast hebben we de kwaliteit van onze zorg en service laten toetsen door een externe partij. De polikliniek is een aantal keren bezocht door een zogenaamde mystery patiënt. Tijdens deze bezoeken worden een aantal dingen getoetst, zoals bijvoorbeeld de manier van te woord staan, onze wachttijd, maar ook de uitstraling van de afdeling. Deze bezoeken hebben geleid tot het verbeteren van een aantal punten, zoals bijvoorbeeld de wijze waarop we met onze patiënten telefoongesprekken voeren.
Box 2.2: Behalen Smiley’s voor kindvriendelijke en kindgerichte zorg De Stichting Kind en Ziekenhuis heeft tot doel het welzijn te bevorderen van het kind vóór, tijdens en na een opname in het ziekenhuis. De stichting kent Smiley’s toe (een kwaliteitskeurmerk) aan ziekenhuizen die zich positief onderscheiden door hun voorzieningen voor kinderen en ouders. Een van de criteria waaraan een ziekenhuis dient te voldoen om in aanmerking te komen voor een Smiley is dat ouders de mogelijkheid moeten hebben om, zonder dat daarvoor eerst speciale toestemming moet worden gevraagd, aanwezig te zijn bij de inleiding van de narcose op de voorbereidingskamer of op de operatiekamer (indien de inleiding op de operatiekamer plaatsvindt). Dit als het gaat om een operatie waarvoor tevoren een datum is afgesproken. Het criterium heeft geen betrekking op het toedienen van premedicatie. VUmc voldoet aan dit criterium.
"De 'harde' grens was oorspronkelijk gesteld op drie maanden; nu is die teruggebracht naar nul. Een wezenlijke verandering. Het in stand houden van de ouder-kind relatie is heel belangrijk. Kinderen reageren op jongere leeftijd dan drie maanden al op hun ouders. Maar ook ouders willen graag mee als hun kind onder narcose wordt gebracht. Je vertrouwt je kind immers toe aan iemand die je niet kent." Caroline Hoedemaker-Boon, anesthesioloog VUmc
In het kader van het kindvriendelijker maken van de zorg vragen wij onze patiënten en ouders naar hun ervaringen met onze zorg- en dienstverlening. We vinden het van belang de ervaringen en wensen van onze patiënten te kennen zodat we hier zo goed mogelijk bij kunnen aansluiten. De manier waarop ervaringen worden gemeten en op basis van de ervaringen snel wordt verbeterd heeft ertoe geleid dat er tijdens het ‘International Forum of Quality and Safety in Health Care’ in Berlijn twee awards zijn uitgereikt aan onze kinderkliniek. Patiëntveiligheid is een groot onderwerp in VUmc en zo ook binnen de kinderkliniek. Om het met elkaar nadenken over veiligheid en het verbeteren er van te stimuleren worden in VUmc veiligheidsrondes gedaan. Aan deze rondes doen onder andere leden van de Raad van Bestuur mee. In het afgelopen jaar zijn alle kinderafdelingen bezocht door een team in het kader van deze rondes.
8
3. Activiteiten Dit hoofdstuk beschrijft een selectie van hoogtepunten van de afdeling Kindergeneeskunde in 2009.
KINDERGENEESKUNDE
8 februari
april
Kinderstad viert verjaardag Zo'n 75 patiëntjes, ex-patiëntjes en kinderen van de vrijwilligers hebben de eerste verjaardag van Kinderstad gevierd. De hele middag vonden er allerlei verjaardagsactiviteiten plaats, zoals cakes versieren, schminken, glittertatoeages zetten en een percussieworkshop. Kinderburgemeester Sanne Weber ontving Annemarie Jorritsma, voorzitter van Ronald McDonald VU Huis/Kinderstad. Weber liet weten dat zij haar ambtstermijn met één jaar wil verlengen. Aansluitend maakte clown Coco Christal alle kinderen aan het lachen. In het afgelopen jaar hebben ruim 4.060 kinderen in Kinderstad gespeeld.
Doctor2Doctor nu officieel van start In aanwezigheid van D2D ambassadeur en marathonloopster Lorna Kiplagat hebben Elmer Mulder (voorzitter raad van bestuur VUmc), John Roord (hoogleraar kindergeneeskunde en hoofd kinderkliniek VUmc, Peter Hartman (president directeur KLM), Brinio Veldhuijzen van Zanten (directeur KLM Health Services) en de directeur en decaan van het ziekenhuis in Eldoret een samenwerkingscontract getekend. Met dit contract is de voortgang van D2D voor tenminste 3 jaar gegarandeerd. Het primaire doel van D2D is kennisoverdracht en het verlenen van zorg op een duurzame manier in het Moi Teaching and Referal Hospital (MTRH) in Eldoret Kenia. Artsen van VUmc reizen regelmatig af naar dit ziekenhuis om hun collega's daar te helpen. Omdat het MTRH een opleidingsziekenhuis, met een verzorgingsgebied van ongeveer 12 miljoen mensen, wordt de opgedane kennis steeds overgedragen aan artsen in opleiding. In september 2009 is oa door kinderarts-neonatoloog Van Elburg en ICneonatologie verpleegkundige De Lange een werkbezoek gebracht aan het ziekenhuis in Kenia. Tijdens dit bezoek stond het lesgeven, instructies en adviezen over verzorging en behandeling van neonaten centraal.
9
KINDERGENEESKUNDE
17 april
Kinderafdeling VUmc behaalt Smileys voor kindvriendelijk ziekenhuis VUmc heeft van de Stichting Kind en Ziekenhuis twee Smiley’s gekregen voor zowel de kinderafdeling als de dagbehandeling. Op 18 mei zijn de Smiley’s uitgereikt. VUmc ontvangt de Smiley’s omdat het voldoet aan de criteria die Kind en Ziekenhuis stelt aan de zorg op de kinderafdelingen en aan de zorg voor kinderen in dagbehandeling. Zo kunnen ouders bijvoorbeeld aanwezig zijn bij de inleiding van en het ontwaken uit de narcose van hun kind ook bij een spoedingreep. In VUmc behoort het ook tot de standaardprocedure dat kind en ouders voorafgaand aan de ingreep een bezoek brengen aan de anesthesioloog. En in VUmc worden kinderen die een operatie in dagbehandeling ondergaan verpleegd door kinderverpleegkundigen. Prof. John Roord, hoofd Kinderkliniek: "We zijn erg blij met de toekenning. Opname van een kind in het ziekenhuis is altijd een enorme belasting voor kind en ouders. De beste plek voor een kind is gewoonlijk buiten het ziekenhuis. Waar mogelijk proberen we de kinderen dan ook ambulant te behandelen. Soms ontkomen we helaas niet aan een opname. Het toekennen van de Smiley's steunt ons in de gedachte dat we dan al het mogelijke doen om het verblijf in ons ziekenhuis voor kind en ouders zo goed als mogelijk is te laten verlopen.”
De toekenning van de smiley's is feestelijk gevierd door alle betrokken medewerkers. Zij kregen taart overhandigd.
mei
Structureel beleid signalering kind in de knel “Kindermishandeling is aan de orde van de dag. Exacte cijfers zijn niet bekend, maar volgens Nederlands onderzoek worden jaarlijks zo’n 100.000 tot 170.000 kinderen het slachtoffer van kindermishandeling. Uitgaande van Amerikaanse prevalentiecijfers zouden het er zelfs 300.000 zijn”, vertelt Esther Edelenbos. Edelenbos is kinderarts en forensisch geneeskundige en voorzitter van de werkgroep Kind in de Knel van VUmc. Naar aanleiding van een enquête over kindermishandeling op de Spoed Eisende Hulp (SEH) door de Inspectie voor de Gezondheidszorg schreef de werkgroep het beleidsplan Kindermishandeling, dat door de raad van bestuur is goedgekeurd. “Er is al jaren veel aandacht voor kindermishandeling binnen VUmc, maar nu wordt hier structureel aandacht aan besteed. Het beleid schept helderheid over de verantwoordelijkheid van zorgverleners ten opzichte van het kind en hoe we daarmee omgaan.De veiligheid en het welbevinden van een kind kunnen ook onder druk komen te staan als een kind wordt verwaarloosd of door onachtzaamheid of door pedagogisch onvermogen van de ouders.Wij willen het hele spectrum overzien. We kijken ook naar de volwassenen. Als bijvoorbeeld een volwassene met een intoxicatie wordt binnengebracht of een slachtoffer van huiselijk geweld, zal zowel de verpleegkundige als de behandelende arts zich ervan moeten vergewissen of de patiënt thuis kinderen heeft en of de zorg voor deze kinderen is gewaarborgd.”
10
september
Babykijker Intensive Care Neonatologie De babykijker is geïnstalleerd. Een babykijker is een webcam met internetverbinding. Hiermee kunnen ouders van kinderen die intensieve zorg nodig hebben op momenten dat hun aanwezigheid niet mogelijk is naar hun kind kunnen kijken en zo toch een beetje bij het kind zijn.
KINDERGENEESKUNDE
Terugkomdag Intensive Care Kinderen
De kinderintensive care (IC) heeft haar derde terugkomdag georganiseerd. Als kinderen opgenomen worden op de intensive care, is dat een ingrijpende gebeurtenis voor de patiënt, zijn of haar ouders en broertjes en zusjes. Als onze patiënten opknappen gaan ze snel naar de kinderafdeling of een ander ziekenhuis. Daar wordt het kind verder gevolgd. Op de Intensive Care Kinderen komt het 27 september kind niet meer terug. Pas later blijkt de impact van de IC opname op het hele gezin. Met het organiseren van de terugkomdag wil de afdeling de gezinnen een mogelijkheid bieden in een ontspannen sfeer terug te kijken op een hectische periode. De terugkomdag - die alleen VUmc organiseert voor oud-patiëntjes en familieleden - is bewust buiten VUmc georganiseerd bij boerderij Zorgvrij in Spaarnwoude. Met hulp van JCI (Junior Chamber International) Zuid en de Rotary Club Zuid-As is er wederom een mooi programma gemaakt voor de 320 deelnemers, uiteraard rekening houdend met eventuele lichamelijke beperkingen van de kinderen. Er werd gedanst en gerapt, geknutseld en er was theater met Kikker. Ook Nop en Neel liepen er rond en de verkleedpartijen en grime zorgden voor mooie foto's bij de fotoshoot. Er kwamen vreemde vogels aangevlogen en aan het einde van de dag was er een optreden van de kinderen.
1 oktober
Marceline van Furth hoogleraar kindergeneeskunde VUmc én vijfde Desmond Tutu hoogleraar Van Furth, kinderarts en infectioloog bij VUmc, is aangesteld als hoogleraar kindergeneeskunde, in het bijzonder op het gebied van Infectieziekten. Ook bekleedt zij de vijfde Desmond Tutu leerstoel. Van Furth houdt zich voornamelijk bezig met de behandeling van tuberculeuze hersenvliesontsteking in Zuid-Afrika. De Desmond Tutu leerstoel 'Jeugd, Sport en Verzoening' werd in 2007 ingesteld ter gelegenheid van een bezoek van Aartsbisschop Desmond Tutu aan de Vrije Universiteit. VUmc eert met deze leerstoel Desmond Tutu's levenslange en geweldloze inzet voor een rechtvaardiger (wereld)samenleving.
11
Kinderen genieten van SNOOZZ In Kinderstad is de snoozz-ruimte geopend. Een kleurige ruimte met meubilair van zacht aanvoelend materiaal, een waterbedje, lichtgevende snoeren, bubbelend water, kleurige bewegende afbeeldingen op de muur, een bol die van kleur verandert als je hem aanraakt, spiegels en een sterrenhemel; voor kinderen met een lichamelijke of geestelijke beperking gaat er een wereld open in de nieuwe snoozz. Een snoozzruimte biedt een therapeutische omgeving voor kinderen met een beperking, die in hun eigen belevingwereld leven. Het helpt verveling tegengaan, verdiept zintuiglijke waarneming en bevordert contact, het vergroot het ik-besef en de sociale vaardigheden, doorbreekt isolement en zet aan tot beweging en ontspanning.
KINDERGENEESKUNDE
1 november
De oma van de 21 maanden oude Isis, komt een uurtje met haar kleindochter naar Kinderstad. “Isis wordt echt vrolijk en ligt te genieten op het waterbed van alle mooie kleuren en de bewegende patronen, die ze ook nog eens in de spiegel kan bekijken. Het is een genot om Isis daar zo te zien.” De kamer heeft ook positieve gevolgen voor de ontwikkeling van kinderen. “Sinds Isis dagelijks in de snoozz-ruimte komt, kijkt ze veel geconcentreerder naar wat ze ziet en ze volgt ook beter met haar ogen. Dit merken we inmiddels ook in de gewone omgeving buiten de snoozzruimte.”
Bezoek van Ajax aan kinderen in VUmc Bijna de hele selectie en technische staf van Ajax is op bezoek geweest bij VUmc. De Ajacieden namen uitgebreid de tijd om met alle patiëntjes en hun broertjes en zusjes op de foto te gaan en om handtekeningen uit te delen 7 december
De Deense aanvaller Dennis Rommedahl zette in Kinderstad handtekeningen op de net uitgedeelde Ajax-shirts.
2009
Financiele ondersteuning VUmc heeft in 2009 financiele steun mogen ontvangen. Voor onderzoek naar Kinderkanker onder andere van Rotery Spinoza Amsterdam, JCI Amsterdam, mensen uit Pijnacker en omgeving en Stichting Semmy (www.stichtingsemmy.nl ). Kinderoncoloog Prof. dr. Gertjan Kaspers: “Dit betekent weer meer mogelijkheden voor onderzoek om zo meer kinderen met kanker te behandelen met minder bijwerkingen”.
12
4. Patiëntenzorg De afdeling kent een aantal commissies gericht op de kerntaken Patiëntenzorg, Onderzoek, Onderwijs en Opleiding. De Patientenzorgcommissie is een adviserende en uitvoerende commissie daar waar het patiëntenlogistiek betreft. De commissie bestaat zowel uit de medisch als de verpleegkundig werkplekmanagers van de zorgeenheden van de afdeling kindergeneeskunde. Tabel 5. Leden Patiëntenzorgcommissie Kindergeneeskunde ultimo 2009 Voorzitter (kinderarts, medisch werkplekmanager 9B) Medisch werkplekmanager IC kinderen Hoofd zorgeenheid IC neonatologe a.i. (vanaf november 2009) en IC Kinderen Medisch werkplekmanager 9C Hoofd zorgeenheid 9B a.i en 9C Hoofd zorgeenheid polikliniek Kindergeneeskunde
Drs. E. Edelenbos Dr. D.G. Markhorst A. Esmeijer Drs. Chr. Sleeboom P.M. Mooij N.Hensen-Wiedeman
De portefeuille van deze commissie betreft de logistiek van zorg op deze zorgeenheden. In 2009 heeft de commissie zich vooral bezig gehouden met: • Logistieke processen tussen de zorgeenheden. Een voorbeeld van een thema is de doorstroom van de neonatologie en/of de Intensive care kinderen naar de klinische verpleegafdeling. Een ander voorbeeld is het evalueren en bijstellen van het zorgpad acuut ziek kind. Er waren 3 redenen om het zorgpad te herzien. Ten eerste bleek uit evaluatie dat de doorlooptijden van de patiënten niet optimaal was. Daarnaast was er door de IGZ een prestatie indicator ‘signalering kindermishandeling’ doorgevoerd. Hoewel de signalering al jaren wordt gedaan middels het SPUTOVAMO-formulier, was er toch met enige regelmaat onduidelijkheid en discussie over de verantwoordelijkheden rondom het (zieke) kind op de SEH aangaande dit onderwerp. Ten derde was het triage-systeem van de patiënt nog niet opgenomen in het zorgpad. Drie redenen om het zorgpad grondig te herzien. Om ervoor te zorgen dat het formulier wordt ingevuld zijn er posters gekomen (voor ouders) op de poliklinieken, afdelingen en de Spoed Eisende Hulp waarop staat aangegeven dat VUmc oog heeft voor het signaleren van kindermishandeling;
• • •
• •
NIAZ- accreditatie. Binnen de commissie is geklankbord over de kwaliteit van de organisatie en is gekeken naar best practices binnen de zorgeenheden en de medische subafdelingen. Een evaluatie van de taken en werkwijze van de Patiëntenzorgcommissie ten behoeve van de verdere professionalisering van de commissie. Aanleiding is het overdragen van het voorzitterschap van de commissie van de heer Weijerman aan mevrouw Edelenbos; Uit een evaluatie binnen de commissie bleek dat de pijnscore (VAS/comfortscore) binnen de kinderkliniek na de implementatie nog matig werd toegepast. Vanuit de commissie is de actie ondernomen de medici hier alerter op te maken en dit punt onder de aandacht te brengen bij de dagelijkse visite; Het kinderkliniek breed opstellen van een draaiboek/stappenplan in geval van uitbraak van een griepepidemie (H1N1, Mexicaanse Griep); De screening van ondervoeding bij kinderen. De screening is sinds 2008 een prestatie-indicator van de Inspectie voor de Gezondheidzorg. Kinderen worden bij opname gescreend op ondervoeding met behulp van groeicurven. Vanaf maart 2009 is bij 44% van de opnames het screeningsformulier ingevuld. Zestig kinderen waren op basis van deze criteria ondervoed.
13
Box 4.1: Screening van ondervoeding Stelling : “In 2010 wordt 80% van de patiënten op de eerste opnamedag gescreend en wordt 60% van de ondervoede patiënten op de vierde dag optimaal gevoed.” Behandeling van ondervoeding is eigenlijk inherent aan de kindergeneeskunde, waarin groei en bloei centraal staan. In tegenstelling tot de volwassen afdelingen wordt er op de kinderafdelingen door de arts gescreend. Lastig hierbij is dat we redelijk wat gastbedden hebben, met andere artsen. Toch is het screeningspercentage van 80% zeker iets waar we naar streven in 2010. Wat mij betreft zou dit zelfs 100% moeten zijn. Esther Edelenbos, voorzitter Patiëntenzorgcommissie Kinderkliniek, kinderarts en medisch werkplekmanager zorgeenheid 9B, VUmc.
Op de volgende pagina is per subafdeling van de afdeling kindergeneeskunde aangegeven wat er in het afgelopen jaar op het gebied van patiëntenzorg is gedaan.
14
4.1
Acute Kindergeneeskunde en Intensive care
De subafdeling heeft in 2009 belangrijke veranderingen doorgemaakt, welke werden gekenmerkt door het vertrek van twee stafleden, het in dienst komen van twee kinderartsen in opleiding tot kinderartsintensivist en intensief interdisciplinair overleg en herbezinning ten aanzien van de missie en visie van de afdeling. Daarnaast is het volledige team actief geweest in de voorbereiding van nieuwbouwplannen en is de derde terugkomdag voor (ex) patiënten georganiseerd. Hieronder worden de ontwikkelingen nader toegelicht. Patiëntenzorg • Missie en visie Uitgangspunt is dat de subafdeling staat voor betrokken, degelijke en hoogwaardige patiëntenzorg, grensverleggend en innovatief wetenschappelijk onderzoek en hoogwaardig, enthousiasmerend onderwijs, waar de menselijke maat kenmerkend is. Begrippen als service gerichtheid, zorg voor de patiënt en zijn sociale context, degelijkheid in de zorg en veiligheid voor alle bij de zorg betrokkenen staan daarbij centraal. Een en ander heeft zijn beslag gekregen in een visie document, dat als uitgangspunt zal dienen voor het afdelingsbeleid de komende jaren. Deze visie wordt breed gedragen en is onder begeleiding multidisciplinair tot stand gekomen na een aantal bijeenkomsten met alle teamleden. De afdelingsvisie is daarmee niet bottom up tot stand gekomen, passend bij de afdelingscultuur. De op deze manier tot stand gekomen afdelings missie en visie kent daardoor een breed draagvlak. • Nieuwbouwplannen In het tweede kwartaal van 2009 kreeg de subafdeling de opdracht plannen voor te bereiden voor nieuwbouw, waarbij het uitgangspunt was dat deze nieuwbouw synchroon zou verlopen met nieuwbouw van de onderliggende intensive care voor volwassenen. IC volwassenen had haar plannen al klaar en de nieuwbouw zou op zeer korte termijn kunnen aanvangen. Het team van Intensive Care Kinderen is enthousiast aan het werk gegaan in vijf werkgroepen die zich hebben georiënteerd op de thema’s ‘inrichting rond het bed’, ‘infrastructuur en logistiek’, ‘faciliteiten voor gebruikers’, ‘overige faciliteiten’ Tijdens de voorbereidingen werd duidelijk dat nieuwbouw op de achtste verdieping niet mogelijk zou zijn zonder overlast voor de subafdeling neonatologie. De bouwplannen zijn uitgesteld en e ris gekeken naar een plan om de overlast zo beperkt mogelijk te houden. Het vele voorbereidende werk dat in korte tijd door het team is gedaan zal aan de architecten worden voorgelegd. De nieuwbouw van de Intensive Care Kinderen wordt realiteit en zal naadloos aansluiten bij de nieuw geformuleerde missie en zorgvisie van de afdeling. • 3e terugkomdag. Op 27 september 2009 werd de 3e terugkomdag georganiseerd. In hoofdstuk 3 ‘Activiteiten’ staat hier meer over geschreven. Met het organiseren van de terugkomdag wil de afdeling de gezinnen een mogelijkheid bieden in een ontspannen sfeer terug te kijken op een hectische periode op de intensive care kinderen. Samen met de Rotaryclub Zuidas en de JCI Zuid is deze terugkomdag ook in 2009 georganiseerd. • Interne NIAZ audit. In aanloop naar de VUmc brede NIAZ-accreditatie aanvraag heeft in oktober 2009 een interne audit plaatsgevonden. In de aanloop naar deze accreditatie, en ter ondersteuning van de borging van het kwaliteitssysteem, werden vrijwel alle verpleegkundige protocollen ingevoerd in een Documentbeheersysteem. De medische protocollen zijn via diverse manieren benaderbaar. De interne audit was naar tevredenheid van alle betrokkenen en heeft nog een aantal aanknopingspunten geleverd voor verdere kwaliteitsverbetering. • Visitatie opleiding De subafdeling is gevisiteerd op 8 oktober 2009. Dit in verband met de aanvraag voor verlenging van de erkenning van de opleiding tot kinderarts-intensivist, in combinatie met de personele wijzigingen, een nieuwe opleider en waarnemend opleider. De visitatie commissie was lovend over de open cultuur op de afdeling en het opleidingsklimaat. De opleidingserkenning is voor twee jaar verlengd. Dr. Dick Markhorst werd opleider, drs. Marc van Heerde waarnemend opleider.
15
•
H1N1 de nieuwe influenza In het voorjaar 2009 werd duidelijk dat de nieuwe influenza pandemische vormen ging aannemen en dat dit eind 2009 tot grote aantallen zieken in Nederland zou gaan leiden. Kinderen zouden daarbij naar verwachting een grote risicogroep vormen en te verwachten viel dat er een groot aantal kinderen intensive care behoeftig zou kunnen worden. Hiervoor werd een landelijk gecoördineerd overleg en beleid opgesteld door de sectie intensive care kinderen. Daarnaast is, in nauwe samenwerking met de zusterafdeling van het AMC, een regionaal beleid afgesproken. Binnen de eigen subafdeling werd een protocol opgesteld, waarbij ook opschalingsmogelijkheden zijn geformuleerd. De noodzaak voor een afdelingsgedragen beleid werd mede door de Intensive Care Kinderen aan de orde gesteld. Voor de eigen patiënten werd een specifieke informatie folder samengesteld.
Samenwerkingsverbanden. De Intensive Care kent een nauwe samenwerking met de afdeling anesthesiologie, zowel ten aanzien van de dagelijkse patiëntenzorg, onderzoek, als opleiding van fellows en arts-assistenten. Medewerkers van de afdeling anesthesiologie dragen belangrijk bij aan de Interklinische transportdiensten. Extramurale onderzoeks samenwerkingsverbanden bestaan van oudsher met de technische universiteit van Praag, de kinder intensive care van harvard Medical School en sinds kort met de Kinder Intensive care van de Rijks Universiteit Groningen. Stafleden per ultimo 2009 Na het vertrek van het voormalige medisch hoofd van de subafdeling bestaat de medische staf van intensive care kinderen in 2009 uit drs Marc van Heerde, drs. R.D. Sibarani-Ponsen en dr. Dick Markhorst. Drs. A. Robroch en drs. A. de Vries begonnen hun opleiding tot kinderarts-intensivist in 2009. Martin Kneyber, kinderarts-intensivist, is met ingang van 1 januari 2009 uit dienst getreden bij VUmc en heeft zijn carriere voortgezet op de intensive care kinderen van de Beatrix Kinderkliniek in Groningen.
16
4.2
Algemene Kindergeneeskunde, Infectieziekten en overige Deelspecialismen
De subafdeling Algemene Kindergeneeskunde, Infectieziekten en overige Deelspecialismen houdt zich bezig met de integratie van diagnostiek en behandeling van patiënten en met het overzicht houden over de subspecialistische poliklinische en klinische patiënten. Dit gebeurt vanuit een primair medische invalshoek en in een breed psychosociaal en maatschappelijk kader. Hierbij is de subafdeling verantwoordelijk voor de zorg die geleverd werd in de kliniek, de polikliniek en op de dagbehandeling. Bij deze zorg nemen het zieke kind en de ouders een centrale plaats in, waarbij aandacht is voor de leeftijd en ontwikkeling van het kind en voor de consequenties van de ziekte op het dagelijks functioneren. Patiëntenzorg De volgende belangrijke activiteiten zijn in 2009 op het gebied van patiëntenzorg ontplooid: • Er werd een productiegroei gerealiseerd van 4,7 %, in belangrijke mate ten gevolge van de toename van de eerste Polikliniek bezoeken. Dit kon plaatsvinden door een verdere verbetering van de efficiency van de Polikliniek (Algemene) Kindergeneeskunde waaronder ook die van de assistenten in opleiding valt. • In 2009 werd ook een nieuw supervisie systeem ingevoerd dat bestaat uit dedicated teams op de 3 belangrijke werkplekken voor de subafdeling Algemene Kindergeneeskunde, Infectieziekten en overige deelspecialismen: verpleegafdeling 9B, verpleegafdeling 9C en Polikliniek Kindergeneeskunde. Begin 2010 staan gepland de evaluaties van de verwachte verbetering en kwaliteit en continuïteit van de patiëntenzorg en supervisie van assistenten in opleiding. • In samenwerking met afdeling Klinische Genetica wordt een doorstart gemaakt met de poli erfelijke en aangeboren afwijkingen: mevrouw drs. C.J.M. Broers, kinderarts en dr.P.Zwijnenburg, kinderarts, Klinisch Genetica. • Succesvolle afronding en structurele continuereing van het projecxt ‘de rode loper’ onder leiding van drs. M.E. Weijerman, kinderarts.De rode loper is een project dat is ingezet om de relatie met d ehuisarteen in de basisregio te verbeteren. het project en actiepunten daarbinnen zijn gebaseerd op uitkomsten van waarderingsonderzoek onder huisartsen. • Op 1 oktober 2009 is dr. A.M. van Furth benoemd tot hoogleraar Kindergeneeskunde in het bijzonder Infectieziekten en als Desmond Tutu hoogleraar voor Youth, Health Care and Reconsiliation. • Met het vertrek van drs. M.E. Weijerman als chef de polikliniek van VUmc werd de Down Polikliniek overgenomen door mevrouw drs. C.J.M. Broers. • Prof. dr. R.J.B.J. Gemke volgde, na een selectieprocedure, het European Health Leadership Programme. Dit is een een topprogramma voor leidinggevende professionals uit de zorg aan de top businessschool INSEAD, Fontainebleau. • In samenwerking met de kinderlongarts van het Medisch Centrum Alkmaar en de afdeling Kinderlongziekten van het AMC werd de zorg voor CF-patienten verder geprofileerd binnen het CF-centrum Noord-West Nederland. Dr. E. Haarman voltooide zijn opleiding tot kinderlongarts en werd aangesteld als staflid in die functie bij de afdeling Kindergeneeskunde, subafdeling Algemene Kindergeneeskunde, Infectieziekten en overige deelspecialismen. Dr. M. van der Kuip vervolgde zijn opleiding tot kinderarts infectioloog met stages binnen VUmc en bij het WKZ UMC Utrecht. Samenwerkingsverbanden. Interne samenwerkingsverbanden zijn er met alle andere subafdelingen in verband met het feit dat er werkplekmanagers staflid zijn van de subafdeling Algemene Kindergeneeskunde, Infectieziekten en overige deelspecialismen. Daarnaast met de Spoedeisende Hulp, het netwerk Kind in de Knel binnen VUmc. Wat betreft externe samenwerkingsverbanden is er, in verband met capaciteitsproblemen op de verpleegafdeling van de kinderafdeling van VUmc, een zeer goede samenwerking met de omliggende algemene ziekenhuizen gerealiseerd. In goed overleg vindt uitwisseling van patiënten plaats, meestal presentatie op de Spoedeisende Hulp van VUmc gevolgd door opname in een van de omliggende
17
OOR ziekenhuizen. Zowel voor wat betreft de complexe Algemene Kindergeneeskunde als de onder de Algemene Kindergeneeskunde vallende deelspecialismen (infectieziekten, erfelijke en aangeboren afwijkingen, forensische kindergeneeskunde, kinderlongziekten en metaboleziekten en reumatologie) vindt frequent consultatie plaats vanuit algemene ziekenhuizen in de regio. Stafleden per ultimo 2009 Prof.dr. Reinoud Gemke, Prof.dr. Marceline van Furth, drs. Esther Edelenbos, drs. Chantal Broers, drs. Amanda Bouwman, drs. Gabrielle Mooren, dr. Margot Mulder, dr. Martijn van der Kuip, drs. Joost Swart, drs. Ad Nagelkerke, dr. Eric Haarman Gestart nieuwe medewerkers binnen de subafdeling Mevrouw drs. Amanda Bouwman, algemeen kinderarts, supervisor Polikliniek per 1 december 2009. Geregistreerd als deelspecialist: dr. E. Haarman, kinderlongarts per 1 april 2009. Drs. Michel Weijerman, kinderarts Chef de Policlinique, is in 2009 uit dienst gegaan en werkzaam in het Ziekenhuis Rijnland in Leiderdorp als algemeen kinderarts.
4.3
Kindercardiologie
De kerntaken van de subafdeling kindercardiologie zijn de opvang, diagnostiek en behandeling van de patiënt met een aangeboren hartafwijking. Patientenzorg In 2009 werd zowel de poliklinische als de klinische zorg voor patiënten met een aangeboren hartafwijking ongewijzigd voortgezet. Daarnaast werd poliklinisch en klinisch ondersteunende cardiologische zorg verleend voor andere kindergeneeskundige subafdelingen en de algemene kindergeneeskunde. Samenwerkingsverbanden De subafdeling kindercardiologie werkt in het kader van het Centrum voor Aangeboren Hartafwijkingen Amsterdam – Leiden (CAHAL). Dit is een al jaren bestaand samenwerkingsverband met de afdelingen kinderhartchirurgie en kindercardiologie van het Leids universitair medisch centrum en de afdeling kindercardiologie van het academisch medisch centrum Amsterdam. Daarnaast is er een continue nauwe samenwerking met de afdeling cardiologie van VUmc. Stafleden per ultimo 2009: Prof. dr. J. Hruda, drs. L. Rammeloo en drs. G.M. Mooren-Smits (fellow)
4.4
Kinderendocrinologie
De subafdeling kinderendocrinologie houdt zich qua zorg bezig met alle aspecten van de kinderendocrinologie waaronder groei, puberteitsstoornissen, genderproblematiek, obesitas en diabetes mellitus. Patientenzorg De subafdeling nam deel aan de ontwikkeling van een klinische zorgpad voor patiënten met diabetes mellitus; dit zorgpad is inmiddels afgerond. De polikliniek voor adolescenten met genderdysforie werd gereorganiseerd en het aantal spreekuren werd uitgebreid van een naar twee per week. De polikliniek voor genetische oorzaken van kleine lengte, een samenwerkingsverband van dr. Walenkamp en de klinisch geneticus dr. Hendriks, werd verder uitgebreid. Specifieke verwijzing naar deze polikliniek werd bevorderd door zoveel mogelijk af te stemmen met andere ziekenhuizen over de verwijsindicaties. De zorg voor kinderen met overgewicht en obesitas werd voor het grootste deel
18
overgedragen aan de collega’s van de algemene pediatrie. Een spreekuur voor specifieke patiënten met complicaties als gevolg van de obesitas werd gehandhaafd binnen de kinderendocrinologie. Samenwerkingsverbanden Het samenwerkingsverband met de afdeling kinderendocrinologie van het AMC werd verder geïntensiveerd. Er wordt inmiddels samengewerkt op het gebied van patiëntenzorg, protocolontwikkeling, onderwijs en onderzoek. Met de afdeling neonatologie (Prof. H. Lafeber, dr. M.M. van Weissenbruch) wordt samengewerkt op het gebied van onderzoek naar de gevolgen van perinatale problematiek bij prematuur en dysmatuur geboren kinderen. Stafleden per ultimo 2009: Dr. J.Rotteveel, dr M.J.E. Walenkamp, dr. D.T.Klink, dr. M.J.J. Finken. Nieuwe medewerkers 2009: Dr. D.T. Klink is per 1 juli 2009 gestart als kinderarts binnen de polikliniek voor adolescenten met genderdysforie. Dr. M.J.J. Finken is per 1 augustus 2009 gestart als fellow kinderendocrinologie.
4.5 Kindermaag-darm-leverziekten De subafdeling kindermaag-darm-leverziekten behartigt de zorg van kinderen met gastro-intestinale aandoeningen en voedingsproblemen. De subafdeling levert vooral tertiaire zorg; 80% van de nieuwe patiënten worden gezien op verzoek van specialisten in en buiten de regio of komt van buiten de regio. Patiëntenzorg Het ten opzichte van de voorgaande jaren gestegen aantal nieuwe patiënten van 2008 is in het 2009 vrijwel op het niveau van het voorgaande jaar gebleven (220 versus 240). Het aantal endoscopische verrichtingen is in 2009 fors gestegen (van 154 naar 199). In 2008 verscheen de nieuwe sedatierichtlijn, waarin wordt aangegeven dat endoscopische verrichtingen bij kinderen in principe alleen onder algehele anesthesie kunnen worden uitgevoerd. Er is en wordt veel tijd geïnvesteerd in het uitwerken van de richtlijn zodat deze op een diagnostisch en therapeutisch kindvriendelijke manier geïmplementeerd wordt. In 2009 is bijna de helft van de verrichtingen onder algehele anesthesie uitgevoerd. Samenwerkingsverbanden Er vinden maandelijks regionale besprekingen kinder-MDL plaats. In 2009 heeft VUmc vier besprekingen georganiseerd. Op 8 april en 28 oktober werd samen met dr. M.A. Benninga van het AMC het halfjaarlijkse Diner Pensant kinder-MDL Noord-Holland georganiseerd. Stafleden per ultimo 2009 Dr. C.M.F. Kneepkens, kinderarts MDL; drs. T.G.J. de Meij, kinderarts, fellow MDL. Nulaanstellingen voor dr. M.L. Mearin Manrique en dr. J.J. Schweizer, kinderartsen MDL, LUMC.
19
4.6
Kindernefrologie
Vanaf 1993 bestaat in VUmc “het Kinderniercentrum”, gevormd door de afdelingen kindernefrologie en kinderurologie, alwaar kwalitatief hoogwaardige zorg wordt geleverd voor kinderen met ingewikkelde nefro- en nefro-urologische problematiek. VUmc is hierdoor een eindstation voor deze patientengroep. Kinderen worden verwezen uit de regio Amsterdam en heel Noord-Holland, maar komen ook uit heel Nederland. De verdeling is ongeveer 20-60-20 procent. Patientenzorg De kindernefrologie heeft zowel klinische als poliklinische activiteiten. Voor de polikliniek zijn er per week vijf polikliniek ochtend/middagen, waarvan er een samen met de kinderurologen en een samen met de kindernefro dietiste wordt ingevuld. In 2009 werden 218 nieuwe patienten ontvangen en waren er 2784 controlebezoeken. Deze contacten werden uitgevoerd bij 1245 kinderen, zodat dit een herhaalfactor oplevert van 2.4. Er zijn officieel twee dagdelen telefonische spreekuren, maar er zijn dagelijks vele telefonische contacten betreffende de patientenzorg (5786/jaar), zowel met patienten als met andere medebehandelaars. Dagelijks wordt Email contact onderhouden met de behandelaars (in-en extern) die daar om vragen. Kindernefrologische patienten worden zo lang als mogelijk poliklinisch behandeld, maar als het echt niet kan worden ze opgenomen in de kinderkliniek. Ook de nierbiopten (29 in 2009) worden in een korte klinische opname uitgevoerd. De beide IC afdelingen, neonatologie en Intensive Care kinderen, ontvangen ook jaarlijks nefrologiepatienten. Op de Intensive Care Kinderen wordt nierfunctievervangende therapie geleverd in alle modaliteiten, voornamelijk bestaand uit continue hemofiltratie/dialyse en peritoneaal dialyse. In 2009 waren er 227 dialysedagen. Tevens wordt bij ongeveer 20% van de op Intensive Care Kinderen liggende patienten consultatieve nefrologische zorg geleverd. Prenatale consulten bij de afdeling verloskunde worden geleverd door zowel de kindernefrologen als de kinderurologen. Dagbehandelingen vinden voornamelijk plaats op de dagbehandeling op de polikliniek. Er vinden regelmatig besprekingen plaats met medebehandelaars. Samenwerkingsverbanden De regionale samenwerking komt mede tot uiting in de consultbesprekingen die regelmatig tesamen met de kinderurologen worden uitgevoerd in Alkmaar-den Helder-Hoorn-Beverwijk (MCA Alkmaar), Haarlem-Hoofddorp (Spaarne ziekenhuis), Purmerend-BovenY Amsterdam (Waterland Ziekenhuis), en Flevoziekenhuis in Almere. Het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis in Amsterdam, TerGooi Ziekenhuis Bussum en IJsselmeerziekenhuizen in Lelystad zijn in 2009 niet bezocht. Wat betreft de samenwerking binnen VUmc bleef de afdeling kindernefrologie ook in 2009 zeer nauw verbonden met de afdeling kinderurologie. Daarnaast wordt de subafdeling kindernefrologie onder andere officieel ondersteund door een kindernefrodietiste en nefro-kinderverpleegkundigen. In november 2009 werd een convenant getekend met de Nierstichting en VUmc ter financiering van een verpleegkundig specialist kindernefrologie, in het kader van een landelijk project Nurse-led Quality Improvement in Children with Kidney Disease (N-QICK). Stafleden per ultimo 2009 Mw JAE van Wijk en A Bokenkamp.
20
4.7
Neonatologie
De subafdeling IC neonatologie van VUmc is samen met de afdeling Neonatologie van het Emmakinderziekenhuis/AMC verantwoordelijk voor de neonatale intensieve zorg in de regio NoordHolland en Flevoland. Op de subafdeling worden naast intensive care patiënten ook patiënten verzorgd die medium care of high care nodig hebben. Patiëntenzorg Op het gebied van de patiëntenzorg zijn een aantal acties ondernomen in 2009: • Het initiatief is gevat om voor de patiënten die medium care nodig hebben, een aparte medium care zorgeenheid op de zorgeenheid Verloskunde te bewerkstelligen. • Er is een depotheek gebouwd ter verbetering van het klaarmaken van enteralia en parenteralia en ter reductie van infecties. Gestreefd wordt om de depotheek in 2010 in gebruik te nemen. • Er is in augustus een nieuwe voedingskeuken in gebruik genomen die voldoet aan de huidige standaardeisen. • Om kwaliteit van zorg te blijven garanderen is kreeg de subafdeling in december 2009 nieuwe beademingsmachines, de Leonie Plus. • In het kader van patiëntveiligheid werd deelgenomen aan het landelijk Neosafe project. • Van april tot oktober 2009 werd door senior verpleegkundige, M. Van Schie onderzoek verricht naar het voorkomen van lijninfecties bij de zieke pasgeborene na implementatie van nieuwe centrale lijnen in vergelijking tot eerder. • In augustus 2009 werd in het kader van zo veilig mogelijke electieve intubatie bij preterme en a terme neonaten op onze afdeling als 4de NICU centrum overgegaan tot inductie met Propofol (R. van der Lee). • Vanaf maart 2009 neemt het medisch maatschappelijk werk 8 x per jaar deel aan de dagevaluaties van de verpleging. • Overplaatsing van prematuren naar het LUMC of het AMC voor het operatief sluiten van de open ductus Botalli is niet meer nodig. Op 12 september 2009 vond de eerste ingreep na jaren, opnieuw in VUmc plaats. • Het pilot project “meedenken” gestart in juni 2008, met als doel te onderzoeken of een klinisch ethicus op de werkvloer van meerwaarde zou zijn voor de omgang met ethische dilemma’s en morele vragen op de werkvloer en voor complexe besluitvorming binnen de praktijk, werd in december 2009 afgesloten (drs Ph. Romer). Ethisch beraad blijkt nu een onmisbaar onderdeel voor de klinische praktijk en behoeft voortgang binnen de IC neonatologie. De moreel beraadgroep van Metamedica in VUmc zal aan dit pilot project vervolg geven (Prof.dr. G.Widdershoven). • Eerder werd samen met de afdeling neonatologie Emma kinderziekenhuis hypothermie behandeling ter vermindering van cerebrale schade bij pasgeborenen na perinatale asfyxie geïntroduceerd. Hiervoor werden 2 CritiCool apparaten aangeschaft. Per 01-03-2009 maakt hypothermie standaard deel uit van de asfyxie behandeling. • Op initiatief van beide academische neonatologie-afdelingen en de vervoerder VZA zijn 2 nieuwe transport couveuses eind 2009 aangeschaft. • De Babykijker werd in september 2009 geïnstalleerd en wordt officieel in 2010 in gebruik genomen. • In januari 2009 werd door waterpokken contact de daarvoor nodige voorzieningen getroffen op de afdeling. In december werd de afdeling kortdurend gesloten in verband met MRSA besmetting bij enkele premature patienten. • In verband met de nieuwbouw plannen IC neonatologie vonden werkbezoeken aan het ErasmusMC, UMCN en Canisiusziekenhuis, Veldhoven en UMC Sint-Pieter te Brussel plaats.
21
Samenwerkingsverbanden De subafdeling neonatologie van VUmc werkt nauw samen met de subafdeling neonatologie van het Emma Kinderziekenhuis te Amsterdam. Samen zijn we verantwoordelijk voor de neonatale intensieve zorg in de regio Noord-Holland. Stafleden per ultimo 2009 Stafleden zijn: Prof.dr.H.N. Lafeber, drs. F. van den Dungen, Dr. R. van Elburg. Per 11 november is Prof.dr. Fetter medisch hoofd af en Dr. M.M. van Weissenbruch medisch hoofd a.i. Drs. RJ de Jonge heeft per 1 maart zijn fellowship beëindigd en is toegetreden als vast staflid neonatologie, geregistreerd als kinderarts-neonatoloog. Per 15 december 2009 is Drs F.R. Knol gestart als kinderarts-neonatoloog. Het dienstverband van S.Sloot is gestart per oktober en beëindigd per november. Drs. M. de Jonge (kinderarts) heeft per juni het dienstverband beëindigd en een baan aanvaard in het Albert Schweitzer ziekenhuis te Dordrecht. Fellows zijn: drs. Laarman, drs. van de Schoor, drs. van der Lee. Box 4.2: Vragen aan Kim de Lange, verpleegkundige IC neonatologie Ik ben na mijn opleiding vrij snel op de neonatologie van VUmc gaan werken. Na acht maanden ben ik begonnen met de opleiding IC neonatologie die ik in 2003 heb afgerond. Tijdens deze opleiding worden je werkzaamheden uitgebreid met meer intensieve zorgtaken zodat je na je diplomering aan de slag kan als IC verpleegkundige. Wat is je missie? "De zorg voor de pasgeborene zo goed mogelijk uitvoeren onder welke omstandigheid dan ook." Laatste cursus? "Newborn life support. Dit is een reanimatiecursus voor pasgeborenen. Binnenkort begin ik met de instructeurcursus om zelf deze cursus te kunnen geven." Doctor to Doctor? "Anderhalf jaar geleden ben ik gevraagd om mee te gaan naar Kenia. We gaven daar een reanimatiecursus over te vroeg geborenen en inventariseerden of onze oude couveuses daar geplaatst konden worden. Toen wij daar kwamen waren ze net bezig met de bouw van een moeder en kind ziekenhuis. Kort geleden ben ik weer geweest en was het ziekenhuis af. Het is in zo’n land moeilijk om te zien dat zaken heel anders kunnen, maar de kennis en het geld er gewoon niet voor is. Daardoor neemt het meer tijd in beslag om vooruitgang te boeken dan in ons ziekenhuis." Wat doe je over vijf jaar? "Ik hoop dat ik hier dan nog steeds werk. Ik vind het leuk om steeds weer iets nieuws te leren in mijn vakgebied." Passage uit de Tracer, Else Spiering
22
4.8
Kinderneurologie
Binnen de subafdeling kinderneurologie worden de patiëntenzorgstromen gestuurd door het centrale thema binnen de kinderneurologie: wittestofziekten bij kinderen. Voor kinderen met wittestofaandoeningen is het verwijzingsgebied heel Nederland en soms ook daarbuiten. Daarnaast wordt algemene kinderneurologische diagnostiek en zorg geboden, zowel poliklinisch als klinisch, aan kinderen afkomstig uit een grote regio. Patientenzorg De afdeling kinderneurologie werkt met een vaste staf en een vaste supervisie structuur. Prof. dr M.S. van der Knaap is hoofd van de afdeling. Dr R.J. Vermeulen is opleider kinderneurologie (voor de opleiding neurologie en de opleiding tot kinderneuroloog) en verantwoordelijk voor de patiëntenzorg. De stafleden verzorgen als groep de supervisie van de arts-assistenten en fellows op de polikliniek en kliniek. De supervisie op de polikliniek is losgekoppeld van de polikliniek van de supervisor, waardoor er meer tijd is voor de supervisie. Bovendien zijn de tijden voor een nieuwe patiënt verruimd naar 1 uur (in plaats van 45 minuten) om ook de betere supervisie mogelijk te maken. Deze verandering heeft een positieve invloed op de kwaliteit van de poliklinische patiëntenzorg. In de kliniek zijn er nu mogelijkheden voor digitale videobewaking van de patiënten. Het voordeel hiervan is dat de klinische verschijnselen beter bestudeerd kunnen worden. Dit heeft grote voordelen voor de klinische zorg en is ook van belang voor de opleiding van studenten en arts-assistenten. Samenwerkingsverbanden Er zijn goede contacten met de omringende perifere ziekenhuizen. Met het Spaarne ziekenhuis is een vaste samenwerking (3-maandelijks) voor consultatie en opleiding. Ook zijn er vaste werkafspraken met de mytylschool Zuidoost (2 keer per jaar) en Stichting Visio in Huizen (2 keer per jaar). De keuze voor deze samenwerkingsverbanden hangt samen met de grote overlap in patiëntenpopulatie tussen deze twee instituten en de afdeling kinderneurologie. Stafleden per ultimo 2009 De vaste staf bestaat uit: Prof.dr M.S. van der Knaap (subafdelinmgshoofd), Dr R.J. Vermeulen (Chef de Clinique, opleider), Dr. N.I. Wolf. Fellows: Dr. M.J. Eikelenboom, Drs J. Wilms.
4.9
Kinderoncologie-hematologie
De zorg voor kinderen met oncologische en hematologische aandoeningen wordt door de subafdeling kinderoncologie en hematologie geleverd op de polikliniek, in de kliniek en op de dagbehandeling. Patientenzorg Een drietal belangrijke veranderingen kan worden genoemd voor de kinderoncologie-hematologie in 2009. Ten eerste het opstarten van het JACIE traject, een accreditatievereiste voor het uitvoeren van autologe stamceltransplantaties. Die worden momenteel met name uitgevoerd in het kader van oncologische behandelingen. In de toekomst zijn ook andere toepassingen denkbaar zoals bij neurologische en reumatologische aandoeningen. Ten tweede de invoering van een extra narcosesessie voor ingrepen, op de dinsdagen, alsmede het invoeren van structurele maandelijkse sessies voor beeldvorming onder narcose bij kinderoncologische patiënten, op de woensdagen. Ten derde het ontwikkelen van een behandelprotocol voor kinderen met een hooggradige (=kwaadaardige) tumor in de hersenstam.
23
Deze veranderingen hebben met name geleid cq zullen leiden tot een efficiëntere zorg, met meer transparantie in de organisatie, taken en verantwoordelijkheden. Het mag worden verwacht dat daarmee uiteindelijk ook de kwaliteit van de zorg zal verbeteren. De toename aan mogelijkheden voor beeldvorming en ingrepen onder narcose betekent een wezenlijke verbetering qua patientvriendelijkheid van onze zorg. Daarbij heeft het de frustratie in de oude situatie bij de medewerkers enorm verminderd. Ook zijn medewerkers veel minder tijd kwijt met het regelen hiervan. Met betrekking tot het ontwikkelen van een nieuw behandelprotocol voor kinderen met een hersenstamtumor is een begin gemaakt van het vertalen van laboratoriumonderzoek naar de behandeling bij deze patiënten, die momenteel zonder uitzondering overlijden aan dat ziektebeeld. Dat geeft hoop bij ouders van patiënten en bij het medische team dat we deze zeer slechte prognose kunnen gaan verbeteren. Het is eveneens een stimulans voor de onderzoekers in het laboratorium om zich extra in te zetten. Samenwerkingsverbanden Van 20 tot 27 juli is vanuit de subafdeling een bezoek gebracht aan Moi Teaching & Referral Hospital, Eldoret (Kenya). Dit in het kader van Doctor2Doctor, om te beoordelen of er een zinvolle samenwerking tussen VUmc en MTRH op het gebied van kinderkanker tot stand kan komen. Naar aanleiding van het bezoek is geconcludeerd dat dit kan en hierin worden stappen ondernomen. Op 26 oktober heeft een open space bijeenkomst plaatsgevonden te Utrecht over het Nationaal KinderOncologisch Centrum. Dit is een initiatief van SKION (Stichting KinderOncologie Nederland), VOKK (Vereniging Ouders Kinderen en Kanker) en Stichting ODAS. Het doel is één “center of excellence” dat de zorg voor alle kinderen met kanker coördineert en de complexe onderdelen in dat landelijke centrum uitvoert, en waarbij andere delen van de zorg regionaal plaatsvinden. Dit het liefst in samenwerking met de Universitair Medische Centra’s (UMC’s). In december is door de genoemde partijen de “Cooperatie Nationaal KinderOncologisch Centrum u.a.” opgericht, een organisatie met als doel het realiseren van een uniek, nationaal topinstituut voor kinderkanker. Vanuit SKION is in 2009 ook hard gewerkt aan richtlijnen voor medebehandeling van kinderen met een oncologische aandoening in Nederland. Vanuit VUmc is daarover, met de ziekenhuizen waar wij mee samenwerken, regelmatig contact geweest en hebben wij in Amsterdam een bespreking gehad met vertegenwoordigers van die ziekenhuizen. Belangrijke partners voor VUmc in dat opzicht zijn onder andere Sint Lucas Andreas Ziekenhuis te Amsterdam, Medisch Centrum Alkmaar te Alkmaar, Kennemer Gasthuis te Haarlem, Gemini Ziekenhuis te Den Helder, Spaarne Ziekenhuis te Hoofddorp, Tergooi Ziekenhuizen te Blaricum en Hilversum, Flevoziekenhuis te Almere, Waterland ziekenhuis te Purmerend, Sint Jansdal ziekenhuis te Harderwijk en IJsselmeerziekenhuis te Lelystad. Binnen SKION heeft VUmc kinderoncologisch centrum met alle andere UMC's intensief contact op het gebied van patiëntenzorg en de organisatie van de kinderoncologie in Nederland. Vanuit onderzoek zijn er extra contacten met collega's in AMC/Emma Kinderziekenhuis, UMCG, UMCU/Wilhelmina Kinderziekenhuis, UMCN en Erasmus MC/Sophia Kinderziekenhuis. Stafleden per ultimo 2009 De gehele staf (inclusief fellows) bestaat uit: Prof. dr. G.J.L. Kaspers, Drs. F.C.H. Abbink, Dr. V. de Haas, Drs. W.A. Kors, Drs D.G. van Vuurden. Fellows: Drs. A.M.L. Peek en Dr M.A. Veening. Drs. D.G. van Vuurden en Dr. M.A. Veening zijn per ultimo 2009 geregistreerd als deelspecialist. Overige stafleden: Dr. J. Cloos (laboratoriumresearch, 3e geldstroom) Dr. E. van Dulmen-den Broeder (research late effecten en kwaliteit van leven, 3e geldstroom) Daarnaast Prof. dr. A.J.P. Veerman (emeritus) In 2009 zijn de volgende nieuwe medewerkers gestart: Mercan Akyuz (hierarchisch bij Hematologie), S. Gordijn, J. Rijneveld-Haveman, E. Hulleman (hiërarchisch bij Neurochirurgie), Marc Jansen, Johan van Meerloo (hiërarchisch bij Hematologie), Denise Niewerth (hiërarchisch bij Hematologie), A.M.C. Dooper, dataregistratiemedewerker SKION,
24
Mw. drs. M.S. Gordijn, arts-promovendus en onderzoeksassistent, Mw. N.N. Hes, dataregistratiemedewerker SKION, Mw. S.D. Ivens, dataregistratiemedewerker SKION, Dhr. drs. M.H.A. Jansen, arts-onderzoeker / promovendus, Mw. J.A. Rijneveld-Haveman, onderzoeksassistent en datamanager SKION LATER, Mw. M. Vos, dataregistratiemedewerker SKION LATER. De volgende medewerkers zijn uit dienst gegaan: Mw. A. Emanuel, dataregistratiemedewerker SKION, uit dienst per 31 augustus 2009 (andere baan) Dhr. R. Broekhuizen, research analist, uit dienst 31 augustus 2009 (is geëmigreerd naar Chili) Mw. K. Vojtekova, research analist, uit dienst per 31 juli 2009 (vertrokken naar het buitenland) Mw. C.H. van Zantwijk, senior research analist, uit dienst per 30 april 2009 (met prepensioen) Gabey Ouwens is per 1 februari 2009 uit dienst gegaan en werkzaam bij het Nederlands Kanker Instituut.
4.10 Kinderpsychiatrie De afdeling kinder- en jeugdpsychiatrie van VUmc heeft als belangrijkste aandachtsgebieden de forensische kinder- en jeugdpsychiatrie en de consultatieve kinder- en jeugdpsychiatrie. Alhoewel nog maar aanwezig sinds 2003, is de consultatief kinderpsychiater inmiddels niet meer weg te denken binnen de afdeling kindergeneeskunde. In de jaren dat de functie is ingevuld, is veel opgebouwd. Patiëntenzorg Uitvoering van de kinderpsychiatrische zorg zou niet mogelijk zijn zonder de afdeling pediatrische psychologie, waarbij deze samenwerking in de afgelopen jaren een steeds duidelijker vorm heeft gekregen. Consulten van de verschillende kindergeneeskundige specialismen en afdelingen worden steeds in onderling overleg verdeeld (gezamenlijke loketfunctie). De consultatief-liaison kinder- en jeugdpsychiater neemt deel aan de pediatrische psychologie besprekingen. Er is een protocol suïcidebeoordeling ontwikkeld en op het gebied van onverklaarde lichamelijke klachten is een werkgroep opgestart, waarin de pediatrische psychologie en de kinderpsychiatrie steeds samen opereren rondom deze patiënten. Er is een maandelijkse gezamenlijke bespreking met de AIOS kindergeneeskunde op de polikliniek. De kinderpsychiater neemt als vaste deelnemer mee aan het maandelijkse kindermishandelingsoverleg. Naast de afdelingen pediatrische psychologie en kindergeneeskunde, werkt de kinderpsychiater veel voor de afdeling kinderen en adolescenten van het zorgcentrum voor genderdysforie. De kinderpsychiatrische patiëntenzorg is in deze jaren gegroeid. Rond zorgintensieve kinderen is veel overleg noodzakelijk, zowel met de meebehandelende specialisten in het ziekenhuis, als de vaak betrokken hulpverlening erbuiten. Deel van het werk is ook signaleren van psychiatrisch problematiek en doorverwijzen naar de juiste instantie. De hierbij horende diagnostiek, overleg en verwijzing en verslaglegging zijn arbeidsintensief. Samenwerkingsverbanden Er wordt vanuit de kinderpsychiatrie samengewerkt met andere specialismen en afdelingen binnen en betrokken hulpverlening buiten VUmc. Het zoeken naar samenwerking met andere kinderpsychiatrische instellingen om de kinderpsychiatrische zorg binnen VUmc uit te kunnen bouwen, blijft een belangrijke doelstelling voor de consultatieve kinderpsychiatrie. Stafleden per ultimo 2009 De staf bestaat uit prof.dr.Th.A.H. Doreleijers, drs. Al.L.C. de Vries en dr. A.M. Fredriks.
25
5. Onderwijs en opleiding Ten aanzien van de kerntaak Onderwijs en Opleiding functioneren twee beleidsbepalende commissies, te weten de Onderwijscommissie en de Opleidingscommissie. De commissies en de subafdelingen hebben een centrale rol in onderwijs en opleiding. Ze zijn inhoudelijk en organisatorisch verantwoordelijk voor alle aspecten van het onderwijs en de opleiding. Een ieder is zich bewust van de positie van rolmodel als kinderarts en als klinisch docent en houdt de eigen competenties op hoog niveau door na- en bijscholing. Door een enthousiaste, zelfbewuste, op onderwijs en opleiding gerichte houding wordt de ontwikkeling van competenties bij verpleegkundigen, co-assistenten en artsassistenten gestimuleerd die hen in staat stellen steeds meer eigen verantwoordelijkheid te nemen. Hieronder zijn de activiteiten die de commissies en de subafdelingen verricht hebben op de kerntaken onderwijs en opleiding in gezamenlijkheid beschreven.
5.1
Onderwijs
De Onderwijscommissie bestaat uit medisch specialisten van verschillende subafdelingen, de onderwijscoördinator en een secretaresse. Daarnaast heeft tot september 2009 een student deelgenomen aan de commissie. Vanaf september nemen twee studenten deel ten behoeve van het VUmc-compas curriculum en het Curriculum ’91. Tabel 6. Leden Onderwijscommissie Kindergeneeskunde ultimo 2009 Voorzitter (kinderarts-neonatoloog) Onderwijscoördinator Afdelingshoofd Kindergeneeskunde Kinderarts, plaatsvervangend Afdelingshoofd Kindergeneeskunde, subafdelingshoofd Algemene Kindergeneeskunde Kinderlongarts Kinderneuroloog Kinderarts-neonatoloog Student-lid voor Vumc-compas curriculum (vanaf sept 2009) Student-lid voor Curriculum ’91 (vanaf sept 2009)
Prof.dr. H.N. Lafeber Dr. I.J. van Wijk, Prof.dr. J.J. Roord Prof.dr. R.J.B.J. Gemke Drs. A.F. Nagelkerke Dr. R.J. Vermeulen Dr. R.M. van Elburg J. van den Berg R. Muňoz Brands,
Er zijn vanuit de commissie en de subafdelingen veel activiteiten verricht op het gebied van onderwijs. De commissie vergaderde in 2009 zeven keer met als belangrijkste onderwerpen: 1. Onderwijs bijdrage Kindergeneeskunde aan geneeskunde opleiding Curriculum’91 Co-schappen Curriculum ‘91 Door de komst van het nieuwe bachelor/master curriculum VUmc-compas, is het essentieel dat Curriculum ‘91 studenten zo snel mogelijk afstuderen. De accreditatie voor dit curriculum loopt af in 2011, daarom moesten studenten begin mei 2009 het doctoraal examen geneeskunde behaald hebben om nog met de co-schappen van Curriculum ’91 te mogen starten. Om dit alles te realiseren was een zeer groot aantal jaarplaatsen voor de coschappen nodig tot eind 2010. De onderwijscommissie kindergeneeskunde heeft geweigerd om de opleiding in te korten om zo kwaliteitsverlies te voorkomen. De co-schappen binnen VUmc zijn in aantal verhoogd van 8 naar 12 jaarplaatsen en in 2008 heeft met uitbreiding van het aantal affiliatieziekenhuizen een verhoging van het aantal jaarplaatsen kindergeneeskunde plaatsgevonden van 38 naar 58 jaarplaatsen. De affiliatieziekenhuizen voor de kindergeneeskunde coschappen waren in 2009: Spaarne Ziekenhuis Hoofddorp, Kennemergasthuis Haarlem, Slotervaart Ziekenhuis Amsterdam, St Lucas Andreas Ziekenhuis
26
Amsterdam, St Jansdal ziekenhuis Harderwijk, Waterland Ziekenhuizen Purmerend, Gelre ziekenhuis Zutphen, Franciscus ziekenhuis Roosendaal, Rode kruis ziekenhuis Beverwijk, Westfriesgasthuis Hoorn, Gemini ziekenhuis Den Helder, Tergooi ziekenhuizen Blaricum, IJselmeer ziekenhuizen Lelystad, St Oduber ziekenhuis Aruba, ziekenhuis Sint Maarten, Universiteit Stellenbosch, Kaapstad Zuid Afrika (Pretoria Academic Hospital, Kalafong Hospital, Paarlberg) en het Vrije Universiteits ziekenhuis Brussel. In deze ziekenhuizen is het coschap kindergeneeskunde aangeboden en naar tevredenheid gelopen. De evaluatieresultaten zijn positief. Met het aflopen van Curriculum ’91 zijn er ook grote aantal keuzecoschappen gefaciliteerd door de afdeling kindergeneeskunde. De coördinatie hiervan en het voorkomen van interferentie met de reguliere coschappen vergde regelmatig de aandacht van de commissie. Affiliatiedag Kindergeneeskunde en Symposium “De co vertelt van eigen werk” In 2009 werd voor de 9e keer de jaarlijkse affiliatiedag VUmc kindergeneeskunde en het symposium “De co vertelt van eigen werk” door de onderwijscommissie georganiseerd. De dag vond plaats op 13 maart 2009. De Abbott Paediatrics prijs voor beste wetenschappelijke stage Kindergeneeskunde 2008 werd uitgereikt aan mevr. Saskia Poels, met het onderwerp “The influence of early continuous insulin therapy” (begeleid door Mevr.dr.M.M. Van Weissenbruch). Traditioneel ontving de co-assistent met de beste voordracht van deze dag de Nutricia’s Thei Haumann prijs voor beste presentatie uit handen van de medeorganisator van deze dag Dr. Ruurd van Elburg. Dit jaar was de winnares Victorien van Verschuer, die haar coschap kindergeneeskunde liep in het SLAZ. In 2010 is de onderwijscommissie gestart met de organisatie van de tiende affiliatiedag. Voor dit lustrum wil de commissie een speciale feestelijke bijeenkomst organiseren in februari 2010. 2. Onderwijs bijdrage Kindergeneeskunde aan Medische Opleiding VUmc-Compas: Bacheloropleiding jaar 1, 2 en 3 : - Bijdrage aan tutorschap. De afdeling heeft sinds het studiejaar 2008/2009 het aantal tutoren voor de bachelorfase teruggebracht van acht naar vijf in verband met de substantiële bijdrage van de afdeling aan de masterfase. In studiejaar 2008/2009 zijn stafleden Mulder, vd Dungen, Kors, Vermeulen en Douwes één semester als tutor actief geweest. Voor studiejaar 2009/2010 zijn er vier tutoren ingezet, dit zijn Nagelkerke, Broers, Douwes en Jansen. Onderzoeker M. Jansen is ingezet als tutor in plaats van Van Heerde. Zowel Van Heerde als Swart waren oorspronkelijk ingedeeld voor een tutorschap in studiejaar 2009/2010, maar hun inzet is verschoven naar studiejaar 2010/2011. Hoewel het tutorschap veel tijd kost en moeilijk is te combineren met de dagelijkse klinische bezigheden wordt het door alle stafleden wel als een positieve ervaring gezien. Het streven van de onderwijscommissie is om alle stafleden éénmaal tutor te laten zijn en vervolgens grotendeels onderzoekers in te schakelen als tutor. - Prof.dr. R.J.B.J. Gemke heeft het semestercoördinatorschap van sem 2.1 overgedragen aan prof.dr. W.J. Mooi. - De onderwijscommissie heeft zich verder bezig gehouden met de cursussen waar de afdeling kindergeneeskunde het meest bij betrokken is in de bachelorfase: o Bachelor 2.1.1: Ontwikkeling en ziekteleer (vicecuco Van Furth) o Bachelor 2.1.2 Start van een mensenleven (docenteninzet neonatologie en kindercardiologie) o Bachelor 2.1.3 Van baby tot jong volwassene (cuco Nagelkerke) o Bachelor 2.1.4 Opgroeien: invloeden van gen en omgeving (vicecuco Lafeber) o Bachelor 3.2.3: Wetenschappelijk focusonderwijs Kind&Jeugd (vicecuco Van Wijk) - Drs. A.F. Nagelkerke is verantwoordelijk voor de leerstof kindergeneeskunde van de gehele bachelorfase. Er zijn in 2009 voorbereidingen getroffen om een nieuwe keuze te maken voor een leerboek kindergeneeskunde voor de bachelorfase.
27
Master jaar 1, wetenschappelijke stages Een integraal onderdeel van de masteropleiding is de wetenschappelijke stage. Op centraal niveau bij het Instituut voor Onderwijs en Opleiden is onze onderwijscoördinator mevr. dr. I.J. van Wijk verantwoordelijk voor de vormgeving van dit belangrijke studieonderdeel van 14 of 24 weken in de masterfase. Binnen de afdeling kindergeneeskunde worden gemiddeld 30 wetenschappelijke stages per studiejaar gelopen, die door mevr. dr. I.J. van Wijk als stagecoördinator aangemeld, geregistreerd, beoordeeld en goedgekeurd worden. Studenten van VUmc compas mogen kiezen of ze de masterfase starten met de wetenschappelijke stage of ermee eindigen. 50% van de studenten kiest ervoor om de mastefase in jaar 1 te starten met de wetenschappelijke stage. In 2009 zijn wetenschappelijke stages door studenten van beide curricula tegelijkertijd gelopen. Studenten van C’91 moeten vóór september 2010 hun wetenschappelijke stages afgerond hebben. Master jaar 1, klinische leerstages Op 25 mei 2009 is de eerste pilotgroep studenten gestart met M1.5 leerstages kindergeneeskunde. Dr. R.J. Vermeulen en mevr. dr. I.J. van Wijk hebben deze stage ontwikkeld en coördineren dit onderwijs. Na de succesvolle pilot, zijn vanaf augustus 2009 regulier iedere 3 weken 8 master studenten gedurende 2.5 week op onze afdeling begeleid. Begin 2009 is hiervoor ruimte 9B87 voor de masterstudenten verbouwd. Iedere vrijdag krijgen de studenten met de mede-studenten die hun stages in de pentagoonziekenhuizen volgen (SLAZ, Kennemer, Spaarne en MCA) les in het KlinischTrainingsCentrum (KTC) op de poli. De afdeling kindergeneeskunde geeft iedere drie weken een groot aantal van de trainingen en colleges in het KTC. Alle stafleden participeren in de supervisie van de M1.5 studenten en inmiddels zijn ook nagenoeg alle stafleden Kindergeneeskunde ingedeeld voor het KTC onderwijs. De eerste evaluaties van de M1.5 stages zijn positief. De leermomenten en begeleiding op de afdeling worden zeer positief beoordeeld, het KTC-onderwijs behoeft nog enige verbetering. Masterjaar 2, de klinische werkstages Er is een forse start gemaakt met de ontwikkeling van masterstage M2.4.2 door dr. R.J. Vermeulen en dr. I.J. Van Wijk. Deze stages gaan voor de kindergeneeskunde 4 weken duren, met één terugkomdag in het KTC. Over het programma en de toetsing is in de commissie gesproken en tevens is besloten ten aanzien van het rooster, dat nachtdiensten niet meer haalbaar zijn tijdens deze korte stages, maar wel avond- en weekenddiensten ingeroosterd zullen worden. In overleg met de directeur van de opleiding geneeskunde mevr. dr. G. Croiset is door prof.dr. J.J. Roord en dr. I.J. van Wijk met instemming van de onderwijscommissie een selectie gemaakt van de affiliatie-ziekenhuizen voor de klinische stages van masterjaar 2. Begin 2010 worden deze ziekenhuizen geïnformeerd en start de gezamenlijke ontwikkeling van deze stages. De stages starten in november 2010, maar enkele studenten van de koplopersgroep zullen individueel al eerder starten met deze stages in april, mei en augustus 2010. Masterjaar 3, de semi-artsstages en het keuze-onderwijs In 2009 heeft de onderwijscommisie zich gebogen over het aantal aan te bieden structurele plaatsen voor een semiartsstage kindergeneeskunde in het VUmc. Een voorlopig aantal van 6 plaatsen is genoemd (voor het huidige oudste coschap biedt de afdeling één plaats). Daarnaast hebben diverse subafdelingen negen verschillende modules aangeboden voor keuzeonderwijs in masterjaar 3 (veelal vergelijkbaar met de opzet van de huidige keuzecoschappen). 3. Overig - In mei 2009 heeft een tussentijdse globale toetsing van het VUmc-compas curriculum plaatsgevonden. Meerdere leden van de onderwijscommisie hebben zich hier intensief mee bezig gehouden en zijn ook actief betrokken geweest bij de visitatie van de QANU commissie. - Op 23 juni 2009 hebben leden van de onderwijscommissie een RAAK-avond georganiseerd: “Meesters in de master..?” om de eigen afdeling en stafleden van de ons omringende ziekenhuizen op de hoogte te brengen van de nieuwe klinische stages kindergeneeskunde van de Masterfase, professioneel gedrag, en de rol en het gebruik van de digitale leeromgeving.
28
- In juli 2009 heeft mevr drs. M. van der Meijde, directeur IOO, kennis gemaakt met de onderwijscommissie en de afdeling. - In augustus 2009 is een SummerCourse (“The bridges between neurology and psychiatry in children and adolescents”) georganiseerd door VUmc-studenten. - Van 5 t/m 8 oktober 2009 vond de jaarlijkse PAOG week kindergeneeskunde VUmc plaats. Tijdens deze week werd een minisymposium georganiseerd over het instellen van Perinatal Audit commissies in Nederland. - In november 2009 hebben HonoursProgramme-studenten Jolice van den Berg, Jorien Tromp en Pauline Slort hun honours-traject afgesloten met een presentatie van het door hen uitgevoerde onderzoek aan de afdeling kindergeneeskunde. Najaar 2009 zijn drie nieuwe HonoursProgrammestudenten gestart met dit onderwijs voor excellente studenten aan onze afdeling. - Er vond in 2009 tevens onderwijs plaats over de subspecialismen onder andere aan kinder(IC, IC neonatologie, dialyse)verpleegkundigen. Stageplekken zijn beschikbaar geweest voor onder meer de opleiding tot kinder-verpleegkundigen, Intensive Care verpleegkundigen neonatologie, neonataal transport voor VZA werknemers en voor verpleegkundigen in opleiding tot obstetrieverpleegkundigen.
5.2
Opleiding
Onder regie van het kernteam IN VIVO werd de opleidingsvernieuwing Kindergeneeskunde in 2009 verder geïmplementeerd. De belangrijkste activiteiten in dit kader waren: beoordeling van de individuele kwaliteiten van stafleden Kindergeneeskunde ten aanzien van hun rol als opleider voor AIOS door middel van de SetQ. Met dit meetinstrument geeft ieder staflid van zichzelf een visie van zijn of haar rol als opleider die wordt vergeleken met een beoordeling door een aantal AIOS alsmede een aantal pierce/collegae. Door middel van feedback rapporten verkrijgt ieder staflid hiermee een inzicht in zijn of haar sterke punten en verbeterpunten ten aanzien van de rol als opleider. We zullen dit in de toekomst gaan herhalen en ook in intervisie en/of jaargesprekken een plaats gaan geven. Er zijn meerdere deelspecialistische opleidingen binnen de afdeling Kindergeneeskunde. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de deelspecialistische opleiding en opleider. Tabel 7. Deelspecialistische opleidingen Kindergeneeskunde en opleider ultimo 2009 Acute Kindergeneeskunde en Intensive Care Infectieziekten Cardiologie (CAHAL) Endocrinolgie Maag-darm-leverziekten Neonatologie Neurologie Oncologie-Hematologie Psychiatrie
Dr. D.G. Markhorst Prof. dr. A.M. van Furth Prof. dr. J.Hruda Dr. J. Rotteveel Dr. C.M.F. Kneepkens Prof. dr. H.N. Lafeber Dr. R.J. Vermeulen Prof. dr. G.J.L. Kaspers Prof. dr. Th. A.H. Doreleijers
Tijdens the Invitational Conference NFU over modernisering van medische opleidingen is door de voorzitter van de opleidingscommissie een presentatie gegeven over de implementatie van een eendaagse teach-the-teacher liet programma. In het kader van de opleidingsvernieuwingen in VUmc werd ook vanuit de Kindergeneeskunde in de centrale opleidingscommissie de proefvisitatie geïntroduceerd. De uitvoering hiervan vond ook als eerste plaats bij de afdeling Kindergeneeskunde in de maand november 2009 onder leiding van een proefvisitatiecommissie bestaande uit voorzitter en plaatsvervangend voorzitter van de centrale opleidingscommissie, een AIOS van intern en extern en directeur van onderwijsinstituut en de directeur van de opleiding Geneeskunde. Dit principe zal ook over de andere medische afdelingen van VUmc worden uitgerold.
29
Daarnaast werd in 2009 een start gemaakt met de invoering van keuzestages in het laatste jaar van de opleiding tot kinderarts. Afdeling Kinderneurologie, Kinderendocrinologie, Kindernefrologie en Algemene Kindergeneeskunde deden ervaring op met deze keuzestages. Voor wat betreft de Algemene Kindergeneeskunde werd een junior supervisiestage geïmplementeerd die voorbereid op de rol als Algemeen Kinderarts in een algemeen (opleidings)ziekenhuis. De volgende AIOS hebben in 2009 de opleiding afgerond en zijn geregistreerd als kinderarts: mevrouw K. Welborn, mevrouw M. Suijker, mevrouw F. Neijens, de heer D. Klink, de heer M. van der Kuip, mevrouw J. Wilms en mevrouw A. van den Berg.
30
6. Onderzoek Binnen alle subafdelingen wordt onderzoek verricht. In bijlagen 1 en 2 is een overzicht opgenomen van respectievelijk lopend onderzoek en wetenschappelijke output. De afdeling Kindergeneeskunde kent een aantal commissies gericht op de kerntaken, waaronder de commissie wetenschappelijk onderzoek (CWO). De CWO in de huidige vorm heeft een sinds begin 2008 op hoofdlijnen geaccordeerd beleidsplan, dat vooral is gericht op het optimaliseren in kwalitatief en kwantitatief opzicht van wetenschappelijk onderzoek binnen VUmc dat voor kinderen relevant is. Uiteraard moet dat onderzoek passen binnen de door de Raad van Bestuur benoemde zwaartepunten en onderzoekinstituten4. Dit doel wordt in essentie nagestreefd door de volgende activiteiten: 1. Het stimuleren van het opstarten van goed wetenschappelijk onderzoek 2. Het bewaken van de kwaliteit en de positionering binnen onderzoekinstituten van nieuw en lopend onderzoek. 3. Het coördineren van interne en externe rapportages over wetenschappelijk onderzoek 4. Het faciliteren van de uitvoering van onderzoek en onderzoekgerelateerde activiteiten De CWO heeft in 2009 een concrete start gemaakt met focussering van het Kindergeneeskundig onderzoek en taakdifferentiatie in dat kader. Hierbij wordt door ieder staflid bewust gekozen voor of onderzoek of onderwijs en opleiding als kerntaak naast patiëntenzorg. Begin 2009 werd een researchretraite georganiseerd, in aanwezigheid van diverse leiders van de onderzoeksinstituten. Na inleidingen door collega’s Roord en Kaspers, met onder andere een overzicht van het Kindergeneeskundig onderzoek in andere UMC’s en binnen VUmc, werden werkgroepen aan het werk gezet om te praten over focussering van ons onderzoek. De conclusie was dat er enkele gevestigde onderzoekslijnen zijn, ook enkele kansrijke onderzoekslijnen en daarnaast meerdere kleinere groepen die moeten gaan kiezen waar ze met hun onderzoek bij willen aansluiten, of zelfs het onderzoek moeten afbouwen. In de loop van 2009 werd vervolgens met de leiders van alle kansrijke en overige onderzoeksgroepen gepraat over dit proces. In 2010 zal een advies aan het managementteam- dagelijks bestuur van de afdeling worden aangeboden om te komen tot daadwerkelijke focussering van ons onderzoek, waarbij zal worden gekozen voor maximaal vijf onderzoekslijnen waarbinnen al het onderzoek moet passen. In dit kader past ook goed de discussie over taakdifferentiatie, waarbij ieder staflid naast patiëntenzorg meer nadrukkelijk kiest voor onderzoek of onderwijs en opleiding. Overigens zijn daarbij beide kerntaken even belangrijk. Bij deze taakdifferentiatie is in de visie van de CWO een belangrijke rol weggelegd voor de hoofden van de subafdelingen, die in jaargesprekken en zo nodig vaker met alle individuele stafleden tot concrete afspraken moeten komen over de taakverdeling en die dat vervolgens ook moeten bewaken. Een belangrijk punt daarbij is dat onderzoek wel iets moet opleveren, in de vorm van met name verworven subsidies en wetenschappelijke output. Het is niet gemakkelijk daarbij normen te stellen wat bereikt moet worden, maar het is wel gemakkelijk te meten.
4
V-ICI (instituut voor kanker en immunologie), ICEN (instituut voor klinische en experimentele neurowetenschappen), ICaRVU (instituut voor cardiovasculaire research), EMGO (instituut voor extramuraal geneeskundig onderzoek), MOVE (instituut voor bewegen).
31
Een andere taak van de CWO die toch nog relatief veel tijd kost is het verzamelen en rubriceren van de wetenschappelijke output van onze afdeling. Voor het zo efficiënt mogelijk maken van dit overzicht zou het wenselijk zijn dat VUmc met een uniform systeem gaat werken, zodat bij elke inventarisatie dezelfde gegevens uit een groot bestand kunnen worden geselecteerd. Hiertoe heeft de CWO bij alle VUmc onderzoeksinstituten de richtlijnen opgevraagd die elk instituut hanteert bij het opvragen van de output. Deze richtlijnen blijken inderdaad te verschillen, en dat is doorgegeven aan de secretaris van elk instituut met het verzoek om uniformering. In 2009 is ook een start gemaakt met maandelijks rapportages in de ochtend, waarbij een jonge onderzoeker na een korte inleiding door zijn of haar begeleider vertelt over zijn of haar (promotie-) onderzoek. Op deze manier komen alle onderzoekslijnen aan de orde en worden aanwezige coassistenten en assistenten gestimuleerd om aansluiting te zoeken bij een van de onderzoeksgroepen. In november 2009 heeft mevrouw drs. M. de Beer, AGIKO Kindergeneeskunde tijdens het Congress International Society for Developmental Origin of Health and Diseases (DOHaD) in Santiago de prijs voor beste abstract en mondelinge presentatie door een jonge onderzoeker ontvangen. Mevrouw drs. I. Westerbeek is genomineerd voor de ‘Young Investigator Award’, European Society Pediatric Research Hamburg Duitsland, voor CARROT study. De CWO is een commissie waar diverse activiteiten lopen en andere in voorbereiding zijn.
Tabel 8. Leden Onderzoekscommissie Kindergeneeskunde ultimo 2009 Voorzitter (kinderarts-oncoloog/hematoloog), subafdelingshoofd kinderoncologie/hematologie Kinderarts-infectioloog Kinderarts-neonatoloog, subafdelingshoofd neonatologie a.i Kinderneuroloog
Prof. dr. G.J.L. Kaspers Prof. dr. A.M. van Furth Dr. M. van Weissenbruch Dr. N. Wolf
32
BIJLAGEN
Bijlage 1. Lopend onderzoek Acute Kindergeneeskunde en Intensive Care Het onderzoek dat binnen de afdeling intensive care kinderen wordt verricht vond hoofdzakelijk plaats binnen de hoofdlijnen, die ondergebracht zijn bij de onderzoeksschool ICARVU: ICARVU aandachtsgebied: Beademing en longmechanica, projectleider dr. D. G. Markhorst. Project: Work of breathing in spontaneous breathing during high frequency oscillatory ventilation. Onderzoekers: hoofdonderzoeker drs. M. van Heerde, begeleider dr. D. G. Markhorst.
Algemene Pediatrie en overige specialismen Het wetenschappelijk onderzoek van de subafdeling algemene kindergeneeskunde en infectieziekten richt zich de volgende terreinen: 1. Developmental origin of disease in later life a. Epidemiologie en outcome van congenitale en verworven aandoeningen i. Congenitale anatomische afwijkingen (hernia diafr, oes. atresie) ii. Acute lymfatische leukemie iii. Down syndroom b. Cardiovasculair en metabool risico i. ABCD-studie ii. Microcirculatie project 2. Infectieziekten en immunologie a. Infecties van het centraal zenuwstelsel (innate immunity and outcome) b. Infecties van de luchtwegen (innate immunity, RSV bij Down syndroom) c. Sepsis (neonaten) Samenwerking en synergie worden gezocht door verbanden binnen en buiten de eigen (sub)afdeling zoals met de kinderhemato-oncologie, medische microbiologie, kinderchirurgie, inwendige geneeskunde, met AMC (lab experimentele inwendige geneeskunde en klinische epidemiologie) en GGD (ABCD studie). Het onderzoek is ingebed in onderzoekscholen van VUmc (ICEN, V-ICI, IcaR en EMGO). Thema: Developmental origin of disease in later life - ABCD studie: Relation of fetal and infantile growth with anthropometry, insulin sensitivity and cardiovascular function at age 5 in a multi-ethnic birth cohort. M. de Beer (1), T. Vrijkotte (2), M. van Eijsden (3), R. Gemke (1). 1 Dept. Pediatrics VUmc, 2 Dept Soc Med AMC, Amsterdam, 3 GGD Amsterdam - Cardiovascular risk factors in 5-year old children: HPA-axis mediated effects of psychosocial stress during pregnancy and postnatal growth. A. van Dijk (1, 2), T. Vrijkotte(1), M. van Eijsden(3), R. Gemke(2). 1 Dept Soc Med AMC, Amsterdam, 2 Dept Pediatrics VUmc, 3 GGD Amsterdam - Ethnic differences in metabolic and cardiovascular function in 5 year old children: the role of early life factors. M. de Hoog (1), T. Vrijkotte (1), M. van Eijsden (2), R. Gemke (3). 1 Dept Soc Med AMC, Amsterdam, 2 GGD Amsterdam, 3 Dept Pediatrics VUmc - Relation of parental sovio-economic status (SES) with offspring’s health at birth, during infancy and early childhood. G. van den Berg, M.van der Wal, T. Vrijkotte, R. Gemke - Health related quality of life during treatment of acute lymphoblastic leukaemia: a national multicentre study. R.R.L. van Litsenburg, G.J. Kaspers, RJBJ Gemke. Dept. Pediatrics, VUmc Amsterdam.
- Dexamethasone and HPA-axis function following acute lymphoblastic eukemia and the relalation with sleep-problems (DREAM-study). S. Gordijn, R. van Litsenburg, GJ Kaspers, RJBJ Gemke. Dept Pediatrics Vumc Amsterdam. - Epidemiological aspects in children with Down syndrome. M. Weijerman, C.J.M. Broers, A.M. van Furth, R.J.B.J. Gemke. Dept. of Pediactrics, VUmc, Amsterdam - Late respiratory, gastrointestinal and neurological effects of congenital anatomic malformations of the upper gastrointestinal tract. M.G. Peetsold, H. Heij, F. Kneepkens, A. Nagelkerke, J. Huisman, R. Gemke. VUmc Amsterdam. - Renal complications of mechanical ventilation; an experimental study. J.W. Kuiper, F.B. Plötz, J. Groeneveld, R. Gemke. VUmc Amsterdam. Infectieziekten en Immunologie - Innate immunity in bacterial meningitis. G.Th.J. van Well1, J.J. Roord2, T, van der Poll3, A.M. van Furth2. 1 Dept. of Pediatrics, Maastricht, 2 Dept. of Pediactrics, VUmc, Amsterdam, 3 CINEMA, AMC, Amsterdam - Genetic profiling in bacterial meningitis. M. Sanders1, S. Morré1, A.M. van Furth2. Dept. of Immunogenetics, VUmc, Amsterdam, 2 Dept. of Pediactrics, VUmc, Amsterdam - Prognosis of bacterial meningitis in children. R.C.J. de Jonge1, C. Terwee2, R.J.B.J. Gemke1, A.M. van Furth 1.1 Dept. of Pediactrics, VUmc, Amsterdam, 2 EMGO, VU, Amsterdam - Immune response in children with Down Syndrome. C.J.M. Broers1, M. Weijerman1, R.J.B.J. Gemke1, A.M. van Furth1. 1 Dept. of Pediactrics, VUmc, Amsterdam - RSV lower respiratory tract infections in children with Down syndrome: risk assessment and immunopathogenesis. B. Bloemers1, L. Bont1, J. Kimpen2, A.M. van Furth3. 1. Dept. of Pediatrics, WKZ, Utrecht, 2 Dept. of Pediactrics, VUmc, Amsterdam - Premature pasgeborenen met sepsis of meningitis: afweer, behandeling en gevolgen op latere leeftijd. F.A.M. van Dungen1, S. Morre2, P. Savelkoul3, A.M. van Furth4, W. Fetter1, M. van Weissenbruch1. 1 Dept. of Neonatology, VUmc, Amsterdam, 2 Dept. of Immunogenetics, VUmc, Amsterdam, 3 Dept. of Microbiology, 4 Dept. of Pediactrics, VUmc, Amsterdam - Enteroviral Infections in children. S. de Crom1, M. Peters2, J. Rossen2, A.M. van Furth3, Ch. Obihara1. 1. Dept. of Pediatrics, St. Elisabeth Hospital, Tilburg, 2 dept. of Micorbiology, St. Elisabeth Hospital, Tilburg, 3 Dept. of Pediactrics, VUmc, Amsterdam
Kindercardiologie Wetenschappelijk onderzoek naar de ontwikkeling van aorta-pulmonale colleteralen werd gecontinueerd met de afdeling Anatomie van het Leids Universitair Medisch Centrum.
Kinderendocrinologie De subafdeling participeert in de onderzoeksschool ICaR-VU binnen het thema “Developmental origin of cardiovascular and metabolic disease”. Dit thema focust op vroege gebeurtenissen die belangrijk zijn voor het ontstaan van cardiovasculaire ziekte op latere leeftijd, zoals prematuriteit, inhaalgroei en lichaamssamenstelling. Binnen de subafdeling loopt het volgende onderzoekproject: Adolescents born prematurely either appropriate or small for gestational age: relationships among birth weight, insulin sensitivity, beta cell function and cardiovascular risk factors. A study in 20-year-olds of the national cohort of very preterm infants born in The Netherlands in 1983. Kindermaag-darm-leverziekten Binnen de subafdeling loopt het onderzoeksproject, Klinische hongerprovocatie. Dit in samenwerking met dr. A. Kindermann van het AMC. Eind 2009 zijn de laatste patiënten ingesloten. De definitieve resultaten worden in de loop van 2010 verwacht. Er worden voorbereidingen getroffen voor projecten op het gebied van de niet-invasieve evaluatie van darmepitheelschade en veranderingen in de colonmicrobiota bij chronische darmaandoeningen. De bijdrage van de subafdeling aan onderzoek van andere afdelingen heeft geleid tot meerdere (aankomende) internationale publicaties.
Kindernefrologie Het onderzoek in de kindernefrologie heeft oorsprong in de samenwerking met de afdeling kinderurologie in het kader van het kinderniercentrum VUmc (urineweginfecties en obstructieve uropathie). Daarnaast zijn er speerpunten in de glomerulaire aandoeningen (nefrotisch syndroom, IgA nefropathie, monofunctionele nier), tubulaire aandoeningen en nierfunctiebepaling bij het kind. - AGIKO project: Nephrotic syndrome: leading to a better future. Loubna El Bakkali. Projectleider JAE van Wijk. ZON/MW-VU subsidie voor personeelskosten AGIKO. Tijdpad: 1 jan 2008 gestart. - HP project: Monofunctional kidney in children: the KIMONO study Rik Westland. HP traject in 2008 afgesloten. Onderzoek wordt gecontinueerd. Projectleider JAE van Wijk. Gedeeltelijk 3e geldstroom financiering. - Combinatie onderzoek fàculteit-kliniek: Mutaties in het X-chromosoom gebonden cosmc-gen en hun relevantie voor het onstaan van IgA nefropathie. Projectleiders: I van Die (glycobioloog: afdeling moleculaire biochemie en celbiologie) en JAE van Wijk. Onderzoeker Judith Brevoord. Deelsubsidie Nierstichting Nederland 2007. Onderzoek loopt door tot/met 2009. - Samenwerkingsproject kindernefrologie –kinderoncologie: Inventarisatie en optimalisering van de blootstelling aan carboplatine in de kinderoncologie dmv verschillende methodes van nierfunctiemeting. Projectleider A Bokenkamp. Gestart in 2008. - Samenwerkingsverband met Spaarne Ziekenhuis afd kindergeneeskunde: Incidentie en prevalentie: urineweginfecties in de eerste lijn; een niet makkelijke diagnose. Onderzoeker W vd Bosch, kinderarts. Projectleiders JAE van Wijk, R Gemke, M van Houten. Subsidiefonds Nuts-Ohra (gedeeltelijk).
Neonatologie Het wetenschappelijk onderzoek van de afdeling Neonatologie vindt plaats binnen VUmc onderzoeksinstituut ICaR-VU.
A. Effects of early modifications of nutritional support on growth, metabolism and body composition in very low birth weight and small for gestational age infants. 1. Aspects of Nitrogen Metabolism in Intrauterine Growth restriction. Collaboration with Prof. J. Harding, Liggins Institute, University of Auckland, Auckland New Zealand. During 2009 no active participation from VUmc. 2. Studies Towards the Effects of Postdischarge nutrition of preterm infants (STEP study). Investigator Drs. E. Amesz. WP4 2004-2010; annual funding by Friesland Foods Leeuwarden: 4x € 100.000 Promotor Prof. dr. H.N. Lafeber 3. A.Effects of Glutamine Enriched Enteral Feeding in preterm infants (GEEF study). Dissertation Drs. A. van den Berg WP3 2003-2006; Promotor: Prof. W.P.F. Fetter, copromotor Dr. R.M. van Elburg. 3. B. Follow-up at one to six years of preterm infants of the GEEF study Investigator Drs. A. van Zwol junior staff Pediatrics WP1 2005-2009. Promotor: Prof W.P.F. Fetter, copromotor Dr. R.M. van Elburg. Effects of Glutamine Enriched Enteral Feeding in preterm infants (GEEF II study). Project prolonged as investigation into long term effects on neurodevelopment starting in 2009 in collaboration with Prof. Dr. J. Oosterlaan, Faculty of Health Sciences Vrije Universiteit, department of Psychology. Promotores: Prof. W.P.F. Fetter, Prof.dr. H.N.Lafeber and Prof. dr. J. Oosterlaan, copromotor Dr. R.M. van Elburg. Funding of PhD student starting in 2009 by Danone Food Research Wageningen NL. 4. A. Immune effects of acidic and neutral oligosaccharides in the nutrition of preterm infants: Carrot study. Investigator: E.A.M. Westerbeek WP1 2007- 2011; 4 B. Transplacental IgG transfer en response on vaccination in preterm born infants that received acidic and neutral oligosaccharides after birth. Investigator: Jolice van den Berg, Research student WP1 (2009-2010) in collaboration with RIVM; Annual funding by Numico (Milupa AG, Friedrichsdorf , Germany): € 65.000 . Promotores: Prof. Dr. H.N. Lafeber, Prof. dr. W.P.F. Fetter, copromotor R.M. van Elburg. Collaboration with Prof. G Boehm, Professor of Infant Food Technology, Erasmus MC, Rotterdam NL. 5. Participation in Multi Centre Trial: 80-007022-98-07406: Neurodevelopmental outcome after neonatal hypoglycemia: a multi-center randomized controlled trial comparing intensive treatment versus expectant glucose monitoring in high risk newborns. Mean centre of investigation AMC Amsterdam. Investigator: Drs. A. Cranendonk, research nurse. Project coordinator VUMC: Prof. dr. H.N. Lafeber. Funded by WP2: ZON-MW for €240 per included patient. 6. Effect of starter formula with synbiotics on prevention of gastro-intestinal infections and all infections with fever in full term infants Investigator: Mrs. A. Cranendonk, research nurse practitioner 0,1 fte WP1; European multicenter investigation. Project coordinator VUMC: Prof.dr. H.N. Lafeber. Sponsor: WP 4: Nestec Vevey Switzerland . € 800-1000 per included patient (expected n=50) 7. Investigations into optimal parenteral nutrition of preterm infants. Measurement of amino acid turnover using stable isotopes. Investigators: Dr. S. van der Schoor, Dr. R.M. van Elburg, Prof.dr. H.N. Lafeber in collaboration with Prof.dr. J.B. van Goudoever, department of Neonatology / stable isotope laboratory, Erasmus University Rotterdam. B. Effects of early modifications of nutritional support and endocrine interventions on growth, metabolism and body composition in very low birth weight and small for gestational age infants. 1. Part 1. Long term follow-up of preterm infants. Long term collaboration Neoned 1981- 2015. Advisor until 1991-2007: Dr. J.F. Samsom, advisor 1991- 2008: Dr. L. de Groot, faculty of movement sciences Vrije Universiteit, Amsterdam and Prof.dr. W.P.F.Fetter This project also includes the contribution of VUmc Neonatology to Project On Prematurity and Small for gestational age (POPS). VUmc coördinator from 2009: Dr. M.M. van Weissenbruch. 2. Korte en lange termijn gevolgen corticosteroiden gebruik in preterme zuigelingen. Long term collaboration within Neoned : Prof. dr. F van Bel, dept. of Neonatology / perinatal corticosteroids follow-up research, Utrecht NL. VUmc coördinator: Dr. M.M. van Weissenbruch 3. The Neonatal Insulin Replacement Therapy study (NIRTURE study). Follow up of the original study. Investigator: Dr. M.M van Weissenbruch, 2009-2013. European Multi Center trial. Prof.dr.
D. Dunger, University of Cambridge, Addenbrooke’s Hospital, Cambridge, United Kingdom. Original funding Novo Nordisk Denmark Copenhagen DK. : € 30.000 5. Growth and development of children born after in vitro fertilization. Investigator: Drs. M. Ceelen, WP 1, 2004-2009. Promotores: Prof. Dr. H.A. Delemarre- van de Waal and Prof. dr F. van Leeuwen, Co-promotor: Dr. M.M. van Weissenbruch Naast bovenstaande onderzoeken startte in maart de volgende onderzoeken: - een prospectief, observationeel onderzoek bij een bestaande interventie, namelijk antibiotische behandeling bij sepsis/meningitis van start, de zogenaamde INFANT studie. Dit onderzoek beoogt o.a. om door middel van een nieuwe en gevoelige detectiemethode van bacteriën (polymerase ketting reactie, PCR) nosocomiale sepsis bij prematuren neonaten in een vroege fase aan te tonen (F.van den Dungen, neonatoloog en researchVP). Dit onderzoek vindt in samenwerking plaats met diverse interne en externe (sub)afdelingen en onderzoekers. Prof dr. M. Van Furth, hoofd infectieziekten KG, Dr A. Veldkamp Apotheek + klin farmacologie, Prof dr PHM Savekoul hoofd moleculaire diagnostische micobiologie, Dr S. Morre Hoofd laboratorium immunogenetica, Dr J. Huisman Hoofd Klin psychologie. - een onderzoek naar de validatie van cortisol in speeksel mbv LCMS-MS methode. Dit naar aanleiding van de implementatie van de comfort neo scale door de pijnwerkgroep ten einde effectievere pijnstilling en sedatie bij de pasgeborene. Dit onderzoek wordt verricht in samenwerking met het laboratorium endocrinologie van VUmc - een pilot onderzoek bij a terme neonaten naar het effect van parenteraal vs rectaal paracetamol in samenwerking met de apotheek + klinische farmacologie (Dr A Veldkamp). Onderzoekers zijn Drs C.Laarman fellow en K. Ruhe researchVP. Extern project The Neosafe project. Incidents and blame-free reporting in NICU’s in the Netherlands. Investigator: Drs. S. Snijders, Isala kliniek Zwolle, WP2 (Orde van medisch specialisten) 2005-2010. Promotor: Prof. dr. W.P.F. Fetter, co-promotor: Dr. H. Molendijk, dept. of Neonatology, Isala kliniek Zwolle NL. Annual funding: € 45.000 WP2 (Orde van Med. Spec. Utrecht). Kinderneurologie Het onderzoek van de afdeling kinderneurologie valt geheel onder de onderzoeksschool voorheen Institute of Clinical Neurosciences, thema witte stofziekten bij kinderen. Magnetic Resonance in childhood leukoencephalopathies 1. MRI pattern recognition of childhood leukoencephalopathies with special attention for novel disease entities. The present focus is on: - hypomyelination - mitochondrial leukoencephalopathies PhD student M.E. Steenweg, project leader M.S. van der Knaap 2. Histopathologic correlates of MRI abnormalities, especially as documented with quantitative MR parameters PhD student / AGIKO P. van der Voorn, project leaders M.S. van der Knaap, W. Kamphorst, F. Barkhof Vanishing white matter (VWM) 1. Study of the phenotypic variation and the relationship between genotype and phenotype in VWM PhD student H. van der Lei, project leaders M.S. van der Knaap and G.C. Scheper 2. The study of the pathophysiology of VWM using immunohistochemistry in human brain tissue and mutant mice PhD student M. Bugiani, project leaders M.S. van der Knaap, G.C. Scheper and M.H. Rozemuller 3. Study of glial progenitors and their maturation in VWM; preparation for glial progenitor transplantation as novel form of treatment Post-doc P.K.I. Boor, project leaders M.S. van der Knaap, G.C. Scheper and S. Goldman
Megalencephalic leukoencephalopathy with subcortical cysts (MLC) 1. Analysis of the function of the MLC1 protein PhD student M. Ridder, project leaders M.S. van der Knaap and G.C. Scheper 2. Study of the pathophysiology of MLC using a mutant mouse model PhD student M. Bugiani, project leaders M.S. van der Knaap, G.C. Scheper and M.H. Rozemuller Leukoencephalopathy with brain stem and spinal cord involvement with elevated white matter lactate (LBSL) 1. Pathophysiology and possible treatment of LBSL PhD student L. van Berge, project leaders G.C. Scheper and M.S. van der Knaap Hypomyelination 1. Clinical and laboratory characterization of patients with hypomyelination N.I. Wolf, M.S. van der Knaap 2. Description of the phenotypic variation in Hypodontia and Hypogonadotropic Hypogonadism (4H syndrome) N.I. Wolf 3. Identification of the genetic basis of Hypodontia and Hypogonadotropic Hypogonadism (4H syndrome) N.I. Wolf, G.C. Scheper and M.S. van der Knaap Processes of cerebral maturation (especially white matter maturation), early acquired white matter damage and plasticity of the brain 1. Assessment of motor abilities in children with early acquired white matter damage. R.J. Vermeulen,.J.G. Becher, and P.E.M. van Schie 2. Development of a language comprehension tests for severely disabled non-speaking children with cerebral palsy due to perinatal hypoxia-ischemia PhD student J. Geytenbeek, project leaders R.J. Vermeulen and K. Oostrom 3. Treatment of spasticity in children with cerebral palsy and progressive white matter disorders. PhD student S. Grunt, project leaders J.G. Becher and R.J. Vermeulen. Funding - ZonMw TOP grant (€500.000, 1-7-2006 – 1-7-2011) on “Childhood white matter disorders: from magnetic resonance to basic defect” - Spinoza award (€1.500.000, 1-1-2009 – 1-1-1014) on “Development of treatment for childhood white matter disorders” - Grant from Nuts-Ohra Foundation (€500.000, 1-7-2006 – 1-7-2011) for the study of the transgenic mice with vanishing white matter and mice with megalencephalic leukoencephalopathy with subcortical cysts - Prinses Beatrix Fonds (€217.421, 2008 – 2012) for a study on leukoencephalopathy with brain stem and spinal cord involvement and lactate elevation - Grant from Optimix Foundation (€200.000, 2005 – 2011) for development of the mutant vanishing white matter mouse - Grant from Optimix Foundation (€240.000, 2007 – 2011) for a genotype-phenotype correlation study in vanishing white matter - Grant from Phelps Foundation (€60.000, 01-01-2008 – 01-01-2012) for research on vanishing white matter - Grant from Brain Foundation (€20.000, 01-01-2009 tot 01-01-2011) for research on megalencephalic leukoencephalopathy with subcortical cysts - Phelps Foundation (€94.000, 2009 – 2012) for a study of language comprehension in children with serious cerebral palsy due to perinatal hypoxia-ischemia
Kinderoncologie/hematology Projecten in programma 4: Innovative Therapies Characterization of relapsed acute myeloid leukemia C. Bachas1,2, Z.J. Kwidama1,2, T.L. Nguyen1,2, G.J. Schuurhuis2, G.J.L. Kaspers1 J. Cloos1,2. Depts. of 1Pediatric Oncology/Hematology and 2Hematology, VU University medical center, Amsterdam. (Dutch Cancer Society grant VU 2005-3666) Diffuse pontine gliomas: development of novel therapeutics and targeted delivery V. Caretti1,2,3, D.P. Noske1,3, W.P. Vandertop3, G.J.L. Kaspers1,2, T. Wurdinger1,3,4 Neuro-oncology research group, Cancer Center Amsterdam1, Department of pediatrics, pediatric oncology/ hematology2, Department of neurosurgery, VU University medical center Amsterdam3; Molecular Neurogenetics Unit, Massachusetts General Hospital and Harvard Medical School, Boston, MA4. (The program is supported by the Egbers, VONK and Semmy Foundations) Drug resistance in childhood leukemia N.E. Franke1, J. van Meerloo1, K. Votjekova1,3, S.E. Verbrugge2, A. Schimmer4, B.A.C. Dijkmans2, G.J.L. Kaspers1, G. Jansen2, J. Cloos1,3 Depts. of 1Pediatric Oncology/Hematology, 2Rheumatology and 3Hematology, VU University medical center, Amsterdam, 4Princess Margaret Hospital, Ontario Cancer Institute, Toronto, ON (Stichting Translation Research and the Netherlands Organization for Health Research and Development (ZonMw)) Small molecule bioluminescent screening for novel therapeutics for pediatric brain tumors E. Hulleman1,2, J. Cloos1,3, D. Noske2, P. Vandertop2, G.J.L. Kaspers1, T. Wurdinger2. Depts of 1Pediatric Oncology/ Hematology, 2Neurosurgery and 3Hematology, VU University medical center, Amsterdam (Stichting KIKA) Protein tyrosine phosphatases as new targets in childhood myeloid leukemia M. Irandoust1, M. Akyuz1, E.M. van Beek2, A.J.F. Broekhuizen1,3, I. Hubeek1, K. Schornagel2, A.A. van de Loosdrecht3, C.M. Zwaan4, G.J.L. Kaspers1, T.K. van den Berg2, J. Cloos1,3. Depts. of 1Pediatric Hematology/Oncology, 2Sanquin Research and Landsteiner Laboratory, Academic Medical Center and 3Hematology, VU University medical center, Amsterdam. 4Pediatric Oncology/Hematology, Erasmus MC/Sophia Children’s Hospital, Rotterdam (Stichting KIKA) Treatment strategies and new diagnostic tools for malignant pontine gliomas M.H.A. Jansen1, D.G. van Vuurden1, W.P. Vandertop2, G.J.L. Kaspers1 1 Pediatric Oncology/Hematology VU University medical center, Amsterdam, 2 Department of Neurosurgery, VU University medical center, Amsterdam. Financially supported by VUmc onderzoek naar kinderkanker (VONK), Semmy Foundation The role of epigenetics in the treatment of pediatric brain tumors S.E. Mir1, E. Hulleman1,2, T. Wurdinger2, D. Noske2, G.J.L. Kaspers1, B. Drukarch3, J. Cloos1,4 Depts of 1Pediatric Oncology/ Hematology, 2Neurosurgery, 3Anatomy and Neurosciences and 4 Hematology, VU University medical center, Amsterdam (Mozaïek, VU; KWF fellowship) Application of Bortezomib in relapsed pediatric acute lymphoblastic leukemia D. Niewerth1, J. van Meerloo1, N.E. Franke1, G. Jansen2, G.J.L. Kaspers1, J. Cloos1,3 Depts. of 1Pediatric Oncology/Hematology, 2Rheumatology and 3Hematology, VU University medical center, Amsterdam (Stichting KIKA)
Treatment of osteosarcoma lung metastases drs. J. Posthuma de Boer1, dr. M. N. Helder1, dr. V.W. van Beusechem2, prof. dr. G.J.L. Kaspers3. prof. dr. B.J. van Royen1 1 Department of Orthopaedic Surgery, VU University medical center, 2department of Medical Oncology, VU University medical center and 3department of Pediatric Oncology/Haematology, VU University medical center. Supported by Aarhus University Hospital, Denmark, Stichting VUmc fonds VONK and the department of Orthopaedic Surgery, VU University Medical Centre, Amsterdam. Childhood Leukemia in the region of Yogyakarta, Indonesia: Hospital Based Data 1998 – 2008 E. Supriyadi1, A.J.P. Veerman2, Purwanto1, P.H. Widjajanto1, S. Mostert M.N. Sitaresmi, J. Cloos2, Sutaryo1 1 Pediatric Hematology Oncology Division, Department of Pediatrics, Dr Sardjito Hospital, Gadjah Mada University, Yogyakarta, Indonesia; 2Pediatric Oncology/Hematology Division, Department of Pediatrics, VU University medical center, The Netherlands Targeted therapy in pediatric brain tumors D.G. van Vuurden1,4, E. Hulleman2,4, P. van der Stoop2,4, T. Wurdinger2,4, M. Irandoust1,3, G.J.L. Kaspers1, J. Cloos1,3. Depts of 1Pediatric Oncology/Hematology, 2Neurosurgery, 3Hematology and 4 Neuro-Oncology Research Group, VU University medical center, Amsterdam (VUmc Onderzoek Naar Kinderkanker (VONK)) Projecten in programma 3: Disease characterisation en 4: Therapy Cell biological characteristics, drug resistance and clinical studies in pediatric oncology G.J.L. Kaspers1, E. van Dulmen-den Broeder1, W.A. Kors1, V. de Haas1, F. Abbink1, A.Y.N. Schouten-van Meeteren1,2, A.J.P. Veerman1, J. Cloos1. 1Pediatric Oncology/Hematology, VU University medical center, and 2Pediatric Oncology, EKZ/AMC, Amsterdam Project in programma V: Quality of Life Silicone gel sheet to improve cosmetic outcome of the scar after removal of an implantable central venous access device (ICVAD) in childhood cancer survivors K.I. Braam1, A.Y.N. Schouten- van Meeteren2, E. van Dulmen-den Broeder1, G.J.L. Kaspers1, H.A. Heij3 Dept of 1Pediatrics, division oncology/ hematology, VU University medical center, 2Emma Children’s Hospital/ Academic Medical Centre, 3Pediatric Surgical Center Amsterdam, Amsterdam A combined physical exercise and psychosocial training program to improve physical fitness in children with cancer K.I. Braam1, E.M. van Dijk2, E. van Dulmen-den Broeder1, M.A. Veening1, M. Bierings3, J. van der Net3, P.J.M. Helders3, G. Sinnema3, M. Chinapaw4, T. Takken3, J. Huisman2, G.J.L. Kaspers1 Dept of 1Pediatrics, division oncology/hematology, and 2Dept of Medical Psychology, VU University medical center, Amsterdam, 3UMCU/Wilhelmina Children’s Hospital, Utrecht, and 4EMGO, VUmc Stichting Roparun 2007, VONK 2008 and KWF ALPE 2009-4305) Dexamethasone and function of the HPA axis in children after treatment for Acute Lymphoblastic Leukemia; relation to sleep M.S. Gordijn1, RJ.B.J. Gemke1, R.R.L. van Litsenburg1, J. Huisman2, C.J. Heijnen3, M.B. Bierings4, G.J.L. Kaspers1 Depts. of 1Pediatrics and Pediatric Oncology/Hematology, VU University medical center, Amsterdam, 2 Medical Psychology, VU University medical center, Amsterdam, 3Pediatric Hematology/Oncology, Radboud University Medical Center Nijmegen, 4Laboratory Psychoneuroimmunology, Wilhelmina Children’s Hospital, University Medical Center Utrecht, 5Pediatric Hematology/Oncology, Wilhelmina Children’s Hospital, University Medical Center Utrecht (Financial support was provided by the VONK foundation)
ALL treatment in acute lymphoblastic leukemia in children: a study into adjustment, quality of life, and costs R.R.L. van Litsenburg¹, E.M.M. Meijer-van den Bergh², J. Huisman³, P.M. Hoogerbrugge4, C. Verhaak², G.J.L. Kaspers¹, R.J.B.J. Gemke¹ Department of ¹Pediatrics VU University medical center, ²medical psychology UMC Nijmegen, ³Medical Psychology, VU University medical center and 4Pediatrics UMC Nijmegen. Neurotoxicity of cancer treatment: Neurocognitive dysfunction and underlying mechanisms I. Schuitema1,2, A.J.P. Veerman1, C. van den Bos3, L.M.J. de Sonneville2 1 Pediatrics Oncology/Hematology, VU University medical center, Amsterdam; 2Dept. of Child and Adolescent Studies, University of Leiden, Leiden; 3Dept. of Pediatrics, Division of Pediatric Hematology and Oncology, Amsterdam Medical Center, Amsterdam (Dutch Cancer Society, grant VU 2001-2390 (pilot study) and UL 2006-3630) Late effects of treatment in pediatric oncology patients E. van Dulmen-den Broeder1, M.A. Veening1, M.H. van den Berg1, A. Overbeek1, M.H.H. Kramer2, S.A. Danner2, K.I. Braam1, E.M. van Dijk3, J. Huisman3, G.J.L. Kaspers1 1 Pediatric Oncology/Hematology, 2Internal Medicine, and 3Medical Psychology, VU University medical center, Amsterdam Reproductive function, ovarian reserve, and risk of premature menopause in female childhood cancer survivors: a nationwide study M.H. van den Berg1, A. Overbeek1, C.B. Lambalk2, G.J.L. Kaspers1, F.E. van Leeuwen3, E. van Dulmen-den Broeder1 1 Pediatric Oncology/Hematology and 2Obstetrics & Gynaecology, VU University medical center, 3 Dept of Epidemiology, Netherlands Cancer Institute, Amsterdam. Grants: Dutch Cancer Society (grant number VU 2006-3622) and KiKa-Children Cancer-free.
Kinderpsychiatrie Neurobiologie van gedragsstoornissen - Neuroendocrinologische en –fysiologische follow up-metingen bij gedragsgestoorde kinderen. Promovendus: Marjan de Vries. Promotoren Doreleijers en Vermeiren; copromotoren Popma en Nauta-Jansen. Eerste geldstroom en aanvraag tweede geldstroomsubsidie. - Neurobiologische aspecten van gedrags-stoornissen in de zgn. RADAR-groep. Promovendus: Eveline Platje. Promotoren: Vermeiren en Doreleijers. Copromotor: Nauta-Jansen. ZonMw aiosubsidie. - Idem in een behandelgroep. Promovendus Tijs Jambroes. Promotoren: Doreleijers en Vermeiren; copromotoren Nauta-Jansen en Popma. Subsidies van particuliere stichtingen en van Fonds Geestelijke gezondheid (€ 50.000); subsidies in aanvraag. - Neuro-imaging bij kinderen met ernstige gedragsstoornissen. Promovendus Moran Cohn. Promotoren Doreleijers en Van den Brink, copromotoren: Popma en Veldman. Subsidie Mozaiek (€200.000) en van AMC. Gedragsstoornissen bij meisjes die in justitieel kader verkeren - Epidemiologische follow up van psychiatrische stoornissen bij meisjes met ernstige gedragsstoornissen. Promovendus: A. Krabbendam. Promotoren: Doreleijers en Vermeiren. Subsidie Stichting Koningsheide (€30.000). - Therapie trial bij deze doelgroep. Promovendus: Laura Leenarts. Promotor: Doreleijers. Copromotoren: Vermeiren, Lindauer en Lodewijks. Subsidie Stichting Rentray (€320.000 ). Epidemiologisch onderzoek bij kinderen die al <12 jr politiecontacten hebben - Follow upmetingen na een en twee jaar na de eerste meting. Promovendus: Charlotte Geluk. Promotoren: Doreleijers en Vermeiren. Copromotoren: Nauta-Jansen en Van Domburgh. Subsidies van provinciale en grootstelijke overheden, van Politie en Wetenschap en van Kinderpostzegels (€300.000). Marokkaans-Nederlandse kinderen - Eerste en follow up-metingen bij twaalfminners en in de RADAR-groep. Promovendus: Carmen Paalman. Promotor: Doreleijers. Copromotoren: Van Domburgh en Stevens. Subsidie: VU-ster en gemeente Amsterdam (€175.000). - Behandeltrial bij deze kinderen. Promovendus: Benaissa Hallich. Promotor: Doreleijers. Copromotor: Van Domburgh. Subsidie: particuliere stichting (€320.000). - Epidemiologie van gedrags- en andere psychiatrische stoornissen bij deze kinderen in de algemene bevolking. Promovendus: Marcia Adriaanse. Promotor: Doreleijers. Copromotoren: Veling en Van Domburgh. Subsidie: VROM-WWI (€220.000). Jeugdige zedendelinquenten - Epidemiologie van psychiatrische stoornissen onder jeugdige zedendelinquenten. Promovendus: Lisette ´t Hart-Kerkhoffs. Promotoren: Doreleijers en Vermeiren. Copromotor: Nauta-Jansen. Subsidie van Kinderpostzegels en particuliere stichting (€200.000). - Follow up van deze jongens. Promovendus: Cyril Boonmann. Promotoren: Doreleijers en Vermeiren. Copromotoren: Nauta-Jansen. Subsidie in aanvraag. Kinderen en Adolescenten met stoornissen op het grensvlak soma-psyche - Psychiatrische stoornissen bij adolescenten met gender identiteits stoornissen. Promovendus: Annelou de Vries. Promotoren: Cohen-Kettenis en Doreleijers. Subsidie: ZonMw (€125.000). - Epidemiologie van bewegingsstoornissen bij kinderen met psychiatr. Stoornissen. Promovendus: Claudia Emck. Promotoren: Beek en Doreleijers. Copromotor: Bosscher. Subsidie: eerste geldstroom. - Epidemiologie van kinderpsychiatrische stoornissen en somatiek in een MKD (populatie van kleuters en peuters). Promovendus: Frederique Borsboom-Schepers. Promotor: Doreleijers. Copromotoren: Nauta-Jansen en Fredriks. Subsidie: particuliere stichting (€60.000) en aanvraag in voorbereiding.
Bijlage 2. Wetenschappelijke output Tabel: Totaal wetenschappelijke output ultimo 2009 Wetenschappelijkje publicaties Wetenschappelijke publicaties refereed (WpR) Wetenschappelijke publicaties non-refereed (WpNR) Wetenschappelijke publicaties refereed (WP) Vakpublicatie (VP) Populariserende publicatie (PP) Dissertatie (DI)
141 121 10 10 7 3 6
Acute Kindergeneeskunde en Intensive Care Wetenschappelijke publicatie Wetenschappelijke publicaties refereed (WpR) de Dooy JJ, Dijkkamp A, Kneyber MC, Markhorst DG, van HM, Plotz FB. Diagnosis and therapy of adrenal insufficiency in pediatric septic shock: from theory to practice. Crit Care Med 2009 Feb;37(2):796-7. Gordijn MS, Plotz FB, Kneyber MC. Fever during pediatric intensive care unit admission is independently associated with increased morbidity. J Intensive Care Med 2009. Sep;24(5):317-22. Kneyber MC, Markhorst DG. Management of acute lung injury and acute respiratory distress syndrome in children: a different perspective. Crit Care Med 2009 Dec;37(12):3191-2. Kneyber MC, Gazendam RP, Niessen HW, Kuiper JW, Dos Santos CC, Slutsky AS, et al. Mechanical ventilation during experimental sepsis increases deposition of advanced glycation end products and myocardial inflammation. Crit Care 2009;13(3):R87. Kneyber MC, van HM, Twisk JW, Plotz FB, Markhorst DG. Heliox reduces respiratory system resistance in respiratory syncytial virus induced respiratory failure. Crit Care 2009;13(3):R71. Kneyber MC, Gazendam RP, Markhorst DG, Plotz FB. Length of storage of red blood cells does not affect outcome in critically ill children. Intensive Care Med 2009 Jan;35(1):179-80. Markhorst DG, Groeneveld AB, Heethaar RM, Zonneveld E, Van Genderingen HR. Assessing effects of PEEP and global expiratory lung volume on regional electrical impedance tomography. J Med Eng Technol 2009;33(4):281-7. van Heerde M, Roubik K, Kopelent V, Plotz FB, Markhorst DG. Demand flow facilitates spontaneous breathing during high-frequency oscillatory ventilation in a pig model. Crit Care Med 2009 Mar;37(3):1068-73. Algemene kindergeneeskunde, Infectieziekten en overige Deelspecialismen Wetenschappelijke publicatie WpR Alders M, Hogan BM, Gjini E, Salehi F, Al-Gazali L, Hennekam EA, Homberg EE, Mannens MM, Mulder MF, Offerhaus GJ, Prescott TE, Schroor EJ, Verheij JB, Witte M, Zwijnenburg PJ, Vikkula M, Schulte-Merker S, Hennekam RC. Mutation I CCBE1 cause generalized lymph vessel dysplasia in humans. Nat Genet. 2009 Dec; 44(12):1272-4.
Bloemers BL, van Furth AM, Weijerman ME, Gemke RJBJ, Broers CJ, Kimpen JL, Bont L. High incidence of recurrent wheeze in children with Down syndrome with and without previous Respiratory Syncytial Virus lower respiratory tract infection. Pediatric Infectious Diseases Journal 2009; 29:39-42. de Beer M, van Eijsden M, Vrijkotte TG, Gemke RJBJ. Early growth patterns and cardiometabolic function at the age of 5 in a multiethnic birth cohort: the ABCD study. BMC Pediatr. 2009 Mar 24;9:23. de Wit M, Delemarre-van de Waal HA, Bokma JA, Haasnoot K, Houdijk MC, Gemke RJBJ, Snoek FJ. Follow up results on monitoring and discussing health-related quality of life in adolescent diabetes care: benefits do not sustain in routine practice. Pediatr Diabetes. 2009 Jun 16. Mesman I, Roseboom TJ, Bonsel GJ, Gemke RJBJ, van der Wal MF, Vrijkotte TG. Maternal prepregnancy body mass index explains infant’s weight an BMI at 14 months: results from a multi-ethnic birth cohort study. Arch. Dis. Child. 2009; 94: 587-95. Peetsold MG, Heij HA, Deurloo JA, Gemke RJBJ. Health-Related quality of life and its determinants in children and adolescents born with oesophageal atresia. Acta Paediatr. 2010 Mar;99(3):411-7. Epub 2009 Nov 11. Peetsold MG, Heij HA, Kneepkens CM, Nagelkerke AF, Huisman J, Gemke RJBJ. The long-term follow-up of patients with a congenital diaphragmatic hernia: a broad spectrum of morbidity. Pediatr Surg Int. 2009 Jan;25(1):1-17. Epub 2008 Oct 8. Review. Peetsold MG, Heij HA, Nagelkerke AF, IJsselstijn H, Tibboel D, Quanjer PH, Gemke RJBJ. Pulmonary function and exercise capacity in survivors of congenital diaphragmatic hernia. Eur Respir J. 2009 Nov;34(5):1140-7. Epub 2009 Mar 12. Peetsold MG, Huisman J, Hofman VE, Heij HA, Raat H, Gemke RJBJ. Pshychological outcome and quality of life in children born with congenital diaphragmatic hernia. Arch Dis Child. 2009 Nov;94(11):834-40. Epub 2009 Jun 15. van Spronsen FJ, van Rijn M, Dorgelo B, Hoeksma M, Bosch AM, Mulder MF, de Klerk JB, de Koning T, Rubio-Gozalbo ME, de Vries M, Verkerk PH. Phenylalanine tolerance can already reliably be assessed at the age of 2 years in patients with PKU. J Inherit Metab Dis. 2009 Feb;32(1):27-31. Response. Journal of Inherited Metabolic Disease 2009;32(4):585-6. Vermeulen MJ, de Haas V, Mulder MF, Flohil C, Fetter WP, van de Kamp JM. Hydrops fetalis and early neonatal multiple organ failure in familial hemophagocytic lymphohistiocytosis. Eur J Med Genet. 2009 Nov-Dec: 52(6): 417-20. Epub 2009 Jul 10. Vermeulen MJ, Roord JJ, Peeters MF. Kattenkrabziekte: infectie door Bartonella henselae. Tijdschr Infectieziekten 4, nr.1, pp 18-23 (2009). Well GTJ, Paes BF, Terwee CB, Springer P, Roord JJ, Donald PR, van Furth AM, Schoeman JF. Twenty years of pediatric tuberculous meningitis: a retrospective descriptive study in the Western Cape of South-Africa. Pediatrics: Vol 123 No 1 January 2009, pp. e1 – e8. Wouters J, Weijerman ME, van Furth AM, Schreurs MW, Crusius JB, von Blomberg BM, de Baaij LR, Broers CJ, Gemke RJBJ. Prospective human leukocyte antigen, endomysium immunoglobulin A antibodies, and transglutaminase antibodies testing for celiac disease in children with Down syndrome. J Pediatr. 2009 Feb;154(2):239-42.
Wetenschappelijke publicatie (WP) Hoofdstuk 20. Kindergeneeskunde Codex Medicus. Feenstra L, Meinders AE, van Schil PEY, Vandenbroucke JP (eds), Elsevier 2009 pp 671-718. Hoofdstuk Kindergeneeskunde. In: Diagnose en Therapie Jaarboek 2009. van Everdingen JJE, Glerum JH (eds) Bohn Stafleu van Loghum. pp. 275-315. Roord JJ, Hogeman PHG, Derksen-Lubsen G, Avis WA. Anamnese en lichamelijk onderzoek. In: Leerboek Kindergeneeskunde. Een interactieve benadering in woord en beeld. (red. JL van den Brande, G Derksen-Lubsen, HSA Heymans, LAA Kollée) De Tijdstroom, Utrecht, ISBN 9789058980793 (2009). Dissertatie Vermeulen MJ (2009), Vrije Universiteit Amsterdam. Catscratch disease. Diagnostic and clinical aspects of Bartonella henselae infection. VUmc; Promotor: Prof.dr.JJ Roord; Co-promotoren: Dr.MF Peeters en Dr. PJ van Dijken (categorie A).
Kindercardiologie Wetenschappelijke publicatie WpR Gerretsen MF, Peelen W, Rammeloo LAJ, Koolbergen DR, Hruda J. Double aortic arch with double aneuploidy. Eur J Pediat 2009 Dec;168(12):1479-81. Hruda J, Rammeloo LAJ. Is ECG en thoraxfoto zinvol bij geruis? Prakt Pediat 2009; 3:67-69. Janssen SF, Rammeloo LAJ, Schoof PH, Kaspers GJL, Hruda J: Progression from free floating left ventricular vegetation to immobile mitral valve in a child with zygomyces endocarditis. Infect Dis Clin Pract 2009; 17:268-269.
Kinderendocrinologie Wetenschappelijke publicatie WpR de Lind van Wijngaarden RF, Siemensma EP, Festen DA, Otten BJ, van Mil EG, Rotteveel J, Odink RJ, Bindels-de Heus GC, van Leeuwen M, Haring DA, Bocca G, Houdijk EC, Hoorweg-Nijman JJ, Vreuls RC, Jira PE, van Trotsenburg AS, Bakker B, Schroor EJ, Pilon JW, Wit JM, Drop SL, HokkenKoelega AC. Efficacy and safety of long-term continuous growth hormone treatment in children with Prader-Willi syndrome.J Clin Endocrinol Metab. 2009 Nov;94(11):4205-15. de Lind van Wijngaarden RF, Festen DA, Otten BJ, van Mil EG, Rotteveel J, Odink RJ, van Leeuwen M, Haring DA, Bocca G, Mieke Houdijk EC, Hokken-Koelega AC. Bone mineral density and effects of growth hormone treatment in prepubertal children with Prader-Willi syndrome: a randomized controlled trial. J Clin Endocrinol Metab. 2009 Oct;94(10):3763-71. Hartmaier RJ, Walenkamp MJ, Richter AS, Wang J, Katzenellenbogen BS, Oesterreich S, Wit JM. A case of premature thelarche with no central cause or genetic variants within the estrogen receptor signaling pathway. J Pediatr Endocrinol Metab. 2009 Aug;22(8):751-8. Weisglas-Kuperus N, Hille ET, Duivenvoorden HJ, Finken MJ, Wit JM, van Buuren S, van Goudoever JB, Verloove-Vanhorick SP. Intelligence of very preterm or very low birthweight infants in young adulthood; Dutch POPS-19 Collaborative Study Group. Arch Dis Child Fetal Neonatal Ed. 2009 May;94(3):F196-200.
Populariserende publicatie IGF-I dialoog Nieuwe inzichten en mogelijkheden bij groeiachterstand (Ipsen)
Kinder-MDL Wetenschappelijke publicaties WpR Heinz-Erian P, Müller T, Krabichler B, Schranz M, Becker C, Rüschendorf F, Nürnberg P, Rossier B, Vujic M, Booth IW, Holmberg C, Wijmenga C, Grigelnioniene G, Kneepkens CMF, Rosipal S, Mistrik M, Kappler M, Gottrand F, Doczy CL, Mok Siu V, Krantz M, Zoller H, Utermann G, Janecke AR. Mutations in SPINT2 cause a syndromic form of congenital sodium diarrhea. Am J Hum Genet 2009;84:188-96. Kneepkens CMF. Chronic diarrhea in a 5-year-old girl: pitfall in routine laboratory testing with potentially severe consequences. Commentary. Clin Chem 2009;55:1030-1. Kneepkens CMF, Meijer Y. Clinical practice. Diagnosis and treatment of cow's milk allergy. Eur J Pediatr 2009;168:891-6. Sijbrand MH, Vries DS de, Sleeboom C, Kneepkens CMF. Twee kinderen met een duplicatiecyste van de maag. Ned Tijdschr Geneeskd 2009;153:A1065 (2009;153:2497-500). Wolters VM, Nadort C van de, Gerritsen SA, Kneepkens CMF, Kate FJW ten, Gijsbers CFM, Schweizer JJ, Nikkels PGJ, Benninga MA, Houwen RHJ. Is gluten challenge really necessary for the diagnosis of coeliac disease in children younger than age 2 years? J Pediatr Gastroenterol Nutr 2009;48:566-70. Wetenschappelijke publicaties non-reffereed (WpNR) Kneepkens CMF, Brand PLP. Er is geen verschil in effectiviteit tussen wei-eiwithydrolysaat en caseïnehydrolysaat. Praktische Pediatrie 2009;3:51-2. Kneepkens CMF. De goed gedijende zuigeling die spuugt. Praktische Pediatrie 2009;3:100-5. Kneepkens CMF. De toekomst van de diabeteszorg. Gesprekken met Pauline Stouthart en Henk-Jan Aanstoot. Praktische Pediatrie 3, 160-163. 2009. Kneepkens CMF. Kinderartsen en de jeugdgezondheidszorg: een complexe relatie. Gesprekken met Pauline Verloove-Vanhorick, Elise Buiting en Willem Fetter. Praktische Pediatrie 3, 82-85. 2010. Kneepkens CMF. Kindercardiologie in transitie. Gesprekken met Jan Strengers en Wilco van Renselaar. Praktische Pediatrie 3, 242-245. 2009. Kneepkens CMF. Oud en jong in de kinderneurologie: Wim Brussel en Irina Snoeck. Praktische Pediatrie 3, 6-9. 2009. van Winckel MAJM, Kneepkens CMF. Percutane endoscopische gastrostomie. Praktische Pediatrie 2009;3:44-8.
WP Hasselt PM van, Koning TJ de, Kvist N, Vries E de, Lundin CR, NeSBAR (Netherlands Study Group for Biliary Atresia Registry: Aronson DC, Kindermann A, Kneepkens CMF, Heurn LW van, Van den Neucker AM, Langen ZJ de, Peeters PM, Madern G, Escher JH, Zee DC van der, Rieu PN, Tolboom JJ), Berger R, Kimpen JL, Houwen RHJ, Jorgensen MH, Verkade HJ. Prevention of vitamin K deficiency bleeding in breastfed infants: lessons from the Dutch and Danish biliary atresia registries. In: Hasselt PM van. Vitamin K prophylaxis revisited. Focus on risk factors. Academisch proefschrift, Universiteit Utrecht, 2009:27-42. Vakpublicatie Kneepkens CMF. Lactosetolerantietest (LTT). In: Pekelharing JM, Hooijkaas H, Punt JMHM, Smeets LC, Souverijn JHM (red.) Handboek medische laboratoriumdiagnostiek. Houten: Prelum, 2009:338-9. Kneepkens CMF. Suikerabsorptietest. In: Pekelharing JM, Hooijkaas H, Punt JMHM, Smeets LC, Souverijn JHM (red.) Handboek medische laboratoriumdiagnostiek. Houten: Prelum, 2009:495-7. Kneepkens CMF. Refluxklachten bij zuigelingen. In: Symposium actualiteiten JGZ. Amsterdam: VU medisch centrum, 2009:11-4. Kneepkens CMF. Waterstof, in ademlucht. Lactose-H2-ademtest. In: Pekelharing JM, Hooijkaas H, Punt JMHM, Smeets LC, Souverijn JHM (red.) Handboek medische laboratoriumdiagnostiek. Houten: Prelum, 2009:577-9. Kneepkens CMF, Meij TGJ de. Buikpijn. In: Aalderen WMC van, Albers MJIJ, Blécourt ACE de, Bleijenberg G, Boxma H, Braet C, Brouwer OF, Derkx B, Dijk M van, Drie HJY van, Furth AM van, Gemert TM van, HiraSing RA, Hofland HWC, Houdijk ECAM, Jong LWA de, Jonge RCJ de, Kalverdijk LJ, Kieboom JKW, Kluft C, Kneepkens CMF, Knoop H, Leerdam FJM van, Lub MMH, Meij TGJ de, Peeters EAJ, Scholten S, Sprikkelman AB, Tibboel D, Warbeek HLG ter, Walstra J, Wijnberg-Williams B. Somatische problemen. Reeks kinderen en adolescenten - problemen en risicosituaties, deel 3. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2009:16-46. Kneepkens CMF, Meij TGJ de. Ontlastingsproblematiek. In:Aalderen WMC van, Albers MJIJ, Blécourt ACE de, Bleijenberg G, Boxma H, Braet C, Brouwer OF, Derkx B, Dijk M van, Drie HJY van, Furth AM van, Gemert TM van, HiraSing RA, Hofland HWC, Houdijk ECAM, Jong LWA de, Jonge RCJ de, Kalverdijk LJ, Kieboom JKW, Kluft C, Kneepkens CMF, Knoop H, Leerdam FJM van, Lub MMH, Meij TGJ de, Peeters EAJ, Scholten S, Sprikkelman AB, Tibboel D, Warbeek HLG ter, Walstra J, Wijnberg-Williams B. Somatische problemen. Reeks kinderen en adolescenten - problemen en risicosituaties, deel 3. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2009:47-69.
Kindernefrologie Wetenschappelijke publicatie WpR Barneveld TA van, Beer JJA de, Claessens RAMJ, Doedens RA, Fleer A, Hoek J van den, Holschers HC, Klijn AJ, Koppejan-Stapel M, Pajkrt D, Pinxteren B van, Veen NHJ van, Wijk JAE van (alfabetische volgorde werkgroepleden) Conceptrichtlijn Urineweginfecties bij kinderen NVK 2009, epub. Bökenkamp A, Böckenhauer D, Cheong HI, Hoppe B, Tasic V, Unwin R, Ludwig M. Dent-2 disease: a mild variant of Lowe syndrome. Journal of Pediatrics 2009;155 (1): 94 – 99. Davin JD, Buter N, Groothoff J, van Wijk J, Bouts A, Strain L, Goodship T. Prophylactic plasma exchange in CD46-associated atypical haemolytic uremic syndrome. Pediatric Nephrology 2009;24(9):1757-60.
Peetsold MG, van Wijk JAE, Franken MI, Jaspers L, Meenken C, Bökenkamp A. Acute nierinsufficiëntie op basis van een tubulo-interstitiële nefritis en uveïtis: “TINU syndroom” Nederlands Tijdschrift voor Kindergeneeskunde 2009;77: 216 – 220. Reutter H, Bökenkamp A, Ebert AK, Rösch W, Boemers TM, Nöthen MM, Ludwig . The ExstrophyEpispadias-Complex, a rare but inherent part of Down Syndrome. European Journal of Pediatrics 2009;168 (7): 881 - 883. Schreuder MF, Bökenkamp A, Wijk JAE van. Interpretation of the fractional excretion of sodium in abscence of renal failure. Pediatr Nephrol 2009;24:915 Schreuder MF, Wilhelm AJ, Bökenkamp A, Timmermans SMH, Delemarre-van de Waal HA, Wijk JAE van. Neonatal renal function based on amikacin clearance is decreased after intrauterine growth restriction. Clinical Journal of the American Society of Nephrology 2009;4: 1774 – 1778. Schreuder MF, Swinkels DW, Kortmann BB, Cornelissen EAM, Bökenkamp A. Discrepant results of serum creatinine and cystatin C as a clue to urine leakage after renal transplantation. Transplantation 2009;88: 596 – 597. Schreuder MF, Westland R, Wijk JAE van. Unilateral multicystic dysplastic kidney; a meta-analysis of observational studies on the incidence, associated urinary tract malformations and the contralateral kidney. Nephrology Dialysis and Transplantation 2009;6:1810-8. van Wijk JAE. Nieuwe richtlijnen urineweginfecties; wat verandert en waarom? Afname perikelen en onderzoek urine. Tijdschr Kindergeneesk 2009: suppl 19. Vakpublicatie Bökenkamp A. Nierfunctiemeting in de dagelijkse praktijk. Praktische Pediatrie 2009;3: 220 – 223. Populariserende publicatie Bökenkamp A. Cystatine C als nierfunctieparameter voor kinderen Siemens Healthcare Newsreporter Uitgave 1/2009: 30 – 33. van Wijk JAE. Nefrotisch Syndroom bij kinderen; medicatie en bijwerkingen. Uitgave Landelijke themadag nefrotisch syndroom 2009.
Neonatologie Wetenschappelijke publicatie WpR Amesz EM, Schaafsma A, Cranendonk A, Lafeber HN. Optimal Growth and Lower Fat Mass in Preterm Infants Fed a Protein-enriched Postdischarge Formula. J Pediatr Gastroenterol Nutr. 2009 Oct 29. [Epub ahead of print] Ashtiani N, Hagmolen of ten Have W, Vreede WT, Vogt WP, van Elburg RM. Respiratory complications in early elective caesarean section. Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:A57. Ceelen M, van Weissenbruch MM, Prein J, Smit JJ, Vermeiden JP, Spreeuwenberg M, van Leeuwen FE, Delemarre-van de Waal HA. Growth during infancy and early childhood in relation to blood pressure and body fat measures at age 8-18 years of IVF children and spontaneously conceived controls born to subfertile parents. Hum Reprod. 2009;24:2788-95. Klooker TK, Braak B, Painter RC, de Rooij SR, van Elburg RM, van den Wijngaard RM, Roseboom TJ, Boeckxstaens GE. Exposure to severe wartime conditions in early life is associated with an increased risk of irritable bowel syndrome: a population-based cohort study. Am J Gastroenterol. 2009;104:2250-6.
Laarman AR, van Elburg RM. A neonate with obstructive breathing. Solitary median maxillary central incisor'-syndrome. Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:281. Snijders C, Kollen BJ, van Lingen RA, Fetter WP, Molendijk H; NEOSAFE Study Group. Which aspects of safety culture predict incident reporting behavior in neonatal intensive care units? A multilevel analysis. Crit Care Med. 2009;37:61-7. Snijders C, van der Schaaf TW, Klip H, van Lingen W P F Fetter RA, Molendijk A; NEOSAFE study group. Feasibility and reliability of PRISMA-medical for specialty-based incident analysis. Qual Saf Health Care. 2009;18:486-91. van den Berg A, van Elburg RM, Vermeij L, van Zwol A, van den Brink GR, Twisk JW, Nieuwenhuis EE, Fetter WP. Cytokine responses in very low birth weight infants receiving glutamine-enriched enteral nutrition. J Pediatr Gastroenterol Nutr. 2009;48:94-101. van den Dungen FA, van Veenendaal MB, Mulder AL. Clinical practice: neonatal resuscitation. A Dutch consensus. Eur J Pediatr. 2009 Oct 20. [Epub ahead of print] van der Lee R, Ceelie I, de Wildt SN. Morphine-induced muscle rigidity in a term neonate. Ann Pharmacother. 2009;43:1724-6. van der Schoor SR, Schierbeek H, Bet PM, Vermeulen MJ, Lafeber HN, van Goudoever JB, van Elburg RM. Majority of dietary glutamine is utilized in first pass in preterm infants. Pediatr Res. 2010;67:194-9. van Imhoff DE, Dijk PH, Hulzebos CV; BARTrial-studiegroep van het Nederlands Neonatologisch Research Netwerk. [Uniform intervention criteria for jaundice in hyperbilirubinemia in preterm infants]. Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:A94. van Zwol A, van den Berg A, Nieuwenhuis EE, Twisk JW, Fetter WP, van Elburg RM. Cytokine profiles in 1-yr-old very low-birth-weight infants after enteral glutamine supplementation in the neonatal period. Pediatr Allergy Immunol. 2009;20:467-70. Vermeulen MJ, de Haas V, Mulder MF, Flohil C, Fetter WP, van de Kamp JM. Hydrops fetalis and early neonatal multiple organ failure in familial hemophagocytic lymphohistiocytosis. Eur J Med Genet. 2009;52:417-20. Wagenaar K, van Weissenbruch MM, Knol DL, Cohen-Kettenis PT, Delemarre-van de Waal HA, Huisman J. Information processing, attention and visual-motor function of adolescents born after in vitro fertilization compared with spontaneous conception. Hum Reprod. 2009;24:913-21. Wagenaar K, van Weissenbruch MM, Knol DL, Cohen-Kettenis PT, Delemarre-van de Waal HA, Huisman J. Behavior and socioemotional functioning in 9-18-year-old children born after in vitro fertilization. Fertil Steril. 2009;92:1907-14. Weisglas-Kuperus N, Hille ET, Duivenvoorden HJ, Finken MJ, Wit JM, van Buuren S, van Goudoever JB, Verloove-Vanhorick SP; Dutch POPS-19 Collaborative Study Group. Intelligence of very preterm or very low birthweight infants in young adulthood. Arch Dis Child Fetal Neonatal Ed. 2009;94:F196-200. Wessels R, Sleeboom C, de Vries JI, van Elburg RM. Shoulder dislocation in a very-low-birth-weight infant: case report and review of the literature. J Pediatr Surg. 2009;44:e19-20.
Westerbeek EA, van Elburg RM, van den Berg A, van den Berg J, Twisk JW, Fetter WP, Lafeber HN. Design of a randomised controlled trial on immune effects of acidic and neutral oligosaccharides in the nutrition of preterm infants: carrot study. BMC Pediatr. 2008;8:46. Westerbeek EA, van den Berg JP, Lafeber HN, Fetter WP, Boehm G, Twisk JW, van Elburg RM. Neutral and acidic oligosaccharides in preterm infants: a randomized, double-blind, placebo-controlled trial. Am J Clin Nutr. 2009 Dec 23. [Epub ahead of print] IJzerman RG, Stehouwer CD, Serné EH, Voordouw JJ, Smulders YM, Delemarre-van de Waal HA, van Weissenbruch MM. Incorporation of the fasting free fatty acid concentration into quantitative insulin sensitivity check index improves its association with insulin sensitivity in adults, but not in children. Eur J Endocrinol. 2009;160:59-64. Dissertatie Ceelen, M (2009). Growth and development of children born after IVF treatment. VUmc; Promotor: Prof.dr. H.A. Delemarre van de Waal; Co-promotor: Dr. M.M. van Weissenbruch [ISBN: 978-90-6464369-9] (Categorie A).
Kinderneurologie Wetenschappelijke publicatie WpR Denora PS, Schlesinger D, Casali C, Kok F, Tessa A, Boukhris A, Azzedine H, Dotti MT, Bruno C, Truchetto J, Biancheri R, Fedirko E, Di Rocco M, Bueno C, Malandrini A, Battini R, Sickl E, de Leva MF, Boespflug-Tanguy O, Silvestri G, Simonati A, Said E, Ferbert A, Criscuolo C, Heinimann K, Modoni A, Weber P, Palmeri S, Plasilova M, Pauri F, Cassandrini D, Battisti C, Pini A, Tosetti M, Hauser E, Masciullo M, Di Fabio R, Piccolo F, Denis E, Cioni G, Massa R, Della Giustina E, Calabrese O, Melone MA, De Michele G, Federico A, Bertini E, Durr A, Brockmann K, van der Knaap MS, Zatz M, Filla A, Brice A, Stevanin G, Santorelli FM. Screening of ARHSP-TCC patients expands the spectrum of SPG11 mutations and includes a large scale gene deletion. Hum Mutat 2009; 30: E500-E519. PMID: 19105190. García-Cazorla A, Wolf NI, Serrano M, Moog U, Pérez-Dueñas B, Póo P, Pineda M, Campistol J, Hoffmann GF. Mental retardation and inborn errors of metabolism. J Inherit Metab Dis 2009; 32: 597608. PMID: 19685154. García-Cazorla A, Wolf NI, Serrano M, Pérez-Dueñas B, Pineda M, Campistol J, Fernández-Alvarez E, Colomer J, Dimauro S, Hoffmann GF. Inborn errors of metabolism and motor disturbances in children. J Inherit Metab Dis 2009; 32: 609-617. PMID: 19731074. Gascon-Bayarri J, Campdelacreu J, Sanchez-Castaneda C, Martinez-Yelamos S, Moragas M, Scheper GC, van der Knaap MS, Rene R. Leukoencephalopathy with vanishing white matter presenting with presenile dementia. J Neurol Neurosurg Psychiatry 2009; 80: 810-811. PMID: 19531691. Hoving MA, van Raak EP, Spincemaille GH, Palmans LJ, Becher JG, Vles JS; DutchStudy Group on Child Spasticity. Efficacy of intrathecal baclofen therapy in children with intractable spastic cerebral palsy: a randomised controlled trial. Eur J Paediatr Neurol. 2009;13:240-6. Hoving MA, van Raak EP, Spincemaille GH, van Kranen-Mastenbroek VH, van Kleef M, Gorter JW, Vles JS; Dutch Study Group on Child Spasticity. Safety and one-year efficacy of intrathecal baclofen therapy in children with intractable spastic cerebral palsy. Eur J Paediatr Neurol. 2009;13:247-56. Kiela GJ, Verwijs WA, Eikelenboom MJ, Vermeulen RJ. Acute disseminerende encefalomyelitis bij een 3-jarig meisje. Tijdschr Kindergeneesk 2009; 2: 73-76.
Miles L, DeGrauw TJ, Dinopoulos A, Cecil KM, van der Knaap MS, Bove KE. Megalencephalic leukoencephalopathy with subcortical cysts: a third confirmed case with literature review. Pediatr Dev Pathol 2009; 12: 180-186. PMID: 18821826. Neilson DE, Adams MD, Orr CM, Schelling DK, Eiben RM, Kerr DS, Anderson J, Bassuk AG, Bye AM, Childs AM, Clarke A, Crow YJ, Di Rocco M, Dohna-Schwake C, Dueckers G, Fasano AE, Gika AD, Gionnis D, Gorman MP, Grattan-Smith PJ, Hackenberg A, Kuster A, Lentschig MG, Lopez-Laso E, Marco EJ, Mastroyianni S, Perrier J, Schmitt-Mechelke T, Servidei S, Skardoutsou A, Uldall P, van der Knaap MS, Goglin KC, Tefft DL, Aubin C, de Jager P, Hafler D, Warman ML. Infection-triggered familial or recurrent cases of acute necrotizing encephalopathy caused by mutations in a component of the nuclear pore, RANBP2. Am J Hum Genet 2009; 84: 44-51. PMID: 19118815. Poloni CB, Ferey S, Haenggeli CA, Delavelle J, Bottani A, Salomons GS, van der Knaap MS, Korff CM. Alexander disease: early presence of cerebral MRI criteria. Eur J Paediatr Neurol 2009; 13: 556558. PMID: 19128991. Rice GI, Bond J, Asipu A, Brunette RL, Manfield IW, Carr IM, Fuller JC, Jackson RM, Lamb T, Briggs TA, Ali M, Gornall H, Couthard LR, Aeby A, Attard-Montalto SP, Bertini E, Bodemer C, Brockmann K, Brueton LA, Corry PC, Desguerre I, Fazzi E, Cazorla AG, Gener B, Hamel BC, Heiberg A, Hunter M, van der Knaap MS, Kumar R, Lagae L, Landrieu PG, Lourenco CM, Marom D, McDermott MF, van der Merwe W, Orcesi S, Prendiville JS, Rasmussen M, Shalev SA, Soler DM, Shinawi M, Spiegel R, Tan TY, Vanderver A, Wakeling EL, Wassmer E, Whittaker E, Lebon P, Stetson DB, Bonthron DT, Crow YJ. Mutations involved in Aicardi-Goutieres syndrome implicate SAMHD1 as regulator of the innate immune response. Nat Genet 2009; 41: 829-832. PMID: 19525956. Schiffmann R, van der Knaap MS. Invited article: an MRI-based approach to the diagnosis of white matter disorders. Neurology 2009; 72: 750-759. PMID: 19237705. Steenweg ME, Salomons GS, Yapici Z, Uziel G, Scalais E, Zafeiriou DI, Ruiz-Falco ML, MejaskiBosnjak V, Augoustides-Savvopoulou P, Wajner M, Walter J, Verhoeven-Duif NM, Struys EA, Jakobs C, van der Knaap MS. L-2-Hydroxyglutaric aciduria: pattern of MR imaging abnormalities in 56 patients. Radiology 2009; 251: 856-865. PMID: 19474378. van der Voorn JP, Pouwels PJ, Salomons GS, Barkhof F, van der Knaap MS. Unraveling pathology in juvenile Alexander disease: serial quantitative MR imaging and spectroscopy of white matter. Neuroradiology 2009; 51: 669-675. PMID: 19484233. van Hulst BM, Tel PA, de Groot V, van Ouwerkerk WJR, Vermeulen RJ, Becher JG, Peerdeman SM. Complicaties bij kinderen met intrathecale baclofentherapie en (gerelateerde) verzorgertevredenheid. Tijdschr Kindergeneesk 2009; 5: 191-197. Visser WE, Jansen J, Friesema EC, Kester MH, Mancilla E, Lundgren J, van der Knaap MS, Lunsing RJ, Brouwer OF, Visser TJ. Novel pathogenic mechanism suggested by ex vivo analysis of MCT8 (SLC16A2) mutations. Hum Mutat 2009; 30: 29-38. PMID: 18636565. Wolf NI, Garcia-Cazorla A, Hoffmann GF. Epilepsy and inborn errors of metabolism in children. J Inherit Metab Dis 2009; 32: 609-617. PMID: 19642011. Wolf NI, van der Knaap MS. AGC1 deficiency and cerebral hypomyelination. N Engl J Med 2009; 361: 1997-1998. PMID: 19907050. WP Becher JG, Gorter JW, Vermeulen RJ. Cerebrale Parese. In: Meihuizen-de Regt MJ, de Moor JMH, Mulders AHM, eds. Kinderrevalidatie. 4e herziene druk ed. 2009.
Kinderoncologie-hematologie Wetenschappelijke publicatie: WpR Balgobind BV, Raimondi SC, Harbott J, Zimmermann M, Alonzo TA, Auvrignon A, Beverloo HB, Chang M, Creutzig U, Dworzak MN, Forestier E, Gibson B, Hasle H, Harrison CJ, Heerema NA, Kaspers GJ, Leszl A, Litvinko N, Nigro LL, Morimoto A, Perot C, Pieters R, Reinhardt D, Rubnitz JE, Smith FO, Stary J, Stasevich I, Strehl S, Taga T, Tomizawa D, Webb D, Zemanova Z, Zwaan CM, van den Heuvel-Eibrink MM. Novel prognostic subgroups in childhood 11q23/MLL-rearranged acute myeloid leukemia: results of an international retrospective study. Blood 2009;114:2489-96. Beumer JH, Franke NE, Tolboom R, Buckle T, Rosing H, Lopez-Lazaro L, Schellens JH, Beijnen JH, van Tellingen O. Disposition and toxicity of trabectedin (ET-743) in wild-type and mdr1 gene (P-gp) knock-out mice. Invest New Drugs. 2009 Feb 24. [Epub ahead of print] Buizer AI, de Sonneville LMJm Veerman AJP. Effects of chemotherapy on neurocongnitive function in children with acute lymphoblastic leukemia: Pediatr Blood Cancer 2009; 52: 447 – 454. de Bruin ML, Van Dulmen-den Broeder E, Van den Berg MH, Lambalk CB. Fertility in Female Childhood Cancer Survivors. Endocr Dev. 2009;15:135–158. de Graaf P, van der Valk P, Moll AC, Imhof SM, Schouten-van Meeteren AY, Knol DL, Castelijns JA. Contrast-Enhancement of the Anterior Eye Segment in Patients with Retinoblastoma: Correlation between Clinical, MR Imaging, and Histopathologic Findings. AJNR Am J Neuroradiol. 2009 Oct 15. [Epub ahead of print] de Haas V, Dee R, Cheroutre G, van den Berg H, van der Schoot C. Gene expression profile of slowly responding subclones might represent different profiles already at diagnosis and might be used for prediction of outcome. Leukemia 2009; 23(4):816-9. de Haas V, Grill J, Raquin MA, Couanet D, Habrand JL, Sainte-Rose C, Laithier V, Kieffer V, Kalifa C. Relapses of optic pathway tumors after first-line chemotherapy. Pediatric Blood Cancer 2009; 52(5): 575-580. de Jonge R, Tissing WJ, Hooijberg JH, Jansen G, Kaspers GJ, Lindemans J, Peters GJ, Pieters R. Polymorphisms in folate-related genes and risk of pediatric acute lymphoblastic leukemia. Blood 2009; 113:2284-9. de Rooij ML, de Graaf SSN, de Bont ESJM, Kaspers GJL. Acute promyelocytaire leukemia bij kinderen in Nederland. Tijdschr Kindergeneeskd 2009; 77: 22-30. Drukker CAM, Heij HA, Wijneandts LCD, Verbeke JIML, Kaspers GJL. Paraneoplastic gastrointenstinal anti-Hu syndrome in neuroblastoma. Pediatr Blood Cancer 2009; 52: 396-398. Jansen MHA, Schaafsma, EJ, Vandertop WP, Van Vuurden DG, Vermeulen RJ, Kaspers GJL. Diagnostiek, behandeling en beloop van kinderen met diffuse en focale ponstumoren. NTvO 2009; 6: 339-350. Hennipman B, de Vries E, Bökkerink JP, Ball LM, Veerman AJ. Intrathecal vincristine: 3 fatal cases and a review of the literature. J Pediatr Hematol Oncol. 2009 Nov;31(11):816-9. Hollink IH, van den Heuvel-Eibrink MM, Zimmermann M, Balgobind BV, Arentsen-Peters ST, Alders M, Willasch A, Kaspers GJ, Trka J, Baruchel A, de Graaf SS, Creutzig U, Pieters R, Reinhardt D, Zwaan CM. Clinical relevance of Wilms tumor 1 gene mutations in childhood acute myeloid leukemia. Blood 2009; 113: 5951-60.
Hollink IH, Zwaan CM, Zimmermann M, Arentsen-Peters TC, Pieters R, Cloos J, Kaspers GJ, de Graaf SS, Harbott J, Creutzig U, Reinhardt D, van den Heuvel-Eibrink MM, Thiede C. Favorable prognostic impact of NPM1 gene mutations in childhood acute myeloid leukemia, with emphasis on cytogenetically normal AML. Leukemia 2009 23:262-70. Irandoust M, van den Berg TK, Kaspers GJ, Cloos J. Role of tyrosine phosphatase inhibitors in cancer treatment with emphasis on SH2 domain-containing tyrosine phosphatases (SHPs). Anticancer Agents Med Chem. 2009; 9 :212-20. Janssen SF, Rammeloo LA, Schoof PH, Kaspers GJL, Hruda J. Progression from free floating left ventricular vegetation to immobile mitral valve in a child with zygomyces endocarditis. Infect Dis Clin Prac 2009; 17; 268- 269. Kamps WA, van der Pal-de Bruin KM, Veerman AJP, Fiocco M, Bierings M, Pieters R. Long-term results of Dutch Childhood Oncology Group studies for children with acute lymphoblastic leukemia from 1984 to 2004. Leukemia advance online publication 17 December 2009; doi: 10.1038/leu.2009.258 [Epub ahead of print] Koppen IJ, Hermans FJ, Kaspers GJ. Folate related gene polymorphisms and susceptibility to develop childhood acute lymphoblastic leukaemia. Br J Haematol. 2009 Sep 22. [Epub ahead of print] Marees T, Dommering CJ, Imhof SM, Kors WA, Ringens PJ, van Leeuwen FE, Moll AC. Incidence of retinoblastoma in Dutch children conceived by IVF: an expanded study. Hum Reprod. 2009 Dec;24(12):3220-4. Epub 2009 Sep 25. Mostert S, Sitaresmi MN, Gundy CM, Sutaryo, Veerman AJ. Does aid reach the poor? Experiences of a childhood leukaemia outreach-programme. Eur J Cancer. 2009 Feb;45(3):414-9. Epub 2008 Nov 6. Overbeek A, Lambalk CB. Phenotypic and pharmacogenetic aspects of ovulation induction in WHO II anovulatory women. Gynecol Endocrinol. 2009 Apr;25(4):222-34. Overbeek A, Kuijper EA, Hendriks ML, Blankenstein MA, Ketel IJ, Twisk JW, Hompes PG, Homburg R, Lambalk CB. Clomiphene citrate resistance in relation to follicle-stimulating hormone receptor Ser680Ser-polymorphism in polycystic ovary syndrome. Hum Reprod. 2009 Aug;24(8):200713. Epub 2009 Apr 28. Sitaresmi MN, Mostert S, Purwanto I, Gundy CM, Sutaryo, Veerman AJ. Chemotherapy-related side effects in childhood acute lymphoblastic leukemia in Indonesia: parental perceptions. J Pediatr Oncol Nurs. 2009 Jul-Aug;26(4):198-207. Sitaresmi MN, Mostert S, Schook RM; Sutaryo, Veerman AJ. Treatment refusal and abandonment in childhood acute lymphoblastic leukemia in Indonesia: an analysis of causes and consequences. Psychooncology. 2009 May 11. [Epub ahead of print] Szilagyi K, Podracka L, Franke NE, Mojzis J, Mirossay L. A new link between steroid resistance, glucocorticoid receptor and nuclear factor kappa B p65 in idiopathic nephrotic syndrome. Neuro Endocrinol Lett. 2009 Nov 29;30(5). [Epub ahead of print] Udink Ten Cate FEA, Ten Hove CH, Nix WMLE, De Vries JIP, van de Loosdrecht AA, Van Elburg RM. Transient neonatal myelosuppression after fetal exposure to maternal chemotherapy: Case report and review of the literature. Neonatology 2009;95:80-85. van Dijk EM, Oostrom KJ, Imhof SM, Moll AC, Schouten-van Meeteren AYN, Bezemer PD, Huisman J. Behavioral functioning of retinoblastoma survivors. Psycho-Oncology 2009; 18: 87-95.
van Vuurden DG, Yazdani M, Bosma I, Broekhuizen AJ, Postma TJ, Heimans JJ, van der Valk P, Aronica E, Tannous BA, Würdinger T, Kaspers GJ, Cloos J. Attenuated AMPA receptor expression allows glioblastoma cell survival in glutamate-rich environment. PLoS One 2009 4: e5953. Veerman AJP, Kamps WA, van den Berg H, van den Berg E, Bökkerink JPM, Bruin MCA, van den Heuvel-Eibrink MM, Korbijn CM, Korthof ET, van der Pal K, Stijnen T, van Weel Sipman MH †, van Weerden F, van Wering ER, van der Does-van den Berg A. Dexamethasone-based therapy for childhood acute lymphoblastic leukaemia: results of the Dutch Childhood Oncology Group (DCOG) protocol ALL-9 (1997 – 2004). Lancet Oncol 2009; 10: 957 - 966. Vermeulen M, de Haas V, Mulder M, Flohil, Fetter W, van de Kamp J. Hydrops Fetalis and early neonatal multiple organ failure in familial hemophagocytic lymphohistiocytosis. Eur J Med Genet 2009; 52: 417-420. Zwaan CM, Reinhardt D, Zimmerman M, Hasle H, Stary J, Stark B, Dworzak M. Creutzig U, Kaspers GJL. An open label phase II trail of gemtuzumab ozogamicin in children with relapsed/refractory acute myeloid leukemia: study Relapsed AML 2001/02. Br J Haematol 2009; Dec 8. WpNR Kaspers GJ. Old drug, new lessons. Blood 2009; 113:4480-4481. Kaspers GJ. Central nervous system involvement in (relapsed) acute promyelocytic leukemia. Pediatr Blood Cancer 2009; 53: 236-237. Overbeek A, Lambalk N. Pharmacogenomics of ovulation induction: facilitating decisions on who, when and how to treat. Pharmacogenomics. 2009 Sep;10(9):1377-9. WP Creutzig U, Zimmermann M, Kaspers G, Reinhardt D. Postremission Management of Acute Myelogenous Leukemia in Children and Adolescents with and without Hematopoietic Stem Cell Transplantation in European and U.S.Study Groups. In: Govindan R, editor. American Society of Clinical Oncology - Educational Book (45th Annual Meeting, Spring 2009). 1 ed. Alexandria: Curzio,J.; 2009. p. 609-15. Kaspers GJL. Pediatric acute myeloid leukemia. Hematology Education: the education program of the annual congress of the European Hematology Association 2009; 3: 214-220. Dissertatie: Mostert S (2009): Compliance with Childhood Leukemia Treatment in Indonesia. Influence of SocioEconomic Status on Treatment Refusal of Abandonment. VUmc; Promotor: Prof.dr AJP Veerman en Prof.dr. Sutaryo (Categorie A). Sitaresmi MN (2009). Non-compliance with Childhood Acute Lymphoblastic Leukemia Treatment in Indonesia. Gadjah Mada University, Yogyakarta, Indonesia; Promotor: Prof.dr AJP Veerman, Prof.dr. D. Ismail en Prof.dr. Sutaryo (Categorie D).
Kinderpsychiatrie Wetenschappelijke publicatie WpR Colins, O., Vermeiren, R., Vreugdenhil, C., Brink, W. van den, Doreleijers, T.A.H., & Broekaert, E. (2009). Psychiatric disorders in detained and incarcerated male adolescents: a systematic literature review. Canadian Journal of Psychiatry (accepted for publication). Domburgh, L. van, Vermeiren, R., Blokland A.A., & Doreleijers, T.A.H. (2009). Delinquent development in Dutch childhood arrestees: developmental trajectories, risk factors and co-morbidity with adverse outcomes during adolescence. Journal of Abnormal Child Psychology,37(1): 93-105. Emck, C., Bosscher, R., Beek, P., & Dorelijers, T.A.H. (2009). Gross development performance and self-perceived motor competence in children with emotional, behavioral, and pervasive developmental disorders: a review. Developmental medicine & Child neurology, 51(7): 501-17. Hart-Kerkhoffs, L.A. ‘t, Doreleijers, T.A.H., Jansen, L.M., Wijk, A.P. van, & Bullens, R.A. (2009). Offense related characteristics and psychosexual development of juvenile sex offenders. Child Adolescent Psychiatry Mental Health, 11;3(1): 19. Hamerlynck, S.M., Doreleijers, T.A.H., Vermeiren, R., & Cohen-Kettenis, P.T. (2009). Girls detained under civil and criminal law in juvenile detention centres; psychiatric disorders, trauma and psychosocial problems. Tijdschrift Psychiatrie, 51(2): 87-96. Hart-Kerkhoffs, L.A. ‘t, Jansen, L.M., Doreleijers,T.A.H, Vermeiren, R., Minderaa, R.B., & Hartman, C.A. (2009). Autism spectrum disorder symptoms in juvenile suspects of sex offenses. Journal of Clinical Psychiatry, 70(2): 266-72. Lodewijks, H.P., Ruiter, C. de, & Doreleijers, T.A.H. (2009). The Impact of Protective Factors in Desistance From Violent Reoffending: A Study in Three Samples of Adolescent Offenders. Journal of Interpers Violence. Suk, E., Mill, J. van, Vermeiren, R., Ruchkin, V., Schwab-Stone, M., Doreleijers, T.A.H., & Deboutte, D., (2009). Adolescent suicidal ideation: a comparison of incarcerated and school-based samples. European Child and Adolescent Psychiatry, 18(6): 377-83. WP Boonmann, C., Domburgh, L. van, Doreleijers, T.A.H., & Kampen, M.G. van (2009). De BARO. Deel 1: een onderzoek naar het gebruik van de BARO binnen de Raad voor de Kinderbescherming. Deel 2: een onderzoek naar de voorspellende waarde van de BARO als risicotaxatie-instrument op instrument-, domein-, en itemniveau. Amsterdam: VUmc. Geluk, C.A.M.L., Domburg, L. van, Doreleijers, T.A.H., Vermeiren, R., & Nauta-Jansen, L. (2009). Zeer jeugdige ‘delinquenten’ in Nederland: een zorgwekkende ontwikkeling? Amsterdam: VUmc. Laan, A.M. van der, Schans, C.A. van der, Bogaerts, S., & Doreleijers,T.A.H. (2009). Criminogene en beschermende factoren bij jongeren die een basis-raadsonderzoek ondergaan. Een verkennende inventarisatie van de mate van zorg en van risico- en beschermende factoren gesignaleerd door raadsonderzoekers. Den Haag: WODC. Vakpublicatie Doreleijers, T.A.H. (2009). Te oud voor het servet, te jong voor het tafellaken. Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht, 31(7/8): 181-185.
Dissertatie Domburgh, L. van (2009). Very young offenders. characteristics of children and their environment in relation to (re)-offending . VUmc; Promotors: Prof. dr. T.A.H. Doreleijers en Prof. dr. R.R.J.M. Vermeiren; Co-promotor: Prof. dr. Loeber. (Categorie A) Outsem, van R. (2009). Exploring psychological characteristics of sexually abusive juveniles. VU; Promotors: Prof. dr. R.A.R Bullens en Prof. dr. T.A.H. Doreleijers. (CategorieA)
Bijlage 3. Afkortingen AGIKO AIOS AMC CAHAL CF CSO CWO DOHaD D2D EMGO IC ICaRVU ICEN IGZ IOO JACIE JCI KTC LUMC MCA MDL MOVE MRSA MT DB/KG MTRH NFU NIAZ NICU N-QICK NVK NWP OOR PAOG QANU RAAK SEH SetQ SKION SLAZ UMC UMCG UMCN VAS V-ICI VOKK VONK VUmc VZA WKZ WP WPM WpR WpNR
Assistent Geneeskundige in Opleiding tot Klinisch Onderzoeker Assistent in Opleiding tot Specialist Academisch Medisch Centrum Centrum voor aangeboren hartafwijkingen Amsterdam-Leiden Cystic Fibrosis Consilium Subspecialistische Opleidingen Commissie Wetenschappelijk Onderzoek Development Origin of Health and Diseases Doctor to doctor Instituut voor extramuraal geneeskundig onderzoek Intensive Care Instituut voor cardiovasculaire research Instituut voor kllinische en experimentele neuro-wetenschappen Inspectie voor de Gezondheidszorg Instituut voor Onderwijs en Opleiden De Joint Accreditation Committee-ISCT & EBMT Junior Chamber International KlinischTrainingsCentrum Leids Universitair Medisch Centrum Medisch Centrum Alkmaar Maag, Darm, Lever Instituut voor bewegen Methicilline Resistente Staphylococcus Aureus Managementteam dagelijks bestuur afdeling kindergeneeskunde Moi Teaching and Referal Hospital Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra Nederlands Instituut voor Accreditatie van Ziekenhuizen Neonatal Intensive Care Unit Nurse-led Quality Improvement in Children with Kidney Disease Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde Niet wetenschappelijk personeel Onderwijs en Opleidings Regio Post Academisch Onderwijs Geneeskunde Quality Assurance Netherlands Universities Regionale Academische Avond Kindergeneeskunde Spoed Eisende Hulp Systematic evaluation of teaching qualities Stichting KinderOncologie Nederland Sint Lucas Andreas Ziekenhuis Universitair Medisch Centrum Universitair Medisch Centrum Groningen Universitair Medisch Centrum Nijmegen Visual Analogue Score Instituut voor kanker en immunologie Vereniging Ouders Kinderen en Kanker VUmc Onderzoek Naar Kinderkanker VU medisch centrum Verenigd Ziekenvervoer Amsterdam Wilhelmina Kinderziekenhuis Wetenschappelijke publicaties (boeken, boekdelen, rapporten) gericht op vakgenoten Werkplekmanagement Wetenschappelijke publicaties in tijdschrijften met refereesysteem Wetenschappelijke publicaties in tijdschriften zonder refereesysteem