Jaarplan 2013 EVA. Brandweer Epe-Voorst-Apeldoorn. Behulpzaam Deskundig Daadkrachtig

Jaarplan 2013 EVA

Brandweer Epe-Voorst-Apeldoorn

Behulpzaam – Deskundig –Daadkrachtig

COLOFON Brandweer EVA © CMT-EVA 055-5802700 Auteurs; Sectorhoofd I Sectorhoofd II Sectorhoofd III Sectorhoofd IV

Adriaan Westland Adriaan Verstoep Martin van den Hoek Carlien Osinga

Apeldoorn November 2012

Jaarplan 2013 Brandweer Epe-Voorst-Apeldoorn Behulpzaam – Deskundig –Daadkrachtig

Pagina 2 van 43

Brandweer cluster EVA 2013: het jaar van het Doen 2012 zal de boeken ingaan als het jaar van de grote veranderingen. We verlaten de gemeentelijke organisatie en werken als een gezamenlijk brandweercluster verder onder de vlag van de veiligheidsregio. Dit komt onder andere tot uiting door de overgang naar de VNOG en de ontwikkelingen omtrent de aanstaande verhuizing. In dit jaarplan voor 2013 zal daar ook weer aandacht voor zijn. In 2011 is het organisatieplan voor cluster EVA vastgesteld. Hiermee is richting gegeven aan het cluster EVA. In dit plan staan de visie en de kaders van de organisatie beschreven. In 2012 is gestart met het invulling geven aan dit organisatieplan en daarmee de feitelijke inrichting van het cluster. Dit heeft geleid tot de plaatsing van alle beroepsmedewerkers op een nieuwe functie en het verder vorm geven van de sectoren. Per 1 januari gaan ook de vrijwilligers over van de gemeenten naar de regio. Inhoudelijk wordt al op allerlei manieren en in verschillende projecten geïntegreerd gewerkt als cluster EVA. Het project Zorg en Welzijn is clusterbreed opgezet en gestart in 2012. In dit project maken clustermedewerkers samen met zorginstellingen een risico-analyse, bespreken mogelijke verbeterpunten, voeren de afgesproken maatregelen voor brandweer EVA door en sluiten dit traject af met een slotoefening bij en met de zorginstelling. Ook het natuurbrand peloton van cluster EVA, waarvoor in 2012 twee nieuwe voertuigen zijn opgeleverd en de benodigde clusterbrede procedures zijn afgesproken en geoefend, is een voorbeeld van kwaliteitsverbetering binnen EVA door het samenwerken in clusterverband. Met ingang van 2013 werkt het brandweercluster EVA volledig op basis van de nieuwe organisatiestructuur met vier sectoren: 2013 wordt daarmee het jaar van het Doen. Geen uitgebreide nieuwe plannen, maar uitvoeren van wat is afgesproken in een geïntegreerd cluster. Om sturing te geven aan de manier waarop de sectoren werken aan de (maatschappelijke) doelen van cluster EVA is het jaarplan 2013 opgesteld. Het jaarplan is daarmee een planningsinstrument voor de gehele organisatie en de basis voor de verantwoording aan het einde van het jaar. De werkzaamheden van cluster EVA voor 2013 zijn per sector in kaart gebracht. Het cluster zal in 2013 eerst en vooral invulling geven aan de taken vanuit de wet- en regelgeving en het organisatieplan, zoals die ook zijn vastgelegd in de diverse prestatiecontracten. Het risicoprofiel is daarbij de basis geweest voor het benoemen van maatschappelijke thema’s, de prioritering en het vaststellen van incidentscenario’s die moeten worden uitgewerkt. Daarnaast speelt nog een aantal zaken die samenhangen met de clustervorming, zoals het inrichten van pool van vrijwilligers voor kazernering, de verhuizing van diverse onderdelen, financiële kwesties die nog openstaan en de inrichting van de bedrijfsvoering in het cluster. Door al deze ontwikkelingen zal 2013 niet in het teken staan van rust. Wel zal gewerkt worden vanuit respect voor elkaar, verbinding met elkaar en eerlijkheid naar elkaar. De rust moet gevonden worden in de manier waarop we met elkaar omgaan. En ook dan zullen we in staat zijn om te zorgen dat de brandweer voor haar taak staat om veiligheid te garanderen in het cluster. Michiel Verlinden Clustercommandant brandweer Epe – Voorst – Apeldoorn


Pagina 3 van 43

INHOUDSOPGAVE 1. 2. 3.

4.

5.

6.

Inleiding Algemeen Sector I 3.1. Beleid en strategie 3.2. Management van processen 3.3. Management van medewerkers 3.4. Management van middelen Sector II 4.1. Beleid en strategie 4.2. Management van processen 4.3. Management van medewerkers 4.4. Management van middelen Sector III 5.1. Beleid en strategie 5.2. Management van medewerkers 5.3. Management van processen 5.4. Management van middelen Sector IV 6.1. Beleid en strategie 6.2. Management van processen 6.3. Management van medewerkers 6.4. Management van middelen


Pagina 4 van 43

Hoofdstuk 1 INLEIDING Aanleiding Aan de Brandweer EVA ligt een organisatieplan ten grondslag. Dit plan geeft richting aan de ‘nieuwe organisatie’ en richt deze met vier sectoren in. Elke sector verricht activiteiten zodat Brandweer EVA beweegt in de gewenste (maatschappelijke) richting. Om dit proces te bevorderen heeft het management besloten dat voor elke sector een jaarplan wordt geschreven. In dit plan moet worden aangegeven hoe sector op basis van procesmanagement zijn activiteiten inricht en ontplooit en op welke wijze dit gebeurt.

Terugblik naar afgelopen jaar In 2012 is het personeel met een ambtelijke aanstelling overgegaan naar de Veiligheidsregio. In de eerste helft van 2012 heeft het plaatsingproces plaatsgevonden. Als resultaat daarvan is iedereen per 1 juli 2012 geplaatst in de nieuwe organisatie brandweercluster EVA. In de tweede helft van 2012 is de start gemaakt met de inrichting van de 4 sectoren o.a. door het invullen van vacatures en het uitvoeren van nieuwe werkzaamheden. In de tweede helft van 2012 is ook een akkoord bereikt over de overgang van de vrijwilligers. Met het BGO is overeengekomen dat de vrijwilligers op 1 januari 2013 overgaan van de gemeenten naar de VNOG.

Doel plan Het jaarplan is een instrument voor de sectorhoofden om sturing te geven aan de wijze waarop de sectoren (met de ter beschikking staande middelen) producten en diensten voortbrengen. Het jaarplan kent de volgende functies: • Planningsinstrument voor de gehele organisatie. • Basis voor de verantwoording op het einde van het jaar in de programmarekening. • Informeren van de bestuurscommissie over de uitvoering van het beleid en de programmabegroting

Doelgroep Tot de doelgroep van dit plan behoren: • De bestuurscommissie brandweer cluster EVA • De commandant van de brandweer EVA, • De sectorhoofden en medewerkers • De medewerkers van de brandweercluster EVA


Pagina 5 van 43

Hoofdstuk 2

ALGEMEEN Deel van de veiligheidsregio De Brandweer EVA is deel van de brandweer Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland (VNOG). De dagelijkse leiding is in handen van een clustercommandant, die hiërarchisch is gepositioneerd onder de regionaal commandant/directeur Brandweer. Het personeel van de Brandweer EVA is in dienst van de VNOG. In de vorm van een ‘cluster’ is Brandweer EVA een functionele eenheid van drie gemeenten. Ze is belast met de uitvoering van taken, waaronder in ieder geval de (basis)brandweerzorg. De bestuurlijke aansturing van de Brandweer EVA is in handen van een bestuurscommissie In deze commissie hebben de burgemeesters van drie deelnemende gemeenten zitting (organisatieplan Brandweer EVA, 2011a, p. 35). De taken van Brandweer EVA worden uitgevoerd door vier sectoren. In Figuur 1 is de organisatiestructuur van Brandweer EVA gevisualiseerd.

Organisatiestructuur Brandweer EVA Regionaal Regionaalcommandant commandant VNOG VNOG Clustercommandant Clustercommandant Secretariële Secretariëleen enbeleidsbeleidsondersteuning ondersteuning Sector I Sector I

Sector II Sector II

Sector III Sector III

Sector IV Sector IV

Figuur 1: organisatiestructuur Brandweer EVA.

(Strategische) doelstelling Brandweer EVA De Brandweer EVA draagt zorg voor het voorkomen, beperken en bestrijden van incidenten. Dit doet ze om de burgers en bedrijven van de gemeenten Epe, Voorst en Apeldoorn een zo veilig mogelijke omgeving te bieden om te wonen, te werken en te recreëren.

Doelstelling Brandweer EVA Brandweer EVA zorgt dat bij een 112-melding tijdig en adequaat door brandweerpersoneel hulp wordt verleend 1 (dit is de programmadoelstelling van de Brandweer EVA) . 2

De Brandweer EVA verlaat de (bedrijfs)filosofie waarbij de nadruk ligt op effectbestrijding. In het nieuwe denken en werken ligt de focus op kansreductie.

1 2

Bron: Ontwikkelplatform brandweercluster EVA, voorstel voor het project, Brandweer EVA, 2011. In de huidige bedrijfsfilosofie ligt de nadruk op effectbestrijding en daarmee op opkomsttijden.


Pagina 6 van 43

Met drie primaire processen sturen op maatschappelijke veiligheid Om te werken aan de programmadoelstelling moet een veelheid van primaire en secundaire processen worden gemanaged. Procesmanagement is de basis van het (INK) kwaliteitsmodel. Het referentie Procesmodel NVBR (NVBR, 2010) is herijkt en brengt de ‘oude bedrijfsprocessen’ terug naar drie primaire processen: A. Zorg voor het beheersen van risico’s B. Zorg voor het bestrijden van incidenten C. Zorg voor het normaliseren van de situatie.

Verdeling werkprocessen – sectoren Primair proces A: Zorg dragen voor het beheersen van risico’s

Sector I

6: Beheren Waarschuwing Alarmering Systeem (WAS) 7: Beheren bluswatervoorziening 8: Beheren en onderhouden brandweerspecifieke middelen 9: Opstellen operationele documenten 10: Opleiden – vakbevoegdheid 11: Oefenen – vakbekwaamheid 12:Leveren van paraatheid – beroeps & vrijwilligers 13:Bestrijden incident

Primair proces C: Zorg dragen voor het normaliseren van de situatie 14: Zorg voor het normaliseren van de situatie 15: Evalueren van incidenten

Sector III

Sector IV

X X X X X

1: Opstellen risicoprofiel 2: Adviseren 3: Controleren en handhaven 4: Voorlichten 5: Beheren Openbaar brandmeldsysteem (OMS)

Primair proces B: Zorg dragen voor het bestrijden van incidenten

Sector II

Sector I

Sector II

Sector III

Sector IV

vnog

vnog X

vnog

vnog

X

X

X

X X

X X

X X

X X X X

Sector I

Sector II

Sector III

Sector IV

X X

Ondersteunende processen De ondersteunende processen zijn alle processen die niet direct te maken hebben met het voortbrengen van het product, maar wel indirect invloed uitoefenen op het proces. Dit zijn bijvoorbeeld processen rondom personeelsmanagement, financiën, of onderhoud van materiaal. o Financiële voorzieningen o Personele voorzieningen o Facilitaire voorzieningen o Informatievoorzieningen o Interne communicatie


Pagina 7 van 43

Risicoprofiel Één van de basisvoorwaarden voor de ontwikkeling van het cluster EVA is risicodifferentiatie. Door middel van risicodifferentiatie is het mogelijk om de organisatiecapaciteit met een verantwoorde nuancering in te zetten. Het inventariseren én analyseren van risico’s in het verzorgingsgebied van het cluster EVA gebeurt aan de hand van het risicoprofiel.

Vier incidentscenario’s Uit het risicoprofiel heeft het managementteam van Brandweer EVA vier maatschappelijke thema’s benoemd. Ook heeft ze de bijhorende incidentscenario’s vastgelegd. In Tabel 1 is weergeven welke maatschappelijke thema’s bestuurlijk zijn vastgelegd, welk incidentscenario’s bepalend zijn en wat de operationele prestatie moet zijn. Bij de uitvoering van werkzaamheden is de prioritering van toepassing naar aanleiding van het risicoprofiel en de vastgestelde incidentscenario’s. Op basis hiervan zijn afspraken gemaakt welke sector de regie voert op welk incidentscenario.

Regievoering sector I Maatschappelijk thema Crisistype Incidentscenario

3 3.1 3.1.1 3.1.5

Technologische omgeving Ongeval brandbare en/of explosieve stof Incident vervoer gevaarlijke stof over de weg Incident gevaarlijke stof op stationaire inrichting

2 2.1 2.1.1 2.1.4

Gebouwde omgeving Branden in kwetsbare gebouwen Brand in gebouw zorg en welzijn Brand in gebouwen met grote vuurlast

1 1.2 1.2.1

Natuurlijke omgeving Natuurbranden Bos- en heide branden

Regievoering sector II Maatschappelijk thema Crisistype Incidentscenario

Regievoering sector III Maatschappelijke thema Crisistype Incidentscenario


Pagina 8 van 43

Regievoering sector IV Maatschappelijk thema Crisistype Incidentscenario

5 5.1 5.1.1

Verkeer en vervoer Luchtvaartongevallen Crash bij start en landing

Maatschappelijk thema Natuurlijke omgeving

Incidentscenario Bos- en heidebrand

Gebouwde omgeving Technologische ontwikkeling

Brand in (kwetsbare) bouwwerken Gevaarlijke stoffen op weg/water/ spoor en/of risicovolle milieulocatie

Operationele prestatie Vier BT-SB en acht Tankautospuiten SBT Vier Tankautospuiten en zes TS-BT Twee Tankautospuiten of 2 TS-BT en 2 BT-SB en één Hulpverleningsvoertuig (HV-1) 2 TS-BT en 2 BT-SB en één Hulpverleningsvoertuig (HV-1).

Start/landing vliegtuig, waterrecreatie, en pleziervaart en wegen treinverkeer. Tabel 1: maatschappelijk thema, incidentscenario en operationele prestatie verbonden. Verkeer & vervoer

-

BT-SB; Bos & Terrein / Schuimblus voertuig TS/BT; Tankautospuit / Bos & Terrein voertuig HV-1; Hulpverleningsvoertuig

Begroting Voor dit jaarplan is uitgegaan van de bestuurlijk vastgestelde begroting voor EVA voor 2013. Bij de vaststelling van het organisatierapport cluster EVA heeft de gemeenteraad van Voorst ingestemd met het organisatieplan, maar daarbij besloten tot een taakstellende bezuiniging van 125.000 euro met ingang van 2014 (100.000 als taakstelling opgelegd door de raad en 25.000 voortgekomen uit het organisatieplan voor het bekostigen van onontkoombare ontwikkelingen). De raad van Apeldoorn heeft met het instemmen met de Zomernota in november 2012 besloten tot een structurele bezuiniging van 100.000 euro voor de VNOG/brandweer, waarbij een motie is aangenomen dat de uitvoering van de taakstelling zo ter hand dient te worden genomen dat niet bezuinigd wordt op de uitvoering van brandweertaken. De raad van Epe heeft ingestemd met het organisatieplan en besloten tot budgetfinanciering en prestatieafspraken. Bij die besluitvorming is door de raad afgezien van het toekennen van budget voor nieuw beleid. Sindsdien zijn structurele meerkosten ontstaan voor de vergoedingsregeling vrijwilligers Voor Epe moet binnen de bestaande afspraken gezocht worden naar een manier om de extra kosten op te vangen binnen de budgetfinanciering. Bovengenoemde financiële punten vragen om een oplossing waarnaar het cluster EVA in 2013 op zoek gaat.


Pagina 9 van 43

Hoofdstuk 3 SECTOR I

Procedures – Evalueren - Nazorg

Sector I is verantwoordelijk voor: • de posten Epe, Vaassen, Uddel en Oene; • actuele, uniforme en op elkaar afgestemde alarmerings-, uitruk en inzetprocedures voor het cluster; • adequate nazorg voor het personeel in geval van calamiteiten met grote impact; • evaluaties van incidenten; • beleid op het gebied van Ongevallen Gevaarlijke Stoffen (OGS).

3.1 BELEID EN STRATEGIE Prioritering Bij de uitvoering van werkzaamheden door de sector I is de prioritering van toepassing naar aanleiding van het risicoprofiel en de vastgestelde incidentscenario’s:

Regievoering sector I Sector I

Sector II

Maatschappelijke thema

3 Technologische omgeving

2 Gebouwde omgeving

Crisistype

3.1 Ongeval brandbare en/of explosieve stof 3.1.1 Incident vervoer gevaarlijke stof over de weg

2.1 Branden in kwetsbare gebouwen 3.1.1 Incident vervoer gevaarlijke stof over de weg

3.1.5 Incident gevaarlijke stof op stationaire inrichting


Incidentscenario

Sector III

Sector IV

1 Natuurlijke omgeving 1.2 Natuurbranden

5 Verkeer en vervoer 5.1 Luchtvaartongevallen

1.2.1 Bos- en heide branden

5.1.1 Crash bij start en landing

Terugblik naar afgelopen jaar In de tweede helft van 2012 is een start gemaakt met de inrichting van sector I. De bezetting is niet compleet in verband met roosterverplichtingen op de post centrum. Vanaf 1 januari 2013 is de sector volledig bemenst. Op de verschillende beleidsterreinen zijn de volgende actie ondernomen: Traumanazorg In 2012 is de notitie opgesteld waarmee het bedrijfsopvang team EVA wordt ingericht. 2013 zal gericht zijn op de werving van deelnemers en het opleiden van de deelnemers Procedures In 2012 is gestart om een beeld te vormen van het werkveld operationele procedures. Wat is de theorie achter procedures en wat zijn de randvoorwaarden en uitgangspunten voor het opstellen van operationele procedures in brandweercluster EVA. Evalueren Op het terrein van evalueren is alleen contact geweest met de regio om gedachte uit te wisselen over het onderwerp Evalueren. Een uitgangpunt is dat evalueren niet beperkt wordt door het evalueren van een incident, maar dat evalueren betrekking heeft op het leren van de organisatie en dat het daarmee veel breder is. Incidentbestrijding Gedurende de het hele jaar zijn de vrijwillige posten operationeel geweest. De posten zijn afwezig geweest ten tijde van diverse oefeningen en personeelsuitjes. Beleid OGS Op het gebied van beleid OGS zijn in 2012 geen concrete activiteiten uitgevoerd.


Pagina 10 van 43

Beleid Ongevalbestrijding Gevaarlijke Stoffen In het organisatieplan is opgenomen dat een sector verantwoordelijk is voor het beleid van een taakveld brandweer. Sector I is verantwoordelijk voor het beleid taakveld: Ongevalbestrijding Gevaarlijke Stoffen. Activiteit: beleid OGS In 2013 zal een start gemaakt worden met het formuleren van het beleid op dit taakveld. Resultaat

beleid formuleren OGS

juli 2013

3.2 MANAGEMENT VAN PROCESSEN De volgende werkprocessen zijn toebedeeld aan Sector I. werkproces 9 Opstellen operationele documenten werkproces 12 Leveren Paraatheid werkproces 13 Bestrijden van incidenten werkproces 14 Zorgdragen voor normaliseren van de situatie werkproces 15 Evalueren van incidenten

Werkproces 9: Opstellen operationele documenten Dit werkproces wordt uitgevoerd samen met sector II. De scheiding wordt gemaakt in de onderverdeling: het opstellen en onderhouden van operationele documenten zoals aanvalsplannen, bereikbaarheidskaarten, waterwinkaarten (sector II) het opstellen van crisisgerelateerde documenten (Sector II) Het opstellen van operationele procedures en protocollen (Sector I)

Opstellen van operationele procedures en protocollen In 2013 zal een beschrijving worden opgeleverd welke procedures bij brandweercluster EVA van toepassing zijn, welke procedures al beschikbaar zijn, welke procedures opnieuw beschreven moeten worden en welke procedures net beschikbaar zijn. Daarnaast zal er een format opgesteld worden. Resultaat: `

Beschrijven format procedures Overzicht procedures Opnieuw beschrijven procedures

werkproces 12:

maart 2013 juli 2013 december 2013

Leveren Paraatheid

Het werkproces paraatheid wordt door alle sectoren uitgevoerd. De paraatheid binnen sector I wordt geleverd door de 4 vrijwillige brandweerposten. De paraatheid is gebaseerd op het vrijwilligers profiel ‘vrije opkomst’.

Inzicht opkomstgarantie Een activiteit in dit werkproces zijn afspraken over de opkomstgarantie. Hoeveel brandweervrijwilligers zijn benodigd om de opkomst te kunnen garanderen op basis van het profiel “vrije instroom’. Sector IV zal het maken van deze afspraken initiëren.

Afspraken buitendienst Een activiteit dit in dit werkproces wordt uitgevoerd is het maken van afspraken over buiten dienst van een brandweerpost. Sector I zal het maken van deze afspraken initiëren Resultaat:

Afspraken opstellen over buiten dienst stellen


juli 2013 Pagina 11 van 43

Werkproces 13:

Bestrijden van incidenten

Het werkproces bestrijden van incidenten wordt uitgevoerd door de verschillende brandweerposten onder de sectoren.

Prestatieafspraak In 2012 zijn met de gemeente Epe prestatie afspraken gemaakt over brandweerzorg. De volgende afspraken zijn gemaakt voor proces B: Bestrijden van een Incident: ste De dekking van de 1 tankautospuit op het grondgebied van de gemeente Epe is Verantwoord, (conform beoordelingssystematiek SAVE) met een overschrijdingspercentage van 19% en een overschrijdingsfrequentie van 4,5 keer per jaar, (basis+plus). De opkomsttijd van twee natuurbrand-bestrijdingsvoertuigen in het natuurgebied op het grondgebied van de gemeente Epe maximaal 18 minuten. (basis+plus). De opkomsttijd van een hulpverleningsvoertuig op het grondgebied van de gemeente Epe is maximaal 15 minuten (basis+plus). Ter indicatie is onderstaand het overzicht opgenomen met het aantal incidenten over 2011 van de verschillende posten.

Uitrukken brandweer (jaar 2011) Post Epe Oene Vaassen Uddel

totaal 139 17 142 91

Registratie opkomstprestatie Van deze activiteiten zal clusterbreed de opkomstprestatie gemeten moeten worden. De opkomstprestatie ‘s maken onderdeel uit van de Wet Veiligheidsregio’s. Hiervoor zal een adequaat registratie instrument moeten worden in gericht binnen het programma Veiligheidspaspoort dat voor het gehele cluster te gebruiken is. Resultaat

Registratie instrument inrichten VP

maart 2013.

Opstellen procedures Als ondersteuning voor dit werkproces zullen diverse procedures beschreven worden, waaronder de alarmeringprocedure. Een belangrijk onderdeel hiervan zijn de Meldingsclassificatie en de Kazerne Volgorde tabel. Beide worden beheerd door de VNOG. Sector I zal in 2013 de alarmeringsprocedure alleen actualiseren indien noodzakelijk. Overige procedures zullen worden meegenomen in werkproces 9 ‘opstellen operationele procedures’. Resultaat

actualiseren alarmeringsprocedure

Werkproces 14:

december 2013

Zorg voor het normaliseren van de situatie

Inrichten BOT In 2012 is het document traumanazorg EVA vastgesteld. Daarin is de inrichting van het Bedrijfs-Opvang-Team beschreven in brandweercluster EVA. Deze inrichting wordt in 2013 geïmplementeerd. Resultaat

Werven deelnemers BOT in brandweerposten Opleiden deelnemers BOT Organisatie 4 korpsavonden


maart 2013 juni 2013 december 2013 Pagina 12 van 43

Werkproces 15:

Evalueren van incidenten

Leren van incidenten Het evalueren van incidenten staat in het brandweercluster in de kinderschoenen. Er wordt geëvalueerd na een incident op basis van initiatief van eenheden ter plaatse. 2013 zal in het teken staan van de inrichting van evalueren en het vervolg: het leren van incidenten; het opstellen van een visiedocument. Van dit visiedocument zal het instrument ‘incident evaluatie’ een onderdeel uitmaken. Resultaat:

opstellen visiedocument leren van incidenten Uitvoering geven aan instrumenten uit visie Beschrijven incident evaluatie

juni 2013 december 2013 december 2013

3.3 MANAGEMENT VAN MEDEWERKERS Organisatiestructuur Sector I Aan de hand van de diverse functies en de vier uitrukposten kan de organisatiestructuur van Sector I worden bepaald. Deze is in de onderstaande organigram gevisualiseerd: Manager A

Leidinggevende B (1 fte)

Administratief Medewerker C (0,8 fte)

Vakspecialist C/bevelvoerder

Posten

(1 fte)

Post Epe

Post Vaassen

Post Oene

Post Uddel

Figuur 2: organisatiestructuur Sector I

Personeel van de Sector I In het formatieplan is 2.5 fte opgenomen voor Sector I.


Pagina 13 van 43

Functioneringsgesprekken Jaarlijks worden er functioneringsgesprekken en/of beoordelingsgesprekken gehouden. Vanaf 1 januari 2013 zal de systematiek VNOG worden toegepast; dit houdt in het ene jaar één gesprek (waarin het persoonlijk ontwikkelingsplan en het functioneren aan de orde komen), het andere jaar eenzelfde gesprek én een beoordeling. Resultaat

1 POP/functioneringsgesprek met elke medewerker

december 2013

Studiefaciliteiten Voor de studie Technische Bedrijfskunde bij de Hogeschool Arnhem/Nijmegen te Arnhem zijn studiefaciliteiten toegekend aan een medewerker voor een 4-jarige studie. Resultaat

Studie (einde studie gepland 2014)

december 2013

Vrijwillige brandweerposten Onder Sector I opereren vier uitrukposten. De arbeidscapaciteit van deze posten bestaat uit medewerkers met een aanstelling als vrijwilliger. De vrijwilligers zijn aangesteld in een functie. De functies is echter (nog) niet beschreven. De benodigde bezetting van een brandweerpost is niet vastgesteld. Huidige Bezetting vrijwillige brandweerposten (peildatum 1-10-2012) Post Epe Oene Vaassen Uddel

totaal 22 16 19 17

Functioneringsgesprekken postcommandanten In het kader van personeelsbeleid zullen in 2013 functioneringsgesprekken gehouden worden met de postcommandanten van de vrijwillige brandweerposten Resultaat

Jaarlijks gesprek

december 2013

Korpsbezoeken In het organisatieplan zijn de vrijwillige brandweerposten verdeeld onder de sectoren. Het sectorhoofd zal de posten periodiek bezoeken. De doelstelling van deze bezoeken zal gezamenlijk geformuleerd worden om een de eenduidigheid te bevorderen binnen cluster EVA. Resultaat

1 bezoek per korps per kwartaal Gezamenlijke doelstelling formuleren

december 2013 maart 2013

3.4 MANAGEMENT VAN MIDDELEN Nieuwbouw kazerne Epe Voor een oplossing van het ruimte probleem van de kazerne van brandweer Epe is in 2012 een besluit genomen over de locatie van de nieuwe brandweerkazerne. In 2013 zal het locatie besluit moeten worden uitgewerkt en zullen er voorbereiden voor de bouw getroffen worden. Resultaat

Uitwerken locatiebesluit nieuwbouw kazerne Voorbereidingen bouwtraject


juli 2013 december 2013 Pagina 14 van 43

Huisvesting sector I Sector I is eind 2012 verhuisd van het gemeentehuis te Epe naar de brandweerkazerne te Vaassen. De bestaande kantoorruimte zal moeten worden ingericht voor adequate huisvesting van sector I. Resultaat

inrichting kantoorruimte kazerne Vaassen

januari 2013

Materialen Beheer van materialen is de verantwoordelijkheid van sector III Logistiek & Techniek


Pagina 15 van 43

Hoofdstuk 4 SECTOR II

Risicomanagement – (cluster) risicoprofiel

Sector II is verantwoordelijk voor: • De posten Centrum, de Maten, Hoog Soeren; • Risicoanalyses en advies m.b.t. openbare ruimten, bouwen, gebruiken en evenementen; • Voorlichting, risicocommunicatie en community safety; • Actueel kaartmateriaal (bereikbaarheidskaarten, aanvalsplannen etc.); • Bluswaterbeheer; • Beleid op het gebied van brandbestrijding

4.1 BELEID EN STRATEGIE Prioritering Bij de uitvoering van werkzaamheden door de sector II is de prioritering van toepassing naar aanleiding van het risicoprofiel en de vastgestelde incidentscenario’s. Op basis hiervan zijn afspraken gemaakt wie welk incidentscenario uitwerkt. We zijn als sector II in 2012 gestart met de pilot Zorg en Welzijn en maken hiermee een stap voorwaarts in de vertaling van scenario’s naar risico’s (READAR) naar beheersmaatregelen (bijv. brandweer oefenen). Dit gaat in nauwe samenwerking met sector IV.

Regievoering sector II Sector I Maatschappelijke thema Crisistype Incidentscenario

Sector II

Sector III

Sector IV


2 Gebouwde omgeving

1 Natuurlijke omgeving

5 Verkeer en vervoer



1.2 Natuurbranden

5.1 Luchtvaartongevallen





Terugblik naar afgelopen jaar In de tweede helft van 2012 is een start gemaakt met de inrichting van sector II. Hiertoe zijn wekelijks “opmaat bijeenkomsten” georganiseerd om de medewerkers “mee te nemen” in het veranderingsproces. Daarnaast is gestart met het geven van theoretische uitleg op het gebied van (bouw) regelgeving en het maken van risicoanalyse; een nieuwe taak voor de medewerkers in de repressieve organisatie. De bezetting conform het organisatieplan is in 2012 niet compleet in verband met de nog op te richten pool van e kazernering vrijwilligers op de post centrum. De verwachting is dat dit in het 1 kwartaal 2013 gerealiseerd is.


Pagina 16 van 43

Op de verschillende beleidsterreinen zijn de volgende actie ondernomen: Voorbereiding komst RUD Per 1 januari 2013 gaat de Regionale uitvoeringsdienst (RUD) of Omgevingsdienst Veluwe IJssel (OVIJ) van start. De OVIJ gaat de taken van de gemeenten Epe, Voorst, Apeldoorn en Brummen overnemen voor wat betreft milieuvergunningverlening, toezicht en milieuadvies in het kader van de WABO. De vergunningverlening, toezicht en handhaving van de activiteit Bouwen en Gebruiken blijft in eerste instantie nog bij de gemeente. Het is overigens niet uitgesloten is dat deze taken op korte termijn ook aan de RUD overgedragen worden. De brandweer krijgt door deze taakoverdracht te maken met een nieuwe samenwerkingspartner, de OVIJ. De wettelijke adviestaak van de brandweer voor het milieudeel wordt uitgevoerd door de medewerkers van het concern VNOG. Voor het bouwen gebruiksdeel heeft de brandweer geen wettelijke adviestaak op basis van de WABO. De brandweer is wel verantwoordelijk voor de brandweerzorg op basis van de Wet Veiligheidsregio’s. Om aan deze taak te voldoen is betrokkenheid van de brandweer bij de vergunningverlening, toezicht en handhaving noodzakelijk. Het beleid met betrekking tot het omgevingsrecht (en de uitvoering daarvan door middel van de vergunningverlening) bepaalt mede het risicoprofiel in het cluster. Daarnaast kan het van invloed zijn op de risico’s die hulpverleners lopen tijdens de inzet. De brandweer kan haar meerwaarde (specialistische kennis van brandveiligheid) inbrengen middels advisering op het brede terrein van risicobeheersing in de vorm van een risicobenadering. De brandweer zich richt daarbij op bouwwerken of activiteiten met een gemiddeld tot hoog risico. Het dagelijks bestuur van de VNOG heeft ingestemd met de invoering van de NVBR notitie “Samenwerking Veiligheidsregio’s en RUD’s op basis van Basistakenpakket Brandweer Omgevingsrecht’” en tevens het basistakenpakket vastgesteld dat de brandweer in dit kader gaat uitvoeren. Voor cluster EVA wordt dit nader uitgewerkt in het project “Taakopvatting brandweercluster EVA in het kader van WABO gerelateerde activiteiten”. Onderdeel van dit project is een matrix waarin de selectiecriteria zijn uitgewerkt om te bepalen welke gebouwen voor cluster EVA een gemiddeld tot hoog risico vormen. Voor de beoordeling van de gebouwen is het van belang voor welke functie de gebouwen worden gebruikt. Verder worden ook criteria ontwikkeld voor evenementen en planvormen RO, op grond waarvan het risico kan worden bepaald en daarmee kan worden vastgesteld of advisering door brandweercluster EVA een toegevoegde waarde oplevert.

Beleid brandbestrijding In het organisatieplan is opgenomen dat een sector II verantwoordelijk is voor het beleid op het taakveld brandbestrijding. Hierin zal de sector landelijke trends volgen zeker waar het gaat om de nieuwe brandweerdoctrine. De defensieve of offensieve binnenaanval en de defensieve of offensieve buitenaanval. Afstemming met de overige sectoren in hierin van belang. Resultaat

Clusterbreed afstemming brandweerdoctrine


oktober 2013

Pagina 17 van 43

4.2 MANAGEMENT VAN PROCESSEN De volgende werkprocessen die zijn toebedeeld aan Sector I. werkproces 1 Opstellen risicoprofiel werkproces 2 Adviseren werkproces 3 Controleren en Handhaven werkproces 4 Voorlichten werkproces 5 Beheren van openbaar brandmeldsysteem werkproces 7 Beheren bluswatervoorziening werkproces 9 Opstellen operationele documenten werkproces 12 Leveren van paraatheid – Beroeps en vrijwilligers werkproces 13 Bestrijden incident

Werkproces 1: Opstellen risicoprofiel Elke regio herbergt specifieke risico’s, waarvoor gericht beleid van de veiligheidsregio en haar partners nodig kan zijn. Het regionaal risicoprofiel is bedoeld om inzicht in de aanwezige risico´s te krijgen. Op basis van dit inzicht kan het veiligheidsbestuur strategisch beleid voeren om de aanwezige risico´s te voorkomen en beperken en om de crisisbeheersingsorganisatie op specifieke risico´s voor te bereiden. Ook biedt het een basis voor de risico¬communicatie naar de burgers. Voor de 6 verschillende clusters binnen de VNOG kan dit risicoprofiel ten opzichte van elkaar afwijken. Het opstellen van het risicoprofiel bestaat uit 5 stappen; 1. Risico indentificeren – inventariseren 2. Risico’s beoordelen – diagnosticeren 3. Beheersmaatregelen afstemmen op risico’s 4. Risico’s behersen 5. Risico’s monitoren en rapporteren Er kunnen zich steeds nieuwe risico’s voordoen en de grootte van de risico’s kan in de tijd wijzigen. Daarom moet de identificatie en beoordeling (impact en waarschijnlijkheid) jaarlijks worden geijkt. Daarbij moet worden nagegaan of de huidige beheersmaatregelen adequaat en voldoende effectief zijn om de risico’s uit de incidentscenario’s af te dekken. Zowel het bevoegd gezag als het directieteam zal haar keuzes mede laten beïnvloeden door de afweging van de kosten en baten zowel kwantitatief als kwalitatief. Resultaat

Actueel risicoprofiel van de Cluster EVA

Werkproces 2: Advisering Advisering is onder te verdelen in WABO taken (Bouwen & Milieu) en Evenementen. In het proces vergunningverlening opereert de brandweer als extern adviseur voor college van burgemeester en wethouders. Op basis van waarschijnlijkheid en impact worden risico’s in beeld gebracht, geanalyseerd en advies uitgebracht aan bevoegd gezag. De noodzakelijk interactie tussen de partners moet hier zijn meerwaarde bewijzen. Door het tijdig stellen van de juiste randvoorwaarden worden procedures vermeden en kan de brandweer tijdig en adequaat optreden tijdens een incident. VNOG, cluster EVA adviseert rechtstreeks aan college van burgemeester en wethouders en/of bevoegd gezag (art. 10, lid b en c - Wet Veiligheidsregio)


Pagina 18 van 43

Momenteel wordt gewerkt aan het vaststellen van een VNOG document “Taakopvatting brandweer in het kader van WABO gerelateerde activiteiten”. Voor 2013 heeft dit als gevolg dat: - het invloed heeft op werkproces 2 en werkproces 3 - een samenwerkingsvorm met de RUD’s tot stand gebracht dient te worden de werkprocessen aangepast dienen te worden met een integrale manier van adviseren (Eén advies waarbij zowel RO, milieu, bouw en gebruik integraal beoordeeld wordt). Werkprocessen aangepast dienen te worden tussen concern en cluster EVA Resultaat

Document “Taakopvatting VNOG inzake WABO”

maart 2013

Activiteit: Advisering natuurbrand Maatschappelijke thema Crisistype Incidentscenario

1 – Natuurlijke omgeving 1.2 Natuurbranden 1.2.1 Bos- en heide branden

Het thema natuurbrand scoort hoog in de matrix van het risicoprofiel. Om hierin structureel en gestructureerd aandacht aan te schenken is het project Fysieke brand(on)veiligheid natuurgebied cluster EVA opgestart. Hiervoor wordt voortdurend afstemming gezocht met het VNOG brede programma Natuurbrand. Geïnitieerd door de VNOG is een werkgroep Natuurbrandpreventie aan de slag gegaan om de risico’s in beeld te brengen op basis van scenariodenken. Het resultaat is een in 2012 opgestelde eindadvies pilot natuurbrandpreventie Epe - Nunspeet waarin aanbevelingen worden gedaan. Een van de aanbevelingen is het aanstellen van een consulent natuurbrandpreventie. Resultaat

Risicocommunicatie het gehele jaar door Relatie netwerk met recreatieondernemers onderhouden Afstemming binnen de VNOG Organiseren van workshop om te werken aan bewustwording

Activiteit: Advisering Bouwen Maatschappelijk thema Crisistype Incidentscenario

2 – Gebouwde omgeving 2.1 branden in kwetsbare gebouwen 2.1.1 Brand in gebouw zorg en welzijn 2.1.4 Brand in gebouwen met grote vuurlast

Het opstellen van een Dienstverleningsafspraak (DVA) met de Publieksdienst van de gemeente Apeldoorn zal richting geven aan de wijze van advisering bouwen en de daarvoor gestelde termijnen. Voor de gemeente Epe is een dienstovereenkomst (DVO) die dekking bied voor de uit te voeren activiteit advisering. Voor 2013 is een verwachting gemaakt over het aantal adviezen op de activiteit bouwen, opgemerkt moet worden dat hierin vanwege de recessie enig voorbehoud gemaakt moet worden. Geadviseerd wordt op basis van een risicoanalyse wat vertaald wordt naar een brandveiligheidadvies. Resultaten

Bouwplanadvisering (Epe en Voorst elk 10 bouwplannen ,,Apeldoorn


30 Bouwplannen)

Pagina 19 van 43

Activiteit: Advisering Milieu Maatschappelijk thema Crisistype Incidentscenario Crisistype Incidentscenario

3 3.1 3.1.1 3.1.5 3.2 3.2.1 3.2.5

Technologische omgeving Ongeval brandbare en/of explosieve stof Incident vervoer gevaarlijke stof over de weg Incident gevaarlijke stof op stationaire inrichting Ongeval giftige stof in open Incident vervoer giftige stof over de weg Incident giftige stof op stationaire inrichting

In de uitvoering van advisering is een aantal inrichtingen wettelijke gekoppeld aan het team Risico & Regie van de VNOG. Het inrichtingen vergunningbesluit milieubeheer (IVB) Het Vuurwerkbesluit Het besluit risico’s zware ongevallen 1999 (BRZO 1999) Het besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI) Van belang hierin is een goede afstemming met het team Risico & Regie en de Adviseur Gevaarlijk Stoffen VNOG ter voorkoming van het ontbreken van cruciale informatie c.q. aanvulling. In dit kader zal ook de ARBO coördinator betrokken worden. Advisering aan de RUD’s zal door middel van het nieuw te schrijven beleidsstuk duidelijkheid geven. De verwachte werkzaamheden zullen niet veel anders zijn dan tot nog toe. Los daarvan blijft een haal en breng plicht jegens elkaar nodig om te voorkomen dat er een informatie achterstand ontstaat. Resultaten

verwerkte adviezen Milieu (Gemeente Epe en Voorst, elk 10 verwerkte adviezen, Gemeente Apeldoorn, 30) Afstemming AGS Afstemming team Risico & Regie VNOG Afstemming Arbo coördinator

Activiteit:

Advisering Evenementen

Maatschappelijk thema Crisistype Incidentscenario

7 - Sociaal / Maatschappelijke omgeving 7.1 Paniek in menigte 7.1.0 Stoken van vuren 7.1.1 Paniek in mensenmassa > 5000 personen 7.2.2 Gewelddadigheden rondom voetbalwedstrijden

Een voor publiek toegankelijk evenement heeft, zeker bij grote getale, zekere risico’s. Om deze risico’s vroegtijdig te onderkennen wordt gebruik gemaakt van de READAR evenementen. Op basis van de uitkomsten zal een integrale risicostrategie bepaald worden. Resultaten

Epe Voorst Apeldoorn

25 evenementen – 5 stoken van vuren 20 evenementen – 10 stoken van vuren 50 evenementen – 25 stoken van vuren


Pagina 20 van 43

Werkproces 3: Controleren en Handhaven Activiteit: controleren en handhaven Bouwen Maatschappelijk thema Crisistype Incidentscenario

2 Gebouwde omgeving 2.1 branden in kwetsbare gebouwen 2.1.1 Brand in gebouw zorg en welzijn 2.1.4 Brand in gebouwen met grote vuurlast

Het toezicht op een brandveilig bouwen van gebouwen is nog immer een belangrijke taak van de brandweer. Een doorvertaling van het toezicht is het gebruik van scenario. Een toezichtmoment tijdens de bouw levert zoveel informatie op dat dit vertaald kan worden naar een maatgevend scenario. Dit maatgevende scenario kan dienen als input voor sector IV. Tevens wordt operationele informatie vertaald naar documenten die dienen als informatiebron bij calamiteiten. Het veilig en adequaat optreden van de brandweer hangt samen met het gebruik van de READAR. Op basis van deze uitkomsten kan de risicostrategie bepaald worden en dat geeft input aan beheersmaatregelen. Een betrouwbare prognose is vanwege aanhoudende recessie moeilijk te geven. Resultaten

uitgevoerd toezicht (Gemeente Epe en Voorst, elk 10 bouwplannen, Gemeente Apeldoorn, 30 Bouwplannen)

Activiteit: controleren en handhaven brandveilig gebruik Maatschappelijk thema Crisistype Incidentscenario

2 Gebouwde omgeving 2.1 branden in kwetsbare gebouwen 2.1.1 Brand in gebouw zorg en welzijn 2.1.3 Brand in gebouw met grote aantallen mensen 2.1.4 Brand in gebouwen met grote vuurlast

Het toezicht op een brandveilig gebruik van gebouwen is een belangrijke taak van de brandweer. Conform de wet Veiligheidsregio heeft de brandweer de taak om het college van burgemeester en wethouders te informeren over risico’s. Tevens wordt dit toezichtmoment gebruik om de actualiteit van de operationele informatie te checken en waar nodig bij te werken. Voor de bezetting van de 24-uurs dienst, post centrum zal een belangrijke taak in dit deel van de werkzaamheden gaan zitten. Naast objecten worden ook industrieterreinen en winkelcentra in kaart gebracht. De maandag, dinsdag en woensdag zullen door de ploegen voornamelijk gebruikt worden voor de objecten. De vrijdag is bedoeld voor de industrieterreinen en winkelcentra.. Resultaten clusterbreed Gemeente Epe Gemeente Voorst Gemeente Apeldoorn


Vervolg project Zorg en Welzijn Bereikbaarheid wijken Industrieterrein Eekterveld Industrieterrein Twello Operationele informatie verzamelen / verwerken Alle winkelcentra, inclusief centrum Apeldoorn in beeld Alle industrieterreinen in beeld Start basisscholenproject

Pagina 21 van 43

Activiteit: Controleren en handhaving Milieu Maatschappelijk thema Crisistype Incidentscenario Crisistype Incidentscenario

3 3.1 3.1.1 3.1.5 3.2 3.2.1 3.2.5

Technologische omgeving Ongeval brandbare en/of explosieve stof Incident vervoer gevaarlijke stof over de weg Incident gevaarlijke stof op stationaire inrichting Ongeval giftige stof in open Incident vervoer giftige stof over de weg Incident giftige stof op stationaire inrichting

Het veilig en adequaat optreden van de brandweer wordt mede bepaald door de juistheid van de gegevens. Om problemen vroegtijdig te onderkennen is het schouwen van risico’s in de technologische omgeving met een meer dan gemiddeld risico noodzakelijk. Op basis van scenario denken en gebruik van de READAR Milieu is een risicoanalyse uit te voeren, de effecten in beeld te brengen en beheersmaatregelen door te voeren. Op projectmatige wijze verzamelen we relevante informatie van specifieke repressieve risico’s. Afstemming met de ARBO coördinator binnen de dienst brandweer is noodzakelijk. Resultaten

Activiteit:

LPG locaties Bestrijdingsmiddelen opslag Vuurwerkopslagen Scenariobeschrijving ongeval snelweg met gevaarlijke stof (A1 tbv Apeldoorn en Voorst,, A50 tbv Epe)

Controleren en handhaven Evenementen


7 Sociaal / Maatschappelijke omgeving 7.1 Paniek in menigte 7.1.0 Stoken van vuren 7.1.1 Paniek in mensenmassa > 5000 personen 7.2.2 Gewelddadigheden rondom voetbalwedstrijden Met name voor de evenementen waar grote mensen massa’s op af komen is het van groot belang dat voor aanvang een controle plaats vindt op de afgesproken beheersmaatregelen die in de vergunning zijn opgenomen. Resultaten

Controle op beheersmaatregelen evenement Gemeente Epe en Voorst elk 5, evenementen, Gemeente Apeldoorn 10 evenementen


Pagina 22 van 43

Werkproces 4: Voorlichten Maatschappelijk thema Crisistype Incidentscenario

1 Natuurlijke omgeving 1.2 Natuurbranden 1.2.1 Bos- en heide branden


2 Gebouwde omgeving 2.1 Branden in kwetsbare objecten 2.1.1 Brand in gebouw Zorg & Welzijn 2.1.4 Brand in gebouw met bovengemiddelde vuurlast


3 Technologische omgeving 3.1 Ongeval brandbaar / explosieve stof 3.1.1 Incident vervoer gevaarlijke stoffen over de weg 3.1.5 Incident gevaarlijke stof stationaire inrichting


3 Technologische omgeving 3.2 Ongeval giftige stof 3.2.1 Incident vervoer giftige stof over de weg 3.2.5 Incident giftige stof stationaire inrichting


7 Sociaal – Maatschappelijke omgeving 7.1 Paniek in menigte 7.1.0 Stoken van vuren – vreugde vuren 7.1.1 Paniek in mensenmassa > 5.000 personen – evenement 7.2.2 Gewelddadigheden rondom voetbalwedstrijden

Intern overdragen van kennis en informatie is in de eerste plaats bedoeld om bevelvoerders en manschappen te informeren over belangrijke aandachtspunten bij een evenement. Het kan met name consequenties hebben van bijvoorbeeld bereikbaarheid van aanwonende c.q. het evenemententerrein. In het kader van brandveilig leven is een nieuwe activiteit “Voorlichting na Brand” ontwikkeld. Door het geven van voorlichting wordt beoogd om het veiligheidsbewustzijn en de zelfredzaamheid van burgers te bevorderen. Daarbij wordt de calamiteit als kapstok gebruikt. Resultaat

Informatiebulletins over afsluitingen wegen Scans van onveilige situaties Integrale afstemming draaiboek Oud en Nieuw Integrale afstemming draaiboeken diverse evenementen Voorlichting terugdringen nodeloze alarmering Voorlichting na Brand


Pagina 23 van 43

Werkproces 5: Beheren van openbaar brandmeldsysteem Maatschappelijk thema Crisistype Incidentscenario

2 Gebouwde omgeving 2.1 Branden in kwetsbare objecten 2.1.1 Brand in gebouw Zorg & Welzijn 2.1.4 Brand in gebouw met bovengemiddelde vuurlast


3 Technologische omgeving 3.1 Ongeval brandbaar / explosieve stof 3.1.5 Incident gevaarlijke stof stationaire inrichting


3 Technologische omgeving 3.2 Ongeval giftige stof 3.2.5 Incident giftige stof stationaire inrichting

Brandmelders redden levens en beperken brandschade. Immers het tijdstip van ingrijpen door de brandweer is in veel gevallen bepalend voor het schadebedrag. Een (te) laat gemelde brand geeft de brandweer ook weinig kans. Maar de brandmelders hebben ook een negatieve kant; de onechte of onnodige melding. Het project terugdringen nodeloze meldingen zal ook dit jaar door gaan. Heel geleidelijk zijn de resultaten van de inspanningen merkbaar. Resultaat

reductie nodeloze meldingen (Gemeente Epe en Voorst, reductie 10 %, Gemeente Apeldoorn, reductie 20% )

Werkproces 7: Beheren bluswatervoorziening Water is een cruciale factor bij het bestrijden van brand en/of incidenten met gevaarlijke stoffen. Controle op onderhoud, beschikbaar, bereikbaarheid en herkenbaarheid is van evident belang om op die momenten dat het nodig is een betrouwbare levering van blusstof te hebben. Voor die locaties in met name buitengebieden en natuurgebieden waar de waterlevering minder is c.q. niet aanwezig is zullen alternatieven gezocht worden. In de gemeente Apeldoorn is vorig jaar gestart met het opheffen van een substantieel deel van de ondergrondse bluswater winplaatsen. Op basis van een weldoordacht plan zullen die werkzaamheden ook in 2013 doorgaan.

Resultaat:

Controle op betrouwbare waterlevering Zichtbaar houden van bluswaterwinplaatsen voor Gemeente Apeldoorn tevens vervolg van opheffen gedeelte bluswaterwinplaatsen Overzicht procedures Opnieuw beschrijven procedures


juli 2013 december 2013

Pagina 24 van 43

Werkproces 9: Opstellen operationele documenten Dit werkproces wordt uitgevoerd samen met sector I. De scheiding wordt gemaakt in de onderverdeling: het opstellen en onderhouden van operationele documenten zoals aanvalsplannen, bereikbaarheidskaarten, waterwinkaarten (sector II). Dit is een continue proces om informatie actueel te houden. Nieuw in dit kader is het tekenen in CCS-M: een activiteit die voornamelijk door een aantal opgeleide mensen uit de 24 uurs dienst gedaan zal worden. het opstellen van andere crisisgerelateerde documenten (Sector II) Resultaat

Actueel hebben van operationele informatie

werkproces 12: Leveren Paraatheid De centrumpost aan de Vosselmanstraat wordt bemand door een volcontinu ploeg die de eerste TAS, HW en HV bemant en bestaat uit beroeps in de 24-uurs dienst, beroeps in de dagdienst en vrijwilligers. Ter complementering van de uitruksterkte in de dagsituatie worden op de post centrum medewerkers (sectoren II & IV) met een hard gekoppelde functie ingeroosterd. De post De Maten, Hoog Soeren en de vrijwilligers post Centrum worden gealarmeerd volgens het principe van “vrije instroom”. Over het buiten dienst stellen van posten (teambuilding, rouw en trouw) worden nadere afspraken gemaakt. Sector I zal het maken van deze afspraken initiëren. Resultaat

afspraken opstellen buiten dienst stellen

juli 2013

werkproces 13: Bestrijden van incidenten Het werkproces bestrijden van incidenten wordt uitgevoerd door de verschillende brandweerposten onder de sectoren. Ter indicatie is onderstaand het overzicht opgenomen met het aantal incidenten over 2011 van de verschillende posten.

Uitrukken brandweer (jaar 2011) Post Centrum Beroeps Centrum Vrijwilligers De Maten Hoog Soeren

totaal 860 34 153 39


Pagina 25 van 43

Opstellen procedures Op het beleidsterrein brandbestrijding zal intensief worden gekeken naar de landelijke brandweerdoctrine. Procedure wijzigingen zullen worden gedeeld met sector IV teneinde afstemming te vinden over trainingsprocedures en zullen worden meegenomen in werkproces 9 “opstellen operationele procedures’. Resultaat

Actualiseren brandbestrijding procedure

december 2013

4.3 MANAGEMENT VAN MEDEWERKERS Organisatiestructuur Sector II Aan de hand van de diverse functies en de vier uitrukposten kan de organisatiestructuur van Sector II worden bepaald. Deze is in de onderstaande organigram gevisualiseerd: Manager A

Manager B (1 fte) Management assistent B (0,8 fte) Teamleider A (1 fte)

Teamleider A (1 fte)

Posten

Vakspecialist B (2,83 fte)

Vakspecialist B (3 fte)

Post de Maten

Vakspecialist C (3 fte)

Vakspecialist C (1 fte)

Post Centrum

Vakspecialist D (5 fte)

Vakspecialist D (3 fte)

Post Hoog Soeren

Vakspecialist E (6 fte)


Vakspecialist F (5 fte)

Vakspecialist F (6 fte) Figuur 3: organisatiestructuur Sector II

Personeel van de Sector II In het formatieplan zijn 50 fte opgenomen voor Sector II.

Functioneringsgesprekken Jaarlijks worden er functioneringsgesprekken en/of beoordelingsgesprekken gehouden. Vanaf 1 januari 2013 zal de systematiek VNOG worden toegepast; dit houdt in het ene jaar één gesprek (waarin het persoonlijk ontwikkelingsplan en het functioneren aan de orde komen), het andere jaar eenzelfde gesprek én een beoordeling. Resultaat:

met ieder medewerker 1 x per jaar gesproken


december 2013

Pagina 26 van 43

Studiefaciliteiten Vanwege de keuze om op de post centrum beroeps 24-uurs dienst een gaspakkenteam te stationeren zullen hiervoor voldoende bevoegde en bekwaamde medewerkers noodzakelijk zijn. Vanwege het aantrekken van 2 nieuwe medewerkers in de 24-uurs dienst is het noodzakelijk om deze op te leiden tot voertuigbedieners. Vanwege de keuze om op de post Centrum beroeps 24-uurs dienst een team oppervlakte redders te stationeren is het noodzakelijk dat zij hiervoor worden opgeleid. Vanwege de keuze om uit de 24-uurs dienst 6 medewerkers te bekwamen in het verwerken van operationele informatie dienen zijn hiervoor een opgeleid te worden. Vanwege de keuze om uit de 24-uurs dienst 6 medewerkers te bekwamen in het preventief toezicht is het noodzakelijk dat zij de leergang Brandpreventie controleur gaan volgen. Voor de studie Fire Safety Engineering aan de Hanze Hogeschool Groningen zijn studiefaciliteiten toegekend aan een medewerker voor een 2-jarige studie. Daarnaast zal er tijd worden vrij gemaakt voor het begeleiden tijdens de afstudeerfase. Voor de studie Hoofd Officier van Dienst aan het Instituut Fysieke Veiligheid (Brandweeracademie) zijn studiefaciliteiten toegekend aan een medewerker voor een 1-jarige studie.

Resultaat

2 opgeleide gaspakdragers 2 opgeleide voertuigbedieners 16 opgeleide oppervlakte redders 3 opgeleide tekenaars CCS-M 3 opgeleide tekenaars Autocad 6 opgeleide brandpreventie controleurs 1 Studie FSE 1 HOVD

2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013

Brandweerposten Onder Sector II opereren drie uitrukposten. 1 gedeelde beroeps/vrijwillige post en 2 vrijwillige posten. De arbeidscapaciteit van deze posten bestaat uit medewerkers met een aanstelling als beroeps en als vrijwilliger. De vrijwilligers zijn aangesteld in een functie. De functies is echter (nog) niet beschreven. De benodigde bezetting van de vrijwillige brandweerpost is niet vastgesteld. Huidige Bezetting vrijwillige brandweerposten (peildatum 1-10-2012) Post Centrum -Beroeps -Vrijwilligers De Maten Hoog Soeren

totaal 34 29 19 15


Pagina 27 van 43


jaarlijks gesprek

december 2013


4 bezoeken per korps per jaar Gezamenlijke doelstelling formuleren


4.4 MANAGEMENT VAN MIDDELEN Verbouw post Centrum De realisatie van benodigde kantoorruimte aan de Post Centrum (kazerne Vosselmanstraat) is door verschillende e omstandigheden in 2012 niet gelukt. Vandaar dat een deel van onze kantoor medewerkers voor de 1 helft van 2013 gehuisvest zullen zitten in Porto Cabines die opgesteld worden in de uitrukgarage. Realisatievan de e verbouwing zal plaats vinden in de 2 helft van 2013. Resultaat

Uitvoering bouwtraject Oplevering kantoorruimte post centrum Post Centrum heeft huisvesting op orde

e

3 kwartaal 2013 november 2013 januari 2014

Huisvesting sector II De post de Maten behoeft een schilderbeurt aan de buitenzijde en aandacht voor de gladheid op de vloer in de uitrukgarage. De post Hoog Soeren voldoet en behoeft geen onderhoud. Facilitaire zaken zit in het takenpakket van sector III en deze geeft opdracht voor uitvoering van de werkzaamheden. Resultaat

Post de Maten heeft de huisvesting op orde

Materialen Beheer van materialen is de verantwoordelijkheid van sector III Logistiek & Techniek


Pagina 28 van 43

Hoofdstuk 5 SECTOR III

Materieel & logistiek

Sector III is verantwoordelijk voor: • de post Zuid/Aruba, Ugchelen, Beekbergen, Hoenderloo en Loenen; • het beheer en onderhoud van het materieel en het materiaal; • de verzorgings- en de verkenningsgroep; • arbo; • bedrijfsvoering van het cluster; • beleid op het gebied van natuurbrand.

5.1 BELEID EN STRATEGIE Prioritering Bij de uitvoering van werkzaamheden door de sector III is de prioritering van toepassing naar aanleiding van het risicoprofiel en de vastgestelde incidentscenario’s:

Regievoering sector III Sector I Maatschappelijke thema Crisistype Incidentscenario

Sector II

Sector III

Sector IV


2 Gebouwde omgeving





1.2 Natuurbranden

5.1 Luchtvaartongevallen 5.1.1 Crash bij start en landing




Terugblik naar afgelopen jaar In 2012 is een begin gemaakt met de inrichting van sector III. Een deel van het personeel werkt op dit moment nog in de 24-uursdienst van post Centrum, waardoor de bezetting van de sector nog niet geheel compleet is. Ook de ademlucht- en slangenwerkplaats bevinden zich nog in post centrum. De verhuizing van alle beroeps-activiteiten naar post Zuid in het voorjaar van 2013 zal het teamgevoel van de beroepsmedewerkers van sector III vergroten doordat iedereen dan op 1 locatie gehuisvest is. De ademlucht- en slangenwerkplaats heeft afgelopen jaar te maken gehad met de langdurige uitval van één van de medewerkers. Hierdoor is een behoorlijk beroep gedaan op medewerkers van sector II om deze werkplaatsen draaiende te houden. De voorbereidingen voor de inrichtingen van de werkplaatsen in Post Zuid zijn voor een groot deel afgerond. De verzorgingsgroep heeft in 2012 te maken gehad met een gemiddeld aantal incidenten, wanneer men dit vergelijkt met de cijfers van afgelopen paar jaar. De bezetting van de groep is helaas teruggelopen tot een minimum aantal vrijwilligers. De verkennersgroep natuurbrandbestrijding is begin 2012 van start gegaan met een nieuwe bezetting. De groep heeft veel tijd en energie gestoken in het opdoen van kennis over het verzorgingsgebied. Gedurende de het hele jaar zijn de vrijwillige posten operationeel geweest. De posten zijn afwezig geweest ten tijde van diverse oefeningen en personeelsuitjes.


Pagina 29 van 43

Tijdens het gehele jaar hebben de beroepsmedewerkers met een repressieve harde koppeling hun aandeel geleverd in de te leveren paraatheid en uitvoering van incidentbestrijding. Ook de vrijwillige posten zijn het hele jaar operationeel geweest. De vrijwillige posten zijn afwezig geweest ten tijde van diverse oefeningen en personeelsuitjes. Er zijn dit jaar geen grote noemenswaardige wijzigingen in het beeld van de afgelopen jaren geweest voor wat betreft incidenten; voorbeelden van incidenten waarbij korpsen uit sector III betrokken zijn geweest zijn de brand in de Hoofdstraat, een aantal incidenten bij het kanaal en de A50/A1 en de natuurbrand bij Radio Kootwijk.

Beleid op het gebied van natuurbrand In het organisatieplan is opgenomen dat een sector verantwoordelijk is voor het beleid van een taakveld brandweer. Sector III is verantwoordelijk voor het beleid van het taakveld: bestrijding natuurbrand. In 2013 zal een start worden gemaakt met het formuleren van het beleid op dit taakveld, uiteraard in afstemming met het regionale beleid en het clusteroverstijgende programma Natuurbrand. Een belangrijk aandachtspunt hierbij is het werkproces van de natuurbrandverkennersgroep. Resultaat

Beleid formuleren natuurbrand

juli 2013

5.2 MANAGEMENT VAN PROCESSEN De volgende werkprocessen zijn toebedeeld aan Sector III.

Werkproces 8

Beheren en onderhouden brandweerspecifieke middelen

Sector III is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van o.a. het voertuigenbestand, de persoonlijke beschermingsmiddelen, de c2000 apparatuur en de overige materialen. Activiteiten: • Jaarlijks worden 58 brandweervoertuigen preventief onderhouden, waarvan 40 grote voertuigen en 18 kleine voertuigen. Daarnaast wordt er correctief onderhoud verricht. In 2013 zal het accent worden gelegd op kostenreductie van de aankoop van materiaal en op het proces van de afhandeling van facturen. Er zal worden onderzocht of het zo mogelijk ‘leaner’ kan worden ingericht. Ook zullen mogelijkheden tot samenwerking met de werkplaatsen van de eenheid Beheer en Onderhoud van de gemeente Apeldoorn en met Circulus (die beide ook aan Aruba/Saba gehuisvest zijn) nader worden bekeken. Gedacht kan worden aan het gezamenlijk inkopen van werkplaatsbenodigdheden en het gebruik maken van elkaars faciliteiten en materieel. • De ademlucht- en slangenwerkplaatsen zullen in het voorjaar van 2013 verhuizen van de Post Centrum (Vosselmanstraat) naar Post Zuid. Dit heeft consequenties voor de personele capaciteit in de ademlucht- en slangenwerkplaats. De 24-uursdienst kan namelijk dan geen werkzaamheden (bijv in weekend) meer verrichten in beide werkplaatsen. In principe zijn binnen sector III voldoende fte beschikbaar voor beide werkplaatsen. • Er bestaat op dit moment een zo goed als compleet overzicht van materieel, materiaal, pbm en kleding. Echter, in alle 3 gemeenten wordt op een verschillende manier met het beheer en de vervanging/afschrijving van deze zaken omgegaan. In 2013 zal dit overzicht worden gecompleteerd en zal een plan worden opgesteld voor het beheer en de vervanging van deze spullen. • In 2013 staan 2 grote aanbestedingen voor de gehele VNOG op stapel: de gunning inzake het PITproject en de aanbesteding van randapparatuur C2000. Beide aanbestedingen zullen vanuit sector 3 worden begeleid. • Voor dat deel van het beheer en onderhoud van de brandweerkazernes, dat onder verantwoordelijkheid van de VNOG valt, zal een meerjarenplan worden opgesteld. Tevens zullen met sector I en IV afspraken worden gemaakt over het beheer en onderhoud van de kazernes in Epe en Voorst. • Vanaf 1 januari 2013 wordt de functie van coördinator arbo/veiligheid ingevuld. In 2013 zal de bestaande risico-inventarisatie en –evaluatie worden geactualiseerd, waarna een plan van aanpak wordt opgesteld Jaarplan 2013 Brandweer Epe-Voorst-Apeldoorn Behulpzaam – Deskundig –Daadkrachtig

Pagina 30 van 43

werkproces 12

Leveren van paraatheid

Het werkproces paraatheid wordt door alle sectoren uitgevoerd. De paraatheid binnen sector III wordt geleverd door de 1 beroepseenheid en 6 vrijwillige brandweereenheden. De paraatheid van de vrijwilligers is gebaseerd op het profiel ‘vrije opkomst’. Activiteiten: • In samenwerking met sector II zal een werkwijze omtrent het roosteren van de beroepsmedewerkers en de gekazerneerde vrijwilligers worden opgesteld. • In de huidige situatie binnen het brandweercluster EVA zijn de logistieke taken en verantwoordelijk in principe wel belegd, echter in de praktijk is van een structurele inbedding en uitvoering van deze taken nog geen sprake. Om dit te bereiken wordt conform het organisatierapport van het cluster EVA een logistieke eenheid opgericht die op basis van een logistiek plan - dat ook nog geschreven moet worden deze taken ook daadwerkelijk gaat uitvoeren. De logistieke eenheid zal worden ‘opgehangen’ onder sector III en vormt een zelfstandige vrijwilligerseenheid binnen het cluster EVA. De huidige verzorgingsgroep zal deel uitmaken van de logistieke eenheid. De oprichting van de logistieke eenheid wordt begeleid door sector III in samenwerking met de clustercommandant. • In2013 zullen de mogelijkheden naar een verlengde dagdienst op Apeldoorn-Zuid worden onderzocht.

Werkproces 13

Bestrijden incident

Het werkproces bestrijden van incidenten wordt uitgevoerd door de verschillende brandweerposten onder de sectoren. Ter indicatie is onderstaand het overzicht opgenomen met het aantal incidenten over 2011 van de verschillende posten. uitrukken brandweer (jaar 2011) Post Totaal Wilmersdorf 160 Beekbergen 160 Hoenderloo 80 Loenen 50 Ugchelen 124 Verkennersgroep 12 Verzorgingsgroep 6* * alleen in verzorgingsgebied EVA


Pagina 31 van 43

5.3 MANAGEMENT VAN MEDEWERKERS Organisatiestructuur Sector III Aan de hand van de diverse functies en de zes vrijwillige eenheden kan de organisatiestructuur van Sector III worden bepaald. Deze is in de onderstaande organigram gevisualiseerd . Manager A

Leidinggevende A (1 fte) Management assistent B (1 fte) Vakspecialist D (3 fte)

Posten

Administratief medewerker A (2 fte)

Post Beekbergen

Technische medewerker A1 (4 fte)

Post Hoenderloo

Technisch medewerker A2 (5 fte)

Post Loenen

Technisch medewerker C (1 fte) Post Ugchelen

Verzorgingsgroep

Verkennersgroep Natuurbrandbestrijding

Figuur 4: organisatiestructuur Sector III

Personeel van Sector III In het formatieplan zijn 17 fte opgenomen voor Sector III. Jaarlijks worden er functioneringsgesprekken en/of beoordelingsgesprekken gehouden. Vanaf 1 januari 2013 zal de systematiek VNOG worden toegepast: het POPbeleid (Persoonlijk Ontwikkelings Plan). In de eerste helft van 2013 zullen alle functies van sector III beschreven worden

Functioneringsgesprekken Jaarlijks worden er functioneringsgesprekken en/of beoordelingsgesprekken gehouden. Vanaf 1 januari 2013 zal de systematiek VNOG worden toegepast. Resultaat

gedurende het jaar 1 gesprek per medewerker

december 2013

Beschrijven functies beroepsmedewerkers brandweer In het kader van personeelsbeleid zullen de functie beschreven moeten worden. Resultaat

beschrijven functies


december 2013

Pagina 32 van 43

Vrijwillige brandweerposten Onder Sector III opereren zes vrijwillige brandweereenheden, de posten Beekbergen, Hoenderloo, Loenen en Ugchelen en tevens de verzorgingsgroep en de verkennersgroep natuurbrandbestrijding. De arbeidscapaciteit van deze posten bestaat uit medewerkers met een aanstelling als vrijwilliger. De vrijwilligers zijn aangesteld in een functie. De functies is echter (nog) niet beschreven.


jaarlijks gesprek

december 2013


4 bezoeken per korps per jaar Gezamenlijke doelstelling formuleren


5.4 MANAGEMENT VAN MIDDELEN Verbouw kazerne Ugchelen Brandweerkazerne Ugchelen is toe aan renovatie. De kazerne voldoet niet meer aan de eisen van deze tijd. Voor een deel komt dit voor rekening van de gemeente Apeldoorn (nieuw dak, verwarmingsinstallatie en isolatie). Het overige deel (voldoen aan arbo-wetgeving) is de verantwoordelijkheid van het cluster EVA. In 2012 is het verbouwingstraject gestart, waarna in 2013 daadwerkelijk verbouwd zal worden. Resultaat

Voorbereiden en begeleiden bouwtraject

e

1 half jaar 2013

Huisvesting sector III Sector III zal in maart 2013 verhuizen van de Wilmersdorf en de Vosselmanstraat naar nieuwbouw aan Saba (Apeldoorn-Zuid). De kantoorruimte en werkplaatsen zullen moeten worden ingericht voor adequate huisvesting van sector III. Het voorbereidingstraject hiervoor is reeds gestart. Resultaat

Inrichting post Apeldoorn-Zuid

februari-april 2013

Facturering en werkorders e

In de 2 helft van 2013 zal een project worden gestart om het proces van facturering en het opstellen en afsluiten van werkorders te vereenvoudigen Resultaat

Project facturering en werkorders


december 2013

Pagina 33 van 43

Hoofdstuk 6 SECTOR IV

Training & Opleiding - Incidentbestrijding

Sector IV is verantwoordelijk voor: • de posten Klarenbeek – Terwolde – Twello - Voorst; • het bestrijden van incidenten door de brandweer Voorst, • het leveren van schriftelijke beleidsuitgangspunten en –adviezen voor hulpverlening en optreden bij waterongevallen, • het assisteren van de overige drie sectoren bij het verwerven en onderhouden van de kennis en vaardigheden die hun operationele personeel nodig heeft voor het bestrijden van incidenten.

6.1 BELEID & STRATEGIE Prioritering Uit het risicoprofiel heeft het managementteam van Brandweer EVA vier maatschappelijke thema’s benoemd. Ook heeft ze de bijhorende incidentscenario’s vastgelegd. Bij de uitvoering van werkzaamheden door de sector IV is de prioritering van toepassing naar aanleiding van het risicoprofiel en de vastgestelde incidentscenario’s. Op basis hiervan zijn afspraken gemaakt wie welk incidentscenario uitwerkt. Sector IV is in 2012 gestart met de pilot “crash bij start en landing van een vliegtuig”. Dit gaat in nauwe samenwerking met de overige sectoren en de gemeente Voorst.

Regievoering sector IV Sector I Maatschappelijke thema Crisistype Incidentscenario

Sector II

Sector III

Sector IV


2 Gebouwde omgeving





1.2 Natuurbranden

5.1 Luchtvaartongevallen





Terugblik naar afgelopen jaar In de eerste helft van 2012 is een start gemaakt met de inrichting van sector IV. Op de verschillende beleidsterreinen zijn de volgende acties ondernomen: Sectorplan In 2012 is een sectorplan geschreven van sector IV. Hierin is het managent van diverse processen beschreven. Het sectorplan geeft een doorkijk op tactiek & strategie voor sector IV. Oefenbeleidsplan In 2012 is een oefenbeleidsplan opgesteld voor het vakbekwaam worden en blijven van de repressie beroeps en vrijwilligers binnen het brandweercluster EVA.


Pagina 34 van 43

Opleidingsbeleidsplan In 2012 is het opleidingsbeleidsplan opgemaakt. Dit geeft een doorkijk van de te verwachtten opleidingen voor de komende jaren. Dit is gebeurd aan de hand van een “vergrijzingsmodel” en het daarmee verwachte verloop binnen de korpsen van EVA. Beleidsdocumenten In 2012 zijn diverse beleidsdocumenten opgesteld ter aanvulling en ondersteuning op de uitvoering van bovenstaande beleidsdocumenten. Een aantal beleidsdocumenten zal doorlopen tot het eerste half jaar van 2013. Incidentbestrijding Gedurende het hele jaar zijn de vrijwillige posten operationeel geweest. De posten zijn afwezig geweest ten tijde van diverse oefeningen en personeelsuitjes. Gedurende het gehele jaar hebben de beroepsmedewerkers met een repressieve harde koppeling hun aandeel geleverd in de te leveren paraatheid en uitvoering van incidentbestrijding.

Doelstelling Sector IV3 De Sector IV draagt bij aan het beperken en bestrijden van incidenten binnen de grenzen van het verzorgingsgebied van Brandweer EVA . Deze doelstelling wordt bereikt door arbeid te verrichten voor de (basis)brandweerzorg van de gemeente Voorst en voor de overige drie sectoren van Brandweer EVA.

Diensten van de Sector IV De Sector IV verleent de volgende diensten (Organisatieplan Brandweer EVA, 2011a, p. 36): - het bestrijden van incidenten door de brandweer Voorst, - het leveren van schriftelijke beleidsuitgangspunten en –adviezen voor hulpverlening en optreden bij waterongevallen, - het assisteren van de overige drie sectoren bij het verwerven en onderhouden van de kennis en vaardigheden dat hun operationele personeel nodig heeft voor het bestrijden van incidenten.

Beleid op het gebied van waterongevallen In het organisatieplan is opgenomen dat een sector verantwoordelijk is voor het beleid van een taakveld brandweer. Sector IV is verantwoordelijk voor het beleid van het taakveld: Waterongevallen. In 2012 is een start gemaakt met het formuleren van het beleid op dit taakveld. Een belangrijk aandachtspunt hierbij zijn de afspraken rondom oppervlakteredding. Daarnaast dient er goede afstemming te worden gerealiseerd met de Veiligheidsregio. Resultaat

Beleid formuleren waterongevallen

e

1 kwartaal 2013

3

Afgeleid van de strategische doelstelling van de Brandweer EVA, die luidt: ’De Brandweer EVA draagt zorg voor het voorkomen, beperken en bestrijden van incidenten‘ (Brandweer EVA 2011b).


Pagina 35 van 43

6.2 MANAGEMENT VAN PROCESSEN Primair proces – werkproces - procedure Brandweer EVA stuurt op maatschappelijke veiligheid aan de hand van drie primaire processen. Deze zijn afkomstig uit het Model procesbeschrijvingen brandweer (NVBR, 2008) en de notitie actualiseren referentie procesmodel N, (2010b). Voor de Sector IV zijn de drie primaire processen het eerste (en hoogste) abstractieniveau waarin de activiteiten en de onderlinge samenhang wordt beschreven. Het tweede niveau zijn de werkprocessen en het derde (en laagste) niveau zijn de procedures. In de onderstaande figuur is het onderscheid tussen het primair proces, haar werkprocessen en de onderliggende procedures uitgewerkt vanuit het perspectief van Sector IV. Tevens is op basis van het organisatieplan (Brandweer EVA, p. 36) aangeven welke sector verantwoordelijk is voor de beschrijving van de procedures. Categorisering primair proces – werkproces – procedures Volgens referentie procesmodel NVBR (2010b) en organisatieplan (Brandweer EVA, 2011)

Verantwoordelijk voor beschrijving

Primair proces ‘Bestrijden van incidenten’ incidenten’

Werkproces ‘opleiden’

Diverse opleidingsprocedures

Sector IV

Werkproces ‘oefenen’

Diverse oefenprocedures

Sector IV

Werkproces ‘paraatheid’

Werkproces ‘incidentbestrijden’

Diverse paraatheid procedures

Sector IV

Alarmeringprocedures

Sector I

Uitrukprocedure

Sector I

Inzetprocedure’

Sector I

Overige procedures/ werkafspraken

Sectoraal (maatwerk per post)

Figuur 4 Uitwerking primair proces en verantwoordelijkheid voor beschrijving.


Pagina 36 van 43

Navolgend wordt door beschrijving van de vier werkprocessen die zijn toebedeeld aan Sector IV uitgewerkt hoe deze een bijdrage levert aan het realiseren van de programmadoelstelling van Brandweer EVA.

Niveau 1: het primaire proces van Sector IV 4

Het primaire proces van de Sector IV is de ‘zorg voor het bestrijden van incidenten’ .

Niveau 2: de werkprocessen van Sector IV 5

Van de acht werkprocessen uit dit primaire proces draagt de Sector IV zorg voor vier ervan, namelijk: - werkproces ‘opleiden’, - werkproces ‘oefenen’, - werkproces ‘leveren van paraatheid’, - werkproces ‘bestrijden van incidenten’.

Niveau 3: procedure De procedures die betrekking hebben de werkprocessen ‘opleiden’, ‘oefenen’ en ‘paraatheid’ zijn een verantwoordelijkheid van Sector IV. De procedures voor het alarmeren, uitrukken en inzetten zijn toebedeeld aan Sector I (Brandweer Apeldoorn, 2011, p. 36).

Werkproces 106 ‘opleiden’ De Sector IV definieert opleiden als de activiteit die het operationeel personeel in staat stelt om kennis en vaardigheden te verwerven die nodig zijn om een functie bij Brandweer EVA te kunnen uitoefenen (vakbekwaam worden). Het werkproces opleiden staat beschreven in het sectorplan van sector IV alsmede in het opleidingsplan van sector IV. De Sector IV helpt al het operationele personeel van de Brandweer EVA om zich optimaal voor te bereiden om op een veilige en doeltreffende manier operationeel te kunnen optreden. Dit doet ze door actuele kennis aan te leveren aan de medewerker, door de hoofden van de andere sectoren te adviseren en door functiegerichte opleidingen in te kopen. Sector IV is ondersteunend en niet verantwoordelijk voor het niveau van vakbekwaamheid van een individuele medewerker of Brandweer EVA.

Trends in het opleiden bij de brandweer De vergrijzing is een belangrijke oorzaak voor natuurlijk verloop onder het personeel. Het is dan ook input voor een matrix die het gehele verloop onder het operationele personeel (per post) inzichtelijk maakt. Inmiddels is deze matrix ontworpen. Het is aan de Sector IV om het jaarlijks bij te werken. Dit gebeurt aan de hand van informatie van diverse leidinggevenden. De Sector IV gebruikt de matrix om de commandanten en de hoofden van de overige sectoren te adviseren over de opleidingsbehoefte. Een en ander wordt nader uitgewerkt in het ‘Beleidsplan Opleiden Brandweer EVA’. De behoefte om een ‘lerende organisatie’ te zijn, neemt toe. Onderzoek naar brand en brandverloop en overige incidentevaluaties leveren waardevolle kennis op. Dit moet vertaald worden in opleidingen bijscholingsprogramma’s. In 2013 gaat sector IV “onderzoek” doen naar e-learning.

4

Het gaat om de volgende werkprocessen: (a) beheren WAS, (b) beheren bluswatervoorziening, (c) beheren en onderhouden brandweerspecifieke middelen, (d) opstellen operationele documenten (e) opleiden, (f) oefenen, (g) leveren van paraatheid en (h) bestrijden incident. 5 Voor wat betreft de overige werkprocessen is de sector IV afhankelijk van de drie overige sectoren. 6 Het cijfer refereert aan de categorisering volgens de referentie procesmodel (NVBR, 2010b).


Pagina 37 van 43

Activiteiten van Sector IV Sector IV zorgt dat: - een ‘Opleidingsplan Brandweer EVA’ beschikbaar is en up-to-date blijft. - het personeel van Brandweer EVA wordt aangemeld voor het volgen van een functiegerichte operationele 7 opleiding (door Sector IV gedefinieerd als ‘scholing’), - Bijscholing plaatsvindt van instructeurs die werkzaamheden verrichten binnen EVA - de voortgang van diverse opleidingen wordt bewaakt en dat hierover de sectorhoofden/leidinggevenden worden geadviseerd (vooral bij doubleren), - de sectorhoofden van de overige sectoren en de leidinggevende op de posten worden geadviseerd over te volgen opleidingen (rekening houdend met het natuurlijk verloop), - de sectorhoofden/leidinggevende wordt geadviseerd over in te zetten opleidinginstrumenten indien één of meerdere medewerkers niet over voldoende kennis en vaardigheden beschikken. In dergelijk gevallen ondersteunt de Sector IV bij het verwerven van deze kennis, hetzij intern georganiseerd of ingekocht (door Sector IV gedefinieerd als ‘bijscholing’) - contacten met het opleidingsinstituut van de VNOG worden onderhouden. De Sector IV is niet verantwoordelijk voor het niveau van vakbekwaamheid van een individuele medewerker of Brandweer EVA. Dit is de medewerker zelf en voor het geheel de leidinggevende van een post/sector.

Werkproces 11 ‘oefenen’ De Sector IV definieert oefenen als de activiteit die het operationeel personeel ondersteunt in het onderhouden en verbeteren van hun kennis en vaardigheden (vakbekwaam blijven). Dit is nodig omdat het personeel van de Brandweer EVA gedurende de gehele loopbaan bekwaam moet zijn om hun functie uit te voeren. Oefenen dient een tweeledig doel. Door te oefenen wordt: 1. de kennis en vaardigheid van het individu (en daarmee van de Brandweer EVA) op peil gehouden én uitgebreid. Aangenomen wordt dat dit de veiligheid van het operationele personeel ten goede komt en positief bijdraagt aan de doeltreffendheid van het repressief optreden, 2. inzicht gekregen in de mate waarin een individu beschikt over de kennis en vaardigheid die nodig is om een operationele functie naar behoren uit te oefenen. Aanvullend biedt oefenen de mogelijkheid om nieuwe werkmethoden of procedures uit te proberen, te optimaliseren, of in te voeren. Met deze twee doelen voor ogen stelt Sector IV dat oefenen niet los kan én mag worden gezien van opleiden. Al met al moet oefenen dan ook gezien worden als een kerntaak van de Brandweer EVA; een taak waar Sector IV zorgvuldig mee aan de slag blijft gaan.

‘Oefenbeleidsplan Brandweer EVA’ Op basis van de wettelijke kaders en de (bestuurlijke) ambities van de VNOG maakt Sector IV een ‘Oefenbeleidsplan Brandweer EVA’. Dit plan gaat uit van een looptijd van vier jaar (2013 – 2016). Het zal voortdurend worden herijkt. Dit gebeurt aan de hand van ontwikkelingen in het ‘veld’, en de behoefte van Brandweer EVA. De Sector IV stelt het oefenbeleidsplan op. Basisgedachte is dat elke medewerker van Brandweer EVA zelf verantwoordelijk is voor zijn/haar kennis en kunde en dat zijn/haar leidinggevende hierin een begeleidende rol vervult (Brandweer Apeldoorn, 2009). In eerste instantie oefent het operationeel personeel in hun eigen belang: oefenen bevordert het veilig repressief optreden. In de tweede plaats oefent het personeel om doeltreffend te kunnen werken.

Oefenprogramma 7

Met uitzondering de functies voor de RROL.


Pagina 38 van 43

Sector IV biedt het operationeel personeel een oefenprogramma aan dat is opgedeeld in twee delen: - Deel I: Basisbrandweerzorg Dit deel schenkt aandacht aan de taken in de basisbrandweerzorg die elke post van Brandweer EVA moet leveren. De vier kerntaken van incident bestrijding staan centraal. Dit gedeelte van het oefenprogramma is vooral monodisciplinair van karakter, - Deel II: Specialistische brandweer zorg Dit deel richt zich op de uitvoering van operationele taken die de basiszorg te boven gaan. Hierbij kan gedacht worden aan de bestrijding van ongevallen met gevaarlijke stoffen, complexe technische hulpverleningen, en de inzet van diverse voertuigen, anders dan de tankautospuit. Het oefenprogramma kent een doorlooptijd van anderhalf jaar. Het geeft inzicht in de elementaire oefeningen en aanvullende oefeningen en trainingen. Het programma houdt rekening met de (multidisciplinaire) oefeningen die door de VNOG worden georganiseerd. De randvoorwaarden voor het oefenprogramma worden verfijnd in het ‘Oefenbeleidsplan Brandweer EVA’.

Activiteiten van Sector IV Sector IV zorgt dat: - een actueel ‘Oefenbeleidsplan Brandweer EVA’ beschikbaar is en up-to-date blijft - een oefenprogramma wordt opgesteld, zodat elke operationele medewerker weet aan welke oefeningen hij/zij moet deelnemen, - oefeningen met een realistische karakter worden ingekocht, - de juiste oefenmaterialen beschikbaar zijn (dan wel worden verstrekt), - contacten met de VNOG worden onderhouden.

Projecten Periodiek Preventief Medisch Onderzoek EVA gaat een pilot draaien met betrekking tot de implementatie van de PPMO. De aanvang van deze pilot is gestart in 2012. Oefenlocaties Sector IV gaat een project uitvoeren voor de oefenlocaties binnen en buiten EVA. In de tweede helft van 2013 is dit project gereed. Repressieve ventilatie, RSTV, Brandverloop etc. Deze onderwerpen worden intensief bij de “kop” gepakt om een goede ontwikkeling te ondergaan met betrekking tot binnenbrandbestrijding in relatie tot de maatschappelijke thema’s binnen EVA.

Werkproces 13 ‘leveren van paraatheid’ De Sector IV definieert paraatheid als de aanwezigheid en beschikbaarheid van de brandweer Voorst om op ieder moment van de dag op 112-melding te kunnen reageren. Hiervoor is het nodig dat het juiste personeel, in de juiste hoeveelheid en het met juiste materiaal reageert op een oproep.

Garantie bij opkomst Bij vrijwillige brandweerorganisaties wordt het benodigde aantal personeelsleden berekend op basis van een garantiefactor. Dit is ook het geval voor de brandweer in Voorst. De garantiefactor is de factor waarmee het aantal netto functies (bijvoorbeeld 6 personen voor een tankautospuit) vermenigvuldigd wordt om het bruto noodzakelijke aantal vrijwilligers te berekenen dat aangesteld dient te worden om de bezetting van de functie continu te borgen. In de praktijk is er, in het systeem van vrije instroom, sprake een garantiefactor variërend van 2 tot 4,5. Bij een hogere garantiefactor dient rekening gehouden te worden met meer oefencapaciteit voor het personeel.


Pagina 39 van 43

Van belang is niet zozeer de factor alswel de garantie dat een brandweervoertuig volledig bemenst met adequaat opgeleid en geoefend personeel de kazerne verlaat (Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelatie, 2006b, p. 44). De posten van de gemeente Voorst werken met een vrij instroomprofiel.

Activiteiten van Sector IV Sector IV zorgt dat: - er voldoende gekwalificeerd brandweerpersoneel aanwezig en beschikbaar is, om op ieder moment van de dag op 112-melding te kunnen reageren - Sectoroverstijgende afspraken worden gemaakt omtrent het aantal keren buitendienst gaan van een korps/ploeg. - Bewaakt de vakantie perioden - Bewaakt de restdekking bij afwezigheid van omliggende korpsen of bij speciale gebeurtenissen - Bewaakt het ziekte verzuim irt de te leveren paraatheid, beroeps en vrijwillig

Het werkproces bestrijden van incidenten wordt uitgevoerd door de verschillende brandweerposten onder de sectoren. Ter indicatie is onderstaand het overzicht opgenomen met het aantal incidenten over 2011 van de verschillende posten.

Uitrukken brandweer (jaar 2011) Post Klarenbeek Terwolde Twello Voorst

totaal 51 43 121 39

Werkproces 14 ‘bestrijden van incidenten’ De Sector IV definieert een incident als een onverwachte gebeurtenis die direct of indirect van negatieve invloed kan zijn op de continuïteit van het maatschappelijk leven. Sector IV ontvangt van de meldkamer Oost-Nederland melding van een dergelijke gebeurtenis en handelt deze af. Hierdoor draagt de Sector IV bij aan de programmadoelstelling van Brandweer EVA. De Sector IV bestrijdt incidenten door per incident de wijze van bestrijding vast te stellen, door leiding te geven aan de feitelijke bestrijding en coördinatie van de inhoudelijke incidentbestrijdingprocessen én door de resultaten 8 hiervan te monitoren en op basis daarvan de bestrijding te beoordelen en waar nodig bij te stellen .

8

De leiding en coördinatie reikt tot incidenten die zich bevinden buiten het werkingsgebied van de Regionale Regeling Operationele Leiding en GRIP-regeling.


Pagina 40 van 43

6.3 MANAGEMENT VAN MEDEWERKERS Organisatiestructuur Sector IV Aan de hand van de diverse functies en de vier uitrukposten kan de organisatiestructuur van Sector IV worden bepaald. Deze is in de onderstaande organigram gevisualiseerd:

Manager A

Leidinggevende B (1 fte) Administratief medewerker A (0.8 fte) Vakspecialist Vakspecialist CD (3 fte) (1 fte) Vakspecialist D (4 fte)

Posten

Post Twello


Post Voorst

Post Terwolde

Post Klarenbeek

Figuur 5: organisatiestructuur Sector IV.

Inzet personeel De vakspecialist C, D en E worden 20 avonden per jaar ingeroosterd om op de diverse posten instructie te verzorgen. Dit gebeurt tijdens de oefenavonden. Daarnaast worden ze vijf zaterdagen als instructeur ingeroosterd voor de realistische brandbestrijdingsoefeningen.

Persoonlijke ontwikkelplan (POP) De VNOG heeft beleid voor de persoonlijke ontwikkeling van medewerkers. Bij het opzetten van het POP-beleid is afgesproken dat ontwikkelen meer is dan opleiden alleen. Een opleiding is alleen in bepaalde situaties een nuttig instrument. Het Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP) wordt jaarlijks gevoerd tussen medewerker en leidinggevende. Bij de VNOG is het POP-gesprek een samenvoeging van een functioneringsgesprek en e ontwikkelgesprek. Daarnaast wordt ook het onderdeel 2 loopbaanbeleid meegenomen in de gesprekken. Er zijn formulieren en de handleiding en regeling is te raadplegen. (http://www.vnog.nl/index.php/organisatie/pao/ persoonlijk-ontwikkelingsplan-pop.html). Resultaat:

met ieder medewerker 1 x per jaar gesproken

december 2013

Urenprognose 2013


Pagina 41 van 43

Voor de beroepsformatie uit sector IV is een urenprognose opgesteld. Deze urenprognose geeft aan welke uren men moet besteden aan een aantal onderwerpen. De werkelijke uren zullen worden bijgehouden in een tijdschrijf systeem.

Vrijwillige brandweerposten Onder Sector IV opereren vier uitrukposten. De arbeidscapaciteit van deze posten bestaat uit medewerkers met een aanstelling als vrijwilliger. De vrijwilligers zijn aangesteld in een functie. Hiervoor wordt het kwalificatiedossier gehanteerd voor de repressieve functies. Voor de niet-repressieve functies is echter nog niets vastgesteld. Ook de benodigde bezetting is niet vastgesteld. Huidige Bezetting vrijwillige brandweerposten (peildatum 15-10-2012) Post Klarenbeek Terwolde Twello Voorst

totaal 18 16 21 17


4 bezoeken per korps per jaar (ondergrens)

december 2013

Overleg met de postcommandanten Het sectorhoofd zit het overleg met de postcommandanten voor. Dit overleg vindt in principe eenmaal per kwartaal plaats, of vaker bij behoefte.

Overleg binnen de post De postcommandanten hebben de zorg om de medewerkers op hun post te informeren over de gang van zaken binnen de post, het overleg met het hoofd van Sector IV en de ontwikkelingen van Brandweer EVA. Dit gebeurt (veelal) op natuurlijke momenten (b.v. tijdens de wekelijks oefenavond). Het hoofd van Sector IV is tenminste eens per kwartaal op een post aanwezig.

Medezeggenschap Brandweer EVA De medezeggenschap van Brandweer EVA is ondergebracht in de onderdeelcommissie Brandweer EVA. Deze commissie is door de Ondernemingsraad VNOG ingesteld als één van de zeven onderdeelcommissies. De bestuurder van de onderdeelcommissie is de commandant Brandweer EVA. Vanuit de onderdeelscommissie EVA nemen leden zitting in de ondernemingsraad van de VNOG. Op deze wijze is ‘zeggenschap’ en ‘medezeggenschap’ met elkaar verbonden en kan de werkvloer invloed uitoefenen op de beleidsvoornemens en -besluiten van Brandweer EVA. Binnen sector IV zijn een aantal personen actief in de onderdeelscommissie of ondernemingsraad.

Personele afspraken In een apart document zijn de personele afspraken voor het beroepspersoneel van sector IV vastgelegd. Voor de vrijwilligers van sector IV (en geheel EVA) gelden de afspraken conform artikel 19 CAR en de vastgestelde afspraken uit het Georganiseerd Overleg nav het reorganisatietraject binnen brandweer EVA.

Jeugdbrandweer De jeugdbrandweer van EVA is ondergebracht in sector IV. Het sectorhoofd heeft samen met de voorzitter (en bestuur) van de jeugdbrandweer een beleidsdocument opgesteld alsmede een huishoudelijk reglement. De verantwoording van de jeugdbrandweer zal door het bestuur van de jeugdbrandweer worden afgelegd aan hoofd Sector IV. Binnen sector IV zijn medewerkers actief binnen de jeugdbrandweer Jaarplan 2013 Brandweer Epe-Voorst-Apeldoorn Behulpzaam – Deskundig –Daadkrachtig

Pagina 42 van 43

6.4 MANAGEMENT VAN MIDDELEN Huisvesting Sector IV zal in basis gehuisvest worden aan de kazerne Twello. Cf organisatieplan Brandweer zichtbaar aanwezig in dagsituatie in de 3 gemeenten van EVA Redelijk centraal De beroepsformatie van sector IV die een koppeling van de functie met de uitruk heeft (de zgn harde koppeling) zal in Post Zuid of Post Centrum aanwezig zijn.

Locatie vaardighedencentra Dit wordt een apart document. In april 2013 is een doorkijk gemaakt over de verdere inrichting en investering in de oefenlocaties.

Materialen T&O gebruikt veel oefenmaterialen. Deze liggen op de diverse kazernes, op de oefenlocaties en aan post centrum/zuid. Daarnaast gebruikt T&O veel ademlucht en voertuigen. Het gebruik hiervan wordt afgestemd adhv de oefenplanning met afd. L&T (sector III). Komende jaar wordt alles geïnventariseerd en herbestemd voor de kazernes en locaties. Voor EVA zullen eenduidige afspraken worden gemaakt. Daarnaast zal met L&T een vervangingschema worden opgesteld alsmede afspraken over regulier en preventief onderhoud.


Pagina 43 van 43

Jaarplan 2013 EVA. Brandweer Epe-Voorst-Apeldoorn. Behulpzaam Deskundig Daadkrachtig

Recommend Documents