Jaarverslag 2012
Centrale Bank van Suriname
Centrale Bank van Suriname Jaarverslag 2012
De door de Raad van Commissarissen vastgestelde jaarrekening is per 20 december 2013 voorzien van de controleverklaring van de onafhankelijke accountant. De afsluitdatum van de in het jaarverslag verwerkte macro-economische informatie is 24 oktober 2013. Dit jaarverslag is op 28 februari 2014 op de website van de Bank geplaatst.
BESTUUR, RAAD VAN COMMISSARISSEN EN AFDELINGSHOOFDEN IN 2012
President De heer Gillmore A. Hoefdraad, MSc Directeur drs. G.H. Gersie Raad van Commissarissen W. Duiker, Regeringscommissaris drs. L.M. Pinas-Halfhide M.R. Tuur, MBA drs. R. Soentik C. Linger-van der Ziel drs. Q. Kromosoeto-Hidalgo S. Burleson Directoraat Toezicht Kredietwezen drs. I. Geduld-Nijman (Coördinator)
Algemene Zaken M.S. Satimin
Bureau van de President M.P. Dors
Bibliotheek P.L. Peroti, BSc
Binnenland M. Wolfram
Accounting H.R. Panka, B Ec
Buitenland I.G. Soehawan
Beveiliging D. Calor
Kassierderij K.W. Soemodipoero, MBA
Financiële Markten R.M. Fränkel, MSc
Procurement D. O. Bruyne
Protocol & Traffic R. Lo Fo Sang-Malmberg
Archief A.J. Colli-Wartim
Internationale Betrekkingen drs. M. Soekhnandan, MSc
Internal Audit H.L. Karijooetomo
Voorlichting & Public Relations D. Samson
Juridische Zaken mr. A.B. Limon-Sof
Budget & Control dr. K. Makandra
Statistieken drs. S. Jahangir-Abdoelrahman
Personeelszaken drs. F.E.C. Ligeon
Goudlaboratorium ir. R. Maclean
Research drs. R.S. Adhin
Trainingsinstituut en Studiecentrum drs. M. Brunings-Stolz
Informatie en Communicatie Technologie T. E. Rijsdijk (wnd.)
INHOUD HOOFDSTUK I INTERNATIONALE EN REGIONALE ECONOMISCHE ONTWIKKELINGEN EN BETREKKINGEN I.1 I.2 I. 3 I.4 I.5 I.6
Algemeen Productie Prijspeil en handel I.3.1 Prijspeil I.3.2 Handel Internationale financiële instellingen I.4.1 Inter-American Development Bank (IADB) 1.4.2 Islamic Development Bank (IsDB) Overige regionale en internationale betrekkingen I.5.1 World Trade Organization (WTO) I.5.2 UNASUR I.5.3 Caribbean Community (CARICOM) Economische ontwikkelingen binnen de CARICOM
1 1 2 2 2 3 3 4 4 4 4 5 6
HOOFDSTUK II DE NATIONALE ECONOMISCHE ONTWIKKELING II.1 II.2 II.3
Algemeen Productie II.2.1 Sectorale bijdrage aan het BBP Confrontatie van middelen en bestedingen
7 7 7 13
HOOFDSTUK III DE MONETAIRE ONTWIKKELING III.1
Algemeen
15
III.2 III.3 III.4 III.5
Intstitutionalisering van het financieel-monetair beleid De ontwikkeling van de liquiditeitenmassa III.3.1 Ontwikkeling geldaggregaten III.3.2 Oorzaken van veranderingen in de liquiditeitenmassa in ruime zin Kredietverlening en interest der overige depositonemende instellingen Financiële dollarisering
15 15 15 16 16 17
HOOFDSTUK IV DE ONTWIKKELING VAN STAATSFINANCIËN IV.1 IV.2 IV.3 IV.4
Algemeen Ontvangsten en uitgaven Financiering De staatsschuld
19 19 21 21
HOOFDSTUK V DE ONTWIKKELING VAN DE BETALINGSBALANS V.I V.2 V.3 V.4 V.5 V.6
Algemeen Lopende rekening V.2.1 Handelsverkeer V.2.2 Dienstenverkeer V.2.3 Primaire inkomens V.2.4 Inkomensoverdrachten Vermogensoverdrachtenrekening Financiële rekening Internationale reserves Wisselkoers
23 23 23 24 24 24 24 24 25 25
HOOFDSTUK VI HET BEDRIJFSECONOMISCH TOEZICHT VI.1 VI.2 VI.3 VI.4 VI.5 VI.6
Algemeen Primaire Banken VI.2.1 Algemeen VI.2.2 Financiële gegevens Verzekeringsmaatschappijen VI.3.1 Algemeen VI.3.2 Financiele gegevens VI.3.2.1 Levensverzekeringsmaatschappijen VI.3.2.2 Schadeverzekeringsmaatschappijen VI.3.2.3 Uitvaartverzekeringsmaatschappijen Pensioenfondsen VI.4.1 Algemeen VI.4.2 Financiële gegevens Voorzieningsfondsen Kredietcoöperaties VI.6.1 Algemeen VI.6.2 Financiële gegevens VI.6.3 Rapportage
26 27 27 28 29 29 30 30 30 31 31 31 31 32 32 32 32 33
HOOFDSTUK VII BEDRIJF VAN DE BANK VII.1 Ontwikkeling posten op de bankbalans VII.2 Kosten VII.3 Baten VII.4 Winstontwikkeling
34 34 35 35
VII.5 VII.6 VII.7 VII.8 VII.9 VII.10 VII.11
Chartaal betalingsverkeer VII.5.1 De geldcirculatie Kasbeweging VII.6.1 Kasontvangsten en Kasuitgaven Vervalsingen Naverwisseling Verrekende cheques en giro’s in 2012 Herdenkingsmunten Goudcertificaten
35 35 36 36 36 38 38 39 39
VII.12 Ontwikkeling van de goudproductie en goudexport VII.13 Numismatisch Museum
39 40
JAARREKENING Publicatieverslag 2012 Balans per 31 december 2012
43
Resultatenrekening over 2012 Toelichting * Grondslagen voor balanswaardering en resultaatbepaling * Toelichting op de balans per 31 december 2012 * Toelichting op de resultatenrekening over 2012 Overige gegevens * Controleverklaring van de onafhankelijke accountant * Vaststelling jaarrekening * Statutaire winstverdeling * Vaststelling jaarrekening voorgaand boekjaar * Vaststelling jaarrekening 2012 en winstverdeling boekjaar 2012 * Management en Toezichthoudend Orgaan van de Bank
45
BIJLAGEN
68
46 51 62
64 66 66 66 66 67
TABELLEN HOOFDSTUK I I.1 I.2 I.3 I.4 I.5 I.6 I.7
Groei van de wereldproductie Inflatie Ontwikkeling van de wereldhandel Aantal goedgekeurde IADB-projecten in 2011 Lopende IsDB-projecten met status per eind 2011 BBP-groei en inflatie van Caricom-lidstaten Buitenlandse schuld in % van BBP
2 2 3 3 4 6 6
HOOFDSTUK II II.1 Bruto Toegevoegde Waarde tegen basisprijzen per bedrijfstak in 2007 prijzen II.2 II.3 II.4 II.5 II.6a II.6b II.7 II.8 II.9
Bauxiet- en aluinaardeproductie Exportvolume en -waarde van aluinaarde Goudproductie grootschalige en kleinschalige goudmijnbouw Ruwe aardolie- en raffinaderijproductie Padieproductie, rijstexportvolume en -exportwaarde Bananenproductie, exportvolume en -exportwaarde Aantal aangekomen toeristen in Suriname Confrontatie van middelen en bestedingen Consumentenprijsindex en inflatiecijfers
8 9 9 10 11 11 12 12 13 14
HOOFDSTUK III III.1 III.2 III.3 III.4
Ontwikkeling van de geldaggregaten Oorzaken van veranderingen in de liquiditeitenmassa in ruime zin Kredieten, reserve base en rentetarieven van algemene banken Financiële dollarisering
16 17 18 18
HOOFDSTUK IV IV.1 Staatsfinancien op kasbasis IV.2 Staatsuitgaven naar categorie IV.3 De Staatsschuld naar Crediteuren
20 21 22
HOOFDSTUK V V.1 Betalingsbalans 2008-2012
23
HOOFDSTUK VI VI.1 Instellingen onder toezicht van het Directoraat Toezicht Kredietwezen VI.2 Overzicht van kredietcoöperaties die aan de rapportageverplichting voldoen
27 33
HOOFDSTUK VII VII.1 Omvang van de bankbiljettencirculatie per jaarultimo VII.2 Samenstelling van de bankbiljettencirculatie per kwartaalultimo VII.3 Samenstelling van de bankbiljettencirculatie naar coupure per kwartaalultimo VII.4 De Kasbeweging bij de Centrale Bank van Suriname VII.5 Kasontvangsten VII.6 Kasuitgaven VII.7 Valse bankbiljetten onderschept bij de banken en bij de Centrale Bank van Suriname VII.8 Naverwisseling van de SF-biljetten VII.9 Aantal verrekende cheques en giro’s VII.10 Verkochte herdenkingsmunten en gedenkpenningen VII.11 Wederinkoop goudcertificaten VII.12 Waarde goudcertificaten per jaarultimo VII.13 Goudexporten van de kleine goudmijnbouw en betaalde royalty’s VII.14 Bezoekersaantal Numismatisch Museum 2002 t/m 2012 VII. 15 Overzicht verkochte Briljant Uncirculated (BU) coins
35 35 36 36 37 37 38 38 38 39 39 39 40 41 41
GRAFIEKEN HOOFDSTUK V V.1 V.2 V.3 V.4
Exportproducten Suriname Internationale reserve en importdekking Omzet US$ valutamarkt Omzet euro valutamarkt
24 25 25 25
HOOFDSTUK VI VI.1 VI.2 VI.3 VI.4 VI.5 VI.6 VI.7 VI.8 VI.9 VI.10 VI.11 VI.12
Primaire banken; Solvabiliteitstoetsing Primaire banken; Liquiditeitsverhouding Primaire banken; Ontwikkeling van de rentemarge, totale baten, overige lasten en brutoresultaat Primaire banken; Toevertrouwde middelen versus kredietverlening Totale baten ten opzichte van totale lasten levensverzekeringsmaatschappijen Winst na belasting der levensverzekeringsmaatschappijen Totale baten ten opzichte van lasten der schadeverzekeringsmaatschappijen Winst na belasting der schadeverzekeringsmaatschappijen Inkomsten pensioenfondsen Premie-inkomsten en beleggingsinkomsten ten opzichte van de uitkeringen pensioenfondsen Kredietcooperaties: Balans totaal Kredietcooperaties: Nettoresultaat
28 28 28 28 29 29 30 30 31 32 33 33
HOOFDSTUK I INTERNATIONALE EN REGIONALE ECONOMISCHE ONTWIKKELINGEN EN BETREKKINGEN2
I.1 Algemeen
(dreiging van belastingverhogingen en overheidsbezuinigingen) daaraan bij.
In 2012 vertraagde de groei van de wereldeconomie voor het derde opeenvolgende jaar. De groei bedroeg 3,2%, ten opzichte van 4,0% in 2011 en 5,2% in 2010. De vertraging was sterk voelbaar in het Eurogebied, alwaar de meeste landen als gevolg van de schuldencrisis een krimp van hun economie ervoeren. Ook in de opkomende economieën, onder meer in de BRICS-landen3, trad groeivertraging op. Het verslagjaar wordt tevens gekenmerkt door een afgenomen inflatie in zowel de ontwikkelde landen als in de opkomende economieën. De wereldmarktprijzen voor industriële producten en niet-mijnbouw primaire grondstoffen namen af, terwijl de hoge prijzen voor olie en goud vrijwel stand hielden. Voornoemde ontwikkelingen gingen gepaard met een verdere afvlakking van de groei van de wereldhandel.
De Europese schuldencrisis hield in het verslagjaar dusdanig aan dat de economie van de Eurozone kromp, en wel met 0,6% (tegenover lichte groei in 2011 van 1,4%). Hoewel de meeste eurolanden negatieve effecten ondervonden, was de krimp het sterkst in Griekenland, Portugal, Italië en Cyprus. Als groei ondersteunende maatregel ving de Europese Centrale Bank aan met het opkopen van 1 tot 3 jaar lopende staatsobligaties uitgegeven door individuele eurolanden (“Outright Monetary Transactions”, welke in het tweede halfjaar van start gingen).
I.2 Productie De economische groei in de ontwikkelde economieën liep terug naar gemiddeld 1,2% in 2012 van gemiddeld 1,6% in 2011 (Tabel I.1). De Amerikaanse economie groeide met 2,2% echter versneld, wat vooral werd veroorzaakt door de herstellende huizenmarkten en hogere consumentenuitgaven. Ook trad verbetering op in de werkgelegenheid, waardoor het werkloosheidspercentage terugviel tot onder 8%. De voortschrijdende effecten van de financiële crisis en de ernstige droogte in de zomer vormden daarentegen een barrière voor de economische groei. In het laatste kwartaal droegen de verstoringen van de orkaan Sandy en de vertrouwensimpasse rondom een mogelijke “fiscal cliff”
De Japanse economie sloeg om naar groei vanuit contractie. Zij groeide in 2012 met 2,0% tegenover de krimp van -0,6% in 2011. Het resultaat is voor een groot deel toe te schrijven aan de maatregelen voor wederopbouw, getroffen in reactie op de ernstige natuurramp in 2011 welke het oosten van het land had geteisterd. Ook trok de economie aan door verhoogde consumentenuitgaven. Tegen het jaar einde was er echter een terugval in de export door tegenvallende vraag vanuit Europa, politieke problemen met China en een appreciatie van de Japanse yen ten opzichte van de euro en de USdollar. De groep van opkomende economieën en ontwikkelingslanden ondervond ook vertraging van de gemiddelde economische groei. Met 5,1% lag die niettemin 3,9 procentpunt boven het gemiddelde van de ontwikkelde economieën. De Chinese economie groeide in 2012 met 7,8%, onder de trend van 9%-10%. De vertraging is vooral het gevolg van een vraagafname uit de geïndustrialiseerde landen, hoewel daartegenover de econo-
2 De data met betrekking tot de internationale economische ontwikkelingen zijn gehaald uit World Economic Outlook (WEO) April 2013 van het Internationaal Monetair Fonds. 3 BRICS-landen: Brazilie, Rusland, India, China en Zuid-Afrika.
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
1
mie gestuwd werd door forse infrastructurele investeringen. China bleef koploper op de lijst van landen met een positieve BBP-groei. Ook India ondervond een economische groeivertraging en wel met 3,7 procentpunt. Dit was vooral het gevolg van de Europese schuldencrisis en stilliggende investeringen in de publieke sector van India. Rusland realiseerde een economische groei van 3,4%; een vertraging van 0,9 procentpunt. Dit heeft voornamelijk gelegen aan een slechte graanoogst volgende op de droogte van het voorgaande jaar. Het economische groeicijfer van 0,9% in Brazilië was het laagste sinds 2009 en tevens het laagste van de BRICS-landen. Ook Brazilië had te kampen met de effecten van de Europese crisis, waaronder een afgenomen vraag naar Braziliaanse grondstoffen. Bovendien drukten de complexe en hoge belastingen in dit land en de inefficiënte overheidsbestedingen de binnenlandse vraag.
I. 3 Prijspeil en handel I.3.1 Prijspeil De inflatie voor de groep van ontwikkelde economieën nam in de loop van 2012 geleidelijk af (Tabel I.2), met uitzondering van het effect van stijgende energieprijzen tussen augustus en oktober. Inflatie in de Verenigde Staten nam af van 3,1% tot 2,1%, vooral als gevolg van lagere grondstoffenprijzen en de matige groei in lonen. In Japan werd wederom deflatie genoteerd; ditmaal een geringe -0,04%, waarmee weliswaar de dalende trend aanhield. De Japanse autoriteiten voerden verdere maatregelingen door om deflatie tegen te gaan. In de meeste opkomende economieën en ontwikkelingslanden was er in 2012 ook sprake van een afname van het inflatietempo, uitgezonderd juni en juli waarbij zich tegenvallende oogsten als gevolg van slechte weersomstandigheden voordeden. In India nam het inflatietempo echter met 0,4 procentpunt toe tot 9,3%. Dit had onder andere te maken met de groei van de Indiase bevolking in combinatie met de dalende productiegroei. I.3.2 Handel De groei van het wereldhandelsvolume vertraagde in 2012 voor het tweede opeenvolgend jaar (Tabel I.3). De belangrijkste oorzaken zijn de Europese schuldencrisis, de worstelende Amerikaanse economie en een teruggevallen vraag vanuit China. De groei van de importen en exporten van zowel de ontwikkelde economieën als de opkomende econo-
mieën en ontwikkelingslanden nam fors af. De internationale olieprijs bleef hoog, maar steeg nauwelijks verder doordat de wereldwijde olieproductie sneller toenam dan de consumptie. Wereldmarktprijzen voor industriële producten en voor nietolie primaire producten werden vooral geraakt door een verminderde consumptie en verzwakte importvraag vanuit China. De prijsdaling was het hoogst voor niet-olie primaire producten en noteerde 9,8%. Niettemin verbeterde de ruilvoetverhouding van de opkomende economieën en ontwikkelingslanden voor het derde opeenvolgende jaar. De ontwikkelde economieën zagen hun ruilvoetverhouding echter verder verslechteren. Dit weerspiegelt het relatief beter stand houden van de export en import volumes en de relatieve handelsprijzen voor de eerste groep landen.
Tabel I.1 1) Groei van de wereldproductie (in procenten)
Omschrijving
2008
2009
2010
2011
2012
Wereld
2,8
-0,6
5,2
4,0
3,2
Ontwikkelde economieën waaronder: Verenigde Staten van Amerika Eurogebied Japan
0,1
-3,5
3,0
1,6
1,2
-0,3 0,4 -1,0
-3,1 -4,4 -5,5
2,4 2,0 4,7
1,8 1,4 -0,6
2,2 -0,6 2,0
6,1
2,7
7,6
6,4
5,1
5,2 5,2 6,2 9,6 3,6
-0,3 -7,8 5,0 9,2 -1,5
7,5 4,5 11,2 10,4 3,1
2,7 4,3 7,7 9,3 3,5
0,9 3,4 4,0 7,8 2,5
2008
2009
2010
2011
2012
3,4
0,1
1,5
2,7
2,0
3,8 3,3 1,4
-0,3 0,3 -1,3
1,6 1,6 -0,7
3,1 2,7 -0,3
2,1 2,5 0,0
9,2
5,1
6,0
7,2
5,9
5,7 14,1 8,3 5,9 11,5
4,9 11,7 10,9 -0,7 7,1
5,0 6,9 12,0 3,3 4,3
6,6 8,4 8,9 5,4 5,0
5,4 5,1 9,3 2,6 5,7
Opkomende economieën en ontwikkelingslanden waaronder: Brazilie Rusland India China Zuid-Afrika
Bron: Internationaal Monetair Fonds 1) Reële BBP-groei
Tabel I.2 Inflatie
(in procenten) Omschrijving Consumptieprijzen: Ontwikkelde economieën waaronder: Verenigde Staten van Amerika Eurogebied Japan Opkomende economieën en ontwikkelingslanden waaronder: Brazilie Rusland India China Zuid Afrika
Bron: Internationaal Monetair Fonds
2 Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
I.4 Internationale financiële instellingen
gekeurde bedrag aan leningen, bestemd voor infrastructuur en milieu. De rest van de middelen was bestemd voor de sociale sector, handelsintegratie en het versterken van instituten in de lidstaten. In 2012 is een bedrag van US$ 280 miljoen goedgekeurd aan schenkingen, een toename van 38%, mede vanwege een toename van donorfondsen.
I.4.1 Inter-American Development Bank (IADB) Algemeen In het jaar 2012 heeft de IaDB 169 projecten goedgekeurd ten behoeve van Latijns-Amerika en het Caribisch gebied voor een totaalbedrag van US$ 11,4 miljard. Dit is een vermeerdering van 4,6 % ten opzichte van 2011, toen US$ 10,9 miljard aan projecten werd goedgekeurd (167 projecten). In het verslagjaar was ongeveer 49% van het goed-
Projecten in Suriname In 2012 werden vier leningen goedgekeurd door de IADB met een totale waarde van US$ 88,7 miljoen (Tabel I.4). Daarnaast kwam Suriname in aanmerking voor financiering in de vorm van schenkingen en technische bijstand ten bedrage van US$ 3,25 miljoen.
Tabel I.3 Ontwikkeling van de wereldhandel (jaarlijkse procentuele mutatie)
Omschrijving Handel in goederen
2008
2009
2010
2011
2012
Wereldhandel volume prijsdeflator in US-dollars
3,1 11,3
-10,6 -10,6
12,5 5,8
6,0 11,3
2,5 1,3
Wereldhandelsprijzen in US-dollars industriële producten olieproducten niet-olie primaire producten
6,3 36,4 7,5
-6,4 -36,3 -15,7
2,4 27,9 26,3
6,7 31,6 17,8
-0,5 1,0 -9,8
Wereldhandelsvolume Ontwikkelde economieën: Export Import Opkomende economieën en ontwikkelingslanden: Export Import
2,4 1,0
-11,6 -12,1
12,1 11,5
5,6 4,7
1,9 1,0
4,3 8,4
-7,9 -8,3
13,3 14,8
6,4 8,6
3,7 4,9
Ruilvoetverhouding Ontwikkelde economieën Opkomende economieën en ontwikkelingslanden
-1,8 2,7
2,5 -4,8
-1,0 2,7
-1,6 3,3
-0,7 0,2
Bron: Internationaal Monetair Fonds
Tabel I.4 Aantal goedgekeurde IADB-projecten in 2012 Projecten
Bedrag in US$
Meerzorg - Albina Integration Corridor Rehabilitation Project 40.000.000,00 Sup. Financing Strengthening of Public Expenditure Management II Support to the Institutional and Operational Strengthening of the Energy Sector Second Basic Education Improvement Program (2nd BEIP)- PHASE 1 Totaal
Uitgekeerd in US$ 0,00
20.000.000,00 20.000.000,00 15.000.000,00
0,00
13.700.000,00
441.432,54
88.700.000,00 20.441.432,54
Bron:IaDB Annual report 2012 en ministerie van Financiën
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
3
Tabel I.5 Lopende IsDB-projecten met status per eind 2012
Projecten
Contract Datum
Totale Kosten (in miljoenen US$)
Financiering (in miljoenen US$) IsDB
Status
Suriname
Radio Therapeutic Centre of the Academic Hospital (RTCS) * Upgrading Air Navigation System Suriname (UANS)
03‐09‐2003 23‐10‐2005
7,6 10,8
6,5 9,4
1,1 1,4
Nieuw Nickerie Port (NNP)‐origineel Nieuw Nickerie Port (NNP)‐ additioneel
23‐10‐2005 27‐07‐2010
13,5 +5,5
11,0 5,5
2,4
oplevering: 2010 verwachte afsluiting: 2013 oplevering: 2012 verwachte afsluiting 2013 oplevering: 2012 verwachte afsluiting: 2013
* T.a.v. het RTCS project heeft de Minister van Volksgezondheid in december 2008 geconfirmeerd dat de Staat de aankoop van apparatuur zou financieren. Hierna heeft de IsDB in januari 2009 een bedrag van US$ 5.020.000 ten behoeve van het RTCS‐project officieel geannuleerd. De financiering van de IsDB liep hiermee drastisch terug.
Bron: Islamic Development Bank/CBvS
I.4.2 Islamic Development Bank (IsDB) Projecten Sinds het lidmaatschap van de Islamic Development Bank (IsDB) zijn er 7 projecten door de IsDB gefinancierd in Suriname. Tabel I.5 geeft een overzicht van de lopende projecten (vier) en de status van de financiering en oplevering per 31 december 2012. Als gevolg van trekkingen en aflossingen bedraagt de totale schuld van Suriname bij de IsDB per 31 december 2012 US$ 21.461.071. Project Upgrading Air Navigation System Suriname (UANS) De middelen van de IsDB voor de uitvoering van het project werden beschikbaar gesteld voor de periode december 2006 tot en met december 2011. Uit deze middelen is een totaal bedrag van US$ 9,2 miljoen door Suriname opgenomen. Vanwege vele vertragingen heeft de fysieke oplevering van het project in 2012 plaatsgevonden. Het is verwachtbaar dat het project in 2013 administratief wordt afgesloten. Upgrading Nieuw Nickerie Port (NNP) De additionele lening die op 27 juli 2010 werd aangegaan, was o.a. bestemd voor de bouw van een stalen aanlegsteiger, welke deel uitmaakt van het totale “Upgrading Nieuw Nickerie Port project”. Uit deze middelen is door Suriname een bedrag van US$ 3,1 miljoen getrokken in 2012. De fysieke oplevering van dit project heeft in 2012 plaatsgevonden en naar verwachting zal het project in 2013 administratief worden afgesloten. De aanlegsteiger is nog niet operationeel, omdat enkele noodzakelijke technische voorzieningen niet uit het projectbudget konden worden gefinancierd.
4 Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
I.5 Overige regionale en internationale betrekkingen I.5.1 World Trade Organization (WTO) De WTO heeft onder andere als doelstelling de bevordering van transparantie van het handelsbeleid van de lidlanden. Naar aanleiding hiervan wordt er voor alle lidlanden vanaf 2004 een periodieke evaluatie van het handelsbeleid gehouden via het “Trade Policy Review Mechanism” (TPRM). De onderhandelingen in het kader van de DOHA Development Agenda (DDA), die in 2001 van start zijn gegaan, waren in 2012 nog niet afgerond. De voornaamste doelen van de DDA zijn hervorming van het internationaal handelssysteem door lagere handelsbarrières, aangepaste handelsregels en bevordering van handelsvooruitzichten voor ontwikkelingslanden. I.5.2 UNASUR Op 30 november 2012 heeft President van Suriname Z.E. D.D. Bouterse de 6de reguliere staatshoofden meeting van de Unie van ZuidAmerikaanse Naties (UNASUR) te Lima, Peru bijgewoond. President Ollanta Humula van Peru nam op deze meeting officieel de voorzittershamer over van Paraguay. Het Parlement van Paraguay had President Lugo in Juni 2012 afgezet, met als gevolg dat President Lugo vroegtijdig zijn voorzittersschap van UNASUR had beëindigde. Vanwege de dubieuze afzettingsprocedure werd Paraguay geschorst als lid van UNASUR. De vergadering nam een “Declaration” aan, waarin de vorderingen van de werkgroepen werden aangegeven en eveneens belangrijke besluiten werden
opgesomd ter bevordering van het integratie proces van de Zuid-Amerikaanse regio. Ook het belang van vrede in de regio voor economische en sociale ontwikkeling en samenwerking met gelijksoortige regionale instituten werden benadrukt. I.5.3 Caribbean Community (CARICOM) Vanwege het feit dat Suriname “incoming chair” was in 2011 werden de tussentijdse vergadering van Staatshoofden en Regeringsleiders in Suriname gehouden. Naar aanleiding hiervan heeft Suriname, als voorzitter van de CARICOM, geparticipeerd in de volgende “meetings”: • 29th Community Council, 7 februari 2012; • Meeting of Officials Preparatory to the 15th Meeting of the COFCOR, 19-20 april 2012; • 2nd CARICOM-Mexico Summit, 21 mei 2012; • The Conference of Heads of Government of the CARICOM van 4-6 juli 2012. Suriname heeft daarnaast ook als gastland opgetreden bij de: • 7th Special Community Council (7 maart 2012); • 23rd Inter-Sessional, Meeting of the Conference of the Heads of Government (8-9 maart 2012), deze meeting heeft de President van de Republiek Suriname, Z.E. D.D. Bouterse voorgezeten. Bij deze meeting werd er onder andere het initiatief van Suriname voor het oprichten van CARICOM Enterprises geproclameerd. Een Regional Task Force werd aangewezen om dit initiatief in details uit te werken; • 15th Council for Foreign and Community Relations (COFCOR) van 3-4 mei 2012. Voor 2012 was de governor van de Centrale Bank van Suriname voorzitter van het forum van CARICOM Central Bank Governors, dat de COFAP adviseert inzake economische en financiële vraagstukken van de regio. Suriname heeft aldus als gastland opgetreden van: • De 38th Bi-Annual Central Bank Governors meeting op 18 mei 2012; • De 39th Bi-Annual Central Bank Governors meeting van 8-9 november 2012. Een andere belangrijke CARICOM-activiteit betrof in het verslagjaar: • De “34th meeting of the Council for Trade and Economic Development” (COTED) gehouden in Guyana waarbij o.a. issues met betrekking tot Caricom Single Market and Economy (CSME) werden besproken.
CARICOM-Canada Trade and Development Agreement De onderhandelingen aangaande deze overeenkomst waren in het verslagjaar nog gaande en uit dien hoofde had het “Office of Trade Negotations (OTN) tussentijdse consultaties via de Technical Working Groups (TWG) opdat de Technical Negotiation Group (TNG) aan tafel kon gaan. Op de 7de TWG werden de verschillende commentaren van de CARICOM-lidlanden besproken en besluiten genomen. De bedoeling is te komen tot een vrijhandelsovereenkomst tussen CARICOM en Canada. CARIFORUM-EU Economic Partnership Agreement (EPA) De COTED-ministers hebben besloten dat de lidlanden de EPA-overeenkomst zo spoedig mogelijk moeten ratificeren. Tevens moet ook de fase reductielijst met de meeste spoed worden geïmplementeerd. In dit kader heeft Suriname de verplichting om de exportheffing op hout voor de Europese landen op te heffen. CARICOM Single Market and Economy (CSME) Tijdens de 34ste COTED is aangegeven dat, in CSME-verband, Suriname een besluit moet nemen over de definities in de categorie “skilled nationals” n.l.: ambachtsmannen, huisvlijters en leidinggevenden, toezichthoudend en technisch personeel, welke reeds het recht van vrij verkeer hebben. Met betrekking tot deze categorie is besproken dat, als het gaat om het verlenen van verblijf voor onbepaalde tijd, zij als een nieuwe categorie van CARICOMburgers dient te worden geaccommodeerd. Deze categorie valt niet onder ingezetenen en CARICOMburgers. Suriname moet dus vastleggen wie het als ingezetenen zal aanmerken en welke behandeling de nieuwe categorie zal krijgen. In het kader van onder andere het vrij verkeer van personen, is ook besproken dat immigratieofficieren getraind zullen worden opdat het faciliteren van CARICOM-burgers en de voornoemde nieuwe categorie bij de grens makkelijker en efficiënter verloopt. In regionaal en nationaal verband is reeds gestart met de training van immigratieofficieren. Suriname dient nog te werken aan vervolgtrainingen. Ter stimulering en bevordering van CSME was er op 31 juli 2012 een missie van het CARICOM-secretariaat in Suriname aanwezig om consultaties te houden over het minimaliseren van verschillen in de levering van financiële diensten buiten landsgrenzen. Tevens is ter sprake gekomen dat deskundigen inzake financiële dienstverlening zich gemakkelijker moeten kunnen verplaatsen binnen CARICOM.
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
5
CARICOM Development Fund (CDF) Vanwege de economische uitdagingen van de regio en het mandaat dat toebedeeld is aan het CARICOM Development Fund (CDF) is er een consultant in de hand genomen, die een duurzame strategie voor het CDF en een “road map” voor de implementatie hiervan dient te ontwikkelen. Ter ontwikkeling van uitvoerbare financiële modellen en partnerschappen voor het CDF zal Suriname nationale consultaties moeten houden. Suriname is één van de weinige landen die heeft bijgedragen aan het fonds via het volstorten van US$ 4,5 miljoen. In de eerste cyclus (2008 t/m 2014), die in de tussentijd is verlengd, zullen de More Developed Countries (MDCs), waartoe ons land behoort, nog niet kunnen trekken uit het fonds. Suriname zal wel alvast kunnen profiteren van studies met een regionaal karakter. Deze dienen betrekking te hebben op mogelijke negatieve effecten als gevolg van de implementatie van regionale integratieprocessen in CARICOMverband. Bij de volgende cyclus die na 2014 moet aanvangen zouden, na identificatie van regio’s en sectoren, specifieke projecten door de MDCs kunnen worden ingediend. Dit geldt voor zowel de publieke als de private sector. Het CDF moet uitgroeien tot een financieel stabiele organisatie waardoor zij de aan haar toebedeelde taken, zoals opgenomen in de Revised Treaty of Chaguaramas, kan uitvoeren. CARICOM Financial Services Agreement (CFSA) Het doel van CFSA is te komen tot een geharmoniseerd systeem van financiële diensten in CARICOM. In het verslagjaar waren de lidlanden nog niet overgegaan tot ondertekening van deze overeenkomst. Een besluit ten aanzien hiervan werd uitgesteld vanwege de bezwaren en reserveringen van de verschillende landen. Het standpunt van Suriname inzake het plaatsen van reserveringen is ongewijzigd gebleven.
I.6 Economische ontwikkelingen binnen de CARICOM Het Caribbean Centre for Money and Finance (CCMF) meldt in het recente halfjaar rapport dat de groei van de economieën van CARICOM landen in 2012 matig te noemen is, hoewel sterk variërend van -0,2% tot 5,3% (Tabel I.6). De meeste landen kampten met de afgenomen vraag vanuit de ontwikkelde economieën, mede tot uitdrukking komend in een verslechtering van de lopende rekening van de betalingsbalans en lage investeringen. Voor landen met een relatief hoge groei, bleek dat te danken aan mijnbouw (Guyana, Suriname en Haïti), constructie (Belize, Bahamas en Suriname) en landbouw (Belize en Guyana). Hoge werkloosheid bleef een zorgpunt binnen CARICOM. De arbeidsmarkt verslechterde voornamelijk als gevolg van banenverlies in de sectoren toerisme, constructie en handel. Hoge prijzen voor voedsel (en in mindere mate brandstof) hebben in een aantal landen de inflatie gevoed. Voor de meeste landen vertraagde de inflatie in de tweede helft, als gevolg van afnemende binnenlandse vraag. Voor vier van de onderzochte CARICOM landen verbeterde tijdens het verslagjaar de buitenlandse schuldpositie gemeten in procenten van het BBP; voor drie verslechterde die; en voor twee landen bleef de verhouding constant.Toename van de buitenlandse schuld van Haïti (in mindere mate Guyana) werd voornamelijk veroorzaakt door de Petro Caribe overeenkomst met Venezuela. De buitenlandse schuld van de Bahamas nam toe als gevolg van toevloei van multilaterale project financiering en de lancering van een internationale bond. Ook Suriname‘s buitenlandse schuld nam toe als gevolg van trekkingen op buitenlandse multi- en bilaterale leningen.
Tabel I.6 BBP-groei en inflatie van CARICOM-lidstaten Groei 2011 2012 The Bahamas
1,6
2,5
2011
Inflatie 2012
3,2
2,3
Tabel I.7 Buitenlandse schuld in % van BBP 2011
2012
The Bahamas
5,3
12,6
Barbados
32,0
30,2
Belize
69,0
64,4
Eastern Caribbean Currency Union
45,5
45,3
Guyana
47,7
47,8
Haiti
9,0
13,5
Barbados
0,8
0,1
9,4
4,5
Belize
1,9
5,3
1,5
1,3
Eastern Caribbean Currency Union
-0,5
-0,2
n.a.
n.a.
Guyana
5,4
4,8
5,0
2,6
Haiti
5,6
2,8
7,4
6,8
Jamaica
1,3
-0,3
7,5
6,9
Jamaica
60,2
58,1
Suriname
4,7
4,5
17,7
5,0
Suriname
16,6
19,3
Trinidad and Tobago
-2,6
1,2
5,1
9,3
Trinidad and Tobago
8,4
7,8
Bron: Caribbean Economic Peformance Report June 2013 (CCMF) en World Economic Outlook October 2013 (IMF) n.a. niet beschikbaar
6 Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
Bron: Caribbean Economic Peformance Report June 2013 (CCMF)
HOOFDSTUK II DE NATIONALE ECONOMISCHE ONTWIKKELING
II.1 Algemeen Het stabiele macro-economische klimaat beïnvloedde de economische resultaten in 2012 wederom gunstig; de in 2011 begonnen stabilisatiemaatregelen, waaronder het waakzame monetair beleid van de Bank, werden gestaag voortgezet. De reële groei van de Surinaamse economie bedroeg 3,9% in 2012 , waarmee ons land zich in de groep van top groeiers van de Caribische en Latijns-Amerikaanse regio schaart. Jaareinde inflatie kwam uit op 4,3%, het laagste niveau in de drie achterliggende jaren en tevens relatief laag in vergelijking tot landen van de regio. Onze economie beschikte in het verslagjaar over 12,6% meer middelen (bruto binnenlands product en importen) dan in 2011. De gunstige economische groei, het macro-economische stabilisatiebeleid en de relatief lage overheidsschuld leverden Suriname gedurende het verslagjaar tot twee keer een credit rating upgrade op. Fitch bracht in juli haar ratings voor Suriname van B+/stabiel naar BB-/stabiel; Moody’s stelde in augustus de binnenlandse rating voor Suriname bij van Ba3/stabiel naar Ba3/positief en de buitenlandse rating van B1/stabiel naar Ba3/positief.
II.2 Productie De binnenlandse productie nam in 2012 gestaag toe. Het bruto binnenlands product tegen vigerende marktprijzen (BBPmp) nam van SRD 14.259 miljoen in 2011 toe tot SRD 16.540 miljoen in 2012 (Tabel II.1). In reële termen groeide de economie met 3,9%. De primaire productiesectoren tesamen met constructie droegen hieraan bij met 2,8 procentpunt; de verschillende dienstensectoren met
1,6 procentpunt; en handel met 1,1 procentpunt. Industriële verwerking en de nutssector vertoonden echter negatieve groei. Sectoren met de hoogste groeipercentages waren constructie (14,0%); landbouw, veeteelt en bosbouw (13,9%); primaire mijnbouw (11,7%); transport, opslag en communicatie (11,4%); en hotels en restaurants (11,0%). Industrie en fabricage (inclusief de mijnbouwverwerkingsindustrie), welke het grootste aandeel heeft in het BBPmp, vertoonde negatieve groei van 7,4%. Handel, welke de tweede hoogste bijdrage aan het BBPmp levert, groeide met 5,3%. II.2.1 Sectorale bijdrage aan het BBP a. Mijnbouw Positieve en negatieve ontwikkelingen in zowel het productievolume als de wereldmarktprijzen, wisselden elkaar af in de mijnbouwsector in 2012. In positieve zin maakte vooral de goudproductie een stijging door en leverde hiermede een belangrijke bijdrage aan het BBP. In tegenstelling hiermee, ondervonden de aardoliesector en de bauxietsector een productie-afname. Op het internationale prijzenvlak zorgden geo-politieke ontwikkelingen voor sentimenten op de wereldmarkt. Deze ontwikkelingen deden de goudprijs, evenals de prijs van ruwe olie, toenemen. Echter heeft de afnemende vraag uit vooral de opkomende markten de prijs van bauxiet en aluminium, en daarmede ook die van aluinaarde, doen kelderen. Bauxiet Het jaar 2012 was voor de bauxietsector wederom teleurstellend en werd gekenmerkt door voortschrijdende daling van zowel de bauxiet- als aluinaardeproductie met respectievelijk 20% en 15%. De daling in het exportvolume en de exportprijs van
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
7
Tabel II.1 Bruto Toegevoegde Waarde tegen basisprijzen per bedrijfstak in 2007 prijzen (in miljoenen SRD)
Landbouw, Veeteelt en Bosbouw Visserij Mijnbouw Industrie / Fabricage Elektriciteit, Gas en Water Constructie Handel Hotels en Restaurants Transport, Opslag en Communicatie Financiële instellingen Woon- en Commerciële diensten Overheid (excl. Onderwijs en Gezondheidszorg) Onderwijs Gezondheidszorg Persoonlijke, Sociale- en Gemeenschapsdiensten Bruto Binnenlands Product tegen marktprijzen (2007 prijzen) 1 Groei in % Bruto Binnenlands Product tegen marktprijzen (lopend)
2008
2009
2010
2011
2012*
518 225 607 2.067 145 411 1.325 203 564 419 296 385 248 201 63 8.395 4,1 9.698
707 269 526 1.830 142 440 1.588 210 562 437 297 399 238 202 55 8.648 3,0 10.638
717 287 554 1.918 152 460 1.659 238 589 464 290 404 244 209 54 9.013 4,2 11.992
750 299 570 2.142 164 481 1.708 261 614 490 298 412 238 193 57 9.490 5,3 14.259
854 291 637 1984 165 550 1.798 290 684 517 308 423 243 208 60 9.858 3,9 16.540
Bron: Algemeen Bureau voor de Statistiek (m.u.v. 2011: National Planning Office) 1
Formele sector en informele sector
*Voorlopige cijfers
aluinaarde (met 14,3%) resulteerde in een daling van de exportwaarde in het verslagjaar. De gemiddelde prijs voor dit mineraal lag in 2012 rond de US$ 298 per metrieke ton. Deze sector kampt internationaal al jaren met een overspoelde markt en afnemende vraag die de prijs verder de kop in drukt. Nationaal achtervolgden de uitputting van de bestaande mijnen en de lage kwaliteit erts de productie van Suralco. Ook de verhoging van de olieprijs drukt zwaar op de kostenstructuur van het bedrijf. De mijnen Klaverblad, Kaaimangrasie, Saramacca en Coermotibo, die voor de bevoorrading zorgden van de raffinaderij, zijn inmiddels uitgeput. Voor de continuering van zijn activiteiten richt het bedrijf zich op alternatieve mijnbouwgebieden, waaronder het Nassaugebied. Tegen deze achtergrond zijn de investeringen sterk toegenomen van US$ 3,3 miljoen in 2011 naar US$ 8,6 miljoen in 2012. Het bedrijf heeft in het afgelopen jaar ook bezuinigingsmaatregelen getroffen om de kosten te minimaliseren.
8 Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
Goud De ontwikkelingen in de goudsector waren in 2012 gunstig. Het productievolume van de goudsector nam met 5,2% toe. De vermeerderde exportopbrengsten uit de goudindustrie met 13,8% zijn vooral het resultaat geweest van de stijging van de internationale prijs van goud. In het verslagjaar bedroeg de gemiddelde goudexportprijs US$ 1.606, wat een stijging van 5,9% betekende ten opzichte van het jaar ervoor. De goudsector had lokaal te maken met verhoogde productiekosten welke onder meer het gevolg waren van de toename van de olieprijs. De goudproductie steeg in 2012 met 5,1% naar 33.474 kg. Deze stijging werd vooral veroorzaakt door een productietoename (9,1%) in de kleinschalige goudmijnbouw. Dit overtrof volledig het effect van de lichte daling (0,1%) in de productie van Rosebel Gold Mines (RGM), welke het gevolg was van een lagere kwaliteit van het erts. Om dit verlies enigszins op te vangen is door het bedrijf geïnvesteerd in de aanschaf en installatie van extra equipment voor de verwerking van grotere hoeveelheden erts.
Tabel II.2 Bauxiet- en aluinaardeproductie Omschrijving
2008
Bauxiet (in dmt) Aluinaarde (in mt)
5.333.031 2.153.967
2009 3.388.419 1.536.187
2010 3.103.586 1.486.449
2011 3.223.884 1.415.361
2012 2.874.343 1.202.806
Bron: Suralco
Anders dan voorheen verwerkt het bedrijf behalve zacht gesteente nu ook hard gesteente. Als gevolg hiervan namen zowel de energie- als de brandstofkosten toe. Daarnaast heeft het bedrijf te maken gehad met toegenomen arbeidskosten. Echter is deze toename als gevolg van de lager inflatie in 2012 relatief minder dan in voorgaande jaren. In het verslagjaar is er 33.346 kilogram aan goud geëxporteerd met een waarde van ruim US$ 1.722 miljoen, hetgeen 67% omvat van de totale waarde van de goederenexport. Daarnaast leverde de goudsector in 2012 een bijdrage van US$ 167 miljoen aan de Staatsinkomsten (2011: US$ 146 miljoen). In 2012 hebben zich enkele ontwikkelingen voorgedaan die naar verwachting een positieve invloed zullen hebben op de goudsector. Het ligt in de bedoeling dat de Regering van Suriname met zowel IAMGOLD als Suriname Gold Company (Surgold N.V.) overeenkomsten voor respectievelijk de uitbreiding van bestaande mijnoperaties en het aanleggen van een nieuwe mijn zal tekenen. Tegelijkertijd wordt geregeld dat de participatie van de Staat in de samenwerking met IAMGOLD en Surgold NV respectievelijk 30% en 25% zal bedragen. De financiering van deze investering van ongeveer US$ 450 miljoen zal worden verkregen door de uitgifte van Staatsobligaties op de nationale en internationale kapitaalmarkt. Op basis van de ondertekende overeenkomsten wordt door De Nationale Assemblee een nieuwe mineraalwet voorbereid. Een andere ontwikkeling in de goudsector is de oprichting van Kaloti Suriname Mint House, welke een joint-venture is tussen de Regering van Suriname, de Surinaamse particuliere sector en de Kaloti Jewelry Group, waarvan het hoofdkantoor gevestigd
is te Dubai. De Kaloti Suriname Mint House zal verantwoordelijk zijn voor het bepalen van de zuiverheid (tot 99,9%), het smelten en de verwerking van goud, evenals de productie van goudstaven volgens internationale normen. Met de oprichting van dit goudverwerkingsbedrijf, zal de Overheid beter in staat zijn om het goud dat door de kleinschalige goudsector wordt geëxporteerd te registreren waardoor belastingen efficiënter en effectiever kunnen worden geïnd. Daarnaast zal de export van geraffineerd in plaats van ongeraffineerd goud leiden tot een hogere toegevoegde waarde en hogere Staatsinkomsten. De bouw van een eigen middelgrote goudmijn door N.V. Grassalco in de toekomst kan ook worden gezien als een belangrijke ontwikkeling binnen de sector. In dit kader is er binnen het bedrijf een transformatieproces gaande, gericht op diversificatie en uitbreiding van bestaande activiteiten. De wijziging van de naam van het bedrijf naar ‘State Mineral & Mining Company’ is ook onderdeel van deze transformatie. Aardolie De aardoliesector maakte voor wat betreft de productie een minder positieve ontwikkeling door. Het productievolume van de geraffineerde producten daalde met 8,8%. Desalniettemin werd een stijging van 6,3% in de inkomsten uit de olie-export gerealiseerd. Aangezien de gemiddelde exportprijs per barrel olie in 2012 steeg naar US$ 108 kunnen de verhoogde exportopbrengsten geheel hieraan worden toegeschreven. De bruto-omzet van Staatsolie steeg in het verslagjaar met 28% naar een bedrag van ruim US$ 1 miljard. In 2012 trad er een daling op in de productie van
Tabel II.3 Exportvolume en -waarde van aluinaarde Jaar 2008 2009 2010 2011 2012
Volume in metrieke ton 2.176.531 1.536.086 1.505.868 1.411.436 1.206.459
Prijs US$/metrieke ton 328,74 210,22 285,67 347,78 298,18
Waarde US$ 715.518.613 322.912.396 430.182.502 490.862.548 359.741.024
Bron: Suralco
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
9
ruwe olie alsook in de productie van geraffineerde producten met respectievelijk 0,8% (551.830 barrels) en 8,8% (220.409 barrels), ten opzichte van 2011. De daling in de productie van ruwe olie kan worden toegeschreven aan de terugval in het boorprogramma van Staatsolie in het eerste half jaar, welke het gevolg was van een tekort aan de beschikbaarheid van boorplatforms. De stillegging van de Tout Lui Faut raffinaderij, in verband met de uitvoering van onderhoudswerkzaamheden, heeft ook gezorgd voor een afname van de raffinaderijproductie. Vermeldenswaard is dat ondanks de terugval in het eerste halfjaar, er aan het einde van het verslagjaar 1.474 bronnen in productie waren, wat ten opzichte van 2011 een toename van 3,9% betekende. Als onderdeel van haar investeringsprogramma 2009-2012 investeerde Staatsolie in 2012 US$ 319 miljoen. De exportwaarde uit de oliesector nam in het verslagjaar toe met 6,3% naar een bedrag van US$ 364 miljoen. Deze toename is het resultaat van de
gestegen exportprijs van US$ 108 per barrel (2011: US$ 101 per barrel). Het is vermeldenswaard dat de aardoliesector ruim 14% beslaat van de totale waarde van de goederenexport. Staatsolie heeft in het verslagjaar US$ 318,4 miljoen aan de Staatskas bijgedragen. Het aandeel van de belastingen hierin was US$ 194 miljoen, terwijl het resterende bedrag ad US$ 124,4 miljoen aan dividend werd uitgekeerd. Deze bijdrage komt overeen met 26,5% van de totale Staatsmiddelen en is met 10,6% toegenomen ten opzichte van 2011 (US$ 287,8 miljoen). De ontwikkelingen in de oliesector werden onder meer gekenmerkt door het Raffinaderij Expansie Project (REP), de uitbreiding van de Staatsolie Power Company Suriname (SPCS) en de haalbaarheidsstudie voor de productie van bio-energie. Daarnaast zijn in het kader van optimalisatie van de olieproductie en vergroting van de huidige winbare oliereserves offshore, on-shore- en nearshore exploratieactiviteiten uitgevoerd. In het verslagjaar vingen de bouwactiviteiten van
Tabel II.4 Goudproductie grootschalige en kleinschalige goudmijnbouw (volume in kg, waarde in 1000 US$) 2008* 10.299 16.264 26.563
2009* 12.830 16.497 29.327
2010* 12.924 18.107 31.031
2011* 12.669 19.192 31.861
2012* 12.539 20.935 33.474
38,4 61,6
42,3 57,7
40,2 59,8
39,8 60,2
37,5 62,5
Importwaarde GG
129.784
72.916
72.201
81.334
122.597
Exportvolume GG Exportvolume KG Totaal
10.272 16.264 26.536
12.105 16.497 28.602
12.196 18.107 30.303
11.848 19.192 31.040
12.411 20.935 33.346
Exportwaarde GG Exportwaarde KG Totaal
287.902 427.602 715.504
385.023 486.861 871.884
486.487 673.244 1.159.731
599.267 914.320 1.513.587
666.684 1.056.050 1.722.734
Jaarlijkse mutaties (%) Productievolume GG Productievolume KG Totaal
19,4 14,8 16,6
24,6 1,4 10,4
0,7 9,8 5,8
-2,0 6,0 2,7
-1,0 9,1 5,1
Exportvolume GG Exportvolume KG Totaal
29,0 14,8 19,9
17,8 1,4 7,8
0,8 9,8 5,9
-2,9 6,0 2,4
4,8 9,1 7,4
Productievolume GG Productievolume KG Totaal Aandeel GG in productie (in %) Aandeel KG in productie (in %)
Bron: CBvS, IAMGOLD Rosebel Gold Mines GG= Grootschalige goudmijnbouw (Rosebel Gold Mines) KG= Kleinschalige goudmijnbouw (Surinaamse exporteurs) *Aangepaste cijfers Noot: Export van lokale goudexportbedrijven is gebaseerd op een schatting.
10 Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
Tabel II.5 Ruwe aardolie- en raffinaderijproductie Omschrijving
2008
2009
2010
2011
2012*
Ruwe aardolie (in mln barrels) Raffinaderijproductie (in mln mton)
5,90 2,5
5,86 2,7
5,80 2,1
5,99 2,5
5,94 2,3
* voorlopige cijfers Bron: Staatsolie
Tabel II.6a Padieproductie, rijstexportvolume en -exportwaarde Omschrijving Beplante padie-arealen Padieproductie Exporthoeveelheden rijst^ Exportwaarden rijst^
Eenheid ha ton ton x SRD 1.000
2008
2009
2010
2011*
2012*
43.654 182.877 52.641 90.477
54.492 229.370 51.941 58.951
53.555 226.686 89.412 105.213
56.930 235.298 46.109 99.664
51.379 224.127 56.317 103.155
Bron: Ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij *
Voorlopige cijfers.
^ Export over augustus - oktober 2012 ontbreekt wegens crash van het computersysteem van de Douane
het REP officieel aan en volgens planning zullen deze in augustus 2014 worden voltooid. Naar verwachting zal deze uitbreiding leiden tot een afname van de invoer van oliederivaten vanaf 2015. SPCS, welke deel uitmaakt van de commerciële activiteiten van Staatsolie, werd in 2012 omgezet in een naamloze vennootschap. Daarnaast werd er een contract gesloten voor uitbreiding van de capaciteit met 34 megawatt (MW). Met de uitbreiding zal SPCS een opwekcapaciteit van in totaal 64 MW hebben. Het streven is erop gericht de nieuwe centrale eind 2013 in gebruik te nemen. De capaciteitsuitbreiding moet gezien worden in het licht van een verhoogde lokale energievraag. In het kader hiervan heeft Staatsolie met de Overheid een ‘purchasing power agreement’ (PPA) gesloten, waarbij de Energie Bedrijven Suriname N.V. een deel van de energie zal afnemen van SPCS. In het kader van het proefproject voor de productie van ethanol, welke in 2010 van start ging, werd in 2012 een technisch en economisch haalbaarheidsonderzoek voorbereid. In 2013 zal worden besloten over de voortgang van het project. Het onderzoek op het gebied van waterkrachtenergie, met name het Tapajay Hydroproject werd voortgezet. De luchtkartering ten behoeve van dit project is afgerond en de rehabilitatie van de weg naar Jaikreek heeft plaatsgehad. De veldonderzoeken zullen in 2013 van start gaan
b. Agrarische sector In 2012 zijn de ontwikkelingen in met name de agrarische subsectoren rijst en bananen afwisselend geweest. De productie in de rijstsector maakte over het algemeen geen positieve ontwikkeling door terwijl de productie in de bananensector juist significant toenam. Rijst Ondanks dalende nationale padieproductie en -prijzen zijn de exporthoeveelheden en -waarden van rijst en rijstproducten in 2012 gestegen. Het beplante areaal en de padieproductie daalden in het verslagjaar met respectievelijk 9,8% en 4,7%. Hoewel late regenval en hoge brandstofkosten als factoren aangewezen zouden kunnen worden voor deze teruggang, heeft de scherpe daling in padieprijzen ontmoedigend gewerkt op rijstboeren. Als reactie op de lage priizen en hoge brandstofkosten heeft de Overheid een ‘SRD 130 per hectare’ subsidie aan de rijstboeren toegezegd. De daling van de lokale padieprijzen (10,4%) vertoonde dezelfde trend als de exportprijzen waartegen Surinaamse rijst op de internationale markt werd verhandeld (15,3%). Internationaal was er namelijk een prijsdaling te bespeuren als gevolg van een aanbodoverschot. In tegenstelling tot een daling van zowel het beplant areaal als de padieproductie steeg, de opbrengst per hectare met 5,5%. De toegenomen opbrengst per hectare kan als uitkomst worden gezien van gedane inspanningen van de stakeholders. De Staat
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
11
Tabel II.6b Bananenproductie, exportvolume en -exportwaarde Omschrijving Beplante arealen Bananen productie Export volume bananen Exportwaarden bananen
Eenheid ha ton 1000 dozen x US$ 1.000
2008
2009
2010
2011
2012
1.591 65.438 3.537 31.455
1.780 56.993 3.081 26.069
1.817 70.051 3.787 33.808
1.965 69.191 3.740 34.551
1.964 85.668 4.631 43.418
Bron: Stichting Behoud Bananensector Suriname
Tabel II.7 Aantal aangekomen toeristen in Suriname
"Overnacht" toeristen "Eendaagse" toeristen Totaal
2008
2009
2010
2011
2012
150.711 266 150.977
150.628 300 150.928
204.519 482 205.001
220.475 289 220.764
240.041 298 240.339
Bron: Stichting Toerisme Suriname (STS)
investeerde in het verslagjaar in dijken, waterkerende dammen, watervoorzienings- en andere infrastructurele werken. Gedeeltelijk kon de Staat putten uit een lening van India. Ook werd goedkopere mest vanuit Venezuela aangeboden aan rijstboeren, wat een kostenverlagend effect heeft gehad. De Bank stelde voorts vreemde valuta beschikbaar aan rijstboeren voor de aanschaf van de noodzakelijke grondstoffen en kapitaalgoederen, terwijl het Agrarisch Kredietfonds laagrentende leningen bood aan rijstboeren voor het plegen van investeringen. In 2012 stegen, ondanks de daling van de wereldmarktprijs, zowel de exporthoeveelheden als de exportwaarden van rijst met respectievelijk 22,1% en 3,5% . Deze toenames kunnen toegeschreven worden aan accumulatie van voorraden in 2011 en hogere efficiëntie die tot uiting kwam in een hogere opbrengst per hectare. Ruim 81,8% van deze exporten werd door Suriname in het Caribisch gebied afgezet. Bananen De bananensector maakte in het verslagjaar een productiegroei van bijkans 24% mee, hoewel de omvang van het beplante areaal haast onveranderd bleef. Deze groei was het gevolg van verbetering van productietechnieken en infrastructuur. De Stichting Behoud Bananensector Suriname (SBBS) heeft met dit groeicijfer haar doel van een 20% groei van de output in 2012 gerealiseerd. Onderhandelingen tussen de Europese Unie en haar voormalige koloniën in EU-ACP verband, leverden de bananensector in Suriname een schenking van ruim € 10 miljoen op. Met het oog op duurzame verhoging van de productie en het versterken
12 Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
van haar concurrentievermogen op de internationale markt, zal SBBS deze middelen aanwenden voor het verder moderniseren van productietechnieken. Tegen deze achtergrond ligt het privatiseren van SBBS, die met ruim 2.500 arbeidsplaatsen de één na grootste werkgever in Suriname is, in het vooruitzicht. Voorgenomen maatregelen, zoals het opzetten van een kartonfabriek voor de productie van dozen en het in gebruik nemen van de haven in het district Nickerie, zullen leiden tot kostenbesparingen en het verder vergroten van de productie in deze sector. Toerisme In de afgelopen vijf jaar zijn gemiddeld 193.274 toeristen het land binnengekomen. Het aantal aangekomen toeristen, met name de zogenaamde “overnacht” toeristen en “eendaagse” toeristen bedroegen respectievelijk 240.041 en 298 in 2012. In vergelijking tot het vorig jaar is dit een lichte toename van meer dan 8% voor de overnacht toeristen. Een groot deel van de aangekomen toeristen, circa 118.000, kwam in het verslagjaar voor recreatie. Het leeuwendeel van de aankomende toeristen was in voorgaande jaren afkomstig uit Nederland, direct gevolgd door Guyana en Frans-Guyana. Echter is er in tegenstelling tot het vorig jaar een lichte daling (3,1%) te bespeuren in de groep toeristen afkomstig uit Nederland. Dit in tegenstelling tot het aantal toeristen uit Frans-Guyana, dat een toename registreerde van ruim 12% ten opzichte van het vorig jaar. De toename van deze groep kan worden verklaard aan de hand van het kostenaspect. De toeristen uit Frans-Guyana hoeven in vergelijking met de toeristen uit Nederland immers geen hoge
passages te betalen. Het Ministerie van Transport, Telecommunicatie en Toerisme streeft ernaar om jaarlijks een groei van 10% aankomende toeristen naar Suriname te behalen. In dit kader wordt door middel van goede marketing en promotie bekendheid gegeven aan het Surinaams toeristisch product op de Europese en Noord-Amerikaanse markten door Stichting Toerisme Suriname (STS).
II.3 Confrontatie van middelen en bestedingen De economie van Suriname beschikte in 2012 over een totaal aan middelen ter waarde van SRD 24.501 miljoen, samengesteld uit het bruto binnenlands product tegen marktprijzen en de totale importen van goederen en diensten. De groei van de beschikbare middelen met circa 12,6% komt voornamelijk op conto van de toename van het BBPmp (nominale stijging van 16,0%). De middelen zijn aangewend voor financiering van de bestedingen bestaande uit de binnenlandse consumptie en investeringen en de exporten. De binnenlandse absorptie (consumptie en investeringen) steeg met 19,4% ten opzichte van 2011. De groei
van kredietverlening aan de private sector en de stijging in de consumptieve uitgaven van de overheid komen hierin tot uiting. Doordat de binnenlandse productie de binnenlandse absorptie overtrof, ontstond een binnenlands spaaroverschot, van SRD 1.214 miljoen. Daarbij meegerekend de netto-uitstroom van primaire en secundaire inkomens naar het buitenland van circa SRD 405 miljoen, was er in het verslagjaar wederom sprake van een nationaal spaaroverschot. Met 4,9% van het BBPmp.is dit minder dan in 2011 (5,9%). Prijsontwikkelingen In het verslagjaar nam de consumentenprijsinflatie aanzienlijk af, mede dankzij het behoudend monetair en wisselkoersbeleid van de Bank. De 12-maands inflatie was per eind-2012 gedaald tot 4,3%, tegenover 15,3% ultimo 2011. De gemiddelde inflatie lag op 5,0%, vanuit 17,7% in 2011 (hierin zit het effect van de devaluatie en structurele brandstofprijsverhoging besloten). Met de verminderde inflatie voor 2012 heeft de Bank haar vooraf aangekondigde inflatiedoelstelling van 5-6% gehaald. Naar categorieën verdeeld, is de daling van de inflatie in 2012 is voornamelijk toe te schrijven aan “Alcoholische Dranken, “Tabak” en “Transport”, gevolgd door de categorie “Voeding en Niet-Alcoholische Dranken”.
Tabel II.8 Confrontatie van middelen en bestedingen (in SRD mln)
Omschrijving
2008
2009
2010
2011
2012
15.775 9.698 6.077
16.253 10.638 5.615
17.543 11.992 5.551
21.769 14.259 7.509
24.501 16.540 7.961
15.775 10.117 5.657
16.253 11.542 4.711
17.543 11.055 6.488
21.769 12.832 8.936
24.501 15.326 9.175
Onderbesteding of Binnenlands spaaroverschot (+)
-419
-904
937
1.427
1.214
Primaire en secundaire inkomens uit het buitenland
372
331
-59
-586
-405
Nationaal spaaroverschot (+) of -tekort(-) = Overschot lopende rekening betalingsbalans (+)
-48
-573
878
841
809
MIDDELEN Totale middelen BBP tegen lopende marktprijzen Import van goederen en diensten (fob) BESTEDINGEN Totale bestedingen Binnenlandse consumptie en investeringen Export van goederen en diensten (fob)
Bron: Centrale Bank van Suriname en Algemeen Bureau voor de Statistiek
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
13
Tabel II.9 Consumentenprijsindex- en inflatiecijfers (Basis april 2009-juni 2009)
Jaar 2008 2009 2010 2011 2012*
Totaalindex gemiddelde cpi Infl./12 mnds gem. 101,5 101,3 108,3 127,5 133,9
14,7 -0,1 6,9 17,7 5,0
Bron: Algemeen Bureau voor de Statistiek *voorlopige cijfers
14 Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
Totaalindex december cpi Infl./I(t,t-12) 101,2 102,5 113,1 130,4 136,1
9,4 1,3 10,3 15,3 4,3
HOOFDSTUK III DE MONETAIRE ONTWIKKELING
III.1 Algemeen Voortgaande macro-economische stabilisatiemaatregelen in 2012 hebben mede geresulteerd in een verdere beteugeling van de inflatie. Gedurende het verslagjaar is de inflatie verder afgenomen en bereikte 4,3% op jaareindebasis en 5,0% voor het jaargemiddelde. De wisselkoers heeft daarbij als nominaal anker gefungeerd, terwijl er eveneens rust op de binnenlandse valutamarkt heerste. De macro-economische omloopsnelheid van het geld (de binnenlandse liquiditeitenmassa gerelateerd aan het BBPmp) bleef vrijwel constant op 2. De belangrijkste veroorzakers van de toename van de binnenlandse liquiditeitenmassa waren – evenals in het jaar ervoor – de toename van het netto buitenlands actief en de bancaire kredietverlening aan de particuliere sector. Het macro-economische klimaat bleek bevorderlijk voor een toename van buitenlandse investeringen, de exporten en de deviezenreserves. In combinatie met het opheffen van externe schuldbetalingsachterstanden, vormde het aanleiding voor kredietbeoordelaars Fitch om in juli en Moody’s om in augustus van het verslagjaar de kredietwaardigheid van Suriname met één kredietstap te verhogen. Zij verhoogden hun rating voor de economische outlook van Suriname tot BB-, het niveau dat Standard and Poor’s reeds in 2011 aan ons land had toegekend. S&P’s bevestigde die outlook in april. Suriname kwam hiermede tot drie kredietstappen verwijderd van een ‘investment grade’ rating.
III.2 Institutionalisering van het financieel-monetaire beleid In het verslagjaar trof de bank diverse maatregelen om het kader van het financiële monetaire beleid te verstevigen: - Handhaving van de kasreservepercentages in
de SRD-sfeer en de vreemde valutasfeer; - Ordening van de valutamarkt middels invoering van nieuwe wetgeving waardoor toezicht op de wissel- en geldovermakingskantoren en rapportages beter vorm gegeven worden; - Strikte toepassing, conform het wettelijk vastgesteld plafond, van het voorschottenbeleid naar de Overheid toe; - Voorbereiding van de inrichting van de geld- en kapitaalmarkt met meer marktgerichte monetaire instrumenten en ter facilitering van marktconforme financiering van de Overheid; - Voorbereiding van het wetsvoorstel met betrekking tot de instelling van een spaar- en stabilisatiefonds; - Capaciteitsversterking op het gebied van financiële educatie en training van doelgroepen (naast de diverse trainingen en voorlichting die wordt georganiseerd, is tevens een financiële campus in voorbereiding op het voormalig terrein van het Billiton Stafdorp). Daarnaast werden voorbereidingen voor proces en systemen ter modernisering en versterking van de nationale financiële architectuur, zoals de opzet van een modern geautomatiseerd betaalsysteem, getroffen.
III.3 De ontwikkeling van de liquiditeitenmassa III.3.1 Ontwikkeling geldaggregaten De basisgeldhoeveelheid (in enge zin) nam toe van SRD 1.579,7 miljoen per eind 2011 tot SRD 2.170,1 miljoen ultimo 2012 (Tabel III.1). De toename (van 37,4%) was beduidend hoger dan in 2011 (5,2%). De bankreserves hadden hierin het grootste aandeel; zij zijn gegroeid met ruim 57%, terwijl de bankbiljetten in omloop met licht onder 19% toenamen. In de verslagperiode namen de verplichte
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
15
kasreserves van banken bij de Bank navenant toe aan de mate van groei van de depositobasis; er was immers geen sprake van verhoging van het kasreservepercentage. De gewone reserves van de banken verdubbelden echter, wat duidt op overliquiditeit bij de banken in het verslagjaar. Daarbij tevens de versnelling in de bancaire kredietgroei in acht nemend, is er sprake van een ruime liquiditeitsontwikkeling in de economie.
de veranderingen in het betalingsverkeer met het buitenland, terwijl de binnenlandse factoren voortvloeien uit het financieel handelen van de Overheid en de kredietverlening aan de private sector door het bankwezen. Alle factoren droegen bij aan de liquiditeitscreatie in 2012 (Tabel III.2). De liquiditeitstoevoer uit het buitenland bleef de grootste contribuant, hoewel in veel mindere mate dan in 2011. De toename in de bancaire kredietverlening aan de private sector bleef vrij vlak. Veroorzaakte in 2011 de overheid nog bij een afname van de binnenlandse liquiditeitenmassa, in 2012 droeg ze daaraan bij, zij het op relatief kleine schaal.
Eveneens komt dit tot uitdrukking in de groei van de binnenlandse liquiditeitenmassa M2 van SRD 6.710,0 miljoen begin jaar tot SRD 8.128,5 miljoen einde jaar, of met 21,1% (21,4% in 2011). Indien met het effect van de devaluatie in 2011 rekening wordt gehouden, is in 2012 de liquiditeitenmassa versneld gegroeid. Niettemin blijft de monetaire groei in lijn met de groei van het BBPmp. De omwenteling van de binnenlandse liquiditeitenmassa ten opzichte het BBPmp (de macro-economische omloopsnelheid van het geld) nam immers licht af tot 2,0 ten opzichte van 2,1 in 2011.
III.4 Kredietverlening en interest der overige depositonemende instellingen Kredieten en beleggingen in de SRD sfeer namen in 2012 met 16% toe, in de US-dollar sfeer eveneens met ruim 15% en in de euro sfeer met bijna 27% (Tabel III.3). Opvallend is dat de reservebasis in SRD procentueel meer is toegenomen dan voor de US-dollar en de euro. In het verslagjaar vond geen wijziging van het kasreserve percentage plaats. Relatief gezien is de kredietverlening in vreemde valuta dan ook harder gegroeid dan die in de lokale valuta.
III.3.2 Oorzaken van veranderingen in de liquiditeitenmassa in ruime zin Veranderingen in M2 kunnen worden teweeggebracht door buitenlandse en binnenlandse factoren. De buitenlandse factoren hebben te maken met
Tabel III.1 Ontwikkeling van de geldaggregaten (in miljoenen SRD)
Omschrijving Basisgeldhoeveelheid (in enge zin)
1)
Chartaal geld Giraal geld Primaire liquiditeiten (M1) 2) Overige deposito's 3) Effecten, andere dan aandelen 4) Liquiditeitenmassa in ruime zin (M2)
5)
Basisgeldhoeveelheid M1 M2 Quote: Geldmultiplicator M2
2008 1.007,6 487,2 1.946,9 2.434,1 1.855,0 47,5 4.336,6
2009 1.336,4 589,6 2.088,3 2.677,9 2.255,8 61,1 4.994,8
2010 1.502,2 688,0 2.315,7 3.003,8 2.441,3 80,0 5.525,2
2011 1.579,7 707,9 2.838,6 3.546,5 3.055,6 108,0 6.710,0
2012 2.170,14 846,12 3.459,15 4.305,26 3.701,17 122,07 8.128,51
11,9 25,6 20,6
32,6 10,0 15,2
12,4 12,2 10,6
5,2 18,1 21,4
37,4 21,4 21,1
4,3 7,8
3,7 -13,2
3,7 -1,6
4,2 15,5
3,7 -11,8
6)
Mutatie (%) Bron: Centrale Bank van Suriname 1)
Omvat bankbiljetten in omloop en direct-opeisbare verplichtingen aan overige depositonemende instellingen.
2)
Omvat chartaal geld en giraal geld in lokale en vreemde valuta.
3)
Omvat spaar- en termijndeposito's in lokale en vreemde valuta.
4)
Betreft de goudcertificaten in handen van het publiek.
5)
Omvat primaire liquiditeiten, overige deposito's in lokale en vreemde valuta alsook effecten, andere dan aandelen.
6)
De verhouding tussen liquiditeitenmassa in ruime zin en basisgeldhoeveelheid in enge zin.
16 Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
Tabel III.2 Oorzaken van veranderingen in de liquiditeitenmassa in ruime zin (in miljoenen SRD)
Jaar 2008 2009 2010 2011 2012
Buitenland 486,1 231,3 120,4 1.431,9 690,5
Overheid 1) -215,7 186,9 74,7 -255,4 51,8
Private sector 622,9 300,3 346,0 610,3 572,2
Overige -153,5 -60,4 -10,8 -601,9 103,9
Totaal 739,8 658,4 530,7 1.184,9 1.418,5
Bron: Centrale Bank van Suriname 1)
Inclusief mutatie van munten en muntbiljetten in handen van het publiek.
Surinaamse dollar De groei van kredieten en beleggingen in SRD met 16,4%, ligt 5,1 procentpunt hoger dan in 2011. Er zijn vooral nieuwe leningen uitgezet aan de sectoren mijnbouw, woningbouw en overheid. Nochtans vertonen woningbouw (22%), handel (18,2%) en overige (36,5%) de grootste aandelen in de totale kredietportefeuille. Doordat de reservebasis in SRD harder is gegroeid (met 27,2%) dan kredieten en beleggingen in SRD, is de verhouding tussen leningen en deposito’s (‘loan-to-deposit ratio’) afgenomen van 94,5% in 2011 naar 86,5%. Tevens is een verkleining van de rentemarge evident, welke tijdens het verslagjaar afnam van 5,1 procentpunt naar 4,8 procentpunt. US-dollar De kredietportefeuille in US-dollar steeg met 15,6%, tegenover 8,7% in 2011. Kredietverlening aan de handel nam sterk toe, waardoor ultimo 2012 circa 44% van de totale kredieten uitstond aan de handelssector. Ook verkregen dienstverlening en nijverheid relatief veel nieuw krediet. In het geval van de US-dollar werd 56,2% van de depositobasis ingezet voor de kredietverlening. Vanwege het valutarisico van kredietverstrekking in deze munt is
de rentemarge hoger dan voor de SRD. De marge nam ten opzichte van 2011 toe met 0,1 procentpunt. Euro Kredieten en beleggingen in euro’s namen met 26,8% toe; een toename van 9,7 procentpunt, terwijl de reservebasis in euro’s met 3,7% toenam. De kredietgroei concentreerde zich in de handel, dienstverlening en woningbouw. Opvallend is de relatief lage ‘loan-to-deposit ratio’ van 25,3%. Vanwege de volatiliteit van de euro zijn kennelijk de kosten van haar financiële bemiddeling hoog ingeschat, getuige de rentemarge van 8,9 procentpunt. Weliswaar vertegenwoordigt dit 0,1 procentpunt minder dan in 2011.
III.5 Financiële dollarisering Het terugbrengen van de dollariseringgraad blijft een aandachtspunt binnen het beleid van de Bank. De depositodollarisering nam met 4,1 procentpunt af, terwijl de kredietdollarisering met 1,2 procentpunt steeg (Tabel III.4). Dit resulteerde in een daling van de totale financiële dollarisering met 2 procentpunt.
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
17
Tabel III.3 Kredieten, reserve base en rentetarieven van algemene banken Omschrijving In de SRD-sfeer: Kredieten en beleggingen (mln SRD) Gewogen gemiddelde kredietrente (%) Reserve base (mln SRD) Gewogen gemiddelde depositorente (%)
2008
2009
2010
2011
2012
1.387,0 1.653,8 2.091,8 2.327,1 2.708,29 11,7 11,6 11,8 11,7 11,8 1.467,6 1.886,3 2.270,8 2.461,5 3.130,5 6,4 6,2 6,2 6,6 7,0
In de USD-sfeer: Kredieten en beleggingen (mln USD) Gewogen gemiddelde kredietrente (%) Reserve base (mln USD) Gewogen gemiddelde depositorente (%)
305,8 9,5 370,6 3,0
301,7 9,5 461,5 2,9
315,4 9,3 497,9 2,7
342,8 9,5 599,5 2,6
396,3 9,6 704,3 2,6
In de EUR-sfeer: Kredieten en beleggingen (mln EUR) Gewogen gemiddelde kredietrente (%) Reserve base (mln EUR) Gewogen gemiddelde depositorente (%)
71,3 9,9 197,8 1,5
75,7 10,3 234,9 1,0
73,7 9,7 277,5 0,9
86,3 9,8 298,5 0,8
109,4 9,6 310,1 0,7
Bron: Centrale Bank van Suriname
Tabel III.4 Financiële dollarisering Omschrijving I. Vreemdevalutategoeden van ingezetenen II. Totale tegoeden van particulieren 1) III. Vreemdevalutakredieten aan particulieren IV. Totale kredieten aan particulieren 2)
V. Depositodollarisering (I in procenten van II) VI. Kredietdollarisering (III in procenten van IV) VII. Financiële dollarisering (I+III in procenten van II+IV)
2008
2009
2010
1.795,8 3.384,4 1.101,2 2.398,4
2.199,8 4.196,8 1.112,0 2.695,0
2.352,4 4.939,9 1.121,3 3.038,2
53,1 45,9 50,1
52,4 41,3 48,1
47,6 36,9 43,5
Bron: Centrale Bank van Suriname 1)
De som van de tegoeden van particulieren in vreemde en eigen valuta bij Overige Depositonemende Instellingen.
2)
De som van kredieten aan particulieren in vreemde en eigen valuta bij Overige Depositonemende Instellingen.
18 Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
2011 3.233,20 5.721,70 1.476,00 3.645,20
56,5 40,5 50,3
2012
3.626,30 6.920,43 1.756,85 4.216,45
52,4 41,7 48,3
HOOFDSTUK IV DE ONTWIKKELING VAN STAATSFINANCIËN
IV.1 Algemeen In 2012 resulteren de overheidsfinanciën in een totaal tekort van SRD 442,8 miljoen, of 2,7% van het BBPmp ( Tabel IV1). Dit is een verslechtering van 0,7 procentpunt ten opzichte van 2011. De ontvangsten namen met 13,8% toe, maar de uitgaven stegen met 24,2%. Opvallend is de afwezigheid van schenkingen in het verslagjaar, terwijl in het jaar ervoor nog SRD 115,4 miljoen was ontvangen. De financiering van het tekort vond in 2012 dan ook plaats middels buitenlandse en binnenlandse leningen.
IV.2 Ontvangsten en Uitgaven In 2012 groeiden de overheidsinkomsten vooral vanwege hogere afdrachten uit de mijnbouwsector. Ook dit jaar werd immers geprofiteerd van de hoge internationale prijzen voor Suriname’s belangrijkste exportproducten, aardolie en goud. Dividend en inkomstenbelasting betalingen door Staatsolie en Rosebel Gold Mines namen toe, terwijl ook royalty betalingen door zowel de groot- als de kleinschalige goudmijnbouw stegen. Royalty’s geïnd uit de kleine goudmijnbouw zijn echter een klein percentage, ondanks dat de productie (en de exportwaarde) groter is dan die van de grootschalige goudsector. De inkomsten die zouden moeten voortvloeien uit de ordening van de kleinschalige goudsector bleven vooralsnog uit. Daarnaast zorgden ook de winstovermaking van de Centrale Bank, omzetbelasting, invoerrechten en verbruiksbelasting op motorbrandstof voor een toename van de overheidsontvangsten. De indirecte belastingen hadden hoger kunnen uitvallen, waren er geen vrijstellingen en verlaging van invoerrechten ten behoeve van de productie- en ICT-sector
toegekend. Sinds 2011 geeffectueerd, beogen de vrijstellingen een stimulering van de productie waardoor de inkomsten van de Staat in de toekomst wel zullen worden vergroot. De overheidsuitgaven bedroegen 24,2% meer dan het voorgaande jaar. De stijging wordt vooral veroorzaakt door materiële uitgaven en diensten, welke toenamen met 72,6% (van SRD 722 miljoen in 2011 tot SRD 1246 miljoen in 2012). In het verslagjaar werden immers ook achterstallige betalingen voor goederen en diensten geleverd in het dienstjaar 2011 gepleegd. Kapitaaluitgaven namen toe vooral vanwege de uitvoering van infrastructurele werken, waaronder rehabilitatie en uitbreiding van wegen- en verbindingsstructuren, volkswoningbouw en ontwateringswerkzaamheden (met als doel het oplossen van de problematiek rond de wateroverlast na regenval). De toename van subsidies en bijdragen in 2012 met 24,9% vond plaats in het kader van de sociale maatregelen die de Overheid nam ter ondersteuning van kwetsbare groepen binnen de samenleving (Tabel IV.1). Eind 2012 is aan ambtenaren een loonsverhoging van 10% met terugwerkende kracht tot januari 2012 toegekend. In december is de verhoging over de maanden december, januari en februari uitbetaald. Het restant zal maandelijks tot en met mei 2013 worden uitbetaald. Als aandeel in de totale uitgaven namen de personele uitgaven (lonen en salarissen) – ondanks de toegekende loonsverhoging – af met ruim 4 procentpunt tot 29,8% (Tabel IV.2). Er was daarentegen sprake van een relatieve verschuiving naar materiele uitgaven (goederen en diensten); deze stegen met 8 procentpunt tot 28,3% van de totale uitgaven.
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
19
Tabel IV.1 Staatsfinanciën op Kasbasis (in miljoenen SRD)
Omschrijving
2008
2009
2010
Ontvangsten Belastingen Directe belastingen Indirecte belastingen Niet-belastingontvangsten Inkomsten van staatsbedrijven AOV-premies Overige Kapitaalontvangsten Schenkingen
2.354,7 1.683,1 835,6 847,6 428,0 187,6 61,2 179,1 0,0 243,6
2.944,6 1.832,9 965,4 867,5 757,7 501,6 75,9 180,2 0,0 354,1
2.606,2 1.878,6 970,6 907,9 578,5 223,4 83,2 271,8 0,0 149,1
3.537,5 2.667,8 1.341,0 1.326,8 754,3 416,6 97,1 240,7 0,0 115,4
4.024,5 3.019,1 1.584,6 1.434,5 1.005,4 511,0 106,2 388,1 0,0 0,0
Uitgaven Lopende uitgaven Personele uitgaven Materiële uitgaven en diensten Subsidies en bijdragen Interest Kapitaaluitgaven Leningen u/g minus aflossingen
2.209,8 1.743,8 758,5 488,0 435,6 61,6 466,0 0,0
2.859,5 2.253,1 967,6 652,3 499,9 133,3 606,4 0,0
2.955,3 2.402,6 1.075,3 688,6 535,2 103,6 552,7 0,0
3.551,1 2.854,2 1.208,8 722,0 783,6 139,8 696,9 0,0
4.410,6 3.681,2 1.315,6 1.246,4 978,6 140,6 729,4 0,0
15,0
-305,5
44,3
-269,9
-56,7
Overschot (+) /tekort (-)
159,9
-220,4
-304,9
-283,6
-442,8
Financiering Buitenlands (netto) Trekkingen Minus: aflossingen Binnenlands (netto) (1) CBvS
-159,9 33,8 74,4 40,6 -193,7 -124,2 -56,0 68,2 35,2 -88,0 -64,6 -65,6 23,4 7,9 14,3 7,9 -3,7
220,4 -16,3 233,2 249,5 236,6 231,3 418,9 187,6 43,1 -42,4 -17,5 -17,9 24,9 -4,5 0,6 49,1 -2,0
304,9 184,6 231,4 46,9 120,3 -7,8 -155,8 -148,0 -1,0 83,4 105,1 105,3 21,8 9,1 0,7 44,9 -0,9
283,6 413,6 482,9 69,3 -130,0 -121,5 60,7 182,2 155,6 -68,4 -16,8 -16,6 51,6 2,1 13,1 47,7 -0,9
442,8 347,5 497,9 150,3 95,3 -29,9 -88,1 -58,2 -176,7 83,9 92,1 92,0 8,2 -11,2 10,3 33,2 -2,3
9.698 1,7%
10.683 -2,1%
11.989 -2,5%
14.259 -2,0%
16.540 -2,7%
Overige/Statistische verschillen
Vorderingen op de overheid Verplichtingen aan de overheid (2) waarvan: in vreemde valuta
Overige depositonemende instellingen
(1)
Vorderingen op de overheid waarvan: Effecten, andere dan aandelen Verplichtingen aan de overheid (2) waarvan: in vreemde valuta Overige financiële instellingen (2) Schulden aan diverse binnenlandse bedrijven Munten en muntbiljetten in handen van het publie Memorandum items: (3) BBPmp (incl. informele sector) Overschot (+) / tekort (-) % van het BBP
Bron: Centrale Bank van Suriname, Ministerie van Financiën, Internationaal Monetair Fonds * Voorlopige cijfers. (1)
Data van de analytische balansen van de CBvS en Overge Depositonemende Instellingen.
(2)
Data voor 2011 gecorrigeerd voor de wisselkoersaanpassing van januari 2011.
(3)
BBP 2012 is een schatting van het Internationaal Monetair Fonds.
20 Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
2011*
2012*
IV.3 Financiering
de overheidsgaranties en niet-opgenomen gecommitteerde leningen omvat. Aangezien aldus de schuld volgens de nationale definitie hoger is, zal een toename ervan een relatief lager percentage bedragen. De buitenlandse overheidsschuld heeft een multilaterale en bilaterale component. In het verslagjaar nam de multilaterale schuld toe als gevolg van trekkingen op IaDB leningen, waarmede projecten in infrastructuur, institutionele versterking en de sociale sectoren werden gefinancierd. De toename van de bilaterale schuld werd veroorzaakt door trekkingen op Chinese en Franse leningen voor huizenbouw en rehabilitatie en aanleg van wegen.
Het overheidstekort is in 2012 voor meer dan 78% gefinancierd middels beroep op buitenlands kapitaal. De resterende binnenlandse financiering komt vooral op conto van een toename in schatkistpapierverkoop aan het lokale bankwezen en institutionele beleggers. In termen van toename van de overheidsschuldpositie heeft de financiering geleid tot een toename in zowel de buitenlandse als de binnenlandse staatsschuld. Bezien naar oorzaken van binnenlandse liquiditeitscreatie blijkt dat in het verslagjaar voor SRD 51,8 miljoen aan liquiditeiten is gecreëerd ten behoeve van de Staat (ook Tabel III.2).
Gemeten aan het BBPmp is de externe overheidsschuld relatief laag in vergelijking met de rest van het Caraibsiche gebied, wat reeds tot uitdrukking kwam in Hoofdstuk I van dit verslag. Het maakt daarbij niet veel uit of de internationale definitie dan wel de nationale definitie gebruikt wordt. De Surinaamse externe sovereine schuld bedroeg 11,5% van het BBPmp volgens de internationale definitie en 16,4 procentpunt BBPmp volgens de nationale definitie.
IV.4 De Staatsschuld De buitenlandse schuld van de overheid groeide met 22,5% en de binnenlandse schuld van de overheid groeide met 21,6% volgens de internationale definitie. De groeicijfers volgens de nationale definitie waren respectievelijk 15,7% en 15,5%. Dat de groei gemeten volgens de laatste lager uitvalt komt doordat de nationale definitie van schuld eveneens
De totale schuld uitgedrukt als ratio van het BBP bleef onder het wettelijk vastgestelde obligoplafond van 60% (conform de Wet op de Staatsschuld). Volgens de nationale definitie bedroeg de totale schuld 27,1% van het BBPmp in 2012 (volgens de internationale definitie: 21,5%).
De in 2011 ingestelde government take en de devaluatie van de SRD, tezamen met de stijging van de internationale brandstofprijs, hebben druk op de koopkracht van delen van de samenleving gelegd. Om de druk enigszins te verlichten zijn extra overheidssubsidies ingevoerd ten behoeve van bushouders, ziekenhuizen en het P.C.S.. Ook werden de algemene kinderbijslag, de algemene oudedags voorziening en de financiële bijstand aan mensen met een beperking opgetrokken. Verder is een heffingskorting op loonbelasting gegeven van SRD 50 per maand per loontrekker.
Ook gemeten aan een ander belangrijk kengetal, de ‘debt service ratio (de som van aflossingen en rentebetalingen op de buitenlandse schuld in verhouding tot de goederen exportwaarde), staat Suriname er gunstig voor. De convergentiecriteria van de Caricom stellen het plafond op deze ratio op 15%. De meeste lidlanden voldoen niet aan deze eis. Suriname ligt met 2,1% echter ver onder het maximum.
Tabel IV.2 Staatsuitgaven naar categorie (in procenten van de totale staatsuitgaven) Omschrijving Lopende uitgaven Personele uitgaven Materiële uitgaven en diensten Subsidies en bijdragen Interest Kapitaaluitgaven Totaal
2008
2009
2010
2011*
2012*
78,9 34,3 22,1 19,7 2,8 21,1
78,8 33,8 22,8 17,5 4,7 21,2
81,3 36,4 23,3 18,1 3,5 18,7
80,4 34,0 20,3 22,1 3,9 19,6
83,5 29,8 28,3 22,2 3,2 16,5
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
Bron: Ministerie van Financiën * Voorlopige cijfers
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
21
Tabel IV.3 Suriname: Staatsschuld naar Crediteur (in miljoenen SRD) 2008*
2009*
2010*
2011*
2012*
205,2 682,2 0,0 887,4 52,3 848,7 1788,4
228,5 519,3 0,0 747,8 53,9 993,0 1794,8
318,9 610,8 0,0 929,6 49,5 822,6 1801,7
673,7 877,0 0,0 1550,7 51,9 745,4 2348,0
841,7 1058,6 0,0 1900,3 46,4 769,5 2716,2
397,3 88,6 3,1 146,9 7,1 639,9
652,5 69,2 5,2 196,6 918,3
880,6 173,9 2,8 241,9 0,5 1.296,9
858,3 154,4 6,5 346,5 0,4 1.359,6
1.024,0 240,3 6,9 388,9 1.653,1
21,7 257,2 1,6 913,3
19,9 195,6 10,1 1.143,9
19,7 174,9 6,7 1.497,7
20,4 144,5 7,9 1.532,0
20,6 88,7 7,3 1.770,2
Totale Staatsschuld in SRD (internationale definitie)
1.527,3
1.666,1
2.226,5
2.910,3
3.553,4
Totale Staatsschuld in SRD (def. Wet o/d Staatsschuld)
2.701,7
2.938,7
3.299,4
3.880,0
4.486,4
Buitenlandse Staatsschuld in SRD** Multilaterale crediteuren Bilaterale crediteuren Commerciële crediteuren Totale buitenlandse schuld (internationale definitie) Overheidsgaranties (niet afgeroepen) Niet opgenomen gecommitteerde leningen Totale buitenlandse schuld (def. Wet o/d Staatsschuld) Binnenlandse Staatsschuld in SRD Schuld aan de CBvS Schuld aan het algemeen bankwezen Overheidsgaranties (afgeroepen) Schuld aan de rest van de particuliere sector Achterstallige betalingen van ministeries aan derden Totale binnenlandse schuld (internationale definitie) Overheidsgaranties (niet afgeroepen) Niet opgenomen gecommitteerde leningen Niet opgenomen gecommitteerde garanties Totale binnenlandse schuld (def. Wet o/d Staatsschuld)***
In % van Het Bruto Binnenlandse Produkt Totale Staatsschuld in SRD (internat. Definitie) in % van BBP**** Buitenlands Binnenlands
15,7% 9,2% 6,6%
15,6% 7,0% 8,6%
18,6% 7,8% 10,8%
20,4% 10,9% 9,5%
21,5% 11,5% 10,0%
Totale Staatsschuld in SRD (def. Wet o/d Staatsschuld) in % van BBP** Buitenlands Binnenlands
27,9% 18,4% 9,4%
27,5% 16,8% 10,7%
27,5% 15,0% 12,5%
27,2% 16,5% 10,7%
27,1% 16,4% 10,7%
0,7%
3,4%
0,8%
1,0%
2,1%
Memorandum Government's Debt Service Ratio***** Bron: Bureau voor de Staatsschuld * Voorlopige cijfers. ** Omrekening van USD:SRD - 2008 t/m 2010 SRD 2,78 - 2011 en 2012 SRD 3,35 *** incl. alle overheidsgaranties, niet getrokken middelen, excl. achterst. bet. **** conform Art. 1 lid h Wet op de staatschuld - het laatste gerealiseerde BBP
***** Aflossingen en Rentebetalingen van de buitenlandse Staatsschuld uitgedrukt in procenten van Exporten van Goederen en Diensten
22 Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
HOOFDSTUK V DE ONTWIKKELING VAN DE BETALINGSBALANS
V.1 Algemeen
V.2 Lopende rekening
De positieve ontwikkelingen van de betalingsbalans zetten zich voort in het verslagjaar en resulteerden in een aanzienlijke toename van de internationale reserves tot ruim US$ 1 miljard. De lopende rekening registreerde een significant overschot, terwijl ook de financiële rekening een netto-instroom van kapitaal liet zien. Mineralen blijven de dominante export met een aandeel van 95% in de totale exportwaarde. De positieve handelsbalans is vooral het gevolg van de toegenomen internationale prijzen van de mijnbouw grondstoffen. De gevoeligheid voor de bewegingen van internationale prijzen geeft tegelijk ook aan dat er maatregelen genomen moeten worden voor de diversificatie van de economie. De internationale reserves hebben een importdekking van circa 8 maanden, ruim boven het internationaal aanvaarde niveau van drie maanden.
In het verslagjaar deed zich evenals in voorgaande jaren een overschot op de lopende rekening voor, en wel ad US$ 241,3 miljoen of 4,7% van het Bruto Binnenlands Product (Tabel V.1). Het overschot was circa US$ 10 miljoen minder dan in 2011, waartoe bijdroegen een lichte afname van het handelsoverschot, een toename van het tekort op de dienstenrekening en een afname van overmakingen uit het buitenland. Daarentegen namen de inkomstenovermakingen naar het buitenland af. V.2.1 Handelsverkeer Evenals in 2011 vertoonde de handelsbalans een overschot. Wederom was sprake van toegenomen exportopbrengsten uit de mijnbouwsector. De toename was vooral te danken aan de goudsector, met
Tabel V.1 Betalingsbalans 2008-2012 (in miljoenen US$) A. LOPENDE REKENING (SALDO) B. VERMOGENSOVERDRACHTENREKENING C. FINANCIELE REKENING (SALDO) D. SALDO A t/m C E. STATISTISCHE VERSCHILLEN F. FINANCIERINGS ITEM: Internationale reserves 1)
Memorandum items: Herwaarderingen monetair goud en SDRs
2008 324,7 31,9 -48,2 308,4 -100,0 -208,4 -208,4
2009 111,3 87,4 -141,2 57,4 -18,9 -38,5 -38,5
2010 650,8 53,9 -501,6 203,1 -168,1 -35,0 -35,0
2011 251,1 35,0 -84,9 201,2 -77,1 -124,1 -124,1
2012 241,3 -7,0 372,0 606,3 -426,2 -180,1 -180,1
9,1
-16,0
1,2
-1,9
-11,3
Bron: Centrale Bank van Suriname 1) Exclusief herwaarderingen van monetair goud en SDRs. Een minteken duidt op een toename in reserves
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
23
Grafiek V.1
Grafiek V. 1 Export producten Suriname Exportproducten in Suriname
Overige 5%
Aluinaarde 14%
Aardolie 14%
Goud 67%
V.2.3 Primaire inkomens Per saldo registreerde Suriname een uitstroom van primaire inkomens ad US$ 193,8 miljoen, 26% lager dan in 2011. Op de primaire inkomensrekening vond er een uitstroom van US$ 220,9 miljoen plaats voornamelijk bestemd voor dividenduitkeringen aan buitenlandse aandeelhouders en rentebetalingen door zowel de Staat als de particuliere sector. Hiertegenover stond een instroom van US$ 27,1 miljoen uit hoofde van rente-inkomsten van de Bank en de algemene banken op beleggingen in het buitenland. V.2.4 Inkomensoverdrachten
hogere exportvolumes en prijzen. Mineralen maken 95% van de totale exportwaarde uit (Grafiek V.1), wat de economie kwetsbaar maakt voor de prijsschommelingen voor deze producten op de internationale markten. Om dergelijke externe schokken op te vangen en de inkomen beter te spreiden, heeft de Bank een wetsontwerp voorbereid ter instelling van een nationaal spaar- en stabilisatiefonds. In 2012 steeg de gemiddelde wereldmarktprijs van goud met 6% tot US$ 1.606,90 per troy ounce, terwijl het exportvolume toenam met 7 procent. De exportwaarde van aluinaarde nam echter af, vanwege afgenomen prijzen (met 14% tot US$ 298,18 per metrieke ton) en afgenomen exportvolumes (met 16%). Ook de exportprijs van stookolie steeg, met 7% tot US$ 107,92 per barrel, hoewel het exportvolume op hetzelfde niveau als dat van 2011 bleef. Met een aandeel van 67% in de mineralenexport bleef de goudsector de grootste deviezenverdiener. In 2012 is er voornamelijk geëxporteerd naar de Verenigde Arabische Emiraten, Zwitserland, de Verenigde Staten van Amerika en België. In 2012 nam de import van goederen toe met 6% ten opzichte van 2011. In het verslagjaar werd er voornamelijk geïmporteerd uit de Verenigde Staten van Amerika, Nederland, Trinidad & Tobago en China. V.2.2 Dienstenverkeer Het tekort op de dienstenrekening steeg in het verslagjaar met 20% tot US$ 418,7 miljoen (2011: US$ 361,7 miljoen). De import van diensten betrof hoofdzakelijk betalingen aan buitenlandse aannemers voor het verrichten van constructiewerkzaamheden, in met name de mijnbouwsector, alsook betalingen voor diverse buitenlandse particuliere diensten.
24 Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
Aan inkomensoverdrachten vloeide in 2012 US$ 145,5 miljoen het land binnen, merendeels afkomstig uit Nederland, de Verenigde Staten van Amerika en Frankrijk. Dit betreft veelal overmakingen ter ondersteuning van familieleden in Suriname door personen in de loop van de jaren geëmigreerd uit Suriname. Uitgaande inkomensoverdrachten vonden bestemming naar China, Brazilië, de Verenigde Staten van Amerika, Nederland en de Dominicaanse Republiek, en wel voor US$ 72,8 miljoen gedurende het verslagjaar.
V.3 Vermogensoverdrachtenrekening In het verleden omvatte ontwikkelingshulp uit Nederland het leeuwendeel van de vermogensoverdrachten rekening. In 2010 kwam aan de toestroom van middelen uit deze bron officieel een einde. De vermogensoverdrachtenrekening sloeg anno 2012 om in een uitstroom van kapitaal, ad US$ 7,0 miljoen, welke hoofdzakelijk is toe te schrijven aan de aankoop van een ambassadegebouw in Frankrijk.
V.4 Financiële rekening Waar in 2011 en voorgaande jaren nog sprake was van een uitstroom via de financiële rekening stroomde in 2012 US$ 372,0 miljoen naar Suriname. Particuliere bedrijven zorgden voor een instroom van kapitaal ad US$ 283,0 miljoen, door omzetting van een deel hun korte termijn buitenlandse tegoeden. De middelen werden aangewend voor de import van goederen en diensten. Hierin speelt de betaling voor constructie activiteiten door de mijnbouwbedrijven een grote rol. Daarnaast veroorzaakte de overheid een netto instroom van kapitaal ad US$ 101,5 miljoen. Zij nam lange termijn buitenlandse leningen op voor US$
146,7 miljoen en loste af voor US$ 45,1 miljoen. De trekking op leningen waren afkomstig van de InterAmerican Development Bank en de Volks Republiek China. Uit hoofde van directe investeringen kwam US$ 62,0 miljoen binnen.
Grafiek V.2 Internationale Reserves importdekking Grafiek V.2 Internationale reserve &en importdekking in mln US$
maanden
1200
6.0
1000
4.7
800
Via de financiële rekening stroomden ook middelen naar het buitenland, zij het van relatief geringe omvang. Zo losten de bedrijven een deel van hun buitenlandse lange termijn leningen en handelskredieten af, ter waarde van US$ 52,4 miljoen. Ook heeft er een lichte uitvloei van portfolio investment plaatsgevonden, van US$ 5,8 miljoen.
5.1
5.0 4.4
4.0
4.0
600 400
2.0
200 0
2008
2009
2010
2011
International reserves
0.0
2012
Importdekking
Bron: Centrale Bank van Suriname
V.5 Internationale reserves Vanwege de gunstige ontwikkeling van de betalingsbalans namen de internationale reserves toe met US$ 180,1 miljoen tot US$ 1.008,2 miljoen per eind 2012 (Grafiek V.2). Hierin zit ook de herwaardering van goud en deviezen van US$ 11,3 miljoen inbegrepen. De dekking van de reserves bereikte 5,0 maanden import van goederen en diensten. Indien alleen de importen voor de niet-mijnbouw sectoren worden beschouwd, bedroeg de dekking 7,9 maanden. Bedrijven in de mijnbouwsector financieren immers hun importen uit eigen middelen en doen als zodanig geen beroep op de internationale reserves.
Grafiek V.3 Omzet US$ Valutamarkt
Grafiek V.3 Omzet US$ valutamarkt in mln US$ 450
US$ aankoop
400
US$ verkoop 345,6
350 307,2
298,1
300
250,1
250 200
407,6
203,8
180,3 151,5
150
102,7
100
115,6
50 0
2008
2009
2010
2011
2012
Bron: Centrale Bank van Suriname
V.6 Wisselkoers De wisselkoers bleef in het verslagjaar stabiel. Er is voorzichtig monetair en financieel beleid gevoerd. De financiering van de Overheid door de Centrale Bank bleef binnen de bij wet vastgestelde marges, terwijl de verkoop van schatkistpapier aan banken liquiditeiten afroomde. Met de bloeiende export en het gunstig financiële verkeer kon het aanbod op de vreemde valutamarkt de vraag doorgaans goed aan. Interventies door de Centrale Bank bleven zodoende beperkt tot een minimum. De aan- en verkoopvolumes van US-dollars op de lokale valutamarkt namen in het verslagjaar toe. Aan- en verkopen van euro’s vertoonden in het verslagjaar een daling, voornamelijk verklaard uit minder toerisme inkomsten en lagere inkomensoverdrachten uit Nederland verband houdend met de voortdurende malaise in het Eurogebied. De gemiddelde appreciatie van de Surinaamse dollar ten opzichte van de euro, reflecteerde de beweging van de kruiswisselkoers tussen de US-dollar en de euro op de internationale markt.
Grafiek V.4 Grafiek V. 4 Omzet Euro valutamarkt Omzet Euro Valutamarkt in mln € EUR aankoop
300
EUR verkoop
265,5 250 218,7 200
200,8
196
205,1
198,8
207,3 174,1
171 147,3
150
100
50
0
2008
2009
2010
2011
2012
Bron: Centrale Bank van Suriname
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
25
HOOFDSTUK VI HET BEDRIJFSECONOMISCH TOEZICHT
VI.1. Algemeen De grondslag van de toezichthoudende taak van de Bank is vastgelegd in artikel 9, sub d, van de Bankwet 1956 (G.B. 1956 no.97, zoals laatstelijk gewijzigd bij S.B. 2005 no. 56, geldende tekst S.B. 2010 no. 173). Hieronder wordt vermeldt dat de Bank de taak heeft om toezicht uit te oefenen op het bank- en kredietwezen, het pensioen- en assurantiewezen, het geldwisselverkeer en op het overmakingenverkeer van financiële middelen van en naar het buitenland, zulks op grond van de daarvoor geldende wettelijke regelingen. Het toezicht richt zich daarbij mede op de integriteit van de instellingen werkzaam in deze sectoren en subsectoren. Het Directoraat Toezicht Kredietwezen van de Bank is belast met het toezicht op het bank– en kredietwezen alsmede op het pensioen– en assurantiewezen. De bevoegdheden zijn onder meer neergelegd in de Wet Toezicht op het Bank- en Kredietwezen 2011 (S.B. 2011 no.155), welke wet op 22 november 2011 werd aangenomen in de Nationale Assemblee. Deze wet dient ter gedeeltelijke vervanging van de Wet Toezicht Bank- en Kredietwezen 1968 (S.B. 1968 no.63 zoals laatstelijk gewijzigd bij Decreet Toezicht Kredietwezen S.B. 1986 no.82), met dien verstande dat het toezicht op kredietinstellingen zoals banken, kredietcoöperaties, beleggingsmaatschappijen en financieringsmaatschappijen in de nieuwe wet is ondergebracht. Het toezicht op verzekeringsmaatschappijen valt vooralsnog onder de wet van 1968. Zodra het toezicht op het assurantiewezen in een daarvoor specifieke wet zal zijn geregeld, zal de Wet Toezicht op het Bank- en Kredietwezen 1968 in zijn geheel komen te vervallen. De Wet Pensioenfondsen en Voorzieningsfondsen 2005 (S.B. 2005 no.75) bevat reeds de bevoegdheden betreffende het toezicht op pensioenfondsen en voorzieningsfondsen. Het Directoraat heeft als belangrijke aandachtsgebieden de regulering van de toegang van deze ondernemingen tot de financiële sector en het daarop uit te oefenen bedrijfseconomisch toezicht.
26 Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
De implementatie van de Wet Toezicht Bank- en Kredietwezen 2011 Behalve het nieuwe vergunningenregime dat met de inwerkingtreding van de Wet Toezicht op het Bank- en Kredietwezen 2011 werd geïntroduceerd, is aan het toezicht ook een nieuwe dimensie gegeven. Naast het bedrijfseconomisch en monetair toezicht, wordt door de Bank thans namelijk ook integriteits- en structuurtoezicht uitgeoefend. Met het integriteitstoezicht moet worden voorkomen dat personen met een bevlekt financieel verleden cruciale posities bekleden in het dagelijks bestuur of de raad van Commissarissen van een kredietinstelling, dan wel een gekwalificeerde deelneming uitoefenen binnen een kredietinstelling Met het uitoefenen van structuurtoezicht wordt getracht te voorkomen dat natuurlijke of rechtspersonen handelingen verrichten die een risico kunnen opleveren voor een gezond bankbeleid of een gezonde ontwikkeling van het kredietwezen en de financiële sector. De Bank heeft in het verslagjaar een aanvang gemaakt met het uitoefenen van het integriteits- en structuurtoezicht. In dit verband heeft de Bank in april 2012 een bekendmaking geplaatst in diverse lokale dagbladen, waarbij de houders van gekwalificeerde deelnemingen werden opgeroepen hun deelneming, dan wel hun zeggenschap verbonden aan een deelneming in een kredietinstelling bij de Bank aan te melden. Bij de toetsing van de integriteit wordt onder andere rekening gehouden met de antecedenten van de directie, bestuurders, leden van de raad van commissarissen en de houders van gekwalificeerde deelnemingen van de kredietinstellingen. De Bank heeft formulieren vervaardigd waarbij de belanghebbenden onder andere vragen dienen te beantwoorden betreffende hun deskundigheid en bekwaamheid als ook betreffende hun strafrechtelijk en financieel verleden. In het verslagjaar zijn bij de benoeming van nieuwe directieleden en leden van de raden van commissarissen bij de diverse kredietinstellingen, de betrokkenen eveneens aan het integriteitsonderzoek van de Bank onderworpen.
In het verslagjaar heeft de Bank eveneens formulieren voor de aanvraag van een vergunning voor het uitoefenen van het bedrijf van kredietinstelling vervaardigd. De betreffende formulieren zijn via de website van de Bank beschikbaar gesteld. Voorts is er een aanvang gemaakt met het voorbereiden van een aantal nieuwe richtlijnen in het kader van het bedrijfseconomisch toezicht. Vermeldenswaard is dat in april 2012 de Richtlijn inzake Anti-Money Laundering en de bestrijding van de Financiering van Terrorisme is uitgevaardigd. Daarnaast zijn in het kader van de uitvoering van de aanbevelingen die zijn voortgekomen uit de Mutual Evalution Report (MER) van de Caribbean Financial Action Task Force, de Wet Melding Ongebruikelijke Transacties en de Wet Identificatieplicht Dienstverleners in juli 2012 aangepast en vervolgens op 9 augustus 2012 in werking getreden (S.B. 2012 No. 133 en 134). Een belangrijke aanvulling in het kader van de anti money laundering wetgeving is, dat de Bank is aangewezen als de autoriteit belast met het toezicht op de naleving van deze wetgeving voor zover het financiële dienstverleners betreft. Onder toezicht staande instellingen Met de inwerkingtreding van de Wet Toezicht Banken Kredietwezen 2011( hierna te noemen de Wet) zijn de bestaande Verklaringen van Geen Bezwaar (VGB) van de kredietinstellingen geconverteerd in een vergunning ingevolge de “nieuwe” Wet. De VGB waren toegekend op basis van de “oude” Wet Toezicht Bank – en Kredietwezen 1968 en konden van rechtswege worden omgezet, mits de instellingen door middel van een rechtspersoon hun bedrijf uitoefenen en aangaven voornemens te zijn hun activiteiten voort te zetten. De kredietinstellingen die over een vergunning ingevolge de nieuwe toezichtwetgeving beschikken, zijn opgenomen in het Register van Kredietinstellingen. Krachtens het bepaalde in artikel 12 van de Wet worden in het Regis-
Tabel VI.1 Instellingen onder toezicht van het Directoraat Toezicht Kredietwezen Soort instelling Primaire banken Levensverzekeringsmaatschappijen Schadeverzekeringsmaatschappijen Uitvaartverzekeringsmaatschappijen Houdstermaatschappijen Pensioenfondsen Voorzieningsfondsen Spaarfondsen Kredietcoöperaties Overige instellingen Totaal
Bron: Centrale Bank van Suriname
2010
2011
2012
9 5 6 2 1 34 5 1 28 12 103
9 5 6 2 1 35 5 1 26 12 102
9 5 6 2 1 36 5 1 23 8 96
ter alle kredietinstellingen ingeschreven en tevens alle doorhalingen van inschrijvingen geregistreerd. Het aantal onder toezicht staande ondernemingen van het Directoraat Toezicht Kredietwezen in het verslagjaar met zes is afgenomen tot 96 instellingen (Tabel VI.1). Dit is onder andere het gevolg van het feit dat de inactieve instellingen niet in het register zijn opgenomen. Ontwikkeling binnen het Directoraat Toezicht Kredietwezen Gelet op het feit dat met de nieuwe toezichtwetgeving ook de werkdruk van het directoraat is verhoogd, heeft het directoraat zich versterkt met een aantal junior economen. Vanwege de expansie van het aantal medewerkers op het directoraat werd het eveneens noodzakelijk een ruimere locatie te zoeken. Het Directoraat Toezicht Kredietwezen werd daarom aan het eind het verslagjaar ondergebracht op het complex van Ons Erf aan de Prins Hendrikstraat. Tevens is een Financial Stability Unit in het directoraat ondergebracht. Deze unit is belast met de publicatie van een National Financial Stability Report (FSR). Een andere taak is het onderzoeken en beoordelen van de risico’s van het financiële systeem in relatie tot de reële sector, zodat de autoriteiten tijdig maatregelen kunnen treffen om deze risico’s te beheersen c.q. te elimineren. Ook geeft het FSR een beeld van de vooruitzichten op de stabiliteit en veerkracht van de financiële sector op het moment dat het rapport wordt opgesteld. Een FSR kan bijdragen tot financiële stabiliteit door middel van het verbeteren van inzichten in de risico’s en het attenderen van financiële instellingen en marktdeelnemers op de mogelijke collectieve impact van hun individuele acties. In het kader van het verbeteren van de uitvoering van het toezicht heeft de Bank consultants aangetrokken om zowel de off-site surveillance als de on-site inspecties naar internationale standaarden op te trekken. Er zijn verschillende trainingssessies gehouden op het gebied van Risk-based Supervision, Consolidated Supervision, Financial Stability, Liquidity Risk Management en Market Risk.
VI.2. Primaire Banken VI.2.1 Algemeen In artikel 46 van de Wet is de uitwisseling van informatie met andere buitenlandse toezichthouders geregeld. Ter uitvoering van dit artikel heeft de Bank in mei 2011 de Multilateral Memorandum of Understanding (MMOU) tussen lidlanden van de
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
27
GRAFIEK VI.2 Primaire banken liquiditeitsverhouding
Grafiek VI.2 Primaire banken liquiditeitsverhouding
Caribbean Group of Bank Supervisors op het gebied van informatie-uitwisseling en samenwerking ondertekend. Als eerste uitvloeisel van dit memorandum is een on-site inspectie uitgevoerd bij de RBC Royal Bank (Suriname) N.V. in samenwerking met de Centrale Bank van Trinidad & Tobago, de toezichthouder van het moederbedrijf. VI.2.2 Financiële gegevens
125
100
75
in % 50
In de bijlagen VI.1 tot en met VI.8 zijn de gecombineerde financiële gegevens van alle primaire banken opgenomen. Het balanstotaal (bijlage VI.1) is in 2012 ten opzichte van 2011 gestegen met 22,2%. Aan de activazijde hebben voornamelijk de posten bankiers in binnen- en buitenland en kredietverlening hieraan bijgedragen, terwijl aan de passivazijde de op termijn toevertrouwde middelen en de korte schulden de stijging van het balanstotaal voor een groot deel hebben gerealiseerd.
25
0
2008
2009
2010
2011
Liquiditeitsverhouding
2012
100% dekking
Bron: Centrale Bank van Suriname
Bron : Centrale Bank van Suriname
De rentemarge (bijlage VI.2) vertoont in het lopend jaar ten opzichte van het jaar daarvoor een stijging van 4,4% waarbij sprake was van toenames van zowel de rentebaten als de rentelasten. Het nettoresultaat is in 2012 ten opzichte van 2011 gestegen met 22,8% naar SRD 79,8 miljoen. Ondanks deze stijging is de ROA (Return of Assets) in het verslagjaar in vergelijking met het jaar daarvoor stabiel gebleven. De oorzaak hiervan is dat het balanstotaal in verhouding ook is toegenomen. De ROE (Return on Equity) vertoont echter een daling vanwege de relatief kleinere stijging van het nominale resultaat vergeleken met die van het eigen vermogen.
Grafiek VI.3 GRAFIEK VI.3 Primaire banken ontwikkeling Primaire banken ontwikkeling van de rentemarge, totale baten, overige lasten en brutoresultaat van de rentemarge, totale baten, overige lasten en brutoresultaat X SRD 1.000,450,000 375,000 300,000 225,000 150,000 75,000 -
2008
2009
Rentemarge
2010 Totale baten
2011 Overige lasten
2012 Bruto resultaat
Bron: Centrale Bank van Suriname GRAFIEK VI.1 Grafiek VI.1 Primaire banken solvabiliteitstoetsing Primaire banken solvabiliteitstoetsing 15
12
Grafiek VI.4 GRAFIEK VI.4 Primaire banken toevertrouwde middelen Primaire banken toevertrouwde middelen versus kredietverlening versus kredietverlening X SRD 1.000,-
9
8,000,000 7,000,000
6
6,000,000 5,000,000
3
4,000,000 0
2008
2009 Solvabiliteitsratio
Bron: Centrale Bank van Suriname
2010
2011 8% minimum
2012
3,000,000 2,000,000 1,000,000 0
2008
2009
Totaal toevertrouwde middelen
Bron: Centrale Bank van Suriname Bron: Centrale Bank van Suriname
28 Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
2010
2011 Totaal kredietverlening (netto)
2012
De stijging van de bruto kredietverlening (bijlage VI.3) met 14,9% ten opzichte van het vorig verslagjaar is op de sectoren landbouw, elektriciteit, gas en water en dienstverlening na, door alle sectoren tot stand gebracht. De sector landbouw vertoont een minimale daling van 0,3% ten opzichte van de vorige periode. In de sectoren industrie, handel en woningbouw zijn de grootste toenames in deze periode waar te nemen, namelijk 18,4%, 30,1% en 18,6%.
2012 in vergevorderd stadium. De commentaren van het Ministerie van Justitie en Politie, alsmede die van de verzekeringssector zijn reeds verwerkt in de conceptwet. De in 2010 door Assuria N.V. in Guyana opgerichte maatschappijen voor respectievelijk schade- en levensverzekeringen, begonnen ultimo maart 2012 met hun verzekeringsactiviteiten. De N.V. Surinaamse Assurantie Maatschappij “Self Reliance”, die in 2010 de aandelen van de Clico bedrijven in Suriname heeft overgenomen, heeft in haar jaarverslag 2011 aangegeven dat het resultaat van de Clico bedrijven over 2011 nog niet is vastgesteld. Aangehaald is, dat de betalingen van de premies van diverse producten zich gestaag herstellen, mede vanwege de stringente uitvoering van en betaling conform het doorstartplan. De verzekeringsmaatschappij Parsasco startte in mei 2012 met een filiaal in het district Commewijne.
Bijlage VI.4 laat zien dat het totaal aan non-performing kredieten met 12,6% is gedaald ten opzichte van 2011. Echter is de voorziening gestegen met 2,1%. Deze stijging moet in relatie worden gebracht met het stringenter voorzieningenbeleid dat voor bepaalde categorieën wordt gehanteerd. De non-performing ratio bedraagt 6,2% (boven de benchmark van 5%).en is ten opzichte van 2011 verbeterd. De toevertrouwde middelen (bijlage VI.5) maken 87,1% deel uit van het balanstotaal en de kredietverlening maakt 52,8% uit van de toevertrouwde Grafiek VI.5 GRAFIEK VI.5 middelen. Uit bijlage VI.5 blijkt dat de toevertrouwde Totale baten ten opzichte van totale lasten der levensverzekeringsmaatschappijen Totale baten ten opzichte van totale lasten middelen in 2012 ten opzichte van 2011 met 20,6% levensverzekerinsmaaschappijen zijn gestegen. Opmerkelijk in deze periode is de relatief hoge toename van de toevertrouwde midx SRD 1.000,delen groter dan 1 jaar met 51,2%. De spaargelden 160,000 en de R/C gelden oftewel girogelden in SRD namen 140,000 toe met respectievelijk 17,4% en 25,1%. 120,000
In bijlage VI.6 is onder andere de solvabiliteit der primaire banken opgenomen. Met een stijging van 0,6% ten opzichte van 2011 bedraagt de solvabiliteitsratio 12,6% en ligt ruim boven het vereiste minimum van 8%. De liquiditeitsverhouding vertoont ten opzichte van het vorig jaar een stijging van 4,6% en bedraagt 53,4%, maar ligt nog ver beneden het minimum van 100%. De som van alle grote posten (leningen en deposito’s) bedraagt per december 2012 396,8% van het toetsingsvermogen en ligt onder de toegestane limiet van 600%. De grote posten leningen in termen van het toetsingsvermogen bedraagt 82,5% en is ten opzichte van 2011 gedaald met 23,5 procentpunt (bijlage VI.8). Deze daling wordt veroorzaakt door de daling van de grote posten leningen met 4,6%, terwijl het toetsingsvermogen is toegenomen met 22,6%.
Bron: Centrale Bank van Suriname
100,000 80,000 60,000 40,000 20,000 -
2007
2008
2009
Totale baten inclusief premie-inkomsten + koopsommen
2010
2011
Totale lasten inclusief uitkeringen
Bron: Centrale Bank van Suriname
GRAFIEK VI.6 Winst na belasting der levensverzekeringsmaatschappijen
Grafiek VI.6 Winst na belasting der levensverzekerinsmaaschappijen
x SRD. 1.000,12,000 10,000 8,000 6,000
VI.3.Verzekeringsmaatschappijen VI.3.1. Algemeen
4,000 2,000 -
De voorbereidingen die worden getroffen voor een nieuwe wet op het verzekeringsbedrijf verkeren in
2007
2008
2009
2010
2011
Winst na belasting
Bron: Centrale Bank van Suriname
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012 Bron: Centrale Bank van Suriname
29
GRAFIEK 8 GrafiekVI.VI.8 Winst na belasting der schadeverzekeringsmaatschappijen
VI.3.2. Financiele gegevens Vanwege achterstanden in de rapportage van verzekeringsmaatschappijen aan de Bank heeft onderstaand verslag betrekking op het boekjaar 2011. Gegevens voor 2011 tonen dat de gezamenlijke winst van zowel de schade- als levensverzekeringsmaatschappijen steeg met circa 50%. VI.3.2.1 Levensverzekeringsmaatschappijen
Winst na belasting der schadeverzekerinsmaaschappijen
x SRD. 1.000,-
35,000 30,000 25,000 20,000 15,000
In 2011 vertoonde het balansvermogen van de drie levensverzekeraars (bijlage VI.9) een stijging van 37,9% ten opzichte van 2010. Bij de beleggingen was een stijging te zien van 40,4%. Binnen de beleggingsportefeuille was de grootste toename te zien in de post leningen op schuldbekentenissen met 159,0%. De tweede grootste toename vond plaats in de post termijndeposito’s met 60,7%. De hypotheken zijn echter, zoals te verwachten is bij levensverzekeringen, de grootste beleggingspost met 35,4% van het geheel. De reserves bedroegen in 2011 SRD 45,7 miljoen. Bron: Centrale Bank van Suriname De premies en koopsommen die een éénmalig karakter hebben, stegen met respectievelijk 30,8% en 26,0%. Het technisch resultaat, dat de afgelopen vijf jaren steeds negatief is geweest, verslechterde met 300,3% (bijlage VI.10). Dit was het gevolg van een negatieve verdiende premie vanwege een grote toename in de technische voorzieningen. Ook de bedrijfskosten vertoonden een toename en wel van 63,0%. Opgemerkt dient te worden dat elk der maatschappijen een negatief technisch resultaat had. Het bedrijfsresultaat voor de sector als geheel was echter positief, onder andere vanwege een toename in de beleggingsinkomsten van 22,4% tot SRD 21,4 miljoen. De voornaamste oorzaak was echter
Grafiek VI.7 Totale baten ten opzichte van totale lasten der schadeverzekerinsmaaschappijen
GRAFIEK VI.7 Totale baten ten opzichte van totale lasten der schadeverzekeringsmaatschappijen
x SRD. 1.000,-
250000
200000
150000
100000
50000
0
2007
2008
2009
Totale baten inclusief premie-inkomsten
2010
Bron: Centrale Bank van Suriname
30 Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
Centrale Bank van Suriname
2011
Totale lasten inclusief uitkeringen
10,000 5,000 -
2007
2008
2009
2010
2011
Winst na belasting
Bron: Centrale Bank van Suriname
een enorme stijging van het saldo andere baten en lasten met meer dan 6.300% tot SRD 32,5 miljoen. De grote toename in dit saldo andere baten en lasten is voornamelijk het gevolg van wisselkoersverschillen geweest, welke een voortvloeisel is van de devaluatie in januari 2011. De levensverzekeraars behaalden tezamen een resultaat van SRD 10,4 miljoen, hetgeen een toename was van 48,1% ten opzichte van 2010. De solvabiliteitspositie van de verzekeraars (bijlage VI.11) vertoonde een verdere verbetering in 2011 en ging naar SRD 21,4 miljoen ten opzichte van SRD 13,1 miljoen in 2010. Als gekeken wordt naar de verhouding tussen de netto winst en het eigen vermogen (de rentabiliteit) van de levensverzekeraars, dan blijkt die in 2011 met 22,0% vrijwel stabiel te zijn gebleven ten opzichte van 2010 (bijlage VI.12). VI.3.2.2 Schadeverzekeringsmaatschappijen In 2011 vertoonde het totaal balansvermogen van de schadeverzekeraars (bijlage VI.13) een toename van 30,6% tot SRD 421,5 miljoen. De beleggingen vertoonden een groei van 52,4% tot SRD 288,1 miljoen. Uit de beleggingsportefeuille blijkt dat de grootste toename waar te nemen is in de post effecten met 135,6%. Evenals bij de levensverzekeraars is de tweede grote toename te zien in de post termijndeposito’s met 64,6%. De hypotheken maken het grootste deel uit van de totale beleggingen; zij beslaan immers 30,7% van het totaal. De bruto premie inkomsten (bijlage VI.14) stegen met 25,0% tot SRD 227,0 miljoen, terwijl de uitkeringen toenamen met 32,7% tot SRD 126,7 miljoen. Ook in 2011 was de grootste branche qua premie-
inkomsten, de categorie ziektekosten verzekeringen gevolgd door brandverzekeringen. De bedrijfskosten vertoonden een toename van 27,7%. Als gevolg van de stijgingen in de kosten nam het technisch resultaat af met 34,1% tot SRD 2,8 miljoen. De beleggingsinkomsten daalden met 12,3%, De post saldo andere baten en lasten echter vertoonde een forse toename van 281,0% en bestaat voornamelijk uit wisselkoersverschillen. De solvabiliteitspositie van de schadeverzekeraars (bijlage VI.15) verbeterde zich verder en vertoonde in 2011 een overschot van SRD 106,5 miljoen. De rentabiliteit (verhouding netto winst en eigen vermogen) van de schadeverzekeraars verbeterde en ging van 15,2% in 2010 naar 17,0% in 2011 (bijlage VI.16). De schadeverzekeraars behaalden tezamen een resultaat van SRD 33,5 miljoen, hetgeen een toename was van 57,3% ten opzichte van 2010. Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (WAM) In totaal werden in 2011 206.053 WAM-verzekeringen afgesloten, die een bruto premie-inkomen van SRD 48,4 miljoen vertegenwoordigden. Hiervan betrof 124.994 stuks, verzekeringen van personenauto’s. Deze categorie was met een premie-inkomen van SRD 30,1 miljoen (62,2% van het bruto premieinkomen) de grootste WAM-verdiener. Ook in 2011 was het resultaat uit de WAM slecht en bedroeg negatief SRD 8,1 miljoen, hetgeen weliswaar een verbetering was van 49,7% ten opzichte van 2010. De uitkeringen, voornamelijk ter dekking van materiële schade, bedroegen SRD 29,4 miljoen. De categorie Personenauto’s eiste de meeste schade uitkeringen op. In 2011 werden er in totaal 16.082 schadegevallen geregistreerd, waarvan
9.919 per ultimo december 2011 reeds zijn afgehandeld. VI.3.2.3 Uitvaartverzekeringsmaatschappijen Van de twee onder toezicht staande uitvaartverzekeringsmaatschappijen is één maatschappij bezig haar verzekeringsactiviteiten af te bouwen. Uit overwegingen van confidentialiteit kunnen de financiële cijfers van de andere instelling niet publiekelijk gemaakt worden.
VI.4. Pensioenfondsen VI.4.1.Algemeen De Bank heeft een consultant aangetrokken ter voorbereiding van de wijziging van de Wet Pensioenfondsen en Voorzieningsfondsen. De wijziging heeft betrekking op regelgeving die het toezicht op individuele beschikbare premieregelingen (individuele ‘defined contribution’ pensioenregelingen) mogelijk moet maken. Vanwege achterstanden in de rapportage van pensioenfondsen aan de Bank heeft onderstaand verslag betrekking op het boekjaar 2011 VI.4.2. Financiële gegevens Over 2011 hebben 8 instellingen een financieel verslag ingediend (2010: 17). Hierbij dient in aanmerking te worden genomen dat 6 pensioenfondsen, vanwege hun slechte organisatorische en financiële situatie, geacht worden (vooralsnog) niet te kunnen rapporteren. Vijf instellingen hebben de pensioenaanspraken ondergebracht bij een levensverzekeringsmaatschappij. Een instelling is bij rechterlijk besluit opgeheven.
Grafiek VI.9 Inkomsten pensioenfondsen
x SRD 1.000,105,000.00 90,000.00 75,000.00 60,000.00 45,000.00 30,000.00 15,000.00 0.00
2007
2008
2009
2010
2011
-15,000.00 Premies/Stortingen in het fonds
Inkomsten uit beleggingen
Andere inkomsten
Bron: Centrale Bank van Suriname
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
31
Grafiek VI.10 Premie-inkomsten en beleggingen ten opzichte van uitkeringen pensioenfondsen x SRD 1.000,90000 75000 60000 45000 30000 15000 0
2007 Uitkeringen
2008
2009
Premies/Stortingen i/h fonds
2010
2011
Inkomsten uit beleggingen
Bron: Centrale Bank van Suriname
In de bijlagen VI.17 en VI.18 zijn de financiële gegevens van de pensioenfondsen opgenomen. Het balansvermogen uitgedrukt in het Bruto Binnenlands Product (BBP) bedroeg 9% (2010: 10 %). De afname is toe te schrijven aan de sterkere toename van het BBP ten opzichte van de toename van het balansvermogen. De beleggingen bedroegen in 2011 evenals in 2010 85% van de totale activa. Van de beleggingen is 76% (2010: 74%) lokaal belegd en 24% in het buitenland. De inkomsten uit beleggingen bedroegen 58% (2010: 49%) van de totale inkomsten.
ontbonden. Het afwikkelingsproces is in 2012 voortgezet. De kantonrechter heeft inmiddels een curator benoemd. De Bank en de curator zijn in 2012 in overleg getreden over de uitvoering van het vonnis en over het proces tot vereffening van deze ontbonden kredietcoöperatie. De leden van Krediet Koöperatie voor Luchtverkeersleiding Personeel G.A. hebben op de Algemene ledenvergadering van 16 februari 2011 het besluit tot ontbinding van de coöperatie genomen, waarbij het Bestuur met de vereffening belast is. Op 27 maart 2012 is het batig saldo vereffend en is de inschrijving van de kredietcoöperatie in het register van de Bank bij beschikking d.d. 17 augustus 2012 doorgehaald. Vanwege achterstanden in de rapportage van kredietcoöperaties aan de Bank heeft onderstaand verslag betrekking op het boekjaar 2011.
VI.5. Voorzieningsfondsen
VI.6.2 Financiële gegevens
In het boekjaar 2011 heeft geen van de vijf voorzieningsfondsen gerapporteerd. Het proces van liquidatie van de 2 voorzieningsfondsen is nog niet afgerond.
Verwijzend naar de in bijlage VI.19 opgenomen gecombineerde balans per 31 december kan geconcludeerd worden dat in het boekjaar 2011 het balanstotaal in vergelijking met het vorig jaar is toegenomen. Deze stijging is in het boekjaar 2011 veroorzaakt door een stijging in alle activa posten. Verder is de stijging ook te merken aan de post schulden aan leden van de passiefzijde. Uit de gecombineerde resultatenrekening (bijlage VI.20) blijkt dat naast de interestlasten, de personeelskosten een steeds grotere invloed uitoefenen op het resultaat van de coöperaties. In het boekjaar 2011 is er een toename in de interestbaten van de instellingen. Deze toename is voornamelijk toe te schrijven aan de interest op leningen. Bovenstaande analyse is gebaseerd op de data van 8 kredietcoöperaties die min of meer hebben voldaan aan hun rapportageplicht.
VI.6. Kredietcoöperaties VI.6.1 Algemeen Er staan aan het eind van het verslagjaar 24 kredietcoöperaties (inclusief één spaarfonds) ingeschreven in het register van de Bank. Het aantal kredietcoöperaties dat in 2012 onder toezicht stond is ten opzichte van 2011 gedaald met drie kredietcoöperaties. Krediet Koöperatie Help Elkaar G.A. is bij vonnis van de kantonrechter van 18 maart 2011
32 Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
VI.6.3 Rapportage De kredietcoöperaties zijn vanaf april 2006 opgesplitst in drie categorieën, te weten A, B en C. Het criterium voor deze indeling is de omvang van het balanstotaal. Op basis van deze indeling is ook de rapportage frequentie en rapportage verplichting vastgesteld. De kredietcoöperaties die in Categorie A zijn ingedeeld hebben ook voor monetaire doeleinden rapporten moeten rapporteren. Na een evaluatie is besloten dat deze verplichting voor kredietcoöperaties wordt afgeschaft vanaf 1 januari 2011. Uit Tabel V1.2 blijkt dat de rapportagediscipline bij de kredietcoöperaties zeer gering is. In 2011 heb-
ben 5 van de 24 kredietcoöperaties voldaan aan de maandelijkse- c.q. kwartaalrapportageplicht en 8 van de 24 kredietcoöperaties aan de jaarlijkse rapportageplicht. De Bank heeft in dat kader de aanpak van de niet-rapporterende kredietcoöperaties in 2012 voorgezet. De Bank heeft van de vier geplande open on-site inspecties, drie inspecties verricht. In de meeste gevallen vragen instellingen om uitstel, omdat de gevraagde documentatie niet voorhanden is. Het is vaak gebleken dat de administratie niet of niet adequaat wordt bijgehouden. Verder heeft de Bank in 2012 één reguliere inspectie uitgevoerd waarvan het resultaat bevredigend genoemd kon worden.
Tabel VI.2 Overzicht van kredietcoöperaties die aan de rapportageverplichting voldoen 2007
2008
2009
2010
2011
29
30
30
28
27
7
7
6
5
5
24,1
23,3
20,0
17,9
18,5
5
13
10
5
8
17,2
43,3
33,3
17,9
29,6
a. Aantal kredietcoöperaties (incl. spaarfonds) (1) b. Aantal kredietcooperaties die hebben voldaan aan de maand-/kwartaal rapportage c. Ontvangen maand-/kwartaalrapportages in % van het aantal kredietcoöperaties (2) d. Aantal kredietcooperaties die hebben voldaan aan de jaarlijkse rapportage e. Ontvangen jaarrapportages in % van het aantal kredietcoöperaties (3) Bron: Centrale Bank van Suriname 1. In bovenstaande tabel is de Coöpertatieve Centrale voor Kredietcoöperaties (A.V.K.C.) niet opgenomen aangezien zij vanwege haar overkoepelend karakter een jaarlijkse rapportageplicht heeft.
2. De formule van de berekening van ontvangen maand-/ kwartaalrapportages in % van het aantal kredietcoöperaties (=b/a x 100%) 3. De formule van de ontvangen jaarrapportages in % van het aantal kredietcoöperaties '( =d/a x 100% ).
Grafiek VI.11 GRAFIEK VI. 11 Kredietcoöperaties Kredietcooperaties Balanstotaal Balanstotaal
Grafiek VI.12 Nettoresultaat van de kredietcooperaties GRAFIEK VI.12 Netto-resultaat van de Kredietcoöperaties
x SRD 1.000
x SRD 1.000
3250
200,000
2/21/2
2750
160,000
2250
120,000
1750
80,000
1250 750
40,000
250
0
2007
2008
Bron: Centrale Bank van Suriname
2009
2010
2011
-250
2007
2008
2009
2010
2011
Bron: Centrale Bank van Suriname
Bron: Centrale Bank van Suriname
Bron: Centrale Bank van Suriname
1/24/2014
1/24/2014
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
33
HOOFDSTUK VII BEDRIJF VAN DE BANK
VII.1 Ontwikkeling posten op de bankbalans
De posten “Goud en goudvorderingen” en “Vorderingen in vreemde valuta en andere buitenlandse waarden” aan de actiefzijde van de balans van de Bank vertonen een stijging van SRD 450,6 miljoen (circa 14,7%) in 2012 ten opzichte van 2011, namelijk van SRD 3.060,7 miljoen naar SRD 3.511,3 miljoen. Deze stijging wordt voor 13,5% (SRD 48,8 miljoen) veroorzaakt door stijgingen in de post “Goud en goudvorderingen”, welke het resultaat is van de stijging van de internationale prijs van goud. De toename in de post “Vorderingen in vreemde valuta en andere buitenlandse waarden” van SRD 401,8 miljoen was voornamelijk het resultaat van een stijging van de vorderingen op correspondentbanken. De goud en vreemde valuta vorderingen zijn onderdeel van de monetaire reserve, welke bepalend is voor de mate waarin de onderstaande functies behorende tot de kerntaken van de Bank kunnen worden vervuld: • dekking van de bankbiljetten in omloop en girale verplichtingen; • voldoening van buitenlandse betalingsverplichtingen van de Staat; • dekking van importen; • “lender of last resort” ten behoeve van de deviezenbanken (onder andere in verband met de buitenlandse betalingen) • interventies op de valutamarkt en/of verkrapping van liquiditeit in het financieel systeem; • het scheppen van vertrouwen bij zowel lokale als buitenlandse investeerders, alsmede het ontlokken van positieve signalen over de weerbaarheid en kredietwaardigheid van de economie en het financiële systeem vanuit de internationale financiële instellingen en rating agencies. Het zorgvuldig beheren en het op peil houden van de monetaire reserves vormt dus een belangrijke taak van de Bank.
34 Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
Verder is aan de actiefzijde bij de post “Vorderingen op de Staat en overige vorderingen” een forse toename waar te nemen in 2012 van SRD 295,1 miljoen (23,8%) ten opzichte van 2011. Deze toename is volledig veroorzaakt door een toename gelijk aan SRD 314,8 miljoen van het rekening-courant krediet aan de Staat, welke het gevolg is van een stijging van de overheidsuitgaven in 2012. Aan de passiefzijde valt de toename in de posten “Bankbiljetten in omloop” (SRD 154,8 miljoen) en “Verplichtingen aan de algemene banken” (SRD 435,6 miljoen) op. De laatstgenoemde is voornamelijk een gevolg van een sterke toename in 2012 van de rekening-courant- en kasreserveverplichtingen van de algemene banken in SRD. In de post “Verplichtingen aan de Staat en aan overige ingezetenen in SRD” is een stijging gelijk aan SRD 153,8 miljoen waar te nemen. Dit is een gevolg van een toename van de gewone rekening van de Staat in 2012. Opmerkelijk is ook de toename van SRD 58,5 miljoen (van SRD 3,7 miljoen ultimo 2011 naar SRD 62,2 miljoen ultimo 2012) van de post “Verplichtingen aan ingezetenen in vreemde valuta”. Deze wordt veroorzaakt door een scherpe stijging in de verplichtingen aan overige instellingen en bedrijven.
VII 2. Kosten Het totaal der kosten (SRD 104,2 miljoen) is in 2012 gestegen met 33,1% (SRD 25,9 miljoen) ten opzichte van 2011 (SRD 78,3 miljoen). De personeelskosten namen toe tot SRD 70,7 miljoen en bedroegen hiermee 67,8% van de totale kosten. Dit is 7,7% lager dan in 2011, toen bedroegen de personeelskosten 75,5% van de totale kosten. De toename in de personeelskosten is een gevolg van onder andere loonaanpassingen en hogere pensioenkosten. Ook een toename in personeelsleden speelde hierbij een rol. Ook vond er in 2012 een stijging plaats in de be-
VII.4 Winstontwikkeling
heerskosten met 100,7% (van SRD 11,5 miljoen in 2011 naar 23,2 miljoen in 2012). Het aandeel van de beheerskosten in de totale kosten steeg hiermee met 7,5% in 2012.
Het nettoresultaat (SRD 72,2 miljoen) toonde in 2012 een forse achteruitgang ten opzichte van 2011 (SRD 228,4 miljoen) met SRD 156,2 miljoen (oftewel een daling van 68%). Deze afname is voornamelijk toe te schrijven aan het feit dat het resultaat in 2011 incidenteel significant positief beïnvloed werd door de devaluatie van de Surinaamse dollar.
VII.3 Baten Het totaal der netto baten is in 2012 ten opzichte van 2011 gedaald met SRD 130,3 miljoen van SRD 306,7 miljoen naar SRD 176,4 miljoen. Dit is gelijk aan een afname van 42,5%. De daling is voornamelijk toe te schrijven aan de sterke afname van de post gerealiseerde verkoopresultaten, waarderingsverschillen en afwaardering op lagere marktwaarde. Deze daalde namelijk met 101,5% (SRD 150,7 miljoen) gedurende 2012. Bij de netto interestbaten valt in 2012 een lichte toename van 5,5% (SRD 5,7 miljoen) te constateren ten opzichte van 2011. Deze toename had namelijk te maken met de interestbaten van de beleggingen in vreemde valuta bij buitenlandse banken, welke zijn toegenomen met 9,1%. Ook een daling van de interestlasten van goudcertificaten met 48,1% speelde hierbij een rol. Echter zijn de interestbaten uit binnenlandse bron, c.q. van de Staat, afgenomen met 3,1%. De provisiebaten en de koersmarge opbrengsten vertoonden een lichte stijging van respectievelijk SRD 1,3 miljoen en SRD 1,4 miljoen.
VII.5 Chartaal betalingsverkeer VII.5.1 De geldcirculatie Uit tabel VII.1 is te zien dat de bankenbiljettencirculatie 2012 in waarden sterk toenam met SRD 154,8 miljoen (18,8%), terwijl daarentegen het aantal bankbiljetten slechts toenam met ongeveer 1,7 miljoen stuks (8,2%) ten opzichte van 2011. Deze ontwikkeling heeft te maken met het grote aandeel van de SRD 50 coupure en de SRD 100 coupure in de totale waarde van de bankenbiljettencirculatie. Dit aandeel was in het 4e kwartaal van 2012 gelijk aan 88,6% (zie tabel VII.3). In het eerste kwartaal was dit reeds gelijk aan 86,1%. De SRD 50 coupure heeft zowel in waarde als in aantal het grootste aandeel, dit is het gevolg van het feit dat voornamelijk deze coupure wordt gebruikt om ATM’s te bevoorraden.
Tabel VII.1 Omvang van de bankbiljettencirculatie per jaarultimo Aantal Coupure
Totaal
Bedrag (in SRD)
100
2011 2.855.111
2012 3.863.453
2011 285.511.100
2012 386.345.300
50
8.079.366
9.583.800
403.968.300
479.190.000
20 10 5
4.979.880 2.130.966 2.304.222 20.349.545
3.795.885 2.275.800 2.504.322 22.023.260
99.597.600 21.309.660 11.521.110 821.907.770
75.917.700 22.758.000 12.521.610 976.732.610
Bron: Centrale Bank van Suriname
Tabel VII.2 Samenstelling van de bankbiljettencirculatie in 2012 per kwartaalultimo (bedragen in SRD)
Coupures
I
II
III
IV
100
290.119.500
293.229.900
328.283.600
386.345.300
50 20 10 5
377.295.050 76.054.760 19.964.980 11.579.835
379.623.750 71.232.460 19.660.960 11.646.710
394.338.600 71.786.400 20.389.000 12.277.335
479.190.000 75.917.700 22.758.000 12.521.610
775.014.125
775.393.780
827.074.935
976.732.610
Totaal
Bron: Centrale Bank van Suriname
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
35
Tabel VII.3 Samenstelling van de bankbiljettencirculatie naar coupure per kwartaalultimo (in procenten van de totale waarde)
Coupures
I 100 50 20 10 5
Totaal
II 37,43 48,68 9,81 2,58 1,49 100,00
III 37,82 48,96 9,19 2,54 1,50 100,00
IV 39,69 47,68 8,68 2,47 1,48 100,00
39,55 49,06 7,77 2,33 1,28 100,00
Bron: Centrale Bank van Suriname
VII.6 Kasbeweging Tabel VII.4 geeft een overzicht van alle chartale ontvangsten en uitgaven in 2012. De trend waarbij in het 2e, 3e en 4e kwartaal de uitgaven de ontvangsten overtreffen heeft zich ook in het verslagjaar voortgezet. Hierdoor is er per saldo ± SRD 160,3 miljoen meer uitgegeven. Als gevolg van de grote afstortingen van de handelsbanken aan het begin van het jaar vallen de ontvangsten in het 1e kwartaal hoger uit. Vanwege onder andere meerkosten door het bedrijfsleven in de maand december als gevolg van uitkeringen van bonussen en gratificaties vertonen de uitgaven in het 4e kwartaal t.o.v. het 1e kwartaal een stijging van ± 80%, terwijl de ontvangsten een daling van ± 29% vertonen. Hieruit kan worden geconcludeerd dat in vergelijking tot de overige kwartalen de vraag naar chartaal geld het grootst is in het laatste kwartaal.
VII.6.1 Kasontvangsten en kasuitgaven Evenals in 2011 is de coupure van SRD 50 zowel het meest uitgegeven als het meest ontvangen bankbiljet. Per saldo is van deze coupure meer uitgegeven dan ontvangen. Uit de tabellen VII.5 en VII.6 blijkt verder dat bij de pasmunten de SRD 1 het meest is terug ontvangen terwijl de SRD 0,25 het meest is uitgegeven. Evenals in 2011 zijn er in 2012 significant meer pasmunten uitgegeven dan terugontvangen. Hieruit wordt geconcludeerd dat de vraag naar pasmunten verder toeneemt en dat de pasmunten in geringe mate terugvloeien naar de Bank. In vergelijking met de pasmunten zijn er nauwelijks muntbiljetten uitgegeven. Gelet op de geringe vraag naar muntbiljetten en het feit dat de pasmunten veel minder aan slijtage onderhevig zijn en als gevolg hiervan een langere levensduur hebben, worden zij meer in omloop gebracht dan de muntbiljetten.
VII. 7 Vervalsingen In 2012 zijn er door de Bank in totaal 170 valse bankbiljetten geregistreerd. Vanaf de uitgifte van de bankbiljetten met verbeterde echtheidskenmerken ultimo 2010 en het uit omloop halen van de voorgaande versie SRD bankbiljetten is het aantal onderschepte vervalsingen aanzienlijk verminderd.
Tabel VII.4 De Kasbeweging bij de Centrale Bank van Suriname (in hele SRD)
Omschrijving
1e kw
Ontvangsten: - Bankbiljetten - Muntbiljetten - Munten
214.819.010 4.000 89.467
183.982.450 1.451 437.271
190.246.480 1.239 308.480
152.342.885 763 437.791
741.390.825 7.453 1.273.009
Totaal ontvangsten (1)
214.912.477
184.421.172
190.556.199
152.781.439
742.671.287
Uitgaven: - Bankbiljetten - Muntbiljetten - Munten
167.925.365 130 1.356.876
184.362.105 31 1.132.539
241.927.635 77 2.022.816
301.999.170 1.045 2.263.886
896.214.275 1.283 6.776.117
Totaal Uitgaven (2)
169.282.371
185.494.675
243.950.528
304.264.101
902.991.675
45.630.106
-1.073.503
-53.394.329
-151.482.662
-160.320.388
Per saldo ontvangen/uitgegeven Bron: Centrale Bank van Suriname
36 Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
2e kw
3e kw
4e kw
Totaal
Uit tabel VII.7 blijkt dat in 2012 het biljet van SRD 50 het meest is vervalst. Echter moet worden opgemerkt dat er hiervan 5 stuks betrekking hebben op de bankbiljetten met verbeterde echtheidskenmerken.
Voor wat betreft de vervalsingen bij de coupures van SRD 100, SRD 20 en SRD 5, hebben respectievelijk 31 stuks, 2 stuks en 1 stuk betrekking op de bankbiljetten met verbeterde echtheidskenmerken.
Tabel VII.5 Kasontvangsten (in hele SRD)
Coupure Bankbiljetten
1e kw
2e kw
3e kw
4e kw
Totaal aantal
100
549.034
443.599
502.508
399.445
1.894.586
189.458.600
50
2.184.440
2.138.654
2.118.775
1.651.317
8.093.186
404.659.300
20
2.171.198
1.295.547
1.391.060
1.176.363
6.034.168
120.683.360
10
525.624
491.023
471.483
431.235
1.919.365
19.193.650
5
402.682
373.736
304.180
398.585
Totaal Muntbiljetten
1.479.183
7.395.915
19.420.488
741.390.825
2,50
1.220
406
182
125
1.933
4.833
1,00
950
436
784
450
2.620
2.620
4.553
7.453
Totaal Pasmunten
Totaal bedrag
2,50
11.206
9.618
30.716
24.764
76.304
190.760
1,00
54.576
370.128
180.001
306.799
911.504
911.504
0,25
22.230
166.771
193.003
253.236
635.240
158.810
0,10
10.835
12.128
32.629
50.356
105.948
10.595
0,05
4.368
3.488
3.179
14.540
25.575
1.279
0,01
1.625
1.809
1.606
1.003
6.043
60
1.760.614
1.273.008
Totaal Bron: Centrale Bank van Suriname
Tabel VII.6 Kasuitgaven (in hele SRD)
Coupure Bankbiljetten
1e kw
2e kw
3e kw
4e kw
474.703
853.045
980.044
2.902.910
290.291.000
50
1.650.975
2.185.228
2.413.072
3.348.352
9.597.627
479.881.350
20
994.056
1.054.432
1.418.757
1.382.931
4.850.176
97.003.520
10
391.156
460.621
544.287
668.135
2.064.199
20.641.990
5
414.427
387.111
430.305
447.440
1.679.283
8.396.415
21.094.195
896.214.275
2,50
8
5
18
212
243
608
1,00
110
18
32
515
675
675
918
1.283
Totaal Pasmunten
Totaal bedrag
595.118
Totaal Muntbiljetten
Totaal aantal
100
2,50
155.090
126.170
253.283
257.760
792.303
1.980.758
1,00
633.196
571.206
906.466
1.128.584
3.239.452
3.239.452
0,25
895.323
592.070
1.299.944
1.355.632
4.142.969
1.035.742
0,10
862.703
824.221
1.100.716
1.085.533
3.873.173
387.317
0,05
492.467
261.126
914.924
833.878
2.502.395
125.120
0,01
123.063
241.205
233.900
174.658
772.826
7.728
15.323.118
6.776.117
Totaal Bron: Centrale Bank van Suriname
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
37
VII.8 Naverwisseling
Tabel VII.7 Valse bankbiljetten onderschept bij de banken en bij de Centrale Bank van Suriname
Coupure 100
Aantal
50 20 10 5
Zie tabel VII.8 voor de naverwisseling van de Sfbiljetten. Gedurende het verslagjaar zijn er 9.485 Sf-biljetten aangeboden voor naverwisseling. Eerder werd ook al aangegeven door de Bank dat het trage tempo van de naverwisseling enerzijds te maken heeft met het feit dat het gros van de uitstaande Sf-biljetten bestaat uit coupures van Sf 5 tot en met Sf 100, welke nu per coupure SRD 0,10 of minder waard zijn. Anderzijds is men er ook van bewust dat de Sf-biljetten tot medio 2034 aangeboden kunnen worden.
37
109 18 4 2
Totaal
170
Bron: Centrale Bank van Suriname
Tabel VII.8 Naverwisseling van de SF-biljetten Coupure 5 10 25 100 250 500 1.000 2.000 5.000 10.000 25.000 Totaal
Uitstaande per 31-12-11 aantal Bedrag 7.870.807 39.354.035 7.964.427 79.644.270 9.904.135 247.603.375 4.654.386 465.438.600 1.452 363.000 699.598 349.799.000 759.741 759.741.000 201.314 402.628.000 216.469 1.082.345.000 196.702 1.967.020.000 15.334 383.350.000 32.484.365
5.777.286.280
Naverwisseling in 2012 aantal Bedrag 1.483 7.415 2.254 22.540 2.194 54.850 1.074 107.400 118 59.000 572 572.000 338 676.000 476 2.380.000 785 7.850.000 191 4.775.000 9.485
16.504.205
Uitstaande per 31-12-12 aantal Bedrag 7.869.324 39.346.620 7.962.173 79.621.730 9.901.941 247.548.525 4.653.312 465.331.200 1.452 363.000 699.480 349.740.000 759.169 759.169.000 200.976 401.952.000 215.993 1.079.965.000 195.917 1.959.170.000 15.143 378.575.000 32.474.880
5.760.782.075
Bron: Centrale Bank van Suriname
Tabel VII.9 Aantal verrekende cheques en giro’s (in hele SRD)
Maand
Aantal cheques
Bedrag
Aantal giro's
bedrag
Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December
2.263 1.764 1.860 2.485 2.453 1.805 2.461 2.164 2.133 2.474 1.474 2.177
174.797.384 164.655.366 185.164.563 192.483.857 132.897.977 162.807.643 245.917.984 199.419.401 184.807.383 214.149.335 272.199.584 182.948.688
1.784 1.712 1.729 1.696 1.867 1.654 1.912 1.674 1.648 1.595 1.762 1.718
1.289.045.067 800.780.301 727.033.568 1.266.993.819 911.787.183 932.943.229 961.929.807 820.326.700 1.180.308.013 960.714.885 1.175.733.698 1.046.469.437
Totaal
25.513
2.312.249.165
20.751
12.074.065.707
Bron: Centrale Bank van Suriname
38 Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
VII.9 Verrekende cheques en giro’s in 2012
De afname van verrekende cheques die de Bank bereiken gaat ook in dit verslagjaar onverkort door. Het aanbod van giro’s is lichtelijk gestegen in aantal van 20.165 vorig jaar naar 20.751 en het totaal bedrag aan verwerkte giro’s is enorm gestegen van SRD 8,1 miljard naar ruim SRD 12 miljard.
Nominaal in grammen fijn goud uitgedrukt 5 10 50 100 500 1000
Bron: Centrale Bank van Suriname * inclusief rente
VII.10 Herdenkingsmunten In dit verslagjaar blijkt de belangstelling voor de gouden Millenniummunt 14 karaat het grootst, waarna de Millenniummunt van 22 karaat volgt. De gouden munten in het kader van onze Staatkundige Onafhankelijkheid blijken het minst gewild.
Tabel VII.10 Verkochte herdenkingsmunten en gedenkpenningen Omschrijving Gedenkpenning '20 jaar Staatkundige Onafhankelijkheid' (goud)
Aantal 1
25 jaar Staatkundige Onafhankelijkheid (goud)
3
30 jaar Staatkundige Onafhankelijkheid (goud)
-
Brug over de Surinamerivier (goud)
22
Millenniummunt (goud- 22 karaat)
26
Millenniummunt (goud- 14 karaat)
38
50 jaar Centrale Bank van Suriname (goud)
8
Totaal
98
Bron: Centrale Bank van Suriname
VII. 11 Goudcertificaten Het totaal aantal aangeboden certificaten in 2012 bedraagt 14 stuks. Zowel in 2011 als in 2012 zijn alleen de goudcertificaten van 5 en 10 gram voor wederinkoop aangeboden.
Tabel VII.11 Wederinkoop goudcertificaten in grammen van Jaar
5
10
50
100
500
1000
2011
5
8
-
-
-
-
13
2012
8
-
6
-
-
-
14
Bron: Centrale Bank van Suriname
Tabel VII.12 Waarde goudcertificaten per jaarultimo* (in hele SRD)
Totaal
2009 847 1.693 8.465 16.930 84.650 169.301
2010 1.125 2.251 11.254 22.509 112.544 225.087
2011
2012
1.518 3.037 15.184 30.368 151.840 303.680
1.689 3.377 16.886 33.772 168.861 337.722
VII.12 Ontwikkeling van de goud productie en goudexport Internationale ontwikkelingen De goudprijs heeft in dit verslagjaar niet zoveel schommelingen vertoond als het afgelopen jaar. De cumulatief gemiddelde prijs bedroeg USD 1.669 welke slechts 6.20% hoger lag dan de gemiddelde prijs van 2011. De hoogste prijsnotering werd bereikt op 4 oktober 2012 met een bedrag van USD 1.792 (per troy ounce). Vanaf 30 mei 2012 hebben alle transacties boven een prijs van USD 1.540 plaatsgevonden. Kleinschalige goudwinning De stijgende trend van het exportvolume van goud afkomstig van de kleinschalige goudwinning heeft zich ook in dit verslagjaar voortgezet. Deze bedroeg ca. 1.743 kg meer als het vorig verslagjaar hetgeen neerkomt op een procentuele toename van 9.01% ten opzichte van 2011. Het exportvolume bedroeg in dit verslagjaar namelijk 20.935 kg terwijl dat van het vorig verslagjaar een niveau bereikte van 19.192 kg Wanneer de prijsontwikkeling van goud over dit verslagjaar in ogenschouw wordt genomen, dan blijkt dat de toename van de exportwaarde eerder een resultante is van het toegenomen exportvolume dan van de goudprijs. Bedoelde exportwaarde is ten opzichte van 2011 gestegen met USD 127.745.094 hetgeen overeenkomt met een stijging van 13,76%. Vorig verslagjaar bedroeg bedoelde exportwaarde nog USD 928.305.269, terwijl in dit verslagjaar dit bedrag gestegen is naar USD 1.056.050.363. De bijdrage aan de staatskas in de vorm van royalties bedraagt in dit verslagjaar USD 10.769.590. Dit houdt een stijging in van 15,50% ten opzichte van 2011. Toen bedroeg de afgedragen royalty USD 9.324.155. Rosebel Gold Mines Het exportvolume van Rosebel Gold Mines (RGM) heeft in dit verslagjaar een lichte stijging doorgemaakt van 4,75% ten opzichte van 2011. Dit exportvolume bedroeg namelijk 12.411 kg ten opzichte van 11.848 kg in 2011.
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
39
Tabel VII.13 Goudexporten van de kleine goudmijnbouw en betaalde royalty’s Gewicht in grammen Maand
vóór bemonstering
na bemonstering
Royalty's in US$
Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December
1.626.342 1.436.658 1.624.160 1.649.691 1.567.198 1.824.935 1.920.999 1.842.325 1.774.998 1.948.754 1.917.675 1.822.890
1.624.667 1.435.188 1.622.470 1.647.950 1.565.585 1.822.986 1.918.969 1.840.377 1.773.147 1.946.746 1.915.681 1.820.968
824.418 770.487 839.780 839.274 768.879 893.632 942.028 926.218 950.554 1.050.629 1.017.032 946.659
Totaal
20.956.625
20.934.734
10.769.590
Bron: Centrale Bank van Suriname
Hoewel de gerealiseerde prijs over dit verslagjaar slechts ca. 4,47% hoger ligt dan die van het vorig verslagjaar, merken wij hier een stijging van de gerealiseerde exportwaarde. Dit lijkt te maken te hebben met de prijsontwikkeling welke voor Rosebel een gunstig verloop heeft gehad. De hierbij gerealiseerde exportwaarde bedroeg USD 666.683.618 welke een stijging is van 11,25% ten opzichte van 2011. Toen bedroeg deze nog een waarde van USD 599.266.918. Andere ontwikkelingen De verheffing van de ontwerpwet Goudbelasting heeft in 2012 niet meer plaatsgevonden. De geprojecteerde verhoging van de royalty van 1 naar 2% is dan ook niet meer geëffectueerd. Hierdoor loopt de staat achter met de geplande progressieve inning van de royalties op gewonnen goud. Onduidelijk is wat de status is van deze conceptwet. In dit verslagjaar werd ook de komst van een goudzuiveringsinstituut, de Kaloti Minthouse, aangekondigd. Hierdoor zal de Surinaamse overheid in staat worden gesteld om de juiste waarde van het geëxporteerde goud vast te stellen.
VII. 13 Numismatisch Museum De Bank exploiteert een museum voor de vastlegging van de Surinaamse muntgeschiedenis. Suriname BU-Muntsets In 2004 heeft de Bank muntsets geïntroduceerd, op voorstel van de Koninklijke Nederlandse Munt. De muntsets bestaan uit de circulatiemunten van Suri-
40 Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
name met uitzondering van de 1 cent, in de kwaliteit Briljant Uncirculated (BU). De doelgroep is de muntverzamelaar in en buiten Nederland. De Suriname BU-muntsets worden in het Numismatisch Museum aan het publiek ten verkoop aangeboden. De BU-muntsets zijn uitgegeven in een prachtige blisterverpakking en hebben jaarlijks een ander thema. Ons Geld Ter gelegenheid van haar 55 jarig bestaan op 1 april 2012 heeft de Bank het boek ‘Ons Geld’ uitgeven. De doelgroep is de schooljeugd maar de publicatie geniet grote belangstelling onder alle delen van de samenleving. Naast de geschiedenis van het Surinaams geldwezen worden hierin de taken en verantwoordelijkheden van de Bank uitgelegd en op duidelijke manier de werking van de economie. Publieksonderzoek Aan de hand van het gastenboek wordt dagelijks het bezoekersaantal bijgehouden, dit al vanaf de opening van het Numismatisch Museum op 8 april 2002. Hierdoor bestaat er ook een goed overzicht van het aantal bezoekers per jaar. Na in 2010 een piek in het bezoekersaantal van 4.757 te hebben geregistreerd, is er een terugval naar 2.555 in 2012.Het blijkt dat, om een hoog bezoekersaantal te halen, de scholen jaarlijks uitnodigingen moeten worden toegestuurd ter herinnering aan de mogelijkheid om het museum te bezoeken. Scholieren behoren nog altijd tot de categorie hoogste aantal bezoekers. In 2012 zijn het 2.029 scholieren geweest op het totaal van 2.555 bezoekers.
Tabel VII.14 Bezoekersaantal Numismatisch Museum 2002 t/m 2012 Jaar 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
Aantal 3.746 1.709 2.629 3.258 1.527 2.647 1.837 1.944 4.757 2.516 2.555
Tabel VII.15 Overzicht verkochte Briljant Uncirculated (BU) Coins Jaar uitgifte
Thema
2011
2012
2004
Flora van Suriname
2
5
2005
Fauna van Suriname
4
6
2006
Paramaribo
2
6
2007
Kunst en cultuur
2
1
2008
Flora van Suriname
2
3
2009
Suriname Culinair
7
2
2010
Industrie van Suriname
1
7
20
30
Totaal Bron: Centrale Bank van Suriname
Bron: Centrale Bank van Suriname
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
41
JAARREKENING Publicatieverslag 2012 Balans per 31 december 2012 Resultatenrekening over 2012
Toelichting - Grondslagen voor balanswaardering en resultaatbepaling - Toelichting op de balans per 31 december 2012 - Toelichting op de resultatenrekening over 2012
Overige gegevens - Controleverklaring van de onafhankelijke accountant - Vaststelling jaarrekening - Statutaire winstverdeling - Vaststelling jaarrekening voorgaand boekjaar - Vaststelling jaarrekening 2012 en winstverdeling boekjaar 2012 - Management en Toezichthoudend Orgaan van de Bank
42 Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
BALANS PER 31 DECEMBER (Na winstverdeling) ACTIVA Goud en goudvorderingen Goud in het buitenland Goud in het binnenland Industriegoud
Vorderingen in vreemde valuta en andere buitenlandse waarden Vorderingen op correspondentbanken Vorderingen op het I.M.F.
Vorderingen op de Staat en overige vorderingen Rekening-courant en overige vorderingen op de Staat Geconsolideerde Vlottende Staatsschuld Rekening-courant en overige vorderingen op financiële instellingen Overige
Beleggingen van kapitaal, reservefonds en bijzondere reserve Belegging in herdenkingsmunten Belegging in kunstwerken
Overige aciva Voorraad herdenkingsmunten en gemunt goud Materiële vaste activa Overige financiele activa Overlopende activa Diverse
2012 SRD
2011 SRD
391.979.329 8.658.645 10.585.461 411.223.435
344.648.100 8.037.826 9.777.583 362.463.509
2.666.803.183 433.223.877 3.100.027.060
2.266.748.682 431.451.336 2.698.200.018
1.410.974.493 108.342.000 13.477.258 2.373.435 1.535.167.186
1.096.174.451 113.898.000 26.967.179 3.013.224 1.240.052.854
6.403.054 2.333.887 8.736.941
5.885.809 2.333.887 8.219.696
11.452.621 60.627.905 772.360 14.113.591 31.652.672 118.619.149 ____________ 5.173.773.771
10.775.093 45.609.916 772.360 13.893.620 43.383.192 114.434.181 ____________ 4.423.370.258
Paramaribo, 20 december 2013 De President van de Centrale Bank van Suriname G. Hoefdraad
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
43
PASSIVA
2012 SRD
Bankbiljetten in omloop
976.732.610
821.907.770
Verplichtingen aan de algemene banken
1.193.381.424
757.736.302
Verplichtingen aan de Staat en aan overige ingezetenen in SRD
1.778.524.158
1.624.764.946
Verplichtingen aan ingezetenen in vreemde valuta
62.202.899
3.722.701
Verplichtingen aan niet-ingezetenen
12.875.074
9.853.779
Tegenwaarde toegewezen bijzondere trekkingsrechten I.M.F.
440.020.069
438.170.135
Goudcertificaten
120.014.699
107.947.586
1.735.116
1.620.199
200.190.402
319.586.851
201.925.518
321.207.050
235.788.903
202.460.182
41.359.975
25.168.610
277.148.878
227.628.792
Kapitaal
12.000.000
12.000.000
Reservefonds
18.159.321
17.642.076
Bijzondere reserve
80.789.121
80.789.121
110.948.442
110.431.197
_ _________ 5.173.773.771
___________ 4.423.370.258
2011 SRD
Overige passiva Overlopende passiva Diverse passiva
Herwaarderingsrekeningen Waarderingsverschillen goud en deviezen Herwaardering gebouwen en terreinen
Kapitaal en reserves
Paramaribo, 20 december 2013 De Raad van Commissarissen van de Centrale Bank van Suriname Regeringscommissaris: W. Duiker Overige Commissarissen van de Raad: - Directeur van Financiën: L. Pinas-Halfhide - Directeur van Handel en Industrie: M. Tuur - C. Linger-van der Ziel - Q. Kromosoeto-Hidalgo - R. Soentik - S. Burleson
44 Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
RESULTATENREKENING OVER 2012 SRD
2011 SRD
Interestbaten
118.905.378
119.906.044
Interestlasten
8.455.809
15.179.350
110.449.569
104.726.694
-2.218.335
148.434.161
48.253.547
46.882.244
Provisiebaten
7.330.497
6.051.584
Overige baten
12.558.087
576.700
Totaal netto baten
176.373.365
306.671.383
Personeelskosten Andere beheerskosten Afschrijving op materiële vaste activa Overige lasten Totaal der lasten
70.709.095 23.177.681 4.659.237 5.671.342 104.217.355
59.121.183 11.548.000 3.590.881 4.041.866 78.301.930
72.156.010
228.369.453
Netto interestbaten Gerealiseerde verkoopresultaten, waarderingsverschillen en afwaardering op lagere marktwaarde Koersmarge
Winst
Paramaribo, 20 december 2013 De President van de Centrale Bank van Suriname G. Hoefdraad
De Raad van Commissarissen van de Centrale Bank van Suriname Regeringscommissaris: W. Duiker Overige Commissarissen van de Raad: - Directeur van Financien: L. Pinas-Halfhide - Directeur van Handel en Industrie: M. Tuur - C. Linger-van der Ziel - Q. Kromosoeto-Hidalgo - R. Soentik - S. Burleson
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
45
GRONDSLAGEN VOOR BALANSWAARDERING EN RESULTAATBEPALING Algemene waarderingsregels De activa en passiva worden voor de nominale waarde opgenomen tenzij in de navolgende toelichtingen anders is vermeld. Van de winsten van de Bank wordt overeenkomstig artikel 35, lid 1 van de Bankwet geen belastingen geheven, ingevolge waarvan niet met actieve latente belastingvorderingen noch met passieve latente belastingverplichtingen rekening wordt gehouden. GRONDSLAGEN VAN OMREKENING VAN BUITENLANDSE GELDSOORTEN De activa en passiva in vreemde valuta worden in beginsel ultimo van het jaar gewaardeerd tegen de door de Bank genoteerde aankoopkoers voor wissels, cheques en overmakingen. De omrekening van transacties in vreemde valuta in de loop van het jaar vindt in beginsel plaats tegen de officieel door de Bank genoteerde dagkoers, zijnde de aankoopkoers. Voor de omrekening van buitenlandse geldsoorten en waarden per jaareinde, zijn de volgende door de Bank gehanteerde wisselkoersnoteringen gehanteerd. Aankoopkoersen voor wissels en bankpapier1
2012
2011
US-dollar
SRD 3,250
bankpapier SRD 3,250
Euro
4,284
Pound sterling
5,244
wissels
SRD 3,250
bankpapier SRD 3,250
4,272
4,189
4,176
5,208
5,011
4,976
wissels
GRONDSLAGEN RESULTAATBEPALING Baten en lasten worden ten gunste of ten laste van het jaar verwerkt waarop die betrekking hebben. Bij het vaststellen van de baten en lasten wordt rekening gehouden met vooruitbetaalde- en nog te betalen kosten, alsmede met nog te ontvangen of vooruit ontvangen opbrengsten. In geval van stagnerende rentedragende vorderingen wordt waar nodig rekening gehouden met een voorziening op de in rekening gebrachte interest. De mutaties en het saldo van de post ‘Waarderingsverschillen goud en deviezen’ per balansdatum worden berekend met in achtneming van de in goud genomineerde waarde van de SRD verplichtingen met betrekking tot de uitstaande goudcertificaten. Dit impliceert dat waarderingsverschillen in de loop van het jaar niet ten gunste of ten laste van het resultaat worden gebracht mits de in de balans opgenomen reserves voldoende zijn om nadelige verschillen daarop af te boeken. De in de balans opgenomen waarderingsverschillen op goud en deviezen worden ten gunste van het resultaat verwerkt wanneer zij door verkoop worden gerealiseerd.
1) De wisselkoersen zijn een afgeleide van de door de Europese Centrale Bank aangegeven referentiekoersen voor de euro op de vorige Bankdag
46 Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
Bij de bepaling van de verkoopresultaten wordt uitgegaan van het First in First out principe. Dit impliceert dat de in de balans aangehouden niet-gerealiseerde koersverschillen het verschil betreft tussen de balanswaarde van de activa minus hun kostprijs op basis van de laatst bekende aankopen. Waarderingsverschillen op gouden munten en gemunt goud worden, voorzover zij de handelsvoorraad betreffen, direct ten gunste of ten laste van het resultaat geboekt. De post in de resultatenrekening wordt aangeduid met ‘Gerealiseerde verkoopresultaten, waarderingsverschillen en afwaardering op lagere marktwaarde’. De drukkosten van de in een jaar ontvangen biljetten worden geactiveerd en in beginsel over de levensduur van de bankbiljetten afgeschreven, bij benadering over een periode van 3 jaar. In het jaar van ontvangst geschiedt de afschrijving tijdsevenredig, benaderd op gemiddeld een half jaar of 50% van de jaarafschrijving van de drukkosten van de ontvangen biljetten. De pensioenen van het personeel zijn ondergebracht bij de Stichting Pensioenfonds van de Centrale Bank van Suriname. Zij zijn gebaseerd op het “final pay” systeem. De aan het pensioenfonds verschuldigde koopsommen worden jaarlijks door een actuaris vastgesteld op basis van de verkregen rechten methode en ten laste van het jaar gebracht waarop zij betrekking hebben. De pensioenverplichtingen aan de Presidenten van de Bank worden door de Bank beheerd en zijn opgenomen in een voorziening welke in de post ‘Diverse Passiva’ is opgenomen. Van 2005 tot en met 2011 berusten de toevoegingen op interne schattingen. Ultimo 2012 is deze voorziening actuarieel berekend. Met verwijzing naar art. 8 van de Bankwet is de Bank bevoegd haar kapitaal, reservefonds en bijzondere reserve te beleggen. De opbrengsten van deze beleggingen worden onder de winsten van de Bank opgenomen. Mutaties in de waarde van de bezittingen, waarin het kapitaal is belegd worden ten bate of ten laste van het reservefonds gebracht. Voor- of achteruitgang van de waarde der bezittingen, waarin de reserves zijn belegd, komt ten bate of ten laste van die reserves. SPECIFIEKE GRONDSLAGEN EN TOELICHTINGEN Hiernavolgend worden de grondslagen voor de belangrijkste posten van de balans behandeld. Goud en goudvorderingen Waardering goudreserve: Monetair goud De waardering van de voorraad monetair goud is gebaseerd op de notering van de ‘London Gold Fix’2 per jaareinde.
2) De aangegeven goudprijs is de London PM-gold fix op de vorige Bankdag
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
47
Industriegoud De waardering is gebaseerd op 93% van het bruto gewicht tegen de ‘London Gold Fix’ per jaareinde uitgaande van het gemiddelde refiningspercentage over een periode van twee jaren. Vorderingen in vreemde valuta en andere buitenlandse waarden Vorderingen op correspondentbanken De onder deze post begrepen vorderingen in vreemde valuta betreffen werksaldi, die worden aangehouden bij correspondentbanken, alsmede beleggingen van vrij beschikbare liquide middelen. De waardering van deze vorderingen vindt plaats tegen nominale waarde, voorzover in vreemde valuta omgerekend tegen de eindejaar koers. Vorderingen op het I.M.F. De vorderingen op het I.M.F. betreffen ‘Special Drawing Rights’ (SDR’s). Deze bijzondere trekkingsrechten betreffen, door het Internationale Monetaire Fonds gecreëerde, deviezenreserves, die in beginsel alleen mogen worden gebruikt bij een betalingsbalanstekort en in dat geval bij andere lidlanden inwisselbaar zijn in USdollars. Vorderingen op de Staat en overige vorderingen De Bank is verplicht aan de Staat, telkens wanneer de Minister van Financiën dit tot tijdelijke versterking van Staatskas nodig acht, voorschotten te verstrekken in rekening-courant op onderpand van schatkistpapier, waarvan de uitgifte of belening is toegestaan krachtens wet. Deze voorschotten zullen tegelijkertijd gezamenlijk niet meer dan 10% van de geraamde middelen van de gewone dienst der begroting over het lopende dienstjaar mogen bedragen. Overschrijding van dit maximum is verboden. Van een overschrijding zal sprake zijn wanneer het netto debetsaldo van de gezamenlijke rekeningen-courant van de Staat bij de Bank gedurende ten hoogste vijf en veertig dagen onafgebroken boven het in dit artikel bepaalde maximum is gebleven en de Minister van Financiën, na daarvan schriftelijk door de President van de Bank op de hoogte te zijn gesteld, geen uitsluitsel kan geven dat in de daaropvolgende vijf en veertig dagen de overschrijding zal zijn opgeheven. Deze voorschotten worden verstrekt tegen het daarvoor vigerende rentetarief van de Bank. Op de overige onder deze post opgenomen vorderingen worden noodzakelijk geachte voorzieningen in mindering gebracht. Beleggingen van kapitaal, reservefonds en bijzondere reserves Belegging in herdenkingsmunten Deze betreffen een belegging van het kapitaal. De herdenkingsmunten worden gewaardeerd tegen fijn goudwaarde op basis van de marktwaarde van het edelmetaal per jaareinde. De waardeverandering als gevolg van de periodieke herwaardering van de belegde herdenkingsmunten worden ten gunste/ten laste van het reservefonds verwerkt.
48 Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
Belegging in kunstwerken Deze betreffen een belegging van het kapitaal. De kunstwerken zijn gewaardeerd op basis van een in 2006 bij taxatie vastgestelde waarde. Waardeveranderingen worden ten gunste of ten laste van het reservefonds verwerkt. Overige activa Voorraad herdenkingsmunten en gemunt goud Deze voorraad betreft een handelsvoorraad en wordt gewaardeerd tegen fijn goudwaarde op basis van de marktwaarde van het edelmetaal per jaareinde. Wijzigingen in de waarde ten gevolge van de herwaardering van de goudwaarde en koerswijzigingen worden ten gunste of ten laste van het resultaat verwerkt onder de post ‘Gerealiseerde verkoopresultaten, waarderingsverschillen en afwaardering op lagere marktwaarde’. Materiële vaste activa De onroerende goederen, zijnde gebouwen en terreinen, worden tegen de actuele waarde, zijnde de vervangingswaarde of lagere bedrijfswaarde gewaardeerd. Taxaties uitgevoerd door externe onafhankelijke taxateurs, liggen aan deze actuele waarde berekening ten grondslag. De herwaardering op basis van de uitgevoerde taxatie geschiedt aan het einde van het jaar. De meerwaarde van de onroerende goederen zijnde de toename van de boekwaarde als gevolg van herwaardering, wordt op de herwaarderingsrekening ‘Herwaardering gebouwen en terreinen’ verwerkt. Afschrijvingen worden lineair ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht op basis van de verwachte gebruiksduur en restwaarde van de desbetreffende activa. Over de aanschafwaarde en de herwaardering van de terreinen wordt niet afgeschreven. De overige goederen opgenomen onder de post ‘materiële vaste activa’ worden tegen de verkrijgingsprijs gewaardeerd en lineair afgeschreven op basis van de verwachte levensduur. Afschrijvingsduur materiële vaste activa Gebouwen:
nieuw 40 jaar renovatie 15-30 jaar
Inventarissen:
3-5 jaar
Transportmiddelen:
5 jaar
De afschrijvingen geschieden tijdsevenredig. Goudcertificaten Deze betreffen rentedragende, in grammen fijn goud uitgedrukte, certificaten aan toonder die bij de Centrale Bank van Suriname in Surinaamse munt te gelde kunnen worden gemaakt. Zij hebben een onbepaalde geldigheidsduur en kunnen naar believen voor wederinkoop, bij de Bank worden aangeboden. Conform het reglement kan de rente op een goudcertificaat maximaal twintig jaar worden bijgeschreven. In- en verkoop geschieden tegen de dagwaarde, die gebaseerd is op de notering van de ‘London Gold Fix’, tegen de koers zoals deze op de dag van transactie door de Bank van toepassing zal zijn verklaard. Voor de waardering worden de grondslagen voor omrekening van buitenlandse geldsoorten toegepast. Evenwel vindt de waardering per balansdatum plaats tegen de door de Bank genoteerde verkoopkoers. Over de nominale
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
49
goudwaarde wordt een enkelvoudige rente, in goud uitgedrukt, van 5% per jaar vergoed, die uitsluitend betaalbaar is wanneer een goudcertificaat voor wederinkoop bij de Bank wordt aangeboden. Herwaarderingsrekeningen Waarderingsverschillen goud en deviezen De omrekening van transacties in goud en in vreemde valuta in de loop van het jaar vindt in beginsel plaats tegen de officieel door de Bank genoteerde dagkoers. De verdiende koersmarge op de verkooptransacties van vreemde valuta, zijnde het verschil tussen de aankoopen verkoopkoers, wordt tezamen met de door de lokale banken afgedragen kostenvergoeding, onder de post ‘Koersmarge’ in de resultatenrekening verantwoord. De koersverschillen, die ontstaan als gevolg van de waardefluctuaties van de Surinaamse munt ten opzichte van andere valuta, worden ten gunste of ten laste van de post ‘Waarderingsverschillen goud en deviezen’ geboekt. De waardeverschillen van de in omloop zijnde goudcertificaten worden eveneens ten gunste of ten laste van deze post geboekt. Boekingen ten laste van de post ‘Waarderingsverschillen goud en deviezen’ geschieden voor zover het saldo voldoende is. De vaststelling vindt plaats voor goud en per valutasoort. Tekorten alsmede bij verkoop gerealiseerde koersverschillen worden verantwoord onder de post ‘Gerealiseerde verkoopresultaten, waarderingsverschillen en afwaardering op lagere marktwaarde’. De post ‘Waarderingsverschillen goud en deviezen’ in de balans bevat dien ten gevolge, met in achtneming van de nominale waarde van de in omloop zijnde goudcertificaten, alleen de nog niet-gerealiseerde waardeverschillen, die betrekking hebben op de per balansdatum aanwezige hoeveelheid goud en de netto deviezenvoorraad, inclusief beleggingen. Herwaardering gebouwen en terreinen Deze herwaarderingsrekening betreft de herwaardering van de onroerende goederen van de Bank op basis van de actuele waarde. Afwaardering van onroerende goederen geschiedt tot het saldo van de herwaarderingsrekening, waarbij het deel boven het beschikbare saldo ten laste van de resultatenrekening wordt gebracht.
50 Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2012 Goud en goudvorderingen Naar aard en hoeveelheden zijn het goud en de goudvorderingen in fine troy ounces onder deze post als volgt opgebouwd: 2012 2011 Fine troy Fine troy In hoeveelheden ounces ounces Monetair goud 74.373 70.881 Industriegoud 2.113 2.113 76.486 72.994
In waarden Monetair goud Industriegoud
SRD 400.637.974 10.585.461 411.223.435
SRD 352.685.926 9.777.583 362.463.509
Waardering monetair goud geschiedt tegen de London Gold Fix per jaareinde per troy ounce USD-waarde per troy ounce per jaareinde SRD-waarde per troy ounce per jaareinde
2012
1.657,50 5.386,88
2011 1.531,00 4.975,75
De waardering van het industriegoud geschiedt tegen 93% van de voorraad tegen de London Gold Fix per jaareinde.
Monetair goud
Het verloop van de monetaire goudvoorraad is als volgt:
Stand per 1 januari Toegevoegd Verkocht Stand per 31 december
2012 Fine troy ounces 70.881 3.500 -8 74.373
2011 Fine troy ounces 63.383 7.564 -66 70.881
In waarden Stand per 1 januari Toegevoegd Verkocht Herwaardering Stand per 31 december
SRD 352.685.926 18.670.031 -42.326 29.324.343 400.637.974
SRD 241.417.941 37.518.280 -271.160 74.020.865 352.685.926
In hoeveelheden
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
51
Vorderingen in vreemde valuta en andere buitenlandse waarden Vorderingen op correspondentbanken Deze post is opgebouwd uit beleggingen en tegoeden bij correspondentbanken alsook kaswaarden in vreemde valuta.
De samenstelling is als volgt: Beleggingen in USD Beleggingen in Euro Tegoeden bij correspondentbanken Kaswaarden in vreemde valuta
2012 SRD 1.103.569.257 234.154.676 1.337.723.933
2011 SRD 747.399.250 443.959.918 1.191.359.168
1.282.680.251 46.398.999 1.329.079.250 ___________ 2.666.803.183
996.522.889 78.866.625 1.075.389.514 ___________ 2.266.748.682
2012 SRD
2011 SRD
592.366.973 745.356.960 1.337.723.933
213.659.382 977.699.786 1.191.359.168
Beleggingen Deze beleggingen betreffen per 31 december: Obligaties en deposito’s: - looptijd korter dan een jaar @ 0,28%-3,05 % /0,75%-2,12 % - langer dan een jaar @ 2,25%- 3,55% /2,07%-4,0%
Tegoeden bij corrrespondentbanken De tegoeden bij correspondentbanken betreffen werksaldi in het buitenland, waarvan SRD 174.743.931 in Euro, SRD 1.107.917.707 in USD en SRD 18.613 in overige valuta.
Vorderingen op het I.M.F.
Bijzondere trekkingsrechten I.M.F. Reservetranchepositie in het I.M.F.
Bijzondere trekkingsrechten I.M.F. in SDR Reservetranchepositie in het I.M.F. in SDR
52 Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
2012 SRD 402.629.502 30.594.375 433.223.877
2011 SRD 400.985.586 30.465.750 431.451.336
SDR 80.606.507 6.125.000 86.731.507
SDR 80.616.322 6.125.000 86.741.322
De Staat is sinds april 1978 lid van het Internationaal Monetair Fonds. De bijzondere trekkingsrechten betreffen de SDR positie en reserve-activa of deviezenreserves, die door het I.M.F. zijn gecreëerd. Op de hieruit voortvloeiende schuld is rente verschuldigd, waarvan het tarief per kwartaal wordt aangepast aan marktontwikkelingen en ten laste van de SDR positie wordt gebracht. Anderzijds wordt rente ontvangen over de SDR positie. De SDR’s uit dit fonds kunnen worden aangewend bij transacties tussen officiële en monetaire instanties. Onderstaand het verloop van de ‘Bijzondere trekkingsrechten I.M.F. Het verloop van deze post is als volgt:
2012 SDR’s
2011 SRD
SDR’s
SRD
Beginsaldo
80.616.322
400.985.585
80.647.663
336.542.698
Kosten/rentevergoeding Herwaardering Eindsaldo
-9.815 - 80.606.507
-49.289 1.693.206 402.629.502
-31.341 - 80.616.322
-161.030 64.603.918 400.985.586
De reservetranche positie betreft de deelneming in het I.M.F. Deze betreft de SDR rechten die de Staat Suriname bezit als lid van het I.M.F. gebaseerd op haar zogenoemde reservetranche. Zij mogen in beginsel alleen worden gebruikt bij een betalingsbalanstekort en kunnen in dat geval aan het I.M.F. worden gecedeerd om convertibele valuta te verkrijgen.
Vorderingen op de Staat en overige vorderingen Rekening-courant en overige vorderingen op de Staat
Voorschotten ex art. 21 Bankwet Overige rekening-courant vorderingen
2012 SRD 228.876.000 1.182.098.493 1.410.974.493
2011 SRD 228.876.000 867.298.451 1.096.174.451
De post ‘voorschotten aan de Staat (ex. art. 21 van de Bankwet)’ betreft een rekening-courantkrediet op onderpand van schatkistpapier. De overige vorderingen in rekening-courant worden toegestaan naar gelang de creditsaldi, welke zijn opgenomen in de post ‘Verplichtingen aan de Staat en overige ingezetenen in SRD’ aan de passiefzijde van de balans voldoende dekking geven. De voorschotten en debetsaldi zijn rentedragend. De rente bedraagt 9% per jaar enkelvoudig over het uitstaande saldo. Geconsolideerde Vlottende Staatsschuld Deze post betreft een lening aan de Staat die op 26 juli 2002 is afgesloten tussen de Bank en de Republiek Suriname ten bedrage van oorspronkelijk Sf 163.792.523.185. Tot zekerheid heeft de Staat haar recht op de jaarlijkse winst van de Bank gecedeerd.
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
53
Het verloop is als volgt:
Stand per 1 januari Aflossingen Stand per 31 december
2012 SRD 113.898.000 -5.556.000 108.342.000
2011 SRD 119.454.000 -5.556.000 113.898.000
Rekening-courant en overige vorderingen op financiële instellingen Deze post is als volgt opgebouwd: 2012 SRD
Rekening-courantvorderingen op financiële instellingen Overige vorderingen op financiële instellingen
2011 SRD 11.919.711 15.047.468 26.967.179
13.477.258 13.477.258
Beleggingen van kapitaal, reservefonds en bijzondere reserve De Bank mag krachtens artikel 8 van de Bankwet haar kapitaal, reservefonds en bijzondere reserve beleggen volgens regelen goed te keuren door de Regering van Suriname. Op grond hiervan is een deel van de voor belegging beschikbare middelen belegd in herdenkingsmunten en kunstwerken. Belegging in herdenkingsmunten Deze post is als volgt samengesteld: 2012
In hoeveelheden Gouden herdenkingsmunten per jaareinde Zilveren herdenkingsmunten per jaareinde In waarden Gouden herdenkingsmunten per jaareinde Zilveren herdenkingsmunten per jaareinde
54 Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
2011
Fine troy ounces
1.486,81 7.966,82 SRD
5.680.829 722.225 6.403.054
Fine troy ounces
1.486,81 7.966,82 SRD
5.258.840 626.969 5.885.809
Belegging in kunstwerken Het verloop van de belegging in kunstwerken is als volgt:
Stand per 1 januari Investering Stand per 31 december
2012 SRD 2.333.887 2.333.887
2011 SRD 2.243.887 90.000 2.333.887
2012 SRD 22.596.497 23.101.645 45.698.142
2011 SRD 14.262.692 16.013.677 30.276.369
2.023.813
1.058.255
11.505.903 1.400.047 60.627.905
12.577.300 1.697.992 45.609.916
Overige activa Materiële vaste activa De materiële vaste activa zijn als volgt samengesteld:
Terreinen Gebouwen Onroerende Goederen Onderhanden investeringen Inventarissen Transportmiddelen Stand per 31 december
Overige financiële activa Deze betreffen participaties in de bancaire instelling Banco Latinoamericano de Exportaciones (Bladex), de Society for Worldwide Interbank Financial telecommunication (SWIFT) en de Caribbean Information and Credit Rating Services Limited (CariCRIS). Bladex is een multinationale bank gevestigd in Panama met als doelstelling bevordering van de regionale handel in Latijns-America. De Bank bezit 7.285 aandelen A Bladex, met een waarde per aandeel ultimo 2012 van USD 21,07. De deelneming is gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs groot SRD 118.800. SWIFT is een coöperatieve instelling waarin de deelnemende banken en overige van haar diensten gebruikmakende ondernemingen participeren. De Bank maakt voor al haar internationale financiële transacties gebruik van SWIFT. De Bank bezit 1 aandeel SWIFT en deze is gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs groot SRD 3.560. CariCRIS is de Caribbean Information and Credit Rating Services Limited. De deelname van de Bank betreft 200.000 aandelen per 14 september 2011, waarvoor USD 200.000 is betaald en voor welke verkrijgingsprijs omgerekend tegen de koers op dat moment de deelneming is genoteerd.
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
55
Overlopende activa De overlopende activa 2012 betreffen nog te ontvangen baten.
Interest financiële instellingen Interest de Staat Overige te ontvangen baten
2012 SRD 8.283.938 5.829.653 14.113.591
2011 SRD 9.533.461 4.359.359 800 13.893.620
Diverse Deze post is als volgt opgebouwd:
Te verrekenen bedragen met derden Overlopende banktransacties Geactiveerde drukkosten SRD-biljetten Overige vorderingen
56 Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
2012 SRD 69.288 3.759.201 9.087.703 18.736.480 31.652.672
2011 SRD 14.931.579 10.413.038 9.177.027 8.861.548 43.383.192
PASSIVA Bankbiljetten in omloop Deze post betreft de SRD bankbiljetten in omloop welke voortkomen uit de emissie 2004. De nog niet ter verwisseling aangeboden Sf-biljetten per jaareinde zijn niet onder deze noemer opgenomen maar onder de post ‘Diverse passiva’. De bankbiljetten in omloop zijn naar coupure als volgt verdeeld: *
naar coupures:
In hoeveelheden SRD 5,00 SRD 10,00 SRD 20,00 SRD 50,00 SRD 100,00 In waarden SRD 5,00 SRD 10,00 SRD 20,00 SRD 50,00 SRD 100,00
2012 aantallen 2.504.322 2.275.800 3.795.885 9.583.800 3.863.453
2011 aantallen 2.304.222 2.130.966 4.979.880 8.079.366 2.855.111
SRD 12.521.610 22.758.000 75.917.700 479.190.000 386.345.300 976.732.610
SRD 11.521.110 21.309.660 99.597.600 403.968.300 285.511.100 821.907.770
Verplichtingen aan de algemene banken Deze betreffen rekening-courantverplichtingen aan algemene banken en de door hen bij de Bank aangehouden kasreserve en deposito’s in SRD en in vreemde valuta en wel als volgt:
R/C-tegoeden in SRD algemene banken Kasreserveverplichtingen in SRD algemene banken R/C-tegoeden in vreemde valuta algemene banken Kasreserveverplichtingen in vreemde valuta algemene banken
2012 SRD 589.055.388 537.464.538 1.126.519.926
2011 SRD 268.038.474 392.415.699 660.454.173
2.748.199
24.617.114
64.113.299 66.861.498 ___________ 1.193.381.424
72.665.015 97.282.129 __________ 757.736.302
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
57
Kasreserve De kasreserve bedraagt ultimo 2012 25% voor de SRD en 40% voor de vreemdevalutamiddelen. Zij beogen respectievelijk bij te dragen aan de stabiliteit van de Surinaamse munt en de liquiditeit van valutategoeden bij de algemene banken. De kasreserve in SRD wordt als renteloos deposito aangehouden bij de Bank, terwijl die in vreemde valuta als rentedragend verplicht deposito op geblokkeerde bankrekeningen bij de correspondentbank van de desbetreffende banken mogen worden aangehouden. Verplichtingen aan de Staat en aan overige ingezetenen in SRD Deze post is als volgt samengesteld: Gewone rekeningen van de Staat Bijzondere rekeningen van de Staat Semi-overheid Instellingen en derden Depositorekening Pensioenfonds van de CBvS Andere ingezetenen
2012 SRD 485.123.251 1.080.396.348 109.869.446 90.208.465 10.889.500 2.037.148 1.778.524.158
2011 SRD 335.780.557 1.093.445.333 119.832.339 61.810.062 10.889.500 3.007.155 1.624.764.946
De gewone rekeningen betreffen rekeningen-courantverhoudingen met ministeries en overige overheidsinstellingen. De bijzondere rekeningen betreffen bestemde tegoeden of fondsen van deze instellingen.
Verplichtingen aan ingezetenen in vreemde valuta Deze verplichtingen aan ingezetenen betreffen:
Cambio’s Overige instellingen en bedrijven
2012 SRD 2.443.792 59.759.107 62.202.899
2011 SRD 2.450.391 1.272.310 3.722.701
De verplichtingen aan cambio’s betreffen de door hen bij de Bank renteloos aan te houden tegoeden voor het vestigen van een wisselkantoor. Verplichtingen aan niet-ingezetenen Deze verplichtingen betreffen rekening-courantverplichtingen aan de International Bank for Reconstruction and development (Wereldbank), de Inter-American Development Bank en deposito’s van het I.M.F.
58 Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
Tegenwaarde toegewezen bijzondere trekkingsrechten I.M.F. Deze post betreft de tegenwaarde van de aan de Staat Suriname toegewezen bijzondere trekkingsrechten op het I.M.F. groot SDR 88.092.106, welke in US-dollars wordt uitgedrukt uitgaande van de laagste US-dollar koers in het desbetreffende kwartaal. De mutatie betreft de herwaardering van de SDR-verplichtingen tegen de koers per balansdatum.
Tegenwaarde toegewezen bijzondere trekkingsrechten I.M.F. Toegewezen bijzondere trekkingsrechten I.M.F. in SDR’s Koers SDR 1 = SRD
2012 SRD 440.020.069
2011 SRD 438.170.135
88.092.106 4,995
88.092.106 4,974
Goudcertificaten Ultimo van het jaar stonden er 2.078 certificaten uit, tegenover 2.092 ultimo van het vorige jaar. De in goud uitgedrukte waarde inclusief interest bedroeg respectievelijk 21.614 en 21.028 troy ounces. De vaststelling van de goudwaarde in SRD vindt plaats tegen de laatkoers van de Bank ingevolge waarvan de koers voor een troy ounce per jaareinde is vastgesteld op SRD 179 respectievelijk SRD 165.
Diverse passiva De post ‘Diverse passiva’ is als volgt opgebouwd:
Aan de Staat uit te keren winst (2012) / (2011) Te verrekenen bedragen met derden
Te verrekenen met het Ministerie van Financiën
Rentesubsidie lage inkomensgroepen Reservering implementatie IFRS Vervallen Surinaamse guldens bankbiljetten in omloop Overige
2012 SRD 72.156.010 45.255.749 20.596.439 12.480.468 23.369.453 5.760.782 20.571.501 200.190.402
2011 SRD 200.000.000 68.714.579 23.369.453 5.777.286 21.725.533 319.586.851
De post overige bevat onder andere de voorziening pensioenverplichtingen voor de (ex-) presidenten van de Bank, nog af te dragen royalties aan het Ministerie van Financiën, loonbelasting en premies A.O.V.
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
59
Herwaarderingsrekeningen Waarderingsverschillen goud en deviezen Deze post betreft de nog niet-gerealiseerde waardeverschillen, die betrekking hebben op de per balansdatum aanwezige hoeveelheid goud en de netto deviezenvoorraad inclusief goud- en valutabeleggingen, onder aftrek van de nominale waarde van de uitgegeven goudcertificaten. De mutaties in deze post zijn als volgt:
Stand per 1 januari Toename (2012) / (2011) Stand per 31 december
2012 SRD 202.460.182 33.328.721 235.788.903
2011 SRD 107.584.214 94.875.968 202.460.182
2012 SRD 22.594.818 18.765.157 41.359.975
2011 SRD 14.261.014 10.907.596 25.168.610
Herwaardering gebouwen en terreinen De samenstelling van deze herwaarderingsrekening is als volgt:
Herwaardering terreinen Herwaardering gebouwen
Kapitaal en reserves Kapitaal Het kapitaal bedraagt volgens artikel 4 van de Bankwet SRD 10.000.000. Het wordt wettelijk naar boven aangepast wanneer de waarde van de geldeenheid van Suriname daalt. De aanpassing wordt uitgevoerd door het nominaal bedrag van het kapitaal zoveel te verhogen als nodig is om de waardedaling van de geldeenheid van Suriname te compenseren en de tegenwaarde van het kapitaal in internationaal convertibele valuta op peil te houden. Bijstortingen op het kapitaal worden door de Staat opgebracht, al dan niet door winstinhoudingen van de Bank, totdat de maximale omvang van het kapitaal is bereikt, de genoemde aanpassing van dit artikel daaronder medebegrepen. Het verloop van deze post is als volgt: Stand per 1 januari Aanpassing (2012) / (2011) Stand per 31 december
2012 SRD 12.000.000 12.000.000
2011 SRD 10.000.000 2.000.000 12.000.000
De toevoeging van 20% in het vorig boekjaar heeft betrekking op de koersaanpassing van de Surinaamse dollar ten opzichte van de US dollar.
60 Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
Reservefonds Conform artikel 5 van de Bankwet heeft de Bank een Reservefonds. Dit Fonds is bestemd tot dekking van mogelijke verliezen ontstaan uit de bedrijfsvoering van de Bank. Het verloop van deze post is als volgt:
Stand per 1 januari Herwaardering herdenkingsmunten Stand per 31 december
2012 SRD 17.642.076 517.245 18.159.321
2011 SRD 16.395.398 1.246.678 17.642.076
Bijzondere reserve Krachtens artikel 6 van de Bankwet is de Bank bevoegd, met goedkeuring van de Minister van Financiën, Bijzondere reserves te vormen. Stortingen op en onttrekkingen aan de Bijzondere reserves behoeven de goedkeuring van de Minister van Financiën. Het verloop van deze post is als volgt: Stand per 1 januari Toevoeging uit de winst (2012) / (2011) Stand per 31 december
2012 SRD 80.789.121
2011 SRD 77.789.121
-
3.000.000
80.789.121
80.789.121
In het vorig boekjaar is alsgevolg van de winstverdeling 2011 een bedrag van SRD 3.000.000 aan de Bijzondere reserve toegevoegd.
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
61
TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING OVER 2012 Interestbaten
Interestbaten vorderingen op de Staat Interestbaten beleggingen in vreemde valuta Overige interestbaten
2012 SRD 83.838.100 32.366.889 2.700.389 118.905.378
2011 SRD 86.547.162 29.664.242 3.694.640 119.906.044
2012 SRD 7.257.964 1.197.845 8.455.809
2011 SRD 13.981.505 1.197.845 15.179.350
Interestlasten
Interestlasten van goudcertificaten Overige interestlasten
Gerealiseerde verkoopresultaten, waarderingsverschillen en afwaardering op lagere marktwaarde Deze post bevat zowel de verkoopresultaten alsook de afwaardering op lagere marktwaarde, de koersverschillen bij valuta-omzettingen en bij koerstransacties tegen afwijkende koersen. De neerwaartse ontwikkeling van de Euro heeft de koersresultaten op een negative wijze beïnvloed. Het resultaat in het voorgaand boekjaar (ad SRD 148.434.161) is incidenteel significant positief beïnvloed door de devaluatie van de Surinaamse dollar. Koersmarge
Koersmarge transacties in US-dollar Koersmarge transacties in Euro Koersmarge transacties in overige valuta
2012 SRD 39.021.111 9.139.400 93.036 48.253.547
2011 SRD 40.756.484 6.049.469 76.291 46.882.244
Overige baten Deze baten bestaan onder andere uit opbrengst verkoop herdenkingsmunten, dividendopbrengst Banco Latino Americano (BLADEX) en overige opbrengsten.
62 Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
Personeelskosten Deze post is als volgt opgebouwd:
Salarissen, gratificatie, vakantiegeld en overige voorzieningen Pensioenkosten Overige personeelskosten
2012 SRD 46.764.382 16.472.838 7.471.875 70.709.095
2011 SRD 38.079.893 15.397.154 5.644.136 59.121.183
2012 176/175=351
2011 170/163=333
Personeelsleden in dienst ultimo boekjaar Man/Vrouw=totaal Andere beheerskosten Deze post bestaat onder andere uit kosten voor consultancy, diensten van derden, beheer van goud, deviezen en bankbiljetten, huisvesting, reis en verblijf.
Afschrijving op materiële vaste activa Deze post is als volgt opgebouwd:
Afschrijving op gebouwen Afschrijving op inventarissen Afschrijving op transportmiddelen
2012 SRD 664.891 3.568.795 425.551 4.659.237
2011 SRD 631.385 2.658.142 301.354 3.590.881
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
63
OVERIGE GEGEVENS CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Wij hebben de in dit jaarverslag opgenomen jaarrekening 2012 van de Centrale Bank van Suriname te Paramaribo gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2012 en de winst- en verliesrekening over 2012 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de Bank is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de Bankwet en algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met algemeen aanvaarde controle-standaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandig-heden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de Bank. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de Bank gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.
64 Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel Wij zijn van oordeel dat de balans en winst- en verliesrekening en de daarbij gegeven toelichtingen van de Centrale Bank van Suriname over het boekjaar 2012 voldoen aan de eisen van de Bankwet en overigens in overeenstemming zijn met algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslag-geving. Paramaribo, 20 december 2013 BDO Assurance N.V.
Drs. R. Abrahams RA Partner
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
65
OVERIGE GEGEVENS (vervolg) Vaststelling jaarrekening Volgens artikel 30 van de Bankwet maakt de President van de Bank jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de jaarrekening van de Bank op, terwijl de Raad van Commissarissen de jaarrekening vaststelt. De vastgestelde jaarrekening strekt de President van de Bank tot volledige kwijting, behoudens de bevoegdheid van de Raad van Commissarissen een voorbehoud te maken. Statutaire winstverdeling De winstverdeling van de Bank is opgenomen in artikel 35 van de Bankwet. Van de winsten van de Bank, zoals die blijken uit de door de Raad van Commissarissen vastgestelde jaarlijkse winst- en verliesrekening, wordt vijfentwintig procent toegevoegd aan het reservefonds, totdat dit fonds het bedrag van het kapitaal heeft bereikt. Hetgeen overblijft, na het treffen van voorzieningen uit prudentie tegen niet-gerealiseerde winsten en voorzieningen zoals neergelegd in de Bankwet, komt aan de Staat. Het kapitaal bedraagt volgens artikel 4 van de Bankwet SRD 10.000.000. Het wordt wettelijk naar boven aangepast wanneer de waarde van de geldeenheid van Suriname daalt. Bijstortingen op het kapitaal worden door de Staat opgebracht, al dan niet door winstinhoudingen van de Bank, totdat de maximale omvang van het kapitaal is bereikt, de genoemde aanpassing van dit artikel daaronder mede begrepen. De aanpassing wordt uitgevoerd door het nominaal bedrag van het kapitaal zoveel te verhogen als nodig is om de waardedaling van de geldeenheid van Suriname te compenseren en de tegenwaarde van het kapitaal in internationaal convertibele valuta op peil te houden. Krachtens artikel 6 is de Bank bevoegd met goedkeuring van de Minister bijzondere reserves te vormen door toevoegingen uit de winst. Onttrekkingen aan deze reserves behoeven de goedkeuring van de Minister. Vaststelling jaarrekening voorgaand boekjaar De Raad van Commissarissen heeft de jaarrekening van de Bank over het boekjaar 2011, zoals deze door haar president is opgemaakt vastgesteld. Het resultaat over het boekjaar 2011 bedroeg SRD 228.369.453 en is op voorstel van de President van de Bank d.d. 5 september 2012, na goedkeuring door de Raad van Commissarissen als volgt bestemd: Winst over het boekjaar ex artikel 30 Toevoeging aan het kapitaal ex artikel 4 Toevoeging aan de bijzondere reserve ex artikel 6 Voorziening implementatie IFRS Uitkering aan de Staat
SRD 228.369.453 SRD 2.000.000 SRD 3.000.000 SRD 23.369.453 SRD 200.000.000
Vaststelling jaarrekening 2012 en winstverdeling boekjaar 2012 De jaarrek 2012 is volgens het raadsbesluit d.d. 13 december 2013 vastgesteld door de Raad van Commissarissen. Het resultaat over het boekjaar 2012 bedraagt SRD 72.156.010 en is ingevolge het raadsbesluit op voorstel van de President van de Bank geheel bestemd als aan de Staat beschikbaar te stellen winst. Aangezien het reservefonds het bedrag van het kapitaal al heeft bereikt, is er geen toevoeging aan dit fonds.
66 Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
BIJLAGEN
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
67
INHOUD BIJLAGEN
BIJLAGE V.1 IMPORT NAAR PRODUCTGROEP BIJLAGE VI.1 GECOMBINEERDE BALANS PRIMAIRE BANKEN BIJLAGE VI.2 GECOMBINEERDE WINST- EN VERLIESREKENING PRIMAIRE BANKEN BIJLAGE VI.3 KREDIETVERLENING DOOR PRIMAIRE BANKEN NAAR SECTOREN BIJLAGE VI.4 KREDIETDEBITEUREN BIJLAGE VI.5 KREDIETVERLENING TEN OPZICHTE VAN TOEVERTROUWDE MIDDELEN PRIMAIRE BANKEN BIJLAGE VI.6 LIQUIDITEIT EN SOLVABILITEIT PRIMAIRE BANKEN BIJLAGE VI.7 IMMOBILIA PRIMAIRE BANKEN BIJLAGE VI.8 GROTE POSTEN PRIMAIRE BANKEN BIJLAGE VI.9 GECOMBINEERDE BALANSEN DER LEVENSVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN BIJLAGE VI.10 GECOMBINEERDE WINST- EN VERLIESREKENING DER LEVENSVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN BIJLAGE VI.11 SOLVABILITEITSTOETSING LEVENSVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN BIJLAGE VI.12 RENTABILITEIT LEVENSVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN BIJLAGE VI.13 GECOMBINEERDE BALANSEN DER SCHADEVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN BIJLAGE VI.14 GECOMBINEERDE WINST- EN VERLIESREKENINGEN DER SCHADEVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN BIJLAGE VI.15 SOLVABILITEITSTOETSING SCHADEVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN BIJLAGE VI.16 RENTABILITEIT SCHADEVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN BIJLAGE VI.17 ENIGE FINANCIËLE GEGEVENS VAN PENSIOENFONDSEN BIJLAGE VI.18 SPECIFICATIE VAN DE BELEGGINGEN VAN PENSIOENFONDSEN BIJLAGE VI.19 GECOMBINEERDE BALANS VAN KREDIETCOÖPERATIES BIJLAGE VI.20 GECOMBINEERDE RESULTATENREKENING VAN KREDIETCOOPERATIES
68 Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2012
BIJLAGE VI.1 GECOMBINEERDE BALANS PRIMAIRE BANKEN (duizenden SRD) ACTIVA Liquide middelen Bankiers in binnen - en buitenland Kredietverlening 1) Overige activa Balans totaal
2008 Bedrag 1.425.754 385.365 2.173.429 385.577 4.370.126
PASSIVA 2) Op termijn toevertrouwde gelden 2) Korte schulden Bankiers in binnen - en buitenland Overige passiva Nettoresultaat Eigen vermogen Balans totaal
1.266.826 2.444.049 98.438 257.062 70.546 233.205 4.370.126
32,6 8,8 49,7 8,8 100,0
2009 Bedrag 1.533.560 772.066 2.473.020 362.975 5.141.621
29,0 55,9 2,3 5,9 1,6 5,3 100,0
1.515.048 2.897.283 177.509 194.695 75.428 281.657 5.141.621
%
29,8 15,0 48,1 7,1 100,0
2010 Bedrag 1.705.602 822.017 2.856.929 456.465 5.841.013
29,5 56,3 3,5 3,8 1,5 5,5 100,0
1.844.495 3.134.205 187.268 230.449 72.956 371.640 5.841.013
%
29,2 14,1 48,9 7,8 100,0
2011 Bedrag 1.846.376 1.185.587 3.406.856 556.000 6.994.819
% 26,4 17,0 48,7 7,9 100,0
2012 Bedrag 2.427.526 1.607.662 3.924.966 585.884 8.546.038
31,6 53,6 3,2 4,0 1,2 6,4 100,0
2.314.566 3.750.469 135.282 260.960 79.685 453.857 6.994.819
33,1 53,6 1,9 3,7 1,2 6,5 100,0
2.891.736 4.449.197 197.114 347.820 97.880 562.290 8.546.038
%
% 28,4 18,8 45,9 6,9 100,0
33,8 52,1 2,3 4,1 1,1 6,6 100,0
Bron : Centrale Bank van Suriname 1)
Kredietverlening in vreemde valuta aan ingezetenen inbegrepen
2)
Op termijn toevertrouwde gelden en korte schulden in vreemde valuta inbegrepen
BIJLAGE VI.2 GECOMBINEERDE WINST- EN VERLIESREKENING PRIMAIRE BANKEN (duizenden SRD) Per ultimo Rentebaten Rentelasten Rentemarge Totale baten Overige lasten Bruto resultaat Belastingen Buitengewone posten Netto resultaat ROA: Resultaat voor belastingen/ gemiddelde totale activa Efficiency ratio: Overige lasten/ totale baten Rentemarge/ totale baten Expense ratio: Totale overige lasten/ rentemarge Return on equity: Resultaat voor belasting/ gemiddelde EV
2008 283.264 77.208 206.056 271.960 158.285 113.675 40.809 (2.320) 70.546
2009 306.747 96.953 209.794 290.087 173.469 116.619 41.935 744 75.428
2010 351.886 97.732 254.153 318.984 202.150 116.834 43.336 (540) 72.956
2,8%
2,5%
2,1%
1,9%
1,9%
58,2% 75,8%
59,8% 72,3%
63,4% 79,7%
62,8% 77,6%
61,2% 78,0%
76,8%
82,7%
79,5%
80,9%
78,5%
40,5%
35,3%
29,1%
25,1%
24,8%
Bron: Centrale Bank van Suriname De cijfers over de boekjaren zijn ontleend aan van de banken ontvangen rapportages.
2011 358.961 102.554 256.407 330.289 207.354 122.935 43.668 417 79.684
2012 424.645 126.736 297.909 382.109 233.981 148.128 53.321 3.072 97.880
BIJLAGE VI.3 KREDIETVERLENING DOOR PRIMAIRE BANKEN NAAR SECTOREN (duizenden SRD)
Sectoren Landbouw Visserij Bosbouw Mijnbouw Industrie Konstructie en installatie Electriciteit, gas en water Direct productieve sector
2008 Bedrag 95.000 35.866 5.616 18.429 174.916 119.158 17.919 466.904
% 4,1 1,5 0,2 0,8 7,5 5,1 0,8 19,9
2009 Bedrag 108.840 37.451 4.791 32.616 198.080 98.436 28.533 508.747
% 4,2 1,4 0,2 1,2 7,6 3,8 1,1 19
Per ultimo december 2010 Bedrag % 127.346 4,0 44.063 1,4 3.036 0,1 59.431 1,9 226.479 7,2 121.471 3,8 37.833 1,2 619.659 19,6
2011 Bedrag 129.768 39.100 2.302 81.513 290.425 138.264 38.376 719.748
% 3,5 1,1 0,1 2,2 7,8 3,7 1,0 19,4
2012 Bedrag 129.364 45.193 4.250 92.171 343.795 146.444 23.138 784.355
% 3,0 1,0 0,1 2,1 7,9 3,4 0,5 18,0
Handel Transport, opslag en communicatie Dienstverlening Woningbouw Overige Niet Direct productieve sector
605.812 80.744 181.803 392.413 614.333 1.875.105
25,9 3,4 7,8 16,8 26,2 80,1
665.562 71.503 239.325 462.968 673.708 2.113.065
25,4 2,7 9,1 17,7 25,7 80,6
702.027 70.538 312.363 524.674 928.652 2.538.254
22,2 2,2 9,9 16,6 29,4 80,4
922.321 75.209 423.064 587.525 991.500 2.999.619
24,8 2,0 11,4 15,8 26,7 80,6
1.200.226 174.213 399.974 696.568 1.095.261 3.566.241
27,6 4,0 9,2 16,0 25,2 82,0
Generaal totaal Schatkistpapier/ Effecten/ Deelnemingen Bruto kredietverlening Voorzieningen Netto kredietverlening
2.342.009 99.843 2.242.164 68.735 2.173.429
100,0
2.621.812 82.038 2.539.774 66.754 2.473.020
100,0
3.157.913 221.526 2.936.387 79.458 2.856.929
100,0
3.719.367 217.347 3.502.020 95.164 3.406.856
100,0
4.350.595 328.461 4.022.134 97.168 3.924.966
100,0
Bron: Centrale Bank van Suriname
BIJLAGE VI.4 KREDIETDEBITEUREN (duizenden SRD) Per ultimo Bruto kredietverlening Voorzieningen Netto kredietverlening Non-performing kredieten (bruto) 3) Non-performing kred / bruto kredietverlening 4)
2008 2.242.166 68.735 2.173.431 175.567 7,8%
Bron: Centrale Bank van Suriname 3)
vanaf 2011 is bedrag aan non-performing kredieten bruto en dit is gewijzigd voor de hele reeks tot met 2007
4)
de NPL ratio is thans bruto
2009 2.539.774 66.754 2.473.020 200.388 7,9%
2010 2.936.387 79.458 2.856.929 233.279 7,9%
2011 3.502.020 95.164 3.406.856 278.971 8,0%
2012 4.022.134 97.168 3.924.966 247.675 6,2%
BIJLAGE VI.5 KREDIETVERLENING TEN OPZICHTE VAN TOEVERTROUWDE MIDDELEN PRIMAIRE BANKEN (duizenden SRD) Per ultimo Middelen > 1 jaar Middelen < 1 jaar Spaargelden R/C gelden waarvan : (in Surinaamse dollars) (in vreemde valuta) Totaal toevertrouwde middelen Totaal kredietverlening (netto) Kredietverlening in % toevertrouwde middelen Toevertrouwde middelen in % balansvermogen Kredietverlening in % balansvermogen
2008 271.166 415.459 1.108.616 1.925.477 (986.913) (938.572) 3.720.728 2.173.429 58,4% 85,1% 49,7%
2009 290.628 528.452 1.369.907 2.238.521 (1.134.237) (1.104.284) 4.427.508 2.473.020 55,9% 86,1% 48,1%
13,0 4,7 9,6 1,7
12,8 4,8 9,7 1,6
Gemiddelde debetrente in Surinaamse dollars Gemiddelde creditrente in Surinaamse dollars Gemiddelde debetrente in vreemde valuta Gemiddelde creditrente in vreemde valuta
2010 355.423 480.920 1.698.760 2.495.043 (1.344.390) (1.150.653) 5.030.146 2.856.929 56,8% 86,1% 48,9%
2011 438.769 599.492 2.140.852 2.990.700 (1.431.692) (1.559.008) 6.169.813 3.406.856 55,2% 88,2% 48,7%
13,1 4,6 9,3 1,4
2012 663.382 699.395 2.513.387 3.563.994 (1.791.239) (1.772.755) 7.440.158 3.924.966 52,8% 87,1% 45,9%
12,9 4,9 9,4 1,3
13,0 5,0 9,6 1,4
Bron : Centrale Bank van Suriname
BIJLAGE VI.6 LIQUIDITEIT EN SOLVABILITEIT PRIMAIRE BANKEN (duizenden SRD) 2008 Liquiditeit Liquiditeitsverhouding Liquide middelen in % balansvermogen Korte schulden in % balansvermogen Solvabiliteit Toetsingsvermogen Totaal gewogen risicodragende activa Solvabiliteitsratio Tier 1/ Toetsingsvermogen Tier 1/ Totaal gewogen risicodragende activa Toetsingsvermogen/ Balanstotaal Equity ratio Debt ratio Bron: Centrale Bank van Suriname
2009
Per ultimo december 2010 2011
2012
56,3% 32,6 58,0
50,1% 29,8 56,3
52,2% 29,2 53,6
48,8% 26,4 53,6
53,4% 28,4% 53,2%
235.908 2.415.521 9,8% 86,4% 8,4% 5,4% 7,0% 92,5%
286.182 2.657.106 10,8% 88,6% 9,5% 5,6% 6,9% 92,6%
362.553 3.008.202 12,1% 88,6% 10,7% 6,2% 7,6% 92,0%
440.501 3.647.220 12,1% 90,6% 10,9% 6,3% 7,6% 92,0%
539.070 4.272.926 12,6% 90,8% 11,5% 6,3% 7,7% 92,0%
BIJLAGE VI.7 IMMOBILIA PRIMAIRE BANKEN (duizenden SRD) Per ultimo Totaal Vermogen Totale Investering in vaste activa Totale Investering in % Totaal Vermogen
2008 270.789 135.372 50,0
2009 303.409 141.956 46,8
2010 404.622 177.378 43,8
2011 501.356 195.918 39,1
2012 597.366 254.580 42,6
2011 440.501 466.851 106,0%
2012 539.070 444.924 82,5%
Bron: Centrale Bank van Suriname
BIJLAGE VI.8 GROTE POSTEN PRIMAIRE BANKEN (duizenden SRD) Per ultimo Totaal toetsingsvermogen Totale Grote Posten Totale Grote posten % Totaal toetsingsvermogen
2008 235.908 251.470 106,6%
2009 286.182 330.350 115,4%
2010 362.553 355.685 98,1%
Bron: Centrale Bank van Suriname
BIJLAGE VI.9 GECOMBINEERDE BALANS DER LEVENSVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN (duizenden SRD) 2007 ACTIVA Kas en Bank [liquide middelen] Vaste eigendommen Beleggingen: a] overheid b] particulieren: - hypotheken - overige Overige activa Totaal PASSIVA Aandelenkapitaal Reserves Achtergestelde leningen Technische voorziening Overige schulden Totaal Bron: Centrale Bank van Suriname
2008
20.135 3.587
2009
60.298 113.496 19.576 217.093
66.903 150.795 30.685 275.607
72.644 112.707 10.701 229.081
84.923 152.353 13.640 265.983
336 21.464 183.275 12.017 217.093
426 25.185 235.195 14.800 275.607
336 -69.428 286.985 11.188 229.081
1.406 29.221 221.643 13.713 265.983
1.406 45.679 301.007 18.728 366.820
-
29.478 3.551
2011 14.425 2.622 114.950 218.218 16.605 366.820
-
23.742 3.481
2010
-
13.039 2.027 -
BIJLAGE VI.10 GECOMBINEERDE WINST EN VERLIESREKENING DER LEVENSVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN (duizenden SRD) 2007 57.068 13.116 70.184
Premie Koopsommen Totaal premie + koopsommen Premie herverzekeraar
2008 71.172 12.060 83.232
2009 34.755 17.176 51.931
2010 28.896 33.467 62.363
2011 37.808 42.160 79.968
977
1.173
1.444
2.172
2.522
Premie eigen rekening Mutatie technische voorzieningen Verdiende premie (1)
69.207 44.991 24.216
82.059 52.401 29.658
50.486 27.722 22.764
60.190 23.237 36.953
77.446 79.653 (2.207)
Bruto uitkeringen Aandeel herverzekeraar Uitkeringen eigen rekening (2)
16.036 410 15.626
19.830 130 19.700
14.790 151 14.639
30.843 860 29.983
13.086 692 12.393
Provisie en acquisitiekosten (3) Bedrijfskosten (4) Winstdeling en korting (5)
4.007 11.536 3.877
5.033 13.622 3.172
3.186 8.575 4.026
3.708 9.116 4.903
3.760 14.856 9.846
-10.831
-11.869
-7.662
-10.757
-43.062
Beleggingsinkomsten (7) Saldo andere baten en lasten (8) Beleggingslasten (9)
11.532 2.666 70
9.186 6.544 84
13.776 137 116
17.498 500 21
21.419 32.477 23
Winst voor belasting = (6+7+8-9) Belasting Winst na belasting
3.298 373 2.925
3.777
6.134 227 5.907
7.220 227 6.993
10.811 454 10.357
Technisch resultaat (6) = (1-2-3-4-5)
3.777
Bron: Centrale Bank van Suriname
BIJLAGE VI.11 SOLVABILITEITSTOETSING LEVENSVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN (duizenden SRD) Per ultimo Premiereserve na aftrek herverzekering (A) Vereist vermogen 5% van A (1) Aanwezig vrij vermogen (2) Solvabiliteitsoverschot 2-1
2007 183.343 9.167 11.411 2.244
2007 183.343 9.167 11.411 2.244
2008 234.959 11.748 15.222 3.474
2009 285.960 14.298 -78.199 -92.497
2010 219.313 10.966 24.057 13.092
2011 296.812 14.841 36.271 21.430
Bron: Centrale Bank van Suriname
BIJLAGE VI.12 RENTABILITEIT LEVENSVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN (duizenden SRD) Per ultimo Netto winst Eigen vermogen Rentabiliteit Bron: Centrale Bank van Suriname
2007 2.925 21.800 13,4%
2008 3.777 25.611 14,7%
2009 5.907 -69.092 -8,5%
2010 6.993 30.627 22,8%
2011 10357,321 47085,298 22,0%
BIJLAGE VI.13 GECOMBINEERDE BALANS DER SCHADEVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN (duizenden SRD) 2007
ACTIVA Vaste eigendommen Beleggingen: -Overheidssector -Particuliere sector: a) hypotheken b) overige Overige activa Liquide middelen Totaal PASSIVA Aandelenkapitaal Reserves Technische voorzieningen Lange termijn schulden (incl. voorzieningen) Korte termijn schulden Totaal
2008
2009
2010
2011
22.667
25.261
28.319
26.556
-
-
-
-
39.881 84.078 53.215 18.325 218.167
44.734 83.965 75.338 24.205 253.503
46.812 88.655 105.942 27.727 297.455
49.625 100.020 106.457 40.179 322.837
690 104.494 71.314 3.579 38.090 218.167
780 107.590 94.556 7.023 43.555 253.503
360 122.362 118.476 4.232 52.025 297.455
360 139.799 121.373 2.558 58.748 322.837
36.003 69.922 158.187 110.115 47.276 421.503 360 196.930 130.752 1.509 91.952 421.503
Bron: Centrale Bank van Suriname
BIJLAGE VI.14 GECOMBINEERDE WINST- EN VERLIESREKENING DER SCHADEVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN (duizenden SRD)
Beleggingsinkomsten (6) Saldo andere baten en lasten (7) Beleggingslasten (8)
+/+ +/+ -/-
10.910 4.558 -
8.130 859 -
13.130 4.337 -
13.386 5.489 -
2011 226.977 27.707 199.270 377 198.893 126.629 10.486 116.143 12.236 67.762 2.752 11.737 20.909 -
Winst voor belasting (5+6+7-8) Belasting Winst na belasting
-/-
15.315 1.080 14.236
14.994 1.223 13.771
20.617 1.322 19.294
23.051 1.778 21.273
35.399 1.931 33.468
Bruto premie Premie herverzekeraar Premie eigen rekening Mutatie technische voorzieningen Verdiende premie (1)
-/-/-
2007 125.064 16.203
2008 149.719 18.586
2009 166.742 28.483
2010 181.612 28.454
108.861 503 108.358
131.133 -1.549 132.683
138.259 -4.080 142.339
153.158 -6.821 159.979
Bruto uitkeringen Aandeel herverzekeraar Uitkeringen eigen rekening (2)
-/-/-
80.175 7.346 72.829
85.598 6.885 78.713
116.412 27.768 88.644
95.453 2.386 93.067
Provisie en acquisitiekosten (3) Bedrijfskosten (4)
-/-/-
5.752 29.931
7.348 40.617
7.062 43.484
9.667 53.068
-153
6.005
Technisch resultaat (5) = (1-2-3-4)
Bron: Centrale Bank van Suriname
3.149
4.177
BIJLAGE VI.15 SOLVABILITEITSTOETSING SCHADEVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN (duizenden SRD) Per ultimo 18% van de geboekte bruto premies (A) Schade eigen rekening (1) Bruto schade (2) Vereist vermogen (1/2) x A Aanwezig vrij vermogen Solvabiliteitsoverschot
2007 22.511 72.829 80.175 20.449 79.757 59.308
2008 26.949 78.713 85.598 24.782 80.061 55.279
2009 30.014 88.644 116.412 22.854 96.458 73.604
2010 32.690 93.067 95.453 31.873 114.120 82.247
2011 40.856 116.143 126.629 37.473 144.114 106.528
Bron: Centrale Bank van Suriname
BIJLAGE VI.16 RENTABILITEIT SCHADEVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN (duizenden SRD) Per ultimo Netto winst Eigen vermogen Rentabiliteit
2007 14.236 105.184 13,5%
2008 13.771 108.369 12,7%
2009 19.294 122.721 15,7%
2010 21.273 140.158 15,2%
2011 33.468 197.290 17,0%
Bron: Centrale Bank van Suriname
BIJLAGE VI.17 ENIGE FINANCIELE GEGEVENS VAN PENSIOENFONDSEN (duizenden SRD) 2007
2008
2009
2010
2011
41.740,31
48.317,22
57.737,45
56.422,56
62.203,07
ACTIVA Kas en Banken Beleggingen: w.v. Binnenland: Overheid
31.863,40
42.980,89
56.759,05
72.122,50
49.519,43
Particulier
474.411,52
532.093,99
622.679,00
680.148,50
760.657,84
265.005,53
268.892,15
276.285,36
260.167,16
254.642,65
40.771,55
40.116,67
43.575,24
117.004,51
118.951,74
853.792,31
932.400,92
1.057.036,11
1.185.865,24
1.245.974,73
Premies/Stortingen in het fonds
43.467,23
57.596,58
52.883,37
59.631,15
61.843,85
Inkomsten uit beleggingen
81.221,28
71.284,77
86.971,90
73.994,04
84.534,73
9.631,10
17.607,97
w.v. Buitenland Vaste Eigendommen (incl. diversen) Totaal INKOMSTEN
Andere inkomsten
2.911,36
-3296,790034
-
UITGAVEN Uitkeringen
19.701,42
22.237,56
33.757,94
28.226,17
27.785,21
Onkosten, belasting en andere
74.197,04
72.359,31
69.574,24
96.010,64
78.630,52
Totaal aantal pensioenfondsen onder toezicht Bron: Centrale Bank van Suriname
30
32
34
34
35
BIJLAGE VI.18 SPECIFICATIE VAN BELEGGINGEN VAN PENSIOENFONDSEN (duizenden SRD) 2007
2008
2009
2010
2011
Beleggingen Debiteuren (Hypotheken u/g)
150.628,35
179.801,97
576,80
576,80
295.221,88
333.683,99
337.299,97
351.670,33
380.185,48
83.128,46
129.487,25
122.722,92
146.771,67
149.726,15
Leningen op schuldbekentenis Effecten Termijndeposito's (+spaardeposito's)
198.642,41
224.307,84
-
250.399,73
-
-
Onroerende goederen
79.068,09
80.005,02
94.273,43
106.267,50
133.559,85
Spaarrekeningen
32.234,34
32.642,39
51.268,85
49.513,36
48.065,42
Rekening-courant met de werkgever
87.769,73
97.162,65
96.366,14
26.131,49
10.259,04
Overige beleggingen
41.345,86
40.995,38
56.634,92
105.652,89
90.389,73
Persoonlijke leningen
1.306,94
883,84
1.946,50
2.124,82
2.234,51
771.280,45
895.239,28
959.155,14
1.012.439,89
1.064.819,92
Totaal In % van de totale beleggingen Debiteuren (hypotheken)
21%
20%
21%
22%
0%
0%
0%
0%
0%
Effecten :
44%
37%
35%
35%
36%
Termijndeposito's (+spaardeposito's)
12%
14%
13%
14%
14%
Onroerende goederen
10%
9%
10%
10%
13%
Spaarrekeningen
5%
4%
5%
5%
5%
Rekening-courant met de werkgever
2%
11%
10%
3%
1%
Leningen op schuldbekentenis
Overige beleggingen Totaal
24%
6%
5%
6%
10%
8%
100%
100%
100%
100%
100%
Bron: Centrale Bank van Suriname
BIJLAGE VI.19 GECOMBINEERDE BALANS VAN KREDIETCOOPERATIES (duizenden SRD) 2007
2008
2009
2010 Bedrag
2011
Bedrag
%
Bedrag
%
Bedrag
%
%
Bedrag
%
23.883 83.112 282 1.663 5.513 114.453
20,9 72,6 0,2 1,5 4,8 100,0
20.214 110.851 735 6.709 6.001 144.511
14,0 76,7 0,5 4,6 4,2 100,0
48.455 97.569 1.426 11.072 6.810 165.331
29,3 59,0 0,9 6,7 4,1 100,0
1.834 14.842 742 1.614 695 19.727
9,3 75,2 3,8 8,2 3,5 100,0
2.717 16.178 1.368 2.004 707 22.975
11,8 70,4 6,0 8,7 3,1 100,0
9.663 99.913 2.766 2.112 114.453
8,4 87,3 2,4 1,8 100,0
13.111 124.715 4.185 2.500 144.511
9,1 86,3 2,9 1,7 100,0
16.603 142.461 4.335 1.933 165.331
10,0 86,2 2,6 1,2 100,0
1.148 17.809 363 408 19.727
5,8 90,3 1,8 2,1 100,0
1.487 20.647 431 411 22.975
6,5 89,9 1,9 1,8 100,0
ACTIVA Liquide middelen Vorderingen op leden Overige vorderingen en transitoria Beleggingen Vaste activa Totaal PASSIVA Eigen vermogen Schulden aan leden Voorzieningen Overige schulden en transitoria Bruto-resultaat Totaal 2007 : gegevens van 5 kredietcoöperaties 2008 : gegevens van 13 kredietcoöperaties 2009 : gegevens van 10 kredietcoöperaties 2010 : gegevens van 5 kredietcoöperaties 2011 : gegevens van 8 kredietcoöperaties
BIJLAGE VI.20 GECOMBINEERDE RESULTATENREKENING VAN KREDIETCOOPERATIES (duizenden SRD) 2007 Bedrag
2008 %
Bedrag
2009 %
Bedrag
2010 %
Bedrag
2011 %
Bedrag
%
BATEN Intrestbaten: Leningen Beleggingen Entrée penningen Diversen Overige baten
7.940 105 0 1.825
80,4 1,1 0,0 0,0 18,5
12.084 175 0 2.036
84,5 1,2 0,0 14,2
14.037 144 1.422
90,0 0,9 0,0 0,0 9,1
2.227 0 210
91,4 0,0 0,0 0,0 8,6
2.559 283
90,0 0,0 0,0 0,0 10,0
Totaal
9.871
100,0
14.295
100,0
15.603
100,0
2.437
100,0
2.843
100,0
LASTEN Personeelskosten Afschrijvingskosten Intrest-lasten Algemene kosten Diversen Netto-resultaat
3.930 436 132 175 2.619 2.579
39,8 4,4 1,3 1,8 26,5 26,1
5.520 439 1.049 454 3.766 3.068
38,6 3,1 7,3 3,2 26,3 21,5
5.844 571 4.636 464 1.500 2.589
37,5 3,7 29,7 3,0 9,6 16,6
284 22 1.379 532 121 99
11,7 0,9 56,6 21,8 5,0 4,0
396 54 1.564 418 277 134
13,9 1,9 55,0 14,7 9,7 4,7
Totaal
9.871
100,0
14.295
100,0
15.603
100,0
2.437
100,0
2.843
100,0
2007 : gegevens van 5 kredietcoöperaties 2008 : gegevens van 13 kredietcoöperaties 2009 : gegevens van 10 kredietcoöperaties 2010 : gegevens van 5 kredietcoöperaties 2011 : gegevens van 8 kredietcoöperaties
Bron: Centrale Bank van Suriname
2/25/2014