Integraal Handhavingsprogramma 2011-2015
Sector
Publieksdiensten
Onderwerp
Integraal Handhavingsprogramma 2011-2015
Status
Definitief
In opdracht van
Directeur Publieksdiensten
Redactie
Stijn van Dongen
Datum
25 februari 2011, versie 2.0
Inhoudsopgave 1. Inleiding ............................................................................................. 3 2. Visie en beleidskaders ........................................................................ 4 2.1 Visie ................................................................................................ 4 2.2 Positie, definitie en reikwijdte .............................................................. 5 2.3 Handhavingsbeleid............................................................................. 7 2.4 Ontwikkelingen en trends in handhaving ..............................................10 3. Prioriteiten en doelstellingen ............................................................ 12 3.1 Bijzondere aandachtsvelden ...............................................................13 3.2 Prioriteiten en doelstellingen cluster A: Inrichtingen, gebouwen en bouwwerken ....................................................................................14 3.2.1 Prioriteiten algemeen...................................................................15 3.2.2 Doelstelling en indicatoren algemeen .............................................16 3.2.3 Specifieke activiteiten ..................................................................17 3.2.3.1 Openbare orde en veiligheid ....................................................17 3.2.3.2 Kinderopvang........................................................................17 3.3 Prioriteiten en doelstellingen cluster B: Openbare ruimte ........................18 3.3.1 Gemeentebrede prioriteiten algemeen ............................................18 3.3.2 Omschrijving en doelstellingen gemeentebrede prioriteiten ...............19 3.3.3 Specifieke activiteiten ..................................................................21 3.3.3.1 Markten, havens en kappen bomen ..........................................22 3.3.3.2 Hollandse Biesbosch (Parkschap) .............................................22 3.4 Bestuurlijke aanpak en vrijplaatsen .....................................................22 3.5 Plannen, monitoren en evalueren ........................................................23 3.6 Communicatie ..................................................................................23 4. Organisatie, programma en regie ...................................................... 24 4.1 De omgeving ...................................................................................24 4.2 De organisatie..................................................................................24 4.3 Taskforces .......................................................................................26 4.4 De financiën ....................................................................................26 4.5 Het programma en de regie ...............................................................27 4.6 Politiek en bestuur ............................................................................28 4.7 Relatie met handhavingspartners ........................................................29 5. Kwaliteit en professionaliteit ............................................................ 30 5.1 Kwaliteitscriteria, wettelijk en door college vastgesteld...........................30 5.2 Huidige niveau kwaliteit en professionaliteit..........................................32 5.3 Doelstelling......................................................................................32
BIJLAGE BIJLAGE BIJLAGE BIJLAGE BIJLAGE BIJLAGE BIJLAGE BIJLAGE
1: 2: 3: 4: 5: 6: 7: 8:
OVERZICHT TE HANDHAVEN WETGEVING ................................... 33 STROOMSCHEMA STAPPENPLAN HANDHAVING ............................ 38 PRIORITEITEN ALGEMEEN CLUSTER A ........................................ 39 PRIORITEITEN PER THEMA CLUSTER B: OPENBARE RUIMTE .......... 43 GEBIEDSINDELING TOEZICHT OPENBARE RUIMTE ....................... 51 OPZET OVERLEGGEN HANDHAVINGSPROGRAMMA ....................... 52 OVERZICHT BESTAANDE CONVENANTEN .................................... 53 0-METING STAAT VAN KWALITEIT VAN HANDHAVING................... 54
Pagina 2/63
1. Inleiding Burgers en bedrijven zijn in de eerste plaats zelf verantwoordelijk voor naleving van de regels die we met elkaar hebben afgesproken. De overheid kan en moet daarnaast toezicht uitoefenen en handhavend optreden. Handhaving speelt een belangrijke rol bij het bevorderen van de naleving van regels en het realiseren van beleidsdoelen. Omdat op tal van beleidsterreinen handhaving een rol speelt en het niet vanzelfsprekend is dat handhaving voldoende en de juiste aandacht krijgt is het noodzakelijk om handhaving programmatisch op te pakken. Dit ‘programmatisch handhaven’ is een cyclisch, democratisch en integraal proces dat begint met een bestuurlijk programma, waarin transparantie voorop staat, en wordt gevolgd door plannen van uitvoerende diensten, waarin bestuurlijke doelstellingen in een concrete aanpak worden vertaald. Op die manier wordt pro-actief omgegaan met handhavingsbeleid, als onderdeel van het totale beleid, en kan adequaat worden gereageerd op actuele handhavingsissues. Met programmatisch handhaven heeft het bestuur de regie van handhaving stevig in handen en wordt handhavers een instrument geboden dat helpt bij het vervullen van hun taak. Bovendien geeft programmatisch handhaven een impuls aan de kwaliteit en professionaliteit van handhaving. De handhavingsopgave is altijd groter dan de organisatie met de beschikbare capaciteit aankan. Er moeten daarom keuzes worden gemaakt en prioriteiten worden gesteld. Waarop wordt de schaarse handhavingscapaciteit ingezet: op vallende balkons, op horeca- en vuurwerkinrichtingen (na Enschede en Volendam), op evenementen (na Hoek van Holland en Duisburg), of toch op hondenpoep in winkelstraten en op speelveldjes (als ergernis nummer één van burgers)? Is de waan van de dag daarbij bepalend, of worden risico’s binnen de totale handhavingsopgave zorgvuldig en met een visie afgewogen? Het Politiek akkoord 2010-2014 geeft een duidelijke richting aan. De focus ligt bij het bevorderen van leefbaarheid en veiligheid in de stad. Handhaving wordt gericht en daadkrachtig ingezet op thema’s en onderwerpen die ertoe doen. Overlast door gedragingen van individuen of groepen in de openbare ruimte en het verkeer wordt aangepakt. Net als de huisvesting van arbeidsmigranten, wat de leefbaarheid in bepaalde wijken onder druk zet. Daarnaast is er ook gewoon veel regulier uit te voeren handhavingwerk waarbinnen prioriteiten moeten worden gesteld. Aan het realiseren van deze opgaven draagt dit Integraal Handhavingsprogramma 2011-2015 bij. Vanaf 2002 bestaat het handhavingsprogramma, als onderdeel van het Programma Veiligheid. Voor het eerst is nu een programma opgesteld dat geldt voor meerdere jaren. Hiermee wordt tevens een omslag gemaakt naar een kwalitatief programma. Dit zal ook zijn weerslag krijgen in de integrale jaarplannen en –verslagen handhaving. Leeswijzer In hoofdstuk 2 is de visie op handhaving geformuleerd, alsmede het gemeentebrede, kaderstellende beleid op hoofdlijnen. De prioriteiten zijn in hoofdstuk 3 per cluster weergegeven, gekoppeld aan concrete doelstellingen. Hoofdstuk 4 geeft inzicht in de organisatie van de gemeentelijke handhaving en de rol van het handhavingsprogramma. In het laatste hoofdstuk wordt ingegaan op kwaliteit en professionaliteit van de handhavingsorganisatie.
Pagina 3/63
2. Visie en beleidskaders Met deze visie geven we aan hoe we in Dordrecht tegen handhaving aankijken. De visie geeft de gewenste situatie weer en impliceert een beweging, omdat de visie nog niet op alle punten werkelijkheid is. De visie geeft richting aan de uitvoering van gemeentelijke handhavingstaken en is uitgewerkt in algemene beleidskaders die gelden als leidraad voor de verdere ontwikkeling van de handhavingsorganisatie. De andere onderdelen van het handhavingsprogramma staan in het licht van de visie en deze beleidskaders. Voor het juiste beeld wordt verder aangegeven wat in het kader van dit programma onder handhaving wordt verstaan en welke plaats handhaving inneemt. Stilgestaan wordt tot slot bij voor de gemeentelijke handhaving relevante ontwikkelingen. 2.1 Visie Het Politiek akkoord 2010-2014 is voor het formuleren van de visie mede als leidraad genomen. De visie past in de ambitie van het college om handhaving gericht en effectief in te zetten om leefbaarheidsproblemen in de wijken voortvarend op te pakken en daarnaast meer vertrouwen te stellen in de samenleving door een beroep te doen op de verantwoordelijkheden van burgers en bedrijven. Dit alles op een transparante en open wijze in een financieel uitdagende tijd, waarbij bestaande middelen zo effectief mogelijk worden ingezet. De gemeentebrede visie op handhaving is samen te vatten in één zin, met daarin zes steekwoorden1: Handhaving door de gemeente is selectief, slagvaardig en samenwerkend en wordt onafhankelijk, transparant en professioneel uitgevoerd. Hiermee wordt het volgende bedoeld: Selectief Naleving is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van burgers, bedrijven en instellingen zelf. Waar mogelijk wordt een beroep gedaan op deze verantwoordelijkheid, in het vertrouwen dat verantwoordelijkheid ook wordt genomen. Gerechtvaardigd gebleken vertrouwen leidt tot minder toezicht. Geschonden vertrouwen betekent ingrijpen. De schaarse toezichtcapaciteit wordt zo effectief mogelijk ingezet voor zaken die ertoe doen. Keuzes worden gemaakt op basis van een afweging van risico’s, kosten en baten en bestuurlijke prioriteiten. Slagvaardig Toezicht is zacht waar het kan en hard waar het moet. Toezichthouders stimuleren burgers, bedrijven en instellingen om zelf het gewenste resultaat te bereiken, maar schromen niet om van hun bevoegdheden gebruik te maken. Er wordt slagvaardig ingegrepen als de situatie dat vereist. Daarbij past een zakelijke houding op basis van geconstateerde feiten. De genomen maatregelen zijn van dien aard dat het gewenste effect daarmee bereikt wordt. Slagvaardig betekent ook dat er slagkracht moet zijn. Dit wordt bereikt door de uitvoering van handhavingstaken organisatorisch zoveel mogelijk te bundelen.
1
Deze zin met de zes steekwoorden wordt ook gehanteerd in de rijksbrede ‘Kaderstellende visie op toezicht’.
Pagina 4/63
Samenwerkend Handhaving staat niet op zichzelf, maar is onderdeel van de reguleringsketen. Er wordt daarom nauw samengewerkt met de beleidsmatig verantwoordelijken. Toezicht wordt zoveel mogelijk integraal en generiek uitgeoefend. Dat wil zeggen dat prioriteiten integraal worden afgewogen, een integrale planning wordt opgesteld en toezicht integraal wordt uitgevoerd. Generiek waar het kan, specifiek waar het moet. Waar gemeentelijke toezichthouders niet al in één dienst zijn georganiseerd, waar zoveel mogelijk naar wordt gestreefd, zullen verschillende toezichthouders niet tegelijkertijd of kort na elkaar om dezelfde informatie vragen en het afleggen van bezoeken tot het noodzakelijke minimum beperken. Ook met externe handhavers worden afspraken gemaakt. Toezichtslasten worden zoveel mogelijk beperkt. Onafhankelijk De samenleving moet kunnen vertrouwen op het onafhankelijke en deskundige oordeel van toezichthouders. Dat kan alleen maar als toezichthouders onafhankelijk informatie kunnen verzamelen en daarover een eigen deskundig oordeel vormen. Er is sprake van functiescheiding tussen handhaving en vergunningverlening. Transparant Op een open en transparante wijze worden prioriteiten en doelen in de handhaving kenbaar gemaakt aan burgers en bedrijven. Prioriteiten worden mede bepaald op basis van monitoring van wensen en gevoelens in de samenleving. Bevindingen van toezichthouders worden zoveel mogelijk actief openbaar gemaakt. Achteraf wordt controleerbaar verantwoording afgelegd over uitgevoerd toezicht en handhaving en de daarbij behaalde resultaten. Professioneel Handhaving wordt programmatisch en als cyclisch proces uitgevoerd. Er zijn voldoende mensen en middelen beschikbaar om op een adequate wijze uitvoering te geven aan de handhavingsopgave. Er wordt gewerkt conform wettelijke, of door het college en opdrachtgevers vastgestelde, kwaliteitseisen. Continue aandacht voor de kwaliteit en kwantiteit van de handhavingsorganisatie en het benodigde opleidingsniveau van medewerkers is geborgd. 2.2 Positie, definitie en reikwijdte Handhaving is geen doel op zich, maar één van de instrumenten om beleidsdoelen te verwezenlijken. Handhaving is onderdeel van de zogenaamde reguleringsketen. Deze reguleringsketen kan met de volgende drie stappen worden aangeduid: 1. Voorzieningen op orde: wetten en regels zijn op orde, duidelijk en kenbaar. Fysieke voorzieningen maken naleving ook goed mogelijk. 2. Gedragsverandering: beïnvloeding van het gedrag van bewoners en bedrijven, bijvoorbeeld door subsidies, inspelen op eigen verantwoordelijkheid en spontane naleving of communicatie. 3. Handhaving: als sluitstuk van de reguleringsketen wordt toezicht gehouden en kan handhavend worden opgetreden bij regelovertreding.
Pagina 5/63
Binnen de reguleringsketen is sprake van sterke beïnvloeding tussen de drie stappen. Onderstaande figuur geeft dit schematisch weer. Essentieel is een goede koppeling tussen beleid (voorzieningen op orde) en handhaving, waarbij de effecten daarvan op het gedrag inzichtelijk gemaakt worden. Figuur 1: Beïnvloeding binnen de reguleringsketen
Voorzieningen op orde
heeft invloed op
heeft invloed op
Gedrag burger en bedrijf
Handhaving
heeft invloed op
Repressief optreden is een belangrijk onderdeel van de gemeentelijke handhaving. Maar handhaving is breder. De volgende definitie voor handhaving wordt gehanteerd: Handhaving is iedere handeling door of vanwege de gemeente die er op gericht is de naleving van rechtsregels te bevorderen, overtredingen te voorkomen en te beëindigen. Met dien verstande dat: het moet gaan om bestuursrechtelijke of strafrechtelijke handhaving2 waarvoor het gemeentebestuur (de burgemeester of het college van burgemeester en wethouders) bevoegd is; regelgeving, vergunningverlening, het treffen van voorzieningen en verstrekken van subsidies niet in dit programma zijn meegenomen. Handhaving omvat zowel het houden van nalevingstoezicht op burgers en bedrijven en het opleggen van herstellende of straffende sancties, als ook de inzet van diverse andere instrumenten om naleefgedrag te beïnvloeden. Hieronder vallen bijvoorbeeld diverse vormen van communicatie en het belonen van gewenst gedrag. Ook het stimuleren van zelfregulering, het werken met keurmerken en vormen van reputatieschade (naming & shaming) kunnen deel uitmaken van een handhavingsstrategie. Dit programma omvat alle taakvelden waarin de gemeente een handhavende taak heeft3, met uitzondering van de taken die gedelegeerd zijn aan de Sociale Dienst Drechtsteden (SDD) en het Regionaal Bureau Leerplicht (RBL). Deze taken vallen slechts binnen het programma voor zover een bijdrage wordt geleverd aan integrale (handhavings)projecten.4 2
In uitzonderingsgevallen kan de gemeente ook als rechtspersoon naar burgerlijk recht optreden door toepassing van privaatrechtelijke bevoegdheden, bijvoorbeeld bij de handhaving van illegaal in gebruik genomen grond. 3 Voor een overzicht hiervan zie hoofdstuk 3 (de onderwerpen en activiteiten), paragraaf 4.2 (de organisatie), en bijlage 1. 4 Hiervoor zijn twee redenen. De eerste reden is dat het taken betreft die zijn gedelegeerd en daarmee overgedragen aan een ander (Regio- of Drechtstedenbestuur), die deze taken onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent. Verantwoording over de uitvoering van deze taken wordt afgelegd aan respectievelijk het Regiobestuur (RBL) en het Drechtstedenbestuur (SDD). Een tweede reden is dat het taken betreft die naar aard en werkzaamheden afwijkend zijn van de taken in de overige cluster en
Pagina 6/63
2.3 Handhavingsbeleid Er zijn diverse soorten gemeentelijk beleid5 te onderscheiden die van invloed zijn op handhaving: beleid ten aanzien van specifieke onderwerpen als overlastgevers, afval, duurzaamheid, brandveiligheid, etc., opgesteld door sectoren binnen de gemeente, waarin handhaving een bijdrage levert aan de te bereiken doelstellingen; uitvoeringsbeleid specifiek ten aanzien van handhaving, zoals een nalevingsstrategie, opgesteld door uitvoerende handhavingsdiensten; gemeentebreed, kaderstellend handhavingsbeleid op hoofdlijnen. Dit programma geeft invulling aan het derde type beleid. Een aantal algemene beleidsuitgangspunten die gelden voor alle vormen van gemeentelijke handhaving wordt hierna gegeven. Deze uitgangspunten zijn in lijn met de visie en vormen het kaderstellend handhavingsbeleid op hoofdlijnen voor de uitvoering van gemeentelijke handhavingstaken. Bij het inrichten van de handhavingsorganisatie of het opstellen van andere vormen van handhavingsbeleid (1e en 2e soort, zie hierboven) worden deze richtlijnen in acht genomen. Een aantal hiervan is verder uitgewerkt in de hoofdstukken 3 en 5 van dit programma. Naleving van regels is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van burgers en bedrijven zelf Dit betekent concreet dat door uitvoeringsorganisaties in overleg met opdrachtgevers binnen het totaal van de handhavingsopgave nadrukkelijk gekeken wordt naar het maatschappelijk effect van toezicht, of we als gemeente ergens ook van willen zijn (in welke mate of op welke manier) en of er geen andere manieren/mechanismen zijn die naleven zullen bevorderen en borgen.6 Het geven van vertrouwen en het doen van een beroep op eigen verantwoordelijkheid van burgers en bedrijven staan hierbij centraal. Handhaving staat niet op zichzelf, maar is onderdeel van de reguleringsketen en staat in het licht van te bereiken beleidsdoelen Een goede koppeling van uitvoering met beleidsafdelingen is van groot belang. De inbreng van handhaving wordt benaderd vanuit de reguleringsketen: 1) voorzieningen op orde, 2) gedragsbeïnvloeding en 3) handhaving. De handhavingsorganisatie voldoet aan de wettelijke en door het college vastgestelde kwaliteitseisen Voor uitvoering van een aantal handhavingstaken gelden wettelijke kwaliteitseisen. Voor de overige handhavingstaken worden met de vaststelling van dit programma kwaliteitseisen vastgesteld. Aan deze eisen moet worden voldaan.
er weinig directe raakvlakken zijn. 5 Internationaal, landelijk of bijvoorbeeld provinciaal beleid worden hier niet genoemd, maar hebben wel degelijk invloed op de uitvoering van handhaving door de gemeente. 6 Binnen ieder handhavingsthema wordt dit actief beoordeeld. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van de benaderingswijze van het paradigma zoals ontwikkeld door de NSOB, ten behoeve van (en tijdens) de bijeenkomsten in het kader van ´Vertrouwen en Verantwoordelijkheid´ op 26 en 30 oktober 2009.
Pagina 7/63
Handhaving wordt programmatisch, planmatig en in een cyclisch proces uitgevoerd Gemeentebreed wordt handhaving programmatisch opgepakt, waarbij sprake is van een cyclisch proces waarin strategie en uitvoering aan elkaar gekoppeld zijn. Strategische kaders zijn opgenomen in het handhavingsprogramma, andere beleidsstukken en Dienstverleningsovereenkomsten (DVO’s). Uitvoeringskaders zijn opgenomen in uitvoeringsplannen die jaarlijks worden opgesteld, en in nalevingstrategieën, protocollen en werkinstructies. In maraps en jaarverslagen wordt verantwoording afgelegd over uitgevoerde handhaving. Er is een overlegstructuur die de programmatische aanpak goed ondersteund. Resultaten en zo mogelijk ook effecten worden gemonitord en in beeld gebracht Iedere toezichtshandeling wordt (digitaal) geregistreerd, waarbij aangegeven wordt of en welke overtredingen zijn geconstateerd, hoe deze worden aangepakt en wat de uitkomst van het handhavingstraject is. Deze gegevens vormen input voor de uitvoeringsplannen van het volgende jaar of voor tussentijdse bijsturing. Er is inzicht in input- (uren, etc.), output- (aantal overtredingen, verbalen, etc.) en zo mogelijk outcome-gegevens (naleefgedrag of maatschappelijk effect) van handhaving. Deze gegevens worden gerelateerd aan de vastgestelde doelstellingen. Een beter naleefgedrag betekent minder toezicht. Het motto hierbij is: “Meten is weten en doe meer met ongeveer”. Prioriteiten worden op basis van risico’s en zoveel mogelijk integraal bepaald De handhavingsprioriteiten worden op basis van risico’s vastgesteld. Daarbij wordt ruimte gelaten voor bestuurlijke prioriteiten, onvoorziene zaken en het behandelen van klachten, meldingen en verzoeken om handhaving. Handhavingsprioriteiten worden zoveel mogelijk integraal bepaald, gerelateerd aan soort activiteit (en niet aan sectorale wet- of regelgeving). Er wordt publiek verantwoording afgelegd over handhavingsinzet en daarbij gestelde prioriteiten Handhavingsprogramma, jaarplannen en -verslagen worden door het college aan de raad voorgelegd en actief gecommuniceerd naar burgers en bedrijven. Handhaving wordt zo veel mogelijk integraal uitgevoerd Integrale handhaving kent vier niveau’s: 1. Integrale aansturing/organisatie; 2. Integraal beleid; 3. Integrale prioritering en planning; 4. Integrale uitvoering. Ad. 1 Er worden drie clusters onderscheiden in de gemeentelijke handhaving: Cluster A: Inrichtingen, gebouwen en bouwwerken (bebouwde ruimte); Cluster B: Openbare ruimte; Cluster C: Uitkeringen en Leerplicht.
Pagina 8/63
Organisatorisch wordt ernaar gestreefd om de uitvoering in de clusters A en B zoveel mogelijk onder te brengen in twee organisatie, te weten de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid (OZHZ)7 voor cluster A en het Toezichtsbedrijf8 voor cluster B.9 Grotendeels is dit al het geval. Ad. 2 en 3 Daarin voorziet dit programma. De planning wordt aan de hand van de prioritering gemaakt. Ad. 4 Een logisch gevolg van de integrale benadering onder 1 t/m 3 is dat de uitvoering ook integraal plaatsvindt. De interne samenwerking, binnen de clusters, maar ook tussen de clusters onderling dient in de eerste plaats goed te zijn. Daarnaast vindt afstemming plaats met externe partners, worden agenda’s op elkaar afgestemd en wordt indien mogelijk samen opgetrokken. Indien mogelijk en effectief, wordt er onderling signaaltoezicht uitgeoefend. Handhaving wordt generiek uitgevoerd waar kan en specifiek waar moet Om efficiënt te kunnen handhaven en toezichtslasten te beperken wordt handhaving generiek uitgevoerd waar kan. Dit betekent dat generieke toezichthouders op meerdere aspecten (alle prioritaire zaken) toezien. Alleen indien specifieke kennis en kunde is vereist om tot een goed oordeel te komen wordt een specialist ingezet. Voorkomen wordt dat volgtijdelijk diverse inspecties vanwege de gemeente plaatsvinden bij hetzelfde object. Uitvoerende handhavingsdiensten beschikken over een nalevingsstrategie, die in ieder geval bestaat uit een toezichtstrategie, een handhavingstrategie, een gedoogstrategie en een communicatiestrategie In de nalevingsstrategie wordt, naast repressieve instrumenten, aandacht besteed aan de inzet van andere handhavingsinstrumenten als preventie, voorlichting en communicatie en de toepassing van instumenten als de Tafel van 11. De handhavingsstrategie voorziet in een stappenplan10 van handelen bij geconstateerde overtredingen, waarbij de ernst van de overtreding de wijze van handelen bepaald. Dit stappenplan is conform de Algemene wet bestuursrecht en eventuele bijzondere wet- en regelgeving. In de toezichtsstrategie wordt rekening gehouden met het naleefgedrag van de doelgroep van handhaving. Voor de gedoogstrategie geldt dat het standpunt van het kabinet zoals geformuleerd in de nota ‘Gedogen in Nederland’11, wordt gevolgd. De communicatiestrategie geeft aan wanneer en op welke wijze communicatie wordt ingezet als instrument om naleving te bevorderen.
7
Per 1 januari 2011 is de OZHZ (voorheen Milieudienst Zuid-Holland Zuid, MZHZ) formeel van start gegaan. 8 Per 1 januari 2011 is Toezicht verzelfstandigd tot intern bedrijf. 9 Voor cluster A is dit al realiteit, met uitzondering van toezicht op kinderopvanginstellingen, waarmee de GGD op grond van een wettelijke verplichting belast is, en toezicht op horeca-inrichtingen, waarmee de politie, vanwege het openbare ordeaspect, is belast. Voor cluster B is dit ook al grotendeels realiteit, met uitzondering van een aantal taken (bijv. havens en markten) waarvoor Stadsbeheer nog als toezichthouder optreedt. 10 In bijlage 2 is weergegeven welke elementen in een stappenplan voor bestuurlijke handhaving dienen te worden opgenomen. 11 Tweede kamer, vergaderjaar 1996-1997, 25 085.
Pagina 9/63
Een ingezet handhavingstraject wordt volgehouden tot de overtreding is opgeheven, waarbij verbeurde dwangsommen worden geïnd Om handhaving effectief en geloofwaardig te laten zijn wordt een eenmaal ingezet handhavingstraject ook volgehouden totdat de overtreding is opgeheven. Dwangsommen die zijn verbeurd worden ook geïnd. Ook als bij een latere inspectie blijkt dat de overtreding toch is opgehouden, maar er al wel dwangsommen zijn verbeurd. 2.4 Ontwikkelingen en trends in handhaving De wereld van de (gemeentelijke) handhaving is volop in beweging. Handhaving neemt steeds nadrukkelijker een plaats in als instrument voor het bereiken van beleidsdoelen. Ingezet wordt, sinds het eind van de vorige eeuw, op het terugdringen van handhavingstekorten en het bevorderen van kwaliteit en professionaliteit van de handhaving. Door de rijksoverheid is, om administratieve lasten te verlichten, ingezet op algemene regels in plaats van vergunningen. Het zwaartepunt verschuift hiermee van toetsing vooraf naar controle achteraf. Ook in het licht van administratieve lastenverlichting, maar vooral om efficiënter en effectiever te kunnen handhaven, worden toezichtstaken zoveel mogelijk gebundeld. De vorming van één rijksinspectiedienst is daarbij het uitgangspunt. Uitgegaan wordt van zoveel mogelijk generiek toezicht over diverse taakvelden, in plaats van specifiek per wet of taakveld. Ook binnen de gemeente wordt gestreefd naar krachtenbundeling in en generiek toezicht door uitvoeringsorganisaties. In het kader van het IVH-traject12 en vooruitlopend op de bundeling van 25 vergunningsoorten in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is de handhaving van de bebouwde ruimte grotendeels gebundeld in de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid (OZHZ), per 1 januari 2011 de eerste regionale uitvoeringsdienst van Nederland. Dordrecht heeft als enige gemeente in de regio naast de milieutaken ook de taken ten aanzien van bouwen, brandveiligheid en (een deel van) de Algemene Plaatselijke Verordening en bijzondere wetten gemandateerd aan de OZHZ. Ook provinciale taken voor vergunningverlening, toezicht en handhaving worden hierin ondergebracht. Daarnaast wordt ingezet op de bundeling van alle taken voor toezicht in de openbare ruimte in één dienst. Prioriteiten in de handhaving worden steeds meer op basis van risicoinschatting bepaald. De overheid focust zich op zaken die er toe doen en die moeilijk aan burgers en bedrijven zelf overgelaten kunnen worden. Daarbij draagt de overheid, al dan niet ingegeven door bezuinigingsopgaven, steeds nadrukkelijker uit dat burgers en bedrijven zelf eerstverantwoordelijke zijn voor naleving van de regels. In die zin is er sprake van een terugtredende overheid. Hiertegenover staat dat vanuit de maatschappij juist een groter beroep wordt gedaan op de handhavende overheid, ingegeven door zaken als minder tolerantie in de maatschappij, minder zelfdiscipline en zelfredzaamheid, minder sterke sociale cohesie en tegelijk een steeds mondiger burger met meer (digitale) mogelijkheden.
12
In 2007 heeft Dordrecht de toezichthoudende taken voor bouwen, brandveiligheid en een deel van de APV gebundeld ondergebracht bij de Milieudienst Zuid-Holland Zuid (MZHZ), tegenwoordig Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid (OZHZ). Milieutaken werden al door de MZHZ uitgevoerd.
Pagina 10/63
Dit maakt, tezamen met de huidige financiële opgave, de uitdaging om met succes het concept Vertrouwen & Verantwoordelijkheid13 in de handhaving vorm te geven, des te groter. Er wordt ook steeds meer een beroep gedaan op gemeentelijke bestuursorganen als het gaat om handhaving van wetten en regels. Enerzijds gaat het daarbij om de regierol die de gemeente heeft of moet pakken bij de aanpak van allerlei zaken die spelen binnen de gemeentegrenzen. Te denken valt bijvoorbeeld aan zogenaamde ketenaanpakken of bestuurlijke aanpak (georganiseerde) criminaliteit. Anderzijds (en vooral) gaat het ook gewoon om uitvoering van handhavingstaken. Als het enigszins kan wordt het toezicht zoveel mogelijk decentraal belegd. Daarbij is er veel aandacht voor de kwaliteit van handhaving. In bepaalde gevallen zijn kwaliteitseisen wettelijk bepaald. Ook regelgeving op Europees niveau heeft invloed op gemeentelijke handhaving. Op dit moment geldt dat vooral voor milieu en huisvesting (arbeidsmigranten). Ten aanzien van de openbare ruimte nemen gemeenten steeds nadrukkelijker positie in als het gaat om de aanpak van overlast en de zogenaamde ‘kleine ergernissen’. Gemeenten worden hierin ook gefaciliteerd door wetgeving, zoals de Wet OM-afdoening14. Gemeentelijke bestuursorganen treden, door de inzet van BOA’s, met de bestuurlijke strafbeschikking straffend op tegen overtredingen in de openbare ruimte. Het klassieke onderscheid tussen bestuursrecht en strafrecht is daarmee aan het vervagen. Dit vraagt om goede afspraken met de politie en het Openbaar Ministerie. De politie focust zich op haar kerntaken en juist minder op de ‘kleine ergernissen’, waardoor een groter beroep wordt gedaan op gemeentelijke toezichthouders. De op handen zijnde wijziging van het politiebestel heeft mede ten doel een sterkere positie te borgen van gemeenteraden in het lokale veiligheidsbeleid. Aan de andere kant zijn er juist zorgen om lokale inbedding van de politie bij de komst van één nationale politieorganisatie. Deze ontwikkelingen leiden tot een horizon waarbij de gemeentelijke handhavingstaken zoveel mogelijk gebundeld zijn belegd in sterk gepositioneerde uitvoeringsorganisaties met voldoende slagkracht, die op een professionele wijze uitvoering geven aan de handhavingsopgave. Deze organisaties hebben een sterke binding met bestuur en beleid, werken probleemgericht, zijn flexibel inzetbaar en spelen in op de verantwoordelijkheid van burgers en bedrijven. Toezicht wordt in hoofdzaak (80%) generiek uitgevoerd en indien nodig (20%) specifiek.
13
In het Politiek akkoord 2010-2014 wordt het concept Vertrouwen & Verantwoordelijkheid, zoals geïntroduceerd in de Brede Doorlichting, als een kansrijk concept gezien om de gewenste bestuurlijke vernieuwing te realiseren. 14 De Wet OM biedt o.a. bestuursorganen de mogelijkheid om buitengerechtelijk straffend op te treden, d.m.v. het opleggen van een bestuurlijke strafbeschikking.
Pagina 11/63
3. Prioriteiten en doelstellingen Het Politiek akkoord 2010-2014 geeft aan dat de komende jaren veel aandacht uitgaat naar veiligheid en leefbaarheid. Met name de aanpak van overlast en overlastgevers staat hierbij centraal. Gedacht moet worden aan zaken als de huisvesting van arbeidsmigranten, overlastgevende of asociale gedragingen door groepen of personen, overlast door verkeer en verkeersveiligheid en andere zaken die de leefbaarheid in de wijken onder druk zetten. Handhaving wordt gericht op deze onderwerpen ingezet en draagt zo bij aan een gerichte en gecoördineerde aanpak van deze onderwerpen. Het Politiek akkoord is verder uitgewerkt in de Programmabegroting 2011 en de Meerjarenbegroting 2012-2014. Het handhavingsprogramma sluit aan hierbij en borduurt hierop voort. Het gaat hierbij vooral om de programma’s Veiligheid en Leefbaarheid en stedelijk beheer, maar ook Wonen (taskforce huisvesting arbeidsmigranten) Verkeer en vervoer (verkeersoverlast, betaald parkeren) en Milieu en Duurzaamheid (toezicht milieu en afvalprogramma). De handhavingsdoelstellingen sluiten aan bij of zijn één op één overgenomen uit deze programma’s. Voor zover handhaving bijdraagt aan veiligheidsonderwerpen die binnen het programma Veiligheid als speerpunt zijn benoemd, wordt één op één aangesloten bij het Integraal Veiligheidsprogramma 3 (IVP3). Daarnaast moeten binnen de totale handhavingsopgave15 van de gemeente prioriteiten worden gesteld. Het is namelijk ondoenlijk en onwenselijk om overal op toe te zien. De prioriteiten worden (vast)gesteld om: 1. schaarse capaciteit zo effectief mogelijk in te zetten om bestuurlijke doelen te realiseren en handhaving weloverwogen in te zetten op zaken die ertoe doen; 2. op bestuurlijk niveau de kaders te bepalen, zodat dit niet aan individuele toezichthouders overgelaten hoeft te worden; 3. duidelijk te maken dat de overheid niet over alles gaat en waakt en dat naleving van regels vooral ook een eigen verantwoordelijkheid is. Het op deze wijze stellen van prioriteiten past in het concept van Vertrouwen & Verantwoordelijkheid. De handhavingsprioriteiten zijn benoemd per cluster en gericht op activiteiten die in de stad plaatsvinden. De jaarlijkse concrete inzet en inspanningen worden opgenomen in de uitvoeringsplannen, waarbij de vastgestelde prioriteiten als kader gelden. Bij de handhavingsprioriteiten zijn doelstellingen benoemd. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen nalevingsdoelen en maatschappelijke doelen. Voor het cluster Inrichtingen, gebouwen en bouwwerken wordt gewerkt met doelen die zijn gerelateerd aan nalevingseffecten. Voor het cluster Openbare ruimte vooral met doelen gerelateerd aan maatschappelijke effecten.16 De onderwerpen waarop wordt ingezet met een taskforce kennen hun eigen specifieke doelstellingen.
15
Voor een overzicht van de door de gemeente te handhaven wet- en regelgeving wordt verwezen naar bijlage 1. 16 Bij doelen die zijn geformuleerd in termen van de mate van naleving wordt verondersteld dat handhaving bijdraagt aan het vergroten van de naleving van regels, wat tot gevolg heeft dat beleidsdoelen worden bereikt. De doelstellingen die zijn geformuleerd als te bereiken maatschappelijk effect veronderstellen dat handhaving bijdraagt aan het bewerkstelligen van maatschappelijke effecten.
Pagina 12/63
3.1 Bijzondere aandachtsvelden In het Politiek akkoord is een aantal zaken aangegeven dat de komende jaren de bijzondere aandacht van de gemeente en daarmee van de handhavingsorganisatie krijgt. Het gaat hierbij om de huisvesting van arbeidsmigranten en de aanpak van overlast(gevers). Toezicht en handhaving maakt, binnen de reguleringsketen, een belangrijk onderdeel uit van het totaalpakket aan preventieve en repressieve maatregelen dat wordt genomen om aan de voorkant van de problematiek te komen en zaken goed beheersbaar te maken. Hiervoor zijn aparte budgetten beschikbaar gesteld. Voor een effectieve aanpak wordt gewerkt met taskforces, waarbij diverse maatregelen op elkaar afgestemd plaatsvinden. A. Taskforce Overlast(gevers) Naam:
Portefeuillehouder:
Taskforce Overlast openbare ruimte
Wethouder Reynvaan
Doelgroepen: 1. De ’100’ meest overlastgevende dak- en thuislozen in het centrum van Dordrecht (Kasperspad, Vrieseplein, Weizigtpark, etc); 2. De ’140’ geregistreerde overlastgevers in de Colijnstraat en omgeving. Toelichting: De Taskforce Overlast openbare ruimte zet in op het verminderen van de overlast in de openbare ruimte van twee gebiedsgebonden groepen van overlastveroorzakers. Voor de aanpak van de overlastgevers wordt een integrale ketenaanpak gerealiseerd: voor een gebied, gekoppeld aan een groep overlastgevers, wordt een regiegroep ingesteld. De regiegroep werkt een plan van aanpak uit met daarin fysieke, sociale en repressieve maatregelen gericht op de groep en de individuele overlastgevers. De regiegroepen worden ondersteund door de ‘groepsaanpak’. In de groepsaanpak wordt aan elk individu een niet-vrijblijvend trajectaanbod gedaan, gericht op ondermeer werk, scholing, en wonen. De regiegroep kan ook een beroep doen op toezicht en handhaving. In de Colijnstraat wordt hiertoe een Handhavingteam opgezet. Dit team wordt ingezet als laatste middel en is gericht op die personen die overlast blijven veroorzaken. Het team bestaat uit politie, belastingdienst, sociale dienst en de woningcorporatie en zij zet voor ieder individu waar mogelijk straf-, privaat- en/of bestuursrechterlijke maatregelen in. Ook kunnen huisbezoeken worden afgelegd door het Handhavingteam. Doelstelling(en): 1. Zowel de werkelijke overlast, als de beleving van die overlast door deze groepen laten dalen (overlastmeldingen omlaag en cijfers veiligheidsmonitor omhoog). 2. Duidelijke afspraken maken over het aantal overlastgevende individuen dat via een positief traject -gericht op ondermeer zorg, werk of wonen- zijn of haar leven weer op de rails krijgt en geen overlast meer veroorzaakt. Deze doelstellingen worden in samenspraak met de betrokken partijen en per doelgroep concreet en afrekenbaar geformuleerd. In het eerste kwartaal van 2011 zal hierover een definitief collegestuk voorliggen. Deelnemers: - Intern: Maatschappelijke ontwikkeling, Stadsontwikkeling, Stadsbeheer, OOV, Toezicht (handhaving), Sociale dienst Drechtsteden, SCD. - Extern: Politie (handhaving), VH, GGD ZHZ, Leger des Heils, Bouman, Yulius, corporaties, SWA, Reclassering Nederland, Stichting de Plint, ASVZ, Flexus jeugdplein, Direkshon, PI Rijnmond, PI Dordtse Poorten.
Pagina 13/63
Acties handhaving: T.a.v. beide doelgroepen: - Groepsgerichte en persoonsgerichte aanpak waarin handhaving en zorg hand in hand in gezet worden. - Repressieve maatregelen zoals samenscholingsverbod en alcoholverbod. - Fysieke maatregelen waaronder het aanbrengen van verlichting en wegafsluitingen. - Inzet van extra toezichthouders. T.a.v. doelgroep 1: - Mobiele toezichtspost - Toezichtsteam voor hinderlijk volgen overlastgevers. T.a.v. doelgroep 2: Handhavingteam: Laatste repressieve maatregel voor de aanpak van ca. 25 “niet willers”. Inzet is combinatie van straf-, bestuurs- en privaatrechtelijke maatregelen. Instrument is o.m. huisbezoekteam.
B. Taskforce Huisvesting arbeidsmigranten Naam:
Portefeuillehouder:
Taskforce Huisvesting arbeidsmigranten
Wethouder Sleeking
Toelichting: De combinatie van een centrale ligging in West-Nederland, goede aansluitingen op het rijkswegennet en de aanwezigheid van een goedkope woningvoorraad zorgt voor de aanwezigheid van een groot aantal tijdelijke arbeidsmigranten in Dordrecht. Momenteel vinden de meeste van de circa 2500 arbeidsmigranten hun huisvesting in enkele buurten binnen Krispijn, de 19e eeuwse schil en Reeland. Omwonenden ondervinden overlast door extra geparkeerde auto’s, geluid in combinatie met alcoholgebruik, verkeerd aanbieden van huisvuil en het verminderen van de sociale cohesie in deze wijken. Arbeidsmigranten zelf worden niet zelden uitgebuit en krijgen huisvesting in slechte of zelfs gevaarlijke panden. In het politiek akkoord is aangegeven dat de gemeente meer regie neemt op de huisvesting van de arbeidsmigranten en de huisjesmelkers strenger gaat aanpakken. De omvang van de problematiek groeit nog. De massaliteit, de kwantiteit van het aantal panden waar iets mis is, noodzaakt ons om de aanpak te intensiveren en om voor een andere, integrale, aanpak te kiezen. Doelstelling(en): Binnen twee jaar de boel op orde brengen in Dordrecht, door: a. het regelen van voldoende goede huisvesting voor deze doelgroep en; b. het maximaal beperken van overlast vanuit deze doelgroep voor omwonenden. Concreet t.a.v. handhaving: op 1/10/2012: 1. voldoet het juridisch instrumentarium; 2. is de achterstand in de handhaving structureel verdwenen en; a. is de organisatie voldoende bemenst; b. vindt de eerste inspectie uiterlijk 2 weken na melding plaats; c. levert de procedure uiterlijk na 4 maanden een sanctie op; 3. zijn overlastsituaties binnen 3 maanden opgelost of is er een bestuurlijk handhavingstraject in gang gezet; 4. hebben omwonenden vertrouwen in de gemeentelijke aanpak. Deelnemers: -Intern: Stadsontwikkeling, Maatschappelijke Ontwikkeling, Publieksdiensten, OZHZ (handhaving), SCD, Sociale dienst Drechtsteden, Projectmanagement (trekker) - Extern: Politie, Belastingdienst, Arbeidsinspectie, RIEC, RCF, SIOD, corporaties.
Acties handhaving: - Inspecties verdachte panden - Aandachtsvelden Huisvestingsverordening Gebruiksbesluit Bouwbesluit Bestemmingsplan - Meervoudig kijken - Aanschrijving, dwangsom, inning - Sluiten met bestuursdwang - Controle vergunde panden
3.2 Prioriteiten en doelstellingen cluster A: Inrichtingen, gebouwen en bouwwerken Binnen de gemeente worden in of vanuit inrichtingen, gebouwen en bouwwerken diverse activiteiten ontplooid, die bepaalde risico’s met zich meebrengen voor gebruikers, bezoekers en omgeving. Daarbij zijn er drie ‘levensfasen’ te onderscheiden: oprichten, gebruiken en beëindigen. Per activiteit en per levensfase is aan de hand van een afwegingsmodel een risicoprofiel opgesteld en een risicoscore toegekend, waarbij zes bestuurlijke doelen zijn meegewogen. Die zes bestuurlijke doelen zijn veiligheid, gezondheid, leefbaarheid, duurzaamheid, economische schade en bestuurlijke gevoeligheid.
Pagina 14/63
Vanwege de speerpunten uit het Politiek akkoord wordt binnen dit cluster aan de aspecten leefbaarheid, duurzaamheid en huisvesting arbeidmigranten extra prioriteit toegekend. Het aspect leefbaarheid is daarvoor in het afwegingsmodel extra gewicht toegekend ten opzichte van de andere bestuurlijke doelen. Het accent op duurzaamheid wordt gerealiseerd binnen de 30% vrije toezichtsruimte (zie hierna in § 3.2.1). Voor de huisvesting van arbeidsmigranten is een taskforce ingericht waarbinnen de handhaving is belegd (zie hiervoor in § 3.1). 3.2.1 Prioriteiten algemeen Dit heeft geleid tot een integrale prioriteitstelling, op basis van samengestelde risico’s per activiteit die in of vanuit een inrichting, gebouw of bouwwerk in Dordrecht wordt ontplooid. Deze activiteiten worden genormeerd door bouw- (incl. bestemmingsplan en monumenten), brandveiligheid- en milieuregels. Met deze integrale prioriterings- en programmeringssystematiek heeft het college op 9 november 2010 ingestemd (voorstel SO/10/473149). In de praktijk zal deze systematiek per 1 januari 2013 volledig worden gehanteerd. Tot die tijd wordt, vanaf 1 januari 2011, deels op basis van de nieuwe systematiek gewerkt en deels op basis van de oude, sectoraal georiënteerde werkwijze. In de oude systematiek worden prioriteiten sectoraal bepaald binnen de taakvelden milieu, bouwen en brandveiligheid. In de jaarlijkse uitvoeringsplannen wordt aangegeven welk deel van het uitvoeringsbudget wordt ingezet voor toezicht op basis van de nieuwe werkwijze. Het resultaat van de integrale prioriteitstelling is dat toezicht met name wordt gericht op de gebruiksfase van risicovolle activiteiten. Als risicovolle activiteiten worden aangemerkt gebouwen waarin veel (eventueel minder zelfredzame) mensen tegelijk aanwezig zijn, gebouwen die een publieke of openbare functie hebben en/of waar calamiteiten grote gevolgen kunnen hebben. Daarnaast wordt toezicht ingezet in de bouwfase van risicovolle objecten. Veel minder aandacht gaat uit naar sloop- of beëindigingfase van activiteiten. Bij het uit te oefenen toezicht, dat zoveel mogelijk generiek wordt uitgeoefend, wordt gelet op hoofdzaken en niet op bijzaken. In bijlage 3 is het overzicht van alle geprioriteerde activiteiten opgenomen. Voor de vertaling van de vastgestelde prioriteiten naar het jaarlijks uitvoeringsprogramma gelden de volgende uitgangspunten: 1. 70% van de beschikbare capaciteit wordt ingezet op basis van de gestelde prioriteiten en 30% is beschikbaar voor nader te bepalen toezichtsactiviteiten (vrije ruimte). Uitgegaan wordt daarbij van de verdeling van de totale handhavingscapaciteit zoals weergegeven in figuur 2 (hieronder). In jaarlijks vast te stellen uitvoeringsplannen wordt de invulling van 30% vrije ruimte opgenomen. Hieronder vallen in ieder geval bestuurlijke prioriteiten, bijzondere projecten, thematische aanpakken en samenwerking in het kader van landelijke of regionale prioriteiten. Zaken die vanwege een lagere prioriteit buiten het reguliere programma vallen (zie bijlage 3) krijgen de aandacht door een steekproefsgewijze of themaaanpak. In het kader van het Politiek akkoord wordt binnen de 30% vrije ruimte capaciteit gereserveerd voor energiebesparing bij bedrijven.
Pagina 15/63
Figuur 2: Verdeling van de totale handhavingscapaciteit
Handhaving (hercontroles en juridische opvolging): ±10% capaciteit
80% capaciteit Programma toezicht
30% vrije ruimte
±90% capaciteit
100% capaciteit
70% Programma
handhaving
20% capaciteit Calamiteiten, meldingen, incl. wachtdienst
2. de intensiteit van het toezicht en de controlefrequentie worden bepaald aan de hand van de prioriteitsscore. Daarbij is het uitgangspunt: Prioriteit
Risico-
Controle-
score
frequentie
Toezichtintensiteit
1
Zeer hoog risicoprofiel
>8
jaarlijks
2
Hoog risicoprofiel
6–8
tweejaarlijks
Integrale controle Hoofdlijnen en kenmerkende details
3
Gemiddeld risicoprofiel
4–6
driejaarlijks
Hoofdlijnen
4
Laag risicoprofiel
2–4
zesjaarlijks
Visuele controle
5
Zeer laag risicoprofiel
0–2
twaalfjaarlijks
Steekproef
3.2.2 Doelstelling en indicatoren algemeen De tabel hieronder geeft de doelstelling weer voor het algemene deel binnen cluster A: Inrichtingen, gebouwen en bouwwerken. Doel: Het algemeen doel is het bewaken en bevorderen van veilige, leefbare, gezonde en duurzame woon-, werk- en leefomgeving. Dit wordt geacht op een voldoende niveau te zijn als: Indicatoren: 17 1.
in minimaal 70% van de gevallen direct sprake is van voldoende naleving van regels
2.
van de overige gevallen 25% naleeft na een waarschuwing en een hercontrole
3.
in maximaal 5% van de gevallen bestuurlijke handhaving (dwangsom of bestuursdwang) nodig is om naleving af te dwingen
Bron: Monitoring OZHZ Monitoring OZHZ Monitoring OZHZ
De mate van naleving wordt geregistreerd om na te gaan in hoeverre hiervan sprake is.
17
De niveaus van naleving zijn gebaseerd op het gemiddelde naleefgedrag van de afgelopen jaren binnen het taakveld milieu. Wel is rekening gehouden met naar verwachting een lager niveau van naleving op andere taakvelden. Toch is het gewenste niveau van naleving ambitieus gesteld. Onder meer in het kader van de nieuwe prioritering- en programmeringssystematiek zal moeten blijken in hoeverre dit percentage ook als realistisch moet worden beschouwd.
Pagina 16/63
3.2.3 Specifieke activiteiten Naast de algemene handhavingsopgave ten aanzien van alle inrichtingen, gebouwen en bouwwerken, is er een aantal activiteiten onderscheiden waarbij sprake is van afwijkende vorm van gemeentelijke toezicht en handhaving vanwege meer specifieke aandacht voor veiligheid, gezondheid en leefbaarheid. 3.2.3.1 Openbare orde en veiligheid Binnen de bestuurlijke handhaving in het kader van de openbare orde en veiligheid hebben de volgende zaken prioriteit: 1. Coffeeshops; 2. Overlastgevende- of drugspanden18; 3. Prostitutiebedrijven; 4. Horeca (overig); 5. Zeehavenbeveiliging (Port Security). Doel: Het algemene doel is het voorkomen van verstoring van de openbare orde en veiligheid en/of aantasting van het woon- en leefklimaat, door: 1.
Adequaat reageren op klachten uit directe omgeving (aantasting woon- en leefklimaat) en op door politie gesignaleerde overtredingen van onder meer de AHOJG-criteria (conform Handhavingsarrangement coffeeshops).
2.
Beëindigen structurele overlast; uiterlijk binnen een half jaar na dossieroverdracht door wijkmanager aan OOV.
3.
Adequaat reageren op klachten uit directe omgeving (aantasting woon- en leefklimaat) en op door politie gesignaleerde overtredingen van onder meer de Wet arbeid vreemdelingen of signalen van mensenhandel/uitbuiting (conform Handhavingsarrangement prostitutie).
4.
Adequaat reageren op klachten uit omgeving (aantasting woon- en leefklimaat) en op door de politie gesignaleerde overtredingen van wet- en regelgeving
5.
(conform Handhavingsarrangement horeca). Door het houden van toezicht bevorderen dat de beveiliging van (Europese) zeehavenfaciliteiten structureel op een goed niveau is (in het kader van terrorisme).
3.2.3.2 Kinderopvang Binnen kinderopvang zijn de volgende prioriteiten gesteld. Toezicht en handhaving op de kwaliteitseisen van achtereenvolgens: 1. Kinderdagopvang (0-4); 2. Buitenschoolse opvang (4-12); 3. Gastouderbureau's; 4. Gastouders.
18
Deze panden worden onderscheiden van panden waar (illegale) kamerverhuur plaatsvindt en waarop door de Taskforce Huisvesting arbeidsmigranten wordt ingezet. De huisvesting van arbeidmigranten kan wel worden gezien als een risicofactor voor het optreden van overlast vanuit een woning.
Pagina 17/63
Doel: Het bevorderen van kwalitatief hoogwaardige kinderopvang Indicatoren: 1.
De kinderopvang wordt kwalitatief hoogwaardig geacht als uit de jaarlijkse inspecties blijkt dat de kwaliteitsvoorwaarden in minimaal
Bron: Monitoring GGD/MO
80% van de gevallen volledig wordt nageleefd. 19
3.3 Prioriteiten en doelstellingen cluster B: Openbare ruimte Binnen de openbare ruimte zijn leefbaarheid en veiligheid de speerpunten uit het Politiek akkoord 2010-2014. Vooral de aanpak van overlast door het gedrag van individuen of groepen en het waarborgen van een goede bereikbaarheid en verkeersveiligheid in de stad staan centraal. 3.3.1 Gemeentebrede prioriteiten algemeen20 Binnen alle gemeentelijke taken die vallen onder toezicht in de openbare ruimte21 hebben daarom de volgende zaken prioriteit. A. Top 1. 2. 3. 4. 5.
vijf thema’s met prioriteit: Overlastgevende groepen en personen Hondengerelateerde overlast Rommel op straat Bekrassen, bekladden en (overig) vandalisme Overlast door verkeer
B. Overige prioriteiten 1. Fiscalisering/betaald parkeren 2. Evenementen Al de genoemde thema’s zijn dus thema’s met prioriteit. Op deze thema’s richten de toezichthouders zich bij het werk in de openbare ruimte. Het is echter niet zo dat thema nr. 1 ook per sé de meeste uren krijgt toebedeeld. Dit hangt af van de omvang van de problematiek van de thema’s per wijk / gebied. In de onderlinge verhouding tussen de thema’s is niet zozeer sprake van een rangorde als wel van een ordening en taakafbakening. Deze ordening/ taakafbakening vormt de basis voor planvorming en verslaglegging. Het kan echter niet zo zijn dat als thema 1 zich voordoet in een gebied daar geen inzet op wordt gepleegd omdat thema 5 (of een ander thema) zoveel inzet vraagt. Verder is het uitgangspunt dat er altijd vrije ruimte wordt gereserveerd om onvoorziene zaken, meldingen, klachten of verzoeken om handhaving op te pakken. Dit zijn zaken die niet binnen de geprioriteerde thema’s vallen. Daarnaast heeft de zichtbare aanwezigheid van toezichthouders in de openbare ruimte effect op de gevoelens van leefbaarheid en veiligheid en 19
Dit percentage heeft betrekking op alle kwaliteitsvoorwaarden die in alle jaarlijkse inspecties worden beoordeeld en niet op het percentage locaties dat voldoet. 20 Deze prioriteiten gelden voor het gehele grondgebied van de gemeente Dordrecht. Binnen de gebieden die vallen onder Nationaal Park De Biesbosch geldt hiernaast nog een afwijkende prioritering die specifiek is toegesneden op zaken die gepaard gaan met het gebruik als recreatiegebied. 21 Met uitzondering van taken die de gemeente uitvoert ten aanzien van havens (toezien op innemen ligplaatsen en voldoen aan verordening) en markten (toezien op de weekmarkt en marktgerelateerde activiteiten zoals ambulante handel en venten). Deze taken worden door SB uitgevoerd.
Pagina 18/63
worden er gerichte preventieactiviteiten uitgevoerd. De sturing hierop vindt vooral plaats vanuit het Integraal Veiligheidsprogramma 3. In bijlage 4 staat een opsomming van de onderwerpen/overtredingen die per thema prioriteit hebben. 3.3.2 Omschrijving en doelstellingen gemeentebrede prioriteiten 1. Overlastgevende groepen en personen Dit thema richt zich op (groepen) jongeren en alcohol- en drugsverslaafden. De overlast bestaat hoofdzakelijk uit hinderlijke gedragingen, veelal gecombineerd met of veroorzaakt door gebruik van drank en/of drugs en het achterlaten van afval. Doel: Een bijdrage leveren aan het verminderen van door mensen ervaren overlast en verloedering. Indicatoren:
Bron:
1.
IVM22
het percentage mensen dat vindt dat overlast van groepen jongeren vaak voorkomt daalt van 19% (2009) naar 15%.
2.
de schaalscore overige overlast daalt van 2,5 (2009) naar 2,1.
IVM
3.
de schaalscore verloedering fysieke woonomgeving daalt van 5,1
IVM
(2009) naar 4,8.
2. Hondengerelateerde overlast Het thema honden richt zich op overlast veroorzaakt door burgers die hun honden los laten lopen op plaatsen waar dit niet is toegestaan. Ook het niet opruimen van de uitwerpselen van de honden wordt als grote overlastfactor in de Dordtse wijken gezien. Doel: Een bijdrage leveren aan het terugdringen van door mensen ervaren overlast door honden(bezitters) Indicatoren: 1.
Bron:
De schaalscore verloedering fysieke woonomgeving daalt van 5,1
IVM
(in 2009) naar 4,8. 2.
75% van de hondenbezitters is tevreden over de uitlaatvoorzieningen en gebruiken deze ook. In 2010 is dit 60%.
3.
95% van de inwoners is op de hoogte van de regels van het hondenbeleid. In 2010 is dit 89%.
4.
75% van de inwoners vindt de overlast door honden en hondenpoep in de openbare ruimte beheersbaar en acceptabel. In
OCD: KTO honden OCD: KTO honden OCD: KTO honden
2010 is dit 66%. 5.
75% van de inwoners is tevreden over de afhandeling van hun
OCD: KTO
melding over overlast door honden. Deze doelstelling staat nog
honden
niet in het onderzoek van 2010. 6.
Realisatie doelstellingen rapporteren op basis van beeld (wordt
n.t.b.
nader uitgewerkt).
22
IVM staat voor Integrale Veiligheidsmonitor. In 2011 wordt de eerstvolgende
verwacht.
Pagina 19/63
3. Rommel op straat Het thema rommel op straat richt zich op zwerfvuil in openbaar gebied, op huishoudelijke afvalstoffen die niet op de voorgeschreven wijze ter inzameling worden aangeboden, op illegaal achtergelaten bedrijfsafvalstoffen en op voorwerpen die zonder vergunning in openbaar gebied zijn geplaatst. Ook zaken als illegaal geplaatste reclame, achtergelaten wrakken van auto’s of het hinderlijk of verkeerd plaatsen van uitstallingen bij winkels vallen onder dit thema. Doel: Een bijdrage leveren aan het terugdringen van overlast door rommel in het openbaar gebied. Indicatoren: 1.
De schaalscore verloedering fysieke woonomgeving daalt van 5,1 (in
Bron: IVM
2009) naar 4,8. 2.
Alle hotspots worden met rapportage afgehandeld; oplossingspercentage (tot het streefbeeld) 85%.
3.
Realisatie doelstellingen rapporteren op basis van beeld (wordt nader
Monitoring Toezicht n.t.b.
uitgewerkt).
4. Bekrassen, bekladden en (overig) vandalisme Het thema bekrassen, bekladden en (overig) vandalisme richt zich op het tegengaan van graffiti en wildplakken. Ook het vernielen van straatmeubilair en het beschrijven met stiften daarvan behoort tot het thema. Doel: Een bijdrage leveren aan het terugdringen van vernielingen door bekrassen, bekladden en (overig) vandalisme. Indicatoren: 1.
De schaalscore verloedering fysieke woonomgeving daalt van 5,1 (in
Bron: IVM
2009) naar 4,8. 2.
Vernielingen worden binnen 24 uur gemeld bij BST met de opdracht om schoon te maken.
3.
Monitoring Toezicht
Van iedere vernieling (met schade < € 250 ) wordt aangifte gedaan
Monitoring
bij de Politie en de schade wordt zoveel als mogelijk verhaald op de
Toezicht
dader. 4.
Realisatie doelstellingen rapporteren op basis van beeld (wordt nader
n.t.b.
uitgewerkt).
5. Overlast door verkeer Het thema overlast door verkeer richt zich vooral op overlast door verkeerd geparkeerde voertuigen. Dit kunnen zowel auto’s als campers, caravans of aanhangwagens etc. zijn. Ook verkeerd gestalde fietsen vallen hieronder. Daarnaast zijn er nog vele andere zaken waarvoor een proces-verbaal wordt uitgeschreven op het gebied van overlast door verkeer. Vooral gedragingen die als asociaal of overlastgevend worden ervaren worden aangepakt. Doel: Een bijdrage leveren aan het verminderen van verkeersoverlast Indicatoren: 1.
De schaalscore verkeersoverlast daalt van 5,1 (2009) naar 4,9.
Pagina 20/63
Bron: IVM
B. Overige prioriteiten 1. Fiscalisering/betaald parkeren Om een goede bereikbaarheid van (met name) de binnenstad te garanderen wordt toegezien op het betalen bij inname van een plaats voor betaaldparkeren. Doel: Een bijdrage leveren aan het verhogen van het percentage betalingsbereidheid van automobilisten dat betaalt voor het met een auto innemen van een parkeerplaats voor betaald parkeren. Indicatoren:
Bron:
1.
De betalingsbereidheid is in 2014 voor het gehele gereguleerde
Meting
gebied gelijk aan of hoger dan 90%, waarbij dit op vergunning-
SO23
houderssector niet lager mag zijn dan 80%. Op straatniveau mag dit dan niet lager zijn dan 70%, te bereiken in de volgende stappen: - 2011 minimaal 80% (exclusief vergunninghouders); - 2012 minimaal 85% (exclusief vergunninghouders); - 2013 minimaal 90% (exclusief vergunninghouders). De in 2008 en 2009 gemeten betalingsbereidheid is 66%. In 2010 was dit 67%.
2. Evenementen Bij de grotere evenementen zijn naast de politie ook gemeentelijke toezichthouders aanwezig om toe te zien op de openbare orde. Ook wordt toegezien op naleving van de vergunningvoorwaarden. Veiligheids- en gezondheidsaspecten hebben hierbij prioriteit. Toezicht treedt op als coördinator voor integrale controles, die in samenwerking met OZHZ, Politie, eventueel Brandweer en andere overheden als de Belastingdienst of de Voedsel- en Warenautoriteit plaatsvinden bij grootschalige en/of risicovolle evenementen. Op het naleven van vergunde geluidsniveaus, brandveiligheidsvoorschriften en constructieve veiligheid wordt door inspecteurs van de OZHZ toegezien. Doel: Bevorderen publieksveiligheid en nalevingsgedrag van organisatoren door toezicht en handhaving en adequaat reageren op klachten die te herleiden zijn naar het evenement en zo eventuele overlast voorkomen of beperken. Indicatoren: 1.
Aantal geconstateerde overtredingen.
Bron: Registratie toezichthouders
3.3.3 Specifieke activiteiten Naast de gemeentebrede prioriteiten is er een aantal specifieke zaken/gebieden onderscheiden waarop toezicht wordt uitgeoefend en eventueel handhavend wordt opgetreden. Het gaat om havens, markt(gerelateerde) activiteiten en gebieden die behoren tot de Hollandse Biesbosch.
23
De betalingsbereidheid wordt in opdracht van Stadsontwikkeling minimaal één maal en maximaal drie maal (afhankelijk van nut en noodzaak) per jaar door een onafhankelijk onderzoeksbureau gemeten.
Pagina 21/63
3.3.3.1 Markten, havens en kappen bomen Binnen het thema markten hebben de weekmarkten, buitenstandplaatsen, ambulante handel en venten prioriteit. Het thema havens richt zich op zowel de zeehavens als de binnenhavens. Gecontroleerd wordt verder op het kappen van bomen zonder kapvergunning en op naleving van de herplantplicht. Binnen het thema markten hebben de weekmarkten, buitenstandplaatsen, ambulante handel en venten prioriteit. Het thema havens richt zich op zowel de zeehavens als de binnenhavens. Ten aanzien van de houtopstanden wordt gelet op het illegaal kappen van bomen of het niet naleven van de herplantplicht. Doel:
a. Bevorderen van een zo eerlijk mogelijke handel bij markten, ambulante handel, etc. b. Bevorderen op het naleven van de regelgeving op het terrein van veiligheid en economie, zoals weergegeven in o.a. de havenverordening, APV, scheepvaartverkeerswet c. Het bewaren en bewaken van hoeveelheid en kwaliteit van de houtopstanden Indicatoren: 1.
Aantal geconstateerde overtredingen.
Bron: Registratie toezichthouders
3.3.3.2 Hollandse Biesbosch (Parkschap) Binnen het compartiment de Hollandse Biesbosch (onderdeel van het Nationaal Park de Biesbosch) hebben de volgende zaken prioriteit:24 1. Kampvuren en barbecueën. 2. Loslopende honden. 3. Snel varen motorboten en jetski’s. 4. Onzedelijk gedrag. 5. Oneigenlijk gebruik van de padenstructuur. Doel: Bevorderen van de veiligheid van bezoekers en het behoud van de natuur en een goed recreatief gebruik mogelijk maken. Indicatoren: 1.
Aantal geconstateerde overtredingen.
Bron: Registratie toezichthouders
3.4 Bestuurlijke aanpak en vrijplaatsen Voor een effectieve gecombineerde bestuurlijke en strafrechtelijke interventie op zogenaamde vrijplaatsen25 of bij vormen van (georganiseerde) criminaliteit wordt samengewerkt met andere overheidsdiensten. De basis voor deze samenwerking ligt in convenanten. In verschillende samenstellingen wordt samengewerkt met de (vreemdelingen)politie, het Openbaar Ministerie, de Belastingdienst, de FIOD, de SIOD, het UWV, de Arbeidsinspectie en andere gemeenten. In bepaalde gevallen kunnen semi- of 24
Na de oprichting van het nieuwe Parkschap Nationaal Park de Hollandse Bieschbosch per 1 januari 2011 wordt toezicht en handhaving in dit gebied kritisch bezien en opnieuw ingericht. Of deze prioriteiten daarna in gelijke vorm terugkeren is niet zeker. 25 In dit verband wordt onder een vrijplaats verstaan: ‘locaties en/of groepen waar een effectief overheidsoptreden wordt belemmerd, leidend tot een maatschappelijk ongewenste situatie, waarbij structurele fraude van wezenlijke betekenis is. De belemmering betreft soms een bestaande of vermeende dreiging, soms een sociaalculturele hindernis.’
Pagina 22/63
niet overheidsdiensten, zoals maatschappelijke dienstverleners, zorginstellingen of corporaties, deelnemer zijn in een convenant. De samenwerking wordt vormgegeven rond specifieke thema’s. Deze thema’s zijn: • mensenhandel (Drechtsteden); • vastgoedfraude (regionaal); • gecoördineerde aanpak hennep (regionaal); • normalisatie woonwagenlocaties (Dordrecht); • toepassing Wet Bibob (Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur. Sturing hierop vind plaats via de Stuurgroep Vrijplaatsen of de Stuurgroep RIEC ZHZ (Regionaal Informatie en Expertisecentrum Zuid-Holland Zuid). De gemeente krijgt hierbij steeds nadrukkelijker een (regie)rol. De komende jaren zal daarom meer aandacht uitgaan naar en meer inzet gepleegd worden op deze onderwerpen. Het RIEC vervult binnen de keten per 2010 een rol door: • informatie-uitwisseling te faciliteren en daar waar van toepassing handhavend optreden af te stemmen (op basis van een convenant); • expertise en kennis in te brengen in diverse bestuurlijke processen (vergroten van kennis en capaciteit); • provincies en gemeenten te ondersteunen bij tegenhouden (BIBOB) en handhaven (bestuurlijke tools). 3.5 Plannen, monitoren en evalueren De prioriteiten gelden als kader voor de jaarlijks door de uitvoeringsdiensten op te stellen uitvoeringsplannen. De informatie in de uitvoeringsplannen en – verslagen zal mede de basis vormen voor de integrale jaarplannen en – verslagen handhaving. De resultaten van handhaving worden opgenomen in maraps en jaarverslagen en vormen de basis voor evaluatie en bijsturing tussentijds en ten behoeve van de planning voor het volgende jaar. 3.6 Communicatie Naast de communicatie over het integraal handhavingsprogramma en de integrale jaarplannen en –verslagen wordt over de handhavingsprioriteiten actief gecommuniceerd. Voorzover het communicatie betreft over de zaken die in taskforceverband worden opgepakt wordt dit vanuit de taskforce zelf geïnitieerd en uitgevoerd, in nauw overleg met de portefeuillehouder. Over de overige prioriteiten wordt in het kader van het handhavingsprogramma gecommuniceerd, op initiatief van uitvoerende organisaties in afstemming met opdrachtgevers. Daarbij wordt voor toezicht in de openbare ruimte de communicatie gekoppeld aan de thema’s met prioriteit. Voor toezicht op inrichtingen, gebouwen en bouwwerken geldt dat in ieder geval over de nieuwe wijze van prioriteren en programmeren wordt gecommuniceerd. Daarnaast zal in de nalevingsstrategie van uitvoerende diensten permanent aandacht worden besteed aan communicatie als handhavingsinstrument.
Pagina 23/63
4. Organisatie, programma en regie Er zijn veel sectoren, bedrijven, diensten en afdelingen betrokken bij handhaving. Daarnaast is er een aantal externe partners. Een goede structuur van en eenduidig inzicht in verantwoordelijkheden, taken, rollen en overlegverbanden is essentieel voor een goed functionerende handhavingsorganisatie. De relatie tussen opdrachtgevers en uitvoerders en de rol van het handhavingsprogramma staan hierbij centraal. 4.1 De omgeving26 Toezicht en handhaving door de gemeente richt zich op de objecten en subjecten die gevestigd zijn, actief zijn of zich begeven binnen de gemeentegrenzen. Om een idee te krijgen van de omvang daarvan een aantal cijfers. Dordrecht telt ongeveer 118.000 inwoners die wonen in circa 53.000 woningen. Het grondgebied van de gemeente beslaat circa 8500 hectare. Hiervan is 3000 hectare buitengebied en 450 hectare openbaar groen. In de gemeente zijn 4500 bedrijven gevestigd. Daarvan zijn er 2000 geregistreerd als milieu-inrichting, waarvan 400 als milieuvergunningplichtig. Van de totale gebouwenvoorraad zijn er 1000 gebruiksvergunning-, of meldingsplichtig (brandveiligheid). Zo’n 900 panden zijn aangewezen als rijksmonument en 300 panden als gemeentelijk monument. Deze panden zijn hoofdzakelijk gelegen in de historische binnenstad en de 19e-eeuwse Schil. Er zijn 100 kinderdagverblijven en 48 peuterspeelzalen. Verder zijn er zo’n 500 horeca-inrichtingen waarvan 8 coffeeshops, 7 seksclubs/ privé-huizen en 4 speelautomatenhallen en vinden er jaarlijks zo’n 300 evenementen plaats. 4.2 De organisatie Binnen de gemeentelijke handhaving worden de volgende drie clusters onderscheiden: Figuur 3: Indeling naar cluster
Cluster A: Inrichtingen, gebouwen en bouwwerken
Opdrachtgevers: SO, MO, OOV
Cluster B: Openbare ruimte
Cluster C: Uitkeringen en leerplicht
Opdrachtgevers: SB, SO, MO, OOV, NPdBB
Opdrachtgevers: Regio-, Drechtstedenbestuur
GR en UVO, DVO, mandaat
GR, delegatie
mandaat
Uitvoering: OZHZ, GGD, Politie
Uitvoeringsplan
Uitvoering: Toezicht, SB (deels), NPdBB, Politie Uitvoeringsplan
Integraal Handhavingsprogramma
26
Uitvoering: SDD, RBL
‘Uitvoeringsplan’
Alleen voorzover bijdrage aan integrale aanpakken
De peildatum voor de fluctuerende getallen in deze paragraaf is begin 2010.
Pagina 24/63
Cluster A: Inrichtingen, gebouwen en bouwwerken Dit cluster heeft betrekking op de bebouwde ruimte. In of vanuit inrichtingen, gebouwen en bouwwerken worden een groot aantal activiteiten ontplooid waarop door de gemeente wordt toegezien. Op alle soorten van activiteiten is de Wabo-regelgeving27 van toepassing. Toezicht en bestuurlijke handhaving op de Wabo-taken wordt in mandaat uitgevoerd door de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid (OZHZ), op basis van een Gemeenschappelijke Regeling en een daaraan gekoppelde Uitvoeringsovereenkomst (UVO). Opdrachtgever is de sector Stadsontwikkeling (SO), met Openbare Orde en Veiligheid (OOV) als sub-opdrachtgever voor brandveiligheid en APV/Bijzondere wetten-taken. Naast de algemene handhavingsopgave ten aanzien van alle inrichtingen, gebouwen en bouwwerken, is er een aantal specifieke activiteiten waarbij sprake is van afwijkende vorm van gemeentelijke toezicht en handhaving vanwege meer specifieke aandacht voor veiligheid, gezondheid, leefbaarheid of behoud van cultuurhistorische waarden. Het gaat hier bijvoorbeeld om kinderopvanginstellingen, horeca (waaronder coffeeshops), zeehavenbeveiliging, monumenten en bedrijven met een verhoogd risico op zware ongevallen. Het toezicht op de kinderopvanginstellingen wordt uitgevoerd door de Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD), bestuurlijke handhaving door de sector Maatschappelijke Ontwikkeling (MO). De sector MO is tevens opdrachtgever en beleidsmatig verantwoordelijk. Het toezicht in het kader van de openbare orde en veiligheid wordt hoofdzakelijk uitgevoerd door de Politie, die ook strafrechtelijk optreedt. De bestuurlijke handhaving wordt uitgevoerd door de OZHZ. OOV is opdrachtgever en beleidsmatig verantwoordelijk. Cluster B: Openbare ruimte Dit cluster omvat alle handhavende taken om de openbare ruimte schoon, heel en veilig te houden. Het gaat hierbij met name om het toezien op regels die zijn gesteld in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), de Afvalstoffenverordening, de Parkeerverordening en de Wegenverkeerswet. Toezicht en handhaving wordt uitgevoerd door het Toezichtsbedrijf en voor een aantal specifieke taken, waaronder markten en havens, door Stadsbeheer (SB). Voor toezicht en handhaving in de gebieden die vallen binnen Nationaal Park de Biesbosch is het Parkschap (NPdBB)28 of Staatsbosbeheer verantwoordelijk. Daarvoor zet het schap diverse toezichthouders in, waaronder die van het Toezichtsbedrijf. De sectoren SO (verkeer en parkeren), SB (stedelijk beheer: honden, afval, etc.), MO (leefbaarheid) en de afdeling OOV (veiligheid) zijn opdrachtgever voor het Toezichtsbedrijf en beleidsmatig verantwoordelijk. Toezicht werkt integraal en gebiedsgericht. Als gebieden worden onderscheiden: Centrum, Oost en West.29 Er wordt gewerkt in mandaat op basis van een Dienstverleningsovereenkomst (DVO).
27
Met Wabo-regelgeving wordt gedoeld bouw-, brandveiligheid- en milieuregels, waarp de Wabo, als coördinerende wet, van toepassing is. 28 Per 1 januari 2011 is het nieuwe Parkschap Nationaal Park de Biesbosch opgericht. De Brabantse en Hollandse Biesbosch zijn samengevoegd in een nieuwe gemeenschappelijke regeling waarin vertegenwoordigd zijn de provincies Noord Brabant en Zuid Holland en de gemeenten Dordrecht, Drimmelen, Sliedrecht en Werkendam.Het "oude" recreatieschap De Hollandse Biesbosch moet nu gezien worden als een compartiment in dit Parkschap. 29 In bijlage 5 is de indeling in gebieden weergegeven op een kaart.
Pagina 25/63
De politie is een belangrijke partner in de openbare ruimte. Gemeentelijke toezichthouders (boa’s) en politie zijn beide bevoegd voor toezicht en handhaven in de openbare ruimte. De focus van de politie op de kerntaken heeft tot gevolg dat er een (mogelijk) handhavingstekort ontstaat ten aanzien van de ‘kleine ergernissen’ in de openbare ruimte. Burgers, en daarmee de gemeente, vinden de aanpak van deze zaken juist erg belangrijk. De gemeente wordt door ontwikkelingen in wet- en regelgeving in staat gesteld een sterke rol te pakken ten aanzien van toezicht en handhaving in de openbare ruimte. Concrete afspraken tussen politie en Toezicht over samenwerking, afbakening en uitvoering worden in de driehoek gemaakt. Cluster C: Uitkeringen en leerplicht Binnen dit cluster valt het toezicht op terechte verstrekking van (bijstands)uitkeringen en het toezien op de naleving van de leerplicht. De uitvoering hiervan vindt, onder verantwoordelijkheid van respectievelijk het Drechtstedenbestuur en het Regiobestuur, plaats door de Sociale Dienst Drechtsteden (SDD) en het Regionaal Bureau Leerplicht (RBL) op basis van delegatie. Bijlage 1 geeft een totaaloverzicht van te handhaven wet- en regelgeving. Daarbij zijn de verschillende actoren voor beleid, uitvoering en opdrachtgeverschap benoemd. 4.3 Taskforces Bij het reguliere werk wordt niet gewerkt met taskforces. Onderwerpen waarbij een zeer intensieve, meer geïntegreerde en gecoördineerde aanpak essentieel is om aan de voorkant van een vraagstuk te komen kunnen zich lenen voor aanpak in taksforceverband. Handhaving is binnen een taskforce één van de in te zetten instrumenten om de gestelde doelen te bereiken. 4.4 De financiën De volgende budgetten worden jaarlijks beschikbaar gesteld om de gemeentelijke handhaving te financieren30: Tabel 2: kosten gemeentelijke handhaving31 Cluster Dienst
A (in €)
OZHZ
1.500.000
GGD
146.000 33
B (in €)
120.000
Stadsbeheer
137.50035
NPdBB
-
RBL
-
SDD
30
Totaal (in €)
5.000.00034
Toezicht
Totaal (in €)
C32 (in €)
1.646.000
5.257.500
-
6.903.500
Peildatum is 1 januari 2011. De bedragen zijn exclusief de kosten van handhaving gefinancierd binnen de Taskforces en afgerond weergegeven. 32 De kosten voor handhaving maken onderdeel uit van het totaalbudget voor uitvoering van de taken van respectievelijk het Regionaal Bureau Leerplicht en de Sociale Dienst Drechtsteden. In dit programma worden deze kosten niet opgenomen. 33 Hierbovenop is in 2011 incidenteel 149.000 euro extra inzetbaar. 34 Dit bedrag betreft de kosten - baten. De baten (opbrengsten uit opdrachten en vergoedingen voor strafbeschikkingen) zijn hier dus al af. 35 Dit bedrag betreft de kosten – baten. 31
Pagina 26/63
Voor handhaving binnen de taskforces zijn tijdelijk extra budgetten beschikbaar gesteld. Tabel 3: budget handhaving binnen taskforces36 Budget (in €) Taskforce
totaal
2011
2012
2013
2014
1.410.000
500.000
470.000
325.000
115.000
1.624.952 37
924.952
700.00038
-
-
handhaving Overlast openbare ruimte Huisvesting arbeidsmigranten
Budget (in €) per jaar handhaving
4.5 Het programma en de regie Het programma heeft positie tussen de beleidsmatig verantwoordelijke sectoren en afdelingen, opdrachtgevers handhaving en uitvoerders handhaving. In figuur 2 is dit schematisch weergegeven. Verantwoordelijk voor de uitvoering blijven de uitvoeringsorganisaties, die daarover zowel inhoudelijk als financieel verantwoording afleggen aan opdrachtgevers. Eventuele (bij)sturing vindt plaats vanuit deze relatie. Het doel van het handhavingsprogramma is: 1. de gemeentelijke handhavingsopgave planmatig en programmatisch aan te pakken; 2. keuzes in handhaving en uitvoering van de handhaving democratisch te legitimeren en kenbaar te maken aan de samenleving; 3. handhaving een sluitend cyclisch proces te laten zijn; 4. eenduidig en gemeentebreed de handhavingsprioriteiten te bepalen; 5. op integrale wijze sectoren, uitvoeringsdiensten en externe partners onderling verbinden om beleidsdoelen te bereiken; 6. de verdere professionalisering van de handhavingsorganisatie te bevorderen. Het programma voorziet daarvoor in ieder geval in het volgende: een integraal handhavingsprogramma, als gemeentebreed kaderstellend beleidsdocument; een integraal handhavingsjaarplan en verslaglegging over de uitgevoerde handhaving; een opdrachtgeversoverleg39, waarin alle opdrachtgevers vertegenwoordigd zijn en waar beheers- en beleidsmatige zaken, aansturing, en p&c-documenten zoals jaarplannen -verslagen worden besproken; een uitvoeringsoverleg40 bestaande uit themabijeenkomsten over vakinhoudelijke onderwerpen en bijeenkomsten waar uitvoeringsproblematiek, nieuwe wetgeving en professionalisering aan de orde komen; regie op/coördinatie bij bijzondere incidentele en multidisciplinaire handhavingszaken; 36
Peildatum is 4e kwartaal 2010, de budgetten die eventueel in 2010 al beschikbaar waren zijn niet getoond. 37 Zie voetnoot 38. 38 Dit bedrag is een schatting, omdat de werkelijke raming voor 2012 nog niet bekend was op de peildatum. Verwacht wordt dat het bedrag in 2012 lager ligt dan in 2011. 39 In bijlage 6 zijn opzet, inhoud, deelnemers, doel en vergaderfrequentie van het opdrachtgevers- en uitvoeringsoverleg weergegeven. 40 Idem.
Pagina 27/63
-
inzicht in de kwaliteit en professionaliteit van de handhavingsorganisatie en de ontwikkelingen daarin;
De handhavingsregisseur heeft hierin gemeentebreed een regierol en treedt coördinerend op. Naast het genoemde opdrachtgevers- en uitvoeringsoverleg is er tussen opdrachtgevers en uitvoerders sprake van afstemming in het kader van de uitvoering van de afgesloten dienstverleningsovereenkomsten. Voor cluster A: Inrichtingen, gebouwen en bouwwerken vindt jaarlijks een aantal overleggen plaats, op initiatief van Stadsontwikkeling, waarbij in ieder geval jaarplannen, - verslagen en maraps worden besproken. De uitvoering van handhaving is daarbij één van de onderwerpen. Voor cluster B: Openbare ruimte geldt dat minimaal 4 maal per jaar, aan de hand van de p&c-cyclus, een opdrachtgeversoverleg Toezicht Openbare Ruimte (TOR) plaatsvindt, waarbij het voorzitterschap jaarlijks rouleert tussen de diverse opdrachtgevers. Tot slot vindt er in diverse vormen wekelijks operationele afstemming plaats tussen opdrachtgevers en uitvoerders en beleidsafdelingen en uitvoerders. De organisatorische structuur van het programma is, in een schema weergegeven, als volgt: Figuur 4: organisatie handhavingsprogramma
College
Coördinerend bestuurder: wethouder vergunningverlening en handhaving
Directeur Veiligheid
Bestuurlijk Overleg Veiligheid
Directieoverleggen Fysieke Veiligheid/ Sociale Veiligheid
Hoofd afdeling Openbare Orde en Veiligheid
Handhavingsregisseur
Opdrachtgeversoverleg handhaving
Uitvoeringsoverleg handhaving
4.6 Politiek en bestuur Door de raad wordt, op voorstel van het college, het integraal handhavingsprogramma vastgesteld. Het handhavingsprogramma is kaderstellend. De wethouder vergunningverlening en handhaving is coördinerend bestuurder voor het integraal handhavingsprogramma.
Pagina 28/63
Jaarplannen en – verslagen worden, op basis van input van uitvoeringsdiensten, opgesteld door de handhavingsregisseur en in concept voorgelegd aan het opdrachtgeversoverleg, de directieoverleggen veiligheid en het bestuurlijk overleg veiligheid (zie de blauwe stippellijn).41 Het college stelt de plannen en verslagen vervolgens vast en brengt ze ter kennis aan de raad. Op deze wijze wordt aan de raad verantwoording afgelegd over de uitvoering van de handhaving.42 4.7 Relatie met handhavingspartners Naast gemeentelijke sectoren, diensten en afdelingen zijn ook externe partners betrokken bij handhaving van wetten en gemeentelijke verordeningen. Het gaat hierbij vooral om andere overheidsdiensten, maar ook om private partijen of maatschappelijke instellingen. Te denken valt aan de politie, het OM, Belastingdienst, Rijksinspecties, provincie, waterschappen, KLPD, SIOD, FIOD/ECD, Rijkswaterstaat, Voedsel- en Warenautoriteit en Verispect, maar ook aan corporaties of het Leger des Heils en Bouman GGZ. Daarbij zijn verschillende relaties mogelijk. De volgende gevallen worden onderscheiden: Gezamenlijk doel, gelijke bevoegdheden In bepaalde gevallen is er sprake van elkaar overlappende bevoegdheden en taken. Dit speelt vooral bij cluster B: toezicht in de openbare ruimte, waarbij zowel de politie als de gemeentelijke BOA’s op kunnen en moeten treden. Afstemming over wie wanneer wat doet is noodzakelijk. Deze afstemming vindt plaats in het driehoeksoverleg tussen burgemeester, politie en OM. Gezamenlijk doel, verschillende bevoegdheden In veel gevallen waarbij de gemeente bestuursrechtelijk optreedt kan de politie samen met het OM strafrechtelijk optreden. Dit is vooral van toepassing bij handhaving in cluster A: Inrichtingen, gebouwen en bouwwerken. In voorkomende gevallen zijn of worden afspraken gemaakt over aanvullend strafrechtelijk optreden bij ernstige overtredingen. In deze gevallen, waar vaak bepaalde problematiek of een bepaalde branche of activiteit centraal staat, wordt doorgaans gewerkt met handhavingsarrangementen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij coffeeshops, prostitutiebedrijven en de convenanten vrijplaatsen en RIEC. Een overzicht van de handhavingsarrangementen of convenanten dat op dit moment van kracht is, is opgenomen in bijlage 7. Verschillend doel, verschillende bevoegdheden, maar zelfde rechtssubject Indien meerdere handhavers met ieder een ander doel en bevoegdheden hetzelfde rechtssubject als handhavingsopgave worden afspraken gemaakt over signaaltoezicht of het gezamenlijk uitvoeren van inspecties. Een voorbeeld hiervan is de kinderopvang waar zowel GGD (vanuit gezondheid en hygiëne) en OZHZ (vanuit brandveiligheid) inspecties uitvoeren. Hiervoor wordt verkend of gezamenlijk optrekken of vormen van signaaltoezicht mogelijk zijn. 41
De directieoverleggen veiligheid bestaan uit de directeuren Veiligheid, MO (gemeente), OZHZ en Veiligheidsregio, de commandant brandweer, de plv. hoofdofficier van Justitie en het hoofd OOV. Het bestuurlijk overleg veiligheid bestaat uit de burgemeester, de wethouders handhaving en leefbaarheid, de districtschef van de politie, de hoofdofficier van Justitie, de commandant brandweer, de directeur OZHZ, de directeur Veiligheid en het hoofd OOV. 42 Hiermee wordt tevens voldaan aan de wettelijke plicht tot het bekend maken van uitvoeringsplannen handhaving en de rapportageverplichting van het college aan de raad uit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
Pagina 29/63
5. Kwaliteit en professionaliteit Eén van de speerpunten van dit programma is het bevorderen van de kwaliteit en professionaliteit van de handhaving.43 Op het terrein van milieuhandhaving zijn in 2002 landelijke kwaliteitseisen voor handhaving ontwikkeld, die in 2005 wettelijk verplicht zijn gesteld. Voor Dordrecht heeft het college in 2005 bepaald dat deze eisen de richtlijn zijn voor alle door de gemeente uitgevoerde handhaving. Vanaf 2002 heeft de kwaliteit van de handhaving in Dordrecht zich, mede door het handhavingsprogramma, positief ontwikkeld. De kwaliteitseisen voor milieu zijn naar aanleiding van het rapport van de commissie Mans (herziening handhavingsstelsel VROM-regelgeving, 2008) en in het licht van de komst van Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) verder doorontwikkelt en per 1 oktober 2010 wettelijk vastgelegd in het Besluit omgevingsrecht (Bor). Het voldoen aan deze kwaliteitseisen is daarmee een wettelijke verplichting voor (o.a.) de taakvelden milieu, brandveiligheid en bouwen. Met de vaststelling van dit handhavingsprogramma is het uitgangspunt dat de wettelijke kwaliteitseisen uit het Bor gelden als richtlijn voor alle door of vanwege de gemeente uitgevoerde handhaving in cluster A: Inrichtingen, gebouwen en bouwwerken en cluster B: openbare ruimte. Vanuit het handhavingsprogramma zal dit worden bevorderd en gemonitord. De kwaliteitscriteria worden in de volgende paragraaf weergegeven. 44
5.1 Kwaliteitscriteria, wettelijk en door college vastgesteld In lijn met het gedachtegoed vanuit (inter-)nationale standaarden voor kwaliteitsmanagement, zoals: EFQM, INK, BS en ISO1 is, bij de ontwikkeling van de kwaliteitscriteria voor handhaving, gekeken naar de belangrijkste elementen voor het opstellen van de kwaliteitscriteria om de uitvoeringspraktijk van de handhaving op een steeds hoger plan te krijgen. De volgende elementen worden onderscheiden: 1. Kritieke massa: Het fundament van kwaliteit is het afleveren van een zo goed mogelijk product. Hiervoor zijn mensen en vakmanschap nodig. Met ‘kritieke massa’ wordt gedoeld op de vraag of de organisatie kwantitatief en kwalitatief voldoende toegerust is om de taken uit te voeren. Het gaat hierbij om voldoende opleiding, ervaring en kennis en het onderhouden en borgen daarvan. De uitvoerende handhavingsorganisaties zijn ervoor verantwoordelijk dat, in afstemming met de opdrachtgevers, inzicht bestaat in het aantal en de kwaliteit van mensen dat op basis van: de aard en het aantal handhavingsobjecten of subjecten (de handhavingsopgave); het aantal te verwachten controles, overtredingen en beschikkingen of meldingen; 43
Voldoende aandacht voor handhaving en kwalitatief hoogwaardige uitvoering van toezicht en handhaving is niet vanzelfsprekend. Rapporten van de commissies Michiels (Handhaven op niveau, 1998), Oosting (vuurwerkramp Enschede, 2001) en Alders (cafébrand Volendam, 2001) geven hierin meer inzicht. 44 De inhoud van deze paragraaf is voor een belangrijk deel ontleend aan het rapport: ‘Eindrapportage kwaliteitscriteria versie 2.0 deel A, 3 december 2009’ van KPMG.
Pagina 30/63
-
algemene of organisatiespecifieke kengetallen voor de tijdsbesteding per taak, en; de gewenste kwaliteit; benodigd is voor een goede taakuitoefening. Uitvoeringsorganisaties zijn primair verantwoordelijk om te beoordelen of aan de kritieke massa kan worden voldaan en informeren hierover de opdrachtgevers.45 Vanuit het handhavingsprogramma zullen mogelijke knelpunten worden gesignaleerd en in het opdrachtgeversoverleg handhaving worden besproken. 2. Proceskwaliteit: Handhaving is een cyclisch proces en wordt programmatisch aangepakt. Strategische kaders worden vertaald naar operationeel beleid en uitvoering, waarbij wordt resultaten en effecten worden gemonitord en input leveren voor rapportage en evaluatie. Transparantie en bestuurlijke vastlegging spelen hierbij een belangrijke rol. De procescriteria leiden tot een sluitende beleids- en uitvoeringscyclus en kwaliteitsborging, zoals hierna weergegeven. 3. Inhoud en prioriteiten: Kwaliteitscriteria voor inhoudelijke zaken als een probleemanalyse, naleefstrategieën, uitvoeringsplannen, het stellen van prioriteiten etc., bepalen de minimale ondergrens binnen de werkprocessen. Deze criteria zijn onderdeel van de beleids- en uitvoeringscyclus. De beleids- en uitvoeringscyclus, waarmee invulling wordt gegeven aan de onderdelen 2 en 3 ziet er als volgt uit: Figuur 5: BIG-8 model46
Strategisch beleidskader
Rapportage & evaluatie
Strategische cyclus
Operationeel Beleidskader
Planning & control
Voorbereiden
Operationele cyclus
Monitoren
Uitvoeren
Iedere stap in deze cyclus bestaat uit een aantal onderdelen. Als de verschillende onderdelen van de cyclus op orde zijn dan kan worden gesteld dat er sprake is van een professionele en kwalitatief hoogwaardige handhavingsorganisatie. 45
Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van de door KPMG ontwikkelde ‘Kritieke massa-criteria, zoals weergegeven in her eerder aangehaalde rapport (voetnoot 40). 46 Ook wel de ‘dubbele Deming-cirkel’ genoemd, naar de ‘uitvinder’ van de Plan-DoCheck-Act-cyclus (PDCA). De BIG-8 is een variant op de traditionele PDCA-cyclus.
Pagina 31/63
Deze onderdelen zijn uitgewerkt in een tabel met kwaliteitseisen aan de hand waarvan de ontwikkeling in kwaliteit en professionaliteit van de handhavingsorganisatie wordt gevolgd. Deze tabel is opgenomen in bijlage 8. 5.2 Huidige niveau kwaliteit en professionaliteit In het vierde kwartaal van 2010 is een nulmeting uitgevoerd naar de kwaliteit van de handhavingsorganisatie. De uitkomsten hiervan zijn in de tabel in bijlage 8 weergegeven. Hieruit blijkt dat de totale handhavingsorganisatie op een groot aantal onderdelen goed functioneert. Op een aantal onderdelen wordt minder goed gescoord. Het gaat hierbij, per stap uit de cyclus, vooral om de volgende onderdelen: • verantwoording van resultaten en de evaluatie ervan kan beter (Rapportage & evaluatie); • vergelijking en auditing vindt weinig tot niet plaats (Rapportage & evaluatie); • nalevingstrategieën ontbreken soms of zijn onvolledig of onsamenhangend (Operationeel beleidskader); • organisatorische condities en borging van kwaliteit zijn niet altijd optimaal (Planning & control); • interne en externe afstemming vindt niet altijd of voldoende plaats (Voorbereiden); • uitvoeringsondersteunende voorzieningen zijn niet altijd voldoende of sluiten niet aan op de behoefte (Uitvoering); • de monitoring is niet altijd (voldoende) geborgd (Monitoren). 5.3 Doelstelling De doelstelling is om een kwalitatief goede en professionele uitvoering te borgen en de handhavingsorganisatie door te ontwikkelen om in 2015 te (blijven) voldoen aan de kwaliteitseisen. Het gaan voldoen aan deze eisen draagt in belangrijke mate bij aan de verwezenlijking van de visie op handhaving die in hoofdstuk 2 is neergezet. Vanuit het handhavingsprogramma vindt jaarlijkse monitoring van de kwaliteitseisen plaats. Bij slecht scorende (organisatie)onderdelen zal vanuit het handhavingsprogramma een signaal worden afgegeven aan de opdrachtgever. Vanuit de DVO-relatie treedt de opdrachtgever sturend op.
Pagina 32/63
BIJLAGE 1: OVERZICHT TE HANDHAVEN WETGEVING Alleen opdrachtgever Beleid en opdrachtgever Beleid en opdrachtgever, maar deels ook uitvoering47 Beleid, maar deels ook uitvoering48 Uitvoering
X
X
X
X
X49
X
X
GGD
X
TOEZICHT
47
X X X X X X X X
X X
OZHZ
Risicokaart (Binnenlandse Zaken)
X
X
Wet Veiligheidsregio’s
Brandbeveiligingsverordening (t.z.t. AmvB bij Wet Veiligheidsregio’s)
RBRW
X
SB
OOV
Brandveiligheid/ Rampen en Zware ongevallen Brandveiligheid/ Rampen en Zware ongevallen Brandveiligheid/ Rampen en Zware ongevallen Brandveiligheid/ Rampen en Zware
X X X X X X
MO/R&B-1
Algemene Plaatselijke Verordening Woningwet Bouwverordening gemeente Dordrecht Bouwbesluit Bouwstoffenbesluit controle verwijdering asbest bij sloopvergunningen Besluit Eisen Inrichtingen Drank- en Horeca Besluit milieukwaliteitseisen externe veiligheid inrichtingen Gebruiksbesluit
SO/IS/MZA
Algemeen Bouwen Bouwen Bouwen Bouwen Bouwen Bouwen Bouwen
SO/IS/SV
Regelgeving
SO/BEL
Beleidsterrein
X X
X X
X
SB is beleidsmatig verantwoordelijk en opdrachtgever van Toezicht voor o.a. afval en honden, maar heeft uitvoerende toezichtstaken op het gebied van Markten en Havens. SO/IS/MZA voorziet zelf in toezicht op de Monumentenwet en aanverwante regelgeving. OZHZ (en anderen) voeren signaaltoezicht uit. Bestuurlijke handhaving van de Monumentenwet wordt uitgevoerd door OZHZ. 48 RBRW is beleidsmatig verantwoordelijk voor brandveiligheid, maar heeft ook een uitvoerende/adviserende taak, vooral bij complexe inrichtingen. 49 De verwachting is dat in 2011 de Brandbeveiligingsverordening opgaat in een AMvB bij de Wet op de Veiligheidsregio’s. Daar duidt dit kruisje op.
Pagina 33/63
Cultuurbehoud Cultuurbehoud Cultuurbehoud Cultuurbehoud Flora en Fauna Flora en Fauna Flora en Fauna Flora en Fauna Flora en Fauna Economie Horeca en recreatie Horeca en recreatie Horeca en recreatie Horeca en recreatie Huisvesting Huisvesting Milieu Milieu
Pagina 34/63
X
X
X
X
X X X
X
X
X
X X X
X
X
X X X X X X X
X X X
X X X X
X X
X X
X X
X X X X X X
X X
X
GGD
Cultuurbehoud
TOEZICHT
Cultuurbehoud Cultuurbehoud Cultuurbehoud
Monumentenwet, incl. Wet op de Archeologische Monumentenzorg Monumentenverordening Verdrag van Malta 1992 Beleidsnota Monumentenzorg en Archeologie voor en door Dordrecht 2004-2010 Welstandsnota, incl. reclame beschermd stadsgezicht Cultuurhistorische hoofdstructuur 2003 Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland Rijks-, provinciale- en gemeentelijke waardenkaarten Provinciale regels voor ruimte Destructiewet art 16 Destructieverordening voor de gemeente Dordrecht (1995) Flora en Faunawet Boswet Natuurbeschermingswet Verordening op de warenmarkten voor de gemeente Dordrecht (Marktverordening) Drank- en Horecawet Verordening regelende de beperking van de mogelijkheid tot het verstrekken van sterke drank Wet op de Kansspelen Kansspelenverordening Huisvestingswet Huisvestingsverordening Wet Milieubeheer + diverse uitvoeringsbesluiten Provinciale milieuverordening (afgifte afvalstoffen uit
OZHZ
Registratiebesluit gevaarlijke stoffen (VROM)
RBRW
SB
OOV
MO/R&B-1
SO/IS/MZA
ongevallen Brandveiligheid/ Rampen en Zware ongevallen Cultuurbehoud
SO/IS/SV
Regelgeving
SO/BEL
Beleidsterrein
X X
X X
X X
X
X X
X
X
X X
X X X
X X
X X
X X
X X X X X X X X
X X
X
X
X X X X X X
X X X X X
X X
X X
GGD
X X X
TOEZICHT
X X X
X X
OZHZ
Pagina 35/63
RBRW
Ruimtelijk Beleid Ruimtelijk Beleid
SB
Openbare orde Openbare orde Openbare orde Openbare orde Ruimtelijk Beleid Ruimtelijk Beleid Ruimtelijk Beleid Ruimtelijk Beleid Ruimtelijk Beleid Ruimtelijk Beleid Ruimtelijk Beleid Ruimtelijk Beleid Ruimtelijk Beleid Ruimtelijk Beleid
OOV
Milieu Milieu
MO/R&B-1
Milieu Milieu
SO/IS/MZA
Milieu Milieu Milieu
inrichtingen) Afvalstoffenverordening Wet Geluidhinder Wet Bodembescherming + diverse uitvoeringsbesluiten Wet milieugevaarlijke stoffen Vuurwerkbesluit Besluit ozonlaagafbrekende stoffen Wms 2003 (in Wm) Besluit broeikasgassen Wms 2003 (in Wm) Wet vervoer gevaarlijke stoffen (routering gevaarlijke stoffen) Waterwet Wet Verontreiniging Oppervlaktewater; Uitvoeringsbesluit art. 1. lid 3 WVO Gemeentewet (openbare ordebevoegdheden) Opiumwet (art. 13b): bestuursdwang Zondagswet Wet Openbare Manifestaties Wet ruimtelijke ordening Wet Stads- en dorpsvernieuwing Onteigeningswet Wet voorkeursrecht gemeenten Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen Provinciale Nota Regels voor Ruimte Distelverordening Keur Waterschap Telecommunicatiewet Verordening inzake werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van telecommunicatiekabels (Telecommunicatieverordening) Concessieovereenkomst met Eneco Concessieovereenkomst met Evides
SO/IS/SV
Milieu Milieu Milieu
Regelgeving
SO/BEL
Beleidsterrein
Verkeer Verkeer
Verkeer Verkeer
Verkeer Verkeer Verkeer Verkeer Verkeer Verkeer Verkeer
Pagina 36/63
X
X X X X
X X X
X X
X X
X X
X
X
X
X
X
X X X
X
X X
X
X X X X X X X
X X
GGD
Verkeer
TOEZICHT
Verkeer
OZHZ
Verkeer
RBRW
Verkeer Verkeer
SB
Verkeer Verkeer Verkeer
OOV
Ruimtelijk Beleid
MO/R&B-1
Handboek voor het leggen, hebben onderhouden en verwijderen van kabels en leidingen (gem. Dordrecht, maart 2004) Verlegregeling (betreft kostenverdeling bij wijziging ligging) Wegenwet Wegenverkeerswet 1994 Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, etc. Besluit gehandicaptenparkeerkaart Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren Besluit aanwijzing plaatsen en tijdstippen parkeerbelasting Besluit aanwijzing sectorindeling vergunninghoudersparkeren (vanaf april 2007) Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer Havenverordening Dordrecht 1983 Scheepvaartverkeerswet, Loodsenwet, Loodsplichtbesluit, Binnenvaartpolitiereglement, Wet vervoer gevaarlijke stoffen binnenvaart en zeevaart Havenbeveiligingswet (Port-security) Verordening regelende de ontvangstvoorzieningen voor schadelijke stoffen van zeeschepen in de gemeente Dordrecht met bijbehorende toelichting Vaartuigenverordening (gemeente Dordrecht) Europese richtlijn 2000/59/EG m.b.t. Havenafvalplan Besluit inrichting en gebruik niet aangewezen luchtvaartterreinen Wet explosieven voor civiel gebruik Verordening betreffende herstellen van bestratingen Verordening ontheffingen autovrij gebied Dordrecht Wegsleepverordening Dordrecht 2010
SO/IS/MZA
Ruimtelijk Beleid
SO/IS/SV
Regelgeving
SO/BEL
Beleidsterrein
X
3.
Bijstand / inkomen Wet werk en bijstand Verordening Werk en bijstand Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte Werknemers Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte Zelfstandigen Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen 2004 Horeca en recreatie Algemene Verordening NP Biesbosch Vaartuigenverordening NP Biesbosch Natuurbeschermingswet Flora en Faunawet Boswet Leerplichtwet
Pagina 37/63
GGD
X X
TOEZICHT
2.
OZHZ
X X X
X X X
X
X
Overgedragen taken 1
RBRW
SB
OOV
Overig Overig
MO/R&B-1
Wet kinderopvang Verordening kwaliteitsregels Peuterspeelzaalwerk Verordening houdende voorschriften tot wering van infectieziekten en andere besmettelijke aandoeningen op scholen Wetboek van strafrecht Wetboek van strafrecht, art. 461: verbod op het betreden van een (opgravings)terrein
SO/IS/MZA
Welzijn Welzijn Welzijn
SO/IS/SV
Regelgeving
SO/BEL
Beleidsterrein
SDD SDD SDD SDD SDD NPdBB NPdBB NPdBB NPdBB NPdBB L&SV
X
X
BIJLAGE 2: STROOMSCHEMA STAPPENPLAN HANDHAVING50 N.B. 1: Onderstaande aanpak kan bij bijzondere beleidsthema’s afwijken mits dit uitdrukkelijk is bepaald. N.B. 2: niet alle wettelijke vereisten voor toepassing van genoemd optreden zijn in het schema opgenomen.
50
Dit stappenplan is overgenomen uit ‘Programmatisch handhaven voor decentrale overheden’, een uitgave van het Ministerie van Justitie. Pagina 38/63
BIJLAGE 3: PRIORITEITEN ALGEMEEN CLUSTER A: INRICHTINGEN, GEBOUWEN EN BOUWWERKEN Uitgaande van de totaal beschikbare capaciteit voor programmatisch toezicht per 1-1-2011 vallen de ‘groene activiteiten’ binnen het reguliere toezichtsprogramma, de ‘rode’ erbuiten . Jaarlijks wordt dit herijkt in het uitvoeringsprogramma. Per 2013 volledig volgens deze prioriteringsmethodiek. fase
functie; activiteit
risico-
Het in gebruik hebben van:
Industrie; Chemische industrie
7,5
Het in gebruik hebben van:
Industrie; Transport en distributiebedrijven
7,5
Het in gebruik hebben van:
Bijeenkomstfunctie; Horeca - discotheken
6,6
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Bijeenkomstfunctie; Horeca - cafés en restaurants
5,7
Het in gebruik hebben van:
Bijeenkomstfunctie; Horeca - cafés en restaurants
5,7
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Logiesfunctie; Penitentiaire inrichting
5,6
Het in gebruik hebben van:
Logiesfunctie; Penitentiaire inrichting
5,6
Het in gebruik hebben van:
Winkelfunctie; Winkelcentrum
5,4
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Gezondheidsfunctie; Ziekenhuis
5,4
Het in gebruik hebben van:
Bijeenkomstfunctie; Kinderopvang (excl gastouder)
5,3
Het in gebruik hebben van:
Winkelfunctie; Benzinestation met lpg
5,3
Het in gebruik hebben van:
Sportfunctie; Zwembad
5,2
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Onderwijsfunctie; Basisschool
5,2
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Onderwijsfunctie; School overige
5,2
Het in gebruik hebben van:
Onderwijsfunctie; Basisschool
5,2
Het in gebruik hebben van:
Onderwijsfunctie; School overige
5,2
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Bijeenkomstfunctie; Bijeenkomstfunctie diversen
5
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Bijeenkomstfunctie; Horeca - discotheken
5
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Bijeenkomstfunctie; Kinderopvang (excl gastouder)
5
Het in gebruik hebben van:
Bijeenkomstfunctie; Bijeenkomstfunctie diversen
5
Het in gebruik hebben van:
Winkelfunctie; Benzinestation zonder lpg
5
Het in gebruik hebben van:
Gezondheidsfunctie; Ziekenhuis
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Logiesfunctie; Hotels en pensions
4,8
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Sportfunctie; Zwembad
4,8
Het in gebruik hebben van:
Industrie; Uitgeverij en drukkerijen
4,8
Het in gebruik hebben van:
Industrie; Voedingsmiddelenindustrie
4,8
Het in gebruik hebben van:
Industrie; Zware industrie
4,8
Het in gebruik hebben van:
Logiesfunctie; Hotels en pensions
4,8
Het slopen of beeindigen van:
Bijeenkomstfunctie; Horeca - speciale doelgroep (koffieshops ed)
4,8
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Gezondheidsfunctie; Verzorgingstehuis
4,7
Het in gebruik hebben van:
Gezondheidsfunctie; Psychiatrische inrichting
4,7
Het in gebruik hebben van:
Gezondheidsfunctie; Verzorgingstehuis
4,7
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Overige gebruiksfunctie; Parkeren
4,6
Het in gebruik hebben van:
Overige gebruiksfunctie; Parkeren
4,6
Het slopen of beeindigen van:
Onderwijsfunctie; Basisschool
4,6
Het slopen of beeindigen van:
Onderwijsfunctie; School overige
4,6
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Bijeenkomstfunctie; Horeca - speciale doelgroep (koffieshops ed)
4,5
Het in gebruik hebben van:
Bijeenkomstfunctie; Horeca - speciale doelgroep (koffieshops ed)
4,5
Het slopen of beeindigen van:
Bijeenkomstfunctie; Bijeenkomstfunctie diversen
4,5
Het slopen of beeindigen van:
Bijeenkomstfunctie; Horeca - cafés en restaurants
4,5
Het slopen of beeindigen van:
Bijeenkomstfunctie; Horeca - discotheken
4,5
score
Pagina 39/63
5
Het slopen of beeindigen van:
Bijeenkomstfunctie; Kinderopvang (excl gastouder)
4,5
Het slopen of beeindigen van:
Gezondheidsfunctie; Ziekenhuis
4,5
Het slopen of beeindigen van:
Logiesfunctie; Hotels en pensions
4,5
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Industrie; Natte en chemische wasserijen
4,5
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Industrie; Voorzieningen en installaties
4,5
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Industrie; Chemische industrie
4,4
Het slopen of beeindigen van:
Industrie; Chemische industrie
4,4
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Sportfunctie; Sportgebouwen
4,3
Het in gebruik hebben van:
Industrie; Energie en waterbedrijven
4,3
Het in gebruik hebben van:
Industrie; Voorzieningen en installaties
4,3
Het in gebruik hebben van:
Kantoorfunctie; Kantoorgebouw
4,3
Het in gebruik hebben van:
Sportfunctie; Sportgebouwen
4,3
Het in gebruik hebben van:
Wonen; Woonwagen
4,3
Het slopen of beeindigen van:
Gezondheidsfunctie; Psychiatrische inrichting
4,3
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Wonen; Kamergewijze verhuur
4,3
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Wonen; Woongebouw
4,3
Het in gebruik hebben van:
Wonen; Kamergewijze verhuur
4,3
Het in gebruik hebben van:
Wonen; Woning
4,3
Het in gebruik hebben van:
Wonen; Wonen diverse (o.a. garageboxen)
4,3
Het in gebruik hebben van:
Wonen; Woongebouw
4,3
Bouwwerken geen gebouw zijnde; Kunstwerken (weg- en Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
waterbouwkundig)
4,3
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Industrie; Energie en waterbedrijven
4,2
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Winkelfunctie; Winkelcentrum
4,2
Het slopen of beeindigen van:
Industrie; Energie en waterbedrijven
4,2
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Industrie; Uitgeverij en drukkerijen
4,2
Het in gebruik hebben van:
Overige gebruiksfunctie; Jachthavens
4,2
Het slopen of beeindigen van:
Industrie; Uitgeverij en drukkerijen
4,2
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Winkelfunctie; Benzinestation met lpg
4,2
Bouwwerken geen gebouw zijnde; Kunstwerken (weg- en Het slopen of beeindigen van:
waterbouwkundig)
4,2
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Gezondheidsfunctie; Psychiatrische inrichting
4,1
Het slopen of beeindigen van:
Wonen; Woongebouw
3,9
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Sportfunctie; Sportvelden
3,9
Het in gebruik hebben van:
Sportfunctie; Sportvelden
3,9
Het slopen of beeindigen van:
Gezondheidsfunctie; Verzorgingstehuis
3,9
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Logiesfunctie; Vakantiehuisjes en camping
3,9
Het in gebruik hebben van:
Logiesfunctie; Vakantiehuisjes en camping
3,9
Het slopen of beeindigen van:
Logiesfunctie; Vakantiehuisjes en camping
3,9
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Winkelfunctie; Benzinestation zonder lpg
3,8
Het slopen of beeindigen van:
Agrarische sector; Akkerbouw en open grond teelt
3,7
Het slopen of beeindigen van:
Agrarische sector; Dienstverlening landbouw (incl hoveniers)
3,7
Het slopen of beeindigen van:
Agrarische sector; Glastuinbouw
3,7
Het slopen of beeindigen van:
Agrarische sector; Veehouderij
3,7
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Kantoorfunctie; Kantoorgebouw
3,7
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Industrie; Transport en distributiebedrijven
3,7
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Industrie; Voedingsmiddelenindustrie
3,7
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Industrie; Zware industrie
3,7
Het slopen of beeindigen van:
Industrie; Transport en distributiebedrijven
3,7
Het slopen of beeindigen van:
Industrie; Voedingsmiddelenindustrie
3,7
Het slopen of beeindigen van:
Industrie; Zware industrie
3,7
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Industrie; Industrie overig
3,6
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Industrie; Metalectrobedrijven
3,6
Pagina 40/63
Het in gebruik hebben van:
Industrie; Garages en autoherstelbedrijven
3,6
Het in gebruik hebben van:
Industrie; Industrie overig
3,6
Het in gebruik hebben van:
Industrie; Metalectrobedrijven
3,6
Het slopen of beeindigen van:
Industrie; Industrie overig
3,6
Het slopen of beeindigen van:
Wonen; Kamergewijze verhuur
3,6
Het slopen of beeindigen van:
Wonen; Woning
3,6
Het slopen of beeindigen van:
Wonen; Wonen diverse (o.a. garageboxen)
3,6
Het in gebruik hebben van:
Winkelfunctie; Winkel
3,5
Het slopen of beeindigen van:
Sportfunctie; Sportvelden
3,5
Het in gebruik hebben van:
Diverse; Or, niet inrichting, niet locatiegebonden
3,5
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Winkelfunctie; Grootwinkelbedrijf
3,4
Het in gebruik hebben van:
Winkelfunctie; Grootwinkelbedrijf
3,4
Het slopen of beeindigen van:
Winkelfunctie; Grootwinkelbedrijf
3,4
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Wonen; Woonwagen
3,3
Het slopen of beeindigen van:
Wonen; Woonwagen
3,3
Het slopen of beeindigen van:
Kantoorfunctie; Kantoor
3,2
Het slopen of beeindigen van:
Kantoorfunctie; Kantoorgebouw
3,2
Het slopen of beeindigen van:
Overige gebruiksfunctie; Parkeren
3,2
Het slopen of beeindigen van:
Sportfunctie; Sportgebouwen
3,2
Het slopen of beeindigen van:
Sportfunctie; Zwembad
3,2
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Industrie; Crematoria
3,1
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Winkelfunctie; Winkel
3,1
Het in gebruik hebben van:
Diverse; Or, inrichtinggebonden
3,1
Het in gebruik hebben van:
Industrie; Natte en chemische wasserijen
3,1
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Diverse; Or, niet inrichting, wel locatiegebonden
3,1
Het in gebruik hebben van:
Diverse; Or, niet inrichting, wel locatiegebonden
3,1
Het slopen of beeindigen van:
Winkelfunctie; Winkel
3
Het slopen of beeindigen van:
Winkelfunctie; Winkelcentrum
3
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Industrie; Garages en autoherstelbedrijven
3
Het in gebruik hebben van:
Diverse; Particuliere terreinen overig
3
Het in gebruik hebben van:
Agrarische sector; Dienstverlening landbouw (incl hoveniers)
2,9
Het in gebruik hebben van:
Agrarische sector; Glastuinbouw
2,9
Het slopen of beeindigen van:
Industrie; Natte en chemische wasserijen
2,9
Het slopen of beeindigen van:
Logiesfunctie; Penitentiaire inrichting
2,9
Het in gebruik hebben van:
Agrarische sector; Akkerbouw en open grond teelt
2,9
Bouwwerken geen gebouw zijnde; Kunstwerken (weg- en Het in gebruik hebben van:
waterbouwkundig)
2,9
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Industrie; Bouwnijverheid en installatietechniek
2,8
Het in gebruik hebben van:
Industrie; Bouwnijverheid en installatietechniek
2,8
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Agrarische sector; Akkerbouw en open grond teelt
2,7
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Agrarische sector; Dienstverlening landbouw (incl hoveniers)
2,7
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Agrarische sector; Glastuinbouw
2,7
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Agrarische sector; Veehouderij
2,7
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Kantoorfunctie; Kantoor
2,7
Het in gebruik hebben van:
Agrarische sector; Veehouderij
2,7
Het in gebruik hebben van:
Kantoorfunctie; Kantoor
2,7
Het slopen of beeindigen van:
Winkelfunctie; Benzinestation zonder lpg
2,7
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Gezondheidsfunctie; Praktijkruimte
2,7
Pagina 41/63
Het in gebruik hebben van:
Gezondheidsfunctie; Praktijkruimte
2,7
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Wonen; Woning
2,6
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Wonen; Wonen diverse (o.a. garageboxen)
2,6
Het in gebruik hebben van:
Industrie; Crematoria
2,6
Het slopen of beeindigen van:
Diverse; Or, niet inrichting, wel locatiegebonden
2,5
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Overige gebruiksfunctie; Jachthavens
2,4
Het slopen of beeindigen van:
Industrie; Metalectrobedrijven
2,3
Het slopen of beeindigen van:
Winkelfunctie; Benzinestation met lpg
2,3
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Diverse; Or, inrichtinggebonden
2,3
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Diverse; Particuliere terreinen overig
2,3
Het slopen of beeindigen van:
Industrie; Garages en autoherstelbedrijven
2,2
Het slopen of beeindigen van:
Industrie; Voorzieningen en installaties
2,1
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Bouwwerken geen gebouw zijnde; Culturele kunstwerken
2,1
Het in gebruik hebben van:
Bouwwerken geen gebouw zijnde; Culturele kunstwerken
2,1
Het slopen of beeindigen van:
Bouwwerken geen gebouw zijnde; Culturele kunstwerken
2,1
Het slopen of beeindigen van:
Industrie; Bouwnijverheid en installatietechniek
Het slopen of beeindigen van:
Industrie; Crematoria
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Bouwwerken geen gebouw zijnde; Reclame-uitingen
1,8
Het slopen of beeindigen van:
Gezondheidsfunctie; Praktijkruimte
1,7
Het in gebruik hebben van:
Bouwwerken geen gebouw zijnde; Reclame-uitingen
1,5
Het slopen of beeindigen van:
Bouwwerken geen gebouw zijnde; Reclame-uitingen
1,4
Het bouwen, verbouwen of in gebruik nemen van:
Diverse; Or, niet inrichting, niet locatiegebonden
0
Het slopen of beeindigen van:
Diverse; Or, inrichtinggebonden
0
Het slopen of beeindigen van:
Diverse; Or, niet inrichting, niet locatiegebonden
0
Het slopen of beeindigen van:
Diverse; Particuliere terreinen overig
0
Het slopen of beeindigen van:
Overige gebruiksfunctie; Jachthavens
0
Pagina 42/63
2 2
BIJLAGE 4: PRIORITEITEN PER THEMA CLUSTER B: OPENBARE RUIMTE Thema 1
Overlastgevende personen en groepen (o.a. alco's, narco's, dak- en thuislozen en jongeren) Toelichting op prioritering: Prio 1: actief (programmatisch) toezicht Prio 2: signaleringstoezicht, optreden bij constateringen, evt. gerichte controles na melding/verzoek Prio 3: overig, alleen toezicht na melding/verzoek
Feitcode F121A,B
Prio Openlijk drankgebruik Het is verboden op de weg, die deel uitmaakt van een door het college aangewezen gebied, alcoholhoudende drank te nuttigen of aangebroken flessen, blikjes en dergelijke met
1
alcoholhoudende drank bij zich te hebben. F171A
Hinderlijk gebruik van drugs Het is verboden op of aan de weg, op een voor publiek toegankelijke plaats of in een voor publiek toegankelijk gebouw, op hinderlijke wijze middelen als bedoeld in artt. 2 en 3 van
1
de Opiumwet te gebruiken, toe te dienen, dan wel voorbereidingen daartoe te verrichten F130A,B,
Hinderlijk gedrag in voor publiek toegankelijke ruimten
C
Het is verboden zich zonder redelijk doel of op een voor anderen hinderlijke wijze op te houden in of op een voor het publiek toegankelijk portaal, telefooncel, wachtruimte voor een openbaar vervoermiddel, parkeergarage, fietsenstalling of een andere soortgelijke,
1
voor het publiek toegankelijke ruimte dan wel deze te verontreinigen dan wel te bezigen voor een ander doel dan waarvoor de desbetreffende ruimte is bestemd. F120A
Hinderlijk gedrag op of aan de weg Het is verboden op hinderlijke wijze op of aan de weg te klimmen of zich te bevinden op een beeld, monument, overkapping, constructie, openbare toiletgelegenheid, voertuig,
1
vaartuig, hek, heining of a F120B
Hinderlijk gedrag op of aan de weg Het is verboden zich op of aan de weg zodanig op te houden dat aan weggebruikers of aan gebruikers van nabij de weg gelegen gebouwen onnodig overlast of hinder veroorzaakt
1
wordt; F125A
Hinderlijk gedrag bij of in gebouwen Het is verboden zich zonder redelijk doel en op hinderlijke wijze zich bij, in, tegen een
2
portiek, poort, deur, raam, raamkozijn of een drempel van een gebouw te bevinden. F125B
Hinderlijk gedrag bij of in gebouwen Het is aan anderen dan de bewoners of gebruikers van flatgebouwen, appartementsgebouwen en soortgelijke meergezinshuizen en van gebouwen, die voor publiek toegankelijk zijn, verboden zich zonder redelijk doel te bevinden in een voor
2
gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimte van een zodanig gebouw. F185
Natuurlijke behoefte doen Het is verboden binnen de bebouwde kom op of aan de weg zijn natuurlijke behoefte te
2
doen buiten een daarvoor bestemde inrichting of plaats. H205
Overige geluidhinder Als particulier met toestellen of geluidsapparaten dan wel op andere wijze handelingen verrichten, waardoor voor een omwonende of overigens voor de omgeving geluidhinder
2
wordt veroorzaakt, of toelaten dat deze handelingen worden verricht H171
Vuurwerk afsteken buiten de toegestane tijden (of plaatsen) Het is verboden om vuurwerk af te steken buiten de toegestane tijden
H161A,B
Verboden vuurwerkbezit Verboden vuurwerk voorhanden hebben (o.a. strijkers)
Pagina 43/63
2
2
H315
Rookverbod in parken, bossen, etc. 1. Het is verboden te roken in parken, bossen en natuurgebieden of binnen een afstand van dertig meter daarvan gedurende een door het college aangewezen periode. 2. Het is verboden in parken, bossen en natuurgebieden of binnen een afstand van honderd
2
meter daarvan, voor zover het de open lucht betreft, brandende of smeulende voorwerpen te laten vallen, weg te werpen of te laten liggen. H320
Verbod vuur te stoken 1. Het is verboden in de openlucht afvalstoffen te verbranden (buiten Wm-inrichtingen) of anderszins vuur aan te leggen, te stoken of te hebben. 2. Het verbod geldt niet voor zover het betreft: a. verlichting door middel van kaarsen en fakkels en dergelijke of
3
b. sfeervuren zoals terrashaarden en vuurkorven, indien geen afvalstoffen worden verbrand en deze vuren op eigen terrein zonder openbaar karakter branden of c. vuur voor koken, bakken en braden, voor zover dat geen gevaar, overlast of hinder voor de omgeving oplevert. F126
Vervoeren om vuur te stoken Op de weg vervoeren, bij zich dragen of anderszins voorhanden hebben van kerstbomen, autobanden en andere voorwerpen of stoffen, met het kennelijk doel deze op de weg te
3
verbranden F114
(Nacht)verblijf op de weg, in voertuigen en in kampeermiddelen Het is verboden op de weg, al dan niet in een motorvoertuig, te overnachten, dan wel op of aan de weg een voertuig, tent, caravan of een soortgelijk of ander onderkomen te plaatsen
3
met het kennelijke doel dit als slaapplaats te gebruiken of daarin te overnachten dan wel gelegenheid daartoe te bieden. F095
Dienstverlening Het is verboden zonder vergunning van het college op of aan de weg op te treden als
3
dienstverlener of zijn diensten als zodanig aan te bieden. F100
Straatartiest e.d. Het is verboden ten behoeve van publiek als straatartiest, straatmuzikant, straatfotograaf, tekenaar, gids of cameraman op te treden op of aan door de burgemeester bij openbare kennisgeving aangewezen wegen of gedeelten.
Pagina 44/63
3
Thema 2
Overlast door honden Toelichting op prioritering: Prio 1: actief (programmatisch) toezicht Prio 2: signaleringstoezicht, optreden bij constateringen, evt. gerichte controles na melding/verzoek Prio 3: overig, alleen toezicht na melding/verzoek
Feitcode
Prio
H325A, B, Verontreiniging door honden C
De eigenaar of houder van een hond is verplicht de uitwerpselen van die hond, die: a. op de weg, b. op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte
1
kinderspeelplaats, zandbak of speelweide, c. op andere door het college aangewezen plaatsen zijn terechtgekomen, te verwijderen F145A, B,
Loslopende honden
C
Het is de eigenaar of houder van een hond verboden die hond te laten verblijven of te laten lopen: a. binnen de bebouwde kom op de weg zonder dat die hond aangelijnd is; b. op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte
1
kinderspeelplaats, zandbak of speelweide of op een andere door het college aangewezen plaats; c. op de weg zonder voorzien te zijn van een halsband en een identificatiekenmerk of ander onderscheidingsteken, die de eigenaar of houder duidelijk doen kennen. F150A,B
Gevaarlijke honden Het is de eigenaar of houder van een hond verboden die hond te laten verblijven of te laten lopen op of aan de weg of op het terrein van een ander: a. anders dan kort aangelijnd, nadat het college aan de eigenaar of de houder hebben bekendgemaakt dat zij die hond gevaarlijk of hinderlijk achten en zij een aanlijngebod in verband met het gedrag van die hond aan de eigenaar of de houder opleggen.
2
b anders dan kort aangelijnd en voorzien van een muilkorf, nadat burgemeester en wethouder de eigenaar of houden hebben bekendgemaakt dat zij die hond gevaarlijk of hinderlijk achten en zij een aanlijn- en muilkorfgebod in verband met het gedrag van die hond aan de eigenaar of de houder opleggen. F151
Houden van hinderlijke of schadelijke dieren Het is verboden op een krachtens het eerste lid aangewezen plaats een daarbij aangeduid dier of daarbij aangeduide dieren aanwezig te hebben, dan wel aanwezig te hebben anders dan met inachtneming van de door het college gestelde regels, dan wel aanwezig te hebben tot een groter aantal dan door het college is aangegeven
Pagina 45/63
3
Thema 3
Rommel op straat Toelichting op prioritering: Prio 1: actief (programmatisch) toezicht Prio 2: signaleringstoezicht, optreden bij constateringen, evt. gerichte controles na melding/verzoek Prio 3: overig, alleen toezicht na melding/verzoek
Feitcode
Prio
o.a. H097
Zwerfafval
en H098
Het is verboden afval of vuilnis of enig andere dergelijke stof of voorwerp, die/dat aanleiding kan geven tot verontreiniging, beschadiging of onvoldoende afwatering van de weg of het water, dan wel aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beinvloeding van
1
het milieu, op of in de bodem, buiten een daarvoor bestemde verzamelplaats, te plaatsen, te storten, uit te gieten, te laten vallen of lopen of te houden. H025
Particulier ontdoen van afvalstoffen Als particulier zich van een afvalstof ontdoen door deze buiten een inrichting te storten, op
1
of in de bodem te brengen. H009
Huishoudelijk afval: inzamelvoorziening voor groep percelen of op wijkniveau Huishoudelijke afvalstoffen niet op de voorgeschreven wijzen via een inzamelvoorziening
1
voor groep percelen of op wijkniveau aanbieden. H012
Huishoudelijk afval: ter inzameling aanbieden zonder inzamelmiddel of -voorziening Het is verboden de in het eerste lid bedoelde huishoudelijk afval op andere wijze ter
1
inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald. H006
Huishoudelijk afval: niet op juiste wijze of juiste plaats aanbieden Het is verboden huishoudelijk afval op andere wijze en andere plaatsen ter inzameling aan
1
te bieden of zich daarvan te ontdoen dan krachtens dit artikel is bepaald. H013
Huishoudelijk afval: dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden Het is verboden huishoudelijk afval op andere dagen en tijden ter inzameling aan te bieden
1
dan krachtens het eerste lid is bepaald. H002
Huishoudelijk afval: geen gebruiker perceel: huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aanbieden, terwijl men geen gebruiker van het
1
perceel is F101
Reclameborden, terrassen, winkeluitstallingen etc. Zonder vergunning of anders dan de daarin gestelde voorwaarden, de weg of een weggedeelte gebruiken anders dan overeenkomstig de bestemming daarvan (bijv.: terras,
1
reclameborden, winkeluitstallingen) H022
Straatafval Het is verboden andere afvalstoffen dan straatafval achter te laten in daartoe van
2
gemeentewege geplaatste of voorgeschreven bakken. H019
Opslagverbod Het is verboden afvalstoffen op een zodanige plaats op te slaan of opgeslagen te hebben dat het hinder of overlast veroorzaakt en/of vanaf een voor het publiek toegankelijke
2
plaats zichtbaar is. F136
Winkelwagentjes 1. Het is verboden zich met een winkelwagentje op de weg te bevinden buiten de onmiddellijke omgeving van het bedrijf als bedoeld in het eerste lid of, indien het bedrijf gelegen is in een winkelcentrum, buiten de onmiddellijke omgeving van dat winkelcentrum. Als onmiddellijke omgeving van het bedrijf of winkelcentrum wordt aangemerkt de weg of
2
het weggedeelte grenzende aan dat bedrijf of dat winkelcentrum en tevens een aan die weg of dat weggedeelte aansluitende parkeerplaats. 2. Het is verboden een winkelwagentje dat is gebruikt, op de weg onbeheerd achter te laten anders dan op een daartoe aangewezen plaats. H107
Wrakken Het is verboden een wrak van een voertuig, fiets, snor- en bromfiets op de weg te plaatsen of te hebben (onder wrak wordt verstaan: de situatie van het rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud en in een kennelijk verwaarloosde toestand verkeren.
Pagina 46/63
2
H004,
Huishoudelijk afval: Gebruik van inzamelmiddelen en -voorzieningen
H005,
1. Het is verboden andere categorieën huishoudelijk afval via of in een inzamelmiddel of -
H008
voorziening, afvalinzamelpunt of brengdepot aan te bieden, dan de categorie waarvoor dit inzamelmiddel of -voorziening, afvalinzamelpunt of brengdepot krachtens lid 2 bestemd is.
2
2. Het is verboden om huishoudelijk afval anders ter inzameling aan te bieden dan via of in het daartoe krachtens dit artikel aangewezen inzamelmiddel of -voorziening of zich daarop op andere wijze van te ontdoen. H099
Particulier ontdoen van afvalstoffen via riool Als particulier zich van afvalwater of afvalstoffen ontdoen door deze anders dan vanuit een
2
inrichting te laten weglopen in een rioolput F180A,B
Verontreiniging weg bij laden, lossen, vervoeren De weg niet (doen) reinigen na verontreiniging bij laden, lossen, vervoer van stoffen of andere voorwerpen of andere werkzaamheden
2
a. terstond bij gevaar voor de verkeersveiligheid of voor beschadiging van het wegdek b. na beëindigen werkzaamheden (iedere dag) in overige situaties F212E,F
Afval in recreatiegebied In recreatiegebied afval buiten afvalbak achterlaten of een afvalbak oneigenlijk gebruiken
2
(groot afval) Afval(bakken) nabij een inrichting (kraam, winkel, hal) 1. Het niet aanwezig hebben van een deugdelijke afvalbak in een inrichting (niet Wm), of deze niet tijdig legen.
2
2. Het niet verwijderen van achtergebleven afval in de nabijheid van de inrichting, dat kennelijk uit of van die inrichting afkomstig is Weggeworpen reclame- of strooibiljetten Degene die reclame- of strooibiljetten o.i.d. onder publiek verspreidt is verplicht de (door publiek) weggeworpen exemplaren in de omgeving van de plaats van uitreiking, te
2
verwijderen H014
Ander afval dan huishoudelijk afval aanbieden Andere categorieën van afvalstoffen dan huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst
2
aanbieden H015
Aangewezen categorieen afval niet juist aanbieden Door het College aangewezen categorieën van afvalstoffen, niet zijnde huishoudelijke
2
afvalstoffen, niet op de voorgeschreven wijze ter inzameling aanbieden F111
Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken, producten of afbeeldingen Het is verboden geschreven of gedrukte stukken, producten of afbeeldingen onder publiek te verspreiden dan wel openlijk aan te bieden, aan te bevelen of bekend te maken op of
3
aan door het college aangewezen wegen of gedeelten daarvan. H020
Vervoer van afvalstoffen Het is verboden afvalstoffen, niet zijnde gevaarlijke afvalstoffen in de zin van de Wet milieugevaarlijke stoffen, zodanig te vervoeren, te laden of te lossen dat de weg kan
3
worden verontreinigd of het milieu nadelig kan worden beïnvloed. H096
Voorkomen diffuse milieuverontreiniging Het is verboden afvalstoffen op of in de bodem te brengen of te houden, te verbranden, te bewaren, over te laden of anderszins te bewerken, te verwerken of te vernietigen.
Pagina 47/63
3
Thema 4
Bekrassen, bekladden en (overig) vandalisme Toelichting op prioritering: Prio 1: actief (programmatisch) toezicht Prio 2: signaleringstoezicht, optreden bij constateringen, evt. gerichte controles na melding/verzoek Prio 3: overig, alleen toezicht na melding/verzoek
Feitcode F110A
Prio Bekrassen en bekladden (ook graffiti) Het is verboden de weg of dat gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf de weg
1
zichtbaar is te bekrassen, te bekladden. F110B
Plakken Het is verboden zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende op de weg of op dat gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf de weg zichtbaar is een aanplakbiljet of
1
ander geschrift, afbeelding of aanduiding aan te plakken, te doen aanplakken of op andere wijze aan te brengen of te doen aanbrengen WvSr
Vernielen, beschadigen, onbruikbaar maken of wegnemen van straatmeubeulair, openbaar groen etc. Opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort,
1
vernielen, beschadigen, onbruikbaar maken of wegmaken F115
Vervoer plakgereedschap Het is verboden tussen 22.00 uur en 06.00 uur de volgende dag op de weg te vervoeren of bij zich te hebben enig aanplakbiljet, aanplakdoek, kalk, teer, kleur- of verfstof, verfspuitbus of verfgereedschap
Pagina 48/63
3
Thema 5
Overlast door verkeer Toelichting op prioritering: Prio 1: actief (programmatisch) toezicht Prio 2: signaleringstoezicht, optreden bij constateringen, evt. gerichte controles na melding/verzoek Prio 3: overig, alleen toezicht na melding/verzoek
Feitcode MR 395
Prio Gevaar/hinder Een voertuig op een zodanige wijze laten staan waardoor op de weg gevaar wordt/kan
1
worden veroorzaakt, dan wel het verkeer wordt/kan worden gehinderd MR 402A,
Gehandicaptenparkeerplaats
B en C
1. Als bestuurder op een gehandicaptenparkeerplaats parkeren anders dan met een gehandicaptenvoertuig 2. Als bestuurder op een gehandicaptenparkeerplaats parkeren anders dan met een motorvoertuig op meer dan twee wielen waarin duidelijk zichtbaar is aangebracht een
1
geldige gehandicaptenparkeerkaart 3. Als bestuurder op een gehandicaptenparkeerplaats parkeren anders dan met het voor die gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats bestemde voertuig MR 584
Parkeerverbod Parkeren in strijd met parkeerverbod/parkeerverbodszone (E1)
MR 397I
1
Geen vergunning Als bestuurder een voertuig parkeren op een parkeerplaats voor vergunninghouders aangeduid door verkeersbord E9, zonder dat voor dat voertuig een vergunning tot
1
parkeren op die plaats was verleend F195
Defecte voertuigen Het is verboden een voertuig waarmede als gevolg van andere dan eenvoudig te verhelpen gebreken niet kan of mag worden gereden, langer dan op drie
1
achtereenvolgende dagen op de weg te parkeren MR 478
Foutparkeren (overig)
MR 397A,
1. Binnen een erf parkeren anders dan op daarvoor bestemde parkeerplaatsen
B, D, E, G, 2. Als bestuurder een voertuig parkeren voor een inrit of uitrit H, J
3. Als bestuurder een voertuig parkeren op een parkeergelegenheid terwijl dat voertuig niet behoort tot de aangegeven categorie of groep voertuigen (E5 en E8) 4. Als bestuurder een voertuig parkeren op een parkeergelegenheid op een andere dan de aangegeven wijze 5. Als bestuurder een voertuig parkeren bij een kruispunt op een afstand van minder dan
2
vijf meter daarvan 6. Als bestuurder een voertuig parkeren langs een gele onderbroken streep 7. Als bestuurder een voertuig parkeren op een parkeergelegenheid (borden E4 tot en met E13), buiten de aangegeven parkeervakken 8. Als bestuurder een voertuig parkeren op een gelegenheid bestemd voor onmiddellijk laden en lossen van goederen (E7) MR 414A
Grote voertuigen parkeren 1. Voertuig langer dan 6m of hoger dan 2,4m parkeren op een plaats waar dit verboden is
2
2. Voertuig langer dan 6 m parkeren buiten de vastgestelde tijden MR 315
Niet op de rijbaan rijden Niet de rijbaan gebruiken als bestuurder van een motorvoertuig (rijdend, of stilstaand)
F205
2
Caravans, campers, e.d.stallen Het is verboden een camper, caravan, vouwwagen, magazijnwagen, aanhangwagen, keetwagens of ander dergelijk voertuig dat voor de recreatie dan wel anderszins
2
uitsluitend of mede voor andere verkeersdoeleinden wordt gebezigd langer dan op drie achtereenvolgende dagen te doen of laten staan op de weg MR 585
Verbod stil te staan Laten staan in strijd met verbod stil te staan (E2)
Pagina 49/63
2
MR 400AA
Gebruik parkeerschijf 1. Als bestuurder van een motorvoertuig op meer dan twee wielen parkeren op plaatsen die zijn voorzien van een blauwe streep, terwijl dat motorvoertuig niet is voorzien van een duidelijk zichtbare achter de voorruit geplaatste parkeerschijf, waarop het tijdstip staat aangegeven waarop met parkeren is begonnen
2
2. Als bestuurder van een motorvoertuig op meer dan twee wielen parkeren op plaatsen die zijn voorzien van een blauwe streep, terwijl dat motorvoertuig is voorzien van een duidelijk zichtbare achter de voorruit geplaatste parkeerschijf en de toegestane parkeertijd is verstreken MR 406
Voertuigen in park, plantsoen e.d. Voertuig laten staan in een park, plantsoen of op openbare beplantingen of groenstroken
MR 482
Voetgangersoversteekplaats Niet voor laten gaan voetganger (voornemens) op oversteekplaats (over te steken)
F131
2
2
Overlast van fiets, snor- of bromfiets en brommobiel Het is verboden op of aan de weg een fiets, brommobiel, snor- of bromfiets te plaatsen of te laten staan tegen een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw dan
2
wel in de gang van een portiek, indien: a. dit in strijd is met de uitdrukkelijk verklaarde wil van de gebruiker van dat gebouw of portiek; b. daardoor de ingang versperd wordt. F135
Overlast van fiets, snor- of bromfiets en brommobiel Het is verboden op de door het college of de burgemeester aangewezen uren en plaatsen zich met een fiets, brommobiel, snor- of bromfiets te bevinden op een door het college of de burgemeester aangewezen terrein waar een markt, kermis, uitvoering, bijeenkomst of
2
plechtigheid gehouden wordt die publiek trekt, mits dit verbod kenbaar is aan de bezoekers van het terrein. F210
Parkeren van reclamevoertuigen Het is verboden een voertuig dat is voorzien van een aanduiding van handelsreclame, op
2
de weg te parkeren met het kennelijk doel daarmee handelsreclame te maken. H310,
Rijden of crossen door park, plantsoen, etc.
H311
Met een voertuig rijden of crossen door een park, plantsoen, beplanting of groenstrook
MR 550A
Geslotenverklaring Handelen in strijd met geslotenverklaring in beide richtingen (C1)
MR 551B
Verplichte rijrichting Rijden in strijd met gebod tot het volgen van één van de aangegeven rijrichtingen (D6)
MR 602
3 3
Rijden door rood licht Driekleurig verkeerslicht niet stoppen voor rood licht
F190
3
Eenrichtingsweg: tegen verkeer in Handelen in strijd met geslotenverklaring eenrichtingsweg overige wegen (C2)
MR 578
2
3
Te koop aanbieden van voertuigen Het is verboden op door het college aangewezen wegen of weggedeelten een voertuig te
3
parkeren met het kennelijke doel het te koop aan te bieden of te verhandelen. Parkeren bij straatvegen Het is verboden op een door het college ten behoeve van de werkzaamheden van de reinigingsdienst aangewezen weggedeelte, een voertuig te parkeren of enig ander
3
voorwerp te laten staan gedurende een daarbij aangeduide tijdsperiode. F250A
Beperking verkeer in natuurgebieden 1. Het college kan voor publiek toegankelijke natuurgebieden, parken, plantsoenen of voor recreatief gebruik beschikbare terreinen aanwijzen ten aanzien waarvan het verklaart, dat het rijden met een motorvoertuig of een bromfiets of met een paard aldaar overlast kan veroorzaken of schade kan berokkenen aan milieuwaarden.
3
2. Het is verboden zich met een motorvoertuig of een (brom)fiets als bedoeld in het vorige lid of met een paard, a. op krachtens het eerste lid aangewezen plaatsen dan wel b. buiten de in die aanwijzing aangeduide en als zodanig gemarkeerde paden te bevinden. MR 309
(Snor)fietser niet op rijbaan Als (snor)fietser bij ontbreken verplicht fietspad (G 11) of fiets/bromfietspad (G12a) niet de rijbaan gebruiken.
Pagina 50/63
3
BIJLAGE 5: GEBIEDSINDELING TOEZICHT OPENBARE RUIMTE
Pagina 51/63
BIJLAGE 6: OPZET OVERLEGGEN HANDHAVINGSPROGRAMMA 1. Opdrachtgeversoverleg
Gezamenlijk inhoud geven aan opdrachtgeverschap handhaving 1 gemeentelijke handhavingsvisie en -beleid 2 verzamelen/beoordelen van input van uitvoerende afdelingen t.b.v. de jaarplannen en verslagen handhaving 3 vaststellen/afstemming prioriteiten en inzet t.b.v. het jaarplan handhaving; zowel binnengemeentelijk als met externe partners (dit betreft zowel de selectie van handhavingsprioriteiten als de professionalisering van de uitvoering daarvan) 4 afstemming inhoud dvo's; o.a. ten aanzien van de invulling bestuurlijk overleg met opdrachtnemers en de P & C-cyclus handhaving en de monitoringsgegevens 5 evaluatie van handhavingsproject Hoofd OOV Handhavingsregisseur a vertegenwoordigers namens opdrachtgevende diensten/sectoren: SB Toezicht en eigen taken SO Toezicht, OZHZ en eigen taken OOV Brandweer, OZHZ, Toezicht en eigen taken MO GGD en eigen taken b bij het bespreken van het jaarplan handhaving kan de samenstelling worden aangepast. vooralsnog 4 x per jaar
Doel Onderwerpen
Voorzitter Secretaris Samenstelling
Vergaderfrequentie
2. Uitvoeringsoverleg
Doel Onderwerpen
Voorzitter Secretaris Samenstelling
Vergaderfrequentie
Bevordering professioneel handhaven 1 themabijeenkomsten vakinhoudelijke onderwerpen 2 uitvoeringsproblematiek; nieuwe ontwikkelingen in techniek, wet- en regelgeving; uitvoering professionalisering handhaving Handhavingsregisseur Projectsecretaris OOV vertegenwoordigers van: a SB, SO, OOV, HBB: eigen taken GGD: opdracht MO Toezicht: opdracht OOV/MO, SB en SO OZHZ: opdracht SO, OOV Brandweer/Veiligheidsregio: opdracht OOV Politie Zuid-Holland Zuid: taken OOV b in geval van themabijeenkomsten alle belangstellende toezichthouders/handhavers en externe samenwerkingspartners 6 x per jaar
Pagina 52/63
BIJLAGE 7: OVERZICHT BESTAANDE CONVENANTEN (per 1-1-2011)
Toelichting: De samenwerking varieert van onderlinge informatie-uitwisseling tot een uitgewerkt plan waarin beleid, handhavingsdoelen, taakverdeling en een stappenplan voor de bestuurlijke en/of strafrechtelijke handhaving zijn uitgewerkt. Dit is in een aantal gevallen vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst of convenant:
1 2 3 4 5 6 7 8
9 10 11 12
Convenant handhavingsarrangement horeca: Politie, OM, gemeente Convenant handhavingsarrangement prostitutie: Politie, OM, Rijksbelastingdienst en gemeenten Convenant coffeeshops: Politie, OM, gemeente Convenant HBB met Nationaal Park de Brabantse Biesbosch: Provincie en KLPD Convenant RBRW, MZHZ Convenant geluidsoverlast horeca, Politie en OM en MZHZ/MILIEU Regionale bestuursovereenkomst handhaving, provincie, rijk, gemeente Convenant maatschappelijke zorg ZHZ: OM, jeugdzorg, reclassering NL, GGD ZHZ, Stromen-Opmaat groep, Rivas zorggroep, Blijf van mijn lijfhuis ZHZ, Bouman GGZ, Stichting De Hoop, De Grote Rivieren, alle woningcorporaties, Leger des Heils, MEE ZHZ, SDD, St. Welzijnsbevordering Antillianen, Centra voor Jeugd- en Gezin, politie, gemeenten Convenant RIEC, Belastingdienst, Politie, Sociale Dienst Drechtsteden, OM, provincie, FIOD/ECD, SIOD Convenant vrijplaatsen, Belastingdienst, Politie, Sociale Dienst Drechtsteden, OM, gemeenten Convenant Toezicht en Politie Convenant Toezicht en CJIB (Justitie)
Pagina 53/63
BIJLAGE 8: 0-METING STAAT VAN KWALITEIT VAN HANDHAVING51 Toelichting op kleuren: op orde deels op orde niet op orde niet van toepassing A. Rapportage en evaluatie
Cluster A: Inrichtingen, gebouwen en bouwwerken
Cluster B: Openbare ruimte
OZHZ
GGD
Politie
Toezichtsbedrijf
SB
RSHBB
(SO-OOV)
(MO)
(OOV)
(SB, SO, OOV-
(SB)
(RSHBB)
MO) 1 Probleemanalyse
De handhavingsorganisatie handelt op grond van een analyse van de problemen in de fysieke leefomgeving, de effecten van niet-naleving en de kansen op niet-naleving, teneinde sturing te kunnen geven aan haar handhavingsinspanningen. 1.1 De probleemanalyse is gebaseerd op een
Het bestuurlijk
geschikte methode die inzicht geeft in
toezicht wordt
naleefgedrag, risico's en bestuurlijk gewicht
niet (volledig)
daarvan.
uitgevoerd
De analyse heeft ten minste betrekking op:
o.b.v. een
a. Feitelijk naleefgedrag
analyse van
b. De mogelijke effecten van overtredingen
problemen incl.
c. De kansen op overtredingen
naleefgedrag
1.2 De probleemanalyse wordt minimaal 1 keer per basis in IHP
basis in IHP
basis in IHP
basis in IHP
basis in IHP jaarlijkse
4 jaar opgesteld en bestuurlijk vastgesteld en jaarlijks geactualiseerd. De resultaten daarvan
jaarlijkse
jaarlijkse
jaarlijkse
jaarlijkse
worden ieder jaar gehanteerd voor het opstellen
actualisatie via
actualisatie via
actualisatie via
actualisatie via
actualisatie via
van een raming van de nodige capaciteit en
uvp
jaarplan
uvp
jaarplan
jaarplan
handhaving
handhaving
vertaald naar het handhavings-
handhaving
uitvoeringsprogramma en de begroting.
51
Deze kwaliteitscriteria zijn ontleend aan het rapport “Eindrapportage ontwikkeling kwaliteitscriteria transitieprogramma, versie 2.0”, opgesteld door KPMG, aangepast ten behoeve van praktische toepasbaarheid binnen Dordrecht en bewerkt naar aanleiding van reacties vanuit de VNG op het rapport.
Pagina 54/63
2 Verantwoor-ding
Het bevoegd gezag ontwikkelt een systematiek om
jaarplan en
jaarplan en
jaarplan en
jaarplan en
jaarplan en
jaarplan en
van inzet,
intern en extern verantwoording af te leggen over
jaarverslag
jaarverslag
jaarverslag
jaarverslag
jaarverslag
jaarverslag
prestaties en
het toezicht,- en handhavingsproces en de
handhaving
handhaving
handhaving
handhaving
handhaving
handhaving
resultaten
resultaten en effecten hiervan. 2.1 Deze verantwoording heeft minimaal
prestaties (d.)
op onderdelen
op onderdelen
op onderdelen
op onderdelen
betrekking op de volgende elementen:
en resultaten
kan
kan
kan
kan
a. Strategische doelstellingen
(e.) worden
verantwoording
verantwoording
verantwoording
verantwoording
b. Operationele doelstellingen: een rapportage van
niet op alle
over prestaties
over prestaties
over prestaties
over prestaties
de eigen indicatoren bij de binnen de organisatie
onderdelen
(m.n.
(m.n.
(m.n.
(m.n.
geformuleerde doelstellingen en/of prioriteiten.
adequaat
evaluatie) en
evaluatie) en
evaluatie) en
evaluatie) en
c. Een rapportage van de afspraken die in het
bijgehouden
resultaten beter resultaten beter resultaten beter resultaten beter
kader van bestuursovereenkomsten of
(bouwen,
handhavingsarrangementen zijn gemaakt.
brandveiligheid)
d. Prestaties toezicht en handhaving: i. Aantal producten per categorie ii. Toepassing toezicht- en sanctiestrategie iii. Realisatie bezoekfrequenties iv. Tijdigheid van de (her)controle v. Tijdigheid versturen controleverslag en brief vi. Het naleefgedrag vii. Evaluatie van resultaten uitmondend in verbeteringen ten aanzien van handhavings(beleids)cyclus. e. Terugkoppeling van resultaten en aanbevelingen 3 Vergelijking en
Het bevoegd gezag ontwikkelt een systematiek
In incidentele
In incidentele
Er is geen
In incidentele
Er is geen
auditing
(bijvoorbeeld via benchmarking) om inzet,
gevallen
gevallen
structurele
gevallen
structurele
organisatie en het resultaat van de handhaving te
worden vormen
worden vormen
vergelijking
worden vormen
vergelijking
vergelijken, te toetsen en te beoordelen, waarin
van
van
(bijv.
van
(bijv.
wordt gekeken naar:
benchmarks
benchmarks
benchmark)
benchmarks
benchmark)
a. Toepassen sanctiestrategie
toegepast. Nog
toegepast. Nog
met andere
toegepast.
met andere
b. Naleefgedrag
niet specifiek
niet specifiek
organisaties op
Ingezet wordt
organisaties
c. Bezoekfrequenties
voor
voor
het onderwerp
op
d. Tijdigheid van de (her)controle
handhaving
handhaving
bestuurlijk
brancheverenigi
toezicht
ng.
e. Tijdigheid versturen controleverslag en brief
Pagina 55/63
B. Strategisch beleidskader
Cluster A: Inrichtingen, gebouwen en bouwwerken OZHZ
GGD
Politie
Cluster B: Openbare ruimte Toezichtsbedrijf
SB
4
De handhavingsorganisatie handelt op grond van
bestuurlijk
taken SB (eigen
Prioriteitenstelling
een integrale prioriteitenstelling van de
toezicht politie
uitvoering)
en meetbare
handhavingstaak (in samenhang opgesteld voor
is niet in
zitten niet in
doelstellingen
alle deelaspecten van de wetten en regels waarop
integrale
integrale
wordt toegezien).
afweging
afweging
HBB
meegenomen 4.1 De prioriteiten en doelstellingen omvatten
doelstellingen
doelstellingen
tenminste:
en indicatoren
en indicatoren
a. Een omschrijving van het doel van de
zijn niet
zijn niet
handhaving per beleidsveld (inclusief naleefgedrag)
meetbaar
meetbaar
b. Prioriteiten, rekening houdend met de
geformuleerd
geformuleerd
probleemanalyse, naleefgedrag en evaluaties c. Meetbare indicatoren voor alle doelstellingen, incl. afspraken over monitoring van die indicatoren 4.2 In het handhavingsbeleid van het
in het kader
bestuursorgaan wordt uitwerking gegeven aan
van Integrale
landelijke of regionale prioriteiten. In deze
Veiligheid
uitwerking wordt ten minste aandacht besteed aan:
Biesbosch en
a. Afstemming met handhavingspartners
het
b. Regionale samenwerkingsafspraken
parkwachtersoverleg
c. Beschikbaar stellen van middelen en capaciteit C. Operationeel beleidskader
Cluster A: Inrichtingen, gebouwen en bouwwerken OZHZ
GGD
Politie
Cluster B: Openbare ruimte Toezichtsbedrijf
SB
HBB
5 Nalevings-
De handhavingsorganisatie handelt op grond van
op onderdelen
nog niet
niet integraal
op onderdelen
niet integraal
strategie
een nalevingsstrategie, waarin is vastgelegd met
ontbrekend
vastgesteld
en volledig
ontbrekend
en volledig
welke instrumenten zij naleving wil bereiken en
(bouw);
(wordt
welke rol handhaving daarbinnen speelt.
integraal
incidenteel
opstellen n.a.v.
bepaald)
'vernieuwing toezicht'
Pagina 56/63
6 Toezichtstrategie
De handhavingsorganisatie handelt op grond van
op onderdelen
nog niet
op onderdelen
zie producten-
op onderdelen
niet integraal
een toezichtstrategie, waarin is vastgelegd welke
ontbrekend /
vastgesteld
aanwezig
catalogus
ontbrekend /
en volledig
vormen van toezicht worden onderscheiden en wat
onvoldoende;
(coffeeshops,
onvoldoende
(wordt
de basiswerkwijze daarbij is. De toezichtsstrategie
integraal
seksinrichtinge
incidenteel
omvat ten minste:
opstellen n.a.v.
n), niet volledig
bepaald)
a. Frequentie en diepgang van uit te oefenen
'vernieuwing
(reguliere
toezicht per thema en het gebruik van een
toezicht'
horeca niet)
toezichtsmatrix en een checklist. b. Voorlichting geven aan potentiële overtreders. c. De rapportage over resultaten van het toezicht. 7 Sanctiestrategie
De handhavingsorganisatie handelt op grond van
op onderdelen
nog niet
zie producten-
op onderdelen
niet integraal
een sanctiestrategie, waarin de basisaanpak voor
ontbrekend /
vastgesteld
catalogus
ontbrekend /
en volledig
het bestuursrechtelijk en strafrechtelijk optreden
onvoldoende;
onvoldoende
(wordt
bij overtredingen is vastgelegd.
integraal
incidenteel
a. De sanctiestrategie omvat tenminste:
opstellen n.a.v.
bepaald)
i. Een op elkaar afgestemd bestuursrechtelijk –
'vernieuwing
strafrechtelijk optreden tegen overtredingen in lijn
toezicht'
met de vastgestelde handhavingsstrategie; ii. Een passende reactie op geconstateerde overtredingen en een stringentere reactie bij voortduring van de overtreding; iii. Transparantie over te stellen termijnen voor het opheffen van (standaard)overtredingen en over de zwaarte van sancties daarvoor. iv. Een regeling voor optreden tegen overtredingen door de eigen organisatie en andere overheden. 8 Gedoogstrategie
De handhavingsorganisatie handelt op grond van
op onderdelen
nog niet
op onderdelen
wordt
een restrictieve gedoogstrategie, waarin is
ontbrekend
vastgesteld
ontbrekend
incidenteel
vastgelegd in welke situaties (overmacht,
(bouw);
overgangssituatie, onmogelijkheid en
integraal
onwenselijkheid van handhaving) en onder welke
opstellen n.a.v.
condities inzet van sancties tegenover overtreders
'vernieuwing
tijdelijk achterwege wordt gelaten.
toezicht'
Pagina 57/63
bepaald
D. Planning en control
Cluster A: Inrichtingen, gebouwen en bouwwerken OZHZ
GGD
Politie
Cluster B: Openbare ruimte Toezichtsbedrijf
SB
9 Borging personele
Op basis van de vastgestelde prioriteiten en
onduidelijk is of
zit in het totale
en financiële
doelstellingen worden de benodigde capaciteit en
de politie in
budget van een
middelen
financiële middelen gepland en vastgelegd in de
haar begroting
aantal functies
begroting.
de
verweven
HBB
'gemeentelijke taken' opvoert 9.1 Dit bestaat ten minste uit: a. Het in de begroting vastleggen van die personele en financiële middelen b. Een inzichtelijke systematiek die verbinding legt tussen de bestuurlijk vastgestelde handhavingsprioriteiten en –doelstellingen en de benodigde inzet van personeel en middelen c. Een jaarlijkse reservering van capaciteit en middelen die nodig zijn voor de uitvoering van de landelijke prioriteiten en de regionale samenwerkingsafspraken, inclusief ruimte voor samenwerking op ad hoc basis. d. Een jaarlijkse reservering van middelen voor permanente her-, en bijscholing. 9.2 Het bevoegd gezag moet kunnen aantonen dat
Er vindt geen
de
zij voldoet aan de benodigde 'kritieke massa' door:
periodieke
verschillende
a. Periodiek te beoordelen in hoeverre de
beoordeling
toezichthouders
werkelijke opleiding, kennis, ervaring, frequentie
plaats
met afwijkende
van taakuitoefening en beschikbare deskundigen in
bevoegdheden
overeenstemming is met hetgeen nodig is voor een
maken dit lastig
goede taakuitoefening b. Evaluatie en registratie van gevolgde opleidingen (inclusief vastlegging van de tijd en financiële middelen) 10 Uitvoerings-
Het bevoegd gezag handelt op grond van een
alleen aantallen
Er is geen
er is een plan
programma
uitvoeringsprogramma (uvp) voor toezicht en
inspecties
concreet uvp
van aanpak op
handhaving
handhaving
prio’s, geen jaarlijks uvp
Pagina 58/63
10.1 Het uitvoeringsprogramma omvat tenminste: a. Een duidelijke verbinding met de gestelde prioriteiten en doelstellingen b. Een weergave van de concrete activiteiten voor toezicht & handhaving, inclusief de bijbehorende capaciteit. c. Een uitwerking van het uitvoeringsprogramma in een concrete werkplanning voor alle betrokken organisatie-onderdelen. 11 Organisatorische
Het bevoegd gezag handelt op grond van een
condities
organisatorische opbouw en regelingen die nodig zijn om de gestelde doelen te kunnen bereiken. De organisatorische condities omvatten tenminste: 11.1 Een scheiding tussen vergunningverlening en
toestemming
geldt nog niet
geldt nog niet
handhaving op personeelniveau voor de generieke
en bestuurlijke
voor alle taken
voor alle taken
deskundigheden en op objectniveau voor
handhaving nog
specialistische en juridische deskundigheden.
in 1 hand
11.2 Een roulatiesysteem bij objecten, partijen en
niet bewust en
inrichtingen waar frequent en intensief controles
stelselmatig
worden uitgevoerd ( ‘een vaste handhavingsrelatie’). 11.3 Het op schrift vastleggen van de bevoegdheden, taken en verantwoordelijkheden, inclusief het schriftelijk vastleggen van de aansturing van buitengewone opsporingsambtenaren (BOA’s). 11.4 Een bereikbaarheids- en beschikbaarheidsregeling voor buiten kantooruren: ook buiten kantoortijden moeten burgers melding kunnen doen van incidenten of acute klachten over overtredingen kunnen uiten. Daartoe moet het bevoegd gezag bereikbaar zijn en moeten personen beschikbaar om zo nodig op te treden. 12 Kwaliteits-
Het bevoegd gezag handelt op grond van een
niet op alle
onvoldoende
onvoldoende
onvoldoende
borging
systematiek van interne borging (beschrijving,
onderdelen
systematisch
systematisch
systematisch
toetsing en verbetering) van de wijze waarop de
voor bestuurlijk
werkzaamheden beheerst kunnen worden
toezicht
uitgevoerd, die bestaat uit tenminste:
Pagina 59/63
ISO 9001:2008
12.1 Kwaliteitsbeleid en doelstellingen: Het
ISO 9001:2008
bevoegd gezag draagt zorg voor de uitvoering van een kwaliteitsbeleid, dat past bij de gewenste kwaliteit van de (bedrijfsgebonden) taken. 12.2 Kwaliteitsprogramma/kalender met vaste
ISO 9001:2008
meet- en bijstuurmomenten: jaarlijks wordt een plan van aanpak, oftewel kwaliteitsprogramma, opgesteld, waarin concreet staat aangegeven hoe het bevoegd gezag invulling denkt te geven aan haar kwaliteitsbeleid en de doelstellingen. niet op alle
voor markten
gezag legt procesbeschrijving schriftelijk vast van
12.3 Borging procesbeschrijvingen: Het bevoegd
ISO 9001:2008
onderdelen
ontbreekt dit
de wijze waarop handhavers de werkzaamheden
voor bestuurlijk
dienen uit te voeren. De uitvoering van deze
toezicht
procesbeschrijvingen wordt geborgd via een vastgelegde toetsingsmethodiek. 12.4 Werkwijze voor registeren en managen
ISO 9001:2008
alleen
alleen
alleen
incidenteel
incidenteel
incidenteel
alleen
alleen
alleen
alleen
incidenteel
incidenteel
incidenteel
incidenteel
verbeterpunten: het bevoegd gezag hanteert verbetermechanismen voor bijstelling van procesbeschrijvingen (inclusief managementreview, zoals bedoeld in ISO 9001. 2008) 12.5 Interne audits op de procedure en op de
ISO 9001:2008
producten: Het bevoegd gezag beschikt over een gedocumenteerde procedure voor het uitvoeren van interne kwaliteitsaudits. De minimale audit frequentie wordt hierin voor alle soorten of type producten en voor alle processen vastgesteld op eens per 3 jaar. 12.6 Klachtenprocedure: Het bevoegd gezag
ISO 9001:2008
gemeentelijke
draagt aanvullend op de algemene klachtenregeling
klachten-
ogv AWB zorg voor het ontvangen, vastleggen en
procedure
afhandelen van in- en externe klachten over de kwaliteit van de uitvoering van de taken t.b.v. het identificeren van verbeterpunten. Hierbij wordt expliciet gemaakt hoe deze processen zich onderscheiden van milieuklachten, meldingen ongewone voorvallen en verzoeken tot handhaving. De niet-bejegeningsklachten uit de AWB dus.
Pagina 60/63
Cluster A: Inrichtingen, gebouwen en bouwwerken
E. Voorbereiden
OZHZ
GGD
Politie
Cluster B: Openbare ruimte Toezichtsbedrijf
SB
13 Protocollen en
Er wordt gehandeld o.g.v. protocollen voor de
op onderdelen
op onderdelen
op onderdelen
werkinstructies
voorbereiding en uitvoering van toezichts- en
ontbrekend
ontbrekend
ontbrekend
handhavingstaken. De protocollen omvatten
(bouw);
tenminste een uitwerking in procedure-
integraal
beschrijvingen en/of werkinstructies voor de
opstellen n.a.v.
naleefstrategie, toezichtsstrategie,
'vernieuwing
sanctiestrategie, gedoogstrategie en interne en
toezicht'
externe afstemming. 14 Interne en
Het bevoegd gezag zorgt in de voorbereiding en
externe afstemming
uitvoering van haar handhavingstaken voor interne en externe afstemming voor alle procesfasen. 14.1 Kwaliteit intern overleg: het bevoegd gezag stelt vast wat de relevante overlegstructuren zijn met intern betrokken partijen en geeft aan wie verantwoordelijk is, wat het doel is en hoe de uitkomsten van het overleg worden vastgesteld en teruggekoppeld. De interne afstemming omvat i.i.g.: a. Afstemming tussen vergunningverlening en handhaving b. Afstemming met overige relevante organisatieonderdelen 14.2 Kwaliteit extern overleg: Het bevoegd gezag
afstemming
geen optimale
stelt vast wat de relevante overlegstructuren zijn
met
afstemming,
met extern betrokken partijen en geeft aan wie
handhavings-
m.n. met OZHZ
verantwoordelijke is, wat het doel is en hoe de
partners kan
uitkomsten worden vastgelegd en teruggekoppeld
meer aandacht
naar de extern betrokkenen. De externe
krijgen
afstemming bevat ten minste: a. het maken van afspraken in het kader van bestuursovereenkomsten en regionale samenwerking b. afstemming met Politie en Functioneel Parket c. het maken van afspraken over gevallen waarin meerdere organisaties tegelijkertijd handhavingsbevoegd zijn
Pagina 61/63
HBB
d. het maken van afspraken over gevallen waarin meerdere organisaties na elkaar handhavingsbevoegd zijn (ketenbeheer) 15 Protocollen voor
Het bevoegd gezag handelt op grond van
grotendeels
grotendeels
grotendeels
communicatie,
protocollen voor communicatie, informatiebeheer
niet in voorzien
niet in voorzien
niet in voorzien
informatie-beheer
en -uitwisseling van toezichtresultaten,
en informatie-
aangekondigde of opgelegde sancties en
uitwisseling
gedoogbesluiten. De protocollen omvatten i.i.g.: a. communicatie over toezichtresultaten, sancties en gedoogbesluiten b. het informatiebeheer van toezichtsresultaten, sancties en gedoogbesluiten c. de operationele informatieuitwisseling intern en met andere handhavingsorganisaties van toezichtsresultaten, sancties en gedoogbesluiten Cluster A: Inrichtingen, gebouwen en bouwwerken
F. Uitvoeren
OZHZ 16 Uitvoerings-
De handhavingsorganisatie beschikt over
ondersteunende
voldoende kwantitatieve en kwalitatieve
voorzieningen
voorzieningen en hulpmiddelen die de
GGD
Politie
Cluster B: Openbare ruimte Toezichtsbedrijf
SB
HBB
taakuitvoering informatietechtnisch, juridisch en administratief mogelijk maken 16.1 De uitvoeringsondersteunende voorzieningen
voldoet Squit
per 2011 wordt
voldoet BVH
nieuwe hard-
gehanteerde
implementatie
omvatten ten minste:
XO: plannings-
GIR
voor de
en software
systeem is niet
BOA-
a. Een geautomatiseerd systeem voor planning,
module
geimplemen-
bestuurlijke
moet nog in
altijd adequaat
registratie-
programmering en voortgang van handhaving
geborgd?
teerd
taken?
gebruik worden
b. Een geautomatiseerd systeem voor registratie
registratie,
en monitoring van de handhaving
monitoring en
genomen
c. Een goede staat van onderhoud en kalibratie van bevraagbaarapparatuur en instrumenten die worden gebruikt
heid goed?
17 Preventieve
Preventieve controles in de gebruiksfase van
volledige
evt. samen met
controles (alleen
objecten en inrichtingen worden uitgevoerd op één
toepassing per
OZHZ
deel cluster A)
en hetzelfde toezichtmoment. Mogelijke
2013
uitzondering hierop zijn thematische of projectmatige handhavingacties
Pagina 62/63
systeem
Cluster A: Inrichtingen, gebouwen en bouwwerken
G. Monitoren
OZHZ 18 Monitoring
GGD
Cluster B: Openbare ruimte
Politie
Toezichtsbedrijf
monitoring van
SB
HBB
Er wordt gehandeld op grond van een systematiek van monitoring van het proces van handhaving, de resultaten en zo mogelijk de effecten hiervan. 18.1 Per doelstelling/prioriteit uit het strategisch beleidskader wordt ten behoeve van de monitoring het volgende benoemd (incl. indicator en norm): a. Beoogd effect b. Resultaten c. Benodigde/uitgevoerde activiteiten d. Beschikbare middelen. 18.2 De monitoring van kwaliteit en resultaten van
monitoring van
monitoring van
de toezicht en handhaving is tenminste gericht op
aantal controles
aantal controles aantal controles aantal controles aantal controles
de volgende elementen:
geconstateerde
geconstateerde
geconstateerde
geconstateerde
geconstateerde
a. Mate waarin toezicht,- en sanctiestrategie is
overtredingen,
overtredingen,
overtredingen,
overtredingen,
overtredingen,
toegepast
inzicht in
inzicht in
inzicht in
inzicht in
inzicht in
b. Realisatie bezoekfrequenties
naleefgedrag en
naleefgedrag,
naleefgedrag,
naleefgedrag,
naleefgedrag,
c. Geconstateerde overtredingen
de koppeling
en de koppeling
en de koppeling
en de koppeling
en de koppeling
d. Tijdigheid van de (her)controle
met de
met de
met de
met de
met de
e. Tijdigheid versturen controleverslag en brief
handhavings-
handhavings-
handhavings-
handhavings-
handhavings-
f. Het naleefgedrag
(beleids)cyclus
(beleids)cyclus
(beleids)cyclus
(beleids)cyclus
(beleids)cyclus
g. Evaluatie van handhavingresultaten uitmondend
behoeft op
behoeft op
behoeft op
behoeft op
behoeft op
in verbeteringen t.a.v handhavings(beleids)cyclus.
onderdelen
onderdelen
onderdelen
onderdelen
onderdelen
verbetering
verbetering
verbetering
verbetering
verbetering
Pagina 63/63
monitoring van
monitoring van