Instituut Asbestslachtoffers
Stichting Instituut Asbestslachtoffers
www.asbestslachtoffers.nl
Directie en bureau: Bezuidenhoutseweg 60 Postbus 90405 2509 LK Den Haag Telefoon: 070 - 349 97 54 Fax: 070 - 349 97 96 e-mail:
[email protected]
Uitvoering: Bredewater 6 Postbus 684 2700 AR Zoetermeer Telefoon: 079 750 71 50 Email:
[email protected]
Verslag over 2013
INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS (IAS) Het Instituut Asbestslachtoffers (IAS) adviseert de Sociale Verzekeringsbank (SVB) over het recht op een tegemoetkoming voor asbestslachtoffers met de ziekte mesothelioom of asbestose. Daarnaast bemiddelt het IAS tussen (ex-)werkgevers en (ex-)werknemers over het betalen van een schadevergoeding. Het IAS is daarvoor in 1999 opgericht door organisaties van werkgevers en werknemers, het Comité Asbestslachtoffers, het Verbond van Verzekeraars en de overheid. Meer informatie vindt u op de website van het IAS: www.asbestslachtoffers.nl.
Colofon Uitgave van Instituut Asbestslachtoffers Redactie Simone Aarendonk Derk Morreau Machiel van der Woude Druk en vormgeving Elan Strategie & Creatie BV Mei 2014
TAS/TNS-gerechtigden 2000 t/m 2013: aantal mesothelioomslachtoffers per 100.000 inwoners op 31 december 2013. Bron: Sociale Verzekeringsbank, L. van Eekelen, maart 2014
Inhoudsopgave • Voorwoord
2
• Het IAS in 2013
4
- TAS/TNS
14
- Sectoren
18
- Fatale asbestblootstelling,
- Resultaten bemiddeling en advies
een complex begrip
- Juridische ontwikkelingen en onderzoek - Voorlichting Asbestose
• IAS Monitor
6
Klanttevredenheid
13
Advies Hebly/Lindenbergh
27
22
- Ontwikkeling mesothelioom
26
• Interviews - Klaartje de Boer
• Kerncijfers IAS 2013
8
20
- Beroepen
- Hugo Schouwink
3 7
- Instroom, uitstroom, voorraad
- Ronald Ostermeier
17
- Regeling TAS en Regeling TNS
- Simone Aarendonk
21
- Afgewikkelde aanvragen
- Roelof de Hoop
23
- (Complex)bovennormatieve schade • Nieuws
- Resultaten 2000-2013
- Medisch • Epidemiologische ontwikkelingen
16
15
- Aantal mensen met mesothelioom
• Personalia
30
• Financieel verslag over 2013
31
in Nederland - Kenmerken asbestslachtoffers IAS • Nederlandse asbestontwikkelingen
19
• Internationale ontwikkelingen
• Controleverklaring onafhankelijke accountant
- Acties tegen asbest in Nederland 24
42
• Missie, taken en werkwijze
43
• Summary
44
- Asbestproductie en gebruik - Campagnes tegen asbest - Vergoedingsregelingen • Juridische ontwikkelingen
28
- Eerste asbestclaim tegen staat - Haastige asbestsanering kan leiden tot forse schadeclaims - Oprekken aansprakelijkheid bij mesothelioom - Aansprakelijkheid voor toekomstige asbestziekten - Asbestsigaret oorzaak mesothelioom
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
1
Voorwoord Ook in 2013 was asbest helaas een zeer belangrijk onderwerp. Dat geldt, zo valt uitgebreid te lezen in de IAS Nieuwsbrief, voor grote delen van de ‘beschaafde’ wereld. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) rapporteert in 2013 dat jaarlijks ca. 90.000 mensen als gevolg van mesothelioom, asbestgerelateerde longkanker en asbestose overlijden. De mesothelioomincidentie neemt nog steeds toe in de meeste Europese landen en Japan, maar lijkt in de Verenigde Staten en Zweden inmiddels een piek te hebben bereikt. Voor de ontwikkelingslanden wordt in de toekomst nog een toename van asbestslachtoffers verwacht, omdat een substantieel deel van die landen momenteel nog steeds asbest gebruikt. In Nederland lijkt het aantal slachtoffers met mesothelioom rond de 500 te stabiliseren. Deze trend is ook goed zichtbaar in het aantal aanvragen dat het IAS in 2013 ontving. Een positief teken is dat de leeftijd waarop de diagnose wordt gesteld hoger wordt. Mogelijk heeft dit te maken met een minder intensieve of minder langdurige blootstelling aan asbest in het verleden onder invloed van de regelgeving en de daaruit voortvloeiende beschermende maatregelen. Feit is dat Nederland anno 2013 nog vol zit met asbest: naar schatting nog zo’n 100 miljoen m2 asbestdak, 35.000 kilometer waterleiding, 700.000 ton in gebouwen, in 60 % van de huurwoningen en in een kwart van de scholen. Daarom zijn door de overheid en semi-overheid weer tal van maatregelen genomen om te voorkomen dat door asbestblootstelling nu mensen in de toekomst ernstig ziek worden. Staatssecretaris Mansveld heeft onlangs de wens uitgesproken dat door asbestverwijdering en gerichte voorlichting over 30-40 jaar er geen nieuwe asbestslachtoffers zullen zijn. Om deze doelstelling te bereiken is het noodzakelijk dat goede beleidskeuzes worden gemaakt op basis van de voorhanden kennis over de bestaande asbestrisico’s. De IAS Monitor is hierbij van toegevoegde waarde. De via dit instrument gegenereerde gegevens worden o.a. gebruikt bij de totstandkoming van de Inspectieprogramma’s van de overheid. Met het oog op de hierboven geschetste ontwikkelingen is het IAS ook in de komende jaren nog hard nodig. Belangrijk daarbij is de beslissing van de in de Raad van Toezicht en Advies vertegenwoordigde partijen en de overheid om het IAS per 1 april 2014 ook open te stellen voor asbestoseslachtoffers. Tot slot past een woord van dank aan de organisaties waarmee het IAS al langer nauw samenwerkt. Wij zijn de SVB, BSA Schaderegeling, het Nederlands Mesotheliomen Panel (NMP), het expertpanel van de longartsenvereniging NVALT, TNO en het Nederlands Kenniscentrum Arbeid en Longaandoeningen (NKAL) zeer dankbaar voor hun niet aflatende inzet. Samen met deze organisaties zal het IAS zijn taken ook in 2014 met onverminderde energie blijven uitvoeren. Het is belangrijk werk voor een zwaar getroffen 2
groep landgenoten die deze aandacht ten volle verdient. Den Haag, mei 2014
M.R. van der Heijden, voorzitter
M.A. van der Woude, directeur
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Interview Klaartje de Boer, beleidsmedewerker van de Vakcentrale voor Professionals (VCP) en lid Raad van Toezicht en Advies (RTA)
‘IAS moet er ook zijn voor toekomstige slachtoffers’ ‘De MHP (nu VCP) was een van de convenantspartijen bij de oprichting van het IAS en heeft uit dien hoofde ook een zetel in de Raad van Toezicht en Advies (RTA). Bij de beroepsgroep die wij vertegenwoordigen, gaat het onder meer om militairen die aan asbest zijn blootgesteld. Dat ik in de RTA zit, vloeit voort uit een van mijn taken bij de VCP, de portefeuille arbeidsomstandigheden. Daarnaast ben ik verantwoordelijk voor het pensioendossier. Ik ben lid van de RTA vanaf 2009. Vóór die tijd kende ik de asbestproblematiek eigenlijk alleen van horen zeggen, de wereld van het IAS zei me nog niet zoveel. Kort daarna kreeg ik er in familieverband mee te maken en dan komt het allemaal natuurlijk heel dichtbij. Ik draai nu dus al ruim vier jaar mee in de RTA. Ik heb in die tijd gemerkt dat het IAS een belangrijke functie vervult voor asbestslachtoffers en als bemiddelende instantie goed functioneert. Toch zien wij als VCP nog wel mogelijke verbeteringen op korte en wat langere termijn. Het jaar 2014 staat in het teken van evaluatie van het IAS, dus we kunnen dan zaken onder de aandacht brengen, die wij als vakcentrale belangrijk vinden. Neem het Asbestblootstellingsregister. Dat is een register, waarin iemand in een vroeg stadium kan aangeven dat hij met asbest heeft gewerkt. Het is dan later gemakkelijker om de bewijslast rond te krijgen als zich een asbestziekte openbaart. Hieraan wordt wel gewerkt, maar dat gaat ons nog niet snel genoeg. Iets anders is de hoogte van de uitkeringen. Het verschil tussen een daadwerkelijke schadevergoeding na bemiddeling of een TNS- of TAS-tegemoetkoming vinden wij te groot. Dit gevoel wordt door werknemersorganisaties overigens breed gedragen. Een ander punt is de voorlichting over en door het IAS. Wij merken dat nog niet alle longartsen verwijzen naar het instituut. Je ziet daarin zeker een stijgende lijn, maar er valt nog wat winst te boeken. Als laatste punt van aandacht noem ik dat het IAS nog zichtbaarder zou kunnen zijn, door meer op de actualiteit in te spelen. Een goed voorbeeld is de discussie over grenswaarden voor blootstelling, die al vanaf 2011 loopt. Het IAS kan daarin actiever zijn. Als instituut ben je er dan niet alleen voor mensen die al slachtoffer zijn, maar ook voor diegenen die mogelijk nog slachtoffer gaan worden. Blij zijn we in ieder geval met de uitbreiding van de werkingssfeer naar asbestose per 1 april 2014. Wij zijn daarover jarenlang in gesprek geweest met andere convenantspartijen in het IAS en het is heel mooi dat dit uiteindelijk is gelukt. Het is leuk om te merken dat je ook als kleine vakorganisatie zo invloed kunt uitoefenen. Nu kijken we al verder. Want wie weet kan in de toekomst - als er meer kennis is over longkanker als gevolg van asbest- het convenant ook naar die ziekte worden uitgebreid.’
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
3
Het IAS in 2013 Het IAS ontvangt in 2013 weer veel aanvragen. Het aantal passeert de 6000. Op juridisch terrein is sprake van enkele ontwikkelingen, die mogelijk veel gevolgen voor de uitvoeringspraktijk van het IAS kunnen hebben. Gelet op de juridische weerbarstigheid op het gebied van verjaring en stelplicht en bewijslast vindt in opdracht van het IAS een onderzoek plaats door mr. Hebly en prof. Lindenbergh naar het effect van het advies van de Commissie Hijma. Op het gebied van voorlichting worden allerlei activiteiten verricht, zowel voor de primaire doelgroep, de asbestslachtoffers, als voor andere betrokkenen. Wat betreft asbestose beginnen de regelgeving en de bijbehorende protocollen op medisch en arbeidshygiënisch terrein in de loop van 2013 vorm en inhoud te krijgen.
Resultaten bemiddeling en advies Het IAS neemt in 2013 534 aanvragen in behandeling en wikkelt 541 aanvragen af. In totaal zijn in de afgelopen 14 jaar 6368 aanvragen in behandeling genomen. Deze groep bestaat voor het grootste deel (90%) uit mannen. Meer dan driekwart is ouder dan 65 bij aanmelding. Aan de Sociale Verzekeringsbank (SVB) worden in 2013 502 adviezen gegeven in verband met een aanvraag voor een tegemoetkoming van € 18.907 in het kader van de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers (TAS) of de Regeling niet-loondienstgerelateerde slachtoffers van mesothelioom (TNS): 379 voor TAS en 123 voor TNS. Het IAS adviseert de SVB voor 432 slachtoffers de tegemoetkoming toe te kennen, verdeeld over 324 positieve adviezen voor een TAS- en 108 positieve adviezen voor een TNS-tegemoetkoming. 148 (61,4%) van de in 2013 bemiddelde aanvragers ontvangen een schadevergoeding van € 61.205 conform de normbedragen. Dit bedrag omvat ook de eenvoudig vast te stellen bovennormatieve schade. Het bedrag omvat echter niet de eventueel geleden complex bovennormatieve schade. In 2013 wordt voor deze schade aan 31 slachtoffers gemiddeld € 33.842,- betaald. In totaal dus € 1.049.108.
Juridische ontwikkelingen en onderzoek In 2013 is voor het eerst de Nederlandse staat aansprakelijk gesteld vanwege nalatigheid in de bescherming tegen asbest. In 1993 verbood de overheid het gebruik van asbest totaal, terwijl de gezondheidsrisico’s al veel langer bekend waren. Het wachten is nu op de uitspraak van de rechter en de mogelijke consequenties hiervan voor de slachtoffers en het IAS. In het afgelopen jaar was er weer veel discussie over de verjaringspoblematiek. Dit o.a. door een uitspraak van het Hof Den Haag, dat oordeelde dat ook oudere gevallen van mesothelioom onder de werkgeversaanprakelijkheid kunnen vallen als er sprake is van bedrijfstakken en sectoren waar werknemers al in de jaren 50 langdurig en/of intensief aan asbest zijn blootgesteld. Met deze uitspraak van het Hof Den Haag is de discussie over de vraag of de absolute ver4
jaringstermijn moet worden doorbroken in een concreet geval vaak nog niet van tafel. Tot die conclusie komen ook mr. Hebly en prof. Lindenbergh van de Erasmus Universiteit Rotterdam, die in 2013 in opdracht van het IAS onderzoek doen naar de vraag hoe de in dit verband door de Hoge Raad geformuleerde gezichtpunten door rechters worden betrokken in hun beoordeling van het verjaringsverweer en of de adviezen van de door het IAS ingestelde Commissie Hijma ter vereenvoudiging van de beoordeling weerklank hebben gevonden bij de lagere rechtspraak. Dit laatste is, zo concluderen de onderzoekers, maar mondjesmaat het geval. Alleen wat betreft het zogenoemde voortvarendheidsvereiste wordt de Commissie Hijma gevolgd door de lagere rechtspraak. Hierbij dienen aansprakelijkstelling en het instellen van een diagnose binnen 2 jaar na diagnose van de asbestziekte te geschieden.Verder beoordeelt de rechter ieder verjaringsverweer op zich aan de hand van de gezichtspuntencatalogus van de Hoge Raad. Deze tijdrovende procedure biedt volgens Hebly en Lindenbergh geen enkele garantie op een betere JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
beslissing. De Hoge Raad zou derhalve kunnen overwegen haar eerder in 2000 geformuleerde standpunt in het arrest Hese/De Schelde te herzien (zie ook pagina 27).
Voorlichting Het IAS verricht in 2013 verschillende voorlichtingsactiviteiten, zowel voor haar primaire doelgroep, de asbestslachtoffers, als voor andere betrokkenen. Zo wordt een nieuwe patiëntenfolder gemaakt en gedistribueerd naar de longartsen en longpoli’s van alle ziekenhuizen in Nederland. Veel informatie is beschikbaar via de website van het IAS, die in ontwikkeling is naar een meer doelgroepgericht medium. Op de website zijn de uitgebreide resultaten te vinden van de IAS Monitor over o.a. asbestgebruik en de ontwikkeling van mesothelioom, het aantal patiënten per regio, geslacht en leeftijd, de overlevingsduur na diagnose, de asbestblootstelling naar beroep en sector. Deze informatie wordt ontleend aan de dossiers van asbestslachtoffers en de gegevens van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Ook in dit jaar verschenen vier elektronische nieuwsbrieven met veel nationaal en internationaal nieuws op epidemiologisch, medisch, juridisch en politiek gebied. De editorials van deze nieuwsbrieven gaan over actuele onderwerpen zoals de verschuivende aansprakelijkheid van de werkgever en de complexe vraag waarom een relatief klein deel van de aan asbest blootgestelde mensen mesothelioom krijgt en een veel groter deel van deze populatie niet.
Asbestose Na de principe-toezegging van de convenantpartijen besloot (voormalig) staatssecretaris De Krom van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) in 2012 de TAS-regeling open te stellen voor asbestoseslachtoffers. Hierop is een werkgroep bestaande uit medewerkers van SZW, SVB en IAS in 2013, op medisch gebied ondersteund door de longartsenvereniging NVALT, aan de slag gegaan om genoemde uitbreiding te realiseren. De verwachting is dat werknemers met asbestose per 1 april 2014 terecht kunnen bij het IAS voor een tegemoetkoming indien voldaan wordt aan de dan vastgestelde criteria op medisch en arbeidshygiënisch gebied en voor bemiddeling ten behoeve van een schadevergoeding van de (voormalige) werkgever. Omdat ook de TNS-regeling zal worden uiitgebreid zullen ook zelfstandigen met asbestose in aanmerking komen voor een tegemoetkoming op basis van de vastgestelde criteria.
5
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
IAS Asbestose Mensen die door het werken met asbest stoflongen (asbestose) hebben gekregen, kunnen vanaf 1 april 2014 onder bepaalde voorwaarden ook in aanmerking komen voor een tegemoetkoming via de Regeling TAS of TNS en eventueel een schadevergoeding via de (ex-)werkgever. Belangrijkste voorwaarden zijn dat het slachtoffer beroepsmatig in Nederland intensief en langdurig aan asbest is blootgesteld, de asbestose medisch moet zijn vastgesteld en tot ernstig longfunctieverlies heeft geleid.
Akkoord Convenantpartijen IAS Na een principe-toezegging van de convenantpartijen besloot voormalig staatssecretaris De Krom in 2012 dat ook wat hem betreft de openstelling van het IAS voor asbestoseslachtoffers gestalte kan krijgen. In 2013 heeft een groep bestaande uit medewerkers van het ministerie van SZW, SVB en IAS deze uitbreiding van de activiteiten van het IAS voorbereid. DIt heeft geleid tot een uitbreiding van het convenant op 11 december 2013. De convenantpartijen hebben onder andere afspraken gemaakt over de hoogte van de immateriële schadevergoeding indien sprake is van asbestose.
Asbestose Asbestose is een stoflongziekte (pneumoconiose) waarbij verbindweefseling van de long optreedt (diffuse longfibrose). De ziekte kan alleen ontstaan door intensief en langdurig werken met asbest. Intensiteit en duur van de blootstelling zijn beide van belang voor het moment waarop asbestose zich manifesteert, maar tussen het begin van de blootstelling en het optreden van de ziekte (latentietijd) verstrijkt in de praktijk altijd tenminste 15 jaar. Anders dan bij maligne mesothelioom is het voor asbestose nodig om vast te stellen of iemand langdurig en intensief is blootgesteld aan asbest en of er om die reden sprake is van longfibrose. In samenwerking met het Nederlands Asbestose Panel (NAP), een expertgroep van de Nederlandse Vereniging van Artsen voor longziekten en Tuberculose (NVALT) is voor die beoordeling een protocol vastgesteld. Het NAP zal door middel van dit medisch protocol vaststellen of sprake is van asbestose en zal de ernst van het longfunctieverlies vaststellen. Pas als sprake is van een bepaalde mate van longfunctieverlies kan recht bestaan op een tegemoetkoming. Ook dit is beschreven in het medisch protocol.
Geschiedenis risico op asbestose Asbestose is de eerste beroepsziekte die als gevolg van asbestblootstelling werd ontdekt. Al vanaf 1931 was bij de Arbeidsinspectie bekend dat asbest ook schadelijk kon zijn; men wist toen al dat asbestblootstelling kon leiden tot asbestose. De omvang van deze problematiek is echter lang onderschat: slachtoffers 6
meldden zich niet en de medische diagnose was uitermatig lastig te stellen. In 1949 werd asbestose in Nederland als beroepsziekte erkend, d.w.z. een asbestoseslachtoffer kwam, indien erkend, in aanmerking voor een schadeloosstelling in het kader van de Ongevallenwet 1921. In 1951 kwam de Silicosewet tot stand, die de basis biedt voor maatregelen ter bescherming van werkenden tegen silicose en andere stoflongziekten. De Silicosewet biedt de mogelijkheid van verbod of beperking van beroepsmatig gebruik van stoffen of voorwerpen die aanleiding geven tot stoflongen. In de toelichting op deze wet wordt echter opgemerkt dat asbestose een minder groot probleem is dan silicose. Het duurde dan ook lang, tot eind jaren 70, voordat regels ter bestrijding van asbestose werden vastgesteld.
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Interview Hugo Schouwink, longarts en bestuurslid van het IAS.
‘Oppassen dat door specialisatie de diagnose asbestziekte minder wordt gesteld’ ‘In 2013 ben ik gevraagd om prof. Bas de Mol op te volgen in het bestuur van het IAS. Hij was de eerste arts die vanaf de start in het bestuur heeft gezeten, ik heb het stokje dus van hem overgenomen. Ik ben verbonden aan het Medisch Spectrum Twente (MST) in Enschede. Ik noem mijzelf een oncologisch geïnteresseerde longarts en heb vroeger veel onderzoek gedaan naar nieuwe onderzoeks-en behandelingsmethoden voor mesothelioom. Op die manier ben ik bij asbestziekten betrokken geraakt en er ook betrokken bij gebleven. Ik zit in de werkgroep mesotheliomen van de Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose ( NVALT). Door zitting te nemen in het bestuur van het IAS hoop ik de contacten tussen die werkgroep en het IAS te intensiveren. Het IAS is een bekend instituut onder de meeste longartsen in Nederland, maar sommige longartsen zien nauwelijks asbestslachtoffers. Want of ze komen niet met ze in aanraking of ze hebben de kennis niet. Dit punt is des temeer van belang, nu er een tendens is naar verdergaande specialisatie en concentratie in de zorg. Dan moet je denken aan longartsen die zich bijvoorbeeld alleen maar bezig houden met astma of met slaapproblemen. Hierin schuilt een zeker gevaar, dat het wel eens moeilijker kan worden voor deze specialisten om zich een globaal idee te vormen van andere kwalen waarmee een patiënt binnenkomt, zoals een asbestziekte. Dit is zeker iets om in de gaten te houden, we moeten voorkomen dat mensen zo onder de radar doorvliegen. Dat er nu een regeling komt voor asbestoseslachtoffers is een goede zaak. Het is een dossier dat al grotendeels ontwikkeld was toen ik hier in het bestuur aantrad. Asbestose behoort logisch onder het dak van het IAS omdat het gaat om dezelfde risicofactor en oorzaak als bij mesothelioom. Maar het is wel een heel andere ziekte, met een ander verloop en die op een andere manier naar voren komt. Asbestose hoort bij de diffuse longaandoeningen, waarbij het soms heel lastig is om een diagnose te stellen. Want er zijn veel aandoeningen die er op lijken, zoals silicose of zandlongen en een foto alleen geeft vaak geen uitsluitsel. Daarom hebben we in het verlengde van mesothelioom een systeem opgetuigd, waarbij we kunnen zeggen dat een longaandoening in een voorkomend geval hoogstwaarschijnlijk wel of geen asbestose is. Daarmee voorkomen we ook dat er onterecht beroep gedaan zal worden op de regeling. Het IAS is een prachtig en belangrijk instituut, dat soms tegen bepaalde grenzen aanloopt. Er hoeft maar ergens asbest vrij te komen en er breekt al snel paniek uit. Dat is vaak helemaal niet op feiten gebaseerd, maar blijkbaar is asbest een onderwerp waar ongerustheid zich snel aan koppelt. Het IAS krijgt dan gelijk een publiciteitsgolf over zich heen. We moeten ons er rekenschap van geven of we dat in een voorkomend geval allemaal goed afhandelen. Dat is wel een aandachtspunt van hoe we daar mee om moeten gaan.’
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
7
Kerncijfers IAS 2013 Het IAS adviseert de Sociale Verzekeringsbank (SVB) over het recht op een tegemoetkoming van € 18.907,– (2013) voor asbestslachtoffers met de ziekte mesothelioom op grond van de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers (TAS) of de Regeling tegemoetkoming niet-loondienstgerelateerde slachtoffers van mesothelioom (TNS). De TAS is bedoeld voor mensen met mesothelioom die als werknemer aan asbest zijn blootgesteld. Onder de TNS vallen de andere mesothelioomslachtoffers, met name mensen die bijvoorbeeld als zelfstandige met asbest hebben gewerkt, mensen die niet weten waar en hoe ze aan asbest zijn blootgesteld en mensen die bijvoorbeeld via het milieu of bij het klussen thuis met asbest in aanraking zijn geweest. Voor de groep werknemers bemiddelt het IAS daarnaast met hun (ex-) werkgevers over het betalen van een schadevergoeding van € 61.205,- (2013). Als het slachtoffer is overleden kunnen nabestaanden bemiddeling aanvragen voor vergoeding van materiële schade en overlijdensschade (2013: elk € 3.064). Hierna volgen de belangrijkste cijfers over 2013 inzake de advies- en bemiddelingsactiviteiten van het IAS. Eerst de belangrijkste cijfers met betrekking tot de ontwikkeling in het aantal aanvragen, vervolgens de resultaten van de adviezen richting SVB voor de regelingen TAS en TNS. De bemiddelingsresultaten worden vervolgens geanalyseerd. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een totaal overzicht van resultaten over 14 jaar IAS.
Instroom, uitstroom, voorraad Het IAS neemt in 2013 534 aanvragen in behandeling, minder dan in 2010 (545), 2011(554) en 2012 (578). In 2013 worden 541 aanvragen afgewikkeld, iets minder dan in 2012 (546).
Dossierontwikkeling 2013 Jan
Feb
Mrt
Apr
Mei
Jun
Jul
Aug
Sep
Okt
Nov
Dec
Totaal
Instroom
42
45
37
41
46
54
55
47
46
39
42
40
534
Uitstroom
43
49
57
49
34
27
40
35
40
67
45
55
541
Tabel : totale instroom en uitstroom per maand in 2013
Dossierontwikkeling 2000-2013 Het diagram op de volgende pagina toont de afwikkeling van de instroom sinds de start van het IAS in 2000. Het diagram laat zien dat het aantal aanmeldingen in 2000 exceptioneel hoog is, en in 2003, 2007 en 2008 een sprong maakt. In 2000 is de instroom bijzonder hoog door de ‘oude claims’, die met de komst 8
van het IAS vooral in de eerste maanden ingediend worden (het zgn. stuwmeereffect). De invoering van de voorschotregeling is de meest waarschijnlijke oorzaak van de toename van aanmeldingen in 2003. De stijging van 2007 en 2008 vloeit voort uit de invoering van de TNS-regeling in december 2007 en een algehele toename van het aantal slachtoffers met mesothelioom. In totaal zijn in de afgelopen 14 jaar 6368 aanvragen in behandeling genomen. Eind december 2013 zijn hiervan 6108 dossiers afgewikkeld. De voorraad bedraagt op dat moment 260 dossiers.
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
afgerond 700 600
601
594
525
500
500 400
342
300
244
343
375
545
voorraad 554
555
373 297
260
200 100 0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
23
237
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Diagram afwikkeling instroom 2000-2013
Regeling TAS en Regeling TNS Sinds de invoering van de Regeling TAS in 2000 en de Regeling TNS in december 2007 hebben 4249 slachtoffers na een positief advies van het IAS een financiële tegemoetkoming ontvangen in de vorm van een voorschot of eenmalige uitkering. Sinds 2003 wordt de tegemoetkoming in de vorm van een voorschot uitgekeerd. Het voorschot wordt verstrekt op basis van de diagnose maligne mesothelioom en de aannemelijkheid dat het slachtoffer in zijn werk of op andere wijze is blootgesteld aan asbest. Pas daarna vindt het onderzoek in het kader van de bemiddeling tussen de werknemers en de werkgever/ verzekeraar plaats. Vóór 2003 diende eerst bemiddeling plaats te vinden, voordat sprake kon zijn van een tegemoetkoming op basis van de Regeling TAS. De voorschotregeling is ingevoerd omdat veel slachtoffers, ondanks de inspanningen van het IAS door de progressie van de ziekte mesothelioom overleden voordat het bemiddelingstraject volledig was afgerond.
Instroom aanvraag tegemoetkoming TAS/TNS De tabel hieronder vermeldt de aanvragen voor een tegemoetkoming sinds de invoering van de voorschotregeling. De relatief grote stijging in 2008 ten opzichte van de jaren daarvoor komt vooral door de invoering van de TNS-regeling en daarmee de uitbreiding van de reikwijdte naar alle mensen met de ziekte mesothelioom (sinds december 2007). Daarnaast had deze stijging in mindere mate te maken met een algehele toename van het aantal aanvragen. 2013 doorbreekt de toename in het aantal aanvragen sinds 2009; voor het eerst is het aantal aanvragen voor een tegemoetkoming als voorschot in 2013 weer onder de 500 (498). Het aantal aanvragen per maand ligt in 2013 tussen de 28 en 65. Nog onduidelijk is of met de daling in 2013 ook een dalende trend is ingezet. De CBS- en NKR-cijfers over de ontwikkeling van het aantal mensen met mesothelioom in Nederland in 2013 zijn nog niet bekend. Jaar 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Totaal
jan 21 17 28 28 38 66 45 41 40 45 48 417
feb 1 26 21 29 22 21 68 33 34 30 39 30 354
mrt
apr
mei
jun
jul
19 24 20 33 32 47 31 48 43 51 43 391
21 26 22 28 14 52 33 33 53 42 36 360
17 23 36 24 32 37 36 35 60 42 39 381
14 23 34 24 30 45 34 35 41 55 33 368
31 26 19 36 33 41 34 44 38 39 65 408
aug 1 38 23 37 30 35 36 64 47 45 49 36 441
sep
okt
26 29 31 28 22 35 53 49 43 45 52 411
19 20 26 30 27 39 40 41 38 46 47 378
Tabel : aanvraag TAS/TNS als voorschot per maand en jaar van instroom JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
nov 1 17 26 28 41 31 36 49 36 46 40 28 380
dec 2 27 18 28 25 53 29 39 60 39 31 41 402
Totaal 5 276 276 338 349 368 531 491 503 516 524 498 4691
9
Beslissing op aanvraag tegemoetkoming In 2013 adviseert het IAS de SVB 502 keer in verband met een aanvraag voor een tegemoetkoming in het kader van de TAS- of TNS-regeling: 379 adviezen voor een TAS en 123 voor een TNS. TAS
aantal adviezen
waarvan negatief
%
waarvan positief
%
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Totaal
223 293 317 354 371 390 391 394 410 403 379 3925
85 63 68 63 61 82 76 47 63 54 55 717
38,3% 21,5% 21,5% 17,8% 16,9% 21,0% 19,4% 11,9% 15,4% 13,4% 14,5% 18,3 %
138 230 249 291 310 308 315 347 347 349 324 3208
61,9% 78,5% 78,5% 82,2% 83,6% 81,1% 80,6% 88,1% 84,6% 86,6% 85,5% 81,7%
TNS
aantal adviezen
waarvan negatief
%
waarvan positief
%
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Totaal
5 148 90 106 125 130 123 726
28 18 6 18 10 15 95
18,9% 20,% 5,7% 14,4% 7,7% 12,2% 13,1%
5 120 72 100 107 120 108 631
100,0% 81.1% 80,0% 94,3% 85,6% 92,3% 87,8% 86,9%
Tabel : verdeling beslissing op aanvraag voorschot
Voor 432 aanvragen (86%) adviseert het IAS de SVB de tegemoetkoming toe te kennen, verdeeld over 324 (75%) positieve adviezen voor een TAS en 108 (25%) voor een TNS. Onder de TAS-regeling vallen mesothelioomslachtoffers die aannemelijk hebben gemaakt als werknemer aan asbest te zijn blootgesteld. Bij de TNS gaat het vaak om slachtoffers die de asbestblootstellingsoorzaak niet weten of niet zeker weten of ze in een dienstverband aan asbest zijn blootgesteld. Een andere groep in de TNS zijn mensen die verklaren als zelstandige, privé (o.a. klussen) of in het milieu aan asbest te zijn blootgesteld. 10
Het advies is in 70 gevallen negatief (14%). In bijna tweederde van de gevallen (64,7%) is de afwijzings4,5% diverse redenen
grond ‘geen mesothelioom’. In 30,8% gaat het om mensen die al zijn overleden en geen nabestaande hebben in de zin van de TAS- of/TNSregeling (zie figuur hiernaast). De SVB kent in
30,8% geen nabestaande
2013 326 TAS-tegemoetkomingen en 109 TNS64,7% geen maligne mesothelioom
tegemoetkomingen toe. Dit aantal wijkt iets af van het aantal positieve adviezen dat het IAS heeft afgegeven. De belangrijkste reden hiervoor is jaaroverschrijding (IAS adviseert in het
Figuur: Reden voor afwijzing tegemoetkoming
ene jaar, SVB beslist in het volgende jaar).
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Afgewikkelde aanvragen In 2013 heeft het IAS totaal 525 dossiers financieel afgewikkeld. Na ontvangst van de aanvraag vraagt het IAS aan expertpanels (pathologen en longartsen) om bevestiging van de diagnose mesothelioom. Tegelijkertijd wordt samen met de aanvrager nagegaan hoe het contact met asbest heeft plaatsgevonden en of een (ex-)werkgever aansprakelijk is te houden voor de gezondheidsschade. Dit resulteert in: 371 loondienstgerelateerde aanvragen voor TAS en bemiddeling van werknemers (365) of huisgenoten (7), 118 niet-loondienstgerelateerde aanvragen voor TNS en 34 aanvragen van nabestaanden voor vergoeding van materiële schade en overlijdensschade.
Resultaten onderzoek werknemers/huisgenoten 70,9% van alle in 2013 financieel afgewikkelde aanvragen betreft loondienstgerelateerde aanvragen van slachtoffers zelf (werknemers of huisgenoten). Bij hen is onderzocht of er recht is op een tegemoetkoming in het kader van de TAS-regeling en, of via bemiddeling met een werkgever c.q. verzekeraar schadevergoeding kan worden verkregen. De tabel hierna vermeldt de resultaten die voor deze groep zijn bereikt, waarbij een onderverdeling is gemaakt naar de groep die niet bemiddelbaar blijkt en de groep die wel voor bemiddeling in aanmerking komt. In de rechterkolom staat de belangrijkste reden voor het niet toekennen van tegemoetkoming of voor het niet verkrijgen van de schadevergoeding. Te zien is dat 61,4% (148) van de groep die bemiddeld kon worden (241) de volledige schadevergoeding van € 61.205,heeft ontvangen. Resultaat Groep niet bemiddelbaar Geen vergoeding TAS-tegemoetkoming Bemiddelbare groep TAS-tegemoetkoming, maar geen schadevergoeding Schadevergoeding Totaal
Aantal
Aantal 130
50 80
Reden afwijzing Geen mesothelioom Werkgever onvindbaar, failliet
241 Stelplicht, bewijslast onvoldoende ingevuld; discussie over verjaring
93 148 371
Tabel: resultaten werknemers/huisgenoten
Resultaten onderzoek nabestaanden Als het slachtoffer is overleden en zichzelf niet bij het IAS heeft aangemeld, kan zijn nabestaande het IAS verzoeken te bemiddelen voor een vergoeding van tenminste € 3.064,- voor materiële schade en nog eens datzelfde bedrag voor overlijdensschade. In 2013 zijn 34 aanvragen van nabestaanden afgewikkeld. Hieronder de tabel met de verdeling naar financieel resultaat. In de gevallen waarin wel bemiddeling mogelijk was resulteert 39,3% in schadevergoeding voor de aanvrager. Resultaat Groep niet bemiddelbaar
Aantal
Geen vergoeding
6
Bemiddelbare groep Geen vergoeding Vergoeding materiële en overlijdensschade Totaal
Aantal 6
Reden afwijzing geen mesothelioom, geen bestaande werkgever, geen bewijs dienstverband
28 17
Stelplicht,bewijslast en verjaringsdiscussie
11 34
Tabel: resultaten nabestaanden JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
11
(Complex) bovennormatieve schade Naast een standaard schadebedrag van € 61.205,- (2013) kan een asbestslachtoffer met mesothelioom ook in aanmerking komen voor bovennormatieve of complex bovennormatieve schade. In 2013 was dat voor ca. een derde van deze populatie het geval. Er is sprake van (complex) bovennormatieve schade wanneer de materiële schade en overlijdensschade de hiervoor afgesproken forfaitaire bedragen te boven gaan. Het onderscheid tussen normatief en complex bovennormatieve schade heeft te maken met de al dan niet eenvoudige, tijdrovende berekening er van. De berekening van de normatieve schade maakt onderdeel uit van de standaardprocedure. Voor de berekening van complex bovennormatieve schade geldt een aparte procedure, die van start gaat als de standaardprocedure is afgerond. In onderstaande tabel zijn de resultaten op de afgeronde niet-complex bovennormatieve schades en de afgeronde complex bovennormatieve schades voor 2013 in beeld gebracht. In dit jaar worden tot en met 31 december 2013 24 niet-complex bovennormatieve schades afgerond met een totaal resultaat van € 123.841. Er worden 31 complex bovennormatieve schades afgerond met een totaal resultaat van € 1.049.108. (complex) bovennormatieve schade bemiddeld door het IAS Aantal resultaat Totaal resultaat Gemiddeld resultaat niet- complex 24 € 123,841 € 5.160 complex 31 € 1.049.108 € 33.842
Resultaten 2000-2013 In de afgelopen 14 jaar hebben 6368 mensen het IAS weten te vinden. Ondanks de harde eis van zorgvuldigheid zijn de dossiers in de loop der tijd steeds sneller afgewikkeld. Momenteel worden de meeste aanvragen voor een tegemoetkoming binnen twee maanden afgewikkeld. Bemiddelingen met werkgevers/verzekeraars nemen in het algemeen niet meer dan zes maanden in beslag. Verder ontvangt bijna 90% van de rechthebbenden sinds de komst van de Voorschotregeling in 2003 bij leven een tegemoetkoming. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) kent de afgelopen 14 jaar totaal 4249 maal een tegemoetkoming toe in de vorm van een voorschot op basis van de regeling TAS (sinds 2000) of de regeling TNS (sinds december 2007). Bemiddeling met een werkgever en/of verzekeraar resulteert in 2090 gevallen in een schadevergoeding voor het slachtoffer. De belangrijkste afwijzingsgronden voor tegemoetkoming en/of bemiddeling zijn ‘geen mesothelioom’ en ‘het ontbreken van een aansprakelijke werkgever c.q. verzekeraar’. De dienstverlening van het IAS wordt gewaardeerd door de mesothelioomslachtoffers, zo blijkt uit het belevingsonderzoek (zie pag. 13).
12
Kerncijfers IAS over 14 jaar Aanvragen Afgewikkelde aanvragen Afgewikkeld: geen financieel resultaat slachtoffer Adviezen richting SVB voor regeling TAS/TNS Toekenning tegemoetkoming TAS (SVB) Toekenning tegemoetkoming TNS (SVB) Afgewikkeld met schadevergoeding % bemiddelingen met schadevergoeding*
Aantal 6368 5977 1291 5037 3620 629 2090 58%
* % bemiddelingen met schadevergoeding heeft betrekking op aanvragen waarbij sprake is van mesothelioom en werkgever/rechtsopvolger
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Klanttevredenheid Belevingsonderzoek Sinds 2008 meet het IAS de tevredenheid van de aanvragers, teneinde de kwaliteit van de dienstverlening te monitoren en daar waar nodig te verbeteren. Zo ook in 2013. Aanvragers ontvangen direct na afronding van hun aanvraag een lijst met vragen over o.a. tijdige doorverwijzing door de behandelend specialist, de kwaliteit van de intake, de informatie over de voortgang van de behandeling en de kwaliteit van het rapport over het arbeidsverleden van het slachtoffer en het contact met de medewerkers. Ruim 69% van de in 2013 verstuurde vragenlijsten wordt aan het IAS ingevuld teruggestuurd. Dit resulteert in 293 lijsten, met de volgende antwoorden.
Vraag Wees de specialist op het belang van een tijdige aanvraag? Gaf het IAS voldoende uitleg bij het invullen van het vragenpakket? Verliep het intakegesprek goed? Werd tijdens de behandeling voldoende informatie verstrekt over de voortgang? Werd de informatieverstrekking over het algemeen als duidelijk ervaren? Was het contact met de medewerkers van het IAS prettig?
Ja % 83 93 99
Nee % 17 3 0
Geen Mening %
92
7
1
96 97
3 1
1 2
4 1
Huisbezoek De dienstverlening van het IAS biedt ook de mogelijkheid voor huisbezoek. De indiener van een aanvraag wordt altijd gevraagd of een huisbezoek gewenst is. Inmiddels wordt in ruim 80% van de gevallen gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. Uit de in 2013 gehouden evaluatie van het huisbezoek blijkt dat de asbestslachtoffers of hun contactpersonen tevreden zijn over de wijze waarop het huisbezoek verlopen is. Het onderzoek spitst zich toe op de beleving van het huisbezoek. Is er voldoende tijd genomen voor het bezoek, is het grondig genoeg, hoe wordt het optreden van de IAS-medewerker ervaren? De conclusie is dat het huisbezoek op prijs wordt gesteld. Als rapportcijfer scoort het gemiddeld een 8 ½.
13
Onbeschermd met asbest werken. Bron: IBAS
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
IAS MONITOR Vergelijking werknemers (TAS)/niet-werknemers (TNS) Mannen
2500
Vrouwen
Mannen
300
Vrouwen
250
2000
200
1500
150 1000
100
500 0
50 <50 jaar
50-64 jaar
65-74 jaar
75-84 jaar
Fig: TAS naar geslacht en leeftijd bij aanmelding: 2000 t/m 2013
>84 jaar
0
<50 jaar
50-64 jaar
65-74 jaar
75-84 jaar
>84 jaar
Fig: TNS naar geslacht en leeftijd bij aanmelding: december 2007 t/m 2013
Verdeling TAS/TNS naar geslacht,leeftijd en woonplaats De figuren hierboven tonen een verdeling van aanvragers TAS/TNS per leeftijdsgroep en geslacht over de periode 2000 (invoer TAS) en 2007 (invoer TNS) t/m 2013. Het aandeel vrouwen is in de TNS aanzienlijk hoger dan in de TAS. Opvallend is dat voor TNS op jongere leeftijd een aanvraag wordt ingediend dan voor TAS. Onder de TAS-regeling vallen mesothelioomslachtoffers die aannemelijk hebben gemaakt als werknemer aan asbest te zijn blootgesteld. Bij de TNS gaat het vaak om slachtoffers die de asbestblootstellingsoorzaak niet weten of niet zeker weten of ze in een dienstverband aan asbest zijn blootgesteld. Een andere groep in de TNS zijn mensen die verklaren als zelstandige, privé (o.a. klussen) of in het milieu aan asbest te zijn blootgesteld. Hieronder een verdeling naar woonplaats. Te zien is dat de spreiding van mensen met een TAS-tegemoetkoming voor een aanzienlijk deel overeenkomt met mensen die tot de TNS-groep behoren. Beroepsgerelateerd asbestgebruik lijkt dus ook een belangrijke bron van besmetting voor mensen die onder de TNS-regeling vallen. Op de binnenkant van de achteromslag van dit jaarverslag vindt u een plattegrond met de totale spreiding van TAS- en TNS-gerechtigden samen naar woonplaats.
14
Fig. 2000-2013: woonplaats TAS-gerechtigden, aantal per 100.000 inwoners
Fig: 2007-2013: woonplaats TNS-gerechtigden, aantal per 100.000 inwoners
De donkerste regio’s hebben het hoogste aantal slachtoffers
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Epidemiologische ontwikkelingen Aantal mensen met mesothelioom in Nederland Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en de Nederlandse Kankerregistratie (NKR), registreren jaarlijks het totaal aantal mensen met mesothelioom (longvlies- en buikvliesmesothelioom) in Nederland (zie tabel hieronder). Inmiddels is het aantal mensen dat jaarlijks deze ziekte krijgt sinds 1990 bijna verdubbeld (1990: 270, 2012: 522). Momenteel ligt dit rond de 500 per jaar. Naar verwachting zal dit aantal voorlopig niet afnemen. De groep mesothelioompatiënten bestaat grotendeels uit mannen. Meer dan driekwart is op het moment dat de diagnose wordt gesteld boven de 65. Het aandeel jongeren daalt. Dit komt waarschijnlijk doordat het asbestgebruik in Nederland in de vorige eeuw vanaf eind jaren 70 sterk afnam. Onderzoek van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) uit het begin van deze eeuw voorspelde dat het aantal sterfgevallen als gevolg van maligne mesothelioom op zal lopen van 65 in 1969 en 265 in 1998 tot 490 in 2017. De cijfers van de NKR laten mogelijk zien dat deze piek al in 2011 is bereikt, eerder dan door het EUR onderzoek voorspeld. Het totaal aantal sterfgevallen wordt in de periode 2000-2028 geschat op meer dan 12.000 mannen en 800 vrouwen (Segura e.a., 2003). Jaar 1990 1995 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
CBS Totaal 273 323 377 325 402 389 401 394 393 398 382 463 470 421 471 481 500 497
NKR Totaal 270 336 350 346 415 402 402 365 411 447 502 491 462 502 481 529 527 522
CBS % man 86% 86% 87% 89% 87% 87% 86% 86% 88% 87% 90 % 86% 86% 87% 87% 89% 87% 86%
NKR % man 87% 87% 87% 92% 87% 87% 84% 85% 87% 88% 88% 85% 86% 86% 88% 88% 87% 86%
CBS %<65 jaar 41% 37% 35% 39% 30 % 33% 30 % 33% 25% 30 % 24% 25% 24% 23% 20 % 21% 21% 20%
NKR %<65 jaar 48% 42% 41% 38% 33% 38% 36% 33% 33% 35% 26% 29% 26% 30 % 27% 23% 24% 26%
Kenmerken asbestslachtoffers IAS De groep asbestslachtoffers met recht op een TAS- of TNS-tegemoetkoming bestaat vrijwel geheel uit mannen (bijna 90%). Meer dan driekwart is boven de 65 (zie pag.14). Zij wonen veelal in gebieden waar in het verleden met asbest is gewerkt op scheepswerven, in asbestproductie, isolatie- en asbestverwerkende bedrijven en in de metaal- en elektrotechnische industrie. Het gaat met name om de havens in Zeeland, Rijnmond en Noord-Oost Groningen, de industrie in Noord Holland, de mijnbouw en chemie in Zuid Limburg en de asbestverwerkende industrie in Twente rond Enschede (textiel) en Goor (Eternit fabriek). Zie ook plattegrond binnenkant achteromslag van dit jaarverslag.
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
15
Nieuws Medisch Medische procedure aanvragen IAS Voor alle mesothelioompatiënten die een aanvraag indienen bij het IAS wordt een bevestiging van de diagnose gevraagd aan het Nederlands Mesotheliomen Panel (NMP), een expertpanel van pathologen. Dr. Sjoukje van der Bij onderzocht de diagnostiek bij 1498 mensen die zich tussen 2005 en 2008 bij het IAS hadden aangemeld. Bij 6% kon de diagnose op basis van uitsluitend pathologisch onderzoek niet worden bevestigd,
onderzoek het aantal en de aard van de macrofagen en of deze een voorspellende factor kunnen zijn bij mesothelioom (red. asbestkanker). Bovendien wordt bekeken of het moduleren van deze cellen een verbetering van de huidige behandelingen mogelijk maakt. Macrofagen zijn potente immuuncellen die in aanzienlijke aantallen in mesothelioom tumoren kunnen voorkomen (tot wel 60% van de tumormassa). Bron: Erasmus Mc, 10 april 2013.
trouwbaar materiaal. Door middel van klini-
VS: eerste robotoperaties voor mesothelioom
sche beoordeling door meerdere longart-
Het Medisch Centrum van de Universiteit
sen werd bij 80% van deze groep alsnog de
van Arizona heeft in januari voor het eerst
diagnose mesothelioom bevestigd. Van der
twee extrapleurale pneumonectomie (EPP)
Bij concludeert dat het belangrijk is zo snel
operaties voor mesothelioom verricht met
mogelijk biopsiemateriaal bij mesothelioom-
behulp van een robot. Bij een EPP-operatie
patiënten te verzamelen om de kans op be-
worden de zieke long, het aangetaste vlies,
vestiging van de diagnose te vergroten. Dit
hartzakje en middenrif verwijderd. De voor-
onderzoek is door het IAS gefinancierd.
delen van het gebruik van een robot zijn
Bron: Van der Bij, S. e.a. (2013).
volgens de thoraxchirurg die de operaties
o.a. wegens te weinig of onvoldoende be-
uitvoerde groot: de operatie is veiliger, min-
Subsidie voor onderzoek mesothelioom Erasmus Mc De Amerikaanse patiëntenorganisatie Mesothelioma Applied Research Foundation (Meso 16
Foundation) financiert asbestkankeronderzoek binnen het Erasmus MC. De subsidie bestaat uit een geldbedrag van $ 100.000 voor een periode van twee jaar. Volgens Dr. Joost Hegmans, coördinator laboratoriumstudies in het Erasmus MC bestudeert het
der belastend, er is sprake van minder bloedverlies, een lager risico op infectie en overlijden en een korter verblijf in het ziekenhuis. Een mooie technische prestatie. Echter steeds meer experts twijfelen aan het nut van EPP. Behandelingen zijn steeds vaker gericht op het juist zoveel mogelijk sparen van de longfunctie. Bron: States News Service, 11 april, Pacific Meso Center, 24 mei 2013.
* Voor bronvermelding zie website IAS: www.asbestslachtoffers.nl onder Nieuws JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Interview Ronald Ostermeier over zijn vader, Arie Doolaard.
‘Mijn vader heeft het nooit willen weten, tot zijn laatste week aan toe.’ ‘Op de vraag van het IAS mee te werken aan het jaarverslag zei ik meteen ja. Dit omdat we ons daarmee – ook namens mijn vader – kunnen uitspreken. Mijn vader is eigenlijk mijn tweede vader, hij kwam in mijn leven toen ik vier was nadat mijn eerste vader overleden was. Ik heb hem altijd als mijn eigen vader gezien. Mijn ouders overwinterden altijd in Frankrijk of Spanje. Twee jaar geleden vertelden ze dat iedereen op de camping, ook mijn vader, griep had gehad. Mijn vader bleef daarna sukkelen. Daar waren we niet gerust op. Ik heb mijn vader nooit ziek gezien, hij was een boom van een vent, op dat moment 69 jaar. Kort daarna ging het zo slecht dat hij niks meer kon. De lokale huisarts voelde nattigheid en stuurde hem naar het ziekenhuis in Perpignan. In het ziekenhuis constateerden ze vocht achter zijn longen, dat meteen werd verwijderd. Ik ging direct naar Frankrijk om bij mijn ouders te zijn. Na allerlei onderzoeken werd onze vrees waarheid: mesothelioom oftewel asbestkanker. Daar is mijn vader altijd bang voor geweest. Ze hebben hem daar geopereerd, zijn longen zijn geplakt. Daarbij zeiden ze dat het er niet goed uitzag. Eigenlijk heb ik daar toen al afscheid genomen van hem. Wij wisten wat hem te wachten stond. Mijn vader heeft het nooit willen weten, tot zijn laatste week aan toe. Bij terugkomst in Nederland knapte hij eigenlijk goed op. We wisten wel wat van asbestkanker, maar gingen op internet op zoek naar meer informatie. Zo kwamen we op het IAS. We meldden mijn vader aan. Een dag later kregen we al een reactie en werd een afspraak gemaakt voor een huisbezoek. Tijdens dat bezoek deden we zijn verhaal. Het verslag dat we de dag daarop ontvingen klopte voor 100%. Mijn vader heeft bij diverse timmerbedrijven gewerkt en werkte zich via avondstudies op tot calculator. Hij ging bij een scheepsbetimmeringsbedrijf werken dat jachten afbouwde en bemanningsverblijven voor mammoettankers. Deze verblijven werden gemaakt van isolatieplaatmateriaal uit Zweden: puur asbest. Mijn vader, die alleen werk opnam op locatie en door de werkplaats liep, heeft zo de ziekte mesothelioom opgelopen. Die platen zijn enkele jaren later verboden. Helaas te laat. Wij denken ook aan al die andere mensen die dit materiaal verwerkten en echt in het stof stonden. 17
Mijn vader heeft het nog anderhalf jaar volgehouden. We dachten nog even dat de ziekte stilstond, al werd hij steeds vermoeider. Maar helaas: in september 2013 kreeg hij pijn in zijn rug, en ondanks de artsen die zeiden dat het een hernia was, wisten wij wel beter. Het bleek een uitzaaiing te zijn waardoor zijn heup was gebroken. Hij is daarna nog vijf maanden in een hospice verzorgd. Dat was geen leuke tijd, vooral vanwege zijn eigen ontkenning. Hij dacht nog steeds dat hij beter zou worden. Op 26 februari 2014 kwam aan deze kwelling een einde en is hij op 71-jarige leeftijd overleden. We hebben afscheid van hem genomen en hebben ons erbij neer kunnen leggen. Het IAS heeft de zaak heel goed behandeld. Al snel was er overeenstemming met mijn vaders voormalig werkgever en de financiële vergoeding die hij ontving heeft hij gebruikt om de tijd die hem restte tot hij te ziek werd zorgeloos te leven. Ondanks de onmachtige situatie hebben we aan de tussenkomst van het IAS een heel fijn gevoel overgehouden.’ JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
IAS MONITOR Sectoren Zeker
Misschien
Bouw en installatie Industrie Handel en diensten Transport Defensie Delfstoffen Energie Landbouw 0
500
1000
1500
2000
2500
3000
3500
Figuur: IAS-aanvragers naar sector : 1950-1993. Bron: IAS-aanvragen 2005 t/m 2012.
Asbestblootstelling naar sector (1950-1993) De figuur hierboven laat zien in welke sectoren IAS-aanvragers sinds 1950 hebben gewerkt en zeker of misschien aan asbest zijn blootgesteld. De belangrijkste takken zijn de bouwnijverheid (gebouwen en grond-, water- en wegenbouw) en installatiebranche (sanitair, verwarming, electra e.d), gevolgd door de industrie (met name scheepsbouw, metaal en elektrotechniek, zie figuur hieronder). In de bouw is vooral met asbestcement gewerkt. Veel bouwmaterialen met asbestcement (naar schatting zo’n 65%) zijn gebruikt als dakbedekking en wandmateriaal. In de industrie is asbest daarnaast in allerlei vormen als brandwerend isolatiemateriaal toegepast. Op de website van het IAS laat de IAS Monitor zien dat in de omvang van de blootstelling door de jaren heen een verschuiving plaatsvond van de industrie naar de bouw. In de jaren 50 was de blootstelling in de industrie, met name de scheepsbouw verhoudingsgewijs het grootst, in de jaren 70 de bouw en installatie. Logisch als de ontwikkeling van de omvang van de sectoren zelf in aanmerking wordt genomen: de industrie, met name scheepsbouw is door de jaren heen in Nederland kleiner geworden en de bouw juist groter. Als gekeken wordt naar de groep die verklaard heeft zeker in een bepaald dienstverband te zijn blootgesteld, dan hebben de meeste asbestblootstellingen in de jaren 60 en 70 plaatsgevonden.
Zeker
Misschien
bouwmaterialen, aardewerk, glaswerk
18
chemie, kunststoffen, rubber frictiematerialen, auto-, rijwiel, motor industrie overig metalectro scheepsbouw textiel, hout, confectie, papier treinbouw vliegtuigbouw voedings- en genotsmiddelen 0
500
100
Tabel: IAS –aanvragers naar industriesector: 1950-199). Bron : IAS aanvragen 2005 t /m 2012.
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
1500
Nederlandse asbestontwikkelingen Acties tegen asbest in Nederland In 2013 zijn weer allerlei maatregelen genomen om naar de toekomst toe te voorkomen dat mensen door asbestblootstelling ziek worden. Een greep. De boetes voor het onzorgvuldig omgaan met asbest zijn verdubbeld. De inspectie legt vaker werk stil bij constatering van misstanden. Uit schepen onder Nederlandse vlag moet binnen drie jaar de asbest zijn verwijderd. Het Rijk heeft 20 miljoen euro beschikbaar gesteld voor het vervangen van asbestdaken door daken met zonnepanelen. Een voorlichtingscampagne van de Inspectie SZW (voorheen Arbeidsinspectie) gericht op installateurs. Een app van de inspectie om malafide saneringen te kunnen melden. Woningcorporaties maken handboeken over hoe met asbest om te gaan en vooral over hoe over asbest te communiceren. De Atlas Leefomgeving en het Landelijk Asbest Volg Systeem (LAVS) laten zien waar asbest zit. Protest tegen bepaalde maatregelen is er ook. De nieuwe regels zijn te streng en te ingewikkeld. Asbestsanering wordt te kostbaar, wordt gezegd. Dat werkt illegaal gedrag in de hand. Onze concurrentiepositie verzwakt omdat het buitenland niet zo streng is tegen asbest als wij. Feit blijft dat Nederland nog vol asbest zit: naar schatting zo’n 100 miljoen m2 asbestdak, 35.000 km waterleiding, 700.000 ton asbest in gebouwen, 60% van de sociale huurwoningen en een kwart van de scholen. Én: het aantal slachtoffers neemt nog niet af. Dakbeschot Schoorsteen Plafondbeplating Aftimmering rond rookafvoer
Imitatiemarmer achter wasbak Riolering Ontluchtingskanaal Vezelplaat achter tegelwand
Standleiding Vloerzeil Rioleringspijp Ontluchtingskanaal
Schoorsteen Kit tussen kozijn en gevel Sandwichpaneel in kozijn Boeiboard Dakbeschot Daklei en gevelbeplating
Prullenbak Balkonvloer Tussenschot Knieschot
Kort achter kachel Ontluchtingskanaal Vloerzeil Wandbeplating
Betimmering onderkant van de trap Zeil in de kast Asbest in de deur Plaat aan de binnenkant van de deur
Vensterbanken Koort rondom rookgasafvoer Schouwplaat Vinyltegels
Golfplaten borders Plantenbak Asbestcement stoelen Afscherming met golfplaat
Bitumen lijnlaag op de vloer Vloerzeil op traptrede Kruipluik
Afdichting stoppenkast met asbestkoord Beplating deur Plaat boven meterkast Beplating achter stoppenkast
Riolering Isolatie leidingen Luik Asbestrestanten
Geiser Ontluchtingspijp Afzuigkap Beplating onder kookplaat
Golfplatendak Plafondbeplating Dakleien Dakgoot
Asbesttoepassingen in en om huis. Bron: Search BV, mei 2014
* Voor bronvermelding zie website IAS: www.asbestslachtoffers.nl onder Nieuws en Editorials JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
19
IAS EDITORIAL Fatale asbestblootstelling, een complex begrip Van alle mensen die in het verleden aan asbest zijn blootgesteld, krijgt een klein deel (ca. 6%) maligne mesothelioom. Waarom worden nu juist deze mensen ziek en anderen niet? Was het de manier waarop, bijvoorbeeld doordat men met de gevaarlijkste soorten amfibool (bruin of blauw) asbest in aanraking kwam? Of was de optelsom fataal, het lichaam kon de hoeveelheid niet meer aan? Op welk moment was de blootstelling dan fataal? En in hoeverre lag het in aanleg voor kanker? De wetenschap heeft hierop nog geen eenduidig antwoord. Het IAS gaat na waar, wanneer en hoe de asbestblootstelling heeft plaatsgevonden en kan mogelijk op basis hiervan een begin van een antwoord geven op deze vraag. Meerdere factoren lijken een rol te spelen.
Werken met of bewerken van asbest Bijna 90% van de mesothelioompatiënten is man. Bij meer dan 80% van alle aanvragers beoordeelt het IAS professioneel werken met asbest als belangrijkste oorzaak. Het gaat vooral om mannen die met asbest hebben gewerkt. Bij de 20% die dat niet heeft gedaan, is indirecte blootstelling één van de verklaringen. Dit doordat men bijvoorbeeld in een omgeving was waar door anderen met asbest werd gewerkt.
Amfibool is gevaarlijker dan serpentijn Is de groep die mesothelioom krijgt zo klein omdat het alleen mensen treft die met amfibool asbest in aanraking zijn geweest? Dit zou een verklaring kunnen zijn als in aanmerking wordt genomen dat naar schatting maar 10% van alle in Nederland gebruikte asbest amfibool asbest is geweest (90% was chrysotiel/serpentijn asbest). Amfibool asbest werd met name in brandwerende toepassingen gebruikt. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie WHO en het Internationaal Agentschap voor Onderzoek naar Kanker (IARC) zijn alle asbestsoorten gevaarlijk, maar bepaalde soorten zijn gevaarlijker dan andere. Zowel toxicologisch als epidemiologisch onderzoek laten zien dat amfibool asbestvezels (meestal blauwcrocidoliet-of bruin-amosiet asbest) veel gevaarlijker zijn dan serpentijn asbestvezels (wit-chrysotiel asbest). Uit muisonderzoek en onderzoek van longweefsel van mesothelioompatiënten komt naar voren dat het gevaar vooral in de langere amfiboolvezels zit die de vorm van staafjes hebben. Volgens epidemiologisch onderzoek onder cohorten hoog blootgestelde arbeiders die met asbest hebben gewerkt, is amfibool asbest ook bij korte, of lage blootstelling een oorzaak van mesothelioom, chrysotiel asbest alleen bij intensieve, langdurige blootstelling.
Aanleg voor mesothelioom Is aanleg voor kanker een reden dat de een wel mesothelioom krijgt en de ander niet? Bij een aantal vormen van kanker (bijv. borstkanker) is de erfelijke component al duidelijk, bij mesothelioom nog niet. Momenteel wordt o.a. onderzoek gedaan naar mensen die door een mutatie in bepaalde genen (BAP1, GTSTT1) gevoeliger lijken te zijn voor het ontwikkelen van asbestgerelateerde longziekten als mesothelioom (BAP1) of fibrose (GTSTT1). Hoewel meer onderzoek nodig is, lijkt het erop dat genetische factoren in ieder geval een rol kunnen spelen bij het risico op mesothelioom.
De optelsom: verklaringen van slachtoffers laten een complex beeld zien 20
Wat was nou fataal voor de slachtoffers? De manier waarop men bijvoorbeeld in een bepaald risicoberoep met (amfibool) asbest in aanraking kwam? Of zou het de optelsom van blootstellingen kunnen zijn, waardoor het lichaam op een gegeven moment na zoveel blootstellingen geen weerstand meer had? In de verklaringen van slachtoffers komen beide mogelijkheden naar voren. Asbest zat immers overal in Nederland. Dit had als gevolg dat men in meerdere verschillende situaties met asbest in contact kwam, in verschillende beroepen en daarnaast ook nog privé.
Conclusie Op dit moment is nog niet precies met zekerheid aan te geven waarom maar een klein deel van de groep die in het verleden aan asbest is blootgesteld mesothelioom krijgt. Wel is duidelijk dat meerdere verklaringen een rol kunnen spelen: werken met asbest of bewerken van asbesthoudende materialen, amfibool asbest, aanleg voor kanker en de optelsom van blootstellingen. Op basis van de huidige kennis zou in het beleid in ieder geval de hoogste prioriteit gegeven moeten worden aan sanering van locaties binnen en materialen waarin met name amfibool asbest is toegepast. De inmiddels meer dan 6000 verklaringen van slachtoffers in de databank van het IAS zijn daarnaast een belangrijke bron van informatie over waar de belangrijkste risico’s in het verleden lagen en misschien nog steeds liggen.
* Voor bronvermelding zie website IAS: www.asbestslachtoffers.nl onder Editorials JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Interview Simone Aarendonk, beleidsmedewerker van het IAS
‘Het IAS heeft het echte verhaal, de harde gegevens over de effecten van asbestblootstelling’ ‘In 2004 ben ik bij het IAS begonnen. In de afgelopen 10 jaar heb ik mij vooral bezig gehouden met onderzoek ten behoeve van de uitvoeringstaak van het instituut en de ontwikkeling van het instituut als kenniscentrum op het gebied van asbestblootstelling en gezondheid. In dat verband speelt ook de Nieuwsbrief van het IAS, waar ik redacteur van ben, een belangrijke rol. De laatste tijd richtte mijn aandacht zich ook op de operationalisering en verankering van de ziekte asbestose in de wet- en regelgeving, omdat per 1 april 2014 ook werknemers en zelfstandigen met asbestose bij het IAS terecht kunnen voor een tegemoetkoming of schadevergoeding, mits ze voldoen aan bepaalde criteria. In de afgelopen jaren is mijn werkterrein steeds breder geworden en ervaar ik dat de verzamelde kennis meer gebruikt wordt door de overheid en in de georganiseerde asbestwereld. Dat geeft mij veel voldoening. Een van mijn eerste activiteiten bij het IAS betrof een onderzoek naar de bereikbaarheid van oudere asbestslachtoffers met mesothelioom). Uit onze cijfers bleek dat deze groep minder vaak een aanvraag indiende bij het IAS voor een tegemoetkoming. Aan deze onderaanmelding bleek een complex van factoren ten grondslag te liggen. Inzicht hierin heeft geholpen bij het nemen van passende maatregelen om deze situatie te verbeteren. Goede informatie over asbest is essentieel. Ik verbaas me steeds over wat er in de pers geroepen wordt over de risico’s en bijvoorbeeld over de aantallen slachtoffers. Ik ben daarom heel blij met de IAS Monitor op onze site. Het IAS beschikt namelijk als enig instituut in Nederland over de echte harde gegevens van de mensen die door asbest ziek zijn geworden.Samen met de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) hebben we de afgelopen jaren deze gegevens systematisch in kaart gebracht. Het betreft inmiddels een omvangrijke databank met gegevens over het gebruik van asbest in de afgelopen jaren en de ontwikkeling van het aantal mesothelioomslachtoffers naar geslacht, leeftijd, woonplaats, beroep en sector waarin men heeft gewerkt. Via de IAS Monitor weten we o.a. dat bijna 90% van de slachtoffers man is, dat driekwart van de mesothelioompatiënten op het moment van diagnose boven de 65 is en dat deze diagnose op steeds hogere leeftijd wordt gesteld. Beroepen als timmerman en monteur en sectoren als scheepsbouw, metaal- en elektrotechniek, bouw en installatie waren in het verleden het meest risicovol, en misschien op dit moment nog steeds. Het gaat in de IAS Monitor om unieke cijfers, waar, zo merken wij via de website,veel belangstelling voor bestaat. Regelmatig word ik uitgenodigd om hierover presentaties te geven voor allerlei doelgroepen. Op die momenten heb ik echt de indruk een waardevolle bijdrage te kunnen leveren aan de aanpak van deze nog steeds zeer schrijnende problematiek. ‘ JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
21
IAS MONITOR Beroepen Zeker
Misschien
Timmerman Monteur Machinebankwerker Verwarmingsmonteur Elektromonteur Loodgieter Lasser Isoleerder Mijnwerker Automonteur Pijpfitter Metselaar Scheepstimmerman Scheepsijzerwerker Scheepswerktuigkundige Bedieningsvakman Vrachtwagenchauffeur Aannemer/uitvoerder bouw Scheepsmachinist Elektriciën 0
200
400
600
800
1.000
1.200
1.400
Tabel: top 20 IAS aanvragers naar beroep (1950-1993) met, volgens eigen verklaring zeker of misschien asbestblootstelling. Bron: IAS aanvragen 2005 t/m 2012.
De tabel hierboven laat de top 20 van asbestrisicoberoepen in Nederland zien. Timmerlieden zijn in de bouw veel met asbest in aanraking geweest. Asbestblootstelling was een gevolg van zagen, slijpen, frezen en boren in asbestcementproducten. In de installatie en industrie is tot het begin van de negentiger jaren tijdens onderhoud, reparatie en sloop van ketels, ovens, pompen, turbines en pijpen waarschijnlijk regelmatig asbestblootstelling opgetreden door het verwijderen van asbestkoord, asbestkous en diverse asbestpakkingen. Hieronder een overzicht van asbestrisicoberoepen in de scheepsbouw, de sector waarin Roelof de Hoop (zie volgende pagina) ook werkzaam was. In de scheepsbouw is geruime tijd op grote schaal asbest gebruikt.. In schepen werd op beperkte schaal de asbestmatras, een asbestdoek gevuld met los asbest, als isolatiemateriaal gebruikt. In de scheepsbouw en -reparatie werd veel personeel direct of indirect blootgesteld aan asbest tijdens de afbouw van de schepen alsmede in de diverse werkplaatsen op scheepswerven zoals de machinefabriek en de timmerfabriek. Dit heeft tot medio zeventiger jaren geduurd. In de scheepsreparatie en -sloop is asbestblootstelling tot vandaag de dag aan de orde. Zeker
22
Misschien
Machinebankwerker Scheepstimmerman Scheepsijzerwerker Lasser Pijpfitter Elektromonteur Scheepsbeschieter Monteur Scheepsschilder Chef metaalproductie 0
20
40
60
80
100
120
140
Tabel: sector scheepbouw: IAS-aanvragers naar beroep (1950-1993) met, volgens eigen verklaring zeker of misschien asbestblootstelling. Bron: IAS-aanvragen 2005 t/m 2012.
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Interview Roelof de Hoop, asbestslachtoffer met mesothelioom
‘Een elektrische fiets komt er bij mij voorlopig niet in’ ‘Ik ben geboren in 1937 en nu dus 76 jaar oud. Ik was 15 toen ik in 1952 met werken begon op een scheepswerf in Kinderdijk. Dat was bij IHC Smit, althans zo heet het tegenwoordig na een aantal bedrijfsfusies. Daar heb ik 42 jaar gewerkt tot aan mijn pensioen in 1994. Ik ben begonnen als pijpfitter en in die tijd ben ik veel met asbest in aanraking geweest. Het kwam voor dat ik zelf bezig was met asbestpakkingen en asbestkoord, terwijl mijn collega’s in dezelfde ruimte met asbest stonden te spuiten. Dat het gevaarlijk spul was, daar stond je in die tijd nog helemaal niet bij stil. Er werd ons nooit iets verteld en we kregen geen beschermingsmiddelen. Na verloop van tijd kreeg ik een andere functie, namelijk die van technisch tekenaar van scheepspijpleidingen. Dat was natuurlijk veel meer een kantoorbaan, maar dat betekende niet dat ik niet meer met asbest te maken had. Want ik kwam nog geregeld aan boord om te kijken of wat ik had getekend goed was geïnstalleerd. Ook toen heb ik dus nog asbestvezels ingeademd. Ik heb nooit gerookt, dronk niet en was altijd goed gezond. Maar opeens ging ik kwakkelen. Ik was al een tijdje kortademig, toen ik in juni 2013 toch maar eens voor onderzoek naar het ziekenhuis ben gegaan. Diezelfde dag nog hebben ze meer dan 5 liter vocht achter mijn longen weggehaald. Dan weet je al dat er iets mis is, maar het is toch een hele klap als je dan een paar weken later hoort dat het asbestkanker is. Chemotherapie wilde ik niet. Daar kun je zo ziek van worden, de extra levensverwachting van een paar maanden was het me niet waard. En op een of andere manier heeft dit goed uitgepakt, want het laatste half jaar ben ik niet heel veel slechter geworden. Misschien scheelt het dat ik in feite een milde vorm van mesothelioom heb, want bij mij zit het maar in één long. Ik had altijd een moestuin en het was de lust en mijn leven om daar in te werken. Dat gaat nu niet meer, maar ik kan nog wel een eindje fietsen. Dat doe ik zoveel mogelijk. En op een gewone fiets, een elektrische komt er voorlopig bij mij niet in. Bij het IAS ben ik snel en goed geholpen, ik ben daar zeer tevreden over. Wat mij wel steekt is dat ik van mijn werkgever nooit iets heb gehoord. Ze hebben wel meegewerkt aan de bemiddelingsprocedure van het instituut, maar ik had graag ook een persoonlijk blijk van medeleven gehad. Gelukkig leeft een aantal oud-collega’s wel met me mee. Ik moet accepteren dat ik deze ziekte heb en denk dan maar dat ik met mijn vrouw en onze kinderen een fijn leven heb gehad. En toch ook nog steeds heb. De ene dag gaat het beter dan de andere, maar ik leef nog steeds en van mij mogen er nog een paar jaartjes bijkomen.’
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
23
Internationale ontwikkelingen Wereldwijde asbestproductie en gebruik in 2000 en 2012 In volgorde omvang Asbestproductie (in tonnen) Asbestgebruik (in tonnen) 2000 2012 2000 2012 Land Omvang Land Omvang Land Omvang Land Omvang Rusland 750.000 Rusland 1.000.000 Rusland 449.239 China 530.834 Canada 340.000 China 420.000 China 382.315 India 493.086 China 260.000 Brazilië 306.500 Brazilië 172.560 Rusland 155.476 Brazilië 170.000 Kazakhstan 241.200 India 145.030 Brazilië 167.602 Kazakhstan 125.000 India 20.000 Thailand 109.600 Indonesië 161.824 Zimbabwe 110.000 Argentinië 100 Japan 85.440 Oezbekistan 103.608 Griekenland 50.000 Oekraïne 80.942 Vietnam 78.909 Swaziland 25.000 Kazakhstan 71.737 Thailand 58.008 India 21.000 Vietnam 44.150 Sri Lanka 54.704 Zuid Afrika 18.909 Oezbekistan 43.374 Oekraïne 42.000 Japan 18.000 Indonesië 42.877 Colombia 25.164 VS 5.260 Iran 40.707 Mexico 17.020 Overig 4.000 Overig 367.179 Overig 73.493 Totaal 1.900.000 Totaal 1.987.800 Totaal 2.035.150 Totaal 1.961.728 Bron : Virta, RL: World Asbestos Supply and Consumption Trends from 1900 through 2003; US. Geological Survey Minerals Yearbook 2000 + 2012 (worksheet for world asbestos consumption calculations)
Asbestproductie en gebruik Ondanks de inmiddels algemeen bekende schadelijke gevolgen zijn productie en gebruik van asbest wereldwijd nog lang niet uitgebannen. Als gekeken wordt naar de productie in 2000 en 2012 is te zien dat deze zelfs licht is toegenomen. Door steeds meer asbestverboden heeft deze zich echter geconcentreerd in enkele landen die meer zijn gaan produceren. Dat geldt met name voor Rusland, maar in mindere mate ook voor China, Brazilië en Kazakhstan. In Canada is de productie inmiddels gestopt. Rusland is verreweg de grootste producent en alleen verantwoordelijk voor bijna de helft van de asbestproductie wereldwijd. De EECCA regio, een blok van 12 landen in Oost-Europa, Kaukasus en Centraal-Azië, is sterk vertegenwoordigd zowel in productie als in gebruik van chrysotiel (wit) asbest. De regeringen van deze landen ondersteunen het beleid dat chrysotiel (wit) asbest veilig, onder gecontroleerde omstandigheden gebruikt kan worden. Gebruik van asbest gebeurt vooral in Azië, met name in China en India. Rusland en 24
Brazilië zijn zowel grootgebruikers als producenten van grote hoeveelheden asbest, hoewel het gebruik in deze landen sinds 2000 sterk is afgenomen. Asbest wordt vooral in de structuur van woningen, daken en waterleidingen gebruikt en is nog steeds goedkoper dan vervangende materialen als polyproleen of aluminium. Zowel de wereldwijde asbestproductie als het gebruik liggen jaarlijks stabiel rond de twee miljoen ton.
Campagnes tegen asbest Wereldwijd zijn in 2013 in allerlei landen maatregelen genomen om het gebruik van asbest tegen te gaan en mensen bewust te maken van de risico’s. De Nederlandse overheid richt zich in 2013 vooral op asbestverwijderaars, schoolbestuurders, boeren, installateurs en werknemers uit de scheepsbouw-, reparatie en sloop. Australië en Nieuw-Zeeland hebben extra aandacht voor doe-het-zelvers, onderhoudsmedewerkers, JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
zelfstandige timmerlieden, loodgieters, elektriciëns en andere vakmensen. De Australische regering besluit daarnaast meer dan 10,5 mln Australische dollars te investeren in een nationale aanpak voor de bescherming van burgers tegen asbest. Onderdeel is de oprichting van een Asbest Veiligheids- en Verwijderingsagentschap. De British Lung Foundation presenteert in 2013 een 5-stappenplan voor vakmensen. Dit geeft hen handvaten om asbest overal en in alle vormen te herkennen en er vervolgens veilig mee om te gaan. De Italiaanse regering besluit tientallen miljoenen euro’s te reserveren voor medisch, epidemiologisch en milieutechnisch onderzoek naar de gevolgen van asbestvervuiling. Het Turkse Nationale Instituut voor Volksgezondheid start een bewustwordingscampagne in 437 dorpen en 30 steden. Naar schatting zijn inmiddels op het Turkse platteland een miljoen mensen aan asbest blootgesteld. Zwitserland en Duitsland starten een screeningsprogramma voor asbestrisicogroepen met een hoog risico op longkanker. Zij krijgen de mogelijkheid een CT-scan te laten maken teneinde longkanker in een vroeg stadium te kunnen ontdekken.
Vergoedingsregelingen In haar Queen’s Speech ter gelegenheid van het nieuwe parlementaire jaar kondigt de Britse koningin Elizabeth in 2013 een nieuwe compensatieregeling voor asbestslachtoffers met mesothelioom aan. Via deze regeling kunnen Britse asbestslachtoffers met mesothelioom ook schadevergoeding ontvangen als de aansprakelijke werkgever of verzekeraar niet meer kan worden geïdentificeerd of opgespoord. De Britse verzekeraars financieren de regeling. Deze zal in juli 2014 in werking treden. De uitkering zal gemiddeld 115.000 pond per slachtoffer zijn. In 2014 gaat het om bijna 900 mensen en daarna tot 2024, om naar schatting 300 mensen per jaar. Het Britse ministerie van Justitie werkt daarnaast aan een voorstel dat ervoor moet zorgen dat claims voor mesothelioom in de toekomst, net zoals in Nederland, op een vaste, geprotocolleerde manier worden afgehandeld. Doel is de snelheid te bespoedigen, opdat zoveel mogelijk slachtoffers nog bij leven een vergoeding krijgen uitgekeerd. Op dit moment neemt de helft van de Britse mesothelioomzaken meer dan een jaar in beslag. Bij toepassing van het nieuwe model worden zaken met verzekeraars binnen 6 maanden afgehandeld. De Zuid-Afrikaanse Asbestos Relief Trust (ART) heeft sinds 2003 aan 3639 asbestslachtoffers een schadevergoeding toegekend wegens beroeps- of milieugerelateerde blootstelling aan asbest. Het gaat om totaal 26,6 mln US-dollar. Het fonds werd opgericht na een schikking van de eigenaren van de voormalige asbestmijnen. Sinds 2007 neemt het aantal maandelijkse claims af. Momenteel ligt dat op 10-12 per maand. Het asbestcompensatiefonds van Australië’s voormalige asbestverwerker en multinational James Hardie heeft tussen maart 2012 en maart 2013 aan 519 slachtoffers een schadevergoeding betaald. Het gemiddelde bedrag per claim bedroeg 231.000 dollar (163.000 euro). Het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden neemt in 2013 een wetsvoorstel aan dat asbestcompensatiefondsen verplicht meer transparantie te bieden. Ze moeten o.a. elk kwartaal inzicht geven in de claims die ze in behandeling hebben genomen. Dit om fraude door het indienen van claims bij meerdere fondsen tegelijk te voorkomen. De Affordable Care Act, ook wel Obamacare genoemd, zal er aan de andere kant voor zorgen dat mesothelioompatiënten een betere toegang tot de gezondheidszorg krijgen. Momenteel kunnen mesothelioompatiënten nog voor een verzekering worden geweigerd of alleen tegen een astronomisch hoge premie verzekerd worden. Dat kan straks niet meer.
* Voor bronvermelding zie website IAS: www.asbestslachtoffers.nl onder Nieuws JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
25
IAS MONITOR Ontwikkeling mesothelioom – Nederland/Internationaal 600
60
500
50
400
40
Nederland: aantal mesothelioom naar geslacht en diagnosejaar: 1989-2012. Bron: NKR.
2012
2010
2008
2006
2004
2002
2000
1998
1996
2012
2010
2008
2006
2004
2002
2000
1998
1996
0
1994
0
1992
10
1990
100
1994
20
1992
200
Vrouwen Mannen Totaal
30
1990
Vrouwen Mannen Totaal
300
Nederland: Incidentie mesothelioom per miljoen inwoners naar geslacht en diagnosejaar: 1989-2012. Bron: NKR.
De figuur linksboven toont het aantal mesothelioomdiagnoses per jaar, totaal en per geslacht voor de periode 19892012, de figuur rechtsboven de incidentie, het aantal per miljoen inwoners. Tussen 1989 en 2005 is een stijging van diagnoses in absolute aantallen te zien van 274 in 1989 tot 502 in 2005. Sinds 2005 ligt dit aantal rond de 500 per jaar. Mannen vertegenwoordigen 85 tot 92% van het totaal. De absolute aantallen zijn sterker toegenomen dan de aantallen per miljoen inwoners (incidentie). De figuur hieronder geeft een impressie van het aantal mesothelioomsterfgevallen (per miljoen inwoners per jaar) wereldwijd. Aangezien de overlevingskans gering is, zijn incidentie- en sterftecijfers vrijwel gelijk. Te zien is dat de sterfte in Groot-Brittannië, Nederland en Australië bijzonder hoog is. Dit in vergelijking met omringende landen. Onduidelijk is hoe betrouwbaar de registraties in de verschillende landen is. Veel landen ontbreken zelfs helemaal in de cijfers, ook grote asbestproducenten en gebruikers als Rusland, China, Brazilië en India.
26
Costa Rica Cuba Dominicaanse Republiek Ecuador Mauritius Peru Zuid-Korea Estland Litouwen Roemenië Servië Slowakije Hong Kong Hongarije Mexico Portugal Argentinië Letland Polen Tsjechië Japan Spanje Verenigde Staten Israël Ierland Oostenrijk Slovenië Zweden Duitsland Frankrijk Noorwegen Denemarken Finland Italië Kroatië Luxemburg België Malta Australië Nederland Verenigd Koninkrijk
0
5
10
15
20
25
30
35
Nederland internationaal vergeleken: Aantal mesothelioomsterfgevallen per land per miljoen inwoners in 2010. Bron: WHO
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
IAS JURIDISCH Advies Hebly/Lindenbergh Doorbreking van de absolute verjaring in geval van mesothelioomclaims: de toepassing van de gezichtspunten uit Van Hese/Schelde In het arrest Van Hese/De Schelde uit 2000 schreef de Hoge Raad een gezichtspuntencatalogus voor aan de hand waarvan moet worden beoordeeld of de verjaringstermijn in een concreet geval moet worden doorbroken of juist gehandhaafd. In dit advies* staat de vraag centraal hoe de gezichtspunten door rechters in hun beoordeling van het verjaringsverweer worden betrokken. Als ‘startpunt’ is gekozen voor het adviesrapport van de Commissie Hijma uit 2009 waarin ten aanzien van de twee door het Instituut Asbestslachtoffers als meest problematisch ervaren gezichtspunten een uitgebreid advies wordt gegeven. Een vraag die rijst is of het advies van de Commissie Hijma ten aanzien van die twee gezichtspunten weerklank heeft gevonden in de lagere rechtspraak. Onderzocht is de sinds begin 2009 gepubliceerde rechtspraak waarin het ging om een vordering van (de nabestaanden van) een mesothelioomslachtoffer op diens werkgever. Conclusies van het onderzoek zijn dat, uitzonderingen daargelaten, door de rechter steeds alle zeven gezichtspunten uit Van Hese/Schelde in de beoordeling van het verjaringsverweer worden betrokken. De gezichtspunten c (de verwijtbaarheid), e (de mogelijkheid tot verweer) en g (het voortvarendheidsvereiste) lijken het meest bepalend voor het uiteindelijke oordeel met betrekking tot de verjaring. Gezichtspunt g valt als preliminair aan te merken in die zin dat, als wordt geconcludeerd dat er niet voldoende voortvarend is opgetreden, het doek voor de eiser moet vallen. De rechtspraak lijkt op dit punt het advies van de Commissie Hijma te volgen in die zin dat zowel aansprakelijkstelling als het instellen van een vordering binnen twee jaar na diagnose dienen te geschieden. De gezichtspunten a, b, d en f worden doorgaans van minder belang geacht door de feitenrechters. De wetgever heeft met de Wet verjaring personenschade inmiddels weliswaar een voorziening getroffen door ten aanzien van personenschade nog slechts de korte verjaringstermijn te handhaven (art. 3:310 lid 5 BW), maar deze regeling is niet van toepassing indien de schadeveroorzakende gebeurtenis vóór 1 februari 2004 heeft plaatsgevonden (art. 119b OBW). Dit betekent dat voor de verjaringstermijn van 30 jaar de ‘materiële inwerkingtreding’ plaatsvindt op 1 februari 2034. Tot die tijd moet de rechtspraak voortploeteren met de beoordeling van verjaringsverweren aan de hand van de gezichtspuntencatalogus uit Van Hese/Schelde. De grote hoeveelheid rechtspraak en het vaak raadselachtige ‘soortelijk gewicht’ dat rechters aan de verschillende gezichtspunten toekennen brengen met zich mee dat daarin voor partijen en voor de rechter veel tijd en energie gaat zitten, waarvan allerminst aannemelijk is dat het resulteert in ‘betere’ beslissingen. Een aanzienlijke belasting voor de betrokken partijen veroorzaakt het wel. Het aanbrengen van een ten minste globale hiërarchie in de gezichtspuntencatalogus zou beslist bijdragen aan een vlottere afwikkeling, zou volgens de onderzoekers niet afdoen aan de inhoudelijke kwaliteit van de beslissingen en valt daarom te verkiezen. Mr. M.R. Hebly - docent privaatrecht Universiteit Utrecht en Prof. mr. S.D. Lindenbergh - hoogleraar privaatrecht Erasmus Universiteit Rotterdam September 2013 * Hebly, M.R. & Lindenbergh, S.D (2013). Doorbreking van de lange verjaringstermijn en stelplicht en bewijslast bij vorderingen van mesothelioomslachtoffers op de werkgever. Rechtspraakanalyse 2009-2013. Advies voor het Instituut Asbestslachtoffers. Erasmus Universiteit Rotterdam. JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
27
Juridische ontwikkelingen Eerste asbestclaim tegen staat In 2013 heeft voor het eerst iemand de Nederlandse staat aansprakelijk gesteld vanwege nalatigheid in de bescherming tegen de risico’s van asbest. Het gaat om een 58-jarige man, die tussen 1977 en 1984 in de aluminiumindustrie in Vlissingen vrijwel dagelijks met asbest heeft gewerkt. In 2009 bleek hij mesothelioom te hebben. Van zijn werkgever kreeg hij geen beschermingsmiddelen of extra voorlichting. De ex-werkgever erkende aansprakelijkheid, maar ging in 2011 failliet. Om toch zijn schade vergoed te krijgen, heeft de werknemer nu een schadeclaim ingediend bij de overheid wegens onvoldoende wetgeving, toezicht en handhaving in het asbestdossier. Dit omdat pas in 1993 het gebruik van asbest verboden werd, terwijl de risico’s van asbest al veertig jaar bekend waren. Ook zou de overheid onder druk van de lobby van de asbestindustrie zich te afwachtend hebben opgesteld. Volgens deskundigen op het gebied van overheidsaansprakelijkheid is de claim zeker niet kansloos. Van belang daarbij is of de staat op de hoogte was of had moeten zijn van het levensgevaar van asbest. Het Hof in Straatsburg oordeelde eerder in een andere zaak dat overheden preventief moeten optreden als zij een concrete aanwijzing hebben dat een levensbedreigende situatie kan ontstaan, die het recht op leven acuut in gevaar brengt. Bij overtreding kunnen volgens het Europese Hof overheden in beginsel zelfs in aanmerking komen voor strafrechtelijke vervolging (bron: NRC,13 november 2013).
Haastige asbestsanering kan leiden tot forse schadeclaims De verbouwing van een Albert Heijn in een winkelcentrum in Veenendaal in 2009 zou volgens een afspraak met de aannemer in een weekend worden afgerond. Toen er asbest werd gevonden besloot de aannemer onder deze tijdsdruk om te gaan saneren, terwijl alle andere werkzaamheden gewoon doorgingen. Bij een controle trof de Inspectie SZW vervolgens in dezelfde ruimte naast ‘mannen in witte pakken’ ongeveer 60 werklieden aan zonder beschermende kleding. Het werk werd direct stilgelegd. Na meting bleek de concentratie asbest vele malen hoger te zijn dan de toegestane grenswaarden. En niet alleen bij Albert Heijn. Want door een open verbinding met het winkelcentrum werden ook op andere plekken hoge concentraties gevonden. Direct omliggende winkels moesten dicht en de sanering duurde een aantal maanden. De getroffen winkeliers spanden gezamenlijk een civiele procedure aan tegen Ahold om de geleden schade vergoed te krijgen. Ahold stelde vervolgens eigenaar ING van het winkelcentrum aansprakelijk, omdat die zou hebben geweten van de aanwezigheid van asbest op grond van een eerdere sanering. ING vond echter dat de schuld bij Ahold lag. Die had een grondige asbestinventarisatie moeten laten maken en de sanering op de juiste manier moeten laten uitvoeren. De rechter vond dat beide partijen aansprakelijk waren en voor de schade moesten opdraaien. Een waarschuwing voor sloopbedrijven 28
en opdrachtgevers die wet- en regelgeving overtreden. Want buiten strafrechtelijke procedures en boetes kan een dergelijk incident dus ook uitlopen op een civiele procedure, waarbij de schadevergoeding uiteindelijk in de tonnen kan lopen. (bron: Kantonrechter Amsterdam, 28 januari 2013).
Oprekken aansprakelijkheid bij mesothelioom Lange tijd werd door rechters aangenomen dat bedrijven pas ergens in de jaren ’60 van de vorige eeuw op de hoogte konden zijn geweest van de alomvattende risico’s van asbest. Dit gegeven speelt een belangrijke rol in zaken van asbestslachtoffers met mesothelioom waarbij er in principe sprake is van verjaring, maar waarbij de rechter bepaalt dat de werkgever daar geen beroep op mag doen. Sinds eind 2012 mogen we echter, op basis van uitspraken van onder meer het gerechtshof Den Haag, aannemen dat ook oudere gevallen van mesothelioom onder de werkgeversaansprakelijkheid kunnen vallen. In ieder geval is dat JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
zo bij grote bedrijfstakken zoals de scheepsbouw, waar werknemers al in de jaren ‘50 langdurig en/of intensief zijn blootgesteld aan asbest en waarbij de werkgever geen afdoende beschermende maatregelen heeft getroffen. Volgens het hof begint de aansprakelijkheid in feite al in 1948, toen asbestose in Nederland officieel werd erkend als beroepsziekte. In bedrijfstakken en beroepen waar minder langdurig en/of minder intensief met asbest is gewerkt, lijkt het bovenstaande niet in gelijke mate van toepassing. Hoewel er dus nog niet gesproken kan worden van een algemene verschuiving van de verjaringsgrens, is niet iedereen gelukkig met de weg die de rechter is ingeslagen. Zo ook oud-topambtenaar Jan Willem Henfling, directeur van het toenmalige Rijksinstituut voor Visserij Onderzoek. In een interview in dagblad Trouw vraagt hij zich af ‘hoe redelijk het is om werkgevers moreel aansprakelijk te houden voor de gevolgen van iets dat destijds door niemand nog echt serieus werd genomen’. Volgens Henfling is het met de wetenschappelijke kennis van nu gemakkelijk juridisch oordelen over vroeger, ‘maar tussen iets kunnen weten op basis van wetenschappelijke informatie en het in de praktijk toepassen van die kennis, bestaat een enorme kloof’. (bron: Trouw, 12 januari 2013).
Aansprakelijkheid voor toekomstige asbestziekten Op grond van een uitspraak van het Landesgericht Berlijn kunnen Duitse verhuurders aansprakelijk worden gehouden voor toekomstige gezondheidsschade bij hun huurders, indien er sprake is van asbest in een woning. Een moeder van drie kinderen had een zaak aangespannen tegen haar woningcorporatie. De rechter oordeelde dat haar drie kinderen recht hebben op schadevergoeding tot 100.000 euro per persoon, als zij in de toekomst ziek worden door asbestblootstelling die in de woning heeft plaatsgevonden. (bron: Berliner Morgenpost, 12 januari, B.Z.,1 maart 2013).
Asbestsigaret oorzaak mesothelioom De Amerikaanse fabrikant van sigaretten Kent bracht in de jaren ’50 een sigaret op de markt met een asbestfilter. Een Amerikaanse rechtbank houdt de fabrikant en de producent van het asbestfilter nu elk voor 22% aansprakelijk voor mesothelioom bij een man uit Florida. Die had van 1952 tot 1956 deze sigaretten gerookt. (bron: Asbestos HUB/Newstex, 30 september 2013).
29
Advertentie voor Kent sigaret met asbestfilter JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Personalia Het Instituut Asbestslachtoffers is een zelfstandige stichting. De stichting wordt geleid door een onafhankelijk bestuur en een directeur. De stichting werd opgericht op 10 maart 1999 door negen maatschappelijke organisaties, die zijn vertegenwoordigd in de Raad van Toezicht en Advies.
Bestuur M.R. van der Heijden, voorzitter Dr. W.A. Eshuis Mr. J.M.J. Hommel Dr. J.H. Schouwink, vanaf 1 september 2013 Mr. G.J.H.M. Wagemans
Raad van Toezicht en Advies Drs. A. Woltmeijer (CNV) (voorzitter ad interim) Mr. M. Beugel (Verbond van Verzekeraars) Mr. C.C. de Boer (VCP) Mr. W.M.J.M. van Mierlo (VNO-NCW en MKB-Nederland) Drs. J.H. Paulusma (VSO) Mr. R.F. Ruers (Comité Asbestslachtoffers) Drs. W. van Veelen (FNV) Vacature (LTO Nederland)
Bureau Drs. M.A. van der Woude, directeur Drs. S.A. Aarendonk, sr. beleidsmedewerker N. Martens, bureausecretaris
Medisch adviseur Drs. H.A. Voogt
Medewerkers*
30
Drs. ing. M.C. Roumen, directeur
A. Angoelal - dossierverantwoordelijke
E.H.J. Joosten, re, directeur
F. Madjoe - assistent dossierverantwoordelijke
Mr.M. Kuiper, registermediator, hoofd unit IAS
M. Schild - assistent dossierverantwoordelijke
A.B.M. Fiege - dossierverantwoordelijke
J. Koster - huisbezoek
Mr. N.J. van Osch - dossierverantwoordelijke
Drs. A. van Veen - huisbezoek
D.M. Valstar LL.B - dossierverantwoordelijke en
Drs. E. van Doorn - huisbezoek
huisbezoek
J. Knoben - huisbezoek
Mr. J. Wong Fong Sang - dossierverantwoordelijke
* De medewerkers van BSA Schaderegeling BV, die in 2013 deel uit maakten van de uitvoeringsunit van het IAS. JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Jaarrekening 2013
Financieel verslag over 2013 Jaarrekening Balans (bedragen in euro’s) (Voor resultaatverdeling) Activa Financiële vaste activa Onderhanden werk Debiteuren Belastingen en sociale premies Overige vorderingen Overlopende activa Vorderingen en overlopende activa
Totaal activa
Passiva
Langlopende schulden
32
Kortlopende schulden en overlopende passiva Subsidie SZW Crediteuren Belastingen en sociale premies Overlopende passiva Totaal passiva
31-12-2012
11.500
0
183.662
186.372
106.156 24.003 0 25.214
Liquide middelen
Eigen vermogen Bestemmingsfonds SZW Bestemmingsfonds Defensie (R&D) Algemeen bestemmingsfonds
31-12-2013
127.559 8.936 237.986 38.506 155.373
412.987
667.381
381.603
1.017.916
980.962
31-12-2013
31-12-2012
300.000 226.065 26.200
300.000 240.239 26.200 552.265
566.439
0
0
0 105.775 5.477 354.399
2.180 108.166 5.334 298.843
1.017.916
980.962
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Winst- & verliesrekening (bedragen in euro’s) 31-12-2013 Gefactureerde omzet Mutatie onderhanden werk Netto omzet
628.968 -2.710
31-12-2012 665.355 28.608
626.258
Uitvoeringskosten Mutatie nog te besteden kosten Kostprijs van de omzet
1.124.908 -8.075
Brutomarge Implementatiekosten TNS-regeling Personeelskosten Inhuurkosten Overige algemene kosten Overige bedrijfskosten
693.963 1.136.988 25.840
1.116.833
1.162.828
-490.575
-468.865
-189.797 -92.718 -146.042
-184.739 -103.719 -146.300 -428.557
-434.758
-919.132
-903.623
Financiële baten en lasten
7.738
9.056
Resultaat voor subsidies
-911.394
-894.567
Bedrijfsresultaat
Incidentele baten en lasten Vergoeding uitvoeringskosten SVB
Resultaat
51.660 859.734
0 894.567 911.394
894.567
0
0
33
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Grondslagen voor waardering en bepaling van het resultaat Tenzij in het navolgende anders wordt vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voorzover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. De cijfers van 2012 zijn, waar nodig, geherrubriceerd teneinde vergelijkbaarheid met 2013 mogelijk te maken.
Toelichting op de balans Financiële vaste activa Het IAS keert aan bestuursleden en de voorzitter van de Raad van Toezicht en Advies een vergoeding uit. Eerst medio 2013 is gebleken dat de bestuursvoorzitter en het IAS in gezamenlijkheid, veronderstellende dat deze vergoedingen onbelast waren, geconfronteerd werden met de stellingname van de Belastingdienst dat deze vergoedingen moeten worden gezien als bruto vergoedingen, die dienen te worden aangegeven in de aangifte Inkomstenbelasting, waarvoor IB47 formulieren door het IAS moeten worden opgesteld. Een en ander heeft bij de bestuursvoorzitter geleid tot een navorderingsaanslag zonder vergrijpboete. In dit kader is hem een lening verstrekt van € 12.000,-- af te lossen in maandelijkse termijnen van € 500, met ingang van december 2013. Er wordt geen rente berekend en er zijn geen zekerheden overeengekomen. Het verloop van de lening is als volgt. 2013 Saldo per 1 januari Verstrekte lening Aflossing Saldo per 31 december
0 12.000 -500
2012 0 0 0
11.500
0
Onderhanden werk De waardering van het onderhanden werk geschiedt aan de hand van ervaringscijfers. Er wordt bepaald hoeveel procent van de afgesloten dossiers heeft geleid tot een verhaalbare opbrengst. Het gemiddelde 34
percentage voor de jaren 2000 tot en met 2007 is berekend op 44,7%. Als gevolg van de nieuwe overeenkomst met BSA en de neergaande trend van het slagingspercentage in de afgelopen jaren is vanaf 2007 een slagingspercentage gehanteerd van 40% (werkelijk percentage 2013: 39,56%). Het op basis van dit percentage berekende aantal lopende dossiers, vermenigvuldigd met het bijbehorende tarief, resulteert in de opbrengstwaarde van de nog te factureren omzet. Hierbij is rekening gehouden met een gemiddelde voortgang van de onderhanden dossiers van 50%. Het aantal dossiers in behandeling is van 262 dossiers ultimo 2012 gedaald tot 252 dossiers ultimo 2013, waarvan 20 dossiers op grond van de TNS-regeling niet zullen leiden tot een verhaalbare opbrengst.
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
De berekening van de opbrengstwaarde is als volgt: • 21 dossiers
* € 3.860 *40% * 50% = € 16.212 (tarief dossiers 2012)
• 211 dossiers
* € 3.968 *40% * 50% = € 167.450 (tarief dossiers 2013)
Totaal
€ 183.662
Vorderingen en overlopende activa De post vorderingen en overlopende activa is als volgt opgebouwd: 31-12-2013 Debiteuren Omzetbelasting Vergoeding uitvoeringskosten SVB Vooruitontvangen SVB Overlopende activa Totaal vorderingen en overlopende activa
106.156 24.003 0 0 25.214
31-12-2012 127.559 8.936 894.567 -656.581 38.506
155.373
412.987
In het debiteurensaldo is een voorziening voor dubieuze debiteuren opgenomen voor een bedrag van € 3.860 (2012: € 12.381). De overlopende activa bestaat uit opgebouwde rente op banktegoeden (€ 2.103), nog te factureren omzet (€ 19.840), en vooruitbetaalde verzekeringspremies (€ 3.272).
Liquide middelen 31-12-2013 Kas Rabobank rekening-courant Rabobank bedrijfstelerekening Rabobank bedrijfsbonusrekening Totaal liquide middelen
229 21.871 1 645.280
31-12-2012 141 33.931 0 347.531
667.381
381.603
Bestemmingsfonds Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Begin 2004 heeft de directie van het IAS een projectenplan ten behoeve van de besteding van de ontvangen subsidies bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (hierna te noemen: SZW) ingediend. Vervolgens werd door het ministerie van SZW vastgesteld het Instituut een eigen vermogen ad € 300.000 toe te staan. Na opheffing van het IAS en de eventuele afwikkeling van de lopende verplichtingen zal het bedrag ad € 300.000 of het restant hiervan terugvloeien naar het ministerie van SZW. Het verloop van dit fonds is als volgt: 2013 Beginstand Mutatie boekjaar m.b.t. herbestemming Eindstand bestemmingsfonds
300.000 0
2012 300.000 0
300.000
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
300.000
35
Kortlopende schulden en overlopende passiva In 2004 heeft het ministerie van SZW het Instituut akkoord gegeven op het ingediende projecten bestedingsplan, welke door de directie van het Instituut is ingediend. De subsidie van het SZW is in 2013 definitief afgewikkeld.
Subsidies SZW
36
2013
Project IAS monitor Beginstand Af: allocatie subsidiegelden 2012 Af: onttrekking uit hoofde van bestedingen Eindstand
0 0 0
Project best practices Beginstand Bij: allocatie subsidiegelden 2012 Af: onttrekking uit hoofde van bestedingen Af: vaststelling definitieve subsidie Eindstand
2.607 0 0 -2.607
Project ODIS Beginstand Af: onttrekking uit hoofde van bestedingen Bij: vaststelling definitieve subsidie Eindstand
-109 0 109
Project Asbestblootstellingsregister Beginstand Bij: allocatie subsidiegelden 2012 Af: onttrekking uit hoofde van bestedingen Af: vaststelling definitieve subsidie Eindstand
1.132 0 0 -1.132
Projectreserve SZW Beginstand Af: allocatie subsidiegelden 2012 Af: onttrekking uit hoofde van bestedingen Bij: vaststelling definitieve subsidie Eindstand
-1.450 0 0 1.450
Totaal toegewezen subsidies SZW
2012
33.583 -33.583 0 0
0
0 6.151 -3.544 0 0
2.607
31.100 -31.209 0 0
-109
0 33.583 -32.451 0 0
1.132
6.151 -6.151 -1.450 0 0
-1.450
0
2.180
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Subsidies Defensie
2013
2012
Project evaluatie protocol diagnose maligne mesothelioom Beginstand Af: onttrekking uit hoofde van bestedingen Eindstand Project asbestkaart 2 Beginstand Af: onttrekking uit hoofde van bestedingen Eindstand
0 0
100.000 -100.000 0
199.904 -14.174
0
199.904 0 185.730
Project onderzoek asbestgerelateerde longkanker Beginstand Af: onttrekking uit hoofde van bestedingen Eindstand
199.904
40.335 0
Totaal toegewezen fondsen Defensie
Algemene projectreserve Beginstand Af: onttrekking uit hoofde van bestedingen Totaal algemene projectreserve
40.335 0 40.335
40.335
226.065
240.239
2013
2012
26.200 0
26.200 0 26.200
26.200
Belastingen en sociale premies De post te betalen belastingen en sociale premies bestaat volledig uit loonheffing.
Overlopende passiva Het saldo ultimo boekjaar is als volgt opgebouwd: 31-12-2013 Nog te besteden kosten onderhanden dossiers Reservering uitvoeringskosten NMP/NVALT Geld derden Vergoeding uitvoeringskosten SVB Vooruitontvangen SVB Overige overlopende passiva Totaal overlopende passiva
199.290 50.000 17.099 -859.734 925.000 22.744
31-12-2012 207.365 50.000 12.977 0 0 28.501
354.399
37
298.843
Bij het bepalen van de nog te besteden kosten van de onderhanden dossiers is rekening gehouden met het feit dat 95% van de onderhanden TAS-dossiers in rekening zullen worden gebracht en de gemiddelde voortgang van de dossiers 50% bedraagt. JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
De berekening is dan als volgt: - 232 TAS dossiers * € 1.700 * 95% * 50% = € 187.340 - 20 TNS dossiers * € 1.195 * 50%
€ 11.950
Totaal
€ 199.290
Niet in de balans opgenomen verplichtingen Vanaf 1 april 2011 is met BSA een contract aangegaan voor een periode van 3 jaren en 9 maanden, derhalve eindigend op 31 december 2014, waarbij door BSA (achteraf ) op basis van afgewikkelde dossiers wordt gefactureerd. Er is overeenstemming bereikt tussen beide partijen om dit contract met één jaar te verlengen tot en met 31 december 2015. De voorwaarden dienen echter nog geformaliseerd te worden. Per 1 september 2011 is er een overeenkomst gesloten om de detacheringovereenkomst tussen de Stichting Instituut Asbestslachtoffers en het ministerie van Sociale Zaken & Werkgelegenheid te verlengen. Deze overeenkomst loopt tot 1 mei 2014 en betreft de loonkosten van de directeur IAS. Deze loonkosten zullen één op één worden doorbelast. Ten slotte heeft het Instituut een huurverplichting, welke minstens zes maanden van te voren moet worden opgezegd. De huurprijs op jaarbasis bedraagt circa € 32.000.
Toelichting op de winst- & verliesrekening Algemeen In de winst- & verliesrekening worden baten en lasten verantwoord die gedurende het boekjaar voortvloeien uit bedrijfsactiviteiten en toerekenbaar zijn aan het boekjaar.
Netto omzet In 2013 is er een netto omzet gerealiseerd van € 626.258. Dit is € 67.705 lager dan de omzet in 2012. Dit heeft een aantal oorzaken: -
Van het lagere aantal afgewikkelde dossiers (407, 2012: 411) heeft een lager percentage (39,56%, 2012: 42,58%) geleid tot een bemiddelingsopbrengst. Dit percentage omvat alle aanmeldingen die tot een TAS-dossier hebben geleid, inclusief de dossiers waar geen werkgever meer bestaat of geen mesothelioom is gediagnosticeerd.
38
-
Het aantal onderhanden dossiers is in 2013 met 10 stuks afgenomen (2012: toename van 32). De mutatie in de verwachte opbrengsten is tevens opgenomen in de netto omzet.
De werkzaamheden ten behoeve van complex bovennormatieve schadedossiers worden onder verantwoording van het IAS volledig door de uitvoeringsorganisatie BSA verricht. De kosten worden door BSA, voor rekening en verantwoording van IAS, direct in rekening gebracht bij de verzekeringsmaatschappij. Aangezien de hoogte van de opbrengsten gelijk is aan de hoogte van de kosten is ervoor gekozen om zowel de opbrengsten als de kosten niet in de verlies- en winstrekening te verantwoorden. De hiermede gepaard gaande omzet en kostprijs omzet bedroeg aldus over het afgelopen boekjaar € 180.177 (2012: € 136.542), verdeeld over 31 dossiers (2012: 22). Deze kosten en opbrengsten worden verantwoord op het moment van ontvangst van de vergoeding. JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Kostprijs van de omzet De uitvoeringskosten zijn als volgt opgebouwd: 2013 Uitvoeringskosten BSA Korting BSA Uitvoeringskosten NMP/NVALT Overige uitvoeringskosten Totaal uitvoeringskosten
1.026.014 -42.877 109.255 32.516
2012 1.040.085 -43.699 111.118 29.484
1.124.908
1.136.988
BSA heeft afgezien van de indexering van de tarieven waar zij contractueel recht op zou hebben. Het effect van deze tegemoetkoming is in bovenstaand overzicht als Korting BSA weergegeven. De totale uitvoeringskosten van BSA zijn met name gedaald door een afname van het aantal afgewikkelde TAS dossiers (407, 2012: 411). De werkzaamheden betreffende onderzoek van bovennormatieve materiële schade zijn in 2013 door BSA en door ingehuurde expertisebureaus uitgevoerd. Onder de post “uitvoeringskosten overige” zijn de volgende kosten geregistreerd; •
Onderzoeken bovennormatieve materiële schades
•
Aansprakelijkheidsonderzoeken
•
Expertise uitgaven betreffende beoordeling asbestzaken
•
Overig (medisch) advies
•
Uittreksels Kamer van Koophandel.
Personeelskosten, inhuurkosten en overige bedrijfskosten De inhuurkosten zijn de kosten van detachering van de directeur van de Stichting Instituut Asbestslachtoffers, evenals de kosten ten behoeve van managementondersteuning bij het Instituut. De opbouw is als volgt: 2013 Personeelskosten Detacherings- & overige kosten m.b.t. inhuur personeel
189.797
2012 184.739
92.718
103.719 282.515
Voorlichting Kosten juridische vraagstukken Huisvestingskosten Bestuurskosten Administratiekosten Overige algemene kosten
Totaal personeelskosten, inhuurkosten en overige bedrijfskosten
13.924 6.900 34.620 27.736 16.481 46.381
288.458 39
21.922 215 33.402 28.083 15.835 46.843 146.042
146.300
428.557
434.758
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Het Instituut heeft in 2013 twee medewerkers in dienst, waarvan één bureausecretaris en één beleidsmedewerker. Daarnaast is in de loonadministratie van 2013 een supplement van de loonkosten en onkostenvergoedingen van de directeur van het Instituut opgenomen. De gehele administratie wordt door een derde partij uitgevoerd en in de financiële administratie van het Instituut opgenomen. De loonkosten zijn voornamelijk gestegen door een tijdelijke verhoging van het aantal FTE naar aanleiding van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid van de via het ministerie van SZW gedetacheerde directeur. Wegens deze arbeidsongeschiktheid is, voortvloeiende uit de detacheringovereenkomst, een reductie verkregen in de kosten van de bij het IAS via het ministerie van SZW gedetacheerde directeur. De kosten voor voorlichting in 2013 betreffen met name de productie van het jaarverslag en het onderhoud van de website. De daling is in belangrijke mate veroorzaakt door het uitblijven van kosten voor de organisatie van bijeenkomsten (2012: € 5.366). De kosten voor juridische vraagstukken betreft een onderzoek naar verjaring en bewijslast. De bestuurskosten betreffen met name de vergoedingen, welke op kwartaalbasis aan de bestuursleden en de voorzitter van de RTA van het Instituut worden uitgekeerd.
Financiële baten & lasten 2013 Bankkosten en provisie Ontvangen bankrente Totaal financiële baten en lasten
-306 8.044
2012 -284 9.340
7.738
9.056
Incidentele baten en lasten De incidentele baten bestaan uit bemiddelingsopbrengsten inzake herbeoordeelde verjaringsdossiers. Het betreft zaken die reeds eerder gesloten waren zonder resultaat, maar welke verzekeraar Allianz naar aanleiding van recente jurisprudentie heeft herbeoordeeld. Het betreft een eenmalig project, dat in zijn geheel in 2013 heeft plaatsgevonden. De kosten die met deze herbeoordeling gepaard gaan zijn als incidentele lasten in aftrek gebracht van deze opbrengsten. 2013 40
Incidentele baten Incidentele lasten Totaal incidentele baten en lasten
87.660 -36.000
2012 0 0
51.660
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
0
Vergoeding uitvoeringskosten IAS door SVB In 2013 is door de SVB een voorschot aan het Instituut uitbetaald ad € 925.000. Het overschot ten opzichte van de daadwerkelijke bijdrage in de uitvoeringskosten zal verrekend worden met het eerste voorschot voor 2014. 2013 Verrekening uitvoeringskosten met voorschotten SVB Tekort uitvoeringskosten Te betalen aan / ontvangen van de SVB
2012
925.000 -859.734
656.581 -894.567 65.266
-237.986
Verdeling TNS- en TAS-regeling In de jaarrekening van de Stichting Instituut Asbestslachtoffers zijn de kosten welke gemaakt zijn ten behoeve van de TNS-regeling volledig meegenomen. Naast de direct toerekenbare kosten wordt voor de overige kosten een verdeling gemaakt op basis van het aantal afgewikkelde dossiers van TAS (407 stuks) respectievelijk TNS (125 stuks). Een uitsplitsing van de winst- en verliesrekening tussen TNS- en TAS-regeling is als volgt: TNS
TAS
Totaal
31-12-2013
31-12-2013
31-12-2013
Gefactureerde omzet
0
628.968
Mutatie onderhanden werk
0
-2.710
Netto omzet
0
Uitvoeringskosten Mutatie nog te besteden kosten
902.126
0
-8.075
Brutomarge
-2.710 626.258
222.782
Kostprijs van de omzet
628.968 626.258 1.124.908 -8.075
222.782
894.051
1.116.833
-222.782
-267.793
-490.575
Personeelskosten
-44.595
-145.202
Inhuurkosten
-21.785
-70.933
-189.797 -92.718
Overige algemene kosten
-34.314
-111.728
-146.042
Overige bedrijfskosten
-100.694
-327.863
-428.557
Bedrijfsresultaat
-323.476
-595.656
-919.132
Financiële baten en lasten
1.818
5.920
7.738
Resultaat voor subsidies
-321.658
-589.736
-911.394
Incidentele baten en lasten Vergoeding uitvoeringskosten SVB
Resultaat
0
51.660
51.660
321.658
538.076
859.734
321.658
589.736
911.394
0
0
0
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
41
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de directie van de Stichting Instituut Asbestslachtoffers Wij hebben de jaarrekening 2013 van Stichting Instituut Asbestslachtoffers te Den Haag gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2013 en de winst-en-verliesrekening over 2013 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening in overeenstemming met de door de stichting gekozen en beschreven grondslagen, zoals uiteengezet in de grondslagen voor waardering en bepaling van resultaat van de toelichting van de jaarrekening. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel Naar ons oordeel is de jaarrekening 2013 van Stichting Instituut Asbestslachtoffers, in alle van materieel belang zijnde aspecten, opgemaakt in overeenstemming met de door de stichting gekozen en beschreven grondslagen, zoals uiteengezet in de Grondslagen voor waardering en bepaling van resultaat op pagina 4 van de toelichting van de jaarrekening. 42
Beperking in gebruik en verspreidingskring De basis voor financiële verslaggeving betreft de door de stichting gekozen en gehanteerde grondslagen. Dit doet geen afbreuk aan ons oordeel. De jaarrekening 2013 van Stichting Instituut Asbestslachtoffers en onze controleverklaring daarbij zijn daarom uitsluitend geschikt voor het bestuur en de Sociale Verzekeringsbank en kunnen derhalve niet voor andere doeleinden worden gebruikt. Den Haag, 3 februari 2014 Ernst & Young Accountants LLP W. Flikweert AA/CA
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Missie, taken en werkwijze Instituut Asbestslachtoffers (IAS) Missie Het Instituut Asbestslachtoffers (IAS) is op 10 maart 1999 opgericht door het Comité Asbestslachtoffers, FNV, CNV, MHP, VNO-NCW, MKB-Nederland, LTO-Nederland, Verbond Sectorwerkgevers Overheid en Verbond van Verzekeraars. Dit op basis van het Convenant Instituut Asbestslachtoffers, dat naast bovengenoemde organisaties, op 23 november 1998 mede ondertekend werd door de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Justitie. Het Convenant omvat afspraken die gericht zijn op de versnelling van de procedures met betrekking tot schadeclaims van asbestslachtoffers met de ziekte maligne mesothelioom. De missie van het IAS is de in het Convenant verankerde procedures zo snel en zorgvuldig mogelijk af te handelen. Dit door het uitoefenen van vier hoofdtaken: advies, bemiddeling, voorlichting en onderzoek.
Taken van het IAS Advies Mensen met de ziekte mesothelioom kunnen via het IAS een aanvraag indienen voor een tegemoetkoming van € 18. 907,-*. Het IAS gaat met hen na hoe het contact met asbest heeft plaatsgevonden en adviseert de Sociale Verzekeringsbank (SVB) over het recht op een tegemoetkoming op grond van de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers (TAS) of de Regeling tegemoetkoming niet-loondienstgerelateerde slachtoffers van mesothelioom (TNS). De SVB beslist vervolgens om wel of niet de tegemoetkoming toe te kennen en te betalen. Bemiddeling Het IAS bemiddelt ook tussen (ex-)werkgevers en (ex-)werknemers of hun huisgenoten over het betalen van een schadevergoeding. Hierover zijn afspraken gemaakt met het Comité Asbestslachtoffers, organisaties van werkgevers en werknemers, het Verbond van Verzekeraars en de overheid. Het IAS heeft als doel deze schadeclaims zo snel en zorgvuldig mogelijk af te handelen. Dit geldt zowel voor de bemiddeling zelf als voor het hieraan voorafgaande medische en arbeidshistorische onderzoek. De hiermee samenhangende kosten worden bij werkgevers en verzekeraars in rekening gebracht. Voor slachtoffers is de dienstverlening van het IAS daardoor altijd kosteloos. Wel is het van het allergrootste belang zo snel mogelijk de (ex-)werkgever per aangetekende brief aansprakelijk te stellen. Hiervoor kan de aanvrager de tekst van een door het IAS beschikbaar gestelde voorbeeldbrief gebruiken. De (ex-)werkgever of diens verzekeraar betaalt standaard een schadevergoeding van € 61.205,-*. Voorlichting Het IAS vervult een verwijs- en voorlichtingsfunctie voor asbestslachtoffers, werkgevers, verzekeraars en intermediaire organisaties. Via jaarverslagen, brochures, rapporten, de IAS-website (www.asbestslachtoffers.nl), elektronische nieuwsbrief en de Asbestkaart (www.asbestkaart.nl) wordt hieraan invulling gegeven. Onderzoek Het IAS verricht medisch en juridisch onderzoek.
Werkwijze van het IAS 1. Aanmelding De aanvrager meldt zich aan bij het IAS: telefonisch (079-750 71 50), met de antwoordkaart uit de brochure of per e-mail (info @asbestslachtoffers.nl). De medewerker van het IAS vult telefonisch samen met de aanvrager de aanvraagformulieren in. In een tweede gesprek gaat het IAS met de aanvrager na hoe het contact met asbest heeft plaatsgevonden. Dat kan telefonisch of bij de aanvrager thuis. Het IAS stuurt daarna de ingevulde formulieren toe. De aanvrager controleert ze en stuurt ze direct ondertekend terug. Ook machtigt hij/zij het IAS om medische informatie op te vragen en de SVB om eventuele schade via de rechter te verhalen. 2. Tegemoetkoming Het IAS vraagt het Nederlands Mesotheliomen Panel (NMP) om bevestiging van de bij de aanvrager gestelde diagnose maligne mesothelioom. Daarna adviseert het IAS de SVB om wel of niet de tegemoetkoming te betalen. Beslist de SVB positief, dan ontvangt de aanvrager € 18.907,-*. Het IAS en de SVB streven ernaar de procedure voor de tegemoetkoming binnen twee maanden af te ronden. 3. Schadevergoeding Als de aanvrager bij een werkgever aan asbest is blootgesteld, stelt hij/zij deze per aangetekende brief aansprakelijk. Hiervoor kan de voorbeeldbrief gebruikt worden die het IAS beschikbaar stelt. Het IAS onderzoekt daarna of de (ex-)werkgever aansprakelijk is te houden voor de gezondheidsschade en bemiddelt vervolgens tussen de aanvrager en de (ex-)werkgever of zijn verzekeraar. Als de werkgever of verzekeraar aansprakelijkheid aanvaardt, ontvangt de aanvrager een schadevergoeding van € 61.205,-*. Het IAS streeft ernaar het gehele traject binnen zes maanden af te ronden.
* Genoemde bedragen voor schadevergoeding en tegemoetkoming gelden voor2013 en worden jaarlijks geïndexeerd. JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
43
Summary This report for 2013 gives a brief account of the twelfth operational year of the Dutch Institute for Asbestos Victims (IAS). The IAS advises the Social Insurance Bank (SVB) on entitlement to compensation for asbestos victims suffering from mesothelioma. The IAS also mediates between current and former employers and employees about the payment of compensation. The IAS was set up for these purposes in 1999 by employers’ and employees’ organisations, the Asbestos Victims Committee, the Association of Insurance Companies and the government. The Institute has three main tasks: - to advise the SVB with respect to claims under the Asbestos Victims Compensation Scheme (TAS scheme) and the Compensation Scheme for Victims of Non-work-related Mesothelioma (TNS scheme). The compensation amount is € 18,907 for each scheme; - to mediate between asbestos victims with mesothelioma and their employers or former employers to secure compensation for health damage. The standard amount in 2013 was € 61.205; - to increase knowledge and provide information on the subject of asbestos and health damage.
Results of mediation and advice In 2013, the IAS started processing 534 claims, and 541 claims were settled. In the 14 years up to the end of 2013, the IAS took on 6368 claims, and succeeded in settling 5977. In 2013, 379 assessment decisions under the TAS scheme and 123 under the TNS scheme were sent to the SVB. Of these, 432 (86%) recommended the award of compensation: 324 awards under the TAS scheme and 108 under the TNS scheme. Since the introduction of the TAS scheme in 2000, and the TNS scheme in December 2007, a total of 4249 people have received financial compensation in the form of an advance payment or a lump-sum payment following a positive recommendation by the IAS. Mediation cases for employees or housemates which were completed in 2013 resulted in 61,4% of claimants receiving full compensation. Asbestos victims who received financial compensation from TAS or TNS are nearly all men (90%), three quarters are 65 or over at diagnosis. They live mostly in areas with past incidents of heavy asbestos exposure in ports, dockyards shipbuilding, metal and electrical industry, mines and asbestos cement manufacturing industry. The geographical areas with the highest TAS/TNS rates (red coloured areas) are: the ports of Zeeland (Vlissingen/Terneuzen), Rotterdam and North-Eastern Groningen (Delfzijl), the insulation and floor tile industry in Noord-Holland, mining and chemical industry in Southern Limburg and textile asbestos cement industry around the cities of Enschede and Goor in Twente.
Other events in 2013 -
Investigation into limitation. In 2013, M.R. Hebly, LLM and Prof. S.D. Lindenberg, LLM, of Erasmus University Rotterdam were commissioned by the IAS to conduct research into limitation, with particular regard to how judges take the viewpoints of the Supreme Court into consideration in their assessment of limitation defence. They also looked at whether the recommendations of the IAS’s Hijma commission with respect to simplifying the assessment procedure, had been adopted by the lower courts. This, they found, was only seldom the case. There is no general tendency to extend the statutory period of limitation.
-
Asbestosis. In 2013, a working group composed of officers of the Ministry of Social Affairs and Employment (SZW), SVB and IAS, supported by the lung specialists association NVALT, continued preparations for opening up the IAS to asbestosis victims. It is expected that this group of victims will be able to apply to the IAS for financial compensation and, if possible, damages from the employer, by 1 April 2014.
44
JAARVERSLAG 2013 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS (IAS) Het Instituut Asbestslachtoffers (IAS) adviseert de Sociale Verzekeringsbank (SVB) over het recht op een tegemoetkoming voor asbestslachtoffers met de ziekte mesothelioom of asbestose. Daarnaast bemiddelt het IAS tussen (ex-)werkgevers en (ex-)werknemers over het betalen van een schadevergoeding. Het IAS is daarvoor in 1999 opgericht door organisaties van werkgevers en werknemers, het Comité Asbestslachtoffers, het Verbond van Verzekeraars en de overheid. Meer informatie vindt u op de website van het IAS: www.asbestslachtoffers.nl.
Colofon Uitgave van Instituut Asbestslachtoffers Redactie Simone Aarendonk Derk Morreau Machiel van der Woude Druk en vormgeving Elan Strategie & Creatie BV Mei 2014
TAS/TNS-gerechtigden 2000 t/m 2013: aantal mesothelioomslachtoffers per 100.000 inwoners op 31 december 2013. Bron: Sociale Verzekeringsbank, L. van Eekelen, maart 2014
Instituut Asbestslachtoffers
Stichting Instituut Asbestslachtoffers
www.asbestslachtoffers.nl
Directie en bureau: Bezuidenhoutseweg 60 Postbus 90405 2509 LK Den Haag Telefoon: 070 - 349 97 54 Fax: 070 - 349 97 96 e-mail:
[email protected]
Uitvoering: Bredewater 6 Postbus 684 2700 AR Zoetermeer Telefoon: 079 750 71 50 Email:
[email protected]
Verslag over 2013