Jaarverslag 2012
VCORG
'CHRISTELIJK ONDERWIJS OP REFORMATORISCHE GRONDSLAG' DORDRECHT, MEI 2013
Inhoudsopgave 1.
Notulen Algemene Ledenvergadering VCORG op maandag 18 juni 2012 3
1.1 Opening 3 1.2 Notulen van de algemene ledenvergadering van 20 juni 2011 4 1.3 Bestuurs- en financieel jaarverslag 2011 4 1.4 Vaststelling profiel toezichthouders en toelichting verkiezing 5 1.5 Verkiezing Algemeen bestuur 6 1.6 Verkiezing Commissie van Toezicht 6 1.7 Rondvraag 6 1.8 Uitslag verkiezingen 7 1.9 Sluiting door Ds. H. van der Ham 8
2. Inleiding 9
3. Algemeen 10 3.1 Uitgangspunten jaarverslag 10 3.2 Centrale thema 10 3.3 Instellingsgegevens 11 3.4 Juridische structuur 11 3.5 Organisatiestructuur 11 3.6 Bestuur-, Commissie van toezicht- en Commissiegegevens 12 3.7 Kernactiviteiten en werkgebied 13 3.8 Bestuurlijke activiteiten 13 3.9 Bestuurlijke federatieve samenwerking 14 3.10 WSNS-samenwerkingsverband 14 3.11 BSOS en LOVK 16 3.12 Schoolgegevens 17
4. Personeelsbeleid 19
4.1 Inleiding 19 4.2 Professionalisering 19 4.3 Personele bezetting per 31-12-12 20 4.4 Ontwikkelingen personeelsbeleid 20 4.5 Arbodienst 20
5.
Onderwijskundig beleid 21 5.1 Veranderdoelen en nascholingsactiviteiten 21 5.2 Besteding Prestatiebox 21 5.3 Peuterspeelzaal 23 5.4 Kwaliteitszorg 23 5.5 Monitoringsgegevens 24 5.6 Kwaliteit en personeelsbeleid 25
1
6.
Financieel beleid 26 6.1 Publieke en private gelden 26 6.2 Overzicht financiën 27
7. Beheersbeleid 33
7.1 Algemeen 33 7.2 Beheerscommissie 33 7.3 Huisvestingszaken 33 7.4 Onderhoud 35 7.5 Arbozaken 35
8.
Relatie en communicatie 36 8.1 Uitgangspunten 36 8.2 Communicatielijnen richting ouders 37 8.3 Relatie met de kerken 37 8.4 Overige externe communicatie 37 8.5 Verantwoording 38 8.6 Afhandeling van klachten 39 8.7 Onderwerpen met politieke of maatschappelijke impact 39 9. Tenslotte 41
10.
Lijst met afkortingen 42
11.
Jaarverslag 2012 GMR
43
12.
Commissie van Toezicht 45 12.1 De namen van den leden, hun beroep, leeftijd, alsmede nevenfuncties welke van belang zijn voor de onderwijsinstelling 45 12.2 De door de CvT verrichte werkzaamheden 45 12.3 De onderwerpen die aan de orde zijn geweest 46 12.4 De beoordeling van de realisatie van de doelen 46 12.5 De maatschappelijke taak 47 12.6 De van toepassing zijnde code goed bestuur 47 12.7 De honorering en onkostenvergoeding 47 Bijlage
Jaarrekening 2012
2
Notulen ALV VCORG 1. NOTULEN ALGEMENE LEDENVERGADERING VCORG OP MAANDAG 18 JUNI 2012 Notulen van de Algemene Ledenvergadering van de Vereniging voor Christelijk Onderwijs op Reformatorische Grondslag te Dordrecht, gehouden op maandag 18 juni 2012 in de zaal van de Pauluskerk te Dordrecht.
1.1 Opening De voorzitter, de heer Van Driel, opent om 19:40 uur de vergadering door de aanwezigen welkom te heten. De voorzitter leest Mattheüs 18. Hij vraagt te zingen Psalm 105 vers 3 en 5. Hierna gaat hij voor in gebed en vraagt een zegen over de vergadering. In zijn openingswoord schetst de voorzitter het wereldtoneel en de aanwezige tekenen der tijden. Ook in Nederland vermeerderen de zorgen: politiek, godsdienstig, sociaal en economisch bezien is er veel reden tot zorg. Politiek bezien was er korte tijd sprake van enige beteugeling. De aanstaande verkiezingen kunnen dit zomaar doen omslaan. Wat gebeurt er dan met de vrijheden van godsdienst en onderwijs? Mag er ondanks deze zorgen een uitzicht zijn naar het Koninkrijk der hemelen waarover Mattheüs 18 spreekt? Ook vraagt hij of wij bereid zijn te lijden om Zijns Naams wil. Dankbaar constateert het bestuur dat de situatie op de Dordtse scholen rustig is. Velen zetten zich hiervoor dagelijks in. Maar wat bereiken wij zelf, als Hij Zijn zegen inhoudt? We hebben de taak leerlingen door de tijd te helpen en middellijkerwijze voor te bereiden voor de eeuwigheid. Hen van en over Hem vertellen, zoals Psalm 78 aangeeft. Om dat oprecht en op de goede wijze te kunnen doen is het noodzakelijk dat ook wij als ouders/opvoeders ‘geworden zijn als een kindeke’, zoals Mattheüs 18 beschrijft. Via de nieuwe rubriek ‘van de bestuurstafel’ informeert het bestuur de leden tussentijds over de lopende zaken. Veel aandacht is uitgegaan naar de financiële situatie op de lange(re) termijn. Dat gaat ook over personen en dus is zorgvuldige aanpak noodzakelijk. Vooralsnog hoeven er geen gedwongen ontslagen te vallen, mede omdat vele personeelsleden een bijdrage leverden in de bezuiniging op de formatie. De voorzitter spreekt hiervoor wederom zijn dank namens het bestuur uit. In het licht van het gelezen Bijbelgedeelte citeert hij een zin uit de inleiding van het jaarverslag: ‘niet om kritisch te kijken naar jongeren, maar misschien wel naar degenen die hen opvoeden en begeleiden’! Waar we voorbeelden moeten zijn voor onze kinderen en leerlingen, gebruikt de Heere Jezus een kind als voorbeeld voor de discipelen die onderling twisten. Een kind nog kind zijnde maakt zich niet druk over zaken waarover ouderen zich vaak druk maken. Evenals de kinderen moeten wij klein zijn in geest en gemoed en in de schatting van onszelf. Hoogmoed en zinloze discussies houden ons eerder buiten het Koninkrijk der hemelen, zo waarschuwt de Heere Jezus. Een les voor ons allen! Samuel Rutherford schrijft in een preek over de woorden: ’Zijt gij Gods kinderen? Zijt gij bekeerd en geworden gelijk de kinderkens? Verlangt gij dan niet naar huis te gaan en uw Vader te zien? O, welgelukzalig zij, die thuis zijn gekomen voor u, welgelukzalig zij, die daarboven zijn, die opgevaren zijn boven dit strijdperk’. Zijn laatste woorden waren: ‘Op dit alles schrijf ik de dood, de haven waar ik begeer aan te landen is verlossing en vergeving door het bloed van Christus’. De voorzitter spreekt tot slot de wens uit dat de Heere het worden als een kindeke ook onder ons door Zijn Woord en Geest werken wil. Als dat bij ons als ouders/opvoeders gebeurt, zal er dan geen geur en smaak van uitgaan naar de kinderen? De voorzitter vraagt te zingen Psalm 128 vers 1 en 4.
3
1.2
Notulen van de algemene ledenvergadering van 20 juni 2011
De voorzitter stelt de notulen bladzijde voor bladzijde aan de orde. De notulen worden door de vergadering vastgesteld.
1.3
Bestuurs- en financieel jaarverslag 2011
De voorzitter geeft aan dat van dit jaarverslag ook het verslag van de Commissie van Toezicht (hierna CvT) deel uitmaakt. Vervolgens stelt de voorzitter het jaarverslag bladzijde voor bladzijde aan de orde. De heer Van der Klooster heeft vast gesteld dat de CvT belangrijk werk verricht en dat uit het verslag blijkt dat ze wat hem betreft de juiste accenten hebben gekozen. Hij vraagt hoe de CvT invulling heeft gegeven aan het vaststellen van de vergoedingsregeling? De voorzitter van het bestuur geeft het woord aan de voorzitter van de CvT, de heer Lambregts. Hij geeft als antwoord dat de CvT (en het bestuur) niet voor vergoedingen en presentiegelden in aanmerking komt, alleen voor onkostendeclaraties voor gemaakte kosten voor het toezicht. De heer Van der Klooster stelt dat onkostendeclaraties in de jaarrekening zouden moeten worden verantwoord. De heer Hakbijl (penningmeester bestuur) wijst er op dat het wat betreft de externe verantwoording niet verplicht is om dit te vermelden, en voor wat betreft gemaakte onkosten door het bestuur: dit in de bestuurskosten is verantwoord en de accountantscontrole dit bevestigt. De heer Van der Klooster vraagt of dit dan in het verslag kan worden opgenomen? De CvT zegt dit toe. De heer Ploeg vraagt of de werkzaamheden die vermeld staan bij de CvT, op eigen initiatief zijn samengesteld of dat zij deze werkzaamheden in opdracht van het bestuur uitvoeren? Heeft de CvT een adviserende of controlerende rol richting het bestuur? De voorzitter antwoordt dat de CvT deze onderwerpen zelfstandig benoemd heeft, en dat zij een adviserende rol richting het bestuur heeft. De heer Hoogesteger (secretaris CvT) geeft aan dat de onderwerpen ook door de VGS zijn aangereikt. De voorzitter geeft het woord aan de penningmeester van het bestuur. Hij presenteert de jaarrekening en benadrukt dat we niet alleen terug zullen kijken, maar ook vooruit. De jaarrekening van 2011 is voorzien van een goedkeurende controleverklaring van de externe accountant, Ernst & Young. Dit betekent dat resultaat en vermogen getrouw en rechtmatig zijn. De jaarrekening laat een tekort zien van € 6.000 (verlies), terwijl een plus begroot was van € 6.000. In de zomer van 2011 constateerde het bestuur een verwacht verlies van € 50.000 op totaalniveau. Dit, nadat door incidentele oorzaken de afgelopen jaren al zo’n € 0,25 miljoen ten laste van het vermogen van de vereniging is gebracht. Door strakke kostenbeheersing en terughoudendheid in personele inzet is dit gedurende 2011 teruggebracht tot een uiteindelijk verlies van € 6.000 zoals opgenomen in de jaarrekening 2011. Steeds zijn de vragen gesteld: Is het nodig? Kan het later? Kan het minder? Kan het goedkoper? Genormaliseerd is er ook een verlies over 2011, mede door eenmalige baten en anderzijds ook wat eenmalige lasten. Het eigen vermogen bedraagt € 763.000 per december 2011. Voor de begroting 2012 en verder geldt, dat door dalende leerlingenaantallen, waaronder schippersleerlingen, toch een negatieve lijn in de opbrengsten zichtbaar blijft. Dit heeft het bestuur in januari 2012 definitief doen besluiten tot vrijwillig te realiseren formatieve ingrepen.
74
Notulen ALV VCORG Deze zouden in orde van grootte € 50.000 op moeten leveren ingaande 1 augustus 2012, samen met de materiële kostenbeheersing en evt. opbrengstenverhoging, waaronder de lerarenbeurs. In het formatieplan 2012 én het inventarisatieproces daaraan voorafgaand, is een stevig beroep gedaan op het personeel qua gevraagde fte reductie resp. bereidheid via een lerarenbeurs zich verder te ontwikkelen en gelijktijdig te helpen de begroting te ontlasten. Het effectueren van de voorgestelde formatie zal een positief effect van ongeveer € 33.000 opleveren in 2012 ten opzichte van de oorspronkelijke begroting. Het structurele (bezuinigings-)effect hiervan op de loonkosten is ongeveer 24.000 euro. Het bestuur waardeert de vrijwillige bijdrage van diverse personeelsleden zeer. In 2012 leveren de effecten van het formatieplan, zoals nu bekend, dus genoeg op om op verenigingsniveau voor één jaar weer positief te kunnen draaien (korte termijn) zonder ICT-investeringen en er van uitgaande dat leerlingaantallen niet verder zakken ten opzichte van de gehanteerde prognose. Dit is dus mooi, maar nog niet genoeg om het gestelde structurele doel van begrotingsevenwicht te realiseren. Met ICT kunnen we ook niet achterblijven, we moeten onze leerlingen ook hierin de middelen bieden. In 2013 en 2014 gaat het resultaat door leerlingaantalontwikkelingen omlaag. Naar de mening van het bestuur past bij de verantwoordelijkheid voor de continuïteit het overwegen van rddf-plaatsing (het aanzeggen van mogelijk ontslag, zoals initieel was voorgenomen). Gegeven de geleverde bijdragen door het personeel, de uitkomsten van de doorrekening en juridische dilemma’s én niet te vergeten de impact die dit heeft op de scholen en het personeel, heeft het bestuur in de vergadering van 23 april 2012 besloten vooralsnog niet tot deze stap over te gaan. Uiteraard in de hoop en verwachting dat door verdere vrijwillige kostenbeheersing, formatiereductie, natuurlijk verloop en/of evt. opbrengstenverhoging waaraan ook gewerkt wordt, de maatregel ook niet opnieuw aan de orde hoeft te komen. De penningmeester geeft gelegenheid tot het stellen van vragen. De heer De Keizer stelt de vraag hoe het kan dat op bladzijde 33 in de resultaatanalyse het op 42 komt (20 en 20 en 1). De heer Hakbijl antwoordt dat dit waarschijnlijk een afronding is geweest. De heer Verloop vraagt hoe het bestuur aan de leerlingenaantallen komt? Worden die niet als prognose door de gemeente verstrekt? De heer Hakbijl antwoordt dat het bestuur de kerkbladen van de verschillende kerkgenootschappen uit de achterban doorneemt op geboorteberichten. Hieruit kunnen ze nagenoeg precies opmaken welke leerlingen D.V. op de scholen terechtkomen. Het verwachte leerlingenaantal groeit niet, omdat de demografische ontwikkelingen en het aantal woningen niet meer groeit in Dordrecht en het geboorteaantal in de achterban ook zeker niet groeit. a. Goedkeuring jaarverslag 2011 inclusief jaarrekening Het jaarverslag 2011, inclusief de jaarrekening wordt door de vergadering geaccordeerd en daarmee vastgesteld. b. Verlening décharge aan penningmeester en bestuur De vergadering verleent décharge aan penningmeester en bestuur.
1.4
Vaststelling profiel toezichthouders en toelichting verkiezing
De voorzitter geeft het woord aan de voorzitter van de CvT, de heer Lambregts, om het profiel kort toe te lichten. Het profiel is aangereikt door de VGS en aangepast op de situatie in Dordrecht. De heer Lambregts geeft gelegenheid voor het stellen van vragen of het geven van opmerkingen etc. De heer Van der Klooster vraagt een toelichting over de tweede bullit onder het kopje ‘Vaardigheden’. De heer Lambregts geeft aan dat het er hier om gaat dat er toegezien wordt of de essenties ook nageleefd worden. Het o.a. spreken met de GMR houdt dan ook het bespreken van signalen etc. in. De CvT controleert de GMR dus niet!
5
De heer Riemens sr.: onder het kopje ‘Vaardigheden’ staat bij de 5e bullit ‘daadkrachtig is en in staat is de juiste interventies te plegen waar nodig’. Wat zien jullie in ‘waar nodig’? De heer Lambregts antwoordt dat de CvT normaliter een rol op de achtergrond heeft, maar wanneer het nodig is, op de voorgrond treedt en handelt. De heer Ploeg vraagt hoe de CvT borgt dat de kandidaat deze punten bezit/beheerst? De heer Lambregts antwoordt dat er een beslagperiode van 5 maanden aan vooraf is gegaan. De deskundigheid op het gebied van onderwijs ontbrak nog, die heeft de CvT er specifiek bij willen betrekken en blijkt uit de huidige kandidaatstelling. De vergadering beschouwt het profiel als akkoord en vastgesteld. De voorzitter behandelt punt 5 en 6 van de agenda gecombineerd.
1.5
Verkiezing Algemeen bestuur
De heer B.H. Dekker (aftredend en herkiesbaar) De heer P. van Eenennaam Kandidaten ter opvulling van de vacature: De heer J.W. Baars De heer L. de Gelder
1.6 Verkiezing Commissie van Toezicht De heer B. Cornet (aftredend en herkiesbaar) De heer J.N. van der Ent Kandidaten ter opvulling van de vacature: De heer C.J. van der Beek De heer J.C. van Burg Vervolgens wordt overgegaan tot stemming. Er zijn 85 aanwezigen, waarvan 80 stemgerechtigden. De heer Van de Boogaard en de heer Moret vormen samen met de secretaris, de heer Van der Hel, het stembureau.
1.7 Rondvraag De heer Moreê vraagt of de kalender voortaan weer op zondag zou kunnen beginnen, zoals we eerder al gewend waren. De voorzitter antwoordt dat dit in de nieuwe versie al is meegenomen. De heer Riemens jr. vraagt of er al iets is voor ouders die problemen hebben met het plaatsen van foto’s van hun kinderen op de website. De voorzitter geeft aan dat op de site een zin is opgenomen wat ouders in dat geval kunnen doen.
6
Notulen ALV VCORG De heer Heikens heeft een vraag over het mediagebruik op school. Wat is het nut/doel? Is het ‘Ter Lering’ of ‘Ter Vermaak’? Hij heeft daar zo zijn zorgen over. De voorzitter zegt dat het bestuur deze zorgen meeneemt en dat het voortdurend de aandacht heeft, op beide scholen. Er is op beide scholen al beleid ter zake. De heer Riemens jr. is nog niet tevreden over het antwoord op zijn vraag over foto’s op de website. Als ouders is het juist leuk om foto’s van je kinderen te zien, maar het gaat om het gebruik: wat doen anderen met de foto van jouw kind? Is het mogelijk om het zo af te schermen dat de foto alleen voor ouders beschikbaar is als die op de website staat? ICT-technisch is het mogelijk, de voorzitter neemt het mee en komt hierop terug. De heer Jobse: Het Ministerie van Onderwijs gaat homoseksualiteit in het lespakket verplichten. Hebben we daar een brochure over? Hoe gaan we daarmee om? Hierover gaan alle betrokkenen nadenken en beleid ter zake vaststellen. De voorzitter onderbreekt de vergadering voor de pauze. Pauze.
1.8
Uitslag verkiezingen
Vooraf heeft de heer Riemens Sr. een opmerking over de layout van de stembriefjes: Aftredend en herkiesbaar zou toegevoegd moeten worden. De voorzitter maakt excuses voor de enkele stembriefjes zonder hokje bij de naam van de heer Van Burg. Voor het Algemeen bestuur: Kandidaat
Aantal stemmen
De heer B.H. Dekker De heer P. van Eenennaam
66 14
Aangenomen
De heer J.W. Baars De heer L. de Gelder
57 23
Aangenomen
Voor de Commissie van Toezicht: Kandidaat
Aantal stemmen
De heer B. Cornet De heer J.N. van der Ent
64 16
Aangenomen
De heer C.J. van der Beek De heer J.C. van Burg
45 35
Aangenomen
Alle kandidaten spreken hun dank uit voor het vertrouwen van de vergadering en zijn bereid met kracht en hulp van Boven hun taak voort te zetten of op te pakken. De voorzitter van de CvT brengt aan de heer Van der Beek de uitslag over. Laatstgenoemde heeft vooraf aangegeven zitting te nemen in de CvT indien de vergadering hem kiest. De voorzitter wenst alle gekozenen kracht en wijsheid toe bij de uitvoering van de taken. De voorzitter dankt de kandidaten, tegenkandidaten en het stembureau. Een ieder wordt bedankt voor zijn/ haar aanwezigheid en de fijne wijze van vergaderen. Uw steun en gebed zijn blijvend nodig!
7
De voorzitter geeft het woord aan ds. H. van der Ham die de avond zal besluiten.
1.9 Sluiting Ds. Van der Ham leest nogmaals de verzen 2 en 3 uit Mattheüs 18 voor. De Zaligmaker geeft aandacht aan kinderen. Hij zegt: ‘Verhindert ze niet’. Hij heeft zelfs gelet op het kinderspel, blij gezang wanneer ze een bruiloftspel speelden, klaagzangen wanneer ze een begrafenisspel speelden. De Zaligmaker heeft er steeds geestelijk onderwijs aan verbonden. In Mattheüs 18 stelt Hij een kind als voorbeeld. De discipelen twistten over een probleem: Wie zou de meeste zijn in het Koninkrijk der hemelen? Hoogmoed is een wortelzonde, die zit diep in de mens. We willen als God zijn, we streven altijd om de eerste te zijn, we willen anderen vooruitstreven. Dat is in de wereld zo, maar ook in de kerk en op school. Als christen moeten we niet doen wat ik wil, maar vragen: Wat wilt Gij dat ik doen zal? Dienen dus. Fijn dat de discipelen het aan Christus voorlegden. Het was een pijnlijke vraag. Christus geeft hen onderwijs, stelt een kind in het midden van hen. Dat is toch de ‘schoonheid’ van het woord, de manier waarop het beschreven is. Worden als een kind. Wij denken aan groter worden, aan de toekomst. We willen kinderen voorbereiden op de toekomst, en daarbij leert een kind van een oudere. Christus zegt eigenlijk het tegenovergestelde. Waarom? Een klein kind is toch ook niet altijd gehoorzaam! De uitdrukking ‘zo onschuldig als een klein kind/pasgeboren baby’ is niet juist: wij zijn zondaar, er is niemand die goed doet. Zo wie dan zichzelf zal vernederen….. Dat is de sleutel! De discipelen dachten: vanzelf horen wij erbij. Ingaan kan alleen uit vrije genade, het moet een wonder worden, en als ’t geen wonder is, kunt u geenszins ingaan. De Zaligmaker kreeg het vertrouwen van dat kind dat in het midden kwam staan. En daar schort het bij de discipelen aan: God vertrouwen op Zijn woord! Afhankelijk en aanhankelijk zijn, dat zijn karaktertrekken van de vreze Gods. Hoe kan dat? Door genade. Niet vooruitlopen, maar achter de Heere aankomen en je laten leiden. Verandering is nodig; Heere, maak mij als een kind. De discipelen hebben vast later nog wel eens getwist wie de meeste zou zijn. Toch lees je in de brief van Petrus: God wederstaat de hovaardigen, maar de nederigen geeft Hij genade. En van Johannes: God heeft ons zo liefgehad, laten wij elkander dan ook liefhebben. Dient elkaar door de liefde. We moeten samen beseffen dat we het van genade moeten hebben. Wat hebben we, dat we niet ontvangen hebben? Ds. Van der Ham laat zingen uit Psalm 25 vers 4 en 6, en eindigt met gebed. Na het gebed wenst de dominee een ieder wel thuis. De vergadering wordt om 21.40 uur gesloten.
8
Inleiding 2. Inleiding Het is inmiddels geen hypothese meer, maar een feit. De jeugd van nu is een ongewenste weg opgerend. De kerk en de school en de politiek doen wel pogingen om onze jeugd in te halen zodat het gesprek kan worden aangegaan, maar elke poging lijkt te stranden. Ze benen het niet meer bij. Ouders ervaren problemen en zouden het best wel graag anders willen, maar weten niet hoe. Lectuur in overvloed, maar de praktijk is zo weerbarstig. Er gaat het laatste jaar geen week voorbij of je leest erover in de verschillende dag- en weekbladen. Boeken die het licht niet alleen op rood zetten, maar ook het waarschuwingslicht laten schijnen. Een laatste boekje wat ik over bovengenoemde problematiek las is van collega drs. R. Toes. In zijn dagelijks leven rector van de Guido de Bres te Rotterdam. In zijn “verweesde generatie, pleidooi voor terugkeer van het gezag”, signaleert hij wat er zoal is misgegaan. Hij wijst er op dat het mis is met het gezag en daarom ook mis met de jeugd. De slappe en veel te tolerante opvoeding geeft te veel ruimte. Er moet immers aandacht en geduld zijn voor onze kinderen. Toes geeft aan dat dit geleid heeft dat kinderen daardoor zijn gaan bepalen wat ouders moeten doen. Het is niet van de één op de andere dag gegaan. Er was in de jaren zestig van de vorige eeuw eerst dat openlijke verzet van provo’s en hippies tegen de gevestigde orde. Maar van lieverlee is dat provocerende gedrag naar binnen gedruppeld en is zich gaan nestelen is de gedachten van jongeren die nu ouders zijn. Hun kinderen hebben, niet bewust daarvan, de aangegeven richting gevolgd. Toes geeft aan dat door de schijnbaar ongekende mogelijkheden op allerlei gebied er een verweesde generatie is ontstaan. Een generatie dus die een vader en een moeder als ouder missen. De ouder was jong en wil jong blijven. De ouder is niet de rots waartegen geleund en de tent waar geborgenheid is, maar de medespeler in het spel van iedere dag. De pedagoog prof. M. de Winter constateert het ‘verwende kind syndroom’. Hij schrijft dat ‘gezagsproblemen leiden tot gedragsproblemen’. Toes voert in navolging van De Winter een pleidooi voor een hiërarchische relatie. Het moet dus duidelijk zijn voor een kind dat het een vader en een moeder heeft die geen onderhandelingspartner zijn, maar iemand die het mag en moet zeggen hoe het wel en niet moet. Ook op school merken we dat het niet meer vanzelfsprekend is dat de leerkracht zich gesteund voelt door de ouder. Er moet begrip zijn voor het zich anders gedragende kind. Ook al zitten er in die groep nog twintig tot dertig kinderen. Op een personeelsvergadering staat voor het eerst in mijn loopbaan op de agenda van de teamvergadering: hoe om te gaan met steeds extremer gedrag. Toes schrijft, en het is ook op de basisschool helaas te goed herkenbaar, het moet allemaal leuk, uitdagend zijn. Verveling is er alom. Is verveling geen familie van verwenning? Rekenen en taal en geschiedenis en biologie: het is allemaal saai vinden een steeds meer toenemend aantal kinderen. En dat maken kinderen kenbaar. Thuis en op school. Af en toe is er iemand die aan kinderen vertelt dat het vroeger anders was. Kinderen trekken de conclusie: dat was dan zeker wel heel vroeger. In het boekje wordt een uitspraak van prof. A. van de Beek aangehaald waarvan ik denk dat het de kern is van de teloorgang van het gezag ‘het ontbreken van authentiek geloof is de belangrijkste oorzaak van de verzwakking van de kerk’. Het wil er bij mij niet in dat kinderen van nu anders zijn dan vroeger, maar als kinderen niet meer naar omhoog hoeven te kijken naar de gezagsdragers zullen ze ook steeds minder beseffen dat het de Heere is Die het in ons aller leven voor het zeggen wil hebben. Dat is Zijn recht. We zijn immers Zijn maaksel en daar ook toe geschapen. De verwording door de zonde is geen excuus, eerder een drang tot het oude gebed:
Heer! wijs mij toch Uwe wegen, Die Gij wilt dat ik zal gaan; Tot dezelve maak genegen Mij, en doe mij die verstaan.
9
Algemeen 3.1
Uitgangspunten jaarverslag
Voor u ligt het jaarverslag 2012 van de Vereniging voor Christelijk Onderwijs op Reformatorische Grondslag te Dordrecht. Het jaarverslag is een verantwoordingsdocument, waarin het bestuur verantwoording aflegt van het gevoerde onderwijskundig, personeels-, financieel en beheersbeleid. Tevens legt het bestuur verantwoording af van het kwaliteitsbeleid en de resultaten ervan in diverse kenen stuurgetallen. Zij doet dit aan verscheidene belanghebbenden, waaronder ouders, leden van de schoolvereniging, personeel, medezeggenschapsraad, commissie van toezicht, inspectie en ministerie van onderwijs en wetenschappen. Het doel is niet alleen het afleggen van verantwoording, maar ook om noodzakelijk geachte bijstellingen te kunnen onderbouwen om daarmee tevens vooruit te zien op 2013 en de daarop volgende jaren.
3.2
Centrale thema De missie van de scholen is: ‘In vertrouwen bewaren en bouwen’. We werken samen voor de kinderen.
Daar ligt onze belangstelling en daar zetten we ons voor in. Met alle collega’s hebben we voor de schoolplanperiode 2011 -2015 het onderstaande geformu-leerd in ons schoolplan: Voor beide scholen geldt: We willen dat onze kinderen zich welbevinden, goede prestaties leveren, en zich ontwikkelen tot verantwoordelijke en christelijke burgers. •
Welke school(omgeving) hebben onze kinderen daarvoor nodig?
Onze kinderen hebben een school(omgeving) nodig: 1. waar een haalbaar, gedegen en compleet (leerstof )programma is vastgesteld 2. waarin uitdagende doelen gesteld worden en effectieve en constructieve feedback gegeven wordt 3. die veilig, ordelijk en stimulerend is 4. waarin collegialiteit én professionaliteit is 5. waarin een heldere communicatie met en een merkbare betrokkenheid van ouders is (en anderen buiten de school) 6. waar vanuit onze missie gewerkt wordt •
Welke klassenomgeving hebben onze kinderen daarvoor nodig?
Onze kinderen hebben een klassenomgeving nodig, waarin de leerkracht zorgt voor: 1. een goede didactische aanpak 2. een goede pedagogische benadering 3. een ordelijke, taakgerichte en uitdagende werksfeer 4. een goed klassenmanagement 5. ordelijke en stimulerende leeromgeving 6. Christelijk onderwijs en opvoeding Bij dit alles willen wij ons laten leiden door de Bijbel als het onfeilbare Woord van God.
Om te werken aan een optimalisatie van deze school- en klassenomgeving zijn er in het schoolplan 20112015 verschillende doelstellingen geformuleerd. Bovenschools zijn er voor het schoolplan werkgroepen geformeerd die voor een periode van vier jaar heb-
10
Algemeen ben aangegeven wat er zou moeten gebeuren om gestelde doelen te verwezenlijken. De resultaten daarvan zijn vastgelegd in het gezamenlijk schoolplan (2011-2015). Periodiek leggen werkgroepen verantwoording af van hun activiteiten. De werkzaamheden van de werkgroepen worden ieder jaar geëvalueerd. De evaluaties worden met het gehele team gedeeld. Personeelsleden kunnen aan het einde van ieder cursusjaar aangeven aan welke werkgroep ze willen deelnemen. De verslagen van de werkgroepen zijn mede een onderbouwing voor de managementrapportage. Doelstellingen en voornemens geformuleerd in het schoolplan worden ieder cursusjaar twee keer gecheckt, geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. Op deze wijze wordt de continuïteit en de betrokkenheid van ieder personeelslid geborgd.
3.3 Instellingsgegevens Bevoegd gezag Vereniging voor Christelijk Onderwijs op reformatorische grondslag te Dordrecht Adres secretariaat: H. van der Hel, Amazone 181, 3315 WK Dordrecht Telefoon: 078- 6511724 e-mail:
[email protected] Hieronder vallen de:
3.4
Ds. J. Bogermanschool, Prof. Waterinklaan 43, Dordrecht Ds. J. Polyanderschool, Atmosfeerstraat 34-36, Dordrecht
Juridische structuur
De Vereniging blijft als hoogste bestuursorgaan het meeste recht doen aan betrokkenheid en democratie voor de ouders van de scholen en andere betrokkenen. Zij is statutair vastgelegd met als grondtaak het in stand houden en bevorderen van twee scholen voor reformatorisch onderwijs en heeft als voedingsgebied de stad Dordrecht. De Vereniging is gegrond op het onveranderlijke Woord van God, naar de overzetting daarvan uit de oorspronkelijke talen, op last van de Staten Generaal der Verenigde Nederlanden en volgens besluit van de Nationale Synode in 1618 en 1619 en naar de verklaring, daarvan gegeven in de Drie Formulieren van Enigheid, zoals die zijn vastgesteld door voornoemde Synode.
3.5 Organisatiestructuur De vereniging wordt bestuurd door een bestuur, bestaande uit leden van die vereniging. Het bestuur bestuurt in zekere zin op hoofdlijnen volgens het Policy Governance principe dat wil zeggen ‘goed bestuur’. Het bestuur hanteert de volgende uitgangspunten: • •
• •
11
Het bestuur is in de eerste plaats de “representant” van de leden van de vereniging, die op het bestaan van deze schoolorganisatie zijn aangewezen; Het bestuur is eindverantwoordelijk voor alles, maar maakt een helder onderscheid tussen het eigen domein van besluitvorming en dat van de algemeen directeur en zijn medewerkers; aansturing vindt plaats op basis van (globale) uitspraken over te behalen doelen, alsmede over de handelingsruimte die de algemeen directeur met het managementteam krijgt om deze waar te maken; De bestuursverantwoordelijkheid berust niet bij individuele bestuurders doch bij het bestuur als geheel. Dit vereist discipline van elk bestuurslid; Een sluitend toezicht op en verantwoording over de uitvoering is mogelijk door deze af te zetten tegen de vooraf gedane uitspraken en via vooraf overeengekomen instrumenten;
• •
Het principe dat het bestuur zich over het door hem gevoerde beleid - dus ook over dat wat onder zijn mandaat gebeurt- verantwoordt aan diegenen aan wie het verantwoording verschuldigd is, waaronder de leden; De beste bestuurspraktijk is om het beleid zoveel mogelijk proactief te formuleren en aldus helder mandaat te geven wat van de algemeen directeur en het managementteam zal worden verwacht en wat de ruimte is voor nadere beleidsvorming en uitvoering.
Het bestuur wil werken overeenkomstig aan de door de PO-raad vastgestelde sectorcode Goed bestuur. Dit heeft, evenals de implementatie van scheiding van bestuur en toezicht, in 2011 plaatsgevonden. Met betrekking tot de scheiding van bestuur en toezicht heeft het bestuur zich laten voorlichten en zijn de statuten medio 2011 gewijzigd. De eerder geuite gedachten over de wijze waarop het interne toezicht in onze situatie zou kunnen worden geregeld, zijn met inachtneming van reacties uit ondermeer de leden en de medezeggenschapsraad verwezenlijkt, waardoor er naast het bestuur een commissie van toezicht vanuit de ledenvergadering is ontstaan.
3.6
Bestuur-, Commissie van Toezicht- en Commissiegegevens
• Bestuursleden en functie Bestuursleden en functie Dhr. G.B. van Driel Dhr. G. Holster Dhr. H. van der Hel Dhr. B.H. Dekker
1e voorzitter 2e voorzitter 1e secretaris 2e secretaris
Dhr. A. Hakbijl Dhr. J. H. Vink Dhr. J.W. Baars
1e penningmeester 2e penningmeester
• Commissie van Toezicht Leden Commissie van Toezicht en functie Dhr. A.D.M. Lambregts Dhr. A. Hoogesteger
voorzitter secretaris
De heer B. Cornet Dhr. C.J. van der Beek
lid lid
• Beheerscommissie Deze commissie is belast met het beheer van de gebouwen via een meerjaren onderhoudsplanning. Deze planning wordt jaarlijks door de commissie opgesteld en geactualiseerd door het Ingenieursbureau Dordrecht waarmee ook het nodige overleg wordt gevoerd. Elders in dit jaarverslag is in het hoofdstuk ‘beheer’ een verslag van de beheerscommissie over de verrichte activiteiten in 2012 opgenomen. Leden beheerscommissie Dhr. G. Holster (bestuurslid en voorzitter ) Dhr. W. Jansen Dhr. C. Kraijenoord
Dhr. J. Riemens Dhr. A.C. Vermeulen
12
Algemeen • Toelatingscommissie ledenbestand Deze commissie houdt zich bezig met de selectie en werving van nieuwe leden. Leden toelatingscommissie ledenbestand Dhr. J.H. Vink
• Vertrouwenspersonen In het kader van de klachtenregelingen zijn onderstaande personen benoemd tot vertrouwenspersoon, tot wie personeel en leerlingen zich bij klachten kunnen wenden. In dit kalenderjaar zijn er geen meldingen bij deze commissie binnengekomen. Vertrouwenspersonen Dhr. A. J. van Vugt
Mw. G.F. Lemstra - Luckerhof
Het bestuur is aangesloten bij de VGS, Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs, gevestigd te Ridderkerk. Ook maken we gebruik van de administratieve diensten van het VGS.
3.7
Kernactiviteiten en werkgebied
De kernactiviteit van de VCORG is: Het verstrekken van basisonderwijs overeenkomstig de grondslag van de vereniging, zodanig dat leerlingen gaan beschikken over kennis en vaardigheden die hen toegang geven tot het vervolgonderwijs, aansluitend bij algemeen erkende einddoelen alsmede de kennis en vaardigheden om, zo de Heere het geeft, hun plaats als christen in de maatschappij te mogen innemen. Hierbij streeft de VCORG naar kwalitatief hoogwaardig primair onderwijs. De visie op onderwijs en de missie van de scholen is beschreven en uitgewerkt in het schoolplan en de schoolgids. Hierin staan tevens de strategische beleidskeuzes van de school en de integrale aanpak van het geheel beschreven. Strategische beleidskeuzes richten zich met name op twee zaken: • Het doorvertalen van onze identiteit. • Het reageren en anticiperen op ontwikkelingen en tendensen in onze maatschappij die de koers van de school mede bepalen of beïnvloeden. Een goede interne en externe analyse van de huidige resultaten is een belangrijke voorwaarde om te komen tot de juiste beleidskeuzes voor de komende jaren.
3.8
Bestuurlijke activiteiten
• Ook in dit verslagjaar is het bestuur periodiek bij elkaar geweest in aanwezigheid van de algemeen directeur. In zeven vergaderingen zijn conform de jaarkalender diverse onderwerpen besproken. • In een tweetal vergaderingen waren hier tevens de leden van de Commissie van Toezicht (CvT) deels aanwe- zig. Mede in het licht van de taak van de CvT, is het nuttig om bepaalde onderwerpen gezamenlijk te bespreken. Daarnaast versterkt dit de band tussen directie, bestuur en Commissie van Toezicht. • Ook zijn er op een goede manier contacten geweest met de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad leden ( GMR). Een delegatie van het bestuur heeft op uitnodiging van de GMR een avond belegd om met elkaar de vragen rondom begroting en exploitatie verder te bespreken. • De teruglopende leerlingaantallen en verminderde overheidsbijdragen dwingen het bestuur en directie om op een creatieve en zeer zorgvuldige manier invulling te geven om alle middelen zo efficiënt en effectief mogelijk in te zetten. • Uitgangspunt voor het bestuur is om naast een sluitende exploitatie tevens goed te kijken naar de positie van al onze medewerkers, waarbij we de doelstelling hebben om zo lang mogelijk gedwongen ontslagen te voorkomen. Vooralsnog lijkt het erop dat dankzij diverse maatregelen, dit ook daadwerkelijk kon worden voorkomen.
13
• Om bovengenoemde redenen is tevens onze jaarlijkse nieuwjaarsbijeenkomst vervallen. • Zomaar een greep uit de agenda-onderwerpen: financieel beleidskader, begroting, jaarresultaat, formatieplannen, schoolplannen, inspectierapport, ledenvergadering, investeringen etc. Al met al een mix van belangrijke onderwerpen die in overleg met diverse geledingen vaak moeten worden afgestemd. We denken in dit geval ook aan de leden van de beheerscommissie die zeer nuttig werk verrichten en het bestuur en directie veel werk uit handen nemen. • Tijdens de algemene ledenvergadering is ons bestuur uitgebreid in de persoon van de heer J.W. Baars. In de vacature van een vertrouwenspersoon is de heer A.J. van Vugt bereid gevonden. We zijn blij dat beide vacatures weer snel konden worden ingevuld. • Naast alle dagelijkse werkzaamheden op en rondom school is er ook aandacht voor alle ontwikkelingen op het personele vlak. Droefheid en blijdschap wisselen elkaar af. Geboorten, ziekten, jubilea en sterfgevallen. We denken in dit verband ook aan het overlijden van ons oud-bestuurslid de heer T. Nieuwland. Met dankbaarheid kijken we terug op het vele werk wat hij belangeloos heeft mogen verrichten. • Het stemt ons tot dankbaarheid dat alles nog in betrekkelijke rust en vrede zijn voortgang mocht hebben. Vaak vinden we dit gewoon, maar dit is niet vanzelfsprekend. Kijkend naar de ontwikkelingen in onze maatschappij, de aanvallen op reformatorisch onderwijs van binnen- en buitenaf, het zou ons moeten verontrusten, wat zijn we dan vaak lauw. • Het is de wens en bede van het bestuur dat de Heere Zelf een vurige muur rondom onze scholen zou willen zijn en dat alle arbeid op beide scholen door alle direct bij de scholen betrokkenen, rijk gezegend mag worden. Mogen wij vragen om uw voortdurend gebed?
3.9
Bestuurlijke federatieve samenwerking
De VCORG maakt deel uit van de Federatieve Vereniging voor Primair Onderwijs op Reformatorische Grondslag in de regio Rijnmond (FPO Rijnmond). Het stimuleren van onderlinge samenwerking en het bevorderen van de belangen van de individuele scholen is een belangrijke doelstelling van de federatie. De federatiescholen dienen er naar te streven de school-specifieke ontwikkeling af te stemmen met de ontwikkelingen uit de federatie. Belangrijke beleidsterreinen, waarop samenwerking plaats vindt, zijn kwaliteitsbeleid, Integraal personeelsbeleid, ICT, cultuureducatie, arbobeleid, versterking beleidsvoerend vermogen en communicatie. De praktische uitwerking van het beleid vindt plaats op het directieberaad van de scholen. In 2012, als onderdelen van bovengenoemde beleidsterreinen, zijn de volgende thema’s aan de orde geweest: • Personeelsbeleid: professionalisering van gesprekkencyclus met name het voeren van beoordelingsgesprekken. • Afsluiting gezamenlijk arbocontract en aanbod bedrijfshulpverlening; • Het uitvoeren van een audit bij een andere school met een cluster van enkele directeuren. • Het invoeren van een nieuw managementcontrolesysteem Integraal en het volgen van nascholing daarvoor in federatief verband.
3.10 WSNS-samenwerkingsverband Onze scholen zijn aangesloten bij het WSNS-samenwerkingsverband Barendrecht. De turbulentie van (de vernieuwingen in) het onderwijs gaat ook ons samenwerkingsverband niet voorbij. Er wordt veel geïnvesteerd in Passend Onderwijs, een regionale inzet waarbij alle zorg rond leerlingen van ‘2 tot 20’ wordt gekanaliseerd en de ‘witte vlekken’ in zorgland worden voorzien van oplossingen, zodat er geen leerling tussen wal en schip zal vallen. Kernwoorden zijn daarbij: zorgplicht, één loket, een sluitend zorgaanbod, flexibele voorzieningen, handelingsgericht werken. Twee lijnen zijn binnen ons samenwerkingsverband van belang, nl. de daadwerkelijke zorg voor leerlingen (en hun leerkrachten) die op de één of andere wijze problemen ervaren en het bevorderen van de zorgkwaliteit van de deelnemende scholen, zodat leerlingen zo goed mogelijk begeleid worden. Uiteraard profiteren ook onze scholen bij het uitwerken van deze lijnen van hetgeen in het zorgplan aan concrete doelen is opgenomen.
14
Algemeen
Een leven lang leren Dinsdag 14 mei 2013 - middagpauze op de Ds. J. Bogermanschool: ‘Juf, wat doet u als u niet studeert?’ Een vraag van een van mijn groep 6 – leerlingen. Ze weten dat ik studeer en ook dat ik bijna klaar ben. In het komende cursusjaar hoop ik naast leerkracht ook gedragsspecialist te zijn. Daarvoor volgde ik in de afgelopen twee jaar de Master SEN. Iedere woensdagmiddag ging ik naar de Driestar in Gouda om daar leerzame colleges te volgen over allerlei onderwerpen: orthopedagogiek, communicatie met en over leerlingen, kwaliteitszorg (en dan vooral de kwaliteit van sociaal – emotionele ontwikkeling), begeleiding van collega’s en natuurlijk het Praktijk Gericht Onderzoek, over meer – en hoogbegaafde leerlingen. De kinderen vinden het bijzonder, dat ik ook nog aan het leren ben. ‘Bent u dan nooit uitgeleerd?’ vroegen ze me een andere keer. En dan hebben we ineens een echt leergesprek! Groep 6 van het jaar 2012 – 2013 hoop ik me te herinneren, als de klas die ‘diep’ wilde leren. Dat bleek wel, uit de vragen die ze stelden. Soms kwamen we er niet uit, en bleven we zoeken naar zeker weten. Waar een goed pedagogisch klimaat heerst, kan geleerd worden. Daar leren leerkracht en leerlingen van elkaar en boven alles van de grote Leermeester, want onderwijs is voor mij: ‘Zoeken naar de ziel’ (Van der Kaaden, 1994). In dit boek ontmoeten we ‘een van de vrienden van de juf’: W.G. van der Hulst. Als ik niet studeer, dan verdiep ik me onder andere graag in zijn paedagogiek. ‘Hunner één’ was zijn schoolmeestersprincipe. Je kunt geen mooier compliment van ze krijgen: ‘Juf, u lijkt zelf nog wel kind’. Zulke dagen vergeet je nooit! Ook dat blijft een heerlijke herinnering aan deze klas. Het gaat dan over het aanvoelen van elkaar en waar lukt dat beter dan in de Bijbelse Geschiedenis en geschiedenisverhalen die we vertellen. Het is ook onze opdracht, zeker in de huidige tijd waarin de nadruk steeds meer komt te liggen op de opbrengsten van het onderwijs, dat we oog blijven houden voor ‘de loffelijkheden des HEEREN, en Zijn sterkheid, en Zijn wonderen die Hij gedaan heeft. Want Hij heeft een getuigenis opgericht in Jakob en een wet gesteld in Israël; die Hij onzen vaderen geboden heeft, dat zij ze hun kinderen zouden bekend maken; Opdat het navolgende geslacht (die) weten zou, de kinderen, (die) geboren zouden worden; (en) zouden opstaan, en vertellen ze hun kinderen; En dat zij hun hoop op God zouden stellen, en Gods daden niet vergeten, maar Zijn geboden bewaren; (Psalm 78: 4 – 7). Dat moet de essentie blijven van ons onderwijs! Anne – Margriet Holster Leerkracht groep 6 Bogermanschool
15
In het achterliggende jaar is het samenwerkingsverband van de regio Barendrecht gefuseerd met dat van de regio Gouda. Daarnaast zijn de voorbereidingen in gang gezet voor de vorming van het landelijke samenwerkingsverband voor het reformatorisch onderwijs. Na raadpleging van alle regio’s is gekozen voor een landelijke vereniging, met een bestuur, een raad van toezicht en regiomanagers. De opzet garandeert zoveel mogelijk de handhaving van de huidige werkwijze in onze regio, waarbij ook regionale inspraak mogelijk blijft via een ledenvergadering.
3.11 BSOS en LOVK Een groot deel van de aanwezige leerlingen op de ds. J. Bogermanschool bestaat uit schipperskinderen, die door de weeks hun verblijfplaats hebben op het schippersinternaat ‘Eben-Haëzer’. Het aantal schipperskinderen op onze school neemt helaas weer wat af, door verhuizingen en het aan de wal gaan wonen van enkele schippers. Ondanks dat blijft het aantal schipperskinderen vergeleken met andere scholen toch nog behoorlijk hoog. De school is vanwege de aanwezigheid van schipperskinderen aangesloten bij de vereniging Basisscholen Onderwijs aan Schipperskinderen (BSOS). De vereniging BSOS werkt vanuit een strategisch beleidsplan en behartigt de onderwijskundige en facilitaire belangen van schipperskinderen van 6 tot 18 jaar. BSOS maakt zich sterk voor een relatief kleine groep en richt zich op het bundelen van krachten als het gaat om goed onderwijs voor schipperskinderen in de basisscholen. De Ds. J. Bogermanschool is aan zichzelf verplicht verantwoording af te leggen over de besteding van de extra middelen die zij van het rijk ontvangt voor de aanwezigheid van schipperskinderen op de school. Zij doet dat in het ‘Beleidsdocument onderwijs aan schipperskinderen’. Dit document is in het achterliggende jaar herschreven en geactualiseerd. Hierbij is de inbreng van alle betrokkenen verwerkt. Naast de visie op schipperskinderen, is het beleid beschreven op school-, groeps- en leerkrachtniveau. Met name de communicatie in de periode voordat schipperskinderen als leerling van onze school staan ingeschreven, heeft hierbij veel aandacht gekregen.
De school profileert zich als een school met deze specifieke doelgroep, die vraagt om kwaliteiten die tot uiting komen in: • Een doorgaande lijn van 2 tot 12 jaar. • Een passend aanbod op leer- en sociaal-emotioneel gebied. • De professionaliteit van het team. • Contacten met de ouders.
16
Algemeen De LOVK (Landelijk Onderwijs aan Varende Kleuters) behartigt de belangen van de varende kleuters. Ook met de LOVK heeft de Bogermanschool regelmatig contact. Dit richt zich op het volgen van de schipperskinderen die onderwijs ontvangen door middel van het kleuterpakket “Stappen langs het Water” van de LOVK en het genoten onderwijs op de ligplaatsscholen. Aan het eind van de kleuterperiode vindt een overdrachtsgesprek plaats tussen de coördinator van de LOVK en de ib ’er van de onderbouw. Daarbij ontvangt de school van elk kind een dossier, dat wij opslaan in ons eigen administratieprogramma.
3.12 Schoolgegevens • Namen managementteam en brinnummers (bekostigingsnummer van de overheid) Naam
Functie
Naam
Functie
B.A.D. van der Wulp
Algemeen Directeur
C.M. van der Klooster
Coördinator / IB-er
I.G. Molendijk
Adjunct-Directeur
A. de Ligt
Studieloopbaanbegeleider
G.C. de Heer
Adjunct-Directeur
School
Brincode
Ds. J. Bogermanschool
07OW
Ds. J. Polyanderschool
08XJ
01-10-12
01-10-13
01-10-14
01-10-15
12
16
18
11
Instroom schipperskinderen Ds. J. Bogermanschool • (Geprognosticeerde) telgegevens leerlingen: Ds. J. Bogermanschool
17
Ds. J. Polyanderschool
Het leerlingenaantal is ook dit jaar weer gedaald. De daling is niet direct terug te zien omdat in bovenstaande getallen ook de tussentijdse instroom is meegenomen. Oorzaken zijn verwijzingen naar het speciaal basisonderwijs en verhuizingen. Het aantal schippersleerlingen geeft een wat grillig verloop te zien. Het is daarom ook moeilijk om daar beleid op te maken. Moeilijk omdat het leerlingenaantal schommelt en tevens omdat de extra bekostiging een bijkomende onzekere factor is. Wel is het positief dat er voor dit en voor het volgende jaar een veel groter aantal kinderen in de prognoses staan dan eerder werd aangenomen.
Hallo, Ik ben Daan Verloop, ik ga u wat vertellen over de plusklas. Dat is elke vrijdag met juf Annemarie. Dat is een klas voor kinderen die meer uitdaging nodig hebben. Je doet daar allerlei proefjes of moet een uitvinding maken. Dat is erg leuk vooral de proefjes met scheikunde, daar moesten we vier eieren in een vierkant neerleggen. En daar moet je dan zoveel mogelijk boeken op leggen totdat de eieren kapot gaan. Of je moet bijvoorbeeld een presentatie houden voor de plus klas of in je eigen klas. Ook hadden we vorig jaar een thema-avond waarbij wij het hadden over de aanslag op de Twin Towers en het Pentagon. We hadden een hoog gebouw gemaakt van dozen, en hadden daarna van watjes rook gemaakt en een paar watjes hadden we rood geverfd als vuur. Groetjes, Daan Verloop Groep 8b Polyanderschool
Hallo, Wij zijn Sophie Van Eeuwijk en Hannejet Scheurwater en wij zijn beste vriendinnen. We kennen elkaar al heel lang. Wij zitten op de Polyander in groep 8b bij Juf Annemarie en op vrijdag bij meester De Ligt. Op woensdag gaan we na de pauze naar meester De Ligt om geschiedenis te doen en daarna naar onze eigen klas om ict te doen, en groep 8a precies andersom. We gaan ook weleens op excursie. Wij zijn al naar HVC geweest en naar een schip die de Rene Siegfried heet. Binnenkort gaan we ook naar techniekles. We hebben nu een stage juf ze heet juf Machteld, groep 8a heeft ook een stage juf die heet juf Angeline, ze zijn echt heel aardig! Net als juf Annemarie en meester De Ligt. We gaan ook al bijna op kamp! We moeten op de fiets het is ongeveer 60 km, dat is echt best wel lang … Groetjes, Sophie en Hannejet
18
Personeelsbeleid 4.1 Inleiding Het personeelsbeleid van de Vereniging wordt centraal vormgegeven. Alle personeelsleden zijn in dienst van dezelfde werkgever. Zij hebben dus allen een bestuursbenoeming. In het achterliggende jaar zijn behalve de leden van het managementteam ook diverse leerkrachten op beide locaties werkzaam geweest. Het personeel onderschrijft de grondslag van de school en stelt zich daarmee onder het onvoorwaardelijk gezag van Gods Woord. Deze keuze heeft gevolgen voor het totale dagelijks handelen. Het bestuur heeft als blijvende opdracht meegegeven: Samen doen wat samen kan. Het proces in oktober 2010 verkennend gestart, heeft inmiddels vaste vormen aangenomen. Meerdere bovenschoolse werkgroepen zijn actief gedurende een schooljaar. Op deze manier worden de diverse sterke kanten benut en leren collega’s elkaar meer zien als een kans, dan een bedreiging. Op de diverse studiedagen wordt aan onze gezamenlijke opdracht vanuit onze identiteit aandacht gegeven tijdens openingen. Tijdens voortgang - en ontwikkelingsgesprekken is er ruim aandacht voor de eigenheid van de individuele leerkracht. Leerkrachten worden gestimuleerd om zich zowel in- als extern te professionaliseren. Een professionele organisatie, waarin een leerkracht zijn taken vervult, is een niet te onderschatte randvoorwaarde voor de kwaliteit van het onderwijs en de aantrekkelijkheid van het beroep. Goed werkgeverschap is daarbij ook van groot belang. Bij- en nascholing van het personeel is tevens een verantwoordelijkheid van de werkgever dat gefinancierd wordt uit de middelen als onderdeel van de lumpsum.
4.2 Professionalisering Handelingsgericht werken De doelstellingen van het handelingsgericht werken (hgw) zijn een betere afstemming op leerlingen en meer aandacht voor (de mogelijkheden) van de leerkracht. Scholen stemmen af op leerlingen op basis van hun stimulerende en belemmerende factoren en hun onderwijsbehoeften. Dit leidt tot een groepsplan, waarin de te behalen doelen voor de komende tijd verantwoord zijn. De vertaalslag naar de praktijk van het dagelijks handelen van de leerkracht in de groep krijgt veel aandacht. We hebben er dan ook voor gekozen om hgw vooral bij het vak rekenen toe te passen. Daarnaast hebben we een zorgkaart gemaakt waarop alle overlegmomenten staan waarin hgw aan de orde komt. Ook ons digitale leerlingvolgsysteem Parnassys hebben we voor hgw aangepast. In het cursusjaar 2011/2012 waren er drie studiedagen. We verdiepten ons met het oog op waarnemen en begrijpen in belemmerende en stimulerende factoren en onderwijsbehoeften en in het vakgebied technisch lezen om daarmee te beginnen. Later in het jaar schakelden we over naar het vakgebied rekenen omdat er voor technisch lezen onvoldoende materialen zijn om de werkwijze van hgw goed toe te kunnen passen. Het gekozen vakgebied werd vanaf dit moment ook vast onderwerp van gesprek tijdens groepsbesprekingen. Daarnaast namen we het onderdeel ZIEN in gebruik binnen het administratieprogramma Parnassys. Met ZIEN kan de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen worden geïnventariseerd en gevolgd op de manier van hgw. De leerkrachten vullen nu jaarlijks de vragenlijsten voor alle kinderen in waarna m.b.v. groeps- en individuele overzichten kan worden nagegaan wat kinderen vooral nodig hebben. Ook dit wordt regelmatig besproken. In de tweede helft van het cursusjaar verdiepten we ons in effectieve instructie en het maken van groepsplannen voor het vak rekenen. In de eerste helft van het cursusjaar 2012/2013 zijn we hiermee verder gegaan. De ib’ers kregen aanvullende scholing en coaching voor het programma ZIEN. De leerkrachten maakten nieuwe groepsplannen en kregen feedback op effectieve instructie middels groepsbezoeken. Wat opvalt is, dat we steeds meer zelf de verantwoordelijkheid gaan nemen in het proces en dat de externe deskundige steeds meer de rol van coach krijgt op afstand. Wat ook opvalt, is de hoge betrokkenheid van de collega’s tijdens de studiedagen. We merken dat de vertaalslag naar de praktijk in toenemende mate aandacht krijgt, alsook de terugkoppeling daarvan in vervolgbijeenkomsten. Daarmee wordt het ontwikkelingsproces naar de werkwijze van hgw steeds concreter.
19
4.3 Personele bezetting per 31-12-12
Aantal pers.leden in dienst in verslagperiode (incl. OOP)
Bogermanschool
Polyanderschool
23
20
Personele inzet Functiecategorie
2012
2013
2014
2015
2016
2017
Directie
1,00
1,00
1,00
1,00
1,00
1,00
Onderwijzend personeel
23,18
22,62
22,44
22,26
22,19
22,19
Onderwijsondersteunend personeel (incl. schoonmaak)
2,22
2,22
2,22
2,22
2,22
2,22
Totaal
26,40
25,84
25,66
25,48
25,41
25,41
4.4
Ontwikkelingen personeelsbeleid
In het jaar 2012 zijn de volgende onderdelen van het integraal personeelsbeleid aan de orde geweest: Onderdeel
Korte toelichting
Status
Taakbeleid
Tijdsinzet van het personeel. Berekeningsmodel van VGS ingezet
Afgerond
Formatieplan
Inzet van personeel in relatie tot werkzaamheden en kosten binnen begrotingsmodel VGS
Afgerond
Ontwikkelingsgesprekken
Met elk personeelslid wordt een ontwikkelingsgesprek gehouden, waarbij het POP (Persoonlijk Ontwikkelingsplan) en de competenties en het functioneren worden besproken
Afgerond
Beoordelingsgesprekken
Met nieuw benoemde personeelsleden wordt een beoordelingsgesprek gehouden als overgang van tijdelijke naar vaste benoeming. Wanneer het functioneren niet voldoende ontwikkelt worden er eveneens beoordelingsgesprekken gehouden.
Afgerond
Functiemix
De ‘functiemix’ is de verdeling van leraren (in voltijdbanen, fte’s) over de salarisschalen. Met het Convenant LeerKracht van Nederland wordt op termijn meer dan 1 miljard euro per jaar extra geïnvesteerd in het onderwijs, waarvan het grootste deel wordt ingezet voor betere beloning van leraren.
Afgerond
4.5
Arbodienst
Als scholen zijn we aangesloten bij de federatie Rijnmond. Alle Arbozaken worden in een gezamenlijk contract via de federatie geregeld. Zo zijn we aangesloten bij de Arbodienst Arbomanager in Zeist voor de afhandeling van ziekte- en verzuimmeldingen. Onze bedrijfsarts is dhr. G. Kippersluis.
20
Onderwijskundig beleid 5.1
Veranderdoelen en nascholingsactiviteiten
Veranderdoelen Bogerman- & Polyanderschool 2012
Nascholing
Status
1.
Het jonge kind: Ontwikkelingsgericht onderwijs: spelend leren rekenen Driestar-Educatief studiemiddagen
Voortgezet
2.
Het jonge kind: KIJK ontwikkelingsvolgmodel. Bespreking en uitvoering ontwikkelingslijnen; tussendoelen koppelen aan thematische activiteiten
Driestar-Educatief studiemiddagen
Voortgezet
3. Het jonge kind: het interpreteren van ontwikkellijnen en dit zichtbaar maken in een nieuw KIJK! rapport.
Driestar-Educatief Studiemiddagen Bijeenkomsten kartrekkers
Voortgezet
4. Het actualiseren van de gezamenlijke schoolgids
MT
Afgerond
5. Het uitgeven bij de aanvang van een nieuw schooljaar van een geïntegreerde jaarplanner en 2 schoolkalenders
MT
Afgerond
6. Verdieping van het leerling observatiesysteem sociale emotionele ontwikkeling ZIEN voor de groepen 3 t/m 8
Driestar-Educatief Studiemiddagen
Afgerond
7.
Driestar-Educatief Studiemiddagen
Afgerond
8. In het kader van HGW het voeren van kindgesprekken. Het gaat hierbij om het stellen van de juiste vragen op de juiste manier.
Driestar-Educatief studiemiddagen
Voortgezet
9.
Het uitvoeren van groepsbezoeken en groepsbesprekingen
MT-leden en ib-ers
Voortgezet
9.
Werkklimaat en klassenmanagement
MT
Voortgezet
Werkgroep
Voortgezet
In het kader van HGW komen tot het in kaart brengen van de leerlingen wat betreft hun stimulerende en belemmerende factoren
10. Aandacht voor school-en klassenregels
5.2
Besteding Prestatiebox
In 2012 is binnen de sector Primair Onderwijs een zgn. bestuursakkoord gesloten tussen de PO-raad en het ministerie. Kern daarvan is dat het Primair onderwijs zich verplicht bepaalde ambities op het gebied van onderwijskwaliteit te realiseren, terwijl het ministerie daar middelen voor beschikbaar stelt. In 2012 hebben onze scholen daartoe ruim 31.000 euro ontvangen. Dit geld is aangewend voor de volgende doeleinden: • Al voor het derde jaar zijn de scholen bezig met HGW. Vraag is: hoe implementeert de leerkracht de diverse vaardigheden die tijdens de nascholing aan bod komen op een zodanige wijze dat het gedrag wordt? Verschillende vaardigheden zijn daarvoor nodig. In het achterliggende jaar zijn we vooral bezig geweest met het maken van een groepsplan voor rekenen na dat eerder van de kinderen de belemmerende en stimulerende factoren in kaart waren gebracht. Een goede effectieve instructie en beheersing van het klassenmanagement zijn daarvoor vereist. Deze vaardigheden worden volgens de PDCA cyclus voortdurend onder de aandacht gebracht. Om dit alles te realiseren hebben we bij de Driestar Educatief een aantal uren ingekocht zodat we in dit proces op een professionele manier begeleid konden worden. De kosten hiervoor waren € 5000,• Voor een goede afstemming van de twee scholen om bovengenoemd proces te begeleiden en het personeelsbeleid zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen voert de directeur regelmatig gesprekken met een coach van Driestar Educatief. De kosten hiervoor zijn € 1000,• De kwaliteitszorg van nu vraagt om een actuele kijk op de verschillende onderdelen. Het kwaliteitssysteem wat gebruikt werd was verouderd. Besloten is daarom om een nieuw systeem aan te schaffen en dat in te gaan richten. Hiervoor moest ook nascholing gevolgd worden. De kosten hiervoor waren € 2000,-
21
• De groepen één en twee hebben zich toegelegd op een nog betere observatie van de jongste leerlingen. Zij gebruiken daarvoor een observatiesysteem KIJK. Zij werden daarvoor begeleid door een medewerker van Driestar Educatief. De kosten hiervoor waren € 900,• De onderbouw ontwikkelde tevens een nieuw rapport dat afgestemd is op deze nieuwe manier van observeren. De kosten hiervoor waren € 1000,• Vier keer per jaar wordt er een zogenaamd ZAT overleg georganiseerd. Op deze overleggen worden kinderen besproken die om verschillende oorzaken extra zorg en aandacht nodig hebben. Alle disciplines die voor de ontwikkeling van een kind van belang zijn worden voor dit overleg uitgenodigd: € 3400,• Om op een verantwoorde manier een methode voor seksuele vorming in te voeren is dit schooljaar een traject gestart. Eén van de onderdelen was een ouderavond met één van de auteurs van de methode seksuele vorming Wonderlijk Gemaakt. Kosten € 300,Met bovenstaande maatregelen hopen wij de door ons gestelde doelen zoals verwoord in ons schoolwerkplan te realiseren.
Spontane en enthousiaste kleuters ‘Juf, mijn rits gaat niet dicht.’ ’Juf, ik ben klaar met werken, wat moet ik doen? ‘ ‘Juf, hoe moet ik dit spelletje doen?’ ‘Juf, ik wil niet werken, ik wil spelen.’ Zomaar een aantal uitspraken die kleuters in de instroomgroep uitspreken. Goudeerlijk zijn ze meestal! De meeste kinderen, die in deze groep instromen, hebben nog geen schoolervaring. Ze moeten alle basisvaardigheden nog leren. Ik kreeg de taak om de basisvaardigheden aan de kinderen te leren. Een mooie maar ook een intensieve taak. Ik heb er enorm veel van geleerd. Elke dag leer je mee met de kinderen. Hieronder kunt u meegenieten van een deel van een schooldag. Rond half negen is het zover, de kleuters stromen binnen. De een heel stil, de ander is de klas nog niet in en begint al enthousiaste verhalen te vertellen. Op de tafel liggen boekjes die de kinderen bij binnenkomst mogen lezen. Als de bel gaat, klap ik in mijn handen en leggen de kinderen de boekjes weg. De kinderen krijgen de tijd om even iets te vertellen. Na het kringgesprek is het tijd om aan de dagopening te beginnen. Altijd een mooi onderdeel van de dag! Hier mag ik de belangrijkste Boodschap aan de kinderen meegeven. Tijdens de lijdensweken mocht ik vertellen over het lijden en sterven van de Heere Jezus. Op een ochtend vertelde ik over de kruisiging van de Heere Jezus. Ik vroeg aan de kinderen: ‘Waarom moest de Heere Jezus aan het kruis sterven?’ Er ging een vinger omhoog. Iemand zei: ‘Omdat Hij ons lief heeft.’ Toen ik dit hoorde werd ik stil! Het is echt waar, kinderen leren je veel! Hij heeft ons lief en daarom wordt ons nog steeds de Weg verkondigd om ons verloren leven, door eigen schuld, aan Hem over te geven en onze zonden te belijden. Ook kinderen hebben de Heere Jezus nodig! Hiervan mag ik ze vertellen en dat is een wonder! Want wie ben ik, dat ik dat mag doen? Hartelijke groet, Dorothé Ramp Lio stagiaire, groep 1a Polyanderschool
22
Onderwijskundig beleid 5.3 Peuterspeelzaal “Onze” peuterspeelzaal, de Peuterhof, heeft dit cursusjaar twee groepen peuters die op de ochtenden van de lange dagen komen. Nog steeds vallen de administratieve afhandeling en de bestuurlijke verantwoordelijkheden onder stichting H3O, die binnen Dordrecht meerdere protestants-christelijke peuterspeelzalen onder haar verantwoording heeft. De identiteit van de peuterspeelzaal is gewaarborgd in een convenant. Het mooie hiervan is dat onze toekomstige leerlingen elkaar dan al kennen vanuit de peuterspeelzaal en de doorstroming naar de eerste kleutergroep een natuurlijk karakter heeft. Ook kleuters van schippers maken regelmatig gebruik van de peuterspeelzaal. Tussen de peuterspeelzaal en de basisschool is er sprake van een warme overdracht. De peuterspeelzaal werkt met hetzelfde observatiesysteem als de kleuters. • Buitenschoolse opvang De VCORG heeft de buitenschoolse opvang geregeld door kleinschalige identiteitsgebonden gastouderopvang. Dit wordt geboden door Korelon te Zwijndrecht, een christelijk gastouderbureau. Korelon richt zich in haar beleid primair op het kind. Veiligheid en stabiliteit zijn voor het kind van levensbelang. Zij probeert dit te bereiken door de opvang te concentreren rond gezin en school, waarbij de kerkelijke achtergrond een cruciale factor is. De vertrouwde omgeving van het kind wordt hierdoor maximaal bewaard. De continuïteit van het ‘gewone’ leven kan doorgaan. De kans dat een kind kan worden opgevangen in een bekende en vertrouwde omgeving wordt hierdoor geoptimaliseerd.
5.4 Kwaliteitszorg Leerlingen en hun ouders moeten erop kunnen vertrouwen dat hun school onderwijs van voldoende kwaliteit realiseert. Naast de inspectie, die risicogericht toezicht houdt, hebben de scholen zelf meerdere instrumenten om de kwaliteit regelmatig te meten. Deze instrumenten zijn alle genoemd in de schoolgidsen van de beide scholen. Alle domeinen van kwaliteitszorg worden in een vaste cyclus op beide scholen doorgenomen aan de hand van een kwaliteitsinstrument. Aan het begin van het schooljaar is ingeschreven op nascholing van een nieuw samenvattend systeem voor kwaliteitszorg, namelijk Integraal. Dit instrument biedt de mogelijkheid om zorg te dragen voor een goed systeem van zelfevaluatie. Het geeft tevens de mogelijkheid om op een logische manier de verbinding naar schoolontwikkeling en persoonlijke ontwikkeling te leggen. (en) zou ku Tijdens het laatste inspectiebezoek aan de Bogermanschool van september 2011, gaf de inspecteur aan dat een verbeterpunt voor de scho(o)len is om aan de slag te gaan met het bespreken met de teams van de opbrengsten bij taal en rekenen. Dit programma voorziet daarin, zodat we daar het komende jaar graag een ontwikkelstap in willen maken.
In groep 6 is er een leuke sfeer in de klas. Als we tijd over hebben doen we iets leuks! We hebben en hele aardige juf! In Februari hadden we projectweek. Ons thema was: DE IJSVOGEL. We zijn hard bezig geweest met het project, onze juf had een projectboekje gemaakt met veel leerzame dingen erin zoals: voor Engels een lied en een woordzoeker en nog veel meer. Het was super leuk!!!
23
Rachel en Geanne Bogermanschool
Het programma Integraal is volledig geïntegreerd binnen ons administratieprogramma ParnasSys en maakt gebruik van de data die in dat programma beschikbaar zijn. Het schoolbestuur is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs op de school, voor de financiële situatie en voor het naleven van wetten en regels. Het bestuur moet zich verantwoorden over de resultaten. Beide scholen vallen onder het basistoezicht van de inspectie, dat wil zeggen dat ze het vertrouwen van de Inspectie van het Onderwijs hebben. Er vindt dan in principe voor de periode van één jaar geen verder toezicht plaats. De inspectie heeft geen aanwijzingen dat er belangrijke tekortkomingen zijn in de kwaliteit van het onderwijs. De resultaten van inspectiebezoeken zijn te vinden op www.owinsp.nl. De door de inspectie gemaakte opmerkingen zijn meegenomen in de nieuwe schoolplanperiode 2011-2014.
5.5 Monitoringsgegevens Door de schooljaren van de leerlingen heen worden diverse methode- en niet-methodegebonden toetsen afgenomen. Voor de scholen zijn de niet-methodegebonden toetsen, zoals de Cito-entreetoetsen, de SEOtoets (Schooleindonderzoek) en de Cito-eindtoets van belang. • Resultaten toetsen over het jaar 2012 SEO Intelligentiescore
Schoolvorderingenscore
Ds. J. Bogermanschool 2010
--
--
Ds. J. Bogermanschool 2011
101,4
103,7
Ds. J. Bogermanschool 2012
103,8
106,4
Ds. J. Polyanderschool 2010
103,1
118,5
Ds. J. Polyanderschool 2011
104,5
111,1
Ds. J. Polyanderschool 2012
108,2
109,2
Totaal gemiddelde van de deelnemende scholen aan het Schooleindonderzoek
102,0
104,2
CITO 532,4 --
--
Toelichting score SEO 2012 Beide scholen hebben dit jaar meegedaan aan het SEO (School Eind Onderzoek). Beide scholen hebben een hoger getal schoolvorderingen dan de gemeten intelligentiescore. Dat geeft in ieder geval aan dat de kinderen meer presteren dan op grond van hun intelligentie verwacht zou kunnen worden. Met een directielid van het Wartburg College locatie Marnix, waar zo goed als alle kinderen naar toe gaan is er jaarlijks een gesprek over de verwijzing van de kinderen naar het voortgezet onderwijs. De school is daarover tevreden, omdat de meeste kinderen zich overeenkomstig het gegeven advies ontwikkelen.
24
Onderwijskundig beleid Uitstroomgegevens leerlingen 2012 Cursusjaar 2012-2013
Aantal leerlingen naar het voortgezet onderwijs
VMBO BK Basis- en Kaderberoepsgericht
VMBO GT Gemengd theoretisch
HAVO HAVO/VWO VWO TTO
Ds. J. Bogermanschool
34
6
7
21
Ds. J. Polyanderschool
34
6
8
20
5.6
Kwaliteit en personeelsbeleid
Om de kwaliteit van het onderwijs, van de onderwijsgevende en de doorgaande lijn te waarborgen worden er gesprekken gevoerd met ieder personeelslid. Binnen de scholen is een gesprekkencyclus opgezet zodat ieder personeelslid inzicht heeft in zijn eigen functioneren. Leerkrachten vullen voor het geplande gesprek een formulier in. Dit formulier gaat uit van de competenties voor leraren (SBL). Daarnaast staan er een aantal vragen in, die tot doel hebben na te denken over het dagelijks functioneren en de eigen ontwikkeling. Deze vragen worden jaarlijks geactualiseerd. Van het gevoerde gesprek wordt een verslag gemaakt waarin o.a. de afspraken staan voor de komende periode. Ook de functiemix kan de kwaliteit van het onderwijs positief beïnvloeden. De functiemix houdt in dat, zoals in het Convenant Leerkracht van Nederland is afgesproken, scholen extra geld krijgen om leerkrachten in hogere salarisschalen te belonen. In het jaar 2010 is de functiemix ingevoerd op beide scholen. Samen met het bestuur en de VGS is een instrument ontwikkeld waar de criteria in staan waaraan iemand moet voldoen om in aanmerking te komen voor zo’n LB schaal. Om de nodige objectiviteit te waarborgen vraagt iemand die in aanmerking wil komen aan een tweetal groepsleerkrachten, een intern begeleider en een directielid een instrument in te vullen waarin de competenties staan verwoord. De gezamenlijke uitslag wordt naast die van de persoon die zich er voor heeft aangemeld gelegd en besproken. Degene die LB-er wordt geeft vervolgens aan waar hij/ zij het komende jaar aan gaat werken. De resultaten komen in de jaarlijkse gesprekscyclus terug. Omdat er dit schooljaar geen nieuwe personeelsleden waren die voldoen aan de gestelde kwaliteitscriteria is het aantal LB-ers gelijk gebleven. Wel heeft één collega haar opleiding HBO-plus afgerond en zijn drie andere collega’s bezig met een opleiding. De opleidingen worden bekostigd vanuit geld dat beschikbaar wordt gesteld door de overheid. Dit betreft de zogenaamde lerarenbeurs. Hiermee wil de overheid een kwaliteitsimpuls geven aan de scholen.
25
Financieel beleid 6.1
Publieke en private gelden
In onze vereniging hebben we te maken met publieke en private gelden. Publieke gelden zijn de gelden die we van het Rijk ontvangen. Private gelden zijn de gelden die we van ouders of kerken ontvangen, zoals ouderbijdragen, zendingsgeld, geld dat ingezameld wordt door acties en collectegelden. Aan zendingsgeld werden de volgende bedragen aan de diverse zendingsbureaus overgemaakt: Instanties
Bogermanschool
Polyanderschool
Zending Gereformeerde Gemeenten
€ 820,00
€ 500,00
Zending Christelijke Gereformeerde Kerken
€ 820,00
€ 500,00
Gereformeerde Zendingsbond
€ 820,00
€ 500,00
Mbumazending
€ 820,00
€ 500,00
Woord en Daad inclusief adoptie
€ 820,00
€ 927,00
Bonisa Zending
€ 410,00
€ 250,00
Deputaatschap Bijbelverspreiding
€ 410,00
€ 250,00
Woord en Daad kerstkaarten
€ 798,00
€ 851,70
Actie Winterhulp KOEH
€ 1400,00
€ 600,00
Actie voor Woord en Daad, aardbeving Haïti
€ 792,85
Actie voor Stichting Kimon
€ 390,00
Overige acties:
Voor de herinrichting van het schoolplein van de Polyanderschool zijn diverse acties gehouden zodat kon worden overgegaan tot de realisatie daarvan. Totaal werd door de kinderen en de ouders het prachtige bedrag van € 17.042,98 bij elkaar gebracht. Ten behoeve van een aan te brengen scheidingswand bij het speellokaal in verband met geluidshinder werden op de Bogermanschool later in het jaar ook diverse acties gehouden. Tot nu toe werd er een bedrag ingezameld van € 5.356,28.
26
Financieel beleid 6.2
Overzicht Financiën
Het begrote resultaat voor 2012 bedroeg 7.000 euro positief, verdeeld over 3.000 euro voor de scholen en 4.000 euro voor de Vereniging. In de begroting was reeds een ombuiging verwerkt van ongeveer 20.000 euro, omdat de eerste berekeningen lieten zien dat 2012 anders opnieuw met een negatief resultaat afgesloten zou worden. Gelukkig kunnen we constateren dat de ombuigingen die noodzakelijk waren gerealiseerd zijn, zodat de huidige formatie voorlopig gecontinueerd kan worden en noodzakelijke investeringen uitgevoerd kunnen worden.
Realisatie 2012 (A)
Begroting 2012 (B)
x € 1.000
x € 1.000
(A- / -B)
Begroting 2013 x € 1.000
Baten (B1) Rijksbijdragen
1.990
1.953
37
1.948
1
-
1
-
80
61
19
57
2.071
2.014
57
2.005
1.565
1.586
-21
1.581
98
81
17
70
(L3) Huisvestingslasten
165
159
6
153
(L4) Overige instellingslasten
191
181
10
189
2.019
2.007
12
1.993
51
7
44
12
7
-
7
-
58
7
51
12
(B2) Overige overheidsbijdragen (B3) Overige baten Totaal baten Lasten (L1) Personele lasten (L2) Afschrijvingen
Totaal lasten Saldo baten en lasten (R1) Saldo fin. baten en lasten Nettoresultaat
Het daadwerkelijke resultaat is ongeveer 51.000 euro hoger uit gekomen dan de begroting. Gaandeweg het jaar werd deze ontwikkeling steeds zichtbaarder, vooral na realisatie van het formatieplan en mede door de betrachte ‘zuinigheid’. Onderstaand een overzicht van de belangrijkste afwijkingen en de wijze waarop daar gedurende het jaar mee omgegaan is. In de kern komt het neer op hogere dan begrote opbrengsten door aangevraagde lerarenbeurzen, hogere opbrengsten dan begroot door het ‘bestuursakkoord’ van de overheid en aanvullende financiering in 2012 op de nascholingsactiviteiten. Dit naast gerealiseerde zuinigheid op materiële lasten, meevallende energie en waterkosten en realiseren van het formatieplan.
27
Meer in detail:
De uitwerking van de bovengenoemde ombuigingstaakstelling in de begroting in de anders te hoge loonkosten heeft mede geresulteerd in in 2012 toegekende aanvullende middelen, met name lerarenbeurzen (10.000 euro, opgenomen onder B1). Daartegen over stond dat er daarom minder op de loonkosten bezuinigd hoefde te worden, wat in het formatieplan wel is gelukt dankzij ieders bijdrage in dat proces.
10.000
Het bekend maken van de rijksbijdragen behorend bij het in het voorjaar 2012 afgesloten bestuursakkoord betekende voor de twee scholen gezamenlijk extra baten van ongeveer 26.000 euro (opgenomen onder B1). De verplichting die deze subsidie met zich mee bracht, leidde niet direct tot extra uitgaven; reeds gecalculeerde kosten (loonkosten en nascholing) kregen een extra dekking (zie bijlage verantwoording prestatiebox). Tevens zorgde dit ervoor dat er rond de zomervakantie een verdere ombuiging in de loonkosten niet nodig was.
26.000
Lagere personele kosten, deels door financiering nascholing door gemeente en vrijval van een reservering van vorig jaar (opgenomen onder L1).
26.000
Op grond van de monitoring van de financiële ontwikkeling gedurende het jaar kon de vernieuwing van het ICT-park voor beide scholen plaats vinden in 2012, wat betekende dat een deel van de investering naar voren gehaald werd. Dit leidde tot 17.000 euro hogere afschrijvingslasten (deels desinvestering), opgenomen onder L2.
-17.000
Lagere kosten voor energie en water door een lager verbruik (opgenomen onder L3)
12.000
Er moest meer geld apart gezet voor toekomstig onderhoud (20.000 euro, opgenomen onder L3). Er is nu een goed gevulde onderhoudsvoorziening voor beide scholen aanwezig, hetgeen ook nodig is gezien de groot onderhoudsinvesteringen die nog gedaan moeten worden voor CV-radiatoren etc. op de Polyanderschool. Op de Bogermanschool heeft het groot onderhoud gezien de recente nieuwbouw een langere horizon.
-4.000
-5.000
Uitgaven rond de herinrichting van het plein Polyanderschool konden in hoge mate gedekt worden uit opbrengsten van acties (16.000 euro). De opbrengsten zijn opgenomen in B3, de lasten onder L3) Vanuit het verenigingsresultaat is een toevoeging van 5.000 euro gedaan aan de actiefondsen van beide scholen.
-10.000
Een cumulatie van een aantal kleinere afwijkingen, die onder meer voortvloeiden uit de gehanteerde voorzichtigheidssystematiek bij het begroten.
6.000
Niet begrote rentebaten
7.000 Totaal
51.000
28
Financieel beleid Vooruitblik 2013: De begroting 2013 is opgesteld op basis van de eind 2012 bekende gegevens. Deze is wederom sluitend voor de vereniging en twee scholen samen. De meest in het oog springende veranderingen ten opzichte van 2012 aan de batenkant zijn de lagere rijksbijdragen (daling leerlingaantal) en lagere overige baten (in 2012 eenmalige post actiefonds). Als het gaat om de verwachte lasten, worden hogere personele lasten verwacht, deels onder invloed van de logischerwijs stijgende loonkosten als gevolg van leeftijd, deels doordat de gemeente minder nascholingskosten zal vergoeden en deze dus voor eigen rekening komen. De afschrijvingen zullen fors lager uitkomen, doordat de ICTinvestering in 2012 beduidend kleiner van omvang was dan de daar voor gedane investering enkele jaren geleden die nu geheel is afgeschreven. Dit geeft ons in 2013 een relatief gunstige uitgangspositie. Wij realiseren ons echter dat verdere bezuinigingen, mogelijke druk op de schippersbekostiging waar wij in hoge mate van afhankelijk zijn en verdere decentralisatie door de gemeente van de verantwoordelijkheid voor het onderhoud van de gebouwen naar besturen, betekenen dat wij elk jaar de vinger aan de pols moeten houden. Een structureel sluitende exploitatie is in dat kader noodzaak. Blijvende budgetdiscipline is dan ook het motto. Verdere versterking van overige opbrengsten via donaties en acties zijn ook zeer welkom. 2012 laat zien hoe dit bij kan dragen aan investeringen die anders of niet plaats hadden kunnen vinden of onze reserves zouden verlagen. Onze vereniging heeft in dit kader de ANBI-status. Dat betekent dat giften aan de schoolvereniging voor particulieren en bedrijven aftrekbaar zijn van de belasting.
29
Financiële positie Onderstaande tabel geeft een samenvatting van de vermogenspositie eind 2012, vergeleken met de twee jaren daarvoor. ACTIVA
Ultimo 2012 x € 1.000
Ultimo 2011
Ultimo 2010
x € 1.000
x € 1.000
Materiële vaste activa
502
531
517
Financiële vaste activa
-
-
68
502
531
585
-
-
-
Vorderingen
234
188
193
Liquide middelen
524
475
444
Totaal vlottende activa
758
662
637
1.260
1.193
1.222
Ultimo 2011
Ultimo 2010
x € 1.000
x € 1.000
Totaal vaste activa Voorraden
Totaal activa PASSIVA
Ultimo 2012 x € 1.000
Algemene reserve
446
365
360
Bestemmingsreserves publiek
-
24
36
Bestemmingsreserves privaat
376
374
373
Eigen vermogen
821
763
769
Voorzieningen
236
194
139
Langlopende schulden
-
-
-
Kortlopende schulden
203
236
314
Totaal passiva
1.260
1.222
30
Financieel beleid Financiële kengetallen
De ontwikkelingen van de kengetallen, zoals getoond in de grafieken hierboven, geven een overzicht van het verloop van de vermogenspositie. Onder invloed van met name het positieve resultaat, vertonen alle kengetallen een stijgende lijn. De Vereniging kan ruim aan zowel de kortlopende als de langlopende verplichtingen voldoen (liquiditeit en solvabiliteit). Het weerstandsvermogen nam op bestuursniveau toe tot een waarde van 15%. Daar mee komt het buffervermogen weer ongeveer op de gehanteerde norm die voor onze scholen noodzakelijk is. Het verschil tussen de kengetallen weerstandsvermogen op bestuursniveau en schoolniveau, wordt veroorzaakt doordat bij het weerstandsvermogen op bestuursniveau de private reserves meegerekend worden, terwijl bij het weerstandsvermogen op schoolniveau uitsluitend naar het publieke eigen vermogen gekeken wordt. De kapitalisatiefactor is ongeveer gelijk gebleven. Dit kengetal is een indicatie van het totale vermogen uitgedrukt als deel van de jaarlijkse baten en wordt daarmee wel gezien als indicator voor de rijkdom van de organisatie. De signaleringsgrens geeft aan hoeveel kapitaal de Vereniging zou mogen hebben op grond van de omvang van de scholen. Zoals te zien is komt de Vereniging niet boven de signaleringsgrenzen uit en wordt dus niet gekenmerkt als ‘te rijk’. Politiek gezien is dit kengetal erg belangrijk geworden, omdat dit het eerste getal is waar naar gekeken wordt in de discussie over (te) rijke scholen. Investerings- en financieringsbeleid In 2012 werd er in totaal voor een bedrag van 70.000 euro geïnvesteerd in materiële vaste activa, bij een afschrijvingslast van 98.000 euro.
31
Het grootste gedeelte van de investering, 55.000 euro, betrof de aanschaf van nieuwe ICT apparatuur. In de begroting was een investeringssom van 22.000 euro begroot. Het naar voren halen van (ook de rest) van de ICT-investering zorgde voor de hogere realisatie. De afschrijvingen werden beïnvloed door eenmalig voor 13.000 euro aan materiële vaste activa te desinvesteren, omdat deze niet meer in gebruik waren. Voor het financieren van de investeringen is geen gebruik gemaakt van externe kredietverstrekkers, conform het geldende financieringsbeleid. Treasury verslag In 2012 hebben er geen beleggingen plaatsgevonden in risicodragend kapitaal. De beschikbare vrije middelen werden overgemaakt naar een spaarrekening. Er hebben zich in het verslagjaar geen liquiditeitsproblemen voorgedaan. Bij het selecteren van een bank voor het onderbrengen van de spaartegoeden wordt door het bestuur gehandeld overeenkomstig het vastgestelde treasurystatuut, waarin afspraken zijn vastgelegd inzake de wijze waarop wordt omgegaan met de regeling beleggen en belenen. Risicobeheersing en toezicht Ten einde de risico’s zoveel als mogelijk te beperken hanteert de Vereniging een planning en controle cyclus waarbij de directie samen met een externe deskundige de ontwikkeling van de financiële prestaties monitort en hier ook periodiek verantwoording over aflegt richting penningmeester en het bestuur. De basis voor de verantwoording wordt naast de realisatie gevormd door de begroting die voorafgaand aan elk jaar door de directie wordt opgesteld en ter fiattering aan het bestuur en de Commissie van Toezicht wordt voorgelegd. Voor het opvangen van de zogenaamde restrisico’s en onvoorziene calamiteiten gebruikt de school in haar financieel beleid onder andere het kengetal weerstandsvermogen om te zorgen dat er voldoende eigen vermogen beschikbaar is als risicobuffer. Voor de vaststelling van de hoogte van deze buffer is gebruik gemaakt van een standaardrisicoprofiel. Het aanbevolen weerstandsvermogen bedraagt hiermee 15%. Tussen het bestuur, de directie en haar administratieve dienstverlener, VGS Administratie, is tenslotte een Service Level Agreement van toepassing.
32
Beheersbeleid 7.1 Algemeen Zowel het Bestuur als de directie vinden het belangrijk, dat de kinderen in een goed schoolklimaat hun lessen kunnen volgen. Een vereiste is dan ook, dat zowel om als in het schoolgebouw de aanwezige voorzieningen in een zodanige staat worden gehouden, dat geen onveilige situaties kunnen optreden voor de kinderen en het personeel. Ook de schoolpleinen dienen er ordelijk en verzorgd uit te zien. De doelstelling van het beheersbeleid voor onze scholen is daarom gericht op het verantwoord beheren en onderhouden van het schoolgebouw, installaties, schoolpleinen en de in school aanwezige inventaris. Ook de plaatselijke overheid heeft als taak zorg te dragen voor de onderwijshuisvesting. Daarom treedt zij regelmatig in overleg (LOF-huisvesting) met de plaatselijk schoolbesturen om afspraken te maken en tot overeenstemming te komen over het beleid met betrekking tot de huisvesting in de schoolgebouwen. Namens het Bestuur bezoekt dhr. G. Holster deze vergaderingen.
7.2 Beheerscommissie De Beheerscommissie heeft tot taak de gebouwen, de daar aanwezige installaties en de schoolpleinen in een goede staat van onderhoud te houden. De Beheerscommissie werkt ter ondersteuning en onder verantwoording van het Bestuur en in overleg met de directie van de school voert zij het beheer over het onderhoud van beide scholen. Het onderhoud wordt op basis van een meerjaren onderhoudsplan (zgn. MOP) uitgevoerd. Dit meerjaren onderhoudsplan wordt voor een tijdsbestek van 10 jaar opgesteld en om de 2 jaren geactualiseerd. Per bouwdeel wordt vastgelegd in welke jaar hieraan onderhoud wordt gepleegd of wanneer deze wordt vervangen. Hierdoor kan op een gestructureerde wijze onderhoud worden uitgevoerd. Tevens heeft men over een tijdsbestek van 10 jaar inzicht welke onderhoudskosten voor rekening van de Gemeente zijn en welke voor het Bestuur (het zogenaamd Bevoegd gezag). Ook kan per jaar worden bepaald met welk budget rekening dient gehouden te worden. Dit jaarlijks budget wordt door de penningmeester, vanuit het Bestuur, toegewezen aan de Beheerscommissie. De aanvraag van groot onderhoud, voor rekening van de Gemeente, vindt plaats in het jaar voorafgaande aan het jaar van uitvoering. De Beheerscommissie dient voor 1 februari een ‘Aanvraag voorziening huisvesting onderwijs’ in bij de Sector MO, onderwijshuisvesting van de Gemeente Dordrecht. Zo nodig vindt overleg plaats tussen de Sector MO en de Beheerscommissie. Na toewijzing op het eind van dat jaar wordt het noodzakelijk onderhoud in het daarop volgende jaar uitgevoerd.
7.3 Huisvestingszaken • Nieuwbouw ds. J. Bogermanschool Inmiddels is de nieuwbouw van de ds. J. Bogermanschool in gebruik en heeft de directie samen met het personeel de lokalen en kantoren intensief kunnen testen. Het is een functioneel gebouw geworden wat aan alle moderne eisen voldoet. Ieder lokaal heeft de beschikking over een smartboard; verder zijn de wanden voorzien van inbouwkasten en beschikt de school over een fijn schoolplein met nieuwe speeltoestellen en een zandbak. Wel is de beheerscommissie bezig met de gemeente en architect om verschillende ongemakken te verhelpen; met name de klimaatbeheersing heeft voortdurend de aandacht en blijft een grote zorg. De bestrijding van het onkruid rondom de school wordt momenteel aangepakt door het werven van vrijwilligers onder de ouders net als bij de ds. J. Polyanderschool. We kunnen nog genoeg enthousiaste ouders gebruiken om ons prachtige gebouw te onderhouden. Het gebouw is verder voorzien van onderhoudsvriendelijke materialen; het bestuur hoopt dat we voorlopig de komende jaren vooruit kunnen met lage onderhoudskosten. Verder zijn we aan het sparen voor het schoolplein zodat we het speelplein kunnen uitbreiden.
33
• Groot onderhoud ds. J. Polyanderschool In de loop van 2011 is er gestart met de uitvoering van de renovatie van het dak en het vervangen van de buitengevelkozijnen van de ds. J. Polyanderschool. Deze werkzaamheden konden worden uitgevoerd i.v.m. een subsidieregeling van het Rijk, de zogenaamde ‘Regeling verbetering binnenklimaat huisvesting primair onderwijs 2009’. Deze regeling is beschikbaar gesteld aan de gemeenten om het binnenmilieu in de schoolgebouwen te verbeteren en het energieverbruik te verlagen. De Gemeente Dordrecht heeft voor de ds. J. Polyanderschool hieruit een subsidie ter beschikking gesteld voor dakisolatie van het gehele schoolgebouw en voor isolerende beglazing in alle buitenkozijnen. In overleg tussen de Gemeente Dordrecht en de Beheerscommissie is i.v.m. bovenstaande voorzieningen besloten om ook de dakranden, lichtkoepels en de buitengevelkozijnen te vernieuwen. Tevens is een valbescherming op de daken van de school aangebracht. Om de onderhoudskosten zo laag mogelijk te houden, is voor de vernieuwing gekozen uit onderhoudsarme materialen. Begin 2012 zijn alle restpunten uitgevoerd en heeft er een eindafrekening plaatsgevonden met de Gemeente Dordrecht. In 2012 is gestart met de voorbereidingen voor het vervangen van de totale c.v.-installatie van de gehele school. Voor rekening van de Gemeente worden alle radiatoren en c.v.-leidingen vernieuwd en voor rekening van het Bestuur beide c.v.-ketels en de daarbij behorende regelinstallaties. Gezien de grootte van deze investering en het belang om een goede en energiebesparende installatie toe te passen, is een deskundig adviesbureau ingeschakeld voor het opstellen van een ontwerp. Tevens is hierbij onderzocht of de luchtkwaliteit in de lokalen verbeterd kan worden door extra ventilatievoorzieningen aan te brengen. Het adviesbureau is mede op aangeven van de Beheerscommissie met een ontwerp gekomen waarbij zgn. ClimaRad radiatoren worden toegepast met extra ventilatievoorzieningen in het dak. Door middel van deze radiatoren wordt lucht van buiten (al of niet verwarmd) in de lokalen geblazen en zo nodig weer via het dak afgezogen. Na de zomervakantie is de totale installatie aanbesteed. Na controle van de aanbiedingen is aan 3 aanbieders nog een nadere specificatie aangevraagd. Op basis van de meest concurrerende aanbieding is een totale kostenraming gemaakt voor zowel de Gemeente Dordrecht als het Bestuur. Het Bestuur is akkoord gegaan met de hoogte van de kostenraming. De Gemeente Dordrecht is niet akkoord gegaan met de hoogte van de kostenraming, omdat deze een behoorlijke overschrijding laat zien t.o.v. de eerdere aanvraag voor de vergoeding van deze kosten. Begin 2013 wordt nader bekeken, welke stappen er ondernomen moeten worden voor het realiseren van een nieuwe c.v.-installatie in de school. De uitvoering van deze werkzaamheden zijn gepland voor 2013.
34
Beheersbeleid 7.4 Onderhoud • Ds. J. Bogermanschool Voor 2012 heeft voornamelijk de afronding van de nieuwbouw plaatsgevonden in nauw overleg met Roos & Ros architecten en de aannemer, met de Gemeente Dordrecht. Verschillende onderhoudszaken zitten nog in de garantietermijn die later is ingegaan dan de oplevering, omdat verschillende zaken nog niet in orde waren. We denken bijvoorbeeld aan de klimaatbeheersing; diverse lokalen zijn nu voorzien van een eigen thermostaat om te trachten de extreme warmte/koude verschillen te bestrijden. De beheerscommissie heeft door de gemeente een raamconcept laten samenstellen om ook voor de school een MOP samen te stellen voor de komende jaren. Hier wordt op dit moment de laatste hand aangelegd. • Ds. J. Polyanderschool In 2012 is er naar aanleiding van het geplande meerjaren onderhoud (MOP) een aantal onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd voor instandhouding van het schoolgebouw. Deze werkzaamheden bestonden in grote lijnen uit: - Schoonmaakkosten t.b.v. het schoolgebouw - Diverse regulier en correctief onderhoud aan het schoolgebouw en installaties en schoolpleinen Door de leerlingen van de school zijn een aantal acties gevoerd voor het vervangen van een aantal speeltoestellen op zowel het schoolplein voor de onderbouw als voor de bovenbouw. Deze toestellen waren, gezien de staat van onderhoud en leeftijd, aan vervanging toe. Door een van de ouders van de leerlingen is in 2011 een plan gemaakt om de beide schoolpleinen een andere indeling te geven en deze te voorzien van nieuwe of in zeer goede staat zijnde speelwerktuigen. Daar ook in het MOP voor 2012 een bedrag was voorzien voor het vervangen van een gedeelte van de terreininventaris, is besloten, na overleg met de directie, schoolpersoneel, Beheerscommissie en Bestuur, dit plan ten uitvoer en 2012 tot afronding te brengen. Eind 2011 is gestart met de werkzaamheden. Beide schoolpleinen zijn opnieuw ingedeeld en aangepast en alle speelwerktuigen zijn inmiddels geplaatst. Eind 2011 is er gestart met het vervangen van een aantal speeltoestellen op zowel het schoolplein voor de onderbouw als voor de bovenbouw. In samenwerking met de Beheerscommissie en de directie van de school heeft een van de ouders van de leerlingen een plan gemaakt om beide schoolpleinen een andere indeling te geven en deze te voorzien van nieuwe of in zeer goede staat zijnde speelwerktuigen. Daar in het MOP voor 2012 hiervoor niet voldoende geldmiddelen beschikbaar waren, zijn door de leerlingen van de school diverse acties hiervoor gevoerd. In het eerste kwartaal van 2012 zijn de werkzaamheden hiervoor uitgevoerd. Door de nieuwe indeling en het plaatsen van een aantal door de kinderen gewaardeerde speelwerktuigen, waaronder een klimtoren en een voetbalkooi, zijn de schoolpleinen voor de kinderen weer een schoolhof geworden.
7.5 Arbozaken Met dhr. J. Jongeneel, die namens de federatie de Arbozaken voor de scholen behartigt werd een Beleidsplan PSA opgesteld. In dit plan staat beschreven hoe de scholen omgaan met Pesten, Geweld, Agressie en Seksuele Intimidatie, inclusief de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld.
35
Relatie en Communicatie 8.1 Uitgangspunten • • • • •
Goede communicatie zorgt ervoor dat informatie wordt uitgewisseld zodanig dat betrokkenen niet alleen een beter inzicht verwerven in wat er wordt gecommuniceerd, maar ook een open relatie behouden. Vanuit die open relatie is er respect voor elkaar. Communicatie is geen proces van actie en reactie maar van interactie, van wederzijdse en gelijktijdige beïnvloeding. We beïnvloeden en worden beïnvloed. Communicatie mag geen eenrichtingsverkeer zijn en herleid worden tot informatie. De schoolcultuur bepaalt de kwaliteit van de interne en externe communicatie. Het is belangrijk dat een school een goed georganiseerd communicatiesysteem heeft. Wie zijn de leerkrachten en wanneer kan ik ze bereiken? Hoe signaleren we leer- en gedragsproblemen (kind- of leerlingvolgsysteem, leerlingendossiers)? Hoe en op welke momenten communiceren we met de ouders? Communicatie op school moet meer zijn dan een technisch perfect georganiseerd systeem. Het moet vooral ook: - zorgen dat alle participanten op school (leerkrachten, leerlingen, ouders) elkaar beter begrijpen, beter naar elkaar luisteren, beter met elkaar samenwerken, een wij-gevoel krijgen. Dit realiseren we voor de ouders door o.a. het houden van een jaarlijkse informatieavond, een aantal contactavonden, een tweejaarlijkse projectavond - in begrijpelijke taal gebeuren (schoolreglement, personeelsvergadering, gezamenlijke studiedagen) - duidelijk en doorzichtig zijn (iedereen weet waar naartoe). Hierbij is het van belang de regels en routines jaarlijks te evalueren en zo nodig aan te passen - een brug slaan naar de buitenwereld (de school is geen eiland). Bij bepaalde evenementen wordt de buurt uitgenodigd en/of betrokken.
Beste lezer(es), Wij hebben een leuk schooljaar gehad. We zijn op excursie geweest naar het Simon van Gijn museum, naar de afvalcentrale van HVC, naar de tomatenkwekerij Van Looije en naar Techniek Dock. De gymlessen die we kregen waren erg leuk en we hebben veel geleerd van de Engelse lessen die we kregen (Holmwoods ). Ook rekenen was het laatste deel erg leuk, als je klaar was had je een kaart waar je een werkstuk over moest maken. Wel vinden het wel jammer dat we op het schoolplein niet mochten skaten en steppen. Hartelijke groeten, Thomas van Steensel en Markus van der Klooster groep7b/8b van de Bogermanschool
36
Relatie en Communicatie 8.2 •
•
• •
•
Communicatielijnen richting ouders
Het bestuur stelt documenten en regelingen vast. Door de algemeen directeur worden deze gebruikt in de communicatie met de ouders. Hierbij gaat het om documenten als Schoolgids, Schoolplan, Jaarverslag en regelingen als de Klachtenregeling. De Identiteitsverklaring dient bij de aanmelding van elke leerling door elke ouder te worden ondertekend als onderdeel van het Toelatingsbeleid leerlingen. De scholen hanteren verscheidene communicatiemiddelen richting de ouders. Te denken valt aan de schoolgids en schoolkalender, het jaarverslag van de vereniging, de nieuwsbrieven, te weten het Bogermanbulletin en de Polyanderperiodiek, de websites van de beide scholen, nieuwsmail, de inloopmorgens voor schippersouders, de geplande oudercontacten, bijvoorbeeld contactavonden ter bespreking van de rapporten, overige consultatieve gesprekken, de informatieavonden aan het begin van een cursusjaar en een periodieke ouderavond met een spreker. De ouders zijn vertegenwoordigd in de Klachtencommissie. De procedure voor klachtenbehandeling staat in de Schoolgids. De regeling voor de klachtencommissie ligt ter inzage op school. Ouders communiceren ook onderling. De school streeft daarbij een wezenlijke en Bijbels gefundeerde onderlinge communicatie na. De onderlinge oudercontacten krijgen ondermeer gestalte tussen de ouders die allerlei inhoudelijke of ondersteunende taken binnen de school uitvoeren, maar ook buiten de school. Ouders communiceren met de school ook binnen de opgerichte medezeggenschapsraden.
8.3
Relatie met de kerken
In het bestuur en de commissie van toezicht participeren alle kerkelijke gemeenten. Uitwisseling van relevante informatie tussen de kerkenraad en school is altijd belangrijk. School, kerk en gezin delen dezelfde zorgen. Vanwege het belang van een goede relatie tussen kerk, school en gezin past een periodiek overleg met een afvaardiging van de kerkenraden. Zij komen ook op de jaarlijkse ledenvergadering van de schoolvereniging. Echter is dat niet de plaats om zorgen en ontwikkelingen te delen. Het is daarom van belang uitwisseling van relevante ontwikkelingen een plaats te geven op de agenda van een georganiseerd overleg tussen de kerken en de scholen. Dit kan bijdragen tot een goed en beter begrip voor de eigen verantwoordelijkheden, mogelijkheden en beperkingen van scholen en schoolbestuur. Om het in- en externe communicatieproces te stroomlijnen vanuit onze identiteit is er in een communicatieplan een aantal gedachten en principes ontwikkeld waaraan de gewenste communicatie met de verschillende belanghebbenden dient te voldoen. Communicatie raakt immers de identiteit, maar ook het imago van onze schoolorganisatie. Enkele belangrijke randvoorwaarden voor onze communicatie zijn: 1. In onze communicatie dient onze identiteit tot uitdrukking te komen 2. In onze communicatie dient het belang van het kind/ de kinderen centraal te staan.
8.4 • • • •
37
Overige externe communicatie
De scholen onderhouden contacten met toeleverende instellingen, zoals H3O met betrekking tot het peuterwerk en de LOVK met betrekking tot instromende varende kleuters. De scholen onderhouden contacten en communiceren met voorzieningen in de regio, zoals voortgezet onderwijs, politie, brandweer, GGD en dergelijke. De scholen onderhouden externe contacten met begeleidingsinstituten, zoals Driestar Educatief en het Hoornbeeckcollege betreffende bijvoorbeeld het plaatsen van stagiaires en nascholing. De scholen participeren actief in buitenschoolse netwerken, zoals het WSNS-samenwerkingsverband, FPO-Rijnmond, ICT-netwerk, Netwerk schippersscholen van BSOS (ds. J. Bogermanschool).
• • •
De scholen onderhouden functionele contacten met de (lokale) overheid. Binnen Dordrecht vindt dit plaats binnen het LOF: Lokaal Onderwijs Forum. De scholen onderhouden contacten met de buurt waarin de scholen staan door activiteiten rond Koninginnedag, einde van het jaar, nieuwsbrief. De Bogermanschool participeert in een overlegorgaan van het leerpark.
8.5 Verantwoording Het domein van de publieke verantwoording begint de laatste jaren steeds meer aan belang te winnen. Enerzijds omdat de bekostigingssystematiek van het onderwijs totaal is veranderd en min of meer de organisaties tot verantwoording dwingt. In het kielzog van de gewijzigde bekostigingssystematiek is er ook sprake van deregulering. Hierdoor is de besteding van de middelen buiten het directe gezichtsveld van de overheid geraakt. En dat betekent dat er via een andere weg, de weg van de publieke verantwoording, controle wordt uitgeoefend. Enerzijds is er de overheid die een bepaalde omschreven verantwoording van de besteding der gelden aan de scholen oplegt, anderzijds zijn er de stakeholders die meer vragen naar hoe je je als onderwijsorganisatie manifesteert. En dat niet alleen als papieren verantwoording, maar concreet in elke activiteit die je als organisatie naar buiten neergezet hebt. Dit raakt de identiteit. Verantwoorden is dan ook vanuit de identiteit duidelijk maken waar we voor staan en waar we voor gaan en hoe we daaraan werken, zoeken naar draagvlak in de omgeving, laten zien welke resultaten we bereiken, leren van wat niet goed gaat en leren met alle belanghebbenden die bij de scholen betrokken zijn. We willen graag aan andere belanghebbenden laten zien wat we doen: transparant, open en eerlijk. Het gaat dus niet alleen om verticale verantwoording (in de richting van de overheid), maar ook om horizontale verantwoording (in de richting van interne en externe belanghebbenden). Het vindt plaats met de volgende middelen: • een strategisch beleidsplan (schoolplan), dat voor alle ouders is in te zien, waardoor de ouders en andere belanghebbenden informatie krijgen over de kwaliteit van het onderwijs • beschrijving van de veranderdoelen voor ouders en andere belanghebbenden in schoolgids en schoolkalender • het (financieel) jaarverslag voor de stakeholders • resultaten van (inspectie)onderzoeken, die ook op de website van de inspectie worden geplaatst.
38
Relatie en Communicatie 8.6
Afhandeling van klachten
Er zijn geen formele klachten binnengekomen over de kwaliteit van het onderwijs.
8.7 Onderwerpen met politieke of maatschappelijke impact In het jaar 2012 zijn er verschillende onderwerpen op de politieke en maatschappelijke agenda gezet die ook voor de scholen een indirect gevolg hadden. Er kwam meer aandacht voor het gezag. Dit werd door verschillende politici benoemd. Met de teams wordt nagedacht hoe we met elkaar moeten omgaan met steeds heftiger gedrag van leerlingen binnen de scholen. Het doel is dat daarover uiteindelijk ook beleid wordt ontwikkeld. Hiermee hangt samen het ‘pesten’ van kinderen en de gevolgen daarvan voor kinderen. Er is een actueel protocol, maar blijvende alertheid en samenwerking van alle geledingen blijft geboden. Ieder kind heeft immers recht op een veilige schoolomgeving. Een ander thema is de seksuele opvoeding van kinderen. Door de politiek zijn hierover kerndoelen geformuleerd. Omdat het al als beleidsonderwerp stond in ons schoolwerkplan voor het schooljaar 2013-2014 zijn hier vanuit het bestuur en het management en een afzonderlijke werkgroep seksuele vorming de nodige stappen gezet. Er wordt op dit ogenblik ook druk nagedacht over de toekomst van het vervangingsfonds. Onderzoek heeft aangetoond dat wanneer dit door het reformatorisch onderwijs gezamenlijk zou worden georganiseerd, dit kansen en mogelijkheden zou opleveren. Dit omdat door deze denominatie, in vergelijking met de andere denominaties, er minder aanspraak op wordt gemaakt.
39
De maanden maart en april dragen in groep 2 altijd een feestelijk karakter: het begint met het vieren van de verjaardag van juf Ida, mijn duo-collega, mijn eigen verjaardag om tenslotte te eindigen met de verjaardag van de Koningin Beatrix en dit jaar ook nog de verjaardag van onze nieuwe Koning Willem-Alexander. Ik vind het altijd een sport om dan in een hoek iets met muziek te doen. Ik word er blij van, als ik zie, dat de kinderen tijdens de methode-muzieklessen dingen oppakken en er in de hoek ook echt iets mee doen: muziek maken en spelen vanaf een eigen notenschrift. Juist door het thema (Oranjefeest in Nederland) leren de kinderen vrolijke, feestelijke liedjes, maar ook ons Volkslied! Werken en spelen rondom ons Volkslied voegt iets toe aan de muzikale vorming en - wat ik nog belangrijker vind – de geestelijke vorming van onze kinderen. Want op (W)wie stel ik mijn vertrouwen (couplet 6)? Ik wil er maar mee zeggen, dat door het bezig zijn met dit lied, de vormingsgesprekjes vanzelf ontstaan! U vindt het vast niet vreemd, dat ons Volkslied heel wat keren uit die trompet heeft geschald en mee getrommeld is op de alternatieve trommel…. Tenslotte wil ik u verwijzen naar onze site, daar is een filmpje te zien van twee musicerende kinderen. Een hartelijke groet van juf Ellen de Winter leerkracht groep 2 Polyanderschool
40
Tenslotte In de inleiding heb ik uit het lezenswaardige boekje ‘Verweesde Generaties’ het één en ander aangehaald. Het lijkt allemaal zo uitzichtloos. Wordt het dan alleen maar slechter? Er zijn in het voorgaande verslag ook veel goede zaken benoemd. De aandacht die er is gekomen voor het individuele kind (hgw) is zonder meer winst. Alle kinderen kunnen, mede door de nieuwe techniek en methodiek beter gevolgd worden en voor ons onderwijs is dat niet alleen een voorwaarde, maar ook een opdracht. De zorgen in de inleiding geschetst, zijn er. Het verder gaan op deze weg is uitzichtloos. We moeten dat eerlijk onder ogen zien. De weg terug is er ook. Dan moeten we ons weer laten gezeggen door het Woord. Dat Woord wijst ons niet alleen een andere weg, maar wijst ons vooral naar de Heere Jezus Christus. Hij is het Die boven alle tijden is verheven. Aan Wie alle macht is gegeven. Aan Hem ontgaat niets. Ik sluit af met een citaat van A. Augustinus:
Zoals wij zijn, zo zijn de tijden En daarom zeg ik, broeders en zusters: bid zoveel u kunt. Er is een overvloed aan slechte dingen en dat heeft God Zelf toegelaten. Was er maar geen overvloed aan slechte mensen, dan zou er ook geen overvloed zijn aan slechte dingen. Het zijn slechte tijden! het zijn moeilijke tijden! Dat zeggen de mensen tenminste. Laten we liever goed leven, dan worden de tijden vanzelf goed. Wij zijn de tijden. Zoals wij zijn, zo zijn de tijden. Maar wat doen wij eraan? ... Waarom teleurgesteld zijn, waarom mopperen op God? Er is een overvloed aan slechte dingen in de wereld om te voorkomen dat we de wereld beminnen. ... De wereld is slecht, jazeker, slecht. Maar we beminnen haar alsof ze goed is. Wat is er dan zo slecht aan de wereld? Want de hemel, de aarde en het water zijn niet slecht, en alles wat daarin is, vissen, vogels, bomen, ook niet. Al die dingen zijn goed. Nee, het zijn de slechte mensen die de wereld slecht maken. Maar omdat we die slechte mensen zolang we leven, nu eenmaal niet kunnen ontlopen, moeten we een diepe verzuchting slaken naar God onze Heere, en het slechte verdragen om het goede te bereiken. Laten we het ons Gezinshoofd niet aanrekenen, want Hij is goed voor ons. Hij draagt ons, en niet wij Hem. Hij weet hoe Hij Zijn schepping moet besturen. Doe wat Hij beveelt, en hoop op wat Hij belooft. Augustinus / sermo 80,8 in: Van aangezicht tot aangezicht: preken over teksten uit het evangelie volgens Mattheüs. - Amsterdam, 2004. - p. 433-434, Met dank aan onze controller van het VGS dhr. L.P. Niewenhuijse MSc, en diverse bestuurs-en commissieleden en collega’s, B.A.D. van der Wulp, algemeen directeur
41
Lijst met afkortingen
ARBO
Arbeidsomstandigheden
BAPO
Bevordering Arbeidsparticipatie Ouderen
BRIN
Basis Registratie Instellingen
BSOS
Basisscholen Onderwijs aan Schipperskinderen
BZW
Begeleid zelfstandig werken
DOS
Directie Overleg Schippersscholen
EFJ
Elektronisch Financieel Jaarverslag
FA
Financiële Administratie
FPO Rijnmond
Federatie Primair Onderwijs regio Rijnmond
Fte
Fulltime equivalent
GGD
Gemeentelijke Gezondheidsdienst
ICT
Informatie en Communicatietechnologie
IPB
Integraal personeelsbeleid
Korelon
Kinderopvang in relatie tot het onderwijs
LIO
Leerkracht In Opleiding
LOF
Lokaal Onderwijs Forum
LOVK
Landelijk Onderwijs aan Varende Kleuters
MT
Managementteam
NOS
Netwerk Onderwijs Schippersscholen
OOP
Onderwijs Ondersteunend Personeel
PDCA
Plan-Do-Check-Act
PKO
Periodiek Kwaliteitsonderzoek
POP
Persoonlijk Ontwikkelingsplan
PSA
Personeels- en salarisadministratie
SBD
Schoolbegeleidingsdienst
SEO
Schooleindonderzoek
SMW
Schoolmaatschappelijk werk
VCORG
Vereniging voor Christelijk Onderwijs op Reformatorische Grondslag
WSNS
Weer samen naar school
42
GMR Jaarverslag 2012 Jaarverslag 2012 Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad van de Ds. J. Bogermanschool en Ds. J. Polyanderschool te Dordrecht Op 01-08-2009 zijn de MR Ds. J. Bogermanschool en de MR Ds. J. Polyanderschool te Dordrecht opgericht. Deze MR’s zijn geïnstalleerd onder goedkeuring van het bestuur van de Ds. J. Bogermanschool, de Ds. J. Polyanderschool en de Vereniging voor Christelijk Onderwijs op Reformatorische Grondslag (VCORG). De GMR bestaat uit de leden van de MR Ds. J. Bogermanschool en de MR Ds. J. Polyanderschool en behandelt schooloverstijgende zaken. De MR’s hebben adviesbevoegdheid, geen instemmingsrecht, hiervoor is toestemming verleend door ouders. De MR van de Ds. J. Bogermanschool bestond vanaf eind januari 2012 uit de volgende personen: - een personeelsgeleding van drie personen: de heer K. ten Hoor, mw. P. ten Hulzen-Huurman en mw. C.M. van der Klooster. - een oudergeleding van drie personen: mw. G.M. van der Klooster-Edelman (voorzitter), de heer G. Korevaar (notulist)en mw. E.H. Matthijsse-Verschuure (secretaris). De MR van de Ds. J. Polyanderschool bestond vanaf eind januari 2012 uit de volgende personen: - een personeelsgeleding van drie personen: De heer A. de Ligt, mw. J.M. Theunisse (secretaris) en mw. S.A. Fase. - een oudergeleding van drie personen: de heer P.P. Moret (voorzitter), mw. M. Scheurwater-Vis en mw. W.A. van Willigen-Verschuure.
Verkiezingen In het voorjaar van 2012 werden er MR-verkiezingen gehouden. Op de ds. J. Bogermanschool hoefden er voor de oudergeleding geen verkiezingen plaats te vinden, omdat alleen de heer C. Bor zich hiervoor beschikbaar had gesteld. Mw. G.M. van der Klooster-Edelman werd opgevolgd door de heer C. Bor als voorzitter van de MR ds. J. Bogermanschool. Voor de heer K. ten Hoor kwam mw. C.E. Herweijer-Overbeeke in de plaats. Op de ds. J. Polyanderschool werd mw. M. Scheurwater-Vis opgevolgd door mevrouw T.D.C. van de WeteringhPaans. Binnen de personeelsgeleding bleef mw. S.A. Fase beschikbaar voor de MR. Door de heer Korevaar en mw. Scheurwater werd er een draaiboek gemaakt voor de verkiezingen
Werkzaamheden GMR Ds. J. Bogermanschool en Ds. J. Polyanderschool in 2012: Van het bestuur ontvingen we de jaarkalender met vergaderdata. De onderwerpen ter bespreking zijn hierin zichtbaar, zodat de informatiestroom tussen Bestuur, Commissie van Toezicht en GMR gestructureerd kan verlopen. In 2012 informeerde het Bestuur de GMR en vroeg de GMR ook advies uit te brengen over uiteenlopende onderwerpen. Zo werd door het bevoegd gezag gevraagd een schriftelijke reactie te geven op de begroting 2012 van de VCORG te Dordrecht. De penningmeester van het DB gaf ons, samen met de voorzitter van het DB, toelichting op de meerjarenbegroting en de bezuinigingen. De managementrapportage 2011/2012 en de jaarrekening over 2011 werden ter informatie ontvangen. De medezeggenschapsraad werd verzocht advies uit te brengen m.b.t. de formatieplannen over het schooljaar 2012-2013 van de ds. J. Bogermanschool en de ds. J. Polyanderschool. Eind 2012 werd de begroting over 2013 ter kennisneming ontvangen. In juni vergaderde de GMR met de Commissie van Toezicht. Tijdens deze vergadering werd nagedacht over onder meer de aandacht voor ieders onderscheiden rol, de raakvlakken tussen GMR en CvT, de relatie en communicatie met het Bestuur en het MT en de wijze waarop informatie met elkaar wordt uitgewisseld. Tijdens elke GMR-vergaderingen komt het agendapunt: Vanuit het MT aan de orde. Op deze manier worden wij op de hoogte gehouden van zaken die binnen het MT spelen en ook de GMR aangaan. De GMR is blij met de goede samenwerking met het MT.
43
Verder werd de zichtbaarheid van de GMR op de website vergroot en de digitale bibliotheek gestructureerd. De vastgestelde notulen worden inmiddels op de site geplaatst. Tijdens de informatiemorgen voor de ouders van de peuters, die in de komende periode van groep 0 gebruik gaan maken, waren twee MR-leden aanwezig. De gehouden ouderenquête is besproken en er is nagedacht over eventuele actiepunten naar aanleiding van deze enquête. Door de RMU werden regionale voorlichtingsbijeenkomsten gehouden voor de medezeggenschapsraden over de thema’s passend onderwijs en de rol van de MR in het kader van het financieel management van de school. Naast deze onderwerpen werden er een aantal voor de GMR belangrijke actualiteiten behandeld. Verschillende van onze MR-leden waren op deze avonden aanwezig. Tevens werd er een scholingsavond verzorgd door de RMU op de ds. J. Bogermanschool. Hier werd aandacht besteed aan het functioneren van de (G)MR en werden allerlei vragen beantwoord die binnen de (G)MR leven.
Vooruitblik: Ook in de komende periode hopen we duidelijke en transparante informatie te verstrekken richting onze achterban, met name naar de ouders. Hiervoor zullen onder meer het Bogerman Bulletin en de Polyander Periodiek gebruikt worden. De notulen worden inmiddels op de website gepubliceerd en de website is ook verder aangepast, met als doel de zichtbaarheid op de site te vergroten. Ook vanuit de (G)MR zal aandacht worden besteed aan de ontwikkeling m.b.t. het passend onderwijs. Er wordt inbreng vanuit de lokale MR´s verwacht voor de bemensing van de ondersteuningsplanraad. Meester De Heer heeft op beide scholen een presentatie gehouden m.b.t. het ondersteuningsprofiel en hoopt deze presentatie binnenkort ook te houden tijdens een GMR-vergadering. Voor alle werkzaamheden die gedaan worden geldt, dat we die alleen kunnen doen in afhankelijkheid van de Heere en biddend om Zijn zegen. Dordrecht, 23 januari 2013 Namens de GMR, P.P. Moret (voorzitter), E.H. Matthijsse-Verschuure (secretaris).
44
Commissie van Toezicht JAARVERSLAG 2012 Aan de ledenvergadering,
Inleiding Ingevolge Artikel 9 van het Reglement intern toezicht, vastgesteld in uw vergadering van 20 juni 2011, is de Commissie van Toezicht (hierna CvT) gehouden jaarlijks verslag te geven van haar werkzaamheden. In dat verslag dient te worden vermeld: 1. de namen van den leden, hun beroep, leeftijd, alsmede nevenfuncties welke van belang zijn voor de onderwijsinstelling; 2. de door de toezichtscommissie verrichte werkzaamheden; 3. de onderwerpen die aan de orde zijn geweest; 4. de beoordeling van de realisatie van de doelen; 5. de maatschappelijke taak; 6. de van toepassing zijn de code goed bestuur; 7. de honorering en onkostenvergoeding. Bij dezen brengt de CvT hierover verslag uit.
1.
De namen van den leden, hun beroep, leeftijd, alsmede nevenfuncties welke van belang zijn voor de onderwijsinstelling
Namen leden
Functie binnen CvT
Kerkgenootschap
Beroep
Leeftijd
Evt. nevenfuncties
A.D.M. Lambregts
voorzitter
Ger. Gem.
accountant
71
kerkenraadslid
A. Hoogesteger
secretaris
Ger. Gem. in Ned.
juridisch adviseur
50
n.v.t.
B. Cornet
lid
Chr. Ger. Kerk (C) technisch-directeur
48
kerkenraadslid
C.J. van der Beek
lid
Ger. Gem.
56
n.v.t.
2.
onderwijsadviseur
De door de CvT verrichte werkzaamheden
De door de CvT in het verslagjaar verrichte werkzaamheden zijn voornamelijk: - het beoordelen en vaststellen van de begroting 2012; - het beoordelen en vaststellen van het jaarverslag 2011 (met jaarrekening); - het opstellen van een concept-profiel voor een toezichthouder (is vastgesteld door de ledenvergadering van 18 juni 2012); - het opstellen van een concept-toezichtskader;
45
- het positief-kritisch volgen van de ontwikkelingen op de beide scholen door: • het kennis nemen van de nieuwsbulletins van beide scholen; • het kennis nemen van de managementrapportages; • het kennis nemen van de verslagen van de bestuursvergaderingen • het kennisnemen van de verslagen van de vergaderingen van de Gemeenschappelijk Medezeggenschapsraad (GMR); • het bijwonen van schoolbijeenkomsten (maandopeningen, paas- en kerstbijeenkomsten) - het onderhouden van contacten met de achterban (GMR, bestuur, kerkenraden); - (in het algemeen) het waarnemen en duiden van maatschappelijke ontwikkelingen en leggen van relatie daarvan met de school.
3.
De onderwerpen die aan de orde zijn geweest
De CvT heeft in het verslagjaar vijfmaal vergaderd: op 16 februari, 23 april, 14 juni, 4 oktober en 6 december. De vergaderingen van 23 april en 6 december vonden deels plaats samen met het be-stuur. De vergadering van 14 juni vond plaats samen met de GMR. Besproken onderwerpen met het bestuur zijn: - De rollen van bestuurder en toezichthouder; - Betrokkenheid van de CvT bij benoemingen van personeel; - De (concept)profielschets van een toezichthouder; - De jaarkalender; - De begroting; - De betrokkenheid met de achterban (kerkenraden en GMR). De CvT heeft in het verslagjaar eenmaal samen met de GMR vergaderd. Met de GMR is afgesproken elkaars notulen uit te wisselen om zo van elkaar op de hoogte te blijven. Verder is met de GMR afgesproken om ieder jaar (in februari) een overleg te hebben. Het voornemen om in het verslagjaar samen met het bestuur een overleg met de kerkenraden van de participerende kerken te hebben is niet verwezenlijkt; het overleg vond plaats in januari 2013. Op 15 mei 2012 is een intervisiebijeenkomst bijgewoond over het onderwerp ‘Adequaat toezicht houden’. Deze bijeenkomst werd georganiseerd door FPO Rijnmond. De CvT volgt de algemene ontwikkelingen die het onderwijs aangaan en die van het reformatorisch primair onderwijs in het bijzonder. Een belangrijke en ook zorgelijke ontwikkeling is de aanpassing van de kerndoelen van het primair onderwijs door het verplicht stellen van het respectvol leren omgaan met seksualiteit, waaronder seksuele diversiteit. De doorgeschoten homo-emancipatie dreigt de kern van de onderwijsvrijheid te raken. Het zwaartepunt van het toezicht ligt op het gebied van de identiteit en kwaliteit van het onderwijs. Daarnaast zijn het welbevinden van leerlingen en personeel en ook financiën van belang.
4.
De beoordeling van de realisatie van de doelen
Aan de hand van het ontwikkelde Toezichtskader worden de Toezichtsdoelen meer concreet en specifiek. In het licht van de voornoemde werkzaamheden van de CvT kan gesteld worden dat de CvT in algemene zin haar doelen heeft bereikt. Met veel waardering voor en dank aan de directie en het bestuur meldt de CvT dat de Onderwijsinspectie in het verslagjaar een positief oordeel over de ds. J. Bogermanschool heeft gegeven.
46
Commissie van Toezicht 5.
De maatschappelijke taak
Het primair onderwijs dient op grond van de wet intern toezicht te hebben. De VCORG heeft in 2011 een CvT ingesteld. Daarmee wordt aan een wettelijk vereiste voldaan. In het algemeen kan gesteld dat hoe beter het intern toezicht functioneert, hoe minder extern toezicht (lees Onderwijsinspectie) nodig is. In zekere zin ligt hier de maatschappelijke taak van de CvT. Verder kan gesteld worden dat de contacten van de CvT met de achterban (bestuur, directie, GMR, kerkraden) goed zijn.
6.
De van toepassing zijnde code goed bestuur
Er wordt in principe aangesloten bij de code goed bestuur die ook geldt voor het bestuur. Dit onderwerp vraagt aandacht van de CvT en dient nog nader te worden uitgewerkt.
7.
De honorering en onkostenvergoeding
De CvT-leden hebben geen honorering ontvangen. Ook is er geen sprake van gedeclareerde onkosten.
Tot slot Het reformatorisch onderwijs mag er nog zijn; ook in Dordrecht. Gezien de algemene maatschappelijke ontwikkelingen en voortschrijdende secularisatie, die ook ons reformatorische volksdeel niet voorbijgaan, geeft dat reden tot dankbaarheid. Maar ook tot zorg; zullen wij staande blijven. De missie van onze scholen, namelijk ‘in vertrouwen bewaren en bouwen’, is daarom volop actueel. In vertrouwen, niet op mensen, maar op God. Tegelijk is aan ons de opdracht en is het onze verantwoordelijkheid te bewaren en te bouwen. Niet in eigen kracht, maar in afhankelijkheid van Hem, Die leeft en regeert tot in eeuwigheid. De Heere schenke allen die op enige wijze bij de scholen betrokken zijn Zijn onmisbare zegen. De Commissie van Toezicht van de VCORG A.D.M. Lambregts A. Hoogesteger voorzitter secretaris
47