Jaarverslag 2013 inclusief speciaal cahier met columns & interviews
espria jaarverslag 2013
inhoudsopgave jaarverslag 1. Voorwoord
8
2. Profiel van het concern
14
2.1
14
Algemene identificatiegegevens
2.2 Structuur van de organisatie
14
2.3 Kerngegevens
14
3. Bestuur, toezicht en medezeggenschap
20
3.1 Normen voor goed bestuur 3.2 Raad van Bestuur en Directies
20
3.4 Medezeggenschap
33
3.4.1 Cliëntenraad
33
3.4.2 Ondernemingsraad
34
4. Beleid, inspanningen en prestaties
40
4.1
40
3.3
Raad van Commissarissen
Meerjarenbeleid
21 21
4.2 Algemeen beleid verslagjaar
42
4.2.1 Beleidsthema’s per zorglijn.
42
4.2.2 Beleidsthema’s op concernniveau
52
4.3 Samenleving, samenwerkingsrelaties en belanghebbenden/stakeholders
61
4.3.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO)
61
4.3.2 Belanghebbenden/stakeholders en samenwerkingsrelaties
63
4.4 Toekomstparagraaf
65
Bijlagen 1. Kerngegevens
134
2.
137
Samenstelling Raad van Bestuur
3 Alledaagse waarden Espria jaarverslag 2013
Veel of een beetje. Een bijdrage leveren. Omdat je dat kunt, en omdat je dat graag wilt doen. Meedoen is stimuleren, voor iedereen. En ook van jezelf. Meedoen. Zeer gewaardeerd.
5 Alledaagse waarden Espria jaarverslag 2013
Meedoen Zeer gewaardeerd
11.12 Fijn om het nog even na te lezen
14.05 En als je ermee bezig gaat, dan snap je het gelijk
18.15 Zo fijn om het dan weer te weten, waarom
1. voorwoord
9 1. Voorwoord Espria jaarverslag 2013
Dit alles overziend stellen we vast dat de sector, maar ook de samenleving stap voor stap leeft met de gedachte dat het ook anders kan, dat het wellicht ook goed is om het eerst meer zelf te doen en samen te doen, en dan pas aan LATEN DOEN te denken. Dat we na een paar decennia van probleem denken over bezuinigingen, bedreigingen, onbetaalbaarheid en onmogelijkheid als samenleving de verschillende handschoenen aan het oppakken zijn.
personen, hebben we in een speciaal Cahier “Op weg naar een nieuwe vanzelfsprekendheid” in het hart van dit Jaarverslag 2013 opgenomen. Dat is de uitdaging. En hebben we daarvoor genoeg in huis? Meer dan genoeg. Sterker nog, zoveel aan waarden en elementen dat we die heel goed eens willen benadrukken. Dat we daar trots op mogen zijn en dat ook eens kunnen laten zien. Dat we aandacht voor elkaar hebben. Professioneel en betrokken zijn. Dat we graag willen dat we allemaal mee kunnen doen. Dat we bereikbaar en helder met elkaar communiceren. Dat we het van grote waarde achten dat onze kwetsbare cliënten - ouderen, mensen in de GGZ en mensen met een beperking - meetellen en van waarde kunnen zijn. Ieder op zijn en haar eigen wijze. Maar van waarde. Dat willen we graag nu, met een terugblik over 2013 en met veel energie voor de komende jaren, benadrukken. Zeer Gewaardeerd. Zie hier het thema van dit jaarverslag; en ook ons bindend thema voor de komende jaren. Voor onze cliënten, voor onze medewerkers, voor onze waarden. Onze passie. Zeer Gewaardeerd. Marco Meerdink, Tiana van Grinsven, John Kauffeld en Anton Zuure Raad van Bestuur
betrokken
samen
meedoen
aandacht
geregeld
dichtbij
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
Dat we met z’n allen vaststellen dat we ook met z’n allen hier heel veel in kunnen betekenen. Hoe ingrijpend ook. Want dat anders denken, anders werken heeft ook ingrijpende gevolgen voor
voor elkaar
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
Zo vinden wij dat zorg niet meer automatisch en onvoorwaardelijk beschikbaar moet zijn voor bijvoorbeeld alle mensen die oud zijn. Mensen, die naar de traditionele normen gemeten, ‘daar recht op hebben’. Wij vinden dat je best die “nieuwe” vraag nog eens een paar maal mag stellen. ”Wat kunt u zelf
En tenslotte zijn we er zeker van dat aandacht - er zijn voor elkaar, meedenken, betrokken zijn- van hele grote waarde is. Aandacht is “het beste recept” tegen wellicht de belangrijkste aandoening bij kwetsbare mensen: eenzaamheid. Laten we het anders zeggen: aandacht is van onschatbare of onbetaalbare waarde en dat is een prachtige tegenstelling. Aandacht kost namelijk niks.
professioneel
Inmiddels kunnen we zien dat in de sector, en misschien ook wel in de samenleving, dat “MOETEN” langzaam verandert in “WILLEN.” Dat we zien en weten, dat we beseffen dat we zelf, en met z’n allen, een hele belangrijke factor kunnen zijn in de wijze waarop wij omgaan met alle veranderingen die op ons afkomen.
Die kanteling, van MOETEN naar WILLEN, van niet alles “LATEN doen” maar meer ZELF en SAMEN DOEN, is zo natuurlijk dat we inmiddels willen praten over “de weg naar een nieuwe vanzelfsprekendheid.” We verlaten de wereld waar we vandaan komen en gaan naar een wereld die nu nog nieuw is, waar we nog wat zoekend zijn maar wel weten dat de richting in grote lijnen klopt. Dat we kwetsbare mensen willen aanmoedigen in zelf doen, samen doen en dus meedoen, en dat we aldus werken aan een (zorg) samenleving die “met z’n allen” straks praat over een waardevol leven. Dat we dan met al haar nieuwe aspecten als vanzelfsprekend ervaren. Gedachten daarover, prachtige overdenkingen van aansprekende
betrokken
Willen wel. Willen is wat we zelf kunnen bedenken, begrijpen en omarmen.
Dat anders denken, anders werken is binnen onze organisaties in 2013 heel duidelijk doorgezet. Parallel aan het overheidsbeleid op het gebied van de zorg, maar ook als een voorbeeld voor dat beleid. Espria is volstrekt van mening dat het een goede zaak is om anders te kijken naar heel veel zaken in de zorg; zaken die voorheen vanzelfsprekend waren.
We zijn er bovendien van overtuigd dat wie meetelt zich van waarde voelt. Meedoet. En daarmee - vele onderzoeken geven dit aan - minder aanspraken maakt op zorg en andere faciliteiten maar ook, en dat is heel belangrijk, hoger scoren op de schaal als het gaat om kwaliteit van leven, om welbevinden.
samen
Moeten is niet leuk. Moeten wordt opgedragen, komt van buiten, is niet van jezelf.
Maatschappelijk is de geest is uit de fles. Ontegenzeggelijk.
We zijn er ook van overtuigd dat kwetsbare mensen graag mee willen blijven tellen, mee willen blijven doen, hoe minimaal ook en soms verrassend, hoe substantieel ook.
meedoen
Heel langzaam heeft onze samenleving in de gaten dat we er niet meer zijn als we naar buiten wijzen, als we bij bedreigingen, bezuinigingen, nieuw beleid naar de overheid wijzen en vaststellen dat “daar de oorzaak ligt, bij die overheid, en dat het daar echt anders moet.” Die overheid wijst inmiddels al een paar jaar terug en geeft aan ons, aan alle partijen in de sector aan dat we het zelf anders moeten aanpakken.
We zijn er en willen er altijd zijn voor de zeer kwetsbare mensen die zonder onze hulp en bejegening, die zonder noodzakelijke zorg geen waardevol leven kunnen hebben.
aandacht
En die laatste toevoeging is wellicht de meest belangrijke. Een essentieel verschil met vroeger: “Met z’n allen.”
bijvoorbeeld de werkgelegenheid. Ook in 2013 hebben we dientengevolge afscheid moeten nemen van gewaardeerde collega’s. Mensen die echter ook in een aantal gevallen, met ondersteuning van ons, weer nieuwe kansen hebben gekregen in een nieuwe werkomgeving.
Waarbij we enkele uitgangspunten onveranderd en onvoorwaardelijk blijven bewaken.
geregeld
Ook 2013 heeft laten zien dat de sector van wonen en zorg heeft te maken met vele nieuwe uitdagingen. Dagelijks maken we daar kennis mee in de media, dagelijks krijgen we te horen en te zien dat “het allemaal niet meer zo kan en echt anders moet.” Ook binnen Espria, met onze duizenden cliënten en medewerkers bevinden we ons vaak in “het oog van deze orkaan.” Soms oorverdovend. Hoe moet dat allemaal en hoe gaan we dit oplossen. Met z’n allen?
doen en wat kunt u met elkaar doen?” En pas daarna: “Wat kunnen wij voor u betekenen?”
dichtbij
Zeer gewaardeerd: hoe vanzelfsprekend
11 Alledaagse waarden Espria jaarverslag 2013
Met elkaar en gericht op elkaar. Bejegening met warmte, professioneel, betrouwbaar en empathisch. Rekening houden met wat kan, niet kan, met willen en doen. Betrokken. Zeer gewaardeerd.
13 Alledaagse waarden Espria jaarverslag 2013
Betrokken Zeer gewaardeerd
10.03 Gewoon even aan gedacht, zo’n bloemetje. Mooi
14.23 Voor jarig, of elk ander feestje. Iets nieuws
16.38 Zo fijn om te krijgen; maar ook om te geven
2. Profiel van het concern 2.1 Algemene identificatiegegevens
De kraamvogel
Stichting
Holding BV
Icare
Bij Particura Zorgbemiddeling BV heeft een fusie plaatsgevonden waarbij Algemene Thuiszorg BV is geïntegreerd in eerstgenoemde BV.
BV 51%
St. Evean Thuiszorg Coöperatieve Zorgcentrale Noord U.A. St. Evean Zorg Amsterdam Thuiszorg Perfect BV Stichting Evean Zorg Stichting Kinderopvang Hoogeveen Stichting Particura • Particura Zorgbemiddeling • UMC Groningen Thuis BC (50%) • Stichting Profzorg
De verschillende organisaties en bedrijfsonderdelen van Espria zijn onderverdeeld naar zorglijn en regio. Espria richt zich primair op de volgende zorglijnen: - Verpleging Verzorging en Thuiszorg (VVT); - Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ); - Verstandelijk Gehandicaptenzorg (VGZ);
Stichting Evean Cumulus
De Kraamvogel NW BV
Stichting Evean Facilitas
De Kraamvogel ZW BV
Stichting Welsaen Stichting Maatschappelijke Dienstverlening
* Consolidatie van de ledenvereniging vindt plaats in stichting Icare.
betrokken
samen
meedoen
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
Het huidige SSC maakt op dit moment onderdeel uit van de volgende stichtingen: Stichting Evean Zorg, Stichting Icare, Stichting GGZ Drenthe en Stichting Zorggroep Meander.
betrokken
samen
meedoen
• Evean Kraamzorg BV
De Kraamvogel ZO BV
De kernregio’s voor Espria waren in 2013 NoordHolland (VVT en Kraamzorg) en Noordoost Nederland (alle zorglijnen). De kengetallen van de Espria bedrijfsonderdelenzijn opgenomen in bijlage 1.
aandacht
Stichting Evean Caro
De Kraamvogel NO BV
Daarnaast is Espria actief op het gebied van Kraamzorg, Jeugdgezondheidszorg en Kinderopvang. Kraamzorg en Kinderopvang behoren niet tot de strategische speerpunten van Espria. Daarom wordt ingezet op vervreemding van deze activiteiten.
geregeld
persoonlijk
Vereenvoudiging van de organisatiestructuur Waar mogelijk streeft Espria naar een versimpeling van de juridische structuur van het concern. Er is in 2012 een plan gemaakt om Stichting Evean Thuiszorg NHN, Stichting Evean Zorg Amsterdam
Evean Services
Stichting De Dillenburg
2.3 Kerngegevens
dichtbij
Samenwerking met de Espria Ledenvereniging Espria heeft een alliantie met de Espria Ledenvereniging. De Ledenvereniging staat open voor iedereen in de werkgebieden van de bedrijfsonderdelen van Espria. Leden kunnen gebruik maken van allerlei diensten op het gebied van service en comfort die de Ledenvereniging biedt.
GGZ Drenthe
• Habicare BV
Ter ondersteuning van de Raad van Bestuur is een kleine concernstaf operationeel.
De hoofdstructuur van Stichting Espria is weergegeven in het organogram, zoals weergegeven in figuur 1.
Stichting
Evean
aandacht
Stichting Espria bestaat uit meer dan dertig organisaties en bedrijfsonderdelen, elk onder leiding van resultaatverantwoordelijke directies. De verschillende onderdelen vallen onder zes rechtspersonen. Daarnaast heeft Espria een 51% belang in Evean Services BV.
Meander
Stichting
Icare Beheer en Ontwikkeling BV
Efficiënte ondersteuning bedrijfsonderdelen Espria heeft voor de bedrijfsonderdelen een Shared Service Center (SSC) ingericht. Hierin zijn de ondersteunende activiteiten op het gebied van finance, HR-services, ICT en inkoop ondergebracht.
2.2 Structuur van de organisatie
De Trans
geregeld
Internetpagina: www.espria.nl
Zorggroep
dichtbij
E-mailadres:
[email protected]
helder
LEDENVERENIGING EVEAN/ICARE*
Stichting
Stichting
persoonlijk
Identificatienummer Kamer van Koophandel: 08173909
bereikbaar
STICHTING ESPRIA
Fusies in 2013 Met het oog op de realisatie van integraal aanbod in Zaanstad is Stichting Evean in 2013 bestuurlijk gefuseerd met Stichting Welsaen en Stichting Maatschappelijke Dienstverlening.
Telefoonnummer: 088-3833488
actief
Figuur 1. Organogram Espria
helder
Adres: Blankenstein 400, 7943 PH Meppel
voor elkaar
2. Profiel van het concern Espria jaarverslag 2013
en Stichting Evean Zorg samen te voegen tot één juridische entiteit. In 2013 is de integratie van deze bedrijfsonderdelen verder uitgewerkt. De juridische integratie zal in 2014 worden geëffectueerd.
Naam verslagleggende rechtspersoon: Stichting Espria
professioneel
15
17 Alledaagse waarden Espria jaarverslag 2013
Zichtbaar en onzichtbaar. Maar wel de wetenschap. Op vele momenten en soms op elk moment. Voor elkaar en ook voor jezelf.Heel belangrijk, de tijd, de bejegening, het gezelschap. Geïnteresseerd. Aandacht. Zeer gewaardeerd.
19 Alledaagse waarden Espria jaarverslag 2013
Aandacht Zeer gewaardeerd
14.43 Verheug ik me altijd weer op. Zij ook
10.53 Gisteren al klaar gemaakt. Mijn recept
16.21 Wat wil je nog meer. Genieten
3. Bestuur, toezicht en medezeggenschap
Algemeen In dit jaarverslag legt de Raad van Commissarissen van Espria, en de daaronder vallende juridische entiteiten, publiekelijk verantwoording af over de wijze waarop de Raad invulling heeft gegeven aan de uitvoering van zijn taken en bevoegdheden in het afgelopen jaar.
betrokken
Terugblik op 2013 De zorgsector verkeert in een turbulente periode en staat onder (financiële) druk ten gevolge van diverse overheidsmaatregelen. Dit tegen de achtergrond van een grote stelselwijziging die door het Kabinet in gang is gezet om de zorg ook op langere termijn betaalbaar te houden. Belangrijke elementen daarvan zijn het scheiden van wonen en zorg, het overhevelen van grote delen van de AWBZ naar de WMO en ZVW, gepaard gaand met forse budgetkortingen. Dit alles heeft grote impact op de
samen
persoonlijk
professioneel
betrokken
samen
meedoen
aandacht
geregeld
dichtbij
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
De personele unie op het niveau van de Raad van Commissarissen zal naar verwachting per 1 januari 2015, als gevolg van de Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting, moeten worden opgeheven. Zie hiervoor paragraaf 3.3
helder
• Portefeuilleverdeling Raad van Bestuur De heer Meerdink is als CEO primair verantwoordelijk voor de concernstrategie, innovatie, HRM en public affairs. De heer Zuure heeft als CFO o.a. het financiële beleid, control, treasury en riskmanagement in portefeuille. Mevrouw Van Grinsven is als COO primair verantwoordelijkheid voor het in het westen van het land gelegen zorgbedrijf Evean, alsmede De Kraamvogel en het Shared Service Center van Espria. De heer Kauffeld is als COO primair verantwoordelijk voor de noordoostelijk gelegen zorgbedrijven van Espria, te weten GGZ Drenthe, Icare, Zorggroep
3.3 Raad van Commissarissen
meedoen
De besluitvorming binnen de Raad van Bestuur vindt plaats met meerderheid van stemmen. Het bestuur legt bepaalde belangrijke bestuursbesluiten ter goedkeuring voor aan de Raad van Commissarissen. Deze besluiten zijn in de statuten nader omschreven.
Daarnaast worden de directeuren door de Raad van Bestuur actief betrokken bij strategische vraagstukken. Dit gebeurt bijvoorbeeld in de vorm van synergiedagen en, daarnaast, in maandelijks afstemmingsoverleg tussen de directeuren en de beide COO’s van de Raad van Bestuur.
aandacht
De uitgangspunten en principes in de Zorgbrede Governance Code en in de Governance Code Woningcorporaties zijn onder meer bepalend voor de wijze waarop onderstaande punten binnen de governancestructuur van Espria zijn vorm gegeven: - invloed en betrokkenheid van en verantwoording aan belanghebbenden; - de wijze waarop de organisatie wordt bestuurd; - de wijze waarop toezicht wordt gehouden op het bestuur; - waarborgen voor onafhankelijkheid en tegengaan van belangenverstrengeling bij bestuur en toezicht; - honorering van bestuurders en toezichthouders.
Directies van bedrijfsonderdelen zijn tevens verantwoordelijk voor samenwerking met andere bedrijfsonderdelen om synergievoordelen te behalen, best practices uit te wisselen, maar ook om ‘mede-eigenaarschap’ voor concernontwikkeling te realiseren. In dit kader is in 2013 bijvoorbeeld een regieraad van directeuren ingesteld voor afstemming van de aard, omvang en kwaliteit van de producten van het SSC.
geregeld
Taken, bevoegdheden en werkwijze In de statuten en in het reglement van de Raad van Bestuur zijn de taken, bevoegdheden en werkwijze van de Raad van Bestuur vastgelegd. Deze zijn te vinden op www.espria.nl. Onderdeel van het reglement is ook een regeling in verband met tegenstrijdige belangen en nevenfuncties.
1
voor elkaar
Directies De directies van de bedrijfsonderdelen geven, binnen door de Raad van Bestuur van de bedrijfsonderdelen aangegeven inhoudelijke en financiële kaders, leiding aan hun eigen bedrijfsonderdeel. Binnen deze kaders stellen de directies een eigen beleidsplan en begroting op, die met de Raad van Bestuur worden besproken en daarna ter vaststelling aan de Raad worden voorgelegd.
De governance is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen.
Hoge eisen op het gebied van governance Espria en Woonzorg Nederland worden op hun beleidsterreinen geconfronteerd met vergelijkbare maatschappelijke en politieke ontwikkelingen. Met afnemende publieke middelen en mogelijkheden moet meer ondernemerschap worden getoond. Ondernemerschap, gericht op vernieuwing, verbreding en verbetering van de dienstverlening aan klanten. Naast maatschappelijke bevlogenheid wordt daarbij gevraagd naar een verantwoorde zakelijke inschatting van de risico’s die met een grotere beleidsvrijheid samenhangen. Daarbij is bovenal het beheersen van die risico’s belangrijk.
professioneel
Raad van Bestuur De Raad van Bestuur van Espria, tevens de Raad van Bestuur van de daaronder vallende juridische entiteiten, bestaat uit M.W. (Marco) Meerdink, A.Th.J.M. (Anton) Zuure, J.L. (John) Kauffeld en mevrouw T.T.M. (Tiana) van Grinsven. De bestuursleden vormen ook de Raad van Bestuur van Woonzorg Nederland. Een overzicht van de bestuursleden en hun nevenfuncties is opgenomen in bijlage 2. De Raad van Bestuur is primair verantwoordelijk voor: - de strategie en het beleid van het concern; - de realisatie van de doelstellingen van de concern; - de beheersing van de risico’s die het verwezenlijken van de doelstellingen in de weg staan; - de naleving van alle relevante wet- en regelgeving; - de maatschappelijke verantwoording van de organisatie.
dichtbij
Concreet betekent dit voor de governancestructuur van Stichting Espria, dat de Zorgbrede Governance Code is aangevuld met artikelen uit de Governance Code Woningcorporaties. Hierbij is uitgegaan van toepassing van maximale transparantie en helderheid. Het meest zware artikel uit beide codes geldt voor beide stichtingen. Dat betekent voor Espria veelal zwaardere eisen op het gebied van financiële regulering en controle. Dit past bij de hogere eisen die ten gevolge van de marktwerking in de zorgsector door financiële instellingen worden gesteld aan zorgorganisaties.
Meander en De Trans, alsmede het landelijk werkende Particura.
bereikbaar
Personele unie Espria en Woonzorg Nederland Stichting Espria en stichting Woonzorg Nederland werken nauw samen met als doel oplossingen op het gebied van zorg, service en wonen te ontwikkelen; oplossingen die bijdragen aan de kwaliteit van leven van hun klanten. Dit zijn veelal ouderen en kwetsbare mensen. De samenwerking krijgt onder meer vorm in een personele unie: de raden van bestuur en commissarissen van Espria en Woonzorg Nederland bestaan uit dezelfde personen1. Espria heeft geen statutaire of andere formele relatie met Woonzorg Nederland. Espria met haar onderdelen is een volledig zelfstandige entiteit.
Stichting Espria en de stichting Woonzorg Nederland willen op het gebied van governance tot de best in class behoren. Bij de vormgeving van de governancestructuur van Espria en Woonzorg Nederland zijn daarom zowel de bepalingen van de Zorgbrede Governance Code als van de Governancecode Woningcorporaties toegepast.
3.2 Raad van Bestuur en Directies
actief
Professioneel bestuur, professioneel toezicht daarop en een goede, transparante verantwoording zijn voor elke organisatie van essentieel belang. Stakeholders en vooral klanten weten zich hierdoor verzekerd van kwaliteit en continuïteit van de dienstverlening. Dat geldt zeker voor een maatschappelijke onderneming als Espria. Wij oriënteren ons voor normen voor goed bestuur niet alleen op de zorgsector, maar ook op de woningcorporatiesector. Espria heeft sinds 8 april 2008 een intensief samenwerkingsverband met Woonzorg Nederland; een woningcorporatie die vooral actief is op het gebied van ouderenhuisvesting en zorgvastgoed.
3. Bestuur, toezicht en medezeggenschap Espria jaarverslag 2013
voor elkaar
3.1 Normen voor goed bestuur
21
23 3. Bestuur, toezicht en medezeggenschap Espria jaarverslag 2013
Benoemings- en remuneratiecommissie De benoemings- en remuneratiecommissie heeft in 2013 zes keer vergaderd. Daarnaast zijn er diverse bijeenkomsten geweest in verband met het aantrekken van twee nieuwe commissarissen, en de voorbereiding van de zelfevaluatie. In deze commissie zijn in 2013 verder onder meer de volgende onderwerpen aan bod gekomen: - honoreringsbeleid Raad van Commissarissen 2013; - indexering bezoldiging bestuurders volgens beloningscodes voor woningcorporaties en de code voor de zorg (BBZ);
betrokken
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
De auditcommissie heeft in 2013 vijf keer vergaderd, waarvan tweemaal in aanwezigheid van de
betrokken
samen
Auditcommissie
De commissie kwaliteit is in 2013 vier keer bijeengekomen. De commissie heeft zich met name gericht op de uitkomsten van de kwaliteitsmonitor op basis van het kwaliteitssysteem van Espria, zoals hierboven onder toezicht op kwaliteit is beschreven. De commissie kwaliteit heeft in 2013 een tweetal locatiebezoeken georganiseerd, te weten aan De Trans en aan Zorggroep Meander.
samen
Commissies De Raad van Commissarissen heeft uit zijn midden commissies ingesteld, enerzijds om de bespreking van onderwerpen in de vergaderingen van de Raad van Commissarissen voor te bereiden, anderzijds om bepaalde zaken na goedkeuring van de Raad van Commissarissen zelfstandig af te handelen. In tabel 1 elders in dit hoofdstuk, met daarin de samenstelling van de Raad van Commissarissen, staat vermeld van welke commissies de commissarissen deel uitmaken. Het betreft de volgende commissies:
• Toezicht op de financiële continuïteit De Raad van Commissarissen heeft in 2013 toezicht gehouden op de financiële continuïteit aan de hand van viermaandsrapportages, de Espria Meerjarenbegroting 2013 - 2017, de begroting 2013, het Treasury Jaarplan 2013 en de jaarrekeningen van de stichting, dochters en deelnemingen. De borging van de financiële continuïteit van Espria en de daaronder vallende bedrijfsonderdelen, was in 2013 een uitermate belangrijk issue voor de Raad van Commissarissen, gezien de toenemende risico’s op dit gebied. Het financiële toezicht van de Raad van Commissarissen wordt voorbereid in de auditcommissie.
Commissie kwaliteit
meedoen
In 2013 hebben zich geen transacties voorgedaan met een tegenstrijdig belang zoals bedoeld in de statuten en de reglementen van de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen.
Tijdens de zelfevaluatie van de Raad van Commissarissen is de Raad van Commissarissen tot de conclusie gekomen dat het toezicht op het stakeholdersbeleid weliswaar als een verantwoordelijkheid van de Raad van Commissarissen is te beschouwen, maar geen meerwaarde te zien in een Commissie Stakeholders. Besloten is deze op te heffen en de verdere ontwikkeling van het stakeholdersbeleid bij de Raad van Bestuur te beleggen.
aandacht
• Toezicht op kwaliteit In 2013 heeft de Raad van Commissarissen aan de hand van de systematische kwaliteitsmonitor, als onderdeel van het kwaliteitsmanagementsysteem van Espria, toezicht gehouden op de kwaliteit van Espria. De monitor is op een aantal punten nog verbeterd. Hier is bijvoorbeeld riskmanagement aan toegevoegd. Het toezicht op de kwaliteit van de Raad van Commissarissen wordt voorbereid door de commissie kwaliteit.
Commissie stakeholders/leden
geregeld
Daarnaast heeft de Raad van Commissarissen besluiten genomen met betrekking tot: - het voorzitterschap van de Raad van Commissarissen; - benoeming van de heer A. Westerlaken en de heer R. Steenbeek tot lid van de Raad van Commissarissen; - honoreringsbeleid Raad van Commissarissen; - honorering Raad van Bestuur in het kader van de WNT; - benoeming accountant voor de periode 2013 - 2015.
externe accountant. De auditcommissie heeft haar bevindingen en adviezen gerapporteerd aan de Raad van Commissarissen. Naast nagenoeg alle documenten en besluiten waaraan de Raad van Commissarissen goedkeuring heeft verleend (zie hierboven), zijn de volgende onderwerpen in de vergaderingen aan de orde gekomen: - accountantsverslag 2012; - financieel audit jaarplan 2013 - 2014; - managementletter 2013; - riskmanagement; - informatiebeveiliging; - uitkomsten waardering vastgoed in het kader van scheiden wonen en zorg; - ontwikkelingen SKH.
dichtbij
• Toezicht op strategie Zoals hierboven is aangegeven, heeft de Raad van Commissarissen intensief met de Raad van Bestuur gesproken over de strategische koers van Espria, resulterend in goedkeuring van het Espria meerjarenplan en -begroting 2014 - 2017.
meedoen
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de Raad van Commissarissen zijn omschreven in de statuten van Espria. Een en ander is verder uitgewerkt in het reglement voor de Raad van Commissarissen d.d. 23 september 2009. De informatievoorziening door de Raad van Bestuur aan de Raad van Commissarissen is vastgelegd in een
Het toezicht van de Raad van Commissarissen
aandacht
Werkwijze De Raad van Commissarissen houdt toezicht op het beleid van de Raad van Bestuur en op de algemene gang van zaken in de stichting en de met haar gelieerde rechtspersonen. Daarnaast heeft de Raad een adviesfunctie voor de Raad van Bestuur. Bij de vervulling van zijn taak richt de Raad van Commissarissen zich naar het (maatschappelijk) belang van de stichting en de met haar gelieerde rechtspersonen, met een bijzondere aandacht voor de volgende onderwerpen: - de realisatie van de statutaire en andere doelstellingen van de organisatie; - de strategie en de risico’s verbonden aan de activiteiten van de organisatie; - de opzet en werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen; - de financiële verslaglegging; - de kwaliteit en veiligheid van de activiteiten; - de naleving van wet- en regelgeving; - de verhouding met belanghebbenden; - het op passende wijze uitvoering geven aan de maatschappelijke doelstelling en verantwoordelijkheid van de organisatie.
De Raad van Commissarissen heeft in het verslagjaar zeven maal vergaderd in aanwezigheid van de Raad van Bestuur. De Raad van Commissarissen heeft daarnaast enkele keren in eigen kring vergaderd, onder andere over de bespreking van het eigen functioneren en het functioneren van de Raad van Bestuur. Bij de bespreking van het jaarverslag 2012 was ook de accountant aanwezig.
geregeld
De Raad van Commissarissen dankt de Raad van Bestuur, directies en medewerkers van Espria voor hun inzet in 2013 voor de organisatie(s) en, bovenal, voor wie het allemaal bedoeld is: voor onze cliënten.
• Toezicht op besluiten van de Raad van Bestuur/ besluiten van de Raad van Commissarissen De Raad van Commissarissen heeft in het verslagjaar 2013 bestuursbesluiten tot goedgekeurd ten aanzien van onder meer de volgende onderwerpen: - Meerjarenbeleidsplan en meerjarenbegroting 2013 - 2017; - Begroting 2014; - Treasury statuut en Treasury Jaarplan 2013; - Verkoop complex De Tamboerijn; - Bestuurlijke fusie tussen Stichting Evean en Welsaen/SMD; - Statutenwijziging en naamswijziging ledenvereniging Icare/Evean; - Vestiging recht van hypotheek door GGZ Drenthe t.g.v. BNG bank; - Jaarverslag en jaarrekening 2012; - de portefeuilleverdeling van de Raad van Bestuur; - de targets van de Raad van Bestuur voor 2013;
informatieprotocol. De Raad van Bestuur rapporteert aan de Raad van Commissarissen regelmatig over de voortgang van de speerpunten uit het jaarplan, zoals financiële en inhoudelijke doelstellingen, strategisch plan en samenwerkingsvormen. Dit stelt de Raad van Commissarissen mede in staat om zijn toezichthoudende taak goed te vervullen.
dichtbij
bedrijfsonderdelen van Espria. De Raad van Bestuur heeft daarom een traject in gang gezet, gericht op de ontwikkeling van duurzame, meerjarige, toekomstplannen door de bedrijfsonderdelen. Hierin is in 2013 veel tijd en energie gestoken. De Raad van Commissarissen heeft dit proces nauwgezet gevolgd. Gedurende het jaar is hier meerdere keren met de Raad van Bestuur over gesproken. De Raad van Commissarissen heeft zijn waardering uitgesproken voor de door de Raad van Bestuur ingezette koers en heeft eind 2013 goedkeuring verleend aan het Espria Meerjarenbeleidsplan 2013 - 2017 en de Espria Meerjarenbegroting 2013 - 2017.
25 3. Bestuur, toezicht en medezeggenschap Espria jaarverslag 2013
- gevolgen Wet Normering Topinkomens (WNT) voor het bezoldigingsbeleid van de Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen; - voorbereiding werving en selectie twee nieuwe commissarissen; - voorbereiding functioneringsgesprekken met de Raad van Bestuur; - voorbereiding zelfevaluatie Raad van Commissarissen. Zelfevaluatie De Raad van Commissarissen heeft haar eigen functioneren geëvalueerd. Een belangrijk punt dat uit de evaluatie naar voren is gekomen is de behoefte van de Raad van Commissarissen om nauwer betrokken te worden bij de organisatieonderdelen van Espria en Woonzorg Nederland. Dit heeft er toe geleid dat met ingang van 2014 de ‘aandachtscommissaris’ is ingevoerd, waarbij de bedrijfsonderdelen van Espria en Woonzorg (als totale entiteit) ieder worden gekoppeld aan een specifieke commissaris die in het bijzonder wordt geïnformeerd over en aandacht heeft voor de betreffende entiteit. Werkgeversrol De Raad van Commissarissen is verantwoordelijk voor een goed bestuur en is in dat kader onder andere verantwoordelijk voor de benoeming, schorsing en ontslag van de bestuurders, hun arbeidsvoorwaarden en de evaluatie van het functioneren van de bestuurders. In dat verband zijn de volgende zaken in 2013 relevant geweest: • Samenstelling bestuur Per 1 januari 2013 is mevrouw T.T.M. (Tiana) van Grinsven benoemd tot bestuurder. Daarnaast zijn er in 2013 geen mutaties geweest in de Raad van Bestuur. • Arbeidsrechtelijke verhouding Raad van Bestuur De arbeidsrechtelijke verhouding van de bestuurders van Stichting Espria en Woonzorg Nederland is bijzonder vanwege de dubbele positie die zij bekleden vanwege het samenwerkingsverband. Zo hebben de heren Meerdink en Kauffeld en mevrouw Van Grinsven een arbeidsrechtelijke relatie met Espria en de heer Zuure met Woonzorg Nederland. De kosten van de bestuurders worden voor 50% ten laste van Woonzorg Nederland en voor 50% ten laste
Met inachtneming van bovenstaande heeft de Raad van Commissarissen geconstateerd dat de bezoldigingen, zoals overeengekomen in de arbeidsovereenkomsten van de heren Meerdink, Kauffeld en Zuure, de volgens de WNT toegestane maxima voor de sectoren zorg en corporaties overschrijden, doch gedurende geheel 2013 onder het overgangsrecht van de WNT vallen. Derhalve behoeven de bezoldigingen in dit jaar geen aanpassing aan de WNT.
• Arbeidsvoorwaarden Raad van Bestuur en toepassing Wet Normering Topinkomens In 2013 heeft de juiste toepassing van de per 1 januari 2013 van kracht geworden Wet normering topinkomens (WNT) op de arbeidsvoorwaarden van de leden van de Raad van Bestuur, de bijzondere aandacht van de Remuneratiecommissie en de Raad van Commissarissen gehad.
De bezoldiging van mevrouw Van Grinsven, die per 1 januari 2013 als bestuurder is aangetreden, valt binnen de maximum normbedragen van de WNT.
Uitgangspunt voor het arbeidsvoorwaardenbeleid voor de leden van het bestuur is tot aan 2013 steeds de ‘Beloningsregeling voor bestuurders in de zorg 2009 (BBZ)’ geweest. Bij de start van het samenwerkingsverband met Espria in 2008 is besloten om de salariëring en andere arbeidsvoorwaarden te baseren op de toepasselijke branchecode van de zorg, en niet op de branchecode van de woningcorporatie2. Dit omdat vanwege de aard, omvang, en complexiteit van de Espriaorganisatie de hoofdfunctie van de Raad van Bestuur in de zorg ligt.
Zowel de Raad van Commissarissen als de Raad van Bestuur hebben de intentie om in de geest van de WNT te handelen. Daarom is in 2013 in gezamenlijkheid besloten om in 2013 af te zien van indexering van de bezoldiging van de leden van de Raad van Bestuur die onder het overgangsrecht van de WNT vallen. Echter, na juridische consultatie is gebleken dat dit moet worden opgevat als een wijziging van de arbeidsovereenkomst. Daarmee zou het overgangsrecht van de WNT onmiddellijk komen te vervallen. De Raad van Commissarissen heeft gemeend dat dit niet de bedoeling kan zijn en heeft vervolgens besloten de bezoldiging van de betreffende bestuurders, conform de voorwaarden zoals geformuleerd in de betreffende arbeidsovereenkomsten, in 2013 wel te indexeren.
De bestuursfuncties zijn ingeschaald in de BBZ-regeling. Daarbij heeft de Raad van Commissarissen de in de BBZ genoemde opslag voor omgevings- en risicofactoren gesteld op 30%. Dit vanwege het risicoprofiel van de markten waarin de organisatie opereert en de omvang (omzet) van het samenwerkingsverband Espria/ Woonzorg Nederland, waar de Raad van Bestuur verantwoordelijk voor is. Er worden geen bonussen of andere variabele beloningen toegekend. De voorzitter van de Raad van Bestuur heeft een arbeidsovereenkomst die geheel voldoet aan de BBZ. De heren Zuure en Kauffeld hebben een arbeidsovereenkomst die is gebaseerd op oudere beloningscodes. De salarissen van deze bestuurders vallen binnen de schalen voor de BBZ.
Voor de heren Meerdink en Kauffeld hield dit in dat de bezoldiging in 2013 is geïndexeerd conform het door de NVZD afgegeven advies voor indexering in 2013, namelijk met 1,93%. De indexering van de bezoldiging van de heer Zuure is gebaseerd op de afspraken binnen de cao woondiensten, hetgeen voor hem in 2013 een eenmalige bruto uitkering van € 250 inhield.
De heren Meerdink en Kauffeld en mevrouw Van Grinsven nemen deel aan de pensioenregeling van het Pensioenfonds voor Zorg en Welzijn. De heer Zuure neemt deel aan de regeling bij de Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties. Voor de hoogte van de beloning van de leden van de Raad van Bestuur wordt verwezen naar onderdeel 25 in de toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening van de jaarrekening, conform de publicatievereisten van de WNT. • Beoordeling Raad van Bestuur Het functioneren van de Raad van Bestuur als geheel en de individuele leden afzonderlijk daarvan is door de Raad van Commissarissen besproken, voor- en nadat de benoemings- en remuneratiecommissie beoordelingsgesprekken met de Raad van Bestuur en een aantal ‘direct-reports’ en medezeggenschapsorganen heeft gevoerd. De Raad van Commissarissen heeft zich positief uitgesproken over de wijze waarop de bestuurstaak is vervuld. Honorering Raad van Commissarissen De Raad van Commissarissen heeft in 2013 op voordracht van de remuneratiecommissie een beloningsbeleid vastgesteld dat volledig is gebaseerd op de uitgangspunten van de WNT, inhoudende 5% van de conform de WNT toegestane maximum bezoldiging voor een lid van de Raad van Commissarissen en 7,5% van de conform de WNT toegestane maximum bezoldiging voor een voorzitter. Voor het overzicht van de vergoedingen die aan de commissarissen zijn uitbetaald in 2013 wordt verwezen naar onderdeel 25 in de toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening van de jaarrekening, conform de publicatievereisten van de WNT.
De Raad van Commissarissen heeft bovenstaande situatie getoetst aan de WNT. Hierbij heeft de Raad van Commissarissen rekening gehouden met de toepassingsregels van de WNT binnen zowel de zorgsector als binnen de corporatiesector. Voor zowel Espria als Woonzorg Nederland is het generieke maximum conform de WNT voor 2013 van toepassing, namelijk € 228.599.
betrokken
samen
meedoen
aandacht
geregeld
dichtbij
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
betrokken
samen
meedoen
aandacht
geregeld
dichtbij
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
Met uitzondering van de jaarlijkse indexering. Bij de heer Zuure vindt de indexering plaats conform de cao-ontwikkeling sector woondiensten.
voor elkaar
professioneel
2
van Espria gebracht. Nadere informatie hierover is opgenomen in de betreffende jaarrekeningen.
27 Alledaagse waarden Espria jaarverslag 2013
Met en bij elkaar. Delend en ook in gesprek; soms in discussie, vaak met elkaar eens. Zo blijf je scherp. Maar ook vertrouwd. Onder elkaar. Samen. Zeer gewaardeerd.
29 Alledaagse waarden Espria jaarverslag 2013
Samen
Zeer gewaardeerd
12.41 Even niet storen; wel m’n hoofd erbij houden
15.12 Keurig op een rijtje, klaar om te beginnen
17.44 Als je nog eens met z’n allen kijkt
31 3. Bestuur, toezicht en medezeggenschap Espria jaarverslag 2013
Mevrouw B. Fransen (1962) Functie Lid van de Raad van Commissarissen van Espria (op voordracht van de Centrale Cliëntenraad) ) en WZN Commissies Benoemings- en remuneratiecommissie (voorzitter) Hoofdfunctie en Directeur van Agfra Holding B.V. relevante nevenfuncties - Lid RvT Rijksmuseum Twenthe - Voorzitter beoordelingscommissie High Tech Factory Fund (Universiteit Twente) Eerste benoeming 1 september 2011 Einde benoemingstermijn 1 september 2015 Herbenoembaar Ja Aanwezig bij 6 van de 7 Raad van Commissarissen-vergaderingen
Tabel 1: Overzicht commissarissen Raad van Commissarissen Espria Commissarissen per 31 december 2013
De heer A. Westerlaken (1955) Functie Lid van de Raad van Commissarissen van Espria en WZN (op voordracht van de COR Espria en GOR Woonzorg Nederland) Commissies Kwaliteit Hoofdfunctie en relevante - Voorzitter Raad van Bestuur Maasstad Ziekenhuis relevante nevenfuncties - Voorzitter Bestuur Start en Start Foundation - Voorzitter Raad van Toezicht Nederlandse Stichting voor het Gehandicapte Kind (NSGK) - Lid Raad van Advies College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) - Voorzitter Raad van Toezicht IPCI, verbonden aan het Erasmus MC Eerste benoeming 12 november 2013 Einde benoemingstermijn 12 november 2017 Herbenoembaar Ja Aanwezig zijn 0 van de 1 vergaderingen Commissarissen die in 2013 zijn afgetreden
betrokken
samen
meedoen
aandacht
geregeld
dichtbij
persoonlijk
professioneel
De heer H.J. van den Bosch (1949) Functie Lid van de Raad van Commissarissen van Espria en WZN (op voordracht van het LHP) Commissies Audit commissie (voorzitter) Hoofdfunctie en Bestuursadviseur en commissaris relevante nevenfuncties - Bestuurslid Vastgoedmaatschappij Alliance - Lid Raad van Commissarissen NSI N.V. - Voorzitter Raad van Commissarissen Terberg Group B.V. - Voorzitter Raad van Commissarissen Antea Participaties IV Eerste benoeming 1 maart 2005 Herbenoeming 14 december 2010 Einde benoemingstermijn 1 maart 2013 Herbenoembaar Nee Aanwezig bij 0 van de 1 Raad van Commissarissen-vergaderingen Samenstelling Raad van
betrokken
samen
meedoen
aandacht
geregeld
dichtbij
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
Mevrouw B.E. Baarsma (1969) Functie Lid van de Raad van Commissarissen van Espria en WZN Commissies Audit commissie Hoofdfunctie en Directeur van SEO Economisch Onderzoek relevante nevenfuncties -B ijzonder hoogleraar Marktwerking- en mededingingseconomie, Faculteit Economie en Bedrijfskunde, UvA - Kroonlid Sociaal Economische Raad (SER) - Lid Raad van Commissarissen Loyalis NV - Lid van de Raad van Toezicht van het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis - Lid Raad van Toezicht BNN - Lid van het Bestuur van de Stichting Preferente Aandelen Kas Bank - Lid audit committee FNV Bondgenoten - Lid van de Raad van Toezicht van de Stichting G500 - Lid van de Raad van Advies van Peak Invest - L id Wetenschappelijke Adviesraad van het Instituut voor Informatierecht van de Universiteit van Amsterdam - Lid van de Commissie Structuur Nederlandse banken (Ministerie van Financiën) - Lid van de Commissie Dienstverlening aan huis (Ministerie van SZW) - Lid van de Monitoring Commissie Corporate Governance Code (EZ) Eerste benoeming 1 september 2011 Einde benoemingstermijn 1 september 2015 Herbenoembaar Ja Aanwezig bij 7 van de 7 Raad van Commissarissen-vergaderingen
professioneel
Lid van de Raad van Commissarissen van Espria en WZN Auditcommissie (voorzitter) CFRO en plv voorzitter Raad van Bestuur PGGM N.V. - Lid Raad van Commissarissen Koninklijke Kentalis, St Michielsgestel 31 december 2012 31 december 2016 Herbenoembaar Ja 6 van de 7 Raad van Commissarissen-vergaderingen
helder
Voorzitter van de Raad van Commissarissen van WZN Lid van de Raad van Commissarissen van Espria Kwaliteit (voorzitter), benoemings- en remuneratiecommissie Bestuursadviseur - Voorzitter Raad van Commissarissen Parking Delft B.V. - Voorzitter Stichting Sociaal Fonds PSO 10 november 2009 10 november 2017 Herbenoembaar Nee 7 van de 7 Raad van Commissarissen-vergaderingen
bereikbaar
De heer L. Geut (1947) Functie Commissies Hoofdfunctie en relevante nevenfuncties Eerste benoeming Einde benoemingstermijn Aanwezig bij
De heer P.A.M. Loven (1956) Functie Commissies Hoofdfunctie en relevante nevenfuncties Eerste benoeming Einde benoemingstermijn Aanwezig bij
actief
Voorzitter van de Raad van Commissarissen van Espria Lid van de Raad van Commissarissen van WZN geen Burgemeester Gemeente Dalfsen - Lid Raad van Commissarissen Heisterkamp Transport te Oldenzaal - Lid Raad van Commissarissen Roto Smeets te Deventer - Voorzitter Koninklijke NVRD (Nederlandse vereniging reinigingsdirecteuren) - Voorzitter Raad van Advies Start Foundation - Voorzitter Raad van Toezicht Drents Museum 31 december 2012 31 december 2016 Herbenoembaar Ja 7 van de 7 Raad van Commissarissen-vergaderingen
voor elkaar
De heer H.C.P. Noten (1958) Functie Commissies Hoofdfunctie en relevante nevenfuncties Eerste benoeming Einde benoemingstermijn Aanwezig bij
33 3. Bestuur, toezicht en medezeggenschap Espria jaarverslag 2013
De medezeggenschapstructuur voor cliënten is binnen Espria op drie niveaus georganiseerd. Lokale organisatorische onderdelen (dit kunnen zijn verpleeg- en verzorgingshuizen, wijken, divisies etc.) hebben een eigen Cliëntenraad. Deze zijn vertegenwoordigd in de Regionale Cliëntenraden, die op het niveau van de bedrijfsonderdelen van Espria zijn georganiseerd. De Centrale Cliëntenraad Espria (CCR) bestaat weer uit een vertegenwoordiging van deze onderliggende Regionale Cliëntenraden.
Adviezen van de CCR De CCR heeft in 2013 op verzoek van de Raad van Bestuur adviezen uitgebracht over de volgende onderwerpen: - addendum ambtelijk secretariaat; - geconsolideerde begroting Espria 2013; - geconsolideerd jaarverslag/jaarrekening Espria 2012; - onderzoek en herpositionering SSC; - klachtenregeling Evean Icare 2013; - niet harmoniseren waskosten; - voorgenomen benoemingen commissarissen.
betrokken
Wanneer aan de orde zijn op basis van bovengenoemde adviezen voorgenomen besluiten door de Raad van Bestuur aangepast, dan wel zijn afspraken over randvoorwaarden gemaakt
dichtbij
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
professioneel
betrokken
voor elkaar
Er zijn in 2013 acht overlegvergaderingen van de CCR met de Raad van Bestuur geweest. Naast diverse adviesaanvragen (zie kader) heeft de CCR een aantal beleidsonderwerpen met de Raad van Bestuur besproken, zoals het brandveiligheidsbeleid en de ontwikkeling van meerjarenplannen, mede in het kader van het overheidsbeleid zoals geformuleerd in het Regeerakkoord ‘Bruggen Slaan’.
Onafhankelijkheid Het reglement van de Raad van Commissarissen bevat regelingen met betrekking tot onder andere onafhankelijkheid, tegenstrijdige belangen en nevenfuncties. Alle commissarissen zijn onafhankelijk en kunnen - mede als gevolg van de
samen
In 2013 is op initiatief van de CCR en de Raad van Bestuur een zeer succesvol verlopen tweede ‘toogdag’ georganiseerd; een ontmoetingsdag voor alle cliëntenraadsleden binnen Espria. Thema was: ‘Eigen kracht als bron van vrijheid’. In 2014 wordt opnieuw een toogdag georganiseerd.
samen
3.4.1 Cliëntenraad
Ten aanzien van het eigen functioneren heeft de CCR met de Raad van Bestuur besproken behoefte te hebben aan versterking van de bemensing van de Raad, gepaard gaand met een evenwichtiger vertegenwoordiging vanuit de regionale cliëntenraden. Hierbij is het voorstel gedaan om tot een verdubbeling van de vertegenwoordiging vanuit de regionale cliëntenraden te komen. Dit is begin 2014 geëffectueerd.
meedoen
3.4 Medezeggenschap
Ook werden in 2013 standaard diverse Benchmark, Kwartaal- en Viermaandsrapportages, zowel gericht op financiën als kwaliteit, en andere documenten uit de planning- en controlcyclus toegelicht en besproken.
aandacht
Overleg Centrale Ondernemingsraad (COR) en Centrale Cliëntenraad (CCR) Delegaties van de Raad van Commissarissen hebben gedurende het jaar overlegvergaderingen met de COR en de CCR bijgewoond.
Daarnaast zijn er enkele ‘cliëntgerichte’ projecten besproken die binnen Espria worden uitgevoerd. Het project Laaggeletterdheid en het project Beste Buur (van de ledenvereniging) zijn in dit kader te noemen. Bij bovengenoemde besprekingen worden regelmatig medewerkers van Espria, bijvoorbeeld projectleiders, uitgenodigd om een presentatie te houden of een toelichting te geven.
geregeld
De Raad van Commissarissen vindt goed ondernemingsbestuur (good governance) van groot belang. De Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur vinden dit een onderwerp dat behoort tot de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de Raad van Commissarissen en Raad van Bestuur. Voor overige informatie hierover verwijzen wij naar paragraaf 3.1.
De invulling van het voorzitterschap van de Raad van Commissarissen Woonzorg Nederland door de heer Geut had op zijn verzoek een tijdelijk karakter. De Raad van Commissarissen heeft met het oog op de opheffing van de personele unie op Raad van Commissarissen-niveau in 2015 verdere uitbreiding van de Raad van Commissarissen wenselijk geacht en heeft daarom in 2013 een ‘search’ uitgezet naar een commissaris met een ‘huisvestingsprofiel’, tevens beoogd voorzitter van de Raad van Commissarissen Woonzorg Nederland. Dit heeft geresulteerd in de benoeming van de heer. R. Steenbeek, per 1 januari 2014. Vanaf dat moment heeft hij het voorzitterschap van de heer Geut overgenomen.
meedoen
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
Door het vertrek van de heer H.J. van den Bosch zou een vacature ontstaan op een voordrachtzetel vanuit het Landelijk Huurdersplatform (LHP) van Woonzorg Nederland. Deze voordrachtzetel is echter komen te vervallen. Met het oog op de voorgenomen omvang van de Raad van Commissarissen Woonzorg Nederland van vier zetels op het moment van opheffing van de personele unie, per 1 januari 2015, zou het LHP conform de Herzieningswet
Governance In de governancestructuur van Espria heeft in 2013 geen wijziging plaatsgevonden.
Ook zijn er in 2013 wijzigingen geweest in het voorzitterschap van de Raad van Commissarissen. Het voorzitterschap van de Raad van Commissarissen Woonzorg Nederland is per 1 juli 2013 overgedragen aan de heer L. Geut. De heer Noten fungeerde vanaf dat moment als lid van de Raad van Commissarissen Woonzorg Nederland. Zijn voorzitterschap van de Raad van Commissarissen Espria bleef ongewijzigd.
aandacht
De statuten van Espria schrijven voor dat de Raad van Commissarissen uit tenminste zeven leden bestaat. In verband met het vertrek van de heer Van den Bosch en nog enkele bestaande vacatures hebben in 2013 enkele benoemingen plaatsgevonden. Richtinggevend voor deze benoemingen was van het besluit over het benoemingenbeleid dat de Raad van Commissarissen in 2012 in het perspectief van het wetsvoorstel Herzieningswet toegelaten instellingen heeft genomen. In dit wetsvoorstel is een verbodsbepaling opgenomen voor het tegelijkertijd bestaan van personele unies op het niveau van de Raad van Commissarissen en Raad van Bestuur. De Raad van Commissarissen heeft daarop in overleg met de Raad van Bestuur besloten om de personele unie met Espria op het niveau van de Raad van Commissarissen, op het moment van inwerkingtreding van de Herzieningswet, te doorbreken. Als ingangsdatum hiervoor is 1 januari 2015 voorzien. In dat perspectief heeft de Raad van Commissarissen besloten om vanaf 2012 in het benoemingsbeleid naar de opheffing van de personele unie toe te werken, zodat vanaf 1 januari 2015 twee volledig bemenste Raden van Commissarissen operationeel kunnen zijn. Concreet gaat het in 2013 om het volgende:
waarborgen in het reglement - ten opzichte van elkaar, de Raad van Bestuur en andere organen onafhankelijk functioneren. In 2013 is geen sprake geweest van (transacties met) tegenstrijdige belangen waarbij een lid van de Raad van Commissarissen of de Raad van Bestuur betrokken is geweest.
Met het oog op de gewenste omvang van de Raad van Commissarissen Espria van vijf zetels op het moment van opheffing van de personele unie is in 2013 ook de in 2012 ontstane vacature door het vertrek van mevrouw H.M. Prast ingevuld. Dit betreft de invulling van een gecombineerde voordrachtzetel vanuit de Groepsondernemingsraad (GOR) van Woonzorg Nederland en de Centrale Ondernemingsraad (COR) van Espria. Op basis van de zorggerelateerd profiel is de heer A. Westerlaken door de GOR en COR voorgedragen. Hij is per 12 november 2013 door de Raad van Commissarissen als commissaris benoemd.
geregeld
De Raad van Commissarissen heeft in 2013 een aantal mutaties ondergaan. Per 1 maart heeft de heer H.J. van den Bosch zijn functie als commissaris beëindigd vanwege het bereiken van de maximale zittingsduur van acht jaar. De Raad van Commissarissen is hem zeer erkentelijk voor de vele jaren dat hij actief is geweest in de raad, en zijn positieve bijdrage aan de verdere ontwikkeling daarvan.
recht hebben op 1 voordrachtzetel. Vooruitlopend hierop is met het LHP overeengekomen dat met het vertrek van de heer Van den Bosch één van de twee huidige voordrachtzetels van het LHP kwam te vervallen. In plaats hiervan heeft het LHP adviesrecht verworven voor alle benoemingen in de Raad van Commissarissen. De overblijvende voordrachtzetel van het LHP wordt ingevuld door de heer L. Geut.
dichtbij
Commissarissen De Raad van Commissarissen van Espria heeft vanwege de personele unie met Woonzorg Nederland dezelfde samenstelling als die van Woonzorg Nederland. Zie tabel 1 voor een volledig overzicht van alle personen die in 2013 deel uitmaakten van de Raad van Commissarissen.
35 3. Bestuur, toezicht en medezeggenschap Espria jaarverslag 2013
Tenslotte zijn er verschillende besprekingen van functionele commissies met concernfunctionarissen over het desbetreffende vakgebied geweest. De COR kent de volgende commissies: commissie sociaal beleid, commissie financieel beleid, de OR verkiezingscommissie en het dagelijks bestuur. Doel van deze overleggen is om medewerkers nog meer te betrekken bij beleidsontwikkeling op verschillende terreinen, zoals personeel, organisatieontwikkeling, financiën en huisvesting.
Wanneer aan de orde zijn op basis van bovengenoemde adviezen voorgenomen besluiten door de Raad van Bestuur aangepast, dan wel zijn afspraken over randvoorwaarden gemaakt.
In twee overlegvergaderingen vond een zogenaamd art. 24 overleg plaats, waarin - in aanwezigheid van Raad van Bestuur en een afvaardiging van de Raad van Commissarissen - de algemene gang van zaken in de onderneming is besproken.
betrokken
samen
meedoen
aandacht
geregeld
dichtbij
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
betrokken
samen
Daarnaast vond in 2013 vier keer per jaar gezamenlijk overleg plaats van de COR met de Gemeenschappelijke Ondernemingsraad (GOR) van Woonzorg Nederland, waarbij de voorzitter van de Raad van Bestuur gedeeltelijk aanwezig was. In dit zogenoemde platformoverleg tussen COR en GOR vond ook de afstemming plaats ten aanzien van een voordracht van een commissaris namens de medezeggenschap van Espria en WZN, alsmede ten aanzien van advisering inzake een andere voorgenomen benoeming in de Raad van Commissarissen. Voorts richtte het platform een brief aan de Raad van Bestuur inzake de door de Raad van Bestuur voorgenomen portefeuilleverdeling Raad van Bestuur na aanstelling van de 4e
meedoen
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
De zetels van de onderdelen Stichting Evean Thuiszorg, Coöperatieve Zorgcentrale Noord en Facilitaire diensten zijn sinds 2012 vacant. Op 31 december 2013 beëindigde ook de OR Kind en Jeugd zijn vertegenwoordiging in de COR. Dit vanwege de overdracht van een groot deel van de Jeugdgezondheidszorg naar de GGD-en. Einde 2014 bestond de COR uit 14 leden.
De COR heeft in eigen gelederen 21 keer vergaderd in 2013. Daarbij zijn ook regelmatig gastsprekers uitgenodigd. Onderwerpen die in dat verband nader werden toegelicht waren onder meer: uitkomsten van benchmarkonderzoek van Actiz naar klant- en medewerkertevredenheid, de oprichting van de Espria Academy en de ontwikkeling van meerjarenbeleidsplannen.
Overleg en advisering De Centrale Ondernemingsraad heeft advies- en instemmingsrecht op diverse beleidsthema’s van het concern (zie kader). De COR heeft in principe maandelijks overleg met een van de bestuurders, waarbij onder meer de advies- en instemmingsaanvragen worden besproken. In 2013 vonden elf overlegvergaderingen plaats. In de overlegvergaderingen is de COR door het bestuur geïnformeerd over uiteenlopende onderwerpen. Dit had in 2013 onder meer betrekking op de ontwikkeling van visie en meerjarenplannen om de gevolgen van de door de overheid voorgestane stelselwijziging in de zorg op te vangen. Verder zijn kwaliteitszorg, financiën en het beleid ten aanzien van sociale plannen aan de orde geweest.
aandacht
De COR startte 2013 met 13 zetels en 10 leden. Aangezien de COR zich geconfronteerd zag met niet bezette zetels, voorzag hij dat hierdoor mogelijk in toenemende mate problemen met het quorum zouden kunnen ontstaan, waardoor geplande vergaderingen geen doorgang zouden kunnen vinden. Daarom heeft de COR in 2013 besloten om de bepalingen in zijn reglement omtrent de grondslag voor de berekening van het quorum te wijzigen. Om de continuïteit van de COR te bevorderen (geringere gevoeligheid voor absenties van leden, voldoende menskracht in de commissies van de COR; een en ander mede met het oog op een verwachte samenvoeging van onderdelen en daardoor krimp van het aantal ondernemingsraden) heeft de COR, in overleg met de onderliggende raden en na instemming door de Raad van Bestuur, besloten om het aantal afgevaardigden naar de COR niet langer te beperken tot één per Ondernemingsraad, maar de afvaardigende Ondernemingsraden de reglementaire mogelijkheid te bieden om, naar believen, één of twee van zijn leden naar de COR af te vaardigen. Elke Ondernemingsraad die zich vertegenwoordigt in de COR beschikt daarbij over twee stemmen in de COR-vergadering, ongeacht of een Raad één of twee leden afvaardigt. Een aantal ondernemingsraden (van De Trans, GGZ Drenthe, De Kraamvogel en het SSC) hebben van de mogelijkheid gebruik gemaakt om twee personen af te vaardigen naar de COR.
geregeld
Samenstelling De Centrale Ondernemingsraad (COR) van Espria bestaat uit afgevaardigde leden van de lokale medezeggenschapsorganen van de Espriabedrijfsonderdelen.
Adviezen van de COR De advies- en instemmingsaanvragen die in 2013 zijn afgehandeld, hebben vooral betrekking op organisatieveranderingen die bedrijfsonderdeel overstijgend zijn en, daarnaast, verbeteringen in bijvoorbeeld personele processen. Er is onder meer geadviseerd over: - onderzoek SSC en herpositionering SSC; - de reorganisatie van het facilitair bedrijf west; - de herpositionering van de ambtelijk secretarissen; - benoeming van commissarissen; - vervroegde uitbetaling van salarissen in december; - employee Self Service; - reglement e-mail- en internetgebruik.
bestuurder en boog het zich over de targets van de Raad van Bestuur in 2013.
Einde zittingstermijn op 31 december 2013 De zittingstermijn van de COR liep af op 31 december 2013. Om een vloeiende overgang te garanderen zijn vroegtijdig verkiezingen van nieuwe afgevaardigden naar de COR georganiseerd. Deze verkiezingen leidden niet tot vervangingen, wel - zoals gemeld - in enkele gevallen tot uitbreiding van de afvaardiging naar twee leden.
dichtbij
3.4.2 Ondernemingsraad
37 Alledaagse waarden Espria jaarverslag 2013
Van doorzichtig en transparant, tot begrijpelijk en bereikbaar. Schoon, dat ook. Blinkend en glanzend. En wat te denken van pienter, en bij de tijd. Je eigen tijd. Helder. Zeer gewaardeerd.
39 Alledaagse waarden Espria jaarverslag 2013
Helder
Zeer gewaardeerd
15.02 Wel goed m’n gedachten erbij houden
19.33 Ben je met allemaal samen, kun je heel veel vragen
20.39 En wat ik er nu mee kan….. niet te geloven
4. Beleid, inspanningen en prestaties
De VVT-bedrijven zetten binnen deze thema’s in op een integrale benadering van wijken en buurten, het creëren van een ‘shared savings’ bedrijfsmodel waarin het terugdringen van de schadelast centraal staat en het ‘verbijzonderen’ van de laagcomplexe zorg in aparte bedrijfsonderdelen. Vanuit de gekozen strategie zal het accent in de VVT komen te liggen op versteviging van de positie in de bovenkant van de markt door in te zetten op verdere groei in (gespecialiseerde) thuisverpleging en het aangaan van samenwerking met huisartsen en ziekenhuizen, met name op het gebied van de curatieve zorg en revalidatiezorg. Wel zullen er door regionale verschillen en verschillen in uitgangspositie accentverschillen zijn tussen de VVT zorgbedrijven in de vormgeving van de extramurale zorg.
betrokken
Ten gevolge van de extramuralisering van de ZZP’s worden de VVT bedrijven voor wat
samen
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
Ook zal Espria betrokken blijven bij initiatieven die welbevinden en zelfredzaamheid bevorderen. Dit zullen wij bijvoorbeeld doen via de Espria Ledenvereniging en door te participeren in
betrokken
samen
Ons meerjarenbeleid 2014 - 2017 Ons meerjarenbeleid 2014 - 2017 hebben wij gefundeerd op het hierboven in de missie genoemde uitgangspunt dat Espria zich ‘hogerop in de waardeketen’ wil positioneren. Wij zijn tot de conclusie gekomen dat met name de ‘onderkant’ van de zorg, het deel dat zal worden overgeheveld naar de Wmo, en waar de gemeenten de rol van inkoper zullen vervullen, in toenemende mate voor ons een ‘moeilijke’ markt zal worden. Er zal naar verwachting veel prijsdruk ontstaan en er zal sprake zijn van veel nieuwe toetreders, met name met veel ervaring in het zeer efficiënt organiseren van ‘laagcomplexe’
• VVT De VVT-bedrijven krijgen te maken met forse omzetdaling door volume- en tariefkortingen. Een en ander doordat hun relatief grote aandeel laagcomplexe extramurale omzet, in 2015 vanuit de AWBZ wordt gedecentraliseerd naar gemeenten en zorgverzekeraars. Dit betekent dat thema’s als het verlagen van de kostprijs en het terugdringen van volume met name in de VVT spelen.
meedoen
Bovengenoemd proces heeft geresulteerd in de vaststelling van meerjarenbeleidsplannen en -begrotingen 2014 -2017 voor alle bedrijfsonderdelen van Espria, geconsolideerd in een overall meerjarenbeleidsplan en -begroting 2014 - 2017 voor het Espria concern.
Voor onze zorgbedrijven in onze kernmarkten betekent ons meerjarenbeleid het volgende:
aandacht
Een focus op het opschuiven naar boven in de waardeketen impliceert dat andere segmenten onderin de markt (op termijn) op een andere wijze door ons bediend zullen worden. De wijze waarop, en het tempo waarin, is hierbij mede afhankelijk van de lokale situatie waarin onze zorgbedrijven zich bevinden. Met name is hierbij van belang hoe de uitgangspositie van onze zorgbedrijven is in de laagcomplexe zorg op regionaal niveau. Daarnaast zal moeten worden bezien hoe met name gemeenten als inkopende partij zullen gaan acteren. Het is bijvoorbeeld de vraag of zij een integraal aanbod wensen, dan wel gesegmenteerd willen inkopen. In ieder geval zullen wij snel en flexibel moeten kunnen inspelen op de lokale situatie. Wat dat betreft zal de nadruk, meer dan voorheen komen te liggen op netwerk-samenwerking met andere partijen/aanbieders in diverse rolverdelingen.
Flankerend aan bovengenoemde beleidslijn zullen wij organisatiebreed volop inzetten op: - kostenreductie en efficiencyverbetering; - een doelgericht personeelsbeleid om de kwantiteit en kwaliteit van ons personeelsbestand te matchen met onze ambitie; - ons innovatief vermogen.
geregeld
Onze ambitie is om ons daar, meer nog dan nu, onderscheidend te profileren, naar klanten, naar financiers en naar de samenleving: - naar klanten in de zin van blijvende aandacht voor een waardevol leven, niet meer zorg dan strikt noodzakelijk en een respectvolle, gastvrije bejegening; - naar financiers in de zin van voortdurende aandacht voor ‘schadelastbeperking’ en een excellent aanbod; - naar de samenleving als een zorgaanbieder met oog voor beperking van maatschappelijke kosten.
initiatieven als WeHelpen.nl, het Healthy Ageing Netwerk Noord Nederland (HANNN) en de ‘Ínnovatietafel’ (een initiatief van een pensioenfonds, een bank, een woningcorporatie, overheid en enkele zorgaanbieders en zorgverzekeraars), van waaruit bijvoorbeeld een brede bewustwordingscampagne op het gebied van zorg, wonen en pensioen wordt gestart.
dichtbij
Dit zien wij als onze ‘core-business’. Wij -onze zorgbedrijven- schuiven daarmee op naar boven in de zorg-waardeketen, naar een toenemende focus op intramuraal wonen, intensieve zorg thuis, intensieve hulp richting zelfstandigheid, transmurale zorgpaden, en, in beperktere mate, basis eerstelijns wijkzorg.
Wij herkennen ons in de door het Kabinet ingezette koers. Tegelijkertijd stelt het Espria en de aangesloten bedrijfsonderdelen voor een enorme uitdaging. Voor alle bedrijfsonderdelen van Espria houden de kabinetsplannen de noodzaak in tot een ingrijpende herpositionering. Wij hebben in 2013 daarom met onze bedrijfsonderdelen veel tijd en energie gestoken in het vraagstuk hoe de gewenste transitie kan worden gerealiseerd. Een optimale positionering ten opzichte van onze klanten en het garanderen van een economisch duurzame toekomst waren hierbij belangrijke uitgangspunten.
meedoen
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
Ingrijpende stelselwijziging De ingrijpende stelselwijziging die het Kabinet in de zorg voor ogen heeft, sluit goed aan op onze visie. De contouren van de kabinetsplannen zijn in 2013 duidelijk geworden. Kernwoorden
In onze ogen ligt de toegevoegde waarde van Espria met name daar waar complexere zorg wordt gevraagd, en waar de inzet van hoger geschoolde zorgprofessionals nodig is.
aandacht
Missie Espria ziet het als haar missie om vorm te geven aan manieren van ondersteuning die de weerbaarheid van mensen versterken en waar mogelijk afhankelijkheid van zorg uitstellen of voorkomen. Ondersteuning die uitgaat van wat mensen zelf kunnen en hoe hun eigen sociale netwerk, hun buurt, hun wijk hierin kan bijdragen. In die zin richten wij ons op het stimuleren van eigen kracht. Niet alleen draagt dit naar onze mening bij aan het welbevinden van onze cliënten, maar we zullen in de toekomst onze professionele, aanvullende zorg steeds meer moeten richten op diegenen die het echt nodig hebben. Espria-breed zullen wij ons de komende jaren geleidelijk aan meer gaan toeleggen op de intensievere vormen van zorg, ‘hogerop in de waardeketen’. Dat zien wij als onze maatschappelijke opgave en op deze wijze willen wij bijdragen aan het overeind houden van de solidariteit binnen ons zorgstelsel.
taken. Wij zijn van mening dat hier niet de kracht van Espria ligt.
geregeld
De zorgsector is begonnen aan een enorme en noodzakelijke cultuurverandering. Een verandering die een fundamenteel andere kijk op zorg en zorgverlening impliceert. Vele jaren hebben we vastgezeten in ‘oude’ zorgpatronen die zich bijna alleen maar richten op ziekte en gebrek in plaats van op zin en plezier in het leven, op welbevinden. Naast sterk gestegen zorguitgaven heeft dat geleid tot een verregaande zorgafhankelijkheid. Een zorg die de eigen verantwoordelijkheid heeft weggenomen. Een zorg die bovendien de eigen bijdrage van mensen om problemen op te lossen, of de bijdrage van hun directe sociale omgeving, grotendeels heeft verdrongen.
4. Beleid, inspanningen en presentaties Espria jaarverslag 2013
hierbij zijn: verregaande scheiding van wonen en zorg, overheveling van grote delen van de AWBZ naar de WMO en ZVW, overheveling van de jeugdzorg, inclusief de jeugd-GGZ, naar de gemeenten, verregaande extramuralisering bij gelijktijdige versterking van de eerste lijn en centrale positionering van de wijkverpleegkundige. Dit alles gepaard gaand met forse budgetreducties en verschuivingen in vergoedingen voor de lagere indicatiestellingen.
dichtbij
4.1 Meerjarenbeleid
41
43 4. Beleid, inspanningen en presentaties Espria jaarverslag 2013
betrokken
Evean Zorg levert binnen haar instellingen geriatrische revalidatie en is eind 2013 gestart met de implementatie van poliklinische revalidatie en revalidatie thuis. Zorgpaden zijn in samenwerking
samen
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
Intramuraal is in 2013 het bouwproject MFA Heggerank gestart, waarbinnen door diverse partijen wordt samengewerkt aan concepten die de dienstverlening aan de klant versterken.
betrokken
samen
• Icare Zo is Icare begonnen met de ontwikkeling van geïntegreerde wijkteams, die de verbinding moeten gaan maken tussen het domein van de verzekerde zorg en het sociale domein. De wijkverpleegkundigen vervullen hierin een sleutelrol. In dat kader is prioriteit gegeven aan: - de vorming van zelf regisserende teams. Eind 2013 zijn de definiëring van het model, de voorwaarden en de implementatiestrategie afgerond; - het versterken van samenwerkingsrelaties met de eerstelijn (huisartsen) en ziekenhuizen. In dat kader is bijvoorbeeld in De Monden een multifunctioneel centrum opgericht; - het concretiseren van de koers in trajecten
Op het gebied van dementiezorg zijn Evean Zorg en GGZ Dijk & Duin (onderdeel van de Parnassia Bavo groep) een verdere inhoudelijke samenwerking aangegaan voor de ambulante ketenzorg. Afgesproken is dat beide ketenpartners in de regio Zaanstreek/Waterland toewerken naar een gezamenlijk ‘DOC’ team (diagnostiek, onderzoek en casemanagement). Uniek is de multidisciplinaire diagnostiek, begeleiding en behandeling van zowel de cliënt als mantelzorger. Bovendien is laagdrempelige dagverzorging in de wijken beschikbaar.
meedoen
Verder stond bij Zorggroep Meander in 2013 het thema ‘ruimte voor leefplezier’ centraal. Dit komt bijvoorbeeld tot uitdrukking in het project ‘Goud Leven’, gericht op preventieve activiteiten binnen de thuiszorg. Het doel is om de leefstijl van volwassenen en ouderen in een achterstandspositie te verbeteren. Dit gebeurt o.a. door middel van het aantrekkelijk maken van het gebruik van allerlei voorzieningen. Een ander project betreft ‘Samen Oud’. Hierin worden ouderen vanuit de eerstelijns teams gescreend op kwetsbaarheid en welbevinden. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het ‘Frailty-instrument’ dat mede is ontwikkeld door prof. dr. Joris Slaets van het UMCG, die tevens voor 50% werkzaam is voor Espria als adviseur van de Raad van Bestuur.
• Evean In de gemeente Zaanstad heeft Evean Zorg ingezet op de realisatie van integraal wijkgericht aanbod. In dat kader heeft in juni een fusie plaatsgevonden tussen Evean Zorg en de welzijnsorganisaties SMD en Welsaen. Deze drie organisaties zijn gezamenlijk hoofdaanbieder geworden van drie nieuwe sociale wijkteams in Assendelft, Nieuw-West en ZaandamWest; wijkteams die in 2014 operationeel worden, naast de twee sociale wijkteams in Wormerveer en Zaandam-Zuid die al begin 2013 zijn gestart. Binnen de sociale wijkteams wordt het speerpunt van de gemeente Zaanstad vormgegeven: nieuwe taken in samenhang, integraal, dichtbij en met bewoners invoeren.
aandacht
VVT De VVT organisatieonderdelen van Espria zijn in 2013 reeds volop aan de slag gegaan in de voorbereiding van de grote transitie die in het kader van de stelselwijziging zal plaatsvinden.
Tenslotte is in samenwerking met het Refaja ziekenhuis een zorgpad voor electieve orthopedie uitgewerkt, waarbij Meander zich richt op de revalidatiezorg. In het kader van het project Revalidatie 2015 worden de komende jaren meer zorgpaden uitgewerkt.
geregeld
4.2.1 Beleidsthema’s per zorglijn
Verder zijn in het kader van scheiden van wonen en zorg diverse arrangementen ontwikkeld. Een goed voorbeeld hiervan is het initiatief ‘Wonen Plus’. Veel ouderen willen met het oog op veiligheid, gezelligheid en voorzieningen graag dicht bij elkaar blijven wonen. In de huidige woonzorgcentra maakt Zorggroep Meander dat mogelijk. Ouderen gaan daar zelf huren en krijgen zorg en een dagelijkse warme maaltijd van Zorggroep Meander. Deze combinatie van wonen en zorgvoorziening blijft betaalbaar, ook voor ouderen met alleen AOW.
dichtbij
• Meander Zorggroep Meander heeft in samenwerking met onder meer huisartsen, apothekers en fysiotherapeuten een start gemaakt met de ontwikkeling van een nieuwe voorziening: het zogenoemde geïntegreerde eerste lijn plus zorgcentrum. In dit centrum zullen o.a. huisartsen, wijkverpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en specialisten ouderengeneeskunde samenwerken. Dankzij die samenwerking kunnen zij meer complexe zorg leveren dan zij individueel kunnen bieden. Op die manier voorziet deze nieuwe voorziening in een zorgvraag die nu nog binnen ziekenhuizen wordt geboden, maar niet noodzakelijkerwijs om een ziekenhuisomgeving vraagt.
In deze paragraaf passeren per zorglijn de belangrijkste beleidsthema’s uit het verslagjaar de revue. Ook de Espria Ledenvereniging komt hierbij aan de orde. Daarnaast worden aan het eind van deze paragraaf enkele beleidsthema’s op concernniveau toegelicht.
meedoen
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
• VG Binnen de VG sector wordt ook De Trans, alhoewel in beperktere mate als in de VVT sector, geconfronteerd met extramuralisering van de lagere zorgzwaartepakketten. Capaciteit zal derhalve vrijkomen. De Trans zal zich focussen op de zorg voor cliënten met een zwaardere zorgbehoefte, waarmee die vrijgekomen capaciteit kan worden ingezet. De Trans onderzoekt de mogelijkheden om haar
Ten aanzien van de intramurale V&V huizen wil Icare aansluiten op veranderingen in de samenleving. Daarin is ingezet op de ontwikkeling naar kleinschalig wonen, waarin ‘belevingsgerichte zorg’ wordt geboden vanuit kleinschalige teams. Deze werkwijze is inmiddels in proeftuinen nader uitgewerkt. De implementatie volgt in 2014.
4.2 Algemeen beleid verslagjaar
aandacht
In beide gevallen sluit de koers van Espria aan op het in de GGZ gehanteerde thema ‘herstelgericht werken’, met eigen regie voor de cliënt en in gezamenlijkheid met familie en naastbetrokkenen. Deze vertaling werkt ook door in de focus op het verkorten van zorgprogramma’s, waarmee ontzorgen op een segmentspecifieke wijze wordt ingevuld.
• Overige markten Zoals reeds eerder opgemerkt richt Espria zich primair op de zorg voor ouderen en kwetsbare mensen. Dat betekent dat het meerjarenperspectief voor onze zorgbedrijven in alle overige zorgmarkten (kraamzorg, kinderopvang) onverminderd is gericht op vervreemding. In dat verband kan worden gemeld dat de verkoop van De Kraamvogel in 2014 waarschijnlijk zal worden gerealiseerd. Een substantieel deel van Icare Jeugdgezondheidszorg (Icare JGZ) is in 2013 overgedragen aan de GGD-en van Drenthe en Overijssel. Er bestaan op dit moment geen plannen voor verdere vervreemding.
geregeld
• GGZ GGZ Drenthe zet in op een forse daling van het intramurale volume door ambulantisering enerzijds en anderzijds de verschuiving naar de generalistische ambulante zorg, die wordt ondergebracht in de Basis GGZ. Dit zal met capaciteitsreductie gepaard gaan. Voor de overblijvende intramurale capaciteit richt GGZ Drenthe zich op intramuraal wonen, als een aanbieder van gespecialiseerde GGZ voor complexe problematiek. Voor ambulante zorg sluit GGZ Drenthe zich aan bij lopende ontwikkelingen door de Basis GGZ te helpen opbouwen en het faciliteren van de inzet van de praktijkondersteuner huisartsen (POH GGZ).
Regelarme Zorg, bijvoorbeeld in een project in Dronten met Achmea en in trajecten met gemeenten (o.a. Ede) ter voorbereiding op de WMO; - het doorlichten en verbeteren van processen aan de hand van de ‘Lean methode’ (bijvoorbeeld door invoering van ‘planning is realisatie’).
ambulante activiteiten afzonderlijk te positioneren, al dan niet in samenwerking met andere partijen.
dichtbij
betreft de intramurale zorg geconfronteerd met volumedalingen. Dit zal deels worden opgevangen door capaciteit geschikt te maken voor zwaardere doelgroepen in het marktsegement ‘intramuraal wonen’, deels door het verantwoord afstoten van capaciteit. Ook hier spelen lokale verschillen en verschillen in uitgangssituatie een rol. Zo heeft de regio waarin Evean werkzaam is te maken met een bovengemiddeld aantal verpleeghuisbedden per 1.000 inwoners, waardoor Evean ten opzichte van de andere VVT-bedrijven van Espria daar meer capaciteit afbouwt. Ook voor de verzorgingshuiscapaciteit geldt dat de situatie voor Evean anders is dan voor Icare en Meander: de zorgverzekeraar lijkt bij Evean aan te sturen op capaciteitsafbouw op hogere ZZP’s. Icare en Meander, die zorg leveren in krimpregio’s waar sprake is van sterkere vergrijzing, bouwen vrijwel alleen capaciteit af als gevolg van het extramuraliseren van lage ZZP’s.
45 4. Beleid, inspanningen en presentaties Espria jaarverslag 2013
combinatie met psychische stoornissen. • Ontwikkeling Generalistische Basis GGZ (Indigo en Mirro) GGZ Drenthe ontwikkelt de Generalistische Basis GGZ onder het label Indigo, dat staat voor: wijkgericht werken, zorg dicht bij de cliënt (en zijn/ haar sociale netwerken), kortdurende behandeling gericht op de kracht en het herstelvermogen van cliënten. Indigo zet in op samenwerking met lokale zorgpartners en verwijzers. In 2013 heeft Indigo praktijkondersteuners gedetacheerd bij ruim 65% van de huisartsenpraktijken in Drenthe. In het afgelopen jaar werden voorbereidingen getroffen voor de invoering van de vernieuwde module voor de GGZ-praktijkondersteuning voor de huisartsenzorg (POH-GGZ). Tevens werden voorbereidingen getroffen voor de invoering van de Generalistische Basis GGZ. Doelen daarbij zijn: de screening optimaliseren, inzet van e-health stimuleren en de behandeling inrichten in de zorgpaden kort, middel, intensief en chronisch. GGZ Drenthe participeert in Stichting Mirro om de ontwikkeling van de Basis GGZ en de praktijkondersteuning van de huisartsen verder te versterken. Het project past naadloos in de strategische koers van GGZ Drenthe. Bij de ontwikkeling van zelfhulpwebsites van Mirro is gebruik gemaakt van de expertise van de medewerkers. De kwaliteitsinvestering in de praktijkondersteuning maakt dat onze entree bij huisartsen, als belangrijke schakel in de triage naar de Generalistische Basis GGZ en Specialistische GGZ, uitstekend is. Verstandelijk gehandicaptenzorg In 2013 heeft het thema ‘Meer door minder’ centraal gestaan bij De Trans. Dit thema heeft als doel met inzet van minder middelen en anders werken meer te bereiken. Er wordt een groter beroep gedaan op de zelfredzaamheid van cliënten en hun eigen sociale netwerk. Deze cultuuromslag vraagt grote zorgvuldigheid en overtuigingskracht.
betrokken
samen
meedoen
aandacht
geregeld
‘Meer door minder’ is in 2013 onder meer zichtbaar geworden in een verbeterd personeelsplanningsproces, waardoor men met minder personele inzet toe kan. In het kader van “Meer door minder’ is in 2013 ook ingezet op een actief beleid gericht op het terugdringen van
dichtbij
professioneel
persoonlijk
Concentratie van de overblijvende klinisch specialistische zorg is nodig vanwege de schaalgrootte. Het gaat om intensieve zorg, met intensieve personele inzet. Zorg die wel betaalbaar moet blijven. Dit is niet in alle regio’s blijvend te realiseren. Daarom is concentratie noodzakelijk. Het gaat hierbij met name om gesloten voorzieningen en voorzieningen voor specifieke doelgroepen. In dat verband zijn in 2013, in samenwerking met andere zorgaanbieders, enkele nieuwe voorzieningen geopend: een centrum voor verstandelijke beperkingen en psychiatrie (zie navolgend bij De Trans) en een afdeling voor de behandeling van mensen met ernstige verslavingsproblematiek in
betrokken
samen
meedoen
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
Evean Zorg Amsterdam is betrokken bij een verzoek van de gemeente Amsterdam en Achmea om een plan van aanpak voor Wijkzorg op te stellen, voor de proeftuin Noord-West in stadsdeel Amsterdam-Noord. De aanbieders met meer dan 5% marktaandeel V&V en Wmo in het proeftuingebied (Cordaan, Doras, Evean, Combiwel en MEE) hebben zich verenigd in een alliantie. Vanuit de alliantie
Speerpunten binnen deze verandering zijn versterking van de functies SPITS (opnamevoorkomende intensieve thuiszorg), FACT (Functie Assertive Community Treatment), Forensische ACT en acute deeltijdbehandeling.
Geestelijke Gezondheidszorg GGZ Drenthe is 2013 begonnen in een nieuwe organisatiestructuur. De geografische indeling is verlaten en daarvoor in de plaats is een indeling gekomen die is gebaseerd op leeftijd en doelgroepen. GGZ Drenthe kent drie divisies: - 1e lijnszorg en jeugdpsychiatrie; - Ouderen en volwassenen; - Beveiligde zorg. Gedurende het jaar is deze structuur verder uitgewerkt en geïmplementeerd. Daarnaast is besloten om de functie van een eerste geneeskundige per divisie te verlaten en voor
aandacht
In Wormerveer is een pilot gestart getiteld ‘Samenwerkingsverband Zorg voor Ouderen in de Wijk’ (SZOW). Hierin werken huisarts, zorginstellingen en het sociale wijkteam binnen één wijk samen aan passende ondersteuning voor kwetsbare ouderen. Op aanvraag van een huisarts kan vanuit de verpleeghuizen een specialist ouderengeneeskunde worden ingeschakeld. Zo is in dit project sprake van volledig geïntegreerde zorg, behandeling en begeleiding.
geregeld
Ook is in 2013 gewerkt aan versteviging van de positie van de wijkverpleegkundige. Zo worden in Zaandam in het kader van het project ‘Zichtbare Schakel’ in vier wijken wijkverpleegkundigen ingezet met de focus op vroegsignalering en preventie, zowel op gebied van gezondheid als op welzijn en wonen. Deze manier van werken leidt tot een verbetering in toegankelijkheid en afstemming van de zorg- en dienstverlening tussen de verschillende partijen in de wijk, doordat het snelle en integrale interventies op maat mogelijk maakt voor de bewoners van deze wijken.
Doel van dit beleid is om de cliënten zoveel mogelijk in de maatschappij te houden en, daar waar zij op dit moment nog langdurig op de terreinen verblijven, hen weer terug te brengen in de maatschappij. De ambitie is om de zorg zo te organiseren dat opname wordt voorkomen, meer mensen korter opgenomen zijn, de zorg in de thuissituatie gegeven kan worden, en dat mensen die nu nog langdurig klinische zorg ontvangen, zelfstandig buiten de kliniek gaan wonen met zorg en ondersteuning van ambulante teams. Het bereiken van dit doel gaat gepaard met het afbouwen van bedden en het gelijktijdig versterken van de ambulante zorg. Het budget dat vrijkomt door het sluiten van bedden wordt deels gebruikt om de ambulante voorzieningen te versterken en om extra high intensive care-capaciteit toe te voegen.
Een bijzonder aandachtspunt in het beleid van Evean voor 2013 was de verdere integratie van de drie organisatieonderdelen Evean Zorg Amsterdam, Evean Zorg en Evean Thuiszorg NHN. Hiervoor is een transitieplan gemaakt dat in 2014 zal worden afgerond. Ook zal de juridische integratie van de drie zorgonderdelen dan een feit zijn. • Particura 2013 was voor Particura een lastig jaar. Particura werd geconfronteerd met het faillissement van een onderaannemer in Lunteren, hetgeen veel tijd en aandacht van het management heeft gevraagd. Naar aanleiding hiervan is het onderaannemingsbeleid Espriabreed verder aangescherpt. Daarnaast kwam het bedrijfsmodel van Particura, dat sterk is gebaseerd op werken met ZZP-ers en onderaannemers, met name ook in de PGB-markt, onder druk te staan. Bijvoorbeeld door maatregelen van de Belastingdienst. De mogelijkheden voor ZZP-ers om te werken voor organisaties als Particura worden hierdoor sterk ingeperkt.
dichtbij
Verder is gezamenlijk met het ZMC een dinnercentrum ontwikkeld, van waaruit maaltijdvoorziening aan beide instellingen zal plaatsvinden.
• Extramuralisering GGZ Drenthe heeft in 2013 plannen gemaakt voor verregaande extramuralisering van de zorg. In het Extramuraliseringsplan 2014 - 2016 is het algemene kader geschetst waarbinnen de bewegingen van concentratie en spreiding van de zorg zich in deze periode zullen voltrekken.
helder
Verder is Evean Thuiszorg NHN betrokken bij het project ‘Alkmaar Vitaal’. Dit project heeft als doel Kwetsbare 65+’ers in Alkmaar-West zich prettiger, veiliger en gezonder te laten voelen. Daarnaast wordt de zelfredzaamheid en samenredzaamheid van de burgers versterkt.
Evean Thuiszorg NHN heeft in 2013 ingezet op de verkleining van de omvang en vergroting van het zelfsturend vermogen van de teams.
bereikbaar
Met het Zaans Medisch Centrum (ZMC) zijn in 2013 plannen ontwikkeld voor de oprichting van een zorghotel, waarbinnen ook de revalidatiezorg verder gestalte zal krijgen. Hierover zullen in 2014 definitieve besluiten worden genomen.
geheel GGZ Drenthe een geneesheer directeur aan te stellen die een aantal wettelijke taken uitvoert, vooral voortvloeiend uit de Wet BOPZ en straks de Wet Verplichte GGZ. Deze heeft bovendien een rol op het gebied van de bevordering en -bewaking van de patiëntkwaliteit en -veiligheid.
actief
is een voorstel gedaan voor de vormgeving van wijkzorg met een verbinding tussen welzijn, de huisarts en zorg in samenhang en dichtbij de burger georganiseerd.
voor elkaar
met de ziekenhuizen ontwikkeld voor de doelgroepen CVA, COPD, breuken of kneuzingen, electieve orthopedie en hartfalen. In 2013 is gestart met voor iedere aandoening afzonderlijk te beschrijven welke behandelingen er nodig zijn, hoe deze worden aangeboden en hoe vooruitgang gemeten kan worden. Komend jaar zal ook de behandeling in/ vanuit de thuissituatie vorm krijgen.
47 4. Beleid, inspanningen en presentaties Espria jaarverslag 2013
Daarnaast vinden er vanuit de ledenvereniging gesprekken plaats met de zorgbedrijven binnen Espria over de vraag hoe in de toekomst een zo goed mogelijke propositie naar de gemeenten kan worden gemaakt. Er is een duidelijke positie voor de ledenconsulenten gekozen; gericht op de zogenaamde ‘nulde lijn’. Dit houdt in dat de ledenvereniging zich primair richt op burgers (leden) die nog geen zorg nodig hebben. Juist door de interventies en het aanbod van de ledenvereniging, het steuntje in de rug, blijven de burgers zo lang mogelijk zelfstandig. De naam ‘Ledenvereniging Evean/Icare’ voldeed niet meer omdat de Ledenvereniging onder deze naam met meer dienstenmerken actief is. In 2013 is daarom besloten de naam te wijzigen in ‘Espria Ledenvereniging’; deze naam wordt gebruikt in business to business-contacten. In business to consumer-contacten worden de namen van de dienstenmerken gehandhaafd: Evean Ledenvereniging, Icare Ledenvereniging, Ledenvereniging Meander en Woonzorg Nederland Ledenvereniging.
betrokken
samen
Het ledenaantal bedroeg op 31 december 2013 361.114. Ten opzichte van 2012 betekent dat een lichte daling van 0,7 %.
meedoen
persoonlijk
helder
bereikbaar
professioneel
betrokken
samen
meedoen
• De ouder centraal Verder is de focus van Icare JGZ in 2013 sterk gericht op het centraal stellen van de ouders.
actief
• Taakherschikking In 2012 is in 2 regio’s een pilot uitgevoerd waarbij taakherschikking tussen de disciplines ‘arts’ en ‘verpleegkundige’ centraal stond. Na evaluatie is besloten deze werkwijze verder te implementeren in de overige regio’s van Icare JGZ. Hiermee is een begin gemaakt in 2013. In 2014 zal dit doorgaan en de verwachting is dat in 2015 in alle regio’s van Icare JGZ gewerkt wordt conform het model ‘taakherschikking’.
voor elkaar
Ledenvereniging Evean/Icare De Ledenvereniging Evean/Icare bereidt zich voor op de maatschappelijke ontwikkelingen op het gebied van zorg, wonen en welzijn. Naar verwachting zullen mensen langer zelfstandig thuis blijven wonen. Als gevolg daarvan zal de vraag naar dienstverlening in en om het huis sterk toenemen. Veiligheid en eenzaamheid zijn in dit verband belangrijke thema’s, waarop een antwoord gegeven moet worden. De ledenvereniging wil, samen met anderen, ‘het steuntje in de rug’ zijn waarmee de leden geholpen worden. De ledenconsulent vormt daarbij een belangrijke schakel. Eind 2012 is daarom gestart met het project ‘De toekomst van de Ledenvereniging’. Er hebben toekomstverkenningen plaatsgevonden op grond waarvan, mede in afstemming met de strategische koers van Espria, een viertal domeinen is gekozen waarop de Ledenvereniging zich wil inzetten, te weten: 1. Zelfstandige consumenten in het veranderende landschap van leven, gezondheid en welzijn; 2. Vitale en betrokken leefgemeenschappen in buurten en wijken;
In Emmen en Veendam is de ledenvereniging actief betrokken bij het ontwikkelen van klantbedieningsconcepten; de lokale verankering is hierbij het uitgangspunt. De buurt en de wijk zijn de schaal waarop georganiseerd wordt; de wensen en behoefte van de bewoners zijn het uitgangspunt. De regionale teams van de ledenvereniging vormen hierbij het gezicht en het aanspreekpunt voor leden.
aandacht
Onder leiding van een interim directeur uit de eigen Espria gelederen zullen in 2014 verdere reorganisaties plaatsvinden en zal opnieuw naar een overnamepartner worden gezocht.
In het Strategisch Beleidsplan 2014 - 2017 van de ledenvereniging is deze keuze verder uitgewerkt. Ook de missie, visie en positionering van de Ledenvereniging zijn herijkt en passen bij de strategische uitdagingen van de komende jaren.
geregeld
• Overgang GGD In 2012 is in de regio’s IJssel Zwartewaterland en in 8 van de 12 Drentse gemeenten definitief de keuze gemaakt om de JGZ voor 0-4 jarigen onder te brengen bij de GGD. Alle noodzakelijke acties hiervoor zijn in 2013 uitgevoerd en vanaf 1 januari 2014 is deze overgang gerealiseerd. Deze overgang betekent voor Icare JGZ een afname van 40% van de werkzaamheden, hetgeen financiële en personele consequenties heeft. Personeel dat betrokken was bij de overgang kon gelukkig grotendeels mee overgaan naar de GGD-en. Daarnaast wordt Icare JGZ ook geconfronteerd met verdere bezuinigingen in de jeugdzorg. Icare JGZ heeft in 2013 daarom ingezet op verbetering van de efficiency en aansturing van de organisatie. Dat heeft onder meer geleid tot de ontwikkeling van een ‘dashboard’, waarin een aantal belangrijke KPI’s worden gemonitord en op basis waarvan snel kan worden bijgestuurd.
3. S olidariteit en samenhang tussen sterke en kwetsbare groepen; 4. Vernieuwende samenwerking in het netwerk van leven, gezondheid en welzijn.
dichtbij
Kinderopvang Voor Stichting Kinderopvang Hoogeveen (SKH) was 2013 een moeilijk jaar. Vanwege overheidsmaatregelen en de economische crisis was de vraag naar kinderopvang beperkt. Dit maakte ingrijpende reorganisaties noodzakelijk. In 2013 stond SKH onder leiding van een interim directeur, tevens eigenaar van een andere kinderopvangorganisatie. Gedurende het jaar was zij verantwoordelijk voor het doorvoeren van de noodzakelijke reorganisaties, terwijl zij tegelijkertijd onderzoek deed naar een mogelijke overname van SKH. Helaas bleek eind 2013 dat geen overeenstemming kon worden bereikt over de voorwaarden waaronder een overname zou kunnen plaatsvinden.
Jeugdgezondheidszorg
aandacht
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
Kraamzorg Het beleid van de Kraamvogel was in 2013 vooral gericht op het slagvaardiger maken van de organisatie. De volgende thema’s waren hierbij het uitgangspunt: - Het vergroten van klantkennis en zichtbaarheid; - Het realiseren van volumebehoud en ketenontwikkeling; - Het vergroten van de flexibiliteit en de slagkracht van medewerkers; - Het verbeteren van de efficiency en
Dit gebeurt bijvoorbeeld door het aanbod flexibeler te organiseren en door de inzet van e-health.
In de tweede helft van 2013 heeft het verkoopproces van de Kraamvogel centraal gestaan. Espria rekent de kraamzorg niet tot haar kernactiviteiten en is daarom actief op zoek gegaan naar een overnemende partij. Deze is gevonden in ZiN Kraamzorg. De overname door ZiN Kraamzorg zal naar verwachting in 2014 worden afgerond.
geregeld
De Trans richt haar professionele aanvullende zorg steeds meer op diegenen die het echt nodig hebben. Verdere resultaten die in 2013 gerealiseerd zijn de volgende: - Er is een businesscase ontwikkeld voor de ambulante begeleidingsactiviteiten van De Trans; - Transbreed is gestart met de invoering van Triple C. In tegenstelling tot andere behandelmodellen richt Triple-C zich niet op het beheersen van probleemgedrag. Triple-C werkt aan ‘herstel van het gewone leven’. Begeleiders, gedragsdeskundigen en leidinggevenden bouwen aan een onvoorwaardelijke ondersteuningsrelatie met cliënten; - Het vervoer van onze cliënten is gereorganiseerd waardoor de kosten aanmerkelijk gedaald zijn; - In samenwerking met GGZ Drenthe, Promens Care, De Baalderborg Groep en Vanboeijen is eind 2013 het Centrum Verstandelijke Beperking en Psychiatrie gestart. Een polikliniek waar kinderen, jongeren en volwassenen met een verstandelijke beperking terecht kunnen met vragen over hun (geestelijke) gezondheid; - Medewerkers van Divisie Bovenregionaal zijn verder geschoold in het aanbieden van dienstverleningsvormen die aansluiten op de toekomstige vraag naar dienstverlening van gemeenten voor mensen met een verstandelijke beperking; - Het nieuwe Kinderdagcentrum is in 2013 nagenoeg gerealiseerd. Het heeft de naam De Vuurtoren gekregen en wordt in het voorjaar van 2014 geopend.
toegankelijkheid; - Het optimaal financieel gezond houden van de organisatie. De Kraamvogel heeft in 2013 actief ingezet op samenwerking met andere partijen om de geboortezorgketen mede vorm te geven en te regisseren.
dichtbij
ziekteverzuim, het stimuleren van zelfsturing en het aangaan van efficiënte samenwerkingsrelaties die de kosten reduceren. Ook dit dient ter ondersteuning van wat mensen zelf kunnen en hoe hun eigen sociale netwerk, hun buurt, hun wijk hierin kan bijdragen.
49 Alledaagse waarden Espria jaarverslag 2013
In beweging. In hoofd en gedachten. Spits en bij de tijd. Maar ook sportief. Van hier naar daar en nog een keer. Alleen en met elkaar. Uitdagend. Actief. Zeer gewaardeerd.
51 Alledaagse waarden Espria jaarverslag 2013
Actief
Zeer gewaardeerd
09.10 Overleggen, zo en zo, terug, rusten en weer opnieuw. Even ontspannen
12.33 Natuurlijk kun je er ook anders naar kijken
15.18 En hoe verrassend kan de realiteit dan zijn
53 4. Beleid, inspanningen en presentaties Espria jaarverslag 2013
Engage is daarvoor een programma opgesteld. Verzuimbeleid, re-integratie en sturen op aantallen en financiële kpi’s zijn belangrijke onderdelen in dit programma.
• Sociaal plan Op 1 april 2013 is het Espria sociaal plan afgelopen. De sociaal plan is in de periode van 1 april 2010 tot 1 april 2013 de basis geweest voor de uitvoering van organisatiewijzigingen. Espria heeft samen met de bonden gesproken over de mogelijkheid van een nieuw concernbreed sociaal plan, onder soberder condities. Dit met het oog op belangrijke organisatiewijzigingen die ons in het kader van de transitie te wachten staan. Het oude sociaal plan kende een aantal garanties en uitgangspunten die in de huidige tijd niet meer na te komen en uitvoerbaar zijn. Met de vakorganisaties is meer dan een jaar gesproken over een nieuw sociaal plan op Espria-niveau. De onderhandelingen zijn vastgelopen op de formuleringen rond eindigheid van de dienstverbanden bij boventalligheid. De onderhandelingen zijn daarna voortgezet op entiteitsniveau. Dat heeft inmiddels geleid tot een drietal sociale plannen met een beperkte werkingssfeer.
• HR managersplatform Het in 2012 gestarte HR managersplatform heeft verbondenheid rondom thema’s die bij iedereen spelen opgeleverd. Het spreken over, ervaringen uitwisselen en sparren over de eerdergenoemde thema’s is van toegevoegde waarde gebleken. Kennis en ideeën worden gedeeld en daar waar het effectief is voor de afzonderlijke entiteiten worden zaken samen opgepakt.
• Oriëntatie op HR applicaties Op het gebied van ict is er het afgelopen jaar veel veranderd. Het HR platform heeft zich daarin een prima klankbord getoond voor het SSC voor het geven van input en feedback. Momenteel wordt er druk gesproken over het totale ‘landschap’ aan HR applicaties. Doel daarbij is het komen tot de juiste investeringen voor alle onderdelen van Espria. Het gaat daarbij om managementinformatie, wervingstools en HR service applicaties.
samen
meedoen
aandacht
geregeld
dichtbij
persoonlijk
Middels standaardisatie en digitalisering worden processen en systemen binnen het SSC Espria verder geoptimaliseerd en wordt bespaard op personeelsen overheadkosten. Concrete voorbeelden hiervan in 2013 zijn de digitalisering van de salarisstroken, personeelsdossiers en de verwerking van mutaties.
helder
De relatief hoge schadelast (dus een hoge uitstroom van gedeeltelijk arbeidsongeschikten) in de WGA in de periode van 2007 tot 2013 heeft geleid tot een forse premieverhoging op dit dossier. De doelstelling is dan ook om fors in te zetten op reductie van deze schadelast. In samenwerking met het adviesbureau
bereikbaar
• Eigenrisicodragerschap WIA/WGA (Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten) In 2013 is een nieuwe verzekeraar (Aegon) gecontracteerd voor de dekking van het eigenrisicodragerschap in het kader van de WGA. Dit contract geldt voor Evean, Icare, Particura, De Trans, De Kraamvogel en de Zorgcentrale.
betrokken
Rode draad in de onderwerpen zijn tot dusver vooral ‘technische’ HR thema’s geweest zoals werving, beloning en bijvoorbeeld het WGA dossier. De verbinding met de Espria Academy moet bijdragen aan een meer strategische focus. Het Shared Service Center Espria (SSC Espria) Het SSC Espria verleent aan de onderdelen van Espria ondersteunende diensten op het gebied van automatisering, informatisering, financiële administratie, personeel- en salarisadministratie en inkoop. In 2013 heeft het SSC Espria als relatief nieuw organisatieonderdeel zich duidelijk verder ontwikkeld en is er hard gewerkt om de dienstverlening aan de bedrijfsonderdelen verder te verbeteren. Hiertoe zijn er in 2013 o.a. reorganisaties doorgevoerd bij de afdelingen ICT en financiële administratie. Ook is het besturingsmodel van het SSC aangepast.
actief
professioneel
• Duurzame inzetbaarheid Duurzame inzetbaarheid is een thema dat voor alle entiteiten een speerpunt vormt. In 2013 is een visiedocument voor duurzame inzetbaarheid vastgesteld. Dit document is tot stand gekomen
door input van management, HR functionarissen en de medewerkersmedezeggenschap. De workabilityindex van de Finse professor Ilmarinen is de basis voor de uitwerking van de visie. Zijn systematiek gevat in het huis van inzetbaarheid, bevat de volgende elementen die moeten leiden tot het duurzaam inzetbaar houden van medewerker: gezondheid, vitaliteit, vakbekwaamheid en talentontwikkeling. Een gezonde balans tussen werk en privé, eigen verantwoordelijkheid van de medewerker en leiderschap zijn voorwaarden voor realisering van het duurzaam inzetbaar houden van medewerkers. De entiteiten zijn zelf verantwoordelijk voor het omzetten van deze visie naar beleid en uitvoering.
voor elkaar
• HR beleid in het kader van de Espria Academy Zoals hiervoor is aangegeven is binnen de Espria Academy de start gemaakt met een gezamenlijke leer- en ontwikkelagenda. Het Espria talentenprogramma wordt vandaar uit vormgegeven. Dit talenten programma is bedoeld om in de toekomst vacatures voor sleutelposities met eigen mensen in te vullen. Daarnaast is er een programma om jong talent binnen te halen en te binden. Daarnaast wordt samengewerkt bij het tot stand brengen van leer- en ontwikkel activiteiten, zoals e-learning. Ervaringen en kennis worden gedeeld en daar waar mogelijk- en nodig worden gezamenlijk initiatieven ondernomen.
betrokken
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
De middelen die hierbij worden ingezet zijn: - kennismanagement: hierbij gaat het om het verwerven en verspreiden van bestaande kennis op bovengenoemde terreinen; - onderbouwen door middel van wetenschap: naast het verwerven en verspreiden van bestaande kennis zal de Academy ook zelf aan kennisvermeerdering doen door middel van (wetenschappelijk) onderzoek;
Doelstelling voor een volgende stap is daarom: het inspireren van de Espria entiteiten in de groei naar strategisch HRM, rekening houdend met lokale verschillen. De entiteiten kunnen elkaar inspireren en voeden en op onderdelen samenwerken.
samen
De Academy gaat zich richten op innovatie en kennis op vier terreinen, te weten: - de burger en burgerkracht; - geïntegreerde 1e lijn; - geïntegreerde 2e lijn; - e-health.
• Verbinding met de Espria strategie De verbinding met de inhoudelijke strategische koers van Espria is goed zichtbaar, maar er zijn wel fase- en accentverschillen per entiteit.
meedoen
Eind 2013 is ten behoeve van de Academy een programmadirecteur benoemd. Deze directeur is voortvarend aan de slag gegaan met de verdere ontwikkeling van de Academy.
HR-beleid HR beleid wordt binnen de Espria entiteiten als een belangrijk onderwerp gezien. In dit beleid wordt steeds meer de verbinding gezocht met de inhoudelijke strategische koers van Espria. Daarnaast wordt op tactisch en uitvoeringsniveau samengewerkt met het oog op de schaal- en synergievoordelen.
aandacht
Espria Academy Teneinde de gewenste transitie en cultuurverandering in de zorg in het algemeen, en in onze bedrijven in het bijzonder, mogelijk te maken is nieuwe kennis en kunde nodig. Wij willen daarin voorop lopen. Wij investeren in de ontwikkeling van kennisverzameling (bijvoorbeeld door middel van onderzoek) en kennisverspreiding (bijvoorbeeld door middel van e-learning). Dit doen wij in het kader van onze Espria Academy, van waaruit deze activiteiten worden georganiseerd en gecoördineerd.
Het bovenstaande is in een plan van aanpak uitgewerkt dat begin 2014 is geaccordeerd en zal in dat jaar verder worden uitgerold.
geregeld
Ontwikkeling meerjarenbeleid en meerjarenbegroting. De ontwikkeling van het meerjarenbeleidsplan en -begroting 2014 - 2017, zoals aangegeven in paragraaf 4.1, is een prominent beleidsthema geweest in 2013. Het is een zeer tijdsintensief proces geweest waarin de verschillende bedrijfsonderdelen, in samenspel met de Raad van Bestuur, veel energie hebben gestoken. De ontwikkeling van het meerjarenplan en -begroting is in diverse gremia aan de orde geweest, onder meer in overleggen van de CCR, de COR en de Raad van Commissarissen. Dit heeft eind 2013 geresulteerd in de vaststelling van een meerjarenplan en -begroting dat op een breed draagvlak in de organisatie kan rekenen.
- co-creatie: de Academy zal actief de samenwerking opzoeken en verbindingen aangaan met andere kennis- en onderzoeksinstellingen; - inbedden in leer- en ontwikkelagenda: de kennis en kunde die via de Academy wordt verworven zal ook worden verbonden met scholing en persoonlijke ontwikkeling van medewerkers van Espria.
dichtbij
4.2.2 Beleidsthema’s op concernniveau
55 4. Beleid, inspanningen en presentaties Espria jaarverslag 2013
• Adequaat risicomanagement is een vereiste In onze visie is het daarom van belang om inzicht te hebben in de belangrijkste risico’s, om vervolgens risicomanagement op een structurele, systematische en integrale wijze in te richten voor het waarborgen van het succes van de organisatie op de korte en lange termijn. Om invulling te geven aan risicomanagement heeft de Raad van Bestuur eind 2012 een plan van aanpak invoering risicomanagement vastgesteld en in uitvoering gegeven met ondersteuning van KPMG Advisory. Na een startsessie risicomanagement met de Raad van Bestuur in februari 2013, zijn voor de verschillende bedrijfsonderdelen van Espria workshops gehouden waarbij de belangrijkste strategische risico’s voor de
• Toenemende risico’s en onzekerheden De ingrijpende stelselwijziging in de zorg die de overheid voor ogen heeft, vindt zijn basis in het Regeerakkoord 2013 - 2017 van het kabinet Rutte II. Hierin zijn de gewenste veranderingen op hoofdlijnen benoemd en is een financiële taakstelling aan de zorg opgelegd van 5 miljard euro ultimo 2017. Aangezien het kabinet er aan hecht om zowel politiek als in het veld draagvlak te verwerven voor haar plannen is er in 2013 intensief overleg gevoerd met zowel de veldpartijen als met de sociale partners over de nadere invulling van de plannen. Dit heeft geresulteerd in een aantal akkoorden en brieven, waarvan de belangrijkste voor ons zijn: het sociaal akkoord, het zorgakkoord, de Kamerbrief Hervorming Langdurige Zorg en de bestuurlijke akkoorden over de cure en de GGZ.
Dit heeft geleid tot een eerste aanzet van een risicoregister voor de verschillende bedrijfsonderdelen. Vervolgens is tevens een workshop gehouden met de Raad van Bestuur, waarin de strategische risico’s op Espria-niveau zijn geïdentificeerd, geprioriteerd en geanalyseerd. Hierbij is gebruik gemaakt van de input die is gekregen vanuit de gehouden workshops bij de verschillende bedrijfsonderdelen. Tevens is een besluit genomen inzake de inbedding van risicomanagement in de planning en control cyclus. Een rapportageformat is ontwikkeld en afspraken hierover tussen Raad van Bestuur en directies zijn ook vastgelegd in het managementcontract. Met ingang van 2014 is risicomanagement structureel ingebed in de rapportagestructuur en de verantwoordings-gesprekken tussen bestuurders en directeuren. Tevens is vastgesteld dat minimaal één keer per jaar een actualisatie van de registers plaatsvindt, en vaker indien noodzakelijk. Espria onderscheidt een aantal risicodomeinen op basis waarvan de geïdentificeerde risico’s kunnen worden onderverdeeld. Hieronder zijn de risico domeinen weergegeven op basis waarvan de geïdentificeerde risico’s zullen worden gecategoriseerd:
Imago en reputatie
Informatisering en automatisering
Besturing Financiers
Medewerkers
betrokken
samen
meedoen
geregeld
dichtbij
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
aandacht
Markt
Cliënten
betrokken
samen
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
Verantwoordelijkheid voor de herpositionering, de inrichting van het demand-management en de sturing hierop alsmede het beschikbaar stellen van de benodigde (verander-)budgetten is belegd bij een nieuw afstemmingsorgaan genaamd regieraad.
Dat geeft een veranderd speelveld en geeft derhalve nieuwe risico’s en onzekerheden en daarmee des temeer reden adequaat risicomanagement te voeren. Er zijn ook andere redenen om hieraan meer aandacht te geven; denk aan wijzigingen in wet- en regelgeving, meer eigen risicodragerschap, maar ook imagoschade.
betreffende bedrijfsonderdelen zijn geïdentificeerd, geprioriteerd en geanalyseerd.
Risicomanagement
meedoen
• Herpositionering SSC Espria In 2013 is in samenwerking met de bedrijfsonderdelen de ontwikkelingsrichting voor het SSC Espria nader uitgewerkt, met als doel een helder besturingsmodel (governance), een gezamenlijke visie en ambitie en een voorstel voor een veranderaanpak. De resultaten van dit onderzoek leiden tot een herpositionering van het SSC binnen Espria. Een belangrijk uitgangspunt hierin is dat de zorg aan de klant centraal staat en dat de schaalgrootte van Espria maximaal benut wordt om lagere kosten voor de ondersteunende diensten te realiseren. Een en ander leidt middels o.a. gezamenlijke vraagdefinitie en -bundeling tot minder overhead binnen Espria en een effectiever gebruik van deze ondersteunende diensten. Ook houding en gedrag van zowel medewerkers SSC als van de bedrijfsonderdelen is in de herpositionering een belangrijk thema.
aandacht
In overleg met de zorgbedrijven zijn werkprocessen opgesteld voor inkoopprocessen en wordt gewerkt met een zogenoemde inkoopkalender, waarin de planning en doelstellingen voor een jaar zijn opgenomen.
Compliancebeleid Mededinging Espria & Reglement E-mail- en internetgebruik en Richtlijnen Sociale media Het Compliancebeleid Mededinging Espria is na vaststelling door de Raad van Bestuur en goedkeuring door de Raad van Commissarissen in 2012 ter goedkeuring voorgelegd aan de COR. Onderdeel van het compliancebeleid is dat Espria onderzoek kan doen naar de naleving van de mededingingswet. Het doen van dergelijk onderzoek kan in bepaalde gevallen op gespannen voet komen te staan met de privacy van medewerkers. Dat is bijvoorbeeld aan de orde als er e-mailboxonderzoek gedaan wordt. De COR heeft daarom aangegeven met het Compliancebeleid in te stemmen, zodra er een concernbrede privacyregeling is, waarin voldoende waarborgen voor de medewerkers zijn opgenomen. Inmiddels is deze privacyregeling er in 2013 gekomen (Reglement E-mail- en internetgebruik) en zijn er tevens richtlijnen opgesteld voor het gebruik van sociale media. Het reglement en de richtlijnen zullen op korte termijn op zorgvuldige wijze in de organisatie geïntroduceerd worden. Met het hebben van een concernbrede privacyregeling is het compliancebeleid ook definitief vastgesteld, waarmee dit beleid actief uitgevoerd kan worden.
geregeld
Met de migratie van de Evean-organisatie in 2013 zijn voor de medewerkers ook de eerste effecten zichtbaar van het vernieuwde ICT-platform van Espria. Inmiddels is ook de migratie van Icare, de Trans en Meander afgerond. De GGZ Drenthe volgt in de tweede helft van 2014. De datacenters en IT domeinen van Evean en Icare zijn in 2013 gemigreerd naar het nieuwe datacenter van Espria. Evean Zorg, Particura, JGZ, De Trans en de Kraamvogel werken inmiddels met de nieuwe infrastructuur. De migratie van GGZ volgt in 2014. Hiermee beschikt Espria over een moderne geïntegreerde ICT infrastructuur die betrouwbaar, veilig, en schaalbaar is met de komende veranderingen in de zorg.
Daarmee lijken de kaders van de hervormingen in de langdurige zorg te zijn gezet: een verschuiving van AWBZ-zorg naar enerzijds informele zorg en anderzijds de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Zorgverzekeringswet, gepaard gaande met forse kortingen. Dit zal gerealiseerd moeten worden in een periode van slechts een jaar of maximaal vijf.
De regieraad bestaande uit de directies van de klantorganisaties en het SSC. Nadere voorbereiding en uitwerking van thema’s op de diverse vakgebieden vindt plaats in themagroepen.
dichtbij
Voor verdere verbeteringen in de nabije toekomst zijn in 2013 bijna 30 projectvoorstellen opgesteld en doordat de financiering hiervan in 2013 is geborgd, kan het SSC Espria zich blijven verbeteren en ontwikkelen.
57 4. Beleid, inspanningen en presentaties Espria jaarverslag 2013
betrokken
Tenslotte is Particura geconfronteerd met een toezichtmaatregel (dwangbevel) van de Inspectie bij de instelling Boschoord te Lunteren. Dit is een kleine zelfstandige zorginstelling waar Particura de thuiszorg voor een aantal cliënten verzorgt. Aangezien Particura zich, na het uitbreken van een bestuurscrisis aldaar, garant heeft gesteld voor de zorgverlening binnen de instelling, is Particura voor de Inspectie primair aanspreekpunt geworden voor
samen
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
professioneel
betrokken
samen
voor elkaar
• Bestuursaudits Het uitvoeren van een (beperkt) aantal audits als onderdeel van de kwaliteitsmonitor heeft ook in
Nadat in 2012 gestart is met het inbedden van de kwartaalrapportage in de kwartaalbesprekingen
• Toezicht Inspectie voor de Gezondheidszorg De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft haar toezichtbeleid aangescherpt. In dat kader vinden vaker dan voorheen onaangekondigde Inspectiebezoeken plaats en past de Inspectie criteria strenger toe. Ook diverse organisatieonderdelen van Espria zijn in 2013 onaangekondigd bezocht door de Inspectie. In een aantal gevallen heeft de Inspectie tekortkomingen in de kwaliteitsborging geconstateerd. Daarbij is opdracht gegeven tot het maken van verbeterplannen die inmiddels resultaat opleveren. In één situatie is de Inspectie over gegaan tot verscherpt toezicht. Dit betrof de locatie Altingerhof van Icare. Ook hier is een verbeterplan opgesteld en in uitvoering genomen.
meedoen
Eénmaal per twee jaar doen de VVT-onderdelen, de JGZ, de Kraamvogel en het SSC mee met de verplichte benchmark in het kader van het Actiz lidmaatschap. Dit zal in 2014 weer het geval zijn.
• Medezeggenschapsorganen De medezeggenschapsorganen worden geïnformeerd over onderdelen van de kwaliteitsmonitor en kunnen desgevraagd een specifieke toelichting of presentatie daarover ontvangen. In 2013 hebben zowel de COR als de CCR van deze mogelijkheid gebruik gemaakt.
aandacht
• Perioderapportage kwaliteit Het hart van de kwaliteitsmonitor wordt gevormd door de kwartaalrapportage kwaliteit. In 2013 heeft een verbeterslag ten aanzien van deze rapportage plaatsgevonden. De kwartaalrapportage is, in lijn met de overige rapportages, een perioderapportage geworden en verschijnt derhalve drie keer per jaar.
Met name op het gebied van ketensamenwerking en onderaannemers heeft dit in 2013 geleid tot aanscherping van de checklists en protocollen. Ten aanzien van leveranciersbeoordelingen en de SLA systematiek geldt dat de besluiten zijn geïntegreerd in de aanpak herpositionering SSC.
geregeld
• Cliënt- en medewerkerstevredenheidsmetingen Het is Espriabeleid dat cliënt- en medewerkerstevredenheidsmetingen tenminste éénmaal per jaar worden uitgevoerd. Hierover wordt in de perioderapportage kwaliteit gerapporteerd. Alle entiteiten hebben deze metingen conform voorschrift uitgevoerd. Naar aanleiding van de uitkomsten hiervan zijn geen bijzonderheden te melden.
2013 plaatsgevonden. Er zijn (meestal bij 2 tot 3 entiteiten) audits uitgevoerd met betrekking tot risicosignalering op cliëntniveau, risicomanagement op procesniveau, ketensamenwerking/ onderaannemers, veiligheidsmanagement, SLA systematiek, leveranciersbeoordelingen alsmede de verbetermaatregelen naar aanleiding van de VVT benchmark. Deze audits hebben geleid tot rapportages aan de Raad van Bestuur alsmede in een aantal gevallen tot nadere advisering en besluitvorming.
dichtbij
Op basis van de inhoud van alle perioderapportages wordt door de adviseur kwaliteit een concernrapportage gemaakt en aan de Raad van Bestuur aangeleverd. Daar waar van belang worden op basis daarvan adviezen gegeven en besluiten door de Raad van Bestuur genomen.
In het kader van de kwaliteitsmonitor zijn in 2013 door de commissie kwaliteit werkbezoeken gebracht aan Meander en De Trans. Bij het werkbezoek aan Meander is in een rondreis door Oost- Groningen gekeken naar de dementieketen (Samen Oud), de verbouwing van een verpleeghuis naar een multicultureel centrum, alsmede naar een project scheiden wonen en zorg. Tijdens het werkbezoek aan De Trans stonden de cateringdienst, die gerund wordt door cliënten, thuiszorgtechnologie, en vrijheidsbeperkende maatregelen centraal.
meedoen
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
• Kwaliteitsbeleid en kwaliteitssystemen In het kwaliteitshandboek van Espria, dat jaarlijks wordt geactualiseerd, is beschreven binnen welke kaders de diverse bedrijfsonderdelen van Espria hun kwaliteitsbeleid en kwaliteitssystemen ontwikkelen. Deze kwaliteitssystemen worden getoetst op HKZ dan wel ISO normen.
De nieuwe perioderapportage start met vragen omtrent de externe certificering, inspectiebezoeken/ meldingen alsmede over tevredenheidsmetingen. Vervolgens worden 22 vragen gesteld in de onderwerpcategorieën Markt en Omgeving, Cliënten, Medewerkers en Processen. De entiteit vult zelf de norm in, alsmede een kleurcode die aangeeft of de prestatie in de betreffende periode groen, oranje of rood is ten aanzien van de gestelde norm. Tevens wordt aangegeven welke trend men daarbij waarneemt.
Onderdelen van de kwaliteitsmonitor zijn de strategische kwaliteitsdoelen, meldingen inzake relevante kwesties uit de entiteiten, jaarverslagen van klachtencommissies, resultaten van benchmarks en tevredenheidsonderzoeken, werkbezoeken, resultaten van externe en interne audits (er is een bestuursauditteam dat op basis van een auditjaarplan onderwerpen onderzoekt die hetzij relevant zijn in de samenwerking tussen bestuur en directeuren of tussen directeuren onderling, dan wel meer inhoudelijke thema’s die als speerpunt worden gezien), resultaten uit systeembeoordelingen, etc.
aandacht
Kwaliteitsbeleid
De rapportage was te uitgebreid waardoor het risico bestond om het zicht op werkelijk belangrijke zaken te missen. Ook ontbrak op een aantal punten de norm die door de entiteit werd gesteld. In Periode 2 2013 is de nieuwe perioderapportage (1 A4 per entiteit, dan wel kwaliteitssysteem) als pilot geïntroduceerd. Op basis daarvan is nog een aantal technische en inhoudelijke punten verbeterd. Vanaf Periode 3 2013 is de perioderapportage voor de zorgentiteiten definitief geïmplementeerd.
• Kwaliteitsmonitor Teneinde binnen Espria te kunnen sturen en monitoren op de relevante kwaliteitsaspecten is eind 2010 de kwaliteitsmonitor ontwikkeld. Deze is in 2012 herijkt en heeft in 2013 in de nieuwe vorm gefunctioneerd.
geregeld
De belangrijkste bevindingen die uit de internal audit naar voren komen, richten zich op de procesgang als gevolg van het te laat beschikbaar komen van het controleprotocol en de nacalculatieformulieren vanuit de Nederlandse Zorg autoriteit. Dit heeft geleid tot grote inefficiënties in het controleproces. Voor de verantwoording 2014 wordt contact gezocht met de NZa om te onderzoeken hoe dit proces geoptimaliseerd kan worden. Intern is een verbetering zichtbaar in de oplevering van de interne controles. Met name de relatie tussen de geïdentificeerde risico’s en de daaruit voortvloeiende werkzaamheden is sterk verbeterd. De oplevering per jaareinde kan nog aan kracht winnen in tijdigheid en structuur.
tussen bestuurder en directeur, is in 2013 een slag gemaakt met het verbeteren van de rapportage op zich.
De kwaliteitssystemen van alle zorgentiteiten zijn ook in 2013 getoetst op de normen van het van toepassing zijnde HKZ normenstelsel en hebben op grond daarvan hun certificaten weten te behouden of te vernieuwen. Voor de ondersteunende entiteiten, het SSC en de facilitaire bedrijven, geldt dat zij hun systeem op de ISO normen hebben laten toetsen en ook zij hebben hun certificaten bestendigd.
dichtbij
• Specifieke aandacht voor de risicobeheersing productieverantwoording (Regeling AO/IC) Voor de zorgorganisaties is van groot belang dat de geleverde productie rechtmatig tot stand komt. De organisaties moeten hierbij de voorwaarden van de Regeling AO/IC naleven. Gedurende het jaar zijn er verschillende interne controles bij de bedrijfsonderdelen geweest. Deze zijn uitgevoerd door interne controlefunctionarissen die bij alle zorgonderdelen zijn aangesteld. De werkzaamheden zijn gebaseerd op vooraf vastgestelde interne controleplannen en een overkoepelend auditplan van de internal auditor, waarbij risico’s en aandachtspunten van voorgaande jaren zijn meegenomen. Ter voorbereiding van de controle door de externe accountant voert de internal auditor een uitgebreide audit uit op de uitgevoerde interne controlewerkzaamheden, zodat de naleving van de Regeling AO/IC kan worden aangetoond. Uiteindelijk resulteert de controle in een 35-tal controleverklaringen van de externe accountant ten behoeve van de zorgkantoren, zorgverzekeraars, de NZa en het ministerie van justitie. Alle controleverklaringen zijn tijdig verkregen en ingediend bij de betreffende contractpartij.
59 4. Beleid, inspanningen en presentaties Espria jaarverslag 2013
Onderzoek In het kader van de Espria Academy worden diverse onderzoeksactiviteiten uitgevoerd, bijvoorbeeld naar de factoren die het welbevinden van cliënten bepalen. In dat verband werken wij bijvoorbeeld samen met prof. dr. Peter de Jonge van de RUG/ UMCG. Ook participeren wij met het UMCG in onderzoek in het kader van het Healthy Ageing Network Noord Nederland (HANNN) GGZ Drenthe investeert naast zorg in (wetenschappelijk) onderzoek en opleidingen. Hiervoor wordt ook samengewerkt met het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) en de Rijksuniversiteit Groningen (RuG). GGZ Drenthe participeert daarnaast met enkele andere GGZ instellingen in het Rob Giel Onderzoekscentrum. Binnen de divisies van GGZ Drenthe worden researchprogramma’s uitgevoerd naar de effectiviteit van behandelprogramma’s en om nieuwe interventies te ontwikkelen. In 2013 is er bijvoorbeeld binnen de Divisie Beveiligde Psychiatrie onderzoek gedaan naar de relatie tussen de werking van psychofarmaca en slaapstoornissen. In het Centrum voor Verstandelijke Beperking en Psychiatrie is onderzoek gedaan naar de effecten van langdurig gebruik van antipsychotica op de kwaliteit van leven van mensen met een combinatie van verstandelijke beperkingen en psychiatrische stoornissen. Verpleegkundige Adviesraad Espria hecht aan betrokkenheid van de professionals zelf bij vormgeving van de inhoud en kwaliteit van de professionele beroepsuitoefening binnen de organisatie. In dat kader is in 2013 een Verpleegkundige Adviesraad (VAR) opgericht, waarin de verschillende entiteiten van Espria vertegenwoordigd zijn.
betrokken
samen
meedoen
aandacht
geregeld
De VAR richt zich op de volgende activiteiten: - het ontwikkelen van een adviesprogramma waarbij samenhang wordt aangebracht binnen (de werkmaatschappijen van) Espria op het gebied van interne en externe beroepsinhoudelijke ontwikkelingen; - het geven van adviezen over verpleegkundig zorginhoudelijk vraagstukken, die vanuit de Raad van Bestuur, de VAR leden en/of collega verpleegkundigen ingebracht kunnen worden; - een signaalfunctie vervullen vanuit zorg- en beroepsinhoudelijke vraagstukken naar de Raad van Bestuur.
dichtbij
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
Wij dragen dit ‘thoughtleadership’ onder meer uit door actieve participatie bij symposia en bijeenkomsten e.d. over bovengenoemd thema, en door aanwezig te zijn aan tafels, onder meer via ons lidmaatschap van het bestuur van Actiz, van waaruit daadwerkelijke beïnvloeding op het zorglandschap kan plaatsvinden.
voor elkaar
• Sociale innovatie Espria wil voorop lopen in het vorm geven aan de paradigmashift die noodzakelijk is in de zorg. Het gaat hierbij om het realiseren van een nieuwe vanzelfsprekendheid: niet zorg als antwoord op alle vragen, maar ervoor zorgen dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven functioneren en plezier aan het leven beleven.
professioneel
Een aantal van onze innovatieve projecten in het jaar 2013 willen we hier noemen.
betrokken
• Innovatie gericht op medewerkers - Particura heeft een medewerkersportaal ingericht, waarop medewerkers hun planning en declaraties kunnen doen en waarmee 24 uur per dag informatie kan worden uitgewisseld en protocollen kunnen worden geraadpleegd. - Diverse bedrijfsonderdelen van Espria zijn reeds gestart met de introductie van e-learning. De verdere ontwikkeling en implementatie daarvan zal concernbreed vanuit de Espria Academy worden gecoördineerd.
Onze Espria Academy zal in toenemende mate het brandpunt zijn van waaruit onze innovatieve activiteiten zullen worden aangejaagd en gecoördineerd.
samen
• Organisatorische innovatie - Bij Icare vindt er door toepassing van Leanmethodes in de wijkteams een continue verbeterproces plaats, leidend tot best-practices die de verschillende teams van elkaar overnemen. Een goed voorbeeld hiervan is de wijze waarop incidentmelding en -bespreking plaatsvindt. In plaats van centraal melden worden incidenten nu wekelijks in de teams zelf besproken, waardoor verbeteringen veel sneller tot stand komen. - Een ander project van Icare is ‘leefstijlgerichte
Innovatie Onze innovatieve inspanningen beslaan een breed terrein. Ze zijn gericht op het continue verbeteren van de zorg die onze cliënten van ons vragen, bijvoorbeeld door toepassing van de nieuwste communicatie- en informatietechnologie. Maar ook door toepassing van nieuwe organisatieconcepten. Daarnaast investeren wij in kennisontwikkeling en -toepassing die gericht is op de paradigmashift, zoals beschreven in paragraaf 4.1. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om instrumenten die helpen om leefplezier, eigen kracht en welbevinden te bevorderen. Tenslotte passen wij innovaties toe die zijn gericht op het faciliteren en ondersteunen van onze medewerkers.
meedoen
• E-health - Bij Stichting Icare wordt een pilot, Caren genaamd, uitgevoerd, waarbij klanten via internet de zorgplanning kunnen inzien, en daarnaast boodschappen kunnen doorgeven aan de zorgverleners. - Evean Zorg heeft samen met VitaValley het project Vitaal Thuis gestart. Vitaal Thuis beschrijft technologische oplossingen om veilig, verzorgd en langer comfortabel thuis te kunnen wonen, op basis van betaalbare en en beschikbare internettechnologie. - Evean Zorg heeft een unieke heup-app ontwikkeld voor patiënten die een totale heupoperatie ondergaan. Deze app bevat informatie voor patiënten over het gehele traject van voorbereiding, operatie en revalidatie. De app bevat bijvoorbeeld oefeningen die patiënten kunnen toepassen bij de revalidatie. - In het project De Mediaan van Evean Thuiszorg NHN heeft een groot aantal bewoners van wooncomplex De Mediaan in Heerhugowaard een I-pad gekregen waarmee beeldcommunicatie met zorgverleners mogelijk is. - GGZ Drenthe heeft voorbereidingen getroffen voor de inrichting van een cliëntportaal op de website. Door hierop in te loggen kunnen cliënten online gebruik maken van diverse herstelgerichte ondersteuningsmogelijkheden. Dit wordt in 2014 verder geïmplementeerd. - Vanuit de Academy is in 2013 in samenwerking met de RUG in het project ‘I feel good’ een start gemaakt met de ontwikkeling van een internettoepassing die cliënten helpt hun gevoel van welbevinden te versterken en zicht te krijgen op persoonlijke factoren die het welbevinden positief beïnvloeden.
aandacht
Een en ander is voor de Raad van Bestuur aanleiding geweest om aanvullend instrumentarium te ontwikkelen op het bestaande kwaliteitsmanagementsysteem. In dat kader is onder meer contact gezocht met een oud-inspecteur die de opzet van een interne toezichtorganisatie binnen Espria zal begeleiden.
preventie in de zorg’, waarin teams aan de hand van de werkmethodiek leren preventie en welbevinden een logische plek te geven in het gesprek met de cliënt. - Icare JGZ heeft een pilot ‘Taakherschikking’ succesvol afgerond. Hierin is gebleken dat taken van de arts kunnen worden uitgevoerd door de jeugdverpleegkundige, met behoud van kwaliteit, tevredenheid, en een verbeterde inzet van professionals. Deze werkwijze zal overal binnen JGZ worden uitgerold. - Evean Zorg Amsterdam is in 2013, in samenwerking met de gemeente Amsterdam en Achmea, gestart met het project ‘Wijkzorg’. Wijkzorg biedt ondersteuning dichtbij de bewoners in hun eigen wijk. Zelfredzaamheid van de cliënt en gebruik maken van het eigen sociale netwerk zijn hierbij uitgangspunten. De wijkverpleegkundige werkt hierbij nauw samen met de huisarts en maatschappelijke dienstverlening/welzijnswerk. - Evean Thuiszorg NHN werkt met Alzheimer Nederland, Geriant en het Platform Dementie samen in het project ‘Bewegen op Maat’. In dit project worden dementerenden gestimuleerd om meer te bewegen. - In het project ‘Samen Oud’ van Meander worden ouderen met behulp van het zogenoemde ‘frailtyinstrument’ van prof. dr. Joris Slaets, gescreend op kwetsbaarheid en welbevinden. - De Trans heeft in het project ‘Gezonde Leefstijl’ per divisie werkgroepen samengesteld die verschillende vitaliteitsmenu’s hebben uitgewerkt, ter ondersteuning van een gezonde leefstijl van cliënten en medewerkers. - De Kraamvogel werkt in het project ‘Geïntegreerde Geboortezorg Groningen’ samen met een grote verloskundige praktijk, een collega kraamzorgorganisatie, zorgverzekeraar en ziekenhuis aan afstemming in de geboortezorg. Er is een experimentstatus bij de Nza aangevraagd om dit project met integrale financiering te starten.
geregeld
Ook dit jaarverslag getuigt van onze ambitie. In het bijgevoegde cahier staan inspirerende verhalen van ‘thoughtleaders’ uit de samenleving, die getuigen van ‘de nieuwe vanzelfsprekendheid’.
dichtbij
het managen van de problematiek. Particura heeft een zeer intensief verbetertraject ingezet waarin frequent is gerapporteerd aan de Inspectie. De toezichtsituatie is inmiddels genormaliseerd.
61 4. Beleid, inspanningen en presentaties Espria jaarverslag 2013
betrokken
samen
meedoen
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
aandacht
5,5
(bedrijfsresultaat / netto-rentelast)
- De omzet op geconsolideerd Espria niveau daalt in komende vier jaren van circa € 809 miljoen (begroot 2013) naar € 723 miljoen (in 2017) oftewel een daling van circa € 86 miljoen (-/-11%). Voor het overgrote
Duidelijk is dat de bedrijfsonderdelen van Espria hun positie opnieuw moeten bepalen in een fundamenteel veranderend speelveld en dat is dan ook de kern van de meerjarenplannen. Onze uitdaging is hoe wij de komende jaren de invulling van onze inhoudelijke visie hand in hand kunnen laten gaan met een toekomstbestendige bedrijfsvoering.
geregeld
4,1
Interest coverage ratio
Naast het uitwerken van een meerjarenplan en meerjarenbegroting op basis van een realistisch scenario heeft Espria ook een fallback-scenario en worstcase-scenario op hoofdlijn uitgewerkt. Het fallback-scenario geeft een aanvullende omzetafname van circa € 44 miljoen en ruim € 26 miljoen extra frictie. De uitkomst van het worstcasescenario geeft ten opzichte van het realistische scenario een extra omzetafname van circa € 134 miljoen en ruim € 82 miljoen frictie.
dichtbij
1,2
(vlottende activa / kortlopende schulden)
persoonlijk
1,3
Liquiditeitsratio
helder
28,2%
bereikbaar
30,6%
deel doet dit zich voor bij het segment VVT waar de terugval van de omzet bijna 15% bedraagt. In de VVT worden vooral forse volume- en prijseffecten verwacht, het afbouwen van de intramurale capaciteit, verdere extramuralisering en de generieke kortingen op de tarieven in komende jaren. Met name in het jaar 2015 wordt een negatief effect verwacht; - Exclusief frictiekosten blijven de resultaten van Espria tot en met 2017 redelijk op peil. Het gemiddelde rendement in de periode 2014 -2017 komt uit op circa 2,4%. Dit staat of valt echter met de uitvoering en tijdige realisatie van voornomen beleidskeuzes en in de meerjarenbegroting, de daarin opgenomen maatregelen en taakstellingen. Strakke monitoring op realisatie hiervan is van groot belang. Espria heeft derhalve transitiemanagement als speerpunt voor komende jaren benoemd. Met ondersteuning van KPMG Plexus wordt inhoud gegeven aan de monitoring van dit proces; - Naar verwachting zal sprake zijn van circa € 50 miljoen aan frictiekosten. Dit betreft hoofdzakelijk kosten van afvloeiing personeel. In beperkte mate is nog sprake van kosten van afstoten van vastgoed en afbouw overige bedrijfskosten.
De uitkomsten zijn gedeeld met de accountant, maar ook met banken, het Wfz en zorgverzekeraars. Dat leverde goede gesprekken en nuttige feedback op.
De geconsolideerde meerjarenbegroting 2014-2017 van Espria laat een volgende beeld zien:
actief
18,7%
voor elkaar
Solvabiliteitsratio
(eigen vermogen / totale vermogen)
20,7%
professioneel
(eigen vermogen / totale opbrengsten)
3,3%
betrokken
Budgetratio
2,4%
samen
(resultaat / totale opbrengsten)
persoonlijk
Rentabiliteitsratio
Voor de transitie hebben wij de volgende randvoorwaarden gesteld: - Een continu focus op kostenreductie en efficiëncyverbetering; - Een uitstekend personeelsbeleid; - Innovatieve kracht.
Uitgaande van een positief resultaat en een behoudend investeringsbeleid kan voor het jaar 2014 eveneens een toename van de liquiditeitspositie worden verwacht. Een factor die de liquiditeit in substantiële mate kan beïnvloeden is de AWBZbevoorschottingssystematiek. Handhaving hiervan in haar huidige vorm is belangrijk voor een toereikende liquiditeitspositie, Op basis van een recent onderhandelingsresultaat van Actiz (maart 2014) mag worden verwacht dat deze bevoorschotting ten minste voor intramurale zorg gedurende de jaren 2015 en 2016 gehandhaafd blijft.
meedoen
Hieronder volgt een overzicht van enkele relevante ratio’s: 2013 2012
Wij zien het overheidsbeleid als een stimulans om de door ons ingezette koers te vervolgen. Echter, gezien het feit dat de gewenste transitie in een kort tijdsbestek dient te worden gerealiseerd, gepaard gaand met aanzienlijke bezuinigingen, dienen wij er wel voor te zorgen dat Espria zich op een bedrijfseconomisch verantwoorde wijze aanpast aan de veranderende omstandigheden. Daarvoor dienen keuzes te worden gemaakt: waar richten wij ons nog wel op en waarop niet, of niet meer? Deze keuzes hebben ingrijpende gevolgen voor onze bedrijfsonderdelen. Met het oog hierop heeft in het afgelopen jaar een intensief traject plaatsgevonden tussen de Raad van Bestuur en de directies van de bedrijfsonderdelen. Het onderwerp is ook in enige mate aan de orde geweest in Raad van Commissarissen- vergaderingen. Dat heeft geleid tot verdere aanscherping van onze strategische koers. De geactualiseerde meerjarenplannen en meerjarenbegrotingen houden hiermee rekening. De hoofdlijn van ons beleid voor de komende jaren is als volgt te omschrijven: ‘Hogerop in de waardeketen’.
• Ontwikkeling liquiditeit De liquiditeitsontwikkeling verbeterde verder in 2013. De totale positie van liquide middelen resulteert uit een saldering van kasmiddelen en debet standen op rekening courant faciliteiten. Dit saldo bedraagt per ultimo 2013 € 140 miljoen en is daarmee € 18 miljoen hoger dan het beginsaldo van € 122 miljoen. Deze toename wordt overigens voor een belangrijk deel (€ 15 miljoen) veroorzaakt door een herkwalificatie: van de rekening courant faciliteit van GGZ Drenthe is € 15 miljoen omgezet in een langlopende lening.
aandacht
• Resultaat boekjaar Het geconsolideerd resultaat over 2013 bedraagt € 20,2 miljoen positief. Het begroot resultaat was € 19,5 miljoen positief. Het resultaat is daarmee conform verwachting. Het genormaliseerd resultaat 2013 kwam uit op € 22,1 miljoen positief en ligt daarmee circa € 2,6 miljoen boven de begroting. Over de gehele linie genomen heeft het resultaat zich grofweg ontwikkeld conform de begroting. Halverwege het jaar zijn wel acties ondernomen om de begrotingsachterstand in te lopen. Het stabiliseren van de omzet en het terugdringen van het ziekteverzuim hebben een belangrijke bijdrage aan het uiteindelijke resultaat geleverd.
• Effecten regeringsmaatregelen op toekomstige exploitatie zijn in beeld Begin 2013 is op basis van het regeerakkoord een eerste impactanalyse opgesteld. In de loop van 2013 heeft dit een vervolg gekregen en is per bedrijfsonderdeel een meerjarenplan en meerjarenbegroting opgesteld met ondersteuning van KPMG Plexus. Daarin zijn niet alleen de effecten verwerkt vanuit de regeringsmaatregelen maar zijn ook de interne taakstellingen benoemd. Het is duidelijk dat er forse en ingrijpende maatregelen nodig zijn.
Op segmentniveau was er wel sprake van een wisselend beeld in 2013. Zo liet het segment VVT een rendement zien van 2,5% ten opzichte van 3,4% in 2012. Het rendement van de gehandicaptensector kwam uit op 2,5% (2012: 4,7%). Het segment Psychiatrie bleef nagenoeg op het niveau van 2012 steken en kwam uit op rendement van 0,7% (2012: 0,8%). De kraamzorgactiviteiten lieten in 2013 daling van hun rendement zien naar 1,5% (2012: 2,2%).
geregeld
Financieel beleid
Het rendement kwam in 2013 uit op 2,4% en ligt daarmee op het begroot niveau. Espria verstevigde met het positieve resultaat haar financiële positie. Zowel de budgetratio als de solvabiliteitsratio nam toe, waardoor het weerstandsvermogen verder verbeterd is. De zorgorganisaties staan echter aan de vooravond van forse bezuinigingen vanuit het Rijk. In komende jaren zullen volumes en tarieven fors onder druk komen te staan en daarmee de resultaten. Ook zal er als gevolg van afbouw van het personeelsbestand sprake zijn van forse frictiekosten. Daarmee zal in komende jaren een groot beroep gedaan worden op onze buffers om Espria goed door de transitie heen te leiden.
dichtbij
Wet normering topinkomens Als uitvloeisel van de invoering van de Wet normering topinkomens per 1 januari 2013, is iedere organisatie die onder de werkingssfeer van de wet valt verplicht de kring van topfunctionarissen te definiëren. Op grond van de in de wet aangegeven criteria zijn de volgende functionarissen binnen Espria als topfunctionaris aangemerkt: - alle leden van de Raad van Commissarissen; - alle leden van de Raad van Bestuur; - de directeur van GGZ Drenthe; - de directeur van de De Trans; - de directeur van Zorggroep Meander; - de beide directeuren van Evean; - de beide directeuren van Icare; - de directeur van Particura; - de directeur van de Kraamvogel; - de beide directeuren Welsaen en SMD
63 4. Beleid, inspanningen en presentaties Espria jaarverslag 2013
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
betrokken
samen
Ook zijn wij maandelijks in gesprek met onze Espria Ledenvereniging over de koers van de organisaties. Zo wordt het gevoerde beleid aan de hand van het
De samenwerking met het Zaans Medisch Centrum om gezamenlijk een zorghotel te ontwikkelen is in 2013 verder uitgewerkt. De concretisering hiervan zal in 2014 zijn beslag krijgen. Zorgroep Meander heeft samen met het Refaja Ziekenhuis in het kader van het project Revalidatie 2015 het zorgpad traumatologie uitgewerkt. In 2014 wordt dit vervolgd met het project Revalidatie en Behandeling. Een unieke samenwerking is die van Particura met het UMCG in het project Intensieve Kindzorg, waarbij
betrokken
Op concernniveau betrekken wij de Centrale Cliëntenraad nauw bij onze beleidsontwikkeling. Datzelfde doen wij met de centrale vertegenwoordiging van onze medewerkers, de Centrale Ondernemingsraad.
• Ziekenhuizen en huisartsen Espria werkt samen met alle ziekenhuizen in haar werkgebied. Deze samenwerking is in 2013 verder geïntensiveerd. Het doel van deze samenwerking is voornamelijk om patiënten weer zo snel mogelijk uit het ziekenhuis te krijgen door terugplaatsing naar huis, dan wel in tijdelijke verblijfsvoorzieningen, zodat het gebruik van dure tweedelijnsvoorzieningen kan worden ingeperkt.
samen
Bij GGZ Drenthe is een naastbetrokkenenbeleid ontwikkeld. Onderdeel daarvan is de installatie van een Naastbetrokkenenraad. Naar verwachting zal deze, na afronding van het nog lopende medezeggenschapstraject, in 2014 van start kunnen gaan.
De samenwerking met zorgaanbieders buiten Espria heeft tot doel het realiseren van een zo integraal mogelijk zorgaanbod. Een goed voorbeeld van samenwerking waar zowel binnen als buiten het concern door partijen wordt samengewerkt, is het psychiatrisch centrum voor verstandelijk gehandicapten in Assen.
meedoen
Belanghebbenden/stakeholders Espria streeft er expliciet naar om belanghebbenden meer bij de organisatie te betrekken. De cliënten, maar in toenemende mate ook hun verwanten en naasten, staan hierbij voorop. De Trans heeft bijvoorbeeld in 2013 een impuls gegeven aan de samenwerking met ouders en verwanten van cliënten. In dat kader zijn voorjaarsbijeenkomsten georganiseerd en is een klankbordgroep van ouders en verwanten gestart die vorm en inhoud moet gaan geven aan het meer betrekken van de omgeving bij het levensgeluk van cliënten.
• Samenwerking met zorgaanbieders Er zijn samenwerkingsverbanden met zorgaanbieders binnen en buiten het Espria-concern. De eerste samenwerking richt zich met name op het gezamenlijk ontwikkelen en toepassen van best practices, het ontwikkelen van (wijkgerichte) zorgconcepten en het gezamenlijk delen van voorzieningen.
aandacht
Belanghebbenden/stakeholders en samenwerkingsrelaties
Samenwerkingsrelaties Om onze missie en visie te realiseren zoeken wij actief verbinding en samenwerking met andere partijen. Dit zijn zowel zorgaanbieders, zorgverzekeraars, gemeenten, corporaties, welzijnsorganisaties als wetenschappelijke en financiële instellingen.
geregeld
4.3.2
jaarverslag, begrotingen, etc, met hen besproken. Ook vindt afstemming en samenwerking in innovatieve projecten plaats.
dichtbij
De komende jaren zullen wij ons MVO-beleid verder ontwikkelen en expliciteren.
Ook zijn wij sponsor van het initiatief ‘WeHelpen. nl’. Dit is een initiatief waarmee burgerkracht kan worden gestimuleerd. Via de website ‘wehelpen.
meedoen
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
Een goed voorbeeld hiervan zijn de projecten ‘Gewoon doen! Meedoen in Musselkanaal’ en ‘Meer doen!’ in de gemeenten Pekela en Veendam waarin Zorggroep Meander met welzijnsorganisaties Welstad, Compaen, De Badde, consulenten Wmo en Werk & Inkomen van de gemeenten en partners als Lefier, Acantus, Wedeka, Synergon, NOVO, Lentis, Oosterlengte en de politie samenwerkt. Er is een samenwerkingsmodel ontwikkeld waarbij de burger centraal staat. Het stelt de burger in staat de regie over het eigen leven te krijgen, hebben en houden, daar zelf de verantwoordelijkheid voor te nemen en naar vermogen een bijdrage te leveren aan de eigen leefomgeving om een vitale wijk of buurt te creëren. Vanuit Sociale Teams, waarin de samenwerkende organisaties zijn vertegenwoordigd, wordt de wijk ingegaan om dichtbij de doelgroep te staan. Het team is zichtbaar in de wijk aanwezig, weet wat er speelt en staat dichtbij de bewoners. Het doel is mensen te stimuleren zoveel mogelijk zelf te doen, al dan niet met hulpbronnen in de naaste omgeving, en waar nodig hen op professionele wijze
In toenemende mate hebben wij ook aandacht voor het aspect ‘planet’ in maatschappelijk verantwoord ondernemen. Zo trachten wij onze intramurale voorzieningen zo lang mogelijk door te exploiteren, bijvoorbeeld door ze in het kader van scheiden van wonen en zorg, geschikt te maken voor zwaardere vormen van zorg. Ook investeren wij in milieuvriendelijke techniek. Zo worden de nieuwbouwprojecten van De Trans in Nooitgedacht en Vlagtwedde ‘energieneutraal’ ontwikkeld.
Espria ondersteunt tevens de Stichting Lezen en Schrijven. Binnen Espria is een projectleider aangesteld die aandacht voor en initiatieven op het gebied van taalvaardigheid binnen de bedrijfsonderdelen stimuleert en coördineert. Door de samenwerking met de Stichting Lezen en Schrijven willen we bereiken dat laaggeletterde mensen meer mogelijkheden hebben om te participeren in onze samenleving. Laaggeletterden hebben onvoldoende lees- en andere vaardigheden om zich te kunnen redden in onze kennissamenleving. De jaarlijkse maatschappelijke kosten van laaggeletterdheid zijn naar schatting 556 miljoen euro, waarvan 127 miljoen euro voor gezondheidszorg. Dit komt bijvoorbeeld door meer ziekenhuisopnamen, ongezonde keuzes of onjuist gebruik van medicijnen. Onze acties zijn gericht op het bewust maken van medewerkers van laaggeletterdheid, laaggeletterdheid te voorkomen, laaggeletterden te signaleren, hen te wijzen op educatiemogelijkheden en door de communicatie van de organisatie met haar cliënten beter toegankelijk te maken voor minder geletterden.
aandacht
People en Profit gaan wat ons betreft daarbij hand in hand. Espria wil als maatschappelijke onderneming een bijdrage leveren aan de oplossing van maatschappelijke vraagstukken. Daarom werken wij aan het terugdringen van zorgkosten, maar tegelijkertijd willen wij daarbij het welzijn en welbevinden van mensen bevorderen. Dit doen wij onder meer door preventie en het stimuleren van zelfredzaamheid. Om die reden ontwikkelen wij vanuit onze visie aan innovatieve concepten die gericht zijn op het activeren van de eigen kracht en sociale netwerken van cliënten. We zoeken ook steeds meer het contact met andere partijen in het sociale domein, omdat wij een gezamenlijke verantwoordelijkheid voelen om mensen te ondersteunen zo lang mogelijk zelfstandig te blijven.
nl’ kunnen op wijkniveau kleine hulpvragen en hulpaanbod bij elkaar worden gebracht. Via de Espria Ledenvereniging wordt dit instrument inmiddels ingezet in een wijk in Veendam.
Een ander voorbeeld betreft onze participatie in het project ‘Doen en Later’. Dit initiatief is voortgekomen uit de Innovatietafel en is gericht op de ontwikkeling van een gameomgeving die via internet kan worden benaderd en waarin het mogelijk is om als individu diverse toekomstscenario’s op gebied van wonen, zorg en pensioen te ‘spelen’, op basis van de invoer van bepaalde keuzemogelijkheden. Deze game zal in 2014 door middel van een publiekscampagne breed worden bekend gemaakt. Op deze wijze wil Espria tevens haar maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen door mensen bewust te maken van keuzes op het gebied van zorg, wonen en pensioen.
geregeld
4.3.1 Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) Espria heeft maatschappelijk verantwoord ondernemen hoog in het vaandel staan. Maatschappelijk verantwoord ondernemen is gericht op het creëren van waarde op economisch (profit), sociaal (people) en ecologisch (planet) gebied.
te faciliteren en te ondersteunen. Naast de Sociale Teams functioneert ook het gezondheidsteam op wijkniveau, waarbij de wijkverpleegkundige als de verbindende schakel optreedt tussen beide teams. De wijkverpleegkundige kent de (probleem)situaties en is eraan gewend om in samenwerking met anderen voor oplossingen te zorgen waarbij herstel van zelfredzaamheid het uitgangspunt is. Tevens kan zij verbindingen leggen met de huisarts, andere eerstelijns professionals.
dichtbij
4.3 Samenleving, samenwerkingsrelaties en belanghebbenden/stakeholders
65 4. Beleid, inspanningen en presentaties Espria jaarverslag 2013
In 2014 en verder zullen wij ons blijven inzetten op innovatie en ontwikkeling, met name via onze Academy. De verdere ontwikkeling van onze kwaliteitsmanagementsysteem staat eveneens hoog op onze agenda. Een belangrijke toevoeging daarin is de benoeming van een interne toezichthouder, specifiek belast met het toezicht op kwaliteit.
betrokken
samen
Kortom, er staat ons veel te doen. Maar vanuit een stevige basis, gestoeld op onze visie en plannen, zien wij de toekomst met vertrouwen tegemoet.
meedoen
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
Nu de meerjarenplannen en -begrotingen er liggen, is Espria is een belangrijke stap gezet in de voorbereiding op de grote veranderingen die komen gaan. Maar daarmee zijn we er nog niet. Het komt nu op de uitvoering van deze plannen aan en, als dat nodig is, tijdige bijstelling wanneer
We zullen de marktontwikkelingen scherp blijven volgen en inspelen op nieuwe kansen die zich voordoen. Zo verwachten wij dat in de ketensamenwerking, met name met ziekenhuizen, nog veel te winnen is. Ook zijn wij volop bezig met om invulling te geven aan de herpositionering van de rol van de wijkverpleegkundige.
aandacht
4.4 Toekomstparagraaf
Daarnaast voeren wij een project uit dat ons meer inzicht moet geven in onze kostprijzen. Dit met het oog op de toenemende marktwerking die met de transitie gepaard gaat. Vanuit de zelfde overwegingen zullen we in 2014 ook de bestaande werkwijze ten aanzien van contracteren en ‘verkoop’ verder optimaliseren, onder andere door de inrichting van een virtuele tenderdesk.
geregeld
In 2013 hebben wij het initiatief genomen om financiële instellingen, zoals banken, nog nauwer bij onze organisatie te betrekken. In dat kader zijn wij begin 2014 gestart met een ‘roadshow’ langs alle grote banken in ons land waarbij wij onze organisatie, de uitdagingen waarvoor wij staan, onze keuzes en de doorrekening daarvan hebben gepresenteerd.
de omstandigheden dit vragen. Het jaar 2014 is wat dat betreft een overgangsjaar. Wij gebruiken dit jaar om alle randvoorwaarden in te vullen die het mogelijk maken om onze organisatie optimaal voor te bereiden op het jaar van de grote transitie: 2015. In dat kader zal in 2014 onder meer een transitiemonitor ontwikkeld worden. Op basis van deze monitor kan aan de hand van een aantal specifiek gedefinieerde KPI’s gevolgd worden of de noodzakelijke transities binnen de bedrijfsonderdelen volgens plan verlopen, en kan zo nodig bijgestuurd worden.
dichtbij
• Financiële instellingen Financiële instellingen, zoals banken, pensioenfondsen, verzekeraars en investeerders, spelen een belangrijke rol in het mogelijk maken van nieuwe producten en diensten. Als financiers van zorg en nieuwbouw van vastgoed, maar ook als inkomensverschaffers voor ouderen en kwetsbare mensen.
betrokken
persoonlijk
helder
bereikbaar
actief
voor elkaar
professioneel
• Relatie met gemeenten geïntensiveerd Vanwege het verschuiven van AWBZ gefinancierde zorg naar Wmo gefinancierde zorg worden
GGZ Drenthe is verbonden aan het Rob Giel Onderzoeks Centrum. Dit centrum ondersteunt wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de GGZ.
• Welzijnsorganisaties In ons streven naar een zo wijkgericht en integraal mogelijke aanpak van vraagstukken op het gebied van zorg, wonen en welzijn, vormt de relatie met welzijnsorganisaties een belangrijke schakel. Op diverse plaatsen werken we daarom in toenemende mate samen met welzijnsorganisaties. Ten behoeve van de realisatie van een integraal aanbod in de gemeente Zaanstad is Evean in 2013 gefuseerd met de welzijnsorganisaties SMD en Welsaen.
samen
Menzis ondersteunt diverse innovatieve projecten van Zorggroep Meander, zo ook VGZ bij Evean Thuiszorg NHN.
Prof. dr. Joris Slaets van de Rijksuniversiteit Groningen is aan ons gelieerd vanwege zijn kennis op het gebied van kwetsbaarheid bij ouderen. Evean heeft nauwe contacten met het LUMC op het gebied van COPD.
Zorggroep Meander werkt nauw samen met zowel Woonzorg Nederland als met Acantus en Lefier. Evean onderhoudt nauwe relaties met Woonzorg Nederland en woningcorporatie ZVH te Zaandam.
meedoen
• Innovatieve allianties met zorgverzekeraars Zorgverzekeraars zijn voor Espria partners bij de inkoop van AWBZ en Zvw-zorg. We werken ook samen met de zorgverzekeraars als Achmea, Menzis en VGZ aan innovatieve oplossingen in hun eigen werkgebied. Zoals hiervoor aangegeven, werkt GGZ Drenthe met Achmea samen in het Mirro project dat is gericht op versterking van de GGZ in de eerste lijns zorg. Ook het eerdergenoemde project Wijkzorg dat door Evean Zorg Amsterdam in samenwerking met Achmea wordt uitgevoerd is hiervan een goed voorbeeld.
aandacht
Espria werkt ook intensief samen met ziekenhuizen en huisartsen in COPD- en dementienetwerken. Evean heeft bijvoorbeeld op het gebied van dementiezorg gezamenlijke VTO-teams met de GGZ instelling Dijk en Duin.
• Innovatieve zorg met wetenschappelijke instellingen Wij werken nauw samen met verschillende wetenschappelijke instellingen aan onder meer de ontwikkeling van innovatieve zorgconcepten:
• Samen met corporaties Ook de relatie met de corporaties is belangrijk voor Espria, met name vanwege de scheiding van wonen en zorg. Doel is de transitie naar een betaalbaar woningaanbod waarbij de zorg nauw is aangesloten. Een bijzondere relatie is uiteraard die tussen Espria en Woonzorg Nederland, de grootste huisvester voor ouderen en kwetsbaren in Nederland. Deze unieke samenwerking maakt het mogelijk om voor onze klanten concepten en diensten op het gebied van wonen en gezondheid te ontwikkelen. Zo is bijvoorbeeld in samenwerking tussen De Trans en Woonzorg Nederland een nieuw Kinderdagcentrum in Emmen ontwikkeld.
geregeld
GGZ Drenthe werkt eveneens nauw samen met het UMCG op het gebied van onderzoek en het ontwikkelen van specifieke expertisegebieden binnen de geestelijke gezondheidszorg. In het kader van de transitie naar meer ambulante en wijkgerichte zorg wordt de samenwerking met de huisartsen steeds verder geïntensiveerd. Zo worden binnen het gehele werkgebied van Espria huisartsen ondersteund door praktijkondersteuners vanuit de VVT-organisaties. Daarnaast biedt GGZ Drenthe vanuit Indigo praktijkondersteuning op het gebied van de GGZ. Dit wordt mede vormgegeven in het kader van het Mirro project, in samenwerking met Achmea.
gemeenten steeds belangrijker voor Espria. De verschillende Espria-bedrijfsonderdelen investeren daarom stevig in de relatie met gemeenten. Ze zijn bijvoorbeeld betrokken bij het overleg van gemeenten over de invulling van de Wmo. Daar waar mogelijk, bijvoorbeeld in Drenthe, trekken de bedrijfsonderdelen hierin gezamenlijk op. Het streven is om in goed overleg vraagstukken op het gebied van zorg en welzijn en leefbaarheid en veiligheid op wijkniveau te adresseren. Elders in dit verslag worden diverse voorbeelden genoemd van projecten van onze zorgbedrijven die gezamenlijk met gemeenten worden opgepakt.
dichtbij
ernstig zieke jonge patiëntjes van het UMCG thuis intensief worden verpleegd.
67 Alledaagse waarden Espria jaarverslag 2013
Van, voor en door jezelf. Bedacht en gemaakt. Een creatie. Gericht op jou, hem of haar voor wie het is bedoeld. Heel gericht. Persoonlijk. Zeer gewaardeerd.
69 Alledaagse waarden Espria jaarverslag 2013
Persoonlijk Zeer gewaardeerd
14.10 Elk dag komt Kerst weer dichterbij. Aan de slag
16.08 Die rode kleur, steeds weer prachtig
16.14 In de winkel komen de klanten. Voor wat ik maak
espria jaarrekening 2013
inhoudsopgave jaarrekening 5.1 Geconsolideerde jaarrekening
72
5.1.1
Balans per 31 december
72
5.1.2
Resultatenrekening
73
5.1.3
Kasstroomoverzicht
74
5.1.4
Grondslagen van waardering en resultaatbepaling
75
5.1.5
Toelichging op de geconsolideerde balans
87
5.1.6
Mutatieoverzicht materiële vaste activa
98
5.1.7
Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten en gereed gekomen projecten
105
5.1.8
Overzicht langlopende schulden ultimo 2013
108
5.1.9
Toelichting op de resultatenrekening
5.1.10 Toelichting wettelijk budget voor aanvaardbare kosten
112 123
5.2 Enkelvoudige jaarrekening
124
5.2.1
124
5.2.2 Enkelvoudige resultatenrekening
5.2.3
5.2.4 Toelichting op de enkelvoudige balans
126
5.2.5
129
Enkelvoudige balans Grondslagen van waardering en resulaatbepaling Toelichting op de enkelvoudige resultatenrekening
125 126
5.3 Overige gegevens
130
5.3.1 5.3.2
Vaststelling en goedkeuring jaarrekening Statutaire regeling resultaatbestemming
130 130
5.3.3
Resultaatbestemming
130
5.3.4 Gebeurtenissen na balansdatum
130
5.3.5
Ondertekening door bestuurders en toezichthouders
131
5.3.6 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
132
5. geconsolideerde jaarrekening
73 5. Geconsolideerde jaarrekening Espria jaarverslag 2013
5.1.2 RESULTATENREKENING OVER 2013
in Euro’s
2013
2012
Bedrijfsopbrengsten
5.1 GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 2013 5.1.1 BALANS PER 31 december 2013 (na resultaatbestemming)
in Euro’s
Ref.
Ref.
31 december 2013
31 december 2012
Opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties
15
708.459.191
712.124.030
Niet gebudgetteerde zorgprestaties
16
71.243.919
69.649.303
Subsidies
17
28.528.462
23.504.700
Overige bedrijfsopbrengsten
18
27.603.363
22.935.166
Som der bedrijfsopbrengsten
835.834.936
828.213.199
activa
Bedrijfslasten
Vaste activa
Personeelskosten
19
639.252.259
629.643.907
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa
20
28.948.597
29.374.766
Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa
21
347.306
4.357.931
Overige bedrijfskosten
22
139.785.327
131.067.672
Som der bedrijfslasten
808.333.490
794.444.277
Bedrijfsresultaat
27.501.446
33.768.922
Financiële baten en lasten
23
-7.344.638
-6.437.636
20.156.808
27.331.287 0
Immateriële vaste activa
1
1.080.493
1.659.204
Materiële vaste activa
2
311.431.158
314.997.519
Financiële vaste activa
3
3.738.349
4.220.511
Totaal vaste activa
316.250.000
320.877.234
Vlottende activa Voorraden
4
352.018
349.876
Onderhanden projecten uit hoofde van DBC’s/DBC-zorgproducten
5
19.139.713
6.855.623
Vorderingen en overlopende activa
6
41.427.925
36.229.520
Vorderingen uit hoofde van bekostiging
7
30.310.855
36.254.667
Liquide middelen
9
157.660.912
147.826.611
Totaal vlottende activa
248.891.423
227.516.297
Buitengewone baten
24
0
548.393.531
Buitengewone lasten
24
0
0
0
0
RESULTAAT BOEKJAAR
20.156.808
27.331.287
Totaal activa
565.141.423
passiva Eigen vermogen
10
Kapitaal
323.562
341.713
Collectief gefinancierd gebonden vermogen
147.549.243
128.522.177
Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen
24.728.277
25.685.250
Minderheidsbelang derden
265.148
258.932
Totaal eigen vermogen
172.866.229
154.808.072
Voorzieningen
11
26.352.736
22.038.287
Langlopende schulden
12
173.863.939
181.881.069
Kortlopende schulden Schulden uit hoofde van bekostiging
7
10.526.320
10.799.159
13
181.532.199
178.866.945
Totaal passiva
565.141.423
548.393.531
Overige kortlopende schulden
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening
Buitengewoon resultaat
Resultaatbestemming Het resultaat is als volgt verdeeld:
Toevoeging/(onttrekking): Collectief gefinancierd gebonden vermogen: Reserve aanvaardbare kosten
16.622.897
21.926.175
Bestemmingsreserves
2.650.908
2.471.966
Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen: Algemene reserves
712.002
1.823.755
Bestemmingsreserves
66.901
488.090
Bestemmingsfondsen
104.100
621.301
20.156.808
27.331.287
5.1.3 KASSTROOMOVERZICHT OVER 2013 in Euro’s
75
Ref.
2013
2012
Kasstroom uit operationele activiteiten Bedrijfsresultaat Aanpassingen voor: - afschrijvingen - bijzondere waardeverminderingen materiële vaste activa
27.501.446
20
28.948.598
29.527.250
2
347.305
4.357.931
- overige mutaties in het eigen vermogen
10
-894.273
-158.160
- mutaties voorzieningen
11
4.314.449
582.620
32.716.079
33.768.922
4
-2.143
-17.348
- onderhanden projecten DBC’s/DBC-zorgproducten
5
-12.284.090
10.063.758
- vorderingen
6
-5.198.405
980.749
- vorderingen/schulden uit hoofde van bekostiging
7
5.670.972
-14.222.344
34.309.641
13
-4.273.555
14.839.398
-16.087.220
11.644.213
Kasstroom uit bedrijfsoperaties
44.130.305
79.722.777
- kortlopende schulden (excl. schulden aan kredietinstellingen)
Ontvangen interest
23
2.606.071
2.285.619
Betaalde interest
23
-9.276.323
-8.458.835
Overige opbrengsten financiële vaste activa
23
-6.130
-28.926
Waardeverandering financiële vaste activa en effecten
23
-460.486
-152.410
Vennootschapsbelasting
23
831
-83.158
Resultaat deelnemingen
23
-208.600
74
-7.344.638
-6.437.636
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 36.785.667
73.285.140
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen/desinvesteringen materiële vaste activa
2
-26.355.208
Investeringen immateriële vaste activa
1
0
-1.974.138
Mutatie leningen u/g
3
302.162
-2.165.658
Overige investeringen in financiële vaste activa
3
180.000
-793.100
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -25.873.045
-36.213.447
-41.146.343
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Nieuw opgenomen leningen
12
23.083.916
38.610.957
Aflossing langlopende schulden
12
-16.876.580
-22.089.650
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten
6.207.336
16.521.308
Mutatie geldmiddelen
17.119.957
48.660.105
(liquide middelen en schulden aan kredietinstellingen)
Toelichting: De indirecte methode is gebruikt. In de investeringen in materiële vaste activa is tevens begrepen de verwerving via fusies en overnames.
5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING 5.1.4.1 Algemeen
Veranderingen in vlottende middelen: - voorraden
5. Geconsolideerde jaarrekening Espria jaarverslag 2013
Onder de overige mutaties in het eigen vermogen is verwerkt de inbreng van de activa en passiva van Stichting Welsaen en SMD.
Groepsverhoudingen Stichting Espria staat aan het hoofd van de groep. De enkelvoudige jaarrekening van Stichting Espria is opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van Stichting Espria te Meppel. Stichting Espria Blankenstein 400 7943 PH Meppel Statutair gevestigd in Meppel Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 Burgerlijk Wetboek, de Regeling verslaggeving WTZi en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Als gevolg van bij verschillende dochtermaatschappijen bestaande negatieve vermogens en negatieve exploitatieresultaten heeft Stichting Icare een Letter of Support afgegeven bij dochtermaatschappij Stichting HdS, Christelijke Organisatie voor Zorg. Daarmee verklaart Stichting Icare dat zij het stellige voornemen heeft de lopende en benodigde financiering voor deze operationele activiteiten van de dochtermaatschappij voor de periode tot 27 mei 2015 te continueren. Het jaarrekeningmodel is in euro’s opgesteld. Continuïteitsveronderstelling Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Ten tijde van het opstellen van de jaarrekening van dochtermaatschappij Stichting Welsaen is er een ernstige onzekerheid over de continuïteit van de stichting. Waardering in de jaarrekening Stichting Welsaen heeft derhalve plaatsgevonden op basis van liquidatiewaarde. Duurzame voortzetting van het geheel van de werkzaamheden van deze stichting is onmogelijk geworden. Nader onderzoek vindt plaats naar welke activiteiten mogelijk kunnen worden voortgezet.
Dochtermaatschappij Stichting GGZ Drenthe is contractueel verplicht haar jaarrekening en jaarverslag uiterlijk binnen zes kalendermaanden na afloop van het boekjaar, in het bezit te stellen van haar huisbankier BNG Bank. Op de niet door het WfZ geborgde financiering van Stichting GGZ Drenthe (zijnde een lening van € 15 miljoen en een rekening courant faciliteit met een limiet van € 15 miljoen (per april 2014)) zijn de Algemene Kredietvoorwaarden van BNG Bank van toepassing. Op basis van artikel 3.27 van de Algemene Kredietvoorwaarden is de bank gerechtigd haar kredieten op te eisen of te beëindigen wanneer met betrekking tot de laatst vastgestelde jaarrekening een goedkeurende controleverklaring van een accountant ontbreekt. Bij deze jaarrekening is door de controlerend accountant een verklaring met beperking verstrekt. Formeel is daarmee sprake van een opeisingsgrond voor de BNG Bank. BNG Bank weet dat dit niet alleen betrekking heeft op Stichting GGZ Drenthe maar op de gehele curatieve GGZ-sector in Nederland. De Algemene Kredietvoorwaarden van de bank hebben evenmin alleen betrekking op Stichting GGZ Drenthe, maar op al haar (ongeborgde-krediet)cliënten in de GGZ-sector. Het is zeer onwaarschijnlijk dat de bank al haar kredieten aan de sector zou beëindigen. Stichting GGZ Drenthe heeft van BNG Bank geen enkele indicatie gekregen dat zij daadwerkelijk haar kredieten zou willen opeisen. De Raad van Bestuur acht het niet aannemelijk dat aan Stichting GGZ Drenthe verstrekte kredieten worden opgeëist. Indien dit wel het geval zal zijn, kan dit binnen concernverband worden opgevangen. Vergelijking met voorgaand jaar De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar. Voor zover van toepassing zijn omwille van de vergelijkbaarheid de vergelijkende cijfers aangepast. Daar waar noodzakelijk geacht, is de aanpassing nader toegelicht. Stelselwijziging Op grond van de nieuwe RJ 655 dient met ingang van de jaarrekening 2013 (jaar t) rekening te worden gehouden met de definitieve indexering, die in het opvolgende jaar (t+1) wordt verwerkt in de tarieven, middels het opnemen van een vordering ultimo 2013. Als gevolg van de onzekerheden voor de bepaling van de omvang van de na-indexering van
77 5. Geconsolideerde jaarrekening Espria jaarverslag 2013
het AWBZ budget ten aanzien van het tarief en de uiteindelijke realisatie in het productievolume het opvolgende jaar is deze vordering in de jaarrekening op nihil gewaardeerd. Ditzelfde geldt voor het kraambudget in de ZVW. Het betreft hier in beginsel een stelselwijziging conform RJ 140, echter door de gekozen verwerkingswijze is er geen effect op het eigen vermogen of het resultaat te vermelden. Bij de Kraamvogel Holding BV zijn op grond van RJ 274 de ontvangen subsidies ter dekking van de kosten van stage en opleiding onder de personeelskosten verantwoord. De stelselwijziging heeft geen gevolgen voor het eigen vermogen en resultaat. Consolidatie Stichting Espria beschikt op basis van statutaire bepalingen over de volledige zeggenschap over de in de consolidatie opgenomen stichtingen. Daarnaast beschikt Stichting Espria rechtstreeks, dan wel via de dochterstichtingen, over een meerderheidsbelang in de bij de consolidatie betrokken besloten vennootschappen. In de geconsolideerde jaarrekening zijn opgenomen de volgende stichtingen en vennootschappen die tot Espria behoren: - Groep Stichting Evean te Purmerend - Groep Stichting Icare te Meppel - Stichting Espria te Meppel - Stichting GGZ Drenthe te Assen - Stichting De Trans te Rolde - Stichting Zorggroep Meander te Veendam - De Kraamvogel Holding BV te Meppel - Evean Services B.V. te Harderwijk (51%) In de groep Stichting Evean te Purmerend zijn de volgende entiteiten in de consolidatie opgenomen: - Stichting Evean Zorg te Purmerend - Stichting Evean Zorg Amsterdam te Amsterdam - Stichting Evean Thuiszorg te Alkmaar - Stichting Evean te Amsterdam - Stichting Welsaen te Zaanstad - Stichting Maatschappelijke Dienstverlening Zaanstreek/Waterland te Purmerend - Stichting de Dillenburg te Alkmaar - Stichting Evean Caro te Purmerend - Stichting Evean Facilitas te Purmerend - Stichting Evean Cumulus te Purmerend - Stichting PartiCura te Purmerend - Stichting Profzorg te Purmerend - PartiCura Zorgbemiddeling B.V. te Purmerend
- UMCGroningen Thuis B.V. te Purmerend (50% belang, integraal geconsolideerd) - Stichting Vakantiewoning Marken te Marken - Evean Kraamzorg B.V. te Purmerend In de groep Stichting Icare te Meppel zijn de volgende entiteiten in de consolidatie opgenomen: - Stichting Icare te Meppel - Icare Thuiszorg Beheer en Ontwikkeling B.V. te Meppel - Habicare B.V. (zorgplaats.nl) te Meppel - Coöperatieve Zorgcentrale Noord UA te Meppel - Thuiszorg Perfect B.V. te Meppel - Stichting Kinderopvang Hoogeveen te Meppel - Stichting UMCG Thuis te Meppel - HdS, Christelijke Organisatie voor Zorg te Meppel - Stichting Missiehuis Vrijland te Meppel - Stichting Vegetarisch Zorgcentrum Felixoord te Meppel Per 14 juni 2013 heeft er een bestuurlijke fusie plaatsgevonden tussen Stichting Evean, Stichting Welsaen en Stichting Maatschappelijke Dienstverlening Zaanstreek/Waterland. In de geconsolideerde jaarrekening van Stichting Espria is de exploitatie van Stichting Welsaen en Stichting Maatschappelijke Dienstverlening Zaanstreek/ Waterland voor 6 maanden meegenomen.
kasstroom uit investeringsactiviteiten, voor zover betaling in geld heeft plaatsgevonden. Transacties waarbij geen instroom of uitstroom van kasmiddelen plaatsvindt, waaronder financiële leasing, zijn niet in het kasstroomoverzicht opgenomen. De betaling van de leasetermijnen uit hoofde van het financiële leasingcontract zijn voor het gedeelte dat betrekking heeft op de aflossing als een uitgave uit financieringsactiviteiten aangemerkt en voor het gedeelte dat betrekking heeft op de interest als een uitgave uit operationele activiteiten. Operational leasing Verplichtingen uit hoofde van operational leasing worden, rekening houdend met ontvangen vergoedingen van de lessor, op lineaire basis verwerkt in 5.1.2. resultatenrekening over de looptijd van het contract. Verbonden rechtspersonen Alle groepsmaatschappijen van Stichting Espria worden aangemerkt als verbonden partij. Stichting Espria vormt samen met Stichting Woonzorg Nederland een personele unie. De kosten van het bestuurscentrum van Stichting Espria worden verrekend tussen de entiteiten behorende bij de Espria- groep.
Per 23 december 2013 is Particura Zorgbemiddeling BV juridisch gefuseerd met ATN B.V., waarbij ATN B.V. de verdwijnende partij is.
Er hebben zich in het boekjaar geen transacties met verbonden partijen op niet-zakelijke grondslag voorgedaan.
Op grond van artikel 7, lid 4 van Regeling verslaggeving WTZi is buiten de consolidatie gebleven: - Steunfonds Kruiswerk West-Veluwe
Financiële instrumenten Primaire financiële instrumenten omvatten debiteurenvorderingen, overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, crediteuren en overige te betalen posten. Voor de grondslagen voor de primaire financiële instrumenten wordt verwezen naar de grondslagen van waardering van de betreffende posten zoals opgenomen in 5.1.4.2. Stichting Espria maakt geen gebruik van afgeleide financiële instrumenten.
5.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva Het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen en schulden aan kredietinstellingen. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. De verkrijgingsprijs van de verworven groepsmaatschappij is opgenomen onder de
Ten aanzien van het gebruik van primaire financiële instrumenten loopt de Stichting Espria kredietrisico’s, rente- en kasstroomrisico’s. In 5.1.4.2 is opgenomen op welke wijze de kredietrisico’s zijn voorzien in relatie tot de waardering van vorderingen. In de toelichtingen op de balans zijn de looptijden en rentepercentages op de langlopende schulden nader
toegelicht. De instelling heeft als beleid om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken om (tussentijdse) rentefluctuaties te beheersen. Activa en passiva Activa en passiva worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. Toelichtingen op posten in de balans, resultatenrekening en kasstroomoverzicht zijn in de jaarrekening genummerd. Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het bestuur en de directie oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Immateriële vaste activa Onder de immateriële vaste activa zijn begrepen kosten van goodwill die van derden zijn verkregen. De goodwill is het verschil tussen de verkrijgingsprijs en de waarde van de activa en passiva van de overgenomen partij. Geactiveerde goodwill wordt lineair afgeschreven op basis van de economische levensduur. Het gehanteerde afschrijvingspercentage bedraagt 20-50%. Materiële vaste activa Materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingen. De verkrijgingsof vervaardigingsprijs omvat de inkoopprijs en bijkomende kosten. Eventuele subsidies worden direct in mindering op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs gebracht. Alleen actiefposten waarvan het economisch risico geheel of nagenoeg geheel door de organisatie wordt gedragen, worden geactiveerd. Aan deze voorwaarde wordt voldaan bij rechtstreekse koop, maar veelal ook bij financial lease of huurkooptransacties. Verwerking van financial
79 5. Geconsolideerde jaarrekening Espria jaarverslag 2013
lease contracten vindt plaats tegen de contante waarde van de toekomstige huurverplichtingen, rekening houdend met een disconteringsvoet. Afschrijvingen geschieden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar. Afschrijving vindt in het jaar van ingebruikname naar tijdsgelang plaats. Afschrijvingstermijnen zijn gebaseerd op de verwachte economische levensduur van het actief en worden per individueel actief bepaald. De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur. Op bedrijfsterreinen en materiële vaste activa in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa wordt niet afgeschreven. De volgende afschrijvingspercentages worden hierbij gehanteerd: - Bedrijfsgebouwen en terreinen: 0%-5% - Machines en installaties: 5% - Andere vaste bedrijfsmiddelen: 10%-33% Materiële vaste activa die buiten gebruik zijn gesteld en waarover het besluit tot verkoop is genomen, worden gewaardeerd tegen de verwachte opbrengstwaarde. De opbrengstwaarde is gebaseerd op de geschatte verkoopprijs onder aftrek van de geschatte kosten die rechtstreeks kunnen worden toegerekend aan de verkoop en nodig zijn om de verkoop te realiseren. Indien de opbrengstwaarde lager is dan de boekwaarde, wordt het verschil ten laste van het resultaat over het boekjaar gebracht. Indien de verwachte opbrengstwaarde hoger is dan de boekwaarde wordt de herwaardering verwerkt in een herwaarderingsreserve. Bij de realisatie van de waardestijging wordt de herwaardering verwerkt in de resultatenrekening. Sinds 2009 is sprake van een transitiefase voor de bekostiging van de materiële vaste activa die tot en met 31 december 2011 in aanmerking kwamen voor integrale nacalculatie. Dit in beginsel risicoloze bekostigingssysteem is per 1 januari 2012 vervangen door een systeem van prestatiebekostiging. Kapitaallasten worden voortaan bekostigd via een normatieve huisvestingscomponent (NHC) in de integrale tarieven, waarbij tot 2018 een overgangsregeling geldt waarin de nacalculatie van kapitaallasten wordt afgebouwd en de vergoeding op basis van NHC wordt opgebouwd. Hierdoor zijn nieuwe risico’s voor het vastgoed ontstaan, zoals exploitatierisico’s (leegstand, onderbezetting), marktontwikkelingsrisico’s en hierdoor het risico
van duurzame waardevermindering bij structurele exploitatieverliezen. Ook voor nacalculeerbare huurcontracten zijn vergelijkbare risico’s ontstaan, waardoor bij structurele verliezen een voorziening voor verlieslatende contracten dient te worden gevormd. Financiële vaste activa Financiële vaste activa zijn activa die bestemd zijn om de uitoefening van de werkzaamheid van de organisatie duurzaam te dienen. Deelnemingen in groepsmaatschappijen en overige deelnemingen waarin invloed van betekenis kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen nettovermogenswaarde. Invloed van betekenis wordt in ieder geval verondersteld aanwezig te zijn bij het kunnen uitbrengen van 20% of meer van de stemrechten. De nettovermogenswaarde wordt berekend volgens de grondslagen die gelden voor deze jaarrekening. Indien onvoldoende gegevens beschikbaar zijn voor het bepalen van de nettovermogenswaarde, wordt uitgegaan van de waarderingsgrondslagen van de deelneming. Indien de waardering van een deelneming volgens de nettovermogenswaarde negatief is, wordt een voorziening gevormd indien geheel of ten dele wordt ingestaan voor de schulden van de deelneming of indien het stellige voornemen aanwezig is de deelneming tot betaling van haar schulden in staat te stellen. De eerste waardering van gekochte deelnemingen is gebaseerd op de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva op het moment van acquisitie. Voor de vervolgwaardering worden de grondslagen toegepast die gelden voor deze jaarrekening, uitgaande van de waarden bij eerste waardering. Deelnemingen waarop geen invloed van betekenis kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Indien sprake is van een duurzame waardevermindering vindt waardering plaats tegen deze lagere waarde; afwaardering vindt plaats ten laste van de resultatenrekening.
voorzieningen worden als voorraad gewaardeerd. Onderhanden projecten uit hoofde van DBC’s/DBC-zorgproducten De onderhanden projecten uit hoofde van DBC’s worden gewaardeerd op basis van de verwachte opbrengst die is gebaseerd op de gemiddelde opbrengst van de bestede tijd en de verblijfsdagen overeenkomstig de normen van de Nederlandse Zorgautoriteit. Op de onderhanden projecten worden de voorschotten die ontvangen zijn van verzekeraars in mindering gebracht. Voor de bepaling of sprake is van verwachte verliezen wordt het totaal van de DBC’s en DBC-zorgproducten per zorgverzekeraar als een onderhanden project beschouwd. Vorderingen Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Handelsvorderingen worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Als de ontvangst van de vordering is uitgesteld op grond van een verlengde overeengekomen betalingstermijn wordt de reële waarde bepaald aan de hand van de contante waarde van de verwachte ontvangsten en worden er op basis van de effectieve rente rente-inkomsten ten gunste van de resultaten gebracht. Voorzieningen wegens oninbaarheid worden in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering. Een voorziening wordt gevormd bij verwachte oninbaarheid van de vorderingen die naar ouderdom wordt vastgesteld. Posten ouder dan een half jaar worden voorzien indien de inbaarheid twijfelachtig is. Posten ouder dan een jaar worden geheel voorzien. Debiteurenvorderingen groter dan € 0,1 miljoen worden individueel beoordeeld op inbaarheid.
Overige financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen nominale waarde onder aftrek van eventuele voorzieningen voor oninbaarheid.
Vorderingen op groepsmaatschappijen worden afzonderlijk beoordeeld op inbaarheid. Bij mogelijke oninbaarheid van de vordering kan een voorziening achterwege blijven indien een andere groepsmaatschappij zich garant stelt voor de vordering. Bij vorderingen tussen groepsmaatschappijen wordt over het gemiddeld uitstaand saldo rente in rekening gebracht.
Voorraden Voorraden zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs onder aftrek van een voorziening voor incourantheid. Alleen winkelvoorraad, duur gereedschap, technische onderdelen en horeca-
Vorderingen uit hoofde van bekostiging / schulden uit hoofde van bekostiging. Vorderingen uit hoofde van bekostiging worden gewaardeerd tegen nominale waarde. De vorderingen worden individueel beoordeeld op
inbaarheid. Eventuele voorzieningen worden verantwoord onder de kortlopende schulden en ten laste van de overige bedrijfskosten gebracht. Over diverse jaren bestaande vorderingen worden als actiefpost in de balans verantwoord. Over diverse jaren bestaande schulden worden als passiefpost in de balans verantwoord. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening- courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Herwaarderingsreserve Herwaarderingsreserves worden gevormd voor het verschil tussen de verwachte opbrengstwaarde van materiële vaste activa die buiten gebruik zijn gesteld en waarvoor besluit tot verkoop is genomen en de boekwaarde. Bij realisatie van de waardestijging wordt de herwaardering verwerkt in de resultatenrekening. Voorzieningen Algemeen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen. Indien geen betrouwbare schatting kan worden gemaakt van de momenten waarop de uitgaven plaatsvinden, vindt waardering van voorzieningen plaats tegen nominale waarde. Wanneer verplichtingen naar verwachting door een derde zullen worden vergoed, wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen indien het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting. Voorziening reorganisaties Voor uitgaven in het kader van een reorganisatie wordt een voorziening gevormd. Het betreffen
81 5. Geconsolideerde jaarrekening Espria jaarverslag 2013
kosten die rechtstreeks ontstaan als gevolg van de reorganisatie. Deze zijn onderbouwd met een gedetailleerd reorganisatieplan. Indien afvloeiing van personeel aan de orde is, zijn de kosten hiervan meegenomen voor zover er ook gerechtvaardigde verwachtingen zijn gewekt bij hen voor wie de reorganisatie gevolgen heeft. De waardering van verplichtingen jegens boventallige medewerkers geschiedt op basis van het werkelijke salaris, waarbij een schatting wordt gemaakt van het aantal maanden waarop de medewerker boventallig en niet meer werkzaam zal zijn. Voorziening jubilea-uitkeringen Voor de verwachte kosten van voorwaardelijk toegekende rechten voor jubilea-uitkeringen aan medewerkers wordt een voorziening gevormd. De omvang van de voorziening wordt bepaald rekening houdend met de verwachte vertrekkans, toekomstige salarisstijgingen en een disconteringsvoet van 4%. Voorziening arbeidsongeschiktheid Een voorziening arbeidsongeschiktheid wordt gevormd voor de toekomstige risico’s uit hoofde van (deels) arbeidsongeschikte medewerkers. De voorziening wordt gewaardeerd tegen het bedrag van de bezoldiging inclusief werkgeverslasten dat naar verwachting (in de toekomst) verschuldigd zal zijn, voor zover hiervoor geen vergoeding (bijvoorbeeld uit verzekering) wordt ontvangen. Voorziening levensfasebudget De voorziening persoonlijk budget levensfase (PBL) betreft een voorziening uit hoofde van een CAO verplichting in het kader van de overgangsregeling 45+. Het persoonlijk budget levensfase kwalificeert als een beloning met opbouw van rechten. De voorziening betreft de contante waarde van de in de toekomst eenmalig uit te keren PBL-uren. De berekening is gebaseerd op de CAO-bepalingen, blijfkans, leeftijd en resterende dienstjaren tot het bereiken van de 55-jarige leeftijd. Gedurende de opbouwperiode vindt jaarlijks een dotatie plaats aan de voorziening. Voor de reguliere rechten uit hoofde van het persoonlijk budget levensfase wordt eveneens een voorziening gevormd die bestaat uit het saldo van de toegekende maar nog niet opgenomen reguliere rechten. Het saldo wordt gewaardeerd tegen het per balansdatum geldende uurtarief inclusief opslag werkgeverslasten.
Naast een toekenning van rechten uit de specifieke overgangsregeling en reguliere rechten is in de CAO een algemene overgangsregeling opgenomen. De kosten die voortvloeien uit deze algemene overgangsregeling worden verwerkt in het jaar waarin de werknemer aanspraak maakt op deze extra rechten. Voorziening groot onderhoud Voor uitgaven voor groot onderhoud, waarbij de uitgaven jaarlijks sterk fluctueren, wordt een voorziening gevormd om deze lasten gelijkmatig te verdelen over een aantal boekjaren. De omvang van de voorziening wordt bepaald op basis van actuele meerjarenonderhoudsplannen. De toevoegingen aan de voorziening worden lineair over de jaren verdeeld. De kosten van groot onderhoud worden ten laste van de voorziening gebracht voor zover zij zijn opgenomen in het meerjarenonderhoudsplan. Voorziening verlieslatende contracten Een voorziening voor verlieslatende contracten wordt gevormd voor contracten die verliesgevend zijn, waarbij deze verliezen onvermijdbaar zijn. Waardering vindt plaats tegen de contante waarde van de geschatte toekomstige verliezen, rekening houdend met een disconteringsvoet van 5,25%. Overige voorzieningen De overige voorzieningen betreffen diverse overige in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen nominale waarde op basis van de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. Langlopende schulden Een schuld wordt als langlopend gerubriceerd als deze niet binnen twaalf maanden na balansdatum kan worden opgeëist. Langlopende schulden worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Betaalde disagio bij aangaan van leningsovereenkomsten wordt in mindering gebracht op de nominale waarde van de langlopende schulden. Het disagio wordt als rentelast op lineaire basis gedurende de looptijd van de lening aan de verslagperioden toegerekend.
Kortlopende schulden en overlopende passiva Schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. 5.1.4.3 Grondslagen van resultaatbepaling Algemeen Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen. De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben, uitgaande van historische kosten. Verliezen worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn. Baten worden verantwoord als deze gerealiseerd zijn. Baten (waaronder nagekomen budgetaanpassingen) en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn geconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend. Bijzondere waardeverminderingen Vaste activa worden beoordeeld op bijzondere waardeverminderingen als sprake is van wijzigingen in omstandigheden waardoor de vraag ontstaat of de boekwaarde van een actief terugverdiend kan worden. De terugverdienmogelijkheid van activa die in gebruik zijn, wordt bepaald door de boekwaarde van een actief per balansdatum te vergelijken met de realiseerbare waarde. De realiseerbare waarde kan bestaan uit de contante waarde van de toekomstige netto-kasstromen die het actief naar verwachting bij voortgezet gebruik zal genereren, of de bij verkoop naar verwachting te realiseren directe opbrengstwaarde. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde wordt een bijzondere waardevermindering verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde. Stichting Espria beschikt over vastgoed waar zorg wordt verleend waarop aanspraak bestaat ingevolge artikel 6 van de AWBZ. Voor dit vastgoed zijn in
2011 de bekostigingsregels aangepast. Volledige nacalculatie van kapitaallasten van (voorheen) vergunningsplichtige investeringen is vervangen door prestatiebekostiging. Hierbij geldt een gefaseerde overgang met een overgangstermijn tot en met 2017. Stichting Espria beschikt tevens over vastgoed waar curatieve zorg wordt verleend die wordt bekostigd vanuit de Zorgverzekeringswet en het ministerie van Veiligheid en Justitie. Voor dit vastgoed was in 2011 reeds bekend dat de bekostiging zou worden aangepast, maar de exacte invulling en tarieven waren nog niet bekend. Met ingang van 2013 wordt volledige nacalculatie van kapitaallasten vervangen door prestatiebekostiging. Hierbij geldt deels een gefaseerde overgang met een overgangstermijn tot en met 2017. Als gevolg van de wijzigingen in de bekostiging, in samenhang met de beleidsvoornemens van het kabinet inzake de hervorming van de langdurige zorg was ultimo 2013 sprake van indicaties die kunnen duiden op een mogelijke duurzame waardevermindering. Als gevolg daarvan heeft Stichting Espria in voorgaande jaren overeenkomstig RJ 121 een beoordeling op bijzondere waardeverminderingen met een duurzaam karakter uitgevoerd. Ultimo 2013 heeft een actualisatie van de opgestelde bedrijfswaarde berekeningen plaatsgevonden op basis van de recent opgestelde meerjarenbegroting. Stichting Espria heeft de realiseerbare waarde van het vastgoed getoetst op basis van de contante waarde van de toekomstige kasstromen van haar zorgvastgoed. Deze is benaderd op het niveau van de kasstroomgenererende eenheden, en vergeleken met de boekwaarde van het vastgoed en de overige met de bedrijfsvoering samenhangende activa per 31 december 2013. In 2013 is meer duidelijkheid ontstaan over de mogelijke invulling van de beleidsvoornemen van het kabinet inzake de hervorming van de (landurige) zorg voor de langere termijn en de gevolgen daarvan voor Stichting Espria:
83 5. Geconsolideerde jaarrekening Espria jaarverslag 2013
VVT en GHZ: - Extramuralisering waardoor de intramurale capaciteit de komende jaren zal worden gereduceerd (scheiden wonen en zorg); - Overheveling van delen van de AWBZ naar de WMO of de Zorgverzekeringswet; GGZ: - Invoering prestatiebekostiging op basis van DB(B)C’s en invoering NHC’s; - Invoering basis generalistische GGZ; - Beddenreductie in intramurale zorg in combinatie met verdere extramuralisering van lichte ZZP’s (scheiden wonen en zorg). Belangrijke overige veronderstellingen die zijn gehanteerd bij de benadering van de contante waarde van de kasstromen zijn: - Ontwikkeling in en samenstelling van de cliëntenpopulatie; - Gemaakte afspraken met zorgkantoren over afbouw intramurale capaciteit; - Uit de meerjarenbegroting afgeleide kasstromen voor de jaren 2013 tot en met 2017 en genormaliseerde trendmatige kasstromen vanaf 2018 tot aan einde Ievensduur. Bij de berekening hiervan is rekening gehouden met de effecten van de overgangsregeIing 2012-2017; - De resterende levensduur van het individuele vastgoed en de resterende huurperioden; - De verwachte ontwikkeling van de bezettingsgraad, waarbij rekening is gehouden met de mogelijkheden om huurcontracten op te zeggen; - Vervangingsinvesteringen tot het niveau welke noodzakelijk worden geacht om het betreffende vastgoed tot aan einde Ievensduur in gebruik te houden; - Een disconteringsvoet van 5,25%. Het verschil tussen de boekwaarde per 31 december 2013 en de contante waarde van de toekomstige kasstromen bedraagt voor enkele kasstroom genererende eenheden in totaal € 4,4 miljoen negatief. In overeenstemming met de bepalingen van RJ 121 is dit verschil in mindering gebracht op de boekwaarden van de desbetreffende activa ultimo 2013 en ten laste gebracht van het resultaat 2013. Daarnaast is de bijzondere waardevermindering van 2012 voor een bedrag van € 4,0 miljoen in 2013 teruggenomen als gevolg van een verwachte verbetering van de toekomstige netto-kasstroom van andere kasstroomgenererende eenheden.
Opbrengsten Opbrengst wordt bepaald op de reële waarde van de ontvangen tegenprestatie. Verantwoording van opbrengsten uit de levering van diensten geschiedt naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten. Opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties De opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties worden verantwoord op basis van: - De in het boekjaar werkelijk geleverde verblijfsdagen en de daarvoor in de rekenstaat overeengekomen ZZP-tarieven; - De in het boekjaar werkelijk geleverde productieuren/-dagdelen (waaronder verpleging, persoonlijke verzorging, begeleiding, dagbehandeling, uitleen van verpleegartikelen en vervoer) en de daarvoor in de rekenstaat overeengekomen tarieven; - Nacalculeerbare kapitaalslasten met betrekking tot afschrijvingen, huur, rente en overige nacalculeerbare kapitaalslasten. Deze zijn gebaseerd op de daarvoor in de rekenstaat overeengekomen bedragen en het rentenormeringsmodel; - De opbrengst uit hoofde van de compensatiemaatregel welke in de rekenstaat is toegekend en in de periode 2012-2018 in het nacalculatieformulier wordt verwerkt. Deze bate is gelijk aan de afschrijving zoals verwerkt onder de financiële vaste activa uit hoofde van de vordering compensatiemaatregel; - Overige budgetcomponenten, waaronder toeslagen, zorginfrastructuur, generieke budgetkortingen, MRSA, innovatie, inrichtingskosten bij gedwongen verhuizing, extreme zorgzwaarte en extreme zorggebonden materiaalkosten en geneesmiddelen op cliëntniveau; - Nagekomen budgetaanpassingen vanuit voorgaande jaren welke in het boekjaar zijn toegekend door het zorgkantoor. Bij de opbrengstverantwoording is rekening gehouden met de productieafspraken welke met betrekking tot het boekjaar 2013 zijn overeengekomen met het zorgkantoor en de voorlopige budgetmutaties zoals opgenomen in de rekenstaat.
Niet-gebudgetteerde zorgprestaties De niet-gebudgetteerde zorgprestaties worden als bate verantwoord in de resultatenrekening in het jaar waarin de opbrengsten zijn gerealiseerd. De niet gebudgetteerde zorgprestaties worden verantwoord op basis van: - De werkelijk geleverde zorg en diensten in het boekjaar en de met de betrokken instellingen overeengekomen tarieven; - De werkelijk geleverde zorg en diensten in het boekjaar en de met de betrokken cliënten overeengekomen tarieven, waaronder PGB’s; - De werkelijk geleverde productie uit hoofde van de Huishoudelijke Hulp in het boekjaar en de met de gemeente overeengekomen tarieven; - Overige opbrengsten uit hoofde van zorgverlening op basis van de specifieke afspraken. Subsidies Exploitatiesubsidies worden als bate verantwoord in de resultatenrekening in het jaar waarin de gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of wanneer een gesubsidieerd exploitatietekort zich heeft voorgedaan. De baten worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat deze worden ontvangen. De subsidies van ministeries / gemeenten / provincies worden verantwoord op basis van de werkelijk geleverde zorg en diensten in het boekjaar en de met de betreffende instanties overeengekomen tarieven. Subsidies met betrekking tot investeringen in materiële vaste activa worden in mindering gebracht op het desbetreffende actief en als onderdeel van de afschrijvingen verwerkt in de resultatenrekening. Overige bedrijfsopbrengsten De overige opbrengsten omvat de opbrengsten uit levering van goederen en diensten onder aftrek van kortingen en dergelijke en van over de opbrengsten geheven belastingen en na eliminatie van transacties binnen de groep. Opbrengsten uit de verkoop van goederen worden verwerkt zodra alle belangrijke rechten en risico’s met betrekking tot de eigendom van de goederen zijn overgedragen aan de koper. Verantwoording van opbrengsten uit de levering van diensten geschiedt naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten. In de overige bedrijfsopbrengsten worden onder meer de vergoedingen voor catering, winkelverkopen, parkeergelden, uitgeleend personeel, verhuur van
onroerend goed en gerealiseerde boekwinsten op verkoop van onroerend goed verantwoord. Prestatiebekostiging ZVW Algemeen Met ingang van 2013 is voor de curatieve geestelijke gezondheidzorg prestatiebekostiging ingevoerd op basis van de DBC- systematiek. Hiertoe is in 2013 de handreiking omzetbepaling curatieve GGZ 2013 uitgebracht en in de jaarrekening 2013 toegepast. In de periode 2008 tot en met 2012 is reeds gebruik gemaakt van de DBC-systematiek voor de incasso van het budget, maar vanaf 2013 zijn de DBC’s ook bepalend voor de omzet in de jaarrekening. De systematiek kent inherente beperkingen. De risico’s en onduidelijkheden hebben met name betrekking op de registratie- en facturatiebepalingen. Deze bepalingen bevatten diverse open normen, waarvan een aantal gedurende- en na afloop van het boekjaar nader is geduid door de regelgevers. Het met terugwerkende kracht volledig voldoen aan achteraf vastgestelde nadere duidingen is onmogelijk en de consequenties zijn niet betrouwbaar in te schatten. Risico’s en onduidelijkheden hangen onder meer samen met inzet van de hoofdbehandelaar, de toepassing van normtijden, de verwijsregistratie, de inzet van ervaringsdeskundigen in de behandeling, de inhoud van de geleverde zorg, de aanpassingen in de productstructuur, voortschrijdend inzicht over gepast gebruik, verzekerde zorg en onderscheid eerste en tweede lijn, de status van de validatiemodule, en de juistheid van de indeling van de geregistreerde dagen in de juiste tariefcategorie. Toelichting op de onzekerheden 2013 meer in detail en de wijze waarop hier mee om is gegaan: De Raad van Bestuur heeft de omzet van de curatieve GGZ en daarbij behorende balansposten naar beste weten bepaald en daarbij rekening gehouden met belangrijke schattingsfactoren en onzekerheden die landelijk een rol spelen en ook bij Espria van toepassing zijn. De genoemde sectorbrede onzekerheden cumuleren en leiden tot onzekerheden in de jaarrekening. De Raad van Bestuur kan het individuele effect van deze sectorbrede onzekerheden op de betrouwbaarheid van de omzetverantwoording van de curatieve GGZ in de jaarrekening 2013 niet opheffen gegeven de landelijke systeemcomplexiteit.
85 5. Geconsolideerde jaarrekening Espria jaarverslag 2013
Relevantie voor de jaarrekening 2013 voor wat betreft de omzet van de curatieve GGZ: a) Terugwerkende kracht aanpassingen c.q. aanscherpingen door nadere duidingen NZa en zorgverzekeraars en normonduidelijkheid over registratie- en declaratieregels De verantwoordelijke behandelaars hebben gedurende 2013 naar beste weten de registratie en facturatiebepalingen geïnterpreteerd en toegepast. Door de inrichting van onze administratieve organisatie, de door ons uitgevoerde interne controles, controles van zorgverzekeraars en/of naar aanleiding van vragen van patiënten zijn onjuistheden en onvolledigheden waar nodig door ons gecorrigeerd. Van de hieruit voortvloeiende risico’s en verplichtingen is een zo nauwkeurig mogelijke schatting gemaakt. b) Schadelastprognoses zorgcontractering 2013 die inherent onzekerheden bevatten Er zijn uit hoofde van de zorgcontractering 2013 met zorgverzekeraars afspraken gemaakt over de zorgverlening op schadelastjaar. Daarbij is een inschatting gemaakt van de verwachte realisatie van deze contractafspraken. Deze inschatting is met onzekerheden omgeven omdat er nog beperkte ervaring is met dergelijke prognoses gebaseerd op historische gegevens. c) Inschatting effecten materiële controles De effecten van materiële controles zijn onzeker als gevolg van laat op gang gekomen materiële controles in 2013 en nog uit te voeren controles door zorgverzekeraars met terugwerkende kracht. Daarbij komt dat een groot deel van de verantwoorde omzet nog onderdeel uitmaakt van het onderhanden werk waaraan nog tot eind 2014 kan worden gewerkt, leidend tot facturatie uiterlijk in 2015 en materiële controles in de jaren daarna. Er is naar beste weten een zo nauwkeurig mogelijke inschatting gemaakt van de hieruit voortvloeiende risico’s en verplichtingen en deze is verwerkt in de berekende omzet. Daarbij is rekening gehouden met ervaringsgegevens omtrent afwijzingen, uitkomsten van interne controles en materiële controles.
d) De waardering van het onderhanden werk DBC bevat inherente onzekerheden, mede in relatie tot contracteringsafspraken, in de registratie en waardering Voor de (grondslag van) waardering van het onderhanden werk per 31 december 2013 verwijzen wij naar de toelichting op de post onderhanden werk en de waarderingsgrondslagen terzake. Er is geen sprake van verlieslatende contracten. e) De afwikkeling van vorderingen en schulden uit het oude budget tijdperk. Dit kan onzekerheden inhouden omtrent de balanspost nog in tarieven te verrekenen financieringsverschil Er is naar beste weten rekening gehouden met alle relevante factoren die naar de inschatting van de Raad van Bestuur van belang zijn en gaat uit van definitieve vaststelling en verrekening van de huidige opgenomen positie. Hierbij zijn de volgende zaken van belang: - Effecten uit materiële controles inzake DBC’s opgelegd door zorgverzekeraars na 31 december 2012 met betrekking tot en met de jaren 2012 en eerder zijn verwerkt in de balanspost nog in tarieven te verrekenen financieringsverschil, aangezien deze in de nacalculatie DBC’s 2013 (in te dienen uiterlijk 1 juni 2015) zullen worden opgenomen als te verrekenen bedrag. - De Raad van Bestuur gaat er van uit dat de reeds door de NZa vastgestelde ZVW budgetten tot en met boekjaar 2012 niet meer wijzigingen naar aanleiding van de hiervoor genoemde materiële controles. f) Nacalculatie doorloop DBC’s 2012 Er is naar beste weten een berekening van de vergoeding uit hoofde van deze regeling gemaakt in lijn met de beleidsregels en nadere aanwijzingen terzake en waarbij uitgegaan is van definitieve vaststelling en verrekening van de huidige opgenomen positie. Hierbij bedraagt de correctiefactor 18% welke is gebaseerd op de berekeningswijze van de NZa. Het budget 2012 op basis waarvan de rekenfactor is berekend is definitief vastgesteld en er is geen bezwaarprocedure daaromtrent onderhanden. Wij gaan er van uit dat correcties uit de materiële controle geen effect meer zullen hebben op de rekenfactor.
g) Nacalculatie op correcties op voor 2013 geopende DBC’s Hiervoor is een verrekeningsmogelijkheid in de nacalculatie DBC’s 2013 maar onduidelijk is wat hier precies onder zal vallen en hoe lang hier onzekerheid blijft over nog uit te voeren materiële controles na 1 juni 2015 over DBC’s geopend voor 31 december 2012. h) Het bedrag dat voortvloeit uit de overgangsregeling NHC, zoals opgenomen in de omzet 2013 en waarvan goedkeuring door de NZa nog niet heeft plaatsgevonden Er is naar beste weten een berekening van de vergoeding uit hoofde van deze regeling gemaakt in lijn met de beleidsregels en nadere aanwijzingen terzake, en waarbij uitgegaan is van definitieve vaststelling en verrekening van de huidige opgenomen positie. i) Indeling deelprestaties verblijf naar verblijfklassen Voor de indeling van de deelprestaties verblijf naar verblijfklassen zijn de geldende NZa beleidsregels (en de daarin opgenomen criteria) toegepast. j) Verwijsregistratie Onder de toetsingscriteria in het controleprotocol nacalculatie doorloop DBC’s GGZ 2012 en nacalculatie DBC’s GGZ 2013 is opgenomen dat er voor iedere cliënt een geldige verwijzing dient te zijn. De wijze van administratieve verantwoording is vormvrij. Daarbij is onduidelijk waaraan die verwijzing zou moeten voldoen en waaraan de verwijsregistratie zou moeten voldoen. k) Hoofdbehandelaarschap Stichting Espria stelt zich op het standpunt dat gelet op de wijze van registreren, de uitkomsten van de interne controles en toezegging van Zorgverzekeraars Nederland (ZN) – het begrip hoofdbehandelaarschap voldoende is ingericht en heeft om die redenen geen voorziening opgenomen voor eventuele effecten uit materiële controles die toezien op hoofdbehandelaarschap. De hiervoor genoemde factoren worden in de handreiking omzetbepaling curatieve GGZ 2013 behandeld. De handreiking is gevolgd. De uiteindelijke uitkomsten zullen blijken uit de uitkomsten van materiële controles, de eindafrekeningen met zorgverzekeraars, eindafrekeningen met de NZa en een eventuele definitieve overschrijding van het macro-
omzetplafond en kunnen afwijken van de in deze jaarrekening opgenomen bedragen gebaseerd op de beste schatting. Personeelsbeloningen Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de resultatenrekening voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Pensioenen Stichting Espria heeft voor haar werknemers een toegezegde pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen dat gebaseerd is op het gemiddeld verdiende loon berekend over de jaren dat de werknemer pensioen heeft opgebouwd bij de instelling. De verplichtingen, die voortvloeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds Zorg en Welzijn. De instelling betaalt hiervoor premies die door werkgever en werknemer gezamenlijk worden betaald. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds dit toelaat. Naar de stand van ultimo april 2014 is de dekkingsgraad van het pensioenfonds 110%. In 2014 dient het pensioenfonds een dekkingsgraad van tenminste 105% te hebben. Het pensioenfonds verwacht hieraan te kunnen voldoen en voorziet geen noodzaak voor de aangesloten instellingen om extra stortingen te verrichten of om bijzondere premieverhogingen door te voeren. Stichting Espria heeft per 31 december 2013 daarnaast geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij het pensioenfonds, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. De instelling heeft daarom alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord. Belastingen Belastingen omvatten de over de verslagperiode verschuldigde en verrekenbare winstbelastingen en latente belastingen. De belastingen worden in de resultatenrekening opgenomen. De over het boekjaar verschuldigde en verrekenbare belasting is de naar verwachting te betalen belasting over de belastbare winst over het boekjaar, berekend aan de hand van belastingtarieven die zijn
87 5. Geconsolideerde jaarrekening Espria jaarverslag 2013
vastgesteld op verslagdatum en eventuele correcties op de over voorgaande jaren verschuldigde belasting.
5.1.4.4 Grondslagen van segmentering
5.1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS
Voor latente belastingen wordt een voorziening getroffen voor tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van activa en verplichtingen ten behoeve van de financiële versiaggeving en de fiscale boekwaarde van die posten.
In de jaarrekening wordt in overeenstemming met RJ 655 een segmentatie van de resultatenrekening gemaakt in de segmenten Verpleging en Verzorging, Gehandicaptenzorg, Psychiatrie, Jeugdgezondheidszorg, Kraamzorg, Kinderopvang, Ledenservice en Overig.
ACTIVA
Er wordt uitsluitend een latente belastingvordering opgenomen voor zover het waarschijnlijk is dat er in de toekomst belastbare winsten beschikbaar zullen zijn die voor de realisatie van het tijdelijke verschil kunnen worden aangewend. Latente belastingvorderingen worden per iedere verslagdatum herzien en verlaagd voor zover het niet langer waarschijnlijk is dat het daarmee samenhangende belastingvoordeel zal worden gerealiseerd. Financiële baten en lasten Financiële baten en lasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de desbetreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen die als onderdeel van de berekening van de effectieve rente worden meegenomen.
Bij de verdeling van de resultatenrekening per bedrijfssegment is aangesloten op de activiteiten van het bedrijfsproces. De verdeling van indirecte kosten over de te onderscheiden zorgsoorten geschiedt op basis van onderlinge Service Level Agreements.
1. Immateriële vaste activa in Euro’s
31 december 2013
De specificatie is als volgt:
Kosten van goodwill die van derden is verkregen
1.080.493
1.659.204
Totaal immateriële vaste activa
1.080.493
1.659.204
2013
2012
Het verloop van de immateriële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven:
31 december 2012
Stand per 1 januari - aanschafwaarde
2.774.854
800.715
- cumulatieve afschrijvingen
-1.115.651
-621.965
Boekwaarde per 1 januari 2013
1.659.204
178.750
Mutaties in het boekjaar Bij: investeringen
0
1.974.139
Af: afschrijvingen
-578.711
-493.686
Stand per 31 december 2013
1.080.493
1.659.204
Cumulatieve aanschafwaarde
2.459.139
2.774.854
Cumulatieve afschrijvingen
-1.378.646
-1.115.651
Boekwaarde per 31 december 2013
1.080.493
1.659.204
Toelichting: De goodwill bestaat uit twee delen. Het eerste deel betreft de goodwill die betaald is voor de overname van de activiteiten van Kinderman Zorggroep B.V. en Profzorg B.V. door Stichting Particura. De boekwaarde ultimo 2013 bedraagt € 1,1 miljoen.
maximale goodwill geactiveerd onder gelijktijdig opnemen van een kortlopende schuld voor het nog te bepalen variabele deel van de koopsom. Het grootste deel van de goodwill wordt afgeschreven over een periode van 5 jaren. Een klein gedeelte wordt afgeschreven in 2 jaren.
De goodwill van Kinderman Zorggroep B.V. bestaat uit een vast en een variabel bedrag. De goodwill wordt bepaald op basis van de resultaten tot en met 2015 en wordt betaalbaar gesteld indien de gestelde rendementseisen worden gerealiseerd. Ingevolge RJ 216-239 is de berekende
Het tweede gedeelte van de goodwill betreft de in het verleden betaalde goodwill bij de overname van de kraamactiviteiten van STMG. De goodwill is in 2013 geheel afgeschreven. De afschrijvingen zijn ten laste gekomen van de segmenten VVT respectievelijk Kraamzorg.
89 5. Geconsolideerde jaarrekening Espria jaarverslag 2013
2. Materiële vaste activa in Euro’s
31 dec. 2013
De specificatie is als volgt:
31 dec. 2012
Bedrijfsgebouwen en terreinen
246.436.546
254.953.970
Machines en installaties
24.911.979
24.999.900
Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting
32.500.667
28.530.664
7.581.966
6.512.985
Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa
Totaal materiële vaste activa
311.431.158 314.997.519
Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven :
Materiële vaste Andere vaste bedrijfsactiva bedrijfsin uitvoering middelen, en vooruittechnische en Bedrijfsbetalingen gebouwen en op materiële Machines en administratieve Stand per 1 januari 2013 uitrusting terreinen vaste activa installaties
- aanschafwaarde
385.826.007
49.637.734
89.776.782
Totaal
6.523.306
531.763.829
- cumulatieve herwaarderingen
-17.303.663
0
0
0
-17.303.663
-6.779.868
-143.255
-1.050.344
-10.320
-7.983.788
-106.788.507
-24.494.579
-60.195.773
0
-191.478.859
Boekwaarde per 1 januari 2013
254.953.970 24.999.900 28.530.664
6.512.985 314.997.519
- investeringen
11.222.465
1.873.826
12.004.885
14.044.419
39.145.596
- herwaarderingen
-1.204.378
0
0
0
-1.204.378
- terugnemingen van bijzondere waardeverminderingen 3.145.061
0
900.484
0
4.045.545
- bijzondere waardeverminderingen
-3.884.506
-336.047
-172.297
0
-4.392.850
- afschrijvingen
-17.995.047
-1.541.919
-8.832.921
0
-28.369.887
2.423.659
0
1.203.980
0
3.627.639
-1.415.151
0
-1.003.446
0
-2.418.597
- cumulatieve aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen
- terugname geheel afgeschreven activa aanschafwaarde cumulatieve afschrijvingen
-1.670.801
-536.307
-4.511.110
0
-6.718.218
1.670.801
536.307
4.511.110
0
6.718.218
- desinvesteringen aanschafwaarde
-6.375.669
-1.036.630
-1.282.634
-12.975.439
-21.670.371
cumulatieve afschrijvingen
5.566.131
952.848
1.151.951
0
7.670.930
per saldo
-809.538
-83.782
-130.683
-12.975.439
-13.999.441
-8.517.424
-87.922
3.970.002
1.068.981
-3.566.361
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
Stand per 31 december 2013 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen
391.425.662
49.938.623
96.188.458
7.592.286
546.148.474
-18.508.041
0
0
0
-18.508.041
- cumulatieve bijzondere waardeverminderingen
-8.934.464
-479.302
-322.157
-10.320
-10.749.689
- cumulatieve afschrijvingen
-117.546.611
-24.547.342
-63.365.633
0
-205.459.586
24.911.979 32.500.667
7.581.966
311.431.158
Boekwaarde per 31 december 2013
246.436.546
De investeringen in bedrijfsgebouwen en terreinen hebben betrekking op een aantal extramurale locaties. De investeringen in andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrustingen hebben betrekking op aanschaf van ICT licenties en apparatuur.
De desinvesteringen hebben voornamelijk betrekking op gereedgekomen projecten.
De desinvesteringen materiele vaste activa in uitvoering zijn de activering van de onderhanden projecten. Voor de bijzondere waardevermindering wordt verwezen naar de toelichting op de resultatenrekening (5.1.9).
In 5.1.6 is een nadere specificatie opgenomen van het verloop van de materiële vaste activa op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi. In toelichting 5.1.7 zijn overzichten opgenomen voor de onderhanden en gereedgekomen projecten.
3. Financiële vaste activA in Euro’s
31 dec. 2013
31 dec. 2012
De specificatie is als volgt: Deelnemingen in groepsmaatschappijen
40.000
40.000
Vorderingen op participanten en op maatschappijen waarin wordt deelgenomen (deelnemingen)
10.000
190.000
Overige effecten Overige vorderingen.
Totaal financiële vaste activa
Mutaties in het boekjaar
verwerving via fusie Welsaen en SMD
met Stichting Welsaen en Stichting SMD in juni 2013.
De verwerving via fusies en overnames heeft betrekking op de verwerving van activa als gevolg van de bestuurlijke fusie
- cumulatieve bijzondere waardeverminderingen - cumulatieve afschrijvingen
Toelichting: Onder de bedrijfsgebouwen en terreinen zijn begrepen geactiveerde financial leasecontracten met een boekwaarde per 31 december 2013 van € 26,1 miljoen. Stichting Espria en haar bedrijfsonderdelen zijn niet de juridische eigenaar van het betreffende vastgoed. Het totaal van de in rekening gebrachte huurtermijnen bedraagt € 3,9 miljoen.
7.624
11.224
3.680.725
3.979.287
3.738.349
4.220.511
Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt: Vorderingen op Deelnemingen aandeelhouders Overige Overige in groepsen overige vorderingen effecten maatschappijen deelnemingen Stand per 1 januari 2013
- aanschafwaarde
40.000
200.000
73.432
5.363.134
Totaal
5.676.566
- cumulatieve bijzondere waardeverminderingen
0
0
-62.208
-435.254
-497.462
- cumulatieve afschrijvingen
0
-10.000
0
-948.593
-958.593
40.000
190.000
11.224
3.979.287
4.220.511
Boekwaarde per 1 januari 2013
Mutaties: Investeringen
0
0
0
334.635
334.635
Desinvesteringen/aflossingen
0
-180.000
-3.600
-618.820
-802.420
Bijzondere waardeverminderingen
0
0
0
-14.377
-14.377
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
0
-180.000
-3.600
-298.562
-482.162
Stand per 31 december 2013 - cumulatieve aanschafwaarde
40.000
200.000
73.432
5.697.769
- cumulatieve bijzondere waardeverminderingen
0
0
-62.208
-449.631
-511.839
- cumulatieve afschrijvingen
0
-190.000
-3.600
-1.567.414
-1.761.014
40.000
10.000
7.624
3.680.725
3.738.349
Stand per 31 december 2013
Toelichting: De desinvestering betreft het afstoten van de deelneming Intend B.V. in 2013 door GGZ Drenthe. De investering in de overige vorderingen betreft de activa die onder de NZa compensatieregeling (CA-300-493) vallen en hypothecaire leningen met een resterende looptijd van 14 jaar, welke
6.011.201
worden afgelost in 25 jaar. De afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen betreffen boeterente en oude vorderingen op de NZa. De boeterente wordt lineair afgeschreven in 40 jaar. De afschrijving is nacalculeerbaar bij de NZa.
91 5. Geconsolideerde jaarrekening Espria jaarverslag 2013
4. Voorraden in Euro’s
31 december 2013
31 december 2012
De specificatie is als volgt: Overige voorraden
Totaal voorraden Toelichting: Onder de overige voorraden zijn voorraden/materialen opgenomen die GGZ Drenthe aanhoudt ten behoeve van
7. Vorderingen uit hoofde van bekostiging en/of schulden uit hoofde van bekostiging in Euro’s
31 december 2013
352.018
349.876
352.018
349.876
Vorderingen uit hoofde van financieringstekort
Totaal vorderingen uit hoofde van bekostiging
Schulden uit hoofde van financieringsoverschot
in Euro’s
5. Onderhanden projecten uit hoofde van DBC’s/DBC-zorgproducten
31 december 2013
31 december 2012
De specificatie is als volgt:
Af: ontvangen voorschotten
Totaal onderhanden projecten Toelichting: De onderhanden projecten DBC’s/DBC’s zorgproducten hebben betrekking op de geriatrische revalidatie zorg (GRZ) en psychiatrie. Vanaf 2013 is de GRZ overgeheveld vanuit de AWBZ naar de zorgverzekeringswet. De onderhanden projecten uit hoogte van DBC’s inzake psychiatrie en GRZ worden gewaardeerd op basis van de verwachte
46.832.773
34.832.071
-27.693.060
-27.976.448
19.139.713
6.855.623
6. Vorderingen en overlopende activa De specificatie is als volgt: Vorderingen op debiteuren Vorderingen op participanten en maatschappijen waarin wordt deelgenomen Nog te factureren omzet DBC’s Overige vorderingen Vooruitbetaalde bedragen Nog te ontvangen bedragen Overige overlopende activa
Totaal vorderingen en overlopende activa Toelichting: De voorziening die in aftrek op de vorderingen is gebracht, bedraagt € 1,2 miljoen (2012: € 2,4 miljoen). De stijging van de vooruitbetaalde bedragen wordt met name verklaard door een wijziging in de verwerkingswijze van crediteurenfacturen. Met ingang van 2013 wordt het factuurstelsel gehanteerd in plaats van het kasstelsel.
31 december 2013
31 december 2012
22.066.455
24.102.326
67.982
811
6.159.013
0
1.175.510
1.213.772
5.623.591
2.925.858
6.080.406
7.524.770
254.969
461.984
41.427.925
36.229.520
De nog te facturen omzet DBC’s betreft de geriatische revalidatie zorg (GRZ) waarbij vanaf 2013 de financieringssystematiek is gewijzigd.
30.310.855
36.254.667
10.526.320
10.799.159
10.799.159
Specificatie vorderingen uit hoofde van bekostiging en/of schulden uit hoofde van bekostiging:
t/m 2010
2011
2012
2013
totaal
Saldo per 1 januari
3.662.614
-1.744.218
23.537.113
25.455.508 42.426.540
Financieringsverschil boekjaar
0
0
0
42.426.540
Correcties voorgaande jaren
-1.473.850
-1.143.947
511.611
0
-2.106.186
Betalingen/ontvangsten
-3.647.940
4.408.193
-16.718.187
-30.033.392
-45.991.327
-5.121.790
3.264.245
-16.206.576
12.393.148
-5.670.973
-1.459.176
1.520.027
7.330.536
12.393.148
19.784.535
Stadium van vaststelling (per erkenning):
t/m 2010
2011
2012
2013
Stichting Icare
c
c
b
b
Stichting Evean Zorg
c
c
c
a
Stichting Evean Zorg Amsterdam
c
c
c
a
Stichting Evean Thuiszorg NHN
c
c
c
a
Stichting Particura
c
c
c
a
UMCG Thuis B.V.
c
c
c
a
Stichting de Trans
-
a
a
a
Stichting Zorggroep Meander
c
b
b
a
Stichting GGZ Drenthe
c
c
c
a
a= interne berekening b= overeenstemming met zorgverzekeraars c= definitieve vaststelling NZa
Subtotaal mutatie boekjaar
Saldo per 31 december
opbrengst die is gebaseerd op de gemiddelde opbrengst van de bestede tijd en de verblijfsdagen overeenkomstig de normen van de Nederlandse Zorgautoriteit. Op de onderhanden projecten worden de voorschotten die ontvangen zijn van verzekeraars in mindering gebracht.
in Euro’s
36.254.667
10.526.320
Totaal schulden uit hoofde van bekostiging
Onderhanden projecten DBC’s/DBC-zorgproducten
30.310.855
Schulden uit hoofde van bekostiging:
dagactiviteiten. De voorziening die in aftrek is gebracht op de overige voorraden bedraagt nihil (2012: nihil).
in Euro’s
31 december 2012
Vorderingen uit hoofde van bekostiging:
in Euro’s
31 december 2013
31 december 2012
Waarvan gepresenteerd als:
- vorderingen uit hoofde van financieringstekort
30.310.855
- schulden uit hoofde van financieringsoverschot
10.526.320
10.799.159
19.784.535
25.455.508
36.254.667
Specificatie financieringsverschil in het boekjaar in Euro’s
2013
2012
Wettelijk budget aanvaardbare kosten
712.312.625
710.181.963
Af: ontvangen voorschotten
-585.070.827
-613.716.136
Af: overige ontvangsten
-99.720.697
-79.834.419
Af: nog te facturen DBC’s en reeds gefactureerde DBC’s
-9.378.696
-1.410.807
-5.749.257
10.063.759
Totaal financieringsverschil
12.393.148
23.537.113
Bij/af: mutatie onderhanden projecten uit hoofde van DBC’s/DBC-zorgproducten
93 5. Geconsolideerde jaarrekening Espria jaarverslag 2013
Toelichting: De NZa heeft de nacalculatie Zorgverzekeringswet 2010 lager vastgesteld dan door GGZ Drenthe was ingediend. Het betreft een afwijzing voor een specifieke toeslag. GGZ Drenthe is hiertoe in bezwaar gegaan en er hebben inmiddels hoorzittingen plaatsgevonden. Desondanks heeft de NZa het bezwaar afgewezen, waarop GGZ Drenthe in beroep is gegaan bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBB). De specifieke toeslag geldt voor de jaren 2010 tot en met 2012 en bedraagt circa € 3 miljoen. Alhoewel
GGZ Drenthe van mening is aanspraak te maken op de specifieke toeslagen voor deze jaren is in de jaarrekening uit voorzichtigheidsoverwegingen een voorziening van € 1,6 miljoen op de vorderingen getroffen. Het financieringsverschil in de ZVW is gestegen doordat het vangnet over schadelastjaar 2012 niet wordt uitgefactureerd. Het financieringsverschil bij Justitie wordt veroorzaakt doordat kapitaalslasten niet worden uitgefactureerd.
Specificatie financieringsverschil per financieringsvorm in Euro’s
31 december 2013
31 december 2012
Financieringsverschil AWBZ
5.454.913
15.453.316
Financieringsverschil DBC-financiering
7.458.018
6.691.555
Financieringsverschil Justitie
6.871.603
3.310.637
Totaal financieringsverschil
19.784.535
25.455.508
Toelichting: Vanaf 2013 wordt de geriatrische revalidatie zorg (GRZ) gefactureerd aan de zorgverzekeraars. Voorheen vond de financiering via de AWBZ plaats.
10. Eigen vermogeN in Euro’s
31 december 2013
31 december 2012
Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten: Kapitaal
323.562
341.713
Collectief gefinancierd gebonden vermogen
147.549.243
128.522.177
Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen
24.728.277
25.685.250
Minderheidsbelang derden
265.148
258.932
Totaal eigen vermogen 172.866.229
154.808.072
Kapitaal in Euro’s
Saldo per 31 dec. 2012
Resultaatbestemming
Overige mutaties
Saldo per 31 dec. 2013
Kapitaal
341.713
0
-18.151
323.562
Totaal
341.713
0
-18.151
323.562
Het verloop is als volgt weer te geven:
Collectief gefinancierd gebonden vermogen Reserve aanvaardbare kosten Bestemmingsreserves
9. Liquide middeleN in Euro’s
31 december 2013
31 december 2012
De specificatie is als volgt: Banken
157.429.497
147.629.043
Kassen
231.415
197.569
Totaal liquide middelen 157.660.912 Toelichting: De liquide middelen zijn direct opeisbaar.
PASSIVA
147.826.611
Herwaarderingsreserves
Totaal
115.833.198
16.622.897
-70.246
132.385.849
11.907.051
2.650.908
541.558
15.099.517
781.926
0
-718.050
63.876
128.522.177
19.273.806
-246.738 147.549.243
Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen Algemene reserves
18.709.114
712.002
1.616.775
21.037.891
Bestemmingsreserves
6.489.807
66.901
-2.970.422
3.586.286
Bestemmingsfondsen
0
104.100
0
104.100
486.329
0
-486.329
0
25.685.250
883.003
Herwaarderingsreserves
Totaal
-1.839.976 24.728.277
Minderheidsbelang derden Minderheidsbelang derden
Totaal
258.932
0
6.216
265.148
258.932
0
6.216
265.148
Toelichting: De bestemmingsreserves hebben betrekking op nog uit te voeren projecten uit hoofde van het Synergiefonds, Strategisch Informatieplan en Ledenservice.
95
Toelichting:
5. Geconsolideerde jaarrekening Espria jaarverslag 2013
In de kolom ‘overige mutaties’ (excl. minderheidsbelang derden) zijn de volgende posten verwerkt: Kapitaal: - Correctie aandelenkapitaal verwerking van het aandelenkapitaal van Zorgwinkels
Kruiswerk West-Veluwe B.V. na de fusie met Stichting Icare per 31-12-2012.
-18.151
Subtotaal
-18.151
Collectief gefinancierd vermogen: - Gewijzigde resultaatbestemming GGZ Drenthe:
- van reserve aanvaardbare kosten
-578.120
- naar bestemmingsreserve
578.120
- Correctie beginvermogen Stichting UMCG Thuis
-13.942
- Gewijzigde resultaatbestemming Stichting Espria enkelvoudig
- van bestemmingsreserve
-36.562
- naar reserve aanvaardbare kosten
- Realisatie herwaarderingsreserve Stichting Zorggroep Meander in verband met verkoop onroerend goed - Vrijval herwaarderingsreserve Stichting Evean Thuiszorg in verband met beëindiging verkoop onroerend goed - Inbreng vermogen Stichting SMD als gevolg van juridische fusie in juni 2013
36.562 -210.021 -508.029
485.254
Subtotaal
-246.738
Niet-collectief gefinancieerd vrij vermogen - Gewijzigde resultaatbestemming Stichting Espria:
- van bestemmingsreserve
-2.970.422
- naar algemene reserve
2.970.422
- Correctie aandelenkapitaal verwerking van het aandelenkapitaal van Zorgwinkels
Kruiswerk West-Veluwe B.V. na de fusie met Stichting Icare per 31-12-2012.
18.151
- Realisatie herwaarderingsreserve Stichting Evean Cumulus in verband met verkoop onroerend goed
-129.835
- Vrijval herwaarderingsreserve Stichting Kinderopvang Hoogeveen in verband met beëindiging verkoop onroerend goed -356.494 - Inbreng vermogen Stichting SMD als gevolg van juridische fusie in juni 2013
-1.371.798
Subtotaal
-1.839.976
Minderheidsbelang derden - Correctie minderheidsbelang Evean Services B.V. (51%)
6.216
Subtotaal
6.216
Onderstaand zijn de eigen vermogens per 31 december 2013 en resultaten over het boekjaar 2013 van de in consolidatie betrokken entiteiten gespecificeerd 31 december 2013
Resultaat
Stichting GGZ Drenthe
in Euro’s:
32.041.872
1.083.859
Stichting Icare
44.555.748
8.676.735
Stichting Zorggroep Meander
11.833.934
1.370.600
Kraamvogel Holding B.V. geconsolideerd
4.026.329
572.361
Stichting Evean Stichting Evean Zorg
2.652.951
44.340
21.950.394
2.237.525
Stichting Evean Zorg Amsterdam
11.539.128
598.940
Stichting Evean Thuiszorg NHN
5.325.289
1.169.335
-1.862.866
-491.068
Stichting Welsaen Stichting Maatschappelijk dienstverlening Zaanstreek/Waterland Stichting de Trans Stichting Evean Caro geconsolideerd Stichting Particura geconsolideerd Stichting Evean Cumulus Stichting Espria Overige entiteiten en eliminaties Totaal (inclusief minderheidsbelang in het eigen vermogen)
247.266
-237.988
13.327.500
1.494.402
3.835.303
56.495
10.707.064
-232.049
5.145.412
349.257
10.413.141
4.217.261
-2.872.235
-753.198
172.866.229
20.156.808
In de beginbalans heeft een herrubricering plaatsgevonden. Het betreft een verschuiving van collectief vermogen naar niet collectief gefinancierd vrij vermogen.
11. Voorzieningen in Euro’s:
Het verloop is als volgt weer te geven: Onttrekking 31 dec. 2012 Dotatie Vrijval
Saldo per
Saldo per 31 dec. 2013
Reorganisaties
6.655.016
7.291.962
-2.505.827
-2.701.184
8.739.967
Jubilea-uitkeringen
4.527.530
403.083
-94.350
-14.821
4.821.442
Arbeidsongeschiktheid
1.442.247
942.810
-620.853
-95.289
1.668.916
Levensfasebudget
3.975.309
1.104.166
0
0
5.079.475
Groot onderhoud
2.268.135
400.145
-477.373
-283.125
1.907.782
789.709
647.359
-461.660
0
975.408
2.380.341
1.502.570
-564.803
-158.359
3.159.747
22.038.287
12.360.955
-4.724.866 -3.321.640
26.352.736
Verlieslatende contracten Overige voorzieningen
Totaal
Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moet worden beschouwd:
Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jaar)
10.974.063
Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jaar)
15.024.494
Hiervan langlopend (> 5 jaar)
2.515.649
Toelichting per categorie voorziening: Voorziening reorganisaties In 2013 is bij Icare, GGZ Drenthe, Zorggroep Meander, Evean Zorg Amsterdam en Evean Zorg een reorganisatievoorziening gevormd voor medewerkers die als boventallig zijn aangemerkt. De voorziening is gebaseerd op de totale afkoopverplichting waarbij rekening wordt gehouden met de kans dat medewerkers ander werk vinden binnen of buiten de organisatie. Aan bestaande reorganisatievoorziening is waar noodzakelijk aanvullend gedoteerd. De onttrekkingen uit de voorziening hebben primair betrekking op loondoorbetaling van boventalligen, met name bij Icare en Zorggroep Meander. Ten aanzien van de reorganisatievoorzieningen heeft een vrijval plaatsgevonden van circa € 2,5 miljoen. Dit betreft met name de bedrijfsonderdelen Evean Zorg, GGZ Drenthe en Zorggroep Meander. Voorziening jubilea-uitkeringen De voorziening jubilea-uitkeringen is gebaseerd op de gemiddelde jubileaverplichting, rekening houdend met een vertrekkans. Voorziening arbeidsongeschiktheid Deze voorziening is gevormd als gevolg van individuele beoordeling op re-integratiekans per medewerker in relatie tot de aard van de arbeidsongeschiktheid, ongeacht de duur van het verzuim.
Voorziening levensfasebudget Deze voorziening is ultimo 2013 hoger door beperkte opname van uren bij de bedrijfsonderdelen GGZ Drenthe en De Trans. De berekening van de omvang is gebaseerd op geldende CAO-afspraken binnen de geestelijke gezondheidszorg respectievelijk de gehandicaptenzorg. Voorziening groot onderhoud De voorziening groot onderhoud is gebaseerd op de lange termijn onderhoudsplanning van de diverse bedrijfsonderdelen. De hoogte van de voorziening is hierop aangepast. Voorziening verlieslatende contracten Deze voorziening is ultimo 2013 hoger omdat De Trans in 2013 een voorziening verlieslatende contracten heeft getroffen inzake de huurcontracten van een tweetal panden. De voorziening is gebaseerd op de contante waarde. Overige voorzieningen Onder de overige voorzieningen is opgenomen de voorziening Eigen Risicodragerschap WGA. Het effect van de fluctuaties als gevolg van oprenting (wijziging disconteringsvoet) is beperkt en is derhalve verantwoord onder dotaties.
97 5. Geconsolideerde jaarrekening Espria jaarverslag 2013
12. Langlopende schuldeN
13. Overige kortlopende schulden
De specificatie is als volgt:
De specificatie is als volgt:
Langlopende schulden aan kredietinstellingen
145.698.537
150.363.809
Overige langlopende schulden
489.579
603.880
Financial leaseverplichtingen
27.675.823
30.913.379
in Euro’s
31 december 2013
Totaal langlopende schulden 173.863.939 in Euro’s
31 december 2012
181.881.069
31 december 2013
31 december 2012
Het verloop is als volgt weer te geven: Stand per 1 januari
193.477.825
176.956.518
Bij: nieuwe leningen
8.227.402
38.610.957
Af: aflossingen
17.020.066
-22.089.650
in Euro’s
31 december 2013
Crediteuren
23.305.334
23.739.920
Schulden aan kredietinstellingen
32.638.433
24.924.088
Aflossingsverplichtingen langlopende leningen
10.821.222
11.596.757
Belastingen en sociale premies
24.189.796
25.732.485
Schulden terzake pensioenen
12.013.459
11.689.613
Nog te betalen salarissen
9.060.982
7.555.956
Vakantiegeld
16.341.261
16.574.901
Vakantiedagen
20.987.152
21.501.117
Overige schulden
7.531.808
4.966.711
Nog te betalen kosten
21.309.975
20.490.342
Vooruitontvangen opbrengsten
2.600.797
10.033.014
62.040
Stand per 31 december 184.685.161
193.477.825
Overige passiva
731.982
Af: aflossingsverplichting komend boekjaar
Totaal overige kortlopende schulden
181.532.199
10.821.222
11.596.757
Stand langlopende schulden per 31 december 173.863.939
181.881.069
Toelichting in welke mate (het totaal van) de langlopende schulden als langlopend moet worden beschouwd:
Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jaar) (aflossingsverplichtingen)
10.821.222
11.596.757
Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jaar) (balanspost)
173.863.939
181.881.069
Hiervan langlopend (> 5 jaar)
134.335.039
141.371.086
Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden wordt verwezen naar bijlage 5.1.8 overzicht langlopende leningen. De aflossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden. Toelichting: De post nieuwe leningen betreft een tweetal nieuwe financieringen door Evean Zorg en de Trans. De Trans heeft financiering aangetrokken ten behoeve van een investering en Evean Zorg heeft een aantal leningen geherfinancierd
na afloop van de renteloze periode. Eveneens zijn onder de nieuwe leningen begrepen de leningen verkregen door bestuurlijke fusie met Stichting Welsaen en Stichting SMD in juni 2013.
31 december 2012
Toelichting: Schulden aan kredietinstellingen Onder de schulden aan kredietinstellingen is opgenomen een langlopende (niet geborgde) lening van € 15 miljoen van BNG Bank van dochtermaatschappij Stichting GGZ Drenthe. Op grond van de Algemene Kredietvoorwaarden van de BNG Bank bestaat een mogelijkheid tot directe opeising. Om die reden is deze als kortlopend gepresenteerd. Wij verwijzen
178.866.945
verder naar de waarderingsgrondslagen (continuïteitsveronderstelling). Vooruitontvangen opbrengsten De post vooruitontvangen opbrengsten is ultimo 2012 hoger door ontvangen voorschotten van Justitie en het Zorgkantoor welke betrekking hebben op 2013.
14. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Toelichting: Fiscale eenheid Stichting Espria kent een fiscale eenheid BTW voor de gehele groep. Huur en leaseverplichtingen De stichting heeft huur-, lease- en erfpachtverplichtingen voor een totaalbedrag van € 117 miljoen. Hiervan bedraagt € 63 miljoen langer dan 5 jaar. Obligoverplichting Een aantal leningen is geborgd bij het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WfZ). Vanuit deze borging loopt de stichting risico voor maximaal 3% van de restschuld per balansdatum. De obligoverplichting Waarborgfonds bedraagt € 5,5 miljoen. Bankgaranties De hoogte van de afgegeven bankgaranties bedraagt ultimo 2013 € 0,7 miljoen. Er zijn geen investeringsverplichtingen ultimo 2013. Hoofdelijke aansprakelijkheid In het kader van ontvlechting van Zorgcoöperatie Nederland heeft GGZ Drenthe zich hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor schulden aan het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WfZ). Het betreft instellingen die op eigen merites nog niet voor borgstellingen in aanmerking komen. Het maximumrisico
op grond van deze overeenkomst wordt voor alle betrokken instellingen op € 22,5 miljoen geschat. Tussen alle partijen die zich hoofdelijk aansprakelijk jegens het WfZ hebben gesteld is een nadere onderlinge overeenkomst gesloten, waarin de onderlinge afwikkeling van de hoofdelijke aansprakelijkheid nader is geconcretiseerd. Hiermee wordt het maximum van een eventuele aansprakelijkstelling middels beschikbaar vermogen en middelen vanuit derden beperkt. Overig De Kraamvogel Holding B.V. heeft middels een verklaring ex artikel 2:403 lid 1 onder f, BW, schriftelijk verklaard zich hoofdelijk aansprakelijk te stellen voor de uit rechtshandelingen voortvloeiende schulden van De Kraamvogel NW B.V., De Kraamvogel NO B.V., De Kraamvogel ZW B.V. en De Kraamvogel ZO B.V. Letters of support Als gevolg van het bij dochtermaatschappij Stichting HdS, Christelijke Organisatie voor Zorg bestaande negatieve vermogen en negatieve exploitatieresultaat heeft Stichting Icare een Letter of Support afgegeven bij deze dochtermaatschappij. Daarmee verklaart Stichting Icare dat zij het stellige voornemen heeft de lopende en benodigde financiering voor de operationele activiteiten voor de periode tot 27 mei 2015 te continueren.
99 5. Geconsolideerde jaarrekening Espria jaarverslag 2013
5.1.6 MUTATIEOVERZICHT MATERIËLE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi
5.1.6.2 WTZi - vergunningsplichtige materiële vaste activa In Euro’s
5.1.6.1 Totaal overzicht materiële vaste activa
In Euro’s
- aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve bijz. waardeverminderingen - cumulatieve afschrijvingen
Boekwaarde per 1 januari 2013
- aanschafwaarde Totaal
- herwaarderingen - terugnemingen van bijzondere waardeverminderingen
288.903.727
83.381.717
51.095.926
106.167.257
2.215.202
531.763.828
-17.926.050
0
0
622.387
0
-17.303.663
- cumulatieve afschrijvingen
-3.905.793
-243.731
-256.170
-3.578.093
0
-7.983.788
-80.604.969 -26.329.728
-31.181.701
-52.150.725
Boekwaarde per 1 januari 2013
186.466.915 56.808.258 19.658.055 51.060.826 1.003.466 314.997.519 11.526.888
10.302.109
5.397.408
11.906.970
12.233
39.145.608
0
0
0
-1.204.378
0
-1.204.378
2.938.461
0
106.310
1.000.774
0
4.045.545
-377.378
-172.297
-435.311
0
-4.392.850
- afschrijvingen
-11.411.948
-4.693.958
-5.522.312
-6.668.314
-73.355
-28.369.887
- verwerving via fusie Welsaen en SMD
- cumulatieve aanschafwaarde
0
0
0
3.627.639
0
3.627.639
- cumulatieve afschrijvingen
0
0
0
-2.418.597
0
-2.418.597
-1.284.736
-498.902
-4.346.689
-587.891
0
-6.718.218
1.284.736
498.902
4.346.689
587.891
0
6.718.218
- desinvesteringen cumulatieve afschrijvingen per saldo
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
-8.315.252
-6.824.324
-979.151
5.227.921
656.523
-3.087.331
-6.167.802
-3.441.795
-937.028
-5.551.644
0
979.151
807.336
0
7.670.930
0
-4.744.308
0
-13.999.441
-190.891
1.064.475
- investeringen
-21.670.371
-61.121 -3.566.362
86.360.599
51.167.494
115.562.331
2.227.435 546.148.484
-17.926.050
0
0
-581.991
0
-18.508.041
-4.375.197
-621.109
-322.157
-3.012.630
0
-8.331.092
-31.378.173 -59.842.408
-1.285.091 -207.878.193
Boekwaarde per 31 december 2013 o.b.v. bedrijfseconomische grondslagen 183.025.119 55.871.230 19.467.163 52.125.302
942.345 311.431.158
Nacalculatorische afschrijvingen
Boekwaarde per 31 december 2013
o.b.v. nacalculatorische grondslagen
8.496.849
181.068.941
10.708.833
5.154.270
202.041.355
920.873
22.779.795
44.305.401
2.993.201
288.903.727
0
0
-17.926.050
0
0
0
0
-17.926.050
0
0
-3.157.025
0
-711.514
-37.254
0
-3.905.793
-46.153.420 -920.873
-10.167.384
-21.187.507
0
-80.604.969
11.900.897
23.080.641
2.993.201
186.466.915
-216.000 -1.959.785 10.492.833
3.194.485
134.804.859
0
2.051.970
0
2.945.306
1.613.297
4.632.745
- cumulatieve aanschafwaarde
0
0
199.924
0
0
0
0
- terugnemingen van bijzondere waardeverminderingen
0
0
2.938.461
0
0
0
0
2.938.461
- bijzondere waardeverminderingen
0
-56.185
-3.015.633
0
0
-336.047
0
-3.407.865
- afschrijvingen
0
126.728
-8.551.762
0
-1.653.808
-1.333.107
0
-11.411.948
- terugname geheel afgeschreven activa
11.326.964 199.924
aanschafwaarde
0
0
-349.796
0
-398.633
-536.307
0
-1.284.736
cumulatieve afschrijvingen
0
0
349.796
0
398.633
536.307
0
1.284.736
aanschafwaarde cumulatieve afschrijvingen per saldo
-142.146
0
-3.863.905
0
-589.438
0
0
3.855.945
0
544.217
154.189 -6.385.000
0
1.246.278
Mutaties in boekwaarde (per saldo) -142.146
-853.608 -2.866.156 827.759
0
-8.315.252 5.227.921
-81.706 1.766.590 -3.441.796
Stand per 31 december 2013 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen
- cumulatieve afschrijvingen
290.830.626
-85.504.260 -29.868.261
Subtotaal vergunning
- aanschafwaarde
- cumulatieve afschrijvingen
83.645
Stand per 31 december 2013
- cumulatieve bijzondere waardeverminderingen
- cumulatieve bijzondere waardeverminderingen
- cumulatieve herwaarderingen
0
- desinvesteringen
- terugname geheel afgeschreven activa
aanschafwaarde
Mutaties in het boekjaar - verwerving via fusies en overnames:
-3.407.865
cumulatieve afschrijvingen
-1.211.736 -191.478.858
- bijzondere waardeverminderingen
aanschafwaarde
- cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve bijzondere waardeverminderingen
Mutaties in het boekjaar - investeringen
TerreinSemi Ondervoorziepermanente Verbou-handen Grond ningen Gebouwen gebouwen wingen Installaties projecten Stand per 1 januari 2013
WTZi WTZi vergunningsmeldingsplichtig plichtig WMG Niet-WTZi KSWV Stand per 1 januari 2013
10.566.686
5.237.915
200.079.547
920.873
24.737.030
44.528.784
4.759.791
290.830.626
0
0
-17.926.050
0
0
0
0
-17.926.050
0
-56.185
-3.234.197
0
-711.514
-373.301
0
-4.375.197
-50.499.441 -920.873
-10.878.341
-21.156.548
0
-85.504.260
-216.000 -1.833.056
Boekwaarde per 31 december 2013 o.b.v. bedrijfseconomische grondslagen 10.350.686 3.348.674 128.419.859
0
Nacalculatorische afschrijvingen
0
0
365.501
3.520.776
Boekwaarde per 31 december 2013 9.907.208 2.989.785 124.335.100 o.b.v. nacalculatorische grondslagen Afschrijvingspercentage
0,0%
5,0%
2-2,5%
13.147.175 22.998.935 4.759.791 183.025.119 2.262.005
2.348.567
0
8.496.849
0 15.830.692 23.418.247 4.587.910 181.068.941 5,0%
5,0%
5,0%
0,0%
101 5. Geconsolideerde jaarrekening Espria jaarverslag 2013
5.1.6.3 WTZi - meldingsplichtig materiële vaste activa In Euro’s
OnderOnderTrekkingsInstandhanden handen rechten projecten houdingen Subtotaal Subtotaal Stand per 1 januari 2013 projecten
- aanschafwaarde - cumulatieve bijzondere waardeverminderingen - cumulatieve afschrijvingen
Boekwaarde per 1 januari 2013
46.656.725
0
46.656.725
35.288.954
1.436.038
5.1.6.4 WMG gefinancierde materiële vaste activa
36.724.992
In Euro’s Subtotaal meldingsplichtige activa
83.381.717
0
0
0
-243.731
0
-243.731
-243.731
-12.401.619
0
-12.401.619
-13.928.108
0
-13.928.108
-26.329.728
34.255.106
0 34.255.106
21.117.114 1.436.038
22.553.152 56.808.258
Mutaties in het boekjaar - investeringen - bijzondere waardeverminderingen - afschrijvingen
710.208
0
710.208
4.289.258
5.302.644
9.591.901
10.302.109
0
0
0
-377.378
0
-377.378
-377.378
-2.436.880
0
-2.436.880
-2.257.078
0
-2.257.078
-4.693.958
aanschafwaarde
0
0
0
-498.902
0
-498.902
-498.902
cumulatieve afschrijvingen
0
0
0
498.902
0
498.902
498.902
- desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve afschrijvingen per saldo
-83.392
0
-83.392
17.168
0
17.168
-66.223
0
-66.223
Mutaties in boekwaarde (per saldo) -1.792.896
-654.295 -6.086.638
-6.740.933
-6.824.324
0
639.354
656.523
-14.940 -6.086.638
-6.101.578
-6.167.802
0 -1.792.896 1.639.862 -783.994
855.867
-937.028
639.354
- aanschafwaarde - cumulatieve bijzondere waardeverminderingen - cumulatieve afschrijvingen
47.283.541
0
0
0
0
-621.109
0
-621.109
-621.109
-14.821.331
0
-14.821.331
-15.046.930
0
-15.046.930
-29.868.261
Boekwaarde per 31 december 2013 32.462.210 o.b.v. bedrijfseconomische grondslagen Afschrijvingspercentage
5,0%
47.283.541
38.425.014
652.044
39.077.058
- aanschafwaarde
86.360.599
0,0%
10,0%
0,0%
652.044 23.409.020 55.871.230
Subtotaal WMG
41.464.108
1.089.426
8.420.828
0
0
-251.403
-4.767
0
0
-256.170
- cumulatieve afschrijvingen
-111.085
-25.088.965
-807.399
-5.174.252
0
-31.181.701
Boekwaarde per 1 januari 2013
10.478
16.123.741
277.260
3.246.576
51.095.926
0 19.658.055
Mutaties in het boekjaar - investeringen
0
2.784.123
46.050
2.567.234
0
- terugnemingen van bijzondere waardeverminderingen
0
101.543
4.767
0
0
106.310
- bijzondere waardeverminderingen
0
-172.297
0
0
0
-172.297
-3.596
-3.270.631
-109.689
-2.138.395
0
-5.522.312
- afschrijvingen
5.397.408
- terugname geheel afgeschreven activa cumulatieve afschrijvingen
0
-1.188.518
-469.318
-2.688.853
0
-4.346.689
0
1.188.518
469.318
2.688.853
0
4.346.689
- desinvesteringen aanschafwaarde
0
-909.394
-3.025
-66.732
0
-979.151
cumulatieve afschrijvingen
0
909.394
3.025
66.732
0
979.151
per saldo
0
0
0
0
0
0
-3.596
-557.262
-58.871
428.839
0
-190.891
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
Stand per 31 december 2013 - cumulatieve bijzondere waardeverminderingen - cumulatieve afschrijvingen
Boekwaarde per 31 december 2013 Afschrijvingspercentage
0 32.462.210 22.756.976
121.563
- cumulatieve bijzondere waardeverminderingen
- aanschafwaarde
Stand per 31 december 2013
OnderVervoerAutomatihanden Stand per 1 januari 2013 middelen sering projecten Verbouwingen Inventaris
aanschafwaarde
- terugname geheel afgeschreven activa
121.563
42.150.320
663.133
8.232.477
0
0
-322.157
0
0
0
-322.157
-114.681
-26.261.685
-444.745
-4.557.062
0
-31.378.173
6.882
15.566.478
218.389
3.675.415
0 19.467.163
5,0%
10,0%
20,0%
10-33%
0,0%
51.167.494
103 5. Geconsolideerde jaarrekening Espria jaarverslag 2013
5.1.6.5 Niet WTZi/WMG gefinancierde materiële vaste activa In Euro’s
Semi Terreinpermanente VervoerOnderhanden Grond voorzieningen Gebouwen gebouwen Verbouwingen Installaties Inventaris middelen Automatisering projecten Stand per 1 januari 2013
- aanschafwaarde
Subtotaal Niet WTZi/WMG
2.955.261
1.564.059
38.962.544
919.559
16.405.128
5.088.150
19.781.857
258.066
18.408.289
1.824.343
- cumulatieve herwaarderingen
0
0
622.387
0
0
0
0
0
0
0
622.387
- cumulatieve bijzondere waardeverminderingen
0
-3.043
-2.642.038
0
-22.517
-106.001
-790.063
-1.900
-2.212
-10.319
-3.578.093
- cumulatieve afschrijvingen
0
-281.366
-12.556.399
-399.673
-6.913.025
-3.080.774
-13.802.974
-317.783
-14.798.731
0
-52.150.725
2.955.261
1.279.650
24.386.494
519.887
9.469.586
1.901.374
5.188.820
-61.617
3.607.346
1.814.023
51.060.826
Boekwaarde per 1 januari 2013
106.167.257
Mutaties in het boekjaar - investeringen
13.637
54.589
248.821
13.414
599.470
260.529
1.641.991
96.922
4.868.565
4.109.032
11.906.970
- herwaarderingen
0
0
-1.204.378
0
0
0
0
0
0
0
-1.204.378
- terugnemingen van bijzondere waardeverminderingen
0
3.043
181.040
22.517
0
0
0
1.900
2.212
0
1.000.774
- bijzondere waardeverminderingen
0
0
-51.050
-11.056
-373.205
0
0
0
0
0
-435.311
- afschrijvingen
0
-27.078
-2.239.219
-173.808
-706.086
-207.918
-1.156.643
-31.693
-2.125.870
0
-6.668.314
- verwerving via fusie Welsaen en SMD - cumulatieve aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen
7.700
0
1.678.546
0
737.413
0
697.000
26.692
480.288
0
3.627.639
0
0
-884.582
0
-530.569
0
-559.310
-25.342
-418.794
0
-2.418.597
- terugname geheel afgeschreven activa aanschafwaarde cumulatieve afschrijvingen
0
-4.746
-348.322
0
-70.402
0
-32.920
-85.001
-46.501
0
-587.891
0
4.746
348.322
0
70.402
0
32.920
85.001
46.501
0
587.891
- desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve afschrijvingen per saldo
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
-11.498
-57.134
-316.374
0
-657.487
-183.022
-197.690
0
-105.793
-4.022.647
0
0
89.806
0
419.640
125.089
167.579
0
5.221
0
-5.551.643 807.336
-11.498
-57.134
-226.569
0
-237.847
-57.933
-30.111
0
-100.572
-402.264
-4.744.307
9.839
-26.579
-2.250.093
-160.394
-499.362
-5.321
1.382.987
68.479
2.705.832
86.385
1.064.476
Stand per 31 december 2013 2.965.100
1.556.768
40.225.215
932.973
17.014.123
5.165.657
21.890.238
296.679
23.604.848
1.910.728
- cumulatieve herwaarderingen
- aanschafwaarde
0
0
-581.991
0
0
0
0
0
0
0
-581.991
- cumulatieve bijzondere waardeverminderingen
0
0
-2.512.048
11.461
-395.722
-106.001
0
0
0
-10.319
-3.012.629
- cumulatieve afschrijvingen
0
-303.697
-15.242.072
-573.480
-7.659.638
-3.163.602
-15.318.428
-289.816
-17.291.673
0
-59.842.406
2.965.100
1.253.071
21.889.104
370.954
8.958.763
1.896.053
6.571.810
6.863
6.313.175
1.900.408
52.125.302
0,0%
5,0%
2-2,5%
5,0%
5,0%
5,0%
10,0%
20,0%
10-33%
0,0%
Boekwaarde per 31 december 2013 Afschrijvingspercentage
115.562.329
105 5. Geconsolideerde jaarrekening Espria jaarverslag 2013
5.1.6.6 Kleinschalige Woonvoorzieningen In Euro’s
5.1.7 SPECIFICATIE ULTIMO BOEKJAAR ONDERHANDEN PROJECTEN EN GEREED GEKOMEN PROJECTEN
Subtotaal kleinschalige TerreinvoorVerbouOnderhanden woonvoorGrond zieningen Gebouwen wingen Installaties projecten zieningen Stand per 1 januari 2013
- aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen
Boekwaarde per 1 januari 2013
87.286
9.324
784.606
820.078
244.183
269.724
2.215.202
0
-8.476
-395.943
-581.019
-226.298
0
-1.211.736
87.286
848
388.663
239.060
17.885
269.724 1.003.466
Mutaties in het boekjaar - investeringen
0
0
0
12.233
0
0
12.233
- afschrijvingen
0
-42
-23.491
-48.927
-894
0
-73.355
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
0
-42
-23.491
-36.693
-894
0
-61.121
Stand per 31 december 2013 - aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen
87.286
9.324
784.606
832.312
244.183
269.724
2.227.435
0
-8.519
-419.434
-629.946
-227.192
0
-1.285.091
Boekwaarde per 31 december 2013 87.286
805
365.172
202.366
16.991
269.724
Afschrijvingspercentage
5,0%
2-2,5%
5,0%
5,0%
0,0%
0,0%
942.345
5.1.7.1 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten
In Euro’s
Projectgegevens
Investeringen Goedkeuringen
Nominaal Indexe- Aangepaste Jaar t/m 2013 t/m 2013 bedrag ring goed- van opOmschrijving WTZi type t/m 2012 2013 Gereed Onderhanden WTZi WTZi keuring levering
Kwaliteitszorg
-3.511
0
-3.511
0
0
0
0
0
Innovatieproject M&C
1.417
341.199
307.631
34.985
0
0
0
0
Datacentrum ICT
142.884
1.558.249
1.105.993
595.140
0
0
0
0
Planon
30.823
3.577
0
34.400
0
0
0
0
Lamellen
2.017
0
0
2.017
0
0
0
0
Zwolle, Strausplein
19.040
0
0
19.040
0
0
0
0
Zwolle, Oude Wetering
8.967
0
8.967
0
0
0
0
0
Kampen, Wederiklaan
5.273
0
0
5.273
0
0
0
0
Ermelo, Dr. Van Dalelaan
109.424
0
0
109.424
0
0
0
0
Zeewolde, Weerdt
75.238
0
0
75.238
0
0
0
0
Barneveld, Bouwheerstraat
101.313
0
0
101.313
0
0
0
0
Lunteren, Wilbrinkstraat
13.617
0
0
13.617
0
0
0
0
Ede, Stationsweg
352.707
29.881
0
382.588
0
0
0
0
Gieten, Dekelhem
24.153
15.828
24.153
15.827
0
0
0
0
Nieuw-Buinen, gezondheidscentrum
16.247
0
16.247
0
0
0
0
0
1.125
0
0
1.125
0
0
0
0
V&V GGZ Drenthe
Assen, De Boshof
116.231
0
108.411
7.820
0
0
0
0
Assen, Ceresplein
367.592
815.037
1.182.629
0
0
0
0
0
Beurtschip Verpleging
52.521
59.964
-7.443
0
0
0
0
WSZ Beilen
146.136
1.742
0
147.878
0
0
0
0
Westerbork
24.563
12.246
0
36.809
0
0
0
0
Assen, Vierackers
199.785
0
182.244
17.541
0
0
0
0
Assen, Kloosterakker
63.075
0
63.075
0
0
0
0
0
VA Assen Oost
63.381
1.443
0
64.824
0
0
0
0
JGZ Zwolle
3.919
0
0
3.919
0
0
0
0
JGZ Barneveld
6.347
0
0
6.347
0
0
0
0
Innovatieproject JGZ
0
20.241
0
20.241
0
0
0
0
Overig
0
1.957
0
1.957
0
0
0
0
Niet WTZi
88.688
26.685
115.373
0
0
0
0
0
Noordse Balk/Rietvelden Vergunning 2.040.699
0
2.040.699
0
0
0
11.398.019
2013
Brandmeldinstallatie Overige projecten
Geen
332.305
166.804
332.305
166.804
0
0
0
0
Overige projecten
Geen
54.725
0
54.725
0
0
0
0
0
SUBTOTAAL TRANSPORT 4.460.701 2.994.891 5.598.905
1.856.686
0
0 11.398.019
107 5. Geconsolideerde jaarrekening Espria jaarverslag 2013
5.1.7.1 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten In Euro’s
Projectgegevens
Investeringen Goedkeuringen t/m 2013
t/m 2013
Nominaal
Indexering
Aangepaste
Omschrijving WTZi type t/m 2012 2013 Gereed Onderhanden bedrag WTZi WTZi goedkeuring
SUBTOTAAL TRANSPORT
4.460.701
2.994.891
5.598.905
1.856.686
0
0
11.398.019
Jaar van oplevering
Vlekkenplan vph Meander
WTZI
2.529
0
0
2.529
0
0
0
2014
Keuken KLH
WTZI
69.324
12.531
81.855
0
0
0
0
2013
Inventarisinrichting Parkheem
WTZI
464.621
10.555
475.176
0
0
0
0
2013
Project BC
WTZI
211.707
2.997.051
0
3.208.757
0
0
0
2014
Inventaris BC
WTZI
0
379.439
0
379.439
0
0
0
2014
VPHM extra kantoren
WTZI
0
3.543
0
3.543
0
0
0
2014
VPHM ketelhuis
WTZI
0
203.958
0
203.958
0
0
0
2014
VPHM verlichtingsplan
WTZI
0
17.530
0
17.530
0
0
0
2014
KH thermostaatkranen doucheruimtes
WTZI
0
12.896
0
12.896
0
0
0
2014
BH Varkensruggen
WTZI
0
8.853
0
8.853
0
0
0
2014
KO somerlustweg schilderwerk
niet WTZI
0
17.785
0
17.785
0
0
0
2014
KO zuidenveld schilderwerk
niet WTZI
0
35.934
0
35.934
0
0
0
2014
KO zuidenveld isolatieglas
niet WTZI
0
20.825
0
20.825
0
0
0
2014
MFA Heggerank
WTZI
0
699.186
0
699.186
0
0
0
2014
VPGM inventaris
WTZI
0
24.746
0
24.746
0
0
0
2014
Stoombevochtiger
WTZI
0
26.474
0
26.474
0
0
0
2014
233.012
-233.012
0
0
0
0
0
2013
Voorbereiden aanvraag
269.724
0
0
269.725
0
0
606.367
2013
Verklaring
46.728
-46.728
0
0
0
0
5.425.255
2014 einde project
HACCP (verantwoord bij kleine projecten) Wonen Vlagtwedde (KSWV) 40 plaatsen vervangende hv Havens Instandhouding
Instandhouding
0
1.222.969
1.212.369
10.600
0
0
435.405
Directiekosten div. projecten
147.853
147.853
0
0
0
0
0
0
Nieuwbouw Wieken/Vlint
180.342
180.342
0
0
0
0
0
0
Bouw MFR
426.445
167.147
575.440
18.150
0
0
0
0
Diverse kleine projecten
54.725
166.640
54.725
166.640
0
0
0
0
Jaarlijkse instandhouding
0
4.139.208
3.653.760
597.712
0
0
0
0
Totaal
6.567.711
12.882.420
11.980.425
7.581.967
0
0
17.865.046
109 5. Geconsolideerde jaarrekening Espria jaarverslag 2013
5.1.8 Overzicht langlopende schulden ultimo 2013 In Euro’s
Resterende Nieuwe Totale Aflossing Restschuld Restschuld Soort Werkelijke Restschuld looptijd in leningen looptijd Leninggever Datum in 2013 31 december 2013 over 5 jaar jaren eind 2013 Hoofdsom lening rente 31 december 2012 Aflossingswijze Aflossing 2014 Gestelde zekerheden in 2013 (in jaren)
Kredietinstellingen BNG
3-dec-96
3.950.248
28
Hypoth.lening
6,45%
1.692.964
141.083
1.551.881
846.482
11
Lineair
141.082
Provincie Drenthe
BNG
15-jan-98
2.382.346
30
Hypoth.lening
5,93%
1.270.584
79.412
1.191.173
794.113
15
Lineair
79.412
Waarborgfonds
BNG
16-sep-02
1.800.000
30
Hypoth.lening
3,10%
1.200.000
60.000
1.140.000
840.000
19
Lineair
60.000
Waarborgfonds
BNG
16-jun-04
6.400.000
9
Hypoth.lening
3,92%
711.110
711.110
0
0
Lineair
-
Waarborgfonds
BNG
5-jul-04
1.095.000
30
Hypoth.lening
4,90%
803.000
36.500
766.500
584.000
21
Lineair
36.500
Waarborgfonds
BNG
19-nov-07
15.000.000
20
Hypoth.lening
4,54%
11.250.000
750.000
10.500.000
6.750.000
14
Lineair
750.000
Waarborgfonds
BNG
22-jan-08
1.361.341
15
Hypoth.lening
4,74%
930.250
90.756
839.494
385.714
10
Lineair
90.756
Waarborgfonds
BNG
15-feb-11
10.375.000
25
Hypoth.lening
2,97%
9.960.000
415.000
9.545.000
7.470.000
23
Lineair
415.000
Waarborgfonds
BNG
15-feb-11
10.375.000
25
Hypoth.lening
3,81%
9.960.000
415.000
9.545.000
7.470.000
23
Lineair
415.000
Waarborgfonds
BNG
15-feb-11
10.375.000
25
Hypoth.lening
4,27%
9.960.000
415.000
9.545.000
7.470.000
23
Lineair
415.000
Waarborgfonds
BNG
15-feb-11
10.375.000
25
Hypoth.lening
4,47%
9.960.000
415.000
9.545.000
7.470.000
23
Lineair
415.000
Waarborgfonds
BNG
15-feb-11
5.000.000
20
Hypoth.lening
4,30%
4.750.000
250.000
4.500.000
3.250.000
18
Lineair
250.000
Waarborgfonds
BNG
19-dec-12
7.000.000
30
Hypoth.lening
1,42%
7.000.000
233.333
6.766.667
5.600.000
28
Lineair
233.333
Waarborgfonds
ING
19-dec-12
11.000.000
30
Hypoth.lening
3,02%
11.000.000
366.667
10.633.333
8.800.000
28
Lineair
366.667
Waarborgfonds
-
-834.224
-33.568
-800.656
Disagio BNG
1-jun-93
6.406.651
40
Onderhands
2,27%
2.100.000
100.000
2.000.000
1.500.000
20
Lineair
100.000
Gem. garantie Stadskanaal
BNG
1-nov-93
5.036.960
40
Onderhands
2,94%
3.818.532
113.911
3.704.621
3.054.751
20
Annuitair
118.958
Gem. garantie Stadskanaal
BNG
26-apr-01
4.537.802
30
Onderhands
5,82%
4.537.802
4.537.802
4.537.802
18
Aflossingsvrij
Waarborgfonds
BNG
26-apr-01
4.991.582
20
Onderhands
5,43%
2.246.213
249.579
1.996.634
748.739
8
Lineair
249.579
Waarborgfonds
NWB
1-nov-96
1.743.650
30
Onderhands
4,05%
781.636
60.126
721.510
420.880
13
Lineair
60.126
Rijksgarantie
31-dec-04
3.085.705
17
Onderhands
4,02%
1.633.609
181.512
1.452.097
544.537
8
Lineair
181.512
Waarborgfonds *1) Waarborgfonds *1)
ABN/AMRO Bank ABN/AMRO Bank NWB ABN/AMRO Bank
1-jan-98
2.488.031
23
Onderhands
4,00%
1.640.731
105.912
1.534.819
1.005.259
8
Lineair
105.912
27-feb-06
2.276.207
20
Onderhands
3,74%
1.593.345
113.810
1.479.535
910.485
13
Lineair
113.810
Waarborgfonds
1-jan-98
2.461.553
23
Onderhands
4,33%
1.614.254
105.912
1.508.342
978.782
8
Lineair
105.912
Waarborgfonds *1)
NWB
31-dec-04
6.191.377
26
Onderhands
4,44%
4.372.626
239.596
4.133.030
2.935.050
17
Lineair
239.596
Waarborgfonds
ABN/AMRO Bank
31-dec-04
1.421.648
23
Onderhands
4,33%
937.373
60.534
876.839
574.169
14
Lineair
60.534
Waarborgfonds *1) Waarborgfonds *1)
ABN/AMRO Bank
1-aug-69
136.134
50
Onderhands
7,50%
53.908
6.877
47.031
19.665
6
Annuitair
5.473
ABN/AMRO Bank
18-dec-04
9.025.000
19
Onderhands
4,34%
5.225.000
5.225.000
0
0
0
Lineair
0
Waarborgfonds *1)
BNG 108345
18-dec-13
4.750.000
10
Onderhands
1,75%
4.750.000
4.750.000
2.375.000
10
Lineair
475.000
Waarborgfonds *1)
NWB
1-apr-08
1.000.000
30
Onderhands
4,06%
841.668
33.333
808.335
641.670
25
Lineair
33.333
Waarborgfonds
BNG 40.107109
27-feb-12
3.387.378
16
Onderhands
3,46%
3.175.667
211.711
2.963.956
1.905.401
15
Lineair
211.711
Waarborgfonds
BNG 40.107727
1-okt-12
907.560
10
Onderhands
2,30%
907.560
90.756
816.804
363.024
9
90.756
Waarborgfonds
SNS Asset management
12-mei-05
23.597
57
Onderhands
4,50%
2.316
926
1.390
0
3
Lineair
926
geen
BNG
15-jun-05
431.091
30
Onderhands
4,75%
158.067
14.370
143.697
71.847
10
Lineair
14.370
geen
ING-Bank (cum1)
27-dec-04
2.500.000
28
Overige
4,79%
1.800.000
90.000
1.710.000
1.260.000
19
Lineair
90.000
Waarborgfonds
ING-Bank (cum3)
20-sep-99
1.871.844
30
Overige
eur+,5%
822.477
113.445
709.032
141.807
16
Lineair
113.445
Waarborgfonds
NWB 1W0026295 (cum4)
1-sep-09
1.512.560
20
Overige
3,22%
1.266.769
75.628
1.191.141
813.001
16
Overige
75.628
Waarborgfonds
NWB 1-0027691 (cum5)
1-aug-12
1.875.750
20
Overige
2,64%
1.786.429
89.321
1.697.107
1.250.502
20
Lineair
89.321
Waarborgfonds
SUBTOTAAL TRANSPORT 120.929.666 4.750.000
11.627.552
114.052.114
83.782.680
6.203.653
*1) Voor ABN/AMRO bank leningen geldt tevens een negatieve hypotheekverklaring en een pari passu verklaring
111 5. Geconsolideerde jaarrekening Espria jaarverslag 2013
5.1.8 Overzicht langlopende schulden ultimo 2013 In Euro’s
Resterende Nieuwe Totale Aflossing Restschuld Restschuld Soort Werkelijke Restschuld looptijd in leningen looptijd Leninggever Datum in 2013 31 december 2013 over 5 jaar jaren eind 2013 Hoofdsom lening rente 31 december 2012 Aflossingswijze Aflossing 2014 Gestelde zekerheden in 2013 (in jaren)
SUBTOTAAL TRANSPORT 120.929.666 4.750.000
11.627.552
114.052.114
83.782.680
6.203.653
Kredietinstellingen NWB overgesloten
31-dec-11
6.523.091
25
Onderhands
3,79%
6.262.167
260.924
6.001.243
4.696.625
23
Lineair
260.924
Waarborgfonds
14-mrt-97
1.507.726
25
Hypoth.lening
3,99%
381.481
381.481
0
-
0
Lineair
-
Waarborgfonds
NWB
8-jul-02
1.765.000
19
Onderhands
5,22%
882.500
88.250
794.250
353.000
9
Lineair
88.250
Waarborgfonds
NWB
31-jul-13
2.600.000
30
Onderhands
3,24%
2.600.000
21.667
2.578.333
2.145.000
29
Lineair
86.667
Waarborgfonds
20-mrt-06
2.983.136
30
Onderhands
3,95%
2.386.488
99.437
2.287.051
1.789.866
23
Lineair
99.437
Waarborgfonds
1-jul-12
7.000.000
30
Onderhands
4,50%
6.766.667
233.333
6.533.334
5.366.667
29
Lineair
233.333
Waarborgfonds
NWB, herfinanc.
1-mei-12
8.000.000
27
Onderhands
4,70%
7.555.556
296.296
7.259.259
5.777.778
26
Lineair
296.296
Waarborgfonds
Rabo, herfinanc.
1-mei-12
7.750.000
27
Onderhands
4,20%
7.319.444
287.037
7.032.407
5.597.222
26
Lineair
287.037
Waarborgfonds
Rabo, onderhandse
1-aug-12
4.600.000
30
Onderhands
2,98%
4.446.667
153.333
4.293.333
3.526.667
29
Lineair
153.333
Waarborgfonds
Disagio
3-jul-05
-179.800
-171.008
-5.993
-165.015
-135.048
Disagio
31-jul-13
-39.328
-39.328
-655
-38.673
-32.118
Rentevastlening ING
1-sep-09
147.025
10
Rente vast
5,45%
111.629
10.890
100.739
35.392
8
Lineair
10.890
Rentevastlening ING
1-sep-09
404.375
13
Rente vast
4,85%
298.750
32.500
266.250
128.125
11
Lineair
32.500
Hypotheek
ING
1-jun-04
3.440.000
30
Onderhands
4,25%
2.465.321
114.667
2.350.654
1.777.313
21
Lineair
114.667
Waarborgfonds
3-okt-95
158.823
30
4,35%
95.500
6.744
88.756
53.506
Annuïtair
6.463
Geen
30-jun-99
363.024
25
5,34%
166.992
14.521
152.471
79.865
Lineair
14.521
Geen
Totaal Kredietinstellingen
159.635.327
7.573.164
13.621.983
153.586.508
114.942.540
7.887.972
B.N.G. (DVE)
Erasmus NV NWB
SNS Fortis bank
Hypotheek
Overige langlopende schulden Stg. Steun a/d Kimme
1-jan-99
158.823
20
Onderhands
0,00%
47.647
7.942
39.705
5
Lineair
7.941
Geen
COTG
1-jan-94
317.646
25
Hypothecair
0,15%
88.939
88.939
Lineair
Geen
Steunfonds
1-jan-03
1.000.000
onbep.
Geldlening
4,00%
480.000
480.000
nvt
Geen
BNG
5-nov-93
726.048
30
Onderhands
4,48%
266.218
24.201
242.017
96.810
10
Lineair
24.201
Geen
BNG
1-aug-04
300.000
10
Onderhands
4,40%
60.000
30.000
30.000
1
Lineair
30.000
Geen
Erasmus N.V.
4-sep-06
400.000
20
Onderhands
4,32%
280.000
20.000
260.000
160.000
13
Lineair
20.000
Geen
Van der Gragt Beheer B.V.
8-jun-03
90.756
20
Onderhands
2,00%
48.020
48.020
-
Lineair
Totaal overige langlopende schulden
616.586
654.238
699.102
571.722
256.810
82.143
Financial Lease Bethesda
31-dec-10
14.125.411
50
Financial lease
5,25%
5.842.274
241.681
5.600.593
4.367.066
21
Annuïtair
243.242
Geen
Leveste
31-dec-10
11.521.098
50
Financial lease
5,25%
4.921.039
196.199
4.724.840
3.769.357
33
Annuïtair
194.614
Geen
Parkheem
1-nov-12
11.871.255
30
Financial lease
4,21%
11.805.303
386.450
11.418.853
9.431.027
28
Annuïtair
395.711
Geen
Woonzorg Nederland
1-jan-72
1.218.907
4
Financial lease
5,25%
718.970
346.082
372.888
1
Annuïtair
372.888
Geen
Eigen Haard
1-jan-72
10.196.536
45
Financial lease
5,25%
4.308.961
947.940
3.361.021
3
Annuïtair
1.030.584
Geen
Ymere
1-jan-70
3.383.154
50
Financial lease
5,25%
2.827.346
284.181
2.543.165
809.639
7
Annuïtair
303.521
Geen
31-dec-10
250.046
9
Financial lease
5,25%
213.800
24.123
189.677
6
Annuïtair
26.062
Geen
1-jan-12
2.848.992
9
Financial lease
5,25%
2.588.219
272.325
2.315.894
758.600
7
Lineair
284.485
Geen
Totaal Financial Lease
33.225.912
2.698.982
30.526.930
19.135.689
2.851.107
193.477.825
8.227.402
17.020.066
184.685.161
134.335.039
10.821.222
Timanshof Woonzorg Nederland
Totaal
113 5. Geconsolideerde jaarrekening Espria jaarverslag 2013
5.1.9 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING 5.1.9.1 GESEGMENTEERDE RESULTATENREKENING OVER 2013 In Euro’s
Segment
Verpleging en Verzorging
2013
2012
2013
2012
2013
Bedrijfsopbrengsten Opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties 499.502.271 507.478.249
Gehandicaptenzorg Psychiatrie Jeugdgezondheidszorg
55.063.862
2012
2013
2012
Kraamzorg 2013
2012
Kinderopvang 2013
2012
Ledenservice 2013
2012
Overig 2013
2012
Totaal 2013
2012
55.400.870 154.039.605 149.279.278
0
0
0
0
0
0
0
0
-146.548
-34.367 708.459.191 712.124.030
Niet gebudgetteerde zorgprestaties
17.717.036
13.439.642
3.473.827
3.582.953
3.690.642
3.882.653
2.410.578
2.511.079
38.589.174
39.317.696
5.216.117
7.046.087
0
0
146.546
-130.807
Subsidies
4.379.599
3.487.706
334.157
151.445
1.967.915
1.874.041
17.292.888
17.975.092
0
0
0
18.600
0
0
4.553.903
-2.185
28.528.462
23.504.700
14.463.285
13.463.648
237.984
235.265
4.038.348
3.768.436
749.356
0
110.508
-155.253
31.552
31.681
7.725.112
7.541.619
247.217
-1.950.231
27.603.363
22.935.166
536.062.190 537.869.245
59.109.831
59.370.534
163.736.511 158.804.408
20.452.822
20.486.171
38.699.682
39.162.443
5.247.669
7.096.368
7.725.112
7.541.619
4.801.118
Overige bedrijfsopbrengsten
Som der bedrijfsopbrengsten
71.243.919 69.649.303
-2.117.589 835.834.936 828.213.199
Bedrijfslasten: Personeelskosten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Overige bedrijfskosten
Som der bedrijfslasten
418.706.151
411.947.381
38.079.708
37.087.112 119.625.320
121.261.781
14.148.618
14.373.486
34.822.512
34.876.324
4.010.201
5.317.440
2.522.720
2.468.719
7.337.029
14.228.146
14.280.020
3.571.421
3.545.352
10.071.423
10.088.615
21.875
21.000
175.091
261.169
333.283
575.056
27
194
547.331
2.311.664 639.252.259 629.643.907 603.360
28.948.597
-65.761
4.862.932
0
0
0
0
0
0
0
0
373.205
0
0
0
39.864
-505.001
347.306
4.357.931
87.907.274
87.497.467
14.422.914
14.248.746
28.740.429 22.409.027
5.501.763
5.586.693
3.173.692
3.190.138
1.341.558
1.554.812
5.179.753
4.553.783
-6.482.057
-7.972.994 139.785.327
131.067.672
520.775.808 518.587.800
56.074.043
54.881.209
158.437.173 153.759.424
19.672.257
19.981.179
38.171.294
38.327.631
6.058.247
7.447.308
7.702.500
7.022.696
1.442.167
-5.562.971 808.333.490 794.444.276
29.374.766
Bedrijfsresultaat
15.286.383
19.281.445
3.035.787
4.489.325
5.299.338
5.044.984
780.565
504.992
528.388
834.812
-810.578
-350.940
22.612
518.923
3.358.952
3.445.382
27.501.446
33.768.923
Financiële baten en lasten
-1.736.490
-837.242
-1.541.385
-1.724.999
-4.215.479
-3.699.487
35.977
41.544
43.973
35.935
-47.273
-50.074
81.488
102.378
34.550
-305.690
-7.344.638
-6.437.636
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering 13.549.893
18.444.203
1.494.402
2.764.326
1.083.859
1.345.497
816.542
546.536
572.361
870.746
-857.851
-401.013
104.100
621.301
3.393.502
3.139.692
20.156.808
27.331.287
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
13.549.893 18.444.203 1.494.402 2.764.326 1.083.859 1.345.497
816.542
546.536
572.361
870.746
-857.851
-401.013
104.100
Buitengewone baten en lasten
RESULTAAT BOEKJAAR
0
621.301 3.393.502 3.139.692 20.156.808 27.331.287
Resultaatbestemming Segment
Het resultaat is als volgt verdeeld:
Verpleging en Verzorging 2013
2012
Gehandicaptenzorg Psychiatrie Jeugdgezondheidszorg 2013
2012
2013
2012
2013
2012
Kraamzorg 2013
2012
Kinderopvang 2013
2012
Ledenservice 2013
2012
Overig 2013
2012
Totaal 2013
2012
Toevoeging/(onttrekking): Collectief gefinancierd gebonden vermogen: Reserve aanvaardbare kosten Bestemmingsreserves
13.466.082
17.557.636
1.494.402
2.764.326
1.083.859
1.345.497
816.542
546.536
0
0
0
0
0
0
-237.988
-287.820
16.622.897
21.926.175
0
78.013
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
2.650.908
2.393.953
2.650.908
2.471.966
Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen: Algemene reserves
11.861
405.255
0
0
0
0
0
0
572.361
870.746
-857.851
-401.013
0
0
985.630
948.767
712.002
1.823.755
Bestemmingsreserves
71.949
403.299
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-5.049
84.791
66.901
488.090
Bestemmingsfondsen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
104.100
621.301
0
0
104.100
621.301
13.549.893 18.444.203 1.494.402 2.764.326 1.083.859 1.345.497
816.542
546.536
572.361
870.746
-857.851
-401.013
104.100
621.301 3.393.502 3.139.692 20.156.808 27.331.287
115 5. Geconsolideerde jaarrekening Espria jaarverslag 2013
BATEN
17. Subsidies
15. Opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties
in Euro’s
2013
De specificatie is als volgt:
Rijkssubsidies vanwege het Ministerie van VWS (waaronder opleidingsfonds)
3.355.177
2.798.983
Subsidies vanwege Provincies en gemeenten (exclusief Wmo-huishoudelijke hulp; inclusief
23.523.500
18.275.463
1.649.785
2.430.254
Totaal
28.528.462
23.504.700
in Euro’s
2013
De specificatie is als volgt:
2012
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten ZVW-zorg
109.061.411
81.869.975
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten AWBZ (exclusief subsidies)
599.397.780
630.254.055
Totaal
708.459.191
712.124.030
Voor een overzicht van de mutaties van het wettelijk budget voor aanvaardbare kosten in het verslagjaar ten opzichte van het voorafgaande jaar wordt verwezen naar 5.1.10. Toelichting: De omzet geriatrische revalidatiezorg (GRZ) werd tot en met 2012 gefinancierd vanuit de AWBZ. In 2013 wordt dit gefinancierd vanuit de zorgverzekeringswet (ZVW). Onzeker is of het landelijk budget voor GRZ wordt overschreden. In geval van overschrijding van het landelijk budget zullen de bedrijfsonderdelen Icare, Evean en Zorggroep Meander op basis van haar gerealiseerde aandeel in het totale budget worden gekort.
Het contract rondom de uitleen hulpmiddelen is gewijzigd. De vergoeding vanuit de AWBZ wordt niet meer ontvangen. Hierdoor is de omzet AWBZ ten opzichte van vorig jaar afgenomen. Deze opbrengsten zijn met ingang van 2013 verantwoord onder de overige bedrijfsopbrengsten. In 2013 is de prestatiebekostiging ZVW voor de GGZ ingevoerd. Voor de omzetbepaling DBC’s in 2013 is de Handreiking Omzetbepaling Curatieve GGZ toegepast. Verwezen wordt verder naar de toelichting in de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling (5.1.4.).
16. Niet-gebudgetteerde zorgprestaties in Euro’s
2013
De specificatie is als volgt:
Eigen bijdragen en betalingen cliënten voor niet-verzekerde zorg en
1.293.997
2012 1.326.371
opbrengsten uit aanvullende zorgverzekering Persoonsgebonden en -volgende budgetten
7.070.511
7.412.453
Opbrengsten uit hoofde van niet-gebudgetteerde Zvw/AWBZ-zorg (waaronder kraamzorg)
40.018.989
40.852.544
Opbrengsten uit Wmo-prestaties op het gebied van huishoudelijke hulp (inclusief onderaanneming)
1.705.569
1.903.461
Overige niet-gebudgetteerde zorgprestaties
21.154.854
18.154.474
Totaal
71.243.919
69.649.303
Toelichting: De niet gebudgetteerde zorgprestaties zijn gestegen als gevolg van een herrubricering. De vergoeding voor de dienstverlening van de voormalige AWBZ uitleen verpleegartikelen werd vorig jaar verantwoord onder gebudgetteerde zorgprestaties en is vanaf 2013 gepresenteerd onder de overige niet-gebudgetteerde zorgprestaties. Verwezen wordt naar de toelichting hierboven onder punt 15.
2012
overige Wmo-prestaties zoals maatschappelijke en vrouwenopvang, verslavingszorg, OGGZ) Overige subsidies, waaronder loonkostensubsidies en EU-subsidies
Toelichting: De stijging van de subsidieopbrengsten wordt verklaard door de bestuurlijke fusie met Stichting Welsaen en SMD in juni 2013.
18. Overige bedrijfsopbrengsten
in Euro’s
2013
De specificatie is als volgt:
2012
Contributies
7.910.595
Verhuur
3.429.403
2.796.081
Overige
16.263.365
12.189.359
Totaal
27.603.363
22.935.166
Toelichting: De overige bedrijfsopbrengsten zijn gestegen als gevolg van herrubricering van de omzet met betrekking tot uitleen. Deze activiteiten worden met ingang van 2013 niet meer zelf uitgevoerd. De inkoopwaarde van de omzet werd in mindering gebracht op de omzet. Verwezen wordt ook naar de toelichting hierboven onder punt 16.
7.949.726
117 5. Geconsolideerde jaarrekening Espria jaarverslag 2013
LASTEN
Aansluiting afschrijvingen resultatenrekening - vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten
19. Personeelskosten
in Euro’s
2013
Totaal afschrijvingslasten resultatenrekening
28.948.597
waarvan nacalculeerbare afschrijvingen
8.496.849
- WTZi-vergunningplichtige vaste activa
8.496.849
Totaal vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten
8.496.849
Aanschafwaarde desbetreffende vaste activa
256.583.083
Cumulatieve afschrijvingslasten desbetreffende vaste activa
92.517.534
92.517.534
in Euro’s
2013
De specificatie is als volgt:
2012
Lonen en salarissen
465.804.688
458.836.051
Sociale lasten
67.395.267
60.964.378
Pensioenpremies
40.665.260
38.428.964
Andere personeelskosten
29.587.225
32.894.111
Subtotaal
603.452.441
591.123.504
Personeel niet in loondienst
35.799.819
38.520.403
Totaal personeelskosten
639.252.259
629.643.907
Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE’s) per segment:
Verpleging en Verzorging
7.641
7.453
Gehandicaptenzorg
827
800
Psychiatrie
1.943
1.956
Jeugdgezondheidszorg
228
251
Kraamzorg
706
738
Kinderopvang
87
135
Ledenservice
48
48
Overig
212
58
Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden
11.692
11.439
20. Afschrijvingen op immateriële vaste activa en materiële vaste activa
in Euro’s
2013
De specificatie is als volgt:
8.496.849
2012
Nacalculeerbare afschrijvingen: 8.067.547
Overige afschrijvingen: -immateriële vaste activa
578.711
493.686
-materiële vaste activa
19.873.038
20.813.534
Totaal afschrijvingen
28.948.597
29.374.766
Toelichting: In de overige afschrijvingen is de afschrijving op geactiveerde financial lease opgenomen.
Cumulatieve vergoedingen voor nacalculeerbare afschrijvingslasten desbetreffende vaste activa
21. Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa
in Euro’s
2013
De specificatie is als volgt:
2012
- Bijzondere waardeverminderingen WTZi
3.957.540
- Bijzondere waardeverminderingen niet-WTZi
435.311
3.055.703
- Terugneming van bijzondere waardeverminderingen WTZi
-3.044.771
-1.685.000
- Terugneming van bijzondere waardeverminderingen niet-WTZi
-1.000.774
-700.000
Totaal
347.306
4.357.931
Toelichting: Als gevolg van de waardering op basis van bedrijfseconomische grondslagen zijn ultimo 2013 bedrijfswaardeberekeningen uitgevoerd. Voor zover sprake is van een lagere realiseerbare waarde dan de boekwaarde, zijn bijzondere waardeverminderingen in het resultaat verwerkt. Als er voor een kasstroomgenerende eenheid sprake is van een
Toelichting: De stijging van de personeelskosten hangt samen met een toename van het aantal FTE’s en een verbetering van de arbeidsvoorwaarden conform de CAO. Er zijn in 2013 ook intensiveringsmiddelen ingezet door diverse bedrijfsonderdelen, waardoor veel leerling- verzorgenden zijn aangenomen.
-materiële vaste activa
In het externe budget verwerkte vergoeding voor nacalculeerbare afschrijvingslasten:
3.687.228
verbetering van de toekomstige kasstromen op een reeds genomen bijzondere waardevermindering, dan wordt er een bedrag teruggenomen. Voor een nadere toelichting op onder andere de gehanteerde uitgangspunten wordt verwezen naar de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling (5.1.4.).
119 5. Geconsolideerde jaarrekening Espria jaarverslag 2013
22. Overige bedrijfskosten
in Euro’s
2013
2012
De specificatie is als volgt:
Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten
30.147.502
30.742.307
Algemene kosten
43.665.255
44.634.275
Cliënt- en bewonersgebonden kosten
12.207.290
10.734.859
Onderhoud en energiekosten:
- Onderhoud
7.868.826
9.496.467
- Energie gas
5.061.381
4.023.938
- Energie stroom
4.495.487
4.777.292
- Energie transport en overig
1.217.663
681.833
Subtotaal
18.643.358
18.979.529
Huur en leasing
29.680.021
26.361.325
Dotaties en vrijval voorzieningen
5.441.902
Totaal overige bedrijfskosten
139.785.327
Wat is de samenstelling van het bestuur of de directie? Vierhoofdig met voorzitter De bezoldiging van de bestuurders en gewezen bestuurders van Stichting Espria over het jaar 2013 is als volgt: Naam M.W. Meerdink J.L. Kauffeld 1 Vanaf welke datum is de persoon als bestuurder werkzaam in uw organisatie?
08-04-2008
01-01-2013
ja
ja
ja
ja
3 Zo nee: tot welke datum was de persoon als bestuurder werkzaam in uw organisatie?
-384.622
4 Is deze gewezen bestuurder sindsdien nog in dienst van uw organisatie?
131.067.672
5 Wat is de aard van de (arbeids)overeenkomst? (1)
2
1
1
6 Welke salarisregeling is toegepast? (2)
1
2
2
1
7 Wat is de deeltijdfactor? (percentage)
50%
50%
50%
50%
139.931
117.535
119.754
69.967
9 Wat is de totale som van de eventuele vergoedingen in natura (o.a. huisvesting, auto (mede) voor privégebruik, laagrentende leningen, etc.)?
0
0
0
0
10 Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen
(3)
(3)
(3)
(3)
11 Voorzieningen ten behoeve van beloning betaalbaar op termijn (o.a. werkgeversbijdrage pensioen, VUT, FPU, sabbatical, aanvulling sociale uitkering, arbeidsongeschiktheidsuitkering, etc.)
15.689
12.921
32.795
7.908
12 Winstdelingen en bonusbetalingen
0
0
0
0
13 Uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband
0
0
0
0
Totale bezoldiging conform WNT
155.619
130.455
152.548
77.875
14 Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen
1.650
1.650
1.650
1.650
15 Werkgeversbijdrage sociale verzekeringspremies
4.124
4.124
5.292
4.124
161.393
136.229
159.490
83.649
2 Maakt de persoon op dit moment nog steeds deel uit van het bestuur?
a. Waarvan: verkoop verlofuren b. Waarvan: nabetalingen voorgaande jaren
in Euro’s
2013
A.Th.J.M. Zuure T.T.M. van Grinsven
01-12-1994
8 Beloning (incl. salaris, vakantiegeld, eindejaarsuitkering en andere vaste toelagen)
De specificatie is als volgt:
2012
Financiële baten: Rentebaten
2.606.071
2.285.619
Overige opbrengsten financiële vaste activa en effecten
-6.130
-28.926
Subtotaal financiële baten
2.599.940
2.256.768
Financiële lasten: Rentelasten
9.276.323
Resultaat deelnemingen
208.600
0
Waardeverandering financiële vaste activa en effecten
460.486
152.410
Vennootschapsbelasting
-831
83.158
Subtotaal financiële lasten
9.944.578
8.694.403
Totaal financiële baten en lasten
-7.344.638
-6.437.636
Toelichting: De rentebaten zijn toegenomen door een herrubricering van de ontvangen rente financial lease. Deze rentebaten werden vorig jaar gepresenteerd onder de rentelasten. Het resultaat deelneming bestaat uit de afboeking van de deelneming Intend bij GGZ Drenthe.
Welk bestuursmodel is van toepassing op uw organisatie? Eindverantwoordelijke Raad van Bestuur met Raad van Commissarissen
01-02-2010
Toelichting: De stijging van de cliënt- en bewonersgebonden kosten wordt verklaard door met name crisisuitplaatsingen. De stijging van de kosten van dotaties en vrijval voorzieningen wordt voornamelijk veroorzaakt doordat in 2013 diverse nieuwe reorganisatievoorzieningen zijn gevormd. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar 5.1.5. toelichting op de balans onder punt 11.
23. Financiële baten en lasten
25. Bezoldiging bestuurders en toezichthouders
8.458.835
Totale bestuurdersbezoldiging conform BW 2 Titel 9 (art.383)
2
121 5. Geconsolideerde jaarrekening Espria jaarverslag 2013
Toelichting: (1) Het cijfer 1 op deze regel staat voor: arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Het cijfer 2 op deze regel staat voor: arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. (2) Het cijfer 1 op deze regel staat voor: bezoldiging op basis van de BBZ-regeling in de zorg. Het cijfer 2 op deze regel staat voor: bezoldiging op basis van de toenmalige NVZDregeling, nu de overgangsregeling binnen de BBZ. (3) Er is sprake van een netto onkostenvergoeding welke onderdeel uitmaakt van de vrije ruimte binnen de werkkostenregeling. Daarmee valt deze vergoeding niet onder de WNT-bezoldiging. Bij de samenstelling van bovenstaande verantwoording uit hoofde van de WNT zijn de Beleidsregels toepassing WNT d.d. 27 februari 2014 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koningkrijksrelaties als uitgangspunt gehanteerd. Stichting Espria herkent de door de Minister van BZK in zijn kamerbrief d.d. 27 februari 2014 onderkende uitvoeringsproblemen met betrekking tot externe niettopfunctionarissen en heeft deze categorie in lijn met de door de minister voorgestelde gedragslijn niet in de WNT verantwoording betrokken.
De bovengenoemde bestuurders zijn zowel statutairbestuurder van Stichting Espria als Stichting Woonzorg Nederland. De samenwerking tussen Stichting Espria en Stichting Woonzorg Nederland is tot stand gekomen middels een personele unie Raad van Bestuur en raad van commissarissen. De heren Meerdink en Kauffeld en mevrouw Van Grinsven hebben een arbeidsrechtelijke relatie met Stichting Espria. De heer Zuure heeft een arbeidsrechtelijke relatie met Stichting Woonzorg Nederland. De kosten van de bestuurders worden voor 50% ten laste van Stichting Espria en voor 50% ten laste van Stichting Woonzorg Nederland gebracht.
Naam P.A.M. Loven
A.A. Westerlaken
H.J. van den Bosch
01-01-2013
12-11-2013
08-04-2008
nee
nee
nee
4 Beloning (incl. salaris, vakantiegeld, eindejaarsuitkering en andere vaste toelagen)
11.430
1.556
1.905
5 Wat is de totale som van de eventuele vergoedingen in natura (o.a. huisvesting, auto (mede) voor privégebruik, laagrentende leningen, etc.)?
0
0
0
6 Vaste en variabele onkostenvergoedingen
0
0
0
0
1 Vanaf welke datum was de toezichthouder voor het eerst in de huidige functie van toezichthouder werkzaam binnen de organisatie? 2 Is de persoon in het verslagjaar voorzitter van de Raad van Commissarissen geweest? 3 Nevenfunctie(s)
Bij de bestuurders Meerdink, Kauffeld en Zuure is er sprake van een overschrijding van de maximum bezoldiging in het kader van de WNT. Betreffende bestuurders vallen onder het overgangsrecht WNT. De bezoldigingsafspraken met deze functionarissen zijn gebaseerd op afspraken die voor de inwerkingtreding van de WNT zijn gemaakt. De bezoldiging van mevrouw Van Grinsven, die per 1 januari 2013 als bestuurder is aangetreden, valt volledig binnen de kaders van de WNT.
7 Werkgeversbijdrage sociale verzekeringspremies 8
Voorzieningen ten behoeve van beloning betaalbaar op termijn (o.a. werkgeversbijdrage pensioen, VUT, FPU, sabbatical, aanvulling sociale uitkering, arbeidsongeschiktheidsuitkering, etc.)
0
0
9 Winstdelingen en bonusbetalingen
0
0
0
10 Uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband
0
0
0
11.430
1.556
1.905 (2)
Totaal bezoldiging conform WNT De bezoldiging van de leden van de Raad van Commissarissen van Stichting Espria over het jaar 2013 is als volgt (in euro’s): Naam 1 Vanaf welke datum was de toezichthouder voor het eerst in de huidige functie van toezichthouder werkzaam binnen de organisatie? 2 Is de persoon in het verslagjaar voorzitter van de Raad van Commissarissen geweest? 3 Nevenfunctie(s) 4 Beloning (incl. salaris, vakantiegeld, eindejaarsuitkering en andere vaste toelagen)
H.C.P. Noten
B.E. Baarsma
B. Fransen
(2) Inclusief btw bedraagt de vergoeding € 2.305. L. Geut
26. Wet Normering Topinkomens (WNT) 01-01-2013
01-09-2011
01-09-2011
10-11-2009
ja
nee
nee
nee
17.145
11.430
11.430
11.430
5 Wat is de totale som van de eventuele vergoedingen in natura (o.a. huisvesting, auto (mede) voor privégebruik, laagrentende leningen, etc.)?
0
0
0
0
6 Vaste en variabele onkostenvergoedingen
0
0
0
0
7 Werkgeversbijdrage sociale verzekeringspremies 8
Voorzieningen ten behoeve van beloning betaalbaar op termijn (o.a. werkgeversbijdrage pensioen, VUT, FPU, sabbatical, aanvulling sociale uitkering, arbeidsongeschiktheidsuitkering, etc.)
Aanvullend zijn de onderstaande topfunctionarissen van toepassing. Het betreft de directies van de betreffende zorgbedrijfsonderdelen (in euro’s). Naam J.T.H. Admiraal
H. van Petten M.L. Straus
E.S. van der Haar
Entiteit
St. Evean Zorg
St. Evean Zorg
St. Evean Zorg
St. GGZ Drenthe
Directeur
Directeur
Directeur
Directeur
01-03-1992
20-08-1990
01-07-2009
01-10-1981
1 Functionaris (functienaam) 2 In dienst vanaf (datum) 3 In dienst tot (datum)
09-03-2013
100%
100%
100%
100%
151.232
145.777
41.456
244.620
0
0
0
0
151.232
145.777
41.456
244.620
8 Werkgeversbijdrage sociale lasten
8.248
8.248
1.565
8.248
9 Bruto-onkostenvergoeding (vast en variabel)
3.425
3.425
652
(1)
16.077
15.436
2.571
27.129
0
0
67.440
0
170.734
164.638
44.679
271.749
4 Deeltijdfactor (percentage) 5 Bruto-inkomen (incl. salaris, vakantiegeld, eindejaarsuitkering en andere vaste toelagen) 0
0
0
0
9 Winstdelingen en bonusbetalingen
0
0
0
0
10 Uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband
0
0
0
0
17.145
11.430
11.430
11.430
Totaal bezoldiging conform WNT
Voor de bezoldiging van de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen in het kader van de WNT wordt verwezen naar de tabel zoals deze is opgenomen onder punt 25.
6 Winstdelingen en bonusbetalingen 7 Totaal beloning (5 en 6)
10 Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn 11 Uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband
Totaal bezoldiging conform WNT (regel 7, 9, 10)
123 5. Geconsolideerde jaarrekening Espria jaarverslag 2013
Naam
B.J. Hogeboom
Entiteit
St. Icare
1 Functionaris (functienaam) 2 In dienst vanaf (datum)
5 Bruto-inkomen (incl. salaris, vakantiegeld, eindejaarsuitkering en andere vaste toelagen) 6 Winstdelingen en bonusbetalingen 7 Totaal beloning (5 en 6) 8 Werkgeversbijdrage sociale lasten 9 Bruto-onkostenvergoeding (vast en variabel) 10 Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn 11 Uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband
Totaal bezoldiging conform WNT (regel 7, 9, 10)
Naam Entiteit
A. Tijsma
St. De Trans St. Zorggroep
Meander
100%
100%
100%
100%
161.762
161.190
148.200
141.121
0
0
0
0
161.762
161.190
148.200
141.121
8.248
8.248
8.248
8.604
(1)
(1)
3.425
3.425
5.1.10 TOELICHTING WETTELIJK BUDGET VOOR AANVAARDBARE KOSTEN in Euro’s
2013
Opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten voorgaand jaar
712.124.030
663.205.964
Productieafspraken verslagjaar
-5.371.901
22.774.658
Overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling
1.676.384
6.085.063
Prijsindexatie materiële kosten
188.669
1.269.805
Groei normatieve kapitaalslasten
2.542.613
2.032.808
4.407.666
Uitbreiding erkenning en toelating:
- loonkosten
1.314.139
0
- materiële kosten
231.907
0
- normatieve kapitaalslasten
12.200
353
1.558.246
Beleidsmaatregelen overheid:
- intensiveringsmiddelen
851.268
10.876.883
851.268
Nacalculeerbare kapitaalslasten:
- rente
-199.468
-135.891
- afschrijvingen
80.874
-152.525
- overige
232.384
1.377.674
113.789
Overige mutaties:
- overige mutaties
-1.370.473
2.847.172
-1.370.473
2.847.172
Subtotaal wettelijk budget boekjaar
712.312.625
710.181.963
Correcties voorgaande boekjaren
-3.853.433
3.165.328
Correcties voorgaande boekjaren intensiveringsmiddelen
0
-1.223.262
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten
708.459.191
Toelichting: De post overige mutaties 2012 betreft o.a. de productie van RZA. Vanaf 2013 maakt de compensatie voor prijsindex materiële kosten en de overheidsbijdrage in de arbeidsontwikkeling onderdeel uit van het onderhandelbaar
tarief in de AWBZ en ZVW. Effecten voortvloeiend uit de indexen zijn daardoor opgenomen onder de post productieafspraken verslagjaar.
17.327
17.327
15.482
14.716
0
0
0
0
179.089
178.517
167.107
159.262
H. Buijing
G.J. Wubs
St. Welsaen St. Maatschappelijk
Holding B.V.
Dienstverlening
Zaanstreek /
Waterland
8 Werkgeversbijdrage sociale lasten 9 Bruto-onkostenvergoeding (vast en variabel) 10 Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn 11 Uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband
Totaal bezoldiging conform WNT (regel 7, 9, 10)
Directeur
Directeur
Directeur
Directeur
01-09-2010
01-01-1996
07-10-2008
01-10-1985
100%
100%
100%
100%
122.151
113.763
120.568
95.545
0
200
0
0
1122.151
113.763
120.568
95.545
8.838
8.248
8.558
8.248
(1)
3.346
21.900
0
12.386
12.121
13.181
10.654
0
0
0
0
134.537
129.429
155.649
106.199
(1) Er is sprake van een netto onkostenvergoeding welke onderdeel uitmaakt van de vrije ruimte binnen de werkkostenregeling. Daarmee valt deze vergoeding niet onder de WNT-bezoldiging. Toelichting: Bij de directeur de heer E.S. van der Haar is sprake van een overschrijding van de maximum bezoldiging in het kader van de WNT. Betreffende directeur valt onder het overgangsrecht WNT. De bezoldigingsafspraken met deze functionaris zijn gebaseerd op afspraken die voor de inwerkingtreding van de WNT zijn gemaakt.
2012
Directeur
7 Totaal beloning (5 en 6)
01-10-2005
6 Winstdelingen en bonusbetalingen
Directeur
5 Bruto-inkomen (incl. salaris, vakantiegeld, eindejaarsuitkering en andere vaste toelagen)
De honoraria van de onafhankelijke accountant over 2013 zijn als volgt:
01-01-2011
4 Deeltijdfactor (percentage)
2013
Directeur
St. PartiCura
3 In dienst tot (datum)
04-08-1980
E.J. van Dalen J.A.M. de Jong
2 In dienst vanaf (datum)
in Euro’s
Directeur
De Kraamvogel
1 Functionaris (functienaam)
27. Honoraria van de onafhankelijke accountant
01-01-2001
3 In dienst tot (datum) 4 Deeltijdfactor (percentage)
G.H. Leeftink J.N.M. van Scheijen
St. Icare
1. Controle van de jaarrekening
881.081
746.920
2. Overige controlewerkzaamheden ( w.o. Regeling AO/IC en Nacalculatie )
96.671
114.829
3. Fiscale advisering
0
0
4. Niet controlediensten
0
94.042
Totaal honoraria van de onafhankelijke accountant
977.751
955.791
2012
9.387.675
353
10.876.883
1.089.258
712.124.030
125 5. Geconsolideerde jaarrekening Espria jaarverslag 2013
5.2.2 ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING OVER 2013
5.2 ENKELVOUDIGE JAARREKENING 2013 5.2.1 ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 december 2013 (na resultaatbestemming)
in Euro’s
Ref.
31 december 2013
31 december 2012
ACTIVA
3
4.031.662
3.459.281
Totaal vaste activa
4.031.662
3.459.281
Vlottende activa Vorderingen en overlopende activa
6
55.224
Liquide middelen
9
9.068.672
5.093.821
Totaal vlottende activa
9.123.896
5.378.685
13.155.559
8.837.966
Totaal activa
284.864
PASSIVA Eigen vermogen
10
Collectief gefinancierd gebonden vermogen
5.008.299
2.357.391
5.404.841
3.838.489
Totaal eigen vermogen
Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen
10.413.141
6.195.880
31 december 2013
31 december 2012
Overige bedrijfsopbrengsten
18
14.642.044
15.001.837
14.642.044
15.001.837
Bedrijfslasten Personeelskosten
19
4.072.124
4.409.989
Overige bedrijfskosten
22
7.005.528
8.286.153
11.077.652
12.696.142
Bedrijfsresultaat
3.564.392
2.305.695
23
652.869
919.763
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening
4.217.261
3.225.458
Som der bedrijfslasten
Financiële baten en lasten
Buitengewone baten
24
0
0
Buitengewone lasten
24
0
0
Buitengewoon resultaat
0
0
Resultaat boekjaar
4.217.261
3.225.458
Resultaatbestemming
Kortlopende schulden Overige kortlopende schulden
Ref.
Bedrijfsopbrengsten
Som der bedrijfsopbrengsten
Vaste activa Financiële vaste activa
in Euro’s
13
2.742.418
2.642.086
Totaal passiva
13.155.559
8.837.966
Het resultaat is als volgt verdeeld:
2013
2012
Toevoeging/(onttrekking): Collectief gefinancierd gebonden vermogen: Reserve aanvaardbare kosten
0
-36.562
Bestemmingsreserves
2.650.908
2.393.953
Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen: Algemene reserves
1.566.352
868.067
4.217.261
3.225.458
127 5. Geconsolideerde jaarrekening Espria jaarverslag 2013
5.2.3 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING
Toelichting op belangen in andere rechtspersonen of vennootschappen
5.2.3.1 Algemeen
Naam en rechtsvorm en woonplaats rechtspersoon
Kernactiviteit
Kapitaalbelang (in %)
Eigen vermogen
Resultaat
Kraamvogel Holding B.V.
deelneming
100%
4.026.329
572.361
Evean Services B.V.
deelneming
51%
10.457
-1
Groepsverhoudingen Stichting Espria staat aan het hoofd van de Espria groep. Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepaling van Titel 9 Burgerlijk Wetboek, de regeling verslaggeving WTZi en de stellige uitspraken van Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad van Jaarverslaggeving.
Het jaarrekeningmodel is in euro’s opgesteld. De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling voor de enkelvoudige jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening zijn gelijk. Deelnemingen in groepsmaatschappijen worden gewaardeerd volgens de nettovermogenswaarde in overeenstemming met paragraaf Financïele vaste activa uit hoofdstuk 5.1.4 van de geconsolideerde jaarrekening. Voor de grondslagen van de waardering van activa en passiva en voor de bepaling van het resultaat wordt ook verwezen naar hoofdstuk 5.1.4.
in Euro’s
De specificatie is als volgt: Nog te ontvangen bedragen
Totaal vorderingen en overlopende activa
ACTIVA 3. Financiële vaste activa in Euro’s
De specificatie is als volgt:
in Euro’s
31 december 2013
31 december 2012
Deelnemingen in groepsmaatschappijen
4.031.662
3.459.281
Totaal financiële vaste activa
4.031.662
3.459.281
Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt: Deelnemingen in
groepsmaatschappijen Stand per 1 januari 2013
Totaal
- aanschafwaarde
3.459.281
3.459.281
Boekwaarde per 1 januari 2013
3.459.281
3.459.281
Mutaties: Resultaat deelnemingen
572.360
572.360
Desinvesteringen/aflossingen
21
21
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
572.382
572.382
31 december 2013 Cumulatieve aanschafwaarde
4.031.641
4.031.641
Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen
21
21
Stand per 31 december 2013
4.031.662
4.031.662
31 december 2012
55.224
284.864
55.224
284.864
31 december 2013
31 december 2012
Banken
9.068.672
5.093.821
Kassen
0
0
Deposito’s
0
0
9.068.672
5.093.821
Totaal liquide middelen
31 december 2013
9. Liquide middelen De specificatie is als volgt:
5.2.4 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS
Toelichting: Stichting Espria heeft een deelneming van 100% in Kraamvogel Holding B.V. en 51% in Evean Services B.V.
6. Vorderingen en overlopende activa
Toelichting: De liquide middelen zijn direct opeisbaar.
129 5.2.4 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS
5.2.5 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING
passivA
bATEN 18. Overige bedrijfsopbrengsten
10. Eigen vermogen in Euro’s
31 december 2013 31 december 2012
Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten: Collectief gefinancierd gebonden vermogen
5.008.299
2.357.391
Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen
5.404.842
3.838.489
Totaal eigen vermogen
10.413.141
6.195.880
Collectief gefinancierd gebonden vermogen Saldo per
Resultaat
Overige
31 december 2012 bestemming mutaties Het verloop is als volgt weer te geven:
Reserve aanvaardbare kosten Bestemmingsreserves
Totaal
Saldo per 31 december 2013
-36.562
0
36.562
0
2.393.953
2.650.908
-36.562
5.008.299
2.357.391
2.650.908
0
5.008.299
Saldo per
Resultaat
Overige
Saldo per 31 december 2013
Algemene reserves Bestemmingsreserves
Totaal
868.067
1.566.353
2.970.422
5.404.842
2.970.422
0
-2.970.422
0
3.838.489
1.566.353
0
5.404.842
31 december 2013 31 december 2012
Crediteuren
59.960
165.402 14.933
Belastingen en sociale premies
16.168
Nog te betalen salarissen
980
0
Kortlopende schulden groepsmaatschappijen
2.125.603
1.784.643
Nog te betalen kosten
539.708
677.107
Totaal overige kortlopende schulden
2.742.418
2.642.086
14. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen
Fiscale eenheid Stichting Espria kent een fiscale eenheid BTW voor de gehele groep.
Overige
14.642.044
15.001.837
Totaal
14.642.044
15.001.837
2012
Toelichting: Onder overige opbrengsten zijn opgenomen de doorbelastingen van gemaakte kosten en de vergoeding voor synergieprojecten.
in Euro’s
2013
De specificatie is als volgt:
Personeel niet in loondienst
4.072.124
4.409.989
Totaal personeelskosten
4.072.124
4.409.989
22. Overige bedrijfskosten
De specificatie is als volgt:
Overige niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen
2013
2012
Toelichting: Er is geen personeel in dienst bij Stichting Espria.
13. Overige kortlopende schulden
De specificatie is als volgt:
19. personeelskosten
Toelichting: De bestemmingsreserve betreft nog uit te voeren projecten uit hoofde van het synergiefonds.
in Euro’s
in Euro’s
lasTEN
Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen 31 december 2012 bestemming mutaties Het verloop is als volgt weer te geven:
5. Geconsolideerde jaarrekening Espria jaarverslag 2013
in Euro’s
2013
De specificatie is als volgt:
2012
Algemene kosten
7.005.528
8.286.153
Totaal overige bedrijfskosten
7.005.528
8.286.153
Toelichting: De algemene kosten zijn met name gedaald door lagere advieskosten en lagere kosten van het bestuurscentrum van Stichting Espria en Stichting Woonzorg Nederland.
23. Financiële baten en lasten in Euro’s
2013
De specificatie is als volgt:
2012
Financiële baten: Rentebaten
80.509
48.944
Resultaat deelnemingen
572.360
870.819
Subtotaal financiële baten
652.869
919.763
Totaal financiële baten en lasten
652.869
919.763
131 5. Geconsolideerde jaarrekening Espria jaarverslag 2013
25. Bezoldiging bestuurders en toezichthouders De bezoldiging van de bestuurders welke ten laste van Stichting Espria is gekomen over het jaar 2013 bedraagt € 0. De bezoldiging van de toezichthouders en gewezen toezichthouders over het jaar 2013 bedraagt € 0. 26. Wet Normering Topinkomens (WNT) Voor de bezoldiging van de bestuurders, toezichthouders en overige (niet)-topfunctionarissen in het kader van de WNT wordt verwezen naar de geconsolideerde jaarrekening van Stichting Espria, alwaar deze zijn verantwoord. 27. Honoraria van de onafhankelijke accountant De honoraria van de onafhankelijke accountant die over 2013 in de jaarrekening zijn verantwoord zijn opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van Stichting Espria. 5.3 OVERIGE GEGEVENS 5.3.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening De Raad van Bestuur van Espria heeft de jaarrekening 2013 vastgesteld in de vergadering van 27 mei 2014 te Amstelveen. De Raad van Commissarissen van Espria heeft de jaarrekening 2013 goedgekeurd in de vergadering van 27 mei 2014 te Amstelveen. 5.3.2 Statutaire regeling resultaatbestemming In de statuten is bepaald, conform artikel 4, dat het behaalde resultaat ter vrije beschikking staat van Espria. 5.3.3 Resultaatbestemming Het resultaat wordt verwerkt volgens de resultaatverdeling in de resultatenrekening. 5.3.4 Gebeurtenissen na balansdatum Eind januari heeft de Raad van Bestuur van Espria bekend gemaakt dat een intentieverklaring is getekend met Zorg in Nederland B.V. om de aandelen van kraamzorgorganisatie De Kraamvogel Holding B.V. over te dragen. Na het doorlopen van het adviestraject met de medezeggenschap en de zorgfusietoets door de Nederlandse Zorgautoriteit wordt de transactie naar verwachting in mei afgerond en zal met terugwerkende kracht naar 1 januari 2014 van toepassing zijn.
Onderstaand enkele kerncijfers met betrekking tot De Kraamvogel Holding B.V. in Euro’s
31 december 2013
De specificatie is als volgt:
31 december 2012
Boekwaarde activa
10.199.571
10.119.402
Vreemd vermogen
5.718.777
5.941.314
2013
2012
Omzet
38.699.682
39.162.443
Kosten
38.171.294
38.327.631
Rentebaten
43.973
35.934
Winst uit gewone bedrijfsuitoefening
572.361
870.746
Kasstroom uit operationele activiteiten
-39.859
1.445.734
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
-18.690
-48.881
5.3.5 Ondertekening door bestuurders en toezichthouders De ondertekening van de jaarrekening en daarmee de vaststelling en goedkeuring door de Raad van Bestuur respectievelijk de Raad van Commissarissen heeft op 27 mei 2014 te Amstelveen plaatsgevonden. Origineel getekend door Raad van Bestuur dhr. M.W. Meerdink, voorzitter dhr. A.Th.J.M. Zuure mw. T.T.M. van Grinsven dhr. J.L. Kauffeld
Orgineel getekend door Raad van Commissarissen dhr. H.C.P. Noten, voorzitter dhr. P.A.M. Loven dhr. L. Geut mw. B. Fransen mw. B.E. Baarsma dhr. R. Steenbeek dhr. A. Westerlaken.
5.3.6 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen van Stichting Espria
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2013 van Stichting Espria te Meppel gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde en enkelvoudige balans per 31 december 2013 en de geconsolideerde en enkelvoudige resultatenrekening over 2013 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur De Raad van Bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, in overeenstemming met de in Nederland geldende Regeling verslaggeving WTZi en de Beleidsregels toepassing Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT), alsmede voor het opstellen van het jaarverslag overeenkomstig Richtlijn voor de Jaarverslaggeving 655 ‘Zorginstellingen’. De Raad van Bestuur is tevens verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die voldoet aan de WNT-eisen van financiële rechtmatigheid, zoals opgenomen in het Controleprotocol WNT van de Beleidsregels toepassing WNT. De Raad van Bestuur is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als zij noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van die WNT-eisen van financiële rechtmatigheid mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
133 zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, alsmede voor de naleving van de WNT-eisen van financiële rechtmatigheid, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte WNT-eisen van financiële rechtmatigheid en van de redelijkheid van de door de Raad van Bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Espria per 31 december 2013 en van het resultaat over 2013 in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi en de Beleidsregels toepassing WNT. Voorts zijn wij van oordeel dat de jaarrekening 2013 in alle van materieel belang zijnde aspecten voldoet aan de WNT-eisen van financiële rechtmatigheid, zoals opgenomen in het Controleprotocol WNT van de Beleidsregels toepassing WNT.
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en de Beleidsregels toepassing WNT, inclusief het Controleprotocol WNT. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Verklaring betreffende het jaarverslag Wij vermelden dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening.
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controleinformatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden
Rotterdam, 27 mei 2014 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2 Regeling verslaggeving WTZi juncto artikel 2:393 lid 5 onder e BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd.
Origineel getekend door: drs. A. Terlouw RA
5. Geconsolideerde jaarrekening Espria jaarverslag 2013
Bijlage 1. Kerngegevens
135 4. Beleid, inspanningen en presentaties Espria jaarverslag 2013
2013
2012
2011
Kerngegevens Verpleging, Verzorging en Thuiszorg (VVT)
Aantal cliënten met verblijf op basis van een volledig pakket thuis (VPT) Aantal extramurale cliënten (inclusief cliënten met begeleiding of dagbesteding (op bais van de functies BGI en/of BGG) voor zover niet opgenomen in een instelling)
3.138
3.319
3.366
114
108
0
24.196
23.648
24.211
Capaciteit Aantal beschikbare bedden/plaatsen met verblijfszorg per einde verslagjaar, inclusief vroegere gezinsvervangende tehuizen
3.538
3.561
Aantal dagen op bais van volledig pakket thuis (VPT) Aantal dagdelen dagbesteding (op basis van de functie Begeleiding in groepsverband (BGG) Aantal uren extramurale productie (exclusief dagbesteding op basis van de functie Begeleiding in groepsverband (BGG) en Wmo-zorg)
3.562
1.192.706
1.248.898
1.233.993
37.453
29.185
12.409
173.685
171.721
169.537
4.733.810
4.832.628
4.710.461
Personeel Aantal personeelsleden in loondienst per einde verslagjaar
13.461
13.907
13.794
Aantal fte in loondienst per einde verslagjaar
6.569
7.106
6.931
Bedrijfsopbrengsten (in € miljoen) Totaal bedrijfsopbrengsten
565
568
503
Waarvan wettelijk budget voor aanvaardbare kosten
500
507
469
22
0
0
478
507
469
65
61
34
- Zorgverzekeringswet - AWBZ Waarvan overige bedrijfsopbrengsten
Aantal kamers met één bed
999
869
830
Aantal kamers met twee bedden (niet bestemd voor gehuwden/samenwonenden)
292
322
326
Aantal kamers met drie bedden
6
16
8
Aantal kamers met vier bedden
3
10
29
Aantal kamers met vijf bedden
0
0
0
1.300
1.217
1.193
Kerngegevens Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) Cliënten Totaal aantal patienten/cliënten in zorg/behandeling in verslagjaar
25.033
27.851
28.941
Aantal patienten/cliënten in zorg/behandeling op 31 december van verslagjaar
14.331
15.224
17.349
350
427
429
Waarvan Zorg Zwaarte Pakket (ZZP)-patienten/cliënten in zorg/behandeling op 31 december van verslagjaar
Capaciteit Het aantal bedden/plaatsen dat beschikbaar is voor dagelijkse planning van opnames, verblijf of voor dagbehandeling.
908
908
2011
Aantal in verslagjaar geopende DBC’s
18.751
18.561
23.009
Aantal in verslagjaar gesloten DBC’s
19.379
20.139
23.373
Productie AWBZ Aantal ZZP-dagen met verblijfszorg exclusief forensische zorg in justitieel kader Aantal geleverde dagdelen dagactiviteiten in verslagjaar
147.088
152.196
153.976
13.029
16.237
16.062
Totaal aantal GGZ personeelsleden in loondienst op 31 december van het verslagjaar
2.798
2.619
2.588
Totaal aanta Fte in loondienst einde verslagjaar
2.072
1.986
1.975
Bedrijfsopbrengsten (in € miljoen) Totaal bedrijfsopbrengsten
164
159
156
Waarvan wettelijk budget voor aanvaardbare kosten
154
149
146
- Zorgverzekeringswet
87
80
86
- AWBZ
50
51
45
- Justitie
17
18
15
Waarvan overige bedrijfsopbrengsten
10
10
10
Kerngegevens Gehandicaptenzorg (GHZ) Cliënten Aantal cliënten in instelling op basis van een zzp met dagbesteding (dagbesteding staat aan)
508
476
476
Aantal cliënten in instelling op basis van een zzp zonder dagbesteding (dagbesteding staat uit)
51
45
22
Aantal cliënten met verblijf op basis van volledig pakket thuis (VPT)
0
0
0
682
679
676
Aantal extramurale cliënten (inclusief cliënten met dagbesteding voor zover niet opgenomen in een instelling)
Capaciteit
Meerbedskamers verpleeghuizen
Totaal aantal kamers
2012
Personeel GGZ
Productie Aantal dagen zorg met verblijf
2013
Productie Zorgverzekeringswet
Cliënten per einde verslagjaar Aantal cliënten in instelling op basis van een zzp
Kerngegevens
908
Aantal beschikbare bedden/plaatsen met verblijfszorg per einde verslagjaar, inclusief vroegere gezinsvervangende tehuizen.
536
518
502
Productie Aantal dagen zorg met verblijf en dagbesteding
171.495
174.574
170.608
Aantal dagen zorg met verblijf zonder dagbesteding
13.688
12.197
11.316
0
0
31
Aantal dagdelen dagbesteding
74.780
73.581
52.335
Aantal uren extramurale productie
81.449
86.051
87.475
Aantal dagen zorg op basis van volleidg pakket thuis (VPT)
Personeel Aantal personeelsleden in loondienst per einde verslagjaar Aantal fte in loondienst per einde verslagjaar
1.066
1.059
1.054
722
723
714
Bedrijfsopbrengsten (in € miljoen) Totaal bedrijfsopbrengsten
59
59
55
Waarvan wettelijk budget voor aanvaardbare kosten
55
55
50
4
4
5
Waarvan overige bedrijfsopbrengsten
137 4. Beleid, inspanningen en presentaties Espria jaarverslag 2013
Kerngegevens
2013
2012
2011
Kerngegevens Kraamzorg
Productie Aantal inschrijvingen in verslagjaar
21.218
21.395
Aantal partusassistenties in verslagjaar
3.682
3.911
4.360
Aantal partusassistentie-uren in verslagjaar
11.322
11.923
12.459
Aantal intakes aan huis in verslagjaar
21.453
10.715
10.509
10.161
Aantal kraamverzorgingen in verslagjaar
20.043
20.814
20.906
Aantal kraamverzorginsuren in verslagjaar (exclusief partusassistentie-uren)
828.165
856.481
852.022
9.475
10.430
11.057
Aantal telefonische intakes in verslagjaar
Personeel Aantal personeelsleden in loondienst voor kraamzorg per einde verslagjaar
1.383
1.492
1.442
Aantal fte in loondienst voor kraamzorg per einde verslagjaar
632
661
621
Aantal kraamverzorgenden in loondienst per einde verslagjaar
1.161
1.251
1.201
Fte kraamverzorgenden in loondienst
517
528
497
Aantal leerlingen BegroepsBegeleidende Leerweg (BBL) kraamverzorgenden in opleiding per einde verslagjaar
30
46
24
Aantal stagiaires kraamzorg in opleiding in verslagjaar
132
35
47
Bedrijfsopbrengsten (in € miljoen) Totaal bedrijfsopbrengsten
39
39
38
Bijlage 2. Samenstelling Raad van Bestuur Dhr. M.W. (Marco) Meerdink (1958) Functie Espria: voorzitter Raad van Bestuur Benoemd: 1 februari 2010 Relevante nevenfuncties: Voorzitter Commissie Arbeidszaken Actiz Dhr. J.L. (John) Kauffeld (1954) Functie Espria: vice voorzitter Raad van Bestuur Benoemd: 8 april 2008 Relevante nevenfuncties: Vice-voorzitter bestuur Actiz, Bestuurslid VNO-NCW Noord Dhr. A.Th.J.M. (Anton) Zuure (1955) Functie Espria: lid Raad van Bestuur Benoemd: 8 april 2008 Relevante nevenfuncties: commissaris Stadsherstel Den Haag en omgeving N.V., commissaris Tomingroep BV Mw. T.T.M. (Tiana) van Grinsven (1970) Functie Espria: lid Raad van Bestuur Benoemd: 1 januari 2013
Colofon Verantwoording Espria legt in dit jaarverslag, met het thema ‘Zeer Gewaardeerd’, verantwoording af over haar prestaties in het boekjaar 2013. Met dank aan cliënten, hun verwanten en medewerkers van Evean, De Trans en GGZ Drenthe voor hun medewerking aan de fotografie. Behorend bij dit jaarverslag heeft Espria, samen met Woonzorg Nederland, het Cahier ‘Op weg naar een nieuwe vanzelfsprekendheid’ uitgegeven. Dit Cahier dient als overdenkende ondersteuning bij de thematiek ‘Zeer Gewaardeerd’ van het Jaarverslag 2013 van Espria en Woonzorg Nederland. Redactie Gerlof Meijer, Wendy Wesselingh, Coert Wolswinkel, Thomas R. Hofhuis Fotografie Remco Koenderman Coördinatie fotografie Birte van der Zwan Vormgeving More Creative, Amsterdam Productie Uitgave: 2014 | Oplage: 1.000 In opdracht van Espria Voor verdere informatie Het jaarverslag en bijbehorend Cahier ‘Op weg naar een nieuwe vanzelfsprekendheid’ downloaden: www. espria.nl/jaarverslag2013 Dit is een uitgave van Espria. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, film, of welke andere wijze dan ook zonder vooraf schriftelijke toestemming van Espria. Contactpersoon Gerlof Meijer, Secretaris Raad van Bestuur Espria/Woonzorg Nederland Espria Postadres: Postbus 900, 7940 KE Meppel Bezoekadres: Blankenstein 400, 7943 PH Meppel Telefoon: 088 38 33 488 Fax: 088 38 33 499 E-mailadres:
[email protected] Internetpagina: www.espria.nl
Espria jaarverslag 2013