Instituut Asbestslachtoffers
Stichting Instituut Asbestslachtoffers
www.asbestslachtoffers.nl
Directie en bureau: Bezuidenhoutseweg 60 Postbus 90405 2509 LK Den Haag Telefoon: 070 - 349 97 54 Fax: 070 - 349 97 96 e-mail:
[email protected]
Uitvoering: Bredewater 6 Postbus 684 2700 AR Zoetermeer Telefoon: 079 - 750 71 50 e-mail:
[email protected]
Verslag over 2008
Instituut Asbestslachtoffers (IAS) Het Instituut Asbestslachtoffers (IAS) adviseert de Sociale Verzekeringsbank (SVB) over het recht op een tegemoetkoming voor asbestslachtoffers met de ziekte mesothelioom. Daarnaast bemiddelt het IAS tussen (ex-)werkgevers en (ex-)werknemers over het betalen van een schadevergoeding. Het IAS is daarvoor in 1999 opgericht door organisaties van werkgevers en werknemers, het Comité Asbestslachtoffers, het Verbond van Verzekeraars en de overheid. Meer informatie vindt u op de website van het IAS: www.asbestslachtoffers.nl.
Colofon Uitgave van Instituut Asbestslachtoffers IAS publicatie 2009/1 Redactie S.A. Aarendonk–tevens eindredactie D. Morreau M.A. van der Woude Druk en vormgeving Artoos Communicatiegroep B.V. April 2009 De brochures ‘Asbest en Mesothelioom’ en het algemeen informatieboekje zijn per e-mail te bestellen bij
[email protected]
Inhoudsopgave • Voorwoord
2
• Het IAS in 2008
4
• Nieuws - IAS initieert breed onderzoek naar asbest en kanker
16
- Resultaten bemiddeling en advies
- Presentatie IAS op IMIG 2008
20
- Onderzoeksprogramma IAS
- Teveel vitamine A risico voor asbestblootgestelden
20
- Voorlichting IAS
- Een medisch wonder
20
• Klanttevredenheid
6
- School niet aansprakelijk voor asbestziekte leerling
24
• Kerncijfers IAS 2008
8
- Vervroegd pensioen voor Franse asbestslachtoffers
24
- Instroom, uitstroom, voorraad
- Britse verzekeraars aansprakelijk voor asbestclaims
24
- Regeling TAS en Regeling TNS
- Asbestschandalen: toezicht faalt
28
- Afgewikkelde aanvragen 2008 • Epidemiologische ontwikkelingen
14
28
- Zonnepanelen vervangen asbestdaken
28
• Personalia
- Aantal gevallen van maligne mesothelioom in Nederland - Kenmerken TAS- en TNS-gerechtigden - Asbestziekten in Australië • Medische ontwikkelingen
- Innovatie in asbestverwijdering
18
- Andere asbestziekten
30
• In memoriam Mr. Ben Asscher
31
• Financieel verslag over 2008
32
• Accountantsverklaring
42
• Missie, taken en werkwijze
43
• Summary
44
- Ervaringen van mesothelioompatiënten - Biologische markers voor mesothelioom • Juridische ontwikkelingen
22
- Aansprakelijkheid buiten werkomgeving is complex - Aansprakelijkheid bij andere asbestziekten dan mesothelioom - Geldend recht ter discussie • Internationale ontwikkelingen
26
- Vergoedingsregelingen voor asbestslachtoffers - Canadees chrysotiel asbest ter discussie • Interviews - Piet Hein Donner - Jan Pieter Six
7 13
- Carl Moons
17
- Christa Busteros
21
- Jaap Hijma
25
- Paul Selen
29
JAARVERSLAG 2008 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
1
Voorwoord De grote import en toepassing van asbest in de zestiger en zeventiger jaren heeft er ook in 2008 voor gezorgd dat honderden mensen zijn getroffen door een asbestziekte. In tegenstelling tot eerdere projecties nam het aantal mesothelioom gevallen in Nederland nog toe. Deze toename vertaalde zich in meer aanvragen bij het IAS, door ernstig zieke mensen die aanspraak maakten op een tegemoetkoming of schadevergoeding. Het IAS heeft zich weer tot het uiterste ingezet om deze aanvragen zo snel en zorgvuldig mogelijk af te handelen binnen de in het Convenant vastgestelde kaders, dit in hechte samenwerking met de Sociale Verzekeringsbank (SVB). In het verslag worden de resultaten van deze inspanningen gepresenteerd aan de hand van verschillende kerncijfers. Dit nadrukkelijk in het besef dat achter al deze getallen veel persoonlijk leed schuil gaat. Het IAS is in 1999 opgericht om de zogenoemde juridische lijdensweg op zorgvuldige wijze te bekorten. De snelle progressie van de ziekte mesothelioom, gekoppeld aan de slechte prognose, maakte een alternatieve schaderegeling noodzakelijk, met afspraken over de hoogte van de schadebedragen en onderzoeksprotocollen. De relevantie van het IAS bestaat negen jaar later helaas dus nog steeds. In plaats van langdurige, belastende juridische procedures is een snel en goed verlopende procedure via het IAS nog altijd van veel belang voor de betrokken asbestslachtoffers. Om die reden zijn onlangs verdere verbeteringen doorgevoerd in de procedure via een nog laagdrempeliger intake en de mogelijkheid van huisbezoek, van welke faciliteit steeds vaker gebruik wordt gemaakt. In de afgelopen periode ging ook een klanttevredenheidsonderzoek van start onder slachtoffers en nabestaanden. De in dit verslag gepresenteerde resultaten laten zien dat betrokken respondenten in 2008 tevreden waren over de dienstverlening van het IAS. Een grote stimulans voor de IAS-medewerkers om met dezelfde grote inzet ook in 2009 en volgende jaren door te gaan. Die inzet treffen wij ook aan bij de medewerkers van de SVB, die betrokken zijn bij uitvoering de TAS- en TNS-regeling. De in 2008 benoemde teamleider Paul Selen geeft in dit verslag een toelichting op de werkzaamheden van de SVB, bij welke instelling snelheid en zorgvuldigheid, net als bij het IAS, hand in hand gaan. Zeer goed bestede aandacht voor de zo zwaar getroffen mesothelioomslachtoffers, zoals voor mevrouw Busteros, die voor dit verslag geïnterviewd werd. Net als in de vorige jaren zijn in het jaarverslag 2008 enkele interviews opgenomen met personen, die voor het IAS een belangrijke rol vervullen. Dat geldt natuurlijk in de eerste plaats voor minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, wiens ministerie aan de wieg heeft gestaan van het IAS en 2
beleidsmatig nog steeds nauw betrokken is bij de ontwikkelingen op dit gebied. De bewindspersoon, jurist als hij is, toont belangstelling voor de verjaringsproblematiek en juicht het initiatief van het IAS toe om, in aanvulling op geldend recht en het Convenant, te komen tot nadere afspraken over dit onderwerp. De voorzitter van de commissie, die zich op verzoek van het IAS buigt over de verjaring van de vorderingen van asbestslachtoffers over problemen die samenhangen met stelplicht en bewijslast, is mr. Hijma, hoogleraar burgerlijk recht in Leiden. In het interview pleit hij namens de commissie voor een norm voor de periode waarin het slachtoffer de werkgever kan dagvaarden. Voor wat betreft de stelplicht en bewijslast lijkt het volgens hem niet goed doenlijk te komen tot eenduidige richtsnoeren.
JAARVERSLAG 2008 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Het gaat immers om concrete feiten en omstandigheden, die sterk van elkaar kunnen verschillen. De verwachting is dat het IAS-bestuur na overleg met de Raad van Toezicht en Advies het advies van de commissie Hijma in de eerste helft van 2009 zal vertalen naar de uitvoeringspraktijk. In 2008 ging het medisch onderzoeksprogramma van het IAS van start naar de relatie tussen asbest en kanker. Hierbij wordt nauw samengewerkt met het AMC, NKI en de SVB. De uitvoering van het onderzoek is in handen van Julius Center van het UMC te Utrecht. Aan dit centrum is Carl Moons, hoogleraar Klinische Epidemiologie, verbonden. Zijn ervaring met het evalueren van diagnostische processen en testen om een ziekte vast te stellen, dan wel uit te sluiten, wordt benut voor onderzoek naar de gehanteerde diagnostiek in verschillende landen bij maligne mesothelioom. Prof. Moons verwacht, zo valt in dit jaarverslag te lezen, dat het onderzoek zal leiden tot een betere diagnostiek. Of dit daadwerkelijk ook zo is zal mogelijk al blijken uit de onderzoeksgegevens die op 26 januari 2010 tijdens het lustrumcongres van het dan 10 jaar functionerende IAS worden gepresenteerd. In 2008 overleed mr. Asscher, die als ervaren en gedreven kwartiermaker aan de wieg stond van het IAS. Het IAS is Ben Asscher veel dank verschuldigd. In dit verslag wordt nader ingegaan op zijn verdiensten voor het IAS. Asscher zag het IAS als een schitterende vorm van alternatieve geschillenbeslechting. Tot deze conclusie komt Jan Pieter Six, sinds de oprichting bestuurslid van het IAS, ook. ‘ Het gaat’, in zijn woorden, ‘om een beschaafde oplossing voor het collectief van de slachtoffers met mesothelioom.’ Dus niet om ‘het onderste uit de kan’ via een langdurige en belastende procedure voor het individuele slachtoffer. Tot slot past een woord van dank aan de organisaties waarmee het IAS intensief samenwerkt. Naast de SVB, zijn dat BSA schaderegeling, het Nederlands Mesotheliomen Panel, de Werkgroep Mesotheliomen van de longartsenvereniging NVALT, TNO, de Erasmus Universiteit Rotterdam en de Technische Universiteit Delft. Samen met deze organisaties zal het IAS zijn werk met onverminderde inzet in de toekomst blijven vervullen. Den Haag, 14 april 2009 M.R. van der Heijden, voorzitter
M.A. van der Woude, directeur 3
JAARVERSLAG 2008 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Het IAS in 2008 2008 was het negende jaar van het Instituut Asbestslachtoffers (IAS) en het eerste volledige jaar waarin de tegemoetkomingsregeling voor niet-loondienstgerelateerde slachtoffers van mesothelioom (TNS) werd uitgevoerd. Deze en andere belangrijke gebeurtenissen worden hierna toegelicht.
Resultaten bemiddeling en advies Aanvragers zijn tevreden en de uitvoering van de Regeling tegemoetkoming niet-loondienstgerelateerde slachtoffers van mesothelioom (TNS) verloopt goed en voorziet in een behoefte. Dit zijn belangrijke conclusies over het IAS in 2008. Hieronder een samenvatting van de belangrijkste resultaten. In 2008 heeft het IAS 601 aanvragen in behandeling genomen en 631 dossiers uit verschillende jaren afgewikkeld. Het aantal aanvragen was door de invoering van de TNS-regeling flink hoger dan in 2007 (507). In totaal werden in de afgelopen negen jaar 3632 aanvragen in behandeling genomen. Hiervan was eind december 2008 93% (3369) afgewikkeld. De uitvoering van de TNS-regeling verloopt goed en voorziet in een behoefte, schreef minister Cramer van VROM aan de Tweede Kamer. Door de invoering van deze regeling kunnen sinds 1 december 2007 alle mensen bij wie de ziekte mesothelioom wordt vastgesteld in aanmerking komen voor een financiële tegemoetkoming van de overheid van € 17.050. In 2008 werden aan de SVB 390 adviezen afgegeven voor een tegemoetkoming in het kader van de regeling TAS en 148 voor een TNS-tegemoetkoming. In 428 gevallen (80%) adviseerde het IAS de SVB de tegemoetkoming toe te kennen, verdeeld over 308 (72%) positieve adviezen voor een TAS en 120 (28%) voor een TNS-tegemoetkoming. Sinds de invoering van de regeling TAS in 2000 en de regeling TNS in december 2007 hebben 2044 slachtoffers na een positief advies van het IAS een financiële tegemoetkoming ontvangen in de vorm van een voorschot of eenmalige uitkering. Deze groep bestaat vrijwel geheel (96%) uit mannen, met een gemiddelde leeftijd van 72 jaar. Van de in 2008 afgewikkelde bemiddelingen voor werknemers of huisgenoten resulteerde 64% in volledige schadevergoeding voor de aanvrager. Sinds 1 juli 2007 ontvangen de aanvragers van het IAS na sluiting van het dossier een vragenlijst met het verzoek deze in te vullen en aan het IAS te retourneren. In het algemeen kan geconcludeerd worden dat zij de werkwijze van en benadering door het IAS goed beoordelen. Op pagina 6 worden de resultaten van het belevingsonderzoek nader toegelicht.
Onderzoeksprogramma IAS In het Convenant worden enkele speerpunten genoemd met betrekking tot onderzoek van het IAS: 4
-
ontwikkeling en onderhoud datasysteem;
-
kwaliteitsborging procedures/protocollen;
-
onderzoek andere asbestziekten.
Langs deze lijnen zijn in 2008 drie onderzoeken voorbereid en opgestart. Zo is in het najaar van 2008 op initiatief van het IAS een breed onderzoeksprogramma gestart naar vormen van kanker ten gevolge van asbestblootstelling: mesothelioom (longvlies/buikvlieskanker) en asbestgerelateerde longkanker. Dit Medisch Onderzoeksprogramma IAS (MOPI) loopt tot en met 2011. Het wordt uitgevoerd door het Julius Center van het UMC Utrecht in samenwerking met het AMC, het Nederlands Kanker Instituut (NKI), de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en het IAS (meer informatie op pagina 16). Tijdens het 10-jarig lustrumcongres op 26 januari 2010 zal uitgebreid aandacht aan dit programma worden besteed.
JAARVERSLAG 2008 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Het Integraal Kankercentrum Rotterdam (IKR) ontwikkelt op dit moment voor het IAS een monitor mesotheliomen die op de IAS-website gepubliceerd zal worden. De monitor zal aandacht besteden aan trends in de incidentie van de ziekte naar leeftijd en geslacht, de regionale spreiding van slachtoffers en overlevingscijfers naar leeftijdsgroep en tumorlokalisatie. Dit op basis van cijfers uit twee landelijke databanken: het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) en de Nederlandse Kankerregistatie (NKR). Mei 2009 zal de eerste monitor gereed zijn. Op juridisch terrein werd in het najaar van 2008 opdracht gegeven aan een commissie bestaande uit de hoogleraren Hijma, Hartlief en Snijders om te komen met richtlijnen inzake verjaring en stelplicht/bewijslast. De resultaten van dit onderzoek worden begin 2009 bekend gemaakt.
Voorlichting IAS Het IAS heeft in 2008 verschillende voorlichtingsactiviteiten verricht, zowel voor haar primaire doelgroep, de asbestslachtoffers, als voor andere betrokkenen. Zo werd onder andere een bijdrage geleverd aan de halfjaarlijkse vergadering van de Asbestslachtoffersvereniging Nederland (AVN), aan een bijeenkomst van de werkgroep Mesotheliomen van de longartsenvereniging NVALT en aan een expertmeeting over wet-/regelgeving inzake massaschade. Inleidingen werden verzorgd voor oud-medewerkers van het GVB Amsterdam, voor oncologie-verpleegkundigen en polikliniekassistenten in de Regio Rijnmond en voor relaties van de FNV op een bijeenkomst over asbestgerelateerde aandoeningen. Op 26 september was het IAS verantwoordelijk voor de organisatie en inhoud van een seminar en hield Prof. De Mol, namens het IAS een inleiding voor longartsen uit de gehele wereld op de conferentie van de International Mesothelioma Interest Group (IMIG) die in 2008 in Amsterdam plaatsvond (meer hierover op pagina 20). In het begin van 2008 werd de TNS-regeling via een redactionele bijdrage aangekondigd in de huis-aan-huisbladen. Ook verschenen artikelen van het IAS in longartsenblad Pulmoscript en in het juristenblad Verkeersrecht. In oktober ging de vernieuwde website (www. asbestslachtoffers.nl) ‘de lucht in’. De site wordt goed bezocht. In 2008 bezochten bijna 20.000 mensen minimaal één keer de website. In 60% van de gevallen werd de website gevonden via een zoekmachine, voornamelijk google, en in 40% van de gevallen door direct het zoekadres in te typen. Zoektermen die het meest gebruikt werden, waren: asbest, asbestslachtoffers en instituut asbestslachtoffers. Het IAS heeft in 2008 drie keer een elektronische nieuwsbrief verstuurd naar een vast adressenbestand. De nieuwsbrieven deden verslag van gebeurtenissen die wereldwijd plaatsvonden op het gebied van asbest en gezondheid. Elke nieuwsbrief bevatte verder een ‘editorial’ waarin een deskundige zijn of haar visie gaf op een thema dat de gemoederen bezighield. Geïnteresseerden kunnen de nieuwsbrieven van de website downloaden.
5
JAARVERSLAG 2008 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Klanttevredenheid Nieuws De dienstverlening van het IAS werd in 2008 goed gewaardeerd door de aanvragers. Dit kan geconcludeerd worden uit de resultaten van het belevingsonderzoek. Sinds 1 juli 2007 meet het IAS de tevredenheid van de aanvragers, teneinde de kwaliteit van de dienstverlening te monitoren en daar waar nodig te verbeteren. Aanvragers ontvangen na afronding van hun aanvraag een vragenlijst die zij kosteloos en, indien gewenst, anoniem kunnen retourneren in de bijgesloten voorgefrankeerde envelop. In 2008 werd aan 508 slachtoffers, of hun nabestaande of contactpersoon, een vragenlijst gestuurd. Hiervan zijn 300 exemplaren (59%) terugontvangen en verwerkt. Dit resulteerde in de volgende antwoorden:
Ja
Nee
Geen mening
Gaf het IAS voldoende uitleg bij het invullen van het aanvraagpakket?
274
8
12
Verliep het intakegesprek m.b.t. het arbeidsverleden goed?
279
5
9
Werd tijdens de bemiddeling voldoende informatie verstrekt over
257
25
13
Werd de informatieverstrekking over het algemeen als duidelijk ervaren?
279
9
6
Was het contact met de medewerkers van het IAS prettig?
278
8
11
Vraag
de voortgang?
Van de ruimte voor suggesties en opmerkingen maakten 185 van de 300 respondenten gebruik, waarbij 115 lovende tot zeer lovende opmerkingen werden gemaakt over de behandeling van het dossier door de medewerkers van het IAS. Samengevat blijkt uit onderzoek dat 93% van de respondenten tevreden is over de dienstverlening van het IAS, 3% niet tevreden is en 4% hier geen mening over heeft.
Niet tevreden 3%
Gee en mening 4% Geen
T Tevreden 9 93%
6
Figuur: mate van tevredenheid met dienstverlening IAS
Een belangrijk verbeterpunt betreft de informatie die de longarts verstrekt over de mogelijkheid van tegemoetkoming en schadevergoeding. 39% van de respondenten vermeldde die informatie niet van de longarts te hebben gekregen. Hierover vindt overleg plaats met de longartsenvereniging NVALT.
JAARVERSLAG 2008 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Interview Piet Hein Donner, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
‘De afgelopen negen jaar heeft het IAS belangrijk werk verricht ten behoeve van een groep mensen die als gevolg van asbestblootstelling lang daarna geconfronteerd wordt met maligne mesothelioom. Door de ernst en progressie van deze longziekte zijn betrokken slachtoffers vaak niet in de gelegenheid tijdrovende juridische procedures te voeren om een financiële vergoeding te krijgen. Met behulp van het IAS lukt dit vaak wel. De afspraken die hiertoe gemaakt zijn tussen slachtoffers, werkgevers- en werknemersorganisaties, verzekeraars en overheid onderstrepen de waarde van samenwerking. Door de uiteenlopende belangen te overbruggen en gericht samen te werken kan, zoals in dit geval, veel worden bereikt. Het IAS vervult daarmee een voortrekkersrol, die ook in het buitenland als zodanig wordt herkend. Hoewel in 1978 de toepassing en verwerking van crocidoliet (blauw asbest) in Nederland verboden werd en in 1993 een algemeen asbestverbod van kracht werd is het door de lange latentietijd van mesothelioom helaas noodzakelijk dat het IAS in de komende jaren haar werk voortzet. Nog steeds neemt het aantal asbestslachtoffers toe. Tegen deze achtergrond is het van veel belang dat de aandacht voor deze kwetsbare groep niet verslapt. In de afgelopen periode heeft deze aandacht er al toe geleid dat naast werknemers ook andere, zoals nietloondienst gerelateerde slachtoffers met de ziekte mesothelioom in aanmerking kwamen voor een financiële regeling. Het IAS voorziet in een buitengerechtelijke bemiddeling met toepassing van het civiele aansprakelijkheidsrecht. In de bemiddelingspraktijk wordt het instituut geconfronteerd met enkele knelpunten van juridische aard. Zo is het niet steeds duidelijk of en in hoeverre de verjaringstermijn voor een vordering van een mesothelioomslachtoffer kan worden doorbroken en wanneer een werkgever met succes een beroep kan doen op verjaring. Een ander probleem doet zich voor rond de invulling van de stelplicht en bewijslast. Het valt in de praktijk vaak niet mee om het feiten rond de fatale asbestblootstelling dertig jaar (of langer) na dato vast te stellen. Gegeven deze knelpunten hecht ik er waarde aan dat het IAS via de Commissie Hijma onderzoek laat doen naar de mogelijkheid om te komen tot aanvullende richtlijnen ter zake. Collectief gedragen afspraken kunnen tijdrovende discussies voorkomen: de reden waarvoor het IAS begin 2000 is opgericht. Tot slot wil ik de kennis- en onderzoeksfunctie van het IAS niet onvermeld laten. Ook op dit terrein heeft het IAS de afgelopen tijd niet op zijn lauweren gerust. Ik hoop dat het in het najaar van 2008 gestarte Medisch Onderzoeksprogramma, waaraan verschillende vooraanstaande onderzoekscentra meewerken, een bijdrage zal leveren aan optimalisering van de medische procedure van het instituut en het beter in kaart brengen van de groep slachtoffers met asbestgerelateerde longkanker.’
JAARVERSLAG 2008 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
7
Kerncijfers IAS 2008 Het IAS adviseert de Sociale Verzekeringsbank (SVB) over het recht op een tegemoetkoming van 17.050 (2008) voor asbestslachtoffers met de ziekte mesothelioom op grond van de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers (TAS) of (sinds 1 december 2007) de Regeling tegemoetkoming nietloondienstgerelateerde slachtoffers van mesothelioom (TNS). Daarnaast bemiddelt het IAS tussen (ex-) werkgevers en (ex-)werknemers over het betalen van een schadevergoeding van € 55.163 (normbedrag 2008). Als het slachtoffer al overleden is kunnen nabestaanden bemiddeling aanvragen voor vergoeding van materiële schade en overlijdensschade (2008: elk € 2.760). Hierna volgen de belangrijkste cijfers over 2008 inzake de advies- en bemiddelingsactiviteiten van het IAS. In vergelijking met vorige jaarverslagen wordt dit keer meer informatie gegeven over het karakter van de afgewikkelde aanvragen. De informatie in dit hoofdstuk laat zien dat een deel van de aanvragen niet voor bemiddeling in aanmerking komt. Dit enerzijds omdat de diagnose mesothelioom niet door NMP of NVALT bevestigd wordt, in andere gevallen omdat de werkgever niet meer bestaat of de vorderingen inmiddels zijn verjaard. Ook TNS-aanvragen (die sinds 1 december 2007 tot de taken van het IAS behoren) komen niet in aanmerking voor bemiddeling. In de analyse van de afgewikkelde aanvragen op pagina 12 wordt een en ander nader toegelicht.
Instroom, uitstroom, voorraad Het IAS heeft in 2008 601 aanvragen in behandeling genomen en 631 aanvragen afgewikkeld. Onderstaande tabel laat zien dat de instroom in de eerste 2 maanden van 2008 gemiddeld veel hoger was dan in de overige maanden van dat jaar. De invoering van de TNS-regeling op 1 december 2007 is de oorzaak van deze ontwikkeling. Tot 1 december 2007 konden alleen (oud-)werknemers of huisgenoten aanspraak maken op een financiële tegemoetkoming, sinds 1 december 2007 in principe alle mesothelioomslachtoffers. De uitstroom was relatief hoger in de maanden maart en april waarin een deel van de extra instroom uit december 2007 en januari en februari 2008 werd verwerkt.
Dossierontwikkeling 2008 jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Instroom
96
83
45
46
41
40
42
46
48
37
46
31
totaal 601
Uitstroom
53
60
61
86
43
51
50
49
47
52
47
32
631
Tabel: totale instroom en uitstroom per maand in 2008
8
Dossierontwikkeling 2000-2008 Het diagram op de volgende pagina toont de afwikkeling van de instroom sinds de start van het IAS in 2000. Te zien is dat de instroom in 2008 flink hoger was dan in 2007. Het diagram laat eveneens zien dat het aantal aanmeldingen in 2000 exceptioneel hoog was, en in 2003, 2007 en 2008 een sprong heeft gemaakt. In 2000 was de instroom bijzonder hoog door de ‘oude claims’, die met de komst van het IAS vooral in de eerste maanden ingediend werden (het zgn. stuwmeereffect). De invoering van de voorschotregeling is de meest waarschijnlijke oorzaak voor de stijging van het aantal aanmeldingen in 2003. De stijging van 2007 en 2008 vloeit voort uit de invoering van de TNS-regeling in december 2007 en een algehele toename van het aantal slachtoffers met mesothelioom (zie pagina 14). In totaal werden in de afgelopen negen jaar 3632 aanvragen in behandeling genomen. Hiervan was eind december 2008 93%
JAARVERSLAG 2008 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
(3369) afgewikkeld. De voorraad bedroeg op dat moment 263 dossiers, 7,2% van de totale instroom.
700 Het diagram hieronder laat de verwerking van de instroom zien sinds de start van het IAS in 2000. Te zien 363 is dat de instroom was dan in 2007. Het dia594 in 2008 door de invoering van de TNS-regeling flink hoger 600
gram laat eveneens zien dat het aantal aanmeldingen in 2000 exceptioneel hoog was, en in 2003, 2007 en 479 500 2008 een sprong heeft gemaakt. In 2000 was de instroom bijzonder hoog door de ‘oude claims’, die met afgerond de komst van het IAS vooral in de eerste maanden ingediend werden (het zgn. stuwmeereffect). De 400 375 371 342 waarschijnlijke oorzaak voor de stijging vanvoorraad invoering van de voorschotregeling 341 is de meest het aantal 300 aanmeldingen in 2003. De stijging van 2007 en 2008 is te wijten aan de invoering van de TNS-regeling in 260 238
244
december en een algehele toename van het aantal slachtoffers met mesothelioom (zie pagina 14). 200 100 21
0
0
0
1
1
0
2
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
0
2007
2008
Diagram: afwikkeling instroom 2000-2008 naar jaar van instroom
Regeling TAS en Regeling TNS Sinds de invoering van de Regeling TAS in 2000 en de regeling TNS in december 2007 hebben 2044 slachtoffers na een positief advies van het IAS een financiële tegemoetkoming ontvangen in de vorm van een voorschot of eenmalige uitkering. Sinds 2003 wordt de tegemoetkoming in de vorm van een voorschot uitgekeerd. Het voorschot wordt verstrekt op basis van de diagnose maligne mesothelioom en de aannemelijkheid dat het slachtoffer in zijn werk of op andere wijze is blootgesteld aan asbest. Pas daarna vindt het onderzoek in het kader van de bemiddeling tussen de werknemers en de werkgever/verzekeraar plaats. Vóór 2003 diende eerst bemiddeling plaats te vinden, voordat sprake kon zijn van een tegemoetkoming krachtens de Regeling TAS. De voorschotregeling is ingevoerd omdat veel slachtoffers overleden voordat het bemiddelingstraject volledig was afgerond.
Instroom aanvraag tegemoetkoming TAS/TNS De tabel hieronder vermeldt de aanvragen voor een tegemoetkoming sinds de invoering van de voorschotregeling. Het effect van de invoering van de TNS-regeling is duidelijk te zien. In 2008 heeft het IAS totaal 541 aanvragen voor een tegemoetkoming in behandeling genomen, 47% meer dan in 2007. 9 Totaal
jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
2003
21
26
19
21
17
14
31
2004
17
21
25
26
23
23
26
2005 2006
28
29
20
22
36
34
19
37
28
22
33
28
24
24
36
30
2002
1
sep
okt
nov 1
2
5
38
26
19
17
27
276
23
29
20
26
18
277
31
26
28
28
338
28
30
41
25
349
1
dec
totaal
2007
38
21
32
14
32
30
33
35
22
27
31
54
369
2008
66
68
47
52
38
44
41
37
38
45
43
22
541
Totaal
198
188
176
163
170
169
186
201
174
167
187
176
2155
Tabel: aanvraag TAS/TNS als voorschot per maand en jaar van instroom
JAARVERSLAG 2008 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Beslissing op aanvraag tegemoetkoming In 2008 werden aan de SVB 538 adviezen afgegeven in verband met een aanvraag voor een tegemoetkoming in het kader van de TAS of TNS-regeling, 390 adviezen voor een TAS en 148 voor een TNS. Het totaal omvat 34 adviezen voor een tegemoetkoming aan nabestaanden in het kader van de overgangsregeling voor de TNS-regeling. Nabestaanden van slachtoffers konden recht hebben op een uitkering op grond van de regeling als het slachtoffer in de periode tussen 10 november 2006 (het kabinetsbesluit) en 1 juni 2008 was overleden en de aanvraag vóór 1 december 2008 was ingediend. Of als het slachtoffer zelf al een verzoek tot bemiddeling bij het Instituut Asbestslachtoffers had gedaan
TAS
aantal adviezen
waarvan negatief
%
2003
223
85
38,3%
138
61,9%
2004
293
63
21,5%
230
78,5%
2005
317
68
21,5%
249
78,5%
2006
354
63
17,8%
291
82,2%
2007
371
61
16,9%
310
83,6%
2008
390
82
21,0%
308
81,1%
Totaal
1948
422
21,7%
1526
78,3%
aantal adviezen
waarvan negatief
%
waarvan positief
%
TNS
waarvan positief
%
2007
5
5
100,0%
2008
148
28
18,9%
120
81.1%
Totaal
153
28
18,3%
125
81,7%
Tabel: verdeling beslissing op aanvraag tegemoetkoming
In 428 gevallen (80%) adviseerde het IAS de SVB de tegemoetkoming toe te kennen, verdeeld over 308 (72%) positieve adviezen voor een TAS en 120 (28%)voor een TNS. Het percentage positieve adviezen dat jaarlijks afgegeven wordt is sinds 2004 stabiel en ligt steeds rond de 80%. Het advies was in 2008 in 110 gevallen negatief (20%). In de meeste gevallen (62%) was de afwijzingsgrond ‘geen mesothelioom’. In een kwart van de gevallen (26%) ging het om mensen die al waren overleden en geen nabestaande hadden in de zin van de TAS/TNS-regeling.
10
se 12% diverse en n redenen
26% geen nabestaande
62% geen maligne mesothelioom
Figuur: Reden voor afwijzing tegemoetkoming
JAARVERSLAG 2008 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Afgewikkelde aanvragen 2008 In 2008 heeft het IAS totaal 631 aanvragen afgewikkeld. 24 aanvragen vervielen al in het begin van de procedure voordat het onderzoek kon worden opgestart. In dit onderzoek vraagt het IAS aan expertpanels (pathologen en/of longartsen) om bevestiging van de diagnose mesothelioom. Tegelijkertijd wordt samen met de aanvrager nagegaan hoe het contact met asbest heeft plaatsgevonden en of een (ex-) werkgever aansprakelijk is te houden voor de gezondheidsschade. Dit resulteerde in: 391 loondienstgerelateerde aanvragen voor TAS en bemiddeling van werknemers (374) of huisgenoten (17), 152 niet-loondienstgerelateerde aanvragen voor TNS en 64 aanvragen van nabestaanden voor vergoeding van materiële schade en overlijdensschade.
11% 1% % nabestaanden en n
25% TNS
64% werknemers/ huisgenoten
Figuur: afgewikkelde aanvragen 2008 naar soort aanvraag
Resultaten onderzoek werknemers/huisgenoten 62% van alle in 2008 afgewikkelde aanvragen waren loondienstgerelateerde aanvragen van slachtoffers zelf (werknemers of huisgenoten). Bij hen is onderzocht of er recht was op een tegemoetkoming in het kader van de TAS-regeling en of via bemiddeling met een werkgever c.q. verzekeraar schadevergoeding kon worden verkregen. De tabel hieronder vermeldt de resultaten die voor deze groep zijn bereikt, waarbij een onderverdeling is gemaakt naar de groep die niet bemiddelbaar bleek en de groep die wel voor bemiddeling in aanmerking kwam. In de rechterkolom staat de belangrijkste reden voor het niet toekennen van tegemoetkoming of voor het niet verkrijgen van de schadevergoeding. Te zien is dat 64% van de groep die bemiddeld kon worden de volledige schadevergoeding van € 55.163 heeft ontvangen.
Resultaten werknemers/huisgenoten 11
Resultaat
Aantal
Groep niet bemiddelbaar
Reden afwijzing 148
Geen vergoeding
75
Geen mesothelioom
TAS-tegemoetkoming
73
Werkgever onvindbaar,failliet; vordering verjaard
Bemiddelbare groep
243
TAS-tegemoetkoming, maar geen schadevergoeding
87
Volledige schadevergoeding
156
Totaal
Stelplicht,bewijslast onvoldoende ingevuld; discussie over verjaring n.v.t. 391
JAARVERSLAG 2008 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Resultaten onderzoek nabestaanden Als het slachtoffer is overleden en zichzelf niet bij het IAS heeft aangemeld, kan zijn nabestaande het IAS verzoeken te bemiddelen voor een vergoeding van € 2.760 voor materiële schade en nog eens € 2.760 voor overlijdensschade. In 2008 zijn 64 aanvragen van nabestaanden afgewikkeld. Hieronder de tabel met de verdeling naar financieel resultaat. 53% van de groep die bemiddeld kon worden heeft de schadevergoeding ontvangen. Dat percentage is lager dan bij de groep werknemers/huisgenoten (64%). Het blijkt voor nabestaanden moeilijker voldoende bewijs aan te leveren voor de asbestblootstelling als het slachtoffer al is overleden.
Resultaten nabestaanden Resultaat
Aantal
Groep niet bemiddelbaar Geen vergoeding
Reden afwijzing 30
30
Bemiddelbare groep
Geen mesothelioom 34
Geen vergoeding
16
Stelplicht,bewijslast en verjaringsdiscussie
Vergoeding materiële en overlijdensschade
18
n.v.t.
Totaal
64
Doorlooptijden Doel van het IAS is schadeclaims van asbestslachtoffers zo snel en zorgvuldig mogelijk af te handelen. Dit om patiënten een juridische lijdensweg te besparen in de korte tijd die hen nog gegeven is. Om dit te bereiken heeft het IAS met de uitvoeringsorganisatie BSA Schaderegeling ‘service levels’ afgesproken. Afspraken zijn gemaakt over doorlooptijden ten aanzien van de intake, het moment waarop het advies inzake de tegemoetkoming wordt afgegeven en de periode die de bemiddeling in beslag kan nemen. Met betrekking tot de ‘intake’ is overeengekomen dat in 85% van alle aanvragen binnen 10 werkdagen alle (ingevulde) formulieren ter ondertekening aan de klant zijn verzonden en alle arbeidsverledengegevens voor handen zijn. Vervolgens dient in 80% van de complete aanvragen respectievelijk binnen 40 werkdagen een advies over de tegemoetkoming aan de SVB te worden verstrekt en binnen 125 werkdagen overeenstemming te zijn bereikt over het bemiddelingsresultaat voor het slachtoffer. Ver12
der dient de gemiddelde doorlooptijd voor het advies over de tegemoetkoming en de overeenstemming over het bemiddelingsresultaat kleiner of gelijk te zijn aan respectievelijk 40 en 125 werkdagen. Alle service levels zijn in 2008 bereikt met uitzondering van die voor de ‘intake’ in het eerste kwartaal van 2008. In 29% van de aanvragen nam de intake in het eerste in het eerste kwartaal van 2008 meer dan 10 werkdagen in beslag. De belangrijkste verklaring hiervoor was dat in een aantal gevallen een huisbezoek niet snel genoeg kon worden ingepland wegens andere verplichtingen van de aanvrager.
JAARVERSLAG 2008 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Interview Jan Pieter Six, bestuurslid IAS. In het dagelijks leven verantwoordelijk voor de verankering van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen bij verzekeringsconcern Eureko/Achmea.
‘Het aansprakelijkheidsrecht is niet geschreven voor beroepsziekten als mesothelioom’ ‘Ongeveer 15 jaar geleden was ik voorzitter van de aansprakelijkheidsverzekeraars in Nederland. In die hoedanigheid was ik betrokken bij het bedenken van een oplossing voor het probleem van de juridische lijdensweg van asbestslachtoffers. Het heeft daarna nog een aantal jaren geduurd tot alle partijen het eens waren over de oprichting van een bemiddelingsinstituut. Toen het IAS er eenmaal was ben ik in het bestuur terecht gekomen. En ik hoop hier ook nog lange tijd een functie te kunnen vervullen. Want de asbestproblematiek, en de rol van het IAS daarbij, zijn het meest fascinerende en uitdagende dat ik in mijn werkzame leven als verzekeraar heb meegemaakt. Bij asbest is er voor het eerst sprake geweest van een beroepsziekte waarbij men op grote schaal is gaan procederen. Eigenlijk was er nog helemaal geen ervaring met een dergelijke “long-tail problematiek”, die allerlei moeilijk te beantwoorden vragen opriep over de keten van causaliteit en aansprakelijkheid. Het was allemaal te lang geleden gebeurd en niet meer te traceren. Het is dan ook geen wonder dat het gewone aansprakelijkheidsrecht, dat geschreven is voor ongelukken, vaak geen soelaas bood. Procederen bleek dus lastig, slachtoffers stonden te vaak met lege handen. Het is geweldig dat de overheid zich destijds hiermee is gaan bemoeien. En al snel bleek ook dat er op allerlei fronten draagvlak was voor een oplossing. Sommigen hadden het over een fonds, maar dat was geen goed idee. Dat is bij beroepsziekten een panacee, zoals het woordenboek zegt, is dat uitsluitend een denkbeeldige oplossing voor alle kwalen. Het lost namelijk niets op. Want in de praktijk van een fonds krijg je met dezelfde problemen te maken, waar je ook bij het aansprakelijkheidsrecht tegenaan loopt. Met het IAS is de goede oplossing wèl gevonden. Het instituut is uniek in de wereld, een echt product van het poldermodel. Daarbij moeten we beseffen, dat wij een van de weinige landen zijn met werkgeversaansprakelijkheid voor beroepsziekten. Omdat het aansprakelijkheidsrecht niet voldeed bij de financiering van longtail risico’s, moest er ook wel een ander en beter instrument komen. Het IAS is daarvan een prachtig voorbeeld. Het geeft een beschaafde oplossing voor het collectief van de slachtoffers met mesothelioom. Daarbij gaat het er niet om of het individuele slachtoffer volgens het aansprakelijkheidsrecht “het onderste uit de kan heeft gehaald”. Vanuit de hoek van de gespecialiseerde letselschade-advocatuur is er daarom wel eens kritiek op het IAS. Ik deel die niet. Ik denk niet dat slachtoffers zitten te wachten op zo’n benadering. Naar mijn mening willen zij in eerste instantie erkenning van leed en snel worden geholpen. Het IAS is hiervoor bij uitstek geschikt. Dat blijkt ook wel uit de meting die we sinds kort onder de slachtoffers doen. Men blijkt in overgrote meerderheid doorgaans zeer tevreden over de behandeling door het instituut.’
JAARVERSLAG 2008 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
13
Epidemiologische ontwikkelingen Aantal gevallen van maligne mesothelioom in Nederland Er zijn in Nederland vier databanken die gevallen van mesothelioom registreren: het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), de Nederlandse Kankerregistratie (NKR), het Pathologisch-Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief (PALGA) en het Nederlands Mesotheliomenpanel (NMP). De hieronder vermelde tabel laat het totaal aantal gevallen van mesothelioom zien volgens het CBS en de NKR, het aandeel mannen en het aandeel jonger dan 65 jaar. In 2007 overleden in Nederland 470 mensen aan de ziekte mesothelioom, iets meer dan in 2006 (CBS). Tussen 1999 en 2005 was het aantal sterfgevallen stabiel en lag rond de 400 per jaar. Sinds 2006 is er sprake van een toename die in 2007 doorzet. Ook de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) laat een stijging zien; nadat de incidentie tot en met 2003 rond de 400 per jaar lag, neemt deze sinds 2004 toe tot bijna 500 in 2005 en 2006 (resp. 498 en 485). De groep bestaat grotendeels uit mannen. Ongeveer driekwart is boven de 65. Het aandeel jongeren daalt. Dit komt omdat het asbestgebruik in Nederland in de vorige eeuw vanaf eind jaren 70 sterk afnam, o.a. door het verbod op het gebruik van het blauwe asbest in 1978 en onder invloed van de recessie in de bouw. JAAR
CBS
NKR
CBS
NKR
CBS
NKR
totaal
totaal
% man
% man
%<65 jaar
%<65 jaar
1990
273
271
86%
86%
41%
48%
1995
323
336
86%
87%
37%
42%
1997
377
350
87%
87%
35%
41%
1998
325
345
89%
92%
39%
38%
1999
402
413
87%
87%
30%
33%
2000
389
387
87%
88%
33%
38%
2001
401
391
86%
85%
30%
35%
2002
394
355
86%
86%
33%
34%
2003
393
388
88%
87%
25%
32%
2004
398
442
87%
88%
30%
34%
2005
382
498
90%
88%
24%
26%
2006
463
485
86%
85%
25%
28%
2007
470
86%
24%
* Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS): sterftecijfers (mortaliteit) (Bron: CBS Statline) * Nederlandse Kankerregistratie (NKR): incidentiecijfers (Bron: ikcnet.nl).
14
Kenmerken TAS en TNS-gerechtigden De groep asbestslachtoffers met recht op een TAS-uitkering bestaat vrijwel geheel uit mannen (96%), met een gemiddelde leeftijd van 72 jaar. 66% is boven de 65. Meer dan driekwart is geboren in de periode tussen 1925 en 1944. Zij wonen veelal in gebieden waar in het verleden met asbest is gewerkt op scheepswerven, in asbestproductie, isolatie- en asbestverwerkende bedrijven. Het gaat om de regio’s Rijnmond, Amsterdam Noord, de Zaanstreek, Zuid Limburg, in Zeeland rond Vlissingen, Middelburg en Veere, en in Twente rond Goor.
JAARVERSLAG 2008 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
15
TAS/TNS-gerechtigden 2000 t/m 2008: aantal mesothelioomslachtoffers per 100.000 inwoners op 31 december 2008. Bron: Sociale Verzekeringsbank, P. Covelli, maart 2009.
JAARVERSLAG 2008 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Nieuws IAS initieert breed onderzoek naar asbest en kanker Op initiatief van het IAS is het Julius Center van het UMC Utrecht in het najaar van 2008 in nauwe samenwerking met het AMC, het Nederlands Kanker Instituut (NKI) in Amsterdam en de Sociale Verzekeringsbank (SVB) een breed onderzoek gestart naar kanker ten gevolge van asbestblootstelling. Het onderzoek loopt tot en met 2011. De eerste resultaten zullen op het IAS-lustrumcongres op 26 januari 2010 bekend worden gemaakt.
16
Het programma bestaat uit vier projecten: 1. Ontwikkeling van een gemeenschappelijke databank waarin demografische en medische gegevens worden gekoppeld aan gegevens over de wijze waarop mesothelioomslachtoffers in het verleden aan asbest zijn blootgesteld, bijvoorbeeld in bepaalde risicoberoepen. 2. Onderzoek naar de kwaliteit van de gehanteerde diagnostische technieken en de werkwijze van de medische panels op het gebied van de ziekte mesothelioom. Er zal worden nagegaan of er nieuwe technieken zijn die voordelen bieden op het gebied van
nauwkeurigheid en efficiëntie in vergelijking tot de procedure die momenteel wordt toegepast. De huidige werkwijze wordt beoordeeld op logistiek en efficiëntie. Kan het beter en sneller? 3. Onderzoek naar het aantal longkankerpatiënten bij wie asbestcontact een oorzaak kan zijn geweest. Eerst wordt onderzocht wat precies onder asbestgerelateerde longkanker wordt verstaan. Op basis van de verschillende definities die gehanteerd zouden kunnen worden, zal een schatting worden gemaakt van de omvang van de groep asbestgerelateerde longkankerpatiënten in Nederland tussen 2008 en 2030. Vervolgens wordt nagegaan welke groep vanwege asbestblootstelling voor compensatie in aanmerking zou kunnen komen. 4. Onderzoek naar de vraag of er een relatie is tussen de manier waarop iemand aan asbest is blootgesteld en de aard van de kanker die daar het gevolg van is. Meer informatie over het onderzoek is verkrijgbaar bij programmasecretaris Simone Aarendonk, telefoon: 070 - 34 99 581 e-mail:
[email protected]
* Voor bronvermelding zie website IAS: www.asbestslachtoffers.nl onder Nieuws JAARVERSLAG 2008 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Interview Carl Moons, hoogleraar Klinische Epidemiologie, Julius Centrum UMC Utrecht
‘Kijken of de diagnostiek van mesothelioom efficiënter kan’ ‘Als epidemioloog ben ik verbonden aan het Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijns Geneeskunde (JC) in het UMC Utrecht, een onafhankelijk onderzoeksinstituut. In 2008 heeft het IAS ons benaderd met het verzoek of wij aan een aantal wetenschappelijke vragen van het instituut konden meewerken. In eerste instantie zou het vooral gaan om de evaluatie van het diagnostische proces om mesothelioom vast te stellen. Aangezien ik ervaring heb met het evalueren van diagnostische processen en testen heb ik deze opdracht namens het JC aangenomen. Uiteindelijk zijn daar ook andere interessante vragen bijgekomen, waaronder onderzoek naar de relatie tussen asbest en longkanker. In totaal bestaat het medisch onderzoeksprogramma (MOPI) dat wij voor het IAS doen uit vier onderdelen. Allereerst gaat het dus om de wetenschappelijke vraag of het diagnostische proces voor het aantonen of uitsluiten van mesothelioom, zoals dat nu wordt uitgevoerd, efficïent (genoeg) is. Dat onderzoek is in volle gang. We onderzoeken wat er beter kan en of er nieuwe testen zijn. Dat doen we deels met systematisch literatuuronderzoek en deels op basis van patiëntgegevens van het IAS, NMP en NVALT. We kijken daarbij vooral ook naar de waarde van nieuwe biologische markers om mesothelioom aan te tonen of uit te sluiten. Biologische markers of, kort gezegd: biomarkers, zijn indicatoren van de biologische toestand van de mens die gevonden worden in bloed, urine of ander weefsel. Bij het literatuuronderzoek bestuderen we onderzoeksgegevens uit andere landen waar veel met asbest is gewerkt, zoals Engeland, Australië en Japan. Dat het IAS onderzoek wil doen naar de efficiëncy van de diagnostiek van mesothelioom is niet zo verwonderlijk. Zo blijkt dat een niet onaanzienlijk deel van de mensen met de diagnose mesothelioom de ziekte uiteindelijk toch niet heeft. Ik verwacht dat we dat straks beter kunnen inschatten. Het blijkt inmiddels dat er internationaal al tientallen biomarkers voor mesothelioom bestaan. Maar blijkbaar is er geen overeenstemming over de accuratesse van één bepaalde biomarker, dus is het goed om hier eens systematisch naar te kijken. We proberen ze allemaal te evalueren en na te gaan welke de beste is. We hopen hier snel duidelijkheid over te kunnen geven. Begin volgend jaar- bij het 10-jarig bestaan van het IAS- kunnen we onze gegevens presenteren. 17
Een ander belangrijk onderdeel van het MOPI-onderzoek is de relatie tussen asbest en longkanker. Aangezien we geen directe patiëntgegevens hebben, moeten we hier dus volledig uitgaan van literatuurgegevens en simulaties. Allereerst kijken we naar wat de literatuur zegt over deze relatie, gecorrigeeerd voor bijvoorbeeld roken, leeftijd en geslacht. Daarna maken we een koppeling met data uit bijvoorbeeld de asbestkaart (over asbestblootstelling) en databases van de regionale kankercentra (over regionale incidenties van longkanker). Het gaat bij dit onderzoek dus om het bij elkaar brengen van data en informatie uit allerlei verschillende bronnen. Het is de enige manier om straks een goede inschatting te kunnen geven in hoeverre longkanker in ons land het gevolg kan zijn van het werken met asbest.’
JAARVERSLAG 2008 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Medische ontwikkelingen* Andere asbestziekten Asbest komt via de luchtwegen binnen, maar kan, volgens sommige onderzoekers, ook via drinkwater opgenomen worden. Het is daarom aannemelijk dat de stof invloed kan hebben op het ontstaan van allerlei aandoeningen. Regelmatig wordt onderzoek gepubliceerd dat hierover aanwijzingen geeft. Volgens de Gezondheidsraad kan asbestblootstelling leiden tot twee vormen van kanker, namelijk mesothelioom en longkanker, tot de stoflongziekte asbestose en tot niet-kwaadaardige afwijkingen aan het longvlies. Op dit moment is er, volgens de Gezondheidsraad, onvoldoende wetenschappelijk bewijs om van een oorzakelijk verband tussen asbestblootstelling en andere ziekten uit te gaan (Gezondheidsraad, 2005).
Asbestziekten of niet? De laatste jaren worden regelmatig resultaten gepubliceerd van onderzoek naar de relatie tussen asbest en andere ziekten. Hieronder enkele voorbeelden. • Asbestvezels kunnen de eierstokken bereiken. Dat constateerden Noorse onderzoekers bij een groep vrouwen die in een papier- en pulpfabriek hadden gewerkt. Meer onderzoek is nodig om te bepalen of de asbest in de eierstokken ook eierstokkanker kan veroorzaken. • Blootstelling aan asbest kan schade aanrichten aan het immuunsysteem en dat kan leiden tot autoimmuunziekten zoals reuma. Dat constateren Amerikaanse en Japanse onderzoekers in 2006 en 2007. • Spaanse onderzoekers vonden bij 185 patiënten met slokdarmkanker een relatie met asbestblootstelling. Het ging om mensen uit twee Middellandse Zeeregio’s die beroepsmatig aan asbest waren blootgesteld. • Bij Noorse vuurtorenwachters die asbest via drinkwater hadden binnengekregen werd een relatief hoge incidentie van maag-darmkanker gevonden. • Volgens het Amerikaanse ‘Institute of Medicine (IOM)’ is er voldoende bewijs om aan te nemen dat asbestblootstelling tot kanker aan het strottenhoofd (larynx kanker) kan leiden. Voor maag-en darmkanker en kanker in de keelholte is het bewijs voor dit oorzakelijke verband onvoldoende. Wel zijn er aanwijzingen voor een relatie tussen deze kankersoorten en asbest, aldus het IOM.
Ervaringen van mesothelioompatiënten Woede, schuldgevoel en verwijten zijn de eerste reacties van Britse mesothelioompatiënten op de fatale diagnose maligne mesothelioom. Die woede en verwijten zijn gericht op de veroorzakers van de ziekte: werkgevers en de overheid, aldus onderzoek dat in 2008 werd gepubliceerd. Britse mesotheli18
oompatiënten hebben veel behoefte aan informatie, psychosociale en emotionele steun, ook omdat ze naast hun lichamelijke lijdensweg met complexe, medische en financiële zaken te maken krijgen. Ook het IAS heeft naar de ervaringen van een aantal aanvragers gevraagd. In 2004 gaven zij in interviews aan dat ze bij het horen van de diagnose tijd nodig hadden gehad om alle informatie te laten bezinken. Er kwamen gelijktijdig zoveel emoties op hen af dat ze in eerste instantie niet in staat waren veel informatie op te nemen. De diagnose en de informatie over het IAS moesten daarom meerdere malen toegelicht en besproken worden voordat besloten werd het IAS in te schakelen (Aarendonk, 2005).
* Voor bronvermelding zie website IAS: www.asbestslachtoffers.nl onder Nieuws JAARVERSLAG 2008 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Biologische markers voor mesothelioom Biologische markers of, kort gezegd biomarkers, zijn indicatoren van de biologische toestand van de mens die gevonden worden in bloed, urine of ander weefsel. Bij het onderzoek naar mesothelioom wordt gezocht naar biomarkers voor verschillende doeleinden, namelijk: - markers die het mogelijk maken een mesothelioom vroegtijdig op te sporen; - markers die het mogelijk maken een correcte diagnose te stellen en - markers die aangeven hoe de tumor zich ontwikkelt. Momenteel wordt veel onderzoek gedaan naar bepaalde stoffen die in het bloedplasma, in vocht achter de longen of in de buikholte voorkomen en als marker kunnen dienen. Enkele voorbeelden van bloedmarkers zijn: Osteopontine, Soluble Mesothelin-Related Peptide (SMRP, ook mesotheline genoemd) en Megakaryocyte Potentiating Factor (MPF). Een onderdeel van het Medisch Onderzoeksprogramma IAS (MOPI) is de evaluatie van het huidige medische protocol voor het stellen van de diagnose mesothelioom. Binnen dit project wordt aan de hand van systematisch literatuuronderzoek nagegaan of bepaalde biomarkers inmiddels voldoende accuraat zijn om de diagnostische technieken die nu ‘gouden standaard’ zijn te kunnen vervangen. Een onderzoek naar biomarkers zou wellicht in bepaalde gevallen minder ingrijpend voor de patiënt kunnen zijn dan de diagnostische methode die nu toegepast wordt. Op pagina 16 vindt u meer informatie over dit onderzoeksprogramma.
VS: oprichting online databank voor mesothelioom Sinds mei 2008 is in de VS de eerste elektronische databank voor mesothelioom online toegankelijk voor onderzoekers. De “National Mesothelioma Virtual Bank” bevat kenmerken van 900 monsters van mesothelioomweefsel van 600 patiënten. De databank is ondergebracht bij de Mesothelioma Applied Research Foundation (MARF), een non-profit stichting waarin nabestaanden, artsen, juristen en onderzoekers samenwerken in de strijd tegen mesothelioom. Meer informatie vindt u op http://www.mesotissue.org/
Nanobuisjes net als asbest Koolstof nanobuisjes, een van de belangrijkste nieuwe moleculen in de nanotechnologie, kunnen in het buikvlies van muizen een ontstekingsreactie veroorzaken die lijkt op het beginstadium van mesothelioom. Dat blijkt uit een studie die in mei 2008 is gepubliceerd in het tijdschrift Nature Nanotechnology. Volgens Ken Donaldson (universiteit van Edinburgh), één van de auteurs, is het te vroeg om te concluderen dat mensen die in contact komen met nanobuisjes daar ook echt kanker van kunnen krijgen. De muizen kregen de nanobuisjes namelijk ingespoten in hun buikvlies. Om het risico voor mensen te bepalen moet vast staan hoeveel nanobuisjes mensen inademen en of die moleculen in het long- of buikvlies terecht kunnen komen. Nanobuisjes bestaan uit koolstofatomen die op een speciale manier met elkaar zijn verbonden. Ze worden al jaren verwerkt in consumentenproducten als tennisrackets, schokbestendige fietssturen en bepaalde auto-onderdelen.
* Voor bronvermelding zie website IAS: www.asbestslachtoffers.nl onder Nieuws JAARVERSLAG 2008 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
19
Nieuws* Presentatie IAS op 9de bijeenkomst International Mesothelioma Interest Group (IMIG) Het IAS heeft een seminar en een presentatie verzorgd op de negende internationale conferentie van de International Mesothelioma Interest Group (IMIG). Deze conferentie vond plaats van 25 tot 27 september 2008 in congrescentrum de Meervaart in Amsterdam. De IMIG is een groep medici met bijzondere belangstelling voor de ziekte maligne mesothelioom. De meeste seminars op deze conferentie waren daarom gewijd aan medische onderwerpen. Eén seminar had een breder aandachtsgebied met als onderwerp: asbestslachtoffers: epidemiologie, monitoring, compensatie en bewustwording. Samen met de School of Public Health, University of Cape Town was het IAS verantwoordelijk voor de organisatie en inhoud van dit seminar.
mensen die aan asbest zijn blootgesteld. Dit vermeldt de Gezondheidsraad in het advies “Naar een adequate inname van vitamine A”. De Gezondheidsraad adviseert rokers en personen die beroepsmatig zijn blootgesteld aan asbest om supplementen met 20 milligram betacaroteen per dag of meer te mijden. Volgens het advies levert een goede, gevarieerde voeding voldoende vitamine A, zonder dat er risico bestaat op een te hoge inname.
Een medisch wonder Een 46-jarige vrouw is zwanger geworden kort nadat zij door haar artsen genezen was verklaard van de ziekte mesothelioom. Dat meldt de Australische krant “The Age” in juli 2008. Inmiddels is zij vijf maanden zwanger. Volgens deskundigen behoort zij tot de ‘derde golf’ van asbestslachtoffers in Australië; mensen die als kind in een omgeving speelden waar met asbest werd gewerkt.
Teveel vitamine A risico voor asbestblootgestelden 20
Experimenteel onderzoek heeft aangetoond dat het gebruik van supplementen met ten minste 20 miligram betacaroteen (vitamine A) per dag het risico op longkanker verhoogt bij rokers en
* Voor bronvermelding zie website IAS: www.asbestslachtoffers.nl onder Nieuws JAARVERSLAG 2008 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Interview Christa Busteros, mesothelioomslachtoffer
‘Geen idee waar ik met asbest in aanraking ben gekomen’ ‘In februari 2006 kreeg ik last van hoesten en kortademigheid, vooral als ik had gesport. Ik dacht aan een verwaarloosde verkoudheid, maar de huisarts stuurde me voor een longfoto door naar het ziekenhuis. Ik bleek een pneumothorax (“klaplong”) te hebben en moest direct worden opgenomen. Er werd een drain geplaatst in de borstholte en lucht weggezogen met een vacuümpomp, zodat de long zich kon ontvouwen. Na een aantal dagen mocht ik gelukkig naar huis, maar ik moest het wel rustig aan doen. Na een kleine week werd ik toch weer wat kortademig. En waar ik al bang voor was bleek juist, de long was weer ingeklapt. Het hele circus begon opnieuw. Maar omdat het de tweede keer was, werd ik nu ook geopereerd om de long te ‘plakken’. Tijdens de operatie constateerde de chirurg verdikt longvlies en heeft hij een stukje weefsel verwijderd. Een paar weken later kwam de grote klap: ik bleek mesothelioom te hebben. Door de emoties hoor je natuurlijk niet alles wat ze vertellen op zo’n moment, maar toch durf ik wel te zeggen dat ik weinig informatie heb gekregen. Ook daarna heb ik veel over mesothelioom zelf moeten uitzoeken via internet. Ik ben ook niet gewezen op het bestaan van het IAS. Ik kwam er pas achter toen ik een keer een folder uit de wachtkamer heb meegenomen. Daarna werd snel duidelijk dat ik niet in aanmerking zou komen voor bemiddeling of een tegemoetkoming. Want het is onwaarschijnlijk dat ik op mijn werk als peuterleidster met asbest in aanraking ben geweest. Ook mijn man heeft als grafisch ontwerper niet met asbest gewerkt. Ik heb echt geen idee waar ik de ziekte heb opgelopen. Eind 2008 wees een vriendin mij erop, dat er tegenwoordig ook wordt uitgekeerd aan niet-werkgerelateerde slachtoffers. Toen de procedure eenmaal in werking was gezet, heb ik vrij snel een tegemoetkoming op grond van de TNS-regeling gekregen. Destijds werd me (alleen) chemo-therapie geadviseerd, maar dat wilde ik niet vanwege de bijwerkingen en resultaten. Ik heb voor een andere benadering gekozen. Twee dagen per week word ik nu in Duitsland intensief behandeld met een alternatieve therapie: Electro Cancer therapy (ECT) en Hyperthermie. Daarbij worden kankercellen gedood of verzwakt met zwakstroom en microgolven. Ik weet niet wat de toekomst mij brengen zal. Op dit moment voel ik mij naar omstandigheden redelijk. Zo werk ik nog steeds twee ochtenden per week in de peuterspeelzaal en dat geeft me veel energie. Over het IAS en de SVB ben ik zeer tevreden. De procedure gaat snel en discreet. Ze nemen je alles uit handen, zodat het je als slachtoffer allemaal niet teveel energie kost. Verder ben ik erg blij met de financiële tegemoetkoming, omdat de ziektekostenverzekering de onkosten van de therapie niet vergoedt.’
JAARVERSLAG 2008 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
21
Juridische ontwikkelingen* Aansprakelijkheid buiten werkomgeving is complex De aansprakelijkheid voor gezondheidsschade door asbest buiten de werkomgeving, is geen eenvoudige materie. Dat is op dit moment zo en dat zal ook wel zo blijven. Want het is in veel gevallen onmogelijk om aan te tonen waar en wanneer iemand met asbest in aanraking is geweest en wie daarvoor aansprakelijk is. Het is een internationaal probleem, getuige ook een rechtzaak die zich in 2008 afspeelde tussen twee klussers en een asbestproducent in Australië. Beide slachtoffers met mesothelioom hadden hun huis verbouwd en daarbij producten gebruikt van asbestcementproducent Amaca Pty. In hoger beroep oordeelde de rechter, dat beide mannen niet konden aantonen dat het klussen met deze producten de doorsslaggevende factor was geweest bij het ontstaan van hun ziekte. Toch lijkt het risico om aangesproken te worden voor schade door asbest op andere gronden dan werkgeversaansprakelijkheid te groeien. Na analyse in 2008 van jurisprudentie op dit gebied, is dat de conclusie van advocaat N. Vloemans. Hij tekent daarbij wel aan, dat uit de rechtspraak nog geen algemene lessen geleerd kunnen worden. Daarvoor zijn de tot op heden gewezen uitspraken te casuïstisch. Een verdere ontwikkeling van de rechtspraak ligt voor de hand. Dit ondanks het feit dat in ons land sinds december 2007 een financiële tegemoetkomingsregeling bestaat voor niet loondienst-gerelateerde asbestslachtoffers (TNS-regeling). De overheid zal immers proberen om -op basis van deze regeling- betaalde voorschotten te verhalen op de partijen. Daarnaast kunnen slachtoffers ook zelf ervoor blijven kiezen om via de rechter volledige schadevergoeding te krijgen
Aansprakelijkheid bij andere asbestziekten dan mesothelioom Psychische klachten Het gerechtshof Den Bosch oordeelde dat een aannemer aansprakelijk was voor angstklachten bij een werknemer als gevolg van blootstelling aan asbest bij het bedrijf. Het stond vast dat werknemer onbeschermd met asbest in aanraking was geweest en dat de werkgever er niet op had toegezien om dit te voorkomen. De rechter vond dat in het midden kon blijven hoe lang de blootstelling had geduurd. De werkgever was dus tekort geschoten in zijn ‘zorgplicht’ voor een veilige werkplek en moest schadevergoeding betalen.
Larynxkanker Het Spaanse hooggerechtshof heeft kanker aan het strottenhoofd (larynxkanker) als beroepsziekte erkend bij een stuwadoor in de haven van Barcelona. Daar had hij geregeld asbest ingeademd. In 2006 22
oordeelde het Amerikaanse ‘Institute of Medicine’ al dat er een duidelijk verband was tussen de blootstelling aan asbest en larynxkanker.
Geldend recht ter discussie De bemiddeling van slachtoffers met mesothelioom binnen het IAS slaagt niet altijd. De meest voorkomende juridische knelpunten liggen bij de verjaring van de vordering en de stelplicht en bewijslast met betrekking tot het dienstverband of de blootstelling.
* Voor bronvermelding zie website IAS: www.asbestslachtoffers.nl onder Nieuws JAARVERSLAG 2008 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Verjaring In 2004 is er een ‘subjectieve’ verjaringsnorm in de wet gekomen van vijf jaar. Iemand die (gezondheids)schade lijdt heeft daardoor vijf jaar de tijd om een vordering in te stellen, na kennisneming van de schade en de daarvoor verantwoordelijke persoon. Komt hij pas na die tijd in actie dan is de vordering verjaard. Dit nieuwe systeem van verjaring geldt echter niet voor slachtoffers met mesothelioom, die vóór 2004 met asbest zijn besmet. Voor hen geldt de aloude verjaringstermijn van 30 jaar, nadat ze met asbest in aanraking zijn geweest. Gezien de lange latentietijd van mesothelioom, is op het moment van ziek worden hun vordering in veel gevallen verjaard. Dat betekent dat veel slachtoffers hun ex-werkgever niet meer met succes zouden kunnen aanspreken. De oplossingsrichting die de Hoge Raad al in 2000 (van Hese/de Schelde) hiervoor bedacht, blijkt bij de bemiddeling door het IAS vaak niet te voldoen. Ons hoogste rechtscollege oordeelde dat een werkgever in uitzonderlijke gevallen op verjaring geen beroep kan doen. Hiertoe heeft de Hoge Raad ‘zeven gezichtspunten’ geformuleerd die daarbij een rol kunnen spelen. Maar daarbij bleef veel onduidelijk. Zo stelt de Hoge Raad feitelijk aan het slachtoffer de eis, om binnen redelijke termijn na bekend worden van zijn ziekte de werkgever aansprakelijk te stellen en een schadeprocedure te beginnen. Maar wat deze redelijke termijn is, heeft de Hoge Raad er niet bij vermeld. Mr. J.L. Smeehuijzen, die in 2008 op het onderwerp ‘bevrijdende verjaring’, promoveerde, doet het voorstel van een termijn van 3 jaar, een termijn die het slachtoffer voldoende tijd gunt na de periode van rouw, maar niet nodeloos lang is en aansluit bij de verjaringstermijnen in omringende landen. Ook de mate waarin de werkgever een verwijt treft voor het ontstaan van de ziekte speelt volgens de Hoge Raad een rol, zonder dat dit op dit moment voldoende nader is ingevuld. Een heldere en eenduidige oplossing voor de verjaringsproblematiek is hiermee dus niet gegeven. Het IAS loopt hier in de praktijk tegenaan, met negatieve gevolgen in termen van tijd en materieel resultaat voor het bemiddelingsproces.
Stelplicht en bewijslast Een slachtoffer moet stellen en in geval van voldoende gemotiveerde betwisting bewijzen dat hij bij een werkgever is blootgesteld aan asbest en dat de blootstelling zijn klachten heeft kunnen veroorzaken. De lange termijn die sinds de blootstelling is verstreken, vormt hierbij geregeld een struikelblok. Ondanks uitgebreid IAS-onderzoek naar het arbeidsverleden, moet dan helaas worden geconcludeerd dat betrokken werknemer niet of onvoldoende kan aantonen dat hij de schade heeft opgelopen door asbestblootstelling in zijn werksituatie en de bemiddeling geen kans van slagen heeft. Voor het slachtoffer resteert dan de TAS-regeling en de mogelijkheid om via een civiele procedure alsnog schadevergoeding te vorderen.
23
Onderzoeksopdracht De problematiek van verjaring en stelplicht en bewijslast, waarmee het IAS in de uitvoeringspraktijk geconfronteerd wordt, heeft geleid tot een onderzoeksopdracht aan de Commissie Hijma, bestaande uit de professoren mr. J.Hijma, mr. H.J Snijders en mr. T. Hartlief. De commissie heeft de opdracht om te bezien of in deze nadere regels kunnen worden geformuleerd (zie meer hierover op pagina 25).
* Voor bronvermelding zie website IAS: www.asbestslachtoffers.nl onder Nieuws JAARVERSLAG 2008 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Nieuws* School niet aansprakelijk voor asbestziekte leerling
24
Een basisschool in De Bilt hoeft geen schadevergoeding te betalen aan een oud-leerling met buikvlieskanker. De oud-leerling stelde zijn school aansprakelijk, omdat hij meende dat hij de ziekte alleen kon hebben gekregen door de asbest die op school aanwezig was. De rechtbank bepaalde dat de oud-leerling onvoldoende heeft bewezen dat zijn ziekte in verband staat met de destijds aanwezige asbestplaten in de school. Hij had zijn aanklacht beter moeten onderbouwen, bijvoorbeeld met een rapport van een deskundige, oordeelde de rechter. De SP gebruikte het voorbeeld van de oud-leerling in een vijfpuntenplan dat aan minister Cramer van VROM werd overhandigd. In dit plan vraagt de SP om verdergaande stappen zoals een inventarisatieplicht en een schoonmaaken saneringsregeling voor gebouwen die vóór 1993 zijn gebouwd en waarin asbest is gebruikt. Minister Cramer heeft de Tweede Kamer toegezegd extra voorlichting te geven aan burgers zodat ,,klip en klaar’’ is wat de gevaren van asbest zijn. Zij legt wel de eerste verantwoordelijkheid bij gemeenten.
met vervroegd pensioen moeten gaan wegens blootstelling aan asbest. De werkgever, een papierfabriek, moet elk van hen 35% van hun salaris vergoeden, variërend van 9.000 tot 85.000 euro per persoon. Daarnaast betaalt het bedrijf elk van hen 10.000 euro voor de veroorzaakte stress en angst. De medewerkers ontvangen uit een overheidsfonds een vervroegd-pensioenuitkering van 65% van hun salaris. Dit fonds is speciaal opgericht voor werknemers die met asbest hebben gewerkt en daarom gedwongen zijn vervroegd met pensioen te gaan.
Britse verzekeraars aansprakelijk voor asbestclaims In hoger beroep oordeelde een Britse rechter dat verzekeraars aansprakelijk zijn voor asbestclaims vanaf het eerste moment dat een werknemer aan asbest werd blootgesteld. De verzekeraars stelden dat de aansprakelijkheid pas in kon gaan vanaf het moment dat de tumor zich begon te ontwikkelen.
Vervroegd pensioen voor Franse asbestslachtoffers Een Franse rechter oordeelde dat 17 medewerkers van een papierfabriek een vergoeding wegens inkomstenderving moeten krijgen omdat zij gedwongen
* Voor bronvermelding zie website IAS: www.asbestslachtoffers.nl onder Nieuws JAARVERSLAG 2008 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Interview Jaap Hijma, hoogleraar burgerlijk recht
‘Soms kan de praktijk niet zonder een scherpe norm’ ‘Ik ben sinds 1988 hoogleraar in het burgerlijk recht aan de universiteit te Leiden, met als specialisme verbintenissenrecht. In die hoedanigheid ben ik in 2008 door het IAS benaderd voor het geven van een advies over problemen waar men in de praktijk van de bemiddeling mee worstelt. Het gaat met name om de verjaring van vorderingen van asbestslachtoffers en om problemen van stelplicht en bewijslast. Ik heb geen specifieke ervaring met asbestclaims, maar heb de ontwikkelingen op dit terrein wel steeds met veel belangstelling gevolgd. De problematiek van de asbestslachtoffers is maatschappelijk heel belangrijk en juridisch bijzonder boeiend. In het onderwijs aan onze studenten besteden we er dan ook de nodige aandacht aan. De afgelopen jaren heeft de Hoge Raad enkele interessante uitspraken gedaan, niet alleen over de verjaring, maar ook bijvoorbeeld over proportionele aansprakelijkheid bij samenloop van roken en asbestbesmetting. In de praktijk loopt het IAS vooral aan tegen vragen rond de wettelijke verjaringstermijn van 30 jaar. Dat komt, doordat het vaak 30 tot 40 jaar duurt voordat mesothelioom zich openbaart. Wanneer de werknemer ontdekt dat hij ziek is, is zijn claimtermijn dan in principe al verstreken. De Hoge Raad heeft die onhoudbare situatie doorbroken. Hij heeft daarbij een reeks van gezichtspunten geformuleerd, maar die laten vragen open. Zo is onduidelijk hoe lang de werknemer, als hij eenmaal met zijn ziekte op de hoogte is, nog mag wachten met het aansprakelijk stellen van de werkgever. In het advies dat mijn collega’s en ik nu hebben uitgebracht, dragen wij hiervoor een scherpe norm aan van twee jaar. Als de verschillende convenantspartijen met deze invulling instemmen, is een belangrijke hobbel weggenomen. Op het andere terrein dat ik noemde, de stelplicht en bewijslast, is het heel moeilijk om eenduidige richtsnoeren aan te dragen. De vraag wie wat moet stellen en bewijzen is nu eenmaal sterk afhankelijk van de feiten en omstandigheden van het concrete geval. Wel vinden we dat steun kan worden ontleend aan expertsystemen, zoals de asbestkaart. Het IAS doet zijn werk goed en gedreven en probeert te bemiddelen met snelle en zorgvuldige procedures. Wij hopen dat ons advies hieraan zal bijdragen. Toch zijn er problemen waar het IAS vermoedelijk tegenaan zal blijven lopen. In het algemeen zal het, naarmate er meer tijd verstrijkt, lastiger worden om een zaak goed op te lossen. Zowel werknemers als werkgevers krijgen immers steeds meer moeite om de relevante gegevens op tafel te leggen. Ik kan me voorstellen dat dit een reden oplevert om het bestaande bemiddelingsstramien eens tegen het licht te houden. Om de snelheid erin te houden als partijen vastlopen, zou men aan arbitrage kunnen denken. En mediation kan een geschikt instrument zijn om de juridische kaders wat los te laten.’
JAARVERSLAG 2008 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
25
Internationale ontwikkelingen* Vergoedingsregelingen voor asbestslachtoffers Zwitserland: toename asbestcompensatie SUVA, de Zwitserse nationale ongevallenverzekeraar heeft tussen 1939 en 2006 meer dan 470 mln CHF (290 mln euro) uitgekeerd aan 2104 asbestslachtoffers en hun nabestaanden. Sinds 2000 is het aantal uitkeringen per jaar gestegen van 100 tot 285 in 2006, waarvan 127 voor pleurale plaques, 101 voor mesothelioom en 7 voor asbestgerelateerde longkanker. De toename is vooral te danken aan de erkenning van pleurale plaques sinds 2006 als beroepsziekte.
Schotland: schadevergoeding voor pleurale plaques De Schotse regering keurde in februari 2008 een wetsvoorstel goed dat asbestslachtoffers met nietkwaadaardige aandoeningen als pleurale plaques de mogelijkheid biedt schadevergoeding te claimen als zij door nalatigheid aan asbest zijn blootgesteld. Hiermee negeert de Schotse regering het House of Lords, het hoogste Britse rechtsorgaan. In oktober 2007 oordeelde het House of Lords dat verzekeraars geen schadevergoeding meer hoeven te betalen aan mensen die door asbestblootstelling pleurale plaques, een niet-kwaadaardige verdikking van het longvlies, hebben gekregen. Dit omdat deze longafwijking niet als ziekte aangemerkt kan worden omdat deze zelden pijn of andere ziekteverschijnselen geeft. Het hebben van angst voor eventuele toekomstige klachten is op zichzelf niet voldoende om vergoeding te kunnen eisen.
Japan: ook overheidsuitkering voor nabestaanden De Japanse regering stemde in april 2008 in met een wetswijziging die regelt dat nabestaanden in de rechten van een asbestslachtoffer kunnen treden als pas na het overlijden bij obductie de ziekte mesothelioom of asbestgerelateerde longkanker wordt vastgesteld.
Zuid-Afrika: 11 miljoen voor asbestslachtoffers In Zuid Afrika is tot augustus 2008 147,5 mln rand (ca. 11 mln euro) schadevergoeding uitgekeerd aan slachtoffers van de asbestmijnen in verschillende regio’s. Hiervoor zijn twee trustfondsen opgericht: het Asbestos Relief Trust (ART: sinds 2003) en het Kgalagadi Relief Trust (KRT: sinds 2006). Zuid-Afrika heeft een groot asbestprobleem omdat het voorheen zelf asbestproducent was. Tussen eind 19de eeuw en 2001 werd er in verschillende mijnen crocidoliet, amosiet en chrysotiel asbest gewonnen. Sinds 28 maart 2008 geldt er een verbod op gebruik, verwerking, productie, import en export van asbest. 26
Belgisch Asbestfonds kent 1211 keer schadevergoeding toe Het Belgische Asbestfonds (AFA) voorziet in een schadevergoeding aan mensen met asbestose en mesothelioom. Sinds haar start op 1 april 2007 heeft het 1766 beslissingen over aanvragen voor schadevergoeding genomen. In 1211 (68,6%) gevallen werd die ook toegewezen, aldus de minister van Volksgezondheid in december 2008. In 870 gevallen (49%) betrof het een vergoeding voor mesothelioom. Gemiddeld duurt de afhandeling van een mesothelioomdossier vijf maanden. In juni 2008 constateerde minister Onkelinx na een parlementair onderzoek dat het fonds met achterstand kampte. Zij wil dat de onderzoekstermijn van de administratie korter wordt, met voorrang voor mensen met de ziekte mesothelioom. Bij een volledige aanvraag inzake mesothelioom zou binnen vier maanden een beslissing moeten volgen. * Voor bronvermelding zie website IAS: www.asbestslachtoffers.nl onder Nieuws JAARVERSLAG 2008 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
10.000 pond voor Britse mesothelioomslachtoffers Alle Britse mesothelioomslachtoffers komen sinds 1 oktober jl. in aanmerking voor een vergoeding van gemiddeld 10.000 pond (ca 10.000 euro) via het Mesothelioma Scheme 2008. Dit bedrag wordt binnen zes weken na de bevestiging van de diagnose uitgekeerd. De kosten worden via de rechter verhaald op aansprakelijke partijen. In november constateerde de Britse asbestslachtoffersvereniging dat de nieuwe regeling niet voor alle slachtoffers positief uitwerkte. Sommige slachtoffers krijgen nu minder schadevergoeding uitgekeerd dan voorheen, bijvoorbeeld oud-werknemers van Turner & Newall die voorheen een beroep konden doen op het compensatiefonds van het bedrijf.
Australie: nieuwe wetgeving voor asbestcompensatie Het Australische parlement behandelt momenteel een wetswijziging die regelt dat mensen die eerst de ziekte asbestose krijgen en daarna mesothelioom voor beide ziektes schadevergoeding kunnen claimen. Momenteel vervalt het recht op schadevergoeding voor mesothelioom als men al een vergoeding wegens asbestose heeft gehad. De regering verwacht dat jaarlijks ca. 50 mensen van deze wijziging kunnen profiteren. In juni constateerde een Australische rechter dat de invoering van een kostenbesparende vorm van mediation in 2008 tot vertraging leidt in de behandeling van claims van Australische asbestslachtoffers, waardoor deze overlijden vóórdat er een beslissing genomen is. De rechter dringt daarom bij de regering van New South Wales aan op wijziging van de voorwaarden. De vertraging schijnt te komen door de strenge eisen voor medisch bewijs.
Canadees chrysotiel asbest ter discussie Chrysotiel asbest, ook wit asbest genoemd, komt weer niet op de VN-lijst van gevaarlijke stoffen, de Prior Informed Consent (PIC)-lijst. Twee jaar geleden gebruikte de Canadese regering in Genève zijn veto om te voorkomen dat het breed gesteunde voorstel om chrysotiel op de lijst op te nemen zou worden aangenomen. In oktober 2008 boden Vietnam, India, Pakistan en de Philippijnen, landen die Canadees asbest importeren, het meeste verzet. De beslissing betekent dat tot tenminste 2010 het vervoer van chrysotiel niet aan de documentatie- en milieu-eisen ten aanzien van gevaarlijke stoffen hoeft te voldoen. De FNV heeft Canada opgeroepen te stoppen met de productie en export van asbest. Dat deed de vakcentrale in een protestbrief aan de Canadese ambassadeur. Volgens de FNV maakt Canada zich met de export van asbest schuldig aan ‘werknemersmoord’ op grote schaal. Van een beschaafd westers land mag ander gedrag verlangd worden, vindt de vakcentrale. Volgens het International Ban Asbestos Secretariaat neemt Canada’s asbestproductie de laatste tijd sterk af. Dit komt door de steeds groter wordende concurrentie en het toenemende besef dat asbest gevaarlijk is. In de jaren 70 van de vorige eeuw werd asbest o.a. gewonnen in de regio Thetford Mines, in acht mijnen die werkgelegenheid boden aan 4.000 mijnwerkers. Inmiddels is de laatste ondergrondse chrysotielmijn in deze regio gesloten. Nu wordt er alleen nog asbest gewonnen in het Lac d’Amiante du Québec (LAQ) mijn, ook wel het “Zwarte mijnmeer” genoemd. Hier wordt nog 60.000 tot 200.000 ton asbest per jaar gewonnen. Volgens Canadese onderzoekers worden in Canada steeds meer gevallen van mesothelioom geregistreerd, zonder dat er een relatie met asbest wordt gelegd. Zij schatten het aantal gevallen van mesothelioom in het district Ontario momenteel op 500 per jaar. In 2007 werden daar slechts 29 claims voor compensatie goedgekeurd.
* Voor bronvermelding zie website IAS: www.asbestslachtoffers.nl onder Nieuws JAARVERSLAG 2008 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
27
Nieuws* Asbestschandalen: toezicht faalt De Nederlandse pers schonk in 2008 regelmatig aandacht aan zogenaamde asbestschandalen: situaties waarin asbest illegaal en onzorgvuldig was verwijderd. Ook kwam naar voren dat het toezicht faalde, iets wat zorgen baart. Inmiddels worden van overheidswege maatregelen getroffen om het toezicht te verbeteren.
28
Begin 2008 presenteerden zowel de inspectie van het ministerie van VROMinspectie als de Arbeidsinspectie verontrustende resultaten. Uit een onderzoek van VROM bleek dat een aantal gemeenten hun asbesttaken niet goed uitvoerden. Sloopvergunningen waren niet aangepast aan de nieuwe asbestregelgeving en bouwverordeningen niet actueel. De Arbeidsinspectie constateerde bij meer dan de helft van de controles tekortkomingen bij sloop van gebouwen en verwijdering van asbest. Bij de helft van de sloopbedrijven in Nederland wordt, volgens de inspectie, onvoldoende rekening gehouden met de risico’s van gevaarlijke stoffen zoals asbest. Het gaat vooral om kleinere bedrijven. De Rekenkamer meldde voorts dat toezichthouders niet in staat lijken te zijn om de regels goed te handhaven, omdat ze hun werk niet op elkaar afstemmen. Volgens de Vereniging
Asbest Verwerkende Bedrijven zou een asbestsaneringsstelsel naar Engels voorbeeld beter werken. In Engeland worden asbestsaneringsvergunningen door de overheid uitgegeven. In Nederland vraagt de overheid van de markt om zelf te sanctioneren.
Innovatie in asbestverwijdering Een Amerikaans bedrijf heeft een technologie ontwikkeld die asbestafval, zowel gebonden als niet-gebonden, onschadelijk maakt: thermochemische conversie. Het asbest wordt verhit, waarna een chemisch product wordt toegevoegd dat ook in neusdruppels zit, genaamd borax. Tien minuten later zijn de asbestvezels verdwenen. Het eindproduct, glaskorrels, kan in de wegenbouw worden toegepast.
Zonnepanelen vervangen asbestdaken in Drenthe Gedeputeerde staten van Drenthe willen het saneren van asbestdaken in de landbouw koppelen aan de plaatsing van zonnepanelen. In samenwerking met de provincie Groningen trekt Drenthe voor het proefproject “Zon voor asbest in de Veenkoloniën “ 65.000 euro uit. Agrarische bedrijven krijgen dan 5.500 euro subsidie als zij het asbest uit hun daken verwijderen en daar zonnepanelen voor terugplaatsen.
* Voor bronvermelding zie website IAS: www.asbestslachtoffers.nl onder Nieuws JAARVERSLAG 2008 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Interview Paul Selen, teamleider AOW/ANW en TAS/TNS-regeling bij de SVB
‘Alert blijven op snelle afhandeling van dossiers’ ‘Ik werk al een aantal jaren bij de SVB, voornamelijk op het gebied van de AOW en de ANW. Bij de asbestproblematiek ben ik feitelijk pas kort betrekken. In april 2008 heb ik als teamleider de uitvoering van de TAS/TNS regeling in portefeuille gekregen. Dan gaat het dus om slachtoffers waarvoor geen bemiddeling door het IAS mogelijk is en die, onder voorwaarden, van de SVB een uitkering kunnen krijgen. We hebben hier te maken met dossiers, je ziet de mensen niet zelf. De medewerkers moeten er daarom alert op zijn dat ze de mens achter het dossier voor ogen blijven houden. Het belang van een snelle afhandeling is te groot en geen dossier mag blijven liggen. Om nog beter te begrijpen waar mensen in de praktijk tegenaan lopen, heb ik onlangs samen met een collega een bezoek gebracht aan het Antoni van Leeuwenhoek- ziekenhuis in Amsterdam. Daar hebben we gesproken met asbestslachtoffers èn hun partners. Dan zie je dat gevoelens vaak tweeledig zijn. Enerzijds de vaststelling dat zo iets verschrikkelijks je overkomt en dat leed een plek moeten geven. Anderzijds blijdschap om een stuk erkenning, zoals blijkt uit de geldelijke tegemoetkoming die wij verstrekken. In mijn beleving vindt men die erkenning ook belangrijker dan de hoogte van het bedrag. Dit bezoek heeft ons een stimulans gegeven om nog voortvarender met de dossiers aan de slag te gaan. Dagelijks zijn vijf collega’s met de uitvoering van de TAS/TNS-regeling bezig. Ze hebben ook nog andere taken, maar het is zo georganiseerd dat er altijd voldoende menskracht voor de asbestdossiers beschikbaar is. Voor een snelle voortgang is ook de samenwerking met het IAS van het grootste belang. Die contacten zijn gelukkig uitstekend. We hebben een beleidsmedewerker, die de collega’s intern ondersteunt en zorgt voor afstemming binnen de SVB en met het IAS. Daarnaast is er zeer geregeld en gestructureerd overleg, waarbij we allerlei juridische en dossier-inhoudelijke zaken met het IAS bespreken. De relatief nieuwe tegemoetkomingsregeling voor mensen die niet in loondienst mesothelioom hebben opgelopen (TNS-regeling), roept bijvoorbeeld allerlei juridische vragen op. Zo is de vraag of iemand in loondienst danwel als zelfstandige met asbest in aanraking is gekomen, niet altijd even eenvoudig te beantwoorden. Met het IAS kijken we ook naar procedures. Op dit moment zoemen we in op de mogelijkheid om gebruik te kunnen maken van gegevens uit de database van het IAS. Als dat lukt kunnen bepaalde zaken nog sneller inzichtelijk worden en hoeven we gegevens niet eerst op te vragen. Zo blijven we voortdurend alert op versnelling van het proces.’
JAARVERSLAG 2008 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
29
Personalia Het Instituut Asbestslachtoffers is een zelfstandige stichting. De stichting wordt geleid door een onafhankelijk bestuur en een directeur. De stichting werd opgericht op 10 maart 1999 door negen maatschappelijke organisaties, die zijn vertegenwoordigd in de Raad van Toezicht en Advies.
Bestuur M.R. van der Heijden, voorzitter J. van der Linden Prof. dr. mr. dr. B.A.J.M. de Mol Jhr. mr. J.P.H. Six Mr. G.J.H.M. Wagemans
Raad van Toezicht en Advies Drs. J. Gmelich Meijling, voorzitter Drs. P.F. van Kruining (MHP) Drs. A.W. Hokken (LTO Nederland) Mr. C. van der Lingen (VSO) J.J.H. Koning (VNO-NCW) Mr. W.M.J.M. van Mierlo (MKB-Nederland) Mw. mr. W.H. Quaedvlieg-Meijer (Verbond van Verzekeraars) Mr. R.F. Ruers (Comité Asbestslachtoffers) Drs. W. van Veelen (FNV) Drs. A. Woltmeijer (CNV)
Bureau Drs. M.A. van der Woude, directeur Mw. N. Martens, bureaumanager Mw. drs. S.A. Aarendonk, beleidsmedewerker
Medisch adviseur Mw. drs. H.A. Voogt
Medewerkers* 30
Drs. ing. M.C. Roumen, directeur
Mw. F. Madjoe - assistent dossierverantwoordelijke
E.H.J. Joosten, directeur
Mw. N. Bos - assistent dossierverantwoordelijke
Mr. M. Kuiper, teamleider unit IAS
H. Bout, re - huisbezoek
Mw. A.B.M. Fiege - dossierverantwoordelijke
M. Dijkshoorn - huisbezoek
Mw. N.J. van Osch LL.B. - dossierverantwoordelijke
R. Kroezen - huisbezoek
Mw. D.M. Valstar - dossierverantwoordelijke
Mw. J. Koster - huisbezoek
Mw. H.E. Ruiter - dossierverantwoordelijke
Mw. drs. A. van Veen - huisbezoek
A. Angoelal – dossierverantwoordelijke
*De medewerkers van BSA Schaderegeling BV, die in 2008 deel uitmaakten van de uitvoeringsunit van het IAS. JAARVERSLAG 2008 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
In memoriam Mr. Ben Asscher Op 2 juni 2008 overleed mr. B.J. Asscher. Ben Asscher was jarenlang het gezicht van de rechtbank Amsterdam en genoot als rechtbankpresident grote landelijke bekendheid. Ook na zijn pensioen in 1993 was hij zeer actief en vervulde nog tal van functies, waaronder kwartiermaker van het op te richten Instituut Asbestslachtoffers (IAS). In een relatief kort tijdbestek heeft hij een zeer belangrijke bijdrage geleverd aan de totstandkoming van het IAS. Hieronder een korte terugblik. Mr. Asscher werd eind 1998 door staatssecretaris Hoogervorst van SZW benoemd als kwartiermaker. Dit als opvolger van drs. Heerma die zijn werkzaamheden moest staken vanwege gezondheidsredenen. Beide heren kenden elkaar goed uit het Amsterdamse, waar Enneüs Heerma tijdens de zittingsperiode van Ben Asscher wethouder economische zaken was. Als kwartiermaker zat Ben Asscher de zogeheten Kerngroep voor, bestaande uit vertegenwoordigers van werknemers- en werkgeversorganisaties, het Comité Asbestslachtoffers en de overheid. Hij was eerst en vooral een onafhankelijk voorzitter die bij iedereen (zeker ook bij genoemde staatssecretaris) door zijn kennis van zaken en houding al snel veel gezag afdwong, maar ook, door zijn betrokkenheid en humor laagdrempelig was. Juist ook door zijn gevoel voor verhoudingen en overredingskracht lukte het om in november 1998 een Convenant tot stand te brengen dat werd ondertekend door 9 maatschappelijke organisaties. Daarbij voelde hij zich “soms meer een bemiddelaar dan een kwartiermaker”. Jammer vond hij het wel dat geen overeenkomst kon worden bereikt over de exacte definitie van een ‘relevant arbeidsverleden’, een situatie die nu 10 jaar later nog steeds de snelheid van het onderzoek frustreert. Neemt niet weg dat het Convenant Instituut Asbestslachtoffers ‘door vriend en vijand’ geroemd werd en dat in afgelopen jaren veel (ex-)werknemers met maligne mesothelioom (longvlies- of buikvlieskanker) een schadevergoeding of tegemoetkoming hebben ontvangen. Om dit onderhandelingsresultaat te bereiken heeft mr. Asscher van de werkgevers naar zijn mening behoorlijke offers gevraagd: “Als je het totale juridische traject wilt versnellen ontkom je er niet aan de werkgevers te vragen bepaalde waarborgen prijs te geven. Een lange procedure dient er immers ook voor om de zaak tot de bodem uit te zoeken.” Maar ook de werknemers en nabestaanden hebben volgens Asscher hier en daar iets moeten toegeven. “Veel meer kon niet, want ze hebben niks anders dan hun eigen leven.” Op de vraag waarom hij de oprichting van het IAS zelf van belang achtte antwoordde Asscher als volgt: “mijn juridische insteek is dat als de samenleving problemen zelf kan oplossen met eigen instituties en door eigen werkzaamheid, dan moet je de rechtelijke macht niet inschakelen. Voordat je naar de rechter stapt, moet je dus nagaan of er geen andere manier is om het conflict op te lossen. Ik zie in het IAS een schitterende vorm van alternatieve geschillenbeslechting, waardoor de rechtelijke macht kan worden gereserveerd voor ‘echte’ zaken.” Hij hoopte en zag dat steeds meer zaken via de buitengerechtelijke weg in Nederland konden worden opgelost en heeft hier zelf een zeer stimulerende rol bij gespeeld. Ben Asscher was een scherp jurist, een inspirerend en hartelijk mens met een ‘open mind’, die het IAS veel goeds heeft gebracht.
JAARVERSLAG 2008 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
31
Financieel verslag over 2008 Jaarrekening
Balans (bedragen in euro’s) (Voor resultaatverdeling) Activa Onderhanden werk Debiteuren Belastingen en sociale premies Overlopende activa Overige vorderingen Vorderingen en overlopende activa
Totaal activa
Passiva
155.575
156.210 107.873 15.987 69.190 13.991
161.232
207.041
845.595
800.262
1.162.402
1.163.513
31-12-2008
31-12-2006
300.000
300.000 300.000
300.000
0
0
Kortlopende schulden en overlopende passiva Subsidie SZW Subsidie Defensie (R&D) Algemene projectreserve
243.247 340.239 26.200
187.387 339.952 105.131
Crediteuren Overlopende passiva
79.588 173.128
161.280 69.763
1.162.402
1.163.513
Langlopende schulden
32
31-12-2007
73.335 41.696 32.210 13.991
Liquide middelen
Eigen vermogen Bestemmingsfonds
31-12-2008
Totaal passiva
JAARVERSLAG 2008 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Winst- & verliesrekening (bedragen in euro’s) 31-12-2008 Gefactureerde omzet Mutatie onderhanden werk (omzet) Netto omzet
647.830 -635
Uitvoeringskosten Mutatie onderhanden werk (kosten) Kostprijs van de omzet
1.112.011 -22.915
478.919 -125.180 647.195
Brutomarge Personeelskosten Inhuurkosten Overige algemene kosten Overige bedrijfskosten
31-12-2007
353.739 865.339 -56.278
1.089.096
809.061
-441.901
-455.322
-138.557 -107.352 -156.529
-126.234 -78.624 -181.854 -402.438
-386.712
-844.339
-842.034
Financiële baten en lasten
29.130
16.202
Resultaat voor subsidies
-815.209
-825.832
Bedrijfsresultaat
Incidentele baten Vergoeding uitvoeringskosten SVB
Resultaat
6.539 808.670
40.508 785.324 815.209
825.832
0
0
33
JAARVERSLAG 2008 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Grondslagen voor waardering en bepaling van het resultaat Tenzij in het navolgende anders wordt vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voorzover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
Toelichting op de balans Onderhanden werk De waardering van het onderhanden werk geschiedt aan de hand van ervaringscijfers. Er wordt bepaald hoeveel procent van de afgesloten dossiers heeft geleid tot een verhaalbare opbrengst. Het gemiddelde percentage voor de jaren 2000 tot en met 2007 is berekend op 44,7%. Als gevolg van de nieuwe overeenkomst met BSA en de neergaande trend van het slagingspercentage in de afgelopen jaren is vanaf 2007 voorzichtigheidshalve een slagingspercentage gehanteerd van 40%. Het op basis van dit percentage berekende aantal lopende dossiers, vermenigvuldigd met het bijbehorende tarief, resulteert in de opbrengstwaarde van de nog te factureren omzet. Hierbij is rekening gehouden met een gemiddelde voortgang van de onderhanden dossiers van 50%. Het aantal dossiers in behandeling is van 295 dossiers ultimo 2007 gedaald tot 257 dossiers ultimo 2008, waarvan 12 dossiers op grond van de TNS-regeling niet zullen leiden tot een verhaalbare opbrengst. De berekening van de opbrengstwaarde is als volgt: (257-12) dossiers * € 3.175 *40%* 50% = € 155.575. Vorderingen en overlopende activa De post vorderingen en overlopende activa is als volgt opgebouwd: 31-12-2008 34
Debiteuren Omzetbelasting Loonbelasting Overlopende activa Overige vorderingen Totaal vorderingen en overlopende activa
73.335 45.346 -3.650 32.210 13.991
31-12-2007 107.873 19.250 -3.263 69.190 13.991
207.041
JAARVERSLAG 2008 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
207.041
Het debiteurensaldo is € 34.538 lager ten opzichte van december 2007. De lagere stand wordt vooral veroorzaakt doordat er in 2008 een actief beleid is gevoerd met betrekking tot het innen van oude debiteurenvorderingen. De overlopende activa bestaat uit opgebouwde rente op banktegoeden (€ 29.304) en vooruitbetaalde verzekeringspremies (€ 2.906).
Liquide middelen 31-12-2008 Kas Rabobank Rabobedrijfsplusrekening Rabobedrijfsplusrekening
117 68.136 227.342 550.000
31-12-2007 176 14.041 786.045 0
845.595
Totaal liquide middelen
800.262
Bestemmingsfonds Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid De destijds vooruit ontvangen subsidie bestaat uit een éénmalige bijdrage van € 1.134.451 van het ministerie van Sociale Zaken & Werkgelegenheid, waarmee de resultaten van de Stichting Instituut Asbestslachtoffers over de periode 1999 tot en met 2002 zijn verrekend. Het ontvangen bedrag is bestemd voor het opbouwen van de Stichting Instituut Asbestslachtoffers. Begin 2004 heeft de directie van het Instituut een projectenplan ten behoeve van de besteding van de ontvangen subsidies bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (hierna te noemen: SZW) ingediend. Vervolgens werd door het ministerie van SZW vastgesteld dat het Instituut een eigen vermogen ad € 300.000 werd toegestaan en de bedragen zoals beschreven in het projectenplan mogen worden besteed zoals vooraf is aangegeven. Na opheffing van het Instituut zal het bedrag ad € 300.000 of het restant hiervan terugvloeien naar het ministerie van SZW. Ditzelfde geldt ook voor onbenutte projectgelden. Het verloop van dit fonds is als volgt: 2008 Beginstand Mutatie boekjaar m.b.t. herbestemming Eindstand bestemmingsfonds
300.000 0
2007 300.000 0
300.000
JAARVERSLAG 2008 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
35
300.000
Kortlopende schulden en overlopende passiva In 2004 heeft het ministerie van SZW het Instituut akkoord gegeven op het ingediende projecten bestedingsplan, welke door de directie van het Instituut is ingediend. In november 2008 is een Medisch OnderzoeksProgramma IAS (MOPI) gestart dat tot en met 2011 zal worden uitgevoerd. De eerste kosten van dit programma zijn gemaakt in het kader van het hieronder genoemde project ODIS. MOPI omvat ook de projecten Evaluatie protocol diagnose maligne mesothelioom en Onderzoek asbestgerelateerde longkanker.
Subsidies SZW
36
2008
Project website ontwikkeling Beginstand Af: herverdeling subsisies Eindstand
26.340 -26.340
Project IAS monitor Beginstand Bij: toegewezen subsidies Eindstand
50.000 0
Project best practices Beginstand Bij: toegewezen subsidie 2007 Af: onttrekking uit hoofde van bestedingen Eindstand
11.047 0 0
Project ODIS Beginstand Bij: toegewezen subsidie 2007 Af: onttrekking uit hoofde van bestedingen Eindstand
100.000 0 -4.800
Projectreserve SZW Beginstand Bij: toegewezen subsidie 2008 Eindstand Totaal toegewezen subsidies SZW
2007 26.340 0
0
26.340
0 50.000 50.000
50.000
0 20.000 -8.953 11.047
11.047
0 100.000 0 95.200
0 87.000
100.000
0 0 87.000
0
243.247
187.387
JAARVERSLAG 2008 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Subsidies defensie Project evaluatie protocol diagnose maligne mesothelioom Beginstand Bij: toegewezen subsidie 2007 Eindstand Project Asbestkaart 2 Beginstand Bij: toegewezen subsidie 2007 Af: onttrekking uit hoofde van bestedingen Eindstand Project onderzoek asbestgerelateerde longkanker Beginstand Bij: herverdeling subsidie 2008 Bij: toegewezen subsidie 2007 Eindstand
2008
100.000 0
0 100.000 100.000
199.952 0 -48
100.000
0 200.000 -48 199.904
40.000 335 0
Totaal toegewezen subsidies Defensie Algemene projectreserve Beginstand Bij: herverdeling subsidie 2008 Af: onttrekking uit hoofde van bestedingen Af: retour betaalde subsidie SZW Bij: overschot projecten voorgaande jaren Af: toegewezen subsidies 2007 Totaal algemene projectreserve
2007
199.952
0 0 40.000 40.335
40.000
340.239
339.952
105.131 -60.995 -14.202 -3.734 0 0
598.234 0 0 0 16.897 -510.000 26.200
105.131
Overlopende passiva Het saldo ultimo boekjaar is als volgt opgebouwd:
2008 Nog te besteden kosten onderhanden dossiers Reservering uitvoeringskosten NMP/NVALT Reservering detacheringskosten Geld derden Overige overlopende passiva Vooruitontvangen SVB Vergoeding uitvoeringskosten SVB Totaal overlopende passiva
205.008 52.814 71.784 7.266 22.426 622.500 -808.670
2007 227.923 0 150.408 10.009 16.747 450.000 -785.324
173.128
JAARVERSLAG 2008 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
69.763
37
Bij het bepalen van de nog te besteden kosten van de onderhanden dossiers is rekening gehouden met het feit dat 95% van de onderhanden TAS-dossiers in rekening zullen worden gebracht en de gemiddelde voortgang van de dossiers 50% bedraagt. De berekening is dan als volgt: - 245 TAS dossiers * € 1.700 * 95% * 50% = € - 12 TNS dossiers * € 1.195 * 50%
7.170 €
Totaal
197.838 205.008
Niet in de balans opgenomen verplichtingen In maart 2007 is een nieuwe overeenkomst met BSA gesloten, waarbij in tegenstelling tot voorgaande jaren, door BSA (achteraf) op basis van afgewikkelde dossiers wordt gefactureerd. De overeenkomst is aangegaan voor een periode van 3 jaren, eindigende op 31 maart 2010. Per 1 januari 2007 is er een overeenkomst gesloten om de detacheringovereenkomst tussen de Stichting Instituut Asbestslachtoffers en het ministerie van Sociale Zaken & Werkgelegenheid te verlengen. Deze overeenkomst loopt tot 1 september 2011 en de loonkosten zullen één op één worden doorbelast wat op een bedrag van circa € 100.000 per jaar zal neerkomen. Ten slotte heeft het Instituut een huurverplichting, welke minstens zes maanden van te voren moet worden opgezegd. De huurprijs op jaarbasis bedraagt € 25.712.
Toelichting op de winst- & verliesrekening Algemeen In de winst- & verliesrekening worden baten en lasten verantwoord die gedurende het boekjaar voortvloeien uit bedrijfsactiviteiten en toerekenbaar zijn aan het boekjaar. Netto omzet IIn 2008 is er een netto omzet gerealiseerd van € 647.195. Dit is € 293.456 hoger dan de omzet in 2007. Dit heeft een aantal oorzaken: -
Door de gewijzigde berekening van het onderhanden werk is in 2007 eenmalig € 156.210 van de omzet afgeboekt.
38
-
Daarnaast zijn in 2008 meer TAS-dossiers afgewikkeld in vergelijking tot 2007 (420 resp. 402).
-
Tenslotte heeft van deze afgewikkelde dossiers een hoger percentage (47,4%, 2007: 37,3%) geleid tot een bemiddelingsopbrengst.
JAARVERSLAG 2008 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Kostprijs van de omzet De uitvoeringskosten zijn als volgt opgebouwd: 2008 Uitvoeringskosten BSA Uitvoeringskosten NMP/NVALT Overige uitvoeringskosten Totaal uitvoeringskosten
956.691 120.000 35.320
2007 736.967 105.280 23.092
1.112.011
865.339
De uitvoeringskosten van BSA zijn gestegen door een absolute toename van het aantal afgewikkelde dossiers, alsmede een relatieve toename in het aantal huisbezoeken. De werkzaamheden betreffende onderzoek van bovennormatieve materiële schade zijn in 2008 door BSA en door ingehuurde expertisebureaus uitgevoerd. Onder de post “uitvoeringskosten overige” zijn de volgende kosten geregistreerd; • Onderzoeken bovennormatieve materiële schades • Aansprakelijkheidsonderzoeken • Expertise uitgaven betreffende beoordeling asbestzaken • Overig (medisch) advies • Uittreksels Kamer van Koophandel
Personeelskosten, inhuurkosten en overige bedrijfskosten De voornaamste inhuurkosten zijn de kosten van detachering van de directeur van de Stichting Instituut Asbestslachtoffers, evenals de kosten ten behoeve van managementondersteuning bij het Instituut. De opbouw is als volgt: 2008 Personeelskosten Detacherings- & overige kosten m.b.t.
138,557
inhuur personeel
107.352
2007 126.234 78.624
245.909 Voorlichting Kosten juridische vraagstukken Implementatie TNS-regeling Huisvestingskosten Bestuurskosten Administratiekosten Overige kosten
22.873 0 2.000 29.711 28.060 24.960 48.925
204.858 8.343 3.243 36.511 23.412 40.755 17.352 52.238
39
156.529
181.854
402.438
386.712
Totaal personeelskosten, inhuurkosten en overige bedrijfskosten
JAARVERSLAG 2008 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Het Instituut heeft in 2008 twee medewerkers in dienst, waarvan één bureausecretaris en één beleidsmedewerker. De gehele administratie wordt door een derde partij uitgevoerd. In 2008 is de afrekening ontvangen van de detacheringskosten van de directeur van het IAS over het jaar 2007. Dit heeft voor 2008 een extra detacheringslast opgeleverd van ca. € 16.000 wegens een te lage reservering per ultimo 2007. De kosten voor voorlichting in 2008 betreffen de productie van het jaarverslag en organisatie van en bijdragen aan bijeenkomsten, in het bijzonder een bijdrage van € 10.000 aan het iMiG-congres. De bestuurskosten betreffen met name de vergoedingen, welke op kwartaalbasis aan de bestuursleden en de voorzitter van de RTA van het Instituut worden uitgekeerd.
Financiële baten & lasten 2008 Bankkosten en provisie Ontvangen bankrente Totaal financiële baten en lasten
-255 29.385
2007 -327 16.529
29.130
16.202
Vergoeding uitvoeringskosten IAS door SVB In 2008 is er van de SVB een voorschot aan het Instituut uitbetaald ad € 622.500. Het SVB zal het tekort voor de daadwerkelijke uitvoeringskosten nog aanvullen. 2008 Verrekening uitvoeringskosten met voorschotten SVB Tekort uitvoeringskosten Te ontvangen van de SVB
622.500 -808.670
2007 450.000 -785.324
-186.170
40
JAARVERSLAG 2008 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
-335.324
Verdeling TNS- en TAS-regeling In de jaarrekening van de Stichting Instituut Asbestslachtoffers zijn de kosten welke gemaakt zijn ten behoeve van (de implementatie van) de TNS-regeling volledig meegenomen. Naast de direct toerekenbare kosten wordt voor de overige kosten een verdeling gemaakt op basis van het aantal afgewikkelde dossiers van TAS respectievelijk TNS. Hierbij dient te worden opgemerkt dat de TNS-regeling eerst per 1 december 2007 is ingevoerd en in 2008 derhalve relatief veel TNS-dossiers behandeld zijn. Een uitsplitsing van de winst- en verliesrekening tussen TNS- en TAS-regeling is als volgt:
TNS
TAS
31-12-2008
Totaal
31-12-2008
31-12-2008
Gefactureerde omzet
0
647.830
647.830
Mutatie onderhanden werk (omzet)
0
-635
-635
Netto omzet
0
647.195
Uitvoeringskosten
246.131
865.880
Mutatie nog te besteden kosten
-22.108
-807
647.195
1.112.011 -22.915
Kostprijs van de omzet
224.023
865.073
1.089.096
Brutomarge
-224.023
-217.878
-441.901
Personeelskosten
-36.462
-102.095
138.557
Inhuurkosten
-28.251
-79.101
-107.352
Overige algemene kosten
-42.932
-113.597
-156.529
Overige bedrijfskosten
-107.645
-294.793
-402.438
Bedrijfsresultaat
-331.668
-512.671
-844.339
Financiële baten en lasten
7.666
21.464
29.130
Resultaat voor subsidies
-324.002
-491.207
-815.209
Incidentele baten Vergoeding uitvoeringskosten SVB
Resultaat
0
6.539
6.539
324.002
484.668
808.670
41
324.002
491.207
815.209
0
0
0
JAARVERSLAG 2008 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Aan: het bestuur van de Stichting Instituut Asbestslachtoffers
Accountantsverklaring Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de jaarrekening 2008 van Stichting Instituut Asbestslachtoffers te Den Haag bestaande uit de balans per 31 december 2008 en de winst-en-verliesrekening over 2008 met de toelichting gecontroleerd. Verantwoordelijkheid van de directie De directie van de Stichting Instituut Asbestslachtoffers is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, in overeenstemming met de grondslagen van de stichting. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de stichting. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die de directie van Stichting Instituut Asbestslachtoffers daarbij heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Oordeel 42
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Instituut Asbestslachtoffers per 31 december 2008 en van het resultaat over 2008 in overeenstemming met de grondslagen voor waardering en bepaling van het resultaat zoals opgenomen in de jaarrekening. Den Haag, 12 februari 2009 Ernst & Young Accountants LLP W.G.W. Flikweert AA
JAARVERSLAG 2008 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Missie, taken en werkwijze Instituut Asbestslachtoffers (IAS) Missie Het Instituut Asbestslachtoffers (IAS) is op 10 maart 1999 opgericht door het Comité Asbestslachtoffers, FNV, CNV, MHP, VNONCW, MKB-Nederland, LTO-Nederland, Verbond Sectorwerkgevers Overheid en Verbond van Verzekeraars. Dit op basis van het Convenant Instituut Asbestslachtoffers, dat naast bovengenoemde organisaties, op 23 november 1998 mede ondertekend werd door de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Justitie. Het Convenant omvat afspraken die gericht zijn op de versnelling van de procedures met betrekking tot schadeclaims van asbestslachtoffers met de ziekte maligne mesothelioom. De missie van het IAS is de in het Convenant verankerde procedures zo snel en zorgvuldig mogelijk af te handelen. Dit door het uitoefenen van drie hoofdtaken: advies, bemiddeling en voorlichting.
Taken van het IAS Advies Mensen met de ziekte mesothelioom kunnen via het IAS een aanvraag indienen voor een tegemoetkoming van € 17.050,–*. Het IAS gaat met hen na hoe het contact met asbest heeft plaatsgevonden en adviseert de Sociale Verzekeringsbank (SVB) over een tegemoetkoming op grond van de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers (TAS) of de Regeling tegemoetkoming niet-loondienstgerelateerde slachtoffers van mesothelioom (TNS). De SVB beslist vervolgens om wel of niet de tegemoetkoming toe te kennen en uit te keren. Bemiddeling Het IAS bemiddelt ook tussen (ex-)werkgevers en (ex-)werknemers of hun huisgenoten over het betalen van een schadevergoeding. Hierover zijn afspraken gemaakt met het Comité Asbestslachtoffers, organisaties van werkgevers en werknemers, het Verbond van Verzekeraars en de overheid. Het IAS heeft als doel deze schadeclaims zo snel en zorgvuldig mogelijk af te handelen. Dit geldt zowel voor de bemiddeling zelf als voor het hieraan voorafgaande medische en arbeidshistorische onderzoek. De hiermee samenhangende kosten worden bij werkgevers en verzekeraars in rekening gebracht. Voor slachtoffers is de dienstverlening van het IAS daardoor altijd kosteloos. Wel is het van het allergrootste belang zo snel mogelijk de (ex-)werkgever per aangetekende brief aansprakelijk te stellen. Hiervoor kan de aanvrager de tekst van een door het IAS beschikbaar gestelde voorbeeldbrief gebruiken. De (ex-)werkgever of diens verzekeraar betaalt standaard een schadevergoeding van € 55.163,-*. Voorlichting Het IAS vervult een verwijs- en voorlichtingsfunctie voor asbestslachtoffers, werkgevers, verzekeraars en intermediaire organisaties. Ten behoeve hiervan verricht het IAS onderzoek. Via jaarverslagen, rapporten, de IAS-website (www.asbestslachtoffers.nl), elektronische nieuwsbrief en de Asbestkaart (www.asbestkaart.nl) worden de onderzoeksresultaten bekend gemaakt.
Werkwijze van het IAS 1. Aanmelding De aanvrager meldt zich aan bij het IAS: telefonisch (079-750 71 50), met de antwoordkaart uit de brochure of per e-mail (
[email protected]). De medewerker van het IAS vult telefonisch samen met de aanvrager de aanvraagformulieren in. In een tweede gesprek gaat het IAS met de aanvrager na hoe het contact met asbest heeft plaatsgevonden. Dat kan telefonisch of bij de aanvrager thuis. Het IAS stuurt daarna de ingevulde formulieren toe. De aanvrager controleert ze en stuurt ze direct ondertekend terug. Ook machtigt hij/zij het IAS om medische informatie op te vragen en de SVB om eventuele schade via de rechter te verhalen. 2. Tegemoetkoming Het IAS vraagt het Nederlands Mesotheliomen Panel (NMP) om bevestiging van de bij de aanvrager gestelde diagnose maligne mesothelioom. Daarna adviseert het IAS de SVB om u wel of niet de tegemoetkoming te betalen. Beslist de SVB positief, dan ontvangt de aanvrager € 17.050,-*. Het IAS en de SVB streven ernaar de procedure voor de tegemoetkoming binnen twee maanden af te ronden. 3. Schadevergoeding Als de aanvrager bij een werkgever aan asbest is blootgesteld, stelt hij/zij deze per aangetekende brief aansprakelijk. Hiervoor kan de voorbeeldbrief gebruikt worden die het IAS beschikbaar stelt. Het IAS onderzoekt daarna of de (ex-)werkgever aansprakelijk is te houden voor de gezondheidsschade en bemiddelt vervolgens tussen de aanvrager en de (ex-)werkgever of zijn verzekeraar. Als de werkgever of verzekeraar aansprakelijkheid aanvaardt, ontvangt de aanvrager een schadevergoeding van € 55.163,-*. Het IAS streeft ernaar het gehele traject binnen zes maanden af te ronden.
* Genoemde bedragen voor schadevergoeding en tegemoetkoming gelden voor 2008 en worden jaarlijks geïndexeerd. JAARVERSLAG 2008 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
43
Summary This report for 2008 gives a brief account of the nineth operational year of the Dutch Institute for Asbestos Victims (IAS) and the year in which the Compensation Scheme for Victims of Non-work-related Mesothelioma (TNS scheme) was implemented for the first time. The IAS advises the Social Insurance Bank (SVB) on entitlement to compensation for asbestos victims suffering from mesothelioma. The IAS also mediates between current and former employers and employees about the payment of compensation. The IAS was set up for these purposes in 1999 by employers’ and employees’ organisations, the Asbestos Victims Committee, the Association of Insurance Companies and the government. The Institute has three main tasks: - to advise the SVB with respect to claims under the Asbestos Victims Compensation Scheme (TAS scheme) and the Compensation Scheme for Victims of Non-work-related Mesothelioma (TNS scheme); - to mediate between asbestos victims with mesothelioma and their employers or former employers to secure compensation for health damage; - to increase knowledge and provide information on the subject of asbestos and health damage.
Results of mediation and advice Customer satisfaction is high. The implementation of the Compensation Scheme for Victims of Nonwork-related Mesothelioma (TNS scheme) is proceeding smoothly and clearly meets a need. These are the main conclusions for the IAS in 2008, and for the first year of the TNS scheme. In 2008, the IAS started processing 601 claims, and 631 claims were settled. The introduction of the TNS scheme led to a sharp rise in the number of claims compared with 2007 (507). In the nine years up to the end of 2008, the IAS took on 3,632 claims, and succeeded in settling 93% of them (3,369). In 2008, 390 assessment decisions under the TAS scheme and 148 under the TNS scheme were sent to the SVB. Of these, 428 (81%) recommended the award of compensation: 308 (71.6%) awards under the TAS scheme and 120 (27.9%) under the TNS scheme. Since the introduction of the TAS scheme in 2000, and the TNS scheme in December 2007, a total of 2,044 people have received financial compensation in the form of an advance payment or a lump-sum payment following a positive recommendation by the IAS. Mediation cases for employees or housemates which were completed in 2008 resulted in 64% of claimants receiving full compensation.
Other events in 2008 - Following on from the main points in the Agreement, the IAS set up and implemented a broad 44
research programme in 2008. Included in this programme is the development of a mesothelioma monitor based on figures from national databases (CBS Statistics Netherlands, NKR Netherlands Cancer Registry) and the wide-ranging IAS Medical Research Programme (MOPI) to study the link between asbestos and cancer more closely. In the autumn of 2008, three senior lecturers in law, Hijma, Hartlief en Snijders, were together commissioned to draw up guidelines for limitation and the obligation to furnish facts/burden of proof. - The IAS carried out a number of activities in 2008 aimed at providing information not only for victims but also for professionals with an interest in the subject (lung specialists, nurses, members of the legal profession and the other parties to the Agreement). October saw the launch of the new website (www.asbestsslachtoffers.nl).
JAARVERSLAG 2008 INSTITUUT ASBESTSLACHTOFFERS
Instituut Asbestslachtoffers (IAS) Het Instituut Asbestslachtoffers (IAS) adviseert de Sociale Verzekeringsbank (SVB) over het recht op een tegemoetkoming voor asbestslachtoffers met de ziekte mesothelioom. Daarnaast bemiddelt het IAS tussen (ex-)werkgevers en (ex-)werknemers over het betalen van een schadevergoeding. Het IAS is daarvoor in 1999 opgericht door organisaties van werkgevers en werknemers, het Comité Asbestslachtoffers, het Verbond van Verzekeraars en de overheid. Meer informatie vindt u op de website van het IAS: www.asbestslachtoffers.nl.
Colofon Uitgave van Instituut Asbestslachtoffers IAS publicatie 2009/1 Redactie S.A. Aarendonk–tevens eindredactie D. Morreau M.A. van der Woude Druk en vormgeving Artoos Communicatiegroep B.V. April 2009 De brochures ‘Asbest en Mesothelioom’ en het algemeen informatieboekje zijn per e-mail te bestellen bij
[email protected]
Instituut Asbestslachtoffers
Stichting Instituut Asbestslachtoffers
www.asbestslachtoffers.nl
Directie en bureau: Bezuidenhoutseweg 60 Postbus 90405 2509 LK Den Haag Telefoon: 070 - 349 97 54 Fax: 070 - 349 97 96 e-mail:
[email protected]
Uitvoering: Bredewater 6 Postbus 684 2700 AR Zoetermeer Telefoon: 079 - 750 71 50 e-mail:
[email protected]
Verslag over 2008