[
[ 2003
Jaarverslag
Bank van Brabant
Editoriaal
In 2003 kenden de Bank van Brabant en het Interfederaal Beroepskrediet een sterke groei, zowel inzake investeringskredieten als spaarproducten. Het netwerk van kantoren werd verder uitgebreid binnen de grote stedelijke centra in Henegouwen, in het Brusselse en binnenkort ook in de regio’s Leuven en Limburg. Die evolutie geeft concrete invulling aan een business plan dat de ambities vertolkt die Crédit Mutuel Nord Europe tegen het jaar 2007 wil verwezenlijken via de banken van het Beroepskrediet en waarvan de krachtlijnen als volgt kunnen worden samengevat: • een gepersonaliseerde relatie met de zelfstandige ondernemers, de KMO’s, de vrije beroepen en de beleggers in het algemeen; • een productaanbod dat inspeelt op de verwachtingen van het cliënteel en hen alle producten en diensten kan aanbieden van een volwaardige bank; • de ontwikkeling van performante tools en vooral een nieuw informaticasysteem om de groei in goede banen te leiden en te voldoen aan de nieuwe prudentiële normen. De dynamiek die zo op gang is gebracht, toont aan dat de juiste keuzes werden gemaakt, keuzes voor een organisatie die steunt op regionale banken die voeling hebben met de markt en op het samenbrengen van gemeenschappelijke diensten. In vergelijking met de grote financiële instellingen opteren wij veeleer voor de logica van een KMO, die soepel en alert kan optreden. Daarom is het ook zo belangrijk lokaal verankerd te zijn, met raden van bestuur waarvan vele leden de socio-economische wereld van hun provincie vertegenwoordigen.
[2]
De back offices en human resources werden gegroepeerd ten einde de werkingsvoorwaarden te optimaliseren en te beantwoorden aan de behoeften aan eigen middelen voor nieuwe investeringen. Die aanpak kadert in het streven naar meer efficiency en duurzaamheid. Zo kunnen wij tevens reële toekomstperspectieven bieden aan al onze medewerkers. Begin 2004 is de Federale Kas voor het Beroepskrediet, die actief is in West-Vlaanderen, in navolging van IBK en de Bank van Brabant toegetreden tot de groep C.M.N.E. Belgium. Het is de bedoeling de ontwikkeling van de bank te bevorderen vanuit de doelgroep van klanten en de activiteitszone. Het Beroepskrediet verder uitbouwen, dat is ons belangrijkste streven, via het bundelen van onze krachten en de dynamiek van de regionale banken.
Philippe Vasseur Voorzitter van Crédit Mutuel Nord Europe
[
[
De kracht van een groep ten dienste van de projecten van het cliënteel
2 0 0 3
Zowel de bank van Brabant als het Interfederaal Beroepskrediet en de Federale Kas voor het Beroepskrediet zitten sterk verankerd in het regionale en lokale weefsel. Zij willen immers oplossingen op maat kunnen aanbieden voor de specifieke behoeften van zelfstandige ondernemers, vrije beroepen en beleggers.
Binnen die partnership op maat van de euregio komen synergieën tot stand dank zij de economische wisselwerking tussen Frankrijk en België. In dat kader worden know-how en financiële middelen gebundeld om zo de slagkracht en het commerciële aanbod van de banken verder uit te bouwen.
Steunend op de dynamiek van het nationale netwerk van het Beroepskrediet-BKCP, werken zij samen binnen de groep CMNE Belgium, dochtermaatschappij van Crédit Mutuel Nord Europe (228 verkooppunten in 7 departementen in het noorden van Frankrijk, met meer dan één miljoen klanten).
De bankwereld wordt vandaag de dag overspoeld door een golf aan concentraties. Wij gaan daarentegen voor een meer persoonlijke klantenbenadering om beter te kunnen inspelen op de verwachtingen van het cliënteel. Om het dagelijks beheer van uw bankzaken vlotter te laten verlopen. Om uw spaargeld te laten renderen volgens duidelijk omschreven beleggingsdoelstellingen. Om U soepele kredieten aan te bieden voor al uw projecten, privé en professioneel.
Antwerpen
Brugge Gent
Zele
Mechelen Hasselt
Kortrijk
Brussel
Lille Mouscron
Liège Mons
Namur
Arras
Amiens Charleville-Mézières Beauvais
Arlon
Laon
Reims
Provinciehoofdstad Zetel filial CMNE Belgium
Châlons en Champagne
Kantoor filiaal CMNE Belgium Zetel regionale bank Kantoor regionale bank
[3]
Inhoud ACTIVITEITSVERSLAG
[4]
Editoriaal
2
De kracht van een groep
3
Profiel
5
Bestuurs- en controleorganen & Corporate Governance
6
De economische en financiële context
8
Verslag van de raad van bestuur aan de algemene vergadering
9
Kerncijfers
12
Jaarrekeningen
13
Samenvatting van de waarderingsregels
28
Verslag van de commissaris
30
Het netwerk van de Bank van Brabant
31
[
Bank van Brabant
[ 2 0 0 3
Profiel • Een bank die zich richt tot de zelfstandigen en beoefenaars van vrije beroepen
MENSEN EN BANKNETWERK
• Is verankerd in Brabant
Bedienden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83
Cliënten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 600
Kantoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 • Maakt deel uit van het nationaal netwerk Beroepskrediet - BKCP • Vormt een sterk partnership met de Groep CMNE, Component van CM-CIC, vijfde grootste bank in Frankrijk
Afgevaardigde agenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 ACTIVITEIT Spaartegoeden . . . . . . . . . . . . . . . . 362 miljoen euro Kredietomloop . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76 miljoen euro BALANS/RESULTATEN Balanstotaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . 413 miljoen euro Nuttig eigen vermogen . . . . . . . . 73 300 miljoen euro RATIO’S Risk Asset Ratio (RAR) . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34,58 %
[5]
De verdeling van de bevoegdheden van de bank tussen haar diverse organen gebeurt conform de principes van het vennootschapsrecht, de werking van de kredietinstellingen en de bepalingen van het bankprotocol.
Raad van Bestuur
Aandeelhouderschap
Voorzitter : Philippe VASSEUR
CMNE Belgium (Crédit Mutuel Nord Europe Belgium) voor 94%.
Auditcomité Ondervoorzitter : Luc WYNANT Bestuurders : Eric CHARPENTIER André CORMIER Jean COURTIN Crédit Mutuel Nord Europe, vertegenwoordigd door Werner Rogiers Serge DECLERCK Pierre GERVAIS Serge KUBLA Paul LEDENT Philippe NOBLESSE Stefaan VAN HEE Daniel VERSTRAETEN Alain VERVECKEN
Verantwoordelijkheid van de raad van bestuur De raad van bestuur legt de algemene beleidslijnen van de bank vast en keurt de financiële programma’s van het boekjaar goed. De raad wordt periodiek geïnformeerd over de commerciële resultaten, en over belangrijke financiële beslissingen wordt zijn advies ingewonnen. In 2003 vergaderde de raad van bestuur negen keer.
[6]
Het auditcomité heeft tot doel het effectief toezicht op de activiteiten van de Bank van Brabant door de Raad van Bestuur te vergemakkelijken. Het kan alle nuttige inlichtingen of documenten opvragen en laten overgaan tot om het even welk onderzoek. Het kan door de Raad van Bestuur worden belast met specifieke taken die verband houden met zijn opdracht. Het auditcomité is als volgt samengesteld: Voorzitter : P. LEDENT, bestuurder Leden : E. Charpentier, adjunct-directeur-generaal van Crédit Mutuel Nord Europe s.c. L. Wynant, ondervoorzitter van de raad van bestuur P. Gervais, afgevaardigd bestuurder W. Rogiers, bestuurder Vaste medewerkers : P. GERVAIS, S. DECLERCK, K. BOMANS, A. VERVECKEN
Controle Ernst & Young Bedrijfsrevisoren, Erkend commissaris, vertegenwoordigd door Pierre Anciaux en Danielle Vermaelen.
[
Bestuurs- en controle organen & Corporate Governance
[ 2 0 0 3
Directiecomité
Alain VERVECKEN,
Pierre GERVAIS,
Serge DECLERCK,
Bestuurder-Directeur
Gedelegeerd Bestuurder
Bestuurder-Directeur
Verantwoordelijkheid en werking van het directiecomité Het directiecomité dat wekelijks vergadert, is gemachtigd om alle beheersdaden te stellen binnen de grenzen van het maatschappelijk doel en in het kader van de strategie die bepaald is door de raad van bestuur. De leden van het directiecomité verdelen onderling de leiding en het toezicht op de diensten. Kredietcomité Dit comité vergadert één keer per week en bestaat uit kredietspecialisten. Het voorzitterschap wordt waargenomen door een lid van het directiecomité. Het kredietcomité neemt beslissingen inzake krediet op basis van een door het directiecomité goedgekeurd bevoegdhedenschema.
[7]
De economische en financiële context 2003
Het jaar 2003 vertoont een ommekeer in de tendens : na drie jaar financiële turbulenties die werden gevoed door het uiteenspatten van de zeepbel van nieuwe technologieën en de sfeer van oorlogen en aanslagen, is de Amerikaanse economie aan een heropleving begonnen waarbij ze de andere westerse economieën in haar kielzog meesleept. China daarentegen kent recordgroeicijfers, waardoor ze tot de derde grootste economische macht ter wereld is uitgegroeid en heeft een gunstige impact op haar buurlanden, te beginnen met Japan. Maar de aanhoudende en zelfs toenemende onevenwichtige toestand verklaart de twijfelachtige houding van sommigen ten aanzien van de duurzaamheid van deze heropleving. De Europese economie die gehandicapt is door haar stroefheid, reageert trager en slaagt erin de recessie te vermijden dankzij een beter tweede semester. Frankrijk en Duitsland onderscheiden zich door het niet meer naleven van het stabiliteitspact. De inflatie bereikt 2,1 % en ondanks een lichte daling ten opzichte van het jaar 2002 waarin ze 2,3 % bedroeg, is ze in tegenspraak met de deflatierisico’s waarvan sprake in het afgelopen jaar. De sterke waardering van de euro ten opzichte van de dollar schaadt het concurrentievermogen van de Europese ondernemingen, maar belet niet dat de export op het einde van het jaar een heropleving kent. Intussen heeft de consumptie die zich ondanks het gebrek aan consumentenvertrouwen heeft hersteld, een gunstige rol gespeeld voor de economie. In deze context komt de Belgische economie er goed uit: ze heeft goed stand gehouden en vertoont een groei van 1,1 %, die hoger ligt dan die van haar buurlanden en belangrijkste partners Duitsland, Frankrijk en Nederland. De gezinsuitgaven waren een belangrijke factor in de ondersteuning van deze groei evenals de investeringen van de ondernemingen en de overheidsuitgaven die in een versnelling zijn terechtgekomen. Het reëel beschikbaar inkomen is evenwel slechts met 0,7 % gestegen en het spaarpercentage van de particulieren is gedaald met 0,8 %. In tegenstelling tot het Europese gemiddelde is de inflatie blijven steken op een laag niveau van 1,5 %.
[8]
De sterke achteruitgang van de werkgelegenheid die midden 2002 begon, zette zich verder door met een nettoverlies van 15 000 banen in 2003. Het geharmoniseerd werkloosheidscijfer bedraagt 8 %. In één jaar is de werkgelegenheid in België gedaald van 59,9 % naar 59,5 % van de bevolking in de arbeidsgeschikte leeftijd. De Belgische financiële activiteit van het jaar 2003 kende een hele reeks gebeurtenissen: • de basisbankservice, • de voorbereiding van het nieuwe akkoord van Bazel en van de nieuwe IFRS-normen, • de invoering van een enige betalingszone voor de gehele Europese Unie, • de grote discussie rond de eenmalige bevrijdende aangifte. Door de heropleving van de beurs zijn de financiële beleggingen weer in de belangstelling gekomen van de spaarders, die evenwel garanties willen. Daardoor hebben ook de financiële tussenpersonen die in aandelen hadden belegd, meer bepaald de verzekeringsmaatschappijen, een deel van hun eerder opgelopen verlies kunnen goedmaken. De zwakke groei van de economische activiteit heeft de rentabiliteit van de banken doen afnemen, die evenwel hun rentabiliteitscoëfficiënt op een gemiddeld niveau van 13 % van het eigen vermogen weten te handhaven.
[
Verslag van de raad van bestuur aan de algemene vergadering
[ 2 0 0 3
De Bank van Brabant heeft in 2003 de evolutie voortgezet zoals was voorzien in haar business plan “UITDAGING 2005” met het oog op een sterkere ontwikkeling en op de actualisering van haar werkwijzen. De vooruitgang van dit boekjaar is gekenmerkt door een dynamische ontwikkeling van de activiteiten, door structurele hervormingen en door de uitbreiding van het personeelsbestand van het netwerk in het kader van een vernieuwend menselijk beleid.
Dynamische ontwikkeling
35 30
Sterke groei van de activiteit Eind december bedroegen de spaartegoeden bestaande uit zowel de balansdeposito’s als het financieel sparen en het verzekeringssparen 363 miljoen euro, dit is een stijging met 15%. Deze evolutie werd in de hand gewerkt door een commercieel aanbod dat in de lijn lag van de verwachtingen van de cliënteel op zoek naar spaarformules met een gegarandeerd rendement. Het product BKCP Expansion waarvan de rentevoet de hoogste was op de markt was goed voor 33 miljoen euro, terwijl de gereglementeerde spaarboekjes ten bedrage van 8 miljoen euro, exclusief intresten, een aanzienlijke stijging kenden. De kredietomloop van 75,7 miljoen euro kende een sterke groei met 32% in vergelijking met het jaar tevoren. Hieruit blijkt de strategische wil van de bank om haar activiteit als geldschieter verder te ontwikkelen. Deze evolutie is het gevolg van een pro-actieve aanpak. In een promotiecampagne werden de speciale voorwaarden inzake investeringskrediet voor zelfstandigen in het daglicht geplaatst, specifiek in het kader van een akkoord met de Europese Investeringsbank.
25 20 15 10
31
29,3 15,8
17,5
5 0 2002 2003 Kredietproductie
2002 2003 Verkoop van spaarproducten
Aanpassing van het netwerk Er werd een actie op touw gezet voor vernieuwing van het netwerk, teneinde alle verkooppunten tegen het eind van 2005 te moderniseren. Er werd een nieuw concept inzake verkooppunt uitgewerkt, waarbij een persoonlijke relatie met de cliënteel in de hand wordt gewerkt. Het nieuwe agentschap te Ganshoren, ten noorden van Brussel, is er een eerste toepassing van. Het groepeert de verkooppunten van Jette en Berchem die dicht in elkaars buurt lagen, en biedt haar cliënteel een aangename en functionele ontvangstruimte in een volkomen veilige omgeving.
[9]
Veelbelovende structurele hervormingen Nieuw informatiesysteem Conform het plan “Uitdaging 2005” heeft de bank de herwerking van haar computersysteem tot een goed einde gebracht, teneinde te beantwoorden aan de behoeften van haar cliënteel en zich uit te rusten met performante oplossingen voor het beheer en het leiden van de activiteit. De migratie werd met succes doorgevoerd op 30 juni en was het resultaat van een grondige voorbereiding en opleiding van alle gebruikers in nauwe samenwerking met de teams van de vennootschappen van de groep BKCP IT en BKCP Soft. Er werd geopteerd voor het softwarepakket Thaler dat werd ontwikkeld door de Groep Callatay en Wouters en bestemd is voor een nieuwe werkpost in het kantoor, die werd gecreëerd door de vennootschap Mainsys. Dit nieuwe computersysteem opent de weg voor andere regionale banken van het BKCP-net die behoefte hebben aan een retail computersysteem dat in staat is te beantwoorden aan de toekomstige commerciële en technologische doelstellingen. Nieuwe organisatie van de diensten Om de groepssynergieën goed te kunnen benutten en de werking te rationaliseren, werd de organisatie van de diensten geherdefinieerd. Voortaan worden de bevoegdheden gedeeld met het Interfederaal Beroepskrediet op verschillende gebieden zoals de boekhouding, de netwerkondersteuning. Dit is ook het geval met de financiële analyse, teneinde efficiënter te kunnen inspelen op de financieringsbehoeften van de cliënteel en tegelijk een betere kwaliteit van het kredietrisico te garanderen. Deze evolutie heeft zich geuit in een nieuw structuurformaat. De herdimensionering die eruit voortvloeide, heeft geleid tot
[ 10 ]
het vertrek van een aantal medewerkers dat gebeurde in naleving van de in 2002 bereikte overeenkomst inzake de werkgelegenheidsgarantie, evenals tot interne mutaties en nieuwe aanwervingen. De bank geniet bovendien de steun van het Beroepskrediet NV voor de reglementaire functies, audit, compliance, marketing, betalingen, human resources. Bovendien heeft de raad van bestuur besloten tot de oprichting van een auditcomité om te voldoen aan de voorschriften van de CBFA en om de manier van controleren aan te passen aan de groeiende complexiteit van de bankactiviteit.
Vernieuwend menselijk beleid Uniek statuut Het sociaal akkoord over het uniek statuut van het personeel van de groep CMNE Belgium is het belangrijkste feit van het jaar 2003. Het is een referentie voor alle werknemers van de bank. Dit akkoord bepaalt een efficiënter personeelsbeleid voor alle eenheden van de groep. Het brengt de gewenste duidelijkheid en een geruststelling omtrent de vraag in welke statutaire en financiële omstandigheden de medewerkers hun activiteit zullen ontwikkelen. Invoeren van een evaluatiemethode Om het management te bevorderen, werd een methode inzake personeelsevaluatie in het leven geroepen. Deze methode is gebaseerd op een onderhoud met de rechtstreeks verantwoordelijke en biedt de mogelijkheid een balans op te maken van de activiteit, waarbij de nadruk wordt gelegd
2 0 0 3
op de pluspunten en de belangrijkste vooruitgangspunten. De conclusies hiervan hebben o.a. de mogelijkheid geboden de individuele loonsituatie te onderzoeken en hebben geleid tot een sterkere betrokkenheid van elke medewerker bij zijn functie, omgeving en toekomst. Uitbreiding van het personeelsbestand van het netwerk In de loop van het jaar heeft de bank haar op het netwerk gericht aanwervingsprogramma voortgezet. Er werden aldus elf banen gecreëerd hoofdzakelijk in verband met de functie van cliëntadviseurs. Deze functie heeft samen met die van kantoorhouder en van het onthaal aan het loket geleid tot de definitie van referentiebanen en referentieactiviteiten. Zij bevordert de globale benadering van de behoeften van de cliënteel van de zelfstandigen in het zoeken naar een antwoord op haar verwachtingen op professioneel en privé-gebied. Daartoe werd een opleidingsplan ingevoerd. Het gaat om een aanzienlijke investering die zal worden opgenomen in het kader van een permanente aanpak. Het is een garantie voor het welslagen zowel voor de medewerkers als voor de bank.
effectenportefeuille door de terugbetaling van een groot aantal vervallen effecten in het kader van de daling van de rente. Dankzij een dynamisch investeringsbeleid kon de rentabiliteit ervan toch worden verbeterd. Bovendien vertoont de cliënteelactiviteit een gunstige tendens, rekening houdend met de verhoogde inkomsten uit de kredietactiviteit dankzij een versnelde productiegroei, de gematigde kosten voor hulpmiddelen en de forse stijging van de commissies ontvangen op de verzekeringsspaarproducten. Het brutobedrijfsresultaat bedraagt -4,8 miljoen euro tegenover +1,3 miljoen euro in 2002, dit is een daling met 6,1 miljoen euro, als gevolg van de informaticakosten ten belope van 1,5 miljoen euro en van de ontslagvergoedingen ten bedrage van 3,7 miljoen euro naar aanleiding van de reorganisatie van de diensten. Het resultaat uit de gewone bedrijfsuitoefening bedraagt 2,5 miljoen euro als gevolg van de terugnemingen van voorzieningen, waaronder de voorziening voor re-engineering van 6 miljoen euro.
Resultaat conform de vooruitzichten Het boekjaar sluit af met een nettowinst van 2,8 miljoen euro, hetgeen overeenkomt met het niveau van 2002. Dit resultaat getuigt van de dynamische ontwikkeling die werd ingezet en van de investeringsinspanningen die verbonden zijn aan de nieuwe bankorganisatie. Het nettobankproduct beloopt 9,1miljoen euro tegenover 9,9 miljoen euro in 2002. Deze evolutie is toe te schrijven aan het rendement van de
[ 11 ]
Kerncijfers
in duizenden euros
BALANS
2003 413 415
2002 396 223
VARIATIE 4,34%
73 300 62 435 327 629 34 980 292 649
70 765 59 921 309 530 19 262 290 268
3,58% 4,20% 5,85% 81,60% 0,82%
27 869 75 672 258 198
77 903 57 350 233 509
-64,23% 31,95% 10,57%
2003 29 399
2002 15 819
VARIATIE 85,85%
RESULTATENREKENING Geïnde rente en gelijkgestelde opbrengsten Betaalde rente en gelijkgestelde kosten Rentemarge Bankproduct Bedrijfslasten Waaronder personeelskosten Afschrijvingen materiële vaste activa Andere bedrijfsresultaten Brutobedrijfsresultaat Meerwaarden op realisatie van effecten (Terugnemingen) waardeverminderingen en voorzieningen Voorzieningen en voorzorgsfondsen Resultaat uit de gewone bedrijfsuitoefening Uitzonderlijke opbrengsten en kosten Winst vóór belastingen Belastingen en regularisaties Nettoresultaat van het boekjaar
2003 18 507 -10 058 8 449 9 110 -13 436 -8 453 -637 159 -4 804 88 7 045
2002 19 753 -10 053 9 700 9 950 -8 160 -4 972 -598 152 1 344 3 564 1 424
VARIATIE -6,31% 0,05% -12,90% -8,44% 64,66% 70,01% 6,52% 4,61%
0 2 329
-1 026 5 306
177 2 506 267 2 773
27 5 333 -2 428 2 905
RATIO’S Risk Asset Ratio (RAR)
2003 34,58 %
2002 47,11 %
Passiva, waaronder Nuttig eigen vermogen Eigen vermogen Vreemde middelen, waaronder • kredietinstellingen • cliënteel Activa, waaronder Vorderingen op kredietinstellingen Vorderingen op cliënten Effectenportefeuille op lange termijn in duizenden euros
KREDIETPRODUCTIE
in duizenden euros
[ 12 ]
[
[
Jaarrekeningen 2003
2 0 0 3
Inhoud JAARREKENINGEN 2003 Balans na winstverdeling Posten buiten-balanstelling Resultatenrekening Toevoegingen en onttrekkingen Toelichting Sociale balans
14 16 17 18 18 26
Samenvatting van de waarderingsregels
28
[ 13 ]
Balans na winstverdeling
in duizenden euros
ACTIVA I. Kas, tegoeden bij centrale banken, postcheque- en girodiensten III. Vorderingen op kredietinstellingen A. Onmiddellijk opvraagbaar B. Overige vorderingen (op termijn of met opzegging) IV. Vorderingen op cliënten V. Obligaties en andere vastrentende effecten A. Van publiekrechtelijke emittenten B. Van andere emittenten VI. Aandelen en andere niet-vastrentende effecten VII. Financiële vaste activa A. Deelnemingen in verbonden ondernemingen C. Andere aandelen die tot de financiële vaste activa behoren VIII. Oprichtingskosten en immateriële vaste activa IX. Materiële vaste activa XI. Overige activa XII. Overlopende rekeningen TOTAAL ACTIVA
[ 14 ]
2003 3 803 27 869 12 875 14 994 75 672 258 198 65 032 193 166 26 010 3 061 3 054 7 4 6 742 3 879 8 177
2002 3 770 77 903 72 074 5 829 57 350 233 509 104 310 129 199 3 352 3 061 3 054 7 0 5 528 3 079 8 671
413 415
396 223
in duizenden euros
PASSIVA I. Schulden aan kredietinstellingen A. Onmiddellijk opvraagbaar C. Overige schulden op termijn of met opzegging II. Schulden aan cliënten A. Spaardeposito’s B. Overige schulden 1) onmiddellijk opvraagbaar 2) op termijn of met opzegging IV. Overige schulden V. Overlopende rekeningen VI. A. Voorzieningen voor risico’s en kosten 3. Overige risico’s en kosten VII. Fonds voor algemene bankrisico’s EIGEN VERMOGEN IX. Kapitaal A. Geplaatst kapitaal B. Niet opgevraagd kapitaal (-) X. Uitgiftepremies XI. Herwaarderingsmeerwaarden XII. Reserves A. Wettelijke reserve B. Onbeschikbare reserves 2. andere onbeschikbare reserves D. Beschikbare reserves XIII. Overgedragen winst (Overgedragen verlies (-)) TOTAAL PASSIVA
2003 34 980 255 34 725 292 649 236 553 56 096 27 424 28 672 5 513 1 655 5 064 5 064 11 119 62 435 4 381 4 441 -60 50 992 57 012 480 30 30 56 502 -
2002 19 262 2 909 16 353 290 268 221 216 69 052 29 471 39 581 2 086 2 259 11 308 11 308 11 119 59 921 4 379 4 440 -61 50 992 54 500 340 30 30 54 130 -
413 415
396 223
[ 15 ]
Posten buiten-balanstelling
in duizenden euros
I. II. III.
[ 16 ]
Eventuele passiva B. Kredietvervangende borgtochten Verplichtingen met een potentieel kredietrisico C. Beschikbare marge op betekende kredietlijnen Aan de kredietinstelling toevertrouwde waarden B. Open bewaring en gelijkgestelde
2003 1 157 1 157 8 477 8 477 14 192 14 192
2002 1 597 1 597 6 092 6 092 14 192 14 192
Resultaten rekening
in duizenden euros
I.
Rente-opbrengsten en soortgelijke opbrengsten waaronder: uit vastrentende effecten II. Rentekosten en soortgelijke kosten (-) III. Opbrengsten uit niet-vastrentende effecten A. Aandelen en andere niet-vastrentende effecten D. Andere aandelen die tot de financiële vaste activa behoren IV. Ontvangen provisies V. Betaalde provisies (-) VI. Winst (verlies(-)) uit financiële transacties B. Uit de realisatie van beleggingseffecten VII. Algemene beheerskosten (-) A. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen B. Overige beheerskosten VIII. Afschrijvingen en waardeverminderingen (-) op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa IX. Terugneming van waardeverminderingen (waardeverminderingen(-)) op vorderingen en terugneming van voorzieningen (voorzieningen(-)) voor de posten buiten balanstelling "I. Eventuele passiva" en "II. Verplichtingen met een potentieel kredietrisico" X. Terugneming van waardeverminderingen (waardeverminderingen(-)) op de beleggingsportefeuille in obligaties, aandelen en andere vastrentende of niet-vastrentende effecten XI. Besteding en terugneming van voorzieningen voor andere risico’s en kosten dan bedoeld in de posten buiten-balanstelling "I. Eventuele passiva" en "II. Verplichtingen met een potentieel kredietrisico" XII. Voorzieningen voor andere risico’s en kosten dan bedoeld in de posten buiten-balanstelling "I. Eventuele passiva" en "II. Verplichtingen met een potentieel kredietrisico" (-) XIV. Overige bedrijfsopbrengsten XV. Overige bedrijfskosten (-) XVI. Winst (Verlies(-)) uit de gewone bedrijfsuitoefening vóór belasting XVII. Uitzonderlijke opbrengsten XVIII. Uitzonderlijke kosten (-) XIX. Winst (Verlies(-)) van het boekjaar vóór belasting XX. Belastingen op het resultaat A. Belastingen (-) B. Regularisering van belastingen en terugneming van belastingvoorzieningen XXIII. Te bestemmen winst (te verwerken verlies(-)) van het boekjaar
2003 18 507 13 444 -10 058 13 3 10 851 -203 88 88 -13 436 -8 453 -4 983 -637
2002 19 753 15 184 -10 053 126 123 3 301 -177 3 564 3 564 -8 160 -4 972 -3 188 -598
168
-524
-6
21
6 883
1 927
0
-1 026
329 -170 2 329 353 -176 2 506 267 0 267 2 773
360 -208 5 306 27 0 5 333 -2 428 -2 518 90 2 905
[ 17 ]
Toevoegingen en onttrekkingen
in duizenden euros
A. C.
F.
Te bestemmen winstsaldo (Te verwerken verliessaldo(-)) 1. Te bestemmen winst (Te verwerken verlies(-)) van het boekjaar Toevoeging aan het eigen vermogen (-) 2. aan de wettelijke reserve 3. aan andere reserves Uit te keren winst (-) 2. Vergoeding van het kapitaal*
2003 2 773 2 773 -2 510 -139 -2 372 -263 -263
2002 2 905 2 905 -2 642 -145 - 2 497 -263 -263
*Alleen voor de vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid naar Belgisch recht
Toelichting bij de jaarrekening De onderstaande tabellen zijn conform het voorgeschreven standaardschema. Daar alleen de tabellen en rubrieken vermeld worden die cijfergegevens bevatten, wordt de numering soms onderbroken. Cijfergegevens zijn in duizenden EUR opgenomen.
I. Staat van de vorderingen op kredietinstellingen in duizenden euros
(ACTIEFPOST III) A. Voor de post in zijn geheel 1. vorderingen op verbonden ondernemingen B. Overige vorderingen (op termijn of met opzegging) op kredietinstellingen (actiefpost III B.) 2. Uitsplitsing naar resterende looptijd : tot drie maanden
[ 18 ]
2003
2002
20 375
71 361
14 994
Toelichting bij de jaarrekening II. Staat van de vorderingen op cliënten in duizenden euros
(ACTIEFPOST IV) 4. Uitsplitsing naar resterende looptijd : - tot drie maanden - meer dan drie maanden tot één jaar - meer dan één jaar tot vijf jaar - meer dan vijf jaar - met een onbepaalde looptijd 5. Uitsplitsing naar aard : - leningen tegen forfaitair lastenpercentage - hypotheekleningen - andere leningen op termijn van meer dan één jaar - overige 6. Geografische uitsplitsing * - vorderingen op België - vorderingen op het buitenland
2003 4 793 6 711 24 576 39 383 209 10 156 32 486 32 103 927 75 376 296
* Handelspapier wordt uitgesplitst onder verwijzing naar de begunstigde van het krediet. III. Staat van de obligaties en andere vastrentende effecten in duizenden euros
(ACTIEFPOST V) 2. Obligaties en effecten die achtergestelde vorderingen vertegenwoordigen 3. Geografische uitsplitsing van de volgende posten : V.A. - publiekrechtelijke emittenten V.B. - andere emittenten 4. Noteringen en looptijden a) - Genoteerde effecten - Niet genoteerde effecten b) - Resterende looptijd tot één jaar - Resterende looptijd van meer dan één jaar 5. Uitsplitsing naargelang de obligaties en effecten behoren tot de b) - beleggingsportefeuille 7. Voor de beleggingsportefeuille het negatieve verschil van alle effecten waarvan de terugbetalingswaarde kleiner is dan hun boekwaarde 8. Gedetailleerde opgave van de boekwaarde van de beleggingsportefeuille a) Aanschaffingswaarde Per einde van het voorgaande boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar : - aanschaffingen - overdrachten (-) - aanpassingen met toepassing van artikel 35 ter §4 en 5 (+/-) Per einde van het boekjaar c) Waardeverminderingen Per einde van het voorgaande boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar : - terugnemingen Per einde van het boekjaar d) Boekwaarde per einde van het boekjaar
2003 1 941
2002 5 007
België Buitenland 62 215 2 817 136 559 56 607 Boekwaarde Marktwaarde 256 892 264 631 1 306 22 411 235 787 258 198 (4 032)
234 535 80 534 (54 681) (2 013) 258 375 1 026 (849) 177 258 198
[ 19 ]
IV. Staat van de aandelen en andere niet-vastrentende effecten in duizenden euros
(ACTIEFPOST VI) 1. Geografische uitsplitsing van de emittenten van effecten : - Belgische emittenten - buitenlandse emittenten 2. Noteringen a) - Genoteerde effecten 3. Uitsplitsing naargelang de aandelen en effecten behoren tot de - beleggingsportefeuille 5. Gedetailleerde opgave van de boekwaarde van de beleggingsportefeuille a) aanschaffingswaarde Per einde van het voorgaande boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar : - aanschaffingen - overdrachten Per einde van het boekjaar c) waardeverminderingen Per einde van het voorgaande boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar : - geboekt Per einde van het boekjaar d) nettoboekwaarde per einde van het boekjaar
2003 2 470 23 540 Boekwaarde Marktwaarde 26 010 28 215 26 010
3 757 23 029 (367) 26 419 405 4 409 26 010
V. Staat van de financiële vaste activa in duizenden euros
(ACTIEFPOST VII) A. 1. Uitsplitsing van de actiefposten VII A,B,C : kredietinstellingen a)
b)
economische sector van de volgende posten : A. Deelnemingen in verbonden ondernemingen C. Andere aandelen die tot de financiële vaste activa behoren notering A. Deelnemingen in verbonden ondernemingen C. Andere aandelen die tot de financiële vaste activa behoren
2003
2002
2 904
2 904
andere ondernemingen 2003 2002 150 7
150 7
niet genoteerd 3 054 7
2. Gedetailleerde opgave van de boekwaarde per einde van het boekjaar van de actiefposten VII.A, B en C verbonden andere ondernemingen ondernemingen (VII.C) Aanschaffingswaarde Per einde van het voorgaande boekjaar Per einde van het boekjaar Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar
[ 20 ]
3 054 3 054 3 054
7 7 7
VI. §1. Lijst van de ondernemingen waarin de kredietinstelling een deelneming bezit Hieronder worden de ondernemingen vermeld waarin de kredietinstelling een deelneming bezit in de zin van het koninklijk besluit van 23 september 1992, alsook de andere ondernemingen waarin de kredietinstelling maatschappelijke rechten bezit ten belope van minstens 10 % van het geplaatste kapitaal.
Naam, zetel, B.T.W.-nummer Beroepskrediet N.V. Kunstlaan 6-9 1210 Brussel 402 197 731
Maatschappelijke rechten Soort Aantal % op naam 187 333
5
Gegevens geput uit de laatst beschikbare jaarrekening Jaarrekening MuntEigen vermogen Netto-resultaat afgesloten op eenheden (+) of (-) (+) of (-) 31.12.2002 EUR 38 275 2 021
VII. Staat van de immateriële vaste activa in duizenden euros
(ACTIEFPOST VIII) Andere immateriële vaste activa a)
c)
d)
Aanschaffingswaarde Per einde van het voorgaande boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar - aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste activa - overboekingen van een post naar een andere (+/-) Per einde van het boekjaar Afschrijvingen en waardeverminderingen Per einde van het voorgaande boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar - geboekt - overboekingen van een post naar een andere (+/-) Per einde van het boekjaar Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar
0 2 341 343 0 2 337 339 4
VIII. Staat van de materiële vaste activa in duizenden euros
(ACTIEFPOST IX) Terreinen en gebouwen a)
c)
d)
Aanschaffingswaarde Per einde van het voorgaande boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar - aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste activa - overdrachten en buitengebruikstellingen - overboekingen van een post naar een andere (+/-) Per einde van het boekjaar Afschrijvingen en waardeverminderingen Per einde van het voorgaande boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar - geboekt - afgeboekt (-) - overboekingen van een post naar een andere (+/-) Per einde van het boekjaar Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar
Installaties, Meubilair en Overige machines & rollend materiële uitrusting materieel vaste activa
9 585
1 817
390
2 536
2 136
18
111
0 -943
11 721
-341 1 494
501
1 593
5 099
1 661
328
1 712
467 -73
79
28
63 -460
-337 1 403 91
356 145
1 315 278
5 493 6 228
[ 21 ]
IX. Overige activa in duizenden euros
(ACTIEFPOST XI) Terug te vorderen roerende voorheffing Te betalen commissie CNCP EESV BKCP IT BTW Niet toegekende dividenden 2002 Diversen Overige financiële vaste activa
2003 155 2 883 100 304 188 242 7
X. Overlopende rekeningen in duizenden euros
(ACTIEFPOST XII) 1. Over te dragen kosten 2. Verworven opbrengsten
2003 0 8 177
XI. Staat van de schulden aan kredietinstellingen in duizenden euros
(PASSIEFPOST I) A. Schulden aan verbonden ondernemingen B. Uitsplitsing van de schulden andere dan de onmiddellijk opvraagbare naar hun resterende looptijd (passiefpost I.B.en C): - tot drie maanden - meer dan drie maanden tot één jaar - meer dan één jaar tot vijf jaar - meer dan vijf jaar
2003 34 980
829 1 807 8 981 23 363
XII. Staat van de schulden aan cliënten in duizenden euros
(PASSIEFPOST II) 2. Geografische uitsplitsing van de schulden : - aan België - aan het buitenland 3. Uitsplitsing naar resterende looptijd : - onmiddellijk opvraagbaar - tot drie maanden - meer dan drie maanden tot één jaar - meer dan één jaar tot vijf jaar - met onbepaalde looptijd
[ 22 ]
2003 288 568 4 081 27 424 9 201 3 452 13 632 238 940
2002 19 262
XIV. Staat van de overige schulden in duizenden euros
(PASSIEFPOST IV) 1. Vervallen belastingschulden, bezoldigingen en sociale lasten : a) aan de belastingadministratie 3. Overige schulden Voorziening vakantiegeld en eindejaarspremie Partena Tantièmes, dividenden en verschillende aandeelhouders Te betalen vergoedingen Te betalen leveringen en te ontvangen facturen Terug te betalen kapitaal fusie CM Voorschotten Vergoeding van het kapitaal
2003 239 465 765 357 1 595 1 111 452 266 263
XV. Overlopende rekeningen in duizenden euros
(PASSIEFPOST V) 1. Toe te rekenen kosten 2. Over te dragen opbrengsten
2003 1 645 10
XVI. Voorzieningen voor risico’s en kosten in duizenden euros
(PASSIEFPOST VI.A.3) Voorziening voor geschil in rechte Voorzieningen voor andere risico’s en kosten
2003 2 941 2 123
XVIII. Staat van het kapitaal in duizenden euros
A. 1.
MAATSCHAPPELIJK KAPITAAL Geplaatst kapitaal (passiefpost IX. A.) - per einde van het voorgaande boekjaar - nieuwe coöperateurs - per einde van het boekjaar 2. Samenstelling van het kapitaal 2.1. Soorten aandelen Aandelen van coöperateurs B. NIET VOLSTORT KAPITAAL Verschillende aandeelhouders
Bedragen
Aantal aandelen
4 440 1 4 441
4 441
1 790 542
60
[ 23 ]
XIX. Uitsplitsing balans euro - vreemde munten in duizenden euros
IN EURO Totaal actief Totaal passief
413 415 413 415
IN VREEMDE MUNT (tegenwaarde in euro) 0 0
XXIII. Gegevens met betrekking tot de bedrijfsresultaten
(POSTEN I TOT XV VAN DE RESULTATENREKENING A. 1. Staat van de werknemers opgenomen in het personeelsregister a) Totaal aantal op de afsluitingsdatum ingeschreven personen b) Gemiddeld aantal ingeschreven personen b) in voltijdse equivalenten c) Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren 2. Personeelskosten a) Bezoldigingen en rechtstreekse sociale voordelen b) Patronale bijdragen voor sociale verzekeringen c) Patronale premies voor bovenwettelijke verzekeringen d) Andere personeelskosten B. 1. Overige bedrijfsopbrengsten (post XIV van de resultatenrekening) Diversen 2. Overige bedrijfskosten (post XV van de resultatenrekening) - belastingen en taksen - overige bedrijfskosten D.
[ 24 ]
I. Rente-opbrengsten en soortgelijke opbrengsten III. Opbrengsten uit niet-vastrentende effecten - aandelen en andere niet-vastrentende effecten - andere aandelen die tot de financiële vaste activa behoren IV. Ontvangen provisies VI. Winst uit beursverrichtingen - uit de realisatie van beleggingseffecten XIV. Overige bedrijfsopbrengsten
2003
2002
83 87
87 81,5
136 355
128 656
6 014 2 154 252 33
3 783 964 164 61
329
360
(91) (79) Belgische vestigingen 18 507
(114) (94) Belgische vestigingen 19 753
3 10 851
0 126 301
88 329
3 564 360
XXVII. Andere taksen en belastingen ten laste van derden in duizenden euros
A.
B.
Belasting over de toegevoegde waarde, egalisatiebelasting en speciale taks in rekening gebracht tijdens het boekjaar Door de onderneming Ingehouden bedragen ten laste van derden bij wijze van : 1. Bedrijfsvoorheffing 2. Roerende voorheffing
2003
2002
441
98
1 626 337
1 638 410
[ 25 ]
Sociale balans
Inschrijvingsnummer bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid: 30 - 0153030 - 10 Nummer van het paritair comité dat voor de onderneming bevoegd is: 308 I. Staat van de tewerkgestelde personne
A.
Werknemers ingeschreven in het personeelsregister 1. Tijdens het boekjaar en het vorige boekjaar Gemiddeld aantal werknemers Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren Personeelskosten Toegekende voordelen boven het salaris 2. Op de afsluitingsdatum van het boekjaar a. Aantal werknemers ingeschreven in het personeelsregister b. Volgens de aard van de arbeidsovereenkomst Overeenkomst voor een onbepaalde duur Overeenkomst voor een bepaalde duur c. Volgens het geslacht Mannen Vrouwen d. Volgens de beroepscategorie Directiepersoneel Bedienden
[ 26 ]
Totaal in voltijdse equivalenten (VTE)
Voltijds
Deeltijds
2003
2003
2003
81,7 128 518,4 4 055,8
6,8 7 836,6 369,2
87,0 136 355,0 4 425,0 285,0
81,5 128 655,8 4 066,0 74,0
Voltijds
Deeltijds
Totaal in VTE
77
6
81,7
75 2
6 0
79,7 2,0
31 46
0 6
31,0 50,7
2 75
0 6
2,0 79,7
2002
II. Personeelsverloop tijdens het boekjaar
A.
B.
c.
d.
Ingetreden a. Aantal werknemers die tijdens het boekjaar in het personeelsregister werden ingeschreven b. Volgens de aard van de arbeidsovereenkomst Overeenkomst voor een onbepaalde tijd Overeenkomst voor een bepaalde tijd c. Volgens het geslacht en het studieniveau Mannen: secundair onderwijs hoger niet-universitair onderwijs universitair onderwijs Vrouwen: secundair onderwijs hoger niet-universitair onderwijs universitair onderwijs Uitgetreden a. Aantal werknemers met een in het personeelsregister opgetekende datum waarop hun overeenkomst tijdens het boekjaar een einde nam b. Volgens de aard van de arbeidsovereenkomst Overeenkomst voor een onbepaalde tijd Overeenkomst voor een bepaalde tijd Volgens het geslacht en het studieniveau Mannen: secundair onderwijs hoger niet-universitair onderwijs universitair onderwijs Vrouwen: lager onderwijs secundair onderwijs universitair onderwijs Volgens de reden van beëindiging van de overeenkomst Ontslag Andere reden
Voltijds
Deeltijds
Totaal in VTE
15
0
15,0
12 3
12,0 3,0
4 1 1 2 4 3
4,0 1,0 1,0 2,0 4,0 3,0
18
3
20,4
16 2
3
18,4 2,0
5 2 4 1 4 2
1
5,8 2,0 4,0 1,0 5,6 2,0
12 6
2
3
14,4 6,0
Aantal betrokken werknemers
Aantal betrokken werknemers (voltijds)
Financieel voordeel
100,0 3,0 102,0
98,1 3,0 100,1
118,0
III. Staat over het gebruik van de maatregelen ten gunste van de werkgelegenheid tijdens het boekjaar
Maatregelen ten gunste van de werkgelegenheid 1.6. structurele vermindering van de bijdragen voor sociale zekerheid 2.4. vermindering van de persoonlijke bijdragen voor sociale zekerheid Totaal van het boekjaar
[ 27 ]
De waarderingsregels werden opgesteld conform de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 23 september 1992 op de jaarrekeningen van de kredietinstellingen. Bij gebrek aan duidelijkheid van de hierna volgende waarderingsregels, is het geraden bovengenoemd Koninklijk Besluit te raadplegen. Tenzij anders vermeld, zijn de elementen van het actief en het passief berekend op hun nominale waarde.
1. Vorderingen op cliënten en op andere debiteurs De berekening van de vorderingen gebeurt op basis van hun vermoedelijke of mogelijke waardevermindering uit hoofde van de insolvabiliteit van de debiteur. Ten aanzien van risico’s met een oninbaar of dubieus karakter zoals bedoeld in artikel 35 van het Koninklijk Besluit van 23 september 1992, moeten inventariscorrecties worden geboekt ten belope van het gedeelte waarvoor geen met objectieve gegevens gestaafde inningszekerheid bestaat. Ten aanzien van kredieten met probleemrisico’s (d.w.z. zodra de achterstallige aflossingen 10 % van de kredietlijn overschrijden), wordt een gezamenlijke waardevermindering toegepast, rekening gehouden met de bevindingen van een statistische observatie van de moeilijkheden die de Bank in het verleden heeft ondervonden met deze categorie van vorderingen en verplichtingen. Een als oninbaar of dubieus risico geïsoleerd debiteur genereert geen enkele winstneming op intresten, nalatigheidsintresten, boetes, commissiekosten zonder daadwerkelijke betaling. Een intern voorzorgsfonds wordt gevormd door jaarlijkse onttrekking van 10 % van de winst vóór belasting tot een niveau wordt bereikt van 4 % van de samengevoegde waarde van de leningen toegestaan aan de cliënteel met een bij de Bank berustend risico, en dit na toerekening van de uitgevoerde inventariscorrecties.
2. Obligaties en andere vastrentende effecten Er wordt een onderscheid gemaakt naargelang de effecten tot de beleggingsportefeuille of de handelsportefeuille van de Bank behoren. 2.1. Beleggingsportefeuille De effecten die tot de beleggingsportefeuille behoren, worden gewaardeerd op grond van hun actuariële rendement, berekend bij aankoop, met inachtneming van hun terugbetalingswaarde op vervaldag. Het verschil tussen de aanschaffingswaarde en de terugbetalingswaarde wordt pro rata temporis voor de resterende looptijd van de effecten in resultaat genomen als bestanddeel van de renteopbrengst van deze effecten. De inresultaatneming van dit verschil geschiedt op geactualiseerde basis, uitgaande van het reële rendementspercentage bij aankoop. In de balans worden deze effecten opgenomen tegen hun aanschaffingswaarde vermeerderd of verminderd met het gedeelte van het bedoelde verschil dat in resultaat wordt genomen.
[ 28 ]
Op de effecten die gezien hun aard moeilijk kunnen worden gewaardeerd op basis van hun actuariële rendement worden waardeverminderingen toegepast in geval van duurzame minderwaarde of waardeverlies. De effecten in de beleggingsportefeuille die als liquiditeitssteun dienen, worden gewaardeerd tegen hun marktwaarde als die lager is dan de verkregen waarde met toepassing van de vorige paragrafen. De meer- en minderwaarden uit de verkoop van vastrentende beleggingseffecten in het kader van arbitrageverrichtingen zoals bedoeld in artikel 35 ter § 5 van het Koninklijk Besluit van 23 september 1992 worden gespreid in het resultaat van het boekjaar opgenomen samen met de toekomstige opbrengsten van de in het kader van de arbitrage verworven effecten. 2.2. Handelsportefeuille De effecten die behoren tot de handelsportefeuille waarvoor er een liquide markt bestaat zoals bedoeld in artikel 35 ter § 2 van het Koninklijk Besluit van 23 september 1992, worden gewaardeerd tegen hun marktwaarde op balansdatum. De effecten die tot diezelfde portefeuille behoren maar waarvoor er geen liquide markt bestaat, worden gewaardeerd tegen hun marktwaarde op balansdatum indien lager. De bijkomende aanschaffingskosten worden toegerekend aan de resultatenrekening van het boekjaar waarin zij werden gemaakt. 2.3. Verrichtingen in vreemde munt De monetaire bestanddelen in vreemde munt worden omgerekend in euro op basis van de middenkoers tussen de representatieve aan- en verkoopkoers op de contantmarkt op balansdatum. Het saldo van de positieve en negatieve verschillen uit de omrekening van monetaire bestanddelen wordt opgenomen in de resultatenrekening na aftrek van het report of na toevoeging van het deport, de te ontvangen en te betalen bedragen ingevolge termijnwisselverrichtingen of ingevolge wisselkoersverrichtingen op termijn volgens de regels van de markten voor futures en waaraan contantwisselverrichtingen in omgekeerde zin zijn gekoppeld met als doel de betaling van vorderingen en schulden te dekken.
[
Samenvatting van
de waarderingsregels
[ 2 0 0 3
3. Aandelen en andere niet-vastrentende effecten Er wordt een onderscheid gemaakt naargelang de effecten tot de beleggingsportefeuille of de handelsportefeuille van de Bank behoren. 3.1. De effecten die tot de beleggingsportefeuille behoren, worden gewaardeerd tegen hun aanschaffingsprijs of hun realisatiewaarde op balansdatum indien lager. 3.2. De effecten die tot de handelsportefeuille behoren waarvoor er een liquide markt bestaat zoals bedoeld in artikel 36 ter § 5 van het Koninklijk Besluit van 23 september 1992 worden gewaardeerd tegen hun marktwaarde op balansdatum. De effecten die tot diezelfde portefeuille behoren maar waarvoor er geen liquide markt bestaat, worden gewaardeerd tegen hun aanschaffingswaarde of hun marktwaarde op balansdatum indien deze lager zou liggen. De bijkomende aanschaffingskosten worden toegerekend aan de resultatenrekening van het boekjaar waarin zij werden gemaakt. 3.3. De SICAV’s worden gewaardeerd tegen hun aanschaffingswaarde. Er wordt een waardevermindering op toegepast voor het verschil tussen hun aanschaffingswaarde en hun lagere marktwaarde.
• inrichtingskosten - reële gebouwen: 33 jaar - in huur genomen lokalen : over de kortste van de volgende 2 looptijden: 10 jaar of de resterende looptijd van het huurcontract - andere: 10 jaar • kantoormaterieel en meubilair: 5 jaar • computermaterieel: 3 jaar • software: 3 jaar • rollend materieel: 5 jaar nieuw materieel 3 jaar tweedehandsmaterieel Op de materiële vaste activa zonder beperkte gebruiksduur wordt een waardevermindering toegepast in geval van duurzame minderwaarde of waardeverlies.
7. Voorzieningen voor risico’s en kosten Voorzieningen moeten worden gevormd onder meer voor : - de verplichtingen voor de kredietinstelling inzake rust- en overlevingspensioen, brugpensioenen en andere gelijkaardige pensioenen of renten ; - de kosten voor grote herstellings- of onderhoudswerken ;
4. Financiële vaste activa Op de deelnemingen en aandelen die zijn opgenomen onder de post "Financiële vaste activa" worden waardeverminderingen toegepast in geval van duurzame minderwaarde of waardeverlies, wat moet blijken uit de positie, de rendabiliteit of de vooruitzichten van de vennootschap waarin de deelnemingen of de aandelen worden gehouden. De bijkomende kosten voor aanschaffing van financiële vaste activa worden ten laste genomen tijdens het boekjaar waarin ze werden gemaakt.
5. Immateriële vaste activa en oprichtingskosten De oprichtingskosten worden ten laste genomen tijdens het boekjaar waarin ze werden gemaakt.
- de verlies- of kostenrisico’s die voor de Bank voortvloeien uit persoonlijke of zakelijke zekerheden gesteld als waarborg voor schulden of verplichtingen van derden, uit verplichtingen tot aan- of verkoop van vaste activa, uit de uitvoering van geplaatste of ontvangen bestellingen, uit posities in deviezen, in effecten of in andere financiële instrumenten, uit technische waarborgen verbonden aan reeds door de Bank verrichte verkopen of diensten, uit hangende geschillen.
8. Fonds voor algemene bankrisico’s Een voorzorgsfonds voor risico’s wordt systematisch gevoed op basis van de regels die werden vastgelegd door de Raad van Bestuur op voorstel van het Directiecomité, om de solvabiliteit van de Bank te beschermen tegen de latente risico’s die eigen zijn aan haar activiteiten.
De immateriële vaste activa met een beperkte gebruiksduur worden lineair afgeschreven tegen 20 % per jaar.
Dit per definitie niet toegewezen fonds wordt bovendien gevormd door waardeverminderingen die specifiek zijn voor identificeerbare risico’s, in functie van het bedrag van de vorderingen op de cliënteel.
6. Materiële vaste activa
Bij de materialisatie van een uitzonderlijk en belangrijk risico stelt het Directiecomité aan de Raad van Bestuur eventueel een onttrekking aan het voorzorgsfonds voor.
De materiële vaste activa met een beperkte gebruiksduur worden lineair afgeschreven volgens een als volgt opgesteld plan :
Dit voorzorgsfonds wordt opgenomen in de jaarrekening als "fonds voor algemene bankrisico’s".
• onroerende goederen: 33 jaar
[ 29 ]
Verslag van de commissaris Verslag van de commissaris over het boekjaar afgesloten op 31 december 2003 gericht tot de algemene vergadering van aandeelhouders van de vennotschap Brabants Beroepskrediet-Bank Overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen, brengen wij U verslag uit over de uitvoering van de controleopdracht die ons werd toevertrouwd. Wij hebben de controle uitgevoerd van de jaarrekening, opgesteld onder de verantwoordelijk-heid van de raad van bestuur van de vennootschap, over het boekjaar, afgesloten op 31 december 2003, met een balanstotaal van 413.415 duizend euro en waarvan de resultatenrekening afsluit met een winst van het boekjaar van 2.773 duizend euro. Wij hebben eveneens de bijkomende specifieke controles uitgevoerd die door de wet zijn vereist.
Verklaring over de jaarrekening zonder voorbehoud Onze controles werden verricht overeenkomstig de normen van het Instituut der Bedrijfsrevisoren. Deze beroepsnormen eisen dat onze controle zo wordt georganiseerd en uitgevoerd dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen onjuistheden van materieel belang bevat, rekening houdend met de Belgische wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften met betrekking tot de jaarrekening. Overeenkomstig deze normen hebben wij rekening gehouden met de administratieve en boekhoudkundige organisatie van de vennootschap, alsook met de procedures van interne controle. De verantwoordelijken van de vennootschap hebben onze vragen naar opheldering of inlichtingen duidelijk beantwoord. Wij hebben op basis van steekproeven de verantwoording onderzocht van de bedragen opgenomen in de jaarrekening. Wij hebben de waarderings-regels, de betekenisvolle boekhoudkundige ramingen die de onderneming maakte en de voorstelling van de jaarrekening in haar geheel beoordeeld. Wij zijn van mening dat deze werkzaamheden een redelijke basis vormen voor het uitbrengen van ons oordeel. Naar ons oordeel, rekening houdend met de toepasselijke wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften, geeft de jaarrekening afgesloten op 31 december 2003 een getrouw beeld van het vermogen, van de financiële toestand en van de resultaten van de vennootschap en wordt een passende verantwoording gegeven in de toelichting.
[ 30 ]
Bijkomende verklaringen en inlichtingen Wij vullen ons verslag aan met de volgende bijkomende verklaringen en inlichtingen die niet van aard zijn om de draagwijdte van onze verklaring over de jaarrekening te wijzigen: - Het jaarverslag bevat de door de wet vereiste inlichtingen en stemt overeen met de jaarrekening. - Onverminderd formele aspecten van ondergeschikt belang, wordt de boekhouding gevoerd en de jaarrekening opgesteld overeenkomstig de in België toepasselijke wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften. - Wij dienen U geen enkele verrichting of beslissing mede te delen die in overtreding met de statuten of de vennootschappenwet zou zijn gedaan of genomen. De resultaatsverwerking die aan de algemene vergadering wordt voorgesteld, stemt overeen met de wettelijke en statutaire bepalingen.
Brussel, 10 mei 2004
Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCV (B160) Commissaris vertegenwoordigd door
Danielle Vermaelen Vennoot
Pierre Anciaux Vennoot
[
[
Het netwerk van de Bank van Brabant
2 0 0 3
Hoofdzetel Regentlaan 58
1000 Brussel
Tel. 02.289.84.05
Fax 02.289.84.89
1040 Brussel 1070 Brussel 1083 Brussel 1730 Asse 3290 Diest 1500 Halle 1800 Vilvoorde 1420 Braine-L’Alleud 1400 Nivelles 1410 Waterloo 1300 Wavre
Tel. 02.505.31.00 Tel. 02.523.54.08 Tel. 02.425.23.70 Tel. 02.452.89.82 Tel. 013.31.30.92 Tel. 02.356.58.87 Tel. 02.251.37.97 Tel. 02.384.68.56 Tel. 067.21.33.58 Tel. 02.354.34.66 Tel. 010.22.41.04
Fax 02.505.31.09 Fax 02.522.41.49 Fax 02.524.23.96 Fax 02.452.55.33 Fax 013.33.75.38 Fax 02.360.30.29 Fax 02.251.39.64 Fax 02.385.12.61 Fax 067.21.28.75 Fax 02.351.02.46 Fax 010.22.32.79
1853 Strombeek-Bever Tel. 02.267.95.98
Fax 02.267.95.98
Kantoren Belliardstraat 21 Verzetsplein 11 Pieter Godefroylaan 2B Stationsstraat 5 Hasseltsestraat 98 Molenborre 17 Mechelsesteenweg 4A Avenue Léon Jourez 30 Rue des Vieilles Prisons 4 Chaussée de Bruxelles 200h Rue des Volontaires 7
Gevolmachtigd agent Rodepoortstraat 59
[ 31 ]
Regentlaan 58 - 1000 Brussel
Verantwoordelijke uitgever : Pierre Gervais - Regentlaan 58 - 1000 Brussel