Creditnotes
dutch state business
Nummer 6/2011 - december
Creditnotes Informatiebulletin voor kapitaalgoederenexporteurs, banken, internationaal opererende aannemingsbedrijven en ingenieursbureaus
Export in roerige tijden Georgië Projectfinancieringsspecialisten bijeen in Amsterdam Atradius Dutch State Business en ICIEC gaan samenwerken Atradius Dutch State Business verzekert groot landbouwproject in Angola
Creditnotes
Inhoudsopgave Hoewel bij het redigeren van Creditnotes de grootst mogelijke zorgvuldigheid wordt betracht bestaat altijd de mogelijkheid dat bepaalde informatie na verloop van tijd verouderd of niet juist meer is. Atradius is dan ook niet aansprakelijk voor de gevolgen van activiteiten die worden ondernomen op basis van deze uitgave.
Export in roerige tijden Georgië Projectfinancieringsspecialisten bijeen in Amsterdam Atradius Dutch State Business en ICIEC gaan samenwerken Atradius Dutch State Business verzekert groot landbouwproject in Angola Exporteursbijeenkomst november 2011 Benchmark 2010
Overname van artikelen is toegestaan, mits integraal en met bronvermelding ISSN 1386-7598.
Nummer 6/2011 - december - pagina 2
Atradius, David Ricardostraat 1, Postbus 8982, 1006 JD Amsterdam Tel.+31 (0)20 553 26 93, Fax +31 (0)20 553 20 87, www.atradiusdutchstatebusiness.nl, E-mail
[email protected]
Creditnotes
Export in roerige tijden Terugblikkend op het afgelopen jaar kunnen we stellen dat dit enerzijds werd gekenmerkt door aantrekkende export – dat is beslist goed nieuws – en anderzijds door grote economische en vooral financiële onzekerheden. De Nederlandse exportgroei, die na de kredietcrisis al weer vaart begon te krijgen in 2010, zette ook in 2011 door, en wel, volgens voorlopige cijfers, met een stijging van ruim 5%. Dat is in de huidige tijd een mooie prestatie. De verwachting is echter dat we die exportgroei in 2012 niet kunnen volhouden. Er zal sprake zijn van een afvlakking. En hier komen we meteen op de onzekerheden die vooral sinds de afgelopen zomer zijn opgedoken: de eurocrisis en de vraag of sommige banken nog wel de nodige lange (export)financiering aan bedrijven ter beschikking zullen stellen. De problemen rond de euro hebben zich in sommige landen in de eurozone al vertaald naar de reële economie. In Nederland valt dit effect tot nu toe nog mee, maar de risico’s zijn groot. Het feit dat banken terughoudend zijn geworden met het verschaffen van lang geld aan elkaar, heeft zich al op het gebied van exportfinanciering laten voelen. Het aantal aanbieders ervan is afgenomen – sommige banken hebben hun exportfinancieringsafdelingen afgeslankt –, de prijs van exportkrediet (de marge in de rente) is gestegen en de beschikbaarheid is afgenomen. Hierbij komen nog de effecten van Bazel III. Deze nieuwe regels voor kapitaaleisen voor banken worden in de loop van dit decennium ingevoerd. Banken anticiperen hier al op. Bazel III zal ertoe leiden dat banken meer lang kapitaal moeten aanhouden om meerjarig krediet te kunnen verstrekken. Ook hiermee zullen exporteurs van kapitaalgoederen, die dit meerjarig krediet juist nodig hebben, te maken krijgen. Kortom: financiering wordt duurder, en dat zal of door de exporteur of door de buitenlandse afnemer moeten worden betaald. Er zijn echter ook lichtpuntjes. De Aziatische economische groei zal licht afnemen, maar nog steeds aanzienlijk zijn. Nederlandse exporteurs kunnen hiermee hun voordeel blijven doen. Ook Latijns-Amerika, Brazilië voorop, zal een behoorlijke groei blijven laten zien. In kapitaalgoederensectoren waar Nederland goed in is, zoals de off-shore, medische apparatuur en gespecialiseerde high-tech machines, liggen wereldwijd goede kansen. De ontwikkelingen in de wereldeconomie hebben hun weerslag gehad in het landenbeleid dat wij namens de Staat voeren. Zo hebben wij in 2011 het beleid op een aantal landen kunnen verruimen, zoals op Maleisië, Oekraïne en Panama. Dit laatste land investeert aanzienlijk in een verbreding van het Panama-kanaal. Op Turkmenistan, een land met grote gasreserves, zijn wij opengegaan onder het reguliere beleid. De ontwikkelingen in een ander deel van de wereld, namelijk Noord-Afrika en het Midden-Oosten, houden wij eveneens scherp in de gaten. De Arabische lente heeft in elk geval geleid tot meer risicobewustzijn bij internationale investeerders in de regio. Op een aantal landen met de grootste politieke onrust of omwentelingen, zoals Libië, Syrië en Jemen, hebben wij moeten besluiten voorlopig geen nieuwe
Atradius, David Ricardostraat 1, Postbus 8982, 1006 JD Amsterdam Tel.+31 (0)20 553 26 93, Fax +31 (0)20 553 20 87, www.atradiusdutchstatebusiness.nl, E-mail
[email protected]
Nummer 6/2011 - december - Pagina 3
Creditnotes
dekkingen af te geven, totdat meer duidelijkheid is over de politieke en financiële stabiliteit. In de Golfstaten meer naar het oosten, Bahrein misschien daargelaten, lijkt de Arabische lente minder gevolgen te hebben voor de politieke situatie en ons beleid. Niet alleen ons landenbeleid houden we actueel, wij blijven ook ons internationale netwerk uitbreiden. Het afgelopen jaar hebben wij samenwerkingsovereenkomsten gesloten met de Russische Alfa-Bank en met ICIEC, de multilaterale kredietverzekeraar met leden in veertig islamitische landen, van Marokko tot Indonesië. De verwachting is dat door deze samenwerking voor Nederlandse bedrijven meer capaciteit voor kredietverzekering ontstaat bij de export van kapitaalgoederen naar deze regio. Op het gebied van kosten voor kredietverzekering waren er in 2011 enkele wijzigingen. In de OESO is een akkoord gesloten over minimumpremies voor debiteurenrisico’s. Hiermee is een bodem gelegd voor deze premies, waardoor Nederlandse exporteurs op dit gebied op een gelijkwaardiger niveau kunnen concurreren met exporteurs uit andere landen. De nieuwe premiesystematiek is in september ingegaan. Verder hebben wij het overgrote deel van de kosten en provisies afgeschaft. Dit heeft niet alleen geleid tot kostenbesparingen voor onze klanten, maar ook tot een verlichting van de administratieve lasten. De resultaten van Atradius Dutch State Business over 2011 zijn goed te noemen: duidelijk meer aanvragen voor verzekering dan in 2010, een ruim hoger volume aan uitgereikte dekkingstoezeggingen en polissen en slechts geringe schades. Ook hebben wij de schades waarover wij in 2009 en 2010 hebben vergoed (bijvoorbeeld op Dubai) al voor een belangrijk deel kunnen recupereren. Wij verwachten dat wij deze recuperaties ook in 2012 zullen voortzetten. De grote uitdaging voor 2012 is de exportfinanciering van banken op gang houden ten behoeve van Nederlandse exporteurs van kapitaalgoederen en aannemers met opdrachten in het buitenland. Om banken bij te staan bij het aantrekken van voldoende funding voor exportfinanciering, zijn wij in overleg met de Staat, institutionele beleggers en banken. Het overleg beoogt het verbeteren van de exportkredietgarantie voor de financiering van banken, en wel zodanig dat banken met deze garantie institutionele beleggers kunnen interesseren om deze funding te verschaffen. Met de snelle opeenvolging van ontwikkelingen, zeker in de eurozone, is het een uitdaging om voorspellingen te doen over 2012. Wat ik u wel kan zeggen is dat Atradius Dutch State Business u met woord en daad zal blijven bijstaan bij het mogelijk maken van uw exportorders. Namens alle medewerkers van Atradius Dutch State Business wens ik u een voorspoedig 2012 toe! Johan Schrijver Algemeen Directeur Atradius Dutch State Business
Nummer 6/2011 - december - pagina 4
Atradius, David Ricardostraat 1, Postbus 8982, 1006 JD Amsterdam Tel.+31 (0)20 553 26 93, Fax +31 (0)20 553 20 87, www.atradiusdutchstatebusiness.nl, E-mail
[email protected]
Creditnotes
Georgië Tot voor kort bestonden op Georgië geen reguliere dekkingsmogelijkheden. Er was alleen dekking mogelijk onder speciale condities waaronder SIF (de Structured Insurance Facility) en een additionele voorwaarde met betrekking tot de concessionaliteit (financiering met ontwikkelingshulp). Innmiddels zijn de kansen voor exportkredietverzekering naar deze Kaukasische groeimarkt verruimd. Er bestaan nu reguliere dekkingsmogelijheden onder de conditie van een onvoorwaardelijke betalingszekerheid. Politieke situatie: een moeizame start in de onafhankelijkheid Twintig jaar soevereiniteit na het ontbinden van de SovjetUnie in 1991 heeft Georgië aanvankelijk geen politieke stabiliteit opgeleverd. De eerste president van het land, Gamsakhurdia, werd in 1992 verjaagd door een groep oppositiemilitia onder aanvoering van Eduard Shevardnadze, minister van buitenlandse zaken onder Sovjet-president Gorbatsjov. Gedurende diens 11 jaar als staatshoofd werd echter weinig vooruitgang geboekt bij de bestrijding van armoede, corruptie en misdaad. Uit onvrede met gefraudeerde verkiezingen kwam de bevolking in opstand en eind 2003 verdween Shevardnadze van het politieke toneel. In deze wanorde groeide een nieuwe politieke beweging die zich manifesteerde als de “Roze Revolutie” en onder aanvoering stond van Mikhail Saakashvili. Hij werd in 2004 tot het nieuwe staatshoofd van Georgië gekozen, met min of meer dezelfde ambities als zijn verdreven voorgangers. Ook onder Saakashvili groeide echter de weerstand van de bevolking toen de president in verband werd gebracht met corruptieschandalen en zelfs een politieke moord. Het Georgische staatshoofd beschuldigde het inmiddels vijandige Rusland achter deze aantijgingen te zitten, onderdrukte binnenlandse protesten hardhandig en kondigde de noodtoestand af. Met nationalistische parolen wist Saakashvili niettemin de presidentsverkiezingen in mei 2008 in de eerste ronde te winnen. Maar het conflict met Rusland escaleerde en ontaardde in de zomer van 2008 in een militaire confrontatie tussen beide landen. Het eigenlijke twistpunt in de strijd tussen Rusland en Georgië was het streven naar onafhankelijkheid van de Noord-Georgische provincies Abchazië en Zuid-Ossetië. In augustus 2008 trachtte Saakashvili de eenzijdig uitgeroepen soevereiniteit van beide regio’s met een grote Russische bevolkingsgroep met geweld terug te draaien, maar deze interventie liep uit op een echec. Rusland koos partij voor de afvallige regio’s (onder het voorwendsel dat een etnische minderheid bedreigd was) en sloeg militair hardhandig terug. Georgië restte een smadelijke militaire en politieke aftocht. Sindsdien zijn Russische troepen in de twee provincies aanwezig, en heeft Moskou zelfs hun onafhankelijkheid erkend.
Opvallend genoeg heeft deze nederlaag de positie van Saakashvili geen schade berokkend. Parlementair kan hij steunen op een meerderheidsregering van het Nationaal Democratisch Front dat bij de verkiezingen van mei 2008 overtuigend had gewonnen. Maar er is nog steeds onvrede met de koers van de president die door velen als autoritair wordt ervaren. De grondwetswijziging om de premier meer macht te geven is volgens ingewijden wellicht bedoeld om de in 2013 niet herkiesbare Saakashvili als minister-president van Georgië te laten terugkeren. Aan het staatshoofd en de regering blijft steeds de smet hangen van nepotisme en corruptie. Tot nog toe is de oppositie echter niet in staat gebleken de president uit het zadel te wippen. Onderlinge verdeeldheid is de grootste handicap maar ook een zekere politieke berusting onder de bevolking. De meest recente protesten tegen de regering, in mei jl, gingen uit als een nachtkaars en slaagden zeker niet in hun opzet: de regering tot aftreden te brengen. Daarom mag worden verwacht dat het kabinet kan blijven tot de algemene verkiezingen in 2012, al kunnen spontane uitbarstingen van sociale onvrede dit politieke scenario altijd verstoren. De relatie met Rusland blijft onveranderd slecht. Goedkope leverantie van olie en gas zijn Georgië niet voorbehouden. Op economisch terrein wordt het land door de Russen praktisch geïsoleerd, zeker ook omdat de relatie van Georgië met de Verenigde Staten zo goed is. Er is Amerikaanse steun voor opleiding van Georgische militairen. Verder profiteert Georgië van de oliepijpleiding van Azerbeidjzan naar Turkije, waarin de VS heeft geïnvesteerd. Toetreding tot de NAVO staat hoog op de politieke agenda van Georgië, maar spoedig lidmaatschap stuit op mogelijke Russische protesten en de vrees bij de alliantie om bij een eventueel nieuw militair conflict met het grote buurland betrokken te raken. Binnenlandse economie: transitie naar markteconomie De jaren van politieke instabiliteit hebben sporen achtergelaten in Georgiës economische vooruitgang die tot aan deze eeuw vrij teleurstellend verliep. Eerst na 2000 zette herstel in dat in 2009 een deuk kreeg vanwege de economische recessie in de wereld. In 2010 heeft de binnenlandse economie van Georgië dit productieverlies meer dan goedgemaakt: de reële krimp van het bruto binnenlands product (BBP) van 3,8% werd
Atradius, David Ricardostraat 1, Postbus 8982, 1006 JD Amsterdam Tel.+31 (0)20 553 26 93, Fax +31 (0)20 553 20 87, www.atradiusdutchstatebusiness.nl, E-mail
[email protected]
Nummer 6/2011 - december - Pagina 5
Creditnotes
gevolgd door een groeicijfer van 6,4%. Behalve de landbouw droegen alle sectoren aan het economisch succes bij. De industriële sector, goed voor 23% BBP, groeide met ruim 20%. Hoge groeicijfers noteerden ook de handel en de financiële sector (beide +14%) en de transportsector (+13%). De dienstverlening draagt in zijn totaliteit voor twee derde bij aan het BBP. De landbouw voor amper 10% maar voor de werkgelegenheid is deze sector des te belangrijker (ca. 50%). Reëel kromp de agrarische productie in 2010 met 1,7%. Qua besteding was het vooral de particuliere consumptie die de kar trok met een groei van 7,6% in 2010. Ondanks de piek bij de particuliere investeringen (+30%) is het niveau nog steeds niet op dat van vóór het conflict met Rusland en de mondiale recessie. In de eerste helft van dit jaar wijzen de indicatoren op een afzwakking van de conjunctuur: in het eerste kwartaal een reële groei van 5,8%, in het tweede van 3,9%. Het groeicijfer voor het gehele jaar wordt op 5,5% geraamd, iets lager dan in 2010. De uitvoer draagt voor bijna een kwart bij aan het BBP, waardoor Georgiës economie relatief open is. De inflatie is begin dit jaar sterk opgelopen, in mei 2011 tot 14,3% op jaarbasis. Sedertdien is van een afnemende geldontwaarding sprake (8,5% in augustus) zodat het gemiddelde jaarcijfer wellicht toch beneden de verwachte 10% komt te liggen. Maar zelfs de voor 2012 geprognotiseerde 5,9% is te hoog voor behoud van concurrentievermogen bij een stabiele wisselkoers. De structuur van Georgiës economie is in regionaal opzicht niet slecht. De corruptie is nu relatief gematigd (68e plaats
van de 178 op de Global Corruption index), de arbeidsmarkt betrekkelijk flexibel, werknemers zijn goed geschoold en voor buitenlandse investeerders is het vestigingsklimaat vriendelijk en open. De werkloosheid is met een aandeel van 16% van de beroepsbevolking wel hoog. In de “Doing business” tabel van de Wereldbank scoort Georgië opmerkelijk hoog: 12 van de 183 (ruim vóór Zweden, Zwitserland, Duitsland en Nederland). Dat is vooral te danken aan een positief rapport met betrekking tot kadaster, nieuwe bedrijven oprichten en bouwvergunningen . Het economisch beleid van de regering in Tiblisi is marktgeoriënteerd: het belastingstelsel is hervormd en veel staatsbedrijven zijn geprivatiseerd. In augustus jl. heeft de Nationale Bank van Georgië het officiële rentetarief met 25 basispunten verlaagd naar 7,5%. NBG baseerde het beleid op de indicaties dat de inflatie over de piek heen is en de binnenlandse economie langzaam afkoelt. Het IMF is tevreden met de budgettaire verrichting van Georgië. Een vrijstelling was nodig voor het overschrijden van het plafond voor de overheidsbestedingen. Niettemin vallen de belastinginkomsten zodanig mee dat het financieringstekort voor de overheid minder groot is dan de eerste raming voor 2011: 4,3% BBP. De totale schuld van de overheid is niet groot (37% BBP); wel hoog is het aandeel van de buitenlandse valuta-schuld daarin (31% BBP). Externe financiën: nog kwetsbaar Met regelmaat doet Georgië een beroep op de internationale kapitaalmarkt. In april jl. plaatste de regering tegen
Kerk van de heilige drie-eenheid in Tiblisi
Nummer 6/2011 - december - pagina 6
Atradius, David Ricardostraat 1, Postbus 8982, 1006 JD Amsterdam Tel.+31 (0)20 553 26 93, Fax +31 (0)20 553 20 87, www.atradiusdutchstatebusiness.nl, E-mail
[email protected]
Creditnotes
gunstige voorwaarden een 10-jaars obligatielening van $500 miljoen, ten dele om een in 2008 geplaatste 5-jaars obligatielening vervroegd af te lossen. Deze omruil verbetert het schuldprofiel: lagere schuldenverplichtingen in 2013. Dergelijk beroep is bovendien noodzakelijk om in de financieringsbehoefte te voorzien die voortvloeit uit het grote tekort op de lopende rekening van de betalingsbalans. Dat tekort is sinds 2009 echter minder groot dan in de jaren ervoor. In het recessiejaar daalde het tekort naar 12,3% BBP (2008 25,3% BBP) en vervolgens naar 9,9% BBP in 2011. Dit grote tekort is overigens slechts de helft van het deficit op de handelsbalans dat structureel zo’n 23% BBP beloopt door het zeer grote gat tussen in- en uitvoer. Hoewel toegenomen, zijn de nettoverdiensten in het onzichtbare verkeer (overmakingen van gastarbeiders, toerisme) niet voldoende om deze zeer grote handelstekorten af te dekken, hetgeen de nog altijd omvangrijke negatieve saldi op de lopende rekening van de betalingsbalans oplevert. In deze tekorten moet in principe worden voorzien door commercieel kapitaal en door buitenlandse investeringen in Georgië. Uiteraard is het investeringsklimaat bedorven door de spanningen met buurland Rusland, naast de problemen in de wereldeconomie. In 2010 zou Nederland de grootste investeerder in Georgië zijn geweest: Georgia Railway Telecom zou zijn gekocht door het in Amsterdam gevestigde Linxtelecom. Wat overblijft als financieringsbehoefte moet worden gedekt door concessioneel kapitaal van internationale instellingen. De afgelopen 3 jaar heeft Georgië voor $ 4,5 miljard aan buitenlandse steun ontvangen. Dankzij de inkomende kapitaalstroom kan de bruto deviezenvoorraad op peil blijven met zes maanden invoerdekking. Over de buitenlandse schuld van Georgië bestaat geen eensgezindheid. De laatste officiële cijfers zijn die van de Wereldbank en dateren van 2009: ruim $ 4,2 miljard, gelijk aan 39% BBP en 117% van de uitvoer van goederen en diensten. Met 7% zou de schuldendienst bescheiden zijn. Het IMF heeft andere cijfers (juni 2011): de buitenlandse schuld zou dan eind 2010 $ 7,83 miljard hebben belopen en dat is gelijk aan 67% BBP. Daarvan is de helft overheidsschuld ($ 3,9 miljard), het merendeel genomineerd in buitenlandse valuta. Naar alle waarschijnlijkheid heeft het Fonds meer particuliere schuld als van buitenlands origine gekwalificeerd. Na een periode van depreciatie heeft de wisselkoers van de lari zich gestabiliseerd. Gelet op de relatief hoge inflatie is nu zelfs van effectieve overwaardering sprake. Het IMF raadt de monetaire autoriteit aan om op zulke momenten lari’s op de markt te brengen en buitenlandse deviezen te kopen, en zo de wisselkoersappreciatie enigszins te temperen. Uiteraard werkt een dergelijke monetaire impuls dan wel weer inflatoir.
Kerngegevens Georgië 2009 2010 2011 2012 Reële BBP-groei (% p.j.) -3,6 6,4 5,4 4,8 Inflatie (% p.j.) 1,7 7,1 10,3 5,8 Overheidstekort (% BBP) -9,2 -6,5 -3,8 -3 Saldo lopende rekening (% BBP) -12,3 -10,6 -9,9 -8,8 Bruto deviezen (in mnd invoer) 5,7 5,3 5,7 5,8
Vooruitzichten In politiek opzicht is er sprake van een status quo in de relatie met Rusland. We verwachten geen al dan niet militair ingrijpen van deze of gene zijde: Georgië is te zwak om de politieke situatie terug te draaien, Rusland lijkt tevreden met de huidige toestand. De binnenlandse politiek is redelijk stabiel; de positie van president Saakashvili’s regering is solide. Nu de grondwet is gewijzigd en meer macht is toebedeeld aan de premier, is de kans groot dat Saakashvili die in 2013 niet herkiesbaar is, als minister-president terugkeert. Zo’n “Rusland”-scenario kan tot nieuwe onrust leiden. Er bestaat wel politieke consensus over de marktgeoriënteerde koers van Georgiës economie. De ontwikkeling van het BBP bewijst hoezeer de economie van Georgië afhankelijk is van de internationale conjunctuur: een recessie in 2009, gevolgd door herstel dat gaandeweg 2011 aan vaart verliest. Alleen in het geval dat de economie in de gehele regio opnieuw in een recessie belandt, is een nieuwe neergang in 2012 mogelijk. Het meest kwetsbare onderdeel van Georgiës economie is de lopende rekening van de betalingsbalans, en dan met name de financiering van de tekorten. Hoewel afgenomen, zijn deze nog steeds vrij hoog. Behalve de grote tekorten op de lopende rekening noemt het IMF het begrotingstekort, de werkloosheid en de daling van het reële inkomen per hoofd als grootste uitdagingen voor de regering. De grootste risico’s voor de houdbaarheid van de buitenlandse schuld zijn een schok in de internationale rentevoet, een onverwachte tegenvaller op de lopende rekening van de betalingsbalans en een plotselinge koersval van de lokale munt in de komende jaren (waardoor de relatieve houdbaarheid van de buitenlandse schuld afneemt). Met het IMF zijn afspraken gemaakt over het “verbetertraject”. Daarbij speelt een nieuwe overeenkomst met het IMF een grote rol. Dergelijk krediet is slechts uit voorzorg maar in geval van een ongunstig scenario voor Georgië een aanvullende bron van financiering. Zodoende houdt ook Atradius bij de voorgenomen beleidswijziging een vinger aan de pols. Voor transacties op dit land zijn we u graag van dienst. Indien u vragen heeft dan kunt u contact opnemen met Paul Burger, Senior Economist op telnr. 020-553 2332 of per e-mail
[email protected]
Atradius, David Ricardostraat 1, Postbus 8982, 1006 JD Amsterdam Tel.+31 (0)20 553 26 93, Fax +31 (0)20 553 20 87, www.atradiusdutchstatebusiness.nl, E-mail
[email protected]
Nummer 6/2011 - december - Pagina 7
Creditnotes
Projectfinancieringsspecialisten bijeen in Amsterdam Ruim 25 exportkredietverzekeraars, afkomstig uit diverse werelddelen, kwamen op 21 en 22 november jl. in Amsterdam bijeen voor het Berner Unie-seminar voor projectfinanciering. De Berner Unie is de internationale brancheorganisatie van exportkredietverzekeraars. Gastheer en initiatiefnemer van het evenement was Atradius Dutch State Business. Op het evenement was er volop gelegenheid om ervaringen te delen en de laatste ontwikkelingen te bespreken. Ook waren enkele externe experts uitgenodigd. Projectfinanciering beslaat, volgens gegevens die door de Berner Unie zijn verzameld, circa 15% van het totale middellange volume aan exportkredietverzekering. Duidelijk werd dat er in de afgelopen twee jaar sprake is van een toename van rechtstreekse financiering door Staatskredietverzekeraars. Dit is het gevolg van een tekort aan of hoge prijs van lange funding bij commerciële banken. Vrijwel alle aanwezige Staatskredietverzekeraars voelen de effecten van de financiële crisis. Veel banken zijn terughoudender geworden bij projectfinancieringen. Daarbij komt dat sponsors van een project steeds vaker eerst een Staatskredietverzekeraar benaderen en daarna pas op zoek gaan naar banken. Sommige Berner Unie-leden vragen een vergoeding voor het onderzoek dat verricht wordt om de risico’s in kaart te brengen Dit houdt verband met het feit dat projecten vaak op het laatste moment niet door blijken te gaan, steeds vaker ook vanwege het niet beschikbaar komen van financiering.
verschaffen, maar ook het garanderen van institutionele beleggers zoals pensioenfondsen die hierdoor bereid zijn funding beschikbaar te stellen voor exportleningen (ook Atradius werkt hieraan, samen met de Staat). UniCredit Bank onderstreepte tijdens het seminar het belang van dergelijke initiatieven omdat die kunnen bijdragen aan het meer liquide maken van exportkredieten.
Project Finance Seminar in Amsterdam
Op de tweede dag van het seminar was er de gelegenheid specifieke onderwerpen dieper uit te werken in parallelle sessies. De hierin besproken onderwerpen betroffen: Voltooiingsrisico’s (is het project op tijd en binnen budget gereed?), financiering voor kleine projecten (hoe kunnen kleinere transacties geaccommodeerd worden?), financiering van duurzame energie (met aandacht voor de verschillende lokale regelgevingen) en schepen voor off-shore (specifieke vraagstukken met betrekking tot de financiering van winning van olie en gas)
Sommige Staatskredietverzekeraars hebben inmiddels initiatieven ontplooid met betrekking tot het makkelijker beschikbaar maken van funding. Voorbeelden zijn zelf herfinanciering
De nieuwe premiemethodiek van de OESO maakt het ook voor projecten belangrijk een projectrating te bepalen om de premie te kunnen vaststellen. Moody’s heeft tijdens het seminar haar methodiek voor kredietscore toegelicht aan de hand van een case study van een project voor vloeibaar gas. Daarnaast toonde Moody’s aan de hand van een grootschalig onderzoek naar insolventiepercentages van projectfinancieringstransacties over de afgelopen twintig jaar aan dat, in vergelijking met bedrijfsfinancieringen, projectfinancieringen een betere opbrengst na uitwinning laten zien (gemiddelde recuperatie 75%). Veel Staatskredietverzekeraars hebben inmiddels een ratingmodel in gebruik genomen voor projectfinancieringstransacties.
Nummer 6/2011 - december - pagina 8
Atradius, David Ricardostraat 1, Postbus 8982, 1006 JD Amsterdam Tel.+31 (0)20 553 26 93, Fax +31 (0)20 553 20 87, www.atradiusdutchstatebusiness.nl, E-mail
[email protected]
Het seminar werd afgesloten met een lezing door Nicholas Wong van het advocatenkantoor Clifford Chance die aan de hand van diverse voorbeelden de juridische implicaties besprak bij grensoverschrijdende projecten (zoals lange-afstandspijpleidingen). Wilt u meer weten over dit onderwerp dan kunt u contact opnemen met Alexander Otten, Project Finance Manager, op telnr. 020 553 3168 of per e-mail
[email protected].
Creditnotes
Atradius Dutch State Business en ICIEC gaan samenwerken Meer mogelijkheden voor export naar Midden-Oosten en Noord-Afrika Atradius Dutch State Business en ICIEC, de islamitische kredietverzekeraar, hebben onlangs een samenwerkingsovereenkomst gesloten. ICIEC is een multilaterale instelling met zetel in Djedda, Saoedi-Arabië. De samenwerking omvat de uitwisseling van debiteureninformatie en verzekeringstechnische ervaring alsmede het op elkaar laten aansluiten van kredietverzekeringspolissen als zowel Nederlandse exporteurs als bedrijven uit een van ICIECs lidstaten betrokken zijn bij dezelfde exporttransactie. ICIEC, een dochter van de Islamitische Ontwikkelingsbank, heeft meer dan veertig deelnemende landen, van Marokko tot Indonesië. De samenwerking kan ook tot extra ruimte leiden om Nederlandse exporttransacties mogelijk te maken, bijvoorbeeld naar landen waar wij tot nu toe beperkte capaciteit hebben, zoals sommige landen in Afrika en Midden-Azië. Als gevolg van de politieke gebeurtenissen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten is er een groeiende belangstelling voor verzekering tegen betalings- en politieke risico’s in deze regio’s
Wilt u meer weten over dit onderwerp, dan kunt u contact opnemen met Vinco David, hoofd International Relations, Development & Marketing, op tel nr 020-553 2333 of per e-mail
[email protected]
Ondertekening samenwerkingsovereenkomst door Johan Schrijver (Atradius) en Abdel Rachman Taha (ICIEC)
Atradius, David Ricardostraat 1, Postbus 8982, 1006 JD Amsterdam Tel.+31 (0)20 553 26 93, Fax +31 (0)20 553 20 87, www.atradiusdutchstatebusiness.nl, E-mail
[email protected]
Nummer 6/2011 - december - Pagina 9
Creditnotes
Atradius Dutch State Business verzekert groot landbouwproject in Angola Onlangs heeft Atradius Dutch State Business een polis afgegeven aan Tahal Group BV en ING Bank NV voor een groot landbouwproject in Angola. Het Quiminha-project betreft de ontginning van een gebied van circa 5000ha, ongeveer 50km van de hoofdstad Luanda in Angola. Deze grond zal worden ontgonnen voor landbouwdoeleinden, waarbij de productie bestemd is voor de binnenlandse consumptie. Op dit moment worden in Angola vrijwel alle groenten geïmporteerd, terwijl het land beschikt over één van de meest vruchtbare landbouwgronden van Afrika en daarnaast over grote voorraden zoet water beschikt. De uitvoering van het project zal ongeveer drie jaar in beslag nemen. In deze periode wordt het gebied voorzien van irrigatie, elektriciteit, een vernieuwd wegennet, 310 boerderijen met eigen landbouwgrond en 64 industriële boerderijen. Additionele infrastructuur en distributiecentra (inclusief koelopslag voor bijvoorbeeld eieren) zullen zorgen voor de verdere verspreiding van de producten die dit landbouwgebied op gaan leveren.
king van het fabricatie- en kredietrisico, alsmede aanvullende dekking en contragaranties voor de te verstrekken garanties. De goederen en diensten zullen worden geproduceerd of ingekocht in Nederland, Israël, Italië en deels lokaal. De dekking moet de herkomst van de goederen reflecteren.
Tahal bezit de vereiste expertise en ervaring Dit project wordt ontwikkeld door Tahal Group BV, tevens uitvoerder van het project. Tahal is onderdeel van Kardan NV, een in Amsterdam aan de beurs genoteerde onderneming. Tahal, van oorsprong een Israëlisch bedrijf, is een internationale speler met meer dan 60 jaar ervaring in waterprojecten (behandeling van afvalwater, ontzilting, irrigatie en landbouwprojecten). Tahal heeft onder meer projecten uitgevoerd voor het waterbedrijf van Luanda, het waterbedrijf van Belgrado, Servië, en verschillende waterbedrijven in Polen. In Ghana heeft het bedrijf projecten uitgevoerd op het gebied van waterbehandelingsinstallaties en het ontwikkelen van het waternet. Deze zijn mede mogelijk gemaakt door dekking van Atradius en het ORETprogramma voor ontwikkelingshulp.
Conclusie Doorslaggevend voor het succes van deze transactie is de voortdurende open communicatie geweest tussen de partijen (Tahal, ING en Atradius), de vastbeslotenheid van Tahal om het project te realiseren, de inspanningen van ING om de structuur voor elkaar te krijgen en de flexibiliteit van de herverzekeraars, Ashra en Sace. Alle partijen hebben een grote inspanning geleverd om deze transactie tot stand te brengen. Het is daarmee één van de eerste polissen onder het nieuwe beleid op Angola.
Financieringsbehoefte: de uitdaging De opdrachtgever, het Ministerie van Landbouw en Visserij in Angola, heeft Tahal tevens verzocht om financiering te arrangeren voor het project. De waarde van het contract bedraagt € 143 miljoen. Tahal heeft de hulp ingeroepen van ING om een passende financiering te structureren. De lening die is verstrekt heeft een looptijd van 7 jaar. Er geldt voor Atradius-dekking een onvoorwaardelijke zekerheidseis op Angola in de vorm van een garantie van het ministerie van Financiën, de centrale bank, de centrale overheid of Sonangol. In dit geval is de leningnemer het ministerie van Financiën. Exporteur en financier hebben Atradius verzocht om dek-
Hier wordt het Quiminha-project gerealiseerd
Nummer 6/2011 - december - pagina 10
De oplossing Tahal en ING hebben Atradius bereid gevonden om als hoofdverzekeraar op te treden in deze uitdagende casus. Het project is gefinancierd door middel van twee leningen. De eerste is een commerciële lening welke 20% van de contractwaarde financiert, zijnde de aanbetaling en een gedeelte van de lokale kosten. De overige 80% wordt gedekt door Atradius. Maar, aangezien er een substantieel deel van de goederen en diensten afkomstig is uit Israel en Italië, heeft Atradius, als hoofdverzekeraar, zich bij Ashra uit Israel en SACE uit Italië herverzekerd. Gezien de mogelijke milieu- en sociale implicaties van de transactie, heeft er tevens een uitvoerige milieutoets plaats gevonden.
Wilt u meer weten over dit onderwerp, dan kunt u contact opnemen met George van Praag, Senior Underwriter, op telnr 020 553 2321, of per e-mail george.van.praag@ atradius.com.
Atradius, David Ricardostraat 1, Postbus 8982, 1006 JD Amsterdam Tel.+31 (0)20 553 26 93, Fax +31 (0)20 553 20 87, www.atradiusdutchstatebusiness.nl, E-mail
[email protected]
Creditnotes
Exporteursbijeenkomst november 2011 Op 10 november j.l. vond de exporteursbijeenkomst van Atradius Dutch State Business plaats, die elk jaar wordt georganiseerd voor relaties, zoals exporteurs, banken en de overheid. De druk bezochte bijeenkomst begon met een presentatie van Johan Schrijver, algemeen directeur van Atradius Dutch State Business, over de recente ontwikkelingen op het gebied van exportkredietverzekering. Hij ging o.a. in op de economische ontwikkelingen in de wereld, zoals de groeivertraging in de Verenigde Staten en Europa. Daarentegen zet de groei in Latijns-Amerika en Azië door. Ook de groei in China blijft robuust, hoewel deze wel wat afvlakt. In Nederland zet de groei van de export na de krimp van 2009 vooralsnog door. Maar de eurocrisis begint wel z’n weerslag te krijgen op de funding van banken. Banken zijn terughoudend geworden met het aan elkaar lenen van lang geld. Als gevolg daarvan kunnen bedrijven moeilijker aan krediet komen. De exportkredietgarantie, waaraan samen met het ministerie van Financiën verder wordt gewerkt, zou daarbij uitkomst kunnen bieden. Die houdt in dat alternatieve investeerders zoals bijvoorbeeld pensioenfondsen export zouden kunnen financieren. Vervolgens introduceerde hij Bertholt Leeftink, DirecteurGeneraal Bedrijfsleven en Innovatie van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.
Bertholt Leeftink
Bertholt Leeftink ging in op het feit dat Nederland inmiddels meer dan 100.000 exporteurs van goederen en/ of diensten telt. Het zijn steeds meer kleine en middelgrote ondernemingen die over de grens gaan. Volgens de internationaliseringsmonitor 2011 van het Centraal Bureau voor deStatistiek (CBS) is het aantal exporteurs in de periode van 2002 tot 2009 gestegen met meer dan 35%. Leeftink: ‘Dit is goed nieuws want export is de motor van de Nederlandse economie’. Exporteurs zijn vooral actief in Europa, aldus recent EU-onderzoek. In opkomende markten ligt er voor het Nederlandse mkb nog veel terrein braak. Hierbij kan Atradius helpen. De bijeenkomst werd besloten met een netwerkborrel.
Benchmark 2010 Tijdens de laatste vergadering van de Rijkscommissie voor Export -, Import en Investeringsgaranties op 2 november jl. is een vergelijking gepresenteerd over 2010 van de Nederlandse Exportkredietverzekeringsfaciliteit met de staatsexportkredietverzekeraars (ECA’s) van de landen waar de belangrijkste concurrenten van onze exporteurs zich bevinden. Het gaat dan om de kredietverzekeraars in België, Duitsland, Zweden, Denemarken, Frankrijk, Italië, Spanje, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. In het algemeen was er, na de crisis van 2008 en 2009, in 2010 sprake van een sterk herstel van de wereldhandel. Toch was er geen spectaculaire toename van middellange en lange exportkredietverzekeringszaken. Dit was vooral het gevolg van het feit dat de export van kapitaalgoederen zich nog moeizaam herstelde. Over het algemeen bleek dat Nederland over de gehele linie genomen bestand was tegen de concurrentiedruk van buitenlandse ECA’s. Natuurlijk gold dat op het ene terrein meer dan op het andere. Zo presteerde Nederland relatief sterk op de onderdelen premies voor transacties naar opkomende markten en op het gebied van het productenassortiment. Wat betreft landenbeleid, premies op hogeinkomenslanden en buitenlands bestanddeel was de Nederlandse faciliteit echter minder concurrerend. Op het gebied van milieu- en sociale beoordeling scoort Nederland gemiddeld qua gevolgen voor de concurrentie. Net als vorige jaren kwam de eindbeoordeling daarmee uit op een A-/B+ rating op een schaal van A+ tot D. In sommige opzichten waren deze uitkomsten echter alweer ingehaald door de werkelijkheid. Zo heeft in september dit jaar de implementatie van het nieuwe OESO-premieakkoord plaatsgevonden en is er hopelijk een meer gelijk speelveld ontstaan op het gebied van premies. Ook op het gebied van landenbeleid is in het lopende jaar een belangrijke stap gezet, doordat de aanbevelingen van een werkgroep van de Rijkscommissie op dit gebied zijn opgevolgd en een systeem van gedetailleerde restricties vervangen zal worden door een eenvoudiger systeem, waarbij meer verantwoordelijkheid bij de acceptatie van Atradius komt te liggen. In de Rijkscommissie kwam een belangrijke observatie naar voren: in toenemende mate ondervinden Nederlandse exporteurs concurrentie van landen die niet gebonden zijn aan de afspraken die in OESO-verband worden gemaakt. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan China, India en Brazilië. Terwijl dus onze positie tegenover onze concurrenten in de ontwikkelde landen goed in de gaten wordt gehouden, blijft het zaak de basis van de afspraken die voor onze export gemaakt worden, zo breed mogelijk te maken en ook opkomende economieën, die steeds meer onze concurrenten worden, bij deze afspraken te betrekken. Indien u vragen heeft, dan kunt u contact opnemen met Bert de Jongh, Senior International Relations & Insurance Advisor op telnr. 020-553 2084 of per e-mail
[email protected]
Atradius, David Ricardostraat 1, Postbus 8982, 1006 JD Amsterdam Tel.+31 (0)20 553 26 93, Fax +31 (0)20 553 20 87, www.atradiusdutchstatebusiness.nl, E-mail
[email protected]
Nummer 6/2011 - december - Pagina 11
Landenbeleid voor ééntransactiepolissen ATRADIUS DUTCH STATE BUSINESS Situatie 8 december 2011 Atradius Dutch State Business verzekert namens de Nederlandse Staat betalingsrisico’s verbonden aan transacties van ondernemingen met buitenlandse afnemers. Voor inlichtingen over het landenbeleid kunt u zich wenden tot Jan Hoens, Afdeling Economic Research, Postbus 8982, 1006 JD Amsterdam, telefoon 020 553 2709; telefax 020 553 2087 of email
[email protected], of tot uw accountmanager. U kunt ook kijken op www.atradiusdutchstatebusiness.nl Deze informatie bevat slechts algemene richtlijnen over het Atradius Dutch State Business landenbeleid in een gecomprimeerde vorm en is met de grootste zorgvuldigheid samengesteld. Het is mogelijk dat er veranderingen hebben plaatsgevonden na publicatie. Atradius Dutch State Business aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor eventuele fouten. Onze aansprakelijkheid beperkt zich tot de verplichtingen die voortvloeien uit onze verzekeringspolissen. Middellang landenbeleid Het beleid is van toepassing op namens de Nederlandse Staat verzekerde ééntransactiepolissen met een krediettermijn van langer dan 12 maanden, alsmede contante aannemingswerken met een uitvoeringsduur langer dan 12 maanden. In Legenda 1. Geen beperkingen Het maximaal gedekte percentage bedraagt 95 voor commerciële en 98 voor politieke risico’s. In principe worden geen aanvullende zekerheden verlangd. 2. Voorwaardelijke zekerheidseis Uitgangspunt is dat een zekerheidseis wordt verlangd – onherroepelijk accreditief (ILC), bankgarantie danwel overheidsgarantie. Indien uit zeer goede recente informatie blijkt dat het om een financieel sterke debiteur gaat, kan mogelijk ontheffing van de zekerheidseis worden verleend. 3. Onvoorwaardelijke zekerheidseis Onherroepelijk accreditief (ILC), bankgarantie danwel overheidsgarantie. Hiervan wordt niet afgeweken. De precieze invulling van deze voorwaarde staat per land vermeld op www.atradiusdutchstatebusiness.nl
geval van verzekering van middellang krediet geldt een landenplafond. Het landenplafond is het theoretisch maximum dat de Staat in dekking wil nemen op een land. In praktijk kunnen er allerlei specifieke omstandigheden zijn waarom besloten wordt om dit landenplafond niet volledig op te vullen. Zo geldt voor ieder land waarvoor een landenplafond is vastgesteld een signaleringsplafond. Zodra het obligo op een land het signaleringsplafond bereikt, wordt samen met de Nederlandse Staat bezien of en hoe het landenplafond verder opgevuld kan worden. Ook wordt aangegeven welk gedeelte van het landenplafond reeds benut is (exclusief in behandeling zijnde aanvragen). Tevens zijn de middellange landenklassen vermeld voor het politieke risico, van 0 (zeer goed) tot en met 7 (slecht). De landenklasse is medebepalend voor de hoogte van de middellange premie en de hoogte van het landenplafond. Op landen voorzien van een (*) is sinds de datum van de voorafgaande publicatie van dit overzicht het beleid opnieuw vastgesteld. Dit hoeft niet noodzakelijkerwijs te betekenen dat het beleid dan is gewijzigd. Nadere informatie en uitleg van begrippen kunt u vinden op www.atradiusdutchstatebusiness.nl 4. Van geval tot geval beoordeling Iedere transactie wordt per geval door Atradius Dutch State Business op verzekeringsmogelijkheid beoordeeld. 5. Speciale faciliteiten Onder de reguliere exportkredietverzekeringsfaciliteit is geen dekking mogelijk. Onder speciale faciliteiten, zoals ORIO en SIF, zijn onder strikte condities dekkingsmogelijkheden beschikbaar. Ook voor kortlopende contante zaken zijn uitzonderingen mogelijk. 6. Geen dekking Voor kortlopende contante zaken zijn uitzonderingen mogeljk. Restricties a. gereduceerd gedekt percentage b verlengde wachttermijn c. speciale voorwaarden, raadpleeg uw accountmanager d. dekking opgeschort da dekkingsadviessituatie tc tekenclausule
Definities Absoluut landenplafond Het absolute landenplafond is het harde plafond dat de maximale exposure aangeeft voor een land. Dit absolute plafond mag in principe niet worden overschreden, tenzij door de Minister van Financiën in overleg met de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie wordt besloten dat dit wel is toegestaan. In dat laatste geval zal een premieopslag van 10% van de landencomponent kredietrisicopremie in rekening worden gebracht. Signaleringsplafonds Wanneer door de acceptatie van een zaak het signaleringsplafond * wordt overschreden zal het landenbeleid opnieuw worden bezien. De Minister van Financiën besluit, na advisering van de Commissie Advisering Risicobeheer**, tegen welke voorwaarden resterende capaciteit kan worden geboden. In geval van aanhoudende grote politieke en/of economische risico’s kan worden besloten deze capaciteit niet te bieden. Andersom kan bij ongewijzigde of verbeterde omstandigheden capaciteit tegen de reeds geldende voorwaarden worden geboden. Dekkingsadviessituatie Een dekkingsadviessituatie ontstaat door capaciteitsgebrek op een bepaald land. Een dekkingsadvies is geen verplichting voor de staat om een verzekering af te geven. Het is alleen een verzekeringstechnische beoordeling van een transactie. Indien op een later tijdstip weer ruimte ontstaat, zal de transactie opnieuw beoordeeld worden tegen de dan geldende voorwaarden, voordat eventueel een polis zal worden uitgereikt. Tekenclausule Een tekenclausule bij een nog niet getekend contract houdt in dat de verzekerde het contract niet mag tekenen voordat schriftelijke goedkeuring van Atradius Dutch State Business is verkregen. Een tekenclausule bij een getekend contract dat nog niet in werking is getreden en LAND
beleid
Afghanistan Albanië Algerije Andorra Angola
6 3 2, 3 4 3, contante zaken olie/gas: 2 4 5 4, alleen part. kopers 5 1 1 2 1 1 4 2 1 1 5 5 4 4 6
Anguilla Antigua en Barbuda Argentinië Armenië Aruba Australië Azerbeidzjan Azoren Bahama’s Bahrein Bangladesh Barbados België Belize Benin Bermuda Bhoutan Boeroendi
Nummer 6/2011 - december - Pagina 12
restricties
waarvoor een handeling van de verzekerde noodzakelijk is, houdt in dat deze handeling niet mag worden verricht dan na schriftelijke goedkeuring van Atradius Dutch State Business. DSA/DSF Nederland onderschrijft de IMF/Wereldbank uitgangspunten ten aanzien van de schuldhoudbaarheid van ontwikkelingslanden (Debt Sustainability Analysis, Debt Sustainability Framework). Dit betekent dat overheidskopers in deze landen slechts onder beperkende voorwaarden (de “concessionaliteitseis” en “good governance”-toets) nieuwe schulden mogen aangaan. In de kolom DSA/DSF is aangegeven hoe groot deze concessionaliteit dient te zijn indien het nietschenkingsdeel verzekerbaar is. Neem voor alle zaken waar de kolom DSA/DSF gevuld is contact op met uw accountmanager, want er zijn uitzonderingen op de concessionaliteitseis mogelijk. Structured Insurance Facility (SIF) Indien de reguliere EKV geen dekkingsmogelijkheden biedt op een land, kan onder strikte voorwaarden gebruik gemaakt worden van de Structured Insurance Facility (SIF). Hierbij worden transacties op particuliere kopers en particuliere banken dusdanig gestructureerd dat zij zich kunnen onttrekken aan de risico’s die aanleiding zijn om geen reguliere EKV te kunnen bieden. Voorwaarden: Totaal limiet faciliteit 200 mln euro, limiet van 30 mln euro per land en transactielimiet van 15 mln euro. Ja: part. kopers/banken in beginsel mogelijk Ja*: mits part. kopers/banken deviezen genererend * Relevant voor het bepalen van de overschrijding is het maximum-schade bedrag, niet het contractbedrag ** De leden van de deze commissie zijn vertegenwoordigers van het Ministerie van Financiën, Atradius Dutch State Business, het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
landen klasse
landenplafond (mln euro)
signaleringsplafond (mln euro)
benut DSA/DSF (mln euro) per 30-11-2011
7 6 3 0
1000 1500
100 1150
14 0
1000
400
30 1000 80 85
30 100 30 65
159 12 6 3
1000
250
55
500 1500 1000 500
125 650 150 50
99 19 0 28
80
30
22
500
100
0
6 6 6 7 6 4 0 5 0 3 4 6 4 0 6 6 2 6 7
SIF
Ja J, 30%
Ja
J, 35%
Ja Ja
5
Atradius, David Ricardostraat 1, Postbus 8982, 1006 JD Amsterdam Tel.+31 (0)20 553 26 93, Fax +31 (0)20 553 20 87, www.atradiusdutchstatebusiness.nl, E-mail
[email protected]
LAND
beleid
Bolivia Bosnië-Herzegowina Botswana Brazilië Brits Ter. Indische Oceaan Brunei Bulgarije Burkina Faso Cambodja Canada Canarische Eilanden Centraal Afrikaanse Rep Chili China Christmas Eiland Cocos (Keeling) Eilanden Colombia Comoro Eilanden Congo Kinshasa Congo Brazzaville* Cook Eilanden Costa Rica Cuba Curaçao Cyprus Denemarken Djibouti Dominica Dominicaanse Republiek Duitsland Ecuador Egypte El Salvador Equatoriaal Guinee Eritrea Estland Ethiopië Falkland Eilanden Faroër Eilanden Fidzji Eilanden Filippijnen Finland Frankrijk Frans Polynesië Gabon Gambia Georgië* Ghana* Gibraltar Goeam Grenada Griekenland Groenland Groot Brittannië Guadeloupe Guatemala Guernsey Guinee Guinee Bissau Guyana Guyana Frans Haïti Honduras Hongarije Hongkong Ierland India Indonesië Irak
5 5 1 1 4 1 2 5 5 1 1 6 1 1 1 1 2 6 6 6 4 2 6 1 1 1 5 3 1 5 4 2 5 5 2 5 4 1 6 2 1 1 4 2 6 3 4 4 1 5 1 1 1 1 3 1 6 6 5 1 6 3 2, 3 1 1 1 2 3,4
Iran Israël Italië Ivoorkust Jamaica Japan Jemen Jersey Jordanië Kaaiman Eilanden Kaap Verdië* Kameroen
6 1 1 6 6 1 6 1 3 4 5 5
restricties
b(6m)
landen klasse 6 7 3 3 0 2 4 7 6 0 0 7 2 2 1 1 4 7 7 6 3 7
c c
b(9m), c
0 0 6 7 5 0 7 4 4 7 7 4 7 3 0 7 4 0 0 1 6 7 6 5 1 0 6 0 0 0 0 5 0 7 7 7 0 7 6 0 1 0 3 4
b(6m) da uitsluitend contante zaken 7 6 0 0 7 6 0 7 0 0 2 5 6
landenplafond (mln euro)
signaleringsplafond (mln euro)
benut DSA/DSF (mln euro) per 30-11-2011
80 1500 2000
30 250 1500
10 0 107
500 1500 80 30
200 500 30 30
0 9
2000 2000
1500 1500
2 132
1500
1150
19
50 1500
10 750
14 0 0
100 2000
75 500
0 334
500 30 1000
50 30 150
37
30 1500 1500 30 80 1500 80
30 1150 400 30 30 350 30
1500
150
10
1000
100
0
350 400
100 100*
18 305
J, 35%
80
30
2
J, 35%
1000
200
0
30
30
0
1000 2000 2000
100 500 1500
85 0 0
2000 1500
1500
540 894
1000
200
110
2000
1500
8
1000
750
0
30 80
10 30
8 9
SIF
Ja ja
J, 35%
Ja Ja
Ja
J, 35% Ja
9 Ja* 13 39 0 0 0
J, 35%
Ja Ja*
J, 35%
Ja*
Ja
Ja
J, 35% J, 35%
Ja Ja
* voor nieuwe zaken Atradius, David Ricardostraat 1, Postbus 8982, 1006 JD Amsterdam Tel.+31 (0)20 553 26 93, Fax +31 (0)20 553 20 87, www.atradiusdutchstatebusiness.nl, E-mail
[email protected]
Nummer 6/2011 - december - Pagina 13
Landenbeleid voor ééntransactiepolissen ATRADIUS DUTCH STATE BUSINESS Situatie 8 december 2011 Legenda 1. Geen beperkingen Het maximaal gedekte percentage bedraagt 95 voor commerciële en 98 voor politieke risico’s. In principe worden geen aanvullende zekerheden verlangd.
Restricties a gereduceerd gedekt percentage b verlengde wachttermijn c. speciale voorwaarden, raadpleeg uw accountmanager d. dekking opgeschort da dekkingsadviessituatie tc tekenclausule
2. Voorwaardelijke zekerheidseis Uitgangspunt is dat een zekerheidseis wordt verlangd – onherroepelijk accreditief (ILC), bankgarantie danwel overheidsgarantie. Indien uit zeer goede recente informatie blijkt dat het om een financieel sterke debiteur gaat, kan mogelijk ontheffing van de zekerheidseis worden verleend. 3. Onvoorwaardelijke zekerheidseis Onherroepelijk accreditief (ILC), bankgarantie danwel overheidsgarantie. Hiervan wordt niet afgeweken. De precieze invulling van deze voorwaarde staat per land vermeld op www.atradius.com/nl/dutchstatebusiness 4. Van geval tot geval beoordeling Iedere transactie wordt per geval door Atradius Dutch State Business op verzekeringsmogelijkheid beoordeeld. 5. Speciale faciliteiten Onder de reguliere exportkredietverzekeringsfaciliteit is geen dekking mogelijk. Onder speciale faciliteiten, zoals ORIO en SIF, zijn onder strikte condities dekkingsmogelijkheden beschikbaar. 6. Geen dekking Voor kortlopende contante zaken zijn uitzonderingen mogelijk. LAND
beleid
Kazachstan Kenia Kirgizië Kiribati Koeweit Kosovo Kroatië Laos Lesotho Letland Libanon Liberia Libië* Liechtenstein Litouwen Luxemburg Maagden Eilanden (Brits)* Maagden Eilanden (U.S.A.) Macau Macedonië (fyrom) Madagascar* Madeira Malawi Malediven Maleisië Mali Malta Man Marokko Marokko Spaans (Ceuta/Melilla) Marshall Eilanden Martinique Mauretanië Mauritius Mayotte Mexico Micronesië Moldavië Monaco Mongolië Montenegro Montserrat Mozambique Myanmar (Birma) Namibië Nauru Nepal Nicaragua Nieuw Caledonië Nieuw Zeeland Niger Nigeria Niue Noord-Korea Noordelijke Marianen
3; olie gas: 2 3 6 4 1 5 3 5 3 3 3, 4 max 36 mnd 6 6 c 4 3 1 4 4 1 2 6 1 5 6 1 2 1 1 1 1 4 1 5 1 4 1 4 5 4 2 5 5 5 6 1 4 5 5 4 1 5 3 contante zaken olie/gas: 2 4 6 4
Nummer 6/2011 - december - Pagina 14
restricties
landen klasse
landenplafond (mln euro)
signaleringsplafond (mln euro)
benut DSA/DSF (mln euro) per 30-11-2011
5 6 7
1000 300
750
8 238
50 2000 80 1000 30 1000 1000 500
10 1500 30 500 30 50 350 150
0 9 0 0 0 0 0 0
1500
350
0
50
37,5
13
2000 1000
150 150
0 25 11
80
30
0
J, 35%
2000 1000 2000
1500 100 450
105 5 0
J, 35%
1500
1150
850
50
10
0
30 1500
30 300
2 0
2000 50 80
1500 10 30
526 0 0
500 80 30 80
50 30 30 30
0 0 0 2
1500 50 30 80
150 10 30 30
0 0 0 0
80 1000 50
30 200 10
0 46 0
2 7 5 7 5 5 7 7 7 0 4 0 2 0 2 5 7 0 7 7 2 6 0 0 3 0 0 7 3 1 3 7 0 5 6 7 6 7 3 7 7 1 0 7 6
SIF
J, 35%
Ja* Ja* J, 35%
Ja*
J, 35% Ja*
J, 35%
Ja
J, 35%
J, 35%
Ja Ja Ja
J, 35%
Ja Ja*
J, 35%
Ja Ja
7 0 Atradius, David Ricardostraat 1, Postbus 8982, 1006 JD Amsterdam Tel.+31 (0)20 553 26 93, Fax +31 (0)20 553 20 87, www.atradiusdutchstatebusiness.nl, E-mail
[email protected]
LAND
beleid
Noorwegen Norfolk eiland Oeganda* Oekraïne Oezbekistan Oman* Oost-Timor Oostenrijk Pakistan Palau Panama Papoea Nieuw Guinea Paraguay Peru Pitcairn Eiland Polen* Porto Rico Portugal Qatar Réunion Roemenië Rusland Rwanda Salomons Eilanden Samoa-Amerikaans Samoa Eilanden San Marino Saoedi Arabië Saô Tomé en Principe Senegal Servië Seychellen Sierra Leone Singapore Slovenië Slowakije Soedan Somalië Spanje Spitsbergen Sri Lanka St. Helena St. Kitts-Nevis St. Lucia St. Maarten St. Pierre et Miquelon St. Vincent en de Grenadinen Suriname Swaziland Syrië Tadzjikistan Taiwan Tanzania Thailand Togo Tokelau Tonga Eilanden Trinidad en Tobago Tsjaad Tsjechië Tunesië Turkije Turkmenistan Turks en Caicos Eilanden Tuvalu Uruguay VAE Vanuaatu Vaticaanstad Venezuela Verenigde Staten Vietnam Wallis en Futuna Westelijke Sahara Witrusland IJsland Zambia* Zimbabwe Zuid Afrika Zuid Korea Zweden Zwitserland
1 1 3 2 3 1 5 1 5 4 1 2 3 2 4 1 1 1 1 1 2 2 5 6 1 4 4 2 5 2 3 5 5 1 1 2 6 6 1 1 3,4 4 5 4 1 4 5 5 4 6 1 3 2 6 1 6 1 6 2 4 2 3 4 4 1
restricties
da
b(6m) b(6m)
da
c d
da
c
da
d d 2,3 6 1 2 1 1
landenplafond (mln euro)
signaleringsplafond (mln euro)
benut DSA/DSF (mln euro) per 30-11-2011
SIF
0 1 6 7 6 2 7 0 7
1000 1000 1000 2000 40
50 400 100 1500 10
0 224 18 861 0
J, 35%
Ja Ja
J, 35%
Ja
30 50 1500 1000 1000 1500
30 10 400 75 100 1150
34 0 27 0 0 8
2000
1500
0
2000
1100
72
1500 2000 55
500 1000 25
3 358 12
50
10
0
2000 40 1000 1000 30 80 2000 2000 2000
1500 10 150 100 30 30 1500 1050 1500
127 0 0 43 0 1 37 0 0
3 5 5 3 2 0 0 0 2 0 4 3 7 7 0
c 4 4 6 1 3 4 6
landen klasse
1 2 7 6 6 7 7 0 0 0 7 7 0 0 6 3 7 6 1 6 7 6 7 7 1 6 3 7 2 7 2 7 0 3 4 6 3 3 3 0 7 0 5 1 7 7 7 6 7 3 0 0 0
300
Ja
Ja
J, 50%
Ja
Ja
J, 50% J, 35%
Ja
Ja*
125
30 500 25
30 25 20
0 0 0
Ja
30 30 500
30 30 50
0 18 0
Ja Ja
2000 1000 2000
1500 100 1500
1 171 0
2000
1000
3
2000 1500 1500 100
1500 1150 1150 100
0 0 197 0
50 1500 1500 50
10 1150 1150 10
0 0 670 0
1500
1814
30 1000
30 100
0 0
1500 2000
1150 1500
77 1
Atradius, David Ricardostraat 1, Postbus 8982, 1006 JD Amsterdam Tel.+31 (0)20 553 26 93, Fax +31 (0)20 553 20 87, www.atradiusdutchstatebusiness.nl, E-mail
[email protected]
J, 35%
J, 35%
Ja Ja*
Nummer 6/2011 - december - Pagina 15
Creditnotes