OCMW-jaarverslag 2004 • PROJECTEN
Jaarverslag 1
OCMW-jaarverslag 2004
2
Inhoud OCMW-innovaties
9
Horizon 2010: twee netwerken van aanspreekpunten 10 We bieden jonge vrouwen mee(r) kansen op een betere toekomst 11 We controleren onze efficiëntie en effectiviteit 12
We zorgen dat iedereen kan rekenen op de kwalitatieve dienstverlening waar hij of zij recht op heeft
13
Zorgplannen moeten de hulpverlening op elkaar afstemmen 15 Kwaliteitshandboeken zijn in alle voorzieningen beschikbaar 16 Klagen staat vrij 16
Iedereen heeft een zinvolle bezigheid en kan zijn leven in eigen handen nemen
19
Activering is dikwijls een weg die moet afgelegd worden Opleidingen stomen onze klanten klaar Werkervaring opdoen: een bijzondere vorm van hulpverlening Snelprocedure als test voor werkwilligheid Renovatieploeg bestaat uit werkervaringsklanten Solliciteren … iedereen moet het leren Meten is weten Vrijwilligers werken en helpen
20 20 21 22 22 24 24 25
We willen een menswaardige woning voor iedereen: een plek om ‘thuis’ te noemen
27
Thuis in de wijk Europark zorgt voor een geïntegreerde sociale infrastructuur Een integraal beleid voor thuislozen Begeleid samenwonen in Pension Van Schoonhoven Woonbegeleiding en woonbemiddeling Het beheer van crisiswoningen Het beheer van gemeubelde kamers Een aanbod aan sociale huisvesting Woningen voor senioren Een woonzorgteam geeft advies over woningaanpassingen Dienstencentra ondersteunen de thuiswonende senioren Onze rust- en verzorgingstehuizen: actieve en open leefgemeenschappen Ook de allerkleinsten krijgen onderdak Home Boeckenberg biedt een opvoedkundig pakket voor kinderen en jongeren
28 29 30 31 31 31 31 32 32 33 34 38 43 44
3 OCMW-jaarverslag 2004
Woord vooraf 7
45
OCMW-jaarverslag 2004
4
Iedereen kan gebruik maken van kwaliteitsvolle gezondheidszorg op maat
46 46 46 47 48 48 49 50 50 52 52
Een structurele aanpak van gezondheidsproblemen door het opmaken van beleidsplannen Levensloopbestendig wonen Zorgloket Thuiszorg draagt bij tot langer zelfstandig wonen Samenwerkingsinitiatief Thuiszorg in vereffening Nachtzorg is nodig Thuisverpleging voorkomt of verkort opname Dieetconsultatie Sociaal Steunpunt Gezondheid verlaagt de drempel naar gezondheidszorg We helpen senioren om er te geraken Samenwerking tussen ZNA en OCMW vastgelegd in overeenkomsten
53
Elke klant heeft alle middelen die nodig zijn om menswaardig te leven
54 54 55 58 61 61 61 62 63
Waar hebben onze klanten recht op? Sociale centra spelen een sleutelrol in de hulpverlening Geld maakt niet gelukkig, maar niemand kan zonder Budgetbeheer: een kijkje in de portemonnee van de klant Een samenwerking met allerlei partners leidt tot de Budgetplanner Budgetbegeleiding in de sociale centra Klanten kopen levensmiddelen en meubelen tegen sterk verlaagde prijzen Achterafbetalingen Eersteleeftijdsmelk
65
Onze klanten blijven lichamelijk en geestelijk actief door middel van cultuur en sport
66 66 66 69 69 70
Cultuur is voedsel voor lichaam en geest! Financiële tussenkomsten voor cultuur- en sportbeleving Culturele activiteiten Informatie over het aanbod Het Maagdenhuis: een museum toegankelijk voor bezoekers Sociocultureel centrum Elzenveld
71
Juridisch advies voor iedereen, ook voor de meest kwetsbaren
72 Sociale Rechtshulp 72 Schuldbemiddeling 74 Beroepen tegen een OCMW-beslissing 75
Goed geïnformeerde medewerkers kunnen onze klanten optimaal helpen Goed ingelichte (potentiële) klanten versnellen en vergemakkelijken het hulpverleningsproces
76 78 79 80 80
Is iedereen op de hoogte van de OCMW-hulpverlening? Elke klant is welkom, maar voelt hij zich ook zo? Eigen medewerkers dragen ons beeld uit Goede communicatie is geen toevalstreffer Bibliotheek is een centrale plaats voor het bewaren en opvragen van informatie
83
De nieuwe afdeling ‘Human Resources’ zag het levenslicht Het personeelsbestand groeide niet Personeelsontwikkeling: kennis en competentie spelen een cruciale rol Sociale dienstverlening voor de medewerkers via de personeelsvereniging Sodico vzw Samen werken aan een gezonde werkplek We bestrijden onrechtmatig ziekteverzuim
84 84 86 86 89 91
We minimaliseren zoveel mogelijk onze kosten en maximaliseren onze opbrengsten
93
De jaarrekening 2004 94 Ons budget voor 2005 95
Een ijzersterk computersysteem ondersteunt een complexe organisatie en vergemakkelijkt de hulpverlening
97
We verbeteren de performantie van het informaticasysteem 98 We geven zoveel mogelijk medewerkers een vlotte toegang tot informatie 99 Ook voor informatica moeten de investeringen renderen 99
Door samen te werken kunnen we alle krachten bundelen en optimaal inzetten ten voordele van onze klanten
100
Samenwerking in beeld gebracht OCMW zendt zijn zonen en dochters uit Lokaal Sociaal Beleid in Antwerpen De kant van de klant
102 102 103 105
Door een efficiënt beheer rendeert ons patrimonium maximaal
107
Rationeel aankopen Beheer van onze gebouwen Kopen en verkopen Bouwen, verbouwen en opfrissen
108 108 109 110
Een goede sturing en coördinatie helpt de realisatie van ons beleidsplan
113
Een brug tussen administratie en politiek bestuur De Raad voor Maatschappelijk Welzijn Onze bijzondere comités zijn hervormd Goed gepland staat netjes Hoe ziet onze structuur er uit?
114 115 116 117 118
Adressen 121
5 OCMW-jaarverslag 2004
Door de juiste persoon op de juiste plek in te zetten versterken we onze hulpverlening
OCMW-jaarverslag 2004 • PROJECTEN
6
Woord vooraf
Het jaarverslag is één van de instrumenten om onze partners en alle geïnteresseerden voor te lichten. Die voorlichting vinden wij van het grootste belang. Meer zelfs, transparantie en openheid zijn kernbegrippen voor de huidige Raad voor Maatschappelijk Welzijn. Zij vormen de rode draad doorheen het beleid. Dat begon al in 2001 met de opmaak van het beleidsplan 2001-2007. Een plan dat tot stand kwam in samenspraak en discussie met vele partners en medewerkers. Nu is dat beleidsplan de leidraad van ons dagelijks beleid. Met dezelfde zin voor openheid en transparantie hebben we het dossier van de OCMW-ziekenhuizen aangepakt. Een evenwichtsoefening tussen het sociaal vereiste en het financieel haalbare, met bijzonder weinig ruimte voor compromissen in welke richting dan ook. In 2003 is gekozen voor een specifiek toekomstpad: de verzelfstandiging van de negen OCMW-ziekenhuizen. In 2004 is gebleken dat die keuze een goede zaak is geweest voor het OCMW, voor de nieuwe ziekenhuisgroep en voor de Antwerpse bevolking. De toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg zijn gegarandeerd en de financiële resultaten verbeteren.
Voor onze klanten en medewerkers hebben we in 2004 het plan Horizon 2010 opgestart. Met Horizon 2010 ontwikkelen we twee netwerken van aanspreekpunten. Een netwerk van sociale centra voor de kansarmoedeproblematiek en een netwerk van dienstencentra voor de coördinatie van de zorg en huisvesting van senioren. Twee netwerken van dienstverlening in alle wijken van Antwerpen. Want onze klanten willen snel, kwalitatief en dicht bij huis geholpen worden. Onze medewerkers hebben natuurlijk ook recht op openheid en transparantie. In de bestaande organisatiestructuur was hiervoor te weinig ruimte. Medewerkers wezen ons op het gebrek aan communicatie tussen de verschillende departementen en tussen top en basis. Daarom is in Horizon 2010 een nieuwe structuur uitgetekend. Een veel vlakkere structuur die de communicatie gemakkelijker maakt en toelaat dat signalen van de basis sneller tot de top doordringen. Ten slotte is in 2004 gebleken dat de financiële situatie van OCMW Antwerpen alles behalve transparant was. Tijdens de boedelscheiding met de ziekenhuizen stelden we een heel aantal verschillen vast tussen de boekhoudingen van de ziekenhuizen en het OCMW. De Raad wilde zo snel mogelijk een klare kijk op de financiële situatie van het OCMW en stelde een externe auditor aan om orde op zaken te stellen. Geen gemakkelijk proces met veel media-aandacht, veel emotie en hier en daar vertwijfeling. Maar onontbeerlijk voor een goed, open en transparant beleid. Wij danken alle Raadsleden, alle medewerkers, alle vrijwilligers en alle partners voor hun grote inzet in 2004. Paul Van Gorp algemeen secretaris
Monica De Coninck voorzitter
7 OCMW-jaarverslag 2004
OCMW Antwerpen biedt u haar jaarverslag 2004 aan. Het jaarverslag geeft in grote lijnen weer wat onze 4.818 medewerkers elke dag doen voor de vele Antwerpenaars die beroep doen op het OCMW. Het beschrijft in woorden en cijfers welke mensen bij ons aankloppen en wat wij hen bieden. Omwille van de leesbaarheid van het verslag geven we in de gedrukte versie enkel kerncijfers weer. De gedetailleerde cijfers zijn samengebracht op onze website en op een afzonderlijke cd-rom (verkrijgbaar op eenvoudig verzoek).
OCMW-jaarverslag 2004 • PROJECTEN
8
2004 Uit de startblokken
OCMW-jaarverslag OCMW-jaarverslag 2004 2004 •• PROJECTEN PROJECTEN
Projecten
OCMW-innovaties 9
Horizon 2010: twee netwerken van aanspreekpunten
OCMW-jaarverslag 2004 • PROJECTEN
10
De grondrechten garanderen van alle mensen die gewoonlijk in Antwerpen wonen. Dat is de missie van OCMW Antwerpen. Wat die grondrechten precies inhouden, dat staat beschreven in ‘Het OCMW herontdekt’, ons beleidsplan voor 2001-2007. Maar hoe moeten wij ons organiseren om deze ambities waar te kunnen maken? Die vraag stelde zich in de zomer van 2004. De antwoorden hierop vormen de kern van Horizon 2010, het veranderingsproject van OCMW Antwerpen. Een eerste krachtlijn is dat we onze dienstverlening dichter bij de klanten zullen brengen. Klanten willen namelijk snel, kwalitatief en dicht bij huis geholpen worden. OCMW Antwerpen beschikt al over een uitgebreid netwerk van vestigingen in de verschillende wijken. Niettemin zijn een aantal diensten nog steeds centraal in de Lange Gasthuisstraat gevestigd. We willen ook deze diensten onderbrengen in de Antwerpse wijken. Onze aanspreekpunten zijn opgesplitst in twee netwerken. Enerzijds is er het netwerk van sociale centra. Deze centra richten zich tot mensen met een kansarmoedeproblematiek. Anderzijds is er het netwerk van dienstencentra. Dat is meer gericht op senioren. Ze staan in voor de coördinatie van het OCMW-aanbod op het vlak van zorg en huisvesting. Hierbij zullen ze samenwerken met externe partners. Daarnaast zijn de dienstencentra ook een plek waar mensen elkaar kunnen ontmoeten, bijvoorbeeld voor een warme maaltijd en een informatieve of animatieve activiteit. Deze doorgedreven wijkgerichte dienstverlening moet zich ook weerspiegelen in ons bestuur. Dat is de tweede krachtlijn van de reorganisatie. Alle dienstencentra en sociale centra delen we op in drie regio’s, met aan het hoofd telkens een coördinator. Zo verkleint de afstand tussen het centraal bestuur en de instellingen in de wijken. Voor senioren willen we op termijn in iedere wijk een coherent dienstenaanbod bestaand uit een dienstencentrum, serviceflats, thuiszorg en een rust- en verzorgingsinstelling (RVT), aangestuurd door één verantwoordelijke. Uit een evaluatie van de bestaande organisatiestructuur bleek dat we een aantal dingen moesten bijsturen.
Er was te weinig interne communicatie tussen en binnen de verschillende departementen. Daarom richtten we in ieder departement een directiecomité in. Medewerkers van de verschillende departementen kunnen ook aanwezig zijn op elkaars vergaderingen. Dit versterkt de communicatie tussen de departementen. Verder bleek dat de afstand tussen de departementen Financiën en Personeelsmanagement en de andere departementen vaak groot is. Daarom stelden we voor ieder departement aanspreekpersonen aan die de belangrijkste dossiers in verband met financiën en personeelsmanagement opvolgen. Deze zogenaamde gedeconcentreerde medewerkers behoren wel tot de departementen Financiën en Personeelsmanagement, maar ze werken in het departement waar ze verantwoordelijk voor zijn. Ook verkleinden we de afstand tussen de top en de basis van de organisatie. Een vervlakking verbetert de communicatie tussen de verschillende niveau’s binnen het OCMW. We kenden een probleem op het vlak van beheersbaarheid. Eén persoon stuurde een heel netwerk van aanspreekpunten aan. In de praktijk bleek dit niet werkbaar te zijn. Ook daarom verdeelden we de sociale centra en dienstencentra in regio’s, met telkens een aparte verantwoordelijke. Het departement Wonen en Zorg splitsten we om dezelfde reden op in twee nieuwe departementen. Het departement Residentieel Wonen is verantwoordelijk voor de rust- en verzorgingsinstellingen en de jeugdinstellingen. Het departement Thuis Wonen is voortaan verantwoordelijk voor de dienstencentra, serviceflats, de thuis- en gezinszorg. Er was geen duidelijke verantwoordelijkheid rond studie en onderzoek. Een deel van het studiewerk gebeurde in het departement Klantrelatiemanagement. Daarnaast hadden verschillende departementen stafmedewerkers die ook studiewerk verrichtten. Om op dit punt duidelijkheid te brengen brachten we alle studieopdrachten samen in het nieuwe departement Organisatie en Ontwikkeling.
Een stappenplan We kunnen deze verandering niet snel in één klap realiseren. We geven onszelf de tijd tot 2010. Welke stappen zetten we? Tussen 2004 en 2007: • Elk jaar integreren we de thuiszorgwerking in een tiental dienstencentra. • In deze centra stemmen we het aanbod goed af met onze partners. • In de rust- en verzorgingsinstellingen realiseren we een kwaliteitsvolle exploitatie tegen een dagkost van
Tussen 2007 en 2010: • Jaarlijks integreren we in acht Antwerpse wijken een rusthuis met maximaal 150 woongelegenheden in het wijkaanbod voor senioren. In 2010 kunnen we dan spreken van: • Een echt netwerk van aanspreekpunten voor kansarmen waar we een volledig aanbod aan diensten hebben in de wijken. • Een coherent aanbod voor senioren. In alle wijken zal een dienstencentrum, serviceflats en een RVT aanwezig zijn, telkens op maat van die wijk. Eén leidinggevende per wijk zal dit aanbod beheren. • Een OCMW-aanbod dat is afgestemd op dat van onze partners.
We bieden jonge vrouwen mee(r) kansen op een betere toekomst In september openden we een studentenhuis voor jonge vrouwen, Huis Sofía. Het is genoemd naar de Griekse godin van de wijsheid. Tien jonge vrouwen tussen 18 en 25 jaar kunnen er terecht. Het gaat om meisjes met relatieproblemen thuis, meisjes die niet voldoende geld hebben of zonder eigen kamer ... Ze hebben één gemeenschappelijk doel: een diploma halen. Door verder te studeren proberen zij hun toekomst veilig te stellen. Wanneer dit thuis niet mogelijk is, kunnen ze onder bepaalde voorwaarden terecht in het studentenhuis. Daar hebben ze niet alleen de ruimte, maar ze krijgen er ook begeleiding, zowel binnenshuis als via het sociaal centrum. De meisjes hebben in Huis Sofía een eigen slaapkamer én een bureau met PC en internet. Ze eten samen, kijken TV in het salon en ontvangen hun bezoek in de gemeenschappelijke ontvangstkamer. Ze krijgen een relatief grote vrijheid maar hebben natuurlijk ook verantwoordelijkheden. We stellen met de inwonende studentes een duidelijke resultaatsverbintenis op aan de hand van het Geïndividualiseerd Project voor Maatschappelijke Integratie. De studentes betalen 200 euro per maand voor de huur, vaste kosten en hun bijdrage voor de internetaansluiting.
Wie geven we onderdak? Huis Sofía richt zich in principe tot alle jonge vrouwen die willen verder studeren maar dat omwille van een aantal factoren niet kunnen. Het is dus zeker niet alleen bedoeld voor OCMW-klanten. Toch zochten we in de opstartfase slechts kandidaten die al een hulpverleningsdossier hadden bij onze diensten. In een latere fase zullen we andere diensten inschakelen om potentiële kandidaten aan te trekken. We denken hierbij onder andere aan scholen, universiteiten (sociale diensten, studiebegeleidingen, CLB ...), het Antwerps platform generatiearmen, de dienst Integratie Antwerpen, het Steunpunt allochtone meisjes en vrouwen ... Huis Sofía gaf einde december 2004 onderdak aan zeven meisjes.
Huis Sofía vergroot de toegang tot het onderwijs voor kansarme meisjes en verhoogt de kans op slagen.
11 OCMW-jaarverslag 2004 • PROJECTEN
100 euro. De kostenefficiëntie is hierdoor vergelijkbaar met de privé-sector. De capaciteit van de instellingen brengen we gefaseerd naar 150 woongelegenheden. • Ons hulpverleningsaanbod voor kansarmen bieden we volledig gedeconcentreerd aan in de sociale centra.
We controleren onze efficiëntie en effectiviteit
OCMW-jaarverslag 2004 • PROJECTEN
12
Het opgaan van de OCMW-ziekenhuizen in het Ziekenhuis Netwerk Antwerpen bracht voor zeer vele medewerkers heel wat extra werk met zich mee. Heel wat organisatiestructuren, waaronder ook de boekhouding, moesten we aanpassen. Tijdens dit proces stelden we een aantal onregelmatigheden vast tussen de boekhoudingen van het OCMW en de ziekenhuizen. Om een beter zicht te krijgen op de verschillen en om de nodige correcties te kunnen uitvoeren, stelden we een externe auditor aan (Unisys) om een gedetailleerd en forensisch onderzoek uit te voeren. We gingen ook van start met het uitbouwen van een interne audit afdeling zodat we de efficiëntie en de effectiviteit van alle interne controlesystemen kunnen waarborgen.
Klantrelatiemanagement
We zorgen dat iedereen kan rekenen op de kwalitatieve dienstverlening waar hij of zij recht op heeft De term ‘klantrelatiemanagement’ doet bij velen de wenkbrauwen fronsen. Klantrelatiemanagement, wat is dat? Zoals wel vaker bij dure woorden zijn ze ingewikkelder dan nodig. Eigenlijk willen we gewoon dat onze klanten zich welkom voelen en goed geholpen worden, op maat van hun noden.
13 OCMW-jaarverslag OCMW-jaarverslag 2004 2004 •• KLANTRELATIEMANAGEMENT KLANTRELATIEMANAGEMENT
2004
Onze doelstelling
We garanderen onze klanten dat zij binnen een wandelafstand van twintig minuten een OCMW-aanspreekpunt vinden, waar in Antwerpen zij ook wonen. Maximaal twintig minuten later starten medewerkers met de behandeling van de vraag van de klant. Dit noemen we de 20/40 minuten regel.
OCMW-jaarverslag 2004 • KLANTRELATIEMANAGEMENT
14
Wanneer een klant bij het OCMW binnenstapt moeten we snel uitklaren wat de vraag juist is en hoe wij de klant bij die vraag kunnen helpen. Een goede hulpverlening is pas mogelijk wanneer we de noden juist inschatten. Bovendien moet onze dienstverlening in heel de stad op dezelfde manier gebeuren. Iedereen heeft tenslotte recht op dezelfde hulp. Als we weten wat de vraag of het probleem inhoudt, kunnen we nagaan hoe we daar best een antwoord op bieden. Alle OCMW-medewerkers moeten goed weten welke diensten onze organisatie aanbiedt. Alleen hierdoor zullen de juiste mensen onze klant kunnen verder helpen en is het voor hem of haar ook duidelijk wat wij te bieden hebben. Maar onze klant moet ook weten dat we zelf niet alle problemen kunnen aanpakken en dat hij naast rechten ook plichten heeft. Iedereen heeft recht op hulpverlening op maat. Dit betekent bijvoorbeeld dat klanten met een eenvoudig probleem snel geholpen moeten worden en dat klanten met verschillende moeilijke problemen gedurende langere periode en door verschillende diensten geholpen moeten worden. Hierbij wordt het dossier doorgestuurd, niet de klant. We willen de klanten gidsen die door het bos de bomen niet meer zien. Vaak worden klanten bedolven onder de informatie en zijn ze de weg kwijt in ingewikkelde administratieve procedures. Klanten hebben recht op goede informatie en inspraak over de werking van het OCMW en over het eigen dossier.
Uit detijk prak
Karlien Merckx, klachtverantwoordelijke Karlien: ‘Van mij mogen ze klagen zoveel ze willen! In mijn vorige job zag of hoorde ik dagelijks klanten, poetsvrouwen, verzorgenden. In mijn huidige administratieve functie mis ik dat wel. Maar als klachtverantwoordelijke voor de thuiszorg heb ik terug contact met ‘het leven zoals het is’. Mensen die klagen zijn betrokken bij je dienst; ze vragen onze hulp maar willen tegelijk iets veranderen, verbeteren.’
De klant is koning, wordt gezegd. Bij de kruidenier gaat dit principe misschien op, maar bij het OCMW niet. Hier noemen we onze klant prins. Onze dienstverlening is wel gericht op de klanten, maar, in tegenstelling tot een koning, hebben zij naast rechten ook plichten. Ze zijn dus meer partners die samen met de hulpverleners op zoek gaan naar een duurzame oplossing voor hun problemen.
De hulpverlening van een OCMW staat open voor iedereen, maar in Antwerpen hebben we toch speciale aandacht voor prioritaire doelgroepen en wijken. We willen vooral de mensen helpen die de grootste behoefte hebben aan hulp. Het blijkt dat deze behoeftes dikwijls geconcentreerd zijn in een aantal specifieke wijken en binnen duidelijk afgelijnde bevolkingsgroepen. Volgende doelgroepen zijn voor ons prioritair: • senioren • nieuwe armen • generatiearmen • thuislozen • kinderen en volwassenen in noodsituaties • kansarme jongvolwassenen • kansarme migranten • vluchtelingen • illegalen • geregulariseerden • alleenstaande vrouwen met kinderen • eenoudergezinnen • acute en chronische zieken • verslaafden • personen met een handicap Deze groepen dreigen vaak als eerste voeling te verliezen met de rest van de maatschappij. Vaak lopen zij het grootste risico en verdienen daarom extra aandacht. Als we een klantgerichte organisatie willen zijn, dan moeten we onze werking permanent afstemmen op de evoluties binnen deze doelgroepen en wijken.
Zorgplannen moeten de hulpverlening op elkaar afstemmen
Wanneer verschillende diensten één klant helpen, soms vaak op verschillende plaatsen (thuis, in het ziekenhuis ...), is het belangrijk om die ‘verkeersstroom’ van hulpverleners te regelen. Alleen zo kan de klant optimaal genieten van onze geboden service. We moeten de verschillende thuiszorgdiensten goed op elkaar afstemmen en de hulp zo goed mogelijk in elkaar laten overgaan. Onze belangrijkste stelregel is dat wij enkel het dossier doorverwijzen en niet de klant. Een inspectie van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap wees uit dat we het zorgplan in Antwerpen niet efficiënt en effectief gebruiken. Het ministerie keurde slechts 40 dergelijke plannen goed. We moesten het concept en het gebruik van het zorgplan herbekijken. We willen: • het ganse traject rond de zorgplannen screenen; • hiaten en bottlenecks in kaart brengen; • een analyse doen van de huidige informaticasystemen; • de meerwaarde van een zorgplan bekend maken; • het gebruik van een zorgplan stimuleren, zowel intern als met de externe partners. Hiermee startten we in september 2004. We gingen de interne processen na rond de opmaak van dergelijke plannen, zowel vanuit de dienstencentra, de thuiszorgcentra als de sociale diensten van de ziekenhuizen. We hebben nu een beknopte inventaris van knelpunten. Met de bevoegde inspectiedienst stemden we af rond de verwachtingen, modaliteiten en mogelijkheden. Om expertise op te doen brachten we een bedrijfsbezoek aan de vzw OVO Gent, het Oost-Vlaams Overleg inzake thuiszorg dat als samenwerkingsinitiatief zeer goed georganiseerd is. Zorgplannen worden daar goed gehanteerd. Medio 2005 willen we voor Antwerpen een verbeterplan voorleggen.
15 OCMW-jaarverslag 2004 • KLANTRELATIEMANAGEMENT
Ook bij het verlenen van zorg is het essentieel dat we de klant centraal plaatsen. We bouwen onze hulpen dienstverlening uit op maat van die klant en we houden rekening met zijn of haar specifieke behoeften en zorgen. Binnen de thuiszorg coördineren we zo goed mogelijk de hulpverlening rond zwaar hulpbehoevende patiënten. We doen dit door regelmatig te overleggen met alle zorgverstrekkers en door een zorgplan te gebruiken.
Kwaliteitshandboeken zijn in alle voorzieningen beschikbaar
In 2004 legden we de laatste hand aan deze boeken voor alle voorzieningen die aan deze wetgeving gebonden zijn. Nu kunnen we volop aan verschillende initiatieven rond verbetering van de kwaliteitszorg werken. Eén medewerker coördineert voortaan de kwaliteitswerking. Hij ondersteunt de mensen in het werkveld in hun dagelijks streven naar een betere hulp- en dienstverlening. De kwaliteitshandboeken zijn beschikbaar voor zowel hulpverleners als klanten.
Klagen staat vrij Van klachten kan je veel leren. Sommige zijn onterecht maar vele geven toch een kijk op hoe klanten onze hulp- en dienstverlening ervaren. Dikwijls voelen we een klacht direct als negatief aan. Als klanten klagen, denken we dat het niet goed loopt. Maar het feit dat ze zich vragen stellen zegt wel dat ze begaan zijn
Uit detijk prak
Karlien: ‘Alles begint bij goed luisteren of lezen. Ik koppel altijd even terug: heb ik het goed begrepen dat ...? Klopt het wat ik hier schrijf? En dan zoek ik de puzzelstukjes bij elkaar en bewaak de spelregels. Binnen de veertien werkdagen beloven we een antwoord aan de klager. Aan de bevoegde verantwoordelijke vraag ik om een onderzoek naar de klacht in te stellen en een gepaste oplossing te zoeken. Als die niet op tijd antwoordt, trek ik aan zijn mouw. Ik schrijf de klant dat we nog bezig zijn met het onderzoek en vraag nog twee weken geduld.’
Vroeger gebeurde de behandeling van klachten door verschillende mensen en diensten. Het ontbrak aan uniformiteit inzake registratie, behandeling en opvolging. Daarom richtten we in 2003 al een centrale Klachtendienst in. Een projectgroep boog zich over een gemeenschappelijke visie rond klachtenmanagement en werkte een procedure uit. Welke weg legt een klacht af, wie is verantwoordelijk, wanneer en waarvoor? De groep ontwikkelde een registratiesysteem en stelde een aantal standaardbrieven op. Het OCMW-klachtenmanagement steunt op twee pijlers: enerzijds op decentrale klachtverantwoordelijken en anderzijds op de centrale Klachtendienst.
Karlien: ‘Je moet het probleem kunnen verwoorden en dat liefst zo correct en beknopt mogelijk. Een beetje afstand houden ook: mijn persoonlijke mening moet er niet in, ik leg wel de verantwoordelijkheid waar en bij wie ze moet liggen.’
Uit detijk prak
OCMW-jaarverslag 2004 • KLANTRELATIEMANAGEMENT
16
Het kwaliteitsdecreet van april 1997 verplichtte alle Vlaamse welzijnsvoorzieningen ten laatste op 1 januari 2005 een kwaliteitshandboek voor alle gebruikers te hebben. Dit handboek beschrijft de manier waarop we tot een kwalitatieve dienstverlening komen. Maar wat is kwaliteit? We aanzien het als de eigenschappen van en de eigen kennis over onze hulp- en dienstverlening. Deze kennis en de manier waarop we ze toepassen is zeer belangrijk om te voldoen aan de behoeften van onze klanten.
met onze hulpverlening en de manier van werken. Ze verwachten terecht dat er aan hun opmerking gevolg wordt gegeven. Cruciaal is dat ze overal voldoende inspraak hebben.
Een klachtverantwoordelijke adviseert, sensibiliseert en registreert Klachtverantwoordelijken zijn medewerkers binnen onze sociale centra, RVT’s, dienstencentra en andere diensten. Zij staan in voor de opvolging van alle klachten die mensen indienen op hun werkplek. Onze klachtverantwoordelijken onderzoeken zelf de klachten niet, dat is de taak van de verantwoordelijke. Ze geven hem of haar advies hoe zij met deze klachten moeten omgaan. Het is ook hun taak om de collega’s te sensibiliseren. Het zijn vooral de klachtverantwoordelijken die het positieve van klachten zichtbaar moeten maken. Dezelfde mensen spelen een belangrijke rol inzake preventie. Op welke manier kunnen klachten vermeden worden? Vaak gaat het over kleine zaken. Soms zijn minimale aanpassingen binnen de instelling al voldoende om heel wat klachten te voorkomen. Een eerste groep klachtverantwoordelijken startte op 1 oktober 2004 na de nodige vorming.
De klachtendienst signaleert De centrale Klachtendienst is verantwoordelijk voor alle klachten die via de stedelijke Ombudsman of andere tweedelijnsdiensten toekomen. Hiervoor hebben zij dezelfde taken als de plaatselijke verantwoordelijken. Maar daarnaast heeft de dienst ook een aantal specifieke taken: zijn medewerkers staan in voor de basisopleiding van nieuwe klachtverantwoordelijken, voor de dagelijkse ondersteuning en voor de opvolging van het registratiesysteem.
Medewerkers van de Klachtendienst werkten de vorming voor de verantwoordelijken uit en leidden ze op. In samenwerking met de Communicatiedienst werkten zij aan de sensibilisering van de OCMW-personeelsleden. Jeanine Torfs, plaatselijk klachtverantwoordelijke in dienstencentrum Huize Berchem.
2004
Sprekende cijfers
• In 2004 registreerden we 334 klachten. • Alle klagers kregen een schriftelijk antwoord. @ Meer cijfermateriaal vindt u op onze website.
17 OCMW-jaarverslag 2004 • KLANTRELATIEMANAGEMENT
De Klachtendienst rapporteert en signaleert structurele problemen en mogelijke preventiemaatregelen aan het beleid. De dienst kan ingeschakeld worden voor een objectief onderzoek van een klacht wanneer dit niet mogelijk is door de plaatselijk verantwoordelijke, bijvoorbeeld omwille van directe betrokkenheid.
OCMW-jaarverslag 2004 • KLANTRELATIEMANAGEMENT
18
2
OCMW-cijferboek 2004 • Klantrelatiemanagement
3
OCMW-cijferboek 2004 • Klantrelatiemanagement
Klachtenmanagement – aantal klachten in 2004 per maand klachten per categorie
01
02
03
04
05
06
07
08
09
10
11
12
totaal
actieve hulp- en dienstverlening
4
7
8
8
11
12
13
7
4
4
13
7
98
facturatie
7
5
10
4
4
3
5
5
5
5
12
11
76
financiële maatschappelijke dienstverlening
4
4
11
7
6
2
5
5
10
12
3
6
75
HRM
2
2
2
1
2
2
1
0
0
0
0
0
12
informatie en communicatie
0
1
3
1
2
1
0
1
1
0
0
2
12
logistiek
2
3
2
2
3
1
2
2
2
1
0
3
23
over personeel
3
0
2
1
0
1
5
3
2
4
2
2
25
Ziekenhuis Netwerk Antwerpen
6
0
1
2
1
0
0
0
2
1
0
0
13
28
22
39
26
29
22
31
23
26
27
30
31
334
totaal
Activering
Iedereen heeft een zinvolle bezigheid en kan zijn leven in eigen handen nemen Iedereen heeft het recht om zinvol bezig te zijn in functie van zijn of haar specifieke behoeften en de eigen mogelijkheden. Als OCMW begeleiden we onze klanten naar een zinvolle bezigheid en natuurlijk liefst naar een betaalde job. Wie werkt, heeft immers een inkomen en kan zijn leven in eigen handen nemen. Zo groeien onze klanten naar autonomie en worden ze voor een belangrijk stuk onafhankelijk.
19 OCMW-jaarverslag OCMW-jaarverslag 2004 2004 •• ACTIVERING ACTIVERING
2004
Onze doelstelling
Activering is dikwijls een weg die moet afgelegd worden De weg naar onafhankelijkheid is voor onze klanten heel verschillend. Soms is arbeid nog niet mogelijk en moeten zij eerst een opleiding volgen. Voor sommigen is dit in de beginfase ook nog te hoog gegrepen. Zij kunnen dan terecht in de beschermde omgeving van een werkervaringsplaats.
OCMW-jaarverslag 2004 • ACTIVERING
20
Actief bezig zijn kan door werk of een opleiding, maar het kan ook op andere manieren. Wie studeert, geneest van een ziekte, een familielid verpleegt of verzorgt is zeker en vast ook heel zinvol bezig. Anderen kunnen zich misschien nuttig maken als vrijwilligers of kunnen in een dienstencentrum deelnemen aan culturele, vormende of andere activiteiten. Voor velen is een tewerkstelling - met verloning natuurlijk de hoogste betrachting. Vele van onze klanten zijn echter ‘moeilijk bemiddelbaar’: zij vinden heel moeilijk werk op de gewone arbeidsmarkt. Redenen hiervoor kunnen zijn: een gebrek aan opleiding, geen kennis van de Nederlandse taal, kinderlast maar geen kinderopvang, onvoldoende arbeidsethiek, enz. Onze dienst Werkgelegenheid zal samen met deze mensen een traject uitstippelen dat hen uiteindelijk naar een tewerkstelling zal (kunnen) leiden. De activering van OCMW-klanten start vanuit de sociale centra. Het is een belangrijke taak van de wijkmaatschappelijk werkers. Arbeidsbegeleiders staan hen hierin bij.
Uit detijk prak
Nancy Thues, al zeven jaar arbeidsbegeleidster in sociaal centrum De Balans Nancy: ‘Ook als wijkwerker was ik al bezig met arbeid en tewerkstelling. Ik raakte zelfs flink gefrustreerd omdat ik er zo weinig tijd aan kon geven: de dossierlast was gewoon te hoog. Gelukkig kwamen de initiatieven voor arbeidsbegeleiding toen op gang.’
Opleidingen stomen onze klanten klaar Er bestaan heel wat opleidingsmogelijkheden voor werkzoekenden in de Antwerpse regio. Als OCMW organiseren we zelf ook enkele vooropleidingen en orienterende opleidingen die complementair zijn aan dit aanbod. Klanten die ervaring op de werkvloer willen opdoen als voorbereiding op een duurzame tewerkstelling, bieden we een Korte Opleiding Sociale Tewerkstelling aan. Dankzij deze opleiding kunnen ze dikwijls een volgende stap in een activeringstraject zetten: het opdoen van werkervaring. Via een gevarieerd vormingsaanbod proberen we onze klanten klaar te stomen voor een voortgezette beroepsopleiding en/of een tewerkstelling. Het aanbod aan opleidingen omvat: • twee oriënterende vooropleidingen: • Mijn Gedacht • 30+ • een vooropleidingen met betrekking tot een basiskennis Nederlands • twee technische opleidingen: • Elektriciteit, schilderwerken, sanitair • Horeca • een korte opleiding sociale tewerkstelling (KOST-opleiding) In 2003 verhoogden we de capaciteit van de bestaande oriënterende vooropleidingen. Ondanks het aanwerven van een extra medewerker is het aantal opleidingen in 2004 constant gebleven. Mijn Gedacht richt zich tot jonge volwassenen (van 18 tot 30 jaar) die leven van een vervangingsinkomen en die iets aan hun situatie willen doen. Deze vooropleiding wil de cursisten helpen bij het ontwikkelen van een zelfstandige manier van leven binnen de samenleving. Ze leren de mogelijkheden van de maatschappij (én van zichzelf) beter kennen en gebruiken. Hierdoor worden hun slaagkansen bij een beroepsopleiding of effectieve tewerkstelling groter. In vergelijking met de jongere doelgroep van Mijn Gedacht merken we dat de toekomstverwachtingen van de cursisten in de opleiding 30+ toch zwaarder gehypothekeerd zijn en hun persoonlijke levensgeschiedenis vaak negatiever gekleurd is. We bieden de lessen Nederlands aan werkzoekenden aan die deze taal zo goed als onmachtig zijn. Zij bevinden zich meestal in de beginfase van een te-
De Korte Opleiding Sociale Tewerkstelling (KOST) wil kandidaten voor werkervaringscontracten (art. 60§7) voorbereiden op hun tewerkstelling zodat hun slaagkans maximaal zou zijn. In 2004 begonnen we de KOST-opleidingen om te vormen naar een meer modulair systeem dat we Jobintro noemden. Voor het ontwikkelen van een Jobintro voor bedienden moeten we nog een computerklas inrichten. Wegens plaatsgebrek zijn we hier nog niet in geslaagd.
2004
Sprekende cijfers
• 68 cursisten volgden een vooropleiding bij Mijn Gedacht. • 15 cursisten volgden een vooropleiding 30+. • 104 cursisten volgden een vooropleiding Nederlands. • We organiseerden 11 technische opleidingen: 3 schilderen/behangen, 4 elektriciteit en 4 sanitair. 45 cursisten volgden deze opleidingen. • Met de KOST-opleiding bereikten we 450 cursisten.
Werkervaring opdoen: een bijzondere vorm van hulpverlening Meestal komt de klant met een hulpvraag terecht in een sociaal centrum waar de wijkmaatschappelijk werkers en de arbeidsbegeleiders werken aan de primaire problemen zoals huisvesting, financiën, juridische problemen ... Wanneer deze zaken in voldoende mate geregeld zijn en de klant is arbeidsgeschikt, dan is een werkervaringstraject één van de mogelijkheden om hem of haar verder te reïntegreren. Het aanbieden van werkervaring als een vorm van hulp vindt zijn oorsprong in de organieke wet op de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (art.60§7). Naast het regelen van de sociale zekerheidsrechten biedt deze hulp de klanten ook de mogelijkheid om ervaring op te doen op een reële werkvloer, technische en sociale vaardigheden aan te leren of bij te schaven en arbeidsattitudes verder te ontwikkelen. De klanten die een werkervaringstraject volgen hebben veelal te kampen met een veelheid aan problemen (een strafblad, een minder stabiele woonsituatie, weinig kennis van de Nederlandse taal, het ontbreken van voldoende sociale en/of technische vaardigheden ...). De duur van de werkervaringsperiode is afhankelijk van het individuele traject en loopt over een periode van één tot maximum twee jaar.
@ Meer informatie vindt u op onze website.
Als we onze klanten een nuttige werkervaring willen aanbieden, hebben we uiteraard veel werkplaatsen nodig waar zij onder begeleiding de nodige kennis en vaardigheden kunnen opdoen. Zulke arbeidsplaatsen vinden we niet alleen binnen onze eigen instellingen, maar ook bij externe werkgevers. We proberen steeds een werkervaringsplaats te vinden die het beste aansluit bij de mogelijkheden en interesses van de klant. Anderzijds proberen we ook de beste man
21 OCMW-jaarverslag 2004 • ACTIVERING
De technische opleidingen bieden een gedegen technische vorming waardoor de cursisten de kans krijgen om een vervolgopleiding of een tewerkstelling in één van de technische richtingen te starten. De opleiding Horeca is nieuw. Ze vloeit voort uit de hervorming van de vroegere opleiding Voeding, Verzorging, Onderhoud. In de loop van 2005 zullen we een aparte opleiding ‘onderhoud’ ontwikkelen. De nieuwe vooropleiding Horeca is een succes. De doorstroming van de cursisten is bijzonder goed.
Nancy: ‘Ik doe zo’n 35 actieve begeleidingen. Die komen wekelijks op afspraak en samen stippelen we ‘op maat’ een arbeidstraject uit. Liefst zoeken we werk, maar een opleiding, arbeidszorg of vrijwilligerswerk kan ook. Je moet eerst werken aan de randvoorwaarden.’
Uit detijk prak
werkstellingstraject. Uit de cijfers blijkt dan ook dat de meeste cursisten nog vervolgopleidingen nodig hebben vooraleer ze aan een tewerkstelling kunnen beginnen. Dankzij financiële middelen uit het fonds ‘Landuyt 2’ en het Stedenfonds konden we de lessen Nederlands verder ontwikkelen. We wierven vier extra medewerkers aan en ontwikkelden het concept van de Taalbaden. We bieden uitsluitend Nederlandse lessen aan aan klanten die in een opleidings- en tewerkstellingstraject zitten.
Snelprocedure als test voor werkwilligheid Uit detijk prak
Nancy: ‘Ongeveer 10 klanten stromen per maand uit. Dat wil zeggen dat ze werk hebben of een opleiding volgen. Maar dan is het nog niet gedaan, ik geef ook nazorg en dat loont. Want beginnen werken na jaren van stilte is niet zo simpel.’
OCMW-jaarverslag 2004 • ACTIVERING
22 of vrouw te vinden voor een bepaalde werkplaats. Door het grote aantal plaatsen dat ons ter beschikking staat is er een grote diversiteit aan mogelijkheden. We kunnen verschillende functies invullen, gaande van onderhoud tot administratieve of logistieke medewerkers. Een begeleider ondersteunt de klant op de werkvloer en volgt hem vanaf het ogenblik dat hij stage gaat lopen tijdens de voorbereidende opleiding (Jobintro), gedurende de ganse periode van werkervaring en tijdens de arbeidsbemiddeling op het einde van het traject. De laatste jaren is het aantal klanten in werkervaring zeer sterk toegenomen. Dat leidde vaak tot een zeer grote werkdruk van onze medewerkers, lange wachttijden voor onze klanten en tal van andere ongemakken. In 2004 konden we dit eindelijk aanpakken. We wierven bijkomende medewerkers aan en pasten een nieuwe werkwijze toe om de klanten naar een werkervaringsplaats toe te leiden.
Bij een aantal werkervaringsklanten passen we een snelprocedure toe. Het gaat om mensen bij wie we ernstige en zware vermoedens hebben van werkonwilligheid en misbruik van de hulpverlening. Bij wijze van proef moeten dergelijke klanten onmiddellijk beginnen op een werkervaringsplaats. Doen ze dit niet, dan herbekijken we onze steunverlening. Over het algemeen zijn deze klanten wel gemotiveerd tot werken. Wel stellen we vast dat zij, in tegenstelling tot de andere werkervaringsklanten, onvoorbereid op de werkvloer terechtkomen. Ze hebben een onvoldoende kennis van het arbeidsreglement, hebben nog niet de geschikte arbeidsattitude zoals omgaan met collega’s of oversten of hebben geen productkennis (van bijvoorbeeld onderhoudsproducten).
Renovatieploeg bestaat uit werkervaringsklanten De renovatieploeg vormt een bijzonder voorbeeld van werkervaring. Binnen een beschermende werkomgeving voeren onze werkervaringsklanten in ploegverband algemene renovatiewerken uit. Onder deskundige begeleiding van technisch instructeurs en een maatschappelijk werker krijgen ze zowel technische als sociale vaardigheden aangeleerd. Ze worden ingezet bij herstelwerkzaamheden aan het eigen patrimonium. Op deze manier zijn de activiteiten van de ingezette ploegen ook nog maatschappelijk zinvol.
Het profiel van de werkervaringsklant
Meer dan de helft van de werkervaringsklanten heeft een vreemde nationaliteit. In 2002 was dit nog 36 %. Voldoende kennis van het Nederlands blijkt op de werkvloer nog steeds een drempel te zijn. Hierdoor treden communicatiestoornissen op.
Nancy: ‘Soms moet je echt het vertrouwen winnen en diep graven. Je moet op zoek naar de echte redenen waarom mensen niet kunnen of niet willen werken. Je hebt ook klanten met te hoge verwachtingen of onrealistische dromen.’
Uit detijk prak
Het aantal klanten dat het werkervaringscontract volledig beëindigde in 2004 ligt in totaal op 78 %, een mooi resultaat. 17 % is doorgestroomd naar tewerkstelling. We nemen een lichte stijging met 1 % waar in het aantal vroegtijdig beëindigde contracten. Klanten die vroegtijdig uit hun werkervaringstraject stappen doen dat om diverse redenen zoals medische of sociale problemen, een gebrek aan kinderopvang, hun beperkte mogelijkheden, het feit dat ze er nog niet klaar voor zijn of omwille van een ongunstig advies vanuit de tewerkstellingsplaats voor verlenging van het contract.
2004
Sprekende cijfers
• In 2004 plaatsten we 1 394 mensen in een werkervaringstraject (in 2003: 1 046 klanten). • Op 31.12.2004 waren 845 werkervaringsklanten in dienst. • 624 personen hebben hun werkervaringscontract beëindigd in 2004. • 22 % stopte voortijdig, 78 % deed de werkervaringstermijn volledig uit. 17 % vond werk, 43 % was uitkeringsgerechtigd werkloos. • 51 % van de werkervaringsklanten is van vreemde nationaliteit. • Onze medewerkers registreerden 265 nieuwe vacatures voor werkervaringsklanten. • We namen 77 beslissingen tot een snelprocedure. @ Meer informatie vindt u op onze website.
2004
Uit de startblokken
Er blijft ook steeds één of meerdere vacatures van verhuizer open staan. Een basiskennis Nederlands en een goede fysiek zijn de profielvereisten bij aanwerving. Ook hier een belangrijke hindernis. Meer informatie over de werking van PAX vindt u onder het hoofdstuk Middelen.
Ruitenwassers in snelprocedure werkervaring Ons patrimonium is omvangrijk. Voor de meeste gebouwen huren we gespecialiseerde ruitenwas-firma’s in. Als de ramen zich gelijkvloers of op de eerste verdieping bevinden, kunnen ze evenwel gepoetst worden door ongeschoolde arbeidskrachten. Het poetsen van ramen vraagt geen specifieke vaardigheid. Daarom starten we een project Ruitenwas op. We willen vijf ploegen van telkens twee ruitenwassers inzetten onder begeleiding van twee instructeurs en een begeleider werkervaring. De ruitenwassers krijgen een contract in het kader van art 60§7. De meerderheid van de plaatsen is voor klanten die in een snelprocedure stappen. In september 2004 verklaarden we de plaatsen voor instructeur en coördinator open. Beide plaatsen geraakten niet tijdig ingevuld, waardoor het project niet van start kon gaan in 2004.
Kinderen opvangen en klanten in een taalbad onderdompelen
23 OCMW-jaarverslag 2004 • ACTIVERING
90 % van de uitgevoerde werken in 2004 waren schilderwerken aan appartementen en OCMW-instellingen. De overige tien procent bestaat uit klussen allerhande. Tot en met 2003 stond de renovatieploeg ook in voor meubelbehandeling, verhuizingen van klanten en ontruimingen van woningen. Vanaf 2004 hevelden we deze dienstverlening over naar andere diensten. Twee instructeurs gingen voor zaal PAX werken. Ondanks de personeelsvermindering steeg het aantal werken.
Soms volstaat het niet om werk(ervaring) aan te bieden om mensen op de arbeidsmarkt te kunnen plaatsen en hen te (re)integreren in de maatschappij. Een aantal zeer kwetsbare groepen van mensen ervaren drempels op hun weg naar de arbeidsmarkt. Het gebrek aan degelijke kinderopvang en het gebrek aan kennis van de Nederlandse taal zijn daar voorbeelden van. We willen hierop inspelen en starten daarom met het project kinderopvang en het taalbad.
Bijkomende werkervaringsplaatsen in PAX
We bieden er werkervaring in diverse functies. Een job als kassier of meubelhersteller is nieuw in ons aanbod. De interesse voor deze functies is echter zeer beperkt. De vijf vacante plaatsen in het herstelatelier zijn eind 2004 nog niet opgevuld. De job van kassier(ster) is ook niet erg gewild. Deze mensen moeten ook rekken aanvullen. We vermoeden dat de combinatie van enerzijds administratieve punctualiteit met een vrij zware fysieke opdracht, zeer velen afschrikt.
Nancy: ‘De sociale tewerkstellingen in samenwerking met de privé-werkgevers zijn goed op gang komen. Nu kan ik eens wat anders aanbieden dan jobs in onderhoud. Maar ik ben eigenlijk heel blij dat sociale tewerkstelling bestaat in al zijn vormen. Het geeft onze klanten echt kansen zonder de concurrentie in het normale economische circuit.’
Uit detijk prak
In april 2004 opende het gebouw PAX. Het is een meubelhal annex herstelatelier én een sociale superette voor een aantal OCMW-klanten. Maximaal vijftien werkervaringsklanten verzekeren er de dienstverlening.
Met het aanbieden van kinderopvangplaatsen slaan we twee vliegen in één klap: • We maken kinderopvang bereikbaar voor OCMWklanten die een activeringstraject volgen. Klanten die een opleiding volgen moeten de kans krijgen om hun kinderen occasioneel voor een beperkte periode (de duur van hun opleiding) te laten opvangen. Dit moet binnen een korte termijn kunnen gebeuren. • Tewerkstelling binnen de kinderopvangplaatsen kan gebeuren door werkervaringsklanten. In samenwerking met de Stad Antwerpen (Lerende Stad en Werkgelegenheid & Arbeidsmarkt) en derden tekenden we drie deelprojecten uit die bijkomende opvang mogelijk moeten maken.
OCMW-jaarverslag 2004 • ACTIVERING
24
1. Het project onthaalouders is een samenwerking met de erkende diensten voor opvanggezinnen en creeert twintig extra opvangplaatsen voor kinderen van OCMW-klanten. Dit project kunnen we koppelen aan een activeringstraject: OCMW-klanten die zelf het beroep van onthaalouder willen uitoefenen (deeltijds) kunnen het combineren met een opleiding kinderverzorging. 2. Het project Kinderkribbe Deugniet voorziet in een nieuw kinderdagverblijf in de lokalen palend aan kribbe Deugniet (Wilgenstraat te Antwerpen) met tien plaatsen specifiek voor OCMW-klanten. Wij ‘huren’ deze plaatsen. Het pand is gelegen in de nabijheid van de woonplaats van veel klanten en in de nabijheid van de gebouwen waar onze opleidingen plaats vinden. 3. Samenwerking met de Okido projecten. Deze projecten garanderen een flexibele opvang voor onze doelgroep. Door een betere samenwerking en communicatie kunnen meer OCMW-klanten gebruik maken van deze dienstverlening. In 2004 bereidden we deze projecten voor, in 2005 moeten er extra opvangplaatsen beschikbaar zijn. Gelet op de manifeste schaarste in de Antwerpse regio is ook bij ons de nood aan (intensieve) taallessen zichtbaar. Voor OCMW-klanten waarvoor de taalkennis de laatste drempel is om (professioneel) geactiveerd te worden, gaan we drie types van taalbadklassen inrichten. Zo zouden 200 extra klanten kunnen doorstromen naar werkervaring of een opleiding.
Solliciteren ... iedereen moet het leren Gedurende de laatste drie maanden van de werkervaringsperiode kan zestien uur worden uitgetrokken om de klant voor te bereiden op sollicitaties of hem of haar de mogelijkheid te geven effectief te gaan solliciteren bij werkgevers. Solliciteren is een vaardigheid op zich. De sollicitatiebrief moet kunnen opvallen tussen een massa andere; het curriculum vitae moet verzorgd zijn en moet alle relevante informatie op overzichtelijke wijze bevatten. Als de klant uiteindelijk op sollicitatiegesprek mag komen, moet die tijdens het gesprek de werkgever weten te overtuigen van zijn capaciteiten. De meeste van onze klanten zijn niet of onvoldoende op de hoogte van de geplogenheden inzake solliciteren. Sollicitatietraining is noodzakelijk om hen over de eerste drempel naar een duurzame tewerkstelling te helpen. We hebben in 2004 een éénmalig experiment opgezet. Twee medewerkers van de dienst Werkgelegenheid werkten een sollicitatietraining uit. Dit nam geruime tijd in beslag en vergde meer tijdsinvestering dan we oorspronkelijk hadden voorzien. Ook het geven van de training was zeer tijdsintensief. In dit eerste experiment nam een vijftal klanten deel aan de sollicitatietraining. Daarnaast gaven we nog tweemaal een training aan klanten van de opleiding 30+ en van de technische opleiding.
Meten is weten De software die onze klantdossiers registreert kan onvoldoende informatie leveren over de hulpverlening inzake activering. Daarom ontwikkelden we een apart registratie-instrument voor de arbeidsbegeleiders en de maatschappelijk werkers. Hiermee krijgen we echter nog niet voldoende informatie over het profiel en de noden van de klant en de afstemming van de aangeboden hulpverlening. We hebben dan een hulpverleningsplan en een puntenschaal uitgewerkt om de verschillende doelstellingen op mekaar af te stemmen. Het nieuwe meetinstrument geeft een actueel beeld van het hulpverleningstraject van de klant. Het brengt zowel de sociale als professionele activering in beeld. Op 1 december 2004 zijn de sociale centra gestart met de invoering van het meetinstrument, tegen 31 mei 2005 moeten alle lopende dossiers zijn ingevoerd.
Vrijwilligers werken en helpen Omdat ‘actief zijn’ niet enkel met werken te maken heeft, willen we ook andere mogelijkheden aanbieden om deel te nemen aan het maatschappelijke leven. We moedigen onze klanten aan tot zinvolle vrijetijdsbesteding en vrijwilligerswerk.
Een gestructureerde aanpak en een beleidsvisie rond vrijwilligerswerking ontbrak in het verleden. Vrijwilligers werden ad hoc en plaatselijk ingeschakeld. Daarom startten we een stuurgroep vrijwilligersbeleid op die de coördinatie op zich zal nemen. Een beleidsnota rond vrijwilligerswerking zal begin 2005 worden opgeleverd.
2004
Sprekende cijfers
• 313 personen verrichtten 1 118,50 uur per week vrijwilligerswerk in de RVT-instellingen. • In de dienstencentra waren 555 personen vrijwillig actief gedurende gemiddeld 1 755 uur per week. • We telden in totaal 1 072 vrijwilligers. Ze leverden 3 436,50 uur per week hun bijdrage. Dit komt overeen met 90,43 voltijdse equivalenten.
25 OCMW-jaarverslag 2004 • ACTIVERING
Dag in dag uit hebben OCMW-medewerkers aandacht voor het welzijn en de gezondheid van onze klanten. Gelukkig doen ze dit niet alleen. Heel wat vrijwilligers steken geregeld een handje toe in de dienstencentra en de rust- en verzorgingsinstellingen. De werkzaamheden van de vrijwilligers zijn erg uiteenlopend. Ze geven bijvoorbeeld cursussen bloemschikken, spelen piano, begeleiden residenten, helpen mee in de cafetaria, geven taallessen, leiden het zangkoor of onderhouden het petanqueveld. Niet alleen leveren zij zo een sterk gewaardeerde bijdrage in onze hulpverlening naar de klanten toe, maar op deze manier kunnen velen die niet (meer) professioneel geactiveerd zijn toch nog zinvol bezig zijn.
OCMW-jaarverslag 2004 • ACTIVERING
26
2
OCMW-cijferboek 2004 • ACTIVERING
OCMW-cijferboek 2004 • ACTIVERING
3
Activering: globaal resultaat 2004 activeringsresultaat:
aantal
klant toegeleid naar werk of opleiding
538
klant heeft werkervaringsplaats
945
klant in opleiding
1 262
totaal
2 745
Dagelijks activeerden we 2 745 klanten naar betaald werk. De vooropgestelde norm was 2 500.
Opleidingen: situatie van de cursisten na de vooropleiding Mijn Gedacht (evolutie 2001 – 2004) situatie na cursus
2001
2002
2003
2004
abs.
%
abs.
%
abs.
%
abs.
%
19
32,11
14
21
20
39,20
6
8,82
0
0,00
0
0,00
0
0,00
7
10,29
19
32,11
26
39
18
35,28
21
30,88
uitkeringsgerechtigd werkloos
0
0,00
0
0,00
0
0,00
0
0,00
diagnostiek en behandeling
3
5,07
9
13,50
3
5,88
9
13,24
geen schakelresultaat
8
13,52
8
14
7
13,72
8
11,76
andere (nog in opleiding)
10
16,90
0
0,00
3
5,88
17
25,00
totaal
59
100,00
57
100,00
51
100,00
68
100,00
werk art 60 § 7 vervolgopleiding
Opleidingen: situatie van de cursisten na de vooropleiding 30+ (evolutie 2003 – 2004) situatie na cursus
2003
2004
abs.
%
abs.
%
werk
0
0,00
1
6,67
art 60 § 7
3
37,50
5
33,33
vervolgopleiding
2
25,00
5
33, 33
WEP+
1
12,50
0
0,00
PWA
1
12,50
0
0,00
uitkeringsgerechtigd werkloos
0
0,00
1
6,67
diagnostiek en behandeling
1
12,50
3
20, 00
totaal
8
100,00
15
100,00
Met de vooropleiding 30+ startten we pas in 2003.
4
OCMW-cijferboek 2004 • ACTIVERING
Opleidingen: situatie van de cursisten na de vooropleiding Nederlands (evolutie 2003 – 2004) situatie na cursus
2003
2004
abs.
%
abs.
%
werk
7
9,03
3
2,88
art 60 § 7
6
7,74
0
0,00
52
67,00
92
88,46
uitkeringsgerechtigd werkloos
0
0,00
3
2,88
diagnostiek en behandeling
0
0,00
0
0,00
geen schakelresultaat
12
15,48
6
5,77
totaal
77
100,00
104
100,00
vervolgopleiding
De cursisten van de lessen Nederlands bevinden zich meestal in de beginfase van een tewerkstellingstraject. Uit de cijfers blijkt dan ook dat de meeste cursisten nog vervolgopleidingen nodig hebben vooraleer ze aan een tewerkstelling kunnen beginnen.
Opleidingen: situatie van de cursisten na de opleiding Horeca situatie na cursus:
2004 abs.
%
werk
3
12,48
art 60 § 7
8
33,28
vervolgopleiding
2
8,32
uitkeringsgerechtigd werkloos
0
0,00
diagnostiek en behandeling
0
0,00
11
45,76
andere
0
0,00
totaal
24
100,00
geen schakelresultaat
OCMW-cijferboek 2004 • ACTIVERING
5
Opleidingen: situatie van de cursisten na de technische opleidingen ‘elektriciteit, sanitair en schilderen’ (evolutie 2001-2004) situatie na cursus:
2001
2002
2003
2004
abs.
%
abs.
%
abs.
%
abs.
%
werk
8
36,32
11
28,93
7
12,04
6
13,33
art 60 § 7
2
9,08
0
0,00
14
24,08
9
20,00
vervolgopleiding
2
9,08
5
13,15
5
8,60
10
22,22
uitkeringsgerechtigd werkloos
0
0,00
0
0,00
0
0,00
0
0,00
diagnostiek en behandeling
0
0,00
0
0,00
0
0,00
3
6,67
10
45,40
13
34,19
27
46,44
0
0,00
andere
0
0,00
9
23,67
5
8,6
17
37,78
totaal
22
100,00
38
100,00
58
100,00
45
100,00
geen schakelresultaat
We organiseerden 11 technische vooropleidingen: 3 opleidingen schilderen/behangen, 4 opleidingen elektriciteit en 4 sanitair. Eén opleiding die startte in het najaar 2004 eindigde pas in 2005. De resultaten van deze opleidinge tellen we niet mee. Een vierde opleiding schilderen/behangen annuleerden we wegens gebrek aan geschikte kandidaten. Onder ‘andere’ registreren we klanten die nog in bemiddeling zijn bij de arbeidsbegeleiders of de trajectbegeleiders.
Opleidingen: situatie van de cursisten na de opleiding KOST (evolutie 2001 – 2004) situatie na cursus:
2001
2002
2003
2004
abs.
%
abs.
%
abs.
%
abs.
%
273
85,85
295
88,32
384
85,33
403
89,56
1
0,31
0
0,00
2
0,44
3
0,66
44
13,84
39
11,68
59
13,11
47
10,44
andere
0
0,00
0
0,00
5
1,11
0
0,00
totaal
318
100,00
334
100,00
450
100,00
450
100,00
art 60 § 7 vervolgopleiding geen schakelresultaat
Onder ‘andere’ registreren we klanten die nog bezig waren met een (inhaal-)stage.
OCMW-cijferboek 2004 • ACTIVERING
6
Opleidingen: aantal klanten per dag In 2004 volgden 1 262 klanten op dagbasis een opleiding. leerrecht
275
interne opleiding: vooropleiding
23
technische opleiding
17
opleiding Nederlands
72
externe opleiding
875
totaal
1 262
Het aantal klanten dat we bereikten met de interne opleidingen ging er zoals gepland op voorruit van 636 naar 695 klanten per jaar. De equipe van de oriënterende opleidingen werd uitgebreid met één voltijdse medewerker. Ondanks de personeelswissel en de inwerkperiode van nieuwe medewerkers kon het aantal cursisten toch stijgen. Het nieuwe project opleiding Horeca zorgde voor 24 extra cursisten.
Werkervaring: situatie van klanten na werkervaringstraject (evolutie 2001 – 2004) situatie na werkervaringstraject:
2001
2002
2003
%
%
%
werk
38,00
20,00
opleiding
2 ,00
2004 %
abs.
5,00
17,00
109
4,00
7,00
5,00
33
uitkeringsgerechtigd werkloos
24,00
34,00
51,00
geen schakelresultaat, contract vroegtijdig beëindigd
26,00
31,00
21,00
22,00
138
andere - bemiddeling
10,00
10,00
16,00
13,00
77
100,00
100,00
100,00
624
totaal
100,00
43,00
267
Het aantal klanten dat het werkervaringscontract volledig beëindigde ligt in totaal op 78 %, een mooi resultaat. 17% is doorgestroomd naar tewerkstelling, in tegenstelling tot 2003 waar slechts 5 % doorstroomde naarwerk. In verhouding lag het aantal uitkeringsgerechtigd werklozen in 2003 hoger (51 %) t.o.v. 2004 (43 %). In 2004 beëindigde slechts 22 % het contract vroegtijdig.
OCMW-cijferboek 2004 • ACTIVERING
7
Werkervaring: aantal bedrijfsbezoeken en werving vacatures (evolutie 2003 – 2004) 2003
2004
146
109
vacatures Art. 60 privé
147
78
vacatures Art. 60 extern OCMW
161
174
vacatures Activa
4
0
vacatures SINE
8
0
vacatures Startbaan
1
0
vacatures Invoeg medewerker
1
1
vacatures IBO
2
0
vacatures Interim
12
0
vacature NEC
43
12
379
265
bedrijfsbezoeken Nieuwe vacatures:
totaal nieuwe vacatures
Werkervaring: toeleiding van de klanten (evolutie 2003 – 2004) toeleiding klanten door:
2003
2004
OCMW-arbeidsbegeleiders en maatschappelijk werkers
448
801
OCMW dienst Werkgelegenheid
117
65
5
7
570
873
Externen totale toeleiding
Werkervaring: aantal werkervaringsklanten in dienst op 31.12 (evolutie 2000-2004) 1 000
722
845
800 600 400
325
425
267
200 2000
2001
2002
2003
2004
OCMW-cijferboek 2004 • ACTIVERING
8
Werkervaring: aantal werkervaringsklanten in dienst op jaarbasis (evolutie 20030-2004) 1 394
1 600 1 400
1 046
1 200 1 000 800 600 400 200
2003
2004
Werkervaring: aantal personen met werkervaringscontract (art. 60§7)
1 394 2 000
1 062
1 500 1 000
850 425
722
op 31.12 jaarvolume
500 2002
op 31.12 op jaarbasis
2003
2004
2002
2003
2004
425
722
850
1 062
1 394
OCMW-cijferboek 2004 • ACTIVERING
9
Werkervaring: gemiddeld aantal personen met andere werkervaringsvorm
type
2003
2004
ACTIVA
47
40
invoeginterim
18
5
PWA/Dienstencheques
15
15
SINE
6
7
WEP +
0
0
Arbeidszorg
0
28
Huisvesting
We willen een menswaardige woning voor iedereen: een plek om ‘thuis’ te noemen Iedereen heeft recht op een dak boven het hoofd, ook gehandicapten, mensen in financiële moeilijkheden, mensen die verzorging nodig hebben. Wie kwetsbaar is heeft net als iedereen recht op een eigen plek die hij ‘thuis’ kan noemen.
27 OCMW-jaarverslag OCMW-jaarverslag 2004 2004 •• HUISVESTING HUISVESTING
2004
Onze doelstelling
Ook personen met verminderde zelfredzaamheid - in het bijzonder ouderen - willen we in staat stellen om zo lang mogelijk kwaliteitsvol thuis te kunnen blijven wonen/leven, in de eigen woning en in de vertrouwde buurt.
Thuis in de wijk
OCMW-jaarverslag 2004 • HUISVESTING
28
Voor onze klanten is het niet zo evident om een ‘thuis’ te hebben. Soms ontbreken de financiële middelen of missen huurders rechtszekerheid, soms moet de woning aangepast zijn aan speciale behoeften of is begeleiding nodig bij het wonen. Allemaal aspecten die we in ons huisvestingsbeleid moeten opnemen. Onderzoek heeft uitgewezen dat de stijging van de kosten voor huisvesting een belangrijke oorzaak is van armoede. Een grote groep mensen betaalt in verhouding tot het inkomen te veel aan huishuur, verwarming etc. zodat er eigenlijk te weinig leefgeld overblijft. Anderen moeten met het schrale inkomen dat ze hebben genoegen nemen met een woning van erbarmelijke kwaliteit. Alhoewel er circa 25 000 sociale woningen zijn in Antwerpen (dit is meer dan het gemiddelde in Vlaanderen) schat een woonstudie dat er op dit ogenblik nog zo’n 4 000 tekort zijn. Daarom zien we het als een belangrijke taak om er mee voor te zorgen dat iedereen een menswaardige woning kan betrekken én behouden.
Uit detijk prak
Koen De Winter, verpleger van dementerenden in het RVT De Pelikaan Koen: ‘Verpleging is een beetje mijn roeping. Ik koos tijdens mijn opleiding al heel bewust voor het verplegen van ouderen en in het bijzonder voor dementerenden.’
Als we bouwen, zorgen we voor een mix van verschillende woningtypes. Kleine en grote appartementen, met één of meerdere slaapkamers, serviceflats, gehandicaptenflats, rusthuizen, enz. Het spreekt voor zich dat de woningen die we aanbieden voldoen aan alle eisen van hedendaags comfort en levensloopbestendig zijn (aanpasbaar of aangepast). Door degelijk onderhoud zorgen we ervoor dat onze gebouwen ook in goede staat blijven. Als klanten hun privé-woning niet meer zelf kunnen opfleuren, sturen we een renovatieploeg op pad. Als blijkt dat de woning niet aangepast is aan de toenemende zorgproblematiek, geeft het ErgoWoonAdvies-team gratis advies rond woningaanpassingen. Niemand woont graag in een verloederde buurt. Een kwaliteitsvolle huisvesting betekent ook wonen in een behoorlijke, levensloopbestendige woonomgeving. We willen meewerken aan buurten voor iedereen. Buurten waarin voldoende winkels en servicevoorzieningen aanwezig zijn en waar ook de openbare ruimte uitnodigt tot ontmoeting. Waar mogelijk voorzien we parkjes rond of binnen onze gebouwen. Door woonbegeleiding wordt het samenleven in onze woningen heel wat aangenamer voor alle betrokkenen. We verhuren onze woningen tegen een betaalbare prijs. Sommige klanten die huren op de privé-markt kunnen onder bepaalde voorwaarden een huur- of verwarmingstoelage krijgen. Sommige hebben ook recht op huursubsidies van het Vlaams Gewest en van de provincie. Iedereen heeft recht op woonzekerheid. Als je ergens woont, kun je niet zomaar uit je huis gezet worden. Ook dat hoort bij het recht op een thuis. Daarom geeft een sociale huurcel advies over de rechten en plichten als huurder. Om deze doelstellingen te realiseren bouwen we een samenhangend geheel van woon-, zorg- en servicevoorzieningen uit. We doen dit binnen de 31 wijken van de stad zodat zorg en diensten op maat kunnen worden geboden. Binnen elke wijk werken we samen met alle relevante externe partners om te komen tot een volwaardig woon- en zorgaanbod dat inspeelt op de behoeften van de diverse doelgroepen. Binnen deze wijken - we noemen ze woon-servicezones - wordt het lokale dienstencentrum als centraal informatie-, advies- en toeleidingspunt naar voren geschoven.
We willen meewerken aan buurten voor iedereen. Buurten waar ook de openbare ruimte uitnodigt tot ontmoeting.
Europark zorgt voor een geïntegreerde sociale infrastructuur De wijk Europark op Linkeroever heeft een zeer specifieke bevolkingssamenstelling. Er zijn zeer veel 60plussers en min-18jarigen, zeer veel verschillende culturen en allochtonen en een groot aantal kansarmen. Hoewel er heel wat verenigingen actief zijn, ontbreekt er toch een geïntegreerde sociale infrastructuur. Er is een grote behoefte aan zorg- en welzijnsondersteuning: er is nog geen overzicht van de broze bejaarden en van personen die aangewezen zijn op externe hulp. Er is geen eenduidig informatiepunt, aangepaste thuiszorg ontbreekt (d.w.z. thuiszorg die gecoördineerd verloopt en afgestemd wordt met de verschillende partners) en er is nood aan bijkomende residentiële opvangplaatsen. OCMW Antwerpen tekende met c.v. Huisvesting en ‘Lerende Stad’ een sociale infrastructuur uit waarbinnen verschillende voorzieningen geïntegreerd zijn: zorg, wonen, opvang en ontmoeting, onderwijs en ontplooiing, activering en ontspanning. De verschillende
locaties en ondersteunende diensten worden hierin gezamenlijk en multifunctioneel gebruikt. Het project voorziet in de oprichting van: • een rust- en verzorgingstehuis (woon- en zorgcentrum) met mogelijkheden voor kortverblijf; • een dienstencentrum als woonzorgcoördinatiepunt met activering; • een sociaal centrum; • een aantal aangepaste sociale woningen (appartementen); • een kinderdagverblijf; • een nieuwe kleuter- en basisschool; • een jeugdcentrum. In de verschillende instellingen kunnen we klanten activeren door hen sociaal tewerk te stellen. Alle partners organiseerden zich om dit project tot een goed einde te brengen. We schreven ons in 2004 gezamenlijk in voor de ‘open oproepprocedure van de Vlaamse Bouwmeester’. Bij wijze van selectieprocedure zullen architecten onder de vorm van een studieopdracht een masterplan of stedebouwkundig ontwerp van het projectgebied opmaken.
OCMW-jaarverslag 2004 • HUISVESTING
29
Uit detijk prak OCMW-jaarverslag 2004 • HUISVESTING
30
Koen: ‘Dementerende mensen fascineren me. Aan de basis ligt gewoon liefde voor oude mensen.’
Een integraal beleid voor thuislozen Thuisloosheid is theoretisch moeilijk te vatten. In essentie gaat het om een combinatie van een aantal problemen: • de afwezigheid van een leefbare woonst of onderdak; • psychosociale en relationele problemen die leiden tot uitburgering; • een gebrek aan materiële middelen om te voorzien in het levensonderhoud. Door gebrek aan werk en het verlies van het recht op sociale zekerheid ontbreekt een menswaardig inkomen. Omdat de problemen zich op verschillende terreinen afspelen kan passende hulp voor daklozen meestal niet binnen één instelling geboden worden. Daarom moeten we wat betreft thuisloosheid een integraal beleid voeren. De verschillende partners die allemaal rond deze doelgroep werken moeten hun werking op elkaar afstemmen. Daarom is in de regio Antwerpen de ‘Stuurgroep Thuislozenzorg Antwerpen’ in het leven geroepen. Dit is een samenwerkingsproject tussen OCMW Antwerpen, Stad Antwerpen en de drie erkende Antwerpse Centra Algemeen Welzijnswerk (CAW): De Mare, De Terp en Metropool. OCMW Antwerpen voert hierover de regie. OCMW Antwerpen en CAW Metropool sloten een overeenkomst om de dubbele rol die beide vroeger speelden, uit te zuiveren. Voortaan zullen wij enkel aan thuislozen onderdak bieden, het CAW zal hen begeleiden. Binnen de stuurgroep zochten we naar oplossingen voor de moeizame doorstroming van mensen uit opvangtehuizen naar een reguliere vorm van huisvesting. In juni 2004 stelde het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk een rapport voor over ‘zorgmodulering’ met een aantal beleidsaanbevelingen. Deze gaan we in de toekomst proberen toe te passen.
In 2005 willen we een zicht krijgen op het exacte aantal dak- en thuislozen in Antwerpen. Antwerpen heeft 585 opvangplaatsen, maar of dit aantal voldoende is, is niet duidelijk. Zonder juiste gegevens is het moeilijk om een efficiënt beleid te voeren.
Begeleid samenwonen in Pension Van Schoonhoven In de Van Schoonhovenstraat 76 te Antwerpen baat de vzw De Oude Stad in opdracht van het OCMW een pensionhuis met 56 kamers voor thuislozen uit. Het pensionhuis richt zich tot langdurig thuislozen of langverblijvers van onthaalcentra. Het gaat meestal om personen die reeds heel wat omzwervingen, meerdere opnames in onthaalcentra of een instellingsverleden kenden. Het pension richt zich zowel tot alleenstaande mannen en vrouwen met of zonder kinderen. Pension Van Schoonhoven biedt de klanten stabiliteit en rust in hun leven. Het maakt een einde aan de omzwervingen en biedt op lange termijn kans op zelfstandige huisvesting. We houden hier vijf kamers voor kortverblijf ter beschikking. We wijzen ze toe aan mensen die in een crisissituatie zitten en waarvoor we snel een oplossing moeten vinden. De huidige infrastructuur van het gebouw is verouderd. Er dringt zich een aanpassing van de kamers op aan de hedendaagse normen. De gemiddelde bezetting van de vijf kamers lag in 2004 rond de 70 %.
Onbewoonbaarverklaringen Heel wat van onze klanten komen bij onze diensten terecht wanneer hun woning onbewoonbaar wordt verklaard. Zij krijgen dan zes maanden tijd om een andere huisvesting te vinden. Op de private huurmarkt is dit een zeer moeilijke opdracht, gezien hun beperkte financiële middelen. Sociale woningbouwmaatschappijen maken geen uitzondering op hun wachtlijst wegens onbewoonbaarverklaring. Wanneer er na zes maanden opnieuw een controle volgt van het onbewoonbaar verklaard pand en de situatie is nog niets veranderd, dan moeten de bewoners onmiddellijk vertrekken. Vaak komen zij dan terecht bij het OCMW op zoek naar een crisiswoning of een sociale woning.
Sprekende cijfers
• In 2004 deden 498 mensen beroep op de diensten van onze dienst Woonbegeleiding en -bemiddeling. • We noteerden 86 onbewoonbaarverklaringen waarvoor we een oplossing zochten. • We beschikken over elf crisiswoningen op vier verschillende adressen @ Meer cijfermateriaal vindt u op onze website.
Het beheer van gemeubelde kamers OCMW-Antwerpen beschikt over 44 gemeubelde appartementen. Ze zijn gelegen in diverse wijken en districten van Antwerpen. Vijf kamers van het Pension Van Schoonhoven verhuren we ook als gemeubelde kamer.
Het beheer van crisiswoningen We beheren elf crisiswoningen op vier verschillende locaties. We stellen ze ter beschikking van klanten die zich in een noodsituatie bevinden. Het gaat dan over mensen die nergens anders terechtkunnen omdat ze geen woning meer hebben omwille van brand, onbewoonbaarverklaring, uitdrijving ... De maatschappelijk werkers van onze sociale diensten dragen de kandidaat-huurders voor de crisiswoningen voor. Ze moeten aan een aantal voorwaarden voldoen: • dakloos zijn; • op het Antwerps grondgebied verblijven; • kansarm zijn; • bereid zijn een afsprakenlijst te ondertekenen.
Vaak komen klanten bij het OCMW terecht nadat hun woning onbewoonbaar is verklaard.
2004
Onze medewerkers van de dienst Woonbegeleiding en -bemiddeling verstrekken advies en informatie over huurwetgeving en -contracten, begeleiden klanten in hun zoektocht naar een woning en bemiddelen met eigenaars. Een ‘sociale huurcel’ specialiseerde zich in de huurwetgeving, adviseert onze klanten en staat hen bij. Indien nodig helpen we de klanten met het schrijven van brieven of verwijzen we ze naar een advocaat, een notaris of andere bevoegde diensten. We bemiddelen desgewenst met de tegenpartij. Naast advies en hulp aan het loket geven de medewerkers ook telefonische info.
We verhuren de crisiswoningen met een contract van bepaalde duur (drie maanden, eventueel te verlengen voor eenzelfde periode). Als er geen woning beschikbaar is, contacteren we verschillende opvangcentra voor daklozen of zoeken we naar een gewone huurwoning.
31 OCMW-jaarverslag 2004 • HUISVESTING
Woonbegeleiding en woonbemiddeling
Een gemeubelde kamer stellen we tijdelijk ter beschikking van zwakke huurders die: • niet over eigen huisraad beschikken; • om allerlei redenen moeilijk een gewone huurwoning kunnen vinden; • een toekenning voor een sociale woning afwachten.
Een aanbod aan sociale huisvesting Door het aanbieden van sociale woningen en het begeleiden van klanten naar de woningmarkt betekent OCMW Antwerpen een aanvulling op de Antwerpse sociale huisvestingsmarkt. Een team van medewerkers zorgt voor het onthaal van de kandidaat-huurders, het samenstellen van een dossier, het bijhouden van het wachtregister en uiteindelijk de verhuring van de sociale woningen. Na het betrekken van de woning kan de huurder nog beroep blijven doen op deze ploeg voor de administratieve opvolging, bewonersbegeleiding en sociale dienstverlening. We helpen klanten bij het samenstellen van een aanvraagdossier voor een sociale woning. Op hun vraag sturen we dit dossier door naar de andere Antwerpse sociale woningmaatschappijen, zodat zij zich maar aan één loket moeten aanbieden. Indien nodig verwijzen wij ze ook door naar de sociale dienst of de Sociale Huurcel.
Zeer belangrijk in deze begeleiding is het opvolgen en ondersteunen van de bewonerswerking. De bewoners van de woningcomplexen kunnen terecht op het spreekuur van de maatschappelijk werkers en kunnen er technische problemen melden, overlast etc.
Sprekende cijfers
2004
OCMW-jaarverslag 2004 • HUISVESTING
32
We stellen huurcontracten op voor een periode van één jaar. Deze tijdelijke huisvesting biedt de huurder de mogelijkheid om, met de hulp van onze maatschappelijk werkers, oplossingen te zoeken voor de problemen die geleid hebben tot zijn woononzekerheid: financiële problemen, huurachterstallen, een gebrek aan hygiëne, asociaal gedrag ... De kandidaat-huurders moeten dan ook bereid zijn zich hierbij te laten begeleiden.
Het sociale aspect wordt opgenomen door maatschappelijk werkers van de sociale dienst. Niet alleen begeleiden zij mensen in het maken van een dossier, maar ze leggen ook huisbezoeken af bij elke nieuwe kandidaat-huurder. Als ze tijdens zo’n huisbezoek een woningnood vaststellen, dan vragen ze aan de Raad voor Maatschappelijk Welzijn een uitzondering inzake het respecteren van de wachtlijst.
Op 31 december 2004 beschikten we over: • 704 sociale bejaardenflats • 561 sociale woningen @ Meer cijfermateriaal vindt u op onze website.
Woningen voor senioren Soms zijn senioren nog te fit en gezond om hen in een rust- en verzorgingstehuis te plaatsen, maar hebben zij toch moeilijkheden om zich thuis goed uit de slag te trekken ondanks het grote aanbod aan thuisdiensten. De woning is dikwijls niet meer aangepast aan hun speciale noden en behoeften. Daarom bouwen, kopen en verhuren we aangepaste woningen waar, indien nodig, de bewoners steeds beroep kunnen doen op andere vormen van onze dienstverlening (dienstencentrum, thuiszorg, personenalarmsysteem).
Serviceflats voor 75-plussers Uit detijk prak
Koen: ‘We werken ofwel van zeven tot drie, van één tot negen of van negen tot zeven ‘s morgens. Afhankelijk van je werkschema doe je andere dingen met je mensen. Je maakt ze wakker of je helpt ze in bed. De verpleegtaken blijven dezelfde en je hebt ook altijd wat administratie te verwerken.’
Serviceflats zijn in de eerste plaats voorbehouden aan senioren die problemen hebben om in een ‘gewone’ woning te verblijven. Aan het huren van een serviceflat zijn voorwaarden verbonden betreffende invaliditeit (zowel minimum als maximum graad) en leeftijd. We willen vermijden dat té zwaar invalide personen die eigenlijk in een rusthuis thuishoren, in een serviceflat gaan wonen. Dit zou hinder en gevaar voor de andere bewoners tot gevolg kunnen hebben. Daarom passen we objectieve en uniforme toekenningscriteria toe.
OCMW-jaarverslag 2004 • HUISVESTING
33
De serviceflats bestaan uit een leefkamer en slaapkamer en zijn uitgerust met een ingebouwd keukentje, toilet, wastafel en een douche. Voor noodgevallen is er een oproepsysteem voorzien. De huurders moeten minstens 75 jaar zijn of 60 jaar met een bepaalde graad van zorgenbehoevendheid. Aan een serviceflatcomplex is een dienstencentrum verbonden om de senioren een volledig pakket aan ondersteunende diensten en zorgen aan te bieden.
2004
Sprekende cijfers
• Op 31 december 2004 beschikten we over 1 230 serviceflats @ Meer cijfermateriaal vindt u op onze website.
Een woonzorgteam geeft advies over woningaanpassingen Het woonzorgteam is een pilootproject dat werkt vanuit de lokale dienstencentra van Berchem. Bedoeling is om de Berchemse senioren te helpen de veiligheid, het leefcomfort en de toegankelijkheid van hun woning te verbeteren. Het team bestaat uit 2 ergotherapeuten en werkt nauw samen met de Centrale Technische dienst van het OCMW. De naam van de dienst veranderde ondertussen van woonaanpassingsdienst in ErgoWoonAdvies. Deze nieuwe titel dekt meer de lading. Op vraag van een zelfstandig wonende bejaarde of zijn familie zal het team op huisbezoek gaan. De klant krijgt dan gratis een niet-commercieel advies over mo-
gelijke aanpassingen aan de woning die het de oudere bewoners wat gemakkelijker en comfortabeler kunnen maken. Denk hierbij aan: • het plaatsen van handgrepen aan toilet, bad of douche; • een douche- en badzit; • een verhoogde toiletbril; • een douche met minimale opstap; • een flitslamp aan de deurbel voor slechthorenden; • een traplift; • elektrificatie van een rolluik; • ...
OCMW-jaarverslag 2004 • HUISVESTING
34
Het ErgoWoonAdvies-team zoekt uit of aanpassingspremies van het district, Provincie of Vlaams Gewest mogelijk zijn. Omdat het pilootproject in Berchem goed functioneerde, opteerden we einde 2004 om de activiteiten uit te breiden naar de districten Deurne en Wilrijk en naar Antwerpen-Linkeroever. Het is de bedoeling om op korte termijn ook in de andere wijken van de stad deze dienstverlening aan te bieden. Naast het advies rond aanpassingen geeft het ErgoWoonAdvies-team ook bijscholingen en infosessies aan diensten voor thuiszorg, in dienstencentra en scholen.
Dienstencentra ondersteunen de thuiswonende senioren Dienstencentra bieden een heleboel activiteiten aan met het oog op het versterken van het sociale netwerk van buurtbewoners. Niet alleen is het een informatiepunt, het zorgt ook voor ontspanning en vorming. In het kader van het thuiszorgdecreet moeten ze ook hulp aanbieden bij de dagelijkse activiteiten zoals bijvoorbeeld hygiënische zorgen. In 2004 lanceerden we ons masterplan ‘Horizon 2010’. Hiermee willen we onze dienstverlening zo veel mogelijk in de wijken zelf organiseren en aanbieden. Dienstencentra zijn hiervoor een uitermate geschikt punt. Op termijn zullen we thuishulp aanbieden vanuit al onze dienstencentra. In 2005 starten we met tien centra. Voor alle medewerkers betekent dit een ingrijpende verandering die we goed moet voorbereiden en begeleiden.
We registreren ‘trouwe’ bezoekers van het dienstencentrum en de gebruikers van de thuiszorg De dienstencentrumleiders hebben nood aan een overzicht van hun bezoekers en de gebruikers van de thuiszorgdiensten. Daarom registreren zij hen door middel van een intakeformulier. Zo krijgt iedere centrumleider een beeld van het aantal ouderen dat hij bereikt en van hun profiel. Naast identificatiegegevens houden we ook informatie bij over de te verwittigen persoon in geval van nood, de woonsituatie, de af te leggen afstand en de activiteiten waaraan de bezoekers deelnemen. Iedereen krijgt daarna een ‘gebruikerskaart’ van het dienstencentrum. In geval van nood kunnen hulpverleners eventueel het dienstencentrum contacteren en kunnen we misschien nuttige informatie overmaken.
We onderzoeken de seniorenpopulatie en haar noden Ieder dienstencentrum werkt binnen een duidelijk afgebakende wijk van de stad Antwerpen, het zogenaamde doelgebied. De centrumleiders hebben een overzicht van alle bejaarde inwoners van hun doelgebied, op naam en adres. Zo kunnen ze ‘broze bejaarden’ (zie verder) opsporen, aanschrijven en opvolgen.
Sommige woningaanpassingen kunnen het de bewoners gemakkelijker en comfortabeler maken.
Elke centrumverantwoordelijke beschikt over een gedetailleerde sociale kaart. Hierin zijn alle diensten en voorzieningen op het vlak van ouderen opgenomen in het doelgebied waarmee we zouden kunnen samenwer-
We volgen ‘kwetsbare senioren’ van nabij op Het opsporen en vooral het opvolgen van ‘broze bejaarden’ is een sleutelopdracht van onze dienstencentra. Het gaat over bejaarden die, willen zij zich thuis nog verder uit de slag kunnen trekken, aangewezen zijn op externe hulp. Een ergo-adviesteam ondersteunt de centrumleiders hierbij. Een ergotherapeut adviseert zelfstandig wonende bejaarden over mogelijke woningaanpassingen en het gebruik van hulpmiddelen (meer hierover p.33).
We bieden de senioren uit de buurt één aanspreekpunt Onze dienstencentra profileren zich als het aanspreekpunt in de wijk en als plaats waar alle aanvragen voor dienstverlening kunnen plaatsvinden. De centrumleiders hebben al veel inspanningen geleverd om hun centrum bekend te maken en te houden in hun buurt. Zo stelden zij in samenwerking met de Communicatiedienst van het OCMW een folder samen die ze minimum één keer per jaar bezorgen aan alle ouderen in de wijk. Ook het televisiemagazine en het huis-aanhuisblad ‘De(n) Antwerpenaar’ verspreidt regelmatig informatie. Jaarlijks organiseert elk centrum een opendeurdag.
We overleggen met de diensten voor thuiszorg Om de dienstverlening aan onze klanten nog te verbeteren, bouwen we een overlegstructuur uit met de thuiszorgdiensten. In de meeste districten hebben de centrumleiders en de maatschappelijk werkers van OCMW-thuiszorg al concrete afspraken gemaakt. Vanaf het ogenblik dat de thuiszorgfunctie in het dienstencentrum geïntegreerd is, zal het overleg veel intensiever worden.
We bouwen contacten uit met andere organisaties in de wijk Iedere centrumleider bouwt in zijn of haar wijk een netwerk van formele en informele contacten uit en gebruikt deze om het dienstencentrum te profileren en de werking voor te stellen. Door de wederzijdse contacten krijgt hij ook een duidelijk beeld van het aanbod en de mogelijkheden van de andere organisaties. Dit is van fundamenteel belang want via het netwerk worden de broze bejaarden immers doorverwezen naar de centrumleider en met dezelfde contacten werken ze de hulpverlening verder uit.
Om elke burger de kans te geven zo lang mogelijk thuis, in de vertrouwde omgeving te blijven wonen, bouwen we in Antwerpen 31 woon-zorgzones uit. Dit wil zeggen dat we op wijkniveau niet alleen een zorgaanbod zullen ontwikkelen met alle partners, maar ook een centraal aanspreekpunt voor informatie, advies en toeleiding. In 2004 werkten we zo’n éénloketconcept uit voor de 60-plussers van het district Wilrijk. In het dienstencentrum Oversnes zullen we het zorgloket inrichten. Maar ook de dienstencentra Romanza en Valaar kunnen een aantal uren per week deze loketfunctie opnemen.
Onze dienstencentra, midden in de wijk We vestigen onze dienstencentra altijd in wijken waar veel ouderen wonen. Vandaar dat we ook vaak onze dienstencentra koppelen aan serviceflats of specifieke woningen voor ouderen. (kaart met geografische ligging dienstencentra zie volgende pagina)
35 OCMW-jaarverslag 2004 • HUISVESTING
ken. Enerzijds hebben we zo een overzicht van diensten die als ‘bevoorrechte getuigen’ kunnen optreden en anderzijds kunnen we op deze manier eventuele leemtes in de dienstverlening opmerken.
Geografische spreiding van de dienstencentra OCMW Antwerpen Overzicht van onze dienstencentra4 (alfabetisch op naam)
26 Be/Za/Li
OCMW-jaarverslag 2004 • HUISVESTING
OCMW-jaarverslag 2004 • HUISVESTING
3636
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39
DC Arena DC Blankenberg DC Boterlaar DC De Bilzen DC De Brem DC De Fontein DC De Meere DC De Meermin DC De Meersenier DC De Oever DC De Olijftak DC De Vrijgeweide DC De Zaan DC De Zeelbaan DC Den Bleek DC Den Drossaert DC Essenhof DC Hagelkruis DC Hof ter Beke DC Hoge Weg DC Huize Berchem DC Kerkeveld DC Klein Heide DC Kronenburg DC Liberty DC Molengeest DC Moretusburg DC Oversnes DC Portugesehof DC Romanza DC Rozenboom DC Santiago DC ‘t Dokske DC Ten Gaarde DC Ter Welen DC Valaar DC Van Schoonbeke DC Victor De Bruyne DC Zurenborg
Ekeren
2 18
5 Antwerpen
32
Merksem
14
Deurne
33 17 35 10 19
9
37
13 29 27
11
24 22
8
4 15 20 16 6 39 12
34 21
1
3
7
36 25
23
Borgerhout
30
38 28
Berchem
Hoboken
Wilrijk
ligging
info
1 2 3
DC Arena DC Blankenberg DC Boterlaar
Deurne-Zuid Ekeren Deurne
4
DC De Bilzen
Antwerpen, wijk Stuivenberg
5 6 7 8
DC De Brem DC De Fontein DC De Meere DC De Meermin
tuinwijk Merksem Borgerhout wijk Groenenhoek Berchem wijk Seefhoek/Stuivenberg/ Dam
sociale woningen met veel bejaarden in de nabijheid op de gronden van het RVT Hof de Beuken met erkende serviceflats en seniorenflats OCMW Antwerpen; verbonden aan RVT De Tol leunt aan bij het RVT Bilzenhof; sociale woningen met veel bejaarden in de onmiddellijke omgeving; het dienstencentrum organiseert mee het Welzijnsoverleg Antwerpen-Noord met erkende serviceflats OCMW Antwerpen met seniorenflats van de Stad met seniorenflats van de Stad met seniorenflats OCMW Antwerpen; in de Meermin kunnen klanten niet terecht voor de klassieke dienst- en hulpverlening zoals was en strijk. De cafetariaruimte wordt wel gebruikt als sociaal restaurant ‘De Pollepel’. In hetzelfde gebouw bevindt zich ook het Sociaal Steunpunt Gezondheid en een bureel van de dienst Woonbegeleiding
9
DC De Meersenier
Antwerpen-centrum, op het Sint-Nicolaasplaats Antwerpen, tussen Waalse Kaai en Grote Markt, nabij voetgangerstunnel
10 DC De Oever
11 DC De Olijftak 12 DC De Vrijgeweide 13 DC De Zaan
Antwerpen, tussen Sint-Jansplein en De Coninckplein Borgerhout Antwerpen-Kiel
14 DC De Zeelbaan
Merksem
15 DC Den Bleek 16 DC Den Drossaert
Borgerhout Borgerhout
17 DC Essenhof 18 DC Hagelkruis 19 DC Hof ter Beke
Antwerpen, wijk Dam, nabij het Sint-Jansplein wijk de Rozemaai, Ekeren Antwerpen-Zuid
20 DC Hoge Weg
Borgerhout
21 DC Huize Berchem
Grote Steenweg / Driekoningenstraat, Berchem wijk Bosuil, Deurne wijk Draaiboom, Hoboken
22 DC Kerkeveld 23 DC Klein Heide
24 DC Kronenburg 25 DC Liberty 26 27 28 29 30 31 32 33 34
DC Molengeest DC Moretusburg DC Oversnes DC Portugesehof DC Romanza DC Rozenboom DC Santiago DC ’t Dokske DC Ten Gaarde
35 DC Ter Welen
wijk Kronenburg, Deurne-Noord Antwerpen, hoek Jan de Voslei en Jan Van Rijswijcklaan Berendrecht wijk Moretusburg, Hoboken zuidgrens Wilrijk wijk Portugesenhoek, Hoboken wijk Bloemenveld, Wilrijk Deurne Antwerpen, wijk Luchtbal Merksem Antwerpen, op de grens met oud-Berchem Antwerpen-Linkeroever
36 DC Valaar wijk Valaar, Wilrijk 37 DC Van Schoonbeke Antwerpen-Zuid 38 DC Victor de Bruyne wijk Vinkevelden, Hoboken 39 DC Zurenborg wijk Zurenborg
aansluitend op seniorenflats van het OCMW; andere sociale woningen met veel bejaarden in de omgeving; het dienstencentrum verleent ook diensten aan de multiple sclerosepatiënten die in aangepaste flats wonen van de sociale huisvestingsmaatschappij Huisvesting met erkende serviceflats OCMW Antwerpen verbonden aan RVT De Goede Tijd en ZNA, campus St. Erasmus aansluitend op seniorenflats van het OCMW; andere sociale woningen met bejaarden in de omgeving met erkende serviceflats en seniorenflats OCMW Antwerpen; leunt aan bij RVT St. Bartholomeus met seniorenflats van Stad en OCMW Antwerpen met seniorenflats van Stad en OCMW Antwerpen met erkende serviceflats en seniorenflats OCMW Antwerpen sociale woningen met veel bejaarden in de nabijheid met erkende serviceflats OCMW Antwerpen; er is een uitleendienst aanwezig met een grote voorraad kleding; beddengoed wordt ter beschikking gesteld van de minderbedeelden van de buurt met seniorenflats van de Stad; het centrum is een afdeling van dienstencentrum De Fontein met seniorenflats OCMW Antwerpen met erkende serviceflats OCMW Antwerpen sociale woningen met veel bejaarden in de nabijheid; het dienstencentrum fungeert als tussenpersoon tussen de huurders van de omliggende bejaardenwoningen en de eigenaar (sociale huisvestingsmaatschappij ‘Beter Wonen’) met seniorenflats OCMW Antwerpen ; met erkende serviceflats OCMW Antwerpen met erkende serviceflats OCMW Antwerpen afdeling van dienstencentrum Victor De Bruyne met erkende serviceflats OCMW Antwerpen met erkende serviceflats en seniorenflats OCMW Antwerpen met seniorenflats OCMW Antwerpen met seniorenflats OCMW Antwerpen met erkende serviceflats en seniorenflats OCMW Antwerpen met erkende serviceflats en seniorenflats OCMW Antwerpen in het complex Ten Gaarde bevindt zich ook de kribbe Good-Engels in de nabijheid van sociale woningen met veel bejaarden; het dienstencentrum zit mee in het basisoverleg voor de wijk Europark met erkende serviceflats OCMW Antwerpen verbonden aan RVT Lozanahof; in de nabijheid van sociale woningen met veel bejaarden sociale woningen met veel bejaarden in de nabijheid
37 OCMW-jaarverslag 2004 • HUISVESTING
dienstencentrum
Onze rust- en verzorgingstehuizen: actieve en open leefgemeenschappen
OCMW-jaarverslag 2004 • HUISVESTING
38
We willen senioren zo lang mogelijk in hun eigen omgeving houden. Daarvoor bouwden we aangepaste vormen van thuishulpverlening uit. Residentiële hulpverlening is dan ook voor hen die ondanks het ruime aanbod aan thuiszorg niet zelfstandig kunnen blijven wonen. Het zwaartepunt van de hulpverlening binnen een rust- en verzorgingstehuis ligt op dienst- en hulpverlening, verpleging en verzorging, zonder evenwel de opzet van een familiale sfeer uit het oog te verliezen.
Integratie in het zorgaanbod Ook al voldoen onze instellingen aan de huidige normen inzake comfort en veiligheid, toch kampt de rusthuissector algemeen met een weinig aantrekkelijk imago. Men beschouwt dikwijls het rusthuis als een ‘eindstation’ in het leven (‘na het rusthuis is er alleen nog maar de dood’) en als ‘geïsoleerde’ instellingen (‘de senior wordt er in weggestopt’).
Uit detijk prak
Koen: ‘We werken allemaal samen om de residenten zich thuis te laten voelen of op vakantie in een leuk hotel. Dikwijls is het besef van ‘thuis’ verloren in de dementie. We proberen met onze mensen leuke dingen te doen, zoals goeie straffe advokaat maken, samen ‘zingen voor een miljoen’. We verwennen onze gasten wekelijks met een bubbelbad met aromatische oliën. Onze mensen voelen zich goed in hun vel, daar zorgen we voor, elke dag.’
We werken hard aan het ombuigen van deze negatieve beeldvorming. Zowel op het gebied van de werking als architectonisch voeren we de nodige verbeteringen door die de levenskwaliteit van de residenten gevoelig verbetert. We integreren onze rust- en verzorgingsinstellingen (RVT) in een globaal aanbod van ouderenvoorzieningen. We nemen de senioren probleemloos in een meer zorgende omgeving op wanneer andere soorten van hulp niet meer volstaan: thuiswonen met hulp, zorg en begeleiding vanuit een dienstencentrum, wonen in een serviceflat. Een opname in één van onze instellingen is nog altijd omkeerbaar, dat wil zeggen dat een eventuele terugkeer naar een vroegere situatie mogelijk blijft. Het betrekken van de mantelzorg, al dan niet in combinatie met professionele zorgverlening, is van zeer groot belang om het isolement te doorbreken. Er zijn verschillende mogelijkheden om de instellingen zelf een rol te laten spelen die verder gaat dan het ‘eindstation’. We denken hierbij aan een functie als dagverzorgingscentrum en/of als centrum voor kortverblijf.
Integratie in de wijk Onze instellingen zijn vaak gesitueerd in woonwijken. Het is dan ook belangrijk dat zij aan het wijkgebeuren deelnemen en zich openstellen, niet alleen voor familie van residenten, maar ook voor de wijkbewoners. Zij worden in de mate van het mogelijke mee betrokken in de dagelijkse werking van de RVT’s. Verschillende rusthuizen organiseren initiatieven met scholen uit de wijk. Deze ‘intergenerationele’ projecten, samen met een actieve bewonersraad en/of familieraad en een vrijwilligerswerking doorbreken het isolement van de inwonende senior.
Kleinschaligheid Onze bestaande rusthuizen zijn vaak nog grote eenheden. Kleinschaligheid bevordert echter wel de betrokkenheid van de bewoners en biedt zeker meer mogelijkheden om de zorg te personaliseren. Daarom zal kleinschaligheid in de toekomst bij renovatie- en verbouwingswerken (vernieuwbouw) een leidraad vormen. De huidige grotere afdelingen zullen we dan opsplitsen in kleinere leefgroepen. Bij nieuwbouw zullen we met dit principe uiteraard van in de ontwerpfase rekening houden. Leefgroepen geven immers aanleiding tot persoonlijke en meer bevredigende contacten tussen bewoners onderling en tussen bewoners en personeel.
Meer en meer moeten we aandacht geven aan problemen en stoornissen die eigen zijn aan een zeer hoge leeftijd. Geheugen en herkenning vormen een vaak voorkomend probleem. De instelling moet te allen tijde comfortabel en ‘herkenbaar’ blijven voor de resident. Deze begrippen evolueren echter met de leeftijd en de fysieke en mentale conditie. Onze grote uitdaging is dus om ‘aanpasbare’ gebouwen te ontwikkelen die permanent dienst kunnen doen als woon- en zorgcentrum voor àlle residenten. We willen de oudere binnen één instelling laten verblijven vanaf de fase van quasi volledige zelfstandigheid tot en met de fase van zware zorgbehoevendheid.
Objectieve opnamecriteria
Uitgaande van de zorgvraag van de bewoners richtten we in de schoot van onze RVT’s ‘expertgroepen’ op rond bepaalde zorggebieden. Hoe gaan we om met de individuele vraag tot zorgverlening van bewoners en hun omgeving? Verschillende groepen buigen zich elk over één belangrijk gebied in de residentiële bejaardenzorg: dementie, incontinentie, animatie, wondzorg, voeding, palliatie of diabetes. In ruime zin komen deze zorgdomeinen overeen met de belangrijke behoeften van iedereen: nuttig en zinvol bezig zijn, veiligheid, gezondheid, hygiëne, rust en slapen, eten en drinken ... De expertgroepen moeten aan de hand van de huidige visies en wetenschappelijke kennis de ‘best practices’ vastleggen. Vervolgens moeten ze deze ingang doen vinden in het denken en handelen van alle hulpverleners.
De instellingen
Het opnemen van hoogbejaarden in onze rust- en verzorgingstehuizen gebeurt op een eenvormige en objectieve wijze. Daarvoor gebruikt de sociale dienst een indicatief formulier met een eenvormige puntenschaal. Leeftijd en zorgbehoevendheid spelen beide een rol bij de opnamecriteria.
In principe mag onze klant vrij kiezen in welke instelling hij of zij wil verblijven. Blijkt uit het indicatief formulier echter dat de klant in die mate zorgbehoevend is dat we van een RVT-patiënt kunnen spreken, dan nemen we hem bij voorkeur op in een eigen afdeling. De resident kan steeds vragen om in een privérusthuis of een instelling van een ander OCMW te worden opgenomen.
Gereglementeerde animatiewerking
(kaart met geografische spreiding van RVT’s zie volgende pagina)
De animator in de rust- en verzorgingsinstellingen vervult een aanzienlijke rol in de samenwerking tussen de oudere, zijn familie en de instelling. Hij is een belangrijke schakel in het bereiken van een kwalitatieve, hoogstaande zorg voor de ouderen. Doorheen de dagelijkse gebeurtenissen en activiteiten begeleidt hij de residenten en hun familie bij het leven in het rusthuis en stimuleert hen om hun wensen ten aanzien van het wonen en de zorg in de instelling kenbaar te maken. Een ministerieel besluit reglementeert de animatiewerking in de RVT’s: hun aantal en kwalificaties zijn vastgelegd en ook de subsidiëring die er uit volgt.
@ Meer informatie over onze RVT-instellingen vindt u op onze website.
39 OCMW-jaarverslag 2004 • HUISVESTING
Een rusthuis is niet alleen meer een huis waar de senior kan ‘rusten’. De huidige RVT’s zijn open en actieve leefgemeenschappen waar sociale contacten uiterst belangrijk zijn. In dit gemeenschapsgebeuren vinden we mensen van diverse leeftijdscategorieën en met verschillende zorgbehoeften. Zowel het gebouw waarin ze leven als de omgeving moet hieraan aangepast worden. Het moet maximaal tegemoet komen aan de noden van alle residenten van de instelling.
Uit de startblokken
2004
Van rusthuis naar woon- en zorgcentrum
Geografische spreiding van de rust- en verzorgingstehuizen
4 Be/Za/Li
OCMW-jaarverslag 2004 • HUISVESTING
40
Ekeren
11
13
Antwerpen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
RVT Lozanahof, afd. Romi Goldmuntz RVT Lozanahof, afd. Bogaerts-Torfs RVT De Gulden Lelie RVT Monnikenhof RVT Vinck-Heymans RVT Bilzenhof RVT St.-Anna RVT Gitschotelhof RVT De Tol RVT Europasquare RVT Hof de Beuken RVT Hoge Beuken RVT Melgeshof RVT St.-Bartholomeus RVT Bloemenveld RVT De Goede Tijd RVT St.-Maria RVT De Pelikaan Verpleegtehuis Joostens (Zoersel)
14
Merksem
Deurne
18 6 3 1 5
16
2 17
9
10
8
12 7
Borgerhout
15 Berchem
Hoboken
Wilrijk
De tendens van een overwegend vrouwelijke hoogbejaarde populatie is een gekend gegeven. Dit zien we ook terug in de populatie van onze residenten: driekwart ervan zijn vrouwen. Onze opnamecriteria bepalen dat een kandidaatresident een bepaalde graad van zorgbehoevendheid moet hebben vooraleer we hem in een rusthuis kunnen opnemen. We gaan er immers van uit dat wie geen zorgen nodig heeft niet in een rusthuis thuishoort. Statistisch gezien neemt de vraag naar zorg toe met de leeftijd. De gemiddelde leeftijd van onze residenten is dan ook hoog: 85 jaar. Deze van de mannen is lager dan van de vrouwen: 81 jaar tegenover 86 jaar. Residenten met een beginnende dementie vragen bijzondere aandacht. Enerzijds kunnen zij een gevaar betekenen voor zichzelf of hun omgeving in de momenten dat zij verward zijn, maar anderzijds kunnen ze in het beschermend midden van het rusthuis nog in bepaalde mate zelfstandig functioneren. De mensen die verblijven in specifieke afdelingen of instellingen voor dementen zijn jonger dan hun medebewoners. Dit is logisch, want een geestelijke aantasting die op jongere (bejaarde) leeftijd voorkomt, veroorzaakt reeds snel een hoge graad van afhankelijkheid en laat thuisverzorging dikwijls niet meer toe.
@ Meer informatie over de residenten vindt u op onze website.
De kosten van verblijf en verzorging Een forfaitaire uitkering van de mutualiteit vergoedt de kosten voor verzorging. Deze omvatten in hoofdzaak de lonen van het verplegend en verzorgend personeel. Een ligdagprijs die goedgekeurd is door de
Wie betaalt de rekening? In de eerste plaats betaalt de resident met zijn regelmatige inkomsten, zijn spaargelden of opbrengsten uit onroerend bezit voor de ligdagprijs. Hij of zij krijgt hiervoor maandelijks een factuur. Als dit onvoldoende is spreken we de onderhoudsplichtige kinderen aan. De onderhoudsbijdrage berekenen we vanaf 1 oktober 2004 volgens een schaal die opgemaakt is door de federale overheid. Dit geldt voor alle OCMW’s van het land. De tussenkomst hangt af van het belastbaar inkomen. Als ook de bijdrage van de onderhoudsplichtige kinderen onvoldoende is zullen wij het saldo betalen met middelen van de sociale bijstand.
Zakgelden Residenten die onvoldoende financiële middelen hebben mogen van hun inkomen een zakgeld behouden dat wettelijk is vastgelegd en aangepast kan worden aan de index. Op 31 december 2004 bedroeg dit wettelijk zakgeld 76,50 euro. Dit zakgeld kunnen de mensen gebruiken voor persoonlijke uitgaven zoals het gebruik in de cafetaria, de aankoop van tijdschriften of het gebruik van de haarkapper.
Sprekende cijfers
• We hebben 18 instellingen voor residentiële opvang van senioren die 2 941 woongelegenheden aanbieden. • Eind 2004 verbleven er 3 391 mensen in een RVT met tussenkomst van OCMW Antwerpen: 2 914 in een eigen instelling (86 %) en 477 in privé-instellingen (14 %). • Globaal gezien verblijven er 24 % mannen en 76 % vrouwen in de RVT’s. • We tellen 959 mensen die in meerdere of mindere mate aan dementie lijden en 864 bij wie de ziekte zich begint te manifesteren. • De verblijfskosten in 2004 bedroegen 45 881 545 euro, de kosten van verzorging en verpleging bedroegen 34 941 496 euro. @ Meer cijfers vindt u op onze website.
41
2004
Het aantal vrouwen neemt snel toe vanaf de leeftijd van 70 jaar. We kunnen dit verklaren door een hogere graad van weduwschap bij de bejaarde vrouwen (als gevolg van hun hogere levensverwachting), zodat er geen thuisblijvende partner is die eventueel noodzakelijke zorgen kan bieden. Mannen kunnen in het algemeen ook minder instaan voor de verzorging van hun hulpbehoevende vrouw dan andersom en hebben het moeilijker om voor zichzelf te zorgen wanneer zij alleen komen te staan. Mannen worden waarschijnlijk ook op jongere (bejaarde) leeftijd getroffen door chronische aandoeningen en afhankelijkheid, wat ook hun lagere levensverwachting verklaart. Het overwicht van vrouwen is van belang voor de inrichting en organisatie van onze rusthuizen, die enigszins meer ‘vrouwgericht’ moeten zijn.
Federale Overheidsdienst Economie dekt de verblijfskosten van een resident in een rusthuis. In deze prijs zitten de kosten voor huisvesting, onderhoud en het dagelijkse leven. De ligdagprijs is echter onvoldoende om de werkelijke kosten te dekken. Daarom passen we elk jaar in de werkingskosten van de instellingen nog een groot bedrag bij. We vragen op regelmatige tijdstippen (in principe jaarlijks) een aanpassing van de ligdagprijs.
OCMW-jaarverslag 2004 • HUISVESTING
De residenten
RVT St.-Maria doet extra inspanningen voor studenten De zorg voor onze bewoners in de rust- en verzorgingstehuizen staat dicht bij een ‘intensive care’ hulpverlening. Vele studenten hebben echter nog niet deze filosofie en gaan in de verzorging uit van ‘intensive cure’. Het is eigen aan studenten dat zij zich in een ‘lerende fase’ bevinden. Studenten verpleging en verzorging krijgen bij ons kansen om zich te ontplooien, niet alleen op technisch vlak, maar ook op moreel, filosofisch en sociaal vlak.
OCMW-jaarverslag 2004 • HUISVESTING
42
In RVT St.-Maria proberen we de stagiairs een basishouding mee te geven die we kunnen omschrijven als ‘respect’ voor de bewoner. Respect staat hier voor het behoud van de privacy, zelfbeschikking, autonomie, de vrijheid van keuze en zelfredzaamheid van de resident. Het staat ook voor het erkennen van de levensgeschiedenis van elke bewoner, zijn recht op inspraak en informatie. Studenten leren dit alles wel in theoretische lessen, maar moeten het nog ervaren op de stageplaatsen. De studenten van nu zijn de werknemers van de toekomst. Het is daarom dat wij hen nu al leren hoe ze de zorg voor bejaarden moeten organiseren en coördineren in plaats van alleen maar de verzorging uit te voeren. Daarom linken we ze aan een meter of peter. Regelmatig gaat hij of zij met de studenten werken zoals de monitor van de school dit zou doen. Zo krijgt de student de mogelijkheid te leren volgens het opgelegde patroon in onze instelling. Naast de bewoners, hun familie, de vrijwilligers en vaste medewerkers vragen we ook aan de studenten om mee te denken over onze werking en hoe we deze kunnen verbeteren. Onze samenwerking met de studenten hoeft niet te eindigen na hun stage. Wij verwelkomen hen graag terug als jobstudent. De stage en een eventuele vakantiejob is uiteindelijk een heel goede basis voor een latere tewerkstelling.
Actieve senioren, ook in onze rusthuizen Het is onbegonnen werk om alle inspanningen op te noemen die onze medewerkers in de achttien rust- en verzorgingstehuizen deden om de levenskwaliteit van de inwoners zo hoog mogelijk te houden. We halen in dit jaarverslag slechts enkele in het oog springende activiteiten aan.
‘t Zit in de familie Een aantal RVT’s verzamelden oude familierecepten bij hun bewoners. Personeel en bewoners maakten een selectie van deze gerechten klaar en presenteerden die in de cafetaria en restaurants van de instellingen op de erfgoeddag die plaatsvond op 18 april 2004.
Rusthuis van Bad van Marie De vzw Bad van Marie creëerde een voorstelling ‘Rusthuis’ waarin zij de toeschouwers onderdompelen in de leefwereld van een RVT. Samen met het toneelgezelschap spelen bewoners en medewerkers in het theaterstuk. Dit theaterproject ging op tournee langsheen acht van onze rust- en verzorgingstehuizen.
De coiffeur kwam naar RVT Hoge Beuken en er zat muziek in Samen met de afdeling fotografie van de kunstacademie Hoboken realiseerde RVT Hoge Beuken een kunstproject. Hierbij stonden de bewoners en hun eigenheid centraal. Een tentoonstelling van de werken vond plaats in de instelling onder de naam ‘En nu komt de coiffeur naar hier’. Hetzelfde rust- en verzorgingstehuis te Hoboken organiseerde in het kader van de week van de amateurkunsten samen met de cultuurraad van de stad Antwerpen een tentoonstelling ‘Er zit muziek in’.
Poëzie uit het noorden Naar aanleiding van hun vijfjarig bestaan stelde het RVT Monnikenhof in Berendrecht een gedichtenbundel samen. Het werd een unieke verzameling gedichten van familie, bewoners, personeelsleden en kennissen, mooi geïllustreerd met werken van plaatselijke kunstenaars.
Blind date in RVT Gitschotelhof Vanaf januari 2004 startte een intensieve briefwisseling tussen de leerlingen van het eerste en tweede leerjaar van de basisschool ‘het Palet’ en een twintigtal van onze bewoners in het RVT Gitschotelhof te Borgerhout. De brieven van de leerlingen waren kleurrijk versierd en bevatten leuke informatie over interesses, hobby’s, gezinssituatie van de kinderen ... De brieven waren vaak vergezeld van allerlei zelfgemaakte cadeautjes: beeldjes in klei, een verrassingsdoosje ... Dit viel bij de bewoners zeer in de smaak. Ze bewaarden en koesterden de brieven en cadeautjes zorgvuldig. Op hun beurt schreven de bewoners met of zonder hulp van de animatrices hun brieven, vol met vertelsels over vroeger, wijze raad en beschrijvingen van hun dagelijkse leven. Er groeide een band tussen de bewoners en de leerlingen.
Op 30 april organiseerden we een grote ontmoetingsdag in het RVT. Het was een ‘blind date’ want geen van beide partijen had elkaar al gezien. Het opzet was zeer geslaagd, de ontmoetingen tussen de kinderen en de ouderen waren een groot succes.
Merksemse residenten pikken een filmpje mee
Ook de allerkleinsten krijgen onderdak RVT Monnikenhof in Berendrecht stelde een unieke gedichtenbundel samen.
In RVT Melgeshof te Merksem kunnen ze nu in alle comfort genieten van een filmvoorstelling.
In Home Good Engels bieden we hulp aan gezinnen met kinderen van nul tot twaalf jaar. Wanneer de opvoeding moeilijk wordt voor ouder en/of het kind kan onze tijdelijke hulp hierin verandering brengen. Kinderen kunnen bij ons terecht voor dag- en nachtopvang, of één van beide, dat wil zeggen alleen overdag of alleen ‘s nachts. We bieden ook gezinsbegeleiding. In dat geval zoeken we de ouders thuis op, praten we over opvoedingskwesties en geven advies over de verzorging van de kinderen. We kiezen altijd voor de meest geschikte hulp die het best aansluit bij de moeilijkheden én die het minst ingrijpt in het gezin. Uiteraard respecteren we de waarden en de achtergrond van de mensen die naar ons toekomen. In de instelling zorgen we ervoor dat de kinderen zich goed voelen. We moedigen ze aan, geven aandacht en proberen te helpen bij alle grote en kleine problemen die ze kunnen hebben. De kinderen nemen deel aan prettige activiteiten en in elke leeftijdsgroep is er een grote keuze aan verantwoord speelgoed. De kinderen ouder dan drie jaar kunnen vanuit het home naar de kleuterschool gaan. Wanneer het kind dag en nacht in de instelling verblijft, raden we de ouders aan om zo vaak mogelijk op bezoek te komen. Tijdens die bezoeken kunnen ze zelf hun kind te eten geven, verzorgen of in bed stoppen.
43 OCMW-jaarverslag 2004 • HUISVESTING
Op 24 december 2004 opende RVT Melgeshof haar nieuwe filmzaal. De huisbioscoop is uitgerust met een groot projectiescherm en een professionele geluidsinstallatie. Het geheel werd in een nieuw en stemmig kleurtje gezet en voorzien van comfortabele zeteltjes. Een film kijken, het favoriete tv-programma op groot scherm volgen of een presentatie bijwonen behoort nu allemaal tot de mogelijkheden voor de bewoners of gebruikers van het dagverzorgingscentrum.
Afhankelijk van het jaarlijks belastbaar inkomen én de gezinssituatie, betaalt het gezin een bedrag per dag dat het kind bij ons verblijft. Hulp zoals gesprekken, huisbezoeken, het doorgeven van informatie ... is gratis.
2004 OCMW-jaarverslag 2004 • HUISVESTING
44
Sprekende cijfers
• Home Good Engels heeft een capaciteit van 35 opvangplaatsen en 12 810 begeleidingsdagen. • In 2004 realiseerden we 14 347 begeleidingsdagen, d.w.z. 112 % van onze capaciteit. • We boden hulp aan 104 verschillende gezinnen en 122 kinderen. • Bij 74 kinderen hebben we de begeleiding in 2004 afgerond. • De ouders van 28 % van de geholpen kinderen leven in de thuissituatie van een leefloon, 15 % van een werkloosheidsuitkering. Slechts iets meer dan 6 % van de ouders heeft een inkomen uit arbeid. 15,60 % van de ouders heeft helemaal geen inkomsten.
Onze hoofddoelstelling is een antwoord te geven op de individuele noden van de ons toevertrouwde jongeren. We vertrekken van de specifieke hulpvraag en houden rekening met de voorgeschiedenis, de familiale omkadering, de schoolloopbaan en andere activiteiten. Alle betrokkenen, zowel jongeren, ouders als belangrijke derden, krijgen inspraak. We luisteren naar alle standpunten en maken een analyse van de kernproblemen om de hulpvraag te formuleren. We nodigen alle partijen uit om mee deel te nemen aan het hulpverleningsproces. Home Boeckenberg beschikt over twee afdelingen: afdeling Boeckenberg te Deurne en afdeling Pennsylvania Foundation te Antwerpen.
afdeling Boeckenberg De afdeling te Deurne bestaat uit twee horizontale leefgroepen, één voor jongens en één voor meisjes, telkens negen jongeren van veertien tot achttien jaar. We bieden hen een gestructureerd opvoedingsklimaat aan en bereiden de jongeren voor op een zelfstandig leven. Vanuit de instelling kunnen ze doorstromen naar een externe dienst voor ‘kamertraining’ of een vorm van begeleid zelfstandig wonen.
@ Meer cijfermateriaal vindt u op onze website.
afdeling Pennsylvania Foundation
Home Boeckenberg biedt een opvoedkundig pakket voor kinderen en jongeren
Dit opvoedkundig pakket omvat alles wat kinderen of jongeren nodig hebben in hun groei naar zelfstandigheid: • We brengen hen hygiëne bij. • We leren hen eet- en tafelgewoonten aan. • We geven studiebegeleiding en voorlichting. • We werken aan relatievorming. • We begeleiden hen bij het invullen van vrije tijd en het kiezen van ontspanning. • We leren hen waarden en normen aan. • We geven informatie over hun rechten en plichten.
Sprekende cijfers
2004
Home Boeckenberg is een tehuis voor minderjarigen die niet bij hun eigen ouders kunnen verblijven. Het zorgt voor een gezellig en veilig leefklimaat voor kinderen en jongeren tussen drie en achttien jaar. De minderjarigen kunnen rekenen op de nodige zorgen en begrip van professionele opvoeders. De pedagogische begeleiding heeft oog voor de individuele accenten die elke jongere nodig heeft.
In de Antwerpse afdeling is er één verticale leefgroep voor dertien jongens en meisjes van drie tot achttien jaar. De groep bestaat vooral uit kinderen die nood hebben aan een verblijf in een huiselijke sfeer.
voor afdeling Boeckenberg: • Gemiddeld verblijft een jongere in afdeling Boeckenberg 1,5 jaar. Het valt op dat het verloop bij de jongens groter is dan bij de meisjes. • Er verbleven 21 jongens en 14 meisjes. • De bezettingsgraad bedraagt 94,27 %. • De verhouding jongens/meisjes is 50 %. voor afdeling Pennsylvania Foundation: • Gemiddelde verblijfsduur: iets meer dan 3 jaar. Het verloop in Pennsylvania Foundation is zeer klein. • Er verbleven 18 kinderen op 13 plaatsen. • We kennen een bezettingsgraad van 102 %. We gaan hier regelmatig in overtal omdat we ernaar streven om de familie (broers en zussen) zoveel mogelijk bij elkaar te houden. • We zien 70 % meisjes tegenover 30 % jongens.
2
OCMW-cijferboek 2004 • HUISVESTING
OCMW-cijferboek 2004 • HUISVESTING
3
Aantal crisiswoningen OCMW Antwerpen (31.12.2004) Gretrystraat 43
1 appartement, geschikt voor een gezin met 4 kinderen 1 appartement, geschikt voor 2 personen
Leopold de Waelstraat 23
1 appartement, geschikt voor 2 personen 1 appartement, geschikt voor een gezin met 2 kinderen 1 appartement, geschikt voor een gezin met 5 kinderen
Vercammenstraat 5
2 appartementen, telkens geschikt voor 1 persoon
Steenbergstraat
4 appartementen, telkens geschikt voor 2 personen
Aantal sociale woningen OCMW Antwerpen (31.12.2004) sociale bejaardenflats Romanza De Zeelbaan Almaras
sociale woningen 121 De Rape 36 De Violieren 7 De Mane
133 94 28
Rozenboom
37 De Clampaert
28
De Koninck
99 De Keizer
31
De Mane
29 De Perel
40
Vercammenstraat
15 Lange Batterijstraat / Belegstraat
12
Residentie Coppenol
12 Noordschippersdok
30
Essenhof
16 De Krekel
20
De Meermin
12 De Zeelbaan / De Anjer
10
Huize Berchem
44 Leeuwerik
30
Creutz
16 De Welkom
16
Residentie Ottawa
38 Van Straelenhof
15
Van Straelenhof
22 Harincrode
20
Kronenburg
22 Wolstraat
5
Grisar
24 Kronenburg
6
De Sterlingen
41 Broederminstraat
Lindenhof
32 De Meermin
Lange Batterijstraat
72 ’t Dokske
Zwijgerstraat totaal
18 2 23
9 704
561
4
OCMW-cijferboek 2004 • HUISVESTING
Aantal serviceflats OCMW Antwerpen (31.12.2004) serviceflats
aantal
Hof ter Beke
232
Zwarte Neus
19
Joostens-Lemmé
27
Liberty
34
Ten Gaarde
118
Santiago
34
De Zaan
6
Olijftak
120
Molengeest
60
Kerkeveld
96
Boterlaar
40
Portugesehof
119
Papegaaienhof
24
De Schinde
10
De Brem
107
Zeelbaan
24
Oversnes
114
Valaar
16
Stappaerts
28
totaal
1 228
5
OCMW-cijferboek 2004 • HUISVESTING
Dienstencentra: aantal prestaties op het vlak van voeding en verzorging dienstencentrum
warme maaltijden/dag
bad/ jaar
pedicure/ jaar
kapper/ jaar
was, droog, strijk/jaar
14
0
147
0
0
De Meermin
23
0
152
0
0
Meersenier
27
360
655
242
1 586
De Olijftak
64
269
898
866
4 052
De Zaan
42
0
235
0
0
Den Oever
36
0
225
0
922
Essenhof
12
113
82
516
1 792
Hof ter Beke
79
672
958
1 650
3 066
Liberty
44
237
537
444
349
Santiago
51
168
1 155
2 034
4 329
Ten Gaarde
92
380
550
1 771
3 850
Ter Welen
47
0
1 284
1 536
0
Van Schoonbeke
30
0
142
161
1 100
Zurenborg
16
147
114
100
0
De Meere
54
163
1 044
2 677
6 590
Huize Berchem
36
163
451
543
926
Berendrecht Molengeest
35
463
722
650
698
Borgerhout
De Fontein
59
360
328
1 541
2 570
De Vrijgeweide
44
0
179
151
936
Den Bleek
36
502
325
887
0
Den Drossaert
29
160
298
639
0
0
0
0
0
0
Arena
35
0
1 515
2 748
684
Boterlaer
51
40
178
223
1 029
Kerkeveld
82
0
975
2 163
5 954
Kronenburg
25
173
328
405
1 347
Rozenboom
73
236
391
1 799
639
Blankenberg
41
0
150
274
0
Hagelkruis
31
53
274
647
821
Kleine Heide
44
882
331
1 484
3 621
Portugesehof
71
360
570
1 530
5 974
Victor De Bruyne/ Moretusburg
27
62
461
2 073
1 838
De Brem
57
71
480
354
3 897
‘t Dokske
15
41
54
56
198
De Zeelbaan
58
433
511
1 242
3 234
Oversnes
52
98
2 293
3 986
3 424
Romanza
38
74
231
1 090
1 688
Valaar
40
113
525
2 108
1 449
Antwerpen: De Bilzen
Berchem
Hoge Weg Deurne
Ekeren Hoboken
Merksem
Wilrijk
6
OCMW-cijferboek 2004 • HUISVESTING
RVT-instellingen: aantal woongelegenheden
woongelegenheden RVT RVT Lozannahof, afdeling Romi Goldmuntz
woongelegenheden
totaal
ROB
61
14
75
121
93
214
RVT De Gulden Lelie
53
72
125
RVT Monnikenhof
25
46
71
RVT Vinck-Heymans
95
136
231
RVT Bilzenhof
35
59
94
174
182
366
RVT Gitschotelhof (**)
90
85
175
RVT De Tol
44
58
102
RVT Europasquare
59
58
117
RVT Hof de Beuken
53
97
150
RVT Hoge Beuken
95
63
158
114
100
214
RVT St-Bartholomeus
84
96
180
RVT Bloemenveld (***)
71
56
127
RVT De Goede Tijd
41
21
62
RVT St-Maria
99
80
179
RVT De Pelikaan
42
66
108
Verpleegtehuis Joostens
62
31
193
1 518
1 423
2 941
RVT Lozannahof, afdeling Bogaerts Torfs
RVT St-Anna (*)
RVT Melgeshof
totaal in gebruik (****)
(*) (**) (***)
aantal erkende woongelegenheden in RVT St.-Anna: 408 aantal erkende woongelegeheden in RVT Gitschotelhof: 182 aantal erkende woongelegenheden in RVT Bloemenveld: 135
In principe behoort het het RVT Joostens sedert 1.1.2004 bij het ZiekenhuisNetwerk Antwerpen. Bij wijze van overgang namen we het opnamebeleid en de facturatie nog gedeeltelijk voor onze rekening. (****) het totaal aantal erkende woongelegenheden bedraagt 2 999 (inclusief de instelling Joostens) of 2 806 (exclusief)
7
OCMW-cijferboek 2004 • HUISVESTING
RVT
ROB
400 350 300 250 200 150 100 50
Joostens
De Pelikaan
St.-Maria
De Goede Tijd
Bloemenveld
St.-Bartholomeus
Melgeshof
Hoge Beuken
Hof de Beuken
Europasquare
De Tol
Gitschotelhof
St.-Anna
Bilzenhof
Vinck-Heymans
Monnikenhof
Gulden Lelie
Lozanahof BT
Lozanahof RG
0
RVT-instellingen: aantal residenten naar leeftijd in eigen en privé-instellingen eigen instellingen leeftijd
mannen
vrouwen
privé instellingen totaal
mannen
vrouwen
totaal
20-29 jaar
0
0
0
2
0
2
30-39 jaar
2
1
3
1
0
1
40-49 jaar
4
2
6
9
7
16
50-59 jaar
13
8
21
18
3
21
60-69 jaar
69
45
114
27
14
41
70-79 jaar
162
327
489
35
49
84
80-89 jaar
305
1 119
1 424
33
136
169
90-99 jaar
117
711
828
12
122
134
0
29
29
1
8
9
672
2 242
138
339
477
100-109 jaar totaal
2 914
8
OCMW-cijferboek 2004 • HUISVESTING
RVT-instellingen: totaal aantal residenten volgens leeftijd en geslacht leeftijd
mannen
vrouwen
totaal
20-29 jaar
2
0
2
30-39 jaar
3
1
4
40-49 jaar
13
9
22
50-59 jaar
31
11
42
60-69 jaar
96
59
155
70-79 jaar
197
376
573
80-89 jaar
338
1 255
1 593
90-99 jaar
129
833
962
1
37
38
810
2 581
3 391
100-109 jaar totaal
Net zoals de vorige jaren, valt de sterke vertegenwoordiging op van de leeftijdscategorieën ouder dan 80 jaar (meer dan 75 % van de residenten!). In de categorie ‘jonger dan 60 jaar’ vinden we mensen terug die wegens hun lichamelijke of geestelijke toestand niet zelfstandig kunnen leven en waarvoor er in andere voorzieningen (gehandicaptenzorg) geen plaats is. Ons nursinghome St-Maria beschikt wel over 30 plaatsen voor jonge lichamelijk gehandicapten, maar de vraag is echter groter. Bovendien komen bepaalde personen wegens psychische of sociale redenen niet in aanmerking voor een opname in deze afdeling.
9
OCMW-cijferboek 2004 • HUISVESTING
RVT-instellingen: verdeling van zorgbehoevendheid tussen de verschillende instellingen en binnen de instellingen zelf instelling
ROB
RVT
totaal
O
A
B
C
Cd
B
C
Cd
0
2
9
0
0
24
3
34
72
RVT Lozanahof BogaertsTorfs
56
53
0
0
0
40
27
36
212
RVT De Gulden Lelie
40
20
9
1
2
6
11
36
125
RVT Monnikenhof
23
24
2
0
1
8
5
13
76
RVT Vinck-Heymans
63
36
29
0
0
8
31
57
224
RVT Bilzenhof
21
20
16
0
0
3
10
21
91
RVT St. Anna
121
45
0
0
0
58
15
92
331
RVT Gitschotelhof
39
25
12
8
1
41
12
38
176
RVT De Tol
31
15
8
0
1
10
16
19
100
RVT Europasquare
19
11
21
2
1
2
18
42
116
RVT Hof De Beuken
36
24
30
5
0
0
9
46
150
RVT Hoge Beuken
24
29
6
0
0
18
17
63
157
RVT Melgeshof
35
30
28
0
0
29
27
65
214
RVT St. Bartholomeus
42
22
27
0
0
8
23
56
178
RVT Bloemenveld
37
18
0
0
0
23
21
26
125
9
10
1
1
0
8
12
20
61
RVT St. Maria
41
22
9
1
0
22
19
63
177
RVT De Pelikaan
24
16
16
3
7
8
2
31
107
4
17
7
0
0
49
1
117
195
665
439
230
21
13
365
279
875
2 887
RVT Lozanahof RomiGoldmuntz
RVT De Goede Tijd
Verpleegtehuis Joostens
Wie wordt opgenomen in een rust- en verzorgingstehuis krijgt van de medisch adviseur van zijn/haar ziekenfonds een bepaalde graad van zorgbehoevendheid. Die gaat van O (bijna geen zorgen nodig) tot C (veel zorgen nodig). Aan de hand van deze categorieën betaalt het ziekenfonds aan de instelling een forfaitair bedrag per verblijfsdag.
10
OCMW-cijferboek 2004 • HUISVESTING
RVT-instellingen: kosten voor verblijf, verpleging en verzorging In 2004 bedroegen de verblijfskosten in de rust- en verzorgingstehuizen van OCMW Antwerpen 45 881 545 euro. Dit is gerekend zonder het RVT Joostens dat vanaf 1 januari 2004 bij het Ziekenhuis Netwerk Antwerpen behoort. Hier bedroegen de verblijfskosten 3 446 839 euro. De verblijfskosten werden gedekt door: euro
%
inkomsten van de residenten
27 143 239
60
tussenkomsten door de onderhoudsplichtigen en/of beheerders
12 536 000
27
653 443
1
5 503 197
12
spaargelden van de residenten in beheer bij het OCMW tussenkomst van het OCMW (sociale bijstand)
1%
12 %
27 %
inkomsten residenten spaargelden
60 %
tussenkomst onderhoudspl. tussenkomst OCMW
De tussenkomst van de mutualiteiten (dagforfait) voor verpleging en verzorging bedroeg 34 941 496 euro. Voor RVT Joostens was dit 3 727 017 euro.
11
OCMW-cijferboek 2004 • HUISVESTING
Home Good Engels: hulpverlening algemeen capaciteit
35 plaatsen
volle capaciteit (100 %)
12 810 begeleidingsdagen
gerealiseerde capaciteit
14 347 dagen = 112 % bezetting!
aantal geholpen gezinnen
104
aantal geholpen kinderen
122
aantal opnamen
109
aantal heropnamen
20
Home Good Engels: bezettingspercentage per maand
100
dec.
nov.
okt.
sept.
aug.
juli
juni
mei
april
maart
0
feb.
50
jan.
bezettingsgraad (%)
150
12
OCMW-cijferboek 2004 • HUISVESTING
Home Good Engels: aantal begeleidingsdagen
27,4 %
58,06 % 14,55 %
residentieel
semi-residentieel
ambulant
aantal begeleidingsdagen
percentage
residentieel
8 293
58,06 %
semi-residentieel
2 084
ambulant
3 970
totaal
14 347
14,55 % 27,40 % 100,00 %
13
OCMW-cijferboek 2004 • HUISVESTING
Home Good Engels: verschillende begeleidingsdagen per maand
residentieel
semi-residentieel
ambulant
800 700 600 500 400 300 200 100 0
ja n.
fe b.
m
aa rt
ap ril
m
ei
ju ni
ju li
au g.
se pt
.
ok t.
no v.
de c.
14
OCMW-cijferboek 2004 • HUISVESTING
Home Good Engels: bron van inkomsten van de ouders
bron van inkomsten
aantal kinderen
werkloosheidsuitkering
18
loon
8
leefloon
34
ziektevergoeding
3
toelage levensminimum
4
werkloosheidsuitkering + leefloon als bijpassing
1
loon + leefloon als bijpassing
1
geen inkomsten
19
overlevingspensioen
4
loon + werkloosheidsuitkering
3
uitkering loopbaanonderbreking
1
onbekend
2
onbekend (ambulante begeleiding)
24
totaal
122
15%
20%
2%
7%
1% 2%
3% 16%
27% 1% 1%
3%
werkloosheidsuitkering leefloon levensminimum loon + leefloon overlevingspensioen uitkering loopbaanonderbreking onbekend (ambulante begeleiding)
2% loon ziektevergoeding werkloosheidsuitkering + leefloon geen inkomsten loon + werloosheidsvergoeding onbekend
Van 27,90 % van de kinderen die Home Good Engels in 2004 hielp, zijn de ouders afhankelijk van een leefloon. 14,80 % heeft een werkloosheidsuitkering en 6,50 % een gewoon loon. De ouders van 15,60 % van de kinderen hebben totaal geen inkomsten, wat hun kans op een gezonde ontwikkeling op de verschillende domeinen uiteraard zwaar hypothekeert.
15
OCMW-cijferboek 2004 • HUISVESTING
Home Good Engels: reden van opname of begeleiding reden opname of begeleiding
aantal kinderen
%
totaal aantal
totaal %
1
0,82
6
4,92
24
19,67
14
11,48
8
6,56
55
45,08
geen ouders:
ouder(s) onvindbaar
1
0,82
werk of opleiding ouder(s):
sluiting E-lief
1
0,82
ouder(s) werkuren buiten reguliere dagopvang
1
0,82
ouder(s) volgen opleiding
1
0,82
bevalling moeder
3
2,46
ouder(s) ziek / gekwetst / overbelast thuis
9
7,38
ouder(s) psychisch te ziek om voor kind te zorgen
7
5,74
ouder(s) te verslaafd om voor kind te zorgen
5
4,10
ouder(s) opgenomen in algemeen ziekenhuis
1
0,82
ouder(s) opgenomen in psychiatrisch ziekenhuis
1
0,82
jonger zusje opgenomen in algemeen ziekenhuis
1
0,82
ouder(s) aangehouden of in de gevangenis
1
0,82
13
10,66
geen of ongeschikte huisvesting
7
5,74
financiële problemen
1
0,82
nood aan advies i.v.m. opvoeding en verzorging
23
18,85
pedagogische onmacht
13
10,66
relationele problemen tussen de ouders
13
10,66
mishandeling of risico daartoe
5
4,10
verwaarlozing of risico daartoe
1
0,82
familiale, juridische of administratieve verplichtingen
2
1,64
verblijf in pleeggezin stopgezet / mislukt
3
2,46
moeder minderjarig
1
0,82
ouder(s) laagbegaafd
4
3,28
moeilijk gedrag kind - kindfactor
4
3,28
14
11,48
122
100
122
100
medische problemen gezinsleden:
juridische problemen ouder(s):
ouder(s) illegaal in België materiële problemen ouder(s):
ongunstige interactie voor kind:
allerlei:
totaal
16
OCMW-cijferboek 2004 • HUISVESTING
Home Good-Engels: wat gebeurt er met de kinderen na afronding van de hulpverlening? In 2004 nam de instelling 122 kinderen en hun gezinnen in begeleiding. Begin 2005 was de begeleiding bij 48 kinderen nog niet afgerond, bij 74 kinderen was dit wel het geval. aantal kinderen via bijzondere jeugdzorg
naar een pleeggezin
8
naar een residentieel verblijf
1
naar een adoptiegezin
1
naar huis met ondersteuning
14 subtotaal
niet via bijzondere jeugdzorg
naar huis zonder verdere ondersteuning
24
38
naar huis met verdere ondersteuning
6
naar residentieel verblijf
5
naar moeder-kind afdeling gevangenis
1 subtotaal
50
totaal
74
Gezondheid
Iedereen kan gebruik maken van kwaliteitsvolle gezondheidszorg op maat Gezondheid wordt door de meeste mensen gezien als één van de belangrijkste waarden in het leven. In een stad als Antwerpen doet een aantal gezondheidsproblemen zich in verhoogde mate of in specifieke verschijningsvormen voor. OCMW Antwerpen werkt samen met alle partijen in de gezondheids- of welzijnssfeer om de gezondheid van de Antwerpse burger te garanderen.
45 OCMW-jaarverslag OCMW-jaarverslag 2004 2004 •• GEZONDHEID GEZONDHEID
2004
Onze doelstelling
Een structurele aanpak van gezondheidsproblemen door het opmaken van beleidsplannen Een aantal gezondheidsproblemen is geconcentreerd in bepaalde Antwerpse buurten en wijken en bij bepaalde bevolkingsgroepen. Een belangrijk fenomeen is ook de toenemende vergrijzing in onze stad.
OCMW-jaarverslag 2004 • GEZONDHEID
46
Om dit grondig en efficiënt aan te pakken, maken de verschillende actoren in Antwerpen een gezondheids- en ouderenbeleidsplan op. Het OCMW heeft hierbij een sturende en regisserende rol: wij scheppen een kader waarbinnen organisaties kunnen samenwerken, zorgen voor een gepaste overleg- en communicatiestructuur en waken erover dat iedereen zijn rol zo goed mogelijk kan spelen. Het gezondheidsbeleidsplan heeft als doel: • duidelijkheid te brengen in het uitgebreide aanbod inzake gezondheidszorg; • een analyse van de vraag te maken; • afspraken te maken over het aanbod: overlappingen moeten weggewerkt worden en blinde vlekken ingevuld. Het plan voorziet in duidelijke rollen voor de grote partners en de mogelijke oprichting van een gezondheidsraad. De thema’s van het gezondheidsbeleidsplan zijn ondertussen afgebakend. We hebben werk- of themagroepen samengesteld, een initiatief- en stuurgroep geinstalleerd en afspraken over communicatie gemaakt. OCMW Antwerpen zal het geheel mee trekken, logistieke ondersteuning bieden en de eindredactie verzorgen. Senioren hebben zelf hun schouders gezet onder het ouderenbeleidsplan. Dit bevat aanbevelingen en beleidsopties over alle domeinen die hen aanbelangen, waaronder ook gezondheid.
Uit detijk prak
Linda Houvenaeghel, verzorgende Linda: ‘Ik begon in 1978 als poetsvrouw op het OCMW. Daarna heb ik avondschool gevolgd en zo ben ik als verzorgende terecht gekomen bij de dienst Gezinszorg.’
Levensloopbestendig wonen We werken ook verder aan de uitbouw van ons eigen aanbod. We willen onze dienstverlening zo veel mogelijk in de wijken zelf organiseren en aanbieden. Het principe van levensloopbestendig wonen vindt hoe langer hoe meer ingang. Hierbij gaan we ervan uit dat ouderen zo lang mogelijk menswaardig, kwaliteitsvol én zelfstandig in het eigen huis blijven wonen en zichzelf in de eigen omgeving kunnen redden. Dit houdt een aanbod van thuiszorg en woonzorg in. Een goede afstemming van dit ruime aanbod op de specifieke behoeften van de wijkbewoners is hierbij een must. Onze dienstencentra zullen in de toekomst als woonservicecentra een zeer belangrijke rol spelen in het eigen thuiszorgaanbod. Dit krijgt een centrale plaats in onze dienstverlening. De dienstencentra nemen dan de functie op van wijkgerichte thuiszorgcentra. In 2004 begonnen we met de voorbereidingen van de hervormingen. In 2005 zullen een tiental dienstencentra uitgebouwd worden als woonservicecentra. Andere centra volgen daarna. Uiteraard kunnen we dit niet alleen. We proberen om met alle betrokken partners een visie op en een aanbod inzake wonen, zorg en welzijn uit te werken waarbij de focus vooral (maar niet uitsluitend) op ouderen is gericht. We willen komen tot een platform waarin op stedelijk niveau de uitvoering van (nieuwe) initiatieven wordt besproken, opgevolgd, overlegd en afgestemd.
Zorgloket Om onze dienstverlening naar de mensen te brengen hebben we de stad opgedeeld in 31 aaneengesloten woonservicewijken. Deze zones komen overeen met de wijken die afgebakend zijn voor het stedelijk wijkoverleg. In elke woonservicewijk voorzien we één zorgloket. Dat vervult de rol van neutraal en onafhankelijk platform en centraal aanspreekpunt. Het loket zal laagdrempelige informatie over het volledige zorgaanbod bieden en ervoor zorgen dat klanten hun weg vinden naar de hulp die beantwoordt aan hun vraag of wens. Zeer belangrijk is dat het zorgloket zelf aan actieve detectie doet van kwetsbare senioren. Achter het zorgloket gaat een netwerk van voorzieningen en organisaties schuil. In de loop van 2004 werkten we een eerste zorgloket concreet uit. Het wordt operationeel in Wilrijk. Er
Onder thuiszorg verstaan we het geïntegreerd aanbod van gezinshulp, poetshulp, thuisverpleging, klusjeshulp, personenalarmsystemen en warme maaltijden. Deze diensten dragen er toe bij dat de zorgbehoevende oudere zo lang mogelijk zelfstandig kan blijven wonen en niet zijn intrek moet nemen in een rusthuis.
De leeftijd van de gebruikers van onze poetshulp varieert van 28 tot meer dan 100 jaar. De leeftijdsklasse vanaf 65 jaar is het sterkst vertegenwoordigd met 87,39 %.
OCMW Antwerpen telt drie thuiszorgcentra die elk bevoegd zijn voor een specifiek deel van het grondgebied Antwerpen. Vanuit deze centra coördineren maatschappelijk werkers de verschillende vormen van hulpverlening.
De tarieven voor het gebruik van poetshulp berekenen we aan de hand van de inkomsten en variëren van 0,47 euro tot en met 8,68 euro per uur. Gemiddeld varieert de bijdrage tussen 4,48 euro tot 5,98 euro per uur. We vinden de laagste bijdragen - en bijgevolg dus ook de laagste inkomens - in Antwerpen Centrum (postcode 2000) en de hoogste in Berendrecht, Zandvliet en Lillo.
Gezinszorg
Personenalarmsysteem
Verzorgenden van de dienst Gezinszorg helpen de klanten bij huishoudelijke taken: ze geven hulp bij de hygiënische verzorging, doen een afwasje, regelen boodschappen, maken een wandeling met de klanten, helpen bij de administratie.
Thuiswonende zorgbehoevende senioren kunnen soms in precaire situaties terechtkomen. Wanneer zij dan alleen thuis zijn vormt dit een ernstig probleem. Een personenalarmsysteem (PAS-toestel) kan hier een uitkomst bieden. Het is een alarmtoestel met een draadloos zendertje dat de bejaarde rond de hals kan dragen. Met een druk op de knop activeert hij of zij het alarmsysteem zodat een hulpcentrale verwittigd wordt.
De gemiddelde leeftijd van onze klanten is 76,21 jaar. De jongere gebruikers zijn vooral in het district Antwerpen Noord (postcode 2060) vertegenwoordigd en de oudere in het district Deurne. De tarieven voor gezinszorg zijn vastgelegd in het decreet van de Vlaamse Regering van 26 juli 2001. We berekenen ze aan de hand van het inkomen, de gezinssamenstelling, de BEL-score en facultatieve lasten zoals bijvoorbeeld hospitalisatieonkosten. De gemiddelde laagste uurtarieven (2,98 euro) zijn gesitueerd in Antwerpen Centrum (postcode 2000) en de gemiddelde hoogste uurtarieven (4,11 euro) in Berendrecht, Lillo en Zandvliet. Hieruit besluiten we dat de meest zorgbehoevende alleenstaande senioren met het laagste inkomen in de kernstad wonen.
Poetshulp De dienst Poetshulp zorgt er voor dat de woning van de klant netjes blijft.
De gebruiker betaalt een maandabonnement van 14,87 euro.
Levering van warme maaltijden Wanneer men zelf geen warme maaltijd meer kan bereiden, kan een firma dergelijke maaltijden aan huis leveren. In 2004 werkten we samen met de traiteurdienst van Readyfood. OCMW-klanten kunnen altijd beroep doen op levering van warme maaltijden. Wie een te groot inkomen heeft krijgt geen financiële tussenkomst en betaalt de volledige prijs. Een gewone warme maaltijd kost 4,54 euro en een dieetmaaltijd 5,35 euro. Voor alleenstaanden met een inkomen lager dan 739,42 euro of gezinnen met minder dan 893,48 euro inkomsten voorzien we een tussenkomst.
47 OCMW-jaarverslag 2004 • GEZONDHEID
Thuiszorg draagt bij tot langer zelfstandig wonen
Linda: ‘Ik doe drie posten per dag. Ik heb zes verschillende klanten en bezoek ze minstens tweemaal per week, sommigen elke dag. De helft van mijn klanten heeft een serieuze psychische problematiek en behoefte aan een strak schema. Soms komen er verschillende hulpverleners langs en daarom schrijven we de belangrijkste zaken beknopt in de thuiszorgkaft.’
Uit detijk prak
komt een fysieke balie met een ruim aanbod aan infomateriaal in het dienstencentrum Oversnes, met zitdagen in de dienstencentra Valaar en Romanza. We voorzien een centraal telefoonnummer en een uitgebouwde website. Einde 2005 evalueren we de werking en kijken we samen met de partners of het project wordt voortgezet.
Senioren kunnen ook een warme maaltijd gebruiken in één van onze dienstencentra. Ook dan hebben zij recht op een tussenkomst. In 2004 hebben de dienstencentra in totaal 401 133 maaltijden voorgezet.
Klusjesdienst Wanneer iemands woning of tuin een opknapbeurt nodig heeft, is dit geen taak meer van de poetshulp of de verzorgende. Hiervoor schakelen we de vzw Werkatelier Binnenstad in.
Samenwerkingsinitiatief Thuiszorg in vereffening Het samenwerkingsinitiatief Thuiszorg (SIT) Diamant was een samenwerking tussen verschillende beroepsgroepen die thuishulp brengen in de regio Antwerpen. De Vlaamse Minister van Welzijn verlengde de erkenning van SIT Diamant echter niet. Na het uitput-
2004
Sprekende cijfers
• 387 verzorgenden verleenden bij 1 859 gebruikers 381 010,20 uren gezinszorg. Dat komt neer op een gemiddelde van 24 uren gezinszorg per gebruiker per maand. • 235 poetsvrouwen hielpen bij 2 825 gebruikers; zij presteerden samen 227 325,25 uren poetshulp, dat is een gemiddelde van 9 uren poetshulp per gebruiker per maand. • We verleenden een financiële tussenkomst voor 1 852 aan huis geleverde maaltijden en voor 5 071 maaltijden in de dienstencentra. • We schakelden voor 287 klanten de vzw Werkatelier Binnenstad in die kleine onderhoudswerken uitvoerden. @ Meer informatie vindt u op onze website.
Inhoudelijk zetten de verschillende partijen het werk wel verder omdat in 2006 een nieuw overleg rond eerstelijnsgezondheidszorg opstart. Dit houdt het volgende in: • Iedereen probeert om tot een optimale samenwerking te komen in het kader van thuiszorg en eerstelijnsgezondheidszorg. • De lokale SIT-afdelingen zullen hun rol spelen in het verhaal van levensloopbestendig wonen en de te creëren woonservicewijken. • Elke partner stelt de zorgcoördinatie door middel van zorgplannen in de eigen organisatie op punt, zodat het overleg tussen de verschillende zorgverstrekkers rond de klant/patiënt verbetert.
Linda: ‘De vriendschap en waardering die je van je klanten krijgt geeft me de moed om door te gaan. Wat mij echt blij maakt is een klant die vooruit gaat.’
Uit detijk prak
OCMW-jaarverslag 2004 • GEZONDHEID
48
In 2004 startten we een infocampagne. We verspreidden een algemene folder over onze thuiszorgdiensten onder de verschillende diensten- en sociale centra, de sociale diensten van RVT’s en ziekenhuizen, districtshuizen, externe seniorenwerkingen en ook tijdens evenementen zoals bijvoorbeeld de 50+ beurs. Het resulteerde in een verhoging van vragen voor informatie.
ten van de beroepsmogelijkheden besliste de vzw om in vereffening te gaan omdat de financiële situatie intussen onhoudbaar was geworden.
Nachtzorg is nodig De nood aan hulp en steun stopt vaak niet als de dag ten einde loopt. Mantelzorgers (familie, vrienden, buren ...) leveren dikwijls een sterk gewaardeerde bijdrage in de hulpverlening, maar ook zij hebben voldoende nachtrust nodig. Een gebrek aan professionele nachtzorg kan soms wel eens een reden zijn van opname in een rust- en verzorgingstehuis. OCMW Antwerpen startte met 15 andere erkende organisaties een pluralistisch samenwerkingsinitiatief om nachtzorg te bieden aan ernstig zorgbehoevenden. Omdat het om een proefproject gaat, kozen we er voor om de doelgroep te beperken tot patiënten die zich in een palliatieve, dementerende of chronische ziektetoestand bevinden. De inwoners van de fusiestad Antwerpen en Zwijndrecht kunnen gebruik maken van de hulpverlening die zowel door professionele verzorgers als vrijwilligers gegeven wordt. Een betrokken mantelzorger moet bereikbaar zijn tijdens de nachthulpverlening. De gebruikersbijdrage is bepaald op 25 euro per begonnen nacht, ongeacht het inkomen. Bij nachten langer dan 9 u wordt een toeslag van 1,75 euro per begonnen extra uur aangerekend. Het Pluralistisch Pilootproject Nachtzorg ging van start in maart 2004.
2004
Sprekende cijfers
• Over de periode van maart tot en met december verleende het project Nachtzorg in totaal 6 413 uren hulp thuis; dit zijn ongeveer 706 nachten van 9 u. De twee verzorgenden van OCMW Antwerpen namen hiervan 765 uren bij 33 gebruikers voor hun rekening. • Problematiek van de gebruikers Nachtzorg: 31 % is palliatief, 26 % lijdt aan dementie, 29 % is chronisch ziek en 14 % is een mengvorm van deze problematieken.
In 2003 schakelden we over op een nieuw computerprogramma voor facturatie en patiëntenbeheer. In 2004 moest dan een statistische module worden opgeleverd die gegevens kan verschaffen over de werklast en prestaties per verpleegkundige. De oplevering van deze module werd helaas uitgesteld tot eind maart 2005. Naast het in beeld brengen van de werklast zullen we dan ook in staat zijn om een aantal gegevens aan te reiken aan het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV). Wanneer dat gebeurt kunnen we beroep doen op een bijkomende financiering van het RIZIV.
OCMW-jaarverslag 2004 • GEZONDHEID
49
Thuisverpleging voorkomt of verkort opname Het begrip gezondheid roept bij velen het beeld op van huisartsen en ziekenhuizen. Wie zich niet lekker voelt bezoekt de huisarts en wie ernstig ziek is belandt in het ziekenhuis. Maar daarnaast zijn er nog vele diensten en instellingen die minder in de schijnwerpers staan. Thuisverpleging is zo’n dienst. Professionele verpleegkundigen doen alles wat een verpleegster/verpleger normaal in een ziekenhuis doet, maar dan bij de patiënten thuis. Sommige handelingen komen, in vergelijking met verpleging in andere situaties, wel meer voor in de thuisverpleging: het toedienen van hygiënische zorgen, het geven van insulinespuiten, het verzorgen van wonden, het doen van blaasspoelingen, het geven van hulp aan stomapatiënten, het geven van palliatieve zorgen enzovoort. Door dergelijke verzorging aan huis te bieden probeert de dienst Thuisverpleging om de opnameduur in een ziekenhuis te verkorten of de opname in een rusthuis zo lang mogelijk uit te stellen.
Uit de startblokken
De thuisverpleging vormt een geïntegreerd onderdeel van de thuiszorgcentra. Nieuw is dat we eind 2004 startten met het aanbieden van thuisverpleging in de regio BerendrechtZandvliet-Lillo.
2004
De dienstencentra en de diensten voor gezinszorg en poetshulp verwijzen vele klanten door naar de dienst Thuisverpleging. Deze groep mensen vormt een belangrijk deel van ons klantenbestand. Andere komen bij onze dienst terecht via een doorverwijzing vanuit de ziekenhuizen. Het gaat dan over mensen die het ziekenhuis verlaten, maar nog wel verzorging nodig hebben. Door een toenemende tendens van kortere opnameduur en daghospitalisatie ontslaan de dokters hun patiënten steeds vroeger, wat een extra belasting betekent voor de thuisverpleging.
Thuiszorg draagt bij tot het langer zelfstandig wonen.
2004 OCMW-jaarverslag 2004 • GEZONDHEID
50
Sprekende cijfers
• Gemiddeld verzorgden onze verpleegkundigen 658 verschillende patiënten per maand. • De verpleegkundigen legden 167 364 huisbezoeken af. • We rekenden 398 309 prestaties aan het ziekenfonds aan. Dit zijn verpleegkundige handelingen die opgenomen zijn in de nomenclatuur. Ze worden verrekend via het derdebetalerssysteem. • Het totaal aantal niet-nomenclatuurprestaties bedroeg ongeveer 7 000. Hiervoor betaalde de patiënt een bijdrage van 2 euro. • Meer dan 80 % van de gebruikers zijn 70-plussers, twee op drie zijn vrouwen.
Dieetconsultatie Via mondelinge reclame en een empatische benadering zijn de laatste jaren zowel autochtonen als allochtonen (circa 14 %) vertrouwd geraakt met onze dieetconsultatie. De diëtiste won het vertrouwen van zowel lokale huisartsen als potentiële klanten met drempelvrees. Voor een aantal mensen is het immers niet vanzelfsprekend om met iemand die geen arts is zichtbare lichamelijke problemen te bespreken. De grootste groep klanten van deze dienstverlening vormen de mensen die kampen met overgewicht, al dan niet gecombineerd met een diabetes- en/of cholesterolproblematiek. Niet alleen schrijft de diëtiste een aangepast voedingsschema uit, maar soms begeleidt zij ook langdurig de patiënten om hen gezonde eetgewoonten aan te leren en hen te wijzen op het nut van gewichtscontrole. Sommigen blijven zelfs op consultatie komen na het bereiken van hun streefgewicht. Het RIZIV voorziet de terugbetaling van twee diabetesconsultaties per jaar aan patiënten met een speciale pas. Sedert 1 april 2004 kunnen we volgens het terugbetalingssysteem werken. In 2005 integreren we de dieetconsultatie in het geplande Sociaal Steunpunt Gezondheid op Antwerpen-Kiel.
Sociaal Steunpunt Gezondheid verlaagt de drempel naar gezondheidszorg Het Sociaal Steunpunt Gezondheid is een preventief gezondheidscentrum voor kansarme buurtbewoners uit de Stuivenbergwijk. Zij kunnen er terecht met al hun vragen en bezorgdheden over ziektes, hygiëne, evenwichtige voeding, maar ook met materiële en psychische problemen. Die hebben immers ook een sterke invloed op de gezondheid, zowel lichamelijk als geestelijk. Het sociaal steunpunt coördineert de hulpverlening en maakt afspraken met andere diensten uit de buurt: OCMW-sociale centra, huisartsen en apothekers, mutualiteiten, revalidatiecentra ... De meeste klanten of patiënten komen hier terecht na een verwijzing, maar meer en meer mensen vinden de weg naar het steunpunt ook op eigen initiatief. Net zoals in de sociale centra werken we in het sociaal steunpunt volgens het principe van individuele maatzorg. Zo kunnen we een vertrouwensrelatie met de klanten opbouwen. Ze krijgen er gezondheidsvoorlichting en -opvoeding en we sporen hen aan om een vaste huisarts te zoeken. De vele hulpvragen die we er krijgen delen we grotendeels in vijf hoofdrubrieken in: fysische problemen, psychosociale problemen, problemen op het vlak van hygiëne, algemene informatievragen rond medische items en administratieve aangelegenheden. Het Sociaal Steunpunt Gezondheidszorg richt zich voornamelijk tot OCMW-klanten van de vier sociale centra en de kansarme buurtbewoners van de wijk Antwerpen 2060. Toch wonen er slechts 311 mensen (26 %) effectief in die wijk. Vele van onze klanten bezoeken we in het inloophuis ‘de Steenhouwer’ en het nachtopvanghuis ‘de Biekorf’. In samenwerking met een diëtiste uit het Algemeen Ziekenhuis Stuivenberg gaven we in het verleden regelmatig kooklessen. De nadruk lag op het bereiden van gerechten die bestaan uit gezonde ingrediënten. Jammer genoeg moesten we de samenwerking met de diëtiste stopzetten na de creatie van het ZiekenhuisNetwerk Antwerpen. Vanaf oktober 2004 nam een eigen diëtiste, rechtstreeks verbonden aan het steunpunt Gezondheid, halftijds deze werking over.
OCMW-jaarverslag 2004 • GEZONDHEID
51
De vervoerdienst verzorgt ritten tussen de verschillende RVT’s, ziekenhuiscampussen en brengt onze minder mobiele klanten naar evenementen en activiteiten.
In de loop van 2004 zijn er eveneens gesprekken gestart i.v.m. andere wijkgerichte gezondheidsbevorderende initiatieven.
Uitbreiding naar andere wijken In 2005 zal een nieuw Sociaal Steunpunt Gezondheid openen in de wijk Kiel. Ondertussen is daar nu al een diëtiste actief. Deze bereikte ongeveer 105 patiënten per maand. Het steunpunt Gezondheid Stuivenberg geeft informatiesessies rond gezondheidsvoorlichting en -opvoeding in het inloopcentrum De Steenhouwer. Op langere termijn kunnen we daar eventueel een eigen sociaal steunpunt oprichten.
Sprekende cijfers
• Het Sociaal Steunpunt Gezondheid registreerde 5 114 hulpvragen in 2004. • We tellen 1 179 klanten, waarvan 190 nieuwe de weg naar het steunpunt vonden in 2004. • In ons klantenbestand zijn er evenveel mannen als vrouwen. Bij de mannen is 89 % alleenstaande; bij de vrouwen 86 %. • 60 % van het cliënteel is 60-plus, 17 % is zelfs 80-plus. Velen onder hen zijn gekend in de nabijgelegen dienstencentra ‘Essenhof’ en ‘de Meermin’. • 93 % van het cliënteel maakt aanspraak op een vervangingsinkomen (leefloon, pensioen, werkloosheidsuitkering, invaliditeit, ziekte-uitkering).
2004
Einde 2004 begonnen we gesprekken met de sociale superette PAX. In 2005 willen we graag daar kooklessen geven voor klanten van het sociaal steunpunt en van PAX.
Uit detijk prak
OCMW-jaarverslag 2004 • GEZONDHEID
52
Linda: ‘In 2004 is er weekendwerk en nachtzorg bijgekomen. In onze wijk lopen nog geen dossiers nachtzorg en eigenlijk zijn we daar niet rouwig om. Velen van ons zouden zich hier ‘s nachts niet veilig voelen. Weekendwerk is ook vrij beperkt en zo gespreid dat je maar om de paar maanden weekenddienst hebt.’
We helpen senioren om er te geraken We vormden de vroegere centrale ambulancedienst van het OCMW om tot een vervoerdienst voor senioren. De verschillende wagens en voerders zijn verdeeld over verschillende RVT’s in Antwerpen. Naar aanleiding van de verzelfstandiging van de OCMW-ziekenhuizen in het ZiekenhuisNetwerk Antwerpen (ZNA) richtten we binnen de vervoerdienst een bijkomende cluster op voor de ritten tussen de verschillende ziekenhuizen. Voor het medisch vervoer dat we niet zelf kunnen uitvoeren, werken we samen met de verschillende mutualiteiten en privé-ziekenwagendiensten. Naast het medisch vervoer tussen de ziekenhuizen en de RVT’s besteden we nu ook meer aandacht aan het sociaal-recreatief vervoer voor onze residenten. Ook de gebruikers van de dienstencentra en de thuiszorg vergeten we niet. Zij zullen in de toekomst eveneens gebruik kunnen maken van dit aanbod. We hielden dit in 2004 op een laag pitje omdat we in het eerste werkingsjaar van ZNA onze aandacht en middelen hierop focusten.
2004
Sprekende cijfers
• In 2004 deed de vervoerdienst 19 876 medische ritten in opdracht van onze RVT’s. • Tussen de verschillende ziekenhuiscampussen van ZNA werden 6 974 ritten uitgevoerd. • Voor het sociaal-recreatief vervoer en voor het dagverblijf in Melgeshof telden we 5 978 ritten.
Samenwerking tussen ZNA en OCMW vastgelegd in overeenkomsten Op 1 januari 2004 gingen de OCMW-ziekenhuizen over in een vzw-structuur onder de naam ZiekenhuisNetwerk Antwerpen (ZNA). Omdat de vzw een geheel eigen rechtspersoonlijkheid heeft wilden we onze samenwerking formeel vastleggen. We deden dit in zogenaamde Service Level Agreements (SLA) of dienstverleningsovereenkomsten. Onze samenwerking verloopt op het vlak van: • de levering van medicatie en sterilisatiemateriaal aan de rust- en verzorgingstehuizen; • de werking van klinische biologie in de rusthuizen (laboratoria); • de vervoerdienst senioren en het intercampusvervoer binnen ZNA; • het doorsturen van de signalen van de personenalarmtoestellen naar de ziekenhuizen Stuivenberg, Middelheim en Jan Palfijn; • de administratieve en logistieke dienstverlening tussen de ziekenhuizen en de rusthuizen/dienstencentra; • de levering van warme maaltijden vanuit de ziekenhuiskeukens aan de gebruikers van de dienstencentra; • de functionele binding tussen de rusthuizen en de G- en Sp-diensten van de ziekenhuizen.
2
OCMW-cijferboek 2004 • Gezondheid
3
OCMW-cijferboek 2004 • Gezondheid
Thuiszorg: profiel van de gebruikers poetshulp
27 % man vrouw 73 %
De leeftijd van de gebruikers van onze poetshulp varieert van 28 tot meer dan 100 jaar. De leeftijdsklasse vanaf 65 jaar is het sterkst vertegenwoordigd met 87,39 %. Van de 2 825 gebruikers zijn er 72,69 % vrouwen met een gemiddelde leeftijd van 76,65 jaar en 27,31 % mannen met een gemiddelde leeftijd van 75,93 jaar. We vinden de jongere gebruikers voornamelijk terug in Deurne en de ouderen met een gemiddelde leeftijd van 79 jaar in het district Berendrecht / Zanvliet / Lillo. burgerlijke staat
%
ongehuwd
9,46
gehuwd
17,79
gescheiden
17,32
weduwe of weduwnaar
55,43
totaal
100,00
De tarieven voor het gebruik van poetshulp berekenen we aan de hand van de inkomsten en variëren van 0,47 euro tot en met 8,68 euro per uur. Gemiddeld varieert de bijdrage tussen 4,48 euro tot 5,98 euro per uur. We vinden de laagste bijdragen – en bijgevolg dus ook de laagste inkomens - in Antwerpen Centrum (postcode 2000) en de hoogste in Berendrecht, Zandvliet en Lillo.
Thuiszorg: profiel van de gebruikers gezinszorg
20 %
man vouw 80 %
Het cliënteel voor gezinszorg bestond in 2004 uit 80,09 % vrouwen met een gemiddelde leeftijd van 76,61 jaar en 19,91 % mannen met een gemiddelde leeftijd van 75,82 jaar. De gemiddelde leeftijd is 76,21 jaar. De jongere gebruikers zijn vooral in het district Antwerpen Noord (postcode 2060) vertegenwoordigd en de oudere in het district Deurne. We tellen 72,86 % gebruikers met een BEL-score onder de 35 en 27,14 % gebruikers met een BEL-score boven de 35.
4
OCMW-cijferboek 2004 • Gezondheid
burgerlijke staat
%
ongehuwd
15,96
gehuwd
17,10
gescheiden
18,60
weduwe of weduwnaar
48,34
totaal
100,00
Thuiszorg: profiel van de gebruikers personenalarmsysteem (PAS)
13 %
man vrouw
87 %
In 2004 stellen we een verhoging vast van 224 naar 258 PAS-toestellen. Van de 258 individuele gebruikers zijn er 87,21 % vrouwen en 12,79 % mannen. 5 % zijn zwaar hulpbehoevende jonge personen, 29 % is ouder dan 70 jaar en 66 % ouder dan 80 jaar. Het zijn praktisch allemaal alleenstaanden.
Pluralistisch project Nachtzorg: overzicht problematieken bij patiënten Problematiek van de gebruikers Nachtzorg: 31 % is palliatief, 26 % lijdt aan dementie, 29 % is chronisch ziek en 14 % is een mengvorm van deze problematieken.
14 %
31 %
29 % 26 %
palliatief
dementie
chronisch ziek
mengvorm
Middelen
Elke klant heeft alle middelen die nodig zijn om menswaardig te leven Een menswaardig leven is niet mogelijk zonder een minimum aan middelen. Zonder een basisinkomen geraak je niet aan een woonst, aan gezondheidszorg, aan recht, noem maar op. Het is één van de fundamentele grondrechten die we aan onze klanten moeten garanderen. Maar voor wat hoort wat ...
53 OCMW-jaarverslag OCMW-jaarverslag 2004 2004 •• MIDDELEN MIDDELEN
2004
Onze doelstelling
Wanneer we klanten financiële steun geven, dan is dat geen liefdadigheid. Het kan wel een tijdelijk hulpmiddel zijn, een tussenstap naar financiële onafhankelijkheid. De steun die we geven is altijd afgestemd op de specifieke noden van onze klant. Gaat het om tijdelijke geldnood of om een groeiende schuldenberg? Is een toelage of een voorschot voldoende, of is een echt basisinkomen nodig? Hebben de mensen nood aan begeleiding via schuldbemiddeling of sociaal beheer?
OCMW-jaarverslag 2004 • MIDDELEN
54
Het OCMW helpt op een structurele manier, niet met lapmiddeltjes.We werken steeds op maat van de klant, maar de hulp is niet vrijblijvend. Tegenover het recht op middelen staan ook plichten van de klant. We gaan uit van zijn mogelijkheden en kijken samen op welke manier hij zelf kan werken aan zijn probleemsituatie. Wie zichzelf wil helpen, wordt ook geholpen.
Waar hebben onze klanten recht op? We willen dat onze klanten op een zo normaal mogelijke manier kunnen meedraaien in de huidige samenleving, dat zij m.a.w. geïntegreerd worden in de maatschappij. Geld is vaak het eerste wat zij vragen wanneer ze bij het OCMW terechtkomen. Maar bijna altijd blijken er ook achterliggende zaken te zijn. Daar moeten we eerst naar op zoek. Dikwijls is dit niet zo duidelijk, niet voor de maatschappelijk werkers, maar soms ook niet voor de klanten zelf. Eens we een volledig beeld hebben van de probleemsituatie, kunnen we duurzame oplossingen voorstellen.
Uit detijk prak
Bruno Fiesack, maatschappelijk werker in een sociaal centrum Bruno: ‘Voor elk dossier moet je door een pak administratie heen. Maar je bent natuurlijk met geld bezig. Dat klinkt wel loodzwaar, maar de gemene deler is toch ‘werken met mensen’.
Aan een hulpvraag is steeds een sociaal onderzoek gekoppeld. Dit gebeurt op een objectieve manier. De Raad voor Maatschappelijk Welzijn beslist volgens bepaalde normen en standaarden, niet volgens willekeur. Gezien de noodsituatie waarin klanten dikwijls verkeren wanneer ze ons om hulp vragen, is het be-
langrijk om de tijd tussen de aanvraag, beslissing en uitkering zo kort mogelijk te houden. Om ertoe bij te dragen dat iedereen krijgt waar hij of zij recht op heeft, willen we het centrale aanspreekpunt worden rond sociale zekerheid. Te vaak immers zijn mensen niet op de hoogte van hun recht op bijvoorbeeld werkloosheidsuitkering of weten ze niet welke stappen ze moeten zetten om hun mutualiteit in orde te brengen. We zien het als onze taak om niet enkel informatie te brengen, maar ook om hen op de juiste weg te zetten en desnoods te bemiddelen bij andere diensten. Als OCMW moeten we zorgen dat onze klanten menswaardig kunnen leven. Dit is natuurlijk een ruim begrip. In de huidige samenleving zijn sommige producten of diensten die vroeger als luxeartikelen beschouwd werden alledaags geworden. Het bezit van een telefoon of televisietoestel beschouwen we als normaal; het zich kunnen veroorloven van een gsm of wagen is niet meer uitzonderlijk. De wetgever heeft inmiddels voor sommige zaken minima voorzien waarop iedereen recht heeft, bijvoorbeeld een minimale voorziening van water, gas en elektriciteit. Menswaardig leven heeft ook betrekking op communicatie en mobiliteit. Telefoon kan bijvoorbeeld voor ouderen van levensbelang zijn. De kostprijs mag geen obstakel zijn voor deelname aan het maatschappelijke en/of culturele leven.
Sociale centra spelen een sleutelrol in de hulpverlening Het sociaal centrum is een eerstelijnsdienst. Hier stappen de klanten binnen met hun - vaak erg uiteenlopende - problemen. Tijdens een eerste verkennend gesprek geven ‘intakers’ informatie over onder meer rechten en plichten en over de werking en structuur van het OCMW. In een eerste gesprek met de begeleidende maatschappelijk werker worden dan de meest dringende problemen besproken. Heeft de klant helemaal geen geld of voeding meer dan kunnen we onmiddellijk een geldsom geven om deze eerste moeilijke periode te overbruggen. Is het niet zeker of hij wel recht heeft op financiële hulp of twijfelen we aan de oprechtheid van de vraag, dan kunnen we eventueel een voedselpakket geven. Eerst voert de maatschappelijk werker een sociaal onderzoek uit. Daarna formuleert hij een voorstel tot hulp. De hoofd-maatschappelijk-werker van het
Sommige mensen die het moeilijk hebben om tijdig hun elektriciteitsrekeningen te betalen, kunnen problemen ondervinden om nog een leverancier te vinden. Dit is een gevolg van de vrijmaking van de energiemarkt. De overheid heeft daarom distributienetbeheerders aangeduid om aan deze klanten energie te leveren. Voor het grondgebied van OCMW Antwerpen zijn dit IVEG (voor Kiel en Hoboken) en GeDIS (voor de overige districten). Klanten die een beroep doen op IVEG (Intercommunale voor Elektriciteit en Gas) of GeDIS (Gemeentelijk Samenwerkingsverband voor Distributienetbeheer) krijgen een budgetmeter die hen toelaat elektriciteit te verbruiken via voorafbetalingen. De klant laadt de kaart van de budgetmeter op in een GeDIS- (of IVEG-) klantenkantoor of aan een oplaadpunt naar keuze. Om de afstand tot een oplaadterminal voor de klanten tot een minimum te beperken plaatste GeDIS oplaadterminals in enkele sociale centra. Naast de twee oplaadterminals in de eigen kantoren van GeDIS (Bredabaan te Merksem en de Appelmansstraat in de binnenstad) kan de klant ook terecht in de volgende sociale centra: • Ekeren • Coevelt • Wilrijk • Berchem • Zurenborg • Seefhoek • Dam • Potvliet • Boogkeers • Balans • Stenenbrug In de toekomst kan dit nog uitgebreid worden. Het plaatsen van een oplaadpunt voor de IVEG-budgetmeters in onze sociale centra te Hoboken of Kiel is niet nodig. De hoofdzetel van de maatschappij is gevestigd in de buurt waar de meeste van onze klanten wonen. Voor
Geld maakt niet gelukkig, maar niemand kan zonder We verlenen nog steeds heel wat financiële bijstand. Binnen onze sociale dienstverlening kennen we een uitgebreid pakket van soms sterk uiteenlopende vormen, waarin naast het leefloon bijvoorbeeld ook uitgaven voor geneeskundige bijstand, voor mutualiteitsbijdragen en voor verblijfskosten in onthaaltehuizen zitten.
Leefloon De wet van 26 mei 2002 regelt het recht op maatschappelijke integratie. Dit kan bijvoorbeeld bestaan uit een tewerkstelling en/of een leefloon. Het gaat al dan niet gepaard gaan met een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie. Om een leefloon te krijgen moet de klant aan een aantal voorwaarden voldoen. Wat betreft nationaliteit moet hij tot één van de volgende categorieën behoren: • Belg; • EU-nationaliteit en ingeschreven in het bevolkingsregister; de klant moet een beroep doen op het voordeel van vrij verkeer van werknemers; • staatslozen; • erkende vluchtelingen; • vreemdelingen ingeschreven in het bevolkingsregister. Wie een aanvraag doet voor een leefloon moet meerderjarig zijn (18) of moet als minderjarige aan bepaalde voorwaarden voldoen (ontvoogd door huwelijk, zwanger of al kinderen ten laste hebben). Mensen jonger dan 25 jaar moeten zoeken naar tewerkstelling. In afwachting daarvan kunnen we het leefloon toekennen. Er is geen leeftijdsgrens naar boven. Net zoals voor het bestaansminimum vroeger moet de aanvrager ‘gewoonlijk en bestendig op het
55 OCMW-jaarverslag 2004 • MIDDELEN
2004
Uit de startblokken
Bruno: ‘Ons klantenbestand is een smeltkroes van verschillende doelgroepen met weinig kansen: generatiearmen, daklozen, drugverslaafden. Meer dan de helft van mijn klanten spreekt geen of heel weinig Nederlands, dat maakt het moeilijk. De laatste jaren zijn er veel mensen van het Oostblok bijgekomen die dikwijls hoog geschoold zijn maar ze kunnen hier niet zomaar hun job terug uitoefenen.’
Uit detijk prak
sociaal centrum controleert de dossiers en neemt waar mogelijk bij volmacht concrete beslissingen. Dossiers die afwijken van de standaardnormen legt hij voor aan een Bijzonder Comité waarin de OCMW-raadsleden zetelen. Zij hebben het laatste woord, maar volgen in vele gevallen toch het advies van de maatschappelijk werkers.
grondgebied verblijven’ en hij mag uiteraard niet voldoende bestaansmiddelen hebben of deze kunnen bemachtigen.
2004 OCMW-jaarverslag 2004 • MIDDELEN
56
Sprekende cijfers
• In 2004 keerden we in 8 144 dossiers gedurende één of meerdere maanden een leefloon uit. • We registreerden 3 636 mannen (45 %) en 4 504 vrouwen (55 %) als titularis. • De -25-jarigen vertegenwoordigen 18 % van de totale groep klanten in leefloondossiers. • In elke leeftijdscategorie heerst een vrouwelijk overwicht. • 72 % van de leefloonklanten is Belg. • 56 % is alleenstaand. • We keerden in totaal 31 647 369,15 euro uit aan leefloon. Dit komt neer op 2 637 280,76 euro gemiddeld per maand. @ Meer cijfermateriaal vindt u op onze website.
Levensminimum Mensen die niet voldoen aan de voorwaarden om een leefloon te krijgen, kunnen we financiële hulp bieden onder de vorm van een leefgeld. We noemen deze uitkering een levensminimum.
2004
Sprekende cijfers
• We kenden in 2 210 dossiers gedurende één of meerdere maanden een levensminimum uit. • We registreerden 1 173 mannen (53 %) en 1 037 vrouwen (47 %) als titularis van het dossier. @ Meer cijfermateriaal vindt u op onze website.
Verschillende andere vormen van financiële bijstand Het recht op maatschappelijke integratie is een volledig wettelijk gereglementeerde vorm van hulp. Financiële hulp daarentegen is een vorm van maatschappelijke dienstverlening die onder de bevoegdheid van het OCMW valt.
We onderscheiden drie grote categorieën financiële bijstand: 1. toelagen Toelagen zijn bepaalde vormen van steun waarvan de toegekende bedragen vastliggen en dus steeds op voorhand gekend zijn. Ze worden gewoonlijk ook voor een periode van meerdere maanden toegekend. 2. uitgaven Een uitgave is een uitzonderlijke financiële steun die niet noodzakelijk volgens bepaalde barema’s verloopt. In principe is er geen automatische maandelijkse betaling. 3. waarborgen We kennen de meeste uitgaven ook als waarborg. Hierbij vraagt de maatschappelijk werker meestal, in afwachting van de reële uitgave, een maximumbedrag aan. Op het ogenblik van de afrekening wordt dit dan aangesproken. Verspreid over deze categorieën vallen 26 afzonderlijke types van bijstand. Daarnaast kennen we nog ‘geactiveerde uitkeringen’. Dit is eigenlijk geen echte financiële bijstand, maar een onrechtstreekse loonsubsidiëring.
Toelagen We onderscheiden volgende vormen: • een huurtoelage: een tussenkomst in de kosten van de huishuur; • een verwarmingstoelage: een aanvullende toelage van maximum 14,88 euro per maand, uitgekeerd onder dezelfde voorwaarden als de huurtoelage; • een toelage voor inwonende personen: deze uitkering verlenen we meestal als voorschot op kinderbijslag, of als aanvulling op het levensminimum voor asielzoekers. Zij zijn niet gerechtigd op kinderbijslag als ze kinderen ten laste hebben; • een installatiepremie: een premie voor daklozen die zich vestigen op een vaste verblijfplaats; • een toelage ‘andere bijstand’: een tussenkomst die we geven voor verschillende doeleinden, onder meer • als aanmoedigingspremie bij een tewerkstelling of een opleiding; • als tussenkomst voor telefoonaansluiting en abonnementsgeld voor de installatie van een noodoproep-systeem. We kunnen deze toelage aan behoeftige, alleenstaande bejaarden geven wanneer hun gezondheidstoestand een risico vormt voor het alleenwonen; • als uitkering voor klanten waarvan het inkomen volledig in beslag genomen wordt voor achterstallig onderhoudsgeld; • als zakgeld dat we soms verlenen aan klanten die in een (psychiatrisch) ziekenhuis verblijven.
• een voorschot op het onderhoudsgeld voor kinderen wanneer een alimentatieplichtige zijn (bij vonnis vastgelegde) verplichtingen niet nakomt; • een toelage om de ziekenfondsbijdrage te voldoen.
Uitgaven Er zijn verschillende soorten uitgaven: • uitgave voor plechtige communie of het feest vrijzinnige jeugd. Onze klanten kunnen er bijvoorbeeld kleding mee kopen; • uitgave voor uitzonderlijke financiële bijstand. Dit is een éénmalige uitkering om bijvoorbeeld achterstallige bijdragen voor sociale zekerheid te betalen. Bij achterafbetaling van het leefloon geven we een uitzonderlijke financiële bijstand in leen als voorschot; • uitgave voor verblijfskosten. Het is een bijpassing op het gegeven leefloon om de dagprijs van een erkend onthaaltehuis te betalen; • uitgave voor naturahulp. We doen deze uitgave voor de terugbetaling van materiële aankopen zoals kleding, voor verfraaiing van de woning enz.; • uitgave voor transportkosten. Dit kennen we toe voor terugbetaling van een factuur van verhuiskosten. Soms komt ook ander vervoer in aanmerking, bijvoorbeeld wanneer onze klant omwille van bezoekrecht bij kinderen regelmatig kosten maakt;
• uitgave voor huurwaarborg. Principieel werken we met een ‘papieren borg’, maar soms spreken we toch van een reële uitgave. Dit is het geval bij schadeclaims bij huuropzeg als de huurder de waarborg nog niet volledig stortte. Ook in uitzonderlijke situaties, bijvoorbeeld wanneer een eigenaar of sociale woningmaatschappij enkel akkoord gaat met een huurwaarborg op een geblokkeerde rekening betekent dit voor ons een uitgave; • uitgave voor verpleging en verzorging. Hieronder vallen dokterskosten, ziekenhuiskosten, hospitalisaties, paramedische en bijzondere verstrekkingen, de aankoop van geneesmiddelen of prothesen.
Waarborgen Waarborgen staan we toe enerzijds in situaties waarvan we in eerste instantie niet weten hoeveel de uitgave zal zijn en anderzijds bij een vorm van hulpverlening waarvan we de administratie en de betalingen buiten de registratietoepassing beheren. Dit is het geval bij: • voedselpaketten. In bepaalde omstandigheden geven we aan de klanten voedselpakketten, bijvoorbeeld in afwachting tot we een beslissing kunnen nemen of we al dan niet financiële bijstand geven; • warme maaltijden. Volgens het inkomen van de aanvrager betalen we de gemaakte kosten voor de aan huis bezorgde warme maaltijden terug. Onze klant betaalt eerst zelf zijn maaltijden aan de leverancier en mits een betalingsbewijs keren we een vergoeding uit per genomen maaltijd.
OCMW-jaarverslag 2004 • MIDDELEN
57
2004
Sprekende cijfers
• We telden 1 928 dossiers die niet onder de noemer ‘leefloon’ of ‘levensminimum’ vallen. • We registreerden 1 033 mannen (54 %) en 895 vrouwen (46 %) als titularis van het dossier. • 3 % van de klanten bestaat uit 65-plussers. Zij komen niet altijd in aanmerking voor een bijpassing op het pensioen, maar meestal wel voor een huur- en/of verwarmingstoelage.
OCMW-jaarverslag 2004 • MIDDELEN
58
onze uitgaven voor financiële bijstand in 2004 (euro): toelagen leefloon bestaansminimum levensminimum installatiepremie andere bijstand huurtoelage toelage inwonende personen voorschotten onderhoudsgeld verwarmingstoelage ziekenfondsbijdrage totaal toelagen
31 647 280,76 0,00 9 696 333,32 177 703,34 350 167,49 1 110 802,54 771 585,16 418 900,41 355 574,77 167 051,26
Budgetbeheer: een kijkje in de portemonnee van de klant Onze medewerkers van de dienst Budgetbeheer beheren de inkomsten van klanten met financiële problemen. Enerzijds zijn het mensen die hun geld niet zelf kunnen beheren, anderzijds mensen die omwille van schulden in ernstige moeilijkheden zijn geraakt en de druk van de schuldeisers niet meer aankunnen. Er is geen sprake van gedwongen beheer: we nemen alle beslissingen in samenspraak met de klanten; zij geven vrijwillig een volmacht om hun geld te laten beheren. We innen hun inkomsten en doen daarmee de nodige afbetalingen. Gelijktijdig onderhandelen we met de schuldeisers over uitstel van betaling, afkorting van de schulden, stopzetting of kwijtschelding van de intresten. We kijken ook na of de schuld wel gegrond is. De klant krijgt leefgeld op een bankrekening of via het sociaal centrum waar een maatschappelijk werker hem budgettair en psychosociaal begeleidt. Budgetbeheer gebeurt op vrijwillige basis. De klant kan het beheer altijd schriftelijk opzeggen.
44 695 487,44
uitgaven
totaal uitgaven
totaal geactiveerd bestaansminimum geactiveerd levensminimum
874,23 1 056 734,73 135 768,84 529 244,87 247 582,78 0,00 2 770,67 36 079,01 104 752,97 42 318,54 4 060,13 40 677,65
Bruno: ‘Een doorverwijzing naar de sociale supermarkt PAX is een zinvolle aanvulling op het leefloon. Al mijn klanten zijn heel gelukkig met de superette en ook de meubelhal vinden ze goed. Persoonlijk vind ik de startpakketjes voor ex-daklozen ook een mooi initiatief. Wat zit erin? Borden, tassen, glazen, bestek, de nodige huisraad voor een nieuw begin.’
Uit detijk prak
plechtige communie uitzonderlijke financiële bijstand verblijftehuizen huurwaarborg naturahulp sinterklaasbons transportkosten dokterskosten geneesmiddelen prothesen paramedische verzorging ziekenhuiskosten
2 200 864,42
46 896 351,86 229 417,44 141 286,90
In ongeveer 80 % van de dossiers gaat het over mensen met een zeer grote schuldenlast. In de andere gevallen gaat het over mensen die hun geld niet kunnen beheren en waarin we voor budgetbeheer kiezen om te zorgen dat zij in hun primaire levensbehoeften kunnen voorzien.
@ Meer cijfermateriaal vindt u op onze website.
In bijna elke schuldenlast is minstens één vorm van kortlopend krediet aanwezig (kredietkaarten, budgetlines, debetrekeningen of kaskredieten bij postor-
Als gevolg van de sociaal-economische ontwikkelingen zien we een toename van klanten met financiële problemen die niet in de eerste plaats te wijten zijn aan overkreditering. Wel zijn ze het gevolg van minder inkomsten, bijvoorbeeld doordat zij geen werk hebben of slechts een beperkte ziekte-uitkering krijgen. Hierdoor ontstaan achterstallen op de vaste uitgaven en rekeningen zoals bijvoorbeeld energierekeningen, ziekenhuisfacturen, verzekeringen en belastingen. Dikwijls wordt de maandelijkse huishuur dan ook te hoog in verhouding tot het inkomen. Sommige klanten besteden 50 % van hun inkomen aan huishuur! Financiële problemen kunnen dan niet uitblijven. Enkel het vinden van werk of een verhuis naar een goedkopere woning kan dan een oplossing zijn.
Uit detijk prak
Bruno: ‘Hier zitten heel wat huisjesmelkers in deze buurt. Veel van mijn klanten wachten in een koud en ongezellig kamertje op een sociale woning. Wij leggen nu een lijst aan met slechte panden om te voorkomen dat andere klanten er gaan wonen wanneer iemand verhuist. We werken samen met de Stad Antwerpen en de sociale huurcel van het OCMW.’
Gezien de huidige geautomatiseerde maatschappij moeten onze klanten ook leren werken met een ‘elektronische portemonnee’. Het is tegenwoordig niet meer gangbaar om een bankkantoor binnen te stappen om geld af te halen of te storten. Dit is wel nog altijd mogelijk, maar voor elke transactie mag de bank daarvoor een kost aanrekenen. In een dossier budgetbeheer vermijden we dat natuurlijk het liefst. Daarom openen we voor elke klant ook een afnamerekening. Dit is een rekening die ook op zijn naam staat, maar waarop het OCMW enkel geld kan storten. We gebruiken deze rekening om het leefgeld ter beschikking te stellen. Er is een bankkaart aan verbonden waarmee de klant kan betalen via een C-ZAM-toestel in een winkel en waarmee ze ook geld kunnen afhalen aan de geldautomaten op straat. Met deze rekening kan de klant maximum 20 euro ‘in het rood gaan’. Mensen zijn niet echt meer in de bankkantoren welkom voor cashverrichtingen. Alle verrichtingen moeten via de betaalautomaten gebeuren, maar de kleinste coupure hierin is 20 euro. Een klant die bijvoorbeeld nog maar 9 euro op zijn rekening heeft, kan toch 20 euro ‘uit de muur’ halen. Zijn rekening gaat dan 11 euro in debet. Omdat deze maatregel een beslissing is van de bank zonder inspraak van het OCMW, rekenen ze onze klanten geen debetintresten aan. Voor hen die echt niet met een bankkaart kunnen werken, omwille van een of andere vorm van handicap, een te hoge leeftijd of analfabetisme bijvoorbeeld, kunnen we het leefgeld nog steeds cash uitkeren via het sociaal centrum.
BudgETbeheerSYsteem BETSY Klanten sluiten soms een lening af op het moment dat ze al minder inkomsten hebben. Wanneer ze dan na enkele maanden niet meer kunnen afbetalen, kunnen we voor hen artikel 38 van de wet op het consumentenkrediet niet inroepen. Hun financiële toestand was immers al slecht vóór ze de lening afsloten.
Bankzaken We openen voor elk van onze klanten een budgetbeheerrekening bij DEXIA. Onze medewerkers hebben hierop een volmacht. Andere instanties, bijvoorbeeld de uitbetalingsinstellingen voor pensioenen of kinderbijslag, kunnen er op storten. In principe kan de klant zelf geen geld afhalen van deze rekening. Tot juni 2004 slaagden mensen er toch nog regelmatig in dit wel te doen. De bankinstelling heeft er nu voor gezorgd dat de geldlade niet meer opent wanneer een budgetrekening opgeroepen wordt. Klanten kunnen geen geld meer afhalen van de budgetrekening. Ook vergissingen door de bankbediende zijn zo uitgesloten.
Onze diensten zijn aangesloten op het Publisoftsysteem van DEXIA. Dit is vergelijkbaar met homebanking: overschrijvingen gebeuren rechtstreeks via de personal computer. Nadeel is dat dit systeem alleen bruikbaar is voor betalingen, maar niet voor gegevensregistratie: betalingsoverzichten, statistieken edm. Hiervoor ontwikkelen we een softwareprogramma in eigen beheer. Dit moet klaar zijn in het voorjaar van 2005. Het programma registreert, geeft statistische informatie én is een volledig betaalsysteem met twee grote takken: budgetbeheer en collectieve schuldenregeling. Twee diensten werken naast elkaar in één systeem, maar de gegevens van klanten die van de ene hulp naar de andere overstappen moeten we zo niet meer dubbel inbrengen. We starten met een testfase. Een twintigtal dossiers zullen we gedurende een periode van minstens twee maanden (twee betaalperiodes) opvolgen. Zo kun-
59 OCMW-jaarverslag 2004 • MIDDELEN
derbedrijven). Hierdoor valt onze hulpverlening onder de noemer schuldbemiddeling. Het is daarom belangrijk dat we als OCMW onze erkenning als dienst voor schuldbemiddeling behouden.
sen zijn echter vaak niet op de hoogte van de gevolgen van niet-betaling. Ons inziens zou in het onderwijs tijd en ruimte moeten vrijgemaakt worden om de leerlingen hierin een korte opleiding te geven.
Tijdig hulp inroepen
De schulden zijn afgelost. Wat nu?
Kenmerkend voor klanten met een overmatige schuldenlast is meestal het feit dat zij pas beroep doen op de hulp van een sociale dienst wanneer hun toestand uitzichtloos is geworden. Op dat ogenblik volstaat het verlenen van budgetbegeleiding meestal niet meer om uit de problemen te geraken. Het voeren van budgetbeheer is dan de enige hulp die een oplossing kan bieden.
Na het OCMW-budgetbeheer zijn onze klanten dikwijls niet meer gewoon om alle rekeningen zelf te krijgen en ze te betalen. Er bestaat een reële kans dat ze opnieuw schulden maken. Deze kans zou sterk verkleinen als we hen een afbouwperiode zouden kunnen laten doorlopen. Dit is echter een taak die de wijkmaatschappelijk werkers zouden moeten opnemen (zie verder). In 2005 plannen we besprekingen met de verschillende verantwoordelijken om na te gaan in hoeverre zij budgetbegeleiding kunnen opstarten na het beëindigen van het budgetbeheer.
Twee factoren kunnen voorkomen dat klanten in een uitzichtloze situatie terechtkomen. Een tijdige herkenning van het probleem is belangrijk. Wanneer de klant dan start met een budgetbegeleiding kan de financiële toestand globaal worden aangepakt. De maatschappelijk werkers in de sociale centra doen door tijdsgebrek niet veel meer dan aan symptoombestrijding. Zij pakken louter de meest dringende problemen aan waarmee de klant zich aanbiedt: deurwaardersbeslag, uitdrijving uit de woonst, dreigende afsluiting van de energievoorziening enzovoort. De dienst Schuldbemiddeling vangt ondertussen deze leegte gedeeltelijk op. Een nadeel hierbij is wel dat zij de klant niet regelmatig begeleiden. Hij richt zich enkel tot de dienst wanneer er zich (opnieuw) problemen voordoen op het vlak van afbetalingen. In tegenstelling tot budgetbeheer houdt de klant bij budgetbegeleiding wel de verantwoordelijkheid over zijn eigen uitgaven. Er zijn dan meer aangrijpingspunten om het bestedingspatroon te beïnvloeden en de inkomsten te leren budgetteren. Hiervoor ontwierpen we de nodige hulpmiddelen en een handleiding voor de te gebruiken methodes. Deze zaken staan ter beschikking van alle maatschappelijke werkers. Eigenlijk zou budgetbeheer alleen mogen starten wanneer budgetbegeleiding geen oplossing biedt. Tijdsgebrek van de maatschappelijk werker zou de keuze van hulpverlening niet mogen beïnvloeden.
Preventie is nog altijd best De schuldenlast van onze klanten wordt alsmaar complexer. Hoe langer hoe meer zien we mensen wiens inkomen te laag is om effectief schulden af te betalen. Vele jongeren hebben al op vrij jonge leeftijd een schuldenberg. Deze is vaak het gevolg van overconsumptie. De reclame heeft hier een groot aandeel in en geeft het beeld dat vrijwel alles voor iedereen bereikbaar is. Men-
Sprekende cijfers
2004
OCMW-jaarverslag 2004 • MIDDELEN
60
nen we snel eventuele fouten detecteren en aanpassen. Als alles volgens plan verloopt, zou het softwarepakket in het derde kwartaal van 2005 volledig in gebruik worden genomen.
• Op 31 december 2004 telden we 627 lopende dossiers budgetbeheer. • We startten 182 nieuwe begeleidingen op; hiervan zijn twaalf klanten ‘oudgedienden’: zij komen een tweede maal onder beheer nadat ze vorige maal volledig uit de schulden waren. • We sloten 163 dossiers af. Hiervan hadden we er 27 in de loop van 2004 opgestart. • 47 klanten werden schuldenvrij (d.i. 28,83 % van de afgesloten dossiers); 19 hiervan (40 %) stonden tussen de twee en vijf jaar onder beheer, terwijl 10 klanten schuldenvrij werden binnen een periode van 1 jaar (21 %). 14 klanten (29,7 %) hebben er langer dan 5 jaar over gedaan vooraleer alle schulden waren opgelost. • We sloten 17 dossiers af omdat we ze overdroegen aan de dienst Schuldbemiddeling voor het opstarten van een collectieve schuldenregeling. • De helft van onze klanten zijn alleenstaande mannen. 34,6 % zijn alleenstaande vrouwen: iets minder dan de helft hiervan hebben kinderen ten laste. 49 % van de klanten zit in de leeftijdsgroep tussen de 30 en 50 jaar. @ Meer cijfermateriaal vindt u op onze website.
In samenwerking met vzw Schuldoverlast en het Centrum voor Algemeen Welzijnswerk (CAW) Visserij ontwikkelden we in 2004 een ‘Budgetplanner’. Met dit document kunnen klanten hun gezinsbudget overzichtelijk opvolgen. Het geeft een beeld hoe hun budget is samengesteld, welke rekeningen zij moeten betalen, wat er nodig is om te leven en wat er dan nog over blijft in de portemonnee.
Budgetbegeleiding in de sociale centra De maatschappelijk werkers in de sociale centra startten indien nodig een dossier budgetbeheer op, bemiddelden of verwezen klanten door naar de dienst Rechtshulp-Schuldbemiddeling. In de mate van het mogelijke namen zij de budgetbegeleiding op voor klanten met een actief hulpverleningsdossier. We erkennen de nood aan een doorgedreven budgetbegeleiding. Het aantal klanten en de complexiteit van de dossiers beïnvloeden echter erg het aantal begeleidingen. Er zijn geen cijfers beschikbaar voor 2004: deze dienstverlening registreren we niet.
We stelden de budgetplanner voor op 5 oktober 2004 met een persconferentie. Om de lees- en bruikbaarbaarheid te verzekeren, betrokken we enkele ‘verenigingen waar armen het woord nemen’ bij de opmaak en de inhoud. Zo konden we rekenen op medewerking van vzw ‘t Vergiet (Gent), vzw Recht-Op (Antwerpen) en vzw ‘t Verbruikersateljee (Brussel). Voor dit project kregen we financiële steun van de Koning Boudewijnstichting en Welzijnszorg. Dat liet ons toe om alle OCMW’s en CAW’s van Vlaanderen en Brussel gratis exemplaren te bezorgen. Naast de gedrukte versie ontwikkelden we ook een elektronische variant. Deze is beschikbaar via onze website www.ocmw.antwerpen.be.
Klanten kopen levensmiddelen en meubelen tegen sterk verlaagde prijzen In april 2004 huldigden we het gebouw Pax in. Hiermee schoot een nieuwe hulpverlening uit de startblokken. Zaal Pax herbergt een sociale superette en een meubelhal voor onze klanten. Het is ook een plaats waar enkele van onze klanten werkervaring kunnen opdoen. In de meubelhal annex herstelatelier recupereren we zoveel mogelijk goederen, zodat we een ruim en degelijk aanbod kunnen geven van meubels en kleine huishoudtoestellen. Deze krijgen we meestal door ontruimingen van woningen van klanten die definitief naar een instelling gaan en door schenkingen.
Met een budgetplanner kunnen klanten hun gezinsbudget overzichtelijk opvolgen.
We kijken de meubelen en de huisraad na of ze nog bruikbaar zijn en desgewenst voeren we in het eigen herstelatelier kleine reparaties uit. Daarna stellen we ze te koop in de meubelhal. In principe kan iedereen er terecht, ook niet OCMW-klanten. Onze prijzen zijn vergelijkbaar met deze in de Kringwinkels. We geven wel belangrijke kortingen aan OCMW-klanten die de sociale diensten naar ons doorverwijzen. Deze korting kan oplopen tot 80 % van de verkoopprijs.
61 OCMW-jaarverslag 2004 • MIDDELEN
Een samenwerking met allerlei partners leidt tot de Budgetplanner
Bruno: ’De opening van PAX in 2004 was een goede zaak. Verder vind ik de taalbaden die nu op volle toeren draaien echt noodzakelijk om onze niet-Nederlandstalige klanten te kunnen integreren.’
Uit detijk prak
2004
Uit de startblokken
De vraag naar goederen is groter dan het aanbod. Vooral bedden, kleerkasten, koelkasten en wasmachines worden veel gevraagd. Aan deze vraag kunnen we niet beantwoorden. Onze medewerkers leverden 173 maal goederen thuis. We monteren de meubels ter plaatse. De sociale superette kwam tot stand dankzij een privaat-publieke samenwerking met Carrefour. Zij leveren tal van goederen die in de gewone Carrefourwinkels niet meer te verkopen zijn wegens breekschade van de paletten. De goederen zelf zijn niet beschadigd en hun houdbaarheidsdatum is zeker niet verstreken. Het gaat voornamelijk over droge voeding, onderhoudsproducten, lichaamverzorgingsproducten en kledij.
OCMW-jaarverslag 2004 • MIDDELEN
62
We verkopen de goederen aan de klanten aan 20 % van de werkelijke winkelwaarde. Per maand kan onze klant 20 euro per volwassene en 12 euro per kind besteden in de sociale superette. Dit lijkt misschien niet veel, maar de tegenwaarde van de verkochte producten ligt wel vijf maal hoger. Al van bij de aanvang hebben we het aantal klanten sterk moeten begrenzen. We stelden een maximum van 250 voorop. Onze keuze viel in eerste instantie op OCMW-klanten uit de omliggende wijken. Maatschappelijk werkers van de betrokken sociale centra verwijzen klanten door voor wie de nood het hoogst is. Na een bescheiden start kende het klantenbestand een gestadige groei tot op het moment waarop Carrefour de levering van goederen verhoudingsgewijs niet kon waarmaken. Daarop haakten sommige actieve gebruikers af of kochten zij minder goederen van het hen toegestane budget. Suiker, drank en kledij verkopen het best. We realiseren de grootste financiële omzet met kledij, koffie en wasproducten. Dit zegt ons inziens momenteel weinig over de interesse van de individueel winkelende klant, maar meer over het aanbod van goederen.
2004
Sprekende cijfers
• We telden 260 klanten in de meubelhal. Niet iedereen vindt wat hij zoekt; ongeveer de helft konden we verder helpen met huisraad. • In het atelier herstelden we 125 meubelstukken. Het betreft kleine aanpassingen zoals het aanbrengen van nieuwe scharnieren, vernissen ... • In de meubelhal realiseerden we een omzet van 40 417,85 euro. We inden effectief 11 352,43 euro en stonden voor 29 065,42 euro aan kortingen toe.
• Eind 2004 hadden 163 gezinnen een actief dossier voor de sociale superette. • Klanten van de sociale superette zijn vooral vrouwen: 76,90 %. • 70,70 % van de gebruikers heeft de Belgische nationaliteit. We merken wel op dat de etniciteit niet in beeld komt. • We bereiken momenteel veel alleenstaanden (51,80 %) en alleenstaande ouders (19,70 %), samen goed voor 71,50 % van ons klantenbestand. • Gebruikers van de superette zijn veelal langdurig klant van het OCMW: 35,90 % is langer dan 5 jaar klant, 70,30 % is langer dan 2 jaar klant, 12,50 % is minder dan zes maanden klant van het OCMW. • We noteerden een omzet van 23 340,48 euro. Per geopende dag betekent dit gemiddeld 424,35 euro. @ Meer cijfers vindt u op onze website.
Achterafbetalingen Tot en met 2003 betaalden we de financiële hulp aan de klanten vooraf uit. De steun van februari gaven we op het einde van januari, einde februari keerden we de financiële hulp van maart uit enzovoort. Omdat we bij de berekening van het leefloon naar de inkomsten van de lopende maand moeten kijken, leidde dit dikwijls tot terugvordering van teveel uitbetaalde hulp. Daarom schakelden we voor alle nieuwe aanvragen in 2004 over naar een achterafbetaling van de uitkering. De financiële hulp van februari wordt dan uitgekeerd op 1 maart, de uitkering van maart op 1 april. Niet alleen moeten we zo niet meer terugvorderen, maar deze wijziging heeft voor de klant ook het voordeel dat onze uitkering beter aansluit op de uitbetalingswijze van andere sociale uitkeringen. Een aanvraag in het begin van de maand heeft nu wel tot gevolg dat een eerste uitkering pas de maand daarop volgt. Hierdoor kan onze klant in financiële moeilijkheden komen. Om dit te vermijden hebben we een aantal maatregelen genomen. We kunnen een voorschot in leen geven of een niet terugvorderbare overbrugging. Soms kunnen we de financiële steun vervroegd instellen. Hiermee wijken we af van het principe dat de hulp in voege gaat vanaf de datum van aanvraag. Op het einde van 2004 betaalden we in 44,41 % van de dossiers achteraf.
OCMW-jaarverslag 2004 • MIDDELEN
63
Eersteleeftijdsmelk Kwaliteitsvolle voeding gedurende het eerste levensjaar van het kind is zeer belangrijk voor een optimale fysische, psychische en verstandelijke ontwikkeling. Kind en Gezin adviseert hiervoor het geven van borstvoeding. We stellen echter vast dat kansarmen dit niet zo vaak doen. Poedermelk is duur zodat zij vaak kiezen voor minderwaardige voedingsalternatieven zoals aangelengde koemelk. Hierdoor worden de kansen van deze kinderen op een optimale ontwikkeling al van bij de aanvang gehypothekeerd. Om dit te voorkomen geven we sinds oktober 2003 een tussenkomst in de kosten voor aankoop van eersteleeftijdsmelk. Kind en Gezin verwijst kansarme klanten hiervoor naar het OCMW. De ouders kopen de voeding zelf aan en krijgen het aankoopbedrag volledig terugbetaald in het so-
ciaal centrum. Deze werkwijze vormt voor een aantal klanten toch nog een hoge drempel. Daarom werken we nu aan een nieuwe regeling zodat de ouders de voeding gratis kunnen ophalen in een apotheek. Deze zal dan aan het OCMW factureren. Zo schakelen we een tussenstap voor de klanten uit.
Een Europese richtlijn verbiedt Kind en Gezin om vanaf 1 oktober 2003 nog langer gratis eersteleeftijdsmelk te verstrekken. Dit is voeding die baby’s krijgen gedurende de eerste vier levensmaanden. Hiermee wil de Europese Gemeenschap het geven van borstvoeding stimuleren. De tweedeleeftijdsmelk, geschikt vanaf de vijfde levensmaand, mag Kind en Gezin nog wel verder verdelen.
OCMW-jaarverslag 2004 • MIDDELEN
64
2
OCMW-cijferboek 2004 • Middelen
OCMW-cijferboek 2004 • Middelen
3
Nationaliteit van onze klanten die leefloon krijgen (2004):
14% 6%
Belg
8%
Europa vluchteling andere
72%
Belgen
72 %
(56 % vrouwen en 44 % mannen)
Europeanen
8%
(54 % vrouwen en 46 % mannen)
erkende vluchtelingen
6%
(43 % vrouwen en 57 % mannen)
andere nationaliteiten
14 %
(43 % vrouwen en 57 % mannen)
Feitelijke woonsituatie van onze klanten die leefloon krijgen (2004)
gezin
4 250
646
andere samenw. alleenstaand instelling
892
éénoudergez.
5 1 814
co-ouderschap
23
mannen
vrouwen
totaal
samenwonend gezin
491
401
892
andere samenwoonst
322
324
646
alleenstaanden
2 389
1 861
4 250
éénoudergezin
110
1 704
1 814
co-ouderschap
2
3
5
17
6
23
3 331
4 299
7 630
instelling totaal aantal onbekend of missings: 514
4
OCMW-cijferboek 2004 • Middelen
De groep 'alleenstaanden' is het sterkst vertegenwoordigd (56 % van de totale groep leefloontrekkers). In deze categorie, samen met de groep ‘wonende in instelling’ is er een mannelijk overwicht. Het éénoudergezin neemt 24 % van de leefloontrekkers voor zijn rekening, gevolgd door ‘samenwonend gezin’ met 12 %. De groep 'andere samenwoonst' is goed voor 8 %.
Wettelijke bedragen van het leefloon in 2004 408,89 euro per maand
voor iemand die met één of meerdere personen samenwoont (categorie 1)
613,33 euro per maand
voor alleenstaanden (categorie 2)
715,55 euro per maand
voor alleenstaanden die recht hebben op een verhoogd bedrag (omwille van verschuldigd onderhoudsgeld of co-ouderschap) (categorie 3)
817,77 euro per maand
voor iemand die samenwoont met hetzij een minderjarig ongehuwd kind te zijnen laste, hetzij meerdere kinderen, onder wie minstens één ongehuwde minderjarige te zijnen laste (categorie 4)
OCMW-cijferboek 2004 • Middelen
5
Evolutie van het aantal dossiers levensminimum (2002 - 2004) 4 000
3 517
3 000
2 411
2 210
2 000 1 000 2002
2003
2004
De afname van het aantal dossiers waarin we een levensminimum toekenden is mogelijk te verklaren door de invoering van het leefloon in oktober 2002. Voor deze uitkering gelden soepelere nationaliteitsvoorwaarden dan voor het bestaansminimum zodat meer mensen er aanspraak op kunnen maken.
Nationaliteit van onze klanten die een levensminimum krijgen (2004):
76 % Belg Europa vluchteling 1%
andere 22 %
Belgen Europeanen vluchteling andere
1%
1%
waarvan 64 % vrouwen en 36 % mannen
22 %
waarvan 55 % vrouwen en 45 % mannen
1%
waarvan 47 % vrouwen en 53 % mannen
76 %
waarvan 44 % vrouwen en 56 % mannen
6
OCMW-cijferboek 2004 • Middelen
Evolutie van het aantal rechthebbenden op een levensminimum (2002 - 2004) 4 000
3 524
3 500 3 000 2 411
2 500
2 210
2 000 1 500 1 000
2004
2003
2002
500
Gemiddelde maandelijkse uitgaven voor levensminimum in euro (2000-2004)
1 400 000
1 204 229
1 200 000 1 000 000
824 119
808 028
800 000 600 000 400 000 200 000 2002
2003
2004
OCMW-cijferboek 2004 • Middelen
7
Nationaliteit van onze klanten die aanvullende financiële bijstand kregen (2004)
77 %
0%
Belg Europeaan vluchteling andere
23 % 0%
Belgen Europeanen vluchtelingen andere nationaliteiten
0,3 %
(daarbinnen zijn 50 % vrouwen en 50 % mannen)
22,7 %
(daarbinnen zijn 43 % vrouwen en 57 % mannen)
0,2 %
(daarbinnen zijn 47 % vrouwen en 53 % mannen)
77,3 %
(daarbinnen zijn 43 % vrouwen en 57 % mannen)
8
OCMW-cijferboek 2004 • Middelen
Evolutie van het aantal dossiers huurtoelage (2001 - 2004) 3 500
3 101
3 061
2 834
3 000
2 496
2 500 2 000 1 500 1 000 500
2001
2002
2003
2004
We zien een daling van 338 dossiers ten opzichte van 2003. Het gemiddeld aantal dossiers per maand was 1 884.
Evolutie van de uitgaven voor huurtoelage (2001 - 2004) 1 500 000 1 243 380
1 138 980
1 110 803
euro
1 000 000
1 175 381
500 000
2001
2002
2003
2004
Na een stijging in de jaren 1997-1999 die te wijten was aan een versoepeling van de toekenningsvoorwaarden, treedt er in 2000 en 2001 een lichte daling op. In 2002 stijgen de uitgaven terug lichtjes, om vanaf 2003 terug te dalen. De daling van het aantal dossiers heeft uiteraard een daling van de uitgaven tot gevolg.
OCMW-cijferboek 2004 • Middelen
9
Evolutie van het aantal dossiers verwarmingstoelage (2001 - 2004) 4 000
3 715 3 457
3 500
3 169 2 796
3 000 2 500 2 000 1 500 1 000 500 2001
2002
2003
2004
Het totaal aantal verschillende dossiers met een verwarmingstoelage daalt in 2004 met 373 ten opzichte van 2003. Deze daling, die al was ingezet in 2002, is mogelijk te danken aan de verhoging van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden.
Evolutie van de uitgaven voor verwarmingstoelage (2001 - 2004) 1 000 000
899 772
900 000 800 000
euro
700 000
566 832
600 000 500 000
392 204
400 000
355 575
300 000 200 000 100 000 2001
2002
2003
2004
De verwarmingstoelage volgt de trend van de huurtoelage. Gezien de voorwaarden tot toekenning identiek zijn, zijn gelijklopende trends voor beide vormen van hulpverlening een logisch gevolg. Vanaf 2000 vindt ook hier een daling plaats van de uitgaven die zich tot in 2004 verder zet.
10
OCMW-cijferboek 2004 • Middelen
Evolutie van het aantal dossiers met een 'toelage voor inwonende personen' (2002 - 2004) 643
700
594
600
529
500 400 300 200 100 0 2002
2003
2004
Het totaal aantal verschillende dossiers voor deze toelage daalt met 65 eenheden naar 529 dossiers. Dit zijn er gemiddeld 236 per maand.
Evolutie van de uitgaven voor 'toelage voor inwonende personen' (2001 - 2004) 1 200 000 1 000 000
euro
800 000 600 000 400 000 200 000
2001
2002
2003
2004
OCMW-cijferboek 2004 • Middelen
11
Evolutie van het aantal dossiers met een 'installatiepremie' (2001 - 2004) 200 180 180
160 140 143
120 100 80
107
92
60 40 20 0 2001
2002
2003
2004
Het aantal dossiers waarin we een installatiepremie verleenden, was stabiel in de periode 1997 1999. In 2000 daalde het aantal verschillende dossiers echter om in 2001 tot het dieptepunt van 92 te zakken. Vanaf 2002 nemen we weer een lichte stijging waar die zich ook doorzet in 2003 en 2004.
Evolutie van de uitgaven voor een 'installatiepremie' (2001 - 2004)
200 000 180 000 160 000
175 381
euro
140 000
177 703
120 000 100 000 80 000 60 000
79 363
93 640
40 000 20 000 2001
2002
2003
2004
12
OCMW-cijferboek 2004 • Middelen
Evolutie van het aantal dossiers met een 'toelage andere bijstand' (2001 - 2004)
1 600
1 406
1 400 1 200 1 000
837
800
677
701
600 400 200 2001
2002
2003
2004
In 1999 brachten we een specifieke verhoging van bepaalde pensioenen niet in rekening. Hierdoor steeg het aantal verschillende dossiers van 392 in 1999 naar 1 426 in 2000. In 2001 blijft dit ongeveer op hetzelfde punt staan. Voor 2002 nemen we echter een daling waar van 569 dossiers. Deze daling zet zich in 2003 door, maar in 2004 zien we een lichte stijging van 34 dossiers ten opzichte van 2003.
Evolutie van de uitgaven voor 'andere bijstand' (2001 - 2004) 450 000
388 303
400 000 350 000
euro
300 000
362 272
379 686
350 167
250 000 200 000 150 000 100 000 50 000 2001
2002
2003
2004
OCMW-cijferboek 2004 • Middelen
13
Evolutie van het aantal dossiers met 'voorschotten op onderhoudsgeld' (2001 - 2004)
300 250 252 200
252
229
211
150 100 50 0 2001
2002
2003
2004
De wettelijke verplichting tot het verlenen van voorschotten op niet betaald onderhoudsgeld voor kinderen ten laste kreeg steeds meer bekendheid. Het aantal klanten voor deze vorm van hulpverlening liep gestadig op. In 2004 zien we evenveel dossiers dan in 2003.
Evolutie van de uitgaven voor 'voorschotten op onderhoudsgeld' (2002 - 2004) 450 000 400 000 350 000
euro
300 000
415 073
418 900
2003
2004
356 391
250 000 200 000 150 000 100 000 50 000 2002
Deze hulpverlening is volledig wettelijk bepaald. De stijging van het aantal dossiers en de uitgaven zijn voor een deel te wijten aan een versoepeling van de regelgeving. De inkomensvoorwaarden verruimden zodat meer klanten dan vroeger in aanmerking komen. De hulp kan stoppen bij regelmatige betaling van de onderhoudsplichtige of wanneer de klant afziet van deze tegemoetkoming. Onze klanten krijgen deze toelage meestal voor lange tijd.
14
OCMW-cijferboek 2004 • Middelen
Evolutie van het aantal dossiers met een toelage 'ziekenfondsbijdrage' (2002 - 2004) 4 000
3 513
3 500 3 000 2 500 2 000 1 991
1 500 1 000
1 194
500 2002
2003
2004
Evolutie van de uitgaven voor 'ziekenfondsbijdrage' (2002 - 2004)
331 594
350 000 300 000
euro
250 000 200 000 150 000
167 051
100 000 50 000
99 930
2002
2003
2004
Gemiddeld gaven we 13 921 euro per maand uit aan ziekenfondsbijdragen in 2004. In 2003 was dit het dubbele: 27 633 euro.
OCMW-cijferboek 2004 • Middelen
15
Evolutie van het aantal dossiers met een uitgave voor communiefeest of feest van de vrijzinnige jeugd (2002 - 2004)
7 6
6
5
5
4 3 2 1
1
0 2002
2003
2004
Het aantal maal dat wij een uitgave voor communie of feest vrijzinnige jeugd deden, is de laatste jaren extreem laag.
Evolutie van de uitgaven voor communiefeest of feest vrijzinnige jeugd (2002 - 2004) 1 800
1 596
1 600 1 400
euro
1 200 1 000
874
800 600 400 200
114 2002
2003
2004
Het bedrag van de uitgave voor plechtige communie of feest van de vrijzinnige jeugd is verwaarloosbaar klein.
16
OCMW-cijferboek 2004 • Middelen
Evolutie van het aantal dossiers met een uitgave voor uitzonderlijke financiële bijstand (2001 - 2004) 3 500
3 274
3 000 2 500 2 000 1 500
1 741
1 696
2001
2002
1 931
1 000 500
2003
2004
Uitzonderlijke financiële bijstand verlenen we zeer frequent. In 2003 tellen we 235 dossiers meer ten overstaan van 2002. In 2004 merken we een zeer sterke stijging: 3 274 dossiers.
Evolutie van de uitgaven voor uitzonderlijke financiële bijstand (2001 - 2004) 1 200 000 1 000 000
1 056 735
euro
800 000 696 428
600 000 400 000
546 936
567 018
200 000
2001
2002
2003
2004
OCMW-cijferboek 2004 • Middelen
17
Evolutie van het aantal dossiers met een uitgave voor verblijfskosten (2001 - 2004)
400 350
368
361
337
300
359
250 200 150 100 50 0 2001
2002
2003
2004
Het gemiddeld aantal dossiers per maand waarin we een uitgave optekenen voor verblijfskosten blijft quasi gelijk over de verschillende jaren heen: 79
Evolutie van de uitgaven voor verblijfskosten (2001 - 2004) 160 000 140 000 135 769
120 000 euro
100 000
107 620 96 780
80 000 60 000
80 765
40 000 20 000 2001
2002
2003
2004
18
OCMW-cijferboek 2004 • Middelen
Evolutie van het aantal dossiers met een uitgave voor naturahulp (2001 - 2004)
1 600
1 382
1 400 1 200 1 000
1 145
1 259
1 154
800 600 400 200 2001
2002
2003
2004
De hier in kaart gebrachte naturahulp omvat uitsluitend tegoeden en geen waarborgen.
Evolutie van de uitgaven voor naturahulp (2001 - 2004) 350 000
304 295
300 000
euro
250 000 200 000
247 583
249 666 219 864
150 000 100 000 50 000
2001
2002
2003
2004
Deze grafiek toont ons de financiële implicaties van de dossiers waarin we effectieve uitgaven deden voor naturahulp. De dossiers met waarborgen zijn hierin niet opgenomen.
OCMW-cijferboek 2004 • Middelen
19
Evolutie van het aantal dossiers met een uitgave voor transportkosten (2002 - 2004)
40
37
35 30 25 21
20 15
17
10 5 0 2002
2003
2004
Het betreft hier uitsluitend dossiers met een rechtstreeks tegoed.
Evolutie van de uitgaven voor transportkosten (2002 - 2004) 7 000
6 122
6 000
euro
5 000 4 000 3 000
2 771
2 000
2 503
1 000
2002
2003
2004
20
OCMW-cijferboek 2004 • Middelen
Evolutie van de uitgaven voor huurwaarborg (2001 - 2004)
700 000
602 670
600 000 529 245
euro
500 000 451 649
400 000 300 000
400 578
200 000 100 000
2001
2002
2003
2004
De huidige registratie maakt geen onderscheid tussen de ‘schadeclaims’ en effectieve huurwaarborgen. De uitgaven voor huurwaarborgen gaan in stijgende lijn. In 2002 gaven we 51 071 euro meer uit ten opzichte van 2001. In 2003 zette de stijging zich door en betekende dit voor ons een extra uitgave van 151 021 euro. In 2004 is er een lichte daling van 73 425 euro.
OCMW-cijferboek 2004 • Middelen
21
Evolutie van de uitgaven voor verpleging en verzorging (2001 – 2004) 250 000 227 888
200 000 197 456 150 000 100 000
162 255 126 613
50 000
2001
2002
2003
2004
Hierin kunnen we geen onderscheid maken tussen de uitgaven die voortvloeien uit het verlenen van waarborgen en de rechtstreekse betalingen van een factuur.
22
OCMW-cijferboek 2004 • Middelen
Totaaloverzicht van de uitgaven voor financiële bijstand 2004 (euro) toelagen leefloon
31 647 280,76
bestaansminimum
0,00
levensminimum
9 696 333,32
installatiepremie
177 703,34
andere bijstand
350 167,49
huurtoelage
1 110 802,54
toelage inwonende personen
771 585,16
voorschotten onderhoudsgeld
418 900,41
verwarmingstoelage
355 574,77
ziekenfondsbijdrage
167 051,26
totaal toelagen
44 695 487,44
uitgaven plechtige communie
874,23
uitzonderlijke financiële bijstand
1 056 734,73
verblijftehuizen
135 768,84
huurwaarborg
529 244,87
naturahulp
247 582,78
sinterklaasbons
0,00
transportkosten
2 770,67
dokterskosten
36 079,01
geneesmiddelen
104 752,97
prothesen
42 318,54
paramedische verzorging
4 060,13
ziekenhuiskosten
40 677,65
totaal uitgaven
2 200 864,42
totaal
46 896 351,86
geactiveerd bestaansminimum
229 417,44
geactiveerd levensminimum
141 286,90
Culturele en maatschappelijke ontplooiing
Onze klanten blijven lichamelijk en geestelijk actief door middel van cultuur en sport Het is zeker niet onze ambitie om het cultuurbeleid van Antwerpen te voeren. Toch vinden we cultuur met een grote én kleine c belangrijk. We zorgen ervoor dat onze doelgroep kan deelnemen aan allerlei evenementen. Ook op deze manier bevorderen we de maatschappelijke integratie.
65 OCMW-jaarverslag OCMW-jaarverslag 2004 2004 •• CULTURELE CULTURELE EN EN MAATSCHAPPELIJKE MAATSCHAPPELIJKE ONTPLOOIING ONTPLOOIING
2004
Onze doelstelling
Cultuur is voedsel voor lichaam en geest!
OCMW-jaarverslag 2004 • CULTURELE EN MAATSCHAPPELIJKE ONTPLOOIING
66
Aan cultuur of sport nemen we allemaal wel eens deel, de ene op regelmatige basis de andere eerder sporadisch.Vaak gaat het om heel wat meer dan alleen de activiteit op zich. We trekken er op uit, doen iets samen in familieverband of met vrienden en leren nieuwe mensen kennen. Cultuur verbreedt onze blik en geeft ons soms een nieuwe kijk op de wereld, kan ons verrassen of bekoren of net ergeren. Naar de sportclub gaan en samen met anderen je eens goed uitleven en een mooie prestatie neerzetten is een mooie uitdaging. Als je de kans krijgt om dit regelmatig te doen, bouw je ook een sociaal netwerk uit. Voor ieder van ons is het belangrijk zowel geestelijk als lichamelijk actief te blijven. Cultuur en sport leveren hier een belangrijke bijdrage. Vele klanten, bijvoorbeeld kansarmen en senioren, hebben in veel gevallen nood aan een programma op maat. Cultuur en sport: voor onze doelgroep is het vaak niet evident om hieraan deel te nemen. Daarom bieden wij ondersteuning voor de culturele ontplooiing van onze klanten. Deze vorm van niet-economische integratie is belangrijk. Door mee onze schouders hieronder te zetten zorgen we voor een merkelijke stijging van de participatiegraad. Ook de federale overheid deelt onze visie dat integratie in essentie is: werken aan alle levensdomeinen waarop uitsluiting kan voorkomen. Cultuur en sport vormen daar een wezenlijk onderdeel van. Daarom stelt zij de OCMW’s extra middelen ter beschikking voor de uitbouw van een beleid en het opzetten van acties. Binnen de eigen instellingen bieden we een grote waaier aan activiteiten aan. In Antwerpen is er bovendien een fantastisch groot aanbod en investeert men veel middelen in cultuur, sportinfrastructuur en werking. Alleen lukt het onze klanten niet altijd om de weg daarheen te vinden of botsen zij daarbij op drempels. Die willen we voor hen verlagen in samenwerking met
Uit detijk prak
Chris Haesendonckx, opbouwwerkster voor het Regionaal Instituut Samenlevingsopbouw Antwerpen (RISO) Chris: ‘Ik werk met Belgen die langdurig in armoede leven. Samen met de armen bekijk ik welke problemen er zijn en wat we daaraan kunnen doen.’
culturele organisaties, sportclubs en verenigingen die werken met mensen in armoede. Cultuur in de eigen buurt is plezierig en sociaal. Het brengt mensen samen, of het nu een straatfeest met braderie is of een expositie van kunstwerken met een grote ‘K’. Cultuur beleven kan op twee manieren: als toeschouwer, maar natuurlijk ook als deelnemer. Binnen onze instellingen bieden we heel wat activiteiten aan, zowel ingericht door onze eigen medewerkers en/of residenten als door andere betrokkenen. We stellen onze lokalen ter beschikking aan verenigingen en nodigen mensen uit om creatief te zijn met en binnen onze ruimtes. Maar evenzeer bieden we onze klanten ook de mogelijkheid om externe evenementen te bezoeken. Regelmatig zal je bijvoorbeeld onze bezoekers van de dienstencentra tegenkomen op een zangfeest, revue of tentoonstelling.
Financiële tussenkomsten voor cultuur- en sportbeleving Klanten van het OCMW hebben samen met de gezinsleden recht op een bijdrage voor het lidgeld van een culturele of sportvereniging. OCMW Antwerpen betaalt tot maximum 80 euro per jaar, de klant betaalt minimum 20 euro. Jongeren krijgen bovendien nog een tussenkomst voor de aankoop van sportkledij of ander cursusmateriaal.
Culturele activiteiten ‘Houden van ...’ en 50-plus beurs De organisator van de Nekkanacht richt elk jaar in het sportpaleis een groot concert in, speciaal voor senioren. Het gaat door onder de titel ‘Houden van ...’. In 2004 stonden Willeke Alberti, Miek en Roel, Liesbeth List, Jimmy Frey en andere nestors van het Vlaamse lied op de affiche. We konden tickets aan een sterk verminderd tarief aanbieden. Op 20 en 22 april luisterden en zongen 881 OCMW-klanten, waaronder een groot aantal rolstoelgebruikers, in een ongedwongen, familiale sfeer naar de artiesten. Het toegangsticket voor het concert gaf ook een fikse korting op de 50-plus beurs die diezelfde week plaatsvond in het Bouwcentrum. OCMW Antwerpen was hier aanwezig met vertegenwoordigers van diverse diensten. Bewoners van serviceflats vertelden over hun ervaringen en zeven turn- en dansgroepen uit verschil-
lende dienstencentra gaven demonstraties. Dankzij een extra ondersteuning bezochten ook 238 OCMW klanten de beurs.
Bad van Marie In 2004 trekt de theatervoorstelling ‘Rusthuis’ van het gezelschap Bad van Marie op tournee langs acht rust- en verzorgingstehuizen (RVT) van OCMW Antwerpen. Samen met een regisseur en acteurs spelen bewoners en personeel telkens een schitterend theaterstuk. Het theaterstuk belicht de werking van onze rusthuizen op een positieve en creatieve manier en richt zich tot een breed publiek. Bezoekers starten bij aanvang in een rolstoel, daarna doorlopen ze een heel traject doorheen het rusthuis waarbij ze telkens verrast worden op kleine scènes ‘uit het dagelijkse leven’. Die scènes balanceren op de grens tussen fictie en realiteit. De namiddagvoorstellingen bereikten niet alleen de eigen bewoners en hun familieleden, maar ook een grote groep buurtbewoners en theaterliefhebbers. Voor de publiekscommunicatie en de ticketverkoop werkten we samen met Antwerpen Open.
‘t Zit in de Familie’ - Erfgoeddag 18 april 2004 Samen met Vorming Plus werkten we een reminiscentieproject uit in verschillende RVT’s en in het sociale restaurant ‘De zeven schaken’. Het Maagdenhuismuseum sloot hier bij aan met een fototentoonstelling. Via reminiscentieworkshops verzamelden we een heleboel familierecepten bij de bewoners van onze rusthuizen. Op de Erfgoeddag zelf werden enkele van deze recepten bereid. Het sociale restaurant en de cafetaria van de instellingen boden de gerechten aan het brede publiek aan. Op ludieke placemats lieten we recepten en foto’s afdrukken. Het geheel kon rekenen op een ruime publieke belangstelling en haalde zelfs het ATV- en VRT-nieuws. Buurtwerk Posthof presenteerde op de Erfgoeddag in RVT St.-Maria de voorstelling ‘Kijk op deze foto zie je m’n nonkel Louis, en hier zie, da’s m’n tante Wiske naast ons moe’. Samen met vzw Het Uitzicht is in onze Berchemse dienstencentra ‘Huize Berchem’ en ‘De Meere’ bijna een half jaar gewerkt aan een vertelvoorstelling. Vaste bezoekers gingen in hun fotoalbums op zoek naar familieleden met wie ze een speciale band hebben of hadden. Uit al deze herinneringen distilleerden zij een sfeervolle voorstelling.
Nog meer verhalen... Samen met het Regionaal Instituut voor de Samenlevingsopbouw (RISO) zijn er zowel in DeurneNoord, Deurne-Zuid, het Kiel en Berchem vertelprojecten uitgewerkt met een grote betrokkenheid van de OCMW-instellingen en buurtbewoners.
We verzamelden een heleboel familierecepten bij de bewoners van onze rusthuizen. Op de Erfgoeddag werden enkele van deze recepten bereid en aangeboden in onze cafetaria.
67 OCMW-jaarverslag 2004 • CULTURELE EN MAATSCHAPPELIJKE ONTPLOOIING
Uit detijk prak
Chris: ‘Vanuit het RISO zoeken we naar manieren om mensen die in armoede leven meer in contact te brengen met mensen die niet zo leven. Het project ‘Een paar apart’ is daar een voorbeeld van. Een arme gaat samen met een niet-arme deelnemen aan culturele activiteiten zoals een film- of theatervoorstelling naar eigen keuze.’
Uit detijk prak
Chris: ‘We overleggen vaak met OCMW Antwerpen. Dankzij een goede samenwerking was het bijvoorbeeld mogelijk cultuurcafé’s in te richten op het Kiel en in Borgerhout.’
OCMW-jaarverslag 2004 • CULTURELE EN MAATSCHAPPELIJKE ONTPLOOIING
68
Deurne-Zuid werkte bijvoorbeeld rond het thema ‘Aankomen mag ...’. De vele interpretatiemogelijkheden van het woord ‘aankomen’ zijn onder begeleiding van Vorming Plus uitgewerkt via groepsgesprekken en vertelsessies. Tweeëndertig sessies lang diepten ze het thema uit. Ze bundelden de resultaten in een verhalenboekje, een vertelvoorstelling en kleine tentoonstellingen. Specifiek voor allochtone en kansarme jongeren werd in het kader van Antwerpen Wereldboekenstad de schrijf- en theaterworkshop ‘Alif Ba’ opgezet met als afsluiter een toonmoment op de afsluitdag van het Moussemfestival.
Sering vzw Sering vzw is een organisatie van podiumkunstenaars die met hun artistieke projecten ook de reintegratie van kwetsbare groepen beoogt. Een samenwerking met het OCMW lag voor de hand. Zo bereiken ze immers veel meer van onze klanten. In 2004 werkten ze twee verschillende producties uit: ‘Parkgangers’, een voorstelling met kansarmen en psychiatrische patiënten en ‘Nevelwezens’, een muzikale voorstelling gespeeld door jongeren. Toverwezens en sprookjesfiguren houden het publiek in de ban. In het najaar ging de productie ‘Vogels voor de kat’ op tournee langs tien dienstencentra. Vijf vrouwen tussen 60 en 83 jaar spelen zussen die voor het eerst sinds jaren terug bij elkaar komen. Het stuk is gegroeid aan de hand van vertel- en improvisatiesessies. Onverwerkte gebeurtenissen uit het naoorlogse verleden doen stof opwaaien tussen de zussen. Het thema is voor een grote groep van onze klanten heel herkenbaar en een voorstelling ‘in huis’ brengt het verhaal nog dichterbij.
Boekenkaravaan De boekenkaravaan gaat bij kansarme en vaak allochtone gezinnen verhaaltjes voor de kinderen voorlezen aan huis. Hierdoor vergroot de taalvaardigheid van de kinderen, doen we aan leesbevordering en introduceren we boeken in de gezinssfeer. De boekenkaravaan werkt nauw samen met basisscholen met veel risicoleerlingen en betrekt ook ouders die zich bijscholen. Analfabete moeders die er-
voor kiezen om te leren lezen en schrijven, doen dit om hun kinderen tijdens hun schoolloopbaan te kunnen bijstaan. Via onze instellingen verbreden we de toeleiding en bouwen een breed netwerk van sociale contacten uit tussen verschillende culturen en verschillende generaties. Een voorlezer aan huis brengt leesplezier en is zowel voor de ouders als voor de kinderen een belangrijke stimulans. De deelnemende scholen zien een merkbare vooruitgang bij de kinderen. Ook de scholen zetten een aantal projecten rond leesbevordering op. De voorlezers zijn allemaal gemotiveerde vrijwilligers die hiervoor een opleiding krijgen van de Boekenkaravaan.
Attakatamoeva ! Speciaal voor kansarme kinderen is het muziekproject Attakatamoeva ontwikkeld. Liedjes uit de verschillende cultuurgemeenschappen van Antwerpen zijn bewerkt en op CD gebrand. Een aantal concentratiescholen zijn geselecteerd om mee een groots opgevat concert te geven. Dankzij de samenwerking met het OCMW kregen alle deelnemertjes de CD. Onder professionele zangbegeleiding oefenden de leerlingen de liedjes zowel in de klas als thuis in. Tijdens de week van de amateur-kunsten gaven ze een prachtig concert in zaal Roma. Zowel voor de kinderen als voor hun ouders een uniek moment.
De dienstencentra aan zet ! Onze dienstencentra kunnen dankzij een extra financiële ondersteuning zelf één of meerdere projecten opzetten. Het gaat over culturele, sportieve of sociale activiteiten die zich openstellen voor de hele wijk en het resultaat zijn van een samenwerking met een lokale culturele partner: verenigingen die werken met kansarmen en sociale centra uit de wijk. Maar liefst 22 dienstencentra ontwikkelden extra activiteiten voor onze klanten. Poëzievoordrachten, reminiscentievoorstellingen, sport- en vormingsinitiatieven, optredens, interculturele activiteiten, buurtfeesten en een heus levensloopspel zijn enkele van de resultaten. Op die manier bereikten we meer dan 8 000 klanten . Klapper van het jaar was het feestprogramma ‘Peper en Zout’ tijdens de seniorenweek. De dienstencentra organiseerden voor alle 50+ers een spetterde namiddag in de grote zaal van het Hilton Hotel. Onder meer Sofie, Boogie Boy, Barbara Dex, Gunther Neefs en Micha Marah & The Romantics gaven live-optredens. Voor de democratische prijs van vijf euro per kaartje genoten 1 250 Antwerpse senioren van dit spektakel. Tijdens diezelfde seniorenweek werden alle ‘Dienstencentra op Stelten’ gezet. Met een ruim aanbod van ty-
In samenwerking met het Antwerps Platform voor Generatiearmen (APGA) en met steun van de stad Antwerpen werkten we een informatiefolder uit. Klanten zijn het immers nog niet gewoon dat OCMW Antwerpen ook aandacht heeft voor sport en cultuur. Het is ook een mooi instrument voor de maatschappelijk werkers om te peilen naar de bredere interesses van hun klanten. Ook lokale verenigingen, sportclubs, jeugdwerkers en opbouwwerkers die in contact komen met OCMW-klanten betrekken we bij de toeleiding. Vooral de sportclubs hebben veel succes. Samen met Antwerpen Cultuurstad en APGA werkten we voor de eerste keer een scheurkalender op grote schaal uit. Het is een dag-aan-dag kalender met allerlei tips en informatie over gratis of goedkope culturele activiteiten in Antwerpen tijdens de zomermaanden. We bieden de informatie volledig op maat van de klant aan, met veel aandacht voor gezinsactiviteiten.
Onze medewerkers restaureren zoveel mogelijk zelf de kunstwerken.
• Tot april 2004 kregen 231 klanten een financiële tussenkomst voor sport en cultuur: 61 volwassenen en 170 kinderen. • Via de sociale centra verspreidden we een duizendtal scheurkalenders. • 881 OCMW-klanten gingen naar het concert ‘Houden van ...’ in het Antwerpse Sportpaleis. • 238 klanten bezochten de 50-plus beurs. • 150 klanten speelden mee in het theatestuk ‘Bad van Marie’ en bereikten hiermee een gemengd publiek van 2 240 personen. • 2 000 kinderen kregen een CD, de karaokeversie en de liedjesbundel van het muzikale project ‘Attakatamoeva’.
Het Maagdenhuis: een museum toegankelijk voor bezoekers OCMW Antwerpen is een instelling die haar oudste wortels heeft in de dertiende eeuw. In de loop van de eeuwen hebben wij een rijk historisch en cultureel patrimonium opgebouwd. We beheren dit patrimonium als een goed huisvader. In de voormalige kapel van het Maagdenhuis opende voor het eerst een museum in 1884. Het omvatte hoofdzakelijk een collectie schilderijen en kunstwerken uit de oude godshuizen, kapellen en bestuurskamers. Het museum was echter maar een kort leven beschoren. De kunstcollectie verhuisde in 1890 naar het toen pas gebouwde Museum voor Schone Kunsten. In 1930 kwam een deel van deze bruikleen terug naar de toenmalige Commissie van Openbare Onderstand. We richtten het Maagdenhuis, dit keer definitief, opnieuw in. Na de ingebruikname van het Marnixhuis in 1985 als kantoorruimte breidden we het museum uit met de voormalige burelen van de Voorzitter en de Inspecteur Generaal, de Voorzitterszaal en de Van der Meerezaal. Groepen kunnen een rondleiding aanvragen onder leiding van een gids. In het kader van de Erfgoeddag - die in 2004 als thema ‘Familie’ had - richtte het museum een tentoonstelling in rond de opvang van ouderloze kinderen door de eeuwen heen.
69 OCMW-jaarverslag 2004 • CULTURELE EN MAATSCHAPPELIJKE ONTPLOOIING
Informatie over het aanbod
Sprekende cijfers
2004
pische dienstencentrumactiviteiten nodigden ze de Antwerpse senioren uit om eens te komen kennismaken in het centrum zelf.
Uit detijk prak
Chris: ‘De integratie voor kansarmen vergroot doordat ze meer dan één keer met niet-armen op stap gaan. Ze komen dan op plaatsen waar ze normaal niet komen en ontmoeten andere mensen. Daardoor vinden ze vaak de durf om achteraf ook alleen binnen te stappen op plekken die niets met cultuur te maken hebben. Hun horizon verbreedt omdat ze in contact komen met kunstvormen die ze niet kennen. Het geeft hen een goed gevoel wanneer ze ondervinden dat ze overal welkom zijn.’
70
Op de Open Monumentendag stond de natuur in de kijker. De tuinen van het museum, samen met andere van ons patrimonium waren opgenomen in het algemene programma van die dag. Onze eigen medewerkers restaureren zoveel mogelijk zelf de kunstwerken. In 2004 namen ze zes schilderijen, twee beeldhouwwerken en verschillende andere artefacten onder handen.
Sociocultureel centrum Elzenveld
OCMW-jaarverslag 2004 • CULTURELE EN MAATSCHAPPELIJKE ONTPLOOIING
Het voormalige OCMW-ziekenhuis St.-Elisabeth is de oudste instelling voor ziekenzorg van de stad Antwerpen. Het is al sinds 1238 op dezelfde plaats gelegen. Uiteraard heeft het in de loop der tijden grondige wijzigingen en moderniseringen ondergaan. In 1986 zette het OCMW een nieuwbouw op de plaats van het middeleeuwse hospitaal. Enkele gebouwen bleven gespaard van de afbraakwoede en daarvoor zochten we een nieuwe bestemming. We zochten de nodige fondsen bij elkaar om van het oude overgebleven complex een centrum te maken voor congressen, tentoonstellingen, concerten en andere socioculturele activiteiten. We noemden het, naar het vroegere toponiem, het Elzenveld. In verschillende zalen vinden tentoonstellingen en concerten plaats die voor iedereen toegankelijk zijn.
2004
Sprekende cijfers
• In het Maagdenhuismuseum ontvingen we 6 431 bezoekers. • De inkomsten uit bezoeken en verkoop van catalogi en postkaarten bedroeg 4 154,75 euro. • 14 021 mensen bezochten een culturele activiteit in het Elzenveld. @ Meer informatie vindt u op onze website.
2
OCMW-cijferboek 2004 • Cultuur
3
OCMW-cijferboek 2004 • Cultuur
Aantal bezoekers voor de culturele activiteiten in het centrum Elzenveld bezoekers
2003
2004
10 890
12 287
1 326
1 294
poëzie
348
440
totaal
12 564
14 021
tentoonstellingen concerten
Overzicht van tentoonstellingen in het Elzenveld 2004 tentoonstelling
zaal
periode
Fotokring Iris
Sint Jorispand
09.01 – 15.02
859
Victor Ramirez
Sommézaal
15.01 – 22.02
1 032
Jacky De Maeyer & Piet Peere
Sint-Jorispand
20.02 – 28.03
789
Peter Weidenbaum
Sommézaal
26.02– 28.03
1 562
Antwerp Flowershow
Elzenveld
08.04 – 10.04
1 200
Xavier Swolfs
Sommézaal
23.04 – 30.05
1 725
Arena
Sint Jorispand
15.05 – 27.06
831
Leo Engels
Sommézaal
04.06 – 10.07
407
Petrus de Man, Vincent van Eeden, Luc Claus
Sint-Jorispand
10.09 – 31.10
597
Lutgarde Wittocx
Sommézaal
17.09 – 24.10
1 069
Crossover
Sommézaal
29.10 – 05.12
939
Camille Huysmansprijs
Sint Jorispand
12.11 – 05.12
708
Mon Gelper
Sommézaal
10.12 – 16.01
569
totaal
aantal bezoekers
12 287
4
OCMW-cijferboek 2004 • Cultuur
Aantal bezoekers voor de poëziehappening 2004 plaats en datum
aantal bezoekers
Dichters in het Elzenveld - Elzenveld, Lazarus Marcquisauditorium 10 juni 2004 Hommage Pablo Neruda
200
Dichters in het Elzenveld
240
Hetpaleis-11 juni 2004
Aantal concerten uitgevoerd in 2004 uitvoerders
muziek
Jan Raes – Koen Kessels –Ilja Laporev
Haydn - Mendelssohn
18.01
Trio Grumiaux
Saint-Saëns – C. Franck
15.02
Levente Kende
Liszt – Rachmaninoff
21.03
Warre Borgmans – Jokke Schreurs
Lichte muziek - voordracht
12.10
Wietse Beels – Els van der Koelen – Freddy van der Koelen
Brahms
17.10
Yves Storms
Villa – Lobos - Albeniz
21.11
Werner van Mechelen en Jozef de Beenhouwer Brahms – Schumann - Beethoven
datum
19.12
Rechtsbedeling
Juridisch advies voor iedereen, ook voor de meest kwetsbaren Wie moeilijkheden heeft op juridisch vlak, heeft recht op rechtsbijstand. Dat is echter niet zo vanzelfsprekend in onze maatschappij. Het is dikwijls financieel heel zwaar, ook voor wie volledig in zijn recht is.
71 OCMW-jaarverslag OCMW-jaarverslag 2004 2004 •• RECHTSBEDELING RECHTSBEDELING
2004
Onze doelstelling
Om juridisch advies binnen het bereik te brengen van de meest kwetsbare mensen in onze maatschappij is het van belang dat het advies kosteloos is, anoniem verstrekt wordt en vooral toegankelijk is. Mensen moeten met hun vragen naar voren durven komen. Wie in de problemen zit, heeft dikwijls een gevoel van schaamte en wie zijn weg niet kent in het gerechtelijk doolhof weet niet waar hulp te vinden is. Zo blijven mensen soms zitten met hun problemen. Daarom zorgen we voor gratis juridisch advies dat, indien gewenst, zelfs anoniem verstrekt wordt.
OCMW-jaarverslag 2004 • RECHTSBEDELING
72
Klanten komen in veel gevallen pas aankloppen wanneer zij problemen hebben. Daarom werken we in de eerste plaats probleemoplossend. Maar preventie is niet minder belangrijk. We geven alle nodige informatie om in de toekomst gelijkaardige situaties te voorkomen. Wie zijn rechten en plichten kent, staat steviger in zijn of haar schoenen. Belangrijk is dat de klant inzicht krijgt in zijn situatie. Dat is altijd de eerste stap naar een oplossing.
Sociale Rechtshulp Een aantal juristen geeft advies en concrete rechtshulp zowel telefonisch als schriftelijk, maar het liefst nog persoonlijk. Dit gebeurt kosteloos en discreet. Soms kan een eenvoudig en kort antwoord op de vraag volstaan, soms is er echter meer nodig. Zo bemiddelen we regelmatig tussen partijen of wijzen klanten de weg in de administratieve mallemolen, verwijzen hen door naar andere diensten, enz.
Uit detijk prak
Greet Van Bauwel, maatschappelijk werker bij de dienst Schuldbemiddeling Greet: ‘De dienst Schuldbemiddeling biedt een soort van Eerste Hulp Bij Financiële Ongevallen. We bekijken de globale financiële situatie, de inkomsten, de vaste kosten en de vraag van de schuldeiser. Als opvolging nodig is, stellen we een schuldbemiddelingsdossier op met een afbetalingsplan.’
Klanten komen naar de dienst Rechtshulp op aanraden van de eigen sociale diensten, de informatiedienst van de stad Antwerpen, de ziekenfondsen, wetswinkels, ombudsdiensten en verschillende caritatieve en preventieve instellingen in het Antwerpse. De onderwerpen die we het meest behandelen zijn financiële en huurproblemen, problemen met het consumentenrecht, de vreemdelingenproblematiek en relationele moeilijkheden.
Decentrale hulpverlening Vanaf september 2004 verzorgen we maandelijks een vaste zitdag (1/2 dag) in elk sociaal centrum. Dit werkt drempelverlagend. Klanten hoeven zich niet meer noodzakelijk naar het stadscentrum te begeven. Een regelmatige aanwezigheid van een jurist in het sociaal centrum heeft ook een positieve invloed op de samenwerking tussen de centra en de dienst Rechtshulp. Behalve voor vragen van de klanten zijn onze juristen immers ook aanspreekbaar voor de eigen medewerkers die mogelijk in hun dossiers met juridische kwesties te kampen hebben. Voor dringend juridisch advies tussen de zitdagen in moeten klanten zich wel nog naar de centrale dienst Rechtshulp verplaatsen, tenzij we hun vraag telefonisch kunnen beantwoorden.
Schuldbemiddeling Schuldbemiddeling gebeurt op twee manieren. Enerzijds kennen we een ‘vrijblijvende’ vorm, waarbij een bemiddelaar op vraag van de klant gaat onderhandelen met de schuldeisers. Dit gebeurt volgens de wet op het consumentenkrediet. Anderzijds kan een beslagrechter ook een schuldbemiddelaar aanstellen. In dit geval krijgt de bemiddelaar veel meer taken en bevoegdheden. Dit noemen we schuldbemiddeling volgens de wet op de collectieve schuldenregeling. Onze juristen oordelen zelf of de klant het best geholpen wordt door een gewone schuldbemiddeling of een collectieve schuldenregeling. In dit laatste geval zullen zij een verzoekschrift opstellen aan de beslagrechter met de vraag een schuldbemiddelaar aan te stellen. Indien we vinden dat het OCMW hiervoor het best geplaatst is, vragen we om zelf als bemiddelaar te worden aangeduid. Tot einde 2004 gebeurde dit 190 maal. We zijn een door de overheid erkende dienst voor Schuldbemiddeling. De grote meerderheid van de klanten helpen we verder met een vraag tot uitstel van betaling of een
eenvoudig afbetalingsplan. Voor de anderen zoeken we een aangepaste oplossing. Dit kan het volgende zijn: • een langdurig afbetalingsplan; • een doorverwijzing naar de dienst Sociaal Beheer, het sociaal centrum, een advocaat, een centrum voor Algemeen Welzijnswerk; • het maken van afspraken met schuldeisers; • het zorgen voor kwijtscheldingen van intresten en boeten; • de verkoop van roerend en onroerend goed. Om de klant weerbaar te maken en te verhinderen dat hij na zijn schuldaflossing opnieuw in financiële valkuilen trapt, kunnen andere diensten van het OCMW (bijvoorbeeld de dienst Werkgelegenheid, een psychosociale dienst, de Sociale Huurcel, andere sociale diensten) ingeschakeld worden. De tandemvorming jurist-maatschappelijk werker is zeer belangrijk.
2004
Sprekende cijfers
• 37 805 interventies rechtshulp en schuldbemiddeling in 2004 (ter vergelijking: in 2003 telden we 34 584 interventies, 22 026 in 2002). • 31 886 contacten waren schriftelijk of telefonisch. • We ontvingen 5 919 klanten aan het loket: 2 829 klanten hadden financiële problemen, 3 090 mensen kwamen voor juridische problemen. • 1 105 nieuwe klanten met specifieke financiële problemen; 885 (80,09 %) hielpen we verder met een vraag tot uitstel van betaling, een eenvoudig afbetalingsplan of een doorverwijzing. • Op 31 december 2004 telden we 2 046 dossiers voor schuldbemiddeling; hiervan zijn 214 opgestart in 2004. • We stelden 94 verzoekschriften op inzake collectieve schuldenregeling; vanaf mei stuurden we de klanten met deze problematiek door naar een pro deo advocaat. • Voor 167 personen of gezinnen regelen we het volledig budgetbeheer. @ Meer cijfermateriaal vindt u op onze website.
73 OCMW-jaarverslag 2004 • RECHTSBEDELING
Uit detijk prak
Greet: ‘ In 2004 startten we met de organisatie van een sociaaljuridisch huis. Hierin brengen we de vier diensten samen: Rechtshulp, Schuldbemiddeling, Collectieve Schuldbemiddeling en Sociaal Beheer. Deze nieuwe structuur zorgt ervoor dat we de zaken in 2005 beter kunnen aanpakken.’
2004
Uit de startblokken
In de loop van 2004 begonnen we te werken met een loket. De loketbediende is de eerste wegwijzer, het aanspreekpunt voor de klanten. Hij kan al een eerste hulp bieden. Wanneer de klant zich aanbiedt met zeer lichte problemen worden deze onmiddellijk aan het loket opgelost. Als dit niet kan, brengt de loketbediende de klant in contact met de juiste hulpverlener.
Vanaf 2004 konden we per dossier waarvoor het OCMW als schuldbemiddelaar werd aangesteld een subsidie aanvragen uit het Fonds ter bestrijding van de overmatige schuldenlast. Zo kregen we 33 153,77 euro. Dit bedrag maakten we over aan de Ontvanger.
Beroepen tegen een OCMW-beslissing Elke klant heeft het recht om in beroep te gaan tegen een negatieve beslissing die we nemen in verband met onze dienst- en hulpverlening. De Arbeidsrechtbank is bevoegd voor de geschillen die handelen over de toepassing van de OCMW-wet, de bestaansminimumwet en de wet op maatschappelijke integratie. Klanten betwisten dikwijls de toekenning, de herziening, de weigering of de terugbetaling van maatschappelijke dienstverlening of maatschappelijke integratie en de toepassing van de administratieve sancties.
Uit detijk prak
Greet: ‘Alle mensen kunnen bij ons terecht. Onze deur staat open. Dat laagdrempelig karakter zorgt ervoor dat ook de meest kwetsbare personen uit de maatschappij de weg naar ons vinden. Het gaat om gevoelige thema’s zoals de loonfiche en schulden. Sommige klanten spreken er heel vrij over. Anderen moeten we op hun gemak stellen. Mensen laten niet graag merken dat ze financiële problemen hebben.’
Wanneer mensen beroep aantekenen zullen we een administratief dossier samenstellen. Hiervoor vragen we allerlei gegevens op zoals sociale verslagen, de beslissingsbrief, het bewijs van betekening van deze beslissing ... Het dossier, samen met een overzicht van de feitelijke situatie en een schriftelijke verdediging, maken we over aan het auditoraat. Daarna moeten we op een bepaalde rechtsdag verschijnen voor de rechtbank.
Sprekende cijfers
2004
OCMW-jaarverslag 2004 • RECHTSBEDELING
74
Gezien de toeloop van personen met financiele problemen en de enorme aangroei van de wachtlijst van klanten met zeer zware problemen namen we drastische maatregelen. Aan de sociale centra vroegen we om zo veel mogelijk zelf afbetalingsplannen op te stellen. Mensen waarvoor een collectieve schuldenregeling aangewezen was, stuurden we door naar een pro deo advocaat. Uiteindelijk konden we zo de wachtlijst volledig wegwerken.
De Arbeidsrechtbank is alleen bevoegd als het OCMW de terugbetaling vordert van de klant zelf, dus niet van de onderhoudsplichtigen. In dit laatste geval is, al naargelang het bedrag van de terugvordering, de vrederechter of de Rechtbank van eerste aanleg bevoegd.
• In 2004 tekenden 729 klanten beroep aan tegen een OCMW-beslissing (een stijging met 324 tegenover 2003 en 445 tegenover 2002). • 310 maal was het een betwisting van een beslissing over het leefloon (een stijging van 120 tegenover 2003). • De rechtbank velde 439 vonnissen: 70 % in het voordeel van het OCMW, 30 % in het voordeel van de klant. • 87 keer werd hoger beroep aangetekend tegen een vonnis van de Arbeidsrechtbank. • In hoger beroep vielen 24 arresten, alle in het voordeel van OCMW.
Opmerkelijke stijging van het aantal verzoekschriften In 2003 zetten klanten 452 maal een procedure in tegen de beslissing van het OCMW. In 2004 steeg dit aantal tot 729. We denken dat een arrest van het Arbitragehof in verband met steun aan kinderen van illegalen grotendeels verantwoordelijk is voor deze spectaculaire stijging. Het Arbitragehof stelde op 22 juli 2003 dat, wegens het clandestiene karakter van hun verblijf, illegalen geen recht hebben op maatschappelijke dienstverlening (met uitzondering van dringende medische hulp). Ook wanneer zij behoeftige minderjarige kinderen hebben, geeft dit geen directe aanleiding tot OCMW-hulp. De maatschappelijke dienstverlening is beperkt tot materiële hulp die onontbeerlijk is voor de ontwikkeling van het kind. De kinderen krijgen deze hulp in een federaal opvangcentrum.
2
OCMW-cijferboek 2004 • Recht
3
OCMW-cijferboek 2004 • Recht
Rechtshulp / Schuldbemiddeling Het gezamenlijk aantal interventies rechtshulp en schuldbemiddeling blijft constant stijgen:
37 805
40 000
34 584
35 000 30 000 25 000
21 213
20 000 15 000
15 353 15 819
16 612 17 105
1997
1999
22 026
10 360 10 409
10 000 5 000 1995
1996
1998
2000
2001
2002
2003
2004
We ontvingen 5 919 klanten aan het loket. 2 829 mensen hadden financiële problemen, 3 090 hadden juridische problemen. De juridische problemen kunnen we als volgt onderverdelen: woonproblemen
749
sociaal recht
313
familiaal recht
495
vreemdelingenproblematiek
597
strafrecht
69
problemen met OCMW
139
andere problemen
728
De 31 886 telefonische en schriftelijke contacten kennen ongeveer dezelfde verhoudingen. Vanaf 2000 kwam de wetgeving op de collectieve schuldenregeling in voege. Het aantal verzoekschriften steeg voortdurend. Daarom besliste de dienst Rechtshulp vanaf mei 2004 om de verzoekschriften te laten opstellen door een pro deo advocaat.
4
OCMW-cijferboek 2004 • Recht
200
173 138
128
150 100 50
94 67
0 2000
2001
2002
2003
2004
OCMW Antwerpen werd tot 31.12.2004 in 190 dossiers als schuldbemiddelaar aangesteld. Sindsdien zijn 16 dossiers herroepen en konden we er 7 afsluiten omdat de klant uit de schulden geraakt is. Dit betekent dat we eind 2004 voor 167 personen of gezinnen het volledig budgetbeheer op ons namen.
Beroepen tegen een beslissing van het OCMW (evolutie 2002 – 2004) 729
800 600
452 286
400 200 0
2002
2003
2004
nieuwe verzoekschriften
jaar
bestaansminimum /leefloon
maatschappelijke dienstverlening
totaal aantal verzoekschriften
2002
107
37,4 %
179
62,6 %
286
2003
220
48,7 %
232
51,3 %
452
2004
310
42,5 %
419
57,5 %
729
In meer dan de helft (57,5 % = 419 dossiers) van de nieuwe verzoekschriften gaat het over één of andere vorm van maatschappelijke dienstverlening. In 41,5 % van deze 419 is het een dossier van een klant van het sociaal centrum Plein. Dit sociaal centrum behandelt alle aanvragen van (kandidaat-)asielzoekers, geregulariseerden en illegalen. In deze dossiers besliste de Raad voor Maatschappelijk Welzijn in 64,4 % van de gevallen negatief over de hulpverlening omdat de klant en/of zijn kinderen illegaal op het grondgebied verblijft.
Communicatie
Goed geïnformeerde medewerkers kunnen onze klanten optimaal helpen. Goed ingelichte (potentiële) klanten versnellen en vergemakkelijken het hulpverleningsproces Alle betrokken partijen in de OCMW-hulpverlening hebben recht op tijdige, begrijpelijke en correcte informatie. In de eerste plaats moet ons aanbod voldoende bekend zijn bij onze (mogelijke) klanten. Voor elke Antwerpenaar moet het duidelijk zijn hoe, waar en wanneer ze kunnen aankloppen bij het OCMW voor hulp of informatie. Natuurlijk moeten ook onze eigen medewerkers hiervan grondig op de hoogte zijn. Daarnaast is het van belang dat iedereen mee is met de veranderingen die de organisatie doorvoert.
75 OCMW-jaarverslag OCMW-jaarverslag 2004 2004 •• COMMUNICATIE COMMUNICATIE
2004
Onze doelstelling
Alles is communicatie en iedereen kan communiceren. Deze veel geponeerde stelling is slechts ten dele waar. De klant of burger meedelen op welke hulp hij recht heeft, tot wie hij zich moet wenden of het meegeven van andere nuttige informatie: elke medewerker doet het wel dagelijks. Maar gebeurt het ook effectief en efficiënt? Goed communiceren is zoveel meer dan het doorgeven van informatie. Het behelst kennis van de doelgroep(en), van de zeer veel verschillende kanalen en middelen die je kan gebruiken, het inschatten van mogelijke ‘storingen’ in het overbrengen van de boodschap ...
OCMW-jaarverslag 2004 • COMMUNICATIE
76
In een grote organisatie zoals de onze is het onmogelijk om alle communicatie centraal uit te voeren. Dit zou alles behalve klantvriendelijk en efficiënt zijn. De communicatie volledig overlaten aan alle individuele medewerkers kan ook niet: dit zou leiden tot een stroom van ongecoördineerde, soms tegenstrijdige boodschappen die op alle mogelijke manieren de wereld worden ingestuurd. We hebben ervoor gekozen om het communicatieproces centraal aan te sturen vanuit een communicatiedienst, maar de uitvoering van de verschillende acties toch zoveel mogelijk decentraal te laten verlopen. We leggen ze dus in handen van de verschillende diensten en verantwoordelijken. De centrale communicatiedienst wordt uitgebouwd met professionele medewerkers die hun kennis en ervaring ten dienste stellen van anderen en hen begeleiden door het geven van advies en het verlenen van diensten. De organisatie van de dienstverlening van OCMW Antwerpen is gebaseerd op drie pijlers: sociale grondrechten, klantengroepen en geografische sectoren. Net als de hulp zelf moet het communicatieproces deze drie dimensies volgen. Acties zijn gericht op specifieke doelgroepen, bepaalde wijken en/of handelen rond specifieke thema’s.
Uit detijk prak
Marc Grenné, deskundige communicatie bij de Communicatiedienst Marc: ‘Samen met een aantal van mijn collega’s op de dienst ben ik bijna dagelijks bezig met taal. Vooral teksten herschrijven. Zeer veel medewerkers schrijven heel ambtelijk met moeilijke of ‘oude’ woorden. Het zit bij hen ingebakken. Wij proberen dan de teksten eenvoudiger te maken zodat iedereen ze begrijpt. In het bijzonder de mensen voor wie ze bestemd zijn.’
Vijf van de zeven waarden die OCMW Antwerpen voorlegt in zijn beleidsplan ‘Het OCMW herontdekt’ hebben rechtstreeks met communicatie te maken. De organisatie moet communicatief, klantgericht, toegankelijk, open en samenwerkend zijn.
Is iedereen op de hoogte van de OCMW-hulpverlening? We leveren zeer veel inspanningen om het aanbod van OCMW Antwerpen bekend te maken. Reeds jaren hebben we een reeks informatieve klantfolders die een beeld schetsen van de diensten waarop mensen beroep kunnen doen. Klanten, verwijzers, eigen medewerkers en andere geïnteresseerden kunnen deze folders dowloaden van onze website. Soms maken we nieuwe flyers, folders, brochures en/of affiches om een nieuwe OCMW-dienstverlening bekend te maken. We houden onze webstek actueel: de internetbezoeker vindt er naast nieuws over allerlei activiteiten ook een gedetailleerd overzicht van de hulpverleningsmogelijkheden en de opbouw van onze organisatie.
Het OCMW gaat naar de mensen toe Naar aanleiding van de werken aan en aansluitend de opening van zaal Pax namen enkele medewerkers tweemaal deel aan het bestaande wijkoverleg in de buurt. Zij lichtten de nieuwe dienstverlening toe en beantwoordden vragen van buurtbewoners. Deze kregen eerder al een bewonersbrief met de nodige informatie. We nodigden de PAX-buren uit op de openingsreceptie en gaven hen een rondleiding doorheen het gebouw.
Het OCMW laat zich zien De meeste districten organiseren jaarlijks minstens één onthaalavond voor de nieuwe bewoners. Zo willen zij de dienstverlening van de stad kenbaar maken. Sommige districten nodigden ons spontaan uit om hieraan mee deel te nemen. Zelf stelden we de vraag tot deelname aan de andere districtsverantwoordelijken. Op deze avonden zetten we een stand op die afwisse-
In april namen we deel aan de 50plusbeurs in de Antwerp Expo. Op deze vierdaagse beurs voor vijftigplussers hadden we een stand waar niet alleen eigen medewerkers informatie gaven. Ook vertegenwoordigers van verschillende seniorenverenigingen waren er aanwezig en gaven toelichting over het OCMW vanuit hun ervaring. Op 3 oktober namen we deel aan de Open Bedrijvendag die in het teken stond van ‘de werf van de eeuw’. We stelden de werf van het Woonwelzijnscentrum Kiel (gedeeltelijk) toegankelijk. Daar zullen in de loop van 2005 een nieuw dienstencentrum, sociaal centrum, thuiszorgcentrum en een Sociaal Steunpunt Gezondheid onderdak vinden. We bouwen er ook een zestigtal sociale woningen voor bejaarden. Het waren vooral de potentiële bewoners van die flats die een kijkje kwamen nemen. Een informatiefolder over dit nieuwe complex was beschikbaar voor de bezoekers. In november stonden we met een infostand over alle onze dienstencentra in zaal Harmonie op een beurs die de seniorenraad van Antwerpen organiseerde.
Het OCMW laat zich lezen Activiteiten die ook toegankelijk zijn voor de burger kondigen we aan in het veertiendaags stedelijk in-
fomagazine ‘De(n) Antwerpenaar’. Dikwijls gaat het om kleine vermeldingen van open(deur)dagen, rommelmarkten, dia-avonden etc. in één van onze rust- en verzorgingsinstellingen of dienstencentra. ‘Grotere’ gebeurtenissen krijgen meer aandacht in het magazine. Zo kwam de sinjoor via het gratis magazine bijvoorbeeld alles te weten over de OCMW-Ervaringsdag, de opening van zaal Pax of van Huis Sofía. De Communicatiedienst speelt alle nodige en nuttige informatie door aan de redactie van het stedelijk magazine. Onze plaatselijke instellingsverantwoordelijken hebben een locale contactpersoon voor het doorgeven van hun activiteiten. Vele rust- en verzorgingsinstellingen en dienstencentra hebben een eigen huiskrantje dat ze verspreiden onder hun residenten en vaste bezoekers. Ook daarin kondigen ze hun activiteiten aan. Onze perswoordvoerder maakt regelmatig persberichten voor de audiovisuele en geschreven pers. Hij nodigt hen uit bij allerlei initiatieven en stelt persmappen samen.
Naar het OCMW wordt gekeken Het stedelijk magazine ‘De(n) Antwerpenaar’ kent een televisievariant op de regionale zender ATV. In een ongeveer acht minuten durende uitzending belicht het programma een stedelijke of OCMW-dienstverlening. Een medewerker van de Communicatiedienst maakt daarom deel uit van het redactieteam dat deze uitzendingen voorbereidt. In 2004 konden de televisiekijkers op deze manier kennismaken met een viertal OCMWdiensten.
Het OCMW beantwoordt e-mails en telefonische vragen Al enkele jaren vermelden we op of in al onze publicaties het OCMW-informatiepunt. Dat is telefonisch of via e-mail te contacteren. Enkele medewerkers van onze Communicatiedienst beheren dit informatiepunt
77 OCMW-jaarverslag 2004 • COMMUNICATIE
In 2004 richtten we voor de eerste maal een ‘Ervaringsdag’ in. Het was een variant op een ‘open(deur)dag’. In dit geval lag de focus niet op een bezoek aan de gebouwen en de dienstverlening, maar eerder op de belevingswereld van onze klanten. We boden de deelnemers drie themawandelingen aan waarbij ze een mogelijk klanttraject aflegden. Op verschillende stopplaatsen gaven medewerkers informatie over de hulpverlening. Ook dienstencentra en rust- en verzorgingsinstellingen die niet op de wandelroutes lagen, waren die dag open en verzorgden rondleidingen voor de geïnteresseerden. Enkele dagen vooraf busten we in Antwerpen een promotiefolder. Voor de bezoekers op de dag zelf was er een nieuwe informatieve folder ter beschikking. We kondigden het initiatief ook aan via andere kanalen: onze website, het stedelijk informatieblad ‘De(n) Antwerpenaar’ en de regionale televisiezender ATV. De publieksopkomst voor deze eerste editie was veel minder dan gehoopt. De deelnemers waren echter laaiend enthousiast over het initiatief. In 2005 willen we opnieuw zo’n dag inrichten.
Marc: ‘In mijn functie moet je wel interesse hebben in taal. Ook een zeker taalgevoel helpt. Al vanaf zeer jonge leeftijd was ik een verwoed lezer, nu nog. Later, tijdens mijn studies communicatiewetenschappen ontdekte ik dat ik graag teksten schreef.’
Uit detijk prak
lend bemand wordt door medewerkers van een rust- en verzorgingstehuis, een sociaal centrum en een dienstencentrum uit het district. Mondeling en via folders geven we de nieuwe inwoners een beeld van het OCMW in hun (nieuwe) stad.
en beantwoorden de oproepen of verwijzen de informatievragers meteen door naar de juiste dienst, in de meeste gevallen binnen de twee werkdagen. Jaarlijks registreren we meer dan duizend e-mails met vragen over onze hulpverlening. Het gaat van algemene informatieve vragen tot specifieke toelichtingen in bepaalde klantdossiers. Het aantal telefonische vragen registreren we helaas niet.
OCMW-jaarverslag 2004 • COMMUNICATIE
78
Uiteraard zullen velen die een vraag hebben over een bepaalde instelling of dienst hiermee rechtstreeks contact opnemen zonder tussenkomst van het informatiepunt. Op deze manier zijn vele tientallen, misschien wel honderden mensen dagelijks in de weer om onze doelgroepen klantvriendelijk te woord te staan.
Elke klant is welkom, maar voelt hij zich ook zo? Klantvriendelijkheid is zeer belangrijk in onze omgang met onze doelgroepen. Het OCMW komt bij sommige klanten over als bedreigend (controlerend), bij anderen misschien als arrogant (hoog opgeleide medewerkers achter hun bureau tegenover kansarmen), bij niet-klanten misschien als ‘de-ver-van-mijnbed-show’. We doen er echter alles aan om zo laagdrempelig mogelijk te zijn. We willen de Antwerpse burger duidelijk maken dat iedereen beroep kan doen op OCMWhulp en dat deze hulp veel meer kan zijn dan materiële bijstand. Bij velen heeft het OCMW nog een negatieve connotatie. Dat willen we doorbreken. Door op een positieve manier naar buiten te komen op allerlei beurzen en de verschillende aspecten van onze werking te laten zien. Door onze kantoren uitnodigend te maken. Door te praten op het niveau van onze klant. Door hem of haar mee inspraak te geven. Door nog zovele andere dingen ...
We hebben aandacht voor onze klant Het profiel van onze klanten is een vaststaand gegeven. Velen zijn laaggeschoold of hebben geen goede kennis van het Nederlands, anderen hebben een zeer hoge leeftijd. Allochtonen hebben dikwijls andere maatschappelijke en culturele gewoonten. Kortom: onze doelgroepen zijn zeer divers. We moeten hiermee rekening houden in onze communicatie naar hen toe.
Veel klanten komen voor de eerste keer in contact met het OCMW via onze sociale centra. Een intaker geeft hen daar de nodige informatie en verwijst hen door naar de juiste persoon of dienst. Belangrijk is dat de klanten hun verhaal kunnen doen en dat onze medewerkers naar hen luisteren en op hun niveau informatie geven. Ook onze klachtendienst past in dit plaatje. Door klachten snel en efficiënt op te volgen geven wij het signaal dat de mening van onze klanten belangrijk is. Het is cruciaal dat we onze schriftelijke informatie op een zeer duidelijke manier en ondubbelzinnig geven, of het nu gaat om een brief met een beslissing over gevraagde hulp of om een algemene informatiebrochure. We deden in 2004 enkele malen beroep op leesgroepen met mensen uit de doelgroep. Zo legden we onze infofolders voor aan enkele bejaarde bezoekers van een dienstencentrum of lieten een aantal standaardbrieven bekijken door een organisatie die werkt met mensen die leven in armoede. Eén van die organisaties is de vzw RechtOp. Enkele vertegenwoordigers van deze vzw lichtten hun grieven en bemerkingen bij de OCMW-brieven toe op een bijeenkomst met medewerkers van de Communicatiedienst. In 2004 herformuleerden we enkele van onze standaardbrieven. Voorheen gebeurde dit ad-hoc en meestal op vraag van enkele dienstverantwoordelijken. Vanaf 2005 willen we dit gestructureerd aanpakken. Samen met het Antwerps Platform voor Generatiearmen (APGA) publiceerde de vzw RechtOp een boek (‘De kant van de Klant’) met 30 voorstellen inzake klantbetrokkenheid in de hulpverlening. Dit document bevat nuttige aanbevelingen voor onze omgang en communicatie met de klanten. We bezorgden de publicatie aan onze maatschappelijk werkers. In de toekomst kunnen we deze aanbevelingen meenemen in onze initiatiecursus voor nieuwe maatschappelijk werkers. In september startten we een proefproject op waarbij in elk sociaal centrum één klant maximaal begeleid wordt volgens deze principes. De klant krijgt een maximaal inzagerecht en inspraak bij het opmaken van zijn dossier. Het project loopt tot maart 2005. Dan evalueren we welk effect dit heeft op de klant en onze organisatie. Is de evaluatie positief, dan kunnen we deze werkmethode misschien uitbreiden naar een groter aantal klanten. In de aanloop naar de opening van ons studentenhome Huis Sofía hadden we veel contacten met allerlei verenigingen voor allochtonen. Hoewel dit huis niet uitsluitend gericht is op deze doelgroep, wensten we toch vooraf alle gevoeligheden van de allochtone gemeenschappen te kennen zodat zij al niet bij voorbaat uitgesloten waren.
Zichtbaarheid in het straatbeeld helpt de bekendmaking van onze dienstverlening. Slechts zeer weinige Antwerpenaren weten op welke terreinen we allemaal actief zijn. Onze financiële hulpverlening is bekend, onze seniorenzorg via rust- en verzorgingsinstellingen ook. Daar houdt het meestal op. Door al onze instellingen kenbaar te maken, vergroten we onze naamsbekendheid. Daarom begonnen we in de tweede helft van 2004 met het aanbrengen van uniforme gevelbanieren, gevelplaten en raambelettering. Volgend jaar zetten we deze actie verder tot alle gebouwen een duidelijke OCMW-stempel dragen. Een hulpmiddel om onze klanten op hun gemak te stellen en te informeren is onze bedrijfsfilm. Een externe productiefirma maakt in samenwerking met de Communicatiedienst een voorstellingsfilm over het OCMW. De film zal bestaan uit verschillende modules, die telkens worden opgehangen aan een bepaald thema: middelen, activering ... In 2004 namen we vier van de zeven modules op. Het eindproduct moet in 2005 klaar zijn. De film moet een positief maar realistisch beeld schetsen van onze hulpen dienstverlening. Tijdens allerlei evenementen voor (potentiële) klanten waaraan we deelnemen of die we zelf organiseren (opendeurdagen, ervaringsdagen, jobbeurzen ...) kan dit de drempel naar onze diensten verlagen. Voor nieuwe medewerkers kan het een aangename kennismaking betekenen met een groot, veelomvattend OCMW. Naar imagovorming zijn onze eigen werknemers heel belangrijk.
Eigen medewerkers dragen ons beeld uit Goed geïnformeerde medewerkers kunnen klanten sneller en efficiënter helpen. De laatste jaren investeerden we in goede interne communicatie. Via allerhande kanalen krijgen onze personeelsleden nieuws over de organisatie. We bieden hen ook een aantal hulpmiddelen om meer eenvormig te communiceren. We hopen dat werknemers zo een beeld krijgen van onze organisatie als een bedrijf ‘met een hart voor mensen’ en dit ook uitdragen.
Onze medewerkers zijn goed geïnformeerd Het OCMW-intranet biedt onze medewerkers onder andere standaarddocumenten, opzoekmogelijkheden wat betreft dienstverlening en personen, interne vacatures en korte nieuwsberichten. Op de elektronische kalender en het prikbord kunnen zij zelf berichtjes plaatsen. Briefsjablonen, voorbeeldpresentaties en enkele communicatietips zijn hulpmiddelen die onze medewerkers er ook op terugvinden. Dringende berichten of crisiscommunicatie sturen we via e-mail rond met de expliciete vraag aan alle verantwoordelijken om deze berichten af te printen en op een zeer duidelijke plaats uit te hangen. Een groot deel van onze personeelsleden beschikt immers niet over een computer. Een ander kanaal dat we regelmatig benutten zijn affiches. Dit is dikwijls een geschikt medium en niet alleen omwille van het grote aantal mensen dat elektronisch onbereikbaar is. Diegenen die wel bereikbaar zijn, worden vaak overstelpt met elektronische post en lezen hun berichten misschien niet meer of veel te laat. Het medewerkersmagazine MENSEN verschijnt driemaandelijks. Onze personeelsleden krijgen het toegestuurd op de werkvloer. In het tijdschrift stellen we nieuwe diensten voor, gewijzigde procedures, collega’s met een apart profiel ... We proberen telkens een mix te brengen van beleidsinformatie en human interest stories. Het magazine moet voor alle werknemers interessante informatie bieden. Een aanzienlijk deel gepensioneerde medewerkers hebben zich op het tijdschrift ‘geabonneerd’. Het departement Wonen & Zorg bezorgt periodiek een nieuwsbrief (op papier) aan zijn medewerkers die meer gedetailleerde informatie bevat dan MENSEN. Nieuwe medewerkers worden niet alleen onthaald op de werkvloer. Het departement Personeelsmanagement organiseert maandelijks een onthaaldag waarop de werknemers kennis maken met hun werkgever. Een dag lang wordt er via gesprekken en rondleidingen een
79 OCMW-jaarverslag 2004 • COMMUNICATIE
We poetsen ons imago op
Marc: ‘Twintig jaar geleden toen ik begon te werken bij het OCMW maakte ik folders met een typmachine. Nu gebruiken we op onze dienst professionele computertoepassingen. Het resultaat is veel aangenamer om naar te kijken. Ook vorm is belangrijk want een mooie folder nodigt uit tot lezen.’
Uit detijk prak
In 2005 hopen we een structureel platform te kunnen uitwerken waar verschillende testgroepen onze communicatieacties beoordelen.
Uit detijk prak
beeld opgehangen van de verschillende activiteiten die het OCMW uitvoert.
OCMW-jaarverslag 2004 • COMMUNICATIE
80
Het beleidsplan ‘Het OCMW herontdekt’ vormt de leidraad voor al onze activiteiten. Voorzitter Monica De Coninck stelde dit beleidsplan in de loop van 2004 mondeling voor aan alle werknemers onder de noemer ‘Hart op de Tong’. Als aanzet naar de twee uur durende sessies stelden we een extra nummer van het personeelsmagazine samen waarin we het beleidsplan in mensen-taal toelichtten.
Onze medewerkers laten van zich horen Omdat het OCMW midden in talrijke veranderingsprocessen zit, is het van levensbelang dat hierover in twee richtingen gecommuniceerd wordt. Medewerkers moeten de kans krijgen om opmerkingen te formuleren en vragen te stellen aan het beleid. De ‘Hart op de Tong’-sessies boden hiervoor een mooie gelegenheid. Onze werknemers konden zowel schriftelijk als via e-mail vragen insturen waar de voorzitter dan in de mondelinge sessies op inging. Ook tijdens de sessies zelf was er mogelijkheid tot discussie. Het magazine MENSEN roept de lezers regelmatig op om hun mening kenbaar te maken. Helaas komt hier maar weinig respons op. Slechts enkele malen krijgt de redactie een brief of een e-mail via het informatiepunt. De Communicatiedienst zal daarom begin 2005 een lezersenquête voeren rond het opzet van het magazine.
Goede communicatie is geen toevalstreffer Meer en meer pakken we nieuwe acties projectmatig aan. Verschillende departementen en mensen met diverse functies zitten samen met elkaar rond de tafel en plannen het hele verloop vanaf de denkfase tot de eigenlijke inwerkingtreding. Communicatie maakt steeds een onderdeel uit van het projectdossier. Op deze manier willen we mensen tijdig doen nadenken over de
Sprekende cijfers
2004
Marc: ‘Soms moeten we teksten van verschillende mensen tot één geheel maken. Dat is het moeilijkste want iedereen heeft zijn eigen schrijfstijl. Het zou helpen als iedereen een reeks nuttige schrijftips kreeg en die ook toepast. Daar moeten we dringend werk van maken.’
verschillende doelgroepen die we moeten informeren. Medewerkers van de Communicatiedienst spelen hierin een adviserende en begeleidende rol. Soms maken ze ook deel uit van een projectgroep.
• Het informatiepunt behandelde 1 353 ingekomen e-mails. • We breidden ons informatiepakket uit met 8 nieuwe folders, brochures of flyers: 5 hiervan zijn gericht naar specifieke klantdoelgroepen, 1 naar een specifieke groep medewerkers. 2 folders gaan over onze algemene dienstverlening. • Vanuit de centrale Communicatiedienst verspreidden we 9 affiches: 7 intern om reorganisaties bekend te maken en 2 extern die een wervend karakter hadden. • We verstuurden via e-mail 206 interne berichten voor alle medewerkers. • Het departement Wonen & Zorg verstuurde 2 nieuwsbrieven naar haar personeelsleden (ongeveer 800 werknemers). • Maandelijks vindt er 1 onthaaldag plaats voor een 25-tal personeelsleden. • MENSEN verschijnt driemaandelijks met een oplage van meer dan 8 000 exemplaren. 2 161 gepensioneerden ontvangen het tijdschrift vrijwillig, 623 vrijwilligers zijn opgenomen in ons lezersbestand. • Meer dan 3 000 medewerkers volgden de Hart op de Tong-sessies. Ze stelden 115 vragen over het OCMWbeleid, zowel schriftelijk als mondeling.
Bibliotheek is een centrale plaats voor het bewaren en opvragen van informatie OCMW-medewerkers en raadsleden kunnen in onze bibliotheek publicaties uitlenen of werken uit andere bibliotheken opvragen. Ook opzoekingen, het maken van fotokopieën of het inkijken van tijdschriften is mogelijk. Elke maand sturen we naar de verschillende diensten binnen het OCMW een zogenaamde attenderingslijst. Het is een maandelijks overzicht van de inhoud van de verschillende tijdschriften waarop we geabonneerd zijn. Medewerkers kunnen dan een kopie opvragen van artikels waarin ze geïnteresseerd zijn.
Onze bibliotheek heeft een kleine, maar wel gespecialiseerde collectie van werken. Deze omvatte in 2004 meer dan 6 600 boeken en 77 lopende tijdschriften, met als onderwerpen: • OCMW • (kans)armoede • historiek van de armenzorg • maatschappelijk werk • welzijnssector • gezondheidszorg • ziekenhuiswezen • historiek van de geneeskunde • recht • kunstgeschiedenis •Antwerpen (plaatselijke geschiedenis)
2004
Uit de startblokken
Met uitzondering van tijdschriften en losbladige uitgaven kunnen we nu via het digitaal documentleverantiesysteem Impala publicaties aanvragen die zich in één van de andere aangesloten bibliotheken bevinden. Dit systeem werkt heel vlot. Van tijdschriftartikels kunnen we een fotokopie aanvragen. Aan de hand van de referenties van de verlangde werken die schriftelijk, mondeling of per e-mail toekomen, voeren onze medewerkers de aanvraag in het Impala-systeem in. Opmerkelijk is dat sinds de aansluiting bij het online Antwerpse bibliotheeknetwerk A-net en Impala, wij en onze bibliotheek in het bijzonder een grote uitstraling kregen in de wetenschappelijke bibliotheekwereld.
81 OCMW-jaarverslag 2004 • COMMUNICATIE
De laatste jaren ontgroeide de bibliotheek haar louter passieve bewaringsfunctie en richt zich meer en meer op het actief verspreiden van informatie. We vonden het dan ook noodzakelijk om de werking te automatiseren. Daarom tekenden we een samenwerkingsovereenkomst met de Universiteit Antwerpen. Hierdoor is onze bibliotheekcollectie nu opgenomen in een groter geheel. Deze automatisering heeft uiteraard grote gevolgen voor de bibliotheek. Ons bibliotheekpersoneel moest op een andere wijze leren werken.
In 2004 voerden we de lopende tijdschriften, de aanwinsten en het merendeel van de bestaande collectie in het computerbestand in. We ontdekten in onze eigen collectie een groot aantal oude edities, uitgegeven vóór 1800. Volgens wetenschappelijke regels voor het oude boek moeten we ze op een speciale manier beschrijven. Dit gebeurt door specialisten van de Universiteit Antwerpen. In 2005 willen we de elektronische toepassingen van enkele publicaties, zoals ‘Het ABC van de Belgische OCMW’s’, via ons intranet aanbieden. Tussen onze reguliere taken door herstelden we veertien beschadigde boeken in eigen beheer.
OCMW-jaarverslag 2004 • COMMUNICATIE
82 In het kader van Antwerpen Wereldboekenstad (ABC) namen we van 22 tot en met 27 juni 2004 deel aan het project “Boeken om naar te Kijken”. Onze tentoonstelling oogstte veel bijval. We ontvingen in die korte periode 365 bezoekers. De bibliothecaris gaf op Radio KLARA een live interview over dit project.
2004
Sprekende cijfers
• We kochten 94 nieuwe werken aan voor onze bibliotheekcollectie. • We zijn geabonneerd op 165 tijdschriften en losbladige vervolgwerken. We kregen hiervan 940 afleveringen. • We verwerkten 6 230 aanvragen voor tijdschriftenartikels. Hiervoor maakten we 12 716 fotokopies voor een bedrag van 1 907,40 euro. • We leenden 78 publicaties uit. • We vroegen 35 publicaties aan die zich in andere bibliotheekcollecties bevonden. De OCMW-bibliotheek leverde zelf twaalf werken aan andere bibliotheken.
Personeelsmanagement
Door de juiste persoon op de juiste plek in te zetten versterken we onze hulpverlening Hulpverleningsprocessen en -procedures zijn belangrijk en nuttig. Maar laten we nooit vergeten dat achter iedere procedure, achter ieder stukje werking van OCMW Antwerpen mensen staan. Het zijn onze medewerkers die de boel doen draaien en die dus zorgen dat klanten geholpen worden, elke dag opnieuw, het hele jaar door.
83 OCMW-jaarverslag OCMW-jaarverslag 2004 2004 •• PERSONEELSMANAGEMENT PERSONEELSMANAGEMENT
2004
Onze doelstelling
Onze efficiëntie steunt niet op individuen die ieder hun ding doen, naast elkaar. De kracht van onze organisatie zijn de teams van collega’s die samen hun doelstellingen waarmaken, of het nu een schoonmaakploeg is, een groep verzorgers of een team van maatschappelijk werkers.
OCMW-jaarverslag 2004 • PERSONEELSMANAGEMENT
84
Iedere medewerker heeft eigen sterktes, een eigen persoonlijkheid en eigen ambities. Om onze klanten optimaal te helpen zorgen we ervoor dat iedereen op een plek werkt waar hij de meeste waarde toevoegt en dus het meeste kan doen voor de klant, rechtstreeks of onrechtstreeks. Het spreekt voor zich dat alle werknemers over de juiste capaciteiten of competenties beschikken om hun taak uit te oefenen. Als werkgever willen we hiervan optimaal gebruik maken en ze onder andere door middel van vorming nog verbeteren. Mensen voelen zich beter in een functie die hen ‘op het lijf geschreven is’. De juiste persoon op de juiste plek is zowel voor de medewerker als voor het OCMW een goede zaak.
De nieuwe afdeling ‘Human Resources’ zag het levenslicht Vóór de oprichting van het nieuwe ‘Human Resources’ (HR) departement baseerden we het gevoerde personeelsbeleid grotendeels op de pijlers werving, vorming en evaluatie. Niet toevallig zijn dit ook de drie pijlers binnen de Krachtlijnen Kelchtermans. Drie cellen ondersteunden het basisprincipe van ons HR-beleid: ‘de juiste medewerker op de juist werkplek’.
Met het vernieuwde HR-beleid sloegen we vanaf 1 april een meer behoeftegestuurde weg in met het OCMW beleidsplan 2001 - 2007 in het achterhoofd. Bij de oprichting van de nieuwe - volledige - HRM-afdeling kozen we voor een uitbreiding van het aanbod en namen we tegelijk een meer coördinerende rol op. We richtten twee nieuwe cellen op: de cel Competentiemanagement en de cel Retentiebeleid. In de loop van 2004 stemden we de werking van de verschillende cellen steeds meer op elkaar af, voornamelijk met de bedoeling om tot teamwerk te komen. In het laatste kwartaal introduceerden we een wekelijkse stafvergadering ter ondersteuning van dit proces.
Het personeelsbestand groeide niet Om ons personeelsbudget onder controle te houden mocht ons personeelsbestand niet verder aangroeien. We weken alleen van dit principe af wanneer er extra inkomsten tegenover stonden, bijvoorbeeld onder de vorm van personeelssubsidies. We lichtten het personeelsbestand maandelijks door. Alle medewerkers die afwezig waren omwille van o.a. loopbaanonderbreking, onbezoldigd verlof, kraamverlof of langdurige ziekte vervingen we door personeelsleden die een vervangingscontract kregen voor de duur van de afwezigheid van hun collega. Op deze manier slaagden we erin om het personeelsbestand niet te doen groeien. De effectieve bezetting op 1 januari 2004 gebruikten we als referentiepunt. We wachten nu het nieuwe kader af dat zal voortvloeien uit de goedkeuring van een nieuw personeelsbehoeftenplan. Dit moet volledig tegemoetkomen aan de nieuwe structuur van het OCMW.
Ilse: ‘Ik ontvang nieuwe sollicitanten en begeleid hen naar selectiegesprekken en examens. Vooraf bekijk ik de sollicitatiebrieven en kijk of het profiel van de kandidaten overeenstemt met de functieomschrijving. Nieuwe medewerkers geef ik op hun eerste werkdag uitleg over een aantal praktische zaken zoals de vakantie- en ziekteregeling of over de gedeeltelijke terugbetaling van het Lijn-abonnement.’
Sprekende cijfers
• Gemiddeld hadden we 8 689 mensen in dienst in 2004. Omgerekend naar voltijds equivalenten betekent dit 7 602,77 werknemers. • We namen 250 werknemers in dienst, maar er vloeiden er 306 af. @ Meer cijfermateriaal vindt u op onze website.
2004
Uit detijk prak
Ilse Discart, administratief assistente bij het departement Human Resources Management (HRM)
De OCMW-ziekenhuizen verzelfstandigden op 1 januari 2004. Vanaf die datum behoren ze tot het Ziekenhuis Netwerk Antwerpen (ZNA). Dit had uiteraard grote gevolgen voor de OCMW-personeelsleden die er werkten en dus ook voor het nieuwe HR-departement. Deze omschakeling bepaalde begin 2004 in grote mate onze wervings- en selectiemethoden. Er gold een aanwervingsstop en we pasten het principe van interne mobiliteit prioritair toe.
Sprekende cijfers
2004
Werven en selecteren
• We schreven vijf benoemingsexamens uit waarvoor 138 medewerkers inschreven. Er slaagden 57 kandidaten. • We hielden tien bevorderingsexamens. 37 personen schreven er zich voor in, twaalf slaagden. @ Meer cijfermateriaal vindt u op onze website.
Vacatures
Evaluatie
Een bewust personeelsbeleid is ingegeven door een reële behoefte. Daarom maakten we werk van duidelijke procedures bij het bekendmaken en het invullen van vacatures. We voerden steeds een selectie. Alleen als we geen geschikte interne kandidaten vonden, wierven we extern aan.
Vanuit de afdeling HRM proberen we de chefwaardeerders zo goed mogelijk te ondersteunen en te begeleiden in hun taak. Soms moeten we ze aansporen om hun evaluaties tijdig en correct uit te voeren. Om onze medewerkers goed voor te bereiden op hun taak als waardeerder van collega’s, moeten zij hiervoor een opleiding volgen. Een externe firma verzorgde deze opleiding die de cursisten positief evalueerden.
Interne mobiliteit
Retentiebeleid
Eind 2003 werkten we een beleid voor interne mobiliteit uit dat we in 2004 verder toepasten. Alle vacatures communiceren we intern. Zowel OCMW-medewerkers met een vast statuut - de ‘vast benoemden’- als medewerkers met een contract van onbepaalde duur én de statutaire medewerkers van ZNA kunnen zich kandidaat stellen voor een openstaande vacature. Voorwaarde is dat zij de gevraagde functie al uitoefenen op hun huidige werkplek.
Externe aanwervingen We besteden extra aandacht aan de correcte toepassing van de verschillende contracten. Naargelang het soort vacature werven we aan met een ander soort contract. Vacatures die we open verklaren omdat een personeelslid definitief afwezig is, vullen we in door contracten van onbepaalde duur. Als iemand slechts tijdelijk afwezig blijft, werken we met vervangingscontracten van bepaalde of onbepaalde duur. Onze dienst Werving en Selectie volgde dan ook nauwgezet het personeelsverloop op de werkvloer op.
Ilse: ‘Onze klanten zijn zowel collega’s, toekomstige collega’s of mensen die hier toevallig langskomen. Stap je het OCMW gebouw in de Lange Gasthuisstraat binnen, dan zie je eerst onze dienst. Dat maakt de drempel om binnen te komen ook laag. Vaak moeten die mensen hier helemaal niet zijn, maar we verwijzen hen dan wel door op een klantvriendelijke manier. Het is wel enorm leuk om tegen een sollicitant te zeggen dat hij of zij de job heeft. Jammer genoeg zijn er minder vacatures dan kandidaten. Dan proberen we hen wat op te vangen en te antwoorden op de vraag waarom ze er niet bij zijn.’
Uit detijk prak
Tot juni 2004 merkten we een ruime interesse van de statutaire medewerkers van ZNA om terug te keren naar het OCMW. Vanaf de zomermaanden moesten we meer extern aanwerven.
Retentie zouden we het best kunnen omschrijven als personeelsbinding. Hoe beter de band tussen werknemer en werkgever is, hoe beter onze organisatie haar doelstellingen kan behalen. Het leidt immers tot grotere tevredenheid, hogere betrokkenheid, minder absenteïsme, minder verloop en een grotere impact van het personeelsbeleid.
85 OCMW-jaarverslag 2004 • PERSONEELSMANAGEMENT
Toch pasten we enkele nieuwigheden toe wat betreft vacatures, interne mobiliteit en externe aanwerving.
We lanceerden twee maatregelen die samengingen met de infrastructuurwerken aan de Antwerpse ringweg. Alle personeelsleden én een inwonend gezinslid kregen een gratis abonnement voor het openbaar vervoer. We breidden ook het aantal dienstroosters uit zodat werknemers maandelijks hun werkuren konden kiezen in functie van de bereikbaarheid van de werkplek.
OCMW-jaarverslag 2004 • PERSONEELSMANAGEMENT
86
Personeelsontwikkeling: kennis en competentie spelen een cruciale rol Als maatschappelijk centrum moeten we natuurlijk inspelen op de maatschappelijke tendensen en de toekomstige behoeftes en risico’s. We zijn dan ook een ‘lerende’ organisatie die de competenties van haar medewerkers steeds afstemt op de evoluerende en veranderende noden binnen en buiten de organisatie. Kennisen competentiemanagement spelen hierbij een cruciale rol. Hiervoor gebruiken we vormingen, trainingen en opleidingen (VTO). In 2004 schreven we het VTO-beleidsplan volledig uit. Samen met de Stad Antwerpen werkten we een nieuw vormingsreglement uit, herschreven we het vademecum dat de toepassingsmodaliteiten weergeeft en herbekeken we de taken van onze plaatselijke vormingscoördinatoren (pvc). Vormingscoördinatoren die tezelfdertijd ook kwaliteitsbegeleider zijn, bleek niet efficiënt. Beide taken splitsten we op en dat willen we formaliseren.
2004
Sprekende cijfers
• Ons vormingsaanbod bestond in 2004 uit 40 opleidingen. • Alle medewerkers volgden gezamenlijk 71 169 vormingsuren. Deze cijfers liggen lager dan in 2003 omdat we meer behoeftegestuurd werkten. We keken meer naar de kwaliteit van de opleidingen in plaats van naar de kwantiteit.
Competentiemanagement Vroeger gaven we ‘kennis’ een belangrijke rol binnen het wervings- en selectiegebeuren en in het kader van personeelsontwikkeling. Nu staan de competenties van onze medewerkers centraal: het geheel aan attitudes, kennis en vaardigheden. Sinds 2004 hebben we een cel ‘Competentiemanagement’. Deze cel staat in voor: • Het (mee) creëren van een meetinstrument om competenties te beschrijven, te bepalen en te meten. • De opmaak en bijsturing van de personeelsformatie, de benoemings- en bevorderingsvoorwaarden en functiebeschrijvingen. • Het begeleiden van de loopbaanplanning. We moeten onze medewerkers op zulke manier inzetten dat zowel zijzelf als het OCMW hiervan het meest nut hebben. Na onderzoek bleek dat externe consultants zeker een meerwaarde kunnen hebben in dit proces. Daarom stelden we een externe firma aan die ons hierbij gaat begeleiden. In een eerste fase ontwikkelden we een competentiewoordenboek. Hierin wordt elke competentie gedefinieerd en herkenbare gedragsindicatoren beschreven.
Sociale dienstverlening voor de medewerkers via de personeelsvereniging Sodico vzw De personeelsvereniging Sodico is niet zomaar een vriendenkring. Naast een recreatief-sportieve opdracht heeft ze ook een uitgebreide dienstverlening naar haar leden toe. Voor een lidgeld van ongeveer 25 euro per jaar bieden we onze leden een waaier aan dienstverlening: van hobbyclubs en tal van activiteiten tot sociale dienstverlening en premies bij bijzondere gebeurtenissen. Een nieuwe coördinator, aangesteld in maart 2004, startte met de modernisering en herstructurering van de vereniging. Met Sodipa (de personeelsclub van de stad Antwerpen) en acht andere personeelsclubs van grote bedrijven maken we deel uit van de Samenwerkende Personeelsverenigingen Antwerpen (SPA). Gezamenlijke activiteiten, aankoopvoordelen, sportontmoetingen ... de mogelijkheden zijn legio.
We willen het ‘wij-gevoel’ versterken en de betrokkenheid bij de job, bij de organisatie en bij het beleid verhogen.
Onze leden binnen het Ziekenhuis Netwerk Antwerpen (ZNA) die dat wensten, konden bij overgangsmaatregel lid blijven van Sodico. Bijna alle statutaire medewerkers kozen hiervoor. Ook een driehonderdtal contractuelen betaalden hun lidgeld. We werken aan een samenwerkingsmodel met ZNA zodat ook al hun medewerkers de voordelen van een lidmaatschap in de toekomst kunnen behouden.
De vzw Sodico heeft tot doel ‘de gezondheid, ontwikkeling en ontspanning van haar leden (en inwonende gezinsleden) te bevorderen en hulp te verschaffen onder elke gewenste, passende vorm in de gevallen waar zekere bestaansmoeilijkheden niet uit eigen kracht overwonnen kunnen worden.’ (art. 1 van de statuten)
Sociale dienst personeel Tot begin 2004 waren er twee sociale diensten voor het personeel: één binnen Sodico en één binnen het departement HRM. Zowel vanuit het oogpunt van de klant als vanuit de organisatie was dit een weinig logische situatie. We bundelden ze dan ook tot één dienst binnen het departement HRM. De nieuwe sociale dienst is hét aanspreekpunt voor alle OCMW-medewerkers, Sodico-leden en gepensioneerden. De maatschappelijk werker gaat na welke hulp het meest aangewezen is en verwijst zonodig naar een tweedelijnsdienstverlening door. Door deze integrale aanpak kunnen we ons aanbod merkelijk vergroten en dus ook veel klantgerichter werken.
Sport- en ontspanningsclubs Alle Sodico-leden en hun gezin kunnen zich aansluiten bij één of meerdere sport- en/of ontspanningsclubs. Onze leden kunnen ook onder bepaalde voorwaarden bij Sodipa aansluiten voor hobby’s of sporttakken die we zelf niet aanbieden.
OCMW-jaarverslag 2004 • PERSONEELSMANAGEMENT
87
Evenementen Banket voor jubilarissen en gepensioneerden Jaarlijks vieren we de jubilarissen met 25 en 35 jaar dienst en diegenen die het afgelopen jaar met pensioen gingen. Sodico biedt hen en hun partner een uitgebreid diner aan. Op deze viering overhandigen we een premie en een geschenk.
OCMW-jaarverslag 2004 • PERSONEELSMANAGEMENT
Tekenwedstrijd Jaarlijks organiseren we voor de kinderen van onze leden een tekenwedstrijd. Ieder kind van vijf tot twaalf jaar kan hieraan deelnemen. De traditionele tentoonstelling en prijsuitreiking hielden we dit jaar in het Kinderziekenhuis. Elk van de meer dan 120 kleine kunstenaars kreeg een cadeaubon. Voorbereiding op het pensioen Driemaal per jaar richten we, samen met Sodipa, een infodag in onder de noemer ‘Pensioen is te doen!’. Toekomstige gepensioneerden krijgen dan alle mogelijke informatie over wat de personeelsvereniging nog verder voor hen kan betekenen, welke seniorenvoorzieningen er bestaan enzovoort. Gerenommeerde gastsprekers geven hun visie over het leven als gepensioneerde.
Uit detijk prak
Ilse: ‘De cel Werving en Selectie formuleert zo vaak mogelijk klantvriendelijke antwoorden. We vermijden zoveel mogelijk bureaucratie en zorgen ervoor dat je met je vragen ineens bij de juiste persoon terecht kan. Vaak zeggen we ‘je mag het dossier verhuizen, maar niet de klant.’ We zorgen ervoor dat je van één persoon de oplossing krijgt. Je hoeft dus niet naar persoon A, die je naar B stuurt, die je naar C stuurt, die je op zijn beurt naar D stuurt.’
Nieuwe activiteiten We proberen een zo gevarieerd mogelijk activiteitenaanbod te creëren. Succesvolle traditionals, afgewisseld met toffe nieuwe initiatieven. Zo waren er dit jaar de wandelrally, de survival en de Sodico-quiz.
Sprekende cijfers
2004
88
Sinterklaasfeest Elk jaar vindt tijdens de Sinterklaasperiode het SodicoSinterklaasfeest plaats. Naast een filmvoorstelling trakteren we de kinderen ook nog op speelgoed en speculaas. Op zondag 28 november 2004 konden kinderen en ouders genieten van de Disney-film ‘The Incredibles’. Voor het eerst nodigden we ook de kinderen van OCMW-klanten uit. Deze beslissing namen we pas na rijp beraad en ... het werd een succes. In totaal kon de Sint meer dan 5 000 kinderen en ouders begroeten.
Gepensioneerdenwerking Op maandag- en woensdagnamiddag zijn er in samenwerking met Sodipa seniorenactiviteiten in het clublokaal aan de Korte Ridderstraat. Het OCMW-dienstencentrum De Oever stelt zijn lokalen hiervoor ter beschikking. Daarnaast voorziet het programma tal van één- of meerdaagse uitstappen en reisjes.
• 144 nieuwe leden sloten zich aan bij Sodico in 2004. • 74 leden verlieten de vereniging. • 584 leden (contractuele medewerkers) binnen de ziekenhuizen vernieuwden hun lidmaatschap niet. • Op 31 december 2004 telden we in totaal 9 401 leden. • De Raad van Bestuur keurde 107 leningen goed van de 114 aanvragen.
Het personeelsblad Het Sodico-tijdschrift verscheen vroeger tweemaandelijks. Het onderging in september 2004 een ware metamorfose. Elke lid en elke OCMW-medewerker ontvangt sindsdien vier maal per jaar een modern tijdschrift met een frisse invulling, gekoppeld aan een moderne vormgeving. Het blad wordt gebundeld met MENSEN. Door dit concept proberen we het aspect “twee-eenheid” van het OCMW en haar personeelsvereniging weer te geven. We bieden de twee magazines niet gemengd aan, maar wel gebundeld. Het Sodicoblad vormt een middenkatern in MENSEN. Samen tellen ze plusminus 48 pagina’s. Door het combineren van twee invalshoeken op de actualiteit en het reilen en zeilen binnen onze organisatie, verhogen we de eenvormigheid en leesbaarheid. Doelstelling is immers om door een open en duidelijke communicatie het ‘wij-gevoel’ te versterken en de betrokkenheid bij de job, bij de organisatie én bij het beleid te verhogen.
Veiligheid is een belangrijk aandachtpunt voor het OCMW. Spontaan denken velen hierbij waarschijnlijk aan het voorkomen van ongevallen op de vele bouwwerven van het OCMW. Minstens even belangrijk is de dagelijkse veiligheid van onze medewerkers, klanten en bezoekers in alle OCMW-gebouwen. Beide elementen vormen de kern van ons preventiebeleid zoals het is opgenomen in het beleidsplan 2001-2007.
Leidinggevenden hebben een belangrijke taak inzake veiligheid en preventie De Welzijnswet* legt de taken, de verantwoordelijkheden en de aansprakelijkheid vast van leidinggevende personeelsleden binnen een onderneming. Zij kregen hierover een opleiding die onze verzekeringsfirma gratis aanbood. Indien het aantal arbeidsongevallen daalt door een preventieve aanpak is dit zowel voor het OCMW als voor de verzekeringsfirma een win-win situatie. Vanaf 1 oktober 2004 voeren we een echt ‘aanwezigheidbeleid’. Door allerlei maatregelen proberen we het aantal onwettige ziekteverletdagen te beperken. Er ging een nieuwe reglementering van kracht met betrekking tot de ziektecontrole, die vanaf nu wordt opgenomen door de externe controlefirma GECOLI-CCM (zie verder). Ook hierover kregen de leidinggevenden een opleiding. Mobbing, pesten en ongewenste sexueel gedrag op het werk vallen onder de term ‘grensoverschrijdend gedrag’. Wanneer personeelsleden dergelijke klachten hebben, zijn de arbeidsgeneesheren het aanspreekpunt. Zij zullen elke melding doorgeven aan de preventieadviseur. Als we een formele procedure moeten opstarten, doen we beroep op de externe firma GEDILO-IK waarmee we sinds 2004 samenwerken. De eigen preventieadviseur gaf verschillende opleidingssessies rond het omgaan met grensoverschrijdend gedrag op het werk, samen met iemand van de externe firma.
Roken op het werk Op 1 januari 2006 gaat een nieuwe wet van kracht met bepalingen rond roken op het werk. Uitgangspunt is dat elke werknemer recht heeft op een
* Wet van 4 augustus 1996, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 18 september 1996. Deze kaderwet geeft de factoren aan van welzijn op het werk. ‘Gezondheid’ duidt niet enkel meer op fysieke aspecten, maar ook op de mentale gezondheid van werknemers.
rookvrije werkplek. Ook wij hebben de plicht om voor een gezonde werkomgeving te zorgen. Gezondheid is trouwens één van onze kernopdrachten. Omdat een rookverbod of een strikte rookbeperking verregaande implicaties heeft voor onze werknemers, richtten we al in 2004 een projectgroep op om een echt rookbeleid uit te werken voor het ganse OCMW. Deze groep legde een aantal voorstellen voor aan de Raad voor Maatschappelijk Welzijn. Na het overwegen van de diverse mogelijkheden besliste het beleid dat al met ingang van de Werelddag zonder tabak (op 31 mei 2005) alle werkgebonden ruimtes rookvrij worden. Vervolgens zal op 1 januari 2006, wanneer de nieuwe wet betreffende het roken op het werk in voege treedt, het hele OCMW volledig rookvrij worden. In 2005 zal de projectgroep de verdere uitwerking coördineren en oplossingen zoeken voor de knelpunten die zich nog zullen aandienen. Wat met medewerkers die werken in cafetaria waar de nieuwe wetgeving niet van toepassing is? Wat met onze personeelsleden in de thuiszorg? Al van bij de aanvang van het project was het duidelijk dat goede communicatie met en sensibilisering van onze werknemers van levensbelang is. In 2005 lanceren we daarom een grootscheepse campagne die iedereen moet voorbereiden op de veranderingen.
Fietsongevallen van en naar het werk Beging 2004 merkten we dat het aantal fietsongevallen op weg naar en van het werk gestegen was met 30 % tegenover voorgaande jaren. De infrastructuurwerken in de Stad Antwerpen hebben soms een onduidelijke en steeds wisselende verkeerssituatie tot gevolg, wat niet bevorderlijk is voor de veiligheid van de weggebruikers. De verkeerspolitie hield in 2004 een actie voor onze personeelsleden van de ziekenhuizen en de centrale diensten in de Lange Gasthuisstraat. Ze keken na of hun fietsen voldeden aan de wettelijke verkeersvoorschriften. De helft was bij een eerste controle niet in orde. Bij een herhaald nazicht bleek dat de meeste euvels verholpen waren. Via een verzekeringsfirma proberen we in 2005 gratis fluorescerende verkeersvestjes aan te bieden aan onze fietsende medewerkers.
Wat te doen bij brand? We gaven een deel van onze medewerkers al een theoretische opleiding brandpreventie. We zetten deze cursus verder in 2005. Naast deze theoretische bijscholing proberen we ook om per dienst of instelling een aantal mensen een praktische bijscholing te geven.
89 OCMW-jaarverslag 2004 • PERSONEELSMANAGEMENT
Samen werken aan een gezonde werkplek
OCMW-jaarverslag 2004 • PERSONEELSMANAGEMENT
90
De afdeling HRM streeft naar voldoende, competent en tevreden personeel voor OCMW Antwerpen.
Op vraag van verschillende instellingen zelf starten we in 2005 met het houden van evacuatieoefeningen.
Zorg voor het milieu We troffen maatregelen om voortaan de pampers van onze residenten in de rust- en verzorgingstehuizen uit de afvalstroom te houden. Nieuwe kleinere perscontainers resulteerden in een aanzienlijk lagere prijs voor de ophaling en verwerking van het afval.
Voorkomen is beter dan genezen Bouwplannen: onze interne dienst Veiligheid adviseert de architecten bij het ontwerpen en realiseren van nieuwe of te renoveren sociale centra. Door middel van bouwkundige ingrepen kunnen we onze werknemers in deze centra deels beschermen tegen verbaal en fysiek geweld. We willen in de toekomst ook voor andere medewerkers in andere gebouwen een vergelijkbaar agressiepreventiebeleid opstarten.
Rampenplannen: we werkten een intern noodplan uit voor de centrale diensten en actualiseerden deze van de rust- en verzorgingstehuizen (RVT). In 2005 actualiseren we de interne noodplannen van de sociale centra. Diefstalpreventie: we stelden een richtlijn op voor diefstalpreventie. Rekening houdend met de inbraken en geldovervallen blijft dit onderwerp actueel. HACCP*- keukenhandboek voor rust- en verzorgingstehuizen: we stelden een standaardhandboek op inzake de voedselveiligheid in de keukens van onze RVT. Het bevoegde ministerie keurde dit in september 2004 goed. In 2005 herwerken we dit handboek op maat van de dienstencentra. Ongevallenpreventie op het werk: we onderzochten markante arbeidsongevallen en voerden ongevallenanalyses uit. Uiteraard stelden we ook verbeteringen voor in overleg met de basisoverlegcomités. * HACCP: Hazard Analysis of Critical Control Points. Deze criteria normeren de voedselveiligheid.
Alleen door controles kom je te weten of iemand al dan niet rechtmatig afwezig is. Daarom hebben we deze controles vanaf 1 oktober 2004 toevertrouwd aan GECOLI-CCM vzw, een onafhankelijke professionele organisatie met veel ervaring terzake. GECOLI-CCM vzw gebruikt objectieve criteria voor de selectie van haar controles. Medewerkers met een ernstige ziekte worden niet aan onnodige en herhaalde controles onderworpen. Anderen met een hoge, arbeidsorganisatie-storende ziektefrequentie mogen zich er wel aan verwachten. We hopen hierdoor het onrechtmatig ziekteverzuim krachtdadig aan te pakken zonder een heksenjacht te organiseren. Wie echt ziek is, moet probleemloos gebruik kunnen maken van zijn recht op ziekteverlof. Voor de inwerkingtreding van de nieuwe reglementering gaven we onze personeelsleden de nodige informatie over de wijzigingen ten opzichte van het oude systeem. De dienstleiding volgde een infosessie en alle werknemers kregen een infobundel waarin we de richtlijnen bondig toelichtten.
Uit detijk prak
Ilse: ‘Communicatie is belangrijk! Zeker communicatie van hogerhand naar de medewerkers moet duidelijk zijn. Info verandert onderweg en op’t einde van het communicatiekanaal is niet meer duidelijk wat iemand bedoelde. Daarom ... ook hier minder bureaucratie. Soms krijg je van hogerhand opdrachten die je op’t laatste nippertje uitvoert. Wij zetten het beleid om in de praktijk en we doen dat graag. Maar een duidelijkere communicatie is belangrijk om je medewerkers tevreden te houden.’
Uit de startblokken
2004
Het absenteïsme binnen OCMW Antwerpen is bijna dubbel zo hoog als in de rest van België. We vermoeden dat niet alle afwezigheden verantwoord zijn. Een abnormaal hoog ziekteverzuim kost niet alleen veel geld aan de organisatie maar veroorzaakt vooral een onaanvaardbare werkdruk voor wie wel aan het werk blijft. De dienstverlening naar onze klanten komt hierdoor in het gedrang. We schatten de directe loonkost van het absenteïsme binnen ons bedrijf op 23 miljoen euro per jaar.
In de toekomst willen we met gerichte acties de aanwezigheid van ons personeel bevorderen. Aan de hand van een nauwgezette analyse van het verzuim binnen onze organisatie kunnen we hiervoor de juiste hefbomen vinden.
Een personeelsbehoeftenplan legt vast wat er nodig is In het voorjaar 2004 begonnen we een nieuw personeelsbehoeftenplan op te maken. Het laatst goedgekeurde plan dateerde van 2001, maar ondertussen onderging onze organisatie enkele ingrijpende wijzigingen. We stelden onze opdracht en kerntaken opnieuw in vraag. Dit had nieuwe personeelsbehoeften als resultaat. Eind 2004 leverde een projectgroep een voorstel voor het nieuwe plan af. In 2005 zullen we onderhandelen over de goedkeuring ervan.
Samenwerking leidt tot verbetering van de dienstverlening en verlaging van de kosten Stad en OCMW Antwerpen en het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap stellen een vergelijkbaar aantal personeelsleden te werk. Ze gebruiken ook hetzelfde personeelsbeheersysteem en staan op het vlak van e-government, wettelijk onderhoud en aangiftes voor gelijkaardige uitdagingen. Er is dus een brede potentiële basis voor samenwerking op het vlak van personeelsmanagement. We denken hierbij een betere dienstverlening te kunnen realiseren. Het kan ons ook enkele schaalvoordelen en permanente besparingen opleveren op verschillende vlakken. De samenwerking moet leiden tot de oprichting van een service center onder een nieuwe juridische entiteit. Eind 2004 begonnen de partijen met het uitwerken van de verschillende aspecten van het samenwerkingsconcept: de organisatievorm, de technologie, het juridisch kader, de financiële impact, de financieringswijze en een business plan. Vanaf juni 2005 onderzoeken we de mogelijkheden van een nieuwe toepassing voor de geautomatiseerde verwerking van de lonen van onze medewerkers.
91 OCMW-jaarverslag 2004 • PERSONEELSMANAGEMENT
We bestrijden onrechtmatig ziekteverzuim
OCMW-jaarverslag 2004 • PERSONEELSMANAGEMENT
92
Financiën
We minimaliseren zoveel mogelijk onze kosten en maximaliseren onze opbrengsten Als OCMW is het onze plicht om mensen te helpen. Daarvoor moeten we veel geld uitgeven. Gelukkig kunnen we rekenen op heel wat inkomsten.
93 OCMW-jaarverslag OCMW-jaarverslag 2004 2004 •• FINANCIEN FINANCIEN
2004
Onze doelstelling
De jaarrekening 2004
OCMW-jaarverslag 2004 • FINANCIEN
94
We kennen twee belangrijke bronnen van inkomsten. Enerzijds zijn er verschillende vormen van subsidiëring. Een groot deel van onze werking wordt betaald met geld dat de overheid ons ter beschikking stelt om onze sociale missie waar te maken. Anderzijds zijn er de bijdragen van onze klanten zoals huurgelden van de sociale woningen of de verblijfskosten van de residenten in de rust- en verzorgingstehuizen. Aan de uitgavenkant hebben we in de eerste plaats natuurlijk het geld dat we uitkeren aan onze klanten onder de vorm van leefloon, tussenkomsten in ziekenhuisrekeningen, opleidingspremies, huurtoelages enzovoort. Maar daarnaast zijn er ook de investeringen die we moeten doen om onze dienstverlening op peil te houden. Denk bijvoorbeeld aan verbouwingen aan een rust- en verzorgingstehuis of de aankoop van een nieuw gebouw. Dat zijn aanzienlijke uitgaven, maar ze garanderen wel een goede werking in de toekomst. Uiteraard mogen we ook de dagelijkse werkingskosten voor onze medewerkers niet vergeten, van nietjes tot informaticamateriaal. Ons departement Financiën bestaat uit veel meer dan alleen maar boekhouders die de geldstromen tot in de kleinste details registreren. We beschikken over financiële experts die er voor zorgen dat onze inkomsten zo groot mogelijk zijn. Krijgen we wel alle subsidies waar we recht op hebben? Ook de uitgaven bewaken we nauwkeurig. Voor we grote sommen geld investeren voeren experts een grondig onderzoek uit. Daarin wordt de noodzaak van de investering tot op het bot uitgespit. En wanneer we in zee gaan met een financieringsmaatschappij, dan gebeurt dat tegen de beste voorwaarden op korte én lange termijn.
De verzelfstandiging van de OCMW-ziekenhuizen tot het Ziekenhuis Netwerk Antwerpen (ZNA) heeft een impact gehad op onze openingsbalans van 2004. Vroeger was er zowel voor het OCMW als voor elk OCMWziekenhuis een aparte balans. Een geconsolideerde balans bestond niet. Op basis van enerzijds de ‘Valentijnsakkoorden’ tussen stad, OCMW en ZNA en anderzijds de oprichtingsakte van ZNA spraken de verschillende partners af om de vijf balansen te herverdelen over de beginbalans van ZNA en de openingsbalans van het OCMW. De belangrijkste afspraken binnen het akkoord: • de schuldovername door de stad; • het onderbrengen van de activa (voornamelijk gebouwen) bij het OCMW; • een wederzijdse schuldkwijtschelding tussen de voormalige vijf entiteiten. Daarnaast namen wij de kost op ons voor het sociaal plan. Om dit boekhoudkundig te realiseren werkten we samen met de externe firma Unisys en betrokken we de Administratie Binnenlandse Aangelegenheden rond de technische richtlijnen. Ook de ‘Service Level Agreements’ (SLA’s) en de erfpacht met ZNA beïnvloeden vanaf 2004 sterk het budget en de rekening (maar niet het resultaat). De meest ingrijpende SLA’s zijn deze in verband met het gedetacheerd personeel en het gebruik van het patrimonium. In de zomer van 2004 werden zowel de OCMWopeningsbalans van 2002, de OCMW-resultatenrekening van 2003 en de balansen en resultatenrekeningen van 2002 en 2003 van de OCMW-ziekenhuizen opgeleverd. Op dat moment ontstonden vraagtekens bij de accuraatheid van de boekhouding. Door het enerzijds gelijktijdig opleveren en anderzijds het herwerken van vijf naar twee balansen via een geconsolideerde balans, bleek deze laatste niet in evenwicht. Na enkele maanden vruchteloos intern speurwerk gaven we op 1 december Unisys de opdracht voor een externe audit met forensische clausule. Zolang de balans niet in evenwicht was, blokkeerden we alle niet noodzakelijke acties.
Ons budget voor 2005 We hebben voor ongeveer 60 % van het balanstotaal aan materieel vast actief. Ongeveer 33 % zijn vorderingen, zowel op meer als minder dan één jaar. We zien hierin bijna een 50/50 verdeling. Langs passiefkant bedraagt het eigen vermogen ongeveer 20 % van het balanstotaal, de schulden op meer dan een jaar 30 % en die op minder dan een jaar 20 %.
De resultatenrekening
Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen zijn onze grootste kost. Ongeveer 65 % van het totale kostenplaatje geven we hieraan uit. Met alle werkingsopbrengsten kan ongeveer 78 % van de kosten gedekt worden, de overige 22 % is dus een negatief werkingsresultaat. @ De balans, resultatenrekening en enkele grafieken vindt u op onze website.
Tegenover de dalende kosten staat wel een verhoging van de financiële lasten. Dit is een gevolg van een extra lening die we in 2005 zullen afsluiten om de financiering van onze investeringen op langere termijn te spreiden. Hierdoor sluiten we het budget voor 2005 in evenwicht met de stedelijke bijdrage van 83 014 600 euro af.
Sprekende cijfers
Ons budget voor 2005 (in euro): Exploitatie: • werkingsopbrengsten • werkingskosten • financiële opbrengsten • financiële kosten • uitzonderlijke opbrengsten • uitzonderlijke kosten
442 306 565 536 590 763 11 582 775 17 219 639 5 898 142 1 010 836
Investeringen:
48 202 700
Bijpassing van de gemeente:
83 014 600
Aandeel in het Stedenfonds:
24 103 849
95
2004
De ‘andere werkingsopbrengsten’ zijn zeer sterk toegenomen. Wat de kosten betreft schieten vooral de bezoldigingen de hoogte in. Dit kunnen we vooral verklaren door de afscheiding van de ziekenhuizen van het OCMW. De financiële kosten blijven stabiel, de financiële opbrengsten kennen een sterke toename. Het uitzonderlijk resultaat is omwille van de Unisysboekingen eveneens sterk gestegen, zowel langs de kosten- als de opbrengstenkant.
Onze werkingsopbrengsten zullen in 2005 dalen tot 442 306 565 euro. In 2004 telden we (na budgetwijziging) nog 447 173 397 euro. Deze daling is voornamelijk te wijten aan het feit dat we minder kunnen doorrekenen. Goed nieuws is dat ook de werkingskosten dalen met 6 165 991 euro. Zo komen we op een totaal van 536 590 763 euro in 2005. Dit is te danken aan de vermindering van de kosten voor diensten en diverse leveringen, de personeelskosten en de afschrijvingen. Zo beïnvloeden de vermindering van het globale personeelskader en het overbrengen van rust- en verzorgingstehuis Joostens naar het Ziekenhuis Netwerk Antwerpen bijvoorbeeld de personeelskosten in grote mate.
OCMW-jaarverslag 2004 • FINANCIEN
Onze balans
OCMW-jaarverslag 2004 • FINANCIEN
96
2
OCMW-cijferboek 2004 • Financiën
Balans Activa 2004 BALANS OCMW Antwerpen
rekening
VASTE ACTIVA
20/28
I. Oprichtingskosten
Eindbalans 2004 zonder Valentijn
impact Valentijn Eindbalans 2004 op balans 2004
616 634 261,74
22 400 000,00
639 034 261,74
20
34 547,55
22 400 000,00
22 434 547,55
II. Immateriële vaste activa
21
4 798 570,35
0,00
4 798 570,35
III. Materiële vaste activa
22/27
600 154 311,63
0,00
600 154 311,63
A.
Terreinen en gebouwen
22
244 425 257,42
0,00
244 425 257,42
B.
Installaties, machines en uitrusting
23
1 998 595,19
0,00
1 998 595,19
C.
Meubilair en rollend materieel
24
3 069 371,50
0,00
3 069 371,50
D.
Leasing en soortgelijke rechten
25
60 807 915,50
0,00
60 807 915,50
E. F.
Overige materiële vaste activa Vaste activa in aanbouw en vooruitbetaling
26
21 962 522,49
0,00
21962522,49
27
267 890 649,53
0,00
267 890 649,53
28
11 646 832,21
0,00
11 646 832,21
11 555 638,99
0,00
11 555 638,99
0,00
0,00
0,00
91 193,22
0,00
91 193,22
214 774 579,38
152 573 765,00
367 348 344,38 180 257 028,81
IV. Financiële vaste activa A.
Belangen in rechtspersonen
280
B.
Vorderingen en effecten
281/5
C.
Borgtochten betaald in contanten
288
VLOTTENDE ACTIVA
29/58
V. Vorderingen op meer dan één jaar
29
14 920 218,16
165 336 810,65
A.
Werkingsvorderingen
290
0,00
0,00
0,00
B.
Overige vorderingen
291
0,00
165 336 810,65
165 336 810,65
C.
Vorderingen wegens subsidies
292
14 920 218,16
0,00
14 920 218,16
VI. Voorraden
3
1 651 870,05
0,00
1 651 870,05
VIl. Vorderingen op ten hoogste één jaar
40/41
141 155 632,16
9 978 421,52
151 134 053,68
A.
Werkingsvorderingen
40
98 882 782,01
- 27 288 958,11
71 593 823,90
B.
Overige vorderingen
41
42 272 850,15
37 267 379,63
79 540 229,78
VIII. Geldbeleggingen
50/53
26 903 972,70
- 26 831 941,18
72 031,52
IX. Liquide middelen
54/58
20 525 906,86
0,00
20 525 906,86
X. Overlopende rekeningen
490/9
9 616 979,45
4 090 474,01
13 707 453,46
TOTAAL DER ACTIVA
20/58
831 408 841,12
174 973 765,00
1 006 382 606,12
3
OCMW-cijferboek 2004 • Financiën
Balans Passiva 2004 rekening
PASSIVA
EIGEN MIDDELEN
Eindbalans 2004 zonder Valentijn
impact Valentijn
Eindbalans 2004
op balans 2004
10/15
388 974 735,81
- 30 655 940,45
358 318 795,36
I. Kapitaal
10
256 594 548,65
- 6 592 093,76
250 002 454,89
III. Herwaarderings-meerwaarden
12
0,00
0,00
0,00
IV. Gemeentelijke bijdrage in de werking en de afl
13
162 907 649,33
0,00
162 907 649,33
V. Gecumuleerd resultaat
14
- 165 452 928,13
- 24 063 846,69
- 189 516 774,82
VI. Investeringssubsidies en schenking met specifiek doel
15
134 925 465,96
0,00
134 925 465,96
VOORZIENINGEN VOOR RISICO'S EN KOSTEN
16
26 559 279,59
0,00
26 559 279,59
VII. Voorzieningen voor risico's en kosten
16
26 559 279,59
0,00
26 559 279,59
160
7 999 230,69
0,00
7 999 230,69
161
0,00
0,00
0,00
162
18 517 496,54
0,00
18 517 496,54
163/9
42 552,36
0,00
42 552,36
17/49
415 874 825,72
205 629 705,45
621 504 531,17
A. B. C. D.
Pensioenen en soortgelijke verplichtingen Voorzieningen voor belastingen Grote herstellings- en onderhoudswerken Overige risico's en kosten
SCHULDEN VIII. Schulden op meer dan één jaar A.
1. 2. 3. B. C. D. E.
17
174 700 387,27
143 347 704,02
318 048 091,29
170/4
172 046 187,83
143 347 704,02
315 393 891,85
Leasingschulden en soortgelijke
172
33 311 194,17
29 356 952,34
62 668 146,51
Kredietinstellingen
173
107 869 752,65
0,00
107 869 752,65
Overige leningen
174
30 865 241,01
113 990 751,68
144 855 992,69
175
0,00
0,00
0,00
176
0,00
0,00
0,00
178
2 654 199,44
0,00
2 654 199,44
179
0,00
0,00
0,00
Financiële schulden
Werkingsschulden Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen Borgtochten ontvangen in contanten Overige schulden
IX. Schulden op ten hoogste één jaar
42/48
195 968 472,59
23 902 457,4
219 870 929,99
A.
Schulden die binnen het jaar vervallen
42
37 959 137,51
- 157 183,48
37 801 954,03
B.
Financiële schulden
43
60 602 886,09
- 248 067,25
60 354 818,84
430/8
60 602 886,09
- 248 067,25
60 354 818,84
439
0,00
0,00
0,00
44
25 774 419,10
-2 101 337,40
23 673 081,70
46
0,00
0,00
0,00 28 621 709,01
1. Kredietinstellingen 2. Overige leningen C. Werkingsschulden D. Diverse schulden: Ontvangen voorschotten E. Schulden m.b.t. belast., bezol. en sociale lasten 1. Belastingen
45
26 002 971,25
2 618 737,76
452/3
5 681 808,95
2 238 568,61
7 920 377,56
454/9
20 321 162,30
380 169,15
20 701 331,45
48
45 629 058,64
23 790 307,77
69 419 366,41
X. Overlopende rekeningen
492/9
45 205 965,86
38 379 544,03
83 585 509,89
TOTAAL DER PASSIVA
10/49
831 408 841,12
174 973 765,00
1 006 382 606,12
2. Bezoldigingen en sociale lasten F.
Overige schulden
4
OCMW-cijferboek 2004 • Financiën
Resultatenrekening 2004 Code
I.
II.
Resultaat na Valentijn
Werkingsopbrengsten en geproduceerde vaste activa
70/74
A. Werkingsopbrengsten
70
116 996 938,42
415 426 923,90
1. Werkingsopbrengsten
700/7-9
102 307 399,00
2. Recuperatie specifieke kosten sociale dienst
708
14 689 539,42
B. Voorraadwijzigingen
71
919 881,97
C. Geproduceerde vaste activa
72
1 809 668,84
D. Interne fakturatie
73
0,00
E. Andere opbrengsten
74
295 700 434,67
Werkingskosten
60/64
A. Verbruikte goederen en verstrekte diensten
60
533 644 069,86 82 765 829,56
B. Diensten, diverse leveringen en interne fakturatie
61
32 150 949,83
C. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen
62
350 344 137,56
D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, immateriële en materiële vaste activa
630
68 842 627,08
631/4
-5 255 362,40
E. Waardeverminderingen op voorraden en vorderingen F. Voorzieningen voor risico's en kosten
635/7
0,00
G. Andere werkingskosten
640/8
4 795 888,23
H. Als herstructureringskosten geactiveerde werkingskosten (-)
649
0,00
III.
Werkingsresultaat
70/64
IV.
Financiële opbrengsten
75
18 712 651,52
V.
Financiële kosten
65
13 486 859,96
VI.
Resultaat van de gewone activiteiten
70/65
VII.
Uitzonderlijke opbrengsten
76
82 337 189,76
VIII.
Uitzonderlijke kosten
66
59 049 278,44
IX.
Resultaat van het boekjaar
7/6
- 118 217 145,96
-112 991 354,40
-89 703 443,08
5
OCMW-cijferboek 2004 • Financiën
Verhouding tussen de werkingsopbrengsten en –kosten (vergelijking 2003-2004)
600 000 000
533 644 070
500 000 000 415 426 924
400 000 000 310 506 160
300 000 000
opbrengsten
221 217 718
kosten
200 000 000
100 000 000
2003
2004
6
OCMW-cijferboek 2004 • Financiën
Samenstelling van de werkingskosten (vergelijking 2003 – 2004)
600 000 000
500 000 000
400 000 000
300 000 000
200 000 000
100 000 000
-100 000 000 2003
2004
kosten - diversen afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, immateriële en materiële vaste activa bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen diensten, diverse leveringen en interne facturatie verbruikte goederen en verstrekte diensten
7
OCMW-cijferboek 2004 • Financiën
Samenstelling van de werkingsopbrengsten (vergelijking 2003 – 2004)
450 000 000 400 000 000
295 700 435
350 000 000
93 602 479
300 000 000 250 000 000
1 809 669 919 882
1 491 441
200 000 000 150 000 000 100 000 000
116 996 938
126 123 798
50 000 000 2003
2004
werkingsopbrengsten
voorraadwijzigingen
geproduceerde vaste activa
andere opbrengsten
8
OCMW-cijferboek 2004 • Financiën
Ons budget voor 2005 (in euro) Exploitatie: werkingsopbrengsten
442 306 565
werkingskosten
536 590 763
financiële opbrengsten
11 582 775
financiële kosten
17 219 639
uitzonderlijke opbrengsten
5 898 142
uitzonderlijke kosten
1 010 836
Investeringen: investeringen
48 202 700
bijpassing van de gemeente
83 014 600
aandeel in het Stedenfonds
24 103 849
Onze werkingsopbrengsten zullen in 2005 dalen tot 442 306 565 euro. In 2004 telden we nog 447 173 397 euro (na budgetwijziging). Deze daling is voornamelijk te wijten aan het feit dat we minder kunnen doorrekenen. Maar ook de werkingskosten dalen: van 542 756 754 euro in 2004 naar 536 590 763 euro in 2005. Dit is te danken aan de vermindering van de kosten voor diensten en diverse leveringen, de personeelskosten en de afschrijvingen. Zo beïnvloeden de vermindering van het globale personeelskader en het overbrengen van rust- en verzorgingstehuis Joostens naar het Ziekenhuis Netwerk Antwerpen bijvoorbeeld de personeelskosten in grote mate. Tegenover de dalende kosten staat wel een verhoging van de financiële lasten. Dit is een gevolg van een extra lening die we in 2005 zullen afsluiten om de financiering van onze investeringen op langere termijn te spreiden. Hierdoor sluiten we het budget voor 2005 in evenwicht met de stedelijke bijdrage van 83 014 600 euro af.
Informatica
Een ijzersterk computersysteem ondersteunt een complexe organisatie en vergemakkelijkt 97 de hulpverlening Binnen OCMW Antwerpen is automatisering geen luxe. Elektronisch werken bespaart enorm veel tijd, maar dan moet het computersysteem wel aangepast zijn aan de specifieke behoeften van de organisatie en haar medewerkers.
OCMW-jaarverslag OCMW-Jaarverslag 2004 2004 • INFORMATICA • MIDDELEN
2004
Onze doelstelling
Als documenten minutenlang nodig hebben om op het scherm te verschijnen of een e-mail is twee uur onderweg, dan is er van efficiëntie al lang geen sprake meer. De IT-mensen zorgen ervoor dat de informaticasystemen zo vlot mogelijk draaien en gebruiksvriendelijk zijn.
OCMW-jaarverslag 2004 • INFORMATICA
98
Iedereen moet op een vlotte manier toegang hebben tot de informatie die voor hem of haar relevant is. Iedereen binnen ons bedrijf én daarbuiten heeft immers zijn eigen informatiebehoefte. Als personeelslid werk je met documenten en bestanden die op een centrale server geplaatst worden of raadpleeg je het intranet of verstuur je e-mails. Als management wil je beleidsbeslissingen onderbouwen met betrouwbaar en relevant cijfermateriaal dat opgeslagen zit in het immens geheugen van het computersysteem. Als Antwerpse burger wil je via het internet de website van OCMW Antwerpen bezoeken, of het nu op een gewone werkdag is of op feestdagen, in het weekend, ‘s nachts ...
We verbeteren de performantie van het informaticasysteem Gedurende lange tijd was het standaard besturingssysteem van onze desktop personal computers Windows 98. De fabrikant Microsoft ondersteunt dit - in de zeer snel evoluerende informaticawereld zeer oudesysteem niet meer. Daarom zijn we als bedrijf wel genoodzaakt om alle computers te voorzien van het nieuwe besturingssysteem Windows XP. Dit betekent dat we op meer dan 1 000 computers dit nieuwe systeem moeten installeren. We zijn hiermee begonnen in 2004 en gaan ermee verder in 2005.
Uit detijk prak
Tom Nuyens is deskundige Informatica bij het H-iT-team. H-iT staat voor Human Resources Management (HRM) en Information Technology (IT). Tom: ‘Op de helpdesk van het H-iTteam kan je terecht voor technische vragen over de informaticatoepassingen die OCMW Antwerpen gebruikt voor het personeelsbeheer. Zelf maak ik dagelijks rapporten en genereer cijfers voor verschillende diensten. Ik beantwoord ook vragen over het PeopleSoftsysteem. Soms lukt het me ze zelf op te lossen, anders geef ik ze door aan de experten binnen het H-iT team.’
Het nieuwe krachtige besturingssysteem werkt uiteraard alleen efficiënt wanneer ook de computers snel genoeg zijn. We vervangen daarom ook de computers met oude processors (type Pentium II) door nieuwe exemplaren. Een toepassing die het afgelopen jaar heel wat groeipijnen kende was Geracc. De OCMW-rust- en verzorgingstehuizen gebruiken dit systeem voor het beheer van hun residentendossiers. Een van de problemen was de gebrekkige performantie. Door het installeren van een extra component verholpen we de trage werking van het computerprogramma.
Snel en draadloos Heel wat toepassingen en bijgevolg ook heel wat computergebruikers hebben te lijden onder de traagheid van het grote computernetwerk. Voor een aantal locaties is een trage telefoonverbinding één van de belangrijkste oorzaken voor deze lage doorvoersnelheid van gegevens. We onderzochten of een snellere verbinding mogelijk was. We gaan nu, daar waar mogelijk, de locaties met een trage netwerkverbinding aansluiten via een draadloos communicatiesysteem. Dit houdt een snelheidswinst in van 64 kilobit naar een theoretische 11 megabit. In gewone mensentaal wil dit zeggen dat het datatransport over het netwerk vele malen sneller zal gaan. Het opzetten van een draadloos netwerk vraagt een grote investering. Deze zal zich op termijn echter terug betalen doordat de maandelijkse kosten voor het draadloze netwerk beduidend lager liggen dan deze voor het huren van een telefoonlijn. Uiteindelijk zal er een grootstedelijk draadloos netwerk ontstaan waarvan in de toekomst andere instellingen mee kunnen profiteren.
Van vele kleine domeinen naar één groot Het OCMW-computernetwerk was opgedeeld in vele kleinere stukken, soms per locatie of departement. In 2004 hebben we dit allemaal samengevoegd en schakelden we over naar één groot overkoepelend domein. Dit maakt ons netwerk transparanter en meer beheersbaar. We schakelden over op het moment dat we het netwerkbesturingssysteem ‘Windows NT’ vervingen door ‘Windows 2000’.
Uit detijk prak
Tom: ‘Vóór de oprichting van ons team konden medewerkers met vragen over PeopleSoft niet echt ergens terecht. Soms werden problemen wel opgelost, maar zocht men niet verder naar de oorzaak. Ons team bundelt nu alle vragen en problemen.’
Eind 2004 beschikten vier rvt’s over een eigen website met inhoud. Ze zijn op het internet te vinden onder de volgende webadressen: www.rvtgitschotelhof.ocmw.antwerpen.be, www.rvtbloemenveld.ocmw.antwerpen.be, www.rvthogebeuken.ocmw.antwerpen.be en www.rvtmelgeshof.ocmw.antwerpen.be. In 2005 zullen de andere rusthuizen volgen. Ook voor de dienstencentra denken we aan dergelijk systeem.
Ook voor informatica moeten de investeringen renderen De raad voor maatschappelijk welzijn vroeg zich af of er geen goedkopere alternatieven op de markt waren voor de gebruikte Microsoft-producten. Het ICTteam onderzocht grondig of OCMW Antwerpen het besturingssysteem Linux en de bureauticasoftware Open Office zou kunnen gebruiken. Dit blijkt echter geen haalbare kaart te zijn. Een omschakeling heeft een zeer
Tom: ‘Doordat het H-iT-team een goed bereikbaar aanspreekpunt is, pakken we veel voorkomende PeopleSoft-problemen heel overzichtelijk aan. We moeten natuurlijk vaak voorkomende problemen proberen te vermijden. Daarom overleggen we met Digipolis Antwerpen om een nieuwe versie van het softwarepakket te ontwikkelen. Werken met dit systeem zal een heel stuk aangenamer worden.’
We bekeken ook het telefoniebeheer. We beslisten om het investeringsbudget, het beheer en de ondersteuning van de telefonie over te dragen aan Digipolis. We sloten nieuwe contracten af met Belgacom en Proximus waardoor we op onze telefoonkosten zullen besparen.
Uit detijk prak
Onze eigen ICT-cel ontwikkelde een ‘content managementsysteem’ waarmee de informaticamedewerkers van de rust- en verzorgingstehuizen (rvt’s) - al dan niet samen met de residenten - een eigen website kunnen aanmaken en onderhouden. De ICT-cel ontwikkelde de webpagina’s terwijl andere medewerkers er ter plaatse de nodige invulling aan geven. Het systeem is zo eenvoudig dat hiervoor geen extra opleiding nodig is.
grote impact op zowel de informatica-infrastructuur als de softwareomgeving. Dit vraagt ontzettend veel middelen en mankracht. Om in de toekomst kostenbewuste keuzes te kunnen maken die niet gebonden zijn aan leveranciers, zullen we daar waar mogelijk Open standaarden invoeren.
99 OCMW-jaarverslag 2004 • INFORMATICA
We geven zoveel mogelijk medewerkers een vlotte toegang tot informatie
OCMW-jaarverslag 2004 • INFORMATICA
100
Samenwerking
Door samen te werken kunnen we alle krachten bundelen en optimaal inzetten ten voordele van onze klanten OCMW Antwerpen heeft een belangrijke en omvangrijke taak. Het garanderen van de sociale grondrechten is een echt titanenwerk. Die uitdagende sociale missie kunnen we niet alleen klaarspelen en gelukkig hoeft dat ook niet.
101 OCMW-jaarverslag OCMW-jaarverslag 2004 2004 •• SAMENWERKING SAMENWERKING
2004
Onze doelstelling
Er zijn in Antwerpen heel wat partners die onze missie gedeeltelijk of volledig delen. Ieder vanuit zijn eigen invalshoek werken we voor het welzijn van de Antwerpse burger. Maar door samen te werken doen we dat nog beter. Samenwerking kan verschillende vormen aannemen. Soms bestaat een samenwerking maar voor korte tijd en gebeurt ze op kleine schaal, soms is ze structureel en op lange termijn. Als OCMW spelen we verschillende rollen in de diverse samenwerkingsverbanden. Vaak is dat een coördinerende, regisserende rol. Zeker wanneer onze partners eerder kleine organisaties zijn, rekent men op ons om het overzicht te bewaren en de inspanningen op elkaar af te stemmen.
OCMW-jaarverslag 2004 • SAMENWERKING
Samen met de Stad Antwerpen maken we nu werk van een coherent welzijnsbeleid. Niet alleen op managementniveau, maar ook op wijkniveau zullen Stad en OCMW hun werking maximaal op elkaar afstemmen. Samenwerking met de privé-sector stimuleren we. Voor specifieke doelgroepen en wijken kunnen we in onderling overleg specifieke afspraken maken om de organisatie van de dienstverlening te verbeteren.
Samenwerking in beeld gebracht Werkt het OCMW veel samen met externen en zo ja, met wie? En met wie zou het OCMW moeten samenwerken? In 2004 hebben we geprobeerd om deze vragen te beantwoorden. Het optekenen van de diverse samenwerkingsverbanden is geen gemakkelijke zaak. Gelukkig lenen de sociale grondrechten en de toegang tot die rechten zich er uitstekend toe om gezamenlijke doelstellingen te formuleren en prioritaire doelgroepen te bepalen. De bestaande samenwerkingsverbanden in kaart brengen is een eerste belangrijke stap. Daarnaast keken we naar de samenwerkingsverbanden die
Uit detijk prak
Mieke Verspeek, consulente bij het departement Organisatie en Ontwikkeling Mieke: ‘In Antwerpen zijn er op verschillende terreinen een heleboel mensen bezig met de doelgroep ouderen. We willen al deze groepen samenbrengen. Zo ontstaat er minder versnippering en centraliseren we het werk. Dit komt de samenwerking ten goede.’
We analyseerden de samenwerkingsverbanden met de externe partners. Hierbij ging veel aandacht naar de verschillende rollen die alle partners spelen in de uitvoering van welzijnsinitiatieven. Voert het OCMW vaak initiatieven van anderen uit? Of zijn we juist veelal regisseur van opdrachten die door anderen worden uitgevoerd? Het eindresultaat van deze analyse vormt het profiel van het OCMW als samenwerkende organisatie. Nu kunnen we eventueel bijsturen.
Mieke: ‘In 2004 luisterden we vooral naar de ouderen en gingen we op zoek naar wat bij hen leeft en welke knelpunten er zijn. Daarop richtten we één Antwerpse Ouderenraad op die zowel de Stad als het OCMW adviseert over aspecten zoals mobiliteit, veiligheid, wonen, zorg ...’
Uit detijk prak
102
er nodig zijn om de doelstellingen van het OCMW te realiseren, maar die misschien nog niet bestaan. Tenslotte is vooral de confrontatie van de bestaande en de gewenste situatie interessant.
We stelden de resultaten van het onderzoek voor in december 2004. OCMW Antwerpen werkt veel samen en heeft de ambitie om dat nog meer te doen. Het eindrapport doet een aantal belangrijke aanbevelingen. De meest in het oog springende zijn: • Samenwerkingsverbanden moeten doelgericht zijn. Er zou vooraf een resultaat moeten bepaald zijn en verantwoordelijken moeten deze resultaten goed opvolgen door middel van een rapportering. • We moeten de samenwerkingsverbanden met de Stad uitdiepen. Door samenwerking kunnen bijvoorbeeld goede prijzen afgesproken worden bij leveranciers. • Klantgerichte samenwerking moeten we uitwerken in het Lokaal Sociaal Beleidsplan (zie verder). • OCMW Antwerpen moet zich meer meten aan andere OCMW’s en aan vergelijkbare organisaties. Zo kunnen we ervaringen uitwisselen.
OCMW zendt zijn zonen en dochters uit OCMW Antwerpen kan niet alles zelf of niet alles alleen doen. Andere organisaties realiseren vaak mee onze doelstellingen. Daarom is het belangrijk dat wij vertegenwoordigd zijn in deze organisaties. In 2004 bepaalden we de volgens ons noodzakelijke vertegenwoordigingen bij de externe partners. Ook hier brachten we zowel de bestaande als de gewenste situatie in kaart zodat we beide naast elkaar konden leggen.
2004
Uit de startblokken
Een greep uit de belangrijkste realisaties op het vlak van samenwerking. • Levensloopbestendig wonen: we willen mensen zolang mogelijk thuis laten wonen. We kunnen deze visie wel invoeren in de eigen instellingen, maar het is even belangrijk dat de andere aanbieders van diensten deze visie delen. Daarom zijn de verschillende partners in Antwerpen zoals de ziekenfondsen, artsenverenigingen en private thuiszorgorganisaties van in het begin betrokken bij de visieontwikkeling. • Nachtzorg: overdag is er een uitgebreid aanbod aan thuiszorg. Maar wat als een klant ‘s nachts verzorging of ondersteuning nodig heeft? Om hierop een antwoord te bieden hebben we met 15 partners in Antwerpen en Zwijndrecht een pilootproject rond nachtzorg opgestart. Zo kunnen zorgbehoevenden ook ‘s nachts geholpen worden. • Doelgroepwerking: voor dak- en thuislozen, mensen in armoede en ouderen ontwikkelden we een doelgroepwerking. We werken samen met de centra voor algemeen welzijnswerk (CAW’s), de andere dienstverleners voor dak- en thuislozen in Antwerpen. Voor mensen in armoede en ouderen werken we meer rechtstreeks samen met de doelgroep zelf.
Het Vlaams decreet betreffende het lokaal sociaal beleid* geeft aan de lokale besturen een duidelijke opdracht: zij moeten de coördinatie opnemen van de acties die betrekking hebben op het sociaal beleid die zich op het grondgebied van de stad afspelen. Het decreet bepaalt dat de lokale besturen een eerste beleidsplan moeten opmaken in 2005 en dat dit geldt voor een periode van twee jaar. In Antwerpen begonnen we er al aan in 2004. De uitdagingen voor het sociaal beleid in Antwerpen zijn groot. De jongerenwerkloosheid haalt een gemiddelde van 17 %, de bevolking ‘vergrijst’, het aantal alleenstaanden neemt toe, 11,6 % van de bevolking heeft niet de Belgische nationaliteit. Samen met de stad en andere lokale welzijnsorganisaties zette het OCMW in een eerste ontwerpversie van het beleidsplan de bakens uit die richtingaangevend zijn voor de verdere uitwerking van het sociale beleid in Antwerpen.
Lokaal sociaal beleid verhoogt de toegankelijkheid tot de grondrechten
103
Iedereen heeft een aantal grondrechten. Deze zijn geformuleerd in de grondwet, in het decreet lokaal sociaal beleid én in de missie van OCMW Antwerpen. In eerste instantie moeten diverse instellingen en organisaties de burgers toegang geven tot die grondrechten. Algemene wetgeving legt dit vast en beleidsstructuren worden er rond uitgebouwd. Zo moet een economisch beleid er mee op gericht zijn dat burgers toegang hebben tot arbeid, het algemeen sportbeleid moet ervoor zorgen dat zoveel mogelijk mensen sporten enzovoort.
• Gezamenlijke aankopen met de stad: in 2004 hebben we gezamenlijke aankopen gerealiseerd met de Stad. Hierdoor krijgen we betere prijzen bij de leveranciers.
Mieke: ‘Dagelijks bereid ik vergaderingen voor en neem ik op zowel lokaal als provinciaal vlak actief deel aan overleg. Via brainstormsessies inventariseren we opmerkingen, bedenkingen, vragen, weerstanden, suggesties, ideeën en pijnpunten. Nadien formuleren we concrete voorstellen over de samenwerking zoals de planning van activiteiten en vertegenwoordiging in de seniorenraden.’
• Beleidsplan Lokaal Sociaal Beleid en sociaal huis: zie verder
* Decreet van 19 maart 2004 betreffende het Lokaal Sociaal Beleid, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 12 mei 2004
Uit detijk prak
• Sociaal secretariaat: we hadden het idee het sociaal secretariaat uit te besteden. Na onderzoek zijn we hier van afgestapt en beslisten we om voor de loonadministratie te gaan samenwerken met de Vlaamse Gemeenschap en de Stad. Deze samenwerking diepen we verder uit in 2005. (zie ook onder Human Resources Management)
Lokaal Sociaal Beleid in Antwerpen
OCMW-jaarverslag 2004 • SAMENWERKING
OCMW-medewerkers op overlegfora moeten ons bedrijf ook echt vertegenwoordigen. Daarom bepalen we welke doelstellingen zij moeten nastreven, welke standpunten ze moeten innemen en aan wie ze hierover moeten rapporteren. Alleen zo weten we of onze visie op externe overlegfora wordt uitgedragen. Eind 2004 maakten we een eerste versie op van een document dat we in de loop van 2005 zullen afwerken.
Lokaal sociaal beleid gaat verder. Het moet extra acties uittekenen - en zorgen voor de uitvoering ervan - om te zorgen dat niemand uit de boot valt. Het richt zich tot hen die niet op eigen kracht deze grondrechten kunnen bereiken en/of waarvoor de toegang ernaar (sterk) bedreigd is.
OCMW-jaarverslag 2004 • SAMENWERKING
sociale cohesie
opgroeien
dualisering
104
diversiteit
vergrijzing
Het Antwerpse Lokaal Sociaal Beleidsplan focust op zes sociale grondrechten en vijf thema’s die in onze grootstad zeer belangrijk zijn:
wonen werken gezondheid/gezonde leefomgeving cultuur/sport/vrije tijd onderwijs maatschappelijke dienstverlening
Samen vormen zij de elf beleidsvelden van het Antwerpse lokaal sociaal beleid. Een sociaal huis moet het laagdrempelig aanspreekpunt worden voor de burgers en hen wegwijs maken in het aanwezige sociaal beleid. Het moet letterlijk en figuurlijk ‘tussen de mensen staan’. Dit loket zal niet aan alle vragen van burgers kunnen tegemoet komen, maar goed opgeleide medewerkers moeten dan zeer gericht doorverwijzen. De klant heeft de garantie dat hij na één doorverwijzing wel bij de juiste dienst terecht komt.
Lokaal sociaal beleid verstevigt de samenwerking Stad en OCMW nemen elk de verantwoordelijkheid op voor het verder uitwerken van een aantal beleidsvelden. Dit vraagt enerzijds een goede coördinatie op het terrein en anderzijds overleg en overeenkomsten tussen alle partijen. Lokaal sociaal beleid zorgt niet alleen voor een inhoudelijke maar ook een meer logistieke samenwerking en afstemming tussen stad en OCMW. We denken hier aan het ontwikkelen van een gemeenschappelijk personeelsbeleid, patrimoniumbeheer ...
Ook gestructureerd overleg tussen de lokale besturen en de zogenaamde derden is noodzakelijk. Bestaande overlegvormen worden verstevigd, ontbrekende fora zullen worden opgericht. Op termijn moeten ook (potentiële) gebruikers, afgevaardigden van gebruikersorganisaties en organisaties die burgers vertegenwoordigen deel uitmaken van dit overleg. Met dit lokaal sociaal beleidsplan willen bij wijze van experiment met de stad Gent en de Vlaamse overheid een pact sluiten. In de grote steden is er een grootschaligheid aan sociale problemen en een veelheid aan sociale organisaties die op het grondgebied aanwezig zijn. We voelen sterk de nood om hierover met Vlaanderen te overleggen. In het pact zullen alle partijen duidelijke verbintenissen aangaan.
De kant van de klant Een dialoog met onze klanten en organisaties die klanten vertegenwoordigen is niet alleen nuttig maar ook noodzakelijk. Alleen zo kunnen we onze hulpverlening afstemmen op de reële noden van de Antwerpse burger. Bij het opmaken van ons beleidsplan en de daaruit voortvloeiende acties betrokken we verenigingen als de vzw Recht-Op en het Antwerps Platform voor Generatie-armen (APGA).
Uit detijk prak
Mieke: ‘De samenwerking met verschillende organisaties was een uitstekende en rijke leerschool. Door samen problemen te omschrijven en op te lossen, ontstond er een leersituatie waarin lotgenoten zowel positieve als negatieve ervaringen uitwisselden. De samenwerking stimuleerde ook de creatieve aanpak van de problemen.’
Naar aanleiding van deze samenwerking startte vzw Recht-op een project op waarbij verscheidene facetten van de hulpverlening in beeld komen vanuit het perspectief van de klant. Vanuit de problemen die ze zelf ervaren, doen (kans)armen constructieve voorstellen om de hulpverlening die ze krijgen, te verbeteren en hun betrokkenheid te verhogen. Vzw Recht-Op selecteerde 30 voorstellen en bundelde ze in een dossier ‘De kant van de klant’. We verdeelden dit dossier onder onze maatschappelijk werkers zodat zij in de mate van het mogelijke rekening kunnen houden met de verzuchtingen van hun klanten. In 2005 zullen we proberen deze voorstellen structureel in te bedden in onze hulpverlening.
105 OCMW-jaarverslag 2004 • SAMENWERKING
Uit detijk prak
Mieke: ‘Vroeger bleef het vaak bij plannen en van de uitvoering kwam er niets in huis. Dat willen we vermijden. We pleiten voor kleine, doeltreffende acties zoals bijvoorbeeld ervoor zorgen dat ouderenverenigingen gebruik kunnen maken van de accommodatie van de dienstencentra.’
OCMW-jaarverslag 2004 • SAMENWERKING
106
Patrimonium & Logistiek
Door een efficiënt beheer rendeert ons patrimonium maximaal OCMW Antwerpen beheert enkele honderden eigendommen, van moderne gebouwen tot historische monumenten. Ieder van deze gebouwen moet veilig en goed bewoonbaar blijven en daar komt heel wat bij kijken.
107 OCMW-jaarverslag OCMW-jaarverslag 2004 2004 •• PATRIMONIUM PATRIMONIUM & & LOGISTIEK LOGISTIEK
2004
Onze doelstelling
OCMW Antwerpen heeft gebouwen waarin het zijn eigen medewerkers huisvest en waarin zij klanten ontvangen, in een sociaal centrum of dienstencentrum bijvoorbeeld. Tel daar de gebouwen bij waarin klanten wonen zoals serviceflats, sociale woningen, rusthuizen enzovoort. Verder worden veel van onze panden verhuurd aan sociale of culturele organisaties. Het is een hele uitdaging om bijvoorbeeld een moderne inrichting te geven aan een historisch pand. Dat vraagt om vakmanschap én een stevige dosis creativiteit. Deze twee talenten vinden we gecombineerd in het departement Logistiek dat instaat voor het beheer van onze gebouwen. Vaklui draaien hun hand niet om voor een verbouwing, een renovatie of een verhuizing. Ze zoeken steeds naar de beste manieren om zuinig om te springen met energie, om veiligheid en comfort te bewaken, om afval te sorteren en te recycleren. Anders gezegd: zij zorgen ervoor dat zowel medewerkers als klanten een aangename en veilige werk- en leefplek hebben.
We schreven een heleboel aanbestedingen en algemene offerteaanvragen uit, o.a. voor de levering van voedingswaren, medische en verzorgingsartikelen, technische hulpmiddelen en -materialen. Deze aanbestedingen publiceerden we in het Bulletin der Aanbestedingen en in het Europees publicatieblad. Bestaande raamcontracten verlengden we, o.a. voor fotokopiepapier, brood en gebak en hygiënische papierwaren. Verder voerden we onderhandelingen voor de levering van diverse vormingspakketten, meubilair, bureelbenodigdheden, edm. Voor gerenoveerde gebouwen of nieuw geopende diensten kochten we nieuw meubilair aan. We saneerden verschillende gamma’s van producten en lanceerden voor enkele goederen een nieuwe prijsvraag. Rationeler omgaan met aankopen zorgde voor besparingen op vele vlakken.
Andere collega’s zorgen ervoor dat we onze goederen tegen de beste prijzen aankopen. Je kan heel wat geld besparen als je onderhandelt met leveranciers voor gunstige voorwaarden!
Rationeel aankopen We kopen zo rationeel mogelijk aan, dit wil zeggen efficiënt en economisch, zodat andere diensten, afdelingen en departementen zo optimaal mogelijk kunnen werken. Hierbij hebben we aandacht voor: • het uitvoeren van een degelijk marktonderzoek; • het streven naar een goede prijs / kwaliteitsverhouding; • het controleren van de conformiteit van de leveringen en naverkoopservice; • het streven naar een standaardisatie van de verschillende artikelgroepen, waardoor een zo groot mogelijke uniformiteit van producten wordt verkregen. Zo kunnen we de nodige besparingen realiseren.
Uit detijk prak
Nest Moret, elektricien Nest: ‘ Ik ben sinds mei 1968 elektricien bij OCMW Antwerpen. Ik leg elektriciteitsleidingen, vervang stopcontacten, test telefoonlijnen, herstel elektrische toestellen en kijk netwerkaansluitingen na.’
Sprekende cijfers
2004
OCMW-jaarverslag 2004 • PATRIMONIUM & LOGISTIEK
108
We sluiten raamcontracten af voor de rust- en verzorgingstehuizen en de dienstencentra zodat in elke instelling bijvoorbeeld dezelfde matras, tillift, bureaustoel, e.d. zal aangekocht worden.
• Voor hygiënische papierwaren (servetten, toiletpapier, handdoekjes ...) berekenden we een besparing van 79 918 euro. • Door doorgedreven onderhandelingen bespaarden we 35 100 euro op de aankoop van matrassen. • Door computergestuurde dosering verbruiken we veel minder zeep in onze wasmachines.
Beheer van onze gebouwen We onderscheiden drie grote groepen in ons patrimonium: • eigendommen die bestemd zijn voor de werking van onze eigen diensten en instellingen (sociale centra, dienstencentra, bureelruimten voor de administratieve diensten ...); • eigendommen die we bestemmen voor onze klanten. We trachten immers het grondrecht tot wonen van iedere burger te garanderen. Daarom hebben we o.a. talrijke woningcomplexen gebouwd of aangekocht, bieden we kamers aan in rust- en verzorgingsinstel-
We besteedden veel aandacht aan het meten van de huuropbrengsten. Per kwartaal zetten we ze om in verhouding tot de inventariswaarde van de panden. Hierdoor kregen we een duidelijker beeld van onze huurinkomsten. Gelet op de verscheidenheid van het patrimonium dat we op de privémarkt verhuren behalen we behoorlijke resultaten.
Uit detijk prak
Nest: ’ Samen met een loodgieter, schilder en metser zit ik in hetzelfde team. Om de elf weken zijn we van wacht voor een ganse sector. Dat betekent dat we van donderdag 16u tot een week later donderdag 8u opgeroepen kunnen worden. Ik doe m’n job best graag omdat we zo’n uitgebreid takenpakket hebben.’
Het gaat om: • het Peerdsbos; • bouwblok D in Antwerpen 2060 (tussen de Boerhavestraat, Matigheidsstraat, Onderwijsstraat en Van Helmontstraat); • een deel van de site van het voormalige Algemeen Kinderziekenhuis. Voor de verdere uitbouw van onze dienstverlening kochten we twee nieuwe locaties aan: een pand in de Sint Vincentiusstraat waar Huize Sofia haar intrek heeft genomen en een pand op de Boekenberglei te Deurne voor het sociaal centrum Arena. Deze twee panden kostten ons 650 000 euro.
109
Tot ver buiten Antwerpen ... Ons patrimonium bevindt zich niet enkel op het grondgebied Antwerpen, maar ook in meer dan 30 gemeenten buiten het grondgebied van de stad. Ook in de provincie Oost-Vlaanderen hebben we nog een aantal percelen. De reden van dit uitgestrekt patrimonium kent vooral historische oorzaken. De gasthuishoeven buiten de stad deden immers dienst als voedselleverancier voor de godshuizen in de stad.
Kopen en verkopen
In 2004 verkochten we o.a. drie bouwpercelen, een boerderij, een winkelpand, twee woningen, sportvelden en landbouwgronden. De opbrengsten hiervan waren ten voordele van het OCMW. Ten voordele van het fonds ZNA deden we het bouwblok van de hand dat zich situeert tussen de Boerhavestraat, Frans de Cortstraat, Onderwijsstraat en Spaarstraat in Antwerpen 2060. Het Muizenbos verkochten we aan de Vlaamse Overheid. Drie belangrijke verkopen voor een totaal geschat bedrag van 7,7 miljoen euro konden we niet uitvoeren.
Sprekende cijfers
• De opbrengsten uit de verkoop van ons patrimonium bedroegen 5 058 491 euro in 2004. In 2003 brachten deze ‘slechts’ 272 865 euro op. • Van de totale opbrengst was 3 691 539 euro ten voordele van het OCMW en 1 366 952 euro ten voordele van het fonds ZNA.
2004
Eigendommen die niet (langer) passen in de strategische doelstellingen van ons beleid willen we van de hand doen. Hierbij willen we, net zoals iemand anders, steeds een zo hoog mogelijke opbrengst van de verkoop. Zowel voor het verhuren als voor het verkopen van eigendommen maken we gebruik van verschillende websites waarop we ons aanbod kenbaar maken. Om de eigen medewerkers op de hoogte te houden van het aanbod schakelen we regelmatig het intranet in.
OCMW-jaarverslag 2004 • PATRIMONIUM & LOGISTIEK
lingen, opvang in kinder- en jongereninstellingen, beschutte woonvormen enz. • eigendommen die we verhuren op de privémarkt. In deze groep maken we een onderscheid tussen de strikte privé-verhuringen (winkelpanden, cafés, een aantal huizen, boerderijen, landbouwgronden, bossen ...) en de samenwerkingsverbanden met personen en instellingen uit de socioculturele sector. Zo verhuren we bijvoorbeeld infrastructuur aan een theatergezelschap, een kunstgalerij, het Elzenveld ...
Bouwen, verbouwen en opfrissen • Op 11 februari huldigden we het volledig gerenoveerde RVT Bloemenveld te Wilrijk in. Samen met de renovatie voerden we de noodzakelijke brandbeveiligingswerken uit. • Op de campus van het rust- en verzorgingstehuis Hoge Beuken te Hoboken namen we op 2 maart een tijdelijk Psychiatrisch Verzorgingstehuis (PVT) in gebruik. Ook de burelen van het RVT fristen we op.
OCMW-jaarverslag 2004 • PATRIMONIUM & LOGISTIEK
110
RVT Bloemenveld • Wilrijk
• Op 11 maart nam het sociaal centrum Kerkeveld na een inhuldigingsreceptie haar intrek in volledig vernieuwde lokalen. • De officiële opening van zaal Pax in de Lange Dijkstraat vond plaats op 27 april. Dit heringerichte oude theatergebouw biedt naast een sociale superette ook plaats aan een meubelhal en een renovatieatelier. • De volledig vernieuwde en gerenoveerde kamers van rust- en verzorgingstehuis St-Anna te Berchem werden na jarenlange verbouwingen en aanpassingen op 13 mei officieel ingehuldigd.
RVT-PVT Hoge Beuken • Hoboken
• In Merksem kreeg de gelijknamige wijk er op 27 mei met het complex ‘t Dokske niet alleen een nieuw dienstencentrum maar ook 23 sociale woningen bij. • De inhuldiging op 11 juni van de tweede fase betekende meteen het einde van het jarenlange nieuwbouwproject in de Lange Batterijstraat waar we in totaal 72 sociale woningen bouwden. Het aanpalende dienstencentrum Hof ter Beke kreeg er een nieuwe polyvalente zaal bij. • Huis Sofía openden we plechtig op 23 september.
Sociaal Centrum Kerkeveld • Deurne Zaal Pax • Lange Dijkstraat
Uit detijk prak
Nest: ‘Eén van onze belangrijkste taken: de OCMW-gebouwen veilig en goed bewoonbaar houden. Zie ik ergens iets dat gemaakt moet worden, stel ik zelf even voor om het te repareren of verwittig ik de loodgieter, schilder of metser. Ook draag ik de verantwoordelijkheid over de aankoop van materiaal en vervangstukken. Ik streef een goede prijs/kwaliteit verhouding na.’
Dienstencentrum Hof ter Beke
Eind 2003 lichtte een extern bureau de technische dienst van het OCMW door, samen met alle andere diensten van het departement Logistiek. De diensten kregen goede punten voor vakkennis, kwaliteit, snelheid, veiligheid en betrouwbaarheid. Maar minder goed scoorde de kostprijs van al dat goede werk ... Hier moesten we dringend iets aan doen. We tekenden een stappenplan uit voor de reorganisatie van het departement. Het ganse verbeteringsproject gaven we de toepasselijke naam Dynamo. Dat zet op een efficiënte wijze energie om in resultaat. Eind mei maakten we de doelstellingen van het project bekend aan de medewerkers. We deden een oproep om vrijwilligers aan te trekken om aan de diverse subprojecten mee te werken. Dit had veel succes. Een groot aantal personeelsleden stelde zich kandidaat om mee te werken. Bij de samenstelling van de diverse werkgroepen namen we ook andere departementen en interne klanten op zoals bijvoorbeeld rusthuisdirecteurs. Eerste opdracht was het bepalen van de missie en de kerntaken van het departement Logistiek. Verder was ook het opmaken en het akkoord rond het nieuwe basisorganogram zeer belangrijk. Bestaande procedures met eventuele zwaktes brachten we in kaart. Op deze manier kunnen we nieuwe, verbeterde werkwijzen opstellen.
111 OCMW-jaarverslag 2004 • PATRIMONIUM & LOGISTIEK
RVT St.-Anna • Berchem
Uit de startblokken
2004
Dynamo reorganiseert een heel departement
Informaticatoepassingen moeten de nieuwe procedures ondersteunen, anders zullen we de nodige efficiëntieverbeteringen niet behalen. We werkten aan een intranettoepassing zodat klanten snel melding kunnen maken van noodzakelijke herstellingen.
‘t Dokske • Merksem Huis Sofía
Tegen eind 2005 moeten we alle nieuwe procedures en werkmethodes uitgewerkt hebben, moet de juiste persoon op de juiste plaats zitten, moeten alle mensen opgeleid zijn en alle informaticasystemen geïmplementeerd. Vanaf 1 januari 2006 gaan we met een volledig nieuw en efficiënt departement Logistiek van start.
Uit detijk prak
Nest: ‘Misschien nog een tip. Werk steeds met twee aan elektriciteit. Gebeurt er iets, dan kan de ander je er afslaan. Probeer anders de stekker eruit te trekken. Het is geen lachertje om in kramp aan een elektrische leiding te hangen.’
OCMW-jaarverslag 2004 • PATRIMONIUM & LOGISTIEK
112
Management en beleid
Een goede sturing en coördinatie helpt de realisatie van ons beleidsplan In ons beleidsplan ‘Het OCMW herontdekt’ hebben we een aantal strategische keuzes gemaakt. Strategieën rond de sociale grondrechten maar ook strategieën rond onze eigen organisatie. De ‘administratie’ moet ondersteuning bieden aan de realisatie van de strategie. Mooie ideeën, schitterende plannen, vernieuwende begrippen ... ze kunnen maar werkelijkheid worden als de hele organisatie erop afgestemd wordt.
113 OCMW-jaarverslag OCMW-jaarverslag 2004 2004 •• MANAGEMENT MANAGEMENT EN EN BELEID BELEID
2004
Onze doelstelling
Een brug tussen administratie en politiek bestuur
OCMW-jaarverslag 2004 • MANAGEMENT EN BELEID
114
Het Managementcomité is het hoogste ambtelijk overlegorgaan. Het is de wekelijkse vergadering van de bestuursdirecteurs, voorgezeten door de Algemeen Secretaris die het hoofd is van de administratie. De leden van het Managementcomité bespreken aangelegenheden die betrekking hebben op verschillende departementen zoals bijvoorbeeld het budget en de personeelsplanning. De leden maken dan onderlinge taakafspraken. Het Managementcomité vormt ook de brug tussen de administratie en het politieke bestuur van het OCMW. De voorzitter of een vertegenwoordiger is wekelijks aanwezig op de vergadering. De leden van het comité bereiden er de zittingen van de verschillende bijzondere comités en de Raad voor Maatschappelijk Welzijn voor. Met de hervorming van de bijzondere comités (zie verder) is de positie van het Managementcomité versterkt. Drie bestaande overlegorganen zijn nu geïntegreerd in het Managementcomité: de stuurgroep beleidsplan, de algemene stuurgroep informatica en de budgetcommissie. Maandelijks volgen de leden van het Managementcomité zo de uitvoering van het beleidsplan, het informaticabeleid en de budgettaire situatie van het OCMW op.
Samenstelling Managementcomité Paul Van Gorp algemeen secretaris - voorzitter Managementcomité Monica De Coninck voorzitter Raad voor Maatschappelijk Welzijn Erik Peeters ontvanger Ann Neels bestuursdirecteur departement Financiën Hugo Van den Bergh bestuursdirecteur departement Klantrelatiemanagement Marc De Bens bestuursdirecteur departement Human Resources Management Martin Conincx bestuursdirecteur departement Maatschappelijke Integratie Stefan Van Eeckhout bestuursdirecteur departement Wonen & Zorg Eddy Hooyberghs bestuurscoördinator Algemene Zaken Luc Van Nuland bestuurscoördinator Budgetcel Petra Buytaert bestuurscoördinator departement Logistiek Johan De Muynck kabinetschef kabinet Voorzitter Joy Wezenbeek kabinetssecretaris kabinet Algemeen Secretaris Peter Crombecq algemeen directeur Digipolis
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn Samenstelling Raad voor Maatschappelijk Welzijn Monica De Coninck (voorzitter) Cathy Berx (ondervoorzitter) bediende Jef Aertbeliën socioloog Theo Neel bediende André Wuyts huisarts Arthur Vandervee gepensioneerde Marcel Fyens gepensioneerde Erik Peeters gepensioneerde Theresia Debrock advocaat Linda Quackels bediende Marco Laenens bediende Flor Boven (tot 31.03.2004) bediende Alfons Geeraerts vakbondssecretaris Peter Karl De Jonghe commercieel bediende Paul De Vroey fotograaf Mieke Vogels (vanaf 01.04.2004) docente De Raad voor Maatschappelijk Welzijn richtte, zoals wettelijk voorzien*, een Vast Bureau op dat de dagelijkse zaken moet afhandelen. De Raad stelde een aantal bijzondere comités samen die duidelijke bevoegdheden kregen. De voorzitter van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn is tevens voorzitter van het Vast Bureau en de bijzondere comités. De secretaris van het OCMW woont de vergaderingen bij van de Raad, het Vast Bureau en de bijzondere comités.
* art. 27 §1 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn
115 OCMW-jaarverslag 2004 • MANAGEMENT EN BELEID
Een Raad voor Maatschappelijk Welzijn bestuurt het OCMW. De Raad regelt alles wat tot de bevoegdheid van het OCMW behoort. Voor een gemeente met meer dan 150 000 inwoners telt de Raad voor Maatschappelijk Welzijn vijftien leden. Zij worden verkozen door de gemeenteraad en krijgen een mandaat van zes jaar. De Raad voor Maatschappelijk Welzijn kiest zelf onder zijn leden een voorzitter.
Onze bijzondere comités zijn hervormd OCMW Antwerpen is een grote organisatie die op vele terreinen actief is. Dat is ook te merken aan de vele beslissingsorganen. Het is onmogelijk om voor alle domeinen beslissingen te nemen binnen hetzelfde orgaan. Daarom kennen we binnen OCMW Antwerpen verschillende Bijzondere Comités die elk bevoegd zijn voor een specifiek domein. In de eerste helft van 2004 hebben we de structuur van deze comités grondig gewijzigd.
POLITIEK
beleid
beheer
individueel
collectief
algemeen
wijkgericht
bc Bijstand A bc Bijstand B bc Bijstand C bc Senioren- en Jeugdbeleid
bc Algemeen Sociaal Beleid bc Beheersbeleid Vast Bureau
bc Logistiek bc Personeel
bc regio 1 bc regio 2 bc regio 3 bc regio 4 bc regio 5 bc regio 6
Managementcomité
regio-overleg (uit te bouwen binnen kader Horizon 2010)
(*)
Raad voor Maatschappelijk Welzijn AMBTELIJK
OCMW-jaarverslag 2004 • MANAGEMENT EN BELEID
116
Managementcomité
ambtelijke voorbereiding door departementen
(*) bc = bijzonder comité
Er is een onderscheid tussen de comités die enerzijds gericht zijn op het beleid en anderzijds op het beheer van het OCMW. • Binnen de comités hebben we een onderscheid gemaakt tussen de plaats waar er beslissingen worden genomen over individuele dossiers (bijvoorbeeld het bijzonder comité Bijstand of Senioren- en Jeugdbeleid) of over elementen die een impact hebben op heel het OCMW. Het bijzonder comité Beheersbeleid is nieuw. Hier worden beleidsbeslissingen genomen over het beheer van het OCMW.
• Een andere grote wijziging gebeurde bij de comités van de instellingen. We hebben Antwerpen ingedeeld in zes regio’s. Alle instellingen binnen dezelfde regio die gericht zijn op senioren komen aan bod in één bijzonder comité. Op deze manier ontmoeten RVT’s en dienstencentra elkaar, kunnen ze gezamenlijk problemen aanpakken en een samenwerking uitbouwen. Hiermee zetten we een stap in de richting van een wijkgerichte werking van het OCMW, een van de basiskeuzes van ons beleidsplan. De wijkgerichte structuur komt overeen met het veranderingstraject van Horizon 2010, waarbij we in iedere wijk een geïntegreerde dienstverlening zullen uitbouwen. @ Meer informatie over de beslissingsorganen vindt u op onze website.
Meestal is de ambitie groot maar is de capaciteit om dingen te realiseren beperkt. Zo ook voor ons. We hebben bewust in ons beleidsplan de lat hoog gelegd. Maar door beperkingen op het vlak van tijd, personeel en financiën kunnen we de verwachtingen slechts stap voor stap inlossen. Een goede planning en opvolging van die planning is dan ook noodzakelijk. Wie doet wat tegen wanneer met welke middelen? Dat zijn de vragen die een goede planning moet beantwoorden. Voor het werkjaar 2004 zijn de antwoorden op deze vragen voor het eerst samengebracht in één document, het jaarplan 2004. Dit plan is opgemaakt volgens de methodiek van de balanced score card (verder BSC). Zo’n BSC bestaat uit vier perspectieven: • het klantperspectief: wat hebben we onze klanten te bieden? • het financieel perspectief: welk budget hebben we nodig om onze doelstellingen te behalen? • het innovatieperspectief: welke vernieuwingsacties gaan we realiseren? • het organisatieperspectief: wat vergt het van de organisatie op het vlak van bijvoorbeeld personeel en infrastructuur om de doelstellingen te behalen? Iedere actie die we ondernemen heeft een effect op deze vier perspectieven. Door ze in te vullen voor alle resultaten die we willen behalen, krijgen we een goed zicht wat het van de organisatie vergt. We maakten een jaarplan op voor de verschillende strategische en operationele doelstellingen. Het jaarplan 2004 geeft weer welk deel van het beleidsplan we in het lopende jaar uitvoeren. In 2005 zullen we de jaarplanning als methodiek verder introduceren binnen het OCMW. Niet enkel de directeurs van de departementen maken dan een jaarplan op, maar ook de verantwoordelijken van de verschillende instellingen en diensten. Tenslotte moet iedere dienst een steentje bijdragen om onze globale doelstellingen te realiseren. Een planning mag natuurlijk niet vrijblijvend zijn. Wanneer we ze niet gebruiken dan kunnen we ons de moeite van het opmaken van de planning beter besparen. Daarom moeten de uitvoerders van de verschillende acties met een vaste frequentie rapporteren over de stand van zaken van de verschillende perspectieven. Hebben we de afgelopen maanden onze klanten kunnen helpen zoals gepland? Hebben we daarbij geen te groot deel van het budget opgebruikt? Hebben we de geplande vernieuwingsacties gerealiseerd? Hebben we het voorziene personeel ter beschikking? Door deze vra-
gen met een zekere regelmaat te beantwoorden zien we of we op de goede weg zijn om de vooropgestelde doelstellingen te halen. We kunnen dan eventueel nog de werking van een dienst of departement tijdig bijsturen.
Hoe ziet onze structuur er uit? Zie organogram op volgende bladzijden.
117 OCMW-jaarverslag 2004 • MANAGEMENT EN BELEID
Goed gepland staat netjes
Algemeen Secretaris
Management Comité
OCMW-jaarverslag 2004 • MANAGEMENT EN BELEID
118
departement Organisatie en Ontwikkeling
departement Maatschappelijke Integratie
departement Residentieel Wonen
Thuis Wonen
Budget & Beleidsinformatie
Sociale Centra Noord
Zorginhoudelijke Coördinatie
Thuiszorg
Kenniscentrum
Sociale Centra Centrum
RVT’s
Administratieve Coördinatie
Communicatie, Promotie & Kunst
Sociale Centra Zuid
Kinderinstellingen
Coördinatie Dienstencentra Noord
Integrale Kwaliteitszorg
Activering & Cultuur
Administratieve Coördinatie
Coördinatie Dienstencentra Centrum
ICT (Coördinatie Informatica)
Crisisbegeleiding
Coördinatie Dienstencentra Zuid
Juridisch Advies
Ondersteunende diensten
Coördinatie Wonen voor Ouderen
Veranderingscoördinator
Raad voor Maatschappelijk Welzijn
Voorzitter
Ontvanger
Stafdienst Financiën Personeelsmanagement
Logistiek
IDPDW
Technisch Onderhoud & Interventies
Algemene Boekhouding
HRM
Ontwikkeling
Crediteurenbeheer
Sociaal Secretariaat ZNA Sociale Tewerkstelling
Privaat Patrimonium
Debiteurenbeheer
Sociaal Secretariaat OCMW
Aankopen
Thesaurie
Administratieve Coördinatie
Administratieve Coördinatie
Financieel Informatiesysteem
Juridische Dienst
Juridische Dienst
Kostprijs
Personeelsincentives
Nakomingsaudit
OCMW-jaarverslag 2004 • MANAGEMENT EN BELEID
119
Auditcel
OCMW-jaarverslag 2004 • MANAGEMENT EN BELEID
120
OCMW-jaarverslag 2004 • ADRESSEN
2004
Adressen 121
OCMW Antwerpen maatschappelijke zetel Lange Gasthuisstraat 33 2000 ANTWERPEN tel. 03 223 56 11
Activering
OCMW-jaarverslag 2004 • ADRESSEN
122
Kruikstraat Kruikstraat 14 2018 ANTWERPEN tel. 03 235 74 51
De Fontein Fonteinstraat 31 2140 BORGERHOUT tel. 03 235 04 00
Leroux-Van Spilbeeck Lange Lozanastraat 60-62 2018 ANTWERPEN tel. 03 216 15 47
De Meere C. Van Reethstraat 10 2600 BERCHEM tel. 03 218 63 62
Vestahuizen Lange Batterijstraat 57-59, Haantjeslei 13 2018 ANTWERPEN
De Meermin Onderwijsstraat 13 2060 ANTWERPEN tel. 03 270 33 40
appartementen De Tol Burgemeester De Boeylaan 2 2100 DEURNE
Villa Oosterlinck Veltwijcklaan 130 2180 EKEREN tel. 03 235 74 51
De Meersenier St.-Nicolaasplaats 7-8 2000 ANTWERPEN tel. 03 202 40 29
appartementen Romanza Klaproosstraat 74 2610 WILRIJK
Huisvesting dienstencentra
De Oever Korte Riddersstraat 12 2000 ANTWERPEN tel. 03 470 17 40
dienst Werkgelegenheid Tuinbouwstraat 8 2018 ANTWERPEN tel. 03 637 56 00 dienst Werkgelegenheid Opleidingen NT2 Kwekerijstraat 82 2140 BORGERHOUT tel. 03 270 31 10
Huisvesting andersvaliden
nursinghome St.-Maria Vredestraat 93 2600 BERCHEM tel. 03 285 30 30
Huisvesting beschutte woonvormen De Fraula Klappeistraat 28 2060 ANTWERPEN tel. 03 235 74 51 Gulden Vlies Guldenvliesstraat 38 2600 BERCHEM tel. 03 235 74 51 Huis De Grooff Van Trierstraat 32 2018 ANTWERPEN tel. 03 238 53 16
Arena G. Vervoortstraat 2 2100 DEURNE tel. 03 321 49 97 Blankenberg Geestenspoor 73 2180 EKEREN tel. 03 544 44 89 Boterlaar Burg. De Boeylaan 2 2100 DEURNE tel. 03 320 14 01 De Bilzen Lange Beeldekensstraat 52 2060 ANTWERPEN tel. 03 206 04 06 De Brem Zwaantjeslei 87 2170 MERKSEM tel. 03 646 64 64
De Olijftak Hollandstraat 21-27 2060 ANTWERPEN tel. 03 226 77 76 De Vrijgeweide Lt. Lippenslaan 59 2140 BORGERHOUT tel. 03 270 80 11 De Zaan E. Larockstraat 6 2020 ANTWERPEN tel. 03 248 37 27 De Zeelbaan Elfnovemberstraat 33 2170 MERKSEM tel. 03 645 22 99
Den Bleek Montensstraat 4 2140 BORGERHOUT tel. 03 235 41 04
Moretusburg Grote Baan 23 2660 HOBOKEN tel. 03 827 57 21
Zurenborg Kleine Beerstraat 2 2018 ANTWERPEN tel. 03 286 42 24
Den Drossaert Helmstraat 163 2140 BORGERHOUT 03 235 08 75
Oversnes Krijgslaan 110 2610 WILRIJK tel. 03 820 84 70
Huisvesting kinderinstellingen
Essenhof Dambruggestraat 308 2060 ANTWERPEN tel. 03 201 21 90
Portugesehof Portugesestraat 1 2660 HOBOKEN tel. 03 828 65 48
Hagelkruis Klein Hagelkruis 83 2180 EKEREN tel. 03 545 09 91
Romanza Klaproosstraat 74 2610 WILRIJK tel. 03 828 96 65
Home Boeckenberg, afd. Pennsylvania Foundation Lange Lozanastraat 183 2018 ANTWERPEN tel. 03 238 25 77
Hof Ter Beke Balansstraat 23 2018 ANTWERPEN tel. 03 216 44 01
Rozenboom Hallershofstraat 5 2100 DEURNE tel. 03 324 85 16
Home Good Engels Boomgaardstraat 39 2018 ANTWERPEN tel. 03 286 97 25
Hoge Weg Hoge Weg 17 2140 BORGERHOUT tel. 03 236 18 35
Santiago Canadalaan 21 2030 ANTWERPEN tel. 03 544 32 51
Huisvesting rust- en verzorgingstehuizen
Huize Berchem Driekoningenstraat 1 2600 BERCHEM tel. 03 285 95 50
‘t Dokske Min. Schollaertstraat 24 2170 MERKSEM tel. 03 620 18 01
Kerkeveld St.-Fredegandusstraat 36 2100 DEURNE tel. 03 326 41 71
Ten Gaarde Boomgaardstraat 37 a 2018 ANTWERPEN tel. 03 286 97 20
Klein Heide A. Nobellaan 7-9 2660 HOBOKEN tel. 03 828 48 71
Ter Welen E. Claesstraat 6 2050 ANTWERPEN tel. 03 219 57 95
Kronenburg Van Duyststraat 192 2100 DEURNE tel. 03 328 14 11
Valaar Dichtersstraat 115 2610 WILRIJK tel. 03 827 80 33
Liberty Jan Van Rijswijcklaan 288 2020 ANTWERPEN tel. 03 237 30 40
Van Schoonbeke Van Schoonbekestraat 54 2018 ANTWERPEN tel. 03 247 32 13
Molengeest Frederik Hendrikstraat 53 2040 BERENDRECHT tel. 03 568 93 22
Victor De Bruyne P.H. Spaaklaan 5 2660 HOBOKEN tel. 03 828 59 02
Home Boeckenberg, afd. Boeckenberg Gouverneur Holvoetlaan 28 2100 DEURNE tel. 03 321 16 19
Bloemenveld Klaproosstraat 50 2610 WILRIJK tel. 03 820 08 08 De Goede Tijd Lt. Lippenslaan 59 2140 BORGERHOUT tel. 03 270 88 50 De Gulden Lelie Schoytestraat 19 2000 ANTWERPEN tel. 03 224 72 11 De Pelikaan Bosuilplein 1 2100 DEURNE tel. 03 360 40 15 De Tol Burg. De Boeylaan 2 2100 DEURNE tel. 03 320 14 11
OCMW-jaarverslag 2004 • ADRESSEN
Bilzenhof Lange Beeldekensstraat 50 2060 ANTWERPEN tel. 03 206 04 11
123
Europasquare Ruggeveldlaan 26 2100 DEURNE tel. 03 320 04 11 Gitschotelhof Lode Van Berckenlaan 361 2140 BORGERHOUT tel. 03 310 08 11 Hof De Beuken Geestenspoor 73 2180 EKEREN tel. 03 544 44 11
OCMW-jaarverslag 2004 • ADRESSEN
124
Hoge Beuken Voorzorgstraat 1 2660 HOBOKEN tel. 03 820 87 11 Lozanahof Van Schoonbekestraat 54 2018 ANTWERPEN tel. 03 247 32 11 Melgeshof De Lunden 2 2170 MERKSEM tel. 03 641 65 11 Monnikenhof Monnikenhofstraat 109 2040 BERENDRECHT tel. 03 561 16 11 St.-Anna Floraliënlaan 400 2600 BERCHEM tel. 03 280 76 11 St.-Bartholomeus J. De Boecksstraat 6 2170 MERKSEM tel. 03 641 77 11 St.-Maria Vredestraat 93 2600 BERCHEM tel. 03 285 30 11 Vinck-Heymans A. Goemaerelei 18 2018 ANTWERPEN tel. 03 247 86 11
Huisvesting - serviceflats De Boterlaar Ruggeveldlaan 3-41 2100 DEURNE De Brem Zwaantjeslei 87 2170 MERKSEM De Zaan Evert Larockstraat 6 2020 ANTWERPEN De Zeelbaan Elf Novemberstraat 41 2170 MERKSEM De Zwarte Neus Lange Batterijstraat 2A 2018 ANTWERPEN Hof Ter Beke Balansstraat 25 - 27 2018 ANTWERPEN Kerkeveld St.-Fredegandusstraat 36-38 2100 DEURNE Liberty Jan de Voslei 2 2018 ANTWERPEN Molengeest Frederik Hendrikstraat 53 2040 ANTWERPEN (BERENDRECHT) Olijftak Hollandstraat 21-27 2060 ANTWERPEN Oversnes Krijgslaan 110 2610 WILRIJK Papegaaienhof Burgemeester De Boeylaan 1 2100 DEURNE Portugesehof Portugesestraat 1 2660 HOBOKEN Santiago Canadalaan 27 / Santiagostraat 15 2030 ANTWERPEN
Stappaerts Prof. Claraplein 3 2018 ANTWERPEN Ten Gaarde Boomgaardstraat / Albert Grisarstraat 37-41 2018 ANTWERPEN Valaar Dichtersstraat 115 2610 WILRIJK
Huisvesting sociale bejaardenflats Almaras Paardenmarkt 89 2000 ANTWERPEN Coppenol Coppenolstraat 9/13 2000 ANTWERPEN Creutz Vinkenstraat 50 2018 ANTWERPEN De Koninck Oever 11 2000 ANTWERPEN De Mane Balansstraat 21 2018 ANTWERPEN De Meermin Onderwijsstraat 13 2060 ANTWERPEN De Schinde Schoonbroek 144 2180 EKEREN De Sterlingen Montenstraat 6 2140 BORGERHOUT De Zeelbaan Elf Novemberstraat 41 2170 MERSKEM Essenhof Dambruggestraat 308 2060 ANTWERPEN
De Perel Matigheidstraat / Spaarstraat 2060 ANTWERPEN
Huize Berchem Grote Steenweg 146 2600 BERCHEM
De Mane Balansstraat 21 2018 ANTWERPEN
Kronenburg Van Duyststraat 188-194 2100 DEURNE
De Rape Raapstraat 25-35 / Stadswaag 2 2000 ANTWERPEN
Lindenhof Haspengouwstraat 40 2660 HOBOKEN
De Violieren Violetstraat 55-61 Korte Beeldekensstraat 9 2060 ANTWERPEN
Ottawa Santiagostraat 1 2030 ANTWERPEN Romanza Klaproosstraat 74 2610 WILRIJK Van Stralenhof Jaak De Boeckstraat 2170 MERKSEM Rozenboom Hallershofstraat 3-9 2100 DEURNE Vercammenstraat 1-5 2140 BORGERHOUT
Huisvesting sociale woningen De Anjer Elf Novemberstraat 57 2170 MERKSEM De Clampaert Matigheidstraat / Spaarstraat 2060 ANTWERPEN De Keizer Spaarstraat / Frans De Cortstraat 2060 ANTWERPEN De Krekel Krekelstraat 8 2660 HOBOKEN De Leeuwerik Leeuwerikstraat / Kievitstraat 2060 ANTWERPEN
De Welkom Wilgenstraat 26 2060 ANTWERPEN De Zeelbaan Elf Novemberstraat 41 2170 MERKSEM Noordschippersdok Noordschippersdok 67-73 / Rupelstraat 77-95 / Twee Netenstraat 86-104 2060 ANTWERPEN
Pension Van Schoonhoven Van Schoonhovenstraat 80 2060 ANTWERPEN tel. 03 232 87 95
Huisvesting thuiszorg Thuiszorg Centrum Vercammenstraat 1B 2140 BORGERHOUT tel. 03 270 98 00 Thuiszorg Noord Van Aertselaerstraat 19 2170 MERKSEM tel. 03 641 75 10 Thuiszorg Zuid Antwerpsesteenweg 167 2660 HOBOKEN tel. 03 830 74 63
Huisvesting andere dienst Sociale Verhuringen Lange Gasthuisstraat 33 2000 ANTWERPEN tel. 03 223 55 60
‘t Dokske Minister Schollaertstraat 22, Heirmanstraat 50 2170 MERKSEM
Huis Sofía St.-Vincentiusstraat 4 2018 ANTWERPEN tel. 03 230 78 56
Van Stralenhof Jaak De Boeckstraat 2170 MERKSEM
Vervoerdienst Senioren Leopoldstraat 26 2000 ANTWERPEN tel. 03 234 44 44
Zuidersector Lange Batterijstraat 2018 ANTWERPEN
Huisvesting thuislozenzorg Inloopcentrum De Vaart Provinciestraat 32 2018 ANTWERPEN tel. 03 232 00 41 Nachtopvang De Biekorf Dambruggestraat 304 2060 ANTWERPEN tel. 03 232 08 24
Gezondheid Antwerps Psychiatrisch en Psychotherapeutisch Centrum voor Kind en Adolescent (Appcka) Vredestraat 93 2600 BERCHEM tel. 03 286 79 00 Consultatiebureau voor Geestesgezondheid Steenbokstraat 1 2018 ANTWERPEN 03 287 01 80
125 OCMW-jaarverslag 2004 • ADRESSEN
Harincrode Prof. Claraplein 4 2018 ANTWERPEN
OCMW-jaarverslag 2004 • ADRESSEN
126
dagcentrum De Ridder Sint-Andriesplaats 25 2000 ANTWERPEN tel. 03 238 97 17
Berchem Grotesteenweg 148 2600 BERCHEM tel. 03 285 95 20
Ekeren - afdeling Luchtbal Canadalaan 158 bus 1 2030 ANTWERPEN tel. 03 542 35 62
dagcentrum De Vinken Lange Lozanastraat 60-62 2018 ANTWERPEN tel. 03 237 71 64
Berchem - afdeling Groenenhoek C. Van Reethstraat 10 2600 BERCHEM tel. 03 239 23 55
Hoboken Cdt. Weynsstraat 165 2660 HOBOKEN tel. 03 830 70 30
Oncologisch Centrum Lange Gasthuisstraat 45 2000 ANTWERPEN tel. 03 223 53 50
Boogkeers Lange Gasthuisstraat 32 2000 ANTWERPEN tel. 03 223 58 67
Kerkeveld St.-Fredegandusstraat 40 2100 DEURNE tel. 03 360 90 90
psychosociaal centrum Hoboken Broydenborghlaan 2 2660 HOBOKEN tel. 03 899 45 25
Coevelt Coeveltstraat 6 2100 DEURNE tel. 03 326 63 10
Kiel De Bosschaertstraat 54 2020 ANTWERPEN tel. 03 238 08 60
Sociaal Steunpunt Gezondheid Schoolstraat 14 2060 ANTWERPEN tel. 03 270 33 45
Dam Marnixstraat 14 2060 ANTWERPEN tel. 03 226 42 42
Merksem Elfnovemberstraat 57 2170 MERKSEM tel. 03 641 88 20
Middelen
De Balans Lange Batterijstraat 14 2018 ANTWERPEN tel. 03 242 91 20
Plein Uitbreidingsstraat 322 2600 BERCHEM tel. 03 218 40 27
De Fontein Fonteinstraat 33 2140 BORGERHOUT tel. 03 270 07 40
Potvliet Boerhaavestraat 20 2060 ANTWERPEN tel. 03 270 08 40
De Oever Oever 13 2000 ANTWERPEN tel. 03 206 09 50
Seefhoek Lange Zavelstraat 78 2060 ANTWERPEN tel. 03 270 38 40 Stenenbrug Fonteinstraat 33 2140 BORGERHOUT tel. 03 270 95 27
dienst Budgetbeheer Lange Gasthuisstraat 32 2000 ANTWERPEN tel. 03 223 58 56 dienst Rechtshulp & Schuldbemiddeling Lange Gasthuisstraat 32 2000 ANTWERPEN tel. 03 223 56 87 meubelhal en sociale superette PAX Lange Dijkstraat 68-70 2060 ANTWERPEN tel. 03 201 66 50 Sociaal Restaurant De 7 Schaken Van Schoonhovenstraat 82 2060 ANTWERPEN tel. 03 226 04 91 Sociaal Restaurant De Pollepel Onderwijsstraat 13 2060 ANTWERPEN tel. 03 270 33 42
Middelen - sociale centra Arena G. Vervoortstraat 2 2100 DEURNE tel. 03 321 49 97
De Vondel Boerhaavestraat 20 2060 ANTWERPEN tel. 03 270 08 60 De Wilg Klappeistraat 28 2060 ANTWERPEN tel. 03 235 74 51 Ekeren Groot Hagelkruis 146 2180 EKEREN tel. 03 545 09 70 Ekeren - afdeling De Reiger Frederik Hendrikstraat 51 2040 BERENDRECHT tel. 03 568 78 66
Veemarkt Zwartzustersstraat 15 2000 ANTWERPEN tel. 03 213 52 30 Wilrijk Jules Moretuslei 330 2610 WILRIJK tel. 03 820 93 70 Zurenborg Steenbokstraat 1 2018 ANTWERPEN tel. 03 286 42 10
Centraal Bestuur
Museum Maagdenhuis Lange Gasthuisstraat 33 2000 ANTWERPEN tel. 03 223 56 20
dep. Organisatie en Ontwikkeling dep. Thuis Wonen dep. Residentieel Wonen dep. Maatschappelijke Integratie dep. Personeelsmanagement dep. Logistiek dep. Financiën
Sociocultureel centrum Elzenveld Lange Gasthuisstraat 45 2000 ANTWERPEN tel. 03 202 77 04
Recht dienst Rechtshulp & Schuldbemiddeling Lange Gasthuisstraat 32 2000 ANTWERPEN tel. 03 223 56 70
Patrimonium & Logistiek Centrale Technische dienst Ballaerstraat 35 2018 ANTWERPEN tel. 03 223 56 11
Lange Gasthuisstraat 30-32-33-35-37-39 2000 ANTWERPEN tel. 03 223 56 11
Raad voor Maatschappelijk Welzijn Jozef Aertbeliën (VLD) Minderbroedersrui 19 2000 ANTWERPEN Cathy Berx (CD&V) ondervoorzitter Lange van Ruusbroecstraat 69 2018 ANTWERPEN Thérèsia Debrock (Groen!) St. Paulusstraat 34 2000 ANTWERPEN Monica De Coninck (SP.A) voorzitter Bist 5 2180 EKEREN Peter Karl De Jonghe (Vlaams Belang) Sporthalplein 104 2610 WILRIJK Paul De Vroey (CD&V) Constitutiestraat 8 2060 ANTWERPEN Marcel Fyens (Vlaams Belang) Hof ter Elst 26 2060 ANTWERPEN Alfons Geeraerts (SP.A) Arthur Matthyslaan 34 bus 7 2140 BORGERHOUT Marco Laenens (VLD) Sleutelstraat 33 2000 ANTWERPEN Theo Neel (Vlaams Belang) Brederodestraat 184 bus 229 2018 ANTWERPEN Erik Peeters (Vlaams Belang) Grote Steenweg 505 2600 BERCHEM Linda Quackels (SP.A) Helderstraat 29 2600 BERCHEM Arthur Vandervee (VLD) Ergo de Waellaan 53-55 bus 4 2100 DEURNE Mieke Vogels (Groen!) Cobdenstraat 16 2018 ANTWERPEN André Wuyts (Vlaams Belang) Amerikalei 225 2018 ANTWERPEN
127 OCMW-jaarverslag 2004 • ADRESSEN
Cultuur
Colofon REDACTIE
Communicatiedienst OCMW Antwerpen HOOFD- & EINDREDACTIE
Marc Grenné GRAFISCH CONCEPT & LAY-OUT
Ludo Cammaert FOTO’S
OCMW-jaarverslag 2004 • ADRESSEN
128
Ludo Boeij Mashid Mohadjerin Ludo Cammaert Manu Cammaert François Huygen Bigfoto beeldbank Stad Antwerpen SECRETARIAAT
Katleen Corluy Met reacties, vragen en opmerkingen kunt u terecht op het OCMW Informatiepunt tel. 03 223 56 21
[email protected] www.ocmw.antwerpen.be VERANTWOORDELIJKE UITGEVER
Paul Van Gorp Lange Gasthuisstraat 39 2000 Antwerpen
2005.024