Jaarverslag 2009 | 1
Jaarverslag 2009
Inve steren in leren
2 | Jaarverslag 2009
Jaarverslag 2009 | 1
1
St u d e n t e n e n d o c e n t e n , k a p p e r o p l e i d i n g
2
We e k v a n h e t L e e r p a r k
3
Z o r g h el p t b ij v a c c i n a t i e s
4
Art & Design ontwerpt boek
5
Presentatie door Bouw student
6
Overleggroep Art & Design
7
Praktische Sector Oriëntatie
2008 /2009 0 8
Opening Ramadan
9
Ve r s t a n d v a n H a a r z a ke n
10 D a g v a n d e B o u w
1
2
3
Inhoud oud Leeswijzer jaarverslag 2009 Lijst van afkortingen Statement van de Raad van Toezicht Voorwoord van het College van Bestuur Missie Prestatie-indicatoren van het Da Vinci College 2009 Organogram Competentiegerichte Bouwopleiding staat als een Huis
4
5
6
7
2 2 3 4 5 6 7 8
1. Onderwijs 1.1 Doorontwikkeling Competentiegericht onderwijs 1.2 Ontwikkeling onderwijsconcept 1.3 Kwaliteit 1.4 Studenten
10
Creativiteit en eigen initiatief in een dynamische wereld
22
2. Omgeving 2.1 Educatie 2.2 De crisis en werkgelegenheid 2.3 Samenwerkingsverbanden
24
Duurzaamheid brengt het bedrijfsleven dichtbij
28
VM2: minder uitval, sneller bij de eindstreep
36
4. Bedrijfsvoering
38
Lokaal Opleidingen Centrum West Alblasserwaard: Techniek in het hart
40
5. Financiën 5.1 Inkomsten en uitgaven 2007-2009 5.2 Verdere doorvoering richtlijnen RJ660 in het jaarverslag 5.3 Kengetallen
42
Lerend naar Werk
44
Staat van baten en lasten over 2009 Balans per 31 december 2009 Locaties van het Da Vinci College Samenstelling College van Bestuur en Raad van Toezicht
46 47 48 49
Tabellen en grafieken 1. Onderwijs
16
1a Aantallen studenten Beroepsonderwijs, Educatie en Contract 1b Aantallen bekostigde diploma’s Beroepsonderwijs per onderwijssoort
8
9
10
1c Uitstroomrendement Beroepsonderwijs per onderwijssoort 1d Percentages startgekwalificeerde schoolverlaters Beroepsonderwijs per onderwijssoort
3. Personeel 3.1 Formatie 3.2 Werkgeverszaken 3.3 Projecten 3.4 Arbeidsomstandigheden 3.5 Veiligheid 3.6 Beleid rondom klachten
30
1 e Percentages voortijdige schoolverlaters Beroepsonderwijs per onderwijssoort 3. Personeel 3a Verhouding OP / OP-G / OBP (FTE) 3b Flexibele formatie per categorie (FTE) 3c Leeftijdsopbouw Instromend Personeel 3d Uitstromend Personeel per categorie 3e Leeftijdsopbouw Personeel 3f Ziekteverzuim 3g Benchmark MBO per categorie
32
2 | Jaarverslag 2009
Lijst van afkortingen ABP
J rv Jaa rve verrslag r sl ag 20 009 | 3 009
Nico van der Spek voorzitter Raad van Toezicht
Algemeen Burgerlijk Pensioen Fonds
AKA
Arbeidsmarkt gekwalificeerd assistent
AOC
Agrarisch opleidingencentrum
BAPO Bevordering Arbeidsparticipatie Ouderen
Woord oo dactie act e In dit jaarverslag verantwoordt het Da Vinci College zich over zijn prestaties in 2009. Net als in het vorige verslagjaar 2008 worden de aandachtsgebieden gevormd door onderwijs, omgeving, personeel, bedrijfsvoering en financiën. Het jaar 2009 was het eerste jaar van de strategisch beleidsperiode 20092012. In het strategisch beleidsplan “Betrokken, Ondernemend, Betrouwbaar” is uiteengezet welke doelen worden nagestreefd door het Da Vinci College op het gebied van het onderwijs, in de relaties met de omgeving en op het vlak van de verschillende terreinen van de bedrijfsvoering. Het Da Vinci College ontwikkelt zich tot een community college dat zich richt op de wensen van de lokale gemeenschap. Het hoofddoel is het verzorgen van beroepsonderwijs en educatie voor ieder die daar behoefte aan heeft. Aan begeleiding van studenten wordt veel aandacht gegeven. De voorzieningen van de school zijn afgestemd op de behoeften van de buurt. Niet alleen de studenten, maar ook de buurtbewoners kunnen er gebruik van maken. In het jaarverslag brengen we dit tot uiting in de statements van de Raad van Toezicht en het College van Bestuur, in de themahoofdstukken en in de “intermezzo’s” tussen de hoofdstukken.
BBL
Beroepsbegeleidende leerweg
BIO
Beroepen in het onderwijs
BOL
Beroepsopleidende leerweg
BPV
Beroepspraktijkvorming
BVO
Beperkte vooropleiding
CGO
Competentiegericht opleiden/onderwijs
CvB
College van Bestuur
DAVE
Davinci-Audio-Video-Entertainment
DBS
Deelnemersbegeleidingssysteem
ELO
Elektronische leeromgeving
EVC
Erkenning Verworven Competenties
FPU
Flexibele Pensionering en Uittreding
FTE
Full time equivalent
HBO
Hoger beroepsonderwijs
ICT
Informatie en Communicatie Technologie
LLB
Leren, loopbaan, burgerschap
LOC
Lokaal Opleidingen Centrum
MBO
Middelbaar beroepsonderwijs
OBP
Ondersteunend Beheerspersoneel
OCW
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
OLB
Onderwijs Leerbedrijf
OP
Onderwijsgevend Personeel
Voorwoord oo oo d oorwoord Nederland krijgt te maken met een grote uitstroom uit de arbeidsmarkt als gevolg van de vergrijzing. De vervangingsvraag en de vacatures op de niveaus 3, 4 en 5 zijn voor wat betreft zorg en techniek twee tot vijf keer zo groot als het aantal jongeren dat in opleiding is. De onderkant van de arbeidsmarkt zal een overschot blijven kennen. Wij zullen ons moeten voorbereiden op de grootste upgrading van de onderkant van de arbeidsmarkt aller tijden om straks klaar te zijn voor de vergrijzing en onze economie draaiende te houden. Alle talenten moeten daarbij worden benut. Want in onze ogen heeft het beroepsonderwijs de plicht, conform de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, om aan te sluiten bij de mogelijkheden en ambities van ieder kind, dat recht heeft op onderwijs, op arbeid en op vrije keuze van beroep.
OP-G Personeel Gerelateerd aan Onderwijsgevend Personeel PABO Pedagogische Academie voor het basisonderwijs POP
Persoonlijk ontwikkelingsplan
RMC
Regionaal Meld- en Coördinatiepunt (bij voortijdig schoolverlaten)
ROC
Regionaal opleidingencentrum
SPOS
Stichting Samenwerkingsverband Praktijkopleidingen Schilderen
SSPB
Stichting Samenwerkingsverband Praktijkopleidingen Bouw
UWV
Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen
Zorgen dat alle studenten de eindstreep halen is daarbij noodzaak én ambitie en vraagt voortdurende aanpassingen. Juist de pedagogische taak zal daartoe verder moeten worden ingevuld. Ondanks de voortdurende aanpassingen zal de leveringsbetrouwbaarheid in stand moeten blijven: lessen moeten doorgaan, afspraken moeten worden nagekomen en studenten moeten weten waar ze aan toe zijn. En last but not least, het Da Vinci College is in de regio Drechtsteden de belangrijkste kennisinstelling en zal dat in het belang van de regionale economie ook moeten blijven.
VAVO Voortgezet algemeen volwassenenonderwijs
De belangrijkste tabellen met kengetallen zijn geïntegreerd in de hoofdtekst, zodat de lezer de teksten en de tabellen gemakkelijk kan verbinden. In een aparte bijlage met kengetallen zijn meer specifieke gegevens opgenomen.
VMBO Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs VM2
Samenwerking VMBO en MBO op niveau 1 en 2
VSV
Voortijdig schoolverlaten
VVCS Vereniging Voor Contractspelers
Wij wensen u veel leesplezier! Namens de redactie Kees Verburg
“ We staan voor grote uitdagingen.”
WRLD Samenwerkingsverband AOC Wellant, ROC Rivor, ROC Leiden, Da Vinci College
De Raad van Toezicht is van mening dat het Da Vinci College op de goede weg is. De afgelopen 15 jaar zijn veel meer mensen aan een startkwalificatie geholpen voor veel minder geld. De optimale schoolgrootte van 300 à 400 studenten is in het gehele Da Vinci College doorgevoerd. Studenten(raden) zijn daar zeer tevreden over. Ondanks het feit dat 20% van onze studenten valt onder de categorie “overbelaste jongeren” is de schooluitval stabiel. De leveringsbetrouwbaarheid is een voortdurend actiepunt binnen de organisatie. En ondanks forse interne bezuinigingen is de continuïteit van het Da Vinci College veiliggesteld.
Het Da Vinci College heeft zich ontwikkeld tot een kennisinstelling voor studenten in het beroepsonderwijs en voor de volwasseneneducatie, die midden in de maatschappij staat en die vorm geeft aan goede verbindingen tussen onderwijs, de sociale omgeving van de studenten en de arbeidsmarkt. Een hoeksteen van de educatieve en economische infrastructuur in onze regio. Veel vraagstukken waar de samenleving mee worstelt komen op de schouders van het beroepsonderwijs terecht of worden op die schouders gelegd. Wij werken daar naar beste vermogen aan. En met succes, maar zonder steun van de buitenwereld zal dat niet blijvend lukken. We staan voor grote uitdagingen. Samen. Nico van der Spek, Voorzitter Raad van Toezicht
4 | Jaarverslag 2009
Jaarverslag 2009 | 5
Peter Vrancken en Max Hoefeijzers College van Bestuur
Het Da Vinci College heeft een open houding naar de samenleving. Onze kernactiviteiten richten zich op het inspireren van studenten en medewerkers tot persoonlijke en professionele groei en bevordering van onderling respect. Onze organisatie is mens- en samenwerkingsgericht, biedt ruimte aan creativiteit, en kenmerkt zich door een doe-cultuur. Wij stimuleren onze studenten het beste uit zichzelf te halen en zelf verantwoordelijkheid te nemen voor hun leerprocessen. Door professionele begeleiding bevorderen we breedte en diepgang in de persoonlijke ontwikkeling en bouwen daarmee aan de kwaliteit van de samenleving.
Voorwoord Co ooege a ooestuudr 2009 is het eerste jaar van het nieuwe strategische beleidskader 2009-2012 van het Da Vinci College, dat als titel heeft ‘Betrokken, ondernemend en betrouwbaar’. Na jaren van aandacht voor innovatie en veel ruimte voor eigen ontwikkeling voor de verschillende organisatieonderdelen hebben we in 2009 bewust gekozen voor borging van onze kwaliteit. We hebben de aandacht meer dan gemiddeld gericht op betrouwbaarheid van onze (onderwijs-)bedrijfsvoeringsprocessen. Daarbij is veel voortgang geboekt. Standaardisatie is ingezet om meer maatwerk te kunnen bieden aan onze studenten en om financiële ruimte te kunnen creëren zodat we zo goed mogelijk aan onze maatschappelijke opdracht kunnen voldoen. Die ontwikkeling sluit goed aan bij wat er vanuit de politiek en de maatschappij wordt gevraagd. Tegelijkertijd is er zorg over het onvoldoende besef bij diezelfde politiek en in de maatschappij van de tegenstrijdige vragen die aan ROC’s worden gesteld: curriculumgestuurd onderwijs versus vragen van bedrijven en de arbeidsmarkt, terugdringen van voortijdige uitval versus toegankelijkheid voor alle studenten, schaalgrootte en ROC als school versus een onderwijsinstelling die een belangrijke bijdrage levert aan de sociaaleconomische infrastructuur, minder overhead en meer middelen voor het primaire proces versus grotere verantwoordingslast en bezuinigingen. Deze tegenstellingen zetten het maatschappelijke debat op scherp. Daar is niets mis mee, maar het debat vertoont veel kenmerken van ineffectiviteit waarbij de verschillende partijen ieder aan een ander eind van het touw trekken zonder veel beweging. Het Da Vinci College tracht zo goed mogelijk te voldoen aan deze uiteenlopende vragen. Maar keuzes zijn onontkoombaar, mede gelet op de druk op de financiële middelen in het verslagjaar en de komende jaren. De leidende keuze in het handelen van het Da Vinci College is allereerst kwaliteit van ons onderwijs in resultaat en uitvoering. Ook kiezen we voor toegankelijkheid voor uiteenlopende groepen van studenten, zelfs als dat het onderwijskundig rendement onder druk zet. Toegankelijkheid betekent dat we een uiterste inspanning moeten leveren om studenten die kiezen voor het Da Vinci College
naar de eindstreep te brengen. De verankering in en de bijdrage aan de regionale sociaaleconomische infrastructuur is de derde keuze die ons handelen stuurt. Die keuze impliceert het tegen de verdrukking in overeind houden van de educatie als een relevant onderdeel van die regionale sociaaleconomische infrastructuur in een markt die de komende jaren halveert. De huidige economische crisis, maar ook de vergrijzing waardoor de komende jaren grote tekorten ontstaan op de arbeidsmarkt, geven een nieuwe inhoud aan het concept ‘community college’. Het Leerpark Dordrecht, de ontwikkelingen in Gorinchem rondom de techniekhal en de samenwerking daar met het Wellantcollege, maar ook alle maatschappelijke activiteiten in de regio waar het Da Vinci College bij betrokken is, geven inhoud aan het begrip. In het belang van deze ontwikkeling is het community college concept als thema voor dit jaarverslag gekozen. Het laat ook de samen met onze regionale partners gevoelde gemeenschappelijke verantwoordelijkheid goed zien. Dit geeft vertrouwen voor onze toekomst. In het voorliggende jaarverslag treft u een overzicht aan van de activiteiten van het Da Vinci College die aan deze keuzes inhoud geven. Het Da Vinci College werkt met veel partners – gemeenten, bedrijven, instellingen – op diverse plaatsen, op uiteenlopende manieren en in wisselende samenstelling samen. Dat is een bewuste keuze, maar we lopen tegen complexiteitsgrenzen aan. In 2009 is het Da Vinci College begonnen om samen met de partners hierin meer eenheid en samenhang te brengen. Dit proces krijgt komende jaren verder gestalte. 2009 was een jaar met relatief veel aandacht voor interne processen. Veel stappen zijn gezet in het standaardiseren van primaire processen rondom beroepspraktijkvorming, trajectbegeleiding, taal en rekenen en andere aspecten van burgerschap. Standaardisatie is onder meer bedoeld om tot een betere leveringsbetrouwbaarheid te komen, met als resultaat uitwisseling van programma’s en daardoor meer maatwerk voor studenten. De talencentra zijn verder
Missie ontwikkeld en de roosterprocessen zijn aangepast aan deze ontwikkelingen. In 2009 is een subsidie voor sport verkregen waardoor invulling gegeven kan worden aan vitaal burgerschap. Veel aandacht vereiste in 2009 de kwaliteit van het primaire proces van het domein zorg. Eigen onderzoek werd bevestigd door de inspectie en we werden dan ook met een onvoldoende beoordeeld. Een stevige verbeteroperatie was het gevolg. Inmiddels kunnen we constateren dat de verbeteringen beginnen te werken en dat dit het werkveld voorzichtig vertrouwen geeft wat tot uitdrukking komt in nieuwe samenwerkingsafspraken. 2009 was een moeilijk jaar voor de Educatie. Terwijl de deelname aan Educatie tijdelijk hoger was dan in voorgaande jaren, moest er gesaneerd worden door het niet gegund worden van de aanbesteding inburgering in de Drechtsteden en de bezuinigingen van rijkswege op het educatiebudget. Alleen al door rijksmaatregelen zal het educatiebudget in de komende jaren halveren. Voor het Da Vinci College betekent dit een ingrijpende reorganisatie die in de eerste helft van 2010 in belangrijke mate gerealiseerd is en die maakt dat er een sterkere concurrentiepositie op de markt kan worden ingenomen. Het afgelopen jaar heeft een kleine organisatieverandering plaatsgevonden die gericht was op een betere kwaliteitsborging. Functioneel nauw samenwerkende diensten zijn samengevoegd en onder één leiding gebracht. Het aantal diensten is daardoor verminderd van zeven naar vier. Tegelijkertijd is een aantal onderwijsdomeinen samengevoegd met behoud van leidinggevenden waardoor de implementatiekracht van de domeinen is vergroot. Teamnabijheid en leiderschap in verbinding zijn twee thema’s die dit jaar nadrukkelijk op de agenda stonden in het besef dat er volgende stappen gezet moeten worden op het pad naar een taakvolwassen organisatie. In financieel opzicht werd het Da Vinci College in 2009 voor het eerst sinds
Wij hanteren de leervragen van onze studenten en de wensen van onze andere klanten als het uitgangspunt van ons handelen. De leerprocessen worden vormgegeven in uitdagende, veilige en ondersteunende leeromgevingen. Door leerobjecten te ontlenen aan de beroepsmatige en maatschappelijke realiteit, is ons onderwijs actueel, innovatief en hoogwaardig en leveren we een actieve bijdrage aan de economische en maatschappelijke ontwikkeling van onze regio. Wij richten onze onderwijsprogramma’s op de behoeften van het bedrijfsleven en de maatschappelijke instellingen. We geven deze programma’s vorm samen met onze partners in de keten van voorbereidend tot hoger beroepsonderwijs, zodat onze studenten zich een kansrijke positie op de arbeidsmarkt kunnen verwerven, zich kunnen voorbereiden op vervolgonderwijs en op volwaardige maatschappelijke participatie. Wij dagen elkaar uit onze professionaliteit verder te ontwikkelen, onze talenten te ontplooien en ieders kwaliteiten te benutten, individueel en in teams, en we doen wat we beloven. Wij richten ons op concrete resultaten, zijn transparant in ons handelen en verantwoorden ons daarover op een integere wijze. Door middel van kwaliteitsbewust denken en handelen, werken we aan voortdurende verbetering en vernieuwing.
jaren geconfronteerd met een exploitatietekort in de gewone bedrijfsvoering. Weliswaar is dit tekort conform de begroting, incidentele factoren verhinderden een beter resultaat. Dankzij buitengewone baten is het totale resultaat in 2009 positief. Een eind 2009 vastgestelde sanering maakt dat de komende jaren een nieuw structureel evenwicht tussen kosten en baten wordt bereikt. De voornaamste prestatie-indicatoren laten zien dat het Da Vinci College in 2009 gemiddeld genomen vergelijkbaar scoort ten opzichte van 2008. Gelet op de ambities is het streven om daarmee de komende jaren verdere vooruitgang te boeken. We wensen u veel leesplezier. Max Hoefeijzers en Peter Vrancken
6 | Jaarverslag 2009
Jaarverslag 2009 | 7
Raad van Toezicht College van Bestuur
Bestuurssecretariaat
EdZ[hm_`i";nWc_d[h_d][dl[hWdjmeehZ_d] <WY_b_jW_h[pWa[d"?9J[d^k_il[ij_d] 9edY[hdWZc_d_ijhWj_[ >HC"FH[d9ecckd_YWj_[
Prestatie indicatoren
Financiën en concerncontrol
Da V inci College 20 0 9 Onderwerp
HBO
Welzijn
2005
2006
2007
2008
2009
MBO (in% ten opzichte van een jaar eerder op peildatum 1 oktober)
-0,8
2,4
2,5
2,7
-1,5
Educatie (in% ten opzichte van een jaar eerder op peildatum 1 oktober)
-9,4
-21,9
-31,3
18,5
6,7
Contractactiviteiten (in% ten opzichte van een jaar eerder op peildatum 1 oktober)
-9,6
31,2
-2,8
2,4
28,1
Gezondheidszorg
Deelnemersgroei
Bouw en Wonen Dienstverlening
Technologie
Onderwijsdomeinen Business
Toegankelijkheid Deelnemers met een beperkte vooropleiding (in % van de instroom bij de instelling)
18,0
20,6
27,0
27,2
29,8
Allochtone studenten
18,6
17,6
17,6
16,1
17,0
Studenten ouder dan 23 jaar
14,7
17,0
18,9
18,2
16,5
Educatie
Leisure VAVO
Office ICT
Onderwijsrendement Schoolverlaters (aantal studenten dat het DVC met een MBO diploma verlaat in % van het aantal schoolverlaters)
63
67
65
65
Voortijdig schoolverlaters (in % van het aantal schoolverlaters)
27
30
28
27
28
Studenten succes educatie (in % van het aantal studenten dat de educatie verlaat)
70
84
86
86
88,8
Art & Design
64
Deelnemerstevredenheid MBO
6,4
6,4
6,8
6,8
Educatie
*
9,0
7,8
7,8
Contractactiviteiten
*
*
8,3
Personeel Ziekteverzuim Omvang onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel (in % van de totale formatie) Medewerkerstevredenheid (gemiddelde score voor 2009 gebaseerd op voorlopige uitkomst)
5,3
5,0
5,5
5,6
6,7
64,0
69,0
70,0
70,0
70,0
6,2
**
7,8
**
7,8
Vergelijking van prestaties met landelijke cijfers Financiële kengetallen
2005
benchmark
2006
benchmark
2007
benchmark
2008
benchmark
0,42
0,48
0,45
0,46
0,37
0,42
0,34
0,33
0,35
1,41
1,19
0,66
0,98
0,39
0,86
0,36
0,68
0,50
4,40
2,00
10,20
2,20
0,90
0,60
0,20
-0,80
0,59
2006
2005/06
2007
2006/07
2008
2007/08
2009
2008/09
67
62
65
63
65
63
62
65
64
58
64
61
65
62
63
65
11
11
11
10
11
10
*11
9
Solvabiliteit Klanttevredenheid
Liquiditeit
MBO
*
6,7
*
*
*
Educatie
*
7,0
*
*
7,6
Contractactiviteiten
*
*
*
8,3
8,7
Rentabiliteit Onderwijskundige resultaten 2006-2009 Jaarresultaat: % gediplomeerden in het teljaar binnen de instellingsverlaters
Financiën
en gediplomeerde doorstroom
Solvabiliteit (de verhouding tussen eigen vermogen en totale vermogen)
0,4
0,5
0,4
0,3
0,4
Liquiditeit (de verhouding tussen de liquide middelen en vlottende activa enerzijds en schulden op korte termijn anderzijds)
1,4
0,7
0,4
0,4
0,5
Rentabiliteit (exploitatieresultaat van de gewone bedrijfsvoering in % van de baten)
4,6
10,3
0,9
0,2
0,6
*Geen gegevens, ** Tweejaarlijkse enquête
2009
Diplomaresultaat: % gediplomeerden in het teljaar of daarvoor van alle instellingsverlaters % voortijdig schoolverlaters als percentage van alle studenten * gecorrigeerd voor examendeelnemers
8 | Jaarverslag 2009
Het Da Vinci College werkt vanaf 2005 aan de invoering van het competentiegerichte onderwijs. In 2009 was ongeveer 80% van de opleidingen op deze manier ingericht. In 2010 zal het volledige onderwijs competentiegericht worden vormgegeven. Noach Staat (student middenkaderfunctionaris Bouwkunde BOL 4, en afgestudeerd als een van de eerste lichting CGO studenten) en zijn docent Michel Pipping van het domein Bouwen en Wonen blikken terug op de eerste ervaringen.
Competentiegerichte Bouwopleiding staat als een huis
9
Michel, wat is eigenlijk het belangrijkste dat Noach heeft geleerd in de opleiding? De belangrijkste competentie van het werk dat Noach doet is dat je “met je hoofd denkt voor de handen van een ander”. Het is belangrijk dat je zelf dingen uitzoekt. Ik heb Noach echt zien groeien op dat vlak. Noach: Van Michel heb ik fatsoenlijk leren tekenen. Je moet nauwkeurig te werk gaan en je moet letten op de regels van de bouwvoorschriften. En hoe heeft de opleiding zich de laatste jaren ontwikkeld? Er is meer rust gekomen in de nieuwe opleiding. De opleiding ontwikkelt zich stap voor stap. Het lijkt alsof structuur in de eerste fase van de experimenten even taboe was. Ik vind kennis nog steeds belangrijk. Daar is gelukkig meer aandacht voor gekomen. De duidelijkheid omtrent de competenties neemt toe en het aantal competenties is door bundeling afgenomen. Daardoor wordt ook het vele afvinken teruggedrongen. In de opleiding is er voor de student veel ruimte om invulling te geven aan de opdrachten, niet alles wordt voorgekauwd. De opdracht is voorgeschreven, maar de context laat ruimte. Er komt meer strengheid en structuur en mijn ervaring is dat ouders daar erg blij mee zijn. Waarom ben je eigenlijk het onderwijs ingegaan? Er was een kleine vacature op de school van mijn oom. De vacature werd al snel groter. Ik heb het altijd als klein kind leuk gevonden om architectje te spelen. Ik heb een opleiding HBO Bouwkunde gedaan en ben wel begonnen aan een universitaire studie, maar heb die niet afgemaakt. De architectuur kant was wel interessant, maar ik leerde er te weinig praktische dingen. In het onderwijs kan ik mijn ei goed kwijt. Samen met mijn collega Marco heb ik een specialisatie architectuur ontwikkeld, in samenspraak met het bedrijfsleven. Dat trekt extra leerlingen, ook meisjes. Hoe kijkt het werkveld naar de ontwikkeling van CGO? Tijdens mijn de stagebezoeken praat ik veel met mensen in de bedrijven. De wat oudere generatie vind het nog wel eens flauwekul wat er allemaal bij het CGO hoort, maar ze snappen wel dat het moet. Deze mensen kijken toch meer naar hoe je je opstelt dan naar de opleiding die je doet. Niet alle bedrijven zijn er van overtuigd dat ze in de toekomst van de branche moeten investeren. We moeten meer voorlichting geven aan de bedrijven over competentiegericht examineren. De bedrijven hebben er zelf om gevraagd competentiegericht op te leiden, maar schrikken soms terug voor wat dat dan inhoudt. Wat vind je van de kritiek op het CGO die nu veel te horen is? Michel: Voor een deel vind ik dat wel terecht, maar het is erg afhankelijk van hoe de instelling er vorm aan geeft. Het meest storend vind ik de eenzijdig negatieve houding van de pers en politiek: kom liever eens kijken hoe het er echt aan toe gaat. In de pers wordt zo gemakkelijk geoordeeld zonder dat ze een beeld hebben hoe het er echt aan toe gaat.
Noach, welke opleiding heb je gedaan en waarom heb je daarvoor gekozen? Noach: Ik heb gekozen voor de opleiding middenkaderfunctionaris Bouwkunde BOL 4. Ik wist eigenlijk nog niet zo goed wat ik wilde, maar mijn vader was actief in de bouwsector en zo ben ik daar ook terecht gekomen. Je hebt de competentiegerichte variant gedaan. Dat was een experiment en dan hoor je vaak dat mensen zich proefkonijn voelen; hoe was dat in jouw geval? Noach: Ja, ik was er een van de eerste lichting. Dat was wel raar, want je weet totaal niet waar je aan toe bent. De eerste twee jaar waren eigenlijk een drama, en ik heb weleens op het punt gestaan te stoppen, maar achteraf heb ik gelukkig doorgezet. Vanaf het derde jaar is er veel meer structuur in de opleiding gekomen. Dat was een stuk beter. Wat doe je nu en wat zijn je toekomstplannen? Noach: Ik loop nu stage als assistent werkvoorbereider bij Damsteegt. Dat is een klein bedrijf waar ik veel kan leren. Ik wil zoveel mogelijk verschillende dingen doen en krijg daar ook wel de kans voor. Ik kan er veel praktijkervaring opdoen en meer leren over productkennis. Dat doe je eigenlijk het best op in de praktijk. Ik weet nog niet precies wat ik na de opleiding ga doen, maar ik wil wel gaan werken. Misschien ga ik later nog eens een deeltijdopleiding doen. Hoe verliep de overgang van het VMBO naar je nieuwe opleiding? Noach: Dat was een grote overgang, zeker in de eerste twee jaar. Mijn vooropleiding was erg klassikaal, bij het Da Vinci verwachten ze meteen dat je heel zelfstandig bent. Door de andere aanpak na twee jaar is dat allemaal veel beter gegaan.
10 | Jaarverslag 2009
O de
Ja JJaa aa a a rrve rv ve v e rrsl sl s a ag g 20 200 2 00 0 0 9 | 111 Jaarverslag 2009
js
In het onderwijsconcept van het Da Vinci College wordt het leerproces gestuurd door geïntegreerde opdrachten en taken die worden ontleend aan de authentieke context van het beroep. Onderwijs, instellingen en bedrijfsleven werken samen bij het ondersteunen en begeleiden van de studenten in hun competentieverwerving als startend beroepsbeoefenaar. Onderwijsleerbedrijven spelen daarbij een cruciale rol. In het onderwijsconcept wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen leren en beoordelen. De beoordeling wordt vastgelegd in het leer- en ontwikkelingsportfolio. De eindtoetsing gericht op kwalificering bestaat uit een examenmix van portfolio-assessment, proeve van bekwaamheid en een criteriumgericht interview. In het verslagjaar is gewerkt aan het verder implementeren en verbeteren van de kwaliteit van het concept. Begeleiden van studenten, betrouwbaar onderwijs en meer aandacht voor taal en rekenen hebben daarbij centraal gestaan, naast de invoering van CGO en de contextrijke leeromgevingen.
Opening schooljaar met kwartetspel
Uitblinker
Overzicht aantal CGO opleidingen en studentenaantallen Schooljaar Aantal opleidingen Aantal studenten Percentage van totaal
1.1 Competentiegericht onderwijs verder ontwikkeld In het verslagjaar is de persoonlijke begeleiding in de vorm van trajectbegeleiding tijdens de voortgang van het leerproces versterkt en is de relatie tussen de interne tweedelijns zorg en de externe derdelijns zorg verbeterd. De ontwikkeling van examinering in het CGO heeft veel aandacht en tijd gevraagd, met name in die situaties waar landelijk nog weinig tot geen geschikte materialen zijn ontwikkeld. In 2009 is een begin gemaakt met het ontwikkelen van een onderwijscatalogus die in de strategische beleidsperiode 2009-2012 zal leiden tot een gedetailleerde beschrijving van de onderwijsproducten. Hiermee wordt het flexibiliseren van opleidingen en de ontwikkeling van maatwerk gefaciliteerd. Een vierde prioriteit is het tot stand brengen van praktijkopdrachten geweest. In 2009 is voortgang geboekt met betrekking tot de standaardisering van de intake en plaatsing, de trajectbegeleiding, het praktijkleren en de beoordeling en examinering. Invoering van CGO nadert voltooiing Het Da Vinci College werkt vanaf 2005 aan een zorgvuldige invoering van CGO. Nadat in 2005 met een gering aantal experimentele opleidingen van start is gegaan, is in de daaropvolgende jaren gewerkt aan verbreding en verdieping. Naar verwachting zullen in het schooljaar 2010-2011 alle opleidingen volledig competentiegericht worden uitgevoerd.
2004- 2005- 2006- 20072005 2006 2007 2008 1
15
64
84
20082009
20092010
144 (1 jaar totaal)
1e en 2e leerjaar totaal
e
11
546
2261
4704
6484
0,1%
6%
25%
53%
72%
het Da Vinci College vertegenwoordigd tijdens een landelijke verkiezing georganiseerd door de MBO Raad. 20102011 totaal
7244 prognose 9000 80%
100%
Bij de vroege starters functioneert het CGO inmiddels al een aantal jaren. Zowel studenten als docenten geven aan dat geleerd is van de kinderziektes en dat de waardering voor het CGO toeneemt. Studenten en CGO In periodieke gesprekken met de studentenraden in Dordrecht en Gorinchem en in reflectie- en lunchgesprekken met studenten in de domeinen is naar voren gekomen dat de studenten positief staan ten opzichte van het CGO. Zij vragen daarbij wel aandacht voor de begeleiding en voor het grote verschil in de aanpak van VMBO en MBO (hetgeen ook blijkt uit de ervaringen met de VM 2 trajecten, waarover elders in dit jaarverslag meer). Met de groei van het CGO ervaren de studenten meer structuur in het onderwijs. Verbeterpunten liggen op het gebied van de roosterorganisatie en de communicatie over de roosters. Da Vinci Uitblinker Jaarlijks wordt op ieder ROC in Nederland een MBO uitblinker gekozen. Bij het Da Vinci College zijn 10 studenten genomineerd op basis van hun prestaties op school en in hun BPV- periode. Medestudenten en personeel hebben via internet gestemd. Ook een vakjury heeft de stem uitgebracht. Susan Hoogkamp, student ICT, is de MBO-uitblinker van het Da Vinci College geworden. Zij heeft de award ontvangen onder meer dankzij een succesvolle stage bij softwarebedrijf Seagull. Op 15 oktober heeft Susan
Betrokkenheid werkveld bij CGO De betrokkenheid van het werkveld bij de ontwikkeling en uitvoering van het onderwijs is groot. In de meeste domeinen zijn klankbordgroepen of bedrijfsadviescommissies geformeerd waar alle aspecten van het onderwijs, de examinering, de begeleiding en de ontwikkelingen in de branche worden besproken. Het werkveld maakt deel uit van examencommissies en vaststellingscommissies van examens. Proeven van bekwaamheid worden afgenomen in samenwerking met bedrijven. Verschillende domeinen kennen bedrijfsgroepen. Dit zijn maatwerktrajecten met studenten uit één bedrijf, waarmee in samenspraak de opleiding wordt vormgegeven. Het bedrijfsbureau evalueert regelmatig hoe de trajecten door de bedrijven worden ervaren. De gemiddelde waardering in 2009 bedroeg 7,7. Draagvlak onder medewerkers voor CGO Met de docenten is in teamverband regelmatig gereflecteerd op de implementatie van CGO en de daarvoor noodzakelijke randvoorwaarden. Per team is in 2009 een analyse gemaakt van de stand van zaken met betrekking tot de invoering van CGO. Alle teams hebben gewerkt aan verbetering van de implementatie en aan professionalisering van alle betrokkenen. Diverse scholingstrajecten zijn in dit kader gevolgd (zie verderop in het jaarverslag). Het accent heeft daarbij gelegen op het beoordelen in het CGO. 1.2 Ontwikkeling onderwijsconcept In het medewerkerstevredenheidsonderzoek van begin 2010 geeft 73% van de medewerkers aan een helder beeld te hebben van het onderwijsconcept. Een passende begeleiding van studenten is cruciaal voor
12 | Jaarverslag 2009
Jaarverslag 2009 | 13
Bouwvak Opleidingen opening gebouw SSPB
Het domein gezondheidszorg naar het Gezondheidspark
het succesvol doorlopen van de beroepsopleiding. De trajectbegeleider speelt als eerstelijns begeleider daarbij een belangrijke rol. In het verslagjaar is hierin stevig geïnvesteerd. De rol van de trajectbegeleider in de intake van nieuwe studenten is geintensiveerd. Standaardisatie heeft plaatsgevonden van de criteria voor het vaststellen van bewijsstukken van het portfolio, het door de student te ontwikkelen persoonlijk ontwikkelingsplan en persoonlijk actieplan en het assessment- instrumentarium. Iedere student krijgt een trajectbegeleider toegewezen. In februari 2010 is een audit uitgevoerd in WRLD-verband, waaruit blijkt dat studenten tevreden zijn dat individueel maatwerk en het tempo van de studievoortgang veel aandacht krijgen. De registratie van gegevens zal in 2010 meer gestandaardiseerd plaatsvinden. Daarnaast zijn contextrijke leeromgevingen en het talencentrum doorontwikkeld en zijn er stappen gezet op het gebied van burgerschap, Nederlands en rekenen. Verdere ontwikkeling contextrijke leeromgevingen In 2009 zijn de bouw - en schildersopleidingen in Dordrecht verhuisd naar de locatie ‘tBouwhuys. Het Da Vinci College, SSPB met zijn specifieke cursussen en trainingen, en de schildersopleidingen onder de naam Schilder^sCool werken daar intensief samen in een omgeving die volledig is geënt op de wereld van de bouw. Zo worden bijvoorbeeld tijdens de theoriedagen zogenaamde deeltaken van specifieke praktijkonderdelen aangeboden in de werkplaats. In de werkplaats worden ook de proeven van bekwaamheid, de praktijkonderdelen van de BOL 4, praktijkinstructie voor leerlingen van de timmerindustrie én de praktijkdagen van de BOL 1 en 2 ingevuld. Op 12 februari 2010 is het aangepaste gebouw officieel geopend door de wethouder van onderwijs. De samenwerking gaat verder onder de naam Bouw Vak Opleiding. De verhuizing is een belangrijke
Student aan het werk bij DAVE
impuls gebleken voor de uitvoering van het CGO. Voor het domein Gezondheidszorg is in 2009 verder gebouwd aan de locatie op het Gezondheidspark. Medio 2010 zal de verhuizing plaatsvinden naar het terrein van het Albert Schweitzer Ziekenhuis. Het domein krijgt daar een zeer moderne leeromgeving midden in de context van het beroep. De oude locatie Steegoversloot wordt verlaten in juni 2010. Het Da Vinci College en de rechtsvoorgangers hebben daar dan bijna 110 jaar onderwijs geboden. Op het Leerpark zijn belangrijke stappen gezet bij het realiseren van contextrijke leeromgevingen voor het technisch onderwijs met de komst van de brandweer, de ontwikkeling van de duurzaamheidsfabriek (zie verderop in het jaarverslag) en een centrum voor duurzame mobiliteit. Voor Gorinchem zijn vergelijkbare initiatieven ontwikkeld in de vorm van een techniekhal samen met het VMBO en het bedrijfsleven. Onderwijsleerbedrijven De brandweer heeft in 2009 besloten een kazerne te gaan bouwen op de locatie Leerpark. Het Da Vinci College is al in een vroeg stadium betrokken geweest bij de plannen voor de bouw. In het nieuwe brandweeronderkomen wordt een kenniscentrum voor fysieke veiligheid gerealiseerd. Fysieke veiligheid, transportveiligheid en externe veiligheid worden geïntegreerd in het reguliere onderwijs, en leermogelijkheden worden vergroot voor de technische en beveiligingsopleidingen. Tevens zijn er mogelijkheden voor het upgraden van de beveiligingsopleiding met een brandweercertificaat. Personeelsleden van de brandweer in de parate dienst krijgen een loopbaantraject aangeboden. Brandweermensen kunnen in de toekomst op het Leerpark een opleiding volgen voor hun tweede carrière. In relatie met opleidingen in bijvoorbeeld de autotechniek en de beveiliging kan op deze wijze een goed perspectief worden geboden aan deze medewerkers en zal er tegelijkertijd een belangrijke wervende werking van uitgaan voor de brandweer.
In oktober 2009 is met Cavé Mountain Network een overeenkomst afgesloten om een klim- en bergsportcentrum te realiseren in het nieuwe sportgebouw Sport+ op het Leerpark. Het klim- en bergsportcentrum van Mountain Network Dordrecht zal een belangrijke rol spelen in de samenwerking tussen het sportbedrijf van de gemeente en het Da Vinci College met betrekking tot studentensport en het realiseren van een onderwijsleerbedrijf voor de opleiding Sport en Bewegen.
In 2009 is RTV Rijnmond toegetreden als partner in het onderwijsleerbedrijf DAVE (Da Vinci Audio Video Entertainment). Met RTV Rijnmond, Stolk en Arco Iris wordt gewerkt aan verdere professionalisering van het onderwijsleerbedrijf en van de opleidingen die er worden aangeboden. De samenwerking komt tot uiting in de vorm van visieontwikkeling, betrokkenheid bij lessen door medewerkers van RTV Rijnmond, het bieden van stage plaatsen etc.
In januari 2009 is de Stichting Leerwerkbedrijf Energie op Maat opgericht, met als doel het verlagen van de energiekosten en het verminderen van de CO2 uitstoot van 6000 huishoudens, waarbij dit voor mensen met lagere inkomens leidt tot verbetering van de inkomensbesteding en vermindering van het energieverbruik. Door de inzet in het leerwerkbedrijf worden de kansen op de arbeidsmarkt vergroot van langdurig werklozen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt en van studenten van VMBO en MBO. Studenten geven voorlichting in de wijken, leggen huisbezoeken af en houden onderzoeken naar klanttevredenheid. Een bijdrage aan de duurzaamheid van de samenleving wordt geleverd door vermindering van CO2 emissies en reductie van het energieverbruik.
Overzicht van operationele onderwijsleerbedrijven
Energie op maat
Onderwijsleerbedrijf Business partner
Locatie
Domein(en)
Automotive
Innovam
Dordrecht
Technologie
Bankshop
ABN/AMRO
Leerpark
Business
Beveiliging
ANVD
Leerpark
Leisure
Brouwerij
Stichting stadsbrouwerij Dordrecht
AKA/Leisure
DAVE
Stolk/Arco Iris / RTV Rijnmond
Leerpark
Art & Design
Family Learning
Gastouder gezinnen
Leerpark / Gorinchem
Dienstverlening
Grand café
Cormet
Leerpark / Zwijndrecht
Dienstverlening
Ketelstraat
HVL/Mampaey
Leerpark
Technologie
Kringloop
Opnieuw & Co
Papendrecht / AKA/Business Dordrecht / Zwijndrecht
Metaal
VSH/SST
Papendrecht
Technologie
Pronto
Océ
Leerpark
AKA
Refurbizz
NTS
Papendrecht
ICT
Scheepswerf
IHC
Kinderdijk
Technologie
Spar filiaal
Spar
Gorinchem
Business
Verstand van Haarzaken
Van Pelt
Leerpark
Leisure
Verhuisbedrijf
De Haan
Papendrecht
Business
14 | Jaarverslag 2009
Jaarv Jaarverslag 2009 | 15
Talencentrum
Werken in projecten Het projectenbureau Prego is een samenwerking van het Da Vinci College met de Hogeschool Rotterdam. Het bureau bemiddelt tussen interne en externe opdrachtgevers en de verschillende opleidingen voor wat betreft de (waar mogelijk) domeinoverstijgende uitvoering van projecten en evenementen. Naast de traditionele bijdrage aan het Sinterklaashuis en de Kerstijsbaan, is voor het kringloopbedrijf Opnieuw & Co een modeshow georganiseerd. Voor de woningcorporatie Woonbron is een marktonderzoek uitgevoerd voor de te realiseren woningen op het Leerpark. Met vijf andere ROC’s heeft het Da Vinci College deelgenomen aan de wedstrijd om het duurzaamste ROC te worden (ROC the Game). Minister Cramer van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer heeft aan onze studenten de prijs voor de beste actieopdracht uitgereikt.
FTE uitgebreid. In maart 2010 is de trajectbegeleiding binnen het Da Vinci College geëvalueerd. De conclusie is dat de trajectbegeleiding steeds beter functioneert. Een verbeterpunt is de verslaglegging in de pedagogische dossiers. Peer Support wordt geborgd Eind 2008 heeft het Da Vinci College de stichting Kenniscentrum Peer Support opgericht. In de loop van 2009 is na overleg met de uitgeverij Malmberg door het bestuur van de stichting besloten de bestaande activiteiten met betrekking tot Peer Support in eigen beheer te nemen. De stichting heeft als doel om de kennis met betrekking tot Peer Support te borgen, de kwaliteit ervan op een hoog peil te houden en om waar
In 2010 zal de aanpak van Prego worden versterkt door actieve communicatie over projecten en door het versterken van de combinatie met het HBO.
mogelijk een impuls te geven aan deze vorm van begeleiden in het kader van de bestrijding van voortijdig schoolverlaten. In het verslagjaar zijn enkele congressen georganiseerd en is tijdens de LOB-proeverij van het ministerie van OCW grote belangstelling getoond door VO- en MBOscholen. Talencentrum ingebed in het onderwijsconcept Een bijzondere plaats in het onderwijsconcept wordt ingenomen door de Talencentra in Dordrecht en Gorinchem. In 2009 is een implementatieplan opgesteld met een concrete vertaling van de visie op het onderwijs in de moderne vreemde talen, in het bijzonder Engels. In het verslagjaar zijn belangrijke stappen gezet om de kwaliteit van de uitvoering te verbeteren op het vlak van de roosters, de interne organisatie, het vormgeven van lesprogramma’s in niveaugroepen en het afnemen van niveautoetsen aan het begin van het schooljaar en tussentijds. De eerste bevindingen van het Talencentrum met de Da Vinci brede toepassing laten een beeld zien van een ernstig tekortschietend taalniveau van nieuwe studenten. De consequentie hiervan is dat grote aantallen studenten fors extra onderwijs in moderne vreemde talen zullen moeten volgen om te kunnen voldoen aan de wettelijke eisen.
Trajectbegeleiding In het verslagjaar heeft het College van Bestuur de Visienota trajectbegeleiding vastgesteld. In het CGO waarin meer tijd- en plaatsonafhankelijk wordt geleerd, waarin traditionele klasverbanden in toenemende mate worden verlaten en waarin meer aandacht voor de individuele leervragen van de student ontstaat, is een goede trajectbegeleiding onmisbaar. In 2009 is een belangrijke stap gezet om de trajectbegeleiding te verankeren in de teams. Gekozen is voor een nieuw deelnemerbegeleidingssysteem (DBS) voor de opbouw van het pedagogisch dossier en de studentenregistratie. Op dit moment wordt gewerkt aan de inrichting van het DBS. Verwacht wordt dat het DBS in het nieuwe cohort operationeel is.
In de komende periode zullen onderhouds- en verdiepingsprogramma’s worden ontwikkeld. Net als in 2008 wordt standaard 160 klokuren, verdeeld over twee leerjaren, aangeboden aan de studenten om de voor het kwalificatiedossier van hun opleiding noodzakelijke niveaustijging te kunnen maken. De inzet van de elektronische leeromgeving krijgt daarbij bijzondere aandacht. Medio 2010 zullen de eerste kengetallen beschikbaar komen van de resultaten die met deze aanpak zijn geboekt. De organisatie van het talenonderwijs in de BBL-opleidingen vereist veel maatwerk oplossingen, te meer omdat een deel van dit onderwijs op decentrale locaties wordt uitgevoerd.
Er is in 2009 de afspraak gemaakt dat elke student een trajectbegeleider krijgt en recht heeft op 7 uur trajectbegeleiding per studiejaar. Begin 2010 is de omvang van de trajectbegeleiding voor overbelaste jongeren met 5 1000e certificaat Peer Support
Meer aandacht voor Nederlands, rekenen en burgerschap De aanpak van Nederlands en rekenen en de verdere ontwikkeling van Leren, Loopbaan en Burgerschap (LLB) zijn in het afgelopen jaar geïntensiveerd. In alle eerstejaars groepen van alle opleidingen (zowel BOL als BBL) wordt met ingang van het cursusjaar 2008/2009 gewerkt met dezelfde methode Nederlands. Het niveau van alle studenten wordt getest, zowel bij aanvang van de opleiding als tussentijds om de vorderingen te meten. In 2010 zal op basis van de eerste ervaringen een nulmeting worden gehouden van de verdeling van de start- en tussenniveaus van deze groep studenten. Taalcoaches begeleiden opleidingsteams bij de ontwikkeling van taalgericht vakonderwijs. In het kader van het project Taalontwikkeling in het MBO, geïnitieerd door het Platform Beroepsonderwijs, zijn 12 docenten Nederlands van de domeinen AKA/Dienstverlening, Office en Technologie bijgeschoold tot taalcoach. Dit project is begeleid door het ITTA van de Universiteit van Amsterdam. Op basis van de opgedane ervaringen vindt implementatie plaats in alle domeinen. Mede in het kader van de doelstelling om het voortijdig schoolverlaten terug te dringen is in 2009 gestart met reparatietrajecten om studenten die problemen ervaren met hun taalvaardigheid Nederlands binnen korte tijd op niveau te brengen, zodat zij met meer succes hun opleiding kunnen vervolgen. Voor de uitvoering van deze reparatietrajecten is gebruik gemaakt van aanwezige expertise van collega’s uit het domein Educatie en voor de financiering is een beroep gedaan op regionale VSVsubsidiegelden. Vooruitlopend op de algemene eisen die vanaf september 2010 gaan
16 | Jaarverslag 2009
Jaarverslag 2009 | 17
1a.Aantallen deelnemers Beroepsonderwijs, Educatie, Contract (2006-2009) Peildatum 1 oktober
2006
2007
2008
2009
Beroepsonderwijs (bekostigd)
8.576
8.809
9.045
8.907
251
257
391
365
Educatie
1.307
901
1.068
1.140
Contractonderwijs
1.508
1.466
1.565
2.005
- waarvan HBO
305
335
343
354
11.642
11.433
12.069
12.417
Examendeelnemers
Totaal
1b. Aantallen bekostigde diploma’s Beroepsonderwijs per onderwijssoort (2006-2009) 15000
Kalenderjaar
2006
2007
2008
2009
BOL voltijd
1.362
1.300
1.180
1.074
117
77
68
57
1.246
1.266
1.284
1.139
188
202
331
393
2.913
2.845
2.863
2.663
BOL deeltijd
12000
BBL Examendeelnemers
9000
Totaal
2000
BOL voltijd
Beroepsonderwijs
BBL
Contractonderwijs Totaal
1000
BOL deeltijd
3000
Educatie
Voor ‘burgerschap’ zijn het afgelopen jaar de thema’s vastgesteld waarmee het Da Vinci College zich wil profileren. In het visiedocument ‘Burgerschap’ worden de thema’s internationalisering, duurzaamheid, ondernemerschap en gezondheid verbonden met het politiek-juridische, het economische en het sociaal-maatschappelijke domein.
2500
1500 6000
gelden en in lijn met de aanbevelingen van de commissie Meijerink over doorlopende leerlijnen rekenen en Nederlands is verder gewerkt aan het formuleren van Da Vinci rekenbeleid. In het cursusjaar 2008/2009 is in een aantal opleidingen ervaring opgedaan met een nieuwe rekenmethode. In 2009 is besloten om per 1 september 2010 Da Vinci breed één gezamenlijke algemene rekenmethode voor de eerstejaars van alle opleidingen in gebruik te nemen.
3000
500
Examendeelnemers
0
Totaal
2006
2007
2008
2009
sprake is van zorgdeelnemers, studenten met een handicap of bijzondere situaties wordt een zorgcoördinator betrokken bij het in kaart brengen van de te bieden zorg op school en geeft deze een plaatsingsadvies af. Er is in 2009 geïnvesteerd in het verder ontwikkelen van relaties tussen de interne 2e- en de externe 3e-lijns begeleidingsexpertises. Vanaf 2009 functioneert een ZorgAdviesTeam voor Dordrecht en de regio Gorinchem. Hieraan nemen naast 2e-lijns zorgmedewerkers van het Da Vinci College een orthopedagoog, een psychiatrisch verpleegkundige, een vertegenwoordiger van Bureau Leerplicht en van Bureau Jeugdzorg en het maatschappelijk werk deel.
In samenwerking met de gemeente Dordrecht en sportverenigingen zijn in 2009 de hoofdlijnen van het project Vitaal Burgerschap uitgewerkt, als basis voor het stimuleren van bewegen en sport en het zich eigen maken van een gezonde levensstijl tijdens de MBO-opleiding. Hiermee komt vanaf september 2010 sport terug op het onderwijsprogramma in het MBO.
Overige activiteiten Servicecentrum in 2009 Studenten verwezen door trajectbegeleiders naar de zorgcoördinatoren
Aantal 1350
Gegeven studieloopbaanadviezen
357
Aantal afgenomen testen (loopbaanadvies, persoonlijkheid en interesse)
520
Geregistreerd aantal studenten met een handicap
286
Aantal intakedossiers gecompleteerd door medewerker Studie en Handicap
345
Studenten geholpen bij het aanvragen of inzetten van een rugzakje (LGF) Studenten langdurig begeleid door remedial teachers
84
45
Studenten verwezen naar Routecoach Arubanen/Antillianen
30
2007
2008
2009
In haar reguliere toezicht heeft de inspectie in juni 2009 de domeinen Art & Design, Bouw & Wonen, Technologie en Gezondheidszorg onderzocht. Alle domeinen hebben het basisarrangement toegekend gekregen, behoudens een opleiding in het domein Gezondheidszorg. De inspectie kent het basisarrangement toe, als men vertrouwen heeft in de kwaliteit van de school. Deze positieve beoordeling is in de eerste helft van 2010 opnieuw ontvangen. Overzicht uitgevoerde onderzoeken en audits in 2009 Soort onderzoek / audit
Door
Audit inschrijving en intake
WRLD
Rapport aangeboden januari 2009
Datum
Maart 2009
Studenten verwezen naar Time-out Leerdam en Dordrecht
42
Studenten verwezen naar school-interne time-out in Gorinchem
34
Audit 850 uren norm
WRLD
Studenten besproken in het Zorgadvies Team
26
Inspectie
Mei 2009
Studenten die aan een training Faalangst en Assertiviteit hebben deelgenomen
95
Programmering, realisatie en verantwoording van de onderwijstijd
Juni 2009
29
Kwaliteit van het onderwijs aan visueel gehandicapte leerlingen
Inspectie
Deelname aan speciale klas voor Tienermoeders
Thema onderzoek nautische en luchtvaartsector
Inspectie
Juni 2009
Onderzoek naar mogelijke tekortkomingen in de kwaliteit van het onderwijs
Inspectie
Juni 2009
170
De hulpvragen van de grootste groep studenten die verwezen wordt naar het Servicecentrum liggen vooral op het gebied van opleidingsproblemen (15%), motivatie (13%), gedrag (11%) en psychische problemen (9%). 1.3 Kwaliteit In het verslagjaar heeft het Da Vinci College zich vooral gericht op het realiseren van de resultaten die voldoen aan de afgesproken kwaliteit voor studenten en hun ouders en voor de bedrijven en instellingen. In 2009 is een drietal audits op bedrijfsprocessen uitgevoerd in samenspraak met onze WRLD-partners. De algemene conclusie luidt dat het Da Vinci College ook in 2009 heeft voldaan aan de wettelijke eisen en dat er is gewerkt conform de gemaakte procedurele afspraken. service centrum
2006
256
Studenten verwezen naar schoolmaatschappelijk werk
Studenten die coaching en counselling hebben gekregen (o.a. van Studenten HBO Pedagogiek en Psychologie)
Service centrum in nauwe samenwerking met de onderwijsdomeinen en diensten In 2007 is bij de ingebruikname van het Leerpark in Dordrecht tegelijkertijd het Servicecentrum gestart met verschillende gespecialiseerde diensten voor deelnemers vanuit 2 vestigingen in Dordrecht en Gorinchem. Een onderdeel van dit Servicecentrum is een centraal punt waar per mail, per telefoon en aan de balie informatie wordt verstrekt over het totale aanbod van opleidingen. Daarnaast wordt het Servicecentrum ingeschakeld in het kader van intake en aanmelding van nieuwe studenten. Hoewel de intake in principe plaats vindt in een onderwijsdomein wordt het Servicecentrum ingeschakeld bij een zgn. tweede intake. Daar waar er
0
Onderzoek naar klachten-behandeling in het MBO
Inspectie
Oktober 2009
Onderzoek naar de kwaliteit van EVC procedures
Inspectie
Oktober 2009
Onderzoek naar de kwaliteit van de examinering
Inspectie
Oktober 2009
Onderzoek naar verbetering van de kwaliteit van examinering
Inspectie
Oktober 2009
Audit voldoen aan wettelijke eisen en externe regelgeving
WRLD
December 2009
Ingezette onderwijstijd ruim voldoende Uit periodieke interne audits is gebleken dat de opleidingstijd van de BOL-opleidingen van het Da Vinci College ruim boven de minimumnorm van 850 uur uitkomt. Dit is bevestigd in een onderzoek van de onderwijsinspectie in de maand mei naar de programmering en realisatie van de onderwijstijd en naar de wijze van verantwoording daarover bij de opleidingen Middenkaderfunctionaris Bouw en Infra, Zelfstandig werkend
18 | Jaarverslag 2009
Jaarverslag 2009 | 19
1d. Percentages startgekwalificeerde schoolverlaters Beroepsonderwijs per onderwijssoort (2006-2009)
1c. Uitstroomrendement Beroepsonderwijs per onderwijssoort (2006-2009) Schooljaar
2006-2007 schoolverlaters
diploma
1.621
1.031
153
BBL Totaal
BOL voltijd BOL deeltijd
2007-2008 schoolverlaters
diploma
64%
1.586
1.002
81
53%
103
1.570
1.048
67%
3.344
2.160
65%
2008-2009 schoolverlaters
diploma
63%
1561
941
60%
68
66%
83
57
69%
1.715
1.187
69%
1847
1219
66%
3.404
2.257
66%
3491
2217
64%
Erkenning van Verworven Competenties verlengd De inspectie heeft in de maand december 2009 een landelijk onderzoek uitgevoerd naar de EVC- procedures bij alle aanbieders: ROC’s, HBOinstellingen, Kenniscentra en particuliere instellingen. Het inspectierapport over het onderzoek is in februari 2010 ontvangen. De erkenning is door het ministerie van OCW verlengd. Onderzoek examinering In oktober 2009 heeft de Inspectie onderzoek gedaan naar de examenkwaliteit van 13 opleidingen van het Da Vinci College. In de rapportage, die is verschenen in maart 2010, is de examinering van vijf opleidingen beoordeeld als onvoldoende. Voor vier daarvan is het oordeel van de Inspectie gebaseerd op de kwaliteit van de door het Da Vinci College bij Kenteq en Philyra ingekochte examens. Ten tijde van de inkoop was niet bekend dat de kwaliteit van deze examens als onvoldoende zou worden beoordeeld. Kenteq en Philyra is gevraagd om hun producten aan te passen. De bedrijfstak verwacht van het ROC dat voor de examens gebruik wordt gemaakt van de producten van deze organisaties. De opleidingen van ICT en Technologie die in 2007-2008 een onvoldoende beoordeling hebben gekregen, zijn volgens de Inspectie inmiddels op orde. Extern rendement onder gediplomeerden onderzocht Het Da Vinci College heeft deelgenomen aan het project MBO-kaart. De gediplomeerde schoolverlaters in de periode oktober 2007 – oktober 2008 zijn in het voorjaar van 2009 geënquêteerd, wat een respons heeft opgeleverd van 42% (landelijk 37%). Van de gediplomeerden heeft 58% een opleiding op niveau 3 of 4 gevolgd.
Schooljaar
2006-2007
2007-2008
2008-2009
100%
90%
BOL voltijd
60%
58%
60%
90%
80%
BOL deeltijd
55%
57%
83%
80%
BBL
68%
73%
72%
Totaal
63%
66%
67%
70%
70%
60%
60%
50%
50%
40%
40%
BOL voltijd
30%
BOL voltijd
30%
BOL deeltijd
20%
BOL deeltijd
20%
BBL
10%
BBL
10%
Totaal
medewerker reizen, Verkoper reizen en Commercieel medewerker reizen. Gemiddeld is in de opleidingen een totaal van ten minste 960 klokuren gerealiseerd. Onderzoek van de Inspectie in mei 2010 bij de Kappersopleiding heeft dit opnieuw bevestigd.
100%
0
Totaal
2006-2007
2007-2008
2008-2009
De BOL-gediplomeerden zijn tevreden. Het meest positief zijn ze over de ’wijze van examinering in de opleiding’ (77% is hier tevreden over). Ze zijn gemiddeld positiever geworden over de ‘voorbereiding op het zoeken naar werk / kiezen van een vervolgopleiding’ (51% tegen 44% in 2007; landelijk 46% in 2008) De positieve score voor het lesprogramma is iets teruggelopen van 73% (2007) naar 71% (landelijk 75%). De relatieve tevredenheid en de positieve waardering groeien naarmate het niveau van de opleiding lager is; zo is bij de BOL-ers op niveau 1 de positieve score over het lesprogramma 82%. Over het algemeen zijn de BBL-gediplomeerden tevredener over de verschillende kwaliteitsaspecten. Het aandeel tevreden BBL-ers ligt voor alle aspecten tussen de 73% (begeleiding) en 87% (examinering). Cedeo erkenning voor het Da Vinci College Cedeo bestaat sinds 1980 en is een initiatief van HR-managers bij de grootste bedrijven en instellingen van Nederland, gesteund door het ministerie van Economische Zaken. Op basis van onderzoeken naar klanttevredenheid onder gebruikers voorziet Cedeo in de behoefte bij de inkopers van opleidingen en andere HR-diensten aan een objectief keurmerk voor kwaliteit. Om voor erkenning in aanmerking te komen dient tenminste 80% van de benaderde opdrachtgevers zich uit te spreken in termen van “tevreden” tot “zeer tevreden”. Het Da Vinci College is opnieuw erkend voor zowel de maatwerkopleidingen als voor het aanbod op basis van open inschrijving. De door Cedeo ondervraagde klanten geven aan dat zij het Da Vinci College beschouwen als een betrouwbare, professionele organisatie en dat zij waardering hebben voor het maatwerk, de persoonlijke benadering en de ervaring en deskundigheid van de opleiders. Enkele suggesties ter verbetering zijn gedaan waar het de nazorg van opleidingstrajecten en de inschrijfprocedure betreft. Het Da Vinci College heeft 87% tevreden tot zeer tevreden gescoord.
0
2006-2007
2007-2008
2008-2009
Met betrekking tot de open inschrijving doet zich een vergelijkbaar beeld voor. Vooral het contact met medewerkers, de betrouwbaarheid van de uitvoering en het diverse opleidingenaanbod worden gewaardeerd. Verbetertips betreffen de tussentijdse evaluaties, de bereikbaarheid tijdens vakanties en de nazorg.
is er een forse stijging van het aantal studenten dat als examendeelnemer is ingeschreven. In 2009 is het aantal studenten in een niveau 4 opleiding opnieuw fors gestegen (9,4%). De afgelopen jaren is het aantal studenten dat een opleiding volgt op niveau 4 met bijna 50% gestegen.
Accreditatie HBO In 2009 is de opleiding HBO Toegepaste Psychologie definitief geaccrediteerd in vervolg op de voorlopige erkenning die in 2008 is verkregen. Voor de opleiding Ondernemerschap geldt een voorlopige accreditatie.
Vooropleiding Het Da Vinci College kiest er bewust voor om niet te selecteren aan de poort, maar om ook studenten die niet succesvol zijn geweest in het voortgezet onderwijs toe te laten. Dat heeft er toe geleid dat de instroom van studenten met een niet voltooide VMBO-opleiding is toegenomen van 20% (in 2006) tot 30% (in 2009). Worden ook de studenten met een niet-afgeronde opleiding in HAVO of VWO betrokken, dan nemen deze cijfers met 18% toe. Ook hier is sprake van een forse groei. Samen betekent dit dat bijna de helft van de nieuw aangemelde studenten geen afgeronde opleiding in het voortgezet onderwijs heeft.
Keurmerk Educatie In 2009 heeft het Da Vinci College opnieuw het keurmerk Inburgering verkregen, na een positieve beoordeling door Blik op Werk op basis van een onderzoek naar de klanttevredenheid. Het keurmerk biedt aan de cursist de garantie dat door de opleidingsinstelling goede kwaliteit wordt geboden. De klanttevredenheidsscore bedroeg 7,8. 1.4 Studenten Studentenontwikkeling In 2009 is de studentenpopulatie gestegen. Tegenover een geringe daling in het bekostigde beroepsonderwijs stond een stijging van de studentenpopulatie in de educatie c.q. het contractonderwijs. Het laatste is een prima resultaat gelet op de economische ontwikkeling. De totale studentengroei bedroeg in 2009 ruim 3% (zie tabel 1a) Na jaren van groei is er in 2009 sprake van een lichte daling in het bekostigde beroepsonderwijs. Hierachter gaan twee ontwikkelingen schuil. Allereerst is er de bovengemiddelde daling in de beroepsbegeleidende leerweg als gevolg van de neergang in de economie, die niet volledig is opgevangen door een groei in de beroepsopleidende leerweg. Daarnaast
Afgelopen jaar is voor de Drechtsteden gekeken naar de MBO-studenten bij wie sprake is van cumulatie van problemen in de thuissituatie, de vooropleiding, de financiële situatie, de huisvesting en/of het psychisch welbevinden. Bijna een kwart van de studenten heeft een cumulatie van problemen. Mede op basis van deze cijfers is eind 2009 een eenmalige subsidie van de Sociale Dienst Drechtsteden ontvangen voor overbelaste jongeren. In 2009 meldde bijna een derde van de nieuwe studenten zich pas aan na de zomervakantie, een trend die de afgelopen jaren sterk is gegroeid. Late aanmeldingen hebben niet alleen gevolgen voor de intake en het missen van de start van het schooljaar door de student, maar hebben ook gevolgen voor de roosters en de start van andere studenten en de bedrijfsvoering van de organisatie. Met de scholen voor voortgezet onderwijs zijn afspraken gemaakt om dit proces van aanmelding te verbeteren.
20 | Jaarverslag 2009
Jaarverslag 2009 | 21
1e. Percentages voortijdige schoolverlaters Beroepsonderwijs per onderwijssoort (2006-2009) Schooljaar
2006-2007
2007-2008
2008-2009
BOL voltijd
38%
38%
39%
BOL deeltijd
14%
3%
14%
BBL
17%
17%
18%
Totaal
27%
27%
28%
50%
40%
30%
20% BOL voltijd BOL deeltijd
10%
BBL Totaal
0%
2006 - 2007
2007 - 2008
2008 - 2009
Avanti klas
Tussentijdse instroom Voor alle opleidingen is tussentijdse instroom in het MBO mogelijk tussen 1 oktober en 1 februari voor zover dat organisatorisch en onderwijskundig mogelijk en verantwoord is. Er is voor alle opleidingen op 1 februari een nieuw instroommoment. De AKA-opleiding is zodanig opgezet dat gedurende het hele jaar instroom mogelijk is. Na 1 februari is in principe alleen tussentijdse instroom mogelijk onder specifieke omstandigheden (bijvoorbeeld een student die elders de opleiding heeft gevolgd en door verhuizing deze hier voortzet of een bedrijf dat een opleiding wil starten met een grote groep studenten waardoor er voldoende studenten zijn om een nieuwe groep te starten.) De tussentijdse instroom bedroeg in het verslagjaar 655 studenten. Dat is bijna een verdubbeling ten opzichte van het voorafgaande jaar. Rendement en voortijdig schoolverlaten Het uitstroomrendement, dat is het aantal gediplomeerde schoolverlaters als percentage van alle instellingsverlaters, is in 2009 licht gedaald
naar 64%. Een lager uitstroomrendement betekent dat meer studenten, al dan niet via de tussenstap van examendeelnemer, ongediplomeerd het Da Vinci College verlaten. Uit intern onderzoek is bekend dat studenten zonder voltooide vooropleiding in het voortgezet onderwijs ongeveer twee keer zoveel kans hebben op voortijdig schoolverlaten als andere studenten. Het aantal studenten met een onvoltooide vooropleiding in het voortgezet onderwijs is zoals eerder aangegeven fors gestegen. De belangrijkste redenen voor uitval zijn een gebrek aan motivatie en persoonlijke omstandigheden, gevolgd door leerstagnatie, het overstappen naar een andere school en gaan werken. Achter deze redenen gaat een waaier van factoren schuil van binnen- en buitenschoolse omstandigheden. Het op het bestrijden van voortijdig schoolverlaten gerichte beleid probeert op deze veelheid aan omstandigheden in te spelen, variërend van: • training van pedagogische vaardigheden van medewerkers in relatie tot andere culturen • verzuimregistratie, verzuimbeleid en persoonlijke aandacht • intensiveren van trajectbegeleiding voor studenten die dat nodig hebben • aantrekkelijke schoolomgeving en aanpassing van de groepsgrootte • voorzieningen voor overbelaste jongeren • extra taal voor taalzwakkere studenten • maatregelen op het gebied van de overgang van VMBO naar MBO • tijdig betrekken van ouders bij de studievoortgang van hun kinderen In 2009 zijn extra middelen door de gemeente Dordrecht en door het Rijk ter beschikking gesteld voor de bestrijding van het voortijdig schoolverlaten. Deze middelen zijn in belangrijke mate ingezet voor het aanstellen van verzuimcoördinatoren, verkleining van de groepsgroottes, reparatieprogramma’s voor Nederlands, extra trajectbegeleiding en huisbezoek bij verzuim. Na de herfstvakantie in 2009 is de zgn. Avantiklas gestart. Studenten op niveau 3 en 4 die met een opleiding zijn gestopt en geen idee hebben wat ze wél willen of welke kwaliteiten ze hebben, worden via
VSV conferentie
de zorgcoördinator aangemeld voor de Avantiklas. In 12 weken tijd wordt een programma aangeboden met zowel Nederlands, Engels en burgerschap als loopbaanoriëntatie, stage en coaching Met de invoering van de elektronische registratie door middel van pasjes is een belangrijke stap gezet om gegevens met betrekking tot het verzuim inzichtelijk te maken. Wekelijks ontvangt de trajectbegeleider een rapportage met betrekking tot de studenten die volgens het registratiesysteem onterecht afwezig zijn op dat moment. In het najaar van 2009 is de procedure van uitschrijving van studenten aangescherpt. VM2 trajecten leveren een bijdrage aan de bestrijding van het voortijdig schoolverlaten Landelijk en ook in onze regio ontstaan steeds meer opleidingen waarin VMBO en MBO gezamenlijk vormgeven aan een doorlopende leerlijn van de basisberoepsgerichte leerweg naar de startkwalificatie op MBO niveau 2. Deze vergaande samenwerking is bedoeld om de verschillen in het pedagogisch-didactische klimaat tussen VMBO en MBO te verkleinen. De door leerlingen ervaren overlap als gevolg van de onvoldoende afstemming van de inhoud van de VMBO- en MBO- opleidingen wordt in deze samenwerking gereduceerd. Tenslotte bevordert de samenwerking dat er door de leerlingen zorgvuldiger wordt gekozen voor een beroepsrichting. Hierdoor wordt het risico op voortijdige uitval verminderd. In onze regio worden de samenwerkingstrajecten met LOC@ in Zwijndrecht en Merewade in Gorinchem als VM2-experiment uitgevoerd. Naast deze VM2-experimenten worden ook leergangen VMBO-MBO2 ingericht en uitgevoerd binnen de reguliere regelgeving van VMBO en MBO.
Met vrijwel alle regionale scholen wordt op bestuurlijk niveau gesproken over vergelijkbare initiatieven. In 2009 hebben 50 leerlingen in een pilotsituatie deelgenomen aan de trajecten. In de komende jaren kan dit aantal oplopen tot 500. Domein Art&Design Bouw&Wonen
Tevredenheid studenten Diploma % Voortijdig over opleiding (2008)* resultaat schoolverlaten
Groei aantal studenten
6,9
42 %
54 %
16 %
7,1
63 %
36 %
-7% -9%
Business
6,8
66 %
23 %
Dienstverlening
6,8
60 %
38 %
-1%
Gezondheidszorg
7,0
69 %
14 %
-2%
ICT
6,8
69 %
26 %
2%
Leisure
5,8
47 %
51 %
15 %
Office
6,8
66 %
23 %
-1%
Technologie
6,8
60 %
29 %
-4%
Welzijn
6,5
70 %
22 %
-1%
64 %
28%
- 1%
Totaal
* de tevredenheid van de studenten wordt in de JOB-ODIN enquête van 2010 opnieuw gemeten.
Er is sprake van een verschillende inrichting van de VMBO-MBO2-trajecten doordat de trajecten worden vormgegeven in specifieke lokale omgevingen, waar de samenwerkingspartners hun eigen voorkeuren inbrengen. PSO Gorinchem
22 | Jaarverslag 2009
Als Leisure en Hospitality Host (niveau 3) / Leisure en Hospitality Executive (niveau 4) werk je onder meer in de verblijfsrecreatie zoals campings, bungalowbedrijven, groepsaccommodaties en gemengde bedrijven of de sector dagrecreatie zoals indoor- en outdoorcentra / sportbedrijven, attractieparken en speeltuinen. De executive heeft een aansturende rol ten opzichte van minder ervaren medewerkers en is medeverantwoordelijk voor het goed functioneren van zichzelf en overige teamleden. Hij is verantwoordelijk voor de veiligheid van zichzelf, collega’s en gasten. Marco Vogelezang trok de stoute schoenen aan en nam het initiatief tot een stage in de evenementenbranche. In dit interview kijkt hij terug op zijn opleiding, die hij volledig competentiegericht afsloot. Zijn werkgever van Noculan Music, Rob Janssen, kijkt er vanuit het perspectief van het bedrijf naar.
Creativiteit C r eat v itt e t een n eeigen i g e n initiatief ini t iat i e f iin n eeen en d dynamische y n a mis c h e wereld wer el d
Jaarve Jaa rversl rve rslag rsl a 2009 9 | 23
Marco, waarom heb je voor deze opleiding gekozen? Tja, ik had een beeld van veel reizen, werken op campings, uitstapjes regelen en horeca werkzaamheden. Ook mensen vermaken was volgens mij een belangrijk deel van de opleiding. Tijdens mijn opleiding heb ik ook een periode stage gelopen in Frankrijk, dus dat beeld werd wel een beetje bevestigd in het begin. En hoe waren je ervaringen met de opleiding? In het eerste jaar moest er veel theorie worden gedaan, bijvoorbeeld uitzoeken wat touroperators doen. De opleiding was de eerste twee jaar behoorlijk chaotisch. Het was voor de docenten ook nieuw allemaal, en er waren ook nieuwe docenten die lesgaven. Dat werd wel beter in de tweede helft van de opleiding. Toen kwam er meer structuur en hadden de docenten veel meer greep op wat er moest gebeuren. Het CGO was in het begin echt wennen, je werd in het diepe gegooid en we wisten niet echt wat er moest gebeuren. Dat was wel een shock en het ging niet echt goed met onze klas. Maar ik heb wel besloten om door te zetten en heb dat laatste jaar keihard gewerkt. Hoe ben je eigenlijk in de evenementenbusiness terecht gekomen? Op een gegeven moment heb ik een schoolfeest georganiseerd, daarna ben ik op zoek gegaan naar een stageadres bij een evenementenbureau, omdat het organiseren toch wel heel leuk was en me ook goed afging. Het was wel een hoop gedoe, want het bedrijf was niet erkend. Ik heb contact opgenomen met Kenwerk om het adres erkend te krijgen en dat is ook gelukt. In mijn opleiding was ik de eerste en enige die deze richting opging. Ik voel me niet echt een pionier, maar het leek er wel een beetje op. Op het gebied van competenties heb ik in ieder geval geleerd dat je niet moet opgeven, doe wat je moet doen. Ik heb doorgezet. Wat doe je zoal bij Noculan music? Ik ben veel bezig met promotie en nieuwsbrieven. Ik beoordeel flyers en soms bewerk ik ze. Door middel van buttons heb ik op internet allerlei verbindingen gemaakt met bijvoorbeeld hyves, youtube, facebook, myspace en twitter. Dat zijn allemaal manieren om de jongeren te bereiken. Die gaan echt niet tien keer klikken om zich aan te melden voor een dancefeest. Ik ben ook vaak bij concerten als stage manager en doe daar van alles: zorg bijvoorbeeld dat mensen niet het podium op klimmen, ik regel van alles. Wat is er leuk aan je werk? Het is heel erg vet dat op dit moment Dance Nation met Great Divide in de top 40 is terecht gekomen; daar ben ik wel trots op en het brengt een hoop werk met zich mee. Ik heb veel geleerd in de praktijk, op school krijg je de basisbeginselen mee, maar hier leer je veel door ervaring. In het bedrijf volg je de richtlijnen op. We maken ook programma’s voor twee disco’s in Spanje. De sfeer is heel relaxed, we zitten constant in de verbouwingen en het is heel dynamisch. Nu we in de top 40 zijn gekomen is het even een gekkenhuis. Je moet er snel bij zijn, want als je pas over drie weken de promotie oppakt ben je al vergeten.
Zijn werkgever Rob Janssen geeft aan dat het resultaat in het bedrijf telt en dat bepaalde competenties erg belangrijk zijn: Rob: Je moet kunnen omgaan met klanten en netjes de telefoon beantwoorden. In het begin was Marco een beetje bleu. Hij wist nog niet zo goed hoe hij dingen moest verwoorden. Hoe maak je een goede nieuwsbrief en hoe houd je de aandacht van de lezer vast? Dat heeft ie hier wel geleerd. Je moet afspraken kunnen maken en contacten onderhouden, in gesprekken je bijdrage leveren door ideeën te spuien. Maar ook het artwork controleren en eventueel aanpassen. Dat betekent dat je creatief moet zijn, maar ook nauwkeurig. Als je op een locatie meehelpt om dingen goed te laten verlopen, wordt er ook veel gevraagd van je improvisatievermogen en je flexibiliteit. Soms word je geconfronteerd met agressieve bezoekers, of moet je mensen die zich op het toneel willen begeven tegenhouden. Bij dit bedrijf doen we naast het organiseren van evenementen ook het nodige aan drukwerk begeleiding. Je moet dan uit de voeten kunnen met creatieve mensen en producten. Marco is op dat gebied wel gegroeid.
24 | Jaarverslag 2009
O ge
Jaarverslag 2009 | 25
g
conferentie laaggeletterdheid
In het Strategisch Beleidskader 2009-2012 stelt het Da Vinci College zich ten doel om de verankering in de regio te versterken. Het Da Vinci College wil een spilfunctie vervullen tussen de VMBO-scholen, het HBO, bedrijven en instellingen en de arbeidsmarkt. Het ROC verzorgt op twee locaties een breed aanbod van opleidingen. Daarnaast is sprake van een aantal uitvoeringslocaties met een beperkt aanbod. Om een hoge onderwijskwaliteit te kunnen bieden en een gezonde bedrijfsvoering te kunnen waarborgen wordt het aanbod op de verschillende locaties in overeenstemming gebracht met de maatschappelijke behoefte in de regio. Het Da Vinci College is ook aanspreekbaar op andere maatschappelijke vraagstukken dan onderwijs en arbeidsmarkt. Zo investeren wij met onze partners in duurzaamheid en dragen wij met onze medewerkers en studenten bij aan een rijke culturele omgeving. Al onze vestigingen staan open als ontmoetingsplaats voor maatschappelijke activiteiten. Zo verbinden wij ons op diverse manieren aan de bewoners van de wijk, de stad en de regio.
Wijkgericht educatieaanbod Voor laagopgeleide anderstaligen en anderen die belemmeringen ervaren in hun maatschappelijke en educatieve participatie worden cursussen in de wijk verzorgd. In samenwerking met de gemeente en (basis)scholen worden burgers op een toegankelijke manier in staat gesteld hun maatschappelijk functioneren te vergroten. In samenwerking met de gemeenten in de regio Drechtsteden is in 2009 een aanvalsplan laaggeletterdheid tot stand gekomen en is een conferentie aan het onderwerp gewijd. In 2009 zijn 75 laaggeletterden bereikt.
Reorganisatie Educatie In het voorjaar van 2009 heeft het Da Vinci College een offerte uitgebracht aan de regionale Sociale Dienst Drechtsteden. Helaas is de opdracht niet aan het Da Vinci College gegund. Hierdoor viel vanaf eind 2009 bijna € 2 miljoen omzet voor Educatie weg. Tegelijkertijd werd de Educatie geconfronteerd met bezuinigingen van de Rijksoverheid op Educatie. Dit noodzaakte tot een reorganisatie die medio 2010 zal zijn afgerond en die tot een personele sanering van 38,9 FTE (exclusief tijdelijke krachten) leidt, hetgeen neerkomt op meer dan een halvering van het aantal medewerkers. In tegenstelling tot andere ROC’s ziet het Da Vinci College educatie als een vitaal onderdeel van een ROC dat zich wil ontwikkelen tot een community college. De functie educatie is cruciaal voor de regionale sociaaleconomische infrastructuur. Eind 2009 zijn gesprekken met de Drechtsteden gestart om deze te versterken. De invoering van de Wet Participatiebudget plaatst de Educatie in de rol van aanbieder van scholingsactiviteiten die de mogelijkheden van arbeidsparticipatie vergroten.
Meedoe dag tijdens het Ramadan festival Opvoedingsondersteuning; informatie over het onderwijssysteem met uitwisseling van eigen ervaringen Ouderparticipatie op de basisschool in combinatie met taal
In de ‘wijkacademies’ wordt aanbod verzorgd op diverse gebieden o.a. Aantal studenten Empowerment en sociale activering: opstap naar andere activiteiten in de wijk. 134 De studenten leren Nederlands door multiculturele ontmoetingen.
35 HAVO- en VWO studenten die op de teldatum 1 oktober 2008 16 of 17 jaar oud waren, hebben in 2009 hun diploma behaald. Door verandering in de examenprogrammering bij het reguliere VO was het schooljaar 2008-2009 een bezemjaar voor het HAVO; dit heeft een extra toestroom naar het VAVO teweeg gebracht. Na het verstrijken van dat bezemjaar is er nog steeds een vergelijkbare belangstelling voor het VAVO. Het schooljaar 2009-2010 is bezemjaar voor het VWO en dat betekent opnieuw een forse toename van de belangstelling. Voor het schooljaar 2008-2009 waren 66 studenten VWO ingeschreven, voor het schooljaar 2090-2010 zijn dat er 110, hetgeen neerkomt op een stijging van ruim 65%.
Cursussen voor vrijwilligers
22
Trainingen van mentorgroepen in het kader van Route 23
50
Het aantal studenten dat op grond van een overeenkomst van uitbesteding voortgezet onderwijs volgt bij het VAVO van het Da Vinci College bedraagt eind 2009 ca. 200 op het totaal van ca. 300. Aan de VAVO-groep die opgeleid wordt voor het diploma van de theoretische leerweg van het VMBO wordt extra aandacht besteed door de studiebegeleiding (huiswerk) op het midden van de dag in te roosteren en de groepsgrootte in overeenstemming te houden met de (extra) persoonlijke aandacht die vereist is. In het verslagjaar is het VAVO team verhuisd naar een andere locatie binnen de Leerparkgebouwen.
VAVO Vanuit de gemeentelijke educatiebudgetten wordt een belangrijke doelgroep gevormd door studenten VAVO. Het betreft (jong)volwassenen die door deelname aan het Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs alsnog certificaten of het diploma behalen voor HAVO, VWO en VMBO-TL. Deze voorziening wordt ook aangeboden aan 16/17-jarigen en 18-jarigen, die uitvallen bij het voortgezet onderwijs in de regio en die via het VAVO alsnog hun startkwalificatie kunnen halen.
Crisis heeft effect op werkgelegenheid De economische en financiële crisis is in 2009 voor velen voelbaar geworden. De werkloosheid in de regio is in hoog tempo gestegen, vooral onder jongeren tot 27 jaar. Het Da Vinci College heeft in verschillende regionale verbanden geparticipeerd om de mismatch in de vervangingsvraag te reduceren en een bijdrage te leveren aan de verbetering van de werking van de regionale arbeidsmarkt. Het accent heeft daarbij gelegen op de bestrijding van de jeugdwerkloosheid. Via Route 23 zijn verschillende
Leven in twee culturen: door (h)erkenning worden de studenten zich bewust van de belemmeringen die ontstaan door het leven in twee culturen. Hierdoor wordt deelname aan andere activiteiten vergemakkelijkt.
58
200 125 80
Bewegen en ontspannen
96
Programma’s communicatie en sociale vaardigheden voor mensen met een fysieke of geestelijke belemmering
36
instrumenten ingezet, bijvoorbeeld de banenmarkt en de ondersteuning van tienermoeders. De ketenpartners maken bij de begeleiding van de jongeren gebruik van elkaars informatie en netwerken. In 2009 is een aanzet gedaan om Route 23 uit te breiden tot Route 27. Begin juni 2009 is deelgenomen aan de regionale conferentie “Met de jeugd: aan (de) slag in tijden van crisis.” Samen met de partners zijn verschillende initiatieven genomen, bijvoorbeeld de Verkerk Summer School. Het installatiebedrijf Verkerk in Zwijndrecht heeft samen met het Da Vinci College een programma uitgevoerd waarin jongeren aan de slag zijn gegaan als elektromonteur. Zij hebben daarbij ook trainingen gekregen die kunnen leiden tot verkorting van de opleidingsduur. Hieraan hebben 89 studenten deelgenomen. Op 14 december 2009 is het startschot gegeven van de website www.hoewerkjijaanjetoekomst.nl. Op deze site - met veel informatie in de vorm van vragen en antwoorden over leren en werken - kunnen jongeren chatten met Xanne. Ze krijgen altijd persoonlijk antwoord op hun vraag. Achter de schermen verzorgen speciaal hiervoor opgeleide jongeren de antwoorden. Zij krijgen hun informatie van organisaties die zich professioneel bezighouden met jongeren, leren en werken, zoals Route 23, het UWV WERKbedrijf, ROC Da Vinci College, Sociale Dienst Drechtsteden, Bureau Leerplicht en Vroegtijdig Schoolverlaten, het COLO, Bureau Jeugdzorg, Stichting MEE en het Werkgevers Service Punt. Ook in het kader van de Tijdelijke Stimuleringsregeling Leren en Werken werkt het Da Vinci College samen met regionale partners en zijn EVCprocedures en duale trajecten uitgevoerd. Opleidingsvragen van werkgevers, van werkenden en van werkzoekenden worden met behulp van EVC-procedures gekoppeld aan opleidingen in de MBO-sectoren die tot een startkwalificatie leiden. De gezamenlijke doelstelling met betrekking tot 300 EVC’s is in 2009 gerealiseerd, het beoogde aantal duale trajecten
26 | Jaarverslag 2009
Jaa Jaarverslag 2009 | 27
VAVO leerlingen met prijs duurzaamheid
(600) is bijna verdubbeld tot 1182 trajecten. Techniekmanifestatie Game On 2009 Bureau Onderwijs & Arbeidsmarkt Alblasserwaard Vijfheerenlanden (BOA) heeft in de regio Gorinchem de Techniekmanifestatie “Game On 2009” georganiseerd. Meer dan 6000 bezoekers hebben er aan deelgenomen (leerlingen van het primair onderwijs en de eerste klassen van het voortgezet onderwijs, met hun ouders, verzorgers en leerkrachten.) Het Da Vinci College werkt met het BOA samen in diverse projecten, die er op zijn gericht arbeidsmarktvraagstukken op te lossen in met name de technische sector. Impuls Gorinchem Net als voor het Leerpark heeft het Da Vinci College ook voor de regio Gorinchem beleid geformuleerd om tot een sterkere verbinding tussen het beroepsonderwijs en de regionale sociaaleconomische infrastructuur te komen. Afgeleide van dat beleid was om meer studenten en daarmee toekomstige beroepsbeoefenaren aan de regio te binden. Impuls Gorinchem heeft in 2009 geleid tot tal van activiteiten die tot doel hebben gehad de locatie in deze regio te versterken. Met de scholen voor VMBO is gewerkt aan versterking van het onderlinge netwerk. Dit heeft onder meer geleid tot initiatieven met de gemeente Gorinchem om op termijn een techniekhal tot stand te brengen, waarin het VMBO en MBO gezamenlijk gebruik maken van huisvesting en inventaris. Met het Merewade College is een VM2-traject opgestart om doorlopende leerlijnen tot stand te brengen. Leerlingen van de verschillende scholen voor VMBO in de regio voeren op de locatie van het Da Vinci College hun sectorwerkstukken uit. Zij komen daarmee al tijdens hun VMBO-opleiding in aanraking met het MBO en kunnen zich op die wijze oriënteren op hun toekomstige opleidingskeuze. In Gorinchem zijn nieuwe opleidingen gestart op het gebied van toerisme en recreatie (domein Leisure) en Infratechniek (domein Bouw en Wonen) om het aanwezige aanbod te versterken en beter te laten aansluiten bij de
regionale vraag. Inmiddels is een stijging waarneembaar van het aantal MBO-studenten op deze locatie. Samenwerking WRLD (AOC Wellant, ROC Rivor, ROC Leiden, Da Vinci College) In het afgelopen jaar hebben de instellingen die het samenwerkingsverband WRLD vormen, besloten meer in te zetten op het aangaan van bilaterale vormen van samenwerking. Dit heeft op een aantal beleidsterreinen geleid tot een intensivering van de verbindingen tussen de partners. Zo werkt het Da Vinci College in de locatie Gorinchem nauw samen met het AOC Wellant en de gemeente in de planvorming voor een gezamenlijke campus van VMBO en MBO. In Dordrecht richt de samenwerking zich op een groene en duurzame ontwikkeling van het Leerpark. Op onderwijskundig gebied wordt de samenwerking gezocht in major / minortrajecten en dubbele kwalificering van studenten van het ROC en het AOC. Met het ROC Leiden vindt curriculumuitwisseling plaats op het gebied van de opleidingen gezondheidszorg en horeca. In maart 2009 zijn de vier WRLD-partners gastheer geweest van de BVE management conferentie in Noordwijkerhout met als thema Netwerken. Meer dan 1200 conferentiedeelnemers hebben er 180 workshops gevolgd. Samenwerking met zorginstellingen Begin oktober 2009 is een convenant afgesloten tussen 28 zorginstellingen, de ROC’s Albeda, Hoornbeeck en het Da Vinci College en het Kenniscentrum Calibris, met als doel de kwaliteit van opleiden voor de zorg te optimaliseren en een evenwicht tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt tot stand te brengen. Arbeidsmarktonderzoek en de daarop volgende goede inhoudelijke afstemming van de opleidingen op de vraag van zorgaanbieders dragen bij aan het leveren van een voldoende instroom van nieuw personeel in de sector. Verder worden afspraken
gemaakt over de vormgeving van stages en de capaciteit per zorgaanbieder en over de coördinatie van de verschillende soorten stages. De kwaliteit van het onderwijs wordt bevorderd door de betrokkenheid van het werkveld bij de examinering, gezamenlijke deskundigheidsbevordering op het gebied van opleiden in de praktijk en afstemming van de begeleiding van studenten om de uitval te beperken. Belangrijke impuls voor de technische opleidingen In 2009 is besloten dat op het Leerpark de nieuwe opleiding XCalibur zal worden gevestigd, verbonden aan de kalibreerinstallatie Euroloop in het Rotterdamse Botlekgebied, waar gas- en vloeistofmeters voor de olieindustrie worden getest en afgesteld. De opleiding moet het probleem oplossen van het tekort aan technisch personeel en bijscholing verzorgen voor medewerkers die nu naar het buitenland moeten om hun kennis op peil te houden. Krohne Altometer is de initiatiefnemer voor deze ontwikkeling en heeft onder andere met het Da Vinci College en branchegenoten de contouren voor de opleiding en het kenniscentrum ontwikkeld. De start van de opleiding wordt voorzien voor 2011. In dit project zal de verbinding met de Duurzaamheidsfabriek worden gelegd. Vereniging Servicepunt Leren opgericht De Leerparkscholen (het Da Vinci College, en de VMBO scholen Wartburg, Stedelijk Dalton Lyceum en Insula College) hebben begin september hun samenwerking een impuls gegeven door de oprichting van de Vereniging Servicepunt Leren. De scholen willen daarmee benadrukken dat zij concreet vorm willen geven aan het onderwijsconcept “Leerparkleren”. De vereniging fungeert ook als kennisplatform voor de aansluiting tussen beroepsonderwijs en bedrijfsleven en het verbeteren van de doorlopende leerlijnen VMBO-MBO.
HBO Om het HBO in de Drechtsteden te versterken is in 2009 met verschillende partijen gesproken. In september heeft dat onder andere geleid tot de start van een nieuwe opleiding samen met Randstad. Het gaat om een tweedegraads lerarenopleiding, die is geaccrediteerd door de NVAO en die in deeltijd wordt uitgevoerd. In samenspraak met het UWV en de Sociale Dienst zijn intake en toetsen uitgevoerd op basis waarvan aan jongeren studieadvies is uitgebracht. De eerste ervaringen met het HBO-traject in samenwerking met de VVCS hebben er toe geleid dat ook een MBO-variant is gestart van opleidingen voor profvoetballers. In dit traject wordt de ideale mix ontwikkeld van online colleges, opdrachten via It’s Learning en meer traditionele vormen van onderwijs. Het gebruik van de zogenaamde virtual classroom maakt het mogelijk te experimenteren met onderwijs dat onafhankelijk van plaats kan worden aangeboden. De thans uitgevoerde pilot zal in eerste instantie worden benut voor de verbreding binnen het HBO van het Da Vinci College. De applicatie wordt inmiddels ook in diverse bedrijfsgroepen toegepast. Contractactiviteiten Contractonderwijs en bedrijfsgroepen zijn in 2009 ondanks de tegenvallende conjunctuur verder gegroeid. In totaal zijn 48 trainingen verzorgd waarvoor de gemiddelde waardering een 7,7 was.
28 | Jaarverslag 2009
Bedrijfsleven, (beroeps-)onderwijs en overheid hebben in 2009 het initiatief genomen om op het Leerpark de “Duurzaamheidsfabriek” te vestigen. De Duurzaamheidsfabriek wordt een technologisch centrum waar duurzame ontwikkeling en onderwijs hand in hand gaan. Studenten én nascholende werknemers zullen er samen bezig zijn met duurzaamheid. Het bedrijfsleven zal in de labs en werkplaatsen een deel van de onderwijstaak vervullen. De stichting Urgenda heeft in 2009 het Leerpark aangewezen als icoonproject. Stichting Urgenda is een actieorganisatie die Nederland snel duurzaam wil maken, samen met bedrijven, overheden, maatschappelijke organisaties en particulieren. Urgenda koppelt innovatie en duurzaamheid en wil een brede duurzaamheidsbeweging creëren. Ze richt zich daarbij op koplopers. Een icoonproject is een grootschalig duurzaamheidsproject met internationale allure en een belangrijke symboolwerking voor innovatie en duurzaamheid. Rein Meester (directeur Leerparkontwikkeling en voorzitter van de Coöperatie Leerpark) en Sandra van Kampen, programmamanager van de Stichting Urgenda, in gesprek over de plannen.
Duurzaamheid D uur z aamh eid b brengt r engt h het et b bedrijfsleven e dr ij f sl e v en d dichtbij i c ht b ij
Jaa aa a rve rversl rslag ag 200 2 00 0 0 9| 29
Rein, wat is het belang voor het Leerpark van de Duurzaamheidsfabriek? Vanaf 2005 zijn door de Coöperatie Leerpark de scholen van de grond getrokken. Nu moeten de praktijkvoorzieningen er komen, we zitten in een volgende fase. Van project breiden we uit naar vitale stadswijk. Duurzaamheid is eerst vanuit de fysieke kant aangevlogen: park en stedelijke voorzieningen, de WKO (Warmte Koude Opslag als energievoorziening), geconcentreerde voorzieningen voor sport in plaats van allemaal aparte gymaccommodaties. We zijn gestart met de vraag of bedrijven zich op het Leerpark wilden vestigen. Nu investeren de bedrijven in werk en de leeromgeving. Ze doen geen investeringen in stenen en gebouwen, maar wel in een garantie voor de langere termijn, in de vorm van bijvoorbeeld langjarige huur. Waarom is het aantrekkelijk voor bedrijven om zich op of dichtbij het Leerpark te vestigen? Ze hebben een kans om tegen de aanstaande beroepsgroep aan te kruipen. Eigen medewerkers van de bedrijven nemen deel aan leven-lang-leren trajecten. Zeker met betrekking tot duurzaamheid is het besef dat samenwerking nodig is, breed aanwezig in alle lagen van de samenleving. De overheid is steeds minder sturend en men verwacht meer initiatief van onderop. De samenwerking tussen het onderwijs en het bedrijfsleven wordt met dit project sterk bevorderd. De ontwikkeling genereert enthousiasme en creativiteit. Er wordt verbinding gezocht met waar we nu staan en voor de langere termijn doen we er inspiratie mee op voor de echte vernieuwingen. De maakbaarheid van de innovatie wordt groter door het samenspel tussen mbo en hbo. In welke opzichten verschilt de aanpak van de Duurzaamheidsfabriek met die van vergelijkbare initiatieven? Vaak blijven dit soort zaken hangen op het niveau van HBO of universiteit. In deze regio hebben we een sterke maakindustrie en dan is het niet goed als er bij research en development te weinig aandacht is voor de transformatie naar de werkpraktijk. Hier is de maakindustrie dichtbij gehouden. Ik ben ervan overtuigd dat het element duurzaamheid het regionale bedrijfsleven heeft teruggehaald. Herkenbaarheid draagt bij aan snelheid. Krijgt het gebouw nog speciale kenmerken? Thomas Rau, de architect, heeft duurzaamheid als kenmerk. Het gebouw wordt heel duurzaam: door het gebruikte materiaal, de energievoorziening, de natuurlijke ventilatie en de mogelijkheden tot hergebruik in de toekomst. Het is ook een leerobject: onderzoek wordt bijvoorbeeld gedaan naar de mogelijkheid om krachtstroom te genereren met biomassa in plaats van op de traditionele wijze. Er wordt zelfs over nagedacht om op het dak een kas te plaatsen. CO2 en vrijkomende warmte worden dan benut om de kas in de winter te verwarmen. Wat is eigenlijk de betrokkenheid van de bedrijven? Er zijn verschillende founding fathers. Krohne Altometer en het Nederlands Meetinstituut (NMI) zullen onder de naam Xcalibur een kleine kopie bouwen van het meetsysteem Euroloop in de Botlek. Daar worden hoogwaardige opleidingen aan gekoppeld. Ook InstallatieWerk Zuid Holland (IZHW), waarin bedrijven als Verkerk, Mampaey en Wolter en Dros zijn verenigd, en het leerbedrijf Deltametaal willen er hun intrek nemen. De afvalcentrale HVC wil een kleine WKO neerzetten en Sublean wil voorbeelden van duurzame daken demonstreren. Dit is slechts een greep uit de mogelijkheden die al in gang zijn gezet of dat op korte termijn zullen worden. Wanneer gaat de fabriek van start? We zijn nu bezig met de laatste fase van het voorlopig ontwerp en dat betekent dat de Duurzaamheidsfabriek op 1 januari 2012 de poorten open moet kunnen zetten.
Sandra, waarom hebben jullie het Leerpark aangewezen als icoonproject? We willen Nederland sneller duurzaam maken met een actieprogramma, gericht op de visie richting 2050. We zoeken goede initiatieven en helpen om die op te schalen. Iconen zijn projecten met een landelijke uitstraling. In november 2009 maakten we kennis met het Leerpark. We waren onder de indruk van de totale ambities. Wat was daar zo bijzonder aan dan? Sociale innovatie speelt hier een belangrijke rol. Duurzaamheid zit niet alleen maar in techniek. Het zit ook in mensen: hoe gaan we met elkaar om en respecteren we elkaar? Bij het Leerpark wordt met respect omgegaan met de leerlingen en wordt de toegevoegde waarde van die jongeren gezien. Dat is juist op het niveau van het beroepsonderwijs heel belangrijk. Het lijkt alsof hier van een gebied dat bijna het gevoel gaf van een “no-go area”, voor dezelfde groep iets positiefs wordt gemaakt waar iedereen met trots naar kan kijken. Wat is het voordeel om icoonproject te zijn? De projecten kennen allerlei dwarsverbanden, omdat experts geïnteresseerd raken in de ontwikkelingen bij andere iconen en daar een bijdrage aan willen leveren. Urgenda kent nog vele andere initiatieven en die vormen een uitgebreid netwerk. We denken actief mee en kunnen het Leerpark of de Duurzaamheidsfabriek in contact brengen met mogelijke partners. Duurzaamheid is een weg, 100% duurzaamheid is nu niet realiseerbaar, maar in onderlinge samenwerking kan je een heel eind komen.
30 | Jaarverslag 2009
Jaarverslag 2009 | 31
Personeel e so ee De duurzame inzetbaarheid van medewerkers is een belangrijk vraagstuk op personeelsgebied in verband met de veranderende rollen en taken die samenhangen met CGO, terwijl sprake is van een “vergrijzende personeelsformatie”. De in de komende jaren te verwachten uitstroom van personeel biedt zowel kansen (mogelijk andere invulling van competenties) als bedreigingen (wegvloeien van kennis). Rondom professionalisering en ontwikkeling is door de interne opleidingen ontwikkelingsdienst Connessione veel in gang gezet. Zo is onder meer de leergang voor startende medewerkers ge-updated, de tweedegraads lerarenopleiding ontwikkeld, een traject voor high potentials uitgevoerd en zijn teams en individuele medewerkers gecoacht. 3.1 Formatie De totale formatieomvang van het Da Vinci College bedroeg aan het eind van 2009 730 FTE, waarvan 70% direct aan het primaire proces is gerelateerd. De verhouding tussen de categorieën onderwijspersoneel en ondersteunend personeel is reeds enkele jaren stabiel 70% / 30%. Het percentage medewerkers ouder dan 50 jaar is in het verslagjaar gestegen van bijna 57% naar 60%. Het beroep op de BAPO in FTE is ondanks de stijging van de gemiddelde leeftijd stabiel gebleven in vergelijking met 2008 (34 FTE). Het percentage medewerkers in vaste dienst is in 2009 gewijzigd van 86 naar 87. De doelstelling om de flexibele formatie te vergroten staat onder druk door de formatiereductie die moet plaatsvinden vanwege de herstructurering bij Educatie. De flexibele schil is een middel om mee te bewegen met vraag en aanbod, op kwalitatief en in deze tijd dus ook op kwantitatief gebied.
3.2 Werkgeverszaken 3.2.1 Arbeidsvoorwaarden In het kader van het Convenant Actieplan Leerkracht van Nederland zijn per 1-1-2009 de carrièrepatronen van een aantal schalen ingekort. Door het wijzigen van de carrièrepatronen is ook het salaris van de leraar in opleiding in gunstige zin gewijzigd. 3.2.2 Taakbeleid Met ingang van 1 augustus 2008 is binnen de MBO-sector een nieuw taakbeleid van kracht. De modernisering van de arbeid is noodzakelijk, omdat de uitvoering van het CGO meer samenwerking binnen het team vraagt dan de traditionele meer individuele docentaanpak. In 2008/09 hebben de teams en de domeinleiding de eerste ervaringen opgedaan met het nieuwe taakbeleid. Op basis van een evaluatie is het taakbeleid voor 2009 aangescherpt op het punt van de sturing door de domeinleiding, de begeleiding en coaching van de teams en de structurering van het proces. 3.3 Projecten 3.3.1 Professionalisering teams en medewerkers Connessione, de interne scholingsdienst van het Da Vinci College, heeft ook in 2009 maatwerktrajecten aangeboden, ontleend aan de scholingsvragen die uit het strategisch beleid, de verschillende teams en via individuele medewerkers naar voren zijn gekomen in relatie tot CGO en andere professionaliseringsvraagstukken. Het opleiden van nieuw onderwijzend personeel in het kader van de bevoegdheidsregeling (lerarenopleiding, didactische aantekening, BVEopleiding) is eveneens gerealiseerd. Hierbij ging het om 8 medewerkers.
jubileumspeld, jubilarissenbijeenkomst december
ursussen, waarbij Ruim 350 medewerkers hebben deelgenomen aan de cursussen, de meeste belangstelling is getrokken door: Cursus / training Basistraining beoordelen
Aantal 106
Training trajectbegeleiding
76
Basistraining nieuwe medewerkers
29
Time management
21
Supervisie / coaching en intervisie
19
Leergang leidinggevenden
15
Naast de intern door Connessione georganiseerde scholing van individuen en teams, wordt scholing door de domeinen op vele andere manieren vormgegeven: (internationale) docentenstages, studiedagen op roostervrije dagen, kenniskringbijeenkomsten, specifieke cursussen op velerlei terrein. Medewerkers verantwoorden aan hun leidinggevende hoe zij gedurende het cursusjaar vorm geven aan de component scholing in hun jaartaak. Teamonderhoudsbeurten Het succes van de uitvoering van het onderwijs is gekoppeld aan de mate waarin de onderwijsteams in staat zijn ook echt als team op te trekken. Daarom is Connessione in 2008 begonnen met het uitvoeren van teamonderhoudsbeurten. Omdat de teams zelf ook steeds bewuster worden van de noodzaak om vanuit een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid te handelen is in 2009 het aantal teamonderhoudsbeurten verdubbeld tot een kwart van de teams. Daarnaast is in 2009 in het kader van Bouwen aan taakvolwassenheid gestart met de projecten Teamnabijheid en Leiderschap in Verbinding. Uit teamonderhoudsbeurten en andere signalen blijkt dat teams binnen het Da Vinci College sterk verschillen in ontwikkelingsfase en in behoefte
aan leiderschap. Veel teams zijn nog minder taakvolwassen en vragen nadrukkelijk om sturing en coaching. Teamontwikkeling heeft de hoogste l prioriteit. In het plenair beraad van leidinggevenden is een eerste analyse gemaakt van de nulsituatie en zijn mensen vrijgemaakt om deze projecten verder te ontwikkelen. In 2010 wordt hieraan in een aantal gezamenlijke activiteiten aandacht besteed. High Potentials In 2009 hebben voor het eerst vijftien mensen de “Leergang voor high potentials en startende leidinggevenden” afgerond. Een intensief leertraject waarin de studenten aan de hand van de eigen praktijk de verschillende facetten van leidinggeven uitgediept hebben. Ze zijn daarbij geconfronteerd met de opgaven en dilemma’s van leidinggevenden aan de hand van eigen casuïstiek. Actieonderzoek In 2009 is het actieonderzoeksproject onder begeleiding van de lector, dr. Ton Bruining, gecontinueerd in de domeinen HBO en Technologie. De kerngedachte achter actieonderzoek is dat docenten als onderwijsmakers het stuur in handen nemen en laten zien dat zij onderzoekende professionals zijn die gefundeerde onderwijspraktijken kunnen ontwikkelen. Onderwijspraktijk waarvan de meerwaarde door onderzoek aantoonbaar gemaakt is. Bij actieonderzoek gaat het om actie én onderzoek. Actieonderzoek is een cyclisch proces van planning, actie, observatie en reflectie. Het is bedoeld om inzicht in het huidig handelen en perspectieven op toekomstig handelen te krijgen door analyse van systematisch verzamelde gegevens, dialoog met anderen, inzet van deelnemers, docenten of andere doelgroepen als informatiebron. Met ingang van volgend schooljaar gaat Connessione in samenwerking met de dienst onderwijs, medewerkers of teams die een actieonderzoek willen uitvoeren, begeleiden.
32 | Jaarverslag 2009
Jaarverslag 2009 | 33
3a Verhouding OP / OP-G / OBP (FTE) 2005-2009
OBP
250
223
223
223
218
Totaal FTE
700
718
741
748
730
400
OP
300
100
0
In 2009 zijn 8 mensen afkomstig uit het bedrijfsleven gestart met het behalen van hun onderwijsbevoegdheid via een zij-instroomtraject. Twee docenten hebben de opleiding inmiddels succesvol afgerond. 3.3.3 Strategische personeelsplanning; In het project strategische personeelsplanning is de kwantitatieve en kwalitatieve personeelsbehoefte in 2015 onder de loep genomen. Er is een beschrijving gemaakt van interne en externe beïnvloedingsfactoren. In een multidisciplinaire werkgroep is in diverse sessies een SWOT-analyse gemaakt. Het Da Vinci College zal moeten inspelen op de externe kansen, gebruikmakend van de interne sterktes, zal zich moeten wapenen tegen de externe bedreigingen en zal de interne zwakten moeten verkleinen om voor de langere termijn te kunnen voorzien in een kwalitatieve en kwantitatieve personeelsvoorziening. De aanbevelingen om vanuit de huidige situatie op de toekomstige scenario’s te anticiperen met het personeel worden de komende tijd uitgewerkt in concrete beleidsplannen.
23
6
29 79%
14 220 94%
429 27
7
423 68
34 79%
23 223 90%
25
491 86% 34 74%
39 72%
199 24 223 89%
194 24
218 89%
647 101 748 86%
636 94 730 87%
206
OP
661 56
OP-G
Percentages tonen de verhouding vaste formatie ten opzichte van de totale formatie.
656 85
741 89%
414 59 473 88% 11
28
OBP 2005
2006
2007
2008
90
80
70
verzuimpercentage over 2009 is 6,74 % (5.56% in 2008) Uit de evaluatie van de verzuimgegevens is gebleken dat de stijging van het verzuimpercentage meerdere oorzaken heeft. De belangrijkste oorzaak is een gemiddeld langere verzuimduur. De verzuimfrequentie is nauwelijks gestegen. Bij de start van het cursusjaar zijn maatregelen genomen ter voorkoming en/of beperking van de verspreiding van de Mexicaanse griep en is een preventieteam ingesteld. Het is niet nodig gebleken het noodscenario in werking te zetten, want de griepuitbraak is beperkt gebleven. In 2 gevallen is gemeld dat er officieel Mexicaanse griep is vastgesteld. In totaal zijn 45 meldingen gedaan door studenten (38) en medewerkers (7) met griepachtige verschijnselen die duidden op de Mexicaanse griep. De gemiddeld langere verzuimduur ligt voor een belangrijk deel in het relatief grote aantal langdurig ziektegevallen met een medische oorzaak, dat wil zeggen een ziekteduur langer dan 1 jaar. Dit ligt ruim 1 procentpunt hoger dan het sectorgemiddelde. Het Da Vinci College heeft te maken met een personeelsformatie waarbij de gemiddelde leeftijd van de medewerkers ruim boven de 50 jaar ligt. De frequentie van het verzuim van de groep 45 tot 55- en 55- tot 64-jarigen is niet hoger ten opzichte van de rest van de organisatie maar in de meeste gevallen wel langduriger. Als rekening wordt gehouden met het verzuimpercentage van medewerkers die langer dan 1 jaar ziek zijn geweest is het kort verzuim 4,86%.
Instroom in WIA (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen); Er zijn in 2009 geen Da Vinci medewerkers naar de regeling voor volledig arbeidsongeschikten (IVA) uitgestroomd. De Regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) is voor 1 medewerker toegepast. Voor 3 medewerkers is na de wachttijd (104 weken) nog geen WIAaanvraag gedaan i.v.m. het feit dat de kans op volledig herstel van betrokkenen reëel wordt geacht maar dat het herstel meer tijd in beslag neemt. 3.5 Veiligheid Samen met de gemeente, de politie en andere Leerparkscholen vormt het Da Vinci College de beleidsgroep beheer en veiligheid Leerparkscholen. Binnen de beleidsgroep worden afspraken gemaakt over een veilige omgeving tijdens de verdere bouw van het Leerpark en over het handhaven van de veiligheid. Tijdens de sloop- en bouwactiviteiten op het Leerpark hebben zich geen onveilige situaties voorgedaan.
OP-G
2004
2005
2006
2007
2008
OP
6,97%
5,24 %
5,51%
5,75%
5,92
7,13
OBP
4,77%
5,39%
4,66%
4,83%
5,01
6,14
gemiddeld
6,62%
5,30%
4,95%
5,46%
5,56
6,74
OBP Totaal FTE 2006
2007
2008
2009
De implementatie van het integraal veiligheidsbeleid voor het Da Vinci College heeft in 2009 geleid tot de vaststelling van een set werkinstructies en de vorming van een crisiscoördinatieteam. Afspraken zijn gemaakt over hoe te handelen ingeval van incidenten. In 2009 is door het COT Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement een training gegeven aan het interne crisiscoördinatieteam. Het COT heeft voorafgaand een audit uitgevoerd op het beleidsplan integrale schoolveiligheid en heeft advies uitgebracht over maatregelen op het gebied van veiligheid en calamiteitenmanagement. Het College van Bestuur heeft het beleidsplan integrale schoolveiligheid dat is opgesteld door de regiegroep Veilig, Gezond en Leefbaar in maart 2009 vastgesteld. Het plan bevat ook de werkinstructies, protocollen en draaiboeken die behoren bij mogelijke situaties op het gebied van de veiligheid. De BHVorganisatie is zowel kwantitatief als kwalitatief op peil gebracht. De facilitaire dienst (het Facilitair Bedrijf) voert de voorgeschreven controles van de brandmeldinstallaties periodiek uit en zorgt voor actuele ontruimingsplannen. Ook is een systeem ontwikkeld en geïmplementeerd waardoor er een maandelijkse rapportage van incidenten kan worden opgesteld. In het verslagjaar heeft ontvlechting plaatsgevonden van de Bedrijfsbeveiliging en de opleiding beveiliging. Het opleidingsaspect valt nu geheel onder de verantwoordelijkheid van het domein Office/Leisure en de bedrijfsbeveiliging is vanaf september 2009 als dienst safety en security (Bedrijfsbeveiligingsdienst) onderdeel van het Facilitair bedrijf. Deze dienst blijft uiteraard een belangrijke rol spelen als leerbedrijf voor de opleiding beveiliging.
Voor 2010 wordt de nadruk gelegd op het terugdringen van het kort frequent verzuim.
categorie
OP
60
50
2009
Overzicht Ziekteverzuim 2004-2009 3.4 Arbeidsomstandigheden Gezondheidsbeleid Het is niet gelukt om in 2009 het verzuim terug te dringen en op het landelijk verzuimgemiddelde van ± 5% uit te komen. Het gemiddeld
9
Totaal FTE
718 92%
200
55 484 89%
OBP
200
3.3.2 De regeling Lerarenbeurs De lerarenbeurs is één van de maatregelen uit het Actieplan Leerkracht van Nederland en is bedoeld om leraren met een onderwijsbevoegdheid te stimuleren een hogere opleiding te volgen. Hiermee wordt de professionaliteit bevorderd. De beurs vergoedt collegegeld, studiemiddelen, reiskosten en vervangingskosten en is bedoeld voor leraren in alle onderwijssectoren. Een beperkt aantal beurzen is beschikbaar gesteld voor leraren die een opleiding zijn gestart tussen 1 februari en 1 oktober 2009. In 2009 hebben 13 docenten van het Da Vinci College de aanvraag voor de lerarenbeurs gehonoreerd gekregen. Zij zijn inmiddels gestart met hun opleiding.
432 36 468 92%
OP-G
Totaal
39
Tijdelijjk
473
34
100
2009 Vast
491
33
2008 Totaal
485
28
2007
Tijdelijjk
467
0
OP-G
2006
Vast
450
OP
Categorie
Totaal
2009
Tijdelijjk
2008
Vast
2007
Totaal
2006
Tijdelijk
2005
Vast
Categorie
3b Flexibele formatie per categorie (FTE) 2006-2009 500
2009
3.5.1 Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) . Activiteiten op het gebied van Veiligheid, Gezondheid en Welzijn worden gecoördineerd vanuit de regiegroep ‘Veilig, Gezond en Leefbaar’. Voor jubileumspeld, jubilarissenbijeenkomst december
34 | Jaarverslag 2009
Jaarverslag 2009 | 35
3d Uitstromend Personeel per categorie 2005-2009
3c Leeftijdsopbouw instromend personeel 2005-2009 Per 31-12
2005
2006
2007
2008
2009
< 20
0
4
3
3
1
20 - 29
2
19
31
38
14
30 - 39
3
21
36
22
21
40 - 49
7
23
29
26
30
50 - 59
1
8
14
8
9
60 - 64
1
3
5
7
1
0
1
0
0
78
119
104
76
65 - 70 Totaal
14
50
Categorie FPU / ABP keuzepensioen
40
30
20
2008
2009
69
1
3
10
19
70
FPU
1
2
2
3
60
IP/HPT
5
50
Arbeidsongeschikheid
9
90 80
Arbeidsongeschiktheid
30-39
Ouderdomspensioen
4
40-49
Overlijden
1
1
1
3
1
40
61
48
69
79
63
30
7
12
2
5
10
20
151
63
77
99
101
10
65-70 2007
2008
20-29
60-64 2006
2007
IP/HPT (*)
10
2005
2006
< 20
50-59
0
100
2005
Overige uitstroom Wachtgeld/WW Totaal
0
2009
Ouderdomspensioen Overlijden Uitstoom Wachtgeld/WW 2005
2006
2007
2008
2009
3e Leeftijdsopbouw Personeel 2005-2009 500
Per 31-12
alle vestigingen is in 2009 de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) uitgevoerd. Door middel van deze wettelijk verplichte meting zijn alle risico’s op het gebied van veiligheid in beeld gebracht. In het plan van aanpak is uitgewerkt wanneer deze risico’s opgelost moeten zijn. Dit traject loopt nagenoeg volgens planning. Bij calamiteiten wordt het team gevuld met collega’s uit het betreffende domein of de dienst. Elk gebouw, of gedeelte daarvan, heeft bedrijfshulpverlening. Jaarlijks worden de medewerkers getraind op het gebied van EHBO en ontruiming. In 2009 zijn 9 medewerkers bij het Safetycenter in Dordrecht opgeleid tot ploegleider BHV. Zij geven leiding aan ontruimingen van de panden in geval van calamiteiten. 3.5.2 BHV Onder het motto ‘Beleef het mee!” hebben 54 bedrijfshulpverleners van het Da Vinci College op 24 juni 2009 deelgenomen aan een trainingsmiddag. In 2009 hebben 125 medewerkers deelgenomen aan de herhalingscursus BHV; 10 medewerkers hebben de basiscursus gevolgd. 31 medewerkers hebben hun EHBO bevoegdheid op peil gehouden en aan de AED-basiscursus hebben 38 medewerkers deelgenomen. 3.6. Beleid rondom klachten Het Da Vinci College voert een gericht beleid zodat studenten en medewerkers klachten rondom gedrag en of organisatie bespreekbaar kunnen maken en/of kunnen melden. De klachtenregeling is in 2009 geactualiseerd. In 2009 is de klachtencommissie niet bijeen geweest om officiële klachten te behandelen. Bij het College van Bestuur zijn 18 klachten gemeld. In de meeste gevallen is tot een bevredigende oplossing gekomen voor de klager. In één situatie loopt de behandeling van de klacht nog. Begin 2010 heeft het College van Bestuur besloten om een interne ombudsman aan te stellen in relatie tot het opzetten van de landelijke Ombudslijn MBO. Er is in 2009 geen gebruik gemaakt van de klokkenluidersregeling.
3.6.1 Centrale Medezeggenschapsraad (CMR) De CMR heeft op het gebied van de arbeidsvoorwaarden instemming gegeven aan het taakbeleid en de afspraken over de taakbelasting van medewerkers. Advies is uitgebracht over levensfasebewust personeelsbeleid. Op het gebied van ARBO en veiligheid heeft de CMR in het kader van de Risico Inventarisatie en Evaluatie rondgangen gemaakt op diverse locaties. Het klimaatbeheersingssysteem op de locatie Leerpark heeft daarbij veel aandacht gekregen. De CMR heeft in dit verband diverse keren contact onderhouden met de arbeidsinspectie. Met betrekking tot het sociaal plan en de reorganisatie van Educatie is de CMR vanaf het begin van de analyse en discussie over de te nemen maatregelen betrokken geweest. Instemming is gegeven aan de maatregelen die zijn voorgelegd aan het IGO.
2005
2006
2007
2008
2009
20 - 29
28
36
48
59
42
30 - 39
103
107
101
100
111
40 - 49
320
286
273
257
223
50 - 59
428
463
462
448
439
60 - 64
20
31
71
95
117
65 - 70
0
0
1
2
4
Totaal
899
923
956
961
936
Totaal FTE's
700
718
741
748
730
400
20-29
300
30-39 200
40-49 50-59
100
60-64 0
65-70 2005
2006
2007
2008
2009
3f Ziekteverzuim 2005-2009 Categorie
2005
2006
2007
2008
OP
5,24%
OBP
5,39%
Totaal
5,30%
4,95%
2009
5,51%
5,75%
5,92%
7,13%
4,66%
4,83%
5,01%
6,14%
5,46%
5,56%
6,74%
10%
8%
6%
4%
In het kader van de Wet op de Ondernemingsraden die voor de BVEsector vanaf 1 maart 2011 moet zijn geïmplementeerd, heeft de CMR zich georiënteerd op de wijzigingen die de wet met zich meebrengt. In 2010 zullen na de zomervakantie voor de eerste keer de verkiezingen voor de ondernemingsraad worden georganiseerd. De CMR heeft de in Dordrecht en Gorinchem in het verslagjaar ingestelde studentenraden begeleid. Eén van de leden van de CMR treedt op als coach. 3.6.2 Instellings Georganiseerd Overleg (IGO) In 2009 is in maart en in oktober overleg gevoerd met de vakbonden in het Instellings Georganiseerd Overleg (IGO). Met name vanaf oktober is de samenwerking met de vakbonden geïntensiveerd in verband met de problematiek bij Educatie. Dit heeft geleid tot een nieuw Sociaal Statuut dat in 2009 is voorbereid en dat begin 2010 is getekend door partijen. Verder is met de vakbonden de routing voor het sociaal plan Educatie in 2009 voorbereid.
OP 2%
0%
OBP Totaal 2005
2006
2007
2008
2009
3g Benchmark MBO per categorie 2006-2009 Categorie
2006
2007
2008
500
2009
FTE
Perc.
FTE
Perc.
FTE
Perc.
FTE
Perc.
Directie en Management
44
6%
46
6%
48
6%
50
7%
Indirect ondersteunend personeel
124
17%
126
17%
140
19%
152
21%
83
12%
81
11%
84
11%
83
11%
Onderwijspersoneel
467
65%
488
66%
476
64%
445
61%
Totaal
718
Direct ondersteunend personeel
741
748
400
300
200
Directie en Management
730
Indirect onderst. pers.
100
Direct onderst. pers. 0
Onderwijspersoneel 2006
2007
2008
2009
36 | Jaarverslag 2009
Een VM2 traject is een vorm van samenwerking tussen een VMBO school en een niveau 2 opleiding, met als voornaamste doel de uitval van leerlingen in de overstap tussen de twee schooltypen terug te dringen. Door middel van de samenwerking wordt vorm gegeven aan een doorlopende leerlijn van de basisberoepsgerichte leerweg VMBO tot en met diplomering op niveau 2 MBO. Een VMBO examen onderweg is niet noodzakelijk, wel moet er een goede terugvalregeling zijn voor leerlingen die tussentijds uitvallen. Leerlingen worden ingeschreven op één locatie en de docenten van de opleidingen werken nauw samen om één pedagogisch didactisch klimaat tot stand te brengen. Ben Smulders (domeinleider Dienstverlening bij het Da Vinci College) en Joëlle Jütte, teamleider Gezondheidszorg/Welzijn bij het Zwijndrechtse Walburg College vertellen over de ervaringen in het VM2 traject Helpende.
VM2: minder uitval, sneller bij de eindstreep
Jaarve Ja Jaa rve rversl v rsl rslag ag a g 200 20 0 9 | 37 7
Waarom zijn jullie met deze ontwikkeling gestart? Ben: De vraag kwam vanuit Walburg en daar hebben we op in gehaakt. Er is met behulp van SLO een projectplan gemaakt. De doelstelling was onder andere om de doorlopende leerlijnen scherper te maken. Joëlle: Er was al een goede samenwerking tussen de docenten. We zitten onder 1 dak in LOC@ en we hadden een gezamenlijk gevoeld belang. Een soepele overstap was al een gesprekspunt en het werd wettelijk mogelijk gemaakt. Daarnaast kregen we een subsidie voor één cohort. Wat moet het traject opleveren? Ben: Op het vlak van Helpende niveau 2 halen we de dubbelingen uit het programma van VMBO en MBO. We zagen dat veel leerlingen sommige competenties al hadden en die toch nog opnieuw moesten aantonen. Er moet ook een beperking van het voortijdig schoolverlaten optreden, we willen meer rendement en meer tevredenheid van studenten. Hoe ziet de vormgeving eruit? Joëlle: In het derde jaar draaien de leerlingen nog grotendeels het VMBO programma. In het vierde jaar hebben ze het eindexamenprogramma van het VMBO en 1 dag MBO stage in plaats van een aantal VMBO onderdelen. In het 4e leerjaar ronden ze de opleiding volledig af met een VMBO diploma. Mochten ze stoppen na het vierde jaar, dan hebben ze in ieder geval een diploma. Als ze zeker weten dat ze naar andere richtingen dan Helpende afstromen gaan ze toch een stage lopen voor de onderdelen die uit het lesprogramma van het VMBO zijn gehaald en naar de MBO-stage zijn verplaatst. Deze stage telt echter niet mee voor het MBO. Dit geldt overigens maar voor een paar leerlingen, de meesten kiezen voor het MBO Ben: In het 5e jaar blijven de leerlingen op hun oude locatie; dit is een volledig MBO jaar en de leerlingen doen de overige onderdelen voor niveau 2 in één jaar tijd in plaats van twee. Het is een experiment waarvan we moeten afwachten of het inkorten met een jaar een verstandige keuze is in verband met de rijpheid van de studenten. De ouders vinden het fijn dat de leerlingen in hun vertrouwde schoolgebouw blijven. Hoeveel leerlingen doen er aan mee? Joëlle: 40 leerlingen doen mee. De leerlingen VMBO hebben met de MBO-ers die al stage lopen een speeddate gehad. Er zijn tot nu toe 3 leerlingen uitgevallen. Ben: De huidige uitval in de Helpende opleiding is hoger. In verband met de jonge leeftijd van de leerlingen worden ze voor de stage geplaatst in het onderwijsleerbedrijf Family Learning. Hoe verloopt de samenwerking tussen de docenten? Ben: In het 3e jaar bestaat het team volledig uit VMBO docenten,in het 4e jaar is er een mengvorm met een uitwisseling van docenten. In het 5e jaar zijn het vooral MBO docenten. We moeten dat wel goed met elkaar regelen, omdat er anders problemen zouden kunnen ontstaan met de rechtspositie van docenten. Maar daar komen we samen wel uit denk ik. Wat zijn de voornaamste leerpunten? Ben: je moet de organisatie goed voor elkaar hebben, en deze ontwikkeling echt met elkaar vorm geven. We hebben goede financiële afspraken gemaakt over verdeling van de verkregen subsidie. Joëlle: Diplomeren voor het VMBO is een bewuste keuze omdat het meer rust geeft en minder risico op schoolverlaten zonder papiertje. Belangrijk is ook dat we dicht bij elkaar zitten als docenten van twee scholen. De huisvesting onder één dak is ideaal om elkaar gemakkelijk te kunnen vinden. We moeten ons als scholen er ook echt voor inzetten, er komt veel op ons af.
En hoe ziet de toekomst er uit? Ben: Een mogelijk vervolg is het zogenaamde realistische leren. We hebben het tweede leerjaar van de Helpende voor een deel ondergebracht in de instellingen. Ze volgen een halve dag op school en in de praktijk hebben ze 24 uur stage en les op locatie met een volledige klas. De lessen en de BPV vinden op de locatie echt gescheiden plaats, zodat ze voldoende echte lesuren hebben. We denken dat dit een hele goede ontwikkeling is omdat deze leerlingen doeners zijn die zeer worden aangesproken door de praktijk. We willen dan ook deze ontwikkeling bespreken met de instellingen in Zwijndrecht.
38 | Jaarverslag 2009
JJa aa a a rv rve ve vers e rss l ag g2 200 20 0 0 9 | 39 9 Jaarverslag 2009
4.Bedrijf ed j svoering s oe g en e IC CT In 2009 heeft het Da Vinci College veel energie geïnvesteerd in het optimaliseren van de bedrijfsprocessen die het onderwijs ondersteunen. Veel aandacht is daarbij besteed aan de standaardisering van zowel het primaire proces als dat van de diensten. Belangrijke stappen zijn gezet op het gebied van de vervanging van het huidige onderwijsinformatiesysteem nOISe. De kwaliteit van de huisvesting is opnieuw verbeterd door het ingebruiknemen van de nieuwe locatie voor het domein Bouwen en Wonen en door interne aanpassingen in de onderwijsgebouwen. Na de verhuizing naar het Gezondheidspark van het domein gezondheidszorg medio 2010 zal een volgende belangrijke stap op deze weg worden afgerond. Voortgaande standaardisering bedrijfsprocessen In 2009 heeft het standaardiseren van de bedrijfsprocessen opnieuw veel aandacht gekregen. Voor leveringen en diensten zijn inkoopvoorwaarden vastgesteld en voor het inkopen zelf zijn de voorbereidingen getroffen om de tool Purchase management te implementeren. Via dit proces worden inkoopaanvragen digitaal gekoppeld aan contracten met voorkeursleveranciers voor een optimaal uitgavenbeheer. In het kader van de efficiënte inzet van middelen voor huisvesting zijn indicatoren ontwikkeld voor de huisvestingskosten en in het verlengde hiervan is een strategisch huisvestingsplan opgesteld. De indicatoren zijn daarbij leidraad bij de afwegingen of (huur)locaties gesloten moeten worden of met andere locaties moeten worden geïntegreerd. Op de beide hoofdlocaties wordt gestuurd op een bezettingsgraad van tenminste 75%. Met de scholen waarmee samengewerkt wordt, zoals LOC@, SSPB en anderen, zijn afspraken gemaakt om vanaf 1 januari 2010 wederzijds gebruik te maken van mensen en middelen. Huisvesting geoptimaliseerd In 2009 hebben zich op het gebied van huisvesting de volgende ontwikkelingen voorgedaan: • De verhuizing van de opleidingen Bouw en Schilders vanuit het
• • • • • •
gebouw aan de Romboutslaan naar het gebouw van de SSPB aan de Trompweg; De verhuizing van de VAVO uit het gebouw aan het Gunningplein naar een deel van de leeggekomen ruimten in de Romboutslaan. Het inrichten van een multifunctionele ruimte voor het onderwijsleerbedrijf DAVE in de Romboutslaan; Het inrichten van een lokaal voor Toerisme/Recreatie (reisbureau) en een drama/crea-lokaal voor Leisure in de Romboutslaan; Het inrichten van een lokaal voor Visagie/Manicure in het Leerpark; De opleiding beveiliging is ondergebracht in de locatie Romboutslaan Er is een nieuw meerjarig onderhoudsplan voor de hele organisatie opgesteld
Kernregistratie studenten In 2009 is in het TripleA-project het KRD (Kernregistratie Deelnemers) ontwikkeld als opvolger van nOISe. De verwachting is dat in 2010 het nieuwe KRD binnen het Da Vinci College operationeel zal zijn, zodat nauwkeurige informatie kan worden vastgelegd over de schoolloopbaan van de deelnemer. De eerste conversieslagen van de administratieve invulling zijn zonder noemenswaardige problemen verlopen. De voorbereidingen om de onderwijscatalogus te vullen zijn getroffen. In de loop van 2010 zal een basiscatalogus beschikbaar zijn. Voorts is er een aanzet gegeven tot het ontwikkelen van een onderwijslogistiek die het mogelijk maakt om de onderwijsplanning af te stemmen op de voor CGO noodzakelijke randvoorwaarden. Onderwijs is immers ook een logistiek proces waarin onderwijsactiviteiten op de juiste tijd en plaats moeten worden ondersteund. ARBO en Milieu Het binnenklimaat van de Leerparkgebouwen blijft de nodige aandacht vragen en krijgen. De wisselende bezetting van de gebouwen, met name in de avonduren, en de wijzigingen in de gebouwinfrastructuur door het steeds veranderende onderwijsgebruik vragen veel van de
regelinstallaties. Een voorbeeld van zo’n aanpassing is de inrichting van een lokaal voor manicure / visagie. In 2009 zijn aanpassingen gerealiseerd aan de regeling op de buitentemperatuur en is de ventilatie in diverse ruimten aangepast. De milieudienst heeft naar aanleiding van een bezoek in mei 2009 enkele tekortkomingen in de sfeer van nog niet aanwezige documenten geconstateerd. Bij de controle in september is vastgesteld dat aan alle eisen is voldaan en dat de bepalingen worden nageleefd. Uit oogpunt van zorg voor het milieu en de portemonnee hebben energiebesparende maatregelen voortdurend de aandacht. Zo worden proeven gedaan met LED-verlichting, zijn alle lichtsensoren opnieuw afgesteld, worden de koffiecorners voorzien van aanwezigheidssensoren en worden grootverbruikers zoals boilers, koffieautomaten en afdrukapparatuur ’s nachts en in het weekend uitgeschakeld. Verbindingen ook digitaal Het Da Vinci College beschikt inmiddels over een nagenoeg dekkend draadloos netwerk met internettoegang. In het onderwijs werken studenten in toenemende mate met laptops die zij zelf aanschaffen. De kosten van boeken zullen daarmee worden teruggedrongen. De ervaringen die in 2009 in enkele opleidingen zijn opgedaan, zijn grondig geëvalueerd om de verdere ‘uitrol’ zo goed mogelijk te laten verlopen. Ondersteuning aan studenten wordt geboden door servicebalies die worden bemenst door ICT-studenten. In 3 domeinen hebben in 2009 180 studenten een privé laptop aangeschaft. (Bij de opleidingen secretarieel is dit verplicht gesteld, in Art & Design en de ICT Academie is dit vooralsnog op vrijwillige basis gebeurd.) Lesondersteuning en studievoortgang vinden steeds meer plaats langs digitale weg. De stap naar afstandsleren komt voor de hogere niveaus in het MBO steeds dichterbij. Leerboeken maken plaats voor laptops met een draadloze internetverbinding. ICT maakt het mogelijk een digitaal netwerk te vormen van gemeenschappelijke leeromgevingen met VMBO, MBO, HBO en bedrijven. Daarmee ontstaat een brug en een uitwisselbare
onderwijskwaliteit. Aan de doelstellingen uit het Strategisch beleidsplan 2009-2012 is in het verslagjaar gewerkt door het versterken van de verbinding met de onderwijsinstellingen in de regio door middel van samenwerking in de Stichting Breedband Drechtsteden (glasvezelnetwerk) en door middel van de inrichting van een shared servicecentrum. Aan enkele externe klanten / scholen worden ICT diensten verleend op basis van een full-service aanbod. Virusuitbraak In februari 2009 zijn we getroffen door een computervirusuitbraak. Het computervirus was zo nieuw dat de aanwezige antivirussoftware het computervirus niet heeft herkend. De aanval was daarom ook niet te voorkomen. Binnen korte tijd kon de dienst ICT beschikken over antivirussoftware die het virus wel herkent. Gelukkig hebben de computersystemen zelf geen schade opgelopen. De schade is beperkt gebleven tot improductiviteit van medewerkers en de overuren van de ICT-medewerkers. Overstap naar Office 2007 In de periode najaar 2009 tot begin 2010 is de overstap gemaakt naar Office 2007. Om de medewerkers daarbij te ondersteunen is een trainingsprogramma op maat samengesteld waardoor iedereen in korte tijd, maar in eigen tempo, aan de slag kan met de applicaties. Naast een als introductie bedoelde demonstratie vormt het speciale en individuele on-line trainingsprogramma Myofficeskills de kern van de training. Door middel van de individuele licenties die een jaar geldig zijn kunnen de medewerkers online, op de werkplek of thuis, oefenen met de applicaties. Verkoop Warmte Koude Opslag installatie Medio 2009 is de WKO-installatie verkocht aan HVC, dat in ruim 50 gemeenten zorgt voor afval-, water- en energiebeheer. De installatie wordt benut om de scholen, bedrijven en woningen op het Leerpark te verwarmen en koelen.
40 | Jaarverslag 2009
JJaarverslag Jaa a a rve rvers rsll a rs ag g 200 00 0 9 | 41 41 2009
Het LOC West Alblasserwaard is een samenwerkingsverband tussen het Da Vinci College, CSG De Lage Waard, Griendencollege, Pro de Sprong (praktijkschool)en Willem de Zwijgercollege. In gezamenlijkheid wordt er “een uitvoeringslocatie” geëxploiteerd op de Ketelweg in Papendrecht. De locatie valt uiteen in twee hallen, een techniekwerkplaats en een kringloopbedrijf. De vijf scholen werken hier nauw samen met het bedrijfsleven. Ze voeren in samenwerking met het bedrijfsleven in gezamenlijkheid (onderwijs)activiteiten uit die gebaseerd zijn op praktijkleren en die een toegevoegde waarde hebben voor het onderwijs. Er zijn samenwerkingsovereenkomsten met o.a. Visser & Smit Hanab, SST Snijtechniek, Mampaey, HVL, NTS en Opnieuw & Co. In dit interview spreken we met Leen Kroos, voorzitter van het bestuur van het LOC en rector van CSG De Lage Waard, Lilian van Diemen (opleidingscoördinator Visser & Smit Hanab), en Mo Elkaouini en Mustafa Bounana, twee studenten die binnen het LOC hun opleiding volgen. Ook de projectleider Theo Koot (Da Vinci College) is op de achtergrond aanwezig.
Lilian, waarom vond Visser Smit Hanab het belangrijk om een rol te vervullen in het LOC? Het is een uiting van de maatschappelijke betrokkenheid van ons bedrijf. We willen jonge mensen interesseren voor techniek in het algemeen, niet alleen voor ons eigen bedrijf. De bedoeling is dat jongeren enthousiast worden gemaakt voor de metaal. We zijn een landelijk bekend bedrijf, en we willen juist in de regio Papendrecht onze bekendheid vergroten. Net als bij ieder bedrijf speelt ook de vergrijzing van ons personeelsbestand een belangrijke rol. We verwachten op termijn een enorme uitstroom, dus we hebben nieuwe medewerkers hard nodig.
LOC West Alblasserwaard: Techniek in het hart
Wat hebben de scholen er voor belang bij? Leen Kroos: Er is op basis van de aanpak bij het Leerpark nagedacht over de manier hoe ook in de regio de verbinding tussen de scholen en de bedrijven beter tot stand kon worden gebracht. De bedoeling was de praktijk beter vorm te kunnen geven. Voor de scholen zijn de apparaten vaak niet betaalbaar en je kunt natuurlijk beter kennis maken met de techniek in de echte context van bedrijven. Door de Drechtsteden is een subsidie beschikbaar gesteld. Ik vind dat hier het concept LOC het allerbeste functioneert. De leerlingen zijn heel enthousiast.
Is scholing belangrijk in jullie bedrijf? We besteden veel aandacht aan de ontwikkeling van onze medewerkers, bijvoorbeeld in de vorm van verplichte cursussen. In de jaarlijkse functioneringsgesprekken spreken we met onze mensen over hun persoonlijke ontwikkelplan en de opleiding of training die ze in dat kader kunnen volgen.
De scholen zijn toch concurrent van elkaar? Hoe komt het dat ze hier zo samenwerken? Leen: De scholen zijn wel concurrenten maar ze werken hier toch heel goed samen. Het LOC is een mooie kans omdat de scholen deze activiteiten niet in hun eigen gebouwen kunnen uitvoeren. Het gaat hier om echte opdrachten uit de praktijk, begeleid door een leermeester. De leraren van de verschillende scholen werken met elkaars leerlingen en dat gaat prima. En hoe zit dat bij de bedrijven, Lilian? De bedrijven vullen elkaar aan. Iedere twee à drie weken is er een overleg tussen de leermeesters en de schooldocenten. Leerlingen functioneren in gemengde groepen. We hebben een hele goede leermeester die de taal van de leerlingen spreekt en die veel met ze bereikt. Inmiddels hebben we drie leerlingen via het LOC in vaste dienst en zullen we er nog drie aannemen. We gaan niet met grote getallen in zee, omdat we een goede begeleiding willen bieden. We vinden het niet goed als de jongeren in het bedrijf van hot naar her gaan. We proberen te zorgen voor een soort meester-gezel situatie. Welke doelen worden door het LOC bereikt? Leen: het voortijdig schoolverlaten wordt er mee teruggedrongen. In het LOC worden vakbekwaamheid en praktische vaardigheden gevraagd. Je moet ook flexibel zijn, afhankelijk van de opdracht. Leerlingen hebben het gevoel dat ze in een echt bedrijf werken. Mo: door Discovery raakte ik extra geïnteresseerd in techniek. Hier heerst echt een werksfeer en de cultuur van het bedrijf speelt mee. We hebben samen schafttijd. Er is direct contact met de leermeester. Mustafa vult aan: veel jongeren kiezen niet voor techniek omdat ze liever schone handen houden en administratief werk doen. Mo: De jongere kinderen die ik hier meemaak worden gewoon happy als ze bezig zijn met opdrachten. Tot nu toe lijkt het een succesverhaal, zijn er ook verbeterpunten? De projectleider Theo geeft aan: Wat beter kan: er zou minimaal één aaneengesloten dagdeel in de techniekwerkplaats moeten worden doorgebracht. Leerlingen moeten de kans krijgen een project af te maken. Als je een opdracht krijgt, moet die ook op de
afgesproken tijd af zijn. We maken soms een te vrijblijvende indruk op de bedrijven. De afstemming tussen de praktijkuren in het LOC en de school moet beter. Leen vult aan: Het LOC staat ondanks de groei nog te los van de rest van de organisatie. De scholen zouden niet zonder de werkplaats moeten kunnen, maar meer moeten formuleren wat de leerlingen daar moeten leren. Volgens Mo en Mustafa moet het LOC een vast onderdeel van de roosters worden: Je moet serieuze opdrachten krijgen om trots te kunnen zijn op wat je hebt gemaakt. Mustafa: het is van belang dat je het LOC onderdeel maakt van het rooster, want dan komen de jongeren vanzelf naar de techniek. Wat is LOC 2.0? Leen: LOC2.0 is de opvolgvariant van wat er nu is. Het moet beter ingebed en afgestemd raken met de rest van het onderwijs. De verankering voor de toekomst moet vorm krijgen. We zijn blij met de mogelijkheden van deze hal,maar het zou mooi zijn als we er een goede theorieruimte aan kunnen koppelen. Met de bedrijven gaan we meer verankering tot stand brengen. Lilian: De bedrijven investeren in mensen en materiaal; leermeesters krijgen tijd om hier in mee te werken. In het eigen bedrijf kan de bekendheid ook nog groter worden. Het project is een eyeopener, waarmee we hopen goede jongens binnen te halen. Hadden jullie dit succes verwacht? Leen: Ik kon me vooraf niet zo goed voorstellen wat het teweeg kon brengen. Het is mooi om de combinatie scholen en bedrijven tot bloei te zien komen. Krachtig is dat het rechtstreeks in samenspraak wordt ontwikkeld en dat hier dingen kunnen die niet op de scholen mogelijk zijn. Lilian: het project voldoet aan de verwachtingen. We proberen de geïnteresseerde jongeren een mogelijkheid te bieden waar ze de uitdaging hebben van het uitvoeren van technische opdrachten in een praktijkleersituatie. Als ik Mustapha en Mo zo hoor, dan zijn we op de goede weg.. Door de praktijkervaring die ze hier hebben opgedaan, zijn Mo en Mustafa enthousiast geworden voor techniek. Mustafa: Je kunt met je handen bezig zijn en laten zien wat je hebt gemaakt. We hebben op het Stedelijk Dalton Lyceum in Dordrecht gezeten. Bij Da Vinci werden we een dag per week naar het LOC gestuurd en daar maakten we kennis met de leermeester van Visser & Smit Hanab. Nu gaan we naar niveau 2 en komen dan in dienst bij Visser & Smit Hanab. Mo: Je brengt hier dingen veel sneller in de praktijk dan op school; je bent bezig met grotere gehelen. Je leert sneller van doen dan door zitten in de schoolbanken. Mijn interesse werd gewekt voor de techniek en ik ging vaker naar het LOC. Op school ben je meer bezig met theorie.
42 | Jaarverslag 2009
Jaarverslag 2009 | 43
Financiën a cë Het Da Vinci College heeft het verslagjaar afgesloten met een positief resultaat van € 414.000. Het resultaat is positief beïnvloed door de vervroegde verkoop van het gebouw aan de Steegoversloot. Verkoop was voorzien in 2010, maar is in overleg met de gemeente vervroegd. Zonder deze boekwinst zou het resultaat uit de gewone bedrijfsvoering negatief € 1,27 mln. hebben bedragen, een fractie hoger dan de begroting waarin een negatief resultaat van € 1,24 mln. was voorzien. Ondanks de nauwe aansluiting van het resultaat 2009 met de begroting, zijn er zowel aan de inkomsten- als aan de lastenkant substantiële verschillen ten opzichte van de begroting. Deze verschillen zijn voornamelijk ontstaan door meevallers als gevolg van extra inkomsten ter bestrijding van de financiële crisis, hogere inkomsten door meer inzet op projecten en sterk gestegen rijksinkomsten, onder andere ter compensatie van de forse loonstijgingen in 2009. Bij de lasten is de keerzijde van deze extra inkomsten zichtbaar in beduidend hogere personeelslasten door loonstijging en meer inzet op projecten.
Daarnaast zijn er meevallers aan de inkomstenkant voor inburgering (meer cursisten) en contractactiviteiten. Deze beide posten waren voorzichtig geraamd met het oog op de financiële crisis. Tegenover deze inkomsten staan extra kosten, voor een belangrijk deel het gevolg van inhuur van extra personeel. Het verslagjaar is voor het Da Vinci College een jaar met forse financiële tegenvallers, die vooral in de komende jaren zullen optreden. Het niet gegund krijgen van de aanbesteding inburgering betekent een forse tegenvaller die oploopt naar € 2 miljoen in de komende jaren. Een tweede tegenvaller is het nieuwe taal- en rekenbeleid dat voor het Da Vinci College een teruggang in inkomsten betekent van meer dan € 0,8 miljoen. Tenslotte zijn er niet-gecompenseerde loonstijgingen en stijgingen in de kosten van materiële exploitatie. De financiële teruggang in de komende jaren heeft in 2009 geleid tot een set van bezuinigingsmaatregelen, waaronder herstructurering van het domein educatie gericht op het terugbrengen van evenwicht tussen inkomsten en uitgaven. Structureel moeten de maatregelen leiden tot een kostenreductie van € 5,3 mln. Over de bezuinigingen en de herstructurering is overeenstemming met de medezeggenschapsraad. Inkomsten en uitgaven 2007 en 2009 Samenstelling inkomsten in miljoenen Rijksinkomsten
2008
2009
51,5
(78%)
52,5
(75%)
Overige overheid
9,5
(15%)
7,5
(11%)
8,5
(12%)
Contractactiviteiten
4,3
(7%)
4,6
(7%)
6,5
(9%)
Overige inkomsten
2,1
(3%)
2,6
(4%)
2,9
(4%)
Totaal
Het gebouw aan de Steegoversloot.
2007 48,0 (75%)
63,9
66,2
70,4
verdeling was voor het overgrote deel rechtstreeks uit de financiële gegevens over die jaren te herleiden. Waar dit niet eenduidig kon worden vastgesteld, heeft dit plaatsgevonden door middel van een verdeelsleutel op basis van de grootte van het aandeel publiek of privaat. De segmentatie is zichtbaar in de toelichting op de balans, waar het vermogen als volgt is gesplitst:
Samenstelling uitgaven in miljoenen Personeel
2007
2008
45,2 (72%)
48,1 (74%)
2009 52,3
(76%) (6%)
Huisvesting
3,5
(6%)
4,0
(6%)
4,5
Afschrijvingen
5,0
(8%)
3,9
(6%)
2,5*
(4%)
Overige lasten
8,9 (14%)
8,7 (14%)
9,5
(14%)
Totaal
62,6
64,7
68,8
* De afschrijvingen in 2009 zijn beduidend lager dan in voorafgaande jaren. De reden is dat de verkoop van de Steegoversloot als desinvestering onder de afschrijvingen terecht is gekomen. Dit veroorzaakt de (eenmalige) verlaging van de post afschrijvingen in het verslagjaar.
5.1 Verdere doorvoering van de richtlijnen conform RJ660 voor het jaarverslag Met ingang van het verslagjaar 2008 dient het jaarverslag van onderwijsinstellingen te voldoen aan de eisen conform RJ660. Deze richtlijnen hebben tot doel de transparantie in de verslaglegging te vergroten en de verslaglegging meer in lijn te brengen met andere organisaties. In de jaarrekening 2008 was nog niet voorzien in de eis van segmentatie van het vermogen naar publieke en private herkomst, maar is in samenspraak met de andere regionale opleidingencentra en de MBO Raad gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot uitstel. Voor het verslagjaar 2009 is de segmentatie naar herkomst wel verwerkt in de jaarrekening. De verdeling van het vermogen naar herkomst heeft plaatsgevonden door de resultaten van alle jaren vanaf de vorming van het Da Vinci College te herleiden tot private of publieke herkomst. Deze
1-1- 2009
31-12-2009
Publiek vermogen
€ 18.182
€ 18.001
Privaat vermogen.
€ 5.199
€ 5.794
Met het aanbrengen van de segmentatie is de jaarrekening volledig opgesteld conform de nieuwe voorschriften. 5.2 Kengetallen Het verder uitstellen van de verkoop van grond op het Leerpark en de gebouwen aan de Patersweg en de Vorrinklaan, betekent dat in 2009 de kengetallen voor liquiditeit en solvabiliteit slechts beperkt zijn verbeterd. De liquiditeit ligt vanaf de aanschaf van het Leerpark onder de streefwaarde van het Da Vinci College van 100%. Deze lage liquiditeit heeft geen gevolgen door de ruime kredietfaciliteit die het Da Vinci College heeft en de gunstige voorwaarden van deze faciliteit. De komende jaren verbetert de liquiditeit verder, maar eerst na verkoop van de gronden en gebouwen zal de liquiditeit ruim boven de streefwaarde uitkomen. De solvabiliteit verbetert langzaam maar gestaag en ligt ruim boven de streefwaarde van 30%.
Solvabiliteit Liquiditeit Rentabiliteit Eigen vermogen (Na winstverdeling)
Ultimo 2007
Ultimo 2008
32%
34%
Ultimo 2009 35%
39% 0,86% 23,25 miljoen
36% 0,20% 23,38 miljoen
50% 0,59% 23,8 miljoen *
* waarvan 5,8 miljoen privaat eigen vermogen
44 | Jaarverslag 2009
Het Da Vinci College verzorgt ook re-integratietrajecten. Een voorbeeld daarvan is het traject Lerend naar Werk dat wordt uitgevoerd voor de Regionale Sociale Dienst Alblasserwaard / Vijfheerenlanden. Het traject stelt zich ten doel klanten met een uitkeringssituatie te brengen naar regulier werk. In dit traject wordt gestreefd naar een plaatsing op de arbeidsmarkt in combinatie met beroepsscholing naar minimaal het niveau startkwalificatie. Gedurende het hele traject worden de klanten intensief begeleid door een vaste trajectbegeleider. Een jobhunter zoekt samen met de klant naar passend werk of stage. Na intake en diagnose wordt het re-integratieplan opgesteld. In het re-integratieplan is het voortraject de eerste stap die een klant zet. Het voortraject leidt tot een branchekeuze. Elone van Velthuijsen, Directeur sociale dienst Alblasserwaard / Vijfheerenlanden, en José Spoolder van SIW (Stichting Integratie en Werkaanbod) geven hun visie op de samenwerking met het Da Vinci College.
Lerend naar Werk
4 45
Elone, wat is jouw doel met het traject Lerend naar Werk? Leerwerktrajecten zijn ontwikkeld vanuit het re-integratiebeleid van de RSD om kandidaten vanuit de bijstand te re-integreren in combinatie met een opleiding (startkwalificatie) op de arbeidsmarkt. Binnen de leerwerktrajecten onderzoeken we op individuele basis welke mogelijkheden een kandidaat heeft op de arbeidsmarkt en we begeleiden hem daarbij. Leerwerktrajecten zijn de schakel tussen vraag en aanbod, waarin we de mogelijkheden van een kandidaat afstemmen op de vraag van de arbeidsmarkt. Wat is daarbij het belang van regionale partners? Elone: Regionale partners zijn voor de RSD van bijzonder belang, omdat zij de locale markt kennen. Dit geldt niet alleen voor de re-integratie, maar ook voor de inburgering en de educatie. Gezamenlijk zijn regionale partners verantwoordelijk voor een goede afstemming, en dus voor de resultaten. Bovendien hecht ons bestuur aan behoud van voorzieningen in de regio en vinden wij het belangrijk om met elkaar iets op te bouwen en dit vervolgens ook uit te bouwen. José: Regionale samenwerking op het terrein van onderwijs en arbeidsmarkt is volgens mij essentieel om uiteindelijk te kunnen komen tot een duurzame re-integratie van de deelnemer. Kennis van de regionale arbeidsmarkt, de regionale infrastructuur en de kennis van de regionale bedrijfsculturen en samenstelling van bevolkingsgroepen zijn onmisbaar voor het welslagen van duurzame re-integratie en arbeidsbemiddeling. Hierbij moeten wij als partners, het Da Vinci College en de Stichting Integratie & Werkaanbod (SIW), inhaken op de behoefte en de vraag van onze opdrachtgevers en in meerdere mate ook op de behoefte en de vraag vanuit het bedrijfsleven. “Werk” is een belangrijk middel voor deelname aan de samenleving. Hierbij moeten wij ons realiseren dat niet ieder individu in staat is op eigen kracht deel te nemen aan de maatschappij door middel van werk en/of scholing en vrijwilligerswerk. Een aantal van hun zal ondersteuning, begeleiding, onderwijs en aansturing nodig hebben om dit doel te kunnen realiseren. Hoe kijk je naar het Da Vinci College als opleidingspartner? Elone: Het Da Vinci College vormt een belangrijke partner als opleider (zowel voor beroepsopleidingen als educatieve trajecten) met een breed scala van opleidingsmogelijkheden. Vanuit de participatiegedachte ziet de RSD mogelijkheden om reintegratie, inburgering en educatie, samen met het Da Vinci College, steeds beter op elkaar af te stemmen. José: Binnen de Inburgering en ook binnen de reguliere re-integratietrajecten hebben wij in het Da Vinci College een voor de regio noodzakelijke samenwerkingspartner gevonden. Wij verwachten dat we met hen ook in de toekomst nog veel resultaatgerichte projecten kunnen opzetten met als gezamenlijk doel de maatschappelijke participatie van de deelnemer. Om dit te kunnen bereiken wil de SIW graag nauw samenwerken met het Da Vinci College.
Hoe kijk je naar de driehoek Sociale Dienst, SIW en Da Vinci College? Elone: Uit de samenwerking van deze driehoek blijkt de integratie van de eerder genoemde taken op het gebied van re-integratie, inburgering en educatie. Het is belangrijk te erkennen dat je nooit zelf alle expertise in huis kunt hebben en dus gebruik maakt van elkaars sterke punten. Bovendien maak je ook nog gebruik van elkaars netwerken. Wij denken dat we zo een optimaal aanbod kunnen doen aan de kandidaten, wat ook nog aansluit bij de vraag op de arbeidsmarkt. José: Onder de regionale samenwerking valt ook de samenwerking met de opdrachtgever. De RSD AV is daarbij, zonder haar absolute regie te verliezen als zijnde onze gezamenlijke opdrachtgever, een onmisbare schakel in de regionale samenwerking. Binnen de driehoek, RSD AV, Da Vinci en SIW zijn krachten en expertises gebundeld waardoor innovatief en resultaatgericht toegewerkt wordt naar een beleid en uitvoering waarbij de duurzame re-integratie en arbeidsbemiddeling van deelnemers het einddoel is. Met name de synergie en een directe en open communicatie binnen een dergelijke samenwerking zijn onmisbare voorwaarden voor het welslagen van ons gezamenlijke streven. Wat verwacht je de komende jaren van samenwerkingspartners om succesvol te kunnen zijn? Elone: Waar nog hard aan gewerkt moet worden is aan onderlinge afstemming. De praktijk is vaak weerbarstiger dan de theorie. José: Door het inzetten van onze expliciete expertise op het gebied van onderwijs, arbeidsmarkt en re-integratie vormt de samenwerking tussen het Da Vinci College en de Stichting Integratie & Werkaanbod ook voor de toekomst een regionaal aanbod voor zowel de vraag en de behoefte van onze opdrachtgever als ook voor die van het bedrijfsleven. Vraaggerichte re-integratie blijkt vaak de kortste weg naar werk en is niet zelden de oplossing voor moeilijk vervulbare vacatures. Ook hierbij kan en moet de regionale samenwerking haar expertise leveren om tegemoet te kunnen komen aan de vraag. En ook hierin staat de directe en open communicatie en de daardoor aan te brengen synergie centraal. Om dit te kunnen bereiken is veel flexibiliteit van de partners nodig, zodat tijdig ingesprongen kan worden op veranderingen in de arbeidsmarkt. We kunnen dan ook innovatief producten en trajecten inzetten om uiteindelijk te komen tot het meest optimale resultaat: duurzame en maatschappelijke re-integratie! Wij werken daarbij vanuit de volgende visie: “De mate van ons succes is het resultaat van onze samenwerking”
46 | Jaarverslag 2009
Jaarverslag 2009 | 47
Staat at van a bate e
aste
Balans a a pers 31 dec ember 20 0 9 Activa in duizenden euro’s
Exploitatie rekening 2009 in duizenden euro’s bedrag 2009
begroting 2009
Immateriële vaste activa
51.047
46.513
50.079
8.523
6.765
7.428
Materiële vaste activa
College-, cursus-, les- en examengelden
1.446
1.263
1.405
Financiële vaste activa
Baten werk in opdracht van derden
6.504
5.181
4.618
Totaal vaste activa
Overige baten
2.918
3.273
2.613
70.438
62.995
66.143
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
Totaal baten
Vorderingen
Lasten 52.288
47.020
48.031
Effecten
Afschrijvingen
2.549
4.083
4.041
Liquide middelen
Huisvestingslasten
4.509
3.994
3.934
Totaal vlottende activa
Overige lasten
9.523
7.866
8.706
68.869
62.963
64.712
Totaal lasten
Saldo baten en lasten
1.569
32
1.431
Financiële baten en lasten
-1.155
-1.276
-1.298
414
-1.244
133
Belastingen
0
0
0
Resultaat deelnemingen
0
0
0
414
-1.244
133
0
0
0
414
-1.244
133
Resultaat
Resultaat na belastingen Minderheidsbelang derden in resultaat
Resultaat (publiek en privaat)
Eigen vermogen 0
0
60.212
63.055
835
670
61.047
63.725
33
59
6.920
5.268
0
0
Vlottende activa Voorraden
Personeelslasten
01-01-2009
Vaste activa
Baten Rijksbijdragen
Passiva in duizenden euro’s 31-12-2009
bedrag 2008
Totaal activa
21
15
6.974
5.342
68.021
69.067
Minderheidsbelang derden
31-12-2009
01-01-2009
23.795
23.381
0
0
23.795
23.381
Voorzieningen
4.964
4.603
Langlopende schulden
25.307
26.431
Kortlopende schulden
13.955
14.652
Totaal passiva
68.021
69.067
48 | Jaarv Jaar Jaarverslag v ersllag l a 200 2009
Jaarverslag 2009 | 49
Rotterdam
Ridd Ridderkerk
Leerdam
Papendrecht Pape Zwijndrecht ec
Hardinxveld en ndam Sliedrecht Giessendam
Gorinchem
Oud-Beijerland erla Dordrecht
Loc ocat es Middelh harnis
Dordrecht Leerparkpromenade 100 3312 KW Dordrecht Tel. 088 657 26 57 Art & Design Business Educatie ICT Leisure Office Technologie Welzijn
Romboutslaan 40 3312 KP Dordrecht Tel. 088 657 26 57 Leisure Technologie VAVO
BouwVakOpleiding M.H. Trompweg 229 3317 BS Dordrecht Tel. 078 654 81 81 Bouw en Wonen (incl. Schilderen) Bouwvakopleiding
Gorinchem Mollenburgseweg 82 4205 NB Gorinchem Tel. 0183 64 68 00 Bouw en Wonen Business Dienstverlening (incl. AKA) Educatie ICT Office Leisure Technologie Gezondheidszorg Welzijn
Noordendijk 268 3312 AM Dordrecht Tel. 088 657 26 57 Dienstverlening (incl. AKA) Achterom 89 – 91 3311 KB Dordrecht Tel. 088 657 26 57 HBO
Karel Lotsyweg 20 3318 AL Dordrecht Tel. 0900 789 0 789 Gezondheidszorg
Hardinxveld-Giessendam Houtschelf 10 3371 KB Hardinxveld-Giessendam Tel. 0184 61 08 05 Bouw en Wonen Educatie
Wijk j en Aalburg
Daa V inci c College Co ege Papendrecht Goudenregenstraat 15 3353 VA Papendrecht Tel. 078 615 68 00 Educatie
Leerdam Tiendweg 11 4142 EG Leerdam Tel. 0345 63 95 95 Educatie
LOC West-Alblasserwaard Ketelweg 61 A 3356 LD Papendrecht Tel. 078 645 32 62 Business Dienstverlening ICT Technologie
Middelharnis Schoolstraat 9a 3241 CT Middelharnis Tel. 0180 49 69 89 Business
Ridderkerk De Génestetstraat 2 2985 CG Ridderkerk Tel. 0180 49 69 89 Business Office
Oud-Beijerland Karel Doormanstraat 19 3262 PB Oud-Beijerland Tel. 0186 64 28 42 Educatie
Sliedrecht Prof. Kamerlingh Onneslaan 109 3362 VE Sliedrecht Tel. 0184 41 65 28 Educatie
Wijk en Aalburg Perzikstraat 7a 4261 KC Wijk en Aalburg Tel. 0416 69 22 81 Bouw en Wonen Business Dienstverlening Educatie Office Zwijndrecht LOC@ Laurensvliet 2R 3331 HW Zwijndrecht Tel. 078 625 61 00 Bouw en Wonen Dienstverlening Educatie Technologie
Raad van Toezicht De samenstelling van de Raad van Toezicht in het verslagjaar is als volgt: De heer N.M. van der Spek, Voorzitter De heer K. van der Burg De heer J.B. Evenboer Mevrouw S.M. Schoemaker De heer J.M. de Vries De heer P.P. Witte De heer P. IJssels College van Bestuur De samenstelling van het College van Bestuur in het verslagjaar is als volgt: De heer M.J. Hoefeijzers De heer P.H.J. Vrancken
Colofon Redactie:
Arie den Ouden, Kees Verburg, Wouter Poortvliet, Robert de Klerk Rob de Saint Aulaire Eindredactie: Kees Verburg Vormgeving: KumQuat, Dordrecht Fotografie: Archief Da Vinci College Marga van Lonkhuijsen Auwien Boelkens Mark Verweij Drukwerk: Drop in media Met dank aan allen die een bijdrage hebben geleverd aan het jaarverslag 2009
50 | Jaarverslag 2009
Da Vinci College Leerparkpromenade 100 Postbus 1184 3300 BD Dordrecht
T 088 – 657 26 57 F 088 – 657 26 00
www.davinci.nl