1
Een duurzame toekomst in uitvoering ECN Jaarverslag 2007
6 14 2
30
Waterstof & Schoon Fossiel
4 50 56 60 62 64 65 66 69 87
Voorwoord dr. Ruud Lubbers
Inleiding
10
24
Nuclear Research and consultancy Group
Energie Advies Commissie en Klankbordgroepen
Beleidsstudies
Biomassa, Kolen & Milieuonderzoek
20
ECN in kaart gebracht: feiten en cijfers
Raad van Toezicht en Directie
34
Windenergie
Energie Efficiency in de Industrie
40 Energie in de Gebouwde Omgeving & Netten
46 Zonne-energie
Engineering & Services
Verantwoording Corporate governance
Verslag Raad van Toezicht
Directieverslag
Jaarrekening
Colofon
3
Voorwoord
bijdrage te leveren aan het vinden van duidelijke antwoorden op de
Ook de door het rapport gewenste slagvaardige rol van de overheid - die
gelukkig kwam een nog groter aantal (internationale) medewerkers onze
”2007 was in veel opzichten een bijzonder jaar. In februari kreeg Al Gore een
klemmende uitdagingen van onze tijd, die steeds zichtbaarder worden.
een grote bijdrage aan een duurzame energievoorziening kan leveren door
gelederen versterken. Zulk een stevig verloop heeft natuurlijk nadelen.
Oscar (beste documentaire) voor zijn film An Inconvenient Truth, waarmee
Ik stel vast dat ECN dat in 2007 goed heeft gedaan: de titel van dit
te zorgen voor krachtig en consistent beleid, het uitdragen van een ‘sense
Maar daar staat tegenover dat “onze mensen” kennelijk zeer gewild zijn
hij al eerder voor een wake-up call zorgde en de dreigende klimaatveran-
jaarverslag nieuwe stijl is niet voor niets Een duurzame toekomst in
of urgency’, helder toezicht en adequate financiële ondersteuning - achten
en dat binnen de organisatie een gezonde dynamiek ontstaat. Nieuwe
dering onder de aandacht van het grote publiek én beleidsmakers bracht.
uitvoering. De toenemende samenwerking met nationale en internationale
zij ‘waardevol’. Dat is hoopgevend.
mensen brengen in hun bagage de nieuwste wetenschappelijke inzichten
Het klimaat was hot news en is dat sindsdien gebleven, met als hoogtepunt
marktpartijen wordt zichtbaar in meer inkomsten uit licentie-overeen-
misschien wel de toekenning van de Nobelprijs voor de Vrede aan Gore en
komsten, deelnemingen, joint ventures en contractonderzoek. Nationaal
Over de ontwikkeling van het aandeel duurzame energie in onze energie-
het VN-panel voor klimaatverandering (IPCC). Gore en, namens het IPCC,
volgen wij de aanbevelingen van de commissie Wijffels, die ECN als
voorziening valt veel goeds te melden. De bijdragen van wind- en
Rajendra Pachauri ontvingen de prestigieuze onderscheiding voor hun
hét nationale energieonderzoekscentrum heeft bestempeld. ECN maakt
zonne-energie groeien wereldwijd al jaren met tientallen procenten per
In 2008 zal de voorgenomen oprichting van één holding met twee stich-
inspanningen om de benodigde kennis over de door de mens gecreëerde
die sleutelrol steeds meer waar.
jaar, vooral in Duitsland en Spanje. De groei in Nederland is in vergelijk
tingen (ECN en NRG) zijn beslag krijgen. Volgend jaar hoopt de Raad van
daarmee klein. Echter, het werkprogramma “Schoon & Zuinig” van het
Toezicht integraal te rapporteren. Over de pensioenen kan ik melden dat
klimaatverandering op te bouwen en te verspreiden, om zo de acties op
4
en technologische vindingen van buiten mee, nodig om als onderzoeksinstituut een vooraanstaande rol te kunnen blijven spelen.
gang te brengen die deze verandering tegen kunnen gaan. Ik wil hier met
Zo blijkt de in 2007 gepubliceerde EnergieVisie 2050, waarin ECN/NRG een
kabinet gaat zeker bijdragen aan de transitie naar een duurzame energie-
het mogelijk is gebleken een groot deel van de indexatie van de pensioe-
zekere trots vermelden dat binnen het IPCC ook ECN-wetenschappers
ambitieus maar realistisch beeld schetsen van een duurzame Europese
huishouding. Er zijn plannen voor meer grootschalige windparken op zee
nen te realiseren. Niet langer alleen uit de historische reserves maar nu
met veel bezieling werken aan het klimaatprobleem (zie kader).
energiehuishouding in 2050, ‘richtinggevend’ voor het beleid van het
en het is inmiddels duidelijk dat voor het behalen van de energie- en
ook dankzij de reguliere inkomsten van een economisch gezond ECN en
kabinet-Balkenende. De betrokken ministers prijzen de Europese invals-
klimaatdoelstellingen van het kabinet windmolens op land hard nodig zijn.
NRG. Ik dank de directie en alle medewerkers dan ook voor hun indruk-
Positief is ook dat de Europese Commissie en de Nederlandse regering
hoek van de studie en onderschrijven de essentiële rol van energiebesparing
Een nieuwe stimuleringsregeling is inmiddels in de steigers gezet. De
wekkende en effectief gebleken inspanningen in 2007.”
ambitieuze doelstellingen hebben gesteld voor vermindering van de broei-
als de meest kosteneffectieve optie om CO2-emissies te reduceren.
zonne-energiesector bevindt zich in een opvallende technologische
kasgasuitstoot, vergroten van het aandeel duurzame energie en versnelling
versnelling, gekenmerkt door doorbraken in de zonneceltechnologie die
Dr. Ruud Lubbers
van energiebesparing. In december werd op Bali overeenstemming bereikt
ertoe moeten leiden dat zonnestroom gaat concurreren met stroom uit
Voorzitter Raad van Toezicht ECN
over een ‘actieplan’ voor een nieuw klimaatverdrag: eind 2009 moet de
ECN in IPCC
het stopcontact. Energie uit biomassa lijkt mondiaal zo’n hype te worden
wereld het eens worden over een opvolger van het Kyoto-verdrag waarin
Het Intergovernmental Panel on Climate Change is een gezaghebbende,
dat certificering van biomassa met het oog op milieu en duurzaamheid
afspraken zullen worden gemaakt over reductie van de uitstoot, over aan-
intergouvernementele organisatie die een netwerk van enkele honderden
geboden is, zeker gezien de recente discussies over de grootschalige inzet
passing aan klimaatverandering en over technologie en financiering. Het
wetenschappers vormt. In haar laatste rapport concludeerde het IPCC dat nu
van biobrandstoffen.
mag dan onzeker zijn wat er dan precies besloten wordt, het is pure
met grote zekerheid kan worden geconcludeerd dat de mens de waargenomen
winst dat in 2009 een aantal knopen wordt doorgehakt. De toekomst zal
temperatuurstijging voor een belangrijk deel heeft veroorzaakt, en dat de gevol-
Het thema “Schoon” krijgt onder meer betekenis doordat Den Haag een
moeten uitwijzen of 2007 werkelijk een keerpunt was en of de wereld het
gen ernstig zijn maar dat de oplossingen binnen bereik liggen.
aparte taskforce heeft opgericht voor de schone inzet van fossiele brand-
in 2009 eens kan worden over mondiale emissiedoelen, concreet beleid
stoffen. Met name technieken voor CO2-afvang en -opslag (CCS) - een
en echte veranderingen. Maar het lijdt geen twijfel dat de energie- en klimaat-
ECN is al jarenlang intensief betrokken bij het opstellen van de rapporten van
gebied waarop ECN met de SEWGS-technologie goede vorderingen
problematiek nu hoog op de politieke en maatschappelijke agenda staat.
Werkgroep III van het IPCC. Deze werkgroep richt zich op het bestrijden van
maakt - kunnen hier een belangrijke rol in spelen. Verder blijken zowel
klimaatverandering en staat onder leiding van co-voorzitter Bert Metz van het
het Groningse als het Rotterdam Climate Initiative aansprekende en kans-
Er waren ook ontwikkelingen die me ongeruster hebben gemaakt. De
Milieu- en Natuur Planbureau (MNP). In 2005 hebben Heleen de Coninck en
rijke initiatieven, die Nederland mondiaal een voortrekkersrol kunnen
energievraag steeg de laatste jaren sneller dan verwacht, zorgen over het
Manuela Loos (beiden van de unit Beleidsstudies) de redactie gevoerd over
bezorgen. ECN weet zich met beide initiatieven verbonden.
toekomstige aanbod van energie zijn versterkt en de olieprijs bleef stijgen,
een groot deel van het Special Report on Carbon Dioxide Capture and Storage.
met name vanwege de toenemende energievraag in China en India. De
ECN-medewerkers Koen Smekens (Beleidsstudies), Daan Jansen (Waterstof &
Het moge duidelijk zijn: ECN opereert in een uitdagende en dynamische
olieprijs steeg op enig moment zelfs tot boven $ 100 per barrel. Dit gaf
Schoon fossiel) en Bob van der Zwaan (Beleidsstudies) hebben hier belangrijke
omgeving. Het is mijn overtuiging dat ECN zich in het Europese krachten-
nieuwe voeding aan de discussie over de voorzieningszekerheid en de
inhoudelijke bijdragen aan geleverd. Ook aan het onlangs verschenen Fourth
veld stap voor stap kan ontwikkelen tot een gezaghebbend Europees
noodzaak van een transitie naar een duurzame energiehuishouding.
Assessment Report hebben diverse ECN-medewerkers substantiële bijdragen
energieonderzoeksinstituut. Daarom zal ECN zich blijven inspannen om
Tegen de achtergrond van deze turbulente economische en maatschap-
geleverd. ECN blijft in de toekomst betrokken bij het IPCC. Zo heeft Jos Bruggink
uit binnen- en buitenland getalenteerde onderzoekers en specialisten
pelijke ontwikkelingen, stond ECN voor de taak om een waardevolle
(Beleidsstudies) zitting in de Task Force New Emission Scenarios, die de vol-
aan te trekken. In 2007 vertrok een groot aantal mensen uit Petten, maar
gende generatie emissiescenario’s gaat ontwikkelen.
5
Inleiding
Kennis naar de markt
“2007 was een goed jaar voor ECN. Binnen de meerjarenprogramma’s is
De meest directe manier om kennis naar de markt te brengen is samen-
op een breed technologisch front vooruitgang geboekt en de ECN-
werking met en daarna contractonderzoek voor de industrie. In alle units is
technologie is overeenkomstig de voornemens uit het strategisch plan
hieraan veel aandacht geschonken. In 2007 is een intensieve samenwerking
versneld naar de markt gebracht. Bovendien kun je aan alles merken
met de industrie tot stand gekomen op het gebied van geavanceerde
dat ECN in de buitenwereld een goede reputatie geniet.” Voor directie-
industriële warmtepompen. De units Zonne-energie en Windenergie
voorzitter Ton Hoff en adjunct-directeur Kees van der Klein is er alle reden
hebben de samenwerking met het internationale bedrijfsleven versterkt,
om met tevredenheid terug te kijken. Hoff: “Het blijft een geweldige
hetgeen tot belangrijke opdrachten heeft geleid. Opmerkelijk is de grote
uitdaging om grensverleggend onderzoek te doen dat de Europese en
internationale belangstelling, tot in China, voor de kennis van deze units.
Nederlandse energietransitie krachtig ondersteunt, en om door ons ontwikkelde technologie naar de markt te brengen. Die opdracht hebben
Het is moeilijk om succes stories in de technologietransfer aan één
we in 2007 mijns inziens goed vervuld, met name ook dankzij de oprichting
bepaald jaar toe te wijzen, omdat onderzoek, technologie-ontwikkeling en
van Corporate Development. Deze afdeling richt zich sterk op de pro-
-transfer nu eenmaal een lange adem vergen. Maar de bouw in 2007
grammatische versterking van ECN en, specifieker, op het naar de markt
van de proeffabriek voor zonnecelwafers in Broek op Langedijk, die de
brengen van nieuwe technologieën. ECN heeft het afgelopen jaar goed
RGS-productietechnologie in continubedrijf gaat testen, is zonder meer
geïnventariseerd welke technologieën de weg naar de markt zouden
een mijlpaal te noemen. ECN heeft die proefinstallatie gebouwd met tot de
kunnen vinden, hierin prioriteiten gesteld en vervolgens per technologie
verbeelding sprekende partners als Deutsche Solar en Sunergy Investco.
een projectteam samengesteld.”
Van der Klein: “RGS is echt een sleuteltechnologie voor de productie van silicum wafers voor zonnecellen, die beschermd wordt door krachtige
6
Die aanpak heeft vruchten afgeworpen, zegt Kees van der Klein, hoofd
patenten en medebepalend is voor de groei van de zonnecelindustrie.
van de afdeling Corporate Development. “ECN ontwikkelt technologieën
Een belangrijke stap in het vermarkten van onze kennis dus.”
in alle stadia van rijpheid in ontwikkeling: zowel ideeën van achter het bureau als apparaten waarvan de technologie kant-en-klaar aan het
Een andere mijlpaal is het besluit van Econcern, ECN en Chemfo om een
bedrijfsleven wordt verkocht. De kracht van een instituut als ECN ligt
fabriek te bouwen voor de torrefactie (een soort “koffiebrandproces”) van
in deze ‘portfolio’, die gelegenheid geeft tot de ontwikkeling van een
biomassa: de BO2-centrale. Van der Klein: “Het gaat hier om een fabriek
volgende generatie technologieën die nodig is voor het realiseren van de
die op commerciële schaal uit diverse stromen biomassa uniforme korrels
overheidsdoelstellingen. De laatste jaren komen opmerkelijk veel bij ECN
produceert die gemakkelijk kunnen worden vervoerd en ingezet voor
ontwikkelde technologieën tot rijpheid. Het aantal projecten dat op het
gebruik in conversie-installaties. De commerciële toepassing van deze
punt staat aan het bedrijfsleven te worden overgedragen, groeit sterk.
technologie is daarom buitengewoon belangrijk. We hebben er grote verwachtingen van.” Een derde opmerkelijk feit is de vermarkting van een
“Het blijft een geweldige uitdaging om grensverleggend onderzoek te doen dat de energietransitie ondersteunt.” Ton Hoff directievoorzitter
Het financiële resultaat over 2007 is behoorlijk positief, maar belangrijk is
katalysator voor het verwijderen van stikstofoxide (N2O), een broeikasgas
ook zeker dat de licentie-opbrengsten in 2007 zijn opgelopen tot circa
dat ruim 300 maal sterker is dan CO2. Na uitgebreide testen is deze
700.000 euro . Daar komt bij dat de door ECN ontwikkelde technologieën
technologie geschikt bevonden voor de end of pipe-afvang van stokstof-
aanleiding geven tot economische activiteit: door derden zijn investerin-
oxide in salpeterzuurfabrieken. De aankondiging van ECN’s commerciële
gen in de toepassingen van ECN-technologie op de markt toegezegd, die
partner voor de eerste grootschalige demonstratie wordt dit jaar nog
naar schatting oplopen tot zo’n 26 miljoen euro; er zijn negen nieuwe
verwacht.
octrooien geregistreerd. Het kan altijd beter, maar het toont wel aan dat het loont om op een andere manier naar de markt te kijken.”
7
“ECN heeft deze en andere succesverhalen nodig om de techno-
ADEM is hard nodig om het transitiebeleid handen en voeten te geven. Het
nemen. Bijvoorbeeld in de discussies over CO2-afvang en -opslag en de
een inspirerende werkomgeving voor medewerkers te creëren. In de visie
logietransfer gestalte te kunnen geven, zegt Hoff. “Er zullen meer
staat vast dat we meer energieonderzoek en experimenteerruimte nodig
inzet van eerste en tweede generatie biobrandstoffen. En we denken na
van ECN dienen leidinggevenden een managementstijl te ontwikkelen
samenwerkingsverbanden met bedrijven komen die ECN-kennis en
hebben om de technologische versnelling te realiseren die ervoor kan
over een vervolg op de EnergieVisie 2050.”
waarin de kwaliteiten van medewerkers op het gebied van onderzoek,
energietechnologie gaan vermarkten. Onze ambitie is jaarlijks drie tot
zorgen dat we onze ambitieuze klimaat- en energiedoelstellingen halen.”
vier echte innovaties naar de markt te brengen. Ondernemers willen
communicatie, (project)management, teambuilding, business development
People management
enzovoort, tot hun recht kunnen komen.” Om het competentiemanagement
we ook langer begeleiden bij het in de markt zetten van technologie,
Peer review
Een belangrijke opmerking van de peer review commissie betrof de
verder handen en voeten te geven, komen er opleidingsprogramma’s
bijvoorbeeld door een belang te houden in de ontwikkelingsbedrijven.
De kwaliteit van het huidige ECN-onderzoek is over de gehele linie hoog
personele bezetting van de onderzoeksgroepen. De commissie vond dat
voor verschillende doelgroepen, te beginnen met de onderzoeksgroepen.
De aandelen worden pas van de hand gedaan als de technologie een
en in een aantal gevallen “toonaangevend” in Europa. Dat constateerden
de relevantie en kwaliteit van de onderzoeksgroepen in veel gevallen
Een projectgroep management development buigt zich over mogelijke
plaats op de markt heeft veroverd.”
de internationale peer review commissies, die in 2007 de units en de orga-
vraagt om uitbreiding en versterking.
loopbaanstappen voor leidinggevenden binnen en buiten de organisatie, zodat de ontwikkeling van leidinggevend potentieel nieuwe impulsen
nisatie als geheel (corporate) langs de kwalitatieve meetlat hebben gelegd.
8
Kennisverdieping
“De bevestiging dat we op de goede weg zijn is natuurlijk verheugend,”
Hoewel dit zeker dilemma’s schept, onderschrijven Hoff en Van der Klein
krijgt. ECN is zo verzekerd van voldoende kennis en ervaring op dit gebied
Vanzelfsprekend moeten de commerciële activiteiten van ECN blijven
zegt Hoff. “De commissies kwamen ook met een aantal eyeopeners die we
deze analyse, met de constatering dat de werving van nieuw hoog gekwa-
om openvallende managementposities snel in te kunnen vullen. Op het
voortvloeien uit een voortdurend slag tot kennisverdieping. De kwaliteit
zeker ter harte zullen nemen, zoals het advies om diepgaand na te denken
lificeerd personeel er in 2007 niet gemakkelijker op is geworden. Hoff:
programma staat verder een benchmark van de primaire en secundaire
moet zeker niet alleen aan het eind van het onderzoekstraject, op de markt,
over onze positionering in het huidige krachtenveld van universiteiten
“In 2007 was sprake van een flinke groei, maar ook van doorstroom
arbeidsvoorwaarden ten opzichte van andere marktpartijen, in samenwer-
zichtbaar zijn maar zeker ook aan het begin, in het onderzoek. Van der
en Europese onderzoeksinstituten, de politiek en het bedrijfsleven, en op
van personeel. Van de nieuwkomers is ongeveer 20 procent afkomstig uit
king met de OR en de vakbonden. Hoff: “Mede op basis van de resultaten
Klein: “We moeten onze wetenschappelijke diepgang blijven koesteren.
basis daarvan onze kernwaarden te formuleren en te verankeren in de
het buitenland, wat ons natuurlijk sterkt in onze internationale ambities.
van deze benchmark wil ECN een modern beloningsbeleid ontwikkelen,
Waar mogelijk moeten we samenwerking zoeken met de universiteiten, en
organisatie, zodat we die waarden op een consistente manier uit kunnen
Het blijft echter moeilijk om de gaten die vallen snel op te vullen, wat soms
waarin meer ruimte is voor het waarderen van specifieke kwaliteiten en
jonge getalenteerde onderzoekers aantrekken.” In 2007 resulteerde dat in
dragen. Leidraad is daarbij vanzelfsprekend onze toenemende ambitie om
tot overbelasting leidt van de mensen die blijven. Gelukkig hebben we op
bijzondere prestaties.”
het onderzoeksprogramma ADEM, dat ECN samen met de drie TU’s bij de
een krachtige speler in het Europese energieonderzoek te zijn. Daarnaast
sommige fronten een inhaalslag kunnen maken. Maar het blijft zeker een
overheid heeft ingediend en dat zich specifiek richt op materiaalonderzoek
wil ECN (nationaal) meer agenderend opereren, ook een ambitie die in
punt van aandacht.”
voor energietechnologie-ontwikkeling.
2007 manifester is geworden. ECN heeft de kennis, de visie, het overzicht
In februari 2008 werd bekend dat de commissie Onderzoek Duurzame
9
Toekomstverwachtingen Binnen- en buitenwereld zullen in 2008 veranderen. De juridische
én de betrokkenheid om intensiever deel te nemen aan het publieke debat,
ECN is er zich zeer van bewust dat het kapitaal van de organisatie berust
structuur van ECN en NRG zal naar verwachting worden gewijzigd in een
of beter nog, zelf het debat aan te zwengelen en te beïnvloeden.”
bij haar personeel. Toponderzoek vereist toppersoneel. Dat is ook het
holding met twee stichtingen, die zelfstandig maar toch gezamenlijk
leitmotiv van het strategisch plan en het nieuwe people management
zullen opereren. In de hele wereld zal de vraag naar goede, toepasbare
aantal onderzoeksvoorstellen in de sector heeft gebogen, adviseert om
Publieke discussie
waarmee ECN in 2007 een begin heeft gemaakt. De drie deelprojecten die
en economisch gezonde innovaties verder toenemen, en daarmee de
58 miljoen euro voor ADEM te reserveren. Hoff: “Daar zijn we vanzelf-
Hoff: “ECN heeft die rol in 2007 een aantal keren op zich genomen. Ik denk
zijn opgestart - invoering van het nieuwe functiegebouw, competentie-
vraag naar de technologie van ECN. ECN zal dan ook actief zijn binnen
sprekend blij mee. Als het allemaal doorgaat, want het geld in de
daarbij vooral aan de EnergieVisie 2050, ons ambitieuze maar realistische
management en een nieuwe beoordeling- en functioneringssystematiek -
en buiten de EU (o.a in USA, China etcetera) Dat biedt goede perspectie-
rijksbegroting is vooralsnog nog niet gevonden.
toekomstbeeld van hoe de energievoorziening in het Europa van 2050 er
zijn alle gericht op de ontwikkeling en loopbaanmogelijkheden van de
ven voor de toekomst, die ECN dan ook met zelfvertrouwen tegemoet kan
uit kan zien. Die visie heeft niet alleen veel publiciteit gegenereerd, maar
medewerker, op het scheppen van meer duidelijkheid tussen werkgever
zien. Dat is in de eerste plaats te danken aan de grote inzet en persoonlijke
ook de maatschappelijke en politieke discussie over de energievoorziening
en werknemer en op het kunnen bieden van maatwerk. ECN heeft sterke
betrokkenheid van de medewerkers, benadrukken Hoff en Van der Klein:
van de toekomst nieuwe impulsen gegeven. De EnergieVisie is door het
behoefte aan medewerkers die zich met hun kennis en competenties
“We kunnen terugkijken op een grote collectieve inspanning, die over
kabinet als “richtinggevend” bestempeld voor het overheidsbeleid.
onderscheiden. De eerste ervaringen met het nieuwe people management
2007 een goed financieel resultaat heeft opgeleverd. Daarvoor zijn wij veel
zijn goed. Om de nieuwe functies te kunnen koppelen aan een salaris-
dank verschuldigd aan onze medewerkers.”
Energie, die zich op verzoek van de ministeries van VROM en EZ over een
“We moeten onze wetenschappelijke diepgang blijven koesteren.” Kees van der Klein adjunct-directeur
Andere in het oog springende bijdragen aan de publieke discussie waren
schaal, worden alle functies in de eerste helft van 2008 gewaardeerd. Ton Hoff, directievoorzitter
onze doorrekening van het kabinetsbeleid en het door ECN georganiseerde debat over nut en noodzaak van de afvang- en opslag van CO2,
De volgende stap is de feitelijke invoering van de nieuwe beoordelings-
naar aanleiding van de ingebruikname van de SEWGS-installatie, met
en functioneringssystematiek, die vooral is bedoeld om talent binnen
vertegenwoordigers van de energie- en milieuwereld. Dat is een goed
ECN tot volle wasdom te laten komen. Hoff: “Zo worden leidinggevenden
eerste begin, maar het is zaak dat we in 2008 nog vaker het voortouw
getraind om de ontwikkeling van kennis te stimuleren, maar vooral ook om
Kees van der Klein, adjunct-directeur
“2007 was het jaar van de aangescherpte doelstellingen: 20 procent duurzame energie in 2020 en 2 procent energiebesparing per jaar. Die aanscherping is te danken aan de groeiende onrust over de voorzieningszekerheid van brandstoffen in de toekomst, in combinatie met het groeiende besef van de noodzaak van een duurzame maatschappij. Terecht, want de opwarming van de aarde heeft nogal wat gevolgen. Wat je nu ziet is het gevolg van de uitstoot tot 1980. Sinds die tijd is de uitstoot van broeikasgassen sneller gegroeid dan in het meest negatieve scenario beschreven is,” zegt Remko Ybema, unitmanager Beleidstudies, zorgelijk. “Het is de hoogste tijd dat de overheid heldere keuzes maakt uit de alternatieven voor een duurzame samenleving. Het energie- en klimaatbeleid moet goed en doordacht zijn. De unit Beleidsstudies (BS) kan daar een bijdrage aan leveren. Maar snelheid is geboden. Onze maatschappij is stroperig geworden, maar er is wel voldoende draagvlak. Waar we nu behoefte aan hebben is daadkracht.”
10
“Onze maatschappij is stroperig geworden, maar er is wel voldoende draagvlak.” Beleidsstudies Remko Ybema
“Veel van de adviesaanvragen voor de unit BS komen van de Nederlandse overheid, die bij ons komt met vragen als ‘hoe moeten wij dit energievraagstuk aanpakken?’ Daarnaast krijgt de unit veel opdrachten van de Europese Commissie, hoewel dat niet automatisch gaat”, zegt Remko Ybema. “Als ECN moeten we gewoon meedoen met een aanbesteding om een opdracht te krijgen. Wel is het zo dat wij binnen Nederland op bepaalde dossiers een heel stevige positie bekleden en daardoor bijna automatisch een advies mogen uitbrengen. Dat betekent dat er veel kansen liggen voor de unit. Als de overheid een nieuwe energienota in gedachten heeft, dan komt ze vaak bij ons. We implementeren geen projecten maar geven advies, en behouden daarbij onze onafhankelijke positie. Vertrouwen vormt de basis van de werkverhouding tussen ECN en overheid.”
11
Institutioneel geheugen
Om de risico’s van klimaatverandering echt te verminderen en de levering
Dat moet gebeuren op basis van de criteria betrouwbaarheid, milieubelas-
In totaal produceerden de 55 medewerkers van BS in 2007 meer dan 120
van betaalbare energie op lange termijn veilig te stellen, zijn forse veran-
ting, veiligheid en betaalbaarheid. De uitkomsten van dit onderzoek moeten
rapporten. Sommige werden in een week geschreven, andere waren het
deringen in de energievoorziening nodig. ECN en NRG voorzien de inzet
een rol spelen bij de evaluatie van het klimaat- en energiebeleid die het
resultaat van vier jaar hard werk. De unit ziet veel van haar werk terug
van een mix van duurzame technologieën en een schone inzet van fossiele
kabinet van plan is in 2010 uit te voeren met het oog op de doelstellingen
De unit Beleidsstudies is voor ons een belangrijke partner bij de beleidsont-
in nota’s of publicaties. “Sla bijvoorbeeld de publicatie Nieuwe energie
brandstoffen. De ministers Van der Hoeven (EZ) en Cramer (VROM)
voor 2020. Binnen de commissie die het advies heeft voorbereid, waaraan
wikkeling. Samen met MNP, en soms CPB, rekenen zij het beleid door, zoals
voor het klimaat, werkprogramma Schoon en Zuinig van het ministerie
betrekken deze visie nu bij de innovatie-agenda voor het kabinetsbeleid.”
ook deskundigen van buiten de SER deelnamen, zien de vertegenwoor-
vorig jaar het werkprogramma Schoon en Zuinig van dit kabinet. En bij de net
digers van Stichting Natuur & Milieu en Milieudefensie geen reden om
gepubliceerde Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie (SDE) heeft
van VROM er maar op na. Hierin staan doorlopend verwijzingen naar ECN. Op zich is dat niet verwonderlijk. Beleidsstudies wil een onafhankelijke
Feitenstudie kernenergie
kernenergie al over twee jaar te heroverwegen, zulks op basis van
ECN de onrendabele toppen van de diverse vormen van duurzame energie
en gezaghebbende partij zijn, en we worden als zodanig regelmatig in de
Ook kernenergie kan niet worden uitgesloten. De unit BS heeft voor de
technologische ontwikkelingen zoals door hen ingeschat. “Daar blijkt maar
uitgerekend; op deze berekeningen is de hoogte van de subsidiebedragen geba-
Tweede Kamer aangehaald. Onze expertise komt natuurlijk ook niet
SER een fact finding study verricht over de toepassing van kernenergie.
weer uit dat het een gepolariseerd dossier is,” zegt Ybema. “Niet iedereen
seerd. In de komende jaren verwachten wij nog meer van de unit BS. Zij moeten
zomaar uit de lucht vallen. We hebben een flink institutioneel geheugen
Het advies van de SER-commissie op basis van deze studie had begin
is kennelijk tevreden met de conclusies op basis van onze feitenstudie.
in 2010 het werkprogramma Schoon en Zuinig evalueren, en nieuwe voorspel-
opgebouwd omdat we al veel eerdere plannen geëvalueerd hebben.
maart 2008 al klaar moeten zijn, maar liet vanwege onenigheid tussen de
Maar het geeft wel aan waar de knelpunten zitten.”
lingen maken over het energieverbruik tot 2020. We verwachten ook van ECN dat ze ons helpen bij een vraagstuk waarmee wij al lang worstelen, namelijk
deelnemende partijen op zich wachten. Pas op 14 maart kwam de SER met De belangrijkste verschuiving van het afgelopen jaar is dat de aandacht
het advies dat het kabinet alle energieopties, dus inclusief kernenergie, op
Ybema maakt zich wel zorgen over de toekomst. Zo voorziet hij dat
wat de beste manier is om innovatie op het gebied van energie te bevorderen.
niet meer alleen gericht is op het business as usual-scenario met veel
een zakelijke en gelijkwaardige manier laat onderzoeken.
energiegebruik duurder wordt, zeker als we niet doorpakken met het
Stel dat wij 100 miljoen euro kunnen besteden aan nieuwe energietechnologie,
groei en hooguit een kleine afname van de groei van de uitstoot van broei-
verduurzamen van de energievoorziening. “We willen een leuk leven leiden
kunnen wij die dan beter steken in de ontwikkeling van windenergie op land of
kasgassen. Er wordt nu veel meer gedacht in scenario’s en visies waarin
én we willen verduurzamen. Dat kan wel, maar het betekent dat we heldere
van zonnecellen? Welke trade-off is er tussen de diverse mogelijkheden? Welke
keuzes moeten maken en offers moeten brengen.” Over de toekomst van
leereffecten zitten er in de diverse technologieën? Daarover hopen we geleidelijk
de unit BS maakt Ybema zich minder zorgen: “De vraag naar studies zal
meer duidelijkheid te krijgen.
de gehele emissie juist naar beneden gaat en de doelstellingen hiervoor 12
“Belangrijke partner bij de beleidsontwikkeling.”
worden gehaald. Een hoogtepunt uit 2007 was voor ECN de totstandko-
“Bijzonder om zo dicht op het beleid te zitten.”
ming van de EnergieVisie 2050, die we samen met Nuclear Research and
in de komende jaren fors groeien en dat is voor ECN uiteraard een goede
consultancy Groep (NRG) hebben geschreven. In de EnergieVisie 2050
“Binnen de unit BS houd ik mij bezig met het energiegebruik van de gebouwde
zaak. Verder voorzie ik dat BS nog meer zal gaan meten en evalueren. We
Een derde terrein waarop wij meer verwachten van ECN is de ontwikkeling
schetsen ECN en NRG een realistisch, ambitieus en vooral richtinggevend
omgeving, zoals woningen, kantoren, winkels en scholen. We bestuderen het
willen weten welk beleid echt effectief is geweest, zodat we de kwaliteit
van een maat voor voorzieningszekerheid. Het energiebeleid heeft drie doelen:
toekomstbeeld van een duurzame Europese energiehuishouding in 2050.
totale energiegebruik in Nederland en maken met behulp van modellen energie-
van onze adviezen nog verder kunnen verhogen.”
betaalbaarheid, milieuvriendelijkheid en voorzieningszekerheid. De eerste twee
scenario’s om te zien welke ontwikkelingen er zijn. Zo kijken we bijvoorbeeld
zijn gemakkelijk te meten, de laatste niet. ECN werkt samen met Instituut
of de klimaatafspraken die zijn gemaakt in Kyoto, wel gehaald worden. Onze
Clingendael aan de ontwikkeling van een goede graadmeter, maar dit werk is
modellen helpen om afwegingen te maken in het energiebeleid van de overheid.
helaas nog lang niet af. Voor de komende jaren is een stabiele ontwikkeling van
Neem als voorbeeld het optiedocument gericht op het terugdringen van CO2,
de SDE van groot belang. SenterNovem zorgt voor de uitvoering van SDE, ECN
met daarin een optimalisatiemodel. Hiermee geven we de overheid handvatten
doet de monitoring. Het is belangrijk dat de voortgang van de regeling goed
om te komen tot CO2-reductie. De mogelijke opties worden daarin genoemd
wordt gevolgd en dat goede ramingen worden gemaakt, want hiervan is het
en ook welke kosten daarmee gemoeid zijn. Een ander mooi voorbeeld is
succes van de regeling sterk afhankelijk. EZ wil liever niet opnieuw in een situatie
onze doorrekening van het werkprogramma Schoon en Zuinig van de overheid.
terecht komen waarbij een stimuleringsregeling tijdelijk stop gezet moet worden.
Onze bevindingen zijn samen met het beleidsvoorstel naar de Tweede Kamer
Het is zaak steeds de goede middenweg te vinden tussen beheersing van de
gestuurd. Voorafgaand daaraan heb ik er persoonlijk minister Cramer over
overheidsfinanciën, een betrouwbaar investeringsklimaat, en het bereiken van
geïnformeerd. Het is heel leuk en bijzonder om zo dicht op het beleid te zitten.”
onze beleidsdoelen. Ik heb ook een wens voor de unit. Ik wens hen toe dat zij hun
Marijke Menkveld
sterke positie in het internationale circuit steeds weer zullen weten om te zetten in het verwerven van mooie projecten. En het zou leuk zijn als de thema’s, die hen
Marijke Menkveld studeerde Techniek en Maatschappij aan de TU Eindhoven.
toegewezen worden in de mallemolen van internationale projecten, samenvallen
Zij werkt als beleidsmedewerker voor de groep Energiegebruik, Transport en
met de onderwerpen die wij belangrijk vinden, zoals technologische leereffecten
Gebouwde omgeving van BS.
en beter zicht op de internationale aspecten van voorzieningszekerheid! Pieter Boot (Ministerie van EZ/IEA)
13
“Brussel heeft met de doelstellingen voor duurzame energie hoog ingezet,” zegt Jan Willem Erisman, manager van de unit Biomassa, Kolen en Milieuonderzoek (BKM). “Die doelstellingen zijn niet haalbaar zonder toepassing van biomassa als energiebron. We hebben niet de keuze tussen wel of niet biomassa toepassen. Het is: ja, maar duurzaam! Biobrandstoffen die niet concurreren met de voedselvoorziening groeien op de middenlange termijn ongetwijfeld uit tot een belangrijke duurzame energiebron en groene grondstof voor de chemie, met veelbelovende mogelijkheden voor de beperking van de uitstoot van broeikasgassen. De unit zet dit jaar al een aantal belangrijke tweede-generatietechnologieën in de markt. De concrete toepassing van werkelijk duurzame biobrandstoffen als groengas en BO2-pellets komt daarmee een stuk dichterbij. En onze katalysator voor de verwijdering van lachgas in salpeterzuurfabrieken kan een behoorlijke besparing in CO2-equivalenten opleveren. De duurzame biomassa-ontwikkeling zal wereldwijd doorzetten. Het gebruik van fossiele brandstoffen is na honderd jaar nog altijd niet gemaximaliseerd, dus voor deze nieuwe generatie brandstoffen valt nog veel te ontdekken. De unit kan een waardevolle bijdrage aan die ontdekkingstocht leveren. We beschikken over de ideale combinatie van kennis en technologie, voor zowel de productie van biobrandstoffen, het doorrekenen van milieueffecten, als het ontwikkelen van duurzaamheidscriteria.”
14
“Voor biobrandstoffen valt er nog veel te ontdekken.” Biomassa, Kolen & Milieuonderzoek Jan Willem Erisman
15
Twee onderzoeksprogramma’s staan centraal binnen de unit BKM: Biomassa en Kolen, en Milieuonderzoek. Binnen deze programma’s wordt
“Er staat veel druk op de ontwikkeling van nieuwe technologie.”
niet alleen wetenschappelijk onderzoek gedaan, maar ook marktgerichte
Groengas Succes boekte de unit ook met de productie van groengas, oftewel
“Het zou mooi zijn als groengas uit biomassa aardgas kan vervangen.”
Substitute Natural Gas (SNG). De unit produceert dit gas met behulp van “Het milieu bevindt zich in een transitiefase. De doelstellingen op het gebied van
de zelf ontwikkelde en gepatenteerde MILENA-biomassavergasser, die
“Ik heb me afgelopen jaar bezig gehouden met de proceskeuze voor de ver-
klimaat en luchtkwaliteit zijn helaas nog niet geheel haalbaar met de technolo-
biomassa vrijwel voor 100 procent omzet in bruikbaar gas, en de OLGA-
wijdering van chloor en zwavel uit gas van biomassavergassing om het gebruik
Eén van de mijlpalen voor de unit BKM was de overeenkomst met
gieën die wij nu ter beschikking hebben. Er staat daarom heel veel druk op de
technologie die in staat is om teren uit het gas te verwijderen en het gas
van dit gas in katalysatoren mogelijk te maken. Bijvoorbeeld om Substitute Natural
Econcern en Chemfo voor de bouw van de eerste ‘torrefactie plant’.
ontwikkeling van nieuwe technologie. Nieuwe technologieën die deze prestaties
geschikt te maken voor toepassing in bijvoorbeeld gasketels, gasmotoren
Gas uit biomassa (bio-SNG), een groene vervanger van aardgas, te produceren.
Deze demonstratiefabriek zal op commerciële schaal biomassakorrels
wel kunnen halen, moeten snel naar de markt worden gebracht en gebruiksklaar
of gasturbines.
ECN ontwikkelt momenteel hiervoor een nieuw proces. Dit proces bevat
produceren die gemakkelijk kunnen worden ingezet voor gebruik in con-
worden gemaakt. ECN is voor VROM op dit terrein, het naar de markt brengen
versie-installaties. “Torrefactie is een soort ‘koffiebranden’ van biomassa,”
van nieuwe technologie en apparatuur, een goede partner.
technologie ontwikkeld en geïmplementeerd.
verklaart Jan Willem Erisman. “Hierbij bewerk je bijvoorbeeld hout of stro
verschillende door ECN zelf ontwikkelde processtappen, zoals de MILENA bioErisman: “Door groengas bij aardgas te mengen is aardig wat te verduur-
massa-vergasser en de teerverwijderingstechniek OLGA. Er zijn al verschillende
zamen. Elke bijmenging levert verduurzaming op. We geloven dat de
succesvolle experimenten op kleinere schaal bij ECN uitgevoerd. De uitdaging
zodanig dat er brandstofkorrels ontstaan met een hoge energiedichtheid
Een voorbeeld van expertise van ECN die nu goed van pas kan komen is de
invoering van groengas een goede kans maakt, en we streven dan ook
is nu het bio-SNG proces op grotere schaal te demonstreren en te commerciali-
en zeer goede eigenschappen voor opslag en transport zonder kwaliteits-
kennis van de ondergrondse opslag van CO2. ECN was hier al mee bezig
naar 30 procent aardgasvervanging in 2030. We kunnen gebruik maken
seren. Volgens schattingen heeft Nederland nog voor 20 tot 25 jaar aardgas.
verlies. Torrefactie maakt stro en diverse agrarische reststromen dus ge-
voordat dit onderwerp echt in de belangstelling kwam, en daarom hadden ze op
van de bestaande infrastructuur voor aardgas en auto’s kunnen prima
Daarom zou het mooi zijn als bio-SNG een groot gedeelte van het aardgas kan
schikt voor bijstook in een kolencentrale. De ontwikkeling van torrefactie
dit gebied een voorsprong. We moeten nu een extra stap maken en beter inzicht
rijden op groengas. Voorwaarde is wel dat we voor een dergelijke hoeveel-
gaan vervangen en zo een aanzienlijke bijdrage kan leveren aan de lange termijn
is dan ook van groot belang voor de inzet van biomassa in de energievoor-
verkrijgen in de manier waarop we deze technologie toepasbaar kunnen maken
heid groengas duurzame biomassa uit het buitenland moeten kunnen
CO2-reductiedoelstellingen. De gasinfrastructuur ligt er tenslotte al.”
ziening. Vooruitlopend op de bouw van de demonstratiefabriek heeft de
voor bedrijven. Ook daarbij zou ECN nuttig kunnen zijn.
betrekken.
Arjen Boersma
De fijnstofproblematiek knelt op het moment. MNP coördineert een breed
We hebben nog wel een aantal knelpunten op te lossen voordat we op
Arjen Boersma studeerde Chemische Technologie aan de Universiteit Twente,
onderzoeksprogramma, ECN houdt zich daarbinnen bezig met de samenstelling
grote schaal groengas kunnen produceren. Maar de vooruitzichten
met als tweede fase opleiding Procestechnologie. Hij werkt als wetenschappelijk
van fijn stof. Dit is een belangrijk onderdeel van het programma, want pas
zijn goed met de bouw van een MILENA-pilot plant in 2008. De tweede-
medewerker Elektriciteit en Warmte van BKM.
wanneer je meer over de samenstelling weet, kun je gerichte maatregelen nemen.
generatietechnologieën voor transportbrandstof en chemicaliën verkeren
Daarvoor moeten nieuwe technologie én nieuwe apparatuur worden ontwikkeld,
nog in het laboratoriumstadium. Wel zijn er veelbelovende labverkenningen
onder andere door ECN. Dat is zeker nodig als we straks moeten voldoen
gedaan waarbij we door middel van een thermochemisch proces - via ont-
aan verscherpte normen (PM 2,5, red.). VROM wilde ook weten welk effect het
gassing - biomassa hebben omgezet naar biobasisstoffen voor de chemie.
unit zelf al een pilot plant op het ECN-terrein gebouwd die 7 ton biomassa 16
per jaar kan verwerken.”
klimaatbeleid heeft op de luchtkwaliteit, dus op de concentratie van stoffen als SO2 en NO x . Dit bleek niet bekend, ook niet binnen de EU. ECN is in dit gat gesprongen met een heel nuttige snelle analyse. Onderdeel daarvan is een analyse van biomassa. Biomassacentrales leiden tot minder uitstoot van CO2 maar hoe zit het met de productie van bijvoorbeeld NO x ? ECN brengt de effecten nu in beeld, en dat hebben we nodig voor verdere ontwikkeling van beleid. ECN kan ook in de toekomst een belangrijke rol spelen als het gaat om het in beeld brengen van mogelijkheden voor aanvullend beleid. Zo is ECN bezig met technologie om de uitstoot van N2O, een sterk broeikasgas, te beperken bij salpeterzuurfabrieken. Die technologie moet zo snel mogelijk voorgeschreven kunnen worden, maar over de timing bestaat onzekerheid. Wanneer is de technologie voldoende bedrijfszeker? Ook daarover kan ECN ons adviseren. Marjan van Giezen (Ministerie van VROM)
17
Milieuonderzoek
Onder leiding van ECN is in 2007 een internationale werkgroep opgericht
ECN heeft veel onderzoeksexpertise opgebouwd op het gebied van
die ervoor moet gaan zorgen dat stikstof hoger op de politieke agenda
verspreiding van stoffen door water en lucht. Kennis en ervaring die door
komt. “Dat is noodzakelijk, want de afgelopen jaren is duidelijk geworden
het programma Milieuonderzoek zijn gebruikt bij de ontwikkeling van
dat stikstof een steeds groter probleem wordt voor de volksgezondheid,
de MARGA: een gepatenteerd meetinstrument waarmee gassen en de
de natuur, de biodiversiteit en het klimaat. Kunstmest is een grote
samenstelling van fijn stof in de atmosfeer continu te meten zijn. “Een van
bron van stikstof en wanneer je extra biomassa wilt inzetten om tot een
“De discussie over biomassa is het afgelopen jaar in een stroomversnelling
samenwerking ontwikkeld met ECN. Ecoventures is van plan torrefactie
onze succesnummers,” zegt Erisman. “We hebben de MARGA in 2007
duurzamere samenleving te komen, heb je water, zon en kunstmest nodig.
gekomen. De grootste uitdaging van het moment is dat we een duurzame
breed in de markt te zetten in de exportlanden van biomassa; daarmee
succesvol gedemonstreerd in de VS en de MARGA-roetmonitor heeft
Kunstmest is echter maar voor 50 procent effectief. Zelfs als je het goed
productie tot stand moeten zien te brengen. De toekomst van biomassa
ondersteunt ze de ontwikkeling van duurzame biomassaprojecten in die
langs de ringweg A10 in Amsterdam continu de roetconcentraties
gebruikt. Het grootste deel van de stikstof komt in de lucht, de bodem en
staat of valt daarmee. Ook op het gebied van biobrandstoffen moeten nog
landen, en dat is weer nodig om de aanvoer van voldoende biomassa te
gemeten.” En er zijn meer toepassingen voor deze instrumenten denkbaar.
het water terecht.”
veel ontwikkelingen plaatsvinden, zowel aan de voorkant (geschikt maken
verzekeren.
“De MARGA wordt nu getest in een clean room in Korea. Dat is een ruimte
Bouwstoffen en verontreinigende stoffen verspreiden zich door de bodem
van biomassa voor verdere verwerking) als aan de achterkant (de eigen-
waar bedrijven onder gecontroleerde omstandigheden bijvoorbeeld chips
en komen in het grondwater. Dit proces van uitlogen kan in kaart worden
lijke productie van biobrandstof).
voor de computerindustrie produceren. Als die tests succesvol uitpakken,
gebracht met ORCHESTRA, een systeem dat bijvoorbeeld kan voorspellen
kunnen onze meetinstrumenten als spin-off ook diensten bewijzen in het
welke potentiële risico’s restmateriaal uit de bouw op de lange termijn
Aan de ‘voorkant’ speelt het probleem dat biomassa bestaat uit heel
met hen op de markt kunnen brengen. Ze moeten, met andere woorden,
productieproces.”
met zich meebrengen voor het grondwater. Erisman is enthousiast over
diverse stromen: het is vaak nat, zeer verspreid, en heeft een lage
op de ingeslagen weg voortgaan. Op deze manier zal ECN mee profiteren
het systeem waarvoor zowel beleidsmakers als industrie belangstelling
dichtheid. ECN heeft met de ontwikkeling van de torrefactie-technologie
van de technologieën die wij samen met hen kunnen commercialiseren.”
tonen. In 2007 is het systeem door VROM al ingezet om tot normstelling
belangrijk werk verricht: met deze technologie krijgt biomassa meer
Richard van den Broek (Ecofys)
te komen.
homogene eigenschappen, het valt beter op te slaan en te verwerken
“Met torrefactie heeft ECN het lef gehad om helemaal van voren af aan te beginnen.”
partij in de markt, bijvoorbeeld via ons zusterbedrijf Ecoventures, dat zich gespecialiseerd heeft in commercialisering van innovatieve ideeën op het gebied van duurzame energie. Op basis daarvan hebben wij een krachtige
Wij verwachten niet meer en niet minder van ECN dan dat zij nieuwe innovatieve technologieën aan zullen blijven dragen, die we dan samen
en de energiedichtheid gaat omhoog. Op basis van deze technologie
18
Ecofys herkent vernieuwende technologieën en brengt de ontwikkelende
Op milieugebied werkt de unit al jaren goed samen met de Universiteit
gaan wij samen met ECN en Chemfo een eerste fabriek op commerciële
Wageningen (WUR) en de groep Risicobeoordeling Milieuverontreiniging.
schaal bouwen.
In 2007 hield ECN-onderzoeker Rob Comans zijn inaugurele rede Natuurlijk(e) chemische vormen als basis voor waarden en normen, ter
Aan de ‘achterkant’, de omzetting van biomassa in brandstoffen en
gelegenheid van zijn benoeming tot hoogleraar Milieugeochemie aan de
chemicaliën, zal vergassing de leidende technologie worden. Econcern
WUR. In 2007 zijn bij de WUR, met Rob Comans als promotor, twee ECN-
zal binnen een aantal jaren een biomassavergasser bouwen voor voeding
ers gepromoveerd: Wouter Huijgen en Joris Dijkstra. Huijgen promoveerde
van de BioMCN biomethanolfabriek. Vergassing is een al bewezen
op een onderzoek naar CO2-emissiereductie door minerale vastlegging,
technologie bij fossiele brandstoffen, en ook hieraan doet ECN veel
Dijkstra promoveerde op een nieuwe aanpak voor de voorspelling van
werk. Met name het werk van ECN aan de entrained flow vergassing
uitloging van verontreinigde materialen.
van biomassa is van hoge kwaliteit. De industrie benadert ons al voor het leveren van biomassavergassingsprojecten.
Erisman stelt tot slot vast dat het ook voor de unit BKM een goed jaar was. “De medewerkers van de unit hebben het afgelopen jaar grote
Beide technologieën gaan op elkaar aansluiten in de vergassing van
prestaties geleverd. Er zijn diverse patenten verkregen en er is veel over
getorreficeerde biomassa. Het bijzondere van het werk van ECN aan met
ons gepubliceerd. Dit geeft aan dat we de goede dingen doen en dat
name torrefactie is dat hun reactor speciaal op dit doel is toegesneden.
het programma aansluit bij de vraag van overheden en markt. Het levert
De meeste andere initiatieven op dit gebied komen van industrieën die hun
ook naamsbekendheid op, waardoor we potentiële klanten bereiken.”
bestaande reactor hebben aangepast voor torrefactie. ECN heeft de zaak fundamenteel aangepakt en heeft het lef gehad helemaal van voren af aan te beginnen, waardoor hun reactor nu tailor made is - precies datgene waaraan een club als Econcern behoefte heeft.
19
“Het draagvlak voor energie-efficiëntie is in 2007 enorm toegenomen. Dat is een goede zaak, want besparing is en blijft de spil in de verduurzaming van de energiehuishouding. Wij roepen dit al jaren,” zegt Peter Alderliesten, unitmanager Energie Efficiency in de Industrie (EEI). “De overheid heeft voor energiebesparing nu een doelstelling vastgesteld van 2 procent per jaar. Een buitengewoon ambitieus plan, omdat het een verdubbeling betekent van de huidige prestatie. Uiteraard zullen de marktpartijen het laaghangende fruit eerst plukken en gebruikmaken van de beschikbare technologie. Maar toch is de industrie zich meer en meer bewust van het feit dat wie koploper is de hoogste revenuen krijgt. De aandacht voor doorbraaktechnologieën neemt daardoor toe.” EEI kent drie speerpunten in het onderzoek en de technologieontwikkeling: industriële warmtehuishouding, moleculaire scheidingstechnologie en procesintensivering. De eerste onderzoeksgroep ontwikkelt onder andere industriële warmtepompen en houdt zich bezig met de opslag en transport van industriële restwarmte. Peter Alderliesten: “ECN heeft in 2007 grote vooruitgang geboekt in de ontwikkeling van industriële warmtepompen. Er is ook een forse slag gemaakt in het opzetten van een consortium voor de implementatie van deze technologie. De grootste uitdaging ligt nu in de ontwikkeling van een kosteneffectieve warmtepomp die een grote besparing oplevert ten opzichte van de huidige gasgestookte ketels. Inmiddels is een aantal case studies met groot succes afgerond. Producenten en eindgebruikers uit de voedingsindustrie, raffinage en chemie zullen dan ook bij de vervolgontwikkeling betrokken willen zijn.”
20
“Besparing is en blijft de spil in de verduurzaming van de energiehuishouding.” Energie Efficiency in de Industrie Peter Alderliesten
Een ECN-technologie die het nieuws haalde was de thermo-akoestische warmtepomp. “Daar hebben we in 2007 absoluut grote vorderingen mee gemaakt. We hebben er dan ook met grote inzet - met alle beschikbare menskracht uit Europa hier bij ons in Petten - aan gewerkt. Het betreft een flexibele technologie. Toepassingen als industriële hoge temperatuur warmtepompen liggen voor de hand en ik zie ook goede mogelijkheden voor de koelmarkt. Het strategische plan voor de thermo-akoestische pomp is wat mij betreft dan ook: met volle kracht er tegen aan!”
21
Virtueel instituut
Het membraan is onder veeleisende omstandigheden al twee jaar stabiel.
EEI werkt intensiever dan ooit samen in het virtuele instituut Dutch
Dit product ontwikkelt zich kwalitatief zo goed dat we nog dit jaar op
Separation Technology Institute (DSTI). Hierin participeren de verzamelde
zoek gaan naar partijen voor de verdere ontwikkeling. We willen er zo
universiteiten, kennisinstituten en de industrie. In het project Mild
snel mogelijk de markt mee op,” meldt Alderliesten enthousiast. Ongeveer
dewatering Systems hebben Friesland Foods, Royal Cosun (Suiker Unie)
40 Nederlandse bedrijven hebben in door EEI georganiseerde workshops
“De papierindustrie is een grootverbruiker van energie. Vroeger bedroegen
zou manifesteren.”
en EEI aangetoond dat in de Nederlandse suikerfabrieken een energie-
een bijdrage geleverd aan het opstellen van een roadmap Proces-
energiekosten 10 tot 14 procent van het totaal, met de recente prijsstijgingen
Gerrit Jan Koopman (Koninklijke VNP)
besparing mogelijk is van meer dan 50 procent: een totale besparing die
intensivering (PI). PI omvat een set, vaak radicaal innovatieve, principes
is dit aandeel vrijwel verdubbeld. Bij verschillende fabrieken vormt energie
vergelijkbaar is met het gemiddeld jaarlijkse energieverbruik van 26.000
voor proces en apparaatontwerp, die zeer significante voordelen kunnen
nu een grotere kostenpost dan het personeel. Beter omgaan met energie
huishoudens. Een vervolgproject moet de benodigde investering en
bieden in termen van energiebesparing, kapitaal en operationele kosten,
is daarom zowel maatschappelijk als bedrijfseconomisch van groot belang
rentabiliteit aantonen. Een succesvol resultaat van de samenwerking
productkwaliteit, procesveiligheid en vermindering van afvalstromen.
voor de branche. Daarbij moet de papierindustrie niet alleen te letten
binnen het EOS-consortium Anorganische Membraantechnologie is de
“De roadmap brengt in kaart wat voor kansen de ontwikkeling van PI biedt
op CO2-uitstoot en energiebesparing, maar ook op de grondstoffenkant.
ontwikkeling van een ontwateringsmembraan. “Een absoluut highlight.
voor de Nederlandse industrie, wie de geïnteresseerden zijn en wat er
Pulp is biomassa. Daarom volgen wij met grote belangstelling wat er in
nog moet gebeuren. Een goede stap dus,” concludeert Alderliesten.
de toekomst gaat gebeuren met hout. Samen met partijen als LNV en
Ø2060 4500
22
Doorsnedes membraanreactor
“De jaarlijkse aangroei in de Nederlandse bossen wordt niet volledig benut.”
in de praktijk voor een groot deel afspeelt. Wij zoeken naar paradigmawijzigingen in onze productie, waarbij technologische concepten naar de markt worden vertaald. ECN is hier wat minder actief in. Het zou voor ons transitieproces nuttig zijn als ECN zich ook op dat gebied nadrukkelijker
“Het ‘Moleculair zeefmembraan’ is een veelbelovend alternatief voor bestaande scheidingstechnieken.”
Staatsbosbeheer onderzoeken we of er niet méér hout gewonnen kan
“Ik ben projectleider van kennisprojecten, waarin we verkenningen doen
Membraanreactor
worden, gegeven dat de jaarlijkse aangroei in de Nederlandse bossen
naar nieuwe materialen en experimentstrategieën. Voor mij betekent dat
EEI heeft daarnaast een membraanreactor ontworpen die kan worden
lang niet in zijn geheel wordt benut.
én onderzoek doen én voorstellen en publicaties schrijven. Het gaat dan
toegepast in een stoomreformingsproces voor de efficiënte productie van
om voorstellen om aanspraak te maken op financiering voor onderzoek
waterstof. “Uit een aantal proeven blijkt dat de membraanreactor ook bij
De milieuprestaties van de Nederlandse papierindustrie zijn voor een
naar materialen en de toepassing van membranen voor waterstofafschei-
hoge druk goed werkt, een belangrijke stap in de opschaling. Daarnaast
deel al heel goed, met een recyclingpercentage van 77 procent. Maar wij
ding en pervaporatie (het afscheiden van water van een organische
zien wij dat de belangstelling van de industrie voor heat integrated
willen nog zeer grote stappen maken en hebben daarvoor vijf innovatie-
vloeistof). De laatste wetenschappelijke publicatie behandelde een
distillation groot is. Met een gepatenteerd ontwerp verwachten we een
programma’s uitgewerkt die samen de Energietransitie Papierketen vormen.
nieuw type membraan, dat door ons in samenwerking met onderzoekers
energiebesparing van 30 tot 35 procent te kunnen behalen. En ook de
Wij pakken de keten aan alle kanten aan. Wij bevorderen de toepassing
van de Universiteit Twente en de Universiteit van Amsterdam is ontwik-
investeringen liggen beduidend lager dan voor de bestaande technologie.
van best practices, zetten meer reststromen en andere energiebronnen
keld. Dit hybride membraan is langdurig bestand tegen blootstelling
Komend jaar volgt de follow-up, waarbij onder andere grote bedrijven als
op het eigen terrein in voor energiewinning, en optimaliseren logistiek en
aan hoge temperaturen. Deze ‘moleculaire zeefmembraan’ is in staat
Bayer en BASF betrokken zijn.”
materiaalbenutting in de totale keten. Ook onderzoeken we hoe de
oplosmiddelen en biobrandstoffen te ‘ontwateren’ en is daarmee een
papierindustrie nieuwe grondstoffen kan aantrekken als gevolg van
veelbelovend energiezuinig alternatief voor bestaande scheidingstechnie-
Samenvattend is 2007 voor Alderliesten niet alleen een heel erg druk
nieuwe functies voor biomassa, en of er niet geheel nieuwe technologieën
ken. Er is wereldwijd veel belangstelling voor, en daar zijn we heel blij mee.
maar ook een erg vruchtbaar jaar geweest. “We hebben veel van onze
voor de papier- en kartonfabricage mogelijk zijn met minder energiegebruik.
De volgende stap is dat we de technologie op pilot-schaal gaan testen
medewerkers geëist, maar het resultaat mag er echt zijn. We hebben
op locatie bij een industriële partner. Deze technologie illustreert onze
veel bereikt, ook los van alle ontwikkelingen op het gebied van energie-
Een transitie betekent een verandering van gedachten en om dat te
focus op energiebesparing in het industriële proces. Er gaat nog veel
efficiënte technieken. De unit heeft bijvoorbeeld een grote opdracht in
bereiken hebben wij met opzet een ambitie geformuleerd die wij niet op
meer nieuws komen over soortgelijke succes stories.”
de wacht gesleept voor de ontwikkeling van specifieke membranen
eigen kracht kunnen realiseren: een halvering van het energiegebruik.
Rob Kreiter
voor de petrochemische industrie. Dat geeft alleen maar meer voeding aan
Twee teams hebben, in competitie, plannen daarvoor ontwikkeld, die
de wens om in de komende periode verder te groeien”, zegt Alderliesten.
hebben bijgedragen aan een aantal programma’s. ECN heeft ons geholpen
Rob Kreiter promoveerde op Organische Chemie en Katalyse aan de
“Deze behoefte wordt door ECN in den brede gedeeld en daar kan ik het
in de jury die de voorstellen beoordeelde, en daarna ook bij de uitwerking
Universiteit Utrecht. Hij is wetenschappelijk medewerker van de groep
alleen maar van harte mee eens zijn.”
van de vijf transitiepaden. ECN functioneerde daarbij voor ons als het
Moleculaire Scheidingstechnologie van EEI.
geweten in het hele proces, de partij bij wie wij altijd te rade konden gaan. ECN heeft daarin een goede bijdrage geleverd. Wij zien dat ECN goed is in zowel de ontwikkeling van technologie als beleidsvorming. Daartussen ligt een breed terrein van innovatie en economie waarop de transitie zich
23
“De doelstellingen van de Europese en nationale overheid voor 2020 zijn zeer ambitieus. Om deze doelstellingen te kunnen realiseren moet ook de Gebouwde Omgeving z’n bijdrage leveren,” zegt Kees van der Klein, interim unitmanager Energie in de Gebouwde omgeving (EGON) & Netten. “In 2020 moet de sector energieneutrale nieuwbouw realiseren en de gehele bouwvoorraad moet dan 50 procent minder energie nodig hebben. Dat vereist een enorme reductie van de energievraag, door aanpassing van gedrag en technologische vernieuwing, decentrale (plaatselijke) opwekking (bij voorkeur uit duurzame bronnen als zon, wind, omgevingswarmte) en integratie en optimalisatie van systemen. Uiteindelijk zijn de woningen van de toekomst niet slechts energieneutraal, maar leveren ze energie. Maar dat heeft pas echt zin als de extra geproduceerde energie elders effectief kan worden gebruikt, via een slimme uitwisseling van elektriciteit en warmte. Daar hebben we zelfdenkende en zelfsturende elektriciteitsnetten voor nodig. Dat betekent voor ECN: onderzoek naar perspectiefrijke systeeminnovatie, technologieontwikkeling én de toepassing van de nieuwste informatie- en communicatietechnologie in onze elektriciteitsnetten. Nu de sector Gebouwde Omgeving zulke turbulente ontwikkelingen doormaakt, is dat een enorme uitdaging. Maar het lijdt geen twijfel dat de integrale systeembenadering de toekomst heeft.”
24
“I ntegrale systeembenadering heeft de toekomst.” Energie in de Gebouwde Omgeving & Netten (EGON) Kees van der Klein
25
In 2007 heeft de unit in samenwerking met TNO gewerkt aan een techno-
Smart façade
onderzoeksprogramma’s: Intelligente Netten en Energie in de Gebouwde
logie die hieraan bijdraagt: de ‘cycleerbaarheid’ van materialen, dat wil
Opstelten vervolgt met de vaststelling dat de tijd van checklistjes met
Omgeving (EGO). De missie van het programma EGO is helder: het
zeggen de mogelijkheid om materialen vaak te laden en ontladen. “Wij
toe te passen componenten voorbij is. De huidige doelstellingen zijn
mogelijk maken van comfortabel, gezond en duurzaam wonen, werken
richten ons hierbij op de poeders en TNO op de emulsies. Het laden
alleen goed realiseerbaar met wetenschappelijk onderbouwde integrale
Al sinds haar oprichting zet Gasunie zich in voor het doelmatig gebruik van aard-
en recreëren in de gebouwde omgeving, met minimale energie- en milieu-
vindt plaats door het scheiden van stoffen met behulp van warmte, terwijl
concepten. Het Smart façade-concept, waarmee ECN en zijn project-
gas. Vanuit die gedachte stimuleren wij veelbelovende nieuwe technologieën,
belasting. “Eén van de grootste technologische uitdagingen waar we voor
de warmte weer vrijkomt als de stoffen worden samengevoegd. Het
partners in 2007 het nieuws haalden, is daarvan een goed voorbeeld. “Het
wat in de jaren ‘80 tot de ontwikkeling en promotie van de HR-ketel leidde. Vanaf
staan, is het realiseren van een oplossing voor compacte warmteopslag.
achterliggende idee is om de warmtebehoefte van woningen in de winter
is een ontwerp voor een gevel die het netto-energiegebruik van een
eind jaren ‘90 doen we, gebaseerd op het idee dat de maatschappij steeds minder
Dit is de sleutel die toegang geeft tot een duurzame gebouwde omgeving”,
te dekken met behulp van, met zonnecollectoren duurzaam opgewekte,
gebouw kan halveren door op een slimme manier gebruik te maken van
behoefte zal hebben aan warmte en steeds meer aan kracht (elektriciteit), serieus
zegt Ivo Opstelten, coördinator van het onderzoeksprogramma EGO.
warmte in de zomer. In de winter schijnt de zon het minst, terwijl je dan
zonlicht en tegelijkertijd het binnenklimaat te regelen, met decentrale
onderzoek naar de mogelijkheden van microwarmtekrachtkoppeling (micro-wkk).
de meeste warmte nodig hebt. In de zomer is het andersom. Het gaat ons
installaties. De gevel is voorzien van reflecterende zonweringlamellen,
Na enkele jaren van het uitvoeren van praktijkproeven viel onze keuze op de
om het vasthouden van het overschot aan warmte.”
heeft sterk isolerende vacuümpanelen, produceert ook energie met
Stirling-technologie van WhisperGen uit Nieuw Zeeland. Onder leiding van Gasunie
“Het algemene besef dat we met compacte warmteopslag grote vooruit-
ingebouwde fotovoltaïsche zonnecelpanelen en huisvest de installaties
Trade & Supply (nu GasTerra) is een veldtest met vijftig toestellen uitgevoerd.
wijdverbreid. De grootste klapper kunnen we daarbij maken door de
Hoewel de cycleerbaarheid voor enkele specifieke materialen inmiddels
voor verwarmen/koelen en ventileren. Het ontwerp is nu rijp voor een
Hieraan deden vrijwel alle grote gasdistributiebedrijven op de Nederlandse
invoering van compacte seizoensopslag van warmte in de bestaande
is aangetoond, staat dit onderzoek nog in de kinderschoenen. “Maar het
doorontwikkeling die moet leiden tot de praktische toepassing van de
markt mee. Doel was om alle obstakels voor micro-wkk in beeld te krijgen en te
bouw. Ons onderzoek richt zich vooral op een opslagsysteem waarmee
geeft wel al zicht op de randvoorwaarden waaraan het ontwerp moet
smart façade in de nieuwbouw voor kantoren, maar bevat ook zeker
verwijderen. Hierin is het project boven verwachting geslaagd. Anno 2008 staan
in potentie de jaarbehoefte aan warmte binnen de gebouwgrenzen opge-
voldoen, wil je de technologie in de praktijk kunnen toepassen. Dat is heel
interessante elementen voor de bestaande bouw”, aldus Opstelten.
voor micro-wkk alle seinen op groen.
slagen kan worden.”
belangrijk. Bouwontwikkelaars kunnen dankzij die randvoorwaarden in het ontwerp van de schil van gebouwen nu al rekening houden met een
De grote winst op het gebied van energie in de gebouwde omgeving is
Nederland blijkt een uitstekende markt voor micro-wkk te zijn, mits de toestellen
duurzame techniek die vermoedelijk pas over tien jaar beschikbaar is.”
volgens Opstelten te behalen bij renovatieprojecten.“Het is mogelijk om
voldoen aan enkele typisch Nederlandse gebruikswensen. De meeste grote
het netto-energiegebruik - de som van energievraag en energieopwek-
fabrikanten hebben apparaten voor de Nederlandse markt ontwikkeld, die
king - na renovatie met een factor vier te verlagen. Dat lijkt ambitieus,
binnenkort als HR-e ketels op de markt worden gebracht. Vóór 2010 worden
maar uit ons onderzoek volgt dat een besparing met een factor negen op
10.000 apparaten in woningen geplaatst. De verwachting is nu dat er rond 2020
de post ruimteverwarming goed haalbaar is, en dat is in veel gevallen de
zeker meer dan een miljoen HR-e ketels in gebruik zijn. Welk effect zal dat hebben
grootste energiepost.” Centraal bij het energiezuinig maken van gebou-
op de elektriciteitsnetten? Het zou kunnen betekenen dat hele wijken over het
wen staat kierdichting en isolatie van de schil, in combinatie met een
jaar genomen per saldo vrijwel geen elektriciteit meer uit het net betrekken. Dat
gecontroleerde luchtverversing en efficiënte apparaten.
wil zeggen: soms vragen zij elektriciteit, soms leveren zij die juist. Dit vraagt om
gang kunnen boeken op de weg naar een duurzame samenleving is
26
“Alle seinen voor micro-warmtekrachtkoppeling staan op groen.”
De unit Energie in de Gebouwde Omgeving & Netten (EGON) heeft twee
intelligente elektriciteitsnetten, en dat is het terrein waarop wij dankbaar gebruik maken van de kennis bij de unit EGON. Bij EGON wordt al jaren gewerkt aan intelligente netten, dat wil zeggen netten die van moment tot moment worden doorgemeten en bijgestuurd. Intelligente netten worden steeds belangrijker. De door EGON ontwikkelde PowerMatcherregel-filosofie laat kleine opwekkers (en ook gebruikers van warmtepompen en dergelijke) reageren op signalen als pieken in de vraag en veranderingen in spotprijzen van elektriciteit. Voor de verduurzaming van het energiesysteem zijn zulke slimme regelingen van groot belang. ECN speelt hierin een centrale rol en dat zal nog een tijd zo blijven. Jan Willem Turkstra (N.V. Nederlandse Gasunie)
27
Dynamisch energieprofiel Het uiteindelijke succes van innovatie wordt echter bepaald door de mate waarin de gebruiker goed met de nieuwe technologie om kan gaan,
“Het intelligenter maken van het net is een aantrekkelijk alternatief.”
of dat nu een installateur is of de eindgebruiker. Dit is de achtergrond
28
test in samenwerking met de Gasunie is deze intelligente sturing uitgetest (zie interview Jan Turkstra, red.). “We hebben inmiddels aangetoond dat communicatie met de door ECN ontwikkelde centrale PowerMatcheropstelling mogelijk is. Dit leidt tot signaalterugkoppeling die aangeeft
waartegen bij ECN ook gekeken wordt naar de rol van gebruikers in de
“Kolen- en kerncentrales leveren voortdurend stroom. Die kun je niet even
of de microcentrales aan of uit moeten gaan. Op basis van dit positieve
ontwerp- en gebruiksfase. In 2007 is bijvoorbeeld hard gewerkt aan
snel aan- of uitzetten,” zegt Frans Nieuwenhout, coördinator van het pro-
resultaat wil EGON de test uitbreiden naar 100 stuurbare eenheden. Op
de bouw van een EnergiePatroonGenerator, waarmee een dynamisch
gramma Intelligente Netten. “Om aan pieken in de energievraag te voldoen,
termijn willen we de combinatie microwarmtekracht en PowerMatcher-
energieprofiel van een huishouden kan worden opgesteld. “In de toekomst
zetten producenten dan ook regelbare gascentrales in. In dit systeem
sturing geschikt maken voor commerciële toepassingen. Partijen als
moet het hiermee zelfs mogelijk zijn om de effecten van grootschalige
kunnen problemen ontstaan als de stroomlevering met behulp van wind-
elektriciteitsleveranciers en ketelbouwers kunnen de combinatie vervol-
veranderingen, zoals de vergrijzing, op de robuustheid van een gebouw-
turbines sterk toeneemt. Het aandeel wind is op dit moment voor ons
gens vermarkten.” De unit houdt zich op dit moment ook bezig met de
ontwerp te kunnen bepalen”.
elektriciteitsnet de grootste duurzame bron. Het ligt voor de hand dat er
introductie van intelligente meters. “Bijna iedereen heeft nu een ‘telwerk’
meer windturbines komen om aan de post-2012-doelstellingen te voldoen.
in huis voor het jaarverbruik. Zo gaat het al een eeuw. De toekomstige
Het nadeel van windenergie is echter dat windturbines alleen stroom leve-
intelligente meter geeft het verbruik van elektriciteit per kwartier aan.
ren wanneer het waait. Het vermogen is wel redelijk goed voorspelbaar,
De meters zijn op afstand afleesbaar en leveranciers kunnen het energie-
maar niet het exacte tijdstip waarop de turbines het vermogen leveren.
verbruik op afstand sturen. Dat kan handig zijn bij de sturing van vraag en
Zelfs de beste voorspelling kan er een half uur naast zitten en in dat geval
aanbod en natuurlijk ook bij wanbetalers.” Hebben mensen dan niet veel
moet een energieproducent dus voor een heel korte periode het net
meer baat bij het ouderwetse en anonieme telwerk? “Het gaat natuurlijk
voorzien van stroom afkomstig van conventionele centrales. Het totale
om optimalisering door centrale, intelligente sturing. Bij een hoge belas-
opgestelde vermogen is daarom veel groter dan strikt noodzakelijk.”
ting van het net kan een leverancier lokaal mensen afsluiten om groter onheil te voorkomen. Bovendien geven de meetgegevens informatie over
Een tweede complicatie voor de stroomvoorziening is de toename van
het tijdstip waarop de meeste vraag naar stroom bestaat.”
warmtekrachtcentrales. Steeds meer bedrijven maar ook woningen krijgen een eigen (micro)centrale die in warmte en stroom voorziet. “Op dit
Verder ziet Nieuwenhout een goede toekomst voor het intelligente
moment is de energievraag heel goed te voorspellen. In de nabije toekomst
distributiestation, dat heel gericht vraag en aanbod van elektriciteit in een
zullen mensen echter steeds minder van het centrale aanbod gebruik
wijk kan sturen. Plaatselijke opslag van energie hoort daarbij ook tot de
maken doordat ze hun eigen stroom produceren. Het is dan veel moeilijker
mogelijkheden. Om dat mogelijk te maken, werkt ECN aan een nieuwe
te bepalen wanneer mensen van het centrale aanbod gebruik zullen
accu-regeling. Bijkomend voordeel van deze ontwikkeling is een trend
maken. Ook hier is de inzet van gascentrales de klassieke oplossing. Een
waarvoor Nieuwenhout op het puntje van zijn stoel gaat zitten: de ‘revival’
aantrekkelijk alternatief voor beide problemen is het intelligenter maken
van het elektrisch vervoer. “Ik zie grote kansen voor de plug-in hybride
van het bestaande net.“
auto, een ontwerp zoals de Toyota Prius, maar dan met een grotere accu. Het nieuwe ontwerp maakt woon-werkverkeer elektrisch mogelijk en om
Bij de unit Netten richten de medewerkers zich op programma’s die de
een vakantiebestemming te bereiken rij je op de benzinemotor.”
levering van energie moeten garanderen. Nieuwenhout: “Het gaat daarbij
Frans Nieuwenhout
om meer sturing te geven aan het gebruik van elektrische apparatuur. Hierbij denk ik aan verspreid gebruik van elektrische apparatuur en de
Frans Nieuwenhout studeerde Technische Natuurkunde aan de Universiteit
mogelijkheid voor thermische opslag in wasmachines, drogers en koel-
van Utrecht. Hij is groepsleider Intelligent Energie Management van EGON.
kasten. Ik zie ook mogelijkheden voor het aansturen van apparaten door ze aan het internet te koppelen. Energieproducenten krijgen dan direct informatie over het tijdstip waarop er behoefte aan stroom is. In een veld-
29
“Waterstof en brandstofcellen vormen de brug naar duurzaam vervoer.” Waterstof & Schoon Fossiel Frank de Bruijn
30
“Behalve de klimaatproblematiek komt ook de energievoorzieningzekerheid steeds hoger op de politieke agenda te staan. Waterstof en brandstofcellen vormen de brug tussen hernieuwbare bronnen en mobiliteit. Maar voorlopig kunnen we niet zonder CO2-afvang die de inzet van fossiele brandstoffen de komende decennia toelaatbaar maakt,” zegt Frank de Bruijn, unitmanager Waterstof & Schoon Fossiel. “De overgang naar een duurzame maatschappij gaat niet vanzelf. Zeker wanneer het om grote verschuivingen in de energie-infrastructuur gaat, zoals bij de grootschalige inzet van waterstof, zal er zonder planmatige aanpak niet snel iets gebeuren. Daar zijn de investeringsrisico’s domweg te groot voor. De waterstoftransitie loopt dan ook niet erg hard. Dat is ook wel enigszins begrijpelijk als je beseft dat de grootschalige marktintroductie van waterstof, en dus ook de milieu-impact, pas tussen 2020 en 2030 te verwachten is. Daarom zullen we in de komende periode meer dan voorheen het contact met de maatschappij en de industrie zoeken om gezamenlijk te werken aan de introductie van waterstof en CO2-afvang. Het is daarbij onze taak om een realistisch beeld te schetsen van de overgang naar een duurzame maatschappij waarin waterstof centraal staat.” De unit Waterstof & Schoon Fossiel ontwikkelt met marktpartijen kennis, concepten en technologie op het gebied van brandstofcellen. De unit richt zich verder op waterstof en CO2-afvang ten behoeve van schoon en efficiënt gebruik van fossiele brandstoffen. CO2-afvang is natuurlijk mooi, maar dat betekent ook dat fossiele brandstoffen blijvend worden ingezet. De vraag is of dat niet ten koste gaat van de ontwikkeling van duurzame energievormen als windenergie. Frank de Bruijn: “Je kunt de komende decennia niet zonder fossiele brandstoffen omdat de vraag naar energie groter is dan dat we met duurzame energievormen kunnen opwekken.”
31
Ook met het oog op de ontwikkelingen in China en India is CO2-afvang
De groep Waterstoftransitie en Infrastructuur richt zich op de rol van water-
cruciaal. In China komt er wekelijks een kolencentrale bij en ook de
stof in de energietransitie, en werkt vooral aan de ontwikkeling van een
energiehonger van India is een gegeven. Deze sterk opkomende landen
waterstofinfrastructuur en de analyse van verschillende waterstofketens.
moeten niet dezelfde ontwikkeling doormaken als wij, maar direct naar
Dat gaat niet vanzelf. In 2007 rondde ECN met succes een onderzoek af
een technologisch hoger plan worden getild. Dat kan door bijvoorbeeld
naar de mogelijkheid de energievoorziening van Texel in 2030 volledig
Waterstof is een lange-termijn optie. Voordat waterstof op grote schaal
overheden en de auto-industrie maar ook met onderzoeksinstellingen.
kolencentrales te bouwen met directe afvang van CO2. Als Westerse
duurzaam te hebben gemaakt. “De conclusie luidt: dat kan dus niet. En
in het transport wordt toegepast, moeten belangrijke hobbels worden
ECN is daarin voor ons zeer nuttig. ECN zou nog nuttiger voor ons kunnen
wereld kunnen en moeten wij daaraan bijdragen. Ook in ons eigen belang,
wat voor Texel geldt, geldt zeker ook voor Nederland. Het energiegebruik
genomen. De eerste uitdaging is, waterstof bij de klant te brengen. Shell
zijn als bij deze gesprekken de deskundigheid van andere units betrokken
vanwege de klimaatproblematiek. ECN werkt op dit moment al samen met
per inwoner op Texel is vergelijkbaar met dat van heel Nederland, alleen
is zeer actief in de productie van waterstof, maar deze wordt vrijwel uit-
zou worden. Een belangrijke route naar waterstof loopt via biomassa -
China op het gebied van CO2-afvang.”
is de bevolkingsdichtheid van Nederland vijfmaal zo groot als van Texel.”
sluitend direct in raffinaderijen benut. De distributie van waterstof moet
graag zouden we de ontwikkelingen op dat gebied betrekken bij onze
De Bruijn voegt er wel aan toe dat in het onderzoek de door Texel gestelde
efficiënter geschieden dan nu het geval is. De tweede uitdaging is, een
gesprekken over waterstof. En we weten dat ook de unit Beleidsstudies
End of pipe-afvang
randvoorwaarden - zelfvoorziening en grote terughoudendheid voor wat
zinvolle waterstofcyclus te ontwikkelen. Als waterstof afkomstig blijft van
waardevolle kennis heeft ontwikkeld over waterstof. We zouden ECN
“Het ligt voor de hand om de CO2 af te vangen uit de rookgassen die uit de
betreft de inzet van windenergie - zeker een rol speelden.
fossiele brandstoffen zonder CO2-afvang, dan heeft het gebruik ervan een
dankbaar zijn als het de synergie tussen deze onderzoeken nog beter naar
negatief klimaateffect vanwege het energieverlies in de vele omzettingen.
voren zou weten te brengen. Joep Huijsmans (Shell Hydrogen)
schoorsteen komen. Toch staat juist deze optie regelmatig ter discussie.
32
“Voor E-bedrijven is het niet zinvol om een waterstofpomp te openen voor drie auto’s per dag.”
valt op centrale productie, hoe wordt waterstof dan vervoerd? Hoe schoon moet de waterstof zijn? En hoe groen? We verwachten bijvoorbeeld dat Californië eisen gaat stellen aan het ‘groene’ karakter van waterstof. Bij al deze onderwerpen is het van belang om in gesprek te zijn, niet alleen met
De Bruijn: “Het probleem van end of pipe-afvang is dat het met de huidige
Brandstofcellen
Dan lijkt het beter om te blijven bij de huidige vloeibare (bio)-brandstoffen.
technologie heel erg veel energie kost. Als er vier kolencentrales in bedrijf
De unit werkt daarnaast intensief aan waterstofproductie, waterstofopslag
Waterstof kan wel bijdragen aan de voorzieningszekerheid, doordat het uit
zijn, heb je een vijfde nodig om de energie te leveren om de rookgassen van
en de ontwikkeling van brandstofcellen. ECN richt zich daarbij op de ont-
vele bronnen te produceren is, inclusief biomassa.
CO2 te ontdoen, te comprimeren en op te slaan. Het is veel economischer
wikkeling van twee typen brandstofcellen: lage temperatuur brandstofcellen
om de CO2 in een eerder stadium uit de brandstof te halen. We noemen
(PEMFC) en hoge temperatuur brandstofcellen (SOFC). “Een brandstofcel
Intussen wordt de automobielindustrie geconfronteerd met een veelheid
dat pre-combustion CO2-afvang. Het kost veel minder energie en je houdt
produceert op heel gunstige wijze elektriciteit en warmte. In de ontwikke-
aan mogelijkheden, zowel in brandstoffen als in aandrijfsystemen: bio-
bovendien waterstof als energiedrager over. Deze waterstof kan in een
ling van de SOFC-technologie hebben we in 2007 een belangrijke stap
brandstoffen, gas-to-liquid diesel, waterstof, elektrische aandrijving,
turbine omgezet worden in elektriciteit. In combinatie met brandstofcellen
gezet, doordat we erin zijn geslaagd om de vermogensdichtheid van één
hybriden, plug-in hybriden... In deze situatie zou de auto-industrie pas
waarmee CO2 wordt afgevangen door middel van adsorptie. Dat wil zeggen
is de waterstof ook als autobrandstof bruikbaar.
van onze celtypen met 20 procent te verbeteren. Voorspoedig verloopt
willen omschakelen op brandstofcelauto’s als de automobilist bij elk
dat CO2 chemisch wordt gebonden aan een vaste stof, waarna met
ook de ontwikkeling van een nieuw type cel, die bij 600°C moet kunnen
tankstation ook waterstof kan tanken tegen een concurrerende prijs. Maar
stoom het CO2 van de vaste stof wordt gescheiden en apart opgevangen.
Een hoogtepunt in 2007 was de ontwikkeling van CO2-afvang door middel
functioneren. Het enorme voordeel van de nieuwe cel is dat deze, door zijn
voor de energiebedrijven is het niet zinvol een waterstofpomp te openen
Met de eerste installatie hebben we aangetoond dat het principe goed
van het gebruik van sorbentia in het water-gas shift proces. Wij hebben
lagere bedrijfstemperatuur, met veel goedkopere materialen is te maken”,
voor drie auto’s per dag. Dit levert een patstelling op: iedereen wacht op
werkt, hoewel er nog wel verbeteringen mogelijk zijn, zowel qua proces
de werking van dit principe op grote schaal en onder industriële condities
reageert De Bruijn enthousiast.
elkaar. Overheden kunnen deze doorbreken door eisen te stellen aan de
als materiaal. Ik ben vooral trots op de bouw van de nieuwe SEWGS-
aangetoond en waren in staat om één kolom voor CO2-afvang tot 300 cycli
“Trots op CO2-afvanginstallatie.” 33
“In de afgelopen anderhalf jaar hebben we twee installaties gebouwd
auto-industrie, zoals nu gebeurt in Californië. Shell denkt dat realistisch
installatie, die onder mijn leiding in een jaar is ontworpen, ontwikkeld,
te gebruiken. Op basis van dit ontwerp hebben we een zevenkoloms
Met de PEMFC-technologie richt de unit zich op nieuwe concepten die de
gezien de precommerciële introductie van waterstofauto’s (in duizendtal-
gebouwd en opgeleverd. Dat is heel snel. In zijn soort is het veruit de
opstelling ontworpen voor een continu proces van CO2- afvang.”
brandstofcel geschikt moeten maken voor toepassingen in de vervoers-
len) pas over een jaar of vijf zal plaatsvinden terwijl volledig commerciële
grootste installatie ter wereld. Met een hoogte van zeven meter is hij zelfs
sector. “Daarbij gaat het om nieuwe elektrodestructuren waardoor de
introductie zou kunnen plaatsvinden in tien tot vijftien jaar.
voor ECN begrippen groot. Hiermee verfijnen we de kennis die we hebben
brandstofcel met minder grote hoeveelheden van het kostbare platina
opgedaan met de eerste installatie. Maar ik verwacht dat het nog wel zo’n
toekan. We werken ook aan een concept waarbij de brandstofcel bij
In deze situatie is het voor ons van groot belang om met alle belang-
tien jaar zal duren voordat de technologie op commerciële schaal kan
hogere temperaturen kan werken, bij 120°C in plaats van de nu gebruike-
hebbenden in gesprek te blijven om een juiste inschatting te maken van
worden toegepast in elektriciteitscentrales en olie- en gasindustrieën.”
lijke 70 tot 80°C. We hebben daarvoor behoefte aan nieuwe polymeren.
de ontwikkelingen. ECN is hierbij een belangrijke gesprekspartner. Het
Ed van Selow
Helaas zit de ontwikkeling daarvan vooralsnog tegen.”
is een wereldwijd toonaangevend onderzoeksinstituut met eigen onderzoek op belangrijke terreinen voor de toekomst van waterstof, zoals
Ed van Selow heeft Technische Natuurkunde gestudeerd aan de Universiteit
CO2-afvang, brandstofcellen en gasscheidingsmembranen. Belangrijke
Twente en deed de post-academische ontwerpersopleiding procestech-
vragen voor ons betreffen de infrastructuur. Wanneer moet deze van de
nologie aan de Technische Universiteit Eindhoven. Hij is wetenschappelijk
grond komen? Welke technologieën moeten we daarbij toepassen?
medewerker van de groep Waterstofproductie en CO2-afvang van de unit
Centrale productie van waterstof of productie ter plaatse? Als de keuze
Waterstof en Schoon Fossiel.
“Windenergie is de goedkoopste optie voor duurzame elektriciteitsproductie die op korte termijn op grote schaal beschikbaar is,” zegt Theo de Lange, unitmanager Windenergie. “De groei in de windenergiesector zal de komende jaren nog heel stevig doorzetten, met groeipercentages van tientallen procenten per jaar. De kosten zullen door innovatie en volumegroei dalen, terwijl de kosten van elektriciteit uit fossiele bronnen sterk zullen toenemen. Bij offshore windenergie komt de nadruk vooral te liggen op het verhogen van de betrouwbaarheid. Dat is belangrijker geworden dan de continue groei in de afmetingen van windturbines, zoals we die de laatste jaren gezien hebben. Al met al zagen we in 2007 een flinke groei in onze orderportefeuille.
34
“Betrouwbaarheid is nu belangrijker dan opschaling.” Windenergie Theo de Lange
Daardoor zitten we nu wel een beetje in een spagaat, met aan de ene kant het belang van lange-termijnonderzoek en aan de andere kant de toenemende stroom van korte-termijnopdrachten voor het bedrijfsleven. We zouden eigenlijk nog veel meer goede onderzoekers willen aannemen, maar die zijn moeilijk te vinden. Dat is een luxeprobleem dat zich in heel Europa manifesteert. Maar het weerhoudt ons niet van samenwerking met bijvoorbeeld de China Academy of Sciences, wat een belangrijke doorbraak betekent. Op dit moment is Europa nog het bolwerk van de windenergie, maar ik verwacht dat het zwaartepunt in de toekomst naar de Aziatische regio verschuift. Het aanhalen van contacten in die regio is daarom van het grootste belang.”
35
“ECN heeft in 2007 besloten om een begin te maken met het ontwerpen
Gedrag van een rotorblad
en bouwen van een eigen windturbine. Het wordt een kleine turbine van
In 2007 boekte de unit een groot succes met software waarmee het
100 kW met een rotordiameter van 20 meter, die geschikt is voor locaties
mogelijk is om regelingen voor een windturbine te ontwerpen, te evalueren
waar grote turbines niet inpasbaar zijn. Maar ook zonder dit eigen initiatief
en te verbeteren. Diverse turbinefabrikanten binnen en buiten Europa
behoort Nederland met ECN, WMC (kenniscentrum Windturbine
passen de software nu op grote schaal toe. “Het leidde tot een aanzienlijke
Materialen en Constructies) en de TU/Delft tot de top drie in de wereld
toename van het aantal licenties,” aldus De Lange, die daaraan toevoegt
op het gebied van kennis van windenergie,” zegt unitmanager Theo de
dat het succes niet zo maar uit de lucht komt vallen. “We hebben bijna
Lange. Hij illustreert dat om te beginnen aan de hand van het onderzoek
10 jaar aan deze software gewerkt.” Overigens benadrukt hij dat het de
van de unit naar ontwerpberekeningen voor windturbines.
unit niet alleen te doen is om verkoop van de software maar dat het juist ook gaat om de combinatie van software en dienstverlening.
“Met name tijdens de ontwerpfase kun je enorm veel kosten besparen en
36
tijd winnen in het traject van idee naar product. Met de ontwerpsoftware
“We willen ook alles weten over het gedrag van een rotorblad onder
van ECN, die voortdurend aan de nieuwste ontwikkelingen wordt
verschillende condities, zodat we met die kennis het ontwerp van een
aangepast, kan dat. In eerste instantie gaat het ons erom een beeld te
blad kunnen verbeteren. Centraal staan daarbij de aerodynamica, de
krijgen van het aerodynamische en constructiedynamische gedrag van
turbulentie en het zog, de wind na het passeren van de rotorbladen. Die
een windturbine. Dat is een hele uitdaging. We hebben het namelijk wel
know-how vergaren we met behulp van computermodellen maar ook
over de grootste door de mens gemaakte ronddraaiende objecten. De
door experimenteel werk in windtunnels en windparken. Daarnaast
verschillende onderdelen van een turbine ondergaan dan ook een enorme
werken we aan parkaerodynamica. Dit onderzoek heeft tot doel de
belasting. Van belang is dat we de interactie tussen wind, golven en
energieopbrengst van een windpark zo hoog mogelijk te krijgen. ECN
turbine goed kunnen voorspellen en dat we de mogelijkheid hebben om
heeft diverse patenten op het gebied van regelstrategieën in windparken
in te grijpen wanneer dat nodig is. Verder gaat het er natuurlijk om dat
en wil deze in de praktijk testen.
37
de turbine een zo’n groot mogelijk vermogen levert. En dat alles voor de volle levensduur van zo’n 20 jaar.”
Daarvoor gebruiken we ons eigen windpark in de Wieringermeer, waar vijf grote turbines van 2,5 MW staan. Dit park wordt begin 2008 uitgebreid met 11 kleine turbines en 16 meetmasten. Het geeft de unit de mogelijkheid om nog meer experimenten en metingen uit te voeren.”
Doorsnede van het ontwerp van een windturbine
De verbeteringen aan de rotorbladen die de unit voorstelt zijn voor
Onderhoud windturbines
een leek nauwelijks zichtbaar: “Het gaat misschien om een verbetering
Het onderhoud van windturbines is een hot item, zeker nu grootschalige
van 1 tot 2 procent. Dat lijkt weinig, maar in energieopbrengst en dus in
offshore windparken serieus aan onze energiehorizon verschijnen. In 2007
geld is dat aanzienlijk. In 2007 heeft de unit een aantal licenties verkocht
is de O&M Tool (Operation & Maintenance) van de unit in een nieuwe
van een ontwerp van een ribbe op de cilindrische steel van een rotorblad,
ontwikkelingsfase gekomen. “Dit is absoluut een topproduct. Het pakket
“De windenergiesector heeft de laatste jaren een geweldige ontwikke-
windturbines. Voor ons is essentieel dat de ontwikkeling doorgaat omdat
een uitstulping op het gedeelte waar het blad aan de turbine is bevestigd.
is bedoeld om de onderhoudskosten van offshore windparken in te
lingsslag gemaakt. Er zijn grote stappen gezet in de omvang van de turbines
we een gebruiker van kennis én expertise zijn. De unit Windenergie van
Deze voorziening geeft bij lagere windsnelheden extra lift en dat resulteert
schatten. Het is het enige door Germanische Lloyd gevalideerde model
en in de snelheid van bouwen. De nadruk ligt nu op het benutten van het
ECN speelt daarin een belangrijke rol. Zo is ECN een belangrijke partner
in 1 tot 2 procent extra energie op jaarbasis. Bij een groot offshore
ter wereld dat op dit moment op O&M-gebied beschikbaar is.
potentieel. Het is technisch gesproken geen probleem, in Nederland 3.000
voor het technische monitoring programma op het offshore windpark bij
windpark heb je het dan meteen over miljoenen aan extra inkomsten,”
Het inschatten van de onderhoudskosten van een windturbine is zeer
MW of meer op land te bouwen; in een modern netwerk kan tot 20 procent
Egmond aan Zee, dat we samen met Nuon exploiteren. In de combinatie
verzekert De Lange.
belangrijk omdat ongeveer 25 procent van de kosten van het opwekken
windenergie worden ingepast en alleen de esthetische aspecten vormen
van theoretische en praktische expertise zit de aantrekkingskracht van
van energie wordt bepaald door het onderhoud aan een offshore wind-
een obstakel. De sector heeft behoefte aan een transparant debat over de
ECN. En laat vooral ook die experts over hun vak communiceren, dat
park. Het model dat nu in gebruik is, geeft een investeerder en later
technologie in alle aspecten.
enthousiasmeert en draagt bij aan beter begrip en (nog) meer draagvlak
“Windenergie zit in dezelfde ontwikkelingsfase als de auto in de jaren 1930.”
windenergie: hoe gedragen grote rotorbladen zich, hoe treden vermoeiing en vibraties op. Het is daarbij niet zo belangrijk dat er geen maakindustrie in Nederland is, de energiesector is echt globaal geworden en windenergie ook. Shell is geen directe contractpartner, wij ontwikkelen ook geen
ook de parkbeheerder inzicht in de onderhoudsbehoefte van de turbines.
voor deze prachtige technologie.” Huub den Rooijen (Shell)
Op dit moment heeft ECN wereldwijd al acht licenties verkocht.” Gebruikt
Je kunt de vraag stellen of windenergie nu uitontwikkeld is. Het antwoord
de unit de gegevens van de O&M-Tool nu ook bij het ontwerpen van
is: ongeveer zoals een auto in de jaren ’30 van de vorige eeuw: de ambach-
turbineparken? De Lange: “Dat is de volgende stap. Uiteindelijk willen we
telijke fase is voorbij, de eerste industriële slag is gemaakt. R&D is beslist
- meer dan nu het geval is - al in de ontwerpfase rekening houden met
nog nodig. De technologische ontwikkeling moet blijven doorgaan. Maar
allerlei O&M-aspecten.”
er zijn meer uitdagingen, zoals het op voldoende hoog niveau houden van
“Schaalpark unieke onderzoeksfaciliteit.”
de investeringen, het beter begrijpen van de landschappelijke aspecten,
“Ik analyseer onder meer de meetgegevens van het windturbinepark in de
De unit beperkt zich zeer zeker niet tot de tekentafel en rekenmodellen
en het verhogen van de betrouwbaarheid - nog belangrijker dan het ver-
Wieringermeer. Daar staan vijf 2,5 MW windturbines, waarop uitgebreide
op de computer. In 2007 hebben medewerkers van de unit twee turbines
lagen van de kosten. Als op deze punten geen voortgang wordt geboekt,
metingen worden gedaan. Zo kunnen we nieuwe modellen ontwikkelen
voor de Nederlandse kust van meetinstrumenten voorzien. Ook voert de
zal de groei snel verzadigen. Denk bijvoorbeeld aan grootschalige wind-
die antwoord geven op de vraag hoe stromingen in het windpark zelf lopen
unit metingen uit aan een 5 MW windturbine van Repower die in 40 meter
parken op zee, of in afgelegen gebieden. Je moet van de techniek op aan
en hoe de molens binnen dit park op elkaar reageren. Uiteindelijk doel is
diep water staat voor de kust van Schotland. “Dat is mooi maar ook zwaar
kunnen, en het moet ook nog betaalbaar blijven. Daar valt nog heel veel
natuurlijk om een zo efficiënt mogelijk windturbinepark te realiseren.
werk, waarbij onze mensen zware veiligheidsvoorzieningen in acht moeten
aan te verbeteren.
38
nemen vanwege het werken in de offshore en op grote hoogte.”
Daarnaast ben ik projectleider van het schaalpark in de Wieringermeer, ECN speelt een rol als kenniscentrum in de advisering van overheid en
waar nu de laatste hand aan wordt gelegd. Dit is een wereldwijde unieke
industrie in dit soort debatten; het is een gezaghebbende expertisepartij.
onderzoeksfaciliteit. Hier kunnen we nog uitgebreider metingen en expe-
De leiding van ECN vervult deze rol heel goed. Veel technische ontwikke-
rimenten doen, zonder dat we iemand in de weg zitten. Het betreft een
lingen zijn door ECN in gang gezet, op terreinen als nieuwe besturings-
windturbinepark van tien 10 KW windturbines en veertien meetmasten in
concepten, het valideren van ontwerpcodes, de aërodynamica. Dit werk
het bestaande windmolenpark. Ik ben er trots op dat we dit binnen ECN
is ook internationaal erkend, zie de onderscheiding van Herman Snel voor
voor elkaar hebben gekregen. Menig bedrijf en instituut is hier jaloers op.
werk aan rotoraërodynamica door de European Wind Energy Association.
In dit schaalpark wordt samengewerkt met een aantal Europese universi-
Issues zijn vaak heel complex: stromingen op rotorbladen, effecten van
teiten, bedrijven en kennisinstituten. Zo kunnen we kennis delen en elkaars
belastingen op de structuur. Je kunt niet alles achter je beeldscherm
expertise benutten.” Stephan Barth
uitrekenen. Het verband tussen praktijk en model moet worden vastgehouden, en hierin ligt de unieke waarde van ECN voor de sector. Er zijn
Stephan Barth studeerde Natuurkunde aan de Universiteit van Oldenburg
niet veel instellingen met deze combinatie van expertises. ECN voert op
(D) en is gepromoveerd op turbulente stromingen en stromingsmeettech-
haar grootschalig windpark experimenten uit voor derden en dat geeft
niek. Hij is wetenschappelijk medewerker Rotor & Parkaerodynamica van
het onderzoekscentrum de kans om mee te spelen aan het front van de
de unit Windenergie.
39
“Zonnestroom die kan concurreren met consumentenprijzen komt een flinke stap dichterbij.” Zonne-energie Paul Wyers
40
“Zonne-energie kan uitgroeien tot de belangrijkste bron voor duurzame energie. De markt voor fotovoltaïsche (PV) zonnecellen is de afgelopen drie jaar met meer dan een factor drie gegroeid. De opwekkosten voor zonnestroom dalen gestaag, en de mogelijkheden voor verdere kostenverlaging zijn enorm. Een belangrijk doel van ons onderzoek voor de nabije toekomst (zeg vijf jaar) is om technologie te ontwikkelen die bijdraagt aan een verdere daling van deze opwekkosten tot het niveau van de consumentenprijs voor elektriciteit. Daartoe moeten de kosten van zonnepanelen nog fors omlaag, met ongeveer een factor twee,” zegt unitmanager Zonne-energie Paul Wyers. “In ons R&D-programma doen we onderzoek aan verschillende zonneceltechnologieën, elk met een andere tijdshorizon voor toepassing. Ongeveer 90 procent van de huidige markt wordt bediend met kristallijn silicium PV-panelen. De ontwikkelingen bij ECN op dit gebied zijn gericht op kostenverlaging van materialen en het productieproces, en op verbetering van het paneelrendement. Daarnaast is een aanzienlijk deel van onze activiteiten gericht op PV-technologieën voor de verdere toekomst. Dit onderzoek omvat zowel de ontwikkeling van dunne-film silicium op folie als onderzoek naar de verbetering van het rendement en de stabiliteit van organische zonnecellen. Kortom, de door ECN ontwikkelde PV-technologie plaveit de weg naar goedkope, efficiënte zonnepanelen. Daarmee komt zonnestroom die kan concurreren met consumentenprijzen voor elektriciteit een flinke stap dichterbij.”
41
Een mijlpaal voor de unit was de voortgang in het onderzoek naar een
Gestapelde zonnecellen
wordt door de industrie als voornaamste belemmering gezien voor uit-
nieuw type zonnecel. Wyers: “We hebben mooie resultaten behaald met
Bij de groep Dunne Film PV-Technologie richten de medewerkers zich op
breiding van de productie. Daarom heeft de unit Zonne-energie plannen
cellen van zogenaamde n-type silicium wafers. Door de ontwikkeling
twee grote onderwerpen: dunne film silicium zonnecellen en organische
uitgewerkt voor de oprichting van de Solar Academy, een nieuw centrum
van een economisch aantrekkelijk proces lijkt het erop dat hogere rende-
zonnecellen. “De silicium films zijn extreem dun,” zegt Wyers. “Cellen
“Ik doe onderzoek naar polymere zonnecellen, ofwel zonnecellen op basis van
voor de scholing van professionals die werkzaam zijn in de zonnecel-
menten met de nieuwe cel haalbaar zijn ten opzichte van de algemeen
van amorf silicium die hier in 2007 zijn gemaakt, hebben vooralsnog een
kunststof. Daarvoor nemen we deel aan een aantal projecten. Eén daarvan richt
industrie. Als de benodigde investeringen er komen, kan de Solar Academy
gebruikte cellen van p-type silicium.”
rendement van 4 procent. Ik hoop dat we nog in 2008 in staat zullen zijn
zich heel breed op de verbetering van polymere zonnecellen in het algemeen.
om dunne film silicium zonnecellen te produceren met een rendement
Hierbij kun je denken aan het verhogen van het rendement en het verlengen van
in het eerste kwartaal van 2009 zijn deuren openen. Daarmee is de
42
“Een rendement van 4 procent voor polymere cellen is mooi, maar het moet beter.”
Personeel met ervaring in de zonnecelindustrie is schaars. Deze schaarste
academie een uitstekend voorbeeld van hoe ECN-technologie in de markt
Wafers gieten
van 6 tot 7 procent, en dat we binnen afzienbare tijd op 10 procent uitko-
de levensduur. In het kader van dit project hebben we onlangs een polymere
wordt gezet, inspelend op de wensen van de zonnecelindustrie. En de
Met het opzetten van een productiefaciliteit voor gegoten silicium wafers
men. We verwachten dat 12 procent haalbaar is in de toekomst, met een
zonnecel gemaakt met een rendement boven 4 procent. Dat is wereldwijd gezien
toegevoegde waarde van dit soort praktijkgerichte opleidingen heeft zich
in Broek op Langedijk heeft de unit een enorme sprong voorwaarts
‘gestapelde’ zonnecel met een amorf silicium bovenkant en een micro-
een goede prestatie, en ik ben er best trots op. Hoewel het een mooi resultaat is,
al bewezen: ECN heeft al zo’n 75 medewerkers van partners en klanten
gemaakt. “Normaal gaat bij de productie van silicium wafers voor zonne-
kristallijn silicium onderkant.”
blijft het essentieel om de efficiëntie de komende jaren verder te verhogen.
op deze manier opgeleid. “Het is onze ambitie dat de Solar Academy jaar-
cellen tweederde van het materiaal verloren door zaagverlies. Met behulp
lijks honderden goed opgeleide medewerkers aflevert, “ zegt unitmanager
van de RGS-techniek kunnen we silicium in één keer in een dunne laag
Met betrekking tot de organische zonnecellen kijkt de groep naast cel-
Een ander project richt zich op het ontwikkelen van fabricagetechnologie voor het
Paul Wyers.
gieten, zodat we het zagen geheel kunnen vermijden. Dat brengt grote
rendement vooral naar de stabiliteit. Gedurende een test die zes maanden
produceren van polymere zonnecellen op grote schaal. Dit project is in 2008 van
besparingen met zich mee in materiaalgebruik, kosten en tijd,” verklaart
duurde, nam het rendement van kleurstofzonnecellen met slechts 10 pro-
start gegaan. Hierin werken we samen met het Holst Centre in Eindhoven. Het
De grootste onderzoeksgroep binnen de unit Zonne-energie werkt aan
Wyers niet zonder trots. Hiermee ontstaat volgens hem de mogelijkheid
cent af. “We richten ons momenteel vooral op de ‘inpakking’ van dit type
Holst Centre ontwikkelt de productietechnologie om polymere licht emitterende
silicium PV-technologie. Ongeveer 90 procent van de huidige zonne-
om op industriële schaal wafers te produceren die de helft goedkoper zijn
cel, die de zogenaamde extrinsieke stabiliteit bepaalt. Dit betekent het
diodes (LEDs) te produceren voor verlichtingstoepassingen. Deze technologie is,
stroomsystemen bestaat uit siliciumpanelen. De panelen zijn opgebouwd
dan de wafers die nu op de markt zijn. “Met RGS is een grote opschaling
voorkomen van verdamping van vluchtige bestanddelen van de zonnecel.”
met aanpassingen, waarschijnlijk ook zeer geschikt voor het maken van polymere
uit zonnecellen gemaakt van plakken (wafers) silicium, die elektrisch zijn
van de waferproductie mogelijk. De machine kan 30 tot 50 megawattpiek
Wanneer de extrinsieke stabiliteit op orde is, is het mogelijk ook de
zonnecellen. Door onze expertise op het gebied van polymere zonnecellen te
verbonden en ingepakt tussen glas en kunststoffolies.
per jaar produceren tegenover 2 MW/p met bestaande kristallisatieovens.”
intrinsieke - (foto-)chemische - stabiliteit te onderzoeken. Veel verwacht
combineren met de kennis van het Holst Centre op het gebied van depositie-
Wyers in de toekomst van polymere zonnecellen. Hoewel het mondiaal
technologie, hopen we snel een stap vooruit te kunnen zetten. Zonne-energie is
Verder heeft de unit technologie ontwikkeld voor het gebruik van dunnere
hoogst behaalde rendement op ruim 5 procent ligt, denkt Wyers dat
op dit moment duur in vergelijking met andere energiebronnen. Daarom is het
silicium wafers. Tot nu maakten fabrikanten veelal gebruik van aluminium
onderzoek naar de techniek grote mogelijkheden heeft: “Het materiaal
noodzaak de kostprijs ervan te verlagen. Deze nieuwe technologie is één van de
aan de onderzijde van de zonnecel. Maar door de toepassing van steeds
is goedkoop en de productie is goedkoop. Het zou de ultieme lage
ijzers die de unit Zonne-energie in het vuur heeft om dat mogelijk te maken.”
dunnere silicium wafers ontstaat de kans op kromtrekken en breuk door
kostentechnologie kunnen worden.”
Sjoerd Veenstra
het verschil in thermische uitzetting van silicium en aluminium. Het gebruik van een siliciumnitride aan beide zijden van de zonnecel voorkomt breuk.
Sjoerd Veenstra studeerde Polymeerchemie in Groningen, en promoveerde op
“Het is een nieuwe techniek waaraan we ook het komende jaar hard gaan
elektrische eigenschappen van halfgeleidende polymeren, die nu worden toe-
werken, en waarvoor veel interesse is van de industrie”, aldus Wyers.
gepast in polymere zonnecellen. Hij is wetenschappelijk medewerker van de groep Dunne Film PV-Technologie van de unit Zonne-energie.
43
Zonnecellen lijmen Het grootste project waar de unit in 2007 bij betrokken was is het Europese CrystalClear-project, waarvoor ECN ook de coördinatie voert. “Dit project is
“Voor een vooraanstaande positie heb je wel massa nodig.”
gericht op het goedkoper maken van kristallijn silicium zonnepanelen. Het loopt
voorlopig is het vanwege de kosten nog nodig dat de overheden deze activiteiten ondersteunen. ECN is uitstekend gepositioneerd en dient eenvoudig op de ingeslagen weg voort te gaan. Ik ken ECN nu een jaar of tien, en beoordeel het als hét Europese topinstituut op het gebied van
eind 2008 af, maar heeft fraaie resultaten opgeleverd. De tijd van het oogsten
Solland Solar is een snelgroeiend bedrijf in een snelgroeiende sector.
zonne-energie. ECN heeft mooie resultaten behaald bij veel onderdelen
is begonnen.”
Fotovoltaïsche zonne-energie (PV) groeit nu wereldwijd met zo’n 40 procent
van de zonneceltechnologie keten; met steun van de overheid kan het
per jaar. Momenteel breiden wij in onze vestiging op Avantis in Heerlen de
instituut met meer focus en massa nog belangrijke bijdragen leveren.”
Een van de succesvolle ontwikkelingen binnen CrystalClear is een techniek
productie uit van 60 MW naar 170 MW; wij streven naar een marktaandeel
Gosse Boxhoorn (Solland Solar)
waarmee zonnecellen kunnen worden gelijmd in plaats van gesoldeerd. “Het hete
van 5 procent en dat betekent dat wij in 2010 een productiecapaciteit
soldeerproces dat we al decennialang gebruiken om de cellen onderling te
moeten hebben van 500 MW.
verbinden zorgt voor spanningen in het materiaal en kan leiden tot breuk. Dit
44
leidt tot verlies tijdens fabricage of heeft een vermindering van de prestatie van
De zonnecellen die wij in Heerlen produceren zijn van het nieuwe type
panelen tot gevolg. Van soldeerverbindingen is bekend dat ze jaren goed blijven
MWT, gebaseerd op de bij ECN ontwikkelde PUM-technologie, een
en lijmen moeten dus vergelijkbaar presteren. We onderwerpen de lijmen dan
verbeterde schakeling van zonnecellen met alle contacten aan de
ook aan uitgebreide testen. De lijmverbindingen ondergaan in klimaatkamers
achterzijde van de zonnecel. Deze cellen geven een hoog rendement en
bijvoorbeeld een thermische test met temperaturen die variëren van min 40°C
ze verlagen de kosten. Samen zijn wij nu zo’n vier jaar bezig om deze
tot plus 80°C. We hebben inmiddels lijmen die buitengewoon goed presteren.
technologie voor toepassing op industriële schaal te ontwikkelen. ECN is
Daardoor maakt de nieuwe lijmtechniek de weg vrij voor goedkope zonnepanelen,
de geestelijke ouder van dit concept en de ontwikkelaar van de technolo-
die op hun beurt weer bijdragen aan zonnestroom die kan concurreren met
gie, onze inbreng bestaat eruit deze toepasbaar te maken in een
stroom uit het stopcontact.”
productieomgeving. De productielijn moet eind 2008 in gebruik zijn. Samen met ECN en andere partners zijn wij daarnaast in FESTpv gestapt, een onderzoeksinstituut voor silicium- en wafertechnologie voor de zonnecelindustrie. Ook zijn we actief betrokken bij de oprichting van de Solar Academy. Al deze activiteiten worden geconcentreerd in Limburg, waar veel belangstelling bestaat van de kant van de provincie, in nabijheid van de nieuwe siliciumfabriek op het Chemelot-terrein. Als dit alles voorspoedig verloopt, dan zal het werkgelegenheid geven aan 1.000 à 2.000 mensen, zeer welkom in de regio. Zo vertaalt technologische vernieuwing zich uiteindelijk in nieuwe economische activiteit. De unit Zonne-energie is een belangrijke partner. Niet alleen voor ons, maar ook voor vele andere, vooraanstaande bedrijven. Bij veel onderzoeksinstituten zijn de activiteiten versnipperd, bij ECN is het goed georganiseerd. Voor een vooraanstaande positie als die van ECN heb je echter wel massa nodig. Momenteel is de unit misschien groot genoeg, maar in de toekomst zouden ze nog wat moeten groeien. Europa heeft uitgesproken dat de inspanningen voor duurzame energie in een hogere versnelling moeten komen. Bedrijven investeren sterk in deze sector, maar
45
“Niet van één naar tien reageerbuisjes, maar naar een realistische opstelling.” Engineering & Services Jaco Saur walt
46
“Engineering & Services ondersteunt waar mogelijk het werk van de andere units. Wij bepalen niet wat zij moeten doen, maar we kunnen hun werk wel vergemakkelijken. E&S wacht daarbij niet af tot de units met vragen komen, maar komt ook zelf met ideeën. Je kunt je als ondersteunende unit alleen nuttig maken als je kennis hebt van wat de onderzoekers voor ogen hebben. We moeten in staat zijn om van papieren studies een echte installatie te maken,” zegt unitmanager Engineering Services (E&S) Jaco Saurwalt. “De toepassing in de praktijk staat dus centraal. Als wij de onderzoekers van andere units ondersteunen, gaat het vaak om een opschaling van laboratoriumonderzoek naar pilot installatie. We gaan daarbij niet van één naar tien reageerbuisjes, maar naar een realistische opstelling. Alleen zo kunnen we de gewenste toepassing simuleren.” Engineering & Services (E&S) is de technisch ondersteunende unit van ECN. Medewerkers van E&S houden zich bezig met het maken van basisontwerpen en het bouwen van installaties. Verder werken ze aan productieverbetering en ontwikkeling voor zowel ECN als voor derden. “Wij zijn een noodzakelijk goed binnen ECN,” zegt unitmanager Jaco Saurwalt. De praktijk heeft van Saurwalt een realistisch mens gemaakt. “Ook wij maken blunders. Dat volgt gewoon uit het werk. Statistisch gaan er bij echt nieuwe innovatieve opstellingen en nieuwe processen, acht goed en één fout”, aldus Saurwalt, die er aan toevoegt dat er ook één opstelling goed gaat op een andere manier dan van te voren bedacht. “We proberen vooraf heel goed te bepalen wat de kritische processen, componenten of materialen zijn.”
47
Als het kan proberen we die vooraf te testen. Het geeft je direct een idee
Innovatievoucher
of een ontwerp zin heeft of niet. Je kunt beter meteen weten of iets lukt
E&S werkt veel voor derden. In dat kader roemt Saurwalt het gebruik
of niet, dan wel wat de eventuele oplossing is. Dat is onze kracht. Mijn
van de innovatievoucher van SenterNovem. Bedrijven kunnen met zo’n
medewerkers kunnen niet alleen bepalen wanneer iets stuk gaat, maar
voucher subsidie krijgen voor onderzoek. Een van de bedrijven die in het
kunnen ook een gericht advies geven om een installatie de volgende
afgelopen jaar bij E&S aanklopte was CZL uit Tilburg. Het bedrijf maakt
morgen weer te laten draaien. Vooral de combinatie van schadeanalyse en
gebruik van de voucher om zeer specialistisch metallurgisch onderzoek uit
Ons bedrijf maakt momenteel voor de vierde keer gebruik van de techno-
als het gaat om werkelijk kansrijke technologieën. Of ECN zou met zijn
een ontwerpafdeling, die garant staat voor praktijkgerichte oplossingen,
te laten voeren, waarvoor onder meer veel ervaring met thermisch spuiten
logische know-how van de unit Engineering & Services. Bij ons eerste
kennis meer moeten participeren in joint ventures die pas uitbetalen als
wordt ook door externe klanten gewaardeerd.”
noodzakelijk is. De nieuwe spuitmethode leidde tot coatings van hogere
project verzorgden wij de opschaling van een bij E&S ontwikkelde plasma-
de technologie zijn diensten bewezen heeft.” Ad de Raaij (INRADA)
technologie van E&S elkaar vaker zouden ontmoeten en bevruchten. Geld is vaak een probleem. Middelgrote bedrijven zetten niet zo snel een miljoen euro op één project. Maar met de technologieën van ECN kunnen wij in Nederland een zeer sterke positie opbouwen in duurzaamheid. De overheid zou wat minder voorzichtig moeten zijn met ontwikkelingskrediet
kwaliteit die niet poreus waren, beter bestand bleken tegen slijtage en
generator. In zo’n generator wordt onder hoge spanning een plasma
RGS-techniek
een betere hechting aan het oppervlak hadden. Saurwalt: “Het voucher-
gemaakt, een fase tussen vloeibaar en gasvormig in. Door de hoge con-
Saurwalt beschouwt de bouw van de RGS (Ribbon-Growth-on-Substrate)
systeem werkt uitstekend. Wat mij betreft mag het midden- en kleinbedrijf
centratie van zware radicalen in het plasma heeft deze generator unieke
pilotproductiefaciliteit (zie unit Zonne-energie, red.) als één van de hoogte-
vaker bij ons langs komen.”
waterzuiverende eigenschappen. E&S bracht de technologie in en wij namen de engineering voor onze rekening. De grote opgave was de
punten van 2007. Vooral bij het ontwerp en de engineering was de unit
48
“De BV Nederland profiteert als het zakelijke instinct van het MKB en de technologie van ECN elkaar vaker ontmoeten.”
volop betrokken. De RGS-productiefaciliteit zal in het eerste kwartaal
Voor de toekomst verwacht Saurwalt veel van nieuwe lasertechnieken.
productiekosten van de generator met 95 procent terug te brengen. Dit is
van 2008 voor het eerst gaan proefdraaien.
Eén van de voordelen is de mogelijkheid van een kostenreductie. “Werken
door gezamenlijke inspanning gelukt. Wat opviel was het grote verant-
“C14-grap leidde tot gepatenteerde methode voor het meten van vrijkomend ‘groen’ koolzuur.”
met de fiberlaser, die uit de telecom afkomstig is, kost slechts een kwart
woordelijkheidsgevoel voor het project van de kant van E&S. Hun mensen
“Ik houd me bezig met normering voor het meten van de samenstelling
De unit heeft verder vooruitgang geboekt bij het meten van broeikasgassen
van werken met een traditionele laser. Ook technisch geven de fiberlasers
bleven meedenken en produceerden veel méér dan papier; ook na af-
van biobrandstoffen. We doen dat met behulp van chemische analyse-
in rookgassen die vrijkomen door de verbranding van biomassa. “We hebben
extra mogelijkheden. Je kunt door de bundelkwaliteit met fiberlasers
ronding van de formele opdracht bleven ze zoeken naar verbeteringen.
methodes. Je legt in zo’n norm in detail vast hoe je die samenstelling
een patent op de meettechniek. Met deze techniek is het mogelijk om te
veel beter richten en daarmee de warmte precies daar krijgen waar je haar
achterhalen hoe ‘groen’ de stroom is die elektriciteitscentrales produce-
wilt hebben.” Saurwalt ziet vooral mogelijkheden voor toepassing van de
Dit leidde tot een tweede project. Wij hadden een probleem bij een
dat je biobrandstof wilt verhandelen of milieuaspecten een rol spelen,
ren. Hiervoor meten we hoeveel koolstof in het rookgas afkomstig is van
fiberlasers bij de opbouw van microstructuren in grote oppervlakten.
besturing voor de afdekking van zwembaden. Het gaat om een motor die
bijvoorbeeld als er sprake is van zwavelgehalte in brandstof. We verrichten
biomassa. Daarvoor maken we gebruik van de C14-methode die algemeen
Bijvoorbeeld voor zonnepanelen maar ook voor lcd’s, beeldschermen
zich onder water bevindt en die bestand moet zijn zelfs tegen de grootste
als servicelaboratorium veel werk op het gebied van duurzame energie.
voor de bepaling van ouderdom van objecten wordt gebruikt. Nu gaat dat
voor computers en televisies.
mate van onkunde. We vroegen E&S om ondersteuning bij de ontwikkeling
Niet alleen voor de units van ECN en NRG (samen zo’n 70 procent),
van een motor waarmee we de meest competitieve markt van Europa
maar ook voor organisaties van buiten, zoals technische universiteiten,
De praktijkgerichtheid van E&S heeft de medewerkers bewust gemaakt
(Frankrijk) konden betreden. E&S heeft het besluit genomen deze
bedrijven, KEMA en TNO.
van het belang van beeldvorming. Volgens Saurwalt is dit voor de techno-
besturing geheel te re-engineeren. Samen hebben we het hele traject
logietransfer minstens zo belangrijk als de techniek. “We zijn techneuten,
doorlopen van prototype, nul-serie en proefserie die in de markt werd
Ik ben erg trots op de ontwikkeling van de C14-methode. Wat in 2000
maar als je iets in de markt wilt zetten moet het er gewoon goed uit zien.
uitgezet. We zijn nu dankzij E&S zo ver dat wij dit jaar inderdaad grote
als grapje begon, leidde tot een deels gepatenteerde methode om de
Je maakt maar één keer een goede eerste indruk.”
Franse bouwers als klant hebben weten aan te trekken. En bij dit project
hoeveelheid ‘groen’ koolzuur te meten die vrijkomt bij de verbranding van
hetzelfde verhaal: E&S is een partner die van begin tot eind medeverant-
mengsels van biomassa en fossiele brandstoffen. Nu is deze methode een
woordelijkheid neemt voor het project.
onderdeel van de norm (een Europees gestandaardiseerde meetmethode)
nog aan de hand van tabellen. Door direct het rookgas te meten is de verhouding van biomassa en fossiele brandstoffen goed te bepalen.”
meet. Een gestandaardiseerde methode heb je nodig op het moment
voor de bepaling van het gehalte biogeen koolstof in brandstoffen. Wij hebben ervaren dat ECN thuis is in de meest verschillende technolo-
Mooi toch!”
gieën, van hoge spanningen tot microvolts. Ik verwijs voortdurend collega’s
Frits Bakker
naar ECN omdat de technologieën waaraan zij behoefte hebben bij ECN vaak al kant-en-klaar aanwezig zijn. Waarom ze daar zelf niet mee de markt
Frits Bakker volgde een HBO-opleiding Analytische Chemie. Hij is technisch
op gaan? Misschien omdat ze een wetenschappelijk instituut zijn en alles
medewerker en adviseur van de afdeling Materials Testing & Consultancy
eerst tot in de puntjes uitgezocht willen hebben. De BV Nederland zou
van de unit E&S.
ervan kunnen profiteren als het zakelijke instinct van het MKB en de
49
ECN in kaart gebracht: feiten en cijfers
Ambitie en missie Het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) neemt door haar brede kennisaanbod op het gebied van de energietechnologie een unieke plaats in Europa in. ECN wil grensverleggend onderzoek verrichten met grote invloed op de energietransitie, en technologieën tot in alle stadia van rijpheid ontwikkelen en naar de markt brengen. De kracht van een onderzoeksinstituut als ECN ligt in deze ‘portfolio’, die het mogelijk maakt om een nieuwe generatie technologieën te ontwikkelen die nodig is voor het 50
realiseren van de overheidsdoelstellingen op het gebied van duurzame energie. De laatste jaren komen veel bij ECN ontwikkelde technologieën tot wasdom, wat in toenemende mate leidt tot economische activiteit van derden. Hiermee biedt ECN actief tegenspel aan de door de commissieWijffels gesignaleerde innovatieparadox. De missie van ECN: ECN ontwikkelt hoogwaardige kennis en technologie voor een duurzame energiehuishouding en brengt deze naar de markt.
Personeel en organisatie ECN is er zich zeer van bewust dat het kapitaal van de organisatie berust bij haar personeel. Toponderzoek vereist toppersoneel. Dat is ook het leitmotiv van het strategisch plan en het nieuwe people management waarmee ECN in 2007 een begin heeft gemaakt. Alle projecten die in dit kader zijn opgestart, zijn gericht op de ontwikkeling en loopbaanmogelijkheden van de medewerker, op het scheppen van meer duidelijkheid tussen werkgever en werknemer en op het kunnen bieden van maatwerk. ECN heeft sterke behoefte aan medewerkers die zich met hun kennis en competenties onderscheiden (zie ook Inleiding). De volgende diagrammen geven een goed inzicht in de ontwikkelingen in het huidige personeelsbestand.
51
Overzicht medewerkers op geslacht en afkomst Mannen uit NL Mannen uit het buitenland Mannen Totaal
Per 01.01.2007 467 14 481
Leeftijdsverdeling totaal ECN Per 31.12.2007 473 22 495
In dienst 2007 64 9 73
Uit dienst 2007 58 1 59
Vrouwen uit NL 115 117 16 Vrouwen uit het buitenland 14 19 8 Vrouwen Totaal 129 136 24 Totaal ECN 610 631 97
14 3 17
120 106 100
95
93
89
80 68 60
76
65
60
39
ECN-Functiefamilies / verdeling in aantal medewerkers
4%
Leiding
3%
Aantal medewerkers
40
9%
10%
Onderzoek Onderzoeksondersteuning en Technologische Ontwikkeling
5%
0
... - 19
20 - 24
25 - 29
30 - 34
35 - 39
40 - 44
45 - 49
50 - 54
55 - 59
60 - ...
53
Diensttijdverdeling totaal ECN
17%
250
Dienstverlening Brandweer
2
35%
Advies Administratie
16
Leeftijdscategorieën
Technische Realisatie en Beheer
213 200
17%
150
130
100 Aantal medewerkers
52
20
88 57
48
50
51 26
12
8
35 - 39
40 - ...
0 ... - 4
Aantal jaren in dienst
5 - 9
10 - 14
15 - 19
20 - 24
25 - 29
30 - 34
Opdrachten van derden
Bij de inspectie wordt ernaar gestreefd onder de “ECN-norm” te blijven
In de figuur is naast de streefwaarde en het LTIF-cijfer per jaar ook het
De kracht van een instituut als ECN ligt in haar brede ‘portfolio’, die gele-
te worden overgedragen, groeit sterk. Belangrijk is ook zeker dat de
gemiddelde over 5 jaar opgenomen. Uit dat gemiddelde wordt duidelijk
(0,05 = 1 afwijking per 20 medewerkers per inspectie). De grafiek laat
genheid geeft tot de ontwikkeling van een volgende generatie technologieën
licentie-opbrengsten in 2007 zijn opgelopen tot circa 700.000 euro.
dat ECN zich op een relatief laag ‘plateau’ bevindt. Slechts langdurig
zien dat ECN gemiddeld voldoet aan deze zeer strenge norm en dat de
die nodig is voor het realiseren van de overheidsdoelstellingen. De laatste
Door derden zijn flinke investeringen toegezegd in de toepassingen
volgehouden inspanning om techniek, gedrag en organisatie te verbeteren
maximale score ligt op het niveau 0,1.
jaren komen opmerkelijk veel bij ECN ontwikkelde technologieën tot
van ECN-technologie op de markt: naar schatting loopt dit op tot zo’n 26
zal op termijn kunnen leiden tot een verdere daling van het LTIF-cijfer.
wasdom. Het aantal projecten dat op het punt staat aan het bedrijfsleven
miljoen euro; er zijn negen nieuwe octrooien geregistreerd.
Om deze ontwikkeling te stimuleren, heeft ECN in 2007 besloten zich te
Verzuimongevallen
certificeren tegen de internationale norm voor arbeidsomstandigheden lopende octrooien in portefeuille 92 89 86 91 83 77 70
internationaal verleende octrooien 3 5 3 1 2 3 3
4
OHSAS 18001. In juni 2008 vindt de certificatie-audit plaats. Een positieve ontwikkeling hierbij is dat het aantal bijna-ongeval-meldingen elk jaar
3
blijft toenemen.
LTIF
Octrooien jaar interne ingediend aanmeldingen in NL 2001 13 8 2002 18 16 2003 10 5 2004 11 7 2005 13 6 2006 11 5 2007 10 6
Inkomsten ECN uit opdrachten van derden (x E 1000) 2007 2006 Bedrijfsleven binnenland 16.261 14.461 Energiesector binnenland 328 788 Europese Commissie 8.373 6.809 Bedrijfsleven buitenland 3.582 2.910 Ministeries e.a. 1.757 2.194 Kennisinstituten 539 771 SenterNovem e.a. 9.490 5.860 Totaal 40.330 33.793
ECN werkt als onderzoekcentrum met vele gevaarlijke (chemische)
2 1
stoffen. De hoeveelheden van de stoffen zijn bij ECN in het algemeen beperkt, de diversiteit is echter groot. In 2007 heeft ECN het zeer strenge
inspectieregime inzake de opslag van gevaarlijke stoffen voortgezet.
0
’00 LTIF
De grafiek (zie onder) geeft de resultaten van 2006 en 2007 weer.
’02
’04
’06
LTIF 5-jaar gemiddeld
’08
’10
Streefwaarde 5-jaar gemiddeld
54
Vanzelfsprekend moeten de commerciële activiteiten van ECN blijven
ECN koestert haar wetenschappelijke diepgang. Waar mogelijk zoekt het
voortvloeien uit een voortdurend slag tot kennisverdieping. De kwaliteit
instituut samenwerking met de universiteiten en trekt het jonge getalen-
moet zeker niet alleen aan het eind van het onderzoekstraject, op de markt,
teerde onderzoekers aan. Het schrijven van artikelen in wetenschappelijke
zichtbaar zijn maar zeker ook aan het begin, in het onderzoek.
tijdschriften en vakbladen wordt dan ook gestimuleerd.
Publicaties 2007 ECN rapporten Peer reviewed artikelen in wetenschap. tijdschriften Peer reviewed artikelen in vakbladen Conferentiebijdragen Boeken en boekhoofdstukken
BS 49 9 2 18 7
EGON 8 3 10 13 0
EEI 29 5 2 9 0
BKM 17 8 1 4 1
H2SF 9 3 0 2 1
WIND 68 0 0 8 0
ZON 11 13 2 36 0
E&S 15 0 0 0 0
Totaal 206 41 17 90 9
kengetal aantal afw.: fte unit
Wetenschappelijke publicaties Inspectie gevaarlijke stoffen 2006/2007 0,120
55
o,100 0,080 0,060
Inspectie 2006/2 Inspectie 2006/4
0,040
Inspectie 2007/2
0,020
Inspectie 2007/4
0,000
ECN-Norm
HSF
WIND
ZON
EGON
EEI
FD
E&S
BKM
Veiligheid & milieu ECN wil haar onderzoeksterrein verder verbreden en heeft daarom in
Omdat de bedrijfsvoering van ECN zich richt op nieuwe technologie en
Ruimtelijke kwaliteit en huisvesting
2007 een vergunningaanvraag ingediend bij de Provincie Noord-Holland.
de gevaren ook nieuw kunnen zijn, streeft ECN naar een zeer goede
In samenwerking met de andere bedrijven op de Onderzoekslocatie Petten
terrein, buiten gebruik gesteld. De chemische laboratoria in de gebouwen
Met deze vergunning – die in 2008 wordt verwacht - kan ECN zich richten
beheersing van de veiligheid. Dit streven wordt uitgedrukt in een vermin-
(OLP) richt ECN zich op de inrichting van een verzorgd bedrijventerrein,
blijven tot eind 2008 in gebruik. In het eerste kwartaal van 2009 verhuizen
op onderzoek naar alle soorten biomassastromen en bodemmonsters,
dering van het aantal verzuimongevallen LTIF (aantal verzuimongevallen
dat de samenhang tussen de bebouwing en de natuur, en de bebouwing
de laboratoria dan naar het nieuwe laboratoriumgebouw 31, waarna de
óók wanneer deze stoffen zijn geclassificeerd als gevaarlijke afvalstoffen.
per miljoen gewerkte uren).
onderling dient te vergroten. Ook het behoud van natuurlijke kwaliteiten
oude gebouwen worden gesloopt. Eind 2007 betrok NRG al het nieuwe
en ontwikkeling van potentiële kwaliteiten op de OLP staat centraal. Dat
Jaap Goedkoop Laboratorium.
houdt onder meer in dat wordt ingezet op de bescherming, verbetering en herstel van gewenste habitats en soorten op de OLP, aansluitend bij de Europese richtlijn Natura 2000. Eind 2007 zijn alle radiologische laboratoria in de gebouwen 005 en 006, behorend tot de oudste delen van het
Nuclear Research and consultancy Group
NRG met haar internationaal gewaardeerde nucleaire expertise speelt
Organisatieculturen
Energie
hierbij een essentiële rol. De Hoge Flux Reactor - en in de toekomst de
NRG ontplooit drie verschillende bedrijfsactiviteiten in één organisatie:
“Kijken we naar het gebied bestaande reactoren, dan zien we resultaten
opvolger Pallas - en omliggende onderzoekslaboratoria zijn onmisbaar bij
consultancy, productie en toegepast onderzoek. “Dit zou kunnen leiden
in verschillende markten. Zo beleefde NRG’s ROSA-software - een pakket
het onderzoek naar verduurzaming van kernenergie. Vooral op het gebied
tot verschillende culturen van denken en doen,” zegt Stol. “Maar profes-
ter optimalisering van kern- en brandstofmanagement - een grote uitbrei-
“De internationale aandacht voor een schone, betrouwbare en betaalbare
van recycling van kernafval en ontwikkeling van innovatieve splijtstoffen en
sionalisering houdt ook in het bevorderen van de interactie binnen de
ding in de Verenigde Staten. In Europa zijn België (Electrabel) en Slovenië
energievoorziening voor de toekomst, was in 2007 groter dan ooit. Alle
materialen levert NRG een bijdrage van grote internationale betekenis.”
organisatie op basis van wederzijds respect voor de drie culturen. Met een
nieuwe klanten voor dit product. In de pijplijn zit de ondertekening van
ondersteunende houding over en weer. Daar houden wij ons als directie
een contract met Zuid-Afrika. Op het gebied van In Service Inspecties
actief mee bezig.
heeft NRG zich in 2007 met succes gekwalificeerd als inspecterende
opties zijn nodig, energiebesparing, fossiele brandstoffen, renewables en ook kernenergie. In het in september 2007 opgerichte ‘Sustainable Nuclear
2007 is daarnaast het jaar geweest waarin het nieuwe strategisch plan van
Energy Technology Platform’ hebben overheden, nucleaire onderzoeks-
NRG tot stand kwam. In Search of Excellence, NRG Strategie 2008-2011,
instellingen, elektriciteitsproducenten en industrie de handen ineen
bevat het collectieve inzicht dat is verkregen op basis van bijna 10 jaar
Samen met onder andere TU Delft en spelers als COVRA, EPZ en Urenco
geslagen. Doel is de ontwikkeling van duurzame kernenergie in Europa,”
NRG. André Versteegh, directeur van NRG: “In 2007 heeft NRG met In
heeft NRG de zogenoemde Human Capital Roadmap ontwikkeld. Dit betreft
zegt Rob Stol, algemeen directeur NRG. “De Energieraad Nederland
Search of Excellence een stevige nieuwe basis gelegd voor de toekomst.
een actieplan om de Nederlandse industrie, inclusief toeleveranciers
Voor de Kernfysische Dienst (KFD) houdt NRG de nieuwste ontwikkelingen
heeft in haar rapport Brandstofmix in beweging aangegeven dat in de
De tijd was er rijp voor, enerzijds omdat de organisatie volwassener
uit het midden- en kleinbedrijf, zodanig te positioneren en kennis te ver-
in internationaal verband bij, in de rol van technical support organisation.
brandstofmix van de toekomst een verhoogd aandeel kernenergie serieus
geworden is, anderzijds omdat nucleaire energie aan de vooravond staat
schaffen over de bouw van kerncentrales, dat ons land daarmee straks
NRG vertegenwoordigt de KFD daarbij ook in diverse internationale
in ogenschouw moet worden genomen. En de Sociaal Economische Raad
van een nieuwe bloeiperiode.” Rob Stol: “Onze marktposities geven ook
met succes een aandeel in de toekomstige markt kan opeisen. Ook op die
werkgroepen. Tot slot kan het toonaangevende NRG-werk aan thermische
gaf ECN/NRG opdracht tot het uitvoeren van een Fact Finding Study
aanleiding tot realistische verwachtingen over groei in de door ons
wijze vult NRG zijn verantwoordelijkheid in.”
vermoeiing worden vermeld. Een goed voorbeeld van onderzoek - in dit
Kernenergie, om op basis van de meest actuele feitelijke gegevens te
gewenste richtingen,”
komen tot een standpunt, en advies aan de regering, over nieuwbouw 56
organisatie. Dit is een eerste voorwaarde voor een contract met de Duitse energieleverancier EON.”
geval naar schademechanismen aan pijpleidingen in centrales - dat nieuwe Hoe kreeg de beoogde groei gestalte in 2007? Versteegh: “Het beroep dat
inzichten oplevert die internationaal van groot belang zijn .”
van kerncentrales in Nederland. Voor een verantwoorde inpassing in een
“De NRG-visie is aangescherpt op basis van onze analyse dat kernenergie
vanuit binnen- en buitenland door overheid en bedrijfsleven op de exper-
duurzame mix zullen aan deze nieuwe kerncentrales extra eisen moeten
in de nabije toekomst een onmisbaar deel van de energiemix vormt,”
tise van NRG wordt gedaan, is sterk toegenomen. Eén van de grote
“Gaan we over naar het gebied nieuwbouw en ontwikkeling van de vierde-
worden gesteld op het gebied van veiligheid, afval en non-proliferatie.
zeggen Stol en Versteegh, ”Grootschalige inzet van kernenergie levert een
opdrachten voor NRG die in 2007 startte, betrof het adviseren van de
generatie-reactoren (GEN4), dan is ons werk ook internationaal”, aldus
duurzame bijdrage aan het voorkomen van een mogelijk energietekort
kerncentrale Borssele over het verlengen van de bedrijfsduur. Nu deze
Versteegh. “Het Zuid-Afrikaanse PBMR is de launching customer voor de
en het structureel verminderen van de CO2-uitstoot. Aan deze visie ligt
centrale openblijft tot en met 2033 is dat van vitaal belang. Een soortgelijke
door ons ontwikkelde rekencode Spectra, waarmee het transport van
mede ten grondslag de visie op een duurzame Europese energiehuis-
opdracht voert NRG uit voor British Energy waarbij het gaat om onderzoek
grafietstof in een kerncentrale wordt gesimuleerd. Ook is er samenwer-
houding in 2050, die NRG samen met ECN heeft ontwikkeld. De groei van
dat moet aantonen dat het Britse kernenergiepark langer veilig in bedrijf
king met het Duitse Areva, dat in Finland een EPR-type centrale bouwt.
onze omzet en resultaat moet logischerwijs plaatsvinden op internationale
kan blijven. ”
NRG schrijft hiervoor verschillende hoofdstukken van het bedrijfsvoe-
57
markten”, zegt Stol. “Als kleinere speler moet je dan wel heel scherp kijken
ringsdocument, dat cruciaal is voor vergunningverlening. NRG is ook
op welke onderdelen je wilt concurreren, anders word je overvleugeld.
betrokken bij een groot aantal onderzoeksprogramma’s in Europees en
Overheidsfinanciering van het onderzoek is - ook internationaal gezien -
internationaal verband, waarin computersimulaties worden verricht van de
beperkt, dus de belangrijkste groei zit in die markten zelf.”
stroming van de koelvloeistoffen voor de verschillende typen GEN4 reactoren. Naast water en gas gaat het om vloeibaar natrium en lood, en gesmolten zout.” ITER-NL, een consortium van NRG, FOM en TNO, is in
“Duurzame nucleaire technologie voor milieu en gezondheid.” Rob Stol en André Versteegh directie Nuclear Research and consultancy Group
2007 opgericht. Het bundelt de noodzakelijke kennis voor het bouwen van onderdelen van het internationale kernfusie-experiment ITER. Eén van de doelen van ITER-NL is het realiseren van een sterke inbreng van het Nederlandse bedrijfsleven in het ITER-project.”
Stol: “Een groeimarkt in de categorie spin-offs zijn de projecten op het
Gezondheid
gebied van structurele integriteit van installaties en gebouwen voor Shell
Stol: “De productie van isotopen voor nucleaire geneeskunde bleef ook in
en de NAM. Voor de NAM beoordeelt NRG gasbehandelingsinstallaties
2007 de hoofdmoot van onze inspanning op het gebied van gezondheid.
op het vasteland en winningsplatforms op zee. In 2007 is in opdracht van
NRG is de grootste producent voor Europa en levert 25 procent van de
Rijkswaterstaat een dergelijke beoordeling van de Oosterscheldekering
wereldbehoefte. In december 2007 was NRG zelfs wereldwijd de enige
afgerond.”
producent, omdat de grootste producent in Canada de reactor niet volgens planning kon opstarten. De kwetsbaarheid, maar zeker ook het
Milieu
belang van voldoende productiefaciliteiten wereldwijd heeft ertoe geleid
Op het vlak van het milieu ontplooit NRG verschillende activiteiten. “Voor
dat dit onderwerp prominent op de internationale politieke agenda’s staat.
het transport en de eindberging bij de COVRA van het bestaande afval dat aanwezig is op de locatie Petten, wil NRG een nieuwe verpakkingsunit
Met onder meer in eigen huis door NRG ontwikkelde database-applicaties
bouwen”, aldus Versteegh. “In 2007 is hiervoor de in het vergunningtraject
voor de registratie van vergunningen, bronnen en onderhoud én nieuwe
belangrijke milieu-effectrapportage opgeleverd. Naar verwachting wordt
berekeningsmethodieken voor preciezere dosering van straling bij thera-
na vergunningverlening medio 2008 gestart met de bouw. Een jaar later
pie, dragen wij verder bij aan innovatie in de medische sector.”
zal deze faciliteit waarschijnlijk operationeel zijn.”
Nuclear Research and consultancy Group (NRG) staat voor de ontwikkeling en toepassing van duurzame nucleaire technologie voor energie, milieu en gezondheid. NRG werd in 1998 opgericht uit een fusie van de nucleaire activiteiten van ECN en KEMA. In 2005 werd het KEMA aandeel verkocht, waarna ECN alle aandelen in bezit kreeg. In 2008 zal NRG overgaan van VoF naar Stichting en zal de voorgenomen oprichting van een holding met twee stichtingen (NRG en ECN) zijn beslag krijgen. Met (toegepast) internationaal onderzoek, productie en consultancy is de dienstverlening van NRG naast de nucleaire en medische sector ook gericht op de chemie-, olie- en gasindustrie. NRG is de grootste producent van isotopen voor nucleaire geneeskunde in Europa en levert ruim een kwart van de wereldbehoefte.
Nucleaire infrastructuur
58
Voorbeelden van andere projecten op het gebied van milieu zijn de
In 2007 kwam het NRG Jaap Goedkoop Laboratorium gereed. Versteegh
activiteiten op het gebied van radiologische monitoring, de technische
daarover: “Een unieke faciliteit met de nieuwste apparatuur, die onderdak
assistentie aan Roemenië in het kader van de veilige bedrijfsvoering van
biedt aan onder andere het onderzoek naar materialen voor kerncentrales
een nieuwe centrale, en het onderzoek naar de eindberging van afval in
en fusiereactoren, het recyclen van radioactief afval en de ontwikkeling
diverse bodemlagen.”
van nieuwe medische isotopen.” Ondertussen is Pallas, de beoogde opvolger van de huidige HFR-reactor, in 2007 weer een stap dichterbij gekomen. “Drie aanbieders zijn nu bezig met het conceptueel ontwerp, dat in 2008 moet worden gepresenteerd. Met één van deze drie gaan we daarna door, vooropgesteld dat de financiering zoals verwacht rondkomt”, aldus Stol.
59
Energie Advies Commissie (EAC)
Klankbord groepen
Energie Efficiency in de Industrie
Windenergie
Dr. ir. W.J.W. Bakker - Dutch Separation Technology Institute (DSTI)
Ir. G.F. Bakema, Essent
Mr. drs. G. Brouwer - Rotterdam Climate Initiative (RCI)
Ing. van de Brug, Ballast Nedam
Dr. T. Graafland - Shell Nederland BV
Prof. ir. W.L. Kling, TenneT
Prof. dr. E.M. Meijer, Unilever (voorzitter)
Beleidsstudies
Mw. drs. P. Haemers - SenterNovem
Prof. dr. ir. G.A.M. van Kuik, TU Delft
Ing. T.P. Bokhoven, ConSolair B.V.
Drs. H.E.G.D. Dunsbergen, AER
Ir. H. Keuken - Process Design Centre (PDC)
D.P. Molenaar, Siemens Nederland B.V.
Dr. ir. T. van Herwijnen, ETC Energy Technology
Ir. E.C.R.H. Eijkelberg, Ministerie van Economische Zaken
Prof. dr. ir. J.T.F. Keurentjes - Akzo Nobel
J.T. Olesen, VESTAS Wind Systems A/S, Denemarken
Mw. dr. ir. R. Janssen-van Rosmalen, Energy Plus
Ing. F.J. de Groot, VNO-NCW
Dr. J.P. de Kleijn - Stichting Nederlandse Apparaten voor
Dr. D. Quarton, Garrad Hassen & Partners, Engeland
Prof. dr. dipl. ing. M. Kühn, Universiteit Stuttgart
Dr. J.T.N. Kimman, SenterNovem
de Procesindustrie (NAP)
M.Sc. F. Rasmussen, Risø National Laboratory, Denemarken
Mr. dr. P.W. Kwant, Shell International BV
Drs. J.A. Oude Lohuis, Milieu- en Natuurplanbureau MNP
Ir. G.J. Koopman - Koninklijke Vereniging van Nederlandse
Ir. H.P.G.M. den Rooijen, Shell Wind Energy B.V.
Ir. G.J.M. Prieckaerts
Ir. E.J. Postmus, Gas Transport Services B.V.
Papier- en Kartonfabrieken (VNP)
Dipl. Ing. V. Schellings, GE Wind Energy, Duitsland
Prof. dr. J.H.W. de Wit, Technische Universiteit Delft
Dr. F. Vlieg, Ministerie VROM
Dr. ir. G.J. Kwant - DSM Ir. A.M.G. Pennartz - KWA Bedrijfsadviseurs
Biomassa, Kolen en Milieuonderzoek
60
Zonne-energie Prof. dr. Christoph Balliff, University of Neuchatel
Ir. M. van Berlo, Afval Energie Bedrijf
Energie in de Gebouwde Omgeving
Prof. dr. Paul Blom, University of Groningen
E. Goudappel, Jacobs Nederland B.V.
W. van den Bogerd, Ihto-Van der Beijl B.V.
Dr. Martin Fleuster, Solland Solar Energy BV
Ir. H. Klein Teeselink, HoSt
Dr. L. van Bree, RIVM
Dr. Michael Bauer, Q-Cells
R. de Kler, Nuon
Ir. H.M. Croes, RGD Ministerie van VROM
Mr. Frans van den Heuvel, Scheuten Solar
H. Kursten, Eneco
Ir. C.J.G. Hamans, Rockwool
Dr. Lars Podlowski, Solon AG
Ir. G.R. Küpers, KandT Management B.V.
Ing. P. Hameetman, BAM Vastgoed
Dr. Frank Witte, observer from SenterNovem
Ir. K.W. Kwant, SenterNovem
P. Heijnen, SenterNovem
Prof. dr. Ronald van Zolingen, Shell Solar and University of Eindhoven
W. Schonewille, Havenbedrijf Rotterdam N.V.
Ing. J.J. Overdiep, Gasunie
E. van Seventer, Agrotechnology & Food Innovations
Ir. T.H. Reijenga, BEAR Architecten
NRG
Dr.ir. W. Willeboer, Essent Energie Productie
R. van der Meer, UNETO-VNI
Ir. J.C.L. van Cappelle, EPZ
J. Verlinden, Ministerie van VROM
Dr. H.D.K. Codée, COVRA
H. Westra, TU-Delft, Fac. Bouwkunde
Prof. dr. ir. T.H.J.J. van der Hagen, RID
Dr. G.J. Zijlstra, Zijlstra Management & Advies
Ir. P.G.T. de Jong, Urenco Nederland B.V.
Prof. dr. ir. R. van Zolingen, Shell Solar Energy Systems B.V.
Ir. G.R. Küpers, Kandt Management (voorzitter) Mw. mr. A. van Limborgh, Ministerie VROM
Waterstof & Schoon Fossiel
Dr. P.J.W.M. Müskens, Ministerie VROM
Ir. E.H. Lysen, Universiteit Utrecht
Ir. G.C. van Uitert, Ministerie EZ
Ir. F. Denys, SenterNovem
Prof. dr. ir. A.H.M. Verkooijen, RID
Dr. I.S. Williamson, Air Products Dr. J.P.P. Huijsmans, Shell Global Solutions Drs. J.J.P. Reintjes, Nefit Dr. M. Steen, JRC-IE Ing. R.C.F. de Kler - MBA, NUON, Dr. E.K. Erdle, , Efceco
61
Raad van Toezicht
Prof.dr. W.C. Turkenburg
Ir. A. van der Velden
(61, man, Nederlander)
(67, man, Nederlander)
• H oogleraar Natuurwetenschap en Samenleving,
• Voorzitter Raad van Commissarissen Vitens N.V.
Faculteit Bètawetenschappen, Universiteit Utrecht • H oofd sectie Natuurwetenschap en Samenleving,
Prof. drs. R.F.M. Lubbers (68, man, Nederlander, voorzitter vanaf juni 2005)
Faculteit Bètawetenschappen, Universiteit Utrecht • Wetenschappelijk directeur Copernicus Instituut voor
• M inister van Staat
Duurzame Ontwikkeling en Innovatie, Universiteit
• Voorzitter Universitair Asiel Fonds (UAF)
Utrecht
• Voorzitter Stichtingsbestuur Universiteit van Tilburg
• L id bestuur International Institute on Industrial
• V ice voorzitter Raad van Commissarissen Stork N.V. • L id Raad van Commissarissen TKH Group N.V. • P laatsvervangend voorzitter Commissie voor Milieueffectrapportage • L id Commissie Ontwikkelingssamenwerking van de Adviesraad Internationale Vraagstukken
• Voorzitter Curatorium VNO-NCW
Environmental Economics (IIIEE), Universiteit Lund,
• L id Taskforce Energietransitie
• Voorzitter International Advisory Board Rotterdam
Zweden
Benoemingstermijn
• E arth Charter
• L id bestuur International Energy Initiative (IEI), met
• Worldconnectors
regionale bureaus in Bangalore (India) en São Paulo
• A mbassadeur Derde Kamer (NCDO)
(Brazilie)
• L id / directie Breesaap B.V. Benoemingstermijn Eerste benoeming juni 2005. De huidige benoemingstermijn loopt tot juni 2009.
• L id bestuur Onderzoekschool SENSE, Vrije Universiteit, Amsterdam • Voorzitter stuurgroep BSIK-onderzoeksprogramma CATO (CO2 Afvang, Transport en Opslag), UCE, Utrecht
62
•V oorzitter Raad van Commissarissen Nedap N.V.
H.A.D. van den Boogaard (68, man, Nederlander) • Voorzitter Raad van Commissarissen Grimaflor B.V. • L id Raad van Commissarissen ICT Automatisering • L id bestuur vereniging Achmea • Voorzitter Fortis Fonds Barneveld e.o. • Voorzitter Stichting Vermogensbeheer YMCA Benoemingstermijn Eerste benoeming mei 1996. De huidige benoemingstermijn loopt tot juni 2009.
• L id programmacommissie Universitair Energieonderzoek, NWO en SenterNovem • L id adviesraad wetenschappelijk tijdschrift Energy for Sustainable Development, IEI, Bangalore, India • L id Science and Technology Committee van het EU programma CASTOR (Capture and Storage of CO2) • L id Platform Communication on Climate Change (PCCC), KNMI en MNP, Bilthoven. • L id organisatiecommissie Global Energy Assessment (GEA), IIASA, Laxenburg, Oostenrijk. • L id Speciale Commissie voor Energie Fysica (SCEF)
Ir. L.M.J. van Halderen
van de Stichting Fundamenteel Onderzoek der
(61, man, Nederlander)
Materie (FOM), Utrecht.
• Voorzitter Raad van Bestuur NUON • L id Draka • Voorzitter Rabobank IJsseldelta
• L id Commissie Toekomstige Energievoorziening van de Sociaal Economische Raad, Den Haag • L id Adviescommissie Basic Research and Innovative
Eerste benoeming februari 1996. De benoemingstermijn eindigt per 1 februari 2008. Drs. G.H.B. Verberg (65, man, Nederlander) • P resident van het Energy Delta Institue • Voorzitter Raad van Commissarissen Berenschot Holding • Voorzitter Raad van Toezicht Rijksuniversiteit Groningen •V oorzitter Raad van Commissarissen UCN N.V. • V ice-voorzitter Board URENCO Ltd. • L id Raad van Commissarissen Essent N.V. • L id Algemene Energieraad • L id Adviesraad E.ON Ruhrgas AG • L id Algemeen Bestuur Prins Bernhard Cultuurfonds • L id Raad van Toezicht International Institute for Social Studies (Den Haag) • Voorzitter Bestuur Clingendael international Energy Program • L id Raad van Toezicht Wintershall Nederland •V oorzitter Bestuur Stichting Fonds Instituut Clingendael International Energy Program • L id Raad van Toezicht Stichting Groninger Museum
Benoemingstermijn
Science for Energy (BRISE), Europese Commissie,
• L id Adviesraad Advanced Power a.g.
Eerste benoeming april 1996. De benoemingstermijn
Brussel, België
• L id Adviescommissie Waddenfonds
eindigt op 1 juni 2008.
• L id Begeleidingscommissie Analyse Kerncentrale Borssele, Ministerie van VROM, Den Haag Benoemingstermijn Eerste benoeming september 2001. De huidige benoemingstermijn loopt tot september 2009.
Benoemingstermijn Eerste benoeming juni 2005. De huidige benoemingstermijn loopt tot juni 2009.
Directie Dr. Ton Hoff (directievoorzitter) • L id VNO-NCW Energiecommissie • L id Raad van Advies Syntens West-Nederland • B estuurslid EMVT (ElektroMagnetischeVermogensTechniek) •B estuurslid WEC (World Energy Council) Nederland •B estuurslid Stichting Tecnostart • L id van Netherlands Academy of Technology and Innovation • L id Raad van Toezicht Stichting Energy Valley • V ice-voorzitter, Adviesgroep voor Energie 7de Kaderprogramma Europese Commissie • Voorzitter van de Adviesraad van het Competence Center Energy and Mobility (CCEM) Paul Scherrer Institute/Zwitserland • L id Raad van Bestuur FOM (Stichting voor Fundamenteel Onderzoek der Materie) •B estuurslid ATO (Associatie Technologie Overdracht) • L id raad van advies Equens (voorheen Interpay)
Dr. Kees van der Klein (adjunct-directeur) • L id Aandeelhoudersvergadering Enatec b.v. (ontwikkeling van stirlingmotoren) • Voorzitter Aandeelhoudersvergadering RGS b.v. (ontwikkeling zonnecelcomponenten) • L id Advies College Kompetenz-Netzwerk Brandstofcellen en Waterstof van de deelstaat Nord Rheinland-Westfalen. • Vorsitzender des Programmbeirates Energie Forschungszentrum Jülich • L id Wissenschaftlich-Technischen Ausschusses (WTA) Forschungszentrum Jülich • L id Transitie Platform Nieuw Gas (PNG) • Voorzitter werkgroep Waterstof (PNG) • L id Transitie Platform Duurzame Elektriciteitsvoorziening • L id Programma Commissie Energieonderzoek van NWO/SenterNovem • L id Executive Board ACTC / NWO • L id Executive Committee Dutch Separation Technology Institute (DSTI) • V ice-voorzitter BSIK programma CATO (CO2-Afvang, Transport en Opslag) • L id Bestuur Gas Research And Sustainability Program (GrASp) • Lid Adviesraad Master of Business in Energy Systems Delft TopTech (TU Delft) • C hairman Supervisory Board FEST b.v. i.o.
63
Verantwoording corporate governance
De leden van de Raad van Toezicht worden, op voordracht van de Raad van Toezicht, benoemd door de minister van Economische Zaken. De Raad van Toezicht overlegt bij het maken van de voordracht met de directie en de ondernemingsraad. De kandidaat moet binnen het gewenste
Verslag Raad van Toezicht
Bezoldigings- en benoemingscommissie prof.drs. R.F.M. Lubbers en ir. L.M.J. van Halderen. De commissie heeft in 2007 twee keer vergaderd. Onderwerpen die hier aan de orde kwamen
De directie en Raad van Toezicht onderschrijven de algemene principes
profiel van de Raad van Toezicht passen. De Raad van Toezicht stelt deze
De Raad van Toezicht vergaderde dit jaar vier maal regulier. Bij elke ver-
zijn onder meer: een klokkenluiderregeling, de samenstelling van de Raad
en uitgangspunten van de Code Tabaksblat, t.w. integer en transparant
profielschets op, rekening houdende met de aard van ECN, zijn werkzaam-
gadering was de directie aanwezig. In totaal waren twee leden eenmaal
van Toezicht en voordracht voor de vervulling van de vacatures die in 2008
handelen, goed toezicht hierop en het afleggen van verantwoording hier-
heden en de gewenste deskundigheid, ervaring en onafhankelijkheid van
afwezig bij een vergadering. In de vergaderingen kwamen onder meer de
ontstaan, het personeelsbeleid, de bezoldiging en de doelstellingen van
over. Hoewel deze Code zich richt op Nederlandse beursgenoteerde
zijn leden. De Raad van Toezicht evalueert de profielschets jaarlijks. Een
volgende onderwerpen aan de orde:
de statutair directeur.
bedrijven hebben directie en Raad van Toezicht in 2004 besloten om de
lid van de Raad van Toezicht wordt benoemd voor een periode van vier
• F inanciële aangelegenheden van ECN en NRG waaronder de jaar-
elementen uit de Code Tabaksblat die ook voor ECN relevant zijn te
jaar en is maximaal twee maal herbenoembaar.
implementeren en is in 2005 een reglement opgesteld waarin de voor ECN
stukken, de periodieke financiële rapportage, het investeringsplan, het
Tegenstrijdig belang
operationele plan en de deelnemingen. De jaarstukken zijn behandeld in
Op grond van het reglement dient een tegenstrijdig belang van een lid
aanwezigheid van de externe accountant.
van de Raad van Toezicht, de directie en de externe accountant dat van
relevante elementen uit de Code Tabaksblat zijn opgenomen. In 2007 is
De directie en de Raad van Toezicht zijn verantwoordelijk voor de corpo-
hierin geen wijziging gebracht.
rate governance structuur van ECN en leggen hierover verantwoording af
• Het R&D plan en de adviezen van de EBC’s en EAC.
materiële betekenis is voor ECN of de betrokken persoon, terstond aan de
aan de minister van Economische Zaken. Directie en indien gewenst de
• De herstructurering van ECN en NRG.
voorzitter van de Raad van Toezicht te worden gemeld. Een dergelijke
De directie van ECN bestaat uit één statutair directeur en één adjunct-
Raad van Toezicht verschaffen de minister van Economische Zaken alle
• O verige onderwerpen. De rapportage van de (interne) wetenschappe-
melding is in 2007 niet ontvangen. De bepalingen in het reglement die
directeur. De statutaire directeur is de voorzitter van de directie. Hij draagt
verlangde informatie.
de eindverantwoordelijkheid voor het bedrijf als geheel en legt hierover
lijke advies raad ECN, de nieuwe reactor PALLAS, nieuwe topstructuur
hierop betrekking hebben zijn nageleefd.
van ECN.
Onafhankelijkheid
verantwoording af aan de Raad van Toezicht. De statutaire directeur wordt 64
Deze commissie bestaat uit de heren: ir. A. van der Velden (voorzitter),
benoemd, geschorst en ontslagen door de Raad van Toezicht. De huidige
Bij twee van de zes overlegvergaderingen van de ondernemingsraad met
Naar het oordeel van de Raad van Toezicht is voldaan aan het vereiste dat
statutaire directeur is voor onbepaalde tijd benoemd. De Raad van Toezicht
de bestuurder was een lid van de Raad van Toezicht aanwezig.
elk van zijn leden, met uitzondering van maximaal één persoon, onafhan-
stelt de bezoldiging van de statutair directeur vast.
kelijk is. De Raad van Toezicht beschouwt alle leden als onafhankelijk. De Raad van Toezicht heeft twee commissies, de Auditcommissie en de
De Raad van Toezicht bestaat uit zes leden. De taak van de Raad van
Bezoldigings- en benoemingscommissie die beide speciale onderwerpen
Wijzigingen
Toezicht is het houden van toezicht op het bestuur van de stichting door
voorbereiden ten behoeve van de Raad van Toezicht. In het kader van de
In 2007 is de samenstelling van de raad niet gewijzigd.
de directie en de algemene gang van zaken betreffende de stichting en
Corporate Governance is in 2005 voor beide commissies een reglement
de met haar verbonden ondernemingen. De Raad van Toezicht staat de
opgesteld en goedgekeurd door de Raad van Toezicht.
directie met raad terzijde.
De Raad van Toezicht dankt de directie en de medewerkers voor hun inzet en behaalde resultaten in 2007 die ertoe geleid hebben dat het afgelopen
Auditcommissie
jaar voor ECN succesvol is verlopen.
Deze commissie, bestaande uit de heren H.A.D. van den Boogaard
Rotterdam, 18 maart 2008
(voorzitter), prof. dr. W.C. Turkenburg en drs. G.H. Verberg, is in 2007 drie keer bij elkaar geweest. In deze vergaderingen kwamen onder meer aan de orde: de jaarrekening en management letter, het accountantsverslag, de herstructurering van ECN en NRG en de financiering van de HFR.
65
Directie verslag Algemeen
De laatste jaren komen opmerkelijk veel bij ECN ontwikkelde technolo-
Toestand per balansdatum
Volgend op het arbeidsoverleg van december 2007, waarin is gesproken
gieën tot rijpheid. Het aantal projecten dat op het punt staat aan het
Financieel was 2007 een goed jaar voor ECN. De solvabiliteit (eigen
over de loonontwikkeling, zal de AWVN (Algemene Werkgeversvereniging
bedrijfsleven te worden overgedragen, groeit sterk. De investeringen van
vermogen ten opzichte van balanstotaal) nam toe van 5,4 procent tot 6,4
Nederland) in opdracht van ECN en NRG in 2008 een benchmark
marktpartijen in de toepassing van ECN-technologie op de markt zijn in
procent. De liquiditeit nam toe tot 69,9 miljoen euro. Een belangrijk deel
houden. Dit om objectief vast te kunnen stellen hoe de primaire en
2007 verder opgelopen en er zijn negen nieuwe octrooien geregistreerd.
(54,4 miljoen euro) van deze middelen staat niet tot de vrije beschikking
secundaire arbeidsvoorwaarden van ECN en NRG zich verhouden tot
van ECN, omdat verplichtingen bestaan hoe deze middelen dienen te
andere marktpartijen.
De geconsolideerde jaarrekening van Stichting Energieonderzoek Nederland (ECN) omvat de jaarrekening van ECN en de jaarrekening van
De onderzoeksactiviteiten van ECN zijn met name gericht op meerjarige
de groepsmaatschappijen:
vraaggestuurde programma’s, vastgesteld in nauw overleg met EZ en
• VOF Nuclear Research and Consultancy Groep
SenterNovem. Uitgangspunt hierbij is het vergroten van de inhoudelijke
Met EURATOM is een overeenkomst gesloten voor het bedrijven van de
medewerkers ECN & NRG (OMEN). OMEN vordert in deze zaak een
• ECN Nucleair BV
synergie tussen het EZS-onderzoeksprogramma en de EOS-opdrachten.
HFR voor het jaar 2007 op basis van het Supplementary HFR Program van
verklaring voor recht dat ECN c.s. niet bevoegd waren om de indexatie-
• ECN Wind Energy Facilities BV (WEF) en
De kwaliteit van het huidige ECN-onderzoek is over de gehele linie hoog
de EU. De voorgenomen oprichting van een Joint Undertaking die vanaf
bepalingen in de pensioenreglementen te wijzigen ten aanzien van de
• Sunlab BV
en in een aantal gevallen “toonaangevend” in Europa. Dat constateerde
2008 de rol van het Supplementary Program van de bedrijfsvoering van
ex-medewerkers van ECN. De schriftelijke procedure is inmiddels afge-
de internationale peer review commissie, die in 2007 de units en de orga-
de HFR zou regelen is vertraagd. In 2007 daalde de bijdrage van EZ van
rond. De rechter zal nu het vervolg moeten bepalen. Er is geen voorziening
nisatie als geheel langs de kwalitatieve meetlat heeft gelegd.
9,9 miljoen euro naar 8,2 miljoen euro. Dit werd gecompenseerd door een
getroffen voor de mogelijke financiële gevolgen van deze rechtzaak.
De missie van ECN laat zich als volgt omschrijven: “ECN ontwikkelt hoog-
ECN en NRG zijn in juli 2007 gedagvaard door de Vereniging van oud
eenmalige bijdrage van EURATOM van 2,5 miljoen euro. De bijdragen
waardige kennis en technologie voor een duurzame energiehuishouding De onderzoeksactiviteiten op het gebied van de nucleaire technologie
van deze partijen voor 2008 e.v. zijn nog niet bekend; intensief overleg is
Eind 2007 is de eindafrekening ontvangen van de per 31 december 2006
zijn sinds 1998 ondergebracht in Nuclear Research and consultancy
gaande tussen EURATOM en EZ, naar verwachting zal dit in de loop van
premievrij gemaakte verzekeringsovereenkomst tussen ECN en Centraal-
ECN, een privaatrechtelijke instelling, is een taakinstituut dat door zijn
Group (NRG). Als expertisecentrum heeft NRG zich een goede positie
2008 resultaat hebben.
Beheer Achmea. Dit heeft geleid tot een extra pensioenlast van 2,5
kennisaanbod op het gebied van de duurzame energie een unieke plaats
verworven binnen de relevante, internationale wetenschappelijke wereld.
inneemt in Europa. Door haar hoogwaardige onderzoeksinfrastructuur is
Centraal daarbij staat de ontwikkeling van kennis, producten en proces-
Het aantal medewerkers bij ECN is per 31 december 2007 ten opzichte
zij in staat kennis en innovatieve technologie (verder) te ontwikkelen dan
sen voor veilige toepassing van nucleaire technologie voor energie, milieu
van 31 december 2006 gestegen met 52 personen van 906 (NRG 302)
Over de nieuwe regeling RBF (Regeling Bezwarende Functies), die in de
wel te benutten. ECN wil grensverleggend onderzoek verrichten met grote
en gezondheid.
naar 958 (NRG 325). Het aantal full time equivalenten (FTE’s) steeg van
plaats is gekomen van de oude regeling FLO, is overleg gevoerd met de
833 (NRG 286) naar 872 (NRG 293).
Belastingdienst. Dit overleg is nog niet afgerond. In de op de balans opge-
en brengt deze naar de markt”.
66
worden aangewend.
invloed op energietransitie, waarbij kennis en technologieontwikkeling naar feitelijke toepassing wordt gebracht.
miljoen euro.
Stichting ECN is houder van een 70 procent kapitaalsaandeel in NRG.
nomen voorziening is rekening gehouden met het worst case scenario
De resterende 30 procent wordt gehouden door ECN Nucleair BV, een
Ontwikkelingen gedurende het boekjaar
waarbij de Belastingdienst de regeling op onderdelen als een fiscaal
vennootschap die 100 procent eigendom is van Stichting ECN. Deze
ECN is er zich zeer van bewust dat het kapitaal van de organisatie berust
onzuivere pensioenregeling zal beschouwen met bijbehorende heffingen.
structuur is nog een restant van de situatie (tot 2006) dat het 30 procent
bij haar personeel. Toponderzoek vereist toppersoneel. Dat is ook het
belang werd gehouden door Kema. Vorming van een meer passende
leitmotiv van het strategisch plan en het nieuwe people management
In 2007 is een totaalbedrag van 12,4 miljoen euro geïnvesteerd. De belang-
structuur is onderzocht in 2007 en zal worden gerealiseerd in 2008.
waarmee ECN in 2007 een begin heeft gemaakt. De drie deelprojecten die
rijkste investering was de investering in het Jaap Goedkoop Laboratorium
zijn opgestart - invoering van het nieuwe functiegebouw, competentie-
(5,2 miljoen euro). Daarnaast is geïnvesteerd in de upgrade van een
De activiteiten van ECN Wind Energy Facilities BV hebben betrekking op
management en een nieuwe beoordeling- en functioneringssystematiek -
aantal pilotlijnen, diverse laboratoriumopstellingen en de inrichting van
de exploitatie van een testpark voor megawatt-windturbines. Zij omvatten
zijn alle gericht op de ontwikkeling en loopbaanmogelijkheden van de
een gebouw.
het onderzoek naar specifieke invloeden op binnen dit park opgestelde
medewerker, op het scheppen van meer duidelijkheid tussen werkgever
windmolens door onderling zogenaamde ‘zog-effecten’, teruglevering
en werknemer en op het kunnen bieden van maatwerk.
van daarmee opgewekte energie alsmede verhuur van testruimte aan derden ten behoeve van plaatsing van eigen prototypes windmolens. Ultimo 2003 zijn de windmolens via een sale en lease back transactie verkocht aan NIB Capital.
67
Resultaten
Verwachtingen voor 2008
De som der bedrijfsopbrengsten nam toe met 8,3 procent tot 132,0 miljoen
De ECN directie ziet met vertrouwen het jaar 2008 tegemoet. De verwach-
euro. Dit was met name het gevolg van omzetgroei aan het Nederlandse
ting is dat de bedrijfsopbrengsten minimaal zo groot zullen zijn als in 2007.
bedrijfsleven. Om deze groei te kunnen realiseren zijn ook extra kosten
ECN is goed gepositioneerd om de kansen in een groeiende markt (o.a.
gemaakt. Met name lonen en salarissen (+16 procent) en de project-
EU, China etc.) te verzilveren. Hierbij geldt nog steeds dat ECN zich fors
gerelateerde kosten (+10 procent) namen toe. Als het resultaat
zal moeten inspannen om in de huidige arbeidsmarkt het juiste talent te
wordt vergeleken met vorig jaar moeten we rekening houden met
werven en behouden.
Jaar rekening
een eenmalige last inzake pensioenen van 11 miljoen euro opgenomen in de cijfers van 2006.
De juridische structuur van ECN en NRG zal naar verwachting worden gewijzigd in een holding met twee stichtingen, die zelfstandig maar toch
68
Het resultaat deelnemingen was negatief vanwege aanloopverliezen
gezamenlijk zullen opereren. In de buitenwereld zal de vraag naar goede,
voortvloeiende uit de nog lopende ontwikkelingsactiviteiten bij de 30
toepasbare en economisch gezonde innovaties waarschijnlijk sterk
procent deelneming RGS Development BV. Vorig jaar was het resultaat
toenemen, en daarmee de vraag naar door ECN ontwikkelde technologie.
deelnemingen nog positief in verband met de uitoefening van de put-optie
Dat biedt goede perspectieven voor de toekomst, die ECN dan ook met
op de aandelen InDEC BV.
zelfvertrouwen tegemoet kan zien.
In 2007 is 7,2 miljoen euro aan de voorziening voor radioactief afval toe-
Het investeringsniveau in 2008 zal naar verwachting ongeveer 15 miljoen
gevoegd. Dit wordt met name veroorzaakt door een toename van de
euro bedragen. Er is onder andere een bedrag van 8,7 miljoen euro inge-
geraamde kosten met betrekking tot het verwerken en afvoeren van
pland ten behoeve van de inrichting van één van de gebouwen, hetgeen
historisch afval (meer voorbereiding en transporten nodig), de ontmante-
in gebruik zal worden genomen ter vervanging van een aantal verouderde
ling en decommissioning van de radiologische labs (op basis van een
gebouwen die op termijn zullen worden gesloopt.
nieuwe door de IAEA ontwikkelde systematiek) en het gebruiken van de HABOG, omdat er rekening mee is gehouden dat er voor een langere
Tot slot zal een vervolg gegeven worden aan het verder inlopen van
periode afval uit Petten komt. De extra kosten worden voor het grootste
achterstallig onderhoud.
deel gecompenseerd door bijdragen van derden. Gedurende het boekjaar is bovenop de toegezegde vaste 2 miljoen euro die beschikbaar is voor indexatie van de bij Centraal Beheer Achmea ondergebrachte pensioenen 1 miljoen euro vooruitbetaald in verband met de resultaatafhankelijke pensioenindexatie 2007. Deze gecombineerde storting heeft geleid tot een indexatie van 0,95 procent. Het totale bedrag dat in 2007 ter beschikking is gekomen voor de resultaatafhankelijke pensioenindexatie bedraagt 2,5 miljoen euro.
69
Geconsolideerde balans (x € 1.000) (voor bestemming resultaat)
Toelichting 31-12-07 31-12-06
ACTIVA Vaste Activa 1 Immateriële vaste activa 2 Materiële vaste activa Financiële vaste activa: 3 • Deelnemingen kennisondernemingen 3 • Overige deelnemingen 3 • Effecten 3 • Overige vorderingen Totaal financiële vaste activa Totaal vaste activa
87 24.852
592 23 25.190 5.544 31.349 62.504
796 33 25.283 6.420 32.532 57.471
Vlottende Activa 4 Onderhanden werk 5 Vorderingen en overlopende activa Voorraden
17.105 23.268 5.564 45.937
14.158 20.006 6.238 40.402
6
69.884
66.335
TOTAAL
178.325
164.208
Liquide middelen
70
134 31.021
Geconsolideerde winst- en verliesrekening (x € 1.000)
Geconsolideerd kasstroomoverzicht (x € 1.000)
2006
2007
2006
44.580 65.054 3.214 68.268
Kasstroom uit operationele activiteiten Bedrijfsresultaat Afschrijvingen materiële vaste activa Afschrijvingen immateriële vaste activa Bijzondere waarde vermindering immateriële vaste activa Dotatie/aanwending voorziening
6.044 4.382 0 0 4.885
-2.880 4.090 1 810 14.070
Mutaties in werkkapitaal - Onderhanden werk -2.947 -1.922 - Voorraden 674 -1.771 - Kortlopende vorderingen -3.262 -4.149 - Kortlopende schulden 6.718 18.884 1.183
11.042
Kasstroom uit bedrijfsoperaties:
16.494
27.133
Financiële baten: - ontvangen interest 3.080 3.199 Betaalde winstbelasting m.b.t. operationele actviteiten -619 -583 2.461
2.616
Toelichting
Bedrijfsopbrengsten Opbrengsten 17 42.141 • Financiering door Staat der Nederlanden 18 74.743 • Opdrachten en overige financiering • Toe- / afname onderhanden werk 2.947 77.690 19 Geactiveerde productie voor eigen bedrijf 20 Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten
8.812 41 8.853
51.773 2.472 20.641 1
0 4.382 52.979 125.939
810 4.090 44.928 124.715
Bedrijfsresultaat
6.044
-2.880
24
-1.983
-820
4.061
-3.700
25
-619
-583
3.442
-4.283
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
-10.343 8.612
-1.155 28.594
Aandeel in resultaat deelnemingen
-928
3.338
Financiële lasten: - betaalde interest
-5.063
-4.019
Netto resultaat na belasting
2.514
-945
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
0
0
Mutatie liquide middelen
3.549
24.575
Beginstand liquide middelen
66.335
41.760
Eindstand liquide middelen
69.884
66.335
Mutatie liquide middelen
3.549
24.575
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belasting Belastingen resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening
Voorzieningen Voorziening afvloeiingskosten Voorziening pensioen indexatie Voorziening tegemoetkoming bij aanvang pensioenen Voorziening Regeling Bezwarende Functies (RBF) Voorziening voor jubileum uitkering Voorziening voor radioactief afval Overige Voorziening : - groot onderhoud - OHW - Andere
8 9 10 11 12 13 14 15 15
390 12.927 2.419 2.056 1.084 64.632 3.258 1.813 2.038 90.617
736 14.215 2.306 4.564 1.048 56.499 3.319 1.562 1.483 85.732
Kortlopende Schulden 16 Vooruitontvangen van derden 16 Crediteuren 16 Belastingen en sociale premies 16 Overige personeelskosten 16 Schulden terzake van pensioenen 16 Overige schulden en overlopende passiva
32.216 10.081 2.972 8.527 16.973 5.572 76.341
31.937 10.701 1.971 8.027 8.306 8.681 69.623
TOTAAL
178.325
164.208
1.825 7.162 121.835
55.201 2.061 11.316 0
Financiële baten en lasten 11.326 41 11.367
2.351 9.801 131.983
Bedrijfslasten 21 Lonen en salarissen 21 Sociale lasten 21 Pensioenen Afschrijvingen op immateriële vaste activa Bijzondere waardevermindering immateriële vaste activa 22 Afschrijvingen op materiële vaste activa 23 Overige bedrijfskosten Som der bedrijfslasten
PASSIVA 7 Groepsvermogen Eigen vermogen Aandeel van derden in groepsvermogen
2007
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belasting
Kasstroom uit operationele activiteiten Investeringen immateriële vaste activa Desinvesteringen immateriële vaste activa Investeringen materiële vaste activa Desinvesteringen materiële vaste activa Verwerving van groepsmaatschappijen Verwerving van niet-geconsolideerde deelnemingen Desinvesteringen overige financiële vaste activa Mutatie overige vorderingen
18.955
-47 0 -12.439 1.888 0 -714 93 876
29.749
-87 10 -5.317 1.609 -2.100 3.482 253 995
71
Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
Algemeen
oor zover niet anders aangegeven zijn alle bedragen in het jaarverslag vermeld in V x € 1.000. Stichting Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) is statutair gevestigd te Petten, gemeente Zijpe. Voor het doel van de Stichting wordt verwezen naar artikel 3 van de statuten, welk artikel luidt: “De Stichting heeft tot doel kennis en ervaring op het gebied van energie te verwerven en ertoe bij te dragen dat deze op doelmatige wijze dienstbaar worden gemaakt aan het algemeen belang en de daarbinnen te onderscheiden deelbelangen.”
72
Activiteiten D e activiteiten van de Stichting Energie onderzoek Centrum Nederland, statutair gevestigd te Petten en haar groepsmaatschappijen bestaan voornamelijk uit: a. h et verrichten en doen verrichten van fundamenteel, strategisch en op toepassing gericht onderzoek en daarop gerichte studies op werkterreinen die worden bepaald op eigen initiatief, of in opdracht van rijksoverheid, lagere overheden, ondernemingen met inbegrip van elektriciteitsbedrijven, andere maatschappelijke groeperingen en natuurlijke personen. b. h et toegankelijk maken en overdragen van resultaten van onderzoek en studies, zoals bedoeld onder a, alsmede het begeleiden en ondersteunen bij de toepassing van die resultaten. c. h et samenwerken met ondernemingen, met inbegrip van energiebedrijven, en andere onderzoekinstellingen ter zake van onderzoek en studies zoals bedoeld onder a. d. h et leveren van bijdragen aan de coördinatie van onderzoek en studies in Nederland en aan internationale samenwerking op dit gebied. Groepsverhoudingen S tichting ECN staat aan het hoofd van een groep ondernemingen. Een overzicht van de gegevens, vereist op grond van de artikelen 2.379 en 2:414 BW, is onderstaand opgenomen: Geconsolideerde deelnemingen: Naam Statutaire zetel Aandeel in geplaatst kapitaal NRG v.o.f. Petten, gemeente Zijpe 70% NRG Personeel v.o.f. Petten, gemeente Zijpe 70% ECN Nucleair B.V. Petten, gemeente Zijpe 100% ECN Nucleair B.V. is houder van het overige 30% aandeel in NRG v.o.f. en NRG Personeel v.o.f. Wind Energy Facilities B.V. Petten, gemeente Zijpe 100% Sunlab B.V. Petten, gemeente Zijpe 100% Niet geconsolideerde deelnemingen: Voor een specificatie van de niet geconsolideerde deelnemingen wordt verwezen naar de toelichting op de deelnemingen in de geconsolideerde balans. Grondslagen voor de consolidatie In de geconsolideerde jaarrekening van de Stichting ECN zijn de financiële gegevens verwerkt van de tot de groep behorende maatschappijen en andere rechtspersonen, waarop een overheersende zeggenschap kan worden uitgeoefend of waarover de centrale leiding wordt gevoerd. De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld met toepassing van de grondslagen voor de waardering en de resultaatbepaling van de Stichting ECN. De financiële gegevens van de groepsmaatschappijen en de andere in de consolidatie meegenomen rechtspersonen en vennootschappen zijn volledig in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen, onder eliminatie van de onderlinge verhoudingen en transacties. Belangen van derden in het vermogen en in het resultaat van groepsmaatschappijen zijn afzonderlijk in de geconsolideerde jaarrekening tot uitdrukking gebracht.
De resultaten van nieuw verworven groepsmaatschappijen en de andere in de consolidatie meegenomen rechtspersonen en vennootschappen worden geconsolideerd vanaf de overnamedatum. Op die datum worden de activa, voorzieningen en schulden gewaardeerd tegen reële waarden. Betaalde goodwill wordt in het jaar van aankoop van de rechtspersoon volledig ten laste van het resultaat gebracht. De resultaten van afgestoten deelnemingen worden in de consolidatie verwerkt tot het tijdstip waarop de groepsband wordt verbroken. Algemene grondslagen voor de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld volgens de bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW. De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de desbetreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders wordt vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen, indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Financiële instrumenten Onder financiële instrumenten worden zowel primaire financiële instrumenten, zoals vorderingen en schulden, als financiële derivaten verstaan. Voor de grondslagen van primaire financiële instrumenten wordt verwezen naar de behandeling per balanspost. Gedurende het boekjaar 2007 heeft de Stichting het gelopen valuta- en renterisico niet afgedekt met financiële derivaten.
De afschrijving geschiedt lineair, waarbij de volgende termijnen worden gehanteerd: • B edrijfsgebouwen 20 jaar • T ijdelijke gebouwen en terreinvoorzieningen 10 jaar •B edrijfsinstallaties en - inrichting 10 jaar • Instrumenten, machines e.d. 5 jaar • C omputerapparatuur en programmatuur 3 jaar Het terrein is in 1957 van Staatsbosbeheer in erfpacht verkregen. De termijn van erfpacht is in 2003 verlengd van 2007 tot 2032. Voor de kosten voor periodiek onderhoud wordt een voorziening voor groot onderhoud gevormd. Voor de waarderingsgrondslagen van deze voorziening wordt verwezen naar de toelichting op de voorzieningen. Financiële vaste activa De niet-geconsolideerde deelnemingen waarin invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid wordt uitgeoefend, worden gewaardeerd op de netto vermogenswaarde, doch niet lager dan nihil. Deze netto vermogenswaarde wordt berekend op basis van de grondslagen van stichting ECN. Deelnemingen met een negatieve netto vermogenswaarde worden op nihil gewaardeerd. Wanneer de stichting geheel of ten dele instaat voor de schulden van de betreffende deelneming, wordt een voorziening gevormd, primair ten laste van de vorderingen op deze deelneming en voor het overige onder de voorzieningen ter grootte van het aandeel in de door de deelneming geleden verliezen, dan wel voor de verwachte betalingen door de stichting ten behoeve van deze deelnemingen. Deelnemingen waarin geen invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid wordt uitgeoefend, worden gewaardeerd op verkrijgingsprijs en indien van toepassing onder aftrek van bijzondere waardeverminderingen.
Presentatiewijziging Ten behoeve van de vergelijkbaarheid zijn zonodig de cijfers van het boekjaar 2006 aangepast ten einde aan te sluiten met de gevolgde presentatie over het boekjaar 2007.
De kapitaalbelangen, niet zijnde deelnemingen, met een duurzaam karakter worden gewaardeerd tegen verkrijgingspijs of lagere marktwaarde. De vorderingen op en leningen aan deelnemingen, alsmede de overige vorderingen worden opgenomen tegen nominale waarde, onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen.
Omrekening van vreemde valuta’s Vorderingen, schulden en verplichtingen in vreemde valuta’s worden omgerekend tegen de koers per balansdatum. Transacties in vreemde valuta’s gedurende de verslagperiode worden in de jaarrekening verwerkt tegen de koers van afwikkeling. De uit de omrekening per balansdatum voortvloeiende koersverschillen worden, rekening houdend met eventuele dekkingstransacties, opgenomen in de winst-en-verliesrekening.
De onder de financiële vaste activa opgenomen effecten worden (per fonds) gewaardeerd op de verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde per balansdatum. De obligaties zijn gewaardeerd tegen aanschaffingswaarde of lagere marktwaarde per balansdatum, waarbij eventuele agio of disagio bij de aanschaf van obligaties, verdeeld over de looptijd, ten laste of ten gunste van het resultaat zijn gebracht.
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva Immateriële vaste activa De immateriële vaste activa worden gewaardeerd op het bedrag van de bestede kosten, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De jaarlijkse afschrijvingen geschieden lineair in 5 jaar. De in het boekjaar verkregen goodwill bij overnames (zijnde het verschil tussen de aankoopprijs en de netto vermogenswaarde van de verkregen deelneming) wordt volledig afgeschreven in het jaar van verkrijging. Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen vervaardigingsprijs verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de vervaardigingsprijs, rekening houdend met een eventuele restwaarde. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikname. Op terreinen wordt niet afgeschreven. Voor kosten van periodiek onderhoud wordt een voorziening gevormd. Deze voorziening is opgenomen onder de overige voorzieningen aan de passiefzijde van de balans.
Voorraden en onderhanden werk Voorraden grond- en hulpstoffen en handelsgoederen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, welke is bepaald op de gemiddelde inkoopprijs, of lagere nettoopbrengstwaarde. Deze lagere netto-opbrengstwaarde wordt bepaald door individuele beoordeling van de voorraden. De onderhanden werken worden gewaardeerd tegen bestede kosten, verminderd met de op balansdatum reeds gedeclareerde termijnen en op balansdatum reeds voorzienbare verliezen. De bestede kosten omvatten het directe materiaalverbruik, de directe loon- en machinekosten en de overige kosten die rechtstreeks aan het onderzoeksproject kunnen worden toegerekend. De aan het onderzoeksproject toe te rekenen financieringsbate wordt bepaald op basis van de op balansdatum aan het werk bestede kosten. De op het onderhanden werken betrekking hebbende gedeclareerde termijnen worden in mindering gebracht op de onderhanden werken. Een eventueel hieruit voortvloeiend negatief saldo onderhanden werken wordt gepresenteerd onder de kortlopende schulden. Vorderingen en overlopende activa De vorderingen worden opgenomen tegen nominale waarde, onder aftrek van de noodzakelijk geachte voorzieningen voor het risico van oninbaarheid. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de vorderingen.
Voorzieningen In 2006 is het pensioenreglement gewijzigd, waardoor het karakter van de pensioenregeling is veranderd van een toegezegde pensioenregeling naar een toegezegde bijdrageregeling. Bij deze regeling betaalt de stichting vaste bijdragen aan pensioenverzekeraars en fondsen en heeft de stichting geen nadere betalingsverplichtingen dan deze vaste bedragen. De bedragen worden als kostenpost opgenomen wanneer deze verschuldigd zijn. Overige langlopende personeelsbeloningen: Overige langlopende personeelsbeloningen zijn die welke deel uitmaken van het beloningspakket, zoals beloningen wegens jubilea, tijdelijk verlof en dergelijke en hebben een langlopend karakter. De netto verplichting voor de personeelsbeloningen is het bedrag van de toekomstige uitkeringen die werknemers in ruil voor hun diensten hebben verdiend in huidige en vorige verslagperioden. Actuariële winsten en verliezen op overige langlopende personeelsbeloningen worden direct in de winst- en verliesrekening verwerkt. Voorziening voor radioactief afval: Deze voorziening is bestemd voor de kosten van toekomstige behandeling en opslag van radioactief afval. De voorziening is bepaald op contante waarde en wordt jaarlijks opgerent tegen 5 procent in verband met aanpassing naar toekomstig prijspeil. Voorziening voor groot onderhoud: De voorziening ter gelijkmatige verdeling van lasten voor groot onderhoud van gebouwen wordt bepaald op basis van de te verwachten kosten over een reeks van jaren. De voorziening wordt doorgaans lineair opgebouwd. Basis hiervoor zijn de bevindingen gedaan in het in 2006 door Temid uitgebrachte rapport, op grond van een inventarisatie van achterstallig onderhoud en te verrichten groot onderhoud gebaseerd op een termijn van 10 jaar. Het uitgevoerde onderhoud wordt ten laste van deze voorziening gebracht.
Grondslagen voor de bepaling van het resultaat Bedrijfsopbrengsten
Onder de bedrijfsopbrengsten wordt verstaan de opbrengst uit hoofde van de in het verslagjaar verleende diensten en geleverde producten, onder aftrek van de over de omzet geheven belastingen. Opbrengsten van onderzoeksprojecten worden opgenomen naar rato van voortgang. De bestede kosten van deze onderzoeksprojecten worden aan dezelfde periode toegerekend.
Belastingen
De vennootschapsbelasting wordt berekend tegen het geldende tarief over het resultaat van het boekjaar, waarbij zonodig rekening wordt gehouden met permanente verschillen tussen de winstberekening volgens de jaarrekening en de fiscale winstberekening.
Aandeel in het resultaat van deelnemingen
Als resultaat van deelnemingen, waarin invloed van betekenis wordt uitgeoefend op het zakelijke en financiële beleid, wordt opgenomen het aan de stichting toekomende aandeel in het resultaat van deze deelnemingen. Dit resultaat wordt bepaald op basis van de bij stichting ECN geldende grondslagen voor waardering en resultaatbepaling. Bij deelnemingen, waarin geen invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid wordt uitgeoefend, wordt het dividend of het aandeel van ECN in de mutatie van het eigen vermogen als resultaat aangemerkt. Verwerking hiervan vindt plaats onder ’aandeel in resultaat deelnemingen’.
Grondslagen voor de opstelling van het geconsolideerd kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen. Kasstromen in vreemde valuta’s worden omgerekend tegen een geschatte, gemiddelde koers. Koersverschillen inzake geldmiddelen worden afzonderlijk in het kasstroomoverzicht getoond. Winstbelastingen, ontvangen interest en ontvangen dividenden worden opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Betaalde interest en betaalde dividenden worden opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten.
73
Toelichting op de geconsolideerde balans
3
Het verloop van de deelnemingen (kennis- en overige-) is: 2007 Stand per 1 januari 829 • A f : Desinvesteringen 0 -407 • B ij : Investeringen 714 1 • B ij : Resultaat deelnemingen -928 -214 262
Vaste activa 1
Immateriële vaste activa
Gedurende 2006 is SunLab BV gestart met de ontwikkeling van een sherescanner, die gedurende 2007 op de markt is gebracht. De gedurende 2007 verder bestede ontwikkelingskosten zijn als investeringskosten opgenomen. De specificatie van de immateriële activa is als volgt: Ontwikkelingen Aanschafwaarde Per 1 januari 2007 87 Investeringen 47 Desinvesteringen 0 Per 31 december 2007 134 Afschrijvingen Per 1 januari 2007 0 Afschrijving boekjaar 0 Desinvesteringen 0 Per 31 december 2007 0 Boekwaarde Per 1 januari 2007 87 Investeringen 47 Desinvesteringen 0 Afschrijving boekjaar 0 Per 31 december 2007 134
74
2
Totaal 2007
Totaal 2006
87 47 0 134
18 87 -10 95
0 0 0 0
-7 -1 0 -8
87 47 0 0 134
11 87 -10 -1 87
Financiële vaste activa
Stand per 31 december Deelnemingen in kennisondernememingen Vestigings- plaats • E NATEC BV Zevenaar • RGS DEVELOPMENT BV Petten • S WEAT BV Duiven • SUNDYE BV Petten • A STER INTELLECTUAL PROPERTIES BV Veessen • S OLSILC DEVELOPMENT COMPANY Trontheim • B O2 Energy Concepts BV Petten
Gebouwen Bedrijfsinst. Instrumenten en terreinen en installaties en machines Aanschafwaarde Per 1 januari 42.574 41.853 54.732 Investeringen 5.463 385 3.617 Desinvesteringen 0 -150 -6.413 Per 31 december 48.037 42.088 51.936
Bedrijfs- middelen in uitvoering
Totaal 2007
Totaal 2006
2.403 2.974 -1.782 3.595
141.562 12.439 -8.345 145.656
137.885 4.232 -555 141.562
Afschrijvingen Per 1 januari Afschrijving boekjaar Desinvesteringen Per 31 december
29.327 1.661 0 30.988
37.493 909 -66 38.336
49.890 1.812 -6.391 45.311
0 0 0 0
116.710 4.382 -6.457 114.635
112.651 4.090 -31 116.710
Boekwaarde Per 1 januari Investeringen Desinvesteringen Afschrijving boekjaar Per 31 december
13.247 5.463 0 -1.661 17.049
4.360 385 -84 -909 3.752
4.842 3.617 -22 -1.812 6.625
2.403 2.974 -1.782 0 3.595
24.852 12.439 -1.888 -4.382 31.021
25.234 4.232 -524 -4.090 24.852
-144 829
ECN belang per ultimo % 12,8 30,0 33,3 100,0 20,0 10,0 92,78 / 0
2007 euro 15 545 0 16 0 1 15
2006 euro 0 756 23 16 0 1 0
Totaal per 31 december
592
796
ECN belang per ultimo % 100,0 100,0 80,0
2007 euro 18 5 0
2006 euro 18 15 0
Totaal per 31 december
23
33
Overige deelnemingen Vestigings- plaats • DNC Nuclear Technology BV Arnhem • ToN2 BV Petten • SULPHCATCH BV Petten
Materiële vaste activa
615
2006 973
Effecten Het verloop van de portefeuille is: 2007 Stand per 1 januari 25.283 • Af : Verkopen -696 -228 • Bij : Aankopen 995 383 • Af : Waarderingsverschillen -392 -93 -408 Stand per 31 december
25.190
2006 25.536 -253 25.283
Het depot is verpand tot de waarde van maximaal 15.000 bij de ING bank. De overige effecten staan ter vrije beschikking van ECN. De obligatieportefeuille heeft een nominale waarde van 23.107 (2006: 22.407). De marktwaarde per ultimo 2007 bedraagt 20.279 (2006: 20.110). De marktwaarde per ultimo 2007 van de aandelenportefeuille bedraagt 5.594 (2006: 6.364) Verloop van effectenportefeuille naar type: Stand per 1 januari 2007 • Af : Verkopen • Bij : Aankopen • Af : Waarderingsverschillen Stand per 31 december 2007
Obligaties 19.823 0 700 -297 20.226
Aandelen 5.460 -696 295 -95 4.964
Totaal 25.283 -696 995 -392 25.190
75
Overige vorderingen O nder deze post is gerubriceerd de vordering op Tyco Mallinckrodt B.V. uit hoofde van verschuldigde lease termijnen inzake het lease contract huur Molybdeen gebouw. Basis is een investering van 20 mln en een contract met doorlooptijd van 20 jaar. Op grond van een contractuele bepaling heeft per 2006 een renteherziening plaats gevonden op grond waarvan voor de nog resterende termijnen (40 kwartalen) de lease prijs zal zijn gewaardeerd. De nog openstaande vordering ultimo 2007 bedraagt: 6.196. In 2008 wordt 652 afgelost, dit bedrag is opgenomen onder de vlottende activa. Het verloop van de Overige vorderingen is: 2007 Stand per 1 januari 6.420 • Investeringen 347 146 • Aflossingen -571 -618 • Overboeking naar kortlopende vorderingen -652 -876 -523
2006 7.415
Stand per 31 december
6.420
Specificatie van de vorderingen naar looptijd: • Lease contract Tyco Molybdeen gebouw
< 1 jaar 652
5.544 > 1 jr < 5 jr 2.944
Voorzieningen De hieronder vermelde voorzieningen hebben overwegend een lange termijn karakter 8 Voorziening voor afvloeiingskosten
Deze voorziening is bestemd ter dekking van kosten als gevolg van de afvloeiing van personeel ten gevolge van reorganisaties. De jaarlijkse rente dotatie is conform voorgaande jaren gebaseerd op 5 procent. Het verloop van deze voorziening is als volgt: 2007 Stand per 1 januari 736 • Af : onttrekking -337 -494 • Af : vrijval -44 -425 • Bij : toevoeging 0 0 • Bij : rentedotatie 35 -346 65
-995
> 5 jaar 2.600
Stand per 31 december
390
2006 1.590
-854 736
9 Voorziening pensioenindexatie
Vlottende activa 4
76
Onderhanden werk
6
Recapitulatie: Onderhanden werk Voorziening op onderhanden werk *
2007 17.105 -1.813
2006 14.158 -1.562
Stand per 31 december
15.292
12.596
Van het totaal der liquide middelen staat € 54.362 niet ter vrije beschikking (zie specificatie hierna). De obligaties zijn verpand tot de maximale waarde van de verstrekte krediet faciliteit bij de ING Bank ter grootte van 15 mln. Bij de ABN AMRO is een kredietfaciliteit beschikbaar van 4,5 mln waarvoor geen zekerheid is gesteld.
*) De hierboven genoemde voorziening is credit op de balans opgenomen. 5
Vorderingen en overlopende activa
De vorderingen zijn opgenomen voor de nominale bedragen onder aftrek van benodigde voorzieningen. Ze vervallen binnen 1 jaar en zijn als volgt verdeeld: Resumé: Handelsdebiteuren Vorderingen op deelnemingen Overige vorderingen
2007 17.609 495 5.164
2006 14.513 444 5.049
Stand per 31 december
23.268
20.006
Liquide middelen
7
Niet ter vrije beschikking staan: • ING Escrow account • ING 6e en 7e kader rekeningen • EZ subsidie voorschot 1e kwartaal 2008/2007 • Vooruitontvangen opdrachten NRG • Sale en lease back verplichting bij WEF BV
2007 24.626 3.037 10.177 14.883 1.638
2006 23.937 4.995 10.133 12.205 1.638
Totaal
54.362
52.908
Groepsvermogen
Voor de toelichting op het eigen vermogen verwijzen wij naar de enkelvoudige jaarrekening.
De tot en met ultimo 2006 opgebouwde (premievrije) pensioenaanspraken voor zowel de nog actieve medewerkers als de oud medewerkers zijn ondergebracht bij pensioenverzekeraar Centraal Beheer Achmea (CBA). De pensioenvoorziening, zoals gepresenteerd, heeft feitelijk het karakter van “nog te betalen premies aan CBA”; ofwel dit betreft geen in eigen beheer opgebouwde pensioenverplichting. Genoemde aanspraken, behoudens de aanspraken die zijn gebaseerd op het pensioenreglement van 1964 (de aanspraken met een vaste 3 procent jaarlijkse stijging), zullen door ECN en NRG jaarlijks worden geïndexeerd. De financiering van de indexering geschiedt separaat van de nieuwe pensioenregeling bij het ABP en is voorwaardelijk. De regeling streeft naar indexering ter hoogte van de prijsindex, doch is in enig jaar beperkt tot hetgeen met de hiervoor beschikbare middelen kan worden verkregen. In verband hiermede zijn daartoe de indexeringsclausules in de verschillende pensioenreglementen (eenzijdig) aangepast. Met deze indexeringssystematiek wordt, binnen de beperkte financiële ruimte, maximaal aansluiting gezocht bij hetgeen marktconform is.
Voor de financiering van de indexering zijn de volgende middelen beschikbaar, respectievelijk stellen ECN/NRG vanaf 2007 de volgende middelen beschikbaar: • G edurende een periode van 10 jaar zullen ECN/NRG een jaarlijks vast bedrag van 2 mln storten in het depot; • G edurende een periode van 10 jaar zal jaarlijks bij voorrang een uitkering van 1 mln van het behaalde resultaat worden gestort in het depot (preferente bijdrage). Deze uitkering is uitsluitend afhankelijk van een voldoende resultaat. Bij een positief resultaat kleiner dan 1 mln, zal het volledige resultaat worden gestort in het depot; • G edurende een periode van 10 jaar zal jaarlijks een uitkering van 1/3 van het positieve resultaat tussen 1 en 4 mln worden gestort in het depot. Deze uitkering is uitsluitend afhankelijk van een resultaat dat groter is dan 1 mln; • G edurende een periode van 10 jaar zal jaarlijks een uitkering van de helft van het positieve resultaat boven 4 mln worden gestort in het depot. Deze uitkering is uitsluitend afhankelijk van een resultaat dat groter is dan 4 mln. • O nder resultaat wordt verstaan het netto geconsolideerde resultaat na belastingen. Op basis van een contante waardeberekening, gebaseerd op een rentepercentage van 5 procent, is in 2006 voor de vaste storting van 2 mln op geconsolideerd niveau 16,2 mln voorzien. De verdeling van deze voorziening tussen ECN (82,34 procent) en NRG (17,66 procent) is gebaseerd op de verhouding in het depot per ultimo 2006. Deze verhouding zal niet worden aangepast. De verplichting voor 2008 is opgenomen onder de kortlopende schulden (zie toelichting 16). Het verloop van deze voorziening is als volgt: 2007 Stand per 1 januari 14.215 • Af : reclassificatie -2.000 -2.000 • Af : vrijval 0 0 • Bij : toevoeging 0 15.997 • Bij : rentedotatie 712 -1.288 218
14.215
Stand per 31 december
14.215
12.927
2006 0
De reclassificatie van 2.000 heeft betrekking op overboeking van het korte termijngedeelte naar kortlopende schulden per ultimo 2007. De voorziening is opgerent tegen 5 procent in verband met aanpassing naar toekomstig prijspeil. In 2007 is geconsolideerd 3 mln naar Centraal Beheer Achmea overgemaakt ten behoeve van de indexering. Hierdoor is een indexatie van 0,948 procent gerealiseerd. De bovengenoemde 3 mln bestaat uit 2 mln uit de toegezegde vaste bijdrage en een voorschot op de resultaatafhankelijke bijdrage over 2007 ter grootte van 1 mln. Dit voorschot is in de balansen van NRG en ECN onder kortlopende schuld verantwoord.
77
10 Voorziening tegemoetkoming bij aanvang pensioenen
Uit de pensioenregeling 1999 is van het Overgangsrecht, artikel 24, lid 7, compensatie uitkering bij uittreden, gehandhaafd. Deze uitkering gebaseerd op een aflopende staffel gekoppeld aan de jaren 2000 t/m 2018, genereert een ontslaguitkering van 3 maandsalarissen in 2000 tot 1.25 maandsalaris in 2018. Met inachtneming van fiscale grenzen zoals deze gelden bij jubilea en ontslaguitkeringen wordt deze vergoeding verstrekt aan medewerkers die aansluitend aan het dienstverband met pensioen gaan. 2007 Stand per 1 januari 2.306 • Af : onttrekking -381 0 • Af : vrijval 0 0 • Bij : toevoeging 379 2.306 • Bij : rentedotatie 115 113 0
2006 0
Stand per 31 december
2.306
2.419
Stand per 31 december
2.056
13 Voorziening voor radioactief afval
2006 2.317 2.247 4.564
12 Voorziening jubileum uitkering
Deze voorziening is bestemd voor de kosten van toekomstige behandeling en opslag van radioactief afval. Het verloop van deze voorziening is als volgt: 2007 Stand per 1 januari 56.499 • Af : onttrekking -1.896 -1.313 • Bij : toevoeging incl. bijdrage derden 7.165 766 • Bij : rentedotatie 2.864 8.133 2.730
2006 54.316
Stand per 31 december
56.499
64.632
2.183
Deze voorziening is bestemd voor toekomstige jubileumuitkeringen aan werknemers. 2.306
11 Voorziening Regeling Bezwarende Functies (RBF v/h FLO )
Medewerkers werkzaam in continuedienst konden vanaf de leeftijd van 57,5 jaar gebruik maken van de regeling Functioneel Leeftijdsontslag Ontslag (FLO). In verband met de gewijzigde wetgeving is deze regeling thans niet meer toegestaan. In overleg met betrokkenen is een nieuwe regeling overeengekomen.
78
Het verloop van deze voorziening is als volgt: 2007 Stand per 1 januari 4.564 • Af : onttrekking -3.388 -127 • Bij : toevoeging 844 2.253 • Bij : rentedotatie 36 -2.508 121
De nieuwe Regeling Bezwarende Functies (RBF) voorziet in een toekenning van een persoonlijk budget, gedurende de periode van werken in een bezwarende functie. De werknemer kan met dit budget binnen een levensloopregeling een levenslooptegoed opbouwen, dat kan worden opgenomen ter financiering van levensloopverlof voorafgaande aan de pensioendatum. Daarnaast is voor de huidige medewerkers een overgangsregeling afgesproken. Het overleg met de Belastingdienst over de fiscale gevolgen van deze overgangsregeling loopt nog. De overgangsregeling regelt het alsnog toekennen van persoonlijk budget over de jaren, waarin men in een bezwarende functie heeft gewerkt en per leeftijdscohort daarnaast een compensatie in de vorm van extra verlofaanspraken. Hiervoor is een voorziening opgenomen. Hierbij is uitgegaan van een “worst-case-scenario” waarbij de Belastingdienst de overgangsregeling op onderdelen als een fiscaal onzuivere pensioenregeling zal beschouwen en 26 procent respectievelijk 52 procent boete berekent over de toegekende verlofaanspraken. De onttrekking aan deze voorziening bestaat uit 2 delen. Betalingen aan de bestaande groep uitkeringsgerechtigden uit de oude FLO-regeling en de betalingen aan de huidige medewerkers in de vorm van een toekenning van een persoonlijk budget uit de nieuwe RFB-regeling. De betaling van het persoonlijke budget t/m 2006, bedroeg 3.239 en is ten laste van deze voorziening genomen evenals de kosten dit jaar (149) voor de bestaande groep uitkeringsgerechtigden. Het persoonlijk budget voor 2007 is ten laste gegaan van de reguliere personele jaarkosten van de ECN-Brandweer en NRG-HFR waarbij de oorspronkelijke jaardotatie van 113 (ECN) en 226 (NRG) is komen te vervallen.
Het verloop van deze voorziening is als volgt: 2007 Stand per 1 januari 1.048 • Af : onttrekking -24 -53 • Bij : toevoeging 24 53 • Bij : rentedotatie 36 36 34 Stand per 31 december
1.084
2006 1.014 34 1.048
De voorziening is behoudens rentetoevoeging, ongewijzigd gebleven t.o.v. 2006 aangezien in de samenstelling van het achterliggende personeelsbestand nauwelijks wijzigingen zijn opgetreden.
In 2007 is 1.896 onttrokken aan de voorziening. De toename versus 2006 is gelegen in voorbereidingskosten voor het verwerken van historisch afval. Toegevoegd aan de voorziening is 7.165, met name veroorzaakt door de toename van kosten met betrekking tot: • h et verwerken en afvoeren van historisch afval, met name omdat is gebleken dat er meer voorbereiding nodig is en meer transporten benodigd zullen zijn. • d e ontmanteling en decommissioning van de radiologische laboratoria, op basis van een nieuwe door de IAEA ontwikkelde systematiek. • h et gebruiken van de HABOG, omdat er rekening mee is gehouden dat er voor een langere periode afval uit Petten zal komen. De extra kosten worden grotendeels gecompenseerd door bijdragen van derden. 14 Voorziening groot onderhoud
Het verloop van deze voorziening is als volgt: 2007 Stand per 1 januari 3.319 • Af : onttrekking -1.261 -752 • Af : vrijval 0 0 • Bij : toevoeging 1.200 -61 700
2006 3.371
Stand per 31 december
3.319
15 Stand per 1 januari • Af: onttrekking • Bij: toevoeging • Bij: rentedotatie • Af: vrijval Stand per 31 december
3.258
De voorziening “Groot Onderhoud” heeft de functie de kosten van onderhoudswerkzaamheden aan gebouwen, gebaseerd op een LT onderhoudsplan, door de jaren heen te egaliseren. In de afgelopen jaren is achterstand ontstaan op dit onderhoudsplan. Op grond van de bevindingen vastgelegd in het in 2006 door DHV/TEMID uitgebrachte rapport, inzake de uitgevoerde inventarisatie van achterstallig onderhoud en te verrichten (groot) onderhoud, gebaseerd op een termijn van 10 jaar, is de gevormde voorziening opnieuw kritisch beschouwd. Deze nadere beoordeling van de verplichting tot 2015 heeft geleid tot een extra dotatie van 500 dit boekjaar, naast de tot dusver reguliere, jaarlijkse dotatie van 700. Voorziening Onderhanden Werk en Andere voorzieningen Onder de “Andere voorzieningen” zijn opgenomen de voorzieningen voor “Renovatie Loodcellen” en “Opslag slib DWT” en overige. Daarnaast bestaat nog een afzonderlijke voorziening ter correctie van de Onderhanden Werken, ter dekking van mogelijk risico voor kostenoverschrijding van in uitvoering zijnde projecten. De voorziening voor reiniging en onderhoud loodcellen is getroffen in het kader van de loodcellen in de Hot Cell Laboratories (HCL). De voorziening heeft het karakter van een voorziening voor herstelkosten en is gebaseerd op ervaringscijfers uit het verleden wat betreft de reinigingskosten per cel. Er is geen datum bekend voor de daadwerkelijke reininging van de loodcellen. Vanuit de waterbehandeling liggen in het slibbassin 440 vaten slib. Tot en met 2003 was de inschatting dat deze binnen afzienbare tijd konden worden afgevoerd. De huidige capaciteit is echter toereikend voor de verwerking van het slib dat in enig jaar ontstaat. Het deel dat langere tijd wacht op verwerking en afvoer is onder de langlopende voorzieningen verantwoord. Tegen het huidigie prijspeil zou de afvoer naar de COVRA 544 kosten. 79
-52
Onderhanden Werken 2007 1.562 0 251 0 0
Renovatie Loodcellen 545 0 0 0 0
1.813
545
A ndere voorzieningen: Opslag slib DWT 519 0 25 0 0 544
Overige 2007 419 0 580 0 -50
Totaal
949
2.038
1.483 0 605 0 -50
16 Kortlopende schulden
De kortlopende schulden zijn als volgt verdeeld: 1. Vooruitontvangen van derden 2. Crediteuren inzake leveringen en diensten van derden 3. B elastingen en sociale premies • Vennootschapsbelasting • Omzetbelasting • Loonbelasting 4 O verige personeelskosten • Pensioenlasten • Reservering vakantietoeslag en verloftegoeden • Overige personele lasten 5. O verige schulden en overlopende passiva • Vooruitontvangen gelden inzake opslag uraanfilters • Vooruitontvangen gelden 6e kader rekeningen • Overige diverse schulden • Te betalen aan medecontractanten projecten
2007 26.373 10.081
2006 25.512 10.701
157 2 2.813
455 -139 1.655
16.973 6.714 1.813
8.306 6.038 1.989
0 3.037 2.535 5.843
494 4.995 3.192 6.425
Stand per 31 december
76.341
69.623
De kortlopende schulden worden geacht te worden afgewikkeld binnen één boekjaar.
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Verplichtingen
a) S tichting ECN is, als firmant van de vennootschap onder firma NRG en ECN Windturbine Testpark Wieringermeer CV, hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van deze vennootschappen. 80 b) ECN heeft gedurende het jaar 2004 een bedrag van het Ministerie van Economische Zaken ontvangen ter grootte van ruim 15,8 mln. Daarnaast is ook gedurende het jaar 2006 een bedrag van EZ ontvangen ter grootte van 8,1 mln. Beide bedragen zijn bestemd voor de betaling van de werkzaamheden met betrekking tot het opruimen van radio actief afval. Ingeval ECN, door welke omstandigheid dan ook, niet in staat zal zijn die werkzaamheden zelf dan wel onder haar regie (te doen) uitvoeren of zelf uit te voeren, dan bestaat de verplichting het dan nog niet bestede bedrag aan het Ministerie van Economische Zaken terug te betalen. Het doen van betalingen ten laste van deze specifiek daartoe geopende Escrow rekening kan alleen plaatsvinden indien betalingsopdrachten door beide partijen (Min. van EZ en ECN) zijn getekend. c) H et terrein is in 1957 van Staatsbosbeheer in erfpacht verkregen. De termijn van erfpacht is in 1996 verlengd van 2007 tot 2032. Het jaarcanon is in 2003 vastgesteld op 194 per jaar, met de mogelijkheid per 3 jaar te indexeren op grond van de ontwikkeling van de Consumentenprijsindex, reeks alle huishoudens. Het jaarcanon is per 1-1-2006 opnieuw vastgesteld en bedraagt 204 voor de nieuwe periode 2006-2008. d) G edurende het boekjaar 2003 is door ECN Windturbine Testpark Wieringermeer CV, waarin voor 100 procent wordt deelgenomen door Wind Energy Facilities BV, en zelf 100 procent dochter van ECN een sale lease back overeenkomst aangegaan ter financiering van een windturbine testveld, waar grote windturbines voor off-shore locaties zullen worden getest. De hieruit voortvloeiende lease-verplichting bedraagt 1.632 per jaar, gedurende de periode 2004 tot 2012. (zie ook punt f)
e) ECN en NRG zijn op 5 juli 2007 gedagvaard door de Vereniging van oud medewerkers ECN & NRG (OMEN). OMEN vordert in deze zaak een verklaring voor recht, dat ECN c.s. niet bevoegd waren om de indexatiebepalingen in de pensioenreglementen te wijzigen ten aanzien van de ex-medewerkers van ECN. De indexatiebepalingen zijn in 2006 voor zowel actieven als inactieven aangepast naar voorwaardelijke indexatie naar aanleiding van een eerder vonnis van de Rechtbank, waarin deze bepalingen als onvoorwaardelijk werden beschouwd. De consequenties van deze uitspraak zouden zijn dat ECN/NRG in een financiële noodsituatie zouden komen, aangezien een onvoorwaardelije indexatie onder de verslagleggingsregels noodzaken tot het nemen van een omvangrijke last. De schriftelijke procedure is inmiddels afgerond. De rechter zal nu moeten bepalen of er aanleiding is tot het opmaken van een deskundigenbericht, het houden van comparitie of het horen van getuigen. f) Specificatie van aangegane contractuele verplichtingen: Omschrijving Huur panden Arnhem (NRG) Lease auto’s Lease verplichting NIB WEF BV Huur schaalpark ECN/WEF Nashuatec Asito Pre Ned Beveiliging
< 1 jaar 559 120 1.632 180 170 353 720 3.734
> 1 jr < 5 jr. 354 167 6.528 720 250 1.058 2.160 11.237
> 5 jaar 0 0 3.264 0 0 0 0 3.264
g) D oor de Belastingdienst Alkmaar is ECN per brief verwittigd van het feit dat een vervolg zal worden gegeven aan het gestelde, een nader onderzoek te willen doen, naar de mate waarin ECN voldoet aan het begrip “ondernemer”, in de zin van de Wet Omzetbelasting. Aangegeven is dat ECN ingaande 2004 zelf verantwoordelijk is voor de beoordeling of activiteiten in het verlengde van de hier bedoelde discussie wel of niet onder het BTW regime vallen. h) D oor ECN is een joint venture aangegaan met partijen, DHI Water and Environment en VanderBilt University, aangaande LeachXS, een in ontwikkeling zijnd sofware pakket, met de intentie dit gezamenlijk als produkt op de markt te brengen. Gedurende 2007 is gewerkt aan een nieuwe release, die naar verwachting begin 2008 op de markt zal worden gebracht. Tot dusver gerealiseerde inkomsten zijn direct besteed aan ontwikkelingsactiviteiten. Voor 2008 wordt verdere uitbreiding van gebruikers en toepassingen verwacht.
Verstrekte bankgaranties
Per balans datum heeft ECN in totaal 1.490 aan bankgaranties via ABNAMRO verstrekt.
Transacties met verbonden partijen
Door vennoten is overeengekomen dat NRG op verzoek, ter versterking van het eigen vermogen en eventuele verbetering van de liquiditeit, (een) achtergestelde lening(en) zal worden verstrekt ten bedrage van maximaal € 2.813 door ECN en € 1.532 door ECN Nucleair B.V. Het is niet uitgesloten dat in de toekomst een beroep op deze leningen zal worden gedaan. ECN en NRG verrichten over en weer werkzaamheden voor elkaar. Deze transacties zijn in de geconsolideerde overzichten geëlimineerd. Het betreft hier ECN diensten voortvloeiende uit een gemeenschappelijk gebruik van huisvesting, infra structuur (netwerken en telefonie), bewaking, administratieve diensten etc. NRG daarentegen draagt zorg voor diensten op het gebied van decontaminatie gebouwen etc. Jaarlijks worden tarieven dan wel vaste tarieven overeengekomen en vastgelegd. Gedurende het boekjaar zijn tussen verbonden partijen transacties gerealiseerd, namelijk: Tussen ECN en NRG totaal ter waarde van: 9.629 (2006: 6.120) • Transacties betreffen hoofdzakelijk doorbelasting van gemeenschappelijk gebruik van infrastructuur (6.393 / 2006: 5.800), dienstverlening van de unit TS&C uit hoofde van direct geplaatste opdrachten (1.132 / 2006: 1.041), aandeel in stafdiensten (911 / 2006: 410), aandeel in project voorzieningen (929) en direct geplaatste opdrachten van NRG (264). Tussen ECN en WEF BV en Sunlab BV totaal ter waarde van: 976 (2006: 1.449) • Tranasacties betreffen hoofdzakelijk de kosten van inhuur van management WEF van ECN. Transacties tussen ECN en Sunlab: • B etreffen hoofdzakelijk de doorbelasting van kosten van gemeenschappelijk gebruik van infrastructuur. Doorbelasting geschiedt tegen algemeen geldende tariefstelling voor interne kostenverdeling binnen ECN. Ultimo boekjaar resulteerde een totaal van onderlinge vorderingen en schulden, namelijk: • t ussen ECN en NRG totaal ter waarde van: 7.198 (2006: 9.157) • t ussen ECN en WEF BV en Sunlab BV totaal ter waarde van: 115 (2006: 3.523)
Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening Bedrijfsopbrengsten 17 Financiering door Staat der Nederlanden
2007
2006
• Basis-, Engine- en Kennisfinanciering • Programma- en Samenwerkingsfinanciering
13.708 28.433
13.991 30.589
Totaal
42.141
44.580
Onder Financiering Staat der Nederlanden wordt verstaan de over 2007 toegekende subsidiebijdragen van het Ministerie van Economische Zaken en het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu. Deze subsidiebijdragen worden verwerkt in het boekjaar waarop de subsidiebijdrage betrekking heeft. Jaarlijks dient een rechtmatige besteding van de beschikbaar gestelde subsidiegelden te worden aangetoond. Afhankelijk van het oordeel van de betreffende ministeries is het mogelijk dat een deel van de reeds verkregen subsidies wordt verrekend met in de toekomst te verkrijgen subsidiegelden. In de opbrengsten zijn verwerkt de door NRG ontvangen EZS gelden totaal 9.336, de door ECN ontvangen Kennis- en Programmafinanciering totaal 30.227, gebaseerd op de in 2005 gemaakte afspraken, alsmede de ontvangen VROM gelden totaal 2.578 (2006: 2.542) 18 Opbrengsten derden
2007 Opdrachten derden 72.930 Toe- / afname onderhanden werk 2.947 3.214 Voorziening op OHW 1.813 1.562 4.760 Totaal 77.690
2006 63.492 81 4.776 68.268
Onder de opbrengsten derden zijn opgenomen de inkomsten uit hoofde van 100% opdrachten derden, danwel het deel derden uit samenwerkingsopdrachten. Dit laatste deel aangevuld met het door ECN zelf uit de EZ gelden gefinancierde deel vormt het totaal van de uitgevoerde opdrachten in een samenwerkingsverband. Onder derden zijn o.a. begrepen de opdrachten verstrekt door SenterNovem namens EZ, opdrachten van EU etcetera.
Specificatie opdrachten derden inclusief toe-/afname onderhandenwerk naar opdrachtgever: Bedrijfsleven binnenland Energiesector binnenland Europese Commissie Bedrijfsleven buitenland Ministeries e.a. Kennisinstituten Senter Novem e.a.
2007 27.758 2.567 19.520 14.048 2.564 1.698 9.535
2006 23.410 3.411 18.799 12.122 2.761 1.881 5.884
Totaal
77.690
68.268
19 Geactiveerde productie voor eigen bedrijf
De “geactiveerde productie voor eigen bedrijf” betreft de eigen bedrijfskosten inzake de door eigen personeel verrichte werkzaamheden en werkzaamheden verricht met behulp van eigen bedrijfsmiddelen die aan investeringen kunnen worden toegerekend of die ten laste van voorzieningen kunnen worden gebracht. 2007 2006 Roerende activa 323 416 Onroerende activa 212 189 Radioactief afval 1.476 1.031 Groot onderhoud en overige voorzieningen 340 189 82
2.351
Bedrijfslasten
22 Afschrijvingskosten
21 Lonen en salarissen, sociale- en pensioenlasten
2007 1. Dienstverband voor onbepaalde tijd 44.460 38.896 2. Overige personeelskosten 10.741 12.877 55.201 3. Sociale lasten 2.061 4. Pensioenlasten 11.316
2006 51.773 2.472 20.641
Totaal
68.578
74.886
I) De gemiddelde personeelsbezetting (fte’s): •Dienstverband onbepaalde tijd •Idem bepaalde tijd (inclusief promovendi)
2007 727,7 124,6
2006 738,4 86,6
Totaal gemiddelde over het boekjaar
852,3
825,0
De specificatie van deze post is als volgt: • Bedrijfsgebouwen, -installaties, -inrichting en terreinvoorzieningen • Instrumenten en overige inventaris
2007 2.570
2006 2.573
1.812
1.517
Totaal
4.382
4.090
De opbouw is als volgt: • Projecten • Kostenplaatsen • Uitzend- en inleenkrachten • Mutatie en vrijval voorziening dubieuze deb. • Dotatie voorziening groot onderhoud • Mutatie voorziening radioactief afval • Vrijval overige voorzieningen
2007 30.391 14.556 3.979 183 1.200 2.665 5
2006 27.505 13.457 2.773 -123 700 766 -150
52.979
44.928
• Rentebaten en soortgelijke baten • Rentelasten en soortgelijke lasten
2007 3.080 -5.063
2006 3.199 -4.019
Totaal
-1.983
-820
Rentebaten Rentevergoeding obligaties Rentevergoeding rekening-courant bank/giro Resultaat verkoop obligaties Overige rentebaten
2007 736 1.555 93 696
2006 760 999 42 1.398
3.080
3.199
Rentelasten Rentelasten rekening-courant bank / giro Toevoeging rente voorziening afvloeiingskosten Toevoeging rente voorziening radioactief afval Toevoeging rente voorziening ontslaguitkering Toevoeging rente voorziening Jubileum Toevoeging rente voorziening RBF Toevoeging overgangsrecht pensioenen Afwaardering effecten Overige rentelasten
2007 212 35 2.864 115 36 36 712 368 685
2006 208 65 2.730 0 34 121 218 596 47
5.063
4.019
23 Overige bedrijfskosten
Personeelsbezetting:
24 Financiële baten en lasten
Opmerking: Voornoemde bezetting in fte omvatten niet de uitzendkrachten.
1.825
20 Overige bedrijfsopbrengsten
Onder de “Overige Bedrijfsopbrengsten” zijn verantwoord de opbrengsten van licenties (743) en de opbrengst uit de lease-overeenkomst van de Molybdeen faciliteit. Deze laatste post loopt synchroon met de afschrijvingen op deze faciliteit volgens de ECN systematiek. Het verschil tussen hetgeen bij Tyco in rekening is gebracht gebaseerd op een annuïtaire calculatie (146) en de lineair vastgestelde afschrijving (19), is opgenomen onder de financiële vaste activa. Tevens zijn hieronder opgenomen de opbrengsten van WEF BV inzake de opbrengsten vanwege verhuur van prototypes (614) en teruglevering van energie aan het openbare net van Eneco en Enerq (5.136), alsmede het resultaat voortvloeiende uit de afrekening EZ v.w.b. de “oude jaren”.
25
Belastingen
Het nominale belastingtarief bedroeg 25,5 procent in 2007 (2006: 29,6 procent). Het effectieve belastingtarief bedraagt 15,0 procent (2006: 7,5 procent). Het verschil tussen nominale en effectieve belastingdruk ontstaat doordat stichting ECN is vrijgesteld van vennootschapsbelasting. De opgenomen belastingdruk heeft betrekking op de activiteiten van ECN Wind Energy Facilities BV en Sunlab BV.
83
Enkelvoudige balans ECN (x € 1.000) (voor bestemming resultaat) ACTIVA
Toelichting 31-12-07 31-12-06
Vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa: • Deelneming in groepsmaatschappijen • Overige deelnemingen • Effecten • Overige vorderingen
26
22.588
21.953
10.603 597 25.190 5.544 64.522
8.325 811 25.283 6.420 62.792
10.987 6.398 495 6.683 210 4.433 29.206
9.320 2.242 444 5.529 267 4.049 21.851
Liquide middelen
42.699
50.528
136.427
135.171
PASSIVA Eigen vermogen Stichtingskapitaal Wettelijke reserves Overige reserves Onverdeeld resultaat
45 779 8.933 -945 8.812
Voorzieningen Voorziening voor afvloeiingskosten Voorziening voor radioactief afval Voorziening indexatie pensioenen Voorziening tegemoetkoming bij aanvang pensioenen Voorziening Regeling Bezwarende Functies (RBF v/h FLO) Voorziening jubileum uitkering Voorziening Groot Onderhoud gebouwen Voorzieningen Onderhanden Werken Overige Voorzieningen
390 60.074 10.644 2.419 458 751 3.258 559 949 79.502
736 53.695 11.705 2.306 1.098 715 3.319 579 419 74.572
Kortlopende schulden Crediteuren Schulden aan groepsmaatschappijen Schulden aan overige deelnemigen Belastingen en sociale premies Vooruitontvangen van derden Schulden inzake pensioenen Overige personeelskosten Overige schulden en overlopende passiva
4.994 1.748 0 1.678 15.728 11.325 5.234 3.662 44.369
6.053 2.759 132 820 15.748 5.119 4.664 5.341 40.636
1.230
11.151
136.427
135.171
TOTAAL
2007
2006
32.805 29.655 1.667 9.008
35.471 23.997 1.051 8.745
73.135
69.264
2.350 2.975
1.766 784
78.460
71.814
35.913 1.240 7.718 3.555 0 25.942 1.597
32.242 1.592 17.257 3.325 810 20.840 1.453
75.965
77.519
Bedrijfsresultaat
2.495
-5.705
Financieel baten en lasten
-2.368
-1.248
127
-6.953
0
0
127
-6.953
2.387
6.008
2.514
-945
Som der bedrijfsopbrengsten Bedrijfslasten: Personeelskosten: L onen Sociale lasten Pensioenen Afschrijvingen Bijzondere waardevermindering immaterële activa Overige bedrijfskosten Inhuur groepsmaatschappijen Som der bedrijfslasten
27
45 561 8.206 2.514 11.326
Schulden aan kredietinstellingen
Bedrijfsopbrengsten: Opbrengsten • Subsidie van de Staat der Nederlanden • Opdrachten en overige financiering • Toe-/ afname onderhanden werk • Omzet in groepsmaatschappijen
Geactiveerde productie voor eigen bedrijf Overige bedrijfsopbrengsten
Vlottende activa Onderhanden werk Vordering op groepsmaatschappijen Vorderingen op overige deelnemingen Handelsdebiteuren Voorraden Overige vorderingen
TOTAAL
84
Enkelvoudige winst- en verliesrekening ECN (x € 1.000)
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening vòòr belasting Belastingen resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening
Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening ECN
De enkelvoudige jaarrekening is opgesteld volgens de bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW.
Waarderingsgrondslagen
De in de toelichting op de geconsolideerde jaarrekening opgenomen grondslagen zijn tevens van toepassing op de enkelvoudige jaarrekening 26
27
Deelneming in groepsmaatschappijen
De mutaties in de deelnemingen zijn als volgt: Stand per 1 januari Af: Correctie op beginvermogen Bij: Acquisities Bij: Resultaat deelnemingen Af: Ontvangen dividenden / uitkeringen
2007 8.325 0 0 3.315 -1.037
2006 5.378 -5 1.290 2.669 -1.007
Stand per 31 december
10.603
8.325
Wettelijke reserves 875 0 0 -96
Overige reserves 4.418 4.419 0 96
Onverdeelde Winst 4.419 -4.419 -945 0
Totaal Eigen Vermogen 9.757 0 -945 0
45
779
8.933
-945
8.812
0 0 0
0 -218 0
-945 218 0
945 0 2.514
0 0 2.514
45
561
8.206
2.514
11.326
Eigen vermogen
Beginbalans per 1 januari 2006 Allocatie van het resultaat 2005 Resultaat na belastingen 2006 Opbouw wettelijke reserve deelnemingen
Stichtings Kapitaal 45 0 0 0
Eindbalans per 31 december 2006 Allocatie van het resultaat 2006 Opbouw wettelijke reserve deelnemingen Resultaat na belastingen 2007 Eindbalans per 31 december 2007
De wettelijke reserve betreft een reserve voor “Ingehouden winst deelnemingen”.
Aandelen van derden in groepsresultaat
Door de overname ultimo 2006 door ECN van het 30% belang dat Kema Nucleair BV, nu ECN Nucleair B.V., heeft in de v.o.f. NRG, heeft ECN indirect een 100% belang in de v.o.f. NRG. Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belastingen Resultaat uit deelnemingen Netto resultaat
Niet uit de enkelvoudige balans blijkende verplichtingen.
a) Stichting ECN is, als firmant van de vennootschap onder firma NRG hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van deze vennootschap. b) ECN en NRG verrichten over en weer werkzaamheden voor elkaar. Deze transacties zijn in de geconsolideerde overzichten geëlimineerd. Met NRG is overeengekomen dat zij indien nodig ter versterking van het eigen vermogen en eventuele verbetering van de liquiditeit een beroep kan doen op kredietverstrekking die in de vorm van (een) achtergestelde lening(en) zullen worden verstrekt door de vennoten ten bedrage van maximaal € 2.813.
Overige toelichtingen en ondertekening van de jaarrekening Bezoldiging van (voormalige) bestuurders en commissarissen
Voor de bezoldiging van bestuurders van de stichting kwam in 2007 een bedrag van € 316 (2006: € 338) ten laste van de stichting en haar groepsmaatschappijen. Voor de bezoldiging van commissarissen van de rechtspersoon kwam in 2007 een bedrag van € 65 (2006: € 65) ten laste van de stichting en haar groepsmaatschappijen
Ondertekening van de jaarrekenening Petten, 18-3-2008 Prof. drs. R.F.M. Lubbers Voorzitter Raad van Toezicht
Dr. A.B.M. Hoff Directievoorzitter ECN
85
Overige gegevens
Accountantsverklaring
Accountantsverklaring
Verklaring betreffende de jaarrekening
Hiervoor wordt verwezen naar de hierna opgenomen verklaring.
Statutaire regeling betreffende de bestemming van het resultaat
Aangezien winstrealisatie niet het primaire doel is van Stichting Energieonderzoek Centrum Nederland is geen regeling in de statuten opgenomen betreffende de bestemming van het resultaat. Het over het boekjaar behaalde resultaat wordt derhalve gedoteerd aan de overige reserves van de stichting.
Bestemming van het resultaat over het boekjaar 2006
De jaarrekening 2007 is vastgesteld door de Raad van Toezicht op 18 maart 2008. De Raad van Toezicht heeft de bestemming van het resultaat 2006 vastgesteld conform het daartoe gedane voorstel.
Voorstel tot bestemming van het resultaat over het boekjaar 2007
De directie stelt aan de Raad van Toezicht voor het resultaat over het boekjaar ten bedrage van 2.514 geheel ten gunste van de overige reserves te brengen.
Gebeurtenissen na balansdatum Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum.
86
Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening 2007 van Stichting Energieonderzoek Centrum Nederland te Petten bestaande uit de geconsolideerde en enkelvoudige balans per 31 december 2007 en de geconsolideerde en enkelvoudige winst-en-verliesrekening over 2007 met de toelichting gecontroleerd.
Verantwoordelijkheid van het bestuur
Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn.
Verantwoordelijkheid van de accountant
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de stichting. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van de stichting heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
Oordeel
87
COLOFON Uitgave: Energieonderzoek Centrum Nederland Teksten: Diederik van der Hoeven, Menno Jelgersma, Florentine de Maar, Frans Stravers Eindredactie: Frans Stravers, Karin Moes Coordinatie vormgeving: Yvette Behrtel Concept & Vormgeving: Made in Haarlem
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Energieonderzoek Centrum Nederland per 31 december 2007 en van het resultaat over 2007 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.
Druk: Nashuatec
Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften van regelgevende instanties
Postproductie: Toon Westra
Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e BW melden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Amsterdam, 18 maart 2008 Deloitte Accountants B.V. was getekend: drs. P.J. Bommel RA CPA
Fotografie: Toon Westra Jaap Vork, Florentine de Maar
Beeldbewerking: Jaap Vork Assistent beeldbewerking: Huub Rutjes Foto’s en illustraties: Stock.xchng, iStock, NRG ECN: Yvette Behrtel, Jasper Lensselink, Eva Stam, Cor Warmer, Sjoerd Veenstra, Frans Rusting
88