Jaargang 1 – nummer 2
VOORWOORD Met enige trots presenteren wij ons tweede exemplaar van het technisch vakblad van dit jaar. Een jaar dat tot dusver wordt getypeerd door een matige markt. Dat wij in de huidige markt onze continuïteit hebben weten te borgen, hebben we natuurlijk mede te danken aan onze trouwe opdrachtgevers. Opdrachtgevers die vertrouwen in onze producten en dienstverlening hebben en ons steeds weer de uitdaging geven om mee te denken en te innoveren. Dit keer zullen wij u informeren over twee projecten die Van Berlo heeft uitgevoerd. Allereerst het project Venco Campus in Eersel waar de funderingsconstructie en de bedrijfsvloeren door Van Berlo Engineering zijn ontworpen, de systeemfundering geheel door Van Berlo Systeem Funderingen is uitgevoerd en de bedrijfsvloeren door Van Berlo Bedrijfsvloeren zijn aangebracht. In Deurne heeft Van Berlo samen met Wijnen Bouw BV een serie zeer vlakke vloeren uitgevoerd met combinatie van wapeningsnetten en staalvezels. Het betreft hier een werk van circa 100.000m².
Ir. Pieter Maas
De meeste bedrijfsvloeren worden rechtsreeks op een funderingslaag van puingranulaat uitgevoerd, dit in tegenstelling met de nog steeds bestaande opvatting dat dit eigenlijk geen goed idee zou zijn. We zullen u onze visie op deze constructiemethode geven. Tenslotte melden wij met enige trots dat ons heibedrijf Vibrocom Funderingstechniek B.V. alle testen voor haar palen glansrijk heeft doorlopen met als gevolg een flinke opwaardering van de draagkracht van onze Mini-Vibropalen. Zie de COBc-lijst op pagina 2.
Inhoud Technisch Vakblad augustus 2012 • COBc-lijst Pagina 2 • Column Pieter Maas Pagina 3 • Hybride vloeren hoogbouwmagazijnen te Deurne Pagina 4 - 5 • Monolietvloeren rechtstreeks op puingranulaat Pagina 6 - 8 •Van Berlo en de Venco Campus te Eersel Pagina 9 - 10
Foto: Jeroen Kuppens Fotografie
Adressen Commissie Geotechniek
Geotechniek Paalfactoren β
αp
αs
Bovi paal nageheid, geheid getrokken
0,7
1,0
0,012
paalschachtwrijving 30% reduceren vanaf de punt tot 4D boven de punt
Bovi paal niet nageheid, geheid getrokken
0,7
0,6
0,012
paalschachtwrijving 30% reduceren vanaf de punt tot 4D boven de punt
paaltype
bijzonderheden
Bovi paal niet nageheid, koud getrokken
-
-
-
DPA-paal (Vroom)
1
0,8
0,010
Paalpunt minimaal 2,50 m in de zandlaag
Fundexpaal (Verstraeten)
1
0,9
0,009
(volgens NEN 6743)
Geheide prefab-betonpaal
1
1,0
0,010
(volgens NEN 6743)
Geheide stalen buispaal met gesloten punt
1
1,0
0,010
(volgens NEN 6743)
Gekoppelde geheide injectiepaal (Fundam.)
1
1,0
0,014
Hoge Snelheidspaal (Voorbij Funderingstechniek)
1
0,8
0,006
Toepassing voorbehouden als vloerpalen of voor ondergeschikte constructies
Houten paal (taps toelopend)
1
1,0
0,012
(volgens NEN 6743)
Mortelschroefpaal Terr-econ- boorpaal
1
0,8
0,006
qc;III;gem. traject beginnen met een conuswaarde < 2 N/mm 2 (NEN 6743)
Omegapaal (Jacbo)
1
0,8
0,006
qc;III;gem. traject beginnen met een conuswaarde < 2 N/mm 2
Open stalen buispaal
1
1
0,0075
(volgens NEN 6743) zie art. 5.3.3
Schroef grout-injectiepaal (Fundamentum)
1
1
0,009
geldt alleen voor hoge groutinjectie druk
Terr-econ buispaal (boorbuis blijft in de grond)
1
0,9
0,006
(volgens NEN6743) (als Tubex)
Terr-econ-buispaal (met mixed-in-placemortelomhulling)
1
0,9
0,009
(volgens NEN 6743) (als Tubex groutinjectiepaal)
0,8
0,8
0,008
(volgens NEN6743) (als Fundex)
0,7
1,0
0,010
Terrasonpaal geschroefd (TerraBetonson)
1
0,9
0,006
volgens (NEN 6743)
Tubex groutinjectiepaal (Verstraeten)
1
0,9
0,009
(volgens NEN 6743)
Tubexpaal (verstraeten)
1
0,9
0,006
(volgens NEN 6743)
Verbuisde buisschroefpaal
1
0,8
0,006
qc;III;gem. traject beginnen met een conuswaarde < 2 N/mm 2
VGS-paal (Vroom)
0,7
0,8
0,010
paalschachtwrijving 30% reduceren vanaf de punt tot 4D boven de punt
Vibrocom
1,0
1,0
0,012
Toepassing voorbehouden als vloerpalen of ondergeschikte constructies
Vibropaal met heiend getrokken buis
1
1,0
0,014
(volgens NEN 6743)
Vibropaal met trillend getrokken buis
1
1,0
0,012
(volgens NEN 6743)
Terr-econ-paal (boorbuis wordt teruggewonnen) Terra-Compactpaal Terrasonpaal geheid (Terra-Betonson)
Β Paalvoetfaktor Αp Paalklassefaktor Αs Paalschachtwrijving
Niet onderzocht
op lokatie vaststellen
Bron: www.cobc.nl
1. H. van Maaren Gemeente Amsterdam Sector Bouwen, Wonen en Economie Postbus 202 1000 AE AMSTERDAM Tel. 020-5524707 Fax. 020-5524099 Regio: Noord-West Email:
[email protected] 2. A. C. Bunte Gemeente Utrecht Bouw- en Woningtoezicht Postbus 8406 3503 RK Utrecht Tel. 030-2864601 Fax. 030-2867070 Regio: Midden Email:
[email protected] 3. D. Bijl Gemeente Den Haag Dienst Stedelijke Ontwikkeling Directie BTD, Afdeling Bouwconstructies Postbus 61185 2506 AD Den Haag Tel. 070-3535135 Fax. 070-3535210 Regio: Zuid-West Email:
[email protected] 4. M.G.M. Verhoeven Gemeente Breda Afdeling Bouw- en Woningtoezicht Postbus 3920 4800 DX Breda Tel. 076-5293835 Fax. 076-5293239 Regio: Zuid-Oost Email:
[email protected] 5. P. Anemaet Gemeente Vlaardingen Dienst Stadswerk, Sectie Bouw- en Woningtoezicht Postbus 141 3130AC Vlaardingen Tel. 010-2484657 Fax. 010-2484600 Regio: Zuid-West Email:
[email protected]
Technisch Vakblad Van Berlo Bedrijfsvloeren B.V. – Jaargang 1 – nummer 2
2
Uit recente onderzoeken aan bruggen en viaducten blijkt dat het merendeel voldoende capaciteit heeft om de inmiddels zwaardere verkeersbelastingen gemakkelijk nog enkele decennia te kunnen dragen. En jawel, we zijn het bijna vergeten, die constructies waren met de rekenliniaal ontworpen in plaats van met een geavanceerd, niet-lineair rekenend, elementenprogramma.
Ik vraag me overigens wel eens af of de kwaliteit van gebouwen en infrastructuur er nu werkelijk zoveel op .vooruit gegaan is sinds die tijd. Wij maken nu voorschriften waarin we de mogelijkheid hebben om gebouwen te ontwerpen die een levensduur van 100 jaar moeiteloos moeten kunnen doorstaan. Was dat dan vroeger minder?
Toch staan er interessante zaken in deze nieuwe NEN-EN 1992. Zo zouden we voor constructieve betonvloeren die rechtstreeks op een puingranulaat worden gestort een extra dekking van 50 mm moeten aanhouden. Dat doen we toch maar niet. Het waarom daarvan wordt in het bijbehorende artikel (pagina 6 - 8) duidelijk gemaakt.
Langs de kust kunnen we vele betonnen gevaarten aantreffen die tijdens de Duitse bezetting destijds zijn gebouwd en die niet opgeruimd zijn omdat afbraak nogal moeilijk blijkt. Ook zie ik her en der in het land gestripte gebouwen, waarvan de betonnen draagconstructie nog perfect functioneert en die een tweede leven tegemoet gaan met een nieuw ingevulde binnenkant.
Technisch Vakblad Van Berlo Bedrijfsvloeren B.V. – Jaargang 1 – nummer 2
Ir. Pieter Maas
Sinds een paar maanden zijn we in Nederland bezig met de invoering van de nieuwe Europees overeengekomen bouwnormen, de zogenaamde Eurocodes. Het boekwerk van de betonnorm is weer wat dikker geworden dan de Voorschriften Beton TGB van 1995. Nee, dan waren de Gewapend-beton-voorschriften GVB van 1962 met 112 bladzijden op A5 formaat en 7 tabelbladen nog eenvoudige kost.
COLUMN
Beste Lezers,
3
Hybride vloeren hoogbouwmagazijnen te Deurne
In Deurne wordt een project gerealiseerd dat bestaat uit een hal van circa 100.000m², verdeeld in tien compartimenten. De hallen worden gebruikt als hoogbouwmagazijnen met smalle gangen. Daarom moeten de bedrijfsvloeren aan een aantal eisen voldoen. Allereerst moeten de vloeren voldoen aan de vlakheid volgens DIN 15.185. Dat is een zeer hoge vlakheid die bedoeld is voor een logistiek systeem waarin inductiegestuurde trucks rijden in smalle gangen met grote hefhoogten, in dit geval 12m. Foto: Jeroen Kuppens Fotografie
Technisch Vakblad Van Berlo Bedrijfsvloeren B.V. – Jaargang 1 – nummer 2
4
Foto: Jeroen Kuppens Fotografie
De gangbreedte is een fractie meer dan de truckbreedte, zodat kleine onvlakheden in de vloer al snel tot uitslagen van de mast kunnen leiden waardoor de stelling geraakt zou kunnen worden. Zeker wanneer er een zware last op die hoogte moet worden afgezet kan de veiligheid van het logistieke proces in het geding komen. De DIN 15.185 is speciaal voor dit soort toepassingen geschreven en beperkt de hoogteverschillen van wielen van de vooras tot globaal 2,5mm. Dat is zeer weinig wanneer men bedenkt dat dit moet worden behaald met ter plaatse gestort beton dat bovendien nog moet worden afgewerkt gedurende het opstijven van het beton. De magazijnvloeren worden op staal (op volle grond voor de Belgische lezers) gefundeerd waarbij een funderingslaag van 300mm is aangewalst op een verdicht zandpakket. Van Berlo Bedrijfsvloeren heeft deze magazijnvloeren in stroken van 20,5m breed gestort en afgewerkt, waarbij uitzonderlijke hoge dagproducties van wel 3.000m² per dag werden behaald in deze speciale vlakheid. Voorwaar een prestatie van formaat. Een tweede eis was dat alle compartimenten voegloos moesten zijn,
dus dat er geen zaagsneden maar ook geen dilatatieprofielen in de compartimenten, van soms meer dan 10.000m², mochten voorkomen. In tegenstelling tot de huidige praktijk resulteerde dat niet in een zware netwapening boven en onder in de vloer, maar in een hybride wapening bestaande uit een bouwstaalnet aan de bovenzijde, gecombineerd met staalvezelwapening. Dit stelde ons echter voor een volgende uitdaging. De zeer vlakke vloeren worden door Van Berlo Bedrijfsvloeren afgerijd met een speciale rolrij om deze hoge vlakheid te kunnen behalen. Die rolrij hadden we vorig jaar al eens verbouwd tot een breedte van bijna 22m. Zo’n rolrij is een prachtig apparaat om een hoge vlakheid te realiseren, maar rolt ook de staalvezels tijdens het afrijen naar het oppervlak. Daar ontstaat dan een woud van staalvezels die uit het oppervlak steken. Eerdere proeven met staalvezelbeton hadden dit fenomeen al aangetoond. Daarom bedacht en bouwde Van Berlo een apparaat om de staalvezels, na het afrijen van het beton, in de betonvloer terug te duwen en in te bedden. Het resultaat mag er overigens zijn. Tot op dit moment zijn er nauwelijks tot geen staalvezels zichtbaar aan het oppervlak.
Dit project laat weer eens duidelijk zien dat de Van Berlo Groep geen moeilijkheden uit de weg gaat maar direct naar gebruiksklare nieuwe oplossingen zoekt en die ook durft toe te passen.
Technisch Vakblad Van Berlo Bedrijfsvloeren B.V. – Jaargang 1 – nummer 2
5
Monolietvloeren rechtstreeks op puingranulaat Zowel bedrijfsvloeren op palen als bedrijfsvloeren die op staal worden gefundeerd moeten op een deugdelijke ondergrond worden gestort. In het geval van de vloeren op palen is dat nodig om te voorkomen dat de ondergrond de wapening moet kunnen dragen zonder in de fundering weg te zakken. Daarom werd in vroegere tijden altijd een werkvloer gemaakt onder de vloer van schaalbeton of later van vloeispecie. Deze laag zorgde ervoor dat een vlakke, min of meer draagkrachtige ondergrond ontstond voor een goede plaatsing van de wapening en een garantie op de dekking. Bovendien zou de werkvloer voorkomen dat water uit het pas gestorte beton in de ondergrond zou trekken waardoor de betonkwaliteit negatief zou worden beïnvloed. De vloeren op staal werden om de laatste reden meestal op een plasticfolie gelegd. Hier speelde de juiste plaats van de wapening in het algemeen een minder prominente rol. Vaak werd een enkel wapeningsnet op betonklinkers aangebracht of werd de vloer uitgevoerd in staalvezelbeton. Wel veronderstelde men dat de vloer bijna wrijvingsloos zou kunnen verplaatsen over deze folie. Dat zou dan voorkomen dat er krimpscheuren in het beton zouden komen ten gevolge van krimpvervormingen. Op die manier kon men dan ook heel wat besparen op de “krimpwapening”. In dit artikel zullen de bovenstaande argumenten nog eens nader worden bezien. Wegvloeien van water uit betonspecie Bedrijfsvloeren worden uitgevoerd in een plastisch tot vloeibaar beton in consistentiegebied S4-F5. Dit consistentiegebied wordt bereikt door een beperkte hoeveelheid water en een superplastificeerder aan de droge grondstoffen toe te voegen. De betonspecie moet dan zo worden ontworpen dat dit water niet uit de specie wegloopt. Dat water wordt vastgehouden door de zeer fijne fractie in het beton, dat is het cement en wellicht andere bindmiddelen zoals vliegas en de fijne fractie in het zand. Wanneer onvoldoende fijn zand aanwezig is zal het water niet worden vastgehouden. Dat kwam enige decennia geleden veelvuldig voor, het toen gebruikte betonzand bevatte nauwelijks materiaal kleiner dan 0,25 mm. Na het storten en verdichten van het beton liep dan het cementwater voor het stortfront uit en nadat de vloer was afgerijd kwam er nog eens een laag bleeding water aan het oppervlak.
Tegenwoordig wordt beter gestuurd op de zogenaamde stabiliteit van de betonspecie waardoor dit soort zaken niet meer voorkomen. Eerder zien we nu een teveel aan fijn materiaal waardoor het beton enigszins plakkerig wordt. Ook dat heeft zo zijn risico’s maar daar zal hier niet verder op worden ingegaan. In de huidige praktijk wordt vloerenbeton gestuurd op de juiste stabiliteit van de specie. De totale hoeveelheid fijn materiaal, bindmiddel en het fijne zandfractie, wordt binnen een zodanige bandbreedte toegepast dat het mengsel enerzijds stabiel is en geen water afgeeft en anderzijds goed verwerkbaar blijft en niet te plakkerig is. Met deze maatregelen, die overigens gemeengoed zijn geworden in de betontechnologie, wordt voorkomen dat cementwater uit de betonspecie treedt na storten en trillen van het beton. Dat wateruittreding inderdaad niet meer plaatsvindt, kan men ook waarnemen wanneer kernen uit betonvloer worden geboord die rechtsreeks op het puingranulaat is aangebracht. Er is een duidelijke scheiding te zien tussen het beton en haar fundering. Daarvoor moet ook het puingranulaat aan enkele eisen voldoen, maar daarover later meer. Angst voor uittredend cementwater naar de fundering onder de vloer is daarom niet meer nodig als aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Daarmee is om deze reden geen werkvloer of folie onder de vloer meer nodig.
Technisch Vakblad Van Berlo Bedrijfsvloeren B.V. – Jaargang 1 – nummer 2
6
Glijfolie
Beton bestaat hoofdzakelijk uit cement, zand, grind en water. Het cement reageert met het water en verhardt daardoor. Hierdoor worden de granulaten stevig aan elkaar gelijmd zodat een zeer bruikbaar nieuw constructief materiaal ontstaat met een grote druksterkte. Voor een volledige reactie van het cement is circa 30% van het gewicht in water nodig.
Dat is helaas niet genoeg om een verwerkbare betonspecie te maken, daarvoor is veel meer water nodig. En dan moet bovendien nog een superplastificeerder worden toegevoegd om de specie goed te kunnen verwerken. Er zit dus veel te veel water in het beton, denk aan circa 10 liter per m² vloer. Dat water verdampt na verloop van tijd uit het materiaal, zeker op plaatsen waar het in een droge omgeving is toegepast. Een bedrijfsvloer is een zodanig droge toepassing. Vrijwel al het niet chemisch gebonden water zal na verloop van tijd uit het beton verdwijnen en dat gaat gepaard met een volumevermindering die we krimp noemen. De vloer wil dus kleiner worden maar wordt hierin gehinderd door de wrijving met haar fundering. Daardoor ontstaan grote trekkrachten in de vloer waardoor de geringe treksterkte van het beton kan worden overschreden en er krimpscheuren ontstaan. In het verleden werd daarom een folie onder de vloer toegepast in de hoop om de wrijving tussen vloer en fundering zodanig te verkleinen dat geen scheuren zouden ontstaan. Deze hoop bleek meestal ijdel, er ontstonden scheuren ondanks de genomen maatregelen. De reden hiervan ligt in het glijdingsproces zelf. Wanneer twee lichamen op elkaar liggen dan moet eerst een bepaalde kracht worden overwonnen voordat ze gaan glijden. Wanneer ze eenmaal glijden vermindert deze kracht weer. De zogenaamde initiële wrijvingskracht is altijd aanwezig, ondanks het aanbrengen van een glijfolie tussen de lichamen. Dit fenomeen verklaart de krimpscheuren die ondanks het plaatsen van een glijfolie in de vloer kunnen ontstaan. De treksterkte van het beton is vaak al door de initiële wrijving overschreden met krimpscheuren als gevolg. De wrijvingskrachten worden bovendien ook bepaald door de belasting die op de vloer staat. Wanneer de vloer plaatselijk door bijvoorbeeld stellingjukken of machines wordt geblokkeerd op de fundering, dan zal van spanningsloos glijden niet veel meer terechtkomen ondanks goedbedoelde maatregelen. We kunnen daarom concluderen dat het toepassen van een plasticfolie onder een bedrijfsvloer om krimpvervormingen spanningsloos te laten optreden en daarmee krimpscheuren te vermijden, niet erg zinvol is.
Technisch Vakblad Van Berlo Bedrijfsvloeren B.V. – Jaargang 1 – nummer 2
7
Rechtstreeks op puingranulaat storten Toch wordt vaak nog een plasticfolie voorgeschreven onder een bedrijfsvloer, wellicht onder het motto “wellicht baat het niet, het schaadt zeker ook niet”. Dat laatste is echter niet het geval, het is wel degelijk schadelijk om een folie toe te passen. Zoals hierboven al is geschetst verdampt er een grote hoeveelheid water op den duur uit het beton. Die verdamping vindt plaats naar de droge zijde, dat is meestal de bovenzijde. Wanneer uitsluitend een verdamping naar de bovenzijde plaatsvindt dan treedt er over de hoogte van de betondoorsnede een situatie op waarbij de bovenzijde al droog is en dieper in de doorsnede nog de oorspronkelijke vochtsituatie aanwezig is. In die situatie wil het beton aan de bovenzijde verkorten terwijl hij beneden nog zijn oorspronkelijke vorm wil behouden. Daardoor wil de vloer aan de randen opkrullen.
Door het eigen gewicht van de vloer en haar nuttige belasting wordt de vloer teruggebogen naar de fundering. Dit kan tot aanzienlijke scheuren leiden wanneer geen adequate maatregelen zijn genomen, waarbij moet worden aangetekend dat het schotelen niet met extra wapening kan worden beperkt. Wanneer geen folie onder de vloer wordt toegepast kan een gedeelte van het overtollige vocht in het beton ook naar de onderzijde van de vloer in de fundering verdwijnen, tenminste wanneer deze fundering inmiddels ook voldoende droog is. Daardoor zal ook de onderzijde van de vloer gaan verkorten zodat een meer egale verkorting over de doorsnede ontstaat en het schoteleffect vermindert. Dat is een belangrijk positief effect van het weglaten van een plasticfolie onder de vloer.
Dit fenomeen treedt inderdaad op en kan het beste worden waargenomen bij licht belaste dunne vloeren die op een uitstekende ondergrond zijn gefundeerd. Men kan dan bij dilataties of zaagsneden zien dat de vloer boven haar fundering uitkraagt. Dit fenomeen wordt schotelen genoemd en is bij alle dilataties, vrije wandaansluitingen en zaagsneden waarneembaar.
Uit het bovenstaande kunnen ook de eigenschappen worden ontleend waaraan een goed funderingspakket moet voldoen. In alle gevallen moet het funderingspakket voldoende draagkrachtig en vlak zijn om de wapening op een juiste dekking aan te kunnen brengen. Dat wil zeggen dat het pakket goed moet zijn verdicht. Dat kan met puingranulaat met een maximum korrelgrootte van 40 mm. De bovenste centimeters moeten dan wel gevuld worden met een fijnere fractie 0-4 mm om de onregelmatigheden aan de bovenzijde uit te vlakken. De fundering moet aan de bovenzijde egaal dicht zijn. Vanzelfsprekend moet het funderingspakket op de juiste hoogte worden afgewerkt om de juiste vloerdikte te kunnen behalen, om voldoende dekking op wapening te hebben en om de vloer voldoende vlak te kunnen uitvoeren. Om te voorkomen dat het puinpakket toch een zuigende werking op het beton gaat uitoefenen moet het vochtig worden gemaakt voordat het beton erop wordt gestort echter zonder dat er plassen water op komen staan. De Belgische term “doofnat” is daar een goede omschrijving van. Nadat het gereed is kunnen plaatproeven worden uitgevoerd om het beddingsgetal te bepalen. Dat moet groter zijn dan 60 MN/m³. Deze proef kan wordt in het uitgevoerd volgens DIN 18134. Die norm geeft ook nog een verhouding tussen de stijfheid van het pakket bij de eerste indrukking van de plaat ten opzichte van de tweede indrukking. Deze verhouding Ev2/Ev1 moet dan kleiner zijn dan 2,5. Technisch Vakblad Van Berlo Bedrijfsvloeren B.V. – Jaargang 1 – nummer 2
8
Van Berlo en de Venco Campus te Eersel In de loop van 2011 is aan Van Berlo gevraagd of zij in bouwteamverband zouden willen meedenken aan de vormgeving en realisatie van de fundering- en vloerconstructie van de Venco Campus in Eersel. Het betreft hier een project voor een bijzondere ondernemer, Dhr. Cor van de Ven, die overigens dit jaar de Willem I prijs in ontvangst mocht nemen als meest innovatief Nederlands bedrijf in de categorie Midden- en Kleinbedrijf. Ook hun nieuwe vestiging is zeer bijzonder, het wordt gebouwd in de vorm van een ei; Vencomatic vervaardigt namelijk innovatieve en welzijnsvriendelijke huisvesting voor pluimvee. Het “ei” is overigens wel wat groot uitgevallen: circa 250 m lang en 165 m breed met een oppervlak van meer dan 28.000 m². Ook aspecten als Breeam, Slim Bouwen en een korte bouwtijd zijn in dit bouwproject nadrukkelijk aanwezig. In het kader van Slim Bouwen en vanwege de vereiste korte bouwtijd, heeft Van Berlo Systeemfunderingen een fundering op staal ontworpen en uitgevoerd met het MH balkensysteem (zie foto).
Dit innovatieve funderingsysteem combineert de voordelen van een in het werk gestorte fundering met de voordelen van een prefab fundatiesysteem. Dit systeem paste uitstekend bij de ovale vorm van het gebouw en kon op een zeer snelle wijze maatvast worden gerealiseerd. Door grote dagproducties kon snel worden gebouwd en ondanks de snelheid kon de kwaliteit worden beheerst. Omdat de bekisting tevens deel uitmaakt van de uiteindelijke constructie past dit systeem uitstekend in de Breeam gedachte van een duurzaam gebouw en een minimale impact op het milieu.
Technisch Vakblad Van Berlo Bedrijfsvloeren B.V. – Jaargang 1 – nummer 2
9
De fundering is geheel ontworpen door Van Berlo Engineering, die tevens het ontwerp van de bedrijfsvloeren voor haar rekening nam. Het betreft hier een gewapende en monolithisch afgewerkte betonvloer op staal van circa 28.000 m², die zonder enige dilataties is aangelegd en is voorzien van vloerverwarming. De bedrijfsvloer is ontworpen op zware stellingbelastingen van wel 9 ton per staander en voor bloklasten van 3,5 ton/m². Wij wensen Vencomatic alvast een succesvolle start in hun nieuwe “eiburcht” Venco Campus.
COLOFON Dit is een uitgave van Van Berlo Bedrijfsvloeren B.V. Het Technisch Vakblad verschijnt drie à vier keer per jaar en wordt toegestuurd aan zakenpartners. Redactie Petra Truren
WWW.VANBERLO.COM Van Berlo Bedrijfsvloeren B.V. Doornhoek 3715, 5465 TA Postbus 183, 5460 AD Veghel Telefoon: +31(0) 413 389090 Telefax: +31(0) 413 389099 10
[email protected]