No 4 HWBP-2
December 2014
Interne Nieuwsbrief Hoogwaterbeschermingsprogramma-2 No 4 - december 2014
Hollandse Delta werkt aan kwaliteitsborging Het waterschap Hollandse Delta staat op een kantelpunt. Veel projecten gaan van de planfase naar de uitvoering. Hoe versterk je de leercurve en hoe houd je kennis vast in je organisatie? Een interview met Wim van der Weijden, programmamanager van waterschap Hollandse Delta.
Eerste dijkverbeteringstraject Zuidelijke Randmeren en Eem voltooid In Amersfoort is binnen het dijkverbeteringsproject Zuidelijke Randmeren en Eem een eerste mijlpaal bereikt. Enkele kilometers dijk langs de rivier de Eem, onderdeel van de historische Grebbelinie tussen Spakenburg en Rhenen, is door Waterschap Vallei en Veluwe verbeterd.
Themadag Op 27 november jl. vond de 15e themadag van het HWBP-2 plaats. Centraal stond het thema “Samen naar de Toekomst”. De dag stond dan ook in het teken van de opgedane kennis binnen het HWBP-2 en de verdere samenwerking en kennisdeling binnen en tussen de Hoogwaterbeschermingsprogramma’s.
Lees verder op pagina 2
Lees verder op pagina 3
Lees verder op pagina 4
Behandeling VGR6 in de Tweede Kamer Waterveiligheid en de Deltabeslissingen, dat was een belangrijke rode draad in het Wetgevingsoverleg Water van de Tweede Kamer. VGR-6 van HWBP-2 kwam hierbij eveneens aan de orde, onder meer met het project Zwakke Schakel Noord-Holland
Stalen damwanden kunnen goedkoper Onderzoek laat zien dat stalen damwanden, steeds vaker gebruikt voor dijkversterking, toe kunnen met een minder dikke corrosietoeslag. Dat bespaart miljoenen. Er is nu een proefjaar en waarschijnlijk komt er een nieuwe generieke richtlijn van het Expertise Netwerk Waterveiligheid (ENW).
Lees verder op pagina 4
Lees verder op pagina 5
Terug- en vooruitkijken bij dijkversterkingen Al 30 jaar lang bestaat er een informele werkgroep Evaluatie rond Dijkversterking. De leden voorkomen dat ieder op zichzelf opnieuw het wiel moet uitvinden in met name de uitvoering van dijkversterkingen. Ze leren veel van elkaars kennis en ervaring. Voorzitter van deze werkgroep, Wijbren Epema, is nog altijd enthousiast. Lees verder op pagina 6
1
No 4 HWBP-2
December 2014
EEN KORTE TERUGBLIK Als u deze nieuwsbrief leest, ligt het jaar 2014 bijna achter ons en staat het nieuwe jaar voor de deur. Vandaar een korte terugblik. Er is veel gebeurd en we hebben met z’n allen heel hard gewerkt. Dit heeft erin geresulteerd dat HWBP-2 de afgesproken financiële productie ruimschoots heeft gerealiseerd en er goede voortgang is geboekt in de projecten. Veel projecten gingen in uitvoeringen er zijn ook projecten afgerond. Van de 88 projecten zijn er inmiddels al 62 gereed. Maar toch staat een aantal grote en complexe projecten nog op stapel. Ik denk bijvoorbeeld aan de Houtribdijk, de versterking van de Markermeerdijken Hoorn-Edam-Amsterdam en Ameland Waddenzeekering. Na analyse van de financiële stand van zaken van het HWBP-2 is tevens besloten dat het verantwoord is om budget vanuit HWBP-2 over te hevelen naar het Deltafonds en het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Hiermee wordt de financiële verbondenheid via de dijkrekening tussen de twee programma’s helder. Maar deze verbondenheid reikt verder. In 2014 zijn weer verdere stappen gezet in de samenwerking tussen HWBP-2 en het Hoogwaterbeschermingsprogramma, onder andere via opleidingen, de gezamenlijke brochure en een uniforme uitvraag voor de kwartaalrapportages. Ook bij de themadag in november (“Samen naar de Toekomst”) stond samenwerking centraal en in 2015 wordt dit dan ook onverminderd voortgezet. Zo dragen wij met zijn allen bij aan de hoogwaterbescherming van Nederland en wisselen wij werkwijzen, kennis en ervaringen steeds beter uit. Tot slot mijn oprechte dank voor de goede samenwerking binnen het programma en de projecten en al datgene wat gerealiseerd is in 2014. Ik hoop en verwacht dat we dit in 2015 kunnen continueren. Ik wens een ieder heel fijne feestdagen toe en een goed, gezond, gelukkig en productief 2015! Roeland Hillen, programmadirecteur HWBP-2
HOLLANDSE DELTA WERKT AAN KWALITEITSBORGING Bij het Waterschap Hollandse Delta was er eind november koffie met gebak. Om te markeren dat zo’n tien projecten van het dijkversterkingsprogramma van de planfase naar de uitvoering gingen. Dat betekent nogal wat voor de hele organisatie. Bijvoorbeeld een doelmatig gebruik van leerervaringen en daarmee het borgen van kennis. Wim van der Weijden, programma-manager bij Hollandse Delta, doet een boekje open over de wijze waarop kwaliteit geborgd wordt.
Hergebruik ‘Het werk op het Eiland van Dordrecht was een geschikt project om de nieuwe werkwijze toe te passen’, vertelt Van der Weijden. ‘Vervolgens gebruikten we allerlei contractstukken voor het eerstvolgende project in de Hoekse Waard Noord. En zo geven we het stokje steeds verder door. Dat leidt tot een enorme versnelling in productiviteit. Want hele contractdelen kun je zo weer hergebruiken. Algemene formuleringen rond dijken en wegen: het blijft min of meer hetzelfde. Datzelfde geldt voor vraagspecificaties en de aanpak van de systeemgerichte contractbeheersing. Ook die kun je opnieuw gebruiken in nieuwe contracten. Daarmee wordt elke leerervaring meteen ingezet voor andere projecten. Dat betekent tijdwinst en kwaliteitsverbetering, maar ook een andere manier van werken. En hoewel ieder project specifieke eisen stelt en om maatwerk vraagt, hebben we met deze nieuwe werkwijze een basis die uitgaat van een uniforme aanpak en filosofie. Waardoor er veel uit te wisselen valt tussen verschillende projecten’.
Het waterschap besloot in 2012 om voor dijkversterkingen met nieuwe contracten te werken die meer verantwoordelijkheden bij marktpartijen leggen. Om dat goed te kunnen doen is extra deskundigheid van buiten ingezet bij het waterschap. Zo kom je tot een nieuwe standaard in aanbestedingen.
Meester-gezel Daarnaast was het voor WSHD nieuw om met IPM, Integraal Project Management, te werken. De splitsing van verschillende managersrollen binnen een project is voor medewerkers een grote verandering. ‘Door mensen van buiten te halen die hier ervaring mee hebben, brengen we die kennis naar binnen.
2
No 4 HWBP-2
December 2014 moet borgen. Ook dit vraagt een behoorlijk omslag in denken. Van der Weijden is daar helder over: ‘De veranderingen zijn positief voor onze organisatie maar zijn ook complex en brengen soms ook pijn met zich mee. Mensen moeten, na jarenlang werken op een bepaalde manier, hun werk heel anders inrichten. Het gaat veel meer om regie voeren en toetsen dan om zelf uitvoeren. De leercurve van die nieuwe ervaringen is gunstig omdat bij ons veel projecten elkaar opvolgen. Uiteindelijk wordt het een succesverhaal, maar dat is het niet meteen. We zien het HWBP-2 hierin als vliegwiel, al kunnen we natuurlijk niet iedereen op sleeptouw nemen.’
Wij koppelen iemand van ons eigen waterschap aan een externe kracht. Dat noemen we het meestergezelprincipe, waardoor onze mensen direct meeliften in die kennis. We begonnen hiermee in 2013 en het werkt heel positief. HWBP-2 investeert veel in opleidingen en daar doen wij volop aan mee. Voor afzonderlijke IPM rolhouders, maar ook voor teamtrainingen.’ Regie en toetsen Hollandse Delta is behalve dit veranderingstraject voor dijkversterkingen ook begonnen aan een veranderingstraject voor de hele organisatie: ‘Aanbesteden op maat’, dat de kwaliteitseffecten op langere termijn
EERSTE DIJKVERSTERKINGSTRAJECT ZUIDELIJKE RANDMEREN EN EEM VOLTOOID In Amersfoort is binnen het dijkverbeteringsproject Zuidelijke Randmeren en Eem een eerste mijlpaal bereikt. Enkele kilometers dijk langs de rivier de Eem, onderdeel van de historische Grebbelinie tussen Spakenburg en Rhenen, zijn door Waterschap Vallei en Veluwe verbeterd. Een van de mooie én leerzame aspecten van dit project was de betrokkenheid van veel verschillende partijen. Daardoor is met de dijkverbetering een mooie impuls gegeven aan de omgeving. Ook zijn, na intensief overleg met alle betrokkenen, de wensen van omwonenden en wensen op recreatief, historisch en sportief gebied met elkaar verenigd. Fietspad De Grebbeliniedijk dijk loopt van het centrum van Amersfoort het landelijk gebied langs de Eem in. Een gebied rijk aan flora en fauna. Niet zo vreemd dus dat de gemeente Amersfoort aanhaakte bij de dijkverbetering om een mooi recreatief fietspad op de dijk te realiseren. Inmiddels ligt dat fietspad er, en wandelaars en fietsers maken er dankbaar gebruik van. Nadat ook het gras was ingezaaid hebben zij de dijk met de week groener zien worden.
gemeente waar het ging om de inpassing van de woonboten langs de dijk. En de roeivereniging had voor de bouw van een nieuw onderkomen, het Huis van de Watersport, haar oog had laten vallen op een locatie aan de dijk. Om de bouw hiervan mogelijk te maken, werd de dijk 10 meter landinwaarts gelegd. Grebbelinieprofiel De Grebbeliniedijk is niet alleen een waterkering, maar maakt ook onderdeel uit van de historische Grebbelinie, die in de 18e eeuw werd aangelegd om vijanden uit het oosten te weerstaan. In de dijk werd hiervoor een speciaal profiel aangebracht, bestaande uit een zogenoemde walgang, waarover kanonnen konden worden vervoerd, een iets hoger gelegen ‘banket’, waar de soldaten met hun geweren in de aanslag lagen en vóór hen een hoge borstwering. In de loop der eeuwen verdween dit profiel. Nu is in opdracht van de provincie Utrecht een verwijzing naar het Grebbelinieprofiel aangebracht. Het oorspronkelijke profiel was niet te verenigen met de eisen die een veilige waterkering stelt. De kazematten (bunkers) die voor de Tweede Wereldoorlog werden gebouwd, konden worden behouden. Om te voorkomen dat ze een bedreiging vormen voor de dijk, zijn ze geheel afgesloten zodat er geen water naar binnen kan.
Woonboten en roeiers De woonbootbewoners die al decennia van hun rust en vrijheid langs de Eem genieten, werden rechtstreeks geconfronteerd met de dijkverbetering. Lagen ze voorheen aan een doodlopende weg in een dichtbegroeide oase, na de dijkverbetering liggen ze aan een doorgaand wandel- en fietspad en is de dijk ontdaan van bomen en struiken. En tijdens de dijkverbetering zelf moesten de woonboten tijdelijk naar elders worden versleept. Helaas duurde dat door tegenvallers tijdens de uitvoering langer dan gepland. Ook de mensen van de nabijgelegen jachthaven, een jachtwerf en een roeivereniging zagen de nieuwe dijk letterlijk onder hun neus groeien. De gemeente Amersfoort en genoemde partijen zijn van begin af aan zeer intensief betrokken geweest bij de dijkverbetering. De woonbootbewoners en de
3
No 4 HWBP-2
December 2014
THEMADAG Op 27 november jl. vond de 15e themadag van het HWBP-2 plaats. Centraal stond het thema “Samen naar de Toekomst”. De dag stond dan ook in het teken van de opgedane kennis binnen het HWBP-2 en de verdere samenwerking en kennisdeling binnen en tussen de Hoogwaterbeschermingsprogramma’s. De themadag werd afgesloten met een paneldiscussie met Ben Broens (Ruimte voor de Rivier), Richard Jorissen (HWBP) en Roeland Hillen (HWBP-2) waar het belang van kennisoverdracht en kennisdeling nog eens werd benadrukt. Waterschap Hollandse Delta en Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier stonden samen met het programmabureau aan de lat van de organisatie. In een groot aantal workshops zijn de leerervaringen vanuit de eigen projecten en organisatie gedeeld. Na een aftrap in de ochtend door Roeland Hillen en Richard Jorissen, gooiden waterschapstrainees de knuppel in het hoenderhok. Met een aantal stellingen dat voortkwam uit verwonderpunten tijdens de eerste werkervaringen stelden zij een aantal “vanzelfsprekendheden” aan de kaak. Richard Berenschot van Management Drives deed daarnaast uit te doeken hoe je “een dreamteam” kunt formeren. Eén van de conclusie was dat een dreamteam vooral bewust is van de eigen kwaliteiten en tekortkomingen zodat het daarop kan handelen. Op de website staat nadere informatie zoals de presentaties van het plenaire gedeelte en de
verschillende workshops. Hier kunt u meer lezen over het aanbestedingstraject en omgevingsmanagement van Markermeerdijken, het contractbeheer en veiligheid tijdens de uitvoering van Zwakke Schakel Noord-Holland en hoe Hollandse Delta omgaat met Interne Kwaliteitsborging in projecten en de lijnorganisatie. Daarnaast zijn nieuwe normering en Dijken-op-Veen besproken. Tenslotte is de werkwijze rondom kabels en leidingen en de omgang met planningen voor en na gunning aan bod gekomen. Voor meer informatie over deze onderwerpen kunt u contact opnemen met de workshopleider of met het programmabureau. Een fotoverslag van de dag is te vinden op deze website De volgende themadag zal plaatsvinden op donderdag
KAMERCOMMISSIE SPREEKT OVER WATERVEILIGHEID relatie tot de maximale rivierafvoer. Bij het gesprek over HWBP-2 kwam de Zwakke Schakel Noord-Holland aan de orde. Na complimenten over de samenwerkingsgerichte aanpak van dit project en de oplossing die gerealiseerd wordt, werd de Raad van State procedure over de natuurcompensatie voor steltlopers besproken. Mevrouw Visser van de VVD wees op de complexiteit van wetgeving rond Natura 2000 in het algemeen en vroeg de minister of zij ervoor kan zorgen dat partijen snel aan de slag kunnen. De minister gaf hierop aan dat natuurwetgeving de waterveiligheidsprojecten niet tegenhoudt, maar dat het zaak is dat wetten het niet te ingewikkeld maken. Er is een evaluatie van de natuurwetgeving gaande die dit aan de orde stelt. In het Wetgevingsoverleg Water van de Tweede Kamer op 17 november werd onder andere gesproken over de zesde Voortgangsrapportage (VGR-6). Er ging veel aandacht naar waterveiligheid in het algemeen en de Deltabeslissingen. Een korte update. Rond waterveiligheid ging het bij de behandeling veel over Deltabeslissingen. Gesproken werd onder meer over de weg naar vaststelling en implementatie van de nieuwe norm. Ook ging het gesprek over een alternatief plan voor de toekomstige bescherming van de Rijn – Maasdelta, met een zeesluis in de Nieuwe Waterweg. Verder ging het over de relatie Nederland - Duitsland in de waterveiligheid in
Moet de minister niet méér de regie nemen bij de integratie van dijkversterking met andere functies rond het Markermeer? Dat was de vraag van mevrouw Jacobi van de PvdA. De minister wees hier op de eigen verantwoordelijkheden van iedere partij zoals Rijk, provincie, waterschap en gemeente om dit op een goede manier op te pakken. In de aanbiedingsbrief van VGR-6 gaf de minister aan dat HWBP-2 op koers ligt, maar dat tegelijkertijd het op tijd realiseren van projecten een extra inspanning van waterschappen en het Rijk vraagt. De minister gaf desgevraagd aan dat hierover op dit moment geen nieuwe inzichten zijn.
4
No 4 HWBP-2
December 2014
STALEN DAMWANDEN KUNNEN GOEDKOPER Bij dijkversterking worden steeds vaker stalen damwanden gebruikt. Uiteraard moeten die stevig genoeg zijn en lang meegaan. Uit recent onderzoek blijkt dat we die duurzaamheid onder het motto ‘better safe than sorry’ tot nu erg behoudend hebben ingeschat. Het onderzoek laat zien dat we toe kunnen met minder dikke damwandplanken. Dat levert een flinke besparing op. Inmiddels is een proefjaar gaande om de nieuwe waarden te testen. Zo’n stalen damwand moet honderd jaar meekunnen. De samenstelling van de bodem en het grondwater hebben invloed op de damwand. Daarom was in de richtlijn uit 1994 van het Expertise Netwerk Waterveiligheid (ENW) voor planken die in zout water staan een zogenaamde corrosietoeslag van 30 millimeter opgenomen. En aan de andere kant van het spectrum een toeslag van 1 millimeter voor planken in zoet water. Het onderzoek laat zien dat niet zozeer de bodem en het grondwater bepalend zijn voor de levensduur van stalen wanden. Het is daarentegen de aanwezigheid van zuurstof in de grond en mogelijk de zuurgraad van het water die een negatieve invloed hebben op de duurzaamheid van de materialen. Dit betekent dat de corrosietoeslag herzien kan worden waardoor stalen damwanden goedkoper worden. Analyses Sinds 2003 is de corrosietoeslag van stalen damwanden onderwerp van onderzoek. Eerst vooral in gebieden met veenbodems in Zuid-Holland. Later is dit uitgebreid naar gebieden met zout grondwater. Vanaf 2012 was HWBP-2 betrokken via de projecten Kinderdijk-Schoonhovenseveer en diverse projecten bij waterschap Hollandse Delta. Een uitgebreid onderzoek van de internationale literatuur liet zien dat de corrosie van staal in de bodem ‘verrassend klein’ is. Praktijkonderzoek aan planken die in Nederland zijn getrokken bevestigde dit beeld. Deltares verwerkte deze resultaten tot een voorstel voor een nieuwe werkwijze rond corrosietoeslag. Die wordt maximaal 4,2 millimeter per honderd jaar. Proefperiode Het ENW ziet nu al voldoende waarborgen om te werken met de nieuwe werkwijze; zij gaan akkoord met het voorstel om de corrosietoeslag te verkleinen
en dus minder dikke damwanden te gebruiken. Men wil alleen nog een aantal laatste vragen beantwoord zien om absolute zekerheid te hebben en de methode generiek van toepassing te verklaren. Dit gebeurt in een proefjaar dat loopt tot en met voorjaar 2015. Dan volgt evaluatie van de nieuwe werkwijze en komt er een generieke richtlijn. Waterschap Hollandse Delta en Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier passen deze kostenbesparende innovatie al toe bij dijkversterkingen in respectievelijk Spui-West, SpuiOost en Hoekse Waard-Zuid en de Koegraszeedijk. Dit levert hier een besparing op - vergeleken met de oude richtlijn - van ongeveer vijf à tien miljoen euro. Deze innovatie is ontstaan door de praktijkervaring dat planken vaak egaal glad uit de bodem verschenen na tientallen jaren van gebruik. Dat was de motivatie om te komen tot een andere corrosietoeslag, met een beter onderbouwde waarde. (Zie ook het volgende artikel over de werkgroep Evaluatie dijkversterking)
5
No 4 HWBP-2
December 2014
Werkgroep Evaluatie dijkversterking: TERUG- EN VOORUITKIJKEN IN DIJKVERSTERKINGEN Wie vastloopt in de uitvoering van een project wil dat zo snel mogelijk oplossen. Zonder al te veel bureaucratische rompslomp. Dat was zo’n 30 jaar geleden de motivatie achter de oprichting van de werkgroep Evaluatie dijkversterking. Begonnen met enkele waterschappen, is de werkgroep nu uitgegroeid tot een club met meer partijen. Oprichter en voorzitter Wijbren Epema vertelt hoe dat werkt. Epema, jarenlang directeur-ingenieur bij Hoogheemraadschap van de Alblasserwaard en de Vijfheerenlandenen, is tegenwoordig zelfstandig adviseur. In zijn werk, eind jaren zeventig, bij waterschap Groot Alblasserwaard zag hij een relatief klein waterschap met een enorme taak. Hoe moest al dat werk zo goed mogelijk georganiseerd worden? ‘Grote grondwerken zijn complex, dingen lopen soms anders dan je denkt,’ zegt Epema. ‘Het leek een goed idee om zaken samen met andere waterschappen aan te pakken. Om elkaar te bevragen naar oplossingen en niet steeds opnieuw het wiel uit te vinden.’ Informeel Zo werd in de jaren tachtig de werkgroep Evaluatie dijkversterking opgericht. ‘Eerst met enkele waterschappen, later met meer partijen. Inmiddels zitten de waterschappen in het westen van Nederland, Noord- en Zuid-Holland aan tafel, en ook de provincie en Rijkswaterstaat en het HWBP-2.’ Formeel bestaat de werkgroep niet eens, maar in de praktijk zitten elke twee maanden zo’n 20 mensen bij elkaar om hun voordeel te doen met elkaars kennis. Besparing ‘Als het werk vastloopt omdat er iets onbegrijpelijks gebeurt, moet je snel reageren. Soms is verder onderzoek nodig. Vraag je dat onderzoek aan bij het Rijk, dan is dat een langdurige kwestie die meestal veel vertraging geeft. Binnen de werkgroep brengen wij die extra kosten - in overleg met de subsidieverstrekker - bij het project zelf onder. Dat is wel een uitgave, maar omdat je de vertraging minimaal houdt, is dat ook weer een besparing en kun je verder. Iedereen heeft daar belang bij en de kennis die je opdoet, vloeit naar alle deelnemers van de werkgroep.’
Vooruit kijken Hoewel de naam van de werkgroep suggereert dat het om evaluatie achteraf gaat, kijkt de werkgroep ook vooruit. ‘We hebben bijvoorbeeld de werking van klapankers in de praktijk getest. En we hebben de andere rekenresultaten van nieuwe laboratoriumproeven rond dijkversterking en de consequenties daarvan in beeld gebracht. Ook het idee dat de corrosietoeslag bij stalen damwanden wellicht minder kan, is in onze werkgroep uitgewerkt. (Zie elders in deze nieuwsbrief). Hierna is het binnen HWBP-2 verder opgepakt. Soms leiden oplossingen tot de noodzaak van nieuwe regels. Dan gaat er een voorstel naar het ENW. In die 30 jaar zijn zeker 150 problemen uitgezocht. ‘En dat allemaal zonder budget,’ verklaart Epema. ‘We zitten elke keer aan tafel omdat we vanuit de praktijk kennis ontwikkelen en daar belang bij hebben.’ Gijsbert Kant (HWBP-2): De versterkingsopgave van Nederlandse waterkeringen vraagt aandacht nu en in de toekomst. Technische deskundigheid is hierbij van groot belang. In de voorbereiding én in de uitvoering van deze projecten. Deze deskundigheid is natuurlijk nodig om tot een voldoende sterke waterkering te komen, maar ook om het gesprek met aannemers te kunnen voeren, projectrisico´s te beheersen en effectieve kennisontwikkeling te stimuleren. Het delen van kennis en ervaring tussen betrokken partijen is daarom van groot belang.
Colofon Het tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma is een samenwerkingsverband tussen de rijksoverheid en de waterkeringbeheerders om op 88 plekken in het land afgekeurde waterkeringen op een sobere, doelmatige en robuuste wijze te versterken om zodoende Nederland te beschermen tegen overstromingen. De interne nieuwsbrief van het tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma is een uitgave van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Rijkswaterstaat en waterschappen en verschijnt 4x per jaar. Hebt u berichten voor deze nieuwsbrief, mail ze s.v.p. naar
[email protected]. Kent u collega’s die deze nieuwsbrief ook willen ontvangen of wilt u zich afmelden, stuur s.v.p. een mail naar
[email protected].
6