JAARVERSLAG 2012 Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Brussel --------------------------------------
[email protected] – www.kindinnood.be Sainctelette Square 17 – 1000 Brussel
je staat niet alleen
------------------------------------Inhoud ------------------------------------I.
VOORWOORD---------------------------------------------------------------------------------------- p. 3
II.
HET VERTROUWENSCENTRUM KINDERMISHANDELING BRUSSEL---------------------- p.5
III.
MISSIE EN VISIE------------------------------------------------------------------------------------- p.7
IV.
CIJFERGEGEVENS
A. MELDINGEN----------------------------------------------------------------------------------- p. 10
B. KINDEREN-------------------------------------------------------------------------------------- p. 25
C. GEVOLGGEVING EN DIAGNOSTIEK------------------------------------------------------- p. 28
D. RISICO-INSCHATTING BIJ MELDING EN NA DIAGNOSTIEK------------------------- p. 32
V.
1712. MELDPUNT GEWELD, MISBRUIK EN KINDERMISHANDELING------------------- p. 35
VI.
VISIEONTWIKKELING EN AANPAK VAN KINDERMISHANDELING IN DE BRUSSELSE MULTICULTURELE CONTEXT--------------------------------------------------------------------- p. 43
VII.
ONZE PARTNERS------------------------------------------------------------------------------------ p. 48
2 je staat niet alleen
------------------------------------I. Voorwoord ------------------------------------Beste lezer, 2012 was een druk jaar. We kenden de opstart van het meldpunt 1712 ‘Geweld, misbruik en kindermishandeling’, organisatorisch een samenwerkingsverband tussen de Vertrouwenscentra Kindermishandeling en de Centra Algemeen Welzijnswerk. Het voorontwerp van het decreet Integrale Jeugdhulp was bron van veelvuldig overleg en de contouren van de nieuwe opdracht als gemandateerde voorziening Maatschappelijke Noodzaak werden duidelijker. Het bleek dat de Brusselse ordonnantie niet zonder meer compatibel is met een aantal bepalingen binnen dit decreet en dat er hier voorlopig geen voor de hand liggende oplossingen zijn. Samen met andere VK's werden we gevraagd om mee na te denken over de aanpak van maatschappelijke thema's die zich aandienden: misbruik en grensvervaging in gezagsrelaties en geïnstitutionaliseerde vormen van verwaarlozing en kindermishandeling in residentiële voorzieningen. Intussen vertaalde dit zich in een aantal concrete initiatieven. Het maatschappelijke landschap waarbinnen de vertrouwenscentra opereren verandert grondig terwijl het werkmodel van de centra al decennia ongewijzigd is gebleven. Het is dan ook hoog tijd om de rol en de plaats van de centra binnen de hulpverlening te herbekijken. Kind en Gezin nam het initiatief om samen met de VK’s deze oefening te maken, en we hopen dat dit denkwerk vervolgd wordt. Daarbij mag het basisprincipe van de vertrouwenscentra, hulpverlening bij kindermishandeling waarbij het belang van het kind voorop staat, niet losgelaten worden. Voor het eigen centrum kwam er na lang zoeken een concreet en haalbaar perspectief voor een nieuw en beter onderkomen: consultatie- en kantoorruimte in het hart van Brussel. Daarmee verlaten we het UZ Brussel, het ziekenhuis dat onze oprichting mogelijk maakte in een periode waarin nog geen subsidies voorzien waren, en dat ons meer dan een kwarteeuw huisvesting bood. Maar de nieuwe locatie maakt ons veel bereikbaarder voor het huidige doelpubliek en beantwoordt beter aan de noden van de cliënten en de medewerkers. In 2012 startte het onderzoeks-en sensibiliseringsproject t.a.v. de Brusselse lagere scholen. Alle lagere scholen, en dat zijn er meer dan 100, werden herhaaldelijk aangeschreven en gebeld met een aanbod voor onderzoek en sensibilisering. Een aantal scholen tekenden hier op in en reeds in 2012 bereikten we nagenoeg 200 onderwijzers en betrokkenen in het lager onderwijs. Ten aanzien van de Brusselse kinderdagverblijven werden contacten gelegd met het oog op een gelijkaardige sensibiliseringscampagne. Ook de interne keuken van het VK stond niet stil: Sarah Cornelis verliet ons na 5 jaar nuttig en constructief werk om zich te engageren bij de VK-collega's uit Oost-Vlaanderen. Intussen toont Ilse Van Campenhout zich een waardige opvolgster. Binnen de uitbouw van het meldpunt 1712 volgde Eden Venneman in november 2012 Charlotte Wouters op. Geen enkele werking kan zonder gemotiveerde en geëngageerde mensen en voor de moeilijke thematiek van kindermishandeling geldt dit des te meer. Ik kan met enige fierheid stellen dat VK Brussel over een dergelijk team beschikt! Onze kernopdracht is en blijft: advies- en hulpverlening bij een vermoeden van kindermishandeling. Voornamelijk intra-familiaal maar hoe langer hoe meer ook extra-familiaal. 3 je staat niet alleen
De economische crisis sleept nu al jaren aan en de sporen die ze nalaat in ons werkveld worden steeds duidelijker. Gezinnen hebben het steeds moeilijker om rond te komen. Het hebben van werk is geen garantie meer om niet in armoede te vervallen en de prestatiedruk wordt almaar groter. Deze belasting op de gezinnen is niet bevorderlijk voor een gezond opvoedingsklimaat. In Scandinavische landen spreekt men over het “wolvenuurtje”: 's avonds als ouders na hun dagtaak moe thuiskomen wacht hen de zorg voor de kinderen die hen dan veelal teveel is, er wordt dan gemakkelijk geroepen en getierd. Brussel is op dit vlak een extra-kwetsbare regio. In de “Welzijnsbarometer, Brussels armoederapport 2012” vinden we opnieuw een aantal onthutsende cijfers: één vierde van de Brusselse kinderen en één op vijf volwassenen leeft in een huishouden zonder inkomen uit werk. Het BHG kent meer armoede dan de rest van het land: tussen één vijfde en één derde van de bevolking leeft onder de armoedegrens. De tewerkstellingsgraad ligt 12% lager dan in Vlaanderen. De gevolgen voor de kinderen blijken onder andere uit volgend citaat: “ In de periode 2007-200 hebben kinderen geboren in een huishouden zonder werk twee keer meer risico om dood geboren te worden en, voor de levendgeborenen, 1,7 keer meer risico om te sterven voor de leeftijd van één jaar dan de kinderen geboren in een huishouden met twee inkomens”. Dat armoede een negatief effect heeft op de incidentie en prevalentie van kindermishandeling wordt genoegzaam gestaafd door onderzoek. Voor de werking van een VK betekent dit dat we actief op zoek moeten naar kinderen in risico-situaties en dat we rekening moeten houden met de precaire socio-economische situatie van vele gezinnen in het Brusselse, een gegeven waarop wij onmogelijk als enige het antwoord kunnen hebben. Een exponent hiervan zijn de vele dakloze gezinnen die in het Brusselse rondzwerven en waarvoor niemand een oplossing lijkt te hebben. Verder is er ook een verdergaande verrechtsing in samenleving en politiek. Er wordt meer veroordelend en repressief gekeken naar probleemsituaties, er zijn de GAS-boetes, een strenger beleid t.a.v. asielzoekers, een snellere inschakeling van politie en justitie. Deze tendens is voelbaar in bijvoorbeeld het onderwijs, bij scheidingen, in buurtgemeenschappen ... Hulpverlening lijkt voor velen te soft en moet aan credibiliteit inboeten. Tegelijk blijven we herhaaldelijk geconfronteerd met een zekere laksheid ten aanzien van soms schrijnende situaties van kindermishandeling. Een vertrouwenscentrum kindermishandeling is een plaats waar kinderen en ouders samen met hulpverleners zoeken naar oplossingen voor de problemen, uitgaande van de krachten en sterktes die in het gezin aanwezig zijn. Vanuit een repressieve benadering is dit niet mogelijk. Willen we het geloof van ouders en kinderen in zichzelf en in hun samenleven herstellen dan moet dit geloof mede door ons, hulpverleners, inhoud krijgen, geëvalueerd en gefundeerd worden. Oplossingsgericht maar niet blind voor datgene wat kinderen schaadt. Verder in dit jaarverslag vindt u cijfers, overzichten, analyses en duidingen. De realiteit daarachter is een menselijke: het gaat over gezinnen, kinderen in nood die zoekend zijn naar betere, veiligere omgangsvormen. Het gaat over hulpverleners die duiden, die mee zoeken en die proberen aan te reiken. Het gaat over kansen geven zolang het kan en grenzen stellen waar nodig. Aan allen die hieraan meewerken en die dit mogelijk maken: oprechte dank! Erik Van Dooren Directeur
4 je staat niet alleen
------------------------------------II. Het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Brussel ------------------------------------In 2012 maakten volgende mensen de werking mogelijk:
de Raad van Bestuur: Prof. Dr. Benjamin Van Camp, voorzitter Dr. Jan Schots, ondervoorzitter Ingrid Steens, penningmeester Chris Schotte, secretaris Katelijne Delmal Monica Minner Lieve Pellens Elly Van Assche Johan Van Der Sypt Frans Van Stappen
het team: Erik Van Dooren, directeur Sarah Cornelis, hulpverlener (tot 15/06/2012) Liselot Desmet, hulpverlener Katleen Driessen, vertrouwensarts (15/03/2012 tot 09/05/2012) Karolien De Ruyck, hulpverlener Karolien François, hulpverlener Johan Galle, hulpverlener Goedele Keymolen, hulpverlener Ilse Van Campenhout, hulpverlener (vanaf 15/06//2012) Krista Vander Meûlen, secretaresse Eden Venneman, hulpverlener (vanaf 19/11/2012) Evi Verdoodt, hulpverlener Charlotte Wouters, hulpverlener (01/02/2012 tot 16/08/2012) 5 je staat niet alleen
de stagiaires: Fatima Arherhour, 2de bachelor maatschappelijk assistent, Erasmushogeschool Brussel Stefanie Barigand, 2de master klinische psychologie, specialisatie orthopsychologie, VUB
6 je staat niet alleen
---------------------------------------III. Missie, visie ---------------------------------------Missie De missie van het VK Brussel wordt bepaald door het besluit van de Vlaamse Regering inzake de Vertrouwenscentra Kindermishandeling (zie: “Besluit van de Vlaamse Regering betreffende erkenning en subsidiëring van de vertrouwenscentra kindermishandeling” van 17/05/2002 en het “Ministerieel besluit betreffende de kwaliteitszorg in de vertrouwenscentra kindermishandeling” van 10/06/2002).
Het VK is hierbij een ankerpunt voor het melden van (vermoedens van) kindermishandeling. Het VK heeft vanuit deze opdrachten een aantal specifieke taken: het geven van deskundig advies aan de melder (hulpverlener en/of andere), coördinatie en ondersteuning van bestaande hulpverlening, gerichte diagnostiek van kindermishandeling (door het VK, door anderen of samen met anderen), het opstarten van hulpverlening door het VK, het doorgeven van eigen deskundigheid en ervaring aan andere hulpverleners door middel van informatie, sensibilisering en vorming.
De missie is dus duidelijk gericht op het organiseren en het coördineren van hulpverlening inzake kindermishandeling in al zijn vormen.
Vanuit de maatschappelijke positie die het VK door haar missie inneemt, is het eveneens de taak om knelpunten aan de overheid te signaleren.
7 je staat niet alleen
Visie Kinderen groeien in onze maatschappij het best op in de liefdevolle en steunende omgeving van hun ouders. Kindermishandeling interfereert hiermee op drastische wijze en kan zorgen voor blijvende schade bij het kind als ze niet stopt. Het is de visie van het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling (VK) dat verandering brengen in deze negatieve intrafamiliale interacties de verdere ontwikkeling van het kind binnen zijn gezin mogelijk kan maken.
De door ons gehanteerde definitie van mishandeling:
------------------------------------“Kindermishandeling- en verwaarlozing is elke vorm van actieve of passieve geweldpleging of verzuim dat kinderen overkomt, niet door ongeval maar door daden of nalatigheden van ouders, verzorgers, andere personen, instellingen of de maatschappij, en waarbij afwijkingen bij het kind ontstaan of redelijkerwijze mag verwacht worden dat ze zullen ontstaan of waarbij hun optimale ontwikkeling in het gedrang komt” (A. Koers).
------------------------------------De kerngedachte in de visie van het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling is dan ook multidisciplinaire, confidentiële en vrijwillige doch aanklampende hulpverlening voor mishandelde kinderen en hun omgeving (ouders, familie, opvoeders) met als centraal uitgangspunt het kind en zijn veiligheid, zijn lichamelijke en geestelijke ontwikkeling, zowel op korte als op lange termijn.
Er wordt gedacht vanuit de positie van het kind, omdat men weet dat kindermishandeling zijn kansen op een normale ontwikkeling, zowel lichamelijk, als geestelijk, als maatschappelijk ernstig kan belemmeren. Er wordt echter ook gedacht vanuit de positie van zijn opvoeders (meestal zijn ouders) omdat zij verantwoordelijk zijn voor het opgroeien van hun kinderen. Wij delen deze verantwoordelijkheid met de ouders (of de opvoeders), wat betekent dat wij het kind centraal stellen. Wij proberen om de kinderen en hun ouders een nieuwe kans te bieden op een betere, gezondere en beschermende leefsituatie. Indien dit onmogelijk blijkt gaan de belangen van het kind voor op deze van hun omgeving.
8 je staat niet alleen
De kernelementen, die deze hulpverlening bepalen zijn: vrijwilligheid confidentialiteit multidisciplinariteit deskundigheid verantwoordelijkheid duidelijkheid aanklampendheid
Het multidisciplinair aspect van het team betekent een noodzakelijke meerwaarde voor onze cliënten, maar ook voor de leden van het team zelf dat deze kernelementen realiseert binnen een maatschappijkritisch en pluralistisch karakter.
Het VK Brussel legt ook een aantal accenten in zijn werking: nauwe samenwerking met preventieve en curatieve gezondheidszorg, de noodzaak aan een eigen diagnostische evaluatie van kind(eren) en hun context in een groot aantal van de aangemelde situaties, het uitbreiden van deskundigheid door het volgen en organiseren van vorming, hulpverlening voor de Nederlandstalige bewoners en hulpverleners van Brussel en voor die anderstaligen die kinderen hebben in het Nederlandstalig onderwijs aanhoudend overleg met alle andere sectoren betrokken in de aanpak van kindermishandeling (hulpverlening en justitie).
9 je staat niet alleen
------------------------------------IV. Cijfergegevens ------------------------------------A. Meldingen
Tabel 1:
10/86 - 12/87 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 TOTAAL
meldingen en gemelde kinderen over de voorbije werkingsjaren Aantal gemelde kinderen 445 366 369 411 513 590 556 706 581 710 699 622 657 678 742 868 877 887 1.091 997 1.027 969 905 965 906 817 18.954
Aantal meldingen
435 542 517 457 455 506 528 621 615 622 746 694 723 708 631 666 607 529 10.602
10 je staat niet alleen
In 2012 was er globaal een daling van het aantal meldingen: in het totaal waren er 78 meldingen minder dan in 2011 en werden er 89 kinderen minder gemeld. Gezien de prevalentie van kindermishandeling en het feit dat veel kinderen van adequate hulp verstoken blijven is dit geen goede zaak. Nadere analyse in tabel 2 nuanceert deze daling echter: voor wat betreft de eigen regio gaat het over 9 meldingen minder – wat kan gezien worden als een feitelijke status quo. 2011 was ook een recordjaar met 26% meer meldingen uit het BHG in vergelijking met 2010. Deze tendens wordt nog duidelijker in grafiek 1. Doordat de daling hoofdzakelijk is toe te schrijven aan minder meldingen uit andere regio’s kan het VK Brussel beter investeren in hulpverlening en expertiseontwikkeling in de eigen regio.
Tabel 2:
geografische indeling van de meldingen 2.011
Brussels Hoofdstedelijk Gewest Provincie Vlaams-Brabant Provincie Antwerpen Provincie Oost-Vlaanderen Provincie West-Vlaanderen Provincie Limburg Wallonië Onbekend Buitenland TOTAAL
350 149 17 43 17 4 8 9 10 607
% 57,66% 24,55% 2,80% 7,08% 2,80% 0,66% 1,32% 1,48% 1,65% 100,00%
2.012 341 119 18 31 6 3 8 2 1 529
% 64,46% 22,50% 3,40% 5,86% 1,13% 0,57% 1,51% 0,38% 0,19% 100,00%
11 je staat niet alleen
400 350
1000
300 800
250
600
200 150
400
Meldlingen Brussel/Halle-Vilvoorde
Totaal meldingen/kinderen
1200
100 200
50
0
0 1996
1997
1998
1999
Totaal meldingen
2000
2001
2002
Totaal kinderen
2003
2004
2005
2006
Meldingen Brussel
2007
2008
2009
2010
2011
2012
Meldingen Halle-Vilvoorde
12 je staat niet alleen
Grafiek 2:
meldingen per maand in 2012
14,00% 12,00% 10,00% 8,00% % 2011
6,00%
% 2012 4,00% 2,00% 0,00%
Tijdens de zomermaanden vallen de meldingen het sterkst terug: professionele melders zijn minder beschikbaar en ook burgers doen minder beroep op het VK.
Tabel 3:
hermeldingen
Aantal hermeldingen met 1e melding binnen 2012 Aantal hermeldingen met 1e melding voor 2012 TOTAAL
2.011
2.012
13 42 55
5 104 109
Het aantal hermeldingen was in 2012 dubbel zo groot als in 2011. Een reden voor de toename is niet meteen duidelijk. Inhoudelijk gaat het over volgende fenomenen: -
dossiers die werden doorgegeven voor verdere hulpverlening maar die na verloop van tijd opnieuw worden aangemeld omwille van blijvende verontrusting.
-
hermeldingen in het kader van (v)echtscheidingen. Eén of beide ouders, soms ook familieleden, melden een nieuwe verontrusting.
-
voor collega’s (para)medici uit het UZ Brussel zijn we frequent het eerste aanspreekpunt bij een verontrusting, ook al blijkt achteraf het dossier gekend te zijn bij een ander VK.
-
meldingen betreffende dossiers waarin het VK al werkzaam is (maar waar er een contactname is onafhankelijk van de oorspronkelijke melder). 13 je staat niet alleen
Een vertrouwenscentrum kindermishandeling dient 7 dagen op 7, 24 uur per dag (telefonisch) bereikbaar te zijn. Indien men na 17 uur ‘s avonds en voor 9 uur ’s ochtends naar het VK belt, dan krijgt men volgende boodschap te horen: “U bent verbonden met het antwoordapparaat van het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling te Brussel. Wenst u een afspraak te maken met één van onze medewerkers, hebt u een vraag of wenst u een melding te doen dan kan u ons op weekdagen bereiken tijdens de kantooruren van 9 tot 17 uur. Wenst u uitzonderlijk een dringende melding te doen of adviesvraag te stellen dan kunt u nu terecht op het nummer 0474/49 38 06. Vous êtes bien connecté avec la boîte vocale du Vertrouwenscentrum Kindermishandeling de Bruxelles. Si vous désirez un rendez-vous, si vous avez une question ou vous voulez signaler une suspicion de maltraitance, vous pouvez nous joindre au numéro 0474/49 38 06.”
Tabel 4:
tijdstip meldingen
Binnen de kantooruren Buiten de kantooruren TOTAAL
2.011
%
2.012
%
581 26 607
95,72% 4,28% 100,00%
487 42 529
92,06% 7,94% 100,00%
In 2012 hadden we meer meldingen buiten de kantooruren. Een relatief groot deel bereikt ons via de spoedafdeling van het UZ Brussel. Het is dan belangrijk om binnen de crisis aangemeld in het ziekenhuis via telefonisch overleg met het VK snel tot een goede planning te komen.
Tabel 5:
analyse wachtmeldingen AANTAL
Aard van de oproep Regio Brussel Andere regio Totaal Algmeen totaal
Dringende meldingen
Niet dringende meldingen
Werktijd
16 4 20
10 9 19
12u 8u25
39
20u25
14 je staat niet alleen
De meldingen buiten de kantooruren vormen slechts 8% van het totale aantal en ongeveer de helft ervan werd door de medewerker op het ogenblik van de melding als niet acuut ingeschat. Daarmee wordt aangegeven dat een dringend optreden omwille van een verontrusting inzake kindermishandeling niet nodig werd ervaren. Dit betekent echter niet dat de contactname inadequaat was: het geruststellen van een melder of het geven van een perspectiefvol advies kunnen immers zeer nuttig zijn. Het gros van de meldingen op VK Brussel is afkomstig van professionele melders (zie verder). Collega’s uit aanverwante sectoren die op de hoogte zijn van de werkingsuren van onze dienst. Dit verklaart mee de geringe bevraging van het wachtsysteem. Daarnaast wordt deze wacht ook af en toe gecontacteerd door cliënten die in een (dreigende) crisissituatie verkeren. Deze contactnames zijn in de tabel niet mee opgenomen.
15 je staat niet alleen
Tabel 6:
meldende instanties (n = 529)
1. GEZONDHEIDSZORG 0.1 Meldpunt 1712. Geweld, misbruik en kindermishandeling 1.1 Preventieve gezondheidszorg K&G (huisbezoeken door regioverpleegkundigen, consultatiebureaus, …) Andere preventieve gezondheidszorg 1.2 Curatieve gezondheidszorg Algemene gezondheidszorg Huisarts Thuisverpleging Andere algemene gezondheidszorg Gespecialiseerde gezondheidszorg niet verbonden aan een ziekenhuis CGG algemeen Daderhulp binnen CGG CGG: convenant kindermishandeling CGG: andere CGG: kinderdienst CGG: volwassendienst Psychiater (volw) niet verbonden aan een ziekenhuis Kinderpsychiater niet verbonden aan een ziekenhuis Andere geneesheerspecialist, niet verbonden aan een ziekenhuis Andere (privé-therapeut) Ziekenhuizen Psychiatrie (volw) Kinderpsychiatrie Forensische psychiatrie Ziekenhuisarts (geen psychiatrie, volw) Ziekenhuisarts, verbonden aan VK-ziekenhuis Sociale dienst van het ziekenhuis (volw) Sociale dienst van het kinderziekenhuis / pediatrie Arts van kinderziekenhuis / pediatrie Ander ziekenhuispersoneel SUBTOTAAL
2011
%
2012
%
-
-
7
1,32%
40
6,59%
31
5,86%
1
0,16%
2
0,38%
11 -
1,81% -
8 1 1
1,51% 0,19% 0,19%
4 1 3 1 2
0,66% 0,16% 0,49% 0,16% 0,33%
4 1 2 1 1 -
0,76% 0,19% 0,38% 0,19% 0,19% -
6
0,99%
2
0,38%
11 6 10 47 5 7 6 -
1,81% 0,99% 1,65% 7,74% 0,82% 1,15% 0,99%
2 4 12 3 39 2 6 3 12
0,38% 0,76% 2,27% 0,57% 7,37% 0,38% 1,13% 0,57% 2,27%
161
26,52%
144
27,22%
16 je staat niet alleen
Tabel 6:
meldende instanties, vervolg 2011
%
2012
%
2 2
0,33% 0,33%
-
-
-
-
1
0,19%
4 2 2 1
0,66% 0,33% 0,33% 0,16%
1 2 -
0,19% 0,38% -
SUBTOTAAL
13
2,14%
4
0,76%
3. BIJZONDERE JEUGDZORG Comité voor Bijzondere Jeugdzorg Bemiddelingscommissie voor bijzondere jeugdbijstand Sociale dienst voor bijzondere jeugdbijstand jeugdrechtbank Voorziening plaatsing / begeleiding Niet residentiële voorziening bijzondere jeugdbijstand
4 2 19 5
0,66% 0,33% 3,13% 0,82%
3 2 19 9
0,57% 0,38% 3,59% 1,70%
SUBTOTAAL
30
4,94%
33
6,24%
2. JUSTITIELE INSTANTIES Jeugdrechtbank Parket Justitiehuizen (VOI-personeel, justitieassistenten, slachtofferonthaal op parketten, …) Federale politie + lokale politie Sociale dienst jeugdbrigade Andere justitiële instanties Advocaat Gevangenis
17 je staat niet alleen
Tabel 6:
meldende instanties, vervolg 2011
4. WELZIJNSORGANISATIES 4.1 Algemeen welzijnswerk (AWW) CAW ingebouwd in mutualiteit Tele-onthaal Autonoom centrum voor AWW (CAW) (algemeen) CAW: hulpverlening aan slachtoffers van misdrijven
4.2
4.3
4.4
4.5
% 2012
%
6 -
0,99% -
CAW: hulpverlening aan (ex)gedetineerden en nabestaanden
-
-
CAW: hulpverlening aan seksueel delinquenten CAW: ambulante hulpverlening aan jongeren (JAC)
3 -
0,49% -
1 0,19% 1 0,19%
CAW: ambulante hulpverlening gezin, relaties en seksualiteit
1
0,16%
5 0,95%
CAW: crisisopvangcentrum (algemeen, minderjarigen, …)
-
-
3 0,57%
CAW: residentiële opvang (algemeen, vluchthuizen, jongeren)
3
0,49%
1 0,19%
CAW: begeleid zelfstandig wonen CAW: scheidingsbemiddelaar Ander algemeen welzijnswerk Algemene sociale dienstverlening OCMW Mutualiteit Andere telefonische hulpverlening (druglijn, zelfmoord, …) Andere algemene sociale dienstverlening Dienstverlening aan gehandicapten Residentiële opvang van personen met een handicap (MPI) Niet-residentiële dienstverlening aan personen met een handicap (revalidatiecentrum, …) Hulpverlening aan kinderen in bijzondere leefsituaties Centrum kinderzorg en gezinsondersteuning (CKG) Kinder- en Jongerentelefoon Kinderrechtswinkel Ander vertrouwenscentrum kindermishandeling Adoptiedienst Diensten voor private gezinsplaatsing Centra voor integrale gezinszorg (CIG) Centra voor vluchtelingen Buitenlandse dienstverlening Eigen vertrouwenscentrum kindermishandeling Dienstverlening t.a.v. specifieke groepen BGJG Andere instelling voor bijzondere opvang (internaat, …) Jeugdvereniging
-
-
1 0,19%
1 1
0,16% 0,16%
1 0,19% 1 0,19% 1 0,19%
15
2,47%
4 0,76%
2
0,33%
5 0,95%
5 1 14 2 1 1
0,82% 0,16% 2,31% 0,33% 0,16% 0,16% 0,00% 0,33%
1 3 1 1 1
2
1 0,19% 2 0,38% -
0,19% 0,57% 0,19% 0,19% 0,19% 0,00% 2 0,38% 18
je staat niet alleen
-
Andere dienstverlening t.a.v. kinderen/jongeren (speelpleinwerking, …) Child Focus Zelfhulpgroepen Buurtwerk Integrale jeugdhulpverlening (crisisnetwerk, …) SUBTOTAAL
-
-
-
1 2
0,16% 0,33%
1 0,19% -
61 10,05%
37 6,99%
19 je staat niet alleen
-
Tabel 6:
meldende instanties, vervolg 2011
5. VOORSCHOOLSE VOORZIENINGEN Kribbe en peutertuin Onthaalgezin Andere voorschoolse voorziening SUBTOTAAL 6. SCHOOLSE EN BUITENSCHOOLSE VOORZIENING Gewoon onderwijs Buitengewoon onderwijs CLB Andere schoolse voorziening Buitenschoolse voorziening SUBTOTAAL 7. PRIMAIRE OMGEVING VAN HET KIND Het slachtoffer van de mishandeling Vader en moeder van het kind Biologische moeder Adoptiemoeder Stiefmoeder Partner van de biologische vader Pleegmoeder Biologische vader Adoptievader Stiefvader Partner van de biologische moeder Pleegvader Grootouders behorende tot het gezin van het kind (inwonend) Ander gezinslid (niet behorend tot de vorige categorieën) Grootouders (niet inwonend) Ander familielid (niet behorend tot de vorige categorieën) Buren, personen uit de omgeving van het slachtoffer Kennissen Ander persoon uit primaire omgeving van het kind SUBTOTAAL 8. PERSONEN UIT DE OMGEVING VAN DE DADER DIE NIET BEHOREN TOT DE VORIGE CATEGORIEËN 9. ONBEKEND TOTAAL
% 2012
%
8 8
1,32% 1,32%
5 1 6
0,95% 0,19% 1,13%
23 3 133 2 1 162
3,79% 0,49% 21,91% 0,33% 0,16% 26,69%
25 3 127 2 4 161
4,73% 0,57% 24,01% 0,38% 0,76% 30,43%
7 53 2 21 1 -
1,15% 8,73% 0,33% 3,46% 0,16% -
4 46 4 26 2 -
0,76% 8,70% 0,76% 4,91% 0,38% -
1
0,16%
-
-
2 23 9 13 18 4 154
0,33% 3,79% 1,48% 2,14% 2,97% 0,66% 25,41%
1 9 14 10 16 7 139
0,19% 1,70% 2,65% 1,89% 3,02% 1,32% 26,28%
4
0,66%
-
-
14 2,31% 607 100,00%
6 1,13% 529 100,00%
20 je staat niet alleen
Binnen de primaire omgeving blijven de biologische moeders samen met de biologische vaders de belangrijkste groep (samen 13,61% van het totaal). In het algemeen komt meer dan één op vier meldingen uit de primaire omgeving van het kind. Het CLB is opnieuw en zeer uitgesproken de voornaamste melder met zelfs een lichte relatieve toename: de drie Brusselse CLB’s staan in voor bijna een kwart van de meldingen op het VK. Er is een duidelijke afname van meldingen door welzijnsorganisaties: in hoofdzaak toe te schrijven aan de terugval van meldingen door MPI’s en door andere VK’s. Binnen de BJZ is er – tegen de tendens in – een lichte toename van meldingen, vnl. door nietresidentiële voorzieningen. Gezondheidszorg blijft voor het VK Brussel een belangrijke partner: 144 meldingen kwamen uit deze sector. Belangrijkste partners hier zijn het UZ Brussel (7.37% van het totaal) en de regioverpleegkundigen van K&G (5,86%).
Verdere nuancering is noodzakelijk. In tabel 7 worden de cijfers van VK Brussel afgezet tegenover de vijf andere VK’s in Vlaanderen. Deze cijfers zijn afkomstig van K&G die in hun statistieken die meldingen opnemen die daadwerkelijk over kindermishandeling gaan. Alle meldingen over een andere problematiek, andere regio en andere leeftijd worden niet opgenomen. Ook al vragen dergelijke meldingen eveneens de inzet van VK-medewerkers en vereisen ze soms evenveel energie en tijd als een “reguliere” melding, voor het in kaart brengen van meldingen kindermishandeling zijn ze niet relevant.
Tabel 7:
meldende instantie: vergelijking Vlaanderen vs. VK Brussel % Vlaanderen % Vlaanderen % Brussel % Brussel 2011 2012 2011 2012
Meldpunt 1712 Geweld, Misbruik en Kindermishandeling Onbekend Gezondheidsorganisaties Justitiële organisaties Bijzondere Jeugdbijstand Welzijnszorg Voorschoolse voorzieningen Schoolse voorzieningen Primaire omgeving van het kind Persoon uit de omgeving van de dader TOTAAL
-
2,10%
-
1,47%
1,10% 16,50% 1,10% 5,80% 13,20% 1,60% 19,00% 41,10% 0,60% 100,00%
0,60% 18,00% 1,10% 6,60% 12,20% 2,00% 22,20% 34,60% 0,50% 100,00%
1,00% 29,40% 2,30% 4,90% 11,20% 1,60% 34,80% 14,30% 0,50% 100,00%
0,59% 24,63% 0,88% 5,28% 7,33% 1,47% 40,47% 17,89% 100,00% 21
je staat niet alleen
Als we enkel de meldingen van kindermishandeling uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bekijken dan zien we dat in 2012 “slechts” 17,9 % afkomstig was uit de primaire omgeving. In de rest van Vlaanderen is dit percentage ongeveer het dubbele. We vermoeden dat dit onder andere te maken heeft met de anonimiteit van de grootstad en met de culturele diversiteit, zo uitgesproken voor de Brusselse regio. We stellen ons de vraag in welke mate ook taal hierin een rol speelt: in Brussel zijn velen het Nederlands niet machtig, zeker niet als ze van elders afkomstig zijn. Contact opnemen met een Nederlandstalige dienst kan dan een zekere barrière vormen. Ook al ontvangen we mensen zoveel mogelijk in hun eigen taal, bij de melding zelf blijft dit naast het Nederlands toch “beperkt” tot drie dominante westerse talen (Frans, Engels en Duits). In onze contacten met gezinnen merken we dat de term “kindermishandeling” een cultureel gekleurde lading heeft waarbij er een grote schroom aanwezig is om deze te gebruiken. Contact opnemen met een centrum dat deze term in zijn naam heeft staan, is mogelijk eveneens drempelverhogend. Tevens weten we uit onderzoek dat onze Belgische instellingen voor burgers met een allochtone achtergrond niet altijd even doorzichtig zijn en vele diensten niet gekend zijn. Mogelijk moeten we ons eigen centrum daarbij rekenen. Dit zijn slechts enkele hypothesen waarin we een mogelijke verklaring zien voor het minder bereiken van primaire omgevingen in vergelijking met Vlaanderen. Verder onderzoek is nodig. Schoolse voorzieningen, en dan vooral de Brusselse CLB’s, zijn verantwoordelijk voor bijna een dubbel zo groot aandeel in de meldingen en ook gezondheidsorganisaties, denk aan regioverpleegkundigen K&G en het Universitair Ziekenhuis Brussel, melden verhoudingsgewijs veel aan bij het VK.
22 je staat niet alleen
Grafiek 3:
gemeld daderschap
80,00% 70,00% 60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 20,00% % 2011
10,00%
% 2012
0,00%
De VK’s
hebben een traditie om zich voornamelijk te richten op intrafamiliale
kindermishandeling. In 2012 bedroegen deze meldingen ongeveer driekwart van het totaal. Geregeld worden we gecontacteerd voor verontrustende situaties die zich buiten het familiale kader afspelen. Het gaat dan bijv. om adviesverlening of zorg aan slachtoffers van extrafamiliale geweldsituaties maar ook van meldingen uit scholen en voorzieningen waar jongeren verblijven en waar er zich een problematiek tussen jongeren afspeelt. Dit zijn doorgaans complexe situaties omwille van de vele betrokkenen en de specifieke verantwoordelijkheden: de jongeren zelf en hun gezinnen, de onmiddellijk betrokken opvoedingsverantwoordelijken binnen de voorzieningen en de verschillende niveaus binnen het beleid. Naast het inhoudelijke hulpverlenende werk worden wij gevraagd om organisatorisch mee te denken over initiatieven ter beveiliging en voorkoming en zijn we een partner om vorming aan te bieden. Ook in de opvang en begeleiding
23 je staat niet alleen
van betrokken opvoeders en onderwijsmensen kan het VK gevraagd worden een rol te spelen. Dit engagement sluit niet uit dat het aangewezen is dat er tevens een melding bij het parket gebeurt.
Grafiek 4:
vraag van de melder bij de melding
60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 20,00% 10,00%
% 2011 % 2012
0,00%
In meer dan de helft van de meldingen werd het Vk gecontacteerd met een vraag naar actieve tussenkomst. Dit is een toename van nagenoeg 7%. Vragen naar ondersteuning van de hulpverlening waarbij het VK geen actief hulpverlenend aanbod doet naar het gezin namen af: slechts één op 25 meldingen tegenover één op acht in 2011. Adviesvragen en vragen naar actief optreden van het VK maken samen 92,82% uit van de contactnames. Een adviesvraag kan binnen een meldingsgesprek evolueren naar afspraken over het actief opnemen van zorgverantwoordelijkheid door het VK. Omgekeerd gebeurt het ook dat een oorspronkelijke vraag naar een tussenkomst van het VK evolueert naar advies aan de melder over andere en meer adequate interventies in de gemelde situatie.
24 je staat niet alleen
B. Kinderen Tabel 1: aangemelde vorm van mishandeling (n = 817) 2011 Lichamelijke mishandeling Gefalsificeerde geïnduceerde aandoening Niet-accidenteel (intra) craniaal letsel Lichamelijke verwaarlozing Emotionele mishandeling Getuige van geweld Emotionele verwaarlozing Seksueel misbruik: incest Seksueel misbruik: extrafamiliaal Seksueel misbruik: onbekend of het incest is Risico Onbekende, onduidelijke, andere problematiek Verwerkingsproblematiek Grensoverschrijdend gedrag door minderjarige zelf * onbekend welke mishandeling * lichamelijke mishandeling * emotionele mishandeling * seksueel misbruik - incest * seksueel misbruik - geen incest TOTAAL
%
2012
242 1 85 96 73 59 48 45 21 108 85 5
26,71% 0,11% 9,38% 10,60% 8,06% 6,51% 5,30% 4,97% 2,32% 11,92% 9,38% 0,55%
216 1 79 96 50 56 50 42 13 107 73 7
26,44% 0,12% 9,67% 11,75% 6,12% 6,85% 6,12% 5,14% 1,59% 13,10% 8,94% 0,86%
5 1 5 27 906
0,55% 0,11% 0,55% 2,98% 100,00%
1 3 3 5 15 817
0,12% 0,37% 0,37% 0,61% 1,84% 100,00%
Bij een melding geeft een melder doorgaans een eigen visie over de aard van de mishandeling en inschatting van de ernst. Bovenstaande tabel toont hoe de aangemelde problematiek door de melder werd beschreven. Het gaat hier tevens om problematiek per kind en niet per melding (er kan binnen één melding bijv. sprake zijn van verschillende kinderen met elk een onderscheiden problematiek). In vergelijking met 2011 blijven de krachtlijnen behouden. Het aandeel van meldingen over emotionele mishandeling en risico stijgen lichtjes terwijl contactnames i.v.m. getuige zijn van geweld en niet-incestueus seksueel grensoverschrijdend gedrag door minderjarigen zelf licht afneemt.
25 je staat niet alleen
%
Tabel 2: evolutie van het aantal meldingen per aangemelde vorm van mishandeling Lichamelijke mishandeling 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
148 146 212 187 206 245 227 248 256 191 229 248 220
%
Lichamelijke verwaarlozing
29,10% 26,10% 35,60% 28,30% 32,30% 32,60% 31,70% 34,30% 38,40% 30,80% 31,00% 35,00% 35,00%
39 65 79 88 71 91 98 86 77 70 117 85 79
% 7,70% 11,60% 13,30% 13,30% 11,10% 12,10% 13,40% 11,90% 11,40% 11,30% 15,80% 12,00% 12,60%
Emotionele mishandeling 54 75 60 110 74 108 145 97 116 145 133 169 149
% 10,60% 13,40% 10,10% 16,60% 11,60% 14,40% 20,30% 13,40% 17,40% 23,40% 18,00% 23,90% 23,70%
Emotionele verwaarlozing
%
62 12,20% 53 9,50% 41 6,90% 57 8,60% 56 8,80% 85 11,30% 70 9,80% 66 9,10% 68 10,20% 47 7,60% 68 9,20% 59 8,30% 56 8,90%
Seksueel misbruik 205 220 203 219 231 223 176 225 150 167 192 146 125
In tabel 2 worden een aantal vormen gegroepeerd en de evolutie over de voorbije jaren in kaart gebracht. De lichamelijke en emotionele vormen van kindermishandeling en verwaarlozing kennen wat schommelingen overheen de jaren maar de grote tendensen blijven behouden. De meldingen van seksueel misbruik op ons centrum kennen sedert 2000 een dalende trend en deze tendens houdt in 2012 aan: sedert het referentiejaar 2000 waren er nooit minder meldingen seksueel misbruik! Twee mogelijke hypotheses zijn dat dergelijke situaties sneller gemeld worden bij justitie dan vroeger en/of dat er een verband is met het verhoudingsgewijs beperkt aantal meldingen uit de natuurlijke omgeving van kinderen (en daarmee de specifieke situatie van meldingen uit het BHG weergevend, zie grafiek 1 op p.12 en tabel 3 op volgende pagina). Seksueel misbruik is overwegend een intrafamiliaal gegeven waar derden niet zo gemakkelijk zicht op hebben.
26 je staat niet alleen
% 40,40% 40,40% 34,10% 33,10% 36,20% 29,70% 24,60% 31,20% 22,50% 27,00% 25,90% 20,70% 19,90%
Tabel 3 toont voor de aangemelde vorm van mishandeling de verschillen tussen Brussel en Vlaanderen. In deze tabel zijn voor VK Brussel de meldingen uit andere regio’s uitgefilterd zodat de eigenheid van de meldingen uit het BHG beter tot uiting komen. Lichamelijke mishandeling wordt ons merkbaar meer gemeld: in Vlaanderen ongeveer één op vier, in Brussel meer dan één op drie! Lichamelijke vormen samen worden in Brussel ongeveer 6% meer gemeld. De meldingen uit de eigen regio van emotionele mishandeling liggen de laatste twee jaren licht onder de Vlaamse cijfers. In onderstaande tabel zien we dat in 2012 ook in de rest van Vlaanderen het aantal meldingen i.v.m. seksueel misbruik gedaald is. In Brussel is het aandeel ervan nog lager. .
Tabel 3:
aangemelde vorm van mishandeling vergelijking Vlaanderen vs. VK Brussel % Vlaanderen 2011
Lichamelijke mishandeling Lichamelijke verwaarlozing Emotionele mishandeling Emotionele verwaarlozing Seksueel misbruik TOTAAL
% Vlaanderen 2012
% Brussel 2011
% Brussel 2012
20,30%
24,67%
35,00%
35,00%
18,10% 22,40%
16,47% 25,02%
12,00% 24,00%
12,60% 23,70%
11,90% 27,30%
12,37% 21,47%
8,30% 20,70%
8,90% 19,90%
100,00%
100,00%
100,00%
100,00%
Hoe jonger het kind hoe kwetsbaarder. De afname van meldingen van kinderen jonger dan zes jaar is in die zin zorgwekkend. In 2013 zullen er acties ondernomen worden om de alertheid omtrent deze groep bij hulpverleners te laten toenemen, o.a. door initiatieven gericht op de Brusselse kinderdagverblijven.
Grafiek 1: leeftijdscategorie van de aangemelde kinderen 20,00% 18,00% 16,00% 14,00% 12,00% 10,00% 8,00% 6,00% 4,00% 2,00% 0,00%
% 2011 % 2012
27 je staat niet alleen
C. Gevolggeving In eenzelfde dossier kunnen verschillende interventies van het VK plaatsvinden: een dossier kan starten bij adviesverlening en via een aanvankelijk coördinerende tussenkomst overgaan naar behandeling. De gevolggeving wordt steeds per kind geregistreerd.
Tabel 1: aard van de opvolging bestaat voornamelijk uit… 2011
2012
Advies aan, ondersteuning van een lid of leden van de familie en/of andere betrokken niet hulpverleners
288
232
Advies aan, ondersteuning van de hulpverleners * bij de diagnosestelling * bij de behandeling * bij de diagnosestelling en behandeling Coördinatie van de hulpverlening * met tussenkomst in het gezin door het centrum * zonder tussenkomst door het centrum
597 12 109 476 301 148 153
458 6 143 309 220 114 106
Behandeling : het centrum werkt met een lid of leden van de familie en/of andere betrokkenen niet-hulpverlener(s)
206
192
* op korte termijn; crisistermijn * op lange termijn; begeleiding * op korte en lange termijn
60 25 121
61 34 97
Hulpverleners maken nog steeds veel gebruik van de adviserende en ondersteunde functie van VK Brussel. Zo’n advies kan gaan van een enkelvoudige contact tot een meer procesmatige begeleiding doorheen een traject. Wanneer de interventie van het VK
beperkt blijft tot
adviesverlening dan blijft de verantwoordelijkheid over de opvolging bij de adviesvrager. Deze “zorgverantwoordelijk” kan op zichzelf ook onderwerp uitmaken van overleg tussen het VK en de hulpverlener, bijvoorbeeld wanneer wij de mening zijn toegedaan dat een tussenkomst door het VK zelf noodzakelijk is gezien de ernst en/of complexiteit van de verontrusting kindermishandeling (en omgekeerd).
28 je staat niet alleen
Tabel 2: wij verwijzen door naar… 2011 1. GEZONDHEIDSZORG Meldpunt 1712 Geweld, Misbruik en Kindermishandeling Kind en Gezin (huisbezoeken door regioverpleegkundigen, consultatiebureaus) Andere preventieve gezondheidszorg Huisarts CGG algemeen Daderhulp binnen CGG CGG Convenant Kindermishandeling CGG andere CGG kinderdienst CGG volwassendienst Andere privétherapeut Psychiater niet verbonden aan een ziekenhuis Kinderpsychiatrie Ziekenhuisarts (geen psychiatrie, volwassenen) Ziekenhuisarts, verbonden aan het VK-ziekenhuis Sociale dienst kinderziekenhuis/pediatrie Sociale dienst van het ziekenhuis / volwassenen Ander ziekenhuispersoneel 2. JUSTITIËLE INSTANTIES Jeugdrechtbank Parket Justitiehuizen (V.O.I.-per personeel, justitieassistenten, slachtofferonthaal op de parketten) Federale politie en lokale politie Sociale dienst politie, jeugdbrigade Andere justitiële instanties Advocaat 3. BIJZONDERE JEUGDZORG Comité voor bijzondere jeugdzorg en bureau voor bijzondere jeugdbijstand Sociale dienst voor bijzondere jeugdbijstand bij de jeugdrechtbank
2012
6 3 2 17 1 8 3 2 2 8 2 8 2 1 1
7 5 3 5 1 17 5 2 4 7 1 -
14 6
5 12
3
1
24 3 2 5
18 1 1 11
53 11
53 -
Voorziening voor plaatsing en begeleiding: gemeenschapsinstellingen voor bijzondere jeugdbijstand, pleeggezinnendiensten en andere residentiële voorzieningen
3
1
Niet-residentiële voorzieningen voor BJB (dagcentrum, thuisbegeleidingsdienst, begeleid zelfstandig wonen)
2
1
29 je staat niet alleen
Tabel 3: wij verwijzen door naar… , vervolg 2011 4. WELZIJNSORGANISATIES Autonoom centrum voor algemeen welzijnswerk (CAW) (algemeen) CAW: hulpverlening aan slachtoffers van misdrijven CAW: hulpverlening aan seksueel delinquenten Ambulante hulpverlening gezin, relaties en seksualiteit CAW: crisisopvangcentrum (algemeen, minderjarigen) CAW: scheidingsbemiddeling CAW: ingebouwd in een mutualiteit Ander algemeen welzijnswerk Residentiële opvang (algemeen, vluchtelingen) O.C.M.W. Andere sociale dienstverlening (vb. Sociaal huis) Dienstverlening aan gehandicapten Residentiële opvang van personen met een handicap (vb. MPI) Niet-residentiële dienstverlening aan personen met een handicap (vb. revalidatiecentrum, COS) Centrum Kinderzorg en Gezinsondersteuning (CKG) Kinderrechtswinkel Ander Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Diensten voor private gezinsplaatsing Centra voor integrale gezinszorg (CIG) Eigen Vertrouwenscentrum Kindermishandeling SOS Enfants Dienstverlening ten aanzienvan specifieke groepen Opvoedingswinkel Child Focus Integrale Jeugdhulpverlening (vb. crisisnetwerk) 5. VOORSCHOOLSE VOORZIENINGEN Kribbe, peutertuin Andere voorschoolse voorzieningen 6. SCHOOLSE EN BUITENSCHOOLSE VOORZIENINGEN Gewoon onderwijs Buitengewoon onderwijs CLB Andere schoolse en buitenschoolse voorzieningen TOTAAL
2012
14 1 2 8 2 6 3 - 1
3 11 3 2 2 2 1 3
2
1
6 1 278 4 3 16 2 7 1 1 4
4 1 230 16 19 1 2 4
1 1
1 1 27 497
2
1 16 1 574
30 je staat niet alleen
Een doorverwijzing kan op ieder moment gebeuren. Het kan net zo goed deel uitmaken van vrijblijvend advies op het moment van een contactname als dat het behoort tot aanklampende begeleidingsafspraken met een gezin na een traject op het VK en waarbij het VK follow-up doet.
In 2012 deed ons centrum binnen het kader van art. 458bis van het strafwetboek 12 maal melding aan het parket – dit is ongeveer 3.5% van de meldingen uit onze regio. Melders werden ook doorverwezen naar andere justitiële instanties zoals politie en jeugdrechtbank. De doorverwijzingen naar het CBJ – een belangrijke partner binnen de hulpverlening aan gezinnen met kinderen en jongeren – bleven op hetzelfde niveau als in 2011. De doorverwijzingen naar een ander vertrouwenscentrum verwijzen naar meldingen van buiten onze eigen regio die we vervolgens, eventueel met een actieve interventie, doorverwijzen naar de betrokken collega’s. In 2010 betrof dit nog 420 kinderen, in 2012 nog iets meer dan de helft: melders komen sneller en adequater bij het VK uit hun eigen regio terecht – of bij het meldpunt 1712.
31 je staat niet alleen
D. Risico-inschatting bij melding en na diagnostiek Voor elk aangemeld kind, gebeurt er op de dagelijkse briefing aan de hand van de melding een risicoinschatting via een schaal met vijf categorieën. Deze schaal is een Nederlandstalige herwerking van een door Kevin Brown ontwikkelde risico-inschatting (‘Preventing Family Violence’, Browne, K. & Herbert, M., John Wiley & Sons Ltd. (UK), ISBN 0471941409). Dit risico-inschattingsinstrument ondersteunt de teammatige evaluatie van de melding, het verloop van de hulpverlening en het opstellen van prioriteiten in de werking. Het wordt soms ook gebruikt in dialoog met de melder om samen de ernst van de mishandeling verder te objectiveren. In de toekomst zal bekeken worden hoe dit instrument zich verhoudt ten aanzien van het nieuwe risicotaxatieinstrument, ontwikkeld in opdracht van K&G. De finaliteit van het eigen instrument richt zich op de ernst van de melding, daar waar het nieuwe instrument een veel bredere en fijnere inschatting maakt, maar ook meer tijdsinvestering vraagt in het gebruik.
CATEGORIE 00: GEEN MISHANDELING, VERWERKINGSPROBLEMATIEK, ONDUIDELIJKE PROBLEMATIEK De melder stelt een vraag buiten de opdracht van het VK of heeft een vraag naar hulp bij verwerking van vroegere mishandeling.Tevens: situaties waar er mogelijk mishandeling is maar waar de melder aangeeft dat er ook alternatieve verklaringen zijn voor de ongerustheid.
CATEGORIE 0: RISICO-SITUATIE, Situaties waarbij de melder een ongerustheid aangeeft over mogelijk te gebeuren mishandeling, bijvoorbeeld omwille van een problematiek in de context. De ernst van het risico zelf wordt niet ingeschat.
CATEGORIE I: MINDER ERNSTIG Kleine incidenten van niet frequente aard met weinig of geen blijvende beschadigingen – hetzij fysiek, seksueel of psychisch. *Fysiek: bv. Oppervlakkige verwondingen beperkt tot een bepaalde plaats zoals lichte schrammetjes, kleine lichte kneuzingen, oppervlakkige brandwonden (eerstegraads), kleine striemen. *Seksueel: bv ongepaste seksuele aanrakingen, voorstellen en/of exhibitionisme. *Emotioneel: bv occasioneel verbale bedreiging, minachten, vernederen, tot zondebok maken, verwarrend klimaat. *Verwaarlozing: occasioneel onthouden van liefde en affectie, gewicht parallel met of net onder het derde percentiel zonder organische oorzaak.
32 je staat niet alleen
CATEGORIE II: ERNSTIG Meer frequente en/of meer schadelijke incidenten, die niet noodzakelijk ernstige blijvende gevolgen hebben of levensbedreigend zijn. *Fysiek: bv oppervlakkige verwondingen van uitgebreide of van meer ernstige aard en kleine onderhuidse verwondingen, zoals grote kneuzingen, brede striemen, rijtwonde, kleine hematomen en lichte brandwonden. *Seksueel: bv seksueel contact zonder penetratie van ongepaste aard, zoals strelen, masturbatie. *Emotioneel: bv frequente verbale bedreiging, minachting en vernedering, occasionele verwerping. *Verwaarlozing: frequent onthouden van liefde en affectie, gewichtsstagnatie zonder medische oorzaak.
CATEGORIE III: HEEL ERNSTIG Aanhoudende of zeer frequente mishandeling en/of minder frequente incidenten met mogelijks zeer ernstige fysieke of psychische schade. *Fysiek: bv grote en diepe weefselbeschadigingen en gebroken beenderen (zoals botbreuk, ontwrichting, subdurale hematomen, ernstige brandwonden en beschadigingen van de organen. *Seksueel: bv frequente seksuele contacten zonder penetratie van ongepaste aard, zoals strelen, masturbatie, seksuele interactie met een poging tot of effectieve orale, anale of vaginale penetratie. *Emotioneel: bv frequente verwerping, occasioneel onthouden van voedsel en drank, gedwongen isolatie. Gefalsificeerde/geïnduceerde aandoening. *Verwaarlozing: bv frequente afwezigheid van een ouderfiguur of verzorger, failure to thrive zonder organische oorzaak.
CATEGORIE IV: LEVENSBEDREIGEND Lange termijn of ernstige psychische of fysieke schade die levensbedreigend is (met inbegrip van betrokkenen die niet tijdig hulp zoeken of slachtoffers die zichzelf pijnigen). *Fysiek: bv doelbewuste of aanhoudende verwondingen die tot de dood kunnen leiden. *Seksueel: penetratie (oraal, anaal, vaginaal) over een lange periode *Emotioneel: bv aanhoudende verwerping, destructieve omgang, langdurige gedwongen isolatie en beperking van de bewegingsvrijheid. Levensbedreigend. Gefalsificeerde/geïnduceerde aandoening. *Verwaarlozing: bv chronisch lichamelijk en affectief onthouden van levensnoodzakelijke verzorging. Aanhoudende afwezigheid van de ouderfiguur of verzorger, gewichtsverlies onder percentiel 3 zonder medische oorzaak.
33 je staat niet alleen
Opmerkingen: Categorie kan zwaarder wegen:
Wanneer er sprake is van bedreiging.
Wanneer het kind jonger is.
Wanneer het kind minder weerbaar is.
Wanneer er samenhang is van meerdere vormen.
Wanneer er meerdere daders zijn.
Wanneer het contact met ouder- of steunfiguur belemmerd of verhinderd wordt.
Grafiek 1: Risico-inschatting bij melding
483
500
0:risicosituatie (105)
450
aantal kinderen
400 1:Minder ernstig (21)
350 300
2:Ernstig (483)
250 200 150
3:Heel ernstig (118)
105
118
100 50
76
21
4: Levensbedreigend (14)
14
0
00:Geen mishandeling, ander probleem; verwerkingsproblematiek (76)
2012 categorieën
In totaal werden 615 kinderen aangemeld waarbij we de gemelde problemen minimum als ernstig inschatten, waarvan 14 meldingen zelfs levensbedreigend. Bij 76 gemelde kinderen ging het bij de contactname over een ander probleem.
34 je staat niet alleen
-------------------------V. Meldpunt 1712 -------------------------A. Inleiding In 2011 besliste de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin dat er een centraal meldpunt “Geweld, misbruik en kindermishandeling” zou komen. Dit meldpunt dat in maart 2012 onder het nummer 1712 van start is gegaan richt zich specifiek op de burger en is bereikbaar tijdens de kantooruren tussen 9u en 17u. Achter het algemene nummer bevinden zich regionaal georganiseerde meldkamers, samengesteld uit het VK van de regio en een CAW . Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is dit een samenwerkingsverband tussen VK Brussel en CAW Archipel. Ter voorbereiding van de gehele operatie werd er een “Taskforce Meldpunt” opgericht met vertegenwoordiging van de Vlaamse Overheid, bevoegde administraties, de CAW en de VK. Voor Brussel werd er op initiatief van CAW Archipel en VK Brussel een regionale stuurgroep opgericht met vertegenwoordiging van CAW Mozaïek en het Brussel Meldpunt Ouderenmisbehandeling.
Diverse vergader- en overlegmomenten bereidden in 2012 de concrete opstart voor:
Taskforce 1712, Brussel, 3 januari, 12 januari, 10 februari, 29 februari 23 maart, 16 april, 16 mei, 22 juni, 25 september, 23 oktober en 5 december 2012, Erik Van Dooren, Johan Galle
Stuurgroep meldpunt, Brussel, op 9 januari, 20 januari, 31 januari, 13 februari, 27 februari, 23 april 18 juni, 19 oktober en 5 november 2012, Erik Van Dooren en Karolien De Ruyck
35 je staat niet alleen
B. Cijfergegevens TABEL 1: REGIO
1. REGIO
meldingen
%
Brussel
20
25%
Vlaams-Brabant
13
16,25%
Oost-Vlaanderen
5
6,25%
West-Vlaanderen
1
1,25%
Limburg
0
0%
Waals-Brabant
5
6.25%
onbekend
36
45%
TOTAAL
80
100%
In 2012 werd er 80 keer gemeld bij het Meldpunt 1712 te Brussel waaronder 25% van de meldingen vanuit de regio Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Dit is een beperkt aantal in vergelijking met de andere regio’s 1712. Vanuit de werkingen van VK en CAW is het bekend dat Brussel een “moeilijker” regio is om de burger rechtstreeks te bereiken. Instroom wordt binnen deze sectoren bereikt via intermediairen (andere hulpverleners, politie, …). Opmerkelijk is dat veel melders niet zeggen over welke regio het gaat, waardoor zij met 45% de grootste groep vormen: soms was het niet opportuun om de regio bij de melder actief te bevragen, in andere gevallen wilde de melder hierover expliciet anonimiteit.
36 je staat niet alleen
Grafiek 1
Aantal meldingen per maand 14 12 10 8 6 Meldingen
4 2 0
Het valt op dat er in Brussel meer gemeld werd de eerste maanden van het bestaan van het Meldpunt 1712. De campagne had in het begin onmiddellijk, zij het voor Brussel althans beperkt effect. In de maanden maart, april en mei werd er gemiddeld 13 keer per maand gemeld. Daarna is er een daling te merken bij de meldingen met weer een “piek” in november. In november werd er 10 keer gemeld. De andere maanden varieert het aantal meldingen van minimum vier tot zeven per maand. In principe is het meldpunt 1712 er enkel voor burgers. Toch gebeurt het wel eens dat ook professionele melders bellen voor advies. Dit komt in mindere mate voor. In 2012 bedroeg het aantal professionele melders 7,50% van het aantal meldingen. De meesten van hen belden op vraag van hun cliënt wanneer de drempel om zelf te bellen te groot was.
37 je staat niet alleen
TABEL 2: PROFIEL MELDERS
2.1 GEZONDHEIDSZORG
meldingen
%
Welzijn, gezondheid en gezin
6
8%
Andere onbekende persoon uit welzijn en gezondheid
2
2,50%
SUBTOTAAL
8
10,5%
2.2 SCHOOLSE EN BUITENSCHOOLSE VOORZIENING Schoolse voorziening minderjarige (niet CLB)(leerkracht, directie, zorgjuf,…) SUBTOTAAL 2.3 ANDERE
meldingen
%
4
5%
12
15%
meldingen
%
Volwassene
4
5%
Onbekend
5
6,25%
21
26,25%
SUBTOTAAL 2.4 PRIMAIRE OMGEVING VAN HET SLACHTOFFER
meldingen
%
Het slachtoffer zelf
18
23%
(Stief)- ouder(s) van het slachtoffer
10
12,50%
Andere persoon/onbekende persoon uit de primaire omgeving van het slachtoffer
1
1,25%
Persoon uit de omgeving van het slachtoffer
9
11,25%
Andere familieleden van het slachtoffer
6
7,50%
Vriend of kennis van het slachtoffer
1
1,25%
Grootouders van het slachtoffer
5
6,25%
Buren of andere personen uit woonomgeving van de dader
3
3,75%
Buren of andere personen uit woonomgeving van het slachtoffer
7
8,75%
80
100%
TOTAAL
38 je staat niet alleen
De grootste groep van melders zijn de slachtoffers zelf. Deze groep vertegenwoordigt 25% van de melders. 80% van de melders maakt deel uit van de primaire omgeving van het slachtoffer. Ook het netwerk van het slachtoffer meldt veel. Zo valt op dat (stief)ouders 12,5% omvatten van het totaal aantal melders. Uit de tabel blijkt ook dat personen uit de omgeving van het slachtoffer of buren van het slachtoffer melden. Dit staat in contrast met het aantal buren of andere personen van de dader die melden, namelijk 3,75%. Dit is een laag cijfer en kan mogelijks verklaard worden vanuit de anonimiteit van de grootstad en de culturele diversiteit, die voor de Brusselse regio zeer uitgesproken is. Daarnaast is het ook een vraag in welke mate taal hierin een rol speelt: vele inwoners van Brussel zijn het Nederlands niet machtig. Contact opnemen met een Nederlandstalige dienst kan dan een zekere barrière vormen, ook al worden melders bij 1712 in de verschillende landstalen te woord gestaan. Dit kan ook een verklaring zijn voor het lage aantal meldingen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in vergelijking met het aantal meldingen in de andere regio’s in Vlaanderen. Slechts een geringe groep van 6,5% wil zijn relatie met het slachtoffer niet kenbaar maken
TABEL 3: GESLACHT MELDERS
3. WIE MELDT ER?
meldingen
%
Vrouw
52
65%
Man
28
35%
SUBTOTAAL
80
100%
Opvallend is wel dat meer vrouwen (65%) dan mannen melden (35%). Voor het meldpunt 1712 Brussel zijn het steeds volwassenen personen die melden. Eenmalig heeft een kind gemeld, maar het gesprek werd onderbroken, vermoedelijk doordat het kind tijdens de schooluren contact nam met het Meldpunt. Ten dele kan het lage aantal meldingen door kinderen of jongeren hierdoor verklaard worden. Voor schoolgaande kinderen is het niet evident om tijdens de schooluren te bellen, zeker niet wanneer men anoniem wenst te blijven. Ook de bewegingsvrijheid van kinderen is beperkter dan die van volwassenen.
39 je staat niet alleen
TABEL 4: PROBLEMATIEK AANMELDINGEN
4.PROBLEMATIEKEN
meldingen
Kindermishandeling - intrafamiliaal
%
26
33%
Partnergeweld en kindermishandeling
8
10 %
Kindermishandeling - school
2
2,50%
Kindermishandeling - geloof en religie
1
1,25%
Kindermishandeling - andere
4
5%
Geweld tegen volwassenen – andere
6
7,50%
Geweld tegen volwassenen - partnergeweld
18
22,50%
Ouderenmisbehandeling - familiale context
2
2,50%
Andere
13
16,25 %
TOTAAL
80
100%
Bij een melding geeft een melder doorgaans een eigen visie over de aard van de mishandeling en inschatting van de ernst. 33% van de melders uit een verontrusting omtrent intrafamiliale kindermishandeling. Dit vormt de grootste groep melders. Partnergeweld vormt de tweede grootste groep meldingen. 22,5% meldt een verontrusting van geweld naar volwassenen. Meldingen over partnergeweld en kindermishandeling komen ook voor. Bijna de helft van de gemelde problematieken houdt een vermoeden in van kindermishandeling, hetzij intrafamiliaal, hetzij extrafamiliaal (5%).
40 je staat niet alleen
Oudermisbehandeling maakt slechts een klein deel uit van het aantal meldingen(2,50%). Een verklaring zou kunnen zijn dat deze mensen terecht kunnen of eerst gebeld hebben naar Homeinfo.
TABEL 5: AARD PROBLEMATIEK 5 AARD PROBLEMATIEKEN
meldingen
%
Slachtoffer - fysiek geweld
40
50%
Slachtoffer - psychisch geweld
16
20%
Slachtoffer - seksueel geweld
9 11,25%
Slachtoffer - verwaarlozing
7
8,75%
Slachtoffer - economisch geweld
1
1,25%
Slachtoffer – ander/onbekend
7
8,75%
80
100%
TOTAAL
Bij 50 % van de geuite verontrusting werd het vermoedelijke slachtoffer geconfronteerd met fysiek geweld. Bij 20% van de meldingen was er een vermoeden van psychisch geweld. Uit de tabel blijkt dat slachtoffers van seksueel geweld(11,25%) en verwaarlozing in 8,75% voorkomen. In 8,75% is de aard van de problematiek van het slachtoffer niet duidelijk of onbekend.
41 je staat niet alleen
TABEL 6 : DOORVERWIJZINGEN
6
GEVOLGGEVING
meldingen
Informatie gegeven aan de melder
% 5
6%
16
20%
6
7,50 %
Advies contact op te nemen met VK
15
19 %
Advies contact op te nemen met CAW
19
24 %
Advies contact op te nemen met hulp- of dienstverlening
4
5%
Ander advies
4
5%
Andere gevolggeving
4
5%
Aangemeld bij CAW
2
2,50%
Aangemeld bij VK
5
6%
80
100%
Advies gegeven aan de melder Advies contact op te nemen met justitiële instanties
TOTAAL
Adviesverlening is de belangrijkste gevolggeving: meer dan 80%. Er werd in bijna 1 op 5 situaties advies gegeven om het VK te contacteren en in 6 gevallen nam het meldpunt zelf contact op met het VK. Particuliere melders zijn meer geneigd om verontrusting bij het Meldpunt te melden zonder dat zij hier zelf nog iets actief in willen opnemen. Men meldt in de hoop dat er iets mee zal gebeuren.
20 % van de melders kreeg een meer algemeen advies van een meldpuntmedewerker en voelde zich hiermee voldoende geholpen. Bij een adviesgesprek wordt er bedoeld dat er een verkennend gesprek plaatsvindt. Bij het geven van informatie wordt er kort uitleg gegeven (6%). Bij 24% van het aantal meldingen werd er advies gegeven om contact op te nemen met het Centrum Algemeen Welzijnswerk, meer bepaald de dienst Slachtofferhulp. 2,5% van de meldingen werd vanuit het Meldpunt actief doorgegeven aan het CAW. Bij een 5% werd er een ander advies doorgegeven aan de melder. Er werd dan doorverwezen naar andere regio’s.
42 je staat niet alleen
------------------------------------VI. Visieontwikkeling en aanpak van kindermishandeling in de Brusselse multiculturele context ------------------------------------Verslag werkgroep Brusselse multiculturele omgeving 2012.
Voor de werkgroep stond 2012 in het teken van het implementeren van het vignettenonderzoek (zie jaarverslag 2011 voor verdere toelichting). Het vignettenonderzoek werd ingebed in een brede sensibiliseringscampagne “De aanpak van kindermishandeling, de kracht van de leerkracht!”. De sensibiliseringcampagne en het vignettenonderzoek worden gecombineerd aangeboden aan alle Brusselse Nederlandstalige basisscholen . Het vignettenonderzoek gebeurt onder supervisie van Prof. Dr. Schotte en Prof. Dr. Vanderfaeillie, beiden verbonden aan de Vrije Universiteit Brussel. Samen met de directeur van het VK en de projectmedewerkers, Karolien De Ruyck en Johan Galle, vormen zij de stuurgroep van het project.
Sensibiliseringscampagne ‘ De aanpak van kindermishandeling, de kracht van de leerkracht!’ t.a.v. Brusselse Nederlandstalige basisscholen (kleuter en lager onderwijs) De school, als belangrijk tweede milieu voor de kinderen, is de uitgelezen partner bij het opvangen van signalen van kindermishandeling gezien de veelvuldige contacten met leerlingen en/of hun ouders. Een goede afstemming tussen school, CLB en VK is essentieel wanneer er in het kader van een verontrusting rond kindermishandeling een plan van aanpak wordt opgesteld om de veiligheid van de kinderen te vergroten en met het betreffende gezin een hulpverleningstraject mogelijk te maken. De sensibilisering van de partners binnen de scholen (leerkrachten, toezichthouders, zorgleerkrachten, directies…) rond het thema kindermishandeling is bijgevolg cruciaal. Het VK heeft daarbij gekozen om zich toe te leggen op de minst mondige populatie binnen het onderwijs, m.n. kinderen binnen het kleuter- en lager onderwijs. Het CLB wordt betrokken vanuit zijn unieke positie
t.a.v. de school en zijn brugfunctie naar meer
gespecialiseerde hulpverlening. De campagne werd zodanig opgevat dat er veel ruimte gelaten wordt voor discussie en de specifieke problemen van de bezochte school.
43 je staat niet alleen
Vignettenonderzoek De bedoeling van het vignettenonderzoek is na te gaan of de perceptie en de aanpak van mishandelingssituaties bij onderwijzend personeel van het kleuter- en lager onderwijs beïnvloed wordt door een aantal factoren. Om het instrument werkbaar te houden, dienden we ons te beperken tot vier variabelen. Een vignet is een verhaal over een ernstige mishandelingssituatie, geïnspireerd door de reële casuïstiek op het VK en gebaseerd op inzichten vanuit literatuur. Elk vignet is gekoppeld aan een zelfde set vragen voor het onderwijzend personeel.
De onafhankelijke variabelen opgenomen in het onderzoek zijn:
de drie vormen van mishandeling: fysieke mishandeling, emotionele mishandeling en seksueel misbruik) ;
vier origines dewelke in overeenstemming zijn met de Brusselse demografie: Westers, Oost-Europees, Turks-Magrebijns en Afrikaans;
het geslacht van de kinderen en
de leeftijdscategorie: kleuters, 6-9 jaar en 10-12 jaar.
Het VK Brussel voorziet door dit gebundelde aanbod in de mogelijkheid dat alle betrokkenen van het Nederlandstalige kleuter – en basisonderwijs in Brussels Hoofdstedelijk Gewest grondig en op maat gesensibiliseerd worden omtrent het thema kindermishandeling en handvatten aangereikt krijgen om met deze moeilijke en complexe thematiek om te gaan binnen een schoolse context. Het heeft als bijkomend doel het stimuleren van scholen om na te denken over een algemene visie op en aanpak van kindermishandeling. Daaraan gekoppeld is er het unieke breedschalige onderzoek naar de parameters die de sensitiviteit en reactie op een vermoeden van kindermishandeling beïnvloeden. Een dergelijke campagne voorziet een vorming die tussen de drie à vier uren duurt. De tijdsplanning gebeurt in samenspraak met de desbetreffende directie. Tijdens elke uiteenzetting zijn minstens twee VK-medewerkers aanwezig en dit afhankelijk van de grootte van de groep (het aantal voorziene participanten).
44 je staat niet alleen
Sensibiliseringscampagne en vignettenondezoek 2012 Bij de aanvang van 2012 had een school zich kandidaat gesteld als pilootschool. De sensibiliseringscampagne, inclusief vignettenonderzoek, werd warm onthaald. De opgedane ervaringen werden gebruikt om enkele aanpassingen aan het programma door te voeren. Vervolgens werd een folder met praktische inhoud over deze campagne ontworpen en verspreid over alle Brusselse Nederlandstalige basisscholen en CLB’s, zowel per post als per mail. De folder vindt u achteraan dit hoofdstuk. In totaal gaat het over meer dan 100 scholen. De scholen werden tevens telefonisch gecontacteerd om te peilen naar hun interesse. Vele scholen reageerden enthousiast, maar stootten op praktische problemen die een vlugge planning in de weg stonden. Vandaaruit werd geopteerd om de campagne te laten lopen over twee schooljaren. Tijdens het werkjaar 2012 (in realiteit het najaar 2012) werden 12 scholen bezocht en namen er 184 personen deel aan de campagne. In het algemeen kan gesteld worden dat de betrokkenheid van het schoolpersoneel heel groot was.
Vorming “Kindermishandeling en cultuursensitief werken” Er bestaat veel onduidelijkheid en verwarring over het omgaan met signalen van kindermishandeling bij mensen met een andere culturele achtergrond. Daarom heeft het VK een vormingspakket uitgewerkt waarin enerzijds uitgelegd wordt welke culturele invloeden er op kindermishandeling zijn, en anderzijds op welke manier je deze problematiek kan aanpakken naar de andere culturen die ons land rijk is. Dit pakket werd dit jaar voor het eerst gegeven op de studiedagen door de Brusselse verpleegkundigen van Kind & Gezin en op de vormingsreeks opgezet door de vormingscel van de Vertrouwenscentra voor de nieuwe VK-medewerkers in Vlaanderen.
45 je staat niet alleen
46 je staat niet alleen
47 je staat niet alleen
------------------------------------VII. Onze partners ------------------------------------A. Samenwerking en vertegenwoordiging Ook in 2012 waren er de inspirerende contacten en was er een boeiende en constructieve samenwerking met diverse partners. Onze welgemeende dank en appreciatie voor de vele collega’s uit de diverse sectoren met wie we, onder soms moeilijke omstandigheden, dergelijke samenwerking tot stand konden brengen!
Kind en Gezin Sectoroverleg In het sectoroverleg bespreken de Centrale Administratie van Kind en Gezin en het forum de thema’s uit het ontwikkelingsplan voor de vertrouwenscentra en wordt er ingegaan op actuele ontwikkelingen in het veld. In 2012 bleven de decretale verankering van de vertrouwenscentra, de opdracht als gemandateerde voorziening Maatschappelijke Noodzaak en de vormgeving van het meldpunt 1712 de voornaamste aandachtspunten.
Het sectoroverleg 2012 vond plaats op 28 maart, 10 mei, 29 juni, 9 september, 17 oktober, 12 december en werd bijgewoond door Erik Van Dooren.
Werkgroep registratie VK elektronisch dossier In 2012 constateerden we dat het e-dossier een stabiel en integraal onderdeel vormt van de VKwerking. De ontwikkeling van het elektronisch dossier (“e-dossier”) verliep onder het management van de stuurgroep met daarin de vertegenwoordiging van K&G, het forum van directeurs en de mensen van de firma Trasys .
VK Brussel werd hierin vertegenwoordigd door Krista Vander Meûlen. De werkgroep e-dossier vergaderde op 19 oktober 2012.
48 je staat niet alleen
Werkgroep Website De website van de zes VK heeft voortdurend onderhoud en aanpassing nodig. U vindt de site op www.kindermishandeling.be
In deze werkgroep die samenkwam op 27 april, 7 september en 19 oktober werden we vertegenwoordigd door Krista Vander Meûlen.
Coaching regioverpleegkundigen K&G Brussel Al meer dan 10 jaar is het VK zeer geregeld aanwezig bij casusbespreking in de drie Brusselse regio’s. Naast het verhogen van de expertise bij de regioverpleegkundigen en het beter leren kennen (en appreciëren) van de wederzijdse werking blijven deze contacten ook drempelverlagend naar samenwerking.
Deze coaching wordt ingevuld door Evi Verdoodt (opvolgster Sarah Cornelis voor Brussel-Zuid), Goedele Keymolen (Brussel-Centrum) en Johan Galle (Brussel-Noord) en ging door : -
Brussel Zuid: 4 juni, 17 september, 15 oktober en 12 november 2012
-
Brussel Centrum: 16 januari, 12 maart en 26 november 2012
-
Brussel Noord:
16 januari, 19 maart, 21 mei, 25 juni, 10 september en 12
november 2012 Overleg met K&G over coaching van de regioverpleegkundigen vond plaats op 8 mei, 2 oktober en 9 oktober 2012 bij Erik Van Dooren, Johan Galle, Goedele Keymolen en Evi Verdoodt.
Collegae Vertrouwenscentra Het Forum Ongeveer maandelijks is er een overleg tussen de directies van de 6 vertrouwenscentra onder voorzitterschap van Paul Vandenbossche, directeur VK Oost-Vlaanderen. De besproken onderwerpen zijn talrijk en bestrijken het brede pallet van de werking van de centra.
Deze vergaderingen op VK Antwerpen of in de centrale gebouwen van K&G te Brussel vonden plaats op: 3 februari, 9 maart, 27 april, 25 mei, 29 juni, 7 september, 12 oktober en 19 december 2012.
49 je staat niet alleen
Vormingscel Alle VK’s hebben een opdracht tot vorming en worden hier geregeld voor gevraagd. Doelstelling van de werkgroep is knowhow uit te wisselen en eigen overkoepelende initiatieven te ontwikkelen. De opdracht van de vormingscel is tweeledig: organisatie van de vorming voor alle VKmedewerkers (jaarlijkse VK-dag en vormingspakket voor nieuwe medewerkers voor het eerst in 2012) en vorming voor andere sectoren (Integrale jeugdzorg, K&G, CLB’s, meldpunt 1712 …) VK Brussel wordt in deze werkgroep vertegenwoordigd door Johan Galle. Vergaderingen gingen door op: 9 januari, 13 februari, 26 maart, 14 mei en 15 november 2012.
Werkgroep Handicap en Misbruik In deze werkgroep wordt er samen met de andere vertrouwenscentra nagedacht over de specificiteit van de hulpverlening bij kindermishandeling binnen de sector van het VAPH.
De werkgroep vergaderde op 10 september, 5 oktober en 7 december 2012. Vertegenwoordiging: Goedele Keymolen
Integrale Jeugdhulp Begin juli ’13 keurde het Vlaams Parlement het decreet IJH goed. De ambities van het decreet zijn niet gering: het hele jeugdhulpverleningslandschap hertekenen met als doel aan elke jongere sneller en meer gepaste hulpverlening aanbieden. Hiertoe dienen schotten tussen sectoren worden weggewerkt en worden nieuwe structuren in het leven geroepen. De vertrouwenscentra zullen in een nieuw landschap opereren en krijgen er, samen met de ondersteuningscentra jeugdzorg (OCJ’s), de
opdracht als gemandateerde voorziening maatschappelijke noodzaak
bovenop. In 2012 nam de voorbereiding hiervan een grote plaats in en waren er ook nog andere overleg- en afstemmingsmomenten:
Regionale stuurgroep Brussel: voorstelling thema Maatschappelijke Noodzaak & modereren overleg, Brussel, 26 januari 2012, Erik Van Dooren
Netwerkstuurgroep Crisisjeugdhulpverlening Brussel, op 13 februari, 23 april en 18 juni 2012, Erik Van Dooren
Netwerkstuurgroep Rechtstreeks Toegankelijke Jeugdhulp Brussel, op 10 februari, 27 april Erik Van Dooren en op 29 juni 2012 Johan Galle.
Netwerkstuurgroep Rechtstreeks Toegankelijke Jeugdhulp Asse-Halle-Vilvoorde, via vertegenwoordiging
Platform K&G Vlaams-Brabant en Brussel, 20 januari, 28 september en 7 december 2012, Erik Van Dooren 50 je staat niet alleen
Communicatiemoment IJH, op 26 april te Brussel en op 11 oktober 2012 te Leuven, Erik Van Dooren
Brussels Hoofdstedelijk Gewest In dit jaarverslag is al eerder ingegaan op de complexe maar boeiende eigenheid van Brussel. Een verdere positionering van het VK binnen het Brusselse hulpverleningslandschap is nodig en vraagt een actief engagement. Onze betrokkenheid op Brussel manifesteert zich via de netwerken Integrale Jeugdhulp. Daarnaast is het VK ook lid van de Brusselse Welzijnsraad, vertegenwoordigd Evi Verdoodt het VK in het Lokaal Overleg Opvoedingsondersteuning, hadden Sarah Cornelis en Karolien De Ruyck diverse informele en formele contacten met Brusselse kinderdagverblijven en is er geregeld overleg met Triptiek (overlegplatform van de drie Brusselse CLB).
We participeerden actief bij en waren aanwezig op:
Regionale Stuurgroep Brussel: Brussel, 19 april 2012, Erik Van Dooren
Algemene Vergadering Brusselse Welzijnsraad, Brussel, 10 mei 2011, Erik Van Dooren
Mini-Mabo, overleg “Wat te doen bij vermoeden van Kindermishandeling”, overleg stappenplan voor crèches, Brussel, 7 mei 2012, Evi Verdoodt
Overleg Triptiek 11 januari, 18 april, 20 juni 2012 , Johan Galle, Karolien De Ruyck, , Liselot Desmet, Erik Van Dooren
Lokaal overleg opvoedingsondersteuning, VGC, Brussel, 5 juni 2012, Evi Verdoodt
Arrondissementele Subraad Kindermishandeling, Brussel, 17 oktober 2012, Erik Van Dooren
BIKA (Brusselse Intervisie Kinderen en Adolescenten), Brussel, 20 januari, 2 maart, 20 april, 8 juni,28 september, 16 november 2012, Johan Galle (voorzitter) en Karolien François
LINK, Brussel, 13 februari, 8 oktober, 26 november, 17 december 2012, Goedele Keymolen
I.T.E.R. I.T.E.R. is een ambulant centrum voor daderhulp aan plegers van zedenfeiten. Het is een samenwerkingsverband tussen C.A.W. Archipel-Groot Eiland en C.G.G.Z. Ahasverus en de leerprojecten. Met veel respect voor ieders positie in de hulpverlening is er een intense casusgebonden samenwerking en doorverwijzing. Daarnaast is het VK vertegenwoordigd in het “Sectoroverleg Volwassenen” door Johan Galle en in het “Sectoroverleg Jongeren” door Sarah Cornelis en nadien door Liselot Desmet. 51 je staat niet alleen
B. Kennismaking, overleg, vieringen, debatten
Intervisiedag VK Brussel en CAW Archipel, o.l.v. Marc Luyten: Brussel op 25 januari 2012 Erik Van Dooren, Johan Galle, Karolien François, Karolien Deruyck, Charlotte Wouters
Team Slachtofferhulp CAW Archipel, kennismaking: Brussel op 24 april voltallige team
Debat Pedofilie & Seksueel misbruik, in organisatie “Huis van de Mens”: Brussel op 25 april 2012 Erik Van Dooren
Feestelijke opening Opvoedingswinkel: Brussel Op 22 mei 2012 Evi Verdoodt
Prijsuitreiking ‘De gouden Ketjes 2012’: Brussel op 24 mei 2012 Erik Van Dooren
25 jarig bestaan ‘De Poolster’: Brussel op 27 september 2012 Ilse Van Campenhout
Viering ‘Sociaal Vertaalbureau Brussel onthaal vzw’: Brussel Op 1 oktober 2012 Erik Van Dooren
C. Gevolgde opleidingen, workshops, studiedagen
Opleiding “Systeemtheoretische psychotherapie”, Interactie-Academie, Antwerpen 4- jarige opleiding (2011-2015) Evi Verdoodt
Opleiding “Niet gemotiveerd voor hulpverlening” Interactie Academie: Antwerpen 16 januari, 30 januari, 13 februari 2012 Karolien François
Opleiding “Train de Trainer”, Sensoa: Gent 13 maart en 30 maart 2012 Johan Galle
Studiedag “Familieconferenties: eigen kracht versterken”, IJH: Brussel 52 je staat niet alleen
16 maart 2012 Goedele Keymolen
Algemene introductiedag BWR voor hulpverleners in Brussel 23 maart 2012 Charlotte Wouters en Katleen Driessen
Uitwisselingsseminarie met Nederland omtrent preventie instrumenten vrouwelijke genitale verminking: Gent 30 maart Karolien François
Opleiding “Signs of Safety” voor kaders, “Perspectieven in het omgaan met verontrusting en maatschappelijke noodzaak”IJH: Leuven 16 april 2012 Erik Van Dooren
Overleg Vertrouwensartsen VK’s: Gent 19 april 2012 Katleen Driessen
Vorming “Kinddiagnostiek op het VK” en “Kindermishandeling is hechting en mentaliseren onder druk”, Vormingscel VK: Antwerpen 9 mei 2012 Karolien François
Congres EUCCAN “European conference on child abuse and neglect” Amsterdam 23-25 mei 2013 Liselot Desmet
Vorming “Diagnostiek en hulpverlening bij minderjarige zedendelinquent, sibling incest en seksueel gedrag bij kinderen en jongeren”, Vormingscel VK: Antwerpen 1 juni 2013 Karolien François
Opleiding “Signs of Safety”, IJH: Leuven 14-15 juni 2013 Liselot Desmet en Karolien François
“Risico-inschatting en werken met veiligheidsplannen”,Vormingscel VK: Leuven 11 juni 2012 Karolien François en Charlotte Wouters
“Aanspreken van kinderen bij ongerustheid kindermishandeling”, Vormingscel VK: Leuven, 21 juni 2012 Karolien François en Charlotte Wouters 53 je staat niet alleen
Voordracht “Seksualiteit bij allochtonen” CGG Houba: Brussel 21 juni 2012 Johan Galle
Kind & Gezin denkgroep: Brussel 22 juni 2012 Johan Galle
Vorming “Begeleiding slachtoffers van SA “ en “Aanpak kindermishandeling met kinderen met een handicap”, Vorgmingscel VK: Leuven 27 juni 2012 Karolien François
Platform Problematische Opvoedingssituaties, voorzittersvergadering: Overijse 28 juni 2012 Johan Galle
Studiedag VK Antwerpen “Tumult aan de schoolpoort”: Antwerpen 6 september Ilse Van Campenhout en Liselot Desmet
Werkgroep “Profilering Vertrouwencentra”: Brussel 19 september 2012 Karolien François
Vorming “Juridische aspecten in de aanpak van Kindermishandeling” en “ Multiculturele aspecten in de aanpak van Kindermishandeling”, Vormingscel VK: Gent 24 september 2012 Karolien François en Ilse Van Campenhout
Opleiding “Begeleiden van intervisie”, Interactie-Academie: Antwerpen 10 oktober 2012 Goedele Keymolen en Evi Verdoodt
Studienamiddag
“Beroepsgeheim
en
minderjarigen:
de
grenzen
afgetast”,
Kinderrechtswinkel: Gent 16 oktober 2012 Ilse Van Campenhout en Karolien François
Vorming “Medische aspecten van kindermishandeling” en “ Hulpverlening bij volwassen incestpleger”, Vormingscel VK: Brugge 17 oktober Ilse Van Campenhout en Karolien François
54 je staat niet alleen
Congres VK Leuven “Child Abuse and Neglect: the Facts”: Leuven 8-9 november 2012 Erik Van Dooren, Johan Galle, Goedele Keymolen, Evi Verdoodt, Liselot Desmet, Karolien François, Ilse Van Campenhout
Studienamiddag “Op weg met Pleegzorg: kansen en risico’s”: Brussel 19 november 2012 Evi Verdoodt
Studiedag “Improvisatie en creativiteit in praktijk”, Interactieacademie: Antwerpen 30 november 2012 Erik Van Dooren en Eden Venneman
Studiedag “Geweld, gender en weerbaarheid”: Intercultureel Vrouwennetwerk Antwerpen, Antwerpen 4 december 2012 Karolien François
D. Opleidingen, workshops en infosessies georganiseerd door VK Brussel
Informatienamiddagen voor studenten 4 keer per schooljaar, op een woensdagnamiddag studenten kunnen zich hiervoor vooraf inschrijven en op voorhand hun vragen doorsturen
Opleiding “Spreken met kinderen”, IJH 14 maart en 26 april 2012 Sarah Cornelis, Johan Galle en Evi Verdoodt
Opleiding “Spreken met ouders”, IJH 29 maart, 18 april en 25 mei 2012 Johan Galle, Sarah Cornelis, Evi Verdoodt
Vorming “Kindermishandeling en het VK” aan de International School of Brussels, Brussel, 21 maart 2012 Liselot Desmet en Karolien De Ruyck
Gastcollege “Psychosociale problemen” voor 1e Bachelor Psychologie, VUB 27 maart 2012 Johan Galle
55 je staat niet alleen
Workshop “Kindermishandeling: herkennen en gepast reageren” verpleegkundigen BanaBa, Erasmushogeschool Brussel 29 maart 2012 Goedele Keymolen
Stappenplan SGG Scholen-overleg met CLB-delegatie, Brussel 20 juni 2012 Karolien De Ruyck, Johan Galle en Erik Van Dooren
Workshop “Gepast reageren op een vermoeden van kindermishandeling”, Centrum Volwassenenonderwijs (CVO), Brussel 8 juni 2012 Liselot De Smet
Politiestudiedag “Slachtofferbejegening bij mishandeling”, Vilvoorde 7 juni 2012 Johan Galle
Coaching ’t Vlot, Brussel 31 juli 2012 Liselot Desmet en Ilse Van Campenhout
Infodag aan “The British junior Academy of Brussels”, Brussel 30 augustus 2012 Liselot Desmet en Evi Verdoodt
Kennismakingsdag voor nieuwe CLB-medewerkers, Brussel 13 september 2012 Johan Galle
Vorming Vertrouwenscentra Kindermishandeling “Multiculturele aspecten in de aanpak van kindermishandeling”, Gent 24 september Johan Galle
“Introductie: signalen van kindermishandeling herkennen en adequaat reageren”, VUB 2e Master Psychologie: Brussel 29 oktober Liselot Desmet
Opleiding “Kindermishandeling: herkennen en gepast reageren”, Erasmushogeschool 4de jaar Pediatrie en Neonatologie, Brussel 22 november, 29 november en 5 december 2012 Liselot Desmet 56 je staat niet alleen
E. MEDIA VT4, Interview voor “Vlaanderen Vandaag”, 23 februari 2011, Erik Van Dooren
F. Giften In 2012 kregen we bijkomende financiële steun van de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor de investering in de specifieke noden van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De Provincie Vlaams-Brabant biedt ondersteuning in het kader van project: “Preventie en herkenning van ernstige problematische opvoedingssituaties in het onderwijs”. Financiële steun drukt vertrouwen uit in de werking en is een erkenning voor de doelstellingen van onze organisatie. Onze dank betreft dan ook meer dan alleen de ontvangen giften.
57 je staat niet alleen
Met de steun van:
Brusselse Hoofdstedelijke Regering
© Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Brussel 2012 58 je staat niet alleen