JAARVERSLAG FVB 2013
Jaarverslag FVB 2013
1
Inhoud
pagina
Voorwoord 1. Toetreding externe beroepsverenigingen
4
2. Dienstverlening
6
3. Belangenbehartiging en Kennisinnovatie
8
4. Doorlopende activiteiten 2013
17
Bijlage 1: Jaarverslag Fons Individuele Rechtsbijstand
22
Bijlage 2: Jaarverslag Commissie Product en Module ontwikkeling (CPMO)
23
Bijlage 3: Jaarverslag Redactiecommissie Tijdschrift voor vaktherapie
25
Jaarverslag FVB 2013
2
Voorwoord
Het getal ‘7’ heeft een bijzondere betekenis. Zo hechten veel spirituele tradities een bijzondere waarde aan dit getal. Daarnaast speelt het een belangrijke rol in onze tijdsbeleving, omdat een week uit 7 dagen bestaat. Tot slot schijnt het zo te zijn dat je lichaamscellen zich elke 7 jaar vernieuwen. Na 7 jaar ben je dus eigenlijk een heel nieuw persoon geworden..... Geldt die 7 als een bijzonder getal ook voor de FVB? Onze federatie werd in 2006 opgericht door de Nederlandse Vereniging voor Creatieve Therapie (NVCT) en de Nederlandse Vereniging voor Psychomotorische Therapie (NVPMT). Daarbij werd de NVCT ontvlochten in 4 beroepsverenigingen te weten de NVBT, de NVDAT, de NVDT en de NVvMT. In 2013 bestond de FVB dus 7 jaar. Frappant is dat we juist in deze tijd weer een flinke ontwikkeling doormaken. Sinds eind 2013 is de NVPMKT als nieuwe vereniging bij ons aangesloten. We zijn blij met deze versterking en dat betekent natuurlijk ook dat we veranderen. We krijgen als het ware weer een nieuwe identiteit. Ook met de speltherapeuten vinden gesprekken plaats over mogelijke samenwerking; samen staan we immers sterker. Binnen de verenigingen is een versterkte bestuurlijke samenwerking ontstaan tussen NVPMT en NVDAT. Eind 2013 zijn we ook aan de slag gegaan met de toekomst van vaktherapie, onze verenigingen en de opleidingen onder de titel ‘Vaktherapie 2020’. Volop beweging dus voor de FVB na de eerste ronde van 7 jaar! Maar gelukkig is er ook veel hetzelfde gebleven. Besturen, het bureau en alle actieve vrijwilligers hebben er ook in 2013 weer voor gezorgd dat we vaktherapie op de kaart blijven zetten, dat we kennisinnovatie versnellen en dat de service aan de leden steeds beter wordt. Jullie kunnen er alles over lezen in dit jaarverslag. Veel leesplezier gewenst en op naar de komende 7 jaar!
Pauline Zwart, voorzitter FVB
Jaarverslag FVB 2013
3
Hoofdstuk 1: Toetreding externe beroepsverenigingen 1.1 Nederlandse vereniging voor Psychomotorische Kindertherapie (NVPMKT) Historie In 2008 hebben verkennende gesprekken plaatsgevonden tussen de FVB en de NVPMKT over toetreding van de NVPMKT tot de FVB. In deze gesprekken is vastgesteld dat er voldoende basis is voor een nadere verkenning. Begin 2009 hebben de besturen van beide organisaties dan ook besloten om in 2009 verder onderzoek te doen naar de mogelijke toetreding van de NVPMKT tot de FVB. Eind 2009 heeft de werkgroep Toetreding NVPMKT haar rapport uitgebracht met een positief advies aan beide besturen over toetreding van de NVPMKT tot de FVB. Voorwaarde was dat er een master-route voor de leden van de NVPMKT gerealiseerd moet worden. Op basis van dit advies hebben zowel de ALV van de FVB (december 2009) als de ALV van de NVPMKT (maart 2010) een positief besluit genomen over aansluiting van de NVPMKT bij de FVB. In de loop van 2010 is een aantal implementatie-onderzoeken uitgevoerd. Het advies van de werkgroep vormde de basis voor deze onderzoeken. In juni 2011 is aan het Algemeen Bestuur FVB gerapporteerd dat er nog slechts één knelpunt was t.a.v. de toetreding van de NVPMKT tot de FVB; dit betrof het realiseren van de masterroute PMKT. Acties 2012 Begin 2012 zijn er zowel bij de NVPMKT als bij de opleiding Psychomotorische Kindertherapie (PMKT) ‘Le Bon Depart’ grotendeels nieuwe besturen aangetreden. Er hebben in 2012 een tweetal gesprekken plaatsgevonden tussen de FVB, de NVPMKT en 'Le Bon Depart'. Naast kennismaking stonden deze gesprekken in het kader van nadere verkenning van de opties voor het ontwikkelen van een masterroute PMKT. Mede op verzoek van het Bestuur van de NVPMKT is eind 2012 door het Algemeen Bestuur FVB besloten de opleiding 'Le Bon Depart' voldoende tijd te geven voor het uitwerken van een plan voor de masterroute en het besluit over toetreding van de NVPMKT uit te stellen tot de FVB-ALV van december 2013. Acties 2013 Windesheim en 'Le Bon Départ', opleidings- en kenniscentrum voor psychomotorische kindertherapie, werken voortaan samen. Studenten van 'Le Bon Départ' kunnen vanaf september 2014 bij Windesheim via een maatwerktraject hun masterdiploma Psychomotorische Therapie halen. Op 20 september 2013 ondertekenden beide opleidingsinstituten daartoe een samenwerkingsovereenkomst. Sinds 1986 verzorgt 'Le Bon Départ' de driejarige post-hbo-opleiding PMKT. De opleiding heeft een nieuw curriculum ontwikkeld dat aansluit op de masteropleiding Psychomotorische Therapie (PMT) van Windesheim. Studenten die beide opleidingen hebben afgerond, ontvangen het getuigschrift Master PMT met aantekening Psychomotorische Kindertherapie. Windesheim biedt als enige hogeschool in Nederland de masteropleiding PMT aan. Deze tweejarige deeltijdopleiding in Zwolle is toegankelijk voor psychomotorisch therapeuten die zich willen professionaliseren op masterniveau. De afgestudeerde psychomotorisch kindertherapeuten van 'Le Bon Départ' kunnen bij Windesheim een opleidingstraject op maat volgen. Hiermee is het opleidingsknelpunt opgelost en zullen op termijn alle leden NVPMKT een NVAO geaccrediteerde masterroute gevolgd hebben Alle inloopkosten d.w.z. de kosten die gemaakt moeten worden voor het aanpassen c.q.
Jaarverslag FVB 2013
4
invoeren van lopende zaken (leden en fin. administratie, register etc), zijn voor rekening van de NVPMKT. Verder zal de NVPMKT een bijdrage moeten leveren aan de reserve van de FVB. Op basis van deze nieuwe ontwikkelingen heeft de ALV FVB in december 2013 ingestemd met de toetreding van de NVPMK tot de FVB per 1 januari 2014. In 2014 zullen de afspraken in het implementatieplan gefaseerd wordt uitgevoerd en zal de NVPMKT geleidelijk volledig in de FVB integreren. 1.2 Nederlandse Vereniging van Speltherapeuten (NVVS) De Nederlandse Vereniging van Speltherapeuten heeft aangegeven met haar leden te willen verkennen of lidmaatschap van de FVB voor de leden een toegevoegde waarde heeft. Als onderdeel van dit traject heeft Irene Rentenaar (directeur FVB) in het najaar van 2013 een presentatie gegeven tijdens een ‘heidag’ met alle kaderleden van de NVVS. Het bestuur van de NVVS beraadt zich momenteel over de wijze waarop ze een verdere verkenning wil vormgeven.
Jaarverslag FVB 2013
5
Hoofdstuk 2: Dienstverlening
2.1 Dienstverlening in meerjarenbeleidsplan FVB In het beleidsplan FVB 2011-2014 is belangenbehartiging het speerpunt: het bekend maken van vaktherapie en het opkomen voor een goede positie van vaktherapeuten. Het gaat o.a. om het betekenis geven van de term ‘vaktherapie’ en ‘vaktherapeut’ en het in de markt zetten van de vaktherapeut als ‘merk/product’. De focus ligt hierbij op de overeenkomsten tussen de verschillende beroepsgroepen. Naast belangenbehartiging zijn kennisinnovatie en dienstverlening kerntaken van de FVB. Tot nu toe wordt wel hard gewerkt aan verbetering van de dienstverlening, maar er is geen jaarlijks beleidsplan en (mede daardoor) worden ook geen expliciete keuzes gemaakt. In het Dagelijks Bestuur (DB) en Algemeen Bestuur (AB) is besproken dat het maken van een beleidsplan voor dienstverlening met heldere speerpunten zinvol is. Vandaar dat dit in het jaarplan 2013 nu voor het eerst gebeurt. Na een discussie in DB en AB is ervoor gekozen om qua dienstverlening in 2013 in te zetten op de volgende vijf speerpunten: 1. Meer inzetten op self-service door leden. In 2013 zijn de administratieve procedures vereenvoudigd; leden zijn aangesproken op het belang van een wederzijds zakelijke houding. Voorbeelden: het zelf muteren van gegevens, tijdig doorgeven wijzigingen, facturen op tijd betalen, meer vooraf betalen. Door hier helder en zakelijk met elkaar om te gaan, komt tijd vrij voor zaken die meer waarde toevoegen en worden kosten bespaard. Ook de ontwikkeling van een webshop voor het afhandelen van de bestellingen en aanmeldingen voor studiedagen maakt hiervan een onderdeel uit. 2. Lidmaatschapsvoordelen ontwikkelen voor producten en diensten die verenigingsoverstijgend zijn (bijv. collectieve beroepsverzekeringen, korting op abonnementen, etc). Door gezamenlijk te opereren kunnen grotere voordelen/kortingen bedongen worden. Hierbij is gebruik gemaakt van de mogelijkheden die het secretariaatsbureau MOS biedt via Synpro. In 2013 zijn regelmatig aanbiedingen voor collectieve inkoop via Synpro gecommuniceerd aan de leden, via de FVB nieuwsbrief en via de FVB website. Het is niet bekend in welke mate leden van deze services gebruik hebben gemaakt. 3. Niet-vakgericht opleidings- en trainingsaanbod ontwikkelen voor leden. Begin 2013 hebben studenten van de Universiteit Utrecht een adviesrapport geschreven voor de FVB m.b.t. 'Een training strategische profilering voor vaktherapeuten' (zie eerdere nieuwsbrieven). In het kader van deze adviezen heeft de FVB de volgende acties ondernomen: Webinar In oktober heeft een succesvolle pilot plaatsgevonden van het webinar met als thema 'Profilering voor vaktherapeuten', gegeven door Pauline Zwart. Aan deze webinar hebben 35 vaktherapeuten, thuis vanachter hun pc, met veel enthousiasme deelgenomen. Gezien deze succesvolle ervaring zullen meerdere webinars volgen. Data en thema's worden via nieuwsbrieven bekend gemaakt. Training De FVB heeft op basis van het rapport diverse partijen opgeroepen om een training te organiseren. Dit heeft geresulteerd in de training 'Succesvol Profileren voor Vaktherapeuten'. De eerste twee trainingen plaatsgevonden op zaterdag 26 oktober en 2 november. De trainingen werden gegeven door Margreet Verboom RATh, MBA. De eigen Kracht Als Vaktherapeut vormt de basis voor praktische oefeningen in het succesvol profileren. Eén van de therapeuten verwoordde het treffend als “Een
Jaarverslag FVB 2013
6
inspirerende training met volop tools en nieuwe input voor mijn werkzaamheden binnen mijn instelling én als toekomstig zelfstandig professional”. Vanwege grote belangstelling werd en wordt de training nogmaals herhaald op 14 december 2013, 11 januari 2014 en 1 februari 2014 4. Ontwikkelen van een infomap voor nieuwe bestuurs- en commissieleden van verenigingen met als doel dat het laagdrempeliger wordt om als vrijwilliger bestuur- of commissiewerk te doen. Met de infomap is in 2013 een begin gemaakt. Deze zal in 2014 afgerond worden.
Jaarverslag FVB 2013
7
Hoofdstuk 3: Belangenbehartiging en Kennisinnovatie
3.1 Bestuurlijk akkoord toekomst GGZ 2013-2014 Op 18 juni 2012 is door het Ministerie van VWS met de GGZ-sector het Bestuurlijk Akkoord Toekomst GGZ 2013-2014 ondertekend. Voor vaktherapie zijn de volgende punten uit het bestuurlijk akkoord het belangrijkst: 1. Er moet door vaktherapeuten worden ingesprongen op de verschuiving van activiteiten van de 2e naar de 1e lijn Er wordt een commissie opgericht die het gebruik van product/module gaat monitoren. Zij doen dit door mensen rondom het schrijven en gebruiken van product/module bij elkaar te brengen, een vraagbaak te zijn voor vaktherapeuten in instellingen en eigen praktijkers. Deze taken zijn door de Commissie Product en Module Ontwikkeling opgepakt. Zie ook het jaarverslag van de CPMO. 2. Vaktherapie moet in de ROM worden opgenomen Op 30 september 2013 was er weer een bijeenkomst van het Kennisinnovatie, Opleidingen en Onderzoeksplatform (KOOP) van de FVB. Het thema was: Routine Outcome Monitoring (ROM). De bijeenkomst begon met presentaties van Irene Rentenaar (directeur FVB) over de ontwikkelingen in het werkveld, Jooske van Busschbach (lector Bewegen, Gezondheid & Welzijn, Windesheim) over de inventarisatie van ROM vragenlijsten & meetinstrumenten uitgevoerd door de lectoren vaktherapie, Mandy de Meyer (beeldend therapeut, Karakter kinder- en jeugdpsychiatrie) over vaktherapie in de ROM bij Karakter en Marij Schüsler (onderzoeksbureau Soffos) over ROM, moet je doen! Na de presentaties gingen deelnemers met elkaar in discussie over de stand van zaken in de eigen organisatie en over wat de FVB zou kunnen doen om vaktherapie in de ROM’s te krijgen. De presentaties en een samenvatting van de bijeenkomst zijn te vinden op de FVB website (http://www.vaktherapie.nl/pages/nl/voor_vaktherapeuten/extra/fvb_nieuws) 3. Goede vertegenwoordiging van de beroepsgroep in de kwaliteitsprogramma’s In 2013 zijn diverse acties ondernomen: Kind & Jeugd De afgelopen periode jaar heeft er vanuit de FVB een aantal acties plaatsgevonden op het gebied van de Richtlijnen Jeugdzorg. Inhoudelijk is hierbij ondersteuning verleend door Wijntje van den Ende. In het kader van het actieprogramma Jeugdzorg worden momenteel diverse richtlijnen Jeugdzorg ontwikkeld (zie www.richtlijnenjeugdzorg.nl). In het voorjaar 2013. heeft een gesprek plaatsgevonden met de programmaleider van het programma Richtlijnen Jeugdzorg, dhr. Flip Dronkers, over de mogelijke inbreng van de FVB in deze richtlijnen. Van dit gesprek en de achtergronden van de richtlijnen is een verslag gemaakt. Verder heeft er in maart een gesprek plaatsgevonden met Dhr. Dirk Verstegen, directeur van VOBC/Landelijk Kenniscentrum LVB (de Vereniging Orthopedagogische Behandelcentra, een samenwerkingsverband met instellingen voor behandeling van kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking en ernstige gedragsproblematiek). In dit gesprek is afgesproken in de toekomst nader samen te werken aan: De FVB zal benaderd worden als er in de toekomst door het kenniscentrum richtlijnen worden ontwikkeld waarbij de input vanuit vaktherapie van belang is. De FVB zal informatie aanleveren over de aantallen vaktherapeuten die werkzaam zijn bij de leden van VOBC LVB.
Jaarverslag FVB 2013
8
Om de informatie die we nodig hebben voor het NJI, VOBC LVB boven water te krijgen, is een enquête uitgezet onder alle leden die hebben aangegeven iets te doen met jeugdzorg, GGZ kind en jeugd. Door beide organisaties is toegezegd dat de instellingen waar vaktherapeuten werkzaam zijn nadrukkelijk betrokken zullen worden in de proefimplementaties van de richtlijnen die ontwikkeld zijn c.q. nog worden ontwikkeld. Momenteel worden er in drie sectoren kind & jeugd activiteiten ontwikkeld door vaktherapeuten m.b.t. kennisontwikkeling: 1. GGZ Kind & Jeugd Binnen de K7 (Accare, Triverum, De Bascule, Karakter, De Jutters, Curium en Ylius), een groep van GGZ instellingen die zich specifiek richt op kind & jeugd, is onder leiding van Accare een project gestart m.b.t. het ontwikkelen van evidentie op het gebied van vaktherapie kind & jeugd. Corrine Prins en Tanja Dollenkamp zijn hier het aanspreekpunt. 2. Het Landelijk Kenniscentrum LVB Start binnenkort met een update van de richtlijnen vaktherapie. Martine de Witte heeft aangegeven vaktherapie te willen vertegenwoordigen in deze sector. 3. Het NJI (binnen de Jeugdzorg) Is bezig met het ontwikkelen van richtlijnen voor effectieve jeugdzorg. In deze sector is het van belang dat er interventies vaktherapie in de database effectieve interventies jeugdzorg terecht komen. Wijntje van den Ende heeft hierop tot nu toe de coördinatie gevoerd. Voor organisaties die vallen onder de wet op de jeugdzorginstellingen zie www.jeugdzorgnederland.nl. Wijntje heeft tot nu toe ook de inhoudelijke afstemming tussen de drie sectoren verzorgd en de coördinatoren zijn onderling al een keer bij elkaar geweest. Medio 2013 is er een bijeenkomst georganiseerd met de lectoren, de coördinatoren en de FVB (Huub Notermans, FVB bestuurslid Kennisinnovatie) om alle initiatieven op elkaar af te stemmen, krachten te bundelen en kennis en ervaring uit te wisselen. Het bestuur FVB wil bij deze alle coördinatoren en ander vaktherapeuten die bij deze acties betrokken zijn hartelijk danken voor hun inzet om vaktherapie in de zorg voor kind & jeugd op de kaart te zetten. Kwaliteitsontwikkelingen GGZ Het nieuwe samenwerkingsverband, het netwerk ‘Kwaliteitsontwikkeling GGZ’, is op 9 oktober 2013 officieel van start gegaan. Het bestuur van het netwerk bestaat uit vertegenwoordigers van patiënten- en familiekoepel Landelijk Platform GGZ (LPGGZ), het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) en de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP). Het netwerk ‘Kwaliteitsontwikkeling GGZ’ heeft als doel om de beroepsuitoefening van de zorgverleners continue te verbeteren en te vernieuwen, kortom een verdere professionalisering de zorg aan mensen met psychiatrische en psychologische problemen. Dit gebeurt door het ontwikkelen en verspreiden van kwaliteitsstandaarden, die normen voor goede zorg beschrijven en goed implementeerbaar zijn. Voorbeelden hiervan zijn behandelrichtlijnen, zorgstandaarden en instrumenten voor het meten van het effect van een behandeling. Maar het gaat ook om de informatie voor patiënten en naasten over de diagnose en behandeling. De oprichting van het netwerk vloeit voort uit het met de overheid gesloten Bestuurlijk Akkoord Toekomst GGZ. In dit akkoord zijn afspraken gemaakt om als sector gezamenlijk verantwoordelijkheid te dragen voor een aanbod van kwalitatief goede en
Jaarverslag FVB 2013
9
doelmatige zorg tegen aanvaardbare kosten. Een en ander versterkt de behoefte aan multidisciplinaire kwaliteitsinstrumenten. Het domein van het netwerk ‘Kwaliteitsontwikkeling GGZ’ is de geestelijke gezondheidszorg voor volwassenen, kinderen en ouderen, waaronder ook de verslavingszorg en de forensische geestelijke gezondheidszorg. 3.2 Nieuwe vorm inbreng ZGVT In de tweede helft van 2012 is door het AB besloten de vertegenwoordiging van de zelfstandig gevestigden m.i.v. 2013 anders te organiseren. In 2013 zijn ten behoeve van de inbreng van de ZGVT de volgende zaken gerealiseerd: Binnen het FVB-account op LinkedIn is een besloten ZGVT groep gerealiseerd (inmiddels 396 leden) die vanuit de FVB gebruikt wordt voor het raadplegen van zelfstandigen over allerlei zaken waarvoor in het verleden de commissie ZGVT geraadpleegd werd. De groep werd in 2013 ook volop gebruikt door de ZGVT-ers zelf voor het onderling uitwisselen van informatie, het plaatsen van oproepen en/of het stellen van vragen. De portefeuillehouders binnen de Commissie ZGVT zijn vervangen door ZGVT contactpersonen die de discussies op LinkedIn volgen en zo nodig in overleg met het FVB Bureau reageren op de diversen discussiepunten en/of vragen. Vanaf 2013 wordt voor ZGVT ‘projecten’ alleen nog gewerkt met gerichte werkgroepen, die zich met een specifiek onderwerp bezighouden. Hiervoor worden dan binnen de LinkedIn-groep en via nieuwsflitsen specifieke oproepen gedaan. De de toegankelijkheid van de informatie van belang voor zelfstandig gevestigden op de FVB website is aanzienlijk verbetert door het realiseren van een specifieke 'ZGVT pagina'. Er zijn in 2013 drie speciale nieuwsbrieven voor ZGVT-ers verzonden. In 2013 heeft een student een tevredenheidsonderzoek uitgevoerd naar het Tevredenheidsvragenformulier. In 2014 worden de resultaten bekend en wordt bekeken welke impact dit heeft op het huidige vragenformulier.
3.3 Studiedag werkveldgroepen De FVB heeft eind 2013 een studiedag voor de leden van werkveldgroepen georganiseerd. Doel van deze studiedag was het implementeren van onderzoek in de werkveldgroepen zodat er middels kleine onderzoeken massa in onderzoeksresultaten opgebouwd kan worden. De ochtend bestond uit een hoorcollege verzorgd door Marinus Spreen, lector Social Works and Art Therapies van de Hogeschool Stenden getiteld “Het meten van verandering in functioneren door vaktherapeutische behandelingen”, over de N=1 methode. In de middag werden door leden van de Commissie workshops voor beginners en gevorderden gegeven over het schrijven van een product of modulen. 3.4 Evaluatie registratiehuis Het register van de NVCT en de NVPMT is in 2008 van start gegaan als een gezamenlijk register Vaktherapie onder de naam SRVB. Met het van start gaan van het register is al direct afgesproken dat er een evaluatie na 5 jaar, dus in 2013, zou worden gehouden.
Jaarverslag FVB 2013
10
Met de SRVB is afgesproken dat de evaluatie een beleidsmatig deel bevat, waarin de FVB het initiatief neemt en de SRVB meekijkt, en een praktisch deel (regels, voorschriften, uitvoering), waarin de SRVB het initiatief neemt en de FVB meekijkt. De strategische evaluatie richt zich op de positie die het register inneemt ten op zichte van andere registers. Uitgangspunt is een marktconform register dat enerzijds kwaliteit en anderzijds kwantiteit (aantal geregistreerde leden) in evenwicht brengt. In de huidige gezondheidszorg is samenwerking met andere partners een manier om een interessante speler te blijven. De voordelen en de kansen, die het voor de vaktherapeuten biedt, zal zorgvuldig onderzocht moeten worden. De inhoudelijke evaluatie vindt plaats op basis van uitkomsten van de strategische evaluatie, de klachten die er zijn binnengekomen in de afgelopen vijf jaar, en de informatie over knelpunten die uit de steekproeven tevoorschijn komen. Er wordt uitdrukkelijk aandacht besteed aan de zelfstandig gevestigden waarbij bekeken wordt of aan het voeren van een eigen praktijk aanvullende eisen moeten worden gesteld. Uit de strategische evaluatie zijn de volgende adviezen gekomen: 1. Dat het register een basis beroepsregister wordt; het stelt basiseisen aan de kwaliteit van de vaktherapeut. Verlaging werkervaringseis van 16 naar 8 uur gemiddeld in 5 jaar en verlaging van het gemiddeld aantal in te vullen uren van 400 naar 200 uur in 5 jaar en het aanpassen van de herregistratieperiode aan de overige registers nl standaard 5 jaar. 2. Opheffen van het senior register. Er is geen enkel beroepsregister dat dit onderscheid kent. 3. De Stichting RVB opheffen en de bestuurlijke organisatie onder te brengen bij de FVB. Deze aanbevelingen zijn in de inhoudelijke evaluatie verder uitwerkt. Verder zijn de volgende verzoeken voor aanpassing gehonoreerd. een regeling voor leertherapie een regeling voor tijdelijke opschorting van de registratie voor (kandidaat)geregistreerden die (promotie)onderzoek doen. Handhaven van het Senior Register met de aangepaste eisen Instellen van de FVB Registratiecommissie De wijzigingen zullen in het eerste kwartaal 2014 nader uitgewerkt worden en per 1 april 2014 ingaan. 3.5 Het opnieuw inrichten van het FVB MDR-netwerk Op 10 oktober 2013 heeft de eerste bijeenkomst plaatsgevonden van de FVB Expertgroep Richtlijnen. Deze expertgroep bestaan uit circa 10 leden waarvan de helft uit docenten/onderzoekers die door de opleidingen/lectoraten zijn vrijgesteld voor participatie in deze expertgroep. De andere helft bestaat uit leden die zijn voorgedragen door de aangesloten verenigingen. De door de verenigingen voorgedragen leden ontvangen een vrijwilligersvergoeding. De Expergroep Richtlijnen is de opvolger van het MDR netwerk en bestaat uit Master opgeleide vaktherapeuten die geschoold zijn in het vinden en beoordelen van onderzoeksliteratuur. Voor het participeren in de Richtlijntrajecten is het belangrijker dat je literatuur kunt vinden en beoordelen, dan dat je expert bent in de betreffende stoornis.
Jaarverslag FVB 2013
11
De FVB wil met deze expertgroep proactief gaan werken. Dus niet meer wachten tot er een richtlijn langskomt, maar op voorhand inventariseren wat er aan onderzoeksliteratuur is, de informatie na beoordeling in het relevante format beschrijven en aanbieden, reviews schrijven, etc. Tevens zullen leden van de expertgroep - indien relevant - participeren in die werkgroepen die zich bezig houden met het ontwikkelen of updaten van richtlijnen. Uiteraard ligt het voor de hand om de zo gevonden en beoordeelde onderzoeksliteratuur tevens aan te bieden voor opname in de database waaraan door de opleidingen gewerkt wordt. De drie lectoren Susan van Hooren (Zuyd Hogeschool), Marinus Spreen (Stenden Hogeschool) en Jooske van Busschbach (Windesheim) hebben toegezegd de expert groep te zullen begeleiden bij hun activiteiten. Bijvoorbeeld door het beschikbaar stellen van zoekfaciliteiten, meelezen van reviews, etc. Voor geïnteresseerden is een samenvatting van de bijeenkomst te vinden op de FVB website (http://www.vaktherapie.nl/pages/nl/voor_vaktherapeuten/extra/fvb_nieuws). 3.6 Evaluatie en optimalisatie www.vaktherapie.nl In 2013 is de website geëvalueerd op structuur/opbouw en inhoud. Focus was de inhoud van de website. Het doel van de evaluatie was om inzicht te krijgen in welke mate de website (nog) voldoet aan vindbaarheid van informatie, gebruiksvriendelijkheid, juiste gebruiksfuncties, uitstraling, mate van interactiviteit, et cetera. Eind mei hebben alle leden een uitnodiging ontvangen om de enquête in te vullen met betrekking tot de evaluatie van www.vaktherapie.nl. 314 vaktherapeuten (leden) hebben de vragenlijst ingevuld, en we hebben 29 reacties ontvangen van externe gebruikers van de website, zoals cliënten, studenten en zorgverzekeraars. Een grote meerderheid is tevreden over de website wat betreft de inhoud van de informatie, het (op een logische plek) kunnen vinden van informatie, en wat betreft de meerwaarde ten opzichte van andere communicatie-uitingen. De website wordt niet heel intensief gebruikt. Er zijn mensen die schreven “Ik zie nu pas hoeveel informatie erop staat, ik ga ‘m zeker vaker gebruiken”. Er is een verschil in beleving van de website: De grootste groep vindt de website heel helder, overzichtelijk en professioneel. Een kleine groep vindt de website lastig, moeilijk te doorzoeken, veel doorklikken, saai en zakelijk. Duidelijk is wel dat er bij de meerderheid de behoefte bestaat aan een zoekfunctie. Daarnaast is het, vanuit communicatie-oogpunt, tijd om de website qua vormgeving aan te passen aan de vernieuwde FVB huisstijl, die is ingezet met de congres-banner, het beroepscompetentieprofiel en de folder Vaktherapie (dit is niet meegenomen in de evaluatie). Binnen de huidige website zijn daar (technisch) niet de mogelijkheden voor. De uitdaging daarbij is het vinden van de balans tussen het ‘aantrekkelijker, persoonlijker, uitnodigender en levendiger’ maken van de website, en het behoud van ‘zakelijk, professioneel, helder’. Het FVB bureau zal in 2014 offertes aanvragen en een partij zoeken die aan de slag kan gaan met vernieuwingen, deels gebaseerd op deze evaluatie.
3.7 Beroepscompetentieprofiel Vaktherapeut In 2011 en 2012 is samen met GGZ Nederland gewerkt aan het Beroepscompetentieprofiel (BCP) GZ-Vaktherapeut. Medio 2012 is het project afgerond. In het jaarplan 2013 was opgenomen het BCP GZ-Vaktherapeut doorontwikkeld naar een BCP Vaktherapeut. Het is
Jaarverslag FVB 2013
12
de intentie om in dit BCP ook het onderscheid tussen de competenties op bachelor en master niveau in te voeren. Het grootste deel van deze activiteit is doorgeschoven naar 2014. Eind 2013 is door Henriëtte Visser (die bereid gevonden is om ook voor dit project als schrijver op te treden) een eerste opzet gemaakt op basis van de informatie uit het vorige project. 3.8 CONO De stichting Coördinerend Orgaan Nascholing en Opleiding in de GGZ (CONO), is het kenniscentrum voor GGZ-beroepen en opleidingen ten behoeve van de (brede) geestelijke gezondheidszorg (inclusief de verslavingszorg, forensische ggz, gehandicaptenzorg en psychogeriatrie). Bij alle activiteiten van het CONO staat de beroepsuitoefening door GGZberoepen centraal. Dit zijn GZ-Agogen, Gezondheidszorgpsychologen (inclusief klinisch psycholoog en klinisch neuropsycholoog), Psychiaters, Psychotherapeuten, GZvaktherapeuten en GZ-Verpleegkundigen. CONO ‘nieuwe stijl’ is in 2012 gestart vanuit verschillende uitgangspunten: a. Een platform met als functie het maken en afstemmen van gezamenlijk beleid ten aanzien van de opleidingen en beroepen in de GGZ. b. Het uitvoeren van gesubsidieerde tijdelijke projecten (ontwikkeling nieuw opleidingsregister, governancestructuur en praktijkopleidingsinstellingen. c. Het uitvoeren van structurele gesubsidieerde taak: toewijzing opleidingsplaatsen. Binnen CONO ‘nieuwe stijl’ bestaan 4 bestuurscommissies die zich bezighouden met verschillende aandachtsgebieden met daarin elementen van zowel a, b als c. De bestuurscommissies zijn inhoudelijk leidend binnen CONO. Zij worden ondersteund door medewerkers van het bureau die ook onderling de begeleiding van de projecten verdelen. Het bureau wordt geleid door een directeur die ook een belangrijke rol speelt in de contacten met het veld, VWS, de opleidingsinstituten etc. Voorts is er een bestuur op afstand, in de rol van een raad van toezicht. De financiering van dit alles is gebaseerd op de inkomsten vanuit de verschillende subsidies en bijdragen van de verschillende deelnemers uit het veld. Door meerdere oorzaken (zoals onder meer beperkte tot afwezige participatie in de bestuurscommissies, geringe commitment bij verschillende veldpartijen en forse interne problemen binnen CONO zelf) is van bovenstaande weinig terechtgekomen. Hierdoor is de platformfunctie onvoldoende dan wel erg laat van de grond gekomen. De gesubsidieerde tijdelijke projecten zijn in min of meerdere mate gestagneerd. VWS heeft begin 2013 aangegeven dat CONO alleen nog voor (subsidiëring van) het toewijzingsproject in aanmerking zou komen. De overige projecten worden door andere organisaties (NIP voor het opleidingsregister) of een tijdelijke breed samengestelde werkgroep (Governance) opgepakt. Dit betekent niet alleen dat CONO taak b niet meer uitvoert, maar ook de bijbehorende subsidies daarvoor niet meer ontvangt. Dit terwijl de bureaukosten in belangrijke mate ongewijzigd zijn gebleven. Gevoegd bij het feit dat CONO in 2013 niet van alle deelnemers een bijdrage heeft ontvangen, betekent dat CONO niet alleen staat voor de vraag hoe al dan niet inhoudelijk verder te gaan, maar ook dat een solide financiële basis voor continuering van CONO op dit moment ten ene male ontbreekt. Vanwege de problemen op het bureau is het bestuur zeer actief betrokken geweest bij alle op de CONO van toepassing zijnde zaken. Vanwege het ontbreken van een functionerende directeur binnen CONO heeft het bestuur in 2013 ook deze functie moeten waarnemen. Ook deze ontwikkeling is niet conform de uitgangspunten en in de ogen van het bestuur noodzakelijk, maar tevens onwenselijk.
Jaarverslag FVB 2013
13
Op grond van het bovenstaande is het CONO-bestuur met de veldpartijen in gesprek gegaan of het CONO ook nog in 2014 voort moet bestaan en zo ja, met welke taken en op basis van welke financiering. Hiervoor zijn 2 bijeenkomsten belegd op 6 september en 6 december 2013. Tijdens de bijeenkomst die CONO organiseerde op 6 september 2013 waren veldpartijen unaniem: Toewijzen en de platformfunctie zijn voor het veld van belang, maar niet noodzakelijkerwijze taken van het CONO. CONO kan daarmee op zo kort mogelijke termijn opgeheven worden. Het CONO bestuur kreeg hierbij het verzoek uit te zoeken op welke wijze twee belangrijke taken in de nabije toekomst geborgd kunnen worden: de platformfunctie en het project Toewijzen. Met deze uitkomst is het CONO-bestuur in overleg getreden met het Ministerie van VWS. Daarnaast heeft het bestuur een eerste verkenning gemaakt. Tijdens de bijeenkomst van 6 december hebben de veldpartijen de volgende afspraken gemaakt: Platformfunctie Voor het overdragen van de platformfunctie organiseert CONO in het voorjaar van 2014 een bijeenkomst, met als doel een agendacommissie te vormen en een eerste organisator te kiezen voor een themabijeenkomst over een of enkele onderwerpen die op korte termijn vragen om een gemeenschappelijk standpunt van bij de ggz betrokken partijen. De agendacommissie voorziet ook in de continuïteit van thematische platformbijeenkomsten. Toewijzen Vertegenwoordigers van GGZ-NL, NIP, V&VN en NVVP doen zeer binnenkort een voorstel voor een opdracht aan een werkgroep, de samenstelling van die werkgroep en een tijdpad. Het voorstel wordt voorgelegd aan alle deelnemers van CONO. Het doel van de opdracht is dat het toewijzen van opleidingsplaatsen naar genoegen van de betrokken partijen kan worden overgedragen naar een andere organisatie. Het CONO moet het toewijzen voor augustus 2014 overdragen. 3.9 Organisatie FVB-conferentie Op 7 februari 2014 wordt door de FVB samen met de VvMP een conferentie georganiseerd met als titel ‘Who borrows from whom?’ Het thema is ‘Vaktherapie en methodische specialisaties’ (schema- en systeemtherapie, mentalisation based treatment, etc). In 2013 was het themanummer van het tijdschrift gewijd aan systeemtherapie. Door voor de FVBconferentie het thema te verbreden, wordt het onderwerp voor een bredere doelgroep interessant. Voor de organisatie van dit congres is een congrescommissie opgericht bestaande uit FVB en VvMP afgevaardigden. De inschrijving voor dit gezamenlijke congres is eind oktober gestart. In een digitaal programmaboekje is een uitgebreide beschrijving gegeven van de workshops, en uitleg over kosten, inschrijving en betaling. De inschrijvingen vonden voor het eerst plaats via de FVB Webshop. 3.10 Implementatie Visitatie praktijkvoering zelfstandig gevestigde vaktherapeuten In 2012 is het project ‘Visitatie’ afgerond. Het visitatieprotocol en de checklist zijn vastgesteld. De Commissie Visitatie is ingesteld en de leden zijn benoemd. In 2013 moet gestart worden met de feitelijke visitatie. Gevisiteerd worden de ZGVT-ers die op de website van de FVB worden gemeld. Beginnend bij degene die het langst geregistreerd zijn. Hiervoor is gekozen omdat de FVB niet beschikt over informatie over hoelang ZGVT-praktijken al bestaan, en de ervaring heeft uitgewezen
Jaarverslag FVB 2013
14
dat er een redelijke overeenkomst bestaat tussen hoelang een ZGVT-er al geregistreerd is en hoelang de praktijk bestaat.
3.11 Visitatie Met ingang van 1 januari 2013 is AVAR Visitatiebureau gestart met het visiteren van de zelfstandig gevestigde vaktherapeuten die vermeld staan op de website van de FVB. In 2013 zijn er 39 vaktherapeuten gevisiteerd, er zijn hele positieve reacties van de leden, maar ook kritische reacties. Na het eerste half jaar zijn de aanbevelingen die er waren, besproken en behandeld, of doorgespeeld naar het bestuur van de FVB. De Visitatiecommissie heeft zoveel mogelijk opgepikt van de feedback en geprobeerd deze te verwerken, maar sommige zaken zijn nu eenmaal zo en kunnen niet anders. Met AVAR is er regelmatig contact geweest om bijvoorbeeld de communicatie te verbeteren of werkwijzen bij de stellen. Wat opviel in de voorbereiding naar het visitatiebezoek, is dat vaktherapeuten in eerste instantie akkoord gaan met het visitatiebezoek, maar daarna toch afzeggen om diverse redenen. Dit zorgde voor veel extra werk, wat weer resulteerde in extra kosten voor de FVB. De FVB en AVAR hebben hier nieuwe afspraken over gemaakt, om deze late afzeggingen tot een minimum te beperken.
De visitatie is een belangrijk onderdeel op weg naar een nog professionelere beroepsvereniging, dat is van groot belang voor de profilering en kwaliteitsbewaking van ons vak in deze tijd, waarbij de zorgverzekeraars steeds meer voorwaarden hebben. AVAR geeft aan dat het afgelopen jaar is ontvangen door zeer enthousiaste, gedreven vaktherapeuten. 3.12 Onderzoek opname vaktherapeut in Wet BIG Opname van vaktherapeuten in artikel 34 van de Wet BIG blijft van belang voor de aangesloten leden. Niet zozeer meer vanuit het oogpunt van vergoedingen, maar vooral vanuit het oogpunt van ‘reputatie’. VWS, zorgverzekeraars en de politiek hebben de laatste jaren een beeld gecreëerd dat zorgverleners die niet in de Wet BIG zijn opgenomen geen reguliere zorg leveren en dus geen goede zorg. Eind november 2013 is eindelijk het rapport evaluatie Wet BIG naar de Tweede Kamer gestuurd. Het rapport is met name een evaluatie van de huidige wet en doet geen uitspraken over vaktherapie. Aangegeven wordt dat er in het kader van de evaluatie geen ruimte was voor nader onderzoek naar nieuwe beroepen. Belangrijkste punt voor de FVB is dat met het verschijnen van het rapport, VWS de aanvraag voor opname van de GZ-Vaktherapeut in artikel 34 Wet BIG in behandeling moet nemen en niet meer kan verwijzen naar een evaluatie niet nog moet verschijnen. De Minister VWS zal binnen 3 maanden haar inhoudelijke standpunt naar de tweede kamer sturen.
Jaarverslag FVB 2013
15
3.13 Verdere ontwikkeling en inzet info- en persmateriaal over vaktherapie De kernwaarden van vaktherapie vormen het uitgangspunt in de boodschappen en informatie naar de diverse externe doelgroepen: doen -> ervaren -> effect. In 2012 is de FVB folder aangepast aan deze kernwaarden, zowel inhoudelijk als qua vormgeving (stijl FVB-banner). Deze is begin 2013 in gebruik genomen. De verenigingen zouden bekijken in welke mate de eigen folders al dan niet een verandering zullen ondergaan, zodat alle communicatie-uitingen bijdragen aan een eenduidige en professionele profilering van vaktherapie. Hieraan wordt vervolg gegeven in 2014. Er is een FVB gimmick ontwikkeld in het kader van ‘doen->ervaren->effect’ die kan worden meegegeven tijdens studiedagen, voorlichtingsbijeenkomsten e.d. Deze wordt begin 2014 geleverd en in gebruik genomen. De FVB is in contact gekomen met een student-documentairemaker die als afstudeerproject een aantal korte informatieve filmpjes over vaktherapie wil ontwikkelen. Binnen de FVB en de beroepsverenigingen sloot dit aan bij een groeiende behoefte aan beeldmateriaal over de vijf vaktherapeutische disciplines. Vanaf het voorjaar zijn vaktherapeuten en cliënten gezocht, geïnterviewd en gefilmd. Dit was een doorlopend proces tot aan eind 2013. Wat vooral moeizaam was, was om cliënten te vinden die gefilmd konden worden. Dat heeft voor vertraging gezorgd. Begin 2014 worden de laatste twee cliënten (drama) gefilmd, en worden de films van drama (vaktherapeut) en de algemene film over vaktherapie aangevuld met deze beelden van cliënten. De filmpjes zullen vanaf begin 2014 via een soort websiteportal toegankelijk zijn. En kunnen o.a. gebruikt worden als voorlichtingsmateriaal tijdens studiedagen/congressen, richting patiëntenverenigingen, zorgverzekeraars, als persmateriaal, en voor vaktherapeuten zelf, bijvoorbeeld ten behoeve van voorlichting voor werkgevers en cliënten. 3.14 FVB bureau 2013 stond weer vol van activiteiten waarbij het FVB bureau ondersteuning heeft geboden. Zo waren daar weer diverse studiedagen, speldagen en regiobijeenkomsten en bijeenkomsten van projectgroepen/werkveldgroepen. Maar ook het versturen van diverse mailings en ALV’s hebben weer tijd en aandacht van ons gevraagd. De webshop is een project geweest wat dit jaar veel uren heeft gekost. Testen, aanpassen, instrueren en weer testen, we gaan er van uit dat we voor deze tijdsinvestering in 2014 de vruchten plukken! Het visitatieproject vergde meer tijd van het FVB bureau dan van te voren was ingeschat, door een extra stap in te bouwen in het proces, blijven de kosten bij AVAR beperkt, maar zorgt het wel voor meer werk op het bureau. In 2014 zullen we nog meer gaan sturen op het terugleggen van verantwoordelijkheden naar waar ze horen, bij verenigingen of bij de leden zelf. Zo worden leden telkens weer gewezen op hun verantwoordelijkheid om persoonlijke gegevens zoals adres/factuurgegevens, praktijkgegevens en werkgever/CAO up-to-date te houden. Ook door de webshop zo in te richten dat er diverse opties zijn, moet er voor zorgen dat achteraf zaken wijzigen niet meer nodig is.
Jaarverslag FVB 2013
16
Hoofdstuk 4: Doorlopende activiteiten 2013
4.1 Communicatie met aangesloten beroepsverenigingen Communicatie met de aangesloten verenigingen vond plaats via de strategische agenda’s van de AB overleggen (vier keer) en ALV (twee keer). Beleidsvoorbereidend voor de jaarplannen 2014 hebben de werkconferenties Belangenbehartiging, Kennisinnovatie en Communicatie en PR plaatsgevonden. Informeren verantwoordelijke bestuursleden over mailings naar leden. 4.2 Communicatie met leden van de beroepsverenigingen Belangrijke informatie en resultaten vanuit de diverse portefeuilles zijn de leden van de beroepsverenigingen gecommuniceerd via de FVB nieuwsbrieven (vier keer), de SRVB nieuwsbrieven (twee keer) en via www.vaktherapie.nl. Daarnaast is gebruik gemaakt van berichtgeving via Twitter en specifiek opgerichte LinkedIn groepen (o.a. ZGVT). Er heeft in 2013 een evaluatie plaatsgevonden van het gebruik van de website www.vaktherapie.nl (zie 3.6). 4.3 Contact en werving studenten Er zijn gastcolleges verzorgd aan de HU en Zuyd Hogeschool aan 2e en 4e jaars studenten van de bacheloropleidingen vaktherapie. In mei zijn de jaarlijkse informatiepakketten aan afstudeerders van alle vaktherapie bacheloropleidingen uitgereikt. Met daarbij een brief van de beroepsvereniging met informatie over lidmaatschap. De studentenflyer is aangepast aan de nieuwe FVB huisstijl. Het aantal studentleden is in 2013 toegenomen met 60. 4.4 Deelname externe werkveld- of deelgebiedgerichte symposia GGZ Kennisdag 2013: Ambulantisering in de GGZ Op donderdag 7 februari 2103 was de FVB namens de vaktherapeuten aanwezig tijdens de GGZ Kennisdag in de Beurs van Berlage in Amsterdam. Irene Rentenaar (directeur FVB) en Wanda Kuipers (communicatiemedewerker) bemanden de FVB stand en stonden bezoekers te woord. De nieuwe folder ‘vaktherapie’ was daarbij een mooie aanvulling op het bestaande PR-materiaal en is veelvuldig uitgedeeld aan belangstellenden. Het thema zorgde echter voor een ander publiek dan andere jaren. Het accent lag op beleidsmakers en directies, wat maakte dat er iets minder inhoudelijke belangstelling was dan voorheen. Toch zijn we ervan overtuigd dat het goed was dat vaktherapie en de vaktherapeuten ook dit jaar weer zichtbaar waren in het veld van de vele beslissers en beïnvloeders in de GGZ. De lezingen, workshops en discussies over ‘ambulantisering’ maakten duidelijk dat het deels verschuiven van zorg van de tweede naar de eerste lijn ook weer (nieuwe) kansen biedt voor vaktherapeuten. Het gaat daarbij om het opzoeken van samenwerking, goede afstemming en het respecteren en gebruik maken van ieders specifieke expertise. 4.5 Het onderhouden en opbouwen van relevante externe contacten op het gebied van Kennisinnovatie, Onderzoek en Opleidingen Kennisinstituten
Jaarverslag FVB 2013
17
Er is intensief contact geweest met diverse medewerkers van het Trimbos-instituut in het kader van de ontwikkeling van Multidisciplinaire Richtlijnen en Zorgprogramma’s en het VOBC en het NJI in het kader van de ontwikkeling van producten en modulen. Overleg met de opleidingen De FVB overlegt minimaal twee keer per jaar met het Landelijk Overleg Opleidingen vaktherapeutische beroepen (LOO). Hierin zijn de managers/teamleiders van de VT opleidingen vertegenwoordigd. Voor 2013 waren de speerpunten op het gebied van KI: Onderzoekslijnen: afstemmen van de onderzoekslijnen op de behoefte van het werkveld, in het bijzonder op de behoefte inzake MDR’s. Zoekstrategiën: afstemmen van het gebruik van zoektermen en zoekstrategieën. Database. De lector van de Hogeschool Zuyd heeft in 2013, twee bijeenkomsten georganiseerd met de opleidingsmanagers/teamleiders van de verschillende vaktherapie opleidingen, lectoren op dit gebied en de FVB, om meer lijn te brengen in het onderzoek dat in Nederland wordt verricht op het gebied van vaktherapie. Vanuit de opleidingen en de FVB is er een sterke behoefte naar het sructureren van onderzoek op het gebied van vaktherapie. Doel van de bijeenkomsten Nagaan op welke wijze onderzoek binnen de opleiding wordt aangeboden en op welke momenten in de opleiding studenten kunnen aansluiten bij onderzoeksprojecten. Inventariseren welke onderzoeken er op dit moment plaats vinden binnen de opleidingen. Duidelijkheid krijgen over waar behoefte aan is op het gebied van onderzoek rondom vaktherapie. Brainstormen over methoden om de link tussen onderwijs-onderzoek-praktijk te versterken. Waar willen we naartoe? Een gezamenlijk gedragen toekomstbeeld over onderzoek binnen vaktherapie in de opleidingen. Een landelijke portal waar lopend onderzoek wordt gepubliceerd van de participerende opleidingen (en eventueel ook praktijkinstellingen). Waar bachelor- en masterstudenten de mogelijkheid krijgen om bij aan te sluiten. Advies uitbrengen aan onze eigen opleidingen over hoe antwoord te geven op bovenstaande punten, teneinde ook echt te komen tot een landelijk beleid. Namens de FVB neemt Huub Notermans, Bestuurslid Kennisinnovatie deel aan dit overleg.
4.6 Het jaarlijks organiseren van een studiedag voor zelfstandig gevestigde vaktherapeuten. Op donderdag 11 oktober 2013 vond de werkconferentie ZGVT ‘Klaar voor dit tijdVAK? plaats. Georganiseerd door ZGVT-ers zelf en gefinancierd door de FVB. Manon Zandbergen heeft veel energie gestoken in het uitzoeken van de belangrijkste veranderingen in de GGZ voor 2014. Ze gaf de start tot het gezamenlijk uitzoeken van de mogelijkheden om als hulppersoneel bij hoofdbehandelaars in de ‘prestatie’ (de huidige consulten in de eerste lijn worden per 1 januari omgevormd tot prestaties) of ‘DBC’ te komen. Zelfstandig gevestigde vaktherapeuten zullen zich duidelijk moeten profileren bij de POH-
Jaarverslag FVB 2013
18
GGZers (Praktijk Ondersteuners Huisarts) of aansluiten bij een zorggroep om gezamenlijk een product (nu dus prestatie) te gaan leveren. Irene Rentenaar, directeur FVB, sprak over de besluitvorming van de verenigingen m.b.t. de wet BIG, het registratietraject en het grote belang van de visitatie. Denis de Vries gaf een presentatie over het doordacht benutten van Social Media voor je eigen praktijk. In werkgroepen is men vervolgens aan de slag gegaan om zo met concrete plannen thuis verder te kunnen. De aantekeningen van de werkgroepen zijn - samen met de presentaties - op de website geplaatst. 4.7 Het beantwoorden van vragen over het voeren/starten van een eigen praktijk De wijzigingen die zijn aangebracht binnen het ZGVT-deel op de website (inlogdeel) als follow-up van de evaluatie in 2012, hebben in combinatie met de opgerichte ZGVT LinkedIn groep en de speciale ZGVT nieuwsbrieven geleid tot een afname van vragen op het secretariaat. 4.8 SRVB Op 1 januari 2008 is het Register Vaktherapeutische Beroepen van start gegaan. Dit register, ondergebracht bij de SRVB, is een zelfstandig opererende stichting welke in het leven is geroepen door de FVB. Leden van het bestuur van de stichting worden benoemd door het FVB bestuur. Het bestuur van de SRVB benoemt zelf commissieleden voor de uitvoeringstaken van het register, ondergebracht in een beoordelingscommissie en een accreditatiecommissie. De besturen van de FVB en de SRVB hebben in 2012 twee maal vergaderd: in mei en november. Het bestuur van de SRVB bestond in 2013 uit de volgende personen: Caro de Bruin voorzitter Ingrid van den Akker secretaris Ruth The penningmeester Bas van Ritbergen Commissie Beoordeling vacature Commissie Accreditatie De registratie wordt uitgevoerd door Mijn Register (website en database register) bij het afhandelen van accreditatie van bij- en nascholing en aanvragen voor toelating tot het senior register evenals bij de afhandeling van vragen wordt het SRVB ondersteund door Zonder Zorg. Naast de lopende zaken is in het bijzonder gesproken over de Evaluatie registratiesysteem: bij de start van het register is afgesproken dat het gehele systeem van registratie in 2013 geëvalueerd zou worden. 4.9 FBZ Sinds 1 januari 2011 is de FVB lid van de Federatie Beroepsorganisaties in de Zorg (FBZ), de organisatie die namens beroepsorganisaties in de zorg aan tafel zit bij de volgende CAO onderhandelingen: ziekenhuizen,
Jaarverslag FVB 2013
19
gehandicaptenzorg, verpleeg-, verzorgingshuizen en thuiszorg, geestelijke gezondheidszorg, jeugdzorg, gezondheidscentra, Universitaire Medische Centra, Nederlandse Universiteiten. Irene Rentenaar, directeur FVB, heeft namens de beroepsorganisaties zitting in het Algemeen Bestuur van de FBZ. Sander Fauth, penningmeester NVPMT is haar plaatsvervanger in het FBZ Bestuur. Welke diensten levert de FBZ? Onderhandelingen bovengenoemde CAO’s: CAO-leden van de bij de FVB aangesloten beroepsverenigingen worden geïnformeerd over de onderhandelingen en mogen stemmen over het onderhandelingsresultaat. Onderhandelingen sociale plannen bij reorganisaties: CAO-leden van de bij de FVB aangesloten beroepsverenigingen worden geïnformeerd over de onderhandelingen en mogen stemmen over het onderhandelingsresultaat. Beantwoorden van vragen van CAO-leden van de bij de FVB aangesloten beroepsverenigingen over CAO’s en sociale plannen voor zover het de collectiviteit betreft. Bijvoorbeeld vragen over hoe een CAO-artikel of paragraaf in het sociaal plan moet worden uitgelegd. Als lid van de FBZ ontvangt de FVB veel interessante informatie over ontwikkelingen binnen de CAO’s, FWG, reorganisaties etc. Deze informatie is via gerichte mailing onder de leden verspreidt. Het is van belang dat leden die onder de genoemde CAO’s vallen hun gegevens in de ledendatabase ten aanzien van werkgever en CAO up-to-date houden. In 2013 was de verdeling van de leden die onder een van de genoemde CAO’s vallen als volgt: Ledenaantallen per CAO afgegeven aan FBZ per 1 januari 2013 Instelling Instellingen die vallen onder CAO Ziekenhuizen Instellingen die vallen onder CAO Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg Instellingen die vallen onder CAO Geestelijke Gezondheidszorg Instellingen die vallen onder CAO Gehandicaptenzorg Instellingen die vallen onder CAO Jeugdzorg Instellingen die vallen onder CAO UMC Instellingen die vallen onder CAO Nederlandse Universiteiten Totaal
NVBT
NVDAT 38 3
9 230 38 15 10 0 340
3 23 9 2 1 0 41
NVDT NVvMT 15 13 2 96 28 14 0 0 155
47 92 37 3 5 0 197
N.B.: De FBZ doet niet aan individuele belangenbehartiging. Daarvoor is er binnen de FVB en de NVPMT het Fonds Juridische Bijstand en/of kun je lid worden van een vakbond. 4.10 Juridisch Fonds De Federatie heeft een Fonds Individuele Rechtsbijstand in het leven geroepen. Leden van de NVBT, NVDAT, NVDT en NVvMT (de NVPMT heeft een eigen Fonds) die langer dan een jaar lid zijn, kunnen in geval van arbeidsrechtelijke en praktijkgerichte vragen en conflicten
Jaarverslag FVB 2013
20
NVPMT 37 23 301 100 15 16 2 494
voor zover betrekking hebbende op de uitoefening van een onder de FVB vallende beroepsuitoefening een beroep doen op dit fonds. Belangstellenden en studentleden kunnen geen gebruik van maken van het Fonds. Jaarlijks wordt vanuit de exploitatie van de vereniging een bedrag in het fonds gestort. Dit betreft een vast bedrag per lidvereniging, berekend in verhouding met het aantal begrote leden per vereniging. Gezien de omvang van dit bedrag en daarmee de draagkracht van het fonds is het gebruik ervan bedoeld voor zaken die niet een ongelimiteerd aantal uren van de jurist vergen. Zo zijn er grenzen gesteld aan het aantal afnemend gesubsidieerde uren dat voor een casus beschikbaar is. De volledige regeling is te vinden op http://www.vaktherapie.nl Zie bijlage 1 voor het jaarverslag Fonds Individuele Rechtsbijstand. 4.11 Commissie Product en Module Ontwikkeling (CPMO) Zie bijlage 2 voor het jaarverslag 2013 CPMO. 4.12 Redactiecommissie Tijdschrift voor vaktherapie Zie bijlage 3 voor het jaarverslag 2013 redactiecommissie Tijdschrift voor vaktherapie. Evaluatie Tijdschrift voor vaktherapie In juni/juli 2013 is het onderzoek ‘De waardevolle lezer’ uitgevoerd door Rix van der Beek en Ammerensia van Dokkum. Dit deden zij in het kader van de opleiding Master of Arts Therapies, in opdracht van de Federatie Vaktherapeutische Beroepen. In dit kwantitatieve onderzoek is de waardering onderzocht voor het Tijdschrift voor vaktherapie door de leden van de verschillende beroepsverenigingen aangesloten bij de FVB. 527 Leden (22,8%) hebben de enquête teruggestuurd, en 13 van de 14 redactieleden (93%). De algemene waardering voor het Tijdschrift is positief. Hoewel de cijfers voor de waardering uiteenliepen van 2 tot 9 waardeerden de leden het Tijdschrift gemiddeld met een 7,8.
Jaarverslag FVB 2013
21
Bijlage 1 Jaarverslag 2013 Fonds Individuele Rechtsbijstand
Tussen 1 januari 00.00 uur en 31 december 24.00 uur is door 15 leden (al dan niet individueel) een beroep gedaan op de 'huisjurist' van de FVB, en daarmee op ondersteuning uit genoemd fonds. Het betrof de volgende casuïstiek: 1. Vervolg advisering van een lid over diens ontslag. 2. Advisering van een lid over zijn beloning conform diens opleiding. 3. Advisering van een lid over een bezwaar ten boventalligheid. 4. Korte advisering van een lid over een dreigend ontslag. 5. Advisering van een lid over diverse tijdelijke contracten leidend tot een contract voor onbepaalde tijd. 6. Advisering van een lid over ouderschapsverlof. 7. Advisering van een lid over het niet vergoeden aan de opdrachtgever door de verzekeraar en (de gevolgen van) het faillissement van de opdrachtgever. 8. Advisering van een lid -met anderen- over bezwaar tegen geharmoniseerde functieinschaling. 9. Vervolg advisering van een lid over een beëindigingsovereenkomst. 10. Advisering van een lid over arbeidsovereenkomst 11. Advisering van een lid over een beëindigingsovereenkomst 12. Advisering van een lid over boventalligheid. 13. Korte advisering van een ld over een arbeidsrechtelijke vraag. 14. Advisering van een lid over boventalligheid 15. Advisering van een lid over mogelijke schending van de geheimhouding Diverse adviestrajecten zijn einde 2013 nog niet afgerond
Jaarverslag FVB 2013
22
Bijlage 2 Jaarverslag 2013 Commissie Product en Module ontwikkeling (CPMO) Doelstelling van de CPMO De Commissie Product en Module Ontwikkeling (CPMO) van de FVB heeft als doelstelling: het stimuleren van de ontwikkeling van producten en modulen voor de verschillende vaktherapieën. De achterliggende visie is dat product- en moduleontwikkeling kan dienen als één van de onderdelen in de cyclus van kennisontwikkeling en daarmee tot kwaliteitsontwikkeling van de vaktherapieën kan bijdragen. Hierdoor kan de product- en moduleontwikkeling een plek innemen in het veld van Kennisontwikkeling en deskundigheidsontwikkeling, waarmee productontwikkeling bijdraagt aan de positionering van vaktherapie in Nederland. Samenstelling van de commissie en kennisborging Het streven is een commissiesamenstelling van vaktherapeuten uit elk van de verschillende beroepsverenigingen van de FVB. In 2013 vond er een wisseling in de samenstelling van de commissie plaats. Na de zomervakantie heeft Pauline Cox aangegeven haar functie als commissielid namens de NVDAT neer te leggen. Deze vacature staat bij het schrijven van dit jaarverslag nog open. In het verleden heeft de visie- en strategieontwikkeling van de CPMO vaak geleden onder de veelvuldige wisselingen in samenstelling van de commissie. De CPMO voert daarom het beleid om bij het aantrekken van nieuwe commissieleden te kijken naar reeds aanwezige kennis en competenties (masterniveau en bij voorkeur kennis van product- en modulevorm) zodat kennis-, visie- en strategieontwikkeling van de CPMO niet dreigt te stagneren onder de wisselingen in samenstelling. Nochtans blijkt het moeilijk de commissie te bemensen en de kennis te borgen. Het voltallig houden van de commissie is onderwerp van beraad en actie. Temeer, daar de toestroom van producten en modulen gedurende 2013 verder voortzet waardoor er een toename aan werklast, in de vorm van het feedback geven en het begeleiden van schrijvers van producten en modulen, op de schouders van de commissieleden komt. Hierdoor komt visie- en strategieontwikkeling wederom in het gedrang. De commissie is bezig met het ontwikkelen van een strategisch plan betreffende kennismanagement, met aandacht voor kennisborging en -ontwikkeling en ontlasten van de zittende commissieleden. Het inrichten (en al wat dit met zich meebrengt) van een backupgroep, een tweede cirkel, wordt als mogelijkheid gezien en overwogen om enerzijds de druk die ontstaat door toestroom aan producten en modulen te kunnen reguleren en ruimte te geven aan de commissie voor verdere ontwikkelingen en anderzijds, bij vertrek van commissieleden een doorstroom van leden van de back-upgroep cq kennis naar de commissie mogelijk te maken. Voorts zal de mogelijkheid tot professionalisering worden onderzocht. Leden van de commissie d.d. 31 december 2013: Kees van den Bos Clarinda van Lunteren Vacant René Florussen Rix van der Beek (voorzitter)
Jaarverslag FVB 2013
Namens de NVPMT Namens de NVBT Namens de NVDAT Namens de NVDT Namens de NVvMT
23
Activiteiten 2013 De commissie heeft in 2013 vijf keer vergaderd. Visie, beleid en doelstellingen: - Stimuleren: In 2013 is door leden van de commissie voorlichting gegeven over product- en module ontwikkeling aan collega-vaktherapeuten. Dit gebeurde door individueel contact met (potentiële) schrijvers maar ook in de vorm van workshops en lezingen aan groepen vaktherapeuten. In 2013 gaf de CPMO een dubbele lezing/workshop (voor beginners en gevorderden) op een door de FVB georganiseerde studiedag voor werkveldgroepen. De CPMO onderstreept het belang van samenwerkingsverbanden tussen opleidingen en werkveld(verbanden) in het kader van product- en modulebeschrijving binnen een kennisontwikkelende beroepsgroep. Dit jaar werd wederom aan een aantal HBO instituten voor vaktherapie uitleg gegeven, in de vorm van gast/werkcolleges over het schrijven van producten en modulen en het belang hiervan binnen kennisontwikkeling. - Ondersteuning bij het schrijven van producten: De commissie geeft feedback en advies in het proces bij het schrijven van producten en modulen. In 2013 is de commissie door verschillende schrijvers benaderd bij het schrijven van producten en modulen. Eind 2013 zijn er ‘in proces’ 20 producten (4 beeldend, 1 dans, 3 drama, 7 muziek, 5 PMT). Vier producten zijn geaccordeerd voor publicatie. Eind 2013 staan er 3 producten ‘op de drempel’ van publicatie. Er zijn 9 modulen ‘in proces’ (4 drama, 5 PMT). Nieuw dit jaar is dat er door de werkveldgroep PMT VGZ een traject in gezamenlijk consensus based productschrijven is uitgevoerd met training en begeleiding van de CPMO gedurende het proces. Dit project is zeer succesvol gebleken en resulteerde in vier producten PMT waarvan drie geaccordeerd in 2013. - Kennisontwikkeling: In het Meerjarenbeleidsplan 2011 – 2014 van de FVB is opgenomen dat de CPMO in 2014 een duidelijke positie heeft in de cyclus van kennisontwikkeling. Na onderzoek in 2011-2012 van de mogelijkheid tot het ontwikkelen van een verbeterde en op elkaar afgestemde product- en modulevorm (waarbij gekeken is naar kenniscentra in Nederland en de mogelijkheid is onderzocht van een systeem waarbij modulen en producten op verschillende niveaus kunnen worden beschreven, opklimmend in mate van aangetoond effect) is er in 2013, in werkgroepverband, een start gemaakt met het ontwikkelen, uitwerken en beschrijven van een systeem in niveaus van interventiebeschrijvingen. Door tijdgebrek, o.a. door grote drukte in het begeleiden en feedback geven op het schrijven van interventies, stagneerde afgelopen jaar dit proces terwijl vanuit het werkveld de vraag hiernaar dringender werd. Eind 2013 is er door de FVB besloten gelden vrij te maken om zo tijd te kunnen kopen. Het beschrijven van de formats en de niveaus en de eisen in de vorm van een handleiding, nadert op het moment van schrijven van dit jaarverslag de voltooiing van de conceptversie. - Website en publicatie producten: Geaccordeerde producten worden gepubliceerd op de website van de FVB. Door het publiceren van producten op de site is de stand van zaken rond producten beter actueel te houden en is nieuwe informatie sneller toegankelijk voor vaktherapeuten, verwijzers en patiënten. Er wordt tot op heden onderscheid gemaakt tussen geaccordeerde producten en consensus based geaccordeerde producten. Bij een consensus based product wordt door verder onderzoek een product verder aangescherpt en gevalideerd door inhoudelijk deskundigen verbonden aan kenniscentra, opleidingen en/of het werkveld. In afwachting van het nieuwe interventieraamwerk zijn er in 2013 geen noemenswaardige wijzigingen geweest in de huidige website-informatie.
Jaarverslag FVB 2013
24
Bijlage 3 Jaarverslag 2013 Redactiecommissie Tijdschrift voor vaktherapie Stand van zaken Hoofdredactie De kerntaak van de hoofdredactie van het Tijdschrift voor vaktherapie is vier kwalitatief goede tijdschriften per jaar te maken die zowel gevarieerd zijn wat betreft het aanbod van de verschillende vakgebieden, als wat betreft het soort bijdragen. Om deze kerntaak goed te kunnen uitvoeren, is het van belang dat er een goede balans is tussen draaglast en draagkracht van de hoofdredactie. Waarbij elk hoofdredactielid een goed afgebakende taak heeft, de hoofdtaken binnen het redactiewerk goed in de redactie zijn ingebed en de kwaliteit ervan binnen de hoofdredactie is gewaarborgd. In 2012 stopten drie van de zes hoofdredactieleden. Met Irene Rentenaar, directeur van de FVB, is gezamenlijk nagedacht over oplossingen voor de korte termijn en voor de langere termijn. Op korte termijn is het, door de extra inzet van de hoofdredactie en het redactiesecretariaat, gelukt om bijna alle vacante taken grotendeels op te vangen. Voor de eindredactie van artikelen is Esther Bevers gevraagd. Zij heeft deze taak voor 2013 deels op zich genomen. Ook is Angélique de Waard halverwege 2013 als vrijwilliger aangetreden om enige taken van het redactiesecretariaat over te nemen. Voor oplossingen op de lange termijn zijn ideeën bedacht en opgenomen in het beleidsplan van 2014. Begin 2014 zal opnieuw een lid van de hoofdredactie stoppen met haar werkzaamheden. De hoofdredactie zoekt binnen de huidige redactie naar iemand die de vacante taken wil invullen. Op de oproepen in het tijdschrift en middels de nieuwsflits die verstuurd is aan alle leden, heeft de redactie het afgelopen jaar vijf nieuwe redactieleden enthousiast weten te maken voor het werken binnen de redactie. Deze zijn deels ingewerkt en hebben al actief een bijdrage geleverd, of worden nog ingewerkt. Tijdschrift In 2013 is het inhoudelijke niveau van alle publicaties gehandhaafd. Het vooropstellen van kwaliteit, brengt met zich mee dat er in sommige edities minder artikelen zijn gepubliceerd dan het aantal van vier waar de redactie naar streeft. Het themanummer ‘Systemen’ was zeer succesvol. Om alle inzendingen goed te kunnen redigeren en ook wat latere inzendingen toch mee te kunnen nemen in het themanummer, is besloten het themanummer een editie op te schuiven van editie 1 naar editie 2. Het themanummer telde uiteindelijk zes gepubliceerde artikelen en vijf interviews bijdragen. In nummer 1 staan vier artikelen, in nummer 3 staan drie artikelen en in nummer 4 staan vier artikelen. Bij elkaar opgeteld zijn in 2013 zeventien artikelen gepubliceerd. De redactie in drie edities een interview kunnen verzorgen. De rubrieken zijn het afgelopen jaar in bijna alle edities ingevuld. Ook waren er in enkele edities meerdere boekbesprekingen. Zie voor een overzicht van alle gepubliceerde artikelen, de bijlage aan het eind van dit verslag. Inhoud Kwaliteit Op basis van kwaliteitscriteria beoordeelt de redactie kopij die binnenkomt, en draagt er zorg voor dat het tijdschrift inhoudelijk van kwalitatief goed niveau is. De kwaliteitseisen die zij
Jaarverslag FVB 2013
25
stelt aan kopij kunnen auteurs vinden op de website van de FVB. Uit de geschikte kopij, stelt de redactie een zo evenwichtig mogelijk tijdschrift samen. Om de inhoudelijke kwaliteit van het tijdschrift te kunnen handhaven zijn artikelen kritisch beoordeeld en waar gewenst zijn artikelen gezamenlijk kritisch geanalyseerd. De redactie heeft daarbij auteurs op weg geholpen met bruikbare feedback vanuit deze analyse en vanuit de professionele blik van reviewers, om in samenspraak te komen tot bijdragen die voldoen aan de door de redactie opgestelde kwaliteitsstandaarden, aanbevolen en goedgekeurd door de redactieraad. Reviewers Het netwerk van reviewers is iets uitgebreid en van hun expertise is ook veel gebruik gemaakt. Bijna alle artikelen die in 2013 zijn binnengekomen en aan het basisniveau voldoen, zijn door twee externe reviewers beoordeeld op inhoud. Twee artikelen zijn door één reviewer beoordeeld. Vaste rubrieken In 2013 is de rubriek Trending topic ingevoerd. Een rubriek waarin leden van de redactieraad/ lectoren van de kenniskringen, een trend die zij signaleren onder de aandacht brengen. Vanaf 2013 wordt de rubriek meetinstrumenten één keer per jaar opgenomen in het tijdschrift. Auteursrecht In 2010 is een copyrightformulier ontwikkeld en in gebruik genomen, waarin afspraken staan vermeld over de rechten en plichten van de auteur zijn vastgelegd, o.a. omtrent herpublicatie van een artikel elders. Het afgelopen jaar hebben alle auteurs die een artikel hebben gepubliceerd een copyrightformulier ontvangen. Themanummer Eens per jaar verschijnt er een themanummer. De redactie heeft in 2012 voor de vierde keer een themanummer uitgebracht, met als onderwerp ‘Systemen’. In dit nummer zijn zes artikelen gepubliceerd en waren er veel bijdragen aan de rubrieken. Het is niet gelukt voor dit themanummer een gastredacteur te vinden. Het themanummer was kwalitatief en kwantitatief in balans. Het themanummer is succesvol ingezet als promotiemateriaal voor vaktherapie. Ook is vanwege de grote belangstelling voor dit thema, besloten om het FVB congres van 2014 te baseren op dit thema (maar dan breder getrokken om het voor een brede doelgroep interessant te maken). Het vijfde themanummer zal verschijnen als eerste editie in 2014. Het is de redactie in 2013 niet gelukt om een gastredacteur te betrekken bij het tot stand komen van dit themanummer. Vormgeving Omslag Eind 2012 is hoofdredactielid Winneke Rauh gevraagd de covers voor 2013 te ontwerpen. Dit heeft zij naar tevredenheid van de redactie gedaan. Lay-out In 2012 is de lay-out van het tijdschrift zakelijker, minder kleurrijk en daarmee wat strakker en overzichtelijker geworden. De lay-out is in 2013 niet veranderd.
Jaarverslag FVB 2013
26
Organisatie Redactiesamenstelling Hoofdredactie Channa de Kruijf Diane Nijenhuis Winneke Rauh Esther Bevers Wanda Kuipers
Redactie Fleur Taken Jorine Beck Hanna Rietman Wies Kienhuis Annette Cahn Carlijn Broers Marieke v. Egmond Bettina Marra Riti Mosterd
Voorzitter, eindredacteur rubrieken & Coordinatie interview. Contactpersoon nieuwe artikelen. Beleid, contactpersoon redactie & aanspreekpunt bestuur, coördinatie boeken. Eindredacteur van enkele artikelen. Redactiesecretaris &contactpersoon secretariële zaken.
Publicaties. Werkplek, uit de praktijk.
MT BT BT DT
MT DR MT MT
Boeken. Boeken. Meetinstrument.
Begin 2013 zijn Annette Cahn, Carlijn Broers en Marieke van Egmond de redactie komen versterken. Halverwege 2013 is Jorine Beck gestopt met haar werkzaamheden voor de redactie en is Bettina Marra begonnen met redactiewerk. In het laatste kwartaal is Riti Mosterd lid geworden van de redactie en heeft Marjolein van der Aa aangegeven interesse te hebben in het redactiewerk. Ine Verbruggen ondersteund de redactie in het corrigeren van de drukproef. Redactieraad Leden van de redactieraad zijn: dr. Jooske van Busschbach, dr. Susan van Hooren, dr. Erik Jansen, dr. Marinus Spreen en dr. Heidi Muijen. In oktober 2013 heeft het jaarlijks overleg met de redactieraad plaatsgevonden. De uitkomsten van dit overleg zijn meegenomen in het beleidsplan van 2014. Tijdschrift De redactie heeft in 2013 vier tijdschriften uitgebracht. Alle tijdschriften zijn op of rond de geplande deadline verschenen. Bladformule en auteursrichtlijnen In de bladformule staat naast de missie van het tijdschrift, met name beschreven hoe het tijdschrift er inhoudelijk uitziet. Per rubriek staan alle richtlijnen apart beschreven. De bladformule is bedoeld voor en wordt gebruikt als leidraad voor de redactie. Bijscholing redactie In 2013 heeft oud redactielid Jorine Beck, op verzoek van de redactie, een workshop gegeven over het redigeren van onderzoeksartikelen. De hoofdredactie Channa de Kruijff (Voorzitter) Winneke Rauh (Beleid, aanspreekpunt) Diane Nijenhuis (Hoofdredactielid) Wanda Kuipers (Redactiesecretaris)
Jaarverslag FVB 2013
27