IVN Maasduinen
Nieuwsbrief augustus 2013 Inhoudsopgave Pagina 2
Colofon
Pagina 3 /4
De Keukentuin van Annet
Pagina 4
Grauwe ganzen
Pagina 5 /6
Bezoek aan Wilde Bertram te Gemert
Pagina 6
Kauwen en steenuiltjes
Pagina 7 / 9
De kievit en de grote gele kwikstaart
Pagina 10 / 13 Resultaten vlindermonitoring mei 2013 Pagina 13
Wilde kat op de Groote Heide ????????
Pagina 14 / 15 Nachtvlinders, onbekend en wonderlijk Pagina 16
Programma vlinderwerkgroep
Pagina 17
Info Stichting Wilde Bertram
Pagina 18
De vliegende Deur
Programma augustus vrijdag 16 aug. Workshop jam en stroop maken met Annet Weijkamp tijdens de ledenavond
1
Colofon IVN Maasduinen Ton Wetjens, Voorzitter Tel: 077 - 4722870 Wiel Jacobs, Secretaris Tel: 077 - 4721489 Secretariaat algemeen, beheer website, ledenadministratie. Marc Vergeldt, Penningmeester Tel: 077 - 3661405 Financiën, coördinatie werkgroepen. Annet Weijkamp Bestuurslid Tel: 077 - 4731244 Jan Heuvelmans, Bestuurslid Tel: 077 - 4720040 Jo Peters, Bestuurslid Tel: 077 – 4721453 Ritsaart Blaisse Bestuurslid Tel: 077 - 3745100 Secretariaat: Oude Heerweg 213, 5941 EM Velden. E-mail:
[email protected] Bank: Rabo rek. nr: 153513861 t.n.v. IVN Maasduinen. Coördinatie werkgroepen: Marc Vergeldt Tel: 077 - 3661405 Beheer werkgroep: Henk Wennekers Tel: 077 - 4721813 Vogelwerkgroep:
Theo Lommen
Tel: 06 - 51786669
Amfibieën & reptielenwerkgroep: Ton Wetjens Tel: 077 – 4722870 Werkgroep vleermuizen: Functie vacant Vlinderwerkgroep: Harry v.d. Logt Tel: 077 – 4721861 E-mail:
[email protected] Jan Heuvelmans Tel: 077 – 4720040 E-mail:
[email protected] Redactie nieuwsbrief: Jeu Smeets Tel: 077 – 3520206 E-mail:
[email protected] Ton Wetjens Tel; 077 – 4722870 E-mail:
[email protected] Clublokaal: de Hansenhof, Hasselt 10 5941 NP te Velden.
2
Mijn ‘Kitchen Garden’.
Het is vandaag 5 juli en ik ben alleen in mijn keuken. Ik ben eten aan het koken en door mijn keukenraam zie ik de zon langzaam voorbij schuiven. Ik noem mijn kleine paradijsje mijn ‘kitchen kitchen garden’. garden Omdat de tuin direct vanuit mijn keuken begint en zowel, keukenkruiden, groente, fruit als bloemen bevat. Ik hoef nooit ver te lopen voor een verrassing of iets lekkers uit eigen tuin. Deze week zijn de rode bessen rijp en ik heb er al 5 volle schalen vanaf geplukt. De bessen zijn 3 weken later rijp dan vorig jaar. Komt zeker door de lange winter en de koude nachten tot aan juni toe. Eindelijk lijkt de zomer dan toch te beginnen. En mijn sla staat mij vrolijk toe te wuiven, klaar om gegeten te worden. Ik denk dat ik maar een broodje gezond ga maken morgenvroeg; vers broodje van de bakker, verse sla uit mijn tuin en een tomaatje van Jan Linders. De mijne staan helaas nog in de bloei, en de vrucht moet dus nog worden gevormd. Tijdens het mijmeren hoor ik alleen maar luid gezoem in de boom. In de bloeiende fluweelboom (Rhus typhina) zitten zeker 1-3 bijen op elke bloem. Ze hebben blijkbaar de heerlijke nectar gevonden en zijn net als ik aan het genieten van de avondmaaltijd bij ondergaande zon. Ook onder de boom, waar de Campanula volop bloeit is het een komen en gaan van bijen. De Campanula is een makkelijke plant, het groeit op stenige tuinranden en bij mij zelfs tussen de kieren in de stoep. En nu in de zomer bloeit het volop en vult een heel vlak hemels blauw. Geen wonder dat de bijen volop hun dorst lessen 3
en van hun hemelse drankje genieten. Ik kan er wel uren naar kijken. Maar mijn bord is leeg en ik ga nu nog even mijn bessen plukken. Aangezien ik er dit jaar zoveel heb, heb ik voldoende bessen om een extra pot jam te maken. Wilt u, beste lezer, meer weten over het kweken, verzorgen en verwerken van fruit uit eigen tuin? Dan bent u van harte welkom op de workshop in de Hansenhof te Velden. Vrijdagavond 16 augustus bent u vanaf 20.oo uur van harte welkom. Heeft u zelf fruit ! , neem deze gerust mee. Ik zorg voor glazen potten en diverse ingrediënten. Dan maken we er een gezellige en leerzame kookavond van. Iedereen is welkom; jong en oud, mannen en vrouwen, ook kinderen vanaf 10 jaar. Tot ziens …. Met zomerse groeten, Annet Weijkamp
Grauwe ganzen in de Oostvaardersplassen
Jonge grauwe ganzen verzamelen zich in grote groepen o.l.v. enkele oudervogels.
Er zijn veel jonge grauwe ganzen in de Oostvaardersplassen geboren. Ze blijven graag dicht bij konikpaarden omdat ze bij deze grote vrienden bescherming zoeken tegen roofdieren. Toch krijgt een vos er wel eens een te pakken omdat ze met grote aantallen in het gebied rondlopen. De weidevogels zoals de kieviet profiteren hier van: zij zijn dan namelijk weer een tijdje veilig voor de voldane vos
Oostvaardersplassen Ganzen, lepelaars en aalscholvers zijn in het gebied te vinden, net als reeën, vossen, hazen, vleermuizen en vlinders. Zelfs de zeearend, de ‘vliegende deur’ die sinds de middeleeuwen niet meer in ons land nestelde, broedt sinds een paar jaar weer in de Oostvaardersplassen. Om te voorkomen dat het gebied van 6000 ha met bomen zou dichtgroeien, bracht Staatsbosbeheer er wilde heckrunderen, konikpaarden en edelherten naartoe. Met elkaar leven deze dieren hier een natuurlijk leven, in een gebied waar de natuur het voor het zeggen heeft. Nieuwe Wildernis In september 2013 komt de bioscoopfilm De Nieuwe Wildernis uit. Deze natuurfilm laat de natuurrijkdom van een jaar van de Oostvaardersplassen zien.
4
Bezoek aan de Wilde Bertram te Gemert. Via het secretariaat van IVN Maasduinen ben ik uitgenodigd door de Stichting ‘de Wilde Bertram’ om eens kennis te komen maken. Als liefhebber van planten had ik wel interesse. Zo’n grote tuin leek mij een heerlijke speeltuin om in rond te dolen en kennis te maken met vele soorten kruiden. In dit geval vele eetbare kruiden. Aangezien je samen altijd meer ziet dan alleen, heb ik een vriendin mee gevraagd en een afspraak was al snel gemaakt.
We zijn hartelijk ontvangen door de oprichtster van de tuin. Die al 17 jaar dit werk full- time op vrijwillige basis doet. Naast het onderhoud van de tuin geeft ze rondleidingen en maakt ze educatie programma’s voor oa. scholen. Onder het genot van een kop thee in de woonwagen ging de verhalen trommel open. Daarna zijn we gaan rondwandelen over het terrein. Zoals altijd zien kruiden er bepaalt niet rooskleurig uit. Alleen voor de kenner is het interessant om er rond te lopen om te ruiken en te voelen. En natuurlijk een exemplaar meenemen om aan je eigen verzameling toe te voegen. Zo heb ik mijn voorraad keukenkruiden uitgebreid met inheemse Borsteltijm. Een echt verzamelaars item voor de liefhebber.
5
Ik heb een mooie dag gehad in Gemert en misschien heeft dit de interesse opgewekt en wil je zelf ook eens gaan kijken. Aangezien de dames er niet jonger op worden kan het nu nog. Misschien is het er over 2-5 jaar niet meer. Door gebrek aan zorg en aandacht veranderd het in een maïsveld. Annet Weijkamp Tuinzorg Kitchen Garden.
Kauwen en steenuilen zijn grote concurrenten van elkaar. Kauwen maken gebruik van dezelfde typen nestruimten als steenuilen. Dit zorgt voor een conflict tussen de twee soorten; de twee vogels vechten regelmatig. Kauwen zijn echter groter dan steenuilen en hebben een dolksnavel, daarmee kunnen ze steenuilen makkelijk verslaan. Afgelopen voorjaar heb je in het programma “Beleef de lente “ kunnen zien hoe een kauw probeerde in de steenuilen broedkast binnen te komen maar dat lukte niet. Het invlieggat was precies berekend op de steenuiltjes en de kauw kon er net niet door. Opgesloten In de bezette nestholten van de uilen beginnen de kauwen te bouwen aan hun eigen nest. Ze schuiven takken naar binnen en die vernauwen de doorgang zo erg, dat de steenuil het nest verlaat of zelfs opgesloten wordt! Het is soms mogelijk voor de steenuil om toch te broeden in de aanwezigheid van de kauw. Maar dit is wel erg verstorend. Verstoppen Als de kauwen aanwezig zijn dan houden de steenuilen zich overdag meer verborgen. Zodra de kauwen weg zijn komt de steenuil snel naar buiten, maar hij zal zich snel weer verstoppen als de zwarte vogels weer terugkeren. Bron: vara’s vroege vogels
6
Nieuw beheer biedt hoop voor bedreigde kievit Bericht uitgegeven door het Brabants Landschap Net iets anders boeren kan verschil maken voor de kievit. Dat blijkt uit een kleinschalig onderzoek van het Coördinatiepunt Landschapsbeheer bij het Brabants Landschap. Of de nieuwe maatregelen op grote schaal werken, is nog niet bekend, maar de uitkomst biedt hoop. Nu nog daalt het aantal kieviten in Nederland met maar liefst vijf procent per jaar. Klakowiet, klakowiet, kievit, kievit, kievit, schalt over het land. Gevolgd door een indrukwekkende buitelvlucht. Nu nog worden veel Brabantse akkers gekleurd door kieviten, maar hun aantal neemt in rap tempo af. Ten opzichte van 1990 is in Nederland nog maar 60% van het aantal over. In Brabant is de populatie in deze periode zelfs gehalveerd. Het Coördinatiepunt wil daar samen met weidevogelgroepen en agrarische bedrijven verandering in brengen.
Kievit met jong (links); bijna vliegvlugge kievit op perceel met uitgestelde bewerkingen (rechts) (foto’s: Marco Renes) Nieuw beheer Om het tij te keren bedachten ze daarom een aantal nieuwe beheermaatregelen, die dit jaar werden uitgetest. Een deel daarvan blijkt verrassend goed te werken. Door op akkers bewerkingen (zoals ploegen, bemesten en inzaaien) uit te stellen, neemt het aantal uitgekomen eieren fors toe. Waar onder bestaand beheer met nestbescherming bijna 70% van de eieren uitkomt, leidt later bewerken tot een uitkomstpercentage van 95%. Voor de overleving van kuikens is vooral een combinatie van uitgesteld bewerken en het braakleggen van smalle stroken land succesvol. Ten opzichte van de referentiesituatie (17%) overleven bij dit nieuwe beheer bijna dubbel zo veel kuikens (30%).
7
Braakliggende strook langs maisperceel (links); perceel met uitgestelde bewerkingen (rechts) (foto’s: Marco Renes) Niet te vroeg juichen Het is de eerste keer dat een dergelijk onderzoek is uitgevoerd en de betrokkenen zijn erg tevreden over de resultaten. Toch wil de organisatie niet te vroeg juichen. Het onderzoek werd uitgevoerd in een beperkt aantal gebieden. De gemiddelden laten hoopgevende resultaten zien, maar om echt zeker te zijn van het effect moet de studie de komende jaren worden herhaald en in meer gebieden worden uitgevoerd. Tekst: Jochem Sloothaak en Koen Verstegen, Brabants Landschap Foto's: Marco Renes
Stad fleurt op door grote gele kwikstaart Bericht uitgegeven door Vogelbescherming Nederland In de broedtijd is de grote gele kwikstaart bij een soort van beken die vooral in Oosten Zuid-Nederland te vinden is. Maar in de winter komt dit markante vogeltje ook in grote steden in het westen van het land voor. Langs grachten, maar ook op grinddaken met wat water. Tijdens de najaarstrek in september en oktober is de grote gele kwikstaart het meest algemeen, er trekken dan vogels door die afkomstig zijn uit onze buurlanden Duitsland en België. Er trekken ook vogels door uit het zuiden van Scandinavië en vermoedelijk ook uit Polen. In de winter zijn de aantallen een flink stuk lager. Onze eigen broedvogels trekken deels naar het zuiden, tot aan de Pyreneeën. De broedgebieden in Twente en de Achterhoek zijn ’s winters nagenoeg verlaten, maar in Limburg overwinteren in zachte winters veel grote gele kwikken; hier zitten echter weinig eigen broedvogels tussen.
8
Grote gele kwikstaart (foto: Koos Dansen)
Op grinddaken De grote gele kwikstaart is, vergeleken met andere soorten kwikstaarten, het meest aan water gebonden. Hij broedt en foerageert vrijwel uitsluitend aan de oevers van beken en rivieren. Deze zijn bij voorkeur snelstromend, maar hij broedt ook aan zwak of zelfs nauwelijks stromend water. Het voedsel bestaat uit allerlei kleine ongewervelde dieren die in of bij het water leven, vooral insecten, maar ook spinnen, vlokreeftjes en kleine slakjes. Ook ’s winters verblijven verreweg de meeste grote gele kwikken in Nederland langs allerhande stromend water. De soort ontpopt zich dan bovendien als stadsvogel. Er overwinteren maximaal 2500 grote gele kwikken in Nederlandse steden. In de stad foerageert hij graag langs water; maar ook op grinddaken met water, waar klaarblijkelijk genoeg voedsel te vinden is, bijvoorbeeld wintermuggen. De vogels slapen sociaal, vooral in overhangende struiken boven het water, maar ook onder bruggen en in nissen en gaten in de oever. Overdag zijn de overwinteraars territoriaal. Profijt van beekherstel en nestkasten Ondanks populatie-inzinkingen na strenge winters, vertoont de grote gele kwikstaart over de afgelopen tientallen jaren een gestage toename. Er was een top in 2008, toen het aantal werd geschat op 450 tot 550 broedparen in heel Nederland. Hierna is de stand gehalveerd als gevolg van strenge vorst. De oorzaken van de toename tot 2008 worden gezocht in verbeterde waterkwaliteit (wat kan leiden tot meer voedsel), herstel van natuurlijke beekoevers, aanpassing aan menselijke omgeving en een serie van zachte winters. In de Nederlandse broedgebieden konden de aantallen hierdoor toenemen, zoals in Twente is waargenomen. Hier heeft het beekloopherstel van het Waterschap Regge en Dinkel zijn vruchten afgeworpen. Omdat grote gele kwikken met graagte nestkasten accepteren, kon de stand nog verder worden opgeschroefd; naar schatting broedt de helft van de vogels in nestkasten. Ook in Limburg heeft men veel succes met nestkasten. Tekst: Ruud van Beusekom, Vogelbescherming Nederland Foto: Koos Dansen
9
Resultaat vlinder monitoring Mei 2013 Beste IVN’ers, Algemeen Ook mei is net als april een beroerde vlindermaand geweest. Veel slecht en koud weer. Toch tweemaal onze routes geïnventariseerd. Met kunst en vliegwerk hebben we ondanks het matige weer beide routes toch 2x gelopen. Wat het Vreewater betreft zijn het aantal soorten ongeveer gelijk aan 2012. Vooral de Ravenvennen maar ook de Heideverbindingsroute laten zeer weinig dagvlinders zien zowel soorten als aantallen. Wel zien we redelijk veel soorten nachtvlinders op beide routes In de onderstaande tabel de vlinders van de Ravenvennen route en de aansluitende Heideverbindings route. Ook vergelijken we de resultaten in het Vreewater 2013 met die van de jaren 2011 en 2012. Vlindersoorten resultaat In Mei zijn in het Vreewater (V) 12 (inc sint-jacobsvlinder), bij de Ravenvennen (R) 6 en de Heideverbindings route (H) ook 6 soorten vlinders gezien (zie tabel). Dit is voor het Vreewater een normaal resultaat (zie tabel). De biotoop verschillen tussen de 3 routes van dit jaar zijn groot. De Ravenvennen (R) is een nat/droog heidebiotoop, de Heideverbindings route is een kapvlakte in naaldbos en het Vreewater bestaat uit bossen, struwelen en singels afgewisseld met bloemrijke weilanden. Rav. (R) Hei. (H) Vre (V) Vre (V) Vre (V) Looproute 2013 2013 2013 2012 2011 Vlinders citroenvlinder Ja Ja Ja Ja Ja oranjetipje Ja Ja (1ex) Ja Ja Ja dagpauwoog Ja (1ex) Ja Ja Ja klein geaderd witje Ja Ja Ja Ja Ja kleine vos Ja (1ex) Ja groot koolwitje Ja (1ex) Ja (1ex) klein koolwitje Ja Ja Ja boomblauwtje Ja Ja icarusblauwtje Ja bont zandoogje Ja Ja Ja Ja Ja (1ex) bruin zandoogje Ja groentje Ja Ja gehakkelde aurelia Ja kleine vuurvlinder Ja (1ex) Ja landkaartje Ja Ja Ja (1ex) groot dikkopje Ja gele luzene vlinder Ja Sint-jacobsvlinder Ja (1ex) Ja Ja Ja De als vlinder overwinterende vlinders hebben we alle 4 (niet al teveel) in Mei gezien. Ook hebben we in Mei geen boomblauwtjes en icarus blauwtjes gezien (ook verlaat?) De verschillen in het Vreewater tussen 2011 en 2012 zitten vnl in enkele soorten die als pop overwinteren. In 2013 is er een heet en zonnig voorjaar geweest waardoor vlinders als bv.
10
groot dikkopje en bruin zandoogje heel vroeg waren. Een dergelijk later verschijnen is in 2013 nog eens sterker benadrukt door het erg koude voorjaar. De afwezigheid van nectarplanten bij het Heideverbindingsgebied maar vooral de Ravenvennen is duidelijk te zien in soorten als aantallen vlinders. Het verschil Vreewater 2013 met het Vreewater 2011 en 2012 is voor een groot deel te wijten aan het koude voorjaar 2013 waardoor vooral de als pop overwinterende vlinders enkele weken vertraagd zijn. Bij vlinders zoals het boomblauwtje en luzernevlinder betreft het slechts een laag aantal (boomblauwtje) of een zeldzame trekvlinder (luzerne). Geen wezenlijk verschil dus. De icarusblauwtjes zijn ook verlaat en worden in juni wel gezien.
Vlinderfoto’s De als vlinderoverblijvende soorten zijn in mei alle 4 gezien
Dagpauwoog
C. Sitsen
Gehakkelde aurelia
A. Frijsinger
Citroenvlinder (man) C. Sitsen Kleine vos F. Bons Niet echt zeldzaam maarr zeker niet alledaags. Het groentje leeft in de Ravenvennen
Groot koolwitje
A. Frijsinger
Groentje
K. van de Logt
11
Enkele als pop overblijvende vlinders die dit jaar duidelijk later dan normaal zijn.
Kleine vuurvlinder
H. Martens
Landkaartje (1e generatie)
F. Bons
Enkele nachtvlinders die we onderweg gezien hebben.
Sint- jacobsvlinder
A. Frijsinger
Gewone bandspanner
A. Frijsinger
Lieveling
Klaverspanner
A. Frijsinger
A. Frijsinger
12
Witte grijsbandspanner
H. Martens
Zuringspanner
K. van de Logt
Op onze inventarisatie- tochten ontdekken we ook beschermde an zeldzame planten
Kleine zonnedauw
H. Martens Moeraswolfsklauw
H. Martens
De Vlinderwerkgroep Wilde kat in Venlo De laatste tijd zijn er nogal wat publicaties geweest omtrent de wilde kat in Limburg. Deze, nog jonge kat, heeft dezelfde bestreping op lijf en staart. Hij / zij verraste mij op 11 julie door op enige afstand voor mij op te duiken op de Groote Heide in Venlo. Snel mijn camera gepakt en ingezoomd op dit mooie beestje. Veel tijd kreeg ik niet want toen was die alweer in het struikgewas verdwenen. De foto voorgelegd aan diverse experts en die verzekerden dat het toch een, weliswaar goed gelijkende, maar een echte verwilderde huiskat was. Ik had het graag anders gehoord. Jeu Smeets
13
Nachtvlinders, onbekend en wonderlijk Zoals in de vorige nieuwsbrief is uitgelegd hebben wij dank zij de subsidie van Groen en Doen twee nachtvlindervallen kunnen kopen. Deze worden dit jaar ook uitgetest. Nachtvlinderen lijkt op vissen, waar je nooit weet wat er op welk moment bijt. Ook bij nachtvlinderen blijft het spannend op welk moment er welke nachtvlinder op het scherm valt. Omdat men nog niet zo goed weet waar welke nachtvlinders voorkomen, is de kans op zeldzame soorten vrij groot. Vooral het gebied van IVN Maasduinen is een grote witte vlek in de nachtvlinderatlas. Bij deze enkele foto,s van zeldzame soorten (Rode Lijst) die tot nu toe in Nederland waargenomen zijn. Onze waarneming is in 2013 de 4e waarneming van het lindeherculesje
Lindeherculesje
De waarneming van deze fraaie seringenvlinder is de 1e waarneming in 2013. Tot en met 25/6 zijn er nog maar twee waarnemingen
Seringenvlinder
De waarneming van deze oranje iepentakvlinder is de 9e waarneming in 2013
Oranje Iepentakvlinder
14
Naast deze zeer zeldzame nog enkele hele mooie nachtvlinders
Gele agaatspanner
Zomervlinder
Gestreepte goudspanner
Grote meelmot
Kortzuiger
Puntige zoomspanner
vliervlinder
Dennenpijlstaart
15
Programma vlinderwerkgroep 2013 De twee dagvlinder looproutes voor dit jaar zijn: *Het Vreewater *Een heide verbindingsroute bij de Ravenvennen naar de Hanikerweg. We lopen beide routes om de twee weken op Zaterdag- en Zondagmorgen. Aanvang 10.30 hr. Duur ca 2 hr. Het staat iedereen vrij om mee te lopen. Contact via de contactpersonen (Zie IVN Maasduinen/ vlinders). De Ravenvennen route lopen we mede op verzoek van het Limburgs Landschap om, indien mogelijk, het effect van de open (heide)verbindingen op de vlinders vast te leggen. Tweemaal een uitstapje met begeleiding naar vlinders die bij ons niet voorkomen. *Heivlinder Groote Heide Top vliegtijd augustus *Bruine eikenpage Schuitwater Top vliegtijd juni- juli. Ook plannen we een groter uitstapje naar Z- Limburg (Vijlenerbos) Gecombineerd dagen nachtvlinders.
Een drietal nachtvlinderavonden bij leden in de tuin. Dit hopelijk onder begeleiding van enkele specialisten van Koekeloere. Bij voorkeur op Vrijdagavonden. Het staat iedereen vrij om mee te lopen (bel/mail hiervoor de contactpersonen)
16
17
“ De vliegende deur ” nader bekeken Tekst: Jeu Smeets Foto: Wikipedia
De zeearend (Haliaeetus albicilla) is verreweg de grootste roofvogel die hier te lande voorkomt. Omdat ze duidelijk van de Amerikaanse soort afwijken worden ze ook wel de Europese zeearend genoemd. De vrouwen zijn duidelijk groter dan de mannen en kunnen tot 90 cm. groot worden, een spanwijdte tot 2,5 m. hebben, terwijl de vleugels ook zeer breed zijn, en ze kunnen een gewicht van 7 kg. bereiken. Al met al een zeer grote vogel met de afmetingen van een flinke deur, dat hem ook zijn bijnaam heeft gegeven. De zeearend is over zijn hele lijf chokoladebruin met een iets lichtere kop en nek. De snavel en de poten zijn helder geel en de staart is wit. De voeding van de zeearend bestaat voor het grootste gedeelte uit vissen en watervogels, maar ook kleinere zoogdieren als hazen en konijntjes versmaden ze niet, terwijl in de winter bij voedselschaarste ook wel overgeschakeld wordt op aas. Het broedseizoen begint al midden februari tot midden maart. De grote horst (nest) is wel tot twee meter in doorsnee en wordt vaal tientallen jaren gebruikt na een jaarlijkse opknapbeurt. Het legsel bestaat bijna altijd uit drie eieren die met 40 dagen broeden uitkomen. Met drie maanden kunnen de jongen vliegen en worden dan nog enige tijd door de oude vogels gevoerd en tevens de jachttechnieken aangeleerd. De levensverwachting van deze enorme vogels ligt bij ongeveer 40 jaren want natuurlijke vijanden hebben ze niet. De vogels die verongelukken zijn vaak slachtoffer van het verkeer, windmolens en stroomleidingen, terwijl insectengif ook nog steeds een boosdoener is. De zeearend is een regelmatige (maar niet veel voorkomende) broedvogel in Nederland. De nestplaatsen worden zo veel mogelijk geheim gehouden en worden regelmatig gecontroleerd. In de Oostvaardersplassen broeden ze op een niet toegankelijk gebied. De vogels zijn overal streng beschermd.
In de toekomst wil ik maandelijks aandacht besteden aan een in Nederland of omgeving voorkomende roofvogelsoort. Jeu Smeets
18