Antibioticabeleid kinderen VU medisch centrum
I. Inleiding
Voorwoord Voor u ligt de vernieuwde uitgave van het antibioticabeleid kinderen van het VUmc. Dit formularium is bedoeld om snel inzicht te krijgen in mogelijkheden voor antibiotische therapie bij verdenking op een infectie en bij een aangetoonde infectie. Het is niet bedoeld als naslagwerk voor het gehele veld van de infectieziekten en microbiologie, maar als leidraad bij de dagelijkse praktijk. Voor verdere vragen over diagnostiek en behandeling van infectieziekten staan in het VUmc meerdere kanalen ter beschikking. Adviezen kunnen worden gevraagd aan: 1. Kinderarts-infectioloog, sein nr *986574, buiten kantoortijden en in het weekend via dienstlijst. 2. Arts-microbioloog, sein nr *986322, in het weekend *986014, buiten kantoortijden via meldkamer 44330. Er vindt regelmatig overleg plaats tussen kinderarts-infectioloog en artsmicrobioloog en bij de wekelijkse besprekingen op de afdelingen zijn beiden aanwezig: kinderintensive care neonatologie SDD bespreking kinderoncologie infectiebespreking VKKC en VKKB
iedere iedere iedere iedere
dinsdag dinsdag dinsdag woensdag
11.15-11.30 11.30-11.45 12.00-12.30 11.00-12.00
uur uur uur uur
Belangrijk:
Voor deze besprekingen dient de arts- microbioloog vóór 09.30 uur gebeld (*986322) te worden over de te bespreken patiënten zodat de laatste uitslagen bekeken en gerapporteerd kunnen worden. Voor de kinderarts-infectioloog dienen consultformulieren vóór de bespreking ingevuld te worden; bij voorkeur kort en bondig, in ieder geval met patiëntgegevens (naam, afdeling, geboortedatum en registratienummer). De ANIOS/AIOS cq. zaalarts is hiervoor verantwoordelijk. Voor de meest adequate diagnostiek van infectieziekten hierbij een aantal algemene richtlijnen: 1. Overleg altijd met arts-microbioloog of kinderarts-infectioloog - bij twijfel tijdig over de juiste methoden van diagnostiek - bij verdenking op minder frequent voorkomende verwekkers (hier is soms voorbereiding op het laboratorium vereist, of een speciale methode van materiaal afname) - bij verdenking op een zeer besmettelijke ziekte - indien een snelle uitslag gewenst is (CITO-aanvraag) 2. Kweken zoveel mogelijk afnemen voordat begonnen wordt met antimicrobiële therapie. 3. Tijdens de reguliere openingstijden van het microbiologisch laboratorium (08.30-17.30 uur) zijn meer methoden van diagnostiek mogelijk dan buiten de reguliere openingstijden. 4. Neem voldoende materiaal af, en overleg over prioriteit van onderzoeken bij geringe hoeveelheid materiaal. 5. Aanvraagformulier: - vul aanvraagformulieren zorgvuldig en volledig in - vermeld duidelijk wie de aanvrager is en welk sein gebeld kan worden bij onduidelijkheden - omschrijf nauwkeurig locatie en afnametijdstip - relevante klinische informatie over de patiënt kan leiden tot meer gericht onderzoek naar bepaalde ziekteverwekkers en is bepalend voor hoe het materiaal zal worden ingezet (bijv. vermelden van “verdenking endocarditis” leidt tot het langer incuberen van bloedkweken)
Therapie van infectieziekten
(met toestemming overgenomen uit het Vademecum Pediatrische Antimicrobiële Therapie, 3e editie 2005) Infecties kunnen worden veroorzaakt door bacteriën, schimmels, gisten, virussen, protozoën en parasieten. De effectiviteit van antimicrobiële therapie is enerzijds afhankelijk van de gevoeligheid van het te behandelen micro-
ruimte ruimte ruimte ruimte
organisme, anderzijds speelt de plaats van de infectie in relatie tot de distributie van het antimicrobiële middel in het lichaam een belangrijke rol. Therapeutisch succes is afhankelijk van de combinatie van farmacokinetische en farmacodynamische eigenschappen van een antimicrobiële middel. Bij een verdenking op het bestaan van een infectie spelen de volgende overwegingen een rol: - is er echt sprake van een infectie? - is er mogelijk een andere verklaring voor de klinische verschijnselen? - kunnen de uitslagen van diagnostiek worden afgewacht alvorens therapie wordt ingesteld of maakt de klinische toestand van de patiënt empirische antimicrobiële therapie noodzakelijk? Veelal zal men in geval van verdenking op een bacteriële infectie een voorlopige therapie instellen nadat materiaal is afgenomen voor kweek en gevoeligheidsbepaling. Op empirische gronden zal meestal voor een specifiek antimicrobieel middel gekozen worden. Dit middel is dan gericht op de meest waarschijnlijke verwekkers van het ziektebeeld en heeft vaak een breed spectrum. Soms gebruikt men een combinatie van antimicrobiële middelen die bijgesteld dient te worden zodra men geïnformeerd is over de verwekker en de gevoeligheid. In het algemeen zal op basis van de volgende criteria een keuze worden gemaakt: -
patiëntkarakteristieken antimicrobiële spectrum farmacokinetische en farmocodynamische eigenschappen toxiciteit verkrijgbare toedieningsvormen formulariumbeleid kosten
Na het starten van een empirische therapie zal bij het bekend worden van de kweken en gevoeligheid de ingestelde therapie veelal worden bijgesteld. Het isoleren van een bacterie bij een patiënt leidt tot de vraag of het microorganisme verantwoordelijk kan worden gesteld voor het aangetroffen ziektebeeld. Indien dit het geval is, kan het empirische beleid vervangen worden door een op het gevonden micro-organisme gericht beleid (“versmalling”). Ook wanneer de patiënt goed heeft gereageerd op de oorspronkelijke empirische therapie is het aan te bevelen de behandeling waar mogelijk aan te passen aan de hand van de kweekuitslagen. Naast het instellen van een antimicrobiële therapie zullen soms ook andere maatregelen genomen worden, zoals het draineren van een abces of het verwijderen van een geïnfecteerd corpus aliënum (b.v. een intraveneuze lijn).
Beheergegevens
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen 'Voorwoord' Datum
Wijziging
Redactie Uitgave: Werkgroep antibioticabeleid van de commissie geneesmiddelenbeleid
Onder redactie van: Dr. C.W. Ang (eindredactie) Mw.dr. Y.J. Debets-Ossenkopp Mw.prof.dr. A.M. van Furth Mw. T.A.M. Hekker Dr. M. van der Kuip Mw.dr. E.L. Swart
Beheergegevens
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen 'Redactie' Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 1
—> Gewijzigd Klik op een van de onderstaande maanden voor een overzicht van de wijzigingen die in die maand zijn ingevoerd. In elk hoofdstuk kan je een overzicht oproepen van de wijzigingen die daarin zijn doorgevoerd sinds de eerste versie. 01-2013 03-2012
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 2
—> Nieuw De volgende hoofdstukken zijn toegevoegd:
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 3
—> Vervallen De volgende hoofdstukken zijn verwijderd:
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 4
II Antibacteriele middelen
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 5
Indeling in groepen Inleiding
Een antibacterieel middel kan bijdragen aan de genezing van een infectieziekte als op zijn minst aan twee voorwaarden is voldaan: - het veroorzakend micro-organisme moet gevoelig zijn voor het antibacteriële middel waardoor het wordt gedood (bactericide middel) of in zijn groei wordt geremd (bacteriostatisch middel), en - het middel moet de infectiehaard in voldoende mate bereiden. Alleen als in voldoende mate aannemelijk is dat een infectie wordt veroorzaakt door een gevoelig micro-organisme kunnen antibacteriële middelen worden toegediend. Hierbij verdienen smal-spectrum antibiotica de voorkeur boven breed-spectrum antibiotica. De ontwikkeling en selectie van resistente microorganismen wordt grotendeels bepaald door het gebruik van antibacteriële middelen. Terughoudendheid in het gebruik van deze middelen is dan ook noodzakelijk. Bij ernstige infecties met onbekende verwekker is een direct in te stellen antibacteriële behandeling geïndiceerd. In zo'n situatie moet een antibioticum (of antibioticum combinatie) worden gekozen dat effectief is tegen verschillende mogelijke pathogenen (empirische therapie). Het is vooral bij nosocomiale infecties moeilijk een voorspelling te doen over gevoeligheid en resistentie zonder deze in het laboratorium te bepalen. Daarom is het belangrijk (liefst voor toediening van antibiotica) een kweek van de infectiehaard af te nemen. Deze kweken zijn ook van belang om empirische therapie zo mogelijk bij te stellen (“versmallen”) en resistentieontwikkeling te monitoren. De gevoeligheid van het micro-organisme voor antibacteriële therapie is afhankelijk van farmacodynamische eigenschappen. De farmacokinetische eigenschappen van een middel bepalen of ter plaatse van de infectie de concentratie hoog genoeg is om het micro-organisme te doden of in zijn groei te remmen. Resistentie-ontwikkeling kan op drie manieren ontstaan: 1. door productie van een enzym dat het antibacteriële middel afbreekt of onwerkzaam maakt 2. door verminderde opname of versnelde uitscheiding van het antibacteriële middel door de bacteriële cel 3. door verandering van de eiwitten, DNA of RNA van de bacterie die het aangrijpingspunt zijn voor het middel Bij de keuze voor een antibacteriëel middel moet rekening worden gehouden met mogelijke bijwerkingen. Deze kunnen toxicologisch van aard zijn (overgevoeligheidsreacties, orgaanschade), maar ook microbiologisch. Deze bijwerkingen zijn ontwikkeling van resistentie, selectie van resistente microorganismen en verstoring van de commensale flora, ofwel “kolonisatieresistentie”, wat de kans op infecties juist verhoogt. Voorbeelden van deze laatste bijwerking zijn pseudomembraneuze colitis door toxineproducerende Clostridium difficile en intestinale overgroei van Candida species. Bij ernstige infecties zal (in de beginperiode) parenterale (meestal intraveneuze) toediening de voorkeur hebben. De voornaamste reden is grotere zekerheid dat ter plekke van de infectie voldoende hoge antibiotica spiegels bereikt worden. In veel gevallen zal het oraal toedienen van antibiotica leiden tot minder hoge plasma- of weefselspiegel in vergelijk tot een intraveneuze toediening. Sommige antibiotica vormen hierop een uitzondering. Een aantal middelen heeft een uitstekende resorptie (bijv. ciprofloxacine). Bij deze middelen is er meestal geen reden om deze parenteraal te geven.
Beheergegevens
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 6
Overzicht wijzigingen 'Indeling in groepen' Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 7
Aminoglycosiden Aminoglycosiden (gentamicine, netilmicine, tobramycine en amikacine) zijn bactericide antibiotica die door binding aan het bacteriële ribosoom het aflezen van het messenger RNA beïnvloeden zodat de opbouw van bacteriële polypeptide ketens wordt verstoord. De binding van aminoglycosiden aan de ribosomen is irreversibel. Als gevolg van deze irreversibele binding hebben aminoglycosiden een post-antibiotisch effect, d.w.z. het effect van aminoglycosiden houdt aan terwijl de plasmaspiegel reeds gedaald is onder de minimaal inhiberende concentratie (MIC). Aminoglycosiden zijn werkzaam tegen de meeste Gramnegatieve staven (Enterobacteriaceae, Pseudomonas en Acinetobacter spp ), stafylokokken (S. aureus en enkele coagulase negatieve stafylokokken (CNS)) en mycobacteriën (bijv. M. tuberculosis). Aminoglycosiden vertonen een synergistische werking met ß-lactam antibiotica. Snellere sterilisatie van de bloedbaan wordt verkregen door ß-lactam antibiotica te combineren met aminoglycosiden. Resistent zijn anaëroben, streptokokken (waaronder S. pneumoniae) en de meeste Grampositieve staven. Resistentie ontstaat doorgaans door bacteriële synthese van inactiverende enzymen. De resistentie is via plasmiden overdraagbaar, zodat deze zich kan uitbreiden tot andere bacteriële species. In Nederlandse ziekenhuizen is resistentie tegen aminoglycosiden beperkt. Aminoglycosiden worden niet gemetaboliseerd. Eliminatie geschiedt door glomerulaire filtratie. Stapeling vindt plaats in gehoor- en evenwichtsorgaan, alsmede in het nierparenchym. De plasma halfwaardetijd van aminoglycosiden is gemiddeld twee tot drie uur. De halfwaardetijd bij neonaten (zowel à terme als prematuren) is sterk verlengd. Aminoglycosiden worden parenteraal toegediend aangezien de absorptie na orale toediening zeer gering is. Lokale toediening is mogelijk in de vorm van oogdruppels of door middel van implantatie (gentamicine kralen). Indicaties voor aminoglycosiden zijn ernstige (ook nosocomiale) infecties zoals sepsis, endocarditis, pyelonefritis en pneumonie. Veelal verdient gentamicine de voorkeur op grond van de lage prijs. In geval van een endobronchiale infectie door Pseudomonas aeruginosa bij CF patiënten verdient tobramycine de voorkeur. Aminoglycosiden worden klinisch vooral toegepast in combinatie met ß-lactam antibiotica. Er is geen plaats voor (systemische) aminoglycoside monotherapie. Dikwijls kan bij sepsis met een éénmalige synergische gift van gentamicine worden volstaan. Na het bekend worden van verwekker en gevoeligheid kan de toediening van aminoglycosiden meestal worden gestaakt. Alleen bij ernstige infecties met resistente bacteriën (bijv. Pseudomonas) worden aminoglycosiden gedurende langere tijd bijgegeven. Aminoglycosiden kunnen aanleiding geven tot nefrotoxiciteit (meestal reversibel) en ototoxiciteit (meestal irreversibel). Er zijn geringe verschillen in de toxiciteit tussen de aminoglycosiden onderling. Het eenmaal daags toedienen van een hoge dosis aminoglycoside verdient de voorkeur boven het frequenter toedienen van lagere doses. De redenen hiervoor zijn dat deze aminoglycosiden sterker werken naarmate een hogere topspiegel wordt bereikt en er een langdurige postantibiotisch effect bestaat. Dit éénmaal daagse regime is veilig zolang de uitscheiding via de nieren goed is. Voor patiënten die langer dan 3 dagen behandeld moeten worden, wordt aanbevolen om tussen 12.00 en 16.00 uur na de gift een bloedspiegel te bepalen. Voor neonaten en patiënten met een verminderde nierfunctie kan m.b.v. spiegels op vaste tijdstippen na toediening de halfwaardetijd (T½) worden bepaald om op basis van die gegevens verder te doseren.
Beheergegevens
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen 'Aminoglycosiden' Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 8
Cefalosporines Cefalosporines behoren tot de ß-lactam antibiotica evenals de penicillines, de monobactams en carbapenems. Ze werken bactericide. Hun aangrijpingspunt is de synthese van de bacteriële celwand. Cefalosporines worden ingedeeld in generaties, waarbij de gevoeligheid voor β-lactamase afneemt bij de hogere generaties. Daarnaast bestaat de verdeling in orale en parenterale middelen. Tot de eerste generatie cefalosporines behoren o.m. cefalexine, cefalotine, cefazoline, en cefradine. De eerste generatie cefalosporines zijn vooral werkzaam tegen Grampositieve micro-organismen, zoals stafylokokken en streptokokken. De tweede generatie cefalosporines (o.m. cefuroxim) hebben in principe hetzelfde werkingsspectrum, maar zijn bovendien goed werkzaam tegen Haemophilus influenzae en vele Enterobacteriaceae. De derde generatie cefalosporines (o.m. ceftazidim, cefotaxim, ceftriaxon, en ceftibuten) zijn minder werkzaam tegen Grampositieve bacteriën dan de eerste en tweede generatie. Ze zijn echter actiever tegen Gramnegatieve micro-organismen door de sterk verminderde gevoeligheid voor ß-lactamase. Ceftazidim is tevens werkzaam tegen Pseudomonas aeruginosa. Ceftriaxon is vanwege een hoge eiwitbinding gecontraïndiceerd bij jonge zuigelingen. Het middel is in staat om bilirubine te verdringen van albumine en daarmee ontstaat een verhoogde kans op kernicterus. De halfwaardetijd voor de cefalosporines bedraagt 1-4 uur met uitzondering van ceftriaxon (ongeveer 8 uur). Uitscheiding vindt voornamelijk plaats via de nier. Dosisaanpassing bij nierfunctiestoornis is dan ook aangewezen. Cefalosporines hebben hun toepassing grotendeels te danken aan de gaten die in de loop der jaren gevallen zijn in de spectra van de penicillines. De derde en vierde generatie cefalosporines zijn geïndiceerd bij ernstige infecties veroorzaakt door micro-organismen die gevoelig zijn voor deze cefalosporines en die resistent zijn tegen (ureido)penicillines. De bijwerkingen van de cefalosporines komen overeen met die van de penicillines: overgevoeligheidsreacties (minder frequent dan bij de penicillines) en maagdarmstoornissen.
Beheergegevens
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen 'Cefalosporines' Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 9
Carbapenems De carbapenems (imipenem en meropenem) zijn bactericide werkende ßlactam antibiotica, waarvan het werkingsmechanisme (remming van de synthese van de celwand van de bacterie) overeenkomt met dat van de penicillines en cefalosporines. Ze hebben een zeer breed spectrum, dat vrijwel alle Grampositieve, Gramnegatieve en anaërobe bacteriën omvat, waaronder Pseudomonas aeruginosa, Staphylococcus aureus, Bacteroides spp en Enterobacter spp. Kruisresistentie met penicillines en cefalosporines treedt in het algemeen niet op. Staphylococcus aureus en coagulase-negatieve stafylokokken die meticilline-resistent zijn, zijn ook ongevoelig voor carbapenems. Imipenem werkt bacteriostatische tegen enterokokken. Enterokokken die amoxicilline-resistent zijn, zijn ook resistent voor imipenem. Enterokokken zijn ongevoelig voor meropenem, terwijl dit middel een betere activiteit heeft dan imipenem tegen Enterobacteriaceae. Pseudomonas aeruginosa heeft een vergelijkbare gevoeligheid voor imipenem en meropenem. De carbapenems hebben een korte halfwaardetijd van ca. 1 uur en worden grotendeels renaal in onveranderde vorm uitgescheiden. De concentraties in de urine zijn hoog. Imipenem wordt toegediend in een combinatie met cilastatine, om afbraak door het dehydropeptidase in de nier te voorkomen. Het bijwerkingprofiel van de carbapenems komt overeen met dat van de cefalosporines. Bij imipenem, maar niet bij meropenem, worden incidenteel convulsies waargenomen, vooral bij nierfunctiestoornissen en bestaande neurologische aandoeningen. Deze bijwerking is dosisgerelateerd en dosisaanpassing bij nierfunctiestoornissen kan een belangrijk deel van de convulsies door imipenem voorkomen. Bij kinderen met bacteriële meningitis, die met imipenem-cilastatine behandeld werden, is in een studie ook een zeer hoge incidentie van convulsies waargenomen. Deze observaties hebben wat betreft het gebruik van imipenem-cilastatine in de kindergeneeskunde tot voorzichtigheid geleid. Het gebruik van carbapenems gaat regelmatig gepaard met secundaire infecties door gisten. (Te) snelle infusie van carbapenems kan leiden tot misselijkheid en braken. De carbapenems moeten worden beschouwd als ‘reserve’ antibiotica, en zijn vaak het enig beschikbare antibioticum bij multi-resistente Gramnegatieve bacteriën. Mogelijke indicaties voor carbapenems zijn menginfecties van aërobe en anaërobe microorganismen, zoals intra-abdominale infecties, gecompliceerde weke delen infecties, en infecties bij immuungecompromitteerde patiënten. Daarnaast kunnen ze worden toegepast bij, onder andere, infecties door Enterobacter spp., en andere multi-resistente micro-organismen.
Beheergegevens
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen 'Carbapenems' Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 10
Fluorochinolonen Fluorochinolonen (ciprofloxacine, levofloxacine, norfloxacine, ofloxacine) hebben een bactericide werking door remming van het bacteriële DNA-gyrase, dat verantwoordelijk is voor het "ontvouwen" van het DNA in de cel. Fluorochinolonen hebben een breed spectrum, dat onder andere Enterobacteriaceae, Pseudomonas aeruginosa, Haemophilus influenzae en Staphylococcus aureus omvat. Ontwikkeling van resistentie treedt onder andere op door veranderingen in het DNA-gyrase. Fluorochinolonen kunnen de overdracht van plasmid-gemedieerde resistentie remmen. De kinetiek van de fluorochinolonen is afwijkend van die van de ß-lactam antibiotica. Ze worden goed geabsorbeerd na orale toediening, ze dringen goed in de cellen door en hebben doorgaans een langere halfwaardetijd. Fluorochinolonen kunnen onder andere worden toegepast bij gecompliceerde en ongecompliceerde urineweginfecties, lage luchtweginfecties en gastrointestinale infecties. Op grond van dierproeven wordt gebruik bij kinderen in de groeifase ontraden vanwege mogelijke schadelijke effecten op de vorming van kraakbeen. Echter inmiddels is ruime ervaring opgedaan in specifieke patiëntengroepen en is deze bijwerking op het kraakbeen niet bevestigd. Toch kennen fluorochinolonen geen registratie voor gebruik op de kinderleeftijd. De belangrijkste bijwerkingen zijn gastro-intestinaal, huidreacties en bijwerkingen op het centraal zenuwstelsel (intracraniële drukverhoging). Deze kunnen incidenteel een ernstig karakter hebben.
Beheergegevens
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen 'Fluorochinolonen' Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 11
Glycopeptiden Glycopeptiden (vancomycine en teicoplanine) hebben een bactericide werking door remming van de synthese van de bacteriecelwand. Vancomycine verandert ook de permeabiliteit van de cytoplasma membraan van de bacterie en remt RNA synthese. Het spectrum van beide middelen omvat Grampositieve kokken, zoals Staphylococcus aureus en Staphylococcus epidermidis en andere coagulase negatieve stafylokokken en Grampositieve staven, zoals Listeria monocytogenes, Corynebacterium spp en Clostridium spp. Vancomycine heeft een iets breder antibacterieel spectrum tegen coagulase negatieve stafylokokken t.o.v. teicoplanine. De werking tegen enterokokken is bacteriostatisch. Beide stoffen (vooral teicoplanine) hebben een lange halfwaardetijd en worden grotendeels in onveranderde vorm renaal uitgescheiden. Teicoplanine vertoont een sterke binding aan plasma-eiwitten. Glycopeptiden zijn de middelen van keuze bij infecties veroorzaakt door meticilline-resistente stafylokokken of amoxicilline-resistente enterokokken. Een farmacodynamisch nadeel van glycopeptiden is de matige penetratie in de weefsels (o.m. liquorcompartiment). Het zijn grote moleculen die met moeite membranen passeren. Soms is er echter bij weefselinfecties door coagulase negatieve stafylokokken (CNS) nauwelijks een ander alternatief aanwezig en worden deze middelen toch gebruikt. Glycopeptiden kennen ook toxiciteitproblemen. Regelmatig wordt het “Red Man” syndroom waargenomen waarbij de patiënt een heftige roodheid van de huid en het gelaat laat zien, soms gepaard gaande met misselijkheidsklachten. Deze reactie is afhankelijk van de infusiesnelheid en kan worden voorkomen door de infusietijd te verlengen. Ototoxiciteit en nefrotoxiciteit kunnen optreden, hoewel dit veel minder voorkomt dan bij de aminoglycosiden. Monitoring van de spiegels wordt aanbevolen in specifieke categorieën patiënten (zie hoofdstuk 10). De genoemde bijwerkingen lijken bij teicoplanine minder vaak op te treden dan bij vancomycine.
Beheergegevens
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen 'Glycopeptiden' Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 12
Macroliden en lincomycine groep Macroliden (azitromycine, claritromycine, erytromycine en roxitromycine) hebben een bacteriostatische werking door remming van de RNA-afhankelijke eiwitsynthese door binding aan de ribosomen. Het spectrum van de macroliden omvat Grampositieve bacteriën, zoals streptokokken, Staphylococcus aureus, Listeria monocytogenes en Corynebacterium spp. Tevens zijn ze werkzaam tegen Moraxella catarrhalis en een aantal "atypische verwekkers", zoals Mycoplasma spp, Chlamydophila spp. en Legionella pneumophila. Bij infecties veroorzaakt door Haemophilus influenzae zijn van de macroliden alleen azitromycine en claritromycine goed werkzaam. Resistentie tegen macroliden kan via 2 routes ontstaan: 1. efflux-pomp mechanisme; 2. methylering van ribosomaal RNA. Macroliden worden goed geabsorbeerd na orale toediening. Een uitzondering vormt erytromycine dat onvolledig en sterk wisselend wordt geabsorbeerd. Macroliden dringen goed door in de cel en hebben een groot verdelingsvolume. Alle middelen hebben een vrij lange halfwaardetijd, uiteenlopend van 3 uur voor erytromycine tot 40 uur voor azitromycine. De mate van renale excretie is gering, de macroliden worden voornamelijk gemetaboliseerd. Macroliden worden vooral toegepast bij luchtweginfecties en huidinfecties. Ze kunnen specifiek worden toegepast bij infecties veroorzaakt door Chlamydophila spp, Mycoplasma spp en Bordetella pertussis. Van de macroliden wordt erytromycine het slechtst verdragen. Maagdarmstoornissen komen veelvuldig voor. De andere macroliden hebben een gunstiger bijwerkingprofiel. Voor intraveneuze toediening is op dit moment alleen erytromycine in Nederland geregistreerd. Door de hoge pH van de infusievloeistof is het middel toxisch voor de vaatwand en lijdt veelvuldig tot tromboflebitis. Clindamycine is een vertegenwoordiger uit de lincomycine groep. Het antibacteriële effect wordt evenals de macroliden verkregen door remming van de RNA-afhankelijke eiwitsynthese. Het antibacteriëel spectrum komt ook overeen met die van de macroliden. Daarnaast is clindamycine ook werkzaam tegen vele anaërobe bacteriën. Het middel wordt uitstekend geabsorbeerd en bereikt hoge weefselspiegels. Het is derhalve een geschikt middel om te gebruiken in de switchtherapie indien de verwekker gevoelig is. Clindamycine gebruik is geassocieerd met pseudomembraneuze colitis veroorzaakt door Clostridium difficile.
Beheergegevens
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen 'Macroliden en lincomycine groep' Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 13
Penicillines De bactericide werking van penicillines is gebaseerd op remming van de synthese van bacteriële celwand. Ze worden ingedeeld in smalspectrumpenicillines, ß-lactamase ongevoelige smalspectrum-penicillines, breedspectrum-penicillines en breedspectrum-penicillines gecombineerd met ß-lactamase remmers. Absorptie van penicillines na orale toediening vertoont grote onderlinge verschillen. Uitscheiding van penicillines vindt grotendeels via de nieren plaats waardoor hoge concentraties in de urine worden bereikt. Excretie kan met probenecide worden geremd waardoor hogere bloedspiegels worden bereikt. Alle penicillines hebben een korte halfwaardetijd (½ tot 1½ uur). Tot de orale smalspectrum-penicillines behoren feneticilline en fenoxymethylpenicilline, welke worden gebruikt bij minder ernstige infecties veroorzaakt door streptokokken (incl. Streptococcus pneumoniae). De parenterale smalspectrum-penicillines omvatten het benzylpenicilline (penicilline G) en het benzathine-penicilline (depotpreparaat). Zij worden gebruikt voor de behandeling van infecties veroorzaakt door streptokokken, pneumokokken en meningokokken en ter preventie van acuut reuma. Tot de ß-lactamase ongevoelige smalspectrum-penicillines behoort flucloxacilline. Flucloxacilline wordt gebruikt bij stafylokokkeninfecties. Tot de breedspectrum-penicillines behoren amoxicilline, ampicilline, azlocilline, en piperacilline. Zij zijn werkzaam tegen Grampositieve kokken, Gramnegatieve kokken en Gramnegatieve staven. Breedspectrum-penicillines kunnen dan ook worden toegepast bij vele soorten infecties. Bijwerkingen komen frequent voor bij de behandeling met breedspectrumpenicillines: huiduitslag, gastro-intestinale verschijnselen, allergische reacties. Als contra-indicatie geldt overgevoeligheid voor penicillines. Bij hoge doseringen kunnen bloedbeeld afwijkingen en neurotoxiciteit optreden. Combinatie preparaten met ß-lactamase remmers worden veel gebruikt, zowel voor (empirische) behandeling als voor profylaxe.
Beheergegevens
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen 'Penicillines' Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 14
ß-lactamase remmers De productie van ß-lactamasen is de klinisch meest belangrijke vorm van resistentie tegen ß-lactam antibiotica. Gramnegatieve bacteriën (o.a. Escherichia coli, Klebsiella pneumoniae, Proteus mirabilis), Staphylococcus aureus en Bacteriodes fragilis produceren ß-lactamase. Binnen de klasse van cefalosporines is men er in geslaagd ß-lactamase resistente antibiotica te produceren. Binnen de klasse van de penicillines is dit niet gelukt. Om deze reden is voor die klasse een alternatieve benadering gekozen, nl. de combinatie van een penicilline met een ß-lactamase remmer. ß-lactamase remmers (clavulaanzuur en tazobactam) zijn in feite ß-lactam antibiotica met een geringe antibiotische activiteit, maar met een zeer sterke anti-ßlactamase activiteit door irreversibele binding aan deze enzymen. In combinatie met penicillines (amoxicilline of piperacilline) wordt het spectrum van deze middelen uitgebreid met ß-lactamase-producerende stammen van bovengenoemde micro-organismen. De ontwikkeling van resistentie tegen deze combinatiepreparaten valt in de praktijk mee. De farmacokinetiek van clavulaanzuur en tazobactam komt goed overeen met die van de penicillines waarmee zij in de praktijk worden gecombineerd. Ze hebben een korte halfwaardetijd van ca. 1 uur en worden grotendeels renaal in onveranderde vorm uitgescheiden. ß-lactamase remmers kunnen worden toegepast indien er (waarschijnlijk) sprake is van een infectie veroorzaakt door een ß-lactamase-producerend micro-organisme. De toxiciteit van ß-lactamase remmers is laag; wel heeft clavulaanzuur een vrij hoge incidentie van gastro-intestinale bijwerkingen. In Nederland zijn 2 penicilline/ß-lactamase remmercombinaties gereregistreerd: amoxicilline/clavulaanzuur en piperacilline/tazobactam. Het spectrum van piperacilline wordt door combinatie met een ß-lactamase remmer uitgebreid naar Klebsiella spp, Staphylococcus aureus en anaërobe Gramnegatieve staven (met name de Bacteroides en Prevotella groep). Ten opzichte van Pseudomonas aeruginosa leveren de combinaties weinig of geen winst ten opzichte van de monopreparaten zonder ß-lactamase remmer.
Beheergegevens
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen 'ß-lactamase remmers' Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 15
Oxazolidinonen Oxazolidinonen vormen een nieuwe klasse van antibiotica. Recent is het middel linezolid, als vertegenwoordiger uit deze groep, geregistreerd. Linezolid werkt bacteriostatisch door remming van de initiatie van de bacteriële eiwitsynthese. Het middel is actief tegen vele Grampositieve microorganismen waaronder meticilline resistente stafylokokken (MRSA, MRSE), vancomycine resistente enterokokken (VRE) en penicilline resistente pneumokokken. Naast het Grampositieve spectrum is er ook activiteit tegen mycobacteriën. Het betreft een relatief klein molekuul met goede farmacokinetische en farmacodynamische eigenschappen. De absorptie is vrijwel volledig en biedt dus mogelijkheden voor snel switchen naar orale behandeling. Plasma eiwitbinding bedraagt ongeveer 30% en goede weefselspiegels worden bereikt. Eliminatie vindt voor 50% plaats via de renale route en voor 50% via andere mechanismen. De metabolieten zijn niet antimicrobieel actief. Dosisaanpassingen bij verminderde nierfunctie of leverfunctie is niet noodzakelijk gebleken. Oxazolidinonen worden slechts onder strikte voorwaarden voorgeschreven na consultatie door infectioloog of arts-microbioloog.
Beheergegevens
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen 'Oxazolidinonen' Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 16
Sulfonamiden/Trimethoprim Sulfonamiden (waarvan sulfamethoxazol het meest wordt toegepast) en trimethoprim danken hun bacteriostatische activiteit aan de remming van de bacteriële folinezuur synthese. In combinatie werken ze bactericide. De humane cel heeft geen substraat voor de werking (incl. toxiciteit) van sulfonamide en is vele malen minder gevoelig voor trimethoprim dan bacteriën. Sulfonamiden hebben een breed werkingsspectrum dat zowel Grampositieve als Gramnegatieve bacteriën omvat. Trimethoprim is werkzaam tegen vele Grampositieve en Gramnegatieve bacteriën. Sulfamethoxazol en trimethoprim worden oraal goed geabsorbeerd en hebben een vrij lange halfwaardetijd. De combinatie van trimethoprim en sulfamethoxazol (co-trimoxazol) heeft een groot toepassingsgebied: urineweginfecties, septische vormen van salmonellose, brucellose, infecties van de luchtwegen, Pneumocystis jiroveci (carinii) pneumonie. Contraindicaties zijn ernstige afwijkingen van de hematopoëse, overgevoeligheid voor sulfonamiden, leverfunctiestoornissen en ernstige nierinsufficiëntie. Voorzichtigheid is geboden bij het gebruik bij jonge zuigelingen (< 1 maand) vanwege het effect op de hematopoiese en verdringing van de bilirubine van albumine in geval van icterus. Bijwerkingen zijn overgevoeligheidsreacties en bloedbeeldafwijkingen.
Beheergegevens
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen 'Sulfonamiden/Trimethoprim' Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 17
Tetracyclines Tetracyclines (tetracycline, doxycycline en minocycline) hebben een bacteriostatische werking door het remmen van de bacteriële eiwitsynthese. Het spectrum van de tetracyclines komt in grote lijnen overeen met dat van de macroliden. Resistentieontwikkeling kan optreden door veranderingen aan het ribosoom en door een actief efflux-mechanisme. Verspreiding van resistentie treedt vooral op door overdracht van plasmiden. De absorptie van tetracyclines na oraal gebruik is vrij traag. Minocycline wordt uitgebreid gemetaboliseerd, terwijl tetracycline voornamelijk in onveranderde vorm met de urine wordt uitgescheiden. De nieuwe tetracyclines (doxycycline en minocycline) hebben een lange halfwaardetijd en kunnen 1x daags gegeven worden. Toepassing van tetracyclines ligt vooral op het gebied van de luchtweginfecties en bij infecties door Mycoplasma spp, Chlamydia en Chlamydophila spp, Coxiella burnetii (Q-koorts), (Lyme) borreliose en rickettsiosen. Contra-indicaties voor het gebruik van tetracyclines zijn overgevoeligheid voor tetracyclines, ernstige nierfunctiestoornissen, ernstige leverfunctiestoornissen. I.v.m. verkleuring en hypoplasie van tanden en kiezen tijdens de ontwikkeling, alsmede vertraagde skeletgroei zijn tetracyclines gecontraïndiceerd voor kinderen jonger dan 8 jaar. Bij kinderen tussen de leeftijd van 8 en 14 jaar is voorzichtigheid geboden afhankelijk van hun ontwikkeling. Maagdarmstoornissen en fotosensibilisatie kunnen optreden als bijwerkingen.
Beheergegevens
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen 'Tetracyclines' Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 18
Tuberculostatica Tuberculostatica remmen de groei van mycobacteriën en werken bactericide of bacteriostatisch. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen primaire en secundaire tuberculostatica. Primaire tuberculostatica zijn de vanouds bekende middelen isoniazide, pyrazinamide, rifampicine en ethambutol. Tot de secundaire tuberculostatica behoren o.a. streptomycine en amikacine. De primaire tuberculostatica worden als eerste keus gebruikt. Gewoonlijk wordt gestart met een combinatie van isoniazide, rifampicine en pyrazinamide in een eenmaal daagse dosering. Na 2 maanden wordt meestal doorgegaan met een combinatie van isoniazide en rifampicine. Als profylacticum wordt isoniazide gebruikt. Als bijwerkingen van tuberculostatica zijn met name de hepatotoxiciteit en de neuropathieën bekend. Metabolisering van de tuberculostatica vindt voornamelijk in de lever plaats. Uitscheiding geschiedt grotendeels via de nieren. Dosisaanpassing is dan ook nodig bij nierfunctiestoornissen. Bij de behandeling met tuberculostatica dient men met tenminste drie middelen te beginnen, aangezien bij monotherapie snel resistentie kan optreden. Ook bij een recidief moeten minstens twee nieuwe middelen aan de therapie worden toegevoegd.
Beheergegevens
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen 'Tuberculostatica' Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 19
III. Empirische therapie op basis van vermoedelijk focus van infectie
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 20
1. Onbekend Diagnose Sepsis/Koorts e.c.i.
Gastheerfactoren Neonaat (prematuur en à terme) op NICU Neonaat/zuigeling/kind op verpleegafdeling of PICU met centrale lijn, urinewegpathologie of e.c.i kind < 1 mnd kind 1-2 mnd kind > 2 mnd
Therapiemogelijkheden Benzylpenicilline + amikacine
Intra abdominale pathologie
Amoxicilline/clavulaanzuur + gentamicine
Toxic Shock Syndroom
Flucloxacilline + clindamycine
Neutropenie (neutrofiele granulocyten < 0,5 x 10^9/l) -Bij onvoldoende herstel na 48-72 uur -Bij onvoldoende herstel na 72 uur
Meropenem overweeg toevoegen vancomycine overweeg toevoegen voriconazol
Neutropenie (neutrofiele granulocyten < 0,5 x 10^9/l)+ mucositis bij penicilline verminderd gevoelige keelflora of keelflora onbekend <1 week
Meropenem + vancomycine
Beheergegevens
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
Cefotaxim + amoxicilline Cefotaxim Ceftriaxon
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen '1. Onbekend' Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 21
2. Centraal zenuwstelsel Diagnose Encefalitis
Gastheerfactoren Geen
Therapiemogelijkheden Aciclovir
Meningitis
Neonaat (prematuur en à terme)
Meropenem
Overige afdelingen: kind < 1 mnd. kind 1-2 mnd. kind > 2 mnd.
Hersenabces
Cefotaxim + amoxicilline Cefotaxim Ceftriaxon (+ dexamethason 4 dd 0,15 mg/kg)
Trauma of operatie
Ceftazidim + flucloxacilline
Ventriculoperitoneale of ventriculocardiale shunt
Ceftazidim + vancomycine*
Geen trauma of operatie
Ceftriaxon + metronidazol
Trauma of operatie
Ceftriaxon + flucloxacilline
Chronische oorontsteking
Ceftazidim + metronidazol
* Eventueel intraventriculaire/intrathecale toediening van vancomycine
Beheergegevens
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen '2. Centraal zenuwstelsel' Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 22
3. Hart Diagnose Endocarditis
Gastheerfactoren Acuut, normale klep
Therapiemogelijkheden Flucloxacilline + gentamicine
Subacuut, normale klep
Benzylpenicilline + gentamicine
Anders, normale klep
Amoxicilline + gentamicine
Kunstklep of pre-existent kleplijden
Ceftriaxon + vancomycine
Operatie
Ceftriaxon + vancomycine
Beheergegevens
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen '3. Hart' Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 23
4. Mond Diagnose Koortslip
Gastheerfactoren
Therapiemogelijkheden Geen therapie, zo nodig valaciclovir (p.o.)
Mucocutane blaasjes
Neonaat
Aciclovir
Mild
Valaciclovir (p.o.)
Ernstig
Aciclovir
Beheergegevens
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen '4. Mond' Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 24
5. Keel-, neus- en oorgebied Diagnose Faryngitis
Gastheerfactoren -
Therapiemogelijkheden Amoxicilline (p.o.)
Retrofaryngeaal abces
-
Amoxicilline/clavulaanzuur
Tonsillitis
-
Amoxicilline/clavulaanzuur
Sinusitis
-
Amoxicilline/clavulaanzuur
Acute otitis media
< 3 maanden of > 48 uur persisterend
Amoxicilline/clavulaanzuur
Acute mastoïditis
-
Amoxicilline/clavulaanzuur
Otitis externa
-
Ciprofloxacine (p.o.) en ofloxacine (lokaal)
Cervicale lymfadenitis
-
Amoxicilline/clavulaanzuur
Beheergegevens
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen '5. Keel-, neus- en oorgebied' Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 25
6. Oog Diagnose Conjunctivitis
Gastheerfactoren > 1 mnd
Therapiemogelijkheden Povidon-jodium 0,3% (lokaal)
Cellulitis orbitae
pre-septaal
Amoxicilline/clavulaanzuur (p.o.)
post-septaal
Amoxicilline/clavulaanzuur (i.v.)
-
Valaciclovir (p.o.) + aciclovir (lokaal)
Keratitis/ keratoconjunctivitis
Ophtalmia neonatorum
Zoster ophthalmicus
< 5 dagen post partum (Neisseria gonorrhoea)
Cefotaxim eenmalig
> 5 dagen post partum (Chlamydia trachomatis)
Azitromycine eenmalig
-
Aciclovir
Beheergegevens
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen '6. Oog' Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 26
7. Luchtwegen Diagnose Epiglottitis
Gastheerfactoren -
Therapiemogelijkheden Amoxicilline/clavulaanzuur
Laryngo-tracheobronchitis
-
Amoxicilline/clavulaanzuur
Klinische behandeling Thuis ontstaan, niet ernstig
Amoxicilline
Pneumonie
Pneumonie
Kinkhoest
Thuis ontstaan, ernstig
Amoxicilline/clavulaanzuur (+ gentamicine + evt. azitromycine)
In ziekenhuis ontstaan
Ceftriaxon
Aspiratie
Amoxicilline/clavulaanzuur
CF exacerbatie
Ceftazidim + tobramycine
Neutropenie
Meropenem
Poliklinische behandeling < 5 jaar > 5 jaar
Amoxicilline (p.o.) Claritromycine (p.o.) / azitromycine (p.o.)
-
Beheergegevens
Azitromycine (p.o.)
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen '7. Luchtwegen' Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 27
8. Buik Diagnose Cholangitis
Gastheerfactoren Porto-enterostomie (Kasai) operatie
Therapiemogelijkheden Amoxicilline/clavulaanzuur + gentamicine
Gastro-enteritis
Zonder sepsis
Geen antibiotische therapie
Met sepsis
Zie sepsistherapie
Necrotiserende enterocolitis
Prematuur geboren
Penicilline + amikacine + metronidazol evt. meropenem
Peritonitis
Primair (b.v. met nefrotisch syndroom)
Amoxicilline/clavulaanzuur + gentamicine
Secundair (darmperforatie) peritoneaal dialyse
Ceftriaxon + metronidazol Vancomycine + gentamicine (intraperitoneaal)
Pseudomembraneuze enterocolitis
Antibioticum gebruik
Metronidazol (p.o. of i.v.) Vancomycine (p.o.)
Typhlitis
Neutropenie
Meropenem + vancomycine
Beheergegevens
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen '8. Buik' Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 28
9. Urinewegen Diagnose Cystitis
Gastheerfactoren -
Therapiemogelijkheden 1: Amoxicilline/clavulaanzuur(p.o.) 2: Co-trimoxazol (p.o.) 3: Nitrofurantoine
Pyelonefritis
< 2 mnd > 2 mnd
Cefotaxim Ceftriaxon
Beheergegevens
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen '9. Urinewegen' Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 29
10. Genitalien Diagnose "Pelvic inflammatory disease"
Gastheerfactoren
Therapiemogelijkheden
Seksueel actief
Ofloxacine (p.o) + metronidazol (p.o.)
Purulente cervicitis
Seksueel actief
Azitromycine (p.o)
Urethritis
Seksueel actief
Azitromycine (p.o)
Beheergegevens
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen '10. Genitalien' Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 30
11. Huid en weke delen Diagnose Impetigo
Gastheerfactoren -
Therapiemogelijkheden 1. Fusidinezuur (lokaal) + wassen met povidon-joodscrub 2. Flucloxacilline (p.o.)
Erysipelas
-
Amoxicilline (p.o.) of benzylpenicilline
Cellulitis
-
Flucloxacilline
Gelaat
Amoxicilline/clavulaanzuur
Trauma
Amoxicilline/clavulaanzuur
i.v. katheter
i.v. katheter verwijderen Flucloxacilline
Fasciitis
-
Benzylpenicilline + clindamycine
Myositis
-
Flucloxacilline
Roodvonk
-
Amoxicilline
Wondinfectie
Avitaal weefsel, vreemd lichaam
Amoxicilline/clavulaanzuur
Bijtwond
Amoxicilline/clavulaanzuur Cave profylaxe tetanus en rabies
Faecale verontreiniging
Amoxicilline/clavulaanzuur + gentamicine (eenmalig)
Onvoldoende wondtoilet
Cefazoline eenmalig
Trauma door geïnfecteerd materiaal
Amoxicilline/clavulaanzuur + gentamicine (eenmalig)
Gas gangreen
Hyperbare O2 + benzylpenicilline
Brandwond
Ernstige locale of systemische infectie
Ceftazidim + gentamicine: i.o.m. brandwondencentrum
Staphylococcal Scalded Skin Syndrome (SSSS)
-
Flucloxacilline
immuungecompromitteerd
Geen Valaciclovir (p.o.)
> 1 dermatoom
-
Valaciclovir (p.o.)
Waterpokken
immuungecompromitteerd
Aciclovir
Gordelroos(Herpeszoster) - 1 dermatoom
Beheergegevens
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen '11. Huid en weke delen' Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 31
12. Botten en gewrichten Diagnose Gecompliceerde fractuur
Gastheerfactoren
Therapiemogelijkheden
Graad I (< 5 cm) (perforatie van binnen naar buiten)
Geen
Graad II (> 5 cm) (zonder uitgebreide weke delen schade)
Amoxicilline/clavulaanzuur
Graad III (massieve weke delen schade)
Osteomyelitis
Septische arthritis
Spondylodiscitis
< 6 mnd en geen of onvoldoende Hib vaccinatie
Amoxicilline/clavulaanzuur (+ gentamicine)
Amoxicilline-clavulaanzuur (+ gentamicine)
Acuut hematogeen > 6 maanden
Flucloxacilline (+ gentamicine)
Hemoglobinopathie
Ceftriaxon + flucloxacilline
Postoperatief
Flucloxacilline + gentamicine
Punctieverwonding
Ceftazidim + gentamicine
< 6 mnd en geen of onvoldoende Hib vaccinatie
Amoxicilline-clavulaanzuur (+ gentamicine)
> 6 maanden
Flucloxacilline (+ gentamicine)
Postoperatief
Flucloxacilline + gentamicine
Seksueel actief (Neisseria gonorrhoea)
Ceftriaxon
-
Flucloxacilline
Beheergegevens
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen '12. Botten en gewrichten' Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 32
IVa. Anti-bacteriele therapie op basis van diagnose en verwekker
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 33
Anti-bacteriele therapie op basis van diagnose en verwekker Diagnose Anthrax - cutaan
Micro-organisme
Geneesmiddel
Therapieduur
Bacillus anthracis
feneticilline erytromycine
7-10 dagen 7-10 dagen
benzylpenicilline
10-14 dagen
amoxicilline (<9 jr, p.o) doxycycline (≥9 jr, p.o.) ceftriaxon op geleide antibiogram ceftriaxon op geleide antibiogram
1 maand 1 maand 14 dagen 4-6 weken
amoxicilline
4-6 weken
amoxicilline-clavulaanzuur ceftriaxon flucloxacilline
4-6 weken 4-6 weken 4-6 weken
penicilline clindamycine vancomycine
4-6 weken
penicilline clindamycine vancomycine penicilline clindamycine clindamycine vancomycine penicilline clindamycine vancomycine
4-6 weken
vancomycine meropenem co-trimoxazol (< 9 jaar)(p.o.) doxycycline (≥9 jaar) (p.o.) erytrormycine meropenem amoxicilline-clavulaanzuur meropenem feneticilline metronidazol benzylpenicilline
7 dagen 7 dagen min. 7 dagen
amoxicilline
7 dagen
amoxicilline-clavulaanzuur penicilline + gentamicine amoxicilline + gentamicine co-trimoxazol piperacilline + tobramycine ceftriaxon co-trimoxazol ciprofloxacin amoxicilline ciprofloxacine flucloxacilline co-trimoxazol
7 dagen
penicilline clindamycine vancomycine
10 dagen
- respiratoir/ gastrointestinaal Arthritis (septisch)*
Borrelia spp (Lyme)
Enterobacteriaceae HACEK-groep** Haemophilus influenzae (β-lactamase -) Haemophilus influenzae (β-lactamase +) Neisseria gonorrhoeae Staphylococcus aureus Streptococcus agalactiae (groep B)
Streptococcus pyogenes (groep A)
Streptococcus «milleri»
Streptococcus pneumoniae
Bacteriemie/Sepsis
Bacillus cereus Brucella spp Campylobacter jejuni / coli Campylobacter fetus Capnocytophaga canimorsus Clostridium spp Fusobacterium spp Haemophilus influenzae (β-lactamase -) Haemophilus influenzae (β-lactamase +) Kingella kingae Listeria monocytogenes Pseudomonas aeruginosa Salmonella typhi
Salmonella paratyphi Staphylococcus aureus Stenotrophomonas maltophilia Streptococcus agalactiae (groep B)
Streptococcus pyogenes Handboek Parenteralia VUmc geprint op 26 juni 2015
4-6 weken
4-6 weken
4-6 weken
min. 7 dagen min. 4 weken min. 7 dagen min. 7 dagen min. 10 dagen
14+3 dagen 14 dagen 14 dagen 14 dagen
14 dagen 14 dagen 7 dagen
pagina 34
(groep A)
penicilline clindamycine vancomycine penicilline clindamycine vancomycine penicilline clindamycine vancomycine
10 dagen
ceftriaxon co-trimoxazol ciprofloxacin
7 dagen
amoxicilline
10 dagen
amoxicilline
10 dagen
amoxicilline-clavulaanzuur flucloxacilline clindamycine
10 dagen 10 dagen
7 dagen
Herpes simplex Moraxella catarrhalis Neisseria gonorrhoeae Streptococcus pneumoniae
claritromycine lokaal gentamicine 0,5% oogdruppels z.n. amoxicilline/ clavulaanzuur (p.o.) lokaal lokaal cefotaxim lokaal
alle verwekkers
op basis van antibiogram
7 dagen
Streptococcus «milleri»
Streptococcus pneumoniae
Buiktyfus
Salmonella typhi
Cellulitis
Streptococcus pyogenes (groep A) Haemophilus influenzae (β-lactamase -) Haemophilus influenzae (β-lactamase +) Staphylococcus aureus
Conjunctivitis
Cystitis
Chlamydia trachomatis Haemophilus influenzae
Dacryocystitis
10 dagen
7 dagen
7 dagen 7 dagen 7 dagen 7 dagen
geen antibacteriële therapie
Difterie - cutaan
Corynebacterium diphteriae
- respiratoir
Corynebacterium diphteriae
Endocarditis (natieve klep)
feneticilline erytromycine feneticilline + antitoxine erytromycine + antitoxine
14 dagen
Enterococcus spp Enterococcus spp amoxcilline-resistent HACEK-groep** Staphylococcus aureus stafylokokken (coagulase negatief) streptokokken (viridans groep)
amoxicilline + gentamicine
6+2 weken
vancomycine + gentamicine ceftriaxon flucloxacilline + gentamicine
6 weken 6 weken 6+2 weken
vancomycine + rifampicine benzylpenicilline+gentamicine
6+2 weken 4+2 weken
Epiglottitis
Haemophilus influenzae
amoxicilline/clavulaanzuur
7 dagen
Erysipelas*
Streptococcus pyogenes (groep A)
amoxicilline
10 dagen
Furunkel (neus)
Staphylococcus aureus
flucloxacilline (p.o.)
7 dagen
Faryngitis
Streptococcus pyogenes (groep A) Arcanobacterium hemolyticum
feneticilline (p.o.) azitromycine
10 dagen
Streptococcus pyogenes (groep A)
penicilline + clindamycine
14 dagen
Gasgangreen
Clostridium spp
feneticilline (+ debridement)
Gastritis, ulcus pepticum
Helicobacter pylori
omeprazol/pantoprazol + amoxicilline (p.o.) + claritromycine (p.o.)
7-14 dagen
Gastroenteritis*
Aeromonas spp
co-trimoxazol (p.o.)
5 dagen
Fasciitis*
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
14 dagen
pagina 35
Campylobacter spp
Escherichia coli Plesiomonas shigelloides Salmonella spp (< 2 maanden) Salmonella spp (> 2 maanden) Shigella spp (dysenterie)
Yersinia enterocolitica
Vibrio cholerae
zelden behandeling nodig < 1 jaar claritromycine ciprofloxacine (p.o.) co-trimoxazol (p.o.) co-trimoxazol ciprofloxacine cefotaxim ceftriaxon zelden behandeling nodig co-trimoxazol (p.o.) ciprofloxacine zelden behandeling nodig co-trimoxazol (p.o.) ciprofloxacin co-trimoxazol (p.o.) doxycycline (≥9 jaar)
5-7 dagen 5 dagen 5-7 dagen 7 dagen 7 dagen 5 dagen
5 dagen 5 dagen
Gastroenteritis Antibioticum geassocieerd (pseudomembraneuze colitis)
Clostridium difficile
metronidazol (p.o.) vancomycine (p.o. en evt i.v.)
10 dagen 7 dagen
Gonorroe
Neisseria gonorrhoeae
ceftriaxon
eenmalig
Hersenabces
anaeroben
benzylpenicilline + metronidazol ceftriaxon
6-8+6-8 weken iv+2-3 mnd p.o 6-8+6-8 weken iv+2-3 mnd p.o 1 jaar
Enterobacteriaceae Nocardia spp
Staphylococcus aureus Staphylococcus aureus (MRSA) Streptococcus spp
co-trimoxazol + ceftriaxon + amikacine meropenem + amikacine flucloxacilline vancomycine + rifampicine
6 weken 6+6 weken
benzylpenicilline
6 weken
fusidinezuur lokaal flucloxacilline (p.o.)
7 dagen
Streptococcus pyogenes (groep A)
feneticilline (p.o.)
7 dagen
Kinkhoest
Bordetella pertussis
azitromycine (p.o.)
5 dagen
Leptospirose
Leptospira spp
feneticilline doxycycline (≥ 9 jaar)
10 dagen
Lijninfectie
Bacillus cereus
lijn verwijderen + vancomycine lijn verwijderen + meropenem lijn verwijderen + flucloxacilline
7 dagen 7 dagen 14 dagen
lijn verwijderen + vancomycine
7 dagen
effect therapie onduidelijk claritromycine (p.o.)
7 dagen
Impetigo
Staphylococcus aureus (> 90%)
Staphylococcus aureus coagulase negatieve stafylokokken Lymfadenitis
Bartonella henselae Streptococcus pyogenes (groep A) Mycobacterium tuberculosis
Mycobacterium (atypisch)
Staphylococcus aureus Lyme-borreliose - Erythema chronica migrans
Borrelia spp
Handboek Parenteralia VUmc
feneticilline (p.o.) isoniazide (p.o.) + pyrazinamide (p.o.) + rifampicine (p.o.) (+ evt. 4e middel) chirurgische verwijdering optioneel: claritromycine + ciprofloxacine flucloxacilline (p.o.)
10 dagen
amoxicilline (p.o.) doxycycline (> 8 jaar)
2 weken 10 dagen
geprint op 26 juni 2015
6+2+6 mnden
2 maanden 10 dagen
pagina 36
- Arthritis
Borrelia spp
- Acute neuroborreliose Mastoiditis
Meningitis
Borrelia spp
amoxicilline (< 9 jr, p.o) doxycycline (≥ 9 jr, p.o.) ceftriaxon ceftriaxon
1 maand 1 maand 14 dagen 14 dagen
Streptococcus pyogenes (groep A) Staphylococcus aureus Streptococcus pneumoniae Pseudomonas aeruginosa
benzylpenicilline flucloxacilline benzylpenicilline piperacilline+tobramycine
10 dagen 10 dagen 10 dagen 2+2 weken
ceftriaxon+gentamicine (denk ook aan dexamethason 0,6 mg/kg/dg in 4x 1e gift voor of tijdens antibiotica toediening
3 wkn+3 dgn
benzylpenicilline+gentamicine
3 wkn+3 dgn
amoxicilline
10 dagen
ceftriaxon amoxicilline+gentamicine benzylpenicilline flucloxacilline
10 dagen 14+3 dagen 7 dagen 3 weken
vancomycine+evt. rifampicine (afh. van kliniek) benzylpenicilline
3+2 weken
benzylpenicilline
4-6 weken
amoxicilline
4-6 weken
Staphylococcus aureus
< 2 mnd cefotaxim > 2 mnd ceftriaxon flucloxacilline (+ gentamicine)
4-6 weken 4-6 weken 4-6 weken (+ 3 dagen)
Streptococcus agalactiae (groep B)
benzylpenicilline+gentamicine
Streptococcus pneumoniae
benzylpenicilline
4-6 weken + 3 dagen 4-6 weken
amoxicilline (p.o.)
7-10 dagen
Escherichia coli
Streptococcus agalactiae (groep B) Haemophilus influenzae (ß-lactamase -) Haemophilus influenzae (ß-lactamase +) Listeria monocytogenes Neisseria meningitidis Staphylococcus aureus Staphylococcus epidermidis (shunt) Streptococcus pneumoniae Osteomyelitis*
Otitis media
Streptococcus pyogenes (groep A) Haemophilus influenzae (ß-lactamase -) Haemophilus influenzae (β-lactamase +)
Haemophilus influenzae (ß-lactamase -) Haemophilus influenzae (ß-lactamase +) Moraxella catarrhalis Pseudomonas aeruginosa Staphylococcus aureus Streptococcus pneumoniae
Pneumonie*
Bacillus cereus Burkholderia cepacia Chlamydophila pneumoniae Chlamydophila psittaci Chlamydia trachomatis Coxiella burnetii (Q-koorts) Enterobacteriaceae Haemophilus influenzae (ß-lactamase -) Haemophilus influenzae
Handboek Parenteralia VUmc
amoxicilline/ clavulaanzuur (p.o.) amoxicilline/ clavulaanzuur (p.o.) piperacilline + tobramycine + ofloxacine lokaal flucloxacilline (p.o.) amoxicilline (p.o.) claritromycine (p.o.)
duur 4 dagen)
10 dagen
7-10 dagen 7 dagen 7+7 dagen 7 dagen 7 dagen 7 dagen
vancomycine meropenem co-trimoxazol claritromycine (p.o.) doxycycline (p.o.) claritromycine (p.o.) doxycycline (≥ 9 jaar) erytromycine claritromycine (p.o) doxycycline (≥ 9 jaar) claritromycine (p.o) < 2 mnd cefotaxim > 2 mnd ceftriaxon
7 dagen 7 dagen 14 dagen 7 dagen 10 dagen 7 dagen 10 dagen 14 dagen 7 dagen 10 dagen 7 dagen 7 dagen 7 dagen
amoxicilline
7 dagen
geprint op 26 juni 2015
pagina 37
(ß-lactamase +)
7 dagen 7 dagen 7 dagen 7 dagen 7 dagen min. 3 mndn
Pseudomonas aeruginosa Staphylococcus aureus Streptococcus pneumoniae Ureaplasma urealyticum
amoxicilline/clavulaanzuur ceftriaxon claritromycine (p.o.) doxycycline (≥ 9 jaar) ciprofloxacin meropenem co-trimoxazol co-trimoxazol + dexamethason bij verlaagde pO2 piperacilline + tobramycine flucloxacilline amoxicilline erythromycine
Pyelonefritis*
alle verwekkers
op basis van antibiogram
10 dagen
Rat bite fever
Spirillum minus/Streptobacillus moniliformis
benzylpenicilline ceftriaxon
10-14 dagen
doxycycline (≥ 9 jaar) ciprofloxacine
10 dagen
amoxicilline
10 dagen
amoxicilline (p.o.)
7-10 dagen
amoxicilline/clavulaanzuur(p.o.) amoxicilline/clavulaanzuur(p.o.) amoxicilline (p.o.) claritromycine (p.o.)
7-10 dagen 7 dagen 7 dagen 7 dagen
Mycoplasma pneumoniae
Nocardia spp Pneumocystis jiroveci (carinii)
Rickettsiosen
Rickettsia spp
Roodvonk
Streptococcus pyogenes (groep A)
Sinusitis
Haemophilus influenzae (ß-lactamase -) Haemophilus influenzae (ß-lactamase +) Moraxella catarrhalis Streptococcus pneumoniae
2-3 weken 2 weken 2-4 weken 7 dagen 10 dagen
Staphylococcal Scalded Skin Syndrome (SSSS)
Staphylococcus aureus
flucloxacilline
7 dagen
Tetanus
Clostridium tetani
benzylpenicliine + Tetanus anti-toxine
10-14 dagen
Trachoom
Chlamydia trachomatis
azitromycine
5 dagen
Tonsillitis
Streptococcus pyogenes (groep A)
amoxicilline
10 dagen
Streptococcus pyogenes (groep A) Staphylococcus aureus
amoxicilline + clindamycine flucloxacilline + clindamycine
7 dagen 7 dagen
isoniazide (p.o.) + pyrazinamide (p.o.)
6+2+6+2 mndn
Toxische shock-syndroom
Tuberculose(pulmonaal)
Mycobacterium tuberculosis (altijd in overleg met kinderarts-infectioloog)
Tuberculose (gedissemineerd)
Mycobacterium tuberculosis (altijd in overleg met kinderarts-infectioloog)
Ventriculoperitoneale of ventriculocardiale shunt infectie
Wondinfectie
+ rifampicine (p.o.) + ethambutol (p.o.)
isoniazide (p.o.) + pyrazinamide (p.o.)
9+2+9+2 mndn
+ rifampicine (p.o.) + ethambutol (p.o.)
Staphylococcus aureus Staphylococcus epidermidis*** Gramnegatieve microorganismen
flucloxacilline
3 weken
vancomycine + rifampicine
3 weken
op geleide antibiogram
3 weken
Pasteurella multocida
feneticilline co-trimoxazol
7-14 dagen
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 38
Staphylococcus aureus Streptococcus pyogenes (groep A)
flucloxacilline clindamycine
5-7 dagen
feneticilline (p.o.)
7 dagen
* switchtherapie overwegen indien klinisch goede respons en CRP gedaald tot 30% van de uitgangswaarde ** HACEK: acronym voor groep bacteria (Haemophilus spp, Aggregatibacter actinomycetemcomitans, Cardiobacterium hominis, Eikenella corrodens, Kingella kingae) ***overweeg intraventriculaire therapie met vancomycine i.o.m. infectioloog/arts-microbioloog.
Beheergegevens
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen 'Anti-bacteriele therapie op basis van diagnose en verwekker' Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 39
IVb. Dosering van anti-bacteriele middelen
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 40
Doseringen bij kinderen met een normale nierfunctie en leeftijd jonger dan 1 week Geneesmiddel
T.W.
Cat.*
Aantal doses
N
Dosering per 24 uur (geboortegewicht < 2000 gram) 15 mg/kg
Aantal doses
1
Dosering per 24 uur (geboortegewicht > 2000 gram) 15 mg/kg
Amikacine
i.v.
Amoxicilline - niet meningitis - meningitis
i.v. i.v.
N N
50 mg/kg 75 mg/kg
2 3
75 mg/kg 100 mg/kg
3 4
Amoxicilline/ clavulaanzuur
i.v.
N
50/5 mg/kg
2
75/7.5 mg/kg
3
Benzylpenicilline - niet meningitis - meningitis
i.v. i.v.
N N
100.000 E/kg 200.000 E/kg
2 4
100.000 E/kg 200.000 E/kg
3 4
Cefazoline
i.v.
N
50 mg/kg
2
100 mg/kg
2
Cefotaxim
i.v.
N
50 mg/kg
2
100 mg/kg
2
Ceftazidim
i.v.
N
50 mg/kg
2
100 mg/kg
2
Ceftriaxon
1
niet gebruiken, kies cefotaxim als alternatief
Cefuroxim
i.v.
Claritromycine
p.o
N
50 mg/kg
2
75 mg/kg
3
geen onderscheid naar geboortegewicht 15 mg/kg
2
Clindamycine
i.v.
L
10 mg/kg
2
15 mg/kg
3
Erytromycine
i.v. p.o.
L L
20 mg/kg 20 mg/kg
2 2
30 mg/kg 20 mg/kg
3 2
Flucloxacilline
i.v.
50 mg/kg
2
75 mg/kg
3
Gentamicine
i.v.
NS
geen onderscheid naar geboortegewicht GA < 32 weken 4 mg/kg à 48 uur GA 32-37 weken 4 mg/kg à 36 uur GA > 37 weken 4 mg/kg à 24 uur
Meropenem
i.v.
N
40 mg/kg
2
40 mg/kg
2
Metronidazol
i.v.
N
15 mg/kg
2
15 mg/kg
2
Piperacilline
i.v.
N
100 mg/kg
2
150 mg/kg
3
Rifampicine
i.v.
L
10 mg/kg
1
10 mg/kg
1
Teicoplanine
i.v.
N
8 mg/kg (oplaad 16 mg/kg)
1
8 mg/kg (oplaad 16 mg/kg)
1
Vancomycine
i.v.
NS
20 mg/kg
2
20 mg/kg
2
*Cat. L: doseringsaanpassing bij kinderen met een verminderde leverfunctie Cat. N: doseringsaanpassing bij kinderen met een verminderde nierfunctie Cat. S: bepalen van concentraties in plasma/serum
Beheergegevens
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 01-03-2012
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 41
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen 'Doseringen bij kinderen met een normale nierfunctie en leeftijd jonger dan 1 week' Datum
Wijziging
01-03-2012
Cefuroxim: bij dosering per 24 uur (geboortegewicht > 2000 gram) 75 mg/kg
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 42
Doseringen bij kinderen met een normale nierfunctie en leeftijd tussen 1 en 4 weken Geneesmiddel
T.W.
Cat.*
Aantal doses
NS
Dosering per 24 uur (geboortegewicht < 2000 gram) 15 mg/kg
Aantal doses
1
Dosering per 24 uur (geboortegewicht > 2000 gram) 15 mg/kg
Amikacine
i.v.
Amoxicilline - niet meningitis - meningitis
i.v. i.v.
N N
75 mg/kg 150 mg/kg
3 3
100 mg/kg 200 mg/kg
4 4
Amoxicilline/ clavulaanzuur
i.v.
N
75/7.5 mg/kg
3
100/10 mg/kg
4
Benzylpenicilline - niet meningitis - meningitis
i.v. i.v.
N N
150.000 E/kg 200.000 E/kg
3 4
200.000 E/kg 200.000 E/kg
4 4
Cefazoline
i.v.
N
100 mg/kg
3
100 mg/kg
3
Cefotaxim
i.v.
N
100 mg/kg
2
150 mg/kg
3
Ceftazidim
i.v.
100 mg/kg
2
150 mg/kg
3
Ceftriaxon
1
niet gebruiken, kies cefotaxim als alternatief.
Cefuroxim
i.v.
Claritromycine
p.o.
Clindamycine
i.v.
Erytromycine
i.v. p.o.
Flucloxacilline
i.v.
Gentamicine
i.v.
Meropenem
N
75 mg/kg
3
100 mg/kg
3
15 mg/kg
2
15 mg/kg
2
L
10 mg/kg
2
20 mg/kg
4
L L
30 mg/kg 30 mg/kg
3 3
30 mg/kg 30 mg/kg
3 3
75 mg/kg
3
100 mg/kg
4
NS
4 mg/kg
1
4 mg/kg
1
i.v.
N
40 mg/kg
3
40 mg/kg
3
Metronidazol
i.v.
N
15 mg/kg
2
20 mg/kg
3
Piperacilline
i.v.
N
150 mg/kg
3
200 mg/kg
4
Teicoplanine
i.v.
8 mg/kg (oplaad 16 mg/kg)
1
8 mg/kg (oplaad 16 mg/kg)
1
Trimethoprim (profylaxe)
p.o.
N
2 mg/kg
1
2 mg/kg
1
Vancomycine
i.v.
NS
30 mg/kg
3
30 mg/kg
3
*Cat. L: doseringsaanpassing bij kinderen met een verminderde leverfunctie Cat. N: doseringsaanpassing bij kinderen met een verminderde nierfunctie Cat. S: bepalen van concentraties in plasma/serum
Beheergegevens
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 43
Overzicht wijzigingen 'Doseringen bij kinderen met een normale nierfunctie en leeftijd tussen 1 en 4 weken' Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 44
Doseringen bij kinderen met een normale nierfunctie en leeftijd ouder dan 4 weken Geneesmiddel
T.W.
Cat.* NS
Dosering per 24 uur doses 15 mg/kg
Aantal per 24 uur 1
Maximale dosering 1,5 gram
Amikacine
i.v.
Amoxicilline
p.o. i.v.
N N
50 mg/kg 100 mg/kg
3 4
4 gram 12 gram
i.v.
N
200 mg/kg
4
12 gram
p.o. i.v. i.v.
N N N
50/12.5 mg/kg 100/10 mg/kg 200/20 mg/kg
3 4 4
3 gram/750 mg 6 gram/600 mg 12/1,2 gram
Azitromycine
p.o.
L
10 mg/kg
1
500 mg
Benzylpenicilline
i.v.
N
200.000 E/kg
6
24.000.000 E
Cefazoline
i.v.
N
150 mg/kg
3
4 gram
Cefotaxim
i.v.
N
150 mg/kg
4
12 gram
Ceftazidim CF exacerbatie
i.v. i.v.
N
150 mg/kg 200 mg/kg
3 cont
6 gram 12 gram
Ceftriaxon
i.v.
L
100 mg/kg
1
4 gram
Cefuroxim
i.v.
N
150 mg/kg
3
6 gram
Ciprofloxacine
p.o. i.v.
N N
30 mg/kg 20 mg/kg
2 2
1.5 gram 1.2 gram
Claritromycine
p.o.
L
15 mg/kg
2
1 gram
Clindamycine
p.o. i.v.
L L
25 mg/kg 40 mg/kg
4 4
1,8 gram 4.8 gram
Co-trimoxazol
p.o. i.v.
N N
6/30 mg/kg 6/30 mg/kg
2 2
320 mg/1,6 gram 320 mg/1,6 gram
N
15/75 mg/kg
3
960 mg/4,8 gram
artritis, endocarditis meningitis osteomyelitis Amoxicilline/ clavulaanzuur artritis, meningitis osteomyelitis
Pneumocystis jiroveci (carinii) pneumonie Doxycycline (≥ 9 jaar)
p.o. i.v.
N N
100-200 mg 100-200 mg
1 1
200 mg 300 mg
Erytromycine
p.o. i.v.
L L
40 mg/kg 40 mg/kg
3 4
2 gram 4 gram
Ethambutol
p.o.
N
15 mg/kg
1
2.5 gram
Feneticilline
p.o.
40 mg/kg
3
4 gram
Flucloxacilline
p.o. i.v.
50 mg/kg 100 mg/kg
4 4
4 gram 12 gram
200 mg/kg
4-6
12 gram
50 mg/kg 20 mg/kg
3 3
1.5 gram 1.5 gram
NS
7 mg/kg
1
L
5 mg/kg
1
artritis, endocarditis meningitis osteomyelitis
i.v.
Fusidinezuur
p.o. i.v.
Gentamicine
i.v.
Isoniazide
p.o.
Handboek Parenteralia VUmc
N
geprint op 26 juni 2015
300 mg pagina 45
Levofloxacine
i.v. p.o.
Linezolid
i.v. p.o.
Meropenem niet meningitis meningitis
N N
30 mg/kg 30 mg/kg
2 2
1,0 gram 1,0 gram
30 mg/kg 30 mg/kg
3 3
1,2 gram 1,2 gram
i.v. i.v.
N N
60 mg/kg 120 mg/kg
3 3
6 gram 6 gram
Metronidazol
p.o. i.v.
N N
30 mg/kg 30 mg/kg
3 3
2 gram 4 gram
Nitrofurantoïne
p.o.
N
6 mg/kg
4
400 mg
Ofloxacine
p.o. i.v.
N N
400 mg 400 mg
2 2
800 mg 800 mg
Piperacilline
i.v.
N
200 mg/kg
4
12 gram
Piperacilline/tazobactam
i.v.
N
200/25 mg/kg
4
12/1,5 gram
Pyrazinamide
p.o.
L
30 mg/kg
1
2 gram
p.o. i.v.
L L
10 mg/kg 20 mg/kg
1 1
450 mg 600 mg
p.o. i.v.
L L
20 mg/kg 20 mg/kg
2 2
1,2 gram 1,2 gram
10 mg/kg 1e dag 20 mg/kg
1 2
400 mg 800 mg
Rifampicine (tuberculose)
Rifampicine (niet tuberculose)
Teicoplanine
i.v.
Tobramycine CF exacerbatie
i.v. i.v. inhalatie
NS
7 mg/kg 10-15 mg/kg 600 mg
1 300 mg 1 1,5 gram 2 (maand op/maand af)
Vancomycine Clostridium difficile diarree Neutropenie Shuntinfectie
i.v.
NS
40 mg/kg
3
2 gram
40 mg/kg 60 mg/kg 60 mg/kg 5-10 mg1
3 3 3 1
1,5 gram 2 gram 2 gram 1 x per 2 dagen
p.o. i.v. NS i.v. NS intraventriculair**
*
Cat. L: doseringsaanpassing bij kinderen met een verminderde leverfunctie Cat. N: doseringsaanpassing bij kinderen met een verminderde nierfunctie Cat. S: bepalen van concentraties in plasma/serum (bloedspiegels) ** uitsluitend na overleg met infectioloog / arts-microbioloog
Beheergegevens
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 01-01-2013
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen 'Doseringen bij kinderen met een normale nierfunctie en leeftijd ouder dan 4 weken' Datum
Wijziging
01-01-2013
Tobramycine CF exacerbatie i.v.: aantal doses per 24 uur gewijzigd in 1 in plaats van 3.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 46
IVc. Switch-therapie
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 47
Switch-therapie Ervaring of empirie heeft geleerd dat ernstige infecties met intraveneus toegediende antibiotica behandeld dienen te worden. Recent is duidelijk geworden dat het vaak niet nodig is om intraveneuze antibiotica te geven voor de gehele duur van de therapie. Het is heel goed mogelijk een het laatste deel van de totale therapieduur van ernstige infecties met orale antibiotica te bestrijken. Deze nieuwe inzichten zijn verworven door een toenemende informatie over: 1. De farmacokinetiek van oraal toegediende antibiotica bij zieke en herstellende patiënten. 2. Inzicht in de relatie tussen de concentratie van het antibioticum op de plaats van infectie en het effect van het antibioticum (farmacodynamiek). 3. Inzicht in de relatie tussen farmacokinetiek en farmacodynamiek 4. Klinische onderzoeken over de therapeutische effectiviteit van vervroegde omzetting van intraveneuze naar orale therapie (in dit kader “switchtherapie” genoemd) De farmacodynamiek geeft aan wat gewenste concentraties zijn op de plaats van infectie. De farmacokinetische eigenschappen van veel orale antibiotica zijn zodanig dat voldoende hoge concentraties op de plaats van de infectie zijn te bereiken. Over de voorwaarden voor “switch-therapie” dienen duidelijke afspraken te worden gemaakt. Dit betreffen afspraken over de indicaties voor orale therapie, de klinische condities en de antibiotica die in principe gebruikt worden voor “switch-therapie”. Voorwaarden voor overstappen op orale therapie bij ernstige infecties: 1. De patiënt reageert klinisch goed op de initiële antibiotische therapie 2. Leukocytenaantal en CRP vertonen een duidelijke tendens tot normalisatie 3. De verwekker moet gekweekt zijn 4. De verwekker moet gevoelig zijn voor oraal toepasbare antibiotica 5. De oraal toepasbare antibiotica hebben een goede biologische beschikbaarheid 6. Overweeg bij twijfel over goede biologische beschikbaarheid om serumconcentraties te meten 7. Patiënt neemt de medicatie betrouwbaar in Exclusiecriteria voor “switch-therapie” 1. Meningitis 2. Endocarditis 3. Exacerbaties van “cystic fibrosis” 4. Fasciitis necroticans, gasgangreen 5. Lijnsepsis waarbij de lijn in situ gelaten moet worden 6. Bacteriemie bij neutropenie 7. Ernstige misselijkheid, braken en malabsorptie 8. Medicatie die interfereert met de absorptie in het maagdarmkanaal 9. Te verwachten problemen rond medicatie-inname door de patiënt Antibiotica die in het kader van “switch-therapie” gebruikt kunnen worden: (als de verwekker bewezen gevoelig is) - Amoxicilline - Amoxicilline-clavulaanzuur - Ciprofloxacine - Clindamycine - Co-trimoxazol - Doxycycline (≥ 9 jaar) - Feneticilline - Flucloxacilline - Levofloxacine - Linezolid - Metronidazol
Beheergegevens
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 48
Overzicht wijzigingen 'Switch-therapie' Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 49
Va. Anti-mycotische therapie op basis van diagnose en verwekker
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 50
Anti-mycotische therapie op basis van diagnose en verwekker Diagnose Allergische bronchopulmonale Aspergillose (ABPA)
Micro-organisme Aspergilllus spp
Geneesmiddel itraconazol (p.o.) + corticosteroiden liposomaal amfotericine B inhalatie
Aspergilloom long
Aspergillus spp
chirurgische verwijdering + itraconazol
Centraal zenuwstelsel
Aspergillus spp
voriconazol amfotericine B liposomaal amfotericine B
Blastomyces dermatitidis Candida spp - fluconzol gevoelig - fluconazol ongevoelig Coccidioides immitis Cryptococcus neoformans
Fusarium spp Histoplasma capsulatum Scedosporium spp Trichosporon spp Zygomyceten (Mucor/Rhizomycor Rhizopus) Cutane infecties
Fusarium spp Coccidioides immitis (subacuut/chronisch) Paracoccidioidomyces brasiliensis (subacuut/chronisch)
Tinea capitis Tinea corporis - beperkt
Sporothrix spp (ook lymfocutane infecties) Epidermophyton, Microsporum Trichophyton Epidermophyton, Microsporum Trichophyton
- uitgebreid Tinea cruris/facei manis Tinea pedis
Endocarditis
Epidermophyton, Microsporum Trichophyton Epidermophyton, Microsporum Trichophyton Aspergillus spp Candida spp - fluconazol gevoelig - fluconazol ongevoelig Zygomyceten (Mucor/Rhizomycor Rhizopus)
fluconazol amfotericine B amfotericine B gevolgd door itraconazol of voriconazol amfotericine B + flucytosine gevolgd door fluconazol (p.o.) fluconazol voriconazol amfotericine B liposomaal amfotericine B gevolgd door itraconazol of voriconazol voriconazol liposomaal amfotericine B amfotericine B gevolgd door itraconzaol of voriconazol liposomaal amfotericine B chirurgische verwijdering voriconazol amfotericine B itraconazol (p.o.) voriconazol (p.o.) itraconazol (p.o.) voriconazol (p.o.) amfotericine B itraconazol terbinafine (p.o.) itraconazol (p.o.) miconazol lokaal itraconazol (p.o.) terbinafine (p.o.) itraconazol (p.o.) terbinafine (p.o.) miconazol lokaal itraconazol (p.o.) voriconazol amfotericine B fluconazol caspofungin of amfotericine B liposomaal amfotericine B
Folliculitis
Malassezia furfur
ketoconazol lokaal itraconazol (p.o.)
Keratitis
Fusarium spp Scedosporium spp
amfotericine B lokaal+ evt voriconazol voriconazol + combinatie therapie fluconazol + amfotericine B lokaal
Lijninfectie
Candida spp
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 51
- fluconazol gevoelig - fluconazol ongevoelig Malassezia furfur
fluconazol caspofungin of amfotericine B voriconazol amfotericine B
Mucocutane/orofaryngeale candidiasis
Candida spp
nystatine (lokaal/p.o.) fluconazol (p.o.)
Oesofagitis
Candida spp - fluconazol/itraconazol gevoelig - fluconazol/itraconazol ongevoelig
fluconazol (p.o.) itraconazol (p.o.) caspofungin amfotericine B
Onychomycose
Epidermophyton, Microsporum Trichophyton
terbinafine (p.o.) itraconazol (p.o.)
Osteoarticulaire infectie
Sporothrix spp
itraconazol
Peritonitis
Candida spp - fluconazol gevoelig - fluconazol ongevoelig
fluconazol caspofungin amfotericine B
Pityriasis versicolor
Malassezia furfur
ketoconazol lokaal miconazol lokaal
Pulmonale infecties
Aspergillus spp
voriconazol amfotericine B liposomaal amfotericine B itraconazol itraconazol (p.o.) amfotericine B itraconazol amfotericine B itraconazol amfotericine B co-trimoxazol pentamidine (toevoegen dexamethason bij verlaagde PO2)
Blastomyces dermatitidis Coccidioides immitis Histoplasma capsulatum Paracoccidioidomyces brasiliensis Pneumocystis jiroveci
Rhino-orbitale schimmelinfectie
Zygomyceten (Mucor/Rhizomycor Rhizopus)
liposomaal amfotericine B chirurgische verwijdering
Sinusitis
Aspergillus spp
itraconazol (p.o.) voriconazol (p.o.)
Systemische schimmelinfectie/ Fungemie/Candidemie
Aspergillus spp
voriconazol amfotericine B liposomaal amfotericine B itraconazol
Blastomyces dermatitidis Candida spp - fluconazol gevoelig - fluconazol ongevoelig Coccidioides immitis Cryptococcus neoformans Fusarium spp Histoplasma capsulatum Paracoccidioidomyces brasiliensis Penicillium marneffei Scedosporium spp Sporothrix spp Trichosporon spp Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
fluconazol caspofungin of amfotericine B amfotericine B gevolgd door itraconazol of voriconazol amfotericine B + flucytosine gevolgd door fluconazol (p.o.) voriconazol liposomaal amfotericine B liposomaal amfotericine B gevolgd door itraconazol of voriconazol amfotericine B gevolgd door itraconazol of voriconazol amfotericine B itraconazol voriconazol liposomaal amfotericine B amfotericine B gevolgd door itraconazol of voriconazol amfotericine B + voriconazol pagina 52
Zygomyceten (Mucor/Rhizomycor Rhizopus) Urineweginfecties
Beheergegevens
Candida spp - fluconazol gevoelig - fluconazol ongevoelig
liposomaal amfotericine B
fluconazol o.b.v. resistentiepatroon amfotericine B evt intravesicaal
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen 'Anti-mycotische therapie op basis van diagnose en verwekker' Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 53
Vb. Doseringen van anti-mycotische middelen
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 54
Doseringen van anti-mycotische middelen Geneesmiddel
T.W.
Cat. Dosering per 24 uur *
Amfotericine B standaard
i.v.
N
oraal intravesicaal liposomaal Caspofungin
Co-trimoxazol Pneumocystis jiroveci Pneumocystis profylaxe Fluconazol
i.v.
N
i.v.
testdosis 0.1 mg/kg, max. 1 mg na 4 uur kan de volledige dosis (0.5-1.5 mg/kg/d) gegeven worden 400 mg 50-100 mg/liter H2O 3-5 mg/kg
3 3 1
960 mg/4,8 gram 960 mg/4,8 gram 480 mg
p.o.
N
prematuren (< 37 wkn) 1e levensweek: oplaad 1e dag: 12 mg/kg vervolg 6 mg/kg/48 uur overige patiënten: oplaad 1e dag: 12 mg/kg vervolg 6 mg/kg prematuren (< 37 wkn) 1e levensweek oplaad 1e dag 12 mg/kg vervolg 6 mg/kg/48 uur overige patiënten: oplaad 1e dag: 12 mg/kg vervolg 6 mg/kg tot 20 mg/kg bij ernstige infecties
i.v.
N
N
Flucytosine
p.o. i.v.
N,S N,S
Itraconazol
p.o. (suspensie) i.v.
4 frequent spoelen 1 70 mg
15/75 mg/kg, 2-3 wkn 15/75 mg/kg, 2-3 wkn 3/15 mg/kg, op ma/woe/vrij
i.v.
1
1
S S
N
1
1 1
1 1
800 mg 400 mg
1
1600 mg
100-150 mg/kg 100-150 mg/kg
4 4
oplaad 1e + 2e dag: 10 mg/kg vanaf dag 3: 5 mg/kg oplaad 1e+2e dag: 10 mg/kg vanaf dag 3: 5 mg/kg
2 1 2 1
lokaal
crème 20 mg/g (2 %)
2
Nystatine
p.o. lokaal
200.000 - 600.000 IE crème/zalf 100.000 IE/g
4 2
Pentamidine
inhalatie i.v.
300 mg1x/3-4 weken 4 mg/kg
1x/3-4 weken 1
< 20 kg: 62.5 mg 20 - 40 kg : 125 mg > 40 kg : 250 mg
1 1 1
oplaad 1e dag: 12 mg/kg vervolg met 8 mg/kg > 12 jr: oplaad 1e dag: 800 mg** vervolg 400 mg** oplaad 1e dag: 12 mg/kg vervolg met 8 mg/kg
2 2 2 2 2 2
Terbinafine
p.o.
Voriconazol
p.o.
L
i.v.
***
*
800 mg 400 mg
1
Miconazol
N
Maximale dosering (per 24 uur)
50 mg/m2 (< 3 mnd 25 mg/m2) oplaad 70 mg/m2
p.o. i.v. p.o.
p.o.
Aantal doses per dag
400 200 400 200
mg mg mg mg
4.000.000 IE
800/400 mg
800/400 mg
Cat. L: doseringsaanpassing bij kinderen met een verminderde leverfunctie
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 55
** ***
Cat. N: doseringsaanpassing bij kinderen met een verminderde nierfunctie Cat. S : bepalen van concentraties in plasma/serum (bloedspiegels) indien lichaamsgewicht < 40 kg, dagdosis halveren bij een creatinineklaring van < 50 ml/min/1,73m2 treedt er accumulatie op van de hulpstof natriumsulfobutylether β-cyclodextrine van de intraveneuze infusievloeistof Bij voorkeur orale toediening of zo kort mogelijjk intraveneus behandelen
Beheergegevens
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen 'Doseringen van anti-mycotische middelen' Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 56
VIa. Anti-virale therapie op basis van diagnose en verwekker
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 57
Anti-virale therapie op basis van diagnose en verwekker Diagnose Anogenitale wratten
Virus HPV
Geneesmiddel cidofovir (in de lesie) imiquimod crème
Therapieduur op geleide klinisch beeld
Encefalitis
HSV type 1 of 2 Enterovirus
aciclovir overweeg IVIg
14 dagen éénmalig
CMV EBV Enterovirus
geen geen geen overweeg IVIg geen geen geen peg-interferon ribavirine
Hepatitis - acuut
HAV HBV HCV
- chronisch (i.o.m. kindergastro-enteroloog)
HBV
éénmalig
(peg)-interferon lamivudine adefovir entecavir peg-interferon ribavirine
HCV
Herpes genitalis
HSV type 1 of 2
valaciclovir (p.o.)
5-7 dagen
Herpes neonatorum
HSV type 1 of 2
aciclovir
14-21 dagen
Herpes zoster - 1 dermatoom, niet immuun-gecompromitteerd - 1 dermatoom, immuungecompromitteerd - > 1 dermatoom - ophthalmicus
VZV geen valaciclovir (p.o.) aciclovir valaciclovir (p.o.) aciclovir
7 7 7 7
Keratitis/keratoconjunctivitis
Adenovirus HSV type 1 of 2
geen valaciclovir (p.o.)
7 dagen
HSV type 1 of 2
geen valaciclovir (p.o.)
7 dagen
Enterovirus HSV type 1 of 2
geen valaciclovir (p.o.)
min. 7 dagen
EBV
rituximab
Adenovirus CMV
geen ganciclovir foscarnet geen geen oseltamivir (p.o.) zanamivir (inhalatie) > 12 jr geen geen geen overweeg ribavirine verneveling en/of palivizumab aciclovir
Koortslip
Mucocutane infecties
Posttransplantatie B-cel lymfoom
Pulmonale infecties
Coronavirus hMPV Influenza A + B virus
Parainfluenza virus Rhinovirus RSV
VZV Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
dagen dagen dagen dagen
i.o.m. kinder hemato-oncoloog
14 dagen 14 dagen
5 dagen 5 dagen
3-7 dagen 10 dagen pagina 58
Retinitis
CMV
Systemische virale infectie/ Viremie
CMV - neonaat - geen neonaat Enterovirus HHV-6
HSV type 1 of 2 VZV
Varicella contact bij naieve immuungecompromitteerde patient of neonaat
Beheergegevens
VZV
ganciclovir foscarnet
min. 14 dagen 3 weken
ganciclovir foscarnet ganciclovir foscarnet overweeg IVIg geen ganciclovir foscarnet aciclovir aciclovir valaciclovir
6 weken
varicella-zoster immuunglobuline
éénmalig
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
14 dagen 14 dagen éénmalig 14 dagen 14 dagen min. 7 dagen 10 dagen 10 dagen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen 'Anti-virale therapie op basis van diagnose en verwekker' Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 59
VIb. Dosering van anti-virale middelen
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 60
Dosering van anti-virale middelen Geneesmiddel
Virus
Diagnose
T.W.
Cat.*
Dosering per 24 uur
Aantal doses
Aciclovir
HSV
Encefalitis Gedissemineerde infectie Herpes Neonatorum Mucocutane infectie (ernstig) Koortslip
i.v. i.v. i.v.
N/S N/S N/S
30 mg/kg 30 mg/kg 60 mg/kg
3 3 3
i.v. lokaal
N/S
30 mg/kg
3
i.v.
N/S
30 mg/kg
3
i.v.
N/S
30 mg/kg
3
i.v.
N/S
30 mg/kg
3
i.v.
N/S
60 mg/kg
3
i.v.
N/S
60 mg/kg
3
p.o.
N
5 mg/kg
2
i.v.
N
180 mg/kg
2
i.v.
N
90-120 mg/kg
1
i.v.
N/S
10 mg/kg
2
i.v.
N/S
6 mg/kg/gift
5x/week
i.v.
N/S
12 mg/kg
2
i.v.
N
10 mg/kg
2
3-5x/week
VZV
Amantadine
Foscarnet
Ganciclovir
Influenza A CMV
CMV
HHV6
Interferon-α
HBV
HPV
Lamivudine
Oseltamivir*
HBV
Influenza A/B
Handboek Parenteralia VUmc
Herpes zoster generalisata Herpes zoster ophtalmicus Varicella pneumonie/ viremie Waterpokken (immuun gecompromiteerd) Waterpokken (neonataal)
Influenza Levens- of orgaanbedreigende infecties Vervolgtherapie CMV retinitis Levens- of orgaanbedreigende infecties Vervolgtherapie CMV retinitis Neonatale symptomatische infectie Levens- of orgaanbedreigende infecties Chronisch actieve Hepatitis B
s.c.
5-10 x 106 IE /m2
Laryngeale papillomatosis
s.c.
start: 2x106 IE /m2 gedurende 4 weken vervolg: 2x106 IE/m2 gedurende 6 mndn
Chronische actieve Hepatitis B
p.o
N
3 mg/kg
Influenza
p.o
N
0-3 maanden 5 mg/kg 4-12 maanden 6 mg/kg ≤ 15 kg (1-2 jr) 60 mg >15 en ≤23 kg (3-5 jr) 90 mg >23 en ≤40 kg (6-9 jr) 120 mg > 40 kg 10 jr en ouder 150 mg
geprint op 26 juni 2015
Max. dosering 24 uur
150 mg
1x/dag
3x/week
1
100 mg
2 2 2
2
2
2 pagina 61
PEG-interferon
Ribavirine
HCV
HCV RSV
Valaciclovir
HSV HSV HSV HSV HSV VZV
Valganciclovir
Varicella-Zoster Immuunglobuline
Zanamivir**
CMV
VZV
Influenza A/B
Chronisch actieve hepatitis C
s.c.
Chronische actieve Hepatitis C Bronchiolitis Herpes genitalis (primair) Herpes genitalis (reactivatie) Mucocutane infectie Keratitis/Keratoconjunctivitis Koortslip Herpes Zoster (1 dermatoom + immuungecompromitteerd) Profylaxe bij orgaantransplantatie Vervolgtherapie bij CMV-retinitis Waterpokkencontact
Influenza
60 microgram/m2
1x/week
p.o. aerosol
N
15 mg/kg 20 mg/ml
2 continu
1200 mg
p.o.
N/S
30 mg/kg
2
1000 mg
p.o. p.o.
N/S N/S
30 mg/kg 30 mg/kg
2 2
1000 mg 1000 mg
p.o. p.o.
N/S N/S
30 mg/kg 30 mg/kg
2 2
1000 mg 1000 mg
p.o.
N/S
60 mg/kg
3
3000 mg
p.o.
N/S
520 mg/m2
1
1800 mg
p.o.
N/S
250 mg/m2
1
900 mg
i.m.
inhalatie
< 20 kg 200IE (4 ml) >20 kg 400 IE (8 ml) 20 mg
1 1 2
*
Cat. L : doseringsaanpassing bij kinderen met een verminderde leverfunctie Cat. N : doseringsaanpassing bij kinderen met een verminderde nierfunctie Cat. S : bepalen van concentraties in plasma/serum (bloedspiegels) op indicatie ** voor kinderen > 12 jaar
Beheergegevens
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 01-01-2013
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen 'Dosering van anti-virale middelen' Datum
Wijziging
01-01-2013
Aciclovir: Herpes Neonatorum dosering per 24 uur 60 mg/kg i.p.v. 30 mg/kg. Waterpokken (immuun gecompromiteerd en neonataal) dosering per 24 uur ook 60 mg/ml i.p.v. 30 mg/kg.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 62
VIIa. Anti-parasitaire therapie op basis van diagnose en verwekker
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 63
Anti-parasitaire therapie op basis van diagnose en verwekker Diagnose Centraal zenuwstelsel infecties
Parasiet
Geneesmiddel
Gnathostoma spp
albendazol (p.o.) ivermectine (p.o.) praziquantel (p.o.)
Schistosoma mansoni Schistosoma japonicum Taenia solium (neurocysticercose) Toxocara canis / T. cati Trypanosoma brucei gambiense (West-Afrikaanse slaapziekte)* Trypanosoma brucei rhodesiense (Oost-Afrikaanse slaapziekte)* Toxoplasma gondii
Filariasis
Brugia malayi / B. timori Loa loa
Mansonella spp Wuchereria bancrofti
Galweginfecties
Clonorchis sinensis Fasciola hepatica Opistorchis viverrini
albendazol (p.o.) + corticosteroiden praziquantel (p.o.) prednison (p.o.) gevolgd door albendazol prednison (p.o.) gevolgd door mebendazol Melarsoprol (i.v.)***, altijd i.o.m. kinderinfectioloog Eflornithine (i.v.)***, altijd i.o.m. kinderinfectioloog Melarsoprol (i.v.)***, altijd i.o.m. kinderinfectioloog Nifurtimox (p.o.)***, altijd i.o.m. kinderinfectioloog pyrimethamine (p.o.) + sulfadiazine (p.o.) + folinezuur (p.o.) pyrimethamine (p.o.) + clindamycine (p.o.) + folinezuur (p.o.) diethylcarbamazine**** (p.o.) diethylcarbamazine**** (p.o.) (bij oogletsel voorbehandelen met prednison p.o.) niet behandelen diethylcarbamazine**** (p.o.) ivermectine (p.o.) + albendazol (p.o.) praziquantel (p.o.) albendazol (p.o.) triclabendazol*** (p.o.) praziquantel (p.o.) albendazol (p.o.)
Hoofdluis
Pediculus humanus capitis
permetrine 1% (lokaal) malathion 0.5% (lokaal) bij hardnekkige infestaties luizen / netenkammen
Intestinale infecties
Ancylostoma duodenale (mijnworm)
mebendazol (p.o.) albendazol (p.o.)
Ascaris lumbricoides (mensenspoelworm) Blastocystis hominis (bij chronische buikklachten na uitsluiting andere verwekkers of oorzaken) Cryptosporidium spp. Cyclospora cayetanensis Dientamoeba fragilis (bij chronische buikklachten na uitsluiting andere verwekkers of oorzaken) Encephalitozoon spp(microsporidium) Entamoeba dispar Entamoeba histolytica - amoeben dysenterie - asymptomatische cystenuitscheiders Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
mebendazol (p.o.) albendazol (p.o.) metronidazol (p.o.) clioquinol** (p.o.) niet behandelen nitazoxanide*** (p.o.) co-trimoxazol (p.o.) ciprofloxacine (p.o.) clioquinol** (p.o.) metronidazol (p.o.) paromomycine**** (p.o.) albendazol (p.o.) niet behandelen metronidazol (p.o.) + paromomycine**** (p.o.) metronidazol (p.o.) + clioquinol** (p.o.) paromomycine**** (p.o.) clioquinol (p.o.) pagina 64
Enterobius vermicularis (aarsmade) Enterocytozoon bieneusi (microsporidium) Giardia lamblia Heterophyes heterophyes Hymenolepis nana (dwerglintworm) Isospora belli Metagonimus yokogawi Necator americanus (mijnworm) Schistosoma mansoni Schistosoma japonicum Taenia saginata (runderlintworm) Taenia solium (varkenslintworm) Trichuris trichiura (zweepworm)
mebendazol (p.o.) albendazol (p.o.) albendazol (p.o.) metronidazol (p.o.) metronidazol (p.o.) albendazol (p.o.) praziquantel (p.o.) praziquantel (p.o.) co-trimoxazol (p.o) ciprofloxacine (p.o.) praziquantel (p.o.) mebendazol (p.o.) albendazol (p.o.) praziquantel (p.o.) praziquantel (p.o.) praziquantel (p.o.) niclosamide (p.o.) praziquantel (p.o.) niclosamide (p.o.) mebendazol (p.o.) albendazol (p.o.)
Katayama koorts
Schistosoma spp
praziquantel (p.o.)
Larva migrans***** cutanea (creeping eruption)
Ancylostoma spp.
albendazol (p.o.) ivermectine (p.o.) ivermectine (p.o.) albendazol (p.o.)
Strongyloides spp. (Larva currens)
Larva migrans ocularis
Toxocara canis / T. cati
albendazol (p.o.) mebendazol (p.o.)
Larva migrans visceralis
Toxocara canis / T. cati
albendazol (p.o.) mebendazol (p.o.)
Leishmania infantum complex (inclusief syn. L. chagasi) Leishmania tropica complex
natriumstibogluconaat**** (lokaal) natriumstibogluconaat**** (i.v./i.m.) (overweeg bij klein ulcus ook cryotherapie of geen therapie) fluconazol (p.o.) paromomycine**** (p.o.) natriumstibogluconaat**** (i.v./i.m.) (overweeg bij klein ulcus ook cryotherapie of geen therapie) natriumstibogluconaat**** (lokaal) natriumstibogluconaat**** (i.v./i.m.) paromomycine**** (p.o.) (overweeg bij klein ulcus ook cryotherapie of geen therapie)
Leishmaniasis******* - cutaan
Leishmania major complex
Leishmania mexicana complex (waaronder. L. amazonensis)
- muco-cutaan
L. braziliensis (sensu lato)
L. panamensis L.guyanensis
- visceraal
Leishmania donovani complex + Leishmania infantum complex (inclusief syn. L. chagasi) - Middellandse Zee gebied - elders
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
natriumstibogluconaat**** (i.v./i.m.) amfotericine B (i.v.) amfotericine B liposomaal (i.v.) miltefosine**** (p.o.) natriumstibogluconaat**** (i.v./i.m.) Pentamidine isethionaat (i.m.) natriumstibogluconaat**** (i.v./i.m)
amfotericine B liposomaal (i.v.) natriumstibogluconaat**** (i.v./i.m.) natriumstibogluconaat**** (i.v./i.m.) amfotericine B liposomaal (i.v.) miltefosine**** (p.o.) pagina 65
Leverinfecties
Echinococcus granulosus / multilocularis Fasciola hepatica Schistosoma mansoni/ Schistosoma japonicum
Malaria
zie Systemische parasitaire infecties/ Parasitemie
Myiasis (furunculair) (vliegenlarven
Cordylobia anthropophaga (Afrika) Dermatobia hominis (Zuid-, Midden
infestatie)
Amerika)
chirurgisch (aspiratie + operatief) + albendazol (p.o.) triclabendazol*** (p.o.) praziquantel (p.o.)
venom extractor******: passend mondstuk over zweer plaatsen en larve in toto extraheren Zweer ‘opening’ volledig afdekken, met vaseline, enkele minuten (Cordylobia) tot enkele uren (Dermatobia) wachten tot larve in opening verschijnt en larve dan voorzichtig uitnemen
Onchocercosis
Onchocerca volvulus
ivermectine (p.o.) + doxycycline (p.o.) (bij oogletsel voorbehandelen met prednison (p.o.) diethylcarbamazine**** (p.o.) + doxycycline (p.o.) (bij oogletsel voorbehandelen met prednison (p.o.)
Ooginfecties
Toxocara canis / T. cati
prednison (p.o.) gevolgd door albendazol (p.o.) prednison (p.o.) gevolgd door mebendazol (p.o.)
Pulmonale infecties
Paragonimus westermani Schistosoma mansoni Schistosoma japonicum Strongyloides stercoralis
praziquantel (p.o.) praziquantel (p.o.)
Schaamluis
Phthirus pubis
malathion 0.5% (lokaal)
Schurft
Sarcoptes scabiei - ongecompliceerd - Scabies crustosa/norvegica
Systemische parasitaire infecties/ Parasitemie
Plasmodium falciparum (malaria tropica) - niet ernstig (parasitemie <2% en geen complicaties) *Midden Amerika /Cariben, Noord-Afrika, nabije en Midden-Oosten *elders
- matig ernstig (parasitemie 2-5%, geen delingsvormen, geen complicaties)
- ernstig (parasitemie ≥ 5%, delingsvormen of complicaties) Plasmodium malariae Plasmodium ovale Plasmodium vivax Strongyloides stercoralis Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
ivermectine (p.o.) albendazol (p.o.)
permetrine 5% (lokaal) lindaan 1% (lokaal) permetrine 5% (lokaal) + ivermectine (p.o.) lindaan 1% (lokaal) + ivermectine (p.o.)
hydroxychloroquine (p.o.) atovaquon/proguanil (p.o.) artemether/lumefantrine (p.o.) mefloquine (p.o.) artemotil (i.m.), gevolgd door clindamycine artemotil (i.m.), gevolgd door clindamycine kinine hydrochloride (i.v.), bij klinische verbetering switch naar orale medicatie (zie «niet ernstig») artesunaat (i.v.) kinine hydrochloride (i.v.) hydroxychloroquine (p.o.) hydroxychloroquine (p.o.), gevolgd door primaquine (p.o.) hydroxychloroquine (p.o.), gevolgd door primaquine (p.o.) ivermectine (p.o.) albendazol (p.o.) pagina 66
Trypanosoma brucei gambiense* (West-Afrikaanse slaapziekte) Trypanosoma brucei rhodesiense* (Oost-Afrikaanse slaapziekte) Trypanosoma cruzi (ziekte van Chagas) Toxoplasma gondii - congenitaal - postnataal (alleen behandelen bij immunosuppressie of langdurige klachten)
pentamidine isethionaat (i.v.) suramine*** (i.v.) suramine*** (i.v.) pentamidine isethionaat (i.v.) nifurtimox*** (p.o.) benznidazol*** (p.o.) sulfadiazine (p.o.) + pyrimethamine (p.o.) pyrimethamine (p.o.) + spiramycine (p.o.) sulfadiazine (p.o.) + pyrimethamine (p.o.) pyrimethamine (p.o.) + clindamycine (p.o./i.v.) pyrimethamine (p.o.) + claritromycine (p.o.)
Tropische Pulmonale Eosinofilie (p.o.)
Brugia malayi Wuchereria bancrofti
diethylcarbamazine**** (p.o.) + prednison
Urineweginfecties
Schistosoma haematobium
praziquantel (p.o.)
Vaginitis
Trichomonas vaginalis
metronidazol (p.o.)
Zwemmersjeuk
Schistosoma spp
praziquantel (p.o.)
De behandeling van Afrikaanse slaapziekte dient in overleg plaats te vinden. De gebruikte middelen zijn zeer toxisch en hebben deels een niet bewezen effectiviteit. ** Clioquinol suspensie 100 mg/ml (géén capsules!) *** In NL op dit moment niet verkrijgbaar; i.o.m. arts-microbioloog en apotheker: soms via WHO of veterinair verkrijgbaar. Deze middelen zijn niet op voorraad in de (ziekenhuis)apotheek en hebben een langere levertijd. **** Verkrijgbaar op artsenverklaring (via firma). Deze middelen zijn niet op voorraad in de (ziekenhuis)apotheek en hebben een langere levertijd. ***** Larva migrans syndroom wordt ook door andere nematoden dan Toxocara veroorzaakt. Bijvoorbeeld oculaire en neurale larva migrans door Baylisascaris procyonis (spoelworm van wasberen) waarbij aangepaste doseringen albendazol met prednison worden gebruikt. Altijd overleg in deze situaties. ****** Venom extractor is verkrijgbaar bij drogist of apotheek. Deze middelen zijn niet op voorraad in de (ziekenhuis)apotheek en hebben een langere levertijd. ******* Indeling bij Leishmaniasis naar de huidige mogelijkheden van diagnostiek (PCR). Bij huidleishmaniasis veroorzaakt door parasieten behorend tot de soortcomplexen L. donovani, L. infantum, L. major, L. tropica (opgelopen in de Oude Wereld) kan spontane genezing optreden. Ook een eenvoudig ulcus door parasieten van het L mexicana complex uit Zuid- en Midden Amerika kan spontaan genezen. Lokalisatie in het gelaat dient echter behandeld te worden ter vermindering van littekenvorming. Betrek bij de interpretatie van de onderzoeksresultaten de herkomst van de patiënt. (Muco-) cutane leishmaniasis veroorzaakt door L. braziliensis (sensu lato) dient in alle gevallen te worden behandeld. L. panamensis geeft bij uitzondering mucocutane leishmaniasis. In Suriname komt L. guyanensis voor die alleen een huidaandoening veroorzaakt. *
Beheergegevens
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen 'Anti-parasitaire therapie op basis van diagnose en verwekker' Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 67
VIIb. Dosering van anti-parasitaire middelen
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 68
Dosering van anti-parasitaire middelen Geneesmiddel Albendazol (innemen tijdens (liefst vette) maaltijd) Kinderen >= 2 jaar
Diagnose
Keuze*
T.W.
Dosering
Cysticercosis
1
p.o.
15 mg/kg/dg in 2x, 10 dagen (max. 800 mg/dg) (bij neurocysticercosis + dexamethason, 6 mg/m2 in 3x, 3 dagen + antiepilepticum)
Gnathostomiasis
1
10 mg/kg/dg, 21 dagen
Microsporidiosis
1
15/mg/kg/dg in 2x, 7 dagen, bij immunosuppressie 28 dagen
Toxocariasis
1
15 mg/kg/dg, (max 800 mg/dg) 5 dagen bij viscerale larva migrans kuur evt. herhalen na 3 weken. bij oog of CZS manifestaties: zie oculaire larva migrans. 2 dagen vooraf aan en tijdens albendazol behandeling: prednisolon 2 mg/kg/dg in 2x (max 60 mg/dg)
Lymfatische filariasis
1
na kuur met diethylcarbamazine: 400 mg éénmalig
Ascariasis
2
400 mg éénmalig, evt. herhalen na 3 weken
Larva migrans cutanea
2
10 mg/kg/dg, 5 dagen
Clonorchiasis
2
20 mg/kg in 2x, 7 dagen
Echinococcosis
2
20 mg/kg/dg in 2x gedurende 3 maanden bij aspiratie van cyste inhoud: 1 week pre- en 1 maand postoperatief albendazol bij operatief verwijderen van cyste: minimaal 1 week pre- en 1 maand post-operatief albendazol bij spill van cyste inhoud: tenminste 3 maanden albendazol
Strongyloidiasis
2
400 mg/dg, 3 dagen, evt herhalen na 1 week bij hyperinfectie of HIV-infectie: 400 mg/dg, 14 dagen. overweeg daarna onderhoudsbehandeling 1x per 2 of 4 weken
Giardiasis
3, 4
15 mg/kg/dg 5 dagen
Amfotericine B
Mucocutane leishmaniasis
2
i.v.
0,5 mg/kg om de dag, tot klinische genezing
Amfotericine B liposomaal
Viscerale leishmaniasis Middellandse Zee gebied (L. donovani complex, L. infantum complex)
1
i.v.
4 mg/kg/dg, dag 1-5 en dag 10 (totale dosis 20 mg/kg) Bij relapse zelfde dosering gedu-
Viscerale larva migrans
Oculaire larva migrans
Enterobiasis Mijnworm-infecties Trichuriasis
Elders Handboek Parenteralia VUmc
2 geprint op 26 juni 2015
pagina 69
rende 10 aaneengesloten dagen (totale dosis 40 mg/kg) Alleen bij viscerale vorm uit Middellandse Zee gebied: overweeg korte kuur: 10 mg/kg/dg, 2 dagen Bij immunosuppressie (co-infectie met HIV): tenminste 20 aaneengesloten dagen + onderhoudstherapie (ook tijdens HAART) 4 mg/kg éénmalig per 2-4 weken
Mucocutane leishmaniasis
3
Malaria tropica (niet ernstig)
1
p.o.
≥ 35 kg 4 tabletten à 20 mg artemether/ 120 mg lumefantrine (p.o.) 25-35 kg 3 tabletten 15-25 kg 2 tabletten < 15 kg 1 tablet innemen 0, 8, 24, 36, 48 en 60 uur
Artemotil
Malaria tropica
1
i.m.
4,8 mg/kg, gevolgd door 1,6 mg/kg na 6, 24, 48 en 72 uur startdosis in beide bovenbenen injecteren, daarna afwisselend rechter dijbeen gebruiken
Artesunaat
Malaria tropica
1
i.v.
2,4 mg/kg, gevolgd door 2,4 mg/kg na 12 uur, daarna 2,4 mg/kg/dag 6 dagen
Atovaquon/proguanil
Malaria tropica (niet ernstig)
1
p.o.
40 kg+: atovaquone 1000 mg plus proguanil 400 mg 1x dd, 3 dagen 31-40 kg: atovaquone 750 mg plus proguanil 300 mg 1x dd, 3 dagen 21-30 kg: atovaquone 500 mg plus proguanil 200 mg 1x dd, 3 dg. 11-20 kg: atovaquone 250 mg plus proguanil 100 mg 1x dd, 3 dg.
Ziekte van Chagas acuut, recent chronisch
2
p.o.
< 40 kg lichaamsgewicht: 7,5 mg/kg/dag in 2x met een tussenpoos van 8 uur; bij de maaltijd; gedurende 30-60 dagen > 40 kg lichaamsgewicht: 5 mg/kg/dag in 2x met een tussenpoos van 8 uur; bij de maaltijd; gedurende 30-60 dagen 5 mg/kg/dag, in 2x, 60 dagen
p.o.
30 mg/kg/dg in 2x (maximaal 1200 mg/dg), 7 dagen
30 mg/kg/dag in 2x (max. 1000 mg/dag), langdurig 100 mg/kg/dag in 4x (max. 2000 mg/dag) 160 mg/kg/dag in 4x (max. 4800 mg/dag)
Artemeter/ lumefantrine
Benznidazol
chronisch Ciprofloxacine
Claritromycine
2
Cyclosporiasis
2
Isosporiasis
2
Toxoplasmose
2
p.o.
Toxoplasmose
2
p.o. i.v.
Clioquinol
Dientamoebiasis Asymptomatische cyste-
1
p.o.
15 mg/kg/dg in 3x, 10 dagen. (volwassenen: 750 mg/dag in 3x, 7dagen)
uitscheiders E. histolytica Amoebendysenterie Extra-intestinale amoebiasis
2 2
p.o.
na kuur met metronidazol
2
p.o.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 70
Co-trimoxazol
Cyclosporiasis
1
Isosporiasis
1
10/50 mg/kg/dg in 2x, 10 dagen bij immunosuppressie 20/100 mg/kg/dg in 4x, 10 dagen gevolgd door 10/50 mg/kg/dg in 2x, 3 weken
Blastocystosis
2
6/30 mg/kg/dg in 2x, 10 dagen
Loiasis
1
Trop. Pulmonale Eosinofilie
1
Onchocercosis
2
Lymfatische filariasis
1
Doxycycline (≥ 9 jaar)
Onchocercosis
1, 2
p.o.
na ivermectine of diethylcarbamazine: 4 mg/kg/dg in 2x (max. 200 mg/dg), 6 weken
Eflornithine
West-Afrikaanse slaapziekte (T. b. gambiense) CZS aangetast (laat stadium)
2
i.v.
600 mg/kg/dag in 4x, 14 dagen (volwassenen 400 mg/kg/dag in 4x.)
1
p.o.
6 mg/kg/dag (max 200 mg) 6 weken
p.o.
10 mg/kg, na 6 uur 5 mg/kg, max 800 mg, herhalen 18 en 24 uur na de derde dosering
Diethylcarbamazine
Fluconazol
Cutane leishmaniasis door L. major
Hydroxycholoroquine
Malaria tropica (P. falciparum)
1
(niet ernstig) Malaria quartana (P. malariae)
1
p.o.
p.o.
3/15 mg/kg/dg in 1x, 10 dagen bij immunosuppressie mogelijk dubbele dosering nodig in een schema als bij isosporiasis.
dag 1-3: 1.5 mg/kg/dg in 3x (max. 25 mg/dg) dag 4-6: 3 mg/kg/dg in 3x (max. 50 mg/dg) dag 7-9: 4.5 mg/kg/dg in 3x (max. 100 mg/dg) vanaf dag 10: 6 mg/kg/dg in 3x, 14-21 dagen (max. 150 mg/dg) bij oogmanifestaties: + prednisolon 2 mg/kg/dg in 2x, 2 dagen voorafgaand aan en gedurende behandeling < 10 jaar: 3 mg/kg/dg in 3x; na de maaltijd, 12 dagen, gevolgd door albendazol > 10 jaar: 6 mg/kg/dg in 3x; na de maaltijd; 12 dagen, gevolgd door albendazol niet bij acute lymfangitis/ lymfadenitis; bij lymfoedeem waarschijnlijk niet (meer) geïndiceerd.
Itraconazol
Cutane leishmaniasis door L. major
4
p.o.
6 mg/kg/dg (max. 400 mg/dg) in 2x tot 1 maand na klinische genezing, maximaal 2 maanden
Ivermectine (niet < 15 kg)
Onchocercosis
1
p.o.
0,15 mg/kg éénmalig 2 uur vóór maaltijd,gevolgd door Doxycycline (p.o.) evt. na 6 of 12 mnd herhalen bij oog manifestaties + prednisolon 2 mg/kg/dg (p.o.) in 2x, 2 dagen vooraf aan en gedurende behandeling
Strongyloidiasis
1
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
0,2 mg/kg éénmalig, 2 uur vóór maaltijd bij hyperinfectie of pagina 71
immunosuppressie 3 opeenvolgende dagen. Overweeg onderhoudsdosering 1 dosis per 4 weken.
Lindaan < 1 jaar)
Malathion
Mebendazol
Larva migrans cutanea
1
0,2 mg/kg éénmalig, 2 uur vóór maaltijd
Scabies crustosa/ norvegica
1
0,2 mg/kg éénmalig, 2 uur vóór maaltijd herhaal iedere week tot maximaal 3x + permetrine (lokaal) of lindaan (lokaal) + isolatie + decontaminatie materialen.
Loiasis
2
0,1 mg/kg éénmalig, 2 uur vóór maaltijd gevolgd door diethylcarbamazine (p.o.) + prednisolon (p.o.)
Lymfatische filariasis
2
0,1 mg/kg éénmalig, 2 uur vóór maaltijd niet bij acute lymfangitis/lymfadenitis, bij lymfoedeem waarschijnlijk niet (meer) geïndiceerd
Gnathostomiasis
2
0,2 mg/kg/dg in 1x; 2 uur voor de maaltijd, 2 dagen
Schurft
2
Scabies crustosa/ norvegica
2
Schaamluis
1
lokaal
Hoofdluis
3
lokaal
Ascariasis Mijnworm infectie Trichuriasis
1 1 1
p.o.
Enterobiasis (aarsmade)
1
100 mg in 1 dosis, na 14 dagen herhalen
Toxocariasis, viscerale larva migrans, oculaire
2
50 mg/kg/dg, 21 dagen + prednisolon 2 mg/kg/dg in 2x, 2 dagen vooraf aan en gedurende behandeling.
lokaal
1 % crème of lotion eenmalig (niet gehele lichaam insmeren na 6 uur wegwassen (niet bij mond en ogen)
1% crème of lotion eenmalig gehele lichaam insmeren na 6 uur wegwassen (niet bij mond en ogen) Behandeling minstens 2x herhalen + ivermectine p. o. + isolatie + decontaminatie materialen
larva migrans
0.5 % lotion, 1x in schaamstreek, min. 12 uur niet wassen eventueel na 1 week herhalen 0.5 % lotion haren en nek insmeren, drogen, na 12 uur uitwassen 0.5 % crème 2x als shampoo gebruiken (min. 5 min. laten zitten) 200 mg/dg in 2x, 3 dagen
Mefloquine (niet < 3 mnd of < 5 kg)
Malaria tropica (niet ernstig)
2
p.o.
15 mg base/kg, na 8-24 uur 10 mg base/kg.
Melarsoprol
Oost-Afrikaanse slaapziekte (T. b. rhodesiense) CZS schade (laat stadium)
1
i.v.
0,36 mg/kg/dg langzaam verhogen tot max. 3,6 mg/kg/dg
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 72
West-Afrikaanse slaapziekte
Metronidazol
Miltefosine
Natriumstibogluconaat
Niclosamide
Nifurtimox
(kuur 18-25 mg/kg gedurende 1 maand)
(T. b. gambiense) CZS schade (laat stadium)
1
i.v.
Amoebendysenterie
2
p.o.
Extra-intestinale amoebiasis
2
Dientamoeba infectie
2
50 mg/kg/dg in 3x, 10 dagen
Giardiasis
2, 3
50 mg/kg/dg, 3 dagen
Microsporidiosis
2
15 mg/kg/dg in 3x, 21 dagen; bij terugkeer klachten: 5 mg/kg/dg tot klachtenvrij
Trichomoniasis Trichomoniasis
2 3
lokaal
15 mg/kg/dg in 3x, 7 dagen vaginaaltablet 500 mg, diep in vagina, vóór de nacht, 10 dagen
Blastocystosis
3
p.o.
50 mg/kg/dg in 3x, 10 dagen
(Muco-)cutane leishmaniasis door L. panamensis Viscerale leishmaniasis
1 2
p.o.
2,5 mg/kg/dg, 28 dagen
Viscerale leishmaniasis
1, 2
i.v./i.m.
20 mg Sb/kg/dg 21 dagen herkomst Middellandse Zee gebied
(Muco-)cutane leishmaniasis
1, 2
20 mg Sb/kg/dg 28 dagen, herkomst elders bij viscerale vorm en co-infectie met HIV + onderhoudstherapie (ook tijdens HAART) 20 mg Sb/kg éénmalig per 2-4 weken
Cutane leishmaniasis
2
20 mg Sb/kg/dg, 10-20 dagen (maximaal 850 mg/dg)
Cutane leishmaniasis
1
lokaal
100 mg Sb/ml in rand van laesie en 1 ml/cm2 tot laesie wit uitslaat 1x per 2 weken tot genezing
Hymenolepiasis
2
p.o.
tot 12.5 kg: 250 mg in 1 dosis gedurende 7 dagen 12.5-25 kg: 500 mg in 1 dosis gedurende 7 dagen vanaf 25 kg: 1000 mg in 1 dosis gedurende 7 dagen dag 1 dubbele dosering! tabletten goed kauwen. verminderd werkzaam tegen larvaal (cysticercoid) stadium.
Taeniasis
2
p.o.
tot 12.5 kg: éénmalig 500 mg (tabletten goed kauwen) 12.5-25 kg: éénmalig 1000 mg (tabletten goed kauwen) vanaf 25 kg: éénmalig 2000 mg (tabletten goed kauwen) (bij T. solium infectie: na 1-2 uur laxantia)
ziekte van Chagas acuut, recent chronisch
1
p.o.
< 40 kg : 10-12 mg/kg/dg in 2x; met een tussenpoos van 8 uur; bij de
Handboek Parenteralia VUmc
In combinatie met Prednisolon 1 mg/kg/dag gedurende dag 1-7
geprint op 26 juni 2015
50 mg/kg/dg in 3x, 5 dagen (+ paromomycine)
pagina 73
maaltijd; 30-60 dagen < 40 kg : 8 mg/kg/dg in 2x; met een tussenpoos van 8 uur; bij de maaltijd; 30-60 dagen chronisch
1
8-10 mg/kg/dag in 2x; met een tussenpoos van 8 uur; bij de maaltijd; 60 dagen.
CZS aangetast (laat) Oost-Afrikaanse slaapziekte (T. b. rhodesiense)
2
15-20 mg/kg in 3x bij de maaltijd, 30-60 dagen
Nitazoxanide
Cryptosporidiosis
1
p.o.
1-3 jaar: 200 mg/dg in 2x, 3 dagen 4-11 jaar: 400 mg/dg in 2x,3 dagen > 11 jaar: 500 mg/dg in 2x, 3 dagen verminderd effectief bij co-infectie met HIV
Paromomycine
Amoebendysenterie Extra-intestinale amoebiasis E. histolytica, asymptoma tische cystenuitscheiders Dientamoebiasis Giardiasis
1
p.o.
30 mg/kg/dg in 3x, 10 dagen (max. 1500 mg/dg) (+ tinidazol)
Cutane leishmaniasis
3
lokaal
15% paromomycine in zalf, 2x daags, 20 dagen
1
i.m.
4 mg/kg/dag in 1x, 7-10 dagen
Pentamidine isethionaat
Permetrine
Praziquantel
West-Afrikaanse slaapziekte (T. b. gambiense) haemolymf. stadium (vroeg) Oost-Afrikaanse slaapziekte (T. b. rhodesiense) haemolymf. stadium (vroeg)
1 1 3 5
2
Cutane leishmaniasis (alleen L. guyanensis)
1
Hoofdluis
1
Schurft
1
Scabies crustosa/ norvegica
1
Hymenolepiasis
1
Paragonimiasis
1
Schistosomiasis
1
(alle soorten)
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
4 mg/kg, 1x daags om de dag; totaal 4-7 injecties lokaal
1 % lotion aanbrengen op pas gewassen vochtig haar en hoofdhuid, na 10 minuten uitwassen, z.n. na 7 dagen herhalen 5 % crème aanbrengen op gehele lichaam, na 8-14 uur wegwassen (niet bij mond en ogen aanbrengen) z.n. herhalen idem als schurft; behandeling minstens 2x herhalen + ivermectine (p. o.) + isolatie + decontaminatie materialen
p.o.
25 mg/kg, éénmalig 75 mg/kg/dg in 3x; na de maaltijd; 2 dagen 60 mg/kg/dg in 3x; na de maaltijd; 1 dag Katayama syndroom: + prednisolon 1mg/kg/dg, 2 dagen praziquantel is verminderd pagina 74
werkzaam tegen juveniele stadia daarom eventueel herhaling na 3 maanden. bij CZS lokalisatie: therapieduur 14 dagen + prednisolon 2 mg/kg/dg, 14 dagen. Clonorchiasis
1
75 mg/kg/dg in 3x; na de maaltijd; 2 dagen
Taeniasis (lintworminfectie)
1
10 mg/kg, éénmalig
Cysticercosis
2
50 mg/kg/dg in 3x, 14 dagen; z.n. kuur herhalen.
Neurocysticercosis
Primaquine (base)
Pyrimethamine
idem + dexamethason 6 mg/m2 in 3x, dag 1-3 + antiepilepticum)
Malaria tertiana (P. vivax, P. ovale)
1
Toxoplasmosis Congenitaal
1
0,5 mg/kg, 14 dagen (max 30 mg/dag)
p.o.
zwangere: bij gedocumenteerde infectie van foetus, na 1e trimester zwangerschap: 100 mg/dg in 2x, dag 1en 2; daarna 50 mg/dg i.c.m. sulfadiazine + folinezuur**, gedurende rest zwangerschap. z.n. iedere maand alterneren met spiramycine + sulfadiazine. pasgeborenen: 2 mg/kg/dg in 2x, dag 1en 2; daarna 1 mg/kg/dg; 2-6 maanden i.c.m.sulfadiazine + folinezuur**, vervolgtherapie: 1 mg/kg/dag 3x per week gedurende het 1e levensjaar bij actieve ontsteking: + prednisolon 1 mg/kg/dg, oraal in 2x, tot verdwijnen symptomen.
Postnataal
Spiramycine
Sulfadiazine
Toxoplasmosis Zwangere (niet geïnfecteerde foetus) Zwangere (wel geïnfecteerde foetus)
Toxoplasmosis Zwangere (met geïnfecteerde foetus)
Handboek Parenteralia VUmc
1, 2
1
oplaad 2 mg/kg/dg (max 50 mg) 2 dagen, gevolgd door 1 mg/kg/dg in 2x (max. 25 mg/dg) 21 dagen i.c.m. sulfadiazine + folinezuur **, bij immunosuppressie: tot 1-2 weken na verdwijnen van symptomen.
p.o.
3000 mg/dag in 2x; ruim voor maaltijd; tot partus na eerste kuur sulfadiazine + pyrimethamine (+ folinezuur**) 3000 mg/dag in 2x, i.c.m. sulfadiazine vervolgens maandelijks alterneren gedurende rest zwangerschap met sulfadiazine + pyrimethamine (+ folinezuur)
p.o.
oplaad 75 mg/kg/dag in 2x (max. 4 g/dag), 2 dagen vervolg 100 mg/kg/dg (max. 4 g/dag) i.c.m. pyrimethamine + folinezuur**, gedurende rest zwangerschap maandelijks alterneren met sulfadiazine + spiramycine
2
1
geprint op 26 juni 2015
pagina 75
Suramine
Congenitaal (pasgeborene)
1
100 mg/kg/dg in 2x, i.c.m. pyrimethamine + folinezuur** gedurende het 1ste levensjaar. bij actieve ontsteking: + prednison 1 mg/kg/dag, oraal in 2x tot verdwijnen ontstekingsparameters.
Postnataal
1
100-200 mg/kg/dg in 4x, 21 dagen; bij immunosuppressie tot 1-2 weken na verdwijnen van symptomen i.c.m. pyrimethamine + folinezuur**.
Oost-Afrikaanse slaapziekte (T. b. rhodesiense) haemolymf. stadium (vroeg)
1
West-Afrikaanse slaapziekte (T. b. gambiense) haemolymf. stadium (vroeg)
2
Tiabendazol
Larva migrans cutanea
3
lokaal
500 mg/20 g lanette crème, 5x opbrengen/dg, 3 dagen
Tinidazol
Amoebendysenterie
1
p.o.
50 mg/kg/dg, 3 dagen (max. 2g/dg) (+ paromomycine)
Extra-intestinale amoebiasis
1
50 mg/kg/dg, 5 dagen (max. 2g/dg) (+ paromomycine)
Giardiasis
1
50 mg/kg éénmalig (max. 2 g) overweeg bij immunosuppressie of onvoldoende effect: 50 mg/kg/dg, 3 dagen; alternatief: 15 mg/kg/dg in 3x, 7(-10) dagen
Trichomoniasis
1
50 mg/kg éénmalig in 1x (max. 2 g)
Fascioliasis
1
Triclabendazol
i.v.
test dosering 5 mg/kg op dag 1, vervolg 5 injecties van 20 mg/kg (max. 1 g per dosis) elke 7e dag (bijv. dag 3, 10, 17, 24, 31)
zie Oost-Afrikaanse slaapziekte
p.o.
10 mg/kg éénmalig, met een vetrijke maaltijd
* Keuze 1: eerste keus middel; Keuze 2: tweede keus middel; etc; ** Folinezuur 10-20 mg 3x per week.
Beheergegevens
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen 'Dosering van anti-parasitaire middelen' Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 76
VIIIa. Antimicrobiele profylaxe
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 77
Antimicrobiele profylaxe Inleiding Algemeen:
Het toedienen van antimicrobiële middelen ter preventie van infecties is in bepaalde situaties geïndiceerd. Een dergelijke profylaxe kan gericht zijn op het voorkómen van een infectie, maar ook op het voorkómen van transmissie van het micro-organisme. Voor een succesvolle antimicrobiële profylaxe is het van belang dat microorganismen waarvan verwacht wordt dat zij een infectie kunnen veroorzaken gevoelig zijn voor het gekozen antibioticum en dat dit middel de kolonisatie sterk vermindert of opheft. Uiteraard is het van belang dat het antimicrobiële middel zo min mogelijk bijwerkingen heeft. Langdurige profylaxe kan worden toegepast ter voorkoming van specifieke infecties die op de kinderleeftijd vaak voorkomen (urinewegen, KNO gebied, onderste luchtwegen), vooral bij kinderen die een verhoogd risico lopen op dergelijke infecties. Chirurgische patiënten:
Bij chirurgische ingrepen hebben profylactische antibiotica als doel het inoculum (aantal pathogenen in het operatiegebied) te verminderen. De indicatie en de keuze van het geneesmiddel zijn afhankelijk van het type ingreep. De toedieningsweg is behoudens enkele uitzonderingen intraveneus. De antimicrobiële geneesmiddelen worden bij de profylaxe voor de chirurgische patiënt therapeutisch gedoseerd. De eerste gift van het geneesmiddel wordt tijdens de inleiding van de anesthesie, het liefst 30 minuten vóór de incisie, toegediend. Behoudens grote uitzonderingen dient het profylactisch gebruik van antimicrobiële middelen in de chirurgie tot een maximum periode van 24 uur beperkt te zijn. Veelal is een éénmalige dosering voldoende.
Beheergegevens
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen 'Antimicrobiele profylaxe' Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 78
VIIIb. Profylaxe bij specifieke verwekkers bij risicogroepen
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 79
Profylaxe bij specifieke verwekkers bij risicogroepen Micro-organisme Streptococcus pyogenes (groep A)*
Recipiënten van profylaxe Patiënten met acuut reuma
Bij overgevoeligheid voor penicilline Pneumocystis jiroveci (carinii)
Patiënten met HIV, kinderen met geselecteerde vormen van maligniteit en immunosuppressie
Beheergegevens
Geneesmiddel
T.W.
Dosering per 24 uur < 12 kg: 50.000 E/kg 12-30 kg: 600.000 E > 30 kg: 1.200.000 E
Aantal Duur doses 1x per mnd 1x per mnd 1x per mnd
benzathinebenzylpenicilline
i.m.
feneticilline
p.o.
< 30 kg: 250 mg > 30 kg: 500 mg
2 2
claritromycine
p.o.
15 mg/kg
2
co-trimoxazol
p.o.
3/15 mg/kg op 3 opeenvolgende dagen per week (max. 80 mg/400 mg)
1
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen 'Profylaxe bij specifieke verwekkers bij risicogroepen' Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 80
VIIIc. Antimicrobiele profylaxe op basis van gastheerfactoren
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 81
Antimicrobiele profylaxe op basis van gastheerfactoren Gastheerfactor
Geneesmiddel
T.W.
Dosering per 24 uur
Hoog risico op Pneumocystis pneumonie (PCP) (zie ook VIIIf) - intensieve chemotherapie
co-trimoxazol
p.o.
3/15 mg/kg 3 keer/wk op ma-wo-vr
- 3-6 mnd na stamcelreïnfusie (tot herstel lymfopenie) - HIV-infecties - T cel type immuundeficiënties Recidiverende urineweg infecties bij o.a.: - anatomische afwijkingen - neurologische afwijkingen - vesico-ureterale reflux - onbekende oorzaak
Beheergegevens
Aantal doses
1
(max. 80mg/ 400mg)
co-trimoxazol of nitrofurantoïne
p.o.
3/15 mg/kg (‘s avonds)
1
p.o.
2 mg/kg (’s avonds)
1
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen 'Antimicrobiele profylaxe op basis van gastheerfactoren' Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 82
VIIId. Antimicrobiele profylaxe ten behoeve van de chirurgische patient
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 83
Algemeen Profylaxe 30-60 minuten vóór de ingreep. Bij ingrepen langer dan 6 uur, ernstig obese patiënten (> 100 kg) en bij zeer veel bloedverlies één gift herhalen. 1. Schone ingrepen: Antimicrobiële profylaxe is niet nodig (uitzonderingen: implantatie van vasculair of orthopedisch materiaal). - niet traumatisch - géén ontsteking - géén entree in tractus respiratorius, tractus urogenitalis of tractus gastrointestinalis - operatie in niet-gecontamineerde galwegen 2. Schoon-besmette ingrepen: Antimicrobiële profylaxe met een éénmalige intraveneuze gift is voldoende. - operatie in orofarynx - niet gevasculariseerd (huid)transplantaat - operatie in niet-gecontamineerde tractus respiratorius, tractus urogenitalis of tractus gastro-intestinalis - operatie in vagina 3. Besmette ingrepen: Antimicrobiële profylaxe is altijd geïndiceerd, duur is afhankelijk van de ingreep - appendectomie - onvoldoende wondtoilet bij verse wond t.g.v. trauma - operatie in tractus gastro-intestinalis, met lekkage - operatie in geïnfecteerde galwegen - operatie in tractus urogenitalis met geïnfecteerde urine Bij een evidente infectie is antimicrobiële profylaxe niet toereikend en dient een adequate behandeling te worden ingesteld. 4. -
Beheergegevens
Vuile ingrepen: Antimicrobiële behandeling is geïndiceerd aanwezigheid van infectie in operatiegebied verse wond t.g.v. trauma met geïnfecteerd materiaal wond t.g.v. trauma met avitaal weefsel, vreemd lichaam en/of fecale verontreiniging
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen 'Algemeen' Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 84
Antimicrobiele middelen voor chirurgische profylaxe Naam Cefazoline Cefazoline
TW i.v. i.v.
Dosis 50 mg/kg 100 mg/kg/24h
Duur éénmalig 24 uur (in 3 dd)
Max. dosis 2000 mg 6000 mg/24h
Amoxicilline/clavulaanzuur Amoxicilline/clavulaanzuur
i.v. i.v.
50/5 mg/kg 150/15 mg/kg/24h
éénmalig 24 uur (in 4 dd)
2000/200 mg 6000/600 mg/24h
Amoxicilline/clavulaanzuur
p.o.
50/12,5 mg/kg/24h
24 uur (in 3 dd)
3000/750 mg/24h
Gentamicine
i.v.
7 mg/kg
éénmalig
geen
Co-trimoxazol
p.o.
6/30 mg/kg/24h
24 uur (in 2 dd)
800/160 mg/24h
Clindamycine (penicilline allergie) Clindamycine (penicilline allergie)
i.v. i.v.
20 mg/kg 40 mg/kg/24h
éénmalig 24 uur (in 4 dd)
900 mg 4800 mg/24h
Beheergegevens
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen 'Antimicrobiele middelen voor chirurgische profylaxe' Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 85
Antimicrobiele profylaxe op basis van procedure Endoscopische procedures
Procedure Cystoscopie
Geneesmiddel Amoxicilline/clavulaanzuur
T.W. i.v.
Duur éénmalig
Coloscopie
Geen profylaxe noodzakelijk
Gastroscopie
Geen profylaxe noodzakelijk
ERCP: Bij niet gestuwde galwegen Bij gestuwde galwegen, icterus Na levertransplantatie
Geen profylaxe noodzakelijk Amoxicilline/clavulaanzuur Amoxicilline/clavulaanzuur
i.v. i.v.
éénmalig éénmalig
Laparoscopie
Geen profylaxe noodzakelijk
PEG plaatsing
Cefazoline
i.v.
éénmalig
Slokdarmdilatatie
Cefazoline
i.v.
éénmalig
Cefazoline Cefazoline Geen profylaxe noodzakelijk, wel behandeling pneumonie
i.v. i.v.
éénmalig éénmalig
Procedure Appendectomie: acuta non perforata acuta perforata of gangreneuze ontsteking
Geneesmiddel
T.W.
Duur
Amoxicilline/clavulaanzuur
i.v.
éénmalig
Amoxicilline/clavulaanzuur + gentamicine
i.v.
5 dagen behandeling
Blaas
Amoxicilline/clavulaanzuur
i.v.
éénmalig
Colorectale chirurgie
Amoxicilline/clavulaanzuur
i.v.
24 uur
Dunne darm
Amoxicilline/clavulaanzuur
i.v.
éénmalig
Galwegoperatie (incl. cholecystectomie)
Cefazoline
i.v.
éénmalig
Laparotomie / laparoscopie zonder openen van de darm
Geen profylaxe noodzakelijk
Leverchirurgie: leverresectie levertransplantatie
Cefazoline Cefazoline
i.v. i.v.
éénmalig bij incisie en na 3 uur
Geen profylaxe noodzakelijk Amoxicilline/clavulaanzuur
i.v.
éénmalig
Slokdarm / maag / duodenum
Cefazoline
i.v.
éénmalig
Splenectomie
Cefazoline
i.v.
éénmalig
Perineale chirurgie: Anorectale reconstructie (PSARP) Incisie perineaal abces Fistulotomie
Amoxicilline/clavulaanzuur Geen AB profylaxe Geen AB profylaxe
i.v.
24 uur
Cefazoline
i.v.
éénmalig
Thorascopie: Diagnostisch Slokdarmchirurgie Empyeemdrainage
Chirurgie van de tractus digestivus
leverbiopsie leverbiopsie na levertransplantatie
Peritoneaaldialysecatheter Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 86
Urologische chirurgie / procedures
Procedure Cystoscopie
Geneesmiddel Amoxicilline/clavulaanzuur
T.W. i.v.
Duur éénmalig
Grote operatieve ingrepen aan de urinewegen
Amoxicilline/clavulaanzuur
i.v.
24 uur
Amoxicilline/clavulaanzuur + gentamicine
i.v. i.v.
48 uur éénmalig
Niertransplantatie
Cefuroxim (op geleide nierfunctie)
i.v.
48 uur
Urodynamisch onderzoek
Amoxicilline/clavulaanzuur of Co-trimoxazol
p.o.
72 uur
p.o.
72 uur
Amoxicilline/clavulaanzuur of Co-trimoxazol
p.o.
48 uur
p.o.
48 uur
Procedure Correctie larynxstenose (SSLTP)
Geneesmiddel Amoxicilline/clavulaanzuur
T.W. i.v.
Duur 5 dagen
Cochleaire implantaten
Ceftazidim/clindamycine
i.v.
24 uur
Middenooroperaties
Amoxicilline/clavulaanzuur
i.v.
éénmalig
Neusoperaties
Amoxicilline/clavulaanzuur
i.v.
éénmalig
Orofaryngeale chirurgie
Amoxicilline/clavulaanzuur
i.v.
éénmalig
Halschirurgie
Geen profylaxe noodzakelijk
Paracentese, middenoordrainage
Geen profylaxe noodzakelijk
Tonsillectomie
Geen profylaxe noodzakelijk
Ingrepen waarbij de darm wordt geopend
Verwijderen verblijfskatheter
KNO chirurgie
Neurochirurgie
Procedure Craniotomie in schoon gebied
Geneesmiddel Cefazoline
T.W. i.v.
Duur éénmalig
Craniotomie in gekoloniseerd gebied
Amoxicilline/clavulaanzuur
i.v.
24 uur
Ventriculocardiale of ventriculoperitoneale shuntoperatie
Cefazoline
i.v.
éénmalig
Wervelkolomchirurgie
Cefazoline
i.v.
éénmalig
Procedure Bijtwond (indien sluiten)
Geneesmiddel Amoxicilline/clavulaanzuur
T.W. i.v.
Duur 5 dagen
Craniofaciale chirurgie Extracranieel Intracranieel
Amoxicilline/clavulaanzuur Amoxicilline/clavulaanzuur
i.v. i.v.
éénmalig 24 uur
Decubituschirurgie
Antimicrobiële behandeling
Plastische Chirurgie
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 87
op geleide van kweek Implantatie vreemd materiaal
Amoxicilline/clavulaanzuur
i.v.
24 uur
Orofaryngeale chirurgie (schizis)
Amoxicilline/clavulaanzuur
i.v.
éénmalig
Amoxicilline/clavulaanzuur
i.v.
éénmalig
Amoxicilline/clavulaanzuur
i.v.
24 uur
Amoxicilline/clavulaanzuur
i.v.
24 uur
Procedure Osteosynthese materiaal Tijdelijk Permanent
Geneesmiddel
T.W.
Duur
Geen profylaxe noodzakelijk Cefazoline
i.v.
éénmalig
Gewrichtsprotheses
Cefazoline
i.v.
24 uur
Wervelkolomchirurgie
Cefazoline
i.v.
24 uur
Transplantaten: Niet gevasculariseerd Gevasculariseerd (schoon gebied, < 3 uur OK) Gevasculariseerd (schoon gebied, > 3 uur OK) Gevasculariseerd (gecontamineerd gebied)
Geen profylaxe noodzakelijk
Orthopedie
Beheergegevens
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen 'Antimicrobiele profylaxe op basis van procedure' Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 88
VIIIe. Endocarditis profylaxe
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 89
Richtlijnen Gevolgd worden de richtlijnen zoals uitgegeven door de endocarditis profylaxe commissie van de Nederlandse Hartstichting (2008).
Beheergegevens
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen 'Richtlijnen' Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 90
Indicaties endocarditisprofylaxe 1. 2. 3. -
Eerder doorgemaakte endocarditis. Hartklepprothese (inclusief bioprothese, allograft en conduit). Bepaalde aangeboren hartafwijkingen: Onbehandelde cyanotische hartafwijkingen Met shunts of conduits gepallieerde cyanotische hartafwijkingen Volledig gecorrigeerde hartafwijking met gebruikmaking van prothese materiaal alleen gedurende de eerste zes maanden na behandeling. Behandelde aangeboren hartafwijking met restafwijking ter plekke van een patch of device waardoor endothelialisatie wordt belemmerd.
a. Met uitzondering van beschreven condities wordt antibiotische profylaxe niet meer aanbevolen voor alle overige vormen van aangeboren hartafwijkingen b. Profylaxe aanbevolen omdat endothelialisatie van prothesemateriaal plaatsvindt binnen zes maanden na de behandeling. Endocarditis-profylaxe is NIET geïndiceerd bij patiënten met andere hartafwijkingen zoals: 1. Onschuldig (functioneel) geruis 2. Secundum type ASD 3. VSD zonder cyanose 4. Mitralisklepprolaps 5. Mitralisklepinsufficiëntie of stenose 6. Aortaklepinsufficiëntie of stenose 7. Aortabuisprothese zonder aortaklep 8. Bicuspide aortaklep 9. Ischaemische hartziekten 10. Status na coronair-interventie, incl. stent(s), of –chirurgie 11. Pacemaker of geïmplanteerde cardiodefibrillator 12. Hypertrofische cardiomyopathie Antibacteriële endocarditis profylaxe op basis van ingreep Ingrepen waarbij endocarditis profylaxe noodzakelijk is, indien de patiënt onder een van bovenstaande indicaties valt: A. Mondholte
1. Alle tandheelkundige/mondhygiënische behandelingen waarbij het tandvlees wordt gemanipuleerd 2. Alle wortelkanaalbehandelingen waarbij met het instrumentarium door het foramen apicale wordt gegaan 3. Alle extracties of verwijdering van wortelresten 4. Alle operatieve ingrepen in de mond a. Kaakchirurgische ingrepen, inclusief abcesincisie b. Parodontale chirurgie c. Operatieve ingrepen ten behoeve van implantaten, inclusief botankers ten behoeve van orthodon-tische behandelingen Endocarditis-profylaxe is NIET geïndiceerd bij: 1. Het geven van locaal anesthesie 2. Het nemen van intra-orale röntgenfoto’s (tandfilms, occlusale opnames) 3. Het aanbrengen, aanpassen of verwijderen van orthodontische apparatuur (plaatapparatuur en vaste apparatuur) 4. Natuurlijke uitval van (melk)gebitselementen 5. Optreden van bloeding van lippen of orale mucosa door een trauma B. Bovenste luchtwegen
1. Tonsillectomie en adenoidectomie 2. Sinusdrainage Endocarditis-profylaxe is NIET geïndiceerd bij ingrepen zoals: 1. Intubatie 2. Bronchoscopie met of zonder biopt 3. Pleurapunctie C. Tractus digestivus
1. Alléén bij diagnostische of therapeutische endoscopieën waarbij antibiotica worden toegediend ter voorkoming van wondinfectie of sepsis. In zulke gevallen dienen de toegediende antibiotica óók gericht te zijn op Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 91
enterokokken. Bijvoorbeeld: - ERCP bij patiënt met (verdenking) op galwegobstructie - Behandeling van een Zenker’s divertikel 2. Gastrointestinale chirurgie, galwegchirurgie. De ter voorkoming van wondinfectie of sepsis toegediende antibiotica dienen ook gericht te zijn op enterokokken. Endocarditis-profylaxe is NIET geïndiceerd bij ingrepen zoals: 1. Gastroduodenoscopie met of zonder biopt 2. Colonoscopie met of zonder biopt/poliepectomie 3. Dilatatie van de slokdarm 4. Banding van hemorrhoïden 5. Coagulatietherapie 6. Sclerosering 7. ERCP met of zonder sfincterotomie bij patiënt zonder (verdenking op) galwegobstructie 8. PEG inbrengen 9. Leverbiopt of andere, echogeleide, puncties 10. Endoecho (EUS) 11. Laparotomie (schoon-besmette ingreep met risico op wondinfectie < 15%) D. Urinewegen
Alle diagnostische en chirurgische ingrepen waarbij antibiotica worden toegediend ter voorkoming van wondinfectie of sepsis. De toegediende antibiotica moeten dan ook gericht zijn op enterokokken. Bijvoorbeeld: - Cystoscopie bij een patiënt met (verdenking op) een urineweginfectie Endocarditis-profylaxe is NIET geïndiceerd bij ingrepen zoals: 1. Inbrengen of verwijderen van een IUD 2. Ongecompliceerde bevalling 3. Abortus curettage 4. Inbrengen/verwijderen van blaascatheter E. Ingrepen in geïnfecteerd weefsel
Bijvoorbeeld 1. Incisie van huidabces 2. Ontlasten van furunkel Endocarditis-profylaxe is NIET geïndiceerd bij: 1. Tatoeage 2. Piercing
Beheergegevens
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen 'Indicaties endocarditisprofylaxe' Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 92
Doseringen endocarditisprofylaxe Tijd
50 mg/kg p.o.
Maximum dosering 3000 mg
Amoxicilline
50 mg/kg i.v.
2000 mg
30-60 minuten voor ingreep
Penicilline gebruik in laatste 7 dagen voor ingreep of peniclline overgevoeligheid
Clindamycine
< 10 kg 150 mg p.o. 10-30 kg 300 mg p.o. 30-70 kg 450 mg p.o. > 70 kg 600 mg p.o.
alternatief
Clindamycine
20 mg/kg i.v.
600 mg
30-60 minuten voor ingreep
1e keuze
Amoxicilline
50 mg/kg p.o.
3000 mg
30-60 minuten voor ingreep
alternatief
Amoxicilline
50 mg/kg i.v.
2000 mg
30-60 minuten voor ingreep
C/D
Penicilline gebruik in laatste 7 dagen voor ingreep of penicilline overgevoeligheid
Vancomycine
10 mg/kg i.v.
1000 mg
1-2 uur voor ingreep
E
1e keuze
Flucloxacilline
50 mg/kg p.o. of i.v.
2000 mg
30-60 minuten voor ingreep
E
Penicilline gebruik in laatste 7 dagen voor ingreep of peniclline overgevoeligheid
Clindamycine
< 10 kg 150 mg p.o. 10-30 kg 300 mg p.o. 30-70 kg 450 mg p.o. > 70 kg 600 mg p.o.
alternatief
Clindamycine
20 mg/kg i.v.
Ingreep
Bijzonderheden
Geneesmiddel
Dosering
A/B
1e keuze
Amoxicilline
alternatief
A/B
C/D
Beheergegevens
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
30-60 minuten voor ingreep
30-60 minuten voor ingreep
30-60 minuten voor ingreep
600 mg
30-60 minuten voor ingreep
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen 'Doseringen endocarditisprofylaxe' Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 93
VIIIf. Profylaxe van infecties bij hematooncologische patienten
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 94
Profylaxe van infecties bij hematooncologische patienten Hiervoor wordt verwezen naar het Werkboek Kinderhematologie VUMC.
Beheergegevens
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen 'Profylaxe van infecties bij hemato-oncologische patienten' Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 95
IX. Dosering bij gestoorde nierfunctie
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 96
Dosering bij gestoorde nierfunctie
Aciclovir Amfotericine B conventioneel Amfotericine B liposomaal Amikacine Amoxicilline Amoxicilline/clavulaanzuur Atovaquon/proguanil Azitromycine Benzylpenicilline Caspofungin Cefazoline Cefotaxim Ceftazidim Ceftriaxon Cefuroxim Ciprofloxacine Claritromycine Clindamycine Clioquinol Co-trimoxazol Doxycycline Erytromycine Ethambutol Feneticilline Flucloxacilline Fluconazol Flucytosine Foscarnet Fusidinezuur Ganciclovir Gentamicine Hydroxycholoroquine Imipenem Interferon-alfa Isoniazide Itraconazol Lamivudine Levofloxacine Linezolid Mebendazol Meropenem Metronidazol Nitrofurantoïne Ofloxacine Oseltamivir Pentamidine isethionaat Piperacilline Piperacilline/tazobactam Pyrazinamide Rifampicine Teicoplanine Tobramycine Trimethoprim Valaciclovir Valganciclovir Vancomycine Voriconazol
Normaal doseringsinterval
Doseringsaanpassing door interval verlenging of dosisreductie (GFR in ml/min/1,73 m2) 50-80 10-50 <10
8 24 24 24 6 6 24 24 4 24 6-8 6 8 24 8 12 12 8 8 12 12-24 6 24 8 6 24 6 12 8 12 24 24 6-8 3-5x/week 24 12-24 24 12 8 12-24 8 8 6 12 12 24 6 6 24 12-24 24 24 12 8 12 8 12
8 24 24 o.g.v. spiegels 6 6 onbekend 24 6 24 6-8 6-8 12 24 8-12 12 12 8 onbekend 12 12-24 6 24 8 6 24 6 24 8 12 o.g.v. spiegels 24 6-8 onbekend 24 12-24 24 24 8 12-24 8 8 6 12 12 24 6 6-8 24 24 24 o.g.v. spiegels 12 8 12 o.g.v. spiegels 12, niet i.v.
Beheergegevens
Handboek Parenteralia VUmc
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
geprint op 26 juni 2015
12-24 24 24 o.g.v. spiegels 12 12 onbekend 24 8 24 12 8-12 12-24 24 12-24 24 12 8 onbekend 24 12-24 6 36 8 6 24-48 12-24 vermijden 8 24-48 o.g.v. spiegels 24 8-12 onbekend 24 12-24 24 24 8 12-24 12 8-12 vermijden 24 24 24-36 6-8 8-12 24 24 48 o.g.v. spiegels 18 12 24-48 o.g.v. spiegels 12, niet i.v.
24 36-48 36-48 o.g.v. spiegels 12-24 24 onbekend 24 8 24 24-48 12-24 24-48 24 24-48 24 12 8 onbekend vermijden 12-24 6 48 12 6 24-48 24-48 vermijden 8 48-96 o.g.v. spiegels 48 12 onbekend 24 (50%) 12-24 24 (50%) 24 8 12-24 24 12-24 vermijden 24 24 48 8 12 48 24 o.g.v. spiegels o.g.v. spiegels 24 24 48-96 o.g.v. spiegels 12, niet i.v.
pagina 97
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen 'Dosering bij gestoorde nierfunctie' Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 98
X. Synoniemenlijst
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 99
Synoniemenlijst Generieke naam
Merknaam
Aciclovir
Zovirax
Albendazol
Eskazole
Amantadine
Symmetrel
Amfotericine B conventioneel
Fungizone
Amfotericine B liposomaal
Ambisome
Amikacine
Amukin
Amoxicilline
Clamoxyl
Amoxicilline/clavulaanzuur
Augmentin
Artemeter/lumefantrine
Riamet
Artemotil
Artecef
Artesunaat
Malacef
Atovaquon/proguanil
Malarone
Azitromycine
Zithromax
Benznidazol
Radanil
Benzylpenicilline
Penicilline G
Caspofungin
Cancidas
Cefazoline
Cefacidal
Cefotaxim
Claforan
Ceftazidim
Fortum
Ceftriaxon
Rocephin
Cefuroxim
Zinacef
Ciprofloxacine
Ciproxin
Claritromycine
Klacid
Clindamycine
Dalacin C
Clioquinol
Vioform
Co-trimoxazol
Bactrimel
Diethylcarbamazine
Hetrazan
Doxycycline
Dumoxin
Doxycycline
Vibramycine
Eflornithine
Ornidyl
Erytromycine
Erythrocine
Ethambutol
Myambuthol
Feneticilline
Broxil
Flucloxacilline
Stafoxil
Fluconazol
Diflucan
Flucytosine
Ancotil
Foscarnet
Foscavir
Fusidinezuur
Fucidin
Ganciclovir
Cymevene
Gentamicine
Gentamicine
Hydroxycholoroquine
Plaquenil
Imipenem
Tienam
Interferon-alfa
Intron A
Isoniazide
Isoniazide
Itraconazol
Trisporal
Ivermectine
Stromectol
Lamivudine
Epivir
Levofloxacine
Tavanic
Lindaan
Lindaan
Linezolid
Zyvoxid
Malathion
Prioderm
Mebendazol
Vermox
Mefloquine
Lariam
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 100
Melarsoprol
Melarsen Oxide-BAL
Meropenem
Meronem
Metronidazol
Flagyl
Miconazol
Daktarin
Miltefosine
Miltex
Natriumstibogluconaat
Pentostam
Niclosamide
Yomesan
Nifurtimox
Lampit
Nitazoxanide
Alinia
Nitrofurantoïne
Furabid
Nystatine
Nystatine
Ofloxacine
Tarivid
Oseltamivir
Tamiflu
Paromomycine
Humatin
PEG-interferon
Pegintron
Pentamidine
Pentacarinat
Permetrine
Loxazol
Piperacilline
Pipcil
Piperacilline/tazobactam
Tazocin
Pleconaril
Picovir
Praziquantel
Biltricide
Primaquine (base)
Primaquine (base)
Pyrazinamide
Pyrazinamide
Pyrimethamine
Daraprim
Ribavirine
Virazole
Rifampicine
Rifadin
Spiramycine
Rovamycine
Sulfadiazine
Sulfadiazine
Suramine
Germanin
Teicoplanine
Targocid
Terbinafine
Lamisil
Tiabendazol
Mintezol
Tinidazol
Fasigyn
Tobramycine
Obracin
Triclabendazol
Egaten
Trimethoprim
Monotrim
Valaciclovir
Zelitrex
Valganciclovir
Valcyte
Vancomycine
Vancocin
Voriconazol
Vfend
Zanamivir
Relenza
Merknaam
Generieke naam
Alinia
Nitazoxanide
Ambisome
Amfotericine B liposomaal
Amukin
Amikacine
Ancotil
Flucytosine
Artecef
Artemotil
Augmentin
Amoxicilline/clavulaanzuur
Bactrimel
Co-trimoxazol
Biltricide
Praziquantel
Broxil
Feneticilline
Cancidas
Caspofungin
Cefacidal
Cefazoline
Ciproxin
Ciprofloxacine
Claforan
Cefotaxim
Clamoxyl
Amoxicilline
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 101
Cymevene
Ganciclovir
Daktarin
Miconazol
Dalacin C
Clindamycine
Daraprim
Pyrimethamine
Diflucan
Fluconazol
Dumoxin
Doxycycline
Egaten
Triclabendazol
Epivir
Lamivudine
Erythrocine
Erytromycine
Eskazole
Albendazol
Fasigyn
Tinidazol
Flagyl
Metronidazol
Fortum
Ceftazidim
Foscavir
Foscarnet
Fucidin
Fusidinezuur
Fungizone
Amfotericine B conventioneel
Furabid
Nitrofurantoïne
Gentamicine
Gentamicine
Germanin
Suramine
Hetrazan
Diethylcarbamazine
Humatin
Paromomycine
Intron A
Interferon-alfa
Isoniazide
Isoniazide
Klacid
Claritromycine
Lamisil
Terbinafine
Lampit
Nifurtimox
Lariam
Mefloquine
Lindaan
Lindaan
Loxazol
Permetrine
Malacef
Artesunaat
Malarone
Atovaquon/proguanil
Melarsen Oxide-BAL
Melarsoprol
Meronem
Meropenem
Miltex
Miltefosine
Mintezol
Tiabendazol
Monotrim
Trimethoprim
Myambuthol
Ethambutol
Nystatine
Nystatine
Obracin
Tobramycine
Ornidyl
Eflornithine
Pegintron
PEG-interferon
Penicilline G
Benzylpenicilline
Pentacarinat
Pentamidine
Pentamidine isethionaat
Pentamidine isethionaat
Pentostam
Natriumstibogluconaat
Picovir
Pleconaril
Pipcil
Piperacilline
Plaquenil
Hydroxycholoroquine
Primaquine (base)
Primaquine (base)
Prioderm
Malathion
Pyrazinamide
Pyrazinamide
Radanil
Benznidazol
Relenza
Zanamivir
Riamet
Artemeter/lumefantrine
Rifadin
Rifampicine
Rocephin
Ceftriaxon
Rovamycine
Spiramycine
Stafoxil
Flucloxacilline
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 102
Stromectol
Ivermectine
Sulfadiazine
Sulfadiazine
Symmetrel
Amantadine
Tamiflu
Oseltamivir
Targocid
Teicoplanine
Tarivid
Ofloxacine
Tavanic
Levofloxacine
Tazocin
Piperacilline/tazobactam
Tienam
Imipenem
Trisporal
Itraconazol
Valcyte
Valganciclovir
Vancocin
Vancomycine
Vermox
Mebendazol
Vfend
Voriconazol
Vibramycine
Doxycycline
Vioform
Clioquinol
Virazole
Ribavirine
Yomesan
Niclosamide
Zelitrex
Valaciclovir
Zinacef
Cefuroxim
Zithromax
Azitromycine
Zovirax
Aciclovir
Zyvoxid
Linezolid
Beheergegevens
Beheerder:
Noortje Swart
Eerste versie: Laatste wijziging:
01-12-2010 geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen 'Synoniemenlijst' Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 103
Beheergegevens Verantwoordelijkheden De apotheek is verantwoordelijk voor de inhoud van de wijzigingen en voor het up-to-date houden van de handboeken op het intranet. De afdeling is ervoor verantwoordelijk dat er uitsluitend met de meest recente versies wordt gewerkt.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 104
Noortje Swart Indien u opmerkingen en/of vragen heeft over een monografie, kunt u deze e-mailen naar Noortje Swart. Vermeld in de e-mail s.v.p. duidelijk welke monografie het betreft.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 26 juni 2015
pagina 105