Nieuwsbrief
2011, jaargang 1, nummer 2, september
Inhoudsopgave
Voorwoord; p.1
Het „Tribunal des Conflits‟; p.2
Verslag van een Erasmus uitwisseling; p.3
Het Franse ontslagrecht; p.4
Een Franse universiteit: een ervaring tussen structuur en chaos; p.6
Droit et migration; p.7
Amusant à lire; p.8
Nieuw bestuurslid; p.8
Agenda; p.9
Voorwoord Bonjour tous, Dit is alweer de tweede Nieuwsbrief / Infolettre van de „Cercle français des étudiants néerlandais en droit‟. Wat een prachtig resultaat! De redactie ontving een aantal lezenswaardige bijdragen. Zelf ben ik begonnen met een rubriek over Franse instellingen die in Nederland vrijwel onbekend zijn omdat er geen Nederlands equivalent is. Waarom niet? Lees maar, het heeft alles te maken met de andere structuur van ons rechtssysteem. Mijn bijdrage gaat deze keer over het Tribunal des Conflits, de Franse gerechtelijke instantie die zich buigt over competentiegeschillen tussen de burgerlijke rechter en de bestuursrechter. Laura Burgers, masterstudent aan de Universiteit van Amsterdam, studeerde een semester in Parijs aan de Faculté de Droit Paris I (Panthéon-Sorbonne). Zij schreef een mooie sfeertekening van haar Parijse avontuur. Nadia Adnani schetst het Franse ontslagrecht in kort bestek. Een actueel onderwerp dat overal in Europa op de agenda staat. Ons gewaardeerd bestuurslid Jorian Hamster (UvA) heeft het stokje overgegeven aan Laura Burgers en is nu voor een half jaar „student in Parijs‟. Hij heeft beloofd ons regelmatig op de hoogte te houden van zijn belevenissen en wil die graag met iedereen delen door middel van de Nieuwsbrief. Het bestuur van de Cercle is onlangs uitgebreid met Fleur Terpstra (Universiteit Utrecht). Zij stelt zich kort voor in deze Nieuwsbrief. Mariska van Oeffelen geeft een korte impressie van „Hotel des deux mondes‟, een toneelstuk van Eric-Emmanuel Schmitt. Tot slot eindigt deze Nieuwsbrief met de agenda voor de komende maanden. Veel leesplezier en tot ziens op een van de volgende activiteiten, Diana Dankers-Hagenaars Présidente van de „Cercle français des étudiants néerlandais en droit‟
Pagina 1 van 9
Nieuwsbrief
2011, jaargang 1, nummer 2, september
Typisch Frans : het „Tribunal des Conflits‟ In de rubriek „Typisch Frans‟ wil ik de aandacht vestigen op typisch Franse rechtsinstituten. In deze eerste bijdrage staat het „Tribunal des Conflits‟, opgericht bij Wet van 1872, centraal. Om het ontstaan van het „Tribunal des Conflits‟ te begrijpen, moet je allereerst bedenken dat in Frankrijk de machtenscheiding van Montesquieu sterk is verankerd in het Franse rechtssysteem. Deze trias politica dateert van vlak na de Franse Revolutie in 1789: „Les fonctions judiciaires sont distinctes et demeureront toujours séparées des fonctions administratives. Les juges ne pourront, à peine de forfaiture, troubler, de quelque manière que ce soit, les opérations des corps administratifs, ni citer devant eux les administrateurs pour raison de leurs fonctions‟ (Loi des 16-24 août 1790, titre II, art. 13). De burgerlijke rechter (les fonctions judiciaires) mag dus niet oordelen over handelingen die de overheid als zodanig verricht (les fonctions administratives). Zou dat wel zo zijn, dan zou de uitvoerende macht immers zijn onderworpen aan de rechtsprekende macht. In 1795 werd die machtenscheiding nog eens vastgelegd in een Decreet: „Défenses itératives sont faites aux tribunaux de connaître des actes d`administration, de quelque espèce qu`ils soient, aux peines de droit‟ (Décret du 16 fructidor an III [=1795]). Wat te doen als iemand zich tot de burgerlijke rechter wendt met een vordering tot schadevergoeding uit onrechtmatige daad, terwijl de veroorzaker tot de uitvoerende macht behoort? Is de burgerlijke rechter dan wel bevoegd om die zaak te berechten nu er een overheidsinstantie bij is betrokken? En wat als na de onbevoegdheidverklaring van de burgerlijke rechter daarna ook de bestuursrechter zich niet bevoegd verklaart? Dan wordt de rechtzoekende letterlijk van het kastje naar de muur gestuurd en weer terug. Deze competentiekwestie staat te boek als een „conflit négatif‟ en het is één van de vier situaties waarin het „Tribunal des Conflits‟ haar grote waarde betoont in een rechtssysteem dat de trias politica strikt hanteert.
Tribunal des Conflits
Dit is in Frankrijk dus anders dan in Nederland, waar de rechter de vordering van de rechtzoekende tot uitgangspunt neemt, het „object‟ van het geschil (leer van het objectum litis). De rechtsmacht van de Nederlandse burgerlijke rechter omvat alle geschillen waarin bescherming van een burgerlijk recht wordt gevraagd, ook wanneer een van de partijen tot de uitvoerende macht, de overheid, behoort. Deze bevoegdheidsverdeling is verankerd in artikel 112 lid van de Grondwet. Het „Tribunal des Conflits‟ bestaat uit acht rechters: vier leden van de Cour de Cassation (de Franse Hoge Raad) en vier leden van de Conseil d‟Etat (de Franse Raad van State). De voorzitter is de Minister van Justitie die zich echter alleen uitspreekt als de stemmen staken. Vrijwel meteen na de oprichting in 1872 werd een competentiegeschil aan het „Tribunal des Conflits‟ voorgelegd dat van zo‟n groot belang zou zijn voor de verdere ontwikkeling van het Franse bestuursrecht, dat het wordt gezien als het fundament ervan: de zaak Blanco. Een vijfjarig meisje, Agnes Blanco, werd op straat omvergereden door toedoen van werknemers van de tabaksfabriek van Bordeaux die een karretje de straat over duwden. De tabaksfabriek werd door de Franse Staat geëxploiteerd en daardoor was het karretje niet zomaar een karretje maar een Staatskarretje. De vader van Agnes diende bij de burgerlijke rechter een vordering tot Vervolg Pagina 2 van 9
Nieuwsbrief
2011, jaargang 1, nummer 2, september
schadevergoeding uit onrechtmatige daad in omdat zijn dochter ernstig gewond was geraakt en blijvend letsel had opgelopen. Hij stelde de Franse Staat als werkgever aansprakelijk voor de door de werknemers van de tabaksfabriek gepleegde onrechtmatige daad jegens zijn dochter. De prefect van het Departement maakte bezwaar en wierp met succes op dat de burgerlijke rechter niet bevoegd was. Ook de bestuursrechter vond dat de zaak niet bij hem thuis hoorde. In dat geval behoort de tweede rechter de zaak ter beoordeling voor te leggen aan het „Tribunal des Conflits‟. Het „Tribunal des Conflits‟ had de stem van de Minister van Justitie nodig om tot het oordeel te komen dat alleen de bestuursrechter – en dus niet de burgerlijke rechter - bevoegd was om van deze civiele schadevergoedingsactie kennis te nemen. Het arrest Blanco van 8 februari 1873 is de eerste in een lange reeks uitspraken waarin de bevoegdheidsafbakening tussen bestuursrechter en burgerlijke rechter steeds verfijnder werd afgebakend door het „Tribunal des Conflits‟. Met Agnes Blanco zelf liep het in zoverre goed af dat de Conseil d‟Etat, door de uitspraak van het „Tribunal des Conflits‟ bevoegd geacht, op 19 mei 1875 uitspraak deed en aan Agnes een levenslange uitkering toewees. Tot ziens op de volgende bijeenkomst, cordiales salutations,
Diana Dankers Hagenaars
Studeren aan de Faculté de Droit van Paris 1 Panthéon-Sorbonne Verslag van een Erasmus-uitwisseling „Salut!‟ „Salut!‟ „Est-ce que tu sais où se trouve l‟amphi 2B ?‟ „Oui ! C‟est par là ! Moi, j‟ai ce cour aussi ! Comment tu t‟appelles ?‟ Het is maandag, vijf voor acht „s ochtends. Straks gaat het eerste college beginnen ! Grands problèmes contemporains is het vak, de professor heet Odon Vallet en is de grootste religiespecialist van Frankrijk. Ik ben in het gebouw waar Honoré de Balzac ook gestudeerd heeft, in hartje Parijs, recht tegenover het Panthéon. Inmiddels heb ik door de introductieweek al kennisgemaakt met enkele Franse eigenaardigheden. Een e-mail met informatie had raar genoeg niemand ontvangen. Verder was het de bedoeling dat de Erasmusstudenten op twee verschillende plekken tegelijk aanwezig waren (voor een verplichte taaltest en voor cruciale informatie). Inschrijving voor de vakken kon niet online, maar was alleen mogelijk door langs te gaan bij vier verschillende secretariaten, geopend vanaf 6 oktober. De colleges begonnen 4 oktober. De bureaucratie is door de Fransen uitgevonden en dat zullen ze je laten weten ook. Voor de verkrijging van de collegekaart moest er op de 13e verdieping van een groot gebouw een blaadje opgehaald worden, dat op de begane grond moest worden gestempeld door iemand die het blaadje geen blik waardig keurde. Daarna moest het blad op de 11e verdieping worden ingeleverd. Maar…
Université Panthéon-Sorbonne
Vervolg
Pagina 3 van 9
Nieuwsbrief
2011, jaargang 1, nummer 2, september
Daar werd je afgesnauwd omdat je geen pasfoto‟s had laten maken. Verder hadden ze bij de lunch nog nooit van vegetariërs gehoord en werd medegedeeld dat het in Parijs 'très normal' is om op zaterdagavond college te hebben, of om op één dag drie tentamens af te moeten leggen die ieder drie uur duren. Een Nederlandse jongen, Felix, vatte alles treffend samen als "Tijdperk Napoleon".Maar dat is nu vergeten! Ik zit naast Maya uit Keulen en Elsen uit Istanbul. Het ongetwijfeld spannende college gaat over één minuut beginnen… Dit is het moment waar ik al de hele zomer naar uitkijk. De docent gaat achter het bureau op het podium zitten. Op deze manier is zijn hoofd onzichtbaar voor de helft van de studenten. Hij schraapt zijn keel, tikt drie keer op de kop van een microfoon (nee, géén draadloze) en begint… iets totaal onverstaanbaars te mompelen. Om me heen klinkt meteen een kakofonie van ratelende laptops. In Frankrijk gebruik je namelijk geen studieboeken, maar schrijf je letterlijk op wat de docent vertelt en stamp je dat in je kop voor het tentamen. Wettenbundels worden al helemaal door niemand gekocht. Pas na zo‟n drie kwartier (colleges duren in Parijs anderhalf uur, zonder pauze) dringt tot me door dat meneer Vallet met „Aantèhnto’ de Amerikaanse politicoloog Huntington bedoelt. Als ik maanden later zit te blokken met van een Fransman afgetroggelde aantekeningen is me nog steeds niet duidelijk wat de collegereeks van Vallet te maken heeft met hedendaagse problemen. Op het mondelinge tentamen som ik keurig alle oorlogen van de profeet Mohammed op en krijg nog een goed cijfer ook. Vlak voor ik terugkeer naar Nederland mag ik een evaluatieformulier invullen. Er zijn drie aan te vinken opties: moyenne, bien en très bien. O jee. Raad ik nu af rechten te studeren aan Paris 1? Welnee! Het andere onderwijssysteem dwingt tot alertheid en is goed voor je Frans en de kennis van het Frans-juridisch jargon. Pierre Mayer, de professor internationaal privaatrecht, is een geniale vent. Het was enorm stimulerend door het Erasmusprogramma kennis te maken met niet alleen Fransen, maar studenten uit allerlei andere culturen. Al die gratis concerten die ik met lieve nieuwe vrienden heb bijgewoond, m‟n Franse buurjongens die ieder weekend „soirée‟ hielden bij hen thuis en de prettig gestoorde dirigent van het amateurorkestje waarin ik speelde... ze vormen prettige herinneringen. Ga naar Parijs! Je zult de tijd van je leven hebben.
Laura Burgers
Het Franse ontslagrecht in kort bestek (deel I) In het Franse ontslagrecht wordt globaal gezien een onderscheid gemaakt tussen twee verschillende soorten ontslag: -het licenciement pour motif économique; en „Licenciement pour -het licenciement pour motif personnel motif économique‟ Deze twee soorten vormen direct de enige twee gronden voor ontslag. Art. L 321-1 In Frankrijk kan de werkgever de arbeidsovereenkomst beëindigen als er Code du Travail derhalve sprake is van bedrijfeconomische redenen of persoonlijke redenen. Omdat het grote leerstukken betreft zal ik in dit stuk slechts ingaan op het „licenciement pour motif économique‟. Daarnaast zal ik me ook slechts beperken tot het individueel ontslagrecht aangezien er in het Franse recht een verschil bestaat in de toepassing van regels tussen individuele ontslagen, collectieve ontslagen van 2 tot 9 werknemers en collectieve ontslagen van meer dan 10 werknemers. De „Code du Travail‟ vormt het voornamelijke recht met betrekking tot het arbeidsrecht. In art.L321-1 is het ontslaggrond wegens economische redenen uiteengezet. Vervolg Pagina 4 van 9
Nieuwsbrief
2011, jaargang 1, nummer 2, september
Onder de term economische redenen valt onder andere de verhoging van schulden en lasten, het lijden van grote verliezen en een reorganisatie indien dit noodzakelijk is voor het behoud van de concurrentiepositie. Ook technologische veranderingen moeten hier onder worden bezien. Het komt er op neer dat indien de functie van de werknemer wordt gewijzigd, de arbeidsplaats wordt opgeheven of een essentieel element van de arbeidsovereenkomst wordt gewijzigd, dit het gevolg moet zijn geweest van de economische moeilijkheden dan wel de technologische veranderingen. Als inderdaad zo een situatie lijkt te ontstaan dan heeft de werkgever in de eerste instantie een „inspanningsverplichting‟. Art. L 321-2 bepaalt namelijk dat je iemand alleen wegens „economische redenen‟ mag ontslaan indien de werkgever zijn uiterste best heeft gedaan ander passend werk te vinden voor de betreffende werknemer. Dit houdt in dat de werkgever de werknemer dient te herplaatsen en anders een andere functie probeert aan te bieden binnen het bedrijf, zorgt voor een eventuele omscholing of zelfs zijn best doet om een functie te regelen in een andere onderneming in dezelfde branche. Indien er alsnog ontslag volgt, dan dient de werknemer het eerste jaar na ontslag een voorrangspositie te worden verleend bij sollicitatie bij dezelfde werkgever. Alvorens tot ontslag over te gaan, dient middels een schriftelijke verklaring de betreffende werknemer voor een gesprek uitgenodigd te worden. Op dat moment zal aan de werknemer bekend gemaakt worden wat de werkgever als reden van zijn ontslag acht en kan de werknemer zijn mening en reactie hierop geven. Voor de te nemen vervolgstap voor de werkgever, is de grootte van het bedrijf van belang. Voor de te nemen vervolgstap voor de werkgever, is de grootte van het bedrijf van belang. Indien de werkgever een bedrijf runt met ten minste 1000 werknemers dan dient de werkgever de werknemer op de hoogte te stellen van de mogelijkheid om gebruik te kunnen maken van „congé de reclassement‟ (verlof voor herintegratie in het arbeidsproces). Dit betekent dat de betreffende werknemer een aantal maanden toegang tot begeleiding heeft op kosten van de werkgever om opzoek te gaan naar een nieuwe baan. Als er sprake is van een onderneming met minder dan 1000 personen werkzaam, dan dient de „convention de reclassement personnalisé‟ toegepast te worden. Hierbij dient de werknemer ook begeleiding te worden aangeboden voor de duur van 8 maanden, maar dan in verdergaande mate. Indien vast komt te staan dat er toch een ontslag zal volgen, dan is de werkgever gehouden een schriftelijke ontslagverklaring te sturen naar de werknemer. Hierin moet duidelijk en secuur beschreven worden welke economische reden(en) de grondslag voor het ontslag vormt. Indien je als werknemer het niet eens bent met de beslissing van de werkgever dan bestaat de mogelijkheid om een procedure te starten bij het Conseil de prud‟hommes (de Franse arbeidsrechter). Deze procedures nemen over het algemeen een tijdsduur van twee jaar in beslag! Dit vormt voor veel werkgevers uiteraard een grote blokkade, maar direct ook een reden om de voorprocedure en inspanningsverplichtingen vlekkeloos te laten verlopen. Een ander nadeel is, dat de werkgevers hierdoor ook niet snel kunnen inspelen op de alsmaar veranderende (internationale) economie. Vervolg
Pagina 5 van 9
Nieuwsbrief
2011, jaargang 1, nummer 2, september
In 2005 heeft de Minister Villepin daarom het Contrat Nouvelle Embauche (CNE) geïntroduceerd. De gedachte hierachter was dat de werknemer (bij bedrijven met minder dan 20 werknemers) gedurende de eerste twee jaren van zijn dienstbetrekking ontslagen kan worden zonder dat er een reden opgegeven hoeft te worden. Ondanks dat het succesvol iss, is het bestaan van de CNE ook niet zeker meer aangezien het nog niet zo lang geleden in strijd is verklaard met het internationale recht. Frankrijk staat bekend om het strenge ontslagrecht. Voor de werknemers is het in Frankrijk gehanteerde systeem gunstig wegens het feit dat de ontslagprocedure zeer streng is. Dit maakt het systeem ook direct het minst gunstig voor werkgevers in Frankrijk. Dit is direct de reden waarom de meeste Fransen nog steeds hun arbeidsovereenkomst als een contract „à vie‟ zien. Nadia Adnani
De Franse universiteit: een ervaring tussen structuur en chaos Jorian Hamster, afgelopen jaar bestuurslid van de Cercle Francais, studeert dit semester rechten aan de Université Pari1 Panthéon-Sorbonne. In de nieuwsbrief houdt hij ons op de hoogte van zijn ervaringen.
De eerste dag is even schrikken. Alle buitenlandse studenten zijn naar het verkeerde gebouw gestuurd, tijden kloppen niet, namen ontbreken op de inschrijflijsten: zouden alle horrorverhalen over de Franse chaos dan toch kloppen? Studeren in Frankrijk is hoe dan ook iets anders dan in Nederland. Hoe groot de chaos en het gebrek aan structuur op organisatorisch niveau ook is, op academisch niveau draait alles om structuur en ordening. En structuur mag dan gerust met een hoofdletter S geschreven worden. Studenten in Frankrijk worden al vanaf de middelbare school getraind in het organiseren van hun teksten. Voor buitenlandse studenten kan dan verwarrend werken: je verhandeling over Europees recht kan inhoudelijk nog zo sterk zijn, als je deel I in twee delen hebt opgedeeld in deel II in drie heb je een serieus probleem. Op Nederlandse studenten komt dit vaak als onzinnig over, en vaak is het onderdeel van de kritiek bij terugkomst na een studie aan een Franse universiteit. Toch zit er wel degelijk een idee achter en zijn het niet zomaar loze regeltjes. Tijdens onze semaine d‟integration probeerde onze hoogleraar het uit te leggen. Volgens haar is het waarschijnlijk dat we een groot deel van de stof die we voor een tentamen in ons hoofd stampen uiteindelijk vergeten. En zelfs als we het niet vergeten zullen we het ons beter en opnieuw eigen moeten maken op het moment dat we er als jurist mee te maken krijgen, nog daargelaten dat het recht constant verandert. Geheel in lijn met het Franse verlichtingsideaal is het uiteindelijke doel van de academische studie het ontwikkelen van een rationeel denkkader, de vaardigheid om op academisch niveau te analyseren, deduceren, combineren en structureren. Op dit punt is het ontwikkelen van een tekst aan de hand van een streng structureel kader inderdaad een vaardigheid waar de nodige intelligentie voor nodig is. Aan de hand van je kennis over het onderwerp moet je in staat zijn het onderwerp zodanig te behandelen dat je niet simpelweg opschrijft wat je weet, maar dat je het kunt structureren, tegenstellingen en overeenkomsten kunt analyseren en ontwikkelingen kunt duiden. Volgens dezelfde professor is, van alle ervaringen die je in Parijs opdoet , het aanleren van deze structurele aanpak de ervaring waar veel buitenlandse studenten uiteindelijk het meest aan gehad hebben. Hoewel ik daar nu misschien nog enigszins sceptisch tegenover sta hoop ik dat ik over een halfjaar kan zeggen dat ze gelijk heeft gekregen! En als de organisatie van de universiteit ooit nog iets van deze lessen in structuur en orde opsteekt is dat mooi meegenomen.
Pagina 6 van 9
Nieuwsbrief
2011, jaargang 1, nummer 2, september
“Certains livres semblent avoir été écrits, non pour nous instruire, mais pour qu’on sache que l’auteur savait quelque chose.” (Maximes et Réflexions, tra.s G. Bianquis (Gallimard), Gœthe)
François Héran, Institut français des Pays-Bas, 4 novembre 2011 Droit et migration. Quelques comparaisons entre la France et les Pays-Bas La migration est un phénomène complexe, aux multiples dimensions : démographique, géographique, juridique, économique, sociale, politique, anthropologique… La conférence abordera dans une approche comparative quelques-unes des questions juridiques majeures que pose la migration pour le chercheur en sciences sociales. Problèmes de définition, d‟abord : quelles différences entre « migrant » et « immigré », entre « immigré » et « allochtone » ? Comment les deux pays concilient-ils les appellations tirées de leur propre histoire avec les recommandations de l‟ONU et la diffusion d‟une terminologie européenne ? Problème d‟observation, ensuite. Les méthodes d‟enregistrement des migrants diffèrent sensiblement d‟un pays à l‟autre. La France, contrairement aux Pays-Bas, n‟a pas de registres de population tenus par les municipalités permettant de suivre la trajectoire des migrants. Elle tient seulement un fichier des titres de séjour et se tourne vers le recensement de la population pour obtenir des données générales sur la population étrangère et la population immigrée. Se pose alors la question sensible du lien entre catégorie juridique, catégorie statistique et notion commune. Il n‟existe pas en France d‟équivalent direct de la notion d‟« allochtone », utilisée officiellement aux Pays-Bas, même si « immigré » s‟en rapproche parfois, avec une connotation souvent tout aussi péjorative dans le langage courant. En effet, la statistique administrative française n‟entend pas confondre sous un même terme les migrants et leurs enfants, qu‟ils soient natifs ou non, et quelle que soit leur nationalité, même si l‟on précise ensuite de quelle génération il s‟agit. De la même façon, la presse et le monde politique français ne qualifient jamais de « Marocains » les migrants venus du Maroc qui ont acquis la nationalité française, encore moins leurs enfants nés en France, alors qu‟un tel usage est devenu courant aux Pays-Bas. Peut-on dire pour autant que ces différences de vocabulaire renvoient à des systèmes politiques profondément différents ? La conférence abordera enfin la légalité des « statistiques ethniques » en France et aux Pays-Bas, ainsi que les liens complexes entre droit de la nationalité (droit du sang, droit du sol) et comportement démographique.
Pagina 7 van 9
Nieuwsbrief
Mochten jullie nog ideeën hebben voor de nieuwsbrief, alle input is welkom. Uiteraard zijn ingezonden stukken voor in de nieuwsbrief ook van harte welkom!
2011, jaargang 1, nummer 2, september “Les livres anciens sont pour les auteurs, les nouveaux pour les lecteurs.” (Pensées diverses, Montesquieu)
Amusant à lire: Hôtel des deux mondes de Éric-Emmanuel Schmitt est une pièce de théâtre de l‟auteur franÇais créée en 1999. Schmitt est un auteur de metaphysique. Les clients vivent paisiblement dans le cadre de ce qui ressemble à un hotel, mais où les arrivants et les partans sont escortés par un homme et une femme en blouse blanchde. Ils ne savent pas comment ils sont arrivés, ni quand ils repartiront par l‟ascenseur, ni même où les mènera cet ascenseur. Le docteur S. accompagne de manière énigmatique les clients. Son travail consiste donner l‟information nécessaire pour organiser le passage. L‟Hôtel des deux mondes répresente un lieu entre la vie et mort. Un lieu où il reste l‟espoir que l‟ascenseur renvoie la personne vers la vie: une chance seconde pour rétourner où une mort sereine.
E-MAIL: cerclefrancaisdroit @gmail.com
D‟après la tragédienne Francine Bergé qui joua ce rôle, le docteur S. est en fait l‟auteur Éric-Emmanuel Schmitt. En effet, comme l‟auteur, est celui qui fait entrer et sortir les personnages, sait tout sur eux et refuse de leur dire ce qu‟il sait. Dans la pièce, le docteur S. avoue que son pouvoir se limite à l‟hôtel (la fiction, la scène de théâtre), et ne s‟étend pas sur la terre (la réalité). La pièce fut nommée sept fois dans le cadre des prix de la Nuit des Molières 2000. Mariska van Oeffelen
Een nieuw bestuurslid in ons midden Chers membres du Cercle français,
Bezoek ook onze facebookpagina!
Zoek op: „Cercle Francais des étudiants en droit‟
Als nieuw bestuurslid van de Cercle ben ik gevraagd mijzelf even voor te stellen. Mijn naam is Fleur Terpstra en ik ben dit jaar begonnen aan de master Privaatrecht in Utrecht. Mijn speciale interesse gaat uit naar het onderwijsrecht. Naast rechten ben ik ook gek op de franse taal en cultuur, ik kom dan ook graag in Frankrijk. Omdat het franse en nederlandse rechtsstelsel veel op elkaar lijken vind ik Frankrijk ook vanuit een oogpunt van het recht een interessant land. Door je te verdiepen in het recht van een ander land, leer je ook je eigen rechtstelsel beter begrijpen. Bij de Cercle hoop ik mijn interesse voor rechten en frans met anderen te kunnen delen en een bijdrage te kunnen leveren aan het organiseren van leerzame maar vooral ook leuke activiteiten. Tot ziens bij de volgende activiteit!
Pagina 8 van 9
Nieuwsbrief
2011, jaargang 1, nummer 2, september
AGENDA
Maandag 10 oktober 2011, 17.00 – 19.00 “L‟héritage juridique napoléonien aux Pays-Bas” à l‟institut français/Maison Descartes, Vijzelgracht 2A à Amsterdam. A l’occasion des commémorations du bicentenaire du voyage de Napoléon aux Pays-Bas Meld je snel aan door een mail, onder vermelding van de ‘Cercle’ te sturen naar:
[email protected] VOL=VOL
Woensdag 12 oktober om 20.00: Droit et société, lezing van Michel Hastings Bij de eerste sessie van de lezingenreeks „Nieuwe rechtsgebieden‟ bespreekt Michel Hastings (professor Politicologie bij het Institut d‟Etudes Politiques in Lille) de veranderende verhoudingen tussen het recht en de maatschappij. Plaats: À l‟institut français/Maison Descartes Aanmelding voor de lezing geschiedt door een mail te sturen naar:
[email protected] Programma: -18.00 uur borrel in het café van Atrium, Binnengasthuisterrein naast Oudemanhuispoort, aangeboden door mij. -18.45 uur maaltijd in Atrium (op eigen kosten), ik reserveer een aparte tafel voor ons zodat we bij elkaar zitten. -19.30 uur met de tram naar Maison Descartes -20.00 uur conférence „Droit et société‟ Aanmelden voor de borrel en maaltijd per e-mail naar:
[email protected]
Vrijdag 4 november om 16.00 Droit et Migration, lezing van François Héran Plaats: À l‟institut français/Maison Descartes
Vrijdag 2 december (exacte tijd volgt nog) Droit et punition, lezing van Denis Salas Plaats: À l‟institut français/Maison Descartes
Pagina 9 van 9