JAARVERSLAG 2013 LEERGELD NEDERLAND

JAARVERSLAG 2013 LEERGELD NEDERLAND Jaarverslag over 2013 van de Vereniging van Leergeld Stichtingen in Nederland Tilburg, 24 februari 2014

Jaarverslag 2013 Leergeld Nederland

Inhoudsopgave Inhoudsopgave ................................................................................................................................................... 2 Voorwoord ........................................................................................................................................................... 3 1

Inleiding ....................................................................................................................................................... 4

2

Eindresultaat voor 2013: de hulpverlening aan de kinderen ....................................................... 8

3

Activiteiten in 2013 ................................................................................................................................... 9

3.1

Uitbreiding van de directe hulpverlening .................................................................................................. 9

3.2

Versterking van de signaleringsen beleidsbeïnvloedingsfunctie ....................................................... 11

3.3

Intensivering van de samenwerking met andere organisaties ............................................................ 15

3.4

Groei en diversificatie van de inkomsten ................................................................................................ 15

3.5

Bevordering landelijke naamsbekendheid .............................................................................................. 17

3.6

Verdere professionalisering van de organisatie ..................................................................................... 17

3.7

Bevordering van de synergie binnen de organisatie ............................................................................. 18

4

Organisatie .................................................................................................................................................18

5

Financiën .....................................................................................................................................................20

6

Plannen voor 2014 ...................................................................................................................................20

Bijlage 1: Lijst van alle operationele Leergeld stichtingen in 2013 ..................................................23 Bijlage 2: Jaarplan 2014 ................................................................................................................................25

Leergeld Nederland, 24 februari 2014

2


Voorwoord Leergeld zet zich al jaren in om sociale uitsluiting van kinderen, die opgroeien in gezinnen met beperkte financiële middelen, te voorkomen. Leergeld doet dit door hen kansen te bieden om te kunnen deelnemen aan binnen- en buitenschoolse activiteiten. Hierdoor kunnen ook deze kinderen hun sociale vaardigheden en kennis zo optimaal mogelijk ontwikkelen en later als volwassenen volwaardig participeren in de samenleving. Door deze kinderen niet buiten te sluiten, wordt bovendien voorkomen dat de maatschappij er later duur “leergeld” voor gaat betalen. Steeds meer huishoudens krijgen het financieel erg moeilijk. Het gaat hierbij niet langer alleen om huishoudens die al langere tijd afhankelijk zijn van een uitkering. In toenemende mate gaat het hierbij ook om een nieuwe groep armen, die door een plotselinge verandering in hun levenssituatie in de problemen geraken. Het gaat dan bijvoorbeeld om het plotselinge verlies van werk, tegenvallende inkomsten voor ZZP-ers, of veranderende persoonlijke omstandigheden zoals ziekte of scheiding. In het Armoedesignalement 2013 (CPB/CBS) wordt het aantal kinderen dat in 2013 in Nederland opgroeide in armoede geschat op 387.000 (een toename van 3.000 kinderen t.o.v. 2012). De Kinderombudsman concludeerde begin 2013 al dat er voor veel van deze kinderen sprake is van onvoldoende basisvoorzieningen als eten, kleren en verwarming. Dat er in die gezinnen weinig mogelijkheden zijn voor deelname aan sport, cultuur en buitenschoolse activiteiten laat zich gemakkelijk raden. Leergeld heeft in 2013, net als in 2012, dan ook een aanzienlijke toename in de hulpvraag gezien. Deze ontwikkeling benadrukt voor Leergeld de noodzaak om zich in te spannen om de komende jaren nog meer kinderen te kunnen helpen. Deze ambitie heeft Leergeld al vertaald in haar meerjarenbeleidsplan 2012-2016: Alle kinderen mogen meedoen: volle kracht vooruit! 2013 was voor Leergeld Nederland het tweede jaar van de implementatie van dit ambitieuze meerjarenbeleidsplan. De belangrijkste doelstelling voor 2013 was het laten meedoen van tenminste 46.000 kinderen. In 2013 is de Leergeld Vereniging gegroeid van 67 naar 72 operationele Leergeld stichtingen. Via de directe hulpverleningsactiviteiten van deze 72 lokale Leergeld stichtingen en een bijdrage van Leergeld Nederland via haar landelijke activiteiten, heeft Leergeld in 2013 in totaal 47.142 kinderen kunnen helpen, door hen te laten meedoen op het gebied van onderwijs, cultuur, sport of welzijn. Deze kinderen zijn hiermee in de gelegenheid gesteld om weer aansluiting te vinden bij hun leeftijdsgenootjes en hun talenten te ontwikkelen, wat hun kansen vergroot om later volwaardig mee te kunnen draaien in de maatschappij. Als bestuur van Leergeld Nederland kijken wij hiermee terug op een bewogen, maar succesvol jaar, waarin de Leergeld Vereniging niet alleen haar doelstelling om tenminste 46.000 kinderen te helpen heeft behaald, maar ook een aantal belangrijke stappen heeft gezet in de richting van haar ambitie om in de periode 2012 tot 2016 het aantal kinderen, dat zij helpt, te verdubbelen tot 70.000 kinderen. Via dit jaarverslag informeren wij u graag over alle resultaten die in 2013 bereikt zijn en willen wij al onze samenwerkingspartners, financiers, donateurs en vrijwilligers, die dit mogelijk hebben gemaakt, hartelijk danken voor hun steun: “Dankzij uw steun hebben wij in 2013 zoveel kinderen kunnen helpen en zijn wij voorbereid om in de toekomst nog meer kinderen te kunnen helpen!”. Het bestuur van Leergeld Nederland


3


1

Inleiding

In Nederland leven 387.000 kinderen in gezinnen met lage inkomens. Binnen deze gezinnen is er dagelijkse spanning over het al dan niet kunnen voorzien in de eerste levensbehoeften. Voor deze kinderen bestaat er een reëel risico op sociale uitsluiting, omdat ze om financiële redenen niet of onvoldoende kunnen deelnemen aan activiteiten op school en in het sociaal-maatschappelijke leven. Zij staan vaak letterlijk aan de zijlijn. “Meedoen” op school en in de vrije tijd van de kinderen wordt door financiële redenen onmogelijk. Hierdoor krijgen deze kinderen niet de mogelijkheid om zich volledig te ontwikkelen. Kinderen, die opgroeien in dit soort situaties, hebben vaker last van gezondheidsproblemen en gevoelens van eenzaamheid, behalen lagere onderwijsprestaties en hebben meer kans om later zelf opnieuw in een armoedesituatie terecht te komen, of in de criminaliteit. Investeren in de meest kwetsbare groepen kinderen en zorgen dat ze al van jongs af aan mee kunnen draaien in de maatschappij, is van groot belang voor de ontwikkeling van een land. Niet investeren in de meest kwetsbare groep kinderen heeft niet alleen verstrekkende gevolgen voor de kinderen, maar voor de maatschappij als geheel. De huidige bestaande voorzieningen van gemeenten en particuliere organisaties zijn niet toereikend om al deze kinderen te helpen. Leergeld wil op een duurzame manier investeren in de participatie en ontwikkeling van kinderen, die zonder extra steun aan de zijlijn van de samenleving terecht dreigen te komen. Leergeld heeft als missie het voorkomen van sociale uitsluiting van kinderen uit gezinnen met minimale financiële middelen. Leergeld biedt kansen aan kinderen in de leeftijd van 4 tot 18 jaar om te kunnen deelnemen aan binnen- en buitenschoolse activiteiten. Hierdoor kunnen ook deze kinderen hun sociale vaardigheden en kennis zo optimaal mogelijk ontwikkelen en later als volwassenen volwaardig participeren in de samenleving. Door deze kinderen niet buiten te sluiten, wordt voorkomen dat de maatschappij er later duur “leergeld” voor gaat betalen. De lange termijn ambitie van Leergeld is dat alle kinderen kunnen meedoen. Het motto van Leergeld is: “Alle kinderen mogen meedoen, want nu meedoen is straks meetellen”. Om kinderen weer mee te laten doen met hun leeftijdsgenootjes, past Leergeld een bijzondere werkwijze toe: de Leergeld formule. De Leergeld formule vormt een wezenlijk onderdeel van onze manier van werken en bestaat uit een aantal stappen: 





Stap 1: Huisbezoek en inventarisatie: Gezinnen die Leergeld om hulp vragen, worden thuis bezocht door goed opgeleide en goed geïnformeerde intermediairs. Tijdens een persoonlijk gesprek wordt de hulpbehoefte geïnventariseerd en vindt toetsing plaats van de inkomens- en (eventuele) schuldensituatie. Stap 2: Bemiddeling: Met ouders of verzorgers wordt besproken wat de mogelijkheden zijn op basis van bestaande/voorliggende voorzieningen van anderen, zoals gemeenten of andere instanties/organisaties. Leergeld kan vervolgens ondersteuning bieden bij het aanvragen van deze voorzieningen. Stap 3: Financieel vangnet: Wanneer er geen voorzieningen zijn waar voor het betreffende kind een beroep op gedaan kan worden, of wanneer deze voorzieningen niet toereikend zijn, kan aanvullende hulp geboden worden in de vorm van giften in natura of vergoeding van kosten aan


4




clubs en scholen. Criterium hierbij is altijd dat de aanvullende hulp bijdraagt aan de doelstelling van Leergeld: het voorkomen van sociale uitsluiting via het bevorderen van “meedoen”. Stap 4: Follow-up en nazorg: Na afhandeling van de aanvragen die bij Leergeld binnenkomen, blijft het contact met de betreffende gezinnen doorgaans bestaan. Afhankelijk van de situatie varieert dit van een telefoontje tot een nieuw huisbezoek.

De Leergeld formule kan schematisch als volgt worden weergegeven: bestaande voorliggende voorzieningen

achterliggende voorziening

gemeenten ationaal onds inderhulp scholen

inancieel vangnet eergeld

bestaande voorliggende voorzieningen

eergeld is intermediair tussen kind en voorziening

kind gezin

De Leergeld formule werkt! Leergeld bereikt hiermee ook gezinnen in armoede die veelal onbereikbaar lijken voor de overheidsinstanties. Er zijn verschillende factoren die hierbij een rol spelen: 





Onze hulp is laagdrempelig, persoonlijk en snel: na een telefoontje met een lokale Leergeld stichting bezoekt een intermediair het gezin en bekijken zij samen de financiële situatie en wat Leergeld kan betekenen. Waar gemeenten doorgaans ingewikkelde, wettelijk voor geschreven trajecten moeten doorlopen voor de behandeling van een hulpaanvraag kunnen onze intermediairs met eigen ogen de situatie beoordelen en die hulp bieden waar behoefte aan is. Leergeld vormt een brug tussen kind en bestaande (lokale) voorzieningen: de intermediair bekijkt eerst samen met de ouder of er bestaande voorzieningen zijn van de lokale gemeente of andere instanties waar het gezin gebruik van kan maken; we verwijzen hen vervolgens door naar de betreffende instanties en helpen, indien nodig, met het invullen van de daarvoor benodigde formulieren. Leergeld is een laatste materieel vangnet: wanneer gemeenten of andere instanties geen of geen toereikende voorzieningen kunnen bieden, kan Leergeld zelf hulp bieden via de vergoeding van kosten zoals een schoolreisje, een lidmaatschap van een voetbalvereniging of een paar voetbalschoenen.


5






Leergeld beschikt over een sterk lokaal netwerk: omdat we lokaal georganiseerd zijn, kennen onze intermediairs hun omgeving goed. Ze kennen de plaatselijke fietsenmaker, de basisschooldirecteur en het bestuur van de voetbalclub. Deze netwerken zijn de levensaders van onze organisatie. Ze stellen ons in staat om structureel met deze organisaties samen te werken en zo met beperkte middelen grote daden te verrichten. Met deze aanpak creëren we ook nieuwe netwerken. Kinderen maken nieuwe vriendjes bij de sportclub en hun trotse ouders ontmoeten andere trotse ouders bij het aanmoedigen langs de zijlijn. Onze netwerken groeien iedere dag! Met nieuwe intermediairs, gezinnen, docenten, winkeliers, trainers en sponsoren. Leergeld heeft een signaalfunctie richting de overheid: zowel op gemeentelijk als op landelijk niveau beschikt Leergeld over korte lijnen met de overheid, waardoor zij de overheid kan voorzien van informatie uit de praktijk, om zo het overheidsbeleid te beïnvloeden en te verbeteren.

Leergeld is een vrijwilligersorganisatie, die haar hulpverlening lokaal heeft georganiseerd met autonome stichtingen. De lokale Leergeld stichtingen werken met een grote lokale betrokkenheid via hun local-forlocal aanpak. De lokale stichtingen werken vrijwel geheel met vrijwilligers volgens dezelfde Leergeld formule en zijn allen gelijk georganiseerd. Het lokale bestuur leidt de Leergeld stichting en zorgt voor lokale fondsenwerving en PR. Een coördinator leidt de dagelijkse operatie en de werkzaamheden van de intermediairs. De intermediairs bezoeken de gezinnen, kennen de voorliggende voorzieningen en begeleiden het gezin bij de hulpvraag. De lokale Leergeld stichtingen die de daadwerkelijke hulpverlening leveren zijn verenigd in de Vereniging van Stichtingen Leergeld in Nederland, kortweg Leergeld Nederland genoemd. Leergeld Nederland is gevestigd te Tilburg met een klein landelijk bureau. Statutaire gegevens Leergeld Nederland Naam: Verkorte naam: Vestigingsplaats: Rechtsvorm: Doelstelling:

Vereniging van Stichtingen Leergeld in Nederland Leergeld Nederland Tilburg vereniging met volledige rechtsbevoegdheid 1) Het voorkomen van sociaal isolement dan wel sociale uitsluiting van kinderen in de leeftijd van in principe vier tot achttien jaar, uit gezinnen die moeten leven van een minimum inkomen, of waar door bijzondere omstandigheden onvoldoende bestedingsruimte is en die daardoor niet in staat zijn uit eigen middelen hun kinderen volledig te laten participeren binnen het onderwijs en/of in het sociaalmaatschappelijke leven op en rond school. 2) De Vereniging stelt zich voorts ten doel het mogelijk maken van en bijdragen leveren aan een goed functionerend netwerk van lokale stichtingen Leergeld, die de in Lid 1 genoemde doelstelling nastreven.

Eind 2011 heeft Leergeld een meerjarenbeleidsplan ontwikkeld voor de periode 2012-2016 ‘Alle kinderen mogen meedoen: volle kracht vooruit!’. De strategie uit dit meerjarenbeleidsplan bestond uit een strategische hoofddoelstelling, een drietal strategische doelen, en een viertal hieraan gekoppelde instrumentele doelen:


6


Leergeld strategie 2012-2016:

Alle kinderen mogen meedoen: volle kracht vooruit! Jaarlijks 15% meer kinderen laten meedoen, zodat in 2016 uiteindelijk tenminste 70.000 kinderen weer meedoen

Uitbreiding van de directe hulpverlening

Versterking van de signaleringsen beleidsbeïnvloedingsfunctie

Intensivering van de samenwerking met andere organisaties

Groei en diversificatie van de inkomsten

Bevordering landelijke naamsbekendheid

Verdere professionalisering van de organisatie

Bevordering van de synergie binnen de organisatie

2013 was voor de Leergeld Vereniging het tweede jaar van de realisatie van dit meerjarenbeleidsplan. Voor u ligt het jaarverslag 2013 van Leergeld Nederland, waarin wij rapporteren over de resultaten van dit tweede uitvoeringsjaar. In dit jaarverslag worden achtereenvolgens beschreven: het eindresultaat van de hulpverlening aan de kinderen van de gehele Leergeld organisatie in 2013, de specifieke activiteiten van Leergeld Nederland in 2013, haar organisatie, haar financiële positie (aangevuld met de Jaarrekening 2013, voorzien van accountantsverklaring) en ten slotte haar plannen voor 2014.


7


2

Eindresultaat voor 2013: de hulpverlening aan de kinderen

De strategische hoofddoelstelling van het meerjarenbeleidsplan 2012-2016 is dat de Leergeld Vereniging elk jaar 15% meer kinderen wil laten meedoen, zodat eind 2016 uiteindelijk tenminste 70.000 kinderen meedoen. Doelstelling voor 2013 was:  In 2013 wil de Leergeld Vereniging 15% meer kinderen bereiken en helpen, zodat eind 2013 uiteindelijk tenminste 46.000 kinderen meedoen. In lijn met het meerjarenbeleidsplan wilden we als Vereniging van lokale Leergeld stichtingen deze doelstelling voor 2013 bereiken door activiteiten op de volgende zeven beleidsterreinen: 1. Uitbreiding van de directe hulpverlening 2. Versterking van de signaleringsen beleidsbeïnvloedingsfunctie 3. Intensivering van de samenwerking met andere organisaties 4. Groei en diversificatie van de inkomsten 5. Bevordering van de landelijke naamsbekendheid 6. Verdere professionalisering van de organisatie 7. Bevordering van de synergie binnen de organisatie De directe hulpverlening aan kinderen wordt door de lokale Leergeld stichtingen verricht. Leergeld Nederland levert hieraan een indirecte bijdrage via haar landelijke activiteiten. Bereikte eindresultaat in 2013: In 2013 waren er in totaal 72 lokale Leergeld stichtingen actief met directe hulpverlening aan kinderen. Leergeld Nederland heeft deze lokale stichtingen bij hun hulpverlening ondersteund via verschillende landelijke activiteiten die in paragraaf 3 beschreven worden. De Leergeld Vereniging heeft in 2013 in totaal 47.142 kinderen geholpen, door hen te laten meedoen op het gebied onderwijs, cultuur, sport of welzijn. Deze kinderen zijn hiermee door Leergeld in de gelegenheid gesteld om weer aansluiting te vinden bij hun leeftijdsgenootjes en hun talenten te ontwikkelen, wat hun kansen vergroot om later volwaardig mee te kunnen draaien in de maatschappij.


8


3

Activiteiten in 2013

3.1

Uitbreiding van de directe hulpverlening

Doel vanuit het meerjarenbeleidsplan: In 2011 bereikte Leergeld met 68 lokale Leergeld stichtingen met haar hulpverlening 35.000 kinderen (10% van de totale doelgroep). Middels het uitbreiden van haar directe hulpverlening wil Leergeld meer kinderen mee laten doen. Leergeld wil hiermee de komende jaren de al eerder ingeslagen richting ‘op weg naar een landelijke dekking’ voortzetten. Bereikte resultaten in 2013: In 2013 heeft Leergeld Nederland op twee manieren gewerkt aan de uitbreiding van de directe hulpverlening: 1) via het ondersteunen van de oprichting van nieuwe Leergeld stichtingen en 2) via het versterken van bestaande stichtingen zodat zij hun hulpverlening zouden kunnen uitbreiden. 1) Ondersteuning van de oprichting van nieuwe Leergeld stichtingen Gedurende 2013 is door het gehele land een groot aantal initiatieven ondersteund voor de oprichting van nieuwe Leergeld stichtingen, meestal vanuit Leergeld Nederland en soms ook vanuit naburige lokale Leergeld stichtingen. Dit heeft tot de volgende resultaten geleid: 



In 2013 zijn 5 nieuwe Leergeld stichtingen operationeel geworden: o Stichting Leergeld Salland was al in 2012 opgericht en is met ingang van 1 januari 2013 operationeel geworden; o Stichting Leergeld Roermond e.o.: de al jaren bestaande Stichting Leerhulp Roermond heeft met ingang van 1 januari 2013 haar naam veranderd in Stichting Leergeld Roermond en is met ingang van die datum ook operationeel geworden; o Stichting Leergeld Hilversum-Wijdemeren was al in 2012 opgericht en is met ingang van 17 april 2013 operationeel geworden; o Stichting Leergeld Lochem is opgericht op 7 mei 2013 en is met ingang van 25 september 2013 operationeel geworden; o Stichting Leergeld Het Hoogeland was al in 2012 opgericht en is met ingang van 1 oktober 2013 operationeel geworden. In 2013 zijn 6 nieuwe Leergeld stichtingen opgericht, die ofwel begin 2014 operationeel zijn geworden of nog op weg zijn om operationeel te worden: o Stichting Leergeld Westland is opgericht op 28 oktober 2013 en is met ingang van 1 januari 2014 operationeel geworden; o Stichting Leergeld in het Westerkwartier is opgericht op 24 september 2013 en is met ingang van 1 januari 2014 operationeel geworden; o Stichting Leergeld Asten-Someren is opgericht op 8 juli 2013 en zal naar verwachting in mei 2014 operationeel worden; o Stichting Leergeld Oost-Achterhoek is opgericht op 18 november 2013 en streeft ernaar om in 2014 operationeel worden; o Stichting Leergeld Venlo is opgericht op 28 november 2013 en streeft ernaar om in 2014 operationeel te worden; o Stichting Leergeld Doesburg e.o. is opgericht op 18 december 2013 en streeft ernaar om


9


in 2014 operationeel te worden.  Hiernaast waren er eind 2013 nog 36 initiatieven gaande om een lokale Leergeld stichting op te richten (sterk variërend in status). Het gaat om initiatieven op de volgende locaties: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11

Aa en Hunze (Drenthe) Meppel (Drenthe) Noordenveld (Drenthe) Almere (Flevoland) Skarsterlân (Friesland) Harderwijk (Gelderland) Putten (Gelderland) Haren (Groningen) Venray (Limburg) Alphen-Chaam, Baarle-Nassau (Noord-Brabant) Deurne (Noord-Brabant)

12

Haaren (Noord-Brabant)

13

Heusden (Noord-Brabant)

14

Loon op Zand (Noord-Brabant)

15

Oisterwijk (Noord-Brabant)

16

Amsterdam (Noord-Holland)

17

Bergen (Noord-Holland)

18

Bollenstreek (Noord-Holland)

19

Haarlem (Noord-Holland)

20

Kennemerland (Noord-Holland)

21

Wormerland (Noord-Holland)

22

Hardenberg (Overijssel)

23

Hof van Twente (Overijssel)

24

Losser (Overijssel)

25

Ommen (Overijssel)

26

Staphorst (Overijssel)

27

Steenwijk (Overijssel)

28

Houten / Wijk bij Duurstede (Utrecht)

29 30 31 32 33 34 35 36

Vianen (Utrecht) Woerden (Utrecht Delft (Zuid-Holland) Goeree-Overflakkee (Zuid-Holland) Midden-Delfland (Zuid-Holland) Pijnacker-Nootdorp (Zuid-Holland) Ridderkerk, Barendrecht, Albrandswaard (Zuid-Holland) Vlaardingen, Maassluis, Schiedam (voorheen Stichting Leergeld Nieuwe Waterweg Noord) (Zuid-Holland)


10


 Samenvattend ziet het ledenbestand van de Leergeld Vereniging er eind 2013 als volgt uit: o 72 operationele stichtingen o 1 slapende stichting1 o 6 nieuw opgerichte stichtingen, die op weg zijn om operationeel te worden o 36 initiatieven tot oprichting van een stichting  In bijlage 1 bij dit jaarverslag vindt u een volledige lijst van alle 72 Leergeld stichtingen die in 2013 operationeel waren. 2) Ondersteuning van bestaande lokale Leergeld stichtingen bij hun hulpverlening In 2013 zijn de bestaande stichtingen op twee verschillende manieren ondersteund bij hun hulpverlening aan kinderen:  Begin 2013 is het project ‘Herziening Leergeld Hulpverleningstraining’ dat in 2012 gestart was met financiering van een anonieme financier, afgerond. Binnen dit project is het bestaande en gedateerde cursusmateriaal voor coördinatoren, intermediairs en lokale besturen geactualiseerd en is een aantal trainers opgeleid, die deze cursussen zouden kunnen verzorgen. In februari 2013 is het project afgerond. De resultaten hiervan zijn: o een volledig up-to-date trainingspakket voor intermediairs, coördinatoren en besturen; o 11 volledig gecertificeerde trainers die deze trainingen kunnen verzorgen.  Hiernaast is in 2013 een aantal bestaande Leergeld stichtingen in 2013 financieel ondersteund bij hun hulpverlening aan kinderen: o via een aantal verstrekkingen vanuit het lopende project ‘Ieder Kind telt mee’ (Stichting Boschuysen en Shell Chemicals Europe BV); o via een aantal verstrekkingen vanuit een aanzienlijke nalatenschap, die verdeeld mocht worden over een zestal Brabantse lokale Leergeld stichtingen.

3.2

Versterking van de signaleringsen beleidsbeïnvloedingsfunctie

Doel vanuit het meerjarenbeleidsplan: Leergeld wil vanaf 2012 sterker gaan inzetten op terugkoppeling van signalen uit haar werkpraktijk richting overheden (zowel op het niveau van de rijksoverheid, als op het niveau van de gemeentelijke overheden) om op die manier de positie van kinderen in armoede structureel te verbeteren, zodat meer van deze kinderen kunnen meedoen. Bereikte resultaten in 2013: In 2013 is Leergeld Nederland volop aan de slag gegaan met de implementatie van de eind 2012 nieuw ontwikkelde beleidsbeïnvloedingsstrategie:

1

Het gaat hier om een stichting die eind 2009 al is opgericht, maar waarbij het tot op heden helaas niet is gelukt om deze operationeel te maken; de stichting is op dit moment slapende. Leergeld Nederland, 24 februari 2014

11


Landelijke beleidsbeïnvloedingsstrategie Bij de ontwikkeling van de landelijke beleidsbeïnvloedingsstrategie is er allereerst nagedacht over de boodschap die Leergeld landelijk wil brengen. Op basis van signalen uit de werkpraktijk van lokale Leergeld stichtingen is er voorlopig gekozen om bij de landelijke beleidsbeïnvloeding te focussen op de volgende vier onderwerpen: 1. De doelgroep van Leergeld is inmiddels uitgebreid met een groep ‘nieuwe armen’ die door specifieke omstandigheden in armoede zijn geraakt. De oorzaken van de armoede zijn daarmee ook meer divers geworden. Leergeld wil ervoor zorgen dat beleidsmakers zich bewust zijn van deze groep ‘nieuwe armen’, zodat zij hun beleid hier beter op af kunnen stemmen. 2. Door de verlaging van de inkomensgrens voor armoede door de landelijke overheid van 120% naar 110% lijkt een hele groep ‘armen’ uit beeld verdwenen; dit is echter slechts schijn. Leergeld pleit voor het weer verhogen van de inkomensgrens van 110 naar 120% door de landelijke overheid om het werkelijke armoedeprobleem goed in beeld te houden. 3. Het traditionele armoedebeleid van de overheid, gericht op het verhogen van het inkomen van de ouders, is niet effectief: het bestede geld komt vaak helemaal niet terecht bij de kinderen die het nodig hebben. Leergeld pleit voor ander, effectief overheidsbeleid waarbij het geld dat aan armoedebeleid wordt besteed, ook daadwerkelijk bij de kinderen terecht komt. 4. De kosten voor ouders aan onderwijs voor hun kinderen nemen alsmaar toe: vooral bij MBO/ROC scholen, maar ook op scholen voor voortgezet onderwijs (bijvoorbeeld voor dure schoolreizen). Leergeld pleit voor verlaging van deze kosten voor ouders. Hierna is nagedacht hoe deze boodschap het best onder de aandacht gebracht zou kunnen worden van landelijke beleidsmakers. Hierbij is gekozen voor twee strategieën:  Directe beleidsbeïnvloeding: het rechtstreeks benaderen van landelijke beleidsmakers: o landelijke politiek  Ministers en Staatssecretarissen  Vaste Kamercommissie SZW  Tweede Kamer fracties o landelijke koepelorganisaties voor het onderwijs:  VO raad  MBO raad  Indirecte beleidsbeïnvloeding: het samenwerken met organisaties/instituties die invloed hebben op landelijke beleidsmakers: o De Kinderombudsman, adviseur van het parlement o Stimulansz o Divosa o VNG Commissie Werk & Inkomen o Landelijke Cliëntenraad o Sociale Alliantie



In 2013 is op deze manier een stevig netwerk opgebouwd met de beoogde directe en indirecte doelgroepen uit de strategie: o In 2013 zijn vanuit Leergeld Nederland gesprekken gevoerd met leden van de vaste Kamercommissie SZW en er is ingesproken bij de VNG-commissie Werk en Inkomen, een belangrijk adviesorgaan van de staatssecretaris; inmiddels is de directeur van Leergeld Nederland vaste gesprekspartner in een periodiek overleg van de Staatssecretaris SZW


12




 

met verwante organisaties, een delegatie uit de VNG, een aantal wethouders en rijksambtenaren; o ook bij andere gelegenheden wordt Leergeld als belangrijke partner genoemd. Vanuit Leergeld Nederland is medewerking verleend aan het onderzoek naar armoede onder kinderen door De Kinderombudsman en aan het formuleren van de aanbevelingen. Ook in dit onderzoeksrapport wordt Leergeld als lokale samenwerkingspartner regelmatig genoemd; o via bemiddeling door Leergeld Nederland heeft Leergeld op vier verschillende locaties deelgenomen aan de Armoede Estafette, die door Staatssecretaris Klijnsma was geïnitieerd; hiernaast heeft Leergeld Nederland actief deelgenomen aan de eindbijeenkomst van deze estafette in Arnhem. Leergeld Nederland heeft in 2013 regelmatig input gevraagd van de lokale Leergeld stichtingen ten behoeve van de beleidsbeïnvloeding richting bovenstaande partijen. Daarop kwam steeds vaker inhoudelijke respons, welke Leergeld Nederland kon gebruiken in haar beleidsbeïnvloeding richting landelijke beleidsmakers. Daarnaast heeft Leergeld Nederland de lokale Leergeld stichtingen van adviezen voorzien op het vlak van beleidsbeïnvloeding op lokaal niveau, bijvoorbeeld gerichte adviezen over de lobby richting lokale gemeenten. In 2013 zijn op dit gebied de volgende inhoudelijke resultaten behaald: o In het voorjaar van 2013 kondigde Staatssecretaris SZW Klijnsma aan dat er in 2013 een extra bedrag van 20 miljoen Euro vrij zou komen voor armoede- en schuldenbeleid. Op 3 juli heeft zij in haar brief “Intensivering armoede- en schuldenbeleid” niet alleen het door Leergeld gewenste belang erkend van speciale aandacht voor kinderen bij gemeentelijke armoedebestrijding, maar heeft zij ook alle gemeenten opgeroepen om bij de bestrijding van armoede onder kinderen op lokaal niveau samen te werken met particuliere organisaties, zoals Leergeld. Zij erkende daarnaast de waarde van de landelijke Leergeld Vereniging via haar toezegging om op landelijk niveau een financiële bijdrage aan Leergeld te leveren. Hieronder volgen enkele passages uit deze brief: “…Tegen de noodzaak in om te bezuinigen, heeft het kabinet dit voorjaar 20 miljoen extra vrijgemaakt voor bestrijding van armoede en schuldenproblematiek in 2013.  In lijn met de regierol van gemeenten stel ik het leeuwendeel van de middelen via het gemeentefonds beschikbaar aan gemeenten. Daarbij wil ik me met name richten op de aandacht van gemeenten voor kinderen zodat we gezamenlijk alles op alles zetten om hen te laten meedoen en kansen te bieden. Ik zal daarbij de goede voorbeelden die ik aantref doorgeven en beschikbaar stellen. Met de Kinderombudsman ben ik van mening dat een duidelijke visie en samenhangend beleid op lokaal niveau essentieel is, zeker waar het om kinderen gaat.  Via de route van het gemeentefonds kunnen de middelen ook ingezet worden voor lokale private initiatieven, waar de motie Schouten-Kuzu17 om vraagt. Gelet op de belangrijke bijdrage die vrijwilligers in de schuldhulpverlening leveren, ga ik, ter uitvoering van de motie, ook in gesprek met een aantal landelijke organisaties om te bezien hoe dit werk bevorderd kan worden. Op landelijk niveau wil ik in ieder geval aan de Vereniging Leergeld Nederland een financiële bijdrage leveren...”


13


“…De bijdrage die veel lokale maatschappelijke organisaties leveren aan de bestrijding van armoede- en schuldenproblematiek kan niet overschat worden. Veel van deze organisaties zijn aangesloten bij een landelijk netwerk, zoals het Jeugdsportfonds, het Jeugdcultuurfonds en de Vereniging Leergeld. Een dergelijk netwerk is van vitaal belang omdat het de slagkracht en efficiency van de lokale organisaties versterkt, onderlinge kennisdeling stimuleert en ervoor zorgt dat de kwaliteit van de aangesloten lokale organisaties goed geborgd is. Ik wil dan ook voorkomen dat deze landelijke paraplu’s in deze economische moeilijke tijden in financiële problemen komen en zal indien nodig deze organisaties tijdelijk vanuit het rijk financieel ondersteunen. Het Jeugdsportfonds en het Jeugdcultuurfonds ontvangen in 2013 nog een bijdrage van het rijk. Dit geldt niet voor de Vereniging Leergeld Nederland en dus heb ik besloten om ook aan deze organisatie in 2013 een financiële bijdrage te verstrekken..”

o Later in 2013 heeft de Staatssecretaris aangekondigd dat er structureel extra middelen beschikbaar zouden komen om schulden- en armoedeaanpak te intensiveren: 80 miljoen euro in 2014 en 100 miljoen Euro in de jaren daarna, waarvan de Nederlandse gemeenten het leeuwendeel zullen ontvangen. In een brief van 19 december 2013 heeft zij vervolgens de Wethouders Sociale Zaken van alle Nederlandse gemeenten opgeroepen om bij de invulling van hun lokale armoedebeleid en de besteding van de extra middelen voor armoedebestrijding speciale aandacht te geven aan kinderen in armoede en lokaal samenwerking te zoeken met particuliere organisaties zoals Leergeld. Hieronder volgen enkele passages uit deze brief: “…Mensen die te maken hebben met armoede- en schuldenproblematiek bevinden zich in een kwetsbare positie. Een effectieve aanpak van armoede- en schuldenproblematiek is dan ook van groot belang. Gemeenten zijn hiervoor primair verantwoordelijk. Naast gemeenten leveren ook veel private partijen een belangrijke bijdrage aan het tegengaan van armoede- en schuldenproblematiek. Daarom is het belangrijk dat gemeenten, maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven samenwerken en kennis uitwisselen. Ik vraag u als verantwoordelijk wethouder om de samenwerking en kennisuitwisseling tussen partijen in uw gemeente en met uw collega-wethouders in Nederland waar mogelijk te intensiveren…” “…Halverwege oktober heb ik tijdens de armoede- en schuldenestafette verschillende initiatieven van gemeenten en maatschappelijke organisaties in het hele land bezocht. Ook samenwerking met organisaties zoals Stichting Leergeld, het Jeugdcultuurfonds en het Jeugdsportfonds passeerde de revue. Dit juich ik toe, want zoals gezegd mogen kinderen natuurlijk nooit de dupe worden van de financiële problemen van hun ouders..”



Als extra beleidsbeïnvloedingsactiviteit heeft Leergeld Nederland in 2013, samen met 6 gelijkgestemde organisaties, het initiatief genomen tot het “Pact voor kinderen in armoede”.

Via het aanbieden van een petitie door dit pact werden de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Leergeld Nederland, 24 februari 2014

14


de Tweede Kamer opgeroepen om de extra beschikbare Rijksbijdrage van 20 miljoen Euro voor een belangrijk deel te richten op het stimuleren van de bestrijding van armoede onder kinderen, waarbij de toegevoegde waarde van particuliere organisaties ten opzichte van de lokale overheid werd benadrukt. Ook dit pact is inmiddels een serieuze gesprekspartner geworden voor de Staatssecretaris.

3.3

Intensivering van de samenwerking met andere organisaties

Doel vanuit het meerjarenbeleidsplan: De komende jaren wil Leergeld proactief inzetten op het afstemmen en samenwerken met andere organisaties, om op deze manier meer kinderen te kunnen laten meedoen. Voorwaarde hierbij is wel dat Leergeld haar eigen identiteit, toegevoegde waarde en onderscheidende vermogen (de brugfunctie uit de Leergeld formule) te allen tijde zal behouden. Bereikte resultaten in 2013: In 2013 heeft Leergeld Nederland nadrukkelijk om zich heen gekeken en het initiatief genomen om eventuele samenwerkingsmogelijkheden te verkennen met gelijksoortige organisaties die landelijk actief zijn:  Eind 2012 was al een onderzoek uitgevoerd binnen de gehele Leergeld organisatie over de samenwerking tussen Leergeld, Jeugdsportfonds en Jeugdcultuurfonds op lokaal niveau: de positieve situatie in Eindhoven is daarbij specifiek als case besproken. In 2013 is voortgebouwd op de resultaten van dit onderzoek via regelmatig overleg tussen de directies van Leergeld Nederland, Jeugdsportfonds en Jeugdcultuurfonds, ter verkenning van samenwerking in de toekomst. Uitgangspunt daarbij was dat deze drie organisaties via samenwerking elkaar kunnen versterken en meer kinderen kunnen laten meedoen. Incidenteel is er vanuit de directie geadviseerd in lokale samenwerkingssituaties. In december 2013 heeft ook het eerste bestuurlijke overleg tussen deze drie organisaties plaatsgevonden en is de gezamenlijke intentie uitgesproken om de samenwerking in 2014 verder vorm te gaan geven: deze intentie zal via een communiqué op de websites van alle organisaties gecommuniceerd worden; daarnaast zal via een werkgroep vanuit de lokale stichtingen bestaande lokale samenwerkingsvormen worden onderzocht, van waaruit aanbevelingen zullen worden geformuleerd.  Hiernaast heeft Leergeld Nederland in 2013 samen met 6 andere organisaties het initiatief genomen tot de vorming van het al eerder genoemde “Pact voor kinderen in armoede”. De andere 6 organisaties zijn: Jeugdsportfonds, Jeugdcultuurfonds, Nationaal Fonds Kinderhulp, Resto van Harte, Voedselbanken Nederland en Stichting Jarige Job. Dit Pact is een coalitie van organisaties die gezamenlijk aandacht vragen voor de positie van kinderen die in armoede opgroeien.  Tenslotte heeft Leergeld Nederland op directieniveau regelmatig overleg gevoerd met het Nationaal Fonds Kinderhulp ter verkenning van samenwerkingsmogelijkheden met deze organisatie in de toekomst.

3.4

Groei en diversificatie van de inkomsten

Doel vanuit het meerjarenbeleidsplan: Om meer kinderen te kunnen helpen is een aanzienlijke toename van de Leergeld inkomsten nodig. Lokale stichtingen zullen inzetten op werving van lokale inkomsten ter Leergeld Nederland, 24 februari 2014

15


dekking van hun uitgaven; Leergeld Nederland zet hierbij in op zowel werving van inkomsten ter dekking van de kosten van het landelijk bureau in Tilburg als werving van inkomsten ter dekking van de kosten van de hulpverlening aan kinderen door de lokale stichtingen. Bereikte resultaten in 2013: In 2013 is Leergeld Nederland gestart met de implementatie van de landelijke fondsenwervingsstrategie, die zij eind 2012 ontwikkeld had:  Er is in 2013 met name gewerkt aan het onderhouden van de relaties met bestaande financiers, onder andere via de implementatie van extern gefinancierde projecten en het nakomen van de bijbehorende rapportageverplichtingen, en daarnaast ook aan het opbouwen van relaties met mogelijke nieuwe financiers. Hiernaast is in 2013 veel geïnvesteerd in de bevordering van de landelijke naamsbekendheid van Leergeld Nederland (voor meer details hierover, zie paragraaf 3.5).  De belangrijkste resultaten hiervan zijn: o sterke, open relaties met bestaande financiers van Leergeld Nederland, van wie drie financiers de intentie hebben uitgesproken om de komende twee jaar structurele ondersteuning te willen bieden aan het landelijk bureau van Leergeld; o een activiteitensubsidie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor het project ‘Capaciteitsversterking Leergeld’ met daarbij een uitnodiging om ook in 2014 een activiteitensubsidie aan te vragen; o een landelijke donatie van € 500.000 van een onds (NN-Stichting) voor het project ‘Meer meedoen’, waarvan in 2014 een bedrag van € 475.000 aan 542 lokale Leergeld stichtingen zal worden verstrekt voor directe hulpverlening aan kinderen; o een aanzienlijke nalatenschap ten behoeve van een zestal Brabantse lokale Leergeld stichtingen; o verschillende uitnodigingen tot het indienen van aanvragen voor financiële ondersteuning van specifieke projecten bij een aantal fondsen; o een fondsenwervingsactie door Inner Wheel Nederland ten behoeve van Leergeld, welke in april 2014 afgerond zal worden; o een landelijk opgezette ‘computeractie’ door het bedrijf Tweakers ten behoeve van de lokale Leergeld stichtingen, welke in 2014 afgerond zal worden; o een aanzienlijke toename in losse donaties van organisaties en individuen.

2

Dit aantal van 54 lokale stichtingen is tot stand gekomen via een selectie op basis van een aantal door de NNStichting gehanteerde criteria. Leergeld Nederland, 24 februari 2014

16


3.5

Bevordering landelijke naamsbekendheid

Doel vanuit het meerjarenbeleidsplan: Leergeld heeft in het verleden in stilte veel goed werk gedaan maar zal haar succes veel zichtbaarder moeten maken, waardoor de waarde van haar hulp aan kinderen beter in beeld komt, Leergeld bekender wordt en meer inkomsten kan verwerven, waarmee wij meer kinderen zullen kunnen helpen. Leergeld wil daarom in de komende periode prioriteit geven aan landelijke PR & communicatie en een landelijk PR & communicatie strategie ontwikkelen, met als doel het overtuigen van verschillende doelgroepen in Nederland dat Leergeld dé organisatie in Nederland is op het gebied van het voorkomen van sociale uitsluiting van kinderen, om zo de gewenste groei in het aantal kinderen dat kan meedoen te kunnen realiseren. Bereikte resultaten in 2013: In 2013 is er hard gewerkt aan de implementatie van de PR & Communicatie strategie, die in 2012 was ontwikkeld en waarvan het eerste jaar met projectfinanciering van de Rabobank Foundation kon worden gerealiseerd:  In het kader van ‘relatiemanagement’ is ingezet op verbreding van het relatienetwerk rondom Leergeld. Op bijeenkomsten en symposia heeft Leergeld zich herhaaldelijk gepresenteerd als spreker of inhoudsdeskundige.  Daarnaast is er in 2013 een stevig netwerk opgebouwd met landelijke media. Er is proactief naar publiciteit gezocht voor Leergeld, wat heeft geresulteerd in een aantal optredens op landelijke TV en radio, en in een flink aantal artikelen in landelijke en lokale kranten, wat weer aantoonbaar heeft geleid tot contacten met mogelijke nieuwe financiers. Deze landelijke verworven publiciteit heeft ook op lokaal niveau vruchten afgeworpen, hetgeen door meerdere lokale stichtingen is bevestigd. Voorbeelden van landelijke publiciteit voor Leergeld Nederland in 2013 zijn te vinden in de nieuwsitems op de website: www.leergeld.nl.  Ten slotte is in 2013 geïnvesteerd in een nieuwe huisstijl en een nieuwe bijbehorende website, welke beiden per 1 oktober 2013 zijn gelanceerd en zowel intern als extern enthousiast zijn ontvangen. De nieuwe website biedt potentiële cliënten de mogelijkheid om via het ingeven van de vier cijfers van hun postcode zelf op te zoeken of Leergeld ook in hun woonplaats actief is en biedt alle lokale Leergeld stichtingen een uitgebreid intranet, waarop alle relevante interne verenigingsinformatie beschikbaar is.

3.6

Verdere professionalisering van de organisatie

Doel vanuit het meerjarenbeleidsplan: Een belangrijke voorwaarde om als Leergeld organisatie veel meer kinderen te kunnen helpen, is het neerzetten van een professionele organisatie. Plan was om de professionaliseringsslag, die al is ingezet in 2010, nog verder af te ronden. Het ging hierbij om het afronden van het ICT ontwikkelingstraject (LISY) en het afronden van het certificeringstraject (CBF Keur). Bereikte resultaten in 2013: In 2013 is opnieuw veel geïnvesteerd in het ICT ontwikkelingstraject (LISY):  In de eerste maanden van 2013 is een aantal cursussen ‘Werken in I Y Registratie’ en een aantal cursussen ‘Werken in I Y inancieel Twin ield’ georganiseerd voor lokale eergeld stichtingen die nog niet bedreven waren in het gebruik van deze systemen. Leergeld Nederland, 24 februari 2014

17




Op verzoek van de lokale Leergeld stichtingen is vervolgens in de zomer van 2013 een aanzienlijke investering gedaan ter verdere verbetering van het LISY Registratie systeem; daarnaast is de gebruikershandleiding voor LISY Registatie geheel vernieuwd en zijn de lokale Leergeld stichtingen begeleid bij het gebruik van het verbeterde registratiesysteem.

Het eerder gestarte certificeringstraject om voor de gehele Leergeld organisatie het CBF Keur te verkrijgen is begin 2013 ‘on hold’ gezet als gevolg van toenemende discussie onder de lokale Leergeld stichtingen over de kosten hiervan versus de te verwachten baten. In de Algemene Ledenvergadering van 14 december 2013 is besloten om dit traject om de hierboven genoemde reden definitief stop te zetten.

3.7

Bevordering van de synergie binnen de organisatie

Doel vanuit het meerjarenbeleidsplan: Leergeld wil een structuur creëren waarin de lokale Leergeld stichtingen in staat worden gesteld om hun kennis en ervaring te delen en waarin Leergeld Nederland een regisserende rol zal hebben, waarbij zij optimaal gebruik zal maken van de schat aan kennis en ervaring van de lokale Leergeld stichtingen via een zogenaamde bottom up benadering. Daarnaast zal het bureau van Leergeld Nederland zich bezig blijven houden met dienstverlening aan de lokale stichtingen. Leergeld zal daarom inzetten op enerzijds een professioneel landelijk bureau met een sterk bestuur op gepaste afstand dat de beleidslijnen uitzet en de uitvoering controleert, en anderzijds op een aantal vaste structuren, via welke de lokale Leergeld stichtingen optimaal hun kennis en ervaring binnen de organisatie kunnen delen en kanaliseren. Bereikte resultaten in 2013: Wat betreft de gewenste structuren via welke de lokale Leergeld stichtingen hun kennis en ervaring kunnen kanaliseren en delen, is in 2013 voortgebouwd op de in 2012 gemaakte regionale indeling van het Leergeld netwerk in 8 regio’s  Zowel in het voorjaar als in het najaar van 2013 hebben regionale bijeenkomsten plaatsgevonden, die door de leden als erg zinvol zijn ervaren. Deze bijeenkomsten stonden in 2013 voornamelijk nog in het teken van voorbereiding op de Algemene Ledenvergaderingen. De wens bestaat om deze in de toekomst meer thematisch in te vullen.  Hiernaast zijn in 2013 drie Algemene Ledenvergaderingen georganiseerd: in maart, in mei en in december.  Tenslotte was er gedurende 2013 vanuit de Leergeld organisatie één taakgerichte werkgroep actief: de PR & Communicatie werkgroep, die betrokken was bij de implementatie van het eerste jaar van de PR & Communicatie strategie. De eerste helft van 2013 heeft zich gekenmerkt door een relatieve instabiliteit in de bezetting van het bestuur en in mindere mate ook het landelijk bureau van Leergeld Nederland. In de tweede helft van 2013 is het de vereniging gelukt om de gewenste stabiliteit en continuïteit terug te brengen in de organisatie. Voor meer informatie hierover, zie de volgende paragraaf: 4. Organisatie.

4

Organisatie

In 2013 waren binnen de Leergeld Vereniging voor de hulpverlening aan de kinderen 72 lokale Leergeld Leergeld Nederland, 24 februari 2014

18


stichtingen actief, verspreid over alle Nederlandse provincies. Eind 2012 bestond het bestuur van Leergeld Nederland uit slechts 3 personen; in maart 2013 hebben deze bestuursleden hun functies neergelegd om ruimte te maken voor een interim bestuur, bestaande uit 6 personen. Sinds eind 2013 beschikt Leergeld Nederland weer over een sterk bestuur van 5 personen, in principe voor de langere termijn, dat op gepaste afstand beleidslijnen uitzet en de uitvoering daarvan controleert en dat nog op zoek is naar een voorzitter:      

Vacature, voorzitter Jan Ramaekers, secretaris André van den Hoven, penningmeester Piet Bijl, lid (en waarnemend voorzitter) Marieke de Jong, lid Wil van Egmond, lid

De bestuursleden zijn onbezoldigd en ontvangen slechts een onkostenvergoeding. De wijze van benoeming en de zittingsduur van bestuursleden is opgenomen in de statuten van Leergeld Nederland. In 2013 heeft het bestuur 15 keer vergaderd. In de periode januari tot juni 2013 heeft het landelijk bureau van Leergeld Nederland geopereerd met een professioneel team met een interne en een externe directeur. De interne directeur heeft het landelijk bureau met ingang van 1 juni 2013 verlaten. Sinds eind 2013 bestaat het landelijk bureau van Leergeld Nederland uit 3 professionele krachten die gezamenlijk 2 fte voor hun rekening nemen en gesalarieerd worden conform de Collectieve Arbeidsovereenkomst (CAO) Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening:   

Gaby van den Biggelaar, directeur (0,56 fte) Conny Habraken, specialist fondsen & projecten (0,78 fte) Patty Verhagen, administratief/secretarieel medewerker (0,67 fte)

In 2013 hebben de volgende vrijwilligers zich belangeloos ingezet voor Leergeld Nederland: Herry Lips en Sjef Wolfs. Zij hebben een onmisbare ondersteunende rol gespeeld bij het gebruik van het nog relatief nieuwe registratiesysteem: LISY Registratie. Tenslotte heeft Leergeld Nederland in 2013, op organisatorisch gebied, gebruik gemaakt van de diensten van de volgende samenwerkingspartners/personen:  Accon avm Adviseurs en Accountants (samenstellen en controleren enkelvoudige jaarrekening en samengevoegd financieel overzicht)  Meuwese Accountants en Belastingadviseurs (salarisadministratie)  Ernst Opus V (beheer en onderhoud van Leergeld webdisk, webmail en laptops)  Het Inventief (ontwikkeling nieuwe huisstijl en website)  De Vonk (herziening Leergeld hulpverleningstraining)  Paul Janssen (faciliteren van regionale bijeenkomsten en begeleiden van nieuwe stichtingen)


19


5

Financiën

Eind 2012 verwachtte Leergeld Nederland dat 2013 financieel gezien een moeilijk jaar zou worden. Uiteindelijk heeft Leergeld Nederland het jaar veel beter af weten te sluiten dan oorspronkelijk verwacht. In de oorspronkelijke begroting 2013 werd een tekort van € 81.074 verwacht. Op de Algemene Ledenvergadering van 2 maart 2013 is deze begroting door de leden aangenomen en gaven de leden toestemming om de bestemmingsreserve ten behoeve van projecten (van € 81.442) aan te wenden om dit verwachte tekort te dekken, indien er geen additionele externe financiering gevonden zou worden. Op de Algemene Ledenvergadering van 25 mei 2013 werd vervolgens door de leden besloten om bovenop de bestaande begroting een eenmalige investering van € 50.000 te doen ter verbetering van het LISY Registratie systeem, waarbij zij toestemming gaven om deze investering te financieren vanuit de continuïteitsreserve, indien hiervoor geen additionele externe financiering zou worden gevonden. Leergeld Nederland zou daarmee in 2013 in principe op een tekort van € 131.074 uit kunnen komen. Leergeld Nederland heeft zich in 2013 tot het uiterste ingespannen om zoveel mogelijk additionele externe financiering te verwerven om dit tekort zoveel mogelijk te beperken. Met een totaal aan baten van € 335.026 en een totaal aan lasten van € 423.622 komt Leergeld Nederland uiteindelijk uit op een negatief resultaat van € 68.596. Daarmee komt Leergeld Nederland aanzienlijk beter uit dan oorspronkelijk verwacht. Conform de besluiten van de ALV is dit negatieve resultaat ten laste gelegd van de bestemmingsreserve ten behoeve van projecten. De bestemmingsreserve komt daarmee nu uit op een bedrag van € 12.846. De continuïteitsreserve van € 195.000 blijft volledig in tact. Eind 2013 is het vrij besteedbare vermogen van Leergeld Nederland daarmee € 207.846. Haar vermogenspositie blijft daarmee ruim boven de door het bestuur vastgestelde minimale norm van € 150.000. Het percentage van de totale lasten dat in 2013 besteed is aan de doelstelling MEEDOEN komt uit op 82,1%. Het percentage kosten beheer & administratie komt uit op 15,4% en blijft daarmee onder de norm van maximaal 20%, die hiervoor door het bestuur is vastgesteld. Het percentage kosten eigen fondsenwerving ten opzichte van de baten uit eigen fondsenwerving komt uit op slechts 2,3% en blijft daarmee ruim onder de norm van maximaal 25% uit de CBF-richtlijnen. Voor meer gedetailleerde informatie over de financiële positie van Leergeld Nederland in 2013 verwijzen wij u graag door naar de jaarrekening 2013, waarin ook de controleverklaring van onze accountant is opgenomen.

6

Plannen voor 2014

2014 wordt voor Leergeld Nederland het derde uitvoeringsjaar van het meerjarenbeleidsplan 2012-2016: Alle kinderen mogen meedoen: volle kracht vooruit!. Ten aanzien van één onderdeel uit dit Leergeld Nederland, 24 februari 2014

20


meerjarenbeleidsplan geldt vanaf 2014 de volgende aanpassing: na de interne discussie over de kosten versus de te verwachten baten van het verwerven van het CBF-keurmerk is in december 2013 door de leden besloten om de verdere afronding van dit certificeringstraject los te laten en op dit vlak dus geen activiteiten meer te plannen en geen kosten meer te maken. Een overzicht van alle geplande activiteiten voor 2014 is vastgelegd in het jaarplan 2014, dat op de ALV van 14 december door de leden is vastgesteld. Zie bijlage 2: Jaarplan 2014. Op de ALV van 14 december 2013 is ook een voorlopige begroting 2014 door de leden vastgesteld. Op de ALV van 5 april 2014 zal de definitieve begroting 2014 worden vastgesteld. In de tussenliggende periode is gewerkt aan het realiseren van de gewenste dekking voor 2014. Voor de meest recente versie van de begroting en het dekkingsplan 2014 zie hieronder:

BEGROTING LEERGELD NEDERLAND 2014 VASTE EXPLOITATIEKOSTEN

€ 222.723

PERSONEELSKOSTEN

€ 135.558

Salariskosten inclusief lonen en salarissen, vakantiegeld, sociale lasten, pensioenpremie & reiskosten woon-werk, verzuimverzekering en salarisadministratie

€ 135.558

HUISVESTINGSKOSTEN

€ 6.000

Huur inclusief schoonmaak

€ 6.000

ORGANISATIEKOSTEN Telefoonkosten Porti Kantoorbenodigdheden Drukwerk/kopieerkosten Abonnementen en contributies Verzekeringen Accountantskosten (kosten controle enkelvoudige jaarrekening) Administratiekosten (kosten opstellen enkelvoudige jaarrekening) Automatiseringskosten Leergeld Nederland (zakelijk internet, kosten beheer webmail en webdisk Abonnementen en onderhoud LISY REG en LISY FIN gehele Leergeld organisatie Advieskosten: advies/begeleiding van lokale stichtingen gericht op hun financiële administratie Bestuurskosten Bankkosten

VARIABELE DIRECTE PROJECTKOSTEN Implementatie project "Meer meedoen": verstrekkingen aan lokale stichtingen! Implementatie project "Capaciteitsversterking Leergeld ": kosten Leergeld Nederland Implementatie project "Leergeld Nieuwe Stijl ": kosten Leergeld Nederland Overige prioritaire projectactiviteiten (nog nader te bepalen)

TOTALE KOSTEN 2014


€ 81.165 € 2.000 € 500 € 1.500 € 500 € 500 € 1.000 € 6.050 € 2.118 € 6.897 € 52.601 € 2.250 € 5.000 € 250

€ 511.529 € 475.000 € 21.724 € 9.000 € 5.805

€ 734.252

21


DEKKINGSPLAN LEERGELD NEDERLAND 2014 FINANCIER

BESTEMMING DEKKING VANUIT ALGEMENE BATEN

Ledencontributie 2013

Vrij te besteden contributie - Status: AANNEMELIJK, OP BASIS VAN AFGELOPEN JAREN Losse giften/schenkingen Vrij te besteden giften - Status: AANNEMELIJK, OP BASIS VAN AFGELOPEN JAREN Rente baten Vrij te besteden rente - Status: AANNEMELIJK,OP BASIS VAN AFGELOPEN JAAR Adessium Foundation Implementatie jaar 3 (2014) van het Meerjarenbeleidsplan - Status: TOEGEKEND Anonieme stichting Implementatie jaar 3 (2014) van het Meerjarenbeleidsplan - Status: TOEGEKEND

DEKKING VANUIT PROJECTBATEN NN-Stichting Ministerie SZW Oranjefonds

Project "Meer meedoen""- Status: TOEGEKEND Project "Capaciteitsversterking Leergeld " - Status: TOEGEKEND Project "Leergeld Nieuwe Stijl " - Status -TOEGEKEND

TOTALE TOEGEZEGDE DEKKING VERWACHT SALDO IN 2014


VERWACHTE DEKKING € 218.000 € 70.000 € 15.000 € 3.000 € 75.000 € 55.000

€ 516.252 € 485.528 € 21.724 € 9.000

€ 734.252 €0

22


Bijlage 1: Lijst van alle operationele Leergeld stichtingen in 2013

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40

OPERATIONELE LEERGELD STICHTINGEN IN 2013 NAAM STICHTING Lg 2stromenland Lg Alblasserwaard-Vijfheerenlanden Lg Amersfoort Lg Apeldoorn-Voorst Lg Appingedam-Delfzijl-Loppersum Lg Arnhem Lg Bergen op Zoom Lg Best e.o. Lg Bommelerwaard en omstreken Lg Boxtel Lg Breda Lg Capelle aan den IJssel e.o. Lg De Bilt Lg De Liemers Lg Den Bosch Lg Den Haag Lg Deventer Lg Drachten e.o. Lg Drechtsteden Lg Eindhoven Lg Emmen e.o. Lg Enschede Lg Geldrop-Mierlo en Heeze-Leende Lg Gemert e.o. Lg Goirle en Riel Lg Groningen en omstreken Lg Haarlemmermeer Lg Heerenveen e.o. Lg Helmond Lg Het Hoogeland Lg Hilversum-Wijdemeren Lg Hoogezand-Sappemeer Lg IJsselstein Lg Land van Cuijk Lg Leeuwarden Lg Leiden Lg Leidschendam – Voorburg Lg Lelystad e.o. Lg Lochem Lg Maas & Leijgraaf


23


41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72

Lg Maastricht & Heuvelland Lg Nieuwegein Lg Nijmegen Lg Noord Veluwe Lg Noordoostpolder Lg Noord-west Brabant Lg Nuenen Lg Oldenzaal Lg Oosterhout e.o. Lg Oosterschelderegio Lg Parkstad Lg Roermond e.o. Lg Roosendaal Lg Rotterdam Lg Salland Lg Sneek e.o. Lg Soest-Baarn Lg Tilburg Lg Utrecht Lg Valkenswaard en Omstreken Lg Veldhoven e.o. Lg Voorne-Putten Lg Vught Lg Walcheren Lg Weert e.o. Lg West-Betuwe Lg West-Friesland Lg Westelijke Mijnstreek Lg Zeeuws Vlaanderen Lg Zoetermeer Lg Zuid-Oost Groningen Lg Zutphen e.o.


24


Bijlage 2: Jaarplan 2014 JAARPLAN 2014 LEERGELD VERENIGING Inleiding Vanuit de ambities van het meerjarenbeleidsplan is een keuze gemaakt van activiteiten die in het komende jaar door de Leergeld Vereniging ter hand zullen worden genomen. Deze keuze is voorbereid door het bureau en besproken in het bestuur. Het bestuur legt de activiteiten in de vorm van een jaarplan 2014 aan de ALV voor. Het vastgestelde jaarplan 2014 zal als inhoudelijk werkdocument functioneren. Voor de realisatie van de opgenomen activiteiten worden, waar nodig, vanuit het bureau projectplannen opgesteld die de basis vormen voor aan te vragen aanvullende projectfinanciering.

Doelstelling en geplande activiteiten voor 2014 De strategische doelstelling uit het meerjarenbeleidsplan voor 2014 is:  In 2014 wil de Leergeld Vereniging 15% meer kinderen bereiken en helpen, zodat eind 2014 uiteindelijk tenminste 53.000 kinderen meedoen In lijn met het meerjarenbeleidsplan willen we als Vereniging van lokale stichtingen dit hoofddoel bereiken door activiteiten op de volgende subdoelen:  Uitbreiding van de directe hulpverlening  Versterking van de signaleringsen beleidsbeïnvloedingsfunctie  Intensivering van de samenwerking met andere organisaties  Groei en diversificatie van de inkomsten  Bevordering van de landelijke naamsbekendheid  Verdere professionalisering van de organisatie  Bevordering van de synergie binnen de organisatie Hieronder worden per subdoel de geplande activiteiten aangegeven ter realisatie van de doelstelling voor 2014: Leergeld Nederland, 24 februari 2014

25


SUBDOEL 1 Uitbreiding van de directe hulpverlening

2 Versterking van de signaleringsen beleidsbeïnvloedingsfunctie

GEPLANDE ACTIVTEITEN Het uitbreiden van de directe hulpverlening aan kinderen door de bestaande lokale Leergeld stichtingen Het versterken en ondersteunen van bestaande lokale Leergeld stichtingen zodat zij meer kinderen kunnen helpen, o.a. via het project MEER MEEDOEN! met financiële ondersteuning van de NN-Stichting (anoniem fonds) en via het project met Inner Wheel Nederland: CULTUUR EN SPORT VOOR IEDER KIND; het bureau streeft ernaar om in 2014 via aanvullende projectfinanciering nog meer financiële middelen ten behoeve van de lokale Leergeld stichtingen te verwerven (o.a. via Stichting T) Het begeleiden van minimaal 3 nieuwe Leergeld stichtingen richting operationele status, waar mogelijk met de inzet van een ‘buurstichting’. Het bestuur en het bureau streven ernaar om met additionele project inanciering nog meer stichtingen op te kunnen richten (bijv via Rabobank Foundation en/of Ministerie van SZW) Het ontwikkelen van een handboek/stappenplan voor de oprichting van nieuwe Leergeld stichtingen Het verder implementeren van de landelijke beleidsbeïnvloedingsstrategie:  directe beleidsbeïnvloeding richting de landelijke politiek: Staatssecretaris SZW (en rijksambtenaren), de vaste Kamercommissie SZW (aandacht voor de doelgroep, aandacht voor toegevoegde waarde Leergeld op lokaal niveau bij de bestrijding van armoede bij kinderen)  indirecte beleidsbeïnvloeding via samenwerkingspartners zoals de Kinderombudsman, Stimulansz, Divosa, de VNG Commissie Werk & Inkomen, de Landelijke Cliëntenraad en de Sociale Alliantie, de PO en VO-raad (landelijke koepels onderwijs)  ondersteunen van lokale stichtingen bij hun activiteiten richting lokale beleidsmakers Het verzamelen van signalerende informatie vanuit de werkpraktijk van de lokale Leergeld Stichtingen en het terugkoppelen hiervan richting hierboven beschreven doelgroepen. De inhoudelijke focus blijft vooralsnog op de volgende onderwerpen:  de doelgroep van eergeld is inmiddels uitgebreid met een groep ‘nieuwe armen’ die door speci ieke omstandigheden in armoede zijn geraakt. De oorzaken van de armoede zijn daarmee ook meer divers geworden. Leergeld wil ervoor zorgen dat beleidsmakers zich bewust zijn van deze groep ‘nieuwe armen’ zodat zij hun beleid hier beter op a kunnen stemmen


26




3 Intensivering van de samenwerking met andere organisaties 4 Groei en diversificatie van de inkomsten

door de verlaging van de inkomensgrens voor armoede door de landelijke overheid van 120% naar 110% lijkt een hele groep ‘armen’ uit beeld verdwenen; dit is echter slechts schijn. eergeld pleit voor het weer verhogen van de inkomensgrens van 110 naar 120% door de landelijke overheid om het werkelijke armoedeprobleem goed in beeld te houden  het traditionele armoedebeleid van de overheid, gericht op het verhogen van het inkomen van de ouders, is niet effectief: het bestede geld komt vaak helemaal niet terecht bij de kinderen die het nodig hebben. Leergeld pleit voor ander, effectief overheidsbeleid waarbij het geld dat aan armoedebeleid wordt besteed, ook daadwerkelijk bij de kinderen terecht komt  de kosten voor ouders aan onderwijs voor hun kinderen nemen alsmaar toe: vooral bij MBO/ROC scholen, maar ook op scholen voor voortgezet onderwijs (bijvoorbeeld voor dure schoolreizen). Leergeld pleit voor verlaging van deze kosten voor ouders  hiernaast streeft de Leergeld Vereniging ernaar om in 2014 in nauwe samenwerking met de Kinderombudsman heel concreet na te denken over de gewenste inhoud van het in 2013 door de Kinderombudsman voorgestelde Kindpakket Het afstemmen en/of samenwerken met eventuele andere organisaties, waar dat de doelstelling om meer kinderen te bereiken ten goede kan komen Het scherp formuleren en bewaken van de eigen toegevoegde waarde en onderscheidende vermogen van Leergeld Het onderzoeken van afstemmings- en samenwerkingsmogelijkheden op landelijke en lokale schaal met het Jeugdsportfonds, Jeugdcultuurfonds en het Nationaal Fonds Kinderhulp, via regelmatig overleg op directie- en bestuurlijk niveau Het continueren van de deelname aan het in 2013 gesloten ‘Pact voor kinderen in armoede’ ationaal onds inderhulp Jeugdsportfonds, Jeugdcultuurfonds, Resto van Harte, Voedselbanken Nederland en Stichting Jarige Job Het verder implementeren van de eind 2012/begin 2013 ontwikkelde landelijke fondsenwervingsstrategie voor Leergeld:  het werven van landelijke inkomsten ter dekking van de vaste exploitatiekosten van Leergeld Nederland; naast de contributie van de leden (€ 70.000) is er serieus zicht op meerjarige bijdragen van twee vermogens ondsen waarmee de exploitatie voor 2014 en 2015 gedekt zal zijn (zie vaste exploitatiebegroting Leergeld Nederland)  het werven van landelijke inkomsten ter dekking van projectkosten ten behoeve van de Leergeld Vereniging (zie


27


5 Bevordering landelijke naamsbekend heid

variabele projectbegroting Leergeld Nederland)  het werven van landelijke inkomsten ten behoeve van lokale Leergeld stichtingen (naar het voorbeeld van de donatie van de NN-Stichting en de actie met Inner Wheel Nederland) Het, ten behoeve van de landelijke fondsenwerving, inventariseren van het totaal aantal geholpen kinderen in 2013, en het verzamelen en samenvoegen van de jaarcijfers van alle lokale Leergeld stichtingen tot een samengevoegd financieel overzicht 2013 Het verder implementeren van de in 2012 ontwikkelde landelijke PR & communicatie strategie, met een focus op:  onderhouden en verder uitbreiden netwerk met landelijke media en andere relaties  proactief blijven zoeken van publiciteit  onderhouden van de nieuwe Leergeld website  verbeteren/aanvullen van de nieuwe website naar aanleiding van een inventarisatieronde onder de leden. Afhankelijk van de gewenste aanvullingen/verbeteringen is deze laatste activiteit nog afhankelijk van aanvullende projectfinanciering (bijv. via Rabobank Foundation)  strategisch introduceren van de Leergeld Vereniging op sociale media  het ‘ eergeld breed’ bevorderen van het gebruik van sociale media, teneinde onze doelstelling, werkwijze én resultaten bij lokale en landelijke externe partners, waaronder potentiële donateurs en fondsen, onder de aandacht te brengen en teneinde onderlinge uitwisseling van informatie te faciliteren. Leergeld Nederland wil hiertoe graag een Leergeldconferentie over het gebruik van sociale media houden voor alle leden; het bedrijf Tweakers, dat in 2013 een computer/laptop actie voor Leergeld heeft opgezet, wordt hierbij als mogelijke samenwerkingspartner gezien; deze activiteit is nog afhankelijk van aanvullende projectfinanciering (bijv. via Ministerie van SZW)  identificeren van een bekende Leergeld ambassadeur  formeren van de Zeven Zuilen van Leergeld (Comité van Aanbeveling)  ontwikkelen van een Leergeld film waarin het effect van Leergeld over het voetlicht wordt gebracht, die door de gehele Leergeld organisatie als promotiemateriaal kan worden gebruikt. Voor deze activiteit is inmiddels een bedrag aan projectfinanciering toegezegd door het Ministerie van SZW (eigenlijk nog bestemd voor 2013, maar gezien het late


28


6 Verdere professionalisering van de organisatie

7 Bevordering van de synergie binnen de organisatie

tijdstip van toekenning zal Leergeld Nederland voor de besteding hiervan om een budgetneutrale verlenging verzoeken); Leergeld Nederland zal hiernaast, indien gewenst, nog op zoek gaan naar aanvullende projectfinanciering (bijv. via Rabobank Foundation)  laten drukken van PR & communicatie materiaal in de nieuwe huisstijl voor het landelijk bureau. Deze activiteit is nog afhankelijk van aanvullende projectfinanciering (via Oranjefonds)  organiseren van een landelijk publieksevenement voor Leergeld. Deze activiteit is nog afhankelijk van aanvullende projectfinanciering (bijv. via Ministerie van SZW)  laten verrichten van een (wetenschappelijk) onderzoek naar de resultaten en effecten van het werk van Leergeld (dat enerzijds mogelijk gebruikt kan worden om het effect van ons werk beter over het voetlicht te brengen, en dat anderzijds ook mogelijk gebruikt kan worden om het effect van ons werk nog verder te vergroten. Het afronden van het ICT ontwikkelingstraject (LISY):  voor zowel LISY Registratie als LISY Financieel/Twinfield gaat het dan om het herzien van de interne werkprocessen (m.b.t het aanvragen van accounts voor nieuwe stichtingen en m.b.t. eventuele benodigde aanpassingen aan de systemen)  om een correct gebruik van LISY Financieel / Twinfield te bevorderen binnen de Vereniging, streven wij ernaar om in 2014 een uitgebreidere gebruikershandleiding voor LISY Financieel / Twinfield te ontwikkelen, het interne helpdesksysteem grondig te herzien en extra training aan te bieden aan de penningmeesters van lokale stichtingen. Voor deze activiteiten wordt nog aanvullende projectfinanciering gezocht (via Fonds Evert Potjer) Het continueren en faciliteren van de regionale bijeenkomsten en toewerken naar een thematische invulling hiervan, gericht op het delen van kennis en ervaring tussen de lokale stichtingen. De organisatie van de regionale bijeenkomsten zal worden gedekt vanuit de vaste begroting (bestuurskosten) voor 2014; voor het toewerken naar een meer thematische invulling (via een inventarisatie onder de leden en een gedegen thematische voorbereiding), zodat lokale stichtingen bij de regionale bijeenkomsten echt kennis en ervaring op een inhoudelijke thema (zoals bijv. lokale fondsenwerving, of lokale lobby) kunnen gaan uitwisselen, wordt nog naar aanvullende projectfinanciering gezocht (via Stichting T) Het organiseren van een landelijke Leergeld conferentie over hoe Leergeld in haar werk de rechten van het kind echt zou kunnen


29


waarborgen, en mogelijk nog meer vanuit de rechtenbenadering zou kunnen werken; het Kinderrechtenhuis Nederland in Leiden wordt hierbij gezien als mogelijke samenwerkingspartner. Voor deze activiteit zal nog gezocht worden naar aanvullende projectfinanciering Om de dialoog tussen de lokale stichtingen te stimuleren en informatie binnen het totale Leergeld netwerk te delen, zal het bureau een digitaal interactief forum laten ontwikkelen op het intranet van de website. Voor deze activiteit is inmiddels een bedrag aan projectfinanciering toegezegd door het Ministerie van SZW (eigenlijk nog bestemd voor 2013, maar gezien het late tijdstip van toekenning zal Leergeld Nederland voor de besteding hiervan om een budgetneutrale verlenging verzoeken); Leergeld Nederland zal hiernaast, indien gewenst, nog op zoek gaan naar aanvullende projectfinanciering (via Stichting T) Het onderzoeken van de wijze waarop we professionals uit de eigen organisatie het meest effectief en efficiënt kunnen inzetten ten behoeve van bevordering van een aantal taakgebieden, zoals ICT, externe PR&C en eventueel ook interne communicatie


30

JAARVERSLAG 2013 LEERGELD NEDERLAND

Recommend Documents