Jaarverslag 2012 Art.1 Midden Nederland
Februari 2013
Art.1 Midden Nederland Postbus 215 3500AE Utrecht 030-232 86 66
[email protected] www.art1middennederland.nl Jaarverslag 2012
Art.1 Midden Nederland
1
Inleidende samenvatting Art.1 Midden Nederland (Art.1 MN) is een mensgerichte organisatie die zich op basis van haar maatschappelijke betrokkenheid en overtuiging inzet voor een samenleving. Hierin wordt het beginsel van gelijke behandeling, zoals vastgelegd in artikel 1 van de Grondwet, de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen alsmede de gelijke behandelingswetgeving gerespecteerd en gehandhaafd. Art.1 MN zet zich maximaal actief in voor het bevorderen van gelijke behandeling en het voorkomen en bestrijden van discriminatie in de provincie Utrecht. Art.1 MN onderscheidt drie kerntaken ter realisering van haar doelstellingen: (1) Klachtbehandeling en registratie van incidenten met een discriminatoir karakter; (2) PR, informatieverstrekking, publiciteit en publieksbeïnvloeding; (3) Beleidsbeïnvloeding en beleidsadvisering In 2012 heeft Art.1 MN een grote diversiteit aan activiteiten ontplooid om uitvoering te geven aan haar doelstelling zoals de behandeling van 440 meldingen van discriminatie, afhandeling van ruim 140 infoverzoeken, uitbouw van het netwerk van een groot aantal lokale, regionale en landelijke instellingen, overleg met de gemeenten in de provincie Utrecht. Maar ook afstemming met politie en justitie over de bestrijding van discriminatie, presentaties op informatiebijeenkomsten, 155 gastlessen op Amersfoortse, Utrechtse en Woerdense scholen en organisatie van, en deelname aan, diverse bijeenkomsten, manifestaties en scholingsbijeenkomsten. Vanaf januari 2010 werkt Art.1 MN voor alle gemeenten in de provincie Utrecht. Met de gemeenten zijn dienstverleningsovereenkomsten aangegaan waarin afgesproken is dat Art.1 MN de in de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen verplicht gestelde laagdrempelige toegang tot een antidiscriminatievoorziening voor de gemeenten vorm geeft. Art.1 MN stuurt een provinciaal dekkend netwerk van lokale meldingsloketten aan en ondersteunt burgers die te maken hebben gehad met discriminatie of ongelijke behandeling. Art.1 MN registreert alle meldingen en rapporteert deze aan de gemeenten. Art.1 MN nam deel aan de bijeenkomsten van de door het Regionaal College Utrecht in het leven geroepen Drivergroep ‘Ongelijkwaardigheid’ en heeft als lid van een ondersteunende werkgroep meegewerkt aan het opstellen van het actieplan ongelijkwaardigheid. Voor het Bureau Regionale Veiligheidsstrategie (één van de partners van de Drivergroep) werd geparticipeerd op de conferentie ‘Ongelijkwaardigheid’ met een workshop. Eind 2012 werd gewerkt aan een viertal gedragcodes/huisregels voor de sectoren horeca, jongerenwerk, voetbal en onderwijs. Deze worden in 2013 middels een PR-campagne ruim verspreid. Vanaf 1 oktober 2011 voert Art.1 MN een project uit, gericht op de uitbouw van het netwerk van professionals in de gemeenten Amersfoort en Utrecht en het verbeteren van de signaleringsfunctie van Art.1 MN en het verhogen van de meldingsbereidheid onder voor discriminatie kwetsbare groepen. Vanuit dit project werden samenwerkingsverbanden met diverse organisaties aangegaan die leidden tot gezamenlijke activiteiten ter bestrijding van discriminatie zoals PR-campagnes, voorlichting aan Marokkaans-Nederlandse vrouwen en gezamenlijke aanpak van agressie tegen moskeeën. Vanaf oktober 2012 werkt Art.1 MN actief, outreachend aan haar naamsbekendheid in de provincie Utrecht. Er is nieuw foldermateriaal ontwikkeld, er worden radio-interviews verzorgd en er werden 273 huisartsen en 19 bibliotheken bezocht. Jaarverslag 2012
Art.1 Midden Nederland
2
Art.1 MN heeft in 2012 opnieuw veel aandacht gegeven aan de bestrijding van discriminatie in het uitgaansleven. Art.1 MN is adviseur van de klankbordgroep “Veilig Uitgaan in Utrecht”, neemt deel aan het Panel Deurbeleid en voert daarvan het secretariaat. Art.1 MN adviseert derden bij het opzetten van een helder, controleerbaar en zichtbaar deurbeleid. Ook in Amersfoort is Art.1 MN deelnemer aan de werkgroep Convenant Veilig Uitgaan. Art.1 MN is initiatiefnemer en uitvoerder van het Pink Panel in Amersfoort en Utrecht. Pink Panel is een digitaal opiniepanel voor lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transgenders (LHBT). In 2012 heeft het Pink Panel Utrecht onderzoek gedaan naar belemmerende en bevorderende factoren bij het ‘uit de kast komen’. Het Pink Panel Amersfoort heeft onderzoek gedaan naar toegankelijkheid en gelijke behandeling bij (commerciële) dienstverlening. Het Pink Panel brengt hierover nieuwsbrieven uit. Art.1 MN is deelnemer aan de adviescommissie lesbische- en homo-emancipatie van de gemeente Utrecht. Art.1 MN heeft in 2012 vijf themabijeenkomsten (mede) georganiseerd voor professionals. Eén op 21 maart, de internationale dag tegen racisme en discriminatie; waar het thema luidde:”samen tegen discriminatie”, één over empowerment, discriminatie op de stagemarkt en een debat medegeorganiseerd in het MidZomerGracht Festival en in Amersfoort een themabijeenkomst over Roze Ouderenzorg. Deze is voortgekomen uit een samenwerkingsverband met roze organisaties in Amersfoort, genaamd Pink Spring. Ook hebben we meegewerkt aan een conferentie over het VNverdrag over de rechten van mensen met een handicap. Tenslotte heeft er in 2012 een grote verandering plaatsgevonden binnen Art.1 MN. We hebben afscheid genomen van onze directeur Martin Jansen, die zijn loopbaan in Zuid-Afrika voort gaat zetten. Met zijn opvolgster Mieke Janssen hebben wij een dynamische nieuwe directeur gevonden die met veel passie de kar trekt.
Osman Elmaci Voorzitter Stichting Art.1 Midden Nederland
Jaarverslag 2012
Art.1 Midden Nederland
3
Inhoudsopgave INLEIDENDE SAMENVATTING
2
1. OVERZICHT VERRICHTE BASISTAKEN VOOR UTRECHTSE GEMEENTEN
6
1.1 Klachtbehandeling, registratie
6
1.2 Gemeenteloketten
7
1.3 Intervisie
8
1.4 Regionaal Discriminatie Overleg
8
1.5 Drivergroep
8
1.6 Basiscursus klachtbehandeling
9
1.7 PR en naamsbekendheid
9
1.7.1 Huisartsen en bibliotheken
9
1.7.2 Flyeren stad Utrecht
10
1.7.3 Samenwerkingspartners
10
1.7.4 Website en sociale media
10
1.7.5 Nieuwsbrieven
10
1.8 Informatieverzoeken
11
1.9 Trendrapportage
12
1.10 Klachtenrapportage
13
1.11 Contact gemeenten
13
1.12 Ontwikkelingen en trends
13
1.12.1 Evaluatie Wet Gemeentelijke Antidiscriminatievoorzieningen
13
1.12.2 College voor de Rechten van de Mens (CRM)
14
1.12.3 Handicap en openbaar vervoer
14
2. ACTIVITEITEN VOOR DE GEMEENTE UTRECHT
15
2.1 Klachtbehandeling
15
2.2 Registratie
15
2.3 Publicatie jaarrapport
15
2.4 Monitoring
15
2.5 Informatie en PR
16
2.6 Voorlichting, presentatie en workshops
17
2.7 Pink Panel Utrecht
21
2.8 Maatschappelijk stagiaires
22
2.9 Informatieverzoeken
22
2.10 Panel Deurbeleid Utrecht
22
2.11 Beleidsadvisering
22
2.12 Netwerk met instellingen Utrecht
23
2.13 Project verhogen meldingsbereidheid/Coalitievorming en Samenwerking
23
Jaarverslag 2012
Art.1 Midden Nederland
4
3. ACTIVITEITEN VOOR DE GEMEENTE AMERSFOORT
24
3.1 Klachtbehandeling en registratie
24
3.2 Voorlichting, presentaties en workshops
24
3.3 Informatieverzoeken
26
3.4 Pink Panel Amersfoort
26
3.5 Netwerkontwikkeling
27
3.6 (Beleids)advisering
27
3.7 Project verhogen meldingsbereidheid/Coalitievorming en Samenwerking
27
4. OVERIGE ACTIVITEITEN
29
4.1 Deelname aan landelijke brancheorganisaties
29
4.2 Voorlichtingen onderbouw voortgezet onderwijs Woerden en Veenendaal
29
4.3 Onderzoeken
29
4.4 Identiteit: “Professionals bekennen kleur” – Conferentie NIP
30
4.5 Toekomstvisie Stichtse Vecht
30
5. INTERNE BEDRIJFSVOERING
31
5.1 Personeel
31
5.2 Bestuur
31
5.3 Klanttevredenheid
31
BIJLAGE 1: BESTUUR EN (OUD)MEDEWERKERS ART.1 MIDDEN NEDERLAND 2012
33
BIJLAGE 2: LIJST VOORLICHTINGEN OP SCHOLEN
34
Jaarverslag 2012
Art.1 Midden Nederland
5
1. Overzicht verrichte basistaken voor Utrechtse gemeenten 1.1 Klachtbehandeling, registratie Iedereen die zich gediscrimineerd of ongelijk behandeld voelt, of meent dat een ander dit overkomen is, kan daarvan melding maken bij Art.1 MN. Melders kunnen van maandag tot en met vrijdag telefonisch contact opnemen met Art.1 MN. Ook kunnen meldingen worden gedaan via e-mail of via een klachtenformulier op de website van Art.1 MN of diverse andere websites zoals de website www.discriminatie.nl. De gezamenlijke Anti Discriminatie Bureaus (ADB’s) in Nederland onderhouden ook een landelijk meldnummer voor discriminatie (0900-2 354 354). Mensen die dit nummer bellen worden automatisch doorverbonden met het ADB in de regio waar vandaan ze bellen. Bellers uit de regio Utrecht worden dus automatisch doorverbonden met Art.1 MN. Art.1 MN werkte in 2012 voor alle 26 gemeenten in de provincie Utrecht. Alle gemeenten –behalve Ronde Venen- hebben een lokaal meldloket ingericht waar de eigen burgers discriminatie kunnen melden. De meldingen worden vervolgens ter behandeling doorgegeven aan de klachtenconsulenten van Art.1 MN. Steeds minder mensen melden zich bij de lokale loketten. Meldingen komen steeds meer en meer telefonisch of per mail binnen bij Art.1 MN. Indien gewenst vinden intakegesprekken wel op locatie in het betreffende gemeentehuis plaats, of op het kantoor van Art.1 MN. Als iemand zich tot Art.1 MN wendt met een melding van discriminatie zal als eerste stap met de melder een afspraak worden gemaakt voor een intake gesprek met een van de klachtbehandelaars van Art.1 MN. Dit kan op het kantoor van Art.1 MN in Utrecht of op locatie in de eigen gemeente van de melder. Met de melder van discriminatie of ongelijke behandeling wordt tijdens het intake gesprek hun zaak doorgenomen. De standaardprocedure die daarop volgt, is er één van hoor-wederhoor. De wederpartij wordt in de gelegenheid gesteld te reageren op de melding. Naar aanleiding van het antwoord wordt vervolgens met de cliënt een vervolgtraject besproken dat kan bestaan uit bemiddeling of het opstarten van diverse soorten procedures. In 2012 heeft Art.1 MN in het totaal 440 meldingen geregistreerd. Ten opzichte van 2011 (596 meldingen) lijkt het aantal meldingen van discriminatie behoorlijk teruggelopen. Echter, dit is te verklaren. Art.1 MN is in het voorjaar van 2012 gestopt met eigen screening van kranten op discriminerende functie-eisen in vacatures. Voorheen schreef Art.1 MN de bedrijven aan om hen bewust te maken van de gelijkebehandelingswetgeving en om redenen te inventariseren voor de discriminerende functie-eisen. Met die methode wilde Art.1 MN o.a. recidive bij bedrijven voorkomen. Susanne Mes, stagiaire bij Art.1 MN heeft de effectiviteit van deze aanpak onderzocht en kwam tot de conclusie dat de gehanteerde methodiek van Art.1 Midden Nederland bij de bedrijven niet de beoogde werking had. Dit heeft ertoe geleid dat Art.1 MN gestopt is met bedrijven aanschrijven bij het constateren van discriminerende functie-eisen. Art.1 MN start in deze alleen nog een procedure als zij een melding van een melder of een derde krijgt. Ten opzichte van 2011 (190) is het aantal eigen registraties in 2012 dan ook behoorlijk afgenomen. Over geheel 2012 zijn 48 eigen signaleringen gedaan van o.a. leeftijdseisen of geslachtseisen in personeelsadvertenties. De signaleringen zijn voornamelijk in de eerste periode van 2012 geregistreerd. De directe meldingen zijn ten opzichte van 2011 met 14 meldingen teruggelopen. Dertien meldingen zijn ter signalering binnengekomen via het Regionaal Discriminatie Overleg (RDO) van politie, OM en Art.1 MN. Vijftien meldingen zijn ter signalering binnengekomen via de voormalige Commissie Gelijke Behandeling.1 1
De CGB is sinds 2 oktober 2012 opgegaan in het College van de Rechten van de Mens
Jaarverslag 2012
Art.1 Midden Nederland
6
Zoals ieder jaar zijn er opvallende gebeurtenissen die veel burgers zich aantrekken en daarvan een melding maken. Het PVV-meldpunt waar mensen een klacht kunnen indienen over Midden- en OostEuropeanen (MOE-landen) heeft voor veel ophef gezorgd op zowel landelijk als op internationaal niveau. De verontwaardiging over dit initiatief heeft breed de aandacht gekregen in de media. Art.1 Midden Nederland en andere discriminatiebureaus hebben na de lancering van dit meldpunt meer dan 3000 meldingen gekregen over het discriminatoir karakter van deze website. Mensen hebben met hun klacht laten weten dat ze het meldpunt discriminerend vinden en dat het een klimaat van wantrouwen creëert tussen mensen uit de MOE-landen en de Nederlandse bevolking. Het is opvallend dat de protesten niet alleen komen van mensen uit Midden- en Oost-Europa, maar dat ook veel Nederlanders laten weten dat ze verontwaardigd zijn over het stigmatiserende en discriminerende karakter van het meldpunt. Art.1 Midden Nederland ontving in totaal 34 meldingen over het meldpunt. In de meeste reacties werd gevraagd om actie te ondernemen en de website te laten verwijderen. Het is begrijpelijk dat mensen de website als discriminerend ervaren, maar er is naar alle waarschijnlijkheid geen sprake van strafbare feiten. Er kan tegen dit initiatief aangifte worden gedaan, maar is om deze reden niet erg zinvol. Desondanks leidt naar inziens van Art.1 Midden Nederland het meldpunt wel tot negatieve beeldvorming van Midden- en Oost-Europeanen. De eenzijdige nadruk op negatieve ervaringen zet deze mensen in een slecht daglicht en werkt stigmatiserend, wat consequenties kan hebben in het dagelijks leven van deze groep. In mindere mate, maar een jaarlijks terugkomend gegeven, is dat burgers tijdens de Sinterklaasperiode klagen over discriminatie. De verschijning Zwarte Piet wordt door hen als racistisch beschouwd. Ook worden in deze periode gekleurde mensen vaker, door bijvoorbeeld collega’s, aangesproken over een mogelijke rol als Zwarte Piet. In 2012 hebben negentien mensen zich gemeld. Art.1 Midden Nederland heeft samen met de LBA en het SAN het standpunt van Art.1 overgenomen over het racistische karakter van Zwarte Piet,2 namelijk dat Zwarte Piet opzichzelfstaand niet racistisch is, maar de kenmerken van Zwarte Piet als racistisch kunnen worden beschouwd. Art.1 Midden Nederland heeft zelf aandacht besteed aan het onderwerp door deel te nemen aan een discussie bij de Jonge Socialisten 3 in Utrecht en een interview te geven over Zwarte Piet aan Radio 14. In 2012 hebben negentien mensen hierover een melding van discriminatie gemaakt. Registratie Alle meldingen van discriminatie zijn bijgehouden in het landelijk registratieprogramma LBAnet. Zes categorieën worden met name bijgehouden:, de discriminatiegrond, het beleidsterrein waarop de vermeende discriminatie of ongelijke behandeling heeft plaatsgevonden, de aard van de melding, de wijze van behandeling, de manier waarop een melding is binnengekomen en de etnische afkomst van de cliënten. 1.2 Gemeenteloketten Art.1 Midden Nederland heeft met de gemeentes waarmee zij een dienstverleningsovereenkomst heeft afgesloten, de afspraak gemaakt dat zij ruimtes bij de desbetreffende gemeente kan reserveren voor het voeren van gesprekken met cliënten. Deze mogelijkheid is ingericht om het melden van discriminatie voor de burgers zo toegankelijk mogelijk te maken. Gemeentes stellen meestal een spreekkamer van de gemeente zelf of een WMO loket ter beschikking aan Art.1 Midden Nederland.
2
http://www.art1.nl/artikel/7217-Standpunt_Art1_over_Zwarte_Piet
3
http://www.art1middennederland.nl/debatavond-jonge-socialisten-zwarte-piet-en-discriminatie/
4
http://www.radio1.nl/terugluisteren/tijd?terugluisteren_dag=2012-10-31&terugluisteren_hour=4
Jaarverslag 2012
Art.1 Midden Nederland
7
Hoewel er relatief weinig gebruik van de ruimtes wordt gemaakt door de cliënten, ervaart Art.1 Midden Nederland het als een meerwaarde voor de burgers/cliënten. Art.1 Midden Nederland merkt dat als men in de eigen gemeente een gesprek kan voeren, mensen sneller geneigd zijn de klacht voort te zetten. In 2012 hebben de klachtenconsulenten 157 cliëntgesprekken gevoerd, waarvan er 42 gesprekken op locatie zijn geweest. 18 in Amersfoort, 5 in Stichtse Vecht, 5 in Veenendaal, 3 in Zeist, 3 in Nieuwegein, 1 in Abcoude5, 1 in Bilthoven, 1 in De Bilt, 1 in IJsselstein, 1 in Leusden, 1 in Rhenen, 1 in Soest en 1 in Woerden. 1.3 Intervisie Art.1 Midden Nederland participeert in een intervisiegroep met verschillende antidiscriminatiebureaus. Tijdens de intervisies worden complexe casussen besproken en wordt er aan deskundigheidsbevordering en professionalisering gedaan. Er zijn vijf bijeenkomsten per jaar. 1.4 Regionaal Discriminatie Overleg Art.1 MN is een van de drie deelnemers in het Regionaal Discriminatie Overleg (RDO) met politie en het Openbaar Ministerie. Naast strategisch overleg houdt het RDO zich in een zaaksoverleg bezig met bespreking van meldingen van discriminatie met een mogelijk strafrechtelijk component. De behandeling van meldingen en aangiften bij de politie en bij Art.1 MN worden tijdens dit overleg op elkaar af gestemd en het verloop van de behandeling wordt besproken. In 2012 was het de bedoeling dat het RDO één maal per kwartaal bijeen zou komen. Door de vele afzeggingen voor de laatste bijeenkomst is deze afgelast. Art.1 MN baart zich zorgen over het vervolg van het RDO. In het jaar 2012 bleek de opkomst vanuit de politie erg laag te zijn. Het lijkt er op dat dit het gevolg is van veranderende beleidskeuzes, waardoor het thema discriminatie niet meer één van de prioriteiten is van de politie. Vanuit de trekker van het overleg, het OM, wordt gepoogd om partijen weer om de tafel te krijgen. 1.5 Drivergroep Art.1 MN nam als toehoorder en adviseur deel aan de hoor het college van portefeuillehouders ingestelde “Drivergroep Ongelijkwaardigheid” waarin de Utrechtse gemeenten, de politie en het Openbaar Ministerie zitting hebben. Daarnaast heeft Art.1 MN in 2012 deelgenomen aan de “Werkgroep Ongelijkwaardigheid”die een concept actieplan heeft opgesteld voor de Drivergroep Ongelijkwaardigheid. Vanuit dit actieplan is onderzoek uitgevoerd naar discriminatie ervaringen onder (2700) jongeren in de provincie Utrecht. De bevindingen werden gepresenteerd op een conferentie op 15 november. Wij hebben daar een workshop over het terugdringen van discriminatie bij stages verzorgd. Omdat de drivergroep eind 2012 ophoud te bestaan, werd aan Art.1 MN gevraagd mee te werken aan de borging van een aantal activiteiten. We hebben hiertoe een centrale website gemaakt waar 5
In Abcoude is een huisbezoek afgelegd omdat Ronde Venen niet beschikt over een lokaal loket
Jaarverslag 2012
Art.1 Midden Nederland
8
slachtoffers van discriminatie op basis van seksuele gerichtheid alle partijen in de provincie Utrecht kunnen vinden die hulp kunnen bieden. Deze website wordt in 2013 gelanceerd. Ook hebben we een viertal gedragscodes/huisregels ontwikkeld voor de horeca, het jongerenwerk, het onderwijs en het voetbal. Deze worden in 2013 in alle scholen verspreid. 1.6 Basiscursus klachtbehandeling Art.1 Midden Nederland heeft namens de Landelijke Brancheorganisatie Antidiscriminatiebureaus (LBA) de basiscursus klachtbehandeling verzorgd voor beginnende medewerkers en stagiairs van antidiscriminatiebureaus. De deelnemers maken tijdens de dag kennis met wat discriminatie is en waar het vandaan komt, daarnaast leren zij de gelijkebehandelingswetgeving toe te passen en de mogelijkheden om discriminatie te herkennen en aan te pakken. De cursus is door 25 deelnemers gevolgd. De cursus werd beoordeeld met een 7,9 en de docenten met een 8,5. Het niveau werd als hoog ervaren. Hiermee wordt bij een volgende cursus rekening gehouden. 1.7 PR en naamsbekendheid Uit onderzoek in 2011 van studenten communicatiemanagement en onderzoek van Bureau Regionale Veiligheidsstrategie in 2012, bleek dat de naamsbekendheid van Art.1 MN onder burgers in de provincie Utrecht laag is. Met name onder jongeren. Bij de bezoekronde aan gemeentelijke beleidsambtenaren werd aangegeven dat steeds minder burgers het gemeentehuis bezoeken omdat de dienstverlening meer en meer wordt gedigitaliseerd. Onze folders, die in elk gemeentehuis en WMOloket liggen, worden onvoldoende gezien. Wij merken tevens dat het ontbreken van een landelijke campagne tegen discriminatie tot gevolg heeft dat we minder meldingen krijgen. Daarom zijn we gestart met een promotieteam. Dat is een groep klachtbehandelaars en voorlichters die gezamenlijk optrekt om publiciteit voor Art.1 MN te organiseren. Daartoe is het foldermateriaal aangepast en laagdrempeliger gemaakt, zijn radio-interviews gegeven (Fun-X en RTV-Utrecht) en werden jongerenorganisaties en migrantenorganisaties bezocht. 1.7.1 Huisartsen en bibliotheken Onze grootste campagne betrof het bezoeken van de meeste (252 van de ruim 400) huisartsen in 103 huisartsenposten in de provincie Utrecht. Een tweede plek waar veel burgers komen zijn de bibliotheken. Op 19 plekken zijn onze folders verspreid en toegelicht. Discriminatie–ervaringen kunnen tot zowel psychische als lichamelijk gezondheidsklachten leiden. Dat blijkt uit diverse onderzoeken over discriminatie en gezondheidsklachten, maar ook uit de eigen waarneming van klachtenconsulenten. Op psychisch vlak leidt discriminatie onder andere tot depressie, angsten en identiteitsproblemen. Ook kunnen er diverse lichamelijke klachten ontstaan, zoals hoge bloeddruk, verslaving en stresssymptomen. Art.1 MN tracht alle huisartsen in de provincie Utrecht te wijzen op het bestaan van Art.1 MN, gezondheidseffecten van discriminatie, de mogelijkheid om patiënten naar ons door te verwijzen of informatie over ons te verschaffen. Art.1 MN doet dit door de verspreiding van voor deze actie ontwikkelde folders. De huisartsen hebben met veel enthousiasme kennis genomen van het werk van Art.1 MN en toonden betrokkenheid met het onderwerp discriminatie en waren bereid om de folders toegankelijk te maken voor zowel patiënten als voor de collega-huisartsen. Dit heeft geleid tot de eerste meldingen van discriminatie (3). Deze actie wordt voortgezet in 2013 totdat alle huisartsen in de provincie Utrecht van onze folders voorzien zijn.
Jaarverslag 2012
Art.1 Midden Nederland
9
1.7.2 Flyeren stad Utrecht In het kader van de promo-actie is er onderzoek gedaan naar de voorwaarden voor flyeren in de stad Utrecht. Er zijn twee aanvragen ingediend voor de tijdelijke standplaats bij de gemeente Utrecht die vervolgens door de gemeente goedgekeurd zijn. Art.1 Midden Nederland heeft op 19 november en 26 november in de stad Utrecht geflyerd. Hiervoor zijn nieuwe folders ontwikkeld. Er zijn circa 600 folders verspreid. De algemene indruk van flyeren was de nieuwsgierigheid naar en tevredenheid over Art.1 MN. Veel Utrechtenaars waren erg te spreken over het bestaan van Art.1 MN als organisatie die zich richt op te voorkomen en bestrijden van discriminatie in de provincie Utrecht. 1.7.3 Samenwerkingspartners In het kader van promo-actie zijn er tal van de maatschappelijke organisaties, verenigingen en instellingen benaderd. Met name minderhedenorganisaties zoals LIZE (inspraakorgaan Zuid –Europese minderheden), IOT (inspraakorgaan Turken), Platform BiH (overkoepelend orgaan van Bosnische organisaties) en BUAT (Platform voor Molukkers) waren bereid om samen te werken met Art.1 Midden Nederland. Met deze organisaties zijn verschillende afspraken gemaakt met het doel om de bekendheid van Art.1 MN onder minderheden te vergroten teneinde slachtoffers van discriminatie ondersteuning te bieden. Uit de gesprekken met deze minderhedenorganisaties komt naar voren dat discriminatie niet altijd wordt herkend. Indien discriminatie wel herkend wordt, zijn mensen niet snel bereid om discriminatie te melden. De redenen hiervoor kunnen verschillend zijn zoals de taalbarrière of het idee dat het melden van discriminatie zinloos is. Vooral bij de oudere migranten is de taalbarrière hoog om een melding van ervaren discriminatie in te dienen. Ook angst voor victimisatie 6, vooral op het terrein van arbeid, kan een reden zijn voor iemand om af te zien van het indienen van een melding. 1.7.4. Website en sociale media De website van Art.1 MN wordt wekelijks geactualiseerd met nieuwsberichten. Vanaf augustus zijn we actief op facebook, waar wekelijks nieuwe stellingen, weetjes en filmpjes op geplaatst worden. Zowel de website als facebook worden goed bezocht. 1.7.5 Nieuwsbrieven In 2012 heeft Art.1 MN zes nieuwsbrieven verspreid binnen het eigen netwerk in de provincie Utrecht waarin informatie werd gegeven over de klachtbehandeling, het voorlichtingsaanbod, activiteiten van Art.1 MN en actuele ontwikkelingen in de samenleving op het gebied van gelijke behandeling en discriminatiebestrijding. Inmiddels zijn ruim 200 professionals, instellingen, overheden en belangenorganisaties geabonneerd op onze nieuwsbrief.
6
Victimisatie: nadeel ondervinden van het klagen over discriminatie
Jaarverslag 2012
Art.1 Midden Nederland
10
1.8 Informatieverzoeken Onder informatieverzoeken worden alle vragen van algemene aard bedoeld, die niet gerelateerd zijn aan een incident over discriminatie. De vragen kunnen betrekking hebben op een of meerdere discriminatiegronden. In 2012 kwamen voornamelijk vragen over discriminatiegronden ras (28) en seksuele gerichtheid (8). Deze vragen hadden betrekking op verschillende maatschappelijke terreinen o.a. de terreinen arbeid (11) en commerciële dienstverlening (11). De informatieverzoeken zijn verschillend van aard, bijvoorbeeld interview, scripties, werkstukken, uitnodigingen voor debatten, conferenties waarbij Art.1 MN als spreker, panel of expert uitgenodigd wordt. De informatieverzoeken kunnen op verschillende wijze afgedaan worden. Een telefoongesprek waarin een advies gegeven wordt, het per e-mail versturen van cijfers, versturen van folders, etc. Ook het geven van voorlichting, het organiseren van een workshop of training vallen hieronder. In 2012 kwamen de meeste informatieverzoeken van de gemeenten (27) en belangen/emancipatiegroepen (24). De registratie van informatieverzoeken kwam in 2012 wat in het slop omdat we die, door alle drukte van activiteiten onvoldoende geregistreerd hebben. Hierdoor zijn niet alle informatieverzoeken vastgelegd. Begin 2013 wordt aan een nieuw registratiesysteem gewerkt.
Jaarverslag 2012
Art.1 Midden Nederland
11
Informatieverzoeken naar
Informatieverzoeken naar
discriminatiegrond
maatschappelijk terrein
Godsdienst
Arbeid
Geslacht
Buurt/wijk
Handicap
Collectieve voorzieningen
Ras
Commerciële dienstverlening
Leeftijd
Horeca
Nationaliteit
Media
Seksuele gerichtheid
Onderwijs
Alle gronden
Sport/recreatie
N.v.t.
Alle terreinen
11
11
N.v.t. Totaal
Totaal
Doel informatie
Vorm informatie
Aanpak klacht / probleem
Voorlichting
Advies
Doorverwijzing
Cijfers
Materiaal
Interview
Overig
141
23
61
Onderzoek Presentatie / voorlichting Project Studieopdracht Anders Totaal
Totaal
Aanvrager Gemeente Politie Welzijnwerk Belangen/emancipatiegroep Anders Totaal 1.9 Trendrapportage In 2012 werd voor het eerst een trendrapportage 2009-2011 uitgebracht. Deze rapportage is een kwalitatief verslag over de behandelde klachten en meldingen in deze periode. Om meer inzicht te geven in de betekenis van de cijfers is gezocht naar onderlinge kruisverbanden. Bijvoorbeeld is gekeken naar de gronden waarop op de arbeidsmarkt het meest gediscrimineerd wordt. Dat blijkt afkomst en ras te zijn (30%).
Jaarverslag 2012
Art.1 Midden Nederland
12
De publicatie is verstuurd naar alle 26 gemeenten in Utrecht en onze contacten in het maatschappelijke veld (± 600). De verstrekte informatie werd zeer positief ontvangen. In 2013 zullen we daarom regelmatig fact-sheets uit gaan brengen. 1.10 Klachtenrapportage In het kader van de Wet Gemeentelijke Antidiscriminatievoorzieningen (WGA) rapporteert Art.1 MN jaarlijks over de door Art.1 MN geregistreerde discriminatiemeldingen. Alle gemeenten dienen jaarlijks voor 1 april verslag uit te brengen aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) over de -door de antidiscriminatievoorziening in het daaraan voorafgaande kalenderjaar geregistreerde- discriminatie-meldingen. De gemeenten zijn voorzien van de cijfers voor hun individuele, gemeentelijke rapportage. Deze is aangevuld met informatie over het klachtenvolume van geheel Art.1 MN, een toelichting op de cijfers en illustrerende casussen. Om de gemeenten op de hoogte te houden van de ontwikkelingen in de door hun burgers gemelde klachten, is er ook een verslag uitgebracht van de halfjaarcijfers. 1.11 Contact gemeenten Bij het aantreden van de nieuwe directeur is met bijna alle beleidsmedewerkers uit de provincie een kennismakingsgesprek gevoerd. Uit de gesprekken kwam naar voren dat bijna iedereen tevreden is over de klachtbehandeling en registratie door ons. Dat wij ook beschikbaar zijn voor advies, bleek bij de meeste gemeenten niet bekend. Omdat teksten voor de digitale gemeentelijke websites ontbraken of verouderd waren, hebben we die geactualiseerd. De jaarlijkse bijeenkomst voor beleidsmedewerkers werd, wegens gebrek aan belangstelling, afgelast. 1.12 Ontwikkelingen en trends Op het gebied van discriminatie gebeurt er veel in het land, zowel op landelijk, regionaal als gemeentelijk niveau. In deze paragraaf willen wij een aantal ontwikkelingen met u delen die wellicht niet terug te vinden zijn in de gemeentelijke cijfers, maar wel van belang zijn. 1.12.1 Evaluatie Wet Gemeentelijke Antidiscriminatievoorzieningen (WGA) Op grond van de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen (Wga) zijn gemeenten sinds 28 januari 2010 verplicht hun inwoners toegang te bieden tot een antidiscriminatievoorziening, een taak die uw gemeente in een dienstverleningsovereenkomst heeft uitbesteed aan Art.1 MN. In de wet is vastgelegd dat binnen drie jaar na inwerkingtreding aan de Staten Generaal een verslag wordt gezonden over de doeltreffendheid en de effecten van de wet in de praktijk. Partners&Pröppe hebben dit onderzoek verricht. De conclusie is dat 98% van de gemeenten een voorziening voor de uitvoering van de twee wettelijke taken (registratie en bijstand) heeft gerealiseerd in de directe leefomgeving van burgers. De voorziening is laagdrempelig en toegankelijk. Bijna de helft van de gemeenten geeft aan dat de Wga bijdraagt aan een groter bewustzijn van discriminatie in de lokale samenleving. De aandacht voor discriminatie blijkt met name bij beleidsprofessionals binnen de ambtelijke organisatie toegenomen sinds de invoering van de Wga. De aandacht van het college en de raad blijft hierop echter achter. Aan de andere kant draagt de uitvoering van de wet niet of nauwelijks bij aan het tegengaan van onderregistratie. Het aantal meldingen van discriminatie is ‘het topje van de ijsberg’. Grote Jaarverslag 2012
Art.1 Midden Nederland
13
gemeenten zijn zich vaak meer bewust van onderregistratie dan kleine gemeenten en investeren dan ook meer in een antidiscriminatiebeleid met aanvullende activiteiten zoals voorlichting en preventie. Terwijl gemeenten wel behoefte hebben aan meer informatie over de specifieke en lokale situatie in hun gemeente, blijken ze volgens de evaluatie weinig te investeren in een goede informatiepositie. De Wga blijkt dan ook onvoldoende voorwaarde voor een hogere meldingsbereidheid en een beter zicht op de lokale situatie binnen de gemeenten. Enkel de uitvoering van de wet blijkt een onvoldoende voorwaarde om de meldingsbereidheid van burgers die discriminatie ervaren te vergroten. 1.12.2 College voor de Rechten van de Mens (CRM) In 2012 zijn alle taken van de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) bij wet over gegaan naar het College voor de Rechten van de Mens (CRM). Nederland heeft hiermee het langverwachte nationale mensenrechteninstituut. Kerntaak van het CRM is het beschermen en bevorderen van mensenrechten in Nederland. Een combinatie van monitoring, onderzoek, advies en voorlichting moet dit realiseren. Het College is onder meer verantwoordelijk voor een jaarlijkse rapportage over de mensenrechtensituatie in Nederland. Burgers kunnen zich tot het CRM wenden met het verzoek tot een oordeel in gelijke behandelingskwesties. Het CRM en Art.1 MN hebben beide voor 2013 het terrein arbeid tot speerpunt van beleid. Hierover vindt overleg plaats om te komen tot afstemming in activiteiten en mogelijke samenwerking. 1.12.3 Handicap en openbaar vervoer Met ingang van 9 mei 2012 moeten bussen en metro’s in Nederland toegankelijk zijn voor mensen met een beperking. Dit is vastgelegd in de gewijzigde Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (WGBH/CZ). De wet wordt stapsgewijs aangepast naar een volledige toegankelijkheid van het openbaar vervoer voor mensen met een beperking. Dit moet uiteindelijk voor 2030 gerealiseerd zijn. Omdat een aantal aanpassingen nogal wat voeten in de aarde hebben, is er een lange termijn gesteld om alles te regelen. Een voorbeeld hiervan is de aanpassing van alle perrons in Nederland zodat mensen in een rolstoel vanaf het perron de trein, bus, tram en metro zelfstandig in kunnen rijden. Voor de provincie Utrecht is het van belang dat vanaf het voorjaar 2012 98% van alle bussen en de sneltram Utrecht-Nieuwegein toegankelijk moeten zijn. Art.1 MN heeft het bericht over de nieuwe wetgeving breed verspreid en mensen met een handicap opgeroepen om melding te doen als zij discriminatie in het OV ervaren. In 2012 heeft Art.1 MN één melding omtrent discriminatie op grond van handicap ontvangen. Ook bij het CRM zijn geen verzoeken om een oordeel rond dit thema ingediend.
Jaarverslag 2012
Art.1 Midden Nederland
14
2. Activiteiten voor de gemeente Utrecht in 2012 2.1 Klachtbehandeling Het aantal meldingen van inwoners van de gemeente Utrecht en het aantal meldingen dat betrekking heeft op incidenten in de gemeente Utrecht is in 2012 minder als het aantal in 2010 en 2011. Zoals onder 1.1. benoemd, is Art.1 MN in 2012 gestopt met de screening van personeelsadvertenties met discriminerende functie-eisen. Dit is terug te zien in het klachtenvolume. Als het aantal meldingen van eigen screenings van het totaal wordt afgehaald, blijven in 2011 en 2012 respectievelijk 212 en 175 meldingen van inwoners uit Utrecht over. Nog steeds is er dan een afname van 37 meldingen te constateren. Daarmee is de toename uit 2009, die veroorzaakt werd door landelijke, provinciale en gemeentelijke publiciteitscampagnes, teniet gedaan. Aantal meldingen van inwoners gemeente Utrecht 2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
126
100
108
251
244
255
191
Aantal meldingen incidenten in gemeente Utrecht 2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
140
104
138
225
228
249
119
2.2 Registratie Alle 218 meldingen7 en eigen registraties van discriminatie zijn opgenomen in het landelijk registratieprogramma LBAnet, volgens een landelijk vastgesteld registratieprotocol. In dit programma wordt een groot aantal categorieën bijgehouden en worden alle stappen vastgelegd die bij de behandeling van een melding zijn genomen. De gemeente Utrecht heeft eind februari de jaarcijfers 2011 conform het door het Ministerie van BZK voorgeschreven format van Art.1 MN ontvangen. In augustus 2012 heeft de gemeente Utrecht een rapportage gekregen met de geregistreerde meldingen over de 1e helft van 2012. Daarnaast heeft Art.1 MN incidenteel, op verzoek van beleidsambtenaren, tussentijds cijfers geleverd over de ontvangen meldingen van discriminatie. 2.3 Publicatie jaarrapport In 2012 heeft Art.1 MN een jaarrapport gepubliceerd waarin een overzicht werd gegeven van de door Art.1 MN in 2011 voor de gemeente Utrecht verrichtte activiteiten. 2.4 Monitoring Op verzoek van de gemeente Utrecht, Utrechtse instellingen en journalisten heeft Art.1 MN incidenteel analyses gemaakt van de achtergronden van de meldingen van discriminatie. Dit jaar betrof het met name de toename van klachten over het meldpunt Oost-Europeanen van de PVV en het grote aantal klachten over de rol van zwarte Piet tijdens het Sinterklaasfeest. 7
Het aantal is gebaseerd op het aantal meldingen van discriminatie van inwoners uit de gemeente Utrecht en inwoners uit andere gemeenten, die melding doen over discriminatie in Utrecht
Jaarverslag 2012
Art.1 Midden Nederland
15
2.5 Informatie en PR Art.1 Midden Nederland heeft op verschillende manieren gewerkt aan de meldingsbereidheid onder Utrechtse burgers en dan met name de zichtbaarheid. Want als we niet zichtbaar zijn, komen de burgers ook niet melden. Om de zichtbaarheid van ons bureau te vergroten zijn op verschillende facetten aan de slag gegaan. Allereerst is een promoteam in het leven geroepen. (zie hoofdstuk 2) Dit team is zeer actief geweest in de stad Utrecht met contacten leggen, flyeren, interviews geven e.d. Daarnaast is Art.1 Midden Nederland gebruik gaan maken van digitale media zoals facebook en linkedin. Door de stagiair voorlichting is er leven geblazen in de facebookpagina van Art.1 Midden Nederland en Pink Panel. Hier worden 2-3 keer per week een stelling op geplaatst om interactie met het publiek op te roepen. Ook worden nieuwsberichten hier op geplaatst. Om de facebookpagina meer bekendheid te geven, was het één van de opdrachten van de maatschappelijke stagiaires om zoveel mogelijk ‘likes’ te krijgen voor de pagina. De teller staat inmiddels op 189 en groeit nog steeds. Voor 2013 willen we dit aantal minstens verdubbeld hebben. Er wordt nog maar mondjesmaat gereageerd op de stellingen, maar dit loopt al wel op. We proberen de stellingen altijd zo te formuleren dat mensen gestimuleerd worden er op te reageren. Dit zal gecontinueerd worden. De meldingsbereidheid via social media willen we in 2013 vergroten door een meldingsmogelijkheid op facebook toe te voegen, bijvoorbeeld door een klachtenformulier in te laten bouwen. Begin 2013 zal worden uitgezocht wat hiervoor de mogelijkheden en kosten zijn. Ook wordt aan zichtbaarheid en meldingsbereidheid gewerkt door advertenties en berichtjes in lokale kranten. Al een paar jaar adverteren we in het krantje van het Bevrijdingsfestival Utrecht. Met de kernzin: ‘Vrij om te zijn wie je bent’ sluiten we aan bij de doelstelling van het festival. Ook in 2013 staan we weer in het krantje. Maar we adverteren niet alleen in krantjes die alleen met het thema te maken hebben. Ook is er een artikeltje geschreven die naar alle lokale kranten in gestuurd, welke in verschillende bladen ook is geplaatst. Wat ook een belangrijke bijdrage levert aan de meldingsbereidheid is de nieuwsbrief. Begin 2012 is besloten om zes nieuwsbrieven te verzenden in dat jaar. Het leek ons goed voor de naamsbekendheid om mensen vaker te confronteren met de naam en inhoud van ons werk. Waarmee we ook bekendheid genereren en hopen meer klachten te ontvangen is het actief naar buiten treden. Dit doen we door deel te nemen aan debatten en overleggen (bijvoorbeeld op het MidZomerGrachtFestival, Art.1 lezingen, PANN debat: Homofobie?! Flikker toch op! Etc.) en aanwezigheid op festivals. Wij waren bijvoorbeeld op de Dag van de Ouderen (27 sept.) aanwezig op het Janskerkhof. Andere jaren stonden we met Art.1 MN op het Wereldfeest, welke helaas door bezuinigingen niet meer plaats kan vinden en op de Parkdag tijdens het MidZomerGracht Festival, wat –zoals al eerder beschreven- dit jaar in het water is gevallen. Daarvoor in de plaats zijn we wel met een digitaal meldingloket de straat op gegaan en actief geflyerd in het centrum van Utrecht. Voor 2013 stellen we een interne festivalagenda op met hierop de festivals die raakvlakken hebben met ons werkveld. Hier kunnen we dan met een infostand aanwezig zijn. Op deze manier profileren wij onszelf niet alleen, maar geven we de bezoekers van het festival de mogelijkheid advies te vragen en indien gewenst meteen een melding te doen. Actualiteit Op de website gaan we zo snel mogelijk op de actualiteit in. Zaken die in het nieuws komen en relevant zijn voor ons werkveld worden hierop geplaatst. De meest belangrijke berichten komen daarna in de nieuwsbrief. Daarnaast wordt ook op andere manieren ingespeeld op de actualiteit. Begin 2012 bleek uit TNOonderzoek dat 1 op de 6 werkenden gepest wordt door collega’s of leidinggevenden. We hebben daarin voorbeeld- gedragscodes en klachtenregelingen op de website geplaatst die gratis te downloaden zijn. Zo kunnen bedrijven hun eigen beleid ontwikkelen om ongewenst gedrag tegen te Jaarverslag 2012
Art.1 Midden Nederland
16
gaan op de werkvloer. Eind 2012 kwam (wederom) de uitzendsector in het nieuws over vermeende discriminatie door consulenten. Wij hebben hierop ingespeeld door elk uitzendbureau in de provincie Utrecht een brief te sturen met een aanbod voor een training. In 2013 zullen we voor de uitzendsector van de stad Utrecht een apart aanbod ontwikkelen. 2.6 Voorlichting, presentaties en workshops In Utrecht zijn in 2012, (mede dankzij het project Meldingsbereidheid, vnl. 3.14) vele nieuwe contacten opgebouwd die geleid hebben tot een toename van verzoeken tot voorlichtingen, presentaties en workshops. Voorlichtingen onderwijs De prestatieafspraken zoals deze gemaakt zijn met de gemeente Utrecht zijn voor 2012 behaald. In het basisonderwijs zijn ruim 40 gastlessen verzorgd door voorlichters van Art.1 Midden Nederland. Tot 2011 gebruikten we het spel ‘Het Snelle Oordeel’ voor de voorlichtingen in het basisonderwijs. Helaas was dit spel verouderd en sloot het niet goed meer aan op de belevingswereld van de kinderen van nu. Daarom wordt sinds 2012 het lesprogramma ‘wie is wie’ gebruikt; een voorleesspel die ontwikkeld is door de Anne Frankstichting. Met dit spel worden vooroordelen en stereotypen duidelijk gemaakt naar leerlingen van groep 7 en 8. Indien gewenst zijn de voorlichters dieper ingegaan op onderwerpen die spelen op scholen. Bijvoorbeeld het schelden met het woord ‘homo’ of op een zgn ‘witte school’ wordt dieper ingegaan op verschillende geloven en achtergronden. Voor het voortgezet onderwijs (3,2 lessen) hebben we naar aanleiding van de bevindingen in 2011 het programma Bereik je Gelijk onder de loep genomen. Deze vorm, waarbij de middelbare school een theorieles en een praktijkles aangeboden krijgt, blijkt in de praktijk te veel tijd in beslag te nemen voor de school. De scholen gaven bij de acquisitie regelmatig aan dat ze een vol lesprogramma hebben en dit er niet bij past. Ook vonden we het nodig om de werkvormen de actualiseren. In 2012 hebben we daarom de school meer vrijheid gegeven in de invulling van het programma waarbij wij deze wensen meenamen om een voorlichting op maat te maken. Dit werd zeer positief ontvangen. Door het format los te laten kan er meer op de actualiteit en de dynamiek van de groep ingegaan worden. Voor het VIA NOVA-college is er in 2012 een nieuwe lessenreeks ontwikkeld van vijf lessen voor 3 klassen. Deze school vindt het belangrijk dat er aandacht wordt besteed aan het onderwerp. Het was een uitdaging voor de voorlichters om een goed programma te ontwikkelen waarbij er een duidelijke opbouw zichtbaar was en er naar een resultaat toegewerkt werd. Na de doelgroep beter te leren kennen, zijn er nog een aantal aanpassingen gedaan aan de werkvormen. Hierdoor sloot het zeer goed aan op de doelgroep. De school was zo tevreden dat ze een nieuwe reeks in 2013 hebben gepland en ook voor andere jaarlagen worden er voorlichtingen ingepland. Andere vormen van onderwijs Naast de basisscholen en middelbare scholen hebben we ook voorlichtingen verzorgd op het beroepsonderwijs (ROC’s) , de Hogeschool Utrecht (HU) en de Internationale SchakelKlassen (I.S.K.) Afhankelijk van de opleidingen en het niveau hebben we het toegespitst op de juridische of sociale kant van discriminatie. Zo zijn wij twee keer bij de Hogeschool van Utrecht geweest bij de opleiding Sociale Juridische Dienstverlening. De ene keer heeft Art.1 MN gefungeerd als werkvelddeskundige en gejureerd bij het vak: “de Organisatie”. Studenten hadden innovatieve projecten ontwikkeld rondom diversiteit. Art.1 MN mocht beoordelen of zij dachten dat de projecten haalbaar en uitvoerbaar waren. Het doel van de betrokkenheid van Art.1MN was meer naamsbekendheid genereren onder de studenten. Op de tweede bijeenkomst heeft Art.1 MN een gastcollege gegeven. Het doel van het college vanuit de opleiding was Jaarverslag 2012
Art.1 Midden Nederland
17
om vanuit de praktijk te laten zien hoe een advies tot stand komt. Daarin moesten de componenten: communicatie, ethiek en onderzoek terugkomen. Het werk bij Art.1 MN is uitermate geschikt om voorbeelden vanuit de praktijk te geven hoe bovenstaande componenten samen komen en tot een advies leiden. Vanuit Art.1 MN is de meerwaarde dat we ineens veel studenten bereiken voor de naamsbekendheid. De studenten raken bekend met de werkwijze van Art.1 MN en de gelijkebehandelingswetgeving. Wat heeft het opgeleverd en wat betekent het voor de toekomst? Art.1 Midden Nederland vindt het belangrijk om aandacht te besteden aan kwaliteitsverbetering en – behoud. Om deze reden wordt na iedere voorlichting een evaluatieformulier ingevuld door de betreffende docent. De voorlichters worden door de docenten als enthousiast en professioneel ervaren. De docenten gaven de trainers rapportcijfers tussen de 7 en 9,5. De tips die docenten gaven hadden vooral betrekking op de werkvormen. Er werd aangeraden meer te doen met de smartborden die nu veelal op (basis)scholen aanwezig zijn en meer gebruik van filmpjes. Dit geldt voor zowel het basisonderwijs als voor het voortgezet onderwijs. Echter blijkt in de praktijk lang niet elke school deze voorzieningen te kunnen bieden. We houden hier rekening mee bij de acquisitie naar de scholen toe. In het basisonderwijs werd genoemd dat de voorlichting langer zou mogen duren zodat er meer diepgang gezocht kan worden met de leerlingen. Bij deze scholen bieden we nu programma’s aan die langer (kunnen) duren, afhankelijk van de wensen van de leerkracht. Veel leerkrachten hebben aangegeven in 2013 weer voorlichting af te willen nemen. De acquisitie hiervoor is inmiddels in gang gezet. Door de feedback die we uit de evaluatieformulieren hebben gehaald, kunnen we volgend jaar gerichter voorlichtingen maken per school, waarbij we rekening houden met de ervaringen van het vorige jaar. Art.1 Midden Nederland vindt het belangrijk om de voorlichtingen te blijven doorontwikkelen. De maatschappij verandert en daar moeten we op in spelen. Om die reden zijn we sinds 2012 bezig om een format te maken voor nieuwe werkvormen. Met name gaat er meer gewerkt worden met audiovisuele middelen. Dit sluit goed aan bij de belevingswereld van jongeren van nu. Trainingen en scholingen externen Wij zijn voor alle instellingen in de stad Utrecht die voorlichting of training wensen over voorkomen of aanpakken van discriminatie, beschikbaar. Hiertoe zijn in 2012 veel contacten gelegd om te achterhalen welke behoeften er leven en hoe we hen met vragen kunnen helpen. (zie ook netwerken). Als gevolg van alle bezuinigingen en reorganisaties stond discriminatiebestrijding niet op het prioriteitenlijstje en zijn een aantal keren geplande trainingen en voorlichtingen afgelast. In 2012 zijn er voorlichtingen verzorgd bij Al Amal. Dit is een stichting die zich in zet om de participatie van multiprobleem gezinnen, vrouwen, jongeren en kinderen in de Nederlandse samenleving te verbeteren. Deze voorlichtingen zijn gegeven voor Marokkaanse vrouwen met als doel ze discriminatie te laten herkennen en te informeren wat ze met deze signalen kunnen doen. Hoewel de voorlichtingen zelf geslaagd waren, blijkt het voor ons een doelgroep te zijn waar we aan moeten wennen. Er werd tijdens deze voorlichtingen al aangegeven door de vrouwen dat het niet in hun cultuur past om discriminatie te melden. Zij zien dat als de ‘vuile was buiten hangen’ en verraad naar degene die hun discrimineren. Melding doen van discriminatie zal alleen gebeuren als er echt iets ernstigs aan de hand is. Voor 2013 hopen we weer voorlichting te kunnen verzorgen bij deze doelgroep.
Jaarverslag 2012
Art.1 Midden Nederland
18
Presentatie en deelname debat VN verdrag (samenwerking Solgu, gemeente Utrecht, SIM, Art.1 MN; Art.1 MN heeft een presentatie gehouden over discriminatie op grond van handicap bij de arbeid. Tijdens de presentatie is uitgelegd wat volgens de gelijkebehandelingswetgeving een handicap is en op welke wijze iemand met een handicap of chronische ziekte wordt beschermd in het arbeidsproces. Na de presentaties volgde een discussie waarbij Art.1 MN als panellid heeft deelgenomen. Het debat ging over de ratificering van het VN verdrag. Themabijeenkomsten In 2012 zijn er vier themabijeenkomsten georganiseerd. De eerste was op 21 maart, de internationale dag tegen racisme en discriminatie. Hier is een grote bijeenkomst georganiseerd met hoogleraar Dhr. Penninx, die onderzoek deed naar het ontstaan van discriminatie. Daarna werd er een debat gehouden een grote diversiteit aan panelleden. Er waren vertegenwoordigers van de gemeente Utrecht, Amnesty International, Vluchtelingenwerk Nederland en Saluti. De opkomst van het debat was groot. Zowel professionals uit het werkveld als studenten en geïnteresseerden waren bij het debat aanwezig. Ook in 2013 gaat er weer een grote themabijeenkomst plaatsvinden op 21 maart. In het kader van het afscheid van Martin Jansen, is er een themabijeenkomst georganiseerd over empowerment. Ongeveer 50 bezoekers namen deel aan een workshop onder begeleiding van collega’s van Radar, antidiscriminatiebureau van de regio’s Rotterdam-Rijnmond, Midden- en West-Brabant, Brabant-Noord en Zuid-Holland-Zuid. Participanten werden uitgedaagd om met elkaar in gesprek te gaan over hun eigen kracht en over de manier waarop mensen elkaar kunnen helpen. Zo kwam naar voren dat ieder zijn eigen kwaliteiten heeft en dat burgers onderling veel voor elkaar kunnen betekenen wanneer zij een probleem ervaren. Participanten ervoeren daarnaast tijdens deze workshop op verrassende en inspirerende wijze wat de Ubuntu filosofie inhoudt en hoe deze van betekenis kan zijn voor ons dagelijks leven en voor sociaal-maatschappelijk werk. De filosofie benadrukt dat een individu veel krachtiger is in een groep dan op zichzelf. De kracht van de samenleving rust in de diversiteit aan unieke individuen met ieder zijn eigen capaciteiten. Door op elkaar te vertrouwen en te leunen, kun je samen aan verandering van jezelf en je omgeving werken. Uit het regionale onderzoek naar discriminatie, polarisatie en radicalisering is gebleken dat jongeren regelmatig discriminatie op de stage- en arbeidsmarkt ervaren. Art.1 Midden Nederland heeft door dit onderzoek verschillende acties ondernomen. Eén daarvan is een themabijeenkomst organiseren over discriminatie op de stagemarkt. Mieke Janssen, directeur van Art.1 Midden Nederland en Michel Aben, senior klachtenconsulent lieten in deze workshop zien waar jongeren in de praktijk tegenaan lopen en wat u als professional kunt doen om deze doelgroep weerbaarder te maken. Er waren 27 mensen uit het werkveld aanwezig. Uit de evaluatie formulieren, waar de gemiddelde waardering een 8 was, bleek dat de aanwezigen veel hebben gehad aan de themabijeenkomst. Er kwam ook naar voren dat er behoefte is aan een vervolg van deze bijeenkomst. Deze zal meer gericht zijn op hoe je kan reageren op discriminerende vragen van stageaanbieders. Mensenrechten onder de dom Op 9 oktober 2012, tijdens de week van de mensenrechten, heeft Art.1 MN deelgenomen aan de werkbijeenkomst, Mensenrechten onder de Dom. De bijeenkomst in Parnassos werd door zowel professionals uit het maatschappelijke veld, als ook studenten bezocht en had als doel om met elkaar vraagstukken uit het lokale mensenrechtenbeleid te tackelen. De dag werd opgezet door honours studenten van de Universiteit Utrecht i.s.m. de Gemeente. Peter Rakers van Prospex leidde door de methodiek van de dag. De hoofdvraag van de dag luidde:
Jaarverslag 2012
Art.1 Midden Nederland
19
Hoe kunnen we van een internationale mensenrechtenstandaard komen tot een lokale mensenrechtencultuur, waarbinnen de overheid, maatschappelijke organisaties en burgers hun verantwoordelijkheid nemen? Uit de verschillende werkvormen door de dag heen, zijn een aantal concrete acties naar voren gekomen die kunnen bijdragen om de hoofdvraag van de dag te beantwoorden. 1. Kennis Ontwikkelen en Delen. 2. Coöperatie op het gebied van Mensenrechten. 3. Populaire Mensenrechteneducatie. 4. Creatieve mensenrechteneducatie/events organiseren. 5. Verbinden door middel van het podium. 6. Spiegelen. 7. Mensenrechten uitvoeren in de praktijk. 8. Promotie/bewustwording van Mensenrechten. 9. Training en voorlichting op het gebied van Mensenrechten Art.1 MN heeft de dag als erg waardevol beschouwd. De samenwerking tussen professionals en studenten in verschillende werkvormen levert een meerwaarde op om lastige thema’s zoals de onderliggende te tackelen. Handicap en openbaar vervoer Zoals bij trends en ontwikkelingen al beschreven is, moeten met ingang van 9 mei 2012 bussen en metro’s in Nederland toegankelijk zijn voor mensen met een beperking. Dit is vastgelegd in de gewijzigde Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (WGBH/CZ). Hiermee krijgt de gelijke behandeling van mensen met een functiebeperking steeds meer vorm. Klachten over ontoegankelijkheid kunnen worden gemeld bij Art.1 Midden Nederland. De Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (WGBH/CZ) wordt stapsgewijs aangepast naar een volledige toegankelijkheid van het openbaar vervoer voor mensen met een beperking. Dit moet uiteindelijk voor 2030 gerealiseerd zijn. Omdat een aantal aanpassingen nogal wat voeten in de aarde hebben, is er een lange termijn gesteld om alles te regelen. Een voorbeeld hiervan is de aanpassing van alle perrons in Nederland zodat mensen in een rolstoel vanaf het perron de trein, bus, tram en metro zelfstandig in kunnen rijden. In tijdsvolgorde moeten de volgende aanpassingen zijn gerealiseerd:
Jaarverslag 2012
Art.1 Midden Nederland
20
Voor de provincie Utrecht is het van belang dat vanaf het voorjaar 2012 98% van alle bussen en de sneltram Utrecht-Nieuwegein toegankelijk moeten zijn. Ondanks dat Art.1 Midden Nederland het bericht over de nieuwe wetgeving breed heeft verspreid en mensen met een handicap heeft opgeroepen om een melding te doen als zij discriminatie in het OV ervaren, heeft Art.1 Midden Nederland slechts één melding omtrent discriminatie ontvangen. Een trend die overigens is terug te vinden in het aantal verzoeken om een oordeel die bij het College van de Rechten van de Mens zijn ingediend. Tot op heden zijn die er namelijk niet. MidZomerGracht festival debat Art.1 MN heeft deelgenomen aan het debat dat tijdens het MidZomerGracht festival werd georganiseerd. Dag van de Dialoog Van 1 t/m 8 november vond in diverse plaatsen in Nederland de Dag van de Dialoog plaats. Op de Dag van de Dialoog kan iedereen zich aansluiten bij één van de dialoogtafels die worden georganiseerd. Diverse mensen, die elkaar doorgaans nog niet kennen, gaan met elkaar in gesprek over een gemeenschappelijk thema. Er worden ervaringen, ideeën en dromen uitgewisseld en zo ontstaan inspirerende, betekenisvolle gesprekken. Deelnemers met verschillende achtergronden vergroten hun kennis over elkaar en creëren een band, waardoor de dialoog kan bijdragen aan meer tolerantie en een positiever samenleven van diverse groepen. Drie medewerkers van Art.1 Midden Nederland waren gespreksleider bij een dialoogtafel. Het thema van de Dag van de Dialoog was dit jaar in Utrecht ‘Beetje lef – veel effect!’ en in Amersfoort ‘Wat ligt er (voor moois) op jouw bordje’. In zowel Amersfoort als Utrecht werd een tafel geleid door een medewerker van Art.1 Midden Nederland. Debatavond Jonge Socialisten. Begin december werden we benaderd door de Jonge socialisten Utrecht. We hebben voor hen op een debatavond een inleiding gehouden over discriminatie op de arbeidsmarkt anno nu. Veel aanwezigen waren verbaasd over de mate waarin vooroordelen bij selecteurs, invloed hebben op je kansen op een baan. Diezelfde avond werd ook het fenomeen “zwarte Piet”en de racistische elementen daarin besproken. Dit leverde pittige discussies op over de Nederlandse Sinterklaastraditie. 2.7. Pink Panel Utrecht Het Pink Panel Utrecht is sinds 2010 in het leven en is een digitaal onderzoekspanel onder de LHBTgroep in de stad Utrecht. In 2012 zijn er 12 leden extra geworven. Dit maakt het totaal op 54 leden. De planning was om op de Parkdag van het MidZomerGracht festival meer leden te werven en te werken aan de naamsbekendheid van Pink Panel. Helaas is de Parkdag letterlijk in het water gevallen. Het weer was zo slecht dat de organisatie besloot de Parkdag af te gelasten. Dit was zeer spijtig, maar was niet anders. Tijdens de Gay Pride in Amersfoort hebben we nog wel wat leden voor Pink Panel Utrecht kunnen werven. De enquête van Pink Panel Utrecht 2012 ging over het thema dienstverlening. De enquête en de resultaten van de enquête zijn te vinden op de website van Pink Panel, www.pinkpanel.nl . De belangrijkste conclusies zijn dat er een gebrek is aan kennis van de LHBT-groep bij zorginstellingen, bijvoorbeeld bij een kinderwens van partners met hetzelfde geslacht of kennis over genderdysforie. Bij gemeenten en politie wordt weinig tot geen discriminatie ervaren. Dit in
Jaarverslag 2012
Art.1 Midden Nederland
21
tegenstelling tot de commerciële dienstverlening, waar leden last hebben van vooroordelen en het aannemen van heterogerichtheid. In 2012 is er een Facebookpagina in het leven geroepen voor Pink Panel. Hierop staat nieuws wat betrekking heeft op LHBT-ers. Er worden naar aanleiding van deze nieuwsberichten stellingen op facebook geplaatst om leden te stimuleren te reageren en mee te praten over diverse onderwerpen. Dit blijkt echter niet altijd even goed te werken. Veel leden hebben geen facebook of vinden bepaalde onderwerpen te gevoelig om op internet over te praten. Wij als Art.1 Midden Nederland begrijpen dit volledig en zetten nu alleen stellingen op facebook die wel met de doelgroep en het onderwerp ongelijke behandeling te maken hebben, maar niet te persoonlijk zijn. Om de naamsbekendheid te vergroten en meer leden te werven is de stagiaire voorlichting bezig met het opzetten van een fotowedstrijd ten behoeve van de zichtbaarheid van LHBTers en discriminatie die zij ervaren. We hopen dit in samenwerking met de organisatie van RZ2013 te kunnen uitvoeren. 2.8 Maatschappelijk stagiairs Art.1 MN is een maatschappelijke organisatie die zich bewust is van haar functie in de samenleving. Om deze reden heeft ze zich in 2012 voor het eerst opengesteld voor een groepje maatschappelijke stagiairs. Ongeveer 12 leerlingen uit Utrecht en omgeving zetten zich in om Art.1 MN meer bekendheid te geven en een kritische blik te geven op de voorlichtingen die door Art.1 MN worden uitgevoerd. Deze stage loopt door in 2013. 2.9 Informatieverzoeken Art.1 MN heeft in 2012 slechts 58 informatieverzoeken uit Utrecht verwerkt. Deze verzoeken waren hoofdzakelijk afkomstig van intermediairs, journalisten, studenten en scholieren. De informatieverzoeken lopen uiteen van verzoek om commentaar op bepaalde gebeurtenissen of een bepaald beleid, verzoeken om deelname aan discussiebijeenkomsten, het geven van informatie aan groepen of individuen, vragen om advies etc. 2.10 Panel Deurbeleid Utrecht De directeur van Art.1 MN heeft zitting in het Panel Deurbeleid Utrecht. Art.1 MN voert het secretariaat van het Panel Deurbeleid en coördineerde de behandeling en registratie van 23 ingekomen klachten in 2012. In 2012 heeft Art.1 MN deelgenomen aan de bijeenkomsten van het Panel Deurbeleid. Mede namens het Panel Deurbeleid neemt Art.1 MN deel aan het portiersoverleg. 2.11 Beleidsadvisering In 2012 hebben er diverse gesprekken plaatsgevonden met de gemeente Utrecht, afdeling WelzijnDMO. Deze gesprekken waren voornamelijk gericht op het anti discriminatie- en diversiteitsbeleid van de gemeente Utrecht en de toekomst van het anti discriminatie werk in Utrecht. Art.1 MN is in 2011 door diverse afdelingen van de gemeente Utrecht benaderd met de vraag om advies te geven op diverse terreinen (openbare orde en veiligheid, werk en inkomen, homoemancipatie, wijkveiligheid etc.). In 2012 heeft Art.1 MN als adviseur op het gebied van deurbeleid deel genomen aan de klankbordgroep “Veilig Uitgaan in Utrecht”. In de klankbordgroep wordt door de convenantpartners (horeca, politie, OM en gemeente) o.a. gewerkt aan de uitwerking van het deurbeleid. Dit deurbeleid zal erop gericht moeten zijn om discriminatie aan de deur van horecagelegenheden zoveel mogelijk te voorkomen en indien bezoekers zich onterecht geweigerd voelen, er een duidelijke klachtenregeling bestaat waar alle partijen zich aan verbinden. Art.1 MN is deelnemer aan de adviescommissie LHBT (Lesbiennes, Homoseksuelen, Biseksuelen en Transgenders) emancipatie van de gemeente Utrecht.
Jaarverslag 2012
Art.1 Midden Nederland
22
2.12 Netwerk met instellingen in Utrecht Ook in 2012 heeft Art.1 MN op formele en informele wijze een breed netwerk onderhouden met de voor het werk belangrijke instellingen en organisaties in Utrecht. Tijdens vele bijeenkomsten en besprekingen zijn afspraken gemaakt over afstemming, samenwerking, doorverwijzing etc. In januari 2012 heeft Art.1 MN een informele netwerkbijeenkomst georganiseerd voor Utrechtse samenwerkingspartners. De instellingen en organisaties waarmee in 2012 contacten zijn gelegd of onderhouden lopen uiteen van o.a. Vrijwilligerscentrale Utrecht, COC, Stichting PANN, Stedelijk Overleg Lichamelijk Gehandicapten Utrecht (SOLGU), Cliëntenbelang Utrecht, CG-Raad, Cumulus, Doenja Dienstverlening, Alleato, Stichting Triana, Forum, Saluti, Commissie Gelijke Behandeling (inmiddels: College voor de Rechten van de Mens), Politie regio Utrecht, Koninklijke Horeca Nederland afdeling Utrecht, Alert/AFA, Juridisch Loket, Portes, Utrechtse werkgroep van Amnesty International, Klachtenbureau Justitie Optreden, Stichting Transman, NBBU, Wijkbureau Binnenstad, diverse migranten zelforganisaties, buurthuizen, Utrechtse gemeenteraadsfracties en politieke partijen, Bureau Regionale Veiligheidsstrategie Utrecht etc. 2.13 Project verhogen meldingsbereidheid/Coalitievorming en Samenwerking In oktober 2011 is een speciaal project gestart met als doel de signaleringsfunctie van Art.1 MN te vergroten en de meldingsbereidheid onder de doelgroepen van Art.1 MN te verhogen. Dit is geen onderdeel van het activiteitenplan 2011 maar een separaat project dat, met instemming van de gemeente Utrecht, wordt gefinancierd vanuit een bestemmingsreserve uit het eigen vermogen van Art.1 MN. Voor dit project is voor de activiteiten in de gemeente Utrecht een projectleider aangesteld voor 16 uur per week (dezelfde medewerker voert het project ook voor 12 uur per week uit voor de gemeente Amersfoort). De projectleider heeft als opdracht een netwerk op te bouwen met uitvoerende professionals in de Utrechtse wijken (maatschappelijk werk, jongerenwerk) en met vertegenwoordigers van migranten zelforganisaties (MZO’s). De nadruk ligt hierbij op persoonlijke gesprekken en persoonlijke contacten. Art.1 MN wil hiermee meer, en vroegtijdig, inzicht krijgen in problemen met een discriminatoire achtergrond in de wijken en de professionals informeren over de ondersteuning die Art.1 MN bij de aanpak van problemen met een discriminatoire achtergrond kan verlenen. In de loop van 2012 bleek dat deze aanpak onvoldoende resultaten opleverden. Instellingen en maatschappelijke organisaties zijn (mede door de bezuinigingen) onvoldoende geïnteresseerd om hun cliënten actief te stimuleren om discriminatie te melden bij Art.1 MN. Wel bleek er interesse te zijn om samen op te trekken en activiteiten te ondernemen t.b.v. de doelgroepen waar de betreffende organisatie zich op richt. De aanpak is nu gefocust op het aangaan van coalities en samenwerkingsverbanden. Dit is vanaf oktober ingezet en lijkt nu al tot resultaten te leiden. Voorbeelden hiervan zijn: Voorlichtingen voor de vrouwengroep Al Amal. Gezamenlijke aanpak van agressie tegen moskeeën met het Samenwerkingsverband Marokkaanse Nederlanders en het Inspraakorgaan Turken. Intensievere samenwerking met COC-Utrecht bijv. rond voorlichting en PR. Overleg met JOU over horecadiscriminatie naar jongeren. Participatie op de Beursvloer Utrecht met als resultaat diverse voorlichtingen voor vrijwilligers en een cursus Facebook.
Jaarverslag 2012
Art.1 Midden Nederland
23
3. Activiteiten voor de gemeente Amersfoort in 2012 3.1 Klachtbehandeling en registratie In 2012 heeft Art.1 MN 57 meldingen van discriminatie van inwoners uit de gemeente Amersfoort of die betrekking hadden op Amersfoort, in behandeling genomen en geregistreerd. Deze melding zijn separaat aan de gemeente Amersfoort gerapporteerd. Aantal meldingen van inwoners gemeente Amersfoort 2007
2008
2009
2010
2011
2012
98
78
95
77
79
54
Aantal meldingen incidenten in gemeente Amersfoort 2007
2008
2009
2010
2011
2012
71
68
77
70
69
45
Art.1 MN is in 2012 gestopt met de screening (zie punt 1.1) naar vacatures met discriminerende functie-eisen. Dit is terug te zien in het klachtenvolume. Als het aantal meldingen van eigen screening van het totaal wordt gehaald, blijven in 2011 en 2012 respectievelijk 43 en 42 meldingen van inwoners uit de gemeente Amersfoort over. Het aantal meldingen uit Amersfoort in 2012 is dus redelijk gelijk aan 2011. 3.2 Voorlichting, presentaties en workshops Art.1 MN heeft in Amersfoort in 2012 een flink aantal nieuwe contacten opgebouwd (zie project Meldingsbereidheid) die geleid hebben tot toename van het aantal voorlichtingen, presentaties en workshops. Voorlichting onderwijs De prestatieafspraken zoals deze gemaakt zijn met de gemeente Amersfoort zijn voor 2012 ruim behaald. De afspraak was 30 presentaties in het onderwijs en dit zijn er 58 geworden. Er bleek veel belangstelling te zijn voor de voorlichtingen en met name het voortgezet onderwijs pakten het groots aan. Bij het van Lodensteincollege is er in tien klassen voorlichting gegeven. Deze school was zeer tevreden en de contactpersoon Dhr. Karens heeft zelfs een bedankbrief naar wethouder Tigelaar (bijlage) gestuurd. In 2013 zullen hier ook weer voorlichtingen verzorgd worden. Dit is echter niet de enige school die het groots aanpakte. Het Guido de Bres college heeft 16 keer een voorlichting afgenomen in 2012, wat ook zeer geapprecieerd werd. Voor de basisscholen was het zo dat we voor de zomervakantie zijn gestopt met acquireren omdat er zo veel belangstelling was en we anders nog veel verder over de prestatieafspraken heen zouden gaan. Echter, als een school ons zelf benaderde hebben wij de voorlichting gewoon verzorgd. Tot 2011 gebruikten we het spel ‘Het Snelle Oordeel’ voor de voorlichtingen in het basisonderwijs. Helaas was dit spel verouderd en sloot het niet goed meer aan op de belevingswereld van de kinderen van nu. Daarom wordt sinds 2012 het lesprogramma ‘wie is wie’ gebruikt; een voorleesspel die ontwikkeld is door de Anne Frankstichting. Met dit spel worden vooroordelen en stereotypen duidelijk gemaakt naar leerlingen van groep 7 en 8. Indien gewenst zijn de voorlichters dieper ingegaan op onderwerpen die Jaarverslag 2012
Art.1 Midden Nederland
24
spelen op scholen. Bijvoorbeeld het schelden met het woord ‘homo’ of op een zgn ‘witte school’ wordt dieper ingegaan op verschillende geloven en achtergronden. Voor het voortgezet onderwijs hebben we naar aanleiding van de bevindingen in 2011 het programma Bereik je Gelijk onder de loep genomen. Deze vorm, waarbij de middelbare school een theorieles en een praktijkles aangeboden krijgt, blijkt in de praktijk te veel tijd in beslag te nemen voor de school. De scholen gaven bij de acquisitie regelmatig aan dat ze een vol lesprogramma hebben en dit er niet bij past. Ook vonden we het nodig om de werkvormen de actualiseren. In 2012 hebben we daarom de school meer vrijheid gegeven in de invulling van het programma waarbij wij deze wensen meenamen om een voorlichting op maat te maken. Dit werd zeer positief ontvangen. Door het format los te laten kan er meer op de actualiteit en de dynamiek van de groep ingegaan worden. Andere vormen van onderwijs Naast de basisscholen en middelbare scholen hebben we ook voorlichtingen verzorgd op het ROC ASA/MBO Amersfoort bij de opleiding Juridisch Medewerker. Hier zijn twee klassen voorgelicht over de basisrechten waar je bij discriminatie mee te maken hebt. Deze school zou ons graag in 2013 weer ontvangen, maar zegt dit af te laten hangen van de ontwikkelingen op school. Omdat “ je maar nooit
weet in het onderwijs”. Wat heeft het opgeleverd en wat betekent het voor de toekomst? Art.1 Midden Nederland vindt het belangrijk om aandacht te besteden aan kwaliteitsverbetering en – behoud. Om deze reden wordt na iedere voorlichting een evaluatieformulier ingevuld door de betreffende docent. De voorlichters worden door de docenten als enthousiast en professioneel ervaren. De docenten gaven de trainers rapportcijfers tussen de 7 en 9,5. De tips die docenten gaven hadden vooral betrekking op de werkvormen. Er werd aangeraden meer te doen met de smartborden die nu veelal op (basis)scholen aanwezig zijn en meer gebruik van filmpjes. Dit geldt voor zowel het basisonderwijs als voor het voortgezet onderwijs. Echter blijkt in de praktijk lang niet elke school deze voorzieningen te kunnen bieden. We houden hier rekening mee bij de acquisitie naar de scholen toe. In het basisonderwijs werd genoemd dat de voorlichting langer zou mogen duren zodat er meer diepgang gezocht kan worden met de leerlingen. Bij deze scholen bieden we nu programma’s aan die langer (kunnen) duren, afhankelijk van de wensen van de leerkracht. Veel leerkrachten hebben aangegeven in 2013 weer voorlichting af te willen nemen. De acquisitie hiervoor is inmiddels in gang gezet. Door de feedback die we uit de evaluatieformulieren hebben gehaald, kunnen we volgend jaar gerichter voorlichtingen maken per school, waarbij we rekening houden met de ervaringen van het vorige jaar. Art.1 Midden Nederland vindt het belangrijk om de voorlichtingen te blijven doorontwikkelen. De maatschappij verandert en daar moeten we op in spelen. Om die reden zijn we sinds 2012 bezig om een format te maken voor nieuwe werkvormen. Met name gaat er meer gewerkt worden met audiovisuele middelen. Dit sluit goed aan bij de belevingswereld van jongeren van nu. Overige voorlichtingen Voor Anbo Roze 50+ op 2 maart 2012. Naar aanleiding van het overleg Pink Spring, waar verschillende roze belangenorganisaties aan deelnemen, zijn we in contact gekomen met Anbo Roze 50+. Vertegenwoordiger Nico Scheerder was zeer geïnteresseerd in het werk dat wij doen en heeft ons zodoende uitgenodigd om een middag te komen vertellen over het werk van Art.1 Midden Nederland, discriminatie en wat er gebeurt met meldingen. Dit werd zeer positief ontvangen.
Jaarverslag 2012
Art.1 Midden Nederland
25
Presentatie bij het buurtnetwerk 55+ Buurtwerk 55+ is een organisatie in Amersfoort die zich bekommert over mensen die in een sociaal isolement driegen te raken. Art.1 MN heeft verteld over de werkzaamheden die zij uitvoert. Daarnaast is er een miniworkshop gehouden met het doel om erachter te komen of men discriminatie heeft ervaren of tegenkomt en of men wist wat zij met de discriminatie konden doen. Uit de workshop bleek dat men kampt met de vraag hoe zij moeten omgaan met discriminerende eisen van de patiënten naar de zorgverleners toe. De deelnemers is uitgelegd hoe zij met dergelijke discriminerende eisen om kunnen gaan. Ook is de mogelijkheid voorgelegd dat zij bij vragen altijd advies kunnen vragen bij Art.1 MN. Werkbijeenkomst woonoverlast in Amersfoort De werkbijeenkomst was een vervolg op een bijeenkomst waar de mening werd gevraagd van Art.1 MN over het beleid om woonoverlast in Amersfoort aan te pakken. Tijdens de werkbijeenkomst werd het beleid door verschillende ketenpartners op casussen toegepast. Meerwaarde van de samenwerking is dat Art.1 MN opgenomen is in het protocol van wat te doen bij woonoverlast en discriminatie. In de praktijk blijkt het beleid te werken, omdat wij inmiddels al een werkelijke situatie tot een goed einde hebben kunnen brengen door de nauwe samenwerking met diverse partijen die betrokken waren bij de werkgroep. Diversiteitontbijt Op verzoek van gemeente Amersfoort werd op 10 oktober een workshop ‘Meerwaarde van diversiteit’ verzorgd. Er waren
50 enthousiaste gemeenteambtenaren, de wethouder en maatschappelijk
Verantwoord Ondernemers aanwezig. Een aantal deelnemers wilde graag een vervolgbijeenkomst voor de eigen dienst. Dat wordt in 2013 uitgevoerd. Gay Pride Ieder jaar is er in Amersfoort de Gay Pride. Hier staat Art.1 Midden Nederland altijd met het Pink Panel op de informatiemarkt. Zo ook in 2012. Door de inzet van vrijwilligers zijn er dit jaar bijna twintig extra leden geworven. Daarnaast is het goed voor de zichtbaarheid en naamsbekendheid van zowel Pink Panel als Art.1 Midden Nederland. Aanzien BV Aanzien is een particuliere jeugdhulpverleningsorganisatie voor jongeren met meervoudige gedragsproblemen en verslavingen. Wij hebben de hulpverleners voorlichting gegeven over de wijze waarop zij hun cliënten kunnen ondersteunen bij discriminatie ervaringen. 3.3 Informatieverzoeken Art.1 MN heeft in 2012 uit Amersfoort 10 informatieverzoeken ontvangen en afgehandeld. Deze verzoeken waren hoofdzakelijk afkomstig van intermediairen, journalisten, studenten en scholieren. De informatieverzoeken lopen uiteen van verzoek om commentaar op bepaalde gebeurtenissen of een bepaald beleid, verzoeken om deelname aan discussiebijeenkomsten, het geven van informatie aan groepen of individuen, vragen om advies etc. 3.4 Pink Panel Amersfoort Het Pink Panel Amersfoort is sinds 2008 in het leven en is een digitaal onderzoekspanel onder de LHBT-groep in de stad Amersfoort. In 2012 zijn er 26 leden extra geworven. Dit maakt het totaal op 152 leden. Deze 26 leden zijn bijna geheel te danken aan de aanwezigheid tijdens de Gay Pride. Voor de werving van leden hebben we gebruik gemaakt van vrijwilligers die zelf in het circuit zit en dus veel mensen op de Gay Pride kende. Dit bleek een stuk effectiever te werken dan dat de medewerkers van Jaarverslag 2012
Art.1 Midden Nederland
26
Art.1 MN zelf mensen aan spraken. Dit zullen we in 2013 weer op deze manier doen. De enquête van Pink Panel Amersfoort 2012 ging onder andere over ‘uit de kast komen’. De vragen hebben we dit jaar minder gesloten gesteld. Op deze manier proberen we achter meer diepgaande informatie te komen. Deze enquete wordt op het moment van het schrijven van dit jaarverslag nog geanalyseerd. Deze zal zodra de nieuwsbrief klaar is, weer op de website van Pink Panel staan, www.pinkpanel.nl. In 2012 is er een Facebookpagina in het leven geroepen voor Pink Panel. Hierop staat nieuws wat betrekking heeft op LHBT-ers. Er worden naar aanleiding van deze nieuwsberichten stellingen op facebook geplaatst om leden te stimuleren te reageren en mee te praten over diverse onderwerpen. Dit blijkt echter niet altijd even goed te werken. Veel leden hebben geen facebook of vinden bepaalde onderwerpen te gevoelig om op internet over te praten. Wij als Art.1 Midden Nederland begrijpen dit volledig en zetten nu alleen stellingen op facebook die wel met de doelgroep en het onderwerp ongelijke behandeling te maken hebben, maar niet te persoonlijk zijn. Om de naamsbekendheid te vergroten en meer leden te werven is de stagiaire voorlichting bezig met het opzetten van een fotowedstrijd ten behoeve van de zichtbaarheid van LHBT-ers en discriminatie die zij ervaren. We hopen dit in samenwerking met de organisatie van RZ2013 te kunnen uitvoeren. Daarnaast neemt Art.1 MN deel aan de overleggen van Pink Spring, een overkoepelende naam waar alle ‘roze’ activiteiten onder vallen. 3.5 Netwerkontwikkeling Ook in 2012 heeft Art.1 MN tijd en energie gestoken in het in stand houden en uitbreiden van het netwerk van Amersfoort organisaties en instellingen. Naast bilaterale gesprekken met Amersfoortse organisaties heeft Art.1 MN ook deelgenomen aan diverse discussiebijeenkomsten en netwerkbijeenkomsten zoals de Coming Out Day. 3.6 (Beleids)advisering Art.1 MN heeft de gemeente Amersfoort op diverse wijze geadviseerd bij de aanpak van discriminatie, middels gesprekken met diverse beleidsambtenaren. Art.1 MN neemt deel aan de werkgroep Convenant Veilig Uitgaan in Amersfoort. We hebben ook geparticipeerd in de Klankbordgroep denktank van “Dag van de Dialoog’. Een aantal van onze stagiairs hebben als gespreksleiders bij dialoogtafels gefunctioneerd. Nu de organisatie aan de dag van de Dialoog niet meer gesubsidieerd wordt zullen we vanaf 2013, op vrijwillige basis, een bijdrage leveren aan de organisatie en het bestuur. Bij Stichting Ravelijn hebben wij geadviseerd over de invoering van een non-discriminatie artikel in hun klachtenovereenkomst. 3.7 Project verhogen meldingsbereidheid/coalitievorming en samenwerking In oktober 2012 is een speciaal project gestart met als doel de signaleringsfunctie van Art.1 MN te vergroten en de meldingsbereidheid onder de doelgroepen van Art.1 MN te verhogen. Dit is geen onderdeel van de prestatieafspraken over 2012 maar een separaat project dat, met instemming van de gemeente Amersfoort, wordt gefinancierd vanuit een bestemmingsreserve uit het eigen vermogen van Art.1 MN. Voor dit project is voor de activiteiten in Amersfoort een projectleider aangesteld voor 12 uur per week (dezelfde medewerker voert het project ook voor 16 uur per week uit voor de gemeente Utrecht). De projectleider heeft als opdracht een netwerk op te bouwen met uitvoerende professionals in de Amersfoortse wijken (maatschappelijk werk, jongerenwerk) en met vertegenwoordigers van migranten zelforganisaties (MZO’s). De nadruk ligt hierbij op persoonlijke gesprekken en persoonlijke contacten. Art.1 MN wil hiermee meer, en vroegtijdig, inzicht krijgen in problemen met een discriminatoire achtergrond in de wijken en de professionals informeren over de ondersteuning die Art.1 MN bij de aanpak van problemen met een discriminatoire achtergrond kan verlenen.
Jaarverslag 2012
Art.1 Midden Nederland
27
Medio 2012 bleek dat deze aanpak onvoldoende resultaten opleverde. Instellingen en maatschappelijke organisaties zijn niet geïnteresseerd om hun cliënten actief te stimuleren om discriminatie te melden bij Art.1 MN. Wel bleek er interesse te zijn om samen op te trekken om activiteiten te ondernemen t.b.v. de doelgroep waar de betreffende organisatie zich op richt. De aanpak is nu gefocust op het aangaan van coalities en samenwerkingsverbanden. Dit is vanaf oktober ingezet en lijkt nu al tot resultaten te leiden. Voorbeelden hiervan zijn; Voorlichting tijdens een restaurantavond bij Resto Van Harte begin 2013. Gezamenlijke aanpak agressie naar moskeeën met Samenwerkingsverband Marokkaanse Nederlanders en Inspraakorgaan Turken. Aanpassing van vermelding Art.1 MN op de websites van diverse maatschappelijke organisaties. Intentie tot samenwerking met Future of Fame. Deskundigheidsbevordering m.b.t. terugdringen van discriminatie in et vrijwilligerswerk voor Stichting Ravelijn in 2013. Presentatie van ons werk naar Netwerk 55+
Jaarverslag 2012
Art.1 Midden Nederland
28
4. Overige Activiteiten 4.1 Deelname aan landelijke branche organisatie Art.1 MN is lid van de Landelijke Branchevereniging van Antidiscriminatiebureaus (LBA) en neemt deel aan het Directeurenoverleg van de LBA. 4.2 Voorlichtingen onderbouw voortgezet onderwijs Woerden en Veenendaal In 2011 is een tweejarig project gestart voor de uitvoering van voorlichtingen in de onderbouw van het voortgezet onderwijs in Veenendaal. In eerste instantie lag de nadruk op de acquisitie van scholen. De voorlichting “Bereik je Gelijk” is in 2011 in twee klassen van de Christelijke Scholengemeenschap Veenendaal uitgevoerd. Jammer genoeg was bij de overige scholen geen interesse in het voorlichtingsaanbod, ondanks herhaalde pogingen van ons om met hen in contact te komen. In Woerden is op aanvraag van de Praktijkschool Woerden voorlichting gegeven voor vier groepen. 4.3 Onderzoeken In opdracht van Art.1 MN zijn twee studenten HBO rechten aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen afstudeeronderzoeken gestart naar thema’s die het werk van Art.1 MN kunnen verbeteren en verbreden. Zehra Karakoҫ heeft onderzoek verricht of er een geschikt civielrechtelijke rechtsmiddel bestaat tot het opleggen van sancties bij discriminatie en ongelijke behandeling. Uit de resultaten van het onderzoek is gebleken dat bij discriminatiezaken de mogelijkheid bestaat om schadevergoeding te vorderen via de onrechtmatige daad. Het vorderen van schadevergoeding op grond van discriminatie, is het recht van de gediscrimineerde persoon. Het beroep op de onrechtmatige daad via de civiele rechter biedt een mogelijkheid tot het opleggen van een sanctie bij discriminatiezaken aan de discriminerende partij. Zehra heeft als beroepsproduct een leidraad opgesteld met een overzicht van de vereisten die zijn opgenomen in artikel 6:162 BW, de onrechtmatige daad. In het overzicht staat een uitleg over de vereisten van de onrechtmatige daad. Daarnaast wordt er per vereiste weergegeven wat de positieve punten en/of de knelpunten zijn, zodra dit beroep wordt ingesteld bij discriminatie en ongelijke behandeling. De leidraad dient als hulpmiddel voor Art.1 MN, voor het geven van advies aan de cliënt om schadevergoeding te vorderen via de onrechtmatige daad bij discriminatie en ongelijke behandeling. Gülsüm Baslilar verricht onderzoek naar het VN verdrag inzake de rechten van personen met een handicap in relatie tot het beleid van Amersfoort. Dit verdrag is in 2006 opgesteld door de Verenigde Naties en is in 2007 getekend door Nederland. De ratificatie van het verdrag heeft nog niet plaatsgevonden en is op moment een actueel onderwerp. Wat betreft dit onderwerp is haar voorgesteld onderzoek te gaan verrichten in hoeverre de gemeente Amersfoort voldoet aan de verplichtingen van het VN-verdrag en in hoeverre dit nog zou moeten worden aangepast. Gülsüm is nog bezig met het onderzoek, maar poogt met het onderzoek om op de eerste plaats een verhelderend en duidelijk beeld te kunnen schetsen over welke diensten en voorzieningen de gemeente Amersfoort biedt aan haar burgers en op de tweede plaats welke diensten en voorzieningen de samenleving zou moeten bieden volgens het VN-verdrag. Vervolgens zal de informatie in kaart worden gebracht middels een adviesnotitie. Art.1 MN hoopt de gemeente Amersfoort dan te kunnen adviseren tot welke aanpassingen het verdrag eventueel leidt voor de gemeente. Susanne Mes, volgt de opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening in Amsterdam. In haar stagetijd bij Art.1 MN heeft zij de effectiviteit van de methode onderzocht, die Art.1 MN hanteerde na het Jaarverslag 2012
Art.1 Midden Nederland
29
constateren van vacatures met discriminerende functie-eisen. Art.1 Midden Nederland schreef de bedrijven aan om hen bewust te maken van de gelijkebehandelingswetgeving en om redenen te inventariseren voor de discriminerende functie-eisen. Met die methode wilde Art.1 MN o.a. recidive voorkomen. Susanne kwam tot de conclusie dat de gehanteerde methodiek van Art.1 Midden Nederland niet de beoogde werking had. Dit heeft ertoe geleid dat Art.1 MN gestopt is met bedrijven aanschrijven bij het constateren van discriminerende functie-eisen. Art.1 MN start in deze alleen nog een procedure als zij een melding van een melder of een derde krijgt. 4.4 Identiteit: ‘Professionals bekennen kleur’ - Conferentie NIP Op verzoek van de Nederlandse Vereniging van Psychologen hebben wij op 1 december geparticipeerd in een panel over de ziekmakende aspecten van discriminatie op de arbeidsmarkt. 4.5 Toekomstvisie Stichtse Vecht Stichtse Vecht is druk bezig naar strategische toekomstvisie te ontwikkelen. Op vraag van de burgemeester hebben we zitting gehad in de Focus groep, waarin vertegenwoordigers uit diverse sectoren zitting hadden.
Jaarverslag 2012
Art.1 Midden Nederland
30
5. Interne bedrijfsvoering 5.1 Personeel Om uitvoering te kunnen geven aan haar kerntaken beschikte Art.1 MN eind 2012 over 9 personeelsleden met een aantal Fte van 6,45 (vlg. 2010: 6,22 Fte). Voor de uitvoering van voorlichtingen en trainingen, voornamelijk in het onderwijs, heeft Art.1 MN in 2012 gebruik gemaakt van een pool van vijf freelancers die op oproep beschikbaar waren. Daarnaast waren er twee stagiairs Sociaal Juridische Dienstverlening actief. Deze stagiaires boden ondersteuning bij de klachtbehandeling. Tenslotte liepen er in de tweede helft van 2012 twee afgestudeerden Maatschappelijk Werk en Ethiek en Wijsbegeerte mee, alsmede bij de afdeling voorlichting om werkervaring op te doen. Grote verandering in 2012 is dat we afscheid genomen hebben van onze directeur Martin Jansen, die zijn loopbaan in Zuid-Afrika voort gaat zetten. Met zijn opvolgster Mieke Janssen hebben wij een dynamische nieuwe directeur gevonden die met veel passie de kar trekt. Om de deskundigheid van de medewerkers op peil te houden werden diverse activiteiten ondernomen bijv. intervisie voor de klachtbehandelaars, cursus ‘ontslag op staande voet’, cursussen social media en timemanagement en een NIMA-A opleiding. 5.2 Bestuur Het bestuur van Art.1 MN heeft in 2012 tien keer vergaderd en heeft twee keer een beleidsdag samen met het personeel georganiseerd waar men zich heeft gebogen over het toekomstige beleid van de stichting. Daarnaast hebben bestuursleden namens Art.1 MN deelgenomen aan diverse formele en informele bijeenkomsten. De benodigde kwaliteitseisen voor het bestuur zijn geïnventariseerd en vastgelegd in functieprofielen voor het bestuur. Om transparantie in de wijze van besturen te garanderen is de werkwijze getoetst aan de Governance Code Welzijn. Art.1 MN bleek aan alle vereisten te voldoen. 5.3 Klanttevredenheid Art.1 Midden Nederland vindt het belangrijk om aan kwaliteitsbeheer te doen. Als niemand vertelt wat er verbeterd kan worden, kunnen we ook niet groeien. Om deze reden geven wij evaluatieformulieren aan docenten die de voorlichting aan hun klas kunnen beoordelen. Ook geven de evaluatieformulieren aan deelnemers van themabijeenkomsten. Zoals eerder beschreven worden de voorlichtingen in het onderwijs goed tot zeer goed beoordeeld. Het niveau wordt goed aangepast aan de school en klas. Als tip wordt meegegeven meer te doen met smartboards en visueel materiaal. Daar is in 2012 al een nieuw format voor in ontwikkeling gezet. Uit de evaluaties van de themabijeenkomsten blijkt ook dat deelnemers enthousiast zijn. Hier bleek het wat moeilijker om het niveau goed in te schatten. De themabijeenkomst over ‘discriminatie bij stages’ bleek voor sommigen wat te moeilijk. Hier wordt in de toekomst rekening mee gehouden. Klanttevredenheidsonderzoek onder melders van discriminatieklachten blijkt lastig(er) te zijn. Al op verschillende manieren hebben we geprobeerd feedback van onze dienstverlening te krijgen van voormalig cliënten. Echter komt hier weinig tot geen respons op. Dit kan verschillende oorzaken hebben, waarnaar wij alleen kunnen gissen. Sommige mensen zitten bijvoorbeeld niet te wachten om alles weer op te rakelen. Anderen vinden het te veel moeite. Ook zijn er cliënten die niet tevreden zijn over de uitkomst van de klachtbehandeling. Bijvoorbeeld omdat Art.1 MN juridisch niet verder kon met de klacht of er van de wederpartij geen reactie kwam. Omdat mensen hierdoor gefrustreerd zijn zullen ze wellicht niet het onderscheid kunnen zien tussen de kwaliteit van de dienstverlening en de uitkomst Jaarverslag 2012
Art.1 Midden Nederland
31
van de klachtbehandeling. Wij streven er naar om in 2013 een betere manier te hebben gevonden om terugkoppeling te krijgen van (oud) cliënten.
Jaarverslag 2012
Art.1 Midden Nederland
32
Bijlage 1: Bestuur en (oud)medewerkers Art.1 Midden Nederland 2012 Bestuur Art.1 MN in 2012 Mila van Burik (bestuurslid) Willibrord de Graaf (bestuurslid vanaf mei 2012) Osman Elmaci (voorzitter) Thijs Hardick (penningmeester) Miriam Zandvliet (bestuurslid, secretaris) Hester Jansen (bestuurslid tot mei 2012) Medewerkers van Art.1 MN in 2012 Michel Aben (senior klachtenconsulent) Marieke Frederiks (voorlichter) Martin Jansen (directeur tot 1 september 2012) Mieke Janssen (directeur vanaf september 2012) Mirsada Palalić (senior klachtenconsulent) Huri Sahin (projectleider (vanaf oktober 2011) Vincent Stroop (klachtenconsulent, tot 31 december 2012) Zwaantje van ’t Veer , projectleider vanaf 1 februari 2012) Monique Vooijs (senior voorlichter) Hellen Wouter (administratief medewerkster) Samira Zaanani (klachtenconsulent) Stagiaires Najib Abaghloulin (stagiair klachtbehandelaar vanaf september 2012) Louise van Bennekom (werkervaring voorlichting, juli – december 2012) Maartje Langeslag (werkervaring voorlichting, juli – december 2012) Susanne Mes (stagiaire klachtbehandeling, tot 1 juli 2012) Monique den Ouden (stagiaire voorlichting, vanaf november 2011 tot juli 2012) Devina Ramcharan (stagiaire secretariaat vanaf oktober 2012) Bert-Jan Trommel (stagiair klachtbehandeling, vanaf februari 2011tot juli 2012) Hilal Yilmaz (stagiair klachtbehandeling, vanaf maart 2012 tot juli 2012) Dico de Zeeuw (stagiair klachtbehandelaar vanaf september 2012) Freelance pool voorlichters Ralph Du Long Milena Feldkamp Arzu Kokeng Deniz Őzkanli Caroline Post Afstudeeronderzoeken Gülsüm Baslilar Zehra Karakoç
Jaarverslag 2012
Art.1 Midden Nederland
33
Bijlage 2: voorlichtingen UTRECHT Voortgezet onderwijs Leidsche Rijncollege Via Nova college X11 Globe College Basisonderwijs Aboe Daoedschool Da Costaschool De Achtbaan De Anne Frankschool De Carrousel De Hoge Raven De Kaleidoscoop De Kleine Dichter De Klimroos De Koekoek De Maliebaanschool De Parkschool De Paulusschool De Regenboog De Wissel De Zonnewereld Driekoningenschool Maaspleinschool St. Jan de Doper Utrechtse Scholen Vereniging Overig onderwijs Internationale Schakel Klassen ROC Midden Nederland Hogeschool Utrecht
Jaarverslag 2012
Art.1 Midden Nederland
34
AMERSFOORT Voortgezet onderwijs Borgwal college Guido de Bres Van Lodenstein College Basisonderwijs Atlantis De Gondelier De Kinderhof De Tafelronde De Zonnewijzer Gabrie Mehen Joost van den Vondel Pallas Athene T Spectrum Overig onderwijs ROC ASA/MBO Amersfoort
Jaarverslag 2012
Art.1 Midden Nederland
35