jaarverslag 2012
ISVAG Ondernemingsplan
1
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
Legislatuur 2013 - 2018
Inhoud 3
Inleiding
5 Installatie
6
Situering van de opdracht
7
Wetgevend kader
8
Kaderrichtlijn Afval (2008/98/EC) + Materialendecreet
9
Verordening in- en uitvoer van afvalstoffen (1013/2006)
9
Uitvoeringsplan Milieuverantwoord Beheer Huishoudelijk Afval
9 Energiedecreet 10
Koninklijk Besluit betreffende het opsporen van radioactieve stoffen in bepaalde materiaal- en afvalstromen en betreffende het beheer van weesbrongevoelige inrichtingen – 14 oktober 2011.
10
Het decreet op de inter-gemeentelijke samenwerking
10
Het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen
12 ISVAG anno 2013 13
De milieuvergunning - historiek
13
De milieuvergunning - aandachtspunten
14
Overzicht van interne en externe ondersteunende studies en activiteiten
15
Overzicht van de uitgevoerde metingen en controles
16
Evaluatie van de resultaten in het kader van de milieuvergunning
17
Evaluatie van de stikstofoxide-emissies
18
Communicatie en maatschappelijke betrokkenheid
19
Ondersteuning van de lokale leefgemeenschap
19
ISVAG op internationaal vlak
20 Horizon 2020 22 Missie en Strategie 23 Toelichting 23
De visie van ISVAG
24 Toelichting 25
De strategische doelen van ISVAG
2
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
Inleiding ISVAG is de Intercommunale voor Slib- en Vuilverwijdering van zes Antwerpse Steden en Gemeenten. De intergemeentelijke vereniging werd op 17 januari 1975 opgericht door de steden Antwerpen en Mortsel, en de gemeenten Boom, Puurs, Niel en Hemiksem. In 2005 trad ook de intergemeentelijke vereniging IGEAN toe tot ISVAG. In de beginjaren stond het bedrijf nog in voor de verwerking van waterzuiveringsslib, maar die activiteit werd later overgenomen door Aquafin. De ‘S’ in ISVAG bleef echter behouden.
ISVAG werd aanvankelijk opgericht voor een periode van 30 jaar. Eind 2004 besliste de Algemene Vergadering van ISVAG om de intercommunale voor de maximale periode van 18 jaar te verlengen, dus tot 2023. ISVAG koos hierbij voor continuïteit, om – zoals voorgeschreven in het Vlaams Afvalstoffenplan - ook na de afloop van haar milieuvergunning in september 2011 te kunnen blijven instaan voor de verwerking van het huishoudelijk afval in de Antwerpse regio, op de ecologisch en economisch meest verantwoorde manier. De verlenging van de intergemeentelijke samenwerking slaat enkel op de juridische structuur van de intercommunale en is niet gekoppeld aan een keuze voor een bepaalde installatie, verwerkingstechniek of locatie.
Vandaag staat ISVAG in voor de verwerking van het huishoudelijk restafval van zo’n 1 miljoen inwoners. ISVAG doet dit op de ecologisch en economisch meest geschikte manier en produceert hierbij elektriciteit voor meer dan 25.000 gezinnen.
Zoals elk intergemeentelijk samenwerkingsverband wordt ook ISVAG bestuurd door een Directiecomité, een Raad van Bestuur en een Algemene Vergadering met afgevaardigden van de participerende steden en gemeenten. De opdracht van ISVAG – de verwerking van huishoudelijk restafval – wordt gerealiseerd binnen een strikt kader van wetgeving, voorwaarden en vergunningen. Het beleid van ISVAG steunt op een aantal belangrijke pijlers:
Aandeelhouders ISVAG
• streven naar een optimale doorzet, wat economisch en ecologisch de meest gunstige werking garandeert; • zorgen voor een continu onderhoud, waardoor de installatie zich op elk moment in een quasi-nieuwstaat bevindt; • voortdurend streven naar het steeds verder beperken van de milieu-impact in het algemeen en de emissies in het bijzonder; 48,22% Antwerpen
2,71% Mortsel
43,84% IGEAN
0,91% Niel
1,63% Boom
1,70% Puurs
• streven naar een maximale energierecuperatie met onder meer productie van groene stroom; • volgehouden aandacht voor communicatie, zowel intern als extern, met alle belanghebbenden.
0,99% Hemiksem
3
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
Installatie De verbrandingsinstallatie in haar oorspronkelijke vorm dateert van 1980. Met een aantal belangrijke investeringen in de jaren ‘80 en ‘90 werd ze volledig gemoderniseerd. Sinds de opstart heeft ISVAG steeds gewerkt op basis van de Best Beschikbare Technieken om het huishoudelijk restafval op een duurzame en ecologische wijze te verwerken. Het begrip “Beste Beschikbare Techniek” wordt in VLAREM als volgt gedefinieerd: “Het meest doeltreffende en geavanceerde ontwikkelingsstadium van de activiteiten en exploitatiemethoden, waarbij de praktische bruikbaarheid van speciale technieken om in beginsel het uitgangspunt voor de emissiegrenswaarden te vormen is aangetoond, met het doel emissies en effecten op het milieu in zijn geheel te voorkomen, of wanneer dat niet mogelijk blijkt algemeen te beperken;
Samenstelling Directiecomité in 2013: Jan Verbert (secretaris), Jeroen Baert (ondervoorzitter), Philip Heylen (voorzitter), Kristof Bossuyt (ondervoorzitter), Kristel Moulaert (directeur) en Johnny Bakx (bedrijfsleider, verontschuldigd)
a. “technieken”: zowel de toegepaste technieken als de wijze waarop de installatie wordt ontworpen, gebouwd, onderhouden, geëxploiteerd en ontmanteld; b. “beschikbare”: op zodanige schaal ontwikkeld dat de technieken, kosten en baten in aanmerking genomen, economisch en technisch haalbaar in de industriële context kunnen worden toegepast, onafhankelijk van de vraag of die technieken al dan niet op het grondgebied van het Vlaamse Gewest worden toegepast of geproduceerd, mits ze voor de exploitant op redelijke voorwaarden toegankelijk zijn; c. “beste”: het meest doeltreffend voor het bereiken van een hoog algemeen niveau van bescherming van het milieu in zijn geheel.”
Samenstelling Raad van Bestuur in 2013 (van links naar rechts): Jeroen Baert, Maarten De Bock,Wim Servaes, Jan Verbert, Ann Vylders, Walter Duré, Dirk Vermant, Alex Tanguy, François Boddaert, Cindy Verschueren, Davina De Herdt, Peter Hoefman, Sven Cools, Kristel Moulaert, Philip Heylen, Kristof Bossuyt (verontschuldigd: Johnny Bakx, Gerald Van Acker, Kris Van Hoeck, Dirk Rochtus, Gilbert Verstraelen)
Met andere woorden: BBT-technieken zijn technieken die, in vergelijking met alle gelijkaardige systemen, het best scoren op milieugebied, én betaalbaar zijn én technisch uitvoerbaar zijn. Ook in de afgelopen jaren heeft ISVAG fors geïnvesteerd om het verbrandingsproces en de rookgaszuivering continu te optimaliseren en op die manier bij de Europese top van afvalverwerkingsbedrijven te blijven behoren.
4
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
Via een automatisch en objectief meetsysteem houdt ISVAG de waarden van uitgestoten stoffen nauwkeurig bij. Een volledig geautomatiseerde meetcabine analyseert continu de rookgassen die uit de schouw komen. Door deze metingen en staalnames kunnen we erop toezien dat de emissies steeds binnen de normen blijven en kunnen we de werking van de installatie nauwgezet controleren. Erkende en onafhankelijke laboratoria vullen al onze metingen bovendien aan met hun eigen bevindingen. Uit alle rapporten blijkt dat de ISVAG-emissies ver beneden de opgelegde norm liggen en ronduit voorbeeldig genoemd kunnen worden.
De verbranding van huishoudelijk restafval leidt bij ISVAG ook tot het recupereren van waardevolle energie. De rookgassen worden door stoomketels geleid die stoom produceren. De stoom wordt afgeleid naar een turbine, waarin deze wordt omgezet in elektrische energie. Op die manier levert ISVAG dag in, dag uit elektriciteit voor meer dan 25.000 gezinnen. Een groot deel van deze elektriciteit wordt erkend als groene stroom. Zowel het monitoren van emissies als de stoomproductie kunnen continu op de website van ISVAG opgevolgd worden. www.isvag.be
5
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
Situering van de opdracht In het jaar volgend op gemeenteraadsverkiezingen bespreekt de Algemene Vergadering, in het kader van het Decreet Intergemeentelijke Samenwerking, het evaluatierapport over de werking van de vereniging tijdens de voorbije legislatuur. Dit evaluatierapport werd op 30 mei 2013 goedgekeurd door de Algemene Vergadering van ISVAG.Het decreet voorziet eveneens dat in
datzelfde jaar een ondernemingsplan voor de komende zes jaar wordt voorgesteld. Dit document geeft de leden van de nieuwe gemeenteraden inzicht in de werking van het intergemeentelijk samenwerkingsverband en het te voeren beleid in de volgende legislatuur.
6
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
Wetgevend kader De activiteiten van ISVAG worden strikt geregeld door een wetgevend kader met tal van richtlijnen, wetten, uitvoeringsplannen, decreten en KB’s. Hieronder geven we een opsomming van de belangrijkste regelgeving waaraan ISVAG onderhevig is. Allereerst is het van belang dat ISVAG, net als vele andere technische installaties, steeds functio-
neert volgens het principe van de Best Beschikbare Technieken (BBT). Deze term BBT vormt een belangrijk begrip in het milieuvergunningenbeleid voor bedrijven, zowel in Vlaanderen (VLAREM1) als in Europa (Europese IPPC-richtlijn en Richtlijn Industriële Emissies2).
1 De bescherming van het leefmilieu is in België een gewestelijke bevoegdheid. De wettelijke basis voor de bestrijding van milieuverontreiniging door hinderlijke inrichtingen in Vlaanderen wordt geleverd door titel I en II van het VLAREM, beide uitvoeringsbesluiten van het Decreet van 28 juni 1985 betreffende de Milieuvergunning. Het VLAREM bepaalt dat de exploitant als normaal zorgvuldig persoon steeds de beste beschikbare technieken moet toepassen ter bescherming van mens en milieu, en dit zowel bij de keuze van behandelingsmethodes op het niveau van de emissies, als bij de keuze van bronbeperkende maatregelen (aangepaste productietechnieken en -methoden, grondstoffenbeheersing en dergelijke meer). Deze verplichting geldt eveneens voor wijzigingen aan ingedeelde inrichtingen, alsook voor activiteiten die op zichzelf niet vergunnings- of meldingsplichtig zijn. De naleving van de voorwaarden van VLAREM en/of van de milieuvergunning worden geacht hiermee in overeenstemming te zijn (afdeling 4.1.2 van titel II van het VLAREM). Het VLAREM bepaalt eveneens dat de emissiegrenswaarden, de parameters en de gelijkwaardige technische maatregelen, gebaseerd moeten zijn op de beste beschikbare technieken, zonder dat daarmee het gebruik van een bepaalde techniek of technologie wordt voorgeschreven, met inachtneming van de technische kenmerken en de geografische ligging van de betrokken installatie, alsmede de plaatselijke milieuomstandigheden. Indien met het oog op een milieukwaliteitsnorm strengere voorwaarden moeten gelden dan die welke door toepassing van de beste beschikbare technieken haalbaar zijn, zullen echter wel extra voorwaarden worden gesteld (art. 30bis van titel I van het VLAREM).
de Afvalverbrandingsrichtlijn, de Oplosmiddelenrichtlijn en drie Richtlijnen voor de titaandioxide-industrie. De reikwijdte van de Richtlijn Industriële Emissies is uitgebreid ten opzichte van de oorspronkelijke IPPC-richtlijn. De Richtlijn Industriële Emissies is op 6 januari 2011 in werking getreden. De EU-lidstaten hebben twee jaar om de richtlijn te implementeren in de nationale wet- en regelgeving. De implementatie in Vlaanderen gebeurde door het decreet van 25 mei 2012. In het kader van de IPPC-richtlijn en de Richtlijn Industriële Emissies worden op Europees niveau BBT-referentiedocumenten (BREFs) opgesteld. Deze BREFs geven per bedrijfstak aan wat de BBT zijn en welke milieuprestaties met de BBT haalbaar zijn. Een wijziging in de Richtlijn Industriële Emissies ten opzichte van de IPPC-richtlijn is het gebruik van BBT-conclusies. De BREF Afvalverbranding (Waste Incineration) heeft betrekking op installaties die specifiek bestemd zijn voor de verbranding (inclusief vergassing en pyrolyse) van afvalstoffen. Co-verbranding van afvalstoffen, b.v. in de cementindustrie of in elektriciteitscentrales, valt niet onder het toepassingsgebied van deze BREF. De BREF beschrijft enerzijds een aantal algemene BBT die van toepassing zijn op alle afvalverbrandingsinstallaties, ongeacht het type afvalstof. Daarnaast worden ook specifieke BBT gegeven die van toepassing zijn op afvalverbrandingsinstallaties die uitsluitend of in hoofdzaak één van volgende types afvalstoffen verwerken: • huishoudelijk afval • voorbehandeld of geselecteerd huishoudelijk afval (inclusief RDF) • gevaarlijk afval • afvalwaterzuiveringsslib • medisch afval Een belangrijk nieuw onderdeel van de BREFs (BBT-referentiedocumenten) zijn de BBT-conclusies. Hierin worden onder andere de met de Beste Beschikbare Technieken geassocieerde emissieniveaus en de daarmee verbonden monitoring beschreven. Volgens artikel 14 lid 3 van de Richtlijn Industriële Emissies vormen BBT-conclusies de referentie voor de vergunning. In artikel 15 lid 3 staat dat de emissiegrenswaarden in de vergunning niet hoger mogen zijn dan de met BBT geassocieerde emissieniveaus uit de BBT-conclusies.
2 De IPPC-richtlijn (Richtlijn inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging, 96/61/EG, gecodificeerd 2008/1/EG) verplicht de lidstaten van de EU om grote milieuvervuilende bedrijven te reguleren middels een integrale vergunning gebaseerd op de beste beschikbare technieken (BBT). De IPPC-richtlijn is van toepassing op alle installaties waarin één of meer van de activiteiten plaatsvinden uit bijlage I van de richtlijn. Sinds 31 oktober 2007 moeten deze installaties voldoen aan de richtlijn. De IPPC-Richtlijn wordt opgevolgd door de Richtlijn Industriële Emissies (2010/75/EU). Deze omvat een integratie van de IPPC-Richtlijn met de Richtlijn grote stookinstallaties,
7
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
Kaderrichtlijn Afval (2008/98/EC) + Materialendecreet
Deze prioriteitenladder zal tot uiting komen in de maatregelen van de Vlaamse overheid.
Het Europese afvalbeleid is vastgelegd in de Kaderrichtlijn Afval. Deze Kaderrichtlijn deelt de verschillende verwerkingsmethoden voor afval in in een hiërarchie. De richtlijn bepaalt dat binnen deze rangorde de voorkeur moet worden gegeven aan preventie, gevolgd door hergebruik, recyclage en nuttige toepassingen.
Het Vlarema: uitvoering van de prioriteiten in de omgang met materialen Het Vlarema voert het Materialendecreet uit en bevat de volgende delen:
Op Vlaams niveau werd, ter omzetting van de Europese Kaderrichtlijn Afval, het Materialendecreet goedgekeurd. Dit decreet vervangt het Afvalstoffendecreet. Op 1 juni 2012 werd het ‘Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en –beheer’ (VLAREA) vervangen door het “Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringelopen en afvalstoffen” (Vlarema). Daarmee past de Vlaamse Regering het Materialendecreet concreet toe in uitvoeringsbesluiten.
Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen Hoofdstuk 2: Afbakening afvalfase Dit hoofdstuk bepaalt wanneer een stof als grondstof kan beschouwd worden. Hoofdstuk 3: Uitgebreide producentenverantwoordelijkheid Dit hoofdstuk gaat in op de aanvaardingsplicht, de milieubeleidsovereenkomsten, de afvalpreventie- en beheersplannen. Daarnaast bevat het bepalingen over specifieke afvalstoffen zoals drukwerk, voertuigen en batterijen.
Het basisprincipe van het nieuwe decreet draait om het beheer van afvalstoffen met zo weinig mogelijk negatieve impact op mens en milieu. We moeten proberen afvalstoffen, en bij uitbreiding grondstoffen en daarvan afgeleide producten, zo efficiënt mogelijk te produceren, gebruiken, verbruiken of hergebruiken. Het decreet verduidelijkt wat materiaalkringlopen zijn en legt de volgorde van prioriteiten vast voor de omgang met materialen (en niet enkel afvalstoffen):
Hoofdstuk 4: Beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen Bepalingen over de indeling van afvalstoffen en de behandeling ervan (verwijderen, handelingen voor nuttige toepassingen, inzameling,…).
1. Voorkom afvalstoffen en stimuleer milieuverantwoorde productie en consumptie; 2. Bevorder hergebruik;
Hoofdstuk 5: Beheer van specifieke materiaalkringlopen en afvalstoffen Bepalingen over huishoudelijke afvalstoffen, klein gevaarlijk afval (KGA), medisch afval, afgedankte voertuigen, afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA).
3. Recycleer afvalstoffen of zorg dat materialen in gesloten kringlopen worden ingezet; 4. Streef nuttige toepassing van afvalstoffen na. In de praktijk komt dit vaak neer op energietoepassingen;
Hoofdstuk 6: Inzamelen en vervoeren van afvalstoffen
5. Verwijder afvalstoffen op een verantwoorde manier, via verbranding zonder energierecuperatie, of tenslotte via storten.
8
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
Hoofdstuk 7: Registreren en rapporteren van afvalstoffen- en materiaalgegevens Bepalingen over het opmaken, bewaren en uitwisselen van registers, gegevens over de productie van afvalstoffen en materialen.
pioen selectieve afvalinzameling geworden en we zijn niet van plan om deze koppositie af te staan. Verder bevestigt het plan dat, voor de eindverwerking van huishoudelijk restafval, verbranding met een zo groot mogelijke recuperatie van energie als Best Beschikbare Techniek (BBT) moet worden beschouwd. Tenslotte wordt benadrukt dat eindverwerking de verantwoordelijkheid moet blijven van gemeenten of intercommunales, dat Vlaanderen zelfvoorzienend moet zijn (geen export van huishoudelijk restafval), maar dat er tegelijk geen overcapaciteit van verwerkingsinstallaties mag ontstaan. Afval wordt bij voorkeur verwerkt waar het geproduceerd wordt, om onnodige transporten te vermijden.
Hoofdstuk 8: Monsterneming en analyse, erkenning van laboratoria Hoofdstuk 9: Milieuheffingen en milieubijdragen Het VLAREMA bevat als bijlage een lijst van afvalstoffen. Elke stof krijgt een unieke cijfercode om de stof gemakkelijk in de lijst te kunnen terugvinden. Daarnaast is er ook een lijst van materialen die in aanmerking komen voor gebruik als grondstoffen.
De hiërarchie van afvalbeheer schrijft voor dat hergebruik of recyclage voorrang krijgt en dat enkel de resterende fractie mag verbrand of gestort worden. Hiertoe zijn specifieke doelstellingen vastgelegd.
Verordening in- en uitvoer van afvalstoffen (1013/2006)
Onderling verschillen de Vlaamse gemeenten zeer sterk op vak van bevolkingssamenstelling of ruimtelijke factoren. Deze diversiteit is ook zeer sterk aanwezig bij de verschillende vennoten van ISVAG en hebben een onmiddellijke weerslag op het afvalaanbod.
De grensoverschrijdende overbrenging van afvalstoffen wordt geregeld door de Verordening 1013/2006/EG. De Verordening maakt onderscheid tussen afvalstoffen bestemd voor nuttige toepassing en afvalstoffen bestemd voor verwijdering.
Energiedecreet Bij de verwerking van niet-recycleerbaar afval wil de overheid zoveel mogelijk energie recupereren. Om dit te stimuleren werden in het verleden investeringen in elektriciteitsproductie bij de verwerking van restafval ondersteund via het systeem van groenestroomcertificaten (GSC). Hierbij ging men ervan uit dat 41% van de energie die vrijkomt bij de verbranding van huishoudelijk restafval als hernieuwbaar kan beschouwd worden. Op 1 januari 2013 trad het Energiedecreet van 13/07/2012 houdende wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009 in werking.
Uitvoeringsplan Milieuverantwoord Beheer Huishoudelijk Afval Het Uitvoeringsplan Milieuverantwoord Beheer Huishoudelijk Afval (UMBHA, BS 07.01.2008) is een sectoraal uitvoeringsplan waarin het kader werd vastgelegd voor het beheer van het huishoudelijk afval voor de periode 2008-2015. Het voorziet een globale aanpak, vanaf de productie van materialen en goederen tot de eindverwerking van het huishoudelijk afval. Het ontwerpplan werkt, naast een verdere selectieve inzameling van afvalstoffen, aan een verbetering van het aanbod aan milieuvriendelijke producten. Dit plan bouwt voornamelijk verder op de uitstekende resultaten die in de voorafgaande jaren zijn bereikt. Vlamingen zijn intussen wereldkam-
Het decreet voorziet uitdrukkelijk een eindigheid van de ondersteuning aan hernieuwbare energie. GSC worden slechts uitgereikt voor een periode van 10 jaar na eerste ingebruikname. Het decreet voorziet eveneens in de invoering van een “bandingfactor” en een “onren-
9
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
dabele top”. Met de invoering van deze bandingfactor wil de Vlaamse overheid oversubsidiëring vermijden door rekening te houden met de actuele investeringsen exploitatiekosten van de technologieën, om zo te komen tot een aanvaardbare investeringsopbrengst. De onrendabele top geeft een indicatie van de extra steun die nodig is om investeringen aantrekkelijk te maken. De onrendabele toppen en overeenstemmende bandingfactoren worden jaarlijks herberekend en geactualiseerd door het VEA.
tot de straling uitgewerkt is. Wanneer een weesbron wordt gedetecteerd met een hogere straling dient dit gemeld te worden aan het FANC en zal het Niras instaan voor de verwijdering en afvoer ervan. ISVAG beschikt intussen over de vereiste meettoestellen en voorzag in opleiding van haar intervenanten.
ISVAG ontvangt sinds augustus 2004 groenestroomcertificaten. Dit impliceert dat de toekenning van GSC’s in juli 2014 afloopt. Uit een studie van Electrabel blijkt dat ISVAG momenteel niet in aanmerking komt voor verlenging van GSC op basis van het systeem van de onrendabele top. Dit is te wijten aan de zeer hoge bedrijfsbeschikbaarheid van de ISVAG-installatie (gemiddeld 93%) en aan het feit dat de elektriciteitscentrale intussen afgeschreven is. De bandingfactor is immers gebaseerd op investeringskosten, de afschrijvingsperiode en de elektriciteitsprijs. Op basis hiervan is gebleken dat een verlenging van de toekenning van het GSC niet mogelijk is.
Koninklijk Besluit betreffende het opsporen van radioactieve stoffen in bepaalde materiaal- en afvalstromen en betreffende het beheer van weesbrongevoelige inrichtingen – 14 oktober 2011. Het KB van 14 oktober 2011 voorziet dat ook ISVAG met ingang van 1 januari 2014 een detectiesysteem voor het opsporen van radioactieve weesbronnen in gebruik dient te nemen. Hiertoe wordt een detectiepoort voor de weegbrug geïnstalleerd. Indien een weesbron (een radioactieve bron waarvan de eigenaar niet gekend is) wordt opgemerkt, dient die door een ISVAG-medewerker, die hiertoe speciaal werd opgeleid, uit het afval gehaald en onderzocht te worden. Afhankelijk van de hoeveelheid en het type straling wordt vervolgens een bepaalde procedure gevolgd. Bij snel uitdovende bronnen (korte halveringstijd) en een straling binnen bepaalde limieten, wordt de bron op ISVAG veilig opgeslagen
Voorbeelden van weesbronnen zijn vrij alledaagse voorwerpen, zoals bijvoorbeeld stukken rotswol die van nature een verhoogde natuurlijke radioactiviteit bevatten, horloges of wekkers met lichtgevende wijzerplaatjes, incontinentiemateriaal van mensen die radiotherapie ondergaan, bepaalde types brand- of rookmelders,...
Het decreet op de intergemeentelijke samenwerking Op 18 januari 2013 heeft de Vlaamse Regering het decreet houdende wijziging van het decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking (DIS) bekrachtigd. De meeste herzieningen traden in werking op 1 mei 2013. Enkel de wijzigingen met betrekking tot de elektronische terbeschikkingstelling van de verslagen aan de raadsleden treden pas in werking op 1 januari 2014. Het decreet werd vooral gewijzigd op het vlak van bestuurlijk toezicht en digitalisering. ISVAG dient haar statuten te wijzigen zodat deze conform worden met de nieuwe bepalingen van het decreet. Daar waar de statuten in tegenspraak zijn met dwingende bepalingen in het decreet, zullen de bepalingen van het decreet voorrang hebben.
Het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen Dit decreet regelt de milieuheffingen. De heffingen voorzien in dit decreet zijn deels financierend van aard (MINA-fonds) maar ook regulerend. In Vlaanderen is heffing verschuldigd voor het storten en het
10
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
verbranden, maar ook voor het sorteren en voorbehandelen van afvalstoffen. Bijkomend is voorzien in een heffing indien Vlaamse afvalstoffen buiten het Vlaams Gewest worden gestort, verbrand, gesorteerd of voorbehandeld. Milieuheffingen wegen op de totale verbrandingskost. Daar waar in 2007 nog 7 euro heffing per ton werd betaald, ligt de kost per ton momenteel op 8 euro. De aanvoer van 180.000 ton naar ISVAG impliceert een jaarlijkse kost van 1.440.000 euro. (waarvan 1.120.000 euro direct voor de eigen verwerking op ISVAG en 320.000 euro indirect voor de tonnages verwerkt door Ibogem).
11
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
ISVAG anno 2013
12
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
De milieuvergunning - historiek
De milieuvergunning - aandachtspunten
De vorige milieuvergunning van ISVAG liep af in september 2011. De Raad van Bestuur besliste om tijdig - op 22 juli 2010 - een verlenging aan te vragen. Hieraan ging heel wat studiewerk vooraf. Naast een Milieueffectenrapport, werd ook een uitgebreide toekomststudie opgemaakt. De resultaten van dit onderzoek hebben bijgedragen aan een gerichte en goed onderbouwde milieuvergunningsaanvraag (zie ook verder).
In de milieuvergunning, bevestigd door de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur werd een artikel in verband met de NOx-emissie toegevoegd. Bij de aanvraag had ISVAG zelf reeds een streefwaarde voor NOx-emissies van 120 mg/Nm³ voorgesteld (de wettelijke norm bedraagt 200 gr/Nm³). In de aangepaste en definitieve versie van de vergunning worden op vlak van de NOx en met betrekking tot de streefwaarde de volgende duidelijke activiteiten opgelegd:
Bij Besluit van de Bestendige Deputatie van de provincie Antwerpen dd. 18 november 2010 werd een milieuvergunning verleend voor een periode van 10 jaar. ISVAG verzocht zelf om een vergunning te verkrijgen voor 10 jaar in plaats van de gebruikelijke 20 jaar. Op die manier blijft de intercommunale op elk moment verplicht om zichzelf in vraag te stellen, op zoek te gaan naar mogelijke optimaliseringen of alternatieven voor de verwerkingsinstallatie. Tegen dit besluit en de toekenning werden 11 bestuurlijke beroepen aangetekend. Volgens de gangbare procedure werden deze beroepen behandeld door de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur.
De exploitant ISVAG moet jaarlijks een evaluatie laten maken van de NOx-emissies. Deze evaluatie dient opgemaakt te worden door een erkend deskundige voor het opstellen van milieueffectenrapporten in de discipline ‘lucht’. De deskundige zal de NOx-emissies toetsen aan de streefwaarde van 120 mg/ Nm³ (jaargemiddelde). Deze jaarlijkse evaluatie moet ter kennisgeving overgemaakt worden aan de afdeling Milieu-inspectie.
Met haar Besluit van 29 juni 2011 bevestigde minister Joke Schauvliege de vergunning van 18 november 2010 tot 18 november 2020, en voegde ze een aanpassing toe aan de bepalingen over de NOx-emissies. Vier partijen spanden bij de Raad van State een procedure aan tegen het besluit van de Vlaamse minister. Bij arrest van de Raad van State van 17 september 2013, is de milieuvergunning voor ISVAG definitief verworven voor de periode van18 november 2010 tot 18 november 2020.
Een tweede aandachtspunt uit de milieuvergunning betreft de communicatie (cfr. paragraaf 5 van blz. 48/52 van de initiële milieuvergunning). Deze paragraaf stipuleert dat ISVAG binnen een termijn van 6 maanden na de vergunningsverlenging een voorstel dient te doen aangaande de manier waarop de ongerustheid, de onzekerheid, de ontevredenheid en de frustratie die heerst bij de omwonenden, kan weggewerkt worden. Hierbij dient met de verschillende lokale actoren te worden samengewerkt. In het besluit van 29 juni 2011 van de minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur op blz.20 in de 4de paragraaf, wordt bevestigd dat een open en evenwichtige communicatie met de lokale actoren weliswaar heel wat ongerustheid kan wegnemen en het wederzijds begrip kan laten toenemen, maar tevens wordt bevestigd dat uit de hoorzitting van 1 maart 2011 is gebleken dat ISVAG over een degelijk communicatieplan en –beleid beschikt.
13
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
Overzicht van interne en externe ondersteunende studies en activiteiten
waarbij voor 2023, het jaar waarin de intercommunale als juridische structuur dient hernieuwd te worden, opnieuw een grondige evaluatie gemaakt moet worden.
Als voorbereiding voor de nieuwe milieuvergunningsaanvraag heeft ISVAG een aantal initiatieven genomen om enerzijds een onderbouwde langetermijnvisie te kunnen ontwikkelen over de toekomst van de installatie, en anderzijds om de lopende exploitatie te optimaliseren, zowel op technisch als maatschappelijk vlak. Hierbij geven we een kort overzicht van deze studies en initiatieven.
Milieueffectenrapport 2010 Het MER voor ISVAG werd door de administratie van de Vlaamse Gemeenschap volledig en ontvankelijk verklaard op 2 juli 2010. Onafhankelijke, door de overheid erkende deskundigen hebben de impact van de installatie op ondermeer lucht, bodem, water, flora en fauna en mens onderzocht. De globale milieueffectenbeoordeling in dit rapport was uitermate positief. De deskundigen zijn van oordeel dat de impact op omgeving en mens op alle niveaus verwaarloosbaar is.
Toekomststudie ISVAG mei 2010 ISVAG heeft aan de THV Ecobel de opdracht gegeven de toekomstvisie op lange termijn te bestuderen. Uit deze zeer gedegen toekomststudie, die onder leiding van ECOREM en REBEL GROUP in samenwerking met VITO, advocatenkantoor STIBBE en Transport- en Mobiliteit Leuven werd uitgevoerd, blijkt dat de ISVAGinstallatie wel degelijk de Best Beschikbare Technologie aanwendt voor de verwerking van huishoudelijk afval. Op basis van alle ecologische, energetische en financiële vaststellingen, waarbij ook rekening wordt gehouden met de mobiliteitsaspecten (en de ecologische en financiële impact die hieraan gekoppeld is), komt het studieconsortium tot het besluit dat er geen alternatieven voorhanden waren die een sluiting van de installatie aan de Boomsesteenweg op korte termijn toelieten. De studie concludeerde verder dat een hervergunning voor 20 jaar de aangewezen optie is voor ISVAG,
Deze studie schetst het grotere kader voor de verdere ontwikkeling van ISVAG op langere termijn en fungeerde als onderbouwing voor de laatste milieuvergunningsaanvraag. In alle fasen van deze studie, van de opmaak van het bestek, over methodologie, tussentijdse rapporten en eindrapporten, werd steeds in alle transparantie met verschillende belanghebbenden overleg gepleegd.
Technical and Environmental Assessment of the ISVAG MWI and alternative waste treatment technologies – February 2010 Deze studie werd uitgevoerd door de afdeling Abfallwirtschaft van de Technische Universität Berlin onder leiding van prof. dr. ing. Vera Susanne Rotter. De opdracht van deze studie was om de installatie van ISVAG op Europees niveau te evalueren en te situeren in het kader van de BBT. Dit onderdeel van de studie gaf tevens indicaties voor mogelijke optimalisaties van de bestaande installatie. Verder werden alternatieve afvalbehandelingstechnieken bestudeerd en werd een SWOT-analyse uitgevoerd. Uit deze blijkt dat de huidige verwerkingsmethode van ISVAG (verwerking in een roosteroven met optimale energierecuperatie), voldoet aan alle vereisten van de Best Beschikbare Technologie. De studie bevestigt dat er op het gebied van de verwerking van huishoudelijk afval in de eerstkomende jaren geen betrouwbare nieuwe alternatieve verwerkingswijzen, die ecologisch en energetisch beter scoren, te verwachten zijn.
2de studie prof. dr. ir. Rotter Uit de eerste studie van professor Rotter, waarin ISVAG onder meer werd getoetst aan Europese referentieinstallaties, bleek dat er momenteel geen algemeen grensoverschrijdend referentiekader bestaat voor het rapporteren en vergelijken van emissiewaarden op Europees niveau. Om een duidelijker beeld te krijgen van hoe de prestaties van de ISVAG-installatie zich
14
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
verhouden tot installaties in de ons omliggende landen en op basis hiervan te kunnen identificeren en evalueren of ISVAG bepaalde optimalisaties kan doorvoeren, werd aan professor Rotter gevraagd een opvolgingsstudie op te maken met als titel: “Development of a monitoring concept for continuous BAT-assessment for the ISVAG MWI, Antwerp and a 2007-2011 update of the technical performance study”. De studie concludeert onder meer dat de NOx-emissies van ISVAG “voor de daggemiddelde waarde vanuit een BBT standpunt lager liggen dan de 120 mg/Nm³ die algemeen als BBT wordt beschouwd” en dat “de installatie bovendien zelfs zou voldoen aan mogelijk lagere NOx-emissienormen, mochten die in de toekomst worden ingevoerd.”
Door ISVAG werd een technische werkgroep opgericht. Het doel van de werkgroep is tweeërlei: • Hoe kan de werking van de huidige installatie nog verder geoptimaliseerd worden? • Hoe bereidt ISVAG zich voor op een eventuele grondige of zelfs volledige vernieuwing? Deze werkgroep kwam voor het eerst samen op 27 september 2012 en heeft in eerste instantie een aantal pistes opgelijst die verder uitgewerkt dienen te worden. Hierbij geven we een kort overzicht van ideeën die tot nog toe geformuleerd werden: • Identificeren van mogelijkheden op vlak van voorbehandeling van het aangevoerde afval, met als doel de recuperatie van materialen te maximaliseren en het verbrandingsproces te optimaliseren
• Plaatsing van een LUVO (luchtvoorverhitter) om in te spelen op het feit dat de calorische waarde van het afval stijgt, wat de doorzet in de installatie vermindert • Het optimaliseren van het stoomrendement van de installatie (gelinkt aan elektriciteitsproductie + onderzoek naar mogelijkheden om stoom af te zetten) • Positie van Eandis naar netondersteuning • Complementaire activiteiten waarbij naast stoomexport kan gedacht worden aan de afzet van warmte
Ook op vlak van energetisch rendement concludeert de studie dat ISVAG zowel voor de productie als het verbruik van elektriciteit voldoet aan de BBT normen. Professor Rotter suggereert dat op vlak van energetisch rendement nog optimalisaties mogelijk zijn en stelt tegelijk dat mogelijke investeringen in verdere verlaging van NOx-emissies dienen afgewogen te worden tegen de negatieve impact op de energieperformantie van de installatie.
Interne technische werkgroep
• Organisatorische aanpassing waarbij kan gedacht worden aan fusie versus delokalisatie
• Aanpassing naar een rooster met 5 compartimenten in plaats van de huidige 4 (optimaliseren doorvoer) • Opvolgen van nieuwe technologieën in het algemeen (emissie, energieproductie,...)
Communicatie Gelet op het feit dat ook in de milieuvergunning van 18 november 2010 opnieuw gewezen wordt op het grote belang van een duidelijke communicatie met de verschillende actoren, heeft het Directiecomité van ISVAG op 1 december 2010 opnieuw een externe firma (MindShake) aangesteld om de intercommunale bij te staan op het vlak van communicatie. Deze opdracht geldt voor de periode 2011-2013. Als externe communicatie- adviseur begeleidt MindShake ISVAG in de verdere uitbouw van het maatschappelijk draagvlak voor het bedrijf.
Overzicht van de uitgevoerde metingen en controles ISVAG ontwikkelde een aantal initiatieven die toelaten om een goede milieutechnische controle uit te voeren op de werking van de verbrandingsinstallatie. Hierbij geven we een overzicht van deze initiatieven: • ISVAG controleert de werking van de 2 ovenlijnen via een continue meting van de emissies per ovenlijn.
15
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
Deze emissieapparatuur controleert de volgende parameters: HCl, stof, CO, NO, SO2, TOC en de referentieparameters O2, temperatuur, debiet en vocht. De meetapparatuur die hiervoor ingezet wordt, wordt jaarlijks gekeurd en geattesteerd. Deze keuring kadert in de toepassing van de code van de goede praktijk: “Goedkeuring van continue emissiemeettoestellen”, verschenen in februari 1997 en gewijzigd in oktober 2001 (onder leiding van VITO). In 2013 investeerde ISVAG in nieuwe meetapparatuur waarmee de emissies via de nieuwste technieken gemeten kunnen worden. De ombouw nam een zestal weken in beslag. In de tussenperiode werd een mobiele meetwagen ingezet om een continue controle op de emissies te blijven garanderen. • In de milieuvergunning wordt opgelegd dat ISVAG een jaarlijkse evaluatie van de NOx-emissies moet laten uitvoeren door een erkend deskundige “lucht”. De emissieresultaten moeten hierbij getoetst worden aan de jaargemiddelde streefwaarde van 120 mg /Nm³. Indien deze streefwaarde niet gehaald wordt, dienen er bijkomende maatregelen getroffen te worden om er aan te voldoen. Bijkomend werd op initiatief van de exploitant een dispersiemodellering opgemaakt (een model dat in kaart brengt wat de impact van specifieke emissies op de regio is, in functie van allerlei factoren zoals afstand, overheersende windrichting, hoogte van de schouw). • Opdracht voor de dioxinemetingen door TAUW. In de zitting van 20/12/2011 heeft de Raad van Bestuur beslist om de firma TAUW België de opdracht te geven voor het uitvoeren van dioxinemetingen voor de periode 1/1/2012 tot 31/12/2014. De metingen worden elke 2 weken uitgevoerd.
• Afvloeiingswater van het nabij gelegen waterzuiveringsstation RWZI Aartselaar. Het verbruik bedraagt ± 80.000 m³/jaar (basis 2011) of 85 % van het totale waterverbruik. ISVAG beschikt over het statuut van nullozer: dit wil zeggen dat er geen bedrijfsafvalwater in de riolering wordt geloosd. Al het water wordt in de installatie zelf verdampt, hergebruikt en gezuiverd. De aansluiting van het lozingspunt bedrijfsafvalwater op het rioleringsnet werd ook fysisch verwijderd.
Emissies in de lucht ISVAG heeft, zoals reeds gemeld, vast opgestelde apparatuur voor monstername en metingen. Deze apparatuur is geattesteerd door een erkend laboratorium en gebeurt conform de code van goede praktijk. In de volgende tabel zijn de resultaten voor 2011 en 2012 opgenomen. Parameter
Evaluatie van de resultaten in het kader van de milieuvergunning Water ISVAG verbruikt twee kwaliteiten van water, namelijk: • Leidingwater: Het verbruik bedraagt ongeveer 14.000 m³/jaar (basis 2011) of ± 15 % van het totale verbruik.
Gemid. Gemid. waarde 2011 waarde 2012
Norm
Stof
0.89 mg/Nm³
0.9 mg/Nm³
10 mg/Nm³
CO
10.94 mg/Nm³
12.07 mg/Nm³
50 mg/Nm³
HCl
0.18 mg/Nm³
0.3 mg/Nm³
10 mg/Nm³
SO2
1.99 mg/Nm³
1.5 mg/Nm³
50 mg/Nm³
NOx
102.2 mg/Nm³
104.5 mg/Nm³
200 mg/Nm³
CnHm
0.14 mg/Nm³
0.2 mg/Nm³
10 mg/Nm³
Dioxines
0.007 ng/Nm³TEC
0.0085 ng/Nm³TEC
0.1 ng/Nm³TEC
Uit bovenstaande tabel blijkt dat de emissiewaarden in 2011 en 2012 ver beneden de opgelegde normen bleven. We stellen eveneens een zeer gelijklopend resultaat vast tussen de jaren 2011 en 2012. Dit toont aan dat de werking van de processen van
16
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
0,10 0,08 0,06 0,04 0,02 0,00 1
2
3
4
5
6
7
Ovenlijn 1
8
9
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24
Ovenlijn 2
verbranding en rookgasbehandeling op ISVAG als standvastige en betrouwbare processen kunnen beschouwd worden.
Dioxinemetingen
90
TAUW voert in opdracht van ISVAG tweewekelijks 80 een dioxineanalyse uit. Hieronder vindt u een overzicht 70 van de meetperiodes en de analyseresultaten per 60 ovenlijn. 50 40
• De resultaten per ovenlijn zeer 30 gelijklopend zijn; 20
• De resultaten in elke periode voor elke lijn ruimschoots voldoen aan de10 normen; 0
maar vooral hout). Alle verbrandingsovens samen vertegenwoordigen momenteel minder dan 0,1% van alle dioxine-emissies in Vlaanderen. In obovenstaande grafiek worden de resultaten van de dioxinemetingen van bijlage 2 weergegeven.
100
Uit deze resultaten blijkt dat:
Emissiegrenswaarde 0,1ng TQ/Nm3
Stof CO HCl • Het jaargemiddelde van 2012 zich in dezelfde grootteorde situeert als het jaar 2011.
Evaluatie van de stikstofoxideemissies In het besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur van 29 juni 2011 wordt in art.2 aangaande de NOx-emissies aan Isvag opgelegd om: • Een jaarlijkse evaluatie van de NOx-emissies te laten opmaken door een erkend MER-deskundige, discipline ‘lucht’; SO2
NOx
CnHm Dioxines
• De resultaten van de NOx-metingen te toetsen aan de streefwaarde van 120 mg/Nm³ (jaargemidNormbalk als 100% Uit de hierboven vermelde resultaten kunnen we delde); Gemeten waarde in % t.o.v. norm - 2012 besluiten dat het proces van dioxineverwijdering op ISVAG als betrouwbaar bestempeld kan worden. • Indien de streefwaarde niet gehaald wordt: verdere maatregelen te nemen voor de optimalisatie van Overigens, huishoudens hebben met 68 % het grootste de NOx-emissie. Voor 2011 heeft SGS als erkend aandeel in de Vlaamse dioxine-emissies in 2011. Drie deskundige deze evaluatie uitgevoerd en gerapkwart van de huishoudelijke emissies is afkomstig van porteerd in het verslag van maart 2012. Naast de de particuliere illegale afvalbranding in open vuurtjes en opdracht om de emissiewaarden van NOx te vergetonnetjes. De overige huishoudelijke emissie komt van lijken met de streefwaarde van 120 mg/Nm³, kreeg de gebouwenverwarming op vaste brandstoffen (kolen, SGS ook de opdracht om de dispersie (model dat Gemeten waarde in % t.o.v. norm - 2011
17
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
3
4
5
6
7
Ovenlijn 1
8
9
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24
Ovenlijn 2
Emissiegrenswaarde 0,1ng TQ/Nm3
Communicatie en maatschappelijke betrokkenheid
100 90 80
Inleiding
70 60
ISVAG heeft ervoor gekozen een open huis te zijn voor zowel de lokale leefgemeenschap als voor het internationale forum van de sector afvalverwerking, en laat zich daartoe bijstaan door een professioneel communicatiebureau. In deze paragraaf geven we een kort overzicht van de activiteiten en inspanningen in verband met communicatie en maatschappelijke betrokkenheid.
50 40 30 20 10 0
Stof
CO
HCl
SO2
NOx
CnHm Dioxines
Gemeten waarde in % t.o.v. norm - 2011 Normbalk als 100% Gemeten waarde in % t.o.v. norm - 2012
de impact van de NOx-emissies geografisch in kaart brengt) van NOx na te gaan. De besluiten van deze studie kunnen als volgt samengevat worden; • De emissiemetingen voor 2011 voldoen ruimschoots aan de opgelegde emissiestreefwaarden van 120 mg/Nm³ (jaargemiddelde). Voor ovenlijn 1 bedraagt het jaargemiddelde 101,31 mg/Nm³, voor ovenlijn 2 is dit 103,08 mg/Nm³; • Uit de dispersieberekeningen blijkt dat voor de nabijgelegen woongebieden de impact van de verbrandingsoven verwaarloosbaar is. Voor het pluimmaximum en de woonwijk Neerland is de impact beperkt. De term ‘beperkt’ betekent: een emissiewaarde tussen 1% en 3% van de milieukwaliteitsnorm, en de term ‘verwaarloosbaar’ kleiner dan 1% van dezelfde milieukwaliteitsnorm. Als besluit kunnen we stellen dat ISVAG ruim voldoet aan de vooropgestelde NOx-streefwaarde van 120 mg/Nm³. De resultaten van de NOx-emissies van 2012 situeren zich in dezelfde lijn als deze van 2011.
De publieke toegankelijkheid van ISVAG ISVAG heeft ervoor gekozen een open communicatie te voeren en bewerkstelligt het ‘open huis-gevoel’ door op verschillende wijzen bezoeken te organiseren en te promoten. De bezoeken omvatten: • De begeleide groepsbezoeken; • De deelname aan de Open Bedrijvendag (tweejaarlijks); • De individuele toegankelijkheid van het bezoekerscentrum. Overzicht van de bezoekersaantallen Jaar
Open Bedrijvendag
Groepsbezoeken
2009
1939
2222
2010
Geen
2207
2011
1304
2187
2012
1160
2240
Bij de groepsbezoeken stijgt het aandeel van de scholieren (middelbare school). Eind 2012 werd bovendien beslist om ook leerlingen uit het vijfde en zesde leerjaar van de lagere school op ISVAG te verwelkomen. Voor de leerlingen en scholieren past dit bezoek in het leerplan (milieu-educatie) en draagt dit zeker bij tot hun milieubewustzijn. Elk bezoek start met het bekijken van de bedrijfsvideo, gevolgd door een rondleiding en uitgebreide mogelijkheid om vragen te stellen.
18
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
Naast de bezoeken is ook de website een middel om op open wijze te communiceren. De website is sterk gericht op bezoekers en geeft ook de dagelijkse resultaten weer van de emissies en elektriciteits-productie.
een netwerk van waardevolle internationale relaties en verwerft het ook stilaan heel wat erkenning op het internationaal forum. In 2011 nam ISVAG het initiatief om zich samen met een aantal partners kandidaat te stellen voor de organisatie van de internationale ISWA conferentie in 2015 in Antwerpen (International Solid Waste Association). Tijdens dit jaarlijkse internationale congres komen meer dan 1000 professionelen uit de sector samen om een week lang ervaringen uit te wisselen en te netwerken. In het voorjaar van 2012 heeft de Raad van Bestuur van ISWA besloten om de organisatie van de wereldconferentie 2015 aan Antwerpen toe te wijzen. Intussen werd een werkgroep opgericht met vertegenwoordigers van onder meer ISVAG, Interafval, OVAM, Fost+ en Indaver, om onder leiding van voorzitter Philip Heylen, de organisatie van deze conferentie in 2015 voor te bereiden.
Ondersteuning van de lokale leefgemeenschap ISVAG ondersteunt de lokale leefgemeenschap door een aantal kleinschalige, lokale en regionale projecten te sponsoren. Voorbeelden hiervan zijn de werking van Harmonie Sint-Bavo, Chiro Wilrijk, Neerlandfeesten, Schoolfeest Neerland,...
ISVAG op internationaal vlak Omdat erkenning buiten de landsgrenzen indirect ook bijdraagt tot het verhogen van het lokaal maatschappelijk draagvlak, wil ISVAG ook internationaal zijn plaats innemen in de sector van afvalverwerking en -valorisatie. ISVAG richt zich ook op het internationale forum om op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen. De voornaamste activiteiten op internationaal vlak zijn: • Gerichte bedrijfsbezoeken • Samenwerking met de universiteit van Berlijn • Het bijwonen van internationale vakcongressen • Het geven van lezingen en presentaties op congressen • De ontvangst van specifieke internationale delegaties (delegatie burgemeesters uit Polen, bezoek van staatssecretaris voor Leefmilieu uit Hongarije, bezoek van groep internationale studenten in kader van Unesco zomer-universiteit, bezoek van departementsverantwoordelijken uit het VK,...) Dankzij de contacten met experten en collega’s over de landsgrenzen heen ontwikkelde ISVAG intussen
19
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
Horizon 2020
20
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
De milieuvergunning van ISVAG loopt af in november 2020. Op basis van de huidige prognoses gaan we ervan uit dat alle vennoten samen jaarlijks zo’n 220.000 ton afval zullen aanvoeren (zie ook prognoses aanvoer in meerjarenplan). Niet omdat we per inwoner meer afval produceren, wel integendeel. De sterke stijging in de komende jaren is enkel en alleen te wijten aan de aanzienlijke bevolkingsaangroei en dit voornamelijk in de stad Antwerpen.
ontwikkelt dat rekening houdt met een aanvoer die ruim 25% hoger zal liggen dan vandaag.
Momenteel verwerkt ISVAG jaarlijks zo’n 143.000 ton afval in de eigen installatie. Het financiële meerjarenplan werd ook op een jaarlijkse verwerking van 143.000 ton gebaseerd.
Op basis hiervan wordt duidelijk dat uiterlijk in 2015 ISVAG moet beslissen met welke verwerkingsinstallatie het verder gaat na afloop van de millieuvergunning in 2020. Dit wil zeggen dat de huidige Raad van Bestuur in de komende twee jaar de nodige voorbereidende studies dient te laten uitvoeren, om tot een onderbouwde, breed gedragen beslissing te komen in 2015. Alle mogelijke scenario’s dienen hierbij opnieuw in kaart gebracht en afgetoetst te worden.
Kijken we naar de timing, dan gaan we best uit van het meest ingrijpende scenario – dit is het ontwerpen, vergunnen, aanbesteden, bouwen en in gebruik nemen van een volledig nieuwe installatie (ongeacht welk type installatie en ongeacht op welke plek) - en tellen we terug vanaf 2020 (zie schema hieronder).
Alle extra aanvoer wordt momenteel naar IBOGEM gebracht, waarmee ISVAG een overeenkomst heeft afgesloten tot 2017. De afvoer van dit afval en verwerking door IBOGEM betekent een zware meerkost voor ISVAG, aangezien ISVAG aanzienlijk meer betaalt aan IBOGEM dan de eigen verwerkingskost bedraagt. Uit de prognoses blijkt dat de aanvoer in de komende jaren nog verder zal stijgen, waardoor deze externe verwerking dus nog meer op de kosten van ISVAG zal drukken.
Als belangrijke leidraad ontwikkelde de vorige Raad van Bestuur een missie en strategische visie voor ISVAG. Het te voeren dagelijks beleid, maar ook elke beslissing over de koers op lange termijn dienen aan deze missie en visie te worden getoetst. Op de volgende pagina’s worden deze missie en visie toegelicht.
Het lijkt dus aangewezen dat ISVAG een toekomstplan voor de intercommunale na 2020
2013
2014
2015
2016
2017
1. Feasability 2. Go / No go 3. Mer / Vergunning 4. Ontwerp 5. Aanbesteding / Evaluatie / Toewijzing 6. Bouw 7. Opstart
21
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
2018
2019
2020
2021
Missie en Strategie
22
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
ISVAG wil zich profileren als een resultaatsgerichte organisatie, die bij de uitvoering van haar kernopdrachten optimaal omspringt met de beschikbare middelen. Het behalen van vooropgestelde bedrijfsresultaten is dan ook één van haar voornaamste drijfveren.
De missie van ISVAG
ISVAG is een resultaatsgericht en energiek overheidsbedrijf, dat meerwaarde biedt door op een duurzame manier afval te verwerken voor de bewoners van de aangesloten steden en gemeenten.
ISVAG is energiek. Het beschikt over dynamische, flexibele en ambitieuze medewerkers, die samen het beste voor hun organisatie nastreven. Het managementteam dat hen aanstuurt, wil het beste uit haar medewerkers halen en heeft hierbij veel oog voor hun motivatie en competentieontwikkeling.
Duurzaam wil zeggen dat we werken op de meest ecologische en de meest economische manier, waarbij we zoveel mogelijk waardevolle energie en materialen recupereren, waardoor waardevolle grondstoffen en energiebronnen voor toekomstige generaties gespaard blijven.
2. ... dat een meerwaarde biedt ... ISVAG wil meer zijn dan zomaar een uitvoerend bedrijf dat “haar vennoten van hun afval afhelpt”: het streeft ernaar om een toegevoegde waarde te bieden voor haar steden en gemeenten en hun inwoners. Onze kerntaak is inderdaad afvalverwerking, maar tegelijk willen we een meerwaarde bieden op verschillende niveaus. Een meerwaarde op vlak van duurzaamheid in al zijn facetten: ecologisch, sociaal en economisch.
Toelichting: 1. ISVAG is een resultaatsgericht en energiek overheidsbedrijf ... ISVAG is een opdrachthoudend overheidsbedrijf. Dit betekent dat ISVAG enerzijds alle kenmerken draagt van een overheidsinstelling, maar anderzijds ook van een commercieel bedrijf. Voor de overheidskenmerken denken we bijvoorbeeld aan het werken met een Raad van Bestuur bestaande uit politieke mandatarissen, aan het werken met statuten en mandaten, aan het aanbesteden van opdrachten of bestellingen volgens de wetgeving op de overheidsopdrachten, aan het selecteren en aanwerven van personeel via specifieke procedures, enzovoort. Tegelijk wordt ISVAG geleid als een commercieel bedrijf, met een bijzondere focus op efficiëntie (om kostenefficiënt te werken), de resultaatgerichte doelstellingen (bv. emissiestreefcijfers) en de zorgvuldige selectie van leveranciers. Er is bewust gekozen voor de benaming overheidsbedrijf om aan te geven dat ISVAG als een overheidsinstelling functioneert en tegelijk presteert als een bedrijf. Hierbij staat een bedrijfsmatig en efficiënt management centraal, gekoppeld aan een professioneel gestuurd financieel beheer.
3. ... door op een duurzame manier afval te verwerken ... Voor ISVAG is “duurzaam” niet zomaar een modewoord dat te pas en ten onpas gebruikt wordt. Voor ISVAG betekent duurzaam een streven naar een optimale balans tussen de drie verschillende duurzaamheidscomponenten: een ecologische, een sociale en een economische component.
De visie van ISVAG De afvalketen verandert fundamenteel. Onze intentie hierbij is een bijdrage te kunnen leveren aan de verduurzaming van de samenleving en het sluiten van de kringlopen of ketens van materialen. Wij trachten afval op een zo duurzaam mogelijke manier om te zetten in zoveel mogelijk schone en herbruikbare grondstoffen. Zo creëren we een maximale impact op de duurzame valorisatie van energie en materialen. In
23
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
dit voornemen willen we bondgenootschappen sluiten met alle bedrijven en organisaties die, samen met ons, in de bres staan voor innovatie in de afvalsector. Dit alles doen we in de grootste transparantie, in een voortdurende dialoog met al onze stakeholders.
Toelichting ISVAG en al haar personeelsleden hebben de afgelopen jaren alles gedaan om ervoor te zorgen dat de impact op haar omgeving en het leefmilieu in het algemeen zo gering mogelijk blijft (en zelfs nog steeds geringer wordt). ISVAG heeft tot doel samen met al haar medewerkers een modern, performant en milieubewust bedrijf te blijven, dat behoort tot de Europese top in zijn sector.
maar ook op gebied van energie- en materialenrecuperatie. ISVAG zal telkens op zoek gaan naar nieuwe en performantere technieken, technologieën en methodes. De aangesloten steden en gemeenten en hun burgers zullen er op kunnen rekenen dat ISVAG een zeer betrouwbare partner is, die het beste wil voor mens en milieu. Om dit te kunnen waarmaken, vindt ISVAG het ook prioritair om complete transparantie en een optimaal, efficiënt bedrijfsbeleid na te streven. ISVAG zal ook in de toekomst blijven investeren in een professionele interne en externe communicatie, een modern personeels- en organisatiebeleid beleid, in kwaliteitsvolle administratieve en financiële processen.
Alle betrokkenen kunnen erop rekenen dat alle ISVAG-medewerkers er continu naar zullen streven het beste van zichzelf te geven en de lat voor zichzelf telkens opnieuw hoger te leggen, met de bedoeling om grensverleggend bezig te zijn en met telkens nog betere resultaten voor de dag te kunnen komen.
ISVAG verwerkt het huishoudelijk restafval van 1 miljoen inwoners op een economisch en ecologisch verantwoorde manier: zorg voor het milieu en onze leefomgeving is hierbij voor ISVAG prioritair.
ISVAG wil niet alleen zoveel mogelijk energie halen uit het restafval dat het verwerkt, maar tracht ook zelf zo zuinig mogelijk om te gaan met energie. ISVAG zal investeren in het vinden en toepassen van nieuwe bewezen toptechnologie om optimale ecologische en energetische resultaten te halen.
ISVAG werkt vandaag voor de ongeveer 1 miljoen inwoners van haar aangesloten steden en gemeenten. ISVAG is ook nog steeds een intercommunale organisatie: een overheidsbedrijf dat instaat voor de verwerking van afval van de verschillende aangesloten steden en gemeenten. Momenteel zijn dit met name steden en gemeenten uit de provincie Antwerpen.
Daarnaast haakt ISVAG ook in op het Europese en Vlaamse materialenbeleid. Ook hier zullen technologische nieuwe inzichten en mogelijkheden zo maximaal mogelijk worden ingezet om optimale resultaten voor mens en milieu te verzekeren. ISVAG wil toonaangevend zijn. Ze wil blijven behoren tot de beste afvalverwerkers van Europa. De opgedane kennis en verworven inzichten willen we ook graag delen met collega’s in binnen- en buitenland. ISVAG heeft de ambitie om met de kennis, inzichten en ervaring waarover ze beschikt, te behoren bij de top van bedrijven die bekend staan om hun schitterende resultaten. Dit niet alleen op gebied van emissies,
ISVAG werkt ecologisch en economisch: het staat in voor de beste oplossingen voor mens en milieu, die financieel verantwoord zijn. Vandaag betekent dat concreet dat we het huishoudelijk afval verwerken met zo min mogelijk ecologische impact en een zo groot mogelijke recuperatie van energie en herbruikbare materialen en grondstoffen. Ook in de toekomst zal ISVAG alle technologische ontwikkelingen in haar vakgebied nauw blijven opvolgen en haar installatie optimaliseren, waardoor het tot de Europese top kan blijven behoren.
24
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
De strategische doelen van ISVAG
Samengevat:
1 2
Proces- en technologie-ontwikkeling Blijven inzetten op Onderzoek & Ontwikkeling om de beste keuzes te maken voor investeringen en voor optimalisatie van huidige installaties. Externe communicatie Creëren van dialoog en betrokkenheid via alle moderne communicatiemiddelen zodat alle betrokkenen ISVAG herkennen en erkennen als een afvalbeheerder met maximale impact op duurzame valorisatie van energie en materialen.
3
Kennisdeling extern Streven naar permanente kennisontwikkeling door het creëren van samenwerkingsverbanden en interne ervaringsopbouw met als doel kennis te delen en te komen tot best practices.
4
Organisatie-ontwikkeling Ontwikkelen van de organisatie en organisatiecultuur met als doel een optimale structuur en personeelsschikking met medewerkers die de ambities van ISVAG met elkaar delen en naar buiten toe uitdragen.
5
P&O beleid Continu aanbieden van kansen om persoonlijke en professionele capaciteiten te ontwikkelen om zo kennis te vergroten en een ISVAG-attitude te creëren.
6
Interne communicatie Ontwikkelen en verzorgen van interne communicatie zodat alle medewerkers optimaal en transparant geïnformeerd zijn.
7
Netwerking Nemen van het initiatief tot het samenbrengen van gelijkgestemde visies op het vlak van maximale impact op duurzame valorisatie van energie en materialen om, mede door wederzijdse afhankelijkheid en onderlinge afspraken, samen synergieën te realiseren.
25
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
1
2
Proces- & technologie-ontwikkeling
Externe communicatie
Blijven inzetten op Onderzoek & Ontwikkeling om de beste keuzes te maken voor investeringen en voor optimalisatie van huidige installaties.
Creëren van dialoog en betrokkenheid via alle moderne communicatiemiddelen zodat alle betrokkenen ISVAG herkennen en erkennen als een afvalbeheerder met maximale impact op duurzame valorisatie van energie en materialen.
Bedoeling:
Bedoeling:
ISVAG wil de nieuwe technologische ontwikkelingen op de voet volgen. Technologie is non stop in beweging, omdat het ecologiebesef groter is dan ooit. De wens om goed te zorgen voor de toekomstige generaties is hierin ook een grote drijfveer. Afval wordt meer en meer als grondstof gezien, wat leidt tot nieuwe ontwikkelingen, zowel op vlak van energie, materialenbeheer en emissie. Deze ontwikkelingen dienen op de voet gevolgd te worden: daarom is het belangrijk dat ISVAG blijvend investeert in Onderzoek & Ontwikkeling. Dit kan op vele manieren: congressen, studiedagen, literatuurstudies, best practice uitwisselingen, bedrijfsbezoeken, (wetenschappelijke) onderzoeksopdrachten,... De onderliggende reden van deze inzet op Onderzoek & Ontwikkeling is de ISVAG-installaties van vandaag en morgen te optimaliseren. Vanzelfsprekend ook om de Best Beschikbare Technologie in eigen huis te hebben via aanschaf van nieuwe installaties en machines, haar onderhoud en modernisering.
ISVAG was tot nu toe meer een afvalverwerker dan een afvalbeheerder. De komende jaren zal ze uitgroeien tot een volwaardige afvalbeheerder, die streeft naar een maximale impact op de valorisatie van energie en materialenbeheer. Om deze ontwikkeling te kunnen doormaken is het van belang dat ISVAG niet alleen informatie verspreidt maar nog meer actief in dialoog gaat met al haar stakeholders. Dit via moderne communicatietools. Zo wil ISVAG al dialogerend betrokkenheid en draagvlak creëren voor haar lange termijn doelen.
Resultaat: ISVAG zoekt de juiste betrokkenen op en creëert met hen interactie zodat er sprake is van echte wederzijdse communicatie.
Resultaat: • ISVAG maakt tijd vrij voor onderzoek en ontwikkeling in eigen huis. • ISVAG beschikt over de best beschikbare technologie.
26
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
3
4
Kennisdeling extern
Organisatie-Ontwikkeling
Streven naar permanente kennisontwikkeling door het creëren van samenwerkingsverbanden en interne ervaringsopbouw met als doel kennis te delen en te komen tot best practices.
Ontwikkelen van de organisatie en organisatiecultuur met als doel een optimale structuur en personeelsschikking met medewerkers die de ambities van ISVAG met elkaar delen en naar buiten toe uitdragen.
Bedoeling:
Bedoeling:
ISVAG beseft hoe belangrijk het is om kennis te delen met anderen. Vooral om te leren van anderen maar ook omgekeerd: om zaken te leren aan anderen. ISVAG mag fier zijn op haar kennis- en ervaringsniveau. Zo kan zij anderen via haar best practice praktijken tonen hoe zij haar machines en installaties beheert (gebruikt, preventief en curatief onderhoudt, benut, optimaliseert, ...). Natuurlijk geldt dit ook omgekeerd. Bovendien beperkt deze kennisdeling zich niet tot Vlaanderen alleen, maar gaat ook over de landsgrenzen heen.
Het is belangrijk dat ISVAG niet alleen werkt aan haar organisatiestructuur- en processen maar ook aan de ontwikkeling van een gemeenschappelijke cultuur waardoor alle medewerkers dezelfde waarden hebben en dezelfde doelen nastreven. Het is belangrijk dat alle neuzen in dezelfde richting staan. Dit leidt op zijn beurt tot een grote arbeidsvreugde, inzet en betrokkenheid en bovenal van fierheid op de organisatie.
Resultaat: • De organisatiestructuur ondersteunt adequaat de realisatie van de missie en visie.
Resultaat: • ISVAG helpt en vernieuwt door haar kennis en ervaring op dit vlak te delen.
• Er is een optimale matching tussen het functieprofiel en functie-inhoud. • Iedereen staat achter ISVAG.
• ISVAG neemt actief deel aan de organisatie van bijeenkomsten, studiedagen of anderszins. • ISVAG neemt deel aan studiedagen, best practice bijeenkomsten e.d. • ISVAG vertaalt opgedane kennis en ervaring binnenen buitenshuis naar plannen voor optimalisatie.
• Doelstellingen zijn tot op de vloer vertaald en worden top-down en bottom-up aangestuurd, opgevolgd en bijgestuurd. • Iedereen kent de Key Performance Indicators en werkt ermee. • Met betrekking tot de organisatieontwikkeling ligt de focus op uitwisseling van dataverkeer tussen de verschillende diensten. Door automatisering worden processen inzake onderhoud en facturatie, personeelsbeheer en rapportering geoptimaliseerd. • Op vlak van veiligheid en beveiliging van de installatie wordt niet uitgegaan van goodwill, wel van een systeem dat geborgd wordt.
27
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
5
6
P&O beleid
Interne communicatie
Continu aanbieden van kansen om persoonlijke en professionele capaciteiten te ontwikkelen om zo kennis te vergroten en een ISVAG-attitude te creëren.
Ontwikkelen en verzorgen van interne communicatie zodat alle medewerkers optimaal en transparant geïnformeerd zijn.
Bedoeling:
Bedoeling:
Voor ISVAG is de medewerker een belangrijke sleutel tot de realisatie van haar missie en visie, aangezien zij een zeer grote bijdrage hebben aan de uitvoering ervan. Daarom hecht ISVAG veel waarde aan de ontwikkeling van haar medewerkers. Niet alleen op vlak van kennis (bv. de nieuwste technologieën), maar ook op vlak van ecologie (veiligheid, milieu, emissie, energie, materialenbeheer, ...) en op gebied van persoonlijke ontwikkeling (bv. leiderschap, ISVAG-waarden, ...). Ze wil daarom aan alle medewerkers ontwikkelingskansen bieden, passend binnen hun loopbaan. ISVAG voert een actief personeelsbeleid waarbij de focus ligt op competentie-ontwikkeling, loopbaanontwikkeling, prestatiemanagement (cq waarderingscyclus) of bv. gericht wervings- en selectiebeleid. Hiernaast verzekert ISVAG ook de ontwikkeling van veiligheidsbewustzijn naast bv. milieubewustzijn. Ook zet ze in op kwaliteitsbeheer en efficiënte administratieve- en financiële processen.
ISVAG wil graag dat iedereen achter de missie, visie en waarden staat. Om dit te bereiken is het belangrijk dat ISVAG goed communiceert met haar personeel. Alle nagestreefde resultaten worden immers gehaald mede dankzij de inzet van alle personeelsleden. Om iedereen achter de doelstellingen te scharen en te zorgen dat voor de medewerkers het ISVAG-beleid in al haar facetten 100% duidelijk en transparant is, is interne communicatie één van de middelen bij uitstek om dit te bereiken. Zorgen dat iedereen goed op de hoogte is en niet alleen de bedrijfsdoelstellingen en –beleid kent maar ook begrijpt en onderschrijft, zijn veel gerichte communicatie-acties nodig.
Resultaat: • ISVAG-medewerkers zijn op de hoogte van de missie, visie, waarden en bedrijfsdoelstellingen.
Resultaat: • Iedere ISVAG-medewerker is zich ten volle bewust van zijn waarde binnen het grote geheel. • Iedere ISVAG-medewerker zet zich in voor zijn volle ontplooiing binnen ISVAG.
• Medewerkers zijn op de hoogte van belangwekkende ontwikkelingen en weten hoe hun organisatie ervoor staat. • Medewerkers zijn betrokken in communicatie-acties en voelen zich hierdoor gewaardeerd.
• Iedere ISVAG-medewerker is doordrongen van de belangrijke waarden en doelen, deelt deze en draagt deze uit.
28
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
7 Netwerking Nemen van het initiatief tot het samenbrengen van gelijkgestemde visies op het vlak van maximale impact op duurzame valorisatie van energie en materialen om, mede door wederzijdse afhankelijkheid en onderlinge afspraken, samen synergieën te realiseren.
Bedoeling: ISVAG wil actief deelnemen aan de werking van organisaties binnen de sector die gelijkgestemd zijn over het antwoord op de toekomstige ontwikkelingen en belangen van afvalbeheer. Dit met de bedoeling om samen te discussiëren over hun visie, standpunten en inzichten. Door het creëren van dit soort win-winsituaties kan ISVAG meer en beter haar missie en visie realiseren. Dit geldt evenzeer voor de andere betrokken partijen. Samen is meer.
Resultaat: • ISVAG brengt partijen bijeen en fungeert als trekker in deze nieuwe manier van werken. • ISVAG slaagt erin om door middel van dit soort netwerken synergieën te creëren. • Anderen zoeken ISVAG op om hen te betrekken in hun netwerken.
29
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018
Boomsesteenweg 1000, 2610 Wilrijk Tel.: 03 877 28 55 Fax: 03 887 09 28 Email:
[email protected] www.isvag.be
30
ISVAG Ondernemingsplan 2013-2018