Jaarverslag GGNet. Jaarverantwoording GGNet

Jaarverslag GGNet

2013

Jaarverantwoording GGNet – 2013

1


2

Jaarverslag GGNet

2013


3

Jaarverslag 2013

Van: Stichting GGNet Postbus 2003 7230 GC Warnsveld Telefoon: (0575) 58 08 00 Datum: 1 mei 2014 Handtekening: w.g. C.P.F Lemke, voorzitter Raad van Bestuur a.i. GGNet Warnsveld, mei 2014 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, zonder voorafgaande toestemming van GGNet.


4

Voorwoord Raad van Bestuur

De contouren voor de geestelijke gezondheidszorg (ggz) beginnen steeds meer vaste vorm te krijgen. De generalistische basis ggz startte per 1 januari 2014. De Jeugdwet maakt dat de inkoop van Jeugd ggz vanaf 1 januari 2015 naar de gemeenten gaat. De bekostiging van de preventie in de ggz is in 2013 al flink teruggebracht. In maart 2014 heeft Staatssecretaris van Rijn aangegeven wat er rond het begeleid wonen in 2015 gaat gebeuren. Het is de visie van GGNet dat de transitie binnen de ggz alleen echt succesvol kan zijn als de ggz haar kennis en kunde zo kan inzetten dat langdurige afhankelijkheid van de zorg zo veel mogelijk wordt voorkomen dan wel qua duur teruggebracht wordt. Anticiperend op deze ontwikkelingen heeft GGNet in 2013 haar profiel aangescherpt en de specialistische ggz als corebusiness geformuleerd. Daarbinnen heeft GGNet in 2013 de keuze gemaakt om met behulp van een programma ‘Van Klacht naar Kracht’ extra in te zetten op het zoveel mogelijk voorkomen van het ontstaan van een chronisch karakter van de psychiatrische aandoeningen. Dit door versneld haar ambulante behandelteams verder op te bouwen en het implementeren van de eerste interactieve evidence based zorgpaden en anderzijds de landelijk overeengekomen lineaire beddenafbouw te versnellen van 2020 naar 2018. GGNet is er trots op dat haar medewerkers, in deze onzekere tijden, zich zichtbaar hebben ingespannen om GGNet en haar patiënten optimaal te ondersteunen in deze beweging. De gevolgen van deze reeds ingezette afbouw van bedden is dat we, conform de accountancy regels, moeten gaan impairen op onze gebouwen. Dit naast onze extra investeringen in de verdere ontwikkeling van Zorgpaden, E‐health en certificering van haar FACT‐teams heeft zich zichtbaar vertaald in een negatief jaarresultaat. Nu de contouren voor de specialistische ggz zichtbaar zijn geworden kan GGNet langs de lijnen van haar meerjaren begroting gerichte inspanningen gaan leveren om de komende jaren weer met een positief resultaat te eindigen onder gelijktijdige uitbreiding van haar ambulante deskundige inzet voor haar patiënten. Net als voorgaande jaren zijn we opnieuw zeer tevreden over de samenwerking met de Cliëntenraad, Familieraad, Medische Staf en Ondernemingsraad. In goede onderlinge verhoudingen en voldoende scherp waar gewenst richten wij ons gezamenlijk op het realiseren van onze ambities zoals vastgelegd in onze visie missie en strategie. Ook zijn wij zeer tevreden over de in 2013 gerealiseerde nieuwbouw van De Meent op ons terrein in Warnsveld. Met deze voorzieningen van 100 plaatsen zijn wij in staat om onze patiënten op eigen terrein een eigen zelfstandige en eigentijdse woonomgeving te bieden. Maar het meest tevreden blijven wij door, op weg naar de nieuwe toekomst, onze patiënten optimaal met onze kennis, zorg en deskundigheid zo te blijven ondersteunen dat zij vanuit eigen kracht in onze samenleving kunnen participeren indachtig ons motto veerkracht in mensen. Hier zullen we als Raad van Bestuur samen met al onze medewerkers ook in de komende jaren hard aan blijven werken. De ggz ziet zich net als de ziekenhuissector geconfronteerd met het feit dat de accountants een audit alert hebben afgegeven. Dit daar de omzet van ziekenhuizen zowel als ggz instellingen met de invoering van de prestatiebekostiging niet meer afhankelijk is van budgetten maar van dbc‐omzet. De Minister geeft in haar brief d.d. 22 mei 2014,betreft aanpak verantwoording jaarrekening medisch specialistische zorg, aan dat overleg is gevoerd met de Ned. Vereniging van Banken (NVB). De NVB heeft aangegeven de gezamenlijke aanpak zoals beschreven in haar brief nadrukkelijk te steunen. Voor de GGZ is nu een vergelijkbaar initiatief lopende, doch niet afgerond voor de wettelijk verplichte deponeertermijn van 1 juni 2014. Derhalve heeft de Raad van Toezicht in samenspraak met de Raad van Bestuur besloten dat GGNet de uitkomsten van dit initiatief zal volgen doch nu de jaarrekening met de genoemde controleverklaring met beperking zal deponeren binnen de daartoe wettelijk vereiste termijn.


5

Inhoudsopgave

I 1

Directieverslag

Algemene Informatie ...........................................................................................................................................9 1.1 Algemene identificatiegegevens ..................................................................................................................9 1.2 Werkgebied ..................................................................................................................................................9 1.3 Missie en visie van GGNet ..........................................................................................................................10 1.4 Structuur van het concern ..........................................................................................................................11 1.5 Kernactiviteiten ..........................................................................................................................................14 1.6 Netwerkpartners ........................................................................................................................................16 2 Bestuur en toezicht ............................................................................................................................................19 2.1 Besturingsmodel .........................................................................................................................................19 2.2 Normen voor goed bestuur ........................................................................................................................19 2.3 Raad van Bestuur........................................................................................................................................19 2.4 Raad van Toezicht.......................................................................................................................................21 3 Medezeggenschap .............................................................................................................................................30 3.1 Cliëntenraad ...............................................................................................................................................30 3.2 Familieraad .................................................................................................................................................32 3.3 Ondernemingsraad .....................................................................................................................................34 3.4 Medische Staf .............................................................................................................................................36 4 Kwaliteit van Zorg ..............................................................................................................................................38 4.1 Instrumenten Kwaliteit van Zorg ................................................................................................................38 4.2 Monitoren kwaliteit van zorg .....................................................................................................................39 5 Veiligheid Patiënten...........................................................................................................................................45 6 Personeelsbeleid................................................................................................................................................47 7 Financieel beleid ................................................................................................................................................49 8 Jaarrekening .......................................................................................................................................................57 a. Geconsolideerde jaarrekening 2013..............................................................................................................58 8.1.1 Geconsolideerde balans per 31 december 2013 (na resultaatbestemming) x € 1.000, ‐ ..................58 8.1.2 Geconsolideerde resultatenrekening over 2013 x € 1.000, ‐ .............................................................59 8.1.3 Kasstroomoverzicht 2013 (volgens indirecte methode) x € 1.000, ‐..................................................60 8.1.4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling ...........................................................................62 8.1.4.1 Algemeen............................................................................................................................................62 8.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva...........................................................................64 8.1.4.3 Grondslagen van resultaatbepaling....................................................................................................68 8.1.4.4 Grondslagen van segmentering..........................................................................................................70 8.1.4.5 Grondslagen enkelvoudige jaarrekening............................................................................................71 8.1.5 Toelichting op de geconsolideerde balans per 31 december 2013 x € 1.000, ‐ .................................71 8.1.6 Geconsolideerd mutatieoverzicht immateriële vaste activa en materiële/financiële vaste activa ...80 8.1.6.1 Immateriële vaste activa ....................................................................................................................80 8.1.6.2 Materiële vaste activa ........................................................................................................................81 8.1.6.3 WTZi‐meldingsplichtige materiële vaste activa..................................................................................82 8.1.6.4 WMG‐gefinancierde materiële vaste activa .......................................................................................84 8.1.7 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten en gereed gekomen projecten ......................85 8.1.7.1 Specificatie in het boekjaar onderhanden projecten (geconsolideerd) .............................................85 8.1.7.2 Specificatie in het boekjaar gereedgekomen projecten (geconsolideerd).........................................86 8.1.8 Overzicht langlopende schulden ultimo 2013 ....................................................................................87


6

8.1.9 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening .....................................................................88 8.1.10 Enkelvoudige balans per 31 december 2013 x € 1.000,‐....................................................................97 8.1.11 Enkelvoudige resultatenrekening per 31 december 2013 x € 1.000,‐................................................98 8.1.12 Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december 2013.........................................................99 8.1.13 Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december 2013.......................................................102 8.1.14 Mutatieoverzicht immateriële vaste activa en materiële /financiële vaste activa ..........................105 8.1.14.1 Immateriële vaste activa ..................................................................................................................105 8.1.14.2. Materiële vaste activa ......................................................................................................................106 8.1.14.3. WTZi‐vergunningsplichtige materiële vaste activa...........................................................................107 8.1.14.4. WTZi‐meldingsplichtige Materiële vaste activa................................................................................108 8.1.14.5. WMG‐gefinancierde materiële vaste activa .....................................................................................109 8.1.15 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten en gereed gekomen projecten ....................110 8.1.15.1 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten (enkelvoudig) ...............................................110 8.1.15.2 Specificatie ultimo boekjaar gereedgekomen projecten (enkelvoudig) ..........................................111 8.1.16 Overzicht langlopende schulden ultimo 2013 (enkelvoudig) ...........................................................112 8.1.17 Toelichting op de enkelvoudige resultatenrekening ........................................................................113 b. Overige gegevens .........................................................................................................................................116 8.1.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening ........................................................................................116 8.2.2 Statutaire regeling resultaatbestemming.........................................................................................116 8.2.3 Resultaatbestemming.......................................................................................................................116 8.2.4 Gebeurtenissen na balansdatum......................................................................................................116 8.2.5 Ondertekening door bestuurders en toezichthouders.....................................................................117 8.2.6 Controleverklaring ............................................................................................................................117


7


8

Jaarverslag 2013 I Directieverslag

1 Algemene Informatie 1.1

Algemene identificatiegegevens

Naam verslagleggende rechtspersoon Adres Postcode Plaats Telefoonnummer Kamer van Koophandel E‐mailadres Internetpagina

Stichting GGNet Vordenseweg 12 7231 PA Warnsveld (0575) 58 08 08 08140403 [email protected] www.ggnet.nl

Tabel 1: Algemene identificatiegegevens

1.2

Werkgebied

GGNet heeft haar werkgebied opgedeeld in vijf subregio's: Doetinchem, Zutphen, Apeldoorn, Zevenaar en Winterswijk/Groenlo. Onze zorgverlening staat echter open voor iedereen die daar gebruik van wil maken, ongeacht woonplaats of regio.

Figuur 1: Werkgebied van GGNet


9

1.3

Missie en visie van GGNet

Het huidige GGNet ontstond op 1 januari 2007 als resultante van een fusie tussen GGNet en Spatie. Deze fusie werd ingegeven door strategische overwegingen: het versterken van onze positie door een verbreding en verdieping van ons aanbod en de bundeling van innovatieve en financiële krachten. Om deze ambitie in de praktijk te brengen werd een nieuwe visie ontwikkeld, in nauwe samenspraak met medewerkers, Cliëntenraden, Familieraad, Medische Staf en Ondernemingsraad. Onze visie bestaat uit een motto, een missie en de beschrijving van de belangrijkste, meer concrete ontwikkelingsthema’s. Ons motto Ons motto luidt: Veerkracht in mensen. Die woorden vormen de kern van onze missie en maken duidelijk waar we als GGNet voor staan. Hoewel niemand vrij is van kwetsbaarheden, beschikken mensen óók over een zekere mate van zelfherstellend vermogen. In de dagelijkse praktijk is aandacht voor zowel kwetsbaarheid als eigen kracht van patiënten en hun omgeving heel belangrijk. Wat wij als GGNet te bieden hebben, kan alleen van betekenis zijn als bij die veerkracht wordt aangesloten. Het versterken van de eigen veerkracht van mensen en hun omgeving en het verder ontwikkelen van wat wij te bieden hebben, lopen als een rode draad door de thema’s die in de visie aan bod komen. Onze missie Als bondgenoot van veerkracht in mensen met een open oog voor de belemmeringen die met geestelijke gezondheidsproblemen samengaan bieden wij direct en binnen handbereik een breed palet aan gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg waarbij voor patiënten en hun naasten daadwerkelijk iets te kiezen is. Voorop staat een aansprekende uitkomst bij ieders persoonlijke behandeling. Praktisch, volgens de laatste stand van kennis, ingebed in een warme menselijke maat. Waarbij het talent van iedere vakvrouw of ‐man een bron is voor gerichte vakontwikkeling en groeiende kennis van betekenis. De visie van GGNet is opgebouwd uit twee ambitieniveaus Het eerste ambitieniveau van onze visie Het eerste ambitieniveau bestaat uit het streven de gewone dingen bijzonder goed te doen. Dit streven is vertaald in een aantal duidelijke doelstellingen, waarvan een substantieel deel inmiddels is gerealiseerd: - een laagdrempelige, optimale toegang tot GGNet: via de huisarts, het internet en het ziekenhuis is GGNet eenvoudig toegankelijk. Zo wordt in diverse huisartspraktijken praktijkondersteuning geleverd door medewerkers van GGNet. Door onze aanwezigheid binnen een viertal RGC’s (Regionaal Ggz‐Centrum) is ook de eenvoudige toegankelijkheid via het ziekenhuis gegarandeerd. Ten slotte is de toegang tot GGNet verbeterd door de uitbreiding van het digitale hulpverleningsaanbod, zowel in eigen huis ontwikkeld als in samenwerking met Interapy; - korte wachttijden, ruim onder de landelijke norm: ook deze ambitie is gerealiseerd. GGNet publiceert de wachttijden op haar website; - klinische opname door regie op doorstroming: door het expliciteren van het behandelbeleid en het versterken van de interne ketens wordt gewerkt aan het verbeteren van de doorstroming en het voorkomen dat patiënten op verkeerde bedden terechtkomen;


10

-

-

-

voortgezette behandeling op basis van een regio‐overstijgende visie, met gebruik van passende methoden, gehuisvest in nieuwbouw op onze beide terreinen, met een bloeiende dagbestedings‐ en re‐integratiepraktijk. De nieuwbouw op ons hoofdterrein in Warnsveld is grotendeels voltooid en is in 2013 opgeleverd. kortdurende behandeling met concurrerend aanbod. Op dit punt heeft GGNet het afgelopen jaar grote successen geboekt. De doorlooptijd van de kortdurende ambulante behandeling is zodanig korter geworden, dat GGNet op dit punt beter scoort dan het landelijke gemiddelde; Scelta en Amarum: onze twee expertisecentra Scelta en Amarum zijn stevig op de kaart gezet. Naast Den Haag en Apeldoorn heeft Scelta ook vestigingen geopend in Nijmegen en Zutphen; forensische zorg: GGNet heeft in Warnsveld activiteiten op het gebied van forensische zorg, zowel klinisch als poliklinisch; VGGNet: ook de ontwikkeling van ons aanbod op het gebied van psychiatrie en verstandelijk gehandicapten verloopt voorspoedig. Zowel klinisch als ambulant; HKZ‐certificering: GGNet is HKZ‐gecertificeerd. Begin 2013 was de hercertificeringsronde en deze is succesvol doorlopen.

Het tweede ambitieniveau van onze visie In het tweede ambitieniveau van onze visie willen we ook bijzondere dingen bijzonder goed gaan doen. In de verdere uitwerking van de visie wordt GGNet niet alleen gepositioneerd als een specialist in tweedelijns geestelijke gezondheidszorg, maar wordt ook benadrukt dat GGNet direct achter het tweedelijns ambulante aanbod beschikt over een breed palet aan zwaardere zorgvormen. Deze zwaardere zorg vormt het hart van ons zorgaanbod en onderscheidt GGNet van andere ggz‐instellingen in ons zorggebied, die deze zorg niet of slechts zeer beperkt zelf in huis hebben. Bij deze zwaardere zorgvormen moet bijvoorbeeld gedacht worden aan onze voorzieningen op het gebied van de acute psychiatrie en onze voorzieningen gespecialiseerd in zogenaamde dubbele of gecombineerde problematiek, zoals forensische zorg, psychiatrie en somatiek, psychiatrie en verstandelijk gehandicapten, intensieve bemoeizorg en specialismen als ECT, persoonlijkheidsstoornissen en de behandeling van ernstige eetstoornissen. Deze zwaardere zorgvormen zijn geschakeld achter de ‘lichtere’ vormen van tweedelijnszorg. Voor de patiënt en directe naasten is het belangrijk te weten dat de verbindingen tussen het tweedelijnsbasisaanbod en het gespecialiseerde aanbod voor zwaardere of langdurige problematiek binnen GGNet goed zijn geregeld. Dit draagt bij aan de continuïteit en de snelheid van het behandeltraject en faciliteert een efficiënte uitwisseling van informatie. Een patiënt wiens klacht ernstiger blijkt dan aanvankelijk werd gedacht, is daarmee verzekerd van een op maat gesneden behandeling. In de realisatie van de tweede fase van de visie staan het optimaal benutten van kennis en het aangaan van verbindingen binnen en buiten GGNet centraal. Daarom heeft GGNet het afgelopen jaar veel energie gestoken in het versterken van de ontwikkel‐ en implementatiekracht van GGNet.

1.4

Structuur van het concern

De historische wortels van GGNet liggen zeer ver in de geschiedenis. In haar huidige vorm bestaat GGNet sinds 1 januari 2007. Op dat moment fuseerden GGNet en Spatie tot de nieuwe stichting GGNet. Door deze versmelting van zorginstellingen is een veelzijdige organisatie ontstaan die een breed palet aan diensten aanbiedt binnen een groot verzorgingsgebied, dat zich uitstrekt van de Oost‐Veluwe tot het uiterste puntje van de Achterhoek. GGNet omvatte in 2012 vier rechtspersonen, te weten: Stichting GGNet In Stichting GGNet is veruit het grootste deel van de activiteiten ondergebracht. De stichting stelt zich ten doel: het bieden van hulp in de geestelijke gezondheidszorg en in het bijzonder aan mensen met psychiatrische problematiek (www.ggnet.nl).


11

Stichting De GGZ Academie De doelstelling van Stichting De GGZ Academie is het verzorgen van bij‐ en nascholing, trainingen, symposia en congressen aan professionals in de gezondheidszorg, ongeacht het werkgebied (Ggz, AGz of VGz). De GGZ Academie is V&VN‐geaccrediteerd (www.deggzacademie.nl).

Isis Geïntegreerde Zorg B.V. Isis is een besloten vennootschap waarvan GGNet 100% eigenaar is. Isis is een kleine eerstelijns psychologenpraktijk en heeft als doelstelling de ketenzorg voor patiënten van GGNet te verbeteren door het bieden van stepped en matched care (www.Isis.nl). Shared Ambition BV Shared Ambition BV is een vennootschap waarvan Isis Geïntegreerde Zorg BV 100% eigenaar is. Shared Ambition is een landelijke provider van psychologische interventies, psychologisch onderzoek, coaching en training voor mensen die mentaal uit balans zijn. Interapy Holding B.V. Tenslotte is het van belang te vermelden dat GGNet een belang van 6,25% heeft in Interapy Holding B.V. De onderneming biedt en ontwikkelt online psychologische hulpverlening en daaraan gerelateerde diensten (www.interapy.nl).

Stichting GGNet

Stichting De GGZ Academie

Interapy Holding B.V. (6,25%)

ISIS Geïntegreerde Zorg B.V. (100%)

Shared Ambition (100%)

Figuur 2: Juridische structuur GGNet


12

Zorgorganisatie De organisatie van GGNet omvat zes zorgeenheden, die elk aangestuurd worden door een directeur. 1. Kortdurende Behandeling (volwassenen tot circa 1 jaar); 2. Voortgezette Behandeling; 3. Specifieke Zorg; 4. Ouderen; 5. Jeugd; 6. DaAr (Dagbesteding en Arbeidsre‐integratie). Schematisch ziet de organisatie van GGNet er als volgt uit:

Figuur 3: Organogram GGNet

Gelieerde rechtspersonen

Stichting Oude en Nieuwe Gasthuis In Stichting Oude en Nieuwe Gasthuis is een deel van het vastgoed van een andere rechtsvoorganger van GGNet ondergebracht. De Stichting Oude en Nieuwe Gasthuis is en blijft een separate rechtspersoon.

Stichting POH ggz Deze stichting heeft als doel de dienstverlening in de eerste lijn te verbeteren door praktijkondersteuners van GGNet in te zetten in de huisartsenpraktijken, die aangesloten zijn bij de huisartsenvereniging Oude IJssel, op basis van een tussen de Stichting POH ggz en Stichting GGNet afgesloten dienstverleningsovereenkomst. Het bestuur van deze stichting wordt gevormd door de voorzitter en de secretaris van de huisartsenvereniging Oude IJssel en een directeur van GGNet.


13

-

Stichting Urtica GGNet vervult de kassiersfunctie voor Urtica De Vijfsprong (bestaande uit Stichting Urtica en Landbouwbedrijf De Vijfsprong). Voor de Stichting Urtica De Vijfsprong beheert GGNet de psychiatrische erkenning. In dit verband maakt GGNet ook de productieafspraken met het Zorgkantoor. Stichting Ixta Noa (voorheen ZieZo) Vanaf 1 januari 2012 zijn Ziezo, Eventus en TEN samen onder de naam ‘Ixta Noa’. Als één innovatieve zorgorganisatie die werkt voor mensen met een psychische stoornis of een verslaving, en hun omgeving. Met de Stichting Ixta Noa werkt GGNet intensief samen op het gebied van de behandeling van eetstoornissen, waarbij vooral wordt gewerkt met de inzet van ervaringsdeskundigheid. Om een nog bredere inzet van ervaringsdeskundigheid binnen de ggz en de verslavingszorg mogelijk te maken, heeft GGNet een aantal ervaringsdeskundigen ondergebracht in Stichting Eventus. Onder de Stichting Ixta Noa valt ook de Stichting TEN (Trainingscentrum Ervaringsdeskundigheid Nederland). De Springplank Op het gebied van kinder‐ en jeugdpsychiatrie wordt samengewerkt in Stichting De Springplank. De Springplank is een samenwerkingsinitiatief van drie organisaties: GGNet Jeugd Apeldoorn, Lindenhout De Beukel en de deeltijd en polikliniek van Karakter. Deze drie organisaties bieden gezamenlijk hulp aan kinderen tussen de 0 en 18 jaar met ernstige psychosociale en/of psychiatrische problematiek. Stichting Vrienden van GGNet en Vrienden van Spatie Ten slotte zijn er de Stichting Vrienden van Spatie en de Stichting Vrienden van GGNet. Deze door vrijwilligers gerunde stichtingen organiseren activiteiten voor patiënten in (met name) de langdurige zorg.

1.5

Kernactiviteiten

De kernactiviteiten van GGNet richten zich op het behandelen en begeleiden van mensen met psychiatrische aandoeningen, al dan niet in combinatie met verslavingsproblematiek of een verstandelijke beperking. Daarbij wordt veel aandacht besteed aan diagnose en behandeling en ook aan preventie. Het aanbod van GGNet omvat tevens psychiatrische thuiszorg, gespecialiseerde verpleeghuiszorg en forensische psychiatrie. Ook biedt GGNet een breed scala aan gespecialiseerde activiteiten aan, gericht op verschillende doelgroepen. Regionaal aanbod GGNet biedt haar diensten aan vanuit de regionale vestigingen in Apeldoorn, Zutphen, Zevenaar, Doetinchem en Groenlo/Winterswijk. Vanuit deze regio’s wordt tweedelijns geestelijke gezondheidszorg aanboden, behalve complexe langdurige verblijfszorg en op kinderen en jeugdigen gerichte zorg. Een geëxpliciteerd behandelbeleid, zorgprogramma’s, zorgpaden en multidisciplinaire richtlijnen vormen de basis voor de uitvoering van de behandelingen. Voorbeelden van onze programma’s zijn: - Toegang en Consultatie, gericht op volwassen psychiatrische patiënten van 24 tot en met 64 jaar die toegang wensen tot het zorgaanbod van GGNet; - Stemming en Angst, gericht op patiënten met angst‐ en stemmingsstoornissen zoals fobieën, dwangklachten, depressies en manisch‐depressieve stoornissen; - Psychose en Support, gericht op de langdurige begeleiding en ondersteuning van patiënten met veelal langdurige psychiatrische klachten; - Ouderen, afgestemd op de hulpvraag en het klachtenpatroon van deze doelgroep, zoals somberheid, angstklachten en/of geheugenklachten; - Woonzorg, gericht op volwassenen die niet zelfstandig kunnen wonen maar daarbij begeleiding nodig hebben. Deze patiënten kunnen gebruik maken van een beschermde woonvorm;


14

- (24‐uurs)zorg, nadrukkelijk gericht op het wonen met begeleiden en niet zo zeer op het behandelen; - Patiënten die een indicatie hebben voor een klinische opname kunnen terecht in onze klinieken. GGNet legt zich niet alleen toe op diagnosestelling en behandeling, maar besteedt ook ruim aandacht aan preventie. GGNet Preventie heeft als doel het voorkomen van ernstige en/of langdurige psychische problemen en richt zich daarbij met name op mensen met lichte tot matige psychische klachten, mensen met een verhoogd risico op psychische problemen zoals familieleden van mensen met psychische problemen en mensen die een behandeling hebben gehad en terugval willen voorkomen. Specifieke zorg voor specifieke groepen Vanuit onze vestigingen in Apeldoorn en Warnsveld wordt specifieke, langdurige (verblijfs‐)zorg aangeboden voor de behandeling van specifieke groepen patiënten. Binnen de eenheden Specifieke Zorg en Voortgezette Behandeling wordt gewerkt met de volgende zorgprogramma’s: - Zeer Intensieve Behandeling / Forensisch Psychiatrische Afdeling Binnen het zorgprogramma Zeer Intensieve Behandeling / Forensisch Psychiatrische Afdeling worden patiënten met een psychiatrische stoornis en ernstige gedragsproblemen behandeld en begeleid. In 2008 heeft GGNet met succes geparticipeerd in de aanbesteding forensische zorg, waardoor onze forensische afdeling fors is uitgebreid van 24 naar 48 bedden. Deze tender loopt tot 1 december 2016. Na afloop van de behandeling of juridische maatregel kunnen deze patiënten doorstromen naar andere zorgprogramma’s binnen GGNet; - Poli voor delictgevoelige patiënten Steeds vaker wordt de geestelijke gezondheidszorg geconfronteerd met patiënten van wie (psychiatrische of psychosociale) problemen leiden tot ook voor anderen gevaarlijk gedrag, maar die zich aan reguliere behandeling onttrekken. Een ander deel van deze mensen zoekt wel hulp maar vindt geen passend hulpaanbod. Een belangrijk percentage van hen komt uiteindelijk tot delictgedrag, waarvoor zij vervolgens in het justitiële circuit belanden. Speciaal voor deze groep biedt GGNet nu poliklinische behandeling; - Intensieve Zorg is een afdeling die acute psychiatrische klinische zorg biedt voor patiënten met een ernstige psychiatrische crIsis; - VGGNet: Specialistische behandeling en begeleiding aan mensen van 18 jaar en ouder met een licht verstandelijke beperking en psychiatrische en/of gedragsproblemen. Er is een aanbod van ambulante, poliklinische en klinische zorg. Jeugd Omdat hulpverlening aan kinderen en jeugdigen specifieke expertise vraagt, heeft GGNet een specifiek op deze doelgroep toegesneden eenheid in het leven geroepen. GGNet Jeugd is verantwoordelijk voor de zorg aan jeugdigen in het hele verzorgingsgebied van GGNet van 0‐18 jaar (regio Apeldoorn) en van 0‐23 jaar (regio Zutphen en Oost‐Gelderland). Scelta Scelta is een landelijk opererend expertisecentrum voor mensen met persoonlijkheidsproblematiek en biedt diagnostiek, behandeling en begeleiding. Er wordt gewerkt vanuit verschillende locaties, waaronder Apeldoorn, Den Haag en Nijmegen. Scelta biedt zowel deeltijd‐, ambulante als klinische psychotherapie aan. In 2012 is de ambitie uitgesproken om van Scelta een TOPGgz‐afdeling te maken.


15

Amarum Amarum is een specialistisch centrum voor de behandeling van eetstoornissen en bedient met name patiënten uit Gelderland en Overijssel. Het aanbod van Amarum is gericht op vrouwen, mannen, kinderen en jeugdigen en omvat alle vormen van eetstoornissen van uiteenlopende ernst en duur. Amarum vormt samen met de andere gespecialiseerde behandelcentra voor eetstoornissen in Nederland een landelijk netwerk, dat zich onder meer ten doel stelt de zorg voor mensen met een eetstoornis te verbeteren. DaAr Met de activiteiten van DaAr wordt een brug geslagen tussen psychiatrie en samenleving. DaAr is een in maatschappelijke participatie gespecialiseerd centrum gericht op werk, dagactiviteiten en behandelondersteuning. Onder de patiënten van GGNet bevindt zich een aanzienlijke groep mensen van wie capaciteiten zonder de juiste ondersteuning en begeleiding niet of onvoldoende benut zouden worden. DaAr biedt patiënten tijdens en na afloop van hun behandeling een breed scala aan activiteiten aan, die gericht zijn op hervatting van deelname aan het maatschappelijke verkeer, variërend van sollicitatietraining en het stimuleren van sport en beweging tot jobcoaching. Online aanbod In het dagelijks leven speelt digitale communicatie een steeds prominentere rol. De toegenomen digitalisering van de samenleving heeft ook invloed op zowel de toegankelijkheid van de hulpverlening als de wijze waarop hulp wordt verleend en de middelen waarmee deze hulpverlening wordt uitgevoerd. GGNet haakt aan bij deze trend door het aanbieden van een ieder jaar groeiend pakket digitale producten en diensten. Nieuw is MijnGGNet, waarbij iedere (nieuwe) patiënt bij GGNet toegang kan krijgen tot zijn eigen beveiligde portaal, met daarin actuele gegevens en informatie met betrekking tot zijn/haar behandeling. Indien van toepassing biedt Mijn GGNet ook de mogelijkheid om E‐healthtoepassingen aan te bieden, gericht op de hulpvraag van de patiënt. Eind 2012 is MijnGGNet van start gegaan en in 2013 hadden 400 patiënten toegang tot MijnGGNet. In 2014 zal MijnGGNet beschikbaar komen alle patiënten van GGNet.

1.6

Netwerkpartners

GGNet is actief in een geografisch uitgestrekt en soms dunbevolkt gebied. Om onze patiënten zo veel mogelijk dicht bij huis zorg op maat te kunnen bieden, is een goede samenwerking met andere organisaties, zowel binnen als buiten de ggz van groot belang.

GGNet werkt samen met een groot aantal verschillende partners in de regio. Deze samenwerking maakt het mogelijk het zorgaanbod inhoudelijk te versterken en goed aansluitende zorgketens te realiseren. Ziekenhuizen - Slingeland Ziekenhuis te Doetinchem; - Streekziekenhuis Koningin Beatrix te Winterswijk; - Gelre ziekenhuizen, locaties Apeldoorn en Zutphen; Er wordt samengewerkt met diverse ziekenhuizen, niet alleen voor praktische zaken als het delen van huisvesting en farmaceutische zorg, maar ook zorginhoudelijk. Op deze manier biedt GGNet hulp aan patiënten die tijdens hun verblijf in het ziekenhuis psychiatrische hulp behoeven (consultatieve psychiatrie). Omgekeerd maakt GGNet gebruik van een aantal faciliteiten van het ziekenhuis, bijvoorbeeld de OK‐faciliteiten die nodig zijn voor het uitvoeren van ECT‐behandelingen. GGNet werkt samen met diverse instellingen voor verslavingszorg, waarmee in een aantal gevallen huisvesting wordt gedeeld. Ook zijn er intensieve betrekkingen met RIBW‐ en V&V‐instellingen, om ervoor te zorgen dat patiënten kunnen doorstromen naar lichtere vormen van zorg zodra dit mogelijk is, of om een patiënt juist snel weer in de zorg te kunnen terugnemen als hij/zij een grotere mate van zelfstandigheid toch niet blijkt aan te kunnen.


16

Op het gebied van jeugd en jongeren wordt samengewerkt met een groot aantal partijen, zowel collega‐ zorginstellingen als lokale en provinciale overheden en landelijke instanties. Op het gebied van jeugd wordt eveneens veelvuldig samengewerkt met de collega‐instellingen Dimence, De Springplank en De Lichtenvoorde. Ook rond het thema kindermishandeling werkt GGNet met een groot aantal partijen samen. Als participant van de Gelderse Aanpak Kindermishandeling heeft GGNet bijgedragen aan de totstandkoming van een protocol over onder andere de wijze van informatie‐uitwisseling tussen instellingen bij (het vermoeden van) kindermishandeling zoals Bureau Jeugdzorg Gelderland, Advies‐ en Meldpunt Kindermishandeling en de Raad voor de Kinderbescherming regio Gelderland. Doel hiervan is kindermishandeling zo vroeg mogelijk te signaleren. Dit protocol is als voorbeeld genoemd voor de landelijke Meldcode Kindermishandeling van GGZ Nederland. Huisartsen GGNet werkt veelvuldig samen met de huisartsen binnen haar verzorgingsgebied. Niet alleen spelen de huisartsen een belangrijke rol bij de doorverwijzing naar het hulpaanbod van GGNet, maar GGNet is ook actief in de huisartsenpraktijken zelf. Op dit moment ondersteunen circa 60 POH’ers van GGNet een groot aantal huisartsenpraktijken. Zorgkantoor en zorgverzekeraars Als gevolg van de nieuwe bekostigingssystematiek en de stringentere eisen op het gebied van rapportage en verantwoording, zijn de contacten tussen GGNet, het Zorgkantoor en de zorgverzekeraars het afgelopen jaar aanmerkelijk intensiever geworden. Omdat GGNet transparantie en kwaliteit hoog in het vaandel heeft staan, kan deze ontwikkeling alleen maar worden toegejuicht. Onze financiers hebben niet alleen aandacht voor financiële en bedrijfsmatige zaken, maar ook voor het verbeteren van de patiëntenzorg. Daarmee hebben zowel zorgaanbieder als zorgverzekeraar uiteindelijk hetzelfde doel voor ogen: het bieden van kwalitatief hoogwaardige zorg aan zo veel mogelijk mensen tegen zo laag mogelijke kosten. Politie en Openbaar Ministerie GGNet heeft regelmatig te maken met de politie en het Openbaar Ministerie. Daarbij hebben genoemde partijen te maken met een groot aantal wetten die soms tegengestelde belangen dienen, zoals bescherming van het beroepsgeheim en de opsporing van strafbare feiten. Om hierover goede afspraken te maken zijn politie, Openbaar Ministerie en GGNet een convenant met elkaar aangegaan, waarin over verschillende onderwerpen een aantal afspraken is gemaakt, zoals het verstrekken van (medische) informatie door GGNet, de handelswijze ten aanzien van voortvluchtige patiënten met een BOPZ‐verklaring en het beleid hoe om te gaan met geweldsdreiging. Overheden De overheid heeft een aanzienlijke invloed op het reilen en zeilen binnen GGNet. De rijksoverheid legt de wettelijke en de financiële kaders vast en is verantwoordelijk voor ingrijpende veranderingen zoals de introductie van marktwerking en overheveling van taken naar de gemeenten. Met name de gemeenten zullen de komende jaren een steeds grotere rol gaan spelen in de toewijzing en verdeling van zorg. Ggz‐aanbieders in de regio Oost‐ Veluwe en de Achterhoek hebben, in nauwe samenspraak met de zorgverzekeraars en enkele gemeenten in de regio, het initiatief genomen voor het traject ‘GGZ Zorglandschap 2018’. Aanleiding hiertoe was het besef dat een traject van vermaatschappelijking van de ggz alleen kan leiden tot een goed ingericht zorglandschap als alle partijen daarin samenwerken. Inzet van het traject is te komen tot een substantiële, maar verantwoorde afbouw binnen de kaders van het bestuurlijk akkoord van de intramurale en beschermd wonen (vallend onder Zvw, AWBZ en DJI gefinancierde ggz) voorzieningen in de regio ten gunste van de opbouw c.q. uitbouw van effectieve ambulante zorg en maatschappelijke ondersteuning voor die regio‐inwoners die te kampen hebben met (ernstige en/of langdurige) psychische aandoeningen.


17

In het traject ‘GGZ‐Zorglandschap 2018’ zijn de twee grootste verzekeraars in de regio Oost‐Veluwe (Achmea) en Achterhoek (Menzis), vertegenwoordigers van de gemeenten Apeldoorn, Brummen, Epe, Heerde, Zutphen en Lochem aangesloten en met de Achterhoekse gemeenten zijn gesprekken gaande. Verder zijn in 2013 zes grote zorgaanbieders betrokken: Tactus (verslavingszorg), Iriszorg (verslavingszorg en maatschappelijke opvang), Riwis Zorg en Welzijn (beschermd wonen), Leger des Heils, RIBW Arnhem/Veluwe vallei, GGNet (geïntegreerde ggz‐ instelling). Tot slot zijn patiënten‐ en familieraden betrokken in een klankbordgroep. Begin 2014 zal een advies geformuleerd zijn.


18

2 Bestuur en toezicht 2.1 Besturingsmodel GGNet hanteert als besturingsmodel het Raad van Toezichtmodel. De Raad van Bestuur is eindverantwoordelijk voor het formuleren en doen realiseren van het beleid, de strategische en financiële doelstellingen en de behaalde resultaten en legt daarover verantwoording af aan de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht houdt toezicht op de wijze waarop de Raad van Bestuur GGNet bestuurt. Zowel de Raad van Bestuur als de Raad van Toezicht richt zich daarbij naar de hoofddoelstelling van GGNet als maatschappelijke onderneming: het bieden van verantwoorde zorg. Daar wordt onder verstaan het bieden van patiëntgerichte, veilige en betaalbare zorg, die geleverd wordt via een doelmatige en transparante bedrijfsvoering.

2.2 Normen voor goed bestuur Bij de uitvoering van hun werkzaamheden baseren de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht zich op de statuten van GGNet, de reglementen van de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht en de Zorgbrede Governance Code. Daarnaast werkt GGNet vanaf 2013 met een klokkenluidersregeling.

2.3 Raad van Bestuur De Raad van Bestuur van GGNet telt twee leden. Medio september2013 is een interim bestuurder, de heer T. Vissers voor maximaal 1 jaar aangesteld door de Raad van Toezicht, in verband met het re‐integratietraject van de heer T.A.M de Grefte na diens ziekteperiode. Naam drs. T.A.M. de Grefte

dr. C.P.F. Lemke, psychotherapeut / psychiater niet praktiserend T. Vissers

Bestuursfunctie Voorzitter Raad van Bestuur (tot 18 december 2013)

Geneeskundig bestuurder en a.i. Voorzitter (vanaf 18 december 2013) Lid Raad van Bestuur a.i (vanaf 1 september 2013)

-

Nevenfuncties Lid Raad van Commissarissen Interapy (tot 1 januari 2012) Lid commissie Financiering en Bekostiging GGZ Nederland Lid van de Raad van Advies Agis Zorgverzekeringen Lid van de Raad van Advies Menzis Lid bestuur WGV Zorg en Welzijn Lid van de commissie Zorgvisie van GGZ Nederland Bestuurslid Stichting de Springplank Voorzitter Raad van Toezicht De GGZ Academie Voorzitter Raad van Toezicht Stichting Blijf Lid Raad van Toezicht Eerste Lijn Amsterdam Lid advisory board Newton Europe Auditor Niaz

Tabel 2: Samenstelling Raad van Bestuur

Vergaderingen De Raad van Bestuur vergadert wekelijks. Per onderwerp is een eerstverantwoordelijke eigenaar binnen de Raad van Bestuur bepaald op grond van de portefeuilleverdeling.

Reglementen De bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de Raad van Bestuur zijn vastgelegd in het Reglement Raad van Bestuur.

Portefeuilleverdeling Binnen de Raad van Bestuur is sprake van een duidelijke verdeling van de verschillende aandachtsgebieden. Daarbij wordt uitgegaan van de hieronder genoemde portefeuilleverdeling. Portefeuille voorzitter Raad van Bestuur De portefeuille van de voorzitter van de Raad van Bestuur bevat de volgende onderwerpen: Jaarverantwoording GGNet – 2013

19

-

financiën en bedrijfsvoering; planning en control; huisvestings‐ en vastgoedbeleid; facilitaire zaken; HR; ICT‐beleid; marketing en communicatie; Ondernemingsraad.

Door deze verdeling geeft de voorzitter van de Raad van Bestuur leiding aan: - directeur Financiën en ICT; - manager Services; - manager HR; - manager Vastgoed; - manager Communicatie; - bestuurssecretaris voor wat betreft de algemene portefeuille.

De voorzitter van de Raad van Bestuur voert het overleg met de Ondernemingsraad en zit het Directeurenberaad en het overleg van de Raad van Bestuur voor.

Portefeuille geneeskundig bestuurder De portefeuille van de geneeskundig bestuurder bevat de volgende onderwerpen: - zorgbeleid en zorginnovatie; - coördinatie strategie; - onderzoek en opleidingen; - kwaliteitsbeleid; - Klachtencommissie patiënten; - communicatie zorginhoudelijk; - zorg‐ICT; - Cliëntenraad en Familieraad en Medische Staf.

Door deze verdeling geeft de geneeskundig bestuurder leiding aan: - directeuren van de zorgeenheden; - Medische Staf; - college geneesheren‐directeuren; - expertplatform zorginnovatie; - manager Bestuursbureau; - bestuurssecretaris voor wat betreft de zorgportefeuille.

Tussentijdse aanpassingen in de portefeuilleverdeling Met de aanstelling van de bestuurder a.i. zijn alle bedrijfsvoerende taken van de voorzitter overgedragen aan de interim bestuurder. Het voorzitterschap van de Raad van Bestuur is tijdelijk overgedragen aan de heer C.P.F. Lemke per 18 december 2013. Bezoldigingsbeleid De leden van de Raad van Bestuur, inclusief ad interim bestuurders, worden bezoldigd conform de kaders van de Wet Normering Topinkomens. Zie tevens paragraaf 2.4, onderdeel ‘Remuneratiecommissie’

Informatieprotocol De Raad van Bestuur voorziet de Raad van Toezicht tijdig van alle informatie die nodig is om de toezichthoudende rol naar behoren te kunnen vervullen.

-

Voorafgaand aan de vijf vergaderingen met de Raad van Bestuur ontvangen de leden van de Raad van Toezicht een financiële rapportage over de afgelopen twee á drie maanden, waarin staan weergegeven de


20

-

-

-

-

-

winst‐ en verliesrekening per organisatieonderdeel inclusief toelichting, een personeelsoverzicht, productieoverzicht, de balans, een kasstroomoverzicht en tenslotte een overzicht van de investeringen en de voorzieningen; Daarnaast krijgen de leden van de Raad van Toezicht, al dan niet via een van de commissies, een afschrift van belangrijke rapportages van externe partijen zoals accountants, HKZ‐auditors en Inspectie voor de Gezondheidszorg; Ontwikkelingen op het gebied van strategie en samenwerking worden in een vroeg stadium met de Raad van Toezicht schriftelijk gedeeld, evenals afspraken met zorgverzekeraars, banken en andere belangrijke externe partijen; Voorts wordt de Raad van Toezicht op de hoogte gebracht van calamiteiten die gemeld zijn bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg of Justitie; De Raad van Toezicht krijgt tweemaal per jaar een verslag van de overlegvergadering ten behoeve van de artikel 24‐vergaderingen met de Ondernemingsraad, waarbij leden van de Raad van Toezicht aanwezig zijn. Voor het overige hebben de leden van de Raad van Toezicht toegang tot intranet, waardoor zij de notulen kunnen bekijken als zij daarin zijn geïnteresseerd. De leden van de kwaliteitscommissie ontvangen de verslagen van de Centrale Cliëntenraad; Regelmatig wordt een overzicht toegestuurd van berichten in de media die GGNet betreffen. Van belangrijke kwesties, waarvan wordt verwacht dat deze in de publiciteit zullen komen, wordt de Raad van Toezicht zo spoedig mogelijk op de hoogte gebracht; Indien er sprake is van conflicten van enige betekenis, binnen de eigen organisatie of tussen GGNet en derden, wordt de Raad van Toezicht hiervan zo spoedig mogelijk op de hoogte gebracht; Tenslotte wordt de Raad van Toezicht geïnformeerd over gerechtelijke procedures die mogelijk een aanzienlijke financiële of publicitaire impact kunnen hebben.

2.4 Raad van Toezicht Kaders In dit jaarverslag legt de Raad van Toezicht (RvT) verantwoording af over de wijze waarop in 2013 invulling is gegeven aan zijn taken en bevoegdheden. Deze taken en bevoegdheden zijn vastgelegd in de statuten van GGNet en in het reglement Raad van Toezicht en zijn in overeenstemming met de Zorgbrede Governance Code. Samenstelling RvT De RvT bestond heel 2013 uit 7 leden. De RvT is zodanig samengesteld, dat alle expertise die nodig is om strategische, bestuurlijke en zorginhoudelijke processen en ontwikkelingen binnen GGNet te wegen en te toetsen, vertegenwoordigd is (zie tabel 1). Alle leden van de RvT zijn in staat het beleid van GGNet op hoofdlijnen te beoordelen. De RvT bevat geen leden die werkzaam zijn geweest bij GGNet, noch op andere wijze aan GGNet zijn verbonden. De leden die werkzaam zijn in de zorg, zijn verbonden aan instellingen buiten het verzorgingsgebied van GGNet, niet zijnde ggz‐instellingen.


21

Naam, hoofdfunctie en Geboortedatum en beroep De heer V. Doorn voorzitter tot 1 juli 2013 Algemeen directeur dagbladuitgeverij (pensioen) Geboortedatum: 07‐05‐1945 De heer drs. R.J.M. Hopstaken Vicevoorzitter tot 1 juli 2013, Voorzitter vanaf 1 juli 2013 Beroep: Vicevoorzitter RvB AMC tot 1 juli 2013 Vanaf 1 juli 2013 voorlopig toezichthouder en commissaris AMC Geboortedatum :06‐04‐1960 Mevrouw mr. drs. M.A.M. Adriaansens Lid tot 11 juli 2013, Vicevoorzitter vanaf 11 juli 2013 Beroep: Voorzitter Raad van Bestuur Triade Geboortedatum: 01‐03‐1964 Mevrouw drs. E.C.M. van der Wilden‐van Lier, arts MG, MPH Lid Beroep: Directeur Els van der Wilden Advies B.V. directeur B.V., bestuursadviseur, coach Geboortedatum: 18‐04‐1956 De heer drs. M.J. Overbeek, RA Lid Registeraccountant DNB Geboortedatum: 29‐09‐1949 De heer mr. R. Wilgenkamp Lid Beroep: SVP Group HR & Executive Management at RWE AG Geboortedatum: 06‐03‐1959 De heer drs. B.P. Hidding RA Lid Beroep: Directeur Etiam Consultancy B.V. Geboortedatum: 06‐08‐1964 Mevrouw drs. R.J. Weil RC CPIM Lid Lid Raad van Bestuur Amsta Geboortedatum: 21‐01‐1968

Aandachtsgebied Vastgoed Algemene bedrijfsvoering

Nevenfuncties ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐

Dagelijks bestuurslid (Heemraad) bij waterschap Veluwe voor de VVD DB lid en vicevoorzitter Belastingkantoor Locosensus Tricijn Directeur/eigenaar Victoria b.v (managementadviezen e.d) Voorzitter RvT Coda Apeldoorn (museum, bibliotheek en archief) Voorzitter Vereniging van Gepensioneerden van Wegener N.V. Ambassadeur Stichting Hospice Apeldoorn Ambassadeur Stichting Apeldoorns Kanaal Lid stichtingsbestuur Motor Cycle Events Apeldoorn Bestuurslid Stichting HIV Monitor Bestuurslid NICTIZ Bestuurslid ING Adviesraad Gezondheidszorg Lid RvT COA Voorzitter RvC Ambulance Amsterdam

Zorg, kwaliteit, juridisch

‐

Vicevoorzitter Carantegroep

5 van de 5

Zorg, kwaliteit, bedrijfsvoering

‐ ‐ ‐ ‐ ‐

Lid Stuurgroep Diabetes Ketenzorg (tot medio 2013) Auditor voor het NIAZ Lid Raad van Commissarissen Sophia Revalidatie, voorzitter kwaliteitscommissie Klankbordgroep i‐BMG onderzoek Patiëntveiligheid (traject Europese subsidie) (tot medio 2013) Lid Raad van Toezicht, GGZ InGeest, vanaf 1 september 2013

5 van de 5

Financiën

‐

Voorzitter Stichting Maria Montessori Zutphen

4 van de 5

HRM

Financiën

‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐

Financiën, bedrijfsvoering

Financiën/vastgoed

4 van de 5

4 van de 5

Lid Adviescommissie Sociale Begeleiding Stichting de Noorderbrug te Groningen Lid RvT en Auditcommissie Hogeschool CHE te Ede Lid RvT en Auditcommissie Meerwegen Scholengroep Bestuurslid Stichting administratiekantoor OIM, aandeelhouder OIM Holding BV, Voorzitter RvC Stichting Cedin te Drachten Lid RvT Stichting MD Veluwe

5 van de 5

1 van de 1

Tabel 1: Samenstelling Raad van Toezicht


Aantal Bijgewoonde vergaderingen 2 van de 2

22

Werving, selectie, benoeming en rooster van aftreden Raad van Toezicht Ten gevolge van ziekte van de heer R.J.M. Hopstaken heeft de RvT besloten het voorzitterschap van de heer V. Doorn en daarmee zijn lidmaatschap van de RvT tot 1 juli 2013 te verlengen. Vanaf dat moment heeft de heer R.J.M. Hopstaken het voorzitterschap op zich genomen. De heer drs. M.J. Overbeek heeft de heer R.J.M Hopstaken als vicevoorzitter van de RvT tijdens diens ziekteperiode vervangen. Gedurende het verslagjaar heeft een wervings‐ en selectieprocedure voor de opvolging van de heer M.J. Overbeek plaatsgevonden met ondersteuning van een extern bureau. De RvT heeft met ingang van 18 december 2013 mevrouw R.J. Weil unaniem benoemd tot nieuw lid. Elk nieuw RvT‐lid ontvangt een informatiepakket toegespitst op zijn aandachtsgebied. Daarnaast wordt een introductieprogramma van een dag georganiseerd om kennis te maken met diverse onderdelen van GGNet. Zie bijlage 2 voor het rooster van aftreden. 1 Naam Functie V. Doorn Drs. M.J. Overbeek RA Mr. R. Wilgenkamp Drs. E.C.M. van der Wilden‐van Lier Drs. R.J.M. Hopstaken

Mr. drs. M.A.M. Adriaansens

Voorzitter Raad van Toezicht Voorzitter remuneratiecommissie Lid RvT Voorzitter auditcommissie Lid RvT Lid remuneratiecommissie Lid Voorzitter kwaliteitscommissie Tot 1‐7‐2013 Vice‐voorzitter RvT Lid auditcommissie Vanaf 1‐7‐2013: Voorzitter RvT Voorzitter remuneratiecommissie Lid RvT tot 13‐07‐2013, hierna vice‐ voorzitter RvT Lid kwaliteitscommissie Lid RvT Lid auditcommissie Lid RvT Lid auditcommissie

Drs. B.P. Hidding RA Drs. R.J. Weil RC CPIM Tabel 2 Rooster van aftreden Raad van Toezicht

Einde 1ste termijn

Einde 2de termijn 01‐01‐2013

01‐01‐2014

01‐01‐2013, verlengd tot 01‐07‐2013 01‐01‐2014

01‐09‐2006

01‐01‐2012

01‐01‐2016

01‐01‐2015

01‐09‐2006

01‐01‐2012

01‐01‐2016

01‐01‐2016

01‐01‐2009

01‐01‐2013

01‐01‐2017

01‐01‐2017

01‐01‐2012

01‐01‐2016

01‐01‐2020

01‐01‐2020

01‐11‐2012

01‐01‐2017

01‐01‐2021

01‐01‐2021

01‐01‐2018 01‐01‐2022

01‐02‐2022

In functie

18‐12‐2013

Datum aftreden

Werkwijze en werkzaamheden van de Raad van Toezicht De RvT vergadert (minimaal) 5 maal per jaar met de Raad van Bestuur (RvB) (1.1.3.1). In de uitvoering van zijn toezichthoudende taak werkt de RvT met een auditcommissie, een commissie kwaliteit en veiligheid verder kwaliteitscommissie genoemd en een remuneratiecommissie (1.1.3.2). Deze commissies adviseren de RvT. Elk lid van de RvT heeft zitting in een van deze commissies. Daarnaast houdt de RvT elk jaar een zelfevaluatie om haar functioneren te evalueren ( 1.1.3.2). Verder nemen leden van de RvT deel aan overlegvergaderingen met de medezeggenschap en wordt er elk jaar een contactmoment georganiseerd tussen de RvT en bepaalde partijen binnen GGNet om voeling te houden met de organisatie (11.3.3). Bovendien wordt, indien aan de orde, door de RvT‐leden bij‐ en nascholing gevolgd en worden relevante symposia en bijeenkomsten bezocht (1.1.3.4). 1

In het geactualiseerde rooster van aftreden is gerekend vanaf de datum van de fusie tussen GGNet en Spatie per 1 januari 2006, om te voorkomen dat zes van de zeven leden van de Raad van Toezicht zouden moeten aftreden. Dit zou de continuïteit van het toezicht ernstig in gevaar brengen. Daarom is gekozen voor een overgangsregeling, die ertoe leidt dat GGNet in 2016 geheel compliant is.


23

(Standaard)thema’s die in 2013 zijn besproken De RvT werkt met een jaarplanning. Veel thema’s komen jaarlijks terug zoals de bespreking van de (meerjaren)strategie, vaststelling en realisatie kaderbrief, vaststelling begroting, jaarrekening, bespreking accountantsverslag, benoeming accountant, bespreking managementrapportages, voortgang zorginkoop, het vastgoedbeleid waaronder goedkeuring van verkoop/verhuur van grond en panden, ICT‐ontwikkelingen, bespreking van de resultaten van de zelfevaluatie en hiermee samenhangend Good Governance en natuurlijk het toezien op kwaliteit en veiligheid van de zorg. Belangrijke aandachtspunten van de RvT ten aanzien van bovengenoemde thema’s zijn de eventuele risico’s en de opzet en effectiviteit van de systemen om deze risico’s te beheersen. De rode draad in het overleg tussen RvT en de RvB in 2013 waren de consequenties van alle veranderingen die in de sector zijn of binnenkort worden ingevoerd op het GGNet‐zorgaanbod en op de bedrijfsvoering. In een extra RvT‐‘benen op tafel sessie’ is hier begin 2013 al bij stilgestaan en zijn specifiek de vastgoedrisico’s, het belang van bestuurlijke continuïteit en de vraag hoe het personeel het beste voorbereid kan worden op deze ontwikkelingen aan de orde geweest. 2013 was voor de ggz‐sector een turbulent jaar. Op grond van het Bestuurlijk Akkoord is een gevolg gegeven aan de start van de afbouw van bedden en opbouw van ambulante zorg in onderhandeling met meerdere zorgverzekeraars die verschillende eisen stellen. Gegeven het belang van een geregisseerde afbouw van bedden de komende jaren heeft GGNet samen met zorgverzekeraars, zorgaanbieders en gemeenten het traject Regionaal Zorglandschap 2018 ingericht. In dit kader heeft GGNet haar interne afbouwscenario’s voor de acute opnamebedden, B‐ en C‐bedden verkend voor de komende jaren en de hierbij behorende ambulantisering van de zorg. Daarnaast werd de invoering van de basis generalistische ggz voorbereid. De prestatiebekostiging is ingevoerd met als consequentie een DBC‐gat en grote vastgoedrisico’s voor GGNet. In combinatie met de bezuinigingen op dagbesteding, arbeidsre‐integratie en preventie, de lagere tarieven voor de basis generalistische ggz, en de vermindering van het aantal bedden, trekt dit een zware wissel op de financiële huishouding van GGNet. Deze ontwikkelingen en de hiermee gepaard gaande risico’s en genomen maatregelen zijn uitgebreid besproken in de RvT en in overleg met de RvB, alsmede de vraag op welke wijze de RvT haar toezicht in deze dynamiek het beste vorm kan geven. Voor zowel RvB als RvT is het antwoord hierop een combinatie van een heldere strategie, goed overzicht van op elkaar afgestemde projecten en trajecten om de strategie vorm te geven en monitoring van de voortgang hiervan aan de hand van kritische prestatie‐indicatoren. Besluiten Hieronder staan de belangrijkste besluiten die de RvT in 2013 heeft genomen.  Vaststelling jaarrekening 2012  (Her)benoeming leden Raad van Toezicht, vaststellen rooster van aftreden  Benoeming interim‐bestuurder voor de duur van maximaal een jaar  Overdracht van het voorzitterschap van de voorzitter RvBaan de geneeskundig bestuurder RvB tot maximaal 1 juni 2014  Herbenoeming accountant  Vaststelling salaris leden RvB en honorarium voorzitter en leden RvT  Goedkeuring van de voorgenomen besluiten tot het verlenen van een altijddurend recht van opstal voor 12 m2 aan Liander (Deventerstraat Apeldoorn) en verkoop van Parelvisserstraat 619 in Apeldoorn.  Besluit tot statutenwijziging in verband met het behouden van de zorgvrijstelling  Vaststelling (update) klokkenluidersregeling, reglement auditcommissie en reglement kwaliteitscommissie Commissies Doel, samenstelling, aantal vergaderingen, werkwijze en de standaardonderwerpen die elk jaar in de auditcommissie, kwaliteitscommissie en remuneratiecommissie worden besproken, staan beknopt weergegeven in tabel 3. Jaarverantwoording GGNet – 2013 24

Doel

Auditcommissie De auditcommissie functioneert onder verantwoordelijkheid van de RvT en

Aantal vergaderingen

richt zich daarbij op het toezicht op  de werking van de interne risicobeheersings‐ en controlesystemen, met uitzondering van het kwaliteitsmanagement‐ en veiligheidsmanagementsysteem.  de naleving van de relevante wet‐ en regelgeving op het gebied van financiën en verslaggeving en goed bestuur.  de financiële informatievoorziening door de stichting,  de rol en het functioneren van de interne controlling;  de naleving van aanbevelingen en opvolging van opmerkingen van externe accountants;  de financiering van de instelling, waaronder goedkeuring van het treasurystatuut;  de toepassingen van de informatie‐ en communicatietechnologie (ICT);  het beheer van de vastgoedportefeuille;  de relatie met de externe accountant. In het reglement auditcommissie zijn het doel, de reikwijdte van de werkzaamheden, de samenstelling/benoeming en werkwijze beschreven.  De heer drs. M.J. Overbeek RA, lid RvT, voorzitter  De heer R.J.M. Hopstaken (januari‐bijeenkomst), lid RvT  De heer V. Doorn als vervanger van de heer R.J.M. Hopstaken (januari‐ bijeenkomst), voorzitter RvT tot 1‐juli 2013  De heer drs. B.P. Hidding RA, lid RvT Op uitnodiging  De heer drs. T.A.M. de Grefte, voorzitter RvB GGNet (tot en met september 2013)  Vervanger van de heer de T.A.M. de Grefte, de heer T.C.G.M. Vissers, interim‐bestuurder met ingang van oktober 2013 (2 vergaderingen)  de heer drs. R.G.J. te Brake, directeur Financiën en ICT Verslaglegging vond plaats door mevrouw N.J. Timmermans‐Gewald, bestuurssecretaresse De externe accountant is twee keer uitgenodigd. De auditcommissie vergadert voorafgaand aan de RvT vergadering met de voorzitter van de RvB, 5 keer per jaar

Werkwijze



Reglement Samenstelling



Agendasetting vindt plaats in overleg tussen voorzitter auditcommissie en de voorzitter RvB. Terugkoppeling en advisering van de Raad van Toezicht vindt plaats aan de hand van het verslag in een reguliere RvT‐vergadering.

Standaard thema’s

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

kaderbrief begroting jaarrekening financiële voortgang vastgoed ICT‐beleid treasury


Kwaliteitscommissie De Kwaliteitscommissie functioneert onder verantwoordelijkheid van de RvT en houdt in het bijzonder toezicht op en adviseert de Raad van Bestuur en Raad van Toezicht met betrekking tot:  De opzet en de werking van het kwaliteitsmanagement‐ en veiligheidsmanagementsysteem (KMS/VMS). Hieronder valt de borging van relevante veiligheidsthema’s die betrekking hebben op patiëntveiligheid, medewerkerveiligheid dan wel veiligheid van gebouwen.  Risicomanagement  Relevante wet‐ en regelgeving op het terrein van de gezondheidszorg  Contacten met de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de uitwerking binnen GGNet van door de IGZ (ook naar aanleiding van landelijk onderzoek) gesignaleerde aandachtspunten .

Remuneratiecommissie De remuneratiecommissie is door de RvT ingesteld voor de beoordeling en remuneratie van de leden van de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht.



In het reglement kwaliteitscommissie zijn het doel, de reikwijdte van de werkzaamheden, samenstelling/benoeming en werkwijze beschreven.  Mevrouw drs. E.C.M. van der Wilden‐van Lier, lid RvT, voorzitter  Mevrouw mr. drs. M.A.M. Adriaansens, lid RvT Op uitnodiging:  De heer drs. C.P.F. Lemke, geneeskundig bestuurder GGNet  Mevrouw N. Veltman, bestuurssecretaris GGNet  De heer T.C.G.M. Vissers heeft een vergadering waargenomen voor de geneeskundig bestuurder Verslaglegging vond plaats door mevrouw F. Labeur, bestuurssecretaresse tot 1 mei. Vanaf deze datum is de verslaglegging verzorgd door mevrouw J.A. Buitenweg

De kwaliteitscommissie vergadert voorafgaand aan de RvT vergaderingen met de geneeskundig bestuurder, 5 keer per jaar.  Agendasetting vindt plaats in overleg tussen de voorzitter kwaliteitscommissie en de geneeskundig bestuurder aan de hand van een kwaliteitsjaaragenda en indien nodig aangevuld met actuele ontwikkelingen.  Terugkoppeling en advisering van de RvT vindt plaats aan de hand van het verslag in een reguliere RvT‐vergadering

De Remuneratiecommissie komt jaarlijks minimaal tweemaal bijeen voor remuneratiegesprekken met de leden van de RvB.  De commissie spreekt de leden van de Raad van Bestuur twee keer per jaar individueel: een keer in een functioneringsgesprek en een keer in een beoordelingsgesprek, waarin teruggekeken wordt op het afgelopen jaar en het behalen van de voor dat jaar vooraf besproken doelstellingen.  Na de individuele gesprekken volgt altijd een gezamenlijk gesprek van de commissie en de beide leden van de Raad van Bestuur, waarin de onderlinge raakpunten van de individuele gesprekken worden doorgenomen.  Gespreksverslag wordt gemaakt en na goedkeuring door de leden van de RvB vastgesteld 1. Overleg over de doelstellingen die de RvB wil bereiken zowel qua strategie, inhoud als bedrijfsvoering, eventuele samenwerkingsdoelen en indien aan de orde persoonlijke doelen met het oog op het beoordelingsgesprek 2. functioneren van de Raad van Bestuur onderling en de samenwerking met de Raad van Toezicht 3. opvolgingsplanning /continuïteit van de organisatie

Kwaliteit van zorg en integrale veiligheid aan de hand van o.a.: 1. opvolging rapportages Inspectie(bezoeken) 2. opvolging externe en interne audits en directiebeoordeling 3. toetsing van wijze van borging en monitoring van GGNet‐brede zorginhoudelijke trajecten en normen op het gebied van kwaliteit en veiligheid 4. bespreking bijzondere casuïstiek en klachten met oog op

25

 

Voorzitter: De heer V. Doorn tot en met juni 2013. Vanaf 1 juli 2013 de heer R.J.M. Hopstaken De heer mr. R. Wilgenkamp, lid RvT

8. 9. 10. 11.

managementrapportages management letters accountant en de voortgang van de aandachtspunten hieruit actuele ontwikkelingen in de zorg specifieke aandacht voor risico van fraude

5. 6.

verbetermogelijkheden interactieve presentaties over stand van zaken en aanpak patiëntveiligheidsthema’s door betrokken professionals en management de invulling van de functie geneesheer‐directeur.

Tabel 3: doel, leden, werkwijze en vaste agendaonderwerpen van de auditcommissie, kwaliteitscommissie en de remuneratiecommissie


26

4.

honorering RvB en RvT in het kader van de WNT

Hieronder wordt per commissie kort aangegeven wat de belangrijkste aandachtspunten voor 2013 waren. Auditcommissie In 2013 is in de auditcommissie, naast de standaardthema’s, tevens aandacht besteed aan: - Impairmentproblematiek in het kader van het beheer van de vastgoedportefeuille. - Stand van zaken zorginkoop met het oog op de continuïteit van de bedrijfsvoering. - Achterblijvende productiviteit in relatie tot realisatie van de begroting, sturing op verkleinen DBC‐ gat. - Complexiteit van de omzetbepaling in het kader van het opstellen van de begroting 2014. - Inzicht krijgen in de consequenties van de beddenafbouw en ambulantisering van de zorg op de bedrijfsvoering. - Ontwikkelingen in het kader van Isis/Shared Ambition, een besloten vennootschap waarvan GGNet 100% eigenaar is. Kwaliteitscommissie In 2013 is in de kwaliteitscommissie tevens aandacht besteed aan: - Interactieve presentaties over het voorkomen van (eenzaam) separeren, het verbeteren van de medicatieveiligheid en preventie van suïcide en het huidige dashboard zorg. - Het belang van het verkrijgen van een integraal overzicht van de belangrijkste doelen op het gebied van kwaliteit en veiligheid als onderdeel van een integraal kwaliteits‐/veiligheidsmanagementsysteem. Deze dialoog is gevoed door de signalering dat de huidige systemen ter borging van de kwaliteit en veiligheid van de zorg, niet altijd tot de gewenste resultaten leiden. - Een uitgebreide bespreking van twee complexe incidenten en de genomen maatregelen. Naar aanleiding hiervan worden alle signalen over eventuele samenwerkingsproblematiek en disfunctioneren van professionals op afdelingen direct gelabeld als risico’s voor de patiëntenzorg. Dit betekent dat de Raad van Bestuur per direct opdracht geeft voor aanvullend onderzoek met het oog op de te nemen maatregelen. Remuneratiecommissie De commissie heeft twee remuneratiegesprekken gevoerd met de leden van de RvB. Belangrijke gespreksthema’s waren de ontwikkeling van een meerjarenstrategie GGNet 2014‐2018 met bijpassende prestatiecriteria voor de bestuurders (zie tevens onderdeel ‘zelfevaluatie’ in deze paragraaf) en het waarborgen van de bestuurlijke continuïteit. Dit laatste in verband met het re‐integratietraject van de voorzitter RvB na diens ziekteperiode. De RvB heeft op verzoek van de commissie een plan van aanpak gemaakt dat na goedkeuring door de RvT heeft geleid tot de benoeming van een interim‐bestuurder, de heer T.C.G.M. Vissers, voor de duur van maximaal een jaar. De interim‐bestuurder heeft dezelfde bevoegdheden en verantwoordelijkheden als het lid RvB. Zijn opdracht is contractueel vastgelegd. Tevens is na goedkeuring door de RvT besloten dat de heer C.P.F. Lemke tijdelijk het voorzitterschap van de heer T.A.M. de Grefte overneemt tot uiterlijk 1 juli 2014. De aangepaste portefeuilleverdeling binnen de RvB is in de RvT besproken en de strategische doelstellingen die op grond hiervan zijn vastgesteld dienen als basis voor de remuneratie – en voortgangsgesprekken met de (leden) RvB respectievelijk de interim‐bestuurder. Gegeven de bijzondere bestuurlijke situatie zijn er in 2013 extra momenten voor voortgangsoverleg ingelast tussen de voorzitter RvT en de leden RvB en de interim‐bestuurder.

Jaarverslag GGNet ‐ 2013

27

Beloning RvB en RvT Op verzoek van de voorzitter van de remuneratiecommissie heeft de accountant in beeld gebracht hoe de salarissen van de beide bestuurders zijn opgebouwd en hoe deze zich verhouden tot de WNT. Ditzelfde is ook gedaan voor het honorarium van de RvT. Honorering RvB De conclusie is dat het contract dat met de geneeskundig bestuurder is gesloten van voor 2011 dateert en daardoor valt in de overgangsregeling. Omdat zijn totale bezoldiging (€ 228.181,93) past binnen de huidige normen van de WNT (€ 228.599) voldoet zijn salaris aan de WNT‐norm. Het contract dat met de voorzitter RvB is afgesloten, valt ook onder de overgangsregeling. Door de leaseauto vanaf 1 januari 2014 niet meer privé te gebruiken, valt zijn salaris binnen de WNT‐norm, namelijk € 226.674,98. De totale bezoldiging van de interim‐bestuurder (€ 71.874) valt ook binnen de normen van de WNT. In 2014 en volgende jaren zal de wetgeving op dit punt scherp worden gevolgd om tijdig eventuele wettelijke aanpassingen te kunnen doorvoeren. Honorering RvT De RvT heeft op grond van het door de accountant uitgevoerde onderzoek besloten dat het jaarhonorarium van leden van de Raad van Toezicht € 11.250 exclusief btw bedraagt en voor de voorzitter RvT € 17.145 exclusief btw. Het honorarium van de leden van de RvT is onafhankelijk van de resultaten van de organisatie. Zelfevaluatie De zelfevaluatie over het jaar 2012 is uitgevoerd met begeleiding van een extern bureau. De resultaten zijn uitgebreid door de RvT met de RvB besproken. De RvT heeft aangegeven de kwaliteit van haar toezicht in ieder geval aan te scherpen ten aanzien van  het formuleren van meetbare doelstellingen en prestatiecriteria voor de bestuurders en  de kwaliteit van de onderlinge samenhang van de verschillende projecten en trajecten met het oog op de strategische kaders. In de remuneratiegesprekken wordt hieraan expliciet aandacht besteed. Overleg met medezeggenschapsorganen en contact met partijen binnen GGNet In 2013 heeft de Raad van Toezicht tweemaal een artikel 24 overlegvergadering van de Ondernemingsraad met de RvB bijgewoond. Omdat de RvT het contact met de medezeggenschap van groot belang acht, hebben de leden van de kwaliteitscommissie een overlegvergadering bijgewoond van de RvB met de centrale Cliëntenraad en van de RvB met de Familieraad. Daarnaast heeft in december een informele bijeenkomst plaatsgevonden tussen de Raad van Toezicht en directeuren, managers en sleutelprofessionals die betrokken zijn bij de grote strategische transities binnen GGNet, zoals de beddenafbouw en de ambulantisering en de transities rondom Jeugd en de basis ggz. Bij‐ en nascholing, bezoek relevante symposia/bijeenkomsten Uit de zelfevaluatie is niet gebleken dat er behoefte is aan bij‐ of nascholing van de RvT als geheel, dan wel van individuele leden. Wel heeft een aantal leden relevante bijeenkomsten bijgewoond. Deze zijn in onderstaande tabel vermeld.


28

Mevrouw E.C.M.van der Wilden‐van Lier 12‐03‐2013 Centramed: Risico’s in de GGZ‐Hoe sturen toezichthouders en bestuurders op veiligheid? 05‐04‐2013 TK advocaten en notarissen: Debat Wet Normering Topinkomens 04‐07‐2013 Deloitte: bijeenkomst voor Raden van Toezicht over wijzigingen in de Langdurige Zorg 12/13‐09‐2013 TIAS Nimbas: TMO bijeenkomst voor toezichthouders 18/19‐09‐2013 GGNet FACT‐congres: Masterclass FACT / FACT congres 24‐09‐2013 GGZ congres: Veilig in de Zorg: Verzorgen workshop ‘kwaliteit een aantrekkelijk dilemma’ 25 ‐11‐2013 Crown Gillmore: Bestuurlijke platformbijeenkomst: ontschotting, samenwerking, participatie 28‐11‐2013 NVTZ: Symposium ‘inspirerend vergaderen’ 02‐12‐2013 Ministerie OCW: Intern toezicht: oog voor cultuur en gedrag Mevrouw M.A.M. Adriaansens Verdieping in aanbesteding‐ en mededingingswet (AKD Prinsen van Wijmen) In voor zorg: congres over de transitie awbz naar wmo


29

3 Medezeggenschap GGNet tracht de medezeggenschap in haar organisatie zo goed mogelijk te organiseren en te faciliteren, in de overtuiging dat het gesprek met een actieve Cliëntenraad, Familieraad, Ondernemingsraad en de Medische Staf bijdraagt aan de voortdurende ontwikkeling van de organisatie en de kwaliteit van de zorg.

3.1 Cliëntenraad De medezeggenschap van patiënten is geregeld in het reglement Regionale Cliëntenraden en Centrale Cliëntenraad. Organisatie raden GGNet werkt met drie regionale cliëntenraden en één Centrale Cliëntenraad. In de Centrale Cliëntenraad zitten vertegenwoordigers uit de regionale raden die de regio's Apeldoorn, Achterhoek en Zutphen/Warnsveld vertegenwoordigen. Door deze werkwijze kunnen de regionale raden én op centraal niveau invloed uitoefenen én voeling houden met wat zich afspeelt in de regio's. De Centrale Cliëntenraad overlegt met de Raad van Bestuur en directeuren Zorgeenheden. De regioraden overleggen met managers en teamleiders. Het samenspel tussen Cliëntenraden, directeuren van de zorgeenheden en Raad van Bestuur is geformaliseerd in een op de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen gebaseerde samenwerkingsovereenkomst, ondertekend door de Raad van Bestuur, directeuren van de zorgeenheden en Centrale Cliëntenraad en regioraden. In de visie van GGNet is te lezen dat er naar patiënten gekeken en geluisterd wordt en klinkt de stem van patiënten en cliëntenraden door. Ook in 2013 heeft de Centrale Cliëntenraad en de geneeskundig bestuurder de samenwerking geëvalueerd alsmede de vraag verkend hoe de medezeggenschap van patiënten naar aanleiding van de herinrichting van GGNet het beste vorm gegeven kan worden. Dat overleg heeft twee belangrijke uitgangspunten opgeleverd voor de huidige medezeggenschap: 1. De Centrale Cliëntenraad van GGNet behandelt ook de GGNet‐brede adviesaanvragen van directeuren en stafmanagers; 2. Het werken vanuit de regioraden met patiëntenplatforms binnen de regio’s van GGNet die de belangenbehartiging van patiënten op regionaal niveau vormgeven en de Centrale Cliëntenraad voeden met dat wat speelt binnen de regio’s. De platforms vinden 4x per jaar op locatie plaats, worden georganiseerd en voorgezeten door een medewerker op betreffende locatie en vinden altijd plaats in het bijzijn van minimaal één regionaal cliëntenraadslid. Ondersteuning Cliëntenraad De cliëntenraden werden in 2013 ondersteund door twee stafmedewerkers (1,00 fte), die in dienst zijn van GGNet. De ondersteuners van de Cliëntenraad vallen onder het Bestuursbureau, dat rechtstreeks onder de Raad van Bestuur valt. In 2013 hadden de cliëntenraden een budget van € 42.975,‐ tot hun beschikking. GGNet is aangesloten bij de landelijke commissie van vertrouwenslieden. De Cliëntenraad van GGNet is lid van het LOC. Door de Centrale Cliëntenraad formeel uitgebrachte adviezen conform de WMCZ Het afgelopen jaar heeft de Centrale Cliëntenraad formeel advies uitgebracht over de volgende onderwerpen: Jaarverslag GGNet ‐ 2013

30

‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐

Zorginkoop 2013 Tripartiet overleg Menzis Meerjaren Transitieplan/zorginkoop 2013 Transitieplan beddenafbouw/ambulantisering GGNet 2020 Voorbereiding Zorglandschap 2018 Herpositionering DaAr Sluiting DaAr Twello Sluiting Ruimzicht Sluiting Transferium Verhuizing GGNet Jeugd Groenlo naar Winterswijk Verhuizing Voorde naar de Buurse Nieuwbouw De Meent Bouw Hospice op terrein Warnsveld Weekendbezetting Scelta Rookbeleid GGNet versie 2.0 Deelname audits Gastvrijheid met Sterren Beleid ten aan zien van het landelijke EPD LTHP plannen Apeldoorn‐Warnsveld Medicatie voorschrijven door verpleegkundig specialisten Werken met zorgpaden /FACT voor patiënten Ontwikkelingen op het gebied van de financiering. Jaarverslag CQ index 2012 Jaarverslag thermometer ggz Jaarverslag Klachtencommissie 2012. Jaarverslag Inspectie Jaarlijkse enquête Disgenoten Verslag jaargesprek (vice)voorzitters Klachtencommissie‐RvB 2013 Maximum aan aantal kwaliteitsmetingen voor patiënten Bijwerkingen poli Leger des Heils in de Mate 1ste adviesronde

Ongevraagd advies: In 2013 heeft de Clientenraad ook ongevraagde adviezen uitgebracht over de volgende onderwerpen: ‐ Reactie Tripartiet overleg Menzis ‐ Brief aan Achmea en Menzis over korting dagbesteding ‐ Wonen op de terreinen van GGNet Daarnaast hebben de regionale cliëntenraden een groot aantal formele en informele adviezen uitgebracht. Het ging daarbij onder meer om de volgende onderwerpen: ‐ diverse nieuwbouw‐ en verbouwplannen; ‐ aanstelling managers en teamleiders; ‐ kennismaking nieuwe leden Raad van Toezicht; ‐ Internet voor patiënten; ‐ mogelijkheid tot gebruik WIFI voor patiënten op terreinen GGNet; ‐ ontwikkelingen FACT, Zorgpaden en E‐health. Cliëntenraad en projecten Naast deze formele adviezen is de Cliëntenraad betrokken geweest bij een aantal projecten en activiteiten:


31

‐ ‐ ‐ ‐

‐ ‐

‐ ‐

zorginkoop: samen met de Familieraad wordt de Cliëntenraad betrokken bij het zorginkoopproces van zowel GGNet als de RET van Zorgbelang Gelderland; huisvesting: de Cliëntenraad is betrokken bij een aantal nieuwbouw‐ en verbouwprojecten binnen GGNet; ervaringsdeskundigheid: de Cliëntenraad is betrokken bij diverse projecten ter versterking van de inzet van ervaringsdeskundigheid in het behandelproces; voeding: voor patiënten in de langdurige zorg is voeding een belangrijk thema. Daarom wordt driemaandelijks gesproken met maaltijdleverancier Disgenoten en de voor voeding verantwoordelijke manager. De klachten die in dit verband door de Cliëntenraad zijn benoemd, zijn door de organisatie goed opgepakt; project Langdurige Zorg: de Cliëntenraad participeert in het project Langdurige Zorg, dat uitvoering geeft aan het beleid ten aanzien van herstel en rehabilitatie; internetbeleid: de Cliëntenraad maakt zich sterk voor de beschikbaarheid van internet voor de patiënten op de verblijfsafdelingen en overlegt hierover met de Raad van Bestuur en de verantwoordelijke managers. De resultaten van deze inspanning zullen pas in 2012 zichtbaar worden; blad ‘De Blikopener’: de Cliëntenraad heeft een eigen blad (De Blikopener) dat wordt gebruikt om informatie te verspreiden onder de achterban. Narrow‐casting: de Cliëntenraad heeft zich hard gemaakt voor goede informatievoorzieningen in wachtkamers. Momenteel draait op 5 plaatsen binnen de RGC’s van GGNet een project met televisieschermen in de wachtkamers waarop belangrijke algemene en regionale informatie verschijnt.

3.2 Familieraad De Familieraad is een vrijwilligersorganisatie voor en door familieleden van ggz‐patiënten. De Familieraad wordt door GGNet gefinancierd onder andere door de inzet van 0,7 fte inhoudelijke medewerkers en 0,2 fte secretariële ondersteuning. Het bestuur van de Familieraad bestaat uit maximaal zeven leden. Het laat zich bijstaan door een Adviesraad, bestaande uit maximaal 20 leden. De relatie tussen GGNet en de Familieraad is vastgelegd in een convenant. Voor de jaren 2010 tot en met 2012 is een uitvoeringsovereenkomst getekend tussen de Raad van Bestuur, de directeuren van de zorgeenheden en de Familieraad. Daarin is Familiebeleid als speerpunt vastgelegd met de Modelverordening Naastbetrokkenen als basis en de Familieraad als partner. In 2012 is, na overleg met de Familieraad, door de Raad van Bestuur van GGNet besloten dit speerpunt met twee jaar te verlengen. De Familieraad kiest voor een coöperatieve opstelling en zoekt ook op organisatieniveau de Triade samen met de Raad van Bestuur en de Cliëntenraad. Dat neemt niet weg dat de Familieraad ook een kritische gesprekspartner is. In 2013 is er vier keer overleg gevoerd met de Raad van Bestuur. Het jaar 2013 was een jaar met hindernissen voor de voorgenomen vertaling van het familiebeleid naar de praktijk van alle dag. In de startnotitie voor de verlenging van de speerpuntperiode met twee jaar werd geconstateerd dat het nog geen vanzelfsprekendheid is voor alle hulpverleners van GGNet om ook aandacht te besteden aan de rol en de mogelijkheden van de familie van een patiënt. Om te komen tot daadwerkelijke verbetering zijn in genoemde startnotitie ‘smart’ geformuleerde doelen opgenomen (zie kader in paragraaf 1). Slechts een gedeelte van de doelen 2013 is gerealiseerd, vooral omdat veel aandacht uitging naar reorganisatie, bezuinigingen, externe ontwikkelingen, verhoogde productiedruk etc. Maar er zijn ook lichtpuntjes. In de contacten binnen de zorgeenheden treft de Familieraad steeds meer hulpverleners die overtuigd raken van het belang van de rol van familie. In het EPD (elektronisch patiëntendossier) moet de rol van de familie standaard worden vermeld op basis van de Familiekeuzekaart. In de zorgpadontwikkeling krijgt familiebetrokkenheid een steeds duidelijker plek. Jaarverslag GGNet ‐ 2013

32

De functie Familievertrouwenspersoon die de Familieraad al enige jaren vervulde is in 2013 ondergebracht bij de Landelijke Stichting Familie Vertrouwenspersoon (LSFVP). Daardoor kwam de bestuursondersteuning van de Familieraad (voorbereiding vergaderingen, adviezen, planning activiteiten etcetera) in het gedrang. Dat trok een zware wissel op de vrijwilligers, waardoor overbelasting dreigde. Gelukkig is aan het einde van het verslagjaar een oplossing gevonden. . De samenwerking en het overleg met de Cliëntenraad is positief verlopen. Conceptadviezen zijn uitgewisseld en besproken. Er is gezamenlijk deelgenomen aan de selectieprocedures voor de uitbreiding van de Raad van Toezicht. Vanwege alle veranderingen in de financiering van de geestelijke gezondheidszorg, die samenhangen met de verschuivingen tussen AWBZ, ZVW en WMO heeft de Familieraad zich ook enigszins verdiept in de gemeentelijke/regionale ontwikkelingen. Zij beperkt zich daarbij tot het volgen van de ontwikkelingen in de grote steden Apeldoorn, Zutphen en Doetinchem. Vooral de angst dat mantelzorgers in de toekomst onevenredig zwaar belast zullen worden, bracht de Familieraad daar naar voren. De Familieraad heeft deelgenomen aan de deskundigheidsbevorderende bijeenkomsten van de SLKF (koepel van familieraden). Daardoor blijft zij op de hoogte van de laatste ontwikkelingen en inzichten op het gebied van familiebeleid in de ggz. Inmiddels is de SLKF ondergebracht bij het LPGgz (Landelijk platform van patiënten‐ en familieorganisaties in de ggz). Daarmee is de positie van de SLKF steviger geworden, zowel in financieel als in organisatorisch opzicht. Tot slot heeft de Familieraad aansluiting gezocht bij het initiatief van de zorgeenheid Jeugd om kinderen van patiënten meer aandacht te geven. Dat onderwerp heeft de Familieraad ook landelijk op de agenda van de LPGgz gezet. Door de Familieraad uitgebrachte adviezen  Rookbeleid  Transitieplan bedden afbouw/ ambulantisering GGNet 2020  Verhuizing De Voorde  Speerpunten familiebeleid 2013‐2014  Weekend bezetting Scelta  DaAr Twello  De Meent  Herpositionering DaAr  Verhuizingen van Jeugd Groenlo naar RGC Winterswijk  Verhuizing deeltijd Amarum naar RGC Zutphen  Sluiting Ruimzicht 2  Sluiting Transferium De Buurse Deze adviezen waren in alle gevallen positief met kritische kanttekeningen. Zij zijn goed ontvangen en besproken in het overleg met de Raad van Bestuur. Daaruit bleek dat de inbreng van de Familieraad serieus wordt genomen en doorwerkt in de beleidsvoorbereiding. Ongevraagd advies is uitgebracht over de notitie van de Cliëntenraad: “Wonen op terreinen GGNet”. In 2013 is er overleg geweest met de Raad van Bestuur over de verhuur van De Mate, naar aanleiding van het adviesverzoek, welke is aangehouden door de Raad van Bestuur. De nieuwe adviesaanvraag is eind 2013 bij de Familieraad terechtgekomen, advies hierover wordt in 2014 gegeven. Jaarverslag GGNet ‐ 2013

33

Familieverstrouwenspersoon De Familievertrouwenspersoon (FVP) is er voor familie, mantelzorgers, naastbetrokkenen, kennissen en vrienden van patiënten die bij GGNet in behandeling zijn of zijn geweest. De FVP luistert naar hun verhaal en kan ondersteuning bieden. Daarbij vertegenwoordigt hij het belang van het familielid of de naastbetrokkene en probeert ervoor te zorgen dat men meer betrokken raakt bij de behandeling. Verder zet hij zich in om de samenwerking tussen hulpverlener, patiënt en familie/naastbetrokkene beter te laten verlopen. Dit komt in de meeste gevallen de behandeling en begeleiding van de patiënt zeer ten goede. Tot in 2013 vormde de familievertrouwenspersoon een onderdeel van de Familieraad. Echter in 2013 is deze ondergebracht bij de Landelijke Stichting Familievertrouwenspersoon (LSFVP). Vanaf september 2013 is een medewerker van GGNet, de heer T. van der Ven, gedetacheerd bij de LSFVP. De in 2013 behandelde hulpvragen waren:  Ontevreden met zorg/behandeling (31x)  Hoe om te gaan met ziektebeeld ( 3x) ( 3x)  Vraag om steun/luisterend oor  Vraag om informatie ( 8x)  Onjuiste bejegening familie ( 1x)  Weinig betrekken bij behandeling ( 1x)  Vraag om bemiddeling ( 1x)  Anders, nl: nazorg suïcide ( 1x) 3.3 Ondernemingsraad De activiteiten van de Ondernemingsraad (OR) stonden in 2013 in het teken van de Transitie met name het sluiten van bedden en de overgang naar FACT‐teams. Deze ontwikkeling is ingezet en loopt door in 2014 en verder. Half 2012 werd er een start gemaakt met het project Klantlogistiek. Dit proces is gevolgd door de speciaal hiervoor opgerichte werkgroep van de Ondernemingsraad. December 2013 is er een eindevaluatie geweest. Er is veel aandacht uitgegaan naar veiligheid en veiligheidssystemen en dit onderwerp is regelmatig onderwerp van gesprek geweest tussen de Ondernemingsraad, de commissies Sociaal Beleid/VGWM de Raad van Bestuur en directeur/manager Financiën&Administratie. Het voeren van jaargesprekken met medewerkers door leidinggevenden is onveranderd ook in 2013 een speerpunt geweest voor de Ondernemingsraad. Het Sociaal Plan is weer voor 3 jaar afgesloten in goed overleg tussen de vakbonden en de Raad van Bestuur. De verwachting bij de OR is dat in 2014 er grote veranderingen komen. De Ondernemingsraad heeft inzicht gevraagd in welke beroepsgroepen ten gevolge hiervan boventallig verklaard kunnen worden. In 2013 is er een start gemaakt met een Kwaliteitsregistratiesysteem. Echter, om financiële redenen is deze pilot halverwege 2013 echter gestopt. Daarnaast was er een veelheid aan lopende zaken, zoals het harmoniseren van personele regelingen, aanpassingen in het Functiehuis en het behandelen van uitzonderingen op de Kaderregeling Werktijden. De OR heeft initiatief genomen om te komen tot een Klokkenluidersregeling voor GGNet. Voor deze regeling is gebruik gemaakt van een format dat door GGZ Nederland is opgesteld en de Klokkenluidersregeling van Julius. De Raad van Bestuur heeft dit initiatief overgenomen en de regeling ingesteld.


34

Het dagelijks bestuur Het Dagelijks Bestuur plant en coördineert de activiteiten samen met de ambtelijk secretaris. Zij sturen de verschillende commissies en werkgroepen aan, voeren het agenda overleg met de Raad van Bestuur en zorgen voor afhandeling van brieven, mail en telefoon. Binnen de Ondernemingsraad zijn de volgende commissies actief:  De commissie Veiligheid, Gezondheid, Welzijn en Milieu heeft zich vooral bezig gehouden met arbeidsomstandigheden in de ruimste zin van het woord.  De commissie Sociaal Beleid behartigt de belangen met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden vanuit sociaal perspectief.  De commissie Financieel Economische Zaken richtte zich vooral op bedrijfsonderdelen die achterblijven in de productie, voorgenomen (grote) investeringen en het vertalen van afspraken met zorgverzekeraars richting werkvloer, met bijzondere aandacht voor kostenbesparingen.  De commissie Communicatie en Achterban. Focusgroepen Per zorgeenheid en/of dienst is er een Focusgroep actief. Deze Focusgroepen bestaan uit minstens twee OR‐leden aangevuld met medewerkers uit de betreffende zorgeenheid en/of dienst. De bedoeling van de focusgroepen is om regelmatig met de directeuren in gesprek te gaan en werkbezoeken te brengen aan de werkvloer, al dan niet op verzoek. Verder wordt er jaarlijks, per zorgeenheid/dienst, een achterbanbijeenkomst georganiseerd waarvoor de directeur verantwoordelijk is. Werkgroepen De OR werkt met werkgroepen om bepaalde thema’s verder uit te diepen en om besluiten voor te bereiden. De volgende werkgroepen waren actief in 2013: Werkgroep Klantlogistiek, Werkgroep Transitie, Werkgroep FACT, Werkgroep Hoofdbehandelaarschap, Werkgroep Bedrijfsvoering. Overleggen De Ondernemingsraad heeft maandelijks een Overlegvergadering met de bestuurder en de manager HRM en maandelijks een eigen vergadering. In 2013 zijn er twee artikel 24‐vergaderingen gehouden, waarbij naast de Ondernemingsraad en de bestuurder ook een afvaardiging van de Raad van Toezicht aanwezig was. De Ondernemingsraad vindt deze vergaderingen heel zinvol omdat gebleken is dat de aanwezige leden van de Raad van Toezicht het overleg en contact met de Ondernemingsraad erg waarderen. Adviesaanvragen 2013:  Wijziging weekendbezetting klinische afdeling Scelta  Sluiting locatie DaAr Twello  Herhuisvesting De Voorde  Samenvoeging De Mate en De Weerd i.v.m. nieuwbouw De Meent  Adviesaanvraag Functiegebouw nieuwe functie Adviseur informatiemanagement 2  Herpositionering DaAr per 1‐8‐2013  Verhuizing GGNet Jeugd van Doetinchem naar Winterswijk  Voorstel ad‐interim directeur  Optimale benutting m2 RGC Zutphen  Verhuizing Jeugd Groenlo  Addendum reorganisatie DaAr  Sluiting Ruimzicht 2  Verschuiving medewerkers van Services naar Vastgoed Jaarverslag GGNet ‐ 2013

35

  

Project Functiegebouw voor wat betreft functies: Regiodirecteur, Manager HRM en Communicatie, Teammanager Services, Manager Vastgoed, Arbo‐/preventiemedewerker, Bibliothecaris, Trainer, Bestuurssecretaris Sluiting Transferium De Buurse Project Functiegebouw voor wat betreft de functies: Teamleider 1 + 2 + 3 en Manager 1 + 2

Instemmingaanvragen 2013:  Rookbeleid  GGNet‐beleid ongewenst gedrag  Klokkenluidersregeling  Regeling Werving en Selectie  Regeling Preferenten GGNet  Regeling werken na AOW‐gerechtigde leeftijd  Regeling studiekosten en verlof  Agressie protocol  Regeling opbouw en opname vakantie uren  Pauzetijden De Boog/Het Laakveld  Aanpassing dienstijden dagbesteding Warnsveld  Beleid op (on)zichtbare telefoonnummers  Twee verplichte vrije dagen in 2014 Initiatief voorstellen 2013:  Klokkenluidersregeling

3.4 Medische Staf In 2013 is er veel aandacht geweest voor de uitdagingen waarvoor de geestelijke gezondheidszorg in het algemeen en GGNet in het bijzonder zich gesteld zagen. Dit betreft de transitie in de jeugdzorg, de verdere ambulantisering in de ggz en de beddenreductie tegen de achtergrond van een bezuinigingsopdracht en veranderende wet‐ en regelgeving. Hierbij kun je denken aan het systeem van DBC’s en de invulling van het hoofdbehandelaarschap. De rol die de Medische Staf hierin ziet voor zichzelf is om ondanks alle uitdagingen de professionele standaarden en kwaliteitsnormen goed overeind te houden. In 2013 heeft de Medische Staf inhoudelijk aangaande deze thema’s op prettige wijze samengewerkt met de Raad van Bestuur. Een eigen evaluatie van het functioneren van de Medische Staven was aanleiding tot een voorstel voor verbetering. Met de regionale dagelijks besturen en een ruime afvaardiging van de huidige beleidspsychiaters is nagedacht over een ‘MS 2.0’. De Medische Staf is van mening dat het instellen van een ‘kernstaf’ een goede manier is om aan slagkracht en invloed te winnen ten bate van de organisatie in zijn geheel. Met name het ontwikkelen en implementeren van nieuw inhoudelijk beleid en het tijdig signaleren van zorginhoudelijke problemen/kansen en hierop interveniëren is gebaat bij een goede samenwerking tussen professionals en leidinggevenden. Om deze samenwerking te optimaliseren heeft de Medische Staf de volgende stappen gezet. De Medische Staven van Apeldoorn en Zutphen/Warnsveld zijn over gegaan tot het vormen van één regionale staf. Hiernaast is eind 2013 besloten tot het daadwerkelijk vorm geven aan een ‘Kernstaf’. Vanuit de 2 regio’s wordt een dagelijks bestuur geformeerd. Zij vormen, samen met een afvaardiging van de beleidspsychiaters, de Kernstaf. Dit dagelijks bestuur bestaat uit een lid uit de staven en een voorzitter. In de startsituatie wordt de voorzittersrol ingevuld als een duobaan. Jaarverslag GGNet ‐ 2013

36

Dit dagelijks bestuur van de kernstaf is ‐ zoals ook nu gebruikelijk ‐ gesprekspartner van de geneeskundig bestuurder. De beleidspsychiaters hebben vanuit de organisatie van GGNet en de Medische Staf het mandaat om op het niveau van de zorgeenheid/EHGF het zorginhoudelijke beleid mee te ontwikkelen. Daar waar zorginhoudelijke spanningsvelden ontstaan met andere zorgeenheden dan wel het grotere geheel, wordt dit in de kernstaf geagendeerd. Concluderend heeft de samenwerking tussen Raad van Bestuur, de directeuren en de Medische Staf in 2013 een verdere verdieping gekregen en zal in 2014 leiden tot het installeren van een Kernstaf. Concrete adviezen zijn onder andere uitgebracht over het medicatie voorschrijven door verpleegkundig specialist ggz, het belang van behoud van de functie Crisisinterventor en over de herpositionering van DaAr.


37

4 Kwaliteit van Zorg GGNet heeft de ambitie om kwalitatief goede, veilige en doelmatige zorg te verlenen aan haar patiënten en bij voorkeur de verwachtingen van haar klanten te overtreffen. Om de kwaliteit en daarmee ook de veiligheid van zorg te waarborgen, heeft GGNet ervoor gekozen om het landelijke HKZ kwaliteitsmanagementsysteem als uitgangspunt te nemen en zich met regelmaat extern te laten toetsen door Loyds Register. In 2013 is het HKZ certificaat voor een periode van 3 jaar verlengd en er staan eind 2013 geen tekortkomingen open: GGNet voldoet dus aan de normen voor kwaliteit en veiligheid (GGNet normen en landelijke normen, wet & regelgeving). Gezien de maatschappelijke ontwikkelingen wordt het effectief kunnen sturen op kwaliteit ‐en het je hiermee kunnen onderscheiden van andere zorginstellingen‐ steeds belangrijker: GGNet wil meer doen met minder geld en hierover transparant zijn naar financiers, overheid, collega’s en (potentiële) patiënten. Het huidige Kwaliteitsmanagementsysteem/ VMS slaagt hier onvoldoende in. De doelstelling voor 2014 is dan ook: “Het opnieuw inrichtingen van het Kwaliteitsmanagementsysteem (veiligheid is hier dan integraal onderdeel van), zodat integraal effectief en efficiënt op kwaliteit en veiligheid gestuurd kan worden en GGNet voldoende flexibel is om in te kunnen (blijven) spelen op de veranderende maatschappelijke ontwikkelingen en zich als organisatie te profileren.” Er vinden intensieve gesprekken plaats met onder meer collega‐instellingen uit de regio in het ‘Regiolandschap‐overleg’ en met andere stakeholders om de kwaliteitseisen en wensen goed in kaart te brengen voor de komende jaren. Ook krijgt GGNet deze gegevens goed in beeld vanuit interne en externe monitoring, zoals klanttevredenheid, ROM‐gegevens en klachtenbehandeling (paragraaf 1.3). 4.1 Instrumenten Kwaliteit van Zorg Vanuit de strategische visie van GGNet is gekozen om de komende jaren (2012‐2016) een aantal kwaliteitsslagen te maken, met als doel: meer ambulantisering (beddenreductie), transparantie, patiënten eigen regie en intensieve familieparticipatie. Daarom is 2012 een intern traject gestart genaamd “Zinnige, zuinige zorg”. Hierin is door een multidisciplinair team gekeken naar de mogelijkheden voor een meer doelmatige, efficiëntere en zuiniger manier van inrichten van de zorgverleningsprocessen, zodat de kwaliteit van de zorg blijft voldoen aan de verwachtingen van de stakeholders, maar de kosten gereduceerd worden. Vanuit dit traject is in 2012 gestart met herinrichting van zorg door de ontwikkeling van zorgpaden, het organiseren van FACT en het project Klantlogsitiek. Ook in 2013 is daar intensief vervolg aan gegeven: Zorgpaden en e‐health Met de invoering van zorgpaden wil GGNet een kwaliteitsverbetering van de zorg aan patiënten realiseren (state of the art) en tegelijkertijd de zorg zo efficiënt mogelijk organiseren. Voorafgaand aan de behandeling wordt duidelijke informatie aan de patiënt verschaft over wat hij/zij kan verwachten. De inhoud van de zorgpaden zijn met behulp van expertkringen ontwikkeld en daarbij getoetst aan de multidisciplinaire richtlijnen en de best practices uit de behandelpraktijk. Doel, inhoud en duur van de behandeling worden met de patiënt besproken en waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van e‐health. De behandelplancyclus wordt op deze manier strakker geregisseerd en de voortgang en resultaten worden periodiek geëvalueerd. Een deel van de patiënten had in 2013 via het patiëntenportaal ‘MijnGGNet‐online’ de beschikking over alle relevante behandelinformatie. In 2014 komt het portaal beschikbaar voor alle patiënten van GGNet. Naast het online beschikbaar stellen van informatie over de behandeling is in 2013 ook een start Jaarverslag GGNet ‐ 2013

38

gemaakt met gemengd behandelen. Bij deze gemengde zorgpaden worden face tot face gesprekken afgewisseld met opdrachten via internet. Patiënten die kiezen voor deze vorm van behandelen krijgen via het patiëntenportaal toegang tot een eigen online behandelomgeving. De zorg wordt met behulp van deze online omgeving transparant en de patiënt wordt actief betrokken bij zijn herstelproces. Dit leidt tot kwalitatief betere zorg en een efficiëntere behandelpraktijk. Doel was om in 2013 ongeveer 80% van de kortdurende ambulante zorg op deze wijze vorm te geven. Gezien de grote hoeveelheid veranderingen die in 2013 op GGNet zijn afgekomen is dit percentage niet gehaald. Met de implementatie van de zorgprogramma's voor stemmingstoornissen en eetstoornissen is het streven deze doelstelling medio 2014 te realiseren. Daarnaast is ook een start gemaakt met de ontwikkeling van gemengde zorgpaden voor de chronische patiëntenpopulatie. Eind 2013 heeft er een interne audit plaatsgevonden die nieuwe inzichten heeft opgeleverd. Daarmee kan de implementatie en ontwikkelkracht worden verbeterd. Het project loopt tot het eerste kwartaal 2015 FACT De implementatie van FACT wordt projectmatig opgepakt om risico’s in de implementatie zoveel mogelijk te beheersen. Het project beoogt een kwaliteitsverbetering van de zorg aan volwassen patiënten met ernstig psychiatrische aandoeningen (EPA) door een outreachende en herstelgerichte benadering met een intensiteit die lager is als dat kan en intensief is als dat moet. Hiermee worden opnames en bijkomende schadelijke effecten zoveel mogelijk voorkomen. De zorg wordt geleverd vanuit FACT‐teams. GGNet heeft zowel in 2012 als in 2013 veel geïnvesteerd in het stevig neerzetten van de FACT teams. Dat geeft GGNet namelijk de mogelijkheid de noodzakelijke beddenreductie te realiseren, met behoud van de te leveren kwaliteit van zorg. De verwachting is dat midden 2014 alle FACT teams gecertificeerd zijn. Wij werken op dit punt nauw samen met de Universiteit van Twente. Naast deze grote projecten die de zorgorganisatie veranderen, heeft in 2013 ook een aantal zorginhoudelijke speerpunten in de kaderbrief naast de reguliere zorg extra aandacht gekregen: Medicatieveiligheid, Somatische screening, Brandveiligheid, Dwang en drang, Agressie en Veilige cultuur. Veilige cultuur & gastvrijheid In 2009 is aan de bestaande HKZ normen een addendum over patiëntveiligheid toegevoegd. Eén van de voorwaarden die aan organisaties gesteld wordt, is de investering in een veilige en open cultuur, waarin zowel medewerkers als patiënten (en naastbetrokkenen) fouten durven te melden om ervan te leren. In 2013 heeft GGNet een eerste interne audit uitgevoerd bij de klinieken kortdurende Behandeling om de veiligheidscultuur te meten. Deze audit heeft teams veel aanknopingspunten gegeven om inzicht te krijgen in hun cultuur en welke verbeterslagen er mogelijk zijn. Het streven van GGNet is om ook in 2014 verder aandacht te geven aan de cultuur van de organisatie. 4.2 Monitoren kwaliteit van zorg Binnen GGNet zijn er veel instrumenten die inzicht geven in de door ons geleverde kwaliteit van zorg. De belangrijkste monitorinstrumenten zijn: - ROM - Melden van incidenten (GIM) - Klachten - Medewerkerstevredenheid - Clienttevredenheid - Interne audits - Externe Audits Jaarverslag GGNet ‐ 2013

39

ROM Routine Outcome Monitoring (ROM) houdt in dat routinematig de toestand van patiënten in kaart wordt gebracht met behulp van gestandaardiseerde instrumenten. ROM vindt plaats in het kader van de evaluatie van behandelingen en kan daardoor leiden tot betere behandelplannen, waarbij er meer afstemming is tussen de patiënt en behandelaar. Daarnaast kan ROM‐feedback helpen om behandelingen op te sporen die niet goed lopen, waardoor deze behandelingen tijdig bijgesteld kunnen worden en de behandelingen effectiever kunnen worden. ROM heeft primair als doelstelling de kwaliteit van de zorg te verbeteren en is daarmee vooral een behandeltool. GGNet heeft daarom de ontwikkeling en invoering van ROM als een van de belangrijkste speerpunten genomen. In 2013 zijn 17% van alle behandeltrajecten (DBC’s) conform de landelijke spelregels voorzien van goed uitgevoerde ROM‐metingen.. Door processen te verbeteren en ROM een verplicht onderdeel te laten zijn van het behandelproces stelt GGNet zich als doel dat ROM in de komende jaren consequent wordt toegepast. Melden van incidenten (GIM) In 2013 is het functioneren van het incidentmelden in GGNet (de GIM) uitvoerig geëvalueerd. Hiermee werd vastgesteld dat melders de procedures soms te omslachtig vonden. Ook leidde het melden onvoldoende tot analyses en verbetering. Om die reden is de applicatie grondig herzien en is het melden eenvoudiger gemaakt. Er zijn decentrale GIM‐commissies, ingesteld die op meta‐niveau beoordelen of meldingen geanalyseerd moeten worden. Per meldtype zijn aandachtsfunctionarissen aangesteld. In 2014 zal de nieuwe werkwijze geëvalueerd worden. Klachten GGNet beschikt over een klachtencommissie die werkt vanuit twee verschillende locaties: Warnsveld, waar alle klachten uit de regio Zutphen/Warnsveld en de Achterhoek worden afgehandeld, en Apeldoorn, waar alle klachten uit de regio Apeldoorn worden verwerkt. Er is één secretariaat dat zijn werkzaamheden verricht voor beide locaties. De klachtencommissie behandelt zowel klachten op grond van de Wet klachtrecht patiënten zorgsector (Wkcz) als klachten op grond van artikel 41 wet Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen (wet BOPZ). In de afgelopen jaren was in eerste instantie een licht stijgende lijn waar te nemen in het aantal klachten, namelijk 54 in 2010 en 56 in 2011. In 2012 bleek een toename van 62,5 % van het aantal klachten ten opzichte van 2012, namelijk 91. In 2013 zijn 103 klachten ontvangen. Familieleden en naastbetrokkenen van patiënten van GGNet hebben in de klachtenregeling een zelfstandig klachtrecht. In 2013 hebben 9 personen hiervan gebruik gemaakt. Dit is een afname ten opzichte van het jaar 2012. In dat jaar maakten 15 personen gebruik van het zelfstandig klachtrecht. De familie kan bij klachten ondersteuning en bemiddeling vragen van de familievertrouwenspersoon (zie ook paragraaf 2.5.2 Familieraad).


40

Totaal aantal ingediende klachten: 103

120

91

100 80

56

60 40 20 0 2011

2012

2013

Verdeling van soort klacht in 2013:

1

5 5

BOPZ zonder schorsingsverzoek BOPZ met schorsingsverzoek WKCZ Gemengde klachten

92


41

Verdeling van soort klacht in 2011, 2012 en 2013:

100

92

90

82

80 70 60

BOPZ ‐

47

50

BOPZ +

40

WKCZ

30

Gemengd

20 10

3 4

2

5 4

0 2011

2012

0

5 5

1

2013

Van de ingediende klachten konden 7 klachten niet worden afgewerkt in 2013. De afhandeling zal in 2014 plaatsvinden. Resultaat klachtbehandeling 2013 3% 0%

4% 24%

11%

gegrond ongegrond niet ontvankelijk

7%

ingetrokken bemiddeling doorverwezen 51%


geen reactie klager

42

Resultaat klachtbehandeling 2011, 2012 en 2013 70

70

61

60

gegrond

50

ongegrond 36

40 30

23

ingetrokken

25

22

20 10

2

0 2011

niet ontvankelijk

34

34

2 0 0

5 2012

6 0

10

bemiddeling

15

4

0

4 6

doorverwezen geen reactie klager

2013

In 2013 kreeg de klachtencommissie 10 klachten over de nota die patiënten kregen via hun zorgverzekering. In totaal bestonden deze klachten uit 11 onderdelen. In 8 gevallen werd een ongegrond uitgesproken en in 3 gevallen een gegrond. Interne audits In 2013 hebben 8 interne audits plaatsgevonden, waarvan 3 APK‐audits. De APK audit is in 2013 als pilot binnen GGNet gelanceerd met als doel om een meer cyclisch proces in de autits te krijgen. Het streven is om jaarlijks bij iedere Zorgeenheid een Resultaatgerichte interne APK audit (‘algemeen periodieke keuring’) te houden gericht op de basiszorg/ dienstverlening. Omdat deze APK jaarlijks terugkeert, is er direct sprake van een cyclisch proces, omdat bij de tweede audit de resultaten en eventuele verbeterplannen/borgingsplannen meegenomen worden bij de voorbereiding van de voorgaande audit(s). Het is hierbij de intentie om de ontwikkeling van de Zorgeenheden in kaart te brengen. De focus ligt bij deze audit òf en in hoeverre de beoogde resultaten behaald zijn. Hierbij staan niet de richtlijnen en de procedures centraal, maar of we bereikt hebben wat we wilden. Dit komt dichtbij de praktijk van de teams en behandelaren waardoor deze audit hen veel informatie zal opleveren en hun betrokkenheid wordt vergroot. De 8 interne audits heeft GGNet een aantal inzichten opgeleverd die in de jaarplannen 2014 verder opgepakt gaan worden. Aandachtspunten zijn onder meer; Waar is GGNet sterk in: - HKZ certificaat behouden, november 2013 geen tekortkomingen vanuit Lloyds - Inspraak OR, FR en CR geborgd en structureel - Behandelaren betrokken, deskundig en patiënt centraal - Loslaten, de lijn eigen verantwoordelijkheid geven om verplichte activiteiten op te pakken Tekortkomingen: ‐ Ontbreken actuele RIE ‐ Onvoldoende toetsingskader om bevoegd en bekwaamheden van systeemtherapeuten en EMDR te toetsen. ‐ Behandelplannen onvoldoende SMART en actueel ‐ Familiedoel 5 ontbreekt regelmatig en contactgegevens onvoldoende genoteerd in EPD


43

Aandachtspunten: ‐ Expliciet maken gewenste (veiligheids)cultuur GGNet + vertaling van ZE’s en afdelingen. ‐ Implementatie in de lijn ‐ Afwezigheid gezamenlijke meetbare visie ‐ Deskundigheid en goede positie medewerkers voor taken die ze krijgen. ‐ Aandacht voor communicatie en informatiestructuur en regelmatig evalueren communicatiemiddel en beoogd doel. ‐ Helder beleid ten aanzien van documentbeheer en communicatie ontbreekt. ‐ Prioritering tussen de vele onderwerpen wordt gemist. ‐ Communicatie tussen zorgafdelingen en ondersteunende diensten verdient structureel aandacht. ‐ Heldere taakbeschrijvingen voor cruciale functies in proces en communiceer deze grondig. ‐ Regelmatig toetsen professioneel handelen inclusief gedrag en bejegening (1.2.5 HKZ). ‐ Structureel aandacht voor beleving van patiënten bij vernieuwing, dit ook voor behandelaren inzichtelijk maken (rubriek 3 HKZ).


44

5 Veiligheid Patiënten In dit jaarverslag zijn de hoofdlijnen van de voortgang met betrekking tot de regiegroep veiligheidsmanagement opgenomen. Samenstelling regiegroep veiligheidsmanagement De regiegroep Veiligheidsmanagement is ingericht met portefeuillehouders brandveiligheid, BHV, VMS, GIM, agressie en calamiteiten. Deze regiegroep opereert rechtstreeks onder de Raad van Bestuur. Een delegatie van directeuren en stafmanagers heeft zitting in deze regiegroep. De samenstelling van de regiegroep was in 2013 identiek aan 2012, op grond van de besluitvorming in 2011 en het richtsnoer van GGZ Nederland. Het voorzitterschap is in het verslagjaar overgedragen aan de manager Services. Alle bijeenkomsten worden gekenmerkt door een vaste agenda, met daarin de speerpunten en prioriteiten voor het verslagjaar. Het totale overzicht van activiteiten wordt in een veiligheidsmatrix gepresenteerd, waarmee de actuele status van deze prioriteiten permanent beschikbaar is. Ten aanzien van alle onderwerpen met betrekking tot veiligheid heeft er ook een directiebeoordeling plaatsgevonden. Werkwijze regiegroep Per thema is een aandachtsfunctionaris aangesteld. Deze is de regievoerder van het bewuste veiligheidsthema. Hij/zij jaagt de benodigde verbeteringen aan, houdt overzicht over de stand van zaken en spreekt partijen aan op hun verantwoordelijkheid. De portefeuillehouder maakt in overleg met relevante betrokkenen een verbeterplan om de geïdentificeerde risico’s binnen dit thema te beheersen en te zorgen voor een zodanig ingericht en geborgd proces dat deze risico’s beheerst worden en blijven. Brandveiligheid Ten aanzien van het brandveiligheidsbeleid zijn er keuzes gemaakt hoe GGNet omgaat met verschillende dilemma’s. Het conceptbeleid is gereed en zal in 2014 definitief worden vastgesteld. De cliëntenraad en familieraad is bij het opstellen van dit beleid betrokken. Er wordt toegewerkt naar een compleet overzicht met betrekking tot de status en voortgang van de RIE’s. Hiermee hangt de uitwerking van de BHV‐plannen samen. Hierin wordt een nadrukkelijk aansluiting gezocht tussen HRM en Vastgoed/Services. Calamiteitenbeheersing/BHV De deelplannen voedselveiligheid, noodopvang en grieppandemie zijn vastgesteld. Dit is tevens van toepassing op het legionellabeleid en informatiebeveiliging. Ook in 2013 is er geoefend met het calamiteitenteam, in samenwerking met de GHOR. Ten aanzien van de BHV‐oefeningen is er in alle (zorg)teams geoefend en is inzichtelijk welke verbeterpunten er voor de desbetreffende teams zijn. Tijdens het oefenen komt het accent steeds meer te liggen op het ontruimen en direct veiligstellen van onze patiënten en medewerkers. In het verslagjaar zijn de nodeloze brandmeldingen fors gedaald. Ontwikkelen VMS/GIM GGNet werkt met een digitaal incidentmeldsysteem, GIM genaamd. Dit systeem voldoet aan de kwaliteitseisen die zijn vastgelegd in het landelijk geldende document Handreiking Veilig Incident Melden. Het systeem maakt het mogelijk om snel en efficiënt te melden en om meldingen af te handelen. Nog belangrijker is dat het systeem het mogelijk maakt incidenten te analyseren en te classificeren, zodat gerichte verbetermaatregelen opgestart kunnen worden. Met betrekking tot het GIM‐systeem is in 2013 de software en de gebruikersinterface aangepast. Het geheel is toegankelijker en gebruiksvriendelijker ingericht. Het systeem is verder uitgebouwd om als centrale database te gaan functioneren, waarmee de op te vragen informatie (bijvoorbeeld het overzicht nodeloze Jaarverslag GGNet ‐ 2013

45

brandmeldingen) niet meer afhankelijk is van enkele personen. Er zijn regionale GIM‐commissies ingesteld die op meta‐niveau de incidentmeldingen analyseren. Agressie In het verslagjaar is het agressieprotocol herzien en is er een duidelijke samenhang gekomen met het beleid rond Dwang en Drang. Eind 2013 lag het nieuwe agressieprotocol ter goedkeuring bij de OR.


46

6 Personeelsbeleid De huidige ontwikkelingen in de ggz zijn van grote invloed op het personeelsbeleid van GGNet. Zowel zorginhoudelijke ontwikkelingen, als het vervangen van klinische behandelingen door een ambulant aanbod, de invoering van de basis ggz, de strengere eisen rondom het hoofdbehandelaarschap, de transitie van AWBZ naar WMO en ook maatschappelijke ontwikkelingen als de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd en de toenemende vergrijzing en ontgroening zijn van invloed op vrijwel alle aspecten van het personeelsbeleid: de benodigde functiemix, het duurzaam inzetbaar houden van medewerkers, het in‐, door‐ en uitstroombeleid en het belang van persoonlijk leiderschap op alle niveaus. Om goed te kunnen anticiperen op bovengenoemde ontwikkelingen is in 2013 is gestart met het opstellen van een strategische personeelsplanning, die medio 2014 zal worden afgerond. Ook is in 2013 de laatste hand gelegd aan het nieuwe functiegebouw, dat ontwikkelingsgericht van opzet is en medewerkers de kans biedt om zich binnen GGNet verder te ontwikkelen. Beschikbaarheid van medewerkers GGNet heeft gedurende een groot deel van 2013 een vacaturestop gehanteerd, om krimp als gevolg van het afbouwen van bedden en veranderingen in de bekostiging goed te kunnen opvangen. Het afbouwen van bedden en onzekerheid met betrekking tot de financiering van bijvoorbeeld dagbesteding en preventie speelt niet alleen binnen de ggz, maar ook binnen de V&V en de VG sector, waardoor er in veel zorgfuncties niet langer sprake is van schaarste, maar juist van een overschot. Door het beperken van de instroom en een goede sturing op door‐ en uitstroom, geflankeerd door een passend scholingsbeleid, probeert GGNet deze veranderingen zo goed mogelijk op te vangen, waar mogelijk in samenwerking met andere regionale spelers. Door de aangescherpte eisen met betrekking tot het hoofdbehandelaarschap en de invoering van de basis ggz dreigt binnen andere functies juist een tekort. In 2013 is GGNet echter goed in staat geweest de bezetting kwalitatief en kwantitatief op het juiste niveau te houden. Ziekteverzuim Het ziekteverzuimpercentage is in 2013 licht gestegen van 4,9% naar 5,1%. De doelstelling voor 2013 was een GGNet breed verzuimcijfer van 4,2%. De Verbaan‐norm ligt op 3,7%. Om het verzuim te beheersen zijn verschillende maatregelen getroffen. Zo wordt er per zorgeenheid en stafdienst ieder half jaar een analyse gemaakt van de inspanningen en resultaten op gebied van verzuim, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen kort, middellang en lang verzuim. De resultaten van deze analyse worden besproken met het management, waarbij zonodig ook Arbo wordt betrokken om op casusniveau een plan van aanpak te kunnen maken. Ook zijn verzuimtrainingen en intervisiebijeenkomsten voor leidinggevende georganiseerd. Medewerkertevredenheid In de huidige turbulentie is het meer dan ooit van belang aandacht te besteden aan vitaliteit en de verbinding tussen mens en organisatie. In 2013 is een pilot Vitaliteit uitgevoerd, waarbij werkinhoud, werkbelasting en gezondheid in samenhang werden bezien, om op die manier het werkvermogen van medewerkers inzichtelijk te maken. Daarbij is niet alleen aandacht besteed aan werkgerelateerde items als werkdruk en ontplooiingsmogelijkheden, maar ook aan leefstijlkenmerken die mogelijk van invloed kunnen zijn op de werkbeleving, zoals alcoholgebruik en lichaamsbeweging. Opvallend is dat items als fysieke belasting nauwelijks werden genoemd, terwijl thema's als communicatie en feedback als belangrijke speerpunten werden aangemerkt. Psychosociale Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen Jaarverslag GGNet ‐ 2013

47

Patiënten die in crisis verkeren, kunnen een belangrijke wissel trekken op hun familie, buurt en het gevoel van veiligheid in de samenleving. GGNet levert met haar 7x24‐uursdienst een belangrijke bijdrage aan de zorg voor mensen in crisis en aan de veiligheid van de samenleving. In het kader van de Psychosociale Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen participeert GGNet in drie ROAZ‐regio’s (Regionaal Overleg Acute Zorg). GGNet heeft daardoor drie regio’s waar gelden voor het onderdeel Opleiden, Trainen, Oefenen aangevraagd kunnen worden. Deelname aan de ROAZ vloeit voort uit de acute zorgparagraaf van de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi). In dit bestuurlijke overleg wordt er naar gestreefd om de kwaliteit van de acute zorg te verbeteren aan de hand van concrete verbeterinitiatieven. Het doel daarvan is dat een patiënt met een acute zorgvraag zo snel mogelijk op de juiste plaats voor diagnostiek en behandeling komt.


48

7 Financieel beleid Financieel resultaat GGNet heeft 2013 met een negatief resultaat van circa € 3.476.000, ‐ afgesloten. De geestelijke gezondheidszorg is een branche die momenteel sterk in beweging is en dat ook nog wel enige tijd zal blijven. De financiële kaders, met de daarbij behorende risico’s, stonden en staan voortdurend ter discussie. Na jaren van NZA‐financiering worden ggz‐instellingen sinds 1 januari 2013 bekostigd via de DBC‐structuur. Dit heeft tot gevolg dat bij het opstellen van de jaarrekening 2013 het vraagstuk over de opbrengstbepaling om de hoek komt kijken. Door een aantal systeemwijzigingen is de omzetverantwoording (opbrengstbepaling) voor de curatieve ggz in 2013 gecompliceerder dan voorgaande jaren. De volledige invoering van de prestatiebekostiging, de overgang van boekjaar naar schadelastjaar, het transitiemodel van de NHC en de gemaakte specifieke afspraken met zorgverzekeraars confronteert GGNet met een complexe opgave voor de financiële verantwoording. Sommige van deze systeemwijzigingen hebben een tijdelijk en/of incidenteel karakter: hierbij valt te denken aan de doorloop DBC’s vanuit 2012 (het zogenoemde partje B) en de overgang kapitaallastenregeling (loopt tot 2018). Door al deze wijzigingen komt de bedrijfswaarde problematiek sterk naar voren. In 2012 gaf de impairmentberekening nog geen aanleiding voor herijking. Zoals vorig jaar aangegeven zou in 2013 een meer gedetailleerde analyse op objectniveau plaatsvinden. Deze analyse gaf in 2013 wel aanleiding voor herijking waarbij door de Raad van Bestuur een aantal besluiten is genomen zoals, vorming van voorzieningen, extra afschrijvingen en afwaardering van materiële vaste activa. Een complexe opgave die heeft geresulteerd in een aantal posities die het resultaat in 2013 sterk negatief heeft beïnvloed. Analyse en toelichting resultaat 2013 (x € 1.000, ‐) Hieronder worden een analyse van en een toelichting op de ontwikkeling van het resultaat 2013 ten opzichte van 2012 gegeven. 2013 t.o.v 2012 Resultaat 2012 mutaties in de opbrengsten: Hoger wettelijk budget Hogere niet gebudgetteerde zorgprestaties Hogere overige opbrengsten en subsidies

3.979

419 780 1.164 2.363

mutaties in de kosten: Lagere personeelskosten Hogere kapitaalskosten Hogere overige bedrijfskosten

844 -7.389 -3.093 -9.638

Saldo opbrengsten - kosten

-7.275

Sub-totaal

-3.296

Hogere rentelasten Resultaat 2013


-180 -3.476

49

Resultaatsratio (resultaat gedeeld door totale omzet) 2013 2012 2011 2010 2009 2008

enkelvoudig geconsolideerd -2,3% -2,2% 2,3% 2,5% 2,9% 2,8% 3,1% 3,1% 4,7% 4,7% -4,8% -4,7%

Opbrengsten Het wettelijke budget voor aanvaardbare kosten is ten opzichte van 2012 toegenomen met € 419.000, ‐. Dit bedrag is op te splitsen in productie, vergoedingen kapitaallasten en opleidingsvergoedingen. In het wettelijk budget is ook opgenomen het partje B. Deze stijging wordt als volgt verklaard: Uitbreiding productieafspraken € ‐ 5.339.000 € ‐501.000 Nacalculeerbare kapitaalslasten “Partje B” € 5.893.000 Overig € 366.000 Niet‐gebudgetteerde zorgprestaties en overige opbrengsten De verhoging van niet‐gebudgetteerde zorgprestaties ad € 780000, ‐ wordt veroorzaakt door: Zorgprestaties tussen instellingen € 233.000 Overige niet‐gebudgetteerde zorgprestaties € 547.000 De hogere overige opbrengsten van € 1.164.000, ‐ zijn voornamelijk ontstaan door: € 79.000 Rijkssubsidies o.a. van het Ministerie van VWS Overige dienstverlening € 302.000 POH € 300.000 Overige opbrengsten (waaronder vergoeding voor uitgeleend personeel en verhuur onroerend goed) € 483.000 Personeelskosten De totale personeelskosten zijn € 844.000,‐ lager dan in 2012. De belangrijkste oorzaken van deze daling worden gevonden in: € 1.339.000 Lonen en salarissen Personeelsvoorziening € ‐896.000 Sociale lasten € 264.000 Pensioenpremies € 310.000 Andere personeelskosten € ‐878.000 Personeel niet in loondienst € ‐983.000 - Eind 2013 was de gemiddelde fte inzet 1.752 inclusief overuren, in 2012 was dit 1.740 fte. Dit verklaart voor een groot deel de toename van de kosten voor lonen en salarissen en de personeelsvoorziening. - Daarnaast wordt de afname aan personeelsvoorziening veroorzaakt doordat er in 2012 vrijval heeft plaatsgevonden van een aantal voorzieningen terwijl in 2013 nogmaals is gedoteerd aan de voorzieningen. Jaarverslag GGNet ‐ 2013

50

-

De reguliere sociale lasten zijn echter toegenomen door verhoging van het percentage voor de werkgeversbijdrage ZVW gecombineerd met de hogere lonen en salarissen. De toename van de pensioenpremie wordt grotendeels veroorzaakt door de verhoging van het percentage voor het ouderdomspensioen (premie OP) gecombineerd met de hogere lonen en salarissen. De afname van de andere personeelskosten worden veroorzaakt door beperking van de scholingsuitgaven. Daarnaast is de reservering voor verlof in 2012 flink opgehoogd ten opzichte van een beperkte reservering in 2013. De inzet van externen is in 2013 afgenomen waardoor de kosten hiervan zijn gedaald.

Kapitaalskosten: De stijging van de kapitaalslasten van € 57.000 wordt veroorzaakt door de hogere afschrijvingen ten opzichte van 2012. Er is in 2011 voor gekozen om een aantal care‐ en cure‐panden te beoordelen in samenhang met het LTOP en de afschrijvingstermijn in overeenstemming te brengen met de gebruiksduur. Het financieel effect hiervan bedroeg voor boekjaar 2011 € 1.697.000,‐ en voor het boekjaar 2012 € 825.000,‐. De verantwoording hiervan heeft conform RJ en model jaarrekening plaatsgevonden onder afschrijvingen en niet onder bijzondere waardeverminderingen. Voor 2013 is op basis van het impairmentmodel besloten om een aantal activa, waarvan de verwachting is dat deze in de komende jaren worden gesloten, versneld af te schrijven. De waarde hiervan is € 874.000 euro. Overige bedrijfskosten De stijging van de overige bedrijfskosten á € 3.093.000, ‐ is als volgt te verklaren:

Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten € 127.000 Algemene kosten € 1.486.000 Dotaties aan voorzieningen € 1.970.000 Patiënt‐ en bewonersgebonden kosten € ‐298.000 Huur en leasing € ‐285.000 Energiekosten € 93.000 - De toename van de algemene kosten is te verklaren doordat er 2012 een vrijval van de ROM reservering van € 834.000 heeft plaatsgevonden samen met de vrijval risico indekking voor Scelta Den Haag van € 235.000. - De toename van dotatie bij voorzieningen wordt voornamelijk veroorzaakt door de schatting in 2013 van de contractuele verplichtingen aangaande huurkosten op de sluiting van Amphion en Molengracht à € 2.622.000 minus de vrijval van 2012 à € 1.410.000. De daling van de huur en leasing wordt veroorzaakt door: - Een deel van het contract bij Slingeland ziekenhuizen dat eind 2012 is afgelopen en niet verlengd. Bijzondere waardeverminderingen De bijzondere waardeverminderingen worden veroorzaakt door de afboeking van activa die niet meer dienstbaar zijn aan het zorgproces. De stijging ten opzichte van 2012 wordt als volgt verklaard: Afboeken Boekwaarde 31‐12‐2013 Terrein Apeldoorn € ‐1.720.545,61 Afboeken Boekwaarde 31‐12‐2013 Terrein Warnsveld € ‐1.441.516,82 Impairment € ‐4.811.795,05 Het impairmentbedrag wordt verdeeld op basis van de procentuele verdeling van de boekwaarde per balansdatum 31‐12‐2013. Deze bedragen worden als negatieve investeringen verwerkt in de Jaarverslag GGNet ‐ 2013

51

activamodule en vervolgens afgeschreven op basis van de gemiddelde afschrijvingstermijn per activumsoort.

Rentekosten De rentekosten zijn gestegen met circa € 180.000,‐ ten opzichte van 2012. Dit wordt veroorzaakt door de afname van de cashpositie; de eindpositie is positief maar GGNet heeft in de loop van het jaar incidenteel gebruik moeten maken van haar kredietlijn. Ook zijn er in 2013 drie kasgeldleningen aangegaan.

Eigen Vermogen Solvabiliteit (eigen vermogen uitgedrukt in een percentage van het balanstotaal)

2013 2012 2011 2010 2009 2008

enkelvoudig geconsolideerd 26,53% 26,56% 28,78% 28,66% 29,56% 27,11% 21,67% 21,47% 14,72% 15,71% 12,10% 11,86%

Na toevoeging van het negatieve resultaat 2013 € 3.476.000,‐ daalt het eigen vermogen naar 29.134.000, ‐ euro. Uitgedrukt in een percentage van de totale opbrengsten is deze 18,13% (2012: 20,6%)

Liquiditeit In 2013 is de afname van de cashpositie circa € 923.000 globaal als volgt te verklaren:  Over ZVW 2012 moeten we nog € 12 miljoen ontvangen van verschillende zorgverzekeraars, dit zal pas begin 2014 binnenkomen. (deze zijn op 14 januari 2014 gefactureerd)  De kasgeldlening ten behoeve van de nieuwbouw de Meent is omgezet naar een langlopende lening à 13,9 miljoen.  Voor omzetting van deze lening diende aan disagio € 212.000 betaald te worden.  In 2013 zijn 3 leningen volledig afgelost. Hiervan is 1 lening hergefinancierd.  In 2013 zijn aan verzekeraars voorschotten financiering onderhanden werk terugbetaald. Hiervan is het effect circa € 430.000.  Vanaf november 2013 is een actie uitgezet binnen GGNet om DBC’s af te sluiten waar dit mogelijk was. Dit heeft een hogere facturatie veroorzaakt en samen met een kortere betalingstermijn in december van onze zorgverzekeraars is hiermee een effect van circa € 5 mln. positief behaald. Zonder dit effect was de eindpositie € 5 mln. lager geweest.

Langlopende leningen Nieuwe langlopende leningen en afgeloste leningen gedurende 2013: Lening Hoofdsom Afgesloten Rentepercentage Looptijd Gebouw BNG 306.301 22‐4‐2013 2,30% 9 jaar Herfinanciering Rabobank lening NN 13.900.000 15‐10‐2013 3,08% 30 jaar De Meent RABO 1.072.056 21-06-1993 4,15% Afgelost in 2013 (317k) RABO 986.972 21‐04‐1993 4,70% Afgelost in 2013 (340k) ABN 907.561 01‐10‐1993 2,75% Afgelost in 2013 (567k) Voor het totaaloverzicht van onze langlopende leningen wordt verwezen naar de bijlage langlopende leningen. Jaarverslag GGNet ‐ 2013

52

Nieuwe lening In oktober 2013 is met Nationale Nederlanden (via Wallich & Matthes) een nieuwe lening aangegaan onder garantie van de Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector. Het belangrijkste kenmerk van deze leningovereenkomst is dat de Algemene bepalingen voor geldleningen van de Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector van toepassing zijn. Gegevens lening: Hoofdsom: Euro 13,9 miljoen Stortingsdatum: 15 oktober 2013 Looptijd: 30 jaar Renteherziening: looptijd 30 jaar vast tegen vast rentepercentage Aflossing: lineair 30 jaar – per half jaar Rentebetaling: per half jaar achteraf Renteberekening: juist/juist Zekerheid: WFZ borging Financial lease De afgelopen jaren heeft GGNet in samenwerking met de ziekenhuizen verschillende Regionale Geestelijke Gezondheidscentra (RGC’s) ontwikkeld. Het gaat hierbij om vijf RGC’s die verspreid zijn over het voorzieningsgebied van GGNet: - RGC Zutphen - RGC Zevenaar - RGC Apeldoorn - RGC Doetinchem - RGC Winterswijk Door veranderende wetgeving kunnen de afgesloten huurovereenkomsten het karakter krijgen van financial lease. Op basis van de bijbehorende karakteristieken is GGNet dan ook van mening dat de afgesloten huurovereenkomst met het RGC Doetinchem voldoet aan de criteria genoemd in RJ 292 en IAS 17. Deze overeenkomst met RGC Doetinchem is als financial lease binnen de jaarrekening vanaf 2009 op de balans verwerkt met een bedrag van € 18,1 miljoen. De overige huurovereenkomsten zijn ondertekend en getoetst. Deze voldoen niet aan de onderliggende criteria en zijn niet verwerkt in de balans. In 2013 is een bestuurlijk akkoord bereikt om de huurovereenkomst met de Springplank om te zetten naar een looptijd van vijftien jaar met een gedeeld risico samen met de andere twee deelnemende partijen. Hiermee voldoet deze overeenkomst niet aan de onderliggende criteria en hoeft deze dus niet op de balans van GGNet te worden verwerkt. Hedge accounting Het rentebeleid van GGNet beoogt de financieringslasten zo veel mogelijk te beperken. Hiertoe kunnen rente‐instrumenten worden gebruikt om het vastrentende of variabel rentende karakter van de financieringen aan te passen aan het gewenste profiel. In verband met risicomijding heeft GGNet in 2008 een renteswap afgesloten om het variabel rentende deel te fixeren ten behoeve van een langlopende lening, ING, van 20 jaar. De huidige stand per ultimo is € 11.812.500,‐. De waarderingsgrondslag is kostprijs hedge accounting. De reële marktwaarde van afgesloten renteswaps per 31 december 2012 bedraagt circa € 2,232 miljoen negatief. Deze betalingsverplichting aan de ING geldt echter alleen wanneer de contracten zouden worden verbroken. GGNet is door ING beoordeeld als professionele partner wat inhoudt dat er geen risico is met betrekking tot aanvulling van eventuele tekorten. De instelling handelt niet in deze financiële derivaten en heeft procedures en gedragslijnen om de omvang van het kredietrisico bij elke tegenpartij of markt te beperken. De leningen worden aangehouden tot het einde van de looptijd. Bij het niet nakomen door een tegenpartij van aan de Jaarverslag GGNet ‐ 2013

53

instellingen verschuldigde betalingen, blijven eventuele daaruit voortvloeiende verliezen beperkt tot de marktwaarde van de desbetreffende instrumenten. De contractwaarde of fictieve hoofdsommen van de financiële instrumenten zijn slechts een indicatie van de mate waarin van dergelijke financiële instrumenten gebruik wordt gemaakt en niet van het bedrag van de krediet‐ of marktrisico’s. Renterisicomanagement Renterisico is het risico op onverwachte rentebewegingen die het bedrijfsresultaat van de onderneming ongunstig beïnvloeden. In 2014 worden hier geen andere ontwikkelingen in verwacht. Om de renterisico’s verder te beperken is kasgeldlening in de loop van 2013 omgezet in een langlopende lening. Het renterisico wordt zo beperkt omdat er minder onzekerheid over de rentekosten zal zijn. Ook in 2014 zal er dus uitdaging zijn voor GGNet om te komen tot een optimale rentestructuur. Het rentebeleid van GGNet beoogt de financieringslasten zoveel mogelijk te beperken. Eigen vermogen en ratio’s Door de veranderingen in de zorg nemen de financiële risico's voor zorginstellingen toe. Dit heeft ook gevolgen voor het verstrekken van leningen door banken. Zij willen een inschatting kunnen maken van de financiële gezondheid van zorginstellingen om te bepalen of ze risico's lopen bij het verstrekken van kredieten. Deze inschatting wordt gemaakt op basis van een set ratio’s met daarbij de te hanteren normen. De stresstest, ontworpen door Ernst & Young, bestaat uit zes financiële kengetallen die inzicht geven in de capaciteit om aan rente en aflossingen te voldoen, de solvabiliteit en de winstgevendheid. Achterliggende gedachte is dat banken op basis van deze kengetallen een risico‐inschatting maken voor het verstrekken van financiering. Zoals blijkt uit onderstaande tabel voldoet GGNet niet aan alle normen zoals die in deze stresstest worden gehanteerd. Kengetal DSCR ICR Net Debt/EBITDA Solvabiliteit ROIC Rentabiliteit

Categorie Rente/Aflossing capaciteit Rente/Aflossing capaciteit Rente/Aflossing capaciteit Solvabiliteit Solvabiliteit Solvabiliteit

Formule EBITDA/(Rentelasten + Aflossingen) EBIT/Rentelasten Netto schuld/EBITDA Eigen Vermogen/Totaal vermogen EBIT/(Eigenvermogen +netto schuld) Netto resultaat/Omzet

Norm > 1,25 > 2,00 < 3,50 > 20% >7,5% > 1,50%

2012 3,40 3,13 2,58 28,66% 8,01% 2,51%

2013 3,19 ‐0,70 2,43 26,56% ‐2,12% ‐2,16%

Toelichting: EBIT: Earnings before Interest and Tax. Dit is gelijk aan het bedrijfsresultaat conform geconsolideerde resultaatrekening à € ‐1.429.000. EBITDA: Earnings before Interest Tax Depreciation and Amortisation. Dit is gelijk aan het bedrijfsresultaat conform geconsolideerde resultaatrekening à € ‐1.429.000 plus afschrijvingen ad € 9.182.000 en bijzondere waardevermindering ad € 7.974.000. Netto schuld: Rentedragende schulden minus liquide middelen Dit is gelijk aan langlopende schulden à € 44.480.000 minus Liquide Middelen € 6.278.000. Ontwikkeling financieel resultaat en vermogen 2013. Allerlei toekomstige maatregelen, lees bezuinigingen, zullen effect hebben op het financiële resultaat, vermogen en cashflow. Zeker gezien de toekomstige plannen van het Ministerie van VWS, waarbij verdere beddenafbouw en omzetting van ambulante zorg naar de eerste lijn nog verdere negatieve effecten zal hebben op de omzet van GGNet. In deze branche waarbij de omzet niet verhoogd kan worden en er sprake zal zijn van omzetverlaging in de toekomst is het zeer belangrijk om een strikt liquiditeitsbeleid te voeren. Belangrijk uitgangspunt bij een normale bedrijfsuitoefening en borging van continuïteit is de regel afschrijvingen = investeringen. Jaarverslag GGNet ‐ 2013

54

Daarbij mogen de investeringen in enig jaar incidenteel hoger zijn indien het resultaat daarmee in de toekomst hoger wordt. De kasstroom is een van de belangrijkste indicatoren voor banken ter beoordeling van financieringen en herfinancieringen. Voor 2014 is een begroting met een positief resultaat van € 404.000, ‐ aangeboden aan de Raad van Toezicht. Deze heeft de begroting goedgekeurd. De verwachting is dat het eigen vermogen in 2014 wordt vermeerderd met dit resultaat.


55


56

Jaardocument 2013 II Jaarrekening

8

Jaarrekening


57

a. Geconsolideerde jaarrekening 2013

8.1.1

Geconsolideerde balans per 31 december 2013 (na resultaatbestemming) x € 1.000, ‐

Ref.

31-dec-13 €

31-dec-12 €

1 2 3

346 55.231 400 55.977

346 64.522 496 65.364

4

15

32

5 6 7 8

10.653 22.595 14.168 6.278 53.709

4.556 21.396 15.219 7.204 48.407

109.685

113.771

31-dec-13 €

31-dec-12 €

131 24.123 4.880 29.134

131 27.600 4.878 32.609

10

7.433

6.058

11

44.480

34.329

6 12

0 28.638

56 40.719

109.685

113.771

ACTIVA Vaste activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal vaste activa Vlottende activa Voorraden Onderhanden werk uit hoofde van DBC's / DBC-zorgproducten Vorderingen uit hoofde van bekostiging Overige vorderingen Liquide middelen Totaal vlottende activa Totaal activa

Ref. PASSIVA Groepsvermogen Kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen Totaal groepsvermogen Voorzieningen Overige voorzieningen Langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar) Kortlopende schulden (ten hoogste 1 jaar) Schulden uit hoofde van bekostiging Overige kortlopende schulden

Totaal passiva

9


58

8.1.2

Geconsolideerde resultatenrekening over 2013 x € 1.000, ‐

Ref.

2013 €

2012 €

13

99.596 44.453

97.549 46.081

14 15 16

8.093 2.711 5.844

7.313 2.639 4.752

160.697

158.334

108.192 9.182 7.974 36.778

109.036 9.125 642 33.685

Som der bedrijfslasten

162.126

152.488

BEDRIJFSRESULTAAT

-1.429

5.846

-2.047

-1.867

RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING

-3.476

3.979

RESULTAAT BOEKJAAR

-3.476

3.979

2013 €

2012 €

-3.478 2 -3.476

3.594 385 3.979

BEDRIJFSOPBRENGSTEN: Opbrengsten uit ZvW omzet Opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties Niet-gebudgetteerde zorgprestaties (exclusief DBC's / DBC-zorgproducten A- en B-segment) Subsidies Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Overige bedrijfskosten

Financiële baten en lasten

17 18 19 20

21

Resultaatbestemming Het resultaat is als volgt verdeeld: Toevoeging/(onttrekking): Reserve aanvaardbare kosten Algemene reserve


59

8.1.3

Kasstroomoverzicht 2013 (volgens indirecte methode) x € 1.000, ‐ Ref. €

2013 €

€

2012 €

Kasstroom uit operationele activiteiten Bedrijfsresultaat Aanpassingen voor: - afschrijvingen - bijzondere waardeverminderingen - mutaties voorzieningen

-1.429

9.182 7.974 1.375

5.846

9.125 0 501 18.531

Veranderingen in vlottende middelen: - voorraden - mutatie onderhanden werk uit hoofde van DBC's / DBCzorgproducten - vorderingen - vorderingen/schulden uit hoofde van bekostiging - kortlopende schulden (excl. schulden aan banken)

17

-17

-6.153 1.051 -1.199 -11.921

6.020 2.490 -23.719 12.895

Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest

9.626

-18.205

-2.331

-1.103

13.141

2 -1.889

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten

1.502 -3.369 -1.887

-1.867

-2.990

11.274

Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen materiële vaste activa Desinvesteringen materiële vaste activa Investeringen immateriële vaste activa Investeringen deelnemingen en/of samenwerkingsverbanden Overige investeringen in financiële vaste activa

-8.502 415

-16.221 724 -346

0 0

29 266 -8.087

Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten

-15.548

Kasstroom uit financieringsactiviteiten Nieuw opgenomen leningen Aflossing langlopende schulden Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie geldmiddelen Stand geldmiddelen per 1 januari Stand geldmiddelen per 31 december

14.206 -4.055

4.150 -2.723 10.151

1.427

-926

-2.847

7.204 6.278

10.051 7.204


60

Kasstroom uit financieringsactiviteiten: Op 29 december 2011 werd met de ABN‐Amro een nieuwe kredietovereenkomst aangegaan. Het betrof een kasgeldlening ten behoeve van nieuwbouw De Meent en rekening‐courant krediet voor een maximumbedrag van € 16 miljoen. De uitputting per 31‐12‐2012 bedroeg € 10,5 miljoen. Er was overeengekomen dat deze kasgeldlening werd omgezet naar een langlopende lening wanneer de bouw van De Meent ten einde was. Deze lening is in 2013 voor een totaalbedrag van € 13,9 miljoen afgesloten, zie overzicht langlopende leningen. Het kassaldo is direct opeisbaar en staat ter beschikking van de Stichting GGNet. Het maximale op te nemen rekening‐courantkrediet bedraagt per 31 december circa € 13 miljoen. Deze kredietfaciliteit is verkregen bij de ING‐bank. Aan de bank zijn de volgende zekerheden gegeven: Negative pledge/Pari Passu en Cross Default verklaring. Bij de verstrekte faciliteiten dient een aantal panden tot zekerheid. Evenals vorig jaar is de verantwoording van facturen à € 319.220 die betrekking hebben op investeringen uit de mutatie kortlopende schulden gehaald en verantwoordt onder investeringen materiële vaste activa. Daarnaast zijn de te betalen rentekosten à € 160.000 verantwoord onder kortlopende schulden in plaats van onder betaalde rentekosten. Dit vertegenwoordigt geen echte kasstroom.


61

8.1.4

Grondslagen van waardering en resultaatbepaling

8.1.4.1 Algemeen Algemeen Stichting GGNet, Vordenseweg 12 te Warnsveld, statutaire zetel gemeente Zutphen heeft ten doel het bieden van hulp in de geestelijke gezondheidszorg en in het bijzonder aan mensen met psychiatrische problematiek. Groepsverhoudingen Aan het hoofd van deze groep staat GGNet. Binnen deze groep zijn tevens opgenomen de Stichting De GGZ Academie, voorheen Stichting Propuls, en Isis B.V. waarin opgenomen Shared Ambition B.V. Stichting GGNet maakt deel uit van de fiscale eenheid voor de omzetbelasting van Stichting GGNet en Stichting “de GGZ Academie”CS. Op grond daarvan is de stichting hoofdelijk aansprakelijk voor de belastingschuld van de fiscale eenheid als geheel. Continuïteitsveronderstelling Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Er wordt gerapporteerd over de periode 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013 en de weergegeven bedragen zijn in duizenden euro’s. Vergelijking met voorgaand jaar De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. De waardering van alle immateriële en materiële vaste activa, dus ook die activa waarvoor een integrale vergoeding wordt verkregen voor de afschrijvingskosten, vindt plaats in overeenstemming met artikel 2: 384 BW tegen verkrijgings ‐of vervaardigingsprijs. Consolidatie In de geconsolideerde jaarrekening zijn tevens opgenomen de Stichting en BV’s die tot de groep behoren. Normaliter behoeven In de geconsolideerde jaarrekening geen gegevens te worden geconsolideerd van de in de consolidatie te betrekken maatschappijen (art. 2:407 lid 1 BW) waarvan de gezamenlijke betekenis te verwaarlozen is op het geheel (RJ 217.304). De criteria, met betrekking tot materialiteit waaraan is getoetst, zijn conform art. 2:407 BW. Voor de balans geldt dat indien een post groter is dan 5% van de balanstelling of groter is dan 10% van de rubriek waartoe deze behoort, wordt aanbevolen de post afzonderlijk te vermelden op grond van het vermoeden dat sprake is van een post van relatieve betekenis (RJ 115.214). Voor de winst‐ en verliesrekening geldt dat indien een resultaatspost groter is dan 5% van de toegevoegde waarde of groter is dan 10% van het totaal van de rubriek waartoe deze behoort, wordt aanbevolen de post afzonderlijk te vermelden op grond van het vermoeden dat sprake is van een post van relatieve betekenis (RJ 115.215). Op grond van bovenstaande criteria worden onderstaande Stichting en B.V.’s meegeconsolideerd. Binnen de groep GGNet betreft dit:  Stichting De GGZ Academie voorheen Stichting Propuls, te Zutphen. De Stichting verricht activiteiten op het gebied van het verstrekken van opleidingen, het organiseren van congressen GGZ‐breed en is een 100% deelneming van GGNet. Jaarverslag GGNet ‐ 2013

62



Isis geïntegreerde zorg B.V., Amersfoort, 100% deelneming van GGNet. De B.V. verricht activiteiten op het gebied van eerstelijnspsychologie. o Shared Ambition B.V., Markhaven 25C te Amersfoort, 100% deelneming van Isis B.V. heeft ten doel het bieden van hulp in de geestelijke gezondheidszorg en in het bijzonder op het gebied van arbodienstverlening.

De waarderingsgrondslagen in de jaarrekening van De GGZ Academie, Isis B.V. en Shared Ambition B.V. wijken overigens niet af van de enkelvoudige jaarrekening GGNet. De onderlinge transacties worden geregistreerd via een rekening‐courantverhouding en zijn bij consolidatie geëlimineerd. Verbonden rechtspersonen De PAAZ‐afdelingen van de ziekenhuizen Slingeland Ziekenhuis te Doetinchem, Streekziekenhuis Koningin Beatrix te Winterswijk en Gelre ziekenhuizen, locatie Zutphen, maken sinds 1 januari 2002 deel uit van GGNet. GGNet is verantwoordelijk voor de gehele exploitatie van deze afdelingen. Voor de facilitaire diensten van deze afdelingen is met de ziekenhuizen een SLA afgesloten. Op de terreinen van de ziekenhuizen zijn Regionale GGZ Centra (RGC’s) gebouwd. De ziekenhuizen zijn bouwheer van deze centra; met hen zijn overeenkomsten gesloten voor de totstandkoming van deze RGC’s. Sinds 1996 vervult GGNet de kassiersfunctie voor Stichting Urtica De Vijfsprong. De psychiatrische erkenning van Urtica De Vijfsprong wordt beheerd door GGNet. In dit verband maakt GGNet productieafspraken voor Urtica De Vijfsprong met het zorgkantoor en draagt zij zorg voor de periodieke bevoorschotting en afrekening van Urtica De Vijfsprong. Spectrum Gelderland Oost, één van de voormalige rechtsvoorgangers van GGNet, maakte tot 1996 deel uit van Stichting Oude Nieuwe Gasthuis (ONG). Na ontvlechting van de diverse zorgactiviteiten richtte Stichting ONG zich vooral op het beheer van niet aan de verzelfstandigde stichtingen toegewezen vermogens. Hiervoor zijn per (voormalige) instelling bestemmingsfondsen gecreëerd. In het bestuur van de Stichting hebben leden van de Raad van Toezicht van de voormalige instellingen zitting. Voor GGNet neemt de heer Bouwers zitting in het bestuur. De Raad van Bestuur van GGNet is, zonder overwegende zeggenschap, vertegenwoordigd in het bestuur van de volgende rechtspersonen: ‐ Stichting Vrienden van Spatie ‐ Stichting De Springplank ‐ Stichting Historisch Bezit ONG De Stichting GGNet is bij de volgende verbonden vennootschap betrokken: • Interapy Holding B.V. te Amsterdam met als kernactiviteit het besturen van en toezicht houden op de ondernemingen en vennootschappen. De kernactiviteit van deze ondernemingen en vennootschappen is het verstrekken van behandelingen via internet. Het aandeel van GGNet is in 2011 uitgebreid tot 19,9%. Begin 2012 is dit aandeel grotendeels verkocht. Er resteert in 2013 nog een aandeelhouderschap van 6,25%. De verstrekte financiering en het verstrekte kapitaal zijn afgewaardeerd naar € 10.000,‐. Van transacties met verbonden partijen is sprake wanneer een relatie bestaat tussen de instelling, haar deelnemingen en hun bestuurders en leidinggevende functionarissen. Er hebben zich geen transacties met verbonden partijen voorgedaan op niet‐zakelijke grondslag.


63

8.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva Activa en passiva Activa en passiva worden gewaardeerd tegen de verkrijgings ‐of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. Toelichtingen op posten in de balans, resultatenrekening en kasstroomoverzicht zijn in de jaarrekening genummerd. Schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Immateriële vaste activa De immateriële vaste activa wordt gewaardeerd tegen verkrijgings‐ of vervaardigingsprijs onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingen. Materiële vaste activa De materiële vaste activa wordt gewaardeerd tegen verkrijgings‐ of vervaardigingsprijs onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingen. Sinds 2009 is sprake van een transitiefase voor de bekostiging van de materiële vaste activa die tot en met 31 december 2011 in aanmerking kwamen voor integrale nacalculatie. Dit in beginsel risicoloos bekostigingssysteem is per 1 januari 2012 voor de AWBZ vervangen door een systeem van prestatiebekostiging. Kapitaallasten worden voortaan bekostigd via een normatieve huisvestingscomponent (NHC) in de integrale tarieven, waarbij tot 2018 een overgangsregeling geldt, waarin de nacalculatie van kapitaallasten wordt afgebouwd en de vergoeding op basis van NHC wordt opgebouwd. Voor de Zorgverzekeringswet is met ingang van 2013 de NHC voor verblijf ingevoerd. Hierdoor ontstaan nieuwe risico’s voor het vastgoed, zoals exploitatierisico’s (leegstand, onderbezetting), marktontwikkelingrisico’s en hierdoor het risico van duurzame waardevermindering bij structurele exploitatieverliezen. Ook voor de tot en met boekjaar 2013 nacalculeerbare huurcontracten zijn vergelijkbare risico’s ontstaan, waardoor bij structurele verliezen een voorziening voor verlieslatende contracten is gevormd. Zie impairment. Economische gebruiksduur De afschrijvingstermijnen van onderdelen van de vaste activa zijn met ingang van 2011 op de te verwachten economische gebruiksduur gebaseerd en niet meer op de oude bekostigingssystematiek op basis van de toenmalige NZa‐beleidsregels. De resterende afschrijvingstermijnen zijn in de jaarrekening 2011 in overeenstemming gebracht met de resterende gebruiksduur van de desbetreffende activa. Het financieel effect à € 1.697.000, ‐ is toentertijd in de exploitatierekening verwerkt en nader toegelicht bij de afschrijvingen. Realiseerbare waarde en dekking huurverplichtingen Bij de waardering van de (materiële) vaste activa en huurverplichtingen is rekening gehouden met bovengenoemde risico’s. Op basis van de door de NZa op 26 juli 2011 bekend gemaakte beleidsregels 2012 hebben wij in 2013 wederom een berekening gemaakt van de verwachte kasstromen voor de Jaarverslag GGNet ‐ 2013

64

komende jaren, rekening houdend met de overgangsregeling zoals deze in genoemde beleidsregels is opgenomen. De berekeningen zijn uitgevoerd voor de organisatie als geheel. Bij deze berekening(en) is/zijn (waar mogelijk) de volgende aannames/uitgangspunten gehanteerd: - (resterende) economische levensduur; - bezettingspercentage; - restwaarde; - sloopkosten. Impairment Bij het berekenen van de bedrijfswaarde van de materiële vaste activa ten behoeve van de impairment is uitgegaan van de volgende uitgangspunten:  



alle activa zijn noodzakelijk om het huidige zorgaanbod aan te bieden aan (geografische groep van) cliënten. bepaalde activa hebben geen specifieke doelstelling, die daarmee ook eigen, afzonderlijke, inkomsten generen (los van de overige activiteiten) en alleen ingezet kunnen worden op specifieke activiteiten/zorgdiensten; activa kan alternatief worden ingezet om zorg aan te bieden.

Voor de bepaling van de bedrijfswaarde van de materiële vaste activa heeft GGNet de volgende variabelen gehanteerd in de berekening:     

als kasstroomgenerende eenheid is gekozen voor de gehele instelling met een onderverdeling op objectniveau. Bij de inschatting van de toekomstige opbrengsten zijn de huidige plannen van het kabinet ten aanzien van de basiszorg (€10 miljoen ambulante zorg) en het extramuraliseren van cliënten (reductie van 25% van de bedden in 4 jaar) meegenomen. In de nabije toekomst geen nieuwbouw vastgoed plaatsvindt en de huidige vastgoedoppervlakten de komende jaren verminderd zal worden op basis van de extramuralisatie. Meegenomen is een structurele groei van de tarieven van de ZVW van gemiddeld 2% over de nominale omzet ZVW in 2014 tot en met 2018. Gemiddelde efficiency verhoging van 1% per jaar in de arbeidsproductiviteit.

Hieruit komt een bedrijfswaarde van € 54,4 miljoen ten opzichte van een boekwaarde van € 65,8 miljoen. Hiermee voldoet GGNet aan bovenstaande uitgangspunten en is de Raad van Bestuur van GGNet van mening, dat er geen aanleiding is om een andere waardering toe te passen dan de waarderingsgrondslagen gekozen voor waardering op basis van verkrijgings‐ of vervaardigingsprijs. Deze impairmentberekening met gedetailleerde analyse geeft wel aanleiding voor herijking. Bij bovenstaande uitkomsten zijn de volgende besluiten genomen: -

Er worden voorzieningen gevormd voor Amphionstraat en Molengracht, zie voor verdere toelichting de paragraaf voorzieningen. Daarnaast wordt een aantal niet toewijsbare activa geheel afgeschreven en is ervoor gekozen om extra af te schrijven op locaties die in de nabije toekomst op de nominatie staan om te worden verkocht of gesloten. Zie voor verdere uitleg de toelichting op de balans bij materiële vaste activa. Het resterende gedeelte van deze impairmenttoets zal worden verdeeld op basis van de procentuele % verdeling van de boekwaarde per balansdatum 31‐12‐2013. Deze bedragen worden als negatieve investeringen verwerkt in de activamodule en vervolgens afgeschreven op basis van de gemiddelde afschrijvingstermijn per activumsoort.


65

Voor zover subsidies of daaraan gelijk te stellen vergoedingen zijn ontvangen als eenmalige bijdrage in de afschrijvingskosten, zijn deze in mindering gebracht op de investeringen of zijn deze als vooruit ontvangen bedrag onder de overlopende passiva opgenomen. Door veranderende wetgeving kunnen afgesloten huurovereenkomsten het karakter krijgen van financial lease. Op basis van de bijbehorende karakteristieken is GGNet van mening dat de afgesloten huurovereenkomst met het RGC Doetinchem voldoet aan de criteria genoemd in RJ 292 en IAS 17. Deze overeenkomst is dan ook, in overeenstemming met richtlijnen, als financial lease op de balans, al in 2009 bij het aangaan van de overeenkomst verwerkt. De overige huurovereenkomsten voldoen niet aan de criteria. De initiële activering heeft plaatsgevonden tegen de contante waarde van de minimale leasebetalingen. Iedere nieuwe huurovereenkomst zal worden getoetst aan de criteria genoemd in RJ 292 en IAS 17. Financiële vaste activa Deelnemingen in groepsmaatschappijen en overige deelnemingen waarin invloed van betekenis kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd volgens de nettovermogenswaardemethode. Invloed van betekenis wordt in ieder geval verondersteld aanwezig te zijn bij het kunnen uitbrengen van 20% of meer van de stemrechten. De nettovermogenswaarde wordt berekend volgens de grondslagen die gelden voor deze jaarrekening; voor deelnemingen waarvan onvoldoende gegevens beschikbaar zijn voor aanpassing aan deze grondslagen, wordt uitgegaan van de waarderingsgrondslagen van de desbetreffende deelneming. Indien de waardering van een deelneming volgens de nettovermogenswaarde negatief is, wordt deze op nihil gewaardeerd. Voor het negatieve Eigen vermogen van Isis is een voorziening gevormd binnen de consolidatie. Deelnemingen waarop geen invloed van betekenis kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Indien sprake is van een duurzame waardevermindering vindt waardering plaats tegen deze lagere waarde; afwaardering vindt plaats ten laste van de resultatenrekening. Onder de immateriële vaste activa konden voorheen posten zijn opgenomen die door het vervallen van de integrale vergoeding voor afschrijvingslasten op termijn niet langer voor verwerking in de balans in aanmerking zullen komen. De hiervoor in 2009 of latere jaren nog specifiek te ontvangen vergoedingen zijn als vordering opgenomen onder de financiële vaste activa. Overigens is Stichting GGNet nog steeds van mening dat een eventueel negatief verschil tussen realiseerbare waarde en boekwaarde, gegeven de historische bekostigingstoezeggingen door de overheid en de verschillen tussen bekostigingstermijnen en kortere bedrijfseconomische afschrijvingstermijnen, door de overheid gecompenseerd zullen (moeten) worden, zowel ten aanzien van materiële vaste activa als voormalige immateriële vaste activa. Voorraden De voorraden zijn gewaardeerd tegen historische kostprijs onder aftrek van een voorziening voor incourantheid, voor zover daartoe aanleiding bestaat. Onderhanden werk DBC’s Het onderhanden werk uit hoofde van DBC's wordt gewaardeerd op basis van de verwachte opbrengst die is gebaseerd op de gemiddelde opbrengst van de bestede tijd tegen het 12‐maands gemiddeld verkooptarief en de verblijfsdagen tegen het afgesproken tarief in overeenstemming met de afgesproken tarieven met de zorgverzekeraars. De productie van het onderhanden werk is bepaald door de openstaande verrichtingen te koppelen aan de DBC's die ultimo boekjaar openstonden. Op het onderhanden werk worden de voorschotten die ontvangen zijn van verzekeraars in mindering gebracht. Jaarverslag GGNet ‐ 2013

66

Vorderingen Vorderingen worden opgenomen voor de nominale waarde. Een voorziening wordt getroffen op de vorderingen op grond van verwachte oninbaarheid en bepaald op individuele basis. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening‐courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Voorzieningen (algemeen) Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen of worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de uitgaven die op termijn naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen. Wanneer verplichtingen naar verwachting door een derde zullen worden vergoed, wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen, indien het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting. Voor een toelichting op de individuele voorziening wordt verwezen naar de toelichting bij de balanspost. Onder de voorzieningen is een bedrag opgenomen voor verlieslatende contracten. Hieronder wordt verstaan een overeenkomst waarin de onvermijdbare kosten om aan de contractuele verplichtingen te voldoen, de verwachte voordelen uit de overeenkomst overtreffen. Door de op handen zijnde sluiting van Molengracht en Amphion heeft GGNet een huurovereenkomst die niet voortijdig kan worden beëindigd. GGNet heeft een voorziening gevormd voor de onvermijdbare huurverplichtingen onder aftrek van mogelijke ontvangsten uit onderverhuur en te realiseren opbrengsten voor de verwachte productie voor het gedeelte dat dienstbaar blijft aan onze organisatie. Zie voor verdere uitleg de toelichting bij de geconsolideerde balans. Het macrobeheersinstrument wordt door de minister van VWS ingezet om overschrijdingen van het macrokader zorg terug te vorderen bij instellingen voor tweedelijns curatieve geestelijke gezondheidszorg. Het macrobeheersinstrument is uitgewerkt in de Aanwijzing van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 11 december 2012, MC‐U‐3145881, op grond van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg, inzake het macrobeheersinstrument voor tweedelijns geneeskundige geestelijke gezondheidszorg. Jaarlijks wordt door de Nederlandse Zorgautoriteit ambtshalve een mbi‐omzetplafond vastgesteld. Tevens wordt door de NZa jaarlijks een omzetplafond per instelling vastgesteld, dat afhankelijk is van de realisatie van het mbi‐omzetplafond van alle instellingen gezamenlijk. Deze vaststelling gebeurt door de Minister van VWS, nadat de (eventuele) overschrijding van het mbi‐omzetplafond uiterlijk vóór 1 juli 2015 is gecommuniceerd. Bij het opstellen van de jaarrekening 2013 is nog geen inzicht in realisatie van het mbi‐omzetplafond over 2013. GGNet kan daarom geen betrouwbare inschatting maken van de uit het macrobeheersinstrument voortkomende verplichting. Daarom is deze mogelijke verplichting niet verwerkt in de balans per 31 december 2013, maar toegelicht als niet uit de balans blijkende verplichting Schulden Schulden worden opgenomen voor de nominale waarde. Jaarverslag GGNet ‐ 2013

67

8.1.4.3 Grondslagen van resultaatbepaling Algemeen Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, met inachtneming van de hiervoor al vermelde waarderingsgrondslagen. De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben, uitgaande van historische kosten. Verliezen worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord als deze gerealiseerd zijn. Baten (waaronder nagekomen budgetaanpassingen) en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn geconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend. Bij het bepalen van de DBC‐omzet 2013 heeft GGNet de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling gevolgd zoals opgenomen in de betreffende paragrafen in de handreiking omzetbepaling curatieve GGZ2013. Door de systeemcomplexiteit en landelijke problematiek is sprake van onzekerheden in de omzetverantwoording 2013. Oorzaak en achtergrond systeemcomplexiteit: Met ingang van 2013 is voor de curatieve geestelijke gezondheidzorg prestatiebekostiging ingevoerd op basis van de DBC‐systematiek. In de periode 2008 tot en met 2012 is al gebruik gemaakt van de DBC systematiek voor de incasso van het budget, maar vanaf 2013 zijn de DBC’s ook bepalend voor de omzet in de jaarrekening. De systematiek kent inherente beperkingen waardoor in de periode 2008 tot en met 2012 geen goedkeurende verklaringen bij de DBC verantwoordingen konden worden verstrekt. Deze generieke landelijke risico’s en onduidelijkheden, die zich voordoen bij alle instellingen die curatieve GGZ zorg leveren, zijn nog steeds van toepassing. De risico’s en onduidelijkheden hebben vooral betrekking op de registratie‐ en facturatiebepalingen. Deze bepalingen bevatten diverse open normen, die gedurende‐ en na afloop van het boekjaar nader worden geduid door de regelgevers. Het met terugwerkende kracht volledig voldoen aan achteraf vastgestelde nadere duidingen is onmogelijk en de consequenties zijn niet betrouwbaar in te schatten. Risico’s en onduidelijkheden hangen onder meer samen met inzet van de hoofdbehandelaar, de toepassing van normtijden, de verwijsregistratie, de inzet van ervaringsdeskundigen in de behandeling, de inhoud van de geleverde zorg, de aanpassingen in de productstructuur, voortschrijdend inzicht over gepast gebruik, verzekerde zorg en onderscheid eerste en tweede lijn, de status van de validatiemodule, en de juistheid van de indeling van de geregistreerde dagen in de juiste tariefcategorie. Objectieve juistheid van de registratie en declaraties is niet altijd eenduidig controleerbaar: De facturatie staat sinds afgelopen jaar onder extra toezicht vanwege de aanpak van de vermeende ‘zorgfraude’. Het gebrek aan heldere normstelling maakt de controle van GGz instellingen(en ook zorgverzekeraars) op facturen echter complex en niet eenduidig; dit wordt bevestigd door uiteenlopende beoordelingen en controle‐uitkomsten van verschillende zorgverzekeraars en de NZa. Het vergroot de onzekerheid voor belanghebbenden in de zorg. Niet elke onbegrijpelijke factuur is gegeven de complexe regels echter ook onjuist en niet elke onjuiste factuur is fraude. De Raad van Bestuur heeft de omzet en daarbij behorende balansposten naar beste weten bepaald en daarbij rekening gehouden met belangrijke schattingsfactoren en onzekerheden die landelijk een rol spelen en ook bij GGNet van toepassing zijn. De genoemde sectorbrede onzekerheden cumuleren en leidt tot onzekerheden in de jaarrekening. De Raad van Bestuur kan het individuele effect van deze sectorbrede onzekerheden op de betrouwbaarheid van de omzetverantwoording in de jaarrekening 2013 van GGNet niet opheffen gegeven de landelijke systeemcomplexiteit. Het gaat om de volgende onzekerheden:


68

A: Terugwerkende kracht aanpassingen c.q. aanscherpingen door nadere duidingen NZa, CVZ en zorgverzekeraars, normonduidelijkheid over registratie –en declaratieregels. (geen nadere toelichting nodig, zorgverzekeraar hanteren regels van 2013 op registratie/declaratie van 2012 en eerder.) B: Schadelast(deel)plafond kunnen wijzigen als gevolg van diverse contractafspraken (zoals ROM scores, inzet ervaringsdeskundige, maximaal bedrag per unieke patiënt, patiëntmix) C: Schadelastprognoses/ zorgcontractering 2013 die inherent onzekerheden bevatten. (mede in relatie met punt E) ( Het is vrijwel niet mogelijk om een bedrijfszekere schadelastprognose te maken omdat de dbc’s 2013 doorlopen tot eind 2014 en het feit dat de regelgeving medio 2013 verder is aangescherpt voor 2013, met terugwerkende kracht) D: Inschatting effecten materiële controles (dit blijft tot op dit moment onzeker. Het is niet te voorspellen welke politieke druk een rol gaat spelen bij fraude onderzoeken) E) De waardering van Onderhanden Werk DBC’s bevat inherente onzekerheden, mede in relatie tot contracteringsafspraken, in de registratie en waardering (zie ook punt C) F: De afwikkeling van vorderingen en schulden uit het oude budget tijdperk, Dit kan onzekerheden inhouden over de balanspost nog in tarieven te verrekenen (financieringsverschil). (effecten vanuit dbc’s bij materiële controle, zie ook punt H) G: Het bedrag dat voortvloeit uit de nacalculatie doorloop DBC’s 2012, zoals is opgenomen in de omzet 2013, en waarvan goedkeuring voor het berekende bedrag door GGNet door de NZa nog niet heeft plaatsgevonden. H: Nacalculatie op correcties op voor 2013 geopende dbc’s. (samenhang met punt F) I: Het bedrag dat voortvloeit uit de overgangsregeling NHC, zoals is opgenomen in de omzet 2013 en waarvan goedkeuring voor het berekende bedrag door GGNet door de NZa nog niet heeft plaatsgevonden. J: De toerekening aan de boekjaren 2013 en 2014 van het ex‐ante transitiebedrag schadejaar 2013. (niet van toepassing voor GGNet) K: Gebruik van normtijden en indeling deelprestaties verblijf naar verblijfsklassen. (GGNet gebruikt wel standaardtijden maar heeft (nog) geen normtijden vastgesteld) L: Verwijsregistratie (niet landelijk opgenomen in de beleidsregels NZa, staat wel in polisvoorwaarden zorgverzekeraars echter tot 2013 had GGNet te maken met het representatiemodel. In die contracten stond niets over verwijsregistratie, tot en met 2012 is er nooit op verwijsregistratie gecontroleerd voor de controleverklaring.) M: Hoofdbehandelaarschap. (Ook hier is geen notitie i n de contracten bij het representatiemodel, wel weer in de polissen van de zorgverzekeraar. Dit is pas in juli 2013 als regelgeving bekend gemaakt met terugwerkende kracht.) Jaarverslag GGNet ‐ 2013

69

Financiële instrumenten Het rentebeleid van GGNet beoogt de financieringslasten zo veel mogelijk te beperken. Hiertoe kunnen rente‐instrumenten worden gebruikt om het vastrentende of variabel rentende karakter van de financieringen aan te passen aan het gewenste profiel. In verband met risicomijding heeft GGNet in 2008 een renteswap afgesloten om het variabel rentende deel te fixeren ten behoeve van een langlopende lening, ING, van 20 jaar. De huidige stand per ultimo is € 11.062.500, ‐. De waarderingsgrondslag is kostprijs hedge accounting. De reële marktwaarde van afgesloten renteswaps per 31 december 2013 bedraagt € ‐1.957.039,58 negatief (31 december 2012 € ‐2.629.870,05 negatief). Deze betalingsverplichting aan de ING geldt echter alleen wanneer de contracten zouden worden verbroken. GGNet is door ING beoordeeld als professionele partner wat inhoudt dat er geen risico is met betrekking tot aanvulling van eventuele tekorten. De instelling handelt niet in deze financiële derivaten en heeft procedures en gedragslijnen om de omvang van het kredietrisico bij elke tegenpartij of markt te beperken. De leningen worden aangehouden tot het einde van de looptijd. Bij het niet nakomen door een tegenpartij van aan de instellingen verschuldigde betalingen blijven eventuele daaruit voortvloeiende verliezen beperkt tot de marktwaarde van de desbetreffende instrumenten. De contractwaarde of fictieve hoofdsommen van de financiële instrumenten zijn slechts een indicatie van de mate waarin van dergelijke financiële instrumenten gebruik wordt gemaakt en niet van het bedrag van de krediet‐ of marktrisico’s. Pensioenen GGNet heeft voor haar werknemers een toegezegde pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen dat afhankelijk is van leeftijd, salaris en dienstjaren. De regeling is ondergebracht bij het Pensioenfonds Zorg en Welzijn. GGNet heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij Pensioenfonds Zorg en Welzijn, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. De dekkingsgraad per 31 december 2013 bedroeg 109% (31 december 2012 was deze 101%), hieronder wordt verstaan de verhouding tussen het vermogen van het pensioenfonds en alle financiële verplichtingen in de toekomst. De aan de pensioenuitvoerder te betalen premie wordt als last in de winst‐ en verliesrekening verantwoord. Te betalen premie dan wel de vooruitbetaalde premie per jaareinde wordt als overlopend passief respectievelijk overlopend actief verantwoord. Voor verplichtingen naast de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie wordt een voorziening opgenomen, indien per balansdatum sprake is van een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting aan de pensioenuitvoerder en/of werknemer, het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen noodzakelijk is, en er een betrouwbare schatting kan worden gemaakt van de omvang van de verplichting. De voorziening voor additionele verplichtingen aan de pensioenuitvoerder en/of werknemer wordt gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de desbetreffende verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorziening wordt gewaardeerd tegen de contante waarde als het effect van de tijdswaarde van geld materieel is (waarbij de disconteringsvoet vóór belastingen de actuele marktrente weergeeft). Een pensioenvordering uit hoofde van aanwezige overschotten bij de pensioenuitvoerder wordt opgenomen als de groep beschikkingsmacht heeft over het overschot, het waarschijnlijk is dat het tot toekomstige economische voordelen voor de groep leidt en het betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een pensioenoverschot wordt op dezelfde wijze gewaardeerd als een voorziening. 8.1.4.4 Grondslagen van segmentering Gezien de identieke dienstverlening is geen segmentatie toegepast.


70

8.1.4.5 Grondslagen enkelvoudige jaarrekening De waarderingsgrondslagen in de enkelvoudige jaarrekening wijken niet af van de geconsolideerde jaarrekening. De toelichtingen bij de diverse posten in de geconsolideerde jaarrekening zijn identiek voor de enkelvoudige jaarrekening. 8.1.5 Toelichting op de geconsolideerde balans per 31 december 2013 x € 1.000, ‐ ACTIVA 1. Immateriële vaste activa

De specificatie is als volgt:

31-dec-13 €

31-dec-12 €

Kosten oprichting en uitgifte van aandelen

346

346

Totaal immateriële vaste activa

346

346

2013 €

2012 €

Boekwaarde per 1 januari Bij: investeringen Af: afschrijvingen

346

48 346 48

Boekwaarde per 31 december

346

346

Het verloop van de immateriële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven:

Toelichting De immateriële vaste activa betreft de aankoop van Shared Ambition B.V., Amersfoort, 100% deelneming van Isis geïntegreerde zorg B.V. De B.V. verricht activiteiten op het gebied van eerstelijnspsychologie. 2. Materiële vaste activa De specificatie is als volgt:

31-dec-13 €

31-dec-12 €

Bedrijfsgebouwen en terreinen Machines en installaties Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa

39.642 9.136 6.452

39.674 7.888 6.499 10.462

Totaal materiële vaste activa

55.231

64.522

2013 €

2012 €

Boekwaarde per 1 januari Bij: investeringen Af: afschrijvingen Af: bijzondere waardeverminderingen Af: desinvesteringen

64.522 8.184 9.087 7.974 415

58.748 15.427 8.929 376 348


55.231

64.522

Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven:

Toelichting Jaarverslag GGNet ‐ 2013

71

Voor een nadere specificatie van het verloop van de WTZi‐vergunningplichtige vaste activa, de WTZi‐ meldingsplichtige vaste activa en de WMG‐gefinancierde vaste activa per activagroep wordt verwezen naar het mutatieoverzicht onder 5.1.6. In toelichting 5.1.7 zijn overzichten opgenomen voor de onderhanden en gereedgekomen projecten. Vanaf 2009 is de verwerking van de financial lease met betrekking tot het RGC Doetinchem opgenomen. De Stichting GGNet is juridisch geen eigenaar van het betreffende pand. De desinvesteringen worden veroorzaakt door verkoop van het pand Karrewiel à € 415.000. Bij de impairmentberekening met gedetailleerde analyse op objectbasis is door de Raad van Bestuur besloten om een aantal niet toewijsbare activa geheel af te schrijven en extra af te schrijven op locaties die in de nabije toekomst op de nominatie staan te worden verkocht of gesloten. Het resterende gedeelte van de uitkomst van deze impairmenttoets is verdeeld op basis van de procentuele verdeling van de boekwaarde per balansdatum 31‐12‐2013. Deze bedragen worden als negatieve investeringen verwerkt in de activamodule en vervolgens afgeschreven op basis van de gemiddelde afschrijvingstermijn per activumsoort. 3. Financiële vaste activa De specificatie is als volgt:

31-dec-13 €

31-dec-12 €

Deelnemingen Sloop Boslust/Schouwburg Aanloopkosten

10 280 110

10 354 132

Totaal financiële vaste activa

400

496

Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt: € Boekwaarde per 1 januari 2013

496

Af: waardeverminderingen

-96

Boekwaarde per 31 december 2013

400

Toelichting deelnemingen De Stichting GGNet is bij de volgende verbonden vennootschap betrokken: • Interapy Holding B.V. te Amsterdam met als kernactiviteit het besturen van en toezicht houden op de ondernemingen en vennootschappen. De kernactiviteit van deze ondernemingen en vennootschappen is het verstrekken van behandelingen via internet. Het aandeel van GGNet is in 2011 uitgebreid tot 19,9%. Begin 2012 is dit aandeel grotendeels verkocht. Er resteert in 2012 nog een aandeelhouderschap van 6,25%. Uitgaande van het voorzichtigheidsbeginsel is op grond van de onzekerheid over de terugvordering van de achtergestelde lening aan Interapy en de waarde van de deelneming een waardevermindering verantwoord. De verstrekte financiering en het verstrekte kapitaal zijn afgewaardeerd naar € 10.000,‐. Bij de totstandkoming van deze jaarrekening waren de cijfers van Interapy over het boekjaar 2013 nog niet vastgesteld.  Stichting De GGZ Academie voorheen Stichting Propuls, te Zutphen. De Stichting verricht activiteiten op het gebied van het verstrekken van opleidingen, het organiseren van congressen ggz‐breed en is een 100% deelneming van GGNet.  Isis geïntegreerde zorg B.V., Amersfoort, 100% deelneming van GGNet. De B.V. verricht activiteiten op het gebied van eerstelijnspsychologie. Jaarverslag GGNet ‐ 2013

72

o

Shared Ambition B.V., Markhaven 25C te Amersfoort, 100% deelneming van Isis B.V. heeft ten doel het bieden van hulp in de geestelijke gezondheidszorg en in het bijzonder op het gebied van arbodienstverlening.

In 2011 is de compensatieregeling ingevoerd in verband met de invoering van de normatieve huisvestingscomponent. De resterende boekwaarde van panden die op of voor 31 december 2011 zijn in verband met nieuwbouw kwamen voor de compensatieregeling in aanmerking. Bij de toepassing van de compensatieregeling in 2011 bestond enige onzekerheid of deze beide panden mochten worden meegenomen in de compensatieregeling. De NZa heeft over deze beide panden in februari 2013 een negatieve beschikking afgegeven. 4. Voorraden De specificatie is als volgt:

31-dec-13 €

31-dec-12 €

15 81 -81

15 103 -86

15

32

Medische middelen Overige voorraden: Voorziening incourante voorraden Totaal voorraden

Toelichting De voorziening die in aftrek op de voorraden is gebracht, wordt bepaald op basis van incourantheid. 5. Onderhanden projecten uit hoofde van DBC’s De specificatie is als volgt:

Onderhanden werk DBC's Af: ontvangen voorschotten Totaal onderhanden werk

31-dec-13 €

31-dec-12 €

38.514 -27.861

34.523 -29.967

10.653

4.556

De specificatie van onderhanden werk per zorgverzekeraar is als volgt weer te geven: DBC-zorgproducten

CZ VGZ Menzis Achmea Overig (waaronder Friesland) Totaal (onderhanden werk)

Gerealiseerde kosten en toegerekende winst € 3.377 5.062 14.488 13.219 2.368 38.514

Af: verwerkte verliezen €

Af: ontvangen voorschotten €

Saldo per 31-dec-2013

3.075 3.458 12.283 8.980 65 27.861

302 1.604 2.205 4.239 2.303 10.653

€

Toelichting Het onderhanden werk uit hoofde van DBC's wordt gewaardeerd op basis van de verwachte opbrengst die is gebaseerd op de gemiddelde opbrengst van de bestede tijd tegen het 12‐maands gemiddeld verkooptarief en de verblijfsdagen tegen het afgesproken tarief in overeenstemming met de afgesproken tarieven met de zorgverzekeraars. De productie van het onderhanden werk is bepaald door Jaarverslag GGNet ‐ 2013

73

de openstaande verrichtingen te koppelen aan de DBC's die ultimo boekjaar openstonden. Op het onderhanden werk worden de voorschotten die zijn ontvangen van verzekeraars in mindering gebracht. 6. Vorderingen uit hoofde van bekostiging voorheen financieringstekort en/of schulden uit hoofde van financieringsoverschot Vorderingen uit hoofde van bekostiging:

31-dec-13 €

31-dec-12 €

1. Vorderingen uit hoofde van financieringstekort 3. Vordering uit hoofde van Nacalculatie doorloop DBC's 2012 en nacalculatie 2013

16.702 5.893

21.340

Totaal vorderingen uit hoofde van bekostiging

22.595

21.340

2013 €

totaal €

t/m 2010 €

2011 €

2012 €

-56

7.165

14.230

Saldo per 1 januari Financieringsverschil boekjaar Correcties voorgaande jaren Betalingen/ontvangsten Subtotaal mutatie boekjaar Saldo per 31 december Stadium van vaststelling (per erkenning):

21.339 10.297

56 56

-7.165 -7.165

-1.932 -1.932

10.297

10.297 0 -9.041 1.256

0

0

12.298

10.297

22.595

c

a

a= interne berekening b= overeenstemming met zorgverzekeraars c= definitieve vaststelling NZa 31-dec-13 €

31-dec-12 €

22.595 22.595

21.396 56 21.340

31-dec-13 € 144.049

31-dec-12 € 143.630

Ontvangen voorschotten Gefactureerde DBC's/DBC-zorgproducten Overige ontvangsten: mutatie onderhanden werk DBC's Diversen correctie voorgaande jaren

43.742 80.571 3.991 5.399 49

45.921 90.010 -7.050 519

Totaal financieringsverschil

10.297

14.230

Waarvan gepresenteerd als: - vorderingen uit hoofde van financieringstekort - schulden uit hoofde van financieringsoverschot

Specificatie financieringsverschil in het boekjaar Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Vergoedingen ter dekking van het wettelijk budget:

Toelichting Het financieringsverschil DBC houdt in dat GGNet circa € 10,3 miljoen heeft te vorderen van het NZA en haar zorgverzekeraars. Dit bedrag zal in de loop van 2014 worden teruggevorderd. Jaarverslag GGNet ‐ 2013

74

7. Overige vorderingen en overlopende activa De specificatie is als volgt:

Vorderingen op debiteuren Nog te factureren omzet DBC's / DBC-zorgproducten Belastingen en sociale premies Nog te ontvangen bedragen: Overige overlopende activa: Totaal overige vorderingen

31-dec-13 €

31-dec-12 €

5.826 7.156

11.988 704 995 803 729 15.219

274 912 14.168

Toelichting De voorziening die in aftrek op de debiteuren is gebracht, bedraagt circa € 210.000, ‐ en is op basis van individuele beoordeling en leeftijd bepaald. De voorziening die in aftrek op nog te factureren omzet is gebracht, bedraagt € 3.166.829, ‐ en is, naast inschatting, ook bepaald op basis van inbaarheid en voorzichtigheidsprincipe. Bij belastingen en sociale premies staat geen bedrag omdat deze post, in tegenstelling tot vorig jaar, alleen nog te betalen bedragen omvat. 8. Liquide middelen De specificatie is als volgt:

31-dec-13 €

31-dec-12 €

Bankrekeningen Kassen

6.208 70

7.133 71

Totaal liquide middelen

6.278

7.204

Toelichting Het kassaldo is direct opeisbaar en staat ter beschikking van de Stichting GGNet. Het maximale op te nemen rekening‐courantkrediet bedraagt per 31 december circa € 13 miljoen. Deze kredietfaciliteit is verkregen bij de ING‐bank. Aan de bank zijn de volgende zekerheden gegeven: Negative pledge/Pari Passu en Cross Default verklaring. Bij de verstrekte faciliteiten dient een aantal panden tot zekerheid. PASSIVA 9. Groepsvermogen


75

Het groeps vermogen bestaat uit de volgende componenten:

31-dec-13 €

31-dec-12 €

Kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet collectief gefinancierd vrij vermogen

131 24.123 4.880

131 27.600 4.878

Totaal eigen vermogen

29.134

32.609

Overige mutaties €

Saldo per 31-dec-2013 €

Kapitaal Het verloop is als volgt weer te geven:

Kapitaal

Saldo per 1-jan-2013 €

Resultaatbestemming €

131

131

131

0

0

131





Collectief gefinancierd gebonden vermogen Het verloop is als volgt weer te geven: Reserve aanvaardbare kosten: 27.600 Resultaat boekjaar Totaal collectief gefinancierd gebonden vermogen

27.600 -3.478

-3.478 27.600

-3.478

0

24.123





Algemene reserves: GGNet GGZ Academie Isis

4.827 31 20

2

Totaal niet-collectief gefinancierd vrij vermogen

4.878

2

Niet collectief gefinancierd vrij vermogen Het verloop is als volgt weer te geven:

4.827 33 20 0

4.880

Toelichting Het resultaat van de Stichting GGNet is verrekend met de reserve aanvaardbare kosten.


76

10. Voorzieningen Het verloop is als volgt weer te geven:

Voorziening ziekengeld Voorziening jubilea Voorzienng huren Voorziening levensfasebudget Voorziening personeel Totaal voorzieningen


Dotatie

Onttrekking

Vrijval

€

€

€

220 1.219 1.410 2.031 1.178 6.058

158 49 2.613 365 3.185

1.410 203 203

197 1.607

Saldo per 31-dec-2013 € 378 1.268 2.613 2.396 778 7.433

Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moeten worden beschouwd: 31-dec-2013 Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.) Hiervan langlopend (> 5 jaar)

1.365 6.068 9.489

Toelichting Voorziening ziekengeld De voorziening ziekengeld is gebaseerd op de te maken salariskosten, uitsluitend brutoloon, voor medewerkers die gedurende het resterende dienstverband mogelijk niet meer worden opgenomen in het arbeidsproces. De berekening is op basis van de verwachte ziekteperiode, tegen nominale waarde en op individuele basis. De mutatie is vrijgevallen ten gunste van het resultaat. Voorziening jubilea Deze voorziening is getroffen voor de verwachte verplichting uit hoofde van jubilea, op individuele basis. De berekeningswijze is gebaseerd op de voorschriften van de richtlijnen voor de jaarverslaggeving. De nominale waarde à € 1.501.441, ‐ is contant gemaakt tegen een disconteringsvoet van 6,45%. De voorziening is gevormd ten laste van het resultaat. Voorziening huren Verschillende panden hebben mogelijk toekomstige verplichtingen en verrekenbare posities. In deze voorziening zijn ook de geschatte bedragen opgenomen die zijn gemoeid met de voorgenomen sluiting van het pand Amphionstraat en Molengracht. Voor de berekening van de Molengracht en Amphionstraat is uitgegaan van volledige leegstand per 1 juli 2015. Hiervan zal bij beide panden per 1 oktober 2015 80% zijn verhuurd. De huidige waarde van beide contracten tot einde looptijd van de contracten in 2021 is € 5.236.000, ‐ aan huurverplichtingen. De disconteringsvoet bedraagt 6,45%. De voorziening per pand is als volgt: Amphionstraat, Doetinchem € 1.105.736 Molengracht, Zutphen € 1.507.469 Totaal € 2.613.205 Het is waarschijnlijk dat deze voorzieningen in de komende jaren nog worden aangepast op basis van voortschrijdend inzicht. De voorzieningen zijn gevormd ten laste van het resultaat. Voorziening Levensfase Budget In de CAO 2010 is afgesproken dat de groep 45 ‐ 49‐jarigen vanaf 55 jaar jaarlijks 200 uren krijgt. De verwachte verplichting wordt met deze voorziening opgebouwd. Hierin zijn ook de verlofuren opgenomen die niet zijn opgenomen. De nominale waarde à € 2.563.178, ‐ is contant gemaakt tegen een disconteringsvoet van 6,45%. De voorziening is gevormd ten laste van het resultaat. Jaarverslag GGNet ‐ 2013

77

Voorziening personeel Deze voorziening is getroffen in verband met verplichtingen aan (voormalig) personeel in het kader van functioneren en bezuinigingen. De (personele) kosten die hiermee zijn gemoeid worden hierin tot uitdrukking gebracht. De berekening is op basis van de verwachte salariskosten, tegen nominale waarde en op individuele basis. De voorziening is gevormd ten laste van het resultaat. Verplichtingen uit hoofde van het macrobeheersinstrument Het macrobeheersinstrument wordt door de minister van VWS ingezet om overschrijdingen van het macrokader zorg terug te vorderen bij instellingen voor medisch specialistische zorg. Het macrobeheersinstrument is uitgewerkt in de Aanwijzing macrobeheersmodel instellingen voor medisch specialistische zorg. Jaarlijks wordt door de Nederlandse Zorgautoriteit ambtshalve een mbi‐ omzetplafond vastgesteld. Tevens wordt door de NZa jaarlijks een omzetplafond per instelling vastgesteld, welke afhankelijk is van de realisatie van het mbi‐omzetplafond van alle instellingen gezamenlijk. Deze vaststelling vindt plaats nadat door de Minister van VWS de overschrijding van het mbi‐omzetplafond uiterlijk vóór 1 december van het opvolgend jaar is gecommuniceerd. Voor 2013 is het mbi‐omzetplafond door de NZa vastgesteld op EUR 17.578 miljoen (prijsniveau 2012). Bij het opstellen van de jaarrekening 2013 bestaat nog geen inzicht in realisatie van het mbi‐ omzetplafond over 2013. GGNet is niet in staat een betrouwbare inschatting te maken van de uit het macrobeheersinstrument voortkomende verplichting en deze te kwantificeren. Als gevolg daarvan is deze verplichting niet tot uitdrukking gebracht in de balans van de stichting per 31 december 2013. 11. Langlopende schulden De specificatie is als volgt:

31-dec-13 €

31-dec-12 €

Schulden aan banken

44.480

34.329

Totaal langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar)

44.480

34.329

2013 €

2012 €

Stand per 1 januari Bij: nieuwe leningen Af: aflossingen

36.900 14.206 3.744

35.040 4.150 2.290

Stand per 31 december

47.363

36.900

2.883

2.571

44.480

34.329

Het verloop is als volgt weer te geven:

Af: aflossingsverplichting komend boekjaar Stand langlopende schulden per 31 december

Toelichting in welke mate (het totaal van) de langlopende schulden als langlopend moeten worden beschouwd: Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.), aflossingsverplichtingen Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) Hiervan langlopend (> 5 jaar)

2.883 44.480 32.269

2.571 34.329 25.118

Toelichting Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden wordt verwezen naar de bijlage Overzicht langlopende schulden. De aflossingsverplichtingen voor 2014 zijn verantwoord onder de kortlopende schulden. Jaarverslag GGNet ‐ 2013

78

12. Overige kortlopende schulden en overlopende passiva De specificatie is als volgt:

Schulden aan banken Crediteuren Aflossingsverplichtingen langlopende leningen Belastingen en sociale premies Schulden terzake pensioenen Nog te betalen salarissen Vakantiegeld Vakantiedagen Overige schulden: Rente aan kredietinstellingen Spaarverlof Nog te betalen kosten: Overige overlopende passiva Ministerie van VWS Totaal overige kortlopende schulden

31-dec-13 €

31-dec-12 €

5.160 2.883 7.115 1.085 200 3.656 2.403

10.500 5.321 2.571 5.166 1.034 213 3.562 2.667

301 225

141 283

4.702 884 24

8.622 427 212

28.638

40.719

Toelichting Schulden aan banken: Op 29 december 2011 werd met de ABN‐Amro een nieuwe kredietovereenkomst aangegaan. Het betrof een kasgeldlening ten behoeve van nieuwbouw De Meent en rekening‐courant krediet voor een maximumbedrag van € 16 miljoen. De uitputting per 31‐12‐2013 bedroeg € 10,5 miljoen. Er was overeengekomen dat deze kasgeldlening werd omgezet naar een langlopende lening wanneer de bouw van De Meent ten einde was. Deze lening is in 2013 voor een totaalbedrag van € 13,9 miljoen afgesloten, zie overzicht langlopende leningen. 13. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Categorie 1 jaar 2‐5 jaar 6‐10 jaar Huur € 5.487.568 € 17.896.699 € 18.114.156 Huur/ leasing transportmiddelen € 403.345 € 500.777 ‐ Toelichting Huur gebouwen Ten behoeve van de gedeconcentreerde bedrijfsuitoefening, dagactiviteitencentra en werkplaatsen zijn huurovereenkomsten afgesloten. Autolease Er is een verplichting aangegaan met leasemaatschappijen voor het verstrekken van bedrijfsauto's.


79

8.1.6

Geconsolideerd mutatieoverzicht immateriële activa, materiële vaste activa/financiële vaste activa op grond van artikel 5a regelgeving WTZi

8.1.6.1 Immateriële vaste activa Aquisitie Shared Ambition en goodwill Isis € Stand per 1 januari 2013 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde per 1 januari 2013

Kosten van onderzoek en ontwikkeling €

Kosten van concessies, vergunningen en rechten van intellectuele eigendom €

Kosten van goodwill die van derden is verkregen €

Vooruitbetalingen op immateriële activa €

394

€

394 0 48

48 346

Totaal

0

0

0

0

346

Mutaties in het boekjaar - investeringen - herwaarderingen - afschrijvingen - bijzondere waardeverminderingen

0 0 0 0

- terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde .cumulatieve herwaarderingen .cumulatieve afschrijvingen

0 0 0

- desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve herwaarderingen cumulatieve afschrijvingen per saldo

0

0

0

0

0

0 0 0 0

Mutaties in boekwaarde (per saldo)

0

0

0

0

0

0

Stand per 31 december 2013 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen

394 0 48

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

394 0 48


346

0

0

0

0

346

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

Afschrijvingspercentage


80

8.1.6.2 Materiële vaste activa

Stand per 1 januari 2013 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde per 1 januari 2013 Mutaties in het boekjaar - investeringen - herwaarderingen - afschrijvingen - bijzondere waardeverminderingen - terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde .cumulatieve herwaarderingen .cumulatieve afschrijvingen

Bedrijfsgebouwen en terreinen €

Machines en installaties €

Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting €

Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en Niet aan het vooruitbetalingen bedrijfsproces op materiële dienstbare vaste activa materiële activa € €

65.537.872

14.339.898

12.078.583

25.863.181

6.452.301

5.579.852

39.674.691

7.887.597

6.498.731

10.461.622

12.092.718

5.029.242

1.524.014

-10.461.622

5.731.071 5.978.460

1.785.019 1.995.397

1.570.591

829.522

2.819.820

335.506

829.522

2.819.820

335.506

3.984.848 0 3.984.848

10.461.622

Totaal €

102.417.975 0 37.895.334 0

64.522.641

8.184.352 0 9.086.682 7.973.857


225.295 415.850

0

0

0

0

641.145 0 225.295 415.850


-32.663

1.248.826

-46.577

-10.461.622

0

-9.292.037


76.159.923 0 36.517.895

16.549.320 0 7.412.897

13.267.091 0 6.814.937

0 0 0

0 0 0

105.976.334 0 50.745.730


39.642.028

9.136.423

6.452.154

0

0

55.230.604

3,3%

10,0%

20,0%



641.145

81

8.1.6.3 WTZi‐meldingsplichtige materiële vaste activa NZa-IVA

Grond

€

1.838.518

Stand per 1 januari 2013 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen

1.086.267

Boekwaarde per 1 januari 2013

752.251

Mutaties in het boekjaar - investeringen - herwaarderingen - afschrijvingen - extra afschrijvingen NZa-goedgekeurd

Gebouwen

€

Terreinvoorzieningen €

31.340

31.340

95.037

€

Semi perm. gebouwen €

Verbouwingen €

592.870

40.818.760

1.583.684

3.066.347

6.983.781

340.222

15.308.552

1.263.677

1.349.425

2.435.165

252.648

25.510.208

320.007

1.716.922

4.548.616

25.001

1.424.654

37.631

467.762

Installaties Onderhanden Projecten € €

Subtotaal vergunning €

Totaal

8.922.981

63.838.281 0 21.783.308

89.295.887 0 37.316.674

8.922.981

42.054.973

51.979.213

0 0 2.529.484 0

4.251.929 0 6.079.471 0

0 0 0

3.259.815 0 3.259.815

1.538.641 8.922.981 0 10.461.622

479.400

- terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde .cumulatieve herwaarderingen .cumulatieve afschrijvingen - desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve herwaarderingen cumulatieve afschrijvingen per saldo Mutaties in boekwaarde (per saldo) Stand per 31 december 2013 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde per 31 december 2013 Afschrijvingspercentage


€

0

0

0

0

0

0

0

8.922.981

0 8.922.981 0 8.922.981

-95.037

0

-25.001

-1.424.654

-37.631

-467.762

-479.400

-8.922.981

-11.452.465

-12.289.164

1.838.518 0 1.181.304

31.340 0 0

592.870 0 365.223

40.818.760 0 16.733.206

1.583.684 0 1.301.308

3.066.347 0 1.817.187

6.983.781 0 2.914.565

0

54.915.300 0 24.312.792

88.826.379 0 40.136.330

657.214

31.340

227.647

24.085.554

282.376

1.249.160

4.069.216

0

30.602.508

48.690.049

0,0%

5,0%

3,3%

2,5%

10,0%

10,0%

8.922.981

82

Trekkings rechten

Onderhanden Projecten

Subtotaal

Instandhouding


€

€

€

€

€

0 0 0

17.813.803

1.538.641

10.352.444 0 7.807.989

10.352.444 0 7.807.989

0

10.005.814

1.538.641

2.544.455

2.544.455

Mutaties in het boekjaar - investeringen - herwaarderingen - afschrijvingen

0 0 0

2.734.087

2.734.087 0 1.836.206

2.734.087 0 1.836.206


0 0 0

2.924.309 0 2.924.309

2.924.309 0 2.924.309


0

0

0 0 0 0

0

1.538.641

1.538.641 0 0 1.538.641

1.538.641 0 0 1.538.641


0

0

0

897.881

-1.538.641

-640.760

-640.760


0 0 0

0 0 0

0 0 0

17.623.581 0 6.719.886

0 0 0

17.623.581 0 6.719.886

17.623.581 0 6.719.886


0

0

0

10.903.695

0

10.903.695

10.903.695

Stand per 1 januari 2013 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde per 1 januari 2013



0

0

7.807.989

1.836.206

2.924.309 2.924.309

1.538.641

Subtotaal

Subtotaal meldingsplichtige activa € €

10,0%

83

8.1.6.4 WMG‐gefinancierde materiële vaste activa Inventaris

Stand per 1 januari 2013 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde per 1 januari 2013 Mutaties in het boekjaar - investeringen - herwaarderingen - afschrijvingen - terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde .cumulatieve herwaarderingen .cumulatieve afschrijvingen - desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve herwaarderingen cumulatieve afschrijvingen per saldo Mutaties in boekwaarde (per saldo) Stand per 31 december 2013 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde per 31 december 2013 Afschrijvingspercentage

€

Vervoermiddelen €

Automatisering €

Subtotaal WMG €

12.730.906

183.631

2.190.625

7.006.820

110.911

607.646

15.105.162 0 7.725.377

5.724.086

72.720

1.582.979

7.379.785

510.899

1.517.842 0 1.713.781

1.006.943 1.225.025

31.181

457.575

137.630

83.181

114.695

137.630

83.181

114.695

335.506 0 335.506

0

0

0

0 0 0 0

-218.082

-31.181

53.324

-195.939

13.600.219 0 8.094.215

100.450 0 58.911

2.586.829 0 950.526

16.287.498 0 9.103.652

5.506.004

41.539

1.636.303

7.183.846

20,0%

20,0%

20,0%


84

8.1.7

Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten en gereed gekomen projecten

8.1.7.1 Specificatie in het boekjaar onderhanden projecten (geconsolideerd) Projectgegevens

Investeringen

Goedkeuringen t/m 2013

Nummer

Briefnummer

Datum

Omschrijving

Nieuwbouw De Mate Renovatie Marke/Venne NEN keuringen BHV plannen en aanpassing LTOP Nieuwb. De Mate

Totaal

WTZi-type

t/m 2012 €

8.922.981 1.094.458

2013 €

gereed €

Indexering Nominaal onder-handen bedrag WTZi WTZi € € €

4.621.845 13.544.826 464.773 1.559.230

27.566 5.391 411.227

14.669 78.625

42.235 5.391 489.852

10.461.623

5.179.912

15.641.535

13.544.826

Aangepaste goedkeuring € 13.544.826 0 0 0 0

0

13.544.826

0

Jaar van oplevering

2013 2013 2013 2013 2013

13.544.826


85

8.1.7.2

Specificatie in het boekjaar gereedgekomen projecten (geconsolideerd) Projectgegevens

Nummer

Briefnummer

Datum

Omschrijving

Investeringen WTZi-type

Activapost

WTZi €

WMG €

Overige €

Nieuwbouw De mate Renovatie Marke/Venne NEN keuringen LTOP Nieuwb. De Mate Cameratoezicht parkeerpla Grondwerk Buurtzorg LTOP - fonds LTOP A-Lokaties Brandveiligheid/Legionell Vrij budget Stationsstraat Apeldoorn Verbouwing Buurse EVS (Theriak) Top desk importmodule bar BC Scelta, aanpassingen e BC Vila Nuova Vordenseweg BC Karrewiel Het mobiel tenzij concept Inventaris De Meent Koppelingen SIP Vodafone Aerohive uitbreiding Engeneering TC's/Laptops/schermen/mui Nieuwbouw Mate Microsoft Lync Licentie Beheertool mobiele app. MAAS 365 Uitbreiding LAN Win 7 licenties E-Health Bewegwijzering intern Gastvrijheid Inventaris Vloerbedekking/raambekled Overige zaken/apparatuur Vrij budget services BC Scelta, aanpassingen e Verbouwing De Boog Energiegebouw Warnsveld Shared Ambition Totaal


0

0

Totaal €

13.544.826 1.559.230 42.235 489.852 26.287 11.211 9.723 102.234 379.830 132.932 149.158 34.417 5.393 4.961 1.722 29.459 21.333 143.064 689.051 57.395 26.304 18.841 36.791 35.731 23.317 5.503 8.969 35.902 9.364 58.007 8.144 16.531 36.564 51.348 6.463 19.460 157.966 615.401 33.251 7.802

13.544.826 1.559.230 42.235 489.852 26.287 11.211 9.723 102.234 379.830 132.932 149.158 34.417 5.393 4.961 1.722 29.459 21.333 143.064 689.051 57.395 26.304 18.841 36.791 35.731 23.317 5.503 8.969 35.902 9.364 58.007 8.144 16.531 36.564 51.348 6.463 19.460 157.966 615.401 33.251 7.802

18.645.974

18.645.974

86

8.1.8

Leninggever

Overzicht langlopende schulden ultimo 2013

Datum

Hoofdsom

Totale looptijd

€ ING Rabobank BNG Rabobank ING ING BNG BNG ABN-AMRO ING ING ING ING BNG RGC Doetinchem RGC Doetinchem ECS ECS ING Lease BNG NN Shared Ambition

1-dec-05 21-jun-93 22-mrt-93 21-apr-93 15-mrt-06 1-dec-05 3-dec-90 30-aug-02 1-okt-93 1-jul-08 1-apr-12 1-apr-12 17-dec-12 16-apr-98 1-jan-09 1-jan-09 1-nov-10 1-nov-10 20-okt-10 22-apr-13 15-okt-13

850.638 1.072.056 1.361.341 986.972 635.292 1.077.728 1.815.121 536.271 907.561 15.000.000 1.000.000 1.000.000 2.090.000 3.291.631 6.521.300 12.249.840 389.522 118.610 60.000 306.301 13.900.000

Totaal


14 27 30 29 15 19 40 20 50 20 10 5 10 16 20 40 3 3 5 9 30

Soort lening

Werkelijkerente

Restschuld 31 december 2012

%

€

3,400% 4,150% 2,150% 4,700% 4,030% 3,400% 3,530% 2,360% 2,750% 4,947% 4,010% 3,280% 2,450% 5,330% 4,670% 4,670% 6,250% 6,250% 5,000% 2,300% 3,080%

Nieuwe leningen in 2013 €

409.567 317.647 499.158 340.335 367.290 689.746 816.804 268.134 567.226 11.812.500 950.000 900.000 2.090.000 411.851 5.217.040 11.024.841 101.035 32.947 33.000

Restschuld Aflossing in 31 december 2013 2013 € 63.010 317.647 45.378 340.335 39.704 57.479 45.378 26.814 567.226 750.000 100.000 200.000 156.750 205.699 326.065 306.246 101.035 32.947 10.800

306.301 13.900.000 51.000 36.900.121

51.000 14.206.301

3.743.513

€

Restschuld over 5 jaar

Resterende looptijd in jaren eind 2013

Aflossingswijze

€

346.557 0 0 0 453.780 181.512 0 0 327.586 89.362 287.392 632.267 499.159 771.426 241.320 80.434 0 0 11.062.500 6.562.500 250.000 850.000 700.000 0 783.750 1.933.250 206.152 0 4.890.975 2.934.585 10.718.595 8.881.134 0 0 0 0 0 22.200 306.301 136.134 13.900.000 11.583.333 0 0 0 47.362.909 32.269.295

Aflossing 2014

Gestelde zekerheden

€ 6 7 10 9 7 11 11 9 30 14 9 4 9 1 15 35 0 0 2 8 30

lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair

63.010 neg.pledge/pari passu provinciegarantie 45.378 Waarborgfonds Waarborgfonds 39.704 provinciegarantie 57.479 neg.pledge/pari passu 45.378 gemeentegarantie 26.814 rijksgarantie krediethypotheek 750.000 neg.pledge/pari passu 100.000 neg.pledge/pari passu en pos/neg hypotheekverklaring 200.000 neg.pledge/pari passu en pos/neg hypotheekverklaring 209.000 neg.pledge/pari passu en pos/neg hypotheekverklaring 205.699 provinciegarantie 326.065 306.246 inventaris/ICT ict 10.800 Cirkelmaaiers 34.034 Waarborgfonds 463.333 Waarborgfonds

2.882.940

87

8.1.9 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening Baten 13. Omzet DBC’s/ZvW en Wettelijk budget aanvaardbare kosten AWBZ. Omzet DBC’s/ZvW € Mutatie onderhanden werk DBC's Omzet DBC's

2013 €

3.991 95.605

€ -7.050 104.599

99.596

Totaal omzet DBC's

97.549

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten AWBZ (exclusief subsidies)

€

2012 €

2013 €

€

2012 €

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten voorgaand jaar

46.081

45.637

Productieafspraken verslagjaar

-2.757

-2.014

Overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling Prijsindexatie materiële kosten Groei normatieve kapitaalslasten

835 239 40

846 234 601 1.114

Uitbreiding erkenning en toelating: - loonkosten - materiële kosten - normatieve kapitaalslasten

0 0 0

1.681 637 212 0

0 Nacalculeerbare kapitaalslasten: - rente - afschrijvingen - overige

Subtotaal wettelijk budget boekjaar

-34 165 -116

849 -11 53 -114

15

-72

44.453

46.081

44.453

46.081

Correcties voorgaande jaren Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten AWBZ (exclusief subsidies)


88

14. Toelichting niet‐gebudgetteerde zorgprestaties De specificatie is als volgt:

2013 €

2012 €

Opbrengsten in opdracht van andere instellingen Persoonsgebonden en -volgende budgetten Overige niet-gebudgetteerde zorgprestaties

529 3 7.561

296 3 7.014

Totaal

8.093

7.313

Toelichting Het bedrag onder overige niet‐gebudgetteerde zorgprestaties bestaat uit diensten verleend aan het Ministerie van Justitie. 15. Subsidies (inclusief overige WMO‐prestaties) De specificatie is als volgt:

2013 €

2012 €

Overige Rijkssubsidies Subsidies vanwege Provincies en gemeenten (exclusief Wmo-huishoudelijke hulp; inclusief overige Wmo-prestaties zoals maatschappelijke en vrouwenopvang, verslavingszorg, OGGZ) Overige subsidies, waaronder loonkostensubsidies en EU-subsidies

1.491

1.412

1000 220

1089 138

Totaal

2.711

2.639


2013 €

2012 €

Overige dienstverlening: Praktijk Ondersteuning huisartsen: Overige opbrengsten (waaronder vergoeding voor uitgeleend personeel en verhuur onroerend goed):

2398 1.422 2024

2089 1.122 1541

Totaal

5.844

4.752

16. Overige bedrijfsopbrengsten

Toelichting: De toename van overige bedrijfsopbrengsten wordt veroorzaakt door een vergoeding van de zorgverzekeraar met betrekking tot omzetting ZVW/AWBZ 2012 à € 1.011.000. Jaarverslag GGNet ‐ 2013

89

17. Personeelskosten De specificatie is als volgt:

2013 €

2012 €

82.736 -612 11.265 7.699 3.458

81.397 284 11.001 7.389 4.336

Subtotaal Personeel niet in loondienst

104.546 3.646

104.407 4.629

Totaal personeelskosten

108.192

109.036

1.752

1.740

nvt

nvt

Lonen en salarissen Dotatie voorziening personeel Sociale lasten Pensioenpremies Andere personeelskosten:

Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden Aantal personeelsleden dat buiten Nederland werkzaam is

Toelichting: De totale personeelskosten zijn € 844.000,‐ lager dan in 2012 De belangrijkste oorzaken van deze daling worden gevonden in: Lonen en salarissen € 1.339.000 Personeelsvoorziening € ‐896.000 Sociale lasten € 264.000 Pensioenpremies € 310.000 Andere personeelskosten € ‐878.000 Personeel niet in loondienst € ‐983.000 - Eind 2013 was de gemiddelde fte inzet 1.752 inclusief overuren. In 2012 was dit 1.740 fte. Dit verklaart voor een groot deel de toename van de kosten voor lonen en salarissen en de personeelsvoorziening. - De afname aan personeelsvoorziening wordt daarnaast veroorzaakt doordat er in 2012 vrijval heeft plaatsgevonden van een aantal voorzieningen terwijl in 2013 nogmaals is vrijgevallen aan de voorzieningen. - De reguliere sociale lasten zijn echter door verhoging van het percentage voor de werkgeversbijdrage ZVW gecombineerd met de hogere lonen en salarissen toegenomen. - De toename van de pensioenpremie wordt grotendeels veroorzaakt door de verhoging van het percentage voor het ouderdomspensioen (premie OP) gecombineerd met de hogere lonen en salarissen. - De afname van de andere personeelskosten worden veroorzaakt door beperking van de scholingsuitgaven. Daarnaast is de reservering voor verlof in 2012 flink opgehoogd ten opzichte van een beperkte reservering in 2013. - De inzet van externen is in 2013 afgenomen waardoor de kosten hiervan zijn gedaald. Jaarverslag GGNet ‐ 2013

90

18. Afschrijvingen vaste activa 2013 €

2012 €

Nacalculeerbare afschrijvingen: - materiële vaste activa - financiele vaste activa

5.984 95

5.366 148

Overige afschrijvingen: - immateriele vaste activa - materiele vaste activa Totaal afschrijvingen

0 3.102 9.182

48 3.563 9.125

Waarvan nacalculeerbare afschrijvingen: - immateriële vaste activa - materiële vaste activa - financiële vaste activa

5.984 95


Toelichting: De stijging van de kapitaalslasten à € 57.000 wordt veroorzaakt door de hogere afschrijvingen ten opzichte van 2012. Er is in 2011 voor gekozen om een aantal care‐ en cure‐panden te beoordelen in samenhang met het LTOP en de afschrijvingstermijn in overeenstemming te brengen met de gebruiksduur. Het financieel effect hiervan bedroeg voor boekjaar 2011 € 1.697.000,‐ en voor het boekjaar 2012 € 825.000, ‐. De verantwoording hiervan heeft conform RJ en model jaarrekening plaatsgevonden onder afschrijvingen en niet onder bijzondere waardeverminderingen. Voor 2013 is op basis van het impairmentmodel besloten om, een aantal activa waarvan de verwachting is dat dit in de komende jaren worden gesloten, versneld af te schrijven. De waarde hiervan is € 874.000 euro. Aansluiting afschrijvingen resultatenrekening - vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten

2013 €

Totaal afschrijvingslasten resultatenrekening waarvan nacalculeerbare afschrijvingen

9.182 6.079

In het externe budget verwerkte vergoeding voor nacalculeerbare afschrijvingslasten: - WTZi-vergunningplichtige vaste activa - WTZi-meldingsplichtige vaste activa - WMG-gefinancierde vaste activa - DHAZ-gefinancierde vaste activa Totaal vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten

2.529.484 1.836.206 1.713.781 0 6.079.471

Aanschafwaarde desbetreffende vaste activa Cumulatieve afschrijvingslasten desbetreffende vaste activa Cumulatieve vergoedingen voor nacalculeerbare afschrijvingslasten desbetreffende vaste activa

88.826 40.136

19. Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa De specificatie is als volgt:

2013 €

2012 €

Bijzondere waardeverminderingen van: - immateriële vaste activa - materiële vaste activa - materiële vaste activa

0 3.162 4.812

376 266

Totaal

7.974

642


91

Toelichting: De bijzondere waardeverminderingen worden veroorzaakt door de afboeking van panden die niet meer dienstbaar zijn aan het zorgproces De stijging ten opzichte van 2012 wordt als volgt verklaard: Afboeken Boekwaarde 31‐12‐2013 Terrein Apeldoorn € ‐1.720.545,61 Afboeken Boekwaarde 31‐12‐2013 Terrein Warnsveld € ‐1.441.516,82 Impairment € ‐4.811.795,05 Het impairmentbedrag wordt verdeeld op basis van de procentuele verdeling van de boekwaarde per balansdatum 31‐12‐2013. Deze bedragen worden als negatieve investeringen verwerkt in de activamodule en vervolgens afgeschreven op basis van de gemiddelde afschrijvingstermijn per activumsoort. 20. Overige bedrijfskosten De specificatie is als volgt:

2013 €

2012 €

Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten Algemene kosten Patiënt- en bewonersgebonden kosten

8.719 9.285 4.017

8.592 7.799 4.315

Onderhoud en energiekosten: - Onderhoud - Energiekosten gas - Energiekosten stroom - Energie transport en overig Subtotaal

1.550 1.994 559 71 4.174

1.692 1.871 388 130 4.081

Huur en leasing Dotaties en vrijval voorzieningen

8.286 2.297

8.571 327

36.778

33.685

Totaal overige bedrijfskosten

Toelichting De stijging van de overige bedrijfskosten ad € 3.093.000, ‐ is als volgt te verklaren: Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten € 127.000 Algemene kosten € 1.486.000 Dotaties en voorzieningen € 1.970.000 Patiënt‐ en bewonersgebonden kosten € ‐298.000 Huur en leasing € ‐285.000 Energiekosten € 93.000 - De toename van de algemene kosten is te verklaren doordat er 2012 een vrijval van de ROM reservering van € 834.000 heeft plaatsgevonden samen met de vrijval risico indekking voor Scelta Den Haag van € 235.000. - De toename van dotatie bij voorzieningen wordt voornamelijk veroorzaakt door de schatting in 2013 van de contractuele verplichtingen aangaande huurkosten op de sluiting van Amphion en Molengracht à € 2.623.000 minus de vrijval van 2012 à € 1.410.000. Ook is onder deze post is een reservering opgenomen voor kosten van materiële controle door zorgverzekeraars van € 750.000. De daling van de huur en leasing wordt veroorzaakt door: - een deel van het contract bij Slingeland ziekenhuizen dat eind 2012 is afgelopen en niet is verlengd. Jaarverslag GGNet ‐ 2013

92

21. Financiële baten en lasten De specificatie is als volgt:

2013 €

2012 €

Rentebaten Resultaat deelnemingen Subtotaal financiële baten

2

1.502

2

1.502

Rentelasten Resultaat deelnemingen Subtotaal financiële lasten

-2.049

-3.369

-2.049

-3.369

Totaal financiële baten en lasten

-2.047

-1.867

22. Buitengewone baten en lasten Er zijn dit jaar geen buitengewone baten en lasten. 23. Bezoldiging bestuurders en toezichthouders Welk bestuursmodel is van toepassing op uw organisatie? Eindverantwoordelijke Raad van Bestuur met Raad van Toezicht. Wat is de samenstelling van het bestuur of de directie? Driehoofdig inclusief voorzitter en interim bestuurder. De bezoldiging van de bestuurders en gewezen bestuurders van de zorginstelling over het jaar 2013 is als volgt:


93

Naam 1 Vanaf welke datum is de persoon als bestuurder werkzaam in uw organisatie? 2 Maakt de persoon op dit moment nog steeds deel uit van het bestuur? 3 Zo nee: tot welke datum was de persoon als bestuurder werkzaam in uw organisatie? 4 Is deze gewezen bestuurder sindsdien nog in dienst van uw organisatie (Zo ja: dan dienen de gegevens over de bezoldiging van deze gewezen bestuurder met functienaam en eigennaam te worden vermeld onderaan de WNT-tabel onder 26.)? 5 Wat is de aard van de (arbeids)overeenkomst? 6 Welke salarisregeling is toegepast? 7 Wat is de deeltijdfactor? (percentage) 8 Beloning (incl. salaris, vakantiegeld, eindejaarsuitkering en andere vaste toelagen) a. Waarvan: verkoop verlofuren b. Waarvan: nabetalingen voorgaande jaren 9 Wat is de totale som van de eventuele vergoedingen in natura (o.a. huisvesting, auto (mede) voor privégebruik, laagrentende leningen, etc.)? 10 Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen 11 Werkgeversbijdrage sociale verzekeringspremies 12 Voorzieningen ten behoeve van beloning betaalbaar op termijn (o.a. werkgeversbijdrage pensioen, VUT, FPU, sabbatical, aanvulling sociale uitkering, arbeidsongeschiktheidsuitkering, etc.) 13 Winstdelingen en bonusbetalingen 14 Uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband 15 Totaal bezoldiging (8 t/m 14, excl. 8a en b)

Naam 1 T.A.M. de Grefte 1-7-2006

Naam 2 K.Lemke 1-12-2005

Naam 3 T. Vissers 1-9-2013

ja

ja

ja

1 3 100% 195.431

1 3 100% 191.449

nvt nvt

nvt nvt

0 0 8.248

0 320 8.248

23.617 nvt

22.367 nvt

nvt 227.296

nvt 222.384

71.874

71.874

De bezoldiging van de leden van de Raad van Toezicht van de zorginstelling over het jaar 2013 is als volgt: Naam 1 Vanaf welke datum was de toezichthouder voor het eerst in de huidige functie van toezichthouder werkzaam binnen de organisatie? 2 Is de persoon in het verslagjaar voorzitter van de Raad van Toezicht geweest? 3 Nevenfunctie(s) 4 Beloning (incl. salaris, vakantiegeld, eindejaarsuitkering en andere vaste toelagen) 5 Wat is de totale som van de eventuele vergoedingen in natura (o.a. huisvesting, auto (mede) voor privégebruik, laagrentende leningen, etc.)? 6 Vaste en variabele onkostenvergoedingen 7 Werkgeversbijdrage sociale verzekeringspremies 8 Voorzieningen ten behoeve van beloning betaalbaar op termijn (o.a. werkgeversbijdrage pensioen, VUT, FPU, sabbatical, aanvulling sociale uitkering, arbeidsongeschiktheidsuitkering, etc.) 9 Winstdelingen en bonusbetalingen 10 Uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband 11 Totaal bezoldiging (4 t/m 10)

Naam 1 Naam 2 R.J.M. Hopstaken V.Doorn 1-1-2009

Naam 3 Drs. M.J. Overbeek

Naam 4 R.Wilgenkamp 1-9-2006

Naam 5 Naam 6 E.C.M. van der Wilden B.P Hidding 1-9-2006 1-11-2012

Naam 7 M.A.M. Adriaansens 1-1-2012

vanaf 1-72013

tot 1-72013

nee

nee

nee

nee

nee

18.541

9.562

13.613

13.613

13.613

13.613

13.613

0 0 1.154

0 0 0

0 0 0

0 0 861

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0

0 0

0 0

0 0

0 0

0 0

0 0

0 19.695

0 9.562

0 13.613

0 14.474

0 13.613

0 13.613

0 13.613

Drs. R. Weil is per 16 december 2013 toegetreden als lid van de Raad van Toezicht. Zij heeft in 2013 nog geen bezoldiging genoten. De bezoldiging van de functionarissen die over 2013 in het kader van de WNT verantwoord worden, is als volgt: Jaarverslag GGNet ‐ 2013

94

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11

Naam R.J.M. Hopstaken V.Doorn In dienst vanaf (datum) 1-1-2009 In dienst tot (datum) 100% 100% Deeltijdfactor (percentage) Bruto-inkomen (incl. salaris, vakantiegeld, Winstdelingen en bonusbetalingen Totaal beloning (5 en 6) 19.695 9.562 Werkgeversbijdrage sociale lasten Bruto-onkostenvergoeding (vast en variabel) Voorzieningen ten behoeve van beloningen nvt nvt Uitkeringen in verband met beëindiging van

Drs. M.J. Overbeek R.Wilgenkamp E.C.M. van der Wilden 1-9-2006 1-9-2006

B.P Hidding 1-11-2012

M.A.M. Adriaansens 1-1-2012

R. Weil 16-12-2013

100%

100%

100%

100%

100%

100%

13.613

14.474

13.613

13.613

13.613

0

nvt

nvt

nvt

nvt

nvt

Totaal bezoldiging in kader van de WNT (7 tm. 11)

19.695

9.562

13.613

14.474

13.613

13.613

13.613

0

12

13.500

15.750

11.250

11.250

11.250

1.875

11.250

nvt

Beloning 2012

Drs. R. Weil is per 16 december 2013 toegetreden als lid van de Raad van Toezicht. Zij heeft in 2013 nog geen bezoldiging genoten. 1 2 3 4 5

Naam In dienst vanaf (datum) In dienst tot (datum) Deeltijdfactor (percentage) Bruto-inkomen (incl. salaris, vakantiegeld, eindejaarsuitkering en andere vaste toelagen) Winstdelingen en bonusbetalingen Totaal beloning (5 en 6) Werkgeversbijdrage sociale lasten Bruto-onkostenvergoeding (vast en variabel) Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn (in €) Uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband (in €)

T.A.M. de Grefte 1-jul-06

K.Lemke 1-dec-05

T.Vissers 1-sep-13

100%

100%

100%

195.431 0 195.431 8.248 0

191.449 0 191.449 8.248 0

71.874

23.617

22.367

nvt

nvt

Totaal bezoldiging in kader van de WNT (7 tm. 11)

227.296

222.064

12

234.297

223.462

6 7 8 9 10 11

Beloning 2012

71.874

De Hr. Vissers is vanaf 1 september 2013 toegetreden tot de Raad van Bestuur op basis van inhuur. Het normenkader rondom de ‘’Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen Publieke en Semipublieke Sector (hierna:WNT) is bekrachtigd in het Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 februari 2014, nr. 2014‐0000106049 en de Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 februari 2014, nr. 2014‐0000 104920. De Aanpassingswet WNT is als onderdeel van dit normenkader nog niet formeel aangenomen door de Eerste Kamer. Voor het opmaken van de jaarrekening is in lijn met de mededeling van de minister van BZK d.d. 12 februari 2014, gepubliceerd in de Staatscourant d.d. 18 februari 2014, de Aanpassingswet WNT wel als onderdeel van het normenkader gehanteerd. Ten aanzien van interim‐functionarissen die geen topfunctie vervullen heeft GGNet gebruik gemaakt van de mogelijkheid die de kamerbrief d.d. 27 februari 2014 van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties biedt inzake de volledige openbaarmaking van deze functionarissen. Op basis van deze brief kán en hoeft stichting GGNet niet volledig te voldoen aan de verplichting voor openbaarmaking van deze interim‐ functionarissen zoals voorgeschreven in artikel 4.2 lid 2c van de Aanpassingswet WNT.


95

25. Honoraria accountant 2013 €

2012 €

59.000 37.000

57.500 39.950

96.000

97.450

De honoraria van de accountant over 2013 zijn als volgt: 1 2 3 4

Controle van de jaarrekening Overige controlewerkzaamheden (w.o. Regeling AO/IC en Nacalculatie) Fiscale advisering Niet-controlediensten

Totaal honoraria accountant

Opgegeven worden de in het boekjaar ten laste van de rechtspersoon gebrachte totale honoraria voor het onderzoek van de jaarrekening, totale honoraria voor andere controleopdrachten, totale honoraria voor adviesdiensten op fiscaal terrein en totale honoraria voor andere niet‐controlediensten, uitgevoerd door de externe accountant.


96

8.1.10

Enkelvoudige balans per 31 december 2013 x € 1.000,‐ (na resultaatsbestemming)

Ref.

31-dec-13 €

31-dec-12 €

1 2 3

8 55.193 400 55.601

8 64.477 496 64.981

4

15

15

5 6 7 8

10.653 22.595 14.658 6.095 54.016

4.556 21.396 15.093 7.085 48.145

109.617

113.126

31-dec-13 €

31-dec-12 €

131 24.123 4.827 29.081

131 27.601 4.827 32.559

10

7.966

6.324

11

44.480

34.290

12

28.091

39.897

109.617

113.126

ACTIVA

Vaste activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal vaste activa Vlottende activa Voorraden Onderhanden werk uit hoofde van DBC's / DBC-zorgproducten Vorderingen uit hoofde van bekostiging Overige vorderingen Liquide middelen Totaal vlottende activa Totaal activa

Ref. PASSIVA Eigen vermogen Kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen Totaal eigen vermogen Voorzieningen Overige voorzieningen Langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar) Kortlopende schulden (ten hoogste 1 jaar) Overige kortlopende schulden

Totaal passiva


9

97

8.1.11

Enkelvoudige resultatenrekening per 31 december 2013 x € 1.000,‐ Ref.

2013 €

2012 €

13

99.596 44.453

97.549 46.081

14 15 16

8.093 2.711 5.335

7.312 2.629 4.086

160.188

157.657

107.730 9.166 7.974 36.488

108.731 9.061 642 33.510

Som der bedrijfslasten

161.358

151.944

BEDRIJFSRESULTAAT

-1.170

5.713

-2.308

-2.119

RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING Buitengewoon resultaat

-3.478 0

3.594 0

RESULTAAT BOEKJAAR

-3.478

3.594

2013 €

2012 €

-3.478 -3.478

3.594 3.594

BEDRIJFSOPBRENGSTEN: Opbrengsten uit ZvW omzet Opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties Niet-gebudgetteerde zorgprestaties (exclusief DBC's / DBC-zorgproducten A- en B-segment) Subsidies Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Overige bedrijfskosten

Financiële baten en lasten

17 18 19 20

21

Resultaat bestemming: Het resultaat is als volgt verdeeld: Toevoeging/(onttrekking): Reserve aanvaardbare kosten


98

8.1.12 Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december 2013 ACTIVA 1. Immateriële vaste activa De specificatie is als volgt:

31-dec-13 €

31-dec-12 €

Kosten van goodwill die van derden is verkregen

8

8

Totaal immateriële vaste activa

8

8

2013 €

2012 €

Boekwaarde per 1 januari Bij: investeringen

8 0

8


8

8

Het verloop van de immateriële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven:

2. Materiële vaste activa 31-dec-13 €

31-dec-12 €

Bedrijfsgebouwen en terreinen Machines en installaties Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa

39.634 9.136 6.423

39.665 7.888 6.463 10.462

Totaal materiële vaste activa

55.193

64.477

2013 €

2012 €

Boekwaarde per 1 januari Bij: investeringen Af: afschrijvingen Af: bijzondere waardeverminderingen Af: desinvesteringen

64.477 8.177 9.071 7.974 416

58.400 15.366 8.913 376


55.193

64.477


Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven:

3. Financiële vaste activa De specificatie is als volgt:

31-dec-13 €

31-dec-12 €

Deelnemingen in groepsmaatschappijen Sloop Boslust/Schouwburg Aanloopkosten

10 280 110

10 354 132

Totaal financiële vaste activa

400

496

Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt: € Boekwaarde per 1 januari 2013

496

Af: waardeverminderingen

-96


400


99

4. Voorraden De specificatie is als volgt:

31-dec-13 €

31-dec-12 €

15 81 -81

15 86 -86

15

15

Medische middelen Overige voorraden: Voorziening incourante voorraden Totaal voorraden

5. Onderhanden werk uit hoofde van DBC's De specificatie is als volgt:

Onderhanden werk DBC's Af: ontvangen voorschotten Totaal onderhanden werk

Gerealiseerde kosten en toegerekende winst €

Stroom DBC's / DBC-zorgproducten

CZ VGZ Menzis Achmea Overig (waaronder Friesland ) Totaal (onderhanden werk)

Af: verwerkte verliezen €

3.377 5.062 14.488 13.219 2.368 38.514

31-dec-13 €

31-dec-12 €

38.514 -27.861

34.523 -29.967

10.653

4.556

Af: ontvangen voorschotten €

Saldo per 31-dec-2013

3.075 3.458 12.283 8.980 65 27.861

302 1.604 2.205 4.239 2.303 10.653

€

6.Vorderingen uit hoofde van financieringstekort en/of schulden uit hoofde van financieringsoverschot 31-dec-13 €

31-dec-12 €

1. Vorderingen uit hoofde van financieringstekort 3. Vordering uit hoofde van Nacalculatie doorloop DBC's 2012 en nacalculatie 2013

16.702 5.893

21.396

Totaal vorderingen uit hoofde van bekostiging

22.595

21.396

Vorderingen uit hoofde van bekostiging:

Specificatie vorderingen en schulden uit hoofde van financieringstekort respectievelijk financieringsoverschot

Saldo per 1 januari Financieringsverschil boekjaar Correcties voorgaande jaren Betalingen/ontvangsten Subtotaal mutatie boekjaar Saldo per 31 december Stadium van vaststelling (per erkenning):

t/m 2010 €

2011 €

2012 €

-56

7.165

14.230

2013 €

totaal € 21.339

10.297 56 56

-7.165 -7.165

-1.932 -1.932

10.297

10.297 0 -9.041 1.256

0

0

12.298

10.297

22.595

c

a


100

a= interne berekening b= overeenstemming met zorgverzekeraars c= definitieve vaststelling NZa Waarvan gepresenteerd als: - vorderingen uit hoofde van financieringstekort - schulden uit hoofde van financieringsoverschot

31-dec-13 €

31-dec-12 €

10.297

21.396 56 21.340

10.297

Specificatie financieringsverschil in het boekjaar

31-dec-13 € 144.049

31-dec-12 € 143.630

Ontvangen voorschotten Gefactureerde DBC's/DBC-zorgproducten Overige ontvangsten: mutatie onderhanden werk DBC's Diversen correctie voorgaande jaren

43.742 80.571 3.991 5.399 49

45.921 90.010 -7.050 519

Totaal financieringsverschil

10.297

14.230

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Vergoedingen ter dekking van het wettelijk budget:

7. Overige vorderingen en overlopende activa De specificatie is als volgt:

Vorderingen op debiteuren Vorderingen op groepsmaatschappijen Nog te factureren omzet DBC's / DBC-zorgproducten Overige vorderingen: Belastingen en sociale premies Nog te ontvangen bedragen: Overige overlopende activa: Totaal overige vorderingen

31-dec-13 €

31-dec-12 €

5.826 129 7.155

11.988 52 704

636 912

995 625 729

14.658

15.093

8. Liquide middelen De specificatie is als volgt:

31-dec-13 €

31-dec-12 €

Bankrekeningen Kassen

6.025 70

7.014 71

Totaal liquide middelen

6.095

7.085


101

8.1.13 Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december 2013 PASSIVA 9. Eigen vermogen 31-dec-13 €

31-dec-12 €

Kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet collectief gefinancierd vrij vermogen

131 24.123 4.827

131 27.601 4.827

Totaal eigen vermogen

29.081

32.559



Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten:

Kapitaal Het verloop is als volgt weer te geven:

Kapitaal



131

131

131

0

0

131





Collectief gefinancierd gebonden vermogen Het verloop is als volgt weer te geven: Reserve aanvaardbare kosten: 27.601 Resultaat boekjaar Totaal collectief gefinancierd gebonden vermogen

27.601 -3.478

-3.478 27.601

-3.478

0

24.123





Niet collectief gefinancierd vrij vermogen Het verloop is als volgt weer te geven: Algemene reserves: 4.827 Totaal niet-collectief gefinancierd vrij vermogen

4.827

4.827 0

0

4.827

Specificatie aansluiting geconsolideerd ‐ enkelvoudig vermogen 31 december 2012 en resultaat over 2012 De specificatie is als volgt :

Eigen vermogen €

Resultaat €

GGZ Academie Isis Geïntegreerde Zorg B.V.

28.926 33 20

-3.154 2

Totaal geconsolideerd eigen vermogen en resultaat

28.979

-3.152

Enkelvoudig eigen vermogen en resultaat:


102

10. Voorzieningen Het verloop is als volgt weer te geven:

Voorziening ziekengeld Voorziening jubilea Voorziening huren Voorziening levensfasebudget Voorziening personeel Voorziening Isis deelneming Totaal voorzieningen


Dotatie

Onttrekking

Vrijval

€

€

€

220 1.219 1.410 2.031 1.178 266 6.324

158 49 2.613 365 267 3.452

1.410 203

197

203

1.607

Saldo per 31-dec-2013 € 378 1.268 2.613 2.396 778 533 7.966

Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moeten worden beschouwd: 31-dec-2013 Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.) Hiervan langlopend (> 5 jaar)

1.156 6.810 6.277

11. Langlopende schulden De specificatie is als volgt:

31-dec-13 €

31-dec-12 €

Schulden aan banken Overige langlopende schulden

44.480

34.290

Totaal langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar)

44.480

34.290

2013 €

2012 €

Stand per 1 januari Bij: nieuwe leningen Af: aflossingen

36.828 14.206 3.671

35.040 4.090 2.281

Stand per 31 december

47.363

36.849

2.883

2.559

44.480

34.290

Het verloop is als volgt weer te geven:

Af: aflossingsverplichting komend boekjaar Stand langlopende schulden per 31 december

Toelichting in welke mate (het totaal van) de langlopende schulden als langlopend moeten worden beschouwd: Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.), aflossingsverplichtingen Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) Hiervan langlopend (> 5 jaar)

2.883 44.480 32.269

2.559 34.290 25.118


103

12. Kortlopende schulden en overlopende passiva De specificatie is als volgt:

Schulden aan banken Crediteuren Aflossingsverplichtingen langlopende leningen Belastingen en sociale premies Schulden terzake pensioenen Nog te betalen salarissen Vakantiegeld Vakantiedagen Overige schulden: Rente aan kredietinstellingen Spaarverlof Nog te betalen kosten: ministerie van VWS Totaal overige kortlopende schulden

31-dec-13 €

31-dec-12 €

4.956 2.883 7.086 1.085 200 3.656 2.403

10.500 5.321 2.559 5.166 1.034 213 3.562 2.667

301 225 4.388 884 24

141 283 7.812 427 212

28.091

39.897

13. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Voor de niet uit de balans blijkende verplichtingen verwijzen wij naar het gelijknamige gedeelte bij de geconsolideerde jaarrekening.


104

8.1.14

Mutatieoverzicht (im)materiële vaste activa en materiële /financiële vaste activa op grond van art. 5a Regelverslaggeving WTZi

8.1.14.1 Immateriële vaste activa Kosten oprichting en uitgifte van aandelen €

Kosten van onderzoek en ontwikkeling €

Kosten van concessies, vergunningen en rechten van intellectuele eigendom €


Kosten van goodwill die van derden is verkregen €

Vooruitbetalingen op immateriële activa €

8

0

0

0

8

Totaal €

8 0 0 0

8

Mutaties in het boekjaar - investeringen - herwaarderingen - afschrijvingen - bijzondere waardeverminderingen

0 0 0 0


0 0 0


0

0

0

0

0

0 0 0 0


0

0

0

0

0

0


0 0 0

0 0 0

0 0 0

8 0 0

0 0 0

8 0 0


0

0

0

8

0

8



105

8.1.14.2. Materiële vaste activa

Bedrijfsgebouwen en terreinen €

Machines en installaties €

Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting €

Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa €

10.461.622

Niet aan het bedrijfsproces dienstbare materiële activa €

Totaal €

Stand per 1 januari 2013 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen

65.523.460

14.339.898

11.993.773

25.858.077

6.452.301

5.530.536

Boekwaarde per 1 januari 2013

39.665.382

7.887.597

6.463.237

10.461.622

12.091.090

5.029.242

1.517.841

-10.461.622

5.728.080 5.978.460

1.785.019 1.995.397

1.558.206

829.522

2.819.820

335.506

829.522

2.819.820

335.506

3.984.848 0 3.984.848

Mutaties in het boekjaar - investeringen - herwaarderingen - afschrijvingen - bijzondere waardeverminderingen - terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde .cumulatieve herwaarderingen .cumulatieve afschrijvingen

102.318.752 0 37.840.914 0

64.477.838

8.176.551 0 9.071.304 7.973.857


225.295 415.850

0

0

0

0

641.145 0 225.295 415.850


-31.300

1.248.826

-40.365

-10.461.622

0

-9.284.461


76.143.883 0 36.509.801

16.549.320 0 7.412.897

13.176.108 0 6.753.236

0 0 0

0 0 0

105.869.310 0 50.675.934


39.634.082

9.136.423

6.422.872

0

0

55.193.377

3,3%

10,0%

20,0%



641.145

106

8.1.14.3. WTZi‐vergunningsplichtige materiële vaste activa

Stand per 1 januari 2013 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde per 1 januari 2013 Mutaties in het boekjaar - investeringen - herwaarderingen - afschrijvingen - extra afschrijvingen NZa-goedgekeurd

NZa-IVA

Grond

Gebouwen

€

Terreinvoorzieningen €

€

1.838.518

31.340

1.086.267 752.251

31.340

95.037

€

Semi perm. gebouwen €

Verbouwingen €

592.870

40.818.760

1.583.684

3.066.347

6.983.781

340.222

15.308.552

1.263.677

1.349.425

2.435.165

252.648

25.510.208

320.007

1.716.922

4.548.616

25.001

1.424.654

37.631

467.762

Installaties Onderhanden Projecten € €

Subtotaal vergunning €

Totaal

8.922.981

63.838.281 0 21.783.308

98.295.889 0 37.316.675

8.922.981

42.054.973

60.979.214

0 0 2.529.484 0

4.251.928 0 6.079.471 0

0 0 0

3.259.815 0 3.259.815

10.461.622 0 0 10.461.622

479.400

- terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde .cumulatieve herwaarderingen .cumulatieve afschrijvingen - desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve herwaarderingen cumulatieve afschrijvingen per saldo Mutaties in boekwaarde (per saldo) Stand per 31 december 2013 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde per 31 december 2013 Afschrijvingspercentage


8.922.981

€

0

0

0

0

0

0

0

8.922.981

8.922.981 0 0 8.922.981

-95.037

0

-25.001

-1.424.654

-37.631

-467.762

-479.400

-8.922.981

-11.452.465

-12.289.165

1.838.518 0 1.181.304

31.340 0 0

592.870 0 365.223

40.818.760 0 16.733.206

1.583.684 0 1.301.308

3.066.347 0 1.817.187

6.983.781 0 2.914.565

0 0 0

54.915.300 0 24.312.792

88.826.380 0 40.136.331

657.214

31.340

227.647

24.085.554

282.376

1.249.160

4.069.216

0

30.602.508

48.690.049

0,0%

5,0%

3,3%

2,5%

10,0%

10,0%

107

8.1.14.4. WTZi‐meldingsplichtige Materiële vaste activa Trekkings rechten


Subtotaal

Instandhouding


€

€

€

€

€

0 0 0

17.813.803

1.538.641

19.352.444 0 7.807.989

19.352.444 0 7.807.989

0

10.005.814

1.538.641

11.544.455

11.544.455

Mutaties in het boekjaar - investeringen - herwaarderingen - afschrijvingen

0 0 0

2.734.087

2.734.087 0 1.836.206

2.734.087 0 1.836.206


0 0 0

2.924.309

2.924.309 0 2.924.309

2.924.309 0 2.924.309


0

0

0 0 0 0

0

1.538.641

1.538.641 0 0 1.538.641

1.538.641 0 0 1.538.641


0

0

0

897.881

-1.538.641

-640.760

-640.760


0 0 0

0 0 0

0 0 0

17.623.581 0 6.719.886

0 0 0

17.623.581 0 6.719.886

17.623.581 0 6.719.886


0

0

0

10.903.695

0

10.903.695

10.903.695




0

0

7.807.989

1.836.206

2.924.309

1.538.641

Subtotaal

Subtotaal meldingsplichtige activa € €

10,0%

108

8.1.14.5. WMG‐gefinancierde materiële vaste activa Inventaris

Stand per 1 januari 2013 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde per 1 januari 2013 Mutaties in het boekjaar - investeringen - herwaarderingen - afschrijvingen - terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde .cumulatieve herwaarderingen .cumulatieve afschrijvingen - desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve herwaarderingen cumulatieve afschrijvingen per saldo Mutaties in boekwaarde (per saldo) Stand per 31 december 2013 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde per 31 december 2013 Afschrijvingspercentage

€

Vervoermiddelen €

Automatisering €

Subtotaal WMG €

12.730.907

183.631

2.190.626

7.006.820

110.912

607.646

15.105.164 0 7.725.378

5.724.087

72.719

1.582.980

7.379.786

510.899

1.517.841 0 1.713.781

1.006.943 1.225.025

31.181

457.575

137.630

83.181

114.695

137.630

83.181

114.695

335.506 0 335.506

0

0

0

0 0 0 0

-218.083

-31.181

53.323

-195.940

13.600.219 0 8.094.215

100.450 0 58.912

2.586.830 0 950.527

16.287.499 0 9.103.653

5.506.004

41.538

1.636.303

7.183.846

20,0%

20,0%

20,0%


109

8.1.15

Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten en gereed gekomen projecten

8.1.15.1 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten (enkelvoudig) Projectgegevens Nummer

Briefnummer

Datum

Omschrijving

Nieuwbouw De Mate Renovatie Marke/Venne NEN keuringen BHV plannen en aanpassing LTOP Nieuwb. De Mate Totaal


Investeringen

WTZi-type

t/m 2012 €

8.922.981 1.094.458

2013 €

Goedkeuringen

t/m 2013 ondergereed handen € €

Nominaal bedrag WTZi €

4.621.845 13.544.826 464.773 1.559.230

27.566 5.391 411.227

14.669 78.625

42.235 5.391 489.852

10.461.623

5.179.912

15.641.535

Indexering WTZi €

13.544.826

0

13.544.826

Aangepaste goedkeuring €

Jaar van oplevering

13.544.826 0 0 0 0 0

13.544.826

110

8.1.15.2 Specificatie ultimo boekjaar gereedgekomen projecten (enkelvoudig) Projectgegevens Nummer

Briefnummer

Datum

Omschrijving

Investeringen WTZi-type

Activapost

WTZi €

WMG €

Overige €

Nieuwbouw De mate Renovatie Marke/Venne NEN keuringen LTOP Nieuwb. De Mate Cameratoezicht parkeerpla Grondwerk Buurtzorg LTOP - fonds LTOP A-Lokaties Brandveiligheid/Legionell Vrij budget Stationsstraat Apeldoorn Verbouwing Buurse EVS (Theriak) Top desk importmodule bar BC Scelta, aanpassingen e BC Vila Nuova Vordenseweg BC Karrewiel Het mobiel tenzij concept Inventaris De Meent Koppelingen SIP Vodafone Aerohive uitbreiding Engeneering TC's/Laptops/schermen/mui Nieuwbouw Mate Microsoft Lync Licentie Beheertool mobiele app. MAAS 365 Uitbreiding LAN Win 7 licenties E-Health Bewegwijzering intern Gastvrijheid Inventaris Vloerbedekking/raambekled Overige zaken/apparatuur Vrij budget services BC Scelta, aanpassingen e Verbouwing De Boog Energiegebouw Warnsveld Totaal


0

0

Totaal €

13.544.826 1.559.230 42.235 489.852 26.287 11.211 9.723 102.234 379.830 132.932 149.158 34.417 5.393 4.961 1.722 29.459 21.333 143.064 689.051 57.395 26.304 18.841 36.791 35.731 23.317 5.503 8.969 35.902 9.364 58.007 8.144 16.531 36.564 51.348 6.463 19.460 157.966 615.401 33.251

13.544.826 1.559.230 42.235 489.852 26.287 11.211 9.723 102.234 379.830 132.932 149.158 34.417 5.393 4.961 1.722 29.459 21.333 143.064 689.051 57.395 26.304 18.841 36.791 35.731 23.317 5.503 8.969 35.902 9.364 58.007 8.144 16.531 36.564 51.348 6.463 19.460 157.966 615.401 33.251

18.638.172

18.638.172

111

8.1.16

Leninggever

Overzicht langlopende schulden ultimo 2013 (enkelvoudig)

Datum

Hoofdsom

Totale looptijd

€ ING Rabobank BNG Rabobank ING ING BNG BNG ABN-AMRO ING ING ING ING BNG RGC Doetinchem RGC Doetinchem ECS ECS ING Lease BNG NN

1-dec-05 21-jun-93 22-mrt-93 21-apr-93 15-mrt-06 1-dec-05 3-dec-90 30-aug-02 1-okt-93 1-jul-08 1-apr-12 1-apr-12 17-dec-12 16-apr-98 1-jan-09 1-jan-09 1-nov-10 1-nov-10 20-okt-10 22-apr-13 15-okt-13

850.638 1.072.056 1.361.341 986.972 635.292 1.077.728 1.815.121 536.271 907.561 15.000.000 1.000.000 1.000.000 2.090.000 3.291.631 6.521.300 12.249.840 389.522 118.610 60.000 306.301 13.900.000

Totaal


14 27 30 29 15 19 40 20 50 20 10 5 10 16 20 40 3 3 5 9 30

Soort lening

Werkelijkerente

Restschuld 31 december 2012

%

€

3,400% 4,150% 2,150% 4,700% 4,030% 3,400% 3,530% 2,360% 2,750% 4,947% 4,010% 3,280% 2,450% 5,330% 4,670% 4,670% 6,250% 6,250% 5,000% 2,300% 3,080%

Nieuwe leningen in 2013 €

409.567 317.647 499.158 340.335 367.290 689.746 816.804 268.134 567.226 11.812.500 950.000 900.000 2.090.000 411.851 5.217.040 11.024.841 101.035 32.947 33.000

Restschuld Aflossing in 31 december 2013 2013 € 63.010 317.647 45.378 340.335 39.704 57.479 45.378 26.814 567.226 750.000 100.000 200.000 156.750 205.699 326.065 306.246 101.035 32.947 10.800

306.301 13.900.000 36.849.121

14.206.301

3.692.513

€

Restschuld over 5 jaar

Resterende looptijd in jaren eind 2013

Aflossingswijze

€

346.557 0 0 0 453.780 181.512 0 0 327.586 89.362 632.267 287.392 771.426 499.159 241.320 80.434 0 0 11.062.500 6.562.500 850.000 250.000 700.000 0 1.933.250 783.750 206.152 0 4.890.975 2.934.585 10.718.595 8.881.134 0 0 0 0 22.200 0 306.301 136.134 13.900.000 11.583.333 0 47.362.909 32.269.295

Aflossing 2014

Gestelde zekerheden

€ 6 7 10 9 7 11 11 9 30 14 9 4 9 1 15 35 0 0 2 8 30

lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair lineair

63.010 neg.pledge/pari passu provinciegarantie 45.378 Waarborgfonds Waarborgfonds 39.704 provinciegarantie 57.479 neg.pledge/pari passu 45.378 gemeentegarantie 26.814 rijksgarantie krediethypotheek 750.000 neg.pledge/pari passu 100.000 neg.pledge/pari passu en pos/neg hypotheekverklaring 200.000 neg.pledge/pari passu en pos/neg hypotheekverklaring 209.000 neg.pledge/pari passu en pos/neg hypotheekverklaring 205.699 provinciegarantie 326.065 306.246 inventaris/ICT ict 10.800 Cirkelmaaiers 34.034 Waarborgfonds 463.333 Waarborgfonds 2.882.940

112

8.1.17 Toelichting op de enkelvoudige resultatenrekening BATEN 13. Omzet DBC’s/ZvW en Wettelijk budget aanvaardbare kosten AWBZ. Omzet DBC’s/ZvW € Mutatie onderhanden werk DBC's Omzet DBC's

2013 €

3.991 95.605

€ -7.050 104.599

99.596

Totaal omzet DBC's

2012 €

97.549

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten AWBZ (exclusief subsidies)

€

2013 €

€

2012 €

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten voorgaand jaar

46.081

45.637

Productieafspraken verslagjaar

-2.757

-2.014

Overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling Prijsindexatie materiële kosten Groei normatieve kapitaalslasten

835 239 40

846 234 601 1.114

Uitbreiding erkenning en toelating: - loonkosten - materiële kosten - normatieve kapitaalslasten

0 0 0

1.681 637 212 0

0 Nacalculeerbare kapitaalslasten: - rente - afschrijvingen - overige

Subtotaal wettelijk budget boekjaar

-34 165 -116

849 -11 53 -114

15

-72

44.453

46.081

44.453

46.081

Correcties voorgaande jaren Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten AWBZ (exclusief subsidies)

14. Toelichting niet‐gebudgetteerde zorgprestaties De specificatie is als volgt:

2013 €

2012 €

Opbrengsten in opdracht van andere instellingen Persoonsgebonden en -volgende budgetten Overige niet-gebudgetteerde zorgprestaties

529 3 7.561

296 3 7.013

Totaal

8.093

7.312


113

15. Subsidies (inclusief overige WMO‐prestaties) De specificatie is als volgt:

2013 €

2012 €

Rijksbijdrage werkplaatsfunctie en medische faculteit van UMC's Subsidies vanwege Provincies en gemeenten (exclusief Wmo-huishoudelijke hulp; inclusief overige Wmo-prestaties zoals maatschappelijke en vrouwenopvang, verslavingszorg, OGGZ) Overige subsidies, waaronder loonkostensubsidies en EU-subsidies

1.491

1.412

1000 220

1089 128

Totaal

2.711

2.629


2013 €

2012 €

Overige dienstverlening (waaronder 2e-4e geldstroom UMC's voor onderzoek): Praktijk Ondersteuning Huisartsen Overige opbrengsten (waaronder vergoeding voor uitgeleend personeel en verhuur onroerend goed):

1942 1.422 1971

2089 1.122 875

Totaal

5.335

4.086

2013 €

2012 €

82.445 -612 11.214 7.686 3.448

81.261 284 10.969 7.389 4.300

Subtotaal Personeel niet in loondienst

104.181 3.549

104.203 4.528

Totaal personeelskosten

107.730

108.731

1.752

1.740

nvt

nvt

16. Overige bedrijfsopbrengsten

17. Personeelskosten De specificatie is als volgt:

Lonen en salarissen Dotatie voorziening personeel Sociale lasten Pensioenpremies Andere personeelskosten:

Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE's) per segment:

Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden Aantal personeelsleden dat buiten Nederland werkzaam is

18. Afschrijvingen vaste activa


114

2013 €

2012 €

0 5.984 95

0 5.366 148

3.087

3.547

Totaal afschrijvingen

9.166

9.061

Waarvan nacalculeerbare afschrijvingen: - immateriële vaste activa - materiële vaste activa - financiële vaste activa

5.984 95

5.366 148


Nacalculeerbare afschrijvingen: - immateriële vaste activa - materiële vaste activa - financiële vaste activa Overige afschrijvingen - materiële vaste activa

Aansluiting afschrijvingen resultatenrekening - vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten

2013 €

Totaal afschrijvingslasten resultatenrekening waarvan nacalculeerbare afschrijvingen

9.166 6.079

In het externe budget verwerkte vergoeding voor nacalculeerbare afschrijvingslasten: - WTZi-vergunningplichtige vaste activa - WTZi-meldingsplichtige vaste activa - WMG-gefinancierde vaste activa - DHAZ-gefinancierde vaste activa Totaal vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten

2.529.484 1.836.206 1.713.781 0 6.079.471

Aanschafwaarde desbetreffende vaste activa Cumulatieve afschrijvingslasten desbetreffende vaste activa

88.826 40.136

Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa 2013 €

2012 €

Bijzondere waardeverminderingen van: - financiele vaste activa - materiële vaste activa - materiële vaste activa

0 3.162 4.812

266 376

Totaal

7.974

642


2013 €

2012 €

Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten Algemene kosten Patiënt- en bewonersgebonden kosten

8.719 9.059 4.017

8.592 7.688 4.315

Onderhoud en energiekosten: - Onderhoud - Energiekosten gas - Energiekosten stroom - Energie transport en overig Subtotaal

1.550 1.994 559 71 4.174

1.682 1.871 388 130 4.071

Huur en leasing Dotaties en vrijval voorzieningen

8.222 2.297

8.517 327

36.488

33.510


19. Overige bedrijfskosten

Totaal overige bedrijfskosten


115

20. Financiële baten en lasten De specificatie is als volgt:

2013 €

2012 €

Rentebaten Resultaat deelnemingen Subtotaal financiële baten

2

1.502 -257 1.245

Rentelasten Resultaat deelnemingen Subtotaal financiële lasten

-2.043 -267 -2.310

-3.364

Totaal financiële baten en lasten

-2.308

-2.119

2

-3.364

b. Overige gegevens 8.1.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening De Raad van Bestuur van Stichting GGNet heeft de jaarrekening 2013 vastgesteld in de vergadering van 22 april 2014. De Raad van Toezicht van GGNet heeft de jaarrekening 2013 goedgekeurd in de vergadering van 15 mei 2014. 8.2.2 Statutaire regeling resultaatbestemming In de statuten is bepaald, conform artikel 28, dat het behaalde resultaat ter vrije beschikking staat van de Stichting. 8.2.3 Resultaatbestemming Het resultaat wordt verdeeld volgens de resultaatverdeling, zie paragraaf 4.1.2. 8.2.4 Gebeurtenissen na balansdatum Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum.


116

8.2.5 Ondertekening door bestuurders en toezichthouders drs. C.P.F. Lemke, arts drs. T.C.G.M. Vissers Geneeskundig bestuurder/ lid Raad van Bestuur a.i. Voorzitter a.i. w.g. w.g. Drs. R.J.M. Hopstaken drs. E.C.M. van der Wilden‐van Lier, Voorzitter Raad van Toezicht arts MG, MPH lid Raad van Toezicht w.g. w.g. mr. R. Wilgenkamp drs. B.P. Hidding RA lid Raad van Toezicht lid Raad van Toezicht w.g. w.g. mr. drs. M.A.M. Adriaansens Drs. R. Weil lid Raad van Toezicht lid Raad van Toezicht w.g. w.g.

8.2.6 Controleverklaring De controleverklaring is opgenomen op de volgende pagina.


117


118


119


120


121

Jaarverslag GGNet. Jaarverantwoording GGNet

Recommend Documents