JAARVERSLAG 2013 NOVADIC-KENTRON GROEP
met bijdragen van Arthur Faessen, hoofd P&O, Claudia Joore, informatiemanager Daisy Dirks, risicomanager Ernst Franzek, Eerste Geneeskundige Femke de Blijzer, communicatiemedewerker Peter Greeven, hoofd R&D Hans Dingemans, senior sociaal psychiatrisch verpleegkundige Leoniek Cornelissen, Senior beleidsmedewerker R& Louise Stomp, ARBOfunctionaris P&O Stephan van Kuik, directeur marketing Pieter Maas, teamleider financiën Karin Janssen, teamleider Planning & Control Ria Egelmeer, klachtenfunctionaris, Roel Hermanides, lid Raad van Bestuur Rogier Eijsink, hoofd Dubbele Diagnose Yvonne Ruhl, projectleider CRA Mariken Hulscher, senior beleidsmedewerker Martin Redemann, Senior Beleidsmedewerker plus Laura de Fuentes, senior wetenschappelijk medewerker Patiënten Vertrouwens Persoon Peter Greeven, hoofd Research & Development Redactie: Diane Vos Coördinatie: Narda Brauns
Definitieve versie
Inhoudsopgave Inleiding De successen van Novadic-Kentron in 2013
3 4
1. Novadic-Kentron getypeerd
5
2. De context in 2013
7
3. Een kritische periode in 2013
7
4. Ons beleid in 2013
9
5. Kernactiviteiten in 2013
10
6. Innovatie van het zorgaanbod en onderzoek en ontwikkeling
13
7. Kwaliteit Effecten: cliëntwaardering en Routine Outcome Measurement: kwaliteit vraagt erom Het cliëntproces: VIM, Klachten, De patiëntenvertrouwenspersoon, BOPZ, Wachttijden, Audits
15
8. Medewerkers
22
9. Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap
23
10. Profilering van de organisatie: marketing, accountmanagement & communicatie, zorginkoop
33
11. Financiële informatie: omzetontwikkeling, kostenbeheersing, deelnemingen, solvabiliteit en liquiditeit, risico’s en onzekerheden, financiering, informatie over financiële instrumenten, verandering “backbone” vanuit Bezielde Zakelijkheid
34
12. Toekomstparagraaf
36
Jaarverslag 2013, def. Versie
2
Inleiding In dit jaarverslag kunt u lezen over de resultaten van Novadic-Kentron in 2013 op het gebied van zorg, kwaliteit, onderzoek en innovatie, de organisatie en financiën. Het is daarmee een verantwoording aan verschillende partijen en tevens een toelichting op de jaarrekening.12 Voor Novadic-Kentron was 2013 een jaar met veel turbulentie. In 2012 al begon de discussie over noodzakelijke kostenbesparingen in de GGZ en Verslavingszorg. De krimp die toen is ingezet, zette zich in 2013 door. Dat leidde in de hele sector, maar zeker ook bij Novadic-Kentron tot nieuwe uitdagingen om de hoge kwaliteit van onze diensten voor verslaafden op peil te houden. In 2012 was al een reorganisatie ingezet met alle betrokkenen om hiermee goed om te kunnen gaan. In april 2013 ontstond een aantal complicaties, waardoor de liquiditeit van Novadic-Kentron onder druk kwam te staan. In de eerste plaats had een gewijzigd beleid van het waarborgfonds aangaande (het borgen van) lange termijn financieringen effect op de aan te trekken financiering van de jeugdkliniek van Novadic-Kentron. Ten tweede speelde de invoering per 2013 van prestatiefinanciering waardoor DBC-verrichtingen pas achteraf – en dus aanzienlijk later - betaald worden na declaratie en facturatie door de instelling. Ten derde hadden we te maken met het gegeven dat huisvesting niet meer meegefinancierd wordt, maar uit onze tarifering (en dus uit onze productie) bekostigd moet worden. Door dit alles zijn tijdelijk beschikbare limieten overschreden. Nader onderzoek en een aantal maatregelen waren geboden. Er was een periode van nauw overleg met onze huisbankier, financiers en andere betrokkenen. De reeds ingezette reorganisatie hebben we ingrijpend aangepast om met de nieuwe situatie om te gaan. We lichten dit toe in Hoofdstuk 3. Er is een brede veranderagenda uitgevoerd onder de noemer “bezielde zakelijkheid“. Deze agenda bevatte onder meer de introductie van integraal management met de gelijktijdige realisatie van zorgeenheden met een eigen resultaatverantwoordelijkheid; investering op onze (aanspreek) cultuur en competentiemanagement; het (verder) op orde brengen van onze financieel economische “backbone” en onze informatievoorziening door een vernieuwde P&C cyclus, strakker sturen op resultaten, productie en rendement en het verbeteren van stuur- en verantwoordingsinformatie. Daarnaast is focus aangebracht in diverse projecten van Novadic-Kentron. Dit allemaal met als doel om de slagvaardigheid van Novadic-Kentron weer te doen toenemen. In deze periode waren we noodzakelijkerwijs sterk intern gericht, terwijl de vele veranderingen in onze omgeving en de vele wijzigingen in de financiering juist ook een sterke oriëntatie op al onze netwerken noodzakelijk ma(a)k(t)en. In 2014 heeft ons deels vernieuwde bestuur de ambitie uitgesproken om de versterkte positie in externe netwerken vanuit een goede interne organisatie te gaan waarmaken. Dit in het belang van al onze cliënten. Dit aanpassingsproces zal ook 2014 en op onderdelen 2015 in beslag nemen. Terugkijkend op dit jaar kunnen we stellen dat met deze intensieve periode van aanpassen de zorgverlening aan onze cliënten goed is blijven verlopen. Sterker nog: u treft in dit verslag ook op dat vlak veel aanpassingen en verbetering aan. Enkele grote projecten die we on hold moesten zetten, pakken we in 2014 weer op. Dankzij een niet aflatende inzet van management en medewerkers, kenmerkend voor onze organisatie, zijn we er in geslaagd de kritische situatie te boven te komen, toekomstbestendig te zijn en te blijven én mooie resultaten te boeken. We komen er dus sterker uit. De resultaten beschrijven we in dit jaarverslag. We wensen u veel leesplezier.
1
Het is gemaakt op geleide van de verantwoordingsverplichtingen(governance code) die een zorginstelling kent.
2
Naast dit jaarverslag stelt Novadic-Kentron altijd een specifieke verantwoording op voor gemeenten. Ook wordt een publieksversie van het jaarverslag uitgebracht. Over 2013 worden voor Roder Consult en de SVP-CN (Stichting Verslaving en psychiatrie Caribisch Nederland) aparte jaarverslagen en jaarrekeningen opgemaakt
Jaarverslag 2013, def. Versie
3
DE SUCCESSEN EN KRITISCHE PUNTEN VAN NOVADIC-KENTRON IN 2013
Een centrale cliëntvriendelijke voordeur Een centrale vraagbaakfunctie voor cliënten, naastbetrokkenen en ketenpartners Onze CRA-methodiek doorgevoerd in de totale organisatie Gecertificeerde FACT-teams in elke regio, soms in samenwerking met ketenpartners Onlinebehandeling in combinatie met gesprekken en cliënts’ omgeving betrokken Forensische indicatiecommissies ten behoeve van een goede doorstroom van VR naar FVZ Een scholingsprogramma herstelgerichte zorg samen met Markieza Ondersteuning door ervaringsdeskundigen van cliënten die wachten op de intake Intensieve samenwerking met ketenpartners in het kader van gemeentelijke transities We zijn klaar voor de basisGGZ Een leerstoel aan de universiteit van Tilburg op het gebied van CRA, in samenwerking met Iriszorg Een zelfontwikkeld behandelprotocol voor gamers Een zelfontwikkelde alcohol app die cliënten ondersteunt bij het minderen met alcohol Onderzoek naar een combinatiebehandeling Leefstijltraining en CM voor justitiabelen Europese samenwerking ten behoeve van signalering trends in riskante psychoactieve stoffen Een waardering van 8,1 door cliënten Een stijging van de ROMresponse met 22% Een aanbod voor behandeling en preventie in Caribisch Nederland, waaronder FACT 40 fte door een natuurlijk verloop en herplaatsing geminderd De start van een nieuwe organisatie met integraal management en zelforganiserende teams De volgende kritische punten treft u aan in dit verslag: In het eerste kwartaal ontstaan liquiditeitsproblemen
Nodig blijkt een grondige revisie van de informatievoorziening voor stuurinformatie om weer “in control “te komen.
De slagvaardigheid om in te spelen op nieuwe ontwikkelingen schoot tekort
Jaarverslag 2013, def. Versie
4
1. NOVADIC-KENTRON GETYPEERD Onze missie, onze kracht De Novadic-Kentron Groep ondersteunt iedereen die last heeft van een verslaving, of vragen heeft die daarmee samenhangen. We proberen verslaving te voorkomen, behandelen cliënten die ervan willen herstellen, of ondersteunen hen bij het leven met verslaving. Betrokkenheid en deskundigheid zijn onze kracht. Samen met cliënten en ketenpartners werken we aan een blijvende verbetering van de situatie. We zoeken mensen zoveel mogelijk thuis of in de wijk op. Omdat we geloven dat cliënten en hun omgeving elkaar positief kunnen beïnvloeden, betrekken we de sociale context bij de behandeling. In het publieke debat vragen we aandacht voor de positie van mensen met een verslaving. Door onze visie en deskundigheid te delen, beïnvloeden we de maatschappelijke opvattingen over verslaving en verslavingsgedrag.
Community Reinforcement Approach We werken volgens de Community Reinforcement Approach (CRA). Door positieve alternatieven aan te reiken voor het gebruik van alcohol en drugs, gokken of gamen, proberen we het gedrag van cliënten te veranderen. We laten hen ontdekken dat een investering in het gezin, werk, wonen, vrienden of vrije tijd dezelfde óf een grotere beloning oplevert dan het middelengebruik. In die CRA hebben we het biopsychosociaal model geïntegreerd. Een verslaving heeft zelden één oorzaak. Biologische, psychologische en sociale factoren bepalen samen of iemand verslaafd raakt. Bij het doorgronden en behandelen van een verslaving kijken we daarom naar al deze aspecten. Werkgebied Het werkgebied van Novadic-Kentron omvat de totale provincie Noord-Brabant en is verdeeld in een viertal regio´s. Novadic-Kentron heeft een centrale locatie in Vught en een hoofdvestiging met een Multifunctionele Eenheid (MFE) in iedere regio. De MFE’s bevinden zich voor de regio West in Breda, voor de regio Midden in Tilburg, voor de regio Noordoost in Den Bosch en voor de regio Zuidoost in Eindhoven.
Fig.1. Het werkgebied van NK.
Naast ons werk in Brabant, bieden we met onze SVP-CN verslavingszorg in Caribisch Nederland. 3 Kernwaarden en professioneel statuut Medewerkers, managers en bestuurders werken volgens onze 5 kernwaarden. We zijn: - Persoonlijk en met zorg -Transparant - Kostenbewust - Naar buiten gericht - Expertisecentrum 3
Zie hiervoor paragraaf 4.
Jaarverslag 2013, def. Versie
5
De organisatie Novadic-Kentron bestaat uit negen eenheden die enerzijds regionaal zijn georganiseerd. In vier regio’s bieden we klinische zorg en ambulante zorg voor volwassenen, ambulante zorg voor jeugdigen, maatschappelijke steun en Forensische zorg. Anderzijds is een aantal eenheden provinciaal georganiseerd rond een specialistisch aanbod: Dubbele Diagnose Programma’s, de Jeugdkliniek, Verslavingsreclassering, Leefstijl en Preventie en Toeleiding4
Raad van Toezicht
Raad van Bestuur
Zorginhoudelijke staf Bestuurssecretaris F&I 1e Geneeskundige Facilitaire Diensten Opleiders P&O Ondernemingsraad Marketing & Communicatie Cliëntenraad R&D SVPCN
Regio ZO
Regio NO
Regio West
Regio Mid
Toeleiding
L&P
Jeugdkliniek
Dubbele Diagnose
VR
VV, MAST, Jeugd amb, FVZ
VV, MAST, Jeugd amb, FVZ
VV, MAST, Jeugd amb, FVZ
VV, MAST, Jeugd amb, FVZ
Teams
Teams
Teams
Teams
Teams
Teams
Teams
Teams
Teams
Figuur 2: organisatiestructuur NK 2013
De stafafdelingen P&O, F&I, FD, MAC en R&D faciliteren de eenheden. De laatste afdeling biedt beleidsondersteuning en voert wetenschappelijk onderzoek uit. Marketing en Accountmanagement is regisseur bij strategische en tactische contacten in verschillende netwerken. In 2013 was de borging van kwaliteit en innovatie van de zorg belegd bij de Zorginhoudelijke Staf (ZIS). Besturingsmodel Novadic-Kentron kent het zogenaamde “Raad van Toezicht-model”. De Raad van Bestuur bestuurt als eindverantwoordelijke op hoofdlijnen de zorgorganisatie; is in de zin van de wet werkgever en contractpartner voor medewerkers en aanspreekpunt voor Ondernemings- en Cliëntenraad. De Raad van Bestuur legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht. De taken en bevoegdheden van Raad van Bestuur en Raad van Toezicht, die uit zes leden en een voorzitter bestaat, zijn vastgelegd in de statuten van de Stichting. Hiermee beantwoorden we aan de uitgangspunten van de Zorgbrede Governancecode 2010, die uitgaat van een bestuursstructuur volgens het Raad van Toezicht-model. Medezeggenschap Novadic-Kentron heeft drie cliëntenraden, die samen één geheel vormen. Ze geven praktisch invulling aan belangenbehartiging en medezeggenschap van cliënten. De Raad van Bestuur heeft zes keer per jaar overleg met de centrale cliëntenraad over de algemene gang van zaken van de instelling. De Ondernemingsraad heeft maandelijks een overleg met de Raad van Bestuur in aanwezigheid van het hoofd P&O over beleidszaken, waarbij de Ondernemingsraad de gang van zaken toetst aan de belangen van de medewerkers. De Ondernemingsraad laat zich bijstaan door een ambtelijk secretariaat. Juridische structuur De Stichting Novadic-Kentron ontstond in 2004 uit de fusie van de Stichtingen Kentron en Novadic en is statutair gevestigd in Tilburg. In 2007 is een deelname verworven van 100% in Roder Consult Holding BV. Deze holding heeft op haar beurt een 16,6% deelname verworven in Roder Sana BV. Een Vennootschap onder Firma is er met GGZ Breburg ten behoeve van een programma voor Dubbele Diagnose. Datzelfde is er met Reinier van Arkel voor de samenwerking in hostels. In de Stichting SVP-CN zijn de activiteiten ondergebracht ten behoeve van verslavingszorg op de BES-eilanden. 4
Laat onverlet dat de geledingen RC en SVP-CN een afzonderlijk jaarverslag schrijven, alsmede een afzonderlijke jaarrekening opstellen.
Jaarverslag 2013, def. Versie
6
2. DE CONTEXT IN 2013 Voor 2013 was het lente-akkoord uit 2012 bepalend. Het bevatte een veelheid aan maatregelen, waarmee de Tweede Kamer 3% van het begrotingstekort wil terugdringen Uitgangspunten zijn: • Voorkoming van (verergering van) ziekte(=Preventie); • Zelfmanagement & eigen herstelvermogen (rehabilitatie/nazorg) in de zorg; • Ambulante behandeling; • Een goede relatie tussen somatiek en andere zorg ten behoeve van een integrale herstelbenadering; • Zo spoedig mogelijke terugleiding van cliënten naar de arbeidsmarkt; • De opstelling van een anti-stigmatiseringsprogramma. In het bestuurlijk akkoord hebben partners de intentie uitgesproken dat ze ‘een goed gevarieerd en stevig aanbod willen neerzetten ten behoeve van een gezonde, veerkrachtige en veilige samenleving, met als credo: zorg op maat dichtbij cliënten in vloeiende ketens, waar cliënten snel weten waar ze zijn moeten. Cliënten mogen voor hun ziekte uitkomen en als volwaardig burger participeren. Aanbieders moeten hun cliënten tijdens het totale zorgproces telkens weer vragen wat ze nodig hebben. Netwerk en familie spelen een belangrijke rol in de zorg. Een deel van het bestuurlijk akkoord heeft in de plannen van NK voor 2013 een plaats gekregen: • verlaging van de eigen bijdrage GGZ voor kwetsbare groepen: beschikbare middelen 55 mln; • terugdraaien van de geplande overheveling van begeleiding naar de Wmo per 2013; • een bestuurlijk akkoord met de GGZ, met een beoogde besparing van 75 mln; • vervallen van de tariefverhoging ZZP voor verblijfsgeïndiceerden in de GGZ. Besparing 65 mln; • aanpassing van de groei in de AWBZ aan de ramingen; • extramuralisering van de lichtere zorgzwaartepaketten (1-3) in de AWBZ; • BTW-heffing op uitleen niet BIG-geregistreerd personeel; • BTW-tarief hoog gaat van 19% naar 21%. Kwaliteit en transparantie ROM is een belangrijk vehikel om in één taal vergelijkbaar zicht te bieden op doelmatigheid, effect, veiligheid, patiëntervaring en –waardering, evenals zorgpaden. Dat biedt transparantie van het aanbod/keuzemogelijkheid voor cliënt en van prestaties voor financiers en opdrachtgevers. In de wijken De huisarts is voor cliënten in wijken de centrale actor bij zorg en verwijzing. Daarin zullen wij onze positie moeten verwerven. Er wordt gewerkt aan de flexibilisering van de module POH-GGZ en het functioneel maken van de bekostiging ervan, zodat ook andere aanbieders deze module kunnen aanbieden. Klinische zorg en ambulantisering Tot 2020 moet 30% afbouw worden gerealiseerd van klinische capaciteit en substitutie daarvan door ambulante zorg ten opzichte van peiljaar 2008. Dit wordt geborgd in lokale afspraken met andere partijen als corporaties, UWV en lokale overheden. In de klinische zorg wordt de toepassing van drang en dwang teruggedrongen. Patiëntenorganisaties werken aan een EPD dat door cliënten zelf beheerd kan worden. Bekostiging Van de aanbieders in de GGZ wordt verwacht dat ze ook verantwoordelijkheid nemen voor het beperken van de stijgende zorguitgaven door in te zetten op doelmatiger zorg. Daarnaast wordt de invoering van de eigen bijdrage in de tweede lijn van de curatieve GGZ verzacht om zo toegang tot deze zorg voor kwetsbare groepen te garanderen. Per 2013 gaat de curatieve tweedelijns GGZ over op prestatiebekostiging: bekostiging op basis van DBC’s, de invoering van een bandbreedtetarief, kapitaallasten integraal onderdeel van het tarief, het vervallen van zogeheten individuele componenten, een andere bekostiging van de crisiszorg en de inrichting van een macrobeheersinstrument (MBI).
3. Een kritische periode in 2013 In het eerste kwartaal van 2013 ontstonden, ondanks een goede solvabililiteit en rentebiliteit problemen om langlopende financiering, onder garantie van het waarborgfonds, te krijgen voor de bouw van de jeugdkliniek van Novadic-Kentron in Sint-Oedenrode. Door de lange doorlooptijd ontstonden ook liquiditeitsproblemen. Dit vormde een ernstige bedreiging voor onze continuïteit.
Jaarverslag 2013, def. Versie
7
In reactie hierop hebben de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur, met ondersteuning van de inmiddels aangestelde interim-controller, een periode in nauwe samenhang opgetrokken om de gerezen problemen het hoofd te bieden. Allereerst werd in een plan van aanpak met financierende partijen, te weten gemeentes en verzekeraars en vervolgens de liquideitsproblematiek aangepakt en een traject ingezet om de langlopende financiering alsnog te verwerven. Tegelijkertijd werd met externe expertise een scan uitgevoerd om allereerst de toekomstbestendigheid van Novadic-Kentron als zelfstandige gespecialiseerde instelling te onderzoeken en daarnaast om diepgaand te analyseren welke aanpak nodig was om duurzaam “in control” te raken. De conclusie die werd getrokken was: Vanuit strategisch oogpunt is de huidige positionering in de markt van Novadic-Kentron goed. NovadicKentron heeft een goede naam in Nederland als expertisecentrum in de verslavingszorg, met bewezen kwalitatief hoogstaande zorg (topreferent en wetenschappelijk getoetst). De relatie met stakeholders en in het bijzonder de verzekeraars en gemeenten is goed. Daarbij is er nog voldoende potentieel om de dienstverlening aan verslaafden te vergroten. Er is, mede ingegeven door de grote veranderingen in het zorgstelsel, wel aanleiding om onze diensten kritisch tegen het licht te houden en waar nodig aan te passen. Dit traject zal tot ver in 2014 gaan lopen. Daarnaast werd geconcludeerd (we noemen het hier puntsgewijs omdat op alle onderdelen ook een actieplan is gezet) dat al is gerealiseerd in het verslagjaar, maar dat soms ook een langere doorlooptijd zal vergen: -
De ondersteunende (financiële) afdeling is onvoldoende in staat gebleken om toezichthouders, bestuur en management te voorzien van noodzakelijke, tijdige, betrouwbare en relevante verantwoordings- en stuurinformatie. Novadic-Kentron moest hier met spoed verbetering in aanbrengen. Belangrijke aanzetten hiervoor zijn in de afgelopen tijd gemaakt en de eerste resultaten zijn zichtbaar. De verschillende instrumenten binnen de Planning & Control-cyclus (meerjarenperspectief, jaarbegroting, afdelingsplannen, risicomanagement, budgettering, kwartaalrapportages, etc.) zijn we beter op elkaar af gaan stemmen voor wat betreft inhoud en presentatie. De wijziging in de aan de P&C-cyclus gerelateerde instrumenten moesten we gelijktijdig doorvertalen. Het sturen op resultaat, productiviteit (gedifferentieerd naar functie) en rendement zal hiermee een belangrijke en noodzakelijke impuls krijgen. Daarbij moest het vermogen toenemen om de aanwezige data te integreren, te bundelen, te analyseren en te vertalen in nodige acties. We hebben geconstateerd dat we na de korte termijn winst, tot en met 2014, nodig hebben om onze ondersteunende structuur afdoende te verbeteren.
-
Vergroten van de slagvaardigheid en vereenvoudigen van de structuur door introduceren van integraal management voor productieverantwoordelijke zorgeenheden. Hierbij hoort ook aandacht voor een betere aanspreekcultuur in alle lagen van onze organisatie. Een duidelijke inrichting, vastlegging en communicatie over welke taken en bevoegdheden centraal zijn belegd en welke decentraal (met vanzelfsprekend vertaling in budgettaire kaders hiervan) is op korte termijn nodig, inclusief het handelen hiernaar én controle daarop heeft plaatsgevonden. Met deze structuur aanpassing is ook de noodzakelijke randvoorwaarde gecreëerd om tot de noodzakelijke veranderingen van een meer zakelijke aanspreekcultuur te komen. Daarbij hebben we ook kritisch gekeken naar “De juiste man of vrouw op de juiste plaats” en naar de ondersteuning vanuit een plan voor gericht competentiemanagement. De structuur is op grond hiervan aangepast en de organisatie zit in 2014 nog volop in het proces met het inregelen van meer zelforganiserende teams ook een andere werkcultuur te doen ontstaan. We zijn dat hele proces “Bezielde zakelijkheid “gaan noemen.
In het begin van de tweede helft van 2014 is, nadat we definitief de noodzakelijke langlopende financiering konden verkrijgen, de relatie tussen Raad van Toezicht en Raad van Bestuur weer genormaliseerd. Het plan van aanpak voor duurzaam herstel is consequent gevolgd en in het verslagjaar is dit volgens plan afgewerkt. Daarmee is onze herstructurering nog niet gereed. Het feit dat ondanks deze kritische en dreigende periode de resultaten over 2013 positief zijn, is voor ons belangrijk. Minstens zo belangrijk is dat u in de overige hoofdstukken kunt zien dat de voortgang van de hulpverlening goeddeels ongestoord kon blijven. Maar het vormt geen reden om in 2014 niet door te gaan op een pad van duurzame herstructurering en het aanbrengen van nieuw focus op doelmatigheid. Ons pakket van diensten houden we ook in 2014 kritisch tegen het licht.
Jaarverslag 2013, def. Versie
8
4. Ons beleid in 2013 Novadic-Kentron kent 5 strategische denkrichtingen:5 1. We investeren in empowerment en herstel; 2. We grijpen eerder en vaker in en bereiken mensen bij voorkeur voordat er een verslaving ontstaat, want zo voorkomen we problemen in een later stadium; 3. We zijn nabij en betrouwbaar. Betrokkenheid, inlevingsvermogen en vertrouwen zijn belangrijk voor een goed contact tussen cliënt en behandelaar op weg naar herstel; 4. We willen het beste voor cliënten, hun omgeving en de maatschappij. We ontwikkelen onze kennis van verslavingszorg voortdurend, door te investeren in ervaringsdeskundigheid, wetenschappelijk onderzoek en goed opgeleide professionals; 5. We doen het samen. Middelenmisbruik of -afhankelijkheid komt zelden alleen, er zijn bijna altijd verbanden met andere levensgebieden. Intensieve samenwerking in de keten (onder andere met de somatische zorg, maatschappelijke opvang, GGZ en justitie) is dus cruciaal voor een succesvolle behandeling. Daarmee willen we de volgende resultaten bereiken
Voor cliënten
Voor medewerkers
zorg bieden, die:
een aantrekkelijke werkplek bieden, die:
-
- mogelijkheden biedt voor groei, differentiatie en vitaliteit - veilig is - waardering uit
-
effectief, transparant, goed toegankelijk en bereikbaar is; een hoge kwaliteit kent door hoogstaande methodieken, CRA en BPS grip biedt op het eigen proces door herstelgerichte zorg en ervaringsdeskundigheid. herkenbaar en toetsbaar is door zorgpaden;
Voor de samenleving
Voor opdrachtgevers/financiers
-
Een grotere effectiviteit op inhoud en op kosten, aantoonbaar door ROM en bijdrage in de diverse ketens. Vergelijkbaarheid in de wijze van verantwoorden voor diverse opdrachtgevers.
hoger rendement genuanceerd beeld verslaving en destigmatisering voorkomen van verslavingen terugdringing overlast en recidive bijdrage aan een gezonde en veilige samenleving.
Daarmee kwamen we tot de volgende beleidsspeerpunten, ook gezien de context zoals geschetst in hoofdstuk 2, voor 2013: - innovaties, die bijdragen aan kosteneffectiviteit en productiviteit6: FACT, herstelgerichte zorg, e-health, Jeugd, FVZ, LVG, CRA; - Aansluiting bij het aanbod in de wijken, de verschuiving eerste lijn naar tweede lijn, extramuralisering klinische zorg, transities jeugdzorg en verschuivingen in forensische zorg; - een flexibel, herkenbaar en adequaat aanbod voor ketenpartners en in de wijk; - Optimalisatie van processen door zorgpaden en centrale toeleiding; - De verdere implementatie van het EPD; - Hernieuwde investering in de optimalisatie van kwaliteitsmanagement, voor alle bedrijfsprocessen; en met name alle informatievoorziening die relevant is voor doelmatige zorg - Focus op een leane bedrijfsvoering om ‘het huis op orde te hebben en financieel gezond te zijn; - Inpassing in het LT huisvestingsplan (LTHP) van extramuralisering en dekking van kapitaallasten; - Doorvoering van de NKG met integraal management op productieverantwoordelijke eenheden en bijbehorende overleg en besluitvormingsstructuur. Daarnaast een traject naar teamvorming in zelforganiserende teams. Dit is in 2013 ingezet en komt in 2014 geleidelijk tot uitvoering. 5 6
Deze zijn neergelegd in ons meerjarenbeleidsplan voor de jaren 2012-2016. Waarvoor NKG 0,5% in haar begroting heeft gereserveerd
Jaarverslag 2013, def. Versie
9
5. KERNACTIVITEITEN Novadic-Kentron richt zich op - het voorkomen van problematisch gebruik van middelen en verslavingsgedrag, - het toeleiden, behandelen en begeleiden van personen die door middelengebruik in de problemen zijn gekomen - de ondersteuning van personen in hun directe omgeving. In het verslagjaar hadden we de volgende aantallen cliënten: Totaal aantal unieke patiënten/cliënten waaraan ggz wordt verleend in AWBZ, ZVW, FZ Aantal cliënten in zorg op 1 januari Aantal nieuw ingeschreven patiënten in verslagjaar Totaal aantal patiënten in zorg in verslagjaar Aantal uitgeschreven patiënten in verslagjaar Aantal patiënten in zorg per einde verslagjaar Waarvan Zorg Zwaarte Pakket (ZZP)-patiënten/cliënten in zorg/behandeling per einde verslagjaar
4644 3736 8380 3509 4871 14
Voor die cliënten hebben we het volgende aanbod beschikbaar.7 Preventie Middelengebruik kan de gezondheid schaden en participatiemogelijkheden belemmeren. Hoe eerder we ingrijpen hoe groter de gezondheidswinst kan zijn. Novadic-Kentron verzorgt daarom vraaggericht preventieactiviteiten voor diverse publieksgroepen, voor scholen, instellingen en vrijwilligersorganisaties. We werken outreachend in wijk en uitgaansleven samen met Centrum Jeugd en Gezin, zorg en welzijnstellingen en gemeentes. We ondersteunen ouders met opvoedingsvragen bij middelengebruik en gamen. Ook bieden we deskundigheidsbevordering aan andere professionals die te maken hebben met gebruik en misbruik van genotmiddelen, zoals leerkrachten, politie, horecapersoneel en andere zorgverleners. We adviseren bij (lokale) beleidsthema's. De Brabantse (centrum)gemeentes investeerden in 2013 met 2,4 mio. Die gelden zijn ingezet op onder andere het thema alcoholmatiging, outreachende preventie voor risicojeugd, advies, consult en deskundigheidsbevordering voor professionals, monitoring van ontwikkelingen en trends in de drugsmarkt, en de ondersteuning van ouders en opvoeders. Daarnaast verzorgde Novadic-Kentron voor het CBR de Educatieve Maatregelen Alcohol in het verkeer, in het gehele jaar cursussen met een omzet van € 52-.000. Bemoeizorg Voor mensen die hulp mijden, bieden we in de zeven centrumgemeenten in Noord-Brabant bemoeizorg, samen met instanties als GGZ, GGD en maatschappelijke opvang. Het gaat vaak om chronisch psychiatrische patiënten, al dan niet met verslavingsproblemen, die meestal geïsoleerd en/of in verwaarloosde omstandigheden leven, verloederen en overlast veroorzaken. Het bemoeizorgteam spoort hen op en probeert hen naar reguliere hulpverlening toe te leiden. Basis verslavingszorg Voor lichtere verslavingsproblematiek biedt Novadic-Kentron een laagdrempelig aanbod in de woonomgeving van cliënten, bijvoorbeeld met een kort behandelprogramma in de huisartsenpraktijk of online behandeling. De behandeling richt zich vooral op het verminderen van gezondheidsklachten die samenhangen met gebruik. Vanaf 2014 valt dit aanbod onder de Basis GGZ. Specialistische Verslavingszorg Jeugdigen, volwassenen en ouderen kunnen bij Novadic-Kentron terecht voor een uitgebreid specialistisch behandelaanbod voor de aanpak van middelengebruik en bijkomende problemen, bijvoorbeeld met financiën, relaties of werk. We hanteren een stepped carebehandeling: ambulant waar dat kan en klinisch indien noodzakelijk. De meeste cliënten krijgen een poliklinische behandeling. Daarnaast bieden we een intensievere ambulante dagbehandeling over meerdere dagdelen. Ook bieden we intensief ambulante FACTzorg, waarbij een behandelaar cliënten regelmatig thuis bezoekt.
7
De capaciteit van dat aanbod staat vermeld in de tabellen in de tekst.
Jaarverslag 2013, def. Versie
10
We nemen cliënten op als ze tijdelijk meer zorg, begeleiding of structuur nodig hebben, dan de eigen omgeving kan bieden. Dat kan in Breda, Tilburg, Vught, Den Bosch en Eindhoven. Voor jongeren van 12 tot 24 bieden we klinische zorg bij Kentra 24, de jeugdkliniek in Sint-Oedenrode. Daar gaan we uit van de behoeften van jongeren, met veel aandacht voor het leven ná de behandeling (wonen, opleiding, werk). Tot slot hebben we in meerdere regio’s een behandelaanbod voor cliënten met zowel een psychiatrische stoornis als verslavingsproblematiek. In West- en Midden-Brabant doen we dit samen met GGZ-Breburg. Maatschappelijke Steun Omdat volledig stoppen met middelengebruik voor chronisch verslaafden vaak geen haalbaar doel meer is, begeleiden we hen om hun levenskwaliteit te verhogen. Naarmate iemand meer en langer gebruikt, wordt diens situatie op allerlei andere gebieden problematischer. Chronisch verslaafden hebben meestal ook grote gezondheidsproblemen, hoge schulden, geen werk, vrienden en/of contact met familie, en te kampen met eenzaamheid, verwaarlozing, (dreigende) dakloosheid, enzovoorts. Ook cliënten die hun verslaving wél onder controle krijgen, hebben vaak begeleiding nodig om volledig te kunnen re-integreren. Begeleiding met verblijf Na behandeling is uitstroom mogelijk naar begeleiding met verblijf. Onze voorziening in Bergen op Zoom richt zich op een bredere doelgroep en vormt een tussenstap voor cliënten naar een passende woonvorm. De voorzieningen in Eindhoven en Den Bosch richten zich op mensen met langdurige verslavingsproblematiek (vooral drugs) en ernstige psychiatrische stoornissen voor wie behandeling in de reguliere verslavingszorg of GGZ niet meer mogelijk is. Met alle grote gemeentes werken we samen aan woonvoorzieningen voor chronisch verslaafde (ex-)daklozen. Cijfers In 2013 beschikte Novadic-Kentron over 196 plaatsen voor klinische behandeling. Hiervan zijn 177 voor verzekerde zorg waarvan weer 15 voor behandeling in gedwongen kader. In totaal zijn 19 plaatsten beschikbaar voor cliënten in strafrechtelijk kader. De capaciteit van Kentra 24 is in 2013 uitgebreid van 16 naar 32 plaatsen. Zo’n 10% van onze totale cliënten is jonger dan 18 jaar. Voor klinische behandeling van DD-cliënten zijn 32 plaatsen beschikbaar, die in 2013 zijn overgeheveld uit de productieafspraak van Novadic-Kentron naar die van GGz Breburg. Naar verwachting is NovadicKentron in 2015 weer hoofdaannemer voor deze zorg. Ten behoeve van begeleiding met verblijf beschikt Novadic-Kentron over 3 kleinschalige woonvoorzieningen in Bergen op Zoom, Eindhoven en Den Bosch met in totaal een capaciteit van 46 plaatsen. Hiervan waren in het verslagjaar 3 plaatsen beschikbaar voor cliënten in een strafrechtelijk kader. De voorziening in Den Bosch, een samenwerkingsverband met GGZ Reinier van Arkel, is in 2012 gestart op een tijdelijke locatie met 14 plaatsen. De voor 2013 geplande uitbreiding naar 30 plaatsen is door vertraging in de besluitvorming over een structurele locatie uitgesteld naar 2014. Bij de SVP-CN zijn in 2013 van de geplande 24 plaatsen in de woonvoorziening 12 gerealiseerd. Opvang voor dak- en thuislozen Voor dak- en thuisloze verslaafden bieden we opvang in Eindhoven, Den Bosch en Bergen op Zoom. In laagdrempelige voorzieningen als dag- en nachtopvang krijgen zij onder meer maaltijden, een veilige en warme slaapplaats, gebruiksruimte en medische begeleiding. In de WMO is het streven om daklozen zoveel mogelijk toe leiden naar een passende woonvorm al dan niet met begeleiding en een zinvolle dagvulling. In Eindhoven is de opvang in 2013 getransformeerd naar sociale activering. In 2014 wordt ook de nachtopvang voor verslaafden gesloten. Personen die we niet kunnen toeleiden naar een passende woonvorm kunnen gebruik maken van de opvangvoorzieningen van Neos. In Tilburg, Den Bosch en Eindhoven bieden we medische heroïnebehandeling voor chronisch heroïneverslaafden. Verslavingsreclassering Verslaafden en risicogebruikers die in aanraking komen met de politie worden toegeleid naar de verslavingsreclassering. De verslavingsreclassering begeleidt cliënten in hun justitieel proces en adviseert de rechtelijke macht over mogelijkheden voor behandeling en begeleiding.
Jaarverslag 2013, def. Versie
11
Wanneer de rechter besluit tot behandeling houdt de verslavingsreclassering gedurende het zorgtraject controle op het nakomen van de voorwaarden die OM en DJI hebben opgelegd. Zij begeleiden cliënten om zich aan de opgelegde voorwaarden te houden en te voorkomen dat de cliënt weer terugvalt in crimineel gedrag. De verslavingsreclassering heeft afstemming met de zorg over het verloop van het zorgtraject. Met bovenstaand aanbod hebben we in 2013 de volgende resultaten bereikt. Kerngegevens Novadic-Kentron Groep 2013 (volgens DigiMV) Productie Zorgverzekeringswet Aantal openstaande DBC’s op 1 januari verslagjaar DBC's
3956
Aantal in verslagjaar geopende DBC's (ontleend aan het instellingsinformatiesysteem, niet uit DIS) Aantal in verslagjaar gesloten DBC's (ontleend aan instellingsinformatiesysteem, niet uit DIS) Aantal openstaande DBC’s op 31 december verslagjaar DBC's
6468 6199 4225
Omzet gefactureerde DBC's (exclusief verrekende bedragen met verzekeraars) Productie Forensische zorg
€ 37.243.585
Aantal openstaande DBBC's op 1 januari verslagjaar DBBC's Aantal in verslagjaar geopende DBBC's (ontleend aan instellingensysteem, niet uit DIS) Aantal in verslagjaar gesloten DBBC's (ontleend aan instellingensysteem, niet uit DIS) Aantal openstaande DBBC's op 31 december verslagjaar DBBC's
347 634 590 391
Omzet gefactureerde DBBC's (exclusief verrekende bedragen met verzekeraars)
€ 3.387.714
Aantal ZZP-dagen in verslagjaar forensische zorg in justitieel kader Productie AWBZ
1031
Aantal ZZP-dagen met verblijfszorg inclusief kleinschalig wonen n verslagjaar
16356
Aantal uren extramurale begeleiding
5784
Aantal geleverde cliënturen dagactiviteiten in verslagjaar
4082
Zorg in Caribisch Nederland Op 1 juni 2012 ontstond de Stichting Verslavingszorg en Psychiatrie Caribisch Nederland (SVP-CN) uit de voormalige Stichting Verslavingszorg Bonaire. De Stichting heeft de opdracht om verslavingszorg en psychiatrie te bieden en door te ontwikkelen op Bonaire, St. Eustatius en Saba. Dit in samenwerking met VU/AMC, op basis van een vijfjarige overeenkomst t/m 2016 met het Zorgverzekeringskantoor van Caribisch Nederland. De Raad van Bestuur van Novadic-Kentron is tevens bestuurder van de SVP-CN. De dagelijkse leiding is in handen van een directeur. De stichting beschikt daarnaast over een Raad van Advies, met een vertegenwoordiging van de drie eilanden, die (on-)gevraagd advies geeft aan directie en bestuur. De Stichting biedt in principe het hele spectrum aan zorg, maar met name intensieve ambulante trajecten, waaronder ook FACTzorg. Klinische zorg beperken we zoveel mogelijk. Er werken inmiddels meer dan dertig medewerkers (psychiaters, psychologen, SPV-ers, psychiatrisch verpleegkundigen, casemanagers, woonbegeleiders, ervaringdeskundigen, preventiemedewerkers, activiteitenbegeleiders) op de eilanden van Caribisch Nederland. Sommige daarvan zijn gedetacheerd vanuit Novadic-Kentron maar de meeste zijn lokale medewerkers. Met het oog op een sluitende zorgketen biedt de Stichting samen met Fundashon Kuido Pa Personanan Desabilita, woonbegeleiding aan mensen met een verslavingsprobleem, al dan niet in combinatie met psychiatrie en/of LVB. Koning Willem-Alexander en Koningin Maxima openden de voorziening in november officieel. Medewerkers zijn aangesteld en geschoold. De SVP-CN werkte in 2013 aan verdere kwaliteitsontwikkeling van verslavingszorg en psychiatrische zorg op de BES-eilanden Bonaire, St.Eustatius en Saba. Sinds 2012 zijn ook mensen met licht verstandelijke beperkingen toegevoegd aan de opdracht van de SVP-CN. Vanwege de schaarste aan psychiatrische expertise en opnamemogelijkheden op de eilanden is geïnvesteerd in goede relaties met voorzieningen en expertise op Curaçao, Aruba en St. Maarten. Op verzoek van het Ministerie van Volksgezondheid van Sint. Maarten heeft de SVP-CN de ontwikkeling van een beleidsplan voor Mental Health op Sint Maarten ondersteund. De Stichting heeft ook bijgedragen aan de ontwikkeling van preventieplannen, hetgeen voor Bonaire heeft geresulteerd in een preventiewerker die is ondergebracht bij de SVP-CN.
Jaarverslag 2013, def. Versie
12
Voor Sint Eustatius is eind 2013 financiering beschikbaar gekomen vanuit Eilandsraad en Oranjefonds in samenwerking met het Rode Kruis.
6. INNOVATIE VAN HET ZORGAANBOD EN ONDERZOEK EN ONTWIKKELING IN 2013 Een schets van onze veelvormige activiteiten op het gebied van innovatie, onderzoek en ontwikkeling. Toeleiding en zorgpaden Met de eenheid Toeleiding hebben we een meer cliëntvriendelijke, professionele en gastvrije toegang ingericht voor de zorgprogramma’s in de specialistische behandeling en de basis GGZ. Medewerkers staan bellers binnen vaste tijdsnormen op deskundige wijze te woord. Tijdens de aanmelding krijgen cliënten, die zich willen inschrijven, meteen een intake-afspraak, waardoor de cliënttevredenheid is toegenomen. Deze eenheid is ook een vraagbaak voor cliënten, naastbetrokkenen en ketenpartners. In het verlengde van Toeleiding hebben we 40 zorgpaden ontwikkeld rond Leefstijl en Preventie, maatschappelijke steun, verslavingszorg voor volwassenen en jeugdigen en DD-programma’s. CRA Behandeling Sinds 2009 hanteren we de Community Reinforcement Approach (CRA) in onze zorgprogramma’s. CRA omvat (gedrags)therapeutische technieken met als doel cliënten een nieuwe leefstijl te laten ontwikkelen, die meer belonend is dan middelengebruik. Dat kan doordat ze leren dat er alternatieven zijn voor alcohol en drugs: positieve ‘bekrachtigers’, zoals in gezin, werk, woonomgeving, bij vrienden of in vrijetijdsbesteding. In 2013 hebben we CRA ingevoerd in Zuid- en Noordoost en een aantal Klinische afdelingen, waaronder die voor jeugd. In West en Midden hadden we dat al gerealiseerd. Met CRA-opgeleide medewerkers en CRAsupervisoren is er voldoende CRA-expertise om cliënten te behandelen en begeleiden. FACT Elke regio kende eind 2013 FACT-teams, al of niet in co-productie met ketenpartners. Ook op Bonaire is een FACT-team gerealiseerd. De intensief ambulante aanpak had tot gevolg dat het aantal benodigde PAAZbedden verlaagd kon worden. De noodzaak om cliënten bij acute complexe problemen ‘uit te vliegen’ naar elders is afgenomen. Voor de bovenwindse eilanden is een start gemaakt met een aangepaste FACT-variant (een Mix-team). FACT heeft veel belangstelling van de andere eilanden. BasisGGZ De organisatie heeft zich in 2013 gereed gemaakt voor (participatie in) de Basis GGZ. Wij participeren in relevante netwerken en hebben ons passende aanbod daartoe ontwikkeld. FVZ In navolging van regio Zuidoost hebben we in regio West Forensische cliëntbesprekingen verder geïmplementeerd. Deze cliëntbesprekingen zijn een variant op onze reguliere cliëntbesprekingen en dragen zorg voor een goede afstemming tussen VR en FVZ en helpen om cliëntstromen te identificeren. Betrekken omgeving van cliënt en ervaringsdeskundigen Onder de vlag van het Handvest van Maastricht werken Cliëntenraad en medewerkers aan de ontwikkeling en integratie van herstelvisie en ervaringsdeskundigheid, onder andere middels proeftuinprojecten. Een voorbeeld is het project Samen Wachten, waar ervaringsdeskundige vrijwilligers cliënten ondersteunen tijdens de aanmeldfase.8 Samen met Coöperatie Markieza voert Novadic-Kentron het scholingsprogramma “Herstelondersteuning doen we samen” uit voor vrijwilligers en professionals. Internetbehandeling en Alcohol app Vanaf 2009 biedt Novadic-Kentron verschillende behandelingen via internet (e-Health). Dat biedt de mogelijkheid om persoonlijke gesprekken te combineren met contact via internet en ook de sociale omgeving daarbij te betrekken. Dat laatste is in de ‘conventionele behandeling’ al effectief gebleken. Medewerkers van Novadic-Kentron namen in 2013 het initiatief om cliënten ook via hun smartphone te ondersteunen bij het minderen van alcoholgebruik. Dat bleek zo goed aan te sluiten bij behoeftes van cliënten en behandelaren dat de vijf verslavingsinstellingen samen hebben geïnvesteerd in de app Alcohol in de Hand.
8
Zorgverzekeraar VGZ heeft subsidie beschikbaar gesteld
Jaarverslag 2013, def. Versie
13
Behandeling voor Gameverslaving en problematisch Internetgebruik We ontwikkelen een behandelprotocol voor mensen die de balans tussen gamen of ander internetgebruik en andere zaken kwijt zijn. Bij ander internetgebruik valt te denken aan profielsites, seks op het web, pokeren en dergelijke. Internetgebruikers die daarmee problemen ervaren, kunnen bij Novadic-Kentron terecht voor behandeling. Ook onderzoeken we de rol die impliciete cognities spelen in deze behandeling. Protocol Leefstijltraining Justitiabelen Plus CM Kwaliteit Forensische Zorg heeft in 2013 een project gehonoreerd van Novadic-Kentron samen met AIAR, Tactus en Forensische (poli)kliniek ‘De Waag’ om de bruikbaarheid te onderzoeken van een combinatie van Leefstijltraining en Contingency Management (CM) voor justitiabelen binnen de reguliere forensische zorg. De start bestond uit literatuuronderzoek en training van medewerkers ten behoeve van de uitvoering van het onderzoek. Novadic-Kentron is zeer actief in innovatie, onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Alleen met gedegen kennis van trends in verslavende middelen en de nieuwste wetenschappelijke inzichten kunnen we tegemoetkomen aan de wensen van cliënten, verwijzers en samenwerkingspartners. Daarvoor werken we samen met het NISPA (Radboud Universiteit Nijmegen), Tranzo (Universiteit van Tilburg), Trimbos-instituut, IVA (Universiteit van Tilburg), IVO en het AIAR (AMC-UvA, Universiteit van Amsterdam), Erasmus University of Rotterdam (EUR); Nationale Drug Monitor (NDM); GGZ-Nederland en diverse beroepsverenigingen. De Wetenschappelijke Commissie (WetC) coördineert wetenschappelijk onderzoek, bewaakt de kwaliteit ervan en adviseert de Raad van Bestuur over de uitvoering en wenselijkheid van wetenschappelijk onderzoek en de samenhang van relevante onderzoeksthema’s. Ook op het gebied van onderwijs bestaan intensieve samenwerkingsverbanden. We geven onderwijs samen met diverse opleidingsinstituten: Avans Hogeschool, Fontys Hogescholen, Hogeschool Utrecht, de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN), het LeerNetWerk Verslavingszorg, de Radboud Universiteit Nijmegen, SPON, RINOZuid en diverse ROC’s. Bij alle onderzoek, onderwijs en ontwikkeling streeft Novadic-Kentron een verbinding na tussen theorie en praktijk. Daarom voeren we veel onderzoek uit met Scientist-Practitioners, zoals bij de ontwikkeling van een behandelprotocol internet- en gameverslaving, de inzet van Contingency Management in de behandeling, onderzoek naar impliciete cognities en Seeking Safety als behandelmethodiek bij verslaafden en onderzoek naar de rol van medicatie ten behoeve van het voorkomen van craving en terugval. Bij Novadic-Kentron zijn we gefocust op externe onderzoekssubsidies. Door inkrimping van overheidssubsidies is in toenemende mate samenwerking met derden nodig om samen in aanmerking te komen voor zogenaamde ‘calls’ vanuit subsidieverstrekkers als ZonMw, Resultaten Scoren of KFZ. Daartoe werken we samen met een subsidieadviesbureau en is bij R&D een subsidiecoördinator ondergebracht.
Gedragsverslaving Gedragsverslavingen (bijvoorbeeld gameverslaving, gokken, seks- of eetverslaving, etc) worden opgenomen als nieuwe diagnostische classificatie in de DSM-V. Daarom heeft Novadic-Kentron samen met het IVO en de Erasmus University of Rotterdam (EUR) subsidie ontvangen om een theoretisch/conceptueel kader te ontwikkelen voor gedragsverslavingen en een overzicht te geven van evidence- en practice-based behandelen preventiemethoden. Dr. Laura DeFuentes-Merillas verricht dit onderzoek. Europees Onderzoek: Local Pass De Europese commissie heeft Novadic-Kentron (Preventie en R&D) subsidie toegekend voor het internationaal preventieproject ‘LOCAL-PASS’. Doel is om geïntegreerde, innovatieve benaderingen te identificeren om te reageren op nieuwe (inter-)nationale trends in het gebruik van nieuwe psychoactieve stoffen die gezondheids- en sociale risico's kunnen opleveren met inbegrip van nieuwe vormen van drugsverslaving. Novadic-Kentron is projectleider en werkt intensief samen met gemeenten en universiteiten in vijf Europese landen. Leerstoel Verslaving Tranzo en NISPA In augustus 2012 is dr. Hendrik Roozen benoemd tot bijzonder hoogleraar verslaving, met een leerstoel bij Tranzo, Academische Werkplaats Verslaving aan de Tilburg Universitity. Hij verricht hier onderzoek naar factoren die verslavingsgedrag in stand houden en de toepassing van CRA. Dit kan in een samenwerkingsverband met collega-instelling Iriszorg. In 2013 tekenden zij een samenwerkingsovereenkomst ten behoeve van een kenniscentrum, waaraan een keurmerk verbonden zal worden. Op die manier kunnen we de toepassing van CRA stimuleren en bijdragen aan een goede verslavingsbehandeling.
Jaarverslag 2013, def. Versie
14
Novadic-Kentron is actief betrokken bij onderzoek vanuit het NISPA bijvoorbeeld bij neurobiologisch onderzoek en verslaving, verstandelijke beperkingen en verslaving, de validering van meetinstrumenten als de MATE, onderzoek naar Samen Beslissen en naar ADHD en verslaving.9 Met een promotiestipendium doet een verslavingsarts onderzoek ten behoeve van practice based protocollen voor de behandeling bij GHB.
7. Kwaliteit Voor de beoordeling van de kwaliteit van zorg is een aantal indicatoren relevant. Ze staan in de tabel, met onze resultaten voor het verslagjaar afgezet tegen -voor zover aanwezig- de norm die Novadic-Kentron in het verslagjaar had gesteld. We zien dat cliënten ons goed waarderen met een 8,1. Voor ROM hebben we een dusdanig responsepercentage (36%) gehaald, dat kortingen op onze budgetten door verzekeraars niet aan de orde waren. Sterker nog: we hebben de percentages aanzienlijk weten te verhogen en scoren goed ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Dat het aantal incidentmeldingen flink is gestegen, zien we vooral als teken van een grote(re) meldingsbereidheid van medewerkers, die het belang ervan inzien. Het aantal klachten is (navenant met de daling van het aantal cliënten) afgenomen, met name ook dankzij een goede bemiddeling. Bij de BOPZ zien we het meest prominent de gevolgen van een doelgroep met steeds complexere problematiek – de keerzijde van ambulantisering- en de noodzaak erop in te spelen met een goede behandelrelatie en aanbod. We behandelen de kwaliteitsindicatoren in de tekst erna uitvoeriger. Het is van belang om ze te plaatsen in de context van de aantallen cliënten en medewerkers in 2013. Totaal waren 8380 cliënten in zorg in 2013 en had Novadic-Kentron ca 900 fte in dienst. Het was een bijzonder jaar in het kader van kwaliteitszorg. Vanwege de organisatieverandering medio 2013 richting integraal aangestuurde eenheden zijn rollen, taken en verantwoordelijkheden daarin gekanteld. Integrale managers zijn vanaf die tijd verantwoordelijk voor de kwaliteit van zorg en middels een tijdelijke structuur is kwaliteitsborging bij een zorginhoudelijke staf belegd.
E F F E C T E N P R O C E S M A T E N
Item 1. Cliëntwaardering, als indicator voor de mate waarin cliënten onze zorg en behandeling waarderen;
Normen/doelen 2013 7.6.
Resultaat Novadic-Kentron 8.1
2. ROM, als indicator voor de mate van effect wat we bij cliënten bereiken met onze zorg en behandeling
De responseverplichting van zorgverzekeraars zijnde 40% eindmetingen.
Maatschappelijke Opvang 7.4. Novadic-Kentron 36% ten opzichte van landelijk 34%
3. Meldingen aangaande incidenten als indicator voor de stavaza rond veiligheid voor cliënten en medewerkers in de zorg
Stabiel blijvend ten opzichte van 2012 (596) Hoogstens een stijging vertonend die veroorzaakt wordt door meldingsbewustzijn
823 Gestegen met 227 Ten opzichte van 2012
4. Klachten, een aantoonbare indicator voor de mate waarin cliënten tevreden zijn over zorg en dienstverlening;
Stabiel blijvend ten opzichte van 2012 (74)
57
5. BOPZ-aangelegenheden, drang en dwang
Vermindering aantal separaties; meer machtigingen op eigen verzoek, snellere en kortere opnameduur sneller ontslag onder voorwaarden. 7 weken
Deze doelstellingen zijn ten dele gehaald. Complexiteit van problematiek is complicerende factor
6. Wachttijden
9
7,3
Voor meer informatie over het NISPA zie www.nispa.nl.
Jaarverslag 2013, def. Versie
15
A U D I T S
7. Rapportages van de Inspectie en de eventuele verbeteracties die daarop gevolgd zijn;
8. De HKZ-certificering, als aantoonbare indicator voor het goed op orde zijn van het systeem van borgen van de kwaliteit;
Voldoen aan de Inspectienormen
4 tekortkomingen, waarvoor een verbeterplan is opgesteld Een beoordeling die continuering HKZ-certificaat toestaat
Effecten Met ROM en cliëntwaardering hebben behandelaar als cliënt zicht op de vooruitgang van de behandeling én de tevredenheid erover. Ook voor de opdrachtgevers en financiers is dat transparant. Cliëntwaardering Vanaf 2011 meten we cliënttevredenheid met de CQI: de Consumer Quality Index. De eerste twee jaar besprak de projectleider een jaarrapportage met verantwoordelijken. In 2013 hebben we de vraag naar cliënttevredenheid in de ROM ingebed, die daarmee onderdeel uitmaakt van het behandelproces. Concreet betekent het dat aan de ROM naast vragen over veranderingen in middelengebruik, klachten, symptomen en dagelijks functioneren, vragen zijn toegevoegd over cliëntwaardering aan het einde van de behandeling. Hierdoor kunnen we per maand cliëntervaringen kenbaar maken en de veranderingen die hierin optreden. Dit is een behoorlijke verandering die met de cliëntenraad is besproken. Overall waarderen cliënten in 2013 de zorg van Novadic-Kentron met een gemiddelde van 8,1.10 11 Verbeterpunten waren in 2013 vooral gelegen in informatieverstrekking aan cliënten in het algemeen en over medicatie in het bijzonder en in interne communicatie tussen medewerkers. Voor cliënten van de opvang (niet ambulant) is een aparte meting uitgezet. Zij waarderen de opvang van Novadic-Kentron gemiddeld met een 7,4.12 en noemen vooral sfeer en privacy als concrete verbeterpunten. Samen met de Cliëntenraad is overlegd hoe verbeteracties vorm te geven en te volgen. Routine Outcome Monitoring: kwaliteit vraagt erom Novadic-Kentron heeft afgelopen jaren samen met de cliëntenraad veel geïnvesteerd in de ROM. Cliënten vullen tijdens de behandeling ROM-vragenlijsten in, zodat we de effecten kunnen meten op indicatoren als klachten, dagelijks functioneren, kwaliteit van leven en middelengebruik. Behandelaren bespreken de resultaten met cliënten. Voor 2013 eisten de zorgverzekeraars een responspercentage van 40%. Voor de verslavingszorg is dat hoog omdat de sector relatief veel drop-out kent. Toch zijn we er in 2013 steeds beter in geslaagd het ROM-proces geheel te doorlopen. Zagen we daarin vanaf januari 2011 een stijging van 38 % procent, over 2013 was dat een stijging van ruim 22%. Er zijn gerichte acties ingezet om het vereiste responsepercentage te behalen. Dat is uiteindelijk in 2 regio’s gelukt. Eind april 2014 bleek dat we uiteindelijk een responsepercentage hebben bereikt van 36% voor- en nametingen, ten opzichte van 34% landelijk. Dat is te danken aan forse inspanningen en ICT-verbeteringen die zijn doorgevoerd, maar ook doordat we ROM in de behandelkamer met cliënten zijn gaan vullen. Het cliëntproces Veilig Incidenten Melden: MIP en ARBO Voor VIM was 2013 een overgangsjaar. Door de turbulentie moesten we VIM-rapportages en analyses met beperkte inzet en middelen realiseren. Een kwaliteitsmedewerker heeft de regio’s kwartaalgewijze VIMrapportages geleverd. Het management heeft daarmee vinger aan de pols gehouden, middels werkoverleggen en de afhandeling van afzonderlijke meldingen. De ARBO-commissie bleef als vanouds functioneren. Daarnaast heeft de geneesmiddelendistributiecommissie de medicatiemeldingen opgepakt. Het jaarverslag is aanleiding om verbeterslagen te maken.
10
dit is echter nog op basis van een geringe respons. Over het jaar 2013 krijgen we een éénmalige rapportage vanuit SBGGZ, omdat niet alle CQI afname’s momenteel gekoppeld worden en dus niet in het getoonde overall cijfer meegenomen worden. Deze rapportage verwachten we in april 2014.
11
Voor de klinische doelgroep is geen specifieke meting uitgezet.
12
responspercentage van 49 %
Jaarverslag 2013, def. Versie
16
Het totaal aantal incidentmeldingen in 2013 bedraagt 823. Dat is een stijging van 227 ten opzichte van de 596 meldingen in 2012. In figuur 2 is te zien dat het aantal meldingen in de afgelopen 9 jaar is gestegen van 200 naar ruim 800. Meldingen en coderingen vanaf 2005 1000 900 800 700 600 500 400 300 200 100 0
meldingen coderingen
2005 2006 2007
2008 2009 2010 2011
2012 2013
Figuur 2: trend van meldingen en coderingen13 over de jaren heen
Deze absolute getallen krijgen pas waarde als we ze afzetten tegen het aantal cliënten in zorg en het aantal fte dat wordt ingezet bij Novadic-Kentron. Onderstaande tabel geeft een beeld van cliëntaantallen. Jaar 2007 2008 2009 Aantal cliënten in behandeling 9870 11043 11030 Aantal meldingen Ca 300 300 550 % klachten per cliënt in behandeling 3% 2,7% 4,9% Tabel 1: trends van meldingen en aantallen cliënten over de jaren heen
2010 10312 Ca 400 3,8%
2011 9286 400 4,3%
2012 8411 Ca 600 7,1%
2013 8380 800 9,5%
De fikse stijging die we na 2011 in het aantal meldingen zien, zelfs in weerwil van de daling van het aantal cliënten, is verklaarbaar met de invoering van het VIM-systeem. Dat heeft een enorme stimulans betekend voor het melden van incidenten en het bewustzijn van het belang daarvan. Dat is nog versterkt doordat we sinds 2012 meer aandacht schenken aan het medicatiebeleid. De stijging is op zich dus geen reden voor ongerustheid, integendeel: een grote meldingsbereidheid staat voor een groot veiligheidsbewustzijn en dat men in de zorg grip heeft op incidenten. Daarnaast is het relevant te melden dat deze meldingen plaatsvinden bij 915 fte aan medewerkers in de zorg. Pieken zien we –net als vorige jaren- bij agressie (246 ten opzichte van 209 in 2012) en medicatie (375 ten opzichte van 167 in 2012).
Aantal meldingen
Meldingen naar oorzaak 2013
400 350 300 250 200 150 100 50 0
375
246
103 22
32
4
5
3
1
6
33
8
40 0
0
12 18 5
3
2
7 13 0
41 4
ar ba ik ch e es m b lis ig) da ijd rs an t (t de t/ v ie g An s t n in rla uc ht ve d uc O pro vl nt rg Zo ing / o ide ed ing ïc Vo iss ) su rm en en Ve tam ijt en ch /B (T atis n be m So y ab ac Kr n iv / le Pr en al k ik en n v Pr jd e rli n uik ve lle r .. O a isb b. ev m et ng n e l ni . O h r.. de sc e id tie ni ht M ica fo ac ed lla le t, M ne um te ns n ie o i gi or ro d Le rat ent risis bo -K (c La dic ten a s ov n N ie d lp ng . Hu r a e r i i.. ss & d m lp r... Do g rm hu ch la an da en ers Dw al st an en ov ef br al s Di d / atie eri ren t g an til a g, Br mu r, m gin to uu rei Au rat ed pa , b Ap ssie ut re kfo Ag raa sp Af
13
De term coderingen gebruiken we voor het aantal typeringen van 1 incident. Eén incident kent immers vaak meerdere aspecten. Agressie, privacy, overlast, middelenmisbruik, onbereikbaarheid van hulpdiensten komen vaak samen voor.
Jaarverslag 2013, def. Versie
17
De toename van agressie-incidenten (246 ten opzichte van 209 in 2012) heeft –behalve de meldingsbereidheid- te maken met de toename van de complexiteit van de problematiek van cliënten. De zorgzwaartenormering zorgt wel altijd voor de juiste bezetting in kwaliteit en kwantiteit, ondanks bezuinigingen. Er is dus geen sprake van onverantwoorde situaties. Incidenten met grensoverschrijdende en/of verbale agressie komen 2-4x zoveel voor als fysieke agressie-incidenten. Het aantal meldingen (375 ten opzichte van 167 in 2012).rond medicatie is dus het grootst. In onderstaande grafiek wordt duidelijk dat veel meldingen te maken hebben met de aflevering, maar liefst 197 van de 369. In het proces tussen bestellen en toedienen kunnen we nog verbeterslagen maken. Aangetekend moge worden dat de inspectie in 2012 naar aanleiding van een onderzoek heeft geconcludeerd dat de Verslavingszorg de zaken goed op orde had en dat NK wat dat betreft op de bovengrens zat. 14
Aantal meldingen
Medicatiemeldingen 2013 naar aard
250 200 150 100 50 0
197 71
66 18
13
4
ut fo e al ur sm an Tr 6. t ou sf ng ni ie ed To 5. .. ut fo gs in id re Be 4. ... ui tou rf ve le Af 3. .. ut ffo rij ch rs ve O 2. ut fo ijf hr sc or Vo 1.
Onderstaande figuur toont het patroon van 37 ARBO-meldingen (ten opzichte van 31 in 2012). Ook hier neemt(verbale) agressie (12) toe. Er hebben zich 2 prikaccidenten voorgedaan. Daarnaast viel op dat er vaker meldingen zijn gedaan over het niet kunnen bereiken van de achterwacht. (volgens Meldingen Incidenten Patiënten)
A a n ta lm e ld in g e n
Meldingen naar oorzaak Arbo 2013
14
12
12 10 7
8 6 4 0
2
2
2
2
r aa kb hi e sc me is )b al ig s ndijd er vat(t nd / ie Aast n g rl ct tin ve u ch Orod lu p v rg nt Zo ngo e / i d ed ng ïci si Vo su is ) rm en m Ve n ta jte en ch Bi is (T / at en m bb So y acra iv/K n Prn le ke al ik en v Pr ijd en k ar rl n i ve le ru ba ... O al b ik , is re HV ev be t, B ng nm O le et h de e ni ac i id h w sc er M icat ni ht ed lla fo ac e , l M e m te nst on niu gi or ie Le a trt d r isis en bo cr -K iLca n( ad te ov ns N ie .. pd g. n ra ul ng H le ed er a si dr de g id nd os D g& m lpmde an ar hu rij l w D tal da en sch r n fs a n e ie br ale sov D / i n tire d ae e ilt gr an ta m g, Br , u ormigin tu u u e A at dr ar e b pp , A sie t es ou gr kf A aa pr fs A
2
4 2
0
0 0
0
1 1
0
0
0
1
1
0
0 0
0
0 0
Verbeteracties naar aanleiding van VIM zijn gelegen in een vereenvoudiging van het meldformulier, herhaling van invulinstructies en een gesprek met medewerkers over definities van agressie of grensoverschrijdend gedrag. Gegevens over agressie worden doorgespeeld naar opleiden ten behoeve van de focus in agressietrainingen. Daarnaast pleit het management voor meer kennisoverdracht op het gebied van psychiatrische ziektebeelden om agressie te kunnen duiden. 14
In 2012 is de stijging van medicatiemeldingen niet gespecificeerd, en kan op dat punt dus niet vergeleken worden,. Het werd toen geweten aan een actief functioneren van de medicatiecommmissie.
Jaarverslag 2013, def. Versie
18
De medicatiemeldingen leiden tot overleg met leverancier Brocacef over verbetering van het aanleverproces en de noodzaak om dit te digitaliseren.15 Voor 2014 zullen we het managen van incidentmeldingen zoveel mogelijk bij middenkader en medewerkers in de eenheden beleggen. Klachten Het aantal klachten daalde in 2013 met 17. De klachtenfunctionaris had contact met 83 personen, waarvan 57 contacten uitmondden in klachtbemiddeling. Vooral cliënten zelf dienen een klacht in (59) of familie of naastbetrokkenen (22) of anderen. In onderstaande grafiek is de dalende trend in klachten over vijf jaar te zien. De oorzaak van de daling is gelegen in het dalend aantal cliënten maar ook in een betere bemiddeling tussen behandelaar en cliënt, al dan niet door toedoen van de klachtenfunctionaris. Aantal klachtcontacten door de jaren heen 2013: 83 contacten, waarvan 57 uitmondden in klachten om te bemiddelen 2012:109 contacten, waarvan 74 uitmondden in klachten om te bemiddelen 2011:106 contacten, waarvan 60 uitmondden in klachten om te bemiddelen 2010: 98 contacten, waarvan 73 uitmondden in klachten om te bemiddelen 2009: 78
Bejegening blijft een aandachtspunt, met name in (mis-) communicatie. Vaak is er een (andere) aanleiding, bijvoorbeeld een langere wachttijd of wisseling van hulpverlener, bijvoorbeeld door ziekte. Ook klachten over financiën waren aan de orde, vaak over de eigen bijdrage. Ook het inzagerecht in het dossier was onderwerp van de klachten. De thema’s bespreekt de klachtenfunctionaris in de RMT’s. Uiteindelijk zijn 14 klachten bij de externe klachtencommissie terechtgekomen, waarvan één gegrond is verklaard. Aan het aantal klachtonderdelen is te zien dat klachten in 2013 over het algemeen omvangrijker en complexer waren dan in de jaren daarvoor. Klachten Niet ontvankelijk/overig niet behandeld Ingetrokken Na bemiddeling ingetrokken Als ingetrokken beschouwd Schriftelijk behandeld Ter zitting behandeld (aantal beoordeelde klachtonderdelen) Totaal aantal verwerkte klachten
2009 1 0 6 0 2 2
2010 1 0 4 0 0 6
2011 2 1 5 0 0 3
7 11
9 11
2012 3 1 6 2 0 2 5
11
2013 1 3 2 2 0 6 4
14
18 1416
Patiënten en familievertrouwenspersoon In 2103 wendden zich 127 cliënten tot de Patiënten Vertrouwens Persoon met vragen of klachten. Het waren samengestelde vragen of klachten (tot 244), met de volgende onderwerpen: Verhouding onderwerpen door de jaren heen Dwangtoepassing Vrijheidsbeperking Overig dwang
2011 0,8 3,0
2012 2013 3,2 5,3
Gemiddeld sector (2013) 0,9 5,0
1,9
2,8
0,8
0,7
Behandeling
23,7
26,7
27,0
27,7
Bejegening
4,6
7,5
5,3
10,3
Dossier en informatie
4,3
3,6
3,3
6,3
5,1 4,8 16,4 18,0 17,5 100
5,0 2,5 14,2 22,4 6,8 100
3,3 6,1 15,6 20,9 6,6 100
3,2 12,1 9,8 17,6 6,3 100
Geldbeheer Hotelfunctie Jur.titel/wenst ontslag/overpl. Tegen ontslag/overpl. Overig Totaal
15
Overigens betekent dit ook dat kritisch moet worden gekeken naar de wijze van bestellen, hetgeen voorafgaat aan de levering. 16
1 Klacht werd in 2012 ingediend maar in 2013 afgehandeld. 1 Klacht die in 2013 is ingediend, wordt in 2014 afgehandeld. Het aantal in 2013 verwerkte klachten bedroeg dus (14 + 1 - 1) 14.
Jaarverslag 2013, def. Versie
19
Per 1 oktober 2013 is Novadic-Kentron aangesloten bij de LSFVP, de Landelijke Stichting Familievertrouwenspersoon. In de laatste maanden van 2013 is veel energie gestoken in het kwartiermaken voor de Familievertrouwenspersoon bij alle regio’s en Kentra24. Als ouders, verzorgers of andere familieleden/naastbetrokkenen problemen ervaren met de hulpverlening kan de familievertrouwenspersoon adviseren en ondersteunen. Bij NK is dat de klachtenfunctionaris. Mochten zich conflicterende situaties voordoen tussen cliënt en familie, dan onderhoudt de plaatsvervangend klachtenfunctionaris de contacten met cliënt, en de familievertrouwenspersoon die met de familie. BOPZ Interne behandelaren en externe ketenpartners weten de BOPZ-afdeling steeds meer te vinden voor de klinische uitvoering van een BOPZ-maatregel. Dat het aantal BOPZ-maatregelen vanaf 2011 daalt zien we als een natuurlijke fluctuatie. Bepalend voor de ontwikkelingen in de BOPZ-afdeling in 2013 was de toename van het aantal cliënten met complexe problematiek, zoals heftige GHB problematiek in combinatie met persoonlijkheidsproblemen, of chronisch alcoholisten met neurocognitieve problemen. Deze cliënten worden steeds vaker binnen een kader behandeld (onder andere BOPZ maatregel), terwijl we daarvoor nog geen passend traject of vervolgopvang hebben. Dat wordt nog versterkt door de tendens dat omliggende (netwerk)partners zoals de GGZ de neiging hebben mensen met complexe problematiek over te dragen naar Novadic-Kentron, en niet meer garant te staan voor een (snelle) overname. Wel slagen we er dankzij de ervaring van het behandelteam in om een steeds betere behandelrelatie met deze cliëntengroep te krijgen, een succesfactor voor een geslaagd traject en van cruciaal belang. In aanloop naar de nieuwe Wet Verplichte GGZ, die in 2015 ingaat. Om de organisatie daarop toe te rusten hebben we een gericht project ingezet. Het aantal voorlopige machtigingen is sterk gedaald ten opzichte van afgelopen jaar, terwijl het aantal voorwaardelijke machtigingen sterk is toegenomen. We zien dat als indicatief voor het feit dat we meer in de samenwerkingsrelatie zitten met onze cliëntengroep en kritischer zijn bij het afgeven van een voorlopige machtiging. Het aantal IBS-en lijkt zich in ons werkgebied te stabiliseren rond de 25 cliënten. B OPZ maatregelen 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
In
g in ar w e B
90 81 58
29 26 23
20
2012
23
2013 14
12 12 5
ng lli te S ke lij de r aa rw oo V
g in tig h ac M
ge pi rlo o o V
g in tig h ac M
/
5 ... ez tg r o o V g in tig h ac M
2010 2011
41 41 18
64
en ig E
ek zo er V
8
9
7 al ta To
Onze ambitie om het aantal voorwaardelijk ontslagen gestaag op te laten lopen konden we realiseren door die betere behandelrelatie. Dat heeft kortere opnames en snellere ontslag onder voorwaarden tot gevolg. Het aantal intrekkingen van voorwaardelijk ontslag is echter met 11 gestegen; bij minder rechterlijke machtigingen (41 RM-maatregelen dit jaar tegen 55 vorig jaar). Dat leert ons dat we er voor moeten waken om (te) snel voorwaardelijk ontslag te verlenen.
Jaarverslag 2013, def. Versie
20
V erlen en / In trekk en v o o rw aa rd elijk o n tslag 40
38
35 29
30
2009
A a n ta l
25
2010
20 20
2011
18
2012 15
2013
12 10
10
7
6 5
3 1
0 verlenen voorwaardelijk onts lag
int rek k en voorwaardelijk ont s lag
Het aantal vrijheidsbeperkende maatregelen is significant toegenomen van 29 naar 58. We zijn er niet in geslaagd om het aantal separaties terug te dringen richting afzondering. Dat heeft geen relatie met registratie, maar wederom met de heftiger en complexere problematiek van onze cliënten, met name GHB problematiek in combinatie met ernstige persoonlijkheids- of psychiatrische problematiek. We onderzoeken hoe vrijheidsbeperkende maatregelen (separaties en BOPZ maatregelen) zich verhouden tot zorg, omdat afdoende aanbod nu ontbreekt. Dat houdt ook in dat we hogere eisen stellen aan voor- en natraject: goed afspraken. Vrijheidsbeperkende Maatregelen Separatie Separatie / voeding Separatie / geneesmiddelen Afzondering Fixatie Geneesmiddelen Geneesmiddelen / voeding Voeding / vocht Beperking rechten Totaal
2009 13 1
2010 12 1 2
2011 13
2012 16
2013 37
4
5 8
1 11
29
9 58
1
14
16
2 19
Het aantal onttrekkingen uit de kliniek is in 2013 toegenomen van 52 naar 77, op een totaal van 23 cliënten. De politie was 19 keer betrokken. Een beperkte groep (7 cliënten) neemt 75% van de onttrekkingen voor hun rekening. Ook hier is de toename van de complexiciteit van de problematiek de oorzaak: psychiatrische comorbiditeit in samenhang met middelen (waarbij GHB-opnames fors toegenomen zijn). Ook hier is een goede behandelrelatie de succesfactor om het aantal onttrekkingen te laten dalen. Het voorgaande maakt duidelijk dat we daar steeds beter in slagen. Er is geregeld overleg met de gemeente conform een convenant. Aantal onttrekkingen 18 12 6 6
Geslacht
Leeftijd
Middel
IQ
Persoonlijkheid/ psychiatrie
GHB Alcohol Alcohol Alcohol
Cognitief beschadigd Neen Ja Neen Neen
M M M V
25 60 35 60
100 75 100 100
Schizofreen
5 4
M M
60 25
Alcohol GHB
Ja Neen
90 65
4
M
35
GHB
Neen
100
Schizofreen Afhankelijke ontwijkende persoonlijkheid Psychotische kwetsbaarheid bij antisociale persoonlijkheid Angstige, vermijdende mogelijk autistiforme persoonlijkheid
De steeds complexere problematiek dwingt –behalve het genoemde onderzoek naar een passend aanbod- tot een strakke monitor op de relatie tussen ziektebeelden/problematiek en vrijheidsbeperkende maatregelen en incidenten, zoals in bovenstaande tabel al wel gedaan is. Daarop zullen we in 2014 actief inzetten.
Jaarverslag 2013, def. Versie
21
Wachttijden In onderstaande tabel de wachttijden voor aanmelding en van aanmelding tot start behandeling.17 Vorig jaar bedroeg dat 7 weken.
gem
Aanmeldwachttijd Behandelwachttijd Totaal 3,4 3,9
7,3
Audits In 2013 heeft de inspectie ons bezocht en onderzocht onder de noemer thematoezicht OGGZ op de locaties Bergen op Zoom, Oss, Den Bosch en Eindhoven, met als focus FACT-teams. Voor Den Bosch was de conclusie dat de wel aanwezige FACT-teams niet beschikbaar zijn voor de hele regio; de gemeente had wel een visie op OGGZ, maar geen beleidsplan en al helemaal niet voor de hele regio. De gemeente voldeed deels aan de normen: er zijn afspraken over een meldpunt voor crises en het bereiken van kwetsbare mensen en risicogroepen (Centum voor Traject Begeleiding). Qua uitwisseling van persoonsgegevens doen we het goed omdat we daarvoor de handreiking voor bemoeizorg hebben geïmplementeerd. In Oss bleek hetzelfde beeld te bestaan. In Bergen op Zoom zijn FACT-teams werkzaam, maar nog niet allemaal gecertificeerd. In Eindhoven concludeerde de inspectie dat er voldoende, regiodekkende FACT-teams aanwezig zijn voor de EPAdoelgroep. Er is een uitvoeringsplan aanwezig en er zijn afspraken over een meldpunt en het bereiken van de doelgroep tussen betrokken organisaties. Een algemeen verbeterpunt is dat de GGD achterblijft met de bepaling van het aantal zorgmijders met (vermoedelijk) EPA, die in aanmerking komen voor FACT-zorg. Daarom heeft de inspectie alle gemeentes gevraagd hiervoor een werkwijze te ontwikkelen. Over het jaar 2013 is een interne controle uitgevoerd op de registratie van zorg om vast te stellen of de registratie van zorg juist, tijdig en volledig is en gelden daarmee op rechtmatige wijze zijn gedeclareerd. Verbeterpunten zijn gevonden in: - de aanwezigheid van een verwijsbrief voorafgaand aan de start van de behandeling - correcte tijdsregistratie - overeenkomst start en einddatum straftitel in EPD met plaatsingsbesluit - juist gebruik van AGB-codes - voldoende kennis van het gebruik van USER - Een actuele statusinformatie - Er voor zorgdragen dat het aantal uren geleverde AWBZ-zorg zich bevindt onder de minimumgrens van de bandbreedte van de CIZ- indicatie. - Direct contact tussen cliënt en hoofdbehandelaar ten behoeve van declarabiliteit van de DBC - Status van behandelaar komt volgens personeelsdossier overeen met geleverde zorg. Novadic-Kentron is nog steeds een HKZ-gecertificeerde organisatie. Nog steeds, want bestuurders en management beraden zich over een andere vorm van certificering. HKZ heeft zijn meerwaarde bewezen de afgelopen jaren, maar de audits en het certificaat als zodanig lijken op dit moment amper een toegevoegde waarde te hebben. Over het verslagjaar behield Novadic-Kentron haar certificaat. De audits leverden vier tekortkomingen op. Middels verbeteracties zijn die inmiddels opgeheven. In de organisatie is het grote streven om bij elk item de PDCA-cirkels zo klein en frequent, kort cyclisch, dicht bij de uitvoeringspraktijk te beleggen, zodat medewerkers en middenkader zo goed mogelijk zelf in staat zijn te sturen op kwaliteit. Doordat een aantal projecten on hold zijn gezet kon niet verder gewerkt worden aan de inrichting van het nieuwe digitale kwaliteitssysteem of de NEN ISO 7510 erkenning.
8. Medewerkers Net als in 2012 kreeg Novadic-Kentron ook in 2013 te maken met teruglopende budgetten. Daardoor moesten we medewerkers -met inachtneming van het doorlopend sociaal plan- boventallig verklaren. Waar mogelijk zijn zij -40 in getal- herplaatst. Voor een aantal medewerkers is dat een tijdelijke herplaatsing, eind 2013 betreft dat nog 1 fte. P&O heeft daarop met leidinggevenden strak gestuurd. Bij interne vacatures hadden boventalligen voorrang boven andere interne kandidaten. Ook bood het mobiliteitsnetwerk, het samenwerkingsverband van 5 GGZ-instellingen, geclusterd in het Dommelberaad, de mogelijkheid tot plaatsing van medewerkers bij andere instellingen. Dat had voor 2013 de volgende instroom en uitstroomcijfers tot gevolg, bij een totaal van 915 fte. 17
Deze wachtduur wordt ook aangeleverd naar zichtbare zorg
Jaarverslag 2013, def. Versie
22
Instroom bij Novadic-Kentron Uitstroom bij Novadic-Kentron
2006 160
2007 185
2008 292
2009 198
2010 170
2011 124
2012
2013
129
83
118
137
203
123
137
123
148
154
Van een groot aantal medewerkers met tijdelijke contracten moesten we helaas in 2013 afscheid nemen. Dat is jammer omdat het vaak jonge mensen betreft die aan het begin van hun carrière staan en in komende jaren vanwege de vergrijzing hard nodig zijn in de zorg. We zien echter juist een sterke stijging van de gemiddelde leeftijd van de Novadic-Kentron-medewerker. Ondanks al die ontwikkelingen is de Novadic-Kentron Groep nog steeds een solide werkgever met locaties in de gehele provincie die veel medewerkers een goede en gewaardeerde werkgelegenheid biedt. Door de afname van tijdelijke contracten kan een flexibele personeelsschil van circa 15-20% steeds minder gerealiseerd worden. We proberen de flexibele inzet van personeel echter wel te borgen door meer generieke functies, waarmee medewerkers in de toekomst op basis van externe ontwikkelingen snel en flexibel binnen de Novadic-Kentron Groep ingezet kunnen worden. Daarin is in 2013 gewerkt bij een grootscheepse actualisatie van de functiebeschrijvingen vanwege de verdere vorming van de Novadic-Kentron Groep. Binnen alle ontwikkelingen in 2013 zoals de vorming van de Novadic-Kentron Groep en een nieuwe managementfilosofie verrichtte de dienst Personeel & Organisatie haar activiteiten met het recent vastgestelde strategieplan als richtsnoer.
Waar mogelijk gaven we vorm aan projecten, met duurzaamheid, vitaliteit en flexibiliteit als sleutelwoorden. Zo is in 2013 verder onderzocht hoe een ICT-ondersteunend HRM-systeem ingevoerd kan worden. Dat is vanwege de bezuinigingen uitgesteld tot 2014. Vanuit Personeel & Organisatie zijn landelijke en regionale ontwikkelingen bijgehouden en waar mogelijk is hierop direct ingespeeld. De vorming van een Specialistische en Basis GGZ en de eisen van verzekeraars aan het hoofdbehandelaarschap zijn hiervan voorbeelden. Dit betekent aan de ene kant de aanname van meer hoger gekwalificeerd personeel (meer psychiaters en klinisch-psychologen), anderzijds wellicht een overschot aan personeel. Diverse personeelsregelingen werden volgens interne tijdschema´s geactualiseerd en via de Raad van Bestuur aan de Ondernemingsraad aangeboden. Ook de HKZ-beoordeling gaf een voldoende aan. Het ziekteverzuim is in 2013 ruim een procent gedaald ten opzichte van 2012. Wel is er nog een kleine ongunstige verhouding tot de gegevens in de branche. Vandaar dat besloten is in 2014 nog doelgerichter te gaan werken door middel van invoering van het eigen regiemodel, waarbij het niet om iemands beperkingen gaat maar juist om datgene wat iemand nog wel kan. Verder een goede herpositionering van rollen voor leidinggevenden, medewerkers, Personeel & Organisatie en de Bedrijfsarts met dito verantwoordelijkheden. Het MTO is gezien de nog in ontwikkeling zijnde organisatiestructuur van de Novadic-Kentron Groep niet zoals gepland gehouden, maar uitgesteld tot 2014. De werkzaamheden voor de BES-eilanden via onze dochterstichting Verslavingszorg & Psychiatrie Caribisch Nederland namen in 2013 steeds meer toe. Bij de stichting zijn nu een 30-tal medewerkers in dienst of gedetacheerd.
9. Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap 9.1. Juridische structuur De Stichting Novadic-Kentron ontstond in 2004 uit de fusie van de stichtingen Kentron en Novadic. In 2013 is zij statutair gevestigd in Tilburg, vanaf begin 2014 in Vught. In 2007 is een deelname verworven van 100% in Roder Consult Holding BV. Roder Consult Holding BV heeft op haar beurt een 16,6% deelname in RoderSana BV. Een VOF (Vennootschap onder Firma) is opgericht met GGZ Breburg ten behoeve van een programma voor Dubbele Diagnose. Datzelfde is gebeurd met GGZ Eindhoven aangaande “portaal 040” en met GGZ Reinier van Arkel ten aanzien van de samenwerking in zogenaamde hostels. In de Stichting SVPCN zijn de activiteiten ondergebracht ten behoeve van verslavingszorg op de zgn. BES-eilanden (Carabic).
Jaarverslag 2013, def. Versie
23
9.2 Normen voor goed bestuur Naast de wettelijke criteria, zijn de taken en verantwoordelijkheden van bestuur en toezichthouders beschreven in de statuten. Hierbij zijn de modellen van de Vereniging van Bestuurders in de Gezondheidszorg (NVZD) en de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in Zorginstellingen (NVTZ) het uitgangspunt. Eind 2013 zijn de statuten geactualiseerd en voldoen daarmee aan de Zorgbrede Governancecode 2010. In 2014 is de herziening gepland voor het Reglement Raad van Toezicht en Reglement Raad van Bestuur. Feitelijk werken beide organen reeds meerdere jaren volgens de principes en richtlijnen van de Governancecode. Gedragscode De NVZD-gedragscode voor de Goede Bestuurder is onderdeel van de arbeidsovereenkomst van de nieuwe voorzitter van de Raad van Bestuur (februari 2014) en van de aangepaste arbeidsovereenkomst van het overige lid van de Raad van Bestuur (voorjaar 2014). Klokkenluidersregeling Novadic-Kentron heeft een klokkenluidersregeling, die aan alle medewerkers via het intranet bekend is gemaakt. In het verslagjaar 2013 zijn geen meldingen gedaan. 9.3. Raad van Bestuur Besturing Stichting Novadic-Kentron De Raad van Bestuur is eindverantwoordelijk voor en belast met het besturen van de Stichting NovadicKentron, haar dochtermaatschappijen en daarmee verbonden organisaties. Tevens is zij - als bestuurder in de zin van de wet - werkgever en contractpartner voor medewerkers en aanspreekpunt voor de Ondernemingsraad en Cliëntenraad. De Raad van Bestuur bestuurt, stuurt op hoofdlijnen en legt over zijn werkzaamheden verantwoording af aan de Raad van Toezicht. De taken en bevoegdheden van de Raad van Bestuur en van de Raad van Toezicht zijn vastgelegd in de statuten van de Stichting. De Raad van Toezicht bestaat naast de voorzitter uit zes leden. Het vorenstaande Raad van Toezicht-model beantwoordt aan de bestuursstructuur, zoals uitgewerkt in de Zorgbrede Governancecode. De Raad van Bestuur bestaat uit twee leden. Als uitgangspunt geldt dat de leden een gelijke bevoegdheid hebben en gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de gang van zaken. Er is een portefeuilleverdeling tussen de leden van de Raad van Bestuur. Elk der leden is primair verantwoordelijk voor de uitoefening van de bestuurstaak op het terrein van zijn portefeuille. De gehele Raad van Bestuur is collegiaal eindverantwoordelijk voor de gehele bestuurstaak. Een lid treedt op als voorzitter. Samenstelling Raad van Bestuur Novadic-Kentron 2013 Naam, geboortedatum en M/V Bestuursfunctie/aandachtsgebied woonplaats Drs. K. in’t Veld MBA, M • Strategische beleidsontwikkeling geboren op: 13-05-1949, • Samenhang en afstemming wonende te Oisterwijk functionering leden van de Raad van Bestuur • Sociaal beleid, personele zaken • Aansturing (aantal) leidinggevenden • Financieel-economisch, informatieen facilitair beleid • Organisatiestructurering en ontwikkeling • Netwerkvorming Portefeuille • Voorzitter Raad van Bestuur • Voorzitter Stichting Verslavingsgelden Geestelijke gezondheidszorg • Lid Algemeen Bestuur Netwerk verslavingszorg • Lid Begeleidingscommissie DIMS • Voorzitter RvC RoderConsult Holding Jaarverslag 2013, def. Versie
Nevenfuncties
24
Drs. R. Hermanides, geboren op: 04-12-1951 wonende te Amstelveen
M
Lid Stichting Symfonie Tilburg Professionalisering verslavingszorg Behandelings-, zorg- en preventiebeleid • Wetenschappelijk onderzoek • Vakinhoudelijke ontwikkelingen • Medisch-ethisch beleid • Kwaliteitsbeleid • PR, Communicatie en voorlichtingsbeleid • Aansturing (aantal) leidinggevenden Portefeuille • Lid Raad van Bestuur • Bestuurslid Resultaten Scoren • Voorzitter Leernetwerk • Bestuurslid Rino Zuid (tot juli 2013) • Bestuurslid Stichting Verslavingszorg en Psychiatrie Caribisch Nederland • Bestuurslid Gebruiksvereniging User • • •
Lid Raad van Toezicht Jeugdinterventies (onbetaald)
Novadic-Kentron kent in 2013 drie deelnemingen: de Vof Dubbel Diagnose, de Vof Portaal 040 en Roder Consult. Het bestuur daarvan wordt op de volgende wijze vormgegeven. Het bestuur van de Vof DD bestaat uit de Raad van Bestuur GGZ Breburg - G. van Weelden - en de Raad van Bestuur Novadic-Kentron – R. Hermanides -, tevens voorzitter. Het bestuur van de Vof Portaal 040 bestaat uit de Raad van Bestuur GGzE – M.L.Vossen - tevens voorzitter en de Raad van Bestuur Novadic-Kentron, vertegenwoordigd door R. Hermanides. Deze besturen leggen verantwoording af aan de Raden van Bestuur van de vennoten. De Roder Consult Holding BV heeft een statutair directeur. Deze legt verantwoording af aan een Raad van Commissarissen, samengesteld uit de Raad van Bestuur van Novadic-Kentron. Roder Consult Holding BV op zijn beurt is aandeelhouder in Roder Sana Holding BV met 1/6 deel van de aandelen. De Raad van Bestuur van Novadic-Kentron is benoemd tot vertegenwoordiger door aandeelhouder Roder Consult BV in de algemene vergadering van aandeelhouders. Werkwijze Raad van Bestuur De Raad van Bestuur vergadert met een voorzitter, een agenda en de verslaglegging vindt plaats middels een verslag en een besluitenlijst. In 2013 is 49 keer vergaderd. Het verslag wordt gecommuniceerd met de managers, stafhoofden, Cliëntenraad en Ondernemingsraad. De besluitenlijst wordt steeds gezonden aan de hoofden die de verantwoordelijkheid hebben dit te delen met hun medewerkers. Beoordeling van de Raad van Bestuur door de Raad van Toezicht De Remuneratiecommissie en meer in het bijzonder de voorzitter van de Raad van Toezicht heeft in 2013 regelmatig gesprekken gevoerd met de individuele leden van de Raad van Bestuur en met de volledige Raad van Bestuur. Waar nodig heeft hiervan verslaglegging plaatsgevonden. Het karakter van de gesprekken was een mengeling van de bespreking van de actualiteit van een aantal - kritische - dossiers en de persoonlijke performance daarbinnen van de Raad van Bestuur, individueel en collectief. In 2014 wordt de draad van beoordelingsgesprekken weer opgepakt. Bezoldiging De bezoldiging van de leden van de Raad van Bestuur voldoet aan de Wet Normering Topinkomens WNT, die op 01-01-2013 van kracht is geworden. De bezoldiging en de toelichting daarop zijn opgenomen in de jaarrekening 2013. Novadic-Kentron publiceert het jaarverslag en de jaarrekening op haar website. De arbeidsovereenkomsten van de bestuurders dateren van de aanvang van hun bestuursfunctie (1994, respectievelijk 1998) en zijn nadien in formeel-juridische zin niet aangepast. Wel heeft de materiële component in de arbeidsvoorwaarden zich nagenoeg identiek mee-ontwikkeld met de wijze, waarop in zijn algemeenheid de beloning van bestuurders in de zorg plaatsvindt. Met een formeel akkoord van de accountant heeft de Raad van Toezicht eind 2013 besloten, dat klasse “G”, zoals omschreven in de WNT, op Novadic-Kentron van toepassing is. De bezoldiging van de bestuurders ligt in 2013 boven de maximum-beloning conform klasse “G”. Deze valt evenwel onder het formele overgangsregiem.
Jaarverslag 2013, def. Versie
25
In 2013 heeft de gemeente Eindhoven gekozen voor een eigen inkomenspolitiek van bestuurders, die op straffe van korting op het subsidiebudget wordt afgedwongen. Novadic-Kentron is hiertegen in bezwaar gekomen, waarin zij in het gelijk is gesteld. Op haar beurt is de gemeente Eindhoven hiertegen in beroep gegaan, welke procedure in 2014 door de rechter zal worden beslecht. Novadic-Kentron staat op het standpunt, dat inkomenspolitiek behoort tot het domein van de landelijke overheid en landelijke koepelorganisaties. Aan de landelijke wet- en regelgeving inzake de bezoldiging van bestuurders wil Novadic-Kentron zich nadrukkelijk houden, met inbegrip van de toepassing van het formele overgangsrecht als borging van verworven rechten. In alle nieuwe situaties – vanaf begin 2014 opportuun gezien een vacature in de RvB - sluit de Raad van Toezicht aan bij de maximum-bezoldiging, zoals toegestaan in de WNT (klasse “G”). Voorkomen belangenverstrengeling Raad van Bestuur Belangenverstrengeling door leden van de Raad van Bestuur wordt voorkomen door: • onderlinge consultatie wanneer goederen of activiteiten worden aangeboden door derden; • openbaarmaking nevenfuncties (betaald of onbetaald) en toezien op voorkomen van conflicterende belangen door bestuurder zelf, bestuurders onderling en door de Raad van Toezicht. Dit gebeurt expliciet bij aantreden van nieuwe bestuurders. Voor nieuwe nevenfuncties wordt toestemming gevraagd en wordt getoetst op strijdigheid met de Wet Bestuur en Toezicht, op eventuele belangenverstrengeling en op het effect van de werkbelasting. Informatieprotocol Raad van Bestuur en Raad van Toezicht Er is een informatieprotocol van toepassing. Het normatieve kader daarvan is ontleend aan de statuten en de Zorgbrede Governancecode en het protocol is leidend in de informatievoorziening van de Raad van Bestuur aan de Raad van Toezicht. De Raad van Bestuur informeert de Raad van Toezicht periodiek over de realisatie van de afspraken in het kader van het strategisch meerjarenplan en het jaarplan, waarvan de volgende resultaatgebieden onderdeel zijn: kwaliteit en veiligheid van de zorg; doelmatigheid en continuïteit van de organisatie en de bedrijfsvoering; het innovatievermogen; de toegankelijkheid; klantgerichtheid; klanten medewerkerstevredenheid. De Raad van Bestuur verschaft alle informatie tijdig. Op het gebied van meldingen van calamiteiten en spoedeisende onderwerpen worden aanvullende afspraken in acht genomen. 9.4. Raad van Toezicht De Raad van Toezicht treedt op als één Raad van Toezicht, die toezicht houdt op de totale organisatie van Novadic-Kentron. 9.4.1. Verslag Raad van Toezicht In deze paragraaf doet de Raad van Toezicht verslag en legt verantwoording af betreffende zijn functioneren in 2013. In het voorjaar 2013 is, door het wegvallen van borging WFZ, een groot en acuut liquiditeitsprobleem ontstaan. Door veel extra inzet van enkele leden van de Raad van Toezicht en de steun van de zorgverzekeraars en gemeenten kon worden voorzien in een passend bancair krediet en de omzetting van korte naar langlopende leningen. De Raad van Toezicht stelde daartoe de tijdelijke Restructureringcommissie uit haar midden in, bestaande uit 4 leden. De gebleken tekortkomingen in het management vormden voor de Raad van Bestuur aanleiding tot een aantal ingrepen op de korte termijn. De Raad van Toezicht gaf in gezamenlijkheid met de Raad van Bestuur in het voorjaar 2013 opdracht tot een intern onderzoek, uitgevoerd door Deloitte. Het rapport “Bezielde Zakelijkheid” is daarna breed in de organisatie besproken en was de basis voor een ingrijpende veranderagenda voor 2013 en volgende jaren. Deze werkt door op tal van aspecten in de besturingsfilosofie, organisatiestructuur, cultuur, systemen, procedures, competenties van management en bemensing van management- en staffuncties. De Raad van Toezicht volgt dit proces kritisch. In het najaar gaf zij een extern adviseur van het bureau Damhuis, Elshout en Verschure opdracht voor een verdiepingsslag, met name op het punt van structuur en cultuur. De uitkomst daarvan is zorgvuldig geïntegreerd in het reeds lopende veranderproces. Novadic-Kentron participeert met een aantal zorgorganisaties in Roder Sana Holding BV, een organisatie voor verslavingszorg voor een specifiek marktsegment. Novadic-Kentron is behalve aandeelhouder (indirect via Roder Consult) ook een belangrijke kredietverstrekker. Roder Sana is in 2013 financieel in zwaar weer gekomen. Veel van de Raad van Bestuur, maar uiteraard ook van de Raad van Toezicht, is gevergd om een scherp beeld te krijgen van de onderliggende oorzaken en van de oplossingsrichting.
Jaarverslag 2013, def. Versie
26
Door middel van een expliciet mandaat heeft de Raad van Toezicht eind 2013 het onderhandelingskader gegeven aan de Raad van Bestuur. Deze is hiermee aan de slag gegaan, doch de vooruitzichten voor een doorbraak ten goede waren rond de jaarwisseling niet rooskleurig en zijn daarna alleen maar verslechterd. De Restructureringscommissie en het bijzonder haar voorzitter heeft in 2013 veelvuldig en meer dan gebruikelijk overleg gevoerd met de Raad van Bestuur over de kritische dossiers en haar met raad en daad, individueel en collectief, bijgestaan. Zij droegen vaak ook elementen in zich van reguliere evaluatiegesprekken. In voorjaar 2013 is besloten om van accountantskantoor te veranderen. Van PWC werd afscheid genomen en de Raad van Toezicht benoemde Deloitte tot de nieuwe accountant, vooralsnog voor een jaar. Een bijzonder woord van dank is verschuldigd aan de heer M. Prinsen, die op 1 juli 2013 wegens het einde van de termijn is afgetreden. De Raad van Toezicht is hem zeer erkentelijk voor al zijn inspanningen voor Novadic-Kentron gedurende een periode van 8 jaar, als vicevoorzitter in de volle breedte van de toezichthoudende taak en die van de financieel-economische en markttechnische kennis en ervaring in het bijzonder. Vooral in 2013 heeft de financiële problematiek ook van hem veel extra inspanningen gevraagd. De Raad van Toezicht besloot de vacature van vicevoorzitter te gaan invullen in het perspectief van de vacature, die in 2014 ontstaat als gevolg van het aftreden van de heer R. van Lent, als voorzitter. Met het voorzittersprofiel voor ogen is de vacaturevervulling gestart door de wervingscommissie, bestaande uit 4 leden van de Raad van Toezicht en een lid van de Raad van Bestuur, als adviseur. Per 1 november 2013 is de heer T. Kessels gestart als vicevoorzitter en aankomend voorzitter per 01 september 2014. Per 1 december heeft de herbenoeming plaatsgevonden van mevrouw Peters- Van Gorp en de heer H. Kuijpers voor een nieuwe termijn van 4 jaar. De huidige voorzitter van de Raad van Bestuur, de heer K. in ’t Veld, gaat medio 2014 - na een dienstverband als bestuurder van meer dan 20 jaar – rond zijn pensioengerechtigde leeftijd Novadic-Kentron verlaten. In mei 2014 wordt uitgebreid afscheid van hem genomen. De Raad van Toezicht heeft naar aanleiding van de ontstane vacature besloten voor voortzetting van een tweehoofdige Raad van Bestuur, met daarin een geprofileerd voorzitter. Na consultatie van geledingen in de organisatie is besloten om de nieuwe voorzitter van de Raad van Bestuur extern te werven. Daartoe is het bureau Vandervliet/Vanderschoot in de arm genomen. Op grond van een nauwkeurig opgesteld en intern gedragen profiel is de werving eind 2013 gestart. Daartoe is een selectiecommissie ingesteld, bestaande uit 4 leden van de Raad van Toezicht, aangevuld met het blijvende lid van de Raad van Bestuur als adviseur. In februari 2014 heeft de benoeming plaatsgevonden van de heer W. Tibosch, voorzitter College van Bestuur SintLucas, Vakinstelling te Eindhoven en Boxtel. Hij start per 1 juni 2014. 9.4.2. De samenstelling van de Raad van Toezicht en wisselingen daarin De Raad van Toezicht bestaat uit 7 leden. Medio 2013 is de heer M. Prinsen met het bereiken van de maximale benoemingstermijn afgetreden. In november is de heer T. Kessels toegetreden als zijn opvolger, tevens vicevoorzitter. Hij is geworven op het profiel van voorzitter, welke functie hij per 1 september 2014 gaat vervullen in plaats van de heer R. van Lent, wiens termijn als toezichthouder per die datum stopt. Naam, geboortedatum en woonplaats, benoemingstermijn Drs. M.M.P. van Lent, geboren op: 21-07-1955, wonende te Beusichem; e 2 benoemingstermijn tot 1 september 2014 J.J.J.M. Panken, geboren op: 20-03-1950, wonende te Son, 2e benoemingstermijn tot 1 maart 2014
Jaarverslag 2013, def. Versie
M/V
Hoofdfunctie en nevenfunctie(s)
M
Hoofdfunctie: • Partner & Chief Officer Executive Learning Nevenfunctie: geen
M
Voormalige hoofdfunctie: • Regio directeur Zuid Nederland ING Real Estate Nevenfuncties: • Voorzitter Bestuur Stichting Beer Foundation • Lid Raad van Advies van Hostellerie “de Hamert” te Wellerlooi • Directeur Panlandt Staete BV 27
• •
Directeur Nutrisupplements BV Initiatiefnemer Suyderwaerde Vastgoedbeleggingen
Mr. M.L.M. Prinsen, geboren op: 15-04-1955, wonende te De Bilt, 2e benoemingstermijn tot 1 juli 2013
M
Hoofdfunctie: • Programmamanager (semi) overheid sales Menzis Nevenfuncties: • Lid Raad van Toezicht Stichting Toghether for Better • Bestuurslid armoedepact Almelo
Ing. A.P.A.M. de Jong, geboren op: 02-05-1962, wonende te Vught, 2e benoemingstermijn tot 1 januari 2016
M
Hoofdfunctie: • Directeur SDB Groep N.V. Nevenfunctie: • Lid bestuur IZZ
Dr. E.M.S.J. van Gennip, geboren op: 03-06-1960, wonende te Leiden, 2e benoemingstermijn tot 1 september 2016
V
Hoofdfunctie: • Directeur Nictiz Nevenfunctie: • Member of GA of IHTSDO
H.A.J. Kuijpers, geboren op: 27-03-1952, wonende te Asten-Heusden, 2e benoemingstermijn tot 1 december 2017
M
Voormalige hoofdfunctie: • Senior Lecturer Social Studies, staffmember minor Verslavingskunde, Fontys University of Applied Sciences Nevenfuncties: • Supervisor/Coach Psychosociale Zorg • Onafhankelijk voorzitter Cliëntenraad Buro Jeugdzorg Noord-Brabant. • Lid Klachtencommissie de Combinatie/BJ Brabant • Ex voorzitter Regionaal Patiënten Consumenten Platform Zuidoost Brabant.
Mr. G.M.D. Peters- van Gorp, geboren op: 14-01-1952, wonende te ’s-Hertogenbosch, e 2 benoemingstermijn tot 1 december 2017
V
Drs. A.H.M. Kessels, geboren op: 11-11-1950, wonende te Mook, 1e benoemingstermijn tot 1 november 2017 met een mogelijkheid tot herbenoeming
M
Hoofdfunctie: • Manager kwaliteitszorg van de Anton de Kom Universiteit van Suriname Nevenfuncties: • Organisatieadviseur hoger onderwijs kwaliteitszorg en ICT en onderwijs • Lid Raad van Toezicht HOV Voormalige hoofdfunctie: • Voorzitter Raad van Bestuur Pantein en Syntein (tot 01-01-2011) Nevenfuncties: • Onafhankelijk voorzitter bestuurlijke stuurgroep Regiovisie Top van Limburg (betaald) • Vice-voorzitter RvT Stichting Leisure Port Noord Limburg (betaald) • Lid initiatiefgroep Smaakcentrum Land van Cuijk: jeugd, gezondheid en voeding (onbetaald)
Jaarverslag 2013, def. Versie
28
Wet Bestuur en Toezicht Binnen de Raad van Toezicht is geconcludeerd, dat bij geen van de leden een overschrijding is geconstateerd van het aantal toezichthoudende functies of commissariaten, zoals bedoeld in de wet. Tot haar genoegen stelt zij vast, dat zij voldoet aan het voorgeschreven percentage vrouwelijke leden van minimaal 30%. In 2014 worden 2 nieuwe leden van de Raad van Toezicht geworven. Bij gelijke geschiktheid zal de keuze uitgaan naar een vrouwelijke kandidaat. 9.4.3. Werkwijze en wijze van toezicht door de Raad van Toezicht • De Raad van Toezicht treedt op als een collegiaal orgaan. De besluitvorming vindt plaats tijdens de vergaderingen van de Raad van Toezicht en voor “spoedeisende onderwerpen” wordt tot versnelde besluitvorming overgegaan. De formele bekrachtiging vindt plaats in de eerstvolgende vergadering van de Raad van Toezicht; • De Raad van Bestuur neemt voltallig deel aan alle plenaire vergaderingen van de Raad van Toezicht; • De agendacommissie van de Raad van Toezicht bereidt samen met de Raad van Bestuur de agenda voor. Commissies De Raad van Toezicht heeft uit zijn midden commissies gevormd die beleidsvoorbereidend werk verrichten voor de Raad van Toezicht. De instelling en samenstelling van – soms ook tijdelijke - commissies is afhankelijk van het belang van het onderwerp en de bijzondere aandacht die deze onderwerpen vragen. De onderstaande taakomschrijving geeft de situatie weer over 2013. De besluitvorming vindt plaats in de plenaire vergadering van de Raad van Toezicht. Verslagen van de commissies maken deel uit van de agenda van de plenaire vergadering. Taakbeschrijvingen samenstellingcommissies • Agendacommissie (met voltallige Raad van Bestuur): Deze commissie bereidt elke reguliere plenaire vergadering voor. Samenstelling: R. van Lent en T. Kessels (per 01-11-2013) • Remuneratiecommissie (in voorkomende gevallen met voorzitter Raad van Bestuur als adviseur): Deze beoordeelt het functioneren van de leden van de Raad van Bestuur, individueel en collectief. Tevens bereidt deze het beleid voor inzake de beloning van de leden van de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht. Samenstelling: R. van Lent, M. Prinsen (tot 01-07.13), J. de Jong (per 01.03.13) en T. Kessels (per 01.11.13) • Financiële (audit) Commissie (met voltallige Raad van Bestuur en controller, en tweemaal per jaar met de accountant): Deze commissie komt minimaal 4 keer per jaar bijeen en verricht voorbereidende werkzaamheden voor de Raad van Toezicht met het doel om het toezicht over het te voeren financieel en financieeladministratief beleid en de risicobeheersingssystemen en de planning & control cyclus goed vorm te geven. Samenstelling: J. Panken, M. Prinsen (tot 01.07.13), J. de Jong (per 01.07.13) en T. Kessels (per 01.11.13) • Commissie Kwaliteit en Veiligheid van Zorg (met een lid Raad van Bestuur en interne kwaliteitsdeskundige): Deze commissie verricht voorbereidende werkzaamheden voor de Raad van Toezicht om het toezicht over het te voeren beleid inzake kwaliteit en veiligheid van zorg voor de totale organisatie van NovadicKentron goed vorm te kunnen geven. Samenstelling: L. van Gennip, H. Kuijpers, D. Peters-van Gorp • Wervingscommissie (Remuneratiecommissie, aangevuld met 2 leden van de Raad van Toezicht en een lid van de Raad van Bestuur als adviseur): Deze tijdelijke commissie bereidt de werving en selectie voor van de vacante posities binnen de Raad van Bestuur en Raad van Toezicht. Samenstelling: R. van Lent, L. van Gennip, J. de Jong en T. Kessels (per 01.11.13) • Strategiecommissie (met de voltallige Raad van Bestuur): De commissie heeft in 2013 een beleidsvoorbereidende rol gespeeld ten behoeve van de goedkeuring door de Raad van Toezicht van de Kaderbrief 2014. Voor het overige heeft deze commissie, initieel ingesteld en bedoeld voor een meer brede functie in de beleid- en strategiebepaling van de organisatie, in 2013 geen rol vervuld. Samenstelling: R. van Lent, L. van Gennip, J. de Jong, T. Kessels (per 01.11.13)
Jaarverslag 2013, def. Versie
29
•
Restructureringscommissie (aangevuld met controller en voorzitter Raad van Bestuur): Deze ad hoc commissie (april-augustus) heeft een strategische en deels ook uitvoerende rol vervuld in het oplossen van het dossier van de acute liquiditeitsproblemen, waarin de organisatie in voorjaar 2013 was beland. Samenstelling: R. van Lent, M. Prinsen (tot 01.07.13), J. Panken en J. de Jong.
Attendance plenaire vergaderingen en (vaste) commissies 2013 X = aanwezig – = afwezig Plenaire vergaderingen 20-0224-0429-0526-0614-0828-082013 2013 2013 2013 2013 2013 (extra) (extra) R. van X X X X X X Lent J. X X X X X X Panken J. de X X _ X X X Jong M. X X X X NvT NvT Prinsen * L. van X X X X X X Gennip D. x _ Peters H. X X Kuijpers T. NvT NvT Kessels ** *) tot 01.07.13 **) vanaf 01.11.13
X NvT X NvT
Totaal 8
X
X
8
X
X
8
X
X
7
NvT
NvT
4
X
X
8
X
x
x
x
x
7
X
X
_
X
X
X
7
NvT
NvT
NvT
NvT
NvT
X
1
Vergaderingen Financiële Commissie 20-0118-0210-042013 2013 2013 X NvT X NvT
18-122013
x
Vergaderingen Agendacommissie 12-0209-0414-052013 2013 2013 R. van Lent X X X T. Kessels NvT NvT NvT
J. Panken J. de Jong M. Prinsen T. Kessels
30-102013
X NvT X NvT
14-082013 X NvT
12-082013 X X NvT NvT
Vergaderdingen Commissie Kwaliteit en Veiligheid 18-04-2013 27-11-2013
14-102013 X NvT
14-082013 (extra) X X NvT NvT
03-122013 X X
Totaal 5 5 2 3 0
Totaal 2
L. van Gennip
X
X
2
H. Kuijpers
X
X
2
D. Peters-van Gorp
X
X
2
Jaarverslag 2013, def. Versie
Totaal 6 6 1
30
Vergaderingen Strategische Commissie 03-04-2013 R. van Lent L. van Gennip J. de Jong
X X X
Totaal 1 1 1 1
9.4.4. Inhoud vergaderingen Raad van Toezicht In totaal hebben 6 reguliere vergaderingen van de Raad van Toezicht plaatsgevonden. Er zijn twee extra vergaderingen ingelast vanwege de financiële situatie. Bij iedere vergadering is de Raad van Bestuur voltallig aanwezig geweest. In deze vergaderingen is het uitgezette beleid van de Raad van Bestuur en de onderwerpen met betrekking tot de algemene gang van zaken van de totale organisatie besproken. Per kwartaal worden de managementrapportages inclusief de prestaties geagendeerd en besproken. De Raad van Toezicht toetst of de Raad van Bestuur bij zijn beleidsvorming en de uitvoering van zijn bestuurstaken oog houdt op het belang van de Stichting en haar dochtermaatschappijen, rekening houdend met het feit dat de organisatie een onderneming is met een bijzondere maatschappelijke verantwoordelijkheid. Door de Raad van Toezicht vastgestelde besluiten, naast goedkeuring van besluiten van de Raad van Bestuur Nummer
Onderwerp
1 2 3
Begroting 2013 Instelling Restructureringscommissie Bekrachtiging genomen stappen en plan van aanpak liquiditeitsprobleem Key Performance Indicators (KPI’s) Investeringsstop en beperking interne procuratie Instelling Wervingscommissie 2 vacatures RvT Rapport Bezielde zakelijkheid, met stappenplan en deelprojecten Procedure werving beoogd voorzitter RvT Mandaat Restructureringscommissie inzake leningen en kredieten Taakstelling begroting 2013 op “0” Bestuur Roder Consult BV wijzigen naar RvT Novadic-Kentron Strategische, juridische en organisatorische stappen RoderSana BV Jaarverslag en jaarrekening 2012 Kaderbrief Opheffing Restructureringscommissie Beëindiging contract accountant Benoeming Deloitte als accountant voor 1 jaar Instelling Wervingscommissie vacature voorzitter Raad van Bestuur Honorering RvT per 01-10-2013 Aanpak voorkomen faillissement RoderSana BV Benoeming T. Kessels tot lid, vicevoorzitter en toekomstig voorzitter RvT Topstructuur en besturingsfilosofie Keuze extern bureau werving nieuwe voorzitter Raad van Bestuur Mandaat aan RvB inzake stappenplan RoderSana BV Verklaring wijziging statuten Stichting Verslavingszorg Psychiatrie Caribisch Nederland Kaderbegroting 2014
4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
Jaarverslag 2013, def. Versie
Conform voorstel
Met aanpassingen 20-02-2013
24-04-2013 24-04-2013 24-04-2013 24-04-2013 24-04-2013 26-06-2013 26-06-2013 26-06-2013 26-06-2013 26-06-2013 26-06-2013 14-08-2013 14-08-2013 14-08-2013 28-08-2013 28-08-2013 28-08-2013 28-08-2013 28-08-2013 30-10-2013 30-10-2013 30-10-2013 30-10-2013 30-10-2013 18-12-2013 31
27 28 29 30
Profiel werving voorzitter RvB Wijziging statuten Novadic-Kentron Aanwijzing T. Kessels tot kwartiermaker toekomstige governance Benoeming 2e termijn als lid RvT D. Peters-van Gorp en H. Kuijpers
18-12-2013 18-12-2013 18-12-2013 18-12-2013
9.4.5. Overige onderwerpen Bezoldiging Raad van Toezicht De Raad van Toezicht heeft in 2013 haar bezoldiging op marktconform niveau gebracht, uiteraard passend in de maximumbezoldiging conform klasse “G “ WNT. Reeds vele jaren lag deze op hetzelfde niveau en bewoog zich op circa 50% van het toegestane en gangbare vergoedingenniveau van toezichthouders in de zorg. Kosten voor bij- en nascholing en voor reis- en verblijf kunnen separaat worden gedeclareerd. In de jaarrekening 2013 worden de bedragen van de bruto-honorering vermeld en nader toegelicht. Beoordeling functioneren Raad van Toezicht De Raad van Toezicht is er in 2013 gezien de prioriteiten en urgenties binnen haar toezichthoudende taken niet aan toegekomen om haar eigen functioneren methodisch te evalueren. Wel voelde zij de behoefte om de ervaringen in de voorbije jaren en in het bijzonder die in 2013 als basis te nemen voor een nader onderzoek naar verbetermogelijkheden in de governance in zijn algemeenheid en het organisatorisch functioneren van de Raad van Toezicht in het bijzonder. De vicevoorzitter, de heer T. Kessels, is eind 2013 door de Raad van Toezicht aangesteld als kwartiermaker voor de formulering en implementatie van een verbeterde of nieuwe wijze van werken. Hij is gestart met tal van gesprekken met individuele leden van de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur, kennismakingsgesprekken met de Ondernemingsraad en Cliëntenraad en gesprekken met de accountant en de NVTZ en andere externe ervaringsdeskundigen en adviseurs inzake governance. In april 2014 heeft de Raad van Toezicht een notitie vastgesteld, met een groot aantal verbetervoorstellen. Deze zullen in 2014 en 2015 worden geïmplementeerd. Overleg met de externe accountant • De Raad van Toezicht heeft in voorjaar 2013 besloten afscheid te nemen van PWC, als accountant. Na een korte verkenning is Deloitte als nieuwe accountant benoemd; • PWC is in 2013 één keer aanwezig geweest bij vergadering van de Financiële Commissie, bij gelegenheid van de bespreking van de jaarrekening 2012; • De accountant is eveneens in de plenaire vergadering van de Raad van Toezicht aanwezig geweest bij de bespreking van het jaarverslag en de jaarrekening 2012; • De controller heeft periodiek overleg met de accountant; • De accountant heeft inzage in de verslagen van de plenaire vergaderingen van de Raad van Toezicht. Borging van deskundigheid in de Raad van Toezicht De Zorgbrede Governancecode gaat uit van een tweeledige opleidingsstructuur: het introductieprogramma en het bijscholingsprogramma. Binnen de Raad van Toezicht heeft een bijscholingsprogramma beperkt vorm gekregen, behoudens de deelname van individuele leden aan studie- en themabijeenkomsten van bijvoorbeeld de NVTZ. In het plan voor de verbetering van de governance in 2014 en 2015 is bepaald dat zal worden toegewerkt naar een plan voor deskundigheidsbevordering, in company en individueel. Voor het nieuw intredend lid, de heer T. Kessels, is eind 2013 ter introductie een aantal kennismakingsgesprekken georganiseerd met het naast hogere management, de controller, het hoofd HRM en de Ondernemingsraad en Cliëntenraad, alsmede met de belangrijkste externe adviseurs, zoals de accountant. Het bezoek aan een aantal locaties en de ontmoeting met lokale managers en zorgprofessionals wordt gecombineerd met het introductieprogramma, dat medio 2014 wordt georganiseerd voor de 2 nieuwe leden van de Raad van Toezicht. Borging onafhankelijkheid en voorkomen van belangenverstrengeling De Raad van Toezicht is zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar en het bestuur van de organisatie en welk deelbelang dan ook, onafhankelijk en kritisch kunnen opereren. De profielschets van de Raad van Toezicht, zoals opgenomen in de statuten alsmede de Zorgbrede Governancecode en de Wet Bestuur en Toezicht, geeft een sluitende lijst van onverenigbaarheden. Bij de personalia van de leden van de Raad van Toezicht wordt inzicht gegeven in de beroepsmatige werkzaamheden en nevenfuncties.
Jaarverslag 2013, def. Versie
32
Geen enkel lid van de Raad van Toezicht vervulde tegelijkertijd de functie van lid van de Raad van Bestuur van een binnen het werkgebied werkzame organisatie of onderneming die geheel of gedeeltelijk dezelfde werkzaamheden vervult. Geen van de leden is eerder in een andere functie werkzaam geweest binnen Novadic-Kentron. Indien er onderwerpen aan de orde zijn binnen de Raad van Toezicht die direct of indirect verband houden met belangen van het betreffende lid of diens verwanten, neemt het desbetreffende lid niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming. Dit heeft zich in 2013 niet voorgedaan. Informatiebronnen conform informatieprotocol van de Raad van Toezicht • Kwartaalrapportages • Overzicht interne en externe ontwikkelingen per vergadering • Jaarplan inclusief begroting, alsmede jaarverslag en jaarrekening • Persberichten • Persuitingen aangaande Novadic-Kentron (digitale knipselkrant) • Ingeval van calamiteiten wordt de Raad van Toezicht binnen 24 uur geïnformeerd door de Raad van Bestuur • Een lid van de Raad van Toezicht spreekt twee keer per jaar met de Ondernemingsraad, een ander lid spreekt eveneens twee keer per jaar met de Cliëntenraad. Eenmaal jaarlijks vergezelt de voorzitter of vicevoorzitter de betreffende leden; • De Raad van Toezicht heeft de vrijheid zelf informatie uit de organisatie op te vragen, wanneer zij dit vanuit zijn taak nodig acht. In 2013 is van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt; • De controller, die deze functie sedert voorjaar 2013 op interim-basis vervult, neemt volledig deel aan de vergaderingen van de Raad van Toezicht. Deze persoon heeft uit hoofde van zijn rol een onafhankelijke positie en vervult een positief-kritische adviesrol, die de Raad van Toezicht gedurende de huidige overgangsfase als bijzonder waardevol beschouwt. In de loop van 2014 wordt deze rol genormaliseerd. 10. Profilering van de organisatie 10.1 Marketing & accountmanagement De focus lag in 2013 op de marktgerichte aanpak voor het hoofdmerk, de Novadic-Kentron Groep. Daarnaast is op het gebied van Marketing & Accountmanagement in 2013 een goed fundament gelegd om – nu het huis meer op orde is – in de nabije toekomst onze positie nog steviger te claimen. In lijn met het brede merk van de Novadic-Kentron Groep is een nieuw merkenkader opgezet. Een nieuwe huisstijl is doorgevoerd in jaarbericht en brochures. Ook zijn de BasisGGZ en Jeugd ondersteund. In 2013 is succesvol ingespeeld op het loslaten van het representatiemodel voor de Zvw. In 2014 zullen we centrale verkoopteams invullen á la de provinciale en regionale accountteams. We hebben een zorgbeschrijving gemaakt met een totaaloverzicht van verslavingszorg in het algemeen en beleid en zorg van de Novadic-Kentron Groep in het bijzonder. Een nieuw relatiemanagementpakket is opgezet, met ondersteunende middelen voor het aangaan van nieuwe en het verdiepen van bestaande relaties. Brochures en content op de sites zijn vernieuwd. Opnieuw is aandacht besteed aan digitale en sociale media. Ook hebben we een nieuwe look en feel voorbereid en een nieuw CMS voor 2014. 10.2 Informatievoorziening in- en extern Informatievoorziening vormt een belangrijke schakel tussen de Novadic-Kentron Groep en haar omgeving (cliënten, financiers, ketenpartners, medewerkers, et cetera). Hiervoor zijn verschillende middelen ingezet. Deze behandelen we kort achter elkaar, met waar mogelijk kwantitatieve gegevens. Optreden in de media heeft een positieve bijdrage op naamsbekendheid en imago. Ook biedt dit de organisatie de kans om een rol te spelen in het maatschappelijk debat over verslaving en verslavingszorg. Dit doen we ook steeds meer via sociale media. Afgelopen jaar is er veel relatief negatief gekleurde mediaaandacht geweest, met name over de salariskwestie en over de komst van Novadic-Kentron voorzieningen naar de Jan Wierhof in Tilburg. Verder was er veel aandacht voor verschillende daklozenprojecten en voorzieningen, GHB, vervuilde of te hoog gedoseerde xtc en het verhogen van de alcoholleeftijd. Het aantal hits in de media was afgelopen jaar substantieel kleiner dan voorgaande jaren. Hiervoor is geen duidelijke verklaring te geven. Als deze trend zich voortzet in 2014, zullen we ons mediabeleid (nu voornamelijk reactief) wellicht moeten heroverwegen.
2011 2012 2013
Regionale dagbladen 251 268 186
Jaarverslag 2013, def. Versie
Regionale radio/tv 29* 7 16
Landelijke dagbladen 8 14 17
Landelijke radio/tv 19 22 8
33
Naast reacties op vragen van de pers, verspreiden we ook actief onze standpunten met betrekking tot middelengebruik onder (lokale) politieke belanghebbenden. Dit doen we bijvoorbeeld door deelname aan lokale politieke bijeenkomsten, overleggen, adviesgesprekken, lezingen, werkbezoeken en andere contacten. Met deze lobby werken we vooral aan een positief imago en de erkenning als expertisecentrum. De site www.novadic-kentron.nl vertoont voor het derde jaar een grote stijging van het aantal bezoekers.
2011 2012 2013
Aantal bezoeken 121.149 144.982 206.267
Aantal unieke bezoekers 86.904 108.428 154.710
Stijging t.o.v. jaar ervoor 15% 20% 42%
Dit jaar is de stijging spectaculair te noemen. Dat kan door de volgende factoren zijn gebeurd: - De optimalisatie van de vindbaarheid via Google; - Meer werkzoekenden door de aanhoudende crisis, die ook op onze website zoeken. - Toegenomen samenwerkingsverbanden met ketenpartners kunnen leiden tot meer verkeer. 10.3 Digitale media Onze e-zine is in 2013 drie keer verstuurd. Het aantal abonnees is gestegen van ca. 900 begin 2013 naar ongeveer 1.400 eind 2013, mede dankzij actieve promotie. Ook ons Twitteraccount is inmiddels goed ingebed. Het aantal volgers stijgt gestaag (van 190 volgers eind 2012 naar 439 volgens eind 2013) en tweets worden regelmatig geretweet. Het LinkedIn-account is in 2013 voor het eerst actief ingezet voor het verspreiden van informatie. Het aantal LinkedIn-volgers bedraagt 880.
11 Financiële informatie Omzetontwikkeling Vanaf 2013 vindt de afrekening van de curatieve zorg plaats middels DBC’s. Er is geen sprake meer van een nacalculatie op budgetparameters. Hierdoor heeft er tevens een verschuiving plaatsgevonden in de budgetafspraken van kalenderjaar naar schadelastjaar. Alle geopende DBC’s in 2013 behoren tot het schadelastjaar 2013. Hiervan worden de laatsten eind 2014 afgesloten. Derhalve is pas begin 2015 definitief inzichtelijk of er sprake is geweest van onder- of overproductie. Op basis van de opgestelde prognose voor het schadelastjaar verwachten we uit te komen op een overproductie. Dit wordt met name veroorzaakt door een hogere intramurale productie. In 2014 zal deze prognose gemonitord worden en waar nodig zullen acties worden uitgezet om forse onbetaalde zorg te vermijden. De productie van de forensische curatieve zorg (FVZ) bleef gedurende het eerste half jaar beperkt achter op de gecontracteerde zorg. Echter op basis van de verwachte groei in het samenwerkingsverband met GGZ Breburg is een positieve herschikking toegekend. Over het gehele jaar is vervolgens te zien dat dit bijgestelde productieniveau niet is gehaald. Dit wordt met name veroorzaakt door achterblijvende groei in het samenwerkingsverband met GGZ Breburg. Het aandeel van de langdurige, onverzekerbare zorg (ABWZ) in de totale instellingsomzet is relatief beperkt. Een beschouwing van de beide verzorgingsgebieden in Noord-Brabant laat ten aanzien van het gerealiseerde productieniveau zien dat in de regio West (zorgkantoor CZ) sprake was van een lichte overproductie terwijl in de regio Noord-Oost (zorgkantoor VGZ) sprake was van een lichte onderrealisatie ten opzichte van de omvang van de gedurende het jaar bijgestelde productieafspraken. De begeleiding en het toezicht onder justitiële titel (VR) wordt bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid gecontracteerd via de Stichting Verslavingsreclassering GGZ. In de begroting 2013 is Novadic-Kentron uitgegaan van 93% van de gecontracteerde ruimte. Een analyse van het werkelijke productieverloop leert dat die begrote omvang voor 106% werd verwezenlijkt. Dit blijft echter binnen de grenzen van de externe productieafspraak. Wel was er sprake van een verschil in realisatieniveau tussen de beide Brabantse arrondissementen en binnen die arrondissementen tussen de verschillende productgroepen en producten. Een soortgelijke situatie ontstond binnen de gemeentelijke productie (Wmo). Op het niveau van de totale gemeentelijke kavel werd de gecontracteerde zorg en dienstverlening bijna volledig behaald maar tussen de verschillende centrumgemeentes en tussen de producten onderling (collectieve preventie, OGGZ, reguliere middelen) van die gemeentes was sprake van een verschillend realisatieniveau.
Jaarverslag 2013, def. Versie
34
Kostenbeheersing De kosten 2013 zijn ten opzichte van 2012 gestegen. De stijging wordt veroorzaakt door stijging in personeelskosten ad € 570k (met name toename kosten personeel niet in loondienst (PNIL)), toename in afschrijvingen vast activa ad € 206k (met name ingebruikname jeugdkliniek “Kentra24” medio december 2012) en toename overige bedrijfskosten ad € 1,567 mln (met name dotatie voorziening deelneming Rodersana Holding BV ad € 1,246 mln en dotatie voorziening Forensische zorg ad € 600k). De lage rentestanden op de geld- en kapitaalmarkten boden de instelling de mogelijkheid om nieuwe en bestaande leningen tegen zeer gunstige rentepercentages te financieren respectievelijk te herfinancieren. Deelnemingen Het resultaat op deelnemingen over 2013 bedraagt € 297.222, zoals werd verwacht, positief. De bijdrage van de VOF Novadic-Kentron GGz Breburg en VOF Portaal 040 zorgen voor een positieve impuls. Die impuls werd voor een deel ontkracht door een tegenvallend bedrijfsresultaat van Roder Consult Holding (en haar dochtermaatschappij RoderSana Holding BV). Na balansdatum ultimo boekjaar 2013 is RoderSana Holding BV in staat van faillissement gesteld. In de jaarrekening 2013 zijn de openstaande vorderingen per ultimo boekjaar 2013 afgewaardeerd tot het niveau van het negatieve eigen vermogen van Roder Consult Holding BV. Ook de gelieerde stichting Verslavingszorg en Psychiatrie Caribisch Nederland leverde over boekjaar 2013 een positieve bijdrage aan het groepsresultaat. Solvabiliteit en liquiditeit De solvabiliteit ultimo boekjaar 2013 ligt boven het gemiddelde. Na de resultaatbestemming 2013 bedraagt het eigen vermogen ultimo 2013 € 18.261.222. Bij een balanstotaal van € 83.357.727 resulteert dit in een solvabiliteitsratio van 21,9%. Dit percentage betekent een stijging ten opzichte van de solvabiliteit ultimo boekjaar 2012, die op dat moment 19,35% (21,34% ná doorgevoerde stelselwijzigingen) bedroeg. De toename van de solvabiliteit is vooral het resultaat van een aantal doorgevoerde stelselwijzingen, te weten: − vrijval voorziening renovatie MFE Eindhoven (positief resultaat effect); − vrijval voorziening onderhoud (positief resultaat effect); − saldering voorziening deelneming Roder Consult Holding BV onder de balanspost financiële vaste activa (géén resultaat effect, wél op positief effect op balanstotaal). In het tweede en derde kwartaal 2013 heeft veel druk op de liquiditeiten gestaan als gevolg van de restitutie opbrengstverrekening over 2011 ad € 4,8 mln en de stichtingskosten van de jeugdkliniek welke zijn gefinancierd vanuit het werkkapitaal. Daarnaast is de facturatie van afgesloten en gevalideerde DBC´s in het eerste halfjaar pas laat op gang gekomen. In het derde kwartaal heeft Novadic-Kentron overeenstemming bereikt met ING over het aantrekken van een langlopende lening ad € 9.000.000 en het gedeelde huisbankierschap tezamen met de Rabobank. De lening is in het vierde kwartaal gestort, waardoor het werkkapitaal weer op voldoende niveau is gebracht. Tevens is met de komst van de ING de bestaande rekening courant kredietfaciliteit van € 6.000.000 evenredig bij de Rabobank en ING ondergebracht. Risico’s en onzekerheden Bij het opmaken van de jaarverantwoording heeft Novadic-Kentron rekening gehouden met alle bekende risico’s en onzekerheden. Als gevolg van gewijzigde beleidskeuze is de voorziening levensfasebudget ultimo boekjaar 2013 herijkt met alle noodzakelijke elementen conform de geldende CAO GGz. Daarnaast is ultimo boekjaar 2013 opnieuw een bedrijfswaardeberekening opgesteld in kader van mogelijke impairment op de eigendomspanden. Uitgaande van de panden als kasstroomgenererende eenheden is getoetst of toekomstige bedrijfswaarden voldoende zijn om de boekwaarden te dekken. Vast is komen te staan dat dit voor alle panden het geval is. Gezien de snel opeenvolgende wijzigingen in de wijze van bekostiging zal het strategisch vastgoedbeleid de komende jaren een steeds belangrijker aandachtspunt zijn, wat Novadic-Kentron derhalve zal blijven monitoren. Financiering Voor de financiering van de verbouwing van de jeugdkliniek “Kentra24” op de locatie aan de Schijndelseweg te Sint-Oedenrode is Stichting Novadic-Kentron in augustus 2013 een langlopende verplichting ad € 9.000.000 bij de ING aangegaan. De hoogte van het verschuldigde rentepercentage is, dankzij de lage rentes op geld- en kapitaalmarkten, als relatief laag aan te merken (rentepercentage 3,7%).
Jaarverslag 2013, def. Versie
35
In februari 2014 is in verband het aflopen van de renteherzieningsperiode een lening bij de Rabobank (restschuld € 15 mln) afgelost en opnieuw afgesloten via Wallich Matthes, hiermee is een besparing van 1,06% punt op de rentelasten gerealiseerd (besparing ruim € 150.000 p/jr). Informatie over financiële instrumenten Het Treasury Statuut van de Stichting Novadic-Kentron staat het gebruik van financiële instrumenten toe na vaststelling door de Raad van Bestuur en goedkeuring door de Raad van Toezicht. De in beginsel toegestane financiële instrumenten staan specifiek vermeld in het Treasury Statuut en betreffen: • het aanhouden van een rekening-courant faciliteit; • het aangaan van kasgeldleningen; • het afsluiten van langlopende, vastrentende leningen; • het vervangen van optieposities d.m.v. roll over; • het hanteren van rentederivaten uitsluitend ter afdekking van renterisico’s. In 2013 heeft Novadic-Kentron haar bestaande rekening-courant faciliteit evenredig bij twee banken ondergebracht te weten de Rabobank en de ING. Deze faciliteit biedt gezamenlijk een kredietruimte van zes miljoen euro. Van de overige, volgens het Treasury Statuut toegestane financiële instrumenten (kasgeldleningen, roll over of rentederivaten) heeft Novadic-Kentron in het boekjaar 2013 géén gebruik gemaakt. Veranderingen ‘backbone’ vanuit Bezielde Zakelijkheid In 2013 is de afdeling Financiën & Informatisering (F&I) geherpositioneerd. Hierdoor worden diverse zaken beter geborgd, waardoor de organisatie beter in control is vanaf 2014. Er is een betere afstemming binnen de P&C-cyclus tussen de verschillende instrumenten zoals het meerjarenperspectief, jaarbegroting, afdelingsplannen, risicomanagement, budgettering en kwartaalrapportages. Daarnaast is er een verbeteringsslag gaande ten aanzien van de managementinformatie en KPI’s. Dit moet in 2014 verder vorm krijgen, zowel kwalitatief als tijdig. Vanaf Q2 2013 is er een strakke sturing op liquiditeiten. Ook is invulling gegeven aan de lange termijn liquiditeitprognoses.
12. Toekomstparagraaf 12.1. Investeringen Toekomstige investeringen in gebouwen, installaties, inventaris, vervoersmiddelen en ICT zijn in beginsel gebaseerd op lange termijnplannen op het gebied van huisvesting, onderhoud, facilitair en automatisering. Die plannen zijn op hun beurt afgeleid van de meerjarenstrategie van de instelling. Daarnaast plaatst Novadic-Kentron haar toekomstige investeringen in het perspectief van de neerwaartse druk op de budgetten van zorgkantoren, zorgverzekeraars en gemeenten. In 2014 is daarom sprake van een sobere investeringsbegroting. Daarin zijn met name uitgaven voor computerapparatuur en software gepland. We zullen investeringsbeslissingen kritisch op hun noodzakelijkheid beoordelen. Criteria zijn o.a. bedrijfskritische relevantie voor het primaire proces, rendementseisen en voldoen aan wet- en regelgeving omtrent kwaliteit van behandeling. Majeure investeringen beoordelen we aan de hand van business cases op rendement en risicograad. Daarnaast zal de Raad van Bestuur strategisch projectmanagement versterken. Een tijdelijke stuurgroep en projectteam ‘Inrichting Governance’ is opgericht met als opdracht te komen tot een Governance model voor het opzetten, onderhouden en aansturen van het strategisch projectportfolio van Novadic-Kentron. De begrote projectmatige investeringen voor ICT en telefonie nemen we hierin mee. Begin 2014 heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de optimalisatie van de vastgoedportefeuille. Hierin wordt onderschreven dat we slechts beperkt investeren en juist meer desinvesteren in vastgoed. In Tilburg investeren we beperkt in de locatie Jan Wierhof ten behoeve van allocatie van de Medicinale Heroïne Unit daar. Het huisvestingsplan voorziet verder in een renovatie van de locatie Verlengde Poolsweg te Breda met een investeringswaarde in de komende twee kalenderjaren van 1,5 miljoen euro. Dit bevindt zich momenteel in het planvormingsstadium en zal conform de procesgang zoals in bovenstaande paragraaf beschreven, beoordeeld worden op bedrijfskritisch karakter, rendementseisen en het voldoen aan wet- en regelgeving omtrent voortgang en kwaliteit van de behandeling.
Jaarverslag 2013, def. Versie
36
12.2
Financiering
ZVW en FVZ Binnen de ZVW ligt het accent de komende jaren op kostenbeheersing. De overheid heeft met betrokken veldpartijen een bestuurlijk akkoord Toekomst GGZ 2013-2014 (BA) gesloten. Daarnaast zijn in het regeerakkoord maatregelen opgenomen over kostenbeheersing in de GGZ. Kostenbesparing kunnen we bereiken met stepped care. Waar mogelijk wordt eerst lichtere zorg in gezet. In dit licht is enkele jaren geleden de weg ingezet naar ambulantisering. Voor 2014 dringen we de kosten van verblijfszorg terug door concentratie van afdelingen en efficiëncyvoordelen door goedkopere verblijfssoorten met behoud van opnamecapaciteit. Daarmee leveren we ook onze bijdrage aan het landelijke streven om tot 2020 een derde van de klinische bedden om te zetten naar ambulante zorg. Een ander spoor naar lichtere zorg is de versterking van de eerste lijn, door problematiek vroegtijdig te signaleren en lichtere problematiek vooral daar te behandelen. Om de basis GGZ te versterken hevelen we budget vanuit de gespecialiseerde GGZ over naar de Basis GGZ. In de productieafspraken voor 2014 is 2% van het budget voor de gespecialiseerde GGZ gesubstitueerd naar de generalistische basis GGZ. Dit zal zich de komende jaren voortzetten. Belangrijke ontwikkeling voor de komende jaren is de invoering van gereguleerde marktwerking in de GGZ met als doel een betere kostenbeheersing door meer concurrentie tussen zorgaanbieders en meer risicodragendheid van verzekeraars. Vanaf 2014 is het marktleidersmodel in de zorginkoop losgelaten en kopen verzekeraars voortaan alleen zorg in voor de eigen verzekerden. Dit betekent dat Novadic-Kentron vanaf 2014 afspraken maakt met 6 inkoopconsortia (VGZ, CZ, Achmea, Menzis, Multizorg en DSW/Stad Holland). Daardoor krijgt Novadic-Kentron te maken met een veelheid aan inkoopcriteria ten aanzien van organisatie, registratie en verantwoording. Dat vergroot het risico op afkeur van zorgdeclaraties. Om marktwerking in de zorginkoop mogelijk te maken zijn landelijk afspraken gemaakt over de ontwikkeling van een instrumentarium waarmee zorgaanbieders zich kunnen onderscheiden. In de afgelopen jaren zijn instrumenten ontwikkeld om de kwaliteit te meten in termen van cliënttevredenheid en behandelresultaat (CQ Index en Routine Outcome Monitoring (ROM)). Deze gegevens worden inmiddels gebruikt ten behoeve van benchmarking. De relatie tussen de zorginzet en de zorgzwaarte ontbreekt nog. In de huidige DBC-systematiek wordt op basis van de primaire diagnose en geleverde behandelminuten en verblijfsdagen achteraf vastgesteld in welke productgroep c.q. kostensoort de zorg valt. Er is geen rechtstreekse relatie tussen de zorgvraag van de patiënt en de behandelinzet. Dit heeft gevolgen voor de sturingsmogelijkheden van zorgaanbieders maar ook van zorgverzekeraars. Landelijk is een instrument in ontwikkeling dat zicht biedt op de zorgvraagzwaarte van cliënten om vooraf te kunnen bepalen hoeveel behandelinzet nodig is voor een cliënt en de daarmee samenhangende kosten. Zorgvraagzwaarte biedt zicht op verschillen in zorgvraag tussen zorgaanbieders en de wijze waarop zij omgaan met de zorgvragen. Het biedt de mogelijkheid om toe te lichten waarom de behandelinzet bij patiënten verschilt, ook bij een gelijkluidende diagnose in de DBC-GGZ productgroepen. Verder zullen zorgverzekeraars stringenter controlen op rechtmatigheid, kwaliteit en doelmatigheid van gedeclareerde zorg. Afgelopen jaar is deze ontwikkeling al duidelijk merkbaar geweest binnen Novadic-Kentron: het aantal controles is sterk toegenomen en strakker geworden. Deze trend zal zich in de komende jaren doorzetten. Het stelt hoge eisen aan de administratieve organisatie en de tijdigheid, nauwkeurigheid en volledigheid van registratie van zorg. Verder worden achteraf kortingen toegepast op tarieven en/of budget wanneer blijkt dat de instelling niet voldoet aan de gecreëerde verwachtingen met betrekking tot de inkoopcriteria. Dit risico wordt groter omdat de inkoopcriteria verschillen per verzekeraar. Analoog aan de ZVW wordt ook in de forensische zorg stapsgewijs prestatiebekostiging ingevoerd. Tot 2016 geldt een transitiemodel waarbij de afspraak in budgetparameters als vangnet geldt. Vanaf 2016 wordt volledige prestatiebekostiging ingevoerd en afgerekend in DBBC-termen. In 2013 en 2014 wordt 5% van de curatieve zorg reeds afgerekend op de realisatie in DBBC-termen. Ook wordt de bevoorschotting verlaagd om de geldstroom op basis van DBBC-declaraties te stimuleren. Hiermee wordt het liquiditeitsrisico voor instellingen groter. Ook terugdringen van zorgkosten geldt voor het ministerie van Veiligheid en Justitie. In 2013 en 2014 is een korting op het budget voor forensische zorg doorgevoerd van 4,5%. Ook worden kortingen toegepast wanneer instellingen niet voldoen aan bepaalde prestatiecriteria in de bedrijfsvoering. Voor 2014 kan de korting oplopen tot 5% over de totale productieafspraak. Tot slot is ook ambulantisering van toepassing in de forensische zorg. Vanaf 2010 is de capaciteit voor behandeling met verblijf voor forensische cliënten gehalveerd van 31 plaatsen in 2010 naar 16 in 2014.
Jaarverslag 2013, def. Versie
37
Ook wordt steeds nauwkeuriger geïndiceerd voor de zorg ten behoeve van recidivevermindering. Als meer zorg nodig is moet een herindicatie aangevraagd worden of aanvullende zorg van ZVW geleverd worden. Wet Langdurige GGZ vervangt AWBZ (Wlz) De AWBZ wordt per 1 januari 2015 vervangen door de Wet Langdurige Zorg. Ongeveer 5% van de omzetafspraken van Novadic-Kentron valt nu nog onder de AWBZ. Het betreft extramurale begeleiding en dagbesteding en begeleiding met verblijf in een kleinschalige woonvoorziening. Verder valt behandeling met verblijf langer dan een jaar onder de AWBZ. Per 2015 worden zorgverzekeraars verantwoordelijk voor de eerste drie jaar op behandeling gerichte intramurale GGZ voor volwassenen. Bij Novadic-Kentron gaat dat om een zeer beperkt aantal. Driekwart van de AWBZ afspraken van Novadic-Kentron betreft begeleiding met verblijf in een kleinschalige woonvoorziening in Eindhoven, Den Bosch en Bergen op Zoom. Deze begeleiding in zorgzwaartepakketten C wordt per 1 januari 2015 in zijn geheel ondergebracht in het gemeentelijk domein. De Wmo 2015 biedt daarbij een ruim overgangsrecht: mensen met een ZZP C indicatie behouden hun recht op beschermd wonen gedurende ten minste vijf jaar of voor de nog resterende duur van de indicatie. Naar verwachting zal de omzet ongeveer gelijk blijven. Het is mogelijk dat een deel van de mensen die nu een ZZP C indicatie heeft, op termijn weer instroomt in de Wet Langdurige Zorg. Momenteel worden criteria ontwikkeld voor toegang tot de Wlz. Landelijk is discussie gaande welke zwaarte tot de chronische zorg gerekend kan worden. Verder is nog onduidelijk hoe gemeenten in de toekomst omgaan met de huisvestingscomponent binnen de zorg. Transities: AWBZ begeleiding naar WMO en Jeugdzorg Gemeenten krijgen in toenemende mate de verantwoordelijkheid voor zorg en welzijn van hun inwoners. Dat overheidsbeleid vertaalt zich in de verruiming van het takenpakket van gemeenten binnen de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Extramurale begeleiding en dagbesteding wordt vanaf 2015 overgeheveld naar de WMO. Cliënten met een indicatie voor ambulante begeleiding hebben een overgangsrecht voor maximaal een jaar (2015). In dit jaar hebben ‘zittende’ cliënten recht op dezelfde zorg als ze in 2014 hebben, maar gemeenten moeten dit realiseren met 25% minder middelen. Dit dwingt hen om al in 2015 goedkopere vormen van ondersteuning aan cliënten te bieden, ondanks hun overgangsrecht. Hiermee komt het recht op (behoud) van zorg voor cliënten onder druk te staan. De verwachting is ook dat de productieomzet voor Novadic-Kentron op dit vlak zal dalen. Vanaf januari 2015 worden gemeenten ook verantwoordelijk voor het preventieve en curatieve jeugdbeleid. Hieronder valt ook de gespecialiseerde zorg, de geestelijke gezondheidszorg voor jeugd (jeugd-ggz.) De bedoeling van de transitie is niet alleen om de bestaande voorzieningen onder één regie te brengen, maar ook om het aanbod te transformeren. Met de decentralisatie van de zorg naar gemeenten en het loslaten van landelijke kaders ten aanzien van zorginkoop, facturatie en verantwoording, bestaat het risico op toename van administratieve lasten. Het berichtenverkeer tussen zorgaanbieders en gemeenten over facturatie en verantwoording zou in een verplichte standaard vorm moeten krijgen. De decentralisatie van het WMO-toezicht naar de gemeenten komt daar bovenop. Instellingen die WMO-zorg bieden in gebied groter dan een gemeente krijgen naast de bestaande vijftien toezichthouders, te maken met toezichteisen van alle gemeenten waarin zij zorg bieden. Kapitaalslastenvergoeding De vergoeding van de kapitaalslasten wordt steeds meer variabel en afhankelijk van de gerealiseerde productie in de ZVW, AWBZ en forensische zorg. De vergoeding op basis van de oude systematiek wordt geleidelijk aan afgebouwd tot 2018. Dit vraagt om een herijking van het vastgoedbeleid voor de toekomst.
12.3
Personeelsbezetting
Het werkgelegenheidsperspectief zal de komende jaren veranderen. De vraag verandert en dit heeft consequenties voor gevraagde functieprofielen en competenties maar ook op gebieden als flexibiliteit, arbeidsvoorwaarden, scholing en training. De externe ontwikkelingen, zowel het rijksbeleid ten opzichte van zorgverzekeringen als decentralisatie van taken naar gemeenten geven veel onzekerheid voor de toekomstige werkgelegenheid, de kwalificaties van het personeel en inzet in bepaalde beroepsgroepen. Naar verwachting zal de personeelsreductie zich in 2014 voortzetten. Door investeringsstops is E-HRM in 2013 uitgesteld. In 2014 zal de afdeling P&O zich opnieuw richten om de veranderende organisatie optimaal te kunnen ondersteunen.
Jaarverslag 2013, def. Versie
38
Bijlage 1. Algemene identificatiegegevens Naam verslagleggende rechtspersoon Adres Postcode Plaats Telefoonnummer Identificatienummer Kamer van Koophandel E-mailadres Internetpagina
Jaarverslag 2013, def. Versie
Hogedwarsstraat 3 5261 LX Vught (073) 684 95 00 18073067
[email protected] www.novadic-kentron.nl
39
Bijlage 2 Publicaties R&D 2013 Artikel Dijkstra BAG & DeJong CAJ (2013). The Dutch GHB Monitor: monitoring the GHB detoxification process (Abstract). Canadian Journal of Addiction Medicine, 4(1), 5. Dijkstra BAG, de Weert-van Oene G, Kamal R & De Jong CAJ (2013). Richtlijn om met GHB te stoppen. Medisch Contact, 27, 1428-1430. Kamal R, Dijkstra BAG, van Iwaarden JA, Van Noorden MS & De Jong CAJ (2013). Practice-based aanbevelingen voor de detoxificatie van patiënten met een stoornis in het gebruik van GHB. Amersfoort: Resultaten Scoren. Kamal RM, Iwaarden van S, Dijkstra BAG & De Jong CAJ (2013). Decision rules for GHB (Gammahydroxybutyric acid) detoxification: A vignette study. Alcohol and Drug Dependence, http://dx.doi.org/10.1016/j.drugalcdep.2013.12.003 Paling,E.P., Mostert,L., Carbohydrate deficient transferrin and ethyl glucuronide: markers for alcohol use. Ned.Tijdschrift Geneeskunde;157(23):A5713. (2013) Roozen HG, Greeven PJG, Dijkstra BAG, Bischof G (2013). Verbesserung bei Patienten durch den Community Reinforcement Approach: Eff ekte auf Zufriedenheit und psychiatrische Symptome. Suchttherapie, 14, 1–6. Roozen, H.G., Strietman, M., Wietsema, J., Meyers, R., Greeven, P., Vingerhoets, A., Brink, W. van den (2013). Engagement of pleasant activities in patients with substance use disorders: A correlational study. Substance Abuse (in press). Qurishi R, Sonneborn C, de Jong-Arts M, de Jong C.(2013). Premenstrual syndrome and self-medication with opioids. J Addict Med.,(1):79-82. Qurishi R, Sonneborn ( 2013 ) Off-label-gebruik van antipsychotica in de verslavingszorg. Tijdschrift Verslaving, nummer 3 september 2013. Weert-van Oene de GH, Schellekens AFA, Dijkstra BAG, Kamal R & De Jong CAJ (2013). Detoxificatie van patiënten met GHB-afhankelijkheid. Tijdschrift voor Psychiatrie, 11. Boek / Hoofdstuk Goudriaan, A. & DeFuentes-Merillas, L. (2013). Pathologisch Gokken. In Franken, I., Muris, P. en Denys, D. (Eds.), Basisboek Psychopathologie (709-723). Utrecht: De Tijdstroom. Muusse, C., Bosma, M., Leenders, P. (2013). Groepsgerichte behandeling. In G. Dom, A. Dijkhuizen, B. van Hoorn, H. Kroon, C. Muusse, S. van Rooijen, R. Schoevers, A. van Wamel (red.), Handboek dubbele diagnose. Utrecht: De Tijdstroom. Roozen, H., Kroon, H., & DeFuentes-Merillas, L. (2013). Contingency management. In Dom, G., Dijkhuizen, A., Hoorn, B.,v.d. e.a. (Eds.), Handboek Dubbele Diagnose (113-129). Utrecht: De Tijdstroom. Spek, Annelies, Zanten, Johan van, Bosma, Marc. (2013). Mindfulness bij (jong)volwassenen met een ASS. In C. Schuurman, E. Blijd-Hoogewijs & P. Gevers (red.), Behandeling van volwassenen met een autismespectrumstoornis (p. 159-165). Amsterdam: Hogrefe. Rapporten Dijkstra B, De Weert-van Oene GH, Verbrugge CAG, De Jong CAJ. GHB Detoxificatie met farmaceutische GHB. Eindrapportage van de monitoring van DeTiTap® in de Nederlandse verslavingszorg. Nijmegen: NISPA, maart 2013. Dijkstra BAG, Hutschemaekers G. & Verbraak (2013). Onderzoek in de praktijk, een relevante uitdaging. Onderzoeksverslagen Jaargroep KP V&O 2009. Nijmegen: SPON – Postdoctorale Opleidingen.
Jaarverslag 2013, def. Versie
40