JAARSTUKKEN 2006 goedgekeurd op 27 juni 2007
Versie: 28-06-2007
2
3
INHOUDSOPGAVE 1. JAARVERSLAG Algemene toelichting Kerngegevens Programmaverantwoording Paragrafen: Paragraaf 1 Weerstandsvermogen Paragraaf 2 Onderhoud kapitaalgoederen Paragraaf 3 Financiering Paragraaf 4 Bedrijfsvoering Paragraaf 5 Verbonden partijen Paragraaf 6 Grondbeleid
7 9 11 31 35 37 38 41 42 43
2. JAARREKENING Balans Recapitulatiestaat programmarekening Programmarekening Toelichtingen: Staat van herkomst en besteding van middelen Waarderingsgrondslagen Toelichting op de balans Toelichting op de programmarekening Analyse begrotingsafwijkingen
47 51 55 76 78 81 99 109
3. OVERIGE GEGEVENS Besluit Accountantsverklaring Bijlagen: bijlage I kostenverdeelstaat bijlage II A overzicht personeelssterkte en -lasten bijlage II B specificatie personeelslasten bijlage III berekening bijdrage per gemeente bijlage IV SISA-overzicht bijlage V Overzicht beleggingen BOR bijlage VI gebruikte afkortingen
117 123 125 128 130 131 134 136 138
4
5
1 JAARVERSLAG
6
7
ALGEMENE TOELICHITING Bestuurlijke ontwikkelingen De 'Regeling stadsgewest Haaglanden 1995' is per 1 maart 1995 op basis van de Kaderwet Bestuur in verandering in werking getreden. De regeling voldoet aan de in deze wet gestelde eisen, onder meer aan het minimaal verplichte takenpakket. In de regeling is voorts gebruik gemaakt van de in de Kaderwet aangegeven mogelijkheid om op een aantal onderdelen van de Wet gemeenschappelijke regelingen af te wijken, bijvoorbeeld wat betreft de samenstelling van het bestuur. De Kaderwet Bestuur in verandering had een beperkte looptijd. Hangende de parlementaire behandeling van de wetgeving, die genoemde Kaderwet moet opvolgen, is op 9 december 2004 de ‘Wet tot extra verlenging van de gemeenschappelijke regelingen die krachtens de Kaderwet bestuur in verandering zijn getroffen’ van kracht geworden. Op basis van deze wet is op 28 december 2004 een Koninklijk besluit genomen waarmee de periode voor de Kaderwetgebieden is verlengd tot uiterlijk 1 januari 2007. Op 22 april 2004 is het wetsvoorstel ‘Wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen en enkele andere wetten met het oog op de instelling van plusregio’s’ (Wijzigingswet Wgr-plus) bij de Tweede Kamer der Staten Generaal aangeboden. Het wetsvoorstel is op 21 december 2004 door de Tweede Kamer aanvaard en daarna voorgelegd aan de Eerste Kamer der Staten Generaal. Het wetsvoorstel Wgr-plus regelt op hoofdlijnen materieel gezien hetzelfde als de Kaderwet Bestuur in verandering. Eind 2005 is de Wijzigingswet Wgr-plus door de Eerste kamer aanvaard. Aan het tot stand komen van deze wetgeving is door het Stadsgewest medewerking verleend. De Wijzigingswet Wgr-plus is per 1 januari 2006 in werking getreden. Daarmee is een wettelijke regeling voor onbepaalde tijd getroffen. In deze jaarrekening is derhalve, voor wat betreft de waarderingsgrondslagen, uitgegaan van een goingconcern. Het resultaat Het jaar kon worden afgesloten met een voordelig resultaat van € 1.444.390. Het resultaat werd voornamelijk behaald door het treasuryresultaat, een onderbesteding bij het programma Milieu en enkele kleinere verschillen op programma’s. De onderbesteding op de programma’s is grotendeels veroorzaakt doordat meer tijd dan geraamd is besteed aan gesubsidieerde projecten, waardoor de kosten ten laste van de gemeentelijke bijdrage zijn verminderd. Gezien de toename van risico’s, met name op het gebied van de uitvoering van projecten wordt voorgesteld met dit voordelig resultaat het weerstandsvermogen te versterken door een toevoeging aan het Egalisatiefonds. In de verslagperiode zijn twee Maraps uitgebracht. In het verslagjaar is een aanzienlijk hoger treasuryresultaat behaald dan in het vorige jaar. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door de, met name in het laatste halfjaar, optredende hogere rente en door het ten opzichte van de raming hogere kasgeldvolume. Hierbij speelt het achterblijven van de uitputting van het Mobiliteitsfonds een belangrijke rol. Ook de ontvangst van projectsubsidies die dit jaar nog niet tot uitgaven leidden, hebben het resultaat gunstig beïnvloed. Omdat de uitputting van het Mobiliteitsfonds in de komende jaren zijn beslag krijgt is, dit treasuryresultaat incidenteel.
8
In het verslagjaar werd gewerkt volgens de vigerende richtlijnen en procedures. De richtlijnen en procedures zijn schriftelijk uitgewerkt in de beschrijvingen van de administratieve organisatie. Deze beschrijvingen vormen het Handboek administratieve organisatie. De afronding en vaststelling van de financieel meest belangrijke processen van het Handboek administratieve organisatie vindt in het voorjaar 2007 plaats. Rechtmatigheid In 2005 is de werkgroep rechtmatigheid van start gegaan: deze werkgroep heeft tot taak de gevolgen van de wetgeving ingevolge het Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten (BAPG) uit te werken voor het Stadsgewest en zorg te dragen voor de invoering hiervan. De eerste fase van dit traject, namelijk de inventarisatie van de voor het Stadsgewest relevante wet- en regelgeving (intern en extern), is medio 2005 voltooid. In de vergadering van het algemeen bestuur van 23 november 2005 is dit ‘Normenkader accountantscontrole in verband met de rechtmatigheid’ vastgesteld. Vervolgens is het normenkader verbijzonderd naar een toetsingskader. De operationalisering van het normenkader en de uit te voeren toetsing op de naleving hiervan ligt vast in het toetsingskader. Dit toetsingskader is door het dagelijks bestuur op 5 april 2006 vastgesteld. Met het vastgestelde normenkader en het toetsingskader als basis is de feitelijk uit te voeren interne en externe toetsing op de naleving van de wet- en regelgeving in gang gezet. Daarbij is mede gebruik gemaakt van de administratief organisatorische procesbeschrijvingen. In de afgelopen periode is de werkgroep bezig geweest met het uitvoeren van interne controle op het aspect rechtmatigheid (controleplannen, uitvoeren interne controles en dergelijke). De accountant heeft vervolgens de externe controle op het aspect rechtmatigheid uitgevoerd. Dit heeft geleid tot een ook met betrekking tot de rechtmatigheid goedkeurende verklaring. In 2007 zal de verdere opstelling en uitvoering van interne controleplannen prioriteit krijgen.
9
KERNGEGEVENS Gegevens per Gegevens per 1 januari 2006 1 januari 2005 A. SOCIALE STRUCTUUR Aantal inwoners Stadsgewest Delft Den Haag Leidschendam-Voorburg Midden-Delfland Pijnacker-Nootdorp Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer
991.309 95.090 475.627 73.111 17.435 41.965 47.152 25.622 98.328 116.979
984.442 95.031 472.096 73.793 17.054 39.882 47.379 25.557 97.858 115.792
B. FINANCIELE STRUCTUUR Totaal bedragen 2006
Totaal bedragen per inwoner
2005
2006
2005
Uitgaven
338.500.413
407.317.496
341.47
413,75
Bijdragen van het Rijk
301.582.980
356.827.994
304.23
362,47
Bijdragen van derden
32.083.989
18.658.602
32.37
18,95
3.485.873
3.480.365
4,93
4,72
- Pijnacker-Nootdorp
203.051
194.960
4,89
4,70
- Delft en Wassenaar
584.237
585.868
4,86
4,67
- Westland en MiddenDelfland
560.283
553.974
4,86
4,67
Bijdragen van deelnemende gemeenten: -
Den Haag, LeidschendamVoorburg, Rijswijk en Zoetermeer
10
11
PROGRAMMAVERANTWOORDING 1.
PROGRAMMA BESTUUR
Het Stadsgewest Haaglanden is op 1 oktober 1992 ingesteld als opvolger van het Gewest 's-Gravenhage. Per 1 maart 1995 is het Stadsgewest Haaglanden komen te vallen onder de Kaderwet Bestuur in verandering. Die wettelijke regeling was van tijdelijke aard. Per 1 januari 2006 is de Wijzigingswet-Wgr-plus inwerking getreden. Die wetgeving geldt voor onbepaalde tijd. Door middel van deze wijzigingswet zijn in de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) bepalingen opgenomen voor de zogeheten plusregio’s, waartoe ook het Stadsgewest behoort. Deze plusregio’s ontlenen hun taken en bevoegdheden aan de gewijzigde Wgr en aan de betreffende sectorwetten. Daarenboven is delegatie van taken en bevoegdheden van gemeenten en de provincie mogelijk. Wat dit laatste betreft heeft de provincie Zuid-Holland de bevoegdheden op het terrein van de jeugdzorg aan het Stadsgewest (en aan de Stadsregio Rotterdam) overgedragen. In het Stadsgewest participeren de gemeenten Delft, Den Haag, Leidschendam-Voorburg, MiddenDelfland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Wassenaar, Westland en Zoetermeer. Wat willen we bereiken? Per 1 januari 2006 is de Wijzigingswet-Wgr-plus Inwerking getreden. Deze nieuwe wetgeving maakt een wijziging van de ‘Regeling stadsgewest Haaglanden 1995’ nodig. De nieuwe wettelijke situatie is een extra aanleiding om het profiel van het stadsgewest voor de gemeenten en andere overheden, maar ook voor de burgers en het maatschappelijk middenveld helder te positioneren. Het op een effectieve, efficiënte en transparante wijze uitvoeren van de taken en bevoegdheden is een belangrijke doelstelling voor de bestuursorganen van het Stadsgewest Haaglanden. Wat hebben we ervoor gedaan? In 2006 is de wijziging van de ‘Regeling stadsgewest Haaglanden 1995’, noodzakelijk als gevolg van de nieuwe wetgeving, doorgevoerd. Voorts is in 2006 een discussie gevoerd over de werkwijze van de bestuursorganen en de commissie van advies. Eind 2006 heeft het algemeen bestuur een aantal conclusies getrokken onder meer met betrekking tot de plaatsvervangingsregelingen en het functioneren van de commissies van advies. In 2006 zijn gemeenteraadsverkiezingen gehouden. Aansluitend daaraan zijn nieuwe leden voor het algemeen bestuur benoemd door de gemeenteraden en zijn uit het midden van het algemeen bestuur de leden van het dagelijks bestuur en van de commissies van advies benoemd. Het algemeen bestuur heeft in 2006 vijf maal vergaderd. Het dagelijks bestuur is veertien maal in vergadering bijeen geweest. In het kader van de bevordering van de betrokkenheid van de gemeenteraden is op 15 mei 2006 een Regiodag gehouden. Omdat dit van belang is voor de posititie van de plusregio’s in het openbaar bestuur, is veel aandacht besteed aan inbreng bij de voorbereiding van de zogeheten Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening, waarin de taken en bevoegdheden voor de plusregio’s worden geregeld. Het wetsvoorstel is in 2006 overeenkomstig de wensen van VNG en plusregio’s bij de Tweede Kamer ingediend. Op het vlak van de bestuurlijke organisatie is op verzoek van de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het rapport van de Commissie Kok uitgebracht. In het coalitieakkoord van het in 2006 aangetreden nieuwe Kabinet, is hieruit overgenomen dat er een urgentieprogramma voor de Randstad moet komen.
12
Wat heeft het gekost? Omdat op basis van de per 1 januari 2006 geldende wetgeving nog alleen leden van de raad, wethouders en burgemeesters van de deelnemende gemeenten lid mogen zijn van het algemeen bestuur, heeft dit in 2006 geleid tot lagere kosten in verband met de vergoedingen aan niet-raadsleden. De vergaderkosten Bestuur zijn hoger uitgevallen dan geraamd vanwege kosten van werving van nieuwe (externe) leden van de commissie bezwaar en beroep. Het programma Bestuur laat overigens slechts kleine verschillen zien tussen de begroting en werkelijke uitgaven. Vanwege een terughoudend uitgavenbeleid is er sprake van enige onderuitputting.
Wat heeft het gekost? Werkelijk 2005
Begroting 2006
Werkelijk 2006
Totaal lasten programma bestuur
1.200.785
1.020.200
947.779
Totaal baten programma bestuur
367.987
69.700
88.471
Nadelig saldo programma bestuur vóór bestemming
832.798
950.500
859.308
baten per inwoner bijdrage per inwoner
0,09 0,87
13
2.
PROGRAMMA VERKEER EN VERVOER
Het programma Verkeer en Vervoer is vastgelegd in de Regionale Nota Mobiliteit (RNM). De RNM is het regionaal verkeers- en vervoersplan op grond van de Planwet Verkeer en Vervoer. De ambities van de RNM worden vertaald in het uitvoeringsprogramma. Dit is een dynamisch programma waarin voor een termijn van vier jaar maatregelen staan, inclusief verantwoordelijkheden en kosten, die de partijen in de regio uitvoeren. Het uitvoeringsprogramma heeft een directe relatie met het regionale Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer (IPVV). Het IPVV laat jaarlijks de stand van zaken bij de voorbereiding van de diverse projecten zien. Wat willen we bereiken? De bereikbaarheid binnen Haaglanden staat onder grote druk. De mobiliteit groeit tot 2015 naar verwachting met 20 tot 30%. Het Stadsgewest Haaglanden geeft in de RNM aan met welk samenhangend pakket aan beleid en projecten ze de regio voor de periode tot 2020 beter bereikbaar, verkeersveiliger en leefbaarder wil maken. Haaglanden streeft naar: • 40% meer openbaar vervoerritten in 2020, • meer verplaatsingen op de fiets, • beter voorspelbare reistijd met de auto in de spits, • minder verkeersslachtoffers, • verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving. Daarnaast streven we binnen het Stadsgewest Haaglanden naar meer samenhang in het beleid. Binnen het project Locatieontwikkeling en Bereikbaarheid (LOB) wordt een verkenning uitgevoerd naar de mogelijkheden van verdichting langs de OV-lijnen en rond de stations. Het stellen van heldere randvoorwaarden vanuit Verkeer en Vervoer dient ertoe bij te dragen dat toekomstige ruimtelijke keuzes de bereikbaarheid niet onnodig verslechteren. SWINGH Verbetering van de bereikbaarheid gebeurt niet alleen door de aanleg van meer infrastructuur. Ook door betere samenwerking tussen wegbeheerders, een goede afstemming van hun activiteiten en betere informatieverstrekking kan winst worden behaald. Sinds medio 2003 werken het Stadsgewest Haaglanden, de provincie Zuid-Holland, Rijkswaterstaat directie Zuid-Holland, 10 gemeenten, de ANWB, Rover en VNONCW samen onder de naam SWINGH. SWINGH staat voor SamenWerken In Groot Haaglanden. Groot Haaglanden, want Leiden doet ook mee. SWINGH staat niet op zichzelf, maar maakt als het ware deel uit van genoemde organisaties. Met gebruik van de daar aanwezige inzet, expertise en creativiteit heeft SWINGH inmiddels een groot aantal projecten opgestart. SWINGH, gehuisvest bij het Stadsgewest Haaglanden, richt zich op snel op te lossen bereikbaarheidsknelpunten. Een goed voorbeeld daarvan is het maatregelenpakket dat is samengesteld en uitgevoerd bij de afsluiting van de A12-afslag Nootdorp in de eerste helft van 2005. In 2005 is in het kader van de zgn. Samenwerkingsagenda gestart met het inventariseren en oplossen van knelpunten van bovengenoemde aard op vier ‘stromen’: de Leidenstroom, de Zoetermeerstroom, de Delftstroom en de Westlandstroom. Vooruitlopend op de te nemen beslissing inzake de evaluatie van SWINGH is in deze begroting een raming van de te besteden uren opgenomen.
14
Wat hebben we ervoor gedaan? Openbaar vervoer Naast de sociale functie van het openbaar vervoer is het van groot belang om met een goed OVsysteem een alternatief te blijven bieden voor de auto. Zo’n systeem moet meegroeien, in kwantiteit en kwaliteit, met ontwikkelingen om ons heen. In 2006 heeft het OV-systeem een nieuwe impuls gekregen, doordat een aantal vernieuwingen en uitbreidingen zijn beslag hebben gekregen of in gang zijn gezet: RandstadRail en de bijbehorende reorganisatie in het tram- en busnet, de aanbesteding van het streekvervoer (inclusief het lokaal vervoer in Delft en Zoetermeer) en RegioTaxi. Voor latere jaren is in 2006 hard gewerkt aan een volgende vernieuwing: tramlijn 19. Vanuit het opdrachtgeverschap OV heeft het Stadsgewest Haaglanden zich in 2006 met de volgende onderwerpen bezig gehouden: Exploitatie openbaar vervoer, RegioTaxi en beheer van concessies In 2006 is, na openbare aanbesteding, het recht op exploitatie van de RegioTaxi vanaf 1 september gegund aan BTR. De resultaten bleven in 2006 achter bij de verplicht gestelde kwaliteitseisen. Veel aandacht is besteed aan de monitoring van de prestaties en de afhandeling van de klachten. Door diverse maatregelen is de druk om de overeenkomst na te komen opgevoerd. Dit heeft geleid tot verbetering van de resultaten, waarna is besloten om het contract vooralsnog voort te zetten. De huidige busconcessies moeten per 1 januari 2009 zijn aanbesteed. (De concessieverlening aan Connexxion loopt af per 1-1-2007, maar inmiddels is toestemming verkregen tot verlenging.) In 2006 is een plan van aanpak opgesteld, waarna is verder gewerkt aan een programma van eisen. Belangrijke aspecten daarin zijn de toegankelijkheid van het OV, de brandstofkeuze en het verstrekken van reizigersinformatie. RandstadRail De start van RandstadRail als geheel is door diverse oorzaken herhaaldelijk uitgesteld. De lijn RR3 is in 2006 niet tot exploitatie gekomen. RR4 is op 29 oktober 2006 tussen Oosterheem en de Monstersestraat van start gegaan, maar na ontsporingen is de exploitatie op 29 november gestaakt. De Erasmuslijn is op 10 september gaan rijden tussen Hofplein en Nootdorp. Het gedeelte tussen Nootdorp en Den Haag CS is op 12 november van start gegaan, maar op 29 november weer stil gelegd. Onderzoeken, zowel met een bestuurlijke als een technische optiek, zijn opgezet. Teneinde de reizigers een alternatief te kunnen bieden, is bij de uitval van RandstadRail vervangend (bus)vervoer geregeld. De beschikking voor de bouw van een ondergrondse aanlanding op Den Haag CS voor de Erasmuslijn is door het ministerie van V&W verleend. De gemeente Den Haag is gestart met de voorbereidende werkzaamheden. Lijn 19 De realisatie van lijn 19 is vertraagd. De tracékeuze, de planning en de kostenraming zijn voor de Delftse en Leidschendamse delen afgerond. Procedures in Rijswijk, Delft en Leidschendam-Voorburg hebben echter de start van de exploitatie vertraagd. Beheer en onderhoud Binnen zes gemeenten van Haaglanden ligt railinfrastructuur. Het beheer en onderhoud van deze railinfrastructuur worden steeds belangrijker taken van het Stadsgewest. Het juridische eigendom van de infrastructuur ligt bij de betreffende gemeenten, Haaglanden en het Rijk. Het Stadsgewest is verantwoordelijk voor het budget om het beheer en onderhoud te doen uitvoeren. Het gaat hierbij om een budget van rond € 35 miljoen op jaarbasis.
15
De overdracht van het beheer en onderhoud van de infrastructuur van RandstadRail is vertraagd als gevolg van de algehele vertraging van de ingebruikname. Wel is het beheerplan voor RandstadRail nagenoeg afgerond. OV Chipkaart De invoering van de OV-chipkaart is vertraagd als gevolg van het uitblijven van landelijke afspraken. Met name de distributie en de tariefstelling zijn knelpunten. De vervoerders worden uitgedaagd om een landelijk distributienet op te zetten. Op Zuidvleugelniveau is besloten om zoveel mogelijk gezamenlijk op te trekken. Haaglanden is hier de trekker en heeft voorstellen voor het landelijk overleg ontwikkeld. De inspanningen zijn er o.a. op gericht geweest om de periode van samenloop van het Nationaal VervoersBewijs (de strippenkaart) en OV-chipkaart zo kort mogelijk te houden (1 juli 2008 - 1 januari 2009). Fiets Het verbeteren van de concurrentiepositie van de fiets heeft een hoge prioriteit. Het voortschrijdende Vierjarenprogramma Fiets Haaglanden 2007–2010 programmeert de projecten die de gemeenten en de provincie uitvoeren om de regionale fietsinfrastructuur te verbeteren. Rond de 100 grotere en kleinere projecten zijn in uitvoering. In 2006 zijn onder meer de fietsbrug over de Vliet, het HOV-fietsviaduct en het zuidelijk fietsviaduct over de A4 gereed gekomen. Weginfrastructuur Verbetering van de weginfrastructuur is noodzakelijk. Binnen Haaglanden zijn diverse weginfrastructuurprojecten in ontwikkeling of in uitvoering: • Voor de N470 zijn de eerste werkzaamheden al uitgevoerd. Een deel van de Zuidtak (richting Rotterdam) is opengesteld. In 2007 volgen de rest van de Zuidtak en de Oosttak (richting Zoetermeer). Verwacht wordt dat de Westtak (richting Delft) in 2008 gereed zal zijn. Het Stadsgewest coördineert de circa 50 fietsprojecten rondom de N470. • In het voorjaar 2004 is de startnotitie A4 Delft-Schiedam in de inspraak gebracht. In december 2005 heeft Rijkswaterstaat de 1e stap (de alternatievennota) van de tracé/MER-procedure afgerond. De bestuurlijke adviescommissie Integrale Ontwikkeling tussen Delft en Schiedam (IODS) (waarin ook Haaglanden is vertegenwoordigd) heeft begin 2006 geadviseerd om in de 2e stap van de tracé/MERprocedure alleen de A4-IODS variant verder uit te werken. De minister van Verkeer en Waterstaat heeft dit advies overgenomen. Eind 2006 is echter een modelleerfout ontdekt, waardoor het Rijk aanvullende studies doet om de 1e stap van de tracé/MER-procedure adequaat af te ronden. De Minister zal vermoedelijk nog voor de zomer een beslissing nemen over het afronden van de 1e stap van de tracé/MER-procedure. De betrokken partijen hebben de afspraken over de uitvoering en de inpassing van de weg vastgelegd in een overeenkomst. Deze overeenkomst is juni 2006 getekend. Daarin staan ook de bijdragen van de verschillende partijen. Haaglanden moet € 10 mln bijdragen voor de inpassing van de weg. Eind 2007 zal het Rijk de trajectnota/MER publiceren. In 2008 zal het bevoegd gezag (de ministers van V&W en VROM) een standpunt innemen over het tracé. Het Stadsgewest is hierbij nauw betrokken. Naar verwachting kan in 2009/2010 worden begonnen met de aanleg van de weg en zal de weg in 2012/2013 gereed zijn. • Voor de nieuwe infrastructuur in het Westland (Tweede Ontsluitingsweg Hoek van Holland, Verlengde Veilingroute en reconstructie verkeersknooppunt Westerlee) is medio 2005 een overeenkomst getekend tussen de provincie Zuid-Holland, de stadsregio Rotterdam, het Stadsgewest Haaglanden en de gemeenten Rotterdam en Westland. Naar verwachting zal in 2007 worden begonnen met de eerste fase van het project.
16
•
•
Voor een nieuwe invalsweg in Den Haag (het zogenoemde Trekvliettracé) is in 2005 een MER-studie begonnen. In 2006 zijn de startnotitie MER vastgesteld en de richtlijnen voor de MER. Op basis van de uitkomsten van de MER-procedure zal eind 2007 een keuze voor het tracé gemaakt worden. Rond het Harnaschknooppunt (aansluiting A4/N211) wordt gewerkt aan een verbetering van de doorstroming, zowel op korte als op lange termijn. In 2007 zullen de ‘korte-termijn’ maatregelen (dubbele invoeger, extra rijstrook-noordzijde N211 tussen Harnaschknoop en Laan van Wateringse Veld) worden uitgevoerd. De middellange termijn betreft een ongelijkvloerse aansluiting van de Laan van Wateringse Veld op de N211. Hiervoor zal de planuitwerking in 2007 worden afgerond. Het is de bedoeling dat in 2009/2010 de ongelijkvloerse kruising gereed is. De lange termijn-aanpak betreft het grootschalig aanpakken van de Harnaschknoop. Hiervoor zal in 2007 een planstudie worden opgestart. In het kader van de verbetering van de doorstroming van de A12 wordt samen met Rijkswaterstaat en de provincie Zuid-Holland tot 2010 gewerkt aan een groot aantal benuttingmaatregelen. Het Stadsgewest is hierbij in het bijzonder verantwoordelijk voor het mobiliteitsmanagement, de reisinformatie (ICT) en de coördinatie van de ongeveer 35 fietsprojecten rondom de A12.
Samenwerkingsagenda Mobiliteitsmanagement Het Stadsgewest bevordert het aanbieden van alternatieven voor het autogebruik in het woonwerkverkeer. Het doel is dat de reiziger een bewuste keuze maakt voor het juiste vervoermiddel bij de juiste verplaatsing. In 2006 heeft het dagelijks bestuur hiervoor de Samenwerkingsagenda Mobiliteitsmanagement vastgesteld. Op basis van deze agenda zullen in 2007 afspraken worden gemaakt met de gemeenten over concrete maatregelenpakketten. Belangrijke aandachtspunten in 2006 waren: ● Samenwerking met bedrijven (gebiedsgericht en individueel) door advies, informatie en de actie “op de fiets werkt beter”. ● Projecten afgestemd op de individuele reiziger (betere overstappunten, betrouwbare reis- en routeinformatie). ● Parkeerbeleid (maatwerk bij bedrijven, winkels en woningen) afstemmen tussen de verschillende Haaglanden gemeenten. ● Regionale Park&Ride voorzieningen. Haaglanden trekt in SWINGH-verband dit project met als doel binnen vier jaar tenminste 2000 extra P&R-transfers, gericht op Den Haag, te realiseren. • ICT in Bereikbaarheid In het kader van SWINGH is het Stadsgewest Haaglanden “bevoegd gezag” voor het project “ICT in Bereikbaarheid”. In december 2005 is gestart met de implementatie onder het motto Haaglanden Mobiel. Op de gelijknamige website staat real time informatie over reistijden met de auto en met het openbaar vervoer. Hiervoor is onder andere een groot aantal inwinpunten langs de weg geïnstalleerd. Het project zal eind 2007 worden geëvalueerd. Vierjarenprogramma verkeersveiligheid Met ingang van 2005 is het Provinciaal Orgaan Verkeersveiligheid (POV) opgeheven en heeft het Stadsgewest Haaglanden de op zijn regio betrekking hebbende taken overgenomen. Het Stadsgewest is in 2006 onverminderd doorgegaan met maatregelen in het kader van het programma Duurzaam Veilig. Daarbij is gestreefd naar een evenwichtige verdeling van de inzet op infrastructuur en gedragsbeïnvloeding. Zowel voor de infrastructuur als voor de gedragsbeïnvloeding is een vierjarenprogramma uitgewerkt dat is opgenomen in het IPVV. In 2007 wordt de eerste evaluatie afgerond van de bestuursovereenkomst Regionaal Ondersteuningsbureau Zuid-Holland 2005-2007.
17
Netwerkaanpak Zuidvleugel De netwerkanalyse in de Zuidvleugelregio is afgerond en wordt gebruikt als inbreng in de MITbesprekingen met de minister van Verkeer en Waterstaat. Dit heeft geleid tot tal van projecten waarvan Haaglanden trekker is, danwel fors aan bijdraagt. Naar aanleiding hiervan is een Samenwerkingsagenda opgesteld. Stadsgewestelijke subsidies voor infrastructuur Het Vernieuwde Mobiliteitsfonds Per 1 januari 2006 werkt het Stadsgewest Haaglanden volgens de principes van het vernieuwde mobiliteitsfonds. Vanaf 2005 ontvangt Haaglanden de zogenaamde Brede Doeluitkering (BDU) van het Rijk voor: infrastructuur, exploitatie openbaar vervoer, verkeersveiligheid en mobiliteitsmanagement. Met de nieuwe verordening regionaal Mobiliteitsfonds en de instelling van het spelregelkader voor projectbeoordeling wordt een formeel kader gegeven voor de uitvoering van de verantwoordelijkheden die het Stadsgewest krijgt als gevolg van de decentralisatie en wordt voortgegaan op de goede weg die met het Mobiliteitsfonds 1999 is ingeslagen. De BDU-gelden die het stadsgewest tot 2011 zal ontvangen, zijn volledig toegewezen aan ontwikkeling van het openbaar vervoer-voorzieningenniveau en het afronden van lopende projecten en programma's. Een gemeentelijke contributie ter aanvulling van het Mobiliteitsfonds maakt het mogelijk een slagvaardiger lokaal en regionaal verkeers- en vervoersbeleid te voeren en zorgt voor een sterke onderhandelingspositie met het Rijk. Regionaal Fonds Bereikbaarheidsoffensief Haaglanden (BOR) Het regiofonds maakt geen onderdeel uit van het vernieuwde Mobiliteitsfonds. Het BOR kent tot 2011 een eigen verordening. In 2005 en in 2006 heeft er een herprioritering van projecten binnen het BOR plaatsgevonden. Dit met als belangrijkste doel om tot een versnelling in de uitvoering te kunnen komen. Een actieve en versnelde uitvoering is van groot belang om ervoor te zorgen dat alle projecten in 2011 ook daadwerkelijk zijn uitgevoerd. Wat heeft het gekost? Werkelijk 2005
Begroting 2006
Werkelijk 2006
Totaal lasten programma verkeer en vervoer
327.815.112
230.842.200
240.241.008
Totaal baten programma verkeer en vervoer
329.174.709
230.477.500
239.960.457
-1.359.597
364.700
280.551
Nadelig saldo bestemming
programma
baten per inwoner bijdrage per inwoner
verkeer
en
vervoer
vóór
242,13 0,28
18
3.
PROGRAMMA ECONOMIE EN WERKGELEGENHEID
Algemeen programma Wat willen we bereiken? Het programma Economie en Werkgelegenheid richt zich op het stimuleren van de regionale economie en daardoor op het bevorderen van de werkgelegenheid in Haaglanden. Het • • • • •
beoogde maatschappelijke effect is: versterken van de economische structuur, bevorderen van de samenhang tussen de pijlers van de regionale economie, wegnemen van de knelpunten voor een gezonde economische ontwikkeling, bevorderen van een evenwichtig aanbod van bedrijventerreinen en kantoorlocaties, bevorderen van een evenwichtig detailhandelaanbod.
Het beleid binnen Haaglanden voor dit programma is vastgelegd in de beleidsnota ‘Op weg naar een economische strategie voor Haaglanden’. De uitwerking en prioriteiten zijn vastgelegd in de nota ‘Uitwerking en concretisering economische strategie Haaglanden’ die in 2004 is vastgesteld. Wat hebben we ervoor gedaan? • De uitvoering van het locatiebeleid voor kantoren, bedrijven en detailhandel is in 2006 in monitoren vastgelegd. Om overaanbod aan kantoorvloeroppervlak te voorkomen zijn in 2004 goede afspraken tussen de gemeenten (zoals vastgelegd in de Kantorenstrategie) gemaakt. Uit de Kantorenmonitor blijkt dat dit goed heeft gewerkt. • Op 13 december 2006 heeft het algemeen bestuur het geherformuleerde beleid voor detailhandel vastgesteld. Daarmee ligt een hiërarchie vast van de diverse winkelgebieden qua verzorgingsgebied. Daarnaast bevat dit beleid afspraken over de detailhandel op bedrijventerreinen en branchevreemde producten. • De herijking van de strategie voor bedrijventerreinen is gestart in 2005. Kernpunt daarvan is voldoende aanbod van de juiste kwaliteit om het bedrijfsleven te accommoderen. Tevens is hierin de vraag meegenomen waar nog ruimte te vinden is voor bedrijven als alle terreinen die nu nog in de planning zitten, zijn uitgegeven. De ruimteclaim van 450 ha voor bedrijventerrein tot 2020 speelt een belangrijke rol in de discussie rond het nieuwe RSP. Deze discussie is nog niet afgerond. • Het tekort aan specifiek terrein voor milieuhinderlijke bedrijven blijft een lastig op te lossen knelpunt. In 2006 heeft dit vooral gespeeld bij de beoogde uitplaatsing van de autowrakkenshredderinstallatie en de autodemontagebedrijven uit de Binckhorst. • Om een goed inzicht te hebben op de ontwikkeling van de werkgelegenheid heeft het Stadsgewest ook in 2006 het werkgelegenheidsonderzoek uitgevoerd. • Initiatieven op het vlak van de kenniseconomie ondersteunt het Stadsgewest actief door deelname in de Kennisalliantie Zuid-Holland. • Steenworp blijft zich richten op het transparant maken van het bedrijfsonroerendgoedaanbod waardoor bedrijven in Haaglanden blijven of zich hier vestigen. Steenworp heeft daarbij directe bemoeienis gehad met de hervestiging van ruim 60 bedrijven in Haaglanden in 2006. • Ook in 2006 heeft het Stadsgewest haar financiële bijdrage geleverd aan de West-Holland Foreign Investment Agency (WFIA). De WFIA trekt buitenlandse bedrijven aan voor de regio. Naast het Stadsgewest ondersteunen Den Haag, Delft, Zoetermeer, Leiden, de Kamers van Koophandel en de Provincie Zuid-Holland de WFIA. Daarnaast is een forse inzet gepleegd om de bestuursstructuur van de WFIA om te bouwen.
19
AGRIBUSINESS Het onderdeel Agribusiness van het programma economie en werkgelegenheid waarborgt de economische continuïteit van de regionale glastuinbouwcluster met oog voor een zorgvuldige maatschappelijke inbedding. Wat willen we bereiken? Bovengenoemde centrale ambitie valt uiteen in een aantal afgeleide aandachtsgebieden, te weten: 1. Behoud en versterking van de glastuinbouwcluster 2. Voldoende ruimtelijke capaciteit 3. Verdere verduurzaming 4. Kennis 5. Fysieke bereikbaarheid 6. Beeldvorming glastuinbouw Het toekomstperspectief van het grasland (overwegend veehouderij) in de regio zal, mede vanuit de invalshoek van het beheer van de open te houden grote groengebieden moeten worden veilig gesteld. Wat hebben we ervoor gedaan? Nota glastuinbouw Haaglanden De nota glastuinbouw Haaglanden is in 2005 vastgesteld20 en voorziet voor het Stadsgewest in de volgende taken: • De ambitie van het behoud van de glastuinbouwcluster dan wel de handhaving van de duurzame glastuinbouwgebieden is in het (regionaal) ruimtelijk beleid als één van de hoofdelementen onder de aandacht gebracht in het bijzonder in het kader van de bijstelling van het RSP en de actualisatie van het bedrijventerreinenprogramma. • De capaciteitsbehoefte van de agrogerelateerde bedrijvigheid is gekoppeld aan de actualisatie Bedrijventerreinencapaciteit. Herstructurering, intensivering van de ruimtelijke mogelijkheden en nieuwe locaties zijn daarbij van belang. • De realisering van een duurzaam watersysteem in de regio vraagt om een inventarisatie van de ruimtebehoefte van de wateropgave in Haaglandse glastuinbouwgebieden. In het proeftuinproject “Waterkader Haaglanden” heeft de sector Economische Zaken nadrukkelijk geparticipeerd. • Om duurzaamheid een plek te geven in projecten die gericht zijn op herstructurering van glastuinbouwgebieden is een handreiking ‘duurzame herstructurering glastuinbouw ‘ ontwikkeld. • De ruimtelijke kwaliteit in glasgebieden wordt verbeterd met de verdere ontwikkeling van de Groene Schakels in de Westlandse Zoom, Zwethzone en tussen Pijnacker en Delfgauw inspanningen leveren ten behoeve van de aansluiting van het onderwijsaanbod op de behoefte van de glastuinbouwcluster: overleg starten, nieuwe behoeften traceren en afspraken maken over stageplaatsen / opname van opgeleiden in bedrijven. • Innovatieve bedrijvigheid is gestimuleerd binnen de glastuinbouwkolom van de Kennisalliantie rondom de thema’s meervoudig duurzaam ruimtegebruik, agrologistiek en mechanisering, waarbij de nadruk lag op kennisuitwisseling met andere kennisintensieve sectoren in de provincie. • Een bijdrage is geleverd aan de reductie van het aantal vervoersbewegingen binnen de glastuinbouwcluster binnen het programma Vervoermanagement. • De monitor Economie volgt de effecten van het economische beleid om te bezien of er bijstelling van beleid nodig is. Aantallen vestigingen, omvang glastuinbouwareaal en andere werklocaties, productie, export en de werkgelegenheid in de glastuinbouwcluster spelen daarbij een rol. • Het Stadsgewest heeft ondersteuning geleverd bij het tot stand komen van de Greenportvisie en de Glas-as notitie.
20
•
Ten behoeve van een zo volledig mogelijk beeld van de glastuinbouwcluster op het gebied van economische zaken, ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer en milieu is een algemene glastuinbouwmonitor opgezet, beheerd en geïnterpreteerd.
Wat heeft het gekost? Werkelijk 2005
Begroting 2006
Werkelijk 2006
Totaal lasten programma economie
1.765.052
1.693.500
1.642.980
Totaal baten programma economie
464.641
329.200
344.266
1.300.411
1.364.300
1.298.714
Nadelig saldo programma economie vóór bestemming baten per inwoner bijdrage per inwoner
0,35 1,31
21
4.
PROGRAMMA JEUGDZORG
Met ingang van 2006 was de Wet op de Jeugdzorg inmiddels 1 jaar van kracht. In 2005 heeft het Stadsgewest zich verder ingewerkt op de terreinen die met het van kracht worden van de nieuwe Wet zijn toegevoegd aan de stadsgewestelijke jeugdzorg; de jeugdbescherming en jeugdreclassering. Ook in 2006 zijn de groeiende vraag naar jeugdzorg, de wacht-, en doorlooptijden en de zorgvernieuwing belangrijke richtpunten geweest voor beleid. De samenhang in de jeugdzorg (jeugdzorgketen) heeft prominent op de agenda gestaan. In 2006 is een start gemaakt met de introductie van prestatieindicatoren. Met de uitlatingen in het kader van de operatie Jong, ondersteund door een aantal gemeenten en de VNG is het stelsel van jeugdzorg en met name ook de verdeling van verantwoordelijkheden ter discussie gesteld. Ondanks de vaak terechte kritiek op de jeugdzorg is een conclusie uit de evaluatie van de Wet op de Jeugdzorg dat binnen de bestaande kaders de nodige vernieuwingen doorgevoerd kunnen worden. Het kabinet heeft als standpunt ingenomen dat vooralsnog binnen het bestaande stelsel van jeugdzorg verbeteringen en vernieuwingen tot stand gebracht moeten worden. Als uitvloeisel van deze discussie is door Den Haag een start gemaakt met de pilot ‘opvoeden in de buurt’. Het Stadsgewest heeft zich aan deze pilot verbonden. Dit betekent dat samen met Den Haag bezien wordt op welke wijze lokale jeugdzorg (met name de jeugdgezondheidszorg) en stadsgewestelijke jeugdzorg zodanig in samenhang met elkaar gebracht kunnen worden in Centra voor Jeugd en Gezin dat gewerkt kan worden volgens het principe één klant – één plan. Voortgebouwd wordt op de infrastructuur die door het Stadsgewest en de gemeenten is gerealiseerd voor de verbinding tussen de stadsgewestelijke jeugdzorg en de lokale jeugdzorg. De aanpak van de wachtlijsten in de geïndiceerde jeugdzorg is in 2006 stevig aangepakt. Het Rijk heeft hiertoe extra middelen ter beschikking gesteld. Het resultaat van de inspanningen was dat eind 2006 de wachtlijsten (aantal jeugdigen dat langer dan 9 weken wacht op de start van de hulp) in Haaglanden bij Jeugdformaat en Horizon nagenoeg opgelost waren. Het Stadsgewest heeft met Jeugdformaat en de Jutters is in de loop van 2006 bereikt dat gestart kan worden met gesloten jeugdzorg. Voorzien is dat eind 2007 de eerste groep jeugdigen opgenomen kan worden. Uiteindelijk gaat het om een combinatie van 26 plaatsen gesloten jeugdzorg en 24 plaatsen gesloten Jeugd-GGZ. Binnen de gezinsvoogdij heeft Bureau jeugdzorg in 2006 een start gemaakt met de uitvoering van Deltaplan. Met dit plan moet binnen drie jaar de caseload van gezinsvoogden teruggebracht zijn van ongeveer 22 naar 15 cliënten. Dit betekent – samen met de invoering van een nieuwe methodiek – dat er meer contact met cliënten zal plaats kunnen vinden en dat effectiviteit van de begeleiding en hulp zal toenemen. In 2006 is landelijk en regionaal de week van de jeugdzorg georganiseerd. De activiteiten in deze week waren gericht op het verbeteren van het beeld van de jeugdzorg. Stadsgewest en instellingen hebben gezamenlijk een aantal activiteiten georganiseerd: werkbezoeken, tentoonstelling, theater, diverse media-uitingen. Wat zijn de resultaten? Bureau Jeugdzorg (BJZ) • De met Bureau Jeugdzorg Haaglanden afgesproken productie is over het algemeen gehaald. In de loop van 2006 is samenhangend met de toenemende vraag voor jeugdbescherming extra budget ter beschikking gesteld. Dit budget is niet geheel ingezet en wordt in 2007 ingezet met de voorfinanciering van de toegenomen vraag naar gezinsvoogdij.
22
• •
• • •
De gemiddelde doorlooptijd indicatiestelling is iets boven de grens van 55 werkdagen gekomen. Hierin is nu ook de eigen diagnostiek van Bureau jeugdzorg Haaglanden meegenomen. Het indicatieproces voldoet deels de eisen die de Wet stelt. De inspectie heeft geconstateerd dat er nog onvoldoende afstemming plaatsvindt met de zorgaanbieders en dat systematische kwaliteitsontwikkeling niet geborgd is. Het Stadsgewest heeft geconstateerd dat de indicatiebesluiten te globaal zijn en de hulpverleningsplannen onvoldoende aansluiten. In 2006 is nog niet gestart met de indicatiestelling jeugd-LVG. Invoering zal waarschijnlijk met ingang van 2008 plaatsvinden. Wel is overleg gestart met alle betrokkenen (BJZ, CIZ, Zorgkantoren). Aan het eind van 2006 was de wachtlijst AMK opgelost en de doorlooptijd gezakt tot ver onder de norm. In 2006 heeft Bureau Jeugdzorg de eerste fase invoering Deltaplan uitgevoerd.
Geïndiceerde Jeugdzorg • De productie van zorg is overeenkomstig de afspraken met het Stadsgewest (gemiddeld boven de 95% bezetting). Voorziene uitbreiding van residentiele capaciteit (14 plaatsen) is in 2006 niet gelukt. De hieraan gebonden middelen zijn ingehouden. • Daarnaast zijn door Jeugdformaat extra jeugdigen (200) geholpen met andere inzet van capaciteit. • Eind 2006 waren de wachtlijsten weggewerkt. In dit verband is de capaciteit van Jeugdformaat, Leger des Heils en Horizon vergroot (wordt doorgezet in 2007). • In 2006 is een start gemaakt met de voorbereiding van gesloten jeugdzorg. Het Rijk heeft hiertoe middelen ter beschikking gesteld. Eind 2007 start de eerste groep jongeren. • In 2006 zijn naar aanleiding van incidenten met het Leger des Heils afspraken gemaakt over de kwaliteitsverbetering en vergroting van de doorstroomsnelheid van opgevangen kinderen. Samenhang in zorg • Regelmatig heeft overleg plaatsgevonden met alle partners in Haaglanden over de zorg en de werking van de jeugdzorgketen. In 2006 is de eerste fase afgesloten van de ontwikkeling van een ketenbrede kennisinfrastructuur Jeugdzorg. • Een start is gemaakt met verbetering van de afstemming tussen Bureau Jeugdzorg en aanbieders rond de indicatiestelling en het casemanagement. • Jeugdformaat en de Jutters hebben hun samenwerking en gezamenlijke doelen (waaronder gesloten jeugdzorg) vastgelegd in een overeenkomst. • Voor 2006 zijn tussen Stadsgewest en gemeenten afspraken gemaakt over de inzet van Bureau Jeugdzorg in de gemeenten. Daarbij is Bureau jeugdzorg gekoppeld aan de zogenaamde kernnetwerken. Met de gemeenten zijn afspraken gemaakt over de ontwikkeling van kernnetwerken. • Het Stadsgewest is gestart met overleg met de sector Licht Verstandelijk Gehandicapten (LVG) over samenhang en samenwerking (o.a. indicatiestelling en afstemming zorgaanbod). Kwaliteit • Er is overleg gepleegd tussen de bestuurder Jeugdzorg en de cliëntenraden van de Jeugdformaat en Bureau Jeugdzorg Haaglanden. • Naar aanleiding van overleg met de inspectie en aanbevelingen naar aanleiding van onderzoek heeft bestuurlijk overleg plaatsgevonden met de instellingen. Verbetertrajecten (BJZ, Leger des Heils) zijn ingezet/uitgevoerd. • Er is een start gemaakt met het invoeren van prestatie-indicatoren. (zie voor een uitvoeriger overzicht het Uitvoeringsprogramma 2008, rapportage 2006)
23
Regionale Agenda Samenleving Haaglanden 2006-2008 Op 1 januari 2006 is de bestuursovereenkomst voor de Regionale Agenda Samenleving Haaglanden (RAS Haaglanden) van kracht geworden. Met het RAS willen de gemeenten in Haaglanden, het stadsgewest en de provincie Zuid-Holland maatschappelijke vraagstukken met een bovenlokaal karakter integraal aanpakken. Het RAS is geen verantwoordelijkheid van het Stadsgewest Haaglanden; gemeenten en Stadsgewest werken op paritaire basis samen. Hiertoe is een bestuurlijk Overleg Ras gevormd. Het Stadsgewest treedt als budgethouder RAS op. Daarnaast voert het Stadsgewest het secretariaat voor het RAS. Thema’s op de agenda zijn de (gevolgen van de invoering van) de Wet Maatschappelijke Ontwikkeling, Jeugd en Participatie & Educatie. De provincie stelt voor de gehele periode ruim € 2,5 mln beschikbaar voor uitvoering van de afspraken. Verder kunnen de samenwerkende gemeenten een beroep doen op een deel van de capaciteit van de provinciale steunfuncties en expertisecentra voor de uitvoering van de RAS. De projecten zijn ondergebracht bij de verschillende gemeenten in Haaglanden en het Stadsgewest. In 2006 is de focus in het RAS Haaglanden binnen de thema’s Jeugd en Participatie & Educatie vooral gericht geweest op bestrijding van jeugdcriminaliteit, vroegsignalering van ontwikkelingsachterstanden bij 0-12 jarigen en licht verstandelijke handicaps. Voorts is veel aandacht uitgegaan naar de alfabetisering van autochtone Nederlanders: in juni 2006 ontvingen 50 Haaglandse cursisten een certificaat uit handen van de minister van Onderwijs als afsluiting van hun alfabetiseringscursus, getiteld “Doe weer mee”. In 2007 en 2008 zal op dit onderwerp mede vanuit economische motieven (contacten met bedrijfsleven, terugdringen werkloosheid doelgroep) overigens wederom vol ingezet worden. Als onderdeel van het thema WMO is in het najaar van 2006 gestart met de voorbereidingen om te komen tot een (digitale) regionale sociale kaart, een regionale database voor zorg en welzijn waarvan gemeentelijke digitale loketten gebruik kunnen maken. De meeste werkzaamheden met betrekking tot de implementatie van dit project (uit te voeren door de beide GGD-en in Haaglanden) zullen plaatsvinden in 2007 met een mogelijke uitloop naar 2008. Financiën De werkelijke personeelslasten van de sector zorg zijn lager dan begroot. De werkzaamheden in het kader van het RAS zijn uitgevoerd binnen de capaciteit ten behoeve van de jeugdzorg, terwijl daar inkomsten tegenover stonden. Bovendien is er ten gevolge van langdurige ziekte en een vacature sprake van onderbezetting geweest. De uitgaven ten behoeve van de RAS projecten en de aansluitingsprojecten waren lager dan begroot. In feite wordt het gehele door de provincie Zuid-Holland beschikbaar gestelde budget ingezet. Gezien de initiële fase waarin de RAS-projecten zich bevonden kon een groot gedeelte van de middelen nog niet ingezet worden in 2006. Enkele ingediende aansluitingsprojecten Jeugdzorg zijn in 2006 niet van de grond gekomen. De inkomsten van Rijkswege (doeluitkeringen Jeugdzorg) zijn in 2006 sterk toegenomen. In verband met de aanpak van de wachtlijsten bij het Advies en Meldpunt Kindermishandeling en de zorgaanbieders, verrekeningen van de toegenomen vraag bij de jeugdbescherming door het Rijk en middelen ten behoeve van de ontwikkeling van gesloten jeugdzorg zijn de werkelijke inkomsten aanzienlijk hoger dan de begrote inkomsten (na begrotingswijziging). Deze extra inkomsten zijn vervolgens ingezet bij de instellingen voor jeugdzorg. Zodoende is het totaal van de subsidies ten behoeve van de jeugdzorg (Bureau Jeugdzorg, zorgaanbieders etc.) hoger dan begroot. In totaal is een subsidie verleend van € 71.460.185,--.
24
Zowel bij de uitkering door het Rijk als de subsidies aan de instellingen kan nog een correctie plaatsvinden in verband met verrekeningen en vaststelling van de subsidies. Bij de jaarrekening 2007 zal dit zichtbaar worden. Dit zal ook invloed hebben op de hoogte van de voorziening Jeugdzorg De voorziening Jeugdzorg bedroeg op 31 december 2006 € 3.930.084,--. De voorziening moet voldoende financiële buffer bieden om bijvoorbeeld tussentijds extra vraag of onvoorziene ontwikkelingen in de zorg op te vangen. Voor 2007 zijn uitgaven te verwachten waarmee in het Uitvoeringsprogramma 2007 nog geen rekening mee is gehouden die extra zullen drukken op de voorziening Jeugdzorg en waar niet direct dekking voor is uit inkomsten van het Rijk. Het gaat dan om de voorfinanciering van de groei bij de jeugdbescherming, de financiering van de groei van het aantal indicatiestellingen en de daaraan gekoppelde producten en extra inzet bij de zorgaanbieders om de groei van de vraag aan jeugdzorg – het voorkomen van wachtlijsten - op te vangen. Wat heeft het gekost? Werkelijk 2005
Begroting 2006
Werkelijk 2006
Totaal lasten programma jeugdzorg
59.495.048
70.958.500
72.683.793
Totaal baten programma jeugdzorg
59.389.373
70.814.900
72.563.898
105.675
143.600
119.895
Nadelig saldo programma jeugdzorg baten per inwoner bijdrage per inwoner
73,22 0,12
25
5.
PROGRAMMA MILIEU
Dit programma is gebaseerd op de hoofdlijnennotitie van het Regionale Milieuplan van Haaglanden (december 2005). De hoofdlijnennotitie is de voorloper van het Milieuplan Haaglanden 2008-2012 dat eind 2007 door het algemeen bestuur van Haaglanden dient te worden vastgesteld. Wat willen we bereiken? Ambities in de hoofdlijnennotitie zijn: • verbeteren van de milieukwaliteit in Haaglanden, met name de kwaliteit van de lucht en het terugbrengen van geluidsoverlast, • verbetering van de handhaving in Haaglanden, • inbedden van externe veiligheid in de relevante taakvelden bij de gemeenten in Haaglanden, • delen en verbreden van kennis en ervaring op milieugebied die binnen de regio Haaglanden aanwezig is. Enkele concrete doelen, die voor deze taken zijn gesteld, zijn: • streven naar een situatie dat binnen het grondgebied van Haaglanden geen overschrijding van de luchtkwaliteitsnormen door het (regionale) wegverkeer meer plaatsvindt, • streven naar een afname van de geluidhinder tengevolge van het wegverkeer binnen het grondgebied van Haaglanden, • streven naar een effectieve en efficiënte uitvoering van de handhaving (Wet handhavingsstructuur). Naast de wettelijke taken heeft het Stadsgewest ambities op het gebied van klimaatbeleid, duurzame mobiliteit en duurzaam ondernemen. Bijbehorende doelen zijn onder andere: • reductie van de uitstoot van CO2 (voldoen aan de reductiedoelstellingen volgens het verdrag van Kyoto), • stimuleren van duurzaam ondernemen en duurzame bedrijventerreinen, • verspreiden van kennis en ervaring over specialistische milieuonderwerpen. Wat hebben we ervoor gedaan? Samen met gemeenten is het voorontwerp van het Regionale Milieuplan voorbereid en in het voorjaar 2007 aangeboden aan het dagelijks bestuur van Haaglanden. In 2006 is tevens een start gemaakt met een duurzaamheidsvisie voor Haaglanden; in twee inspirerende bijeenkomsten hebben mensen vanuit verschillende disciplines zich uitgesproken over hoe zij denken dat Haaglanden er in 2030 duurzaam uit kan zien en welke ambities daarbij passen. Het verbreden van het begrip duurzaamheid naar andere sectoren, geeft kansen voor nieuwe activiteiten gericht op duurzaamheid waar andere disciplines het voortouw nemen. Hieraan wordt in 2007 verder gewerkt. Lucht Samen met de provincie Zuid-Holland en andere regio’s is Haaglanden maatregelen aan het voorbereiden die een positief effect op de luchtkwaliteit gaan opleveren. De knelpunten waar de luchtkwaliteitsnormen worden overschreden zijn door alle gemeenten in kaart gebracht. Zo ontstaat een duidelijke match tussen knelpunt en maatregel. Voor het kunnen uitvoeren van maatregelen heeft VROM een voorschotsubsidie ter beschikking gesteld. Haaglanden werkt samen met gemeenten aan verdeling van het geld over maatregelen. Externe Veiligheid (EV) De risico-inventarisatie is afgerond en door de provincie in kaart gebracht, de risicokaart is via internet te raadplegen. De regionale visie EV is vastgesteld door het dagelijks bestuur en aangeboden aan de Hulpverleningsregio Haaglanden (HRH). Het bureau EV, dat de zorg heeft voor inbedding van het
26
EV-aspect in onder andere het ruimtelijk taakveld van gemeenten, is bijna op volledige sterkte: gemeenten, de HRH en het Stadsgewest Haaglanden hebben deskundige mensen aan het bureau gedetacheerd. Handhavingssamenwerking Eind 2006 heeft het Stadsgewest Haaglanden de provinciale samenwerkingsovereenkomst ‘Handhaving milieuwetgeving’ ondertekend. Voor effectieve inzet en afstemming tussen straf- en bestuursrecht maken regio’s, provincie Zuid-Holland, hoogheemraadschappen, OM en politie zich sterk. De gemeenten van Haaglanden en het Regionale Milieuteam van de politie hebben baat bij het naast elkaar leggen van bedrijfsgegevens en handhavingsgegevens in de regionale (kwartaal)monitor. Acties worden beter op elkaar afgestemd en er ontstaat inzicht in inspanningen. Voor 2007 wordt tevens ingezet op de kwaliteit van handhaving en wat het oplevert voor het milieu. Het regionale handhavingsprogramma 2007 is voorbereid en begin 2007 aangeboden aan het Bestuurlijk Milieu-overleg waaraan ook o.a. hoogheemraadschappen, OM en politie aan deelnemen. Klimaat De verkenning naar mogelijkheden van een warmteweb is positief afgerond en was aanleiding om een verdiepingsslag te maken met een haalbaarheidsonderzoek Warmteweb. Hierbij worden verdere gegevens verzameld over inzet van restwarmte van de Rotterdamse industrie, geothermische warmtebronnen en inzet van warmte uit glastuinbouw-kassen voor verwarming van woningen e.d. Medio 2007 wordt de studie afgerond. Een vervolgstudie is geïnitieerd naar energie-opwekking uit biomassa. Uitkomst wordt medio 2007 verwacht. Het Stadsgewest Haaglanden heeft samen met gemeente Den Haag de provincie Zuid-Holland bewogen minder star vast te houden aan de voorwaarde van een lijnopstelling van windturbines. De provincie heeft hier op positief gereageerd. De gemeenten Den Haag, Rijswijk en Midden-Delfland, betrokken bij het plan windturbines te lokaliseren langs de A4, treffen verdere voorbereidingen om uiteindelijk een besluit te nemen over windturbinelokaties binnen hun grondgebied. Het FSC-convenant, ondertekend door alle gemeenten, wordt concreet toegepast bij diverse bouwprojecten van gemeenten. Voorbereidingen zijn getroffen om de looptijd van het convenant te verlengen. Integraal Haaglanden De milieu-belangen zijn ingebracht in het proces om te komen tot een nieuw Regionaal Structuurplan Haaglanden. Haaglanden heeft een subsidiebedrag, ontvangen van de provincie, doorgegeven aan de gemeente Zoetermeer voor een studie naar het concretiseren van milieu-aspecten in bestemmingsplannen. De uitkomst van de studie (medio 2007) komt ten goede van alle Haaglanden-gemeenten. Bij de voorbereidingen van de aanbesteding van de openbaar-vervoer-concessie bussen wordt ingezet op het gebruik door de vervoerder van schone bussen. Om een bijdrage te leveren aan het verminderen van luchtkwaliteitsknelpunten wordt door milieuwethouders ingezet op de schoonste brandstof: aardgas. De concessie wordt eind 2007 verleend en geldt voor de periode van 8 jaar (2009-2017).
27
Wat heeft het gekost? Werkelijk 2005 Totaal lasten programma milieu
Begroting 2006
Werkelijk 2006
1.319.769
4.221.800
3.852.237
Totaal baten progamma milieu
538.316
3.453.000
3.418.573
Nadelig saldo programma milieu vóór bestemming
781.453
768.800
433.664
baten per inwoner bijdrage per inwoner
3,45 0,44
28
6. PROGRAMMA RUIMTELIJKE ORDENING Het beleid van dit programma is vastgelegd in het Regionaal Structuurplan (RSP) Haaglanden. Wat wilden we bereiken? De regio Haaglanden is een sterk verstedelijkt gebied. De ruimte voor nieuwe stedelijke functies, zoals wonen, bedrijvigheid en recreatie, is schaars. Bovendien klinkt de roep om het behoud van de nog open en groene gebieden en om meer ruimte voor water. In dit spanningsveld opereert de ruimtelijke ordening binnen de regio. De positie van het Stadsgewest Haaglanden brengt met zich mee dat het programma met name een intermediaire rol vervult tussen de diverse overheden. Speerpunten in het beleid van het programma Ruimtelijke Ordening zijn: het Regionaal Structuurplan (RSP) Haaglanden, Locatieontwikkelingen op OV-knopen (waaronder Stedenbaan), Groenbeleid Haaglanden, de Zwethzone en het Waterkader Haaglanden. Van belang zijn ook de verstedelijkingsafspraken die met het Rijk zijn gemaakt. Wat hebben we ervoor gedaan? Herijking ruimtelijk beleid In 2006 zijn belangrijke stappen gezet in het kader van de herijking van het Regionaal Structuurplan Haaglanden. Op 22 februari 2006 heeft het algemeen bestuur de uitgangspunten voor de herijking vastgesteld. De belangrijkste uitgangspunten voor het RSP zijn: • Hoge ambitie kwaliteit woon- en leefomgeving; • Internationale speler in de Randstad en in Europa; • Groene netwerkstad: verstedelijking bundelen aan openbaar vervoer-assen met het groene netwerk als kwaliteitsdrager; • Stevig ruimtelijk economisch beleid (focus op internationaal, kennis en innovatie, Greenport, toerisme); • Terreinen van kantoren en bedrijven optimaal benutten; • Woningbehoefte opvangen in regio met hoge ambitie voor stedelijke verdichting (minimaal 50 procent binnenstedelijk); • Wateropgave integreren in gebiedsontwikkeling; • Hoge ambitie duurzame energie; • Mobiliteit: o Regionale Nota Mobiliteit als uitgangspunt; o Infrastructuur bepaalt ruimtelijke ontwikkeling; o Duurzamer mobiliteit is noodzakelijk. • Ontwikkelingsgericht plan, opgesteld in goede afstemming met de provincie Zuid-Holland. Met deze uitgangspunten als basis is vervolgens gestart met de bestuurlijke voorbereiding van het voorontwerp van het Regionaal Structuurplan. Dit zal er toe leiden dat in mei 2007 het voorontwerp door het dagelijks bestuur van het Stadsgewest wordt vrijgegeven voor het formele bestuurlijke vooroverleg met de dagelijkse besturen van de Haaglanden - gemeenten, de provincie Zuid-Holland, de waterschappen, de aan Haaglanden grenzende stedelijke regio’s en de ministeries. Op basis van de resultaten van dit vooroverleg wordt het ontwerp-RSP opgesteld. In het kader van de zienswijzenfase worden maatschappelijke partijen, inwoners van Haaglanden en andere belanghebbenden eind 2007 en begin 2008 in staat gesteld hun zienswijze op de voornemens van het bestuur van het Stadsgewest te geven. Na verwerking van de resultaten hiervan is het streven het definitieve RSP in het eerste kwartaal van 2008 in het algemeen bestuur van het Stadsgewest ter vaststelling te agenderen.
29
In december 2006 is het algemeen bestuur geïnformeerd over de stand van zaken van de voorbereiding van het RSP. Hierbij is vastgesteld dat het RSP zich zowel zal richten op de (inter)nationale economische pijlers van Haaglanden, als op het regionale stedelijke netwerk Haaglanden en de lokale kwaliteit van de leefomgeving. Dit betekent concreet dat ten opzichte van de in februari 2006 vastgestelde uitgangspunten een sterke sociale structuur van Haaglanden is toegevoegd als uitgangspunt voor het RSP. Voor wat betreft het karakter van het RSP is vastgesteld dat het RSP een structuurvisie zal moeten hebben en robuust moet zijn voor de nieuwe Wet ruimtelijke ordening. Deze treedt naar verwachting in januari 2008 in werking. Het RSP moet hiertoe een inhoudelijk goed regionaal ruimtelijk beleid bevatten waar gemeenten, regio en provincie bestuurlijk achter kunnen staan. De exacte uiteindelijke verwoording daarvan is afhankelijk van de voortgang en de inhoud van de invoeringswet voor de nieuwe Wro en meer in het bijzonder van het hoofdstuk over de intergemeentelijke samenwerking in deze nieuwe wet. Het RSP beschrijft de visie op de ruimtelijke ontwikkeling van het Stadsgewest Haaglanden en de rollen van de partijen hierin en vertaalt dit door naar beleidsuitgangspunten en een uitvoeringsen financieringsstrategie. Het RSP bevat de ruimtelijke keuzes voor de periode tot 2020 en kijkt – op basis van de huidige kennis - door naar de ruimtelijke vraagstukken die in de periode tot 2030 spelen. Het RSP krijgt een dynamisch uitvoeringsprogramma en bevat een financiële paragraaf. Voor de beleidsuitgangspunten die concreet moeten doorwerken in het lokale ruimtelijke beleid zal sturend instrumentarium worden uitgewerkt uitgaande van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening. Regionale afspraken water In 2006 hebben het Hoogheemraadschap Delfland, de provincie Zuid-Holland en het Stadsgewest een ‘Regionaal Waterakkoord’ gesloten. Daarin is onder meer afgesproken om gezamenlijk innovaties in waterberging en samenwerking toe te passen. In 2006 is tevens een FES-bijdrage aangevraagd en ontvangen voor het uitvoeren van een kennisprogramma op het gebied van water en ruimtelijke inrichting. Op 1 juli is het bureau Waterkader Haaglanden van start gegaan. Haaglanden draagt daar financieel aan bij. Groen Haaglanden In 2004 is onder leiding van het Stadsgewest een uitvoeringsconvenant Zwethzone ontstaan. Middelen van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) zijn hier gekoppeld aan regionale bijdragen, waarmee de groenblauwe inrichting van deze Groene Schakel kan worden gerealiseerd. In 2006 is door de gemeenten verder uitvoering gegeven aan de realisatie van deze Groene Schakel. Het Stadsgewest vervulde hierbij een coördinerende rol. Om aan het RSP 2002 verder uitvoering te geven is in 2005 de Groene Agenda voor Haaglanden ontwikkeld en vastgesteld door het dagelijks bestuur. In 2006 is gewerkt aan de volgende projecten uit de Groene Agenda: • NatuurDataBank: Producten: rapport Haalbaarheidsonderzoek fase 1 • Landgoederen Verbinden: producten: Visie Landgoederenzone; voorbereiding toeristische gids (in samenwerking met regio Holland-Rijnland en provincies Noord-Holland en Zuid-Holland) • Weidegebieden: Coördinatie platform; Nota weidegebieden Haaglanden • Project Groene en Blauwe diensten: Product: eindproduct afsluiting pilot (in samenwerking met. provincie en Rijk) • Boeren voor natuur; product: overeenkomst (i.s.m. provincie en Rijk, Hoogheemraadschap van Delfland) • Europese samenwerking: Start project PLUREL; opbouw netwerk Ruripolitan In 2006 is gezocht naar mogelijkheden om de Groene Schakels uit het RSP verder te ontwikkelen. In dit kader is intensief overleg gevoerd met de gemeente Den Haag over de groene verbinding door de
30
Vlietzone, met als resultaat een ontwerpvoorstel van de gemeente. Dit project is tevens een uitwerking van de Vlietzone in het kader van Zuidvleugel Zichtbaar Groener. Tevens is in samenwerking met de gemeente Wassenaar de groene verbinding “Buffer Valkenburg” op de politieke agenda gezet. In 2005 is de samenwerkingsovereenkomst Zuidvleugel Zichtbaar Groener ondertekend. In 2006 is intensief samengewerkt met de Haaglanden-gemeenten en de provincie aan de ratificatie van de overeenkomst. De provincie Zuid-Holland maakte hiertoe nadere afspraken met het Rijk, welke tevens deel uitmaken van de afspraken over het Investeringsbudget Landelijk Gebied. In november 2006 is de ratificatie afgerond met de Zuidvleugelconferentie. In 2006 is gewerkt aan de herziening van het RSP, waarvoor ook voor Groen Haaglanden een vernieuwde invulling ontwikkeld moet worden. In de bestuurlijke bijeenkomst in december 2006 is hiermee een start gemaakt met de presentatie van het eerste concept voor de Visie op Groen Haaglanden. In het kader van het nieuwe RSP is een aanvang gemaakt met het project “de Groene Ringen van Haaglanden”. VINAC-afspraken 2005-2010 In 2005 heeft het algemeen bestuur ingestemd met de definitieve woningbouwafspraken met het Rijk voor de periode 2005-2010 (Vinac). In het verlengde van de woningbouwafspraken heeft tussen de gemeenten van het Stadsgewest Haaglanden ook overleg plaatsgevonden over de verdeling van de stadsgewestelijke woningbouwtaakstelling over de gemeenten en over de wijze waarop de door het Rijk ter beschikking gestelde woningbouwsubsidies (BLS-subsidies) binnen de regio worden besteed. Dit heeft geresulteerd in de Verordening BLS Vinac Haaglanden die op 23 november 2005 is vastgesteld door het algemeen bestuur. In 2006 is gestart met de toepassing van deze verordening en zijn de eerste subsidies bij bevoorschotting uitgekeerd. In 2006 zijn in dit kader de volgende producten geleverd: o verdeelbesluiten ter bevoorschotting van subsidies aan gemeenten; o een rapportage voor het algemeen bestuur over de voortgang van de Vinac woningbouw en de stand en loop van het Vinac fonds. Wat heeft het gekost? De kosten van het waterproject, het groenbeleid en overige projecten zijn binnen de begroting gebleven. De kosten van de voorbereiding van het Regionaal Structuurplan in 2006 zijn echter als gevolg van extra personele inzet met een bedrag van € 90.000,- overschreden. Werkelijk 2005
Begroting 2006
Werkelijk 2006
Totaal lasten programma ruimtelijke ordening
12.696.423
14.774.300
15.523.441
Totaal baten programma ruimtelijke ordening
12.110.776
13.996.700
14.727.406
585.647
777.600
796.035
Nadelig saldo programma ruimtelijke ordening vóór bestemming baten per inwoner bijdrage per inwoner
14,86 0,80
31
7.
PROGRAMMA WONEN
Wat willen we bereiken? Met de vaststelling van de Regionale Woonvisie Haaglanden, de nieuwe Huisvestingsverordening en de prestatieafspraken met de Vereniging Sociale Verhuurders Haaglanden (SVH) is de afgelopen jaren het kader neergezet van waaruit wordt gewerkt. Voor 2006 is de nadruk gelegd op consolidatie en waar nodig verdere uitwerking. Op basis van het vastgestelde beleid willen we het volgende bereiken: • het terugdringen van het woningtekort in de regio tot maximaal 1,5% in 2010; • een omvangrijk transformatieprogramma: vervanging van de bestaande verouderde kwaliteit van de woningvoorraad door een gevraagde nieuwe kwaliteit; • een grotere variëteit in woningen en woonmilieus; • inzicht in/afstemming van vraag en aanbod rond wonen en zorg; • de omslag van een aanbodgerichte naar een vraaggerichte woningmarkt door middel van het verder faciliteren van de open woningmarkt die met ingang van 2007 in heel Haaglanden is gerealiseerd; • het wegwerken van de achterstanden bij de realisatie van de gemeentelijke taakstellingen voor de huisvesting van vergunninghouders; • het tijdig uitbetalen van BWS-subsidies. Wat hebben we ervoor gedaan? Regionale Woonvisie Haaglanden In de Regionale Woonvisie is vastgelegd dat de volgende drie thema’s worden uitgewerkt: • gevarieerde woonvormen • samenhang wonen - zorg - welzijn • toegankelijke koopsector Het project ‘gevarieerde woonvormen’ is na de start in 2005 met een prijsvraag in 2006 vervolgd met de organisatie van het werkatelier ‘Kwaliteit van woonmilieus in Haaglanden’, daarnaast is in opdracht van het stadsgewest onderzoek verricht naar wonen, dichtheid en buitenruimte. De resultaten van beide activiteiten zijn verwerkt in de herziening van het Regionaal Structuurplan (RSP) waarmee in 2006 is gestart. Het project wonen - zorg - welzijn heeft in 2006 verder vorm gekregen door de uitwerking van actiepunten, zoals opgenomen in de nota Wonen met zorg en welzijn in de regio Haaglanden (oktober 2005). In 2006 is in werkgroepverband met gemeenten een handreiking opgesteld voor het classificeren van woningen in de particuliere voorraad. Het Protocol Indicering Aanleunwoningen is per 1 januari 2006 ingetrokken. Om met voorrang in aanmerking te komen voor een aanleunwoning is voortaan een voorrangsverklaring vereist. Voor het op uniforme wijze beoordelen van aanvragen voor een sociaal/medische voorrangsverklaring met zoekprofiel ‘aanleunwoning’ zijn in 2006 uitvoeringsregels door het dagelijks bestuur vastgesteld. Het project ‘toegankelijke koopsector’ is in 2006 opgestart en heeft geresulteerd in een plan van aanpak, waarvan de verschillende onderdelen in werkgroepverband worden uitgewerkt. Het betreft een inventarisatie van projecten die op initiatief van gemeenten en corporaties zijn gestart en het uitwerken van een wooncarriereladder. Voor de herziening van het Regionaal Structuurplan (RSP) is tevens opdracht gegeven tot het onderzoeken van de woningbehoefte tot 2020 met een doorkijk naar 2030. Dit onderzoek was in de
32
begroting niet voorzien, hetgeen een overschrijding van de post uitbestede werkzaamheden tot gevolg had. Hetzelfde geldt voor het landelijke driejaarlijkse woningbehoefteonderzoek van VROM, het WoOn 2006, waarvoor in 2006 de noodzakelijke werkzaamheden voor de opdrachtverlening zijn verricht. Het jaarlijks terugkerende Woonvisiedebat stond in 2006 in het teken van kwantiteit naar kwaliteit. De prijsvraag CASA NOVA had als thema appartementen, waarvoor een drietal locaties in Haaglanden waren aangewezen. Er was sprake van 78 inzendingen die volgens de jury overwegend van hoog niveau waren. Woningmarktmonitor Haaglanden Naast een woonvisiedebat waar de vraag centraal staat of de koers van het woonbeleid nog goed is staat de Woonvisiedag jaarlijks in het teken van de woningbouwproductie. Wat is er in het afgelopen jaar gerealiseerd en hoe ziet de planning voor de komende jaren eruit. Daartoe wordt jaarlijks een Woningmarktmonitor uitgebracht die tijdens de Woonvisiedag wordt uitgereikt. In 2006 zijn totaal 6.003 woningen opgeleverd, hetgeen ca. 88% is van de met het Rijk afgesproken jaarlijkse productie van gemiddeld 6.800 woningen. Dit is landelijk gezien een hoge score is. In 2005 werden 5.712 woningen opgeleverd, dat wil zeggen ca. 85% was van de overeengekomen productie. Voor de komende jaren is een hogere productie voorzien. Daarnaast vindt de komende jaren een verschuiving plaats van de productie van VINEX-locaties naar binnenstedelijke locaties. De recente gegevens over de bestemmingsplancapaciteit zijn nog niet volledig beschikbaar, maar de uitkomst zal waarschijnlijk zorgelijk zijn. In 2007 zal er bestuurlijk uitvoerig aandacht aan dit punt worden besteed. Regionale Huisvestingsverordening Haaglanden Met de vaststelling van de Regionale Huisvestingsverordening Haaglanden 2005 is tevens de invoering van een nieuw woonruimteverdelingsysteem mogelijk gemaakt. Met ingang van 2005 is met de vaststelling van de Huisvestingsverordening sprake van een open woningmarkt in Haaglanden. Voor de gemeenten Westland en Midden-Delfland is afgesproken dat voor de jaren 2005 en 2006 een overgangsmaatregel geldt, die de overgang van een restrictief beleid met ingeschreven woningzoekenden naar een open woningmarkt met een aanbodmodel, mogelijk maakt. Inmiddels valt te constateren dat die overgangsmaatregel goed heeft gewerkt en dat er met ingang van 2007 sprake is van een open woningmarkt. De Huisvestingsverordening maakt het mogelijk dat gemeenten en corporaties gezamenlijk experimentaanvragen indienen op grond waarvan, zonodig na overleg met de provincie, tijdelijk vrijstelling kan worden verleend van sommige artikelen uit de verordening en gedurende die periode vormen van maatwerk mogelijk zijn. Er lopen inmiddels een aantal experimenten die in 2007 worden geëvalueerd. In 2006 zijn de experimenten EigenStijl Wonen in Palenstein Zoetermeer en Directe zoeker van de SVH, waarbij dagelijks woningen onder gegadigden worden verloot, vastgesteld en vervolgens gestart. In 2006 heeft de Stadsgewestelijke Adviescommissie Voorrangsbepaling een begin gemaakt met de herziening van de Uitvoeringsregels Voorrangsverklaring in verband met de totstandkoming van één regionale Huisvestingsverordening, de in 2006 door het dagelijks bestuur vastgestelde wijzigingen en het intrekken van het Protocol Indicering Aanleunwoningen. Bij besluit van het algemeen bestuur is de Regionale Huisvestingsverordening in 2006 drie keer gewijzigd. Regionale Prestatieafspraken Stadsgewest Haaglanden – SVH In 2005 zijn nieuwe regionale prestatieafspraken voor de periode 2005 t/m 2009 vastgesteld. De termijn waarvoor de afspraken gelden is daarmee gelijkgeschakeld met de woningbouwafspraken met het Rijk.
33
In 2006 is gewerkt aan het uitwerken van een aantal artikelen uit de prestatieafspraken. Zo is er een classificatiesysteem vastgesteld op grond waarvan sociale huurwoningen onderverdeeld zijn in klassen waaruit direct duidelijk wordt in welke mate de aangeboden woningen geschikt zijn voor ouderen en zorgbehoevenden. Momenteel wordt door een werkgroep onder voorzitterschap van het Stadsgewest bezien in welke mate een dergelijk systeem ook kan worden toegepast voor het particuliere bezit. Tevens buigt een gezamenlijke werkgroep Stadsgewest – SVH zich momenteel over het classificeren van de woonomgeving. Ter voorbereiding van het eventueel instellen van een Regionale Klachtencommissie Woonruimteverdeling is eveneens een gezamenlijke werkgroep SVH – Stadsgewest ingesteld die in de loop van 2007 haar bevindingen ter bespreking/besluitvorming zal voorleggen. Besluit Woninggebonden Subsidies Er is in 2006 geen verdeelbesluit genomen. De uitvoering is gericht geweest op het verrichten van de noodzakelijke vijfjaarlijkse inkomenstoetsen bij subsidieverlening voor koopwoningen. Tevens vindt jaarlijks uitbetaling van subsidie plaats voor de realisatie van woningen in de sociale huursector door corporaties. Met ingang van 2006 verricht Haaglanden naast de betalingen voor de gemeenten Pijnacker-Nootdorp en Wassenaar tevens volgens afspraak de jaarlijkse betalingen en inkomenstoetsen voor de gemeenten Rijswijk en Zoetermeer. Tot slot worden er werkzaamheden verricht voor renteconversies die iedere tien jaar plaatsvinden op grond waarvan de doorlooptijd van de uitbetaling van de subsidies aan corporaties en gemeenten wordt bepaald. Het toezicht op de huisvesting van vergunninghouders Het Stadsgewest houdt eerste lijnstoezicht op de uitvoering door de gemeenten van de halfjaarlijks door het Rijk rechtstreeks aan gemeenten opgelegde taakstelling voor te huisvesten vergunninghouders. Medio 2005 is het toezicht op de uitvoering door gemeenten in de huisvestingswet aangescherpt, in die zin dat termijnen en rapportageplicht zijn verscherpt en de eerste toezichthouder een eigen bevoegdheid tot herverdelen van de taakstelling kreeg. Begin 2006 is de nota ‘Invulling toezichthoudende rol huisvesting statushouders’ vastgesteld en vindt het toezicht plaats volgens de aangescherpte systematiek. In 2006 zijn - na afloop van een halfjaarstijdvak- twee verantwoordingsverslagen vastgesteld en ingediend bij het Rijk. In dit kader vonden bilaterale gesprekken plaats met gemeenten met achterstanden, gericht op de vraag wanneer en op welke wijze achterstanden worden weggewerkt. Haaglanden Databank Sinds 2004 is de Haaglanden Databank operationeel. De Databank Wonen is beschikbaar voor medewerkers van het Stadsgewest, gemeenteambtenaren en medewerkers van corporaties. Dat zijn tevens de partijen die de Databank financieel mogelijk maken. Burgergerichte communicatie over wonen In 2005 is opnieuw veel aandacht besteed aan het up to date houden van de informatie via internet voor de burgers. De vragen die via de mail zijn gesteld, werden in bijna alle gevallen binnen vijf werkdagen beantwoord. Tevens is in 2006 gewerkt aan onder andere de naamsbekendheid van Haaglanden door gedurende vijf maanden door spotjes over Wonen in Haaglanden op TV West uit te laten zenden.
34
Wat heeft het gekost? Werkelijk 2005
Begroting 2006
Werkelijk 2006
Totaal lasten programma wonen
3.025.307
877.800
953.539
Totaal baten programma wonen
435.160
111.900
140.096
2.590.147
765.900
813.443
Nadelig saldo programma wonen vóór onttrekking
baten per inwoner bijdrage per inwoner
0,14 0,82
35
Paragraaf 1 Weerstandsvermogen ALGEMEEN Weerstandsvermogen Het financieel weerstandsvermogen is het vermogen van het Stadsgewest om niet-structurele financiële risico’s te kunnen opvangen zonder dat de uitvoering van de taken in het gedrang komt. Het weerstandsvermogen wordt gedefinieerd als de relatie tussen de weerstandscapaciteit en de bekende risico’s, waarvoor geen afdoende stuur- en beheersmaatregelen kunnen worden getroffen of voorzieningen zijn ingesteld. De mogelijke maatregelen om de risico’s te beheersen en of financieel af te dekken zijn: 1. Risico’s onder controle houden door stuur- en beheersmaatregelen (bijvoorbeeld door het afsluiten van verzekeringen, of het aanscherpen van de regelgeving). 2. Risico’s financieel afdekken door: a. het instellen van voorzieningen voor risico’s die kunnen worden gekwantificeerd; b. het instellen van een weerstandsvermogen, voor risico’s die niet financieel kunnen worden gekwantificeerd. Een onderzoek naar de toereikendheid van het weerstandsvermogen van het Stadsgewest is afgerond op 24 april 2002. Naar aanleiding van dit onderzoek heeft het dagelijks bestuur op 13 november 2002 besloten geen weerstandvermogen in te stellen, maar de gemeenten te zien als vangnet. Dit wordt onderstaand nader toegelicht. Het begrip weerstandscapaciteit De omvang van het benodigde weerstandsvermogen wordt bepaald door de omvang van de weerstandscapaciteit in relatie tot de ‘resterende’ risico’s. Onder weerstandscapaciteit wordt verstaan het geheel aan financiële middelen (met name reserves), dat beschikbaar is en aangewend kan worden om mogelijke risico’s op te vangen. Met ‘resterende’ risico’s wordt bedoeld, de risico’s die onvoldoende onder controle kunnen worden gehouden door stuur- en beheersmaatregelen en waarvoor (nog) geen specifieke voorzieningen zijn of kunnen worden getroffen. De omvang van het huidige weerstandsvermogen De omvang van de algemene reserve en de treasurymanagementreserve van het Stadsgewest bedroeg op 1-1-2006 respectievelijk € 1.015.794 en € 722.587 (inclusief de toevoeging van € 200.000 uit het resultaat 2005). Met deze reserves kunnen incidentele tekorten worden opgevangen. De begroting van het Stadsgewest bevat geen ruimte om structurele tekorten op te vangen. De gewenste omvang van het weerstandsvermogen In artikel 52 derde lid en artikel 54 tweede en zesde lid van de Regeling Stadsgewest Haaglanden 1995 is de aanzuivering van een eventueel nadelig exploitatiesaldo van het Stadsgewest gelegd bij de deelnemende gemeenten. De gemeenten worden driemaal per jaar geïnformeerd over het verloop van de begroting, nl. bij de eerste en tweede MARAP en bij de jaarrekening. Bij deze rapportages wordt tevens een overzicht gegeven van de actuele risico’s. Gemeenten moeten derhalve in staat worden geacht op basis van deze informatie voldoende voorzieningen in de eigen begroting te treffen. Dat risico kan betrokken worden bij het geheel van door
36
de gemeente gelopen risico’s. Uit dat oogpunt is door het dagelijks bestuur besloten geen afzonderlijke risicovoorziening bij het Stadsgewest aan te houden. Kleine schommelingen in de exploitatie kunnen overigens worden opgevangen met het egalisatiefonds en de treasurymanagementreserve. Risico’s Algemeen Risico's als gevolg van bestuurlijk organisatorische ontwikkelingen Op 1 januari 2006 is de Wijzigingswet WGR-plus in werking getreden. Daarmee komt een einde aan een periode waarin het Stadsgewest onder de tijdelijke Kaderwet Bestuur in verandering viel en wordt de tijdelijke voorziening materieel gezien omgezet in een structurele regeling. De omvang van het takenpakket is daarmee afhankelijk van de sectorwetgeving geworden. Bijdragen huisvesting Met ingang van de begroting 2008 zijn de huisvestingskosten verdeeld over de geraamde bezetting. Hierin zijn personen opgenomen die niet tot de formatie van het Stadsgewest behoren, maar, bijvoorbeeld ten gevolge van de uitvoering van een project, wel ruimte bezetten. Na afloop van dat project ontstaat dan leegstand en zullen de huisvestingskosten per eenheid omhoog gaan. In de jaarrekening 2006 heeft dit risico zich niet voorgedaan. Verkeer en Vervoer Risico infrastructuur Door het uitvoeren van infrastructurele werken treden een drietal risico’s op: • risico’s met betrekking tot de uitvoering: voor deze risico’s worden zoveel mogelijk verzekeringen afgesloten; • risico’s met betrekking tot de subsidieafrekening. Het Rijk kan bij de vaststelling van de subsidiabele kosten afwijken van de door het stadsgewest ingediende afrekening; • risico’s die optreden als het Stadsgewest opdrachtgever is: voor deze risico’s is de juridische kwaliteit van de opdrachtverstrekking en de control op de uitvoering essentieel. Jeugdzorg Met het recht op jeugdzorg is het Stadsgewest Haaglanden verantwoordelijk voor een genoegzaam aanbod. Wanneer niet tijdig de geïndiceerde (door het Stadsgewest te financieren) jeugdzorg geleverd wordt en de aanbieder niet over voldoende budget beschikt, kan deze zorg uiteindelijk via de rechter afgedwongen worden bij het Stadsgewest. De financiële mogelijkheden van het Stadsgewest zijn, gezien de afhankelijkheid van het Rijk, beperkt. Gezien de ervaringen in de AWBZ sector is de verwachting dat het aantal claims beperkt zal zijn. In 2005 en 2006 zijn geen claims binnengekomen. De vraag naar jeugdzorg zal komende jaren, zo is de verwachting, nog stijgen. Er bestaat een spanning tussen de hoogte van de beschikbare rijksmiddelen en de uitgaven voor het verschaffen van voldoende en verantwoorde zorg in het Stadsgewest Haaglanden. In geval van tekorten en een ontoereikende egalisatiereserve jeugdzorg zal een beroep gedaan worden op het Rijk (hardheidsclausule Wjz) in verband met aanvullende middelen.
37
Paragraaf 2 Onderhoud kapitaalgoederen Railinfra Het Stadsgewest Haaglanden heeft in voorgaande jaren enkele nieuwe tramlijnen met bijbehorende kunstwerken aangelegd. Het gaat hier om delen van de tramlijn 17 en de tramlijn 15. Daarnaast zijn eerste uitvoerende werkzaamheden getroffen voor de aanleg van een tram- of buslijn 19. Daar is ook een aantal investeringen voor gedaan. Deze investeringen zijn volledig gefinancierd door subsidies en bijdragen. Met de gemeente Den Haag zijn gesprekken gevoerd over de overdracht van de kunstwerken en de daarbij te vergoeden onderhoudsbijdrage. Met de gemeente Rijswijk is een dergelijk gesprek nog niet gestart. Overige activa Het Stadsgewest is, uit hoofde van het verkeersveiligheidsproject, eigenaar van een tweetal aanhangwagens met lesmateriaal. Deze activa zijn inmiddels geheel afgeschreven.
38
Paragraaf 3 Financiering Inleiding Met ingang van 1 januari 2001 is de wet Financiering Decentrale Overheden (Fido) in werking getreden. In deze wet worden de kaders gesteld voor een verantwoorde, prudente en professionele inrichting en uitvoering van de treasuryfunctie van decentrale overheden. In deze wet is de treasuryfunctie gedefinieerd als ‘het sturen en beheersen van het verantwoorden over en het toezicht op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s’. Op de treasuryfunctie was de nota treasurybeleid van 15 november 1995 van toepassing. Een gewijzigd financieringsstatuut is in 2005 vastgesteld. In dit statuut wordt de beleidsmatige infrastructuur van de treasuryfunctie vastgelegd in de vorm van uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten. In deze financieringsparagraaf komen de volgende onderwerpen aan de orde: • bijdrage gemeenten; • algemene ontwikkelingen; • treasurybeheer; • interne financiering; • administratieve organisatie en interne controle. Bijdragen van de deelnemende gemeenten Ingevolge artikel 52, lid 4, van de gemeenschappelijke regeling Stadsgewest Haaglanden 1995 wordt bij de begroting voor de berekening van de bijdrage per deelnemende gemeente uitgegaan van het inwonertal op 1 januari van het jaar, voorafgaand aan het jaar waarvoor de bijdrage is verschuldigd. Het aantal inwoners van de aan het Stadsgewest deelnemende gemeenten bedraagt per 1 januari 2006 in totaal 991.039. De bijdrage per inwoner bedraagt € 4,91 inclusief de bijdrage voor de voormalig gecommitteerden, € 4,86 exclusief voormalig gecommitteerden voor de gemeenten Delft, Midden-Delfland, Wassenaar en Westland en € 4,91 voor de gemeente Pijnacker-Nootdorp (de samengestelde bijdrage). Dit bedrag is verlaagd met 0,41%, dit is het saldo van de afrekening van de hoger dan geraamde looncompensatie 2006 van 0,3% en met 0,71% wegens lager dan geraamde werkgeverspremies. Treasury Inleiding In de algemeen bestuursvergadering van 20 april 2005 is de financiële verordening vastgesteld. Deze verordening regelt met name de relatie tussen het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur. De gewijzigde verhouding, die op basis van gewijzigde wettelijke voorschriften zijn aangepast, maakte een nieuwe treasuryverordening noodzakelijk. Op 20 februari 2006 is dit Treasurystatuut vastgesteld. In dit statuut is de ‘beleidsmatige infrastructuur’ van de treasuryfunctie vastgelegd in de vorm van uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten. Het statuut maakt een objectieve en transparante verantwoording vooraf en achteraf mogelijk. Naast het financieringsstatuut wordt jaarlijks een treasuryparagraaf opgenomen in zowel de begroting als in het jaarverslag. Hierin worden de specifieke beleidsvoornemens respectievelijk de uitvoering van het beleid op het gebied van treasury neergelegd. In de tussenliggende bestuursrapportages wordt de tussentijdse verslaglegging opgenomen. In deze treasuryparagraaf komen de volgende onderwerpen aan de orde: algemene ontwikkelingen; treasurybeheer; interne financiering; administratieve organisatie en interne controle.
39
Algemene ontwikkeling Wet Fido Per 1 januari 2001 is de wet Financiering Decentrale Overheden in werking getreden. Met de vaststelling van het treasurystatuut is aan de vereisten van de gewijzigde wetgeving voldaan. Rentevisie Op grond van de toenmalige inzichten verwachtten wij geen grote daling of stijging van de rente van kortlopende geldleningen. Wij verwachtten dat de rente van langlopende geldlening gering zal stijgen. Bovendien verwachtten wij dat het rentepercentage van kortlopende geldleningen lager zal zijn dan dat van langlopende geldleningen. Om die redenen hebben wij in het verslagjaar de kasgelden ten behoeve van de lopende exploitatie vrijwel steeds tegen deposito uitgezet. Omdat bleek, dat, met name voor de fondsen en in tegenstelling tot de door de gemeenten opgegeven liquiditeitsprognoses, over langere tijd over aanzienlijke kasgeldoverschotten kon worden beschikt, is, binnen de met BCM (BNG Capital Management) gesloten beleggingsovereenkomst belegd in voornamelijk vastrentende waarden en garantieprodukten. Deze uitzettingen van gelden zijn in overeenstemming met de bepalingen uit de wet Fido. Financieringsoverschot Met name de instelling van het Mobiliteitsfonds (MOB-fonds) en het Regionaal Fonds Bereikbaarheidsoffensief (BOR-fonds) hebben geleid tot een kasoverschot. Volgens besluit van het algemeen bestuur wordt het BOR-fonds en het MOB-fonds voor wat betreft de rentetoerekening beschouwd als een zelfstandige eenheid: dat wil zeggen, dat de gerealiseerde marktrente wordt toegerekend. Treasurybeheer Het treasurybeheer is de (beleids)uitvoering van de treasuryfunctie, binnen de kaders van het huidige financieringsstatuut. De treasuryfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. Risicobeheer Met betrekking tot het risicobeheer heeft het bestuur als algemeen uitgangspunt vastgesteld dat alleen leningen of garanties uit hoofd van de ‘publieke’ taak worden verstrekt. Indien middelen worden uitgezet, dienen deze een prudent karakter te hebben en niet gericht te zijn op het generen van inkomen door het lopen van overmatige risico’s. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd door middel van de richtlijnen en de limieten zoals deze zijn neergelegd in de financiële verordening. In die zin is het ons uitgangspunt dat voldaan wordt aan het kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Op grond van het treasurystatuut hebben geen derivatentransacties plaats gevonden. In het verslagjaar zijn geen leningen uit hoofde van de publieke taak verstrekt, andere leningen zijn evenmin verstrekt. De kasgeldlimiet bedraagt 8,2% en werd over de gehele periode ruimschoots gehaald. Aangezien het Stadsgewest geen langlopende leningen heeft afgesloten is de renterisiconorm niet relevant. In de verslagperiode werden de vereiste rapportages aan de toezichthouder (de provincie Zuid-Holland) steeds tijdig geleverd. Onder risico’s worden verstaan zowel renterisico’s (vaste schuld en vlottende schuld), kredietrisico’s, liquiditeitsrisico’s, koersrisico’s en valutarisico’s.
40
Renterisicobeheer In het kader van het renterisicobeheer hebben wij in het verslagjaar plannen geformuleerd die voorstaan dat zowel de kasgeldlimiet als de renterisiconorm niet werd overschreden. Alle treasuryactiviteiten worden gebaseerd op een korte termijn liquiditeitenplanning (looptijd tot een jaar) en waar mogelijk een meerjarige liquiditeitenplanning met een looptijd van 4 jaar. Binnen dit kader streven wij naar spreiding in de rentetypische looptijden van uitzettingen. Overigens is gebleken, dat de door de gemeenten verwachte uitname uit de investeringsfondsen steeds later werden gerealiseerd dan door hen geraamd. Hierdoor was de rente op deze fondsen niet optimaal. Kredietrisicobeheer Om kredietrisico’s te spreiden is het merendeel van de overschotten, meestal in de vorm van deposito’s, bij een partij met een triple A-rating geplaatst. Een deel van de gelden is op korte termijn vastgezet in het Geldmarkt-selectfonds, dit is juridisch een onderling beleggingsfonds, waarbij de participanten bekend zijn. Dit fonds, dat beheerd wordt door BCM, een volle dochter van de BNG, belegt in minimaal single A fondsen. Valutarisicobeheer Valutarisico’s zijn uitgesloten doordat door wij uitsluitend leningen verstrekt hebben in de Nederlandse geldeenheid, de euro. Kasbeheer Geldstromenbeheer Teneinde de kosten van het geldstromenbeheer te beperken hebben wij het liquiditeitsgebruik beperkt door de geldstromen op stadsgewestniveau op elkaar en op de liquiditeitenplanning af te stemmen. Bovendien maken wij gebruik van het product ‘pakket geïntegreerde dienstverlening’ van de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG). Het betalingsverkeer wordt zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd door de BNG. Interne financiering Financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) te gebruiken teneinde het renteresultaat te optimaliseren. Financieringen worden enkel aangetrokken ten behoeve van de uitoefeningen van publieke taak. Administratieve organisatie en interne controle Administratieve organisatie In het kader van de gewijzigde regelgeving ingevolge het Besluit Accountantscontrole Provincies en Gemeenten is de nadruk van de “control” veel meer bij de rechtmatigheid van besluiten komen te liggen. De organisatie van het Stadsgewest was, gezien de geringe omvang van de ondersteunende afdelingen, hierop niet toegerust. In het najaar is een project gestart om de financiële rechtmatigheid te verbeteren, met name door de verdere beschrijving van de administratieve organisatie en de inrichting en uitwerking van interne controleplannen. Dit project is voortgezet in 2007 en heeft er onder meer toe geleid dat het bestuur de geactualiseerde administratieve organisatie voor de financieel grootste processen kan vaststellen.
41
Paragraaf 4 bedrijfsvoering Deze paragraaf omvat de besturing en de beheersing van, het toezicht op en de verantwoording over de bedrijfsprocessen binnen de organisatie. Personeel en Organisatie De formatie van het Stadsgewest is, als uitvoering van de zogenaamde nullijn, in het verslagjaar per saldo gelijk gebleven aan 2005 (105,1 fte). De verdeling van de formatie naar de sectoren en de mutaties ten opzichte van de begroting 2006 is weergegeven in de bijlage IIa. Communicatie In 2006 is het Stadsgewest gestart met het actieplan Burgergerichte Communicatie 2006-2007. Doelstellingen van dit actieplan zijn de zichtbaarheid en toegankelijkheid van het Stadsgewest voor de inwoners van Haaglanden vergroten en de betrokkenheid van de Haaglanders bij regionale beleidsthema’s versterken. Dit plan heeft in 2006 geleid tot een aantal actiepunten waaronder: • Het uitvoeren van een nulmeting naar de bekendheid van het Stadsgewest; • De ontwikkeling en uitzending van vier infomercials op RTV West; • De publicatie van een aantal advertorials in de lokale huis-aan-huisbladen; • Verdere ontwikkeling van het relatiemagazine Focus Haaglanden; • Grootschalige communicatie-inzet rondom een aantal publieksgerichte evenementen waaronder de starthandeling van lijn 19, participatie in de OndernemersPrijs Haaglanden en de organisatie van de WoonAward. Daarnaast heeft het Stadsgewest uitvoering gegeven aan on-going communicatieactiviteiten waaronder mediaondersteuning bij de presentatie van diverse projectresultaten, de totstandkoming van het pr-jaarverslag 2006 en actualisering van de website www.haaglanden.nl.
42
Paragraaf 5 Verbonden partijen Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin het Stadsgewest zowel een bestuurlijk als een financieel belang heeft. Het Stadsgewest kent twee verbonden partijen, namelijk: West Holland Foreign Investment Agency (WFIA) De Stichting WFIA voert de acquisitie van buitenlandse bedrijven uit. De WFIA is op 31 oktober 2000 door het Stadsgewest samen met de gemeenten Den Haag, Delft, Leiden, Zoetermeer en de Kamers van Koophandel voor Haaglanden en Rijnland voor onbepaalde tijd opgericht. Er is met opzet gekozen voor een privaatrechtelijke constructie voor de uitoefening van deze wettelijke taak van het Stadsgewest, omdat dit in het buitenland beter tot de verbeelding spreekt. De oprichtende partijen subsidiëren de stichting. De portefeuillehouder Economische Zaken van het Stadsgewest zit in het bestuur van de stichting. Daarnaast vindt circa maandelijks inhoudelijke afstemming plaats op ambtelijk niveau. Regio Randstad (gemeenschappelijke regeling) De bestuursorganen van de gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht, van de provincies Zuid-Holland, Noord-Holland en Flevoland en de regionale openbare lichamen Regionaal Orgaan Amsterdam, stadsregio Rotterdam, Stadsgewest Haaglanden en Bestuur Regio Utrecht zijn deelnemers aan de Gemeenschappelijke regeling samenwerkingsverband Randstad. Deze gemeenschappelijke regeling is per 1 september 2002 voor onbepaalde tijd in werking getreden. Het doel van de regeling is ‘het bevorderen van een evenwichtige en dynamische ontwikkeling van het landsdeel West en in het bijzonder de randstad als een geheel van hoogwaardige stedelijke en landelijke milieus en versterking van de internationale concurrentiepositie van de randstad, met name in Europees verband’. Het Stadsgewest heeft in gevolge de gemeenschappelijke regeling twee leden in het algemeen bestuur. In het dagelijks bestuur, dat door en uit het algemeen bestuur wordt benoemd, zit (ondermeer) één bestuurslid afkomstig uit één regionaal openbaar lichaam. Regio Randstad is een openbaar lichaam. De door het algemeen bestuur van Regio Randstad vastgestelde begroting is, voor zover deze begroting in bijdrage van de deelnemers voorziet en dat is het geval, een verplichte uitgave voor de deelnemers aan de regeling.
43
Paragraaf 6 Grondbeleid Het Stadsgewest heeft, naast het bezit van onderstaande stukjes grond, benodigd voor de aanleg van tramlijnen, geen grond in eigendom. Gemeente Kadastrale aanduiding Rijswijk Rijswijk Rijswijk Rijswijk Rijswijk Rijswijk Rijswijk Rijswijk Rijswijk Rijswijk Rijswijk Rijswijk Rijswijk
A 2914 G 0000 D 8011 G 0000 D 8015 G 0000 G 2985 G 0000 G 2989 G 0000 G 2994 G 0000 G 2999 G 0000 G 3001 G 0000 G 3009 G 0000 I 2128 G 0000 I 2131 G 0000 I 2134 G 0000 I 2139 G 0000
Oppervlakte ha. a. ca. 0.30.15 0.55.80 0.38.80 0.49.00 0.40.00 0.37.00 0.07.30 0.20.50 0.05.10 0.05.03 0.42.26 0.22.74 0.33.75
44
45
2. JAARREKENING
46
47
Balans 2006
48 B BALANS ACTIVA
31 december 2006
VASTE ACTIVA Materiële vaste activa Investeringen met een economisch nut Geactiveerde kosten infrastructuur
31 december 2005
-
-
Financiële vaste activa Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer Beleggingen BOR 242.171.319 Beleggingen GKF -
240.703.464 24.657.182
Totaal vaste activa
242.171.319
265.360.646
14.317.042 -86.883 14.230.159
68.339.312 2.926.710 71.266.022
4.328.967 158.662
3.136.187 36.691
524.323
523.006
84.300.878
163.693.945
Totaal vlottende activa
103.542.989
238.655.851
Totaal
345.714.308
504.016.497
VLOTTENDE ACTIVA Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar Vorderingen op openbare lichamen overige vorderingen totaal vorderingen Overlopende activa - nog te ontvangen opbrengsten - vooruitbetaalde kosten Toegekende budgetten BWS - 1993
Liquide middelen
Den Haag 27 juni 2007,
ALANS
49 BALANS PASSIVA
31 december 2006
31 december 2005
Vaste passiva Eigen vermogen Algemene Reserves - Egalisatiefonds - Nog te bestemmen resultaat Bestemmingsreserves Overige bestemmingsreserves - Treasurymanagement - Onderzoek Agribusiness - BWS/Westland - BWS/SGH - Renteconversie BWS/SGH - HBC - Wachtgeldfonds - Regionaal StructuurPlan - Groenfonds - Overige reserves
1.074.654 1.444.390
1.015.794 786.105
722.587 78.331 3.780.277 305.270 438.540 113.609 308.472 190.521 8.456.651
522.587 78.331 1.722 3.721.024 285.394 58.860 393.995 318.472 295.413 7.477.697
250.758.375 15.376.667 2.658.302 10.012.731 2.506.642 3.930.084 357.879 141.626 1.158.404 1.890.234 30.819
265.978.822 24.494.427 39.874.752 7.126.380 1.724.128 4.064.462 23.408 1.224.889 715.924 -
288.821.763
345.227.192
297.278.414
352.704.889
31.880.790
139.261.318
14.095.450 511.580
6.864.805 200.471
217.193 1.642.748 88.133 48.435.894
237.606 1.392.333 3.355.075 151.311.608
345.714.308
504.016.497
Voorzieningen
Voorzieningen van derden met een specifieke aanwending -
BOR-fonds Stadsgewestelijk Grondkostenfonds Mobiliteitsfonds Vinacfonds Fonds Luchtkwaliteit EISS Jeugdhulpverlening RAS Jeugdhulpverlening provinciale middelen Verkeersveiligheid Westland Ontwikkelingsfonds Zwethzone Logo East
Totaal vaste financieringsmiddelen
VLOTTENDE PASSIVA Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar Overlopende passiva - te betalen kosten - vooruitontvangen bedragen Verplichtingen BWS - 1994 - 1995 t/m 2002 - onverdeeld Totaal vlottende passiva
Totaal
50
51
Recapitulatiestaat programmarekening
52 Programmarekening over het begrotingsjaar 2006
1 2 3 4 5 6 7
Omschrijving programma's Bestuur Verkeer en Vervoer Economie en werkgelegenheid Jeugdzorg Milieu Ruimtelijke ordening Wonen Sub-totaal programma's Algemene dekkingsmiddelen Bijdrage gemeenten Huurbijdrage kostenplaatsen Treasury Sub-totaal algemene dekkingsmiddelen Onvoorzien Voordelig resultaat voor bestemming Toevoeging/onttrekking aan reserves Toevoeging wachtgeldfonds Onttrekking wachtgeldfonds Grondkostenfonds Groenfonds Regionaal Structuurplan BWS/SGH wachtgeldfonds (1%)
Raming 2006 voor wijziging Baten 69.700 214.263.600 225.000 58.341.800 222.000 192.300 111.900 273.426.300
Lasten Saldo 1.070.200 1.000.500 375.273.300 161.009.700 1.589.300 1.364.300 58.485.400 143.600 990.800 768.800 13.697.100 13.504.800 877.800 765.900 451.983.900 178.557.600
4.799.400 80.000
4.799.400 80.000
775.000
700.000
75.000
5.654.400
700.000 7.800
4.954.400 7.800
279.080.700
452.691.700
173.611.000
0
12.966.000 160.645.000
41.100 12.867.200
57.700
Overige reserves: storting automatisering Geografisch Informatiesysteem egalisatiefonds i.v.m. HBC BWS SGH aanpassing Kaderwet stukkenstroom Scannen facturen Extranet Herhuisvesting stadsgewest Sub-totaal mutaties reserves Voordelig resultaat na bestemming
12.966.000
53
Omschrijving programma's Bestuur Verkeer en Vervoer Economie en werkgelegenheid Jeugdzorg Milieu Ruimtelijke ordening Wonen Sub-totaal programma's Algemene dekkingsmiddelen Bijdrage gemeenten Huurbijdrage kostenplaatsen Treasury Sub-totaal algemene dekkingsmiddelen Onvoorzien Voordelig resultaat voor bestemming Toevoeging/onttrekking aan reserves Toevoeging wachtgeldfonds Onttrekking wachtgeldfonds Groenfonds Regionaal Structuurplan BWS/SGH wachtgeldfonds (1%)
Raming 2006 na wijziging Realisatie 2006 Baten Lasten Saldo Baten Lasten Saldo 69.700 1.020.200 950.500 88.471 947.779 859.308 230.477.500 230.842.200 364.700 239.960.457 240.241.008 280.551 329.200 1.693.500 1.364.300 344.266 1.642.980 1.298.714 70.814.900 70.958.500 143.600 72.563.898 72.683.793 119.895 3.453.000 4.221.800 768.800 3.418.573 3.852.237 433.664 13.996.700 14.774.300 777.600 14.727.406 15.523.441 796.035 111.900 877.800 765.900 140.096 953.539 813.443 319.252.900 324.388.300 5.135.400 331.243.167 335.844.777 4.601.610
4.799.400 80.000 2.625.000 7.504.400 0
4.799.400 80.000 2.550.000
75.000
2.550.000 4.954.400 7.800 7.800
326.757.300 326.946.100
50.000
4.833.444 80.000 296.339 3.309.158 8.518.941
274.892 2.380.744
4.833.444 80.000 21.447 928.414
2.655.636 5.863.305 0
188.800 339.762.108 338.500.413 1.261.695
0
-50.000 0
140.000 57.700 41.100
140.000 57.700 41.100
50.000 71.212 10.000 86.392 86.539 65.757
-50.000 71.212 10.000 86.392 86.539 -65.757
Overige reserves: storting automatisering Geografisch Informatiesysteem egalisatiefonds i.v.m. HBC BWS SGH aanpassing Kaderwet stukkenstroom Scannen facturen Extranet Herhuisvesting stadsgewest Sub-totaal mutaties reserves Voordelig resultaat na bestemming
70.000 5.765 58.860 1.722
238.800
50.000
188.800 0
59.533 7.801 48.041 779 72.972
20.000
449.034
266.339
-70.000 5.765 -58.860 -1.722 59.533 7.801 28.041 779 72.972 182.695 1.444.390
54
Den Haag 21 juni 2006.
55
PROGRAMMAREKENING 2006
56
GEWONE DIENST programma
econ. cat.
Werkelijke uitkomst 2005 in €
omschrijving
Begroting voor 2006 in €
Werkelijke uitkomst 2006 in €
Lasten 1
BESTUUR
1.1 1.1.1.
BESTUURSORGANEN Bestuur en commissies
1.2 3.4.3 3.4.3 3.4.3 3.4.3 3.4.3 3.4.3 3.4.3 1.2 1.2.1.
1.1 6.2.2
70.542
116.700
94.320
46.644 3.221 8.648 113 1.090 0 2.564 8.262
52.700 0 23.000 1.000 2.000 500 10.000 27.500
38.857 0 27.686 142 5.220 0 7.138 15.277
BESTUURSAPPARAAT Ambtelijke ondersteuning bestuur
695.689
758.500
741.247
personeelslasten doorberekende kosten bestuursapparaat
511.845 183.844
529.500 229.000
518.452 222.795
299.428 203.120 96.308
0 0 0
0 0 0
135.126
145.000
112.212
135.126
145.000
112.212
Totaal lasten programma bestuur
1.200.785
1.020.200
947.779
Totaal baten programma bestuur
367.987
69.700
88.471
Nadelig saldo programma bestuur vóór bestemming
832.798
950.500
859.308
uitkeringen voormalig gecommitteerden vergoedingen vergaderkosten bestuur vergaderkosten algemene commissies vergaderkosten commissie bezwaar- en beroepschriften reis- en verblijfkosten representatie programma activiteiten bestuur
Zie kostenplaatsen en kostenverdeelstaat (bijlage I) Communicatie
1.2.2.
1.1 6.2.2
personeelslasten doorberekende kosten bestuursapparaat Zie kostenplaatsen en kostenverdeelstaat (bijlage I)
Bovenregionale samenwerking
1.2.3.
3.4.3
overige goederen en diensten
57
programma
econ. cat.
Werkelijke uitkomst 2005 in €
omschrijving
Begroting voor 2006 in €
Werkelijke uitkomst 2006 in €
Baten
BESTUURSAPPARAAT
1.2.
Ambtelijke ondersteuning bestuur
1.2.1.
1.1
overige inkomensoverdrachten
68.559
69.700
88.471
61.149
66.700
64.518
7.410 0
0 3.000
15.080 8.873
299.428
0
0
203.120 96.308
0 0
0 0
367.987
69.700
88.471
Betreft doorbelasting personeelskosten.
6.2.2 4.1
doorberekende kosten bestuursapparaat Bijdrage gemeente in FPU
1.1 6.2.2
personeelslasten doorberekende kosten bestuursapparaat
Communicatie
1.2.2.
Totaal baten programma bestuur
58
programma
econ. cat.
Werkelijke uitkomst 2005 in €
omschrijving
Begroting voor 2006 in €
Werkelijke uitkomst 2006 in €
Lasten 2
VERKEER EN VERVOER
2.1.
Verkeersmaatregelen in de regio
1.1 3.4.3 3.4.3 4.2.2 6.0 6.2.2
personeelslasten uitbestede werkzaamheden vergaderkosten algemene commissies subsidies en bijdragen toevoeging mobiliteitsfonds doorberekende kosten bestuursapparaat
160.673.641
76.124.700
82.339.862
269.577 1.456.150 60 1.253 158.788.386 158.215
270.000 892.500 0 0 74.762.200 200.000
185.486 285.295 0 17.942 81.671.561 179.578
59
programma
econ. cat.
Werkelijke uitkomst 2005 in €
omschrijving
Begroting voor 2006 in €
Werkelijke uitkomst 2006 in €
Baten
VERKEER EN VERVOER
2
Verkeersmaatregelen in de regio
2.1.
1.1 4.1.2 4.1.2 4.1.2 4.2.2 4.2.2 4.2.2 4.2.2
compensatie salarislasten inkomensoverdrachten Rijk (BDU) inkomensoverdrachten Rijk (RaRa en EISS) inkomensoverdrachten Rijk overige inkomensoverdrachten (MOB-fonds) overige inkomensoverdrachten (gebruiksheffing railinfra) overige inkomensoverdrachten (opdrachtgeverschap RaRa) overige inkomensoverdrachten
162.033.238
75.760.000
82.951.579
74.282 0 101.721.544 34.958.589 7.635.053 4.095.329
0 35.700.000 25.860.000 0 4.000.000 0
30.525 38.972.650 31.877.136 0 3.993.993 0
360.436 13.188.005
700.000 9.500.000
679.415 7.397.860
60
programma
econ. cat.
Werkelijke uitkomst 2005 in €
omschrijving
Begroting voor 2006 in €
Werkelijke uitkomst 2006 in €
Lasten
Exploitatie openbaar vervoer
2.2.
135.981.025
140.983.000 148.474.407
6.0
toevoeging aan het Mobiliteitsfonds fonds
135.981.025
140.983.000
148.474.407
Regionaal fonds bereikbaarheidsoffensief
31.160.446
13.734.500
9.426.739
6.0
toevoeging aan het BOR fonds
31.160.446
13.734.500
9.426.739
2.3.
Totaal lasten programma verkeer en vervoer
327.815.112
230.842.200 240.241.008
Totaal baten programma verkeer en vervoer
329.174.709
230.477.500 239.960.457
Nadelig saldo programma verkeer en vervoer vóór bestemming Toevoegingen: Vervanging railinfra en groot onderhoud raillijnen
-1.359.597
364.700
280.551
364.700
280.551
3.036.757
3.036.757 Onttrekkingen: Vervanging railinfra en grootonderhoud raillijnen
1.371.003
Nadelig saldo programma verkeer en vervoer ná bestemming
306.157
61
programma
econ. cat.
Werkelijke uitkomst 2005 in €
omschrijving
Begroting voor 2006 in €
Werkelijke uitkomst 2006 in €
Baten Exploitatie openbaar vervoer
2.2.
135.981.025
140.983.000 148.474.407
4.1.2 4.2.2
inkomensoverdrachten van het Rijk overige inkomensoverdrachten
125.412.412 10.568.613
140.983.000 0
144.359.800 4.114.607
Regionaal fonds bereikbaarheidsoffensief
31.160.446
13.734.500
8.534.471
2.0 4.1.2 4.1.2 4.1.2 4.2.2
rentebaten inkomensoverdrachten van de provincie inkomensoverdrachten van het Rijk inkomensoverdrachten van gemeenten overige inkomensoverdrachten
7.501 503.058 28.910.000
5.722.500 242.000 7.500.000
1.739.887
270.000
248.741 3.322.607 139.945 14.900 4.808.278
2.3.
Totaal baten programma verkeer en vervoer
329.174.709
230.477.500 239.960.457
62
programma
econ. cat.
Werkelijke uitkomst 2005 in €
omschrijving
Begroting voor 2006 in €
Werkelijke uitkomst 2006 in €
Lasten Economie en Werkgelegenheid Algemeen programma
3.1.
1.1 3.4.3 3.4.3 6.2.2
personeelslasten diverse kleine uitgaven uitbestede werkzaamheden doorberekende kosten bestuursapparaat
777.530
812.000
777.315
319.924 60 288.509 169.037
346.400 1.500 265.000 199.100
315.115 0 271.140 191.060
628.398
646.100
640.484
251.812 37.137 181.152 158.297
271.700 25.000 180.000 169.400
236.722 54.904 181.152 167.706
Zie kostenplaatsen en kostenverdeelstaat (bijlage I).
Acquisitie
3.2.
1.1 3.4.3 4.2.2 6.2.2
personeelslasten uitbestede werkzaamheden subsidies en bijdragen doorberekende kosten bestuursapparaat
359.124
235.400
225.181
1.1 6.2.2
personeelslasten doorberekende kosten bestuursapparaat
316.525 42.599
186.000 49.400
176.994 48.187
Totaal lasten programma economie
1.765.052
1.693.500
1.642.980
Totaal baten programma economie
464.641
329.200
344.266
1.300.411
1.364.300
1.298.714
Agribusiness
3.3.
Nadelig saldo programma economie vóór bestemming onttrekkingen: reserve HBC reserve onderzoek agri wachtgeldfonds
Nadelig saldo programma economie ná bestemming
414 59.884 12.701
0 0 0
72.999
0
1.227.412
1.364.300
1.298.714
63
programma
econ. cat.
Werkelijke uitkomst 2005 in €
omschrijving
Begroting voor 2006 in €
Werkelijke uitkomst 2006 in €
Baten Economie en Werkgelegenheid
3.1.
1.1
overige inkomensoverdrachten
291.552
225.000
241.150
25.416
0
11.893
42.209 223.277 650
0 225.000 0
14.927 213.430 900
173.089
104.200
103.116
173.089
104.200
103.116
464.641
329.200
344.266
Betreft compensatie in salarislasten.
4.2.2 4.2.2 6.2.2
overige inkomensoverdrachten overige inkomensoverdrachten doorberekende kosten bestuursapparaat
1.1
personeelslasten
Agribusiness
3.3.
Totaal baten programma economie
64
programma
econ. cat.
Werkelijke uitkomst 2005 in €
Begroting voor 2006 in €
59.495.048
70.958.500
72.683.793
382.933 0 0 0 0 58.712.590
400.000 12.000 0 737.100 69.572.000
367.007 0 0 0 0 71.472.528
203.077
237.400
84.874 517.534 241.850
Totaal lasten programma jeugdzorg
59.495.048
70.958.500
72.683.793
Totaal baten programma jeugdzorg
59.389.373
70.814.900
72.563.898
105.675
143.600
119.895
omschrijving
Werkelijke uitkomst 2006 in €
Lasten JEUGDZORG
4.
1.1 1.1 4.2.2 4.2.2 4.2.2 6.0 6.0 6.1 6.2.2
personeelslasten personeelslasten (RAS) subsidies en bijdragen subsidies en bijdragen geindiceerd subsidies en bijdragen (RAS) toevoeging aan voorziening jeugdhulpverlening toevoeging aan voorziening jeugdhulpverlening Prov.gelden toevoeging aan voorziening RAS doorberekende kosten bestuursapparaat
196.448
Zie kostenplaatsen en kostenverdeelstaat (bijlage I).
Nadelig saldo programma jeugdzorg
65
programma
econ. cat.
omschrijving
Werkelijke uitkomst 2005 in €
Begroting voor 2006 in €
59.389.373
70.814.900
Werkelijke uitkomst 2006 in €
Baten JEUGDZORG
4.
2.0 4.1.2
renteopbrenst overdrachten van het Rijk Betreft een doeluitkering van de ministeries van VWS en Justitie betreft de bijdrage van het ministerie van VWS in de bestuurskosten
4.2.2
72.563.898
175.116
58.572.509
69.572.000
71.150.693
150.000
154.200
150.000
330.335 188.944 14.529
339.600 749.100
338.962 749.127 0
59.389.373
70.814.900
72.563.898
overige inkomensoverdrachten Betreft de bijdrage van de provincie Zuid-Holland en de gemeente Den Haag voor bestuurskosten Betreft de bijdrage van de provincie Zuid-Holland
4.2.2
133.056
subsidieafrekening voorgaande jaren
Totaal baten programma jeugdzorg
66
programma
econ. cat.
Werkelijke uitkomst 2005 in €
omschrijving
Begroting voor 2006 in €
Werkelijke uitkomst 2006 in €
Lasten MILIEU
5.
1.1 1.1 3.4.3 3.4.4 3.4.3 3.4.3 3.4.3 6.0 6.2.2 6.2.2
1.319.769
4.221.800
3.852.237
654.690 0 341.952
473.400 253.000 228.500
74.487 1.514 0 0 247.126
0 163.000 198.000 2.525.000 105.000 275.900
379.301 227.878 121.724 203.572 6.764 17.884 82.959 2.525.000 69.829 217.326
Totaal lasten programma milieu
1.319.769
4.221.800
3.852.237
Totaal baten programma milieu
538.316
3.453.000
3.418.573
Nadelig saldo programma milieu vóór bestemming
781.453
768.800
433.664
768.800
433.664
personeelslasten personeelslasten (EV) uitbestede werkzaamheden milieu-speerpunten uitbestede werkzaamheden warmteweb uitbestede werkzaamheden Servicepunt uitbest. werkz. Beleidsplan Milieu en Water uitbestede werkzaamheden (EV) toevoeging voorziening doorberekende kosten bestuursapparaat(EV) doorberekende kosten bestuursapparaat
onttrekkingen:
wachtgeldfonds
95.270
toevoegingen
Nadelig saldo programma milieu ná bestemming
686.183
67
programma
econ. cat.
Werkelijke uitkomst 2005 in €
omschrijving
Begroting voor 2006 in €
Werkelijke uitkomst 2006 in €
Baten MILIEU
5.
1.1 4.2.2
personeelslasten overige inkomensoverdrachten Betreft een bijdrage van de provincie Zuid-Holland in de kosten van het Servicepunt Handhaving (SEPH) Betreft een bijdrage van de provincie Zuid-Holland uit de Stimuleringsgelden Beleidsplan Milieu en Water (BMW)
4.2.2
overige inkomensoverdrachten
4.2.2 4.2.2 6.2.2
EV projectsubsidie EV apparaatskosten doorberekende kosten bestuursapparaat
Betreft een bijdrage van het Rijk inzake o.m. luchtkwaliteit
Totaal baten programma milieu
538.316
3.453.000
3.418.573
4.050
0
0
67.404
59.000
51.021
9.354
163.000
47.851
220.239 234.929 0 2.340
2.675.000 198.000 358.000 0
2.939.035 86.213 294.453 0
538.316
3.453.000
3.418.573
68
programma
econ. cat.
Werkelijke uitkomst 2005 in €
omschrijving
Begroting voor 2006 in €
Werkelijke uitkomst 2006 in €
Lasten RUIMTELIJKE ORDENING
6.
Ruimtelijke ordening
6.1
1.1 3.4.3 3.4.3 3.4.3 6.0 6.1 6.2.2
1.564.205
1.965.200
2.397.123
336.306 107 17 333.553 706.207
436.100 500 500 305.000 1.010.000
188.015
213.100
504.942 111 0 369.777 1.230.646 36.876 254.771
4.005.838
3.396.300
3.431.274
4.005.838
3.396.300
3.431.274
7.126.380
9.412.800
9.695.044
7.126.380
9.412.800
9.695.044
Totaal lasten programma ruimtelijke ordening
12.696.423
14.774.300
15.523.441
Totaal baten programma ruimtelijke ordening
12.110.776
13.996.700
14.727.406
Nadelig saldo programma ruimtelijke ordening vóór bestemming
585.647
777.600
796.035
Nadelig saldo programma ruimtelijke ordening ná bestemming
585.647
777.600
796.035
personeelslasten vergaderkosten commissie van advies diverse kleine uitgaven uitbestede werkzaamheden toevoeging aan het ontwikkelingsfonds Zwethzone toevoeging aan de voorziening Logo East doorberekende kosten bestuursapparaat Zie kostenplaatsen en kostenverdeelstaat (bijlage I). Stadsgewestelijk Grondkostenfonds
6.2.
6.0.
toevoeging aan het grondkostenfonds Vinac
6.3
6.0
toevoeging aan het VINAC-fonds
69
programma
econ. cat.
Werkelijke uitkomst 2005 in €
omschrijving
Begroting voor 2006 in €
Werkelijke uitkomst 2006 in €
Baten RUIMTELIJKE ORDENING
6
Ruimtelijke Ordening
6.1.
1.1 2.0 4.1.2
overige inkomensoverdrachten overige rente Overdrachten van het Rijk Betreft bijdragen inzake Zwethzone 4.2.2 overige inkomensoverdrachten Betreft bijdragen inzake Waterkader 4.2.2. overige overdrachten 6.0 Betreft bijdragen van de gemeenten inzake Zwethzone 6.2.2 doorberekende kosten bestuursapparaat
978.558
1.187.600
1.601.088
46.665 579 0 794.520
42.600 0 30.000 600.000
35.402 29.166 30.000 561.480
136.690 0 0 104
0 105.000 410.000 0
0 305.040 640.000 0
4.005.838
3.396.300
3.431.274
5.165 497.236 3.503.437
4.700 465.000 2.926.600
5.058 499.632 2.926.584
7.126.380
9.412.800
9.695.044
23.440 7.102.940
0 9.412.800
282.250 9.412.794
12.110.776
13.996.700
14.727.406
6.2. Stadsgewestelijk Grondkostenfonds
1.1 2.0 4.2.2
overige inkomensoverdrachten overige rente Overige inkomensoverdrachten Betreft bijdragen van een gemeente conform convenant
Vinac
6.3
2.0 4.1.2
overige rente Overdrachten van het Rijk Betreft bijdragen van het rijk conform convenant
Totaal baten programma ruimtelijke ordening
70
programma
econ. cat.
Werkelijke uitkomst 2005 in €
omschrijving
Begroting voor 2006 in €
Werkelijke uitkomst 2006 in €
Lasten WONEN Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS)
7. 7.2.
1.1 3.4.3 3.4. 6.2.2
personeelslasten uitbestede werkzaamheden uitbetaling vrije reserve BWS/Westland doorberekende kosten bestuursapparaat
1.785.806
142.200
139.197
71.898 1.290.287 337.324 86.297
80.100 10.000 0 52.100
73.716 9.551 0 55.930
Zie kostenplaatsen en kostenverdeelstaat (bijlage I). Overige Wonen
7.2.
1.239.501
735.600
814.342
1.1
personeelslasten
467.090
446.200
420.579
3.4.3 3.4.3 3.4.3 6.2.2
vergaderkosten commissie van advies diverse kleine uitgaven uitbestede werkzaamheden doorberekende kosten bestuursapparaat
52 298 587.993 184.068
1.000 1.000 80.000 207.400
0 0 178.529 215.234
Totaal lasten programma wonen
3.025.307
877.800
953.539
Totaal baten programma wonen
435.160
111.900
140.096
2.590.147
765.900
813.443
765.900
813.443
Nadelig saldo programma wonen vóór onttrekking onttrekkingen: BWS/SGH BWS/Westland
1.535.856 350.703 1.886.559
toevoegingen: BWS/SGH Nadelig saldo programma wonen ná bestemming
34.948 738.536
71
programma
econ. cat.
Werkelijke uitkomst 2005 in €
omschrijving
Begroting voor 2006 in €
Werkelijke uitkomst 2006 in €
Baten WONEN Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS)
7. 7.2.
4.1.2 4.2.2
BWS renteconversie overige inkomensoverdrachten
Overige Wonen
7.2.
1.1 4.2.2
overige inkomensoverdrachten overige inkomensoverdrachten
22.716
0
9.112
21.570 1.146
0 0
0 9.112
412.444
111.900
130.984
42.700 369.744
46.200 65.700
46.700 84.284
435.160
111.900
140.096
betreft bijdragen van gemeenten Totaal baten programma wonen
72
programma
econ. cat.
Werkelijke uitkomst 2005 in €
omschrijving
Begroting voor 2006 in €
Werkelijke uitkomst 2006 in €
Lasten FINANCIERING EN ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN Rentelasten
8.1.
2.0 2.0 8.3.
3.4.
1.794.684
2.550.000
2.380.744
overige rente doorberekende rente
2.011 1.792.673
50.000 2.500.000
23.293 2.357.451
Interne lasten t.b.v. reserves
263.030
0
274.892
193.320 0 35.378 6.309 28.023
0 0 0 0 0
0 48.041 5.766 779 72.972 139.533 7.801
3.4. 3.4. 3.4. 3.4. 3.4.
vervanging automatiseringsapparatuur project scannen facturen conversiekosten GIS kosten extranet aanpassing huisvesting aanpassing Kaderwet kosten project stukkenstroom Overig
0
7.800
0
0.0
niet in te delen lasten/baten
0
7.800
0
2.057.714
2.557.800
2.655.636
3.4.
8.4.
Totaal lasten financiering
73
programma
econ. cat.
Werkelijke uitkomst 2005 in €
omschrijving
Begroting voor 2006 in €
Werkelijke uitkomst 2006 in €
Baten FINANCIERING EN ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN Rentebaten
8.1
2.0 2.0 2.0 2.0
rente rekening-courant overige rente doorberekende rente in rekening gebrachte rente Bijdragen van derden
8.2.
2.0
2.0
Bijdragen van de deelnemende gemeenten Zie voor de berekening van de bijdrage per deelnemende gemeente bijlage II Huurbijdrage SWINGH
Interne bijdragen en doorberekeningen t.b.v. reserves
8.3.
1.1 3.4 3.4 3.4 3.4 3.4
opslag salarislasten 1% wachtgeldfonds storting vervanging automatiseringsapparatuur bijdrage verkeer en vervoer aan scannen facturen
2.432.882
2.625.000
3.309.158
213.585 1.919.091 285.088 15.118
40.000 2.585.000 0 0
228.944 3.063.713 6.961 9.540
4.899.487
4.879.400
4.913.444
4.819.487
4.799.400
4.833.444
80.000
80.000
80.000
138.546
0
296.339
68.546 70.000
0 0
65.757 70.000 20.000
bijdrage programma's aan communicatie aanpassing Kaderwet vrijval reserve HBC vrijval reserve BWS Westland
80.000 58.860 1.722
Totaal baten financiering
7.470.915
7.504.400
8.518.941
Totaal lasten financiering
2.057.714
2.557.800
2.655.636
Saldo financiering vóór bestemming
5.413.201
4.946.600
5.863.305
74
Saldo financiering vóór bestemming
5.413.201
4.946.600
5.863.305
50.000 0
65.757 50.000 70.000
475.944
50.000
58.860 1.722 20.000 266.339
58.226 193.320 0 6.309 10.000
41.100
71.212
57.700
Mutaties in reserves: Toevoeging
wachtgeldfonds 1% van de loonsom t.b.v. wachtgeld wachtgeldfonds t.b.v. sociaal plan automatisering BWS-rente aan de reserve BWS stadsgewest Haaglanden reserve BWS-Westland egalisatiefonds ivm vrijval reserve HBC reserve BWS SGH scannen facturen bijdrage VV
68.547 40.000 70.000 295.409 1.988
Onttrekkingen
wachtgeldfonds automatisering onttrekking reserve BWS rente extranet groenfonds reserve RSP GIS aanpassing Kaderwet stukkenstroom herhuisvesting scannen facturen
Saldo financiering ná bestemming
331.256
238.800
86.539 779 10.000 86.392 5.765 59.533 7.801 72.972 48.041 449.034
5.268.513
5.135.400
6.046.000
140.000 35.378
28.023
75
TOELICHTINGEN
76
STAAT VAN HERKOMST EN BESTEDING VAN MIDDELEN Liquiditeitspositie per 31 december 2006 Bedragen x € 1.000 31-12-2006 31-12-2005 Op korte termijn beschikbaar: Liquide middelen en deposito’s Overige vlottende middelen Af: Schulden op korte termijn Werkkapitaal Vastgelegde middelen Gefinancierd met: voorzieningen eigen vermogen
84.301 19.242 103.543 48.436 55.107 242.171 297.278
163.694 74.962 238.656 151.312 87.344 265.361 352.705
288.821 8.457
345.227 7.478
Het werkkapitaal is in het verslagjaar afgenomen met € 32.237 Dit is nader te specificeren in de volgende staat van herkomst en besteding van middelen. Herkomst van middelen Onverdeeld resultaat 2006 1.444 Toename egalisatiefonds 59 Toename treasurymanagementreserve 200 Toename BWS/SGH 59 Toename renteconversie BWS/SGH 20 Toename wachtgeldfonds 45 Toename RSPfonds 114 Toename jeugdhulpverlening prov.midd. 118 Toename Vinacfonds 2.886 Toename fonds Luchtkwaliteit 2.507 Toename RAS 358 Afname belegging GKF 24.657 Instelling voorziening Logo East 30 Toename Zwethzone 1.174 33.671 Besteding van middelen Opheffen HBC 59 Afname BORfonds 15.220 Afname BWS Westland 2 Afname Groenfonds 10 Afname overige reserves 105 Resultaat 2005 786 Afname Grondkostenfonds 9.118 Afname Mobiliteitsfonds 37.216 Afname EISS 1.724 Afname Verkeersveiligheid Westland 66 Afname jeugdhulpverlening 134 Toename belegging BOR 1.468
Per saldo afname werkkapitaal
65.908 32.237
77
mutaties werkkapitaal Vermindering verplichting BWS Afname vlottende passiva Toename overlopende activa Vermeerdering BWS-budgetten Per saldo herkomst
3.037 99.839 1.315 1
Afname liquide middelen Afname vlottende activa
79.393 57.036
Per saldo besteding Saldo afname werkkapitaal
104.192
136.429 32.237
78
WAARDERINGSGRONDSLAGEN
BALANS Vaste activa De investeringen van bureau-inrichting en automatiseringsprogrammatuur worden in het jaar van ingebruikname volledig afgeschreven. Vanwege het onevenwichtige investeringspatroon van automatiseringsapparatuur is de kostenegaliserende reserve automatisering ingesteld en onder de overige reserves opgenomen. Kosten infrastructuur Tot 2004 werden de historische kosten (investeringen inclusief VAT-kosten) van de aanleg van raillijnen geactiveerd, onder aftrek van gedeclareerde en/of ontvangen subsidies, dan wel onder aftrek van bijdragen uit het Mobiliteitsfonds of het BOR-fonds. Aangezien ingaande 2005 het Rijk geen subsidies meer verleent in de aanleg van raillijnen, maar de subsidies in deze investeringen heeft toegevoegd aan de BDU, worden de investeringskosten jaarlijks afgedekt door het Mobiliteitsfonds (hierin worden de BDU-gelden gestort). Dit betekent, dat de boekwaarde nihil is. Omdat het bezit van deze activa voor het Stadsgewest niet van groot belang is, is overleg met de gemeente Den Haag gaande inzake de overdracht van kunstwerken. Hierna zal de overdracht van de rails plaatsvinden. Vorderingen De vorderingen zijn voor de nominale waarde opgenomen, voor zover van toepassing zijn vorderbare renten toegerekend. BTW-compensatiefonds Ingaande 1 januari 2003 is de Wet BCF in werking getreden. Deze bepaalt, dat de betaalde omzetbelasting voor activiteiten die voortkomen uit de wettelijke taken voor een vooraf afgesproken percentage (95%) gecompenseerd kunnen worden uit het compensatiefonds. Bij het van kracht worden van de wet is een brief aan de belastingdienst verzonden, waarin gesteld is, dat alle taken van het Stadsgewest, behoudens de aanleg van railinfra, wettelijke taken zijn. Hierop is tot op heden geen antwoord ontvangen. Over de aangifte 2003 is een voorlopige beschikking afgegeven en het te vorderen bedrag is door de belastingdienst betaald. Omdat het Stadsgewest het verzet tegen de belastingdienst inzake de omzetbelasting ten aanzien van de ondernemersstatus van Haagrail heeft gestaakt is vanaf de aangifte 2004 voor het BTW-compensatiefonds de compensabele BTW inzake de activiteiten van Haagrail verwerkt. De definitieve beschikking over 2004 tot en met 2006 kan afwijken van de aangifte. Omdat de aangifte verwerkt is in het resultaat over die jaren betekent een afwijkende vaststelling een correctie op het rekeningresultaat. In het voorjaar 2006 is de controle door de Belastingdienst inzake het BCF op de aangifte 2003 aangevangen. Dit onderzoek heeft geleid tot een lagere vaststelling van de aangifte. Met name ging het hierbij om correcties van posten waarvan de factuur weliswaar was ontvangen en betaald in 2003, maar waarvan de prestatie in 2002 was geleverd. Het bedrag van de naheffing van € 188.492 alsmede de naheffingsrente is verwerkt in deze verantwoording. Ten aanzien van één post van € 34.541 is een bezwaarschrift ingediend, hierover is nog geen duidelijkheid verkregen. Belegging BOR-fonds Per 5 februari 2003 werd een overeenkomst met BCM (BNG Capital Management) gesloten voor de belegging van het BOR-fonds. Basis voor de belegging is een liquiditeitenplanning. Het beheer voldoet aan
79
de wettelijke voorschriften (Wet financiering decentrale overheden). De toevoegingen en onttrekkingen worden vooraf gemeld aan BCM, zodat voldoende liquiditeiten aanwezig zijn om de verplichtingen van het fonds na te komen. De opbrengsten worden, behoudens de hiervoor genoemde onttrekkingen, herbelegd. Op de balans wordt de nominale waarde van de stortingen weergegeven, waarbij de waarde per ultimo als toelichting wordt opgenomen. Schulden De schulden worden voor de nominale waarde opgenomen. Liquide middelen De liquide middelen zijn nominaal gewaardeerd, de op daggeld en deposito berekende rente is toegevoegd. Toegekende budgetten BWS Op de balans worden zowel de vorderingen op het ministerie van VROM als de hieraan gerelateerde schuld aan uitkerende gemeenten nominaal gewaardeerd voor de totaal te ontvangen c.q. uit te keren subsidies. Egalisatiefonds Dit fonds is ingesteld voor de egalisatie van het exploitatiesaldo. Toevoegingen en bestemmingen vinden plaats op basis van een besluit van het algemeen bestuur. Grondkostenfonds Gedurende de looptijd van het Vinex-convenant worden door het Rijk en de gemeenten bedragen gestort in het Grondkostenfonds. Uit dit fonds worden subsidies verstrekt voor onrendabele plannen op basis van de verwachte voortgang. Daarbij wordt de werkelijke voortgang van het voorgaande jaar verrekend. Daarnaast wordt rente toegerekend. Ontvangsten en uitgaven zijn jaarlijks niet gelijk. Dit verklaart het saldo op deze post. In een jaarlijkse rapportage wordt een overzicht gegeven van de voortgang in de bouw. Daarbij wordt tevens de toereikendheid van het saldo van het Grondkostenfonds aangegeven. Naar de huidige inzichten wordt een negatief saldo voorzien. Dit saldo wordt conform het besluit van het algemeen bestuur van 27 juni 2001 geheel afgedekt door de bouwgemeenten. In november 2004 is besloten de gemeenten, bij wijze van voorschot, de berekende contante waarde van het tekort te laten storten in het fonds. De berekende bedragen zijn inmiddels ontvangen.
80
RESULTAATBEPALING Ontvangsten en uitgaven worden ten gunste c.q. ten laste gebracht van het jaar waarin de prestatie is aangegaan. In voorkomende gevallen geldt het besluit van het dagelijks bestuur als datum van aangaan van de verplichting. Renten worden toegerekend aan het jaar waarin het tegoed c.q. de schuld rente heeft gekweekt. Ten behoeve van de gemeenschappelijke kosten zoals opleidingen, huisvesting, automatisering, financiën, communicatie en archief wordt in de begroting een kostenverdeling gemaakt op basis van sleutels, nl. op basis van verwerkte facturen voor financiën en op basis van personen voor de overige kosten. In de jaarrekening worden de gemaakte kosten zoveel mogelijk verantwoord op de betreffende functie: zo worden de studiekosten op basis van de deelnemers geboekt. Daarenboven worden de gemeenschappelijke kosten toegerekend op basis van de in de begroting gehanteerde sleutels. Dit kan leiden tot overschrijdingen en onderschrijdingen op een programma. Deze (technische) verschillen worden niet nader in de analyse verklaard.
81
TOELICHTING OP DE BALANS VASTE ACTIVA BTW-problematiek Bij de Belastingdienst is destijds een verzoek om teruggave gedaan in verband met het opteren voor belaste verhuur. Hierop is negatief beschikt, het Stadsgewest heeft hierop bezwaar aangetekend. Kernpunt daarbij is het al of niet aanmerken van de trambaan als openbare weg. Feitelijk belang van het Stadsgewest is daarbij, dat het ministerie van Verkeer en Waterstaat 95% subsidieert, zodat, ingeval de omzetbelasting niet van de belastingdienst kan worden terugontvangen, 5% van de omzetbelasting ten laste van het Stadsgewest komt. Het gaat hierbij in totaal om globaal vier miljoen euro. In de voorgaande jaarrekening is al rekening gehouden met dit tekort door de gemaakte onttrekking aan het Mobiliteitsfonds. Thans is besloten, mede gezien de juridische complicaties, het bezwaar tegen de uitspraak van de belastingdienst te staken. In het voorjaar van 2006 is de Belastingdienst de controle op het jaar 2003 gestart. Als resultaat daarvan is een naheffing opgelegd van € 188.492. Deze naheffing is voornamelijk veroorzaakt doordat leveringen feitelijk hebben plaatsgevonden in 2002 ( en niet compensabel zijn) terwijl de betaling en kostenboeking in 2003 plaatsvond. In 2007 is deze naheffing betaald en verantwoord in de jaarrekening 2006. Ten aanzien van één post, namelijk de levering van zand ten behoeve van een grondlichaam ad € 34.541,06 , is bezwaar aangetekend. Hierbij is namelijk weliswaar in 2002 geleverd, maar, vanwege het gebruik van onjuiste materialen, is het geleverde in 2003 verwijderd en is vervolgens in 2003 alsnog met het juiste materiaal geleverd. Dit bezwaar is, gezien de onzekerheid van teruggave door de Belastingdienst, niet als vordering opgenomen en zal bij toekenning van het bezwaar alsnog in mindering van de projectkosten worden gebracht.
82
FINANCIELE VASTE ACTIVA Beleggingen BOR € 242.171.319 Per 5 februari 2003 heeft het Stadsgewest, conform bestuurbesluit, de belegging van de gelden van het BOR-fonds aan BNG Capital Management (BCM) opgedragen. Conform het contract werd elk kwartaal een rapportage ontvangen en deze werd met de belegger besproken. Gebleken is dat alle transacties in het verslagjaar voldoen aan de voorwaarden die het Fido, en overigens ook het Stadsgewest, stelt. Hoewel op basis van de liquiditeitsprognoses van de gemeenten een afname met € 90 miljoen voorzien was, is tengevolge van de aanzienlijk lagere dan verwachte indiening van declaraties door de gemeenten het nominale saldo toegenomen met circa € 1,4 miljoen. In overleg met de belegger werd de liquiditeitsprognose verder bijgesteld. Per ultimo 2006 bedroeg de beurswaarde van deze beleggingen € 264.572.438, zodat een waardestijging van € 22.401.119 werd behaald. Omgerekend naar totaalrendement vanaf 2003 op basis van de gemiddelde belegging bedroeg dit 9,14%, ofwel op jaarbasis 2,26%. De belegging staat op de balans nominaal gewaardeerd, opbrengsten worden, afhankelijk van het liquiditeitsschema en nadere afspraken, direct weer belegd. Een specificatie van de beleggingen is als bijlage V opgenomen. Saldo per 1 januari 2006 Stortingen Opnames Saldo per 31 december 2006
€ 240.703.464 28.414.809 26.946.954 € 242.171.319
Beleggingen Grondkostenfonds € nihil In december 2004 werd een voorschot van ruim 19 miljoen euro, zijnde de contante waarde van het berekende tekort van het Grondkostenfonds, van de betreffende gemeenten ontvangen. In juni 2005 werd het verdeelbesluit 2005 genomen. Hierbij bleek een bedrag van ruim 24 miljoen euro voor een jaar niet nodig. Dit bedrag werd, binnen de met BCM gesloten overeenkomst (zie beleggingen BOR), belegd. Conform de afspraak met de fondsbeheerder is aan het Grondkostenfonds de afgesproken rente toegevoegd. Het behaalde rendement op de belegging is bij executie van de portefeuille op 1 juli gerealiseerd en het verschil met het afgesproken rendement is als treasuryresultaat verantwoord. De op 1 juli resterende liquiditeit is op depot gezet. Saldo per 1 januari 2006 Opnames Saldo per 31 december 2006
€ 24.657.182 24.657.182 € nihil
83
VLOTTENDE ACTIVA Vorderingen
€ 14.230.159
Het saldo van de post vorderingen is als volgt samengesteld: gemeenten € 3.282.971 overige publiekrechtelijke lichamen 5.040.248 vorderingen inzake BTW 5.884.949 totaal openbare lichamen overigen 19.352 vorderingen op personeel € 2.639
€ 14.208.168 € 21.991 € 14.230.159
De post vorderingen heeft de volgende ouderdom: Uit 2000/2004 € 230.767 Uit 2005 1.920 Uit 2006 13.997.472 Totaal € 14.230.159 Een belangrijk deel van het saldo van de post vorderingen wordt verklaard door de volgende posten: • • • • •
Een vordering op de gemeente Den Haag van € 2,3 miljoen, waarvan € 1,8 miljoen voor vervangend vervoer i.v.m. RandstadRail. Een vordering de R.E.T. van € 1,2 miljoen voor vervangend vervoer i.v.m. RandstadRail Een vordering op het Ontwikkelingsbedrijf Leidschenveen van 0,6 miljoen voor werkzaamheden aan het HOV-fietsviaduct over de A4. De vordering op het ministerie van Verkeer en Waterstaat van € 1,9 miljoen voor de aanleg van raillijn 15 tussen Rijswijk en Nootdorp. De afrekening inzake het BTW compensatiefonds over het jaar 2006 van € 5,9 miljoen: deze is per aangifte ingediend.
In het saldo debiteuren is geen voorziening voor dubieuze posten opgenomen. Nog te ontvangen opbrengsten € 4.328.967 Deze post bestaat uit een nog te ontvangen bedrag inzake RandstadRail van € 304.499, een nog te ontvangen rente van deposito’s voor € 567.431, de afrekening met de gemeenten ingevolge de jaarrekening 2006 ad € 41.712, nog te declareren kosten aan een gemeente € 124.420, nog te declareren kosten aan gemeente inzake de oversampling van het woningbehoefteonderzoek € 30.030, de afrekening van een subsidie van Jeugdzorg ad € 63.796, een terugvordering aan de gemeente Den Haag inzake de Rijnstraat € 2.582.690, een te declareren bedrag aan de provincie Zuid-Holland voor projecten van € 534.860 en enkele andere vorderingen. Vooruitbetaalde kosten € 158.662 Deze post bestaat voornamelijk uit de vooruitbetaalde huur over het eerste kwartaal 2007 van € 140.084 een aantal vooruitbetaalde (tijdschrift)abonnementen, een depotbedrag voor de frankeermachine en voor het postbusnummer (€ 3.990) en een voorraad parkeerkaarten.
84
Toegekende budgetten en verplichtingen BWS € 546.289 (activa) en € 1.970.040 (passiva) Vanaf 1 januari 1999 wordt door het Rijk geen budget meer ter beschikking gesteld om BWS-subsidies te verstrekken voor de sociale nieuwbouw, woningverbetering, woonwagens en standplaatsen. Onder meer tengevolge van het intrekken van beschikkingen ontstaat budget om alsnog nieuwe verplichtingen aan te gaan. Hiertoe wordt dan een zogenaamd BWS Verdeelbesluit genomen. Voor 2006 is geen verdeelbesluit genomen. Aan de minister is gevraagd dit bedrag alsnog in te zetten voor subsidiering van de volkshuisvesting. Op ons verzoek dienaangaande d.d. 29 november 2005 is inmiddels negatief beschikt: een bedrag ad € 3.355.068 is inmiddels terugbetaald. Een aantal gemeenten voeren het budgetbeheer over de subsidies zelf: het Stadsgewest is budgetbeheerder van Zoetermeer, Pijnacker-Nootdorp en Wassenaar. Voor de subsidieontvangers van de gemeenten, die de administratie aan het Stadsgewest hebben overgedragen, keert het Stadsgewest aan de direct betrokkenen uit. Onder de vlottende activa zijn de door het Rijk toegekende budgetten BWS onder vermindering van de tot op heden van het Rijk ontvangen bedragen opgenomen. De toegekende budgetten van het besluit woninggebonden subsidies 1995 worden na een jaar in twee jaarlijkse termijnen ontvangen en doorbetaald aan de deelnemende gemeenten. De toegekende budgetten van 1994 en eerder en met name de budgetten ‘sociale huur’ en ‘sociale koop’ worden pas na verloop van tientallen jaren volledig afgewikkeld. Bovendien ontstaan er kasritmeverschillen tussen de ontvangsten van het Rijk en de doorbetaling aan gemeenten, met name veroorzaakt door de herverdeling van de spaarsaldi van een gemeente. De mutatie in de vrij besteedbare reserve werd voornamelijk veroorzaakt door de rente op de kasstroom, de personele kosten van de registratie, alsmede door de financiering van onderzoek. Liquide middelen Deze post is als volgt opgebouwd:
€ 84.300.878
BNG LIRA-rekening
€
7
Kleine kas
168
Postbank
710
BNG LIRA-rekening
32.408
BNG deposito
25.000.000
BCM participaties geldmarkt-select
54.800.460
Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) Totaal
4.467.125 € 84.300.878
85
EIGEN VERMOGEN Reserves
Algemene reserve Egalisatiefonds € 1.074.654 Het Stadsgewest beschikt over een egalisatiefonds. De middelen van dit fonds dienen ter dekking van een eventueel door bijzondere omstandigheden ontstaan tekort op de exploitatierekening. Gezien de in de risicoparagraaf vermelde risico’s is het fonds te gering: een onderzoek naar de risico’s in het najaar 2001 heeft uitgewezen dat, uitgaande van een gemiddeld risico rond 10 miljoen euro als weerstandsvermogen aanwezig zou moeten zijn. Uitgaande van dezelfde berekeningsmethodiek is het benodigde weerstandsvermogen thans te stellen tussen de 2 en 4% van de baten, ofwel tussen de 7 en 14 miljoen euro. Het bestuur heeft op 13 november 2002 besloten het weerstandsvermogen niet op dit peil te brengen, maar bij calamiteiten te steunen op bijdragen van de gemeenten. Het verloop op deze post is als volgt: Saldo per 1 januari 2006 Toevoeging van de reserve HBC Saldo per 31 december 2006
€ 1.015.794 58.860 € 1.074.654
Onverdeeld resultaat 2005 € nihil Het onverdeeld voordelig resultaat over het boekjaar 2005 bedroeg € 786.105 en is, conform het besluit van het algemeen bestuur van 21 juni 2006 in het verslagjaar als volgt verdeeld: 1. € 200.000 is aangewend voor een reserve voor de opstelling van het nieuwe Regionaal Structuurplan 2. € 200.000 is toegevoegd aan de Treasurymanagementreserve 3. € 20.000 is benut voor het actieplan burgergerichte communicatie 4. € 366.105 is op basis van het inwonertal terug gestort aan de gemeenten. Nog te bestemmen resultaat 2006 € 1.444.390 Het nog te bestemmen voordelig resultaat over het boekjaar 2006 bedraagt € 1.444.390. Het resultaat werd voornamelijk behaald door het treasuryresultaat, een onderbesteding bij het programma Milieu en enkele kleinere verschillen op programma’s. Gezien de toename van risico’s, met name op het gebied van de uitvoering van projecten en de opdrachtgeving van diensten wordt voorgesteld met dit voordelig resultaat het weerstandsvermogen te versterken door een toevoeging aan het Egalisatiefonds.
Bestemmingsreserves Reserve Treasurymanagement € 722.587 De reserve is bedoeld om als het treasuryresultaat in enig jaar negatief uitvalt deze reserve voor dekking aan te wenden. Sinds de instelling van de reserve is het treasuryresultaat steeds positief geweest en zijn de behaalde voordelen ingezet voor afdekking van eenmalige kosten. Conform het voorstel voor de resultaatverdeling 2005 is een bedrag van € 200.000 aan de reserve toegevoegd. Het verloop op deze post is als volgt: Saldo per 1 januari 2006 Toevoeging uit het resultaat 2005 Saldo per 31 december 2006
€ 522.587 200.000 € 722.587
86
Onderzoek Agribusiness € 78.331 Deze post is ingesteld ten behoeve van specifiek onderzoek voor het in 2005 toegevoegde programma Agribusiness. Op de post hebben in 2006 geen mutaties plaatsgevonden. BWS/Westland € nihil De reserve bevatte het vrij besteedbare deel van de voor volkshuisvestingsdoeleinden geoormerkte bedragen ingevolge BWS-subsidies voor de gemeenten Westland. In 2005 is een bedrag van € 337.324 aan de gemeente Westland uitgekeerd. Het restant ad € 1.722 is toegevoegd aan de reserve BWS/Stadsgewest Haaglanden. Saldo per 1 januari 2006 Storting in BWS/Stadsgewest Haaglanden Saldo per 31 december 2006
€ 1.722 1.722€ nihil
BWS/Stadsgewest Haaglanden € 3.780.277 De reserve bevatten het vrij besteedbare deel van de voor volkshuisvestingsdoeleinden geoormerkte bedragen ingevolge BWS-subsidies voor het Stadsgewest. Het verloop op deze post is als volgt: Saldo per 1 januari 2006 Toevoeging rente Toevoeging BWS/Westland Onttrekkingen: Apparaatskosten en projecten Saldo per 31 december 2006
€ 3.721.024 144.070+ 1.722+ 86.539€ 3.780.277
Renteconversie BWS/Stadsgewest Haaglanden € 305.270 De reserve renteconversie BWS is gevormd ter dekking van het mogelijke verschil tussen de rentevoet die het Rijk hanteert bij conversie van het budget sociale huur/koop en de rente op het moment dat de bijdragen uit het budget aan de opdrachtgevers of eigenaren-bewoners opnieuw wordt vastgesteld. Deze reserve heeft betrekking op de gemeenten Wassenaar en Pijnacker-Nootdorp. De overige gemeenten dienen dit risico zelf af te dekken. In het verslagjaar is de voorziening van Stadsgewest Haaglanden gemuteerd met het (voordelige) renteverschil van € 19.876. Saldo per 1 januari 2006 Toevoeging rente Saldo per 31 december 2006
€ 285.394 19.876 € 305.270
The Hague Region Business Corporation € nihil De reserve is ingesteld om de kosten van de liquidatie van de The Hague Region Business Corporation op te vangen. In het verslagjaar is, omdat geen verdere uitgaven meer zijn te verwachten, besloten het restant van de reserve toe te voegen aan het egalisatiefonds. Saldo per 1 januari 2006 Onttrekking Saldo per 31 december 2006
€ 58.860 58.860 € nihil
87
Wachtgeldfonds € 438.540 Het Stadsgewest is aansprakelijk voor het eventuele wachtgeld van medewerkers. Deze reserve dient ertoe deze aansprakelijkheid, alsmede eventuele andere bijzondere regelingen met personeel, af te dekken. In het verslagjaar werd het (parttime) wachtgeld van een medewerker, alsmede een deel van de salarislasten van een boven-formatieve verantwoord. Het fonds is, conform de begroting, gevoed met een opslag van 2% over de loonsom en een begrote bijdrage van € 50.000. Het verloop is als volgt: Saldo per 1 januari 2006 Toevoeging uit de begroting Toevoeging 1% opslag op de salarissen Uitkeringen Saldo per 31 december 2006
€ 393.995 50.000+ 65.757+ 71.212€ 438.540
RegionaalStructuur Plan € 113.609 Bij de vaststelling van de jaarrekening 2005 is € 200.000 beschikbaar gesteld voor de opstelling van het RegionaalStructuur Plan. Het verloop van de post is als volgt: Toevoeging per 1 januari 2006 Externe kosten Saldo per 31 december 2005
€ 200.000 86.391€ 113.609
Groenfonds € 308.472 Bij de vaststelling van de jaarrekening 2004 is € 328.472 beschikbaar gesteld voor een Groenfonds. Dit fonds is bedoeld om door middel van ecologische corridors de grote groengebieden met elkaar te verbinden. In het verslagjaar werd een bijdrage van € 10.000 verleent aan het project ‘landgoederen verbinden’ door middel van een bijdrage aan het gebiedsfonds Wijk en Wouden. Saldo per 1 januari 2006 Subsidie gebiedsfonds “Wijk en Wouden” Saldo per 31 december 2005
€ 318.472 10.000€ 308.472
Overige reserves € 190.521
Automatisering € 113.276
In het verslagjaar werd, conform het meerjareninvesteringsschema, een dotatie gedaan aan de reserve van per saldo € 70.000. Saldo per 1 januari 2006 Dotatie vervanging Saldo per 31 december 2006
€ 43.276 70.000+ € 113.276
88
Project stukkenstroom € 10.591
Conform het besluit van het algemeen bestuur inzake de verdeling van het exploitatiesaldo 2003 is een bedrag van € 50.346 beschikbaar gesteld voor de verbetering van het post- en archiefsysteem. In het verslagjaar is de implementatie verder ter hand genomen. Het project zal naar verwacht in 2007 worden voltooid. Saldo per 1 januari 2006 € 18.392 Dotatie vervanging 7.801+ Saldo per 31 december 2006 € 10.591
Geografisch Informatie Systeem € nihil
In 2001 is het nieuwe ondersteunende pakket geïnstalleerd, alsmede de hiervoor benodigde randapparatuur. In 2002 is de implementatie verder vorm gegeven. Hierbij bleek dat, ook voor de nietroutinematige gebruikers, de beschikking over de uitgebreide licentie gewenst is. Deze is aangeschaft. Daarnaast is de afgelopen jaren een discussie gevoerd over de inrichting van de bestanden en de procedures rond het gebruik. In 2004 is besloten de leverancier van het pakket een onderzoek te laten uitvoeren en een voorstel te doen over de inrichting. Dit voorstel is in 2005 ontvangen en geaccordeerd door de Stuurgroep GIS. Vervolgens is, met de leverancier als projectleider, de nadere uitwerking ter hand genomen. In het verslagjaar is de implementatie voltooid en het project afgerond.
Saldo per 1 januari 2006 Kosten 2006 saldo per 31 december 2006
€ 5.766 5.766 € nihil
Extranet € 13.472
In 2005 zijn externe kosten gemaakt voor de verbetering van de zoekmogelijkheden op extranet, de kosten zijn ten laste van de reserve gebracht.
Saldo per 1 januari 2006 Kosten 2006 saldo per 31 december 2006
€ 14.251 779 € 13.472
Herhuisvesting Stadsgewest € nihil
Conform het besluit van het algemeen bestuur is uit het exploitatiesaldo 2003 een bedrag beschikbaar gesteld voor nakomende aanpassingen aan de huisvesting. In het verslagjaar werden de kosten van inrichting van twee vergaderzalen, de verbetering van de automatische beveiliging en enige aanpassingen aan wanden en deuren ten laste van de reserve gebracht. Hiermee is de reserve besteed. Saldo per 1 januari 2006 De mutaties in 2006 zijn: Kosten 2005 saldo per 31 december 2005
€ 72.972 72.972€ nihil
89
Aanpassing Kaderwet € 31.223
In de algemeen bestuursvergadering van 22 februari 2006 is het project ‘burgergerichte communicatie’ geaccordeerd. Dit project is in 2006 uitgevoerd, waarbij voor specifieke voorlichting voor de programma’s extra bijdragen zijn ontvangen. Saldo per 1 januari 2006 De mutaties in 2006 zijn: Bijdragen van programma’s Kosten 2006 saldo per 31 december 2006
€ 90.756 80.000 139.533€ 31.223
Scannen facturen € 21.959
Bij besluit van het algemeen bestuur van 29 juni 2005 is een bedrag van € 50.000 beschikbaar gesteld voor het project scannen facturen. Dit project moet het mogelijk maken binnengekomen facturen automatisch in de financiële administratie in te voeren en de interne fiattering eveneens geautomatiseerd af te wikkelen. In 2005 en begin 2006 zijn de randvoorwaarden waaraan een dergelijk systeem moet voldoen opgesteld, de selectie van de programmatuur heeft in 2006 plaatsgevonden. Vervolgens is de implementatie gestart. Naar verwachting zal het programma in 2007 in gebruik worden genomen. Saldo per 1 januari 2006 Kosten 2006 saldo per 31 december 2006
€ 50.000 28.041 € 21.959
VOORZIENINGEN Bereikbaarheidsoffensief Randstad (BOR) € 250.758.375 Op 12 oktober 2000 is tezamen met de bestuursovereenkomst BOR het convenant regiofonds BOR getekend. In het convenant is vastgelegd, dat het Stadsgewest fondsbeheerder zal zijn. Het fonds omvat een inleg van regionale partijen (gemeenten, provincie en het Stadsgewest) van in totaal ruim 285 miljoen euro. In 2004 heeft de minister van Verkeer en Waterstaat een extra toezegging gedaan voor € 12,5 miljoen. Deze storting wordt door het Stadsgewest en de provincie Zuid-Holland verdubbeld. De gelden zullen in de periode 2005 tot en met 2007 worden gestort. De rente op de storting van het Rijk wordt toegevoegd aan de post onvoorzien en gebruikt voor de jaarlijkse indexering. De rente zal pas worden gerealiseerd bij de executie van de beleggingsportefeuille. Het verloop van de voorziening is als volgt: Stand per 1 januari 2006 Stortingen door: Het Rijk inz. SWINGH De provincie Zuid-Holland De provincie Zuid-Holland, inz. ICT in bereikbaarheid De provincie Zuid-Holland inz. SWINGH Bijdrage gemeente inz. SWINGH Bijdrage vervoerbedrijven in Verkeersjournaal Het Mobiliteitsfonds Rentebaten
€ 265.978.821 139.945 3.100.000 350.000 222.607 14.900 68.278 4.740.000 252.491 8.888.221
90
Onttrekkingen: OVP Knoop Delft VRI Rozenweg Verlenging Oosterheem Forepark IJsclubweg Trekvliettracé Fietspad Apeldoornselaan ICT in Bereikbaarheid Zuidelijke Randweg Overige kosten Beheerloon belegging
€
12.248.358 50.976 2.708.576 2.894.302 2.336.875 800.000 378.570 1.300.000 267.515 22.985.172
851.940 271.555
Saldo per 31 december 2006
€
1.123.495
€
250.758.375
Grondkostenfonds € 15.376.667 Het saldo van het grondkostenfonds is per 31 december 2006, met name door de bij voorschot gestorte contante waarde van het geraamde tekort in 2004, positief. Het verloop van het fonds is als volgt: Saldo per 1 januari 2006 Stortingen door gemeente Toevoeging van rente Betalingen aan bouwgemeenten Onderzoek Apparaatskosten
2.931.642 499.632 12.436.662 3.010 109.362
Saldo per 31 december 2006
€ 24.494.427 3.431.274
€ 12.549.034€ 15.376.667
Bij het taakgericht treasuryplan 2006 is de prognose over het verloop van het fonds tot de einddatum geactualiseerd. Deze prognose geeft een uiteindelijk (gering) positief saldo. Mobiliteitsfonds € 2.658.302 Op 28 april 1999 heeft het algemeen bestuur besloten tot het instellen van een Mobiliteitsfonds. Dit fonds wordt gevoed door de GDU-subsidies en door een bijdrage van de gemeenten. Het algemeen bestuur heeft in zijn vergadering van 26 juni 2002 inzake het IPVV besloten dat eventuele tekorten zullen worden omgeslagen over de gemeenten. Thans worden geen tekorten voorzien. Saldo per 1 januari 2006 Toevoegingen: BDU bijdragen van het Rijk Bijdragen RandstadRail Bijdrage gemeenten 2006 Opbrengsten vervangend vervoer Bijdrage Rijk raillijn 15 Correctie bijdrage Rijk raillijn 15 2005
€ 39.874.752+ 183.312.458 31.273.572 3.993.993 3.687.755 1.988.768 -2.464.645
91
Bijdrage derden raillijn 19 Overige bijdragen aan projecten Toevoeging rente Totaal toevoegingen
2.899.707 3.532.707 883.916 229.108.231
Onttrekkingen: Apparaatskosten Apparaatskosten OV
3.305.847 1.073.635 4.379.482-
Bijdrage aan het BOR-fonds
4.740.000-
Bijdrage aan projecten en subsidies
257.205.199-
Saldo per 31 december 2006
€ 2.658.302
In de bovengenoemde post bijdragen aan projecten en subsidies zijn de volgende projecten opgenomen: Rijswijkseplein Souterrain Afrekening EISS-projecten Gemeentelijke projecten Fietsmaatregelen Verkeersveiligheid N470 HOV-lijn 19 Subsidies RandstadRail Overige subsidies en kosten Vervangen sporen Zoetermeerlijn Openbaar vervoer exploitatie Parkeerruit Den Haag Studieprojecten Oud GDU projecten Totaal
€
1.779.549 1.937.723 2.822.569 8.273.024 1.735.646 985.416 15.651.354 22.712.946 31.485.059 957.559 24.678.350 140.712.814 2.540.000 679.349 253.841 € 257.205.199
In het Investeringsprogramma 2008, dat naar verwachting gelijktijdig met de jaarstukken aan het bestuur zal worden voorgelegd, wordt voor 2007 een kastekort geraamd van € 63 miljoen. Dit tekort loopt op in 2008 tot € 91 miljoen. Deze kastekorten zijn een gevolg van de, ten opzichte van de bijdrage van het Rijk, snellere uitvoering van projecten. Deze versnelling van de projecten geeft weliswaar rentelasten voor het fonds, maar heeft een gunstig effect op de mobiliteit. Vinac-fonds € 10.012.731 Eind 2004 zijn woningbouwafspraken gemaakt met het Rijk, de provincie en de Haaglanden-gemeenten. Het Rijk draagt financieel bij, het Stadsgewest verdeelt volgens de interne afspraken. Ten behoeve van het financiële verkeer is een ‘VINAC-fonds’ ingesteld. Bevoorschotting van subsidies vindt jaarlijks plaats via verdeelbesluiten. Het eerste verdeelbesluit is in 2006 genomen.
92
Het verloop van de post betreft: Saldo per 1 januari 2006 Ontvangsten: Van het Rijk € 9.412.794 Rente 282.250 Verstrekte subsidies onderzoek
€ 6.807.835 858
€ 7.126.380
9.695.044+ 6.808.693€ 10.012.731
Saldo per 31 december 2006
Fonds Luchtkwaliteit € 2.506.642 Samen met de provincie Zuid-Holland en andere regio’s is Haaglanden maatregelen aan het voorbereiden die een positief effect op de luchtkwaliteit gaan opleveren. In het verslagjaar is een voorschotsubsidie van het ministerie van VROM ontvangen van € 2.525.000. Het verloop van de post is als volgt: Ontvangen subsidie Apparaatskosten 2006 Saldo per 31 december 2006
€ 2.525.000 18.358 € 2.506.642
De EISS-projekten € nihil In 2006 heeft de afwikkeling van de EIISS projecten plaatsgevonden. Dit resulteerde in een afwijzing door Rijkswaterstaat van twee projecten van de gemeente Den Haag. Dit waren Doorstroming Rijnstraat en Dynamische busmarkering Van Alkemadelaan voor het deel dat na 1 oktober 2004 uitgevoerd is. Het Stadsgewest Haaglanden heeft hier bezwaar tegen gemaakt. In 2007 heeft het ministerie besloten dat de bezwaren ongegrond zijn. Na overleg met de gemeente Den Haag is in het DB van 23 mei 2007 besloten om geen beroep aan te tekenen. Dit houdt in dat de voorschotten die zijn verleend aan de gemeente Den Haag teruggevorderd worden. Hiermee is het EIISS project van het Stadsgewest Haaglanden afgerond. In het mobiliteitsfonds zijn gelden gereserveerd voor de 10% eigen bijdrage aan de EIISS projecten. In de jaren 1996 tot en met 2006 zijn rentekosten gemaakt door het Stadsgewest Haaglanden in verband met het vooruit betalen aan gemeenten van de EIISS gelden die pas achteraf door het Rijk aan het Stadsgewest betaald werden. Deze rentekosten bedragen € 2,7 miljoen. Het negatieve saldo is geheel ten laste van het EISSprogramma in het Mobiliteitsfonds gebracht. Het verloop van de post betreft: Saldo per 1 januari 2006 Teruggevorderde subsidies Rente Afgerekend met Rijk Verstrekte subsidies Saldo ten laste van het Mobiliteitsfonds Saldo per 31 december 2006
4.549.814 32.949 4.038.019 5.284.950
€ 1.724.128 4.582.763+ 9.322.9693.015.078 3.015.078 € nihil
93
Jeugdhulpverlening € 3.930.084 Op het programma Jeugdhulpverlening worden enerzijds subsidies ontvangen van de ministeries van VWS en Justitie en een bijdrage van de gemeente Den Haag en de provincie Zuid-Holland en anderzijds subsidie verstrekt aan de instellingen en worden de apparaatskosten verantwoord. Aangezien de ontvangsten uitsluitend bestemd zijn voor de jeugdhulpverlening wordt het saldo van het programma gemuteerd op deze voorziening. De besteding van deze bedragen is voorzien in het meerjarenbeleidsplan. De afname van de reserve met € 535.959 wordt als volgt gespecificeerd: Saldo per 1 januari 2006 € 4.064.462 Toevoeging bijdrage Rijk 71.150.693 Toevoeging rente 175.116 71.325.809+ Subsidies 2006: De stichting die een bureau jeugdzorg in stand houdt 24.744.682 Uitkeringen aan de aanbieders van jeugdzorg 46.641.032 Overige bestedingen jeugdzorg 74.471 71.460.185Saldo per 31 december 2006
€ 3.930.084
Jeugdhulpverlening RAS € 357.879 Op 1 januari 2006 is de bestuursovereenkomst voor de Regionale Agenda Samenleving Haaglanden (RAS Haaglanden) van kracht geworden. Met het RAS willen de gemeenten in Haaglanden, het Stadsgewest en de provincie Zuid-Holland maatschappelijke vraagstukken met een bovenlokaal karakter integraal aanpakken. Voor de voor het project ontvangen subsidies is een voorziening ingesteld. Deze heeft voor 2006 het volgende verloop: Saldo per 1 januari 2006 € nihil Toevoeging bijdrage Provincie Zuid Holland 517.534+ Subsidies 2006 Apparaatskosten Saldo per 31 december 2006
144.89614.759€ 357.879
Jeugdhulpverlening provinciale middelen € 141.626 Ingaande 2004 wordt een, meerjarige, subsidie ontvangen van de provincie Zuid-Holland voor een aantal specifieke jeugdzorgprojecten. Te denken valt dan aan de ketenaanpak (potentiële) zwerfjongeren, de kwaliteitsverbetering zorgnetwerken basiszorgcoördinatie van kinderen van psychiatrisch en/of verslaafde ouders e.d. De in een jaar niet uitgegeven middelen worden gestort in de voorziening Jeugdhulpverlening provinciale middelen. Het verloop van de reserve is als volgt: Saldo per 1 januari 2006 € 23.408 Nabetaling subsidie 2005 33.344 Ontvangen subsidie 2006 231.593 288.345 Betaalde subsidies 2006 146.719Saldo per 31 december 2006 € 141.626
94
Verkeersveiligheid Westland € 1.158.404 Op 5 april 1995 is door het Rijk, de provincie Zuid-Holland, de gemeente Westland (inclusief Hoek van Holland) en het bedrijfsleven de samenwerkingsovereenkomst Verkeersveiligheid Westland gesloten, met als doel het aantal verkeersslachtoffers in het Westland aanmerkelijk terug te dringen. Ingaande 2005 is, conform de afspraken, geen gemeentelijke bijdrage meer geheven. Met de beheerder van het fonds, namelijk de Stuurgroep Verkeersveiligheid Westland, zijn besprekingen gaande over de besteding van het restant van de voorziening. Het verloop van de post is als volgt: Saldo per 1 januari 2006 Subsidies Saldo per 31 december 2006
€ 1.224.889 66.485€ 1.158.404
Ontwikkelingsfonds Zwethzone € 1.890.234 Met het convenant Zwethzone heeft het Stadsgewest met een aantal gemeenten de uitvoering van een ecologische zone langs de Zweth vastgelegd. De uitvoeringskosten worden ten laste van dit fonds gebracht. Het verloop van de post is als volgt: Saldo per 1 januari 2006 Bijdragen Rijk Bijdrage gemeenten Toevoeging rente Totaal toevoeging Projectkosten Saldo per 31 december 2006
€
715.924
561.480 640.000 29.166
Logo East € 30.819 Het verloop van de post is als volgt: Bijdragen VNG 2006 Projectkosten Saldo per 31 december 2006
€ 1.230.646+ 56.336€ 1.890.234
€ €
36.877 6.05830.819
VLOTTENDE PASSIVA Kortlopende schulden € 31.880.790 Deze post is samengesteld uit de volgende onderdelen: 1. Crediteuren gemeenten € 11.639.791 2. Overige publiekrechtelijk Lichamen 11.305.742 3. Overige crediteuren 8.935.257 € 31.880.790 De post crediteuren kan op basis van ouderdom als volgt worden gespecificeerd: 2000/2004 € 1.064.989 2005 961.016 negatief 2006 31.776.817 Totaal € 31.880.790
95
In de crediteurenpost 2005 is een creditnota begrepen van € 939.758 wegens door ProRail teveel ontvangen voorschotten voor de aanleg van de onderdoorgang Leidschenveen. Dit voorschot is in 2007 verrekend. In het saldo zijn de volgende facturen opgenomen: Gemeente Den Haag voornamelijk RandstadRail (thans € 3 miljoen betaald) Gemeente Delft voor werkzaamheden Wateringseweg Gemeente Rijswijk diverse werkzaamheden o.a. herinrichting Pr.Beatrixlaan (inmiddels in 2007 betaald) NS Reizigers inzake vervangend vervoer raillijn Zoetermeer (inmiddels in 2007 betaald) NMB Rail inzake meer/minderwerk spoorvervanging (inmiddels in 2007 betaald) Ministerie Verkeer en Waterstaat inzake eindafrekening EISS project Sijtwende inzake werkzaamheden aan Mrg Steelaan tunnel BAM inzake aanleg lijn 19 (inmiddels in 2007 betaald) Provincie Zuid Holland voornamelijk de aanleg N470 (inmiddels in 2007 betaald) Tripel Via inzake het project ICT en bereikbaarheid (inmiddels in 2007 betaald) Connexxion openbaar vervoer voornamelijk vervangend vervoer (inmiddels in 2007 betaald) diverse kleine rekeningen totaal
8.095.646 2.688.211 605.665 626.442 597.207 4.038.019 1.040.000 1.463.426 3.539.185 400.000 2.170.226 6.616.763 31.880.790
Op het moment van het opstellen van de jaarrekening staat van het saldo per ultimo december nog € 1,7 miljoen open.
96
Te betalen kosten € 14.095.450 Het saldo bestaat uit de volgende posten: Nog te betalen infrastubsidies Nog te betalen EISS-projecten Een aan het SkVV te betalen bedrag van Nog te ontvangen afrekeningen voor de levering van energie en water Nog te betalen Vinac aan de gemeente Den Haag Subsidie jeugdzorg Kosten externe veiligheid Warmteweb Afrekening BMW Campagne stadsregio’s Kosten salarisadministratie Afrekening gemeentelijke bijdrage 2006 Saslariskosten gedetacheerde Totaal Vooruit ontvangen bedragen € 511.580 Dit bedrag bestaat uit de volgende posten: • IOPW • Hoogheemraadschap Delfland • Stedenbaan • Biomassa • Waterkader Totaal
8.307.898 1.126.896 344.914 97.000 1.066.005 2.696.745 174.787 168.958 73.482 17.730 7.500 7.771 5.764 14.095.450
€ 200.471 155.968 140.024 8.192 6.925 € 511.580
Toelichting Destijds is een fonds ingesteld voor de financiering van de voorbereiding van het IOPW. Het fonds heeft een saldo van € 200.471. Thans zijn geen kosten IOPW meer te verwachten. Met de gemeente Westland en Midden-Delfland wordt overleg gevoerd inzake de aanwending van dit overschot. Van het Hoogheemraadschap is een bedrag van € 155.968 ontvangen voor de financiering van een onderzoek en engineering naar twee droogtegevoelige kades. Voor dit onderzoek zijn in 2006 geen kosten gemaakt. De post Stedenbaan ad € 140.024 betreft de door het projectbureau Stedenbaan ontvangen bedragen die in 2006 nog niet tot uitgaven leidden. De posten Biomassa en Waterkader betreffen eveneens nog niet uitgegeven kosten. NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE VERPLICHTINGEN Het Stadsgewest Haaglanden is opdrachtgever voor het openbaar vervoer. Met de twee vervoerders in de regio zijn meerjarige contracten afgesloten voor het vervoer volgens de overeengekomen dienstregeling. Deze concessies zijn afgegeven onder de voorwaarde van het verkrijgen van voldoende middelen van het Rijk (thans BDU).
97
De concessies betreffen: • HTM voor railvervoer 10 jaar voor 98 miljoen euro per jaar is • HTM voor busvervoer 1,7 jaar voor 16 miljoen euro per jaar is • Connexxion 1,7 jaar voor 17 miljoen euro per jaar is Totaal openbaar vervoer
€ 980.000.000 € 27.000.000 29.000.000 € 1.036.000.000
Aan de provincie Zuid-Holland is destijds een toezegging gedaan voor een bijdrage in de kosten van de aanleg van de N470 in de gemeente Pijnacker-Nootdorp. De resterende verplichting voor dit project is per ultimo 2005 € 22.500.000. RandstadRail Randstadrail is een light-rail systeem dat een directe verbinding tussen gemeenten binnen het Stadsgewest met de Rotterdamse regio, alsmede aansluitingen met de locale railsystemen mogelijk maakt. Het Stadsgewest heeft de uitvoering van de aanleg opgedragen aan de gemeente Den Haag, die hiervoor een projectorganisatie heeft ingezet. Volgens de planning zou medio 2006 het systeem moeten worden opgeleverd, maar net na de ingebruikstelling bleek een aantal technische problemen, waardoor de Inspectie van Verkeer en Waterstaat besloot het gebruik van een belangrijk deel van de lijnen te staken. Dezelfder tijd heeft het Stadsgewest opdracht gegeven aan de exploitant voor vervangend vervoer te zorgen. Inmiddels is de exploitatie op een deel van het traject hervat. Het Stadsgewest heeft de bouw voor rekening en risico aan de gemeente Den Haag opgedragen. Ondanks dat bestaat de mogelijkheid, dat van derden claims worden toegezonden aan het Stadsgewest. Op dit moment is dat het geval met een claim van € 300.000 van een hotelbedrijf die meent (imago)schade te hebben geleden van de latere ingebruikstelling. Van de HTM en de RET zijn vooraankondigingen van claims ontvangen. Ook het Stadsgewest heeft extra kosten. In de jaarrekening zijn vorderingen aan de HTM en RET opgenomen ter grootte van respectievelijk € 1,8 en € 1,2 miljoen wegens de kosten van vervangend vervoer. Op dit moment wordt onderzocht hoe hiermee moet worden omgegaan.
98
99
TOELICHTING OP DE PROGRAMMAREKENING
100
101
Programma BESTUUR
Voormalig gecommitteerden
Het voormalige Gewest 's-Gravenhage kende een aantal bezoldigde dagelijks bestuurders, gecommitteerden genaamd. Bij besluit van de voormalige Gewestraad van 27 juni 1974 is ten aanzien van de uitkeringen en pensioenen aan gewezen gecommitteerden de ‘Uitkering- en pensioenverordening wethouders 1970’ van de gemeente Den Haag van toepassing verklaard. In het verslagjaar heeft de betaling van een pensioenuitkering aan een viertal gewezen gecommitteerden c.q. weduwen en van een gedeelte van de IZA-premie van betrokkenen plaatsgevonden. Tengevolge van het overlijden van een van de pensioengerechtigden in het verslagjaar is de werkelijke uitkomst lager dan geraamd.
Vergaderkosten bestuur
De overschrijding van de post is het gevolg van het plaatsen van een advertentie voor de werving van een voorzitter van de commissie, alsmede een tweetal advertenties waarin de vergadering van een tweetal commissies is aangekondigd.
Administratieve ondersteuning dagelijks bestuur
Bij de begrotingsbehandeling is destijds besloten op basis van de urenregistratie kosten aan de projecten door te berekenen. Deze dienstverlening aan projecten is als bate verantwoord.
Representatie
Het Stadsgewest heeft onder meer bestuurlijke en zakelijke representatieve verplichtingen. Daarnaast zijn op deze post uitgaven geboekt ter zake van bijzondere personele omstandigheden van algemene en persoonlijke aard. Door een terughoudend beleid zijn de uitgaven over 2006 lager dan opgenomen in de begroting.
Bovenregionale samenwerking
Bij de vaststelling van de begroting 2006 zijn de feitelijke kosten van de bovenregionale samenwerking opgenomen. Het gaat hierbij met name over de bijdragen aan Bestuurlijk platform Zuidvleugel, de gemeenschappelijke regeling Randstadsamenwerking, de Ombudsman en de VNG. In het verslagjaar is het Stadsgewest nog niet in de VNG toegetreden en zijn evenmin klachten bij de Ombudsman gedeponeerd.
Communicatie
Deze post bevatte tot 2005 de kosten en de doorbelasting daarvan naar het programma Verkeer en Vervoer van drie communicatiemedewerkers, die voor specifieke projecten zijn aangetrokken. Met ingang van 2006 zijn deze kosten, evenals de andere communicatiekosten, verantwoord in de kostenverdeelstaat (bijlage 1) Programma VERKEER EN VERVOER
Programmaonderdeel Verkeersmaatregelen in de regio
De lager dan geraamde salarislasten en doorberekende kosten zijn een gevolg van de vermindering op de interne overhead-kosten: in het verslagjaar zijn meer werkzaamheden ten laste van projecten gebracht dan geraamd. De circa € 6 miljoen hogere subsidie van het Rijk is een gevolg van het eerder, dan in de liquiditeitsafspraken afgesproken kasgeldritme, betalen van een bijdrage door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat aan het project RandstadRail. Deze subsidie leidt eveneens tot een hogere toevoeging aan het mobiliteitsfonds. De lagere dan geraamde overige inkomensoverdrachten (€ 6,7 miljoen ten opzichte van begroot € 9,5 miljoen) wordt veroorzaakt, doordat de doorbelasting van de kosten van het vervangend vervoer voor RandstadRail begroot was op het programmaonderdeel verkeersmaatregelen, maar verantwoord
102
is onder het programmaonderdeel Openbaar Vervoer. Dit verklaart tevens de hogere ontvangst op Openbaar Vervoer.
Programmaonderdeel Openbaar Vervoer
De, niet-geraamde, bate van € 30.525 wordt veroorzaakt doordat ingaande 2006 een vacature is vervuld met een medewerker die voor circa de helft van zijn tijd werkzaamheden blijft verrichten voor de gemeente Den Haag. De bate betreft de opbrengst van deze werkzaamheden.
Mobiliteitsfonds
Met het oog op de subsidiëring van de kleinere projecten en de dekking van de eigen bijdrage van een aantal grote projecten heeft het algemeen bestuur het Mobiliteitsfonds Stadsgewest Haaglanden 1999 ingesteld en de hierbij behorende subsidieverordening Verkeer en Vervoer vastgesteld. In 2005 is deze verordening vervangen door de Verordening Mobiliteitsfonds Haaglanden 2005. Aan dit fonds betalen gemeenten jaarlijks een bijdrage. Het algemeen bestuur heeft in zijn vergadering van 26 juni 2002 besloten dat eventuele tekorten zullen worden omgeslagen over de gemeenten. Oorzaken van deze tekorten kunnen zijn: a) het duurder uitvallen van de projecten dan verwacht, b) verschillen in kasritme ten aanzien van de uitbetaling van het Rijk versus het kasritme van de uitgaven en c) afwijkingen bij het definitief vaststellen van de subsidiabele kosten door het Rijk. Door de invoering van de GDU+ per 1 januari 2004 en de BDU per 1 januari 2005 zijn deze risico’s met betrekking tot tekorten geminimaliseerd aangezien het Rijk niet meer per project financiert maar jaarlijks een bedrag stort in het Mobiliteitsfonds van Haaglanden. Haaglanden kan nu zelf de beslissingen nemen, binnen de kaders die het Rijk daarvoor aangegeven heeft, hoe deze gelden aangewend worden. In het Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer 2008 is een uitgebreide rapportage opgenomen welke projecten tot en met 2006 ten laste van het Mobiliteitsfonds zijn geboekt. Tevens zijn hierin de verwachte uitgaven 2007 tot en met 2012 opgenomen. De BDU bijdrage over het jaar 2006 (exclusief het deel bestemd voor openbaar vervoer) en de gemeentelijke bijdrage aan het Mobiliteitsfonds worden hier verantwoord. Deze bedragen zijn geheel toegevoegd aan het Mobiliteitsfonds. De subsidies voor projecten en gemaakte kosten voor het Mobiliteitsfonds zijn rechtstreeks ten laste van dit fonds geboekt.
RandstadRail
De ontvangen bedragen zijn geheel beschikbaar gesteld aan de gemeente Den Haag, die als uitvoerder van het project optreedt. Het Stadsgewest heeft, zoals overeengekomen, de kosten voortkomend uit het opdrachtgeverschap gedeclareerd bij de gemeente Den Haag. In het najaar 2006 is, na een uitgebreide testfase, het railsysteem in bedrijf gesteld. Tengevolge van technische problemen heeft de Inspectie Verkeer en Waterstaat de exploitatie van een belangrijk deel van het traject stilgelegd. Inmiddels is de exploitatie op een deel van dit traject hervat.
EISS-projecten
In 2006 is het Rijk gekomen tot een afrekening van de EISS projecten. Ten aanzien van een tweetal projecten is, op basis van de door de gemeente ingediende eindafrekening, een deel niet subsidiabel verklaard. Een door het Stadsgewest ingediend bezwaar is door het Ministerie afgewezen. Gezien de hiervoor gebruikte motivering is afgezien van een verdere bezwarenprocedure. Dit betekent, dat de aan de gemeente betaalde voorschotten zullen worden teruggevorderd.
Openbaar vervoer
In 2006 zijn de ontvangen BDU gelden ten gunste van het Mobiliteitsfonds gebracht. De subsidies aan de vervoerbedrijven en gemeenten zijn rechtstreeks op dit fonds in mindering gebracht.
103
Programmaonderdeel Bereikbaarheidsoffensief Randstad (BOR)
Het verschil tussen de begroting en de realisatie van de rentebaten heeft betrekking op de toegepaste systematiek. Door de belegging door BCM (BNG Capital Management) van het grootste deel van de gelden en de daarmee verband houdende herbelegging van de opbrengsten wordt het behaalde rendement van € 22,4 miljoen niet in het lopende jaar, maar pas bij de liquidatie van de portefeuille verantwoord. Tot de feitelijke realisatie wordt de portefeuille nominaal gewaardeerd. Het gerealiseerde bedrag heeft betrekking op de gelden die niet door BCM zijn belegd, maar op bijvoorbeeld deposito’s. het rendement op deze beleggingen bedroeg gemiddeld 2,82%. De hoger dan geraamde post inkomensoverdrachten van de provincie wordt veroorzaakt door een ontvangen subsidie voor de Harnaschknoop van € 3,1 miljoen. De lager dan geraamde post inkomensoverdrachten van het Rijk heeft betrekking op een in 2006 wel begrote, maar door het Rijk niet gestorte bijdrage: deze bijdrage is in 2007 ontvangen. De hogere overige inkomensoverdrachten worden veroorzaakt door niet begrote bijdragen van derden op door het Stadsgewest uitgevoerde projecten. Programma ECONOMISCHE ZAKEN Het programma Economische Zaken en Werkgelegenheid richt zich op de clusters bestuur en (inter)nationale dienstverlening, kennis en toerisme en de cluster agribusiness. Er wordt een programmeringsbeleid gevoerd voor nieuwe kantorenlocaties, bedrijventerreinen, detailhandels- en leisurevoorzieningen. Het programma bevat verder het regionaal promotie- en acquisitiebeleid en participeert in gezamenlijk arbeidsmarktbeleid van gemeenten. Om het beleid te onderbouwen worden databestanden beheerd en onderzoeksprojecten ondersteund en uitgevoerd. De, niet geraamde, baten op de post compensatie salarislasten heeft betrekking op de detachering van een medewerker aan een extern project. De, niet geraamde, bate op de post overige inkomensoverdrachten betreft een bijdrage van de Kamer van Koophandel en een drietal gemeenten in een onderzoek naar de segmentering van bedrijventerreinen en een onderzoek naar bedrijfsaccomodaties. De lasten van deze onderzoeken zijn verantwoord onder de post uitbestede werkzaamheden. De bate op de post Agribusiness heeft betrekking op de inkomsten uit detachering van een medewerker aan het project Westlandse Zoom. Deze detachering houdt verband met de opheffing van de Bestuurscommissie Westland en de daarover gemaakte afspraken. Programma JEUGDZORG De definitieve subsidietoekenning, waarin onder meer de indexatie van de subsidie is opgenomen, ten behoeve van de voor jeugdzorg beschikbaar gestelde bedragen vindt door het Rijk plaats in het jaar van subsidieverlening. Hierdoor is de raming gebaseerd op een voorzichtige inschatting van deze indexering. In 2006 bleek de doeluitkering ruim 1,5 miljoen euro hoger dan geraamd. Dit bedrag werd geheel extra ter beschikking gesteld aan de instellingen. Conform de wettelijke bepalingen werd een bedrag aan rente vergoed voor de voorziening jeugdhulpverlening; deze rente was niet geraamd. Programma MILIEU In 2006 is besloten een haalbaarheidsonderzoek te starten naar de mogelijkheden van een warmteweb in Haaglanden, hiervoor is een extra budget opgenomen in de begroting. Het haalbaarheidsonderzoek wordt medio 2007 afgerond. De kosten van onderzoek zijn gemaakt in de
104
periode augustus 2006 tot augustus 2007. Het extra budget is derhalve in 2006 niet geheel benut. De overige kosten worden in 2007 gemaakt. Het uitvoeringsprogramma Beleidsplan Milieu en Water kent een negental projecten die in de periode 2005 tot voorjaar 2007 moeten worden uitgevoerd. De provincie Zuid-Holland heeft hier budget voor ter beschikking gesteld. Zeven projecten zijn in 2005 of 2006 in gang gezet en inmiddels afgerond. De twee resterende projecten zijn door gebrek aan menskracht niet in uitvoering genomen. Het beschikbaar gestelde budget is derhalve in 2006 niet volledig benut. De personeelslasten van de sector Milieu komen per saldo € 70.000 lager uit dan geraamd. Dit is een gevolg van in het jaar ontstane vacatures en de trage vervulling daarvan gezien de krapte op de arbeidsmarkt in dit segment. Bovendien werden relatief veel uren op de nieuwe, gesubsidieerde, projecten geschreven en daarmee komen ze niet ten laste van de exploitatie. Ook de bemensing van het project Externe Veiligheid bleek aanzienlijk later dan gepland; dit is de oorzaak van de relatief lage besteding en de toevoeging aan de voorziening. De ontvangen voorschotsubsidie van het ministerie van Vrom ad € 2.525.000 is, onder aftrek van de apparaatskosten als Fonds Luchtkwaliteit opgenomen. Programma RUIMTELIJKE ORDENING De hogere personeelslasten hebben betrekking op de uitvoering van het RSP: deze lasten zijn in de jaarrekening opgevangen. De hogere dan geraamde toevoeging van het Grondkostenfonds wordt veroorzaakt door een hogere gerealiseerde rente. Voorts werd in 2006 een, niet geraamde, rentetoevoeging op het Vinac-fonds verantwoord van € 282.250. Programma WONEN De overschrijding van de begroting wordt voornamelijk veroorzaakt door een tweetal, niet geraamde onderzoeken: de dekking daarvan werd verkregen door een gedeeltelijke bijdrage van derden en door een onttrekking aan de BWS-reserve; deze laatste is verantwoord onder het programma financiering. Voor dit laatste onderzoek is een deel van de kosten door derden gefinancierd. Tevens werd een bijdrage in het (stadsgewestelijke) project burgergerichte communicatie verleend. Programma FINANCIERING
Rentebaten en –lasten
Conform de treasury-verordening worden binnen het Stadsgewest afspraken gemaakt over de hoogte van de te vergoeden c.q. in rekening te brengen rente. Het gaat hierbij met name om het Mobiliteitsfonds, de investeringen infrastructuur, het BOR-fonds en het Grondkostenfonds. In afwijking op de begroting, waarbij uitsluitend het structurele deel van de treasury-activiteiten is geraamd, zijn de werkelijke uitkomsten van zowel de lasten- als de batenkant en de totaal ontvangen c.q. doorberekende rentebaten opgenomen. Het netto treasuryresultaat bedroeg € 930.000.
Bijdragen van deelnemende gemeenten
Conform gemaakte afspraken wordt de begroting gebaseerd op de geschatte inwoneraantallen per gemeente. In de jaarrekening worden de werkelijke aantallen opgenomen, zodat per gemeente een verrekening plaatsvindt. In het verslagjaar gaat het om ongeveer 10.000 inwoners ( € 53.840) extra. Daarnaast vindt verrekening plaats van het verschil tussen de geraamde en de werkelijke loonstijging.
105
Tengevolge van de daling van de werkgeverspremies met in totaal 0,71% en de hogere dan geraamde CAO van 0,3% is per saldo een verlaging van 0,41% berekend. (€ 19.899) Voor een berekening van de bedragen per gemeente wordt verwezen naar bijlage lll.
Kostenplaatsen
De kosten van gemeenschappelijke voorzieningen, zoals huisvesting, automatisering en de financiële administratie worden op basis van objectieve sleutels doorberekend aan de gebruikers. In de centraal gemaakte kosten zitten echter posten waarvoor in voorgaande jaren reserves zijn opgebouwd, het gaat hier bijvoorbeeld om de driejaarlijkse investering in computer hard-ware, waarvoor jaarlijks de exploitatie wordt belast en om incidentele projecten, zoals de verbetering van de facturenstroom en de brievenbehandeling. Omdat deze kosten toegevoegd, respectievelijk onttrokken worden aan reserves moeten ze jaarlijks afzonderlijk in de exploitatierekening worden verantwoord. Hiervoor is in het programma Financiering de post Kostenplaatsen opgenomen, waarbij als bate de stortingen in de reserves wordt opgenomen en als last de onttrekkingen daaruit. Vervolgens wordt het saldo voor bestemming bepaald. Hierna wordt door middel van toevoegingen en onttrekkingen de mutatie op de reserve verantwoord.
Onvoorziene uitgaven
In de begroting is een bedrag opgenomen van € 7.800 onder de post onvoorziene uitgaven. Feitelijk gaat het hier niet om onvoorzien, maar om een afrondingspost voor het verschil tussen de begrote uitkomst en de berekende bijdrage van de gemeenten. Op de post worden geen kosten geboekt. Het voorgeschreven overzicht onvoorzien is derhalve niet opgesteld.
Omzetbelasting en BTW-compensatiefonds.
Het Stadsgewest kan, eveneens de gemeenten, het saldo van de betaalde en in rekening gebrachte omzetbelasting declareren bij het BCF. Deze betaald de omzetbelasting voor 95% uit. De resterende 5% wordt als last verantwoord onder hetzelfde programma, als waaronder de oorspronkelijke factuur is gebracht. In totalen gaat het hierbij om de volgende bedragen: BTW bedrag 100% Als overheidsorgaan: Betaalde btw (19%) Betaalde btw (6%) Als ondernemer Betaalde btw Als overheidsorgaan Ontvangen BTW Als ondernemer Ontvangen BTW Te betalen Totaal terug te vorderen
niet declarabel Totaal 5% declarabel
7.690.675 60.388
384.534 3.019
7.306.141 57.369
9.580 7.760.643
387.553
9.580 7.373.090
1.570.089
78.504
1.491.585
1.570.089
78.504
1.491.585 5.881.505
106
BEDRIJFSVOERING De kosten van de ondersteunende afdelingen worden door middel van de kostenverdeelstaat op basis van objectieve gegevens doorbelast op de functies. De kostenverdeelstaat is als bijlage 1 in de rekening opgenomen.
Salarissen
De overschrijding is veroorzaakt door de kosten van een quick scan naar de grootte en kwaliteit van de secretariaten.
Kosten geneeskundig onderzoek
De overschrijding van de post geneeskundig onderzoek wordt veroorzaakt door de kosten van de ARBO-adviseur, die nog verband houden met advieswerk voor de nieuwe werkomgeving en het welzijnsonderzoek.
Kosten vorming, opleiding en training
Bij de tweede MARAP is een overschrijding gemeld vanwege de vormende activiteiten die zouden voortkomen uit de onderzoeken en de invoering van competentiemanagement. Daarnaast zijn enkele, uit het oogpunt van personeelsbeheer, ontwikkelingstrajecten gestart. Deze hebben geleid tot kosten op het gebied van coaching en opleidingen.
Overige personeelskosten
Medio 2005 heeft het algemeen bestuur de financiële verordening vastgesteld. Deze verordening verplicht het Stadsgewest jaarlijks een of meerdere efficiencyonderzoeken uit te voeren. De kosten van deze onderzoeken zijn niet geraamd, maar worden, vooruitlopend op mogelijk te realiseren besparingen verantwoord op deze post. In 2006 is een efficiency-onderzoek naar de overhead uitgevoerd.
Huur kantoorpand
De onderschrijding van de post huur wordt veroorzaakt doordat in 2005 een nevenvestiging is afgestoten. Op dat moment was de begroting al vastgesteld.
Reproductiekosten
Mede tengevolge van het toegenomen aantal kopieën zijn de reproductiekosten gestegen. Doordat de reprografie meer werkzaamheden in huis kan verrichten zijn, omdat uitbestede reprografie direct op de programma’s drukken, bij de programma’s zelf lagere reprokosten gerealiseerd.
Porti
Door het efficiënter aanbieden van de massapost, de reductie van het aantal bestuursstukken per gemeente en het gebruik van internet zijn de portikosten lager uitgevallen dan geraamd.
Automatiseringsbeheer
Door een terughoudend investeringsbeleid, mede ingegeven door de verwachte overschrijdingen op de post vorming en opleiding, is een bedrag van circa € 55.000 onbesteed gebleven.
BZB/EHBO
De overschrijding van de post is een gevolg van het opleiden van een deel van de hulpverleners tot ploegleider. Thans zijn een viertal medewerkers opgeleid.
Onderzoekkosten Financiën
In het kader van de rechtmatigheidstoets is externe deskundigheid ingehuurd voor de opzet en opleiding van medewerkers voor interne controle. Dit project zal in 2007 worden afgerond.
107
OVERZICHT INCIDENTELE BATEN EN LASTEN De werkzaamheden van het Stadsgewest kenmerken zich veelal door een projectmatige aanpak. Producten als het RSP, het RNM, de Detailhandelsvisie en Casa Nova zijn daar voorbeelden van. Voor de planning van deze werkzaamheden wordt jaarlijks een werkplan opgesteld. Hierin wordt, onder meer door prioritering, de gevraagde productie in samenhang gebracht met de beschikbare capaciteit. In het algemeen wordt hierbij extra inhuur, tenzij voor specifieke deskundigheden, voorkomen. Hoewel de output van het Stadsgewest dus projectmatig is, is de financiering dat niet. Door de bijdrage van de gemeenten en de langlopende subsidietoezeggingen van Rijk en provincie is de financiering structureel. Het, volgens de BBV voorgeschreven, overzicht van incidentele baten en lasten wordt derhalve niet opgesteld. Op het bovenstaande is echter één uitzondering. Thans vindt verhuur van enkele ruimten plaats aan het Stadsgewest gelieerde organen. Op dit moment wordt aan SWINGH kantoorruimte, inclusief dienstverlening, verhuurd (€ 80.000 per jaar). Deze opbrengsten, verantwoord onder de algemene dekkingsmiddelen, hebben een incidenteel karakter. Het risico van leegstand is in de risicoparagraaf opgenomen.
108
109
ANALYSE BEGROTINGSAFWIJKINGEN EN BEGROTINGSRECHTMATIGHEID
110
111
Analyse begrotingsafwijkingen en begrotingsrechtmatigheid
Raming begrotingsjaar ná wijziging Omschrijving programma Bestuur Verkeer en Vervoer Economie Jeugdhulpverlening Milieu Ruimtelijke ordening Wonen Sub-totaal programma's Financiering Huurbijdrage Kostenplaatsen onvoorzien Bijdrage gemeenten Sub-totaal financiering Resultaat voor bestemming Mutaties in reserves Resultaat ná bestemming
Realisatie begrotingsjaar
Begrotings-afwijking
Lasten Saldo Baten Lasten Saldo Baten Lasten Saldo 1.020.200 950.500 88.471 947.779 859.308 18.771 -72.421 91.192 230.842.200 364.700 239.960.457 240.241.008 280.551 9.482.957 9.398.808 84.149 1.693.500 1.364.300 344.266 1.642.980 1.298.714 15.066 -50.520 65.586 70.958.500 143.600 72.563.898 72.683.793 119.895 1.748.998 1.725.293 23.705 4.221.800 768.800 3.418.573 3.852.237 433.664 -34.427 -369.563 335.136 14.774.300 777.600 14.727.406 15.523.441 796.035 730.706 749.141 -18.435 877.800 765.900 140.096 953.539 813.443 28.196 75.739 -47.543 324.388.300 5.135.400 331.243.167 335.844.777 4.601.610 11.990.267 11.456.477 533.790 2.550.000 -75.000 3.309.158 2.380.744 -928.414 684.158 -169.256 853.414 -80.000 80.000 -80.000 0 0 0 0 296.339 274.892 -21.447 296.339 274.892 21.447 7.800 7.800 -7.800 7.800 4.799.400 -4.799.400 4.833.444 -4.833.444 34.044 0 34.044 7.504.400 2.557.800 -4.946.600 8.518.941 2.655.636 -5.863.305 1.014.541 97.836 916.705 326.757.300 326.946.100 188.800 339.762.108 338.500.413 -1.261.695 13.004.808 11.554.313 1.450.495 188.800 -182.695 6.105 -1.444.390 1.444.390
waarvan onrechtmatig
Baten
69.700 230.477.500 329.200 70.814.900 3.453.000 13.996.700 111.900 319.252.900 2.625.000 80.000 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0
112
113
Bij de analyse van de programma’s is ingegaan op de verschillen tussen de realisatie en de definitieve begrotingscijfers. Bij dit totaaloverzicht wordt aanvullend nog de volgende toelichting gegeven: Algemeen Overhead • Bij de opstelling van de begroting worden de gezamenlijke kosten (overhead) voor de functies Personeel en Organisatie, Communicatie, Financiën, Archief, Automatisering en Facilitaire Zaken verdeeld op basis van personeelsleden en ontvangen facturen. Hiermee wordt een toegestaan budget per programma gecreëerd. De kosten van de voorzieningen worden echter zoveel mogelijk gebracht ten laste van de werkelijke gebruiker. Zo worden bijvoorbeeld opleidingskosten en reiskosten ten laste van het programma gebracht waar de betreffende medewerker aan werkt. Aangezien dit werkelijke gebruik sterk afwijkt van het geraamde gebruik ontstaan door de hele rekening verschillen tussen geraamde en werkelijke doorberekende kosten. Het totaal van deze verschillen is neutraal. De verschillen per functie worden in de betreffende hoofdstukken niet toegelicht. Het resultaat per programma wordt als volgt verklaard: Programma Algemeen bestuur Het voordelig saldo wordt voornamelijk verklaard door de onderbesteding op bestuurskosten en de lagere bijdrage voor bovenregionale samenwerking. Deze laatste wordt veroorzaakt doordat een geraamde bijdrage aan de VNG alsmede kosten voor de Ombudsman niet behoefden te worden gemaakt. Daarnaast is een, niet geraamde, bate gerealiseerd, doordat specifieke (juridische) werkzaamheden voor (gesubsidieerde) projecten zijn verricht. Programma Verkeer en Vervoer Het lagere dan geraamde nadelige saldo van verkeer en vervoer wordt veroorzaakt doordat meer tijd is besteed aan gesubsidieerde projecten en minder tijd aan algemene (ondersteunende) werkzaamheden. Ingevolge de regelgeving zijn de ontvangen baten van Rijk, Provincie, gemeenten en derden als toevoeging aan het Mobiliteitsfonds en BOR-fonds verantwoord. De uitgaven terzake van subsidies en apparaatskosten zijn als mutatie op deze fondsen als toelichting op de balans verantwoord. Programma Economische Zaken De bij het programmaonderdeel algemeen behaalde hogere baten hebben betrekking op de detachering van een medewerker in deeltijd ten behoeve van een ook voor het Stadsgewest relevant project. De bij het onderdeel acquisitie gerealiseerde lagere personeelslasten zijn veroorzaakt door het ontstaan van een vacature en het ,later, opvullen daarvan tegen lagere kosten. Programma Jeugdhulpverlening De hogere dan geraamde baten zijn een gevolg van het positieve effect van de door het Rijk gehanteerde indexering. Deze bijdrage heeft voor € 100.000 een structureel karakter. Deze hogere baten konden voor het grootste deel ter beschikking worden gesteld aan de zorginstellingen en zijn voor het resterende deel toegevoegd aan de voorziening jeugdzorg. Omdat de hogere gerealiseerde dan geraamde lasten veroorzaakt worden door een hogere toedeling van gelden door het Rijk is hier sprake van een rechtmatige begrotingsafwijking. Conform de nieuwe regelgeving is de ontvangen subsidie van het RAS-project toegevoegd aan de hiervoor ingestelde voorziening en zijn de toegekende subsidies en apparaatskosten rechtstreeks op deze voorziening in mindering gebracht. Programma Milieu In het verslagjaar is de aandacht bij het programma Milieu hoofdzakelijk uitgegaan naar de nieuwe projecten, zoals warmteweb, externe veiligheid en luchtkwaliteit. Door opstart en aanloopproblemen hebben deze projecten nog niet geleid tot grote subsidieuitgaven. Dit, alsmede het optreden van enige vacatures, verklaard de onderbestedingen ten opzichte van de begroting.
114
Programma Ruimtelijke Ordening Naast activiteiten op het gebied van Locatieontwikkelingen op OV-knopen , Groenbeleid Haaglanden, de Zwethzone, het Waterkader Haaglanden en de verstedelijkingsafspraken die met het Rijk zijn gemaakt is in het verslagjaar aan het Regionaal Structuurplan (RSP) Haaglanden gewerkt. De overschrijding van de post personeelslasten en doorberekende kosten is een gevolg van de voor dit project extra ingezette personeelscapaciteit. De verhoogde bijdrage aan het project Zwethzone heeft geresulteerd in een hogere toevoeging aan het ontwikkelingsfonds. Voor de geraamde onttrekking aan de RSP-reserve bleek, in plaats van de geraamde € 140.000, € 86.391 benodigd. Deze is als onttrekking aan de reserve RSP verantwoord. Programma Wonen De overschrijding van de begroting wordt voornamelijk veroorzaakt door een tweetal onderzoeken nl. een ter voorbereiding van de Woonvisiedag en een naar woningdifferentiatie. Voor dit laatste onderzoek is een deel van de kosten door derden gefinancierd. De dekking van deze overschrijding is gevonden in een, geraamde, onttrekking aan de BWS-reserve. Programma Financiëring De hogere, dan geraamde opbrengst van dit programma wordt veroorzaakt door: Hoger dan geraamd: 1. treasuryresultaat € 855.000 2. gemeentelijke bijdrage 34.000 3. stortingen 296.000 4. overig 6.000 Saldo € 1.191.000 5. kostenplaatsen 275.000 € 916.000 Het treasuryresultaat is het verschil tussen de ontvangen en naar projecten en fondsen doorberekende renten. De gemeentelijke bijdrage is hoger dan geraamd tengevolge van het toenemen van het inwoneraantal en de afrekening van de lagere dan geraamde werkgeverslasten. De boeking van lasten op de post kostenplaatsen betreft de kosten, die geraamd waren als onttrekking op doelreserves en die, conform de regelgeving, in de exploitatie zichtbaar moeten worden gemaakt.
115
3.
OVERIGE GEGEVENS
116
117
BESLUIT
118
119
Aldus, -
met inachtneming van de in de risicoparagraaf opgenomen risico’s
-
onder toevoeging van het voordelig resultaat van € 1.444.390 aan de egalisatiereserve
goedgekeurd door het algemeen bestuur van het Stadsgewest Haaglanden in de openbare vergadering d.d. 27 juni 2007,
Voorzitter,
Secretaris,
120
121
DE ACCOUNTANTSVERKLARING Opdracht
122
123
124
125
BIJLAGEN
126
Bijlage I KOSTENVERDEELSTAAT JAARREKENING 2006 kostensoort 1010 Personeel algemeen Salariskosten 1,1 kosten geneeskundig onderzoek 3.4.3 kosten salarisadministratie 3.4.3 kosten vorming, opleiding en training 1.1 kinderopvang 3.4.3 vergoeding reis- en verblijfkosten 3.4.3 overige personeelskosten 3.3.3 dienstverlening door derden 1020 Huisvesting 3.4.3 huur kantoorpand 3.4.3 facilitaire diensten 3.1 energie 3.4.3 schoonmaken 3.4.3 aankoop en onderhoud meubilair c.a. 1030 Automatiseringsbeheer 3.3.3 aankoop apparatuur (incl. GIS) 3.4.3 onderhoud en licenties (incl. GIS) 1035 Reproductie 3.4.3 kopieerkosten en drukwerk 1040 Kantoorbehoeften 3.4.3 schrijf- en bureaubehoeften 1050 Financiën 3.4.3 advieskosten 3.4.3 onderzoek 1060 Porti 3.4.3 porti 3.4.3 koerierskosten 1070 Telefoon 3.4.3 telefoonkosten 1080 Documentaire informatievoorziening 3.4.3 abonnementen op periodieken, e.d. 3.4.3 voorzieningen elektronisch archief 1090 Div. uitg. en ink. 3.4.3 kosten voorzieningen 1.1 bijdrage aan personeelsvereniging 3.4.3 BZB/EHBO 3.3.3 dienstverlening door derden 3.4.3 verzekeringen 3.4.3 diverse uitgaven/inkomsten Doorberekeningen
begroting 2006 7.776.000 7.541.000 30.000 25.000 110.000 25.000 25.000 10.000 10.000 820.000 620.000 60.000 30.000 80.000 30.000 275.000 275.000 0 100.000 100.000 25.000 25.000 145.000 130.000 15.000 80.000 75.000 5.000 55.000 55.000 56.000 45.000 11.000 120.000 80.000 10.000 5.000 5.000 10.000 10.000
realisatie 2006 5.396.613 5.034.262 44.583 22.302 215.288 18.912 27.825 33.442 0 766.124 584.476 12.286 45.000 84.081 40.282 219.266 219.266 0 141.059 141.059 12.379 12.379 180.733 81.532 99.201 53.719 49.697 4.022 35.543 35.543 41.476 33.006 8.469 -1.103.080 79.767 9.549 12.942 0 12.866 -1.218.205
Doorbelasting FAZ 1.1 personeelslasten 6.2.2 doorberek. kosten v. kostenplaatsen
FAZ 259.586 256.407 0 0 2.547 0 631 0 0 760.746 580.645 10.760 45.000 84.081 40.260 0 0 0 137.731 137.731 12.141 12.141 0 0 0 32.213 32.093 120 19.117 19.117 0 0 0 86.855 73.913 0 12.942 0 0 0
-1.308.388 -256.407 -1.051.981
Doorbelasting AUT 1.1 personeelslasten 6.2.2 doorberek. kosten v. kostenplaatsen
Kostenplaatsen AUT P&O 391.621 427.449 374.025 203.434 0 44.583 0 22.302 17.241 115.140 0 18.912 254 630 100 22.449 0 0 76 374 61 290 15 84 0 0 0 0 0 0 192.794 169 192.794 169 0 0 0 0 0 0 0 18 0 18 0 0 0 0 0 0 0 304 0 27 0 277 16.059 0 16.059 0 633 1.667 633 1.667 0 0 47 22.243 47 61 0 0 0 0 0 0 0 0 0 22.182
FIN 317.067 311.418 0 0 5.482 0 117 50 0 38 38 0 0 0 0 2.765 2.765 0 0 0 0 0 60.060 18.841 41.219 0 0 0 0 0 1.185 1.185 0 8.645 54 0 0 0 0 8.591
AZ 139.935 138.100 0 0 1.834 0 0 0 0 15 8 8 0 0 0 634 634 0 0 0 0 0 0 0 0 132 0 132 0 0 23.233 15.102 8.131 23.132 0 9.549 0 0 8.277 5.306
COM 323.529 315.468 0 0 6.917 0 1.133 10 0 1.198 465 732 0 0 0 739 739 0 702 702 29 29 62.691 62.691 0 9.488 9.459 29 0 0 744 744 , 203 203 0 0 0 0 0
11.368 46.640
4.295 17.619
13.389 54.931
7.831 32.129
17.178 70.478
-659.237 -385.393 -273.844
6.754 4.799
21.058 14.963
12.317 8.752
27.017 19.197
-485.691 -214.482 -271.209
11.928 15.083
6.977 8.822
15.304 19.352
-521.113 -357.792 -163.320
0 0
20.205 9.223
-263.909 -165.225 -98.684
12.929 7.722
Doorbelasting P&O 1.1 personeelslasten 6.2.2 doorberek. kosten v. kostenplaatsen Doorbelasting FIN 1.1 personeelslasten 6.2.2 doorberek. kosten v. kostenplaatsen Doorbelasting AZ 1.1 personeelslasten 6.2.2 doorberek. kosten v. kostenplaatsen Doorbelasting COM 1.1 personeelslasten 6.2.2 doorberek. kosten v. kostenplaatsen
-617.927 -408.101 -209.826
Totaal
9.452.000
5.743.832
0
0
0
0
0
-62.691
Directe salarissen Doorbelaste kosten incl doorbelaste salarissen
7.541.000 1.911.000
5.034.262 709.571
256.407 1.051.981
385.393 273.844
214.482 271.209
357.792 163.320
165.225 98.684
408.101 209.826
127 KOSTENVERDEELSTAAT JAARREKENING 2006 kostensoort
BEST
VV
OV
BOR
EZ
ACQ
AGRI
1010
Personeel algemeen Salariskosten 1,1 kosten geneeskundig onderzoek 3.4.3 kosten salarisadministratie 3.4.3 kosten vorming, opleiding en training 1.1 kinderopvang 3.4.3 vergoeding reis- en verblijfkosten 3.4.3 overige personeelskosten 3.3.3 dienstverlening door derden 1020 Huisvesting 3.4.3 huur kantoorpand 3.4.3 facilitaire diensten 3.1 energie 3.4.3 schoonmaken 3.4.3 aankoop en onderhoud meubilair c.a. 1030 Automatiseringsbeheer 3.3.3 aankoop apparatuur (incl. GIS) 3.4.3 onderhoud en licenties (incl. GIS) 1035 Reproductie 3.4.3 kopieerkosten en drukwerk 1040 Kantoorbehoeften 3.4.3 schrijf- en bureaubehoeften 1050 Financiën 3.4.3 advieskosten 3.4.3 onderzoek 1060 Porti 3.4.3 porti 3.4.3 koerierskosten 1070 Telefoon 3.4.3 telefoonkosten 1080 Documentaire informatievoorziening 3.4.3 abonnementen op periodieken, e.d. 3.4.3 voorzieningen elektronisch archief 1090 Div. uitg. en ink. 3.4.3 kosten voorzieningen 1.1 bijdrage aan personeelsvereniging 3.4.3 BZB/EHBO 3.3.3 dienstverlening door derden 3.4.3 verzekeringen 3.4.3 diverse uitgaven/inkomsten Doorberekeningen
564.697 557.308 0 0 1.966 0 78 5.345 0 31 31 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 459 459 0 108 108 0 0 0 0 0
228.939 185.486 0 0 31.999 0 6.254 5.200 0 693 206 465 0 0 22 20.288 20.288 0 2.090 2.090 162 162 34.316 0 34.316 6.488 3.422 3.066 185 185 4.263 3.924 339 -1.239.020 1.844 0 0 0 4.589 -1.245.453
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
317.895 315.115 0 0 999 0 1.775 6 0 15 8 8 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 266 238 29 0 0 946 946 0 671 520 0 0 0 0 151
237.674 236.722 0 0 800 0 134 19 0 1.999 1.999 0 0 0 0 1.229 1.229 0 0 0 0 0 0 0 0 3.940 3.846 93 181 181 474 474 0 0 0 0 0 0 0 0
178.815 176.994 0 0 0 0 1.809 12 0 46 15 31 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Doorbelasting FAZ 1.1 personeelslasten 6.2.2 doorberek. kosten v. kostenplaatsen
73.476 14.399 59.077
358.357 70.228 288.129
96.679 18.946 77.733
29.648 5.810 23.838
63.164 12.378 50.785
55.429 10.863 44.567
15.469 3.031 12.437
Doorbelasting AUT 1.1 personeelslasten 6.2.2 doorberek. kosten v. kostenplaatsen
38.739 22.647 16.092
188.936 110.453 78.483
50.972 29.798 21.174
15.631 9.138 6.493
33.302 19.468 13.833
29.224 17.084 12.139
8.156 4.768 3.388
Doorbelasting P&O 1.1 personeelslasten 6.2.2 doorberek. kosten v. kostenplaatsen
29.050 12.828 16.221
141.681 62.567 79.114
38.223 16.880 21.344
11.722 5.176 6.545
24.973 11.028 13.945
21.915 9.678 12.237
6.116 2.701 3.415
Doorbelasting FIN 1.1 personeelslasten 6.2.2 doorberek. kosten v. kostenplaatsen
12.261 8.419 3.843
318.798 218.885 99.914
30.654 21.047 9.607
30.654 21.047 9.607
12.261 8.419 3.843
6.131 4.209 1.921
3.678 2.526 1.153
Doorbelasting AZ 1.1 personeelslasten 6.2.2 doorberek. kosten v. kostenplaatsen
17.310 10.838 6.473
84.427 52.857 31.570
22.777 14.260 8.517
6.985 4.373 2.612
14.881 9.316 5.564
13.059 8.176 4.883
3.644 2.282 1.363
Doorbelasting COM 1.1 personeelslasten 6.2.2 doorberek. kosten v. kostenplaatsen
43.972 29.041 14.931
214.462 141.638 72.824
57.858 38.212 19.647
17.743 11.718 6.025
37.801 24.965 12.836
33.172 21.908 11.264
9.257 6.114 3.143
Totaal Directe salarissen Doorbelaste kosten incl. doorbelaste salarissen
780.103 557.308 222.795
365.064 185.486 179.578
297.163 0 297.163
112.383 0 112.383
506.175 315.115 191.060
404.427 236.722 167.706
225.181 176.994 48.187
128 KOSTENVERDEELSTAAT JAARREKENING 2006 kostensoort 1010 Personeel algemeen Salariskosten 1,1 kosten geneeskundig onderzoek 3.4.3 kosten salarisadministratie 3.4.3 kosten vorming, opleiding en training 1.1 kinderopvang 3.4.3 vergoeding reis- en verblijfkosten 3.4.3 overige personeelskosten 3.3.3 dienstverlening door derden 1020 Huisvesting 3.4.3 huur kantoorpand 3.4.3 facilitaire diensten 3.1 energie 3.4.3 schoonmaken 3.4.3 aankoop en onderhoud meubilair c.a. 1030 Automatiseringsbeheer 3.3.3 aankoop apparatuur (incl. GIS) 3.4.3 onderhoud en licenties (incl. GIS) 1035 Reproductie 3.4.3 kopieerkosten en drukwerk 1040 Kantoorbehoeften 3.4.3 schrijf- en bureaubehoeften 1050 Financiën 3.4.3 advieskosten 3.4.3 onderzoek 1060 Porti 3.4.3 porti 3.4.3 koerierskosten 1070 Telefoon 3.4.3 telefoonkosten 1080 Documentaire informatievoorziening 3.4.3 abonnementen op periodieken, e.d. 3.4.3 voorzieningen elektronisch archief 1090 Div. uitg. en ink. 3.4.3 kosten voorzieningen 1.1 bijdrage aan personeelsvereniging 3.4.3 BZB/EHBO 3.3.3 dienstverlening door derden 3.4.3 verzekeringen 3.4.3 diverse uitgaven/inkomsten Doorberekeningen
JHV 367.648 367.007 0 0 345 0 283 13 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 19.296 0 19.296 100 100 0 0 0 346 346 0 -1.073 421 0 0 0 0 -1.493
MZ 375.975 369.663 0 0 5.497 0 815 0 0 23 23 0 0 0 0 0 0 0 0 0 31 31 -2.000 0 -2.000 439 409 30 0 0 3.182 3.182 0 -5.302 459 0 0 0 0 -5.760
EV 237.127 227.878 0 0 0 0 9.248 0 0 641 534 107 0 0 0 30 30 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 283 283 0 195 100 0 0 0 0 95
RO 519.016 504.942 0 0 11.180 0 2.669 226 0 46 31 15 0 0 0 0 0 0 374 374 0 0 0 0 0 156 0 156 0 0 137 137 0 -917 1.263 0 0 0 0 -2.180
BWS 73.869 73.716 0 0 0 0 144 9 0 0 0 0 0 0 0 618 618 0 0 0 0 0 6.370 0 6.370 0 0 0 0 0 0 0 0 18 18 0 0 0 0 0
WO 435.772 420.579 0 0 13.339 0 1.850 4 0 183 122 61 0 0 0 0 0 0 163 163 0 0 0 0 0 192 103 89 0 0 3.924 3.924 0 1.115 758 0 0 0 0 356
GKF 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
totaal 5.396.613 5.034.262 44.583 22.302 215.288 18.912 27.825 33.442 0 766.124 584.476 12.286 45.000 84.081 40.282 219.266 219.266 0 141.059 141.059 12.379 12.379 180.733 81.532 99.201 53.719 49.697 4.022 35.543 35.543 41.476 33.006 8.469 -1.103.080 79.767 9.549 12.942 0 12.866 -1.218.205
Doorbelasting FAZ 1.1 personeelslasten 6.2.2 doorberek. kosten v. kostenplaatsen
69.609 13.641 55.967
74.765 14.652 60.113
19.336 3.789 15.547
78.632 15.410 63.223
15.469 3.031 12.437
68.320 13.389 54.931
14.180 2.779 11.401
1.308.388 256.407 1.051.981
Doorbelasting AUT 1.1 personeelslasten 6.2.2 doorberek. kosten v. kostenplaatsen
36.700 21.455 15.245
39.418 23.044 16.374
10.194 5.960 4.235
41.457 24.236 17.221
8.156 4.768 3.388
36.020 21.058 14.963
7.476 4.370 3.105
659.237 385.393 273.844
Doorbelasting P&O 1.1 personeelslasten 6.2.2 doorberek. kosten v. kostenplaatsen
27.521 12.153 15.368
29.559 13.053 16.506
7.645 3.376 4.269
31.088 13.729 17.360
6.116 2.701 3.415
27.011 11.928 15.083
5.606 2.476 3.130
485.691 214.482 271.209
Doorbelasting FIN 1.1 personeelslasten 6.2.2 doorberek. kosten v. kostenplaatsen
30.654 21.047 9.607
6.131 4.209 1.921
6.131 4.209 1.921
18.392 12.628 5.764
6.131 4.209 1.921
6.131 4.209 1.921
3.678 2.526 1.153
521.113 357.792 163.320
Doorbelasting AZ 1.1 personeelslasten 6.2.2 doorberek. kosten v. kostenplaatsen
16.399 10.267 6.132
17.614 11.028 6.586
4.555 2.852 1.703
18.525 11.598 6.927
3.644 2.282 1.363
16.096 10.077 6.019
3.341 2.091 1.249
263.909 165.225 98.684
Doorbelasting COM 1.1 personeelslasten 6.2.2 doorberek. kosten v. kostenplaatsen
41.658 27.512 14.146
44.744 29.550 15.193
11.572 7.642 3.929
47.058 31.079 15.979
9.257 6.114 3.143
40.887 27.003 13.884
8.486 5.604 2.882
617.927 408.101 209.826
Totaal
608.857
584.580
297.707
753.966
129.647
635.813
42.767
5.743.832
Direkte salarissen Doorbelaste kosten incl doorbelaste salarissen Naar voorzieningen Naar exploitatie
367.007 241.850
369.663 214.917 2.409 217.326
227.878 69.829
504.942 249.024 607 249.631
73.716 55.930
420.579 215.234
0 42.767 -42.767 0
3.435.409 2.308.423
129
Progr.
1
Bijlage IIa : Personeelslasten 2006 Omschrijving BESTUUR Gewezen gecommitteerden Bestuur
personen
Formatie
totaal
totaal
formatie eigen pers
formatie
begr.2006
werkg.last
werkg.last
werkg.last
werkg.last
gedetach
form.totaal
totaal
eigen pers
gedetach.
begr.2006
5,7
5,7
3,7
2,0
5,7
5,7
5,7
3,7
2,0
5,7
492.790 38.857 453.933
167.676 167.676
471.290 52.686 418.604
1.638.484 240.649
325.114 38.857 286.257 1.580.575 240.649
Kostenplaatsen: Personeel en organisatie
30,3 3,0
25,4 1,9
24,4 1,9
1,0 -
29,7 1,7
57.909 -
1.623.971 134.662
FIA Doc.informatievoorziening
16,0 4,0
14,6 2,9
13,6 2,9
1,0 -
18,1 3,1
943.123 138.100
885.214 138.100
57.909 -
1.047.688 164.039
7,3
6,0
6,0
-
6,8
316.612
316.612
-
277.582
2 Verkeer en vervoer
37,0
35,5
32,7
2,8
35,6
2.827.631
2.827.631
-
2.939.776
Verkeersmaatregelen
22,9
22,5
21,7
0,8
25,8
154.961
154.961
-
2.152.224
Openbaar vervoer Regionaal fonds bereikbaarheidsoffensief t.l.v. MOB/BOR fonds (balans)
12,2
11,2
9,2
2,0
7,5
-
-
-
603.031
1,9 -
1,8 -
1,8 -
-
2,3 -
2.672.670
2.672.670
-
184.521 -
Economische zaken Algemeen programma Acquisitie
10,0 4,4 4,3
9,3 4,2 3,9
8,8 3,7 3,9
0,5 0,5 -
10,4 4,9 4,3
613.821 303.222 236.722
596.064 285.465 236.722
17.757 17.757 -
699.947 346.407 271.698
Agribusiness
1,3
1,2
1,2
-
1,2
73.877
73.877
-
81.842
Jeugdzorg
6,0
5,4
5,4
-
5,4
367.007
367.007
-
400.004
Jeugdzorg
6,0
5,4
5,4
-
5,4
367.007
367.007
-
400.004
Milieu Milieu EV
11,0 7,0 4,0
9,5 5,7 3,8
6,7 5,7 1,0
2,8 2,8
6,7 6,7 -
597.541 369.663 227.878
443.748 369.663 74.085
153.793 153.793
473.360 473.360 -
6
Ruimtelijke ordening Ruimtelijke ordening Grondkostenfonds
12,0 10,9 1,1
10,7 9,6 1,1
7,9 6,9 1,0
2,8 2,7 0,1
6,2 5,1 1,1
469.539 469.539 -
401.001 401.001 -
68.538 68.538 -
370.104 303.487 66.618
7
Wonen BWS Overig wonen
7,0 1,4 5,6
6,3 1,2 5,1
5,6 1,2 4,4
0,7 0,7
6,5 1,2 5,3
494.295 73.716 420.579
447.595 73.716 373.879
46.700 46.700
421.366 80.091 341.276
119,0
107,8
95,2
12,6
106,2
7.501.108
6.988.735
512.373
7.399.818
Communicatie
3
4
5
Totaal
130
131
Bijlage IIb: Personeelslasten 2006 Totaalbedrag 2006 Salarissen
5.198.405
Totaalbedrag 2005 5.097.900
Sociale verzekeringspremies
126.735
Pensioenpremies
857.894
Overige pers.lasten en wachtgeldvoorziening
663.545 615.673
663.049 674.251
38.857
46.644
Salarissen tijdelijk personeel en gedetacheerden Uitkeringen vm.gecommitteerden en personeel
Totaal
7.501.108
133.157 1.004.978
7.619.979
132
133
Bijlage III inwoners rek. 2006 Delft Den Haag
bijdrage
totaal algemene bijdrage
voorschot 2006
looncompensatie
afrekening 2006
95.090
4,86
462.137,40
459.688,00
1.909,28
540,12
475.627
4,91
2.335.328,57
2.299.947,00
9.549,94
25.831,63
Leidschendam-Voorburg
73.111
4,91
358.975,01
362.829,00
1.467,97
-5.321,96
Midden-Delfland
17.435
4,86
84.734,10
82.975,00
350,07
1.409,03
Pijnacker-Nootdorp
41.695
4,89
203.888,55
194.241,00
837,18
8.810,37
Rijswijk
47.152
4,91
231.516,32
233.019,00
946,75
-2.449,43
Wassenaar
25.622
4,86
124.522,92
123.663,00
514,45
345,47
Westland
98.328
4,86
477.874,08
475.507,00
1.974,29
392,79
116.979
4,91
574.366,89
567.635,00
2.348,78
4.383,11
4.853.343,84
4.799.504,00
19.898,71
Zoetermeer totaal
991.039
33.941,13 4.833.445,13
134
135
Sisa Overzicht
6.
Specifieke uitkering
Ontvanger (A)
Indicatoren (2)
Toelichting per indicator (B)
Frequentie (jaarrekening) (C)
Brede doeluitkering verkeer en vervoer
Provincies en 7 plusregio's en gemeenten
Eindsaldo/-reservering vorig jaar
In euro's
Jaarlijks
Toegerekende rente
In euro's
Lokale maatregelen luchtkwaliteit
Provincies, stadsregio's en gemeenten
Real.(4)
Beginstand jaar t (5)
Beschikking Rijk (6)
Overige ontvangsten (7)
Besteed t.l.v. rijksmiddelen (8)
Overige besteding (9)
Te verrek. met Rijk (10)
Overige (11)
15.147.082 Jaarlijks 340.809
Ontvangen BDU-bijdrage VenW
In euro's
Jaarlijks
Terugbetaling door derden vanuit BDU-bijdrage verstrekte middelen
In euro's
Jaarlijks
Bestedingen
In euro's
Jaarlijks
Eindsaldo/-reservering lopend jaar
In euro's
Jaarlijks
Ontvangen BTW-bijdrage V&W
In euro's Deze indicator geldt niet voor gemeenten In euro's Deze indicator geldt niet voor gemeenten
Jaarlijks
Bestedingen, die betrekking hebben op OVconcessies en met openbaar vervoer gelijkgesteld vervoer, waarover BTW is betaald die niet verrekenbaar is met het BCF
In euro's Deze indicator geldt niet voor gemeenten
Jaarlijks
Individuele bestedingen die meer dan 20% van totaal ontvangen BDU bedragen
In euro's Deze indicator geldt niet voor gemeenten In euro's
Jaarlijks
Betaalde BTW op OVconcessies en op met het openbaar vervoer gelijkgesteld vervoer, die niet verrekenbaar is met het BCF
28.
Afspr. (3)
Besteed bedrag in het kader van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit.
176.683.000
11.722
192.182.614 0
3.211.749
Jaarlijks 2.981.118
26.760.917
109.431.019
Jaarlijks 18.358
12.047
Toelicht.afwijking (12)
Aard Controle (D)
136
137
Bijlage V Overzicht beleggingen BOR NOMINAAL CASH - EU
KOERS
2.896.188
MARKTWAARDE 1
2.896.188
OPG. RENTE
MARKTWAARDE INCL. RENTE
0
2.896.188
FINANCIEEL BANK OF SCOTLAND
38.000.000
100
38.000.000
0
38.000.000
BANQUE FED CRED MUTU
10.500.000
100,01
10.500.546
42.630
10.543.176
DEXIA CREDIT LOCAL
28.454.000
103,44
29.432.292
46.832
29.479.125
3.000.000
100,02
3.000.633
1.255
3.001.888
41.100.000
98,05
40.298.550
0
40.298.550
ROYAL BANK SCOTLAND UBS WARBURG UBS WARBURG
14.600.000
99,66
14.550.360
0
14.550.360
LBK SCHLES-HOL GIR
15.000.000
100,19
15.027.915
167.671
15.195.586
4.000.000
99,98
3.999.240
10.539
4.009.779
4.000.000
100,11
4.004.520
5.459
4.009.979
15.000.000
99,93
14.989.980
108.330
15.098.310
SWEDBANK ABN AMRO BANK NV ING BANK NV RABOBANK NEDERLAND
5.500.000
97,34
5.353.706
149.253
5.502.959
RABOBANK NEDERLAND
11.000.000
100,96
11.105.732
324.048
11.429.780
190.263.474
856.017
191.119.491 29.030.922
STAAT GERMANY(FED REP) DENMARK(KINGDOM) GERMANY(FED REP) DUTCH GOVT
30.000.000
95,17
28.550.100
480.822
5.000.000
100,32
5.016.180
171.627
5.187.807
16.000.000
100,33
16.053.120
325.479
16.378.599
8.250.000
105,24
8.682.053
190.993
8.873.046
58.301.453
1.168.921
59.470.374
DERIVATEN IRS FIXED LEG
27.000.000
98,56
26.611.553
666.900
27.278.453
IRS FLOAT LEG
-27.000.000
100
-27.000.000
-154.991
-27.154.991
-388.447
511.910
123.463
10.962.923
0
10.962.923
262.035.591
2.536.847
264.572.438
GELDMARKT BNG FIDO GMSELECT TOTAAL
1.200
9.135,77
138
139
Bijlage VI Toelichting op gebruikte afkortingen Agglonet AMK BOR BOY BCF BDU BJZ BWS COA DUBO EISS-projecten EHS EKM GDU GDU+ HKZ-certificaat HOV-lijn JJI IOPW IPVV ISV LOB MER MIRUP MIT MOB-fonds MODAL SPLIT MOPS OV POV RandstadRail RAS RNM SkVV SWINGH SWOV TTP VCC VELOV VINEX-locatie VAT-kosten Wgr-plus
railsysteem voor de vervoersvraag op middellange afstand Advies en Meldpunt Kindermishandeling Bereikbaarheidsoffensief Randstad BestuursOrgaan Ypenburg BTW compensatiefonds Brede Doeluitkering: gedecentraliseerde gelden van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat Bureau Jeugdzorg Besluit Woninggebonden Subsidies Centraal Orgaan opvan Asielzoekers Duurzaam Bouwen subsidieregeling van Ministerie van VROM subsidieregeling Extra Investerings-Impuls Stads- en Streekvervoer Ecologische HoofdStructuur Elektronisch Kennisplatform Milieu Gebundelde doeluitkering, voorloper van de BDU Gebundelde doeluitkering, waarin de grens van projecten verhoogd is Harmonisatie Kwaliteitsbevordering in de Zorgsector Hoogwaardig openbaar vervoer Justitiële Jeugd Inrichting Integraal OntwikkelingsPlan Westland Investeringsplan Verkeer en Vervoer Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing Locatieontwikkeling en Bereikbaarheid Milieu Effect Rapportage Milieu in Ruimtelijke Plannen Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport Mobiliteitsfonds Verdeling van mobiliteitsbehoefte naar categorieën Meerjaren Ontwikkelingsprogramma Openbaar Vervoer Provinciaal Orgaan Verkeersveiligheid Light rail verbinding tussen Rotterdam, Zoetermeer en Den Haag Regionale Agenda Samenleving Regionale Nota Mobiliteit Samenwerkende Kaderwetgebieden Verkeer en Vervoer Samenwerken IN Groot Haaglanden Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid Taakgericht Treasury Plan Vervoer Coordinatie Centrum Verdichting Langs OpenbaarVervoerbanen locatie genoemd in de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra de kosten voor voorbereiding, administratie en toezicht de in procedure gebrachte aangepaste Wet gemeenschappelijke regelingen