1
Jaarverslag 2014 Welstandscommissie Drechterland
Colofon Auteur: Henk de Visser Met bijdragen van: Richard Colombijn en Jef Mühren. Uitgave: WZNH, Alkmaar, april 2014
2
Basisontwerp DesignArbeid Implementatie Flores Automatisering
Voor U ligt het jaarverslag 2014 van de Welstandscommissie Drechterland. Deze commissie heeft opdracht gekregen van het gemeentebestuur van de gemeente Drechterland om mee te werken en bij te dragen aan de ruimtelijke kwaliteit van de leefomgeving.
In het jaarverslag wordt in het eerste hoofdstuk aandacht besteed aan een aantal algemene ontwikkelingen op het terrein van ruimtelijke kwaliteit. In hoofdstuk drie worden voorbeelden getoond van plannen waaraan een bijdrage is geleverd om zo zicht te bieden op het effect van het gemeentelijk beleid en op de ambities van de inwoners van de gemeente. Niet alleen bouwplannen die zich door hun omvang of publieke betekenis onderscheiden, maar ook minder prominente bouwplannen kunnen rekenen op de aandacht van de commissie. In de voorbeelden die in dit jaarverslag voorbij komen wordt vooral aandacht besteed aan die plannen waarbij de commissie in staat is gebleken een constructieve bijdrage te leveren aan de kwaliteit van het plan. In het jaarverslag is verder de samenstelling en werkwijze van de commissie beschreven. Tot slot zijn enkele conclusies en aanbevelingen geformuleerd. In de bijlagen is een overzicht met statistische gegevens opgenomen en een verslag van het jaarlijkse evaluatiegesprek met de portefeuillehouder.
Mocht de gemeenteraad hieraan behoefte hebben dan is de commissie bereid het jaarverslag mondeling toe te lichten. De commissie heeft dit jaarverslag met plezier geschreven en hoopt dat u het met interesse zult lezen, ondertussen verheugen wij ons op voortzetting van onze adviestaak in 2015
Drs. ing. Jef Mühren, directeur WZNH Ing. Richard Colombijn , voorzitter Welstandscommissie Drechterland
WZNH adviseert de Noord-Hollandse gemeenten al bijna 100 jaar vanuit haar statutaire doelstelling: het bevorderen van de ruimtelijke kwaliteit van de gebouwde omgeving in de provincie Noord-Holland. www.wznh.nu
3
Voorwoord
Naast dit jaarverslag bestaat er de mogelijkheid om de openbare vergadering van de commissie bij te wonen. Dit is wellicht de beste manier om inzicht te krijgen in het advieswerk. Met aanvragers aan tafel worden plannen in alle openheid besproken en niet zelden gaan bezoekers tevreden en met een beter plan naar huis.
Jaarverslag 2014 Welstandscommissie Drechterland
Ieder jaar doet de commissie verslag van de uitvoering van deze opdracht. Niet alleen omdat dit op grond van de woningwet wordt verlangd, maar ook en vooral omdat het de kans biedt deze culturele opdracht in een jaaroverzicht nog eens nader te belichten. De gemeenteraad en andere betrokkenen kunnen zo kennis nemen van de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan het ruimtelijk- en cultureel historisch kwaliteitsbeleid van de gemeente.
4
Opvallende architectuur: het nieuwe gemeente huis van Drechterland (architectenbureau De Zwarte Hond
Is 2014 het jaar van economisch herstel, zij het broos? Afgemeten aan het aantal en type nieuwe bouwaanvragen in het westelijk deel van het land in elk geval wel. Na een jarenlange daling van de aantallen verleende bouwvergunningen is er nu in veel gemeenten weer sprake van een toename.
Economisch belang Ruimtelijke en cultuurhistorische kwaliteit is van groot economisch belang: de waarde van bouwwerken wordt bepaald door de kwaliteit van het gebouw en van de omgeving ervan; bedrijven vestigen zich niet alleen op basis van logistieke voorkeuren, maar ook waar het personeel graag wil wonen. Een aantrekkelijke en goed verzorgde leefomgeving is van belang voor het welbevinden van de inwoners. De kwaliteitsstandaard in de kernen en het landschap is hoog. Dit is niet vanzelf zo gekomen maar is de resultante van langjarig zorgvuldig bouwen en inrichten. Daar krijgt de Nederlandse stedenbouwkundige en architectonische traditie internationale erkenning voor en daar kunnen we best trots op zijn. De gemeenten hebben in de afgelopen decennia hierbij steeds het voortouw genomen. Ruimtelijke kwaliteit ontstaat niet vanzelf en is niet slechts de optelsom van individuele belangen. Bij het organiseren van het publieke belang kan de lokale overheid niet om haar regierol heen. Die regierol zal echter minder sturend en toetsend en meer begeleidend en faciliterend zijn.
Deregulering is hierbij geen doel op zich maar een middel om processen vlotter te laten verlopen zonder alle zicht op zekerheden onnodig te verliezen. De wet biedt sinds 2003 de mogelijkheid van het aanwijzen van welstandsvrije gebieden. In het begin werd hier niet of slechts mondjesmaat gebruik van gemaakt. Vanaf november 2014 heeft de rijksoverheid de mogelijkheden voor vergunningvrij bouwen verruimd. Meer dan de helft van de kleinere bouwinitiatieven als dakkapellen, aanbouwen en bijgebouwen naast en achter de woning zijn inmiddels zonder vergunning van de gemeente te realiseren. Kanttekening is dat het zowel voor burgers als voor de gemeente niet eenvoudiger is geworden om te achterhalen wanneer er nog wel vergunning nodig is. De laatste jaren zijn er verschillende gemeenten die een of meer welstandsvrije of welstandsluwe gebieden binnen de gemeentegrenzen hebben aangewezen. De meeste gemeenteraden kiezen er echter bewust voor via bestemmingsplannen, monumentenbeleid en welstandsnota actief te blijven sturen op kwaliteit. Het laatste jaar lijkt er zelfs sprake van een ommekeer. Er zijn gemeenten die experimenteren met andere vormen van welstandsbeleid (bijvoorbeeld bewonerswelstand in Eindhoven) er zijn ook gemeenten die op hun schreden terugkeren en welstandsbeleid weer invoeren (bijvoorbeeld Vlissingen). Geconstateerd is dat in welstandsvrije wijken juridische procedures tussen buren vaker voorkomen. In de gemeente Drechterland zijn geen welstandsvrije gebieden aangewezen. Gelet op de verruimde mogelijkheden vergunningvrij te bouwen is dat ook niet nodig.
5
1. Inleiding
Deregulering
Jaarverslag 2014 Welstandscommissie Drechterland
In Drechterland lijkt dat gezien de cijfers met een daling van het aantal nieuwe plannen nog niet het geval te zijn. De commissie vindt het verheugend te merken dat er op veel plekken weer toenemende belangstelling is voor de kwaliteit van de bouwopgave. Juist in een periode waarin groei niet meer vanzelfsprekend is, de economie en de waarde van vastgoed onder druk staan, kan ruimtelijke kwaliteit de doorslag geven. Door ruimtelijke kwaliteit in een vroeg stadium agendapunt te maken kan het veel eenvoudiger bij de planontwikkeling worden meegenomen.
De nieuwe Omgevingswet Het wetsvoorstel Omgevingswet is eind 2014 door de Tweede Kamer behandeld. Hoewel invoering van de wet pas wordt verwacht in 2018 wekt het wetsvoorstel nu al de nodige beroering. WZNH draagt actief bij aan de nieuwe ontwikkeling, zowel door tezamen met de federatie Ruimtelijke Kwaliteit bij te dragen aan de totstandkoming van de wet, als door actieve informatievoorziening naar de gemeenten die bij ons zijn aangesloten. De nieuwe omgevingswet is erop gericht al het omgevingsgerelateerde recht te bundelen in één wet. De Omgevingswet integreert de gebiedsgerichte en sectorale onderdelen van de huidige wetten in één wet met één samenhangend stelsel van planning, besluitvorming en procedures. Dit moet leiden tot betere mogelijkheden voor integraal beleid en substantiële vereenvoudiging van het omgevingsrecht. De welstandsnota en de bestemmingsplannen zullen als aparte instrumenten (en weigeringsgronden) verdwijnen. Daarvoor in de plaats komt het ‘Omgevingsplan’ waarin de bestaande instrumenten op een moderne manier worden ondergebracht. De nieuwe instrumenten voor ruimtelijke kwaliteit moeten bijdragen aan een goede inrichting van onze leefomgeving. Het nieuwe kernbegrip in de omgevingswet luidt ‘goede omgevingskwaliteit’. De nieuwe regels zullen niet meer in allerlei plannen, beleidsnota’s en – regels worden vastgelegd in papieren documenten, maar zullen in een digitale kaartstructuur op kadastraal perceelniveau raadpleegbaar worden gemaakt. Gemeenten zullen, hiertoe ondersteund door de rijksoverheid, voorbereidingen moeten treffen om voor een digitaliseringsoperatie klaar te zijn. De wetswijziging betekent ook een cultuurverandering van een regelende en gebiedende overheid, naar een servicegerichte en kader scheppende overheid die initiatiefnemers ondersteunt waar het kan. WZNH onderschrijft de noodzaak van flexibiliteit en meer bestuurlijke afwegingsruimte. Het wetsvoorstel voor de Omgevingswet lijkt die ruimte voor maatwerk te bieden, hoewel er bij de implementatie nog flink gezocht moet worden naar de goede balans tussen vrijheid en rechtsbescherming. Gemeenten krijgen meer afwegingsruimte om maatwerk te faciliteren. Meer lokale afwegingsruimte betekent echter ook een grotere onzekerheid voor burgers. Een overheid die aan de ene burger ruimte biedt zal ook aan de andere burger moeten uitleggen dat diezelfde vrijheid niet altijd ook voor hem of haar is weggelegd. Grotere vrijheid voor de een, geringere rechtszekerheid voor de ander, dat kan bijna niet anders. In dat speelveld zal het (ook voor burgers) steeds belangrijker worden dat besluiten deugdelijk en belangeloos worden gemotiveerd en publieke en private belangen zorgvuldig op elkaar worden afgestemd. Voor die toekomstige taak staan onze organisatie en commissieleden klaar.
Planologie en stedenbouw
6
De nieuwe Omgevingswet is erop gericht initiatieven vanuit de samenleving actief en constructief te faciliteren. Uitnodigingsplanologie wordt dat genoemd. Dat betekent niet dat de overheid geen rol meer heeft. Bij uitnodigingsplanologie komt het accent meer te liggen op vooroverleg en vroegtijdige begeleiding van particuliere initiatiefnemers. Begeleiding en beoordeling van een initiatief door een neutraal (dat wil zeggen niet eenzijdig aan een bestuurslichaam gebonden) en multidisciplinair team van deskundigen (uw adviescommissie!), is een onmisbaar element. Deze schakel van ‘deskundig gezond verstand’ kan de planvorming efficiënter en samenhangender maken en kan soms eenvoudiger en betere oplossingen opleveren waar de partijen zelf niet aan denken. Begeleiding en advisering is met name van belang bij afwijkingsbesluiten, maatwerkconstructies en plannen met grote betekenis voor de omgevingskwaliteit. De multidisciplinaire advisering verhoogt de kwaliteit van de besluitvorming en schept draagvlak, doordat het de basis legt voor bestuurlijke afweging en de motivering van besluiten. Het ministerie propageert dat, vooruitlopend op de nieuwe wet, gemeenten nu al ‘eenvoudig beter’ kunnen gaan werken..
In dit hoofdstuk gaan wij in op de actuele thema’s en ontwikkelingen in de gemeente in het ruimtelijk beleid bestemmingsplannen het welstandsbeleid het erfgoedbeleid
Het beleid vastgelegd in de Structuurvisie Landschap vormt het kader voor de uitwerking in bestemmingsplannen. In de visie worden drie soorten gebieden onderscheiden: 1. Gebieden waar het beleid is gericht op het behouden en versterken van de landschappelijke waarden. Dit zijn groene gebieden en de donker groene (cultuurhistorische ) linten. 2. Gebieden waar het beleid is gericht op het stap-voor-stap veranderen van de landschappelijke waarden waar het versterken van deze waarden noodzakelijk is. Dit is het gele gebieden en in de met peilen aangegeven scheggen. 3. Gebieden waar het beleid is gericht op het vernieuwen van het landschap waar dit door ontwikkelingen wenselijk is. Reigersborg, is als zodanig aangemerkt. Voor alle gebieden is onder meer aangegeven hoe er met de bebouwing omgegaan zou moeten worden. Voor de groene gebieden geldt bijvoorbeeld: bebouwingpatroon met wisselende rooilijnen en een afwisseling van overwegend vrijstaande bebouwing in één bouwlaag met (zadel)dak afgewisseld met stolpen. Behoud nokrichting die overwegend loodrecht op de ontsluiting staat. Behoud monumentale stolpen en bakens in het landschap. Bij eventuele invulplekken aansluiten bij karakteristiek, ruimte rond stolpen en bakens respecteren, structurele doorzichten naar achterliggend gebied respecteren.
Jaarverslag 2014 Welstandscommissie Drechterland
Kaart uit de Structuurvisie landschap waarbij de cultuurhistorische waardevolle linten in donkergroen zijn aangegeven en de ruimte voor nieuwe linten in rood. De blauwe peilen zijn de scheggen in het landschap waar geleidelijke ontwikkelingen mogelijk zijn , evenals in het gele gebied
7
2. Actueel in de gemeente
Het ruimtelijke beleid van Drechterland wordt bepaald door de toekomstvisie Drechterland en de uitwerking daarvan in de Structuurvisie Landschap, die in 2011 door de raad is vastgesteld. Uitgangspunten in de Toekomstvisie zijn: - “Het landschap van Drechterland is de sterkste troef”. - “De landschappelijke kwaliteiten zijn omgevingskwaliteiten”. - “De kernen zijn de dragers van de identiteit van Drechterland”. - “De agrarische activiteiten vormen de dragers van het landschap”.
Helaas zijn de uitgangspunten niet altijd consistent vertaald in de bestemmingsplannen en welstandsnota. Het uitgangspunt in de landelijke linten van één bouwlaag met kap leidt nog wel eens tot een discussie tussen planologische mogelijkheden en wenselijkheid op het gebied van beeldkwaliteit. De positieve uitzondering voor stolpen in de structuurvisie zou ook nadrukkelijker in de bestemmingsplanbepalingen vertaald kunnen worden. In de structuurvisie zijn goed voorbeelden opgenomen hoe met landschappelijke inpassing omgegaan zou moeten worden.
Bestemmingsplannen De gemeente Drechterland had alle bestemmingsplannen voor 1 juli 2013 geactualiseerd. Dat is de datum waarop verplicht werd dat bestemmingsplannen niet ouder dan 10 jaar mogen zijn. In september 2014 is het geactualiseerde bestemmingsplan ‘Hoogkarspel’ vastgesteld. Dit bestemmingsplan geldt voor de gehele bebouwde kom met uitzondering van het centrumgebied en het woongebied Reigersborg Noord 3. Voor deze beide gebieden zijn in 2013 afzonderlijke bestemmingsplannen opgesteld. Voor de welstandsbeoordeling zijn de in het bestemmingplan vastgelegde mogelijkheden het uitgangspunt; de bestemmingsplanbepalingen gaan voor de welstandscriteria. Bij een voorgenomen afwijking van het bestemmingsplan wordt vaak eerst een welstands(pre)advies gevraagd.
Ruimte-voor- ruimte- regeling Door de veranderingen in de landbouw zijn er steeds meer agrarische gebouwen die hun functie verliezen. De landelijke trend van schaalvergroting heeft ook in Drechterland het aantal agrarische bedrijven laten afnemen. Om de kwaliteit van het landelijk gebied hoog te houden heeft de gemeente Drechterland een beleidsregel opgesteld ‘woningbouw in de linten’ waar een ruimte-voor-ruimte-regeling deel van uitmaakt. Deze regeling richt zich op de vervanging van overbodig geworden agrarische gebouwen. De ruimte-voor-ruimte-regeling houdt in dat in ruil voor het afbreken en opruimen van beeldverstorende en/of niet waardevolle vrijkomende agrarische gebouwen het recht op een woonhuis ontstaat. Er verdwijnt zo overbodig geworden bouwmassa in het landelijk gebied, mede ter verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. De commissie kan in voorkomende gevallen de gemeente adviseren waar sprake is beeldverstorende gebouwen en hoe nieuwe ontwikkelingen zich in het landschap zouden moeten voegen.
Welstandsbeleid De welstandsnota van Drechterland is in 2011 geactualiseerd en vastgesteld en functioneert uitstekend. Het welstandsbeleid is in 2014 aangevuld met een beeldkwaliteitplan over Reigersborg Noord fase 3 en een bebouwingsleidraad voor de vrije kavels in Reigerborg. De commissie heeft een schriftelijk advies uitgebracht over het concept dat later gewijzigd is vastgesteld.
8
Elementaire criteria voor horizontale geleding uit de bebouwingsleidraad vrije kavels Reigersborg
Erfgoedbeleid
Gemeentelijk monument aangewezen in 2014
Gemeentelijk monument aangewezen in 2014
Samenwerking in SED verband
9
De ambtelijke samenwerking tussen gemeenten Stede Broec, Enkhuizen en Drechterland is per 1 januari 2015 van start gegaan. Formeel wijzigt er niets voor de welstandscommissie, want zij blijft de wethouder adviseren over ruimtelijke en bouwplannen. Procedureel zijn er echter wel veranderingen omdat de ambtelijke ondersteuning van de gemeenten nu gecombineerd kan worden hetgeen tot meer efficiency leidt. De SED-organisatie is vormgegeven als zelfstandige juridische entiteit: een Openbaar Lichaam op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen. De commissie en WZNH willen graag de samenwerking met de SED op stedenbouwkundig en ruimtelijk gebied intensiveren en tot structurele afspraken over ruimtelijke advisering te komen. Voor 2015 is afgesproken de situatie van 2014, waarbij Stede Broec nog een eigen stadsbouwmeester heeft te continueren.
Jaarverslag 2014 Welstandscommissie Drechterland
In oktober 2012 heeft de gemeenteraad de nota Monumenten in Drechterland 2012-2016 vastgesteld. Daarmee is de basis gelegd om verder te gaan met het monumenten-aanwijzingsproject. In 2014 is het aanwijzing traject van gemeentelijke monumenten voor een deel uitgevoerd. Voordat er daadwerkelijk objecten door B&W aangewezen worden, wordt nog een uitgebreid traject afgelegd, waarin overleg met eigenaren, bouwhistorisch onderzoek en het opstellen van een redengevende omschrijving per voorgedragen object en tenslotte een advies van monumentencommissie aan het college B&W zijn opgenomen. Het gaat er daarbij om eigenaren zoveel mogelijk te begeleiden en hen bij groot onderhoud en verbouwingen van goede adviezen te voorzien.
In dit hoofdstuk gaan wij in op Aantal plannen Het effect van welstand: enkele bijzondere welstandsadviezen in 2014 Monumenten Ruimtelijke plannen Openbare ruimte Handhaving
In 2014 heeft de commissie voor de gemeente Drechterland in totaal 137 planbehandelingen gedaan. Het aantal nieuwe aanvragen was 89 en het aantal aanvragen dat voort kwam uit aanvragen van voorgaande jaren was 8. Er kwamen 40 aanvragen voor een herhalingsbehandeling in de commissie terug. Het aantal nieuwe plannen is na twee jaar met ca 120 plannen aanzienlijk gedaald ten opzichte van het vorige jaar (30 minder). Dit kan komen door het mandaat voor ambtelijke beoordeling maar vermoedelijk is de oorzaak een lager aantal bouwaanvragen. Het merendeel van de aanvragen betrof woningen en dit aantal is zelfs gestegen. Kleine bouwwerken zijn ook nagenoeg alleen bij individuele woningen. De andere categorieën bouwwerken zoals bedrijfs- en agrarische gebouwen en openbare gebouwen daalden aanzienlijk. Het aantal plannen dat direct positief (akkoord) werd geadviseerd daalde naar 50%. Het advies ‘akkoord op hoofdlijnen’ werd vaker toegepast, hetgeen er op wijst dat er meer plannen als vooroverleg werden ingediend. Het aantal plannen dat met een duidelijk omschreven voorwaarde (niet akkoord, tenzij) ook direct afgehandeld kan worden, bleef ongeveer gelijk. De voorwaarde wordt dan ambtelijk gecontroleerd. Er werd vaker het advies ‘Niet akkoord, nader overleg’, hetgeen betekent dat er overleg met de planindieners gewenst was om tot een goed resultaat te komen. Ongeveer 95 % van de nieuw behandelde plannen werd uiteindelijk positief (akkoord) geadviseerd. De rest is nog in behandeling of werd negatief geadviseerd. Er zijn in 2014 slechts 7 negatieve eindadviezen afgegeven. De planindieners konden in de meeste gevallen de plannen tijdig bijstellen waarbij gebruik werd gemaakt van de adviezen van de commissie. Meer cijfers treft u aan in bijlage 1. De grootste nieuwe plannen die de commissie in 2014 behandelde waren: Adres Aanvrager Omschrijving Reigersborg-Noord 3 fase 1, Hoogkarspel
Zeeman Vastgoed
28 woningen
Reigersborg-Noord 3-C, Hoogkarspel
Zeeman Vastgoed
24 koopwoningen
Streekweg 293 Hoogkarspel
Woningstichting Het Grootslag
27 appartementen
Reigersborg-Noord 3
Woningstichting Het Grootslag
12 woningen
De Wittte Dam, Westwoud
Visser en Mol Ontwikkeling BV, Hoogkarspel
10 woningen
Plan van Woningstichting Het Grootslag in Reigersborg Noord (eerste plan; tweede plan zie pagina 12)
10
3. Beleid en adviezen
Aantal plannen
Het effect van welstand
Nieuwbouwplannen in Reigersborg-Noord. De project gebonden bouwplannen van Zeeman architecten en BBHD zijn ingetekend. De ruimte daarboven is voor de sociale woningbouw en de strook rechts tegenover de woningen van BBHD is voor de vrij kavels.
Reigerborg project gebonden bouwplannen Het plan van BBHD sluit aan op de beeldkarakteristiek ‘Lanen’ van het stedenbouwkundig plan. Het zijn woningen met een hoge langskap waarbij parcellering wordt bereikt door per blok ook een kopgevel toe te voegen. De rode baksteen wordt afgewisseld met een wit gekeimde muur bij de topgevels en op sommige plaatsen op de etage. Er zijn opties ontworpen voor aanbouwen, erkers, kappen op de garages en dakkapellen. Het plan van Zeeman betreft rijwoningen en twee-onder-één-kap woningen met een duidelijk referentie naar de jaren dertig in late Amsterdamse school. Dit plan sluit aan op de karakteristiek van de “Hoven’ uit het stedenbouwkundige plan. Ook hier zijn opties toegevoegd. De commissie constateerde dat beide plannen zorgvuldig ontworpen zijn en passend zijn in de omgeving. Bij straatgerichte keukens is dit goed in het gevelontwerp opgevangen, hetgeen vaak niet het geval is. Monsters van de toe te passen kleuren en materialen werden direct ter beoordeling aan de commissie voorgelegd en akkoord bevonden. Gesuggereerd werd de glanzende dakpan te vervangen door een mattere soort. De commissie vroeg nog wel aandacht voor de erfafscheidingen, waarbij eenheid en begroeiing uitgangspunt is. Als antwoord op het advies van de commissie werd de volgende vergadering een plan gepresenteerd voor erfafscheidingen langs de tuinen grenzend aan de openbare ruimte en de groene zone. Er worden hagen van Portugese laurier geplaatst.
11
Links de woningen van Zeeman en rechts van BBHD
Jaarverslag 2014 Welstandscommissie Drechterland
Een aantal interessante bouwplannen laat zien hoe de beoordeling plaatsvond, hoe de advisering was, en wat het effect daarvan was. De belangrijkste bouwproductie in Drechterland vindt plaats in Reigersborg Noord. Daar zijn zowel opvallende projectgebonden woningbouwplannen aan de commissie voorgelegd als ontwerpen voor vrije kavels. Voor het gehele gebied Reigersborg Noord geldt een vastgelegd beeldkwaliteitplan. De bouwregels voor de vrije kavel zijn vastgelegd in een bebouwingsleidraad.
Sociale woningbouw in Reigersborg Het bouwplan betreft een complex rijwoningen aan het water dat op het noorden ligt. Het beeldkwaliteitplan schrijft in beginsel zadeldaken voor, maar dit complex woningen is ontworpen met een plat dak en is gelegen op de plek die speciale aandacht vraagt. Het zijn levensloop bestendige woningen in de sociale huur sector. De woningen hebben twee bouwlagen, waarbij de verdieping terug ligt t.o.v. de achtergevel. De rij is opgedeeld in 3 delen met 4 woningen om de lange rij visueel op te delen. Het volume is horizontaal geleed met doorlopende betonnen banden in het metselwerk. De voorzijde van de woningen aan de straat ligt op het zuiden, waardoor hier het buitenterras komt. Vanwege de smalle achtertuin aan het water en de slechte bereikbaarheid van buitenaf, zijn de bergingen aan de voorzijde geplaatst. De berging en de pergola rond de voortuinen zijn aan het hoofdvolume gekoppeld om het als een geheel te laten over komen. De voorgevel oogt gesloten door de bergingen; de kans is volgens de commissie reëel dat dit verrommelt op termijn. Het openbare voorgebied had bij de eerste behandeling nog onvoldoende kwaliteit vanwege de vele parkeerplaatsen en het versnipperde groen dat moeilijk onderhouden zou kunnen worden. De commissie betwijfelde ook of het ambitieniveau met de pergola's en de terrassen aan het water haalbaar is voor sociale huurwoningen. De commissie constateerde dat het plan enerzijds als sociale huurwoningen een hoog ambitie niveau heeft met een verzorgde architectuur, maar anderzijds de locatie en programma niet goed op elkaar aansluiten. Mede door de openslaande deuren zal de vraag om privacy aan de voorzijde groot zijn. De commissie adviseerde daarom nadrukkelijk om de erfafscheidingen tussen de percelen (aflopend) te verlengen en op de afscheiding tussen privé en openbaar gebied een lage erfafscheiding mee te ontwerpen in vorm van bijvoorbeeld groenblijvende heggen of een rasterwerk met begroeiing. Ook de pergola op de grens tussen privé en openbaar gebied vraagt om begroeiing. De commissie stelde dat met niveauverschillen tussen openbaar en privé terrein wellicht meer te bereiken is. Het ontwerp van de openbare buitenruimte dient daarbij aan te sluiten; ook zodanig dat het parkeren ingebed wordt in het openbaar groen. Wat betreft de architectuur zou nog enige versterking van de verticale elementen aan te bevelen zijn en is het gewenst dat doorgestreken voegen in combinatie met de ‘wasserstrich’ steen daadwerkelijk gerealiseerd worden. De commissie adviseerde de gemeente het meeontwerpen van erfafscheiding als voorwaarde te hanteren. Het advies is opgevolgd en in augutus werd een gewijzigd plan ingediend waarbij de kwaliteit van de voorgevels door de mee ontworpen erfafscheiding verbeterd was en de kans op verrommeling voor een groot deel is weggenomen mits de overgang van particulier gropen naar openbaar groen ook goed wordt onderhouden.
12
Het verbeterde plan na het advies van de commissie
13
Referentiebeelden uit de bebouwingsleidraad
In Reigersborg Noord is een deel van de wijk bestemd voor vrijstaande woningen. Om samenhang met de projectgebonden woningen te verkrijgen is een bebouwingsleidraad opgesteld criteria en referentie beelden. Al direct werd duidelijk dat de individuele wensen van kopers moeilijk realiseerbaar waren binnen het opgestelde kader. Het populaire type woning, de notariswoning van twee lage met schilddak en middenpartij was eigenlijk niet mogelijk binnen de vastgestelde leidraad. Er vond daarom een gesprek plaats over de interpretatie van de bebouwingsleidraad. De gemeente was van mening dat de bebouwingleidraad in beginsel gevolgd moeten worden, maar dat kopers van de vrije kavels wel hun droomhuis moeten kunnen realiseren. Het gaat primair om de samenhang tussen vrije kavels en de projectgebonden bebouwing. De gemeente lag na gesprekken met diverse belangstellenden meer de nadruk bij kwaliteit dan bij thematiek. De welstandscommissie ziet toe op de naleving van de leidraad, maar mag bij hoge kwaliteit daarvan afwijken in haar advies. Notaris-achtige woningen met een dakoverstek van minimaal 50 cm en een plint van minimaal 80 cm is voldoende om op hoofdlijnen aan de bebouwingsleidraad te voldoen, indien de horizontale geleding niet teveel door verticale elementen wordt doorkruist. In goed overleg met aanvrager en architect is wel wenselijk dat de commissie een zo optimaal mogelijke kwaliteit weet te bereiken (stimuleren) bij de detaillering en het kleur- en materiaalgebruik. In de leidraad staat: Het kan gebeuren dat een voorstel (op een onderdeel) afwijkt van de leidraad, maar door een goede vondst van de architect toch een hoge architectonische kwaliteit heeft die past in het gewenste beeld. In dergelijke gevallen is afwijken van de leidraad mogelijk. De welstandscommissie adviseert hierover aan het college. De welstandscommissie motiveert bij een advies tot afwijken aan de hand van de hoofdzaak van de bebouwingsleidraad. In overleg met de gemeente werd besloten het type notaris huis dat populair is bij de particuliere planindieners te faciliteren indien voldaan wordt aan hoge kwaliteitsnormen die de afwijking van de bebouwingsleidraad rechtvaardigen. De commissie heeft deze aanvullende criteria kort op papier gezet. Zo mag bij het type notariswoning een middenpartij of risaliet worden toegepast mits deze op een hoogwaardige wijze gedetailleerd wordt en er in de voorgevel een kleine verspringing wordt toegepast. Daarbij is ander materiaalgebruik mogelijk, maar dit heeft niet de voorkeur. Hieronder de eerste vier plannen die zich in 2014 aandienden en waarbij in eerste instantie alleen de woning rechtsonder voldeed aan de criteria.
Jaarverslag 2014 Welstandscommissie Drechterland
Plannen vrije kavels Karekiet in Reigersborg Noord
Het Blauwe huis In maart 2014 diende zich een opvallend bouwplan aan op de Hout 2 te Hem. Een bijzonder vrijstaand pand (loftwoning) op een terp om een souterrain onder de splitlevelwoning mogelijk te maten. De woning krijgt boven een betonnen plint een betimmering van cap-cod in imitatie hout. Men wil daarbij kiezen voor een ultramarijne kleur. Op het dak komen antracietkleurige pannen en men wil in de dakpanstroken de bijpassende zonnepanelen verwerken. De commissie constateert dat het ontwerp door de situering op een terp, kleurstelling en vormgeving afwijkt van wat in het buitengebied gebruikelijk is. De commissie stelde dat de kleurstelling niet voldoet aan de welstandscriteria. De commissie gaf aan dat er sprake moet zijn van een uitzonderlijk ontwerp om van de gebiedsgerichte criteria af te kunnen wijken. De commissie stelde bij de eerste behandeling dat het ontwerp nog onvoldoende is om te kunnen beargumenteren dat de bijzondere kleur onlosmakelijk met het ontwerp verbonden is. Het toepassen van een terp in het vlakke polderland waarbij de wegen hoger zijn dan het landschap er omheen, vraagt nog om landschappelijke aankleding van het erf. Mogelijk dat ook de kleurstelling door een goede landschappelijke aankleding meer acceptabel wordt. De commissie verzoekt een monster van het materiaal in de juiste kleur aan te leveren. Het plan wordt bij de eerste behandeling aangehouden om aanvragers en ontwerper de gelegenheid te geven het plan te optimaliseren.
Op de te verhogen kavel het eerste ontwerp voor het Blauwe huis in ultramarijn blauw, ook wel vliegenblauw genoemd. Rechts de woning in aanbouw en ernaast nog de te slopen woning.
Bij de tweede behandeling zijn de ramen in de voorgevel gewijzigd en is de luifel aan de voorgevel vervallen. De architectuur is daarmee verbeterd. De kleur van de gevels staat nog ter discussie. Er zijn diverse monsters aanwezig voor de kleur blauw. De donkere blauw (RAL 5011) is een donker gedekte kleur en voldoet aan de nota. Dit wordt dan gecombineerd met een rood dak. De midden blauwe kleur (RAL 5023) is weliswaar niet donker dekkend, maar in combinatie met een antracietkleurig dak en de bijzondere kwaliteit van het ontwerp ook passend. De commissie adviseert om de tuin in te richten met bomen en groen. Op deze basis krijgt het opvallende plan gelet op de kwaliteit een positief advies.
Streekweg 293 Hoogkarspel
14
Dit betreft een bouwplan voor een complex zorgwoningen op een terrein dat vrij is gekomen na sloop van bedrijfsgebouwen. De bestaande woning wordt ook gesloopt. Er komt een stolp-achtig volume voor terug met een verspringende goothoogte en een ingesneden schilddak. Meer teruggezet komt een transparant tussenlid met de hoofdentree. Daarnaast een tweelaags volume met een geparcelleerd gevelbeeld, waarin zich de woningen bevinden. Dit beeld wordt naar achter doorgezet in de vorm van een soort hof. De binnenzijde van het hof is wat informeler en de architectuur wordt hier met name bepaald door de galerijen voor de ontsluiting van de bovenwoningen. Er is een stedenbouwkundig onderbouwing opgesteld. De commissie constateerde dat een dergelijk complex daar goed mogelijk is en dat het ook ruimtelijk een meerwaarde heeft ten opzichte van de huidige situatie. De commissie had bij het eerste plan bezwaar tegen de bebouwing langs het lint. Daar ontstaat een wat hybride beeld van aan
elkaar geclusterde volumes zonder duidelijke structuur. Het plat afgedekte linkerdeel komt meer naar voren dan in de stedenbouwkundige onderbouwing. Daardoor voldoet dit volume niet aan de welstandscriteria, omdat een schuine kap volgens de welstandscriteria gewenst is. De commissie adviseerde net zoals in de stedenbouwkundige onderbouwing het volume meer terug te plaatsen en dan ook zoals in de onderbouwing grote bomen ervoor te laten staan of te planten.
tweede plan
Enige tijd later wordt een tweede plan gepresenteerd. Op het linker volume was een flauw zadeldak aangebracht en de gevelindeling is gewijzigd waarbij Franse balkons worden toegepast. Het tussenlid blijft nu onder de verhoogde goot van het rechter volume. De gevels van de buiten zijde van het appartementengebouw rond het hof zijn gewijzigd wat betreft steenkleuren. De verschillen in steenkleur zijn minder contrasterend waardoor een rustiger, maar wel geparcelleerd gevelbeeld ontstaat. De commissie vindt het tweede plan nog niet overtuigend. Een flauw zadeldak is niet typerend voor het lint. De kap is te laag. Het oogt meer als een twee-onder-één-kap woning. Het plan voldoet nog niet aan de welstandscriteria. De architect laat andere schetsen zien, voordat tot deze kapvorm werd besloten. Hierbij is een volume als een herenhuis met schilddak. Een herenhuis op een bredere kavel is in beginsel een oplossing die denkbaar is in het lint. Het rechter deel voldoet op hoofdlijnen aan redelijke eisen van welstand, maar de goothoogte aan de linkerzijde is nu wel erg hoog. De commissie kan zich ook voorstellen als juist het linker volume een eigen vorm krijgt en het rechter deel een uitloop is van de gevel rond het hof. Als deze ver genoeg terug ligt zoals bij het stedenbouwkundige plan hoeft dit niet als een volume aan het lint vorm gegeven worden.
Derde plan
15
Bij het derde (schets)plan heeft het linker volume heeft meer een eigen uitstraling gekregen en is meer in de rooilijn van het lint gezet. Een gebogen, glazen volume vormt de verbinding met het langgerekte volume. De commissie concludeert dat zowel stedenbouwkundig als architectonisch gezien dit een verbetering is, de aanpassingen voldoen aan de uitgangspunten en commissie geeft een positief advies op hoofdlijnen.
Jaarverslag 2014 Welstandscommissie Drechterland
Eerste plan
Erfgoed De plannen die een wettelijk monumentenadvies vereisen, worden eerst in de centrale erfgoed commissie van WZNH behandeld en vervolgens voor een welstandsadvies in de welstandscommissie van Drechterland. Er zijn in 2014 vier monumentenplannen behandeld: Dorpsweg 125a, Schellinkhout verbouwen woning Zuiderdijk 7 Venhuizen Plaatsen hekwerk (legalisering) De Buurt 11 Venhuizen restauratie/ onderhoud boerderij Kerkbuurt 78, Wijdenes dakkapel/ aanbouw/ gevelwijzigingen
Dorpsweg 125a, Schellinkhout Dit betrof een renovatie plan voor een koetshuis behorend bij een rentenierswoning. De rentenierswoning en het koetshuis vormen een fraai ensemble, maar door kavelsplitsing ontstaan twee woningen. Om het koetshuis geschikt te maken voor bewoning worden nieuwe kozijnen met grotere ramen voorgesteld. Het is een gemeentelijk monument en het staat in een bijzonder welstandsgebied. Het is wat betreft ruimtelijke kwaliteit van groot belang dat de samenhang tussen de woning en voormalig bijgebouw behouden blijft en dat de kleurstelling en tuininrichting een eenheid behoud. Uit oogpunt van welstand vindt de commissie het niet wenselijk dat er in de voorgevel één hoog kozijn komt voor twee bouwlagen.
Bestaande sitauatie, eerte plan met negatief advies en tweede plan met positief advies.
Een kozijn over twee etages is te grof en voldoet niet aan de gebiedsgerichte criteria voor de karakteristieke linten. De commissie adviseerde de ingrepen te beperken tot de niet vanaf de openbare weg zichtbare gevels. Zij kan zich uit oogpunt van welstand wel voorstellen dat het (bestaande) venster op de verdieping hoger in de gevel wordt gezet om de uitkijk vanuit de bovenkamer mogelijk te maken. Omdat er nog geen monumentenadvies was werd het plan aangehouden. Twee weken later was er een gewijzigd ontwerp waarbij de deurpartij ongewijzigd blijft; alleen het kozijn in de topgevel wordt vervangen door een groter kozijn met Frans balkon. Het monumentenadvies is ten aanzien van de voorgevel positief. De welstandscommissie beoordeelt alleen de voorgevel en vindt het voorstel passend in de bestaande gevel.
Zuiderdijk 7 Venhuizen
16
Illustratief voor de kwaliteit van de openbare ruimte was een aanvraag voor de omgevingsvergunning voor een hekwerk dat gedeeltelijk op de dijk van de Westfriese Omringdijk zou komen. De Westfriese Omringdijk is een provinciaal monument. Het hekwerk tot op de dijk voldoet op deze plaats niet aan de welstandscriteria voor erfafscheidingen. De ruimtelijke kwaliteit werd door het hekwerk negatief beïnvloed. De commissie was van mening dat voor het HHNK geen uitzondering mag worden gemaakt. De commissie adviseerde het hekwerk aan de voet van de dijk te houden. Dit is volgens de commissie goed mogelijk indien er een dubbele poort gemaakt wordt. In 2015 werd een nieuwplan ingediend dat wel rekening hield met de ruimtelijke kwaliteit van de dijk en het hek blijft tot halverwege het talud. Het hekwerk op de gele lijn wordt verwijderd en de rode lijn is de plaats van het nieuwe hekwerk
De inrichting van de openbare ruimte is voor de ruimtelijke kwaliteit minimaal even belangrijk als de vormgeving van de gebouwen. Het gaat om harmonie en samenspel dat elkaar versterkt. In het verslagjaar kreeg de commissie adviesaanvragen waar de inrichting van openbare ruimte of het landschap uit oogpunt van ruimtelijke kwaliteit eigenlijk nog belangrijker is dan de architectuur. De welstandsnota geeft de mogelijkheid hierover te adviseren, maar dat is meestal in de vorm van een aanbeveling. Bij de inrichting van het voorterrein bij de Albert Heyn vestiging aan de Streekweg adviseerde de commissie negatief. De commissie betreurde dat er niets is gedaan met haar opmerkingen over de inrichting van de openbare ruimte en de stedenbouwkundige aspecten bij de vorige behandeling. Gelet op het grote belang van de openbare ruimte had de commissie een toelichting verwacht op plan door de inrichter van de openbare ruimte. De commissie had eerder gesteld door het terugzetten van de gevelwand de inrichting van het parkeerterrein van essentieel belang is om de continuïteit van het lint te borgen en het gat in de lintbebouwing op te vangen. De commissie is van mening dat dit door een geheel open parkeerterrein onvoldoende is gelukt. De commissie vraagt zich af of er sprake is van samenhang met de inrichting aan de andere zijde. De commissie adviseerde ook in het midden van het terrein zoals op het bestaande terrein aan de overzijde bomen te plaatsen. Nu zal het beeld van geparkeerde auto’s dan wel een leeg geasfalteerd terrein de zichtlijn van het lint beheersen. De situering van de overkappingen voor winkelwagentjes zou uit oogpunt van ruimtelijke kwaliteit ook beter kunnen. De commissie had de ontwerper voor nader overleg uitgenodigd.
De ruimtelijke kwaliteit van het parkeerterrein voor Albert Heijn komt volgens de commissie niet overeen met de voorgenomen pleininrichting aan de andere zijde. Bovendien ontbreken laanbomen die de Streek weg begeleiden.
Handhaving
17
Niet vergunde veranda toch gebouwd
De gemeente heeft ook in 2014 een aantal handhavingszaken aan de commissie voorgelegd. Meestal zijn het zonder vergunning gebouwde bijgebouwen of aanbouwen of clandestien aangebrachte wijzigingen aan de gevel. De commissie gaat dan eerst na of het bouwwerk of de gevelwijziging, al dan niet onder nadere voorwaarden, toch aan de welstandscriteria kan voldoen. Illustratief waren reclame toch gerealiseerd ondanks een negatief welstandsadvies (Westerkerkweg 23, Venhuizen), plannen uitgevoerd in afwijking van de vergunning (Westerbuurt 38A/40 Venhuizen) en zaken gebouwd als carports en dakkapellen in de veronderstelling dat het vergunningvrij zou zijn. In eerste instantie wordt altijd gekeken of het bouwwerk alsnog vergund kan worden (we noemen dit legaliseren) soms kan de commissie niet anders dan op grond van de welstandsnota negatief adviseren. Meestal neem de gemeente het advies over ,maar niet altijd zoals bij de zonder vergunning geplaatste veranda (Zuiderdijk 8 Venhuizen) daar heeft de gemeente het negatieve advies van de commissie niet overgenomen. Daar vond de gemeente dat er geen onevenredige aantasting van belangen van derden aan de orde was en het bouwwerk wel binnen het bestemmingsplan mogelijk was.
Jaarverslag 2014 Welstandscommissie Drechterland
Openbare ruimte
In dit hoofdstuk gaan wij in op: Samenstelling van de commissie Werkwijze Het gebruik van de welstandsnota Overleg en evaluatie
De welstandscommissie Drechterland is een van de 38 adviescommissies die in Noord-Holland werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van WZNH. De leden van de commissie zijn benoemd door de gemeenteraad. De commissie was in 2014 als volgt samengesteld: Ir Rob van Leeuwen, voorzitter tot 1 april 2014 Ing. Richard Colombijn, voorzitter vanaf 1 april 2014 Rob Bakelaar, architectlid Ing Cees Hooyschuur, architectlid tot 31-12-2014 Per 1 januari is mevrouw ir. Dana Ponec benoemd als opvolger van Cees Hooyschuur in de commissie De commissie werd ondersteund door: Henk de Visser, commissiecoördinator (WZNH) Rob Laan, plantoelichter (gemeente)
De samenstelling van de commissie vanaf 1 januari 2015
Werkwijze De 25 vergaderingen van de commissie vonden plaats op de donderdag in de even weken, in het gemeentehuis van Medemblik in Wognum. Tweemaal heeft de commissie in Drechterland vergaderd, gecombineerd met het jaarlijkse evaluatiegesprek. Elk te beoordelen plan wordt kort ingeleid door de plantoelichter van de gemeente, waarbij met name aandacht is voor planologische aspecten en de plaatsing van het bouwwerk in de context. Van elke planbehandeling wordt een kort advies gemaakt en bij herhalingsbehandelingen automatisch aan de agenda toegevoegd. Daardoor verloopt de planbehandeling steeds consistent en efficiënt. Bij de planbehandeling wordt een digitaal omgevingsinformatie-systeem gebruikt. Met dit systeem kan de inpassing van het bouwwerk in de omgeving beter worden beoordeeld. Bij de grotere plannen waarbij stedenbouw een rol speelt, wordt soms in de preadviesfase stedenbouwkundig vooroverleg gevoerd. De commissie is tevreden over deze werkwijze, die het mogelijk maakt bij te sturen, als dit, op grond van de welstandscriteria of aanvullend beeldkwaliteitsbeleid wenselijk is. Er zijn dit jaar 37 aanvragen behandeld in aanwezigheid van architecten en/of planindieners. Dit is ca. 27% van het totaal aantal behandelingen. De kleinere bouwaanvragen die beoordeeld kunnen worden op grond van de criteria voor kleine bouwwerken worden in beginsel ambtelijk beoordeeld. Bij twijfel of op verzoek van de aanvrager, wordt het betreffende plan alsnog in de commissie behandeld.
18
4. Organisatie en werkwijze
Samenstelling van de commissie
Bij bijna alle behandelingen dient de door de Raad vastgestelde welstandsnota als beoordelingskader voor de plannen. De nota is een helder document met duidelijke criteria per soort gebied, per object en criteria voor veel voorkomende kleine plannen. In 2013 is de geactualiseerde nota vastgesteld door de raad. Beeldkwaliteitplannen zoals gemaakt voor Reigersborg worden gezien als aanvulling op de welstandsnota en dienen ook als zodanig te worden vastgesteld. Behalve de welstandsnota is in de eerste plaats het bestemmingsplan bepalend voor het kunnen verlenen van de omgevingsvergunning voor bouwen. De bestemmingsplantoets wordt ambtelijk uitgevoerd. Soms is het plan binnen de bestemmingsplanbepalingen niet mogelijk en wordt een binnenplanse of buitenplanse afwijking (ontheffing) verleend door het college. In een aantal gevallen is het advies van de welstandscommissie dan mede bepalend om al dan niet ontheffing te verlenen. In bijlage 1 is hier een statistiek over opgenomen. Voor de welstandscommissie is het belangrijk te vernemen of het plan binnen de bestemmingsplanbepalingen mogelijk is, omdat het bestemmingsplan ‘voor’ gaat: een negatief welstandsadvies over de massa heeft geen effect als het volume volgens het bestemmingsplan toegestaan is.
Overleg en Evaluatie
19
Op 10 juli 2014 vond het jaarlijkse evaluatiegesprek met de portefeuillehouder plaats. Het verslag van het gesprek is opgenomen als bijlage 2. Er is in 2014 geen extra werkbezoek gebracht aan Drechterland De commissie is wel een paar malen gaan kijken op locaties, indien foto’s of digitale beelden onvoldoende beschikbaar waren. Er is wel een extra gesprek met de wethouder geweest over de adviezen over bouwplannen voor vrije kavels in Reigersborg Noord fase 3 op 14 november 2014. De gemeente wil graag consistentie in de adviezen en vindt dat er teveel vrijheid is gegeven. De commissie geeft aan dat dit met name komt doordat de ambities van het beeldkwaliteitplan niet stroken met die van de bewoners en de commissie signalen had gekregen de bebouwingsleidraad soepeler te hanteren. Inmiddels was besloten op verzoek van de gemeente het type notariswoning, dat populair is bij de particuliere planindieners, te faciliteren, indien voldaan wordt aan hoge kwaliteitsnormen die de afwijking van de bebouwingsleidraad rechtvaardigen. Afgesproken is deze aanvullende criteria kort op papier te zetten (zie beleidsadvies d.d. 14-112014)
Jaarverslag 2014 Welstandscommissie Drechterland
Beoordelingskader
De welstandscommissie Drechterland werkt vanuit de overtuiging dat een constructieve opstelling om te werken aan een mooi Drechterland op brede steun kan rekenen, niet alleen onder professionals in de ruimtelijke ordening, maar vooral in de samenleving. De commissie concludeert dat ze haar grootste meerwaarde heeft in die gevallen waarin publieke en private belangen botsen en het voeren van constructieve gesprekken met initiatiefnemers noodzakelijk is om de belangen bij elkaar te brengenen daarbij de ruimtelijke kwaliteiten te behouden dan wel te versterken. Het grootse rendement ontstaat als niet aan het eind wordt getoetst, maar als de adviescommissie in staat wordt gesteld een planproces vanaf een vroeg moment goed te begeleiden, samen met de lokale ambtelijke specialisten op het terrein van landschap, stedenbouw en erfgoed. De ervaringen en inzichten die in 2014 zijn opgedaan brengt de commissie tot enkele beleidsaanbevelingen: • De commissie wordt steeds vaker ingeschakeld voor de moeilijke situaties. Gevallen waarbij de gemeente maatwerk wil of moet organiseren. De advisering die daarbij gevraagd wordt is over het algemeen meer gericht op integrale afweging, stedenbouw, erfgoed, inrichting openbare ruimte enzovoort. De commissie is in die gevallen dan ook eerder een adviescommissie voor ruimtelijke kwaliteit dan sec een welstandscommissie. De commissie adviseert deze bredere adviestaak te formaliseren en de naam van de commissie te veranderen in adviescommissie voor ruimtelijke kwaliteit (of omgevingskwaliteit). Dit zou in SED verband kunnen plaatsvinden. • De commissie heeft in het evaluatie gesprek 2014 aangegeven dat zij structureel overleg met de RO discipline, bijvoorbeeld twee keer per jaar, op prijs zal stellen en de commissie pleit ervoor bij besluiten over planologische afwijkingen altijd een preadvies van de commissie mee te wegen. • In het licht van de naderende Omgevingswet adviseert de commissie de komende jaren de gemeentelijke beleidsregels in bestemmingsplannen, welstandsnota’s en het monumenten- of erfgoedbeleid op elkaar af te stemmen. Dit vooruitlopend op de integratie van deze beleidsdocumenten in het nieuwe omgevingsplan. • Met de omgevingswet worden gemeenten ook geacht de omgevingsplannen op kavelniveau te digitaliseren. Ook voor beleidsregels die nu nog onder de welstandsnota vallen wordt dat naar alle waarschijnlijkheid binnen enkele jaren verplicht. Het is raadzaam bij herziening van het beleid hiermee rekening te houden.
20
5. Conclusies en aanbevelingen
Drechterland is een bijzondere gemeente met een relatief lage bebouwingsdichtheid tussen de meer stedelijke gebieden van Hoorn en Enkhuizen/Stede Broec. Naast het belang van de landbouw is het grote open weidegebied ook van grote landschappelijke waarde. De Westfriese Omringdijk en de dorpslinten in het gebied zijn van grote schoonheid en en hoge cultuurhistorische waarde. De commissie gat in haar advisering uit van deze waarden en adviseert daarbij op grond van vastgesteld beleid. Zij tracht planindieners en vormgevers in een vroeg stadium te motiveren tot een goede ruimtelijke kwaliteit te komen bij nieuwe ingrepen.
Planbehandelingen In 2014 heeft de Welstandscommissie Drechterland 97 vergunningaanvragen behandeld, waarvan 8 betrekking hadden op aanvragen van voorgaande jaren. In verband met herhalingen was het totaal aantal planbehandelingen 137.
aantal aanvragen
aantal behandelingen
percentage herhalingen t.o.v. de aanvragen
82
116
41 %
3
4
33 %
waarvan nieuwbouw
49
67
37 %
waarvan verbouwing
30
45
50 %
Preadvies*
7
12
71 %
Reclameaanvraag
2
2
0%
Adviesaanvraag handhaving
4
4
0%
Advies ruimtelijke plannen
1
2
100 %
Overige vergaderonderwerpen
1
1
0%
97
137
41 %
soort aanvraag Omgevingsvergunning waarvan een monument
Totaal
* Dit zijn de preadviezen waarvoor nog geen omgevingsvergunning is ontvangen.
In vergelijking met de voorgaande jaren ontstaat het volgende beeld: soort aanvraag
2013
2012
89
65 %
119
80 %
117
76 %
8
6%
6
4%
6
4%
40
29 %
24
16 %
31
20 %
137
100 %
149
100 %
154
100 %
waarvan reclameaanvraag
2
1%
1
1%
5
3%
waarvan handhaving
4
3%
0
0%
2
1%
Aanvragen van voorgaande jaren Herhalingen Totaal behandelingen
Verdeeld over de soorten bouwwerken ontstaat het volgende beeld: soort bouwwerk Individuele woningen
2014
2013
2012
49
51 %
37
30 %
39
32 %
Woningcomplexen
1
1%
3
2%
4
3%
Bedrijfsgebouwen
6
6%
15
12 %
15
12 %
10
10 %
18
14 %
26
21 %
3
3%
8
6%
13
11 %
22
23 %
38
30 %
23
19 %
Reclameobjecten
3
3%
1
1%
2
2%
Overige plannen
3
3%
5
4%
1
1%
Totaal aanvragen
97
100 %
125
100 %
123
100 %
Agrarische gebouwen Openbare en bijzondere bouwwerken Kleine bouwwerken
21
Bijlage 1: Cijfers
Nieuwe aanvragen
2014
Jaarverslag 2014 Welstandscommissie Drechterland
Deze zijn als volgt verdeeld:
Bezoek Er hebben dit jaar 37 behandelingen plaatsgevonden in aanwezigheid van architecten en/of de planindieners. Dit is 27% van het totaal aantal behandelingen.
Adviezen De adviezen over het totaal aantal planbehandelingen zijn als volgt verdeeld: adviezen aan B&W
2014
2013
2012
Akkoord
64
47 %
94
63 %
85
55 %
Akkoord op hoofdlijnen
20
15 %
9
6%
9
6%
Niet akkoord, tenzij
21
15 %
27
18 %
40
26 %
Niet akkoord, nader overleg
17
12 %
4
3%
13
8%
Niet akkoord
7
5%
7
5%
3
2%
Aanhouden
6
4%
7
5%
4
3%
Beleidsadviezen
2
1%
1
1%
0
0%
137
100 %
149
100 %
154
100 %
Totaal
Akkoord wil zeggen: het plan voldoet op basis van de welstandscriteria aan redelijke eisen van welstand; het wordt met positief advies aan het college van B&W voorgelegd. Bij ‘niet akkoord tenzij‘ wordt een duidelijk omschreven voorwaarde geformuleerd.
Hoe vaak behandeld? In 2014 werden 85 nieuwe aanvragen* beoordeeld. Het aantal keren dat deze aanvragen behandeld werden tot een eindadvies is als volgt: adviezen aan B&W
2014
2013
2012
Bij eerste behandeling akkoord (geen interventie van de commissie)
41
48 %
70
59 %
59
50 %
Bij eerste behandeling niet akkoord tenzij (kleine aanpassing nodig)
17
20 %
18
15 %
29
25 %
Bij tweede behandeling akkoord (of niet akkoord tenzij)
7
8%
15
13 %
15
13 %
Bij derde behandeling akkoord (of niet akkoord tenzij)
6
7%
2
2%
7
6%
Bij een vierde of verdere behandeling akkoord (of niet akkoord tenzij)
2
2%
0
0%
0
0%
Nog in behandeling of definitief niet akkoord of aanvraag ingetrokken
3
4%
10
8%
3
3%
Plan wel akkoord op hoofdlijnen maar nog geen aanvraag voor vergunning
9
11 %
4
3%
4
3%
85
100 %
119
100 %
117
100 %
* Dit zijn alle nieuwe aanvragen exclusief beleidsadviesaanvragen en handhaving aanvragen.
Het aantal keren dat een nieuwe aanvraag ´terug´ komt bij de welstandscommissie geeft een indicatie van het effect van het gemeentelijke welstandsbeleid op de bouwproductie. Het is een indicatie; de preventieve werking (het anticiperen op het beleid vóór de aanvraag wordt ingediend) wordt hiermee bijvoorbeeld niet zichtbaar gemaakt.
22
Totaal nieuwe aanvragen*
Gebruik welstandscriteria De aanvragen worden steeds beoordeeld op grond van vastgestelde welstandscriteria, welke in een welstandsnota of in aanvullingen in de vorm van beeldkwaliteitplannen zijn opgenomen. Voor de gemeente Drechterland is het gebruik van de verschillende soorten criteria als volgt: 2014
Gebiedsgerichte criteria
75
55 %
Sneltoetscriteria / Criteria voor kleine bouwwerken
19
14 %
1
1%
Beeldkwaliteitplan en andere bouwregels
19
14 %
Objectgerichte criteria
13
9%
Criteria bij (her)ontwikkelingsgebieden
1
1%
Reclamecriteria
1
1%
Geen Criteria
8
6%
137
100 %
Algemene welstandscriteria
Totaal
Bestemmingsplannen De aanvragen worden meestal voorafgaande aan de welstandsvergadering getoetst aan het vigerende bestemmingsplan. Indien de aanvraag niet voldoet aan de bestemmingsplanbepalingen wordt vaak een afwijking (ontheffing) verleend. Soms is de afwijking mede afhankelijk van een positief welstandsadvies. Dit is het geval indien de ruimtelijke kwaliteit als argument voor het verlenen van een ontheffing in het bestemmingsplan genoemd wordt. De plannen voorgelegd aan de commissie hadden wat betreft bestemmingsplan de volgende status: bestemmingsplannen
2014
Voldoet aan bestemmingsplan
57
59 %
Voldoet niet aan bestemmingsplan, maar gemeente werkt mee aan binnenplanse afwijking
4
4%
Voldoet niet aan bestemmingsplan, maar gemeente werkt mee aan buitenplanse afwijking
22
23 %
Voldoet niet aan bestemmingsplan, maar gemeente werkt mee aan een afwijking op basis van een uitgebreide procedure of partiële herziening van het bestemmingsplan
11
11 %
3
3%
97
100 %
Voldoet niet aan bestemmingsplan, over afwijking wordt beslist na advies van de welstandscommissie
23
Totaal
Jaarverslag 2014 Welstandscommissie Drechterland
welstandscriteria
Aanwezig: Namens de gemeente: de heer G. Besseling (wethouder RO, Vergunningverlening en Monumentenzorg ), de heer R. Laan (medewerker Bouwen & Milieu en plantoelichter bij de welstandscommissie) en de heer M. Graefsema (medewerker Beleid & Projecten) namens de commissie: ing. Richard Colombijn (voorzitter), Cees Hooyschuur (architectlid), Paul Kramer (plv. architectlid namens WZNH: drs. ing. Jef Mühren (directeur), Henk de Visser (beleidscoördinator)
1. Opening en mededelingen Het is het eerste overleg met de commissie na de installatie van het nieuwe gemeentebestuur. De deelnemers aan het gesprek stellen zich voor. De wethouder licht toe dat het nieuwe college van start is gegaan met een bestuurlijke notitie of aanloopbrief. De wethouder heeft zowel de portefeuille RO als Vergunningen en Monumentenzorg. Dit was in het vorige college niet het geval.
2. Reacties op het jaarverslag 2013 en aanbevelingen Het jaarverslag is met waardering ontvangen. Het jaarverslag is ter informatie via de griffier (digitaal) aan de raadsleden gestuurd. De aanbevelingen uit het jaarverslag worden doorgenomen. Het overleg met de RO discipline is goed maar ad-hoc afhankelijk van concrete plannen. De commissie adviseert één á twee keer per jaar tot een overleg te komen over mogelijk ruimtelijke plannen. De wethouder komt hier in overleg met RO op terug. Een nieuwe structuurvisie of welstandsnota is voorlopig niet aan de orde. Alle bestemmingsplannen zijn op orde. Jef Mühren wijst op de nieuwe Omgevingswet waarbij ruimtelijke kwaliteit vooral eerder in het proces geregeld en niet achteraf zoals vaak bij welstand. Het streven naar een goede omgevingsvergunningskwaliteit is een hoofddoel in de nieuwe Wet. Dat vraagt t.z.t. ook om nieuw gemeentelijk beleid. De wethouder refereert aan het VNG congres waarbij Friso de Zeeuw opriep om nu al naar de geest van de nieuwe wet te werken en open te staan voor initiatieven. Wetgeving is bedoeld om te beschermen niet om te belemmeren. Het digitaliseren van de welstandsnota is vooralsnog voor Drechterland geen prioriteit, de Welstandsnota staat als pdf op de site van de gemeente. WZNH wijst op de mogelijkheden door de nieuwe standaard van Welstand Transparant gekoppeld aan de site ruimtelijke plannen.
3. Advisering bij stedenbouwkundige plannen en planologische afwijkingen. Bij de trend om meer te komen tot facilitering van initiatiefnemers hoort een afwijkingenbeleid waarmee snel op ontwikkelingen kan worden ingespeeld. De commissie adviseert het aspect van ruimtelijke kwaliteit hier vroeg bij te betrekken door de commissie hier standaard bij te betrekken. Commissieleden kunnen ook gemandateerd namens de commissie optreden. Ook rechtstreeks contact met de voorzitter bij stedenbouwkundige vraagstukken is te allen tijde mogelijk.
4. Welstandsadvisering in SED verband per 1 januari 2015 De wethouder geeft aan dat de planning voor de ambtelijke fusie goed verloopt. Er wordt van drie locaties gebruikt gemaakt; Bouw en
24
Bijlage 2: Verslag evaluatiegesprek
Verslag evaluatiegesprek van de welstandscommissie Drechterland met de wethouder RO van Drechterland gehouden op 10 juli 2014 in het gemeentehuis te Hoogkarspel.
Woningtoezicht komt in Hoogkarspel. Er blijft ook na 1 januari een situatie ontstaan dat formeel aan drie colleges geadviseerd moet worden, maar dit loopt via één ambtelijke organisatie. Op dit moment adviseert deze commissie alleen voor Drechterland en Enkhuizen. Er wordt zo spoedig mogelijk na de vakantieperiode een afspraak gemaakt door WZNH met de drie gemeenten in SED verband. Ook de procedure met de monumentenadviezen zal dan worden besproken.
Rob Laan geeft aan dat er vooralsnog geen ambtelijke toetsing heeft plaatsgevonden. Het aantal aanvragen was de laatste jaren bescheiden. In het nieuwe college programma is aangegeven dat er naar meer ambtelijke toetsing gestreefd wordt met een doelstelling van 50% van het aantal aanvragen. De commissie geeft aan dat het aantal aanvragen in Drechterland van kleine en eenvoudige plannen beperkt is omdat grote nieuwbouwwijken met veel aanvragen voor aanbouwen en dakkapellen relatief weinig voorkomen in Drechterland. Bovendien zijn veel eenvoudige aanvragen vergunningvrij geworden waardoor alleen achteraf een beoordeling wordt gevraagd indien er klachten van omwonenden zijn. Ook dit komt weinig voor. Relatief veel aanvragen komen uit de lintbebouwing waarvoor een hoger niveau van kwaliteit gevraagd wordt en het advies van de commissie nuttig is om een zo hoog mogelijke kwaliteit te bereiken. De wethouder erkent dat de kwaliteit in de linten van belang is en geeft aan dat bewust geen termijn is aangegeven, mede met het oog op de ontwikkelingen in SED verband.
6. Actuele ontwikkelingen in de gemeente Gewezen wordt op nieuwe fase in Het plan Reigersborg Noord. Voor vrijstaande woningen is recentelijk een beeldkwaliteitplan aan de commissie voorgelegd. De gemeente stipt ook een CPO plan aan. De voorzitter wijst op de kansen die zich voor kunnen doen als de potentie van de gebiedsinrichting in een vroegtijdig stadium kan worden meegenomen. De wethouder geeft aan dat het Centrumplan Hoogkarspel in de uitvoeringsfase zit. De commissie heeft enige bedenkingen bij de openbare ruimte aan de zuidzijde bij de nieuwe vestiging van Albert Heijn waarbij de parkeerfunctie ten opzichte van de ruimtelijke inrichting met beplanting wat al te veel lijkt te prevaleren. De continuïteit van de lintstructuur staat daardoor onder druk. De commissie vraagt naar de status van het plan de omgeving van het station te revitaliseren met o.a. een bedrijfsverzamelgebouw. De gemeente geeft aan dat er negatief advies ligt vanuit de Provincie.
7. Wat verder ter tafel komt Jef Mühren wijst op de wethouders bijeenkomst over ontwikkelingen en bouwen in het buitengebied die WZNH dit najaar organiseert, wethouders RO en met name die met grote buitengebieden zoals Drechterland, zijn van harte welkom.
8. Afspraken De volgende afspraken zijn gemaakt: Er wordt door WZNH een afspraak gemaakt met SED gemeente over de welstands- en monumenten advisering na de fusering van de ambtelijke organisaties Drechterland denkt na over een structureel overleg met RO en het betrekken van de commissie bij planologische afwijkingen indien de ruimtelijke kwaliteit in het geding is.
9. Rondvraag en sluiting
25
De voorzitter sluit de vergadering en dankt de commissie voor de opbouwende advieswerkzaamheden. Richard Colombijn dankt de wethouder en de gemeenteambtenaren voor de goede samenwerking.
Jaarverslag 2014 Welstandscommissie Drechterland
5. Ambtelijke welstandstoetsing
Samenstelling commissie per 1 januari 2015 Richard Colombijn, landschapsarchitect/ stedenbouwkundige Richard Colombijn is afgestudeerd als tuin- en landschapsarchitect in Boskoop en later als landschapsarchitect aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam. In november 2004 studeerde hij, na meer dan 10 jaar ervaring te hebben opgedaan bij VHP, af als stedenbouwkundige bij het SBA in Den Haag (Stichting Bureau Architectenregister). Samen met Renzo Veenstra heeft hij in 2006 bureau RRog (Richard Colombijn Renzo Veenstra Ontwerp Groep) opgericht. Richard Colombijn is sinds januari 2008 verbonden aan WZNH.
Rob Bakelaar, architect Directeur/eigenaar van Tekta Architekten v.o.f., te Lelystad. Is lid van de Bond Heemschut Flevoland en lid van de Regieraad Oost-Nederland. Rob Bakelaar is sinds 2004 verbonden aan WZNH, van 2004-2010 als lid van de welstandscommissie Gooi en Vechtstreek, sinds juni 2010 als lid van de welstandscommissie West-Friesland.
Studeerde in 1988 met een eervolle vermelding af aan de TU Delft. Ze was een aantal jaren werkzaam in Barcelona (Jose Lluis Mateo 1988-89) en Noordwijk (Hans van Egmond 1989-90), om vervolgens weer bij haar oude stage adres terecht te komen (Sjoerd Soeters), met wie ze 16 jaar samenwerkte. Achtereenvolgend als medewerker, projectarchitect en partner/mede-eigenaar. In januari 2007 scheidden hun wegen en ontstond Dana Ponec architecten. Het bureau houdt zich bezig met de leefomgeving in al zijn aspecten en alle schaalniveaus: van verbouwingen voor particulieren tot en met herstructureringsplannen met een grote diversiteit aan functie. Het bureau heeft veel opdrachten met een complexe context (beschermd stadsgezicht, ingewikkelde fysieke randvoorwaarden, veel partijen met tegenstrijdig belang) en heeft de ruimte in de gebouwen net zo hoog in het vaandel staan als de ruimte tussen de gebouwen. Dana Ponec is sinds 2010 verbonden aan WZNH.
26
Bijlage 3: Curricula
Dana Ponec, architect