Jaarverslag 2013
VCORG
'CHRISTELIJK ONDERWIJS OP REFORMATORISCHE GRONDSLAG' DORDRECHT, MEI 2014
Inhoudsopgave 1.
Notulen Algemene Ledenvergadering VCORG op 24 juni 2013 3
1.1 Opening 3 1.2 Notulen van de algemene ledenvergadering van 18 juni 2012 6 1.3 Bestuur en financieel jaarverslag 2012 6 1.4 Toelichting op en vaststelling van het toezichtkader Commissie van Toezicht 7 1.5 Verkiezing Algemeen bestuur 7 1.6 Verkiezing Commissie van Toezicht 7 1.7 Rondvraag 7 1.8 Uitslag verkiezingen 8 1.9 Meditatief slotwoord door ds. H. Hofman en sluiting 9
2. Inleiding 11
3. Algemeen 12
3.1 Uitgangspunten jaarverslag 12 3.2 Centrale thema 12 3.3 Instellingsgegevens 13 3.4 Juridische structuur 13 3.5 Organisatiestructuur 13 3.6 Bestuur-, Commissie van Toezicht- en Commissiegegevens 14 3.7 Kernactiviteiten en werkgebied 15 3.8 Bestuurlijke activiteiten 15 3.9 Bestuurlijke federatieve samenwerking 16 3.10 WSNS-samenwerkingsverband 18 3.11 BSOS en LOVK 18 3.12 Schoolgegevens 19
4. Personeelsbeleid 21
4.1 Inleiding 21 4.2 Professionalisering 21 4.3 Personele bezetting per 31-12-13 22 4.4 Ontwikkelingen personeelsbeleid 23 4.5 Arbodienst 23
5. Onderwijskundig beleid 24 5.1 Veranderdoelen en nascholingsactiviteiten 24 5.2 Besteding Prestatiebox 24 5.3 Peuterspeelzaal 25 5.4 Kwaliteitszorg 25 5.5 Monitoringsgegevens 27 5.6 Kwaliteit en personeelsbeleid 28
1
6.
Financieel beleid 29 6.1 Publieke en private gelden 29 6.2 Overzicht financiën 30
7. Beheersbeleid 34 7.1 Algemeen 34 7.2 Beheerscommissie 34 7.3 Huisvestingszaken 35 7.4 Onderhoud 36 7.5 Arbozaken 36 8.
Relatie en communicatie 37 8.1 Uitgangspunten 37 8.2 Communicatielijnen richting ouders 38 8.3 Relatie met de kerken 38 8.4 Overige externe communicatie 38 8.5 Verantwoording 38 8.6 Afhandeling van klachten 39 8.7 Onderwerpen met politieke of maatschappelijke impact 39
9.
Toekomst en continuïteit 41 9.1 Toekomstige externe ontwikkelingen 41 9.2 Toekomstige interne ontwikkelingen 42 9.3 Meerjaren begroting 43 9.4 Balans 2013 - 2016 44 9.5 Risicobeheersing en intern toezicht 45
10. Tenslotte 46
11.
Lijst met afkortingen 47
12.
GMR jaarverslag 2013
13.
Commissie van Toezicht jaarverslag 2013
48
51
Bijlage
Jaarrekening 2013
2
Notulen ALV VCORG 1. NOTULEN ALGEMENE LEDENVERGADERING VCORG OP 24 JUNI 2013 Notulen van de algemene ledenvergadering van de Vereniging voor Christelijk Onderwijs op Reformatorische Grondslag te Dordrecht, gehouden op maandag 24 juni 2013 in de grote zaal van de Gereformeerde Gemeente te Dordrecht.
1.1 Opening De voorzitter, de heer Van Driel opent de vergadering door de aanwezigen welkom te heten. Hij vraagt te zingen Psalm 115 vers 1 en 7. Hij leest Psalm 115, gaat voor in gebed en vraagt een zegen over deze avond en voor de scholen.
Openingswoord voorzitter “Het is inmiddels een jaar geleden dat de ledenvergadering van 2012 plaatsvond. Wat is het dan waar wat vaak wordt gezegd: de tijd vliegt! De dagen, weken, maanden, jaren rijgen zich aaneen en het lijkt alsof het steeds sneller gaat. Het kalenderjaar 2013 is al weer bijna op de helft, het schooljaar 2012-2013 spoedt ten einde. Waar blijft de tijd? Het antwoord is: de tijd komt nooit meer terug. Tegelijk bepalen deze gedachten over de ‘tijd’ ons bij de naderende eeuwigheid, die zeker komt! In dat licht is niet goed bestede tijd, verloren tijd. De Prediker schetst ons veel soorten tijd, met de welbekende woorden: er is een tijd om… wat hij aanvult met allerlei soorten momenten en tijdstippen, bijvoorbeeld een tijd om geboren te worden en een tijd om te sterven. In dit verband meld ik het overlijden van oud-bestuurslid de heer P. Hansum, die het tijdelijke met het eeuwige moest verwisselen op 31 maart jl. Ik wil de woorden van de rouwadvertentie in het RD herhalen: Zijn inhoudelijke en principiële inbreng getuigde van grote betrokkenheid op de beide reformatorische scholen, de ds. J. Polyanderschool en de ds. J. Bogermanschool. Met dankbaarheid denken wij terug aan alles wat hij voor de scholen in Dordrecht heeft mogen betekenen. Het is voor oud en jong niet vrijblijvend hoe we onze tijd besteden, ook in het dagelijkse schoolleven niet, ook niet in ons besturen en toezichthouden of ander gedaan werk voor de scholen. Op gepaste tijden met de kinderen te mogen spreken over wezenlijke zaken aan de hand van Gods onfeilbaar Woord wat tijdloos is en tijdloos blijft. Dit maakt de taak van een leerkracht, onderwijsassistent of een andere bij het onderwijs betrokkene aan de ene kant extra verantwoordelijk, maar aan de andere kant ook juist zo inhoudsvol als vanuit, naar aanleiding van en op grond van dit Woord gesproken wordt met de kinderen over ‘tijd en eeuwigheid’, over God de Vader, Zoon en Heilige Geest, Die eind noch oorsprong hebben, de boodschap van zonde en genade, alles op het niveau van het kind uitgelegd. Het staat God niet in de weg. Misschien zijn we die eenvoud wel kwijtgeraakt! Wat denkt u van scholen waar dit Woord van God niet centraal staat of zelfs geen plaats heeft in het onderwijsprogramma. Mag ik dat zo zeggen (en wij zijn niet beter dan hen, maar wel zeer veel meer bevoorrecht!): is dat niet leeg? Ook als je bedenkt bij Wie in nood, zorg, verdriet, maar ook in vreugde en voorspoed door de leerkrachten op school alle dingen door bidden en smeken met dankzegging bekend gemaakt mogen worden, namelijk bij God (naar de woorden van Filippenzen 4:6)? Ik noem in het voorgaande niet voor niets deze twee zaken: Gods Woord en het gebed! Twee zaken die we meer moeten gebruiken als het gaat om de wereld om ons heen. Ook de Heere Jezus bestreed de duivel toen deze Hem verzocht, met de welbekende woorden: er staat geschreven! En is ook het gebed geen krachtig wapen, zelfs als de vijanden groot en machtig velen zijn? De zorg die ik vorig jaar met u deelde over de situatie in Nederland op allerhande terrein is groter geworden. Als we alleen al kijken naar de vrijheid van onderwijs, verankerd in artikel 23. Wat betreft de Onderwijsraad blijft deze vrijheid bestaan, immers, zo zegt de Onderwijsraad, “het heeft door de jaren heen een goede basis geboden voor keuzevrijheid en voor sociale binding in een pluriforme samenleving”. Goede woorden, echter het hedendaagse politieke landschap denkt hier nadrukkelijk anders over. Liever meer dan minder bemoeienis met de inhoud van het onderwijs! Zo kort geleden nog: het einde van de enkele feit-bepaling. Toch tornt ook de Onderwijsraad zelf aan de invulling van artikel 23: iedereen moet een school kunnen starten, dus niet meer alleen de erkende richtingen. Schoolbesturen moeten worden verplicht om regelmatig ouders te peilen of ze nog achter de grondslag van de school staan. Ook een soort toets of de school nog voldoet aan de democratische rechtsorde. Leerlingenvervoer niet meer in de (gemeentelijke) bekostiging. Eigen toelatings- en benoemings-
3
beleid? Hoe snel kalft de bestaande vrijheid in de komende tijd af? Hoe lang bestaat het bijzonder onderwijs eigenlijk nog? Welke bedekte of openlijke klappen krijgen we van de seculiere zweep? Misschien leeft bij u wel de vraag: Heere, waarom houdt U Zich verborgen? Onthoud u deze vraag nog even! Naast deze invloeden van buitenaf zijn er ook zorgen van binnenuit! U leest in het jaarverslag van 2012 hoe voortdurend vorm gegeven wordt aan de identiteit, hoe Gods Woord praktisch en feitelijk gestalte krijgt, hoe vaak geprobeerd wordt dit Woord niet alleen aan de harten van de kinderen te leggen, maar ook hoe Gods Woord vertaald moet worden in ons dagelijks doen en laten. Zien we ook daarin geen zorgelijke verschuiving? Zien we nog dat wij anders zijn of belijden we dat alleen maar? Ligt dat altijd aan die kinderen of steken we de hand in eigen boezem als ouders/ouderen? Als we onszelf verplaatsen in een kind, wat hoort het kind dan en wat voor beeld heeft een kind daarbij? Is ons belijden hetzelfde als onze wandel, onze boodschap hetzelfde als onze daden? Ons leven zoals onze leer? Laten we dan, niet om elkaar de les te lezen, maar wel om elkaar op te scherpen in liefde, eenduidig en eensgezind optrekken. Onze kinderen krijgen al zo veel verwarrende signalen. Onderschat ook niet hoeveel effect het heeft wat een leerkracht doet of zegt! Als dat doortrokken mag zijn van Bijbelse zaken, dan valt dat de kinderen op! Het omgekeerde dus ook! Dat is waar ook het bestuur, de directie, de teams continu aan werken (moeten)! Hierop verslappen mag niet en misschien is het verstandig ons te herpositioneren, maar dan wel op grond van de Schrift zelf. Daarom, geachte aanwezigen, terug naar de bron: De Bron, Gods Woord, het Richtsnoer van ons doen en laten. Er staat geschreven… Elkaar daar vinden, niet waar we verschillen, maar waar we overeenstemmen. Ook daar kan een goede geur naar buiten toe vanuit gaan! Het Woord was de ene pijler die ik zojuist noemde. De andere is het gebed! Het volk Israël in Psalm 115 beleefde hetzelfde: God verborg Zich en de vijanden en de vijandschap vermenigvuldigden. Het gebed van een hulpbehoevende, van iemand die voelt dat er nood is. Herkennen wij ons hierin? Goed weten wat er om onze scholen en binnen de scholen niet goed gaat, maar dan overeenkomstig deze Psalm het oog buiten onszelf te mogen slaan: niet ons, niet onze verlossing in de eerste plaats, maar Uw Naam is in het geding, Heere (vers 1)! Raakt het ons als Zijn Naam wordt beschadigd of vragen wij om onze redding, uitkomst, verhoring, ook in schoolzaken? In het boek Praktische uitleg van de Psalmen van J.H. Donner staat hierover het volgende (en laat het ons tot lering en aansporing zijn): Israël erkent dat zij die verlossing niet waard is, zij heeft niets waarop zij kan pleiten, zij ligt in haar schaamte en haar schande overdekt haar. De goedertierenheid van de Heere, zo vaak aan Israël bewezen, Zijn waarheid, Zijn onveranderlijke trouw zijn de hechte gronden van hun gebed, de enige reden waarom zij mogen hopen dat de Heere Zich niet langer verborgen houdt. Wat zal de buitenwacht zeggen, maar ook onderling, als wij vers 3 met vrijmoedigheid hanteren: Onze God is toch in den hemel, Hij doet al wat Hem behaagt. Let wel het heeft twee kanten: Niet ons tegenover maar Uw, daar zit een belijdenis tussen: niet uit ons, maar alles uit Hem. De dichter gaat verder, spot als het ware met de afgoden der heidenen. Deze afgoden staan tegenover de ware God en Zijn dienst. Deze afgoden gaan mijn deur, onze deuren, de schooldeuren niet voorbij! Waar wij kiezen voor andere goden in plaats van de God der goden, roept deze Psalm (vers 9-11) ons op terug te keren naar de Heere God, Hij is (dan) hun Hulp en hun Schild. Dan kom ik bij de verzen 12-14. De Heer is onzer gedachtig geweest. Hebben wij in het verslagjaar over de Heere te klagen gehad als we alleen kijken naar de scholen? Gaf Hij ons niet alles, echt alles? De verleiding is groot om veel op te gaan noemen, maar een opsomming van alles waarmee de Heere onzer gedachtig is geweest, is toch weer snel onvolledig! Eindeloos veel ontvingen we, zowel oud als jong, groot en klein! Toch een paar dingen, naar u en mijzelf als leden van de Vereniging: het gefundeerde, inhoudelijke onderwijs, alle leerkrachten elke dag in en om de groepen, de vrijwilligers, zorgouders, de directeur en zijn managementteam, de gezamenlijke kerst- en paasbijeenkomsten met kinderen, ouders, personeel en bestuur/ CvT, de bijdragen van de plaatselijke predikanten (let u op de drieluik: gezin, school en kerk), de dagelijkse bewaring van en naar school, de resultaten, positieve beoordelingen vanuit de onderwijsinspectie… Speciaal wil ik toch nog noemen de toenemende synergie en samenwerking tussen beide scholen. Ik stop met opsommen, u begrijpt waar ik heen wil. De vorige voorzitter bedacht de woorden bij de bestuurlijke wens: samen doen, wat samen kan! Met een zekere mate van dankbaarheid en blijdschap is deze wens in vervulling gegaan: wat samen kan, wordt samen gedaan!
74
Notulen ALV VCORG Vanaf deze plaats past dankbaarheid aan de Heere die ons een directeur en personeelsleden (geen een uitgezonderd) heeft gegeven die dagelijks het onderwijs inhoud en vorm geven. Na de Heere natuurlijk ook veel dank aan de inzet van al die net genoemde mensen. Velen zijn hier vanavond aanwezig en geachte leden: zij doen zogezegd al het veldwerk en wij als bestuur mogen u daarom dankbaar het straks te behandelen jaarverslag 2012 aanbieden! Zonder hen (middellijke wijze) stonden wij nu ook met lege handen. Daarom denkt u ook vooral aan hen die dit dagelijks doen! Een vraag aan een ieder van ons: krijgen de scholen, de leerkrachten, de kinderen, het bestuur enz. een plaats in uw persoonlijk en/of ambtelijk gebed? Uw gebed is blijvend nodig! Bij het voorbereiden van deze vergadering moest ik in dit verband ook denken aan de Kroning, het Oranjehuis, voor velen onder ons, maar ook voor onze kinderen een bijzonder moment, waar op de scholen terecht ook aandacht aan is geschonken. Veel moet ik denken aan de veel gezongen woorden: O God, Die droeg ons voorgeslacht, in nacht en stormgedruis, bewijs ons ook Uw trouw en macht, wees eeuwig ons Tehuis. Dat geldt ook voor Nederland als natie, maar niet minder het reformatorisch onderwijs in Nederland en dichterbij in Dordrecht. Denkt u alleen al aan de oprichting van onze vereniging! Wat hebben wij vanaf toen tot nu, wat we niet hebben ontvangen? Mogen we dan moedeloos worden of misschien zijn? Laten we de Heere voor alles wat hij voor, in en na 2012 ons gaf in alle nederigheid danken en Zijn Naam uitroepen. Dan kunnen de zorgen veel en de omstandigheden ernstvol zijn, maar als dat de blik naar Boven doet gaan, geven we Hem de dank en eer voor wat Hij onverdiend schonk, smeken wij Hem om kracht staande te blijven, om ons en onze kinderen te willen zijn tot Hulp en Schild, om dan met het slotvers van Psalm 115 te kunnen belijden (en de grote vraag is: zullen u en ik dat eenmaal met onze (nu) schoolgaande kinderen ook eeuwig mogen doen): maar wij zullen den Heere loven van nu aan tot in der eeuwigheid. Hallelujah!? Ik eindig met de woorden van prinses Wilhelmina die door ds. Kieviet werden weergegeven in zijn bijdrage in het RD van 7 mei jl.: “Dat Gods Geest ons klaar wakker vinde, bereid te stáán voor wat ons wachten moge en voorwaarts te gaan. Immers, hoe kan de Heilige Geest woning bij ons maken en hoe kunnen wij Zijn taal spreken, die taal die ieder hart verstaat, indien ons hart niet hongert en dorst naar deze hemelsche gave met achterstelling van alle andere wenschen en verlangens? (…) Wij moeten erkennen, dat wij gewerkt hebben voor de spijs die vergaat. Onze daden, niet onze woorden, getuigen van ons dat wij op dat voedsel meer vertrouwd hebben dan op het brood, dat van den Hemel neerdaalt, zelfs in de verlatenheid van de woestijn. (…) Niets rest ons dan deze donkerste ure der mislukking te helpen omzetten in een volkomen keerpunt door niet langer aan den leiband te loopen van berekening, geweld en vrees, doch ons toe te vertrouwen aan de leiding van Hem, wandelende met Hem, wiens liefde boven onze bevatting en al ons denken uitgaat, wiens hand in tegenstelling tot de aardsche leidslieden, ons leidt naar de eeuwige vrede.” Met deze inleidende woorden is deze vergadering geopend. Ik vraag u te zingen uit Psalm 3 vers 2 en 4.”
5
1.2
Notulen van de algemene ledenvergadering van 18 juni 2012
De voorzitter stelt de notulen in zijn geheel aan de orde. Vanuit de vergadering komen geen vragen of opmerkingen. De notulen worden vastgesteld en ondertekend door de voorzitter en de secretaris.
1.3
Bestuur en financieel jaarverslag 2012
De voorzitter stelt het jaarverslag (bladzijde 9-25) aan de orde. De heer Morée vraagt naar aanleiding van bladzijde 13 waarom de heer Vink het enige bestuurslid is van de toelatingscommissie. De heer Van Driel legt uit dat de heer Vink de nieuwe leden selecteert en werft. De beslissing of iemand lid mag worden van de vereniging wordt besloten in de algemene bestuursvergadering. De penningmeester de heer Hakbijl licht het financieel jaarverslag 2012 (bladzijde 26-32, inclusief de als bijlage bijgevoegde Jaarrekening 2012) toe.
Jaarrekening en resultaat 2012 De jaarrekening 2012 van de VCORG is voorzien van een goedkeurende controleverklaring van de extern accountant Ernst & Young. De jaarrekening laat een winst zien (€ 58.000,-), terwijl een plus was begroot van €7.000,-. Financiële positie VCORG in vergelijk met sectorbenchmark VGS en normen Het eigen vermogen bedraagt € 821.000,- en is weer op de norm qua weerstandsvermogen op bestuursniveau. De liquiditeit ruim boven de norm; de solvabiliteit is licht boven de norm; de kapitalisatiefactor ligt onder de signaleringsgrens. De heer Hakbijl legt uit dat het vermogen bestaat uit een privaat en een publiek deel. Het private deel is bijeengebracht door ouders en kerken, zoals ouderbijdragen, zendingsgeld en geld dat is ingezameld door acties en collectegelden. Het publieke deel bestaat uit historische overschotten vanuit de bekostiging van de overheid. Begroting 2013 en verder Voor de begroting 2013 en verder geldt dat deze ruimschoots sluitend is. Het eerste kwartaal 2013 laat zien dat we goed op koers liggen. Belangrijkste risico’s vanuit financieel perspectief blijven de dalende leerlingenaantallen, waaronder schippersleerlingen, aantasting schippersbekostiging en ontwikkeling personeelsbestand/personele lasten. In het formatieplan 2013 is voorzichtig ruimte geboden aan enige tijdelijke extra personele inzet (nulgroep). De voorzitter de heer Van Driel stelt het laatste gedeelte van het jaarverslag aan de orde (bladzijden 33-42) De heer J.P. Riemens vraagt naar aanleiding van bladzijde 39 uitleg over het vervangingsfonds. De heer Van Driel legt uit dat als een personeelslid ziek wordt de vervanging betaald wordt uit dit vervangingsfonds. Dit is een landelijke voorziening waar de vereniging jaarlijks een premie aan moet betalen. De hoogte van deze dotatie is afhankelijk van het landelijk ziekteverzuimpercentage. Uit onderzoek is gebleken dat het verzuimpercentage onder reformatorische scholen lager is dan het landelijk gemiddelde. Het VGS heeft een vervangingsfonds opgericht voor de reformatorische scholen. Doordat het ziekteverzuim lager is, is de dotatie aan dit vervangingsfonds ook lager, terwijl de dekking hetzelfde blijft en het personeel gelijke rechten houdt. De heer Van Driel geeft aan dat het bestuur, na positief advies van de GMR, besloten heeft zich bij het initiatief van de VGS aan te sluiten. De heer Van Driel vervolgt met het laatste gedeelte van jaarverslag: Jaarverslag 2012 van de GMR (blz. 43-44) en Jaarverslag van de Commissie van Toezicht (blz. 45-47).
6
Notulen ALV VCORG a. Goedkeuring jaarverslag en jaarrekening 2012: Het jaarverslag 2012, inclusief de jaarrekening wordt door de vergadering geaccordeerd en daarmee vastgesteld. b. Verlening decharge aan penningmeester en bestuur: De vergadering verleent decharge aan penningmeester en bestuur.
1.4 Toelichting op en vaststelling van het toezichtkader Commissie van Toe- zicht Op grond van de statuten artikel 17 is de algemene vergadering belast met intern toezicht en heeft de leden van de Commissie van Toezicht hiertoe benoemd. De voorzitter van de Commissie van Toezicht, dhr. Lambregts, legt de vergadering uit dat het afgelopen jaar is gezocht naar de rol van toezichthouder. Naar aanleiding van het bestuurlijk beleidskader (opgesteld in 2004 en voor het laatst vastgesteld in 2011) heeft de Commissie van Toezicht het Toezichtkader ontworpen. Dit Toezichtkader richt zich op 5 aandachtsgebieden: • Onderwijs • Personeel • Huisvesting • Financiën • Algemeen Voor elk van deze aandachtsgebieden zijn concrete vragen opgesteld om op deze manier integraal intern toezicht te kunnen houden. Het Toezichtkader wordt door de vergadering goedgekeurd en daarmee vastgesteld.
1.5
Verkiezing Algemeen bestuur
Het bestuur wenst het aantal bestuursleden uit te breiden. Aan het einde van het schooljaar 2013-2014 treden de heren Van der Hel (secretaris), Hakbijl en Vink (beiden penningmeester) af als bestuurslid. In de komende periode worden de nieuwe bestuursleden ingewerkt. Deze periode is voor de nieuw te kiezen penningmeester en secretaris noodzakelijk om de beide functies daarna goed te kunnen vervullen. Zo kunnen zaken goed worden overgedragen. Aftredend en herkiesbaar is de heer G.B van Driel; tegenkandidaat is de heer J.P. Riemens. De kandidaten voor de bestuursuitbreiding ten behoeve van penningmeester zijn de heren M.G. Meurs en L.J. Rijnhout. De kandidaten voor de bestuursuitbreiding ten behoeve van secretaris zijn de heren C. Theunisse en A. Visser.
1.6 Verkiezing Commissie van Toezicht Aftredend en herkiesbaar is de heer A. Hoogesteger; tegenkandidaat is de heer P.C. Morée. Aan de heren M.C. Cornet en A. van de Berg wordt gevraagd, om samen met de heer Van der Hel de stemcommissie te vormen. Hierin stemmen zij toe.
1.7 Rondvraag Dhr. J.P. Riemens: 1. Hoe is de stand van zaken rond de actie voor het schoolplein van de ds. J. Bogermanschool. 2. Wordt er iets gedaan aan het onkruid bij de ds. J. Bogermanschool?
7
Dhr. Van der Wulp: 1. Van het geld wordt eerst een tussenwand aangeschaft voor geluidsoverlast. Hiervoor zijn inmiddels offertes aangevraagd. Daarna wordt gekeken naar uitbreiding van het schoolplein. Eén en ander heeft ook te maken met de vertraagde nieuwbouw van de supermarkt die naast de school gebouwd gaat worden. De supermarkt en de school hebben afspraken gemaakt om de weg naast de school te gebruiken als aan- en afvoerroute van de supermarkt. Als compensatie heeft de supermarkt geld toegezegd voor het schoolplein. Aangezien de bouw vertraagd is, is ook dit geld nog niet beschikbaar voor het schoolplein. 2. Aan Drechtwerk is opdracht gegeven om rond de school het groen bij te houden. Dit laat nog even op zich wachten, maar binnenkort zal dit uitgevoerd worden. Dhr. Zeeders sr. wijst er op dat het praktijkonderwijs van de Marnixschool dit ook zou kunnen doen. De heer Van der Wulp geeft aan dat dit ook is gevraagd, maar de kosten waren hoger dan die van Drechtwerk. Juf De Winter: Is het niet zuiverder om het jaarverslag parallel te laten lopen met het schooljaar in plaats van het kalenderjaar? Dhr. Hakbijl: deze wijze van rapporteren is verplicht vanuit de overheid. Dhr. Broekhoff: Waarom is er zo’n groot verschil in zendingsgeld op de beide scholen? Hij verwijst naar bladzijde 26 van het jaarverslag. Dhr. Van Driel: Dit betreft een verdeling van het door de kinderen meegebracht zendingsgeld, alsmede de bestemming die hieraan is gegeven. Hierop onderneemt het bestuur geen verdere actie. Dhr. Van Houdt: Is het niet verstandig om de liquiditeiten over verschillende banken te spreiden? Dhr. Hakbijl: ons geld is ondergebracht bij banken die op eventuele staatssteun kunnen rekenen en niet kunnen omvallen. Is er een norm voor het aantal leerkrachten voor een klas? Dhr. Van der Wulp: in het deeltijdbeleid is opgenomen dat er per klas maximaal 2 leerkrachten voor de klas staan. Alleen wordt hierop een uitzondering gemaakt bij vervanging door ziekte en als door bijvoorbeeld bezuinigingen dit echt niet anders kan. Pauze.
1.8
Uitslag verkiezingen
De voorzitter van de Commissie van Toezicht dhr. Lambregts behandelt dit agendapunt deels omdat de voorzitter van het bestuur zelf herkiesbaar is. Er zijn 83 stemmen uitgebracht en als volgt verdeeld:
8
Notulen ALV VCORG Voor het bestuur: Kandidaat
Aantal stemmen
Dhr. G.B. van Driel Dhr. J.P. Riemens
77 6
Voor penningmeester: Dhr. M.G. Meurs Dhr. L.J. Rijnhout Ongeldig
35 47 1
Aangenomen
Voor secretaris: Dhr. C. Theunisse Dhr. A. Visser Ongeldig
24 58 1
Aangenomen
Aangenomen
Voor de Commissie van Toezicht: Kandidaat
Aantal stemmen
Dhr. A. Hoogesteger Dhr. P.C. Morée Blanco
75 6 2
Aangenomen
Zowel de herkozen als de nieuw gekozen leden van het bestuur en Commissie van Toezicht nemen hun benoeming aan en zij bedanken de vergadering voor het in hen gestelde vertrouwen. Hen wordt Gods zegen toegewenst in hun arbeid voor de scholen De voorzitter bedankt vervolgens de tegenkandidaten en het stembureau.
1.9
Meditatief slotwoord door ds. H. Hofman en sluiting
Ds. Hofman bedankt het bestuur dat hij uitgenodigd is voor het uitspreken van een meditatief woord. Hij leest Mattheus 26; de verzen 6 tot en met 15. Ter afsluiting van deze vergadering stelt hij twee vragen. Deze vragen geeft hij de vergadering mee als huiswerk. 1. Hoe groot zouden onze scholen zijn als de rekening tot op de laatste cent door de ouders betaald zou moeten worden? Hoeveel leerlingen zouden er dan nog op onze scholen overblijven? Ds. Hof-man geeft aan dat in de VS de christelijke normen nog hoog zijn, maar dat er geen scholen van onze identiteit zijn, die door de overheid bekostigd worden. Men betaalt wel gewoon belasting voor de openbare scholen, maar moet ook de rekening betalen voor het reformatorisch onderwijs. Hoe zou het er hier uitzien? Hij heeft gezien dat dit wel mensen bij elkaar brengt. Er moeten grote financiële offers gebracht worden. Deze vraag is niet geheel ondenkbeeldig, gezien de gevaren en bedreigingen die op ons afkomen. Wij moeten daarop voorbereid zijn. Als ik zie wat we nu nog hebben dan past alleen maar grote dankbaarheid. 2. Vanuit Mattheus 26 wil hij uit oprechte zorg een tweede vraag meegeven. Judas vraagt aan de hogepriesters hoeveel het hen waard is, als hij Hem aan hen uitlevert. Judas vraagt tijdens de zalving te Bethanië: waartoe dit verlies? Als er van ons offers gevraagd worden, stellen wij dan ook de vraag; waartoe dit verlies? Dan praten we net als Judas. Hoeveel is het u waard/hoeveel hebben wij ervoor over?
9
Als ik kijk naar het jaarverslag, hoe gaan wij dan om met het kostbare wat we nog mogen hebben? Ik proef dat er eensgezindheid mag zijn tussen bestuur en Commissie van Toezicht. Er is vertrouwen van ouders in het personeel. De school wordt als een veilige plaats ervaren voor de kinderen. Het is niet vrijblijvend hoe wij deze dingen besteden. Laten we behoedzaam, voorzichtig en standvastig zijn. Voor Judas was het 30 zilverlingen waard. Vroeger kon men daarvoor een slaaf kopen. Wat wij nu persoonlijk betalen aan onderwijs is minder in waarde dan de 30 zilverlingen. Zijn wij bereid om dit bedrag hoger te maken als de overheid het niet meer betaalt? Houden wij elkaar dan vast, schouder aan schouder? Wat is het u waard? Wat is Hij u waard? Dat is de allerbelangrijkste vraag. Als het antwoord in de waarheid beleefd mag worden dat Hij onze Borg en Zaligmaker mag zijn, dan mogen we eeuwig zingen: Ik zal Hem al mijn liefde waardig schatten. Ds. H. Hofman laat nog zingen psalm 86 vers 6, eindigt met gebed waarmee de vergadering is gesloten.
2e secretaris, B.H. Dekker Vastgesteld op: ……………………… G.B. van Driel, vz.
……………………… H. van der Hel, secr.
10
Inleiding 2. Inleiding In zijn boekje “Het Grote Huis, Christelijke geloofstraditie in een (post) moderne wereld”, schrijft dr. Ewald Mackay over het belang van het bewaren van “de geloofstraditie te midden van de wereld met het oog op de wereld”. Hij signaleert dat het huis van de christelijke geloofstraditie in Europa in brand staat. Hij werkt dat uit op het gebied van het onderwijs, de geschiedenis, de cultuur en de politiek. Voor deze inleiding maak ik gebruik van het hoofdstukje dat gaat over het onderwijs. Mackay schrijft dat “elke leraar die binnen het christelijk onderwijs werkzaam is, staat voor de moeilijke taak om zijn leerlingen in te wijden in de werkelijkheid”. Dat moet iedere leerkracht doen vanuit hetgeen hij of zij heeft meegekregen vanuit opvoeding en opleiding. De opvoeding thuis daar begint het. Kinderen worden door de Heere toevertrouwd aan ouders. Zij mogen hun kinderen vertellen over wie de Heere is. Wat Hij gedaan heeft en nog steeds doet. De Bijbel mag en moet ontsloten worden opdat onze kinderen “hun hoop op God zouden stellen, en Gods daden niet vergeten, maar Zijn geboden bewaren” (Ps 78: 7). Dat is de opdracht die de HEERE eens aan Zijn volk Israël gaf en die opdracht klinkt op belangrijke kruispunten in Zijn Kerk nog. Daar begint het en als het goed is stopt nooit zolang deze wereld dit aanzien heeft. Als het kind zich mag ontwikkelen wordt het gebracht in de kerk. Calvijn schrijft in navolging van Cyprianus over “de schoot van de kerk waar de kinderen gevoed en onderwezen worden”. Daar hoort het kind van zonde en genade. Daar hoort en ziet het kind iets van schuld en vergeving. Van aanneming en beschutting. Naast kerk en gezin is er de school. Daar wordt het kind gebracht opdat geheimen ontsluierd worden en het kind wordt toegerust voor een maatschappij die haaks en zelfs vijandig staat ten opzichte van alles wat met de levende God en zijn dienst te maken heeft. Het is een maatschappij die leeft van hype naar hype. Een maatschappij waar de idolen de kleur en de vorm van onze dagelijkse verschijningsvorm bepalen. Een maatschappij waar iedereen weet heeft van wat een ander doet en zegt maar waarin maar weinigen belangstelling hebben voor de ander. Een razende en vluchtige wereld. In die wereld wordt de christelijke leraar geroepen zijn werk te doen. Zelf is hij er een onderdeel van. Van hem wordt gevraagd kennis en distantie. Van hem wordt gevraagd, zo schrijft Mackay, dat hij “zoekt de verwondering van de leerling te wekken voor Gods onvoorstelbaar mooie schepping. Hij wijdt de leerling in de werkelijkheid als een wereld van het ware, goede en schone”. Dat kan bij elk vak. Aan iedere leerkracht van onze scholen werd dit jaar gevraagd: “wat zijn voor jou kernwaarden in jouw leven en hoe draag je deze over aan de kinderen en hoe merken collega’s dat aan je? Daar moet iedereen over nadenken. Daar mag ook het gesprek met elkaar over gaan. Aandacht voor kwaliteit van het onderwijs moet er zijn en is er ook. Toch gaat het niet in de eerste plaats om de meest hoge opbrengsten van de school. In de eerste plaats moet het in ons christelijk onderwijs er om te doen zijn dat kinderen iets gaan zien en beleven dat ons zingen over “beter dat dit tijdelijk leven” voor ons de werkelijkheid is. Natuurlijk wordt er ook gewerkt aan een goede kwaliteit van het onderwijs. Ook dat hoort bij onze identiteit. Echter een kille opbrengst is niet daarvoor leidend. Dat is wel “dat zij hun hoop op God zouden stellen, en Gods daden niet vergeten, maar Zijn geboden bewaren.” Dit alleen kan de baaierd van deze tijd doorstaan.
11
Algemeen 3.1
Uitgangspunten jaarverslag
Voor u ligt het jaarverslag 2013 van de Vereniging voor Christelijk Onderwijs op Reformatorische Grondslag te Dordrecht. Het jaarverslag is een verantwoordingsdocument, waarin het bestuur verantwoording aflegt van het gevoerde onderwijskundig, personeels-, financieel en beheersbeleid. Tevens legt het bestuur verantwoording af van het kwaliteitsbeleid en de resultaten ervan in diverse ken- en stuurgetallen. Zij doet dit aan verscheidene belanghebbenden, waaronder ouders, leden van de schoolvereniging, personeel, medezeggenschapsraad, commissie van toezicht, inspectie en ministerie van onderwijs en wetenschappen. Het doel is niet alleen het afleggen van verantwoording, maar ook om noodzakelijk geachte bijstellingen te kunnen onderbouwen om daarmee tevens vooruit te zien op 2014 en de daarop volgende jaren.
3.2
Centrale thema De missie van de scholen is: ‘In vertrouwen bewaren en bouwen’.
We werken samen voor de kinderen. Daar ligt onze belangstelling en daar zetten we ons voor in. Met alle collega’s hebben we voor de schoolplanperiode 2011 -2015 het onderstaande geformuleerd in ons schoolplan: Voor beide scholen geldt: We willen dat onze kinderen zich welbevinden, goede prestaties leveren, en zich ontwikkelen tot verantwoordelijke en christelijke burgers. •
Welke school(omgeving) hebben onze kinderen daarvoor nodig?
Onze kinderen hebben een school(omgeving) nodig: 1. waar een haalbaar, gedegen en compleet (leerstof )programma is vastgesteld 2. waarin uitdagende doelen gesteld worden en effectieve en constructieve feedback gegeven wordt 3. die veilig, ordelijk en stimulerend is 4. waarin collegialiteit én professionaliteit is 5. waarin een heldere communicatie met en een merkbare betrokkenheid van ouders is (en anderen buiten de school) 6. waar vanuit onze missie gewerkt wordt •
Welke klassenomgeving hebben onze kinderen daarvoor nodig?
Onze kinderen hebben een klassenomgeving nodig, waarin de leerkracht zorgt voor: 1. een goede didactische aanpak 2. een goede pedagogische benadering 3. een ordelijke, taakgerichte en uitdagende werksfeer 4. een goed klassenmanagement 5. ordelijke en stimulerende leeromgeving 6. Christelijk onderwijs en opvoeding Bij dit alles willen wij ons laten leiden door de Bijbel als het onfeilbare Woord van God.
Om te werken aan een optimalisatie van deze school- en klassenomgeving zijn er in het schoolplan 20112015 verschillende doelstellingen geformuleerd.
12
Algemeen Bovenschools is er voor het schoolplan, door de gezamenlijke teams geformuleerd welke onderwerpen wanneer in de periode van 2011-2015 aan de orde moeten komen. De resultaten daarvan zijn vastgelegd in het gezamenlijk schoolplan (2011-2015). Ieder cursusjaar worden er werkgroepen samengesteld die zich dat jaar bezighouden met het (verander)onderwerp dat voor dat cursusjaar is gepland. Het kan voorkomen dat een onderwerp cursusjaar overstijgend is. Collega’s hebben dan de keus om nog een jaar in dezelfde werkgroep te blijven of om zich bezig te gaan houden met een ander onderwerp. Periodiek leggen werkgroepen verantwoording af van hun activiteiten. De werkzaamheden van de werkgroepen worden ieder jaar geëvalueerd. De evaluaties worden met het gehele team gedeeld. De verslagen van de werkgroepen zijn mede een onderbouwing voor de managementrapportage. Doelstellingen en voornemens geformuleerd in het schoolplan worden ieder cursusjaar twee keer gecheckt, geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. Op deze wijze wordt de continuïteit en de betrokkenheid van ieder personeelslid geborgd. Het bezig zijn in de werkgroepen draagt ook bij aan de professionalisering van het individuele teamlid en daardoor ook aan de teams als geheel.
3.3 Instellingsgegevens Bevoegd gezag Vereniging voor Christelijk Onderwijs op Reformatorische Grondslag te Dordrecht Adres secretariaat: H. van der Hel, Amazone 181, 3315 WK Dordrecht Telefoon: 078- 6511724 e-mail:
[email protected] Hieronder vallen de:
3.4
Ds. J. Bogermanschool, Prof. Waterinklaan 43, Dordrecht Ds. J. Polyanderschool, Atmosfeerstraat 34-36, Dordrecht
Juridische structuur
De Vereniging blijft als hoogste bestuursorgaan het meeste recht doen aan betrokkenheid en democratie voor de ouders van de scholen en andere betrokkenen. Zij is statutair vastgelegd met als grondtaak het in stand houden en bevorderen van twee scholen voor reformatorisch primair onderwijs en heeft als voedingsgebied de stad Dordrecht. De Vereniging is gegrond op het onveranderlijke Woord van God, naar de overzetting daarvan uit de oorspronkelijke talen, op last van de Staten Generaal der Verenigde Nederlanden en volgens besluit van de Nationale Synode in 1618 en 1619 en naar de verklaring, daarvan gegeven in de Drie Formulieren van Enigheid, zoals die zijn vastgesteld door voornoemde Synode.
3.5 Organisatiestructuur De vereniging wordt bestuurd door een bestuur, bestaande uit leden van die vereniging. Het bestuur bestuurt in zekere zin op hoofdlijnen volgens het Policy Governance principe dat wil zeggen ‘goed bestuur’. Het bestuur hanteert de volgende uitgangspunten: • •
13
Het bestuur is in de eerste plaats de “representant” van de leden van de vereniging, die op het bestaan van deze schoolorganisatie zijn aangewezen; Het bestuur is eindverantwoordelijk voor alles, maar maakt een helder onderscheid tussen het eigen domein van besluitvorming en dat van de algemeen directeur en zijn medewerkers; aansturing vindt
• • • •
plaats op basis van (globale) uitspraken over te behalen doelen, alsmede over de handelingsruimte die de algemeen directeur met het managementteam krijgt om deze waar te maken; De bestuursverantwoordelijkheid berust niet bij individuele bestuurders doch bij het bestuur als geheel. Dit vereist discipline van elk bestuurslid; Een sluitend toezicht op en verantwoording over de uitvoering is mogelijk door deze af te zetten tegen de vooraf gedane uitspraken en via vooraf overeengekomen instrumenten; Het principe dat het bestuur zich over het door hem gevoerde beleid - dus ook over dat wat onder zijn mandaat gebeurt- verantwoordt aan diegenen aan wie het verantwoording verschuldigd is, waaronder de leden; De beste bestuurspraktijk is om het beleid zoveel mogelijk proactief te formuleren en aldus helder mandaat te geven wat van de algemeen directeur en het managementteam zal worden verwacht en wat de ruimte is voor nadere beleidsvorming en uitvoering.
Het bestuur wil werken overeenkomstig aan de door de PO-raad vastgestelde sectorcode Goed bestuur. De commissie van toezicht oefent toezicht uit op het bestuur. Het bestuur stelt daarom alle relevante documenten ter beschikking aan de commissie. Periodiek komen commissie van toezicht en het bestuur met de algemeen directeur in vergadering bijeen en wordt uitleg en toelichting gevraagd en gegeven over gevoerd beleid en genomen keuzes.
3.6
Bestuur-, Commissie van Toezicht- en Commissiegegevens
• Bestuursleden en functie Bestuursleden en functie Dhr. G.B. van Driel Dhr. G. Holster Dhr. H. van der Hel Dhr. B.H. Dekker
1e voorzitter 2e voorzitter 1e secretaris 2e secretaris
Dhr. A. Hakbijl Dhr. J. H. Vink Dhr. J.W. Baars Dhr. L.J. Rijnhout Dhr. A.Visser
1e penningmeester 2e penningmeester
• Commissie van Toezicht Leden Commissie van Toezicht en functie Dhr. A.D.M. Lambregts Dhr. A. Hoogesteger
voorzitter secretaris
De heer B. Cornet Dhr. C.J. van der Beek
lid lid
• Beheerscommissie Deze commissie is belast met het beheer van de gebouwen via een meerjaren onderhoudsplanning. Deze planning wordt jaarlijks door de commissie opgesteld en geactualiseerd door het Ingenieursbureau Dordrecht waarmee ook het nodige overleg wordt gevoerd. Elders in dit jaarverslag is in het hoofdstuk ‘beheer’ een verslag van de beheerscommissie over de verrichte activiteiten in 2013 opgenomen.
14
Algemeen Leden beheerscommissie Dhr. G. Holster (bestuurslid en voorzitter ) Dhr. W. Jansen Dhr. C. Kraijenoord
Dhr. J. Riemens Dhr. A.C. Vermeulen
• Toelatingscommissie ledenbestand Deze commissie houdt zich bezig met de selectie en werving van nieuwe leden. Leden toelatingscommissie ledenbestand Dhr. J.H. Vink
• Vertrouwenspersonen In het kader van de klachtenregelingen zijn onderstaande personen benoemd tot vertrouwenspersoon, tot wie personeel en leerlingen zich bij klachten kunnen wenden. In dit kalenderjaar zijn er geen meldingen bij deze commissie binnengekomen. Vertrouwenspersonen Dhr. A. J. van Vugt
Mw. G.F. Lemstra - Luckerhof
Het bestuur is aangesloten bij de VGS, Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs, gevestigd te Ridderkerk. Ook maken we gebruik van de administratieve diensten van het VGS.
3.7
Kernactiviteiten en werkgebied
De kernactiviteit van de VCORG is: Het verstrekken van basisonderwijs overeenkomstig de grondslag van de vereniging, zodanig dat leerlingen gaan beschikken over kennis en vaardigheden die hen toegang geven tot het vervolgonderwijs, aansluitend bij algemeen erkende einddoelen alsmede de kennis en vaardigheden om, zo de Heere het geeft, hun plaats als christen in de maatschappij te mogen innemen. Hierbij streeft de VCORG naar kwalitatief hoogwaardig primair onderwijs. De visie op onderwijs en de missie van de scholen is beschreven en uitgewerkt in het schoolplan en de schoolgids. Hierin staan tevens de strategische beleidskeuzes van de school en de integrale aanpak van het geheel beschreven. Strategische beleidskeuzes richten zich met name op twee zaken: • Het doorvertalen van onze identiteit. • Het reageren en anticiperen op ontwikkelingen en tendensen in onze maatschappij die de koers van de school mede bepalen of beïnvloeden. Een goede interne en externe analyse van de huidige resultaten is een belangrijke voorwaarde om te komen tot de juiste beleidskeuzes voor de komende jaren.
3.8
Bestuurlijke activiteiten
Bestuurlijke activiteiten over kalenderjaar 2013 • In dit verslagjaar zijn in zeven bestuursvergaderingen de onderwerpen van de eerder vastgestelde jaarkalender besproken. Twee van deze vergaderingen waren gedeeltelijk in het bijzijn van de leden van de commissie van toezicht (CvT). • Daarnaast is er diverse malen contact geweest met de gemeenschappelijke zeggenschapsraadsleden (GMR.). Een delegatie van het bestuur is op uitnodiging van de GMR op bezoek geweest bij een GMR vergadering om diverse onderwerpen met elkaar te bespreken. • Buiten de scholen zijn er door meerdere bestuursleden en directie contacten geweest en/of vergaderingen bijgewoond van externe betrokken partijen, bijv. gemeentelijk overleg of vergaderingen van samenwerkings-
15
verbanden. • In januari is er een avond belegd met de kerkenraadsleden van de in ons bestuur participerende kerkelijke gemeenten. Tevens was naast de leden van de CvT ook het gehele managementteam aanwezig. De heer Verbruggen die een referaat hield over het thema “Seksuele vorming van jonge kinderen” nam ons mee wat Gods Woord ons zegt op dit gebied. Vanuit diverse kanten zijn deze zaken belicht en besproken. Ook met de ouders van de school is over dit thema nagedacht onder leiding van de heer Ritmeester. Hij is tevens betrokken bij de op onze scholen gebruikte methode ‘Wonderlijk gemaakt’. Wat is het belangrijk om juist ook op dit thema als gezin, school en kerk samen te spreken. • Meldden wij u vorig jaar nog dat er sprake was van teruglopende leerlingaantallen, het lijkt er nu op dat de komende jaren deze trend is omgebogen naar lichte groei. Het bestuur is hierover dankbaar en verwonderd. • Tijdens de algemene ledenvergadering zijn er 2 nieuwe bestuursleden gekozen. Zoals ook toegelicht tijdens deze vergadering zullen de huidige 1e en 2e penningmeester en de 1e eerste secretaris in 2014 aftredend zijn en zich niet meer herkiesbaar stellen. Beide nieuwe bestuursleden zullen deze taken D.V. op zich nemen en hebben nu voldoende gelegenheid om zich hiervoor in te werken. • Het bestuur spreekt haar waardering uit naar alle leden die deze vergadering bijwoonden. In tegenstelling tot andere jaren zien wij nu jaarlijks een structureel hogere opkomst. Dit zegt iets over uw betrokkenheid. Dank daarvoor. • Met stichting H3O zijn er meerdere gesprekken geweest om de Peuterhof formeel over te dragen aan onze vereniging. Hiermee is de continuïteit van reformatorisch onderwijs, ook voor onze peuters, gewaarborgd. Tijdens de algemene ledenvergadering in 2014 zult u hierover nader worden geïnformeerd. • Ook in dit verslagjaar waren er perioden van blijdschap en droefheid. In het bijzonder denken we aan het ernstig ongeval en het sterven van onze pasbenoemde collega Dineke Cornet. Gods wegen zijn ondoorgrondelijk. Een grote slag binnen het gezin en binnen de kring van onze scholen. Opnieuw een roepstem voor ons allen. • Een woord van dank aan alle betrokkenen op en rondom onze scholen. Zeker ook alle vrijwilligers, zorgouders, leden van de beheerscommissie, leden van de CvT en GMR die ook belangeloos hun energie en tijd stoppen in school gerelateerde zaken. Wat kan het soms een verademing zijn om in deze kille tijd, nog zoveel betrokkenheid en liefde voor onze scholen te mogen ervaren. • Tenslotte, iedere dag mag het onderwijs worden gegeven aan onze kinderen gegrond op Gods Woord. Iedere dag mag er ook begonnen worden met Gods Woord. Wat een verantwoordelijkheid rust er dan ook op de schouders van onze leerkrachten en directie. Maar ook bij u als ouders en bij ons als bestuur. De Heere doe ons dagelijks die verantwoordelijkheid gevoelen, zodat we Hem ook daarin mochten benodigen voor tijd en eeuwigheid.
3.9
Bestuurlijke federatieve samenwerking
De VCORG maakt deel uit van de Federatieve Vereniging voor Primair Onderwijs op Reformatorische Grondslag in de regio Rijnmond (FPO Rijnmond). Het stimuleren van onderlinge samenwerking en het bevorderen van de belangen van de individuele scholen is een belangrijke doelstelling van de federatie. De federatiescholen dienen er naar te streven de school-specifieke ontwikkeling af te stemmen met de ontwikkelingen uit de federatie. Belangrijke beleidsterreinen, waarop samenwerking plaats vindt, zijn kwaliteitsbeleid, Integraal personeelsbeleid, ICT, cultuureducatie, arbobeleid, versterking beleidsvoerend vermogen en communicatie. De praktische uitwerking van het beleid vindt plaats op het directieberaad van de scholen.
16
Algemeen In 2013, als onderdelen van bovengenoemde beleidsterreinen, zijn de volgende thema’s aan de orde geweest: • Afsluiting gezamenlijk Arbocontract en aanbod bedrijfshulpverlening; • Het uitvoeren van een audit bij een andere school met een cluster van enkele directeuren; • Bezinning op taken en verantwoordelijkheden van directies; • Toerusting op het onderwijskundig leiderschap.
3.10 WSNS-samenwerkingsverband Onze scholen zijn aangesloten bij het vorig jaar opgerichte landelijke samenwerkingsverband voor het reformatorisch onderwijs, dat de naam Berséba heeft gekregen. Het landelijke samenwerkingsverband heeft haar eerste jaarvergadering in november 2013 gehouden.
Daar stond ik dan, eind januari, met een klas vol nieuwsgierige kinderen. De eerste dag van mijn lio-stage stelde ik me voor als juf Van Pelt. Maar toen de kinderen op de tweede dag de klas in kwamen, was er opeens veel meer over mij bekend. Waar de gemeentegids van de kerk al niet goed voor is… Na twee dagen achterin te hebben geobserveerd, mocht ik vanaf de derde dag zelf les gaan geven. Toen ontdekte ik dat de kinderen niet alleen nieuwsgierig waren, maar ook leergierig. Het laatste uurtje op vrijdagmiddag was het altijd muisstil in de klas. Als er één kind bij geschiedenis begon te praten, leverde dat hem of haar 24 boze blikken van de rest van de klas op. Dat zijn mooie momenten om aan terug te denken. Ook denk ik met een glimlach terug aan de dag van 1 april. Ik had gezegd dat de kinderen één goede grap met me mochten uithalen. De nepspin die in mijn koffie zat, zorgde wel voor wat opschudding in de klas. Toch ligt voor mij de kern van het christelijk onderwijs niet bij een goede uitleg van een rekensom of een spannend geschiedenisverhaal. De momenten waarop we samen hebben gebeden en gezongen of dat Gods Woord mocht open gaan, zijn voor mij het meest dierbaar. Ook bij andere vakken mochten we regelmatig teruggrijpen naar de Bijbel. Ik zal de tijd hier op de Bogermanschool niet snel vergeten. Het contact met ouders en met de collega’s was erg fijn. Het team, met in het bijzonder mijn mentor, stond altijd voor me klaar. De persoonlijke aandacht heb ik zeer gewaardeerd. Soms was de hulp heel praktisch. Het kopieerapparaat was niet altijd gebruiksvriendelijk en er zijn een paar collega’s die wel heel vaak de deur ’s ochtends vroeg voor me hebben geopend (omdat mijn sleutel ontbrak). Kortom, bedankt voor de fijne, goede en leerzame tijd! Leanne van Pelt Lio-stagiaire, Bogermanschool
17
Er is een ondersteuningsprofiel geschreven en een meerjarenbegroting. In die begroting zijn de oude vijf regio’s terug te vinden. Het beleid van het samenwerkingsverband is om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de autonomie van de oude regio’s. Het doel is om een dekkend aanbod voor passend onderwijs te bieden, zodat er voor elk kind een passende plaats is te vinden. Het vermogen van de oude regio’s vloeit terug naar de deelnemende scholen. Het oude regionale samenwerkingsverband gaat in bescheiden vorm verder omdat het gebouw van het sbo De Akker in Sliedrecht eigendom is van de scholen van de regio Randstad en er derhalve een aflossingsverplichting voor die scholen is. De financiële middelen zijn ruimschoots voldoende om aan deze verplichting te kunnen blijven voldoen. Er zijn regelmatig netwerkbijeenkomsten voor ib’ers en mt-leden, die we altijd bijwonen. We worden daar geïnformeerd over alle belangrijke ontwikkelingen rond zorg en maken daar met elkaar ook beleid op.
3.11 BSOS en LOVK Een deel van de aanwezige leerlingen op de ds. J. Bogermanschool bestaat uit schipperskinderen, die door de weeks hun verblijfplaats hebben op het schippersinternaat ‘Eben-Haëzer’. Het aantal schipperskinderen op onze school neemt sinds kort weer toe. Dit heeft te maken met de vernieuwingen op het internaat en de crisis, waardoor het wonen op een waladres weer afneemt. Daarnaast hebben we als school een actief logistiek beleid opgezet met ouders in het voortraject voordat schipperskinderen in groep 3 beginnen. Hoewel die kinderen formeel onder de verantwoordelijkheid van de LOVK vallen, voelen hun ouders zich in die periode ook al betrokken bij onze school. Ze ontvangen daarom in de voorschoolse periode al onze bulletins en ander belangrijk nieuws over de peuter- en kleutergroepen. Ook wordt ruim vóór de komst van nieuwe schipperskinderen een kennismakingsmiddag gehouden. De verwachting is dat het aantal schipperskinderen de komende jaren hoog zal blijven op de Bogermanschool, zeker als we dat vergelijken met de aantallen op andere scholen met schipperskinderen. De school is vanwege de aanwezigheid van schipperskinderen aangesloten bij de vereniging Basisscholen Onderwijs aan Schipperskinderen (BSOS). De vereniging BSOS werkt vanuit een strategisch beleidsplan en behartigt de onderwijskundige en facilitaire belangen van schipperskinderen van 6 tot 18 jaar. BSOS maakt zich sterk voor een relatief kleine groep en richt zich op het bundelen van krachten als het gaat om goed onderwijs voor schip-perskinderen in de basisscholen. Ook denkt men eraan om de samenwerking met de LOVK verder uit te bouwen. De Ds. J. Bogermanschool is verplicht verantwoording af te leggen over de besteding van de extra middelen die zij van het rijk ontvangt voor de aanwezigheid van schipperskinderen op de school. Zij doet dat in het ‘Beleidsdocument onderwijs aan schipperskinderen’. Dit document is in het achterliggende jaar herschreven en geactualiseerd. Hierbij is de inbreng van alle betrokkenen verwerkt. Naast de visie op schipperskinderen, is het beleid beschreven op school-, groeps- en leerkrachtniveau. Met name de communicatie in de periode voordat schipperskinderen als leerling van onze school staan ingeschreven, heeft hierbij veel aandacht gekregen.
De school profileert zich als een school met deze specifieke doelgroep, die vraagt om kwaliteiten die tot uiting komen in: • Een doorgaande lijn van 2 tot 12 jaar. • Een passend aanbod op leer- en sociaal-emotioneel gebied. • De professionaliteit van het team. • Contacten met de ouders. De LOVK (Landelijk Onderwijs aan Varende Kleuters) behartigt de belangen van de varende kleuters. Ook met de LOVK heeft de Bogermanschool regelmatig contact. Dit richt zich op het volgen van de schipperskinderen die onderwijs ontvangen door middel van het kleuterpakket “Stappen langs het Water” van de LOVK en het genoten onderwijs op de ligplaatsscholen. Aan het eind van de kleuterperiode vindt een overdrachtsgesprek plaats tussen de coördinator van de LOVK en de ib ’er van de onderbouw. Daarbij ontvangt de school van elk kind een dossier, dat verwerkt wordt in ons administratieprogramma.
18
Algemeen 3.12 Schoolgegevens • Namen managementteam en brinnummers (bekostigingsnummer van de overheid) Naam
Functie
Naam
Functie
B.A.D. van der Wulp
Algemeen directeur
C.M. van der Klooster
Coördinator / IB-er
I.G. Molendijk
Adjunct-directeur
A. de Ligt
Studieloopbaanbegeleider
G.C. de Heer
Adjunct-directeur
School
Brincode
Ds. J. Bogermanschool
07OW
Ds. J. Polyanderschool
08XJ
Instroom schipperskinderen Ds. J. Bogermanschool
01-10-13
01-10-14
01-10-15
01-10-16
17
20
15
11
• (Geprognosticeerde) telgegevens leerlingen:
Het totale leerlingenaantal is dit jaar, sinds lange tijd, gestegen. Deze stijging is in tegenspraak met eerdere prognoses. Deze lieten namelijk een geleidelijke daling zien op beide scholen. Welke oorzaken leiden tot deze onverwachte groei en is deze structureel? Een mogelijke oorzaak is de komst van een aantal jonge gezinnen naar Dordrecht. Een tweede oorzaak is het toegenomen aantal schipperskinderen. Naar het zich laat aanzien zet deze trend zich de komende jaren door. Wij zouden dan als scholen in de stad een uitzondering vormen op de meeste andere stadsscholen die net als wij, in de voorgaande jaren, de leerlingaantallen zien dalen. Of de groei structureel is blijft een vraag waar we het antwoord nog niet op kunnen geven.
19
Beste lezers, Dit jaar zaten we bij meester Van Koeveringe en op donderdag hadden wij juf Bontenbal. Het was erg gezellig en we hadden een leuke klas. We hebben veel leuke dingen gedaan zowel binnen als buiten de klas. We zijn naar Den Haag geweest waar we in de Tweede Kamer zijn geweest, waar we ook nog een paar vragen aan Bisschop (SGP) gesteld. Ook is er een keer iemand van ToBe geweest die ons iets heeft verteld over Aboriginals en we ook nog een Tshirt hebben geverfd met de tekens van de Aboriginals erop. We zijn ook nog een keer (heel onverwachts) naar de koning geweest toen hij in Dordt was. We hebben dit jaar ook meegedaan met de Bankbattle (Rabobank quiz). Over deze dingen kunt u/jij foto’s bekijken op de website. En aan het eind van het jaar hebben we natuurlijk ook nog kamp en daar hebben we natuurlijk ook heel veel zin in! Groetjes, Marith en Jacqueline Groep 8, Bogermanschool
20
Personeelsbeleid 4.1 Inleiding Het personeelsbeleid van de Vereniging wordt centraal vormgegeven. Alle personeelsleden zijn in dienst van dezelfde werkgever. Zij hebben dus allen een bestuursbenoeming. In het achterliggende jaar zijn behalve de leden van het managementteam ook diverse leerkrachten op beide locaties werkzaam geweest. Het personeel onderschrijft de grondslag van de school en stelt zich daarmee onder het onvoorwaardelijk gezag van Gods Woord. Deze keuze heeft gevolgen voor het totale dagelijks handelen. Het bestuur heeft als blijvende opdracht meegegeven: Samen doen wat samen kan. Meerdere bovenschoolse werkgroepen zijn actief gedurende een schooljaar. Op deze manier worden de diverse sterke kanten benut en leren collega’s elkaar zien en waarderen Op de diverse studiedagen wordt aan onze gezamenlijke opdracht vanuit onze identiteit aandacht gegeven tijdens openingen. Tijdens voortgang- en ontwikkelingsgesprekken is er ruim aandacht voor de eigenheid van de individuele leerkracht. Leerkrachten worden gestimuleerd om zich zowel in- als extern te professionaliseren. Een professionele organisatie, waarin een leerkracht zijn taken vervult, is een niet te onderschatte randvoorwaarde voor de kwaliteit van het onderwijs en de aantrekkelijkheid van het beroep. Goed werkgeverschap is daarbij ook van groot belang. Bij- en nascholing van het personeel is tevens een verantwoordelijkheid van de werkgever dat gefinancierd wordt uit de middelen als onderdeel van de lumpsum. Er heeft zich geen geval van ontslag voorgedaan.
4.2 Professionalisering Handelingsgericht werken De beide teams hebben ook dit jaar een aantal gezamenlijke nascholingsactiviteiten gedaan in de vorm van studie(mid)dagen. Op 14 januari 2013 evalueerden we hoe groepsplannen voor het vak rekenen het best konden beschrijven. We evalueerden de kindgesprekken die we hebben gehouden en gefilmd en we bekeken elkaars opnamen. Op 13 mei evalueerden we nogmaals de groepsplannen en daarnaast ook het geven van effectieve instructie. Bij het werken met groepsplannen bleek het lastig om het resultaat van evaluaties goed te beschrijven. De toepassing van het model effectieve instructie was tijdens groepsbezoeken waarneembaar. Duidelijk werd dat de leerkrachten de instructie afstemden op verschillende niveaugroepen. We bekeken en bespraken in kleine groepjes opnames van lessen waarin het model werd toegepast. Verder in het jaar kreeg het MT bijscholing op het gebied van het interpreteren van opbrengsten. De interpretatie moet vervolgens leiden tot het formuleren van doelen voor een komende periode. Deze aandacht is er mede naar aanleiding van een opmerking tijdens de laatste inspectiebezoeken. Het doel is om met behulp van overzichten in ons schooladministratieprogramma meer zicht te krijgen op resultaten van leerlingen op school-, groeps- en individueel niveau. Dit komt in het cursusjaar 2014 terug. We willen een begin maken met het werken met streefdoelen voor de basisvaardigheden (rekenen, taal, lezen). Een kind is meer dan wat het aan resultaten laat zien. Bij het afnemen van toetsen is er altijd sprake van een moment. Onze ervaring is dat het regelmatig voorkomt dat kinderen geen reële prestaties leveren op die momenten. Bovendien is ook gebleken dat een te grote focus op toetsresultaten tot manipulatie van toetsafnames kan leiden. In hoeverre zijn de resultaten dan nog reëel? In het licht van het bovenstaande spreken we van opbrengstbewust werken. Professionalisering In november verdiepten we ons vanuit de schoolcultuur in het onderwerp time management in een professionele cultuur. Vooraf werd aan ieder teamlid in een vragenlijst gevraagd wat drie jaar samenwerken nu heeft
21
opgeleverd. Deze scan maakte duidelijk dat de cultuur geleidelijk opschuift naar een professionele cultuur. Begin oktober zijn de ondersteuningsprofielen van de beide scholen afgerond. Dit zijn wettelijk verplichte documenten waarin de scholen beschrijven hoe ze vorm geven aan leerlingenzorg en welke ambities ze op dit punt hebben. De documenten zijn ook met de GMR gecommuniceerd en zullen op een bestuursvergadering nog worden gepresenteerd. De gedragsspecialisten op beide scholen zijn in de gelegenheid gesteld om hun kennis op dit gebied beschikbaar te stellen aan de teams door de eerste groepsbesprekingen te leiden. Die besprekingen spitsten zich toe op het sociaal emotionele klimaat in de groepen. De inbreng van de gedragsspecialisten werd positief gewaardeerd. Ook wordt van hun kennis gebruik gemaakt als zich opvallend probleemgedrag voordoet.
4.3 Personele bezetting per 31-12-13
Aantal pers.leden in dienst in verslagperiode (incl. OOP)
Bogermanschool
Polyanderschool
24
20
Personele inzet Functiecategorie
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Directie
1,00
1,00
1,00
1,00
1,00
1,00
Onderwijzend personeel
22,84
23,56
22,91
22,91
22,91
22,84
Onderwijsondersteunend personeel (incl. schoonmaak)
2,21
3,18
3,11
3,11
3,11
2,21
Totaal
26,05
27,74
27,02
27,02
27,02
26,05
De totale formatie neemt in 2014 toe. Dat is het gevolg van het instellen van een tweetal instroomgroepen in het eerste half jaar. Daarnaast is de inzet van een managementassistent/onderwijsassistent opgenomen vanaf januari 2014. Moesten er de voorgaande jaren bezuinigingsmaatregelen genomen worden om met de beschikbare middelen uit te kunnen komen, het tij lijkt nu enigszins gekeerd. Na Prinsjesdag is het Nationaal onderwijsakkoord gepresenteerd. Daarin zijn een aantal maatregelen genomen die voorzien in wat ruimere financiële middelen. Vraag hierbij is wel in hoeverre dit structureel zal zijn. Vandaar dat met de besteding wel enige voorzichtigheid geboden is.
22
Personeelsbeleid 4.4
Ontwikkelingen personeelsbeleid
In het jaar 2013 zijn de volgende onderdelen van het integraal personeelsbeleid aan de orde geweest: Onderdeel
Korte toelichting
Status
Taakbeleid
Tijdsinzet van het personeel. Berekeningsmodel van VGS ingezet
Afgerond
Formatieplan
Inzet van personeel in relatie tot werkzaamheden en kosten binnen begrotingsmodel VGS
Afgerond
Ontwikkelingsgesprekken
Met elk personeelslid wordt een ontwikkelingsgesprek gehouden, waarbij het POP (Persoonlijk Ontwikkelingsplan) en de competenties en het functioneren worden besproken
Afgerond
Beoordelingsgesprekken
Met nieuw benoemde personeelsleden wordt een beoordelingsgesprek gehouden als overgang van tijdelijke naar vaste benoeming. Wanneer het functioneren niet voldoende ontwikkelt worden er eveneens beoordelingsgesprekken gehouden.
Afgerond
Functiemix
De ‘functiemix’ is de verdeling van leraren (in voltijdbanen, fte’s) over de salarisschalen. Met het Convenant LeerKracht van Nederland wordt op termijn meer dan 1 miljard euro per jaar extra geïnvesteerd in het onderwijs, waarvan het grootste deel wordt ingezet voor betere beloning van leraren.
Afgerond
4.5 Arbodienst Als scholen zijn we aangesloten bij de federatie Rijnmond. Alle Arbozaken worden in een gezamenlijk contract via de federatie geregeld. Zo zijn we aangesloten bij de Arbodienst Arbomanager in Zeist voor de afhandeling van ziekte- en verzuimmeldingen.
23
Onderwijskundig beleid 5.1
Veranderdoelen en nascholingsactiviteiten
Veranderdoelen Bogerman- & Polyanderschool 2013
Nascholing
Status
1.
Het jonge kind: Ontwikkelingsgericht onderwijs: spelend leren rekenen Driestar-Educatief studiemiddagen
Afgerond
2.
Het jonge kind: KIJK ontwikkelingsvolgmodel. Bespreking en uitvoering ontwikkelingslijnen; tussendoelen koppelen aan thematische activiteiten
Driestar-Educatief studiemiddagen
Afgerond
3. Het jonge kind: het interpreteren van ontwikkellijnen en dit zichtbaar maken in een nieuw KIJK! rapport.
Driestar-Educatief Studiemiddagen Bijeenkomsten kartrekkers
Afgerond
4. Het leren van vaardigheden om te komen tot een groepsplan waarin aandacht is voor het individuele jonge kind
Driestar-Educatief Mt-leden/ib-ers
Voortgezet
5. Het in de praktijk vorm geven van praktisch onderwijs en dat borgen in Driestar-Educatief een document Mt-leden/ib-ers
Voortgezet
6. Het actualiseren van de gezamenlijke schoolgids
MT
Afgerond
7. Het uitgeven bij de aanvang van een nieuw schooljaar van een geïntegreerde jaarplanner en 2 schoolkalenders
MT
Afgerond
8. Timemanagement in het kader van eigenaarschap
Driestar-Educatief studiemiddagen
Voortgezet
9.
Driestar-Educatief Studiemiddagen
Voortgezet
Voortgezet
Voortgezet
H(O)GW: het analyseren interpreteren van de toets resultaten zodat iedere leerkracht in staat is onderwijs op maat te bieden
10. In het kader van HGW het voeren van kindgesprekken. Het gaat hierbij om het stellen van de juiste vragen op de juiste manier. 11. Het uitvoeren van groepsbezoeken en groepsbesprekingen
Mt-leden/ib-ers
Voortgezet
12. Aandacht voor school-en klassenregels
Werkgroep
Voortgezet
5.2
Besteding Prestatiebox
“Alle schoolbesturen ontvangen deze kabinetsperiode, naast de reguliere lumpsumbekostiging, ook een bedrag via de zogenoemde prestatiebox. Het budget in de prestatiebox is grotendeels afkomstig uit het regeerakkoord. Naast de middelen uit het regeerakkoord zijn twee bestaande budgetten toegevoegd aan de prestatiebox. Voorheen werd dit geld via een aparte regeling verstrekt. Het budget is bedoeld voor opbrengstgericht werken, professionalisering van leraren en schoolleiders en cultuureducatie” (informatie website OCW). Het ontvangen bedrag is als volgt aangewend: • Het professionaliseren en coachen managementteam € 2080,• Het professionaliseren team “de opbrengstbewuste school” € 1000,• Handeling Bewust Werken € 3500,• Bijdrage orthopedagoog aan Z(org) A(dvies) T(eam) € 2500,• Kwaliteitszorg in de school € 3640,• Diverse culturele activiteiten € 4000,• Het aanschaffen van een digitaal programma Begrijpend Lezen € 3500,• Het aanschaffen van een digitaal Engels oefenprogramma € 2000,-
24
Onderwijskundig beleid 5.3 Peuterspeelzaal “Onze” peuterspeelzaal, de Peuterhof, heeft dit cursusjaar twee groepen peuters die op de ochtenden van de lange dagen komen. Nog steeds vallen de administratieve afhandeling en de bestuurlijke verantwoordelijkheden onder stichting H3O, die binnen Dordrecht meerdere protestants-christelijke peuterspeelzalen onder haar verantwoording heeft. De identiteit van de peuterspeelzaal is gewaarborgd in een convenant. Het mooie hiervan is dat onze toekomstige leerlingen elkaar dan al kennen vanuit de peuterspeelzaal en de doorstroming naar de eerste kleutergroep een natuurlijk karakter heeft. Ook kleuters van schippers maken regelmatig gebruik van de peuterspeelzaal. Tussen de peuterspeelzaal en de basisschool is er sprake van een warme overdracht. De peuterspeelzaal werkt met hetzelfde observatiesysteem als de kleuters. De stichting H3O heeft aangegeven onze samenwerking te willen beëindigen. Reden daarvoor is dat onze peuterspeelzaal niet past in het onderwijsconcept wat H3O wil ontwikkelen. Diverse gesprekken zijn gevoerd met als resultaat dat aan de ledenvergadering het besluit met positief advies tot overname gepresenteerd zal worden. • Buitenschoolse opvang De VCORG heeft de buitenschoolse opvang geregeld door kleinschalige identiteitsgebonden gastouderopvang. Dit wordt geboden door Korelon te Zwijndrecht, een christelijk gastouderbureau. Korelon richt zich in haar beleid primair op het kind. Veiligheid en stabiliteit zijn voor het kind van levensbelang. Zij probeert dit te bereiken door de opvang te concentreren rond gezin en school, waarbij de kerkelijke achtergrond een cruciale factor is. De vertrouwde omgeving van het kind wordt hierdoor maximaal bewaard. De continuïteit van het ‘gewone’ leven kan doorgaan. De kans dat een kind kan worden opgevangen in een bekende en vertrouwde omgeving wordt hierdoor geoptimaliseerd.
5.4 Kwaliteitszorg Leerlingen en hun ouders moeten erop kunnen vertrouwen dat hun school onderwijs van voldoende kwaliteit realiseert. Naast de inspectie, die risicogericht toezicht houdt, hebben de scholen zelf meerdere instrumenten om de kwaliteit regelmatig te meten. In het achterliggende schooljaar is verder ingezet om het samenvattende kwaliteitszorg instrument Integraal verder te implementeren. Dit instrument biedt de mogelijkheid om zorg te dragen voor een goed systeem van zelfevaluatie. Het geeft tevens de mogelijkheid om op een logische manier de verbinding naar schoolontwikkeling en persoonlijke ontwikkeling te leggen. We zijn begonnen om beide teams een basisvragenlijst in te laten vullen. De antwoorden in deze vragenlijsten voorzagen ons van informatie op de volgende domeinen van kwaliteitszorg : onderwijsleerproces, schoolklimaat, leerstofaanbod, onderwijstijd, zorg en begeleiding en kwaliteitszorg algemeen. Tijdens het laatste inspectiebezoek aan de Bogermanschool van september 2012 en in april 2013 op de Polyanderschool gaf de inspecteur aan dat een verbeterpunt voor de scho(o)len is om aan de slag te gaan met het bespreken met de teams van de opbrengsten bij taal en rekenen. Het programma Integraal voorziet daarin, zodat we daar het komende jaar graag een ontwikkelstap in willen maken. Het programma Integraal is volledig geïntegreerd binnen ons administratieprogramma ParnasSys en maakt gebruik van de data die in dat programma beschikbaar zijn. Voor de kwaliteit en objectiviteit van onze informatie zijn we afhankelijk van diverse geledingen: leerkrachten, inspectie, externen, ouders en leerlingen. Om de input te verkrijgen van ouders en leerlingen zullen ook die het nieuwe cursusjaar om input gevraagd worden. Aan de hand van deze input kunnen we kijken waar we vooral aan moeten werken.
25
Het schoolbestuur is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs op de school, voor de financiële situatie en voor het naleven van wetten en regels. Het bestuur moet zich verantwoorden over de resultaten. Beide scholen vallen onder het basistoezicht van de inspectie, dat wil zeggen dat ze het vertrouwen van de Inspectie van het Onderwijs hebben. Er vindt dan in principe voor de periode van één jaar geen verder toezicht plaats. De inspectie heeft geen aanwijzingen dat er belangrijke tekortkomingen zijn in de kwaliteit van het onderwijs. De resultaten van inspectiebezoeken zijn te vinden op www.owinsp.nl.
Februari 2014… Het grote avontuur begint! Niet alleen de kinderen uit groep 0 stappen de grote wereld in! Maar ook ik, als juf, mag nu de grote wereld instappen en beginnen met het echte werk. ‘Voor het eerst naar school’ is het thema dat voor kind en juf belangrijk is en waar we dan ook elke dag aan denken. Elke dag zien we elkaar weer op school. Dit is niet alleen voor de kinderen een leuke en leerzame besteding van de dag, maar ook voor de juf! Ook werken we in de klas over de lente. Onze klas staat vol bloementjes en zo stappen we dan ook elke morgen een gezellige klas binnen waar we veel leren. Ik mag de mooie taak hebben om de kinderen dingen te leren. Te leren knippen, tekenen, springen, zingen en nog veel meer leuke dingen. Maar ook het oog hebben voor je naaste mag ik de kinderen leren. Nog niet zo lang geleden kwam een ouder naar me toe met het verhaal dat haar zoontje voor mijn “prik-oog” gebeden heeft. Zelf was ik dit allang vergeten. Maar met kippenvel hoorde ik aan, dat dit kind thuis nog voor mij bad. Ik mocht toen de dag afsluiten met de gedachte: “Wat heb ik toch een dankbaar werk.” Hartelijke groet, Stèphanie Maat Leerkracht groep 1a, Polyanderschool
26
Onderwijskundig beleid 5.5 Monitoringsgegevens Door de schooljaren van de leerlingen heen worden diverse methode- en niet-methodegebonden toetsen afgenomen. Voor de scholen zijn de niet-methodegebonden toetsen, zoals de Cito-entreetoetsen, de SEO-toets (Schooleindonderzoek) en de Cito-eindtoets van belang. Resultaten toetsen over het jaar 2013 SEO Intelligentiescore
Schoolvorderingenscore
Ds. J. Bogermanschool 2011
101,4
103,7
Ds. J. Bogermanschool 2012
103,8
106,4
Ds. J. Bogermanschool 2013
99,2
105,5
Ds. J. Polyanderschool 2011
104,5
111,1
Ds. J. Polyanderschool 2012
108,2
109,2
Ds. J. Polyanderschool 2013
103,5
109,7
Totaal gemiddelde van de deelnemende scholen aan het Schooleindonderzoek
102,0
104,2
Toelichting score SEO 2013 Beide scholen hebben dit jaar meegedaan aan het SEO (School Eind Onderzoek). Beide scholen hebben een hoger getal schoolvorderingen dan de gemeten intelligentiescore. Dat geeft in ieder geval aan dat de kinderen meer presteren dan op grond van hun intelligentie verwacht zou kunnen worden. Met een directielid van het Wartburg College locatie Marnix, waar zo goed als alle kinderen naar toe gaan, is er jaarlijks een gesprek over de verwijzing van de kinderen naar het voortgezet onderwijs. De inspecteur die in 2013 de school bezocht vond de manier waarop wij als scholen de verwijzing doen en de leerlingen blijven volgen een schoolvoorbeeld. Ieder jaar ontvangen wij de vorderingen van onze oud-leerlingen en vergelijken we het niveau met het destijds gegeven advies. De afstemming zowel mondeling als schriftelijk met het voortgezet onderwijs is heel belangrijk voor een goede aansluiting.
Uitstroomgegevens leerlingen 2013 Cursusjaar 2012-2013
27
Aantal leerlingen naar het voortgezet onderwijs
VMBO BK Basis- en Kaderberoepsgericht
VMBO GT Gemengd theoretisch
HAVO HAVO/VWO VWO TTO
Ds. J. Bogermanschool
34
6
6
22
Ds. J. Polyanderschool
34
5 PRO: 1
7
21
5.6
Kwaliteit en personeelsbeleid
Om de kwaliteit van het onderwijs, de professionaliteit van de onderwijsgevenden en de doorgaande lijn te waarborgen worden er gesprekken gevoerd met ieder personeelslid. Binnen de scholen is een gesprekkencyclus opgezet zodat ieder personeelslid inzicht heeft in zijn eigen functioneren. Leerkrachten vullen voor het geplande gesprek een formulier in. Dit formulier gaat uit van de competenties voor leraren (SBL). Daarnaast staan er een aantal vragen in, die tot doel hebben na te denken over het dagelijks functioneren, de visie op het onderwijs, en de eigen ontwikkeling. Deze vragen worden jaarlijks geactualiseerd. Van het gevoerde gesprek wordt een verslag gemaakt waarin o.a. de afspraken staan voor de komende periode. Ook de functiemix kan de kwaliteit van het onderwijs positief beïnvloeden. De functiemix houdt in dat, zoals in het Convenant Leerkracht van Nederland is afgesproken, scholen extra geld krijgen om leerkrachten in hogere salarisschalen te belonen. In het jaar 2010 is de functiemix ingevoerd op beide scholen. Samen met het bestuur en de VGS is een instrument ontwikkeld waar de criteria in staan waaraan iemand moet voldoen om in aanmerking te komen voor een LB schaal. Om de nodige objectiviteit te waarborgen vraagt iemand die in aanmerking wil komen aan een tweetal groepsleerkrachten, een intern begeleider en een directielid een instrument in te vullen waarin de competenties staan verwoord. De gezamenlijke uitslag wordt naast die van de persoon die zich er voor heeft aangemeld gelegd en besproken. Degene die LB-er wordt geeft vervolgens aan waar hij/ zij het komende jaar aan gaat werken. De resultaten komen in de jaarlijkse gesprekscyclus terug. Omdat er dit schooljaar geen nieuwe personeelsleden waren die voldoen aan de gestelde kwaliteitscriteria is het aantal LB-ers gelijk gebleven. Wel heeft één collega haar opleiding HBO-plus afgerond en zijn twee andere collega’s bezig met het laatste jaar van hun opleiding. De opleidingen worden bekostigd vanuit geld dat beschikbaar wordt gesteld door de overheid. Dit betreft de zogenaamde lerarenbeurs. Hiermee wil de overheid een kwaliteitsimpuls geven aan de scholen.
28
Financieel beleid 6.1
Publieke en private gelden
In onze vereniging hebben we te maken met publieke en private gelden. Publieke gelden zijn de gelden die we van het Rijk ontvangen. Private gelden zijn de gelden die we van ouders of kerken ontvangen, zoals ouderbijdragen, zendingsgeld, geld dat ingezameld wordt door acties en collectegelden. Aan zendingsgeld werden de volgende bedragen aan de diverse zendingsbureaus overgemaakt: Instanties
Bogermanschool
Polyanderschool
Zending Gereformeerde Gemeenten
€ 652,00
€ 500,00
Zending Christelijke Gereformeerde Kerken
€ 652,00
€ 500,00
Gereformeerde Zendingsbond
€ 652,00
€ 500,00
Mbumazending
€ 652,00
€ 500,00
Woord en Daad inclusief adoptie
€ 652,00
€ 900,00
Spaans Evangelische Zending
€ 326,00
€ 250,00
Deputaatschap Bijbelverspreiding
€ 326,00
€ 250,00
Woord en Daad kerstkaarten
€ 765,00
€ 860,20
Actie Winterhulp KOEH
€ 943,75
Overige acties:
Ten behoeve van een aan te brengen scheidingswand bij het speellokaal in verband met geluidshinder werden op de Bogermanschool later in het jaar ook diverse acties gehouden. Uiteindelijk werd er bijna € 15.000,ingezameld. De rest is bijgelegd door het bestuur. De wand is inmiddels gerealiseerd en voldoet aan alle verwachtingen.
29
6.2
Overzicht Financiën
Analyse van het nettoresultaat Realisatie 2013 (A)
Begroting 2013 (B)
(A- / -B)
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
Baten (B1) Rijksbijdragen
2.082
1.948
134
1
0
1
65
57
8
2.147
2.004
142
1.557
1.581
-24
65
70
-5
(L3) Huisvestingslasten
182
153
29
(L4) Overige instellingslasten
199
188
10
2.003
1.993
10
144
12
132
6
0
6
150
12
138
(B2) Overige overheidsbijdragen (B3) Overige baten Totaal baten Lasten (L1) Personele lasten (L2) Afschrijvingen
Totaal lasten Saldo baten en lasten (R1) Saldo fin. baten en lasten
Nettoresultaat
In verband met afronding kunnen hier en daar verschillen in de optelling voorkomen. Het verslagjaar 2013 werd gekenmerkt door een resultaat van circa 150.000 euro, daar was gerekend met een resultaat van circa 12.000 euro. Het resultaat is opgebouwd uit een positief resultaat van circa 131.000 euro voor de ds. J. Bogermanschool, circa 21.000 euro voor de ds. J. Polyanderschool en een negatief resultaat van ruim 2.000 euro inzake de vereniging. De positieve afwijking van circa 138.000 euro ten opzichte van de begroting had verschillende oorzaken, waarvan de belangrijkste hieronder worden toegelicht. De grootste afwijking wordt veroorzaakt door toekenning van extra gelden vanuit het onderwijs- en herfstakkoord, welke voortvloeien uit begrotingsonderhandeling van het kabinet in het najaar van 2013. In onze situatie gaat het om 90.600 euro. Deze extra gelden zijn in december uitgekeerd en voor een aanzienlijk deel toegerekend aan 2013. Dit geld vindt z’n oorsprong in de overheveling van middelen vanuit het gemeentefonds en het vrijmaken van extra gelden voor een investering in het onderwijs. Een deel van deze middelen is beschikbaar gesteld om (jonge) leerkrachten in dienst te houden.
30
Financieel beleid Opvallende afwijkingen ten opzichte van de begroting zijn verder de hogere realisatie van middelen inzake LGF en schippersgelden (circa 20.000 euro voor de Bogermanschool). Daarnaast ligt de personele rijksbijdrage ook een fractie hoger door indexatie. Genoemde afwijkingen zijn gerealiseerd onder de rijksbijdragen (B1). De overige overheidsbijdragen (B2) hebben betrekking op een vergoeding inzake schade. Voor de overige baten geldt dat deze circa 8.000 euro hoger liggen dan begroot. Onderling treden er enige verschuivingen op. Benoemenswaardig is de realisatie van niet begrote bedragen vanuit het vervangingsfonds (gerealiseerde bonus), facilitering kleuters (van schippers) en gelden inzake ambulante begeleiding. Voor de personele lasten geldt dat er een voordeel gerealiseerd kon worden ten aanzien van de begroting van circa 24.000 euro. Dit betreft voor een deel de lonen en salarissen: met ingang van augustus heeft de vereniging zich aangesloten bij VFGS, een alternatief voor het vervangingsfonds. Voordeel hiervan is dat de premie fors lager is (7,7% versus 3,2%). Hier staat tegenover dat de inzet op totaalniveau een fractie hoger is dan begroot. De realisatie van de overige personele lasten is eveneens lager dan begroot. Dit betreft met name de realisatie van de lasten inzake nascholing/schoolbegeleiding. De realisatie van de afschrijvingslasten (L2) is circa 5.000 euro lager dan begroot. Dit wordt met name veroorzaakt door uitstel van investeringen. De huisvestingslasten laten daarentegen een negatieve afwijking zien van circa 29.000 euro. Dit betreft met name een extra dotatie aan de voorziening groot onderhoud van 20.000 euro. Daarnaast zijn er diverse kleine afwijkingen gerealiseerd: energie en water (circa 3.000 euro), heffingen (circa 2.000 euro), tuinonderhoud (circa 1.300 euro) en bewaking/ beveiliging (circa 2.000 euro). Voor de overige instellingslasten (L4) geldt dat met name de post leermiddelen een positieve afwijking laat zien, dit betreft dan zowel het onderwijsleerpakket als de posten kopieer- en stencilkosten en overige. Hier staat echter weer een hogere realisatie van de bestuurslasten en de post overige tegenover (bevat o.a. doorverwijzing naar het SBO voor 6.000 euro en realisatie van niet begrote lasten inzake schoolreis en diverse overige leerlinggebonden activiteiten voor totaal 10.500 euro).
31
Financiële positie ACTIVA
Ultimo 2013
Ultimo 2012
Ultimo 2011
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
Immateriële vaste activa
-
-
-
Materiële vaste activa
448
502
531
Financiële vaste activa
-
-
-
448
502
531
-
-
-
Vorderingen
196
234
188
Liquide middelen
749
524
475
Totaal vlottende activa
945
758
662
1.394
1.260
1.193
Ultimo 2013
Ultimo 2012
Ultimo 2011
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
Totaal vaste activa Voorraden
Totaal activa PASSIVA
Algemene reserve
590
446
365
Bestemmingsreserves publiek
-
-
24
Bestemmingsreserves privaat
381
376
374
Eigen vermogen
971
821
763
Voorzieningen
229
236
194
Langlopende schulden
-
-
-
Kortlopende schulden
194
203
236
1.394
1.260
1.193
Totaal passiva
Het positieve resultaat ultimo 2013 leidde tot een stijging van het eigen vermogen van circa 150.000 euro. De waarde van de materiële vaste activa is afgenomen. De investeringsgraad is laag (zie hiervoor ook de toelichting onder de investerings- en financieringsbeleid). Met name dankzij het positieve resultaat kon er een positieve kasstroom van circa 226.000 euro gerealiseerd worden wat geleid heeft tot een stijging van de liquide middelen. De waarde van de voorziening is afgenomen, er is voor totaal 65.000 euro gedoteerd aan de voorziening groot onderhoud terwijl de onttrekking circa 71.900 euro bedraagt. De onttrekking heeft voornamelijk betrekking op de aanleg van een klimaatinstallatie op de Polyanderschool.
32
Financieel beleid Financiële kengetallen Met behulp van een aantal kengetallen kan een verdere beoordeling worden gegeven van de financiële positie. Naast de waarden zoals deze gelden voor 2011, 2012 en 2013, wordt tevens de algemene adviesnorm weergegeven. Kengetal
Norm
2013
2012
2011
Liquiditeit
2,00
4,87
3,74
2,80
Solvabiliteit
0,50
0,70
0,65
0,64
Rentabiliteit
n.v.t.
6,97%
2,80%
-0,27%
Weerstandsvermogen (bestuursniveau)
n.v.t.
25,10%
16,06%
11,74%
15,00%
6,80%
-2,82%
-7,20%
Kapitalisatiefactor incl. privaat vermogen
max. 60%
58,99%
54,51%
51,07%
Kapitalisatiefactor excl. privaat vermogen
max. 60%
41,77%
37,03%
33,74%
Weerstandsvermogen (schoolniveau)
De kengetallen laten in z’n geheel een stijgende lijn zien. Oorzaak hiervan is met name de positieve realisatie wat mede geresulteerd heeft in een positieve kasstroom. De relatief sterke stijging van de vlottende activa resulteerde in een liquiditeitsratio van 4,87 per ultimo 2013. Ultimo 2012 was dit nog 3,74. Ook de solvabiliteit steeg door de stijging van het eigen vermogen. Het positieve resultaat leidde verder tot een rentabiliteitsratio van 6,97%. Het weerstandsvermogen liet zowel op bestuursniveau als op schoolniveau een stijging zien naar waarden van respectievelijk 25,10% en 6,80% als gevolg van een stijging van het eigen vermogen. Het verschil tussen beide laat zien dat de reserves grotendeels op bestuursniveau worden aangehouden. Op schoolniveau ligt het weerstandsvermogen onder de gestelde adviesnorm. De kapitalisatiefactor ligt rond de gestelde maximum norm van 60%. Dit kengetal is een weergave van het totale kapitaal afgezet tegen de totale baten waarbij een correctie plaatsvindt voor de waarde van gebouwen en terreinen. Over het algemeen voldoen de financiële kengetallen aan de gestelde (advies)normen. Hierdoor kan gesteld worden dat de financiële situatie van de school voldoende is.
Investerings- en financieringsbeleid Zoals reeds eerder werd gesteld, kenmerkte het verslagjaar 2013 zich door een lage investeringsgraad: er werd in totaal voor een bedrag van circa 12.000 euro geïnvesteerd in materiële vaste activa, bij een afschrijvingslast van circa 65.000 euro. De investeringen hebben betrekking op de aanschaf van diverse ICT, LCD touch scherm, methode Wonderlijk Gemaakt en diverse overige leermiddelen. In de begroting was gerekend met de aanschaf van methode Engels en methode Wonderlijk Gemaakt. De methode Engels is niet aangeschaft, dit is uitgesteld. Het financieringsbeleid is er op gericht dat er geen gebruik behoeft te worden gemaakt van externe kredietverstrekkers. Alle investeringen zijn binnen dit beleid uitgevoerd. Treasury verslag In 2013 hebben er geen beleggingen plaatsgevonden in risicodragend kapitaal. De beschikbare vrije middelen werden overgemaakt naar een spaarrekening en waar mogelijk voor een jaar vastgezet in hoger renderende deposito’s. Er hebben zich in het verslagjaar geen liquiditeitsproblemen voorgedaan. Bij het selecteren van een bank voor het onderbrengen van de spaartegoeden wordt door het bestuur gelet op de credit rating van de betreffende bank, conform de Regeling beleggen en belenen van het Ministerie en met het oog op het zoveel als mogelijk waarborgen van een goed beheer van deze tegoeden. Om dit te waarborgen is door het bestuur een treasurystatuut opgesteld, waarin afspraken zijn vastgelegd inzake de wijze waarop wordt omgegaan met de regeling beleggen en belenen. Daarnaast is in dit statuut opgenomen wie welke verantwoordelijkheden op dit terrein heeft.
33
Beheersbeleid 7.1 Algemeen Ook dit jaar kwam het beheren van de schoolgebouwen regelmatig in het nieuws. Veel schoolgebouwen voldoen niet meer aan de huidige eisen met betrekking tot inrichting en leefbaarheid voor de leerlingen. Vooral het binnenklimaat en de staat van onderhoud laat bij veel scholen te wensen over daar de kinderen gehuisvest zijn in oudere gebouwen, welke alleen met een behoorlijke investering weer aan de huidige normen kunnen voldoen. Om aan een goed schoolklimaat te kunnen voldoen, is het van belang, dat zowel om als in het schoolgebouw de aanwezige voorzieningen in een zodanige staat worden gehouden, dat geen onveilige situaties kunnen optreden voor de kinderen en het personeel. Tevens dient aan de inrichting van de schoolpleinen aandacht te worden besteed, aangezien een ordelijk en verzorgd plein bijdraagt aan het welzijn van de kinderen. Het Bestuur hanteert voor onze scholen een zodanig beheersbeleid, dat de schoolgebouwen, de daarin aanwezige installaties en inventaris en de schoolpleinen op een verantwoordelijke wijze worden beheerd en onderhouden. De onderwijshuisvesting is tevens een taak van de plaatselijke overheid. Zij heeft de wettelijke verplichting om regelmatig in overleg (LOF-huisvesting) te treden met de plaatselijk schoolbesturen voor het maken van afspraken en tot overeenstemming te komen over het beleid met betrekking tot de huisvesting in de schoolgebouwen. Namens het Bestuur bezoekt dhr. G. Holster deze vergaderingen.
7.2 Beheerscommissie De Beheerscommissie voert het beheer over het onderhoud van beide scholen. Deze commissie werkt onder verantwoording van het Bestuur en heeft tot taak de gebouwen, de daar aanwezige installaties en de schoolpleinen in een goede staat van onderhoud te houden. In overleg met de directie van de school en het Bestuur wordt op basis van een meerjaren onderhoudsplan (zgn. MOP) de benodigde onderhoudswerken uitgevoerd. Dit meerjaren onderhoudsplan wordt voor een tijdsbestek van 10 jaar opgesteld en om de 2 jaren geactualiseerd. In het MOP wordt per bouwdeel vastgesteld in welke jaar hieraan onderhoud wordt gepleegd of wanneer deze wordt vervangen. In het voorafgaande jaar wordt wel eerst onderzocht of dit onderhoud ook daadwerkelijk nodig is om onnodige kosten te voorkomen. Hierdoor kan op een gestructureerde wijze onderhoud worden uitgevoerd. Tevens wordt in het meerjaren onderhoudsplan aangegeven, welke onderhoudskosten voor rekening van de Gemeente zijn en welke voor het Bestuur (het zogenaamd Bevoegd gezag). Zowel het Bestuur als de Gemeente kan per jaar inzien met welk budget rekening dient gehouden te worden. Vanuit het Bestuur wordt door de penningmeester het jaarlijkse budget aan de beheerscommissie toegewezen. Deze budgetten worden tussentijds effectief bewaakt. Bij groot onderhoud voor rekening van Gemeente vindt in het jaar, voorafgaand aan het jaar van uitvoering, overleg plaats tussen de beheerscommissie en de Sector MO, onderwijshuisvesting van de Gemeente Dordrecht. Om in aanmerking te komen voor vergoeding van deze onderhoudskosten dient een “Aanvraag voorziening huisvesting onderwijs” ingediend te worden bij Gemeente. Na toewijzing wordt het noodzakelijk onderhoud in het daarop volgende jaar uitgevoerd.
34
Beheersbeleid 7.3 Huisvestingszaken Groot onderhoud ds. J. Polyanderschool Zoals vorig jaar reeds is vermeld, zijn in 2012 de voorbereidingen gestart voor het vervangen van de totale c.v.installatie van de gehele school. De kosten voor het vernieuwen van alle radiatoren en c.v.-leidingen worden door de Gemeente vergoed, terwijl de c.v.-ketels en de daarbij behorende regelinstallaties voor rekening van het Bestuur komen. De Beheerscommissie heeft een deskundig adviesbureau ingeschakeld voor het opstellen van een ontwerp. Er is niet alleen gekeken naar een goede en energiebesparende installatie, maar tegelijkertijd is hierbij onderzocht of de luchtkwaliteit in de lokalen verbeterd kan worden door extra ventilatievoorzieningen aan te brengen. Mede op aangeven van de Beheerscommissie is het adviesbureau met een ontwerp gekomen waarbij zgn. ClimaRad radiatoren worden toegepast met extra ventilatievoorzieningen in het dak. Door middel van deze radiatoren wordt lucht van buiten (al of niet verwarmd) in de lokalen geblazen en zo nodig weer via het dak afgezogen. Na aanbesteding bleken de kosten voor rekening van Gemeente aanzienlijk hoger uit te vallen dan was geraamd. Hierdoor ontstond een behoorlijke overschrijding t.o.v. de eerdere aanvraag voor de vergoeding van deze kosten. De Gemeente ging dan ook niet akkoord met een volledige vergoeding, maar was bereid een geringe overschrijding te accepteren. Na overleg tussen de Gemeente en het Bestuur is overeengekomen, dat het Bestuur de meerkosten voor zijn rekening zouden nemen. Hierdoor was het mogelijk om in 2013 tot uitvoering van de werkzaamheden over te gaan. In de zomervakantie is het totale c.v.-leidingwerk en radiatoren van de gehele school verwijderd en vervangen door nieuw leidingwerk. Een gedeelte van de radiatoren zijn vervangen door ClimaRad radiatoren en een gedeelte door energiezuinige radiatoren. In de plafonds zijn ventilatoren aangebracht, die bij een bepaald gehalte aan CO2 in de lokalen de lucht weg zuigt. De bestaande 2 ketels zijn verwijderd en vervangen door 4 stuks kleine HR-ketels. De gehele installatie is net voor het nieuwe schoolseizoen 2013 – 2014 opgeleverd.
Welkom! Welkom, op deze allereerste morgen in groep 1a. Het is nog vroeg. De zon schijnt al fel op de ruiten en midden in de klas vormen acht kleine stoeltjes een kleine kring. Alles is nog wennen. Zitten op een stoeltje, buitenspelen op een groot plein, een vreemde WC. En natuurlijk een vreemde juf die je allemaal nieuwe, onbekende dingen leert. Gelukkig leren we snel in groep 1a. Inmiddels staan we als echte soldaatjes in een keurige, stille rij en marcheren we zo van binnen naar buiten… Inmiddels kunnen we al keurig stil op ons stoeltje zitten en luisteren we netjes naar de verhalen over hoe de Heere Jezus gekruisigd, gestorven, begraven én opgestaan is… Inmiddels maken we de mooiste werkjes over de lente, weten we hoe alle jonge dieren heten en kunnen we prachtige liedjes over bolletjes en bloemetjes zingen… En ik? Ik geniet iedere maandag en dinsdag weer van het voorrecht om met deze kinderen te werken en tegelijkertijd mijn opleiding te volgen. Ik leer hier ontzettend veel en kan tegelijkertijd de kinderen heel veel leren. Ik geniet van mijn stage op deze gezellige school!
35
Eline Brandwijk, stagiaire Samen Opleiden Groep 1a, Polyanderschool
7.4 Onderhoud Ds. J. Bogermanschool Afgelopen jaar is er op de begane grond van de school een nieuwe glaswand geplaatst om de geluidsoverlast van het speellokaal te beperken. Verder heeft de beheerscommissie een nieuwe aanzet gegeven om te komen tot een vergelijkbaar onderhoudsplan als ook aanwezig is op onze locatie Polyanderschool. De klimaatbeheersing geeft voortdurend overlast. Samen met de Gemeente Dordrecht is er een second opinion geweest waar uiteindelijk uitgekomen is als resultaat dat er een aantal professionele verbeteringen worden aangebracht die naar we hopen leiden tot een stabiele temperatuur in de lokalen. Verder geeft ons nieuwe schoolgebouw veel voldoening om met elkaar in te mogen werken. Ds. J. Polyanderschool In 2013 zijn er naar aanleiding van het geplande meerjaren onderhoud (MOP) een aantal onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd voor instandhouding van het schoolgebouw. Deze werkzaamheden bestonden in grote lijnen uit: • Schoonmaak van het schoolgebouw • Diverse regulier en correctief onderhoud aan het schoolgebouw, installaties en schoolpleinen • Opstellen onderhoudscontracten voor onderhoud aan buitenkozijnen en buitenzonwering, dakbedekking en dakafvoeren, valbeveiliging, buitentoestellen en kunstgras • Inspecteren en inventariseren van de totale E-installatie van de school in het kader van de NEN3140
7.5 Arbozaken Dhr. Jongeneel die voor de federatie de Arbo zaken behartigt heeft op beide scholen een risico-inventarisatie uitgevoerd. De resultaten daarvan zijn vastgelegd in een rapport. Aan de aanbevelingen wordt aandacht en uitvoer gegeven in samenspraak met bestuur en beheerscommissie. Een onderdeel daarvan is de personeelstevredenheidsonderzoek. Het resultaat daarvan was van dien aard dat we terugkregen dat de collega’s met plezier naar school gaan en met enthousiasme hun werk doen. Wel wordt de werkdruk als groot ervaren. Binnen het MT wordt nagedacht hoe en op welke manier we daaraan tegemoet kunnen komen. In ieder geval is de formatie enigszins uitgebreid en is er daarmee ook meer ruimte voor ondersteunende activiteiten.
36
Relatie en Communicatie 8.1 Uitgangspunten • • • • •
•
Goede communicatie zorgt ervoor dat informatie wordt uitgewisseld zodanig dat betrokkenen niet alleen een beter inzicht verwerven in wat er wordt gecommuniceerd, maar ook een open relatie behouden. Vanuit die open relatie is er respect voor elkaar. Communicatie is geen proces van actie en reactie maar van interactie, van wederzijdse en gelijktijdige beïnvloeding. We beïnvloeden en worden beïnvloed. Communicatie mag geen eenrichtingsverkeer zijn en herleid worden tot informatie. De schoolcultuur bepaalt de kwaliteit van de interne en externe communicatie. Het is belangrijk dat een school een goed georganiseerd communicatiesysteem heeft. Wie zijn de leerkrachten en wanneer kan ik ze bereiken? Hoe signaleren we leer- en gedragsproblemen (kind- of leerlingvolgsysteem, leerlingendossiers)? Hoe en op welke momenten communiceren we met de ouders? Communicatie op school moet meer zijn dan een technisch perfect georganiseerd systeem. Het moet vooral ook: - zorgen dat alle betrokkenen bij de school (leerkrachten, leerlingen, ouders, GMR, CvT) elkaar begrijpen, naar elkaar luisteren, met elkaar samenwerken. Dit realiseren we voor de ouders door o.a. het houden van een jaarlijkse informatieavond, een aantal contactavonden en zo mogelijk een tweejaarlijkse projectavond - in begrijpelijke taal gebeuren - duidelijk en doorzichtig zijn (iedereen weet wat en hoe). Hierbij is het van belang de regels en routines jaarlijks te evalueren en zo nodig aan te passen. Om het in- en externe communicatieproces te stroomlijnen vanuit onze identiteit is er in een communicatieplan een aantal gedachten en principes ontwikkeld waaraan de gewenste communicatie met de verschillende belanghebbenden dient te voldoen. Communicatie raakt immers de identiteit, maar ook het imago van onze schoolorganisatie. Enkele belangrijke randvoorwaarden voor onze communicatie zijn: - In onze communicatie dient onze identiteit tot uitdrukking te komen. - In onze communicatie dient het belang van het kind/de kinderen centraal te staan.
8.2 •
•
• •
•
37
Communicatielijnen richting ouders
Het bestuur stelt documenten en regelingen vast. De GMR geeft haar advies. Dit advies wordt verwerkt. Door de algemeen directeur worden deze documenten gebruikt in de communicatie met de ouders. Hierbij gaat het om documenten als Schoolgids, Schoolplan, Jaarverslag en regelingen als de Klachtenregeling. De Identiteitsverklaring dient bij de aanmelding van elke nieuwe leerling door beide ouders te worden ondertekend als onderdeel van het Toelatingsbeleid leerlingen. De scholen hanteren verscheidene communicatiemiddelen richting de ouders. Te denken valt aan de schoolgids en schoolkalender, het jaarverslag van de vereniging, de nieuwsbrieven, te weten het Bogermanbulletin en de Polyanderperiodiek, de websites van de beide scholen, nieuwsmail, de inloopmorgens voor schippersouders, de geplande oudercontacten, bijvoorbeeld contactavonden ter bespreking van de rapporten, overige consultatieve gesprekken, de informatieavonden aan het begin van een cursusjaar en een periodieke ouderavond met een spreker. De ouders zijn vertegenwoordigd in de Klachtencommissie. De procedure voor klachtenbehandeling staat in de Schoolgids. De regeling voor de klachtencommissie ligt ter inzage op school. Ouders communiceren ook onderling. De school streeft daarbij een wezenlijke en Bijbels gefundeerde onderlinge communicatie na. De onderlinge oudercontacten krijgen onder meer gestalte tussen de ouders die allerlei inhoudelijke of ondersteunende taken binnen de school uitvoeren, maar ook buiten de school. Ouders communiceren met de school ook binnen de GMR.
8.3
Relatie met de kerken
In het bestuur en de commissie van toezicht participeren alle kerkelijke gemeenten. Uitwisseling van relevante informatie tussen de kerkenraad en school is altijd belangrijk. School, kerk en gezin delen dezelfde zorgen. Vanwege het belang van een goede relatie tussen kerk, school en gezin past een periodiek overleg met een afvaardiging van de kerkenraden. Zij komen ook naar de jaarlijkse ledenvergadering van de schoolvereniging. Echter is dat niet de plaats om zorgen en ontwikkelingen te delen. Het is daarom van belang uitwisseling van relevante ontwikkelingen een plaats te geven op de agenda van een georganiseerd overleg tussen de kerken en de scholen. Dit kan bijdragen tot een goed en beter begrip voor de eigen verantwoordelijkheden, mogelijkheden en beperkingen van scholen en schoolbestuur.
8.4 • • • • • • •
Overige externe communicatie
De scholen onderhouden contacten met toeleverende instellingen, zoals H3O met betrekking tot het peuterwerk en de LOVK met betrekking tot instromende varende kleuters. De scholen onderhouden contacten en communiceren met voorzieningen in de regio, zoals voortgezet onderwijs, politie, brandweer, GGD en dergelijke. De scholen onderhouden externe contacten met begeleidingsinstituten, zoals Driestar Educatief en het Hoornbeeckcollege betreffende bijvoorbeeld het plaatsen van stagiaires en nascholing. De scholen participeren actief in buitenschoolse netwerken, zoals het WSNS-samenwerkingsverband, FPO-Rijnmond, ICT-netwerk, Netwerk schippersscholen van BSOS (ds. J. Bogermanschool). De scholen onderhouden functionele contacten met de (lokale) overheid. Binnen Dordrecht vindt dit plaats binnen het LOF: Lokaal Onderwijs Forum. De scholen onderhouden contacten met de buurt waarin de scholen staan door activiteiten rond Koningsdag, einde van het jaar, nieuwsbrief. De ds. J. Bogermanschool participeert in een overlegorgaan van het leerpark.
8.5 Verantwoording Het domein van de publieke verantwoording begint de laatste jaren steeds meer aan belang te winnen. Enerzijds omdat de bekostigingssystematiek van het onderwijs totaal is veranderd en min of meer de organisaties tot verantwoording dwingt. In het kielzog van de gewijzigde bekostigingssystematiek is er ook sprake van deregulering. Hierdoor is de besteding van de middelen buiten het directe gezichtsveld van de overheid geraakt. En dat betekent dat er via een andere weg, de weg van de publieke verantwoording, controle wordt uitgeoefend. Enerzijds is er de overheid die een bepaalde omschreven verantwoording van de besteding der gelden aan de scholen oplegt, anderzijds zijn er de stakeholders die meer vragen naar hoe je je als onderwijsorganisatie manifesteert. En dat niet alleen als papieren verantwoording, maar concreet in elke activiteit die je als organisatie naar buiten neergezet hebt. Dit raakt de identiteit. Verantwoorden is dan ook vanuit de identiteit duidelijk maken waar we voor staan en waar we voor gaan en hoe we daaraan werken, zoeken naar draagvlak in de omgeving, laten zien welke resultaten we bereiken, leren van wat niet goed gaat en leren met alle belanghebbenden die bij de scholen betrokken zijn. We willen graag aan andere belanghebbenden laten zien wat we doen: transparant, open en eerlijk. Het gaat dus niet alleen om verticale verantwoording (in de richting van de overheid), maar ook om horizontale verantwoording (in de richting van interne en externe belanghebbenden).
38
Relatie en Communicatie Het vindt plaats met de volgende middelen: • een strategisch beleidsplan (schoolplan), dat voor alle ouders is in te zien, waardoor de ouders en andere belanghebbenden informatie krijgen over de kwaliteit van het onderwijs • beschrijving van de veranderdoelen voor ouders en andere belanghebbenden in schoolgids en schoolkalender • het (financieel) jaarverslag voor de stakeholders • resultaten van (inspectie)onderzoeken, die ook op de website van de inspectie worden geplaatst.
8.6
Afhandeling van klachten
Er zijn geen formele klachten binnengekomen over de kwaliteit van het onderwijs.
8.7 Onderwerpen met politieke of maatschappelijke impact In het jaar 2013 zijn er verschillende onderwerpen op de politieke en maatschappelijke agenda gezet die ook voor de scholen een indirect gevolg hadden. In de achterliggende jaren was het vooral de boodschap van krimp en bezuinigen die doorgegeven moest worden aan de werkvloer. Maatregelen die soms moeilijk te nemen waren en ook niet altijd makkelijk uit te leggen. Na Prinsjesdag kwam er een aanvullend begrotingsakkoord op rijksniveau het zogenaamde Nationaal onderwijsakkoord. Dit akkoord wil richting geven voor de komende jaren. De boodschap van het Onderwijsakkoord is: • Jij krijgt de ruimte voor je vak terug! • Meer waardering, meer werkgelegenheid, minder werkdruk én meer salaris Concrete afspraken • Meer salaris, nullijn van tafel • Meer tijd en geld voor scholing • Nieuwe seniorenregeling en overgangsregeling voor huidige BAPO • Minder flexibele contracten. Goede inzet wordt beloond met vaste betrekking
Meer Werkgelegenheid Doel: Behoud van werkgelegenheid, geen verloren generatie afgestudeerde leraren, zekerheid, continuïteit gekwalificeerd personeel en daardoor behoud van kwaliteit.
39
Meer Werkgelegenheid Doel: Behoud van werkgelegenheid, geen verloren generatie afgestudeerde leraren, zekerheid, continuïteit gekwalificeerd personeel en daardoor behoud van kwaliteit. Concrete afspraken • 3000 extra banen voor jonge leraren in 2014 • Grotere baankansen voor jongeren • Baangarantie voor aankomende docenten in tekort vakken VO
Minder Werkdruk Doel: gezond en gemotiveerd blijven werken door ruimte voor kerntaak lesgeven. Voorkomen: ziekte, burn-out, demotivatie, vermindering kwaliteit Concrete afspraken • Terugdringen administratieve rompslomp • Meer autonomie en zeggenschap voor onderwijspersoneel Extra capaciteit door meer personeel Dit alles in een klimaat van een nog steeds durende economische recessie is wel bijzonder. In 2013 is na zorgvuldig overleg met alle belanghebbenden de methode Wonderlijk Gemaakt, seksuele vorming voor kinderen van 4 t/m 12 jaar ingevoerd. Een werkgroep sociale vaardigheden bezint zich momenteel op een nieuwe methode. De aandacht hiervoor is niet overbodig. De maatschappij verruwt. De uitingen van kinderen en jong volwassenen in taal en gedrag geven reden tot zorg. Naast de primaire verantwoordelijkheid van het gezin willen we als school graag onze bijdrage hieraan leveren vanuit een Bijbelse visie.
Beste lezers, Wij zijn Anniek Zeeders en Marilène de Waard. Wij gaan op donderdag middag na schooltijd naar het ‘haakclubje’. Daar gaan we met een groepje vrijwilligers uit groep 5, 6 en 8 één uurtje haken. Het is altijd super gezellig en we nemen om de beurt iets lekkers mee. Juf Riemens zorgt voor het drinken. De beginnelingen leert ze haken en de gevorderden geeft ze uitdaging, door met nieuwe patronen te komen. Iedereen kan op z’n eigen niveau haken. We vinden het dan ook jammer dat we dan als we op het voortgezet onderwijs zitten niet meer op het ‘haakclubje’ aanwezig kunnen zijn. Groetjes, Anniek en Marilène Groep 8, Polyanderschool
40
Toekomst en continuïteit 9.1 Toekomstige externe ontwikkelingen Bij het opstellen van de begroting 2014 en verder is gerekend met een aantal externe ontwikkelingen. Het gesloten onderwijs- en herfstakkoord speelt hierbij een belangrijke rol. De belangrijkste zaken op een rij:
Kwaliteitsimpuls en aanpassing arbeidsvoorwaarden Een belangrijk deel van het gesloten onderwijsakkoord heeft betrekking op de beschikbaarstelling van middelen voor een kwaliteitsimpuls. Het gaat voor het primair onderwijs (PO) en voortgezet onderwijs (VO) gezamenlijk om 344 miljoen euro in 2017. Hieraan is wel de voorwaarde verbonden dat uiterlijk in 2016 de arbeidsvoorwaarden gemoderniseerd zijn. Wanneer deze modernisering al in 2014 plaats vindt wordt een extra bedrag van 34 miljoen euro (17 miljoen voor PO) beschikbaar gesteld. Dit geld zal ingezet moeten worden ter dekking van de extra personele lasten. Deze ontwikkeling is nog niet cijfermatig doorgerekend in onze begroting. Overheveling vanuit gemeentefonds Vanuit het gemeentefonds gaat er een bedrag van 256 miljoen euro over naar de scholen. Een deel hiervan is reeds beschikbaar gesteld. Het gaat gemiddeld om 95 euro per leerling. Deze ontwikkeling is in de begroting cijfermatig doorgerekend. Brugfinanciering 2014 De meeste geldstromen vanuit het nationaal onderwijsakkoord komen in eerste instantie vanaf 2015 naar de scholen toe. Om te voorkomen dat er in 2014 bezuinigd zou moeten worden is gekozen voor een brugfinanciering. Dit heeft er toe geleid dat er in 2013 al middelen beschikbaar gesteld zijn (zie hiervoor ook te toelichting in de financiële paragraaf ). Voor 2014 en verder is de verdeling van de middelen echter nog onbekend. In de begroting is gerekend met een meerjarige continuering. Nieuw Herfstakkoord Naar aanleiding van de begrotingsonderhandelingen van het kabinet met ChristenUnie, D66 en SGP zijn er verschillende akkoorden bereikt. De meest in het oog springende afspraak is het vrijmaken van 650 miljoen euro in 2014 dat zonder verdere voorwaarden aan de lumpsum van de scholen toegevoegd wordt. Voor het primair onderwijs bedraagt de extra investering ongeveer 220 miljoen. Voor een deel hebben deze gelden een structureel karakter. In de begroting is deels met deze middelen gerekend (jaarlijkse 10.000 euro per school). Motie dhr. Meenen Vanuit de ingediende motie van dhr. Van Meenen komt er extra geld beschikbaar in het primair onderwijs. Dit amendement heeft betrekking op het verschuiven van gelden voor het primair en voortgezet onderwijs van het beroepsonderwijs, volwasseneducatie, hoger beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderwijs. Het gaat om een bedrag van 61 miljoen euro (circa 38 euro per leerling). Onduidelijk is nog hoe deze middelen verdeeld gaan worden. In de begroting is niet met dit gegeven gerekend.
41
Zorg Vanaf augustus 2014 is Passend Onderwijs een feit. Dit heeft gevolgen voor de financiering van zorgleerlingen. De rugzakfinanciering gaat verdwijnen, hier staat echter een hogere bijdrage vanuit het samenwerkingsverband tegenover. In de begroting is deze ontwikkeling cijfermatig doorgerekend. VFGS Per augustus 2013 zijn we als school uit het Vervangingsfonds gestapt en overgegaan naar het Vervangingsfonds Gereformeerd schoolonderwijs (VFGS), welke opgericht is door de VGS. Door deze aansluiting kunnen we fors besparen in de afdracht van premies. Hier staat tegenover dat kortdurend verzuim (tot 14 dagen) zelf bekostigd moet worden. In de begroting is met deze ontwikkeling gerekend. Decentralisatie groot onderhoud Een laatste belangrijke ontwikkeling is de doordecentralisatie van de verantwoordelijkheid van het buitenonderhoud per 1 januari 2015. Hiermee zullen zowel het buitenonderhoud als de hiermee gepaard gaande bekostiging overkomen naar de scholen. Het bestuur stelt zich ten doel om komend jaar de effecten en daarmee het risico in kaart te brengen. Het onderhoudsplan zal daarom kritisch bekeken en beoordeeld worden op noodzakelijkheid, efficiëntie en het kostenaspect. Deze ontwikkeling is cijfermatig niet doorgerekend in de begroting omdat de nieuwe bekostiging nog onvoldoende duidelijk was bij het opstellen van de begroting.
9.2 Toekomstige interne ontwikkelingen Teldatum
2012
2013
2014
2015
2016
Bogermanschool
220
225
242
251
250
Polyanderschool
220
215
218
217
218
Totaal
440
440
460
468
468
Functiecategorie
2013
2014
2015
2016
2017
Directie
1,00
1,00
1,00
1,00
1,00
Onderwijzend personeel
22,84
23,56
22,91
22,91
22,91
Onderwijsondersteunend personeel (incl. schoonmaak)
2,21
3,18
3,11
3,11
3,11
Totaal
26,05
27,74
27,02
27,02
27,02
Bovenstaande tabellen laten de verwachte ontwikkeling zien van het leerlingenaantal en ook van de inzet. Wat betreft het leerlingenaantal geldt dat een stijgende lijn zichtbaar is, met name in 2015 is een stijging waarneembaar. In de inzet is hier nog niet expliciet rekening mee gehouden. Wanneer deze stijging zich daadwerkelijk voordoet zal er vanaf augustus 2014 gewerkt gaan worden met een extra groep. In 2014 is zichtbaar dat de totale formatie toeneemt. Dat is het gevolg van het instellen van een tweetal instroomgroepen in het eerste half jaar. Daarnaast is de inzet van een managementassistent/onderwijsassistent opgenomen vanaf januari 2014.
42
Toekomst en continuïteit 9.3
Meerjaren begroting Realisatie 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
2.082
1.990
2.052
2.063
1
0
0
0
65
58
80
86
2.147
2.048
2.132
2.149
1.557
1.645
1.630
1.648
65
63
68
64
(L3) Huisvestingslasten
182
153
153
153
(L4) Overige instellingslasten
199
184
184
184
2.003
2.046
2.036
2.049
144
2
96
100
6
0
0
0
150
2
96
100
Baten (B1) Rijksbijdragen (B2) Overige overheidsbijdragen (B3) Overige baten Totaal baten Lasten (L1) Personele lasten (L2) Afschrijvingen
Totaal lasten Saldo baten en lasten (R1) Saldo fin. baten en lasten
Nettoresultaat
In verband met afronding kunnen hier en daar verschillen in de optelling voorkomen. In bovenstaande overzicht is zichtbaar dat de rijksbijdragen (B1) gedurende de jaren toenemen. Dit als gevolg van de stijging van het aantal leerlingen. Kalenderjaar 2013 laat een piek zien wat volledig veroorzaakt wordt door de toerekening van de middelen vanuit het herfst- en onderwijsakkoord. Voor de overige baten (B3) geldt dat hier extra inkomsten worden verwacht vanuit Berseba in verband met de komst van Passend Onderwijs. De toename van de loonkosten (L1) in 2014 wordt veroorzaakt door de eerder genoemde uitbreidingen, waarvan een deel tijdelijk is (instroomgroep). Hierdoor is in 2015 zelfs weer even een daling te zien in de loonkosten. Vanaf 2016 stijgen de loonkosten, als gevolg van de reguliere loonstijgingen, uitgaande van een gelijkblijvende situatie. De daling van de overige instellingslasten (L4) wordt veroorzaakt door een forse kostenpost voor doorverwijziging naar het speciaal onderwijs. Vanaf 2014 kent de nieuwe systematiek twee instroommomenten per cursusjaar. Wanneer op deze momenten ingestroomd wordt, worden daar geen extra kosten voor berekend. Het uitgangspunt van de scholen is om de doorverwijzing dan ook te reguleren rondom deze data.
43
9.4 Balans 2013-2016 ACTIVA
Ultimo 2013 x € 1.000
Immateriële vaste activa
Ultimo 2014
Ultimo 2015
Ultimo 2016
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
-
-
-
-
Materiële vaste activa
448
435
507
453
Financiële vaste activa
-
-
-
-
448
435
507
453
-
-
-
-
Vorderingen
196
188
188
188
Liquide middelen
749
745
754
871
Totaal vlottende activa
945
933
942
1059
1.394
1.368
1.449
1.511
Ultimo 2014
Ultimo 2015
Ultimo 2016
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
Totaal vaste activa Voorraden
Totaal activa PASSIVA
Ultimo 2013 x € 1.000
Algemene reserve
590
584
672
763
Bestemmingsreserves publiek
-
-
-
-
Bestemmingsreserves privaat
381
373
378
382
Eigen vermogen
971
958
1.050
1.145
Voorzieningen
229
220
209
176
Langlopende schulden
-
-
-
-
Kortlopende schulden
194
190
190
190
1.394
1.368
1.449
1.511
Totaal passiva
Bovenstaande balans betreft een doorrekening van de begroting zoals deze over 2014 en verder is opgesteld.
44
Toekomst en continuïteit 9.5 Risicobeheersing en intern toezicht Ten einde de risico’s zoveel als mogelijk te beperken hanteert de school een planning en controle cyclus waarbij de directie samen met een controller van VGS Adivio de ontwikkeling van de financiële prestaties monitort en hier ook periodiek verantwoording over aflegt richting het bestuur. De basis voor de verantwoording wordt naast de realisatie gevormd door de meerjarenbegroting die voorafgaand aan elk jaar door de directie wordt opgesteld en ter fiattering aan het bestuur wordt voorgelegd. In deze meerjarenbegroting worden zo veel als mogelijk financiële risico’s onderkend en wordt beoordeeld in hoeverre acties nodig zijn. Ten einde de interne risico’s zoveel als mogelijk te beperken, is ten behoeve van de interne controle, de administratieve organisatie beschreven van de processen met een financieel risico. Hierin is de functiescheiding, overdraagbaarheid en betrouwbaarheid van informatie gewaarborgd. Tussen het bestuur en haar administratieve dienstverlener, VGS Administratie, is daarnaast een Service Level Agreement van toepassing. Binnen de school is aandacht voor risico’s, waarbij we voor de externe risico’s geïnformeerd worden door VGS Adivio. Voor de interne risico’s geldt dat er geen specifieke risicoanalyse is opgesteld. In de agenda voor 2014 is dit ook nog niet expliciet opgenomen. Voor het opvangen van de zogenaamde restrisico’s en onvoorziene calamiteiten gebruikt de school in haar financieel beleid onder andere het kengetal weerstandsvermogen om te zorgen dat er voldoende eigen vermogen beschikbaar is als risicobuffer. Voor de vaststelling van de hoogte van deze buffer is gebruik gemaakt van een standaardrisicoprofiel. Het aanbevolen weerstandsvermogen bedraagt hiermee 15%. De hierboven beschreven interne risicobeheersings- en controlesystemen hebben gezorgd voor het uitsluiten van bepaalde risico’s en het in kaart brengen van andere risico’s. Het gaat dan met name om financieel gerelateerde risico’s die blijken uit de meerjarenbegroting. In de hierboven opgenomen meerjarenbegroting komen een aantal financiële risico’s tot uiting. Een aantal hiervan is genoemd onder externe ontwikkelingen. Voor onze school speelt daarbij dat de schippersbekostiging een mogelijke bedreiging vormt. De schippersbekostiging zorgt nu nog steeds voor extra inkomsten op de Bogermanschool (circa 145.000 euro). In het huidige kabinetsbeleid wordt hier geen wijziging voorzien. Voor de toekomst valt dit echter niet uit te sluiten. Zoals genoemd onder de externe ontwikkelingen spelen er een aantal onzekerheden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de extra middelen van uit het herfstakkoord. Hier kleven bepaalde risico’s aan als het gaat om politieke instabiliteit. Het wegvallen van bepaalde geldstromen zou mogelijk kunnen leiden tot financiële krapte. Ook dit zal door middel van de planning- en controlcyclus bewaakt worden. In de hoofdstukken rondom onderwijszaken, beheersbeleid (waaronder huisvesting) en communicatie wordt verder ingegaan op niet-financiële risico’s. In het verslag van onze toezichthouder wordt verder ook ingegaan op de naleving van de code ‘Goed Bestuur’.
45
Tenslotte Op 28 oktober 2013 belegde het VGS een symposium kerk en school. Tijdens het morgengedeelte hield dr. R. Bisschop een lezing getiteld : “De politieke realiteit van 2013 en de effecten van de politieke en maatschappelijke ontwikkelingen op de relatie van kerk en school”. In zijn lezing somde dhr. Bisschop de sterke en de zwakke kanten op van het reformatorische volksdeel. Zo werd de beschikking van het sterke netwerk en organisaties, de gedeelde geloofsovertuiging voor gezin en onderwijs, de (h)erkenning van de waarde van het christelijk/reformatorisch onderwijs, het in potentie eigen pedagogische-didactische onderwijsconcept, het eenduidige toelatingsbeleid en het goede kwalitatieve onderwijs genoemd als sterke punten. Daar staan ook zwakke kanten tegenover: een te sterke interne gerichtheid, de moderne levenshouding die jongeren in snel tempo overnemen, het risico van versteende traditie, formalisme en veruiterlijking, de kerkelijke verdeeldheid die soms geaccentueerd wordt, de betrokkenheid die vanuit kerken en ouders als geheel die als matig wordt geduid, de neiging om voorschriften of eisen van overheid en inspectie (te) weinig kritisch te volgen, het risico om op automatische piloot te koersen en tenslotte de “grijze golf” die over 5 á 10 jaar uittreedt. Wat de situatie in Dordrecht betreft ben ik dankbaar dat er op verschillende niveaus goed wordt samengewerkt. Over ouderbetrokkenheid hebben wij ook niet te klagen. Als ik zie wat er met en door ouders allemaal gerealiseerd wordt dan kunnen we alleen maar dankbaar zijn. Het moderne levensgevoel is wel een zaak die onze aandacht maar vooral ons gebed vraagt. Dat moderne levensgevoel houdt geen halt bij een bepaalde leeftijd. Daarom is er voor ouders, school en kerk waakzaamheid geboden. Wij mogen dat wat ons is toevertrouwd vanuit de Heilige Schrift doorgeven. Tradities zijn in deze niet verkeerd. Daar mag je aan vasthouden als we ze maar doorvertalen naar de wereld van nu. Daar is behalve gebed ook moed voor nodig. Gebed en moed gedragen door dat geloof dat de wereld overwint en weet dat “die bij ons zijn meer zijn, dan die bij hen zijn” (1 Joh. 5:4 en 2 Kon. 6:16. ). Met dank aan de medewerkers van het VGS: mw. E. van Dalen BBA, mw. J. Verboom, en diverse bestuurs-en commissieleden en collega’s, B.A.D. van der Wulp, algemeen directeur
46
Lijst met afkortingen
47
ARBO
Arbeidsomstandigheden
BAPO
Bevordering Arbeidsparticipatie Ouderen
BRIN
Basis Registratie Instellingen
BSOS
Basisscholen Onderwijs aan Schipperskinderen
BZW
Begeleid zelfstandig werken
DOS
Directie Overleg Schippersscholen
EFJ
Elektronisch Financieel Jaarverslag
FA
Financiële Administratie
FPO Rijnmond
Federatie Primair Onderwijs regio Rijnmond
Fte
Fulltime equivalent
GGD
Gemeentelijke Gezondheidsdienst
ICT
Informatie en Communicatietechnologie
IPB
Integraal personeelsbeleid
Korelon
Kinderopvang in relatie tot het onderwijs
LIO
Leerkracht In Opleiding
LOF
Lokaal Onderwijs Forum
LOVK
Landelijk Onderwijs aan Varende Kleuters
MT
Managementteam
NOS
Netwerk Onderwijs Schippersscholen
OOP
Onderwijs Ondersteunend Personeel
PDCA
Plan-Do-Check-Act
PKO
Periodiek Kwaliteitsonderzoek
POP
Persoonlijk Ontwikkelingsplan
PSA
Personeels- en salarisadministratie
SBD
Schoolbegeleidingsdienst
SEO
Schooleindonderzoek
SMW
Schoolmaatschappelijk werk
VCORG
Vereniging voor Christelijk Onderwijs op Reformatorische Grondslag
WSNS
Weer samen naar school
GMR Lijst Jaarverslag met afkortingen 2013 Jaarverslag 2013 GMR van de Ds. J. Bogermanschool en Ds. J. Polyanderschool te Dordrecht Oprichting: Op 01-08-2009 zijn de MR Ds. J. Bogermanschool en de MR Ds. J. Polyanderschool te Dordrecht opgericht. Deze MR’s zijn geïnstalleerd onder goedkeuring van het Bestuur van de Ds. J. Bogermanschool, de Ds. J. Polyanderschool en de Vereniging voor Christelijk Onderwijs op Reformatorische Grondslag (VCORG). De GMR bestaat uit de leden van de MR Ds. J. Bogermanschool en de MR Ds. J. Polyanderschool en behandelt schooloverstijgende zaken. De MR’s hebben adviesbevoegdheid, geen instemmingsrecht, hiervoor is toestemming verleend door ouders. De MR van de Ds. J. Bogermanschool bestond per 1-1-2013 uit de volgende personen: - een personeelsgeleding van drie personen: mw. C.E. Herweijer-Overbeeke, mw. P. ten Hulzen-Huurman en mw. C.M. van der Klooster. - een oudergeleding van drie personen: de heer C. Bor (voorzitter), de heer G. Korevaar (notulist) en mw. E.H. Matthijsse-Verschuure (secretaris). De MR van de Ds. J. Polyanderschool bestond per 1-1-2013 uit de volgende personen: - een personeelsgeleding van drie personen: mw. S.A. Fase, de heer A. de Ligt en mw. J.M. Theunisse (secretaris) - een oudergeleding van drie personen: de heer P.P. Moret (voorzitter), mw. T.D.C. van de Weteringh-Paans en mw. W.A. van Willigen-Verschuure. Verkiezingen: Tijdens de eerste vergadering in januari werd door de GMR afscheid genomen van de heer C. Bor, wegens verhuizing naar Sliedrecht. In mei werden er nieuwe kandidaten gezocht voor de aftredende GMR-leden en de open plaats binnen de GMR. Op de ds. J. Polyanderschool werd er vervolgens een verkiezing voor de oudergeleding gehouden. Op de ds. J. Bogermanschool werd geen verkiezing gehouden, omdat alleen mw. A. Boogaard-Hovestadt zich beschikbaar had gesteld. Tijdens de vergadering van juli werden de nieuwe leden verwelkomd. Mw. A. Boogaard-Hovestadt ging deelnemen binnen de oudergeleding en mw. J.C. den Hoed-van Horssen binnen de personeelsgeleding van de MR ds. J. Bogermanschool. Mw. C. de Wagenaar-Theunisse ging deelnemen binnen de oudergeleding van de ds. J. Polyanderschool. Mw. J.M. Theunisse was aftredend voor de personeelsgeleding, maar zij zet zich in voor een nieuwe termijn. Tijdens deze vergadering werd er afscheid genomen van mw. P. ten Hulzen-Huurman en mw. W.A. van Willigen-Verschuure. Allebei betrokken GMR-leden, die vanaf de oprichting deelgenomen hebben binnen de GMR. Werkzaamheden GMR Ds. J. Bogermanschool en Ds. J. Polyanderschool in 2013: Van het Bestuur ontvingen we de jaarkalender met vergaderdata. De onderwerpen ter bespreking zijn hierin zichtbaar, zodat de informatiestroom tussen Bestuur, Commissie van Toezicht en GMR gestructureerd kan verlopen. Het Bestuur verzocht de medezeggenschapsraad advies uit te brengen inzake het voorgenomen besluit om de ouderbijdrage te verhogen vanaf het schooljaar 2013/2014. Ook werd advies gevraagd voor deelname van de schoolvereniging in het VFGS (Stichting Vervangingsfonds Gereformeerd Schoolonderwijs). Op beide aanvragen werd positief advies uitgebracht. Een bestuursdelegatie bezocht de GMR-vergadering in april. We wisselden van gedachten over wat ons wederzijds bindt, we dachten na over de komende verkiezingen en bespraken het voorstel van het Bestuur om de MR van de ds. J. Bogermanschool en de MR. van de ds. J. Polyanderschool volledig op te laten gaan in één GMR. Verder lichtte het Bestuur het voornemen toe om deel te nemen in de VFGS.
48
GMR Jaarverslag 2013 De jaarrekening en het jaarverslag van de VCORG over 2012 werden ter informatie ontvangen. Eind 2013 werd de begroting over 2013/2014 ontvangen ter kennisneming. Tegelijkertijd ontving de GMR van het Bestuur de werkgroepverslagen en de voortgangsrapportage ter informatie. Het Bestuur ontving de notulen van de GMRvergaderingen. Medio februari vergaderde de GMR met de Commissie van Toezicht. Tijdens deze vergadering werd onder meer nagedacht over de informatie-uitwisseling tussen GMR en Bestuur, de verhouding tussen GMR en MT, de wijze waarop de GMR haar rol kan vervullen en het gebruik van de Plaza. Ook met de Commissie van Toezicht werd aandacht geschonken aan het verzoek van het Bestuur om de MR. J. Bogermanschool en de MR. J. Polyanderschool geheel op te laten gaan in één GMR voor beide scholen. De notulen van de CvT en de GMR werden uitgewisseld. Ook in GMR-verband kwam de structuur van de huidige MR’s en GMR aan de orde. Er is besloten voortaan alleen als GMR te vergaderen. Tijdens deze vergadering komen voortaan dus alle punten, die de verschillende scholen betreffen, op de agenda. De afzonderlijke MR’s ds. J. Bogermanschool en ds. J. Polyanderschool blijven wel bestaan, maar in de praktijk zal alleen vergaderd worden als er iets bijzonders, voor een afzonderlijke locatie, aan de orde is. Tijdens elke GMR-vergadering komt het agendapunt: Vanuit het MT aan de orde. Op deze manier worden wij op de hoogte gehouden van zaken die binnen het MT spelen en ook de GMR aangaan. Tijdens de vergadering van mei was de bovenschoolse directeur, de heer B.A.D. van der Wulp uitgenodigd. Hij besprak met ons het formatieplan en lichtte bezetting en personele invullingen uitgebreid toe. Verder werd aandacht besteed aan de externe ontwikkelingen die op onze scholen afkomen en over zaken die binnen het MT spelen. In mei was een afvaardiging van de GMR, samen met meester De Heer uitgenodigd tijdens een vergadering van de oudercommissie Eben Haëzer van het schippersinternaat. Meester De Heer presenteerde het conceptbeleidsplan voor de schippers en er was volop gelegenheid elkaar over en weer vragen te stellen. De GMR vindt het heel belangrijk goed contact te hebben met de schippersouders via de Oudercommissie; een groot deel van de leerlingenpopulatie van de ds. J. Bogermanschool is schipperskind. Het is daarom ook fijn dat mw. A. Boogaard-Hovestadt inmiddels als schippersouder zitting genomen heeft binnen de GMR. Ook zij wil graag een bijdrage leveren aan het optimaliseren van het contact tussen school en internaat. De zichtbaarheid van de GMR op de website werd verder vergroot en de digitale bibliotheek gestructureerd. De vastgestelde notulen worden op de site geplaatst. Verschillende GMR-leden waren tijdens een zorgoverleg aanwezig. Door de RMU werd er een scholingsavond verzorgd voor GMR-leden op de ds. J. Bogermanschool.
Vooruitblik: • Ook in de komende periode hopen we duidelijke en transparante informatie te verstrekken richting onze achterban, in het bijzonder naar de ouders. Hiervoor zullen onder meer het Bogerman Bulletin en de Polyander Periodiek gebruikt worden. De notulen worden inmiddels op de website gepubliceerd. • Het Medezeggenschapsstatuut moet formeel na twee jaar opnieuw worden vastgesteld. Deze termijn is inmiddels al enige tijd verstreken. Het Bestuur is akkoord gegaan met het verzoek van de GMR om het huidige statuut te verlengen tot na de te houden peiling, door het Bestuur, betreffende de vrijstelling op grond van artikel 29 van de wet aangaande het advies-/instemmingsrecht. • De GMR besteedt aandacht aan de ontwikkeling m.b.t. het passend onderwijs. Meester De Heer heeft tijdens een GMR-vergadering een presentatie gehouden m.b.t. het ondersteuningsprofiel. Het landelijk samenwerkingsverband Berséba m.b.t. het Reformatorisch Passend Onderwijs zal de MR’s rechtstreeks benaderen en informeren over de ondersteuningsplanraad die in het samenwerkingsverband is opgericht. • De GMR wordt door het VGS op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen rond de “Algemene Wet Gelijke Behandeling” (AWGB) en de daarin opgenomen ‘enkele feit-constructie’. DE GMR hoopt hierover door te spreken met het Bestuur en de Commissie van Toezicht.
49
Voor alle werkzaamheden die voor onze scholen gedaan worden staan de belangen van de scholen, onze kinderen en het personeel, centraal. Maar voor alles waarmee we bezig zijn geldt, dat we dat alleen kunnen doen in afhankelijkheid van de Heere en biddend om Zijn zegen. Dordrecht, 15 januari 2014 Namens de GMR, P.P. Moret (voorzitter),
E.H. Matthijsse-Verschuure (secretaris).
50
Commissie van Toezicht Jaarverslag 2013 Aan de ledenvergadering,
Inleiding Ingevolge Artikel 9 van het Reglement intern toezicht, vastgesteld in uw vergadering van 20 juni 2011, is de Commissie van Toezicht (hierna CvT) gehouden jaarlijks verslag te geven van haar werkzaamheden. In dat verslag dient te worden vermeld: 1. de namen van den leden, hun beroep, leeftijd, alsmede nevenfuncties welke van belang zijn voor de onderwijsinstelling; 2. de door de toezichtscommissie verrichte werkzaamheden; 3. de onderwerpen die aan de orde zijn geweest; 4. de beoordeling van de realisatie van de doelen; 5. de maatschappelijke taak; 6. de van toepassing zijn de code goed bestuur; 7. de honorering en onkostenvergoeding. Bij deze brengt de CvT hierover verslag uit.
1.
Namen leden
Functie binnen CvT
Kerkgenootschap
Beroep
Leeftijd
Evt. nevenfuncties
A.D.M. Lambregts
voorzitter
Ger. Gem.
accountant
72
kerkenraadslid
A. Hoogesteger
secretaris
Ger. Gem. in Ned.
juridisch adviseur
51
n.v.t.
B. Cornet
lid
Chr. Ger. Kerk (C) technisch-directeur
49
kerkenraadslid
C.J. van der Beek
lid
Ger. Gem.
57
n.v.t.
2.
51
De namen van den leden, hun beroep, leeftijd, alsmede nevenfuncties welke van belang zijn voor de onderwijsinstelling
onderwijsadviseur
De door de CvT verrichte werkzaamheden
De door de CvT in het verslagjaar verrichte werkzaamheden zijn voornamelijk: - het beoordelen en vaststellen van de begroting 2013; - het beoordelen en vaststellen van het jaarverslag 2012 (met jaarrekening); - het opstellen van een concept-toezichtkader (het Toezichtkader is vastgesteld door de ledenvergadering op 24 juni 2013); - het positief-kritisch volgen van de ontwikkelingen op de beide scholen door:
Jaarverslag 2013 • het kennis nemen van de nieuwsbulletins van beide scholen; • het kennis nemen van de managementrapportages; • het kennis nemen van de verslagen van de bestuursvergaderingen • het kennisnemen van de verslagen van de vergaderingen van de Gemeenschappelijk Medezeg genschapsraad (GMR); • het bijwonen van schoolbijeenkomsten (maandopeningen, paas- en kerstbijeenkomsten) - het onderhouden van contacten met de achterban (GMR, bestuur, kerkenraden); - het waarnemen en duiden van maatschappelijke ontwikkelingen en het leggen van relatie daarvan met de school
3.
De onderwerpen die aan de orde zijn geweest
De CvT heeft in het verslagjaar vijfmaal vergaderd: op 17 januari, 21 februari, 18 april, 16 oktober en 7 november. De vergaderingen van 18 april en 7 november vonden deels plaats samen met het bestuur. De vergadering van 21 februari vond plaats samen met de GMR. Besproken onderwerpen met het bestuur zijn: - Betrokkenheid van de CvT bij benoemingen van managementleden; - Het Toezichtkader; - De jaarkalender; - Het jaarverslag 2012 en de begroting 2013; - Overname van H3O van de exploitatie Peuterhof. Op 31 januari 2013 vond op uitnodiging van het bestuur een bijeenkomst plaats met de kerkenraden van de participerende kerken en de CvT. Het onderwerp van de bijeenkomst was: seksuele vorming. Inleider was de heer E.J. Verbruggen. De CvT heeft het als positief ervaren te constateren dat er zoveel eenstemmigheid hierover is in de breedte van de achterban. Op 11 maart werd hetzelfde onderwerp (seksuele vorming) besproken op een ouderavond van beide scholen. Inleider was de schrijver van de methode ‘Wonderlijk gemaakt’, de heer Ritmeester. Op 13 juni 2013 woonden enkele leden van de CvT het symposium met het thema ‘Governance: hedendaags bestuursmodel’ bij. Dit symposium werd georganiseerd ter gelegenheid van het afscheid van de directeur van het VGS, de heer H. Vos. Op 10 oktober 2013 woonde het merendeel van de CvT-leden de door de VGS georganiseerde workshop Toezichtkader bij. Op 28 oktober werd door de CvT-voorzitter deelgenomen aan het symposium ‘kerk en school in de branding’.
4.
De beoordeling van de realisatie van de doelen
Aan de hand van het ontwikkelde en door u vastgestelde Toezichtkader worden de daarin geformuleerde Toezichtdoelen meer concreet en specifiek. Met het oog op de voornoemde werkzaamheden van de CvT kan gesteld worden dat de CvT haar doelen heeft gerealiseerd. Met veel waardering voor en dank aan directie, management team, personeel en bestuur meldt de CvT dat de Onderwijsinspectie in het verslagjaar bij het vierjaarlijks onderzoek een positief oordeel heeft gegeven over de ds. J. Polyanderschool. Daarmee blijft deze onder de laagste vorm van inspectietoezicht, het zg. basisarrangement, vallen. Een resultaat waarvoor we erg dankbaar zijn!
52
Commissie van Toezicht 5.
De maatschappelijke taak
Het primair onderwijs dient op grond van de wet intern toezicht te hebben. De VCORG heeft in 2011 een CvT ingesteld. Daarmee wordt aan een wettelijk vereiste voldaan. In het algemeen kan gesteld worden dat hoe beter het intern toezicht functioneert, hoe minder extern toezicht (lees Onderwijsinspectie) nodig is. Hier ligt een belangrijk deel van de maatschappelijke taak van de CvT, maar deze taak is ook breder, nl. naar alle belanghebbenden en betrokkenen bij de scholen. Verder kan gesteld worden dat de contacten van de CvT met de achterban (bestuur, directie, GMR, kerkraden) goed zijn. In het kader van haar maatschappelijke taak hebben enkele leden van de CvT op 25 januari 2013 het door de VGS georganiseerde congres Eigenheid en Legitimiteit bijgewoond.
6.
De van toepassing zijnde code goed bestuur
De VGS-schoolbesturen, waaronder ook ons bestuur, conformeren zich aan de code goed bestuur van de PO-Raad. De CvT ziet toe op de naleving ervan.
7.
De honorering en onkostenvergoeding
De CvT-leden hebben geen honorering en geen onkostenvergoedingen ontvangen.
Tot slot Het verslagjaar 2013 zal voor de scholen de geschiedenis ingaan als een jaar met bijzondere droevige gebeurtenissen. Op 31 maart 2013 overleed in zijn woonplaats Alblasserdam vrij plotseling oud-bestuurslid de heer P. Hansum op 78-jarige leeftijd. Vele jaren heeft hij in het bestuur zitting gehad en zijn bijdrage gegeven. Op 22 oktober 2013 overleed, na een tragisch ongeval op weg naar school, ons personeelslid Dineke Cornet, dochter van ons CvT-lid B. Cornet en haar moeder juf Cornet, in de leeftijd van 22 jaar. Op 26 oktober 2013 is Dineke begraven. Zeer velen gaven blijk van hun meeleven en betrokkenheid door hun aanwezigheid in de rouwdienst en bij de begrafenis. De Heere sterke en ondersteune de achtergeblevenen, in het bijzonder de ouders met hun gezin en verdere familie. Hoe waar is wat de dichter van Psalm 89 (berijmd) zegt: ‘Het leven is een damp, de dood wenkt ieder uur.’ Wat leven we vaak over deze werkelijkheid heen! Het is nodig dat de Heere daarvoor onze zielsogen opent en ons bij de oorzaak bepaalt, voor het eerst of opnieuw. Dan wordt het zo persoonlijk. De Heere heilige dit sterven aan ons hart en doe ons door het geloof zien op Hem Die voor doodschuldigen de dood overwon, om te eindigen met diezelfde dichter: ‘Ai, help ons, als tevoren, Gelijk Gij bij Uw trouw aan David hebt gezworen.’ De Commissie van Toezicht van de VCORG A.D.M. Lambregts A. Hoogesteger voorzitter secretaris
53