Jaarverslag 2014
VCORG
'CHRISTELIJK ONDERWIJS OP REFORMATORISCHE GRONDSLAG' DORDRECHT, MEI 2015
Inhoudsopgave 1.
Notulen algemene ledenvergadering VCORG op 23 juni 2014 3
1.1 Opening 3 1.2 Notulen van de algemene ledenvergadering van 18 juni 2012 6 1.3 Bestuur en financieel jaarverslag 2012 6 1.4 Verkiezing Algemeen bestuur 7 1.5 Verkiezing Commissie van Toezicht 7 1.6 Informatie inzake exploitatie Peuterhog per 1 september 2014 8 1.7 Statutenwijziging i.v.m. Peuterhof 10 1.8 Rondvraag 10 1.9 Uitslag verkiezingen 10 1.10 Meditatief slotwoord en sluiting door ds. G. van Wijk 11
2. Inleiding 13
3. Algemeen 15
3.1 Uitgangspunten jaarverslag 15 3.2 Centrale thema 15 3.3 Instellingsgegevens 16 3.4 Juridische structuur 16 3.5 Organisatiestructuur 17 3.6 Bestuur-, Commissie van toezicht- en Commissiegegevens 17 3.7 Kernactiviteiten en werkgebied 18 3.8 Bestuurlijke activiteiten 19 3.9 Bestuurlijke federatieve samenwerking 20 3.10 Samenwerkingsverband, Leerlingenzorg en Schipperskinderen 20 3.11 Schoolgegevens 23
4. Personeelsbeleid 25
4.1 Inleiding 25 4.2 Professionalisering 25 4.3 Personele bezetting per 31-12-14 26 4.4 Ontwikkelingen personeelsbeleid 27 4.5 Arbodienst 27
5. Onderwijskundig beleid 28 5.1 Veranderdoelen en nascholingsactiviteiten 28 5.2 Besteding Prestatiebox 29 5.3 Peuterspeelzaal 29 5.4 Kwaliteitszorg 29 5.5 Monitoringsgegevens 30 5.6 Kwaliteit en personeelsbeleid 31
1
6.
Financieel beleid 33 6.1 Publieke en private gelden 33 6.2 Overzicht financiën 34
7. Beheersbeleid 38 7.1 Algemeen 38 7.2 Beheerscommissie 38 7.3 Huisvestingszaken 39 7.4 Onderhoud 39 7.5 Arbozaken 40 8.
Relatie en communicatie 41 8.1 Uitgangspunten 41 8.2 Communicatielijnen richting ouders 41 8.3 Relatie met de kerken 42 8.4 Overige externe communicatie 42 8.5 Verantwoording 42 8.6 Afhandeling van klachten 43 8.7 Onderwerpen met politieke of maatschappelijke impact 43
9.
Toekomst en continuïteit 45 9.1 Toekomstige externe ontwikkelingen 45 9.2 Toekomstige interne ontwikkelingen 46 9.3 Staat van baten en lasten - begroting 47 9.4 Balans 2014 - 2017 48 9.5 Risicobeheersing en intern toezicht 49
10. Tenslotte 50
11.
Lijst met afkortingen 51
12.
GMR jaarverslag 2014
13.
Commissie van Toezicht jaarverslag 2014
53
55
Bijlage
Jaarrekening 2014
2
Notulen ALV VCORG 1. NOTULEN ALGEMENE LEDENVERGADERING VCORG OP 23 JUNI 2014 Notulen van de algemene ledenvergadering van de Vereniging voor Christelijk Onderwijs op Reformatorische Grondslag te Dordrecht, gehouden op maandag 23 juni 2014 in de grote zaal van de Gereformeerde Gemeente te Dordrecht.
1.1 Opening De voorzitter, de heer Van Driel, opent de vergadering door de aanwezigen welkom te heten. Hij vraagt te zingen Psalm 116 vers 7 en 10. Hij leest Nehemia 9:1-21, gaat voor in gebed en vraagt een zegen over deze avond en voor de scholen. De heer Holster is afwezig in verband met de uitzending van zijn zoon naar Mali.
De voorzitter spreekt het volgende openingswoord uit: Vanavond zijn wij in het verband van de schoolvereniging bij elkaar gebracht om terug te blikken op het jaar 2013, dat al enige tijd achter ons ligt. Een kalenderjaar waarin het schooljaar 2012-2013 mocht eindigen en het schooljaar 2013-2014 mocht beginnen. Zo wisselen ook in dat opzicht de jaren elkaar af. Bij een openingswoord is het een goede gewoonte kort terug te blikken en te memoreren welke zaken allemaal passeerden. Al denkende kwamen vele zaken, zowel droevige als blijde zaken in mijn gedachten. Voordat ik die zaken concreter benoem, wil ik vragen het beeld vast te houden wat ons wordt geschetst in het korte gedeelte wat is voorgelezen uit Nehemia 9. De kinderen Israëls houden als het ware een bid- en dankdag tegelijk. De Levieten lezen een kwart dag het volk voor uit Gods wetboek en het volk doet een kwart dag belijdenis van hun zonden. Indringend is het gebed als zij God roemen om Wie Hij is, de weldaden die zij ontvangen hadden en wat Hij allemaal heeft gedaan voor hen. Zijn onmetelijke trouw en zorg voor hen tegenover hun ontrouw jegens God (vers 16 en 17). Desondanks zien zij Gods taaie geduld, Zijn lankmoedigheid jegens hen, Zijn vergevende Hand, zelfs toen ze het gouden kalf hadden opgericht. Zoveel geduld tegenover zoveel zonden aan de kant van het volk. De Bijbelverklaarder Matthew Henry schrijft de zo treffende woorden: “Hier is een boetvaardige belijdenis van zonde, van hun eigen zonden en van de zonden van hun vaderen. De vermelding daarvan gaat gepaard met het gedenken van Gods gunsten, opdat Gods goedheid in weerwil van hunne tergingen des te schitterender zou blijken, en hun zonden, niettegenstaande Zijne gunsten, in des te zwarter kleur zouden verschijnen.” U zult misschien denken, ja, dat geldt voor het volk Israël en niet voor mij, althans niet in die mate. Vers 20 spreekt van ‘een goeden Geest’ die onderwijst! Die Geest is uitgestort op de Pinksterdag, wat wij herdachten een tweetal weken geleden. Was het daar toen veel beter met het volk van Israël? U kent de toen gehouden preek van Petrus. Dat gedeelte kennen wij goed, ook onze kinderen en kleinkinderen. Begon Petrus eigenlijk ook niet met hetzelfde? Wie God was voor het volk, maar wat het volk met Hem had gedaan: ‘Hem aan het kruis gehecht en gedood’. Geen geringe zaak. Ze werden verslagen in het hart door het werk van de Heilige Geest. Petrus mocht echter ook een goede tijding brengen. Lees vers 38 en 39 van Handelingen 2. De uitwerking is enorm, we kennen de geschiedenis! Diezelfde boodschap mag en is ook in 2013 op zeer vele momenten door vele juffen en meesters doorgegeven: Bekeer je! Zoek de Heere en leef! De goddeloze verlate zijn weg en nog veel meer andere soortgelijke teksten uit Gods Woord. Die boodschap, met wat ik noem twee zijden (zonde en genade), klinkt ook dagelijks tot ons en onze schoolgaande kinderen, alleen waar brengt het ons? Zullen we zo de weldaden en gunsten die we in 2013 ontvingen van de Heere gedenken? Wij kregen zo ontelbaar veel. Ik noem er slechts enkele! Allereerst dat Zijn Woord ook in 2013 mocht worden gelezen en overdacht, verteld en toegelicht, aangehoord en uitgewerkt, zowel in als buiten de groepen, zowel met als zonder kinderen, op vergaderingen, op overlegmomenten, op bezinningsavonden, enzovoort. We mogen niet onderschatten welk voorrecht dat het is om Zijn Woord in vrijheid te mogen lezen. Het kan zo heel anders. Voorbeelden genoeg: daar waar op het wereldtoneel
3
vele christenen worden vervolgd, waar fundamentalisten, antisemitische groeperingen, terreurgroepen ontketend lijken en waar wordt dat de duivel, wetende dat hij nog een kleine tijd heeft, zoekt wie hij kan verslinden en dus ook onze kinderen in Dordrecht. Niet direct door openlijke vervolgingen of door geweld, maar sluipenderwijs. We mogen in dit licht het internet (naast het goede gebruik daarvan) niet uitsluiten als middel in de hand van de duivel om ons en onze kinderen af te trekken van God en Zijn Woord. Iets wat de scholen ook echt niet voorbijgaat. Als tweede gave wil ik het onderwijs in het algemeen noemen (nog daargelaten dat wij het reformatorische onderwijs kregen): een niet genoeg te waarderen gave! Ik verwijs naar het beeld vanuit Nehemia 9 en Handelingen 2. Vanuit de zakelijke context heb ik contact met Ton Duif, inmiddels ex-voorzitter van de Algemene Vereniging van Schoolleiders. In zijn afscheidsrede hield hij een gloedvol betoog over waar zijns inziens het onderwijs aan moest blijven denken. Treffend en tegelijk een confronterend contrast was toen hij aan het einde van zijn rede opmerkte: ‘Voor tachtig miljoen kinderen in de wereld is er geen enkele school…! Voor tachtig miljoen kinderen zijn er geen aspiraties. Zij zijn voorbestemd voor kinderarbeid, zorgen voor hun ouders, het knopen van tapijten of het naaien van onze goedkope kleding!’ Voor uw beeld: tachtig miljoen kinderen zijn 160.000 scholen van gemiddeld 500 leerlingen! Een groot onderscheid, waar geen onderscheid is. Onze kinderen ontvangen dagelijks onderwijs! Als derde gave wil ik de vrijheid van onderwijs noemen die we in Nederland (nog) hebben. Alhoewel zich meer en meer tegenkrachten aandienen (denk aan de discussie over de ‘enkele feit’-mogelijkheid), door wonderlijke besturing van Boven is er nog zeer veel wat we tegen de seculiere stroom in als bijzonder onderwijs krijgen. Ik denk aan de komst van een eigen vervangingsfonds voor dekking bij zieke werknemers en Passend Onderwijs en de invulling die de reformatorische scholen daaraan landelijk mogen geven. Denk ook aan de onverwachte meevallers die de Vereniging ontving als het gaat om de financiële middelen, naar aanleiding van bijvoorbeeld het Herfstakkoord dat de regeringspartijen met onder meer de kleine christelijke partijen sloten. In het jaarverslag leest u dat er sprake is van een stijging van het leerlingaantal in plaats van de verwachte geleidelijke daling met alle vraagstukken die dat met zich meebrengt. Wat een trouw van de Heere aan ons bewezen! Aan Zijn gaven ligt het niet; wel of wij het opmerken en hoe we er mee omgaan! Hoe vullen wij die vrijheid hier ter plaatse in? Want wat nu, als we Zijn Woord hebben, reformatorische scholen bezitten, vrijheid en middelen van de overheid krijgen en we kunnen of willen niet doen wat er wel gedaan moet worden om het onderwijs wezenlijk inhoud en vorm te geven? Wat nu, als de missie ‘in vertrouwen bewaren en bouwen’ er wel in woorden prachtig staat, maar de daden blijven uit? Wij moeten al onze vermogens aanwenden om het goede te doen, in het besef niets te kunnen en daarom ons gebed op te heffen tot God of Hij ons helpen en bekwamen wil hiertoe! Krijgen de Dordtse scholen, maar ook allen die daar werken en dienen mogen een permanente plaats in uw gebed thuis, in de kerk en in het persoonlijke gebed? Het jaarverslag dat zo dadelijk besproken wordt, geeft veel informatie over de invulling van het onderwijs en het onderwijsproces in 2013 en waarin de inspanningen resulteren. Vele mensen (de directeur, MT, leerkrachten, onderwijsondersteunend personeel, vrijwilligers, GMR-leden, vertrouwenspersonen, CvT-leden, commissie- en bestuursleden) dragen een steentje bij aan dit resultaat, al die mensen moeten worden aangestuurd, al die mensen moeten dezelfde kant uitgaan, al die mensen zijn er voor de kinderen, al die mensen vragen en krijgen aandacht. Er wordt samen gedaan wat samen kan! Bovenschools en op schoolniveau wordt intensief samengewerkt. We mogen niet onderschatten wat dit proces van de schoolleiding vraagt en wat van de mensen voor en rond de groepen wordt verwacht. Juist dit proces is cruciaal en bepaalt voor een groot deel het welbevinden van uw en mijn kinderen. Een hoogleraar Opleidingskundig Leiderschap schreef: “Schoolleiders moeten uitvinden waar de belang-
74
Notulen ALV VCORG stelling van hun leraren ligt, waar hun leraren goed in zijn, waar ze zich op willen ontwikkelen en tegelijkertijd het gesprek voeren over de vraag waar we samen voor staan. Wat is onze identiteit, hoe kijken we naar het fenomeen ‘leren’, hoe gaan we om met leerlingen die meer persoonlijke aandacht nodig hebben. Dat gesprek verbindt. Dan ontstaat er een organisch groeiproces. En dat werkt beter dan geplande sturing en controle met prestatieafspraken.” Of zoals een onderwijsgoeroe het kernachtig samenvatte: “De leerkrachten zijn de mensen waar je op moet letten. Elke school is een pedagogische, morele organisatie die kinderen tot ontwikkeling brengt. De schoolleider moet dichter bij de leerkracht worden gebracht zodat de leerkracht dichter bij het kind komt!” Ik meen hiermee een samenvattende omschrijving te hebben gevonden van wat achter de Dordtse schooldeuren dagelijks plaatsvindt. Dat proces resulteert in een mooi en inhoudsvol jaarverslag. Wat krijgen we ook daar niet in van de Heere? En wat stellen we daar tegenover? Met dankbaarheid en verwondering stelt het bestuur vast dat het onderwijsproces zo gestalte heeft gekregen en nog steeds dagelijks krijgt op beide scholen. Wat het bestuur ook ziet als een gave, is de ouderbetrokkenheid. De aandacht, belangstelling en inzet van ouders is binnen onze vereniging enorm hoog (zorgmoeders, GMR, uw aanwezigheid hier, bezinningsavond, informatiebijeenkomst, vrijwilligers)! Dat doet ons goed en is belangrijk om te behouden. Er zijn helaas voorbeelden genoeg waar verdeeldheid heerst en de eensgezindheid kwijnt. Een predikant schreef naar aanleiding van een bijeenkomst van een school: “Wat is wezenlijke ouderbetrokkenheid? Het ging over ouders die de school met zich meedragen, die belangstelling hebben voor het onderwijs dat hun kind(eren) krijgt/krijgen. Maar hoe geef je zulke betrokkenheid vorm? Het begint aan de keukentafel: daar informeer je als ouders hoe het op school gaat, daar kun je kinderen iets meegeven wat van nut is voor de school. Daar, en dat in het bijzonder, draag je de school met het onderwijzend personeel aan de Heere op. Daar vraag je of er een goede onderlinge band mag zijn in de groep enz.” De kinderen zullen dit merken en het zal invloed (kunnen) hebben op hun houding in de groep. Geachte vergadering, wat zullen we met Gods gunsten overladen, Hem hiervoor vergelden’? Een aantal mensen treedt vandaag terug als actieve bestuurders. Ook in hen heeft de Vereniging veel van de Heere ontvangen. Naast de vertrekkende bestuurders stopt eind 2014 ook Jan Riemens die vele jaren als ‘onbezoldigd’ lid van de beheerscommissie de scholen diende. Veel heeft de Vereniging aan hem te danken, daarom een hartelijk woord van dank. Onze dank gaat ook uit naar Truida van der Klooster die eveneens zeer veel voor de scholen heeft betekent. Naast haar betrokkenheid bij de GMR en de bibliotheek heeft zij vele jaren meerdere kinderen persoonlijk begeleid. Eveneens zeer hartelijk dank daarvoor. Al deze dingen ontvingen we van de Heere. Er blijft ondanks alles wat ik zojuist heb aangehaald nog zoveel tekort aan onze kant over. Het past ons daarom dagelijks, evenals in Nehemia 9, een bid- en dankdag te houden en God om vergeving te smeken. Tegelijk dus met de dankbaarheid voor alles wat Hij schonk ook in 2013.
5
Niet onvermeld mag blijven in dit openingswoord het overlijden van Dineke Cornet, nog maar pas benoemd en op een zeer jonge leeftijd weggenomen. Het schooljaar was nog maar pas begonnen. Een leerkracht moest grafwaarts worden gedragen. Aangrijpend. De plaats die zij innam op de beide scholen was groot, zo bleek vooral ook in de rouwdienst waar vele ouders en leerlingen aanwezig waren. De Heere gedenke in het bijzonder haar ouders en zussen. De Heere gedenke ook onze Vereniging en onze scholen waar zo’n ernstige roepstem kwam en die eenmaal voor een ieder persoonlijk terugkomt. Het jaar 2014 is bijna op de helft en het schooljaar 2013-2014 loopt ten einde. Ook in 2014 ontbreekt het niet aan weldaden. De woorden van Paulus uit 1 Korinthe 4:7 zijn zo treffend: ‘Wat hebt gij, wat gij niet hebt ontvangen?’ Vele besluiten zullen nog moeten worden genomen, bijvoorbeeld ten aanzien van de Peuterhof, maar ook m.b.t. de doordecentralisatie van het buitenonderhoud van onze schoolgebouwen dat bij het bevoegd gezag komt te liggen. Het bestuur weet zich omringd door diverse gremia, waarbij ik naast de VGS in het bijzonder de directeur wil noemen, waarmee nauw wordt samengewerkt. Ook noem ik hierbij de Commissie van Toezicht en de GMR, beide raadgevende en adviserende gremia. Samen dienen, samen dienstbaar zijn aan het reformatorisch onderwijs in Dordrecht en het van de leden ontvangen vertrouwen niet te beschamen. Geachte vergadering, uw gebed tot God om wijsheid en kracht en onder het beding van Zijn zegen is nodig, want aan Zijn zegen is alles gelegen! Met deze woorden wil ik dit openingswoord besluiten en vraag u te willen zingen uit Psalm 123:1.
1.2
Notulen van de algemene ledenvergadering van 24 juni 2013
De voorzitter stelt de notulen in zijn geheel aan de orde. Vanuit de vergadering komen geen vragen of opmerkingen. De notulen worden ongewijzigd vastgesteld en ondertekend door de voorzitter en de secretaris.
1.3
Bestuur en financieel jaarverslag 2013
De voorzitter stelt het jaarverslag (bladzijde 11-29) aan de orde. Vanuit de vergadering komen geen vragen of opmerkingen. De penningmeester, de heer Hakbijl, licht het financieel verslag 2013 (bladzijde 30-33, inclusief de als bijlage bijgevoegde jaarrekening 2013) toe.
Jaarrekening en resultaat 2013 De jaarrekening 2013 van de VCORG is voorzien van een goedkeurende controleverklaring van de externe accountant Ernst & Young. De jaarrekening laat een winst zien (€ 150.000), terwijl een kleine plus was begroot van € 12.000. De positieve afwijking van € 138.000 ten opzichte van de begroting had verschillende oorzaken, waarvan de belangrijkste oorzaken door de heer Hakbijl genoemd worden: - De grootste afwijking (€ 90.600) wordt veroorzaakt door toekenning van extra gelden vanuit het onderwijsen herfstakkoord. Deze gelden zijn in december uitgekeerd en voor een aanzienlijk deel toegerekend aan 2013 (niet structureel). - Opvallende afwijkingen ten opzichte van de begroting zijn verder de hogere realisatie van middelen inzake LGF en schippersgelden (€ 20.000). - Lagere personeelslasten (€ 24.000): dit komt niet door lagere inzet van personeel, maar doordat de vereniging zich heeft aangesloten bij het VFGS, een alternatief voor het vervangingsfonds. Het voordeel hiervan is dat de premie lager is (structureel voordeel).
6
Notulen ALV VCORG - De realisatie van overige personeelslasten is lager dan begroot. Dit betreft met name de lagere lasten inzake nascholing/schoolbegeleiding (incidenteel). - De huisvestingslasten laten een negatieve afwijking ten opzichte van de begroting (€ 29.000). Dit komt vooral vanwege de klimaatinstallatie op de Polyanderschool.
Meerjarenbegroting De meerjarenbegroting laat zien dat de Vereniging ‘gezond’ is. Komend jaar zal de begroting op € 0 uitkomen, de daaropvolgende jaren geeft de begroting weer een positief beeld. Dat heeft met name te maken met de leerlingaantallen, waarin een groei is te zien, wat ook zijn effect heeft op de financiën. Ondanks de moeilijke jaren en de toegenomen risico’s, zijn we dankbaar dat we qua begroting weer positief mogen eindigen. De heer Smitsman: Ondanks de eenmalige meevaller zijn een aantal posten onder huisvestingslasten toch toegenomen. Wat is daar de achtergrond van? De heer Hakbijl antwoordt dat er inderdaad enkele posten zijn toegenomen, zoals gemeentelijke heffingen, dit betreft posten van een paar duizend euro en hebben verder geen bijzondere aandacht. De heer De Heer: Door de toename van het aantal schipperskinderen krijgen we meer schippergelden, is het verstandig om een deel van dit geld te reserveren voor de toekomst? Het is namelijk mogelijk dat de subsidiegelden van de schippers ineens weg vallen. De heer Hakbijl: De positieve resultaten van een verslagjaar, impliciet veroorzaakt door de schippersgelden worden toegevoegd aan het eigen vermogen. Eigen vermogen is bedoeld om tegenvallers in een ander jaar op te vangen. De voorzitter stelt het laatste gedeelte van het jaarverslag aan de orde (bladzijde 34 t/m 47). Vanuit de vergadering komen geen vragen of opmerkingen. De voorzitter vervolgt met het jaarverslag 2013 van de GMR (bladzijde 48 t/m 50) en het jaarverslag 2013 van de Commissie van Toezicht (bladzijde 51 t/m 53). Vanuit de vergadering komen geen vra-gen of opmerkingen. a. Goedkeuring jaarverslag en jaarrekening 2013: Het jaarverslag 2013, inclusief de jaarrekening wordt door de vergadering geaccordeerd en daarmee vastgesteld. b. Verlening decharge aan penningmeester en bestuur: De vergadering verleent decharge aan penningmeester en bestuur.
1.4
Verkiezing Algemeen bestuur
Aftredend en herkiesbaar is de heer G. Holster; tegenkandidaat is de heer H. Vink. Aftredend en niet herkiesbaar zijn de heren A. Hakbijl, H. van der Hel en J.H. Vink. Deze bestuursleden worden hartelijk bedankt voor al het werk dat ze belangeloos verricht hebben tijdens hun bestuursperiode.
1.5 Verkiezing Commissie van Toezicht Aftredend en niet herkiesbaar is de heer A.D.M. Lambregts. Kandidaten in de ontstane e vacature zijn de heren A. Verloop en B.C. Visser. De heer Lambregts wordt zeer hartelijk bedankt voor alles wat hij voor de schoolvereniging heeft gedaan. De heer Lambregts bedankt de voorzitter voor de zeer hartelijke woorden. Hij bewaart hele goede herinneringen aan de jaren dat hij voor de school heeft mogen dienen.
7
Hij wenst een ieder de zorg en zegen van de Heere toe, want aan Zijn zegen is alles gelegen. De heer Zeeders bedankt de heer Lambregts namens ‘zijn’ school (Wartburg College, locatie Marnix) voor alle werkzaamheden die hij voor die school in de beginjaren heeft gedaan. Aan de heren C. Krijgsman en Van Dongen jr. wordt gevraagd, om samen met de heren H. van der Hel en A. Visser, de stemcommissie te vormen. Hierin stemmen zij toe.
1.6
Informatie inzake exploitatie Peuterhof per 1 september 2014
De stichting H3O heeft aangegeven dat ze de exploitatie van de peuterspeelzaal willen beëindigen. Het bestuur heeft dit signaal opgepakt en is in gesprek gegaan met H3O. Er zijn een aantal gesprekken gevoerd met H3O en zij zijn bereid om medewerking te verlenen aan een goede en soepele overdracht. Ook is advies gevraagd aan de GMR en CvT en is informatie ingewonnen bij de VGS. De exacte inkleding van dit alles moet nog gebeuren. Er volgt nog een gesprek met Driestar Educatief over hoe we de peuterspeelzaal het beste kunnen inrichten in onze Vereniging (financieel, juridisch). Het is ook een mogelijkheid om de peuterspeelzaal buiten de Verenging te houden en een aparte stichting op te richten. Die keuze kan altijd nog gemaakt worden. Hier zullen nog adviezen over ingewonnen worden. De VGS heeft geadviseerd om de peuterspeelzaal vooralsnog in de Vereniging te houden. In de statuten van de Vereniging staat niets over het exploiteren van een peuterspeelzaal. Een statutenwijziging kan niet buiten de ledenvergadering om, vandaar dat dit punt nu besproken wordt. De heer Klerk: is het verstandig om nu al de statuten te wijzigen, zonder dat bekend is wat de gevolgen zijn of wat de consequenties zouden kunnen zijn? De heer Van Driel: 1 september a.s. sluit H3O de deuren van de Peuterhof. Het bestuur wil dit niet. Er is een juridische dekking nodig om de Peuterspeelzaal ‘binnen te houden’. Daarom deze statutenwijziging. De heer Vermeulen: Waarom wil H3O van de peuterspeelzaal af? De heer Van Driel: De peuterspeelzaal past niet in het onderwijsconcept dat H3O wil ontwikkelen. De juridische band tussen peuterspeelzaal en H3O wordt doorgeknipt, dit zal worden overgenomen door de VCORG. De manier waarop het peuteronderwijs inhoud en vorm krijgt op de peuterspeelzaal, is een reden om dit werk te continueren. De heer Nieuwenhuyzen: Wat houdt het werk dat op de peuterspeelzaal gedaan wordt precies in? En waar praten we over met betrekking tot de financiën? De heer Van Driel: Op de peuterspeelzaal wordt onderwijs gegeven aan de jongste kinderen. Dit onderwijs bestaat niet uit rekenen en taal, maar uit spelen. Kinderen leren spelenderwijs. Ook wordt de dag begonnen met een Bijbelvertelling en leren de kinderen psalmversjes. Dit alles wordt gedaan op zeer kinderlijke wijze, maar is van groot belang voor het vervolgonderwijs in groep 0 t/m 8. Als de kinderen van de peuterspeelzaal naar groep 0 gaan, is er een overdrachtsgesprek met de betreffende
8
Notulen ALV VCORG leerkracht van die groep. Mw. Magriet Geluk (leidster peuterspeelzaal): Ook het observeren volgens de KIJK! lijn begint al bij de peuters. Van deze observaties worden verslagen gemaakt. Als de peuter van de peuterspeelzaal naar groep 0 gaat, wordt dit verslag besproken. De groepen 0, 1 en 2 werken ook met observatiemethode ‘KIJK!’. Er is hierin dus een doorgaande lijn van peuterspeelzaal naar groep 0. De heer Hakbijl: wat betreft de financiën zijn de risico’s acceptabel. Er is sprake van een sluitende exploitatie. De heer Van de Klooster merkt op dat we blij mogen zijn met een peuterspeelzaal die in lijn ligt met het reformatorisch onderwijs. De kans (tevens een mooi afscheidscadeau voor zijn echtgenote) doet zich nu voor op de peuterspeelzaal binnen het reformatorisch onderwijs te houden, vandaar zijn steunbetuiging hiervoor. De heer Theunisse jr.: Bij H3O is er op de peuterspeelzaal ook een schippersplaats. Blijft die schippersplaats bestaan? De heer Van Driel: Deze schippersplaats blijft bestaan, daar kunt u op rekenen. De heer Lambregts: Het is goed om onderscheid te maken tussen kinderopvang en peuterspeelzaal. De kinderen komen 1 of 2 dagdelen op de peuterspeelzaal. Het spelen op de peuterspeelzaal is vooral goed voor de sociaal emotionele vorming van de kinderen. Het is niet alleen een doorgaande lijn van peuterspeelzaal naar school, maar ook een doorgaande reformatorische lijn. De heer Heikens: Ouders moeten voelen en ervaren dat de eerste verantwoordelijkheid voor de opvoeding, en daarbij ook de Bijbelse vertellingen, bij de ouders zelf ligt. Het is niet een afschepen van ‘de school doet het wel’, de verantwoordelijkheid ligt bij jezelf als ouder. Mevrouw Matthijsse: Is het de bedoeling om naast de peuterspeelzaal ook andere vormen van kinderopvang te realiseren, gezien de tekst ‘peuterspeelzaal en/of kinderopvang’? De heer Van Driel: Er staat inderdaad peuterspeelzaal en/of kinderopvang. Dit hebben we gedaan om alvast te anticiperen op eventuele ontwikkelingen die vanuit de overheid op ons af kunnen komen. Met deze tekst is niet gezegd dat we dit nu ook mogelijk maken. Maar met alle dingen in zijn verband leek het ons goed om de statuten ruim te nemen. De heer Vermeulen: Er staat nu dat de kinderopvang ook geregeld gaat worden. De heer Van Driel: In de doelomschrijving is de mogelijkheid van kinderopvang opgenomen, maar dat betekent niet dat dit ook gaat gebeuren.
9
1.7
Statutenwijziging i.v.m. Peuterhof
De heer Zeeders wijst erop dat de komma in de zin …alle andere wettige middelen, welke aan het doel van de vereniging… (lid 2, regel 3) moet worden weggelaten. De heer Van Driel geeft aan dat er geen bezwaar is om die komma weg te laten. Er ontstaat een discussie over de woorden ‘en/of kinderopvang’. Er wordt gestemd en unaniem besloten om de woorden ‘en/of kinderopvang’ te laten staan en geen nadere redactionele wijzigingen aan te brengen. Het bestuur zegt toe veranderingen rondom ‘kinderopvang’ te allen tijde eerst te bespreken met de ledenvergadering. De statutenwijziging zal worden doorgevoerd. Het bestuur wordt hiertoe gemandateerd.
1.8 Rondvraag Vanuit de vergadering komen geen vragen.
1.9
Uitslag verkiezingen
Er zijn 90 stemmen uitgebracht en als volgt verdeeld: Voor het bestuur: Kandidaat
Aantal stemmen
Dhr. G. Holster Dhr. H. Vink
88 2
Aangenomen
Voor de Commissie van Toezicht: Kandidaat
Aantal stemmen
Dhr. A. Verloop Dhr. B.C. Visser
66 24
Aangenomen
De heer G. Holster is niet op de vergadering aanwezig, maar heeft vooraf aangegeven dat hij bij herverkiezing de benoeming aanvaardt. De heer A. Verloop bedankt de vergadering voor het in hem gestelde vertrouwen en wenst met de hulp van de Heere dit werk te gaan doen. De voorzitter wenst de gekozenen kracht en wijsheid toe.
10
Notulen ALV VCORG 1.10 Meditatief slotwoord en sluiting door ds. G. van Wijk Ds. Van Wijk leest Jesaja 46:1-13. Waarna we stil staan bij vers 4: En tot den ouderdom toe zal Ik Dezelfde zijn, ja, tot de grijsheid toe zal Ik ulieden dragen; Ik heb het gedaan, en Ik zal u opnemen, en Ik zal dragen en redden. Wat zal er van onze kinderen worden? Zullen onze kinderen in vrijheid een plaats vinden om de Heere te zoeken en te dienen? Zullen ze gebracht worden tot het eeuwige leven met Hem? Dit zijn toch de grondvragen waar we op de jaarvergadering mee bezig geweest zijn? Er is teruggeblikt op het afgelopen jaar, maar waarom? Opdat onze kinderen de Heere zouden leren kennen en vrezen en de basis meekrijgen vanuit de Heilige Schrift. Het geheim daarvan vinden we in onze tekst: niet wij zijn het die dragen en zorgen voor de toekomst voor onze kinderen, maar de Heere zelf. Midden in de ballingschap moet de profeet profeteren dat Israël zal worden bevrijd, waarom? Omdat de Heere de onveranderlijke is gebleken. Het geheim staat in de tekst: tot de ouderdom toe zal Ik dezelfde zijn. God maakt het werk af wat Hij begonnen is, Hij laat Zijn werk niet in de steek, God zal Zijn waarheid nimmer krenken. Het volk is in ballingschap en krijgt in het midden van de straf een boodschap die haast niet te geloven is. Het volk staart zich blind op de omstandigheden, op de machtige goden van Babel die sterker en machtiger lijken te zijn dan de God van Israël, het volk was lamgeslagen door de afgoden van Babel. Maar Israël kon toch beter weten? Ook wij kunnen beter weten. Verschilt onze situatie wat betreft de afgoden zoveel van toen? De kerk weet het toch dat onze God machtiger en sterker is dan alle afgoden samen? Kent Israël zijn eigen God niet meer? Hoor Israël, Babel en al zijn afgoden gaan ten onder, Jesaja spreek of Babel al ten onder is gegaan (vers 1). Ook vandaag de dag worden de afgoden nog steeds gediend en eisen nog steeds hun offers, offer aan de god van de welvaart en economie, god van inzicht en techniek, het mag zelfs een mensenleven kosten. Deze goden lijken oppermachtig te zijn, ook in de kerk. Wat is het antwoord van de kerk? Lamgeslagenheid? Anticiperen? Het lijkt soms wel dweilen met de kraan open. Hoeveel ruimte krijgen we nog in de toekomst? De profeet zegt dat het gedaan is met de afgoden van Babel. De stad wordt ingenomen en de goden worden overmeesterd. Ze kunnen het volk niet redden. Op het beslissende moment laten de afgoden het volk in de steek. De afgoden zijn geworden voor de beesten, ze zijn een last voor de vermoeide beesten. Afgodsbeelden van wie het volk alles verwachtte, moeten op hun vlucht nog geholpen en gedragen worden. De dieren die de goden moeten dragen en de mensen die de dieren moeten voorgaan. Daartegenover stelt de Heere God Zichzelf, tegenover die zware afgodendienst waarin je alles zelf moet doen, als een God die niet gedragen hoeft te worden. Wij hebben een God die ons dragen wil. Hoor naar Mij, o huis van Jakob, en het ganse overblijfsel van het huis Israëls! die van Mij gedragen zijt van den buik aan, en opgenomen van de baarmoeder af. Hier wordt het beeld gebruikt van een moeder die het kind draagt vanaf het allerprilste begin en er alle zorg en aandacht aan besteedt. Zo, zegt de Heere, heb Ik gedaan met Mijn volk, met Israël. Ik heb voor u gezorgd, ook toen u dat nog niet wist. De zorgen van de Heere beginnen niet pas bij de wedergeboorte, maar al voor onze geboorte. Van voor de geboorte zijn we al gedragen door Hem, ook al wisten we het toen nog niet. Hij zorgt, zodat ons leven in stand blijft. Hij komt tot ons met een roepstem van bekering. Persoonlijke vraag: waarom zou de Heere ons tot op deze dag hebben gespaard? Zou het niet zijn dat we ons tot Hem zouden wenden? Het valt niet mee om je te laten helpen en te laten dragen. Een mens wil zo lang als mogelijk is zelfstandig blijven, liever nog dat ik de last van een afgod in mij meetorst dan dat ik mij overgeef. Weet u wanneer het anders wordt? Wanneer je tot overgave gedwongen wordt? Als de Heilige Geest ons oog richt op de Man van smarten, op de allerzwaarste last die een mens maar denken kan en ons doet zien dat Hij die gedragen heeft, het Lam Gods dat de zonden der wereld wegneemt. Dit deed Ik voor u daar gij anders de eeuwige dood zou moeten sterven. Dit laat ons zien op de gewilligheid van God, tot de grijsheid toe. De Heere hoeft niet gedragen te worden, Hij draagt Zijn volk. Hij wordt in het dragen niet moe. We mogen er toch om bidden dat de Heere dit werk in de kinderen wil beginnen?
11
Ook als onze kinderen en wij oud geworden zijn, Hij blijft dezelfde. Wat een troost ligt daarin voor al degene die op de Heere hopen. Hij is en blijft de onveranderlijke in Zijn trouw en toezegging. In vers 4 wordt vaak het woord ‘Ik’ gebruikt, Ik zal het doen, is dat het ankerpunt? Dat is toch het geheim? Niet wij, schoolvereniging, ouders, leerkrachten en bestuur zullen het doen. We hebben voortdurend van onszelf af te wijzen en onze kinderen op te dragen aan Hem. Staat Hij in het middelpunt van Uw leven? Wij moeten het woord ‘ik’ maar niet te veel gebruiken, maar de Heere mag het gebruiken. Hij zegt: komt allen tot Mij die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven. Zo draagt de Goede Herder het verloren schaap op Zijn schouder naar Huis. Niemand zal hen uit Mijn hand rukken en Ik zal hun het eeuwige leven geven. Wat staat ons dan nog meer te doen dan te vertrouwen op deze God? Ds. Van Wijk laat nog zingen Psalm 138 vers 4, eindigt met gebed waarmee de vergadering is gesloten.
Vastgesteld op: ……………………… ………………………
voorzitter
secretaris
12
Inleiding 2. Inleiding De afkorting VCORG staat voor Vereniging Christelijk Onderwijs op Reformatorische Grondslag. De vereniging heeft momenteel twee basisscholen en een peuterspeelzaal onder haar beheer. Aan deze basisscholen, de ds. J. Bogermanschool en de ds. J. Polyanderschool hebt u uw kinderen toevertrouwd. Iedere dag komen de kinderen binnen en u hebt als ouders daar verwachtingen bij. Wie en wat willen we zijn als scholen? Als we zoeken naar het antwoord op die vraag dan gaat het over de identiteit van onze schoolvereniging en daarmee dus ook van onze scholen. Identiteit is het hart van ons onderwijs. Die identiteit staat onder druk. Van binnen en van buiten. Wanneer beantwoord je aan de verwachtingen die ouders hebben van de school? Het antwoord kan eenvoudig zijn namelijk: als ze goed onderwijs krijgen. Wat is goed onderwijs? In het achterliggende jaar heb ik op verschillende bijeenkomsten geluisterd naar wat goed onderwijs is. Ik geef u twee antwoorden. Antwoorden die ver uit elkaar liggen en die beiden warme verdedigers vinden. De eerlijkheid gebiedt dat de opvatting wat goed onderwijs is wel steeds vaker tendeert naar het eerste antwoord. Goed onderwijs geeft een school waar de leerlingen maximaal presteren. De uitslagen van de toetsen zijn op een zodanig niveau dat de school alles uit de kinderen weet te halen wat er in zit aan intellectuele capaciteiten. Deze mening hoorde ik vooral op bijeenkomsten waar vertegenwoordigers van de overheid het woord voerden. Ik hoorde met grote stelligheid beweren dat iedere leerling op zo’n school het meest gelukkig is. Daar werd ook gezegd dat deze leerling straks ook het meest waardevol is voor de maatschappij. Het is een voorbeeld van economisch denken. Hoe bereik je het grootste nut. Deze scholen streven naar het hoogst haalbare. Ze streven naar excellentie. Leerkrachten formuleren frequent hoogst haalbare doelen voor iedere leerling en worden door de directie geconfronteerd met het resultaat. Is dit alles te bereiken op en met een school? Volgens onze huidige bewindslieden van het onderwijs wel. Alles is immers maakbaar zo houden zij vol. Het is niet de school waar ik de ouders en de kinderen wil ontvangen. Een ander antwoord: goed onderwijs geeft een school waar de kinderen zich veilig voelen. Alles doet vertrouwd aan. Het is er nog net eender als toen u zelf de school bezocht afgezien van wat hulpmiddelen in het klaslokaal. Een aardige juf en meester heten de kinderen iedere dag welkom. Er worden waarden en normen meegegeven waar we ons thuis bij voelen en die zelf voorstaan. Veranderingen en vernieuwingen worden bij voorkeur buiten de deur gehouden want ze hebben nog nooit iets goed gebracht. De resultaten zijn wel wat minder, maar dat wat minder geeft wel aan dat we datzelfde vertrouwde gevoel hebben als vroeger. Ook deze school is niet de school die wij willen zijn. Wat staat ons wel voor ogen? Het gaat over twee zaken identiteit en kwaliteit. Deze twee mogen niet tegen elkaar worden uitgespeeld. Een serieus nemen van de identiteit zal ook een zorgvuldig toezien op de kwaliteit inhouden, maar wel vanuit de identiteit. Vanuit Gods Woord en Zijn heilzame geboden. Aan iedereen die op onze scholen werkt, is gevraagd of ze van harte het reformatorisch onderwijs willen dienen. Dat wil zegen, dat ze in woord en daad tonen, dat ze dit onderwijs vanuit hun identiteit voorstaan. Daar zijn ze op aanspreekbaar en daar spreken we met elkaar over tijdens individuele gesprekken en tijdens vergaderingen en scholingsbijeenkomsten. Deze identiteit verplicht ons om van daaruit te werken aan een zo goed mogelijke kwaliteit van het onderwijs. Het welbevinden van de kinderen is voor ons een eerste prioriteit. Het didactisch vermogen is iets waar we aan willen blijven werken. We willen onze vakkennis ontwikkelen. In dit alles heeft de Bijbel het eerste en het laatste Woord. Naar dat Woord moet niet alleen aan het begin van de dag geluisterd worden. Het moet doorwerken en doorvertaald worden in ons bezigzijn de gehele dag. Dat is een taak en opdracht.
13
Die taak is nooit af en die opdracht is nooit volbracht. Voor ons als Vereniging en als scholen is er veel te doen. Dat mag in het weten dat, zoals onze vorige voorzitter het vaak uitdrukte in zijn gebed, “het niet onze scholen zijn maar Uw scholen, die U ons hebt geschonken”. Die wetenschap bewaart ook voor een zekere krampachtigheid. Wij mogen werken op Zijn eigendom. Op Zijn zaaiveld. Op dit veld moet er veel zorg zijn voor het nog zo kwetsbare jonge stekje terwijl de wortelende plant niet uit het oog verloren moet worden. Op dit landgoed mogen we vertellen dat Hij uit genade wil omzien naar hen die naar Hem niet zochten. Dat Hij ze wil verblijden met een altijd durende vreugde. Dan is een kind pas echt gelukkig. Dat is het goede leven.
Genieten & verwonderen Op 5 januari stapte ik voor mijn eerste LIO-dag de klas binnen. Alle negenentwintig gezichten keken mij nieuwsgierig aan, sommigen met een lieve lach anderen wat wantrouwend: wat zal deze nieuwe juf ons brengen? Ik stelde mij voor als juf Corline, wat best een moeilijke naam is. Daarom zeggen veel kinderen als iemand vraagt hoe de juf heet: ‘nou, ze heet gewoon juf.’ Na een dag observeren mocht ik zelf voor de klas. Toen leerden de kinderen en ik elkaar heel snel kennen. Samen speelden we in de hoeken, leerden we veel over de supermarkt, het ziekenhuis, de lente en over feest en maakten we prachtige werkjes die altijd gezellig in de klas ophangen, zodat iedereen kan zien hoe knap wij zijn! Want dat vinden wij belangrijk in groep 2: we zijn trots op elkaar, omdat we allemaal ons best doen, zelfs als we iets moeilijk vinden. Ik geniet enorm van de kinderen. Samen doen we elke dag ons best om er een fijne dag van te maken. Daarom beginnen we iedere morgen met gebed, waarvoor de kinderen gebedspunten aan mogen dragen, omdat we weten dat we zonder de hulp van de Heere Jezus niets kunnen en zo snel juist de verkeerde dingen doen. We hebben Zijn zegen iedere dag nodig! Ook tijdens het Bijbelverhaal luisteren alle kinderen muisstil. Heel mooie gesprekken voerden we na de vertelling met elkaar. Juist deze momenten gaven glans aan de dag. Tijdens het buitenspelen werd mijn conditie vaak op de proef gesteld voor een wedstrijdje ‘wie het hardst kan rennen’. Ook voeren we dan diepzinnige gespreken over zonsverduisteringen, die streep achter een vliegtuig in de lucht, vogels die overvliegen of over het vraagstuk: hoeveel weegt de juf (want papa weegt ook 100 kg)? Kort samengevat heb ik een heel mooie tijd gehad in groep 2. Ik heb samen met de kinderen genoten van hun rijke fantasie en we hebben ons verwonderd over de kleine dingen. Een heerlijke tijd! Ook het team van de Polyanderschool stond altijd voor mij klaar. Voor een gezellig praatje of voor praktische tips waren ze altijd bereid om tijd en energie voor mij vrij te maken. Vooral mijn mentrix en studieloopbaanbegeleider hebben mij fantastisch begeleid om mij sterker te doen staan in de beroepspraktijk! Corline Moree LIO-stagiaire, groep 2 Polyanderschool
14
Algemeen 3.1
Uitgangspunten jaarverslag
Voor u ligt het jaarverslag 2013 van de Vereniging voor Christelijk Onderwijs op Reformatorische Grondslag te Dordrecht. Het jaarverslag is een verantwoordingsdocument, waarin het bestuur verantwoording aflegt van het gevoerde onderwijskundig, personeels-, financieel en beheersbeleid. Tevens legt het bestuur verantwoording af van het kwaliteitsbeleid en de resultaten ervan in diverse ken- en stuurgetallen. Zij doet dit aan verscheidene belanghebbenden, waaronder ouders, leden van de schoolvereniging, personeel, medezeggenschapsraad, commissie van toezicht, inspectie en ministerie van onderwijs en wetenschappen. Het doel is niet alleen het afleggen van verantwoording, maar ook om noodzakelijk geachte bijstellingen te kunnen onderbouwen om daarmee tevens vooruit te zien op 2014 en de daarop volgende jaren. Voor u ligt het jaarverslag 2014 van de Vereniging voor Christelijk Onderwijs op Reformatorische Grondslag te Dordrecht. Het jaarverslag is een verantwoordingsdocument, waarin het bestuur verantwoording aflegt van het gevoerde onderwijskundig, personeels-, financieel en beheersbeleid. Tevens legt het bestuur verantwoording af van het kwaliteitsbeleid en de resultaten ervan in diverse ken- en stuurgetallen. Zij doet dit aan verscheidene belanghebbenden, waaronder ouders, leden van de schoolvereniging, personeel, medezeggenschapsraad, commissie van toezicht, inspectie en ministerie van onderwijs en wetenschappen. Het doel is niet alleen het afleggen van verantwoording, maar ook om noodzakelijk geachte bijstellingen te kunnen onderbouwen om daarmee tevens vooruit te zien op 2015 en de daarop volgende jaren.
3.2
Centrale thema De missie van de scholen is: ‘In vertrouwen bewaren en bouwen’.
We werken samen voor de kinderen. Daar ligt onze belangstelling en daar zetten we ons voor in. Met alle collega’s hebben we voor de schoolplanperiode 2011 -2015 het onderstaande geformuleerd in ons schoolplan: Voor beide scholen geldt: We willen dat onze kinderen zich welbevinden, goede prestaties leveren, en zich ontwikkelen tot verantwoordelijke en christelijke burgers. •
Welke school(omgeving) hebben onze kinderen daarvoor nodig?
Onze kinderen hebben een school(omgeving) nodig: 1. waar een haalbaar, gedegen en compleet (leerstof )programma is vastgesteld 2. waarin uitdagende doelen gesteld worden en effectieve en constructieve feedback gegeven wordt 3. die veilig, ordelijk en stimulerend is 4. waarin collegialiteit én professionaliteit is 5. waarin een heldere communicatie met en een merkbare betrokkenheid van ouders is (en anderen buiten de school) 6. waar vanuit onze missie gewerkt wordt •
Welke klassenomgeving hebben onze kinderen daarvoor nodig?
Onze kinderen hebben een klassenomgeving nodig, waarin de leerkracht zorgt voor: 1. een goede didactische aanpak 2. een goede pedagogische benadering 3. een ordelijke, taakgerichte en uitdagende werksfeer 4. een goed klassenmanagement 5. ordelijke en stimulerende leeromgeving 6. Christelijk onderwijs en opvoeding
15
Bij dit alles willen wij ons laten leiden door de Bijbel als het onfeilbare Woord van God.
Toelichting centraal thema Om te werken aan een optimalisatie van deze school- en klassenomgeving zijn er in het schoolplan 2011-2015 verschillende doelstellingen geformuleerd. Bovenschools is er voor het schoolplan, door de gezamenlijke teams geformuleerd welke onderwerpen wanneer in de periode van 2011-2015 aan de orde moeten komen. De resultaten daarvan zijn vastgelegd in het gezamenlijk schoolplan (2011-2015). Ieder cursusjaar worden er werkgroepen samengesteld die zich dat jaar bezighouden met het (verander)onderwerp dat voor dat cursusjaar is gepland. Het kan voorkomen dat een onderwerp cursusjaar overstijgend is. Collega’s hebben dan de keus om nog een jaar in dezelfde werkgroep te blijven of om zich bezig te gaan houden met een ander onderwerp. Periodiek leggen werkgroepen schriftelijk verantwoording af van hun activiteiten. Deze verantwoording is een onderdeel van de managementrapportage. Deze rapportage komt aan de orde in de bestuursvergadering en wordt ook overlegd met de commissie van toezicht en met de medezeggenschapsraad. De werkzaamheden van de werkgroepen worden ieder jaar geëvalueerd. Doelstellingen en voornemens, geformuleerd in het schoolplan, worden ieder cursusjaar twee keer gecheckt, geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. Op deze wijze wordt de continuïteit en de betrokkenheid van ieder personeelslid geborgd. Het bezig zijn in de werkgroepen draagt ook bij aan de professionalisering van het individuele teamlid en daardoor ook aan de teams als geheel.
3.3 Instellingsgegevens Bevoegd gezag Vereniging voor Christelijk Onderwijs op Reformatorische Grondslag te Dordrecht Adres secretariaat: A. Visser Eikenlaan 94 3319 SE Dordrecht Telefoon: 078- 6160834 e-mail:
[email protected] Hieronder vallen de:
3.4
Ds. J. Bogermanschool, Prof. Waterinklaan 43, Dordrecht Ds. J. Polyanderschool, Atmosfeerstraat 34-36, Dordrecht
Juridische structuur
De Vereniging blijft als hoogste bestuursorgaan het meeste recht doen aan betrokkenheid en democratie voor de ouders van de scholen en andere betrokkenen. Zij is statutair vastgelegd met als grondtaak het in stand houden en bevorderen van twee scholen voor reformatorisch primair onderwijs en heeft als voedingsgebied de stad Dordrecht. De Vereniging is gegrond op het onveranderlijke Woord van God, naar de overzetting daarvan uit de oorspronkelijke talen, op last van de Staten Generaal der Verenigde Nederlanden en volgens besluit van de Nationale Synode in 1618 en 1619 en naar de verklaring, daarvan gegeven in de Drie Formulieren van Enigheid, zoals die zijn vastgesteld door voornoemde Synode.
16
Algemeen 3.5 Organisatiestructuur De vereniging wordt bestuurd door een bestuur, bestaande uit leden van die vereniging. Het bestuur bestuurt in zekere zin op hoofdlijnen volgens het Policy Governance principe dat wil zeggen ‘goed bestuur’. Het bestuur hanteert de volgende uitgangspunten: • •
• • • •
Het bestuur is in de eerste plaats de “representant” van de leden van de vereniging, die op het bestaan van deze schoolorganisatie zijn aangewezen; Het bestuur is eindverantwoordelijk voor alles, maar maakt een helder onderscheid tussen het eigen domein van besluitvorming en dat van de algemeen directeur en zijn medewerkers; aansturing vindt plaats op basis van (globale) uitspraken over te behalen doelen, alsmede over de handelingsruimte die de algemeen directeur met het managementteam krijgt om deze waar te maken; De bestuursverantwoordelijkheid berust niet bij individuele bestuurders doch bij het bestuur als geheel. Dit vereist discipline van elk bestuurslid; Een sluitend toezicht op en verantwoording over de uitvoering is mogelijk door deze af te zetten tegen de vooraf gedane uitspraken en via vooraf overeengekomen instrumenten; Het principe dat het bestuur zich over het door hem gevoerde beleid - dus ook over dat wat onder zijn mandaat gebeurt- verantwoordt aan diegenen aan wie het verantwoording verschuldigd is, waaronder de leden; De beste bestuurspraktijk is om het beleid zoveel mogelijk proactief te formuleren en aldus helder mandaat te geven wat van de algemeen directeur en het managementteam zal worden verwacht en wat de ruimte is voor nadere beleidsvorming en uitvoering.
Het bestuur wil werken overeenkomstig aan de door de PO-raad vastgestelde sectorcode Goed bestuur. De commissie van toezicht oefent toezicht uit op het bestuur. Het bestuur stelt daarom alle relevante documenten ter beschikking aan de commissie. Periodiek komen commissie van toezicht en het bestuur met de algemeen directeur in vergadering bijeen en wordt uitleg en toelichting gevraagd en gegeven over gevoerd beleid en genomen keuzes.
3.6
Bestuur-, Commissie van toezicht- en Commissiegegevens
• Bestuursleden en functie Bestuursleden en functie Dhr. G.B. van Driel Dhr. G. Holster Dhr. A.Visser Dhr. B.H. Dekker
1e voorzitter 2e voorzitter 1e secretaris 2e secretaris
Dhr. L.J. Rijnhout Dhr. J.W. Baars
2e penningmeester
• Commissie van toezicht Leden Commissie van toezicht en functie Dhr. C.J. van der Beek Dhr. A. Hoogesteger
voorzitter secretaris
Dhr. B. Cornet Dhr. A. Verloop
lid lid
• Beheerscommissie Deze commissie is belast met het beheer van de gebouwen via een meerjaren onderhoudsplanning. Deze planning wordt jaarlijks door de commissie opgesteld en geactualiseerd door het Ingenieursbureau Dor-
17
drecht waarmee ook het nodige overleg wordt gevoerd. Elders in dit jaarverslag is in het hoofdstuk ‘beheer’ een verslag van de beheerscommissie over de verrichte activiteiten in 2014 opgenomen. Leden beheerscommissie Dhr. G. Holster (bestuurslid en voorzitter ) Dhr. W. Jansen Dhr. C. Kraijenoord
Dhr. J. Riemens Dhr. A.C. Vermeulen
• Vertrouwenspersonen In het kader van de klachtenregelingen zijn onderstaande personen benoemd tot vertrouwenspersoon, tot wie personeel en leerlingen zich bij klachten kunnen wenden. In dit kalenderjaar zijn er geen meldingen bij deze commissie binnengekomen. Vertrouwenspersonen Dhr. A. J. van Vugt
Mw. G.F. Lemstra - Luckerhof
Het bestuur is aangesloten bij de VGS, Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs, gevestigd te Ridderkerk. Ook maken we gebruik van de administratieve diensten van het VGS.
3.7
Kernactiviteiten en werkgebied
De kernactiviteit van de VCORG is: Het verstrekken van basisonderwijs overeenkomstig de grondslag van de vereniging, zodanig dat leerlingen gaan beschikken over kennis en vaardigheden die hen toegang geven tot het vervolgonderwijs, aansluitend bij algemeen erkende einddoelen alsmede de kennis en vaardigheden om, zo de Heere het geeft, hun plaats als christen in de maatschappij te mogen innemen. Hierbij streeft de VCORG naar kwalitatief hoogwaardig primair onderwijs. De visie op onderwijs en de missie van de scholen is beschreven en uitgewerkt in het schoolplan en de schoolgids. Hierin staan tevens de strategische beleidskeuzes van de school en de integrale aanpak van het geheel beschreven. Strategische beleidskeuzes richten zich met name op twee zaken: • Het doorvertalen van onze identiteit. • Het reageren en anticiperen op ontwikkelingen en tendensen in onze maatschappij die de koers van de school mede bepalen of beïnvloeden. Een goede interne en externe analyse van de huidige resultaten is een belangrijke voorwaarde om te komen tot de juiste beleidskeuzes voor de komende jaren.
18
Algemeen 3.8
Bestuurlijke activiteiten
• In dit verslagjaar zijn in zeven bestuursvergaderingen de onderwerpen van de eerder vastgestelde jaarkalender besproken. Twee van deze vergaderingen waren gedeeltelijk in het bijzijn van de leden van de commissie van toezicht (CvT). • Daarnaast is er diverse malen contact geweest met de gemeenschappelijke zeggenschapsraadsleden (GMR). Een delegatie van het bestuur is op bezoek geweest bij een GMR vergadering om diverse onderwerpen met elkaar te bespreken. • Buiten de scholen zijn er door meerdere bestuursleden en directie contacten geweest met en/of vergaderingen bijgewoond van externe betrokken partijen, bijv. gemeentelijk overleg of vergaderingen van samenwerkingsverbanden. • In mei is er een avond belegd met dr. E. Mackay. Gedurende deze avond heeft dr. Mackay stilgestaan bij het hebben en behouden van een Christelijke geloofstraditie in een (post)moderne wereld, naar aanleiding van zijn boekje ‘Het grote huis’. Samen met de leerkrachten, de GMR, de CvT en het MT is er uitvoerig en diepgaand gesproken over dit onderwerp. Een eventueel vervolg is niet ondenkbaar. • De trend met betrekking tot de lichte groei in leerlingenaantallen die vorig is ingezet, zet zich dit jaar verder door. Het bestuur is hierover dankbaar en verwonderd. • Tijdens de algemene ledenvergadering zijn de 1e en 2e penningmeester en de 1e secretaris van het bestuur en de voorzitter van de CvT definitief afgetreden. In december zal tevens een lid van de beheerscommissie na jarenlange inzet zijn functie neerleggen. Eén bestuurslid is herkozen en bij de CvT is een nieuw lid toegetreden. • Het bestuur spreekt haar waardering uit naar alle leden die deze vergadering bijwoonden. In tegenstelling tot andere jaren zien wij nu jaarlijks een structureel hogere opkomst. Dit zegt iets over uw betrokkenheid. Dank daarvoor. • Dit jaar heeft de stemming plaatsgevonden omtrent het adviesrecht van de GMR. Voor alle geledingen binnen de GMR is het adviesrecht op basis van een twee derde meerderheid aan stemmen gecontinueerd. • In december zijn de laatste stappen gezet om de Peuterhof officieel in te lijven bij onze vereniging. Met stichting H3O is er tot het laatste moment samengewerkt om een zo soepel mogelijke overgang te bewerkstelligen. De peuterleidsters zullen vanaf 1 januari 2015 in dienst van de vereniging komen. Doordat de Peuterhof dan onder de vlag van de VCORG valt, is hiermee de continuïteit van reformatorisch onderwijs, ook voor onze peuters, gewaarborgd. • Ook in dit verslagjaar waren er perioden van blijdschap en droefheid. In het bijzonder denken we aan het sterven van dhr. Van Dijke na een ernstige ziekte en dhr. Geluk die vlak voor Kerst door een bedrijfsongeval aan boord van zijn schip zo plotseling uit het leven is weggenomen. • Een woord van dank aan alle betrokkenen op en rondom onze scholen. Zeker ook alle vrijwilligers, zorgouders, leden van de beheerscommissie, leden van de CvT en GMR die ook belangeloos hun energie en tijd stoppen in school gerelateerde zaken. De hulp en inzet van deze vrijwillige krachten is een waardevolle bijdrage aan het welzijn van en op onze scholen. • Tenslotte, iedere dag mag het onderwijs worden gegeven aan onze kinderen gegrond op Gods Woord. Iedere dag mag er ook begonnen worden met Gods Woord. Wat een verantwoordelijkheid rust er dan ook op de schouders van onze leerkrachten en directie. Maar ook bij u als ouders en bij ons als bestuur. De Heere doe ons dagelijks die verantwoordelijkheid gevoelen, zodat we Hem ook daarin mochten benodigen voor tijd en eeuwigheid.
19
3.9
Bestuurlijke federatieve samenwerking
De VCORG maakt deel uit van de Federatieve Vereniging voor Primair Onderwijs op Reformatorische Grondslag in de regio Rijnmond (FPO Rijnmond). Het stimuleren van onderlinge samenwerking en het bevorderen van de belangen van de individuele scholen is een belangrijke doelstelling van de federatie. De federatiescholen dienen er naar te streven de school-specifieke ontwikkeling af te stemmen op de ontwikkelingen uit de federatie. Belangrijke beleidsterreinen zijn kwaliteitsbeleid, handelings bewust werken, Integraal personeelsbeleid, ICT, arbobeleid, versterking beleidsvoerend vermogen en communicatie. De praktische uitwerking van het beleid vindt plaats op het directieberaad van de scholen. Kernwoord in de ontmoeting tijdens het directieberaad is “Eigenaarschap”: iedereen moet een bijdrage willen leveren en iedereen is eigenaar van / verantwoordelijk voor het succes van het functioneren van het beraad. Leidinggeven aan een gemeenschap bindt ons samen. Een transparante communicatie en persoonlijke relatie zijn kernwaarden zowel voor de scholen, als voor FPO-Rijnmond. We zijn betrokken op elkaar. Het leiding geven aan professionele communicatie en persoonlijke relatie heeft een plaats op de agenda. De agenda wordt ondergeschikt gemaakt aan het leerproces. We zien het DB van FPO-R als een oefenplaats, want de hiervoor genoemde kernwaarden gelden ook in de eigen school. Daar spelen dezelfde zaken. Investeren in professionele(re) communicatie en relatie binnen FPO-Rijnmond helpt om deze zelfde zaken in de eigen organisatie te verbeteren.
3.10 Samenwerkingsverband, Leerlingenzorg en Schipperskinderen Berséba In augustus startte formeel het passend onderwijs. Het landelijke samenwerkingsverband Berséba heeft een ondersteuningsplan geschreven en een begroting gemaakt. De inspectie heeft een positief oordeel gegeven over de kwaliteit. Een belangrijk doel is dat er meer kinderen in het basisonderwijs zullen worden opgevangen. Nieuw is in dit verband ook dat we nu voor het eerst ook te maken krijgen met aanmeldingen van kinderen met cluster 3-problematiek(meervoudig)gehandicapte en (langdurig) zieke kinderen. Voor het cursusjaar 2014/2015 vermeldt het jaarplan van Berséba drie thema’s:
A Professionalisering ondersteuningsteams De OT’s hebben beslissingsbevoegdheid gekregen op het gebied van onderzoek, het aanvragen van toelaatbaarheidsverklaringen en inzet van financiële middelen. Daarnaast moet de samenwerking met de jeugdzorg van de gemeente worden opgezet. B Kwaliteitszorg Kwaliteitszorg op het niveau van Berséba is beschreven in het document Kwaliteitszorg Regio Randstad. Inspectierapporten laten drie kernthema’s zien die op veel scholen onvoldoende scoren: resultaten van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, analyse van opbrengsten en planmatig handelen. Deze thema’s worden tijdens netwerkbijeenkomsten behandeld. C Hoogbegaafdheid Dit thema is op niet zoveel scholen al naar tevredenheid uitgewerkt. Onze scholen vormen hierop gelukkig een uitzondering omdat we er al meerdere jaren vanuit de werkgroep PLUS mee bezig zijn. Op beide locaties is een collega die uitvoering geeft aan de ideeën van de werkgroep.
20
Algemeen Jeugdzorg in Dordrecht Door de invoering van de wet op de Jeugdzorg, wordt de gemeente Dordrecht per 1 januari 2015 verantwoordelijk voor alle vormen van jeugdhulp waarvoor een indicatie nodig is. Per 1 januari 2015 zullen vijf sociale teams en drie jeugdteams starten met wijkgerichte hulpverlening. De sociale teams zijn de voordeur voor informatie, advies en ondersteuning en in de jeugdteams zijn de professionele jeugdzorginstellingen vertegenwoordigd die aan jeugdzorg gestalte geven. Gelukkig is identiteitsgebonden jeugdhulp daarin gewaarborgd. De schakel van school naar de jeugdzorg van de gemeente loopt via de ondersteuningsteams van onze scholen. Daarin heeft ook het schoolmaatschappelijk werk een belangrijke schakelfunctie. Professionalisering en leerlingenzorg Specialisten binnen de teams De gedragsspecialisten gaven zelfstandig leiding aan de eerste ronde groepsbesprekingen. Ze be-spraken op grond van door de leerkrachten aangeleverde voorinformatie wat de groepen op sociaal-emotioneel gebied vooral nodig hebben voor het huidige cursusjaar. Later in het jaar wordt dit geëvalueerd met de leerkrachten om het effect na te gaan. Daarnaast verdiepen de beide teams zich in het onderwerp gedrag, waarbij de gedragsspecialisten een sturende rol vervullen in de uitwerking ervan.
File Het is een maandag als altijd. De weg tussen schip en school is een weg waar het dringen is. Kennelijk wil iedereen via deze weg ergens die kant op. Met als gevolg dat we geen van allen echt opschieten. Hier sta ik machteloos. Eenmaal weer aan boord terug is het ook een week als altijd. De weg tussen maandag en vrijdag is een weg waar het voor een schippersvrouw ook nogal eens druk is. Eten koken en de was doen worden afgewisseld met uurtjes in de stuurstoel (schippers houden nou eenmaal van middagdutjes). Stofzuigen en strijken worden afgewisseld met een stuwplan maken voor de volgende containerlading (‘mijn schipper’ is niet zo van de computer). En sinds een paar jaar het werk van de medezeggenschapraad. Ook in mijn agenda is het steeds hetzelfde liedje: file. Maar niet getreurd, dit kan ik zelf oplossen. Gezin en kinderen, en dus ook de school, staan ver bovenaan. De rest zal even moeten wachten. Sinds ik in de GMR zit heb ik veel respect voor al het werk wat op school voor onze kinderen gedaan wordt en daar wil ik graag een steentje aan bijdragen. File of geen file. Hartelijke groet, Anna Boogaard Ouder en secretaris GMR, Bogermanschool
21
De rekenspecialist heeft zich vooral verdiept in automatisering bij rekenen, wat heel belangrijk is voor een goede ontwikkeling van de rekenvaardigheid. In overleg met de ib’ers en de teams wordt gewerkt aan verbetering van dit onderdeel. De taalspecialist heeft onderzoek gedaan naar de kwaliteit van de taalmethode, waarna verbeter-voorstellen zijn uitgewerkt en ingevoerd op het gebied van begrijpend lezen, grammatica en spelling. Ook heeft het technisch lezen een extra impuls gekregen door ervoor te zorgen dat in alle groepen voldoende leesboeken aanwezig zijn, die allemaal zijn voorzien van niveauaanduidingen. Verder wordt er onderzoek gedaan doet hij onderzoek naar de resultaten voor taal gedurende de achterliggende vier schooljaren op beide scholen, waaruit voorstellen voor verdere verbetering van het taalonderwijs zullen voortvloeien. Schipperskinderen Vanaf de start in groep 3 t/m groep 8 nemen de schipperskinderen op school een plaats in te midden van de walkinderen. Het uitgangspunt voor alle leerkrachten is dat ze voor alle kinderen zo goed mogelijk tegemoet proberen te komen aan hun onderwijsbehoeften, door oog te hebben voor hun stimulerende en belemmerende factoren en daaruit voortvloeiende onderwijsbehoeften. Daarbij zijn de leerkrachten op de hoogte van en alert op de specifieke leefsituatie van schipperskinderen. Ze houden er rekening mee dat hun leven in drie verschillende milieus meer van hun sociaal-emotionele draagkracht kan vragen. Daarnaast is het onze ervaring dat veel schipperskinderen weinig tot geen moeite hebben met het schakelen tussen de milieus, vooral ook naarmate ze ouder worden. De extra bekostiging die we voor schipperskinderen ontvangen, willen we inzetten om de gewone dingen buitengewoon goed te doen. Investeren in een goede leerontwikkeling en sociaal-emotionele ontwikkeling. We willen werken vanuit de relatie met het kind. Daarom is het streven van de school om te investeren in groepsverkleining, zodat de leerkracht als de centrale figuur hier aandacht aan kan besteden. Hulpplannen Binnen handelingsgericht werken hebben we ons bezonnen op verdere verbetering van het werken met hulpplannen. De opbrengstgegevens zijn hierin leidend om kinderen te clusteren die extra aandacht nodig hebben. Kinderen die een individueel hulpplan nodig hebben voor ondersteuning bij een leergebied of voor gedrag, worden op de gebruikelijke wijze binnen en buiten de groep extra geholpen. Door toepassing van een eenduidige en toegankelijke werkwijze worden de hulpplannen praktische werkdocumenten die de extra zorg ondersteunen. Resultaten van het onderwijs en kwaliteitszorg Beschrijving activiteiten en resultaten In het achterliggende cursusjaar is op beide scholen een stap gezet op het gebied van opbrengstbewust werken. We zijn eerst op groepsniveau aan de slag gegaan met het analyseren van opbrengstgegevens. Vanuit het MT is dit voorbereid, waarna de ib’ers het verder hebben uitgewerkt in onderling overleg. Tijdens de tweede ronde groepsbesprekingen met de leerkrachten is voor het eerst grondig gekeken naar de opbrengstgegevens van de medio-afnames van de Citotoetsen. Er werden streefdoelen en interventies geformuleerd voor de tweede helft van het leerjaar. Over het algemeen waren de scores ruim voldoende en konden de leerkrachten ook verklaringen geven van de oorzaken, wanneer de score lager was. Tijdens een studiedag kwam dit onderwerp nog een keer uitgebreid aan de orde. We willen jaarlijks de medio- en eindafnames blijven analyseren, zodat we daarmee ook aan de eisen van de inspectie voldoen. Daarnaast zijn er in het huidige cursusjaar twee scholingsmomenten geweest waarin het MT is geïnformeerd over hoe de opbrengstgegevens kunnen worden geanalyseerd op schoolniveau. De inspectiekaarten van beide scholen laten ruim voldoende scores zien. Schoolmaatschappelijk werk(SMW) Beschrijving activiteiten en resultaten Het schoolmaatschappelijk werk is in het afgelopen cursusjaar bovenschools verder afgestemd. Het is beschreven in het document “Beleid m.b.t. het SMW.” Er staat in hoe het SMW is georganiseerd en hoe het werkt. Dit cursusjaar werd vanuit het SMW weer een pleinwachtcursus gegeven, die leidde tot bezinning, nieuwe bovenschoolse afstemming en een stuk toerusting voor de deelnemende ouders.
22
Algemeen Ib-overleg en ib- BoPo-overleg Het bovenschoolse overleg tussen de ib’ers van de beide scholen vond meermalen plaats. Dit overleg richt zich op de inhoudelijke kant van de zorg. Veel onderwerpen kregen aandacht en werden zoveel mogelijk afgestemd. We spraken o.a. over becijfering, groepsbesprekingen, notities in Parnassys, opbrengstgericht werken en rapporten. Daarnaast ging ook het ib-BoPo-overleg door, dat zich vooral richt op het bovenschoolse beleid m.b.t. zorg. In dit overleg participeren alle ib’ers en een lid van het MT. We spraken o.a. over aandachtspunten vanuit studiedagen, de voortgang van hgw en becijfering. Ondersteunings Team (OT) Het Zorg Advies Team(ZAT) noemen we nu Ondersteunings Team(OT) omdat dit de gangbare term is geworden. We vergaderden meermalen over zorgleerlingen die werden ingebracht. Daarnaast besloten we om de samenstelling van het OT te houden zoals die nu is, dus ook in het komende cursusjaar. Aan het OT nemen deel: de ib’ers, de orthopedagoog van Driestar Educatief, de smw-er en de schoolarts. Verder zijn altijd de ouders, verzorgers en leerkrachten uitgenodigd van de leerlingen die tijdens dit overleg worden besproken. Leerlingenzorg Op beide scholen functioneert de leerlingenzorg naar wens. Er zijn 4 ib’ers die de zorg coördineren. We werken volgens de cyclus van handelingsgericht werken, waarin groeps- en leerlingenbesprekingen elkaar afwisselen. Dit waarborgt de continuïteit van de zorg. Ondersteuningsprofielen In mei is er een gesprek geweest met de regiomanager van het samenwerkingsverband over de ondersteuningsprofielen van de beide scholen. Ze kregen een positieve waardering.
3.11 Schoolgegevens • Namen managementteam en brinnummers (bekostigingsnummer van de overheid) Naam
Functie
Naam
Functie
B.A.D. van der Wulp
Algemeen directeur
C.M. van der Klooster
Coördinator / IB-er
I.G. Molendijk
Adjunct-directeur
A. de Ligt
Studieloopbaanbegeleider
G.C. de Heer
Adjunct-directeur
School
Brincode
Ds. J. Bogermanschool
07OW
Ds. J. Polyanderschool
08XJ
Interne ontwikkelingen
Instroom schipperskinderen Ds. J. Bogermanschool
23
01-10-15
01-10-16
01-10-17
01-10-18
13
13
16
7
Geprognosticeerde telgegevens leerlingen Het totale leerlingenaantal is voor het tweede jaar gestegen. Deze stijging is in tegenspraak met eerdere prognoses. Deze lieten namelijk een geleidelijke daling zien op beide scholen. Welke oorzaken leiden tot deze onverwachte groei en is deze structureel? Een oorzaak is de komst van een aantal jonge gezinnen naar Dordrecht. Een tweede oorzaak is het toegenomen aantal schipperskinderen. Naar het zich laat aanzien zet deze trend zich de komende jaren door. Deze groei brengt met name voor de Bogermanschool een huisvestingsprobleem met zich mee omdat de school berekend is op 230 leerlingen. Er zijn inmiddels contacten gelegd met de gemeente om dit probleem te bespreken en samen naar een oplossing te zoeken. Of de groei structureel is, blijft een vraag waar we het antwoord nog niet op kunnen geven.
Beste lezer(s)/lezeres(sen), Wij zitten dit jaar in groep 8. Dit jaar was erg leuk en we hebben veel excursies gehad. Zo zijn we onder andere naar de Tweede Kamer geweest en daar een stukje van een debat bijgewoond. Ook zijn we naar het Waterschap Hollandse Delta geweest. Zo ongeveer in het midden van het jaar kwam er een nieuwe meester op onze school. Hij heet meester Van Dalen. Dit kwam doordat meester Van Koeveringe een nieuwe baan als directeur had gekregen op een andere school. De nieuwe meester bevalt ons erg goed. Hij staat altijd voor ons klaar. Hij heeft namelijk heel veel klaaropdrachten en doet veel spelletjes tussendoor, zoals Commando Pinkelen. Ook hebben we op donderdag nog een andere juf, namelijk juf Bontenbal. Op die dag hebben we ook gym, omdat meester Van Dalen geen diploma heeft om gym te geven. Wel is er een nadeel aan deze school. We hebben namelijk een heel klein plein. Hierdoor worden spelletjes als overloop en tweelingtik veel saaier, omdat je geen genoeg ruimte hebt. Hartelijke groeten, Dirk van den Heuvel en Iwan Pasveer, Groep 8 van de Ds.J.Bogermanschool in Dordrecht.
24
Personeelsbeleid 4.1 Inleiding Het personeelsbeleid van de Vereniging wordt centraal vormgegeven. Alle personeelsleden zijn in dienst van dezelfde werkgever. Zij hebben dus allen een bestuursbenoeming. In het achterliggende jaar zijn behalve de leden van het managementteam ook diverse leerkrachten op beide locaties werkzaam geweest. Het personeel onderschrijft de grondslag van de school en stelt zich daarmee onder het onvoorwaardelijk gezag van Gods Woord. Deze keuze heeft gevolgen voor het totale dagelijks handelen. Het bestuur heeft als blijvende opdracht meegegeven: Samen doen wat samen kan. Meerdere bovenschoolse werkgroepen zijn actief gedurende een schooljaar. Op deze manier worden de diverse sterke kanten benut en leren collega’s elkaar zien en waarderen Tijdens de gezamenlijk jaaropening met beide teams en op studiedagen wordt aan onze opdracht vanuit onze identiteit aandacht gegeven. Collega’s gaan met elkaar in gesprek over vragen rondom de identiteit en de uitkomsten worden gedeeld. Tijdens voortgang - en ontwikkelingsgesprekken is er ruim aandacht voor de eigenheid van de individuele leerkracht. Leerkrachten worden gestimuleerd om zich zowel in- als extern te professionaliseren. Een professionele organisatie, waarin een leerkracht zijn taken vervult, is een niet te onderschatte randvoorwaarde voor de kwaliteit van het onderwijs en de aantrekkelijkheid van het beroep. Goed werkgeverschap is daarbij ook van groot belang. Bij- en nascholing van het personeel is tevens een verantwoordelijkheid van de werkgever dat gefinancierd wordt uit de middelen als onderdeel van de bekostiging. Een collega is benoemd als directeur basisonderwijs te Leerdam. Een andere collega heeft aangegeven haar werkzaamheden in combinatie met het gezin niet meer te kunnen verenigen. In beide vacatures kon worden voorzien. Er heeft zich verder geen geval van ontslag voorgedaan.
4.2 Professionalisering Voorbereiden van het schoolplan 2015-2019 In oktober was er een gezamenlijke studiedag. Doel was om met elkaar na te denken over ons onderwijs in de komende vier jaar. Omdat we als managementteam het belangrijk vinden dat beide teams het belang zien van het werken aan verbetering van de onderwijskwaliteit geven we hen de gelegenheid om zelf de onderwerpen in prioriteit en verdeeld over vier jaar aan te dragen. De uitkomsten worden besproken binnen het managementteam en de uiteindelijke keuzes worden weer voorgelegd aan de teams. De resultaten worden vermeld in een matrix in het schoolplan. Iedereen verbindt zich om de geformuleerde doelen te bereiken. Bij deze werkwijze weet iedereen zich betrokken bij de veranderingen in de komende vier jaar. Ieder half jaar wordt er getoetst of de geformuleerde doelen behaald zijn. Terugkoppeling daarvan vindt plaats naar bestuur, cvt, mr door middel van de management rapportages en naar ouders in de schoolkalender en het jaarverslag. Professionalisering Het onderwerp gedrag kwam verschillende keren aan de orde op de teamvergaderingen. Als mt besloten we daaraan wat te doen. De vraag was wat kun je doen op korte en wat op langere termijn. Gedrag heeft te maken met gewoontevorming. Vandaar dat we voor de langere termijn met de kinderen actief willen bezig zijn met de vraag en het antwoord: wat en hoe gedraag je je in die situatie. Een werkgroep heeft zich gebogen over de vraag welke methode aansluit bij de identiteit en de belevingswereld van onze scholen. Dit heeft geleid tot de keuze, de introductie en het ge-
25
bruik van de methode “kinderen en hun sociale talenten”. Met onze onderwijsadviseur en de teams zijn we verder na gaan denken over gedrag. Wat verwachten de ouders van de school en wat mogen we als school van de ouders verwachten? De antwoorden zijn geïnventariseerd en uitgewerkt. De teams gingen met de uitslagen aan de slag. De opbrengsten zijn aan de werkgroep gedrag gegeven. Die hebben het één en ander uitgewerkt. De uitkomsten willen we graag op de komende ouderavond presenteren. De gedragsspecialisten op beide scholen zijn in de gelegenheid gesteld om hun kennis op dit gebied beschikbaar te stellen aan de teams door de eerste groepsbesprekingen te leiden. De afspraken worden in de loop van het jaar geëvalueerd. Met een medewerker van Driestar Educatief zijn er verschillende gesprekken geweest over de gestelde en bereikte doelen. Op deze manier willen we verder uitvoering geven aan het bewust handelingsgericht werken.
4.3 Personele bezetting per 31-12-14
Aantal pers.leden in dienst in verslagperiode (incl. OOP)
Bogermanschool
Polyanderschool
26
21
Personele inzet Bogermanschool Functiecategorie
2014*
2015
2016
2017
2018
2019
Directie
0,50
0,50
0,50
0,50
0,50
0,50
Onderwijzend personeel
12,94
13,73
13,73
14,25
14,67
14,73
Onderwijsondersteunend personeel
1,89
1,95
1,95
1,95
1,95
1,95
Schoonmaak
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
Vervanging e.r.
0,20
0,20
0,20
0,20
0,20
0,20
Totaal
15,53
16,38
16,38
16,90
17,32
17,38
2014*
2015
2016
2017
2018
2019
Personele inzet Polyanderschool Functiecategorie Directie
0,50
0,50
0,50
0,50
0,50
0,50
Onderwijzend personeel
10,83
10,54
10,44
10,81
11,33
11,33
Onderwijsondersteunend personeel
1,02
1,02
1,02
1,02
1,02
1,02
Schoonmaak
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
Vervanging e.r.
0,15
0,20
0,20
0,20
0,20
0,20
Totaal
12,51
12,26
12,16
12,54
13,06
13,06
26
Personeelsbeleid De totale formatie zal in de toekomst toenemen als gevolg van de toename van het aantal leerlingen. Bovendien komen er gelden van het samenwerkingsverband naar de scholen toe in verband met de wet passend onderwijs. Met de controller van het VGS worden al deze ontwikkelingen voortdurend gevolgd en wordt er geanticipeerd op de actuele ontwikkelingen. De groei van het aantal leerlingen is meest zichtbaar op de ds. J. Bogermanschool. Alle lesruimten zijn daar benut. Zelfs de BSO ruimte is vanaf januari ingericht als lesruimte. Als er een extra groep gerealiseerd moet worden is het onderwerp huisvesting heel dringend. Om die reden is er een spoedprocedure bij de gemeente ingediend.
4.4
Ontwikkelingen personeelsbeleid
In het jaar 2014 zijn de volgende onderdelen van het integraal personeelsbeleid aan de orde geweest: Onderdeel
Korte toelichting
Status
Taakbeleid
Tijdsinzet van het personeel. Berekeningsmodel van VGS ingezet
Afgerond
Formatieplan
Inzet van personeel in relatie tot werkzaamheden en kosten binnen begrotingsmodel VGS
Afgerond
Ontwikkelingsgesprekken
Met elk personeelslid wordt een ontwikkelingsgesprek gehouden, waarbij het POP (Persoonlijk Ontwikkelingsplan) en de competenties en het functioneren worden besproken
Afgerond
Exitgesprekken
Met vertrekkende personeelsleden wordt een gesprek gevoerd over de achterliggende periode. Tijdens dit ge-sprek wordt de achterliggende periode geëvalueerd
Afgerond
Beoordelingsgesprekken
Met nieuw benoemde personeelsleden wordt een beoordelingsgesprek gehouden als overgang van tijdelijke naar vaste benoeming. Wanneer het functioneren niet voldoende ontwikkelt worden er eveneens beoordelingsgesprekken gehouden.
Afgerond
Functiemix
De ‘functiemix’ is de verdeling van leraren (in voltijdbanen, fte’s) over de salarisschalen. Met het Convenant LeerKracht van Nederland wordt op termijn meer dan 1 miljard euro per jaar extra geïnvesteerd in het onderwijs, waarvan het grootste deel wordt ingezet voor betere beloning van leraren.
Lopend
4.5 Arbodienst Als scholen zijn we aangesloten bij de federatie Rijnmond. Alle Arbozaken worden in een gezamenlijk contract via de federatie geregeld. Zo zijn we aangesloten bij de Arbodienst Arbomanager in Zeist voor de afhandeling van ziekte- en verzuimmeldingen.
27
Onderwijskundig beleid 5.1
Veranderdoelen en nascholingsactiviteiten
Veranderdoelen Bogerman- & Polyanderschool 2014
Nascholing
Status
1.
Het jonge kind: Ontwikkelingsgericht onderwijs: spelend leren rekenen
Driestar Educatief denkt in Voortgezet voorbereiding mee. MT-leden verzorgen studiemiddagen
2.
Het jonge kind: KIJK ontwikkelingsvolgmodel. Bespreking en uitvoering ontwikkelingslijnen; tussendoelen koppelen aan thematische activiteiten
Driestar-Educatief denkt in Voortgezet voorbereiding mee. MT-leden verzorgen studiemiddagen
3. Het vergroten van eigen vaardigheden met betrekking tot het spreken en het geven van Engels
Driestar Educatief verzorgt de Voortgezet nascholing. Er is een nascholing voor de onderbouw en één voor de bovenbouw.
4. Het leren van vaardigheden om te komen tot een groepsplan waarin aandacht is voor het individuele jonge kind
Driestar-Educatief Mt-leden/ib-ers
Voortgezet
5. Het in de praktijk vorm geven van praktisch onderwijs en dat borgen in een document
Driestar-Educatief Mt-leden/ib-ers
Voortgezet
6. Het actualiseren van de gezamenlijke schoolgids
MT
Afgerond
7. Het uitgeven bij de aanvang van een nieuw schooljaar van een geïntegreerde jaarplanner en 2 schoolkalenders
MT
Afgerond
8. Timemanagement in het kader van eigenaarschap
Driestar-Educatief studiemiddagen
Afgerond
9.
Driestar-Educatief Studiemiddagen
Voortgezet
10. In het kader van HGW het voeren van kindgesprekken. Het gaat hierbij om het stellen van de juiste vragen op de juiste manier.
Gedragsspecialisten /Ib-ers
Voortgezet
11. Het uitvoeren van groepsbezoeken en groepsbesprekingen
Mt-leden/ib-ers
Voortgezet
12. Aandacht gedrag
Mt-leden/Werkgroep /team
Voortgezet
H(O)GW: het analyseren interpreteren van de toets resultaten zodat iedere leerkracht in staat is onderwijs op maat te bieden
Beste lezer(es), Dit jaar hebben we veel pret gehad. We hebben ook veel excursies gehad, waaronder het bezoek aan de Tweede Kamer der Staten Generaal. Voor de rest staat er ook nog een uitje naar HVC gepland. Op een dag hoorden we opeens van meester Van Koeveringe dat hij directeur zou worden van een basisschool in Leerdam. Daardoor hebben we nu een nieuwe meester: Patrick van Dalen. Het is een hele leuke meester die veel spelletjes tussendoor doet als we ons werk goed en stil uitvoeren. Op donderdag hebben we altijd juf Bontenbal. We hebben aan het eind van het jaar natuurlijk nog schoolkamp. Daar heeft iedereen natuurlijk super veel zin in. Bedankt voor het lezen, Jonathan Sekeris en Marnix Hofman, groep 8 Bogermanschool
28
Onderwijskundig beleid 5.2
Besteding Prestatiebox
Vanuit het ministerie wordt circa 21.000 euro ontvangen als uitvloeisel van de gesloten akkoorden (onderwijs- en herfstakkoord). Een deel van deze gelden zijn bedoeld als impulssubsidie voor opbrengstgericht werken en cultuureducatie. Deze inkomsten worden voornamelijk gebruikt voor de dekking van de nascholing, zoals die voortkomt uit het jaarplan. De extra ontvangen gelden worden verder ingezet voor het realiseren van extra (instroom) groep. Het ontvangen bedrag is als volgt aangewend: • Het professionaliseren en coachen managementteam € 1560,• Het professionaliseren en coachen van individuele teamleden € 3775,• Het professionaliseren team op weg naar nieuw schoolplan € 1300,• Handeling Bewust Werken in het kader van kwaliteitsbeleid € 3500,• Bijdrage orthopedagoog aan Z(org) A(dvies) T(eam) € 3320,• Diverse culturele activiteiten € 4000,• Het aanschaffen van een digitaal programma Begrijpend Lezen € 3500,• Het aanschaffen van een digitaal Engels oefenprogramma € 2000,• Cambridge cursus Engels € 1400,• Nascholing Engels € 1875,- • Cursus identiteit € 1120,-
5.3 Peuterspeelzaal “Onze” peuterspeelzaal, de Peuterhof, heeft dit cursusjaar twee groepen peuters die op de ochtenden van de lange dagen komen. Op 31 december 2014 is H3O gestopt met de administratieve afhandeling en de bestuurlijke verantwoordelijkheden van de peuterspeelzaal en is dit alles overgedragen per 01-01- 2015 aan de VCORG. Het mooie voor de kinderen is dat onze toekomstige leerlingen elkaar al kennen vanuit de peuter-speelzaal en de doorstroming naar de eerste kleutergroep een natuurlijk karakter heeft. Ook kleuters van schippers maken regelmatig gebruik van de peuterspeelzaal. Tussen de peuterspeelzaal en de basisschool is er sprake van een warme overdracht. De peuterspeelzaal werkt met hetzelfde observatiesysteem als de kleuters. Buitenschoolse opvang De VCORG heeft de buitenschoolse opvang geregeld door kleinschalige identiteitsgebonden gastouderopvang. Dit wordt geboden door Korelon te Zwijndrecht, een christelijk gastouderbureau. Korelon richt zich in haar beleid primair op het kind. Veiligheid en stabiliteit zijn voor het kind van levensbelang. Zij probeert dit te bereiken door de opvang te concentreren rond gezin en school, waarbij de kerkelijke achtergrond een cruciale factor is. De vertrouwde omgeving van het kind wordt hierdoor maximaal bewaard. De continuïteit van het ‘gewone’ leven kan doorgaan. De kans dat een kind kan worden opgevangen in een bekende en vertrouwde omgeving wordt hierdoor geoptimaliseerd.
5.4 Kwaliteitszorg Leerlingen en hun ouders moeten erop kunnen vertrouwen dat hun school onderwijs van voldoende kwaliteit realiseert. Naast de inspectie, die risicogericht toezicht houdt, hebben de scholen zelf meerdere instrumenten om de kwaliteit regelmatig te meten. In het achterliggende schooljaar is verder ingezet om het samenvattende kwaliteitszorg instrument Integraal verder te implementeren. Dit instrument biedt de mogelijkheid om zorg te dragen voor een goed systeem van zelfevaluatie. Het geeft tevens de mogelijkheid om op een logische manier de verbinding naar schoolontwikkeling en persoonlijke ontwikkeling te leggen.
29
Nadat beide teams een basisvragenlijst hebben ingevuld zijn de leerlingen gevraagd een lijst met diverse onderwerpen over hun schoolbeleving in te vullen. Daarna was de vraag aan de ouders een oudervragenlijst in te vullen. Het verkrijgen van deze lijsten was door technische problemen geen eenvoudige opgave. Deze actie is daarom ook verlengd naar 2015. De antwoorden in deze vragenlijsten voorzien ons van informatie op de volgende domeinen van kwaliteitszorg : onderwijsleerproces, planmatige ondersteuning, schoolcultuur, samenwerking met ouders, kwaliteitsmanagement, organisatiemanagement, imago. Het schoolbestuur is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs op de school, voor de financiële situatie en voor het naleven van wetten en regels. Het bestuur moet zich verantwoorden over de resultaten. Beide scholen vallen onder het basistoezicht van de inspectie, dat wil zeggen dat ze het vertrouwen van de Inspectie van het Onderwijs hebben. Er vindt dan in principe voor de periode van één jaar geen verder toezicht plaats. De inspectie heeft geen aanwijzingen dat er belangrijke tekortkomingen zijn in de kwaliteit van het onderwijs. De resultaten van inspectiebezoeken zijn te vinden op www.owinsp.nl.
5.5 Monitoringsgegevens Door de schooljaren van de leerlingen heen worden diverse methode- en niet-methodegebonden toetsen afgenomen. Voor het monitoren zijn de niet-methodegebonden toetsen, zoals de Cito-entreetoetsen, de SEO-toets (Schooleindonderzoek) en de Cito-eindtoets van belang. De SEO toets geeft nu geen percentage meer wat betreft de schoolvorderingen. Vandaar dat die niet meer vermeld worden. Beide scholen hopen in 2015 mee te doen aan de inmiddels verplichte eindtoets voor het basisonderwijs. De toets wordt afgenomen bij het CITO. Resultaten toetsen over het jaar 2014 SEO Intelligentiescore
Schoolvorderingenscore
Ds. J. Bogermanschool 2012
103,8
106,4
Ds. J. Bogermanschool 2013
99,2
105,5
Ds. J. Bogermanschool 2014
104,8
Ds. J. Polyanderschool 2012
108,2
109,2
Ds. J. Polyanderschool 2013
103,5
109,7
Ds. J. Polyanderschool 2014
109,0
Totaal gemiddelde van de deelnemende scholen aan het Schooleindonderzoek
102,0
104,2
30
Onderwijskundig beleid Met een directielid van het Wartburg College locatie Marnix, waar zo goed als alle kinderen naar toe gaan, is er jaarlijks een gesprek over de verwijzing van de kinderen naar het voortgezet onderwijs. De inspecteur die in 2013 de school bezocht vond de manier waarop wij als scholen de verwijzing doen en de leerlingen blijven volgen een schoolvoorbeeld. Ieder jaar ontvangen wij de vorderingen van onze oudleerlingen en vergelijken we het niveau met het destijds gegeven advies. De afstemming zowel mondeling als schriftelijk met het voortgezet onderwijs is heel belangrijk voor een goede aansluiting.
Uitstroomgegevens leerlingen 2014 Cursusjaar 2013-2014
Aantal leerlingen naar het voortgezet onderwijs
VMBO BK Basis- en Kaderberoepsgericht
VMBO GT Gemengd theoretisch
HAVO HAVO/VWO VWO TTO
Ds. J. Bogermanschool
21
4
8
9
Ds. J. Polyanderschool
26
5
8
13
5.6
Kwaliteit en personeelsbeleid
Om de kwaliteit van het onderwijs, de professionaliteit van de onderwijsgevenden en de doorgaande lijn te waarborgen worden er gesprekken gevoerd met ieder personeelslid. Binnen de scholen is een gesprekkencyclus opgezet zodat ieder personeelslid inzicht heeft in zijn eigen functioneren. Leerkrachten vullen voor het geplande gesprek een formulier in. Dit formulier gaat uit van de competenties voor leraren (SBL). Daarnaast staan er een aantal vragen in, die tot doel hebben na te denken over het dagelijks functioneren, de visie op het onderwijs, de identiteit en de eigen ontwikkeling. Deze vragen worden jaarlijks geactualiseerd. Van het gevoerde gesprek wordt een verslag gemaakt waarin o.a. de afspraken staan voor de komende periode. Ook de functiemix kan de kwaliteit van het onderwijs positief beïnvloeden. De functiemix houdt in dat, zoals in het Convenant Leerkracht van Nederland is afgesproken, scholen extra geld krijgen om leerkrachten in hogere salarisschalen te belonen. In het jaar 2010 is de functiemix ingevoerd op beide scholen. Samen met het bestuur en de VGS is een instrument ontwikkeld waar de criteria in staan waaraan iemand moet voldoen om in aanmerking te komen voor een LB schaal. Om de nodige objectiviteit te waarborgen vraagt iemand die in aanmerking wil komen aan een groepsleerkracht, een intern begeleider en een directielid een instrument in te vullen waarin de competenties staan verwoord.
31
De gezamenlijke uitslag wordt naast die van de persoon die zich er voor heeft aangemeld gelegd en besproken. Degene die LB-er wordt, geeft vervolgens aan waar hij/ zij het komende jaar aan gaat werken. De resultaten komen in de jaarlijkse gesprekscyclus terug. Omdat er dit schooljaar geen nieuwe personeelsleden waren die voldoen aan de gestelde kwaliteitscriteria is het aantal LB-ers gelijk gebleven. Inmiddels hebben nu 4 groepsleerkrachten de opleiding HBO-plus afgerond. De opleidingen worden bekostigd vanuit geld dat beschikbaar wordt gesteld door de overheid. Dit betreft de zogenaamde lerarenbeurs. Hiermee wil de overheid een kwaliteitsimpuls geven aan de scholen.
April 2015… Het is inmiddels al weer ruim een jaar geleden dat ik op de Ds. J. Bogermanschool en Ds. J. Polyanderschool ben begonnen als managementassistent en onderwijsassistent. Hieronder zomaar even een korte beschrijving van een willekeurige werkdag: Het eerste deel van de ochtend (ongeveer van 8.00-10.00 uur) ben ik bezig met administratieve en secretariële taken: lezen en beantwoorden van mailtjes, telefoon opnemen, ziekmeldingen doorgeven aan de leerkrachten, verwerken van facturen en nog vele andere werkzaamheden. Om 10.00 uur komt er een leerling uit groep 4, hij krijgt extra hulp bij rekenen. We bespreken en maken de sommen die aan de beurt zijn. Om 11.00 uur komt een leerling uit groep 1 een kleurplaatje kleuren, waarbij hij moet oefenen om zijn potlood met de juiste pengreep vast te houden. Hij doet erg goed zijn best en gaat na een kwartiertje, met rode wangen van de inspanning, weer terug naar de klas. De middag begint met een groepje leerlingen uit groep 5 die extra moeten oefenen met spelling. Ze doen dit met het programma Ambrasoft, de leerlingen kunnen hiermee heel specifiek oefenen met de spellingcategorieën die zij nog lastig vinden. Dan volgt een groepje leerlingen uit groep 7, we werken in het oefenboek ‘woordstroom’ om de woordenschat te vergroten. Als laatste zijn de kinderen van groep 0 aan de beurt, ze mogen mee naar boven om te computeren. Na schooltijd worden de logboeken en hulpplannen bijgewerkt en de lessen voor de volgende dag voorbereid. Dan is het alweer tijd om naar huis te gaan. Al met al heb ik een zeer afwisselende, leuke en mooie baan. Hartelijke groet, Janske in ‘t Veld
32
Financieel beleid 6.1
Publieke en private gelden
In onze vereniging hebben we te maken met publieke en private gelden. Publieke gelden zijn de gelden die we van het Rijk ontvangen. Private gelden zijn de gelden die we van ouders of kerken ontvangen, zoals ouderbijdragen, zendingsgeld, geld dat ingezameld wordt door acties en collectegelden. Aan zendingsgeld werden de volgende bedragen aan de diverse zendingsbureaus overgemaakt: Instanties
Bogermanschool
Polyanderschool
Zending Gereformeerde Gemeenten
€ 838,00
€ 500,00
Zending Christelijke Gereformeerde Kerken
€ 838,00
€ 500,00
Gereformeerde Zendingsbond
€ 838,00
€ 500,00
Mbumazending
€ 838,00
€ 500,00
Woord en Daad inclusief adoptie
€ 838,00
€ 900,00
-
€ 250,00
Deputaatschap Bijbelverspreiding
€ 419,00
€ 250,00
Bonisa Zending
€ 419,00
€ 250,00
Spaans Evangelische Zending
Overige acties: Woord en Daad kerstkaarten
€ 796,50
Actie Winterhulp KOEH
€ 660,57
-
Extra actie Bonisa Zending
€ 255,00
-
-
€ 150,00
Actie Zendingsweek, Ger. Gem/ GZB
€ 767,50
Ten behoeve van een aan te brengen scheidingswand bij het speellokaal in verband met geluidshinder werden op de Bogermanschool later in het jaar ook diverse acties gehouden. Uiteindelijk werd er bijna € 15.000,- ingezameld. De rest is bijgelegd door het bestuur. De wand is inmiddels gerealiseerd en voldoet aan alle verwachtingen.
33
6.2
Overzicht Financiën
Analyse van het nettoresultaat Realisatie 2014 (A)
Begroting 2014 (B)
(A- / -B)
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
Baten (B1) Rijksbijdragen
2.016
1.990
26
73
0
73
117
67
49
2.205
2.057
148
1.642
1.645
-4
61
63
-2
(L3) Huisvestingslasten
168
153
15
(L4) Overige instellingslasten
190
195
-6
2.060
2.057
3
145
1
145
6
3
3
151
4
148
(B2) Overige overheidsbijdragen (B3) Overige baten Totaal baten Lasten (L1) Personele lasten (L2) Afschrijvingen
Totaal lasten Saldo baten en lasten (R1) Saldo fin. baten en lasten
Nettoresultaat
In verband met afronding kunnen hier en daar verschillen in de optelling voorkomen. Het verslagjaar 2014 werd gekenmerkt door een resultaat van circa 151.000 euro, daar was gerekend met een resultaat van circa 4.000 euro. Zowel de scholen als de vereniging hebben een positief resultaat gerealiseerd. De grootste afwijking wordt veroorzaakt door de ontvangst van een gemeentelijke bijdrage van circa 73.000 euro (B2). Dit betreft een bijdrage van circa 66.000 euro. Deze is 50/50 verdeeld over beide scholen en heeft betrekking op een afrekening met het openbaar onderwijs (stichting OPOD). Ook voor 2015 en 2016 wordt nog een bedrag verwacht. Daarnaast is er nog een bedrag van 7.000 euro ontvangen. Voor de rijksbijdragen geldt dat vanaf augustus 2014 de inkomsten vanuit het samenwerkingsverband hier verantwoord worden. Het gaat om circa 21.000 euro. Deze baten zijn begroot onder de overige baten (B3). De realisatie van de geoormerkte subsidie (circa 6.000 euro) betreft subsidie lerarenbeurs, hier staan ook extra lasten tegenover. Tussen de rijksbijdragen en niet-geoormerkte subsidies treedt enige verschuiving op.
34
Financieel beleid Voor de overige baten geldt dat er een afwijking van circa 49.000 euro positief is gerealiseerd. Dit betreft grotendeels extra baten vanuit het samenwerkingsverband (uitkering liquidatiegelden oude samenwerkingsverband ad circa 50.000 euro). Hier staat tegenover dat een deel van de baten gerealiseerd zijn onder B1. De totale afwijking op de inkomsten inzake het samenwerkingsverband (onder de overige baten) bedraagt circa 32.000 euro positief. Daarnaast zijn er ook diverse premierestituties en diverse overige vergoedingen gerealiseerd, totaal gaat het om circa 28.000 euro. Hier staat tegenover dat de baten van de vereniging lager zijn dan begroot (circa 8.500 euro). De afwijking op de personele lasten bedraagt 4.000 euro. Dit betreft een hogere realisatie van de lonen en salarissen van circa 4.500 euro (0,2% van de totale loonsom) en een positieve afwijking van circa 8.200 euro op de overige personele lasten. Laatst genoemde betreft met name de lagere realisatie van de kosten inzake schoolontwikkeling/ begeleiding en nascholing. Voor de huisvestingslasten geldt dat er een negatieve afwijking van circa 15.000 euro is gerealiseerd. Deze heeft met name betrekking op de post klein onderhoud en schoonmaakkosten. Voor beide geldt dat er een aantal incidentele grotere posten zijn opgenomen. De gerealiseerde afwijking op de overige lasten bedraagt circa 6.000 euro negatief. Opvallend is de lagere realisatie van de lasten inzake de vereniging. Daarnaast geldt dat de overige lasten binnen de leermiddelen lager zijn dan begroot. Hier staat echter wel een hogere realisatie van de computerkosten tegenover. Dit wordt eveneens veroorzaakt door eenmalige lasten: er heeft namelijk een upgrade plaatsgevonden van de huidige computers (locatie Bogermanschool, de Polyanderschool volgt in 2015).
Beste lezers, Wij zijn Jorian en Jonathan. Het laatste schooljaar (groep 8) bij meester De Ligt en juf Jacqueline is leuk. Rekenen kan leuk zijn maar dat ligt aan de soort les. Na de pauze leest de meester of de juf uit een boek. De meester kan dat echt supergoed. Wij vinden ‘Wambo’ en ‘Oorlogswinter’ de leukste boeken. Ook de geschiedenisverhalen zijn leuk en interessant. De meester vertelt dat heel goed en hij laat er ook filmpjes bij zien. Jorian zit in de plusklas. De plusklas is superleuk. Juf Anne-Margriet is de lerares. De eerste opdracht die we deden was een werkstuk over 2 ontdekkingsreizigers. We doen ook maakopdrachten. We moesten bijvoorbeeld een onderwerp in gedachten nemen en de ‘VET’- sleutel toepassen. Vervormen Eraf halen en Toevoegen. Jonathan heeft moeite met rekenen. Taal en spelling vond hij ook lastig. Hij heeft regelmatig extra rekenlessen gevolgd bij meester Slabbekoorn. Op maandag en vrijdag de middagpauze mogen wij binnen tafeltennissen. Op dinsdag en donderdag doen de meiden uit onze klas dat.
35
Groetjes van Jorian van de Velde en Jonathan Besseling Groep 8 polyanderschool
Financiële positie ACTIVA
Ultimo 2014
Ultimo 2013
Ultimo 2012
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
Immateriële vaste activa
-
-
-
Materiële vaste activa
400
448
502
Financiële vaste activa
38
-
-
438
448
502
-
-
-
Vorderingen
178
197
234
Liquide middelen
928
749
524
Totaal vlottende activa
1.106
946
758
Totaal activa
1.544
1.394
1.260
Totaal vaste activa Voorraden
PASSIVA
Algemene reserve
Ultimo 2014
Ultimo 2013
Ultimo 2012
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
748
598
446
Bestemmingsreserves publiek
-
-
-
Bestemmingsreserves privaat
376
374
376
1.123
972
821
229
229
236
Langlopende schulden
-
-
-
Kortlopende schulden
192
194
203
1.544
1.394
1.260
Eigen vermogen Voorzieningen
Totaal passiva
Het totale kapitaal laat ultimo 2014 een stijging zien, deze wordt met name veroorzaakt door de positieve realisatie en daarmee ook als gevolg een positieve kasstroom (stijging van de liquide middelen). Voor de materiële vaste activa geldt dat de waarde ultimo 2014 gedaald is als gevolg van een lage investeringsgraad. Met ingang van 2014 is er sprake van financiële vaste activa: dit betreft een verstrekte lening aan SWV WSNS Barendrecht en is aangegaan per 1 augustus 2014. Het niveau van de voorzieningen is ultimo 2014 gelijk aan 2013. Er is voor circa 46.000 euro gedoteerd en voor dat zelfde bedrag heeft er een onttrekking plaatsgevonden, beide hebben grotendeels betrekking op de voorziening groot onderhoud.
36
Financieel beleid Financiële kengetallen Met behulp van een aantal kengetallen kan een verdere beoordeling worden gegeven van de financiële positie. Naast de waarden zoals deze gelden voor 2011, 2012 en 2013, wordt tevens de algemene adviesnorm weergegeven. Kengetal
Norm
2014
2013
2012
Liquiditeit
2,00
5,77
4,87
3,74
Solvabiliteit
0,50
0,73
0,70
0,65
Rentabiliteit
n.v.t.
6,87%
7,00%
2,80%
Weerstandsvermogen (bestuursniveau)
n.v.t.
35,87%
25,14%
16,06%
15,00%
17,19%
7,18%
-2,82%
Kapitalisatiefactor incl. privaat vermogen
max. 60%
64,38%
59,00%
60,64%
Kapitalisatiefactor excl. privaat vermogen
max. 60%
47,80%
42,14%
37,03%
Weerstandsvermogen (schoolniveau)
De kengetallen laten ultimo 2014 een financieel gezond beeld zien. Daarbij geldt dat er een stijging zichtbaar is ten opzichte van 2013. De gestegen liquiditeitsratio kent zijn oorzaak in de stijging van de liquide middelen, als gevolg van de positieve kasstroom. Het positieve resultaat, zichtbaar in het kengetal rentabiliteit, en de lage investeringsgraad inzake de materiële vaste activa zijn er de oorzaak van dat het weerstandsvermogen gestegen is tot ruim 35% op bestuurs- en ruim 17% op schoolniveau. Voor de kapitalisatiefactor geldt dat deze eveneens is gestegen, de waarde bedraagt op bestuursniveau circa 64%. Daarmee ligt de ratio een fractie hoger dan de maximale norm welke vanuit de overheid wordt geadviseerd. Op schoolniveau blijft deze er echter onder. De kapitalisatiefactor is een indicator van hoe het vermogen is belegd. Bij een te hoge factor geldt dan vaak dat er een te hoge vermogensbuffer aanwezig is. De factor wordt altijd gecorrigeerd voor privaat vermogen, in dit geval ligt dit kengetal onder de gestelde norm, hierdoor kan gesteld worden dat de vermogenspositie van de scholen op orde is.
Investerings- en financieringsbeleid Zoals reeds eerder werd gesteld, kenmerkte het verslagjaar 2014 zich door een lage investerings-graad: er werd in totaal voor een bedrag van circa 13.000 euro bij een afschrijvingslast van circa 61.000 euro. De investering betreft de aanschaf van diverse ICT, een digibord en diverse leermiddelen. Het financieringsbeleid is er op gericht dat er geen gebruik behoeft te worden gemaakt van externe kredietverstrekkers. Alle investeringen zijn binnen dit beleid uitgevoerd.
Treasury verslag In 2014 hebben er geen beleggingen plaatsgevonden in risicodragend kapitaal. De verstrekte lening aan het samenwerkingsverband WSNS Barendrecht is aangegaan vanuit het private vermogen. Het betreft een rentedragende lening met een looptijd van maximaal 25 jaar en een achtergestelde lening met een looptijd van maximaal 37 jaar. De rentevergoeding bedraagt respectievelijk 12 maands Euribor + 2% en 6,5% (op jaarbasis). De beschikbare vrije middelen werden overgemaakt naar een spaarrekening en waar mogelijk voor een jaar vastgezet in hoger renderende deposito’s. Er hebben zich in het verslagjaar geen liquiditeitsproblemen voorgedaan. Bij het selecteren van een bank voor het onderbrengen van de spaartegoeden wordt door het bestuur gelet op de credit rating van de betreffende bank, conform de Regeling beleggen en belenen van het Ministerie en met het oog op het zoveel als mogelijk waarborgen van een goed beheer van deze tegoeden. Om dit te waarborgen is door het bestuur een treasurystatuut opgesteld, waarin afspraken zijn vastgelegd inzake de wijze waarop wordt omgegaan met de regeling beleggen en belenen. Daarnaast is in dit statuut opgenomen wie welke verantwoordelijkheden op dit terrein heeft.
37
Beheersbeleid 7.1 Algemeen Het hoofddoel van het beheersbeleid van onze scholen is het verantwoord beheren en onderhouden van het schoolgebouw, de daarin aanwezige installaties en inventaris en het schoolplein. Om dit mogelijk te maken is het van belang de aanwezige voorzieningen in zodanige staat te houden, dat geen onveilige situaties kunnen optreden voor de kinderen en het personeel. Om de kosten voor dit beheersbeleid zo laag mogelijk te houden, wordt er steeds naar gestreefd in het onderhoud onderhoudsvriendelijke materialen toe te passen. Ook is het belangrijk, dat zowel om als in het schoolgebouw een goed schoolklimaat aanwezig is en de school en de schoolpleinen er ordelijk en verzorgduit zien. Dit geeft niet alleen een positieve uitstraling naar buiten, maar ook intern ervaren de kinderen en personeel dit als een prettige leefomgeving wat zeker ook invloed heeft op de leerprestaties. De onderwijshuisvesting is niet alleen een zaak van het Bestuur, maar ook een taak van de plaatselijke overheid. Zij heeft de wettelijke verplichting daartoe in overleg te treden en tot overeenstemming te komen met de plaatselijke schoolbesturen. Het bestuur van de VCORG participeert in dit overleg (LOF-huisvesting). Dhr. G. Holster bezoekt namens de VCORG de vergaderingen van het LOF-huisvesting. Vanaf 1 januari 2015 treedt er een verandering op m.b.t. het vergoeden van het zogenaamde buitenonderhoud van de schoolgebouwen. Tot en met 2014 worden de onderhoudskosten via een aangevraagde voorziening vergoed door Gemeente. Vanaf 2015 worden de kosten voor dit onderhoud overgeheveld naar het Bestuur (het zogenaamde Bevoegd gezag) en dienen zij hiervoor een voorziening te treffen.
7.2 Beheerscommissie De Beheerscommissie werkt ter ondersteuning en onder verantwoording van het Bestuur. Op basis van een meerjarenonderhoudsplan (zgn. MOP) en in overleg met de directies van de scholen voert zij het beheer over het onderhoud e.d. van de beide scholen. Zij heeft tot taak de gebouwen, de daar aanwezige installaties en de schoolpleinen in een goede staat van onderhoud te houden. Dit onderhoud wordt onder anderen bepaald door het opstellen van een meerjarenonderhoudsplan (het zogenaamde MOP), welke om de 2 jaren wordt opgesteld of geactualiseerd. Hiermee kan op een gestructureerde wijze onderhoud gepleegd worden, waarbij over een tijdsbestek van 10 jaren gezien kan worden welke onderhoudskosten voor rekening van de Gemeente (t/m 2014) zijn en welke voor het Bestuur (het zogenaamd Bevoegd gezag). Ook kan per jaar worden gezien met welk budget rekening dient gehouden te worden. Vanuit het Bestuur wordt het jaarlijkse budget toegewezen door de penningmeester. Zoals hiervoor al genoemd, kon tot 2015 bij groot- en buitenonderhoud (voor rekening van Gemeente), voorafgaand aan het jaar van uitvoering, bij de Sector MO, onderwijshuisvesting van de Gemeente Dordrecht een “Aanvraag voorziening huisvesting onderwijs” worden ingediend. Na toewijzing werd dit in het daarop volgende jaar uitgevoerd. Na 1 januari 2015 worden deze voorzieningen overgeheveld naar het Bestuur en dient de Beheerscommissie deze onderhoudskosten mee te nemen in het meerjarenonderhoudsplan.
38
Beheersbeleid 7.3 Huisvestingszaken Groot onderhoud ds. J. Polyanderschool Voortkomend uit het meerjarenonderhoudsplan is in 2013 gestart met de uitvoering van het vervangen van de totale c.v.-installatie van de gehele school. Dit houdt in, dat voor rekening van de Gemeente alle radiatoren en c.v.-leidingen werden vernieuwd en voor rekening van het Bestuur beide c.v.-ketels en de daarbij behorende regelinstallaties. Tevens is in combinatie met de nieuwe c.v.-radiatoren ook de luchtkwaliteit in de lokalen verbeterd door extra ventilatievoorzieningen aan te brengen. Deze voorziening is gerealiseerd door ClimaRad radiatoren toe te passen met extra ventilatievoorzieningen in het dak. Door middel van deze radiatoren wordt lucht van buiten (al of niet verwarmd) in de lokalen geblazen en zo nodig weer via het dak afgezogen. In 2013 is de gehele aanleg van de installatie opgeleverd en in het voorjaar van 2014 zijn alle hiervoor benodigde bouwkundige voorzieningen gerealiseerd.
7.4 Onderhoud Ds. J. Bogermanschool Voor de Bogermanschool is er door de beheerscommissie eveneens een meerjarenonderhoudsplan gemaakt. Op dit moment is de klimaatbeheersing nog steeds een probleem. De Gemeente Dordrecht heeft een onafhankelijk adviesbureau een onderzoek laten doen naar de verschillende oorzaken en de extreme temperatuurverschillen in de diverse lokalen. Vervolgens zijn er een aantal aanpassingen gemaakt binnen het schoolgebouw die weliswaar geleid hebben tot een beter beheersbaar klimaat maar nog steeds niet het gewenste effect hebben. Bij de doordecentralisatie van de Gemeente zullen we bij eventuele eigendomsovername zeker deze voortdurende ergernis meenemen om dit eindelijk afdoende te regelen. Tot slot doen we nog een oproep aan alle ouders: Jan Riemens heeft afscheid genomen van de beheerscommissie en is zijn taken aan het afronden. We zijn nog steeds op zoek naar een waardig opvolger; kandidaten zijn van harte welkom. Ds. J. Polyanderschool In 2014 zijn er naar aanleiding van het geplande meerjarenonderhoud (MOP) een aantal onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd voor instandhouding van het schoolgebouw. Deze werkzaamheden bestonden in grote lijnen uit • Schoonmaak van het schoolgebouw • Diverse regulier en correctief onderhoud aan het schoolgebouw, installaties en schoolpleinen • Uitvoeren van (contract)onderhoud aan buitenkozijnen en buitenzonwering, dakbedekking en dakafvoeren, valbeveiliging, buitentoestellen en kunstgras • Herstellen van geconstateerde gebreken vanuit inspectie van de totale E-installatie van de school in het kader van de NEN3140 • Vervangen van 4 stuks keukenblokken in de lokalen
39
7.5 Arbozaken Arbo- en ziekteverzuimbeleid Het doel van het federatieve Arbo- en ziekteverzuimbeleid is een uniform en op elkaar afgestemd ziekteverzuimbeleid, waarbij op dit gebied adequaat en professioneel gehandeld wordt. Ze vormt een kernactiviteit van de federatie. Ambities en werkwijze: • We zijn op de hoogte van de nieuwe ontwikkelingen m.b.t. arbo- en ziekteverzuimbeleid, onder andere ten aanzien van de wijzigingen van het Vervangingsfonds, de impact van WAZO-uitkeringen, etc. • We kennen de gezondheidsrisico’s in het primair onderwijs en nemen vanuit goed werkgeverschap een professionele en proactieve houding aan ten opzichte van ons onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel. • We houden het huidige contract aan met Arbo Manager en de aansluiting met ZBA-netwerk ten behoeve van de inzet van de bedrijfsarts. Daarnaast wordt de federatieve arbo-coördinator (FAC) en federatieve preventiecoördinator (FPC) ingezet in de persoon van Jongeneel/ Arboneel uit Ede. In voorkomende gevallen is bestuurslid B. Dekker gevraagd op te treden als case manager. • We streven naar een adequaat en effectief functionerend ziekteverzuimbeleid op de scholen waarbij de “Wet verbetering Poortwachter” juist en tijdig wordt opgevolgd. • De schooldirecteur voert vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid de regie over het ziektever-zuimbeleid en wordt daarin gefaciliteerd door de genoemde externe arbodeskundigen. De schoolspecifieke preventiemedewerkers leveren een bijdrage in de preventieve signalering van werkdruk bij het personeel op de scholen. Het eindresultaat is een arbeidgerelateerd ziekteverzuimpercentage van minder dan 4% binnen FPO Rijnmond op jaarbasis. Inzet middelen • Het federatieve contract met ZBA-netwerk voorziet in de aansluiting met de bedrijfsarts. De kosten voor de inzet van de bedrijfsarts worden schoolspecifiek afgerekend. • Arboneel (de persoon Jongeneel) levert de diensten van federatieve arbocoördinator (FAC) en federatieve preventiecoördinator (FPC) en casemanager. De FAC-taken bestaan o.a. uit uitvoeren van het totale arbobeleid volgens het arbobeleidsplan en de actuele arbojaardoelstellingen. De FPC-taken bestaan hoofdzakelijk uit het aansturen en begeleiden van schoolspecifieke preventiemedewerkers. • Het contract met Arbo Manager in Zeist voorziet in een adequate opvolging van de aansluiting bij een arbodienst. Het contract is op federatief niveau afgesloten, maar wordt schoolspecifiek gefactureerd o.b.v. de personeelsgegevens per 01.01 van elk kalenderjaar. Het is de verantwoordelijkheid van elke schooldirecteur dat de actuele personeelsgegevens vermeld staan in Absentie Manager, de digitale registratietool van Arbo Manager. In 2008 hebben we in het directieberaad besloten dat we Jongeneel gebruiken als FAC en FPC en dat we hem allemaal op de scholen inzetten. • De ds. J. Polyanderschool heeft een eigen EHBO vereniging. Dat betekent dat daar jaarlijks de nascholing wordt gegeven. Ook de BHV training vindt daar plaats. De collega’s van de Bogermanschool volgen gedeeltelijk hun nascholing op de ds. J. Polyanderschool Voor dit gedeelte van het jaarverslag is gebruik gemaakt van het strategisch beleidsplan van onze federatie.
40
Relatie en Communicatie 8.1 Uitgangspunten • • • • •
•
Goede communicatie zorgt ervoor dat informatie wordt uitgewisseld zodanig dat betrokkenen niet alleen een beter inzicht verwerven in wat er wordt gecommuniceerd, maar ook een open relatie behouden. Vanuit die open relatie is er respect voor elkaar. Communicatie is geen proces van actie en reactie maar van interactie, van wederzijdse en gelijktijdige beïnvloeding. We beïnvloeden en worden beïnvloed. Communicatie mag geen eenrichtingsverkeer zijn en herleid worden tot informatie. De schoolcultuur bepaalt de kwaliteit van de interne en externe communicatie. Het is belangrijk dat een school een goed georganiseerd communicatiesysteem heeft. Wie zijn de leerkrachten en wanneer kan ik ze bereiken? Hoe signaleren we leer- en gedragsproblemen (kind- of leerlingvolgsysteem, leerlingendossiers)? Hoe en op welke momenten communiceren we met de ouders? Communicatie op school moet meer zijn dan een technisch perfect georganiseerd systeem. Het moet vooral ook: - zorgen dat alle betrokkenen bij de school (leerkrachten, leerlingen, ouders, GMR, CvT) elkaar begrijpen, naar elkaar luisteren, met elkaar samenwerken. Dit realiseren we voor de ouders door o.a. het houden van een jaarlijkse informatieavond, een aantal contactavonden en zo mogelijk een tweejaarlijkse projectavond - in begrijpelijke taal gebeuren - duidelijk en doorzichtig zijn (iedereen weet wat en hoe). Hierbij is het van belang de regels en routines jaarlijks te evalueren en zo nodig aan te passen. Om het in- en externe communicatieproces te stroomlijnen vanuit onze identiteit is er in een communicatieplan een aantal gedachten en principes ontwikkeld waaraan de gewenste communicatie met de verschillende belanghebbenden dient te voldoen. Communicatie raakt immers de identiteit, maar ook het imago van onze schoolorganisatie. Enkele belangrijke randvoorwaarden voor onze communicatie zijn: - In onze communicatie dient onze identiteit tot uitdrukking te komen. - In onze communicatie dient het belang van het kind/de kinderen centraal te staan.
8.2 •
•
• •
•
41
Communicatielijnen richting ouders
Het bestuur stelt documenten en regelingen vast. De GMR geeft haar advies. Dit advies wordt verwerkt. Door de algemeen directeur worden deze documenten gebruikt in de communicatie met de ouders. Hierbij gaat het om documenten als Schoolgids, Schoolplan, Jaarverslag en regelingen als de Klachtenregeling. De Identiteitsverklaring dient bij de aanmelding van elke nieuwe leerling door beide ouders te worden ondertekend als onderdeel van het Toelatingsbeleid leerlingen. De scholen hanteren verscheidene communicatiemiddelen richting de ouders. Te denken valt aan de schoolgids en schoolkalender, het jaarverslag van de vereniging, de nieuwsbrieven, te weten het Bogermanbulletin en de Polyanderperiodiek, de websites van de beide scholen, nieuwsmail, de inloopmorgens voor schippersouders, de geplande oudercontacten, bijvoorbeeld contactavonden ter bespreking van de rapporten, overige consultatieve gesprekken, de informatieavonden aan het begin van een cursusjaar en een periodieke ouderavond met een spreker. De ouders zijn vertegenwoordigd in de Klachtencommissie. De procedure voor klachtenbehandeling staat in de Schoolgids. De regeling voor de klachtencommissie ligt ter inzage op school. Ouders communiceren ook onderling. De school streeft daarbij een wezenlijke en Bijbels gefundeerde onderlinge communicatie na. De onderlinge oudercontacten krijgen onder meer gestalte tussen de ouders die allerlei inhoudelijke of ondersteunende taken binnen de school uitvoeren, maar ook buiten de school. Ouders communiceren met de school ook binnen de GMR.
8.3
Relatie met de kerken
In het bestuur en de commissie van toezicht participeren alle kerkelijke gemeenten. Uitwisseling van relevante informatie tussen de kerkenraad en school is altijd belangrijk. School, kerk en gezin delen dezelfde zorgen. Vanwege het belang van een goede relatie tussen kerk, school en gezin past een periodiek overleg met een afvaardiging van de kerkenraden. Zij komen ook naar de jaarlijkse ledenvergadering van de schoolvereniging. Echter is dat niet de plaats om zorgen en ontwikkelingen te delen. Het is daarom van belang uitwisseling van relevante ontwikkelingen een plaats te geven op de agenda van een georganiseerd overleg tussen de kerken en de scholen. Dit kan bijdragen tot een goed en beter begrip voor de eigen verantwoordelijkheden, mogelijkheden en beperkingen van scholen en schoolbestuur.
8.4 • • • • • • •
Overige externe communicatie
De scholen onderhouden contacten met toeleverende instellingen, zoals H3O met betrekking tot het peuterwerk en de LOVK met betrekking tot instromende varende kleuters. De scholen onderhouden contacten en communiceren met voorzieningen in de regio, zoals voortgezet onderwijs, politie, brandweer, Careyn (voormalige GGD) en dergelijke. De scholen onderhouden externe contacten met begeleidingsinstituten, zoals Driestar Educatief en het Hoornbeeckcollege betreffende bijvoorbeeld het plaatsen van stagiaires en nascholing. De scholen participeren actief in buitenschoolse netwerken, zoals het WSNS-samenwerkingsverband, FPO-Rijnmond, ICT-netwerk, Netwerk schippersscholen van BSOS (ds. J. Bogermanschool). De scholen onderhouden functionele contacten met de (lokale) overheid. Binnen Dordrecht vindt dit plaats binnen het LOF: Lokaal Onderwijs Forum. De scholen onderhouden contacten met de buurt waarin de scholen staan door activiteiten rond Koningsdag, einde van het jaar, nieuwsbrief. De ds. J. Bogermanschool participeert in een overlegorgaan van het leerpark.
8.5 Verantwoording Het domein van de publieke verantwoording begint de laatste jaren steeds meer aan belang te winnen. Enerzijds omdat de bekostigingssystematiek van het onderwijs totaal is veranderd en min of meer de organisaties tot verantwoording dwingt. In het kielzog van de gewijzigde bekostigingssystematiek is er ook sprake van deregulering. Hierdoor is de besteding van de middelen buiten het directe gezichtsveld van de overheid geraakt. En dat betekent dat er via een andere weg, de weg van de publieke verantwoording, controle wordt uitgeoefend. Enerzijds is er de overheid die een bepaalde omschreven verantwoording van de besteding der gelden aan de scholen oplegt, anderzijds zijn er de stakeholders die meer vragen naar hoe je je als onderwijsorganisatie manifesteert. En dat niet alleen als papieren verantwoording, maar concreet in elke activiteit die je als organisatie naar buiten neergezet hebt. Dit raakt de identiteit.
42
Relatie en Communicatie Verantwoorden is dan ook vanuit de identiteit duidelijk maken waar we voor staan en waar we voor gaan en hoe we daaraan werken, zoeken naar draagvlak in de omgeving, laten zien welke resultaten we bereiken, leren van wat niet goed gaat en leren met alle belanghebbenden die bij de scholen betrokken zijn. We willen graag aan andere belanghebbenden laten zien wat we doen: transparant, open en eerlijk. Het gaat dus niet alleen om verticale verantwoording (in de richting van de overheid), maar ook om horizontale verantwoording (in de richting van interne en externe belanghebbenden). Het vindt plaats met de volgende middelen: • • • •
een strategisch beleidsplan (schoolplan), dat voor alle ouders is in te zien, waardoor de ouders en andere belanghebbenden informatie krijgen over de kwaliteit van het onderwijs beschrijving van de veranderdoelen voor ouders en andere belanghebbenden in schoolgids en schoolkalender het (financieel) jaarverslag voor de stakeholders resultaten van (inspectie)onderzoeken, die ook op de website van de inspectie worden geplaatst.
8.6
Afhandeling van klachten
Er zijn geen formele klachten binnengekomen over de kwaliteit van het onderwijs.
8.7 Onderwerpen met politieke of maatschappelijke impact In juli 2014 werd er een bestuursakkoord voor de sector primair onderwijs af gesloten Dit bestuursakkoord wordt gesloten tussen: De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de PORaad, sectororganisatie en belangenbehartiger van schoolbesturen in het primair onderwijs, hierna genoemd de PO-Raad. Het akkoord behelst een visie op het onderwijs dat wil duidelijk maken hoe en op welke manier het onderwijs er in D.v. 2020 moet uitzien. Hieronder staat integraal daarvan de samenvatting
De school van 2020 De leerlingen in het primair onderwijs van nu, zijn de burgers die straks de samenleving vorm geven. Hoe de samenleving er over een aantal decennia uitziet, kan niemand voorspellen. Wel weten we dat de huidige trends zullen leiden tot een informatie- en netwerkmaatschappij waar we de jeugd op moeten voorbereiden. De school van 2020 bereidt leerlingen hierop voor: • de school zorgt voor uitdagend en toekomstgericht onderwijs dat inspeelt op de talenten en leerbehoeften van alle individuele leerlingen. • de school biedt onderwijs van hoge kwaliteit. Dit begint met de basisvaardigheden die alle leerlingen in alle tijden nodig hebben. Ook is er aandacht voor een brede persoonlijke en maatschappelijke vorming. • in de school werken teams van leraren, onderwijsondersteunend personeel en schoolleiders die zich individueel en als collectief ontwikkelen in hun professionaliteit. Deze teams maken de school van 2020 mogelijk. • de school stelt de leerling centraal en draagt bij aan doorgaande leer- en ontwikkellijnen. De school van 2020 is wel een toekomstperspectief, maar geen uniform beeld. Zo’n diversiteit als de samenleving kent, zo divers zullen de scholen in het primair onderwijs zijn, ieder met een eigen identiteit of onderwijs kundige inrichting.
43
Alle betrokkenen bij het onderwijs – leraren, schoolleiders en schoolbesturen – zijn zich bewust van de hoge eisen die de samenleving aan hen stelt om kwalitatief goed en toekomstgericht onderwijs te bieden. De scholen zijn zich aan het ontwikkelen tot professionele organisaties, waarin teams van goed opgeleide leraren het onderwijs ‘maken’, goed geleid door bekwame schoolleiders. De schoolbesturen geven door ‘goed bestuur’ hun verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het onderwijs vorm. Zij stellen heldere kaders, faciliteren de schoolteams en bieden ruimte aan de professionele dialoog in de school. Ook leggen scholen en hun besturen verantwoording af aan ouders, de naaste omgeving en de samenleving. De weg naar de school van 2020 De school van 2020 kan alleen in een gezamenlijk proces gerealiseerd worden. Hierin werken teams in de scholen samen met hun besturen. Het realiseren van dit toekomstbeeld vraagt om een overheid die niet alleen stuurt via regels en formats, maar die vooral ook ruimte en ondersteuning biedt aan de scholen om dit toekomstbeeld waar te maken. Het vraagt van de PO-Raad om namens de sector een regierol te vervullen om de scholen te enthousiasmeren, te ondersteunen en om netwerken te organiseren waardoor scholen en hun besturen van elkaar kunnen leren. De sector ziet het als mogelijk en noodzakelijk om een volgende stap te zetten in de verdere ontwikkeling van het onderwijs, waardoor álle leerlingen hun talenten optimaal benutten, álle leraren en schoolleiders continu werken aan hun professionele ontwikkeling en álle scholen een stijgende lijn laten zien. De afgelopen jaren hebben de scholen in het primair onderwijs hard gewerkt aan verbetering van het onderwijs. Dit heeft zijn vruchten afgeworpen. Ook zijn op veel plekken mooie initiatieven te zien die de weg wijzen naar de school van 2020. Het is zaak een volgende stap te zetten in onderwijsverbetering en om het onderwijs zodanig in te richten dat het leerlingen opleidt die zijn toegerust voor de samenleving van de 21e eeuw. Dit bestuursakkoord bouwt voort op de ingeslagen weg van kwaliteitsverbetering van de afgelopen jaren, die ondersteund is door het Bestuursakkoord PO van januari 2012. Met dit akkoord wordt tevens invulling gegeven aan de ambities die zijn geformuleerd in het Regeerakkoord en zijn beschreven in het Nationaal Onderwijsakkoord. Het akkoord sluit aan bij de Lerarenagenda van de minister en staatssecretaris van OCW. De afspraken in dit akkoord worden ook ingegeven door de Strategische Beleidsagenda van de PO Raad,‘Om de leerling’ (november 2013). In deze beleidsagenda beschrijft de sector welke vier thema’s ertoe doen in de verdere ontwikkeling van de sector: innovatie en ICT, kennis en onderzoek, de verbinding met de omgeving van de school en goed bestuur. Deze vier thema’s zijn in dit akkoord terug te vinden, als onderdeel van de vervolgstappen die noodzakelijk zijn op weg naar de school van 2020. Gezien de voorgaande analyse bevat het akkoord de volgende vier actielijnen: 1. Talentontwikkeling door uitdagend onderwijs 2. Een brede aanpak voor duurzame onderwijsverbetering 3. Professionele scholen 4. Doorgaande ontwikkellijnen Bij alle vier de actielijnen in dit akkoord is de onderwijssector zelf aan zet. Wie zich eigenaar weet van verandering, zal deze verandering met energie inzetten. Het eigenaarschap van de onderwijsontwikkeling ligt bij de teams op scholen, de schoolleiders en de besturen. De afspraken in dit akkoord zijn vooral gericht op het scheppen van kansen en mogelijkheden. Het akkoord is dan ook geen blauwdruk. Het biedt ruimte aan teams, schoolleiders en besturen om verbeteringen te realiseren passend bij hun opvattingen over ‘goed onderwijs’ en de weg daarheen. Dit akkoord legt afspraken tot 2020 vast om het aanwezige verbeterpotentieel ten volle te benutten en duurzame kwaliteitsverbetering, gericht op het onderwijs van de toekomst, te realiseren. Hiervoor stelt het kabinet extra middelen beschikbaar. Dit akkoord legt vast welke doelstellingen en ambities met deze middelen worden gerealiseerd, hoe de voortgang wordt gemonitord en op welke wijze kan worden bijgestuurd als dit nodig is. Uit het bovenstaande blijkt dat er veel gedaan wordt om het onderwijs te verbeteren. Ook hier valt op het economisch denken zoals ik dat in het voorwoord heb aangegeven. Aan onze scholen de opdracht met de te ontvangen middelden een goede balans en vertaalslag te zoeken tussen professionaliteit en identiteit.
44
Toekomst en continuïteit 9.1 Toekomstige externe ontwikkelingen Bij het opstellen van de begroting 2015 en verder is gerekend met een aantal externe ontwikkelingen die hieronder kort beschreven worden.
Extra middelen vanuit politieke onderwijsakkoorden Er is de afgelopen tijd sprake geweest van diverse gesloten akkoorden en extra middelen voor het onderwijs. Intussen is duidelijk dat er daadwerkelijk sprake is van structurele extra gelden die richting het onderwijs komen. Deze gelden zijn nu gebundeld in het bestuursakkoord, waarin verschillende ambities geformuleerd zijn voor de toekomst. Kortgezegd gaat het om: 1. Uitdagend onderwijs, vernieuwing en ICT; 2. Brede aanpak onderwijsverbetering; 3. Professionele scholen; 4. Doorgaande ontwikkellijnen. Ook de reeds bestaande prestatiebox-middelen zijn in dit akkoord opgenomen. In de meerjarenbegroting is daarom structureel rekening gehouden met circa 114.000 euro per jaar oplopend naar 172.000 euro per jaar. Tegenover deze structurele extra middelen zullen ook extra uitgaven staan om de doelen uit het gesloten akkoord te kunnen realiseren. Veel van de geformuleerde doelstellingen sluiten echter ook aan op de lopende praktijk. Gezien de verwachte groei zullen deze gelden ook ingezet worden om de groepsverdeling zo gunstig mogelijk te houden.
Nieuwe CAO primair onderwijs Begin 2015 is er een nieuwe cao voor het primair onderwijs tot stand gekomen. De effecten hiervan dienen gefinancierd te worden uit bovengenoemde extra middelen. Niet alle effecten zijn al volledig te overzien. Dit was bij het opstellen van de begroting ook nog niet het geval. Er is daarom zoveel mogelijk een doorrekening gemaakt van de oude situatie. In de begroting is wel rekening gehouden met de loonstijging van 1,2%. Passend Onderwijs & Zorg De invoering van Passend Onderwijs is van start gegaan op 1 augustus 2014. Dit betekent dat de rugzakken zijn vervallen en de oude samenwerkingsverbanden opgeheven zijn. De zorgmiddelen worden momenteel ontvangen vanuit het nieuwe samenwerkingsverband Berséba. Bij het opstellen van de meerjarenbegroting is rekening gehouden met de meerjarenbegroting van Berséba die oplopende bedragen laat zien. Decentralisatie groot onderhoud Een laatste belangrijke ontwikkeling is de doordecentralisatie van de verantwoordelijkheid van het buitenonderhoud per jongstleden 1 januari 2015. Dit zorgt ervoor dat zowel de lasten van het buitenonderhoud als de bekostiging hiervoor overgeheveld wordt naar de school. In de begroting is expliciet rekening gehouden met beide zaken. De lasten voor de komende jaren zijn geschat op basis van het recente onderhoudsplan. De bekostiging die hier tegenover staat, bestaat uit een basiscomponent en een eenmalige overgangsregeling voor kleine scholen. De voorwaarde voor het in aanmerking komen van de overgangsregeling betreft onder andere de leeftijd van het gebouw. De ds. J. Polyanderschool komt hiervoor in aanmerking, de ds. J. Bogermanschool echter niet.
45
9.2 Toekomstige interne ontwikkelingen Ds. J. Bogermanschool Teldatum per 1 oktober
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Onderbouw totaal
112
126
138
131
142
156
Bovenbouw totaal
113
111
118
130
123
120
Totaal
225
237
256
261
265
276
Functiecategorie
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Directie
0,50
0,50
0,50
0,50
0,50
0,50
Leerkracht
12,98
13,73
13,73
14,25
14,67
14,73
Onderwijsondersteunend personeel
1,92
1,95
1,95
1,95
1,95
1,95
Schoonmaak
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
Vervanging e.r.
0,18
0,20
0,20
0,20
0,20
0,20
Totaal
15,58
16,38
16,38
16,90
17,32
17,38
Teldatum per 1 oktober
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Onderbouw totaal
106
106
110
116
131
125
Bovenbouw totaal
109
110
111
94
106
110
Totaal
215
216
221
210
237
235
Functiecategorie
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Directie
0,50
0,50
0,50
0,50
0,50
0,50
Leerkracht
10,89
10,54
10,44
10,81
11,33
11,33
Onderwijsondersteunend personeel
1,02
1,02
1,02
1,02
1,02
1,02
Schoonmaak
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
Vervanging e.r.
0,06
0,20
0,20
0,20
0,20
0,20
Totaal
12,42
12,26
12,16
12,54
13,06
13,06
Ds. J. Polyanderschool
Het verwachte resultaat voor 2015 bedraagt circa 100.000 euro op totaalniveau (zie overzicht). Opgemerkt dient te worden dat in 2015 en in 2016 rekening is gehouden met incidentele bijdragen vanuit de gemeente, het gaat om een bedrag van respectievelijk 65.000 en 33.000 euro. Deze bedragen zijn 50/50 over de scholen verdeeld. Daarnaast wordt 2015 en 2016 ook gekenmerkt door extra baten vanuit de overgangsregeling doordecentralisatie groot onderhoud. Dit heeft volledig betrekking op de ds. J. Polyanderschool (jaarlijks circa 11.000 euro). Als gevolg van een verwachte leerlingenstijging is zichtbaar dat de rijksbijdragen toenemen. Daarbij geldt ook dat, op basis van deze gegevens, er bijna ieder schooljaar recht is op groeibekostiging. Vanaf 2016 is daar nog niet expliciet rekening mee gehouden. Wel is rekening gehouden met de jaarlijkse inzet van een extra kleutergroep en op de ds. J. Bogermanschool vanaf augustus 2015 en 2018 structureel met een extra groep en op de ds. J. Polyanderschool vanaf augustus 2017. Opgemerkt dient te worden dat de leerlingontwikkeling jaarlijks beoordeeld wordt bij de formatie-planning en de begroting. Op basis van deze gegevens wordt dus meerjarig nog voorzien in een fors positief resultaat. De verwachte leerlingenstijging heeft ook gevolgen voor de huisvesting, dit zal de komende de tijd de aandacht vragen. Als deze stijging zich zo doorzet hebben beide scholen onvoldoende ruimte om dit te huisvesten.
46
Toekomst en continuïteit 9.3
Staat van baten en lasten - begroting Realisatie 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
2.016
2.192
2.276
2.337
73
92
59
26
117
49
49
49
2.205
2.332
2.384
2.413
1.642
1.799
1.829
1.893
61
66
65
69
(L3) Huisvestingslasten
168
172
172
172
(L4) Overige instellingslasten
190
195
195
195
2.060
2.232
2.261
2.329
145
100
123
84
6
0
0
0
151
100
123
84
Baten (B1) Rijksbijdragen (B2) Overige overheidsbijdragen (B3) Overige baten Totaal baten Lasten (L1) Personele lasten (L2) Afschrijvingen
Totaal lasten Saldo baten en lasten (R1) Saldo fin. baten en lasten
Nettoresultaat
In verband met afronding kunnen hier en daar verschillen in de optelling voorkomen.
47
9.4 Balans 2014-2017 ACTIVA
Ultimo 2014
Ultimo 2015
x € 1.000
x € 1.000
Immateriële vaste activa
Ultimo 2016
Ultimo 2017
x € 1.000
x € 1.000
-
-
-
-
Materiële vaste activa
400
489
452
472
Financiële vaste activa
38
-
-
-
438
489
452
472
-
-
-
-
Vorderingen
178
123
123
123
Liquide middelen
928
894
1.004
1.084
Totaal vlottende activa
1.106
1.017
1.127
1.207
Totaal activa
1.544
1.506
1.579
1.679
Ultimo 2016
Ultimo 2017
x € 1.000
x € 1.000
Totaal vaste activa Voorraden
PASSIVA
Ultimo 2014
Ultimo 2015
x € 1.000 Algemene reserve
x € 1.000 747
739
858
938
Bestemmingsreserves publiek
-
-
-
-
Bestemmingsreserves privaat
376
389
393
397
1.123
1.128
1.251
1.335
229
128
78
94
Langlopende schulden
-
-
-
-
Kortlopende schulden
192
250
250
250
1.544
1.506
1.579
1.679
Eigen vermogen Voorzieningen
Totaal passiva
Bovenstaande balans ultimo 2014 is gebaseerd op een geschatte balans ultimo oktober 2014.
48
Toekomst en continuïteit 9.5 Risicobeheersing en intern toezicht Ten einde de risico’s zoveel als mogelijk te beperken hanteert de school een planning en controle cyclus waarbij de directie samen met een controller van VGS Adivio de ontwikkeling van de financiële prestaties monitort en hier ook periodiek verantwoording over aflegt richting het bestuur. De basis voor de verantwoording wordt naast de realisatie gevormd door de meerjarenbegroting die voorafgaand aan elk jaar door de directie wordt opgesteld en ter fiattering aan het bestuur wordt voorgelegd. In deze meerjarenbegroting worden zo veel als mogelijk financiële risico’s onderkend en wordt beoordeeld in hoeverre acties nodig zijn. Ten einde de interne risico’s zoveel als mogelijk te beperken, is ten behoeve van de interne controle, de administratieve organisatie beschreven van de processen met een financieel risico. Hierin is de functiescheiding, overdraagbaarheid en betrouwbaarheid van informatie gewaarborgd. Tussen het bestuur en haar administratieve dienstverlener, VGS Administratie, is daarnaast een Service Level Agreement van toepassing. Binnen de school is aandacht voor risico’s, waarbij we voor de externe risico’s geïnformeerd worden door VGS Adivio. Voor de interne risico’s geldt dat er geen specifieke risicoanalyse is opgesteld. In de agenda voor 2014 is dit ook nog niet expliciet opgenomen. Voor het opvangen van de zogenaamde restrisico’s en onvoorziene calamiteiten gebruikt de school in haar financieel beleid onder andere het kengetal weerstandsvermogen om te zorgen dat er voldoende eigen vermogen beschikbaar is als risicobuffer. Voor de vaststelling van de hoogte van deze buffer is gebruik gemaakt van een standaardrisicoprofiel. Het aanbevolen weerstandsvermogen bedraagt hiermee 15%. De hierboven beschreven interne risicobeheersings- en controlesystemen hebben gezorgd voor het uitsluiten van bepaalde risico’s en het in kaart brengen van andere risico’s. Het gaat dan met name om financieel gerelateerde risico’s die blijken uit de meerjarenbegroting. In de hierboven opgenomen meerjarenbegroting komen een aantal financiële risico’s tot uiting. Een aantal hiervan zijn genoemd onder externe ontwikkelingen. Voor onze school speelt daarbij dat de schippersbekostiging een mogelijke bedreiging vormt. De schippersbekostiging zorgt nu nog steeds voor extra inkomsten op de ds. J. Bogermanschool (circa 145.000 euro). In het huidige kabinetsbeleid wordt hier geen wijziging voorzien. Voor de toekomst valt dit echter niet uit te sluiten. In de hoofdstukken rondom onderwijszaken, beheersbeleid (waaronder huisvesting) en communicatie wordt verder ingegaan op niet-financiële risico’s. In het verslag van onze toezichthouder wordt verder ook ingegaan op de naleving van de code ‘Goed Bestuur’.
Beste lezers, Wij zijn Femke Kunz en Emma van Eeuwijk. Wij kennen elkaar al vanaf onze geboorte. We zitten in groep 8 bij meester de Ligt en juf Jacqueline..We hebben vrijdagmiddag na de middagpauze altijd ict van juf Annemarie. En dat is super leuk. We gaan vaak op excursie en dat is vaak leerzaam. We gaan met de eerstvolgende excursie naar een boot. Na de pauze leest de meester meestal voor uit een oorlogsboek, dat is superleuk en spannend. Wambo en oorlogswinter vonden wij de leukste boeken die de meester voorlas. Nu leest de meester ´Holland onder het haken kruis´. We gaan ook bijna op kamp. We gaan naar Putten met de auto. Het zijn 2 grote huizen in 1 huis zitten wij en in het andere huis zit groep 8 van de Bogermanschool. Wij vonden het leuk om dit stukje over dit schooljaar te schrijven!
49
Groetjes, Femke en Emma Groep 8, Polyanderschool
Tenslotte Het jaar 2014 was een jaar met veel schokkende gebeurtenissen in de wereld om ons heen. Die gebeurtenissen gaan aan onze kinderen niet voorbij. Er wordt over gesproken in de groep tijdens het ontvangstgesprek. Er wordt gevraagd door de kinderen om er voor te bidden aan het begin van de dag. Zo hebben de gebeurtenissen om ons heen een plaats ook in het kinderleven. Soms vertellen kinderen dat ze bang zijn. Bang voor alles wat ze horen en zien. Die angst is er niet alleen bij kinderen. Ik hoor (groot)ouders regelmatig zeggen: “wat zullen onze (klein)kinderen nog allemaal meemaken”. Daar klinkt zorg en een zekere somberheid in door. Deze opmerking is niet nieuw. Ik wil dit verslag afsluiten met een citaat uit een preek van Augustinus. Er staat boven: Slechte tijden De mensen zeggen: de tijden zijn slecht, De tijden zijn zwaar. Laten we goed leven En de tijden zullen goed zijn. Want de tijd, dat zijn wij, En zoals wij zijn Zo zullen de tijden zijn…….. Waarom zijn wij bedroefd En maken wij ons beklag bij God? Men zegt: omdat de wereld slecht is…. Maar wat is een slechte wereld? Toch niet de hemel Of de aarde of het water? Toch niet de vissen, Of de vogels of de bloemen? Die zijn alle goed. Maar slechte mensen maken de wereld slecht. Preek 80,8 (PL 38,498)
Met dank aan de medewerkers van het VGS: mw. E. van Dalen BBA, mw. J. Verboom, en diverse bestuurs-, cvt-, commissieleden en collega’s, B.A.D. van der Wulp, algemeen directeur
50
Lijst met afkortingen
51
ARBO
Arbeidsomstandigheden
BAPO
Bevordering Arbeidsparticipatie Ouderen
BRIN
Basis Registratie Instellingen
BSOS
Basisscholen Onderwijs aan Schipperskinderen
BZW
Begeleid zelfstandig werken
DOS
Directie Overleg Schippersscholen
EFJ
Elektronisch Financieel Jaarverslag
FA
Financiële Administratie
FPO Rijnmond
Federatie Primair Onderwijs regio Rijnmond
Fte
Fulltime equivalent
GGD
Gemeentelijke Gezondheidsdienst
ICT
Informatie en Communicatietechnologie
IPB
Integraal personeelsbeleid
Korelon
Kinderopvang in relatie tot het onderwijs
LIO
Leerkracht In Opleiding
LOF
Lokaal Onderwijs Forum
LOVK
Landelijk Onderwijs aan Varende Kleuters
MT
Managementteam
NOS
Netwerk Onderwijs Schippersscholen
OOP OT
Onderwijs Ondersteunend Personeel Ondersteunings Team
PDCA
Plan-Do-Check-Act
PKO
Periodiek Kwaliteitsonderzoek
POP
Persoonlijk Ontwikkelingsplan
PSA
Personeels- en salarisadministratie
SBD
Schoolbegeleidingsdienst
SEO
Schooleindonderzoek
SMW
Schoolmaatschappelijk werk
VCORG
Vereniging voor Christelijk Onderwijs op Reformatorische Grondslag
WSNS
Weer samen naar school
Verleden en toekomst ‘Waarom was de Tweede Wereldoorlog eigenlijk een logisch gevolg van de Eerste Wereldoorlog?’. Een aantal vingers schieten in de lucht. Verschillende antwoorden volgen. Na een aantal lessen over de indrukwekkende periode van 1914 tot 1918 en daarna over de crisisjaren, komen we langzaam maar zeker uit bij het einde van de jaren ’30. Ontzettend interessant. Voor mij als leerkracht, maar ook voor de kinderen. Dat merk je gewoon aan hun luisterhouding en betrokkenheid. En als we vervolgens nog lijnen proberen te trekken naar de daaropvolgende decennia tot aan nu, blijkt dat geschiedenis niet alleen van gisteren was, maar ook alles met vandaag te maken heeft. Verleden is toekomst. Over toekomst gesproken. De mijne kreeg in het achterliggend jaar een plotselinge wending. Waar ik een aantal maanden geleden het schooljaar nog begon in Bleskensgraaf, mocht ik per februari op de Ds. J. Bogermanschool aan de slag gaan. Een overstap van het dorp naar de stad. Van de ene groep 8 naar de andere. En de eerste maanden zijn inmiddels voorbij gevlogen. Ik heb de school als een prettige school leren kennen. Fijne en betrokken collega’s. Prettige ontmoetingen met ouders. En niet in de laatste plaats, een erg fijne klas. ‘Hartelijk welkom’ is het gevoel dat ik aan de achterliggende periode heb overgehouden. Maar nog even terugkomend op mijn eerste alinea. Wat groep 8 tot zo’n ontzettend boeiend leerjaar maakt, is het stukje verdieping in de lessen. De kinderen krijgen rond de groep 8-leeftijd het vermogen om zélf na te denken. De wereld om hen heen voor het eerst echt waar te nemen. Het nieuws en de ontwikkelingen in hun stad en in de wereld te volgen. Dat zorgt er voor dat niet alleen zaakvakken als geschiedenis meer diepgang krijgen, maar bijvoorbeeld ook de Bijbellessen. Kinderen gaan nadenken over ‘geloof’ en vragen stellen die soms diep gaan. Die soms heel ongenuanceerd zijn of juist ontwapenend. Ze gaan nadenken over het leven, over hun toekomst. Over de keuzes die ze moeten maken. En het mooie van mijn baan is om ze dan – in alle bescheidenheid – als groep 8-leerkracht een stukje op weg te mogen helpen. Iets van mijn levenservaring met hen te kunnen delen. Samen vanuit de Bijbel antwoorden proberen te krijgen op praktische (geloofs)vragen. Hen klaar te stomen voor de volgende stap(pen). Zo nu en dan wat aan bagage mee te kunnen geven voor hun reis. Iets van mijn (of breder: het) verleden mee te geven voor hun toekomst. En nog één brug verder. Om biddend met hen toe te leven naar de Grote Toekomst. Patrick van Dalen Leerkracht groep 8 Bogermanschool
52
GMR Jaarverslag 2014 Jaarverslag 2014 GMR van de Ds. J. Bogermanschool en Ds. J. Polyanderschool te Dordrecht Oprichting: Op 01-08-2009 zijn de MR Ds. J. Bogermanschool en de MR Ds. J. Polyanderschool te Dordrecht opgericht. Deze MR’s zijn geïnstalleerd onder goedkeuring van het Bestuur van de Ds. J. Bogermanschool, de Ds. J. Polyanderschool en de Vereniging voor Christelijk Onderwijs op Reformatorische Grondslag (VCORG). De GMR bestaat uit de leden van de MR Ds. J. Bogermanschool en de MR Ds. J. Polyanderschool en behandelt schooloverstijgende zaken. De MR’s hebben adviesbevoegdheid, geen instemmingsrecht, hiervoor is toestemming verleend door ouders. De MR van de Ds. J. Bogermanschool bestond per 1-1-2014 uit de volgende personen: - een personeelsgeleding van drie personen: mw. E. Herweijer-Overbeeke, mw. M. v/d Klooster en mw. H. den Hoed – van Horssen. - een oudergeleding van drie personen: de heer G. Korevaar (voorzitter), mw. E. Matthijsse – Verschuure (secretaris) en mw. A. Boogaard – Hovestadt. De MR van de Ds. J. Polyanderschool bestond per 1-1-2014 uit de volgende personen: - een personeelsgeleding van drie personen: De heer A. de Ligt, mw. A. Theunisse (secretaris) en mw. A. Fase. - een oudergeleding van drie personen: dhr. P. Moret (voorzitter), mw. T. van de Weteringh-Paans en mw. C. de Wagenaar - Theunisse. Verkiezingen: Tijdens de eerste vergadering in januari hebben dhr. de Ligt en mw. vd Klooster aangegeven te willen stoppen met het werk in de GMR. De reden hiervan is om hun functie als GMR-lid en als MT-lid te scheiden. In de vergaderingen van februari en april hebben we afscheid van hen genomen. In mei hebben we de jaarlijkse verkiezingen voor de GMR gehouden. Er waren, door het vertrek van bovengenoemde personen, een plaats binnen het personeelsgeleding van de ds. J. Bogermanschool en een plaats binnen de personeelsgeleding van de ds. J. Polyanderschool opengevallen. Deze plaatsen zijn respectievelijk opgevuld door dhr. S. Smits en mw. H. Stolk. In de oudergeleding van de Bogermanschool was mw. E. Matthijsse – Verschuure aftredend en niet meer herkiesbaar. In de oudergeleding van de Polyanderschool was dhr P. Moret aftredend en herkiesbaar. Dhr Moret is herkozen en in de plaats van mw. Matthijsse - Verschuure mochten we mw. van Nieuwaal - Gerritsen verwelkomen. Tijdens de vergadering van juni hebben we voor het eerst vergaderd in de nieuwe samenstelling. Tijdens deze vergadering werd er afscheid genomen van mw. E. Matthijsse – Verschuure, een zeer betrokken GMR-lid die ook het secretariaat voor haar rekening nam. Het secretariaat is vanaf de zomer overgenomen door mw. A. Boogaard – Hovestadt. Werkzaamheden GMR Ds. J. Bogermanschool en Ds. J. Polyanderschool in 2014: Van het bestuur ontvingen we de jaarkalender met vergaderdata. De onderwerpen ter bespreking zijn hierin zichtbaar, zodat de informatiestroom tussen bestuur, Commissie van Toezicht en GMR gestructureerd kan verlopen. In verband met het vertrek van mw. v/d Klooster en dhr. de Ligt uit de GMR, is afgesproken met het MT dat er elke vergadering een MT lid aanwezig is tijdens het vergaderpunt ´vanuit het MT - naar het MT´. Op deze manier houden we een korte informatielijn naar en vanuit het MT. In januari en december vergaderde de GMR met het bestuur waarbij de begroting een grote plaats had. In februari bezocht de Commissie van Toezicht een gedeelte van onze vergadering. We hebben deze vergadering gesproken over de relatie van de GMR met het bestuur en directie, het samengaan van de twee MR’s in een GMR, informatiestroom tussen deze geledingen en het contact met de achterban. Ook spraken we over de naderende peiling met betrekking tot het advies/instemmingsrecht van de GMR. Medio mei hebben we vergaderd met de directeur waarbij we de formatieplannen voor het komende cursusjaar hebben besproken. Hij lichtte de bezetting en de personele invullingen uitgebreid toe. Verder werd er aandacht geschonken aan de externe ontwikkelingen die op onze scholen afkomen. Hierin is door de GMR positief geadviseerd.
53
Voor de zomervakantie is er door het bestuur een peiling uitgezet onder de ouders mbt het advies cq instemmingsrecht van de GMR. Over de uitslag was in eerste instantie enige onduidelijkheid. Het bestuur wist deze onduidelijkheid te verhelderen en afgesproken is om gezamenlijk tot een heldere procedure te komen voor toekomstige peilingen. Na overleg met de GMR is besloten om met de leestassen voor de schipperskleuters te stoppen. De GMR is gevraagd mee te denken wat betreft het schoolzwemmen van de ds. J. Polyanderschool. Ook werden wij geïnformeerd over de plannen van het bestuur met de peuterspeelzaal. De GMR ontving van het bestuur de werkgroepverslagen en de voortgangsrapportage ter informatie. Het bestuur, de CvT en het MT ontving de notulen van de GMR-vergaderingen. Na de zomervakantie is er verder gewerkt aan de structurering van de GMR. Er is besproken dat er op bepaalde momenten een afvaardiging van de GMR gewenst is. Dit hebben we oa vorm gegeven door 1 x per jaar een vergadering van het OC van het internaat bij te wonen en aanwezigheid van een GMR lid op de informatieavonden en inschrijfavonden en bij het zorgoverleg. Zo willen we voor de ouders nog meer zichtbaar worden en ons in blijven zetten aan het optimaliseren van contacten tussen school, ouders en internaat.
Vooruitblik - Ook in de komende periode hopen we duidelijke en transparante informatie te blijven verstrekken richting onze achterban, in het bijzonder naar de ouders. Hiervoor zullen onder meer het Bogerman Bulletin en de Polyander Periodiek gebruikt worden. - Het Medezeggenschapsstatuut moet formeel na twee jaar opnieuw worden vastgesteld. Deze termijn is inmiddels al enige tijd verstreken en het bestuur is akkoord gegaan met het verzoek van de GMR om het huidige statuut te verlengen tot na de peiling. Deze peiling heeft inmiddels plaats gevonden en het verzoek om de statuten opnieuw vast te stellen ligt inmiddels bij het bestuur. Ook in 2015 hopen wij als GMR weer samen met het bestuur en het MT in vertrouwen te bewaren en bouwen aan onze scholen. Voor alle werkzaamheden die voor onze scholen gedaan worden staan de belangen van de scholen, onze kinderen en het personeel centraal. Maar voor alles waarmee we bezig zijn geldt, dat we dat alleen kunnen doen in afhankelijkheid van de Heere en biddend om Zijn zegen. Dordrecht, 06-01-2015 Namens de GMR, P.P. Moret (voorzitter),
A. Boogaard - Hovestadt (secretaris).
54
Commissie van Toezicht Jaarverslag 2014 Aan de ledenvergadering,
Inleiding Ingevolge Artikel 9 van het Reglement intern toezicht, vastgesteld in uw vergadering van 20 juni 2011, is de Commissie van Toezicht (hierna CvT) gehouden jaarlijks verslag te geven van haar werkzaamheden. In dat verslag dient te worden vermeld: 1. de namen van den leden, hun beroep, leeftijd, alsmede nevenfuncties welke van belang zijn voor de onderwijsinstelling; 2. de door de toezichtscommissie verrichte werkzaamheden; 3. de onderwerpen die aan de orde zijn geweest; 4. de beoordeling van de realisatie van de doelen; 5. de maatschappelijke taak; 6. de van toepassing zijn de code goed bestuur; 7. de honorering en onkostenvergoeding. Bij deze brengt de CvT hierover verslag uit over het jaar 2014.
1.
De namen van den leden, hun beroep, leeftijd, alsmede nevenfuncties welke van belang zijn voor de onderwijsinstelling
Namen leden
Functie binnen CvT
Kerkgenootschap
Beroep
Leeftijd
C.J. van der Beek
voorzitter
Ger. Gem.
onderwijsadviseur
58
A. Hoogesteger
secretaris
Ger. Gem. in Ned.
juridisch adviseur
52
B. Cornet
lid
Chr. Ger. Kerk (C)
technisch-directeur
50
A. Verloop
lid
Ger. Gem.
financieel directeur
43
2.
De door de CvT verrichte werkzaamheden
De door de CvT in het verslagjaar verrichte werkzaamheden zijn voornamelijk: - het beoordelen en vaststellen van de begroting 2014; - het beoordelen en vaststellen van het jaarverslag 2013 (met jaarrekening); - het positief-kritisch volgen van de ontwikkelingen op de beide scholen door:
55
Jaarverslag 2014 • het kennis nemen van de nieuwsbulletins van beide scholen; • het kennis nemen van de managementrapportages; • het kennis nemen van de verslagen van de bestuursvergaderingen • het kennisnemen van de verslagen van de vergaderingen van de Gemeenschappelijk Medezeg genschapsraad (GMR); • het bijwonen van schoolbijeenkomsten (maandopeningen, paas- en kerstbijeenkomsten) - het onderhouden van contacten met de achterban (GMR, bestuur, kerkenraden); - het waarnemen en duiden van maatschappelijke ontwikkelingen en het leggen van relatie daarvan met de school.
3.
De onderwerpen die aan de orde zijn geweest
De CvT heeft in het verslagjaar zes maal vergaderd: op 23 januari, 27 februari, 17 april, 13 mei, 17 september en 6 november. De vergaderingen van 17 april en 6 november vonden deels plaats samen met het bestuur. De vergadering van 27 februari vond deels plaats samen met de GMR. Besproken onderwerpen met het bestuur zijn ondermeer: - Voorbereiding ledenvergadering (23 juni 2014); - Ontwikkelingen Peuterhof; - De jaarkalender; - Het jaarverslag 2013 en de begroting 2014; - Aspecten als genoemd in het Toezichtkader. Besproken onderwerpen met de GMR zijn ondermeer: - Algemeen maatschappelijke ontwikkelingen i.r.t. het onderwijs; - De organisatie van de medezeggenschap op onze scholen; - Relaties met achterban en bestuur. Op 23 juni 2014 is de jaarlijkse ledenvergadering gehouden. Tijdens de ledenvergadering is formeel afscheid genomen van de oud-voorzitter van de CvT, de heer A.D.M. Lambregts. Hij was sinds de oprichting van de CvT in 2011 voorzitter. De heer A. Verloop is na verkiezing door de ledenvergadering toegetreden als CvT-lid. Op 30 oktober 2014 woonden de CvT-leden een bijeenkomst bij met enkele andere toezichtsorganen van het reformatorisch primair onderwijs uit Zuid-Holland. De bijeenkomst had voornamelijk het karakter ervaringen uit te wisselen en van elkaar te leren.
4.
De beoordeling van de realisatie van de doelen
Aan de hand van het ontwikkelde en door u vastgestelde Toezichtkader worden de daarin geformuleerde Toezichtdoelen meer concreet en specifiek. Met het oog op de voornoemde werkzaamheden van de CvT kan gesteld worden dat de CvT haar doelen heeft gerealiseerd. De CvT spreekt vanaf deze plaats en op deze wijze haar waardering uit voor het bestuur, de directie, het management team, het personeel en allen die voor de scholen werkzaam zijn. Door hun inzet en resultaten vallen onze scholen voor de Onderwijsinspectie onder de laagste vorm van inspectietoezicht, het zgn. basisarrangement, vallen. Een resultaat waarvoor we opnieuw erg dankbaar zijn!
56
Commissie van Toezicht 5.
De maatschappelijke taak
Het primair onderwijs dient op grond van de wet intern toezicht te hebben. De VCORG heeft in 2011 een CvT ingesteld. Daarmee wordt aan een wettelijk vereiste voldaan. In het algemeen kan gesteld worden dat hoe beter het intern toezicht functioneert, hoe minder extern toezicht (lees Onderwijsinspectie) nodig is. Hier ligt een belangrijk deel van de maatschappelijke taak van de CvT, maar deze taak is ook breder, nl. naar alle belanghebbenden en betrokkenen bij de scholen. Verder kan gesteld worden dat de contacten van de CvT met de achterban (bestuur, directie, GMR, kerkenraden) goed zijn. De CvT volgt de maatschappelijke ontwikkelingen voornamelijk door middel van de media en nieuwsbrieven.
6.
De van toepassing zijnde code goed bestuur
De VGS-schoolbesturen, waaronder ook ons bestuur, conformeren zich aan de code goed bestuur van de PO-Raad. De CvT ziet toe op de naleving ervan.
7.
De honorering en onkostenvergoeding
De CvT-leden hebben geen honorering en geen onkostenvergoedingen ontvangen.
Tot slot Het verslagjaar 2014 ligt weer achter ons. Het jaar is omgevlogen. Hoe ouder we worden hoe meer we dat gaan ervaren. Dan gaan we terugkijken. Dat is niet verkeerd, al maakt het wel uit hoe we dat doen. De bekende ds. J.C. Philpot merkt ergens op: ‘Als we terugzien op het jaar dat voorbijgegaan is, zijn er dan geen weldaden die van ons een toon van lof en dank vragen? Het is zoet de liefelijke hand van de Heere te zien in Zijn voorzienigheid, maar het is veel zoeter Zijn uitgestrekte hand te zien in de genade.’ Is die toon van lof en dank er bij ons geweest? Hebben we Gods liefelijke en uitgestrekte hand gezien? Laat ieder dat zichzelf maar eerlijk afvragen en een blik in eigen hart slaan. Dan zal de bede van Mozes: ‘Leer ons alzo onze dagen tellen, dat wij een wijs hart bekomen’ ons uit het hart gegrepen zijn.
De Commissie van Toezicht van de VCORG C.J. van der Beek A. Hoogesteger voorzitter secretaris
57