Jaaroverzicht 2009 Atradius Dutch State Business
Kerngegevens 2009
Premie: Schade: Provenu’s:
2009 ¤ 41 miljoen ¤ 255 miljoen ¤ 180 miljoen
2008 ¤ 88 miljoen ¤ 10 miljoen ¤ 134 miljoen
183
242
193
77 65
104 138
143 101
Aantal aanvragen: Aantal uitgereikte dekkingstoezeggingen en -adviezen: Aantal uitgereikte polissen*: Volume uitgereikte dekkingstoezeggingen en -adviezen: Volume uitgereikte polissen: Totaal uitreikingen:
¤ ¤ ¤
4,3 miljard 2,4 miljard 6,7 miljard
¤ ¤ ¤
3,3 miljard 3,0 miljard 6,3 miljard
¤ ¤ ¤
¤ ¤ ¤
2007 64 miljoen 15 miljoen 212 miljoen
5,5 miljard 4,1 miljard 9,6 miljard
* Hierin zijn ook begrepen polissen die op grond van een in 2009 uitgereikt dekkingsadvies of uitgereikte dekkingstoezegging zijn afgegeven
Atradius Dutch State Business N.V. David Ricardostraat 1, Amsterdam Postbus 8982, 1006 JD Amsterdam Nederland
Tel. 020 553 2693 Fax 020 553 2087 www.atradiusdutchstatebusiness.nl
Atradius Dutch State Business
Jaaroverzicht 2009
Atradius
1
Inhoud
5 Voorwoord 9 2009 in het kort 10 Samenwerking tussen de Nederlandse staat en Atradius Dutch State Business 14 Economisch overzicht van de wereld in 2009 en vooruitzichten 2010 19 Wijzigingen in het landenbeleid 22 Nieuwe zaken in 2009 29 Investeringsverzekering 30 Schadezaken en consolidaties 31 Stand van obligo en vorderingen 32 Productvernieuwing 33 Voorlichting en evenementen 34 Internationale samenwerking 37 Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) 40 Personeel en organisatie 41 Financiële resultaten voor rekening van de Nederlandse staat
Atradius
3
Missie: Wij bevorderen, in aanvulling op de markt, Nederlandse export naar en investeringen in het buitenland door middel van krediet- en investeringsverzekering.
Voorwoord
2009 werd aanvankelijk beheerst door de kredietcrisis. Aan het eind van 2009 brak een aarzelend herstel door, dat zich, ondanks nieuwe tegenslagen zoals de Griekse financiële tekorten, ook in 2010 lijkt voort te zetten. Na de val van Lehman Brothers in september 2008 kwam de crisis in een stroomversnelling. Meer banken vielen om of konden alleen met massale overheidshulp worden gered. In Nederland moest de overheid ingrijpen bij onder meer ABN AMRO, Fortis en ING, banken die ook actief zijn in financiering van export van onze klanten. Het vertrouwen in en tussen banken bereikte een dieptepunt. Veel banken konden moeilijker, of alleen tegen hoge rente, aan kapitaal komen en wilden bovendien hun balansen versterken. Hierdoor bleef er minder ruimte over om bedrijven en hun transacties te financieren. Ook veel exporteurs hadden dus te kampen met minder of duurdere financiering voor hun transacties.
De kredietcrisis sloeg al snel over naar andere sectoren van de economie en breidde zich wereldwijd uit. Leveranciers kregen te maken met vraaguitval. Veel bedrijven teerden op hun voorraden in omdat zij minder afzet verwachtten. In de hele toeleverantieketen stokten de bestellingen. In 2009 daalde de Nederlandse export met een kleine 15%. We moeten tot de jaren dertig van de vorige eeuw teruggaan voor een vergelijkbare krimp. De crisis vertaalde zich niet alleen in vraaguitval en de beschikbaarheid van financiering, maar ook in betalingsachterstanden bij afnemers van onze klanten. Wij hebben in 2009 voor aanzienlijke bedragen uitgekeerd op Dubai, Oekraïne, Kazachstan, Mexico en Rusland. Sommige debiteuren hadden ernstig te lijden van lagere prijzen voor grondstoffen zoals olie en staal. Niettemin was in 2009 vanwege de effecten van de kredietcrisis ons netto-
resultaat voor rekening van de staat op kasbasis voor het eerst sinds 1994 negatief. Het premie-inkomen was met ¤ 41 miljoen lager dan in voorgaande jaren. In sommige gevallen kregen exporteurs en afnemers de financiering van hun transactie niet rond, waardoor de export niet tot stand kwam en wij geen polis konden uitreiken. Afgelopen jaar hebben wij voor ¤ 255 miljoen aan schades uitgekeerd. Dit staat in scherp contrast tot de ¤ 10 miljoen die wij in 2008 hadden uitgekeerd. Ook hier moeten we tot de jaren negentig van de vorige eeuw teruggaan voor een dergelijk hoog totaal aan schade-uitkeringen. Aan provenu’s – het incassoresultaat na schadevergoeding – hebben wij echter gelukkig nog ¤ 180 miljoen ontvangen. Gedeeltelijk betrof dit betalingen op oude schulden, waaronder van Indonesië en Angola, voor een deel hebben wij echter ook schades die in 2009 optraden nog in hetzelfde jaar Atradius
5
weten te recupereren. Daardoor bleef het nettoverlies voor rekening van de staat beperkt tot ¤ 34 miljoen. Ondanks het feit dat de export in 2009 flink daalde, bleef de vraag naar dekking hoog. In 2009 hebben wij voor een bedrag van ¤ 4,3 miljard aan dekkingstoezeggingen en dekkingsadviezen kunnen uitreiken, een stijging van ¤ 1 miljard ten opzichte van 2008. Dit bevestigt het beeld dat, hoewel het moeilijker werd om exportcontracten rond te krijgen, de behoefte aan dekking tegelijkertijd is gestegen. Juist vanwege de zekerheid die staatskredietverzekering biedt zijn banken eerder bereid exportkrediet beschikbaar te stellen tegen een voor exporteurs en afnemers aanvaardbare prijs. Het volume uitgereikte polissen is in 2009 gedaald tot ¤ 2,4 miljard (2008: ¤ 3,0 miljard), ongeveer in lijn met de gedaalde export. De meeste polissen werden uitgereikt op India en Rusland. 6
Atradius
Mede door de stijging van het volume van uitgereikte dekkingstoezeggingen is het totale obligo (verzekerde vorderingen) voor rekening van de staat uit hoofde van polissen en dekkingstoezeggingen in 2009 licht gestegen tot ¤ 12,6 miljard. Het land waarop eind 2009 het hoogste obligo stond was evenals het jaar ervoor de Verenigde Arabische Emiraten (¤ 915 miljoen). Dit was overigens een daling van een kleine ¤ 400 miljoen ten opzichte van 2008. Land twee en drie qua obligo waren Oman (¤ 892 miljoen) en Marokko (¤ 851 miljoen). Andere landen waarop wij een aanzienlijk obligo hebben lopen zijn Indonesië en Mexico. Opmerkelijk is dat voor het eerst sinds een paar jaar het obligo uit hoofde van investeringsverzekering weer is gestegen, en wel van ¤ 213 miljoen in 2008 tot ¤ 265 miljoen het afgelopen jaar. Deze stijging is deels te verklaren door de afgifte van een omvangrijke polis op
de Nederlandse Antillen. Wij blijven de risico’s in de markten waarin onze klanten actief zijn scherp in de gaten houden. Niet alleen de genoemde schadelanden, maar ook andere landen in Oost-Europa en elders in de wereld volgen wij op de voet. Hierop wordt het landenbeleid afgestemd. In sommige gevallen heeft dit geleid tot een krapper beleid. Zo zijn er op Oekraïne nauwelijks meer verzekeringsmogelijkheden. Ook op een twaalftal andere landen hebben is het beleid krapper geworden. Toch was er ook goed nieuws te melden in 2009. Op negen landen is het beleid juist verruimd. Zo konden wij de dekking heropenen op Libië nadat dit land oude schulden had betaald. Op Irak is de faciliteit opengegaan voor kortlopende risico’s en ook op Oezbekistan zijn nu mogelijkheden. In de rest van de wereld zet het herstel zich eveneens door. Vooral Azië heeft het pad
omhoog weer gevonden. Dit biedt exportkansen voor 2010 en verder. De mondiale kredietcrisis heeft ook haar sporen nagelaten in onze landenklassen die de premie bepalen. Op zeven landen, waaronder Zuid-Korea en Singapore, is de risicoklasse verbeterd, hetgeen heeft geleid tot premieverlagingen op die landen, terwijl wij op zestien landen, waaronder Mexico en Hongarije, de risicoklasse is verlaagd. In nauwe samenwerking met de overheid is in 2009 het initiatief genomen om de Nederlandse export in deze tijden te blijven steunen. De drempels qua bedrag en kredietduur waarboven transacties bij de staat kunnen worden ondergebracht zijn verlaagd. Vooral voor risico’s op hoge-inkomenslanden zijn de dekkingsmogelijkheden verruimd, waarbij onder meer de drempel qua bedrag is verlaagd van ¤ 250 miljoen per transactie naar ¤ 100 miljoen. Verder kunnen wij op Rusland, Kazachstan en Servië nu ook kort-
lopende zaken voor rekening van de staat verzekeren. Daarnaast hebben wij, samen met de overheid en in overleg met exporteurs en banken, in 2009 nieuwe producten geïntroduceerd om de export te bevorderen. Banken kunnen zich nu ook verzekeren voor het werkkapitaal dat zij verschaffen aan bedrijven ter financiering van exporttransacties. Zeker nu afnemers minder bereid zijn grote aanbetalingen te doen is dit een welkome aanvulling in het productpakket om voorfinanciering mogelijk te maken. Begin 2010 is de eerste werkkapitaalpolis uitgereikt. Ook de in november 2009 geïntroduceerde staatsexportkredietgarantie heeft als oogmerk financiering van export te faciliteren. Met deze garantie aan kapitaalmarktpartijen zoals pensioenfondsen kunnen banken makkelijker geld aantrekken om exporttransacties te financieren.
Op het gebied van kortlopende omzetpolissen heeft de overheid de TASKfaciliteit in het leven geroepen. Met deze top-up dekking kan de staat limieten die particuliere kredietverzekeraars hebben verlaagd, onder voorwaarden herverzekeren tot aan de oorspronkelijke limiet. Hiermee heeft de verzekerde in veel gevallen zijn verlaagde limiet weer terug. Atradius Dutch State Business is niet betrokken bij TASK. In 2009 zijn voorbereidingen getroffen voor een aantal belangrijke aanpassingen in onze verhouding met de staat die 1 januari 2010 hun beslag hebben gekregen. Vanaf dit jaar reiken wij staatspolissen uit. Waar tot en met vorig jaar Atradius Dutch State Business de verzekeraar was en de staat de herverzekeraar, is vanaf dit jaar de staat de verzekeraar. Atradius blijft de uitvoerder van de staatsfaciliteiten en blijft de polissen uitreiken en beheren, maar nu in naam van de Atradius
7
staat. De dekking aan onze klanten is nagenoeg niet veranderd, wel is nu nog duidelijker dan voorheen dat de overheid achter de dekking staat. Zo hebben wij ook het rijkslogo toegevoegd aan de polisdocumentatie en zijn de aanvraagformulieren aangepast. Op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen hebben wij in 2009 ons beleid verder gemoderniseerd. In nauw overleg met de ministeries van Financiën en Economische Zaken en na raadpleging van exporteurs, belangenorganisaties en NGO’s hebben wij een aantal veranderingen aangebracht in de milieu- en sociale component die de basis is van onze milieu- en sociale beoordeling. Een belangrijk nieuw element is dat de toeleverantieketen aan onze beoordeling is toegevoegd. Op internationaal vlak is ook een aantal ontwikkelingen te melden. Zo is de Arrangement, de in de OESO gemaakte afspraken ter bestrijding van concurren8
Atradius
tieverstoring door overheidsgesteunde kredietverzekering, enigszins aangepast. Hierdoor zijn onder andere op meer landen mogelijkheden gekomen om financiering tot tien jaar aan te bieden. Ook zijn de maximale krediettermijnen voor duurzame energie en kernenergie verlengd van 15 tot 18 jaar. Belangrijk is voorts te vermelden dat in 2009 intensieve discussies in de OESO zijn gevoerd om het premieafspraken uit te breiden naar debiteurenpremies. Dit heeft begin 2010 tot een akkoord geleid waarbij debiteurenpremies die staatskredietverzekeraars in rekening brengen vanaf medio 2011 gedeeltelijk worden geharmoniseerd. Verder heeft de Europese Commissie de zogenaamde Mededeling Kortlopende Kredietverzekering zodanig tijdelijk verruimd dat overheidsgesteunde kredietverzekering van kortlopende kredieten op meer landen mogelijk is gemaakt. Deze maatregel is genomen omdat het aanbod van particuliere kredietverzeke-
ring op sommige (Europese) landen vanwege de kredietcrisis minder werd. Concluderend kan worden gesteld dat 2009 geen makkelijk jaar was voor Nederlandse exporteurs, maar dat het pad omhoog weer is gevonden. Wij verwachten daarom u ook weer in 2010 goed van dienst te kunnen zijn. mei 2010 Johan Schrijver Directeur Atradius Dutch State Business NV
2009 in het kort
februari
maart
mei
juli juli augustus september september november november december
De faciliteit voor exportkrediet wordt verruimd om het hoofd te bieden aan de gevolgen van de kredietcrisis voor exporteurs. De drempels waarboven de staat via Atradius de verzekering voor zijn rekening neemt worden verlaagd qua bedrag, looptijd en land. Minister Bert Koenders lanceert de ORIO-faciliteit. Onder deze faciliteit worden schenkingen beschikbaar gesteld voor ontwikkelingsrelevante projecten in ontwikkelingslanden. Het commerciële (niet geschonken) deel van de transactie kan in veel gevallen worden verzekerd onder de EKV. Flexibilisering van het landenbeleid door invoering van de Structured Insurance Facility. Hiermee zijn de mogelijkheden voor verzekering op particuliere debiteuren en particuliere banken verruimd op landen waarop geen reguliere dekking mogelijk is. Tevens versoepeling van de onvoorwaardelijke zekerheidseis op sommige landen voor specifieke transacties. Atradius Dutch State Business publiceert haar eerste duurzaamheidsverslag. Regels versoepeld voor verzekering van projecten in duurzame energie, water en kernenergie. De maximale terugbetalingstermijn is verlengd tot achttien jaar. Hervatting van dekking op Libië na overeenkomst met Libië over lang achterstallige vorderingen. Invoering van werkkapitaaldekking. Dit is een verzekering voor de financier die werkkapitaal verschaft aan een exporteur, tegen het risico dat de exporteur het werkkapitaal niet kan terugbetalen. Invoering vernieuwd beleidskader voor de milieu- en sociale beoordeling van aanvragen. Toeleverantieketen wordt onderdeel van de beoordeling. Invoering van de exportkredietgarantie. Met deze garantie kunnen banken makkelijker geld aantrekken in de kapitaalmarkt om export te financieren. Dekking hervat op Gabon. Kaderwet financiële verstrekkingen Financiën gewijzigd. Deze wijziging regelt de invoering van de staatspolis per 2010.
Atradius
9
Samenwerking tussen de Nederlandse staat en Atradius Dutch State Business
Atradius Dutch State Business is de dochter binnen de Atradius Groep waarin de activiteiten voor rekening van de Nederlandse staat zijn ondergebracht. De faciliteiten die Atradius Dutch State Business voor de staat uitvoert zijn: • De EKV (exportkredietverzekering). Hieronder vallen ook enkele bijzondere faciliteiten zoals de fair calling facility (FCC) en de trade finance facility (TFF) • Trhi (Tijdelijke regeling herverzekering investeringen). Sinds 1969 verzekert Atradius politieke risico’s bij investeringen voor rekening van de staat. Deze faciliteiten zijn voor rekening van het ministerie van Financiën. De afspraken met de Nederlandse staat hierover gaan terug tot 1932. Per 1 januari 2009 zijn twee faciliteiten die voorheen afzonderlijk bestonden in de EKV geïntegreerd. Dit zijn de 10
Atradius
garantiefaciliteit ten behoeve van Goede Projecten voor commerciële transacties (oftewel transacties zonder bijkomende ontwikkelingshulp), voorheen SENO, die gold voor landen waarop geen reguliere dekking mogelijk was, alsmede de garantiefaciliteit ten behoeve van Goede Projecten voor concessionele transacties, voorheen GOM, die gold voor transacties die gedeeltelijk met Nederlandse ontwikkelingshulp werden betaald. Hierbij is in het voorjaar van 2009 de garantiefaciliteit ten behoeve van Goede Projecten voor commerciële transacties vervangen door de structured insurance facility. Structured insurance facility De nieuwe structured insurance facility is gericht op exporttransacties met particuliere debiteuren of particuliere banken. Onder deze faciliteit kan van beperkingen in het landenbeleid worden afgeweken als er factoren zijn die het risico verkleinen. Deze kunnen per land en per transactie verschillen.
Op sommige landen waarop wij voor betaling altijd betalingszekerheden verlangen, kunnen wij van deze onvoorwaardelijke zekerheidseis afzien als de transactie zodanig is gestructureerd dat het risico op wanbetaling aanzienlijk is verkleind. Ook op landen waar de EKV geen reguliere dekking kan bieden, zijn onder de structured insurance facility soms toch mogelijkheden. Als de EKV dicht is op een land vanwege deviezengebrek, kan in specifieke gevallen toch een betalingsrisico op een particuliere debiteur in dat land worden geaccepteerd, als die debiteur zich weet te onttrekken aan dat deviezengebrek. Dit kan bijvoorbeeld als deze debiteur zelf deviezen genereert en die buiten zijn land kan aanhouden. Bij de invoering van de structured insurance facility is hiervoor een totale limiet van ¤ 100 miljoen vastgesteld, met een limiet van ¤ 30 miljoen per land en ¤ 15 miljoen per transactie.
Risicodrachtafspraken met de staat Met de staat zijn afspraken gemaakt over welke risico’s voor rekening van de staat komen en welke voor rekening van de particuliere markt. Deze afspraken, de risicodracht, worden jaarlijks herzien. Uitgangspunt is hierbij dat de staat slechts aanvullend aan de markt is. Om het hoofd te bieden aan de gevolgen van de kredietcrisis zijn in september 2009 op een aantal landen de drempels qua bedrag en looptijd van het risico verlaagd waarboven kredietverzekering voor rekening van de staat mogelijk is. Deze landen zijn Trinidad en Tobago, Tsjechië, Slowakije, Taiwan, Zuid- Korea en IJsland. Daarnaast is al in februari 2009 ingevoerd dat ook kortlopende eentransactiezaken voor kapitaalgoederen, ongeacht het bedrag, voor rekening van de staat kunnen worden verzekerd op Rusland, Kazachstan en Servië. Ook heeft de staat in februari 2009 de drempels verlaagd waarboven risico’s op hoge-inkomenslanden
(de meeste OESO-landen en enkele andere rijke landen) voor rekening van de staat kunnen worden verzekerd. Qua bedrag is die drempel verlaagd van ¤ 250 miljoen naar ¤ 100 miljoen per transactie en qua totale looptijd van het risico van 60 maanden naar 36 maanden. Als een van deze twee drempels wordt overschreden is de staat bereid het risico op zich te nemen. Op niet hoge-inkomenslanden (de meeste landen in de wereld) liggen de drempels qua bedrag en looptijd overigens aanzienlijk lager. Doorlooptijden In 2009 was de totale gemiddelde doorlooptijd van aanvragen 77 dagen. In 2008 was dit 58 dagen. De oorzaak van deze stijging ligt voor een belangrijk deel in de gevolgen van de kredietcrisis. Zo bleek steeds duidelijker dat voor betalingsrisico’s op banken en particuliere afnemers actuele financiële informatie onontbeerlijk was voor een gedegen acceptatie van deze risico’s.
In een zeer snel veranderende economische omgeving geven minder recente financiële cijfers onvoldoende houvast. Het verkrijgen van actuele en specifieke financiële informatie over de gegoedheid van buitenlandse debiteuren, zowel door de aanvrager als door Atrradius Dutch State Business, alsmede de analyse ervan was in veel gevallen zeer arbeidsintensief. Ook is sinds de kredietcrisis het beleid op veel landen zodanig gewijzigd dat aanvragen die voorheen binnen onze eigen machtiging konden worden afgehandeld sindsdien worden voorgelegd aan de staat. Deze extra stap in het beslissingstraject heeft bijgedragen aan de langere doorlooptijden. Wij zijn niet alleen doordrongen van het belang van een gedegen acceptatie van risico’s maar ook van het belang van onze klanten bij een voortvarende behandeling van de aanvragen. Met de ministeries van Financiën en Economische Zaken zijn wij daarom aan het bezien hoe de doorlooptijden kunnen worden verkort. Atradius
11
Portefeuille Naast de beoordeling van individuele risico’s wordt ook de totale portefeuille van risico’s scherp in de gaten gehouden. Deze portefeuille bestaat uit dekkingstoezeggingen en dekkingsadviezen (adviezen zijn toezeggingen met als extra belangrijke voorwaarde dat het landenplafond nog voldoende ruimte biedt), verplichtingen onder lopende polissen, regresobligo’s op verzekerde exporteurs onder financieringspolissen, directe garanties en contragaranties, en vorderingen op debiteuren in debiteurenlanden die zijn ontstaan na schadevergoeding aan verzekerden. Het gehanteerde portefeuillemodel omvat richtlijnen voor de omvang en de samenstelling van de portefeuille, waaronder spreiding van risico’s over landenklassen, landen en debiteuren. De spreidingsrichtlijnen kunnen gevolgen hebben voor de premie. Doordat landenklasse 7 (de meest risicovolle klasse) is oververtegenwoordigd in onze portefeuille, hebben 12
Atradius
wij de premieopslag op deze landenklasse gehandhaafd. In vrijwel alle gevallen was de vastgestelde plafond per land voldoende hoog om risico’s te blijven accepteren. In uitzonderlijke gevallen hebben wij gebruik gemaakt van herverzekering bij andere partijen om aan de plafondeisen te blijven voldoen. Benchmark Sinds 2003 vergelijken wij in nauwe samenwerking met het ministerie van financiën de EKV- faciliteit op een aantal punten met gelijksoortige faciliteiten van andere exporterende landen waarmee Nederlandse exporteurs concurreren. Met deze benchmark wordt de concurrentiekracht van de Nederlandse exportkredietverzekeringfaciliteit inzichtelijk gemaakt. De reeks indicatoren die in de benchmark zijn opgenomen bestaat uit landenbeleid, dekkingsbeleid, premies en beleid ten aanzien van maatschappelijk verant-
woord ondernemen. Uit de benchmark die in 2009 is uitgevoerd over het jaar 2008 blijkt dat de Nederlandse faciliteit over de gehele linie genomen bestand is tegen de concurrentie van de meeste vergelijkbare faciliteiten in het buitenland. Er zijn hierbij op deelgebieden wel variaties. Zo wordt ons productaanbod als bovengemiddeld goed beoordeeld, terwijl het landenbeleid in het algemeen als wat krapper dan gemiddeld is beoordeeld. Invoering staatspolis In 2009 hebben de Tweede en de Eerste Kamer de gewijzigde Kaderwet financiële verstrekkingen Financiën aangenomen. De wetswijziging regelt onder meer dat de staat voortaan zelf de verzekeraar is van exportkredietrisico’s die voor zijn rekening komen. De wet is 1 januari 2010 in werking getreden. De herverzekeringsovereenkomst tussen Atradius en de staat, die vanaf 1932 heeft gegolden, is beëindigd. Vanaf 2010 reikt Atradius
Dutch State Business derhalve niet meer op eigen naam polissen en dekkingstoezeggingen uit (met herverzekering bij de staat), maar namens de staat. In 2009 hebben Atradius en het ministerie van Financiën de voorbereidingen getroffen om de overgang naar de staatspolis glad te laten verlopen. Zo zijn de algemene voorwaarden, de aanvraag- en andere formulieren, onze voorlichtingsdocumentatie en de afspraken die wij met de staat hebben aan de nieuwe situatie aangepast. Een voordeel van de staatspolis is dat voor onze verzekerden nu in een oogopslag duidelijk is dat de overheid degene is die de dekking geeft. Atradius Dutch State Business blijft de uitvoerder van de overheidsfaciliteiten voor kredieten investeringsverzekering. In de praktijk blijven onze klanten dus, zoals voorheen, alle zaken via ons afhandelen.
Atradius
13
Economisch overzicht van de wereld in 2009 en vooruitzichten 2010
2009: recessie De voorspellingen van de meeste economen na de val van Lehman in oktober 2008 en hiermee het uitbreken van de internationale kredietcrisis kwamen uit: de onvermijdelijke weerslag op de reële economie, waardoor de grootste naoorlogse mondiale recessie een feit was. Hieronder worden een aantal algemene kenmerken van de mondiale crisis besproken: I Reële krimp van het bruto binnenlands product (BBP) in vrijwel de gehele wereld (een aantal belangrijke Aziatische markten waaronder India en China uitgezonderd). Zowel de traditionele OESO-landen (de VS, de Eurozone) als de opkomende markten (met name de Balten, Oekraïne en Rusland) werden hard getroffen; II
14
Een ingezakte binnenlandse vraag (bestaande uit particuliere consumptie, investeringen en overheidsbe-
Atradius
stedingen). De omvangrijke fiscale stimuleringspakketten hielden de economie nog enigszins staand. Hoewel de toename van de overheidsbestedingen de terugvallende consumptie en investeringen niet geheel kon compenseren, waren bepaalde landen door een nog grotere krimp getroffen zonder deze extra overheidsbestedingen. Illustrerend hiervoor is Letland, dat de economie niet kon stimuleren, maar zelfs bezuinigingen moest doorvoeren vanuit het IMF-programma om de vaste koppeling van haar munt aan de euro te behouden. De economie van Letland vertoonde een krimp van 17% in 2009. De bijdrage van de betalingsbalans laat een gemengd beeld zien. In landen die in de afgelopen jaren door de forse kredietgroei een sterke binnenlandse vraag hebben gekend laat deze component van het BBP een positieve bijdrage zien. Immers, door de terugvallende binnenlandse vraag
daalden de importen sterker dan de exporten. Een positief effect hiervan is dat de positie op de lopende rekening van de betalingsbalans verbetert. Daarentegen valt de bijdrage van de betalingsbalans negatief uit voor landen die afhankelijk waren van hun exporten. De wereldhandel liet in 2009 een ongekende daling zien van 12,7%. III
Het ontbreken van een opwaartse prijsdruk. Door de wegvallende vraag en lagere olieprijzen daalde de inflatie in vrijwel de gehele wereld en overheerste in het begin van 2009 zelfs de angst voor deflatie.
IV
Forse valutadepreciaties in de opkomende markten (Oekraïne, Roemenië, Hongarije, Rusland, Kazachstan). Minder vertrouwen in lokale munten en de toegenomen risicoaversie in de financiële wereld ontmoedigt het aanhouden van titels die luiden in lokale valuta.
V
VI
Ondanks het gevoerde (zogeheten) ruim-geld beleid van de verschillende monetaire autoriteiten is de nasleep van de financiële crisis in de bankensector voelbaar in de reële economie. Banken zijn risicoaverser geworden en schonen hun balansen op en dat merken de bedrijven. Voorts zijn huishoudens en bedrijven ook voorzichtiger geworden: investeringen en duurzame consumptie (auto’s, keukens, witgoed, bruingoed) worden uitgesteld. Mondiaal vertoonde 2009 minder dynamiek in de bouwsector. Dit heeft te maken met het vorige punt: het meest sprekende voorbeeld van een duurzaam goed (voor de sector gezinnen) is het huis. In veel landen zijn de huizenmarkten ingestort en zagen we dalende prijzen. In de VS was deze trend al langer zichtbaar. Hier waren de zogenaamde “rommelhypotheken” aanleiding voor de financiële crisis, waarop de
onroerendgoedprijzen nog meer onder druk kwamen te staan. In Nederland zien we ook dat de bouwsector in de problemen is gekomen; VII
Als gevolg van minder bedrijvigheid alom, niet gecompenseerd door de publieke sector, neemt de werkeloosheid toe. Een trend die in 2010 kan keren.
VIII
Een laatste punt, niet verrassend en verband houdend met de lagere inflatie over 2009, is de lagere olieprijs (gemiddeld USD 62/b tov USD 97/b in 2008). De recessie, en dus de lagere vraag (bij gelijkblijvend of onder invloed van de OPEC licht dalend aanbod) resulteert in een lagere prijs. Hetzelfde geldt voor andere grondstoffen en voedselprijzen.
Mutaties per jaar in %, Nederland
2008
2009
Reële BBP-groei Particuliere consumptie Overheidsbestedingen Investeringen Uitvoer Invoer Inflatie Werkloosheid Winstquote Begrotingssaldo (% BBP) Overheidsschuld (% BBP)
2,0 1,3 2,5 7,0 1,0 3,7 2,5 3,9 13,2 0,7 58,2
-4,0 -2,4 3,0 -17,5 -9,6 -10,7 1,2 4,9 8,6 -4,5 61,7
Bron: CPB Atradius
15
In Nederland zien we dat alle bovengenoemde punten zich in meer of mindere mate voordoen. De cijfers illustreren al hetgeen hierboven beschreven is.
regio exporterende bedrijven die als eerste aantrekkende orderportefeuilles hebben. De algemene verwachtingen voor het vervolg van 2010 zijn:
2010: voorzichtig herstel met risico’s De verwachting is dat het economisch herstel in de Eurozone, Japan en de VS fragiel zal zijn, maar dat het herstel in Azië krachtiger is. In deze regio hebben enorme stimuleringspakketten (China) en de export naar China de economieën een duw gegeven, waarvan het exporterend Westen weet te profiteren. Het zijn dan ook de naar deze
I
Geringe positieve reële BBP groei (uitzonderingen in positieve zin: India en China met hogere groeicijfers; in negatieve zin: de Balten met een aanhoudende recessie);
II
De groei wordt getrokken door de binnenlandse vraag met een geringere contributie van de overheidsbestedingen en een negatieve bijdrage
van de stijgende invoer (exporten trekken wel aan maar importen stijgen harder); III
Hogere inflatie: binnenlandse vraag trekt aan maar ook hogere olieprijzen, hogere grondstof– en voedselprijzen. Terwijl de inflatieverwachtingen in het algemeen gematigd zijn, kunnen enkele opkomende markten oververhittingsverschijnselen vertonen (India, China);
IV
Aanhoudend hoge overheidstekorten (de uitgaven van 2009 zijn niet één-twee-drie terug te draaien);
V
Oplopende publieke schuld/BBP ratio’s;
VI
Een sterkere, maar nog niet geheel herstelde financiële sector. Dit gaat evenwel niet op voor alle landen. Markten met een enorme kredietverlening in de jaren voorafgaand 2008 hebben onveranderd problemen. De kredietverlening zal gematigd zijn;
Groeiverwachtingen 2008
2009
2010
2011
VS Eurozone Azië/Pacific
0,4 0,5 7,0
-2,5 -3,9 5,9
2,8 1,8 8,2
2,6 1,6 7,3
Wereldhandel
1,5
-12,5
7,5
NB
(% verandering ten opzichte jaar geleden)
16
Atradius
VII
Aantrekkende wereldhandel: in 2010 een toename van 7,5%.
VIII
Onzekerheid over de zuidflank van de eurozone.
er minder spaargeld over dat aan de particuliere sector geleend kan worden voor consumptieve bestedingen of investeringen. De wet van vraag en aanbod leert ons vervolgens dat als een goed (“geld”) schaarser wordt, de prijs (“rente”) zal toenemen;
Het herstel dat voor 2010 wordt voorzien is echter niet zonder gevaren. I
II
Het wegvallen van het effect van de overheidsstimuleringsmaatregelen op de particuliere consumptie is een onzekere factor. Daarbij komen in veel landen nog de aangekondigde bezuinigingen om de forse overheidstekorten terug te dringen; Het fenomeen crowding out doet zich voor. Omdat overheden, als gevolg van de fiscale stimuleringspakketten en reddingsoperaties, hun schulden zien oplopen, en hiermee de aan de schuld gerelateerde rente en aflossingsverplichtingen tevens toenemen, stijgt de publieke financieringsbehoefte. Hierdoor blijft
III
De veelbesproken “exit-strategieën” van Centrale banken (met de Amerikaanse FED en de Europese ECB als belangrijkste spelers) tonen een interessant monetair dilemma. Wanneer (timing) en welke stappen (hoe) dient het expansief monetair beleid te worden teruggedraaid? Aan de ene kant leidt een verruiming van de geldhoeveelheid tot hogere inflatie (ongewenste monetaire instabiliteit), aan de andere kant frustreren te grote en snelle rentestappen het economisch herstel. Al enkele centrale banken zijn gestart met een verkrapping van het monetaire beleid. Ook de FED is voorzichtig
begonnen: het disconto (dagrente voor banken) werd opgeschroefd naar 75bp, waarbij de federal fund rate (nog) niet is gewijzigd. De markt prijst een renteverhoging overigens al in, hetgeen in de stijgende USD yield curve naar voren komt; IV
Crowding out gekoppeld aan een meer risicoaverse houding van het bankwezen resulteert in hogere tarieven. En een hogere rente is een belemmering voor economisch herstel;
V
Aangezien werkloosheid altijd naijlt, vertaalt een herstel in de werkloosheid zich pas na enige tijd in aantrekkende particuliere consumptie (de belangrijkste component van de binnenlandse vraag);
VI
De spanning in de eurozone als gevolg van de overheidstekorten in sommige landen. Door de grote overheidstekorten in Griekenland Atradius
17
en enkele andere landen in de eurozone is de koers van de euro onder druk komen te staan. Bovenstaande wordt geïllustreerd door cijfers voor Nederland.
Mutaties per jaar in %, Nederland Reële BBP-groei Particuliere consumptie Overheidsbestedingen Investeringen Uitvoer Invoer Inflatie Werkloosheid Winstquote Begrotingssaldo (% BBP) Overheidsschuld (% BBP) Bron: CPB
18
Atradius
De val van het kabinet is niet in de cijfers verwerkt. De algemene verwachting is dat alle relevante indicatoren iets ongunstiger zullen uitvallen. Evenmin is het steunpakket aan Griekenland verwerkt.
2010
2011
2,0 0,5 0,75 -11,25 8,25 5,25 1,25 6,25 12,5 -6,25 66,4
2,0 0,5 0,5 2,0 5,25 4,25 1,5 6,25 13,25 -4,7 68,4
Wijzigingen in het landenbeleid
Het overleg over het landenbeleid voor kredietverzekering voor rekening van de staat vindt plaats in de Commissie Advisering Risicobeleid (CAR). Hierin zijn naast Atradius Dutch State Business de ministeries van Financiën, Economische zaken en Buitenlandse Zaken vertegenwoordigd.
Deze brengen advies uit aan de minister van Financiën die uiteindelijk beslist. De gevolgen van de kredietcrisis hebben ook in 2009 hun sporen nagelaten in het landenbeleid, zij het niet zo dramatisch als in 2008 toen slechts twee verruimingen tegenover zestien
verkrappingen doorgevoerd konden worden. In 2009 konden wij naast dertien verkrappingen voor een negental landen verruimingen doorvoeren, zoals uit de tabel hieronder blijkt.
2009 heeft de volgende wijzigingen in het middellange landenbeleid te zien gegeven: Landenbeleid
periode 1 januari 2009 - 31 december 2009
Verruiming Argentinië Bangladesh Gabon Guatemala Irak Libië Marokko Oezbekistan Sri Lanka
hervatting dekkingsmogelijkheden op particuliere debiteuren normalisatie max. gedekt %, opheffen van geval tot geval hervatting dekkingsmogelijkheden van geval tot geval normalisatie max. gedekt % hervatting dekkingsmogelijkheden voor contante zaken van geval tot geval hervatting dekkingsmogelijkheden onder onvoorwaardelijke zekerheidseis opheffen voorwaardelijke zekerheidseis hervatting dekkingsmogelijkheden onder onvoorwaardelijke zekerheidseis opheffen dekkingsadviessituatie en tekenclausule Totaal 9 verruimingen
Atradius
19
Landenbeleid
periode 1 januari 2009 - 31 december 2009
Verkrapping Algerije Estland Fidzji Eilanden Hongarije Jamaica Jemen Kroatië Letland Litouwen Malediven St. Lucia Turkije VAE
introductie onvoorwaardelijke zekerheidseis voor particuliere kopers introductie onvoorwaardelijke zekerheidseis dekking gestaakt introductie onvoorwaardelijke zekerheidseis voor overheidskopers dekking gestaakt dekking gestaakt introductie onvoorwaardelijke zekerheidseis introductie onvoorwaardelijke zekerheidseis introductie onvoorwaardelijke zekerheidseis dekking gestaakt introductie geval tot geval introductie restrictief van geval tot geval dekking Dubai opgeschort; introductie geval tot geval beleid kleinere emiraten Totaal 13 verkrappingen
20
Atradius
Wijzigingen in 2009 van de OESO-landenklassen voor premie De OESO-landenklassen lopen van 0 tot en met 7, waarbij klasse 0 voor het beste risico en klasse 7 voor het slechtste risico staat. De landenklasse is onder andere van belang voor de premie. Ook hier heeft de kredietcrisis haar sporen nagelaten: tegenover zeven verbeteringen staan zestien verslechteringen. Verbetering landenklassen Kaap Verdië Kameroen Madagascar Singapore Slowakije Syrië Zuid-Korea
1-1-2009 6 7 7 1 1 7 1
31-12-2009 5 6 6 0 0 6 0
Totaal 7 verbeteringen
Verslechtering landenklassen Botswana Bulgarije Estland Hongarije Kazachstan Kroatië Letland Litouwen Malediven Mexico Oekraïne Pakistan Roemenië Rusland Venezuela Vietnam
1-1-2009 2 3 2 3 4 4 3 2 6 2 5 6 3 3 6 4
31-12-2009 3 4 3 4 5 5 4 3 7 3 7 7 4 4 7 5
Totaal 16 verslechteringen
Atradius
21
Nieuwe zaken in 2009
Ook in 2009 hebben Atradius Dutch State Business en de staat, ondanks de mondiale kredietcrisis, een groot aantal transacties mogelijk gemaakt. Het totaal aan bedragen (maximum schadevergoedingen) van in 2009 in verzekering genomen transacties was ¤ 2,4 miljard, tegen ¤ 3,0 miljard in 2008. Aan dekkingstoezeggingen werd in 2009 voor een bedrag van ¤ 3,6 miljard uitgereikt, tegenover ¤ 2,7 miljard in 2008. Aan dekkingsadviezen is in 2009 voor een bedrag van ¤ 740 miljoen uitgereikt. In 2008
was dit ¤ 594 miljoen. In 2009 zijn in totaal 65 polissen uitgereikt, een forse daling van 73 ten opzichte van 2008 toen er nog 138 polissen zijn uitgereikt. Hier was het effect van de kredietcrisis duidelijk merkbaar. Exporteurs en afnemers hadden aanzienlijk meer moeite om financiering voor hun transacties rond te krijgen. Bovendien was er sprake van vraaguitval. Het aantal uitgereikte dekkingstoezeggingen daalde met 19, en wel van 92 naar 73. Het aantal
De uitgereikte polissen zijn als volgt over de faciliteiten verdeeld:
EKV RHI / TRhi GGP GGP Totaal
(exportkredietverzekering) (investeringsverzekering) (commerciële transacties) (concessionele transacties)
GGP = Garantieregeling Goede Projecten
22
Atradius
2009
2008
2007
62 1 0 2 65
123 1 0 14 138
93 3 0 5 101
aanvragen daalde eveneens. Waren dat er in 2008 nog 242, in 2009 zijn we op een stand van 183 blijven steken. Het aantal dekkingsadviezen liep ook terug en wel van 12 in 2008 naar 4 in 2009. Daarentegen waren verzekerde bedragen per polis en dekkingstoezegging gemiddeld beduidend hoger dan in 2008. Bij de premie-inkomsten was er eveneens sprake van een daling, waarbij aangetekend moet worden dat in 2008 een ongekend hoog bedrag aan premies werd ontvangen. In 2009 werd voor ¤ 41,0 miljoen aan premie gefactureerd. In 2008 was dit nog ¤ 88,4 miljoen. In het jaar 2009 was het land met de hoogste premieopbrengst de Verenigde Arabische Emiraten met ¤ 10,1 miljoen, gevolgd door Mexico en Sri Lanka, ieder voor ¤ 6,3 miljoen en China met ¤ 3,6 miljoen. Onder de koersrisicoverzekeringen werd voor een premiebedrag van ¤ 0,3 miljoen gefactureerd.
De uitgereikte polissen zijn als volgt over de landen verdeeld:
India China Rusland VAE Sri Lanka Oman Oekraine Saoedi-Arabië Colombia Israël Brazilië Ghana VS Kenia Overig
Atradius
23
IHC Merwede realiseert recordomzet in 2009 In 2009 heeft de internationale scheepsbouwer IHC Merwede Holding B.V. een recordomzet geboekt van ¤ 1,13 miljard. De winst kwam uit op ¤ 57 miljoen. Dat zijn knappe cijfers gezien de recessie die ook haar weerslag heeft op de bagger- en offshoresector. Bij het boeken van opdrachten moet IHC Merwede het vooral van deze sector hebben. Ook in het afgelopen jaar heeft Atradius Dutch State Business daaraan weer een bijdrage kunnen leveren. Er zijn polissen uitgereikt ter afdekking van de risico’s van non-betaling uit hoofde van onder meer contracten met een belangrijk offshorebedrijf en met de overkoepelende nationale transportmaatschappij van Zuid-Afrika. Deze laatstgenoemde onderneming, Transnet Ltd., gaat de bestelde sleephopperzuiger gebruiken om de havens die zij beheert toegankelijk te maken en houden voor grote zeeschepen. Zo zal de haven van Durban verder worden verdiept met het nieuwe materieel dat IHC Merwede gaat leveren. De functie van Zuid-Afrika als handels- en transportcentrum voor achterliggende landen kan zodoende verder worden versterkt door verbetering van de infrastructuur. Aardige bijkomstigheid is dat aan verschillende orders die IHC Merwede heeft verkregen een financiering is gekoppeld die vroeg om bijzondere verzekeringsoplossingen. In nauw overleg tussen IHC Merwede, Atradius Dutch State Business en de betrokken bankiers zijn twee noviteiten uit
24
Atradius
de bus gekomen. De eerste noviteit betreft het mogelijk maken van een financiering in Zuid-Afrikaanse Rand. Voor de financiering van de bovenbeschreven investering door Transnet heeft het Britse Barclays Bank PLC een lening op bijzondere wijze kunnen construeren. De trekkingen vinden plaats in Euro en de terugbetalingen in Zuid-Afrikaanse Rand. Voordeel daarvan is dat IHC Merwede daarmee keurig betaald krijgt in harde valuta terwijl Transnet haar leningsverplichtingen mag nakomen in de valuta waarin zij het grootste deel van haar omzet haalt. De tweede noviteit heeft betrekking op het verstrekken van werkkapitaal. Een consortium van Rabobank, Royal Bank of Scotland, Commerzbank en ING maakt de voorfinanciering mogelijk voor een order waarbij de opdrachtgever het grootste deel van de rekening pas hoeft te voldoen bij levering aan het eind van de bouwperiode. De kosten die IHC Merwede gedurende de bouw maakt kunnen worden voorgefinancierd door de betrokken banken, met behulp van de polis die Atradius Dutch State Business aan het bankenconsortium heeft uitgereikt. IHC Merwede voorziet een lichte omzetdaling in 2010. Tegelijkertijd heeft het bedrijf goede hoop om de winst stabiel te houden. Atradius Dutch State Business blijft ernaar streven om IHC Merwede daarbij zo goed mogelijk te ondersteunen.
Atradius
25
26
Atradius
Project van Simed International leidt tot verbetering van de gezondheidszorg in Kenia Simed International, gevestigd in Utrecht, is al meer dan een eeuw actief in de gezondheidszorg en levert medische apparatuur en kennis in Afrika, Azië, Latijns-Amerika en andere opkomende markten. Steeds vaker zijn dit turnkey projecten, waarbij Simed het complete project voor zijn rekening neemt: van de haalbaarheidsstudie en het ontwerp tot de bouw, complete inrichting, opleiding, organisatieontwikkeling en het onderhoud. Klanten van Simed zijn lokale overheden en commerciële ziekenhuizen in opkomende markten. Simed International is een groot project gestart in Kenia voor het Ministerie van Gezondheidszorg. Het betreft de rehabilitatie en versterking van 23 districts- en provinciale ziekenhuizen verspreid over het land. De financiering van het project werd verzorgd door een schenking van ORET in combinatie met zowel een langetermijnlening als een LC-faciliteit van ING. De totale waarde van het project is ¤ 27,2 mln. Het project Ondanks hervormingen van het gezondheidszorgstelsel in Kenia is de gezondheid van de bevolking er niet op vooruitgegaan. De kindersterfte is gestegen, de levensverwachting gedaald en de HIV/AIDS-epidemie heeft alarmerende vormen aangenomen. Overheidsziekenhuizen spelen een belangrijke rol in het verlenen van zorg aan
de bevolking. Helaas zijn veel ziekenhuizen door gebrek aan investeringen en onderhoud in slechte staat. Het project “Strengthening of 6 provincial hospitals and 17 adherent district hospitals” heeft als doel de zorg in de ziekenhuizen te verbeteren. Een aantal kritische afdelingen binnen het ziekenhuis wordt compleet ingericht: de spoedeisende hulp, de verloskamers, de operatiekamers, röntgenafdeling en het laboratorium. Daarnaast worden waar nodig voorzieningen aangebracht voor stroom, schoon water, zuurstof en de verwerking van ziekenhuisafval. Naast het verbeteren van gebouwen, technische voorzieningen en medische apparatuur besteedt het project aandacht aan onderhoud, opleiding van personeel en versterking van het management. Bij de ontwikkeling en uitvoering van het project werkt Simed nauw samen met het Ministerie van Gezondheid in Kenia. Politiek risico Op het moment dat het commerciële contract, de lening, de Atradiuspolis en de schenking in werking zouden treden, braken er politieke onlusten uit. De start van het project werd hierdoor met minstens een jaar vertraagd. In 2009 zijn de politieke onlusten bedaard en de vluchtelingen teruggekeerd en is een coalitieregering gevormd. Atradius Dutch State Business heeft uiteindelijk toch een polis af kunnen geven.
Atradius
27
Simed International is nu druk bezig met de uitvoering van het project. Gezien het grote aantal ziekenhuizen en de geografische spreiding is het een logistiek complex project. Het komt goed van pas dat de medewerkers van Simed door de wol geverfd zijn en uitgebreide ervaring in Afrika hebben. Simed is de hoofdaannemer (integrator) van het project en verantwoordelijk voor de verbouwingen, de levering en het onderhoud van de medische apparatuur en het verlenen van technische assistentie. De rehabilitatie van de ziekenhuizen wordt uitgevoerd door Keniaanse onderaannemers en toeleveranciers. Het project draagt daarmee bij aan de lokale economische ontwikkeling in de verschillende regio’s. Daarnaast komt meer dan de helft van de totale projectwaarde uit Nederland. In het project zijn vele Nederlandse hightech medische toeleveranciers en kennisinstellingen betrokken waarvan een groot gedeelte midden- en kleinbedrijven.
Investeringsverzekering
Onze portefeuille investeringsverzekeringen heeft in 2009 een mooie groei laten zien. Eind 2009 bedroeg het obligo van investeringsgaranties ¤ 265 miljoen, waarvan ¤ 263 miljoen polissen. Dit tegen ¤ 213 miljoen waarvan ¤ 207 miljoen polissen ultimo 2008. Het betreft in 2009 een dertigtal zaken verdeeld over 12 landen. In 2008 waren dit 32 zaken eveneens verdeeld over 12 landen. De per saldo toename van het definitieve obligo komt voort uit mutaties op een aantal landen. Op de Nederlandse Antillen is eind 2009
een garantie voor een bedrag van ¤ 57 miljoen uitgereikt. Op Servië is een toezegging voor een garantie van ¤ 6 miljoen omgezet in een polis. Op Kenia, Oeganda en de Oekraïne zijn drie polissen voor totaal ¤ 5 miljoen vervallen. De stand van de belangrijkste obligolanden voor investeringsverzekering was aan het einde van 2009:
Indonesië Oekraïne Nederlandse Antillen
¤ 88,8 miljoen ¤ 61,4 miljoen ¤ 56,7 miljoen
Atradius
29
Schadezaken en consolidaties
In 2009 is onder de exportkredietverzekering (EKV) in totaal een fors bedrag van ¤ 253,4 miljoen en onder de Garantieregeling Goede Projecten (=GGP) ¤ 1,2 miljoen aan schadevergoedingen uitgekeerd. Dit was per saldo een duidelijke vermeerdering ten opzichte van 2008, toen in totaal voor een kleine tien miljoen werd uitgekeerd. Ook de ontvangen provenu’s (het resultaat van incasso na schadevergoeding) zijn in 2009 gestegen. In 2009 bedroegen de provenu’s ¤ 180 miljoen, tegen ¤ 134 miljoen in 2008. De stijging van de provenu’s is toe te schrijven aan geslaagde incassoactiviteiten op (recente) schades. Ook incasso in het kader van oude schuldenregelingen met landen heeft nog aanzienlijke provenu’s opgeleverd. Uit hoofde van de Club van Parijsregelingen werd uit Angola ¤ 30,4
30
Atradius
miljoen ontvangen, uit Indonesië ¤ 36,0 miljoen, uit Kroatië ¤ 9,9 miljoen, uit Servië ¤ 2,7 miljoen en ook uit Egypte ¤ 2,2 miljoen. Daarnaast werd uit de Verenigde Arabische Emiraten een (gewoon) provenu ontvangen van ¤ 65,3 miljoen, uit Angola ¤ 14,8 miljoen, uit Egypte ¤ 10,9 miljoen, uit Libië ¤ 3,8 miljoen en uit Antigua & Berbuda ¤ 1,1 miljoen. Het grootste schadeland in 2009 was overduidelijk de Verenigde Arabische Emiraten met een totaal van ¤ 209,1 miljoen. Op Oekraïne werd totaal ¤ 19,8 miljoen uitgekeerd, op Rusland ¤ 14,2 miljoen en op Mexico ¤ 4,7 miljoen. Uit hoofde van koersrisicopolissen is onder de US Dollar risico’s een schade uitgekeerd van ¤ 0,8 miljoen en een provenu ontvangen van ¤ 43.000.
Onder de investeringsverzekering werd op Kenia een bedrag van ¤ 0,4 miljoen aan schade uitgekeerd, als gevolg van politiek en etnisch geweld in de verkiezingstijd.
Stand van obligo en vorderingen
Voor alle overheidsfaciliteiten tezamen bedroeg het obligo (aangepast voor reeds vervallen bedragen) onder lopende polissen per ultimo 2009 ¤ 9,4 miljard. Eind 2008 was dit ¤ 9,1 miljard. Het totale obligo onder dekkingstoezeggingen bedroeg eind 2009 ¤ 3,2 miljard. Eind 2008 was dit ¤ 3,7 miljard. Eind 2009 stond voor een bedrag van ¤ 1,1 miljard aan dekkingsadviezen uit, tegenover ¤ 857 miljoen aan het eind van 2008. Een dekkingsadvies is een toezegging dat de staat de betalingsrisico’s zal verzekeren mits er bij het in werking treden van de exportovereenkomst voldoende ruimte is onder het landenplafond. In het nominale obligo per eind 2009 zijn ook alle onder de Trade Finance Faciliteit afgegeven limieten opgenomen ter waarde van in totaal ¤ 1,0 miljard.
De vorderingen die de staat heeft op debiteuren en debiteurenlanden nadat aan verzekerden schade is vergoed (exclusief het eigen risico van verzekerden en exclusief rente die verschuldigd is na het tijdstip van schadevergoeding) bedroegen in 2009 totaal ¤ 1,1 miljard. Dat is iets hoger dan het jaar ervoor. Van deze ¤ 1,1 miljard is ¤ 789 miljoen opgenomen in schaderegelingen in de Club van Parijs. Eind 2008 bedroegen de vorderingen ¤ 1,0 miljard, waarvan ¤ 849 miljoen was opgenomen in Club van Parijsregelingen.
Atradius
31
Productvernieuwing
Ook in 2009 zijn de producten verder verbeterd en werden nieuwe dekkingsvormen ingevoerd. De belangrijkste nieuwe producten die wij in 2009 hebben ingevoerd zijn de werkkapitaaldekking en de exportkredietgarantie. Beide producten zijn tot stand gekomen in nauwe samenwerking tussen de ministeries van Financiën en Economische Zaken, banken, het exporterend bedrijfsleven (met name voor de werkkapitaaldekking) en Atradius Dutch State Business. Met de werkkapitaaldekking wordt de financier die werkkapitaal verschaft aan een exporteur verzekerd tegen het risico dat de exporteur het werkkapitaal niet kan terugbetalen. Als gevolg van de kredietcrisis zijn sommige banken terughoudender geworden met het verschaffen van financiering, terwijl bedrijven hier nu juist meer behoefte aan hebben. Immers, de afnemers van die bedrijven willen in deze tijden van financieringskrapte 32
Atradius
niet zo snel meer vooruitbetalen. Hierdoor kunnen onze exporterende klanten liquiditeitsproblemen krijgen. Om deze liquiditeitskrapte, althans deels, op te vangen, hebben wij de werkkapitaaldekking ontwikkeld. Begin 2010 is hiervoor de eerste polis uitgereikt. In november 2009 heeft staatssecretaris van Economische Zaken Frank Heemskerk de exportkredietgarantie aangekondigd. Met deze garantie weten kapitaalmarktpartijen zoals pensioenfondsen zich gedekt door de Nederlandse overheid als zij geld lenen aan banken die dat geld op hun beurt gebruiken om export te financieren. Kapitaalmarktpartijen zullen met deze staatsgarantie eerder bereid zijn geld aan banken te verschaffen. Zo krijgen Nederlandse bedrijven meer financieringsruimte om exportorders binnen te halen. Door de kredietcrisis kunnen sommige banken nu moeilijker of alleen tegen hoge rente kapitaal aan-
trekken. Hierdoor kunnen zij minder lenen aan bedrijven. Door de terugloop van financiering is het voor bedrijven minder makkelijk exportorders rond te krijgen. Om de Nederlandse export een steun in de rug te geven is de exportkredietgarantie ingevoerd. De garantie is bedoeld voor financiering van kapitaalgoederenexport waarvoor Atradius Dutch State Business aan de financierende bank een verzekering voor de betalingsrisico’s heeft afgegeven. Tot slot willen wij vermelden dat in 2009 de regresregels bij financiering zijn versoepeld. Als wij een bank die een exporttransactie financiert verzekeren tegen zijn betalingsrisico, houden wij een verhaalsmogelijkheid op de exporteur mocht de debiteur de banklening vanwege wanprestatie van de exporteur niet terugbetalen. In specifieke gevallen zijn wij nu bereid gedeeltelijk van dit verhaalsrecht af te zien. Dit kan, in sommige gevallen, de balans van de exporteur ontzien.
Voorlichting en evenementen
Atradius Dutch State Business ziet het als een belangrijke taak om het bedrijfsleven voor te lichten over de faciliteiten die zij voor de staat uitvoert. Daartoe bezoekt zij bestaande en potentiële relaties, neemt zij deel aan exportmissies en is zij gastspreker in diverse exportfora en door anderen georganiseerde seminars.
Ook via media zoals de website www.atradiusdutchstatebusiness.nl en het relatieblad Creditnotes geeft zij voorlichting. Tevens organiseert Atradius Dutch State Business ook zelf voorlichtingsbijeenkomsten voor het Nederlandse bedrijfsleven.
In 2009 zijn onder meer de volgende evenementen georganiseerd:
maart april mei september oktober november november
Seminar over duurzame energie in samenwerking met Cleantech Holland Informele bijeenkomst met de staat Introductieseminar voor (nieuwe) medewerkers van klanten Seminar over exportkredietverzekering voor nieuwe klanten Klantenpanel Introductieseminar voor (nieuwe) medewerkers van klanten Exporteursbijeenkomst met gastspreker staatssecretaris van Economische Zaken Frank Heemskerk. Deze liet zijn licht schijnen over de oorzaken en gevolgen van de kredietcrisis en besprak verschillende maatregelen die door de overheid zijn genomen om de export te blijven steunen.
Atradius
33
Internationale samenwerking
Herverzekering Voor de EKV is er een uitgebreid netwerk van herverzekeringsovereenkomsten met buitenlandse staatskredietverzekeraars. Die overeenkomsten bieden een raamwerk voor herverzekering van transacties waarbij de leveranties uit meerdere landen komen. In dat geval zijn ook kredietverzekeraars uit meerdere landen betrokken. Het voordeel voor de exporteur of financier is dat deze slechts met één verzekeraar te maken heeft. Die herverzekert zich op zijn
beurt weer bij andere verzekeraars voor bestanddelen in de transactie die uit het buitenland komen. Met ECA’s in landen die om juridische redenen geen herverzekeringsovereenkomst kunnen sluiten worden zoveel mogelijk Memorandums of Understanding (MOU) gesloten. Atradius Dutch State Business heeft dat gedaan met Sinosure in 2007 en in 2008 met ECIC, onze Zuid-Afrikaanse collega kredietverzekeraar. Deze MOU’s geven een kader voor samenwerking mocht dat in de toekomst aan de orde zijn, maar zijn
niet specifiek gericht op, of beperkt tot herverzekering. Europese Unie (EU) en Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) De raadswerkgroep exportkredieten van de EU is een belangrijk forum voor afstemming van de standpunten van de verschillende EU-landen ten behoeve van de discussies en besluitvorming binnen de Participanten van de OESO. De Participanten, bestaand uit de EU en verder uit de meeste
Met de volgende verzekeraars zijn momenteel herverzekeringsovereenkomsten van kracht: CESCE COFACE ECGD EDC EFIC EGAP EKF EKN
34
Atradius
Spanje Frankrijk Verenigd Koninkrijk Canada Australië Tsjechië Denemarken Zweden
EulerHermes Finnvera GIEK Ashra KUKE MEHIB NEXI ODL
Duitsland Finland Noorwegen Israël Polen Hongarije Japan Luxemburg
OeKB ONDD SACE SID SERV US-EXIM BANK
Oostenrijk België Italië Slovenië Zwitserland Verenigde Staten
andere OESO-landen, is het orgaan waarin over de Arrangement (voorheen Consensus genoemd) wordt besloten. De Arrangement vormt de belangrijkste internationale regelgeving voor kredietverzekering. Daarnaast kent de OESO verschillende comités en werkgroepen waarin over deelgebieden wordt overlegd. Een van die deelgebieden is de bestrijding van omkoping. Uiteraard is ook binnen de OESO en de Europese Unie in 2009 veel tijd besteed aan informatie-uitwisseling over de maatregelen die de lidstaten hebben genomen in het kader van de financiële crisis. Dit leidde tot enkele kleine aanpassingen van de Arrangement: • Een minder brede definitie van categorie I-landen, die een maximale financieringstermijn toestaan van 5 jaar, en na notificatie van 8,5 jaar. Deze wordt nu beperkt tot hogeinkomenslanden. Alle andere
landen hebben een maximum financieringstermijn van 10 jaar. • Ook is een ruimere ECA-betrokkenheid mogelijk bij projectfinancieringzaken in categorie I-landen. Deze was 35% en is begin 2009 naar 50% gebracht. Een grotere betrokkenheid van staatskredietverzekeraars maakt meer projectfinanciering mogelijk. Binnen de Europese Unie zijn in 2009 de uitzonderingsregels op de Mededeling Kortlopende Kredietverzekering, die overheidsbemoeienis bij kortlopende kredietverzekering beperkt, verruimd. Veel landen hebben daar gebruik van gemaakt door hun kortlopende export naar rijke landen te ondersteunen door het verstrekken van extra capaciteit in aanvulling op marktpartijen, die hun capaciteit voor risico-acceptatie vooral begin 2009 enigszins hebben verlaagd. In Nederland is dat gebeurd door invoering van de zgn. TASK-faciliteit, waarbij de Nederlandse staat de limieten die commer-
ciële verzekeraars hebben verlaagd, maximaal verdubbelt tot de oorspronkelijke limiet, een zogenaamde top-up verzekering. Ook stond in de OESO de herziening van de Sector Understanding on Export Credits, Renewable Energy and Water Projects op het programma. Het betrof een tijdelijke regeling die per 30 juni 2009 afliep. De discussie hierover was gekoppeld aan een door Frankrijk naar voren gebrachte wens om langere termijnen toe te staan voor de financiering van kerncentrales. Bij beide regelingen werd gekozen voor een maximale terugbetalingstermijn van 18 jaar (was 15). Ook werd de mogelijkheid geschapen om een flexibel terugbetalingschema te hanteren en een regeling ingevoerd van minimum rentes voor financieringen met een vaste rente. Een discussie over een uitbreiding van de regeling met sectoren die de Atradius
35
uitstoot van CO2 verminderen, en daarmee de klimaatverandering tegengaan, en een verdergaande flexibilisering van de lokale kostenregeling speciaal voor deze sectoren, is doorgeschoven naar 2010. Gedurende het jaar zijn er in de OESO ook pogingen gedaan om de schepenregeling te herzien. Vanuit de Europese Unie werd daarbij vooral ingezet op het maken van premieafspraken, die nu niet gelden voor transacties die onder de schepenregeling vallen, en anderzijds wordt de mogelijkheid bekeken voor meer flexibele terugbetalingprofielen. Een definitieve regeling zal nog wel even op zich laten wachten. Tenslotte is in de OESO veel vooruitgang geboekt gedurende 2009 bij de besprekingen over een nieuw debiteurenpremiesysteem, waarbij eind 2009 al overeenstemming bereikt was over het aantal risicocategorieën met hun 36
Atradius
kwalitatieve omschrijving, en de indeling van de debiteuren in de verschillende categorieën. Dit kan worden vergeleken met het systeem van ratings zoals de officiële ratingagencies die hanteren. Begin 2010 heeft dit geresulteerd in een akkoord over debiteurenpremies dat 1 september 2011 in werking treedt. Berner Unie De Berner Unie is de internationale brancheorganisatie van particuliere en publieke exportkrediet- en investeringsverzekeraars. Doelstellingen zijn het uitwisselen van informatie over landen, bedrijfstakken, producten en debiteuren en het bevorderen van gezonde risicoacceptatie. Atradius is een prominent lid van de Berner Unie en is vertegenwoordigd in het Management Committee. De directeur van Atradius Dutch State Business, Johan Schrijver, is in oktober 2009 benoemd tot Vice-President van de Berner Unie.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO)
Bij de beoordeling voor verzekeringsaanvragen van exporttransacties en investeringen namens de Nederlandse staat wordt naast een financiële beoordeling in veel gevallen ook een milieu- en sociale beoordeling verricht. De MVO-desk van Atradius Dutch State Business voert deze beoordeling uit. Om te bepalen of een milieu- en sociale beoordeling nodig is worden alle aanvragen gescreend. De beoordeling stoelt op afspraken die zijn gemaakt binnen de OESO, de zogenaamde “Common Approaches”. Deze zijn vervolgens vastgelegd en verder uitgewerkt in het Nederlandse beleidsdocument “de Milieucomponent”. In 2009 hebben de ministeries van Financiën en Economische Zaken en Atradius Dutch State Business dit beleidsdocument herzien. De herziene procesbeschrijving is tot stand gekomen in overleg met exporteurs verenigd in de Rijkscommissie voor export-,
import- en investeringsgaranties en NGO’s. De herziene milieu- en sociale procedure is 1 september 2009 in werking getreden. Het beleidsdocument is te vinden op: http://www.atradiusdutchstatebusiness.nl/Images/beleidsdocument_tcm1 008-133093.pdf Een belangrijke wijziging in het MVObeoordelingskader is de toevoeging van vragen in het aanvraagformulier over de toeleverantieketen van de exporteur. Het gaat hierbij om de vraag of de exporteur bekend is met het Nederlandse MVO-beleid ten aanzien van ketenverantwoordelijkheid en hoe de exporteur hiermee omgaat. Daarnaast wordt gevraagd de vijf belangrijkste toeleveranciers te noemen. Het gaat hierbij om de grootste directe wezenlijke toeleveranciers (geen tussenhandelaren) waarop de exporteur controle of invloed heeft en daar waar het gaat om het gebruik van grote hoeveelheden natuurlijke hulpbronnen.
In het geval de beantwoording problemen in de toeleverantieketen identificeert, zal Atradius Dutch State Business een vervolgonderzoek overwegen, waarna een herbeoordeling plaatsvindt. De procedure van het definiëren van het te beoordelen project, waarvan de transactie deel uitmaakt, is in het nieuwe beoordelingskader verhelderd. Op grond van deze procedure wordt per aanvraag vastgesteld tot waar de keten zal worden onderzocht. Verder is in 2009 naast de A-, B-, en C-classificatie van het project waaraan de exporteur levert, de zogenaamde marginale beoordeling, “M” ingevoerd. Wij beoordelen hierbij de leveringen aan bestaande bedrijfsactiviteiten die door de levering niet significant wijzigen. Dit is conform de Common Approaches. Een marginale beoordeling wordt ook uitgevoerd voor de projectbeoordeling van herfinancieringAtradius
37
en accreditiefconfirmatie-aanvragen. De marginale beoordeling is gericht op het beoordelen van de reputatie van het project en de projectontwikkelaar op het gebied van milieu- en sociaal beleid, op het toetsen of lokale weten regelgeving wordt nageleefd, en of het land relevante internationale richtlijnen onderschrijft (bijvoorbeeld die van de ILO, de International Labour Organisation). In 2009 hebben wij in totaal 183 aanvragen ontvangen en gescreend op hun milieu- en sociale gevolgen. Dit is een duidelijke afname ten opzichte van 2008, toen 242 aanvragen ontvangen waren. In de grafiek hieronder wordt het resultaat van deze screening weergegeven. Van de 183 gescreende aanvragen zijn volgens de OESO-afpsraken 43 aanvragen geclassificeerd en beoordeeld. Van de 43 beoordelingen zijn 7
38
Atradius
aanvragen beoordeeld als A-project (potentieel grote negatieve milieuen sociaal effecten), 7 als B-project (potentieel substantiële negatieve milieu- en sociaal effecten) en 24 als C-project (weinig tot geen negatieve effecten). Vijf projecten zijn beoordeeld op de reputatie van de afnemer en van het project waaraan geleverd werd, de zogenaamde marginale beoordeling.
De belangrijkste sectoren die beoordeeld zijn waren de scheepsbouw (10 aanvragen beoordeeld op milieuen sociale gevolgen), gevolgd door de baggersector (9 aanvragen beoordeeld) en de kassenbouw (6 aanvragen beoordeeld). In 2009 is geen aanvraag afgewezen op milieu- of sociale gronden. Sinds de invoering van de Common Approaches in 2001 zijn drie aanvragen afgewezen op milieu- of sociale gronden.
Milieu- en sociale beoordelingen in 2009 5 7 24 5 21 119
A B C M aanvragen uit 2009 nog in behandeling in 2010 geen classificering nodig
Naast de afspraken over de beoordeling van milieu- en sociale aspecten van projecten, zijn er in de OESO ook afspraken gemaakt over het bestrijden van omkoping bij kredietverzekerde transacties. Deze zijn volledig geïmporteerd. Tevens zijn in 2008 afspraken tussen de OESO, IMF en Wereldbank gemaakt over duurzaam leenbeleid. Ook deze afspraken, die beogen te voorkomen dat ontwikkelingslanden worden opgezadeld met een onhoudbare schuld, hebben wij geheel geïmplementeerd.
Atradius
39
Personeel en organisatie
Op 31 december 2008 waren er 51 mensen in dienst resulterend in 46,4 voltijdsequivalenten. Op 31 december 2009 waren er eveneens 51 mensen werkzaam met per saldo 47,4 voltijdsequivalenten. Zij waren verdeeld over de volgende teams:
Directeur Johan Schrijver
Secretariaat: Naseema Nankoe
Accountteam Niek van der Beek
40
Atradius
Regioteam Remmelt Tempelman
Project-
Schade
financiering
en incasso
Victor Hoek
Robert Slijkerman
Int. betrekkingen, productontw. en marketing Vinco David
Bus. control, IT,
Economisch
reporting en doc.
onderzoek
Gert Bouwman
Johan Schrijver a.i.
Financiële resultaten voor rekening van de Nederlandse staat
(bedragen zijn in duizenden euro’s)
Atradius DSB verzekert uitsluitend risico’s voor rekening van de Nederlandse staat. De volgende resultaten werden geboekt op factuurbasis: 2009
2008
Premie EKV Premie GGP comm. transacties Premie GGP concess. transacties Premie TRhi Premie totaal
39.083 0 1.128 791 41.002
80.363 0 7.070 997 88.430
Schade EKV Schade GGP comm. transacties Schade GGP concess. transacties Schade TRhi Schade totaal
255.531 -2.558 1.222 453 254.648
7.046 1.030 1.494 7 9.577
Provenu’s EKV Provenu’s GGP comm. transacties Provenu’s GGP concess. transacties Provenu’s TRhi Provenu’s totaal
179.751 191 73 0 180.015
130.523 2.913 458 0 133.894
Resultaat EKV Resultaat GGP comm. transacties Resultaat GGP concess. transacties Resultaat TRhi Totaal resultaat
-36.697 -2.749 -21 -338 -33.631
203.840 1.883 6.034 990 212.747
De gevolgen van de kredietcrisis zijn duidelijk merkbaar in de resultaten op factuurbasis. De premie is sterk gedaald, van ¤ 88 miljoen in 2008 tot ¤ 41 miljoen in 2009. Hiervoor zijn verschillende oorzaken. De vraag uit het buitenland is in 2009 ingezakt waardoor er minder orders bij het Nederlandse bedrijfsleven werden geplaatst. Verder waren banken terughoudender met het beschikbaar stellen van leningen om export te financieren. Tot slot waren sommige risico’s zodanig verslechterd dat het niet meer verantwoord was deze in verzekering te nemen. De schadecijfers duiden eveneens op de effecten van de kredietcrisis. Door wanbetalingen uit verschillende landen (VAE, Oekraïne, Rusland, Kazachstan, Mexico) is de schade omhooggeschoten, van een recordlaagte van nog geen ¤ 10 miljoen in 2008 tot ¤ 255 miljoen in 2009. Gelukkig waren wij in staat een deel van de schade uit 2009 in hetzelfde jaar nog te recupereren. De provenu’s zijn gestegen van Atradius
41
¤ 134 miljoen in 2008 tot ¤ 180 miljoen in 2009. Al met al boekten wij voor rekening van de staat over 2009 een verlies van ¤ 34 miljoen, tegenover een positief resultaat van ¤ 213 miljoen in 2008.
In aanvulling op de resultaten op factuurbasis geven wij hieronder ook de resultaten op bedrijfseconomische grondslag. De faciliteiten van de staat dienen kostendekkend te zijn. Voor exportkredietverzekering is dit ook internationaal vastgelegd in onder
Bedrijfseconomisch resultaat van alle faciliteiten (tekenjaren na 1998) cumulatief over 1999-2009 in miljoenen euro’s 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 2 3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
42
Liquide middelen Premie Netto schade Netto koersrisico Netto rente Uitvoeringskosten Vorderingen Voorzieningen Uitstaand politiek risico Uitstaand commercieel risico Verwachte schade Vorderingen Koersrisico Totaal
Atradius
165 589 -268 -20 37 -173 239 -312 -143 -29 -98 -41 -1 92
meer de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en de OESO. Kostendekkendheid houdt in dat de opbrengsten (premies en provenu’s) voldoende moeten zijn om de kosten van de faciliteiten (schade-uitkeringen en uitvoeringskosten) over een lange termijn te dekken. Ongeoorloofde staatssteun wordt daarmee voorkomen. De kostendekkendheid wordt bepaald met behulp van het model bedrijfseconomische resultaatbepaling (BERB) dat in samenwerking met de staat en DNB is ontwikkeld. Een van de kenmerken van dit model is dat hierin voorzieningen worden getroffen voor uitstaande risico’s. Voor het resultaat hebben wij gekeken naar alle polissen die zijn uitgereikt vanaf 1999. De modeluitkomsten geven aan dat over de periode 19992009 de inkomsten voldoende zijn geweest om de kosten te dekken. Cumulatief is in deze 11-jaars periode een positief resultaat van ¤ 92 miljoen
behaald (zie tabel hieronder). Dit is een daling van ¤ 1 miljoen ten opzichte van het cumulatieve resultaat t/m 2008 (¤ 93 miljoen). Ondanks deze slechts zeer geringe afname is de verslechterde economische situatie duidelijk zichtbaar in de resultaten van het model. Er is een grote stijging van de cumulatieve netto schade van ¤ 95 miljoen tot ¤ 268 miljoen. Ook de notionele voorzieningen voor verwachte schade zijn gestegen van ¤ 60 miljoen tot ¤ 98 miljoen. Net als in voorgaande jaren kan geconstateerd worden dat het positieve resultaat mogelijk niet voldoende robuust is om een voortzetting van grote negatieve schokken op te kunnen vangen.
deze cijfers verwerkt. Als gevolg van degradaties van OESO-landenklassen, zullen de voorzieningen verhoogd moeten worden. Wel houden wij rekening met de kansen om reeds uitgekeerde schades te recupereren. Wij houden voor 2010 rekening met teruglopende resultaten op bedrijfseconomische grondslag.
De gevolgen van de kredietcrisis zijn nog niet volledig zichtbaar in de resultaten over de periode 1999 – 2009. De degradaties in landenklassen, bijvoorbeeld die van de Verenigde Arabische Emiraten, zijn nog niet in Atradius
43