Jaarverslag 2013
Centrale Bank van Suriname
Centrale Bank van Suriname
Jaarverslag 2013
De door de Raad van Commissarissen vastgestelde jaarrekening is per 13 augustus 2014 voorzien van de controleverklaring van de onafhankelijke accountant. De afsluitdatum van de in het jaarverslag verwerkte macro-economische informatie is 10 september 2014. Dit jaarverslag is op 30 december 2014 op de website van de Bank geplaatst, gevolgd door een aangepaste versie op 2 februari 2015. In deze versie zijn er in de hoofdstukken II De nationale economische ontwikkeling, III De monetaire ontwikkeling en IV De ontwikkeling van staatsfinanciën enkele wijzigingen aangebracht.
BESTUUR, RAAD VAN COMMISSARISSEN EN AFDELINGSHOOFDEN IN 2013
President De heer Gillmore A. Hoefdraad
Directeur I. Geduld-Nijman
Regeringscommissaris W. Duiker Raad van Commissarissen L. Pinas-Halfhide M. Tuur R. Soentik C. Linger-van der Ziel Q. Kromosoeto-Hidalgo S. Burleson
Directoraat Bankbedrijf en Bancaire Zaken F. Ligeon (Coördinator)
Directoraat Toezicht Kredietwezen I. Geduld-Nijman (Directeur)
Directoraat Monetaire Zaken & Economische Aangelegenheden J. ten Berge (Coördinator)
Algemene Zaken M. Satimin
Secretariaat van de President J. Pahlad-Abdul
Goudlaboratorium R. Gallant (wnd.)
Binnenland F. Ligeon
Accounting H. Panka
Buitenland I. Soehawan
Beveiliging D. Calor
Kassierderij K. Soemodipoero
Financiële Markten R. Fränkel
Procurement S. Moetoer (wnd.)
Protocol & Traffic N. Pieters (wnd.)
Archief M. Dors
Internationale Betrekkingen M. Soekhnandan
Internal Audit H. Karijooetomo
Voorlichting & Public Relations K. Wong A Tsoi (wnd.)
Juridische Zaken A Limon-Sof
Budget & Control K. Makandra
Statistieken S. Jahangir-Abdoelrahman
Human Resource Management M. Elstak
Research R. Adhin
Bibliotheek P. Peroti
Toezicht Banken I. Geduld-Nijman (wnd.)
Toezicht Pensioenfondsen F. Konigferander
Toezicht Spaarinstellingen A. Choennie
Agenda U. Rijkaard-Roseval
Huishoudelijke Dienst H. Brown
Technische Dienst C. Esseboom (wnd.)
Trainingsinstituut en Studiecentrum M. Brunings-Stolz
Informatie en Communicatie Technologie R. Wong A Foe
Toezicht Verzekeringsmaatschappijen P. Pocorni
INHOUD HOOFDSTUK I INTERNATIONALE EN REGIONALE ECONOMISCHE ONTWIKKELINGEN EN BETREKKINGEN I.1 I.2 I. 3
I.4
I.5
I.6
Algemeen Productie Prijspeil en handel I.3.1 Prijspeil I.3.2 Handel Internationale financiële instellingen I.4.1 Inter-American Development Bank (IADB) 1.4.2 Islamic Development Bank (IsDB) Overige regionale en internationale betrekkingen I.5.1 World Trade Organization (WTO) I.5.2 UNASUR I.5.3 Mercosur 1.5.4 Caribbean Community (CARICOM) Economische ontwikkelingen binnen de CARICOM
1 1 1 1 2 2 2 3 4 4 4 4 5 5
HOOFDSTUK II DE NATIONALE ECONOMISCHE ONTWIKKELING II.1 II.2 II.3
Algemeen Productie II.2.1 Sectorale bijdrage aan het BBP Confrontatie van middelen en bestedingen
6 6 7 10
HOOFDSTUK III DE MONETAIRE ONTWIKKELING III.1 III.2 III.3 III.4
Algemeen De ontwikkeling van de liquiditeitenmassa Kredietverlening der overige depositonemende instellingen Financiële soliditeit
13 13 14 17
HOOFDSTUK IV DE ONTWIKKELING VAN STAATSFINANCIËN IV.1 IV.2 IV.3 IV.4
Algemeen Ontvangsten en uitgaven Financiering De staatsschuld
18 18 19 19
HOOFDSTUK V DE ONTWIKKELING VAN DE BETALINGSBALANS V.I V.2
V.3 V.4 V.5
Algemeen Lopende rekening V.2.1 Handelsverkeer V.2.2 Dienstenverkeer V.2.3 Primaire inkomens V.2.4 Inkomensoverdrachten Financiële rekening Goud- en deviezenvoorraad Wisselkoersontwikkeling
21 21 22 22 22 22 22 23 23
HOOFDSTUK VI HET BEDRIJFSECONOMISCH TOEZICHT VI.1 VI.2
VI.3
VI.4
VI.5 VI.6
Algemeen Primaire Banken VI.2.1 Algemeen VI.2.2 Financiële gegevens Verzekeringsmaatschappijen VI.3.1 Algemeen VI.3.2 Financiele gegevens VI.3.2.1 Levensverzekeringsmaatschappijen VI.3.2.2 Schadeverzekeringsmaatschappijen VI.3.2.3 Uitvaartverzekeringsmaatschappijen Pensioenfondsen VI.4.1 Algemeen VI.4.2 Financiële gegevens Voorzieningsfondsen Kredietcoöperaties VI.6.1 Algemeen VI.6.2 Financiële gegevens VI.6.3 Rapportage
24 25 25 25 26 26 27 27 28 29 29 29 29 30 30 30 30 31
HOOFDSTUK VII BEDRIJF VAN DE BANK VII.1 VII.2
Ontwikkeling posten op de bankbalans Kosten
32 32
VII.3 VII.4
Baten Winstontwikkeling
33 33
VII.5
Chartaal betalingsverkeer VII.5.1 De geldcirculatie
33 33
VII.6 VII.7 VII.8 VII.9 VII.10 VII.11
Kasbeweging VII.6.1 Kasontvangsten en Kasuitgaven Vervalsingen Naverwisseling Goudcertificaten Verrekende cheques en giro’s in 2013 Herdenkingsmunten
34 35 36 36 36 37 37
VII.12 VII.13
Ontwikkeling van de goudproductie en goudexport Numismatisch Museum
37 38
JAARREKENING Publicatieverslag 2013 Balans per 31 december 2013
40
Resultatenrekening over 2013
42
Toelichting - Grondslagen voor balanswaardering en resultaatbepaling - Toelichting op de balans per 31 december 2013 - Toelichting op de resultatenrekening over 2013
43 48 59
Overige gegevens - Controleverklaring van de onafhankelijke accountant - Vaststelling jaarrekening - Statutaire winstverdeling - Vaststelling jaarrekening voorgaand boekjaar - Vaststelling jaarrekening 2013 en winstverdeling boekjaar 2013 - Management en Toezichthoudend Orgaan van de Bank
61 63 63 63 63 64
BIJLAGEN
66
TABELLEN HOOFDSTUK I I.1 I.2 I.3
Groei van de wereldproductie Inflatie Ontwikkeling van de wereldhandel
2 2 3
HOOFDSTUK II II.1 II.2 II.3 II.4 II.5 II.6a II.6b II.7 II.8 II.9
Bruto Toegevoegde Waarde tegen basisprijzen per bedrijfstak in 2007 prijzen Bauxiet- en aluinaardeproductie Exportvolume en -waarde van aluinaarde Goudproductie grootschalige en kleinschalige goudmijnbouw Ruwe aardolie- en raffinaderijproductie Padieproductie, rijstexportvolume en -exportwaarde Bananenproductie, exportvolume en -exportwaarde Aantal aangekomen toeristen in Suriname Confrontatie van middelen en bestedingen Consumentenprijsindex en inflatiecijfers
6 7 7 8 9 10 10 11 11 12
HOOFDSTUK III III.1 III.2 III.3 III.4
Ontwikkeling van de geldaggregaten Kredieten, Reserve Base en Rente van Algemene Banken Financiële dollariseringsgraad Financiële soliditeit van de algemene banken in procenten
14 15 17 17
HOOFDSTUK IV IV.1 IV.2 IV.3
Staatsfinancien op kasbasis Staatsuitgaven naar categorie De Staatsschuld naar Crediteuren
18 19 20
HOOFDSTUK V V.1
Betalingsbalans 2008-2012
21
HOOFDSTUK VI VI.1 VI.2
Instellingen onder toezicht van het Directoraat Toezicht Kredietwezen Overzicht van kredietcoöperaties die aan de rapportageverplichting voldoen
24 31
HOOFDSTUK VII VII.1 VII.2 VII.3 VII.4 VII.5 VII.6 VII.7
Omvang van de bankbiljettencirculatie per jaarultimo Samenstelling van de bankbiljettencirculatie per kwartaalultimo Samenstelling van de bankbiljettencirculatie naar coupure per kwartaalultimo De Kasbeweging bij de Centrale Bank van Suriname Kasontvangsten Kasuitgaven Valse bankbiljetten onderschept bij de banken en bij de Centrale Bank van Suriname VII.8 Naverwisseling van de SF-biljetten VII.9 Aantal verrekende cheques en giro’s VII.10 Verkochte herdenkingsmunten en gedenkpenningen VII.11 Wederinkoop goudcertificaten VII.12 Waarde goudcertificaten per jaarultimo VII.13 Goudexporten van de kleine goudmijnbouw en betaalde royalty’s VII.14 Bezoekersaantal Numismatisch Museum 2002 t/m 2012 VII. 15 Overzicht verkochte Briljant Uncirculated (BU) coins
33 34 34 34 35 35 36 36 36 37 37 37 38 38 38
GRAFIEKEN HOOFDSTUK III III.1 III.2 III.3 III.4
Exportproducten Suriname Sectorale kredietverlening in SRD Sectorale kredietverlening in USD Sectorale kredietverlening in euro
13 16 16 16
HOOFDSTUK V V.1 V.2 V.3 V.4
Exportproducten Suriname Internationale reserve en importdekking Omzet US$ valutamarkt Omzet euro valutamarkt
22 23 23 23
HOOFDSTUK VI VI.1 VI.2 VI.3 VI.4 VI.5 VI.6 VI.7 VI.8 VI.9 VI.10 VI.11 VI.12
Primaire banken; Solvabiliteitstoetsing Primaire banken; Liquiditeitsverhouding Primaire banken; Ontwikkeling van de rentemarge, totale baten, overige lasten en brutoresultaat Primaire banken; Toevertrouwde middelen versus kredietverlening Totale baten ten opzichte van totale lasten levensverzekeringsmaatschappijen Winst na belasting der levensverzekeringsmaatschappijen Totale baten ten opzichte van lasten der schadeverzekeringsmaatschappijen Winst na belasting der schadeverzekeringsmaatschappijen Inkomsten pensioenfondsen Premie-inkomsten en beleggingsinkomsten ten opzichte van de uitkeringen pensioenfondsen Kredietcooperaties: Balans totaal Kredietcooperaties: Nettoresultaat
25 25 26 26 27 28 28 28 29 30 31 31
HOOFDSTUK I INTERNATIONALE EN REGIONALE ECONOMISCHE ONTWIKKELINGEN EN BETREKKINGEN1
I.1 Algemeen In 2013 noteerde de groei van de wereldeconomie 3,0%, tegenover 3,2% in 2012. Deze groeivertraging was het resultaat van productievermindering in zowel de ontwikkelde- als de opkomende en ontwikkelingseconomieën. Het internationale handelsvolume nam echter licht toe, waarbij de exporten van zowel de ontwikkelde landen als de opkomende en ontwikkelingseconomieën groeiden. De inflatie in de ontwikkelde landen handhaafde zich op het zeer laag niveau van de achterliggende jaren, terwijl die in de opkomende en ontwikkelingseconomieën onder het niveau van 6% van de drie voorgaande jaren daalde.
De opkomende en ontwikkelingslanden noteerden met 4,7% een betere groei dan de ontwikkelde landen. Weliswaar nam ten opzichte van 2012 de groei af, en wel met 0,3 procentpunten. Een belangrijke verklaring is de veranderende groeidynamiek van de Chinese economie met onder andere als resultaat haar verminderde vraag naar grondstoffen. Te samen met de economische malaise in de ontwikkelde landen, zorgde dit voor een zekere negatieve spillover op de groei van de andere opkomende economieën en ontwikkelingslanden.
I. 3 Prijspeil en handel I.3.1 Prijspeil
I.2 Productie De groeivertraging in de ontwikkelde economieën kwam vooral tot stand vanwege een sterke groeiterugval in de VSA en een negatieve groei in het Eurogebied (zie tabel l.1). In de VS nam de groei sterk af van 2,8% naar 1,9%, voornamelijk het gevolg van het dempende effect van de fiscale consolidatiemaatregelen op de economische bedrijvigheid. Het Eurogebied bleef in de greep van de bezuinigingsmaatregelen op het vlak van de overheidsfinanciën die de economieën zwaar troffen. Bij publicatie van het verslag waren er wel al tekenen van een licht herstel. In Japan resulteerden monetaire- en fiscale stimuleringsmaatregelen, in combinatie met een sterk gestegen consumptieve vraag, in een verdere opleving van de economie groei.
1
In zowel de ontwikkelde landen als de opkomende en ontwikkelingseconomieën was de inflatie in 2013 lager dan in 2012 (zie tabel l.2). Inflatie in de ontwikkelde economieën noteerde 1,4%; een daling van 0,6 procentpunten. In Japan daarentegen stegen de consumentprijzen voor het eerst in lange tijd, wat zou kunnen duiden op het einde van de periode van deflatie. De gemiddelde inflatie in de opkomende en ontwikkelingseconomieën bedroeg 5,8% (een afname met 0,2 procentpunten in vergelijking met 2012). Onderling was de spreiding echter groot: zo ervoer China een inflatie van 2,6% en India 9,5%. Prijzen van grondstoffen namen gedurende het verslagjaar verder af als gevolg van de output gap in de ontwikkelde landen en de verminderde vraag naar grondstoffen uit vooral China.
De data met betrekking tot de internationale economische ontwikkelingen zijn gehaald uit World Economic Outlook (WEO) April 2014 van het Internationaal Monetair Fonds.
CentraleBank Bankvan vanSuriname Suriname//Jaarverslag Jaarverslag2013 2013 Centrale
11
Tabel I.1 1) Groei van de wereldproductie (in procenten) Omschrijving
2009
2010
2011
2012
2013
Wereld
-0.6
5.2
4.0
3.2
3.0
Ontwikkelde economieën waaronder: Verenigde Staten van Amerika Eurogebied Japan
-3.5
3.0
1.6
1.4
1.3
-3.1 -4.4 -5.5
2.4 2.0 4.7
1.8 1.4 -0.6
2.8 -0.7 1.4
1.9 -0.5 1.5
2.7
7.6
6.4
5.0
4.7
-0.3 -7.8 5.0 9.2 -1.5
7.5 4.5 11.2 10.4 3.1
2.7 4.3 7.7 9.3 3.5
1.0 3.4 4.7 7.7 2.5
2.3 1.3 4.4 7.7 1.9
2009
2010
2011
2012
2013
Wereld
-0.6
5.2
4.0
3.2
3.0
Ontwikkelde economieën waaronder: Verenigde Staten van Amerika Eurogebied Japan
-3.5
3.0
1.6
1.4
1.3
-3.1 -4.4 -5.5
2.4 2.0 4.7
1.8 1.4 -0.6
2.8 -0.7 1.4
1.9 -0.5 1.5
2.7
7.6
6.4
5.0
4.7
-0.3 -7.8 5.0 9.2 -1.5
7.5 4.5 11.2 10.4 3.1
2.7 4.3 7.7 9.3 3.5
1.0 3.4 4.7 7.7 2.5
2.3 1.3 4.4 7.7 1.9
Opkomende economieën en ontwikkelingslanden waaronder: Brazilie Rusland India China Zuid-Afrika
Bron: Internationaal Monetair Fonds 1) Reële BBP-groei
Tabel I.2 Inflatie (in procenten) Omschrijving
Opkomende economieën en ontwikkelingslanden waaronder: Brazilie Rusland India China Zuid-Afrika
Bron: Internationaal Monetair Fonds
I.3.2 Handel Het wereldhandelsvolume nam in 2013 toe met 3% (zie tabel l.3). De opkomende en ontwikkelingseconomieën waren de voornaamste aanjagers van die groei. Evenals in 2012 was er in 2013 ook sprake van prijsdalingen; deze keer betrof het alle categorieën van handelsproducten. De daling was het sterkst in de categorie niet-olie primaire producten alwaar zich een aanbodoverschot voordeed als gevolg van de toegenomen productie en een verminderde vraag uit de rest van de wereld. De prijsdaling heeft in 2013 geresulteerd in een verslechtering van de ruilvoet van de opkomende economieën en ontwikkelingslanden, terwijl
2
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
die van de ontwikkelde landen een verbetering laat zien.
I.4 Internationale financiële instellingen I.4.1 Inter-American Development Bank (IADB) Algemeen In het jaar 2013 heeft de IADB 168 projecten goedgekeurd ten behoeve van Latijns-Amerika en het Caribisch gebied voor een totaal bedrag van US$
Tabel I.3 Ontwikkeling van de wereldhandel (jaarlijkse procentuele mutatie) Omschrijving Handel in goederen
2009
2010
2011
2012
2013
Wereldhandel volume prijsdeflator in US-dollars
-10,6 -10,6
12,5 5,8
6,0 11,3
2,8 -1,8
3,0 -0,8
Wereldhandelsprijzen in US-dollars industriële producten olieproducten niet-olie primaire producten
-6,4 -36,3 -15,7
2,4 27,9 26,3
6,7 31,6 17,8
0,2 1,0 -10,0
-1,1 -0,9 -1,2
-11,6 -12,1
12,1 11,5
5,6 4,7
2,1 1,1
2,3 1,4
-7,9 -8,3
13,3 14,8
6,4 8,6
4,2 5,8
4,4 5,6
2,5 -4,8
-1,0 2,7
-1,6 3,3
-0,7 0,6
0,7 -0,3
Wereldhandelsvolume Ontwikkelde economieën: Export Import Opkomende economieën en ontwikkelingslanden: Export Import Ruilvoetverhouding Ontwikkelde economieën Opkomende economieën en ontwikkelingslanden
Bron: Internationaal Monetair Fonds
14 miljard. Dit is een vermeerdering van 22,8% ten opzichte van 2012, toen US$ 11,4 miljard aan projecten werd goedgekeurd (169 projecten). In het verslagjaar was ongeveer 36% van de financiering bestemd voor institutionele versterking, 34% voor infrastructuur en milieu, 21% voor de sociale sector en 9% voor integratie en handel. Projecten in Suriname In het jaar 2013 zijn er vijf leningen goedgekeurd door de IADB met een totale waarde van US$ 175 miljoen. Hiervan is US$ 40 miljoen bestemd voor de energie sector en US$ 100 miljoen voor de financiële sector. Verder werd technische assistentie in de vorm van schenkingen verleend voor een bedrag van rond de US$ 6,4 miljoen. Van dit bedrag werd US$ 4,4 miljoen bestemd voor investeringen in de energie sector via het project “Development of Renewable Energy, Energy Efficiency and Electrification”.
I.4.2 Islamic Development Bank (IsDB) In november 2013 is een “Interim Member Country Partnership Strategy” getekend tussen Suriname en de IsDB. Dit document wordt beschouwd als de eerste stap om de samenwerking in de hernieuwde relatie te intensiveren en aandacht te besteden aan prioriteitsgebieden zoals aangegeven door de regering. Na deze interim strategie, die voor een periode van twee jaren geldt, volgt een meeromvattende “Member Country Partnership Strategy”, die ook zal worden ondernomen in nauw overleg met de direct betrokkenen van het land. Binnen de Interim Stra-
tegy wordt bijzondere aandacht besteed aan twee projecten in de sociale sector nl: - het “Health System Strengthening Project” welke is begroot op US$ 96,5 miljoen waarvan een bedrag van US$ 60 miljoen beschikbaar zal worden gesteld door de IsDB en US$ 26,5 miljoen door het OPEC Fund for International Development (OFID). Het resterende bedrag van US$ 10 miljoen zal door de Surinaamse overheid worden gedragen. Dit project behelst onder andere de bouw van een modern nieuw ziekenhuis met een capaciteit van 150 bedden, renovatie en inrichting van enkele afdelingen van het Academisch Ziekenhuis en 5 poliklinieken ten behoeve van de Regionale Gezondheidsdienst, alsook institutionele versterking van het Ministerie van Volksgezondheid. - “Reforming the Technical & Vocational Education and Training” (TVET). In overleg met o.a. het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling is besloten om ten behoeve van de sub-sector beroepsonderwijs, een zogenoemde “National Training Authority” (NTA) op te zetten. Daarnaast zullen er zeven praktijkcentra op verschillende LBO scholen worden gerenoveerd en voorzien van de nodige apparatuur. De commissie belast met het opzetten van de NTA zal daarnaast ook institutionele versterking ontvangen. Dit project is begroot voor US$ 18,5 miljoen waarvan de IsDB US$ 15,8 miljoen financiert.
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
3
I.5 Overige regionale en
internationale betrekkingen I.5.1 World Trade Organization (WTO) De WTO heeft in het verslagjaar haar periodieke evaluatie van het handelsbeleid gehouden middels het “Trade Policy Review Mechanism” (TPRM). Deze evaluatie welke sinds 2004 plaatsvindt, heeft onder andere als doelstelling de bevordering van transparantie van het handelsbeleid van de lidlanden van de WTO. Het “Bali pakket” is de eerste reeks van getroffen overeenkomsten sinds de oprichting van de WTO in 1995. Dit is een stap in de richting van de sluiting van de Doha-ronde van handelsbesprekingen2, die in 2001 zijn begonnen. Het pakket bevat eveneens een toezegging om exportsubsidies in de landbouw te verminderen en op een laag niveau te houden alsook de vermindering van handelsbelemmeringen wanneer landbouwproducten worden geïmporteerd door middel van quota’s. In december 2013 heeft Suriname geparticipeerd aan de “9th Ministerial Meeting” welke in Bali werd gehouden. Tijdens deze ministeriële conferentie is er overeenstemming bereikt over een pakket aan maatregelen welke onder andere tot doel hebben: - de internationale handel beter te stroomlijnen; - ontwikkelingslanden in staat te stellen beter te zorgen voor voedselzekerheid; - op het gebied van handel een stimulans te geven aan de minst ontwikkelde landen (LDC’s); - meer bij te dragen tot de algemene ontwikkeling van de LDC’s.
Uit de staatshoofden vergadering is de “Verklaring van Paramaribo” voortgevloeid, waarin de vooruitgang van de ontwikkelingen van het gemeenschappelijk beleid zijn weergegeven en de samenwerking tussen de lidlanden is vastgelegd om de asymmetrie weg te werken en sociale rechtvaardigheid te bewerkstelligen. Verder zijn tijdens deze vergadering enkele belangrijke onderwerpen op aan orde gekomen die het integratieproces bevorderen. Deze hielden onder meer in een Zuid-Amerikaanse defensie industrie, technologie voor bouwen van eigen vliegtuigen, het oprichten van een eigen instituut dat conflicten tussen de landen moet oplossen, de politieke agenda’s van de lidlanden op elkaar afstemmen om gerichter standpunten in te nemen en eenheidswording te versnellen, versterking van het beheer van het Gemeenschappelijk Fonds, de oprichting van het Forum voor Burgerparticipatie, het belang van de voortgang van het Energie verdrag van Zuid-Amerika en de uitvoering van het Jeugdcongres van UNASUR door het gastland. Verder is de coördinatie tussen de Raad van Zuid-Amerikaanse Infrastructuur en Planning (COSIPLAN)3 en de Raad van Economie en Financiën, bewerkstelligd. Hierdoor bestaat de mogelijkheid om infrastructurele projecten te financieren in samenwerking met de regionale ontwikkelingsbanken. Ook is het verzoek voor samenwerkingsprojecten betreffende alfabetisering in Haïti, in overweging genomen.
I.5.3 MERCOSUR I.5.2 UNASUR In augustus 2013, werd in Paramaribo de zevende reguliere bijeenkomst van de Raad van Staatshoofden en Regeringsleiders van UNASUR belegd, waarbij Suriname het Pro-Tempore Presidium over de periode 2013 - 2014, overnam van Peru. Onder het voorzitterschap van Peru zijn zestien besluiten en acht verklaringen goedgekeurd. Deze vergadering was de laatste en de belangrijkste van het jaar omdat hierbij de basis is gelegd voor de realisatie van UNASUR handelingen door het gastland Suriname.
Suriname is op 11 juli 2013, in Montevideo, Uruguay, middels ondertekening van de ‘Associatie Raamwerkovereenkomst tussen Suriname en MERCOSUR’ toegelaten als geassocieerd lid van MERCOSUR. Suriname en MERCOSUR zijn overeengekomen samen te werken op de gebieden Cultuur en Onderwijs, Wetenschap en Technologie, Handel en Investeringen en Landbouw. Voorts zal periodiek politiek overleg worden gepleegd met de lidlanden.
2
De onderhandelingen in het kader van de DOHA Development Agenda (DDA), zijn in 2001 van start zijn gegaan, maar nog niet afgerond. De voornaamste doelen van de DDA zijn hervorming van het internationaal handelssysteem middels lagere handelsbarrières, aangepaste handelsregels en bevordering van handelsvooruitzichten van ontwikkelingslanden.
3
Presidente del Consejo Suramericano de Infraestructura y Planeamiento” (COSIPLAN) is een Instantie voor het coördineren van programma’s en projecten om de integratie van de regionale infrastructuur in de lidstaten van UNASUR te bevorderen. Opgericht op 28 januari 2009 te Quito, Ecuador.
4
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
De overeenkomst voorziet voorts in de mogelijkheid voor uitbreiding van de gebieden van samenwerking, alsook in initiatieven ter ontwikkeling van de private sector en van de opbouw van de productiecapaciteit.
I.5.4 Caribbean Community (CARICOM) CARICOM-Canada Trade and Development Agreement De onderhandelingen aangaande deze overeenkomst zijn in 2013 voortgezet en zoals elk jaar heeft de “Office of Trade Negotations (OTN)” tussentijdse consultaties gehouden middels de Technical Working Groups (TWG)4 ter voorbereiding van de meetings van de Technical Negotiation Group.
De onderhandelingen van 2013 zijn gehouden met als streven de ondertekening van een vrijhandelsovereenkomst tussen CARICOM en Canada in 2014.
CARIFORUM Financial Services Agreement (CFSA) De Ministers van Financiën hebben tijdens de “15th Meeting of CARICOM’s Council for Finance and Planning (COFAP)” in Trinidad and Tobago de concept CFSA goedgekeurd. De CFSA zal een regionaal kader voor toezicht en regulering zijn van financiële entiteiten in de regio. In het verslagjaar waren de lidlanden nog niet overgegaan tot ondertekening van deze overeenkomst. Het standpunt van Suriname betreffende het plaatsen van reserveringen bij deze FSA is ongewijzigd gebleven.
4
I.6 Economische ontwikkelingen binnen de CARICOM Volgens de “Caribbean Centre for Money and Finance (CCMF)” kan de gemiddelde economische groei in de Caricom landen in 2013 als matig worden gecategoriseerd. Er zijn echter grote verschillen in groei in de verschillende landen. Guyana en Suriname noteerden respectievelijk een groei van 5,5% en 4,5%, terwijl de economie van Trinidad en Tobago met 3,2% groeide. De overige Caribische landen met name Belize en Barbados vertoonden ook een positieve groei. De aanhoudende contractie in de toerisme sector in een aantal CARICOM landen werd veroorzaakt door externe effecten, terwijl in de andere landen een lage productie werd genoteerd in de landbouw, constructie, industrie en energie sector. Suriname en Guyana noteerden een sterke positieve groei mede als gevolg van de toename van de investeringen in de gezondheidssector, onderwijs en mijnbouwsector (Suriname) en toenemende productie in de mijnbouw en dienstensector (Guyana). In 2013 werd in de meeste CARICOM landen een daling van de inflatie genoteerd. In Jamaica nam de inflatie toe als gevolg van ongunstige weersomstandigheden die een opwaartse druk uitoefenden op de lokale en de internationale prijzen van voedsel. Suriname noteerde een uitermate lage inflatie. In 2013 bleef werkloosheid een zorgpunt in de CARICOM landen. In 2012 noteerden Barbados, Bahamas, Belize en Jamaica een werkloosheidpercentage van boven de 10%. Het beeld veranderde niet in 2013 aangezien de werkloosheid, evenals het voorgaand jaar, boven de 10 % bleef. Het werkloosheidspercentage van Barbados bedroeg 11,7 %, Bahamas 16,2 %, Belize 12,9 %, Jamaica 15 % en Suriname 8,6%. Een analyse van het schuldvraagstuk in enkele CARICOM landen wees uit dat het aandeel van de binnenlandse schuld in de totale schuld in 2013 toegenomen is in Suriname, Barbados en de Bahamas, terwijl in Jamaica en Trinidad & Tobago de totale schuld is gedaald. De totale schuld in relatie tot het BBP noteert voor Suriname zeer gunstig vergeleken de andere landen.
Voordat de TNG aan de onderhandelingstafel gaat houdt de OTN consultaties met de verschillende CARICOM lidlanden middels de Technical Working Groups (TWG)
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
5
HOOFDSTUK II DE NATIONALE ECONOMISCHE ONTWIKKELING II.1 Algemeen De economische groei in 2013 bedraagt naar schatting 2,9% – vanuit 3,0% in 2012 – met als voornaamste drijvers de sectoren financiële instellingen en handel. Mijnbouw, constructie en industrie deden het minder gunstig dan in het voorgaande jaar, waar grotendeels de daling van de wereldmarktprijzen voor mijnbouwproducten aan ten grondslag lag. De confrontatie van middelen en bestedingen toont een binnenlands spaartekort, aangezien de bestedingen het BBP overtroffen. Het saldo van de primaire en secundaire inkomensovermakingen met het buitenland daarbij meegerekend resulteerde uiteindelijk in een tekort op de lopende rekening van de betalingsbalans. Het inflatiebeeld weerspiegelde deels de gedaalde internationale prijzen voor consump-
tiegoederen en brandstoffen. Daarnaast was het monetaire beleid gericht op het matigen van de kredietverlening, met als doel de toename van het geldaanbod langs dit kanaal te beperken. Genoemde factoren droegen bij aan een beheersbare inflatie; het jaareinde inflatiecijfer van 0,6% was het laagst in 24 jaar.
II.2 Productie Ondanks de daling van de internationale prijs van goud, ons belangrijkste exportproduct, groeide de economie van Suriname in reële termen met 2,9% (Tabel II.1). De economische groei werd voornamelijk gedragen door de relatieve bijdragen van de sectoren financiële instellingen (groeide met 17,5%), handel (groeide met 5,0%) en transport, opslag en communicatie. De sector industrie die het grootste aandeel heeft binnen het BBP vertoonde een bescheiden groei van 1,3%.
Tabel II.1 Bruto Toegevoegde Waarde tegen basisprijzen per bedrijfstak in 2007 prijzen (in miljoenen SRD) 2009 Landbouw, Veeteelt en Bosbouw Visserij Mijnbouw Industrie/Fabricage Elektriciteit, Gas en Water Constructie Handel Hotels en Restaurants Transport, Opslag en Communicatie Financiële instellingen Zakelijke Diensten Overheid (excl. Onderwijs en Gezondheidszorg) Onderwijs Gezondheidszorg Persoonlijke, Sociale- en Gemeenschapsdiensten Bruto Binnenlands Product tegen marktprijzen (2007 prijzen) 1 Groei in % Bruto Binnenlands Product tegen marktprijzen (lopend)
Bron: Algemeen Bureau voor de Statistiek 1 Formele sector en informele sector
6
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
* Voorlopige cijfers
707 269 526 1,830 142 440 1,588 210 562 437 297 399 245 246 55 8,648 3.0 10,638
2010 717 287 554 2,050 143 397 1,659 253 589 464 290 404 251 252 54 9,094 5.1 11,993
2011* 750 299 617 2,207 164 443 1,708 262 614 499 298 404 245 236 57 9,573 5.3 14,455
2012* 854 302 649 1,908 166 496 1,793 274 644 554 308 561 250 248 60 9,861 3.0 16,543
2013* 721 330 634 1,933 170 542 1,883 296 694 651 318 604 239 252 64 10,145 2.9 17,486
Tabel II.3 Exportvolume en -waarde van aluinaarde
II.2.1 Sectorale bijdrage aan het BBP a. Mijnbouw
Jaar
De mijnbouwsector maakt eind 2013 een moeizame ontwikkeling door vanwege de scherpe daling van de internationale prijzen. Zowel de relatief zwakke groeicijfers in de wereldeconomie alsook de afnemende vraag vanuit de opkomende economieën zijn van invloed geweest op de daling van de wereldmarktprijzen. Met uitzondering van ruwe olie daalde het productievolume in alle andere subsectoren van de mijnbouw. Bauxiet Ondanks een gemiddelde stijging van de exportprijs, nam in het verslagjaar zowel de bauxiet- als de aluinaardeproductie af, en wel met 5,9% en 4,4% respectievelijk. Het exportvolume nam af met 4,7%. Te samen met de lichte toename in de prijs (met 0,8% tot US$ 301.66 per metrieke ton) resulteerde dit in een daling van de exportwaarde, en wel met 3,9%. Tabel II.2 Bauxiet- en aluinaardeproductie Omschrijving Bauxiet (in dmt) Aluinaarde (in mt)
2009
2010
2011
2012
2013
3,388,416 3,103,581 3,204,067 2,874,343 2,705,696 1,718,269 1,486,449 1,421,465 1,202,806 1,149,392
Bron: Suralco
De vooruitzichten voor de Surinaamse bauxietsector blijven somber. Nationaal heeft de sector te kampen met relatief hoge productiekosten voor aluinaarde. Internationaal wordt de industrie geteisterd door een aanbodsoverschot en geringe vraag. De geringe vraag kan worden toegeschreven aan het minder aantrekken van vooral de Chinese economie. Bovendien verhoogde de depreciatie van de Yuan, de Chinese munt, de kosten voor aluinaarde-importen voor de Chinese aluinaarde raffinaderijen. Goud In tegenstelling tot nog zeer gunstig condities in 2012 hebben in 2013 de dalende wereldmarktprijs en gestegen brandstofkosten door een toename van het brandstofverbruik gezorgd voor een lagere winstgevendheid binnen de goudsector.
Volume in metrieke ton 2009 1.536.086 2010 1.505.868 2011 1.411.436 2012* 1.202.236 2013 1.145.712 Bron: Suralco * herziene cijfers
Prijs US$/metrieke ton 210,22 285,67 347,78 299,23 301,66
Waarde in US$ 322.912.396 430.182.502 490.862.548 359.741.024 345.619.775
van de prijs onzeker bleef. Het totale goud exportvolume nam met 3% af en de exportwaarde daalde met 18,5%, tot US$ 1,4 miljard. Als direct gevolg van de toegenomen kosten en de terugval in de exportwaarde, daalden de afdrachten aan de Staat in de vorm van belastingen, dividend en royalty’s. De afname was voor bijna de helft; namelijk met 45,1%. De totale goudproductie bedroeg 35.347 kg, en lag 0,9% lager dan de totale productie in 2012 (Tabel II.4). De daling van de totale goudproductie was overwegend te wijten aan de verminderde productie van RGM met 12,3%; de kleinschalige goudsector noteerde juist een toename van de productie met 5,5%. Vermeldenswaard is dat deze toename hoger was in de voorgaande periode. Mijnbouwers in de kleinschalige goudsector hebben, vanwege de aard van hun onderneming namelijk te maken met relatief lage exploitatiekosten. De marge tussen deze kosten en de marktprijs maakt dat zij beter bestand zijn tegen de negatieve effecten van een dalende prijs. Het verwerken van hard gesteente, langere afstanden tussen de mijn en fabriek en de sluiting van de fabriek voor een week in verband met ongepland onderhoud, leidde tot de terugval in de productie van Rosebel Gold Mines (RGM). Deze factoren in combinatie met hogere arbeidskosten, leidden tot een toename van de kosten per troy ounce. Een kostenreductieprogramma dat in het eerste kwartaal van 2013 werd geïnitieerd door de moedermaatschappij Iamgold, stelde RGM in staat de productiekosten toch nog onder de geschatte ondergrens van US$ 850 per troy ounce te houden. De geïdentificeerde gebieden waar de kostenbesparingen zijn doorgevoerd, betreffen operationele, exploratie-, en algemene en administratieve kosten. Een andere maatregel die medio 2013 door Iamgold is getroffen om de stijgende kosten c.q. uitgaven het hoofd te bieden, is het aanhouden van dividend uitkering aan de aandeelhouders.
De sector heeft geleden onder de scherpe daling van de internationale goudprijs met gemiddeld 15% gedurende 2013, terwijl het vooruitzicht op herstel
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
7
Tabel II.4 Goudproductie grootschalige en kleinschalige goudmijnbouw (volume in kg, waarde in 1000 US$)
2009* 13.262 17.905 31.167
2010* 13.359 19.652 33.011
2011* 13.096 20.830 33.925
2012* 12.961 22.722 35.683
2013 11.371 23.976 35.347
42,6 57,4
40,5 59,5
38,6 61,4
36,3 63,7
32,2 67,8
Importwaarde GG
72.916
72.201
81.334
122.597
116.206
Exportvolume GG Exportvolume KG Totaal
12.512 17.052 29.564
12.606 18.716 31.322
12.247 19.838 32.085
12.829 21.640 34.468
10.599 22.835 33.433
Exportwaarde GG Exportwaarde KG Totaal
385.023 486.861 871.885
486.487 673.244 1.159.731
599.267 914.320 1.513.587
666.684 1.056.016 1.722.700
463.305 940.299 1.403.604
Productievolume GG Productievolume KG Totaal Aandeel GG in productie (in %) Aandeel KG in productie (in %)
Jaarlijkse mutaties (%) Productievolume GG Productievolume KG Totaal
24,6 1,4 10,1
0,7 9,8 5,9
-2,0 6,0 2,8
-1,0 9,1 5,2
-12,3 5,5 -0,9
Exportvolume GG Exportvolume KG Totaal
17,8 1,4 7,8
0,8 9,8 5,9
-2,8 6,0 2,4
4,8 9,1 7,4
-17,4 5,5 -3,0
Exportwaarde GG Exportwaarde KG Totaal
33,7 13,9 21,9
26,4 38,3 33,0
23,2 35,8 30,5
11,2 15,5 13,8
-30,5 -11,0 -18,5
Internationale goudprijs in US$ per troy ounce
973
1.225
1.569
1.669
1.411
Bron: Centrale Bank van Suriname en Rosebel Gold Mines GG = Grootschalige goudmijnbouw (Rosebel Gold Mines) KG = Kleinschalige goudmijnbouw (Surinaamse exporteurs) * Aangepaste cijfers Noot: Productie van kleinschalige goudmijnbouw is gebaseerd op een schatting
Overige Ontwikkelingen Een overeenkomst tussen de Surinaamse Overheid en Rosebel Goldmines werd in april 2013 goedgekeurd door De Nationale Assemblee. Deze nieuwe overeenkomst verlengt de bepalingen van de bestaande overeenkomst met 15 jaar, tot 2042, en stelt RGM in de gelegenheid zachter gesteente te verwerken tegen een significant lager energietarief. Suriname’s deelname in de nieuwe mijn van RGM zal 30% bedragen hetgeen inhoudt dat 30% van de totale investering voor rekening is van Suriname.
8
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
Hier tegenover staat ook dat 30% van het dividend Suriname toekomt. De overeenkomst tussen de regering van Suriname en Surgold N.V. werd twee maanden later ook goedgekeurd door het Parlement. Volgens deze overeenkomst verwerft Surgold N.V. de exploratierechten in het Merian-gebied in het oosten van Suriname voor de komende vijfentwintig jaar. De Surinaamse overheid zal voor 25% participeren in de nieuwe mijn.
In het kader van de ordening van de kleinschalige goudsector, is er een gebied ter grootte van 7.000 hectaren ter beschikking gesteld aan goudzoekers die illegale activiteiten ontplooiden in de concessie van RGM. Met behulp van de Commissie die belast is met de ordening van deze sector, wordt bestudeerd of er goud voorkomt in het betreffende gebied. Op een later tijdstip zal er nog eens 15.000 hectaren beschikbaar worden gesteld aan goudzoekers die in andere gebieden op informele basis actief zijn.
project (REP) te Tout Lui Faut, is voltooid in het verslagjaar. De studies met betrekking tot het TapaJay hydro-energie project werden in 2013 stopgezet. Op korte termijn zal de opwekcapaciteit van de Staatsolie Power Company Suriname (SPCS) worden uitgebreid van 28 naar 62 megawatt (MW). Deze uitbreiding is met een lening van US$ 74 miljoen bij de Zwitserse Bank Credit Suisse gefinancierd en zal naar verwachting in de eerste helft van 2014 zijn voltooid. b. Agrarische sector
Aardolie De ontwikkelingen binnen de aardoliesector waren in 2013 voor wat betreft de productie gunstig te noemen. De productie van ruwe olie daalde weliswaar licht met 0,7%, maar de raffinaderijproductie nam met 20,3% fors toe (Tabel II.5). Het exportvolume bleef desondanks gelijk. Echter daalden de exportopbrengsten tot een niveau van US$ 351 miljoen (2012: US$ 365 miljoen), hetgeen vooral kan worden toegeschreven aan de afname van de gemiddelde olie-exportprijs per barrel met 4,6% tot US$ 98,97. Vermeldenswaard is dat de afdrachten aan de Staat met 19,3% terugliepen tot een bedrag van US$ 284 miljoen. Ter verhoging van haar oliereserves werd het aantal exploratiebronnen in productie (onshore) uitgebreid met 75 in 2013 tot een totaal van 1.549 bronnen. De toename van de bewezen reserves met 21,8 miljoen barrels naar een niveau van 92,5 miljoen barrels is het resultaat van voortdurende evaluatie, reservoirstudies en testprogramma’s in bestaande productievelden. Staatsolie tekende met de Maleisische oliemaatschappij Petronas een productiedelingscontract voor offshore Blok 52. Petronas zal ruim US$ 25 miljoen investeren in de exploratie van dit Blok.
In 2013 zijn de ontwikkelingen in de agrarische subsectoren rijst en bananen afwisselend geweest. De productie in de rijstsector maakte over het algemeen een positieve ontwikkeling mee, terwijl de ontwikkelingen binnen de bananensector als minder gunstig kunnen worden gekarakteriseerd. Rijst In 2013 nam de rijstexportwaarde toe, sterk onder invloed van een stijging van het exportvolume met liefst 32,1% (Tabel II.6a). De stijging kwam onder andere door groei van het marktaandeel in de regio, voornamelijk Jamaica. De rijstexportprijs daarentegen daalde met 2,6%, mede als gevolg van productieoverschotten in andere delen van de wereld. De padieproductie maakte in 2013 een positieve ontwikkeling door. De padieproductie steeg met 16,9%, als gevolg van zowel een uitbreiding van het beplantte areaal als een verhoging van de opbrengst efficiëntie per hectare. Het beplantte areaal werd met liefst 13,4% uitgebreid, vooral het resultaat van inspanningen gestoken in waterbeheersing via waterschappen, investering in infrastructuur zoals dijken en lozingen, en het verstrekken van incentives aan rijstboeren. De opbrengst per hectare nam met 3,1% toe, hetgeen een verbetering
Vermeldenswaard is dat ruim 75% van de bouwactiviteiten van het Staatsolie raffinaderij expansie
Tabel II.5 Ruwe aardolie- en raffinaderijproductie
Omschrijving
2009
2010
2011
2012
2013*
Ruwe aardolie (in mln bbls) Raffinaderijproductie (in mln bbls)
5,86 2,7
5,80 2,7
5,99 2,6
5,94 2,3
5,98 2,8
Exportvolume^ (in mln bbls) Exportwaarden (in mln US$)
2,3 139
2,5 180
3,4 343
3,4 364
3,4 351
Bron: Staatsolie * voorlopige cijfers ^ uit eigen productie
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
9
is ten opzichte van de stijging van 1,6% gedurende de afgelopen vijf jaar. Dit was toe te schrijven aan betere zaaizaadproductie-methoden en het trainen van rijstboeren. Bananen Zowel de bananenproductie als exporten vertoonden een afname in 2013 als gevolg van een scherpe daling in de internationale bananenprijs, veroorzaakt door het aanbodoverschot op de wereldmarkt (Tabel II.6b). De lokale bananenproductie en de exportwaarde daalden respectievelijk met 5,2% en 11,2%. De Europese Unie (EU) bereidde in het verslagjaar de toewijzing van circa 9 miljoen euro voor aan deze sector. Deze fondsen zullen worden aangewend ter verdere verbetering van de infrastructuur, transportsystemen en personeelstrainingen voor het opgang brengen van een duurzame bananenproductie. Vanwege de daling van internationale prijzen, maakte het bananenproductie bedrijf Stichting Behoud Bananensector Suriname (SBBS) grote verliezen. Daarom deed het bedrijf in het verslagjaar wederom het verzoek tot privatisering.
Toerisme Het aantal aangekomen toeristen in het verslagjaar 2013 groeide met 3,8% ten opzichte van 2012 (Ta-
bel II.7). Deze toename is voornamelijk toe te schrijven aan toeristen uit de buurlanden Guyana (50.000 toeristen) en Frans-Guyana (34.000 toeristen). De Carifesta festiviteiten in de maand augustus hebben mede gezorgd voor een toename van het aantal bezoekers uit het Caribisch gebied, vooral uit de Caricom lidstaten. Nederlandse toeristen, met 88.000 binnengekomen in 2013, bleven de grootste groep.
II.3 Confrontatie van middelen en bestedingen Het totaal aan middelen voor 2013 bedroeg SRD 26,3 miljard en lag 5,4% hoger dan in 2012 (Tabel II.8). Het aandeel van het BBP tegen lopende marktprijzen in het totaal aan middelen was SRD 17,5 miljard, terwijl de import van goederen en diensten SRD 8,8 miljard bedroeg. De nominale groei in de beschikbare middelen is toe te schrijven aan de nominale groei van het BBP tegen marktprijzen met 5,7%. Het totaal aan bestedingen werd opgebouwd uit consumptie en investeringen (68,2%) en exporten (31,8%). In het verslagjaar stegen de bestedingen, hetgeen voornamelijk werd veroorzaakt door een stijging van de binnenlandse consumptie en inves-
Tabel II.6a Padieproductie, rijstexportvolume en -exportwaarde
Omschrijving
Eenheid
Beplante padie-arealen Padieproductie Exporthoeveelheden rijst Exportwaarden rijst
ha ton ton x SRD 1.000
2009
2010
2011
2012*
2013*
54.492 53.555 56.930 51.379 58.274 229.370 226.686 235.298 224.127 262.029 51.941 89.412 46.109 56.317 74.386 58.950 105.213 99.664 103.155 128.569
Bron: Ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij en Adron *) Schattingen van de Centrale Bank van Suriname en voorlopige cijfers Ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij
Tabel II.6b Bananenproductie, exportvolume en -exportwaarde
Omschrijving Beplante arealen Bananen productie Export volume bananen Exportwaarden bananen
Eenheid ha ton 1000 dozen x US$ 1.000
Bron: Stichting Behoud Bananensector Suriname
10
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
2009
2010
2011
2012
2013
1.780 56.993 3.081 26.069
1.817 70.051 3.787 33.808
1.965 69.191 3.740 34.551
1.964 85.668 4.631 43.418
2.013 81.195 4.389 38.552
teringen met 14,9% ten opzichte van het vorige jaar. In 2013 noteerde de economie een binnenlands
spaartekort van SRD 463 miljoen. De sterk toegenomen binnenlandse absorptie tezamen met de netto-uitstromen van inkomens naar het buitenland
Tabel II.7 Aantal aangekomen toeristen in Suriname "Overnacht" toeristen "Eendaagse" toeristen Totaal
2009
2010
2011
2012
2013
150.628 300 150.928
204.519 482 205.001
220.475 289 220.764
240.041 298 240.339
249.102 739 249.841
Bron: Stichting Toerisme Suriname (STS)
Tabel II.8 Confrontatie van middelen en bestedingen (in SRD mln) Omschrijving
2009
2010
2011*
2012*
2013*
15.180 10.638 4.542
16.483 11.993 4.490
21.739 14.454 7.285
24.952 16.542 8.410
26.311 17.486 8.825
15.180 10.604 4.576
16.483 10.180 6.303
21.739 13.070 8.669
24.952 15.624 9.328
26.311 17.949 8.362
34
1.813
1.384
918
-463
Primaire en secundaire inkomens uit het buitenland
268
-48
-568
-386
-180
Nationaal spaaroverschot (+) of -tekort(-) = Overschot lopende rekening betalingsbalans (+)
302
1.765
816
532
-643
MIDDELEN Totale middelen BBP tegen lopende marktprijzen Import van goederen en diensten (fob) BESTEDINGEN Totale bestedingen Binnenlandse consumptie en investeringen Export van goederen en diensten (fob) Binnenlands spaaroverschot (+) of binnenlands spaartekort
Bron: Centrale Bank van Suriname, Algemeen Bureau voor de Statistiek en Stichting Planbureau Suriname * Voorlopige cijfers
van SRD 180 miljoen, deden het nationaal spaartekort in het verslagjaar uitkomen op SRD 643 miljoen, gelijk aan het tekort op de lopende rekening van de betalingsbalans, ad 3,7% van het BBPmp. Prijsontwikkelingen De consumentenprijsinflatie daalde naar een laag niveau in het verslagjaar (Tabel II.9). In 2013 werd de jaareinde inflatie vastgesteld op 0,6%, terwijl de gemiddelde inflatie werd vastgesteld op 1,9%. Dit resultaat werd mede bereikt door gunstige internationale prijzen (met name brandstofprijzen) en deflatie van enkele lokale goederencategorieën, alsook het monetaire stabilisatiebeleid van de Bank.
De lage inflatie was voornamelijk toe te schrijven aan een deflatie binnen de categorie “Voeding en Niet-Alcoholische Dranken” (-1,1%) van de consumentenprijsindex. Deze werd veroorzaakt door een prijsdaling van 21% in de subcategorie “Vruchten en Groenten”. Ook de deflatie in de hoofdcategorie “Transport” (-3%) had invloed op de jaareinde inflatie. De deflatie in de laatstgenoemde categorie is consistent met de daling van internationale prijzen, vanwege de stabilisatie van de situatie op de internationale oliemarkt.
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
11
Tabel II.9 Consumentenprijsindex- en inflatiecijfers (Basis april 2009-juni 2009)
Jaar
Totaalindex gemiddelde CPI Infl./12 mnds gem.
Totaalindex december CPI Infl./I(t,t-12)
2009 2010 2011 2012 2013
101,3 108,3 127,5 133,9 136,5
102,5 113,1 130,4 136,1 136,9
Bron: Algemeen Bureau voor de Statistiek
12
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
-0,1 6,9 17,7 5,0 1,9
1,3 10,3 15,3 4,3 0,6
HOOFDSTUK III DE MONETAIRE ONTWIKKELING
III.1 Algemeen Het beleid van de Bank voor wat betreft het verstrekken van voorschotten aan de Staat is gevoerd binnen de beperking hierop aangegeven in de Bankwet van 1956. Ook trof de Bank maatregelen tegenover de hoge kredietgroei vanuit de commerciële banken, en voerde zij vreemde valuta interventies uit. Haar beleidsdoelen waren om bij te dragen aan prijs- en wisselkoersstabilisatie. In het verslagjaar verhoogde “Standard & Poor’s” de kredietwaardigheid van Suriname van stabiel naar positief. De opwaardering vond plaats tegen de achtergrond van de op handen zijnde investeringen in de mijnbouw- en olie sector, de versterking van het overheidsfinanciën management beleid (onder meer Free Balance) en het gevoerde monetaire stabilisatiebeleid. Allen droegen bij aan positieve vooruitzichten voor economische groei en inkomstenverhoging.
III.2 De ontwikkeling van de liquiditeitenmassa Oorzaken en veranderingen in de liquiditeitenmassa in ruime zin Het monetair beleid werd in het verslag jaar aangescherpt ter waarborging van de monetaire stabiliteit. Tegen deze achtergrond heeft de Bank de SRD kasreserveverplichting verhoogd van 25% naar 30% in september. De kasreserveverplichting voor deposito’s in vreemde valuta werd twee keer verhoogd namelijk van 40% naar 45% in januari en in september naar 50%. De veranderingen in de liquiditeitenmassa in ruime zin (M2) worden veroorzaakt door financiële transacties van de overheid, de private sector en het betalingsverkeer met het buitenland. De mate waarin deze grootheden invloed hebben uitgeoefend op M2 in 2013, is weergegeven in figuur 1. In 2013 groeide de liquiditeitenmassa minder hard als het jaar ervoor. De binnenlandse factor had een toenemend effect op M2, welke gematigd werd door het betalingsverkeer met het buitenland. In het verslagjaar
Grafiek III.1 Oorzaken van Veranderingen in de Liquiditeitenmassa in ruime zin (M2) (miljoenen Surinaamse dollars) 2500 2000 1500 1000 500 0 -500 -1000 -1500 2008 Buitenland
2009 Overheid
2010 Private sector
2011
2012 Overige
2013 Verandering M2
Bron: Centrale Bank van Suriname
CentraleBank Bankvan vanSuriname Suriname//Jaarverslag Jaarverslag2013 2013 Centrale
13 13
bedroeg de liquiditeitscreatie ten behoeve van de overheid SRD 538,3 miljoen en wegens de bancaire kredietverlening aan de particuliere sector SRD 759,8 miljoen. Er was sprake van afvloei van liquiditeiten uit hoofde van het externe verkeer ter waarde van SRD 504,8 miljoen. Dit wordt weerspiegeld in de afname van de goud- en deviezenreserves. Deze afname in de internationale reserves werd vooral veroorzaakt door verminderde deviezeninkomsten.
goeden aangehouden bij de banken (reserve basis) gedenomineerd in vreemde valuta en volgde in september met kasreserveverhogingen voor zowel de SRD als de vreemde valuta reserve basis. Vooralsnog resulteerde dat in een vertraagde groei van de vreemde valuta kredietverlening gedurende het verslagjaar. De SRD kredietverlening blijkt vertraagd te hebben gereageerd; de groei temporiseerde na het vierde kwartaal.
Tabel III.1 presenteert de ontwikkeling van de geldaggregaten. M2 steeg in 2013 met 11,1%. Ten opzichte van de groei in 2012 is dit een groeivertraging van 10,1 procentpunt, veroorzaakt door een afname van de primaire liquiditeiten.
III.3 Kredietverlening der overige depositonemende instellingen(ODIs)
Surinaamse dollar De kredieten en beleggingen in Surinaams courant stegen met ruim 24,5% ten opzichte van 2012. De groei van de kredietverlening is merkbaar in de dienstensector die met 38,6% steeg vergeleken met het vorig jaar, gevolgd door de handelssector met 23,6%. Voor wat betreft de allocatie van de kredietportefeuille, is de sector woningbouw met een 21,4% aandeel de grootse kredietontvanger, gevolgd door de handelssector met een gewicht van 18,4% ( zie grafiek III.2).
Tabel III.2 verschaft een overzicht van de kredietverlening en beleggingen, de reservebasis en de rentetarieven in zowel de nationale als in de vreemde valuta munteenheid van de overige deposito nemende instellingen. Om het hoofd te bieden aan de hoge kredietgroei, verhoogde de Bank in januari de verplichte kasreservepercentages voor derden-te-
Het totaal aan toevertrouwde middelen vertoonde een toename van 15,7% tot SRD 3.622,3, hetgeen aanzienlijk minder was dan in 2012 (groei van 27,2%). De depositorente nam toe met 0,2 procentpunt tot 7,2%. De kredietrente nam toe met 0,2 procentpunt, waardoor de rentemarge onveranderd bleef. De “loan-to-deposit ratio” steeg tot 93,1% in 2013 ( 2012; 86,5%).
Tabel III.1 Ontwikkeling van de geldaggregaten (miljoenen Surinaamse dollars)
Omschrijving 1) Basisgeldhoeveelheid (in enge zin) Chartaal geld Giraal geld Primaire liquiditeiten (M1) 2) Overige deposito's
3)
Effecten, andere dan aandelen
4)
Liquiditeitenmassa in ruime zin (M2)
5)
2009
2010
2011
2012
2013
1,336.4 589.6 2,088.3
1,502.2 688.0 2,315.7
1,579.7 707.9 2,838.6
2,170.1 846.1 3,459.1
2,345.7 883.9 3,582.6
2,677.9
3,003.8
3,546.5
4,305.3
4,466.5
2,255.8
2,441.3
3,055.6
3,701.2
4,519.4
61.1
80.0
108.0
122.1
42.2
4,994.8
5,525.2
8,128.5
9,028.1
37.4 21.4 21.1
8.1 3.7 11.1
3.75 -11.8
3.85 2.8
Basisgeldhoeveelheid M1 M2
32.6 10.0 15.2
6,710.0 % change 12.4 5.2 12.2 18.1 10.6 21.4
Quote: Geldmultiplicator M2 6) Mutatie (%)
3.74 13.2
3.68 -1.6
4.25 15.5
Bron: Centrale Bank van Suriname 1) Omvat bankbiljetten in omloop en direct-opeisbare verplichtingen aan overige depositonemende instellingen. 2) Omvat chartaal geld en giraal geld in lokale en vreemde valuta. 3) Omvat spaar- en termijndeposito’s in lokale en vreemde valuta. 4) Betreft de goudcertificaten. 5) Omvat primaire liquiditeiten, overige deposito’s in lokale en vreemde valuta alsook effecten, andere dan aandelen. 6) De verhouding tussen liquiditeitenmassa in ruime zin en basisgeldhoeveelheid in enge zin.
14
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
US-dollar Per ultimo december 2013 hadden de overige depositonemende instellingen US$ 441,5 mln aan krediet uitstaan. De US-dollar kredietgroei daalde van 15,6% in 2012 naar 11,4% in 2013. De grootste kredietontvangers waren de sectoren handel met 17,1% en dienstverlening met 33,2%. De sectoren handel en dienstverlening blijven de grootste kredietnemers met een aandeel van 45,9% en 14,7% respectievelijk, gevolgd door de sector nijverheid met 10,0% van de totale krediet portefeuille (zie grafiek III.3). De gemiddelde kredietrente nam toe met 0,1 procentpunt, terwijl de gemiddelde depositorente met 0,2 procentpunt steeg, hetgeen een verkleining van de rentemarge impliceert. De reserve basis nam toe met 18% tegenover 17% in 2012. De “loan-to- deposit ratio” nam af met 3,3 procentpunt ten opzichte van 2012, als gevolg van matiging van de groei van de kredietverlening en toename van de groei van de reserve basis. Euro De kredieten en beleggingen in euro noteerden een groei van 13,5% in 2013 tot een bedrag van € 124,2 mln. De euro kredietgroei verminderde van 26,8%
in 2012 naar 13,5% in 2013. De sector handel is voor 28% vertegenwoordigd in het totale krediet, de sector dienstverlening voor 23% en de categorie overige voor 19% (zie grafiek III.4). De reservebasis nam toe met 8% tot € 336,3 mln. De gemiddelde depositorente bleef daarbij op 0,7%. Tabel III.3 verschaft een overzicht van de dollariseringsgraad bij de ODIs. De dollarisatie graad nam af in het verslag jaar. Kredietdollarisering liep terug met 1,6 procentpunt tot 40,0% terwijl de financiële dollarisering afnam met 0.4 procentpunt tot 48.0%. Deze ratio’s worden volgens internationale normen als hoog aangemerkt. De depositodollarisering steeg met 0,4 procentpunt tot 52,8%. Er was een relatief sterkere toename van de vreemde valuta tegoeden van ingezetenen ten opzichte van de SRD tegoeden. Bij deze laatste was een afname van lange-termijn SRD termijndeposito’s waarneembaar. De ontwikkeling van het gebruik van de vreemde valuta munteenheden ten opzichte van de eigen munteenheid in de Surinaamse economie blijven een zorgpunt voor de Bank en zij zal haar beleid waar nodig blijven aanpassen.
Tabel III.2 Kredieten, Reserve Base en Rente van Algemene Banken (miljoenen Surinaamse dollars) Omschrijving In de SRD-sfeer: Kredieten en beleggingen (mln SRD) % Verandering in krediet Gewogen gemiddelde kredietrente (%) Gewogen gemiddelde depositorente (%) Rente marge Reserve base (mln SRD) Krediet en deposito verhouding
2009
2010
2011
2012
2013
1653,8 19,2 11,6 6,2 5,4 1886,3 87,7
2091,8 26,5 11,8 6,2 5,6 2270,8 92,1
2327,1 11,2 11,8 6,6 5,2 2461,5 94,5
2708,3 16,4 11,8 7,0 4,8 3130,5 86,5
3371,6 24,5 12,0 7,2 4,8 3622,3 93,1
In de USD-sfeer: Kredieten en beleggingen (mln USD) % Verandering in krediet Gewogen gemiddelde kredietrente (%) Gewogen gemiddelde depositorente (%) Rente marge Reserve base (mln USD) Krediet en deposito verhouding
301,7 -1,3 9,5 2,9 6,6 461,5 65,4
315,4 4,5 9,3 2,7 6,6 497,9 63,3
342,8 8,7 9,5 2,6 6,9 599,5 57,2
396,3 15,6 9,6 2,6 7,0 704,3 56,3
441,5 11,4 9,7 2,8 6,8 833,4 53,0
In de EUR-sfeer: Kredieten en beleggingen (mln EUR) % Verandering in krediet Gewogen gemiddelde kredietrente (%) Gewogen gemiddelde depositorente (%) Rente marge Reserve base (mln EUR) Krediet en deposito verhouding
75,7 6,2 10,3 1,0 9,3 234,9 32,2
73,7 -2,6 9,7 0,9 8,8 277,5 26,6
86,3 17,1 9,8 0,8 9,0 298,5 28,9
109,4 26,8 9,6 0,7 8,9 310,1 35,3
124,2 13,5 10,6 0,7 9,9 336,3 36,9
Bron: Centrale Bank van Suriname
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
15
Grafiek III.2 Sectorale Kredietverlening in SRD (*inclusief Overheid (12%)) Visserij 0,4%
Agrarisch esector 2,7%
Bosbouw 0,0%
Mijnbouw 1,1%
Nijverheid ConstructieͲ en 6,3% installatiebedrijven 4,3% Elektriciteit, gasenwater 0,4%
*Overige 36,3%
Handel 18,4%
Woningbouw 21,4% Transport,opslagen communicatie 2,6% Dienstverlening 6,1%
Bron: Centrale Bank van Suriname
Grafiek III.3 Sectorale Kredietverlening in USD Agrarischesector 1,7% Woningbouw 3,6%
Visserij 1,6%
Bosbouw 0,0%
Overige 8,8%
Mijnbouw 4,7%
ConstructieͲ en installatiebedrijven 2,6%
Nijverheid 10,0%
Elektriciteit, gasenwater 1,4%
Dienstverlening 14,7%
Transport, opslagen communicatie 4,9%
Handel 45,9%
Bron: Centrale Bank van Suriname
Grafiek III.4 Sectorale Kredietverlening in euro Agrarischesector; 4,5%
Visserij;1,8%
Bosbouw;0,4%
Mijnbouw;4,2% Nijverheid;3,1% ConstructieͲ en installatiebedrijven; 3,5% Elektriciteit,gasen water;0,0%
Overige;19,0%
Woningbouw;10,3%
Handel;28,3% Dienstverlening; 23,4%
Transport,opslagen communicatie;1,5%
Bron: Centrale Bank van Suriname
16
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
Tabel III.3 Financiële dollariseringsgraad (in miljoenen Surinaamse dollars) Omschrijving I. Vreemdevalutategoeden van ingezetenen 1) II. Totale tegoeden van particulieren III. Vreemdevalutakredieten aan particulieren 2) IV. Totale kredieten aan particulieren
V. Depositodollarisering (I in procenten van II) VI. Kredietdollarisering (III in procenten van IV) VII. Financiële dollarisering (I+III in procenten van II+IV)
2009
2010
2.199,8 4.196,8 1.112,0 2.695,0
2.352,4 4.939,9 1.121,3 3.038,2
52,4 41,3 48,1
47,6 36,9 43,5
2011 3.233,20 5.721,70 1.476,00 3.645,20
2012
2013
3.626,30 6.920,43 1.756,85 4.216,45
4.274,0 8.087,6 1.990,9 4.971,3
52,4 41,7 48,3
52,8 40,0 48,0
56,5 40,5 50,3
Bron: Centrale Bank van Suriname 1) De som van de tegoeden van particulieren in vreemde valuta en eigen valuta bij ODIs. 2) De som van kredieten aan particulieren in vreemde valuta en eigen valuta bij ODIs.
III.4 Financiële Soliditeit
activa van de banken gedekt werd door hun eigen kapitaal en reserves.
De financiële sector wordt decennia lang gedomineerd door de commerciële banken die 70% van de totale activa van het financieel systeem bezitten. In tabel III.4 zijn enkele belangrijke kernindicatoren van de bankensector gepresenteerd. Hieruit blijkt dat commerciële banken genoeg kapitaal bezitten, winstgevend zijn en uitermate liquide waren. Ondanks de kredietwaardigheid van deze sector een lichte afname vertoont in vergelijking met het vorig jaar, was het ruim boven de aanvaardbaar wettelijke norm van 8,0%. Ook de Tier 1 ratio bevond zich boven de minimale eis van 4,0%, ongeacht de lichte daling van 0,3 procentpunt. De verhouding van het eigen vermogen en het balanstotaal noteerde een ratio van 8% in 2013. Dit houdt in dat 8% van de
De NPLs daalden tot 5,9% in 2013 van de totale kredietportefeuille. Aan het einde van 2012 was deze 6,2%. De provisie van de banken voor NPLs was toereikend en bedroeg 32,6%. Volgens internationale normen, waarbij een maximale ratio van 5% wordt gehanteerd, is de NPLs ratio in Suriname nogal aan de hoge kant. Zowel de ‘Return on Equity’ (ROE) als de ‘Return on Assets’ (ROA) van de banken is afgenomen. De banken hadden voldoende liquide middelen opgebouwd waardoor zij 58,2% van hun korte termijn verplichtingen konden dekken.
Tabel III.4 Financiële Soliditeit van de algemene banken in % (in miljoenen Surinaamse dollars)
2009
2010
2011
2012
2013
Solvabilteit Risicogewogen kapitaalratio Risicogewogen kernkapitaalratio ( "Core Tier I ratio") Verhouding eigen vermogen en balanstotaal Kwaliteit kredietportefuille
10,8 9,5 6,9
12,1 10,8 6,2
12,1 10,9 6,3
12,6 11,5 6,3
12,4 11,2 8,0
Verhouding NPLs 1) en bruto kredietverlening Verhouding NPLs voorzieningen en risicogewogen kapitaal Winstgevendheid
7,9 50,1
7,9 44,6
8,0 44,0
6,2 30,6
5,9 32,6
ROA 2) ROE 3) Liquiditeit Verhouding liquide middelen en totale activa Verhouding liquide middelen en korte schulden
2,5 45,3
2,1 36,9
1,9 27,2
1,9 24,8
1,7 21,9
29,8 50,1
29,2 54,4
26,4 49,2
28,4 54,6
29,3 58,2
Bron: Centrale Bank van Suriname 1) Non Performing Loans: Uitstaande krediet waarbij de debiteur voor tenminste 90 dagen niet heeft voldaan aan de terugbetalingscondities 2) Return On Assets: De rentabiliteit van het totaal vermogen. 3) Return On Equity: De rentabiliteit van het eigen vermogen.
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
17
HOOFDSTUK IV DE ONTWIKKELING VAN STAATSFINANCIËN
IV.1 Algemeen
IV.2 Ontvangsten en Uitgaven
De overheidsfinanciën ontwikkelden zich in 2013 ongunstig, met een afname van de inkomsten (-1,6%) en een relatief sterke toename van de uitgaven (7,2%). Vanwege de dalende wereldmarktprijzen voor Suriname’s belangrijkste mijnbouw exportproducten namen de overheidsinkomsten uit de sector sterk af. De toename in uitgaven was het gevolg van hogere personeelskosten volgende op de terugwerkende loonsverhoging en een stijging in ontwikkelingsuitgaven. Dientengevolge nam het financieringstekort toe tot SRD 1.027 miljoen, of 5,9% van het BBP (tegenover 2,7% in 2012) (Tabel IV.1).
De totale inkomsten daalden in 2013 met 1,6%. Dit is het resultaat van een daling van 17,8% van de niet-belasting inkomsten tegenover een 3,8% stijging van de belastinginkomsten. De voornaamste oorzaak van deze uitkomst is de afname van de bijdrage van de mijnbouwsector aan de overheidsontvangsten, en wel met 24,7% tot SRD 1,0 miljard. Onder meer vanwege de gedaalde exportopbrengsten en verminderde winsten in de mijnbouwsectoren daalde het aandeel van de mijnbouw in de totale overheidsontvangsten naar 25,8% in 2013, vanuit 33,7% in 2012.
Tabel IV.1 Suriname: Financieringsoverzicht van de Staat op Kasbasis (in miljoenen SRD) Inkomsten (incl. Schenkingen) Belastinginkomsten Niet-belastinginkomsten Kapitaal ontvangsten Schenkingen
2009 2,944.64 1,832.88 757.70 354.07
2010 2,606.15 1,878.55 578.45 149.15
2011 3,537.46 2,667.77 754.32 115.38
2012 4,024.48 3,019.11 1,005.37 -
2013* 3,960.25 3,133.67 826.58 -
Uitgaven Lopende uitgaven Kapitaal uitgaven
2,859.48 2,253.09 606.39
2,955.31 2,402.64 552.67
3,551.12 2,854.23 696.90
4,410.61 3,681.17 729.44
4,728.36 3,972.40 755.96
Overige/Statistische verschillen
-307.56
43.39
-271.08
-59.00
-259.12
Overschot (+) / tekort (-) (A)
-222.40
-305.77
-284.74
-445.13
-1,027.24
Financiering (B) I. Buitenlands (netto) II. Binnenlandse (netto) Centrale Bank Overige depositonemende instellingen Overige financiële instellingen Niet-financiële instellingen Tekort in % van BBP
Bron: Centrale Bank van Suriname en Ministerie van Financien * Voorlopige cijfers
18
Centrale Centrale Bank Bank van van Suriname Suriname // Jaarverslag Jaarverslag 2013 2013
222.40 -16.27 238.66 231.30 -42.43 0.67 49.12 2.1%
305.77 184.57 121.20 -7.75 83.39 0.70 44.86 2.5%
284.74 413.62 -128.87 -121.49 -68.38 8.10 52.90 2.0%
445.13 347.55 97.58 -29.87 83.91 10.30 33.24 2.7%
1,027.24 554.42 472.81 458.08 76.80 16.36 -78.45 5.9%
De totale uitgaven stegen in 2013 met 7,2% ten opzichte van 2012. Deze stijging werd voornamelijk veroorzaakt door de lopende uitgaven (toename van 7,9%), waaronder de relatief sterke toename van de personele uitgaven wegens de loonsverhoging met terugwerkende kracht voor geheel 2012.
Daarnaast namen ook de rentelasten toe, als gevolg van de toegenomen overheidsschuld. Het aandeel van de personele uitgaven in de totale uitgaven is ten opzichte van 2012 toegenomen, terwijl dat van uitgaven ten behoeve van goederen en diensten is afgenomen (Tabel IV.2).
Tabel IV.2 Staatsuitgaven naar Categorie (in % van totale Staatsuitgaven)
2009 Lopende uitgaven Personele uitgaven Materiële uitgaven en diensten Subsidies en bijdragen Interest Kapitaaluitgaven Totaal
2010
2011
2012
2013*
78,8 33,8 22,8 17,5 4,7 21,2
81,3 36,4 23,3 18,1 3,5 18,7
80,4 34,0 20,3 22,1 3,9 19,6
83,5 29,8 28,3 22,2 3,2 16,5
84,0 33,1 24,0 22,0 4,9 16,0
100,0
100,0
100,0
100,0
100,0
Bron: Ministerie van Financien * Voorlopige cijfers
IV.3 Financiering De financiering van het overheidstekort in 2013 kwam in gelijke mate voort uit buitenlandse en binnenlandse bronnen. Beide vormen van financiering hebben geleid tot een toename in zowel de buitenlandse als de binnenlandse schuld van de Overheid. Binnen de binnenlandse financiering waren de voorschotten, verstrekt door de Centrale Bank, de grootste component. De relatieve hoogte van deze financiering is echter beperkt gebleven tot het toelaatbare (volgens de Bankwet 1956, Artikel 21).
IV.4 De Staatsschuld In 2013 steeg de totale staatsschuld, gemeten volgens de internationale definities, tot 28,9% van het BBP (Tabel IV.2). Hierbij namen de schuldratio’s van de binnenlandse en de buitenlandse schuld toe tot respectievelijk 14,8% en 14,1%. De ratio’s blijven laag in vergelijking met de rest van het Caribische gebied. Gedefinieerd volgens de Wet op de
Staatsschuld bereikten de binnenlandse en de buitenlandse schuld respectievelijk 15,7% en 18,8% van het BBP, of totaal 34,6% van het BBP. Deze ratio’s bevinden zich binnen de wettelijk vastgestelde obligoplafonds van vorengenoemde Wet. De buitenlandse staatsschuld groeide met 30,0% (internationale definitie) en komt vooral op conto van trekkingen op multilaterale leningen (deze nam met 62,6% ten opzichte van 2012 toe). In de verslagperiode werd onder andere getrokken op de lopende IADB-lening voor projecten in het kader van versterking van de financiële sector, ontwikkeling van de energiesector en institutionele hervorming van het overheidsfinanciën management systeem. Voorts werd een nieuwe IADB-lening afgesloten voor modernisering van de dienstverlening in de agrarische sector. Aangezien trekkingen op lopende leningen geen verhoging van de schuld volgens de definitie van de Wet op de Staatsschuld behelzen, groeide volgens deze maatstaf de buitenlandse schuld met 21,2%.
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
19
Tabel IV.3 Staatsschuld naar Crediteur (in miljoenen SRD) 2009*
2010*
2011*
2012*
2013*
228.8 519.2 0.0 748.0 54.1 993.1 1795.1
319.0 610.7 0.0 929.6 49.6 822.7 1801.9
673.7 877.0 0.0 1550.6 52.0 745.4 2348.1
841.5 1058.6 0.0 1900.1 46.6 769.5 2716.2
1368.4 1101.2 0.0 2469.6 41.6 781.6 3292.9
652.5 69.2 5.2 196.6 918.4
880.6 173.9 2.8 241.9 0.5 1,297.0
858.3 154.4 6.5 346.7 0.4 1,359.8
1,024.0 240.3 6.9 388.9 1,653.2
1,882.4 373.5 1.6 326.8 2,582.7
19.9 195.6 10.1 1,144.0
19.7 174.9 6.7 1,497.8
20.4 144.3 7.9 1,532.0
20.6 88.6 7.3 1,769.8
21.2 80.8 64.4 2,749.2
Totale Staatsschuld in SRD (internationale definitie)
1,666.3
2,226.7
2,910.5
3,553.3
5,052.4
Totale Staatsschuld in SRD (def. Wet o/d Staatsschuld)
2,939.1
3,299.7
3,880.1
4,486.0
6,042.1
Totale Staatsschuld in SRD (internat. Definitie) in % van BBP**** Buitenlands Binnenlands
15.7 7.0 8.6
18.6 7.8 10.8
20.1 10.7 9.4
21.5 11.5 10.0
28.9 14.1 14.8
Totale Staatsschuld in SRD (def. Wet o/d Staatsschuld) in % van BBP**** Buitenlands Binnenlands
27.6 16.9 10.8
27.5 15.0 12.5
26.8 16.2 10.6
27.1 16.4 10.7
34.6 18.8 15.7
5.8
1.0
1.0
2.1
1.3
Buitenlandse Staatsschuld in SRD** Multilaterale crediteuren Bilaterale crediteuren Commerciële crediteuren Totale buitenlandse schuld (internationale definitie) Overheidsgaranties (niet afgeroepen) Niet opgenomen gecommitteerde leningen Totale buitenlandse schuld (def. Wet o/d Staatsschuld) Binnenlandse Staatsschuld in SRD Schuld aan de CBvS Schuld aan het algemeen bankwezen Overheidsgaranties (afgeroepen) Schuld aan de rest van de particuliere sector Achterstallige betalingen van ministeries aan derden Totale binnenlandse schuld (internationale definitie) Overheidsgaranties (niet afgeroepen) Niet opgenomen gecommitteerde leningen Niet opgenomen gecommitteerde garanties Totale binnenlandse schuld (def. Wet o/d Staatsschuld)***
In % van Het Bruto Binnenlandse Produkt
Memorandum Government's Debt Service Ratio*****
Bron: Bureau voor de Staatsschuld * Voorlopige cijfers ** Omrekening van USD:SRD - 2009 en 2010 SRD 2,78 - 2011 t/m 2013 SRD 3,35 *** inclusief alle overheidsgaranties, niet-getrokken leningen, exclusief achterstallige betalingen **** conform Art. 1 lid h Wet op de staatschuld - het laatste gerealiseerde BBP ***** Aflossingen en Rentebetalingen van de buitenlandse Staatsschuld uitgedrukt in procenten van Exporten van Goederen en Diensten
20
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
HOOFDSTUK V DE ONTWIKKELING VAN DE BETALINGSBALANS
V.1 Algemeen
V.2 Lopende rekening
De positieve ontwikkeling van de betalingsbalans sloeg in het verslagjaar om en had een forse afname van de internationale reserves tot gevolg. Zo registreerde de lopende rekening na 7 opeenvolgende jaren een tekort, vooral vanwege het inkrimpen van het handelsoverschot. De daling van de internationale prijzen van mijnbouwproducten was hier hoofdzakelijk debet aan, waarbij de goudprijs het hardst daalde. Het tekort op de lopende rekening werd slechts deels gecompenseerd door een nettoinstroom van kapitaal via de financiële rekening. Al met al vielen de internationale reserves terug tot US$ 775,4 miljoen aan eind-december, equivalent aan een importdekking van 3,4 maanden.
De lopende rekening vertoonde in het verslagjaar een tekort van US$ 197,9 miljoen, vergeleken met een overschot van US$ 163,9 miljoen in 2012. De verslechtering komt allereerst door een scherpe afname van het handelsoverschot. Tevens daalde het overschot op de primaire inkomens- en vermogensoverdrachtenrekening. Het tekort op de dienstenbalans nam daarentegen af. Uitgedrukt in procenten van het BBP bedroeg het tekort op de lopende rekening 3,8%, tegenover een surplus van 3,2% van het BBP in 2012.
Tabel V.1 Betalingsbalans 2009-2013 (in miljoenen US$) 2009
2010
2011
2012
2013
A. LOPENDE REKENING (SALDO) B. VERMOGENSOVERDRACHTENREKENING C. FINANCIELE REKENING (SALDO) D. SALDO A t/m C E. STATISTISCHE VERSCHILLEN F. FINANCIERINGS ITEM: (1) (2) Internationale reserves
111.3 87.4 -141.2 57.4 -18.9 -38.5 -38.5
650.8 53.9 -501.6 203.1 -168.1 -35.0 -35.0
251.1 35.0 -84.9 201.2 -77.1 -124.1 -124.1
163.9 -7.0 429.0 585.9 -405.8 -180.1 -180.1
-197.9 0.1 385.1 187.3 -340.4 152.1 152.1
Memorandum items: Herwaarderingsverschillen (1) (3) Import dekking (in maanden) Importdekking ( excl. Staatsolie, RGM, Suralco)
-16.0 4.7
1.2 5.0 5.7
-1.9 4.4 6.1
-11.3 4.7 6.5
81.0 3.4 4.5
Bron: Centrale Bank van Suriname (1) Een minteken duidt op een toename in reserves. (2) Exclusief herwaarderingsverschillen. (3) Herwaarderingsverschillen inclusief (de) monitizatie van monetair goud.
CentraleBank Bankvan vanSuriname Suriname//Jaarverslag Jaarverslag2013 2013 Centrale
21 21
V.2.1 Handelsverkeer
V.2.2 Dienstenverkeer
De goederenrekening vertoonde net als in voorgaande jaren een overschot; echter ten opzichte van 2012 slonk dit met 68,5% (Annex V.1). De verslechtering is vooral het gevolg van afgenomen exportopbrengsten. De waarde van de mijnbouwexporten daalde met 10,6%, veroorzaakt door zowel dalende internationale grondstofprijzen als dalende exportvolumes.
Het tekort op de dienstenrekening verminderde van US$ 418,7 miljoen in 2012 tot US$ 363,0 miljoen in het verslagjaar; een daling met 13,3%. De betalingen voor buitenlandse diensten stonden in het teken van de raffinaderij constructie activiteiten van Staatsolie alsook de betalingen voor andere diensten in dit kader. Daartegenover stond een lichte stijging in de ontvangsten voor geleverde diensten.
De daling van de export van goud met 13,6% naar US$ 1478,4 miljoen is mede de oorzaak van de daling in de totale mijnbouwexporten. Aluinaarde exporten daalden eveneens met 3,9% naar US$ 345,6 miljoen als gevolg van een daling in het exportvolume met 4,7% in 2013. De exportwaarde van aardolie daalde met 1,4% naar US$ 351,6 miljoen terwijl het exportvolume marginaal met 1,9% toenam. Ondanks de ongunstige ontwikkelingen blijven de minerale exporten een aandeel van 90,1% behouden in de totale exportwaarde. Goud, welk een aandeel heeft van 61,7%, bleef gedurende het verslagjaar het belangrijkste exportproduct (zie Grafiek V.1). De ontwikkelingen tonen wederom de kwetsbaarheid van de gering gedifferentieerde Surinaamse economie voor prijsschommelingen op de internationale markten aan. De overige, niet-mijnbouw-exporten daalden met 15,8% naar US$ 218,8 miljoen. De goederenimporten namen in totaal met 9,0% toe, wat met name gedreven werd door een stijging van de brandstof importen met 11,1% en van kapitaal goederen met 2,8%.
Grafiek V.1 Exportproducten in Suriname Overige 9%
Aluinaarde 14% Aardolie 15%
Goud 62%
Bron: Centrale Bank van Suriname
22
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
V.2.3 Primaire inkomens De primaire inkomensrekening registreerde per saldo een uitstroom van US$ 122,1 miljoen, 36,2% minder dan in 2012. Hierin reflecteert de lagere winstgevendheid in de mijnbouwsector waardoor dividenduitkeringen van in Suriname gevestigde dochterondernemingen aan hun buitenlandse moedermaatschappijen afnamen. Ook was sprake van hogere rente ontvangsten uit het buitenland dan rentebetalingen.
V.2.4 Inkomensoverdrachten De inkomensoverdrachtenrekening registreerde in het verslagjaar een instroom van US$ 153,2 miljoen, zijnde geldovermakingen voornamelijk afkomstig uit Nederland, de Verenigde Staten van America en België ter ondersteuning van gezinnen in Suriname. Geldovermakingen vanuit Suriname hadden als voornaamste bestemming Nederland, China, de Verenigde Staten van Amerika en Brazilië en bedroegen US$ 86,6 miljoen.
V.3 Financiële rekening Via de financiële rekening stroomde US$ 385,1 miljoen naar Suriname. De particuliere bedrijven zorgden voor een totale instroom van kapitaal ter grootte van US$ 136,5 miljoen. Dit mede door overzetting van een deel van hun korte termijn buitenlandse tegoeden van US$ 95,2 miljoen naar binnenlandse tegoeden en het opnemen van handelskredieten ter waarde van US$ 41,3 miljoen. De banken zorgden voor een instroom van US$ 21,0 miljoen door hun buitenlandse tegoeden aan te spreken. Daarnaast zorgde de overheid voor een netto-instroom van kapitaal voor een bedrag van US$ 164,9 miljoen. Zij nam lange termijn buitenlandse leningen op voor US$ 182,9 miljoen en loste voor US$ 17,9 miljoen af. De trekkingen op leningen waren afkomstig van de Inter-American Development Bank en “Agence Francaise Du Development” (AFD). Uit hoofde van
Grafiek V.2 Internationale Reserves en importdekking 1200
6,0
5,0 1000
4,7
4,7 4,4
800
4,0 3,4
maanden
in mln US$
directe investeringen kwam US$ 138,4 miljoen binnen. Via de financiële rekening stroomden ook middelen naar het buitenland. Zo losten de particuliere bedrijven enerzijds een deel van hun buitenlandse lange termijn leningen en handelskredieten af ter grootte van US$ 20,8 miljoen. Anderzijds namen deposito’s van banken in het buiteland toe met US$ 96,0 miljoen. Ook heeft er een lichte uitstroom van portfolio investment plaatsgevonden van US$ 1,2 miljoen.
600 1008,4 816,9
400 657,1
690,8
2009
2010
2,0
775,4
200
V.4 Goud- en deviezenvoorraad 0 2012
International reserves
2013
Importdekking
Bron: Centrale Bank van Suriname
Grafiek V.3 Omzet US$ Valutamarkt 600
495,7
500 430,3 407,6 400 345,6
in mln US$
De goud- en deviezen voorraad van de Bank nam af met US$ 233,0 miljoen tot US$ 775,4 miljoen per eind 2013 (Grafiek V.2). De afname is vooral de reflectie van de verslechtering van het lopende rekeningtekort waartegenover onvoldoende kapitaalinstroom via de financiële rekening stond. Daarnaast was er sprake van een neerwaartse herwaardering van de goud- en deviezenreserves (ter waarde van US$ 81,0 miljoen). De reserves ultimo 2013 waren equivalent aan 3,4 maanden import van goederen en diensten; indien alleen de importen van de nietmijnbouw sectoren worden meegenomen, bedroeg de dekking 4,5 maanden.
0,0 2011
307,2 300 250,1 203,8 200 151,5
V.5 Wisselkoersontwikkeling
115,6
102,7 100
0 2009
2010
2011
US$ aankoop
2012
2013
US$ verkoop
Bron: Centrale Bank van Suriname
Grafiek V.4 Omzet Euro Valutamarkt 250,0 218,7 205,1 200,0
196,0
207,3 198,8 174,1
in mln Euro
Met financieel-monetair beleid heeft de Bank bijgedragen tot het handhaven van een stabiele wisselkoers in het verslagjaar. Wegens de precaire betalingsbalans ontwikkelingen bleek de instroom van middelen uit hoofde van het internationaal financieel verkeer niet voldoende om de vraag op de vreemde valutamarkt te dekken. Interventies door de Bank waren zodoende noodzakelijk om het achterblijvende aanbod van buitenlandse valuta aan te vullen. De aan-en verkoopvolumes van US-dollars op de lokale valutamarkt namen in het verslagjaar toe. Dit geldt ook voor de verkopen van euro’s in het verslagjaar, deels verklaard door hogere inkomensoverdrachten uit Nederland. Aankopen van euro’s namen licht af. De gemiddelde depreciatie van de Surinaamse dollar ten opzichte van de euro, reflecteerde de beweging van de kruiselingse wisselkoers tussen de euro en de US-dollar op de internationale valutamarkt. De marge tussen de gemiddelde jaarkoers EUR/SRD van de Centrale Bank en de overige commerciële banken en wisselkantoren werd in het verslagjaar kleiner.
171,0
170,3 153,2
147,30
150,0
100,0
50,0
0,0 2009
2010
EUR aankoop
2011
2012
2013
EUR verkoop
Bron: Centrale Bank van Suriname
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
23
HOOFDSTUK VI HET BEDRIJFSECONOMISCH TOEZICHT
VI.1 Algemeen De grondslag van de toezichthoudende taak van de Bank is vastgelegd in artikel 9 onder de Bankwet 1956 (G.B. 1956 no.97, zoals laatstelijk gewijzigd bij S.B. 2005 no. 56, geldende tekst S.B. 2010 no. 173). Hierin wordt onder meer vermeld dat de Bank de taak heeft om toezicht uit te oefenen op het bank- en kredietwezen, het pensioen- en assurantiewezen, het geldwisselverkeer en op het overmakingenverkeer van financiële middelen van en naar het buitenland, zulks tegen de achtergrond van de daarvoor geldende wettelijke regelingen. Het toezicht richt zich daarbij mede op de integriteit van de instellingen werkzaam in deze sectoren en subsectoren. De Bank heeft met betrekking tot het Directoraat cruciale besluiten genomen en activiteiten uitgevoerd. In maart 2013 werd voor het Directoraat Toezicht Kredietwezen de jarenlange vacante post van directeur ingevuld. Tevens vervult de directeur vanaf mei 2013 de functie van vice-voorzitter van de Caribbean Group of Banking Supervisors (CGBS) en wel voor een termijn van 2 jaar. Per 1 april 2013 zijn 13 nieuwe medewerkers aangetrokken voor de institutionele versterking van het Directoraat. Voorts is er in dit verslagjaar een aanvang gemaakt met de voorbereidingen van het Financial Sector Assessment Program (FSAP). De Bank heeft in 2013 in totaal 27 benoemingen van nieuwe bestuursleden, directie en leden behorende tot de toezichthoudende organen voor de verschillende financiële instellingen goedgekeurd. Onder toezicht staande instellingen De Bank oefent toezicht uit op alle kredietinstellingen en kredietverenigingen, die door haar als zodanig zijn aangewezen. De grondslag van de toezichthoudende taak wordt thans door de Wet Toezicht Bank en Kredietwezen 2011 (S.B. 2011, no. 155) gevormd. De “oude” Wet Toezicht Bank – en Kredietwezen 1968 is tijdelijk nog van toepassing op het verzekeringswezen. Daarnaast vallen
24
Centrale Centrale Bank Bank van van Suriname Suriname // Jaarverslag Jaarverslag 2013 2013
pensioenfondsen en voorzieningsfondsen uit hoofde van de Wet Pensioenfondsen en Voorzieningsfondsen (S.B. 2005, no.75) ook onder het toezicht van de Bank.
Tabel VI.1 Instellingen onder toezicht van het Directoraat Toezicht Kredietwezen Soort instellingen Primare banken Levensverzekeringsinstellingen Schadeverzekeringsinstellingen Uitvaartverzekeringsinstellingen Houdstermaatschappij Pensioenfondsen Voorzieningsfondsen Spaarfondsen Kredietcoöperaties Overige instellingen Totaal
2009 8 5 6 2 1 34 5 1 29 11 102
2010 9 5 6 2 1 34 5 1 28 12 103
2011 9 5 6 2 1 35 5 1 26 12 102
2012 9 5 6 2 1 36 5 1 23 8 96
2013 9 4 6 2 1 37 5 1 23 8 96
Bron: Centrale Bank van Suriname
Het aantal kredietinstellingen is in het verslagjaar niet gewijzigd ten opzichte van 2012 hoewel er zich mutaties hebben voorgedaan. Het aantal onder toezicht staande pensioenfondsen is in het verslagjaar met één toegenomen terwijl het aantal onder toezichtstaande levensverzekeringsmaatschappijen in 2013 met één afnam in vergelijking met het jaar daarvoor. Ontwikkelingen binnen het Directoraat Toezicht Kredietwezen In het verslagjaar heeft het Directoraat Toezicht Kredietwezen zich toegelegd op de aanpassing van wet en regelgeving. Voor de uitvoering van de Wet Toezicht Bank- en Kredietwezen zijn er handleidingen en procedures voorbereid voor de afdeling Banken. Daarnaast zijn er ook diverse richtlijnen en instructies aangepast of gemaakt voor het bankwezen. Het streven is erop gericht deze op korte termijn te effecturen. Er is veel voorwerk verricht en vervat in handleidingen en procedures voor de afdeling Verzekeringen, terwijl er richtlijnen en rapportagestaten voor de verzekeringsmaatschappijen zijn opgesteld. De Wet Pensioen-
fondsen en Voorzieningsfondsen zal geëvalueerd worden. Vanwege onder meer nieuwe ontwikkelingen op de markt zal ook deze wet aangepast moeten worden. In 2013 is er gewerkt aan de ontwerpwetten Kredietbureau en Depositobeschermingssysteem. In samenwerking met de CARTAC is een beleidsdocument ontwikkeld voor de opzet van een Deposito Garantiestelsel in Suriname. Het Deposito Garantiestelsel is een systeem waarbij tegoeden van de rekeninghouders tot een bij wet vast te stellen maximum worden gegarandeerd. Dit document is aan de verschillende belanghebbenden aangeboden voor commentaar. In de volgende fase moet in samenspraak met deze groep een conceptwet worden voorbereid. Daarnaast vervult de Bank met andere belanghebbenden een adviserende rol ten aanzien van de consumentenbeschermingsen de mededingingswet.
terwijl aan de passivazijde de op termijn toevertrouwde gelden en de korte schulden de stijging van het balanstotaal voor een groot deel hebben gerealiseerd. De rentemarge (bijlage VI.2) vertoont in het verslagjaar ten opzichte van het jaar daarvoor een stijging van 18,4% als gevolg van de meer dan evenredige toename van de rentebaten ten opzichte van de rentelasten. De rentebaten stegen met 26,5% en de rentelasten met 45,6%. Het netto resultaat is in 2013 ten opzichte van 2012 gestegen met 3,5% naar SRD 101,3 miljoen, terwijl de ROA (Return on Assets) in het verslagjaar is gedaald met 0,2 procentpunten. De oorzaak hiervan is de grotere toename van het balanstotaal ten opzichte van een relatief lichte stijging van het resultaat in dezelfde periode. De overige lasten zijn met 23,1% gestegen welke een zekere druk legt op het resultaat. De ROE (Return on Equity) vertoont ook een daling. Deze daling heeft te maken met het feit dat de stijging van het bruto resultaat nominaal veel kleiner is dan de stijging van het eigen vermogen.
De Bank heeft in het verslagjaar assistentie gehad van de “Office for Technical Assistance” (OTA) voor het opzetten van het “Anti-Money Laundering/ Combating the Financing of Terrorism (AML/CFT) toezichtregiem. De OTA is een werkarm van de “US Treasury Department”. Deze ondersteuning heeft meer inhoud gekregen in de vorm van een training aan het personeel, een handleiding en onsite inspecties bij verschillende instellingen.
Grafiek VI.1 Primaire banken solvabiliteitstoetsing 14
12
VI.2 Primaire Banken
10
VI.2.1 Algemeen
In %
8
6
4
Ter versterking van het toezicht op het bankwezen zijn bestaande richtlijnen gereviseerd en nieuwe richtlijnen opgesteld. Ter optimalisering van het toezicht van het directoraat heeft de Bank consultants aangetrokken om zowel de off-site surveillance alsook de on-site inspecties naar internationale standaarden op te trekken. Er zijn verschillende trainingssessies gehouden op het gebied van prudentieel toezicht en AML-CFT toezicht.
2
0 2009
2010
2011
Solvabiliteitsratio
2012
2013
8% minimum
Bron: Centrale Bank van Suriname
Grafiek VI.2 Primaire banken liquiditeitsverhouding 120
In de bijlagen VI.1 tot en met VI.8 zijn de gecombineerde financiële gegevens van alle primaire banken opgenomen. Het balanstotaal (bijlage VI.1) is in 2013 gestegen met 15,2%. Zowel aan de activazijde alsook aan de passivazijde hebben alle posten hieraan bijgedragen, behalve de post bankiers in binnenen buitenland. Aan de activazijde zijn de posten liquide middelen en kredietverlening met bijkans 19% gestegen en de post overige activa met 30%,
100
80
in %
VI.2.2 Financiële gegevens
60
40
20
0 2009
2010
2011
Liquiditeitsverhouding
2012
2013
100% dekking
Bron: Centrale Bank van Suriname
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
25
Grafiek VI.3 Primaire banken ontwikkeling van de rentemarge, totale baten, overige lasten en brutoresultaat X SRD 1.000,500.000 450.000 400.000 350.000 300.000 250.000
De toevertrouwde middelen (bijlage VI.5) maken 86,7% uit van het balanstotaal terwijl de kredietverlening 54,7% uitmaakt van de toevertrouwde middelen. Deze middelen zijn in 2013 met 14,7% gestegen ten opzichte van 2012. Opmerkelijk in deze periode is de relatief sterke toename van de toevertrouwde middelen langer dan 1 jaar met 38,8%. De spaargelden en de R/C gelden in zowel SRD alsook vreemde valuta namen toe met respectievelijk 18,4%, 11,5% en 3,9%.
200.000 150.000 100.000 50.000 0 2009
Rentemarge
2010
Totale baten
2011 Jaren
2012
Overige lasten
2013
Bruto resultaat
Bron: Centrale Bank van Suriname
Grafiek VI.4 Primaire banken toevertrouwde middelen versus kredietverlening X SRD 1.000,9.000.000
In bijlage VI.6 is onder andere de solvabiliteit der primaire banken opgenomen. Met een daling van 0,4 procentpunten ten opzichte van 2012 bedraagt de solvabiliteitsratio 12,4%, maar ligt ruim boven het vereiste minimum van 8%. De liquiditeitsverhouding vertoont ten opzichte van het vorig jaar een verbetering van 4,0 procentpunten en bedraagt 57,4%. De immobiliarichtlijn geeft aan dat de totale vaste activa van een bank 100% van haar toetsingsvermogen niet mag overschrijden. Uit bijlage VI.7 blijkt dat dit percentage binnen de limiet ligt, maar wel met 3,3 procentpunten is gestegen in 2013.
8.000.000 7.000.000 6.000.000 5.000.000 4.000.000 3.000.000 2.000.000 1.000.000 0 2009
2010
2011
2012
2013
De som van alle grote posten (leningen en deposito’s) bedraagt per december 2013 308% van het toetsingsvermogen, welke onder de toegestane limiet van 600% ligt. De grote posten, leningen, bedraagt in termen van het toetsingsvermogen 103% en is ten opzichte van 2012 gestegen met 20,5 procentpunt (bijlage VI.8). Deze stijging wordt veroorzaakt door de toename van de grote posten met 44,5% terwijl het toetsingsvermogen aanzienlijk is toegenomen met 15,9%.
Totaal toevertrouwde middelen
Bron: Centrale Bank van Suriname
VI.3.Verzekeringsmaatschappijen De stijging van de bruto kredietverlening (bijlage VI.3) met 18,5% ten opzichte van 2012 is op de sectoren bosbouw, transport, opslag en communicatie na, door alle sectoren tot stand gebracht. De sector bosbouw vertoont de grootste daling met 26%. De sectoren mijnbouw, constructie en installatie, elektriciteit, gas en water en dienstverlening zijn relatief de grootste ontvangers van krediet met repectievelijk 39,1%, 31,9%, 47,9% en 36,5%. Bijlage VI.4 geeft aan dat het totaal aan nonperforming kredieten met 14,4% is toegenomen. De voorzieningen zijn gestegen met slechts 2%. Opgemerkt kan worden dat enkele banken een zeer stringent voorzieningenbeleid voeren voor bepaalde categorieën in de kredietportefeuille. De non-performing ratio bedraagt 5,9% (boven de benchmark van 5%) en is ten opzichte van 2012 verbeterd.
26
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
VI.3.1. Algemeen De voorbereidingen die worden getroffen voor de nieuwe wet Toezicht Verzekeringsbedrijf zijn reeds vergevorderd. Er zijn gesprekken gevoerd met de Surinaamse Vereniging van Assurantie Maatschappijen (SURVAM) en de wet is waar nodig aangepast. De nieuwe rapportage staten, die de Bank wenst in te voeren, zijn ook besproken met de verzekeraars. Deze rapportage staten zijn opgestuurd naar de verzekeringsmaatschappijen ter invulling hiervan. In 2013 is het toezicht op de verzekeringsmaatschappijen voornamelijk gericht op ‘off-site’ monitoring. Assuria heeft op 26 maart 2013 goedkeuring ontvangen van de Centrale Bank van Trinidad en To-
bago voor de overname van Gulf Insurance Ltd. op Trinidad en Tobago. Deze verzekeringsmaatschappij biedt schadeverzekeringen aan op Trinidad en Tobago en andere Caraïbische eilanden. Op 26 april 2013 heeft Assuria de definitieve goedkeuring van de Centrale Bank van Suriname voor de overname verkregen. Op 7 juni heeft de launch van Gulf Insurance Ltd. als lid van de Assuria groep, te Trinidad en Tobago plaatsgevonden. Per 4 april 2013 is Clico Life & General Insurance Company (SA) LTD Suriname branche niet meer onder het toezicht van de Centrale Bank van Suriname. Dit vanwege het feit dat dit bedrijf is opgegaan in Clico Life Insurance Company Suriname N.V. en Clico General Insurance Company Suriname N.V. Per 1 juli 2013 heeft de Overheid een aanvang gemaakt met de implementatie van het Sociaal Zekerheidsstelsel, door middel van de introductie van een basiszorgverzekeringsstelsel. Hiervoor heeft de regering een overeenkomst gesloten met de verzekeringsmaatschappij N.V. Surinaamse Assurantie Maatschappij “Self Reliance”. Het Sociaal Zekerheidsstelsel is een pakket aan maatregelen of dekkingen die de Overheid wenst in te voeren om de sociaal zwakkeren tegemoet te komen, waaronder een basiszorgverzekering, een minimumloon en een basis pensioenregeling. Het doel van de basiszorgverzekering, hierna te noemen BZSR (Basis Zorgverzekering Self Reliance), is dat personen jonger dan 16 jaar en 60 jaar en ouder in aanmerking komen voor een ‘gratis’ ziektekostenverzekering1 met een basispakket aan dekkingen. De Overheid betaalt volledig de premie aan N.V. Surinaamse Assurantie Maatschappij “Self Reliance”. De invoering van de basiszorgverzekering is reden te meer voor de invoering van de Wet Toezicht Verzekeringsbedrijf om het toezicht op de verzekeraars te versterken en naar een hoger niveau te brengen.
VI.3.2.1 Levensverzekeringsmaatschappijen Van de vijf onder toezicht staande levensverzekeraars, hebben per ultimo 2012 drie instellingen aan de Bank gerapporteerd. In het boekjaar 2012 hebben ten opzichte van 2011 enkele opvallende mutaties plaatsgevonden op de gecombineerde balansen van de levensverzekeraars (bijlage VI.9). Het gecombineerd balansvermogen vertoonde in 2012 een stijging van 18,2% ten opzichte van 2011. Deze stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door een toename van de liquide middelen met 48%. De post termijndeposito’s, met een toename van 83%, was de grootste post van de beleggingsportefeuille. In 2012 is de post spaarrekeningen afgenomen. De totale reserves van de drie levensverzekeraars bedragen in 2012 SRD 57,5 miljoen., welke een toename is van 25,8% ten opzichte van 2011. De koopsommen die een éénmalig karakter hebben, zijn in 2012 afgenomen met 37,7%. Het technisch resultaat is de afgelopen vijf jaren steeds negatief geweest. In 2012 echter, is het technisch resultaat verbeterd met 58,8% (bijlage VI.10), als gevolg van een toename van de verdiende premie van de maatschappijen met 1.325,4%. Deze toename is veroorzaakt door een daling in de mutatie premie reserve in 2012 ten opzichte van 2011 met 42,3%. De beleggingsinkomsten van de levensverzekeraars zijn in 2012 toegenomen met 40,7%. Dit is vooral te danken aan de beleggingen in termijndeposito’s en effecten. Het solvabiliteitsoverschot van de verzekeraars (bijlage VI.11) is gestegen van SRD 21,4 miljoen in 2011 naar SRD 31 miljoen in 2012. In 2012 is gebleken dat de rentabiliteit van de levensverzekeraars (bijlage VI.12) vrijwel stabiel is gebleven ten opzichte van 2011, en wel 22%.
Grafiek VI.5 Totale baten ten opzichte van totale lasten levensverzekeringsmaatschappijen x SRD 1.000,160.000
140.000
VI.3.2. Financiele gegevens
120.000
100.000
Vanwege de achterstanden in de rapportage van verzekeringsmaatschappijen aan de Bank heeft onderstaand verslag betrekking op het boekjaar 2012. Gegevens van dit jaar tonen dat de gezamenlijke winst van de schade- en levensverzekeringsmaatschappijen steeg met respectievelijk 74,1% en 24,1% (bijlagen VI.10 en VI.14).
80.000
60.000
40.000
20.000
0 2008
2009
2010
2011
2012
Totale baten inclusief premie-inkomsten + koopsommen
Bron: Centrale Bank van Suriname 1
‘gratis’ zorgverzekering: deze verzekering is niet geheel gratis. Er zijn limieten verbonden aan de dekkingen, zoals de nierdialyse tot maximaal SRD 15.000, bij ambulance vervoer kan de verzekerde bij medische noodzaak in aanmerking komen voor een vergoeding van 50% van de kosten tot een maximum van SRD 250
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
27
Grafiek VI.7 Totale baten ten opzichte van totale lasten der schadeverzekeringsmaatschappijen
VI.3.2.2 Schadeverzekeringsmaatschappijen Het totaal balansvermogen van de schadeverzekeraars is in 2012 toegenomen met 23,2% tot SRD 519,4 miljoen (bijlage VI.13). Daarvan stegen de vaste eigendommen met 42,6%. De herwaardering van de gebouwen en terreinen lagen hieraan ten grondslag. De beleggingen vertonen een toename van 31,3% tot SRD 299,5 miljoen, hetgeen toe te schrijven is aan een stijging van beleggingen in termijn deposito’s met 33,5%. In 2012 is 24,9% van de totale beleggingen belegd in hypotheken. In 2012 zijn de bruto-premie inkomsten en de uitkeringen (bijlage VI.14) gestegen met respectievelijk 9,0% tot SRD 247,3 miljoen en 1,0% tot SRD 127,9 miljoen. De grootste branche qua premieinkomsten en uitkeringen hierbij is de categorie ziekte- en ongevallenverzekeringen gevolgd door de motorrijtuigenverzekeringen. De beleggingsinkomsten vertonen een forse toename van 188,0% en de post “saldo andere baten en lasten” is gedaald met 83,3% ten opzichte van 2011. De forse toename van de beleggingsinkomsten is toe te schrijven aan de stijging van de beleggingen in termijn deposito’s. De solvabiliteitspositie van de schadeverzekeraars (bijlage VI.15) is verder verbeterd en vertoont in 2012 een overschot van SRD 161,4 miljoen. De rentabiliteit (verhouding tussen de netto winst en het eigen vermogen) van de schadeverzekeraars is verbeterd van 17,0% in 2011 naar 23,0% in 2012 (bijlage VI.16). De schadeverzekeraars hebben samen een nettowinst van SRD 58,3 miljoen geboekt in 2012, ofwel 23% van het eigen vermogen, hetgeen een toename was van 74,1% ten opzichte van 2011.
x SRD. 1.000,300.000
250.000
200.000
150.000
100.000
50.000
0 2008
2009
2010
Totale baten inclusief premie-inkomsten
2011
2012
Totale lasten inclusief uitkeringen
Bron: Centrale Bank van Suriname
Grafiek VI.8 Winst na belasting der schadeverzekeringsmaatschappijen x SRD 1.000,70.000
60.000
50.000
40.000
30.000
20.000
10.000
0 2008
2009
2010
2011
2012
Winst na belasting
Bron: Centrale Bank van Suriname
Grafiek VI.6 Winst na belasting der levensverzekeringsmaatschappijen
Het technisch resultaat2 is in 2012 gestegen met 1.709%, als gevolg van de toename van de verdiende premies met 9,9% en de afname van de bedrijfskosten met 8%.
x SRD. 1.000,14.000
12.000
10.000
8.000
6.000
4.000
2.000
0 2008
2009
2010
2011
Winst na belasting
Bron: Centrale Bank van Suriname
2
Technisch resultaat is het inkomen dat voortvloeit uit de verdiende premies, verminderd met de kosten van de afwikkeling van claims en bedrijfskosten.
28
2012
Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (WAM) In 2012 zijn er in totaal 198.081 WAM-verzekeringen afgesloten, die een bruto premie-inkomen van SRD 45 miljoen vertegenwoordigden. Het totaal aantal WAM-verzekeringen betrof voornamelijk 120.358 (oftewel 60,8%) verzekeringen van personenauto’s. Deze categorie was met een premie-inkomen van SRD 28,6 miljoen (63,5% van het bruto premie-inkomen), de grootste WAM verdiener.
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
In de WAM branche is, evenals de afgelopen 5 jaren, een verlies van SRD 41,4 miljoen genoteerd. Dit is een verslechtering van 411,1% ten opzichte van 2011, vanwege enerzijds een afname van de premies en anderzijds de toename van de uitkeringen en de premiereserve met respectievelijk 7,8% en 701,1%. De uitkeringen, voornamelijk ter dekking van materiële schade, bedroegen SRD 31,7 miljoen. In 2012 zijn er in totaal 16.595 schadegevallen geregistreerd, waarvan 10.281 per ultimo 2012 reeds zijn afgehandeld. Hiervan is het meest uitgekeerd aan de categorie personenauto’s, die 24,2% van het aantal geregistreerde schadegevallen bedroeg.
droeg uitgedrukt in het Bruto Binnenlands Product (BBP) 10% in 2012 (2011: 10%).
VI.3.2.3 Uitvaartverzekeringsmaatschappijen
De overige inkomsten van de pensioensector uitgedrukt in de totale inkomsten vertonen een daling in 2012 van 30 procentpunten ten opzichte van 2011. Dit is voornamelijk toe te schrijven aan een sterke afname (88,4%) van de Andere inkomsten van een pensioenfonds. In 2011 was de toename van deze post toe te schrijven aan koersresultaten op effecten. Deze resultaten hadden een incidenteel karakter. Echter, waren er in 2012 geen incidentele resultaten, wat de terugval in de overige inkomsten verklaart. In het vorig jaarverslag was dit niet tot uitdrukking gebracht, omdat enkele instellingen nog niet hadden gerapporteerd aan de Bank. De data (grafieken en tabellen), in casu de vergelijkende cijfers worden steeds aangepast op basis van ontvangen rapportages van de instellingen.
Van de twee onder toezicht staande uitvaartverzekeringsmaatschappijen is één maatschappij bezig haar verzekeringsactiviteiten af te bouwen. Uit overwegingen van confidentialiteit kunnen de financiële cijfers van de andere instelling niet publiekelijk bekend worden gemaakt.
VI.4. Pensioenfondsen VI.4.1.Algemeen Vanwege achterstanden in de rapportage van pensioenfondsen aan de Bank heeft onderstaand verslag betrekking op het boekjaar 2012. VI.4.2. Financiële gegevens In de bijlagen VI.17 en VI.18 zijn de voorlopige financiële gegevens van de pensioenfondsen opgenomen. Het balansvermogen steeg in 2012 met 10,9% ten opzichte van het vorig boekjaar en be-
De beleggingen bedroegen 83,1% van de totale activa in 2012 (2011: 85,1%). Deze afname is toe te schrijven aan de sterkere toename van de totale activa ten opzichte van de totale beleggingen. Van de beleggingen is 75,2% lokaal belegd (2011: 76,0%) en 24,8% in het buitenland. De liquide middelen zijn met 21,1% toegenomen ten opzichte van 2011. De stijging van de overige activa in 2012 met 28,1% is toe te schrijven aan de toename van vorderingen op de werkgever.
De totale inkomsten namen af vooral alsgevolg van een sterke afname van de andere inkomsten. Vanwege deze afname steeg het aandeel van de inkomsten uit beleggingen en bedroeg in 2012 59,2% (2011: 42,5%) van de totale inkomsten. De premiestortingen zijn in 2912 toegenomen met 19,0% ten opzichte van 2011.
Grafiek VI.9 Inkomsten pensioenfondsen x SRD 1.000,140.000
120.000
100.000
80.000
60.000
40.000
20.000
0 2008
2009
Premies/Stortingen in het fonds
2010
2011
Inkomsten uit beleggingen
2012
Andere inkomsten
Bron: Centrale Bank van Suriname
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
29
Grafiek VI.10 Premie-inkomsten en beleggingen ten opzichte van uitkeringen pensioenfondsen* x SRD 1.000,140.000
120.000
100.000
80.000
60.000
40.000
20.000
0 2008
Uitkeringen
2009
2010
Premie/ Stortingen i/h fonds
2011
2012
Inkomsten uit beleggingen
Bron: Centrale Bank van Suriname * aangepaste cijfers
VI.5. Voorzieningsfondsen In het boekjaar 2012 waren twee voorzieningsfondsen operationeel en hebben beide gerapporteerd over dit boekjaar. Het balansvermogen is ten opzichte van het vorig jaar gestegen met 17%. De stijging van de activa werd voornamelijk veroorzaakt door een toename van de beleggingen in de private sfeer. Deze beleggingen stegen in 2012 met 19% ten opzichte van 2011. Dit heeft geresulteerd in een toename van de opbrengsten met 42% in 2012 ten opzichte van 2011. De post “Andere inkomsten” is in 2012 gedaald met 84% ten opzichte van 2011. In tegenstelling tot 2011 zijn er in 2012 geen noemenswaardige incidentele resultaten behaald, wat de terugval in de overige inkomsten verklaart.
VI.6. Kredietcoöperaties VI.6.1 Algemeen Per ultimo 2013 staan er 26 kredietcoöperaties (inclusief één spaarfonds) ingeschreven in het register van de Bank, waarvan 24 operationeel zijn en twee niet operationeel. Het aantal kredietcoöperaties dat in 2013 onder toezicht stond is ten opzichte van 2012 toegenomen. Op 19 oktober 2013 is tijdens een Algemene Leden Vergadering het besluit genomen tot ontbinding van de Spaar- en Kredietcoöperatie T.H.I. G.A. per 1 januari 2014. Het vereffeningsproces moet worden ingezet.
30
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
De aanpak van de niet-rapporterende instellingen is in het jaar 2013 verhoogd onder andere door middel van het opstellen van toezichtstrategie rapporten. In 2013 zijn er zes kredietcoöperaties uitgekozen voor een toezichtstrategie. Dit houdt in dat voor deze instellingen een gedragslijn wordt opgesteld en besproken. Indien deze instellingen niet willen of kunnen rapporteren zal de Bank uiteindelijk de nodige maatregelen ingevolge de wet moeten nemen, waar nodig met externe juridische ondersteuning. VI.6.2 Financiële gegevens De financiële gegevens handelen over het boekjaar 2012. Verwijzend naar de in bijlage VI.19 opgenomen gecombineerde balans per 31 december kan geconcludeerd worden dat in het boekjaar 2012, het balanstotaal in vergelijking met het vorig jaar is toegenomen. Deze stijging is in het boekjaar 2012 veroorzaakt door een stijging in de activa posten vorderingen op leden, overige vorderingen en transitoria en vaste activa. Verder is de stijging ook te merken aan de post schulden aan leden van de passiefzijde. Uit de gecombineerde resultatenrekening, bijlage VI.20, blijkt dat naast de interestlasten, de personeelskosten een steeds grotere invloed uitoefenen op het resultaat van de coöperaties. In het boekjaar 2012 is er een toename in de interestbaten van de instellingen genoteerd. De voornoemde stijging is voornamelijk toe te schrijven aan de interest op leningen. Bovenstaande analyse is gebaseerd op de data van zeven kredietcoöperaties die min of meer hebben voldaan aan hun rapportageplicht.
VI.6.3 Rapportage De kredietcoöperaties zijn vanaf april 2006 opgesplitst in drie categorieën te weten A, B en C. Het criterium voor voornoemde indeling is de omvang van het balanstotaal. Op basis van deze indeling is ook de rapportagefrequentie en rapportageverplichting vastgesteld. De kredietcoöperaties die in categorie A zijn ingedeeld hebben ook voor monetaire doeleinden moeten rapporteren. Uit tabel VI.2 blijkt dat de rapportage discipline bij de kredietcoöperaties zeer gering is. In 2012 hebben 7 van de 24 operationele kredietcoöperaties voldaan aan de maandelijkse – c.q. kwartaalrapportage en jaarrapportage. Van deze 7 kredietcoöperaties hebben 4 aan de jaarlijkse en maandelijkse- c.q. kwartaalrapportageplicht voldaan, 2 kredietcoöperaties aan de jaarlijkse rapportageplicht en 1 kredietcoö-
peratie aan de maandelijkse rapportageplicht. In het jaar 2013 zijn er 5 inspecties uitgevoerd n.l. 3 open on-site inspecties en 2 reguliere inspecties. Verder heeft de Bank in de maand november 2013 een oriëntatie bezoek gebracht aan één instelling. Het doel van het oriëntatie bezoek is om een juist beeld te krijgen van de financiële positie van de instelling en de administratieve vastlegging daarvan. Wederom is in het jaar 2013 gebleken dat de administratie vaak niet of niet adequaat wordt bijgehouden3.
Tabel VI.2 Overzicht van kredietcoöperaties die aan de rapportageverplichting voldoen
a. Aantal kredietcoöperaties (incl. spaarfonds) (1) b. Aantal kredietcooperaties die hebben voldaan aan de maand-/kwartaal rapportage c. Ontvangen maand-/kwartaalrapportages in % van het aantal kredietcoöperaties (2) d. Aantal kredietcooperaties die hebben voldaan aan de jaarlijkse rapportage e. Ontvangen jaarrapportages in % van het aantal kredietcoöperaties (3)
2008
2009
2010
2011
2012
30
30
28
27
26
8
8
6
5
5
26,7
26,7
21,4
18,5
19,2
14
13
9
9
6
46,7
43,3
32,1
33,3
23,1
Bron: Centrale Bank van Suriname 1. In bovenstaande tabel is de Coöpertatieve Centrale voor Kredietcoöperaties (A.V.K.C.) niet opgenomen aangezien zij vanwege haar overkoepelend karakter een jaarlijkse rapportage plicht heeft. 2. De formule van de berekening van ontvangen maand-/ kwartaalrapportages in % van het aantal kredietcoöperaties (=b/a x 100%). 3. De formule van de ontvangen jaarrapportages in % van het aantal kredietcoöperaties ( =d/a x 100%)
Grafiek VI.11 Kredietcoöperaties Balanstotaal
Grafiek VI.12 Nettoresultaat van de kredietcoöperaties x SRD 1.000
x SRD 1.000
3.500
180.000
3.000
160.000 140.000
2.500
120.000
2.000 100.000
1.500
80.000 60.000
1.000
40.000
500 20.000
0
0 2008
2009
Bron: Centrale Bank van Suriname
3
2010
2011
2012
2008
2009
2010
2011
2012
Bron: Centrale Bank van Suriname
Over de problemen en knelpunten van de niet rapporterende kredietcoöperaties kan kortheidshalve worden verwezen naar voorgaande jaarverslagen vanaf 2009
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
31
HOOFDSTUK VII BEDRIJF VAN DE BANK
VII.1 Ontwikkeling posten op de bankbalans Ultimo december 2013 vertonen de posten “Goud en goudvorderingen” en “Vorderingen in vreemde valuta en andere buitenlandse waarden” aan de actiefzijde van de balans van de Bank een gezamenlijk bedrag van SRD 2.704,9 miljoen. Hun waarde is hiermee afgenomen met SRD 806,4 miljoen (circa 23,0%) ten opzichte van het totaal per eind 2012 van SRD 3.511,3 miljoen. De jaarafname valt uiteen in die voor de “Vorderingen in vreemde valuta en andere buitenlandse waarden”, ten bedrage van SRD 540,2 miljoen, en die voor de post “Goud en goudvorderingen”, met SRD 266,1 miljoen. Het niveau van de monetaire reserve, waar goud en de diverse vorderingen in vreemde valuta onderdeel van zijn, is mede bepalend voor de mate waarin onderstaande functies behorende tot de kerntaken van de Bank kunnen worden vervuld: • dekking van de bankbiljetten in omloop en girale verplichtingen; • voldoening van buitenlandse betalingsverplichtingen van de Staat; • dekking van importen; • “lendor of last resort” ten behoeve van de deviezenbanken (onder andere in verband met de buitenlandse betalingen); • interventies op de valutamarkt en/of verkrapping van liquiditeit in het financieel systeem; • het scheppen van vertrouwen bij zowel lokale als buitenlandse investeerders, alsmede het ontlokken van positieve signalen over de weerbaarheid en kredietwaardigheid van de economie en het financiële systeem vanuit de internationale financiële instellingen en rating agencies . De Bank hecht daarom veel belang aan het zorgvuldig beheer en het op peil houden van de monetaire reserves.
32
Centrale Centrale Bank Bank van van Suriname Suriname // Jaarverslag Jaarverslag 2013 2013
Voorts is aan de actiefzijde de post “Vorderingen op de Staat en overige vorderingen” fors gestegen, en wel met SRD 820,5 miljoen. Deze stijging is voornamelijk veroorzaakt door een toename van SRD 790,3 miljoen in het rekening-courant krediet (R/C debet) aan de Staat ultimo december 2013. Ook de post “Overige activa” is gestegen, en wel met SRD 61,3 miljoen. Deze stijging is voornamelijk veroorzaakt door een toename in te verrekenen bedragen inzake overlopende banktransacties. Aan de passiefzijde nam de post “Bankbiljetten in omloop” ten opzichte van eind 2012 licht toe met SRD 50,1 miljoen. De totale waarde “Bankbiljetten in omloop” bedroeg ultimo 2013 SRD 1.026,8 miljoen. De post “Verplichtingen aan de algemene banken” stijgt met SRD 125,1 miljoen tot SRD 1.318,5 miljoen per eind 2013 en de verplichtingen aan de Staat (Gewone en bijzondere rekeningen van de Staat) stijgt met circa SRD 284,7 miljoen. De post “Goudcertificaten” vertoont ultimo 2013 ten opzichte van 2012 een daling van SRD 79,0 miljoen. De daling in deze post wordt veroorzaakt door de wederinkopen in het jaar, alsook een daling in de goudprijs.
VII 2. Kosten Het totaal der kosten in 2013 bedraagt SRD 138,4 miljoen en is met SRD 46,1 miljoen (of 49,9%) gestegen ten opzichte van het niveau in 2012. De personeelskosten nemen toe tot SRD 86,1 miljoen. De stijging van de personeelskosten is voornamelijk het gevolg van loonaanpassingen ingevolge de CAO-afspraken en hogere sociale lasten. De personeelskosten bedroegen hiermee 62,2% van het totaal der kosten. Dit is lager dan in 2012, toen de personeelskosten circa 76,6% van de totale kosten bestreken.
VII.3 Baten Het totaal der netto baten is ten opzichte van 2012 toegenomen met SRD 184,3 miljoen, een toename van circa 104,5%. Deze stijging is voornamelijk toe te schrijven aan de toename van de post “Gerealiseerde verkoopresultaten, waarderingsverschillen en afwaardering op lagere marktwaarde”. Op deze post worden onder meer de positieve waarderingsverschillen op goud en deviezen, gerealiseerd door verkoop, ondergebracht. De toename in 2013 staat aldus in het teken van de verkoop van goud en overige valuta gedurende het jaar. De netto interestbaten stijgen met SRD 43,5 miljoen, wat ongeveer gelijk is aan de interestbaten uit binnenlandse bron, c.q. van de Staat. De interestbaten uit binnenlandse bron zijn ten opzichte van 2012 met 51,3 % toegenomen. Ten opzichte van 2012 is er in 2013 vanwege lagere interestpercentages een lagere opbrengst gerealiseerd op de buitenlandse beleggingen, c.q. een afname van de opbrengsten uit de beleggingen in vreemde valuta bij buitenlandse banken met 60,8%. De koersmarge opbrengsten en provisiebaten zijn in 2013 gestegen met respectievelijk SRD 28,7 miljoen en SRD 0,9 miljoen.
VII.4 Winstontwikkeling Het nettoresultaat in 2013 van SRD 222,3 miljoen is ten opzichte van 2012 (SRD 72,2 miljoen) gestegen met SRD 150,1 miljoen. Zoals eerder geschetst, overtrof de toename van de netto baten (104,5%)
de stijging van het totaal der lasten (circa 49,9%). De sterke toename van het nettoresultaat stond met name in het teken van de gerealiseerde koerswinsten in de loop van het jaar.
VII.5 Chartaal betalingsverkeer VII.5.1 De geldcirculatie Uit tabel VII.1 blijkt dat de bankbiljettencirculatie in 2013 ten opzichte van 2012 is gestegen met 1,2% (2012 / 2011; 1,8 %) en qua waarde met SRD 50,0 miljoen (2012; SRD 154,8 miljoen). Ook dit jaar hebben de SRD 50 en SRD 100 coupures een groot aandeel in de totale waarde van de bankbiljettencirculatie. Gelet op de groei van de circulatie en de verdeling naar coupures in de loop van 2013 (Tabellen VII.2 en VII.3) blijkt de grootste toename te zijn opgetreden in het 3e kwartaal, waarbij de SRD 50 en SRD 100 coupures gezamenlijk ca. 90% van de totale circulatie uitmaken. In het eerste kwartaal was dit reeds 89%. De SRD 50 en SRD 100 coupures worden het meest gebruikt bij de bevoorrading van de ATM’s.
VII.6 Kasbeweging Tabel VII.4 geeft een overzicht van alle chartale ontvangsten en uitgaven in 2013.
Tabel VII.1 Omvang van de bankbiljettencirculatie per jaarultimo Aantal Coupure 100 50 20 10 5 Totaal
2012 3.863.453 9.583.800 3.795.885 2.275.800 2.504.322 22.023.260
2013 4.369.410 9.779.883 3.242.286 2.229.709 2.743.871 22.365.159
Bedrag (in SRD) 2012 2013 386.345.300 436.941.000 479.190.000 488.994.150 75.917.700 64.845.720 22.758.000 22.297.090 12.521.610 13.719.355 976.732.610 1.026.797.315
Bron: Centrale Bank van Suriname
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
33
Tabel VII.2 Samenstelling van de bankbiljettencirculatie in 2013 per kwartaalultimo (bedragen in SRD) Coupures 100 50 20 10 5 Totaal
I 382.996.900 461.818.000 70.383.860 21.783.530 12.718.330 949.700.620
II 371.482.800 432.819.150 63.991.300 21.062.940 12.955.085 902.311.275
III 427.063.700 460.392.500 63.939.380 21.326.040 13.440.345 986.161.965
IV 436.941.000 488.994.150 64.845.720 22.297.090 13.719.355 1.026.797.315
Bron: Centrale Bank van Suriname
Vanwege de grote afstortingen van de handelsbanken in het 1e en 2e kwartaal zijn per saldo de ontvangsten hoger dan de uitgaven. In tegenstelling tot voorgaande jaren, zijn de ontvangsten in beide genoemde kwartalen hoger dan de uitgaven. De uitgaven vertonen een stijgende trend.
Tabel VII.3 Samenstelling van de bankbiljettencirculatie naar coupure per kwartaalultimo (in procenten van de totale waarde) Coupures 100 50 20 10 5
VII.6.1 Kasontvangsten en kasuitgaven Evenals in het vorig verslagjaar is de coupure van SRD 50 het meest uitgegeven en tevens het meest terugontvangen, zie tabellen VII.5 en VII.6. Bij de pasmunten is de SRD 0,25, het kwartje, het meest uitgegeven terwijl de SRD 1 het meest is terugontvangen.
Totaal
I 40,33 48,63 7,41 2,29 1,34 100
II 41,17 47,97 7,09 2,33 1,44 100
III 43,31 46,69 6,48 2,16 1,36 100
IV 42,55 47,62 6,32 2,17 1,34 100
IV 42,55 47,62 6,32 2,17 1,34 100
Bron: Centrale Bank van Suriname
Tabel VII.4 De Kasbeweging bij de Centrale Bank van Suriname (in hele SRD) Omschrijving
1e kw.
2e kw.
3e kw.
4e kw.
Ontvangsten - Bankbiljetten - Muntbiljetten - Munten Totaal ontvangsten (1)
230.330.435 666 117.909 230.449.010
301.538.210 760 54.085 301.593.055
266.850.120 383 216.357 267.066.860
313.635.565 5.129 191.353 313.832.047
1.112.354.330 6.938 579.704 1.112.940.972
Uitgaven - Bankbiljetten - Muntbiljetten - Munten Totaal uitgaven (2)
203.298.445 119 1.227.618 204.526.182
254.148.875 257 1.731.404 255.880.536
350.700.810 378 2.003.122 352.704.310
354.270.915 359 1.457.438 355.728.712
1.162.419.045 1.113 6.419.582 1.168.839.740
25.922.828
45.712.519
-85.637.450
-41.896.666
-55.898.768
Saldo [(1) - (2)] Bron: Centrale Bank van Suriname
34
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
Totaal
De trend waarbij er meer pasmunten worden uitgegeven dan terugontvangen is in het vorig verslagjaar ook waarneembaar en heeft zich in het huidig verslagjaar voortgezet. Van de uitgegeven pasmunten is bij voornamelijk de lagere denominaties een relatief klein deel teruggevloeid naar de Bank. In 2013 zijn er evenals in 2012 relatief weinig muntbiljetten in omloop gebracht en anderzijds zijn er relatief meer terugontvangen.
VII. 7 Vervalsingen In het verslagjaar zijn de justitiële autoriteiten en de Bank geconfronteerd met, op een vernuftige wijze, vervalste bankbiljetten van SRD 100. De vervalsingen betreffen de bankbiljetten van de nieuwe serie die vanaf november 2010 in omloop zijn gebracht. De toegepaste methode van vervalsing is één waarbij een bankbiljet van SRD 5 wordt gebleekt, waarna de afbeelding van een bankbiljet van SRD
Tabel VII.5 Kasontvangsten (in hele SRD) Bankbiljetten
Coupure 100 50 20 10 5
1e kw. 706.954 2.554.457 1.274.385 458.046 368.805
2e kw. 983.858 3.144.669 1.358.839 757.205 2.234.026
3e kw. 1.154.262 2.451.754 1.170.379 381.108 323.512
4e kw. 1.517.088 2.762.113 911.393 374.945 368.761
Totaal aantal 4.362.162 10.912.993 4.714.996 1.971.304 3.295.104 25.256.559
Totaal bedrag 436.216.200,00 545.649.650,00 94.299.920,00 19.713.040,00 16.475.520,00 1.112.354.330,00
2,50 1,00
244 56
216 220
88 163
1.907 361
2.455 800 3.255
6.138,00 800,00 6.938,00
2,50 1,00 0,25 0,10 0,05 0,01
5.193 90.689 53.503 7.085 2.807 1.296
8.782 24.908 20.406 16.990 8.207 1.121
34.501 123.058 20.202 15.555 6.905 9.548
27.243 94.916 104.404 17.383 9.587 1.118
75.719 333.571 198.515 57.013 27.506 13.083 705.407
189.298,00 333.571,00 49.629,00 5.701,00 1.375,00 131,00 579.705,00
Totaal Muntbiljetten Totaal Pasmunten
Totaal
Bron: Centrale Bank van Suriname
Tabel VII.6 Kasuitgaven (in hele SRD) Bankbiljetten
Coupure 100 50 20 10 5
1e kw. 673.470 2.207.017 997.693 360.599 408.149
2e kw. 868.717 2.564.692 1.039.211 685.147 2.281.377
3e kw. 1.710.071 3.003.221 1.167.783 407.418 420.564
4e kw. 1.615.861 3.334.146 956.710 472.050 424.563
Totaal aantal 4.868.119 11.109.076 4.161.397 1.925.214 3.534.653 25.598.459
Totaal bedrag 486.811.900,00 555.453.800,00 83.227.940,00 19.252.140,00 17.673.265,00 1.162.419.045,00
2,50 1,00
34 34
23 199
107 110
102 104
266 447 713
665,00 447,00 1.112,00
2,50 1,00 0,25 0,10 0,05 0,01
167.920 573.335 509.199 779.675 554.072 151.171
204.219 813.739 1.091.149 992.660 673.231 140.259
287.485 835.950 1.251.158 999.430 677.478 185.347
203.522 636.003 792.073 818.103 627.439 142.955
863.146 2.859.027 3.643.579 3.589.868 2.532.220 619.732 14.107.572
2.157.865,00 2.859.027,00 910.895,00 358.987,00 126.611,00 6.197,00 6.419.582,00
Totaal Muntbiljetten Totaal Pasmunten
Totaal
Bron: Centrale Bank van Suriname
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
35
100 hierop wordt afgedrukt. Het gevoel hierbij is dat van echt geld, terwijl het wel degelijk om een vervalsing gaat. Om de samenleving bewust te maken van en te waarschuwen voor deze vervalsing is de Bank aan het begin van het 4e kwartaal van het verslagjaar via de diverse media gestart met een campagne waarbij door middel van enkele echtheidskenmerken is getoond hoe de echte en vervalste bankbiljetten van elkaar te onderscheiden. In 2013 is het totaal aantal geregistreerde valse biljetten 98 stuks; ten opzichte van 2012 is dit een afname van ± 42%. Uit tabel VII.7 blijkt dat in 2013 het bankbiljet van SRD 100 het meest is vervalst. Van de 87 stuks valse SRD 100 bankbiljetten hebben 86 stuks betrekking op de nieuwe serie. De valse biljetten van de overige coupures zijn van de oude series.
VII.8 Naverwisseling In het verslagjaar zijn slechts 19.616 Sf-biljetten aangeboden voor verwisseling (Tabel VII.8). Het gros hiervan bestaat evenals het vorig verslagjaar uit de coupures van Sf 5 tot en met Sf 100 die tevens behoren tot het gros van de uitstaande biljetten.
Tabel VII.7 Valse bankbiljetten onderschept bij de banken en bij de Centrale Bank van Suriname Coupure SRD 100 SRD 50 SRD 20 SRD 10 SRD 5 Totaal
Aantal 87 9 1 1 98
Bron: Centrale Bank van Suriname
VII.9 Goudcertificaten In 2013 is het totaal aantal aangeboden certificaten 967 stuks (Tabel VII.9). Vergeleken met de voorgaande jaren zijn er in het verslagjaar meer goudcertificaten weder ingekocht. De significante stijging van het aantal aangeboden certificaten is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de inwisseling van certificaten door een grote lokale onderneming.
Tabel VII.8 Naverwisseling van de SF-biljetten Coupure 5 10 25 100 250 500 1.000 2.000 5.000 10.000 25.000 Totaal
Uitstaande per 31-12-2012 Aantal 7.869.324 7.962.173 9.901.941 4.653.312 1.452 699.480 759.169 200.976 215.993 195.917 15.143
Bedrag 39.346.620 79.621.730 247.548.525 465.331.200 363.000 349.740.000 759.169.000 401.952.000 1.079.965.000 1.959.170.000 378.575.000
32.474.880
5.760.782.075
Naverwisseling in 2013 Aantal Bedrag 2.672 13.360 3.471 34.710 7.038 175.950 3.364 336.400 465 232.500 415 415.000 188 376.000 957 4.785.000 963 9.630.000 83 2.075.000 19.616
Uitstaande per 31-12-2013
18.073.920
Aantal 7.866.652 7.958.702 9.894.903 4.649.948 1.452 699.015 758.754 200.788 215.036 194.954 15.060
Bedrag 39.333.260 79.587.020 247.372.575 464.994.800 363.000 349.507.500 758.754.000 401.576.000 1.075.180.000 1.949.540.000 376.500.000
32.455.264
5.742.708.155
Bron: Centrale Bank van Suriname
VII.10 Verrekende cheques en giro’s Het aantal verrekende cheques die de Bank bereiken is in het verslagjaar verder afgenomen en wel van 25.513 in 2012 naar 24.693 in 2013. Het aanbod van giro’s vertoont een forse afname, dit in tegenstelling tot het vorig jaar toen er sprake was van een lichte stijging. De afname, ruim 24%, is gedaald van 20.751 in 2012 naar 15.839 in 2013. Ondanks deze forse af-
36
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
Tabel VII.9 Wederinkoop goudcertificaten Jaar
5
10
2012 2013
8 4
¯ 5
in grammen van 50 100 6 391
Bron: Centrale Bank van Suriname
¯ 318
500
1000
Totaal
¯ 216
¯ 33
14 967
name is het bedrag aan verwerkte giro’s gestegen van SRD 12 miljard naar SRD 13,6 miljard (Tabel VII.10).
Ontwikkelingen in Suriname Kleinschalige goudwinning
VII.11 Herdenkingsmunten In dit verslagjaar blijkt de belangstelling voor de aanschaf van gouden munten met meer dan de helft te zijn afgenomen ten opzichte van het vorig verslagjaar toen er 98 zijn verkocht. Van het totaal aantal verkochte munten zijn de Millenniummunten van 14 en 22 karaat het meest verkocht. De gouden munt in het kader van 50 jaar Centrale Bank van Suriname is het minst verkocht (Tabel VII.11).
VII.12 Ontwikkeling van de goud productie en goudexport Internationale ontwikkelingen De daling van de goudprijs in 2012, zet zich voort in de eerste vier maanden van het jaar 2013. De cumulatief gemiddelde prijs bedraagt US$1.411,23 per troy ounce. In vergelijking met 2012 (US$1.668,98) is dit een daling van 15,4%. De hoogste prijsnotering bedraagt US$ 1.693,75 (PM fix) en wordt bereikt op 02 januari 2013; de laagste op 28 juni 2013 namelijk US$ 1.192,00.
Tabel VII.10 Aantal Verrekende Cheques en Giro’s (in hele SRD) Maand Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December Totaal
Aantal 2.402 1.614 1.719 2.602 2.276 1.853 2.288 1.519 2.583 2.307 1.858 1.672 24.693
Cheques Bedrag 232.446.578 220.777.428 246.942.534 212.481.795 212.679.719 222.072.109 243.308.787 120.054.780 307.991.100 175.432.247 186.554.340 143.443.445 2.524.184.862
Aantal 1.354 1.187 1.296 1.151 1.636 1.275 1.439 1.286 1.351 1.411 1.230 1.223 15.839
Giro's Bedrag 1.391.354.581 660.623.165 1.026.638.247 1.109.993.466 1.194.447.678 1.076.495.994 1.394.641.440 690.456.815 1.221.141.350 1.556.147.280 864.728.471 1.386.995.684 13.573.664.171
Bron: Centrale Bank van Suriname
Tabel VII.11 Verkochte Herdenkingsmunten en Gedenkpenningen Omschrijving Gedenkpenning "20 jaar Staatkundige Onafhankelijkheid" (goud) 25 jaar Staatkundige Onafhankelijkheid (goud) 30 jaar Staatkundige Onafhankelijkheid (goud) Brug over de Surinamerivier (goud) Millenniummunt (goud - 22 karaat) Millenniummunt (goud - 14 karaat) 50 jaar Centrale Bank van Suriname (goud) Totaal
Bron: Centrale Bank van Suriname
Exportvolume De stijgende trend van het exportvolume van goud afkomstig van de kleinschalige goudwinning heeft zich ook in dit verslagjaar voortgezet. Het exportvolume bedraagt in dit verslagjaar 22.091 kg (Tabel VII.12) terwijl deze in het vorig verslagjaar het niveau heeft bereikt van 20.935 kg. In vergelijking met 2012 is er een toename geconstateerd van ca.1.156.222,5 gram wat neerkomt op een procentuele toename van 5,52%. Exportwaarde Door de internationale prijsontwikkeling van goud in dit verslagjaar, is echter de exportwaarde afgenomen. Bedoelde exportwaarde is ten opzichte van 2012 afgenomen met US$ 115.764.126,76 wat overeenkomt met een daling van 10,96%. In 2012 is bedoelde exportwaarde nog US$1.056.050.339,42 geweest, terwijl in dit verslagjaar de waarde gedaald is naar US$ 940.286.209,66. Royalty’s De bijdrage aan de staatskas in de vorm van royalty’s bedroeg in dit verslagjaar US$ 9.592.302 (Tabel VII.12). Dit houdt een daling in van 10,93% ten opzichte van 2012 toen de afgedragen royalty’s US$ 10.769.590 bedroegen. Deze daling is evenals bij de daling van de exportwaarde ook het gevolg van de internationale ontwikkelingen van de goudprijs. Rosebel Gold Mines Het exportvolume van Rosebel Gold Mines (RGM) daalt met 14,26%, 10.640.544,95 gram ten opzichte van 12.410.836,46 gram in 2012. De internationale prijsontwikkeling in 2013 en de daling van het exportvolume, hebben mede voor verminderde inkomsten voor de Staat Suriname gezorgd. De regering heeft in 2013 een overeenkomst gesloten met RGM, welke onder andere inhoudt dat het exploratiegebied wordt uitgebreid en dat haar termijn met 15 jaar is verlengd tot 2042.
Tabel VII.12 Goudexporten van de kleine goudmijnbouw en betaalde royalty’s Aantal 4 5 3 7 10 10 1 40
Maand Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December Totaal
Exporten 1.790.665,2 1.440.191,6 1.895.346,7 1.830.618,8 1.843.719,8 1.588.842,1 1.888.689,1 2.101.486,5 1.964.934,2 1.853.681,4 2.011.068,8 1.881.710,8 22.090.955,0
Royalty's in US$ 923.344 726.211 929.680 848.128 810.216 666.802 740.577 870.518 818.708 751.460 795.107 711.551 9.592.302
Bron: Centrale Bank van Suriname
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
37
Andere ontwikkelingen Goudbelasting De verheffing van de ontwerpwet Goudbelasting heeft ook in 2013 niet meer plaatsgevonden. De geprojecteerde verhoging voor 2013 is dan ook niet meer geëffectueerd. Hierdoor loopt de staat wederom achter met de geplande progressieve inning van de royalty’s op gewonnen goud. Het is onduidelijk wat de status is van deze conceptwet. Kaloti Mint House Suriname In dit verslagjaar wordt wederom de komst van het goudzuiveringsinstituut, Kaloti Minthouse, aangekondigd. De eerste steenlegging heeft op 1 maart 2013 plaatsgehad in het district Para. Met de komst van de mint house zal de Surinaamse overheid in staat worden gesteld om de juiste waarde van het geëxporteerde goud vast te stellen. Milieu Het Nationaal Instituut voor Milieu en Ontwikkeling in Suriname (Nimos) heeft in het kader van het Niamata Verdrag, consultatierondes gehouden met de stakeholders in de kleinschalige goudindustrie. De Bank is hiervoor ook uitgenodigd. Het belang ter regulering en geleidelijke uitbanning van het kwikgebruik wordt door de Bank onderstreept en zij zal ook haar bijdrage hieraan leveren.
De scholieren behoren nog altijd tot de hoogste categorie bezoekers met een totaal van 1.486. Het toezenden van de jaarlijkse uitnodiging naar de scholen ter herinnering aan de mogelijkheid voor een bezoek aan het museum heeft ook dit jaar zijn voordelen gehad gelet op het bezoekersaantal bij de scholieren.
Tabel VII.13 Overzicht verkochte Brilliant Uncirculated (BU) Coins Jaar uitgifte 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Totaal
Thema Flora van Suriname Fauna van Suriname Paramaribo Kunst en Cultuur Flora van Suriname Suriname Culinair Industrie van Suriname
2012 5 6 6 1 3 2 7 30
Bron: Centrale Bank van Suriname
Tabel VII.14 Verkopen Museumwinkel Artikel Boekje "Ons Geld" Gedenkboek 30 jaar CBvS Papegaaienset Skoinsi kwartetten BU sets
Aantal 54 68 10 10 13
Bron: Centrale Bank van Suriname
VII. 13 Numismatisch Museum De bank exploiteert sinds 8 april 2002 een museum voor het vastleggen van de Surinaamse muntgeschiedenis. Suriname BU-Muntsets De BU-muntsets, bestaan uit de circulatiemunten van Suriname met uitzondering van de 1 cent. De sets hebben steeds een ander thema en worden in het Numismatisch museum aan het publiek ten verkoop aangeboden in een prachtige blisterverpakking (Tabel VII.13).
Ons Geld Van het boek “Ons geld”, welke op 1 april 2012 speciaal ter gelegenheid van het 55-jarig bestaan van de Bank is uitgegeven, zijn er dit jaar 54 stuks verkocht (Tabel VII.14). Publieksonderzoek Middels het gastenboek wordt dagelijks het bezoekersaantal bijgehouden hetgeen een goed jaarlijks overzicht verschaft. Ook dit jaar is wederom een lichte daling t.o.v. het jaar 2012, met een bezoekersaantal van 2.555 naar 2.318 in 2013 (Tabel VII.15).
38
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
Tabel VII.15 Bezoekers Numismatisch Museum Jaar 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013
Aantal 3.746 1.709 2.629 3.258 1.527 2.647 1.837 1.944 4.757 2.516 2.555 2.318
Bron: Centrale Bank van Suriname
2013 5 3 1 1 3 13
JAARREKENING Publicatieverslag 2013
Balans per 31 december 2013 Resultatenrekening over 2013
Toelichting - Grondslagen voor balanswaardering en resultaatbepaling - Toelichting op de balans per 31 december 2013 - Toelichting op de resultatenrekening over 2013
Overige gegevens -
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Vaststelling jaarrekening Statutaire winstverdeling Vaststelling jaarrekening voorgaand boekjaar Vaststelling jaarrekening 2013 en winstverdeling boekjaar 2013 Management en Toezichthoudend Orgaan van de Bank
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
39
BALAN NS PER 31 DECEMBER D R (Na winsstverdeling ) ACTIVA A Goud en n goudvordeeringen Vorderiingen in vreeemde valutaa en andere buitenlandsse waarden Vorderinngen op corrrespondentbaanken en beleeggingen Vorderinngen op het I.M.F. I
Vorderiingen op de Staat en overige vorderringen Rekeninng-courant en n overige vorrderingen op p de Staat Geconsoolideerde Vlottende Staaatsschuld Rekeninng-courant en n overige vorrderingen op p financiële instellingen Overigee
Beleggin ngen van kaapitaal, reserrvefonds en bijzondere reserve Overigee aciva Voorraaad herdenkinggsmunten enn gemunt gouud Materiëlle vaste activva Overige financiele activa Overloppende activa Diverse
Paramaaribo, 13 auggustus 2014 De Pressident van de Centrale Bank B van Su uriname G. Hoeffdraad
40
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
22013 SRD S 145 5.082.127
201 12 SRD D 411.2223.435
2.1222.375.201 437 7.450.343 2.559 9.825.544
2.666.80 03.183 433.2223.877 3.100.0227.060
2.201 1.285.649 102 2.786.000 49 9.203.858 2.408.836 2 2.355 5.684.343
1.410.9774.493 108.3442.000 13.4777.258 2.3773.435 1.535.1667.186
6.932.830 6
8.7336.941
8.377.195 8 63 3.632.324 772.360 2.389.915 2 104 4.756.222 179 9.928.016 _____ ________ 5.247 7.452.860
11.4552.621 60.6227.905 7772.360 14.1113.591 31.6552.672 118.6119.149 _____________ 5.173.7773.771
PASSIV VA
201 13 SRD D
2012 SRD
Bankbilljetten in om mloop
1.026..797.315
976.732.610
Verplich htingen aan n de algemen ne banken
1.318..497.960
1.193.381.424
Verplich htingen aan n de Staat en n aan overige ingezeteneen in SRD
1.903..598.687
1.799.120.597
2..470.202
62.202.899
13..573.245
12.875.074
440..900.990
440.020.069
41..047.198
120.014.699
2..537.096 336..173.584 338..710.680
1.735.116 179.593.963 181.329.079
11..352.277 41..359.975 52..712.252
235.788.903 41.359.975 277.148.878
12..000.000 16..355.210 80..789.121 109..144.331 _ ___ _______ 5.247..452.860
12.000.000 18.159.321 80.789.121 110.948.442 ________ ____ 5.173.773.771
Verplich htingen aan n ingezetenen n in vreemd de valuta Verplich htingen aan n niet-ingezetenen Tegenw waarde toegeewezen bijzo ondere trekk kingsrechten n I.M.F. Goudceertificaten Overigee passiva Overlop pende passivaa Diverse passiva
Herwaa arderingsrek keningen Waarderringsverschilllen goud en deviezen Herwaarrdering gebo ouwen en terrreinen
Kapitaa al en reservees Kapitaall Reservefonds Bijzondeere reserve
aribo, 13 aug gustus 2014 Parama De Raad d van Comm missarissen va an de Centra ale Bank van n Suriname Regering gscommissariis: W. Duiker Overige Commissarisssen van de Raad: R ur van Financiiën: L. Pinass-Halfhide Directeu Directeu ur van Handell en Industrie: M. Tuur C. Lingeer-van der Ziel Z Q. Krom mosoeto-Hida algo R. Soenttik S. Burleeson
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
41
RESUL LTATENREKENING OVER O 20013 SR RD
20122 SRD D
Interestbbaten Interestllasten Netto interestbaten
142.5560.685 11.4429.335 153.9990.020
119.273.053 -8.455.809 110.8177.244
Gerealisseerde verkooopresultaten,, waarderingsverschillen en afwaaardering op lagere l marktw waarde Koersmaarge Provisieebaten Overige baten Totaal n netto baten
121.1178.836 76.9949.581 8.2250.573 2 285.250 360.6654.260
-2.218.335 48.253.547 7.330.497 12.190.412 176.373.365
Personeeelskosten Andere bbeheerskosteen Afschrijving op mateeriële vaste activa a Overige lasten Totaal d der lasten
86.1140.357 36.9955.653 6.0013.390 9.2273.882 138.3383.282
70.709.095 23.177.681 4.659.237 5.671.342 104.217.355
222.2270.978
72.156.010
Winst
Paramaaribo, 13 auggustus 2014 De Pressident van de Centrale Bank B van Su uriname G. Hoeffdraad
De Raad d van Comm missarissen vaan de Centra ale Bank van n Suriname Regeringgscommissariis: W. Duiker Overige Commissarisssen van de Raad: R Directeuur van Financiiën: L. Pinass-Halfhide Directeuur van Handell en Industrie: M. Tuur C. Lingeer-van der Ziel Z Q. Krom mosoeto-Hidaalgo R. Soenttik S. Burleeson
42
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
GROND DSLAGEN VOOR V BAL LANSWAAR RDERING EN RESUL LTAATBEPA ALING
Algemeene waardeeringsregels De actiiva en passiva worden n voor de nominale n waarde opgenomen tenzzij in de naavolgende toelichttingen anderrs is vermelld. Van de winsten vaan de Bank wordt overreenkomstig g artikel 35,, lid 1 van de d Bankwett geen belastingeen geheven,, ingevolge waarvan niiet met actiieve latente belastingvorderingen noch met passieve latente beelastingverplichtingen rekening r wo ordt gehoud den.
GROND DSLAGEN VAN V OMRE EKENING VAN BUITENLANDSE E GELDSO OORTEN
De activ va en passiiva in vreem mde valuta worden in beginsel b ulttimo decem mber van heet verslagjaar gew waardeerd tegen t de do oor de Bank k genoteerd de aankoop pkoers voor wissels, ch heques en overmaakingen. De omrrekening vaan transactiies in vreem mde valuta in de loop p van het jaaar vindt in n beginsel plaats teegen de offi ficieel door de d Bank gen noteerde daagkoers, zijn nde de aank koopkoers. Voor dee omrekenin ng van buittenlandse geeldsoorten en e waarden n per jaarein nde, zijn de volgende door dee Bank gehaanteerde wissselkoersnotteringen geh hanteerd. Aankoopkoersen voor v wissels en bankpaapier1
US-dollar Euro Pound sterling
2012
2013 2 wisselss SRD
bankpapier SRD
wisseels SRD D
bank-papierr SRD D
3,250 0
3,250
3,250
3,250 0
4,479 9
4,466
4,284
4,272 2
5,356 6
5,318
5,244
5,208 8
FIEKE GRO ONDSLAGE EN EN TOE ELICHTING GEN SPECIF
Hiernav volgend worrden de gro ondslagen vo oor de belan ngrijkste po osten van dee balans toeg gelicht.
Goud en goudv vorderingen Waard dering goud dreserve: Moneta air goud De waaardering van n de voorraaad monetaair goud is gebaseerd op o de noterring van dee ‘London Gold Fiix’2 per jaarreinde.
1
De wisse elkoersen zijn een afgeleide va an de door de Eu uropese Centra ale Bank aangeg geven referentie ekoersen voor de d euro op de vorige Ban nkdag. 2 De aangegeven goudprrijs is de London n PM-gold fix op p de vorige Bank kdag
4 Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
43
Goudgrrenailles De waaardering van n de voorraaad grenaillles is gebasseerd op de notering van v de ‘Lonndon Gold Fix’ perr jaareinde. Industriiegoud De waaardering is gebaseerd op o 93% van n het brutoo gewicht teegen de ‘Loondon Goldd Fix’ per jaareindde uitgaandee van het veerwachte reffiningspercentage.
Vorderringen in vrreemde valluta en and dere buitenllandse waa arden Vorderiingen op co orrespondenntbanken en beleggingeen De ondder deze posst begrepenn vorderingeen in vreem mde valuta betreffen b werksaldi, w diie worden aangehoouden bij corresponde c entbanken, alsmede a beeleggingen van v korte en e langlopeende aard. De waaardering vaan deze vorrderingen vindt v plaats tegen nom minale waarrde, van beleggingen tegen aaanschafwaaarde, voor zover z in vrreemde valuuta omgereekend tegen n de eindejaaar koers. Verliezen of winstten bij verkkoop worden n verantwoord onder de d post ‘Geerealiseerde verkoopwaardering op o lagere marktwaarde’. resultaten, waarderringsverschiillen en afw Vorderiingen op heet I.M.F. De vordderingen opp het I.M.F F. betreffen ‘Special Drawing D Rig ghts’ (SDR R’s). Deze bijzondere b trekkinggsrechten betreffen, b dee door het Internationa I ale Monetaiire Fonds gecreëerde, g deviezenreservess, die in beg ginsel alleeen mogen worden w gebrruikt bij een n betalingsbbalanstekortt en in dat geval bij andere lidlanden inw wisselbaar zijn z in US-ddollars. De herwaarderring van deeze vordeF. wordt toeegevoegd aan a de post ‘Tegenwaarrde toegeweezen bijzonndere trekringen oop het I.M.F kingsrechten I.M.F F.’ Voorzovver de op deze d post geecrediteerdee herwaardeering onvolldoende is ng gebracht op de Schuuld aan de om de kkosten en reente te dekkken, wordt het tekort iin minderin Staat uiit hoofde van v de overnname van de d I.M.F. positie p opgeenomen ondder de post ‘Gewone rekeninng van de Sttaat’. Vorderringen op de d Staat en overige vorrderingen De Bannk is verpliccht aan de Staat, S telkenns wanneer de Ministerr van Finannciën dit tott tijdelijke versterkking van Sttaatskas noddig acht, vooorschotten te verstrek kken in rekeening-couraant op onderpandd van schatkkistpapier, waarvan w de uitgifte of belening is toegestaan krachtens wet. w Deze voorschhotten zullen tegelijkerrtijd gezamenlijk niet meer dan 10% 1 van dee geraamde middelen van de gewone dieenst der beggroting oveer het lopennde dienstjaaar mogen bedragen. b O Overschrijmum is verrboden. Van n een overscchrijding zaal sprake zijjn wanneerr het netto ding vaan dit maxim debetsaaldo van de gezamenlijjke rekenin ngen-courannt van de Staat bij de Bank geduurende ten hoogstee vijf en veeertig dagen onafgebrok ken boven het h in dit arrtikel bepaaalde maxim mum is gebleven en de Minisster van Finnanciën, na daarvan schhriftelijk do oor de Presiident van dee Bank op g geeen uitsluitseel kan gevenn dat in de daaropvolg gende vijf en e veertig de hooggte te zijn gesteld, dagen de d overschrrijding zal zijn opgeheven. Dezee voorschottten worden n verstrekt tegen het daarvooor vigerendee rentetarieff van de Ban nk. Op de ooverige ondder deze posst opgenom men vorderinngen worden n noodzakeelijk geachtee voorzieningen in minderinng gebracht..
44
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
Beleggiingen van kapitaal, k reeservefondss en bijzond dere reserv ves Beleggiing in herdeenkingsmunten Deze beetreft een beelegging vaan het kapitaaal. De herd denkingsmu unten wordeen gewaardeeerd tegen fijn gou udwaarde op o basis van n de marktw waarde van n het edelmeetaal per jaaareinde. Dee waardeverandeering als geevolg van de d periodiek ke herwaard dering van de belegdee herdenkin ngsmunten wordt teen gunste/teen laste van n het reserveefonds verw werkt. Beleggiing in kunsttwerken b v het kapiitaal. De ku van unstwerken zijn gewaaardeerd op basis van Deze beetreft een belegging een in 2006 2 bij taxatie vastgesstelde waard de. Overige activa Voorraa ad herdenkiingsmunten n en gemunt goud Deze voorraad bettreft een haandelsvoorraaad en worrdt gewaard deerd tegen fijn goudw waarde op basis vaan de markttwaarde van n het edelm metaal per jaaareinde. Wijzigingen W in de waard de ten gevolge v van de herw waardering van v de goud dwaarde en koerswijzig gingen word den ten gun nste of ten laste vaan het resulltaat verwerrkt onder dee post ‘Gerrealiseerde verkoopresu v ultaten, waaarderingsverschilllen en afwaaardering op p lagere maarktwaarde’. Materiëële vaste acttiva De onro oerende goeederen, zijnd de gebouween en terrein nen, worden n tegen de actuele waaarde, zijnde de v vervangingsw waarde of llagere bedriijfswaarde gewaardeer g rd. Taxatiess uitgevoerd d door externe on nafhankelijk ke taxateurs, liggen aaan deze actu uele waarde berekenin ng ten gron ndslag. De herwaarrdering op basis van de d uitgevoeerde taxatiee geschiedt aan het ein nde van hett jaar. De meerwaaarde van dee onroerend de goederen n, zijnde de toename t vaan de boekw waarde als gevolg van herwaarrdering, wo ordt op de herwaarderi h ingsrekenin ng ‘Herwaarrdering geb bouwen en terreinen’ verwerk kt. Afschrijv vingen worrden lineair ten laste vaan de winst-- en verliesrrekening geebracht op basis vaan de verwaachte gebruiiksduur en restwaarde r v de desb van betreffende activa. Over d de aanschaffwaarde en de herwaardering vaan de terreeinen word dt niet afgeeschreven. De overige goederren opgenom men onder de post 'maateriële vasste activa' worden w tegeen de vergsprijs gewaaardeerd en lineair afgeeschreven op o basis van n de verwach hte levensdu uur. krijging Afschrijjvingsduur materiële va aste activa Gebouw wen:
nieuw 40 4 jaar renovattie 15-30 jaaar
Inventaarissen:
3-5 jaarr
Transpo ortmiddelen n:
5 jaar
De afscchrijvingen geschieden g tijdsevenreedig.
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
45
Goudceertificaten men fijn gouud uitgedrukkte, certificcaten aan tooonder die Deze beetreffen renntedragendee, in gramm bij de C Centrale Bannk van Suriiname in Su urinaamse munt m te geld de kunnen worden gem maakt. Zij hebben een onbep paalde geldiigheidsduurr en kunnenn naar believen voor wederinkooop, bij de worden aanggeboden. Coonform het reglement kan de rennte op een goudcertific g caat maxiBank w maal tw wintig jaar worden w bijgeeschreven. In- en vverkoop gesschieden teggen de dagw waarde, die gebaseerd g is op de noteering van dee 'London Gold Fiix', tegen dee koers zoalls deze op de d dag van transactie door d de Ban nk van toepassing zal zijn verrklaard. Vooor de waarddering wordden de gronndslagen vooor omreken ning van buiitenlandse geldsooorten toegep past. Evenw wel vindt dee waardering per balan nsdatum plaaats tegen de d door de Bank geenoteerde verkoopkoer v rs. Over de nominale ggoudwaardee wordt eenn enkelvouddige rente, in goudd uitgedruktt, van 5% per p jaar verg goed, die uitsluitend u b betaalbaar iss wanneer een e goudcertificaaat voor weederinkoop bij de Bankk wordt aangeboden. Herwaaarderingsrekeningen Waardeeringsversch hillen goud en deviezenn De omrrekening vaan transactiees in goud en in vreem mde valuta in de loop van het jaaar vindt in beginseel plaats tegeen de officieel door de Bank genooteerde dagk koers. De verddiende koerrsmarge opp de verkoo optransactiees van vreem mde valutaa, zijnde heet verschil tussen dde aankoop- en verkooopkoers, woordt tezamenn met de dooor de lokalle banken affgedragen kostenvvergoeding, onder de poost ‘Koersm marge’ in dee resultatenrrekening verantwoord. De koerrsverschilleen, die ontsttaan als gevvolg van de waardeflucctuaties van de Surinaam mse munt ten opzzichte van andere valuuta, wordenn ten gunstte of ten laaste van dee post ‘Waaarderingsverschilllen goud en e deviezenn’ geboekt. De D waardevverschillen van de in omloop o zijnnde goudcertificaaten wordenn eveneens ten gunste of o ten laste van deze po ost geboekt. Boekingenn ten laste van de post ‘Waarrderingsversschillen gouud en devieezen’ gesch hieden voor zover het saldo s volorten alsmedde bij verdoende is. De vasttstelling vinndt plaats vooor goud enn per valutassoort. Teko der de postt ‘Gerealiseeerde verkoop gerealiseerdee koersversschillen worden veranttwoord ond n afwaarderring op lageere marktwaaarde’. koopressultaten, waaarderingsveerschillen en ngsverschilllen goud enn deviezen’ in de balan ns bevat dienn ten gevolgge, met in De postt ‘Waarderin achtnem ming van dee nominale waarde van n de in omlloop zijnde goudcertifi ficaten, alleeen de nog niet-gerrealiseerde waardevers w schillen, diee betrekkingg hebben op p de per ballansdatum aanwezige a hoeveellheid goud en e de netto deviezenvo oorraad, incllusief belegggingen. Herwaaardering geb bouwen en terreinen Deze heerwaarderin ngsrekeningg betreft de herwaarderi h ing van de onroerende o goederen van v de Bankk op basis van de acctuele waardde. Afwaarddering van onroerendee goederen geschiedt g toot het saldo o van de herwaarderringsrekeninng, waarbij het deel boven het beeschikbare saldo ten laaste van dee resultatenrekening wordt gebrracht.
46
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
DSLAGEN RESULTAA R ATBEPALIING GROND
Baten een lasten worden w ten gunste g of teen laste vann het jaar verwerkt v waaarop die betrekking b hebben.. Bij het vvaststellen van v de bateen en lasten wordt rekenning gehoud den met voooruitbetaaldde- en nog te betaleen kosten, alsmede a meet nog te onttvangen of vooruit v ontv vangen opbrrengsten. De muttaties en hett saldo van de post ‘Waarderingsvverschillen goud g en dev viezen’ per balansdatum woorden berek kend met inn achtneminng van de inn goud gen nomineerde waarde vann de SRD verplichhtingen mett betrekkingg tot de uitstaande gooudcertificaten. Dit im mpliceert daat waarderingsverrschillen inn de loop vaan het jaar niet ten guunste of tenn laste van het resultaaat worden gebrachht mits de in de balanns opgenom men reservees voldoendde zijn om nadelige vverschillen daarop af te boekeen. De in dee balans opg genomen waarderingsv w verschillen op goud enn deviezen v woorden gerealliseerd. wordenn ten gunste van het resuultaat verwerkt wanneeer zij door verkoop n op goud enn deviezen wordt uitgeegaan van het h First in Bij de bbepaling vann de verkooopresultaten First ouut principe. Dit impliceeert dat de in i de balanss aangehoud den niet-gerealiseerde koersverschillenn het verschhil betreffenn tussen de balanswaarrde van de activa minuus de kostpprijs ervan op basiss van de laaatst bekendee aankopen. Waardeeringsverschhillen op goouden munten en gemuunt goud woorden, voorzover zij dee handelsvoorraaad betreffenn, direct ten gunste of teen laste vann het resultaaat geboekt.. De post inn de resultatenrekkening waaarop de gerrealiseerde verkoopresu v ultaten en waardering gsverschillenn geboekt wordenn, wordt aaangeduid met m ‘Gerealiiseerde verkkoopresultaaten, waard deringsverscchillen en afwaarddering op laagere marktwaarde’. Reesultaten opp belegginggen worden verantwoorrd bij verkoop vaan effecten. e in beginsel over de De drukkkosten vann de in een jaar ontvanggen biljettenn worden geeactiveerd en levensdduur van dee bankbiljettten afgesch hreven, bij bbenadering over een periode van 3 jaar. In het jaarr van ontvaangst geschhiedt de afschrijving tiijdsevenrediig, benaderrd op gemidddeld een half jaaar of 50% vaan de jaaraffschrijving van v de drukkkosten van de ontvangen biljetten. De pennsioenen vaan het persooneel zijn ondergebrac o cht bij de Stichting S Peensioenfondds van de Centrale Bank vann Suriname. De pensioeenen zijn geebaseerd op het “final pay” p systeem m. De aan ks door een n actuaris vastgesteld het pennsioenfonds verschuldiggde koopsoommen worrden jaarlijk op basis van de veerkregen-rechten-methhode en ten laste van het h jaar geb bracht waaroop zij betrekkingg hebben. De pensioenverplicchtingen aaan de Presiddenten van de Bank worden door de Bank beheerd en P is opgenomen. o . De voorzijn opggenomen inn een voorziening welke in de postt ‘Diverse Passiva’ ziening wordt actuarieel berekkend. oegd haar kapitaal, k reservefonds Met verrwijzing naaar artikel 8 van de Bannkwet is dee Bank bevo en bijzoondere reserrve te belegggen. De opb brengsten vvan deze belleggingen worden w ondeer de winsten vann de Bank opgenomen o . Mutaties in i de waardde van de beezittingen, waarin w het kapitaal k is belegd worden w ten gunste of teen laste vann het reserveefonds gebrracht.
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
47
TOELIICHTING OP DE BA ALANS PER R 31 DECE EMBER 20 013 n goudvordeeringen Goud en
Naar aaard en hoeveeelheden zijjn het goud en de goud dvorderingen n in fine tro oy ounces on nder deze post alss volgt opgeebouwd: In hoeveeelheden
2013 Fine troy y ounces
2012 Fine troy F ounces
Monetaiir goud Goudgreenailles Industrieegoud
33.501 1.596 2.113 37.210
72.766 1.607 2.113 76.486
In waard den Monetaiir goud Goudgreenailles Industrieegoud
SRD 131.141.585 6.248.120 7.692.422 145.082.127
SRD 39 91.979.329 8.658.645 10.585.461 41 11.223.435
Waardeering monettair goud geeschiedt tegeen de Londo on Gold Fix x per jaarein nde per troy y ounce 2013 USD-waaarde per troy y ounce per jaareinde j SRD-waaarde per troy y ounce per jjaareinde
1.204,50 0 3.914,63 3
2012 1.657,50 5.386,88
De waaardering van n het industtriegoud geeschiedt tegen 93% van n de voorraaad tegen de d London Gold Fiix per jaareiinde. Monetaiir goud
In het verslag v jaar is fine troy y ounces: 40 0.765,18 aaan monetair goud verko ocht (opbrengstwaarde: USD D 58.938.82 24). Deze verkoop v is in ngegeven do oor het gew wijzigd beleid met betreekking tot het aanh houden van n goudvoorrraden door de Bank, zo oals neergezzet in haar ‘Internation nal Reserves Man nagement and a Investm ment Policy’ document. De voo orraad moneetair goud ultimo 201 13 betreft een e voorraaad in depot bij Royal Canadian Mint. D Deze voorraaad is per baalansdatum niet n belegd.. Het verrloop van dee monetaire goudvoorraaad is als vo olgt:
In hoeveeelheden Stand peer 1 januari Toegevo oegd (aankop pen) Onttrok kken (verkoch ht) Stand peer 31 decemb ber
48
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
2013 Fine troy y ouncees
2012 Fine troy ounces
72.76 66 1.50 00 -40.76 65 33.50 01
69.258 3.508 72.766
In waardden Stand peer 1 januari Toegevooegd (aankoppen) Onttrokkken (verkochht) Herwaaardering Stand peer 31 decembber
SRD 391.979.3229 8.187.5663 -190.399.1993 -78.626.114 131.141.5885
SRD 3444.608.075 1 18.670.031 2 28.701.223 3991.979.329
dere buitenllandse waaarden Vorderringen in vrreemde valluta en and Vorderiingen op coorrespondenntbanken en beleggingeen u belegginngen en teegoeden biij corresponndentbankeen alsook Deze ppost is opggebouwd uit kaswaarrden in vreeemde valutaa. 2013 SRD Belegginngen in USD D Belegginngen in Euroo Belegginngen in overiige valuta
Tegoedeen in USD Tegoedeen in Euro Tegoedeen in overigee valuta
D Kaswaarrden in USD Kaswaarrden in Euro Kaswaarrden in overiige valuta
2012 SRD
995.158.8777 90.739.4999 10.720.0000
1.1003.569.257 2334.154.676 -
1.096.618.376
1.3337.723.933
913.919.8006 41.761.5666 251.4224
1.1007.917.708 1774.743.931 18.612
955.932.7996
1.2882.680.251
5.143.219
8.017.956
64.476.5336
3 38.175.748
204.2774 69.824.0229
205.295 4 46.398.999
2.122.375.2001
2.6666.803.183
Beleggiingen Deze beeleggingen betreffen b peer 31 decem mber: Obligatiies en deposiito’s: - looptijd korter dan een jaar @ 0,035%-3,25 0 5 % /0,28%-33,05 % - langer dan een jaarr @ 1,125%-- 3,375% /2,225%- 3,55%
2013 SRD
2012 SRD
481.522.6885 615.095.6991 1 1.096.618.37 76
5992.366.973 7445.356.960 1.3337.723.933
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
49
Vorderiingen op he et I.M.F.
Bijzondeere trekkingssrechten I.M.F. Reservettranchepositie in het I.M M.F.
2013 SRD
2012 SRD
406.794.71 18 30.655.62 25 437.450.34 43
40 02.629.502 3 30.594.375 43 33.223.877
SDR Bijzondeere trekkingssrechten I.M.F. in SDR Reservettranchepositie in het I.M M.F. in SDR
SDR
66 81.277.66 6.125.00 00 87.402.66 66
80.606.507 8 6.125.000 8 86.731.507
De Staaat is sinds ap pril 1978 lid d van het In nternationaaal Monetair Fonds. De bijzo ondere trek kkingsrechteen betreffen n de SDR po ositie en reserve-activa of deviezen nreserves, die doo or het I.M.F F. zijn gecreeëerd. Op de d hieruit vo oortvloeiend de schuld iss rente versschuldigd, waarvan n het tarieff per kwartaaal wordt aaangepast aan n marktontw wikkelingen n en ten lasste van de SDR po ositie wordtt gebracht. Anderzijds A w wordt rente ontvangen over de SD DR positie. De D SDR’s uit dit ffonds kunne en worden aangewend a bij b transactiies tussen offficiële en monetaire m in nstanties. Ondersttaand het veerloop van de d ‘Bijzond dere trekking gsrechten I..M.F. Het verrloop van deeze post is als a volgt: 2012
201 13 SDR's
Beginssaldo Kosten n/rentevergo oeding Herwaaardering Eindsaaldo
80 0.606.507 671.159 81 1.277.666
SDR's
SRD 402.629.502 2 3.376.419 9 788.797 7 406.794.718 8
SRD
80.616.322 -9.815 80.606.507
400.985.585 9 -49.289 1.693.206 402.629.502 2
De reserrvetranche positie p betrefft de deelnem ming in het I.M.F. I Dezee betreft de SDR rechtten die de
Staat Su uriname bez zit als lid van v het I.M..F. gebaseerrd op haar zogenoemd z de reservetraanche. Zij mogen in beginsel alleen worrden gebruik kt bij een beetalingsbalaanstekort en n kunnen in dat geval nvertibele vaaluta te verk krijgen. aan het I.M.F. worrden gecedeerd om con
Vorderringen op de d Staat en overige vorrderingen Rekenin ng-courant en overige vorderingen v n op de Staa at 2013 SRD
Voorsch hotten ex arrt. 21 Bankw wet Overigee rekening-c courant vord deringen
50
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
472.000.0 000 1.729.285.6 649 2.201.285.6 649
2012 SRD 22 28.876.000 1.18 82.098.493 1.41 10.974.493
De postt 'voorschottten aan de Staat S (ex. arrtikel 21 van n de Bankw wet)’ betreft een rekenin ngcouranttkrediet op onderpand o v schatkisstpapier. De van e overige vo orderingen in i rekening--courant worden n toegestaan n naar gelang g de creditssaldi, welke zijn opgeno omen in de post ‘Verpllichtingen aan de S Staat en ove erige ingeze etenen in SR RD’ aan de passiefzijde e van de ballans voldoende dekking geven. De voo orschotten en e debetsald di zijn rente edragend. De D rente bed draagt 9% per p jaar enk kelvoudig over het uitstaande e saldo. Geconssolideerde Vlottende V Sta aatsschuld Deze po ost betreft een e lening aan a de Staat die op 26 juli 2002 is afgesloten tussen t de Bank B en de Republiiek Surinam me ten bedrrage van oo orspronkelijk k Sf 163.79 92.523.185.. Tot zekerh heid heeft de Staatt haar recht op de jaarliijkse winst van de Ban nk gecedeerd d.
Het verrloop is als volgt: v
Stand pe er 1 januari Aflossin ngen Stand pe er 31 decemb ber
2013 SRD
2012 SRD
108.342.000 0 -5.556.000 0 102.786.000 0
11 13.898.000 -5.556.000 10 08.342.000
Rekenin ng-courant en overige vorderingen v n op financiiële instellin ngen Deze po ost is als vo olgt opgebou uwd:
Rekenin ng-courantvo orderingen op p financiële instellingen i Overige vorderingen n op financiële instellinge en
2013 SRD 37.290.55 51 11.913.30 07 49.203.85 58
2012 SRD 13 3.477.258 13 3.477.258
Beleggiingen van kapitaal, k re eservefondss en bijzond dere reserv ve nk mag krac chtens artik kel 8 van de e Bankwet haar kapita aal, reserveffonds en biijzondere De Ban reserve beleggen volgens v regelen goed te t keuren do oor de Regering van Suriname. S O grond Op hiervan n is een deell van de voo or belegging g beschikba are middelen n belegd in herdenking gsmunten en kunsstwerken. ost is als vo olgt opgebou uwd: Deze po
Beleggin ng in herdenk kingsmunten n Beleggin ng in kunstw werken
2013 SRD
2012 SRD
4.598.943 3 2.333.887 7 6.932.830 0
6.403.054 2.333.887 8.736.941
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
51
Beleggiing in herdeenkingsmunten Deze po ost is als vo olgt samengeesteld: In hoeveeelheden Gouden herdenkingssmunten per jaareinde j n herdenkingsmunten perr jaareinde Zilveren In waard den Gouden herdenkingssmunten per jaareinde j n herdenkingsmunten perr jaareinde Zilveren
2013
2012
Fine tro oy ouncess
Fine troy F ounces
1.486,,81 7.966,,82 SRD 4.128.2 239 470.7 704 4.598.9 943
1.486,81 7.966,82 SRD 5.680.829 5 722.225 6 6.403.054
Overige activa Materiëële vaste acttiva De mateeriële vaste activa zijn als volgt saamengesteld d: 2013 SRD
2012 SRD
Terreineen Gebouw wen Onroereende Goedereen
22.596.4 497 22.691.5 514 45.288.0 011
22.596.497 23.101.645 45.698.142
Onderhaanden investeeringen Inventarrissen Transpo ortmiddelen Stand peer 31 decemb ber
4.018.9 981 12.322.6 605 2.002.7 727 63.632.3 324
2.023.813 11.505.903 1.400.047 60.627.905
Overigee financiële activa Deze beetreffen parrticipaties in n de bancaiire instelling g Banco Laatinoamericano de Exp portaciones (Bladex x), de Socieety for Wo orldwide In nterbank Fin nancial teleecommunicaation (SWIFT) en de Caribbeean Informaation and Crredit Rating g Services Limited L (CarriCRIS). Bladex is een multtinationale bank b gevesttigd in Panaama met alss doelstellin ng bevorderring van de n Latijns-America. De Bank bezitt 7.285 aand delen A Blaadex, met eeen waarde regionaale handel in per aan ndeel ultim mo 2013 van USD 28,02. De deelnem ming is gewaardeerd tegen de verkrijg gingsprijs grroot SRD 118.800. SWIFT T is een coöperatieve instelling waarin w de deelnemend de banken en overigee van haar diensten n gebruikm makende o ondernemin ngen particciperen. Dee Bank maakt m voorr al haar internattionale finan nciële transaacties gebru uik van SW WIFT.
52
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
nk bezit 1 aandeel SW WIFT en deze d is gew waardeerd tegen t de verkrijgingsp v prijs groot De Ban SRD 3.560. RIS is de Caaribbean Infformation an nd Credit Rating R Serviices Limited d. De deeln name van CariCR de Bank k betreft 20 00.000 aand delen per 14 4 septemberr 2011, waaarvoor USD D 200.000 iss betaald en voorr welke verk krijgingspriijs omgerek kend tegen d de koers op p dat momen nt de deeln neming is genoteeerd.
Overlop pende activa a De overrlopende acctiva 2013 betreffen b no og te ontvan ngen baten. Interest financiële in nstellingen Interest de Staat
2013 SRD 2.389.9 915 2.389.9 915
2012 SRD 8.283.938 5.829.653 14.113.591
2013 SRD
2012 SRD 69.288
Diversee Deze po ost is als vo olgt opgebou uwd: Te verrrekenen bedrragen met derrden Betalin ngen nader te verrekenen Ministerie van v Financiën n Overlop pende banktrransacties Geactiv veerde drukk kosten SRD--biljetten Overigee vorderingeen
16.255.92 22 55.877.14 47 8.518.93 37 24.104.216 104.756.22 22
-
3.759.201 9.087.703 18.736.480 3 31.652.672
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
53
PASSIV VA Bankbilljetten in om mloop
Deze po ost betreft de d SRD bank kbiljetten in n omloop welke w voortk komen uit dee emissie 20 004. De nog g niet ter verrwisseling aangeboden a n Sf-biljetten per jaareiinde zijn niet onder deeze noemer men maar onder o de post ‘Diverse passiva’. opgenom De bank kbiljetten in n omloop zijjn naar coup pure als vollgt verdeeld d: *
naarr coupures:
In hoevveelheden
2013 aantallen n
2012 aantallen
5,00 10,00 20,00 50,00 100,00
2.7 743.871 2.2 229.709 3.2 242.286 9.7 779.883 4.369.410
2.504.32 22 2.275.80 00 3.795.88 85 9.583.80 00 3.863.45 53
In waarrden SRD 5,00 SRD 10,00 SRD 20,00 SRD 50,00 SRD 100,00
D SRD 13.7 719.355 22.2 297.090 64.8 845.720 488.9 994.150 436.9 941.000 1.026.7 797.315
SRD 10 12.521.61 22.758.00 00 75.917.70 00 479.190.00 00 386.345.30 00 976.732.61 10
SRD SRD SRD SRD SRD
Verplicchtingen aa an de algem mene bankeen Deze b betreffen rek kening-courrantverplich htingen aan n algemene banken en n de door hen h bij de Bank aaangehouden n kasreservee en depositto’s in SRD en in vreem mde valuta en e wel als volgt: v 2013 SRD
2012 SRD
R/C-tego oeden in SRD D algemene banken Kasreserrveverplichtiingen in SRD D algemene banken b
393.337.925 798.581.201 1.191.919..126
589.055.38 88 537.464.53 38 1 1.126.519.92 26
R/C-tego oeden in vreeemde valuta algemene banken b Kasreserrveverplichtiingen in vreeemde valuta algemene a baanken
132.498 126.446.336 126.578..834 ________ ____ 1.318.497.960
2.748.19 99 64.113.29 99 66.861.49 98 _________ __ 1 1.193.381.42 24
54
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
Kasreseerve De kassreserve beedraagt ulttimo 2013 30% voo or de SRD D en 50% voor de vreemdevalutam middelen. Zij beogen rrespectievelijk bij te dragen d aan de d stabiliteiit van de Surinaamse S munt en n de liquiditteit van valu utategoeden n bij de algeemene bank ken. De kasrreserve in SRD S wordt als rentteloos depossito aangehouden bij de d Bank, terrwijl die in vreemde vaaluta als ren ntedragend verplich ht deposito o op gebllokkeerde bankrekenin b ngen bij de corresp pondentbank k van de desbetreeffende ban nken mogen n worden aan ngehouden.
Verplicchtingen aa an de Staat en aan oveerige ingezeetenen in SRD S Deze post is als volg gt samengesteeld: Gewonee rekeningen van de Staatt Bijzondeere rekeningen van de Staat Semi-ov verheid Instellingen en derdeen orekening Peensioenfondss van de CBv vS Deposito Andere iingezetenen
2013 SRD
2012 SRD
415.617.7 707 1.455.216.3 310 2.735.4 429 19.122.4 468 10.889.5 500 17.2 273 1.903.598.6 687
485.123.251 1 1.100.992.787 46 109.869.44 90.208.46 65 10.889.50 00 2.037.14 48 1 1.799.120.59 97
De gew wone rekeniingen betrefffen rekenin ngen-couran ntverhoudin ngen met ministeries m e overige en overheiidsinstelling gen. De bijzzondere rek keningen beetreffen besttemde tegoeden of fon ndsen van deze insstellingen.
Verplicchtingen aa an ingezeten nen in vreeemde valuta Deze veerplichtingeen aan ingezzetenen betrreffen:
Cambio’s n en bedrijven n Overige instellingen
2013 3 SRD D
2012 SRD
2.447.807 22.395 2.470.202
2.443.792 59.759.107 62.202.899
De verp plichtingen aan cambiio’s betreffe fen de doorr hen bij dee Bank ren nteloos aan te houden tegoedeen voor het vestigen v vaan een wisseelkantoor. Verplicchtingen aa an niet-ingeezetenen Deze v verplichtingeen betreffen n rekening--courantverrplichtingen n aan de In nternational Bank for Reconsttruction and d developm ment (Werelldbank), de Inter-Amerrican Development Baank en deposito’ss van het I.M M.F.
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
55
Tegenw waarde toeg gewezen bij ijzondere trrekkingsrechten I.M.F F. Deze ppost betreftt de tegenw waarde van n de aan de d Staat Su uriname toegewezen bijzondere trekking gsrechten op o het I.M.F F. groot SD DR 88.092..106, welkee in US-dolllars wordt uitgedrukt uitgaande van de laaagste US-d dollar koers in het desb betreffende kwartaal. k De muutatie betreeft de herrwaardering g van de SDR-verplichtingen tegen t de koers per balansddatum.
Tegenwaarde toegew wezen bijzon ndere trekkin ngsrechten I.M M.F. Toegewezen bijzond dere trekking gsrechten I.M M.F. in SDR'ss Koers SD DR 1 = SRD D
2013 SRD
2012 SRD
440.900.990
4 440.020.069
88.092.106 5,005
88.092.106 4,995
Goudceertificaten Ultimo van het jaaar stonden err 1.111 certtificaten uit,, tegenover 2.078 ultim mo van het vorige v jaar. De in ggoud uitgedrrukte waard de inclusieff interest bedroeg respeectievelijk 10.173 1 en 21.614 2 troy ounces. dwaarde in SRD vind dt plaats teegen de laaatkoers van n de Bank De vasststelling vaan de goud ingevollge waarvan n de koers voor een troy ounce per jaarein nde is vasttgesteld op SRD 130 respectiievelijk SRD D 179.
Diversee passiva De postt 'Diverse paassiva' is als volgt opgeebouwd: Aan de S Staat uit te keren k winst (2 2013) / (2012) Overloppende banktraansacties Reserverring implem mentatie IFRS S Vervalleen Surinaamsse guldens baankbiljetten in omloop Te verreekenen bedraagen met derd den Rentesubbsidie lage in nkomensgroepen Overige
2013 SRD 222.270.9 978 47.580.3 390 37.121.0 018 5.742.7 708 4.976.9 918 480.4 468 18.001.1 104 336.173.5 584
2012 SRD 72.156.010 1.283.099 23.369.453 5.760.782 45.255.749 12.480.468 19.288.402 1 179.593.963
De postt overige beevat onder andere a de vo oorziening ppensioenverrplichtingen n voor de (eex-) presidenten vvan de Ban nk, nog af tee dragen roy yalties aan het h Ministerrie van Finaanciën, loon nbelasting en prem mies A.O.V..
56
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
arderingsrekeningen Herwaa Waarde eringsversch hillen goud en deviezen n Deze po ost betreft met m inachtneeming van de d nominale e waarde va an de uitgeg geven goudc certificaten de nog niet-gerealiseerde wa aardeversch hillen, die betrekking b hebben op p de per ba alansdatum aanwez zige hoevee elheid gou ud en de netto deviezenvoorraad inclusie ef goud- en e valutabeleggin ngen. De vaststelling v ndt voor goud en perr valutasoorrt afzonderllijk plaats. hiervan vin Negatie eve koersve erschillen worden w ten laste l van de eze post ge ebracht voorr zover hett saldo van “Waard deringsversc chillen gou ud en de eviezen” per p categorrie voldoe ende is. Resterende R koersve erschillen worden w ten la aste van hett resultaat g gebracht. De muttaties in dez ze post zijn als a volgt: 2013 SRD 235.788.9 903 -224.436.6 626 11.352.2 277
Stand peer 1 januari Af-/Toen name (2013)) / (2012) Stand peer 31 decemb ber
2012 SRD 2 202.460.182 33.328.721 2 235.788.903
De aanz zienlijke da aling van de d waarderin ngsverschillen staat in n verband met m de verk kopen van goud en n Euro. Bij verkoop wo orden de wa aardeversch hillen die zijjn opgebouw wd, positieff en negatief, sin nds de aanko oop van de betreffende b voorraden overgeboek kt naar het resultaat. r
Herwaa ardering geb bouwen en terreinen De sam menstelling van v deze herrwaardering gsrekening is i als volgt:
Herwaarrdering terreiinen Herwaarrdering gebo ouwen
2013 SRD
2012 SRD
22.594.8 818 18.765.1 157 41.359.9 975
22.594.818 18.765.157 41.359.975
Kapitaal en reserv ves Kapitaa al Het kap pitaal bedra aagt volgenss artikel 4 van v de Bank kwet SRD 10.000.000. Het wordtt wettelijk naar bo oven aange epast wann neer de wa aarde van de geldeen nheid van Suriname daalt. De aanpasssing wordt uitgevoerd u d door het no ominaal bed drag van hett kapitaal zo oveel te verrhogen als nodig iis om de waardedalin w ng van de geldeenhe eid van Surriname te compenseren en de tegenwa aarde van het h kapitaal iin internatio onaal conve ertibele valu uta op peil te houden. Bijstorttingen op het h kapitaa al worden door de Sttaat opgebrracht, al dan niet do oor winstinhoudiingen van de d Bank, totd dat de maxiimale omva ang van het kapitaal k is bereikt, b de genoemde g aanpasssing van dit artikel daarronder med debegrepen.
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
57
Het verrloop van deeze post is als a volgt:
Stand peer 1 januari Aanpasssing (2013)/((2012) Stand peer 31 decemb ber
2013 SRD
2012 SRD
12.000.0 000 12.000.0 000
12.000.000 12.000.000
Reserveefonds Conform m artikel 5 van de Ban nkwet heeft ft de Bank een e Reserveefonds. Dit Fonds is bestemd b tot dekking g van mogellijke verliezzen ontstaan n uit de bedrrijfsvoering g van de Ban nk. Het verrloop van deeze post is als a volgt:
Stand peer 1 januari Herwaarrdering herdeenkingsmuntten Stand peer 31 decemb ber
2013 SRD
2012 SRD
18.159.3 321 -1.804.1 111 16.355.2 210
17.642.076 517.245 18.159.321
Bijzond dere reservee Krachteens artikel 6 van de Baankwet is dee Bank bevo oegd, met goedkeuring g g van de Min nister van Financiiën, Bijzond dere reservees te vormeen. Storting gen op en onttrekkingeen aan de B Bijzondere reservess behoeven de goedkeu uring van dee Minister van v Financiëën. Het verlloop van deeze post is als a volgt: Stand peer 1 januari
Toevoeeging uit de winst (20133) / (2012) Stand peer 31 decemb ber
58
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
2013 SRD
2012 SRD
80.789.121 80.789.1 121
80.789.121 1 80.789.121 1
TOELIC CHTING OP O DE RESU ULTATENR REKENING G OVER 201 13 Interesttbaten
Interestb baten vorderiingen op de Staat S Interestb baten beleggiingen in vreeemde valuta Overige interestbaten n
2013 SRD
2012 SRD
127.370.6 685 12.694.6 638 2.495.3 362 142.560.6 685
84.205.774 32.366.889 2.700.389 1 119.273.053
Interesttlasten
Interestb baten resp. laasten van gou udcertificaten n Overige interestlasteen
2013 SRD
2012 SRD
12.627.1 180 -1.197.8 845 11.429.3 335
-7.257.964 -1.197.845 -8.455.809
n afwaardering op lag gere Gerealiiseerde verrkoopresulttaten, waarrderingsverrschillen en marktw waarde Deze post bevat zowel z de veerkoopresulltaten alsook de afwaaardering op lagere marrktwaarde ud, vreemd de valuta en n belegging gen, de koerrsverschilleen bij valutaa-omzetting gen en bij van gou koerstraansacties teg gen afwijkeende koersen n. De verk kopen van goud g en Eu uro hebben de koersressultaten in 2013 2 signifficant beïnv vloed. Bij het bep palen van dee verkoopreesultaten wo ordt ten aan nzien van de d verkochtee voorraden n goud en deviezeen uit gegaan van het fiirst in first out o principee. Koersm marge
Koersmaarge transactties in US-do ollar Koersmaarge transactties in Euro Koersmaarge transactties in overig ge valuta
2013 SRD 65.307.8 875 11.562.6 636 79.0 070 76.949.5 581
2012 SRD 39.021.111 9.139.400 93.036 48.253.547
Overigee baten
Deze b baten bestaaan onder andere uitt opbrengstt verkoop herdenking gsmunten, dividendopbreng gst Banco Latino L Amerricano (BLA ADEX) en overige o opb brengsten.
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
59
Personeelskosten ost is als vo olgt opgebou uwd: Deze po Salarisseen, gratificattie, vakantieg geld Pensioen nkosten Overige personeelsk kosten en voo orzieningen
2013 SRD 51.151.2 242 12.852.6 673 22.136.4 442 86.140.3 357
2012 SRD 46.764.382 16.472.838 7.471.875 70.709.095
2013 202/217=4 419
2012 17 76/175=351
n dienst ultim mo boekjaarr Personeeelsleden in Man/V Vrouw=totaall
Anderee beheersko osten Deze po ost bestaat onder andeere uit kosteen voor con nsultancy, diensten d van n derden, beheer van goud, d deviezen en bankbiljetteen, huisvestting, reis en n verblijf.
Afschriijving op materiële m va aste activa Deze po ost is als vo olgt opgebou uwd: Afschrijving op gebo ouwen Afschrijving op inveentarissen Afschrijving op transportmiddeleen
60
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
2013 SRD 959.5 535 4.510.3 375 543.4 480 6.013.3 390
2012 SRD 664.891 3.568.795 425.551 4.659.237
##(&*&'!$%#$"#&& ## *# #(&! # *#)&#" (&"&$$#(&$!&,&& ##'(()(!#'%& "& # +#'( #*&!'& ##$*& "(($!(#+&#,#$%#$"##$*&,(*# #(&&$#'!#*$$&##-!*&'!*###&($!(## " $'!!"& $#$%%" ( '())& *# # ' *&#(+$$&! *$$& ( $%" # *# && ## ( *&"$# # ( &')!(( (&$)+ #( +& ( *# !'" *$$& ( $%'(!!# *# ( &*&'! # $*&#'(""# "( # +( # !"# #*& &$#'!# *$$& ##-!*&'!*# ( '())& ' (*#' *&#(+$$&! *$$& # ,$# #( &'# !' ( #$$, ! ( $" ( $%" # *# && ## "$! ( " # ,$#& + ## *# "(&! !#!'*$!*#&)$$)(# " $'!!"& !% $ $ #, *&#(+$$&! ' ( *# *# # $$&! $*& && ## $% '' *# $#, $#(&$! #$#,$#(&$!*&&(#$*&#'(""#"(!"##*&$#(&$! '(#&# (*&'((+*$!$##*$$&$#'!#('*$$&'&(##( + $#,$#(&$!,$#%!####)(*$&#(#&! "(*#, &+$&(*& &# ( && ###+ ##*#"(&!!#*( #$#(&$!$"*(()(*$&#*#+& ,"#(&*& &#*#$#(&$!#$&"($*& &# # ($!(## # && ## '!(& +& ,"# ,# # ! *# $$&$)#(#(($%'($$&!'*$&"#"(#&% *#(#'((# *#&'$'( && ###+ #*#"(&!!#*(!'*$!*#&) $$)(# ( " # *# , &'$#'((## #"( $)#(#( #( &'# # #"& # &!*#( ' *$$& ( $%" # *# && ## # *$$& ( (&$)+ ! &*# &( $% ( $%,((# *# $#(&$!+& ,"# %''# ,# # $"'(# # ,&'$#'((## #(&#(($($!#$$&!($()(&) #(&##$*& (*(( *# #( &'# *# # # $#(&$! $"*( (*#' ( *!)&# *# ' ( *# &) ( &$#'!# *$$& ##-! *&'!*# # *# &! *# $$&('())&*# # " ('((## !'"#*!)(*# (!!!*#&& ##
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
61
,#*#"##($$&$#'*& &#$#(&$!#$&"(*$!$##' ('$"# $#&$)+#*$$&$#'$$&!(# !" ,#*#$$&!(!#' #+#'( #*&!'& ###&*#($!(## *# #(&! # *# )&#"$*&($ & *$!$##'#*# # +(# $*&#' # $*&#'(""# ,# "( !"# #*& &$#'!# *$$& ##-! *&'! *#
&"&$ ))'()'
##%"
&'&"' &(#&
62
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
OVERIIGE GEGEVENS (veervolg) Vaststeelling jaarrrekening Volgens artikel 30 0 van de B Bankwet maakt m de Prresident van n de Bank jaarlijks biinnen zes maandeen na afloop van het boekjaar b dee jaarrekeniing van de Bank op, terwijl de Raad van Commiissarissen dee jaarrekeniing vaststeltt. De vastgeestelde jaarrrekening strrekt de Pressident van de Bank k tot volled dige kwijtin ng, behoudeens de bevo oegdheid vaan de Raad van Comm missarissen een voo orbehoud te maken. Statuta aire winstveerdeling De win nstverdeling van de Baank is opgen nomen in arrtikel 35 vaan de Bank kwet. Van de d winsten van de Bank, zoalss die blijken n uit de doo or de Raad van v Commiissarissen vastgestelde v jaarlijkse winst- een verliesreekening, wo ordt vijfentw wintig proceent toegevoegd aan hett reservefon nds, totdat dit fond ds het bedrrag van heet kapitaal heeft h bereik kt. Hetgeen n overblijftt, na het treeffen van voorzieeningen uitt prudentiee tegen niet-gerealis n seerde win nsten en voorziening v gen zoals neergelegd in de Bankwet, B komt aan de Staat. S pitaal bedraaagt volgenss artikel 4 van v de Bank kwet SRD 10.000.000. Het wordtt wettelijk Het kap naar boven aangep past wanneerr de waardee van de gelldeenheid vaan Surinam me daalt. Bijsstortingen op het kapitaal wo orden door de Staat op pgebracht, al dan niet door winsttinhoudingeen van de Bank, to otdat de maaximale om mvang van het h kapitaal is bereikt, de d genoemd de aanpassin ng van dit artikel daaronder d m mede begreepen. De aaanpassing wordt w uitgev voerd door het nominaaal bedrag van hett kapitaal zo oveel te verrhogen als nodig n is om m de waardeedaling van n de geldeen nheid van Surinam me te comp penseren en n de tegenw waarde van het kapitaaal in internaationaal con nvertibele valuta o op peil te ho ouden. Krachteens artikel 6 is de Bank k bevoegd met m goedkeu uring van dee Minister bijzondere b r reserves te vormen n door toev voegingen uit de win nst. Onttrek kkingen aaan deze reserves beh hoeven de goedkeu uring van de d Minister. Vaststeelling jaarrrekening vo oorgaand boekjaar De jaarrrekening 20 012 is op 13 3 decemberr 2013 vastg gesteld doorr de Raad vaan Commissarissen. Het resu ultaat over het h boekjaaar 2012 bed droeg SRD 72.156.010 7 en is ingevo olge het raaadsbesluit op voorrstel van de President van v de Bank k volledig uitgekeerd u a de Staatt. aan
Vaststeelling jaarrrekening 20 013 en winsstverdeling boekjaar 2013 2 De jaarrrekening 20 013 is volgeens het raadsbesluit d.d d. 13 augustu us 2014 vasstgesteld do oor de Raad vaan Commisssarissen. Het resu ultaat over het h boekjaaar 2013 bedrraagt SRD 222.270.978 en zal ing gevolge het raadsbesluit volledig word den uitgekeeerd aan de Staat. S e geen toev voeging Aangezzien het reseervefonds heet bedrag vaan het kapittaal al heeft bereikt, is er aan dit fonds.
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
63
OVERIIGE GEGEVENS (veervolg)
gement en Toezichthou T udend Org gaan van dee Bank Manag Het maanagement en e het toeziicht op de Bank B in hett boekjaar 2013 2 is gev voerd door de onderstaandee personen:
anagement Het Ma Presideent van de Bank B
G Hoefdraa G. ad
Directiee van de Ba ank: Directo oraat Bankb bedrijf en Bancaire B Zaken Z Directeu ur v vacant Directo oraat Moneetaire Zakeen en Econo omische Aa angelegenh heden Coördin nator J. ten Berge Directo oraat Toezicht Kredieetwezen Directeu ur
I.. Geduld-Niijman
end orgaan n van de Ba ank Het toeezichthoude Raad v van Commiissarissen Regerin ngscommisssaris
W. W Duiker
nanciën Directeeur van Fin
L. L Pinas-Hallfhide
dustrie Directeeur van Handel en Ind
M. M Tuur
Commissaris
C. C Linger-vaan der Ziel
Commissaris
Q. Q Kromosoeeto-Hidalgo o
Commissaris
R. R Soentik
Commissaris
S. Burleson
64
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
65
BIJLAGEN
66
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
INHOUD BIJLAGEN BIJLAGE VI.1 BIJLAGE VI.2 BIJLAGE VI.3 BIJLAGE VI.4 BIJLAGE VI.5 BIJLAGE VI.6 BIJLAGE VI.7 BIJLAGE VI.8 BIJLAGE VI.9 BIJLAGE VI.10 BIJLAGE VI.11 BIJLAGE VI.12 BIJLAGE VI.13 BIJLAGE VI.14 BIJLAGE VI.15 BIJLAGE VI.16 BIJLAGE VI.17 BIJLAGE VI.18 BIJLAGE VI.19 BIJLAGE VI.20
GECOMBINEERDE BALANS PRIMAIRE BANKEN GECOMBINEERDE WINST- EN VERLIESREKENING PRIMAIRE BANKEN KREDIETVERLENING DOOR PRIMAIRE BANKEN NAAR SECTOREN KREDIETDEBITEUREN KREDIETVERLENING TEN OPZICHTE VAN TOEVERTROUWDE MIDDELEN PRIMAIRE BANKEN LIQUIDITEIT EN SOLVABILITEIT PRIMAIRE BANKEN IMMOBILIA PRIMAIRE BANKEN GROTE POSTEN PRIMAIRE BANKEN GECOMBINEERDE BALANS DER LEVENSVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN GECOMBINEERDE WINST- EN VERLIESREKENING DER LEVENSVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN SOLVABILITEITSTOETSING LEVENSVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN RENTABILITEIT LEVENSVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN GECOMBINEERDE BALANS DER SCHADEVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN GECOMBINEERDE WINST- EN VERLIESREKENINGEN DER SCHADEVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN SOLVABILITEITSTOETSING SCHADEVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN RENTABILITEIT SCHADEVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN ENIGE FINANCIËLE GEGEVENS VAN PENSIOENFONDSEN SPECIFICATIE VAN DE BELEGGINGEN VAN PENSIOENFONDSEN GECOMBINEERDE BALANS VAN KREDIETCOÖPERATIES GECOMBINEERDE RESULTATENREKENING VAN KREDIETCOÖPERATIES
Centrale Bank van Suriname / Jaarverslag 2013
67
BIJLAGE VI.1 GECOMBINEERDE BALANS PRIMAIRE BANKEN (duizenden SRD) ACTIVA Liquide middelen Bankiers in binnen - en buitenland 1) Kredietverlening Overige activa Balans totaal
2009 Bedrag 1.533.560 772.066 2.473.020 362.975 5.141.621
% 29,8 15,0 48,1 7,1 100,0
2010 Bedrag 1.705.602 822.017 2.856.929 456.465 5.841.013
% 29,2 14,1 48,9 7,8 100,0
2011 Bedrag 1.846.376 1.185.587 3.406.856 556.000 6.994.819
% 26,4 17,0 48,7 7,9 100,0
2012 Bedrag 2.427.526 1.607.662 3.924.966 585.884 8.546.038
% 28,4 18,8 45,9 6,9 100,0
2013 Bedrag 2.889.370 1.530.830 4.666.749 759.354 9.846.303
% 29,3 15,5 47,4 7,7 100,0
PASSIVA 2) Op termijn toevertrouwde gelden Korte schulden 2) Bankiers in binnen - en buitenland Overige passiva Nettoresultaat Eigen vermogen Balans totaal
1.515.048 2.897.283 177.509 194.695 75.428 281.657 5.141.621
29,5 56,3 3,5 3,8 1,5 5,5 100,0
1.844.495 3.134.205 187.268 230.449 72.956 371.640 5.841.013
31,6 53,6 3,2 4,0 1,2 6,4 100,0
2.314.566 3.750.469 135.282 260.960 79.685 453.857 6.994.819
33,1 53,6 1,9 3,7 1,2 6,5 100,0
2.891.736 4.449.197 197.114 347.820 97.880 562.290 8.546.038
33,8 52,1 2,3 4,1 1,1 6,6 100,0
3.585.484 4.897.523 191.871 381.317 101.262 688.847 9.846.303
36,4 49,7 1,9 3,9 1,0 7,0 100,0
Bron: Centrale Bank van Suriname 1) Kredietverlening in vreemde valuta aan ingezetenen inbegrepen 2) Op termijn toevertrouwde gelden en korte schulden in vreemde valuta inbegrepen
BIJLAGE VI.2 GECOMBINEERDE WINST- EN VERLIESREKENING PRIMAIRE BANKEN (duizenden SRD) Per ultimo Rentebaten Rentelasten Rentemarge Totale baten Overige lasten Bruto resultaat Belastingen Buitengewone posten Netto resultaat ROA: Resultaat voor belastingen/ gemiddelde totale activa Efficiency ratio: Overige lasten/ totale baten Rentemarge/ totale baten Expense ratio: Totale overige lasten/ rentemarge Return on equity: Resultaat voor belasting/ gemiddelde EV
Bron: Centrale Bank van Suriname
2009 306.747 96.953 209.794 290.087 173.469 116.619 41.935 744 75.428 2,5% 59,8% 72,3% 82,7% 35,3%
2010 351.886 97.732 254.153 318.984 202.150 116.834 43.336 (540) 72.956 2,1% 63,4% 79,7% 79,5% 29,1%
2011 358.961 102.554 256.407 330.289 207.354 122.935 43.668 417 79.684 1,9% 62,8% 77,6% 80,9% 25,1%
2012 424.645 126.736 297.909 382.109 233.981 148.128 53.321 3.072 97.880 1,9% 61,2% 78,0% 78,5% 24,8%
2013 537.203 184.579 352.624 445.914 287.936 157.978 56.715 101.263 1,7% 64,6% 79,1% 81,7% 21,8%
BIJLAGE VI.3 KREDIETVERLENING DOOR PRIMAIRE BANKEN NAAR SECTOREN (duizenden SRD) 2009 Bedrag
SECTOREN Landbouw Visserij Bosbouw Mijnbouw Industrie Konstructie en installatie Electriciteit, gas en water Direct productieve sector
2010 Bedrag
%
Per ultimo december 2011 Bedrag %
%
2012 Bedrag
2013 %
Bedrag
%
108.840 37.451 4.791 32.616 198.080 98.436 28.533 508.747
4,2 1,4 0,2 1,2 7,6 3,8 1,1 19,4
127.346 44.063 3.036 59.431 226.479 121.471 37.833 619.659
4,0 1,4 0,1 1,9 7,2 3,8 1,2 20
129.768 39.100 2.302 81.513 290.425 138.264 38.376 719.748
3,5 1,1 0,1 2,2 7,8 3,7 1,0 19,4
129.364 45.193 4.250 92.171 343.795 146.444 23.138 784.355
3,0 1,0 0,1 2,1 7,9 3,4 0,5 18,0
139.404 46.487 3.144 128.170 369.747 193.099 34.215 914.267
2,7 0,9 0,1 2,5 7,1 3,7 0,7 17,6
Handel Transport, opslag en communicatie Dienstverlening Woningbouw Overige Niet Direct productieve sector
665.562 71.503 239.325 462.968 673.708 2.113.065
25,4 2,7 9,1 17,7 25,7 80,6
702.027 70.538 312.363 524.674 928.652 2.538.254
22,2 2,2 9,9 16,6 29,4 80,4
922.321 75.209 423.064 587.525 991.500 2.999.619
24,8 2,0 11,4 15,8 26,7 80,6
1.200.226 174.213 399.974 696.568 1.095.261 3.566.241
27,6 4,0 9,2 16,0 25,2 82,0
1.436.759 166.245 546.091 800.098 1.337.200 4.286.394
27,6 3,2 10,5 15,4 25,7 82,4
GENERAAL TOTAAL Schatkistpapier/ Effecten/ Deelnemingen BRUTO KREDIETVERLENING Voorzieningen NETTO KREDIETVERLENING
2.621.812 82.038 2.539.774 66.754 2.473.020
100,0
3.157.913 221.526 2.936.387 79.458 2.856.929
100,0
3.719.367 217.347 3.502.020 95.164 3.406.856
100,0
4.350.595 328.461 4.022.134 97.168 3.924.966
100,0
5.200.661 434.797 4.765.864 99.111 4.666.753
100,0
Bron: Centrale Bank van Suriname
BIJLAGE VI.4 KREDIETDEBITEUREN (duizenden SRD) Per ultimo Bruto kredietverlening Voorzieningen Netto kredietverlening Non-performing kredieten (bruto) Non-performing kred / bruto kredietverlening
2009 2.539.774 66.754 2.473.020 200.388 7,9%
2010 2.936.387 79.458 2.856.929 233.279 7,9%
2011 3.502.020 95.164 3.406.856 278.971 8,0%
2012 4.022.134 97.168 3.924.966 247.675 6,2%
2013 4.765.860 99.111 4.666.749 283.287 5,9%
Bron: Centrale Bank van Suriname
BIJLAGE VI.5 KREDIETVERLENING TEN OPZICHTE VAN TOEVERTROUWDE MIDDELEN PRIMAIRE BANKEN (duizenden SRD) Per ultimo Middelen > 1 jaar Middelen < 1 jaar Spaargelden R/C gelden waarvan : (in Surinaamse dollars) (in vreemde valuta) Totaal toevertrouwde middelen Totaal kredietverlening (netto) Kredietverlening in % toevertrouwde middelen Toevertrouwde middelen in % balansvermogen Kredietverlening in % balansvermogen Gemiddelde debetrente in Surinaamse dollars Gemiddelde creditrente in Surinaamse dollars Gemiddelde debetrente in vreemde valuta Gemiddelde creditrente in vreemde valuta
Bron: Centrale Bank van Suriname
2009 290.628 528.452 1.369.907 2.238.521 (1.134.237) (1.104.284) 4.427.508 2.473.020 55,9% 86,1% 48,1%
2010 355.423 480.920 1.698.760 2.495.043 (1.344.390) (1.150.653) 5.030.146 2.856.929 56,8% 86,1% 48,9%
12,8 4,8 9,7 1,6
13,1 4,6 9,3 1,4
2011 438.769 599.492 2.140.852 2.990.700 (1.431.692) (1.559.008) 6.169.813 3.406.856 55,2% 88,2% 48,7% 12,9 4,9 9,4 1,3
2012 663.382 699.395 2.513.387 3.563.994 (1.791.239) (1.772.755) 7.440.158 3.924.966 52,8% 87,1% 45,9% 13,0 5,0 9,6 1,4
2013 920.464 799.741 2.975.342 3.838.774 (1.997.635) (1.841.139) 8.534.321 4.666.749 54,7% 86,7% 47,4% 13,0 5,2 9,8 1,6
BIJLAGE VI.6 LIQUIDITEIT EN SOLVABILITEIT PRIMAIRE BANKEN (duizenden SRD) 2009 Liquiditeit Liquiditeitsverhouding Liquide middelen in % balansvermogen Korte schulden in % balansvermogen Solvabiliteit Toetsingsvermogen Totaal gewogen risicodragende activa Solvabiliteitsratio Tier 1/ Toetsingsvermogen Tier 1/ Totaal gewogen risicodragende activa Toetsingsvermogen/ Balanstotaal Equity ratio Debt ratio
2010
Per ultimo december 2011
2012
2013
50,1% 29,8 56,3
52,2% 29,2 53,6
48,8% 26,4 53,6
53,4% 0,3 0,5
57,4% 0,3 0,5
286.182 2.657.106 10,8% 88,6% 9,5% 5,6% 6,9% 92,6%
362.553 3.008.202 12,1% 88,6% 10,7% 6,2% 7,6% 92,0%
440.501 3.647.220 12,1% 90,6% 10,9% 6,3% 7,6% 92,0%
539.070 4.222.304 12,8% 90,8% 11,6% 6,3% 7,7% 92,0%
624.520 5.026.446 12,4% 90,4% 11,2% 6,3% 8,0% 91,8%
Bron: Centrale Bank van Suriname
BIJLAGE VI.7 IMMOBILIA PRIMAIRE BANKEN (duizenden SRD) Per ultimo Totaal Vermogen Totale Investering in vaste activa Totale Investering in % Totaal Vermogen
2009 303.409 141.956 46,8
2010 404.622 177.378 43,8
2011 501.356 195.918 39,1
2012 597.366 254.580 42,6
2013 642.567 294.944 45,9
Bron: Centrale Bank van Suriname
BIJLAGE VI.8 GROTE POSTEN PRIMAIRE BANKEN (duizenden SRD) Per ultimo Totaal toetsingsvermogen Totale Grote Posten Totale Grote posten % Totaal toetsingsvermogen Bron: Centrale Bank van Suriname
2009 286.182 330.350 115%
2010 362.553 355.685 98%
2011 440.501 466.851 106%
2012 539.070 444.924 83%
2013 624.520 643.042 103%
BIJLAGE VI.9 GECOMBINEERDE BALANS DER LEVENSVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN (duizenden SRD) 2008
2009
2010
2011
ACTIVA Kas en Bank [liquide middelen] Vaste eigendommen Beleggingen: a] overheid b] particulieren: - hypotheken - overige Overige activa Totaal
66.903 150.795 30.685 275.607
72.644 112.707 10.701 229.081
84.923 152.353 13.640 265.983
14.425 2.622 114.950 218.218 16.605 366.820
PASSIVA Aandelenkapitaal Reserves Achtergestelde leningen Technische voorziening Overige schulden Totaal
426 25.185 235.195 14.800 275.607
336 -69.428 286.985 11.188 229.081
1.406 29.221 221.643 13.713 265.983
1.406 45.679 301.007 18.728 366.820
23.742 3.481
29.478 3.551
-
-
13.039 2.027 -
2012 21.349 3.471 119.599 251.859 37.411 433.688
1.406 57.477 349.483 25.321 433.688
Bron: Centrale Bank van Suriname
BIJLAGE VI.10 GECOMBINEERDE WINST EN VERLIESREKENING DER LEVENSVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN (duizenden SRD) 2008 71.172 12.060 83.232
2009 34.755 17.176 51.931
2010 28.896 33.467 62.363
2011 37.808 42.160 79.968
2012 49.007 26.281 75.288
1.173
1.444
2.172
2.522
2.253
Premie eigen rekening Mutatie technische voorzieningen Verdiende premie (1)
82.059 52.401 29.658
50.486 27.722 22.764
60.190 23.237 36.953
77.446 79.653 (2.207)
73.036 45.992 27.044
Bruto uitkeringen Aandeel herverzekeraar Uitkeringen eigen rekening (2)
19.830 130 19.700
14.790 151 14.639
30.843 860 29.983
13.086 692 12.393
17.106 161 16.945
Provisie en acquisitiekosten (3) Bedrijfskosten (4) Winstdeling en korting (5)
5.033 13.622 3.172
3.186 8.575 4.026
3.708 9.116 4.903
3.760 14.856 9.846
4.541 14.546 8.752
Technisch resultaat (6) = (1-2-3-4-5)
-11.869
-7.662
-10.757
-43.062
(17.741)
Beleggingsinkomsten (7) Saldo andere baten en lasten (8) Beleggingslasten (9)
9.186 6.544 84
13.776 137 116
17.498 500 21
21.419 32.477 23
30.136 1.202 36
Winst voor belasting = (6+7+8-9) Belasting Winst na belasting
3.777
6.134 227 5.907
7.220 227 6.993
10.811 454 10.357
13.561 711 12.850
Premie Koopsommen Totaal premie + koopsommen Premie herverzekeraar
Bron: Centrale Bank van Suriname
3.777
BIJLAGE VI.11 SOLVABILITEITSTOETSING LEVENSVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN (duizenden SRD) Per ultimo Premiereserve na aftrek herverzekering (A) Vereist vermogen 5% van A (1) Aanwezig vrij vermogen (2) Solvabiliteitsoverschot 2-1
2008 234.959 11.748 15.222 3.474
2009 285.960 14.298 -78.199 -92.497
2010 219.313 10.966 24.057 13.092
2011 296.812 14.841 36.271 21.430
2012 345.185 17.259 48.257 30.997
Bron: Centrale Bank van Suriname
BIJLAGE VI.12 RENTABILITEIT LEVENSVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN (duizenden SRD) Per ultimo Netto winst Eigen vermogen Rentabiliteit
2008 3.777 25.611 14,7%
2009 5.907 -69.092 -8,5%
2010 6.993 30.627 22,8%
2011 10.357 47.085 22,0%
2012 12.850 58.883 22%
Bron: Centrale Bank van Suriname
BIJLAGE VI.13 GECOMBINEERDE BALANS DER SCHADEVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN (duizenden SRD) 2008
2009
2010
2011
2012
ACTIVA Vaste eigendommen Beleggingen: -Overheidssector -Particuliere sector: a) hypotheken b) overige Overige activa Liquide middelen Totaal
44.734 83.965 75.338 24.205 253.503
46.812 88.655 105.942 27.727 297.455
49.625 100.020 106.457 40.179 322.837
69.922 158.187 110.115 47.276 421.503
70.227 229.283 127.984 40.585 519.413
PASSIVA Aandelenkapitaal Reserves Technische voorzieningen Lange termijn schulden (incl. voorzieningen) Korte termijn schulden Totaal
780 107.590 94.556 7.023 43.555 253.503
360 122.362 118.476 4.232 52.025 297.455
360 139.799 121.373 2.558 58.748 322.837
360 196.930 130.752 1.509 91.952 421.503
360 249.985 141.519 2.021 125.529 519.413
Bron: Centrale Bank van Suriname
25.261
28.319
26.556
36.003
-
-
-
-
51.335
BIJLAGE VI.14 GECOMBINEERDE WINST- EN VERLIESREKENING DER SCHADEVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN (duizenden SRD) 2008 149.719 18.586
Bruto premie Premie herverzekeraar Premie eigen rekening Mutatie technische voorzieningen Verdiende premie (1)
2009 166.742 28.483
2010 181.612 28.454
131.133 -1.549 132.683
138.259 -4.080 142.339
153.158 -6.821 159.979
Bruto uitkeringen Aandeel herverzekeraar Uitkeringen eigen rekening (2)
85.598 6.885 78.713
116.412 27.768 88.644
95.453 2.386 93.067
Provisie en acquisitiekosten (3) Bedrijfskosten (4)
7.348 40.617
7.062 43.484
9.667 53.068
Technisch resultaat (5) = (1-2-3-4)
6.005
Beleggingsinkomsten (6) Saldo andere baten en lasten (7) Beleggingslasten (8)
8.130 859 -
13.130 4.337 -
13.386 5.489 -
14.994 1.223 13.771
20.617 1.322 19.294
23.051 1.778 21.273
Winst voor belasting (5+6+7-8) Belasting Winst na belasting
3.149
4.177
2011 226.977 27.707 199.270 377 198.893 126.629 10.486 116.143 12.236 67.762 2.752 11.737 20.909 35.399 1.931 33.468
2012 247.301 30.770 216.532 (2.029) 218.561 127.876 9.439 118.437 14.067 62.310 23.747 33.801 3.498
61.046 2.763 58.283
Bron: Centrale Bank van Suriname
BIJLAGE VI.15 SOLVABILITEITSTOETSING SCHADEVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN (duizenden SRD) Per ultimo 18% van de geboekte bruto premies (A) Schade eigen rekening (1) Bruto schade (2) Vereist vermogen (1/2) x A Aanwezig vrij vermogen Solvabiliteitsoverschot
2008 26.949 78.713 85.598 24.782 80.061 55.279
2009 30.014 88.644 116.412 22.854 96.458 73.604
2010 32.690 93.067 95.453 31.873 114.120 82.247
2011 40.856 116.143 126.629 37.473 144.114 106.528
Bron: Centrale Bank van Suriname
BIJLAGE VI.16 RENTABILITEIT SCHADEVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJEN (duizenden SRD) Per ultimo Netto winst Eigen vermogen Rentabiliteit Bron: Centrale Bank van Suriname
2008 13.771 108.369 12,7%
2009 19.294 122.721 15,7%
2010 21.273 140.158 15,2%
2011 33.468 197.290 17,0%
2012 58.283 250.344 23%
2012 44.514 118.437 127.876 41.228 202.589 161.361
BIJLAGE VI.17 ENIGE FINANCIELE GEGEVENS VAN PENSIOENFONDSEN (duizenden SRD) 2008 ACTIVA KAS en BANKEN BELEGGINGEN w.v. Binnenland Overheid Particulier w.v. Buitenland VASTE EIGENDOMMEN (incl. DIVERSEN )
2009
2010
2011
2012
45.468
52.348
60.179
73.095
88.515
52.479 366.935 461.203 90.238
53.072 407.718 483.929 94.700
72.547 734.659 248.159 117.005
51.609 871.356 323.515 145.527
57.683 958.493 334.369 186.410
1.016.323
1.091.767
1.232.549
1.465.102
1.625.470
INKOMSTEN Premies/Stortingen in het fonds Inkomsten uit beleggingen Andere inkomsten Totaal
57.757 71.421 41.204 170.382
61.750 65.471 20.766 147.969
59.631 73.994 16.109 149.734
65.893 127.939 107.490 301.322
78.404 131.659 12.517 222.580
UITGAVEN Uitkeringen Onkosten, belasting en andere Resultaat Totaal Totaal aantal pensioenfondsen onder toezicht
23.227 89.918 57.237 113.146 32
26.142 95.058 26.769 121.200 34
28.226 96.011 25.497 124.237 34
33.048 137.175 131.098 170.223 35
34.311 77.275 110.994 111.586 36
TOTAAL
Bron: Centrale Bank van Suriname
BIJLAGE VI.18 SPECIFICATIE VAN BELEGGINGEN VAN PENSIOENFONDSEN (duizenden SRD) 2008
2009
2010
2011
2012
Beleggingen Hypotheken Persoonlijke leningen Leningen op schuldbekentenis Effecten Termijndeposito's (+spaardeposito's) : Onroerende goederen Spaarrekeningen Rekening-courant met de werkgever Overige beleggingen
180.201 1.696 344.069 130.387 80.129 28.961 68.124 47.050
203.095 2.109 2.766 343.987 140.059 96.399 39.089 63.446 53.769
235.094 2.447 2.960 362.164 138.887 141.142 40.269 62.021 70.380
266.851 2.160 2.972 499.351 147.682 179.625 49.178 13.296 85.364
272.431 2.044 1.927 552.832 174.986 190.591 57.106 11.480 87.149
Totaal
880.617
944.719
1.055.364
1.246.479
1.350.546
In % van de totale beleggingen Hypotheken Leningen op schuldbekentenis Effecten : Termijndeposito's (+spaardeposito's) : Onroerende goederen Spaarrekeningen Rekening-courant met de werkgever Overige beleggingen Totaal Bron: Centrale Bank van Suriname
21% 0% 39% 15% 9% 3% 8% 5% 100%
22% 0% 36% 15% 10% 4% 7% 6% 100%
22% 0% 34% 13% 14% 4% 6% 7% 100%
22% 0% 40% 12% 14% 4% 1% 7% 100%
21% 0% 41% 13% 14% 4% 1% 6% 100%
BIJLAGE VI.19 GECOMBINEERDE BALANS VAN KREDIETCOÖPERATIES (duizenden SRD) ACTIVA Liquide middelen Vorderingen op leden Overige vorderingen en transitoria Beleggingen Vaste activa
2008 Bedrag 20.241 111.121 1.011 6.726 6.012
% 13,9 76,6 0,7 4,6 4,1
2009 Bedrag 48.629 98.510 1.458 11.072 6.887
% 29,2 59,1 0,9 6,6 4,1
2010 Bedrag 2.065 16.008 798 1.614 782
9,7 75,3 3,8 7,6 3,7
2011 Bedrag 3.057 16.521 1.476 2.010 791
% 12,8 69,3 6,2 8,4 3,3
2012 Bedrag 2.363 17.845 3.635 1.715 1.115
Totaal
145.111
100,0
166.566
100,0
21.267
100,0
23.854
100,0
26.673
100,0
PASSIVA Eigen vermogen Schulden aan leden Voorzieningen Overige schulden en transitoria Bruto-resultaat
13.191 125.007 4.295 2.618 -
9,1 86,1 3,0 1,8 0,0
16.876 143.400 4.344 1.937 -
10,1 86,1 2,6 1,2 0,0
1.481 19.002 373 412 -
7,0 89,3 1,8 1,9 0,0
1.630 21.281 497 446 -
6,5 89,9 1,9 1,8 -
1.474 24.203 400 596 -
5,5 90,7 1,5 2,2 -
Totaal
145.111
100,0
166.556
100,0
21.267
100,0
23.854
100,0
26.673
100,0
%
% 8,9 66,9 13,6 6,4 4,2
2008 : gegevens van 15 kredietcoöperaties 2009 : gegevens van 14 kredietcoöperaties 2010 : gegevens van 10 kredietcoöperaties 2011 : gegevens van 10 kredietcoöperaties 2012: gegevens van 7 kredietcoöperaties
Bron: Centrale Bank van Suriname
BIJLAGE VI.20 GECOMBINEERDE RESULTATENREKENING VAN KREDIETCOÖPERATIES (duizenden SRD) 2008 Bedrag
%
2009 Bedrag
%
2010 Bedrag
%
2011 Bedrag
%
2012 Bedrag
%
BATEN Intrestbaten: Leningen Beleggingen Entrée penningen Diversen Overige baten
12.121 176 0 0 2.036
84,6 1,2 0,0 0,0 14,2
14.121 144 3 1.429
90,0 0,9 0,0 0,0 9,1
2.351 0 4 218
91,4 0,0 0,0 0,1 8,5
2.644 0 4 299
89,7 0,0 0,0 0,1 10,1
2.621 6 0 296
89,7 0,2 0,0 0,0 10,1
Totaal
14.335
100,0
15.698
100,0
2.572
100,0
2.946
100,0
2.922
100,0
5.563 439 1.060 472 3.770 3.032
38,8 3,1 7,4 3,3 26,3 21,2
5.869 573 4.659 493 1.503 2.601
37,4 3,6 29,7 3,1 9,6 16,6
325 25 1.418 561 138 105
12,6 1,0 55,1 21,8 5,4 4,1
414 57 1.598 436 287 155
14,0 1,9 54,2 14,8 9,8 5,3
502 64 1.525 548 235 49
17,2 2,2 52,2 18,7 8,0 1,7
14.335
100,0
15.698
100,0
2.572
100,0
2.946
100,0
2.922
100,0
LASTEN Personeelskosten Afschrijvingskosten Intrest-lasten Algemene kosten Diversen Netto-resultaat Totaal
2008 : gegevens van 15 kredietcoöperaties 2009 : gegevens van 14 kredietcoöperaties 2010 : gegevens van 10 kredietcoöperaties 2011 : gegevens van 10 kredietcoöperaties 2012 : gegevens van 7 kredietcoöperaties
Bron: Centrale Bank van Suriname