Investeren in je toekomst! Jaarverslag 2014-2015 Uitvoering Leerplichtwet en RMC-Besluit
Investeren in je toekomst! Verslag Uitvoering Leerplichtwet en RMC besluit 2014-2015
Januari 2016 Team Onderwijs & Kinderopvang Economie, Werk en Onderwijs Gemeente Enschede
1
Samenvatting van de belangrijkste punten uit het verslag De gemeente Enschede wil ieder kind de kans geven om uit te groeien tot een volwassene die optimaal deelneemt aan de samenleving. Onder andere door de schoolloopbaan af te sluiten met een startkwalificatie; tenminste een mbo niveau 2, havo of vwo-diploma. Daarom zetten we in op het voorkomen van schoolverzuim en Voortijdige Schoolverlaters (VSV-ers). Doelstelling en aantallen schoolverzuim Vanwege de maatschappelijke gevolgen is er veel aandacht voor de aanpak van schoolverzuim en het voorkomen van schooluitval. In het schooljaar 2014-2015 steeg het aantal verzuimmeldingen naar 1155, ten opzichte van 1124 meldingen in het jaar ervoor. Van de ruim 22.000 leerplichtige leerlingen is 5,3 % gemeld bij Team Leerplicht vanwege (veel)verzuim en/of zorgsignalen (vorig schooljaar was dat 5,1%). Deze stijging is het gevolg van: • de inzet van de leerplichtambtenaar op de school • stevige inzet op verzuimbestrijding van leerplichtige MBO-scholieren • verbetering van het verzuimbeleid binnen scholen; • de doorstroomactie van vmbo naar mbo; • actievere voorlichting (richting onderwijs, jongeren/ouders en samenwerkingspartners) De stijging van het aantal verzuimmeldingen past bij ons streven al het verborgen verzuim in beeld te krijgen. Leerlingen die niet gemeld worden kunnen we immers niet helpen. Uit gegevens van vergelijkbare gemeenten weten we dat het daadwerkelijk verzuimpercentage rond de 5,5% ligt. Het resultaat van 5,3 % betekent dus dat we de leerlingen die veel verzuimen en waar zorgen over zijn goed in beeld hebben gekregen. De komende jaren zullen we samen met de scholen werken aan het nog vroeger in beeld krijgen van leerlingen met problemen zodat die problemen niet te hoog oplopen en uitval op school kan worden voorkomen. Integrale aanpak van schoolverzuim werkt De diverse oorzaken van schoolverzuim vragen om een integrale aanpak. De gemeente werkt dan ook nauw samen met het onderwijs, wijkteams, justitie en instellingen voor (jeugd)zorg. Daarbij kan de leerplichtambtenaar handhavend optreden waar nodig. Tevens kunnen ingezette zorgtrajecten ondersteund worden door toepassing van dwang en drang, zodat de leerling weer naar school gaat. In het verslagjaar zijn 76 processen verbaal opgemaakt, is 55 keer een dwang en drang -traject (bijvoorbeeld HALT) gestart opgelegd en 184 keer officieel gewaarschuwd. Deze aanpak heeft ertoe geleid dat 93% van de jongeren teruggekeerd is naar (hun eigen) school. Daling Voortijdige Schoolverlaters (VSV-ers) Het aantal meldingen van jongeren zonder startkwalificatie is in het afgelopen schooljaar gedaald naar 481 unieke personen, tegen 524 in het schooljaar ervoor. Deze daling komt vooral door: • De verbetering van de interne zorgstructuur op de scholen. Scholen zetten meer in op begeleiding van overbelaste en kwetsbare jongeren. • Het aantrekken van de economie. Het aantal meldingen vanuit het Werkplein is het afgelopen jaar afgenomen. We zien dat steeds minder jongeren zonder startkwalificatie een beroep doen op een uitkering. Conclusie We kunnen concluderen dat de gemeente Enschede en haar samenwerkingspartners stevig inzetten op de aanpak van schoolverzuim en VSV en dat deze aanpak tot goede resultaten leidt.
2
1.
Het recht op scholing is onze (leer)plicht
Per 1 januari 2015 heeft Enschede 21.850 leerplichtige leerlingen (vanaf 5 tot 18 jaar; inclusief kwalificatieplicht). Ruim 55% van hen staat ingeschreven op het basisonderwijs, circa 35% op het voortgezet onderwijs, ongeveer 5,5% op het middelbaar beroepsonderwijs en 4,5% van de leerlingen staat in geschreven in het praktijkonderwijs of ( voortgezet )speciaal onderwijs. Zij hebben het recht om naar school te gaan, iets dat ruim 100 jaar geleden nog niet bestond. Scholing is dus een prachtig recht. Het overgrote deel van onze leerlingen maakt daar dan ook graag gebruik van. Tabel1: Aantal verzuimmeldingen leer- kwalificatieplichtigen (5-18 jarigen)naar onderwijssoort Onderwijssoort
2012-2013
2013-2014
2014-2015
Basisonderwijs
102
11%
100
9%
100
9%
Voortgezet Onderwijs
526
57%
735
65%
654
57%
Praktijk Onderwijs
49
5%
47
4%
82
7%
Speciaal(voortgezet)onderwijs
84
9%
78
7%
73
6%
Middelbaar beroepsonderwijs
139
15%
140
13%
221
19%
22
2%
24
2%
25
2%
922
100%
1124
100%
1155
100%
Geen schoolinschrijving Totaal
Een klein percentage van 5,3% is in het schooljaar 2014-2015 gemeld bij de leerplichtambtenaar, vanwege (veel)verzuim en/of zorgsignalen. Dat is 0,2% méér dan het vorige schooljaar, wat wij als een succes beschouwen. De stijging van verzuimmeldingen past namelijk bij ons streven al het verborgen verzuim in beeld te krijgen. Het is belangrijk dit inzichtelijk te krijgen, om daarmee zo vroeg mogelijk te interveniëren en erger te voorkomen. Uit gegevens van vergelijkbare gemeenten weten wij dat het werkelijk verzuim rond de 5% ligt. Het afgelopen schooljaar hebben we een groot deel van het verborgen verzuim in beeld gekregen. De stijging van het aantal meldingen uit het MBO is een gevolg van intensivering van de inzet van de leerplichtambtenaar binnen het MBO De aanwezigheid van de leerplichtambtenaar op school heeft ertoe geleid dat het verzuimbeleid op de school is verbeterd. Schoolverzuim wordt eerder herkend en niet alleen tijdiger maar ook vaker gemeld. Een overzicht van andere maatregelen, die Leerplicht in samenwerking met de scholen en netwerkpartners heeft ondernomen, is vinden in hoofdstuk 3. Tabel 2: Verzuimpercentage Verzuimpercentage
2012-2013
2013-2014
2014-2015
4,2%
5,1%
5,3%
1.1 De verschillende soorten en aantallen verzuim Schoolverzuim wordt onderscheiden in twee soorten: absoluut en relatief verzuim. Absoluut verzuim wil zeggen dat een leerplichtig kind niet is ingeschreven bij een onderwijsinstelling. Bij relatief verzuim staat het kind wel ingeschreven, maar is afwezig zonder geldige reden. Het laatste komt het meeste voor, met drie verschillende oorzaken: signaalverzuim, spijbelen en luxe verzuim. Tabel 3: Aantal verzuimmeldingen per schooljaar Soort Verzuim1
2012-2013
2013-2014
2014-2015
Absoluut verzuim
22
24
25
Relatief verzuim
900
1100
1130
Totaal
922
1124
1155
• • •
Signaalverzuim: het verzuim als signaal dat er een ander probleem speelt, zoals problemen thuis, verslavingsproblemen of een gebrek aan motivatie om naar school te gaan. Spijbelen: bewust te laat komen en uurtjes wegblijven van school. Luxe verzuim: een leerling wordt thuisgehouden uit luxe overwegingen, zoals een vakantie of uitstapje met het gezin.
1
Absoluut verzuim zijn leer-kwalificatieplichtige leerlingen zonder een schoolinschrijving. Onder relatief verzuim valt het verzuim van leerlingen die staan ingeschreven op een school 3
In dit verslagjaar zijn er in totaal 1155 verzuimmeldingen met diverse oorzaken. ‘Spijbelen’ staat bovenaan, met 575 meldingen. De categorie ‘spijbelen’ wordt gevolgd door ‘medische/psychische problematiek met 191 meldingen, op de derde plaats gevolgd door ‘meervoudige problematiek” met 114 meldingen. Uiteindelijk zijn 1081 van de 1155 gemelde kinderen en jongeren teruggekeerd naar school, mede als gevolg van het ingrijpen van het Team Leerplicht. Tabel 4: Verzuimmeldingen naar reden Reden Gedragsproblematiek
2012-2013 62
2013-2014 7%
81
2014-2015 7%
99
9%
Luxe verzuim
18
2%
37
3%
36
3%
Medisch/Psychisch
120
13%
199
18%
191
17%
Meervoudige problematiek Schoolproblemen
146 109
16% 12%
88 67
8% 6%
114 94
10% 8%
Spijbelen/te laat komen
432
49%
599
55%
575
51%
Overig Totaal
11
1%
29
3%
21
2%
900
100%
1100
100%
1130
100%
1.1.1 Wat doet Team Leerplicht met verzuimmeldingen? Bij elke verzuimmelding kiest de leerplichtambtenaar de aanpak waar het meeste effect van wordt verwacht. In de meeste gevallen is een gesprek met een flinke waarschuwing afdoende. In andere gevallen wordt meteen een 2 proces-verbaal opgemaakt. Bij spijbelen wordt een leerling vaak doorverwezen naar bureau HALT of Forza! Als er sprake is van meervoudige problematiek, is een gecoördineerde inzet van hulpverlening noodzakelijk. Het aantal proces-verbalen is, in vergelijk met het schooljaar ervoor, toegenomen. Dit zijn veelal jongeren die (hardnekkig) verwijtbaar blijven verzuimen en bij wie de inzet van andere interventieinstrumenten niet tot het gewenste resultaat hebben geleid. Vernieuwde samenwerking met het Openbaar Ministerie binnen het justitieel casusoverleg heeft geresulteerd in kortere lijnen waardoor er sneller kan worden afgestemd. Signalen worden tijdig gedeeld wat de kwaliteit van de proces-verbalen ten goede komt. De toename van het aantal proces verbalen heeft ook te maken met het feit dat het onzeker was of het project Forza zou blijven bestaan. Als alternatief is er door de leerplichtambtenaren vaker een proces verbaal opgemaakt om de schoolgang te herstellen. Inmiddels is duidelijk dat deze methodiek m.i.v. het schooljaar 2015-2016 wordt ingebed binnen het instrumentarium van de Wijkteams. Tabe 5;: Interventies per schooljaar Interventie
2012-2013
2013-2014
2014-2015
Procesverbaal
74
8%
50
4%
76
6%
Dwang/drangtraject
27
3%
51
4%
55
4%
Raad Kinderbescherming
66
7%
42
4%
70
6%
Hulpverlening
34
4%
35
3%
53
4%
Schriftelijke waarschuwing
120
13%
202
18%
184
15%
Zorg gesprekken
106
12%
203
18%
208
17%
Handhavingsgesprekken Totaal
471
53%
562
49%
584
48%
898
100%
1145
100%
1230
100%
1.1.2 De resultaten van onze verzuimaanpak Het merendeel van de 1155 kinderen en jongeren die bij Team Leerplicht zijn gemeld, zijn teruggekeerd naar school. Voor 1023 leerlingen was dit hun eigen school, 46 leerlingen gingen naar een andere school en 12 naar het speciaal onderwijs. De overige 52 leerlingen zijn verhuisd, kregen een vrijstelling of een traject buiten school (zorg, leerwerk of justitieel). Uiteindelijk verlieten 4 leerlingen hun school, waarvoor we een VSV melding ontvingen. In 17 gevallen is het verzuim niet gestopt, deels omdat deze jongeren onvindbaar zijn. De opsporingstaak droegen we over aan bijvoorbeeld burgerzaken, de politie en/of de sociale verzekeringsbank.
2
Dwang en drangtraject van Jeugdbescherming Overijssel buiten het strafrechtelijk kader 4
Tabel 6 : Resultaat verzuimaanpak leer- kwalificatieplichtigen (5-18 jarigen) Resultaat verzuimaanpak Terug naar eigen school Naar andere school Naar speciaal onderwijs Traject4 Onderwijs verlaten RMC melding Verhuisd Verzuim niet gestopt Vrijstelling Totaal
2012-2013 739 81% 60 7% 23 3% 27 3% 9 1% 30 3% 22 2% 4 0% 914 100%
3
2013-2014 951 65 15 39 3 28 23 0 1124
2014-2015 85% 6% 1% 3% 1% 2% 2% 0% 100%
1023 46 12 23 4 26 17 4 1155
88% 4% 1% 2% 1% 2% 1% 1% 100%
1.2 Langdurig thuis zitten voorkomen Landelijk is er steeds meer aandacht voor het aantal thuiszittende leerlingen. Op lokaal niveau zijn we hier al een paar jaar actief mee bezig en die aanpak is succesvol. Thuiszitters zijn leerplichtige jongeren, die meer dan vier weken van school verzuimen en waarvoor leerplicht geen vrijstelling heeft verleend. De oorzaken van het probleem van het thuiszitten zijn divers. Zo kunnen gedragskenmerken, sociaal-emotionele en/of (psychische) gezondheidsproblemen de reden zijn dat leerlingen uitvallen. Vaak is er sprake van een langdurige zoektocht naar passend onderwijs en zorg. Hoewel er in absolute zin sprake is van een toename van het aantal thuiszitters, blijft het percentage van 0.2% stabiel ten opzichte van het totaal aantal leerplichtige Enschedese leerlingen. Komende jaren willen we samen met de regiogemeenten en het onderwijs komen tot gerichte acties om het aantal thuiszitters verder te reduceren. Tabel7: Aantal thuiszitters Onderwijssoort
2012-2013
2013-2014
2014-2015
Basisonderwijs
1
2%
2
5%
3
(6%)
Voortgezet Onderwijs
16
38%
22
53%
19
(36%)
Speciaal(voortgezet)onderwijs
24
57%
9
21%
17
(33%)
MBO
1
2%
9
21%
13
(25%)
Totaal
42
100%
42
100%
52
100%
3 4
Inclusief absoluut verzuim Onder traject moet worden verstaan: zorgtraject/ time-outtraject 5
2.
Betere arbeidskansen door VSV preventie
In het RMC-besluit (Regionaal Meld- en Coördinatiepunt Voortijdige Schoolverlaters) staat dat gemeenten elke Voortijdige Schoolverlater (VSV-er) moeten registreren en stimuleren om alsnog een startkwalificatie te halen. Een startkwalificatie is een mbo niveau 2, havo of vwo-diploma. We zien dat steeds meer jongeren zo’n kwalificatie halen. In 2013-2014 waren er 524 unieke meldingen van jongeren zonder startkwalificatie en in dit verslagjaar is dit teruggelopen naar 481. Dit komt deels door de verbeterde zorg- en ondersteuningstructuren op scholen en de aantrekkende economie. De groep jongeren die daarentegen wel uitvalt, heeft veel problemen. Om hen weer naar school te krijgen is een integrale aanpak van onderwijsinstellingen, zorgpartners en de gemeente nodig. Deze aanpak wordt met succes vormgegeven binnen het Actieteam Voortijdig Schoolverlaten. Niet afwachten maar gerichte actie ondernemen om jongeren tussen de 18 en 27 jaar, die zonder startkwalificatie zijn uitgevallen, weer met succes in de schoolbanken of op de arbeidsmarkt te krijgen. Jongeren van 18 tot 23 jaar vallen niet meer onder de Leerplichtwet. De leerplichtambtenaar kan wettelijk geen handhavingsinstrumenteninzetten, wel kunnen we VSV zoveel mogelijk voorkomen. Bij de eerste tekenen van verzuim proberen we samen met de school om een jongere te stimuleren zijn of haar opleiding af te maken. Met betere arbeidskansen en inkomen als gevolg. Daarnaast kunnen we - in samenwerking met de afdeling Werk & Inkomen - bepalen dat de jongere geen inkomensvoorziening krijgt, als hij of zij pertinent niet meewerkt aan een traject gericht op scholing, om zo alsnog een startkwalificatie te halen of werk.
2.1 Verzuimmelding, -preventie van niet–leerplichtigen. Verzuim stopt helaas niet automatisch als de leerling 18 jaar is geworden. De mogelijkheden van de leerplichtambtenaar om adequaat op te treden worden echter wel minder. Zo is de inzet van dwang en drang instrumenten bij verzuimers van 18 jaar en ouder wettelijk niet meer mogelijk. Leerplicht probeert binnen de wettelijke mogelijkheden en capaciteit die zij heeft, hier wel actie op te zetten. Dit kan namelijk het aantal schoolverlaters sterk reduceren. De armslag van Leerplicht is echter beperkt. Het merendeel van de verzuimers van 18 jaar en ouder krijgt geen persoonlijke aandacht van de leerplichtambtenaar. Dit is te wijten aan gebrek aan personele capaciteit. Meer inzet op de preventie van dit schoolverzuim leidt tot minder VSV’ers en een lagere instroom in de bijstand. 5
Uit onderzoek blijkt dat elke jongere die zijn startkwalificatie haalt en niet voortijdig uitvalt van school de maatschappij minimaal € 15.000 oplevert. In samenwerking met de regiogemeenten en het onderwijs wordt voor 2016 een project opgezet om actie te ondernemen met als doel vermindering van schooluitval. Het aantal verzuimmeldingen jongvolwassenen stijgt de laatste jaren. De aanwezigheid van de leerplichtambtenaar op het MBO heeft hieraan bijgedragen. Tabe 8: Aantal verzuimmeldingen niet leerplichtige leerlingen (18-23 jarigen) naar onderwijssoort Onderwijssoort
2012-2013
2013-2014
2014-2015
Voortgezet onderwijs
8
5%
8
9%
9
4%
Voortgezet speciaal
1
1%
2
2%
2
1%
154
94%
79
89%
235
95%
0
0%
0
0%
0
0%
163
100%
89
100%
246
100%
MBO Praktijk Onderwijs Totaal
2.2 Voortijdige Schoolverlaters van 2012 tot nu In 2014-2015 zijn er 481 nieuwe VSV-ers gemeld. Dat aantal is laag vergeleken met de afgelopen drie schooljaren. In 2012-2013 waren er nog 621 jongeren zonder een startkwalificatie, dit verslag jaar is het aantal verder teruggelopen naar 481 jongeren. De daling in het verslagjaar naar 481 meldingen heeft meerdere oorzaken: • Versterking van de interne (zorg)structuur op scholen (meer coaching, begeleiding en voorlichting) • Versterking van het verzuimbeleid in het middelbaar beroepsonderwijs • Voorlichting, begeleiding en ondersteuning van het onderwijs door Leerplicht.
5
“Maatschappelijke Kosten- Batenanalyse Voortijdig Schoolverlaten” Ecorys 2009 i.o.v. Ministerie van OC&W 6
•
Aantrekken van de economie. Er komen minder oud-schoolverlaters door werkeloosheid naar het Werkplein voor een inkomensvoorziening.
In samenwerking met het onderwijs, heeft net als voorgaande jaren, een analyse plaats gevonden om gerichte acties te kunnen inzetten om schooluitval nog verder te reduceren. Tabel 9:: Voortijdig schoolverlaters (18-23 jarigen), aantal unieke personen Nieuwe meldingen
2012-2013
2013-2014
2014-2015
621
524
481
Aantal personen
2.2.1 Melding VSV en herplaatsing Scholen zijn wettelijk verplicht om VSV-ers te melden, traditioneel komen daar de meeste meldingen vandaan. Maar ook andere organisaties, zoals jeugdhulpverlening, Werkplein en de arbeidsinspectie melden VSV-ers. De afgelopen jaar is er een stijging te constateren van het aantal meldingen vanuit het onderwijs. Dit betekent alleen niet dat er meer schooluitvallers zijn geweest. Door sluitend meldingsbeleid komen ze sneller via het onderwijs in beeld daar waar ze voorheen veelal via de Dienst Uitvoering Onderwijs onder de aandacht werden gebracht. Het aantal meldingen vanuit het Werkplein daalt doordat er minder jongeren zonder startkwalificatie zich melden voor een uitkering. Alle schoolverlaters worden besproken in het Actieteam. Dit team bestaat uit een vertegenwoordiging van Jarabee, Leerwerkloket, 1000 jongerenplan en de gemeentelijke afdelingen Leerplicht, Werk en Inkomen. In dit overleg wordt integraal afgestemd wie de casus het beste kan oppakken. We wijzen de jongere op de mogelijke gevolgen van zijn of haar keuze. We kunnen geen sanctie opleggen, maar als hij of zij pertinent weigert om aan een traject mee te werken kan dat gevolgen hebben voor de uitkering. Team Leerplicht coördineert en faciliteert de VSV-aanpak in het Actieteam. Door deze opzet wordt voorkomen dat we jongeren uit het oog verliezen en tijdig kunnen inzetten op passende ondersteuning. Hierbij wordt al geacteerd gedurende de wettelijke zoekperiode, waardoor de jongere al voor daadwerkelijke instroom in de Participatiewet bemiddeld kan worden naar school of werk. Enkele jaren geleden is de doelgroep uitgebreid met voortijdig schoolverlaters in de leeftijd 23 tot 27 jaar. Jaarlijks ontvangen, naast bovengenoemd aantal schoolverlaters, ook nog circa 125 voorgenoemde schoolverlaters van 23 jaar en ouder dienstverlening vanuit het Actieteam. Tabel 10: Voortijdig schoolverlaters(18-23 jarigen) naar meldende instantie Meldende instantie School
2012-2013 221 33%
2013-2014 223 41%
2014-2015 270 51%
Jeugdhulpverlener
6
1%
2
1%
25
5%
Ouder/verzorger/jongere
4
1%
1
1%
3
1%
Werkplein
264
40%
186
33%
135
26%
Leerplicht
14
2%
10
2%
6
1%
Politie, arbeidsinspectie
0
0%
1
1%
0
0%
Opsporingsproject/DUO
151
23%
117
21%
86
16%
Totaal
660
100%
540
100%
525
100%
6
In het verslagjaar is het aantal VSV-ers die terug worden geplaatst op school licht gestegen. Deze stijging kan o.a. worden verklaard door intensievere samenwerking met Werk & Inkomen in het kader van de scholingsplicht. De overige resultaten zijn t.o.v. het voorgaande verslagjaar nagenoeg gelijk gebleven. Tabel11: Resultaat voortijdig schoolverlaters (18-23 jarigen) Resultaat verzuimaanpak
2012-2013
2013-2014
2014-2015
School
109
17%
34
6%
57
11%
Werk (gerelateerd traject)
374
56%
363
68%
344
65%
Zorg
129
20%
99
18%
79
15%
6
Het verschil tussen de totaal aantallen van tabel 13 en 14 betreft het verschil tussen het aantal meldingen en het aan unieke personen. sommige personen zijn twee keer of vaker gemeld. 7
Overig7
48
7%
44
8%
45
9%
Totaal
657
100%
540
100%
525
100%
Om de duurzaamheid van de resultaten uit het Actieteam te toetsen hebben we in 2014 aanvullend onderzoek gedaan. Daaruit blijkt dat 65 tot 70% van de jongeren een jaar later nog steeds op school zit of werk heeft. Ook van het aantal jongeren dat uitstroomt vanwege een arbeidscontract blijkt een substantieel deel een jaar later weer naar school te gaan. Er zijn ook nog steeds jongeren die we niet kunnen herplaatsen, bijvoorbeeld doordat ze verhuizen, 23 jaar worden of niet mee willen werken. Toch proberen we deze groep opnieuw te benaderen en alsnog te herplaatsen, via een gezamenlijke inzet van ketenpartners.
2.3 Convenant tegen verzuim en VSV Om verzuim en VSV verder terug te dringen, sloten Twente (met Enschede als contactgemeente), het ministerie van OC&W en regionale scholen in 2012 een convenant. Het convenant omvat een set aan afspraken 8 (maatregelen ) ter bestrijding van voortijdig schoolverlaten . Het convenant 2012-2015 is onlangs met 1 kalender jaar verlengd tot invoering van de nieuwe RMC-wetgeving (januari 2017). Voor 2016 zullen er aanvullende middelen beschikbaar worden gesteld om de schooluitval te reduceren. Voor 2016 zijn de bestaande maatregelen herijkt en aangescherpt. Daarnaast was het voor het eerst mogelijk te investeren in de doelgroep jongeren in kwetsbare positie (praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs). Het convenant kent per 2016 dan ook een aantal maatregelen, die de schooluitval van MBOscholieren met een oorsprong in praktijkonderwijs en voorgezet speciaal onderwijs, moeten voorkomen en verminderen. De definitieve cijfers van het schooljaar 2013-2014 laten zien dat het aantal nieuwe schoolverlaters zonder startkwalificatie in Enschede met 0,2% is gedaald naar 2.4% t.o.v. 2.6% in het schooljaar daarvoor. Het totaal aantal voortijdig schoolverlaters in Enschede is sinds 2005-2006 gedaald met 51% (van 572 naar 281 leerlingen). Tabel12: Totaal aantal leerlingen en aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters schooljaar 2013-2014 Schooljaar 2013-2014
Totaal leerlingen
Totaal VSV’ers
% VSV
Totaal
11.605
281
2.4%
Totaal VO
7.924
32
0,4%
VO onderbouw
4.146
5
0,1%
VMBO bovenbouw
2.119
19
HAVO/VWO bovenbouw
1.659
9
0,8% 0,5%
Totaal MBO
3.681
249
6,3%
MBO niveau 1
118
43
36,4%
MBO niveau 2
914
99
10,8%
2.649
107
4,0%
MBO niveau 3+4
Het landelijke cijfer 2013-2014 ligt op 1,9%, Enschede scoort met 2,4% boven het landelijk gemiddelde. De cijfers worden positief beïnvloed door de plattelandsregio’s met van oudsher weinig schoolverlaters. Ten opzichte van vergelijkbare gemeenten doet Enschede het echter goed. Ter vergelijk is een overzicht opgenomen waarin het Enschedese percentage wordt afgezet tegen dat van gemeenten van soortgelijke omvang in leerlingaantallen en –populatie. Tabel13 :Percentage VSV ‘ers overige gemeenten Gemeente Enschede
2.4%
Tilburg
2.7%
Groningen
2.8%
Nijmegen
2.4%
Arnhem
3.2%
7
Uitschrijving op basis van detentie/onwillig/niet traceerbaar/verhuizing/23+
8
Een voortijdig schoolverlater is een jongere die op 1 oktober van het schooljaar jonger is dan 22, staat ingeschreven in het bekostigd vo, mbo of vavo en die een jaar later niet meer in het onderwijs staat ingeschreven en geen startkwalificatie heeft ( landelijke definitie) 8
3.
Onze inzet tegen VSV en verzuim
Team Leerplicht heeft in samenwerking met haar netwerkpartners het afgelopen jaar diverse maatregelen genomen om VSV en verzuim door jongeren te voorkomen. Enkele daarvan worden hieronder beschreven:
3.1
Vroeg signalering begint al op de basisschool
In het schooljaar 2014-2015 heeft Leerplicht sterk ingezet op bestrijding van schoolverzuim in het basisonderwijs. Binnen een pilot in stadsdeel Oost is ingezet op de versterking van de samenwerking tussen onderwijs, leerplicht en schoolwijkcoach. In het voorjaar van 2015 heeft een evaluatie plaatsgevonden. Hieruit is naar voren gekomen dat met name korte lijnen en intensieve onderlinge contacten als meerwaarde worden gezien in het kader van preventief werken. Scholen weten leerplicht beter te vinden als zij advies nodig hebben, maar ook andere betrokken partners zoals GGD-JGZ nemen makkelijker contact op. Dit komt de bestrijding van schoolverzuim ten goede. Leerplicht zal dan ook eens per jaar aansluiten bij het zorgoverleg waar signalen en knelpunten met elkaar worden besproken. De resultaten zullen ook worden gebruikt om te bekijken hoe we gemeentebreed de samenwerking met primair onderwijs gaan intensiveren.
3.2
De leerplichtambtenaar op de school
Leerplichtambtenaren verrichten meer dan in voorgaande jaren hun werkzaamheden op de school zelf. Deze aanpak is succesvol. Enerzijds draagt het ertoe bij dat verzuim eerder in beeld komt, anderzijds is er ook meer zicht op het verzuimbeleid op de locatie. De leerplichtambtenaar is, naast op het voortgezet onderwijs, dit verslagjaar ook actief op een aantal locaties van het ROC van Twente en het AOC. Daarbij gaat specifiek aandacht uit naar de bestrijding van verzuim van leerplichtige leerlingen. De aanwezigheid van de leerplichtambtenaar heeft een impuls gegeven aan de effectiviteit van het schoolintern verzuimbeleid. Knelpunten zijn inzichtelijk gemaakt zodat procesoptimalisatie heeft kunnen plaatsvinden. De eerste ervaringen zijn positief; er is voor het ROC een duidelijk aanspreekpunt er kan gericht actie worden ondernomen bij die afdelingen waar niet of nauwelijks meldingen plaatsvinden.
3.3
Thuiszitters in beeld
Sinds een aantal jaren registreert en analyseert Leerplicht het aantal thuiszitters. Hierbij krijgen we niet alleen inzicht in de totale populatie aan thuiszitters, maar zijn we ook effectiever in het reduceren van de duur en het aantal thuiszitters. Dit schooljaar is de Enschedese werkwijze geëxporteerd buiten de gemeentegrenzen. Met een aantal omliggende gemeenten (Hengelo, Oldenzaal, Losser, Dinkelland) en het samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO, is de samenwerking gezocht om tot een regionale aanpak te komen. Inmiddels zijn er concrete afspraken m.b.t. het eenduidig registreren van thuiszitters en het opstellen van een analyse. In het najaar van 2015 worden de analyses met elkaar besproken om te komen tot vervolgacties ter vermindering van het aantal thuiszitters en de duur van het schoolverzuim. De Enschedese werkwijze rondom thuiszitters staat ook landelijk positief in de belangstelling. Het ministerie van OC&W onderzoekt momenteel welke elementen bruikbaar zijn voor Haagse regelgeving.
3.4
Handhaven wanneer nodig
De leerplichtambtenaar van de gemeente Enschede neemt, als afgevaardigde namens de Twentse gemeenten, zitting in het justitieel casusoverleg. In dit overleg, dat in 2014 is gestart, wordt de afdoening van een procesverbaal met het Openbaar Ministerie besproken. Leerplicht onderhoudt korte lijnen met het Openbaar Ministerie en Raad van de Kinderbescherming, waardoor adequaat gehandeld kan worden bij toepassing van dwang en drang bij schoolverzuim. In 2014 heeft een evaluatie plaatsgevonden van dit overleg. Naar aanleiding daarvan is ook besloten dat de gemeente Enschede, voorlopig deel blijft nemen aan dit overleg. Naast de inhoudelijke casuïstiek worden ook signalen m.b.t .de uitvoering (opstellen/afdoening procesverbaal) besproken, zodat er kwaliteitsverbetering wordt bereikt binnen de strafrechtelijke aanpak van schoolverzuim.
3.5
Zicht op passend onderwijs
De regio Twente kent een hoger aantal verwijzingen naar het speciaal onderwijs dan het landelijk gemiddelde. In het licht van Passend Onderwijs is het beleid erop gericht om het aantal leerlingen met een verwijzing richting speciale vormen van onderwijs terug te brengen en daarnaast de ondersteuningsstructuur binnen het onderwijs dusdanig aan te passen dat meer leerlingen thuis nabij onderwijs kunnen volgen. In schooljaar 2013-2014 heeft een analyse plaatsgevonden naar de kenmerken van leerlingen in het Speciaal Onderwijs. Deze sluit aan bij de behoefte van gemeenten en onderwijsinstellingen om de leerling-stromen structureel te monitoren. Er is regionaal besloten een monitor Passend onderwijs te ontwikkelen. Enschede heeft hierin het voortouw genomen. Deze monitor is in schooljaar 2014/2015 gerealiseerd en zal jaarlijks worden herhaald en waar nodig/mogelijk aangevuld worden met onderwijsinformatie. Op deze manier kunnen trends en signalen tijdig geanalyseerd worden en input geven voor beleidsontwikkelingen.
9
4.
Ontwikkelingen binnen het werkgebied
4.1
Versterking door verbinding
Vanuit verschillende taken en verantwoordelijkheden wordt binnen de gemeente Enschede dienstverlening aan jongeren geboden. Allemaal met het doel ze zo zelfstandig en zelfredzaam mogelijk te maken op school, op de arbeidsmarkt of in de maatschappij in het algemeen. Er moet worden voorkomen dat er parallelle en soms contraproductieve dienstverlening ontstaat. Het afgelopen schooljaar is gestart met de ontwikkeling van een integrale gemeentelijke jongerenaanpak binnen de ketens onderwijs-werk-en zorg. Dit project heeft tot doel het aantal loketten te reduceren, de jongere centraal te stellen en vanuit de behoefte van de jongere het meest passende dienstverleningstraject in te zetten. De regie zal moeten worden belegd afhankelijk van de ingezette interventie, maar wel volgens het principe één jongere, één plan, één regisseur.
4.2
Aandacht voor jongeren van 18 jaar en ouder
Schoolverzuim is een belangrijke voorbode voor schooluitval op latere leeftijd. De inzet van Leerplicht stopt als de leerling 18 jaar is geworden. De leerling is volgens de wet volwassen en niet langer leerplichtig. Het schoolverzuim is daarmee lang niet altijd ten einde. Verzuimbestrijding van jongeren van 18 jaar en ouder behoort niet tot de wettelijke taak van het RMC. Enschede, evenals omliggende gemeenten, heeft nu geen capaciteit om hiermee aan de slag te gaan. De RMC subregio ’s Almelo, Enschede, Hengelo en Oldenzaal en het MBO zien wel de noodzaak en willen dan ook komend kalenderjaar stevig inzetten op bestrijding van verzuim van jongeren van 18 jaar en ouder om daarmee schooluitval te voorkomen. Zij worden daarin gesteund door de Regionale Stuurgroep Voortijdig Schoolverlaten, die op basis van een pilot hiervoor middelen ter beschikking wil stellen. In de vormgeving van de pilotdienstverlening wordt niet langer gekeken of de leerling nu wel of niet leerplichtig is en waar hij woont, maar naar wat de leerling nodig heeft om zijn schoolgang met succes af te ronden. In samenwerking met onderwijsinstellingen worden gerichte afspraken gemaakt ten aanzien van de bestrijding van schoolverzuim onder jongvolwassenen, zodat nog meer leerlingen met succes hun schoolloopbaan kunnen afronden.
4.3
Minder thuiszitters
Op basis van de analyse thuiszitters schooljaar 2014-2015 wordt er met het samenwerkingsverband passend onderwijs en regiogemeenten, maatregelen genomen om het aantal thuiszitters en de duur van het thuiszitten te verminderen. Hierbij zal ook de samenwerking met domein zorg (wijkteams) worden geïntensiveerd. Een aantal thuiszitters heeft baat bij onderwijs-zorgarrangementen. De stagnatie van zorgtrajecten of wachtlijstproblematiek kan immers leiden tot langdurig thuiszitten.
4.4
Handhaven met zorg
De afgelopen jaren is veel geïnvesteerd in de vorming van de wijkteams. Hoewel Leerplicht en wijkteams nadrukkelijk hun eigen expertise en wettelijke taak hebben, is samenwerking in de uitvoering essentieel. In sommige gevallen maakt de aard van casuïstiek samenwerking noodzakelijk. Nauwe banden tussen leerplichtambtenaar en schoolwijkcoach leidt dan tot synergie en optimaal resultaat. Het is belangrijk dat medewerkers in de uitvoering elkaar blijven kennen en goed worden/blijven geïnformeerd over de ontwikkelingen in het werkveld waarin beiden opereren. Komend jaar wordt een extra impuls gegeven aan de onderlinge samenwerking door wijkcoaches en leerplichtambtenaren bij elkaar te brengen, de ontwikkelingen/ervaringen binnen het werkveld met elkaar gaan delen en hier lering uit te trekken.
4.5
Samen staan we sterker
Een goede samenwerking in Twente is essentieel bij het creëren van succesvol beleid gericht op bestrijding en voorkomen van schoolverzuim en schooluitval. Verandering in wet en regelgeving (verbreding taken RMC t.a.v. kwetsbare jongeren, creëren van een sluitend regionaal vangnet) is aanleiding om regionale afspraken te maken voor m.n. de doelgroep uit het praktijkonderwijs, voortgezet speciaal onderwijs, en het MBO. Op bestuurlijk niveau (Twente-breed) wordt momenteel een intergemeentelijke samenwerking verkend op het gebied van Leerplicht en RMC.
4.6
RMC wetgeving
De minister van OCW bereidt een wetsvoorstel voor om per 1 januari 2017 de taak van de RMC-functie in de regio’s te verbreden. Naast de huidige taken moet het RMC zich in de toekomst richten op: 1. Verbreding van de doelgroep Het RMC wordt verantwoordelijk voor de monitoring en begeleiding van schoolverlaters uit het Praktijkonderwijs en Voortgezet speciaal onderwijs vanaf 16 jaar. Met deze uitbreiding heeft het RMC alle niet-kwalificatieplichtige jongeren en jongeren zonder startkwalificatie tussen de 16 en 23 jaar in beeld en wordt voorkomen dat ze tussen wal en schip vallen.
10
2. Realisatie regionaal plan De totstandkoming van een regionaal plan voor de bestrijding van voortijdig schoolverlaten en het creëren van een regionaal vangnet voor kwetsbare jongeren. Het regionaal plan bevat geen nieuw beleid, maar verbindt het bestaande beleid van alle afzonderlijke partijen binnen het sociaal domein aan elkaar, zodat een sluitend regionaal vangnet ontstaat. Op zowel lokaal als regionaal niveau is inmiddels gestart met de voorbereidingen voor de inrichting van de nieuwe wettelijke taken.
11