Jaarverslag 2010 Monumentenwacht Noord-Brabant
1
Inspectietaak gebouwen
Continuïteit belangrijk Evenals het bedrijfsleven kreeg de overheidssector in 2010 te maken met een terugloop van financiële middelen. Met name de culturele sector werd geconfronteerd met forse bezuinigingen, op zowel landelijk, provinciaal als gemeentelijk niveau. Ook binnen het beleid van onze provincie moesten keuzes worden gemaakt; soms met grote gevolgen voor de continuïteit van
Onze eerste basistaak betreft de inspectie van de aangemelde monumenten. Het belangrijkste doel hiervan is het voorkomen van verval. Op basis van de inspectieresultaten geven we gerichte adviezen voor herstel- en onderhoudswerkzaamheden. Deze informatie is in de eerste plaats bestemd voor de monumenteigenaren; zij kunnen hiermee de juiste instandhoudingsmaatregelen (laten) treffen. Daarnaast gebruiken overheden en derden de statistische gegevens om er beleidsmatig een doeltreffende instandhouding mee te stimuleren.
activiteiten binnen provinciebreed opererende organisaties.
1.1Algemeen management Het behoud van cultureel erfgoed blijft echter tot de speerpunten van provinciaal beleid behoren. Daardoor bleven de negatieve gevolgen van bezuinigingen voor onze organisatie beperkt. Wel zal de groei die we in ons in 2009 gepresenteerde beleidsplan voor ogen hadden, enigszins
Tijdens het verslagjaar hebben zich geen gebeurtenissen of ontwikkelingen voorgedaan die de koers van Monumentenwacht Noord-Brabant in belangrijke mate hebben gewijzigd. De betrokkenheid van de medewerkers werd verder versterkt door de instelling van een officiële personeelsvertegenwoordiging. Tijdens het verslagjaar was er een zeer beperkt personeelsverloop. Eind 2010 omvatte de personeelsformatie 21,2 fte.
afvlakken. De realisatie hiervan zal meer tijd vergen dan in het plan werd voorzien. Ondanks de algemene economische crisis kan Monumentenwacht Noord-Brabant terugzien op een succesvol 2010. Het aantal bij onze organisatie aangesloten monumentale panden nam opnieuw toe. Hetzelfde geldt voor de aantallen historische interieurs en archeologische monumenten die door onze medewerkers werden geïnspecteerd. Vanzelfsprekend doen wij er alles aan om deze opgaande lijn in de komende jaren te continueren. Voor het eerst kon in 2010 een volledige statistische monitor worden samengesteld van de technische staat van de bij Monumentenwacht Noord-Brabant aangemelde monumenten. Medio 2011 zullen de resultaten worden gepresenteerd. Het is de bedoeling dat vervolgens elk jaar een update van deze statistische gegevens verschijnt. Kortom: ook 2010 kan voor Monumentenwacht als een stabiel en succesvol jaar worden gezien in het kader van het behoud van ons Brabants cultureel erfgoed. Jacques Akerboom directeur
Foto voorzijde: St. Stanislaus, Moergestel
2
[ Monumentenwacht Noord-Brabant — Jaarverslag 2010 ]
Moerputtenbrug
1.2 Inspecties De bouwkundige inspecties en de bijbehorende rapportage en advisering werden in 2010 uitgevoerd door 13 inspecteurs. Omdat enkele inspecteurs korter zijn gaan werken, zijn de genoemde werkzaamheden effectief uitgevoerd door 12 personen. De invulling van vacatures verliep, net als in de voorgaande jaren, moeizaam. De manier waarop het aantal bij onze organisatie aangesloten monumenten wordt geregistreerd, is tijdens het verslagjaar gewijzigd. Dit was noodzakelijk om op een evenwichtige wijze statistische informatie te kunnen genereren. De achtergronden van de wijziging worden hierna toegelicht, omdat de gevolgen van de gewijzigde methode aanleiding kunnen geven tot verwarring. In de nieuwe systematiek is bij rijksmonumenten het rijksmonumentnummer leidend. Soms heeft dit betrekking op één gebouw (of zelfs een gedeelte van een gebouw), maar het kan ook betrekking hebben op een complex van vele afzonderlijke gebouwen, die dan deelobjecten worden genoemd. In dat laatste geval registreerden wij in het verleden alle deelobjecten afzonderlijk, ook als zij onder hetzelfde nummer vielen. Door de gewijzigde manier van registreren doet zich optisch (op papier) een krimp van het aantal objecten voor, terwijl
daar in de praktijk geenszins sprake van is. Omgekeerd geldt dat als het Rijk in de toekomst aan een complex met meerdere deelobjecten ook meerdere monumentnummers toekent, er op papier een groei optreedt die er in werkelijkheid niet is: alle deelobjecten werden daarvoor namelijk ook al geïnspecteerd, maar dan onder het oude monumentnummer. Bij de gemeentelijke en overige monumenten, die meestal niet beschikken over een specifiek nummer, is een andere telmethode gehanteerd. Hier is het aantal gegenereerde inspectierapporten leidend. Als voor een boerderij met Vlaamse schuur één inspectierapport wordt gemaakt, telt het geheel als één object. Is voor de Vlaamse schuur een afzonderlijk abonnement afgesloten en wordt hiervoor dus een apart rapport gegenereerd, dan worden er twee objecten geteld. Door de invoering van de zojuist beschreven berekeningswijze nam het aantal bij Monumentenwacht Noord-Brabant aangemelde objecten in het verslagjaar optisch af van 2.955 tot 2.876. In werkelijkheid is het aantal te inspecteren fysieke objecten echter licht toegenomen, met name door een groei van het aantal abonnees. De afname doet zich met andere woorden uitsluitend op papier voor als gevolg van de gewijzigde telmethode. In totaal werden 1.183 objecten geïnspecteerd. Omdat sommige hiervan zoals vermeld bestaan uit diverse deelobjecten, ligt het aantal inspectierapporten hoger. Ondanks vrij veel onwerkbare dagen door winters weer en een verminderde inspectiecapaciteit met bijna twee fte, bedroeg het totale aantal productieve uren 19.356; dit is bijna 900 meer dan in 2009. In opdracht van de Rijksgebouwendienst werden voor drie grote complexen meerjarenonderhoudsprognoses opgesteld. Dit gebeurde in de eigen automatiseringsapplicatie van deze opdrachtgever. Twee van onze inspecteurs hebben hiervoor met goed gevolg een opleiding bij de Rijksgebouwendienst afgerond. In totaal zijn nu drie inspecteurs gecertificeerd voor het opstellen van meerjaren-onderhoudsprognoses. Op verzoek van de Provincie heeft Monumentenwacht Noord-Brabant acht voltooide restau-
raties gecontroleerd. Deze werden uitgevoerd in het kader van de subsidieregelingen ‘Impuls Restauratie Monumenten’ voor 2008 en 2009. Verder werd met één gemeente een collectief abonnement (voor alle gemeentelijke monumenten) afgesloten. Het totaal aan collectieve abonnementen komt daarmee op 16.
Daarnaast werden diverse investeringen gedaan om het inspectiewerk efficiënter en effectiever uit te voeren. Zo zijn de grote, zware zaklampen vervangen door kleine, lichte led-zaklampen. Ook werd de uitrusting uitgebreid met vochtmeters om eventuele houtrot tijdig te kunnen constateren.
1.3 O nderhoudstoestand monumenten
Onze preventiemedewerker heeft, zoals elk jaar, het materieel in de inspectievoertuigen en alle persoonlijke beschermingsmiddelen gecontroleerd. Afgekeurd materieel is direct vervangen. Daarnaast zijn diverse instructiebladen ten behoeve van veilig werken opgesteld, uitgereikt en besproken.
In het verslagjaar werden niet alleen vele reguliere inspecties uitgevoerd voor onze abonnees, maar, op verzoek van aspirant-kopers en/of makelaars, ook diverse speciale inspecties ten behoeve van de aan- of verkoop van een monument. Daarnaast is veel gebruikgemaakt van de mogelijkheid om controle-inspecties te laten uitvoeren tijdens of direct na afloop van bouwkundige werkzaamheden. Deze geven inzage in de kwaliteit van het werk voordat de rekening wordt betaald. In het verslagjaar zijn afspraken gemaakt om de daktekeningen die bij de inspectierapporten worden gevoegd, te verbeteren en te unifor meren. Verder werd voortgegaan met de ontwikkeling van een nieuw type inspectierapport. Dit is gebaseerd op een databaseapplicatie en voldoet aan NEN-norm 2767. Er is met succes gewerkt aan het gebruiksvriendelijker en eenvoudiger maken van het databaserapport. In de aanloop naar het nieuwe systeem werd het nu nog gehanteerde standaardrapport in Word reeds gestructureerd in bouwdelen, locaties en materialen. Naar aanleiding van de toegezonden inspectierapportages vroegen ook in 2010 vele abonnees om (nader) advies met betrekking tot noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden. Daarnaast werden vele vragen beantwoord over fiscale en subsidiemogelijkheden en over juridische zaken, in het bijzonder wat betreft (gevolg)schades.
1.4 Arbeidsomstandigheden Tijdens de diverse werkoverleggen werd opnieuw veel aandacht besteed aan de arbeidsomstandigheden, met name op het gebied van veilig werken en fysieke belasting. Dit heeft onder meer geleid tot de aanschaf van beter hanteerbare en lichtere driedelige ladders.
Op aandringen van Monumentenwacht is een groot aantal daken inmiddels voorzien van gecertificeerde beveiligingsmiddelen. De bevestiging van deze voorzieningen blijft echter een zeer belangrijk aandachtspunt. Jaarlijks wordt meerdere malen geconstateerd dat deze te wensen overlaat. De situatie is dan helaas niet veiliger, maar juist onveiliger geworden. Op verzoek van de preventiemedewerker is in het verslagjaar gestart met een centrale registratie van slecht aangebrachte en/of niet-gecertificeerde dakhaken op monumenten. De meldingen worden tijdens het werkoverleg besproken. Verder is afgesproken dat de inspecteurs voor elk aangemeld monument zullen vastleggen of het gebruik van een driedelige ladder voor inspectie noodzakelijk is. Waar dit niet het geval is, kunnen eventueel inspecties door één inspecteur worden uitgevoerd (solo-inspecties). In het kader van opleiding en scholing volgden onze medewerkers alle vereiste cursussen op het gebied van veiligheid. Daarnaast namen alle inspecteurs deel aan een cursus ‘Schilderwerk en glas-in-lood’. In het verslagjaar zijn in plaats van de traditionele, grote inspectiebussen enkele kleinere inspectievoertuigen aangeschaft. Hierdoor zijn de te inspecteren objecten beter bereikbaar en kan de efficiëntie van het inspectiewerk toenemen.
1.5 Beleids- en besluitvorming De enkele jaren geleden ingevoerde nieuwe bestuursstructuur werkt uitstekend. De rol van de Raad van Commissarissen en de rol van de directeur-bestuurder zijn volkomen
[ Monumentenwacht Noord-Brabant — Jaarverslag 2010 ]
3
helder. Hierdoor heeft de onderlinge verhouding op geen enkel moment aanleiding gegeven tot onduidelijkheden. De Raad van Commissarissen en de directeur-bestuurder hebben in goede harmonie samengewerkt. De directeurbestuurder heeft wanneer nodig steeds een beroep kunnen doen op (leden van) de raad.
1.6 Samenwerking Provinciaal Met de Provincie Noord-Brabant werd ook in 2010 uitstekend samengewerkt. Dankzij provinciale subsidiegelden werden diverse restauraties van religieus en industrieel erfgoed uitgevoerd. Monumentenwacht Noord-Brabant verrichtte hierbij verschillende kwaliteitscontroles. Ook was onze organisatie betrokken bij de vorm geving van de op handen zijnde reservering van provinciale financiële middelen voor de restauratie van grote monumentale complexen. De contacten met de vele Brabantse organisaties op cultuurhistorisch gebied bleven onverminderd goed. In de aanloop naar de verkiezingen voor Provinciale Staten, in maart 2011, werd met hen overlegd over een gezamenlijk manifest.
Nationaal Net als in vorige jaren werkte Monumentenwacht Noord-Brabant nauw samen met de Nederlandse zusterorganisaties, zowel binnen als buiten het verband van onze koepelorganisatie, de Vereniging Monumentenwacht Nederland. Een belangrijk thema was de uitbreiding van het aantal monumentenwachten dat historische interieurs inspecteert. In 2010 volgde Monumentenwacht Limburg op dit punt het Brabantse voorbeeld. Andere provincies overwegen hetzelfde te doen. Verder leverde Monumentenwacht Noord-Brabant inbreng voor diverse landelijke ontwikkelingen, waaronder het project Modernisering Monumentenzorg en de evaluatie van het Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten (Brim). Binnen en buiten deze kaders werden goede contacten onderhouden met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Hoofd Monumentenwacht Jan van Heesewijk overhandigt de sleutels van de inspectiebus die Monumentenwacht NoordBrabant doneerde aan Marta Gerlei (r) en Robert Heiter (l) van de Hongaarse zusterorganisatie Mamég
De Sloveense minister voor Ruimtelijke ordening en Milieu prof. Roko Zarni´c (r) overlegde met directeur Jacques Akerboom over het oprichten van een Monumentenwacht in Slovenië
interaction’. Monumentenwacht Noord-Brabant was in het voortraject betrokken bij de inhoudelijke advisering voor deze conferentie. Verder onderhielden wij het gehele verslagjaar contacten met onze zusterorganisaties in Vlaanderen, Duitsland, Hongarije en Denemarken.
Internationaal Monumentenwacht Noord-Brabant was ook in 2010 betrokken bij diverse internationale projecten, waaronder het European Heritage Legal Forum (EHLF) en de European Cultural Heritage Identity Card (EUCHIC). Daarnaast droegen we bij aan de ontwikkeling van een Europese CEN-standaard voor de inspectie van onroerend cultureel erfgoed. Eind 2010 belegde het Belgische presidentschap van de Europese Unie met succes de conferentie ‘Cultural Heritage: a resource for Europe. The benefits of
Intensieve contacten waren er tevens met de Nederlandse ambassade in Boedapest. Deze betroffen de ontwikkelingen rond de restauratie van het archeologisch museum in de Europese culturele hoofdstad 2010 Pécs. Medio 2010 doneerde onze organisatie een overcomplete inspectiebus aan de Hongaarse zusterorganisatie Mamég, die daardoor de inspectiewerkzaamheden in Hongarije nog professioneler kan uitvoeren.
[ Monumentenwacht Noord-Brabant — Jaarverslag 2010 ]
Nieuwsbrieven De uitgave van de nieuwsbrief is een gezamenlijk project van Monumentenwacht NoordBrabant met acht (zuster)organisaties. Een redactieraad begeleidt de uitwerking en realisatie. Monumentenwacht Noord-Brabant tekent voor de coördinatie.
De belangstelling in Europese landen voor het inrichten van een monumentenwacht organisatie groeit nog steeds. In dat verband voerde Monumentenwacht Noord-Brabant onder meer overleg met het Sloveense ministerie van Ruimtelijke Ordening en Milieu. Met de Nederlandse ambassade in Praag werd overleg gevoerd over een werkbezoek van een Tsjechische culturele delegatie aan Nederland. Dit zal volgens plan in 2011 plaatsvinden en voorziet onder meer in een kennismaking met Monumentenwacht.
4
1.7 Publiciteit
In de twee uitgaven van 2010 kwamen onder meer de taak en functie van (welstands- en) monumentencommissies aan de orde. De technische artikelen hadden beide betrekking op daken. In het juninummer werd stilgestaan bij het onderhoud en herstel van rieten dakbedekkingen, in het decembernummer bij de nood zakelijke aandacht voor platte daken en dak onderbrekingen, zoals dakramen, dakkapellen en doorvoeren. Beide artikelen sluiten af met een reeks tips voor monumenteigenaren. In het juninummer van de Noord-Brabantse editie werd aandacht geschonken aan de inspectie van drie fabrieksschoorstenen in de gemeente Tilburg. Zie hiervoor ook pagina 8 van dit jaarverslag. In het decembernummer werd verslag gedaan van de consolidatie van twaalf grafheuvels in de gemeente Someren. Het monitoren van het archeologisch erfgoed neemt een steeds belangrijker plaats in binnen de dienstverlening door Monumentenwacht Noord-Brabant.
Website De website van Monumentenwacht Noord-Brabant wordt veelvuldig geraadpleegd om basisinformatie over onze werkzaamheden te verkrijgen. Daarnaast zijn er regelmatig berichten over actuele zaken te vinden. Zo werd een oproep geplaatst om deel te nemen aan de Cultuurprijs 2011, met als motto: innovatief ondernemen met erfgoed. Een bericht uit eigen huis betrof het ingrijpende en gedegen herstelwerk aan de glas-in-loodramen van de voormalige kapel van onze hoofdvestiging Sparrendaal. Verder werden in het verslagjaar voorbereidingen getroffen voor het vernieuwen van de website.
2
Inspectietaak historische interieurs Onze tweede basistaak betreft het voorkomen van verval van historische interieurs. Hiertoe nemen en bevorderen wij preventieve maatregelen en adviseren we monumenteigenaren, restauratiecommissies en besturen over juist onderhoud en een verantwoorde instandhouding van historische binnenruimten.
In 2010 werd van minder gebouwen dan in voorgaande jaren het historische interieur geïnspecteerd. Wel waren de inspecties en de advisering intensiever en uitgebreider. Daarnaast voerde onze specialist historische interieurs in het verslagjaar vele (aan het inspectiewerk gerelateerde) neventaken uit. Er werd relatief veel tijd gestoken in de categorieën openbare en overige gebouwen. Het werk van de specialist historische interieurs wordt gekenmerkt door een grote diversiteit. De eerste stap is vaak dat de binnenruimten en hun inhoud op een overzichtelijke wijze worden geadministreerd. Vervolgens worden alle aard- en nagelvast met het gebouw verbonden interieurdelen beschreven en geïnspecteerd. Denk hierbij onder meer aan betimmeringen, wandafwerkingen, vloeren en trappenhuizen. Daarnaast worden in overdrachtelijke zin met het gebouw verbonden objecten onderzocht, zoals heiligenbeelden in een kerk of het originele meubilair van een openbaar gebouw. Van schades en gebreken wordt zo mogelijk de oorzaak achterhaald, er wordt geadviseerd over herstel en er worden maatregelen getroffen of aanbevolen om herhaling te voorkomen. Ook het vinden van en verwijzen naar de juiste specialisten is een belangrijk onderdeel van het werk. Centraal trappenhuis Raadhuis Waalwijk
Enkele van de vele activiteiten in het verslagjaar waren het verrichten van langdurige klimaatmetingen, het monitoren en adviseren omtrent schadelijke insecten en het beoordelen van uitgevoerde restauratiewerkzaamheden. Daarnaast nam onze specialist deel aan diverse adviescommissies en onderzoeksprojecten en was hij betrokken bij initiatieven om ook in andere provincies een interieurwacht op te richten. Verder werd medewerking verleend aan onder meer een erfgoedmonitor voor historische interieurs, een radioprogramma en uiteenlopende publicaties. Opmerkelijke projecten waren: een pilotinspectie met bijbehorende rapportage om Brim-subsidie te Grote vergaderzaal kantoorgebouw De Drie Hoefijzers te Breda
verkrijgen voor instandhouding van het interieur van de Sint-Janskathedraal; een praktisch onderzoek naar een geschikte reinigingsmethode voor de sterk vervuilde vloertegels in de kerk van Sprang; een archiefonderzoek naar een interieur in de gemeente Breda, met een buitengewoon uitgebreide conditieopname en rapportage; en het opzetten en uitwerken van een tevredenheidsonderzoek onder 25 abonnees met een historisch interieur. Laatstgenoemde activiteit werd uitgevoerd in opdracht van Monumentenwacht Nederland en leverde nuttige informatie op voor de verdere ontwikkeling van de interieurwacht, zowel binnen als buiten Brabant.
Raadhuis zonder fratsen Een speciaal project betrof de advisering omtrent het raadhuis van Waalwijk. Dit complex, bestaande uit een hoofdgebouw, een dwarsvleugel en een conciërgewoning, is een ontwerp van de bekende architect A.J. Kropholler. Het werd gebouwd in 1931-1932. De stijl is traditionalistisch, wat onder meer tot uitdrukking komt in de vormen (trapgevels, rondbogen) en het materiaalgebruik (vooral baksteen). Kropholler ontwierp ook de binnenruimten, met inbegrip van het meubilair. De sobere en gedegen benadering van het exterieur is ook terug te vinden in de interieurs. De meubelen worden gekenmerkt door eenvoudige, rechte vormen, klassiek ogende houtverbindingen (zonder schroeven) en een spaarzame toepassing van decoraties. Aan moderne fratsen, zoals gebogen hout, had de eigenzinnige en zeker niet onomstreden Kropholler geen boodschap. In de zomer van 2010 is een nieuw gemeentehuis in gebruik genomen. Het oude raadhuis doet sindsdien nog vrijwel uitsluitend dienst als trouwlocatie. Er wordt gezocht naar een geschikte nieuwe bestemming voor het karakteristieke complex. Met het oog hierop kreeg Monumentenwacht Noord-Brabant het verzoek het volledige interieur (van kelders tot en met zolders) te inventariseren, te inspecteren en de verkregen informatie digitaal vast te leggen. Vervolgens zijn adviezen uitgebracht voor het behoud van de diverse stijlkamers en een juiste opslag van niet-gebruikte objecten. Ook is aangegeven wat de mogelijkheden en beperkingen zijn bij herbestemming.
[ Monumentenwacht Noord-Brabant — Jaarverslag 2010 ]
5
3
Inspectietaak archeologische objecten Onze derde basistaak omvat het tegengaan van verval van archeologische monumenten, zoals grafheuvels, urnenvelden en vroege verdedigingswerken. Hiertoe inspecteren onze medewerkers jaarlijks de aangemelde objecten. Ze rapporteren hun bevindingen aan de Archeologische Monumentenwacht (AMW). Over de objecten, hun onderhoudstoestand, de te volgen werkwijze en de verdere ontwikkeling van deze activiteit wordt regelmatig overlegd met diverse instanties. Dit zijn, naast de AMW, de provinciaal archeoloog, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en het Coördinatiepunt Landschapsbeheer van het Brabants Landschap. De Provincie Noord-Brabant verstrekt subsidie voor de activiteiten van Monumentenwacht Noord-Brabant in dezen.
Acquisitie Met de gemeente Oisterwijk is in 2010 overleg gevoerd over deelname aan het project Archeologische Inspectie en Onderhoud. In dit geval betreft het zes objecten van hoge archeologische waarde, waaronder de kasteelterreinen Ter Borch en Durendaal. Met de gemeenten Bladel-Hapert en Laarbeek werd een zelfde overleg gevoerd. Beide hebben aangegeven deelname aan het project Archeologische Inspectie en Onderhoud als waardevol te beschouwen. Voordat zij hiermee starten, willen zij echter dat eerst de ontwikkeling van de gemeentelijke Erfgoedkaart is afgerond.
Aantallen in 2010 geïnspecteerde archeologische objecten naar categorie
Consolidaties
Kasteelterreinen of mottes
In maart 2010 werd gestart met de consolidatie van twaalf urnenveldheuvels aan de Philipsbosweg te Someren. De selectie van deze monumenten vond plaats op basis van de criteria ‘zichtbaar’ en ‘wettelijk beschermd’. Diverse bedreigingen van de objecten rechtvaardigden herstelmaatregelen. De voorbereiding, begeleiding en uitvoering werden volledig bekostigd uit een subsidie van de Provincie NoordBrabant in het kader van de Beleidsregel Cultureel Erfgoed.
Nederzettingen Grafheuvels
1 5 23
Kerk- en kapelterreinen
1
Landweren / walsystemen
3
Verhogingen
2
Urnenvelden
5
Nijverheid / steenovens
3
Totaal
43
perceeleigenaren een brief gestuurd met het verzoek hun terrein te mogen te betreden. De meesten stemden hiermee in. Vervolgens zijn voor de diverse objecten algemene basisbeschrijvingen opgesteld. De eigenaren hebben hiervan een afschrift ontvangen.
Grafheuvel De Zwanenberg bij Hoogeloon
Algemene basisbeschrijvingen Voordat er maatregelen kunnen worden getroffen aan een archeologisch monument, moet er een algemene basisbeschrijving worden opgesteld. Een dergelijke ‘nulmeting’ geeft een accuraat beeld van de toestand waarin het object verkeert. Algemene basisbeschrijvingen worden opgesteld door de Archeologische Monumentenwacht. Ter voorbereiding van het opstellen van basisbeschrijvingen zijn in de gemeente Oisterwijk van alle objecten de eigendomsgegevens in kaart gebracht. Vervolgens is aan de desbetreffende
6
[ Monumentenwacht Noord-Brabant — Jaarverslag 2010 ]
Met de gemeente Eersel werden eerder al afspraken gemaakt voor een gefaseerde beschrijving van de daar aanwezige objecten. De fasering is nodig vanwege het grote aantal archeologische objecten op het grondgebied van deze gemeente. Voor de objecten die in 2010 aan de beurt waren, werd dezelfde procedure gevolgd als in de gemeente Oisterwijk. In totaal werd in het verslagjaar voor 30 archeologische rijksmonumenten een algemene basisbeschrijving opgesteld. Het ging daarbij om 21 locaties.
Inspecties In 2010 werden in totaal 43 archeologische objecten geïnspecteerd. Dit aantal is lager dan gepland. De oorzaak is dat door de winterse omstandigheden aan het einde van het verslagjaar 23 voorgenomen inspecties geen doorgang konden vinden; deze zijn doorgeschoven naar begin 2011.
In het najaar zijn voorbereidingen getroffen voor twee consolidaties die naar verwachting in 2011 kunnen worden uitgevoerd. Voor het kasteelterrein Ter Borch in de gemeente Oisterwijk is een voorlopig plan van aanpak opgesteld. Met de eigenaren is overleg gestart om medewerking voor de consolidatie te verkrijgen. Het tweede project betreft de consolidatie van een uitgebreid wallensysteem in de kern Knegsel, behorend tot de gemeente Eersel. Onderzoek in 2010 heeft uitgewezen dat van dit wallensysteem een gedeelte niet is beschreven. Tegelijk met het opstellen van de algemene basisbeschrijvingen voor de diverse delen van het object is ook het ontbrekende gedeelte in kaart gebracht. Zodra het plan van aanpak gereed is, wordt dit besproken met de gemeente Eersel en de overige grondeigenaren.
4
Beleidsregel instandhouding molens De Provincie Noord-Brabant heeft Monumentenwacht Noord-Brabant aangewezen om beleidsinitiatieven voor de instandhouding van molens in mandaat uit te voeren. Deze activiteit maakt deel uit van de bredere provinciale Beleidsregel Cultureel Erfgoed. Kortheidshalve omschrijven we onze vierde basistaak als de Beleidsregel instandhouding molens.
De uitvoering van de beleidsregel houdt in concreto in dat Monumentenwacht eigenaren/ beheerders van molens en molenrompen aanschrijft met een verwijzing naar een digitaal aanvraagformulier voor subsidie op de provinciale internetsite, ontvangen aanvragen in behandeling neemt en beoordeelt, en namens het College van Gedeputeerde Staten beschikkingen neemt inzake toewijzing dan wel afwijzing van aangevraagde subsidie.
De belangrijkste voorwaarde om voor provinciale instandhoudingssubsidie in aanmerking te komen, is dat de eigenaar/beheerder een meerjarenonderhoudsplan opstelt en uitvoert. Voor molens die zijn aangewezen als rijksmonument, en dat zijn veruit de meeste van de 114 objecten, is zo’n plan ook nodig om rijkssubsidie te kunnen aanvragen in het kader van het Brim (Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten).
bepaalde onderhoudsactiviteit een steiger te plaatsen, zal de moleneigenaar er in veel gevallen voor kiezen om gelijktijdig ook schilderwerk te laten uitvoeren. Een belangrijk bijkomend effect is dat door de clustering van werkzaamheden een kostenbesparing wordt gerealiseerd. De Beleidsregel instandhouding molens schrijft overigens wel voor dat samenvoeging van werkzaamheden vooraf schriftelijk moet worden gemeld. Een eenvoudige brief volstaat hiervoor.
In het verslagjaar is gebleken dat eigenaren van molens in toenemende mate gebruikmaken van de mogelijkheid om onderhoudswerkzaamheden voor diverse jaren geclusterd in één jaar uit te voeren. Deze samenvoeging heeft vaak organisatorische en uitvoeringstechnische voordelen. Als het bijvoorbeeld nodig is om voor een
In het verslagjaar werden zes aanvragen voor subsidie ontvangen. Twee hiervan moesten worden afgewezen omdat zij niet voldeden aan de criteria zoals opgenomen in de beleidsregel. De andere aanvragen zijn alle toegewezen voor het maximale bedrag van € 10.000. Er werden in 2010 geen bezwaarschriften ontvangen.
Molen De Twee Gebroeders, Wijk en Aalburg
[ Monumentenwacht Noord-Brabant — Jaarverslag 2010 ]
7
Werk op hoog niveau In het voorjaar van 2010 voerde Monumentenwacht Noord-Brabant enkele bijzondere inspecties uit. Met behulp van hoogwerkers werd de onderhoudstoestand van drie historische fabrieksschoorstenen in Tilburg onderzocht. Het werkniveau steeg tot boven de 50 meter.
Even moest het werk onderbroken worden, omdat de wind iets te krachtig werd. Dan sta je niet meer zo stabiel en prettig in de bak van een hoogwerker, tientallen meters boven straatniveau. Maar verder verliepen de inspecties zeer voorspoedig. De opdracht van de gemeente Tilburg was om de algehele kwaliteit van de schoorstenen te onderzoeken en te beoordelen, en in het bijzonder de kwaliteit van het voegwerk.
een zware combinatie van hoogwerker en vrachtwagen gebruikt. De werkbak daarvan kan bijna volledig rond de schoorsteen draaien. Monumentenwacht heeft haar bevindingen en adviezen vastgelegd in een gedetailleerd rapport. Dit bevat naast de kwalitatieve beoordeling ook vele foto’s.
Op de eerste inspectiedag zijn de twee wat lagere schoorstenen bij het Textielmuseum onderzocht. Hiervoor werd een relatief kleine hoogwerker gebruikt. De volgende dag was de 50 meter hoge BEKA-schoorsteen bij de Lancierskazerne aan de beurt. Hiervoor werd
Monumentenwacht Noord-Brabant 8
[ Monumentenwacht Noord-Brabant — Jaarverslag 2010 ]
Sparrendaalseweg 5
Telefoon
Telefax
[email protected]
5262 LR Vught
(0411) 64 33 66
(0411) 64 34 05
www.monumentenwachtbrabant.nl