Beleidsbegroting 2007 Investeren in taak en toekomst
Dagelijks Bestuur Waterschap Peel en Maasvallei Vastgesteld door het Algemeen Bestuur van Waterschap Peel en Maasvallei op 1 november 2006
2
Inhoudsopgave 1. Aanbieding van de begroting 2007
4
1.1 Inleiding .................................................................................................................. 4 1.2 Ontwikkelingen sinds de voorjaarsnota 2007-2010 ..................................................... 5 1.3 De begroting in vogelvlucht ....................................................................................... 6 1.4 De financiële situatie ................................................................................................ 7 2. Thema Waterkering 12 2.1. Wat willen we bereiken .......................................................................................... 12 2.2. Wat doen we ervoor in 2007 .................................................................................. 13 2.3. Wat mag het kosten .............................................................................................. 16 3. Thema Watersysteem op orde: Watersysteem geschikt voor grondgebruik 18 3.1. Wat willen we bereiken .......................................................................................... 18 3.2. Wat doen we ervoor in 2007 .................................................................................. 20 3.3. Wat mag het kosten .............................................................................................. 26 4. Thema Watersysteem op orde: Herstelde watersystemen 30 4.1. Wat willen we bereiken .......................................................................................... 30 4.2. Wat doen we ervoor in 2007 .................................................................................. 32 4.3. Wat mag het kosten .............................................................................................. 36 5. Thema bestuur, communicatie en heffingen 38 5.1. Wat willen we bereiken .......................................................................................... 38 5.2. Wat doen we ervoor in 2007 .................................................................................. 39 5.3. Wat mag het kosten .............................................................................................. 43 6. Bedrijfsvoeringsparagraaf 46 6.1. Wat willen we bereiken .......................................................................................... 46 6.2. Wat doen we er voor in 2007 ................................................................................. 47 6.3. Wat mag het kosten .............................................................................................. 52 7. Meerjareninvesteringsprogramma 2007- 2013 54 7.1 Inleiding ................................................................................................................ 54 7.2 Investeringsprojecten in het watersysteem en waterkering........................................ 54 7.3 Bedrijfsinterne investeringen................................................................................... 56 8. Begroting 2007 naar kostensoorten en de financiële positie 58 8.1. Begroting naar kostensoorten ................................................................................ 58 8.2. Begroting 2007 naar kostensoorten ........................................................................ 59 8.3 Financiële positie en weerstandsvermogen.............................................................. 72 8.4. Treasuryparagraaf ................................................................................................ 76 8.5. Risicoparagraaf..................................................................................................... 77
3
1. Aanbieding van de begroting 2007 1.1. Inleiding Voor u ligt de begroting 2007. De begroting is opgesteld conform de uitgangspunten in de Voorjaarsnota 2006. Bij de besluitvorming rond de Voorjaarsnota heeft het Algemeen bestuur aan het Dagelijks bestuur meegegeven dat zij instemden met de Voorjaarsnota maar tevens de hoop uitspraken dat de kostenontwikkeling lager zou uitpakken dan in de Voorjaarsnota werd voorspeld. Wij zijn er in geslaagd om deze wens werkelijkheid te laten worden. De begroting 2007 is een solide begroting, die wij in een totaal nieuw jasje hebben gestoken. De inrichting en structuur van de begroting is aangepast aan de inrichting van de nota Visie op en strategie voor waterbeheer in Noord- en Midden-Limburg 2005-2010. Wij hopen u hiermee een beter en transparanter inzicht te geven in onze doelen en de wijze waarop wij onze doelen willen bereiken. Centraal in de begroting staat de thema’s waarbinnen wij onze taken verrichten. 1.
Burger voelt zich Veilig: zorg voor waterkeringen.
2.
Watersysteem op orde: watersysteem geschikt voor grondgebruik.
3.
Watersysteem op orde: herstelde watersystemen.
4.
Bestuur, communicatie en Heffingen.
5.
Bedrijfsvoering.
Ieder inhoudelijk hoofdstuk ( 2 t/m 6) is op dezelfde wijze opgebouwd. •
Als eerste schetsen wij een beeld van wat wij als waterschap willen bereiken. Wij schetsen de opgave waarvoor wij staan, het effect dat wij maatschappelijk gezien willen bereiken en de doelen die wij nastreven.
•
Vervolgens geven wij aan binnen welke kaders wij geacht worden te werken en welke concrete beleidsvoornemens, producten en projecten wij in 2007 willen gaan uitvoeren.
•
Tot slot maken wij inzichtelijk welke kosten gepaard gaan met de uitvoering van ons werk en geven wij inzicht in de meerjarige kostenontwikkeling die wij verwachten.
Op deze wijze bieden wij een transparant beeld over de wijze waarop en de middelen waarmee wij onze doelen realiseren. In hoofdstuk 7 gaan wij dieper in op het meerjarig investeringsprogramma van het waterschap. Wij staan immers voor de belangrijke opgave om ons watersysteem op orde te brengen. Dit betekent dat wij een groot aantal herstelprojecten aan het uitvoeren zijn. Vanaf 2008 investeren wij jaarlijks 6,5 mln. aan het op orde brengen van het watersysteem. In hoofdstuk 8 wordt de begroting naar kostensoorten en de vermogenspositie van het waterschap, conform de wettelijke voorschriften in beeld gebracht. Tot slot een zijn een aantal risico’s benoemd die wij op ons af zien komen.
4
1.2. Ontwikkelingen sinds de voorjaarsnota 2007-2010 De begroting 2007 is binnen de uitgangspunten van de voorjaarsnota opgesteld. Sinds de besluitvorming over de voorjaarsnota zijn wij echter ook met nieuwe ontwikkelingen geconfronteerd. Wij hebben geconstateerd dat: •
onze bestrijdingsplannen Maashoogwater een te beperkte scope blijken te hebben;
• •
onze aandacht voor andere dan hoogwater gerelateerde calamiteiten te kort schiet; wij onvoldoende ingespeeld zijn op de bestrijdingsplannen en de bestrijdingsorganisaties van gemeenten en zij op de onze.
Wij stellen aanvullend aan de Voorjaarsnota voor om:
•
het bestrijdingsplan Hoogwater uit te breiden met een onderdeel hoe te handelen indien de kerende hoogte overschreden wordt. In die situatie is er sprake van een ramp, waarvan de bestrijding is opgedragen aan de algemene democratie (Rijk, Provincie en Gemeente);
•
de nog ontbrekende calamiteitenplannen voor wateroverlast watergangen, verontreinigingen en calamiteiten op zuiveringsinstallaties op te stellen in 2007;
•
vaker oefenen op basis van de diverse bestrijdingsplannen;
•
een team waterkeringen te formeren bestaande uit 4 á 5 functionarissen, waarvan 3 fte reeds bestaande formatie is en in deze begroting wordt gevraagd om een formatie-uitbreiding van 1,75 fte (1 fte waterkering en 0,75 fte calamiteitenbestrijding);
•
een krediet op te nemen voor de renovatie van het dak van het waterschapshuis (investering 2007 € 75.000);
•
een uitgave op te nemen voor de opname van overkluizingen, meanderzones, herinrichtingstroken en inundatiegebieden op de legger (incidentele uitgave € 30.000).
Verder hebben wij in de Voorjaarsnota diverse ombuigingen voorgesteld.
Bij het opstellen van de begroting 2007 zijn al deze bezuinigingen taakstellend doorgevoerd en heeft de organisatie de opdracht om tot uitvoering over te gaan.
5
1.3. De begroting in vogelvlucht Onze opgave in 2007 bestaat uit twee onderdelen. •
Nu onze kaden onder de Wet op de waterkering vallen en moeten voldoen aan soortgelijke eisen die ook in de rest van Nederland aan dijken worden gesteld, staan we voor de opgave om onze waterkeringstaak op een hoger niveau te brengen. Dat betekent dat wij in 2007 een beheersplan waterkeringen willen opstellen en een adequate organisatie voor waterkeringszorg willen bouwen met als doel de veiligheid voor onze burgers te vergroten.
•
In 2009 dient het stroomgebiedsplan voor de Maas gereed te zijn. Om dit te kunnen realiseren is samenwerking op nationaal en internationaal noodzakelijk. De rijksoverheid heeft aangegeven dat zij het wenselijk acht om de planvorming rondom waterbeleid en waterbeheer van alle betrokken overheden tegelijk in 2009 vast te stellen. Het plan richt zich op het op orde hebben van het watersysteem in 2015. In 2007 starten wij met de voorbereiding van dit plan en het samenwerken met andere overheden. Wij staan voor de opdracht om de opgave in ons gebied helder te krijgen en deze opgave als resultaatsverplichting ook ondergebracht te krijgen in de plannen van andere overheden.
Waterkering: investeren in de veiligheid van onze burgers Wij richten ons op een adequate bestrijding van hoogwaters. Om dit doel te kunnen bereiken, werken wij samen met Rijkswaterstaat aan verhoging van onze dijken en richten wij een hoogwaterbestrijdingsorganisatie in die in staat is om op tijd, snel en adequaat te reageren op hoog water in de Maas. Om dit doel te kunnen bereiken zijn diverse investeringen in materieel nodig, moet de hoogwaterbestrijdingsorganisatie vaker en omvangrijker oefenen en moeten we onze wijze van hoogwaterbestrijding met enige regelmaat toetsen aan diverse normen uit de veiligheidstoets. Watersysteem op orde: grondgebruik Om te bepalen of en hoe ons watersysteem geschikt gemaakt en gehouden kan worden voor het aanliggende grondgebruik, stellen wij voor om een gebiedsdekkend gewenst grond- en oppervlaktewaterregime te ontwikkelen in samenwerking met de streek. Op deze wijze zijn wij in staat om onze adviesrol naar de provincie adequaat te vervullen en water als medeordenend principe op te laten nemen in de ruimtelijke plannen van de andere overheden. We stellen voor om ons in de uitvoering van onze taak te richten op het versterken van onze inzet voor optimaal waterbeheer in de landbouw (OWL) en peilgestuurde drainage, opdat onze waterconserveringsdoelen worden gehaald en de gewenste ve rnatting van onze natuurlijke laagten en de beekdalen wordt ondersteund. Watersysteem op orde: herstelde watersystemen Onze opgave op basis van de WB21-normering is bekend. Ons doel is om onze burgers te beschermen tegen wateroverlast. Ook bij de uitvoering van deze taak zoeken wij de samenwerking met de streek. Dit zal veelal gebeuren in reconstructieverband. Wij stellen voor om de prioritering van de investeringen in onze beeksystemen te richten op het versterken van de intrinsieke waarde van onze systemen én op het samenwerken via reconstructieprojecten. Deze werkwijze zorgt voor een zo efficiënt en effectief mogelijke
6
werkwijze en geeft de meeste garantie voor het kunnen benutten van bestaande subsidiestromen. Wij verwachten tot en met 2015 circa € 14 mln. te moeten investeren in ons watersysteem om een afdoende bescherming van onze burgers te kunnen realiseren. Verder neemt het inzicht in de opgave zoals die voortvloeit uit de Kaderrichtlijn water steeds meer toe. In 2007 leggen wij de basis voor het stroomgebiedsbeheersplan voor de Maas. In dit plan dat in 2009 gereed dient te zijn, zullen wij concreet aangeven welke inspanningen in ons gebied noodzakelijk zijn in de periode 2010-2015 om een duurzaam, ecologisch verantwoord en gezond leefklimaat in en om onze beken te garanderen. Onze inspanningen zijn daarbij gericht op het in samenwerking met gemeenten uitvoeren van optimalisatiestudies voor het afvalwatersysteem (OAS) en het ecologisch herstel van onze beeksystemen. Bestuur, communicatie en heffingen We willen een transparant functioneel bestuur zijn. Een waterbeheerder die kiest voor kwaliteit van het watersysteem en een partner, die medebepalend optreedt daar waar het waterbelangen betreft. Wij willen ons werk zo kostenefficiënt mogelijk uitvoeren en streven naar zo laag mogelijke tarieven, zonder hierbij concessies te doen aan onze inhoudelijke opgave als functioneel bestuur. Om dit te bereiken communiceren wij actief met onze burgers. Bedrijfsvoering Het management van onze organisatie staat voor de opgave om ons bestuur en onze medewerkers zo goed mogelijk te ondersteunen bij het realiseren van onze doelen, op een kostenbewuste manier. Om dit te kunnen realiseren, hebben wij een organisatieontwikkelingtraject gestart dat enerzijds is gericht op het vergroten van onze professionaliteit voor wat betreft de samenwerking met onze partners en onze burgers en anderzijds gericht is op het efficiënter uitvoeren van onze werkzaamheden. Belangrijke peilers in dit traject zijn: •
het in overleg met het bestuur versterken van de focus op onze doelen.
•
Het in samenwerking met de medewerkers beschrijven van onze werkprocessen met het oog op het realiseren van meer kwaliteit en meer efficiency.
•
Het in samenwerking met de medewerkers ontwikkelen van een cultuur en leiderschapsstijl die uitgaat van het principe fouten maken mag én elkaar respectvol aanspreken op het nakomen van gemaakte afspraken.
1.4. De financiële situatie De (meerjarige) ontwikkeling in de lasten en baten In de voorjaarsnota 2006 is een doorkijk gegeven van de ontwikkeling in de meerjarenraming van ons waterschap. De voorspelling was dat bij ongewijzigd beleid, met de ambities die ons waterschap heeft, de door belastingen te dekken kosten voor 2007 zouden stijgen met 5,4%. Om de kostenstijging te beperken is daarom een ombuigingstraject ingezet dat zou moeten leiden tot een lagere stijging van circa 3,2%. Op basis van de voorliggende begroting bedraagt de gemiddelde stijging voor 2007 2,56%.
7
De kostenstijging uitgesplitst naar taak ziet er uit als volgt: •
waterkwantiteit + 2,23%
•
waterkering
+ 19,94%
•
waterkwaliteit
+ 2,42%
Op basis van de voorliggende begroting zou met een gemiddelde totale stijging “van de nog te dekken kosten” van 2,56% kunnen worden volstaan. Echter mede gelet op de ontwikkeling in de meerjarenraming adviseren we uit te gaan van een groei van de te dekken kosten uit belastingopbrengsten van ca 3%. Navolgende overwegingen spelen daarbij een rol. •
Bij een kostenstijging van 3% ontstaat een stabielere en gematigdere kostenontwikkeling voor het jaar 2008 (2008: 3,9% i.p.v. 4,29%).
•
Het is gerechtvaardigd om met het oog op 2008 uit te gaan van een kostenstijging van 3%, omdat de kosten van de voorgenomen investeringen 2007 pas in 2008 volledig op de begroting drukken. Een gedeelte van de stijging 2008 wordt dus veroorzaakt door besluitvorming rondom de begroting 2007.
•
De ervaring leert dat door verdere verzwaring en intensivering van taken, de lasten en baten verder onder druk komen te staan in de toekomst dan thans uit de meerjarenraming blijkt (op basis van voortschrijdend inzicht en nieuwe ontwikkelingen).
•
Door uit te gaan van ca 3 % zijn de verschillen in de tariefsstijgingen tussen de verschillende taken en categorieën het kleinst.
Door instelling van de bestemmingsreserve “dekking toekomstige exploitatie” bij vaststelling van de jaarrekening 2005, hebben wij een instrument in handen waarmee wij van jaar tot jaar
8
kunnen beoordelen hoe wij de stijging van de belastingopbrengsten geleidelijk of gematigd kunnen laten plaatsvinden. Door voor 2007 uit te gaan van ca 3% bereiken we twee effecten: •
de prognose van de stijging voor 2008 wordt gematigd van een gemiddelde stijging van de door belastingen te dekken kosten van 4,29% naar 3,9%;
•
de incidentele bate 2007 wordt (via bestemming van het rekeningsresultaat 2007) gestort in de bestemmingsreserve “dekking toekomstige exploitatie”. Deze kan vervolgens weer aangewend worden om de stijging van de op te halen belastingen in 2009 ten opzichte van 2008 te drukken zodat in de meerjarenraming een geleidelijker beeld ontstaat.
Daarnaast kunnen we met de inzet van de bestemmingsreserve de verschillen in kostenstijging tussen de taken verkleinen zodat ook over de taken heen een evenwichtiger beeld ontstaat. Van begrotingsjaar tot begrotingsjaar zullen wij op transparante wijze een voorstel doen over hoe deze bestemmingsreserve ingezet kan worden en welke effecten dit heeft. In 2007 zijn de volgende maatregelen genomen. Door een bedrag toe te voegen ten laste van de taak kwantiteit en kwaliteit (€ 246.015) en door er een bedrag uit te halen van € 420.233( waarvan € 340.000 voor afschrijving van incidentele investeringen) bereiken wij de volgende stijgingen: waterkwantiteit + 2,93% waterkering
+ 2,98%
waterkwaliteit
+ 2,95%
Na de genomen maatregelen bedraagt de gemiddelde groei van de kosten te dekken door belastingen 2,94 procent. Rekening houdende met het voorgaande ziet de begroting op kostensoorten er samengevat er als volgt uit: Lasten
9
Baten
De opgenomen opbrengsten waterschapsbelastingen zijn de opbrengsten na aftrek van oninbaar en kwijtschelding. Voor meer gedetailleerde cijfers met toelichting verwijzen we naar hoofdstuk 8. Vermogenspositie In juli 2005 heeft het Algemeen Bestuur onze nota “ Reserves en voorzieningen” vastgesteld. De in deze nota opgenomen voorstellen tot herijking van reserves en voorzieningen hebben we in de begroting 2006 geïmplementeerd en actualiseren we jaarlijks bij de begroting en de jaarrekening op basis van voortschrijdend inzicht. We concluderen dat de saldi/-egalisatiereserves over het geheel gezien, voldoen aan de gestelde normen ten aanzien van de gewenste omvang. Op grond van de uitgangspunten in de nota reserves en voorzieningen, zijn de saldi/-egalisatiereserves qua omvang groot genoeg om onvoorziene (incidentele) financiële risico’s af te kunnen dekken. Voor een uitgebreidere toelichting zie hoofdstuk 8. Conclusie ten aanzien van de financiële positie De kwaliteit van de begroting is ons inziens sterk verbeterd. Dit is op zich ook logisch omdat we nu inmiddels weer in het vierde begrotingsjaar van het “all-in” waterschap zitten. De eerste jaren dienden zich nog onverwachte mee- en tegenvallers aan. De situatie heeft zich door de jaren heen, meer en meer gestabiliseerd. Ook de ontwikkeling van het financieel planning- en controlinstrument heeft er toe geleid dat onze organisatie in financiële zin goed onder controle is en dat bij eventuele onverwachte incidenten snel en adequaat gehandeld kan worden. Voor u ligt dan ook een solide begroting met een evenwichtig pakket aan maatregelen. Alhoewel de vermogenspositie op orde is, blijven de jaarlijkse lasten en baten in de exploitatie onder druk staan. Enerzijds vanwege de maatschappelijke druk en anderzijds vanwege de ambities van ons waterschap. Daarnaast zijn er een aantal ontwikkelingen gaande in de waterschapswereld waarvan de consequenties nog niet of niet helder in beeld zijn, maar waarvan we kunnen verwachten dat die de structurele druk op de begroting zullen doen toenemen.
10
11
2. Thema Waterkering 2.1. Wat willen we bereiken 2.1.1. Opgave De opgave waarvoor wij ons gesteld zien, is het beschermen van de bevolkingsconcentraties langs de Maas tegen hoogwaters van die Maas. De Wet op de waterkering heeft het e
beschermingsniveau bepaald op 1/250 per jaar. De huidige dijken voldoen daar niet aan: e
deze bieden bescherming tot een niveau van 1/50 per jaar (norm Deltawet grote rivieren). In een periode tot 2016 moeten de dijken op niveau (verhogen en eventueel verlengen) gebracht worden. De Maaswerken voert in nauwe samenwerking met ons deze dijkverhogingen uit. Ze zijn gestart in Venlo en Gennep-Mook en Middelaar. In 2007 moeten alle dijkverhogingen gerealiseerd zijn. Daarna geven de Maaswerken uitvoering aan het Zandmaasproject (verbreding en verdieping van Maas, graven van nevengeulen, etc.). In de komende jaren (2007-2008) besluiten we of er na die werken nog sluitstukdijken moeten worden aangebracht. We sluiten niet uit dat als gevolg van klimaatverandering in de toekomst verdergaande maatregelen nodig zijn om de bevolkingsconcentraties de afgesproken bescherming te bieden. We zijn van mening dat deze bescherming door duurzame maatregelen, maatregelen aan de Maas zelf, gerealiseerd dienen te worden. We moeten zodanig onderhoud aan de groene en grijze dijken en alle technische voorzieningen (afsluiters, pompopstellingen, demontabele wanden, etc.) in de dijken uitvoeren dat deze te allen tijde aan hun functie voldoen. Het beheer van de waterkeringen regelen we in een op te stellen beheersplan waterkeringen. Qua beheer voeren we vanwege de veiligheidsaspecten restrictief beleid: alle handelingen die de functionaliteit van de dijken nadelig kunnen beïnvloeden pakken we aan. Dit beheer is verankerd in de Keur. Deze Keur handhaven we strikt. Tot het beheer hoort verder dat we een hoogwater effectief en efficiënt bestrijden. Dit vereist een goed georganiseerde en geoefende bestrijdingorganisatie.
2.1.2. Beoogd Effect •
De burger voelt zich veilig en heeft vertrouwen in het waterschap als waterkerende instantie.
•
De beschermde gebieden kunnen tijdens hoogwaters van de Maas zo normaal mogelijk functioneren en ondervinden zo weinig mogelijk (over)last en of schade van het hoogwater.
2.1.3. Doelstellingen •
De waterkeringstaak is (bij provinciaal besluit) – aangepast - vastgelegd in het waterschapsreglement. De provinciale staten stellen de Verordening op de waterkering
12
vast. Beide besluiten zijn helder en eenduidig binnen het waterschap in uitvoering genomen. •
Keur, legger en beheerregister waterkeringen voldoen aan de vereisten van de Wet op de waterkeringen en de Verordening waterkeringen Limburg.
•
Activiteiten van derden met betrekking tot de dijken door middel van adequate vergunningverlening en handhaving zijn gereguleerd.
•
Hoogwater bestrijdingsdraaiboeken zijn actueel en voldoen aan de eisen van de wet en de provinciale verordening. Dijkwachten zijn berekend op hun taak.
•
Onderhoud aan dijken is passend bij en gericht op de werking en instandhouding van de dijken.
•
In beheer en onderhoud te nemen opgeleverde dijken en materieel voldoen aan de eisen van het Voorschrift toetsen Maasdijken.
•
De vijfjaarlijkse toets is ingericht als bedoeld in de Wet op de waterkering.
•
De ontwikkelingen in het Maasdal die direct/indirect effect kunnen hebben op de waterkeringstaak worden bewaakt.
•
De rolverdeling bij de uitvoering van de 2 tranche Maasdijkverhoging (sluitstukdijken) is
e
helder; •
De lobby om na deze ronde van dijkverhoging verdergaande beveiliging tegen Maashoogwaters via rivierverruiming inhoud te geven is van start gegaan en ressorteert effect.
2.2. Wat doen we ervoor in 2007 2.2.1. Beleidskader Beleidskader Nr
Omschrijving
Vastgesteld
1
Beheersplan waterkeringen
Gepland 2007
Periode 2007 - 2012
2.2.2. Beleidsvoornemens Beleidsvoornemens Nr
Naam
Toelichting
In AB
1
Opstellen beheersplan waterkeringen
Verplichting uit Wet op de waterkering
4e kwartaal 2007
2
Update Keur
Toetsen aan regime Wet op de waterkering
4e kwartaal
Middelen
Investering 2007 € 100.000 Eigen uren
13
3
Opbouw organisatie waterkeringszorg
Een efficiënte en effectieve organisatie van de waterkeringstaak vergt circa 4 á 5 fte. Hiervoor is 1 fte formatieuitbreiding noodzakelijk
2e kwartaal 2007
€ 72.227
2.2.3. Projecten Projecten Nr
Naam
1
Veiligheidstoets waterkeringen
2
3
4
5
6
Activiteiten
Beoogde resultaten
Opzetten van een systeem waarbinnen de vijfjaarlijkse toets kan worden uitgevoerd.
Ingerichte vijfjaarlijkse toets (investering 2007 € 50.000)
Digitaal draaiboek hoogwater Activiteiten
Beoogde resultaten
Opzetten digitaal draai boek hoogwater
Geborgde hoogwaterbestrijding (investering 2007 € 100.000)
Project Veiligheid Nederland in kaart Activiteiten
Beoogde resultaten
In beeld brengen van overstromingskansen en risico’s
Betere prioritering noodzakelijke verbeteringswerken (investering 2007 € 64.000)
Realisatie uitbreiding hoogwatermaterieel Activiteiten
Beoogde resultaten
Realiseren hoogwaterloods en inrichten logistiek proces
Effectief logistiek proces hoogwaterbestrijding (minimaal budgettair neutraal)
Voorbereiden en uitvoeren oefenprogramma Hoog waterbestrijding Activiteiten
Beoogde resultaten
Opzetten van een meerjarig oefen- en opleidingsprogramma.
Calamiteitenbestrijding door een vakbekwame organisatie
Legger en beheersregister waterkeringen Activiteiten
Beoogde resultaten
Het opstellen van de legger en het vullen van het beheersregister waterkeringen
Beschikken over een actuele legger en beheersregister waterkeringen (investering 2007 € 60.000)
14
7
Nulsituatie waterkeringen vaststellen in het kader van de 5 jaarlijkse toets Activiteiten
Beoogde resultaten
Het in het veld toetsen van de gegevens in het beheersregister door veldopnames
IJken gegevens in de legger en het beheersregister voor de vijfjaarlijkse toets (investering 2007 € 80.000)
2.2.4. Producten Producten Nr
Naam
Omschrijving
1
Beheersinstrumenten waterkeringen
Instrumenten waarmee wij ons watersysteem beheersen, zoals peilbesluiten, waterakkoorden, de legger en het beheerregister.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Uitvoeren leggerwijzigingen
Actuele legger waterkeringen
Bijhouden wijzigingen aan waterkeringen in beheersregister
Actueel beheersregister
Aanleg en onderhoud waterkeringen
Het uitvoeren van onderhoud aan grijze en groene dijken en aan de daarin gelegen kunstwerken.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Begeleiden van De Maaswerken bij realisatie Maasdijken in Venlo en Gennep- Mook en Middelaar.
Overdracht van kwalitatief goede dijken die tegen maatschappelijk acceptabele kosten beheerd en onderhouden kunnen worden.
Het uitvoeren van onderhoud aan grijze en groenen dijken en aan de daarin gelegen kunstwerken.
Waterkering voldoet aan de functie: 1/250.
Dijkbewaking en calamiteitenbestrijding
Het plan- en doelmatig bewaken van de waterkeringen in bedreigende situaties en het treffen van maatregelen om de waterkerende functie te waarborgen.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Het laten functioneren van de dijkenwacht organisatie.
Adequate dijkbewaking tijdens hoogwaters.
Het laten functioneren v an de hoogwater bestrijdingorganisatie.
Adequaat optreden tijdens hoogwaters.
2
3
Onderhoud en beheer van materieel hoogwaterbestrijding. Het periodiek inspecteren van de dijken en de daarin gelegen kunstwerken. Het actueel houden van het calamiteiten bestrijdingsplan hoogwater Maas.
Goed functionerend/betrouwbaar materieel. Inzicht in toestand dijken en kunstwerken.
Actueel bestrijdingsplan
15
2.3. Wat mag het kosten
Toelichting 42 Personeelslasten Onder deze kostensoort ramen we alleen de personeelslasten die rechtstreeks op een thema/product worden verantwoord. Nadat in 2006 een fte was opgenomen vanwege verzwaring van de waterkeringstaak, wordt ook voor 2007 een extra fte geraamd. Zie beleidsvoornemens. 50 Kapitaallasten In 2006 drukten voor het eerst de kapitaallasten met betrekking tot de investering in de Maaskades op de begroting (2006: € 151.515; 2007: € 148.485). Over de periode 2006-2008 worden deze lasten betaald uit de daarvoor in het leven geroepen bestemmingsreserve. De bestemmingsreserve is gevormd uit de gelden die het Rijk heeft betaald in de vorm van een nadeelcompensatie.
16
De toename in 2007 is het gevolg van de geplande investeringen 2007. Een bedrag van € 340.000 is incidenteel omdat 4 incidentele investeringen met een waarde van € 340.000 in één keer worden afgeboekt ten laste van de reserve “dekking toekomstige exploitatie”. Dit om een grote structurele kostenstijging voor de taak waterkering te voorkomen. Zie bijlage meerjareninvesteringsprogramma. 51 t/m 59 Lasten uit doorberekening Bij de afdelingskostenplaatsen worden alle kosten (salariskosten, sociale lasten, reiskosten e.d.) van een afdeling verzameld waarna op basis van het aantal direct productieve uren een uurtarief wordt berekend. Vervolgens berekenen we op basis van de verwachte tijdsbesteding 2007 de kosten door naar de desbetreffende producten en thema’s. 86 Interne verrekeningen De interne verrekening betreft in dit geval gelden die we uit de bestemmingsreserves halen. Een bedrag van € 148.485 wordt gehaald uit de bestemmingsreserve “dekking kapitaallasten Maaskaden” en een bedrag van € 340.000 uit de bestemmingsreserve “dekking toekomstige exploitatie”. Zie toelichting onder “50 kapitaallasten”.
Toelichting In de voorgaande tabel worden de kosten 2007 gepresenteerd via de invalshoek van de producten.
De meerjarenraming is opgesteld aan de hand van de genoemde uitgangspunten in de voorjaarsnota 2006. In de meerjarenraming 2007-2011 zijn ook de kosten van MIP 2007-2011 doorgerekend. De meerjarenraming is een momentopname en geeft inzicht in de trendmatige ontwikkeling van lasten en baten.
17
3. Thema Watersysteem op orde: Watersysteem geschikt voor grondgebruik Onder het thema ‘Watersysteem geschikt voor grondgebruik’ verstaan wij al onze activiteiten die tot doel hebben om de watergerelateerde functies in de omgeving van de watergangen te bedienen. Integrale activiteiten die tot doel hebben de hydrologische, ecologische of chemische toestand van de watergangen zelf te beïnvloeden, zijn ondergebracht bij het thema ‘’Herstelde watersystemen.”
3.1. Wat willen we bereiken 3.1.1. Opgave We voeren als waterschap het actief beheer en onderhoud over ruim 2.000 kilometer watergang (waarvan circa 1.500 km primair en circa 500 km secundair of tertiair). Met deze watergangen zorgen we voor een afgepaste hoeveelheid water in het gebied: niet teveel (wateroverlast), maar ook niet te weinig water (verdroging). Daarbij houden we rekening met het gebruik van de aanliggende gronden, maar ook met andere belangen. Zoals het belang van herstel van het watersysteem en belangen die meer op afstand beïnvloed worden, zoals kwelafhankelijke natuurgebieden. Wij proberen zo veel mogelijk het grondgebruik in overeenstemming te brengen met de randvoorwaarden die het watersysteem stelt. Dat betekent bijvoorbeeld dat wij de teelt van gewassen met een zware droogleggingseis op van nature natte plekken niet willen faciliteren maar verplaatsing van die functie bevorderen. Om het watersysteem te optimaliseren zetten we allerlei hulpmiddelen in: stuwen om water vast te houden, peilen opzetten en een wateraanvoersysteem om tijdens droogt e extra water uit de Maas naar het gebied aan te voeren. Het uitvoeren van onderhoud dat is aangepast aan de functie draagt ook bij aan de genoemde doelen. Daarnaast draagt dit aangepaste onderhoud bij aan het behoud of herstel van de ecologische waarde van de watergangen. Via vergunningverlening en handhaving zorgen we ervoor dat de watergangen in goede conditie blijven en dat het onderhoud efficiënt kan plaatsvinden. We beïnvloeden het waterbeheer in het secundaire en tertiaire systeem niet alleen door het actief ingrijpen via onze primaire watergangen, maar onder andere ook door het voeren van een stimuleringsbeleid voor waterconservering (OWL) en coaching van de betrokken ingelanden. Door beïnvloeding van de ruimtelijke ordening, proberen wij ervoor te zorgen dat de juiste functie op de juiste plaats terechtkomt.
18
Een uitgebreid stelsel van meetpunten zorgt er tenslotte voor dat we weten in hoeverre wij het beoogde effect bereiken met ons handelen. En het genereert kennis over ons systeem, waardoor we in staat zijn om ons handelen verder te optimaliseren. De komende tien jaar zien we ons voor de volgende opgaven gesteld. •
Wij stellen niet meer regels aan de burgers dan strikt noodzakelijk is. Dit doen we door een adequate uitwerking en toepassing van de keur. Maar de regels die wel noodzakelijk zijn, handhaven we consequent.
•
Ondanks minder regels, vooral in het secundaire en tertiaire systeem, oefenen we meer invloed uit in de zogenaamde haarvaten. Dit doen we door intensivering van het stimulerings beleid en coaching van betrokkenen.
•
Wij onderhouden en beheren watergangen op een zo efficiënt mogelijke wijze. Tevens met een zo groot mogelijke doelrealisatie voor peilbeheer, waterconservering en ecologisch herstel.
•
Wij stellen voor het hele gebied een Gewenst Grond- en Oppervlaktewaterregime (GGOR) vast en voeren dit ook in. Bij voorkeur door veerkrachtige systemen te creëren waarbij zoveel mogelijk het grondgebruik zich voegt naar de eisen die het watersysteem stelt. Wateraanvoer is daarbij geen strikt gegeven meer.
•
Wij lossen alle vastgestelde wateroverlastknelpunten op, als uitvoering van de afspraken uit het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) Bovendien moet iedere burger weten op welk beschermingsniveau hij kan rekenen.
•
Wij leggen het voorgestane beleid eenduidig en bondig vast in een beheersplan en eventuele beleidsnotities en regels. En wij sluiten naadloos aan op de provinciale, landelijke en Europese planfiguren. Andere uitvoerende overheden moeten het waterschapsbeleid integreren in hun eigen beleid.
3.1.2. Beoogd Effect We bereiken het maatschappelijk meest gewenste grond- en oppervlaktewaterregime (GGOR).
3.1.3. Randvoorwaarden Als randvoorwaarden stellen wij daarbij dat: •
we oplossingen bij voorkeur vinden via het creëren van veerkrachtige systemen;
•
we efficiënt het watersysteem beheren en onderhouden;
•
we de wateroverlast zoveel mogelijk beperken tot vooraf vastgestelde en breed gedragen en gekende normen;
•
we de burger zo weinig mogelijk opzadelen met regelgeving en beperkingen.
3.1.4. Doelstellingen •
Voor het gehele gebied is een GGOR vastgesteld in 2008 die als basis dient voor peilbeheer, vergunningverlening, watertoets, investeringen, enzovoorts. We streven ernaar dat er in 2015 sprake is van een op de GGOR gebaseerde inrichting van het watersysteem.
19
•
De keur zorgt op een transparante wijze voor een optimale bescherming van onze watergangen in 2010. Hierbij zijn alle benodigde beleidsregels beschikbaar en de handhaving is op voldoende niveau. Dat laatste betekent dat er geen historische illegale situaties meer voorkomen en dat we nieuwe illegale situaties binnen drie jaar opsporen.
•
We beschikken over een operationeel onderhoudsplan in 2010 dat modelmatig onderbouwd, WB21/GGOR-proof, strategisch en operationeel is.
•
In 2008 is in aanvulling op de knelpuntenanalyse 2005, voor iedere locatie binnen het gebied de faalkans van het watersysteem bekend, op basis van hydraulische gegevens en berekeningen.
•
In 2015 zijn alle bestaande wateroverlastknelpunten duurzaam opgelost.
•
In 2009 beschikken we over een beheersplan dat naadloos aansluit op het KRWStroomgebiedsplan Maas.
3.2. Wat doen we ervoor in 2007 3.2.1. Afbakening De beleidsproducten die we hieronder beschrijven, zijn ook relevant voor het thema “herstelde watersystemen.” Reden hiervoor is onder meer dat we het geschikt maken van het watersysteem voor het grondgebruik en het watersysteemherstel veelal integraal oppakken. Deze beleidsproducten beschrijven we niet opnieuw onder het thema “herstelde watersystemen.” Het betreft vooral de beleidsproducten “Monitoring”, “Vergunningen en keurontheffing” en “Eigen Plannen”.
3.2.2. Beleidskader Beleidskader Nr
Omschrijving
Vastgesteld
Periode
1
Keur en legger WPM
2006
2
Beleidsnotitie stedelijk waterbeheer
2005
3
Beleidsnotitie beekherstel
2006
2006-2010
4
Beleidsnotitie venherstel
2006
2006-2010
5
Beleidsnotitie peilbeheer
2006
2006-2010
6
Strategisch onderhoudsplan
2000
2001-2010
7
Beleidsnotitie beregeningsbeleid
1994
1994-2006
2006-2015
2005-2009
20
3.2.3. Beleidsvoornemens 2007 Beleidsvoornemen Nr
Naam
Toelichting
In AB
Middelen
1
Evaluatie IWBP 20032007
Evaluatie moet plaatsvinden op basis van uitgevoerd beleid en fysieke effecten.
2de helft 2007
Eigen uren
2
Beleidsnotitie watermolens
Volgens aankondiging in IWBP.
1ste helft 2007
Eigen uren
3
Gebiedsproces WB21
De provinciaal vast te stellen normering hoogwater legen we ‘aan de streek’ voor.
Eind 2007
Eigen uren
4
Beleidsnotitie peilbeheer en wateraanvoer incl. stuwenboek
Betreft actualisatie DBnotitie 1998. Afhankelijk van ontwikkelingen binnen de GGOR, temporiseren we de ontwikkeling.
Midden 2007
Eigen uren
5
Beleidsnotitie beregening
Betreft actualisatie beleid uit 1994.
Begin 2007
Eigen uren
21
3.2.4. Projecten Projecten Nr
Naam
Omschrijving
1
Doorontwikkeling IBRAHYM
Afronden van het kwantitatief gedeelte van het gebiedsdekkend modelinstrumentarium.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Completeren input oppervlaktewater met inventarisatiegegevens.
Een compleet gebruiksvriendelijk hydrologisch modelinstrumentarium (investering 2007 € 100.000)
Integrale koppeling modelonderdelen User-interface.
2
3
4
Voorbereiding decembernota 2007
Het leveren van afdoende input vanuit het waterschap voor de decembernota 2007.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Uitvoeren van redactionele, beleidsmatige en onderzoeksactiviteiten, die we tijdelijk moeten uitbesteden.
Een afdoende input vanuit ons waterschap - voor de decembernota 2007. (investering 2007 € 100.000)
Actualisatie beheersregister waterlopen
Het actualiseren van het beheerssysteem op basis van nieuwe inventarisatiegegevens.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Invoeren van de nieuwe gegevens van de WB21inventarisatie.
Een actuele databank met gegevens over de waterlopen, onderhoudspaden, kunstwerken.
Actualisatie legger waterlopen
Het actualiseren van de legger op basis van aanvullende gegevens.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Actualiseren, vooral gericht op zaken als meanderzones, inundatiegebieden, enzovoorts.
Een actuele legger. (incidentele uitgave € 30.000)
22
3.2.5. Producten Producten Nr
Naam
Omschrijving
1
Eigen plannen
Het opstellen van beheers - en beleidsplannen en plannen rond specifieke thema’s en/of gebieden.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Evalueren en verlengen IWBP.
Evaluatie en verlengingsbesluit IWBP
Afronden modelinstrumentarium IBRAHYM. Opstellen van een gebiedsdekkende GGOR.
Gebiedsdekkende GGOR
Afronden OAS-project en opstellen AWA’s.
OAS’en van hele beheersgebied en AWA’s met gemeenten
Uitvoeren gebiedsproces WB21 en verdergaande toetsing.
2
3
Leveren afdoende bijdrage aan SGBP- Maas.
Voldoende invloed KRW-proces
Opstellen beleidsnotities, uitwerkingen en –onderzoeken.
Aangekondigde beleidsuitwerkingen.
Plannen van derden
Het beoordelen en zonodig beïnvloeden van beleid en plannen van derden ten behoeve van het realiseren van doelstellingen van het waterschap.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Participeren in de beleidsvorming van hogere en andere overheden, waaronder de organisatie/ deelname waterpanels van de provincie.
Kennis van het beleid van derden ten behoeve van de eigen planvorming Realisatie waterschapsbeleid in de plannen van anderen.
Beoordelen en beïnvloeden van plannen van derden.
Idem.
Uitvoeren watertoets.
Idem.
Opstellen gemeentelijke waterplannen.
Idem.
Implementeren nieuwe regelgeving voor waterbodembeleid.
Idem.
Adviseren van derden in de rol als waterautoriteit.
Idem.
Beheersinstrumenten watersysteem
Het opstellen en actualiseren van de legger met de juridische grenzen van de beheersobjecten en het beheersysteem, waarin we ook de werkelijke situatie inclusief vergunningsgegevens bijhouden.
Activiteiten
Beoogde resultaten
23
4
5
6
Completeren legger met meanderzones, overkluizingen, herinrichtingsstroken en inundatiegebieden en dergelijke.
Legger is compleet.
Gedeeltelijk vullen van beheerregister (converteren) met gegevens van WB21inventarisatie.
Actuele databank met gegevens over de waterlopen, onderhoudspaden, kunstwerken en andere objecten en zones waarop de Keur van toepassing is.
Vergunningen en keurontheffingen
Het reguleren van onder andere beschikkingen op aanvragen voor vergunningen en overige ontheffingen, onder behoud van Keur, lozing- en onttrekkingvergunningen krachtens de Wet op de waterhuishouding en de Grondwaterwet.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Vergunningen verlenen.
Regulatie van aanpassingen aan de natte infrastructuur op basis van eisen uit Keur, reglement en beleid.
Procedure watertoetsvergunningverlening stroomlijnen.
Een klantgerichte procedure voor integrale watertoets-vergunning
Keur
Voorbereiding, op- en vaststelling en het onderhoud van de verordening waarin de ge– en verbodsbepalingen ten aanzien van beheer, onderhoud en gebruik door derden van de waterstaatkundige infrastructuur zijn opgenomen, en ook de beleidsuitwerking in beleidsregels.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Uitwerken van de Keur in beleidsregels.
Veiligstellen van de waterhuishoudkundige en ecologische functie van de waterkeringen en de watergangen, de daarin liggende waterstuwende en waterregulerende kunstwerken en de onderhoudspaden. Ruimte voor het beheer en onderhoud van de waterkeringen en waterlopen.
Monitoring watersystemen
Het meten van relevante parameters om de toestand en het effect van maatregelen en het functioneren van het watersysteem te kunnen beschrijven en beoordelen.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Vergaren van de benodigde gegevens.
Database met gegevens van de routinematige meetnetten.
Uitvoeren van grondwatermetingen voor de provincie.
Uitvoeren van GIS-analyses
Stroomlijnen van de datastromen binnen beleidsproduct
GIS-analyses
Volledig ingerichte validatietool Delft-FEWS
Uitbrengen van diverse rapportages w.o. beleidsmonitor
Uitvoeren specifieke monitoringsonderzoek
Onderzoeks- en monitoringsrapportages (investering 2007: € 50.000)
Verdere realisatie onderzoeksvisie
Versterkte analysefunctie binnen team
24
7
Beheer hoeveelheid water
Het aansturen van kunstwerken die direct regulerende invloed uitoefenen op de hoeveelheid water en kwaliteit van het water. Ook de benodigde energie en alle andere handelingen die voor de gewenste beïnvloeding van het watersysteem nodig zijn.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Uitvoeren instelwerkzaamheden
Het bereiken van het vastgestelde waterpeil en waterkwaliteitsdoelstellingen door actieve beïnvloeding met daartoe ingerichte objecten.
Controleren waterp eilen
8
Idem.
Beheren actieve kunstwerken
Idem.
Handhaving keur en grondwater
Het uitvoeren van toezicht en controles gericht op de naleving van de keur, de Wet op de waterhuishouding en daaruit voortvloeiende of daarmee samenhangende regelgeving, waaronder de provinciale verordening waterhuishouding, vergunningen en keurontheffingen.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Beheersregister sluitend maken
Instandhouding correct watersysteem en een efficiëntere onderhoudsorganisatie.
Mogelijk maken om bij WB-21 aan te sluiten.
Onderzoeken gedoogsituaties
Uitvoeren van een efficiënte en kostenbesparende bedrijfsvoering.
Toezicht op een hoger kwaliteitsniveau.
9
(Aanleg en) verbetering en onderhoud watersystemen
Uitvoering van onderhoudswerkzaamheden aan de waterlopen/kunstwerken en het houden van toezicht op werkzaamheden wanneer deze zijn uitbesteed. Uitvoering van inspecties voor het vaststellen van de onderhoudsstaat van de waterlopen.Bovendien uitvoering van, dan wel bijdrage aan derden voor, de bestrijding van muskusratten en andere schadelijke knaagdieren.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Uitvoeren onderhoudswerkzaamheden.
Instandhouding watergangprofiel/ kunstwerken en waternorm-peil.
Uitvoeren infrastructurele werkzaamheden. Aanpassen operationeel onderhoudsplan naar aanleiding van nieuwe legger. Bestrijden muskus - en beverratten. Grens bewaken.
25
3.3. Wat mag het kosten
Toelichting 42 Personeelslasten Onder deze kostensoort ramen we alleen de personeelslasten die rechtstreeks op een product en thema worden verantwoord. In dit geval zijn het personeelskosten van het projectteam grondwater die rechtstreeks op grondwaterproducten zijn verantwoord. 43 Goederen en diensten van derden De afname van de lasten heeft te maken met de verschuiving van grondwaterkosten van deze kostensoort naar 42 personeelslasten. Daarnaast worden de kosten van vergunningverlening grondwater en de onderhoudskosten van de watergangen (bezuiniging) lager geraamd. 44 Bijdrage aan derden De toename van de bijdrage aan derden heeft voornamelijk te maken met de doorbetaling van de bijdrage van het Landelijk Coördinatie Centrum Muskusrattenbestrijding (=LLCM) aan
26
waterschap Roer en Overmaas (€ 437.965) voor haar aandeel in de bestrijding en de bijdrage aan de Unie van Waterschappen met betrekking tot de landelijke bestrijding van de muskusen beverratten (€ 30.000). Daarnaast worden hier bedragen geraamd voor de vervolgfase van de Kaderrichtlijn Water (€ 56.000) en de gemeentelijke waterplannen (€ 15.000.) 50 Kapitaallasten De kapitaallasten nemen toe doordat de kapitaallasten van de investeringen 2006 in 2007 voor het eerst vol op de begroting drukken. Daarnaast is er sprake van een toename door de geplande investeringen 2007. 51 t/m 59 Lasten uit doorberekening Bij de afdelingskostenplaatsen worden alle kosten (salariskosten, sociale lasten, reiskosten e.d.) van een afdeling verzameld waarna op basis van het aantal direct productieve uren een uurtarief wordt berekend. Vervolgens berekenen we op basis van de verwachte tijdsbesteding 2007 de kosten door naar de desbetreffende producten en thema’s. 84 Bijdragen van derden Hier wordt de lumpsumvergoeding 2007 van de provincie geraamd betreffende de grondwatertaken. 86 Interne verrekeningen De interne verrekening betreffen in dit geval verrekeningen van de kosten van de grondwatertaken met de “egalisatievoorziening grondwatertaken” die niet met de lumpsumvergoeding 2007 verrekend kunnen worden.
Toelichting In de voorgaande tabel worden de kosten 2007 gepresenteerd via de invalshoek van de producten.
27
De meerjarenraming is opgesteld aan de hand van de genoemde uitgangspunten in de voorjaarsnota 2006. In de meerjarenraming 2007-2011 zijn ook de kosten van MIP 2007-2011 doorgerekend. De meerjarenraming is een momentopname en geeft inzicht in de trendmatige ontwikkeling van lasten en baten.
28
29
4. Thema Watersysteem op orde: Herstelde watersystemen Onder het thema ‘’Herstelde watersystemen’ verstaan wij onze activiteiten die tot doel hebben de hydrologische, ecologische of chemische toestand van de watergangen zelf te beïnvloeden. Onze activiteiten die tot doel hebben om de watergerelateerde functies in de omgeving van de watergangen te bedienen, zijn ondergebracht bij het thema ‘Watersysteem geschikt voor grondgebruik.’
4.1. Wat willen we bereiken 4.1.1. Opgave Voorheen stond het bieden van randvoorwaarden voor bebouwing en landbouw centraal in het waterbeheer (zie onder meer het thema “Watersysteem geschikt voor grondgebruik”). Nu onderkennen wij dat watergangen óók een intrinsieke waarde bezitten die op herstel en bescherming mag rekenen van de waterbeheerder. Als de watergang in een goede natuurlijke of ecologische toestand verkeert, dan ontstaat in en rondom die watergang een gezonde levensgemeenschap van flora en fauna. Ook zijn de beekdalen drager voor natuurontwikkeling en een belangrijke verbindingszone tussen natuurelementen. De belangrijkste opgave bestaat dan ook uit het creëren/herstellen en instandhouden van veerkrachtige watersystemen. Hierbij verstaan we onder veerkrachtig dat het watersysteem zichzelf in stand kan houden evenals de eraan toegekende functie. Het ingezette ecologische herstel van watergangen en vennen zetten we, voor zover het binnen onze taakstelling past, de komende jaren op alle beschikbare manieren voort. Voor venherstel maken we een pas op de plaats. Hoewel herstel van vennen in randvoorwaardelijke zin tot de kerntaken van het waterschap behoort, geven we in 2007 geen prioriteit aan het actief ingrijpen. Dit doen we in afwachting van het Stroomgebiedsbeheerplan Maas vanuit de KRW. Herstel zal in al zijn facetten nagestreefd worden: hydrologisch, morfologisch, chemisch en (als resultante) ecologisch. We realiseren een en ander door het uitvoeren van herinrichtingprojecten van beken(morfologie) en het verbeteren van de waterkwaliteit door optimalisatie van het zuiveringsproces en afvalwatertransport en toezicht op lozingen op het oppervlaktewater. We herstellen de voeding van de beken door water in de intrekgebieden van de beken zo lang mogelijk vast te houden. Het op te stellen Gewenst Grond- en Oppervlaktewaterregime (zie ook thema “Watersysteem geschikt voor grondgebruik”), moet er enerzijds voor zorgen dat de beekmorfologie en -stroming zich ongestoord kan ontwikkelen en anderzijds dat de diffuse vervuiling in de intrekgebieden zoveel mogelijk wordt teruggedrongen. Adequaat monitoringsonderzoek ondersteunt een en ander. Dit heeft als doel de voortgang van het herstel te kunnen volgen en om kennis op te bouwen over het functioneren van het watersysteem. We sluiten de planvorming nauw aan op de door de Nederlandse en Europese wetgever aangegeven instrumentaria, uitmondend in een stroomgebiedsbeheersplan voor de Maas in 2009. Wij zien als belangrijkste opgave de komende tien jaar, het voldoen aan de eisen voor het watersysteem die we in het kader van de KRW met de overige waterpartners afspreken. Specifiek betekent dit voor ons:
30
4.1.1.1. Voor de morfologie • We hebben alle watergangen met een Specifiek Ecologische Functie vanuit het POL (POL-SEF) in 2015 heringericht, dit betekent nog 180 km te realiseren beekherstel. •
We beschermen de beekmorfologie door toepassing van de keur en door het effectueren van meander- en herinrichtingszones in de legger.
4.1.1.2. Voor de hydrologie • We realiseren gebiedsdekkende waterconservering en verduurzamen dit op basis van het OWL-project. •
We stellen het GGOR op, waardoor de beek zich morfologisch en hydrologisch optimaal kan ontwikkelen en we de diffuse vervuiling in de intrekgebieden zoveel mogelijk terugdringen.
4.1.1.3. Voor de chemische waterkwaliteit • We dringen het gebruik van gevaarlijke stoffen en de emissie ervan via diffuse bronnen zoveel mogelijk terug, vooral door het opzetten van een actieve lobby richting provincie, Rijk en Europese wetgever en daar waar mogelijk stimulering van de relevante doelgroepen. •
Vergunning en handhaving (vooral van de WVO) blijven efficiënt functioneren, maar worden tevens meer gericht op het optimaliseren van het (milieu)rendement.
•
We richten het bestaande systeem van afvalwatertransport en –zuivering opnieuw in op basis van de uitgevoerde studies (OAS) om kosten te reduceren en milieuschade door overstorten te beperken.
•
We dringen rioolwateroverstorten terug tot een ecologisch aanvaardbaar niveau door het bewerkstelligen van aanvullende maatregelen die vooral gericht zijn op grootschalig afkoppelen van hemelwater via het toepassen van beleid (GWP’s, GRP’s, Watertoets), vergunningverlening en handhaving.
•
We dringen de emissies van de RWZI’s terug tot een voor de KRW aanvaardbaar niveau (terugdringen 33 prioritaire stoffen), door zonodig het zuiveringsproces te optimaliseren en/of uit te breiden met een extra zuiveringstrap.
31
4.1.2. Beoogd Effect Het realiseren van een veerkrachtig en ecologisch gezond watersysteem in al zijn facetten (waterkwaliteit, -kwantiteit, morfologie, ecologie) als bijdrage aan een aantrekkelijk leefomgeving.
4.1.3. Randvoorwaarden Als randvoorwaarden stellen wij daarbij dat: •
we huidige gebruiksvormen zoveel mogelijk respecteren;
•
onze oplossingen passen binnen de aanpak van de KRW en het NBW;
•
we transparant de kosten, doelen en uitvoeringstermijnen afwegen.
4.1.4. Doelstellingen •
In 2015 zijn alle watergangen met een Specifiek Ecologische Functie heringericht.
•
In 2007 beschermen we de heringerichte beken door vastgelegde meander- en inundatiezones.
•
In 2008 hebben we de optimalisatie van de afwaterketen beschreven in de vorm van OAS’en op basis daarvan vindt verankering in het beleid plaats. Dit gebruiken we na 2008 als basis voor afvalwaterakkoorden die we met alle betrokkenen opstellen.
•
In 2009 faciliteren we hydrologisch systeemherstel door gebiedsdekkende waterconservering in de vorm van het geplaatste stuwen en door afdoende instructie/coaching van de betrokken ingelanden.
•
Ter bestrijding van rioolwateroverstorten en voor het herstel van de oorspronkelijke afvoerdynamiek, zetten we in op maximale afkoppeling van verhard oppervlak in bestaande gebieden, bij nieuwe bebouwing streven we 100% afkoppeling na. Dit doen we via de watertoets, GRP’s, GW’s, enzovoorts.
•
In 2015 beschikken alle gemeenten over een Gemeentelijk WaterPlan.
•
De emissie van de RWZI’s voldoet bij voorkeur in 2015 maar uiterlijk in 2027 aan de eisen van de KRW.
•
Om een optimale morfologische en ecologische ontwikkeling van de beken te kunnen realiseren hebben we het GGOR in 2008 óók voor de beekdalen voor het gehele gebied opgesteld.
•
In 2007 zullen wij de aandacht voor de waterkwaliteit structureel intensiveren zodat wij ook op dit gebied volwaardig als kennisautoriteit kunnen functioneren. Er zal geïnvesteerd worden in een betere afstemming met het Waterschapsbedrijf Limburg, gerichte deelname aan landelijke en regionale overlegplatforms en de opzet van gerichte projectmatige waterkwaliteitsonderzoeken. Speciale aandacht zal daarbij uitgaan naar de emissie vanuit de glastuinbouw en de vollegronds groenteteelt.
4.2. Wat doen we ervoor in 2007 4.2.1. Afbakening Een belangrijk deel van dit thema vult het Waterschapsbedrijf Limburg in. Het betreft de producten “Getransporteerd Afvalwater”, “Gezuiverd Afvalwater”, “Verwerkt Slib”, “Wvovergunningen en Meldingen”, “Handhaving Wvo” en “Rioleringsplannen”. De activiteiten 2007 voor deze producten staan beschreven in de door het algemeen bestuur van het
32
Waterschapsbedrijf Limburg vastgestelde “Begroting Waterschapsbedrijf Limburg 2007”. Voor een beschrijving van deze activiteiten verwijzen we naar dit document.
4.2.2. Beleidskader Beleidskader Nr
Omschrijving
Vastgesteld
Periode
1
Integraal Waterbeheersplan IWBP
2003
t/m 2007/2008
2
Nota Visie & Strategie WPM
2005
2005-2009
3
Keur en legger WPM
2006
2006-2015
4
Beleidsnotitie stedelijk waterbeheer
2005
2005-2009
5
Beleidsnotitie beekherstel
2006
2006-2010
6
Beleidsnotitie venherstel
2006
2006-2010
7
Beleidsnotitie peilbeheer
2006
2006-2010
8
Strategisch onderhoudsplan
2001
2001-2010
9
Beleidsnotitie beregeningsbeleid
1994
1994-2006
In AB
Middelen
November 2006
€ 5,5 mln.
4.2.3. Beleidsvoornemens 2007 Beleidsvoornemen Nr
1
Naam
Toelichting
Uitvoering MIP
Betreft het uitvoeren van met name Beekherstel projecten (zie hoofdstuk 7).
33
4.2.4. Projecten Projecten Nr
Naam
Omschrijving
1
Uitvoering Meerjarig investeringsprogramma (Mip)
Het uitvoeren van herstelwerkzaamheden aan beken en vennen en het treffen van overige infrastructurele maatregelen om ons watersysteem op orde te maken.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Het jaarlijks uitvoeren van projecten met een eigen bijdrage van € 5,5 mln. In hoofdstuk 7 wordt gedetailleerd ingegaan op het MIP.
Een watersysteem dat in 2015 op orde is. (investering 2007 € 5,5 miljoen)
4.2.5. Producten Producten Nr
Naam
Omschrijving
1
Aanleg, verbetering en onderhoud van watersystemen
Het tot stand brengen, vernieuwen, aanpassen en van derden overnemen van natte infrastructuur (= samenstel van watergangen). Hiertoe behoort ook groot onderhoud aan watergangen.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Uitvoering MIP watersystemen en waterkeringen jaarschijf 2007 (thema’s “wateraan- en –afvoer”, “waterretentie” en “waterconservering”).
Hebben en houden van een adequate natte infrastructuur.
Aankoop grondzakenmanagementsysteem.
(Investering 2007 € 40.000)
Inzet extra projectleiding voor de reconstructie.
2
Baggeren van waterlopen en saneren waterbodems
Opstellen baggerprogramma en derden stimuleren om een baggerplan op te stellen. Verstrekken van een geldelijke bijdrage aan derden voor het verwijderen van verontreinigde bagger.
Activiteiten
Beoogde resultaten
34
Inventariseren baggerproblematiek zandvangen en Peelkanalen.
Stimuleren gemeenten om een gemeentelijk baggerplan op te stellen.
Stimuleren gemeenten om achterstallige baggerwerkzaamheden uit te voeren en een geldelijke bijdrage verlenen aan gemeenten voor het verwijderen van verontreinigde bagger.
3
4
5
Inzicht in de ernst en omvang van de waterbodemproblematiek van het stedelijk gebied, zandvangen en Peelkanalen.
Baggerachterstand in stedelijk gebied is weggewerkt.
Water(bodem)kwaliteit en bergingsfunctie stedelijke wateren is verbeterd.
Implementeren (nieuwe) wet - en regelgeving waterbodems en bagger.
We voldoen aan vigerende wet - en regelgeving.
Getransporteerd afvalwater
Het vernieuwen, aanpassen, onderhouden en beheren van de transportgemalen en -leidingen
Activiteiten
Beoogde resultaten
Optimaliseren van rioleringsstelsel in samenwerking met gemeenten.
Tegen zo laag mogelijk maatschappelijke kosten voldoen aan wet - en regelgeving, waarbij veiligheid en continuïteit van de bedrijfsvoering centraal staan
Zuiveren van afvalwater
Het vernieuwen, aanpassen, onderhouden en beheren van de zuiveringsinstallaties .
Activiteiten
Beoogde resultaten
Optimaal benutten van de capaciteit van de rwzi’s.
Tegen zo laag mogelijk maatschappelijke kosten voldoen aan wet - en regelgeving, waarbij veiligheid en continuïteit van de bedrijfsvoering centraal staan
Verwerkt Slib
Het vernieuwen, aanpassen, onderhouden en beheren van de slibverwerkingsinstallaties.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Realiseren slibreductie door nieuwe technologieën.
Tegen zo laag mogelijk maatschappelijke kosten voldoen aan wet - en regelgeving, waarbij veiligheid en continuïteit van de bedrijfsvoering centraal staan
Verbeteren van de energie-efficiéncy
6
Aanpak diffuse emissies
Stimuleren van derden om diffuse emissies aan te pakken
Activiteiten
Beoogde resultaten
Invulling geven aan onze agendastellende rol
Verbeterde waterkwaliteit.
Inbreng leveren in SGBP en KRW
Adviseren bij waterkwaliteitsvraagstukken
Derden nemen hun verantwoordelijkheid in de aanpak van diffuse bronnen.
Invulling geven aan onze rol als agendasteller en kennisautoriteit.
35
4.3. Wat mag het kosten
Toelichting 43 Goederen en diensten van derden Een bedrag van € 24.378.206 (2006: 23.923.424) heeft betrekking op de bijdrage van ons waterschap aan het Waterschapsbedrijf. 50 Kapitaallasten Hier zijn de kapitaallasten opgenomen die voortvloeien uit de investeringsprojecten. 51 t/m 59 Lasten uit doorberekening In de afdelingskostenplaatsen worden alle kosten (salariskosten, sociale lasten, reiskosten e.d.) van een afdeling verzameld waarna op basis van het aantal direct productieve uren een uurtarief wordt berekend. Vervolgens berekenen we op basis van de verwachte tijdsbesteding 2007 de kosten door naar de desbetreffende producten en thema’s.
36
Toelichting In de voorgaande tabel worden de kosten 2007 gepresenteerd via de invalshoek van de producten.
De meerjarenraming is opgesteld aan de hand van de genoemde uitgangspunten in de voorjaarsnota 2006. In de meerjarenraming 2007-2011 zijn ook de kosten van MIP 2007-2011 doorgerekend. De meerjarenraming is een momentopname en geeft inzicht in de trendmatige ontwikkeling van lasten en baten.
37
5. Thema bestuur, communicatie en heffingen 5.1. Wat willen we bereiken 5.1.1. Opgave Ons bestuur wil een transparant functioneel bestuur zijn. Wij willen een prima waterbeheerder zijn die kiest voor kwaliteit van het watersysteem en een overheidspartner die met waterkennis (mede) het beleid bepaalt, daar waar water in het geding is. We beschikken over het gewenste imago als onze omgeving dit beeld herkent en onderschrijft. In het Integraal Waterbeheerplan en de nota Visie en strategie is de strategie voor de middellange termijn geformuleerd. In deze plannen heeft het bestuur strategische keuzes gemaakt op het gebied van de waterkeringzorg en het watersysteem. De keuzes geven de kaders voor het te ontwikkelen beleid en de uitvoering door het dagelijks bestuur. Vanuit de vertegenwoordigende en kaderstellende rol maakt het Algemeen Bestuur deze keuzes mede op basis van informatie uit de samenleving en een eigen analyse van de maatschappelijke situatie. Europese (KRW) en nationale (WB21) wetgeving bepalen in hoge mate onze opdracht. Het bestuur vindt participatie door belanghebbenden uit het gebied van het waterschap belangrijk. De diverse categorieën van belanghebbenden moeten onze inkomsten opbrengen.
5.1.2. Beoogd effect Het vergroten van het vertrouwen in het bestuur, waardoor we ook de afstand tussen belanghebbenden en bestuur verkleinen. Het leveren van een bijdrage aan de welvaart en welzijn van de belanghebbenden in ons gebied.
5.1.3. Doelstellingen •
We ontwikkelen beleid bij de thema’s en stellen dit op een cyclische wijze vast.
•
We voeren het Integraal Waterbeheersplan uit.
•
We informeren belanghebbenden gericht over besluiten en de motieven van de besluiten van het bestuur en standpunten van de belangencategorieën.
•
We consulteren inwoners, agrariërs, ondernemers, natuurorganisaties en andere overheden die betrokken zijn bij ons gebied, bij de ontwikkeling en uitvoering van beleid. En zij participeren hierin.
•
We communiceren met doelgroepen en belanghebbenden over de missie, visie en taken van het waterschap.
•
We dragen tenminste twee onderwerpen aan voor een discussieforum en opiniepeiling op internet.
•
We gaan op locatie in gesprek met doelgroepen en belanghebbenden.
•
We verdelen op een rechtvaardige wijze de lasten over de verschillende categorieën belanghebbenden.
38
5.2. Wat doen we ervoor in 2007 5.2.1. Beleidskader Beleidskader Nr
Omschrijving
Vastgesteld
Periode
Nota visie en strategie
2005
2005-2010
Integraal Waterbeheersplan
2004
2004-2007
jaarlijks
2007-2013/15
1
2
3
Meerjareninvesteringsprogramma
4
Inspraakverordening
1994
Geen termijn
5
Verordening behandeling bezwaren
1994
Geen termijn
6
Verordening vaste commissies van advies
2004
Geen termijn
7
Reglement van orde Algemeen bestuur
2004
Geen termijn
5.2.2. Beleidsvoornemens Beleidsvoornemen Nr 1
2
Naam
Toelichting
In AB
Middelen
Communicatiebeleid
Er is geen up-to-date nota communicatiebeleid
Derde kwartaal 2007
Eigen uren
Op dit moment ontbreken calamiteitenplannen voor wateroverlast, verontreinigingen en zuiveringsinstallaties.
Uitvoeren inhaalslag calamiteitenplannen
Eerste kwartaal 2007
€ 52.670
39
5.2.3. Projecten Projecten Nr
Naam
Omschrijving
1
Project elektronische dienstverlening
In beeld brengen van de gewenste ontwikkelingen in elektronische dienstverlening bij ons waterschap
Activiteiten
Beoogde resultaten
Opstellen visie en meerjarenplan
Garanderen van langdurige verbeteringen in onze dienstverlening.
Organiseren van de migratie naar één beheersysteem voor alle waterschappen
Implementatie van een waterschapsloket o.l.v de Unie van waterschappen.
Implementatie van Internetpublicatie van de decentrale regelgeving en de bekendmakingen.
Kennisdeling
Standaardisering en realiseren van kostenbesparingen bij het doen van investeringen
Voldoen aan de Uvw-afspraak om eind 2007 100% van de waterschapsregelgeving beschikbaar te maken via internet.
40
5.2.4. Producten Producten Nr
Naam
Omschrijving
1
Bestuur
Het democratisch besturen door het nemen van besluiten in vergaderingen en het extern representeren.
Activiteiten
Beoogde resultaten
(Beleids)beslissingen nemen in vergaderingen, overleg overheden en anderen.Bijeenkomsten, representatie.
De wettelijke waterschapstaken uitoefenen en daarmee veiligheid, welvaart en welzijn van alle ingezetenen bevorderen.
2
Externe communicatie
Onze centrale en extern gerichte activiteiten gericht op het vergroten van kennis en het beïnvloeden van het gedrag van de belanghebbenden.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Persvoorlichting geven.
Goede relatie met de pers.
Informeren belanghebbenden.
Beheren site en uitgeven van nieuwsbrieven.
3
Bekendheid met en kennis van het waterschap. Idem.
Houden van excursies en het geven van educatie.
Idem.
Public relations onderhouden.
Naamsbekendheid.
Belastingheffing
Het samenstellen van belastingkohieren en het opleggen van aanslagen.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Opstellen en actueel houden van belastingbestanden, belastingverordeningen en uitvoeringsregelingen.
Klantgerichte, rechtsgeldige aanslagoplegging.
Beslissen op bezwaarschriften; verweer dienen in beroep.
4
Invordering
Verzending aanslagbiljetten, betalingsverwerking, kwijtschelding en verdere invorderingsmaatregelen op het gebied van waterschapsbelastingen.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Aanslagen, aanmaningen en verdere dwanginvorderingen verzenden.
Het innen van 99% van de totaal opgelegde aanslagen alsmede het ontvangen van de belastingbedragen binnen 3-6 maanden na dagtekening aanslagoplegging.
Beslissen op verzoekschriften tot uitstel van betaling, betalingsregeling en kwijtschelding.
41
5
Calamiteitenbestrijding watersysteem
Bestrijden van afwijkingen van de gewenste hoeveelheid water dan wel de kwaliteit of ecologische toestand voorzover dat niet onder de normale bedrijfsvoering valt.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Waterwachtdienst
Beperken van fysieke, economische of ecologische schade
Bestrijding calamiteit
6
Verkiezingen 2008
Voorbereiden verkiezingen 2008.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Diverse voorbereidende activiteiten uitvoeren.
Democratisch gekozen AB per 1-1-2009. (totale invest ering € 700.000 waarvan 2007 € 350.000 en 2008 € 350.000)
42
5.3. Wat mag het kosten
42 Personeelslasten Onder deze kostensoort zijn de personeelslasten geraamd van het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur als ook de pensioenverplichtingen en wachtgeldverplichtingen van voormalig leden van het bestuur. 43 Goederen en diensten van derden Een bedrag van € 3.036.153 (2006: € 3.118.952) heeft betrekking op de bedrage aan het Waterschapsbedrijf. 51 t/m 59 + 69 Lasten uit doorberekening Bij de afdelingskostenplaatsen worden alle kosten (salariskosten, sociale lasten, reiskosten e.d.) van een afdeling verzameld waarna op basis van het aantal direct productieve uren een uurtarief wordt berekend. Vervolgens berekenen we op basis van de verwachte tijdsbesteding 2007 de kosten door naar de desbetreffende producten en thema’s. De kosten van de
43
begroting, bestuursrapportages en jaarrekening worden rechtstreeks naar dit thema doorgerekend (69). 86 Interne verrekeningen Het vermelde bedrag heeft betrekking op de kosten van wachtgelden en pensioenen van voormalig bestuursleden die wij halen uit de daarvoor ingestelde voorzieningen.
Toelichting In de voorgaande tabel worden de kosten 2007 gepresenteerd via de invalshoek van de producten.
De meerjarenraming is opgesteld aan de hand van de genoemde uitgangspunten in de voorjaarsnota 2006. In de meerjarenraming 2007-2011 zijn ook de kosten van MIP 2007-2011 doorgerekend. De meerjarenraming is een momentopname en geeft inzicht in de trendmatige ontwikkeling van lasten en baten.
44
45
6. Bedrijfsvoeringsparagraaf 6.1. Wat willen we bereiken 6.1.1. Opgave De bedrijfsvoering in onze organisatie is gericht op het ondersteunen van de organisatie bij het realiseren van de bestuurlijke doelstellingen. De organisatie wil zich ontwikkelen tot een organisatie die zich bevindt in fase 3 van het INK-managementmodel. De organisatie wordt hierbij ondersteund door heldere kaders en een gerichte informatievoorziening. Uitgangspunt hierbij is een organisatie: •
die inspeelt op ontwikkelingen en omgevingsgericht is;
•
die kostenefficiënt werkt;
•
die goed ondersteund wordt in bedrijfsvoeringsystemen;
•
die helder en eenduidig aangestuurd wordt;
•
die plan-, proces- en projectmatig werkt;
•
die resultaat gericht is;
•
die de mens centraal stelt met goed personeelsmanagement.
6.1.2. Beoogd effect We zijn een organisatie die omgevingsgericht is en haar primaire taken op effectieve en efficiënte wijze uitvoert én een organisatie, waarin de medewerker op een veilige en prettige wijze zijn werk kan verrichten.
6.1.3. Doelstellingen De organisatie beschikt over een adequaat planning- en control instrumentarium, waarvoor de volgende subdoelstellingen gelden. •
We hebben en ontwikkelen jaarlijks en\of evalueren tenminste twee kaders ten behoeve van het integraal management op het vlak van de onderscheiden bedrijfsvoeringaspecten (centraal middelenbeleid).
•
We adviseren en ondersteunen de integrale managers en de productverantwoordelijken bij toepassingen\uitvoering van de gestelde kaders op basis van een Service Level Agreement (SLA). We stellen jaarlijks tenminste twee SLA’s vast.
•
We voeren control op de toepassing/uitvoering van het centraal middelenbeleid. In 2007 starten we met een risico-inventarisatie.
46
6.2. Wat doen we er voor in 2007 6.2.1. Beleidskader Beleidskader Nr
Omschrijving
Vastgesteld
Periode
1
Informatiebeleidsplan
2002
2002-2005
2
Nota Reserves en voorzieningen
2005
Geen termijn
3
Financiële beheersverordeningen
1994
Geen termijn
4
Treasurystatuut
2001
Geen termijn
5
Sectorale Arbeidsvoorwaarden waterschapspersoneel
2006
2006-2007
6
Verordening bestuurscompensatie
1994
6
Archiefverordening
2000
Geen termijn
Geen termijn
6.2.2. Beleidsvoornemens Beleidsvoornemen Nr
Naam
Toelichting
1
Bedrijfsvoeringsfilosofie
Doorvertaling van de nota Visie en Strategie. Helder maken op welke wijze wij onze doelen willen realiseren.
2
Informatiebeleidsplan
Er is geen up-to-date informatiebeleid
In AB
Middelen
1e kwartaal 2007
Onderdeel organisatie ontwikkeling
3e kwartaal 2007
Eigen uren
47
6.2.3. Projecten Projecten Nr
Naam
Omschrijving
1
Migratie GIS-ZES naar IRIS
Invoering van een nieuw geografisch informatiesysteem IRIS
Activiteiten
Beoogde resultaten
Voorbereiden en implementeren, converteren, installeren, testen; instrueren; in gebruik nemen.
Een goed functionerend geografisch informatiesysteem (investering 2007 € 545.000)
Digitaliseren poststromen
Digitale verwerking van facturen (pilot).
Activiteiten
Beoogde resultaten
Aanschaffen en installeren benodigde hard- en software Corsa.
Efficiëntieverbetering factuurverwerking en archivering. (investering 2007 € 32.500)
2
Aanpassen relevante werkprocessen.
3
Idem.
Wijziging Waterschapswet
Anticiperen op de gewijzigde Waterschapswet.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Aanpassen regelgeving.
Regelgeving, formats up to date per 1-1-1-2008.
Maken van formats op het vlak van financiën, heffingen en algemeen bestuurlijke zaken.
5
Organisatieontwikkeling
Het (door)ontwikkelen van de organisatie naar een probleem -, klant-, toekomst-, en omgevingsgerichte organisatie.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Uitvoeren deelproject doelen definiëren en vertalen naar de werkprocessen van de organisatie.
Een op haar toekomst voorbereide organisatie
Uitvoeren deelproject werkprocessen beschrijven Uitvoeren deelproject Leiderschap en cultuur. Uitvoeren deelproject communicatie
48
6.2.4. Producten Producten Nr
Naam
Omschrijving
1
Personeel en organisatie
Ontwikkelen van het organisatie- en personeelsbeleid en beheren van de organisatie- en personeelsgegevens.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Ontwikkelen en actueel houden van personeelsbeleid, gericht op de mens in de organisatie.
Een robuuste organisatie met contente leidinggevenden en medewerkers.
Ontwikkelen en actueel houden van p&o instrumenten en kaders. Uitvoeren van control.
2
Bestuurlijke en juridische zaken
- kaderstellend- adviseren en ondersteunen van bestuur en producthouders bij algemeen bestuurlijke en juridische zaken.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Opstellen/actualiseren van algemene verordeningen.
Betrouwbare, robuuste overheidsorganisatie die besluiten neemt conform de geldende wet en regelgeving.
Juridische kwaliteitszorg verzorgen. Algemene bezwaar- en beroepszaken houden. Kwijtschelden. Assurantiën beheren. Aansprakelijkheid stellen. Algemene overeenkomsten opstellen. Klachten coördineren waaronder de Nationale Ombudsman. Adviseren over wet - en regelgeving.
3
Concerncontrol
Het geheel van centrale activiteiten die gericht zijn op het zo doelmatig mogelijk sturen en beheersen van de organisatieprocessen ten behoeve van de te bereiken organisatiedoelstellingen.
Activiteiten
Beoogde resultaten
(Door)ontwikkelen, implementeren, opstellen van sturings - en beheersinstrumenten in ruime zin (planning en control) waaronder:
Een doelmatige, stuurbare en beheersbare organisatie die haar doelen bereikt
(meerjaren)begroting en begrotingswijzigingen; management - en bestuursrapportages; jaarrekening
4
Financieel beleid
Geheel van centrale activiteiten gericht op financiële sturing en beheersing om de juiste voorwaarden te scheppen zodat de organisatie haar doelstellingen kan bereiken.
Activiteiten
Beoogde resultaten
49
(Door)ontwikkelen/actualiseren van financieel-economische kaders;advisering / ter beschikkingstelling deskundigheid producthouders, management en bestuur.
Vanuit financieel-economische invalshoek een robuuste (gezonde, stabiele, flexibele) overheidsorganisatie.
Toetsing op de naleving van de kaders. (Door)ontwikkelen en uitvoeren van de treasury -functie (financiering organisatie/ beheer geldstromen).
5
Financiële informatieverwerking en -voorziening
Het geheel van centrale activiteiten gericht op het voorzien in informatiebehoefte van de ambtelijke en bestuurlijke organisatie ten behoeve van de financiële sturing en beheersing. Het voorzien in de externe informatiebehoefte en – eisen (CBS, EU, UvW, andere waterschappen, provincie, enzovoorts.).
Activiteiten
Beoogde resultaten
Het voeren en onderhouden van diverse administraties (debiteuren, crediteuren, activa, uren, enzovoorts).
We voorzien in de interne informatiebehoefte ten behoeve van de financiële sturing en beheersing. We voldoen aan de externe informatiebehoefte en –eisen (comptabiliteitsvoorschriften, Burgerlijk Wetboek)
(Door)ontwikkelen en onderhouden rapportagetools. Opstellen rapportages voor derden. Verstrekken van financiële informatie en bieden van ondersteuning bij analyses.
6
7
Documentaire informatie voorziening
Het geheel van activiteiten dat nodig is om de documentaire informatie actueel en organisatiebreed toegankelijk te hebben en houden.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Het beheren van de documentaire informatie- en poststromen en het archief.
Reconstrueren van documenten en besluiten.
Huisvesting en Services
Het geheel van activiteiten dat nodig is om te kunnen beschikken over een “slim” kantoor, inclusief alle activiteiten welke in en om het gebouw plaatsvinden en een wezenlijke bijdrage leveren aan de kwaliteit van de organisatie en het welbevinden van de werknemers.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Beheren en onderhouden van het kantoor en de zorg voor alle facilitaire activiteiten die ertoe bijdragen dat zowel de interne klant (bestuur en medewerkers) als de externe klant (bezoekers) die diensten en/of goederen geleverd krijgen die zij
We scheppen randvoorwaarden waarbinnen bestuur en medewerkers met een gevoel van welbehagen optimaal kunnen functioneren. (investering 2007 € 75.000 renovatie dak; jaarlijkse toevoeging aan “voorziening groot onderhoud waterschapshuis € 110.000)
(functioneel) wensen .
8
ICT
Voorwaarden scheppen, beleid ontwikkelen en toetsen met het oog op het functioneren van het netwerk ter ondersteuning van de primaire en secundaire processen.
Activiteiten
Beoogde resultaten
50
Zorg dragen voor een goed uitgeruste werkplek, voldoende backup- en opslagcapaciteit en de juiste programma’s.
Voldoen aan service niveau overeenkomst (=SNO).Tevreden gebruikers. (vervangingsinvesteringen 2007 € 104.100)
Voeren van een helpdesk. Zorg dragen voor voldoende telecommunicatiemogelijkheden.
9
GIS
Onderhouden, inrichten en beheren van de GISapplicatie.Ondersteunen van gebruikers bij het gebruik van de GIS-applicatie.
Activiteiten
Beoogde resultaten
Inrichten en beheren van het geo-loket.
We beschikken over een robuust GIS-systeem dat past bij de behoeften van de organisatie. (investering 2007 € 400.000)
Bieden van ondersteuning aan de gebruikers. Beheren, onderhouden en inrichten van de GIS-applicatie.
51
6.3. Wat mag het kosten
Toelichting Algemeen De hier vermelde kosten hebben betrekking op de ondersteunende producten (voornamelijk van de afdeling Middelen) volgens de BBP-systematiek. De baten en lasten van de ondersteunende producten worden óf direct naar een thema/product doorbelast óf als overhead naar de verschillende afdelingskostenplaatsen doorbelast. In het laatste geval worden de kosten als opslag in het uurtarief op basis van de verwachte urenbesteding doorbelast naar de eindproducten. In de kostenplaatsen blijven geen kosten achter. Alles wordt uiteindelijk naar de producten doorbelast via de “51 t/m 59”en “69” nummers. Het saldo van de ondersteunende producten is derhalve altijd “0”. Naast de ondersteunende producten zijn er posten die niet thema/product gerelateerd zijn zoals de post onvoorzien (45 kostensoort),kosten organisatieontwikkeling (42 kostensoort) kosten terugdraaien uren afdelingen die niet uren mogen wegschrijven naar investeringsprojecten (51 t/m 59 kostensoort), de kosten van projectleiders die via de
52
doorbelasting rechtstreeks worden doorbelast naar investeringsprojecten (59 en 86 kostensoort), dividendopbrengsten waterschapsbank (81 kostensoort, interne rentebaten (81 kostensoort), toevoegingen en onttrekkingen aan reserves en voorzieningen ter algemene dekking (45 en 86 kostensoort). De lasten en bruto baten van deze posten bedragen respectievelijk € 2.634.325 en € 3.068.909. 45 Toevoeging voorzieningen De toevoeging aan de voorziening betreft de toevoeging aan de voorziening groot onderhoud van het waterschapshuis. Deze was tot en met 2006 niet in de begroting opgenomen.
Toelichting In de voorgaande tabel worden de kosten 2007 gepresenteerd via de invalshoek van de ondersteunende producten.
De meerjarenraming is opgesteld aan de hand van de genoemde uitgangspunten in de voorjaarsnota 2006. In de meerjarenraming 2007-2011 zijn ook de kosten van MIP 2007-2011 doorgerekend. De meerjarenraming is een momentopname en geeft inzicht in de trendmatige ontwikkeling van lasten en baten.
53
7. Meerjareninvesteringsprogramma 2007- 2013 7.1. Inleiding In deze paragraaf worden onze investeringsprojecten toegelicht. We kennen 3 soorten investeringsprojecten: •
Watersysteeminvesteringen: Aanleg en verbetering watersystemen: aanleg en verwerving van waterlopen en kunstwerken voor de waterbeheersing inclusief alle kwaliteitsmaatregelen in oppervlaktewater en voorzieningen verwante belangen die daarin worden getroffen.
•
Waterkeringsinvesteringen: Aanleg waterkeringen: het aanleggen en het aanpassen van het waterkerend vermogen van de waterkeringen die in beheer zijn bij het waterschap.
•
Bedrijfsinterne investeringen: het betreft investeringen ter ondersteuning van de optimalisering van de bedrijfsvoering.
Het totaal geplande investeringsvolume dat ten laste komt van ons waterschap wordt voor 2007 geraamd op € 8.013.300.
7.2. Investeringsprojecten in het watersysteem en waterkering Als onderdeel van deze beleidsbegroting zijn de investeringen in het watersysteem opgenomen voor de periode 2007-2013, dan wel de ILG-periode. Het betreft een overzicht van lopende en voorgenomen investeringsprojecten. Ten opzichte van voorgaande jaren is de opbouw van het MIP herzien. Dit is nu opgebouwd uit: 1.
de lopende projecten;
2.
de waterschapsprojecten die deel uitmaken van de integrale reconstructie projecten die thans bekend zijn;
3.
de WB21-projecten;
4.
aanvullende projecten van de “groslijst” naar de daarop voorkomende prioriteitenvolgorde, afhankelijk van de financiële mogelijkheden.
De totale investering in 2007-2013 wordt geraamd op bruto € 68 mln. en netto € 44,5 mln. Dit, uitgaande van het huidig beleid waarbij in 2007 netto € 5,5 mln. en daarna jaarlijks gemiddeld € 6,5 mln. wordt geïnvesteerd. In het bijlagenboek presenteren we een gedetailleerd overzicht van het nieuwe MIP. Als er financiële ruimte ontstaat in het MIP, bijvoorbeeld als projecten afvallen of tegen lagere kosten kunnen worden uitgevoerd, kunnen projecten van de gros-lijst overgaan naar het MIP. De programmering van de projecten, het “uitzetten over de jaren”, moet nog plaatsvinden.
54
De projecten in het MIP zijn als volgt over de verschillende categorieën verdeeld: Projectcategorieën in Meerjareninvesteringsplan Categorie Toelichting
Aantal
Kosten ( in mln. €)
Middelen (in mln. €)
Lopende projecten
22
26,5
12,8 *
WB21 Projecten
30
14,8
14,8**
9
19,6
11,7***
25
24,2
17,8***
85,1
57,1
Integrale reconstructie projecten
Overige projecten
Totaal
* ** ***
uitgegaan van toegezegde subsidies, of verwachte 30% bijdrage uitgegaan van 0% subsidie uitgegaan van 30% subsidie
In 2007 geven wij prioriteit aan het voortzetten van het herstel van onze watersystemen. Voorbeelden hiervan zijn: de Tungelroyse beek, de Groote Molenbeek (trajecten van de beek zelf en van zijbeken zoals Lollebeek), en een aantal projecten waar reeds afspraken over zijn gemaakt, zoals over de Kabroeksebeek (bestrijden wateroverlast), en WB21-projecten. Wij verwachten met het huidig investeringsniveau en –tempo de doelen uit het Integraal Waterbeheersplan 2004-2007 grotendeels te kunnen realiseren. Een gedetailleerd overzicht van alle projecten is opgenomen in het bijlagenboek.
55
Doelrealisatie Doelrealisatie IWBP Maatregelcategorie
Oorspronkelijke kostenraming (€)
Huidige Kostenraming (€)
Planning inhoudelijk doel
Realisatie per 01/01/2007
Prognose realisatie
Beekherstel
8,7
12,3
65 km
47 km****
61 km
Venherstel en verdrogingsbestrijding stilstaand water verdroogd gebied
2,8
0,3 16 vennen geen
5 vennen 385 ha
12 vennen 485 ha
Waterbodems
1,2
0,4
12 km
7,5 km
12 km
Waterconservering(OWL)
0,8
1,0
52.600 ha
158 stuwen
44.614 ha
Water aan- en afvoer
5,1 *
6,8*
geen
3 km watergang 1 gemaal 1 buffer 34 stuwen en regelwerken 2 regelschuiven 3 bruggen****)
Waterretentie
0,1
0
<175 ha
33 ha
Rioleringsbeleid/diffuse bronnen bufferstroken afkoppelen beperken overstorten
2,7
0,1
Bedrijfseigen investeringen (watersysteem)
2,0
0***
geen
Overig**
0
0,7
-
Totaal
23,4*
21,6*
55 ha
160 x 2 km geen geen
* inclusief wateraanvoer Groote Peel *** is onderdeel van overige categorieën
0,5 ha
** Betreft o.a. strategische grondvoorraad en verzamelpost oude projecten. **** exclusief Landinrichting Land van Thorn
Overige investeringsprojecten in het watersysteem De vermelde investering is bij een voorgaand thema aan de orde gesteld. Voor wat betreft de beschrijving van de activiteit en het beoogd resultaat verwijzen we daarom naar de het hoofdstuk van de beleidsthema’s. MIP Investering 2007 Omschrijving
Thema
Medewerker en bijdrage onderzoek Veiligheid NL
Thema 1: Waterkering
Totaal
Bedrag (€) 64.000 64.000
56
7.3. Bedrijfsinterne investeringen In deze paragraaf is een samenvatting van de bedrijfsinterne investeringen opgenomen. De vermelde investeringen zijn in de voorgaande thema’s aan de orde gesteld. Voor wat betreft de beschrijving van de activiteit en het beoogd resultaat verwijzen we daarom naar de hoofdstukken van de beleidsthema’s.
MIP Investering 2007 Omschrijving
Thema
Vervanging grafische monitoren
Thema 5: Bedrijfsvoering
14.100
Vervanging pc’s
Thema 5: Bedrijfsvoering
90.000
Verkiezingen
Thema 4: Bestuur, communicatie en heffingen
350.000
GIS: opbouw basiskaart
Thema 5: Bedrijfsvoering
400.000
Migratie GIS-ZES naar IRIS
Thema 5: Bedrijfsvoering
545.000
Software Corsa digitalisering
Thema 5: Bedrijfsvoering
32.500
Renovatie dak waterschapshuis
Thema 5: Bedrijfsvoering
75.000
Vullen beheersregister
Thema 1: Waterkering
60.000
Vastleggen "0"-situatie
Thema 1: Waterkering
80.000
Periodieke toetsing (1x per 5 jaren)
Thema 1: Waterkering
50.000
Opstellen beheerplan waterkering
Thema 1: Waterkering
100.000
Digitaal Draaiboek Hoogwater
Thema 1: Waterkering
100.000
Uitbouwen en actualiseren beheersregister
Thema 2: Watersystemen ges chikt voor grondgebruik
80.000
Grondzaken-managementsysteem
Thema 3: Herstelde watersystemen
40.000
Aankoop / vervanging materieel (tractie)
Thema 5: Bedrijfsvoering
332.700
WB-21 (IBRHAHYM)
Thema 2: Watersystemen geschikt voor grondgebruik
100.000
Totaal
Bedrag (€)
2.449.300
57
8. Begroting 2007 naar kostensoorten en de financiële positie 8.1. Begroting naar kostensoorten We presenteren de begroting 2007 naar verschillende gezichtspunten: •
Een begroting naar kosten- en opbrengstensoorten conform de comptabiliteitsvoorschriften, beschreven in dit hoofdstuk.
•
Een begroting naar beleidsvelden en beleidsproducten conform de afspraken binnen de Unie van Waterschappen. Omdat we de voorliggende begroting op basis van onze eigen benoemde thema’s presenteren, hebben we de begroting naar beleidsvelden en beleidsproducten in het bijlagenboek opgenomen. Zo komen we tegemoet aan de afspraken binnen de Unie.
58
8.2. Begroting 2007 naar kostensoorten
59
In de tabellen vergelijken we, conform de comptabiliteitsvoorschriften, de jaarrekening, primitieve begroting 2006 en 2007 met elkaar. In de primitieve begroting 2007 zijn de ontwikkelingen tot en met juni 2006 verwerkt.
8.2.1. Toelichting op de kostensoorten Deze paragraaf geeft een korte toelichting op de kostensoorten binnen onze exploitatiebegroting naar kosten- en opbrengstensoorten. Het overzicht ziet er als volgt uit: 8.2.1.1. Rente en afschrijvingen De kosten van rente en afschrijving bedragen € 6.044.421. De afschrijvingskosten bedragen € 3.919.416, en de rentekosten € 2.125.005. De kosten van rente en afschrijving hebben
60
betrekking op voormalige en geplande investeringsprojecten 2007(Mip). De rentecomponent is de dekking voor de (externe) financiering van het project. We financieren investeringen met langlopende geldleningen. Bij het opmaken van de begroting houden we vooraf rekening met de rentelast van de financiering van nieuwe investeringen. Het aantrekken van een externe geldlening levert dus geen extra lasten op voor de begroting, tenzij we meer moeten aantrekken dan vooraf voorzien. In de begroting 2007 hebben we er rekening mee gehouden dat we uiterlijk eind 2007 nog een lening aantrekken van circa € 14 miljoen ter financiering van de investeringen 2006 en 2007. In de Wet Financiering Decentrale Overheden zijn overigens heldere regels neergelegd over wanneer een geldlening aangetrokken móet worden. Daarnaast hebben we nog nadere regels gesteld in ons Treasurystatuut. Ons beleid is gericht op het financieren van activiteiten tegen zo laag mogelijke financieringskosten. De financieringsbehoefte neemt vanwege het meerjaren investeringsprogramma met ongeveer € 6 à € 7 miljoen per jaar toe. Door afname van het reserve- en voorzieningenniveau kunnen we minder financieren met eigen middelen, waardoor we meer externe geldleningen moeten aantrekken. Dit leidt enerzijds tot lagere interne financieringskosten en anderzijds tot hogere en relatief duurdere externe financieringskosten. Het grootste gedeelte van het investeringsprogramma is gebaseerd op de projecten van ons IWBP (2007: € 5,5 per jaar en vanaf 2008 € 6,5 miljoen). De resterende investeringen zijn ten behoeve van de bedrijfsvoering en van een beperktere omvang. De jaarlijkse stijging van de kapitaallasten zet in de toekomst door. Dit komt doordat we elk jaar opnieuw investeren en dat tegelijkertijd de vrijvallende kapitaallasten uit oude investeringen zeer gering zijn. 8.2.1.2. Personeelslasten De geraamde bestuurs- en personeelslasten betreffen alle lasten die verband houden met het huidige en voormalige bestuur en personeel. Hierbij behoren het salaris met vaste toelagen van het personeel en bestuur, de uitkeringen en pensioenen ten behoeve van voormalig personeel en de daarop betrekking hebbende sociale lasten. Ook behoren hiertoe de uitgaven die voortvloeien uit diverse vergoedingsregelingen. We ramen de personeelslasten in totaal op € 8.707.622 (2006: € 8.987.499). De personeelslasten zijn (afgerond) € 280.000 gedaald, doordat: •
we de salarissen ten opzichte van 2006 (afgerond) € 126.000 lager ramen;
•
we de sociale lasten ten opzichte van 2006 € 149.000 lager ramen;
•
de raming voor bovenmatige ziektekosten personeel en bestuurders in verband met de invoering van het nieuwe zorgstelsel kunnen laten vervallen (€ 2.500);
•
de studiekosten (afgerond € 13.700) stijgen;
•
de kosten van catering kantine (afgerond € 12.800) stijgen;
•
de kosten personeel derden € 20.000 dalen;
•
de wachtgeldverplichtingen voormalig bestuurders (€ 11.400) dalen;
•
de overige per saldo € 2.400 stijgen.
De salariskosten en sociale lasten dalen door:
61
•
een ombuiging van kosten van 2 bovenformatieven;
•
het vervallen van 6 fte binnen de afdeling OBT, waarvan 2 fte financieel een besparing opleveren, omdat in de begroting 2006 al 4fte financieel niet in waren gevuld;
•
financieel gezien lagere invulling van een aantal vacatures;
•
een daling van sociale lasten door bezuinigingen in de personele sfeer;
•
een minder hoge stijging dan verwacht van de sociale lasten 2006 door invoering zorgstelsel en de neerwaartse bijstelling in 2006 van een aantal premies vanwege de aantrekkende economie;
•
een minder hoog CAO-effect 2004/2005 dan verwacht. Het heeft tot begin 2006 geduurd voordat er een nieuwe CAO over het tijdvak 1 juni 2004 – 31 maart 2007 was afgesloten. De begroting 2007 is de eerste begroting waarin we op basis van de werkelijke gemaakte CAO-afspraken de cijfers hebben doorgerekend. De “lucht” is daardoor uit de begroting 2007 voor wat betreft de personeelskosten gehaald.
Basis voor de salarisbegroting zijn de functies zoals vastgelegd in ons functieboek en de daarna genomen besluiten tot wijziging. Voor 2006 was de formatie begroot op 147,23 fte. De begrote formatie 2007 komt uit op 144,18 fte (147,23 fte + 0,2 fte Communicatie -/- 6 fte onderhoud Buitendienst + 1 fte Nieuwe Werken & Vergunningen/BOA compensatie vanwege inzet reconstructie+ 1 fte calamiteitenbestrijding waterkering + 0,75 fte calamiteiten watersystemen). Alhoewel door een aantal bezuinigingen en meevallers de loonsom (salarissen+sociale lasten) voor 2007 is gedaald ( -3,5%), is dit geen trend voor de komende jaren. Structureel zal de loonsom bij ongewijzigd beleid met circa 3 tot 3,5 procent per jaar gaan stijgen (2% reguliere stijging + 1 tot 1,5% stijging vanwege periodieken). In de begroting 2007 is rekening gehouden met een reguliere indexering van loonsom ter grootte van 2%. Van deze 2% is al 0,5 procent ingevuld doordat de lonen op basis van de op dit moment geldende CAO (geldig tot 31 maart 2007), met ingang van 1 januari met 0,5% worden verhoogd. Ter dekking van kosten van primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden van de CAO die per 1 april 2007 gaat gelden, resteert daarom nog een budgetruimte 1,5%. 8.2.1.3. Goederen en diensten van derden De totale kosten van goederen en diensten van derden bedragen € 5.148.155 (2006: € 5.435.005) en bestaan uit: •
energiekosten, belastingen, verzekeringen, huren en pachten;
•
onderhoudskosten; het uitbestede onderhoud van waterlopen en waterkeringen; onderhoud waterschapshuis en loodsen, werkmaterieel, pompen en dergelijke;
•
overige diensten door derden, zoals: juridische-, en technische advisering door derden maar ook contributies, lidmaatschappen en bijdragen aan verenigingen (STOWA en Unie van Waterschappen).
Contributies en lidmaatschappen De contributies en lidmaatschappen bedragen nemen in 2007 toe met € 17.600 van € 495.800 tot € 513.400. Onder contributie en lidmaatschappen is onder andere opgenomen de contributie van de Unie van Waterschappen € 187.000 (2006:184.000) en de STOWA
62
€ 158.000 (2006: € 149.000) als ook de bijdrage aan Rijkswaterstaat (€ 100.000) uit hoofde van het gesloten Waterakkoord. Energie Vanwege de hoge brandstofprijzen verhogen we het budget voor de levering van benzine en diesel ten behoeve van vervoersmiddelen/werkmaterieel van € 144.000 naar € 165.000. Verzekeringen Hier ramen we de premies van de afgesloten verzekeringen. Het betreft m.n.: •
brand-/opstal/stormverzekering;
•
bedrijfs-WA verzekering;
•
reconstructieverzekering;
•
fraudeverzekering;
•
motorvoertuigenverzekering;
•
werkmaterieelverzekering;
•
ongevallenverzekering
•
transportverzekering communicatiemiddelen.
Onderhoud door derden Voor 2007 verwachten we lagere kosten voor onderhoud. •
De daling van ca € 434.000 ten opzichte van 2006 bestaat voornamelijk uit: -
lagere onderhoudskosten software (€ 79.000);
-
lagere onderhoudskosten watergangen/kunstwerken al dan niet op basis van bestekken (€ 279.000).
•
De overige onderhoudskosten (materieel, huisvesting, internet, schade etc) ramen we per saldo € 76.000 lager.
Overige diensten door derden Vanwege benodigde specialistische kennis besteden we de uitwerking van een aantal onderzoeken en beleidsnotities uit. Het gaat hierbij om onderzoeken Kaderrichtlijn Water/Decembernota ( € 100.000 incidenteel), onderzoek van meten naar weten/onderzoeken (€ 50.000 structureel), opnames voor overkluizingen /meanderzones/ herinrichtingstroken en inundatie ten behoeve van de legger(€ 30.000 incidenteel). Laboratorium Waterschapsbedrijf Limburg Jaarlijks besteden wij voor een bedrag van € 432.000 laboratoriumwerkzaamheden uit aan WBL. Nader onderzoek op basis van de nota van meten naar weten heeft uitgewezen dat wij in de komende jaren een werkpakket hebben van € 330.000. 8.2.1.4. Goederen en diensten van Waterschapsbedrijf Limburg Deze kostensoort betreffen de kosten van Waterschapsbedrijf Limburg. De kosten van het waterschapsbedrijf bedragen voor 2007 € 27.689.606. Dit is een stijging van € 429.646 (1,58%) ten opzichte van 2006 (€ 27.259.960). Overeenkomstig de vastgestelde begroting van het Waterschapsbedrijf is de bijdrage aan het Waterschapsbedrijf berekend. Hierbij dient de verhouding van het aantal vervuilingseenheden in het gebied van het
63
waterschap Roer en Overmaas en waterschap Peel en Maasvallei als basis. De verdeling/doorberekening van de bijdrage naar taak is als volgt:
8.2.1.5. Kosten grondwatertaken Met ingang van 2005 hebben we de grondwatertaken van de Provincie overgenomen en ondergebracht in het projectteam grondwatertaken. Met de Provincie hebben we een meerjarige overeenkomst gesloten, waarbij er sprake is van een lumpsum financiering door de provincie. Om voortschrijdend inzicht te houden in de kostenontwikkeling en de specifieke dekking daarvan uit de lumpsum, zullen de activiteiten van het projectteam binnen een gesloten exploitatie plaatsvinden. Dit houdt in dat we de kosten en baten van de activiteiten van het projectteam één op één met de specifieke lumpsum zullen verrekenen. Een en ander via een egalisatievoorziening. Het geheel verloopt tot nu toe budgettair neutraal binnen de totale waterschapsbegroting. De directe kosten voor het projectteam grondwater in 2007 zijn begroot op € 651.139. Voor de facilitering qua huisvesting, ICT en vanwege overheadkosten en levering van uren van andere afdelingen brengen we een bedrag van € 354.538 intern in rekening. De totale kosten bedragen voor 2007 dan ook € 1.005.677. De dekking van deze kosten vindt plaats uit de ontvangst van vergoedingen advertentiekosten (€ 6.000), ontvangst van de provinciale bijdrage 2007 (€ 750.936) en een onttrekking uit egalisatievoorziening grondwatertaken (€ 248.741). Zie voor de dekking van de kosten ook de toelichting bij de opbrengstsoorten. Op rekeningsbasis verrekenen we op basis van de werkelijke cijfers. 8.2.1.6. Bijdragen aan derden Dit betreft voornamelijk subsidies die we verstrekken aan derden. Het merendeel van de subsidie/bijdrage heeft betrekking op: •
bijdrage aan Unie van Waterschappen met betrekking tot de landelijke bestrijding van de muskus- en beverratten € 30.000;
•
het doorsluizen van een deel van de vergoeding (€ 437.965) die wij van het Landelijk coördinatiecentrum voor Muskus- en beverrattenbestrijding ontvangen naar WRO voor hun aandeel in de muskus- en beverrattenbestrijding. Zie in dit verband ook de inkomsten.
De totale kosten van bijdragen aan overigen bedragen € 63.800. We hebben een bedrag van € 56.000 opgenomen als bijdrage aan het projectbureau Maas voor de Kaderrichtlijn Water. Een gedeelte van deze bijdrage wenden we aan voor Maasbrede onderzoeken waar we ook
64
voordeel van hebben. Daarnaast hebben we een bijdrage aan de Stichting Dubo geraamd ter grootte van € 7.800. De bijdrage voor gemeentelijke waterplannen bedraagt € 15.000 (2006: € 10.000). 8.2.1.7. Toevoegingen aan voorzieningen/onvoorzien In de begroting hadden we tot op heden geen onderhoudsvoorziening gevormd ter dekking van de kosten van cyclisch onderhoud van het waterschapshuis. Voorbeelden van cyclisch onderhoud: onderhoud aan technische installaties, dakrenovatie, groot schilderwerk en dergelijke. Tot nu toe begroten/verantwoordden we dit in het jaar waarin de uitgave zich (toevallig) voordeed. Op basis van een beheerplan hebben we een raming gemaakt van een jaarlijks te doteren bedrag in de onderhoudsvoorziening om de grotere cyclische onderhoudskosten af te dekken. De jaarlijks benodigde storting bedraagt € 110.000. Door jaarlijks een bedrag te storten in de onderhoudsvoorziening hangt de continuïteit/onderhoudsstaat van het gebouw niet af van het toevallig wel of niet voorhanden zijn van budgetruimte en spreiden we de lasten evenredig over de gebruiksjaren, waardoor we plotselinge kostenfluctuaties voorkomen. De kosten van preventief onderhoud betalen we uit de reguliere budgetten. Daarnaast is er een toevoeging geraamd aan de reserve/voorziening “dekking toekomstige exploitatie” ter grootte van € 246.015. Deze is nodig om verschillen tussen de door belastingen te dekken kosten tussen de verschillende taken zo klein mogelijk te maken. Uiteindelijke toevoeging vindt plaats via bestemming van het rekeningssaldo 2007. Op begrotingsbasis mag namelijk op voorhand geen resultaatbestemming plaatsvinden. In de begroting is verder een post ter grootte van € 192.310,- opgenomen ter dekking van onvoorziene kosten.
8.2.2. Toelichting op de opbrengstensoorten Deze paragraaf geeft een korte toelichting op de opbrengstensoorten binnen de exploitatiebegroting, opgenomen aan het begin van dit hoofdstuk: 8.2.2.1. Financiële baten De financiële baten bedragen € 1.233.677, -. Het overgrote deel hiervan is dividend van de Waterschapsbank. Deze raming is op basis van de gemiddelde uitkering van het dividend over de laatste jaren naar boven bijgesteld. De overige financiële baten betreffen de bespaarde rente vanwege interne financiering (reserves en voorziening). Er bestaat een verband met de kostensoort 4102 interne rentelasten. Het saldo tussen de interne rentekosten en –baten betreft de rentebijschrijving op de reserves en/of voorzieningen. Op basis van de nota reserves en voorzieningen schrijven we enkel rente bij op de saldi/egalisatiereserves tenzij koopkrachtbehoud van een reserve of voorziening gewenst is. 8.2.2.2. Goederen en diensten aan derden De opbrengsten voor 2007 worden geraamd op € 1.281.451 (2006: € 1.034.115). De baten uit diensten voor derden bestaat voornamelijk uit de bijdrage die we ontvangen voor de muskusen beverrattenbestrijding in 2007. Dat is € 1.056.306 (2006: € 603.800). In de primitieve begroting 2006 hadden we een bedrag voor leges grondwater geraamd van
65
€ 133.000. Deze is in de begroting 2007 vervallen. Daarnaast nemen de leges uit de keur en legger af met afgerond € 24.000. Ook declareren we circa € 60.600 minder bij derden (uit hoofde van het Waterakkoord en de bediening van kunstwerken en stuwen). Een bedrag van € 6.000 heeft betrekking op te ontvangen vergoeding advertentiekosten grondwater. In de kostensoortentabel in de begroting 2006 was onder deze kostensoort ook de bijdrage 2006 van de provincie in de grondwatertaken opgenomen (€ 718.254). Om de vergelijking 2005-2006-2007 zuiver te houden is deze verplaatst naar de kostensoort “bijdragen van overheden“. 8.2.2.3. Interne verrekeningen Onttrekking aan voorzieningen Een bedrag van € 248.741 halen we uit de egalisatievoorziening grondwatertaken en een bedrag van € 45.819 halen we uit de voorzieningen vanwege wachtgeld-/pensioen- en IZA verplichtingen voormalig bestuurders. Onttrekkingen aan reserves De onttrekkingen aan de reserves bestaan uit: dekking kapitaallasten Maaskades
€
148.485
belastingteruggave uit gelden nadeelcompensatie
€
463.848
dekking afschrijving ineens incidentele investeringen waterkering
€
340.000
Voor dekking van overige kosten waterkering halen we uit de reserve “dekking toekomstige exploitatie” een aanvullend bedrag ter grootte van € 80.233. De twee laatst genoemde bedragen zijn nodig om de kosten waterkering 2007 gematigd te laten stijgen. Geactiveerde lasten Het betreft inzet van personeel die we boeken op investeringsprojecten. Deze bedragen € 1.291.151. Het betreft de activering van uren van afdeling Nieuwe Werken en Vergunningen die we besteden aan de investeringsprojecten. 8.2.2.4. De belastingparagraaf Gezien het belang van de waterschapsbelastingen gaan we hierna nog eens uitvoerig in op de op te brengen belastingen en de tarieven. De tariefsontwikkeling wordt door twee factoren beïnvloed te weten enerzijds de kostenontwikkeling en anderzijds de ontwikkeling in de belastinggrondslagen. Dit wil zeggen dat, ook al is er sprake van kostenbeheersing, dit niet betekent dat er sprake hoeft te zijn van tariefsbeheersing. Omdat we in de voorgaande paragrafen zijn ingegaan op de kostenontwikkeling, ligt de focus in deze paragraaf op de ontwikkeling van de belastingopbrengsten en de belastingmaatstaven of –categorieën. Soorten belastingen 1. Waterschapsomslag kwantiteit; 2.
Waterschapsomslag waterkering;
3.
Verontreinigingsheffing (WVO).
66
De totaal door belastingen te dekken kosten 2007 bedragen € 44,13 miljoen. Dit bedrag is naar soort belasting als volgt samengesteld: •
Omslag waterkwantiteit:
€ 14.703.503;
•
Omslag waterkering:
€
739.976;
• Verontreinigingsheffing: € 28.687.755. Voor kwijtschelding en oninbaar verklaringen hebben we een bedrag geraamd van € 679.342, waardoor per saldo € 43.451.892 resteert voor dekking van de exploitatie. De ontwikkeling van de door belastingen te dekken kosten is over de periode 2004-2007 als volgt:
67
Belastingplichtigen per soort belasting met kengetallen 2002-2007 Omdat het tarief in enig jaar een vast gegeven is, bepalen we de uiteindelijke belastingopbrengst door de feitelijke ontwikkeling van de belastingmaatstaven. Hierna geven we inzicht in de ontwikkeling van de belastinggrondslagen per soort belasting over de periode 2002-2006 en de belastinggrondslagen die zijn gehanteerd bij de voorlopige tariefsberekening 2007. Met de toename van het aantal Woz-eenheden als gevolg van de Woz-hertaxatie is nog geen rekening gehouden. De gegevens hieromtrent zijn nog onvolledig en komen naar verwachting medio november 2006 ter beschikking. Tot op heden hebben wij slechts van 5 gemeenten een voorlopige schatting ontvangen.
68
Kwijtschelding en oninbaar In de begroting ramen we jaarlijks een bedrag vanwege kwijtschelding en oninbaarverklaringen. De geraamde kwijtscheldingsbedragen zijn gebaseerd op het rapport “Financiële gevolgen kwijtscheldingsbeleid Limburgse Waterschappen” van maart 2001. In dat rapport zijn ten aanzien van de te ramen kwijtscheldingsbedragen, op basis van tariefsontwikkeling, een aantal aannames gedaan over de ontwikkeling van de omvang van die raming. We monitoren continu de gevolgen zoals genoemd in het rapport en stellen deze zonodig bij op basis van de werkelijkheid. De ramingen voor “oninbaar” bedragen ca 0,5% van de door belastingen te dekken kosten (belastingvolume).
De toename van het kwijtscheldingsbedrag over de jaren hangt samen met de toename van de tarieven en daarmee ook de totale omvang van het kwijt te schelden bedrag. De daling van de raming van oninbaar in 2005 is veroorzaakt doordat het percentage voor de raming van door belastingen te dekken oninbaarverklaringen in 2005 is verlaagd van 0,8% naar 0,5%.
69
Voorlopige tarieven 2007 De eerder vastgestelde voorjaarsnota met uitgangspunten voor de begroting 2007-2011 heeft gediend als basis voor het opstellen van de begroting 2007. Ten opzichte van de primitieve begroting 2006 zijn de door belastingen te dekken kosten met afgerond € 1,26 miljoen (2,94%) gestegen van € 42,87 miljoen naar € 44,13 miljoen. Bij de vaststelling van de uitgangspunten voor de begroting 2007 gingen we uit van een stijging van de door belastingen te dekken kosten (belastingvolume) ter grootte van 3,2%. De lagere stijging komt door lagere salariskosten en sociale lasten door onder andere een meevallende CAO en de doorgevoerde bezuinigingen. De in deze paragraaf vermelde tarieven zijn indicatieve tarieven. In de vergadering van december 2006 van het algemeen bestuur zullen de definitieve tarieven 2007 worden vastgesteld. Vanwege de Woz-hertaxatie (met ingang van 2007 jaarlijks) bestaat er op dit moment geen volledig beeld van de stijging van de Wozwaarde in ons gebied. In de navolgende tabellen is daarom nog geen rekening gehouden met die waardestijging. Bij de definitieve tariefsvaststelling zal dat wel gebeuren en zullen de tarieven op basis van de verwachte stijging naar beneden worden bijgesteld. Een analyse op hoofdlijn van de wijzigingen levert het volgende beeld op: Taak waterkwantiteit In vergelijking met 2006 stijgen de door belastingen te dekken kosten (belastingvolume) met afgerond € 418.000 van € 14.285.000 naar € 14.703.000 Procentueel is dit afgerond circa 2,93 procent. De stijging wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door een stijging van de kapitaallasten vanwege het investeringsprogramma 2006 die voor het eerst volledig op de begroting drukken. Daarnaast nemen de lasten in vergelijking met 2006 toe vanwege de lasten van het investeringsprogramma 2007 en overige budgetverhogingen (waaronder de bijdrage van het Waterschapsbedrijf Limburg voor deze taak + 0,2%).
Conform de kostentoedelingverordening hebben we de direct toe te rekenen kosten naar de te onderscheiden categorieën in 2006 opnieuw berekend voor een periode van drie jaren.
70
Een en ander om grote jaarlijkse tarieffluctuaties tussen de categorieën te voorkomen. Bij de direct toerekenbare kosten gaat het om kosten die een rechtstreeks verband houden met de verschillende belastingcategorieën. We noemen verkiezingskosten (ingezetenen), bijdrage in WOZ-taxatiekosten gemeenten (gebouwd) en kosten van het kadaster (ongebouwd). De minieme verschillen in stijgingspercentages van de tarieven worden veroorzaakt door ontwikkelingen in de belastingmaatstaven. De groei van door belastingen te dekken kosten per categorie, is echter nagenoeg gelijk. Taak waterkering De door belastingen te dekken kosten (belastingvolume) van de waterkering nemen toe met 2,98%. In absolute zin stijgen de kosten met afgerond € 21.400 van € 718.600 naar € 740.000. De kostenstijging in absolute zin is bij de taak waterkering het minst. Maar omdat bij het bepalen van de procentuele stijging de noemer het kleinst is (belastingomvang taak waterkering van het voorgaande jaar), komt de procentuele stijging hoger uit dan bijvoorbeeld bij de taak waterkwantiteit. Eind april 2006 is een bedrag voor nadeelcompensatie van het ministerie van Verkeer en Waterstaat ontvangen inzake het onderhoud aan de maaskades ontvangen. De totale vergoeding is inclusief rente afgerond € 3.045.000. Hiervan geven we jaarlijks over de periode 2006 – 2008, door de doorgevoerde tariefsverlaging in 2006, € 463.848 terug aan de belastingplichtigen die waterkeringsheffing betalen. Hiermee lossen we een bestuurlijke belofte in. Ook de kapitaallasten die voortvloeien uit de investeringen die we hebben gedaan in de Maaskades (2007: € 148.485) dekken we in de periode 2006-2008 uit de gelden van de staatssecretaris. Door de inzet van de ontvangen gelden van de staatssecretaris, hebben we de tarieven waterkering in 2006 met meer dan de helft verlaagd. Alleen de belastingplichtigen binnen het taakgebied waterkering hebben hiervan geprofiteerd.
Taak waterkwaliteit In vergelijking met 2006 stijgen de door belastingen te dekken kosten (belastingvolume) met afgerond € 822.000 van € 27.866.000 naar € 28.687.000. Dit is afgerond 2,95 procent. De
71
totale bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg stijgt in 2007 met € 430.000 van € 27,26 miljoen naar € 27,69 miljoen, een stijging van 1,58%. Een bedrag van € 26,1 miljoen heeft betrekking op kosten van uitvoering van de kwaliteitstaak (2006: € 25,7 miljoen) en dat rekenen we door in de wvo-heffing. De incidentele dekking van de extra energiekosten 2006 door een onttrekking aan de saldi-/egalisatiereserve kwaliteit, is met ingang van 2007 weer komen te vervallen. Het aantal vervuilingseenheden wordt geraamd op 585.000 terwijl in de voorjaarsnota 2006 nog rekening werd gehouden met 578.000. De toename wordt veroorzaakt doordat voor de meetbedrijven meer vervuilingseenheden worden geraamd.
8.3. Financiële positie en weerstandsvermogen 8.3.1. De meerjarenraming 2007-2011 Op basis van de voorliggende begroting is de prognose van de lasten en baten (inclusief doorrekening van het investeringsprogramma) voor de periode 2007-2011 als volgt :
* = € 340.000 is al opgenomen onder de baten van thema’s 1 t/m 4 ** = wegschrijven van kosten naar investeringsprojecten
Op basis van het voorgaande kunnen we concluderen dat de jaarlijkse lasten en baten in de
72
exploitatie onder druk blijven staan. Enerzijds vanwege de maatschappelijke druk en anderzijds vanwege de ambities van ons waterschap. Daarnaast zijn er een aantal ontwikkelingen gaande in de waterschapswereld waarvan de consequenties nog niet of niet helder in beeld zijn, maar waarvan we kunnen verwachten dat die de structurele druk op de begroting verder zullen vergroten. Door instelling van de bestemmingsreserve “dekking toekomstige exploitatie” bij vaststelling van de jaarrekening 2005, hebben wij een instrument in handen waarmee wij van jaar tot jaar kunnen beoordelen hoe wij de stijging van de belastingopbrengsten geleidelijk of gematigd kunnen laten plaatsvinden. Door voor 2007 uit te gaan van ca 3% bereiken we 2 effecten: •
de prognose van de stijging voor 2008 wordt gematigd van een gemiddelde stijging van de door belastingen te dekken kosten van 4,29% naar 3,9%;
•
de incidentele bate 2007 wordt (via bestemming van het rekeningsresultaat 2007) gestort in de bestemmingsreserve “dekking toekomstige exploitatie”. Deze kan vervolgens weer aangewend worden om de stijging van de op te halen belastingen in 2009 ten opzichte van 2008 te drukken zodat in de meerjarenraming een geleidelijker beeld ontstaat.
Daarnaast kunnen we met de inzet van de bestemmingsreserve de verschillen in kostenstijging tussen de taken verkleinen zodat ook over de taken heen een evenwichtiger beeld ontstaat. Van begrotingsjaar tot begrotingsjaar zullen wij op transparante wijze een voorstel doen over hoe deze bestemmingsreserve ingezet kan worden en welke effecten dit tot gevolg heeft.
8.3.2. Reserves en voorzieningen In juli 2005 heeft het Algemeen Bestuur onze nota “ Reserves en voorzieningen” vastgesteld. De in deze nota opgenomen voorstellen tot herijking van reserves en voorzieningen hebben we in de begroting 2006 geïmplementeerd en wordt van jaar op jaar geactualiseerd. We beschikken over de volgende reserves en voorzieningen: Reserves: •
Saldi-/egalisatiereserve kwantiteit (geraamde stand 1 januari 2007: € 1.627.622 positief).
•
Saldi-/egalisatiereserve keringen (geraamde stand 1 januari 2007: € 100.643 positief).
•
Saldi-/egalisatiereserve waterkwaliteit (geraamde stand 1 januari 2007: € 1.885.444 positief).
In de nota reserves en voorzieningen hebben we normen opgenomen voor de gewenste hoogte van de saldi-/egalisatiereserves. Streefniveau van de saldi-/egalisatiereserves is een hoogte van 7,5% van de netto kosten per taak, waarbij het minimum niveau is bepaald op 5% en het maximum niveau op 10%. Voor wat betreft de netto kosten zijn de incidentele toevoegingen of onttrekkingen gecorrigeerd omdat het om het structurele kostenniveau gaat.
73
Op basis van het voorgaande concluderen we dat: •
de saldi-/egalisatiereserves waterkwantiteit zich circa € 167.000 boven het maximum niveau bevinden;
•
de saldi-/egalisatiereserve waterkering voldoet nagenoeg aan het streefniveau van 7,5%;
•
de saldi-/egalisatiereserve waterkwaliteit circa € 155.000 onder het streefniveau ligt maar nog altijd ver boven het minimumniveau.
We concluderen dat de saldi/-egalisatiereserves over het geheel gezien, voldoen aan de gestelde normen ten aanzien van de gewenste omvang. Uitgaande van de uitgangspunten in de nota reserves en voorzieningen zijn de saldi/-egalisatiereserves qua omvang groot genoeg om onvoorziene financiële risico’s af te kunnen dekken. Omdat het gaat om prognoses en niet om reeds gerealiseerde cijfers, wordt op basis van de jaarrekening een voorstel gedaan voor het eventuele overschot van de saldi-/egalisatiereserve waterkwantiteit. 8.3.2.1. Bestemmingsreserves • Bestemmingsreserve nadeelcompensatiegelden (geraamde stand 1 januari 2007: € 937.900 positief). •
Bestemmingsreserve dekking kapitaallasten Maaskades 2006-2008 (geraamde stand 1 januari 2007: € 294.000).
•
Bestemmingsreserve hoogwaterbestrijding (geraamde stand per 1 januari 2007: € 400.000 positief).
•
Bestemmingsreserve “dekking toekomstige exploitatie (geraamde stand per 1 januari 2007: € 949.777).
Uit de bestemmingsreserve nadeelcompensatie ontrekken we voor de periode 2006-2008 de bedragen om de belastingteruggaven te dekken, ten gunste van de waterkeringstarieven die € 463.848 per jaar bedragen. Uit de bestemmingsreserve “ dekking kapitaallasten Maaskades 2006-2008” onttrekken we voor de periode 2006-2008 de bedragen om de kapitaallasten Maaskades te dekken (2007: € 148.485). De bestemmingsreserve hoogwaterbestrijding is bedoeld om de variabele kosten bij een hoogwatergolf te dekken. Conform eerder gemaakte afspraken hebben we de noodzakelijke omvang bepaald op € 400.000. De bestemmingsreserve “dekking toekomstige exploitatie” is met ingang van de jaarrekening 2005 ingesteld. Deze bestemmingsreserve is bedoeld om, indien de saldi/egalisatiereserves aan de maat zijn, rekening/-begrotingoverschotten te storten, welke op een
74
later moment ingezet kunnen worden om de tarieven te egaliseren en/of minder hard en/of gelijkmatiger te kunnen laten stijgen in de toekomst. In feite is er sprake van een instrument waardoor we een evenwichtiger tarievenbeleid kunnen voeren. Op basis van de voorliggende begroting voorzien we een storting in de bestemmingsreserve van € 246.015 en een onttrekking van € 420.233. Laatst genoemde bedrag wenden we aan ten gunste van de waterkeringstaak om incidentele investeringen ineens af te boeken om een te sterke structurele kostenstijging te voorkomen. 8.3.2.2. Voorzieningen • Egalisatievoorziening kosten grondwatertaken (geraamde stand per 1 januari 2007: € 298.823 positief). •
Voorziening wachtgelden voormalig bestuurders (geraamde stand per 1januari 2007: € 112.820 positief).
•
Voorziening pensioenverplichtingen voormalig bestuurders (geraamde stand 2007: € 159.408 positief).
•
Egalisatievoorziening kapitaallasten IWBP-projecten (stand 1 januari 2007: € p.m.).
Eventuele verschillen tussen kosten en opbrengsten met betrekking tot de grondwatertaken verrekenen we met de egalisatievoorziening. Voor 2007 ramen we een onttrekking van € 248.741. Met ingang van 2006 moeten we voor wachtgeld-, pensioen- en IZA -verplichtingen voor voormalige bestuurders, een voorziening vormen ter grootte van de verwachte toekomstige verplichting. Voor 2007 halen we een bedrag van € 23.980 uit de voorziening wachtgelden voormalig bestuurders en een bedrag van € 21.839 uit de voorziening pensioenverplichtingen voormalig bestuurders. Door de invoering van het nieuwe zorgstelsel is de verplichting van vorming van een voorziening voor IZA-verplichtingen voormalige bestuurders, vervallen. In 2004 hebben we het “Waterbeheersplan Waterschap Peel en Maasvallei 2004-2007” vastgesteld. Dit beheersplan leidt, rekeninghoudende met de inspanningsverplichtingen zoals opgenomen in de Vierde Nota Waterhuishouding (NW4), het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL); Waterbeleid 21e eeuw (WB21) en het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) tot een netto investeringsniveau van gemiddeld € 5.500.000 per jaar. Het Meerjareninvesteringsprogramma vormt de basis voor de berekende kapitaallasten in de begroting en de meerjarenraming. Om een gelijkmatige doorwerking te krijgen van de kapitaallasten in de tarieven, gaan we in de meerjarenraming voor 2007 uit van een gemiddeld netto investeringsniveau van € 5.500.000 per jaar en vanaf 2008 € 6.500.000 per jaar. In jaren van afwijking van jaargemiddelde en/of het voortschrijdend jaargemiddelde, verrekenen we de onderuitputting van de kapitaallasten op jaarrekeningbasis met een egalisatievoorziening. Zo waarborgen we een gelijkmatige doorwerking in de tarieven. De bedoelde voorziening verschijnt pas bij het opmaken van de jaarrekening 2006. Wij ramen de stand per 1 januari 2007 daarom nu p.m.
75
8.3.3. Prognose balans 2007 Als basis voor de berekening van de kapitaallasten die voortvloeien uit de in het verleden gedane investeringen hebben we de staat van vaste activa begroting 2007 genomen waarin ook zijn verwerkt de investeringsprogramma’s 2004 tot en met 2006.
8.3.4. Financiering Het bedrag van de reserves en voorzieningen wenden we aan voor de financiering van investeringen. Dit levert een besparing op ten aanzien van de rentelasten. Indien we reserves en/of voorzieningen aanwenden, betekent dit een forse stijging van de rentelasten. We moeten dan namelijk vreemd geld ( in de vorm van een geldlening) aantrekken, waarvan de rentekosten (die aanmerkelijk hoger zijn) volledig ten laste van de exploitatie komen. Het teruglopen van de reserves en voorzieningen vermindert de renteopbrengst. Deze renteopbrengst wordt mede gebruikt als dekking van de begroting. In de eerst komende tijd zal deze bijdrage teruglopen en in de komende jaren als het weerstandsvermogen eventueel vergroot is, zullen de benodigde reserves en voorzieningen weer oplopen.
8.4. Treasuryparagraaf 8.4.1. Wet Fido Op 1 januari 2001 is de Wet Financiering decentrale overheden in werking getreden. Deze heeft kort gezegd tot doel het bevorderen van een solide financiering en kredietwaardigheid van de decentrale overheden. Om die doelstelling te kunnen toetsen hanteert de wet twee instrumenten: •
de kasgeldlimiet ten behoeve van de beperking van het renterisico op korte (= 1 jaar) financiering;
•
de renterisiconorm ten behoeve van de beperking va n het renterisico op lange ( > 1 jaar) financiering.
De kasgeldlimiet geeft de grens aan tot welk bedrag lagere overheden hun activiteiten met korte middelen mogen financieren. Voor waterschappen is die limiet bepaald op 23% van het begrotingstotaal. Elk kwartaal wordt de gemiddelde kortgeld schuld van de betreffende maanden getoetst aan de limiet. Voor ons betekent dit voorschrift dat in 2007 de kortgeld schuld gemiddeld per kwartaal maximaal afgerond € 11.347.000 (23% van € 49.336.234) mag bedragen. Indien we twee kwartalen de kasgeldlimiet overschrijden, móet de kortgeld schuld omgezet worden in een lang lopende financiering. Het financieringstekort wordt in 2007 geraamd op circa € 14 miljoen. We financieren zo lang mogelijk vanuit de rekening courant, vanwege de lage kosten voor “rood” staan. Toch zullen we vóór eind 2007 voor de langere termijn een langlopende geldlening moeten aantrekken. De rentelasten dekken we in de begroting door de rentecomponent in de kapitaallasten van investeringen. Wanneer we namelijk een nieuwe investering in het investeringsprogramma opnemen, worden kapitaallasten geraamd die bestaan uit een afschrijvingskostencomponent en een rentekostencomponent. Door deze laatste in de begroting als last op te nemen zijn de financieringskosten voor de investering afgedekt.
76
Uitgangspunt voor het invoeren van een renterisiconorm is het streven naar een spreiding van looptijden van langgeldleningen met het oog op een beperking van renterisico's. Het bedrag aan aflossingen en het leningsbedrag dat in aanmerking komt voor renteherziening mag in het betreffende jaar de renterisiconorm niet overschrijden. Voor alle decentrale overheden is de renterisiconorm bepaald op 20% van de vaste schuld per 1 januari (= € 6.342.855). Het in 2007 op geldleningen af te lossen bedrag is € 1.818.150 en blijft daarom ruim binnen de renterisiconorm van € 6.342.855. Gezien het feit dat we de vaste geldleningen zijn aangegaan zonder de mogelijkheid tot renteherziening gedurende de looptijd, lopen we een laag renterisico. Om het financieringsbeleid en het kasbeheer van de lagere overheden transparant te maken schrijft de wet voor dat de lagere overheden een treasurystatuut moeten opstellen en een treasuryparagraaf in de begroting en rekening moeten opnemen. Ons Algemeen Bestuur heeft op 5 december 2001 het model treasurystatuut vastgesteld, zoals de Unie van waterschappen heeft opgesteld.
8.5. Risicoparagraaf Voor de uitvoering van onze taken hebben wij egalisatiereserves in het leven geroepen, waarmee wij op termijn tariefsschommelingen kunnen opvangen. Wij hebben geen voorziening getroffen voor het feit dat onze partners (rijks- en provinciale overheid) te kennen hebben gegeven minder geld beschikbaar te willen stellen voor de uitvoering van onze projecten. Wij blijven het ambitieniveau uit het IWBP nastreven door ons eigen aandeel op niveau te houden. Mocht onverhoopt blijken dat de financiering van onze projecten in gevaar komt, dan stellen voor om op dat moment te besluiten tot herprioritering en/of temporisering.
8.5.1. Decembernota’s en Beheersplan Maas In 2007/2008 zal via de decembernota’s en het opstellen van het beheersplan Maas meer inzicht ontstaan in de opgaven die uit de Europese Kaderrichtlijn Water voortvloeien. Deze opgave ziet zowel toe op het realiseren van een goede ecologische toestand van de watergangen als op het realiseren van een goede fysisch chemische toestand van de wateren. De eerste opgave voeren we uit via het beekherstelprogramma in het MIP en ligt redelijk op schema. De tweede opgave is minder helder: indien het noodzakelijk zal blijken te zijn, om aanvullende maatregelen aan de zuiveringsinstallaties te treffen om de doelstellingen op fysisch chemisch gebied te halen, dan vergt dat zeer forse investeringen die tot significante stijgingen van het wvo-tarief zullen leiden.
8.5.2. Invoering Waterwet In het kader van de Waterwet worden een aantal taken op het gebied van het grondwaterbeheer aan de waterschappen opgedragen. Het betreft grosso modo de taken die de provincie Limburg al per 1 april 2005 aan het waterschap heeft gedelegeerd. Ter bestrijding van de met deze taakuitoefening gemoeide kosten ontvangen we van de provincie, tot het eind van de termijn waarbij de taak gedelegeerd is (2010), een bijdrage van gemiddeld € 0,5 miljoen per jaar. Niet uit te sluiten is dat de provincie bij de totstandkoming van de wet, naar verwachting per 1 januari 2008, deze bijdrage beëindigt.
77
8.5.3. Tarieven waterkering De tarieven van de taak waterkering worden door een jaarlijkse onttrekking uit de bestemmingsreserve nadeelcompensatie met ongeveer 50% gedrukt. Dit is mogelijk vanwege de afkoopsom/schadevergoeding die het ministerie van Verkeer en Waterstaat aan het waterschap gegeven heeft vanwege de extra hoge exploitatiekosten van de kaden als gevolg van gewijzigd Rijksbeleid. De middelen in de reserve zijn toereikend tot en met 2008. Deze middelen zijn doelbewust tot en met dat jaar gevormd, omdat verwacht wordt dat vanaf 2009 de fiscale bepalingen van de te wijzigen Waterschapswet in werking treden. Daarmee vervalt de wettelijke basis om een aparte waterkeringsomslag te heffen. Als deze wetswijziging later in werking treedt dan ontstaat bij de waterkeringstaak een dekkingstekort van ongeveer € 0,5 miljoen.
78