Jaarverantwoording 2015 Zorgpartners Midden-Holland
INHOUD Door items aan te klikken gaat u direct naar de bijbehorende pagina
I
Maatschappelijk verslag
2
Voorwoord 4 1 Uitgangspunten van de verslaglegging 7 2 Resultaten 2015 9 2.1 Missie, visie en toekomstige ontwikkelingen 9 2.2 Kwaliteit 11 2.3 Veranderende wet- en regelgeving 14 2.4 Cliënttevredenheid 16 2.5 Hygiëne en infectiepreventie 18 2.6 Thuiszorg Partner aan Huis 18 2.7 Maatschappelijk verantwoord ondernemen 19 3
Centra van Zorgpartners 3.1 De Hanepraij 3.2 Ronssehof 3.3 Irishof 3.4 Savelberg 3.5 Gouwestein 3.6 Prinsenhof 3.7 Julianastaete 3.8 Floravita 3.9 Souburgh 3.10 Vijverhof en De Meent 3.11 De Reehorst 3.12 Sola Gratia 3.13 Slothoven 3.14 De Breeje Hendrick en De Waterpoort
22 22 22 24 25 26 26 27 27 28 28 29 30 30 31
4
Serviceafdelingen 4.1 HRM 4.2 Opleidingscentrum 4.3 Hoteldienst 4.4 Vastgoed 4.5 Commissie Ethiek 4.6 Dienst Geestelijke Verzorging 4.7 ICT 4.8 Marketing en Communicatie 4.9 Behandeling en Begeleiding 4.10 Advies en Beleid
33 33 34 38 39 41 42 43 44 45 46
5.
Profiel van de organisatie 5.1 Algemene identificatiegegevens 5.2 Structuur van het concern 5.3 Kerngegevens 5.4 Samenwerkingsrelaties 5.5 Goede doelen
48 48 48 49 50 51
6
Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap 6.1 Normen voor goed bestuur 6.2 Raad van Bestuur 6.3 Raad van Commissarissen 6.4 Planning-en-controlcyclus 6.5 Cliëntenraden 6.6 Ondernemingsraad 6.7 Verzorgende en Verpleegkundige Adviesraad
53 53 53 54 55 56 57 57
7 Financiën 7.1 VVT en Geriatrische Revalidatie 7.2 Zorgpartners Dienstverlening 7.3 Niet-collectief vastgoed 7.4 GouweCuisine 7.5 Regeling AO/IC 7.6 Geconsolideerde balans 7.7 Treasury 7.8 Financiële instrumenten 7.9 Vooruitzichten 2016
60 61 62 62 62 63 63 63 64 64
Bijlagen A Klachten B Melden incidenten C Risico-inventarisatie D Raad van Bestuur, Raad van Commissarissen E Centrale Cliëntenraad F Ondernemingsraad G VVAR H Scholing I Toelatingen, AWBZ-functies, Wmo-functies en niet-collectief vastgoed J Kerngegevens K Overzicht behandeling en begeleiding L Personeel M Personalia MT-leden N Bedrijfseconomische kengetallen en ratio’s O Cliënttevredenheid P Onderwerpen Kring 2015 met doorloop naar 2016
67 70 72 75 78 80 82 83 86 88 89 90 91 92 93 95
II
97
Financiële jaarverslaggeving 2015
VOORWOORD Er is een sterke ontwikkeling gaande van verzorgingsstaat naar particpatiemaatschappij. Daarbij heeft de invoering van de decentralisaties door de overheid versneld plaatsgevonden. Dit blijkt ook in de ouderenzorg. In de wet langdurige zorg zien we steeds strengere indicaties waardoor nauwelijks verzorgingshuisgeïndiceerden en verpleeghuiscliënten met een complexere zorgvraag meer worden opgenomen. Waar we voorheen werkten met grote wachtlijsten werkten, zien we nu een forse teruggang. Doel hiervan is de druk op de financiële middelen te verkleinen. Er ontstaan wijkteams en sociale teams die bepalen welke zorgbehoefte - of zelfzorg met gebehulp van de omgeving - nodig is. Anderzijds is de financiering van de thuiszorg landelijk op basis van de vraag niet meer meegegroeid. Tegelijkertijd gaan mensen door de stelselwijziging meer zelf oppakken, zodat ze langer zelfstandig kunnen blijven wonen en zorg op afstand steeds meer ingeburgerd raakt. Tegelijkertijd zien dat er in toenemende mate een beroep wordt gedaan op kortdurend, verzorgend wonen. Midden-Holland is de regio die iets achterloopt met de vergrijzing maar ná 2020 in de pas zal lopen met landelijke cijfers. Wij schatten in dat mede door het uiterst succesvolle project Tandem, waarbij mensen met dementie langer thuis kunnen blijven wonen, het aanbod van verpleeghuisgeïndiceerden in de komende jaren stabiel blijft. Naast verpleeghuiscliënten, hebben we ook te maken met revalidanten. Hierbij zien we een trend naar ambulante zorg en behandeling waardoor de ligduur verder verkort kan worden. Een deel van de niet-herstellende revalidanten wordt doorverwezen naar het verpleeghuis. Met het Groene Hart Ziekenhuis wordt onderzocht welke zorgtrajecten ook via de revalidatie kunnen verlopen, bijvoorbeeld op het gebied van Parkinson, COPD en hartfalen en welke andere vormen van samenwerking kunnen worden geïnitieerd. Zorgpartners heeft tijdig ingespeeld op de veranderingen door de huishoudelijke zorg per 2015 af te stoten, het aantal verzorgingshuisplaatsen te reduceren en de overige centra geschikt te maken voor verpleeghuisgeïndiceerden. Door de zwaardere zorg zien we specialisatie optreden. Vanwege de decentralisatie in de GGZ zien we ook veel cliënten met zowel psychiatrische als psychogeriatrische ziektebeelden in de verpleeghuizen komen wonen, die voorheen binnen de psychiatrie verbleven. Deze mensen hebben vaak gedragsproblemen waaruit agressie ontstaat. We zien dan ook over de gehele linie in onze huizen een toename van agressie, waarop ons personeel adequaat geschoold en geïnstrueerd wordt. Tegelijkertijd moet ook ons personeel wennen aan cliënten met ingewikkelder ziektebeelden. In het kader van het VWS-traject Waardigheid en Trots is het project Medewerkers aan zet gestart. Het gaat er hierbij enerzijds om de arbeidsvreugde weer terug te brengen bij de medewerkers en anderzijds om de cliënten het gevoel te geven dat er voldoende personeel en aandacht voor hen is. Dit langdurige project helpt ons om veranderingen tot stand te brengen die ten goede komen aan de bewoners, en bij medewerkers weer een stuk bezieling teweegbrengen. In 2015 is de Raad van Bestuur (RvB) “on tour” gegaan. Concreet betekent dit: met elkaar in gesprek gaan over zaken
Jaarverantwoording 2015 4
i
naar inhoudsopgave
die in de directe woon- en werkomgeving worden ervaren. Bijzonder openhartig waren de gesprekken met bewoners, mantelzorgers en medewerkers. Daarnaast is de RvB met de medezeggenschapsorganen en het management gestart met het opstellen van een nieuw driejarig beleidsplan waarin de lijn wordt uitgezet voor de komende jaren. 2015 was een bijzonder jaar voor centrum Savelberg, waar het initiatief genomen is om op meerdere afdelingen domotica toe te passen zodat onze cliënten met dementie meer vrijheid ervaren. Deze aanpak kreeg nationale en internationale aandacht en zorgt ervoor dat we deze methodiek ook uitbreiden naar andere centra. Binnen de behandeldienst zijn nieuwe trajecten gestart op het gebied van de organisatie, de eerstelijns zorg en integratie van zorg en behandeling. Het overleg met de gemeenten werd in de regio Midden-Holland vooral gekenmerkt door het proces van borging van alle veranderingen. Hoewel het lijkt dat er uiterlijk niet al te veel is veranderd, is hier enorm veel tijd in geïnvesteerd. Zorgpartners heeft in 2015 met succes een organisatiebrede flexpool opgezet. Er is een nieuwe leverancier gevonden voor het uitbrengen van maaltijden en de maaltijdlevering via GouweCuisine is gestaakt. Inmiddels hebben vele verhuizingen plaatsgevonden door de sluiting in juni 2015 van Julianastaete en Bloemendaal (geriatrische revalidatie) en de daaraan gekoppelde verbouwing van twee etages van Savelberg. Het is positief dat op dit moment ook de woningmarkt weer aantrekt, waardoor veel externe partijen belangstelling hebben voor de herontwikkeling van bouwterreinen. Moerdregt zal verhuurd en Julianastaete verkocht worden. De onderhandelingen over de terreinen van De Riethoek, Bloemendaal en Geerestein worden in 2016 afgerond. Er is in het verslagjaar hard gewerkt om de thuiszorg verder te ontwikkelen. Desondanks is er op dit product in 2015 verlies geleden. Zorgpartners gaat in 2016 aan de hand van een businesscase onderzoeken of de thuiszorg op termijn lonend wordt. In onze opvatting vinden wij thuiszorg essentieel zodat onze specifieke expertise beschikbaar is voor alle cliënten in Midden-Holland. Hierdoor ontstaan ketens van verantwoorde zorg en behandeling, uitgevoerd door professionals vanuit verschillende disciplines, maar wel binnen de beschikbare middelen. 2015 sluit af met een positief resultaat, ondanks de vele transities die Zorgpartners heeft doorgemaakt. Vanaf 2016 worden er diverse maatregelen getroffen door middel van lean-trajecten, alsmede met betrekking tot het terugdringen van overhead onder andere door nog meer digitalisering en informatisering op het gebied van Cliëntportaal, Business Intelligence, inkoopprocessen en financiële administratie en personeelsadministratie. Duurzaamheid en sociale innovatie staan maatschappelijk hoog op de agenda. Zorgpartners draagt daaraan actief zijn steentje bij. We hebben op meerdere centra al warmte-krachtopslag (wko)-installaties en zonnepanelen en er is een Meerjarenbeleidsplan Duurzaamheid opgesteld. Iedere locatie maakt op basis van dit plan voor 2016 e.v. een centrumspecifiek plan van aanpak. Ook hebben we in het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen, aandacht voor de medemens en steunen we goede doelen “dichtbij” (de voedselbank) en “ver weg” (gezondheidsprojecten in Rwanda). De zorgvrager ontwikkelt zich steeds meer van een volgzame cliënt naar een mondige, kritische en kostenbewuste consument. De focus op klantwaarden wordt dan ook steeds belangrijker. In 2016 krijgt dit proces verder vorm. Humphrey Versloot, voorzitter Raad van Bestuur Simon de Jong, lid Raad van Bestuur
Jaarverantwoording 2015 5
i
naar inhoudsopgave
Jaarverantwoording 2015 6
i
naar inhoudsopgave
1 UITGANGSPUNTEN
VAN DE VERSLAGLEGGING
Stichting Zorgpartners Midden-Holland - kortweg Zorgpartners genoemd - is een maatschappelijke organisatie voor wonen, zorg en welzijn in de regio Midden-Holland. Zorgpartners vindt het belangrijk dat cliënten hun eigen leven kunnen leiden en dat medewerkers oprecht betrokken zijn. Cliënten moeten op ons kunnen rekenen. Met dit jaardocument legt Zorgpartners verantwoording af over het beleid en de resultaten in 2015, in relatie tot de doelen van de organisatie. Daarmee draagt Zorgpartners bij aan een transparant en maatschappelijk ondernemerschap in de zorg en voldoet het aan de wettelijke plichten en de richtlijnen van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. In de verslaglegging staan vooral de ontwikkelingen op stichtingsniveau centraal. In hoofdstuk 2 komt een aantal belangrijke thema’s uit het jaar 2015 aan bod. Zorgpartners laat zien hoe hij de beschikbare middelen heeft ingezet en welk effect dit oplevert. Hoofdstuk 3 belicht de belangrijkste ontwikkelingen in de afzonderlijke centra. In de overige hoofdstukken is algemene informatie over de organisatie te vinden. Voor een overzicht van de prestaties in cijfers verwijzen we naar hoofdstuk 7 en naar de bijlagen vanaf pagina 72 bij dit maatschappelijk verslag. Het maatschappelijk verslag is ter bespreking voorgelegd aan de Ondernemingsraad en de Centrale Cliëntenraad, vastgesteld door de Raad van Bestuur en goedgekeurd door de Raad van Commissarissen.
Jaarverantwoording 2015 7
i
naar inhoudsopgave
Jaarverantwoording 2015 8
i
naar inhoudsopgave
2 RESULTATEN 2015
2.1 Missie, visie en toekomstige ontwikkelingen Zowel de maatschappij als de gezondheidszorg is fors aan verandering onderhevig. Meer en meer leeft de wens bij de cliënt en de medewerker om ruimte te krijgen en naar eigen inzicht en regie te handelen. De vraag van de cliënt om daarop in te spelen, vraagt een andere wijze van denken en handelen. Zorgpartners gaat zich strategisch heroriënteren en wil zorgconcepten hanteren die daarbij aansluiten en de samenwerking in de keten vergroten. In de afgelopen jaren is veel aandacht uitgegaan naar de organisatie en de ontwikkelingen met betrekking tot de afbouw van verzorgingsplaatsen, sluiting en oplevering van panden, kwaliteit van zorg en inrichting van de organisatie. Het verslagjaar 2015 was een schakeljaar, waarbij breder gekeken is. Vooruitkijkend wordt de focus nu nog meer gericht op de cliënt en diens omgeving, waarbij het hebben van regelruimte voor zowel cliënten als medewerkers centraal staat. Missie De missie van Zorgpartners is het zijn van een betrouwbare toonaangevende zorgaanbieder voor mensen met een zorgvraag in Midden-Holland en het bieden van een breed kwalitatief palet aan dienstverlening op het gebied van wonen, welzijn, zorg en behandeling. Er is een intensieve afstemming met de cliënten en cliëntenraden waarbij de klant, eigenheid, maatwerk, respect voor ieders keuze, klantwensen, centraal staan. In alles wat wij doen en faciliteren, staat centraal wat onze cliënten belangrijk vinden. De cliënten willen een veilige omgeving en in samenspel met familie, vrienden, medewerkers en vrijwilligers maken zij zelf keuzes. Daarbij ervaren zij echte aandacht en respect en voelen zij zich gehoord. Onze medewerkers hebben een actieve rol in het samenspel met en tussen cliënt, mantelzorger en vrijwilliger. Medewerkers van Zorgpartners denken en handelen vanuit de kernwaarden: eigenheid, durf en aandacht, en worden herkend op hun kernkwaliteiten: creativiteit, daadkracht en inlevendheid. Wij zoeken voor en met onze medewerkers maximale regel- en speelruimte binnen de gestelde kaders om op klantwaarden en kernwaarden te handelen en vanuit kernkwaliteiten de cliënt elke dag centraal te stellen. Bij Zorgpartners is expertise beschikbaar in de vorm van een multi- en interdisciplinair behandelteam. Wij spelen in op trends, nemen de cliënten, familie en medewerkers daarin mee, zetten in op innovatie en zijn financieel toekomstbestendig. Kleinschaligheid in grootschalig verband is daarbij een vorm die in 2016 verder ontwikkeld wordt, in samenhang met de specialisatie en verdere ontwikkeling van de specifieke expertise van de centra.
Jaarverantwoording 2015 9
i
naar inhoudsopgave
Visie Van oudsher heeft Zorgpartners als visie een cliëntgerichte benadering, die door de jaren heen geëvolueerd is naar een steeds sterkere positie van de cliënten met betrekking tot de eigen regie op zorg- en dienstverlening. In 2015 heeft de RvB op alle centra Raad van Bestuur on tour-bijeenkomsten gehouden waarin medewerkers en cliënten hun mening konden geven over wat er goed gaat en wat er nog beter kan. Mede op basis daarvan zijn de toekomstvisie en het nieuwe meerjarenbeleid geformuleerd. Zorgpartners gelooft in een samenleving waarin mensen naar elkaar omzien en dienstbaar zijn. Wij leven dit principe na door actief te participeren in de dorpen en wijken, waardoor omwonenden gebruik kunnen maken van onze dienstverlening. Met inzet en passie komen medewerkers op voor de belangen en behoeften van de cliënten. Veel mensen werken met hun hart op de goede plaats en zorgen voor een aanbod dat aansluit op de individuele wensen van de cliënt. Goede zorg- en dienstverlening is het resultaat van goede samenwerking tussen cliënten, mantelzorgers, medewerkers en vrijwilligers. Zelfredzaamheid en samenredzaamheid van de cliënt vindt Zorgpartners belangrijk. De cliënt heeft daarbij zelf de regie en is in staat om zijn eigen leven te leiden. Voor cliënten betekent dit een waardige levensfase, met mantelzorgers als gewaardeerd onderdeel van het dagelijks leven, voor medewerkers dat zij trots zijn op hun werk. De cliënt verwacht van (medewerkers) van Zorgpartners: • respect voor wie hij is: respect voor zijn levensloop en vooral respectvolle bejegening; • persoonsgerichte zorg- en dienstverlening waarbij het eigenaarschap van zorg- en dienstverlening ligt bij de cliënt en zijn omgeving; • verantwoorde zorg- en dienstverlening: de cliënt kan, eventueel samen met zijn mantelzorgers, een weloverwogen keuze maken en balans vinden tussen het vermijden van risico’s en kwaliteit van leven; • een omgeving waarin de mening en de wens van de cliënt een grote stem heeft in het beleid en in de wijze waarop de individuele zorg wordt verleend. Als hoofdlijn zien we op veel terreinen behoefte aan een nieuw systeem, waarin vrijheid, vertrouwen en betekenisgeving centraal staan. Meerjarenbeleidsplan Medio 2014 is er een addendum verschenen bij het Meerjarenbeleidsplan 2013 - 2018. Op basis van deze aangescherpte versie is in het verslagjaar 2015 het beleid uitgezet en ontwikkeld. Wel is besloten om in de tweede helft van 2015 stappen te zetten om te komen tot een nieuw meerjarenbeleidsplan voor de periode 2017 – 2020. Het nieuwe meerjarenbeleidsplan komt tot stand met actieve inbreng van en in overleg met de Centrale Cliëntenraad (CCR), de Ondernemingsraad (OR), de Verzorgende en Verpleegkundige Adviesraad (VVAR), het management en cliënten en medewerkers in de centra. Naar verwachting wordt dit proces medio 2016 afgerond. Besturingsmodel In het kader van integraal management zijn verschillende onderdelen van het besturingsmodel herijkt. Een van die onderdelen betreft de overlegstructuur. Er is gekozen voor het werken met kringen als vorm van overlegstructuur om de slagvaardigheid op het terrein van beleidsontwikkeling te vergroten. In lijn met de besturingsfilosofie van integraal management en aansluitend op de kanteling van de organisatie en stimulering van de zelforganisatie, hebben de (centrum)directeuren en de stafmanagers daarbij een grotere rol. Dit sluit goed aan op de realisatie van de visie
Jaarverantwoording 2015 10
i
naar inhoudsopgave
waarin de wensen van de cliënten van Zorgpartners centraal staan en de medewerkers ruimte en zeggenschap krijgen om zo goed mogelijk op de wensen in te spelen. Bij het ontwikkelen van beleid is in 2015 gewerkt met vijf kringen, te weten de Kring Zorg & Behandeling, de Kring Wonen, welzijn en gastvrijheid, de Kring Organisatie & Ontwikkeling, de Kring HRM / Personeel en de Kring Financiën. Daarnaast is in 2015 het Beraad Strategische Informatievoorziening (SIV) opgericht. Iedere kring bestaat uit enkele (centrum)directeuren die in nauwe samenwerking met de betreffende manager uit het servicebureau vorm en inhoud geven aan (nieuw) beleid. De leden van de kring zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het ontwikkelen van een toepasbaar en in de praktijk werkbaar beleid met zo min mogelijk bureaucratie en een zo groot mogelijke effectiviteit. Het implementeren van het beleid is de verantwoordelijkheid van de lijn zelf, op de eigen locatie dan wel in het eigen organisatieonderdeel. De directeuren hebben de verantwoordelijkheid voor het creëren van draagvlak - gaandeweg het ontwikkelproces - bij de collega’s in de lijn. De beleidsontwikkeling van de kringen betreft vooral de categorie “overal” en “overal hetzelfde”. Het zijn onderwerpen die centrumoverstijgend zijn. De kring houdt zich niet bezig met de categorie “her en der”. Dat is aan de locatie. De RvB is formeel opdrachtgever voor het door de kringen te ontwikkelen beleid. In een bijeenkomst van het Concernberaad wordt de opdrachtformulering geformaliseerd, waarna de kring aan de slag kan. Periodiek heeft de RvB overleg met de voorzitters(duo’s) van de kringen in het Platformoverleg. Binnen de afgesproken kaders van de opdracht (reikwijdte, diepgang, planning, consultatie en budget) werkt de kring aan de ontwikkeling van het betreffende beleid. De Ondernemingsraad en de Centrale Cliëntenraad worden actief betrokken bij de kringen. Na bespreking van de beleidsvoorstellen in het Concernberaad, stelt de RvB het voorstel als voorgenomen besluit vast, waarna het ter advisering wordt voorgelegd aan de Centrale Cliëntenraad en/of de Ondernemingsraad. Na verwerking van de adviezen van de medezeggenschapsorganen keurt de RvB het plan definitief goed. In bijlage P vindt u een overzicht van de thema’s die in 2015 in de kringen besproken zijn.
2.2 Kwaliteit De kwaliteitssystematiek van Zorgpartners kent zowel interne als externe audits. Hiermee wordt de kwaliteit voortdurend gemeten en waar nodig verbeterd. Op basis van de uitkomsten wordt jaarlijks vastgesteld welke processen met welke frequentie getoetst moeten worden. Uitgangspunt van Zorgpartners is dat alle locaties beschikken over een ISO 9001-gecertificeerd kwaliteitsmanagementsysteem. In 2015 is de locatie De Hanepraij voor het eerst opgegaan voor certificering en heeft het ISO 9001-certificaat behaald. Voor de overige locaties was 2015 het jaar van de hercertificering. De uitkomsten van de hercertificering geven de volgende resultaten: • 6 locaties hebben direct het certificaat vernieuwd zonder afwijkingen. • 3 locaties hebben het certificaat vernieuwd nadat 1 afwijking A afgehandeld was. • 2 locaties hebben het certificaat vernieuwd nadat 2 afwijkingen A afgehandeld waren. • Van 1 locatie is, na een vervolgaudit op basis van twee afwijkingen B, het certificaat ingetrokken. Deze locatie gaat in 2016 opnieuw op voor certificering.
Jaarverantwoording 2015 11
i
naar inhoudsopgave
De afwijkingen die in 2015 werden beschreven naar aanleiding van tekortkomingen betroffen: • k waliteitssysteem en opvolging verbeteracties (4 x); • documentbeheer (1x); • zorgleefplansystematiek (4 x). Om de afwijkingen te verhelpen, zijn er oorzaakanalyses uitgevoerd en plannen van aanpak opgesteld, waarbij veel aandacht is besteed aan scholing, monitoring en borging. Rondom documentbeheer is het beleid duidelijker beschreven. Het kwaliteitsbeleid behoeft continue aandacht. Daarbij is niet alleen van belang dat kwaliteit meetbaar en controleerbaar is, maar bovenal dat de kwaliteit voor de cliënt merkbaar is. Kwaliteit is herkenbaar door de aandacht die er is voor “de mens” in zijn kwetsbaarheid en afhankelijkheid. Cliënten moeten daarop kunnen vertrouwen en deze kwaliteit ook als zodanig ervaren. Prisma-team De doelstelling van het Prisma-team is om ernstige incidenten die gerelateerd zijn aan de kwaliteit van de zorg volgens een vaste methodiek te onderzoeken. In 2015 heeft het Prisma-team zich verder ontwikkeld. Ook is in 2015, mede op advies van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), diverse keren externe ondersteuning ingeroepen bij het doen van onderzoek van het incident. De landelijke regelgeving omtrent het inzetten van een externe voorzitter is per oktober 2015 door de IGZ aangescherpt. Het Prisma-team kan in het kader van de verantwoordelijkheid van behandeling ook desgewenst Prisma-onderzoek doen in centrum De Zevenster en in centrum Beth-San van Stichting Cedrah. Het Prisma-team rapporteert, na overleg met de directeur, aan de RvB. De RvB rapporteert vervolgens aan de IGZ. In 2015 onderzocht het Prisma-team 23 incidenten. Dit is 1 melding meer dan in 2014 (22 meldingen). Van de meldingen in 2015 zijn uiteindelijk 7 incidenten gemeld bij de IGZ. In een groot aantal gevallen was er geen directe relatie tussen het incident en de kwaliteit van zorg. In onderstaand overzicht vindt u een specificatie van de Prisma-onderzoeken. Hieruit blijkt dat valincidenten met letsel het meeste voorkomen. In alle onderzochte cases bleek dat er geen directe relatie was tussen de kwaliteit van zorg en het valincident. Telkens bleek dat er een zorgvuldige afweging was gemaakt en dat er sprake was van een ingecalculeerd risico op vallen. Bij de incidenten waar wel een directe relatie was met de kwaliteit van zorg, zijn diverse gesprekken gevoerd om dergelijke incidenten te voorkomen. Daarnaast zijn er ook situationeel bepaalde maatregelen genomen. Overzicht analyse Prisma-meldingen 2015 Soort incident
Aantal
Relatie kwaliteit van zorg
Overleden
Melding IGZ
Agressie
0
0
0
0
Opvolging alarmoproep
1
1
1
1
Gebruik hulpmiddelen
1
0
1
1
Tentamen suïcide
1
0
0
0
Valincidenten met letsel
18
0
10
3
Verpleegtechnisch handelen
2
2
1
2
Verslikken
0
0
0
0 0
Wegloopincidenten
0
0
0
Totaal
23
3
13 7
Jaarverantwoording 2015 12
i
naar inhoudsopgave
Projecten Waardigheid en Trots Medio 2015 heeft Zorgpartners plannen ingediend bij het zorgkantoor in het kader van het plan van aanpak kwaliteit verpleeghuizen Waardigheid en Trots, liefdevolle zorg voor onze ouderen, van staatssecretaris Van Rijn. Uiteindelijk heeft dit er toe geleid dat twee plannen zijn gehonoreerd. De uitwerking van deze plannen is gestart in de tweede helft van 2015. De honorering bij realisatie van deze plannen is dat in 2016 een tariefopslag van 3% geldt. De twee plannen zijn: • het project Medewerkers aan zet; • de projectplannen Mantelzorg en Cliëntportaal zijn samengevoegd tot 1 project. Project Medewerkers aan zet Het overheidsbeleid is erop gericht dat organisaties de zorg in verpleeghuizen verbeteren en vernieuwen door kwaliteit van zorg te zien door de ogen van de cliënt. Niet de cliënt die zich aanpast aan regels en routines van de instelling, maar de instelling en de professionals die zich aanpassen aan de routine van de cliënt om de cliënt daarmee een waardige, laatste levensfase te bieden. De relatie tussen cliënt, zorgverlener en informele zorg staan daarbij centraal. Het traject komt voort uit de zorginkoop 2016, maar de voorbereiding en de eerste bijeenkomsten zijn gestart in het najaar van 2015. Een projectmanager is hiermee op organische wijze aan de slag gegaan. Dit betekent dat teams zichzelf aanmelden om door henzelf ingebrachte onderwerpen, in samenspraak met mantelzorgers, “dicht bij de bewoner” te leren veranderen. Ook bespraken ze met elkaar welke zelfopgelegde en/of stichtingsbrede regels kunnen vervallen, zonder dat daardoor de kwaliteit van zorg in het geding komt. De beoogde resultaten van dit traject zijn: • vergroting cliënttevredenheid; • vergroting medewerkertevredenheid; • verbetering van de sfeer op afdeling doordat medewerkers meer regelruimte hebben. Het gaat er bij dit project enerzijds om de arbeidsvreugde weer terug te brengen bij de medewerkers en anderzijds om de cliënten het gevoel te geven dat er voldoende personeel en aandacht voor hen is. Dit langdurige project helpt ons om veranderingen tot stand te brengen die ten goede komen aan de bewoners en bij medewerkers weer een stuk bezieling teweegbrengen. Projecten Mantelzorg en Cliëntportaal Om de cliënt in staat te stellen zoveel mogelijk zijn of haar eigen leven te leiden, wil Zorgpartners de mantelzorger graag gaan zien als een partner in zorg. Een partner die kwaliteit van leven toevoegt. Het project Mantelzorg geeft een verdere ontwikkeling om de cliënt te ondersteunen bij dit proces. De doelstelling van dit project is het creëren van een verbeterd samenspel tussen cliënten, medewerkers, mantelzorgers en vrijwilligers. Centrum De Hanepraij heeft in 2015 meegedaan aan het landelijke traject In voor Mantelzorg. De hier opgedane ervaring wordt gedeeld en benut binnen Zorgpartners. De Kring Wonen, Welzijn en Gastvrijheid heeft in het vierde kwartaal een nota Mantelzorg en vrijwilligersbeleid ontwikkeld. Deze nota zal in 2016 worden besproken met betrokkenen en ter advisering worden voorgelegd aan de medezeggenschapsorganen, en vormt de basis voor de verdere uitwerking op de locaties. Cliëntportaal is een van de onderdelen om de regievoering door de cliënt of diens vertegenwoordiger goed te laten verlopen. Met het gebruik van Cliëntportaal krijgt de cliënt of diens vertegenwoordiger permanent toegang tot onderdelen van het eigen zorgdossier, zonder tussenkomst van medewerkers.
Jaarverantwoording 2015 13
i
naar inhoudsopgave
Op basis van een pilot in centrum Vijverhof is in 2015 besloten dat alle locaties eind 2016 de mogelijkheid geborgd hebben dat cliënten gebruik kunnen maken van Cliëntportaal. Een voorwaarde om dit goed te kunnen doen, is dat helder is wie de wettelijk vertegenwoordiger is. Eind 2015 is de notitie over vertegenwoordigerschap en mentorschap geactualiseerd en ter advisering voorgelegd aan de medezeggenschapsorganen. In 2016 zal per centrum de verdere implementatie van Cliëntportaal plaatsvinden. Daarnaast wordt ernaar gestreefd om Cliëntportaal door te ontwikkelen tot een communicatiemiddel tussen professional en cliënt/mantelzorger en vice versa. Project Meerzorg In het kader van meerzorg in de VVT-sector worden aanvullende afspraken gemaakt over het project Meerzorg of passende omgeving voor cliënten met gedragsproblematiek en dementie. Dit project wordt gezien als een vernieuwend project in het kader van de beleidswijzigingen. Met het zorgkantoor zijn afspraken gemaakt voor uitwerking van dit project in 2016. Er wordt een verzwaring van de dementiedoelgroep waargenomen. Er is in toenemende mate sprake van ernstige gedragsstoornissen die zich manifesteren in bijvoorbeeld agressie en weglopen. Daarnaast is er sprake van comorbiditeit en wordt er steeds vaker een beroep gedaan op crisisopvang bij Zorgpartners. Er is ook een toename te zien van opnamen vanuit het ziekenhuis van cliënten met dementie, waarbij sprake is van een delier of uitbehandeling bij psychiatrische problematiek en cliënten wachten op een plaats in de VVT-sector. Het gaat bij dit project om extreme meerzorg boven de geïndiceerde ZZP, zoals een situatie waarbij continu een-op-een-toezicht noodzakelijk is. De doelstelling van het project Meerzorg is het creëren van een regionaal expertisecentrum voor opvang, diagnostiek en behandeling van mensen met dementie in combinatie met (ernstige) gedragsstoornissen. In dit project wordt samengewerkt met andere zorgaanbieders in de keten van de ouderenzorg, zowel regionaal als landelijk. De concrete uitwerking hiervan wordt in 2016 gestart. Het doel van de behandeling is de dynamiek en de interacties die het gedrag luxeren te analyseren, in kaart te brengen en behandeling in te zetten die gericht is op herstel van de balans en het evenwicht van de cliënt. Hiertoe worden vijf zorgpaden ontwikkeld, te weten delier, grensoverschrijdend gedrag, stemmingsstoornissen, omgang onbegrepen gedrag en persoonlijkheidskenmerken psychiatrie. Dit project wordt in 2016 uitgewerkt.
2.3 Veranderende wet- en regelgeving Hervorming langdurige zorg In de langdurige zorg heeft een hervorming plaatsgevonden. Vanaf 1 januari 2015 is de zorg die eerst was geregeld in de Awbz overgegaan naar drie wetten: de Wet langdurige zorg (Wlz), de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Zorgverzekeringswet (Zvw). Zorgpartners heeft op deze transitie tijdig geanticipeerd door al in 2014 nieuwe processen op het gebied van indicatie en registratie voor te bereiden in diverse werkgroepen. 2015 heeft in het teken gestaan van het verder preciseren van deze werkprocessen. . De wetten zijn ingebed in de (administratieve) organisatie. Wetsvoorstellen Met betrekking tot een aantal wetsvoorstellen stond in 2015 de datum van inwerkingtreding nog niet vast. Zij bevonden zich in de eindfase van het besluitvormingstraject in de Eerste Kamer. In aanloop daarvan is Zorgpartners de ontwikkelingen op het gebied van wet- en regelgeving blijven
Jaarverantwoording 2015 14
i
naar inhoudsopgave
volgen en heeft waar nodig al voorbereidende maatregelen getroffen. Het betreft de hierna genoemde wetgeving.
Wijziging van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp): meldplicht datalekken. Inwerkingtreding is per 1 januari 2016. De Autoriteit Persoonsgegevens krijgt meer bevoegdheden om een bestuurlijke boete op te leggen bij de handhaving van de privacyregelgeving. Niet alleen bij datalekken, maar ook bij schending van meer algemene verplichtingen. (Zorg)organisaties worden door deze wijziging verplicht bepaalde beveiligingslekken van persoonsgegevens te melden bij de Autoriteit Persoonsgegevens. Hiermee wil de overheid de gevolgen van een datalek voor de betrokkenen zoveel mogelijk beperken en een bijdrage leveren aan behoud en herstel van vertrouwen in de omgang met persoonsgegevens. In aanloop naar de meldplicht, die een plek krijgt in artikel 34a Wbp, heeft Zorgpartners, net zoals in 2014, de technische beveiliging van de ICT-systemen verder geanalyseerd en waar nodig aangepast. Daarnaast is een interne Procedure meldplicht datalekken ontwikkeld om van kracht te worden zodra de meldplicht actueel is. Functionaris gegevensbescherming Om aan de nieuwe Europese Algemene Verordening Gegevensbescherming te voldoen (nog niet vastgesteld), worden organisaties verplicht een functionaris voor de gegevensbescherming aan te stellen. Op grond van de huidige Wbp is het al wenselijk om een dergelijke functionaris te hebben. Wetsvoorstel Kwaliteit Klachten en Geschillen Zorg (Wkkgz) Deze wet treedt in werking op 1 januari 2016. Met de nieuwe wet wordt beoogd de positie van de cliënt te versterken en de kwaliteit van zorg te verhogen door meer openheid over en leren van incidenten en klachten. Het is een kaderwet die ruimte biedt voor nadere uitwerking via lagere regelgeving. De wet kent een aantal verplichtingen waarop Zorgpartners voorbereidende acties heeft ondernomen. Zo zullen zorgaanbieders verplicht worden om een interne procedure Veilig Incident Melden (VIM) voor het omgaan met (signalen over) incidenten op te stellen. Zorgpartners kent al een MIC- en MIM-procedure en hanteert daarnaast de Prisma-methodiek bij het nader onderzoeken van calamiteiten. Met inachtneming van het bepaalde in de Wkkgz zullen deze procedures in 2016 worden geïntegreerd tot één VIM-procedure. Een andere verplichting die voortvloeit uit het wetsvoorstel is dat instellingen die Wlz-zorg aanbieden, van alle medewerkers die na 1 januari 2016 in dienst treden en in contact komen met cliënten een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) hebben. De VOG-aanvraag wordt opgenomen in de procedure betreffende indiensttreding bij Zorgpartners. Daarnaast worden zorgaanbieders verplicht om referenties te checken van nieuwe zorgverleners. Zorgpartners onderzoekt hoe hier het beste vorm aan kan worden gegeven. Tot slot moeten zorgaanbieders op grond van de Wkkgz in de loop van 2016 in afstemming met de Centrale Cliëntenraad een nieuwe klachten- en geschillenregeling overeenkomen dan wel de bestaande regeling in lijn brengen met de nieuwe wet. Dit betekent ook verplichte aansluiting bij een wettelijk erkende geschilleninstantie.
Jaarverantwoording 2015 15
i
naar inhoudsopgave
Zorgpartners beschikt reeds over een laagdrempelig systeem dat het mogelijk maakt om als cliënt een klacht in te dienen. In de organisatie zijn klachtenfunctionarissen werkzaam. Daarnaast is Zorgpartners aangesloten bij een regionale externe klachtencommissie. Bekeken wordt in hoeverre de regionale externe klachtencommissie kan worden ‘getransformeerd’ tot wettelijke erkende geschillencommissie. De Uitvoeringsregeling Wkkgz bevat hierover specifieke bepalingen. Wetsvoorstel zorg en dwang De Eerste Kamer houdt de behandeling van de wet nog steeds aan in afwachting van de komst van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. Desalniettemin anticipeert Zorgpartners op deze wet. Dit is in overeenstemming met de opvatting van de IGZ dat zorgaanbieders al kennis dienen te hebben van de belangrijkste uitgangspunten in deze wet. Via scholing aan zorgmedewerkers vindt binnen Zorgpartners kennisoverdracht over het wetsvoorstel plaats. Daarnaast sluit de Bopz-nota, die binnen Zorgpartners wordt gehanteerd, al op diverse onderdelen aan op de Wet zorg en dwang. (Bopz staat voor Bijzondere Opnemingen Psychiatrische Ziekenhuizen), zoals grote terughoudendheid ten aanzien van toepassing van Vrijheid Beperkende Maatregelen (VBM) waarbij gezocht wordt naar alternatieven en indien nodig advies te vragen bij externe deskundigen. Plus de intentie van de Wet Bopz leidend te laten zijn bij het omgaan met cliënten op niet-Bopz-aangemerkte afdelingen en centra (Wet zorg en dwang is namelijk cliëntvolgend.) Zorgpartners toekomstbestendig in relatie tot wet- en regelgeving Zorgpartners bevindt zich in het spanningsveld tussen overheidsregulering en marktwerking. Een manier om de samenhang van Zorgpartners in de omgeving helder te krijgen, is het relevante werkgebied in kaart te brengen aan de hand van relevante wet- en regelgeving. Immers, op het gebied van de (ouderen)zorg zijn uiteenlopende rechtsgebieden van toepassing waartoe talrijke wetgeving behoort. Wetgeving op het gebied van de sturing en financiering van de zorg, kwaliteit van de zorgverlening, arbeid en scholing, bedrijfsvoering en het publieke domein. Door het creëren van een overzichtskaart met daarop de bestaande en aankomende wet- en regelgeving, inclusief betrokken externe actoren en toezichthouders, ontstaan er meer mogelijkheden om nieuwe ontwikkelingen en de wijze waarop Zorgpartners hierop inspeelt, met elkaar te verbinden. In plaats van reactief kan meer proactief worden gehandeld. Relevantie en prioritering kunnen dan binnen de diverse gremia van Zorgpartners met elkaar besproken worden. Dit voorkomt dat op iedere ontwikkeling of wijziging afzonderlijk wordt ingespeeld. Daarnaast kent een dergelijke overzichtskaart een tweede organisatiedoel: het inzicht hebben in juridische risico’s en het beheersen daarvan via interne beheersmaatregelen. In 2015 zijn de eerste voorbereidingen getroffen voor het creëren van deze overzichtskaart.
2.4 Cliënttevredenheid De cliënttevredenheid is tot en met 2014 elke twee jaar gemeten door middel van de cliëntenraadpleging volgens de CQ-index. In het eerste kwartaal van 2015 zijn de resultaten van 2014 besproken. Op centrumniveau is dit in samenspel met de Cliëntenraad gedaan en zijn verbeterpunten met vervolgacties ingezet. Op concernniveau zijn in het verslagjaar de resultaten van 2014 vergeleken met de resultaten van 2012. Dit gaf de volgende resultaten: • De resultaten bij de doelgroepen psychogeriatrie, somatiek en thuiszorg laten zien dat de waardering van de cliënten en vertegenwoordigers gelijk dan wel positiever waren. Ten aanzien van de scores van Zorgpartners en de benchmark van het onderzoeksbureau zien we dat we gelijk aan de benchmark scoren.
Jaarverantwoording 2015 16
i
naar inhoudsopgave
• Ten aanzien van de realisatie van de visie zien we beweging vooruit en heeft de investering winst opgeleverd. De kernwaarden “gastvrij” en “inlevend” hebben een duidelijke plek ingenomen. De activiteiten en dagbesteding laten een positieve ontwikkeling zien. • Ten aanzien van gastvrijheid ervaren de bewoners en gasten dat zij kunnen kiezen uit een aangepast aanbod aan producten. De keuzemogelijkheden zijn vergroot en men kan keuzes maken in de plaats waar men wil eten, het tijdstip waarop men wil eten en wat men op dat moment wil eten. • We zien een verbetering in de resultaten bij de vragen met betrekking tot de communicatie. Dit is in lijn met de start- en eindmeting van het traject Van Moeten naar Ontmoeten. Dit traject had de focus op versterken van de professionele houding van alle medewerkers ten aanzien van het voeren van dialoog met de cliënt. • Het thema van de ervaren beschikbaarheid van personeel staat als hoogste prioriteit op de verbeterlijst uit het onderzoek psychogeriatrie en somatiek. • In bijlage N zijn overzichten opgenomen van de resultaten van 2015 ten opzichte van 2014. Vervolg op concernniveau In afstemming met de Centrale Cliëntenraad zijn de volgende acties afgesproken: • Centra kunnen leren van elkaars expertise op het gebied van activiteiten/dagbesteding, maaltijden en dialoog voeren. • Voor het thema beschikbaarheid personeel wordt in 2015 een nieuw project ingezet: Mede werkers aan zet. Zorgkaart Nederland In 2015 zijn we Zorgkaart Nederland binnen Zorgpartners gaan gebruiken als continu kwaliteitsmetingsinstrument. Zorgkaart Nederland bestaat uit een korte vragenlijst, werkt simpel en biedt transparantie naar alle huidige en toekomstige cliënten over de zorg- en dienstverlening. Doelstelling van de cliëntenraadpleging blijft gehandhaafd: we willen de mening van de cliënten op centrum-/ dienstniveau in beeld hebben. De informatie kan door toekomstige cliënten gebruikt worden als keuze-informatie en door de organisatie om de kwaliteit van de dienstverlening te verbeteren. Onze ambities sluiten naadloos aan bij het transitietraject Hervormingen Langdurige Zorg en de daarop aansluitende beleidsinitiatieven vanuit Waardigheid en Trots. Medio het tweede kwartaal van 2016 komen van alle centra de cliëntbeoordelingen beschikbaar op Zorgkaart Nederland.
Focus Zorgpartners bij Zorgkaart Nederland 1. De medewerkers zijn gemotiveerd om de feedback van de cliënt/familie te gebruiken om de vragen te beantwoorden: ‘Doen we de goede dingen’ en ‘Doen we ze goed’? Afhankelijk van het antwoord wordt zo nodig een kwaliteits verbetering ingezet. 2. Toename aantal waarderingen op Zorgkaart Nederland, waardoor we de meting volgens CQ-index achter ons kunnen laten. Uitgangspunt is jaarlijks 500 nieuwe waarderingen.
Resultaat op Zorgkaart Nederland: • Zorgpartners heeft in totaal 694 waarderingen op Zorgkaart Nederland, waarvan 363 waarderingen in 2015. • De gemiddelde score van Zorgpartners is een 7,5. De gemiddelde score over 2015 is een 7,6. De benchmark ligt binnen de sector op een 7,9.
Jaarverantwoording 2015 17
i
naar inhoudsopgave
• 7 centra hebben meer dan 30 waarderingen behaald in 2015. • Het reageren op de waarderingen komt op gang, zowel richting de klant die een waardering plaatst als ook het complimenten delen met betrokken en het aan de slag gaan met verbeteringen. • In 2014 zijn slechts 12 waarderingen ontvangen op Zorgkaart Nederland. Het gemiddelde cijfer van 8,3 is hierdoor niet representatief te noemen en dus niet vergelijkbaar met 2015. Zorgkaart Nederland werd in 2014 nog niet actief gebruikt als hulpmiddel om inzicht te krijgen in de cliëntentevredenheid. In 2014 is namelijk voor de laatste keer de cliëntentevredenheid gemeten door middel van de landelijke CQ-index. Met de behaalde resultaten in 2015 en met de voorgenomen acties in 2016 om het aantal waarderingen verder te laten toenemen en de opvolging goed te verankeren in het dagelijkse werk, hebben we er vertrouwen in dat Zorgkaart Nederland in 2016 een volwaardige cliëntenraadpleging is. We zetten ons in om de ambitie waar te maken om eind 2017 de score van een 8,0 te halen.
2.5 Hygiëne en infectiepreventie Vorig verslagjaar is gemeld dat er was besloten om op alle zorgcentra een medewerker met het aandachtsveld hygiëne en infectiepreventie (HIP’er) aan te stellen. Voor deze HIP’ers is er in 2015 een trainingsdag georganiseerd. In vervolg daarop hebben zij voor hun locatie een verbeterplan gepresenteerd omtrent hygiëne en infectiepreventie. In het vierde kwartaal van 2015 is er door een externe organisatie opnieuw een hygiëne-audit gehouden, als vervolg op een audit van het jaar daarvoor. De uitkomst van de audit geeft een wisselend beeld per centrum. Er zijn zeker aspecten verbeterd, maar er zijn ook nog punten die meer aandacht behoeven. Dit zal per centrum verder opgepakt worden op basis van een Plan van Aanpak HIP. Daarbij wordt ook de HIP’er actief betrokken. Er zijn in 2015 drie infectie-uitbraken geweest. Deze zijn geëvalueerd. Het betrof twee maal een MRSA-besmetting en een maal een norovirusbesmetting. Een van de MRSA- besmettingen betrof een cliënt in de thuiszorg.
2.6 Thuiszorg Partner aan Huis Na de centralisatie van de Thuiszorg tot Partner aan Huis (PaH) in 2014, stond 2015 in het teken van de organisatieontwikkeling van PaH. Het inzetten van een proces naar zelforganisatie van de thuiszorgteams is daarvan een belangrijk onderdeel. Het optimaliseren van processen en systemen hoort daar eveneens bij. In 2015 is fors geïnvesteerd in de werving, selectie en opleiding van wijkverpleegkundigen met als resultaat dat PaH is uitgegroeid tot een volwaardige thuiszorgorganisatie met alle benodigde competenties, zorg- en dienstverlening. De kosten van deze investering veroorzaken een deel van het financiële tekort over 2015. Het primaire proces van PaH is in 2015 op orde gebracht, waarbij de productiviteit van de zorgmedewerkers een van de belangrijkste factoren is. Het relatief lage volume van PaH en de demografie van vooral de Krimpenerwaard maken dat het lastig te voorkomen is dat met te grote reisafstanden en tijden gewerkt wordt. PaH focust dan ook vooral op de thuiszorg in de aanleuncomplexen en bij
Jaarverantwoording 2015 18
i
naar inhoudsopgave
de uitstromende cliënten vanuit de revalidatiezorg van Zorgpartners en in gemeenten en dorpskernen waar voldoende volume, met weinig reistijd, gegenereerd kan worden. De externe inkoop van nachtzorg en palliatieve zorg heeft in 2015 eveneens bijgedragen aan het financiële tekort. In 2015 is gestart met het op het gewenste niveau brengen van de kosten van de overhead van PaH zelf en de kosten van Zorgpartners. Een thuiszorgorganisatie kent een andere financiële structuur dan de intramurale organisatie Zorgpartners. Als gevolg van de transitie van de Awbz naar de ziektekostenverzekeraar (Zvw), de Wet Langdurige Zorg (Wlz) en de Wmo, met de daarbij behorende bezuinigingen zijn financiële schotten ontstaan in de ouderenzorg. Zeker in het begin van 2015 is hierdoor zorg verleend aan cliënten die ofwel niet gefinancierd is of vanuit de verkeerde financieringsstroom is geleverd. 2015 kenmerkt zich door een grote overproductie die deels niet gefinancierd is door de zorgverzekeraar. In hoofdstuk 7 wordt hier nader op ingegaan. In het vierde kwartaal 2015 is de zorgverlening op het gefinancierde niveau gebracht. Duidelijk is dat de vraag naar thuiszorg vanuit de markt aanwezig is, maar dat de productieafspraken te laag zijn om aan deze vraag te voldoen. In 2015 en ook in 2016 betekent dit voor PaH weinig mogelijkheden te groeien op basis van de WMO en de ZVW. In 2015 is gestart met het inzetten van Volledige Pakketten Thuis (VPT’s) in samenwerking met de intramurale locaties van Zorgpartners. Naar verwachting zijn hier relevante groeimogelijkheden.
2.7 Maatschappelijk verantwoord ondernemen Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) is een van de thema’s in het meerjarenbeleidsplan van Zorgpartners. In 2015 is gewerkt aan een plan van aanpak om het beleid van Zorgpartners rond dit thema verder uit te werken. Zorgpartners kijkt daarbij naar de lange termijn en streeft naar een betere verdeling van de welvaart en minder verkwisting. We proberen de welvaart vast te houden door te investeren in duurzaamheid. Zorgpartners zet zich daarnaast ook in voor goede doelen en gaat samenwerken met organisaties die mensen met een beperking begeleiden. De ambitie van Zorgpartners is om de gestelde doelen omtrent duurzaamheid en MVO te realiseren. Hierbij is gekozen voor een tweeledige aanpak, de korte / middellange termijn en de lange termijn. Korte- en middellange termijn aanpak: In 2015 zijn concrete acties, doelen en resultaten geformuleerd en vastgesteld op de drie deelgebieden planet, profit en people. De acties komen voort uit al lopende initiatieven of op basis van bestaande ideeën maar zijn allemaal te labelen als “laag hangend fruit”. Dit wil zeggen dat het concrete acties zijn die heel snel opgepakt kunnen worden en binnen afzienbare tijd resultaten opleveren. De acties zijn integraal onderdeel van de jaarplannen en worden per centrum opgepakt door de directeur, ondersteund door afdeling Advies & Beleid en de Hoteldienst. De monitoring vindt plaats op basis van de Business Review Letters (BRL’s). Een passend communicatie-platform is in ontwikkeling. Enkele concrete acties zijn: • terugdringen energieverbruik (gas, elektra) met 10% per jaar; • terugdringen van het waterverbruik met 10% per jaar;
Jaarverantwoording 2015 19
i
naar inhoudsopgave
• • • •
toewerken naar uiteindelijk 95% afvalscheiding; inkopen van duurzame producten; terugdringen papierverbruik met 5% per jaar (printgedrag, digitalisering); technologische innovaties / domotica.
Zorgpartners wil in 2025 CO2-neutraal zijn. In 2015 zijn op de locaties Prinsenhof, Floravita en Vijverhof zonnepanelen geplaatst. Op locatie De Reehorst zijn zonneboilers geplaatst. Dit is een eerste stap om duurzaamheid integraal onderdeel te laten uitmaken van onderhoudsplannen.
Jaarverantwoording 2015 20
i
naar inhoudsopgave
Jaarverantwoording 2015 21
i
naar inhoudsopgave
3 CENTRA VAN
ZORGPARTNERS
3.1 De Hanepraij De Hanepraij heeft zich in 2015 verder ontwikkeld. Er is meer rust gekomen na een druk en hectisch jaar van opstarten. Alle meters staan op groen. De medewerkertevredenheid neemt toe, De cliënttevredenheid stijgt, we hebben toenemend goede vermeldingen op Zorgkaart Nederland en scoren boven het landelijk gemiddelde in tevredenheid. Het verzuimpercentage kent een dalende trend in 2015. Vanuit financieel perspectief hebben we een goed jaar gehad. In september is het begroot resultaat van € 360.000 naar boven bijgesteld tot een netto resultaat van € 425.000. Dit gecorrigeerde resultaat hebben we weten te behalen. Het jaar 2015 stond voor De Hanepraij ook in het teken van toenemend samenspel tussen familie/ vrienden (mantelzorg) en medewerkers. Ondersteund door Vilans met het project In voor mantelzorg hebben we op twee afdelingen een pilot gedraaid. Op basis van het succes is besloten om in 2016 de overige afdelingen hetzelfde aanbod te doen. In 2015 is De Hanepraij verder gegroeid. We kijken er met elkaar trots en positief op terug. Onze Facebookpagina met intussen meer dan 500 volgers geeft ook een mooi beeld van de sfeer, activiteiten en reacties van familie, vrijwilligers en medewerkers.
3.2 Ronssehof Voor de inhuizing van de revalidanten in Ronssehof, hebben we eerst veel aandacht besteed aan de verzorgingshuiscliënten en de cliënten van de Wafelbakker door hen te betrekken in de dagelijkse zorg en activiteiten. We hebben het cliëntenportaal ontsloten voor 18 familieleden (16 verzorgingsafdeling en 2 verpleegafdeling). Zij lezen actief mee in de rapportages en raadplegen de cliëntenagenda. In 2016 wordt dit voortgezet en uitgebreid en er zoeken we naar mogelijkheden dit ook voor de revalidatiepatiënten toegankelijk te maken. Ronssehof had begin 2015 82 vrijwilligers, de Revalidatie van de locatie Bloemendaal van Ronssehof had er op dat moment 58. Bij de laatste groep behoort een aantal van 25 vrijwilligers die zich bezighielden met de kerkdiensten. In Ronssehof was er al een groep vrijwilligers die heel actief waren met dagopeningen en weeksluitingen. Door de samenvoeging en de verhuizing heeft een aantal vrijwilligers besloten te stoppen en niet mee te gaan naar het nieuwe Ronssehof. Door actief op zoek te gaan naar nieuwe vrijwilligers zijn we toch heel blij met de hoeveelheid vrijwilligers die we eind 2015 na de samenvoeging in totaal beschikbaar hebben voor Ronssehof: 124 vrijwilligers.
Jaarverantwoording 2015 22
i
naar inhoudsopgave
Divisie Geriatrische Revalidatiezorg (GRZ) In 2015 maakte de geriatrische revalidatie een stormachtige ontwikkeling door. Deze werd mede geïnitieerd naar aanleiding van de QuickScan door de Goede Werker (dGW). Deze werd in opdracht van de RvB uitgevoerd ter analyse van de bedrijfsvoering en organisatie van werkprocessen en samenwerking binnen de GRZ in Zorgpartners. Hieruit volgde het advies de GRZ aan te sturen door middel van duaal management door een directeur Bedrijfsvoering en een directeur Behandeling en Zorg. Tegen deze achtergrond zijn de volgende ontwikkelingen in gang gezet. Op 1 juni verhuisde de afdeling GRZ van Bloemendaal naar Ronssehof, waarbij ook integratie met het resterende deel van het verzorgingshuis plaatsvond. Werkprocessen werden in verband met de andere logistiek van de locatie (voorlopig) aangepast. Met hulp van dGW werden alle werkprocessen geïdentificeerd en werd een aanvang gemaakt met het beschrijven ervan om te komen tot procesgestuurd werken. Interne, maar ook transmurale processen worden vanaf dat moment vastgelegd en geoptimaliseerd waar nodig. Er is een start gemaakt met het instellen van een integraal revalidatieteam, waarin behandelaren, zorg- en voedingsmedewerkers zijn verenigd. Hiermee is ook het interdisciplinair werken geïntroduceerd, ondersteund door het programma Professionalisering van het revalidatieteam, samen met dGW. Drie verpleegkundigen zijn aangemeld voor de opleiding Verpleegkundige Geriatrische Revalidatie aan de VU-academy in 2016. Centraal plannen van behandelingen in relatie tot de zorgactiviteiten is in 2015 geïmplementeerd en steeds verder doorontwikkeld. Hierbij wordt de planning van behandelaren gekoppeld aan de realisatie en registratie, wat inzicht geeft in de formatiebehoefte en de daarbij behorende dynamiek. Daarnaast draagt dit bij aan een betere bedrijfsvoering. In samenwerking met Planning & Control is een DBC-monitor ontwikkeld die het mogelijk maakt de kwaliteitsaspecten van de DBC’s beter te monitoren en daarop te sturen gedurende het revalidatieproces. Positionering en PR van de geriatrische-revalidatiezorg in de regio vonden plaats via communicatie in de al bestaande ketens. Ook bezocht de directie omliggende ziekenhuizen. Samenwerkingspartners werden (opnieuw) geïnformeerd over de diverse mogelijkheden van samenwerking en de nieuwe ontwikkelingen bij Ronssehof Geriatrische Revalidatiezorg. Ook is hierbij in overleg met stakeholders onderzocht hoe in gezamenlijkheid nieuwe producten kunnen worden ontwikkeld, die naast de GRZ gepositioneerd kunnen worden in Ronssehof zoals M. Parkinson. Op de GRZ is een kaderarts GRZ (tevens directeur) werkzaam. Deze is ook bestuurslid van het netwerk Kaderartsen GRZ van Verenso. Binnen Ronssehof Geriatrische Revalidatie vindt een deel van de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde plaats. Ook wordt hier de stage Chronische Zorg van de opleiding huisartsgeneeskunde van het EMC Rotterdam verzorgd. In april verzorgden C. Melgers (verpleegkundig specialist) en Specialist Ouderengeneeskunde R. Boeren een bijdrage over Triage voor GRZ op het Nursingcongres Revalidatie. In september 2015 vertelden de directeuren L. de Vries en R. Boeren over duaal management en interdisciplinair werken in een videopresentatie op symposium My-Doc (zie YouTube).
Jaarverantwoording 2015 23
i
naar inhoudsopgave
3.3 Irishof Irishof is het centrum voor wonen, welzijn en zorg, met appartementen, zorg voor blinden en slechtzienden en reguliere verzorgingshuisplaatsen en tijdelijk verblijf. Het welbevinden staat voorop bij Irishof. Mensen moeten vooral hun eigen leven kunnen leiden. Zij spelen de hoofdrol, niet de organisatie. De visie op zorg- en dienstverlening is niet slechts een mooie slogan. De kracht? Irishof doet het samen. Irishof is creatief, leergierig en passievol. Cliënten mogen zich, in de avond van hun leven, echt welkom voelen. Het expertisecentrum voor blinden en slechtzienden krijgt steeds meer inhoud. Het aantal verzorgingshuisplaatsen is teruggebracht naar 48. De appartementen die leeg komen, worden ingericht als kamer voor tijdelijk verblijf. Hier is veel vraag naar. Er is in Irishof een nieuwe functie in het leven geroepen: de medewerker Individuele Begeleiding (MIB). Zorg- en dienstverlening aan blinde en slechtziende ouderen behelst vooral activerende en ondersteunende begeleiding. Medewerkers Individuele Begeleiding houden of maken de cliënt zo zelfredzaam mogelijk. Zij coachen de cliënt. Irishof werkt daarbij veel samen met Visio en Bartiméus, specialisten op het gebied van blinden en slechtzienden. Inmiddels werken er vijftien cliënten van Gemiva bij Irishof. Dit gebeurt onder gedreven begeleiding van eigen begeleiders. Cliënten van Zorgpartners reageren enthousiast op hen en medewerkers zien steeds meer de toegevoegde waarde van de nieuwe collega’s. Participatie van bewoners Eens in de zes weken organiseert Irishof een bewoners-MT. Ongeveer 60 bewoners komen hier per keer op af. Ook is er altijd een afvaardiging van de Cliëntenraad aanwezig. Alles wat bewoners bezighoudt, komt ter tafel en de leidinggevenden kunnen met bewoners praten over in te voeren veranderingen, behoeften en wensen en klachten. Dit wordt door zowel bewoners als leidinggevenden als zeer prettig ervaren. Participatie van familie Irishof is hier veel mee bezig geweest, vooral in gesprekken met bewoners, medewerkers, families om een beeld te krijgen van de betrokkenheid en de bereidheid. Er is een mantelzorgavond georganiseerd, waar familie in de gelegenheid werd gesteld in gesprek te gaan met het MT van Irishof over alle veranderingen die in 2015 op stapel stonden. Dit kon zowel live als telefonisch. De participatie was echter beperkt. Participatie van medewerkers 2015 was het jaar van gedeelde passie en oprechte aandacht. Waarom heb je ooit voor de zorg gekozen en wat vind je van die passie terug in je huidige baan? Hoe kun je vanuit je invloed deze passie opvoeren en wat is nodig om “lekker te werken”. We hebben een acteur in huis gehad, die mooie en bijzondere momenten heeft geobserveerd en dit op een gezamenlijke avond aan Irishof heeft gepresenteerd. Dit was hartverwarmend, gaf veel onderlinge verbinding en een goed gevoel naar 2016, dat in het teken staat van “hart werken”. Participatie van vrijwilligers Omdat Irishof inmiddels ongeveer 80 vrijwilligers heeft en het nauwelijks mogelijk is om korte lijntjes te houden met iedereen, heeft Irishof in 2015 een vrijwilligersraad opgericht. Afgevaardigden die allemaal nauw contact hebben met andere vrijwilligers nemen deel aan de vergadering en
Jaarverantwoording 2015 24
i
naar inhoudsopgave
stellen namens de achterban zaken aan de orde. Het verslag wordt naar alle vrijwilligers gestuurd. Dit blijkt voor beide partijen een goede oplossing.
3.4 Savelberg 2015 was een heel bijzonder jaar in Savelberg. In het kader van de afbouw van verzorgingshuisplaatsen en de sluiting van Julianastaete zijn twee van de vijf etages verbouwd om geschikt te zijn voor dementerende ouderen. Savelberg heeft daarmee 24 verzorgingshuisplaatsen ingeleverd en het aantal psychogeriatrische verpleeghuisplaatsen is met 40 plaatsen gegroeid naar 112. Deze transitie heeft een grote impact op heel Savelberg gehad als ook daarbuiten. In eerste instantie betekende dit een langdurige opnamestop voor de wachtenden op verzorgingshuisplaatsen. Vervolgens was er sprake van interne verhuizingen van de bewoners van etage 5 en 6. En als laatste was er sprake van (veel) overlast in het kader van de verbouwing. De verbouwing is als kans aangegrepen om Savelberg te voorzien van de nieuwste zorgdomotica. Er is een dwaaldetectiesysteem aangelegd in het hele huis, waarbij de veiligheid van dementerende bewoners geborgd wordt. De nieuwe verpleegafdelingen zijn dus niet met fysieke deuren gesloten, maar we werken met leefcirkels. De leefcirkel wordt voor iedere bewoner persoonlijk ingesteld op een klein apparaat, dat men draagt als een horloge. Het resultaat is dat de bewegingsvrijheid van de bewoners enorm is toegenomen. Echter ook de belevingsvrijheid, van belang voor de bewoners van de binnenste leefcirkel, geeft een goed positief resultaat. Ze ervaren veel meer ruimte en vrijheid dan voorheen. Naast de dwaaldetectie zijn de nieuwe appartementen uitgerust met slimme sensoren. Het hele domoticaconcept sluit goed aan bij de fixatievrije zorginstelling die Savelberg is. De interne, externe en zelfs internationale belangstelling op deze innovatie is in het najaar van 2015 overweldigend geweest. Het heeft zelfs geleid tot het winnen van een Smart Home Award. De psychogeriatrische zorg en begeleiding geven we binnen Savelberg nog steeds vorm en inhoud op basis van het principe van het Aangepast Dagritme. Het blijkt van grote waarde dat de bewoner vooral in de ochtend en einde middag/avond geactiveerd wordt. Dit is ook een waardevolle impuls gebleken om familieparticipatie vorm te geven. Familie wordt uitgenodigd om vooral ‘s avonds op de woongroepen een helpende hand toe te steken, vooral op welzijnsvlak en bij zinvolle dagbesteding. Wij merken aan de reacties van mensen dat een bezoekje aan hun familielid of naaste nu veel waardevoller is, omdat zij zich “nodig” voelen en wat kunnen betekenen voor hun eigen familielid als ook voor de andere bewoners. Onder het motto “de juiste mens op de juiste plek”, zijn er nieuwe teams samengesteld, waarbij de medewerker zelf een voorkeur heeft mogen aangeven. Om de nieuwe teams te laten wennen aan elkaar en in hun kracht te zetten (passend bij Integraal Management), heeft elk team samen met zijn leidinggevende een teambuildingsdag mogen ervaren, geleid door een externe begeleider. Zelfstandig wonen met begeleiding voor mensen met Korsakov in Savelberghof, wat eind 2013 is opgestart, had in 2015 een moeilijk jaar. Binnen het team medewerkers waren er wat problemen, en er was enig verloop onder de bewoners. Hierdoor stonden twee appartementen leeg, wat ook een landelijk probleem blijkt te zijn. In de GGZ is dit ook aan de orde. Juist begeleiding is iets waar
Jaarverantwoording 2015 25
i
naar inhoudsopgave
niet op ingestoken wordt door de landelijke overheid. Voor deze doelgroep heeft dit grote gevolgen, want die verdwijnt al gauw volledig uit beeld.
3.5 Gouwestein In 2015 is de begane grond van Gouwestein dusdanig verbouwd dat een fraaie multifunctionele plaza is ontstaan. Met name de restaurantfunctie is hiermee meer tot zijn recht gekomen. Dit heeft geleid tot een aanmerkelijk groter aantal bezoekers. In september vond de hercertificatie plaats voor het ISO-certificaat NEN-EN-ISO 9001-2008, leidend tot het doeltreffender maken van het kwaliteitsmanagementsysteem. Dit certificaat is behaald. Gestart is met Zorgkaart Nederland als meetinstrument voor de cliënttevredenheid. Om de betrokkenheid van zorgvragers en/of hun vertegenwoordigers bij het zorgproces te vergroten, is Cliëntportaal ingevoerd. De medewerkerraadpleging 2015 gaf minder goede resultaten dan bij de vorige meting, met name binnen de verplegingsdienst. Eind 2015 zijn er interventies gedaan om het gevoel van betrokkenheid, tevredenheid en bevlogenheid van de zorgmedewerkers te vergroten. Eind 2015 beschikte Gouwestein over 105 vrijwilligers.
3.6 Prinsenhof In Prinsenhof staan het wonen van en de dienstverlening aan mensen met dementie centraal. Mensen met dementie blijven langer thuis wonen en de zorg en begeleiding van de groep die opgenomen wordt, is steeds complexer. In 2015 werd hierop ingespeeld met het aanvullen van het zorgaanbod met een zorgpad voor mensen met een delier. Ruim 100 medewerkers volgden een in Prinsenhof ontwikkelde scholing voor het werken volgens dit zorgpad. Voor kwetsbare ouderen uit de buurt werd het Ontmoetingscentrum (OMC) geopend, een uitbreiding van de dagbehandeling in Prinsenhof. De bezoekers zijn welkom voor een versnapering en een gezellig samenzijn (onder andere in brasserie Gewaeght), maar kunnen ook ondersteuning krijgen als zij bijvoorbeeld overbruggingszorg met of zonder indicatie nodig hebben. Wie dat nodig heeft, krijgt meer begeleiding geboden. Het palet aan voorzieningen in het OMC wordt aangeboden vanuit het stepped-care-beginsel. In 2015 werd gestart met de ontwikkeling van een ondersteuningsprogramma voor mantelzorgers. Daarnaast werd gewerkt aan verbetering van de ambiance en gastvrijheid. Er heeft een onafhankelijke nulmeting plaatsgevonden van de gastvrijheid in Prinsenhof. Dit leverde een driesterrenbeoordeling op, een mooie tussenstap op weg naar de beoogde certificering van de gastvrije zorg in 2016. Met Reakt (geestelijke gezondheidszorg) werd een samenwerking aangegaan. De samenwerking is erop gericht om cliënten van Reakt bij Prinsenhof in te zetten als vrijwilliger in het kader van hun dagbesteding. Onder begeleiding komt een groep elke week helpen met schoonmaakklussen op de woonetages. Het project verloopt voorspoedig en de inzet van de vrijwilligers wordt zeer gewaardeerd.
Jaarverantwoording 2015 26
i
naar inhoudsopgave
Naast de kwaliteit van de dienstverlening aan onze klanten stond verbetering van de interne organisatie en de werkprocessen in 2015 ook in de aandacht. Er werd begonnen met het opstellen van jaarplannen volgens de A3-methode en er werd een Lean-team geïnstalleerd. Dit team ondersteunt medewerkers en teams bij het realiseren van verbeteracties die voor hen en voor de bewoners belangrijk zijn. Deze aanpak, die gericht is op verbeteringen op de werkvloer, laat al na korte tijd positieve resultaten zien. Wat ook opvalt, is dat de afdelingen met de introductie van deze werkwijze meer best practices uitwisselen.
3.7 Julianastaete Het eerste half jaar van 2015 heeft in het teken gestaan van het leveren van goede zorg aan de cliënten van de drie verpleegafdelingen die in afwachting waren van een overplaatsing naar een ander centrum naar voorkeur. Zij wisten inmiddels al enige tijd dat Julianastaete zou sluiten. Bij de eerste oplevering van de verpleegetages van Savelberg konden de meeste cliënten verhuizen. Een kleine groep cliënten is in een ander centrum gaan wonen. Het verpleeghuisgedeelte van het complex Korte Akkeren is op 20 juni 2015 gesloten. Echter, in het complex biedt Zorgpartners nog twee zorgvormen aan. In de Bernhardzaal werd medio juni, dagverzorging geboden en in Oranjestaete werd begeleid wonen geboden aan 24 PG/ GGZ-cliënten. Het merendeel van de dagverzorging cliënten is gebruik gaan maken van dagbesteding in een van de andere Goudse huizen. Eind 2015 is ook de dagverzorging Korte Akkeren in Julianastaete gesloten. Voor Zorgpartners was er geen enkele reden, om te stoppen met begeleid wonen. Alle bewoners leven daar naar tevredenheid en als zelfstandige units kunnen deze twee woongroepen zich grotendeels zelfstandig bedruipen. Er hebben zich wel wijzigingen voorgedaan in indicatiestelling van de GGZ. Deze zijn omgezet naar een Volledig Pakket Thuis-indicatie, maar de bewoners zelf hebben daar niets van gemerkt. Begeleid wonen werd organisatorisch onder de verantwoordelijkheid van de directeur van Gouwestein gebracht. In het kader van de bedrijfshulpverlening zijn er aanpassingen gedaan om de veiligheid van de bewoners te waarborgen door een slaapdienst in te stellen, zodat er bij calamiteit ontruimd kan worden.
3.8 Floravita De speerpunten van Floravita zijn ook het afgelopen jaar enorm van belang om projecten te laten slagen: afspraak is afspraak, hulp vragen, verantwoordelijkheid delen, samenhang, samenwerking en veiligheid. Dit naast de kernwaarden en -kwaliteiten zoals opgenomen in het visievierluik van Floravita. De eigen keuken, het restaurant en het rijke verenigingsleven leveren een toestroom van mensen op in het centrum wat zorgt voor veel levendigheid. Floravita blijft zich ontwikkelen en profileert zich in haar dienstenaanbod voor een breed publiek. We proberen zodoende het dorp Boskoop te bereiken en te betrekken bij en met onze diensten en services en zodoende onderdeel te zijn van
Jaarverantwoording 2015 27
i
naar inhoudsopgave
de gemeenschap. De openheid, toegankelijkheid en diversiteit geven een goede positionering binnen een breed segment van het dorp en zijn omgeving. Afgelopen jaar is de samenwerking met Gemiva – organisatie die mensen ondersteunt bij het leven in onze samenleving en die dat op eigen kracht (nog) niet kunnen - als onderdeel van het samenwerkingstraject TOM (Talent, Ondersteuning, Meedoen) waarin een achttal organisaties samenwerken, voortgezet. We maken op het gebied van dagbesteding, participatie in het verenigingsleven en werkgelegenheid voor cliënten van Gemiva gebruik van elkaars expertise en mogelijkheden.
3.9 Souburgh Op termijn gaat Souburgh sluiten en zullen 30 verpleeghuisplaatsen worden overgeheveld naar Floravita. Naar verwachting vindt de sluiting van Souburgh in 2018 plaats. Het afgelopen jaar is er een verschuiving geweest van kaderfunctionarissen. Doel was de klanten een betere kwaliteit te geven en de rapportage/administratie van de verschillende processen te optimaliseren en zo de transitie te kunnen maken. Een ander doel was personeel dat nu werkzaam is op de locatie bij de transitie goede arbeidskansen te geven op een andere werkplek. De speerpunten zijn enorm van belang om dit te laten slagen: afspraak is afspraak, hulp vragen, verantwoordelijkheid delen, samenhang, samenwerking en veiligheid. Afgelopen jaar is de samenwerking met Gemiva geoptimaliseerd. We maken op het gebied van dagbesteding, participatie in het verenigingsleven en werkgelegenheid voor cliënten van Gemiva gebruik van elkaars expertise en mogelijkheden. De lokale betrokkenheid bij Souburgh is groot. We proberen open te staan en met verschillende partijen te bezien hoe we de handen ineen kunnen slaan en kunnen samenwerken. De ontwikkelingen met betrekking tot de nieuwbouw verlopen volgens planning.
3.10 Vijverhof en De Meent In Vijverhof is in 2015 een aantal kwalitatieve verbeteringen in gang gezet. De samenwerking met Stichting Mondzorg is geïntensiveerd, leidend tot betere afspraken en borging van mondverzorging. Tevens is verzorgend wassen geïmplementeerd. Veel aandacht is besteed aan verbeteringen in het gebruik van het zorgdossier en het kwaliteitsmanagementsysteem. Bij de ISO-audit in juli werden goede verbeteringen vastgesteld, bijdragend aan de hernieuwde uitgifte van het certificaat NEN-EN-ISO 9001-2008. Het gebruik van Cliëntportaal nam in 2015 toe: 1/3 van de vertegenwoordigers van bewoners maakt hier intussen gebruik van. Dit vergroot de participatie en betrokkenheid van de familie van bewoners. Familieparticipatie is een speerpunt voor Vijverhof. In 2015 betrof dit vooral het beter kennen van familieleden en het organiseren van gezamenlijke activiteiten met en voor hen. De actieve en constructieve Cliëntenraad van Vijverhof draagt hier in belangrijke mate aan bij. Plannen zijn ontwikkeld voor het optimaliseren van de informatievoorziening naar hen en het verder betrekken van familie bij het afdelingsgebeuren en in de individuele zorg van de bewoner. In het
Jaarverantwoording 2015 28
i
naar inhoudsopgave
najaar zijn de zorgmedewerkers ingedeeld in kernteams, waardoor zij nog meer dan voorheen, vooral op één afdeling/etage werkzaam zijn. Dit draagt bij aan het beter kennen van bewoners (en hun familie), de zorgafspraken, en in het nemen van meer eigen verantwoordelijkheid. In september is, in samenwerking met het ID-college, regionaal opleidingscentrum, gestart met een leerafdeling voor leerlingen van niveau 2, 3 en 4. De ervaringen zijn positief: de aanwezigheid van leerlingen leidt tot meer aandacht voor de bewoners, en het is een stimulans voor vaste medewerkers om zich in de begeleiding van leerlingen meer bewust te zijn van de essenties van hun vak. De medewerkerraadpleging 2015 gaf goede resultaten: bevlogenheid (8,1), betrokkenheid (7,7) en tevredenheid (7,6). Hoewel deze resultaten iets lager zijn dan in 2014, stemmen ze positief. Het verzuimpercentage in 2015 kwam uit op 7,35%, met name door een aantal langdurig zieke medewerkers. Per 16 juli 2015 vallen de woningen van De Meent onder de afdeling Vastgoed & Wonen van Zorgpartners Midden-Holland. Het Dienstencentrum, bestaande uit restaurant, zaalverhuur, activiteitenruimten en kapsalon, is een apart organisatieonderdeel, vallend onder verantwoordelijkheid van de directeur van Vijverhof. Het aantal bezoekers aan het restaurant van De Meent steeg in 2015 licht. Dit geldt ook voor de bezoekersaantallen bij de door vrijwilligers georganiseerde activiteiten in De Meent.
3.11 De Reehorst Dienstencentrum De Reehorst heeft zich in 2015 ontwikkeld tot de plek voor senioren, waar een breed palet aan (welzijns)activiteiten wordt geboden. Naast activiteiten biedt het Dienstencentrum onder andere ook plaats aan het Alzheimercafé, het Parkinsoncafé, Bravo+ en de duofiets. Ontmoeten en omdenken heeft een vervolg gekregen in Omdenken met mantelzorgers. Tijdens deze bijeenkomst is in elk kwartaal van 2015 De Helpende Hand-trofee uitgereikt. De trofee is bestemd voor een mantelzorger, vrijwilliger of medewerker die zelfstandig activiteiten bedenkt en/of organiseert voor de bewoners. Op initiatief van de coördinator Dienstencentrum en samen met de eigenaar van de supermarkt, heeft Stichting Alzheimer Nederland voor de medewerkers van de supermarkt in het winkelcentrum een theorie- en praktijktraining verzorgd. Het is een project dat past bij de participatiemaatschappij, hierdoor kunnen ouderen met dementie blijven meedoen in onze samenleving en langer zelfstandig blijven wonen. De volgende themabijeenkomsten zijn in het kader van “Kom op de thee en denk mee” voor bewoners en mantelzorgers in 2015 georganiseerd: meer bewegen, mantelzorg, was, voeding, Cliëntportaal en dagverzorging. Naar aanleiding van de uitslag van de medewerkerraadpleging zijn nieuwe projecten gestart te weten op de verpleegafdeling het project Medewerker aan zet en op de verzorgingsafdeling Lean. De Onderdeelcommissie heeft naar aanleiding van de medewerkerraadpleging samen met de medewerkers een plan van aanpak per afdeling opgesteld en gepresenteerd tijdens de medewerkersavonden, die drie maal per jaar plaatsvinden.
Jaarverantwoording 2015 29
i
naar inhoudsopgave
Met de Cliëntenraad vindt regelmatig overleg plaats over ontwikkelingen op de locatie ten aanzien van de verbouwing, het A3-jaarplan 2015, de cliëntenraadpleging, financiën en het scholingsjaarplan. De Reehorst is een bruisend centrum voor senioren in Reeuwijk, waar men terechtkan voor wonen, zorg en welzijn. De enthousiaste inzet van de medewerkers, vrijwilligers en mantelzorgers zorgt voor een warme en gewaardeerde sfeer in het centrum.
3.12 Sola Gratia In Sola Gratia woonden in januari 2015 nog 18 cliënten, in december 2015 waren het er nog 6, op basis van de afspraak dat mensen met een intramurale indicatie na de nieuwbouw konden terugkeren. De overige woningen worden door Woonzorg Nederland aangeboden aan zelfstandig wonende ouderen met een zorgindicatie. In de ontmoetingsruimte is gelegenheid om gezamenlijk koffie te drinken en een maaltijd te nuttigen. Ook vinden er allerlei welzijnsactiviteiten plaats voor de verschillende verenigingen. Vrijwilligers spelen een belangrijke rol in het doen slagen van deze activiteiten. Op zondag is er een kerkdienst in de ontmoetingsruimte, die goed bezocht wordt. In juni 2015 is fasegewijs begonnen met de samenwerking van de thuiszorg. In aanvang betrof het de nachtdienst, in oktober ook de avonddienst en per 1 januari 2016 werd ook de dagdienst door de Thuiszorg geleverd. Daarmee is de zorgverlening volledig in handen van de Thuiszorg. De huishoudelijke en ondersteunende taken zoals het verzorgen van de medicatie en de maaltijden zal nog door de reguliere formatie van Sola Gratia worden gedaan. Het aantal intramurale verzorgingshuiscliënten loopt door veranderende situaties van cliënten en natuurlijk verloop in 2016 verder terug.
3.13 Slothoven In het begin van 2015 hebben er door externe invloeden appartementen op de verpleegafdeling van Slothoven leeggestaan. In het kader van de capaciteitswijzigingen is er besloten om in 2016 de eerste etage geschikt te maken voor de opname van cliënten met dementie. Om deze actie te versnellen, zijn er in 2015 twee huurwoningen van Qua Wonen in gebruik genomen om intramurale verzorgingshuiscliënten intern te verhuizen. Alle medewerkers hebben de scholingen Leren omgaan met agressie en Waar zit mijn kernkwaliteit en valkuil? gevolgd. De scholing is als waardevol ervaren en bevordert de deskundigheid ten opzichte van cliënten en collega’s. In oktober 2015 is een medewerkersbijeenkomst gehouden waar een koerswijziging van de organisatie is aangekondigd. De wijziging zit met name in het afstappen van traditioneel hiërarchisch naar bottom-up. Dit betekent niet alleen meer dat de cliënt centraal staat maar ook een initiatief waarin de medewerker aan zet is in de planvorming. Inmiddels is Slothoven gestart met contact-verzorgenden. Hiermee wordt de werklast meer verdeeld onder de medewerkers waarmee ook meer betrokkenheid richting cliënt ervaren wordt.
Jaarverantwoording 2015 30
i
naar inhoudsopgave
Mantelzorgers zijn uitgenodigd voor een gezamenlijke bijeenkomst waar kennis over de verschillende fasen van dementie zijn toegelicht. Ook is er ruimte geweest voor het uitwisselen van ervaringen in het omgaan met iemand die dementie heeft. Najaar 2015 is er door TÜV een audit gedaan in het kader van de hercertificering. Deze was helaas niet voldoende. Ook een vervolgtraject mocht niet leiden tot het opnieuw verkrijgen van het certificaat. Hierop is een traject ingezet om april 2016 opnieuw op te gaan voor het certificaat. In november 2015 is er aanleiding geweest om de organisatie te informeren over de financiële situatie van Slothoven. Het vooraf al begrote tekort werd overschreden. Er is aangekondigd dat de organisatie moet worden aangepast om de inkomsten en de uitgaven met elkaar in evenwicht te brengen. De oplossing moet gevonden worden in het kleinschalig-wonen-model.
3.14 De Breeje Hendrick en De Waterpoort Het jaar 2015 stond voor De Breeje Hendrick in het teken van grote opknapwerkzaamheden en de herinrichting van een aantal algemene ruimten. Zo werden de drie liften in het gebouw in het voorjaar vervangen. Hiermee kwam een eind aan veel technische storingen die leidden tot irritatie en stagnatie. Ook werd het restaurant volledig gerevitaliseerd en werden nieuw meubilair en nieuwe stoffering aangeschaft. Door de renovatie van het restaurant is de gastvrijheid, in kwalitatieve zin, sterk toegenomen, temeer doordat er een gevarieerder aanbod van producten is. Eind 2015 werd het studie- en coachingtraject Op weg naar coachend leidinggeven voor alle leidinggevenden, afgesloten. Integraal Management kreeg mede hierdoor verder gestalte en er werden acties ingezet om onderlinge communicatielijnen, te verbeteren. Door het project Medewerker aan zet op een aantal afdelingen, worden leidinggevenden extra getraind in het coachend leidinggeven in de praktijk waarbij het vertrouwen om los te laten, groeit. De Waterpoort Het beleid om in De Waterpoort het team, in toenemende mate, zelfsturend te laten worden, werpt zijn vruchten af. Interventie van een leidinggevende vanuit De Breeje Hendrick is minder vaak nodig doordat medewerkers taakverruimender zijn gaan denken en handelen. In 2016 zal hier nog steeds de nodige aandacht naar uitgaan om een en ander verder te verbeteren. Medewerkers van niveau 3 worden in het kader van jobrotation bij toerbeurt in De Breeje Hendrick ingepland om hun bevoegd- en bekwaamheden in voorbehouden handelingen in de praktijk te oefenen en te behouden. In De Waterpoort komen er, gezien het feit dat er slechts 24 bewoners wonen, minder verpleegtechnische handelingen voor. Medewerkers van De Breeje Hendrick maken op deze manier kennis met het werk binnen een locatie waarin kleinschaligheid centraal staat. Op beide locaties wordt dankbaar gebruikgemaakt van de inzet van toegewijde vrijwilligers.
Jaarverantwoording 2015 31
i
naar inhoudsopgave
Jaarverantwoording 2015 32
i
naar inhoudsopgave
4 SERVICEAFDELINGEN
4.1 HRM Zorgpartners doet met het oog op de transitietrajecten steeds meer aan strategische langetermijnplanning op het gebied van medewerkers, zowel wat betreft aantallen als functieniveaus. Opleiding en bijscholing (zie paragraaf 4.2) zijn daarbij aandachtspunten. 1. Verzuim: Het ziekteverzuim in 2015 is vrijwel gelijk gebleven ten opzichte van 2014. In 2014 was het verzuim voor de hele stichting 6,58%, in 2015 is dat 6,56%. De meldingsfrequentie is gestegen van 1,02 naar 1,15. Verzuimcijfers 2013 2014 2015 Verzuimpercentage 5,7
6,58
6,56
Meldingsfrequentie 1,23
1,02
1,15
De hoogte van het ziekteverzuim wordt nog steeds veroorzaakt door een hoog langdurig verzuim: 5,13%. Het kortdurend verzuim was 0,76% en het middellang verzuim 0,67%. Ondanks de gepleegde interventies is het langdurig verzuim maar beperkt gedaald.
2014
2015
0,61%
0,76%
8-43 dagen
0,73%
0,67%
Lang verzuim 43 en meer dagen
5,24%
5,13%
Kort verzuim Middel verzuim
0-8 dagen
In het vierde kwartaal is er een evaluatie gehouden met Zorg van de Zaak (arbodienst). Naar aanleiding van de evaluatie worden per 1 januari 2016 twee nieuwe bedrijfsartsen benoemd. Het functioneren van de bedrijfsartsen stond hierbij niet ter discussie, maar wel de langdurige verbondenheid die beide artsen hadden bij Zorgpartners. De visie op verzuimbegeleiding en het faciliteren van de casemanagers is ook geëvalueerd. In 2016 zal een plan van aanpak met een hernieuwde visie voor de verzuimbegeleiding worden opgesteld en geïmplementeerd. In 2015 is aandacht besteed aan preventie en vitaliteit. De Hanepraij heeft in samenwerking met Healthclub Incompany de Healthclub De Hanepraij opgericht. Medewerkers kunnen aansluitend aan hun werktijd diverse vormen van vitaliteitbevorderende programma’s volgen, van bewegen tot mindfullness. Medewerkers kunnen tegen een gereduceerd tarief deelnemen aan de diverse
Jaarverantwoording 2015 33
i
naar inhoudsopgave
activiteiten. Dit is vooralsnog een pilot waaraan alle medewerkers van Zorgpartners kunnen deelnemen. 2 In- en uitstroom personeel In 2015 heeft de uitstroom van medewerkers zich verder doorgezet (reductie van verzorgingshuisplaatsen). Tijdelijke arbeidsovereenkomsten werden niet omgezet naar overeenkomsten voor onbepaalde tijd en werden beëindigd. Alleen voor specialistische functies (bv. functies voor behandeling en begeleiding, en verpleegkundigen) werd een uitzondering gemaakt. De instroom van medewerkers werd veelal bepaald door medewerkers die een tijdelijke arbeidsovereenkomst kregen. Dit waren vaak medewerkers die aangenomen werden voor het Flexbureau. Verloop personeel
2013 Personeel Aantal fte
2014 Personeel Aantal fte
2015 Personeel
Aantal fte
Instroom
342
59,77
545
70,37
445
79,91
Uitstroom
776
144
1340
202,09
585
157,9
3 Loopbaanadviescentrum / mobiliteit Het loopbaanadviescentrum heeft in 2015 in totaal 84 medewerkers herplaatst. 81 medewerkers waren boventallige kandidaten en drie medewerkers waren zogenaamde loopbaankandidaten. Er zijn geen medewerkers herplaatst in het kader van re-integratie. 4 Flexbureau In 2015 is Zorgpartners gestart met een Flexbureau voor de Zorg. In 2015 zijn hoofdzakelijk zorgdiensten ingevuld in de intramurale zorg in Gouda. Per 1 november 2015 zijn ook de centra buiten Gouda gebruik gaan maken van de diensten van het Flexbureau. Het Flexbureau is gestart met een coördinator, 4 intercedentes en circa 150 medewerkers, oproepkrachten overgekomen van de centra. Al snel bleek de hoeveelheid Flexmedewerkers onvoldoende te zijn en is men gaan werven voor nieuwe medewerkers op niveau 2 en 3. Ook mensen die gewend waren meer uren te werken, hebben zich aangemeld voor het werken van extra diensten via het Flexbureau. In de loop van 2015 is er een assistent-intercedent bijgekomen ter ondersteuning. Eind 2015 was het medewerkersbestand van het Flexbureau meer dan verdubbeld. Meer dan 300 Flexmedewerkers zijn inmiddels aan het werk en ruim 150 mensen werken extra uren via het Flexbureau. Ook is een aantal boventallige medewerkers bemiddeld via het Flexbureau. In 2015 zijn 92.679 uur, hoofdzakelijk in Gouda, ingevuld met Flexmedewerkers. Deze uren bestaan uit meer dan 11.000 diensten. Door de inzet van Flexmedewerkers is de inzet van zorguitzendkrachten sterk gereduceerd.
4.2 Opleidingscentrum 1 Het opleidingscentrum profileert zich conform het beleidsvoorstel. Leren van en met elkaar zo dicht mogelijk aansluitend op de werksituatie, is een belangrijk uitgangspunt voor de ontwikkeling van Zorgpartners als organisatie. Herkenbare casuïstiek en vragen vanuit de medewerker of het team zijn daarbij leidend. Hierbij werken de teams in toenemende mate met aandachtsvelders of gespecialiseerde verzorgenden en verpleegkundigen, waardoor specifieke kennis op de werkplek toegankelijk is voor de andere medewerkers.
Jaarverantwoording 2015 34
i
naar inhoudsopgave
Het omscholen van medewerkers naar een hoger opleidingsniveau is een belangrijk aandachtspunt ten gevolge van de transitie in de langdurige zorg en de toename van de complexiteit van de zorg- en dienstverlening. Meerdere scholingen zijn georganiseerd gericht op deskundigheidsverhoging, bijvoorbeeld triage voor verpleegkundigen en/of opleiden naar een hoger kwalificatieniveau, zoals de Verkorte opleiding tot Verpleegkundige (Incompany), of de opleiding tot verzorgende D voor medewerkers van de thuiszorg. Ook wordt in toenemende mate gewerkt met gespecialiseerde verzorgenden en verpleegkundigen, zoals gespecialiseerde verzorgenden psychogeriatrie, geriatrische revalidatieverpleegkundigen, verpleegkundigen gerontologie en geriatrie. Er is in 2015 een afname van 18% ten opzichte van 2014 van het aantal geregistreerde deelnemers aan bij- en nascholingen.(Zie Bijlage I Jaarcijfers Opleidingen). Het aantal praktijkscholingen zonder e-learning is gestegen met 36%, het aantal scholingen met e- learning laat voor het eerst een daling zien van 30%. De oorzaak hiervan is dat in 2015 een aantal scholingsprojecten uitgevoerd is zonder e-learning, maar gericht op de ontwikkeling van de teams, met een groot aantal deelnemers. Voorbeelden: workshops voor medewerkers Kompas afstellen en Op koers varen. Ook andere scholingen voor de medewerkers, zoals de workshops Bopz voor medewerkers op niveau 1 en 2 en scholing Omgaan met agressie, beide zonder e-learning, hadden in 2015 meer inschrijvingen dan in 2014. De interesse voor deze korte scholingen hangt samen met de vragen en problematiek rondom deze thema’s, die in de vorm van casuïstiekbespreking en oefening worden uitgediept. Ook hebben deze scholingen een cyclisch karakter, waardoor medewerkers zich regelmatig moeten inschrijven voor de workshops. Op het gebied van e-learning wordt er gerichter gekeken naar de bekwaamheden die verplicht zijn en per team moeten worden bijgehouden. Dit heeft ertoe geleid dat er minder scholingen via e-learning lopen. Bovendien is de frequentie van de scholingen in de voorbehouden handelingen van tweejaarlijks omgezet naar driejaarlijks scholen. Dit is mogelijk doordat we jaarlijks in de werkpraktijk zijn gestart met het toetsen van de verpleegtechnische vaardigheden, waardoor medewerkers aantoonbaar bekwaam zijn. In 2015 is een nieuwe leerafdeling gestart met BOL-leerlingen op niveau 2,3 en 4. In totaal zijn er nu bij Zorgpartners vier leerafdelingen operationeel. Het werken met leerafdelingen sluit goed aan bij het continu verbeteren van werkprocessen op de afdelingen en het bevorderen van het reflecterend vermogen van de vaste medewerkers. Het Wijkleerbedrijf dat in samenwerking met Gemiva stageplaatsen biedt aan stagiaires op niveau 1 en 2 is gecontinueerd. In 2015 is gestart met de oriëntatie om een Zorginnovatiecentrum (ZIC) te starten, waarin acht hbo-v-studenten stage lopen. Dit gebeurt om de beeldvorming van het werken in de ouderenzorg voor hbo’ers te verbeteren en om te werken aan het continu verbeteren van werkprocessen. In het kader van leiderschapsontwikkeling is in 2015 de intervisie voor de leidinggevenden van het middenkader afgerond. Eind 2015 zijn onder 32 leidinggevenden ontwikkel-assessments afgenomen. Koppeling is gelegd met de ontwikkeling naar integraal management en coachend leiderschap. In 2016 wordt op grond van de uitkomsten van de assessments scholing, coaching of andere ondersteuning georganiseerd. In 2015 hebben ook naar externe klanten scholingsactiviteiten plaatsgevonden: Beth-San en De Zevenster. Ook is een e-learningmodule verkocht.
Jaarverantwoording 2015 35
i
naar inhoudsopgave
2 Accreditatie Met ingang van 1 januari 2014 beschikt het opleidingscentrum over een accreditatie van de V&VN en CRKBO. De accreditatie van CRKBO is belangrijk omdat het Zorgpartners vrijwaart van btw-afdracht voor de scholingen die extern worden verzorgd. De accreditatie van de V&VN is belangrijk in verband met het toekennen van het kwaliteitskeurmerk en voor het verkrijgen van accreditatiepunten in het kwaliteitsregister van de V&VN. 3 Er is een scholingsaanbod voor mantelzorgers, cliënten en vrijwilligers In 2015 heeft op diverse locaties scholing van mantelzorgers en vrijwilligers plaatsgevonden, op verzoek van het Opleidingscentrum en op maat. Veelal maakt dit deel uit van een project Mantelzorgparticipatie dat op het Opleidingscentrum is ingezet. Bij lopende mantelzorgprojecten zijn praktijkopleiders ingezet ter ondersteuning of begeleiding van workshops. De pilot met scholing van cliënten in Gouwestein wordt in 2016 vervolgd. 4 Doorontwikkelen van de functionaliteit van het digitale leerplein In 2015 is voortgang gegeven aan de ontwikkeling van het Kwaliteitsdashboard op het digitale leerplein. Medewerkers schrijven zichzelf in op voor hen beschikbare scholingen. In overleg met de leidinggevenden is afgestemd welke scholingen per medewerker van toepassing zijn. Voor alle verplichte scholingen zijn kwaliteitsregels opgesteld. De voortgang van de scholingen is voor de medewerker zelf zichtbaar op het leerplein. Eind december is het leerplein omgezet naar de touch-versie, waardoor de gebruiksvriendelijkheid en functionaliteit verder zijn toegenomen (onder andere de mogelijkheid tot digitaal toetsen in de werkpraktijk). 5 In 2015 is de implementatie van het toetsen van voorbehouden en risicovolle hande lingen in de werkpraktijk voltooid. Op alle centra van Zorgpartners en binnen de thuiszorgteams is het jaarlijks toetsen in de werkpraktijk van de voorbehouden handelingen geïmplementeerd. De criterialijsten behorend bij de protocollen van Vilans zijn uitgangspunt. Deze implementatie is ondersteund door scholing van de toetsers. In 2016 gaan we over tot het digitaal toetsen van de voorbehouden handelingen. 6 Van scholing aan meerdere groepen (3) wordt op eenduidige wijze het effect gemeten Wet Bopz In 2015 is de Bopz- audit twee maal uitgevoerd. Uit deze audits blijkt dat de kennis vergroot is, maar de aandacht voor de uitvoering in de dagelijkse praktijk aandacht vereist. De kennis rondom afwegen, juist vastleggen en evalueren van de toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen is vergroot, maar is voor het komende jaar wel als speerpunt benoemd. Via opfrisscholingen om de twee jaar worden vanuit het opleidingscentrum kennis en inzicht bijgeschoold. Begin 2015 is een scholing voor de Bopz-aandachtsvelders gehouden. Mondzorg Uit de interne audits blijkt dat mondzorg steeds meer is opgenomen in het zorgleefplan van de cliënt. De mondzorgkwaliteit blijft hierbij een belangrijk aandachtspunt en kan nog verder verbeterd worden. In verband met de borging op de afdelingen zijn aandachtsvelders mondzorg aangesteld. Eens per drie jaar is herhalingsscholing van de mondzorg verplicht. Voor aandachtsvelders zijn in 2015 aparte scholingen georganiseerd.
Jaarverantwoording 2015 36
i
naar inhoudsopgave
Medicatieveiligheid Herhaling van de e-learningmodule Medicatieveiligheid en de e-learningmodule Rekenvaardigheden is eens per twee jaar. Gezien het aantal MIC-meldingen rond medicatie blijft het structureel uitvoeren van de audits en het herhalen van de scholingen noodzakelijk. Bedrijfshulpverlening In 2015 zijn 351 medewerkers geschoold in de bedrijfshulpverlening (interne trainer, blended learning). Uit metingen via de audits (2014) is gebleken, dat het kennisniveau van de medewerkers op orde is. Het toepassen ervan blijft een aandachtspunt; het oefenen en het niveau van de oefening worden in 2016 als speerpunt meegenomen. Medezeggenschap Begin 2015 zijn medezeggenschapsbijeenkomsten voor de Onderdeelcommissies (OC’s) van de centrale diensten en de Thuiszorg gehouden en voor de Ondernemingsraad en de Centrale Cliëntenraad. De medezeggenschapsbijeenkomsten zijn gewaardeerd met een gemiddelde van 7,6. Naar aanleiding van de evaluatie is geconcludeerd dat medezeggenschap zich positief ontwikkelt binnen Zorgpartners, en zijn er verbeterpunten opgesteld. Het vervolg van de medezeggenschap verloopt decentraal, aansluitend op de ontwikkeling van het centrum. Zorgleefplan Interne en externe audits geven aan dat het werken met het zorgleefplan extra ondersteuning behoeft. Medewerkers hebben in 2015 scholing ontvangen in het digitaal verwerken van gegevens in het zorgleefplan via het Elektronisch zorgdossier QIC (Quality in Care). Het op juiste wijze en met inzicht opstellen van de zorgvragen van de cliënt en het SMART doelen stellen, zijn punten van aandacht. In 2015 en begin 2016 is geïnventariseerd en wordt nader vormgegeven aan ondersteuning die het werken met zorgleefplannen verbetert, onder andere via scholing en training on the job. 7 Subsidiegelden • Vanuit het Ministerie van VWS is in 2015 in het kader van Subsidieregeling Stagefondsen een bedrag van € 436.377,65 toegekend, op basis van de aangegeven BBL- en BOL- stageplaatsen bij Zorgpartners voor deelnemers aan zorg- en welzijnsopleidingen in het schooljaar 2014-2015. • Subsidie Praktijkleren via het Ministerie van OC&W is toegekend over de periode 1 augustus 2014 - 31 juli 2015 voor een bedrag van € 156.465. • Subsidie vanuit de sectorplannen is aangevraagd via aanvrager Care2Care bij het Ministerie van VWS en is begroot op € 77.682,38. • Vanuit het NZa medische vervolgopleidingen is in 2015 een subsidie van € 16.644 toegekend voor de opleiding tot gz-psycholoog (aanvraag 2014). 8 Gegevens aanname BBL-leerlingen 2015 Het aantal BBL-leerlingen laat in 2015 een sterke daling zien (31%) ten opzichte van 2014. Voor het eerst zijn er bij Zorgpartners meer BBL-leerlingen op niveau 4-verpleegkundige dan op niveau 3-verzorgende. Het aantal BOL-stagiaires is ten opzichte van 2014 ongeveer gelijk gebleven. De uitval van BBL-leerlingen is in 2015 met 17,6% gestegen ten opzichte van 2014. (Zie verder Bijlage I Jaarcijfers Opleidingen).
Jaarverantwoording 2015 37
i
naar inhoudsopgave
4.3 Hoteldienst In 2015 heeft de focus van de Hoteldienst gelegen op het efficiënter inrichten en optimaliseren van de facilitaire processen en de inkoopprocessen. Inkoop Begin van het jaar is met ondersteuning van een hbo-student gestart met een onderzoek naar het hele inkoopproces van Zorgpartners. Dit heeft geleid tot het opstellen van een nieuw inkoop- en contractbeleid. Als onderdeel van het inkoopbeleid is samen met de financiële administratie een inkoopapplicatie aangekocht die het hele proces van bestellingen van goederen en diensten tot en met het betalen van de facturen ondersteunt. De effecten moeten in 2016 zichtbaar worden. Op alle locaties is het centraal tarievenboek geïmplementeerd en zijn alle kassa’s geïnstalleerd. De kassa’s maken deel uit van het centraal geautomatiseerde betaalsysteem. Vanuit Inkoop zijn aanbestedingen en gunningen gehouden voor het afsluiten van contracten voor schoonmaakmiddelen en -apparatuur (huishoudelijke verzorging), het totale eet- en drinkpakket voor Zorgpartners, het disposablepakket en het kassasysteem. Facilitaire services De Facilitaire-Serviceafdeling heeft projectondersteuning geboden bij de verhuizingen tussen verpleeghuis Bloemendaal, Julianastaete, Ronssehof en Savelberg en het sluiten van twee panden. Daarnaast is op alle locaties het geautomatiseerde bestelproces uitgerold en is er ondersteuning geboden bij de pilot Huishoudelijke Verzorging. Met het aantrekken van een nieuwe leverancier voor schoonmaakmiddelen en -apparatuur is de totale dienstverlening rondom schoonmaak onder de loep genomen. Dit moet resulteren in een hogere waardering op het gebied van de totale schoonmaak. Naast de aanbesteding en de gunning van het totaalpakket eten en drinken zijn ook adviezen gegeven en is ondersteuning verricht bij het verder uitwerken van het gastvrijheidsconcept op een aantal locaties. Gouwe Cuisine In 2014 is het besluit gevallen om de productie van de warme maaltijden in Gouwe Cuisine en de daaraan gekoppelde dienstverlening naar de locaties te stoppen. Aanvankelijk was er een partij gevonden die de hele onderneming Gouwe Cuisine wilde overnemen. De onderhandelingen over de overname van het pand, de inventaris en het personeel hebben in de eerste helft van 2015 plaatsgevonden. Inzet was de totale levering van het eet- en drinkpakket inclusief de warme maaltijden. Uiteindelijk is besloten om de overname van de onderneming en de levering van het eet- en drinkpakket te splitsen. Vanaf 1 juni 2015 is de productie van de warme maaltijden overgenomen door Eetgemak uit Katwijk, de levering van thuisbrengmaaltijden is overgenomen door Vers voor Thuis uit Rijswijk. De gunning van het overige eet- en drinkpakket is naar Verscentrum Nederland (VCN) gegaan. Vanaf 1 december 2015 zijn VCN en Eetgemak samengevoegd en vinden de bestelling en de levering van het eten en drinken plaats via één kanaal. Voor alle medewerkers van Gouwe Cuisine zijn passende oplossingen gevonden binnen of buiten Zorgpartners. Het pand van Gouwe Cuisine inclusief het kantorendeel van Zorgpartners wordt in 2016 te koop aangeboden.
Jaarverantwoording 2015 38
i
naar inhoudsopgave
Veiligheid en milieu (duurzaamheid) Het calamiteitenplan en de RI&E van het gebouw vormen de basis voor een veilige woon- en werkomgeving. In navolging van de invoering van het basiscalamiteitenplan (2013) is op alle locaties de calamiteiten-hand-out ingevoerd. Deze hand-out is bedoeld voor de coördinator en de ploegleider van de bedrijfshulporganisatie en het hoofd Services. Enerzijds om bij calamiteiten snel en adequaat actie te kunnen ondernemen, anderzijds op preventiegebied de risico’s te beheersen. De hand-out bestaat uit 31 tabs met instructies of checklists die bij calamiteiten gebruikt kunnen worden. De methodiek van de BHV-organisatie is op alle locaties ingevoerd. Voor het oefenen van calamiteitenincidenten is een oefenjaarplan opgesteld. In 2015 zijn drie bijeenkomsten voor preventiemedewerkers geweest. De eerste bijeenkomst stond in het kader van legionellabeheer. De nieuwe leverancier (BioLab) heeft een presentatie verzorgd en het nieuwe legionellabeheer logboek geïntroduceerd. Ter ondersteuning voor het oefenen van verschillende BHV-gerelateerde incidenten is er voor de preventiemedewerkers een BHV-oefenjaarplan opgesteld. In dit plan zijn vier oefeningen beschreven: • evacuatieoefening (deel van de afdeling ongepland ontruimen); • table-top-oefening (incidentenoefening op een plattegrond op de tafel); • eerste hulp/levensbedreigend; • eerste hulp/niet levensbedreigend. Ieder kwartaal wordt een van de oefeningen uit het plan uitgevoerd, desgewenst met ondersteuning van de coördinator Veiligheid & Milieu. Naast het locatiecalamiteitenplan is er ook een calamiteitenplan voor het crisisteam opgesteld. Het plan is tijdens een scenario-oefening uitgetest, in samenwerking met locatie Souburgh en de geneeskundige hulporganisatie in de regio (GHOR). De verbeterpunten zijn in het plan verwerkt. In eigen beheer zijn in 2015 de arbeidsmiddelen (NEN 3140) gekeurd. De medische hulp- en tilmiddelen zijn door Harting Bank gekeurd en onderhouden. In 2015 hebben 351 medewerkers de tweejaarlijkse herhalingscursus Bedrijfshulpverlening of de basiscursus gevolgd. Een inspecteur van de omgevingsdienst Midden-Holland (ODMH) heeft in het kader van energiebesparende maatregelen, met een terugverdientijd van vijf jaar, de afdeling Vastgoed bezocht. Deze maatregelen moeten wettelijk verplicht worden uitgevoerd. In overleg met de inspecteur is een plan van aanpak voor locatie Vijverhof opgesteld. De inspecteur is met het plan van aanpak akkoord gegaan. Dit plan zal in 2016 voor alle locaties van toepassing zijn.
4.4 Vastgoed De veiligheid in de gebouwen wordt geborgd door uitvoering van preventietaken die door leden van de VAM-commissie (Veiligheid, Arbeid & Milieu) per centrum wordt verzorgd. Een van de leden van de VAM-commissie is een medewerker die als preventiemedewerker is aangewezen. Op uitnodiging van de coördinator Veiligheid & Milieu is er drie keer een bijeenkomst voor alle preventiemedewerkers van Zorgpartners verzorgd. Een van de bijeenkomsten stond in het teken van het terug-
Jaarverantwoording 2015 39
i
naar inhoudsopgave
dringen van loze brandmeldingen. Tijdens deze bijeenkomst heeft een woordvoerder van de brandweer Holland-Midden, afdeling Gouda, een presentatie verzorgd. Vastgoed en strategie In 2013 heeft Zorgpartners met het Wlz-(Wet langdurige zorg)zorgkantoor afgesproken dat in de periode van 2014 tot en met 2019 in totaal 534 verzorgingsplaatsen afgebouwd worden. Hierbij werd uitgegaan van een jaarlijkse afbouw van 89 plaatsen. De afbouw tot en met 2015 bedraagt inmiddels 328 plaatsen, ruim boven de geplande afbouw van 223 plaatsen. Deze versnelde afbouw van plaatsen heeft niet geleid tot een ongewenste groei van de wachtlijsten. In 2015 zijn de verpleeghuisbewoners van Julianastaete verhuisd naar Savelberg. Enkele bewoners hebben een ander centrum gekozen. De revalidatiecliënten zijn medio 2015 verhuisd van het voormalige verpleeghuis Bloemendaal, naar zorgcentrum Ronssehof. Daarmee wordt de ruimte die ontstaat door de Zorgpartnersbrede vermindering van het aantal verzorgingshuisplaatsen op de centra, voor een deel benut voor revalidatieplaatsen. Een gedeelte van de verzorgingshuisplaatsen in Ronssehof is hiervoor gebruikt. Centrum Bloemendaal is vervolgens medio 2015 gesloten. De zorglocaties de Riethoek (2013) en Geerestein (2015) zijn gesloopt. De begane grond van wooncomplex Geerestein is geschikt gemaakt als zelfstandig wooncomplex, met een trefpunt voor bewoners en ouderen uit Ouderkerk a/d IJssel. Een gedeelte van de leegstaande plaatsen in de andere centra wordt ingezet voor: • 70 cliënten die vanwege een crisisopname (Wlz) worden opgenomen in de expertisecentra De Prinsenhof en De Hanepraij (totaal plaatsen: 3,4); • 270 cliënten die gebruikmaken van eerstelijns verblijf (kortdurende zorg/respijtzorg). Gemiddeld zijn dit 20,9 plaatsen. Ongeveer 60% van de cliënten die kortdurend worden opgenomen, heeft te maken met het (tijdelijk) ontbreken van mantelzorg, overbelasting van mantelzorg. De verwachting is dat dit de komende jaren verder toeneemt vanwege het langer thuis wonen van mensen met een zorgvraag. Uitvoering Strategisch Vastgoedplan Zorgpartners staat nu voor de uitdaging een integrale visie op zijn vastgoed te ontwikkelen en de consequenties daarvan te dekken in de externe prijsstelling van zjin zorg- en dienstverlening. Vastgoed wordt hierdoor het vijfde strategische bedrijfsmiddel naast mensen, kapitaal, kennis en technologie. Het gebouw wordt daarmee een productiemiddel: het gebouw als instrument in zorg- en dienstverlening, als waarde in onze marketingstrategie en het werven of nog liever binden van onze klantgroepen, als kritische productie- en succesfactor voor ons rendement en continuïteit. De invoering van de Wet langdurige zorg biedt dus ook nieuwe kansen voor Zorgpartners. De ontwikkeling van een overallvisie en -strategie op concernniveau voor de korte en langere termijn wordt steeds belangrijker. Keuzes ten aanzien van het vastgoed hebben nagenoeg altijd grote financiële consequenties op korte en langere termijn. De toekomstige inkomsten staan onder druk door alle maatregelen van de overheid, banken scherpen hun ratio’s en randvoorwaarden aan en de klantwens wordt steeds belangrijker waar het de prijs-kwaliteitverhouding betreft. In het Strategisch Vastgoedplan van Zorgpartners zijn voor de komende jaren de volgende pijlers gedefinieerd: • investeren in kwaliteit van de huidige vastgoedportefeuille; • differentiatie in kwaliteit van huisvesting; • bevorderen van flexibiliteit in gebruik, oftewel toekomstbestendig vastgoed;
Jaarverantwoording 2015 40
i
naar inhoudsopgave
• reduceren van het aantal m2 in eigendom; • centralisatie verhuur wooneenheden. De komende vijf jaar zal het accent vooral liggen op de transitieagenda. De maatregelen, ofwel het transitieprogramma voor de vastgoedportefeuille, bevatten vier hoofdrichtingen: 1 opheffen van meerbedkamers; 2 reduceren van het aantal verzorgingshuisplaatsen en vervreemden van leeggekomen locaties; 3 kwaliteitsverbeteringen en functiewijzigingen (technisch, differentiatie aanbod); 4 reduceren aantal aanleunwoningen/wooncomplexen in eigendom. Het investeringsprogramma (transitieagenda) is gebaseerd op globale berekeningen en daarmee indicatief. De projecten zullen in afzonderlijke businesscases verder worden uitgewerkt. Voor het realiseren van het scheiden van wonen en zorg zullen, al dan niet in samenhang met afbouw van de vastgoedportefeuille, haalbaarheidsonderzoeken per centrum worden uitgevoerd. Eventuele consequenties van verhuur of afstoten van vastgoed zijn vooralsnog niet in beschouwing genomen. Vastgoedorganisatie In het voorjaar van 2015 is de implementatie van de centralisatie van de verhuur van de 540 woningen in de wooncomplexen ingezet. Vanaf 1 juli 2015 worden alle woningen centraal verhuurd. Ook zijn alle bewonersparticipatie- en VVE-taken overgedragen aan de afdeling Vastgoed. In het najaar van 2015 is gestart met de voorbereiding van de centralisatie van verantwoordelijkheden en budget meerjarenonderhoud. Per 1 januari 2016 is deze wijziging in (budget)verantwoording en beslissingsbevoegdheid ingevoerd. Vastgoed, beheer en onderhoud In 2015 zijn in het kader van het resultaatgericht vastgoedonderhoud de afspraken met het consortium Service Partners voor de complexen Gouwestein en Gouwestaete afgerond. Ook zijn de eerste stappen gezet om te komen tot resultaatafspraken voor Savelberg, Binnenhof en De Hanepraij. Voor de andere complexen was handhaven van oude afspraken leidend. Inmiddels is er gestart met het actualiseren van de onderhoudscontracten. Het meerjarenonderhoud is volgens planning uitgevoerd. In 2016 zullen de complexstrategieën herijkt worden, evenals de meerjarenonderhoudsplannen. Aansluitend zal gekeken worden hoe volgens het “slim tenderen” de prijs versus kwaliteit geoptimaliseerd kan worden.
4.5 Commissie Ethiek Ook dit jaar is aan de Commissie Ethiek een aantal casussen voorgelegd. In een aantal van die casussen ging het om de grenzen van de eigen regie van cliënten. Enkele vragen waren: • -Hoe moet omgegaan worden met bewoners die ten gevolge van hun leefstijl leiden aan overgewicht? Overgewicht kan consequenties hebben voor de gezondheid. Als zorgverleners dragen wij verantwoordelijkheid voor de gezondheid van de bewoners. • Mag een bewoner beperkt worden in zijn eetgewoontes als het een bewuste keuze is om veel te eten en te snoepen omdat het een van de weinige zaken is waar hij van genieten kan en hij
Jaarverantwoording 2015 41
i
naar inhoudsopgave
weet wat de consequenties zijn en die ook aanvaardt? • Hoe moet omgegaan worden met bewoners die veel alcohol nuttigen en daarbij tot last kunnen zijn voor medebewoners en bezoekers? • Wat staat ons te doen als een dementerende bewoner iets wil, wat de familie juist niet wil? Bij het bespreken van de casuïstiek is steeds weer duidelijk dat iedere casus op zichzelf staat en dat het moeilijk, zo niet onmogelijk is om algemene richtlijnen te geven, ook als vragen en situaties op elkaar lijken. Iedere vraag en situatie is weer anders omdat het gaat om mensen met verschillende verhalen. De mogelijkheid bestaat om de Commissie Ethiek te betrekken bij vragen en dilemma’s van morele aard. Daarvan wordt slechts door enkele centra gebruikgemaakt. Er moeten echter veel meer vragen en dilemma’s zijn dan die waarbij de Commissie Ethiek betrokken wordt. In een enkele locatie worden die zonder betrokkenheid van de Commissie Ethiek besproken. De ervaring leert dat de bespreking van deze vragen en dilemma’s de zorg kan verbeteren en het werkplezier kan verhogen. Daarom heeft de commissie zich bezonnen op de vraag hoe we de vragen en dilemma’s die zich in de locaties voordoen, op het spoor kunnen komen. Het blijkt onvoldoende dat er een contactpersoon vanuit de Commissie Ethiek voor de locaties is. De commissie is tot het voorstel gekomen om naast een contactpersoon vanuit de Commissie Ethiek ook een aandachtsvelder Ethiek binnen de locaties te benoemen. Dit voorstel gaat binnen de stichting besproken worden. Als er draagvlak is om dit in te voeren, wordt er in de loop van het volgend jaar gezocht naar geschikte kandidaten binnen de locaties om deze functie te vervullen.
4.6 Dienst Geestelijke Verzorging Mei 2015 is er een bezinningsdag geweest van de Dienst Geestelijke Verzorging. Op deze bezinningsdag hebben we uitvoerig stilgestaan bij de vraag waarop de focus moet liggen in ons werk. In de praktijk van ons werk merken we dat er blijvend behoefte is aan direct contact met de geestelijk verzorger door middel van een-op-een-gesprekken en deelname aan een groepsactiviteit onder leiding van een geestelijk verzorger. Het grootste deel van onze tijd moet daarom besteed worden aan deze directe zorg voor de bewoners. Ook binnen Zorgpartners wordt de rol van mantelzorgers steeds belangrijker. We zijn blij met hun betrokkenheid bij de zorg. Er komt steeds meer aandacht voor de mantelzorger. Deel van deze zorg is de ondersteuning bij wat ze moeilijk vinden om zo te voorkomen dat ze onder de last bezwijken. Vanouds is de geestelijk verzorger betrokken bij de zorg voor de mantelzorger. Bij alle aandacht die er voor de mantelzorger is, willen wij ons vooral richten op de vraag wat mantelzorgers motiveert en wat zij ontvangen in de zorg die zij verlenen. De medewerker aan het bed heeft een spilfunctie in de zorg. Het is vaak de verzorgende die de eerste signalen krijgt dat er behoefte is aan geestelijke zorg. Maar die signalen worden niet altijd herkend. Daarom zijn we dit jaar gestart met het geven van klinische lessen en het voeren van koffiegesprekken waarin aandacht is voor de behoefte aan geestelijke zorg en de signalen die duiden op deze behoefte. De medewerker aan het bed wordt geregeld geconfronteerd met moeilijke en verdrietige situaties zoals agressie, maar ook ziekte en dood. Deze situaties kunnen hem behoorlijk aangrijpen. Naast de aandacht die er vanuit de organisatie is voor het professioneel omgaan met deze situaties, kan er ook behoefte zijn aan aandacht voor wat deze situaties met hen doen; waar het hen raakt en wat deze situaties doen aan hun motivatie. Juist hierin kunnen en willen wij als
Jaarverantwoording 2015 42
i
naar inhoudsopgave
geestelijk verzorgers van betekenis zijn. In sommige locaties zijn al structurele of incidentele bijeenkomsten waar aandacht is voor de verzorgenden. Dit willen wij in 2016 verder uitbreiden. Er is geparticipeerd in een werkgroep die zich bezint op het ouderenwerk van de PKN-kerken in Gouda. In deze werkgroep wordt nagedacht over de zorg voor de oudere die langer thuis moet wonen en die geconfronteerd wordt met eenzaamheid en vaak ernstige lichamelijke beperkingen. Er wordt nagedacht over wat kerken, waar mogelijk in samenwerking met de instellingen, voor deze ouderen kunnen beteken. Sluiting van locaties en verhuizing van bewoners kunnen diep ingrijpen bij bewoners en medewerkers. Ook dit jaar is rondom deze gebeurtenissen weer geregeld een beroep gedaan op de geestelijk verzorger. Ten gevolge van de sluiting van enkele locaties in 2015, is de formatie van de Dienst Geestelijke Verzorging iets geslonken.
4.7 ICT Zorgpartners heeft net als alle andere zorginstellingen voortdurend te maken met in- en externe veranderingen. Te denken valt aan onder andere wijzigende relaties met zorgverzekeraars, de toename van de chronische zorgvraag, de positie van de cliënt als partner in het zorgproces, samenwerkingsverbanden met ketenpartners en het continu verbeteren en digitaliseren van processen rondom cliëntendossiers. Deze veranderingen hebben geleid tot een ICT-beleid met programmalijnen rondom het elektronisch cliëntendossier (ECD), bedrijfsvoering, communicatie en domotica en flankerend ICT. ICT-beleid Aanzet tot verbeterd ICT-beleid is gegeven door het installeren van een Beraad Strategische Informatievoorziening (SIV). Het SIV vervangt het ICT-beraad en bevat de rollen van informatiemanagement, wijzigingsbeleid en stuurgroepfunctie voor projecten. Hierdoor ontwikkelt zich een effectiever samenspel tussen de kringen, organisaties en ICT. Naast het inrichten van dit beraad is er vanuit het SIV aandacht geschonken aan het inventariseren van de positie en rol van de functioneel beheerders in de organisatie. Uitwerking en verbetering van hun positie zal in 2016 plaatsvinden. Het elektronisch cliëntendossier (ECD) De wijzigingen in het zorgstelsel hebben een flinke impact gehad op het functioneren van het ECD. Veel inspanningen zijn gepleegd om alle wijzigingen in wet- en regelgeving tijdig te implementeren. Parallel en aansluitend worden wijzigingen en nieuwe functionaliteiten toegevoegd aan het systeem, zoals vervanging van de medicatievoorschrijfmodule en ten behoeve van de DBC-registratie. Ter vervangingen van het behandeldossier zijn er voorbereidende werkzaamheden gedaan. Bedrijfsvoering Consolideren van ontwikkelingen die zijn gestart in voorgaande jaren hebben in 2015 voortgang gehad. Uitbreiding van onder andere functionaliteit in de HRM-omgeving, de financiële applicatie en de BI-omgeving hebben een positieve bijdrage geleverd aan het verder digitaliseren van werkprocessen en verantwoording. Niet alle projecten verlopen conform planning. Het project SharePoint heeft door meerdere oorzaken vertraging opgelopen en wordt pas in 2016 operationeel.
Jaarverantwoording 2015 43
i
naar inhoudsopgave
Naast de projecten hebben de vele interne verhuizingen van de medewerkers en de sluiting van de verschillende centra een groot beslag gelegd op de capaciteit van de afdeling ICT. Communicatie en domotica Door het scheiden van wonen en zorg is er verder gevolg geven aan het afstoten van telefonie voor bewoners in de aanleunwoningen. Herziening van de telefoniefunctionaliteit heeft er uiteindelijk toe geleid dat de telefonieomgeving opnieuw is ingericht. Hierdoor is er voor de komende periode een stabiele omgeving gerealiseerd met meerdere nieuwe mogelijkheden. Vernieuwende zaken zijn vooral geïnitieerd vanuit het project Technische zorginnovatie. Dit project heeft geresulteerd in een domotica-oplossing ten behoeve van beeldmonitoring en dwaaldetectie op een van de locaties. Met het winnen van de SMART-Home Award 2015 heeft deze locatie nationaal en internationaal de aandacht getrokken. Flankerend ICT Flankerend ICT richt zich op het verbeteren van de kwaliteit van de ICT-omgeving en is vooral technologisch georiënteerd. Overgang naar nieuwe softwareversies voor de kantooromgeving en de e-mailomgeving hebben de continue aandacht. Verder is er een applicatie geïmplementeerd waarmee medewerkers zelf hun wachtwoord kunnen herstellen.
Vanuit beveiligingsaspecten is voor thuiswerkers sterke authenticatie ingevoerd. Om de ICT-dienstverlening op een hoger niveau te brengen, zijn er ook in 2015 permanente inspanningen geweest op het gebied van opleiding en kennisverbreding.
4.8 Marketing en Communicatie In 2015 is de afdeling Marketing en Communicatie op vrijwel alle aandachtsgebieden zeer actief geweest. Zowel intern als extern is doorontwikkeld in de digitalisering van middelen. Klant centraal Er is een focus geweest op het onderzoeken van de klantprocessen. Voor de doelgroep mensen met visuele beperkingen is onderzocht hoe de informatievoorziening beter aansluit bij de wensen van de klant. Op basis van dit onderzoek zijn aanpassingen doorgevoerd in het proces. In voorbereiding op de nieuwe website zijn in 2015 de wensen van diverse klanten in kaart gebracht. Hiervoor is de Cliëntenraad om input gevraagd. Daarnaast is vanuit diverse disciplines binnen Zorgpartners hierover nagedacht. Dit heeft geresulteerd in andere informatievoorziening en in sommige gevallen aanpassing van processen. De nieuwe website wordt daardoor niet alleen een middel op zich, maar een geïntegreerd onderdeel van het hele klantproces. De website gaat in 2016 live. Voor de informatievoorziening naar klanten zijn ook twee films ontwikkeld: een promotiefilm over het wonen in De Hanepraij en een film over Savelberg die de effecten van zorgdomotica weergeeft. Naamsbekendheid In 2015 is Zorgpartners stichtingsbreed ruim 600 keer in diverse media verschenen. Een stijging van 20% ten opzichte van 2014. De uitschieter in 2015 was de publiciteit rondom de zorgdomotica in Savelberg. Ook heeft Zorgpartners meegewerkt aan een aantal regionale en landelijke televisiereportages.
Jaarverantwoording 2015 44
i
naar inhoudsopgave
Het aantal bezoekers op de website steeg met 14% ten opzichte van 2014. Naast de goed bezochte informatievoorziening over de centra, wordt het onderdeel woningaanbod steeds vaker bekeken. Verder waren er uitschieters als het gaat om de pagina’s over zorgdomotica. Ook de onlineactiviteiten op Facebook en LinkedIn zijn in 2015 verder ontwikkeld. Elf centra zijn actief op Facebook, waarbij medewerkers, familieleden en belangstellenden de activiteiten en evenementen bij het centrum volgen. LinkedIn en Facebook worden verder actief ingezet in de werving van nieuwe collega’s. Dertien vacatures werden via LinkedIn c.q. Facebook succesvol gepromoot. Interne communicatie In 2015 is de interne communicatie verder gedigitaliseerd. Er werden voorbereidingen getroffen voor de overgang van Partnernieuws naar de digitale Partnermail extra. In 2015 zijn ook voorbereidingen getroffen voor de inrichting van het nieuwe intranet.
4.9 Behandeling en Begeleiding Doorontwikkeling In 2015 is de organisatiestructuur van de Dienst Behandeling & Begeleiding (B&B) gewijzigd. Het doel van deze wijziging is te komen tot een efficiënte en doelmatige organisatie van de dienst om daarmee beter te kunnen aansluiten bij maatschappelijke ontwikkeling, toenemende diversiteit in producten en financiering daarvan binnen een snel veranderende markt. De dienst is georganiseerd volgens een divisiestructuur, te weten een divisie Geriatrische Revalidatiezorg (GRZ) en een divisie Langdurige Zorg en Extramurale Behandeling. De divisies worden beide aangestuurd door een directeur, die ook praktiserend behandelaar is. In de divisie GRZ stuurt de directeur ook de zorg aan om de integratie van zorg en behandeling binnen de geriatrische revalidatie te bevorderen. De beide directeuren vormen het directieberaad B&B en zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de Dienst B&B. Medewerkers binnen de Dienst B&B verdelen zich dus over de beide divisies, waarbij het mogelijk is binnen één divisie te werken, maar ook het werken in twee divisies komt regelmatig voor. Ketensamenwerking Vanuit de sector B&B is deelname aan verschillende zorgketens (Palliatief Netwerk, Valpreventie, Regiegroep Dementie, CVA, MS, Medicatieveiligheid, Ouderenzorg, Parkinson, Reuma en Artrose) voortgezet. Een specialist ouderengeneeskunde is betrokken bij de transmurale werkgroep Advanced Care Planning en bij de Medicatieketen Regio Midden-Holland-Zuid. Bopz In 2015 is een verpleegkundig consulent vrijheidsbeperkende maatregelen aangesteld. Zij is betrokken bij het ontwikkelen van beleid om te komen tot terugdringing van vrijheidsbeperkende maatregelen en psychofarmaca, en deskundigheidsbevordering op het gebied van de Wet Bopz en de Wet zorg en dwang. Zij ondersteunt centra en behandelaars bij het terugdringen van vrijheidsbeperkende maatregelen. Samenwerking met centra en andere zorgaanbieders In 2015 zijn behandelaars van Zorgpartners gedetacheerd bij Cedrah, locatie Beth-San in Moerka-
Jaarverantwoording 2015 45
i
naar inhoudsopgave
pelle en naar de Zevenster in Zevenhuizen. De samenwerking tussen de specialisten ouderengeneeskunde van Zorgpartners en Vierstroom in de bereikbaarheidsdiensten is gecontinueerd. Doordat de regio’s waarin de centra van Zorgpartners en Vierstroom liggen uitgestrekt zijn, is het voor de artsen van beide organisaties soms niet haalbaar om in acute situaties tijdig medische zorg ter plaatse te kunnen bieden en daarmee te voldoen aan de normen voor verantwoorde zorg. Door tijdens bereikbaarheidsdiensten voor spoed beschikbaar te zijn voor bepaalde centra van de andere organisatie, is nu voor de cliënten van beide organisaties geregeld dat er in acute situaties tijdig medische zorg beschikbaar is. Samen met de behandeldienst van Vierstroom is onderzocht op welke terreinen de beide behandeldiensten elkaar kunnen versterken. In 2016 krijgt dit een vervolg. Eerste lijn, derde geldstroom en aanverwante activiteiten In 2015 is het project Extramurale behandeling gestart. Meerdere externe en interne ontwikkelingen hebben geleid tot de behoefte om extramurale behandeling te verstevigen en te professionaliseren. Het doel daarbij is om te komen tot een gezonde divisie Extramuraal binnen B&B die aansluit bij de behoeften van patiënten en verwijzers. De specialist ouderengeneeskunde is in 2015 vaker geconsulteerd door de huisarts. In samenspraak met huisartsen betrokken bij het Regionaal Overleg Huisartsen Midden-Holland, is consultatie door de specialist ouderengeneeskunde en gz-psycholoog verder vorm gegeven, waardoor deze beter aansluit bij de vragen van de huisartsen in de regio. Een specialist ouderengeneeskunde en twee gz-psychologen van Zorgpartners zijn betrokken bij Tandem. Een specialist ouderengeneeskunde is betrokken bij het lesprogramma ouderenzorg van de opleiding Huisartsgeneeskunde van het Erasmus MC in Rotterdam. Een specialist ouderengeneeskunde is voorzitter van de Raad van Toezicht van de beroepsvereniging van specialisten ouderengeneeskunde, Verenso.
4.10 Advies en Beleid Begin 2015 is de afdeling Advies & Beleid opgericht. De ontwikkeling van het stafbureau Zorgpartners sluit goed aan op het transitieproces naar integraal management. Door de vorming van dit (interdisciplinair) stafbureau - waarbij samenwerking op zowel inhoud als proces centraal staat wordt de beleidsmatige ondersteuning verbeterd. Advies & Beleid heeft als doelstelling een betrouwbare partner te zijn, die gevraagd en ongevraagd, inhoudelijk en procesmatig, proactief adviseert en zo nodig faciliteert. Dit betreft zowel het initiëren en ontwikkelen van beleid als de borging en evaluatie hiervan. Ook het uitvoeren van gericht onderzoek behoort tot het takenpakket van Advies & Beleid. De naamgeving van de organisatorische eenheid is kernachtig weergegeven met Advies & Beleid en zegt waar het stafbureau voor staat. Deze naam heeft ook een vorm van beweging, van ontwikkeling, van A naar B(eter) in zich. Advies & Beleid werkt vanuit een generalistische professionaliteit binnen specialistische gebieden. Dit betreft de gebieden van de wet- en regelgeving, kwaliteit en cliënt tevredenheid, organisatieadvies, zorg- en dienstverlening, documentbeheer, project- en trajectbegeleiding en duurzaamheid. Vanuit de diverse perspectieven brengt Advies & Beleid advies uit aan de RvB en ondersteunt de kringen en organisatieonderdelen bij specifieke projecten en trajecten.
Jaarverantwoording 2015 46
i
naar inhoudsopgave
Jaarverantwoording 2015 47
i
naar inhoudsopgave
5 PROFIEL VAN DE
ORGANISATIE
5.1 Algemene identificatiegegevens Naam rechtspersoon Stichting Zorgpartners Midden-Holland Adres Ronsseweg 242 Postcode 2803 ZX Plaats Gouda Telefoonnummer 0182-723723 NZa-nummer 650-8239 Nummer van Kamer van Koophandel 24325621 in Rotterdam E-mail
[email protected] Internet www.zorgpartners.nl
5.2 Structuur van het concern Juridische structuur Zorgpartners Midden-Holland is een stichting. Hetzelfde geldt voor GouweCuisine. De RvB van Zorgpartners vormt het bestuur van Gouwe Cuisine. Besturingsmodel De besturingsfilosofie van Zorgpartners is gebaseerd op drie principes: De centra staan centraal Wat de centra van Zorgpartners zelf kunnen doen, moet in de centra gebeuren. De verantwoordelijkheden en bevoegdheden voor het sturen van het bedrijfsproces liggen zo laag mogelijk in de organisatie. De serviceafdelingen ondersteunen de centra en zijn cliëntgericht De serviceafdelingen bestaan uit het Servicebureau (HRM, ICT, Bedrijfsbureau, Advies & Beleid en Marketing en Communicatie) en de ondersteunende diensten Geestelijke Verzorging, Hoteldienst en Behandeling & Begeleiding. De serviceafdelingen voeren werkzaamheden uit die te maken hebben met de corporate identity van Zorgpartners en werkzaamheden waarbij door een gezamenlijke aanpak schaal- en efficiencyvoordelen worden behaald.
Jaarverantwoording 2015 48
i
naar inhoudsopgave
Integraal leiderschap De leidinggevenden van de centra (directeuren) en de serviceafdelingen (managers) zijn binnen vastgestelde kaders bevoegd en verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering van hun organisatieonderdeel. De kaders zijn vastgelegd in een autorisatietabel. Grondslag Zorgpartners heeft een algemene grondslag, gebaseerd op maatschappelijke normen en waarden. Een aantal centra van Zorgpartners heeft een christelijke of rooms-katholieke identiteit. Savelberg, Ronssehof, Gouwestein en Sola Gratia/Slothoven hebben elk een identiteitscommissie. Souburgh heeft een Commissie van Advies en Bijstand. Deze commissies bewaken en bevorderen de eigen christelijke identiteit van de centra en ondersteunen de centra bij de uitvoering van het identiteitsbeleid.
5.3 Kerngegevens Kernactiviteiten, doelstelling en nadere typering Zorgpartners onderscheidt en bedient drie doelgroepen: cliënten, zorgverzekeraars en verwijzers. Zorgpartners heeft statutair als doel: • het bieden van medische zorg, verpleging en verzorging, resocialisatie, reactivering en revalidatie, geestelijke verzorging, welzijnsfuncties en begeleiding aan al of niet langdurig zieken, gehandicapten, patiënten met psychogeriatrische ziektebeelden, ouderen en overige hulpbehoevenden, onder wie blinden en slechtzienden en cliënten met het syndroom van Korsakov; • het bieden van een woning of woonruimte aan de hiervoor genoemde doelgroep, door het verwerven en in stand houden van wooncomplexen en zorginstellingen; het ontwikkelen van nieuwe woonvormen en zorgvormen; • •het bieden van goede en samenhangende kwaliteit op het gebied van wonen, zorg- en dienstverlening, met respect voor de levensbeschouwelijke opvattingen van de cliënt en de identiteit van de centra van de stichting. Zorgpartners bereikt zijn doel door: • het beheren, administreren, begeleiden, ondersteunen en, voor zover nodig, stichten en exploiteren van instellingen, al dan niet met een eigen rechtspersoonlijkheid; • de gemeenschappelijke belangen te behartigen van de stichting en van de instellingen en rechtspersonen waaraan de stichting diensten verleent of waarover de stichting het beheer voert; • een samenhangend zorgbeleid te bevorderen, zowel plaatselijk als regionaal, onder meer door samen te werken met andere instellingen op het gebied van intra-, semi- en extramurale zorg en aanverwante sectoren; • alle wettige middelen in te zetten die bijdragen aan het doel van de stichting, of die daarmee in de ruimste zin verband houden. Het adherentiegebied van Zorgpartners is het gebied Midden-Holland. Zorgpartners bezit een aantal woningen (niet-collectief vastgoed). Hier wonen cliënten die een indicatie voor verzorging, verpleging of begeleiding hebben. Ook de dienstencentra van De Reehorst en Geerestein worden gerekend tot het niet-collectief vastgoed. Vanuit deze dienstencentra biedt Zorgpartners welzijnsfuncties aan, in samenwerking met de gemeenten.
Jaarverantwoording 2015 49
i
naar inhoudsopgave
Zie voor een overzicht van de toelatingen, Wlz-functies, Wmo-functies en het niet-collectief vastgoed van Zorgpartners bijlage I. Zie voor de kerngegevens over cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten bijlage J. Zorgpartners hanteert de aanbevelingen van de Zorgbrede Governancecode 2010. De Raad van Commissarissen oefent toezicht uit met inachtneming van de statutaire bevoegdheden en de richtlijnen in deze code. Voor de medewerkers en vrijwilligers heeft Zorgpartners een algemeen geldende gedragscode, waarin de uitgangspunten beschreven staan en welke waarden daarbij gehanteerd worden. Thema’s als geheimhouding, professionaliteit, diefstal, agressie, belangenverstrengeling, gebruik van eigendommen, kleding, nevenwerkzaamheden e.d. staan daarin beschreven. Als bijlage bij de gedragscode is de klokkenluidersregeling toegevoegd. Ook heeft Zorgpartners algemeen geldende huisregels, die in 2015 - in samenspraak met de Centrale Cliëntenraad - zijn vastgesteld. De centra kunnen daarop – in overleg met de lokale Cliëntenraad – een addendum toevoegen, met daarin locatie specifieke afspraken. In de statuten is in artikel 20 vastgelegd dat de Centrale Cliëntenraad, conform artikel 345, boek 2 van het Burgerlijk Wetboek de bevoegdheid heeft tot het indienen van een verzoek tot enquêteonderzoek naar beleid door de Ondernemingskamer van het Gerechtshof in Amsterdam.
5.4 Samenwerkingsrelaties In het kader van de decentralisaties in het sociaal domein is in 2015 veel tijd en energie geïnvesteerd in de samenwerking met de gemeenten en andere welzijn- en zorgorganisaties. Aanvankelijk richtte deze samenwerking zich vooral op de implementatie van alle veranderingen in de begeleiding en dagbesteding van cliënten. Vooral de administratieve veranderingen zijn zeer moeizaam verlopen. Eind 2015 werd de focus verlegd van implementatie naar innovatie in het sociaal domein. Op inhoudelijk terrein wordt de samenwerking tussen de verschillende organisaties en de gemeenten steeds intensiever. Met de gemeente Krimpenerwaard wordt intensief samengewerkt in het kader van dagbesteding de Waarden in Bergambacht. Op een vernieuwende wijze is dagbesteding voor dementerende cliënten geïntegreerd met een ontmoetingsplek voor oudere mensen in het dorp. Op (zorg)inhoudelijk terrein vinden organisaties elkaar steeds meer om tot een aanbod te komen dat past bij de vragen van de cliënt, voldoet aan de kwaliteitsmaatstaven en leidt tot minder kosten. Zorgpartners werkte in 2015 samen met een aantal zorgboeren in de regio. Daarnaast werkt Zorgpartners samen met Stichting Cedrah, locatie Beth-San in Moerkapelle en met Stichting De Zevenster in Zevenhuizen. Bij beide organisaties levert Zorgpartners de dienst Behandeling & Begeleiding voor dementerende cliënten. Zorgpartners is daarbij ook verantwoordelijk voor het te voeren Bopz-beleid in deze instellingen. Vanwege een verschil van opvatting over het te voeren Bopz-beleid is de overeenkomst met De Zevenster eind 2015 opgezegd. Gezien de opzegtermijn betekent dit dat Zorgpartners eind 2016 concreet stopt met de levering van diensten aan De Zevenster.
Jaarverantwoording 2015 50
i
naar inhoudsopgave
Met Gemiva wordt in de kleinschalige woonvorm Karnemelksloot geïntegreerde zorg geboden aan mensen met niet-aangeboren hersenletsel (NAH). In deze woonvorm is ook een wijksteunpunt gerealiseerd, waar naast cliënten met NAH ook wijkbewoners van harte welkom zijn voor aanvullende diensten en activiteiten. Het Transmuraal Netwerk Midden-Holland vervult de spilfunctie in de zorgketen voor specifieke cliëntgroepen. Ketensamenwerking als integrale zorgvorm, zorgonderzoek, en preventieve programma’s zijn de zorggerelateerde taken van het netwerk. Transmuraal opleiden, werving en promotie, vitaliteit en re-integratie van medewerkers zijn de andere aspecten van de regionale transmurale samenwerking. Op deze onderdelen participeert Zorgpartners ook binnen het regionale samenwerkingsverband Care2Care Rijnstreek. In dit verband worden strategische arbeidsmarktvraagstukken opgepakt en omgezet in een concreet activiteitenprogramma voor de deelnemende organisaties. Een specifiek en zeer succesvol transmuraal samenwerkingsverband is Tandem, casemanagement voor dementerende ouderen. Samen met andere regionale zorgorganisaties wordt aan gemiddeld 350 dementerende ouderen en hun mantelzorgers gerichte ondersteuning geboden, waardoor cliënten langer thuis kunnen blijven wonen. De samenwerking met het Groene Hart Ziekenhuis wordt steeds intensiever. Dit richt zich onder andere op patiënten die aansluitend op hun behandeling in het ziekenhuis revalidatie nodig hebben. Bij de transfers van patiënten voor langdurige zorg en thuiszorg vindt afstemming plaats met het ziekenhuis. Door de veranderingen in het zorgstelsel is in 2015 het aantal cliënten die kortdurend via eerstelijns verblijf in verpleeghuizen en zorgcentra worden opgenomen enorm toegenomen. Naar verwachting zal dit de komende jaren verder toenemen. Een medewerker van Zorgpartners is ook in 2015 gestationeerd bij het Transferbureau van het ziekenhuis.
5.5 Goede doelen De Commissie Goede Doelen is in 2015 verkleind om slagvaardiger de goede doelen onder aandacht van medewerkers te krijgen. Een start is gemaakt met ambassadeurs per centrum die op de eigen locatie de goede doelen die Zorgpartners ondersteunt (Voedselbank/non-foodbank en Rwanda) te promoten. Tussen het ziekenhuis in Kibogora (Rwanda), Zorgpartners, Leliezorggroep en het Maasstadziekenhuis is een Letter of Intent opgesteld. In december hebben twee medewerkers van Zorgpartners – samen met twee medewerkers van het Maasstadziekenhuis, deelgenomen aan een werkbezoek in Rwanda. Daarbij zijn de projecten bezocht die ondersteund worden en zijn kennis en vaardigheden overgebracht op de medewerkers van het ziekenhuis in Kibogora. Het aantal donateurs blijft achter. De voornaamste inkomstenbron is de schenking vanuit het kerstpakket door medewerkers/vrijwilligers aan de goede doelen. In 2015 zijn er ook initiatieven geweest om op iedere locatie een ambassadeur Goede doelen te hebben. Dit is op vrijwel iedere locatie gelukt. Zij gaan de werkgroep ondersteunen met betrekking tot de PR op de locatie. Een van de eerste activiteiten was de ondersteuning en PR inzake een loterij en sponsordiner voor de goede doelen, die in januari 2016 gehouden wordt.
Jaarverantwoording 2015 51
i
naar inhoudsopgave
Jaarverantwoording 2015 52
i
naar inhoudsopgave
6 BESTUUR, TOEZICHT,
BEDRIJFSVOERING EN MEDEZEGGENSCHAP 6.1 Normen voor goed bestuur Zorgpartners hanteert de aanbevelingen van de Zorgbrede Governancecode 2010. De Raad van Commissarissen oefent toezicht uit met inachtneming van de statutaire bevoegdheden en de richtlijnen in deze code. De statuten en de reglementen van de RvC en de RvB zijn notarieel vastgelegd. De RvC en de RvB hebben afspraken gemaakt over de aard en omvang van de informatie die het bestuur verstrekt. De RvB is statutair eindverantwoordelijk voor de zorg- en dienstverlening van Zorgpartners. De directeuren van de centra zijn integraal verantwoordelijk voor de locatie en zijn in het bijzonder verantwoordelijk voor de continuïteit van de dienstverlening van het centrum. Zij adviseren de RvB bij strategische en tactische beleidskeuzen op stichtingsniveau. Hij of zij is ook eindverantwoordelijk voor de identiteit en eigenheid van het centrum binnen de stichting.
6.2 Raad van Bestuur In de vergaderingen van de RvB wordt het gevoerde en het te voeren beleid op zowel strategisch als tactisch niveau besproken. De besluiten worden schriftelijk vastgelegd en vervolgens bij het eerstvolgende overleg formeel vastgesteld. De bestuursadviseur en de bestuurssecretaresse ondersteunen de RvB. In 2015 heeft de RvB 21 keer vergaderd. Zie voor de samenstelling van de RvB bijlage D. De RvB heeft in 2015 een sober declaratiegedrag gevoerd met betrekking tot de vergoeding van onkosten. De leden van de RvB hebben beiden geen leasewagen en hebben hun kosten voor dienstreizen gedeclareerd conform de cao VVT. De vergoeding voor woon-werkverkeer is voor de heer De Jong conform cao. De heer Versloot heeft bij aanstelling een aparte regeling afgesproken, waarbij maandelijks een nettobedrag van € 348,23 wordt vergoed. De overige onkosten die gedeclareerd zijn, betreffen een enkele lunch- of avondmaaltijdbespreking. De totale vergoeding voor onkosten van de RvB bedroeg in 2015 € 551. De beide leden van de RvB hebben een mobiele telefoon en ontvangen van Zorgpartners een vergoeding van € 35 netto per maand.
Jaarverantwoording 2015 53
i
naar inhoudsopgave
De RvB heeft in 2015 ook meegewerkt aan een landelijk onderzoek van RTL Nederland naar de onkostenvergoedingen van bestuurders in de semipublieke sector. Dit onderzoek betrof de jaren 2013 en 2014. Vanaf 2016 zijn de uitgangspunten van de Wet normering topinkomens gewijzigd (Wnt-2). Op basis van deze wijziging wordt het salaris van de bestuurders per 1 januari 2016 aangepast, waarbij beide bestuurders gebruikmaken van de overgangsregeling in de Wnt.
6.3 Raad van Commissarissen Samenstelling In 2015 heeft de samenstelling van de Raad van Commissarissen (RvC) wijzigingen ondergaan. In de loop van het jaar werd afscheid genomen van de heren J.P.A.M. Jacobs en F.M. Geldhof. De heer D. Kooistra trad per 1 januari aan als nieuwe voorzitter. De heer W.P. Rijksen werd als nieuw lid benoemd per 20 mei en mevrouw J.T.A. Wakkerman – van Weerdenburg per 1 januari 2016. Voor de volledige samenstelling verwijzen wij naar bijlage D. De verschillende leden brengen een palet aan disciplines met zich mee: zorginhoudelijk, bestuurlijk, financieel, vastgoed technisch en juridisch. Werkwijze De vergaderingen van de RvC worden door de voorzitter met de leden van de RvB voorbereid. Binnen de RvC zijn drie adviescommissies: • de Remuneratiecommissie; • de Commissie Kwaliteit; • de Auditcommissie. De vergaderingen van de RvC vinden plaats op wisselende locaties van Zorgpartners, zodat die gecombineerd kunnen worden met een werkbezoek en het kennismaken met de directie. In 2015 heeft de RvC vijf keer vergaderd, vier keer in aanwezigheid van de RvB, een keer zonder. Er vinden besprekingen plaats met de Ondernemingsraad, de Centrale Cliëntenraad en het managementteam. De RvC heeft zijn eigen functioneren geëvalueerd met behulp van een extern adviseur. Er is een werkplan afgesproken waarin de verbeterpunten in de eigen werkwijze en in de relatie met de RvB staan opgenomen. Voor een schematisch overzicht van de besproken punten in de RvC verwijzen wij naar bijlage D. Remuneratie Gelet op de vele personele wijzigingen heeft de RvC een extra vergadering belegd om te spreken over de beleidstargets voor de leden van de RvB, ontwikkelingen in de relatie RvB – RvC en de wenselijke topstructuur in de toekomst. Afgesproken is dat er medio 2016 een extern onderzoek gehouden wordt naar die topstructuur in de toekomst. De Remuneratiecommissie zal begin volgend jaar met de leden van de RvB het jaargesprek ook in dat perspectief voeren. De bezoldiging van de bestuurders en van de leden van de RvC zijn conform de Wet normering topinkomens. De afspraken hierover zijn schriftelijk vastgelegd. Besloten is, op grond van de Wnt, de bestuurders te compenseren voor het verschil tussen de pensioentoezegging uit voorgaande jaren en de nieuwe (fiscaal) gemaximeerde pensioentoezegging per 2015. Commissie Kwaliteit De RvC hecht er grote waarde aan dat we als Zorgpartners goede kwaliteit van zorg en ondersteu-
Jaarverantwoording 2015 54
i
naar inhoudsopgave
ning bieden. Zorg en ondersteuning die veilig zijn maar ook echt aansluiten bij de wensen en behoeften van de cliënt. De Commissie Kwaliteit toetst het voorgestelde kwaliteits- en veiligheidsbeleid, heeft een adviserende rol aan de RvB en treedt op als sparringpartner aangaande kwaliteit van zorg en veiligheid. Kwaliteit wordt hierbij breed opgepakt, het gaat om kwaliteit van zorg en ondersteuning aan de cliënt, maar ook om hierbij passend HRM-beleid voor medewerkers. De Commissie Kwaliteit van de RvC is in 2015 twee maal bij elkaar gekomen om intensief het gesprek aan te gaan over de visie op zorg en ondersteuning en de waarden en drijfveren van Zorgpartners. Er is binnen Zorgpartners een verschuiving naar denken en handelen vanuit de klant en diens klantwaarde. Dat is een mooie ontwikkeling. We hebben met elkaar gesproken over wat een waardegedreven organisatie vraagt van medewerkers en het project Medewerkers aan zet is besproken. Er is een aanzet gemaakt met een meerjarenbeleidsplan dat past bij de visie en drijfveren van Zorgpartners. Steeds ligt de nadruk op het inzetten en in stand houden van een congruent beleid. Gesproken is over de inspectiebezoeken, het Prisma-onderzoek en de uitkomsten van de gehouden audits. Daarnaast is er gesproken over de verantwoordelijkheid van behandelaren en de Bopz-arts in het bijzonder. Auditcommissie De taken van de Auditcommissie zijn het gevraagd en ongevraagd adviseren van zowel de RvB als de RvC en het voorbereiden van de besluitvorming met betrekking tot de bedrijfsvoering in brede zin en meer specifiek de werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen, de financiële informatieverschaffing, de naleving van aanbevelingen en opvolging van externe toezichthouders en van de accountant, en de relatie met de externe accountant. De Auditcommissie heeft vijf keer vergaderd in 2015. Zij bestaat uit twee leden van de RvC, twee leden van de RvB en de concerncontroller. De auditcommissie heeft zich in 2015 gericht op de high risk-dossiers en zaken die impact hebben op de wijzigingen die per 1 januari 2015 vanuit de overheid van kracht zijn geworden. In de focusgebieden is in een aantal gevallen nauw samengewerkt met de externe accountant of bureaus die gerichte expertise bezitten. Net als vorig jaar is veel tijd besteed aan het management van de vastgoedportfolio. Zoals bekend is dit onderwerp bij veel organisaties een risicodossier sinds 2008, toen de financiële crisis uitbrak. In 2015 heeft de Auditcommissie ook de nodige tijd besteed aan de wisseling van de huisaccountant. PwC heeft plaatsgemaakt voor KPMG, in het kader van het verstrijken van de wettelijke termijn waarbij accountants aan een zorginstelling verbonden mogen zijn. Slot Wij willen de RvB en de medewerkers en vrijwilligers van Zorgpartners hartelijk bedanken voor hun grote inzet. Wij realiseren ons dat de vele veranderingen in het zorglandschap veel van mensen vragen. De resultaten daarvan zien wij in deze jaarrekening terug en daardoor kunnen wij het nieuwe jaar met vertrouwen tegemoet zien.
6.4 Planning-en-controlcyclus Met de planning-en-controlcyclus, die zowel de centra, de serviceafdelingen en GouweCuisine betreft, worden de beleidsdoelstellingen bewaakt en zo nodig bijgestuurd en wordt de organisatie op financieel-economisch gebied gestuurd. De planning-en-controlcyclus volgt de plan-do-
Jaarverantwoording 2015 55
i
naar inhoudsopgave
check-act-cyclus van Deming. Zorgpartners voegt hier het aspect risico aan toe. Daarbij worden doelstellingen SMART (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden) beschreven. In 2015 heeft de Kring Financiën de planning-en-controlcyclus geëvalueerd en op onderdelen aangescherpt. De verantwoordelijkheden binnen de stichting zijn vastgesteld in de statuten van Zorgpartners, het reglement van de RvB, het reglement van de RvC, het Treasurystatuut, het handboek Administratieve Organisatie en Interne Controle (AO/IC) en de autorisatietabel. Het visiedocument verwoordt kernachtig waar Zorgpartners voor staat, welke doelen bereikt moeten worden en welke kernkwaliteiten en -waarden van toepassing zijn. Daarnaast is er een Strategisch Vastgoedplan opgesteld. Het AO/IC geeft de rolverdeling tussen de centra en de serviceafdelingen van Zorgpartners weer. In de autorisatietabel worden verantwoordelijkheden vastgelegd en kaders gesteld voor het integrale management. Het Treasurystatuut schept een formeel kader voor de financierings- en beleggingsactiviteiten van Zorgpartners. Om de planning-en-controlcyclus goed te laten verlopen, is een jaarplanning gemaakt. Hierin staat wie, wanneer, wat aanlevert en wanneer en wie de rapportage overlegt. Zie voor de risico-inventarisatie van de organisatie bijlage C.
6.5 Cliëntenraden Binnen Zorgpartners behartigen de Cliëntenraden op lokaal niveau en de Centrale Cliëntenraad (CCR) op centraal niveau de belangen van de cliënten conform de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz). In 2015 was er voor elk centrum een Cliëntenraad actief. Daarnaast is in 2015 voor de Thuiszorg een aparte cliëntenraad opgezet. De Cliëntenraad heeft overleg met de directeur over zaken op centrumniveau. Vanuit de Cliëntenraden wordt/worden per centrum een of twee lid/leden afgevaardigd naar de Centrale Cliëntenraad. De Regeling Medezeggenschap van de Centrale Cliëntenraad geeft aan dat per centrum één afgevaardigde op de vergaderingen van de CCR stemrecht heeft. De Centrale Cliëntenraad streeft ernaar om per centrum twee afgevaardigden in de CCR te laten deelnemen. De Centrale Cliëntenraad heeft een onafhankelijk voorzitter, dhr. N.Q.M. Heinsbroek en wordt ondersteund door een cliëntenraadondersteuner, mw. X. R. Ras. De onderwerpen die de Centrale Cliëntenraad bespreekt met de RvB betreffen organisatiebrede, centrumoverstijgende onderwerpen. Daarbij behandelt de Centrale Cliëntenraad adviesaanvragen van de RvB. De Centrale Cliëntenraad kan ook ongevraagd (verzwaard) advies geven. De (Centrale) Cliëntenraad krijgt vanuit de stichting de faciliteiten die nodig zijn om goed te kunnen functioneren. De Cliëntenraden zijn lid van de Landelijke Organisatie Cliëntenraden (LOC). Voorts kunnen meningsverschillen over de uitvoering van de Wmcz worden voorgelegd aan de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden, die optreedt als bemiddelaar bij meningsverschillen tussen cliëntenraden en zorgaanbieders over de uitvoering van de wet.
Jaarverantwoording 2015 56
i
naar inhoudsopgave
Begin 2015 heeft de CCR een scholingsdag gehouden voor leden van de lokale cliëntenraden en de Centrale Cliëntenraad. Op het programma stond onder andere de vraag: Hoe bereik ik mijn achterban? De studiedag leverde de nodige stof tot nadenken op. Er is afgesproken om in 2016 een vervolg aan deze scholingsdag te geven. De Centrale Cliëntenraad is in 2015 tien keer bijeen geweest voor vergadering. In bijlage E vindt u een overzicht van de leden van de Centrale Cliëntenraad en de besproken onderwerpen in 2015. Vanuit de RvC is er eenmaal een afvaardiging aanwezig geweest bij de vergadering van de Centrale Cliëntenraad. De Centrale Cliëntenraad is ook betrokken geweest bij de ontwikkeling van het nieuwe meerjarenbeleidsplan. In eerste instantie heeft de CCR aan de lokale cliëntenraden gevraagd om punten in te brengen. Vervolgens heeft de CCR een beleidsdag georganiseerd om de speerpunten te bepalen. Tijdens de overlegvergadering van september heeft de voorzitter van de CCR de speerpunten vanuit de CCR overhandigd aan de RvB. Zie bijlage E voor de samenstelling van de CCR en de belangrijkste onderwerpen op de agenda.
6.6 Ondernemingsraad Zorgpartners heeft één ondernemingsraad (OR). De OR overlegt met de RvB over het beleid van de stichting. De onderdeelcommissies (OC’s) van de OR overleggen namens de medewerkers met de centrumdirecteuren en de managers van de serviceafdelingen. De voltallige medezeggenschap bestaat uit ongeveer 78 medewerkers. De OR telt 18 zetels en er zijn veertien OC’s. De OR-leden uit de gesloten centra en serviceonderdelen, blijven tot aan de verkiezingen van november 2016 als OR-lid stichtingbreed werkzaam om de continuïteit van de medezeggenschap te waarborgen. Leden van de OC kiezen uit hun commissie een vertegenwoordiger voor in de OR. Ieder OR- lid maakt deel uit van een vaste commissie. De vaste commissies van de OR zijn; Commissie Organisatie en Financieel Beleid, Commissie Medewerkers en Sociaal Beleid, Klankbordgroep, en het Dagelijks bestuur. Deze commissies bereiden de onderwerpen voor de OR voor. De eindverantwoordelijkheid ligt bij de hele OR. De voorzitter, vicevoorzitter en leden van de Klankbordgroep overleggen voorafgaand aan de eigen OR-vergadering en de overlegvergadering met de RvB. Zie bijlage F voor de samenstelling van de OR en de belangrijkste onderwerpen op de agenda.
6.7 Verzorgende en Verpleegkundige Adviesraad De Verzorgende en Verpleegkundige Adviesraad (VVAR) is het formele inspraakorgaan dat de grote groep van medewerkers in de functie van verpleegkundige of verzorgende vertegenwoordigt. De VVAR geeft gevraagd en ongevraagd advies aan de RvB over thema’s die betrekking hebben op de professionele ontwikkeling en het handelen van de verpleegkundige en verzorgende beroepsgroep. De VVAR heeft in 2015 dertien keer vergaderd. Ook is vier keer een middag coaching gevolgd en een keer een beleidsdag belegd. Tijdens de coaching en de beleidsdag is uitgebreid aandacht
Jaarverantwoording 2015 57
i
naar inhoudsopgave
besteed aan de competentieontwikkeling van de VVAR-leden en aan het opstellen van het jaarplan VVAR 2016. De VVAR en de RvB hebben meerdere keren overleg gevoerd over inhoudelijke thema’s. Op de reguliere vergaderingen heeft de VVAR gesproken over ontwikkeling van kwaliteit binnen Zorgpartners en over de vraag hoe we die kunnen borgen en verder verbeteren bij en vanuit de medewerkers. Hiervoor participeerden leden van de VVAR actief in diverse werkgroepen, om op deze manier inbreng te hebben en ook de VVAR te profileren. Zo is de VVAR actief binnen de werkgroep De ideale verpleegkundige en wordt de raad betrokken bij het project Medewerker aan zet. De VVAR heeft advies aan de RvB uitgebracht over de nota Leren en ontwikkelen, het Prisma-team en het reanimatiebeleid. Over de ingebrachte adviezen is er terugkoppeling geweest met de RvB. Zie bijlage G voor de samenstelling van de VVAR en de belangrijkste onderwerpen op de agenda.
Jaarverantwoording 2015 58
i
naar inhoudsopgave
Jaarverantwoording 2015 59
i
naar inhoudsopgave
7 FINANCIËN
Naast goede kwaliteit van zorg zal ook een goed financieel resultaat behaald moeten worden om de continuïteit van Zorgpartners op korte en lange termijn te waarborgen. De financiële kerngegevens van Zorgpartners in 2015 (op concernniveau en enkelvoudig) zijn met behulp van kengetallen en ratio’s weergegeven in bijlage N, pagina 92. De geconsolideerde jaarrekening van Zorgpartners laat een positief resultaat zien van € 2.920.699 (jaar 2014: € 2.657.722). Het positieve resultaat wordt toegevoegd aan de reserves. In eerdere instantie was Zorgpartners in de begroting 2015 nog uitgegaan van een rendementspercentage van circa 1,7%. De werkelijkheid eind 2015 laat een percentage zien van 2,38%, wat aanmerkelijk beter is dan was voorzien. Het positieve resultaat is nodig om de solvabiliteit de komende jaren aanzienlijk te versterken, mede vanwege alle risico’s. Zorgpartners heeft de afgelopen twee jaar al circa 20% van zijn intramurale capaciteit ingeleverd, wat grote consequenties heeft gehad voor de medewerkers en het vastgoed. In dat opzicht wordt getracht de bewoner zoveel mogelijk te ontzien bij alle sluitingen van centra. In de begroting 2015 is nog uitgegaan van een solvabiliteitspercentage van circa 21% eind 2015. In werkelijkheid is het solvabiliteitspercentage uitkomen op 23,7% eind 2015, wat steeds meer in de richting komt van de gewenste 25% (minimaal) solvabiliteit die eerder als doelstelling werd gesteld door Zorgpartners de afgelopen jaren. Financiële instellingen leggen in dat opzicht steeds hogere solvabiliteitseisen voor vanwege alle risico’s, wat door de bezuinigingen op de zorg als uitdagend gezien kan worden. De liquiditeitsratio van 1,54 is ten opzichte van 2014 gelijk gebleven, mede doordat de renovatieplannen van een aantal centra over de loop van de toekomstige jaren worden uitgesmeerd. De komende jaren zal de renovatie van drie centra in fases plaatsvinden. Naar verwachting zal de eerste grote renovatie (De Reehorst) in 2017 plaatsvinden. Daarnaast zal gekeken worden in hoeverre bepaalde leningen afgelost moeten worden van centra die gesloten en/of gesloopt en/of verkocht worden. Het tekort aan liquiditeit nekt de meeste organisaties en is daarmee voor de continuïteit van Zorgpartners van levensbelang. Essentieel is om de komende jaren de langlopende lening-portefeuille verder af te bouwen met jaarlijkse aflossingen en daarbij geen leningen meer aan te trekken, wat de kengetallen en ratio’s ten goede zal komen.
Jaarverantwoording 2015 60
i
naar inhoudsopgave
Het verschil tussen de geconsolideerde en de enkelvoudige jaarrekening is de balans en de winsten verliesrekening van GouweCuisine. De enkelvoudige resultatenrekening is gesplitst in vier segmenten om het inzicht in de verschillende exploitatieonderdelen te vergroten. De segmentering is als volgt: • Wlz inclusief GRZ en Wijkverpleging; • Zorgpartners Dienstverlening (laatste jaar); • Niet-collectief vastgoed • GouweCuisine. Op de volgende bladzijden wordt het resultaat per segment toegelicht.
7.1 Wlz inclusief GRZ en Wijkverpleging De bedrijfsopbrengsten van het segment VVT, de Wijkverpleging en Geriatrische Revalidatie bedragen € 116.678.711 (in 2014: € 122.158.623). Deze bedrijfsopbrengsten bestaan uit gebudgetteerde zorgprestaties, niet-gebudgetteerde zorgprestaties, subsidies en overige bedrijfsopbrengsten. Naar verwachting neemt de komende jaren de omzet verder af vanwege de capaciteitsverminderingen intramuraal. De gebudgetteerde zorgprestaties zijn opgebouwd uit normen, parameters, tarieven ZZP’s, DBC’s, PGB’s, VPT’s en Wijkverpleging. De overige opbrengsten bestaan onder andere uit subsidies, opbrengsten van waskosten, opbrengsten van maaltijden en overige opbrengsten. Het jaarresultaat bedraagt € 3.456.254 positief (in 2014: € 4.483.353) en wordt toegevoegd aan het vermogen. In de begroting 2015 werd al eerder gesproken over een uitdagend jaar met een dalende omzet. Ondanks de daling van de omzet heeft Zorgpartners het resultaat weten te handhaven. In 2015 had Zorgpartners zowel op de dagverzorging als in de intramurale zorg een forse onderbezetting, wat ook terug te zien is in de omzetverantwoording. Voor de intramurale zorg heeft de onderbezetting te maken met de vermindering van het aantal verzorgingshuisplaatsen gezien de bezuinigingen in de Wlz-zorg. Daarnaast werd ook de volledige capaciteit van de verpleeghuisplaatsen niet gebruikt vanwege de verbouwingen in Savelberg en Ronssehof. Met een grote afbouw was ook al rekening gehouden tijdens de opstelling van de begroting 2015 maar deze afbouw was nog groter dan voorzien. Het aandeel Wijkverpleging van de zorgverzekeraars steeg aanzienlijk, wat resulteerde in een overschrijding van het productieplafond waardoor een deel van de zorg niet betaald werd (circa € 0,3 miljoen). De Wijkverpleging is uiteindelijk gesloten met een verlies van circa € 1,1 miljoen in 2015, wat verdisconteerd zit in het totaalresultaat van de Wlz. In belangrijke mate had de overschrijding te maken met de lage productiviteit, softwarepakketten die niet goed aansloten en de extra kosten voor personeel niet in loondienst. Daarnaast zorgden de centra die gesloten werden of waren vanwege de capaciteitsreductie voor een druk op het exploitatieresultaat. Voor een aantal centra zoals Geerestein, Moerdregt, Julianastaete en Bloemendaal worden nog steeds kosten gemaakt, ondanks dat ze leegstaan. Zorgpartners hoopt deze centra in de loop van 2016 te verhuren of te verkopen. Voor de reorganisatiekosten is een voorziening van circa € 1,6 miljoen meegenomen in de jaarrekening 2015. Het gaat hierbij voornamelijk om medewerkers uit de centra en de ondersteunende diensten.
Jaarverantwoording 2015 61
i
naar inhoudsopgave
Vanwege bovenstaande factoren stond het zorgresultaat het hele jaar onder druk. Het positieve resultaat van 2016 is grotendeels te danken aan het positieve huisvestingsresultaat (ook onderhoud) en een incidentele meevaller van circa € 0,6 miljoen.
7.2 Zorgpartners Dienstverlening Eind 2014 is een overeenkomst gesloten met Vierstroom Hulp Thuis. Deze organisatie heeft vanaf 1 januari 2015 deze vorm van zorg (Wmo–huishoudelijk werk) en de medewerkers overgenomen van Zorgpartners. Voor het inzicht en de aansluiting is het segment nog meegenomen in de jaarrekening 2015. Vanaf de jaarrekening 2016 wordt het segment niet meer zichtbaar.
7.3 Niet-collectief vastgoed De levensloopbestendige appartementen van Zorgpartners zijn organisatorisch geïntegreerd in de centra. De overige bedrijfsopbrengsten van het segment niet-collectief vastgoed bedragen € 5.467.796 (in 2014: € 5.557.254). Deze overige bedrijfsopbrengsten bestaan voornamelijk uit huur- en servicekosten. Het jaarresultaat bedraagt € 344.322 positief (in 2014: € 1.340.281 negatief) en wordt gevormd uit de kale huur van de complexen. Dit bedrag komt ten laste van het niet-collectief gefinancierd vrij vermogen. Het positieve resultaat is ontstaan door de vrijval van de reservering groot onderhoud, per saldo met circa € 1,1 miljoen. Bepaalde onderhoudsprojecten worden later in de tijd uitgevoerd. Zonder deze vrijval was een aanzienlijk verlies zichtbaar geweest voor dit segment. 2015 is een jaar geweest met een behoorlijke leegstand (oplopend tot circa 7-8%). De nieuwe verhuurorganisatie is druk bezig om het onderhoud van deze complexen verder te optimaliseren. Het Strategisch Vastgoedplan wordt later in de loop van 2016 aangepast. De intentie blijft bestaan om een aantal aanleuncomplexen te verkopen de komende jaren. Dit komt overeen met wat in het meerjarenbeleidsplan 2013-2018 wordt genoemd. De verkoop kan nadeel ondervinden van de langlopende leningen die aan het vastgoed verbonden zijn.
7.4 GouweCuisine GouweCuisine is een aparte stichting die geconsolideerd wordt in deze jaarrekening. De bedrijfsopbrengsten van GouweCuisine bedragen € 1.614.102 (in 2014: € 3.973.048). Het gaat om opbrengsten van doorberekende maaltijden aan cliënten. Medio 2016 zijn alle activiteiten gestaakt in GouweCuisine en is een leveringsovereenkomst voor eten en drinken aangegaan met Eetgemak/VCN voor alle centra. De medewerkers die er toen nog waren, zijn overgeplaatst naar alle centra per 1 januari 2016. Vanaf april 2016 is het gebouw GouweCuisine te koop aangeboden op de markt. GouweCuisine hoopt de verkoop in 2016/2017 te kunnen afronden. Momenteel staat Zorgpartners garant voor de rentebetalingen conform een afspraak met de Rabobank. Het jaarresultaat bedraagt € 879.877 negatief (in 2014: € 54.974 negatief). Het forse negatieve resultaat heeft voor een groot deel te maken met de afwaardering van het pand. Daarnaast zijn door de
Jaarverantwoording 2015 62
i
naar inhoudsopgave
snelle afbouw van de diensten van GouweCuisine aan de centra aanzienlijke meerkosten gemaakt ten behoeve van het personeel (te hoge formatie, geen relatie meer met de maaltijdverstrekking) en extra advieskosten.
7.5 Regeling AO/IC De Regeling AO/IC van Zorgpartners is de basis van alle administratieve procedures. Samen met de autorisatietabel zorgt deze ervoor dat procedures goed beschreven zijn. De handhaving en de uitvoering worden met deelwaarnemingen gecontroleerd. Dit voorkomt fouten, maar ook fraude. In 2015 zijn circa 600 dossiercontroles (deelwaarnemingen) uitgevoerd conform de controleplannen. De dossiers worden in het algemeen goed bijgehouden en het aantal correcties is bijna nihil, behoudens de dossiers van de subsidie eerstelijns verblijf.
7.6 Geconsolideerde balans Het beleid van de afgelopen jaren met betrekking tot het eigen vermogen is gericht op een geleidelijke groei naar een solvabiliteitspercentage van minimaal 25%. Het ondernemingsrisico voor de hele zorgsector nam de afgelopen jaren toe. De normatieve huisvestingscomponent wordt geleidelijk ingevoerd (in 2015 50%) tot en met 2017. Vanaf 2018 wordt het voor de partijen zoals het zorgkantoor mogelijk om ook over de Normering Huisvesting Component (NHC) te onderhandelen. Vanaf 2014/2015 worden onderhandelingen met meerdere partijen als gemeenten, het zorgkantoor en de zorgverzekeraars gevoerd. Met deze partijen worden productieafspraken gemaakt over tarieven en hoeveelheden die meer en meer onder druk komen te staan. Ook de indicatiestromen leiden steeds meer tot problemen. De schotten tussen deze partijen leiden menigmaal tot problemen bij Zorgpartners. Verzekeraars trachten bepaalde risico’s bij Zorgpartners neer te leggen door productieplafonds en schadelastbepalingen af te spreken. Na de balansdatum op 31 december 2015 hebben geen gebeurtenissen meer plaatsgevonden die direct een relatie hebben met het boekjaar 2015 of die van belang zijn voor 2016 en later.
7.7 Treasury In 2015 zijn geen nieuwe leningen meer aangetrokken. In het leningenbestand van Zorgpartners komt één renteswap (variabel naar vast) voor. Deze renteswap heeft een negatieve waarde van circa € 0,9 miljoen (eind 2014 circa € 1,2 miljoen) per 31 december 2015. De renteswap heeft betrekking op de lening die is aangetrokken voor de inleunwoningen van Ronssehof. De renteswap loopt in 2018 af. Daarnaast zijn voor twee leningen nieuwe rentefixatieperiode afgesproken. Voor de lening van Irishof (€ 4,6 miljoen) is een nieuwe termijn van tien jaar afgesproken voor 3,05%. Voor Savelberg betrof het een lening van € 11,4 miljoen. Deze lening is ook voor tien jaar verlengd tegen een tarief van 2,6%.
Jaarverantwoording 2015 63
i
naar inhoudsopgave
De huidige liquiditeit van Zorgpartners zorgt ervoor dat de komende renovaties/verbouwingen van een aantal centra uit eigen middelen gefinancierd kunnen worden in vergelijkbare omstandigheden.
7.8 Financiële instrumenten Algemeen Zorgpartners maakt beperkt gebruik van financiële instrumenten. Kredietrisico De onderneming loopt kredietrisico over leningen en vorderingen opgenomen onder de financiële vaste activa, handels- en overige vorderingen, liquide middelen en de positieve marktwaarde van afgeleide financiële instrumenten. De blootstelling aan kredietrisico van de onderneming wordt hoofdzakelijk bepaald door de individuele kenmerken van de afzonderlijke afnemers. De vorderingen uit hoofde van handelsdebiteuren zijn niet extern verzekerd. Gegeven de aard en omvang van de debiteurenportefeuille wordt zulks als niet opportuun geacht. Het kredietrisico is zeer beperkt, waardoor minimale risicobeheersingsmaatregelen zijn opgenomen. Liquiditeitsrisico De liquide middelen staan uit bij banken die minimaal een A-rating hebben. Zorgpartners maakt gebruik van de ING om over (krediet)faciliteiten te kunnen beschikken. Voor zover noodzakelijk, worden nadere zekerheden verstrekt aan de bank voor beschikbare kredietfaciliteiten. Daarnaast wordt de liquiditeitspositie bewaakt door middel van maandelijkse liquiditeitsprognoses om zo erop toe te zien dat er voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn om aan de verplichtingen te kunnen voldoen. Renterisico en kasstroomrisico Het renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van de opgenomen en uitgegeven leningen. Bij de meeste leningen is sprake van een vast rentepercentage over de gehele looptijd. De leningen worden, behoudens de mogelijkheid voor vervroegde aflossing, aangehouden tot het einde van de looptijd. Ten aanzien van één (bestaande uit twee delen) opgenomen lening is sprake van een financieel derivaat, hetgeen onder de langlopende schulden is toegelicht. Zorgpartners handelt niet in financiële derivaten en heeft procedures en gedragslijnen om de omvang van het kredietrisico bij elke tegenpartij of markt te beperken. Zorgpartners heeft derhalve als beleid om geen financiële instrumenten te gebruiken om (tussentijdse) rentefluctuaties te beheersen.
7.9 Vooruitzichten 2016 Vanaf 1 januari 2016 wordt met alle zorgverzekeraars onderhandeld over het aandeel Wijkverpleging dat bij de Geriatrische Revalidatie Zorg (GRZ) al vanaf 2015 van start is gegaan. De intramurale capaciteit heeft haar doelstelling om 89 plaatsen te verminderen in 2016 al behaald in 2015, wat nu ruimte biedt om meer verpleegcapaciteit, Volledig Pakket Thuis en Modulair Pakket Thuis te leveren in 2016.
Jaarverantwoording 2015 64
i
naar inhoudsopgave
De komende jaren zullen nog drietal grote transities plaatsvinden. De centra Reehorst (in 2017), Floravita (in 2017/2018) en De Breeje Hendrick (in 2019/2020) worden verbouwd naar centra waar in toekomst alleen nog verpleeghuiscliënten (of daaraan gerelateerd) worden opgenomen. De totale investering zal circa €. 11 miljoen inclusief BTW bedragen hetgeen hoofdzakelijk uit de eigen middelen wordt gefinancierd. De benodigde medewerkers hiervoor komen hoofzakelijk vanuit het interne personeelsbestand van Zorgpartners. De verwachting is dat een deel van het gebouw van Moerdregt in 2016 wordt verhuurd aan een externe partij. Daarnaast zal op korte termijn ook duidelijk worden in hoeverre de grond van de Riethoek en Geerestein verkocht kan worden. Bloemendaal (grond en pand) en Julianastaete zullen in de loop van 2016 te koop worden aangeboden. Momenteel worden deze projecten allemaal opgepakt en wordt hierbij het College Sanering betrokken. Op heel korte termijn verwacht Zorgpartners de grond van de onderdelen “ X1” en “X2” (naast Ronssehof) te kunnen verkopen. Op dit moment wordt nog veel aandacht besteed aan het segment Wijkverpleging. Op korte termijn wordt het opgestelde businessmodel (meerdere jaren) besproken waarbij inzicht wordt gegeven in de toekomstige scenario’s van de wijkverpleging en de risico’s. De RvB heeft de begroting (forecast) voor het jaar 2016 vastgesteld. Deze is door de RvC goedgekeurd. In de begroting voor 2016 is rekening gehouden met een positief resultaat van € 1.482.515 hierbij zijn de resultaten van de verschillende segmenten geconsolideerd: € - 340.883 uit het segment niet-collectief vastgoed; € - 53.730 uit het segment Thuiszorg; € 1.877.128 uit het segment verpleging en verzorging; Geconcludeerd kan worden dat Zorgpartners een financieel gezonde organisatie is en dat, naar het oordeel van de accountant, de administratieve organisatie goed op orde is.
Jaarverantwoording 2015 65
i
naar inhoudsopgave
BIJLAGEN
Jaarverantwoording 2015 66
i
naar inhoudsopgave
BIJLAGE A Klachten Aantal klachten, bezwaren, verbeterpunten, signalen van ontevredenheid, aandachtspunten ingediend bij klachtenfunctionaris Centrum
2013
2014 2015
Floravita
6 4
De Breeje Hendrick
10
15
Gouwestein 5
16
5
4
De Hanepraij
7 (vanaf sept)
27
16
Irishof
4
1 7
Julianastaete 3
0
0
Prinsenhof
23
17
14 (2 x verbeterkaart)
De Reehorst
0
0
1
Ronssehof Revalidatie
11
5
11
Ronssehof 1
5 11
Savelberg 9
7 7
Slothoven 1
0 2
Sola Gratia
0
2
0
Souburgh 14
22 21
Vijverhof 7
0 0
Thuiszorg
0
4 (Hulp bij Huishouden)
6
Analyse Klachten komen telefonisch, via een ingevuld formulier, via e-mail of het digitale klachtenformulier binnen. Ze gaan deels over behandeling en zorgverlening maar ook over het wegraken van kleding, de maaltijd, de bejegening, de schoonmaak, de administratie. Voorgaande jaren betrof een opvallend hoog aantal klachten (vermeende) vermissingen. In 2015 is dit vrijwel alleen van toepassing op de was. Veel klachten zijn te voorkomen door een correcte manier van communiceren. De implementatie van het kassasysteem en de facturering hebben het afgelopen jaar een aantal keren tot een klacht geleid. Opvallend blijft het aantal klachten over een onveilige of niet aangename leefomgeving op psychogeriatrische afdelingen. De oorzaak ligt vaak bij de toegenomen gedragsproblematiek van bewoners met psychogeriatrische aandoeningen. Er zijn op dit gebied geregeld incidenten gemeld. Acties Om de communicatie tussen medewerkers onderling en medewerkers en bewoners te verbeteren, liepen in 2015 vervolgsessies op het traject Van Moeten naar Ontmoeten. Als medewerkers de dialoog met bewoners aangaan, kunnen veel irritaties, onduidelijkheden en gevoelens van onvrede besproken worden op de plaats waar ze thuis horen en waar er direct wat mee kan worden gedaan. De problematiek rond onveiligheid en agressief gedrag heeft continu de aandacht. Centra kunnen medewerkers laten deelnemen aan een agressietraining. In 2015 zijn medewerkers die hiervoor in aanmerking komen verplicht (bij)geschoold over de Bopz. Ook de training voor het omgaan met agressie is door medewerkers gevolgd.
Jaarverantwoording 2015 67
i
naar inhoudsopgave
Afhandeling klachten Vanaf december 2015 is voor iedere locatie een klachtenfunctionaris aangesteld. In 2015 zijn vrijwel alle klachten tot tevredenheid van de klager afgehandeld, enkele klachten lopen nog door in 2016. Als de cliënt niet tevreden is over de bemiddeling of afhandeling van een klacht, kan de klacht ingediend worden bij de Klachtencommissie Zorg Midden-Holland. Klachten kunnen ook direct bij deze externe commissie worden ingediend. Klachtenfunctionarissen Zorgpartners Midden-Holland Mw. J. van der Ben Gouwestein, Savelberg, Slothoven en Sola Gratia, Thuiszorg Mw. K. van den Berg Prinsenhof, Ronssehof en Ronssehof Revalidatie Mw. L. van Bergen Souburgh Mw. M. de Gelder Floravita Mw. R. Heijnen De Reehorst Mw. M. Krijgsman De Hanepraij Mw. C. van Praag Vijverhof Mw. M. Schipper De Breeje Hendrick en Julianastaete Mw. D. Vorster Irishof Klachtencommissie Zorg Midden-Holland De Klachtencommissie Zorg Midden-Holland is de onafhankelijke externe commissie van Stichting Zorgpartners Midden-Holland, Stichting de Zevenster, Stichting Fundus en dochterondernemingen en Stichting Martha Flor. In 2015 zijn elf klachtenbrieven binnengekomen bij de regionale commissie waarvan er een klachtenbrief is teruggeschaald naar de interne klachtenfunctionaris. Vijf klagers hebben hun klacht ingetrokken en bij één klacht wilde de klager anoniem blijven. Daarom kon de klacht niet in behandeling genomen worden. Vier klachtenbrieven zijn in behandeling genomen en hebben geleid tot een hoorzitting. Zeven van de elf klachten hadden te maken met Zorgpartners. De klachten betroffen de deskundigheid en capaciteit van het personeel, alarmering, communicatie, onzorgvuldigheid bij toiletgang en bejegening. Samenstelling Dhr. A.R.J.M. van Huut Mw. S. Heijens Dhr. C.J. Blomaard Dhr. J. de Ruiter Mw. M. Tamerus- Bresser Dhr. R. van Rees Mw. A. Huisman-Mak Mw. V. Otto-Crefcoeur
(onafhankelijk) voorzitter lid/jurist lid/specialist ouderengeneeskunde lid, per 1 juli 2015 afgetreden lid/zorginhoudelijke achtergrond lid / jurist en lid vanuit cliëntenorganisatie per 1 juli 2015 per 1 juli 2015 – 1 september 2015 ambtelijk secretaris
Klachten medewerkers In 2015 zijn elf klachten van medewerkers bij de klachtenbegeleider terechtgekomen. De onderwerpen waarop de klachten betrekking hebben, variëren. De rol van klachtenbegeleider bestond uit bemiddeling, advies en ondersteuning in gesprekken. Van de elf klachten is één klacht ingetrokken, zijn negen klachten naar tevredenheid afgehandeld en één klacht loopt nog. In 2015 zijn er wisselingen geweest in de klachtenbegeleiders. In het eerste kwartaal van 2016 komen de klachtenbegeleiders bijeen om hun rol te bespreken.
Jaarverantwoording 2015 68
i
naar inhoudsopgave
Overzicht klachtenbegeleiders medewerkers Centrum
Naam klachtenbegeleider medewerker
Functie
De Breeje Hendrick
J.W. Moll
coördinator kwaliteit
De Hanepraij
L. Meihuizen
gz-psycholoog
Irishof vacature Prinsenhof
R. Heijnen
maatsch. werker
De Reehorst
R. Heijnen en M. Versteegh
maatsch. werker
Floravita
M. de Gelder
klantadviseur
Gouwestein
J. van der Ben
kwaliteitsmedewerker
Ronssehof
S. Tijdeman
roosterplanner
Ronsseveste
A. Mourits
beleidsadviseur
Savelberg
E. Jochems
EVV’er
Sola Gratia/ Slothoven
José Bos
EVV’er
Souburgh
L. van Bergen
managementassistente
Vijverhof
C. van Praag
maatsch. werker
Thuiszorg
A. Havik
verpleegkundige
Behandeling & Begeleiding
vacature
Centrum
Aantal klachten
Onderwerp
Rol
Afhandeling
De Breeje Hendrick 2 bejegening bemiddeling
1x ingetrokken, 1x naar tevredenheid afgehandeld
De Hanepraij 1 functioneren
naar tevredenheid afgehandeld
ondersteunen bij gesprek
Irishof 0 Prinsenhof
0
De Reehorst
0
Floravita 3 besluitvorming
bemiddeling team
naar tevredenheid afgehandeld
Gouwestein 3 leidinggevende bemiddeling
naar tevredenheid afgehandeld
Ronssehof
0
Ronsseveste
0
Savelberg 2 Werkzaamheden advies en steuteluitgifte bemiddeling Sola Gratia/ Slothoven
0
Souburgh
0
Vijverhof
0
Thuiszorg
0
Beh. & Begl
0
Totaal
11
1 naar tevredenheid afgehandeld, 1x niet (loopt nog)
Jaarverantwoording 2015 69
i
naar inhoudsopgave
BIJLAGE B Melden incidenten Overzicht meldingen incidenten cliëntenzorg 2015 Centrum Agressie Inname gevaar- Medicatie Stoten, knellen, Vallen Verbranden Vermissing Anders lijke stoffen botsen bewoner
Floravita De Breeje Hendrick, incl. Waterpoort
12 0 210 0 354 2 3 80 3
0
205
7
639
Gouwestein
90
0
279
2 223 0
44 0
De Hanepraij
111
0
637
11
11
522
3 4
4
49 130
Irishof
1
0
214
1 273 0
0 14
Julianastaete
12
1
67
3 126 0
9 34
Prinsenhof
388
3
202
12 656 2
0 80
De Reehorst
18
0
88
2
167
0
1
21
102
0
3
10
Ronssehof Reva
0
0
71
1
Ronssehof
16
0
338
2 256 0
Savelberg
166
0
328
4 473 4
0 111
Slothoven
47
4
102
2
214 0
12 112
Sola Gratia
1
0
37
0
16
4
Souburgh
8
0
182
4 245 0
Vijverhof Totaal 2015
54 1917
0 8
50 3010
0
0 217 0 51
4483
15
8 114
2
3 25 3 67 105
849
Vergelijk 2015 met 2014 Agressie Inname gevaar- Medicatie Stoten, knellen, Vallen Verbranden Vermissing Anders lijke stoffen botsen bewoner
2014 2015 Verschil / 2015
737 9
2925
927 8
3010
51
4483 15
61 893
+ 85
-28
+393
+9
+ 190
-1
79
4090 11 +4
52 754 +139
MIC Zorgpartners werkt in het elektronisch cliëntendossier QIC met een module voor het melden van incidenten. Hierdoor is de meldingsprocedure vereenvoudigd. Het totaal aantal meldingen in 2015 is met 791 gestegen. Daarbij moeten we in acht nemen dat het aantal cliënten in 2015 is gedaald. Ernstige calamiteiten worden onderzocht door het Prisma-team. In 2015 heeft het Prisma-team 23 incidenten onderzocht. Vallen Vallen komt nog steeds veel voor. Sommige cliënten vallen voortdurend en dat is terug te zien in het overzicht van meldingen. Als een cliënt vaak valt, wordt met de arts besproken of de oorzaak kan worden weggenomen of dat het vallen een geaccepteerd, aanvaard risico is. Daarbij wordt overlegd met de cliënt en/of de vertegenwoordiger. De uitkomst van het overleg wordt in het zorgleefplan vastgelegd. Ook uit de Prisma-onderzoeken kwam vaak naar voren dat het nemen van het risico op vallen een weloverwogen keuze was met acceptatie daarvan. Vallen wordt vaak veroorzaakt door het ziekteverloop en vermindert als de gezondheid van de cliënt achteruitgaat.
Jaarverantwoording 2015 70
i
naar inhoudsopgave
Ter preventie van valincidenten zijn in 2015 de volgende activiteiten uitgevoerd: • Bij alle nieuwe cliënten wordt bij opname een risicosignalering op vallen gedaan, die vervolgens minimaal jaarlijks bij het bespreken van het zorgleefplan wordt herhaald. • De fysiotherapeuten geven veelvuldig praktische adviezen en consulten aan de collega’s van de verzorging. • In alle centra zijn een of meer bewegingsactiviteiten voor cliënten. Medicatie Alle centra werken met de handleiding Geneesmiddelendistributie. Dit wordt bij interne audits gecontroleerd en één keer per jaar tijdens een externe audit. Bij het aantal meldingen moet het grote aantal cliënten, uitdeelmomenten en medicijnen in aanmerking worden genomen. Het aantal medicatiefouten is in 2015 licht gestegen. Medewerkers zijn geschoold in en getoetst op kennis over medicatie en medicatiegebruik door middel van een e-learningmodule. Op een van de centra is onderzoek gedaan naar het werken met de gele hesjes met de tekst “niet storen” er op. Opmerkelijke conclusie op deze locatie was dat het gebruik van de gele hesjes niet altijd leidde tot het verminderen van medicatiefouten. Dit komt doordat men toch wordt aangesproken en men de telefoon beantwoordt. Er wordt nu onderzocht op welke wijze het personeel nog meer geconcentreerd medicatie kan uitdelen. Agressie Agressie of moeilijk verstaanbaar gedrag van cliënten is een probleem dat geregeld tot een MIC-melding leidt. In 2015 was er een toename van het aantal agressie-incidenten. Dit signaal kwam ook naar voren in de medewerkerraadpleging. De stijging is deels verklaarbaar doordat mensen met psychogeriatrische problematiek langer thuis blijven wonen. Het gevolg hiervan is dat de cliënten die wel opgenomen zijn gemiddeld een zwaardere psychogeriatrische problematiek hebben. Alle medewerkers die werken met mensen met dementie hebben de scholing Agressie gevolgd. De focus ligt met name op hoe je als medewerker met agressie van bewoners omgaat en als medewerker wordt opgevangen na een incident. Daarnaast wordt tijdens het multidisciplinair overleg specifiek aandacht besteed aan de oorzaakanalyse. Aan de medewerkers van de afdeling Opleiding is de opdracht gegeven om de scholing Agressie te evalueren in samenwerking met de trainers, op zowel inhoud als aanpak. Focus is of de training nog voldoende aansluit bij het agressieve gedrag van de bewoner en de behoeften van de medewerkers. Ook is gevraagd om onderzoek te doen of maatwerk voor de doelgroep jongdementerende cliënten en cliënten met een psychiatrisch beeld gewenst is. De Kring Zorg & Behandeling heeft de opdracht gekregen om in 2016 innovatiemogelijkheden te verkennen om ongewenst gedrag door cliënten te voorkomen en te verminderen.
Jaarverantwoording 2015 71
i
naar inhoudsopgave
BIJLAGE C Risico-inventarisatie
Jaarverantwoording 2015 72
i
naar inhoudsopgave
Jaarverantwoording 2015 73
i
naar inhoudsopgave
Jaarverantwoording 2015 74
i
naar inhoudsopgave
BIJLAGE D Raad van Bestuur en
Raad van Commissarissen
Raad van Bestuur Naam Nevenfuncties De heer drs. H.Ch.M. Versloot
voorzitter
De heer S.T.J. de Jong MBA
• lid thuiszorgcoöperatie Picare • lid bestuurlijk overleg Rwanda
lid
• voorzitter regionale werkgeversorganisatie
Midden-Holland Care2Care
• penningmeester Transmuraal Netwerk
Midden-Holland
• bestuurslid samenwerkingsverband regionale werk-
geversorganisaties RegioPlus
• bestuurslid Alzheimerafdeling Midden-Holland
• voorzitter Zonnebloem regio Gouda
• hoofd vakantieweek Zonnebloem
• lid vakantieadviescommissie van Zonnebloem
Nederland
• lid Rotary Boskoop
Raad van Commissarissen Naam (Neven)functies De heer drs. D. Kooistra, MHA
voorzitter
• RvB-lid a.i. Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant
• directeur/eigenaar KooistraConsult
• voorzitter Raad van Toezicht Parlan, Jeugdhulp-
verlening Alkmaar
• lid Raad van Toezicht Verslavingszorg
Noord-Nederland, Groningen De heer mr. J.P.A.M. Jacobs
vicevoorzitter • voorzitter Regionale Klachtencommissie Zorg-
instellingen West Brabant De heer F.M. Geldhof MSc CPM
lid
• servicecentermanager bij GDF SUEZ Energy Trading
Europe
• assessor bij IPMA Certificering Nederland
Mevrouw mr. T.G. van Beek
• countrymanager Goodman Netherlands BV
lid
• commissaris bij Dunavie, woningcorporatie in
Katwijk Mevrouw drs. Y. Heijnen-Kaales, MBA lid
• strategisch adviseur bestuur en directie Cordaan
• lid ZonMw-commissie Tussen Weten en Doen
• lid Visitatiepanel Opleidingen tot verpleegkundige
NQA
• lid NWO-commissie Quality of life
• vicevoorzitter Raad van Toezicht Coloriet
• voorzitter Kwaliteitscommissie Coloriet
Jaarverantwoording 2015 75
i
naar inhoudsopgave
Vervolg Raad van Commissarissen Naam (Neven)functies mr. W.P. Rijksen
lid
• bestuursvoorzitter / directeur Stichting Huisartsen
posten Amsterdam e.o.
• voorzitter RvT Zorgkoepel West-Friesland
• voorzitter Commissie Rechtspraak Koninklijk
Nederlands Genootschap Fysiotherapie (KNGF)
• vicevoorzitter Klachtencommissie Ziekenhuis
Tergooi
• adviseur Hoofdbestuur Koninklijke Nederlandse
Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (KNMT)
• voorzitter Adviesraad Kwaliteitsregister KNMT
• hoofdredacteur Handboek Privacy gezondheidszorg
• voorzitter St. Bergkapel Amersfoort
• voorzitter raad Kerkrentmeesters Bergkerk
Amersfoort
• voorzitter St. Kleurrijk Leusden
Overzicht besproken onderwerpen in de RvC-vergaderingen 2015 (= concept) Algemeen • Bijwonen (informele) vergaderingen MT, CCR en OR (bespreking) • Werkwijze tussen RvC-commissies en RvC (bespreking) • Voortgang tijdelijke uitbreiding RvC (vaststelling) • Functieprofiel lid RvC (vaststelling) • Benoeming Paul Rijksen / lid RvC per 20 mei 2015 (besluitvorming) • Beleidstargets RvB (kennisgeving / bespreking) • Wnt2: Remuneratie RvB en RvC (bespreking) • Pensioenregeling RvB (besluitvorming) • Zelfevaluatie RvC (bespreking) • Procedure opvolging Frank Geldhof (bespreking) • Waarneming RvB bij afwezigheid (instemming) • Verslag Zelfevaluatiebijeenkomst RvC d.d. 08/07/2015 (vaststelling) • Benoeming Jolanda Wakkerman / lid RvC per 1 januari 2016 (besluitvorming) • Samenstelling Commissies RvC (besluitvorming) • Besturing Zorgpartners (bespreking) • Onderzoek vormgeving topstructuur Zorgpartners (bespreking) Cliënt • Verslagen Commissie Kwaliteit d.d. 16/02, 20/04, 19/10 en 03/22 (kennisname / bespreking) • Voortgang Geriatrische Revalidatie (bespreking) • Voortgang Thuiszorg (bespreking) • Conceptnotitie Visie en Kwaliteit (bespreking)
Jaarverantwoording 2015 76
i
naar inhoudsopgave
Medewerkers • Sturingsfilosofie Zorgpartners (bespreking) • Terugdringen overhead Zorgpartners (bespreking) • Langdurig Ziekteverzuim (bespreking) • Ontwikkelingen binnen Vijverhof in Bodegraven (kennisgeving) Interne organisatie • Maandelijkse voortgangsrapportages RvB via bestuursbrieven (bespreking) • Speerpunten Duurzaam Ondernemen (bespreking) • Integraal Management (bespreking) Markt • Strategisch Vastgoedplan 2014 - 2019 (goedkeuring) • PvA Businesscase GouweCuisine / leveringsovereenkomst (goedkeuring) Financiën • Verslagen Auditcommissie d.d. 27/02, 01/05, 23/06, 04/09 en 20/11 (bespreking) • BBSC per kwartaal / 4e kwartaal 2014 + 1e, 2e en 3e kwartaal 2015 (bespreking) • Jaarverantwoording 2014 (goedkeuring) • Accountantsverslag 2014 (bespreking) • Financiële risico’s (bespreking) • Afwikkeling Ronsseveld X1 + X2 (instemming) • Kaderbrief 2016 (bespreking) • Managementletter 2015 KPMG (bespreking) • Begroting 2016 (goedkeuring) • Visie RvB op KPI’s, normeringen en resultaten per centrum /bedrijfsonderdeel (bespreking) • Financieel overzicht externe adviseurs (kennisname / bespreking) • Financieel overzicht Goede Doelen (kennisname / bespreking) • Service- en controleplan 2015 (kennisname)
Jaarverantwoording 2015 77
i
naar inhoudsopgave
BIJLAGE E Centrale cliëntenraad Samenstelling Centrale Cliëntenraad in december 2015 Centrum Naam Floravita (Boskoop)
Dhr. C. Bogaards
Mw. J. Houtman
Prinsenhof (Gouda)
Dhr. J. Dortwegt
De Hanepraij (Gouda)
Dhr. H. van den Bergh
Dhr. P. de Mik
Dhr. A. Versluis
De Breeje Hendrick (Lekkerkerk)
Mw. I. Verhoek
Irishof (Gouda)
Dhr. J. de Wit
Gouwestein (Gouda)
Mw. H. ter Reehorst
De Reehorst (Reeuwijk)
Dhr. P. Tarnóczy
Ronssehof (Gouda)
Mw. A. Zwang
Savelberg (Gouda)
Mw. S. Vermin
Sola Gratia/ Slothoven (Bergambacht
)Dhr. J. Blonk
Souburgh (Waddinxveen)
Dhr. N. van Nielen
Dhr. F. Portman
Vijverhof (Bodegraven)
Dhr. H. Mooren
Zorgpartners Thuiszorg
Mw. S. van Dijk
Voorzitter CCR
Dhr. N. Heinsbroek
Cliëntenraadondersteuner CCR
Mw. X. Ras
Per centrum worden twee leden afgevaardigd naar de Centrale Cliëntenraad. In 2015 namen er vier leden afscheid van de CCR. Deze plekken werden snel weer ingevuld, waardoor vanuit elk centrum er in ieder geval één afgevaardigde in de CCR zitting heeft. Dit is ook conform de Regeling Medezeggenschap Cliëntenraden die aangeeft dat per centrum één afgevaardigde de vergaderingen bijwoont en er ook één raadslid stemrecht heeft. Er wordt door de CCR gestreefd om per centrum twee afgevaardigden in de CCR te laten deelnemen.
Jaarverantwoording 2015 78
i
naar inhoudsopgave
Onderwerpen die in de Centrale Cliëntenraad (CCR) in 2015 aan de orde zijn geweest: Voorgenomen besluiten waarover advies werd gevraagd
Status
Inhoud
Advies
Wasverzorging (kosten van de was bij wasserij)
Verzwaard advies
Goede voorlichting geven over de inhoud van de rekeningen. Goed uitleg geven aan het personeel hoe om te gaan met de was; CCR heeft nadere berekening gemaakt van waskosten en is met RvB een lager bedrag overeengekomen (van € 100 naar € 75); na 4 maanden is de regeling geëvalueerd.
Voorlopig positief advies dat later is omgezet in positief advies.
Cliënttevredenheidsonderzoek
verzwaard advies
Vanuit de CCR wordt als belangrijkste punt aangedragen de aanwezigheid en zichtbaarheid personeel.
Positief advies.
Duurzaamheid
verzwaard advies
Advies benoeming dhr. Rijksen lid RvC
advies
Benoeming dhr. Rijksen lid Raad van Commissarissen.
Positief advies.
Jaarverantwoording 2014
advies
De CCR heeft het verzoek om voortaan in begroting en jaarrekening de personeelslasten te voorzien van percentages.
Positief advies onder voorbehoud van een goedkeurende accountantsverklaring.
Analyse CTO
verzwaard advies
Kaderbrief 2016
advies
Nader advies CTO
verzwaard advies
Vanuit de huizen worden de volgende punten aangedragen naar aanleiding van het CTO: • Zelfregie over het eigen leven hebben en welzijn bewoner; • Aanwezigheid van personeel; • Communicatie; • Schoonmaak van ruimtes.
Positief advies.
Teruggaaf labelkosten wasserij
Verzwaard advies
Geen opmerkingen.
Positief advies.
CCR geeft aan positief te kunnen adviseren, mits men in het huis ook aanvullende regels kan maken.
Positief advies onder voorbehoud van ingebrachte punten.
De CCR vraagt aan bestuurder om ieder kwartaal geïnformeerd te worden over de realisatiecijfers.
Positief advies.
Huisregels Zorgpartners Midden-Holland
Begroting 2016
Advies
Geen advies gegeven.
Geen advies gegeven in verband met inbreng CCR bij meerjarenbeleidsplan.
Er zijn in het verslagjaar 10 adviezen uitgebrachte en geen ongevraagde adviezen.
Jaarverantwoording 2015 79
i
naar inhoudsopgave
BIJLAGE F Ondernemingsraad Ondernemingsraad per 31 december 2015 Naam lid
Centrum/dienst
Mevrouw L. Scheepstra (voorzitter)
Servicebureau
Mevrouw M. Duursma (vicevoorzitter)
Behandeling & Begeleiding
Mevrouw H. de Bruin
Ronssehof en Reva Ronssehof
Mevrouw L. van der Maas t/m 30-04 vanaf 01-09 Mevrouw M. Spruijt
Sola Gratia/Slothoven
Mevrouw A. van der Velden
De Breeje Hendrick/Waterpoort
Mevrouw A. Hennevelt
Tot aan de sluiting Julianastaete, daarna stichtingbreed OR-lid
tot aan verkiezingen 2016
Mevrouw B. Coren
Servicebureau
Mevrouw A. de Pater
Prinsenhof
Mevrouw D. Geers
Floravita en Souburgh
Mevrouw D Radder t/m 30-04 vanaf 01-09 mevrouw I. Kuijper
Gouwestein
Mevrouw L. Stavleu
Irishof
Mevrouw Y. Heijboer, tijdelijk vervangen door mevrouw D. Heij
De Reehorst
Mevrouw M. Francken
De Hanepraij
Mevrouw A. Metselaar t/m 31-07 vanaf 01-09 mevrouw P. Kooistra
Savelberg
Mevrouw I. Janse-Linger
Vijverhof
Mevrouw E. Hoogeveen
Stichtingbreed OR-lid tot aan verkiezingen 2016
Mevrouw S. Hinborch
Stichtingbreed OR-lid tot aan verkiezingen 2016
Mevrouw T Gahrmann
Thuiszorg
Mevrouw M. van Dijck
secretariële ondersteuner
De volgende onderwerpen stonden in 2015 op de agenda van de Ondernemingsraad: • Evaluatie Klantcontactcentrum (ter informatie en discussie) • Evaluatie Thuiszorg (ter informatie en discussie) • Advies inzake Duurzaamheid • Advisering inzake Volledig Pakket Thuis (VPT) • Bring Your Own Device (niet ingestemd) na aanpassing nota, positieve instemming • Advisering voorgenomen besluit nieuwe leden Raad van Commissarissen • Advisering betreffende Vastgoed 2.0 • Advisering vervallen medische aanstellingskeuringen • Maatschappelijk jaarverslag 2014 (ter informatie en discussie) • Visie op leren en ontwikkelen, aangepast voorstel, niet mee ingestemd • Initiatiefvoorstel van OR, oprichting Medezeggenschapsacademie, positieve reactie RvB • Input OR-meerjarenbeleid Zorgpartners Midden-Holland, positieve reactie RvB • Deelname Zorgpartners aan Waarschuwingsregister, (positieve instemming) • Rapportage Berenschot, (ter informatie en bespreking) • Kaderbrief 2016 (ter informatie)
Jaarverantwoording 2015 80
i
naar inhoudsopgave
• • • • • •
Advisering betreffende assessment middenkader Invoering Bedrijfsmaatschappelijk werk, (positieve instemming) Begroting 2016 (ter informatie en advies) Evaluatie Flexbureau (ter informatie en discussie) Overzichten van thema’s en projecten; komen ieder kwartaal terug op de agenda Deelname aan de Kringen door OR-leden
Verder kwamen de volgende onderwerpen meerdere keren aan de orde, zowel in de Ondernemingsraadvergadering als tijdens de overlegvergadering met de RvB: • Voornemen sluiting Gouwe Cuisine • Uitgangspunten vermindering overhead • Thuiszorg • Problematiek rondom de centra • Integraal Management • Kantelen organisatie • Goede doelen • Toekomstbestendige zorgorganisatie • Arbo Vitale, verandering in verzuimbegeleiding • Functiehuis • Sociaal plan • Werkkostenregeling • Medewerkerraadpleging • Modernisering medezeggenschap
Jaarverantwoording 2015 81
i
naar inhoudsopgave
BIJLAGE G VVAR Leden van de VVAR in 2015 Naam
locatie
Functie binnen VVAR
T. Verheij
GHZ/ Ronsseveste
voorzitter
J. Scheepens
Thuiszorg
secretaris
M. Krijgsman
Opleidingen/De Hanepraij
lid
W. Karrenbeld
De Hanepraij
lid
M. Bisschop
Prinsenhof
lid
A. Fennema
Revalidatie Ronssehof
lid
In 2015 heeft de VVAR afscheid genomen van E. Vrijenhoek, F. v.d. Bosch en M. Hemminga. Nieuwe leden in 2015 zijn A. Fennema en M. Bisschop. De VVAR heeft in 2015 advies aan de RvB uitgebracht over de nota Leren en ontwikkelen, het Prisma-team en over de aanpassing van het reanimatiebeleid.
Jaarverantwoording 2015 82
i
naar inhoudsopgave
BIJLAGE H Scholing Scholingen via opleidingscentrum BBL–opleiding
2015 2014
Niveau 2 Helpende Zorg en Welzijn
1
0
Niveau 3 Verzorgende
32
78
Niveau 4 Verpleegkundige
36
23
Niveau 4 Instellingskok
1
0
Niveau 4 MMZ
0
0
Sub Totaal
70
101
BOL–opleiding Niveau 1 Zorghulp
2
10
Niveau 2 Zorg en Welzijn
125
129
Niveau 3 Verzorgende
87
85
Niveau 4 Verpleegkundige
134
92
Combinatie 1e leerjaar verpleging verzorging
0
9
Niveau 4 MMZ
9
21
Totaal
357 346
Uitvalpercentage BBL-leerlingen 2015 Aantal leerlingen
Diploma behaald
2015
Gestopt tijdens opleiding
2014
Niveau 1
0
0
Niveau 2
0
3
Niveau 3 29 16
17 (7 medewerkers hiervan hebben het diploma op niveau 2 Helpende Zorg en Welzijn behaald)
Niveau 4
1
6
Overige stages
2
2015
Hbo-V
17
Universiteit geneeskunde
10
Facilitaire dienstverlening
9
Paramedische opleidingen
12
Maatschappelijke stages
152
Oriënterende stages vmbo
59
Segment praktijkonderwijs
23
SMD en overige stages
9
Sub Totaal
70
101
Jaarverantwoording 2015 83
i
naar inhoudsopgave
Scholingen via opleidingscentrum
Scholingen via opleidingscentrum
Aantal deelnemers 2015
2014
Cursussen en praktijkscholingen (zonder e-learning)
o.a. Mondzorg, Werken met de vier levensdomeinen, Omgaan met agressie, Aandacht voor eten en drinken, Werkbegeleiding, Medicatie toedienen voor niveau 2, Bopz niv. 1 en 2, Triageverpleegkundige, Prisma-light
1924
1411
Scholingen blended learning of e-learning
o.a. QIC, Werken als ergocoach, BHV, BIG-vaardigheden, Bopz niv. 3 en 4, Fysieke belasting
4106
5921
6030
7332
Totaal
Baten externe scholingen Bij- en nascholingen Verkoop e-learningmodule Totaal
2015 2014 € 4.273,93
€ 10.853,63
€ 1.950
€ 9.000
€ 6.223,93
€ 19.853,63
Jaarverantwoording 2015 84
i
naar inhoudsopgave
Jaarcijfers opleidingen 2015 Zonder E-learning
Totaal
Blended-learning
Totaal Bezig
Vier levensdomeinen 11 Omgaan met Agressie 568 Aandacht voor eten en drinken 29 Werkbegeleiding 40 Aftoetsen in de praktijk 105 Medicatie toedienen basis en opfris niveau 2 17 BOPZ basis en opfris niveau 1 en 2 331 Workshop aandachtsvelder BOPZ 15 Workshop 3: "Kompas afstellen" 215 Workshop 4: "Op koers varen" 74 Preventiemedewerker 3 Werken als aandachtsvelder 22 Verzorgende D 10 Dementie 34 Triage Verpleegkunde 11 Niet Aangeboren Hersenletsel 20 Psychogeriatrie 25 Verpleegtechnische handelingen voor medewerkers met 12 een AG-diploma Prisma Light deel 2 6 Ondersteunen Leefmillieu 25 NEN3140 Voldoend onderricht persoon 15 Onderricht Persoon brandmeldinstallatie 15 Omgaan met Verzuim workshop voor leidinggevenden 13 Insuflon inbrengen 9 Medimo 168 Ontruimingsintructie Ronsseveste 59 Doelmatigheid, actief luisteren en feedback 5 Verpleegtechnische handelingen voor medewerkers met 27 een AG-diploma in de Thuiszorg Basisscholing Hospitality en serveren 12 Basisscholing Hospitality en serveren voor vrijwilligers15 Signaleringsbox palliatieve zorg 13 Totaal 1924
285 351 133 422 32 89 165 935 196 536 470 79 60 76 277 4106
QIC BHV BIG vaardigheden BOPZ niveau 3,4 en 5 Ergocoach basis en opfris Diabetes HACCP (alleen e-learning) Handhygiene Mondzorg Rekenvaardigheid (alleen e-learning) Medicatieveiligheid (alleen e-learning) Haptonomie tillen en verplaatsen Verzorgend wassen Wondzorg Brand en ontruiming HPR Totaal Zonder E-learning Met E-learning Nog bezig met opleiding Totaal
64
7 47 161 58 9 15 36 39 436
1924 4106 436 6466
Jaarverantwoording 2015 85
i
naar inhoudsopgave
BIJLAGE I Toelatingen, Awbz-functies,
Wmo-functies en niet-collectief vastgoed
Toelatingen, Awbz-functies, Wmo-functies en niet-collectief vastgoed Instelling Vestigingsplaats Aantal verpleeghuis- Aantal verzorgingshuis- Aantal verzorgingshuis plaatsen in eigendom plaatsen in eigendom plaatsen in huur per 31-12-2015 per 31-12-2015 per 31-12-2015 Ronssehof, Revalidatie Gouda
70
Prinsenhof Gouda
130
De Hanepraij
230
Gouda
Irishof Gouda
10
104
Ronssehof Gouda
20
83
Gouwestein Gouda
44
38
Savelberg Gouda Karnemelksloot Gouda
124
44
12
Souburgh Waddinxveen 30
70
Floravita Boskoop
68
Sola Gratia
60
Schoonhoven
25
Slothoven Bergambacht
46
Vijverhof Bodegraven
62
De Reehorst
Reeuwijk
33
34
De Breeje Hendrick
Lekkerkerk
60
90
De Waterpoort
Krimpen a/d Lek
24
Totaal
955
7
538
25
Awbz-functies Wmo-functies Persoonlijke verzorging
Ja
Hulp bij het huishouden 1
Nee
Verpleging
Ja
Hulp bij het huishouden 2
Nee
Ondersteunende begeleiding
Ja
Activerende begeleiding
Ja
Behandeling
Ja
Verblijf op grond van de Awbz
Ja
Overige afspraken
Doelgroepen
Dieetadvisering
Ja
Somatische aandoening of beperking
Ja
Fysiotherapie
Ja
Psychogeriatrische aandoening
Ja
Ergotherapie
Ja
Psychiatrische aandoeningen
Ja
Logopedie
Ja
Lichamelijke handicap
Ja
Psychologie
Ja
Verstandelijke handicap
Ja
Zintuiglijke handicap (functiestoornis)
Ja
Psychosociale problemen
Ja
Jaarverantwoording 2015 86
i
naar inhoudsopgave
Zorgpartners bezit een aantal woningen (niet-collectief vastgoed). Hier wonen cliënten die een indicatie voor verzorging, verpleging of begeleiding hebben. Het gaat om de volgende complexen:
Appartementencomplex
Het Binnenhof
Appartementencomplex Gouwestaete
36
woningen
37 woningen
Appartementencomplex Parkzicht
65 woningen
Appartementencomplex Bernhardhof
60 woningen
Appartementencomplex Ravenhorst
80 woningen
Appartementencomplex Schouw
34 woningen
Appartementencomplex Vrijhoef
22 woningen
Appartementencomplex Geerestein
60 woningen
Appartementencomplex Moordrecht
59 woningen
Appartementencomplex
38
De Meent
woningen
Appartementencomplex Ronssehof
46 woningen
Woningen
Boskoop
2 woningen
Penthouse
Reeuwijk
1 woning
Dienstencentrum Reeuwijk 1 Dienstencentrum
Ouderkerk a/d IJssel
1
Totaal
542
woningen
Ook de dienstencentra van De Reehorst en Geerestein worden gerekend tot het niet-collectief vastgoed. Vanuit deze dienstencentra biedt Zorgpartners welzijnsfuncties aan, in samenwerking met de gemeenten.
Jaarverantwoording 2015 87
i
naar inhoudsopgave
BIJLAGE J Kerngegevens Kerngegevens per 31 december 2015 Cliënten
2014 2015
Aantal intramurale cliënten per einde verslagjaar
1.368
1.299
Aantal cliënten dagactiviteiten per einde verslagjaar
233
170
Aantal extramurale cliënten, exclusief cliënten dagactiviteiten, per einde verslagjaar
727
982
Capaciteit Aantal beschikbare plaatsen met Awbz-verblijf per einde verslagjaar
1.597
1.518
Aantal intramurale verzorgingsdagen in het verslagjaar
212.503*
175.682
Aantal intramurale verpleegdagen in het verslagjaar
307.312*
304.652
48.545
45.799
170.410
171.922
149.967**
0
Productie
Aantal dagdelen dagactiviteiten in het verslagjaar Aantal uren extramurale productie in het verslagjaar (exclusief dagactiviteiten) Aantal uren hulp bij het huishouden (Wmo) Personeel Aantal werkzame personeelsleden einde verslagjaar Aantal fte personeelsleden in loondienst per einde verslagjaar
3.552
3.121
1.497,32
1.365,47
Bedrijfsopbrengsten Totaal bedrijfsopbrengsten in het verslagjaar
€ 133.030.546
€ 122.775.601
Waarvan wettelijk budget voor aanvaardbare kosten
€ 116.494.700
€ 109.583.168
€ 16.535.846
€ 13.192.433
Waarvan overige opbrengsten *exclusief mutatiedagen en crisisopvang ** exclusief pgb-uren
Jaarverantwoording 2015 88
i
naar inhoudsopgave
BIJLAGE K Overzicht behandeling en
begeleiding
Aantallen Behandeling en Begeleiding Extramuraal
2014
2015
Therapie
Behandelingen Patiënten
Behandelingen Patiënten
Diëtetiek Dieetadvisering
101 62
121 61
Diëtetiek thuisbehandeling
153
138
78
64
Ergotherapie Screening DTE
2
Ergotherapie
138 85
103 65
Ergotherapie thuisbehandeling
1312
1329
386
2 391
Fysiotherapie Intake/onderzoek na screening
29
29
28
28
Intake/onderzoek na verwijzing
279
228
251
231
Screening DTF
24
24
18
18
Fysiotherapie
8520 390
7548 385
Fysiotherapie thuisbehandeling
3433
198
3167
195
Lange zitting
87
1
92
1
Telefonische zitting
1
1
1
1
Fitness 55+-strippenkaarten
272
240
Gero Fit (per sessie)
703
767
Logopedie Logopedie
250 29
229 21
Logopedie thuisbehandeling
322
43
214
40
Logopedie afasiebehandeling
117
10
111
5
Logopedie afasie thuisbehandeling
1
1
11
2
Psychologie GGZ Basis kort traject
2
2
3
3
GGZ Basis middentraject
3
3
7
7
GGZ Basis intensief traject
2
2
GGZ Basis Transitie/Onvol. traject
1
1
4
4
Wlz-consultatie
11 / 57,8 uur
11
3 / 12,5 uur
3
Specialist ouderengeneeskunde Consulten
30 / 49,3 uur
30
25 / 62,5 uur
25
Jaarverantwoording 2015 89
i
naar inhoudsopgave
BIJLAGE L Personeel Personeelsomvang
Begroot 2015 Werkelijk 2015
Algemene en administratieve functies
134,40
135,12
Facilitaire functies
216,07
225,26
Wmo-functies
- 1.053,49
Begroot 2014 Werkelijk 2014
110,82
31,79
216,06
239,20
-
135,62
1.123,55
1009,29
Verzorging en verpleging
Behandeling en begeleiding
70,96
68,07
Totaal
1.474,92
1.582,00
56,77
1.628,56
134,15 1.202,43 68,44 1.776,01
Verzuim Verzuimcijfers
2015 2014
Verzuimpercentage 6,56 6,58
Kort verzuim
Meldingsfrequentie 1,15 1,02
0-8 dagen
2015 2014 0,76%
0,61%
Middelverzuim 8-43 dagen
0,62%
0,73%
Lang verzuim 43 en meer dagen
5,19%
5,24%
Verloop personeel Verloop personeel
2015 Personeel Aantal fte
Instroom
445 79,91
Uitstroom
585 157,9
2014 Personeel Aantal fte 545 70,37 1340 202,09
Jaarverantwoording 2015 90
i
naar inhoudsopgave
BIJLAGE M Personalia MT leden Personalia MT-leden 2015 Naam Functie Sander van IJsseldijk, MBA
directeur De Hanepraij
Taco van Delft
directeur Floravita
Leny Vermeulen
directeur Thuiszorg
Joke van Straaten
interimdirecteur Julianastaete tot 1 augustus 2015, daarna projectleider Medewerker aan zet.
Agnes van Buuren
directeur Gouwestein en Karnemelksloot
Marjon Vonck, MBA
directeur Irishof
Loes de Vries, MBA
directeur Julianastaete tot 1 april 2015 daarna directeur Ronssehof
Rene Boeren, SO
divisiedirecteur Geriatrische Revalidatie Zorg per 20 05 2015
drs. Petra Dekker
directeur Prinsenhof
Janneke Pillen, MBA
directeur De Reehorst
Irene Feenstra
directeur Savelberg
Willem Bezemer
directeur De Breeje Hendrick en De Waterpoort
drs. Gert Veldhuizen
directeur Vijverhof en De Meent
Robert van der Knijff
directeur Slothoven / Sola Gratia
Peter Noordam, MBA
concerncontroller
Mark-Jan van Unnik
hoofd Administratie
Leo Blom
managerHRM
Linda Oprel
manager Marketing en Communicatie
Jolanda Nieuwveld
bestuurssecretaresse
Darinca Vorster
secretaresse RvB
drs. Peter van der Wel
bestuursadviseur
Stienet Bonefaas
manager Hoteldienst
Hester Ploos van Amstel, SO
specialist ouderengeneeskunde en manager Behandeling & Begeleiding
Rob van der Vijgh
manager ICT
Jaarverantwoording 2015 91
i
naar inhoudsopgave
BIJLAGE N Bedrijfseconomische kengetallen
en ratio’s
Bedrijfseconomische kengetallen / ratio’s
Resultaat /balans geconsolideerd 2014 2015
Resultaat
Resultaat/balans enkelvoudig 2014 2015
€ 2.657.722
€ 2.920.699
€ 2.712.696
€ 3.800.576
Rentabiliteit (resultaat / totale opbrengsten)
2,00%
2,38%
2,05%
3,11%
Budgetratio/weerstandsvermogen/ vermogensniveau (EV/totale opbrengsten)
26,99%
33,47%
26,21%
33,31%
1,54
1,54
1,53
1,54
20,38%
23,74%
19,95%
23,69%
Current ratio (vlottende activa / kortlopende schulden Solvabiliteit (eigen vermogen / balanstotaal)
Jaarverantwoording 2015 92
i
naar inhoudsopgave
BIJLAGE O Cliënttevredenheid Resultaten cliëntentevredenheid volgens CQ-index 2014 t.o.v. 2012 Top drie Kernwaarden PG 2012 2014 1 Gastvrij Gastvrij 2 Toegankelijk Inlevend 3 Inlevend Toegankelijk
Somatiek 2012 2014 Thuiszorg 2012 2014 1 Gastvrij Gastvrij 1 Betrouwbaar Betrouwbaar 2 Betrouwbaar Deskundig 2 Klantgericht Inlevend 3 Toegankelijk Betrouwbaar 3 Deskundig Klantgericht
Resultaten activiteiten dagbesteding PG
Somatiek 2012
2014
Altijd
23,9%
40,1%
Nooit/soms
23,0%
15,8%
Meestal
53,1%
44,1%
2012
2014
73,5% 10,8% 15,8%
75,8% 5,8% 18,4%
Biedt het huis gezelligheid met anderen?
Organiseert het huis genoeg activiteiten? Altijd
25,7%
39,1%
Nooit/soms
22,4%
17,4%
Meestal
51,9%
43,4%
Sluit de georganiseerde activiteiten aan op wat de bewoner leuk vindt? Altijd
15,8%
19,6%
Nooit/soms
28,6%
31,7%
Meestal
52,6%
54,0%
NetPromoterscore 'Zou u Zorgpartners Midden-Holland bij uw vrienden en familie aanbevelen'
pg somatiek thuiszorg
2012 -47,5 -33 -17,4
2014 7,8 40,5 41,9
Toelichting NetPromoterscores: De hoogste score is 100 en de laagste score -100. Het antwoord op deze vraag wordt weergegeven in een percentage van promotors, passief tevreden en criticasters. De score wordt berekend door het percentage criticasters af te halen van het percentage promotors.
Jaarverantwoording 2015 93
i
naar inhoudsopgave
Resultaten vragen m.b.t. maaltijden PG
2012
2014
37,5%
69,6%
Zien de maaltijden er verzorgd uit? Altijd Nooit/soms Meestal
0,0%
0,0%
62,5%
30,4%
59,1%
84,6%
Is er genoeg tijd om te eten? Altijd Nooit/soms
9,1%
0,0%
31,8%
15,4%
Altijd
42,9%
30,4%
Nooit/soms
19,0%
8,7%
Meestal
38,1%
60,9%
2012
2014
35,0% 32,8% 32,2%
27,5% 33,1% 39,4%
61,5% 11,1% 27,4%
48,8% 8,9% 42,3%
Meestal Is er genoeg hulp bij het eten?
Somtiek Zijn de maaltijden lekker? Altijd Nooit/soms Meestal Is de sfeer tijdens het eten goed? Altijd Nooit/soms Meestal
Resultaten professionele houding t.a.v. dialoog voeren PG
Somatiek 2012
2014
Thuiszorg 2012
2014
2012
2014
Altijd Nooit/soms Meestal
42,0% 15,4% 42,7%
53,7% 2,4% 43,9%
37,5% 18,3% 44,2%
Altijd Nooit/soms Meestal
54,1% 9,9% 36,0%
72,1% 2,3% 25,6%
38,2% 30,9% 30,9%
Altijd Nooit/soms Meestal
53,2% 10,9% 35,9%
81,0% 2,4% 16,7%
45,2% 16,0% 38,8%
Altijd Nooit/soms Meestal
45,6% 11,8% 42,6%
62,8% 7,0% 30,2%
Staat de zorginstelling open voor uw wensen? Altijd Nooit/soms Meestal
44,4%
42,4%
7,4%
6,1%
48,1%
51,5%
niet bevraagd niet bevraagd niet bevraagd
Luisteren de zorgverleners aandachting naar u? Altijd 46,5% Nooit/soms 19,0% Meestal 34,5%
niet bevraagd niet bevraagd niet bevraagd
Hebben de zorgverleners genoeg aandacht voor hoe het met u gaat? Altijd
32,0%
31,4%
Nooit/soms
24,0%
2,9%
Meestal
44,0%
65,7%
Altijd 34,2% Nooit/soms 34,5% Meestal 31,3%
Geven de zorgverleners goed antwoord op uw vragen? Altijd
37,9%
51,4%
Nooit/soms
17,2%
2,9%
Meestal
44,8%
45,7%
Altijd 51,5% Nooit/soms 14,1% Meestal 34,4%
Resulaten beschikbaarheid personeel PG
Somatiek 2012
2014
2012
2014
3,9% 54,6% 41,6%
5,3% 46,0% 48,8%
16,4% 57,0% 26,6%
21,7% 41,7% 36,6%
Is er genoeg personeel in huis? Altijd Nooit/soms Meestal
Jaarverantwoording 2015 94
i
naar inhoudsopgave
BIJLAGE P Onderwerpen Kring 2015 met
doorloop naar 2016
Onderwerpen Kring 2015 met doorloop naar 2016 Kring Zorg & Behandeling • beslisboom • overzichtskaart • onderzoek mentorschap • stand van zaken Wet zorg en dwang • gedragsproblematiek • complementaire zorg • reanimatiebeleid • waarborgen verpleegkundige deskundigheid • agressie • veiligheid zorgbeleid Kring Wonen, welzijn en gastvrijheid • mantelzorg- en vrijwilligersbeleid • visie op gastvrijheid • visie op welzijn • 24 uur Veilig Wonen • inzet domotica • HACCP en voedselveiligheid • beleid rond eten en drinken • interne communicatie • het thema Inspiratie met livegang van Zorgparntersinspiratie.nl. Kring Organisatie & Ontwikkeling • interne en externe omgevings- en trendanalyse voor meerjarenbeleidsplan • inspiratiesessies met alle leidinggevenden. • scenariobeschrijvingen voor implementatie meerjarenbeleid • mede beschrijven van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden • analyse en aanbevelingen CQ-index klanttevredenheid • innovatie • duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen • regelarme zorg Kring HRM / Personeel • strategische personeelsplanning • analyse uitkomsten medewerkerraadpleging 2015 • herijken functiehuis • oprichten Servicedesk HRM • verzuimbegeleiding
Jaarverantwoording 2015 95
i
naar inhoudsopgave
Kring Financiën • herziening planning-en-controlcyclus • herinrichting kostenplaatsstructuur Beraad Strategische Informatievoorziening • ontwikkeling beleidsdocument informatievoorziening • procedure wijzigingsbeheer • inrichten functioneel beheer • ontwikkelen voorstel papierarm vergaderen
Jaarverantwoording 2015 96
i
naar inhoudsopgave