Jaargang 2012 - 2013 Nummer 2
Voorwoord Het zal er toch van moeten komen: het veurweurd. Het mag deze keer eigenlijk geen probleem opleveren, want er behoeft maar driekwart pagina gevuld te worden en dat met een item waarmee minstens een tiental pagina’s gevuld zouden kunnen (én moeten) worden. Ondanks alle smeekbeden, beloftes en alternatieven, door de achterblijvende redactieleden gedaan of aangedragen, is een prominent lid toch tot de conclusie gekomen de energie dewelke redactioneel werk vraagt beter te kunnen gebruiken in de veel belangrijker functie die zij bekleedt binnen onze vereniging. Mieke Rijnen is dit nieuwe seizoen gestopt met haar redactionele bemoeienissen om zich nog meer te kunnen wijden aan haar taak van voorzitter. Redactionele droefenis vanwege haar besluit, dank echter voor de jaren van toewijding, zorg én verzorging, want bij Mieke vergaderen was altijd een feestje! Aangezien het altijd het streven van de redactie is geweest de leden mee te laten schrijven aan de Uitkomst werden indertijd rubrieken als “de Pen” en “Met het mes op tafel” gestart, want - ons kent ons - je biedt jezélf niet zo gemakkelijk aan om iets te produceren. Voor Mieke’s charmes bezweek echter iedereen, zij vond elke keer weer “slachtoffers”, die na hun zwoegend schrijfwerk uiteindelijk toch enthousiast en trots terug konden kijken op dat wat hen aanvankelijk onmogelijk had geleken: een stukkie! Wie weet heeft dat enthousiasme bij deze of gene toch een zekere schrijflust doen ontkiemen en wordt hij of zij enkel nog gehinderd door een teveel aan zelfkritiek … Schroom niet, duidelijk in al die jaren is wel geworden dat “men” interessante dingen doet, onverwachte hobby’s heeft, verre reizen maakt en zodoende veel verhalen kan … Gelukkig zijn er al enkelen die dat idealistische één-voor-allen-allen-voor-één-idee delen en al jaren uit zichzelf kopij leveren en niet de minste! Ik noem twee van hen deze keer toch nog maar weer eens expliciet: Een Uitkomst zou geen Uitkomst zijn zonder de bridgebespreking “Napraten …” van Theo van Eekelen en verder vind ik persoonlijk een geschreven hoogtepunt de lotgevallen van Frans Rosenhart. Maar er schuilen meer schrijvers onder ons, wed ik. Mogen het ondanks alle trubbelen en recessie toch fijne feestdagen worden en een voorspoedig, maar vooral gezond 2013 … twééduizenddértien … of je ’n emmer leeg gooit …
….
201120122013
20092010
20072008
1
UITKOMST 37e JAARGANG Nr. 2, DECEMBER 2012
Bestuur Voor ik u, zoals ik beloofd heb, op de hoogte ga stellen van de huidige stand van zaken rond de oplichting moet me eerst iets van het hart. Het bestuur, en met name Wim, is u zeer dankbaar voor de begripvolle en betrokken manier waarop u heeft gereageerd op deze rampzalige gebeurtenis. We hebben daar veel steun aan gehad en het geeft ons een drive onze uiterste best te doen om alles ten goede te laten keren. Heel hartelijk dank daarvoor. De situatie nu is als volgt: Er is in twee keer totaal € 18.991,00 van onze rekening gehaald, waarvan de Rabobank iets meer dan de helft heeft kunnen onderscheppen. Onze schade bedraagt op dit moment nog € 8.382,00. Over een eventuele schadevergoeding hebben Wim en ik donderdag 22 november een gesprek gehad met de heer Houben, directeur van de Rabobank Hart van Brabant. Kees van Elderen en John Boeren, beiden zeer bekend met de gang van zaken in de bankwereld, hebben ons bijgestaan in dit gesprek. Tot mijn spijt moet ik u zeggen dat de heer Houben ons niet veel hoop kon bieden op een vergoeding, zelfs niet uit coulance. Hij beloofde wel nog eens naar de zaak te kijken om te zien of er toch iets te regelen valt. Wij worden hierover later nog ingelicht. Ondertussen hebben we in goed overleg met Wim en de Bridgebond de aansprakelijkheidsstelling van Wim in gang gezet teneinde een vergoeding te krijgen van de collectieve verzekering, die de Bridgebond voor bestuurders heeft afgesloten. Hiervoor zijn Wim en ik op vrijdag 18 november naar Utrecht geweest en hebben daar een goed gesprek gehad. Zij, als Bridgebond met duizenden leden, zijn ook bereid een pittige brief te schrijven naar de bank als die niet tot vergoeding overgaat. Daarnaast adviseerden zij ons, mochten we zowel bij de Rabo als via de verzekering niets terugkrijgen, een beroep te doen op het bestuur van de Bridgebond. In bijzondere gevallen geeft het bestuur financiële hulp aan bridgeclubs. Het is dus niet zeker of we hier ongedeerd uit komen, maar er wordt op verschillende fronten gewerkt. Naar aanleiding van deze gebeurtenis heeft Wim het besluit genomen als penningmeester en bestuurslid af te treden. Wij als bestuur hebben dit besluit met spijt, maar ook met respect en begrip geaccepteerd. We zijn blij u te kunnen meedelen dat Bertus de Groot zich bereid heeft verklaard deze functies te willen overnemen. Voor zijn benoeming zullen we in januari een korte extra algemene ledenvergadering bijeen roepen. U krijgt daar te zijner tijd bericht van. ---------------------------De lessen, of workshops zo u wilt, van Loes Poppelaars zijn ten einde. Er hebben 46 leden aan deelgenomen en ik heb zelf mogen constateren dat zij razend enthousiast waren. Wij zijn Loes heel erg dankbaar voor haar inzet, tijd en deskundigheid. Over een eventuele voortzetting van de lessen, het tijdstip en de vorm zullen we in gesprek gaan met Loes. Tenslotte wenst het bestuur u een sfeervolle en warme kerst toe. Daarnaast wensen we u allen een gelukkig 2013 in een goede gezondheid. Namens het bestuur, Mieke Rijnen ---------------------------------
2
UITKOMST 37e JAARGANG Nr. 2, DECEMBER 2012
Notulen Algemene Ledenvergadering BC Berkel-Enschot 16 oktober 2012 Aanwezig zijn naast het voltallige bestuur 53 leden.
1.
Opening Voorzitter Mieke Rijnen opent de vergadering, met een speciaal welkom aan de twee ereleden: Harrie van Hoof en Theo van Eekelen. Het verheugt haar dat zoveel nieuwe leden de jaarvergadering bezoeken. In het algemeen is het afgelopen jaar goed verlopen. Met één kwestie heeft het bestuur echt geworsteld: het voortbestaan van de maandagavond. Uiteindelijk waren er te weinig leden om een verantwoorde competitie te organiseren. Natuurlijk heeft die beslissing wel wat leden gekost. We tellen er nu 183. Mieke vraagt aandacht voor de Sponsorcommissie. Bert van Zelst gaat stoppen. Zonder sponsoren geen Uitkomst. Een nieuw lid van deze commissie is dringend gewenst.
2.
Ingekomen stukken en mededelingen Ingekomen:
- 38 afmeldingen - het verslag van de kascommissie Mededeling: - Er kan na afloop nog gekaart worden. 3.
Notulen van de Algemene Ledenvergadering van 24 oktober 2011 Theo van Eekelen merkt op dat het bestuur nog niet heeft geantwoord op de vraag om een pauze na derde ronde. Voorzitter zegt dat het bestuur vindt dat de avond al lang genoeg is en dat eerder beginnen voor nog werkende leden niet goed mogelijk is. De notulen worden zonder wijzigingen goedgekeurd.
4.
Jaarverslagen commissies: BAC, BBH, TC, Redactie Bij de verslagen van TC, BAC, Redactie en BBH worden geen opmerkingen gemaakt. Voorzitter bedankt alle commissieleden: “De club drijft op jullie.”
5.
Samenstelling commissies De vacature in de BAC wordt ingevuld door Marga van Steen. Ook Anneke Remmers en Sophia van Abeelen hebben toegezegd in de BAC plaats te willen nemen. De BBH houdt op te bestaan. Initiatieven van het bestuur of van leden zullen worden gerealiseerd in samenwerking met de BAC.
6.
Jaarverslag Bestuur Er zijn geen op- of aanmerkingen.
3
UITKOMST 37e JAARGANG Nr. 2, DECEMBER 2012
7.
Financieel overzicht 2011-2012 en Begroting 2012 – 2013. Vaststelling contributie Penningmeeester Wim Westgeest licht enkele cijfers toe. Er zijn extra contributie-inkomsten doordat men de korting voor dubbellidmaatschap niet aftrekt. Er waren ook nog twee nieuwe aanmeldingen. We moeten ons zorgen maken om de kosten van het clubblad: we genieten nu twee jaar extra korting van de uitgever, maar betalen daarna weer het volledige bedrag. De vraag is of de advertentie-inkomsten op hetzelfde peil blijven. De webkosten zijn nu op een vast laag niveau. Voor de BAC is meer begroot: we vragen minder inschrijfgeld voor de Kerst- en Paasdrive en er zullen wat meer prijzen en hapjes zijn. John Boeren vraagt naar de betekenis van de post vooruitbetaald/vooruitontvangen. Het gaat om de financiering van het jubileumboek, die de club in vijf termijnen betaald krijgt. Bertus de Groot constateert dat er geen activa zijn opgevoerd (het materiaal dat de club in bezit heeft). Hij krijgt een bevestigend antwoord op zijn vraag of aangeschafte activa rechtstreeks afgeschreven worden van de daarvoor bedoelde reserve. Ben Maes: de aanschaf nieuwe bridgemates is duur. Moeten we meer reserveren? Er is genoeg algemene reserve en er zijn genoeg bridgemates. Harrie van Hoof vraagt of er niet extra gereserveerd moet worden voor het 50-jarig jubileum. Theo van Eekelen vraagt of het bestuur een antwoord heeft op de vraag hoe hoog reserves moeten zijn. Het bestuur wil de contributie niet verhogen. De vergadering gaat daarmee akkoord. John Boeren wil meer reserveren vanwege komende kosten. Dus moet de contributie omhoog. Er zijn voorstanders, anderen wijzen dit voorstel af. Loes Westgeest vraagt of het bestuur op de hoogte is van de situatie bij andere verenigingen. Vergelijken is moeilijk, bijvoorbeeld vanwege een groot verschil in zaalhuur. John Boeren vraagt het bestuur de financiёle toekomst uitvoerig te overwegen en volgend jaar met een voorstel te komen. Dat wordt toegezegd.
8.
Verslag kascommissie; verkiezing kascommissie Harrie van Hoof leest het verslag voor. Alles in orde bevonden. Ben Maes blijft lid van de kascommissie. John Boeren neemt de taak van Harrie van Hoof over.
9.
Bestuursverkiezing Aftredend zijn Francis Braat en Ruud Koningen; zij stellen zich herkiesbaar en worden herkozen. Het rooster van aftreden is nu: 2013: Mieke Rijnen; 2014: Wim Westgeest en Kees van de Ven; 2015: Francis Braat en Ruud Koningen.
10. Rondvraag Marco Klein Nagelvoort vraagt een groter lettertype te gebruiken bij de uitslagen; hij biedt zijn medewerking aan. Hij zou de behaalde Victory-points beter willen kunnen zien. Françoise Ackermann vraagt naar de precieze inhoud van de invallersregeling. Ze wordt verwezen naar het competitiereglement op onze site (bcbe.nl), waarin de regeling nauwkeurig beschreven is. Harrie van Hoof vraagt wat men vindt van een digitaal clubblad via de website. Daar is weinig animo voor.
4
UITKOMST 37e JAARGANG Nr. 2, DECEMBER 2012
Cok van Riel vraagt of de kaft niet te duur is? Nee, zegt Harrie, de sponsoren blijven vanwege de mooie kaft. John Boeren meldt dat tennisclub Haaren alle informatie digitaal verstrekt. De sponsorinkomsten zijn sterk gestegen. Johns interrupties leiden ertoe dat wordt voorgesteld hem te vragen voor de sponsorcommissie. 11. Prijsuitreiking slemcompetitie. Bedankjes Lenie Peters en Willy van Helmond eindigden als derde in de spannende slemcompetitie, Herma en Evert Cashoek werden tweede. De wijn ging naar Sjef Vorstenbosch en Kees van de Ven. Loes en Wim Westgeest worden zeer hartelijk bedankt voor vijf jaar BBH. Frans Vromans, die nu de TC verlaat, krijgt grote waardering voor alle inzet als wedstrijdleider op de maandagavond. Lenie Peters en Harm Sijbring ontvangen een bloemetje voor hun hulp. 12. Sluiting Voorzitter Mieke Rijnen dankt nogmaals alle werkers in de vereniging, speciaal haar medebestuursleden. Loes Westgeest grijpt daarna nog de microfoon en dankt op haar beurt Mieke en Ko Rijnen voor hun bijdrage in de BBH. Kees van de Ven, secretaris ----------------------------------------
Secretaria •
Ton van Egmond stopt na vele jaren helaas om fysieke redenen als assistent-wedstrijdleider op donderdag. Lenie Peters heeft aangeboden zijn taken over te nemen.
•
Op zaterdag 15 december is de Winterwandeldrive gepland: twee rondjes bridgen, een wandeling, twee rondjes bridgen, lunch, een wandeling, twee rondjes bridgen. Heel gezond voor lichaam en geest.
•
Op donderdag 20 december spelen we de Kerstdrive. Een mooie gelegenheid om de saamhorigheid in de vereniging nog eens gestalte te geven.
Wenst u vrolijke Kerstdagen en een gezellige jaarwisseling, Kees van de Ven, secretaris -----------------------------------
Dinerdrive 17 februari 2013 (zondag ná carnaval) Reserveert u alvast die datum! Bijzonderheden volgen. 5
UITKOMST 37e JAARGANG Nr. 2, DECEMBER 2012
Arbitragehoek Naar aanleiding van een voorval op een van onze speelavonden wil ik het in deze rubriek nogmaals hebben over het wijzigen van de bieding. Volgens lid A van artikel 25 van de spelregels mag een speler een niet bedoelde bieding vervangen door de voorgenomen bieding tot het moment dat zijn partner een bieding doet en dus niet tot het moment dat de linkertegenstander een bieding doet. In lid B van dit artikel gaat het om andere wijzigingen dan in lid A beschreven. De wedstrijdleider/arbiter beoordeelt of lid A of lid B van toepassing is en bepaalt of de bieding gewijzigd mag worden (en niet de tegenpartij). Het is van belang zo snel mogelijk de wedstrijdleider/ arbiter aan tafel te roepen. Wat gebeurde er op die bewuste avond: Zuid opende met 2♣. Partner Noord reageerde hierop zodanig dat Zuid ontdekte verkeerd te hebben geboden en de bieding verving door 1SA. De reactie van Noord is al een overtreding tegen de juiste gang van zaken. In artikel 74 lid C4 wordt als voorbeeld gegeven: een opmerking tijdens het bieden, bedoeld om de aandacht te vestigen op een belangrijk gegeven. Noord had gewoon de 2♣-opening moeten alerteren en dan had Zuid de vergissing op een normale manier ontdekt. Hoe is in dit geval de verdere gang van zaken? De wedstrijdleider/arbiter neemt de Zuidspeler mee van tafel om naar de reden van de wijziging van de bieding te vragen. Bij een verpakking in de biddingbox is lid A van toepassing en mag de bieding vervangen worden. Maar het “1SA-kaartje” zit links in de biddingbox en het “2♣-kaartje” rechts. Een verpakking lijkt onwaarschijnlijk. De wedstrijdleider/arbiter kan aan de hand van het aantal punten en de kaartverdeling, eventueel in combinatie met het raadplegen van de systeemkaart, beoordelen of er sprake is van een niet bedoelde bieding en de wijziging toestaan. Als de wijziging van de bieding echter gebaseerd is op een verandering van gedachte is lid B van toepassing. De wijziging van de bieding mag geaccepteerd worden door de linkertegenstander. (De wijziging wordt geaccepteerd als de linkertegenstander bewust een bieding doet na de wijziging.) De tweede bieding wordt gehandhaafd en de bieding gaat verder. Als de wijziging niet wordt geaccepteerd, wordt de oorspronkelijke bieding gehandhaafd en de bieding gaat verder. P.S. Bij navraag bleek dat bij de voorgenomen bieding van 1SA het 2♣-kaartje per ongeluk was meegenomen. Wim Westgeest
6
UITKOMST 37e JAARGANG Nr. 2, DECEMBER 2012
Borrelpraat Zo, eerst even een borreltje. Dat ontspant en bevordert – zeker voor een man – de communicatie. Het praat wat makkelijker, maar wel met het risico dat je dingen zegt die je beter niet had kunnen zeggen. Net als bij bridgen: je mag wel communiceren, maar niet te veel. Nu menen veel bridgers dat aan communiceren geen grenzen worden gesteld. Zeker in tijden van overdenken en naastenliefde. Maar het leidt helaas vaak tot gezeur en gezwam (synoniemen van borrelpraat). En de liefde zit er dan even niet in. Oké, het sociale aspect is voor veel bridgers net zo belangrijk als het spel zelf. Helemaal waar. Maar als de communicatie een gespeeld spel betreft, zijn de bedoelingen vaak minder sociaal. Tot ergernis van de anderen aan tafel. Artikel 74 zegt: Een speler behoort zorgvuldig iedere opmerking of handeling te vermijden die ergernis of verlegenheid zou kunnen veroorzaken bij een andere speler of het genoegen van het spel zou kunnen verstoren. Ja, de communicatie moet wel prettig blijven. Vaak kan men beter over de hond, de kleinkinderen of ziekenhuisbezoek praten, maar wel nadat alle vier spellen zijn gespeeld. Ikzelf heb de neiging om aan de drank te raken als ik tijdens het spel word aangestaard. Mijn concentratie gaat dan naar de knoppen. En als ik vraag waarom ik zo word aangestaard, krijg ik geen goed antwoord. Zelfs niet “omdat je er zo knap uitziet”. Artikel 74C5 steunt me, maar daar roep je de arbiter niet voor. Geef me dan maar een borrel . . . . . Ik ben dan ook jaloers op spelers, die wél tegen dat staren kunnen. Maar wat moet ik denken van een echtpaar, waarvan de een de ander nadrukkelijk aankijkt? Kan hij nog steeds z’n ogen niet van haar af houden? Wil hij dat zij een borrel voor hem bestelt? Of kan hij – na 40 jaar huwelijk – met haar lezen en schrijven? Ach, wat een kletskoek. Laat ze toch . . . . Een speler mag informatie bij het bieden of spelen gebruiken als de informatie voortkomt uit het reglementaire bieden en spelen van het betreffende bord. Ik denk dat dit artikel (16) het meest overtreden wordt, zonder dat dat opvalt. Wie niet sterk is moet sluw zijn. Maar een beetje verdraagzaamheid kan geen kwaad, zeker niet in tijden van naastenliefde en goede voornemens. Laten we daar het glas op heffen! Ruud Koningen Naschrift: Ga naar www.bridge.nl/documenten/Spelregelboekje2007_2edruk.pdf, als je de artikelen en reglementen zelf wilt nalezen. ---------------------------------
Schoppen…
Bridge is like sex: “If you don't have a good partner ………, ……. you'd better have a good hand” Mae West 7
UITKOMST 37e JAARGANG Nr. 2, DECEMBER 2012
Kerstverhaal In de jaren 60 schaften vele gezinnen een encyclopedie aan, die deel voor deel kwam en duur betaald werd: de Winkler Prins. Dat moest nu eenmaal. Net zoals je er heden ten dage er niet bij hoort als je geen i-pad hebt. Momenteel is alles op internet te vinden, met Wikipedia als waardige opvolger van de Winkler Prins. Die laatste kun je nu zelfs op Marktplaats aan de straatstenen niet kwijt. Oud papier geworden. In mijn hoofd had het verhaal post gevat dat de Germanen de kortste dag vierden met een dennenboom en dat de Christelijke zendelingen dat hebben vermengd met de geboorte van Jezus. Na tientallen jaren van dwalen komt de ontnuchterende werkelijkheid van Wikipedia op je monitor: In de Romantiek (begin 19e eeuw) doken theorieën op dat de kerstboom een Oudgermaanse oorsprong zou hebben, waarbij de boom (eik) centraal stond in een midwinterviering (eigenlijk de kortste dag). Mogelijk werd die boom dan verlicht. Als de boom in de winter oud was, werd deze verbrand voor warmte. Tegenwoordig gaat men er echter vanuit dat de kerstboom niet ouder is dan de 19e eeuw. De traditie van de kerstboom is komen overwaaien uit het 19e-eeuwse Duitsland en door immigranten naar Nederland meegenomen. Hoe ontnuchterend! Dat maakt meteen begrijpelijk dat de Kerstboom geen deel uitmaakt van het lied “Stille Nacht, Heilige Nacht”. Dit lied was er eerder dan de traditie om in Kersttijd een dennenboom in huis te halen. We hadden thuis dus een kerstboom, met bovenin een piek. In Brabant werd daar vroeger anders over gedacht, zo liet mijn levenspartner mij weten. Een kerstboom was heidens en bij vele Brabantse gezinnen kwam zo’n ding niet in huis. Later mocht het wél, maar niet met een piek erop. Het moest een ster zijn, de ster van Bethlehem. In het Evangelie volgens Lucas staat dat Jezus na zijn geboorte in een voerbak voor het vee werd gelegd. Daaruit werd geconcludeerd dat de geboorte in een stal plaatsvond. De invoering van de kerststal wordt toegeschreven aan Franciscus van Assisi, die omstreeks het jaar 1200 in Italië leefde. Naast Jezus, Maria en Jozef zijn vaak ook andere figuren aanwezig die in het kerstverhaal voorkomen, zoals herders - eventueel aangevuld met enkele schapen - en de drie koningen met een of meer kamelen. Verder behoren de os en de ezel vaak tot de groep. Mijn levenspartner kon me nog meer vertellen over de kerststal en alles wat daarbij kwam kijken. Zo’n stal had ik vroeger thuis niet, dus ik was een en al oor. Vlak voor Kerst kwam de stal met bijlagen uit de doos en ergens prominent in de woonkamer opgesteld. Jezus, Maria en Jozef waren wel mooi en heilig, maar niet zo spannend. Met de drie Koningen was meer te beleven: ze werden eerst en bijna onzichtbaar achter de van rotspapier gemaakte bergen gezet, samen met een kameel. Elke dag werden die vier figuren stukje bij beetje naar het kindeke Jezus geschoven. Als kind had je haast en schoof je een te groot stuk. De hele boel werd dan weer door sPa of sMa wat teruggeschoven, want de figuren mochten pas op 6 januari bij de kribbe staan. Na veel moeite bereikten ze netjes op 6 januari hun bestemming. Ze moesten wel om de ezel en de os heen manoeuvreren en dat vergde de nodige stuurmanskunst. Kennelijk is de Paus daar niet erg bedreven in, want onlangs heeft hij die twee arme dieren ritueel geslacht. Ze zouden niet in de Kerststal thuishoren! Het is voor hem te hopen dat hij in de Hemel niet tegen Franciscus van Assisi aanloopt.
8
UITKOMST 37e JAARGANG Nr. 2, DECEMBER 2012
In den beginne hadden we alleen échte dennenbomen. Zo een met een houten kruis, dat met een grote spijker onder aan de stam was geslagen. Een nogal wiebelige constructie en menig boom viel ’s nachts met veel geraas om. Later kregen we zo’n plastic groen ding met drie vleugelmoeren. Daar konden we de stam in doen (zonder kruis) en met die moeren recht en vast zetten. Ook niet zo stabiel, maar er kon water in met de gedachte dat de naalden langer stand hielden. Geen wonder dat de kunstboom aan populariteit won. Net als de elektrische kaarsjes: gemak dient de mens. Toen we nog geen kunstboom hadden, namen we er een met kluit. Dat suste ons natuurlijk geweten, want na gedane arbeid ging de boom de tuin in. En als hij aansloeg, zou hij 20 jaar later alle licht uit de tuin wegnemen. In Nederland geldt de ongeschreven regel dat kerstbomen en andere kerstversieringen pas na Sinterklaas mogen worden aangebracht. Maar dat lukt niet erg in de winkels. Winst is tegenwoordig belangrijker dan traditie. Volgens de overlevering brengt het ongeluk als de kerstboom na Driekoningen nog in huis staat. Maar ja, van een kunstboom met (al dan niet zenuwachtig knipperende) kunstlichtjes wil je zo lang mogelijk genieten en nam je het risico maar. Als Hagenaar herinner ik me een andere plaatselijk gebruik. In de jaren zeventig en tachtig was het in Den Haag populair bij grote groepen jongeren om kerstbomen te verzamelen en die in “eigen beheer” op een kruispunt of een plein te verbranden. Ook een lichtfeest, maar dan wat ruiger. Het kon er in die tijd heftig aan toe gaan tussen buurtgroepen onderling met gewonden tot gevolg. Deze traditie stond beter bekend als “Kegsbome rausen”. Vanaf de jaren negentig werd het in eigen beheer verbranden van kerstbomen steeds minder toegestaan vanwege de hoge kosten van asfaltreparaties en de onveilige situatie voor bewoners in de directe omgeving. Wel jammer! Net als vorig jaar is het altijd weer leuk om in je eigen verleden terug te kijken. Om de kenmerkende gebeurtenissen nog eens voor de geest te halen. Als niet autochtone Brabander ben ik nu wel uitherinnerd. Misschien dat een van onze lezers zich veel meer herinnert, dat als basis kan dienen voor het Kerstverhaal 2013. Begin er nu vast aan: je kunt het in Kersttijd beter voelen en opschrijven dan in november. Ik wens u allen een mooi Kerstfeest toe. Wellicht een beetje met het gevoel van vroeger? Met dank aan Wikipedia. Ruud Koningen
9
UITKOMST 37e JAARGANG Nr. 2, DECEMBER 2012
Hart van Brabantdrive Zaterdag 6 oktober 2012 1 2 3 4 5 6 -8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 --21 22 23 24 25 26 --28 --30 31 32 33 34 35 36
Herman Wortman & Ad den Dekker Mieke Boonstra & Eize Boonstra Rianne van Gorp & Yvonne van Riel Lieke Zwaans & Netty Zwaans Harrie van Hoof & Frans Vromans Joke van Ammers & René van Ammers Mieke Rijnen & Ko Rijnen Cia de Jong & José de Nijs Jeanette Brekelmans & Frie Brekelmans Mies de Jong & Wim de Jong Corry Elisen & Jo Pijneburg Thea van Kemenade & Steffie Puls Mies Rosch & Wil Sluis Josien Galiart & Frans Ansems Kees van de Ven & Sjef Vorstenbosch Hannie Bijvelt & Riet van Stiphout Imkje Cancrinus & Peter Zwart Maria van den Broek & Corry Wirken Roger Bogaers & Jeanne de Kort Joke van Zeeland & Maria van Zeeland Cis Panis & Saskia Panis Jeanne van der Heijden & Miek Rens Audrey Tauner & Majorie v. Raamsdonk Henny v. de Ven & Henny v. de Westen Marian Schmitz & Lucie Slangen Marianne Mijland & Jeanne Mommers Riet van Kuik & Jo van Lier Olga van Eekelen & Theo van Eekelen Paula Krouwels & Rien Brooijmans Lientje van Gils & Ria Jansen Tiny van Aerle & Wim van Aerle Jetty Schuurmans & Ger van der Aa Cees Botermans & Theo Kleintjens Francis Braat & Dirk Braat Ernst Jacobs & Jan-Hendrik Smits Lenie Peters & Jozé Versteden
37 38 39 40 --42 43 44 45 46 47 48 49 --51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72
67,60 65,05 62,35 60,20 58,78 58,67 58,67 58,11 58,06 57,70 57,14 56,84 56,58 55,51 55,26 55,10 54,18 53,98 53,88 53,88 53,78 53,72 53,57 53,42 53,27 52,96 52,96 52,70 52,70 52,14 52,09 51,73 51,53 51,38 50,82 50,77
10
Dineke Borgman & Roel Borgman Zus Keijsers & Gonnie Kleijn Marie van Ingen & Riet Peer Diny van Doremalen & Hans Ridderhof Annie Sas & Wil Schilthuizen Huub Harmsen & Kees van Bladel Wies Eickhout & Jean Leijs Mari-Ann Boers & Theo Boers Elly de Kock & Len ten Tuijnte Marjolein Beynon & Wil Tap Thecla van Mierlo & Pieter Sluis Irene Barnhoorn & Peter Baptiste Riki Peijs & Mieke Storimans Marion Hoekstra & Toos Smulders Ine Bierhuizen & Carlijn Eras Willy v. Helmond & Marianne van Kuijk Marco Klein Nagelvoort & Ben v. Rooij Marian Jacobs & Ans Stoops Françoise Bartels & Karel Verstappen Henriëtte Smulders & Hennie van Tuijn Louis Donders & Cis Eekelaar Nel van Betten & Hanneke de Vries Jeanne & Henk van Doremalen Els Vermelis & Loes Westgeest Martje van den Broek & Karin Schoofs Diny Goossens & Laurent Goossens Petra Hendriks & Leny van de Ven Willy van der Aa & Mart Keusters Frans van Beek & Piet Deuss Jettie Groels & Els Struijcken Loes Poppelaars & Carel Schuurmans Isabel Teeuwen & Hannie van der Veer Willeke van de Louw & Bep Voermans Corry Brok & Paula Jansma Anja van Haren & Rina Hoefnagel Margot Troost & Marijke Verhaeren
UITKOMST 37e JAARGANG Nr. 2, DECEMBER 2012
50,77 50,20 49,95 49,90 49,90 49,18 49,03 48,11 47,55 47,14 47,09 46,79 46,43 46,33 46,22 45,92 45,71 44,74 44,64 44,59 44,44 44,29 44,23 43,62 43,57 43,42 43,27 43,01 42,65 41,53 41,02 39,59 39,08 35,10 32,14 31,73
Napraten met TEEVEE Een leven lang leren Uit het succes van de bridgecursus van Loes Poppelaars voor onze leden valt op te maken dat velen nog wel bij willen leren. Hoeveel je er ook geleerd hebt, je beseft ook beter dat je nog veel te leren hebt. Vandaar dat ik dit keer een afspeelprobleem bespreek van een spel dat onlangs in de huiskamer voorkwam. Zuid speelt 3 SA. ♠ ♥ ♦ ♣ ♠ ♥ ♦ ♣
V964 V85 754 765
HB72 10 4 V632 AB9 N
W
O ♠ ♥ ♦ ♣
Z 10 8 5 AB73 A H 10 V 10 4
♠ ♥ ♦ ♣
A3 H962 B98 H832
Opvallend in dit spel is de vlakke verdeling en het feit dat je direct maar vijf slagen kunt meenemen: drie azen, ♦H en ♦V. Er zal dus nog het nodige ontwikkeld moeten worden, bijv. via het nemen van snits. Hoe pakken we dat aan bij een uitkomst met ♣7 (top van niks). Maak een speelplan voor u verder leest. U neemt de snit; die mislukt en de tegenstanders spelen steeds klaveren als ze aan slag komen. De ruitens leveren drie of vier slagen op. Maak geen haast om deze maken, want misschien verliest u onnodig een ruitenslag als een tegenstander ruitenboer in vieren tegen heeft. Na ruiten is schoppen uw beste kleur en wordt dus werkkleur. Hier probeert u slagen te ontwikkelen. Zet ♠10 voor en kijk wat West doet. West is de tweede man en speelt laag, tenzij hij een goede reden ziet om dat niet te doen. Een heel moeilijke beslissing. Speelt West laag, dan Noord ook en blijft Noord met HB7 achter V96 van West zitten en kunnen N/Z drie schoppenslagen maken. Het beste is dus om de 10 te dekken met de vrouw. Nu maakt N/Z maar twee schoppenslagen. Dan de aanpak van de hartens. Handel als met de schoppens, dus vanuit Noord de 10 voor. Nu staat Oost voor de moeilijke beslissing: dekken of niet. Oost kan nu zien dat ♥H er niet uitgesneden kan worden omdat Noord maar twee hartens heeft. Het lijkt dus voor de hand te liggen om niet te dekken. Als Oost ♠A en ♣H gemaakt heeft, heeft hij geen entree meer om ♥H te slaan, want nadat Zuid ♥A gemaakt heeft, gaat deze natuurlijk niet de vierde harten spelen om Oost een kadootje te geven. Conclusie: ook hier is de beste beslissing van Oost om wél de heer te spelen. Zuid moet dan nog maar zien hoe hij een tweede hartenslag maakt. Met twee klaveren-, vier ruiten-, één harten- en twee schoppenslagen is 3 SA gemaakt. Theo van Eekelen ---------------------------
11
UITKOMST 37e JAARGANG Nr. 2, DECEMBER 2012
Met het mes op tafel Als Zeeuwse heb ik een voorkeur voor vis. Geboren in Oost Zeeuws-Vlaanderen kom ik uit het land van de schorren en de slikken vlak bij de Westerschelde. Als kind weet ik, dat er leurders langs de deuren kwamen met verse “Hollandse” garnalen, die wij bij de avondboterham opaten. Zelf pellen natuurlijk. Zo ook met de verse mosselen, die toen 1 gulden voor een emmer kostten, wat mijn moeder schandalig duur vond. Daarnaast bieden de Zeeuwse schorren en stranden allerlei lekkers. B.v. “lamsoren” als groente en “kreukels en haantjes” als kleine schelpdieren. Voor nu heb ik een recept van een lekkere visschotel in een modern jasje. Laat je fantasie de vrije loop. De hiervoor genoemde ingrediënten kun je er eventueel ook in verwerken. Benodigdheden voor 4 personen: -
1 pot paprika in het zuur ongeveer 600 gram witte vis (b.v. tilapia of kabeljauw) 3 1/2 dl crème-fraîche 3 el gehakte peterselie zout en peper
Ovenschaal invetten met boter. Pot paprika uit laten lekken. De helft hiervan klein snijden en de bodem van de schaal hiermee bedekken. Vis in stukken snijden en in de schaal op de paprika leggen. Peper en zout toevoegen. Crème-fraîche met rest van de paprika in keukenmachine of met staafmixer pureren. De crème-fraîche op smaak brengen met zout en peper en de peterselie er doorheen roeren en over de vis schenken. De schotel 20 min. in een op 200 graden voorverwarmde oven gaar laten worden. Lekker met tagliatelle en spinazie à la crème. Smakelijk eten Els Vermelis
3 él peterselie ….? Da’s meer dan twéé meter !!!!! 12
UITKOMST 37e JAARGANG Nr. 2, DECEMBER 2012
In gesprek met … Kees van Elderen en zijn vrouw Gerry. Kees speelt ongeveer zes jaar met Trix Zoontjes op dinsdagavond bij BCBE. Hij is ruim vijfentwintig jaar geleden op les gegaan in St. Oedenrode en heeft met tussenpozen op verschillende clubs gespeeld. Kees is geboren en getogen in “Rooi”. Zijn vrouw Gerry is een Tilburgse. Kees woonde vroeger in dezelfde straat als onze voorzitter en hij was op de lagere school dik bevriend met de broer van Mieke. Het toeval wil dat Gerry later in Tilburg stage heeft gelopen bij Mieke. De wereld is klein! Gerry werkt nog steeds in het onderwijs. Zij staat drie dagen per week voor de klas (groep zes) op basisschool “De Tovervogel” in Oisterwijk. Verder heeft zij nog een eigen bedrijfje. Ze geeft coaching en training. Kees en Gerry hebben een druk leven. Kees heeft elektrotechniek gestudeerd. Daarna moest hij in dienst en was daar officier in de verbindingsdienst. In die periode kreeg zijn vader, op drieënvijftigjarige leeftijd, een ernstig autoongeluk. Nadat hij tien weken in coma had gelegen, overleed hij. Om deze reden is Kees vervroegd uit dienst gegaan. Hij was toen vierentwintig jaar en ging op het accountantskantoor van zijn vader werken. Een collega nam de zaak over met Kees erbij. Hij is van voren af aan met studeren begonnen om dit vak te leren. Daar was de familie wel niet voor, maar hij had het naar zijn zin. Hij wilde dit echter niet blijven doen. Na vier jaar is hij bij de RABO-bank in Den Bosch gaan werken als medewerker Management Informatiesystemen en daarna doorgegroeid naar hoofd Bankzaken. In 1991 is hij in Oisterwijk komen wonen. Hij is daar twaalf en een half jaar directeur van de RABO-Bank geweest en heeft daarna nog twee en een half jaar bij Interpolis gewerkt als Interimmanager en consultant. Gerry en Kees wonen in het buitengebied van Oisterwijk. Ze hebben aan de voorkant een prachtig weids uitzicht over weiland. Achter het huis hebben ze een grote tuin, waarin ze regelmatig bezoek krijgen van hazen en konijnen. Het ziet er allemaal keurig verzorgd uit. Dit is een van de vele hobby’s van Kees en Gerry. Op mijn vraag of dat niet veel werk en dus veel tijd vergt, zeggen zij beiden dat het wel meevalt. Gras maaien doen ze “zittend en zwaaiend” op een maaimachine. Verder houden ze de tuin goed bij. Gerry bridget niet, maar ze rikken af en toe. Verder tennist Gerry, zij schildert en maakt prachtige keramiekschalen en beelden. Beiden golfen in Vught. Al werkt Kees niet meer, hij is toch alle dagen druk in de weer. Gerry is overdag weg en Kees bijna alle avonden van de week. De weekenden zijn daarom heilig. Die houden ze vrij voor elkaar.
13
UITKOMST 37e JAARGANG Nr. 2, DECEMBER 2012
Kees zit in de gemeenteraad van Oisterwijk. Hij is fractievoorzitter van de Partij Gemeente Belangen. Hier is hij dagelijks druk mee. Hij zit verder nog in het bestuur (als penningmeester) van de “Vereniging van Oisterwijkse Spelers”. Dit is een amateurtoneelvereniging met ongeveer veertig leden die één keer per jaar een aantal voorstellingen geven in het openluchttheater. Kees speelt zelf niet mee. Ze hebben drie kinderen. De oudste dochter (Marion) werkt bij Uitgeverij Sanoma als marketing manager van jeugdbladen. Bij deze dochter hebben ze twee kleinzoontjes. Een van drie jaar en eentje van negen maanden. Ze wonen in Leiden, maar komen regelmatig bij opa en oma logeren. Een gedeelte van de grote tuin is als speeltuin ingericht door Kees. De tweede dochter (Saskia) woont eveneens in Leiden. Zij is arts, gepromoveerd en nu in opleiding voor radiologe. Zoon Erik, de jongste, woont in Rotterdam en heeft bedrijfskunde gestudeerd. Hij werkt als manager bij KPN. Kees en Gerry zijn, door het werk van Gerry, gebonden aan de schoolvakanties. Ze maken dan mooie reizen. Met de caravan of met een gezelschap. Skivakanties staan ook op het lijstje. Er wordt iedere avond van de week door Kees gekookt, omdat Gerry overdag werkt. In het weekend kookt zij. Zo zijn de taken goed verdeeld daar in “Huize van Elderen”. Nu begrijp ik hoe het komt dat Kees op dinsdagavond vaak op het laatste nippertje binnen komt stuiven. “Nee hoor” zegt Gerry, “dat heeft daar niets mee te maken. Het is typisch Kees, die komt nooit ergens een minuut te vroeg”. Op mijn vraag hoe hij aan zijn bridgepartner Trix is gekomen zegt Kees dat hij door Harrie van Hoof aan haar is gekoppeld. Hij had zich opgegeven zonder partner en Trix liep ook “los”. Harrie is op een middag op bezoek gegaan bij Kees om te vragen of hij er iets voor voelde met haar te gaan spelen. Hij kende Trix als klant van de bank en de kinderen van Trix hadden bij Gerry in de klas gezeten. Dus zij was geen volslagen vreemde voor hem. Hij wilde het wel een jaar proberen met haar. Dat jaar is nu dus al uitgelopen tot een zesjarig partnership. Het bevalt hen kennelijk prima. Kees heeft het goed naar de zin bij BCBE. Loes Westgeest -----------------------------------------
Het Paar
14
UITKOMST 37e JAARGANG Nr. 2, DECEMBER 2012
Het Visitejongetje “Pst! Leon! Ben je nog wakker?” fluistert Loesje vanuit haar slaapkamertje naar haar broer. “Jaha!” antwoordt deze zacht. Op haar tenen, zodat vader en moeder het niet horen, loopt ze dan zacht met haar beer onder de arm naar het kamertje van haar broer om lekker bij hem onder de dekens te kruipen, want... ze heeft iets belangrijks te bespreken. “Zeg, Leon, het is al bijna Kerst.” begint ze. “Mm. Nou en? D’r zal dit jaar wel niks aan wezen. Het is de laatste tijd zo saai in huis. Mamma heeft vaak hoofdpijn en pappa zit maar in een boek te lezen...” “Ja, natuurlijk. Pappa moet toch studeren... maar ik weet wat, Leon. Dit jaar gaan we er echt een feest van maken. Ik heb een plaatje in een tijdschrift gezien en zo wil ik dat het wordt... Wacht, ik zal het eens halen. Pas jij even op Beer?” Even later komt ze met een tijdschrift aandragen, waarin een plaatje staat van een prachtig versierde kamer. De Kerstboomlichtjes branden zacht en door de raampjes zie je dat het buiten sneeuwt. Op tafel staan allerlei lekkere dingen uitgestald. Er zit een vrouw met een kind op schoot en een vader speelt met zijn zoontje op de grond met een trein. Helemaal rechts op het plaatje zit een vrolijke oma te dammen met een leuk joch. “Zie je, Leon. Zo moet het Kerstfeest zijn. Veel kaarsen, veel lekkers en heel veel gezelligheid.” Leon kijkt aandachtig, met een rimpel boven zijn ogen naar het plaatje. “Mmm,” bromt hij. Hoe wou je dat doen?” Loesje weet het wel. “We vragen aan moeder of we een cake mogen bakken. Die gaan we dan versieren met zilveren pilletjes en rode kersjes en van ons zakgeld kopen we kaarsen, witte, zoals hier. En we nodigen omaatje uit. Dat zal ze wel fijn vinden.” Leon knikt. Het lijkt hem wel leuk, maar zal moeder het wel allemaal goedvinden? Ze kijken samen nog eens naar het gezellige plaatje. “Kijk, Leon. Dit ben jij. Jij speelt met pappa samen met je trein. En dit ben ik dan. Ik zit bij mamma op schoot. Maar... (nu aarzelt ze even.) wie is dat dan?” “Nou,” klinkt Leons nuchtere antwoord, “Dat is een visitejongetje. Dat zie je toch?” Een visitejongetje? Waar haal je dat zo gauw vandaan? Het moet een leuke jongen zijn, met bruine krullen, die kan dammen met omaatje, net als op het plaatje. Leon weet een oplossing. “Hoor eens in je oor...” Loesje knikt. Jaja. Dat gaan ze doen. Als moeder een kwartiertje later boven komt, liggen de bengels heerlijk te slapen. Misschien dromen ze wel van het gezellige Kerstfeest. In de straat met de lage huizen loopt een jongen. Het is Jos. Hij is negen. Toch lijkt hij maar zes. Zijn ogen staan een beetje scheef. Z’n mond hangt altijd een beetje open. Jos is namelijk verstandelijk gehandicapt. Daar word je mee geboren. Daar kun je zelf niks aan doen. Jos is een mongool. Zo noemen ze dat. Waarom loopt Jos hier over straat? Woont hij hier soms? Nee, eigenlijk niet. Zijn moeder is ziek en nu logeert hij zo lang bij kennissen tot ze weer beter is. Jos verlangde zo naar huis, dat hij gewoon weggelopen is toen de mensen even niet opletten. Nu loopt hij te zoeken naar zijn eigen huis. Zachtjes praat hij in zichzelf. Waar is zijn huis toch? Woont hij hier nou... of niet? Achter een van de ramen in de straat zit een poes. Ah! Dat is zeker zijn Droppie. Blij tikt Jos tegen het raam en roept: “Droppie. Daar ben ik weer, beste Drop!” Maar Jos vergist zich. Want dit is niet zijn huis. Hier wonen Leon en Loesje. Loesje hoort het tikken. “O, Leon. Daar is het visitejongetje!” juicht ze. Gauw gaat ze open doen. “Daar ben ik,” zegt de jongen en stapt naar binnen. Leon die net aan komt rennen, kijkt heel vreemd op. Is dit het jongetje? Hij is zo anders dan andere kinderen... Tring! Omaatje heeft nog maar net een mooie Kerstplaat opgezet in haar gezellige kleine huis, als de telefoon gaat. Het is haar kleinzoon Leon. “Omaatje,” klinkt het opgewonden. “We hebben hier een visitejongetje, maar hij kan niet dammen en mamma en pappa zijn er niet.” “Wat?” antwoordt omaatje verbaasd, “Een visitejongetje? Ik snap er niks van. “Wat zeg je nou? Is het een Chineesje?... Weet je wat? Komen jullie maar even naar me toe en neem die jongen maar mee... Hè? Of je hem een hand moet geven? Nou... eh... Nee, je moet buigen. Dat doen Chinezen altijd... Wat zeg je? Vind je dat gek? Ja, ik eigenlijk ook. Nou, tot zo dan, hè” Oma legt de hoorn neer. Wat zullen we nou weer beleven, denkt ze. Daar vinden de kinderen zomaar een Chinees die niet kan dammen en ze moeten hem vasthouden, anders loopt hij weg. Wat een raar verhaal. Nou, ze zal zo
15
UITKOMST 37e JAARGANG Nr. 2, DECEMBER 2012
wel zien. Gelukkig wonen de kinderen dichtbij. Even later staan de drie kinderen voor de deur. Loesje, Leon en Jos. Omaatje doet nieuwsgierig open en schiet meteen in de lach. “Och, och, kinderen. Is dat nou het kind waar jullie het over hadden? Hoe heet je, vent?” “Jos.” bromt Jos verlegen. Hij snapt er niets meer van. Zijn poes was niet zijn poes. Zijn huis was niet zijn huis en deze oma is niet zijn oma. Maar Jos vindt haar wel lief. Als ze allemaal zitten, begint Loes haar verhaal. Ze vertelt dat ze echt Kerstfeest wilden vieren, precies als op het plaatje. Het verfrommelde blaadje wordt aan omaatje getoond. “Kijk, oma. Dit ben ik. Dit is Leon, pappa, mamma en u, maar ziet u wel dat er nog een visitejongetje bij hoort? En u had gezegd, dat we alles aan de Heer Jezus mochten vragen en toen...” “Hebben we d’r samen voor gebeden...” vult Leon aan. “Maahaar,” gaat Loesje onverstoord verder, “De Heer Jezus heeft het verkeerde jongetje gestuurd, want hij kan niks.” “Ik kan best wat.” bromt Jos beledigd. “Ik kan meziek maken...” Hij peutert zowaar een mondharmonica uit z’n zak en gaat heel voorzichtig spelen. “Stille nacht, heilige nacht.” Verbaasd hoorden de kinderen het aan. “t Is nog mooi ook. Alleen wat langzaam en bibberig. Wanneer het liedje uit is, slaat Jos zijn mondharmonica uit, bergt hem weer in zijn zak en zegt: “En nou moet u vertellen... van het kindje in de stal.” Omaatje slaat ontroerd haar arm om Jos en zegt: “Het verkeerde jongetje? Helemaal niet... Jos heeft gelijk. Er kan geen Kerstfeest gevierd worden zonder het verhaal van Jezus, hè Jos?” Jos lacht maar wat. Hij kruipt lekker tegen oma aan als ze met de Kinderbijbel op schoot gaat zitten vertellen. Het gaat over de Heer Jezus, die geboren werd in een arme stal, over herders die het grote nieuws van een engel hoorden en van rijke koningen die het baby’tje Jezus kwamen aanbidden. Vol aandacht luisteren de kinderen tot de bel gaat. Het zijn de mensen waar Jos logeert. Ze hoorden van buren dat hij met Loes en Leon mee was gegaan naar oma. Jammer, Jos moet weer weg, net nu het zo gezellig is. Oma geeft hem nog gauw een koekje uit haar trommeltje. “Mag Jos nog eens bij ons komen spelen?” vragen de kinderen. Ja hoor, het mag. “Dan ga ik jullie leren dammen,” zegt Jos trots, want dat kan hij echt een beetje. Kijk hem nou gaan. Tot het hoekje zwaait hij nog. Leon, Loesje en omaatje zwaaien terug. “Oma,” zucht Loes. “Het was echt een gezellige middag, nog gezelliger dan op het plaatje.” Oma lacht. “Ja, de Heer Jezus heeft ons echt het goede kind gestuurd. Ga nu maar gauw naar huis, kinderen, want de lantarenpalen branden al. En kijk eens. Volgens mij gaat het zelfs nog sneeuwen.” Hand in hand lopen Loesje en Leon door de zacht neerdwarrelende sneeuw naar huis. Twee kinderen die een kerstfeest beleefden, precies als op een plaatje. Auteur: onbekend Bron: bijbelverhalen.nl / copyright Josine de Jong
16
UITKOMST 37e JAARGANG Nr. 2, DECEMBER 2012
De Pen Van ping-pong tot bridge Toen Ko mij vroeg om “De Pen” van hem over te nemen, moest ik me wel verdapperen om ja te zeggen. Wat had ik zo’n elitair gezelschap te bieden? Plotseling schoot mijn rijke sportleven door mijn gedachten. Van welke clubs was ik allemaal lid geweest? Mijn eerste liefde was tafeltennisclub JCV uit Vught. Na ruim tien jaar zeer intensief gespeeld te hebben, bleek dat mijn capaciteiten meer bij het coachen lagen en slaagde ik er in om met Jongens 1 landskampioen te worden. Na de lagere school was ik in Den Bosch naar het St-Janslyceum gegaan en op deze school leerde ik hockeyen en zo werd ik lid van de plaatselijke hockeyclub. Bij het naar school fietsen en bij “rondjes om de kerk” bleek dat ik aardig kon fietsen en werd ik lid van W.C. Gerrit Schulte. Wie kon toen bedenken dat ik de Ronde van Berkel met vlijmscherpe sprints menig keer zou winnen? Een jongen moet ook gevoetbald hebben, althans dat vind ik. Ik was alleen niet hard genoeg om een basisplaats in het 1e team van Zwaluw VFC te veroveren. Ook ben ik enige jaren lid van volleyclub VVC geweest. Een liefde die later van pas zou komen bij mijn loopbaan als wiskundeleraar op het St-Odulphuslyceum. Odulphus had een bloeiende volleybalclub die zelfs enige jaren in de Eredivisie uitkwam. Maar van liefde gesproken, tussen al het sporten in, was ik Riet tegengekomen en het klikte snel tussen ons. Een vrolijke, sportieve meid, die ook aardig kon tafeltennissen en zo wonnen we in die tijd samen nog toernooitjes. Als wiskundige was ik ook in denksporten geïnteresseerd en toen Riet en ik in 1964 een flatje in ’t Zand betrokken, werd ik lid van schaakclub Wolstad en later na onze verhuizing naar BerkelEnschot van de Oude Toren. Riet en ik kregen twee vrolijke dochters en door de landelijke omgeving werden zij al snel besmet met het paardenvirus. Het begon met wat lessen in de manege en later sloten wij ons aan bij ponyclub De Jonge Cavalieren. Een club die stevig aan de weg timmerde. In 1980 werd tennisclub T.C. De Rauwbraken opgericht en dat was zo dichtbij dat we alle vier lid werden. Riet en ik vormden samen een ijzersterk mixeddubbel en bij het (V)Echtparentoernooi waren we moeilijk te verslaan. Yvonne en Lenny gingen studeren en dat betekende wegens tijdgebrek het einde van het leven met de paarden. Voor mij kwam er toen weer tijd voor de racefiets en menige col in de Alpen, Pyreneeën of Dolomieten werd beklommen. Nu met het vorderen van de jaren bij mij de kracht en snelheid afnemen, zie ik met trots dat Lenny en Yvonne met veel souplesse de Alpe d’Huez beklimmen. Maar alles op zijn tijd, want wat is er bij ons voor in de plaats gekomen? Nog een nieuwe tak van sport: BRIDGE. Eerst alleen met vrienden, maar sinds dit jaar ook fanatiek en toch gezellig bij BCBE. Dit was een samenvatting van een zeer gevarieerd sportleven, waar ik erg van heb genoten. Ik hoop u ook. Ton Klaassen -----------------------------------------
17
UITKOMST 37e JAARGANG Nr. 2, DECEMBER 2012
Het Pieterpad Het Pieterpad is een wandeling van het Groningse Pieterburen naar de Limburgse St. Pieterberg in Maastricht. De wandeling bestaat uit 26 etappes van 11 tot 24 km en hier komen de aanlooproutes nog bij. Het pad was een idee van de dames Toos Goorhuis Tjalsma en haar vriendin Bertje Jens. Ze hebben de wandeling in 1983 samengesteld en deze route wordt tegenwoordig onderhouden door de stichting Nivon omdat wegen in Nederland steeds veranderen. Het gehele traject is aangegeven met blokken rood/wit op bomen, verkeersborden, lantaarnpalen, bermpaaltjes, gebouwen enz. Géén aanwijzing op een kruising betekent gewoon rechtdoor lopen, anders staat er een pijl naar links of rechts. Een kruisteken betekent dat pad of die weg zeker niet nemen. De route staat in twee boekjes en hierin vind je tevens advies over schoenen, kleding, eten en drinken. De bezienswaardigheden, die op de route liggen staan vermeld en ook de bijzonderheden, die net buiten de route liggen zoals bijvoorbeeld de dikste eikenboom van Nederland; ook musea en kastelen staan er in. Het is wel opletten voor de afslagen, want soms loop je te kletsen over de kinderen of kleinkinderen en soms ook over het bridgespel. Je let even niet op en je loopt verkeerd. Gelukkig hebben we ook een gps; daar hebben we de route op staan en die gps geeft een kleine pieptoon als er een afslag aankomt. Ook de rustbanken staan erop zodat we kunnen zien waar we een boterham of appeltje kunnen eten. Onderweg kom je bij particulieren die kraampjes aan huis of in de schuur hebben, waar van alles te koop wordt aangeboden, zoals fruit, drinken, yoghurtjes, eigengemaakte jam, honing, harde eieren, enz. Soms is er in een traject helemaal geen horeca of camping waar je iets kunt drinken of eten, maar dit staat allemaal in het boekje. Vooral in het noorden is men nog goed van vertrouwen. Fietsen zie je hier ook weinig op slot staan. Wij hadden het traject van Hellendoorn naar Holten gelopen en besloten om hier te eten in een restaurant tegenover het station omdat de trein al weg was. Toen het tijd werd om weer naar de trein te gaan en we af wilden rekenen, bleek dat beide pinautomaten niet werkten. Er was wel een ABN-AMRObank in het centrum, maar dan zouden we de trein missen en wéér een uur moeten wachten. De eigenaar gaf ons de rekening mee die we maar moesten overmaken. Hij vroeg zelfs geen legitimatie, waar wij toch wel van stonden te kijken . In het begin liepen we twee of drie dagen achter elkaar om sneller wat dichter bij huis te komen omdat het nogal lang reizen was voor we konden beginnen met wandelen. Het openbaar vervoer is in het noorden wel even wat anders dan bij ons in het zuiden, want de bussen komen hier om het halve of hele uur. We hebben dáár zelfs een keer s’morgens vroeg staan wachtten op een bus die maar niet kwam. Toen we nog een keer keken, bleek er een sterretje achter de vertrektijd te staan en dat betekende dat dit een bélbus was die alleen maar rijdt als je een uur van tevoren hebt gebeld. Al doende leer je zo met het openbaar vervoer daar om te gaan. Als je van het noorden zo richting het zuiden loopt, merk je de verschillen van de landschappen: van de vlakte zo ver je kunt kijken in Groningen tot de prachtige bossen en heide op de Sallandse Heuvelrug. Prachtige molens, kleine kerkjes, heel mooie boerderijen, grote landhuizen en kastelen uit vervlogen tijden wisselen het landschap steeds af.
18
UITKOMST 37e JAARGANG Nr. 2, DECEMBER 2012
Het Pieterpad probeert je steeds zo snel mogelijk van fietspad of openbare weg af te krijgen en zodoende loop je vaak over oude kerkpaadjes, maar ook over het pad waarover men vroeger liep met het paard om een boot vooruit te trekken die was geladen met turf. Men loopt door de duinen, midden door de weilanden, langs een leuk stromend water of over een boerenerf. Ook de vogels die je hier ziet, komen bij ons weinig of niet voor. Vele ooievaars al gezien op nesten, al komen die tegenwoordig hier ook wel weer voor. Maar we hadden wel geluk dat we de buidelmees konden zien die ijverig bezig was met het maken van een buidelnestje. Dit is een beschermd vogeltje en met uitsterven bedreigd. Omdat we nog niet beiden thuis zijn, is de mogelijkheid om te gaan beperkt en eerlijk gezegd zijn we goed-weer-lopers. Warmte en kou zijn geen probleem, maar van regen zijn we geen liefhebbers. Met mijn werk had ik te maken met erg veel lawaai en nu is het geluid van de stilte regelmatig in ons midden. We kunnen van de omgeving en de dieren genieten en haast hebben we nooit; een praatje bij een visser of een boer of een andere wandelaar van het Pieterpad vinden we ook leuk. Inmiddels hebben we het eerste boekje van 235 km volbracht en zijn we met het eerste traject van het tweede boekje begonnen. Grote afstanden zijn het niet vergeleken met de afstand die andere leden van de bridgeclub hebben gelopen zoals de vierdaagse van Nijmegen en de 80 km van de Langstraat, maar wij moeten er niet aan denken om in die grote mensenmassa te lopen. Wij lopen wel eens vijf kilometer zonder ook maar iemand tegen te komen, al komen we naar het zuiden toe wel steeds meer mensen tegen. Overigens vinden wij het een geweldige prestatie van de langere afstandwandelaars waar wij grote bewondering voor hebben. Ieder beleeft plezier op z’n eigen manier en dat is maar goed ook, want anders werd het Pieterpad veel te druk …. Corry en Ad Verhoeven
---------------------------------
19
UITKOMST 37e JAARGANG Nr. 2, DECEMBER 2012
Saddam International Airport Vijf geweren werden op me gericht en daar stond ik, weerloos en alleen, even nadat ik gedacht had Bagdad veilig te verlaten. We hadden deelgenomen aan de Bagdad International Fair. Op mijn stand sprak ik alleen maar over de handel, omdat er overal geheime dienst was en afluisterapparatuur. Op stille momenten bezocht ik mijn buurman, standhouder Bartels, om hem ook te vervelen. “Waarom hangen hier foto’s met hemels kijkende baby’s?” “Dat komt,” zei Bartels, “omdat ze een heel aangename luier aan hebben. “Verkoop je luiers? “Een intelligente vraag, maar dat is níét het geval.” “Wat dan wel?” vroeg ik, want ik wilde graag iets opsteken. “Een luier werd traditioneel bijeen gehouden met spelden, maar daar werd zo’n baby soms mee gestoken. Per ongeluk, maar toch niet leuk. Later veiligheidsspelden, maar die waren helemaal niet zo veilig en dan lag de baby uren te huilen met een speld in zijn kont.” “Niet benijdenswaardig.” “Nee, en daarom is er een nieuwe luiersluiting. Door twee reepjes van een bepaalde stof tegen elkaar te drukken, hechten deze babyvriendelijk aan elkaar.” “Je verkoopt klittenband.” “Nee, ik lever daar de gróndstoffen voor.” “Miraculeus.” “Je hoeft niet uit de hoogte te doen, want een baby heeft méér aan een luier dan aan een brandblusser.” “Dat hangt er maar van af. Hoe groot is de luiermarkt?” Bartels, een verwoede roker, pakte een sigarendoos en met een potlood rekende hij hierop zijn potentiële omzet voor. “In Irak wonen vierentwintig miljoen mensen, daarvan is een percentage onder de twee. Van deze groep heeft tachtig procent ouders, die luiers kopen voor hun baby. Dit aantal verbruikt een groot aantal luiers per jaar.” En Bartels vermenigvuldigde alles, hetgeen resulteerde in het smakelijke aantal luiers dat Bartels ging verkopen. De verwachte stormloop op zijn stand viel tegen en ik vroeg Bartels om opheldering. Hij stak een sigaar op en fluisterde: “In Irak loopt bijna alles via staatsorganisaties. Ík moet het hebben van de particuliere sector. Die kunnen niet aan officiële dollars komen en betalen met zwart geld. Zelf moet ik die dollars illegaal het land uitsmokkelen. Dat is nogal tricky.” Hij keek argwanend rond. De beurs kwam ten einde. De vluchten naar WestEuropa vertrokken in het holst van de nacht. Het was verplicht om vier uur tevoren op de “Saddam International Airport” te zijn. Daar was niets te beleven. In de vertrekhal stonden incheckbalies en de royale ruimte daarvoor was afgezet met hekjes. Daarachter stonden soldaten met geladen geweren te wachten op wie ze moesten schieten. Na langdurig wachten arriveerde er een burger bij de vertrekbalie. Air France was de maatschappij die op Bagdad mocht vliegen - Frankrijk leverde Mirages aan Saddam. De burger legde spullen klaar en zette ons vluchtnummer boven de luifel. Daarop pakte hij een krant en begon lusteloos te lezen welke heldendaden het Iraakse leger verrichtte en welke minne streken het laffe leger van de ayatollahs uithaalde. “Iran bloedt uit al zijn wonden,” stond er triomfantelijk. Door deze monotone berichtgeving werd Air France slaperig, liet zijn hoofd zakken en dommelde in.
20
UITKOMST 37e JAARGANG Nr. 2, DECEMBER 2012
Het klinkt onbescheiden, maar ik durf te beweren dat ik een goede imitatie van een kraaiende haan ten gehore kan brengen. Ik haalde diep adem en stootte de lucht uit mijn longen langs de gespannen stembanden in mijn wijd geopende keel. Hierdoor ontstond een doordringend geluid waar menige haan jaloers op zou zijn. De akoestiek in de glazen hal versterkte het geluid veelvoudig en mijn schreeuwende haangekraai schalde door de doodstille nacht, gevolgd door repeterende, knallende echo’s. De soldaten schrokken geweldig en namen me onder schot. Ze bemerkten nog juist op tijd dat ik geen vijand was, maar een curieuze buitenlander die het alarmerende geluid van een kraaiende haan voortbracht. Toen er één begon te grinniken zakten de geweerlopen en werd er in Saddam’s leger schaterend gelachen. “Je bent ernstig gestoord!” zei een Nederlander. “Compleet geschift,” vulde Bartels aan. Air France was klaar wakker en begon met de incheckplechtigheden. Toen het mijn beurt was, kruisten twee soldaten hun geweren, zodat ik niet verder kon. Ze gebaarden dat ik eerst nogmaals moest kraaien. Keus had ik niet en ik kraaide krachtig en met overgave. Hierna hingen de soldaten over het hek te hikken van de pret en - het mag ordinair klinken – één van hen zeek in zijn broek van het lachen. De versperring met de geweren werd opgeheven en ik werd met zwierige gebaren doorgelaten. Air France keek mij boven zijn snor kwaadaardig aan, maar verschafte me toch een plaatsbewijs. Bij de douane werd er volop gegrijnsd en mocht ik er ongehinderd door. Bij de betreffende gate ontbrak Bartels. Waar zou hij zijn? Het grondpersoneel begon ons ongeduldig naar binnen te gebaren en eindelijk, op een drafje, kwam Bartels uit het douanekantoor. We stapten haastig in, namen plaats en vlogen de lucht in. “Wat heb je al die tijd gedáán?” vroeg ik. Bartels stak een sigaar op en de blauwe rook kringelde naar het verlichte bordje met “No smoking”. “De douane vroeg naar mijn “vreemd-geldformulier”. Hierop stond hoeveel dollars ik bezat bij aankomst en hoeveel bij vertrek. Het verschil zat in mijn portefeuille. Bij inspectie van mijn handkoffer vonden ze helaas ook dollars en gretig zochten ze verder. Mijn koffer werd leeggeschud, alles werd uit elkaar gehaald; mijn tube tandpasta werd leeg geknepen. Toen ik zelf. Jasje uit, broek uit, alles uit en zo stond ik daar in mijn blote kont. Ze vonden nog meer dollars en moesten weten hoe ik eraan kwam. Ik gedroeg me als een Hollandse boer die z’n dollars verspreid had om de schade bij eventuele diefstal te beperken. Dat behoedde me voor de gevangenis en uiteindelijk mocht ik door, maar al mijn dollars was ik kwijt. “Hoeveel?” “Dat gaat je geen dónder aan!” zei Bartels, “en het is allemaal jóúw schuld. Door dat idiote gekakel van jou. Daardoor trek je de aandacht. Anders was er niets gebeurd.” Bij de stewardess bestelde ik twee pilsjes en gaf er één aan Bartels. Ik betaalde met Iraakse dinars. “Wij accepteren alleen dollars,” zei de stewardess. “Heb jij nog dollars?” vroeg ik aan Bartels. De moordlust in zijn ogen werd gedeeltelijk verborgen door een blauwe wolk sigarenrook die hij agressief in mijn richting blies.
Frans Rosenhart -------------------------------
21
UITKOMST 37e JAARGANG Nr. 2, DECEMBER 2012
Wist u dat … Onder redactie van Loes Westgeest
•
Yvonne van Riel (Di) met haar partner op de derde plaats is geëindigd op de “Hart van Brabant drive” door BCBE georganiseerd op 6 oktober. Zij daarmee van de deelnemende leden van onze vereniging de hoogste plaats heeft gehaald.
•
ons jongste lid Janneke Rosenhart (Di) op 10 december in het Gemeentehuis van Goirle haar jawoord gaat geven aan haar Jurgen Swinkels. Hun dochters, Pleun en Doortje, dit geweldig vinden. Vooral omdat ze dit heugelijke feit met het gezin gaan vieren in Euro Disney Parijs.
•
mij ter ore is gekomen dat de man van Cissy Panis (Di) en de vrouw van Kees Elderen (Di) samen op bridgeles zitten en het erg leuk vinden. Zij van plan zijn volgend jaar lid te worden om op dinsdagavond te gaan spelen.
•
ik begrijp dat je, als je bij een zitting goede kaarten bezit en het zitsel goed zit, dus iedere snit goed zit, ik bedoel dat iedere heer goed zit en ook de vrouw goed zit, goed zit.
•
ik daar trouwens niet mee zit. Het kan mee- en tegenzitten, als het met je partner maar goed zit en je op een gezellige club zit en je lekker in je vel zit, dan zit het sowieso wel goed. Als je dan ook nog aan het eind van een zitting een lekker wijntje kan zitten drinken met de voorzitter, zit je zeker goed.
•
ik in de afgelopen moeilijke periode heb gemerkt dat ik op een warme, meelevende en vooral betrokken vereniging zit. Met de nadruk op het woord “vereniging”. -----------------------------------------
Alle voor
goeds 2013 22
UITKOMST 37e JAARGANG Nr. 2, DECEMBER 2012