Instelling bladzijden uit Duiding Bouwrecht – Larcier 2015
Onderwerp Zakenrechtelijke aspecten inzake bouw. Nutsvoorzieningen (kabels en leidingen). Leggingsrechten. Wet 10 maart 1925
Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen zijn aan rechten van intellectuele eigendom van bepaalde betrokkenen, Er wordt u geen recht verleend op deze rechten. M&D Seminars geeft u via dit document informatie, maar verstrekt geen advies. M&D Seminars garandeert niet dat de informatie in dit document foutloos is. U gebruikt de inhoud van dit document op eigen risico. M&D Seminars, noch een van haar directieleden, aandeelhouders of bedienden zijn aansprakelijk voor bijzondere, indirecte, bijkomstige, afgeleide of bestraffende schade, noch voor enig ander nadeel van welke aard ook bij het gebruik van dit document en van de inhoud van dit document. © M&D Seminars – 2015
M&D SEMINARS Eikelstraat 38 | 9840 De Pinte | T 09 224 31 46 | F 09 225 32 17 |
[email protected] | www.mdseminars.be
VIII. Zakenrechtelijke aspecten inzake bouw • E. Nutsvoorzieningen (kabels en leidingen) • 1. Leggingsrechten Wet 10 maart 1925 - Elektriciteitsvoorziening - uittreksel (Art. 14)
B. TEN AANZIEN VAN PRIVATE EIGENDOMMEN INHOUDSOPGAVE i. Elektriciteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ii. Gasvervoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . iii. Gasdistributie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . iv. Water . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . v. Telecom - (televisie)kabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
1 7 9 14 15
i. Elektriciteit Wet 10 maart 1925 – Elektriciteitsvoorziening (uittreksel art. 14–15) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Wet 29 april 1999 – Elektriciteitswet 1999 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Decr. Vl. Parl. 8 mei 2009 – Energiedecreet. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 – Elektriciteitsmarkt, organisatie (uittreksel art. 29) . . . . . Decr. W. R. 12 april 2001 – Gewestelijke elektriciteitsmarkt, organisatie (uittreksel art. 20bis–22, 25). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
1 2 3 5 5
Wet 10 maart 1925 op de elektriciteitsvoorziening (B.S., 25 april 1925) (Uittreksel) HOOFDSTUK VI
RECHTEN EN VERPLICHTINGEN DER VERVOER- EN VOORZIENINGSBEDRIJVEN Art. 14. De Staat, de provinciën en de gemeenten, alsmede de vergunninghouders, in de mate waarin zij door de vergunningsakte daartoe zijn gemachtigd, hebben het recht: 1° op blijvende wijze steunen en ankers aan te brengen voor bovengrondse elektrische energieleidingen, aan de buitenzijde van de muren en gevels die uitgeven op de openbare weg; dit recht mag slechts worden uitgeoefend onder de voorwaarden bepaald bij de algemene verordeningen voorzien bij artikel 21; 2° de elektrische energiegeleidingen boven de private eigendommen laten doorgaan zonder vasthechting noch aanraking, onder dezelfde voorwaarden als die vermeld in bovenstaand 1°; 3° de boomtakken af te hakken}1[, bomen te vellen en wortelen te rooien]1 die dicht bij de bovengrondse }1[of ondergrondse]1 elektrische energiegeleidingen hangen
en die kortsluitingen of schade aan de geleiding zouden kunnen veroorzaken. Behoudens de dringende gevallen, wordt het recht }2[...]2 te hakken }3[, te vellen of te rooien, zoals voorzien in de bepaling onder 3°]3 echter afhankelijk gesteld, hetzij van de weigering van de eigenaar }4[de werken uit te voeren]4, hetzij van het feit dat bedoelde eigenaar gedurende een maand het desbetreffend verzoek zonder gevolg heeft gelaten.
}1. – Lid 1, 3°, gewijzigd bij art. 44, 1°, wet 8 mei 2014, B.S., 4 juni 2014 }2. – Lid 2 gewijzigd bij art. 44, 3°, wet 8 mei 2014, B.S., 4 juni 2014 }3. – Lid 2 gewijzigd bij art. 44, 2°, wet 8 mei 2014, B.S., 4 juni 2014 }4. – Lid 2 gewijzigd bij art. 44, 4°, wet 8 mei 2014, B.S., 4 juni 2014
Wouter Geldhof en Cedric Degreef De staat (en gemeenschappen en Gewesten), de provinciën en de gemeenten, en vergunninghouders hebben het recht om voor bovengrondse elektriciteitsleidingen op blijvende wijze steunen en ankers aan te brengen aan de buitenzijde van muren en gevels (ankerrecht). Dit recht is beperkt tot muren en gevels die op de openbare weg uitgeven. Het houdt niet in dat de nutsmaatschappijen zich toegang mogen verschaffen tot private eigendommen (M. LOUVEAUX, "Energie électrique et gaz", RPDB, Compl. IV, Brussel, Bruylant, 1972, 162). De nutsmaatschappijen kunnen tevens hun leidingen laten doorgaan boven private eigendommen zonder vasthechting noch aanraking (doorgangsrecht). Dit is volgens een Louveaux een afwijking van artikel 552 B.W. volgens het welk de eigendom op de grond ook de eigendom omvat op hetgeen op of onder de grond is (M. LOUVEAUX,
Larcier – Duiding Bouw (1 oktober 2015) – © Larcier---TREE_1382--Export:19-02-2015_17:14---
1
VIII. Zakenrechtelijke aspecten inzake bouw • E. Nutsvoorzieningen (kabels en leidingen) • 1. Leggingsrechten Wet 10 maart 1925 - Elektriciteitsvoorziening - uittreksel (Art. 15)
"Energie électrique et gaz", o.c., 162). De vergunninghouders hebben voormelde rechten slechts in de mate dat voorzien is in hun vergunning. De nutsmaatschappijen hebben tevens een snoeirecht: het recht boomtakken af te hakken die dicht bij de bovengrondse leidingen hangen en kortsluitingen of schade aan de leiding kunnen veroorzaken. Behalve in dringende gevallen is dit recht afhankelijk van de weigering van de eigenaar om de snoeiwerken zelf uit te voeren of van het feit dat de eigenaar een verzoek tot snoeien gedurende een maand zonder gevolg heeft gelaten.
Art. 15. }1[De Koning bepaalt de modaliteiten volgens dewelke, het aanleggen van elektrische lijnen van het elektrisch transportnetwerk en alle aansluitingen hierop boven of onder private onbebouwde gronden, die niet door muren of dergelijke omheiningen zijn afgesloten van openbaar nut kan worden verklaard.]1 Door deze verklaring bekomt de belanghebbende onderneming het recht bedoelde lijnen aan te leggen boven of onder deze gronden voor het toezicht daarop te zorgen en de onderhouds- en herstellingswerken uit te voeren,
dit alles onder de bij bedoeld besluit bepaalde voorwaarden. De }2[Koning]2 mag, onder dezelfde voorwaarden, de houder ener wegenistoelating machtigen de bij artikel 14 bepaalde rechten uit te oefenen.
}1. – Lid 1 vervangen bij art. 45, 1°, wet 8 mei 2014, B.S., 4 juni 2014 }2. – Lid 3 gewijzigd bij art. 45, 2°, wet 8 mei 2014, B.S., 4 juni 2014
Wouter Geldhof en Cedric Degreef Daarnaast kan de Koning een zgn. verklaring van openbaar nut verlenen voor het leggen van geleidingen boven of onder private onbebouwde gronden (art. 15 van de Wet van 10 maart 1925 op de Elektriciteitsvoorziening). Dergelijke verklaring kan slechts wordt verleend indien de private gronden niet door muren of dergelijke omheiningen afgesloten zijn (zie over de vereiste van afsluiting: M. LOUVEAUX, o.c., 163-164). De verklaring kan bovendien slechts worden verleend nadat de belangen van de privé-eigenaar, die concrete duidelijke bezwaren moet kunnen laten gelden, in de ovw. werden betrokken (zie V. SAGAERT, "Ondergrondse constructies in het Belgisch goederenrecht", in C. ADRIAANSSENS en V. SAGAERT (ed.), Ondergrondse constructies in het Belgische en Nederlandse recht, Antwerpen, Intersentia, 2007, 5 met verwijzing naar RvS, nr. 28.129, 22 juni 1987 en V. SAGAERT, "Het zakenrechtelijk statuut van nutsleidingen in het Belgische recht", TPR, 2004, 1388). Dit recht gaat verder dan het recht van artikel 14, 2°, om elektrische leidingen te laten doorgaan boven private eigendommen zonder vasthechting of aanraking. Het nutsbedrijf kan immers werken uitvoeren op de private grond voor het aanleggen van de leidingen, er toezicht op houden en ze herstellen of onderhouden. Zo kan het nutsbedrijf een pyloon installeren op een private grond waarvoor de verklaring van openbaar nut werd afgeleverd (zie M. LOUVEAUX, o.c., 163; L. DERIDDER en T. VERMEIR, Leidingen voor nutsvoorzieningen, Brugge, die Keure, 2000, 138). Het is evenwel beperkter door zijn toepassingsgebied: het geldt slechts t.a.v. onbebouwde gronden die niet ommuurd of omheind zijn, terwijl deze beperking niet geldt voor het recht van doorgang. De nutsmaatschappijen dienen de private eigenaars te vergoeden voor de nadelen voortvloeiend uit de toepassing van de artikelen 14 en 15. Deze vergoedingen kunnen worden verleend onder de vorm van een jaarlijks vooraf betaalbaar huurrecht (art. 17).
Wet 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt (B.S., 11 mei 1999) HOOFDSTUK III
BEHEER VAN HET TRANSMISSIENET }1[Art. 11bis. De netbeheerder, ten voordele van wie een
koninklijk besluit van verklaring van openbaar nut is vastgesteld, kan, op zijn vraag en binnen de perken van dit besluit, evenals in overleg met de Gewesten en de betrokken gemeenten, door de Koning worden gemachtigd om in naam van de Staat maar op eigen kosten de nodige onteigeningen te verrichten voor het hele transmissienet dat hij beheert. De spoedprocedure bepaald in artikelen 2
2
tot 20 van de wet van 26 juli 1962 betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte is van toepassing op deze onteigeningen.]1
}1. – Ingevoegd bij art. 14 wet 8 januari 2012, B.S., 11 januari 2012
Larcier – Duiding Bouw (1 oktober 2015) – © Larcier---TREE_1382--Export:19-02-2015_17:14---
VIII. Zakenrechtelijke aspecten inzake bouw • E. Nutsvoorzieningen (kabels en leidingen) • 1. Leggingsrechten Decr. Vl. Parl. 8 mei 2009
Wouter Geldhof en Cedric Degreef De transmissienetbeheerder voor elektriciteit, Elia, heeft het recht om onder bepaalde voorwaarden tot onteigening over te gaan. Deze bepaling werd ingevoerd als aanvulling op de Wet van 10 maart 1925 en ter implementatie van artikel 13 van de Richtlijn Hernieuwbare Energie 2009/28/EG, opdat het risico dat het traject van een elektriciteitstransmissielijn in het gedrang zou komen, zou worden beperkt (Parl. St. Kamer 2010-11, nr. 1725/1, 41).
Decr. Vl. Parl. 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid (B.S., 7 juli 2009) TITEL IV
DE ORGANISATIE VAN DE ELEKTRICITEITS- EN AARDGASMARKT IN HET VLAAMSE GEWEST HOOFDSTUK I
HET BEHEER VAN DE DISTRIBUTIENETTEN EN HET PLAATSELIJK VERVOERNET VAN ELEKTRICITEIT IN HET VLAAMSE GEWEST }1
[Afdeling X Prerogatieven van de netbeheerders]1 }1 [Onderafdeling I Erfdienstbaarheden ten voordele van de netbeheerder]1
}1[Art. 4.1.23. § 1. De netbeheerders hebben als erfdienstbaarheid het recht: 1° op blijvende wijze steunen, ankers en de bijhorende uitrustingen aan te brengen voor bovengrondse elektrische lijnen, aan de buitenzijde van de muren en gevels die uitgeven op de openbare weg; 2° elektrische lijnen boven de private eigendommen te laten doorgaan zonder vasthechting noch aanraking; 3° boomtakken af te hakken die te dicht bij de bovengrondse elektrische lijnen komen en die kortsluitingen of schade aan de lijn zouden kunnen veroorzaken; 4° wortels in te korten die te dicht bij ondergrondse elektrische lijnen of aardgasleidingen komen en die schade aan de lijn of leiding zouden kunnen veroorzaken. § 2. In afwijking van paragraaf 1, 3° en 4°, kan de netbeheerder ook overgaan tot het rooien van de aanwezige bomen en beplantingen, als om veiligheidsredenen het recht, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 3° en 4°, niet volstaat. § 3. De Vlaamse Regering kan per geval bepalen dat het voor de netbeheerder van algemeen nut is om elektrische lijnen of aardgasleidingen aan te leggen boven of onder private onbebouwde gronden en onder welke voorwaarden dat dient te gebeuren. De netbeheerder heeft in dat geval het recht de lijnen of leidingen aan te leggen boven of onder deze gronden, voor het toezicht daarop te zorgen en de noodzakelijke onderhouds- en herstellingswerken uit te voeren. § 4. De aangelegde kabels, lijnen, leidingen en de bijbehorende uitrustingen blijven eigendom van de netbeheerder. Hij is ertoe gemachtigd alle nodige instandhoudingswerken daarvoor uit te voeren. § 5. Behalve in hoogdringende gevallen waarbij de veiligheid imminent in het gedrang komt, wordt het recht wortels in te korten of boomtakken af te hakken, vermeld in paragraaf 1, 3° en 4°, en het recht om te rooien, vermeld in paragraaf 2, afhankelijk gesteld van de expliciete
weigering van de eigenaar of desgevallend de domeinbeheerder, pachter, huurder of een andere houder van een zakelijk recht op het bewuste onroerend goed om zelf binnen een redelijke termijn te kappen, in te korten of te rooien, of van het feit dat deze gedurende een maand het verzoek van de netbeheerder zonder gevolg heeft gelaten. In die gevallen kan de netbeheerder overgaan tot inkorten, afhakken of rooien op kosten van de eigenaar. Als de netbeheerder overgaat tot afhakken, inkorten of rooien wegens hoogdringendheid, gebeurt dat op kosten van de netbeheerder zelf. Behalve in hoogdringende gevallen waarbij de veiligheid imminent in het gedrang komt, mogen de werken, vermeld in paragraaf 1 tot en met 3, door de netbeheerder pas worden aangevangen na de rechtstreekse voorafgaande kennisgeving met een aangetekende brief aan de belanghebbende eigenaars, huurders, pachters, domeinbeheerder en iedere andere houder van een zakelijk recht op het bewuste onroerend goed. Die kennisgeving vindt minstens twee maanden voor de geplande start van de werken plaats. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de te volgen procedure bij de uitvoering van die rechten.]1
}1. – Ingevoegd bij art. 7 Decr. Vl. Parl. 16 maart 2012, B.S., 2 april 2012, inwerkingtreding: 1 juli 2012 (art. 22) }1[Art. 4.1.24. § 1. De netbeheerder vergoedt bij minne-
lijke overeenkomst de eigenaars en de eventuele huurders, pachters of iedere andere houder van een zakelijk recht op het bewuste onroerend goed in de vorm van een vergoeding voor het nadeel dat mogelijk voortvloeit uit de toepassing van artikel 4.1.23, § 1, 1°. § 2. Als de aanwezige bomen en beplantingen gerooid worden, als vermeld in artikel 4.1.23, § 2, is de netbeheerder een eenmalige vergoeding verschuldigd aan de eigenaar als vergoeding voor de gerooide bomen en beplantingen en voor de eventuele minwaarde van het onroerend goed. § 3. De Vlaamse Regering kan nadere regels vastleggen met betrekking tot de procedure voor het bepalen van de hoogte van de vergoeding.
Larcier – Duiding Bouw (1 oktober 2015) – © Larcier---TREE_1382--Export:19-02-2015_17:14---
3
VIII. Zakenrechtelijke aspecten inzake bouw • E. Nutsvoorzieningen (kabels en leidingen) • 1. Leggingsrechten Decr. Vl. Parl. 8 mei 2009
§ 4. Als partijen niet tot een minnelijke overeenkomst komen, wordt het geschil voorgelegd aan de vrederechter.]1
}1. – Ingevoegd bij art. 7 Decr. Vl. Parl. 16 maart 2012, B.S., 2 april 2012, inwerkingtreding: 1 juli 2012 (art. 22)
Wouter Geldhof en Cedric Degreef De elektriciteitsdistributienetbeheerder geniet diverse erfdienstbaarheden (van openbaar nut) voor het aanleggen van kabels en elektrische lijnen. Het betreft wettelijke erfdienstbaarheden van openbaar nut, waaruit een accessoir opstalrecht volgt (F. COUSY, S. DECALUWE, en I. DE R UYVER", De Vlaamse energiedistributie gestroomlijnd", MER 2012, 224). De Vlaamse Regering kan tevens per geval bepalen dat het voor de netbeheerder van algemeen nut is om elektrische lijnen aan te leggen boven of onder private onbebouwde gronden en onder welke voorwaarden dat dient te gebeuren. De netbeheerder is in elk geval vergoedingsplichtig. Dit wordt in beginsel bij overeenkomst met de houder van het zakelijk recht of de huurder geregeld. }1[Onderafdeling II Onteigeningen door de netbeheerder]1
}1. Opschrift ingevoegd bij art. 7 Decr. Vl. Parl. 16 maart 2012, B.S., 2 april 2012, inwerkingtreding: 1 juli 2012 (art. 22) }1[Art. 4.1.26. § 1. Met uitzondering voor het gewestelijk openbaar domein kunnen netbeheerders, daartoe gemachtigd door de Vlaamse Regering, overeenkomstig de reglementering betreffende de onteigening ten algemenen nutte, in eigen naam en voor eigen rekening onroerende goederen onteigenen die voor de rechtstreekse verwezenlijking van hun doel nodig zijn.
De onteigeningen, vermeld in het eerste lid, zullen worden gevorderd met toepassing van de gemeenrechtelijke onteigeningsprocedure of van de rechtspleging in urgente omstandigheden. § 2. In afwijking van § 1 kan de Vlaamse Regering aan de netbeheerder op het gewestelijk openbaar domein domeintoelatingen, vergunningen voor het privatief gebruik of domeinconcessies verlenen via het gelasten van de door haar of via decreet aangestelde domeinbeheerder.]1
}1. – Ingevoegd bij art. 7 Decr. Vl. Parl. 16 maart 2012, B.S., 2 april 2012, inwerkingtreding: 1 juli 2012 (art. 22)
Wouter Geldhof en Cedric Degreef Naast de mogelijkheid tot het bekomen van een verklaring van openbaar nut overeenkomstig artikel 23, § 3 Energiedecreet, hebben de netbeheerders ook de mogelijkheid om in eigen naam en voor eigen rekening tot onteigening over te gaan. }1 [Onderafdeling III Recht op toegang van de netbeheerder tot alle installaties waarvan hij het eigendoms- of gebruiksrecht heeft en die zich bevinden in de inrichting van de netgebruiker]1
}1. Opschrift ingevoegd bij art. 13 Decr. Vl. Parl. 14 maart 2014, B.S., 28 maart 2014, inwerkingtreding: 7 april 2014 (art. 29) }1
recht heeft, voor werken aan de aansluiting, de plaatsing, de inschakeling, de controle of de meteropname van de elektriciteitsmeter, inclusief de budgetmeter voor elektriciteit en de stroombegrenzer, of van de aardgasmeter, inclusief de budgetmeter voor aardgas. De netgebruiker verschaft de netbeheerder onmiddellijk toegang op eenvoudig mondeling verzoek na behoorlijke legitimatie.]1
[Art. 4.1.26/1. De netbeheerder heeft het recht op toegang tot de ruimte(s) waardoor de aansluitkabel loopt of de ruimte waarin de elektriciteits- of aardgasmeter is opgesteld en waarover hij het eigendoms- of gebruiks-
}1. – Ingevoegd bij art. 13 Decr. Vl. Parl. 14 maart 2014, B.S., 28 maart 2014, inwerkingtreding: 7 april 2014 (art. 29) }1. Opschrift ingevoegd bij art. 6 Decr. Vl. Parl. 16 maart 2012, B.S., 2 april 2012, inwerkingtreding: 1 juli 2012 (art. 22)
4
Larcier – Duiding Bouw (1 oktober 2015) – © Larcier---TREE_1382--Export:19-02-2015_17:14---
VIII. Zakenrechtelijke aspecten inzake bouw • E. Nutsvoorzieningen (kabels en leidingen) • 1. Leggingsrechten Decr. W. R. 12 april 2001 - Gewestelijke elektriciteitsmarkt, organisatie - uittreksel (Art. 20bis)
Ord. Br. Hoofdst. R. 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (B.S., 17 november 2001) (Uittreksel) HOOFDSTUK VI
KABELS, DIRECTE LIJNEN EN INSTALLATIES Art. 29. § 1. De gewestelijke transmissienetbeheerder heeft het recht kabels en installaties van 36 kV te onderhouden, te vervangen en eventueel aan te leggen, in het kader van het investeringsplan zoals bedoeld in artikel 12, § 2, eerste lid. Te dien einde beschikt hij over de rechten en is hij onderworpen aan de verplichtingen bepaald in artikel 13 en volgende van de wet van 10 maart 1925. Indien de gewestelijke transmissienetbeheerder geen intercommunale is, wordt het recht om de kabels en installaties aan te leggen zoals bepaald in lid 1, ondergeschikt gemaakt aan het verkrijgen van een vergunning
van wegennet, afgeleverd overeenkomstig de artikelen 9 en volgende van de wet van 10 maart 1925. § 2. De distributienetbeheerder heeft het alleenrecht om kabels en installaties van minder dan 36 kV te onderhouden, te vervangen en aan te leggen in het kader van het investeringsplan zoals bedoeld in artikel 12, § 2, tweede lid. Hij beschikt bovendien over het recht om kabels en installaties van 36 kV te onderhouden, te vervangen en aan te leggen, in het kader van hetzelfde plan. De distributienetbeheerder beschikt te dien einde over de rechten en is onderworpen aan de plichten bepaald in artikel 13 en volgende van de wet van 10 maart 1925.
Wouter Geldhof en Cedric Degreef De Brusselse Elektriciteitsordonnantie verleent de gewestelijke transmissienetbeheerder (Elia) en de distributienetbeheerder (Sibelga) de rechten van artikel 13 en volgende van de Wet van 10 maart 1925 op de elektriciteitsvoorziening, en onderwerpt de gewestelijke transmissienetbeheerder en de distributienetbeheerder aan de overeenstemmende verplichtingen van deze artikelen van de wet. Aldus maakt de Brusselse Elektriciteitsordonnantie het regime van de artikelen 14 en 15 van de Wet van 10 maart 1925 betreffende de elektriciteitsvoorziening inzake de rechten en de verplichtingen van de nutsmaatschappijen t.a.v. de private eigendommen van toepassing op de gewestelijke transmissienetbeheerder en distributienetbeheerder. Er kan hievoor dan ook verwezen worden naar de uiteenzetting hierboven.
Decr. W. R. 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt (B.S., 1 mei 2001) (Uittreksel) HOOFDSTUK IV
RECHTEN EN VERPLICHTINGEN VAN DE NETBEHEERDER Afdeling 2 Rechten van de netbeheerder op de privéeigendommen Onderafdeling I Installatie van bovengrondse elektrische lijnen
Art. 20bis. (vroeger artikel 17 wordt artikel 20bis) Om de in het technisch reglement bedoelde voorschriften na te komen mag de netbeheerder:
1° dragers en verankeringen voor bovengrondse elektrische lijnen voorgoed plaatsen op de buitenmuren en gevels die op de openbare weg uitkomen; 2° bovengrondse elektrische lijnen zonder verbinding, noch aanraking laten installeren boven private eigendommen; 3° de takken van de bomen inkorten die zich vlakbij de bovengrondse elektrische lijnen bevinden en die kortsluitingen zouden kunnen veroorzaken of schade aanrichten aan de installaties. Behalve dringende noodzaak is het recht om de boomtakken in te korten evenwel afhankelijk van de weigering van de eigenaar om tot het snoeien
Larcier – Duiding Bouw (1 oktober 2015) – © Larcier---TREE_1382--Export:19-02-2015_17:14---
5
VIII. Zakenrechtelijke aspecten inzake bouw • E. Nutsvoorzieningen (kabels en leidingen) • 1. Leggingsrechten Decr. W. R. 12 april 2001 - Gewestelijke elektriciteitsmarkt, organisatie - uittreksel (Art. 21)
over te gaan, ofwel van het feit dat hij gedurende één maand het verzoek om ertoe over te gaan zonder gevolg laat.
(NOTA: Justel leest de wijzigingen aangebracht bij DWG 2008-07-17/53, art. 26, als volgt: «Artikel 17 van hetzelfde decreet wordt artikel 20bis, waarin de woorden «zou hebben verzuimd» vervangen worden door de woorden «zonder gevolg laat»»)
Wouter Geldhof en Cedric Degreef Dit artikel voorziet in een ankerrecht en een doorgangsrecht in hoofde van de Waalse elektriciteitsdistributienetbeheerder. Onderafdeling II Verklaring van openbaar nut
Art. 21. § 1. De Regering mag na onderzoek verklaren dat het van algemeen nut is netinfrastructuren onder, op of boven onbebouwde privé-terreinen aan te leggen. Met deze verklaring van algemeen nut mag de netbeheerder in het belang van wie ze wordt gedaan, dergelijke installaties onder, op of boven deze private terreinen oprichten, erop toezicht houden en de voor hun werking en onderhoud nodige werken uitvoeren onder de in voornoemde verklaring bepaalde voorwaarden. De werken mogen slechts beginnen na afloop van een termijn van twee maanden te rekenen van het moment waarop de betrokken eigenaars , houders van zakelijk recht en huurders daarvan bij ter post aangetekende brief in kennis worden gesteld. (vroeger artikel 22, L1 wordt artikel 21, § 1bis) § 1bis. De gedeeltelijke bezitneming van het privéfonds moet het gebruik waarvoor dit laatste wordt bestemd, in acht nemen. De bezitneming heeft geen ontzetting als gevolg maar vestigt een wettelijke erfdienstbaarheid van algemeen nut die elke handeling van dien aard dat ze nadelig is voor de installaties voor distributie van elektriciteit of voor hun exploitatie, verbiedt. § 2. de netbeheerder, begunstigde van de erfdienstbaarheid voorzien in § 1bis moet een toelage betalen ten gunste van de eigenaar van het met deze erfdienstbaarheid bezwaarde fonds of van de houders van aan dit erf gebonden zakelijke rechten. De toelage kan het voorwerp uitmaken van een enige betaling. In dat geval wordt ze beschouwd als forfaitaire toelage: ze is ook betaalbaar in de vorm van een vooruit te betalen jaarlijkse retributie. § 3. De Regering bepaalt:
1° de voor de in § 1 bedoelde verklaring van algemeen nut te volgen procedure, met name de vorm van de aanvraag, de documenten die erbij moeten worden gevoegd, de behandeling van het dossier en de onderzoeken die uitgevoerd moeten worden door de met een dergelijke aanvraag belaste overheden, de termijnen waarin de bevoegde overheid moet beslissen en haar beslissing mededelen aan de aanvrager en de voor het onderzoek van het dossier te betalen retributie; 2° de wijze van berekening van de in § 2 bedoelde retributies alsmede de wijze voor het indexeren ervan. Art. 22. (vroeger lid 1 wordt artikel 21, § 1bis) De eigenaar van het met een erfdienstbaarheid zoals die bedoeld in artikel 21, § 1bis bezwaarde erf mag binnen de door de Regering bepaalde termijn de minister op de hoogte brengen dat hij aan de netbeheerder verzoekt om het betrokken terrein aan te kopen. Als geen minnelijke verkoopschikking kan worden getroffen tussen de eigenaar van het bezwaarde erf en de netbeheerder zijn de bepalingen van artikel 25 van toepassing. De Regering bepaalt de rechten en verplichtingen van de eventuele houder van zakelijk recht of van de eventuele huurder in het kader van de verkoop van dat fonds. Art. 25. De netbeheerder voor wie een besluit van de Regering tot verklaring van algemeen nut is genomen, mag op eigen verzoek en binnen de perken van dat besluit door de Regering gemachtigd worden om namens het Gewest maar op eigen kosten voort te gaan met de nodige onteigeningen. De rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigeningen ten algemene nutte ingevoerd bij de wet van 26 juli 1962 betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemene nutte is van toepassing op deze onteigeningen.
Wouter Geldhof en Cedric Degreef In navolging van de wet van 1925 is voorzien in de mogelijkheid tot een verklaring van openbaar nut. Daarnaast voorziet het Waals Elektriciteitsdecreet in de mogelijkheid in hoofde van de netbeheerder tot het aankopen bij minnelijke overeenkomst, of bij gebreke daaraan tot onteigening.
6
Larcier – Duiding Bouw (1 oktober 2015) – © Larcier---TREE_1382--Export:19-02-2015_17:14---
VIII. Zakenrechtelijke aspecten inzake bouw • E. Nutsvoorzieningen (kabels en leidingen) • 1. Leggingsrechten Wet 12 april 1965 - Gas, vervoer, Aardgaswetboek - uittreksel (Art. 10)
ii. Gasvervoer Wet 12 april 1965 – Gas, vervoer, Aardgaswetboek (uittreksel art. 10, 14) . . . . . . . . . . . . . . .
7
Wet 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen (B.S., 7 mei 1965) (Uittreksel) HOOFDSTUK IV }1[RECHTEN EN VERPLICHTINGEN VAN DE HOUDER VAN EEN VERVOERSVERGUNNING EN VAN DE BEHEERDERS]1
}1. Opschrift, na wijziging, vervangen bij art. 16 wet 1 juni 2005, B.S., 14 juni 2005 }1 [Afdeling I [ Rechten en verplichtingen ingevolge de vervoervergunning, verklaring van openbaar nut en wijziging van het tracé]2]1 }2
Art. 10. Na onderzoek kan de Koning van openbaar nut verklaren het oprichten van een gasvervoersinstallatie onder, op of boven }1[het geheel of een deel van de private niet bebouwde gronden en die niet volledig omsloten zijn met een ondoordringbare muur of omheining]1. Deze verklaring van openbaar nut verleent aan de }2 [houder van een vervoervergunning]2, ten voordele van wie zij wordt gedaan, het recht gasvervoersinstallaties op te richten onder, op of boven deze private gronden, het toezicht op deze installaties te houden en de werken uit te voeren die nodig zijn voor de werking en het onderhoud ervan, onder de voorwaarden welke in die verklaring zijn genoemd.
}3 [Met de uitvoering van de werken van aanleg van de vervoerinstallatie mag slechts een aanvang worden genomen]3 twee maanden nadat de belanghebbende eigenaars en huurders op de hoogte zijn gebracht bij ter post aangetekend schrijven.
}1. – Lid 1 gewijzigd bij art. 24, 1°, wet 8 mei 2014, B.S., 4 juni 2014, inwerkingtreding: door de Koning te bepalen (art. 51) }2. – Lid 2 gewijzigd bij art. 8, lid 3, wet 29 april 1999, B.S., 11 mei 1999, inwerkingtreding: 5 juni 2002 (art. 70, 2°, K.B. 14 mei 2002, B.S., 5 juni 2002) }3. – Lid 3 gewijzigd bij art. 24, 2°, wet 8 mei 2014, B.S., 4 juni 2014, inwerkingtreding: door de Koning te bepalen (art. 51)
Wouter Geldhof en Cedric Degreef De Koning kan door de verklaring van openbaar nut private eigendommen bezwaren die niet bebouwd zijn en niet ommuurd of omheind. Dergelijke verklaring van openbaar nut verleent de houder van een gasvervoervergunning die er de begunstigde van is het recht om gasvervoerinstallaties op te richten op, onder of boven deze private gronden, er toezicht op te houden en er de werken uit te voeren nodig voor het onderhoud of de werking ervan. De verklaring van openbaar nut vereist dat er voor het ingeroepen algemeen belang een draagkrachtige en afdoende motivering alsook een formele motivering bestaat (RvSt 13 april 2012, nr. 218.888 en RvSt 12 januari 2012, nr. 217.209). Het recht van de begunstigde wordt door artikel 11 van de wet gekwalificeerd als een wettelijke erfdienstbaarheid van openbaar nut. De voorwaarden van de bezetting worden in de verklaring van openbaar nut bepaald (zie de Memorie van Toelichting bij de Gaswet van 12 april 1965: M.v.T., Parl. St., Kamer, 1964-65, 899, 10). De eigenaar van het met de verklaring van openbaar nut bezwaarde erf heeft de keuze om de situatie te aanvaarden of om de begunstigde van de verklaring van openbaar nut te dwingen de bezwaarde eigendom aan te kopen (art. 11 van de Wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen). Hij dient daartoe zijn wil binnen de twee jaar na de kennisgeving van de verklaring van openbaar nut kenbaar te maken aan de minister bevoegd voor energie (Koninklijk Besluit van 15 maart 1966 de procedure van aankoop van een privaat erf, dat met erfdienstbaarheid is bezwaard ten voordele van een houder van een gasvervoervergunning of -toelating, BS 18 maart 1966,zie hierover ook: L. DERIDDER en T. VERMEIR, Leidingen voor nutsvoorzieningen, Brugge, die Keure, 2000, 150-154; M. LOUVEAUX, o.c., 243-247.) De begunstigde van de verklaring van openbaar nut van zijn kant heeft het recht op grond van artikel 14 van de Gaswet om zich door de Koning te laten machtigen om in naam van de staat maar op eigen kosten tot onteigening over te gaan.
Larcier – Duiding Bouw (1 oktober 2015) – © Larcier---TREE_1382--Export:19-02-2015_17:14---
7
VIII. Zakenrechtelijke aspecten inzake bouw • E. Nutsvoorzieningen (kabels en leidingen) • 1. Leggingsrechten Wet 12 april 1965 - Gas, vervoer, Aardgaswetboek - uittreksel (Art. 14)
Art. 14. De }1[houder van een vervoervergunning]1, ten voordele van wie een koninklijk besluit van verklaring van openbaar nut is vastgesteld, kan, wanneer hij het vraagt en binnen de perken van dit laatste besluit door de Koning worden gemachtigd in naam van de Staat maar op eigen kosten de nodige onteigeningen te verrichten. De spoedprocedure bepaald in artikel 5 van de wet van
26 juli 1962 betreffende de onteigeningen ten algemenen nutte en de concessies voor de bouw van de autosnelwegen is van toepassing op deze onteigeningen.
}1. – Gewijzigd bij art. 8, lid 3, wet 29 april 1999, B.S., 11 mei 1999, inwerkingtreding: 5 juni 2002 (art. 70, 2°, K.B. 14 mei 2002, B.S., 5 juni 2002)
Wouter Geldhof en Cedric Degreef Net zoals voor de transmissie van elektriciteit, heeft de houder van een vervoersvergunning voor aardgas (thans Fluxys) het recht om onder bepaalde voorwaarden tot onteigening over te gaan. }1. Opschrift ingevoegd bij art. 17 wet 1 juni 2005, B.S., 14 juni 2005 }2. Opschrift, na wijziging, vervangen bij art. 21 wet 8 mei 2014, B.S., 4 juni 2014, inwerkingtreding: door de Koning te bepalen (art. 51)
8
Larcier – Duiding Bouw (1 oktober 2015) – © Larcier---TREE_1382--Export:19-02-2015_17:14---
VIII. Zakenrechtelijke aspecten inzake bouw • E. Nutsvoorzieningen (kabels en leidingen) • 1. Leggingsrechten Decr. Vl. Parl. 8 mei 2009
iii. Gasdistributie Decr. Vl. Parl. 8 mei 2009 – Energiedecreet. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Ord. Br. Hoofdst. R. 1 april 2004 – Gasmarkt, organisatie, wegenretributies inzake gas en elektriciteit, elektriciteitsmarkt, wijziging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Decr. W. R. 19 december 2002 – Gewestelijke gasmarkt, Waals Gewest (uittreksel art. 21– 22, 25) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
9 11 12
Decr. Vl. Parl. 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid (B.S., 7 juli 2009) TITEL IV
DE ORGANISATIE VAN DE ELEKTRICITEITS- EN AARDGASMARKT IN HET VLAAMSE GEWEST HOOFDSTUK I
HET BEHEER VAN DE DISTRIBUTIENETTEN EN HET PLAATSELIJK VERVOERNET VAN ELEKTRICITEIT IN HET VLAAMSE GEWEST }1
[Afdeling X Prerogatieven van de netbeheerders]1
}1. Opschrift ingevoegd bij art. 6 Decr. Vl. Parl. 16 maart 2012, B.S., 2 april 2012, inwerkingtreding: 1 juli 2012 (art. 22) }1[Onderafdeling
I Erfdienstbaarheden ten voordele van de netbeheerder]1
}1. Opschrift ingevoegd bij art. 7 Decr. Vl. Parl. 16 maart 2012, B.S., 2 april 2012, inwerkingtreding: 1 juli 2012 (art. 22) }1[Art. 4.1.23. § 1. De netbeheerders hebben als erfdienstbaarheid het recht: 1° op blijvende wijze steunen, ankers en de bijhorende uitrustingen aan te brengen voor bovengrondse elektrische lijnen, aan de buitenzijde van de muren en gevels die uitgeven op de openbare weg; 2° elektrische lijnen boven de private eigendommen te laten doorgaan zonder vasthechting noch aanraking; 3° boomtakken af te hakken die te dicht bij de bovengrondse elektrische lijnen komen en die kortsluitingen of schade aan de lijn zouden kunnen veroorzaken; 4° wortels in te korten die te dicht bij ondergrondse elektrische lijnen of aardgasleidingen komen en die schade aan de lijn of leiding zouden kunnen veroorzaken. § 2. In afwijking van paragraaf 1, 3° en 4°, kan de netbeheerder ook overgaan tot het rooien van de aanwezige bomen en beplantingen, als om veiligheidsredenen het recht, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 3° en 4°, niet volstaat. § 3. De Vlaamse Regering kan per geval bepalen dat het voor de netbeheerder van algemeen nut is om elektrische lijnen of aardgasleidingen aan te leggen boven of onder private onbebouwde gronden en onder welke voorwaarden dat dient te gebeuren. De netbeheerder heeft in dat geval het recht de lijnen of leidingen aan te leggen boven of onder deze gronden, voor het toezicht daarop te zorgen en de noodzakelijke onderhouds- en herstellingswerken uit te voeren. § 4. De aangelegde kabels, lijnen, leidingen en de bijbehorende uitrustingen blijven eigendom van de netbeheerder. Hij is ertoe gemachtigd alle nodige instandhoudingswerken daarvoor uit te voeren.
§ 5. Behalve in hoogdringende gevallen waarbij de veiligheid imminent in het gedrang komt, wordt het recht wortels in te korten of boomtakken af te hakken, vermeld in paragraaf 1, 3° en 4°, en het recht om te rooien, vermeld in paragraaf 2, afhankelijk gesteld van de expliciete weigering van de eigenaar of desgevallend de domeinbeheerder, pachter, huurder of een andere houder van een zakelijk recht op het bewuste onroerend goed om zelf binnen een redelijke termijn te kappen, in te korten of te rooien, of van het feit dat deze gedurende een maand het verzoek van de netbeheerder zonder gevolg heeft gelaten. In die gevallen kan de netbeheerder overgaan tot inkorten, afhakken of rooien op kosten van de eigenaar. Als de netbeheerder overgaat tot afhakken, inkorten of rooien wegens hoogdringendheid, gebeurt dat op kosten van de netbeheerder zelf. Behalve in hoogdringende gevallen waarbij de veiligheid imminent in het gedrang komt, mogen de werken, vermeld in paragraaf 1 tot en met 3, door de netbeheerder pas worden aangevangen na de rechtstreekse voorafgaande kennisgeving met een aangetekende brief aan de belanghebbende eigenaars, huurders, pachters, domeinbeheerder en iedere andere houder van een zakelijk recht op het bewuste onroerend goed. Die kennisgeving vindt minstens twee maanden voor de geplande start van de werken plaats. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de te volgen procedure bij de uitvoering van die rechten.]1
}1. – Ingevoegd bij art. 7 Decr. Vl. Parl. 16 maart 2012, B.S., 2 april 2012, inwerkingtreding: 1 juli 2012 (art. 22) }1[Art. 4.1.24. § 1. De netbeheerder vergoedt bij minne-
lijke overeenkomst de eigenaars en de eventuele huurders, pachters of iedere andere houder van een zakelijk recht op het bewuste onroerend goed in de vorm van een vergoeding voor het nadeel dat mogelijk voortvloeit uit de toepassing van artikel 4.1.23, § 1, 1°. § 2. Als de aanwezige bomen en beplantingen gerooid worden, als vermeld in artikel 4.1.23, § 2, is de netbeheerder een eenmalige vergoeding verschuldigd aan de eigenaar als vergoeding voor de gerooide bomen en beplantingen en voor de eventuele minwaarde van het onroerend goed. § 3. De Vlaamse Regering kan nadere regels vastleggen met betrekking tot de procedure voor het bepalen van de hoogte van de vergoeding.
Larcier – Duiding Bouw (1 oktober 2015) – © Larcier---TREE_1382--Export:19-02-2015_17:14---
9
VIII. Zakenrechtelijke aspecten inzake bouw • E. Nutsvoorzieningen (kabels en leidingen) • 1. Leggingsrechten Decr. Vl. Parl. 8 mei 2009
§ 4. Als partijen niet tot een minnelijke overeenkomst komen, wordt het geschil voorgelegd aan de vrederechter.]1
}1. – Ingevoegd bij art. 7 Decr. Vl. Parl. 16 maart 2012, B.S., 2 april 2012, inwerkingtreding: 1 juli 2012 (art. 22)
Wouter Geldhof en Cedric Degreef De gasdistributienetbeheerder geniet diverse erfdienstbaarheden (van openbaar nut) voor het aanleggen van aardgasleidingen. Het betreft wettelijke erfdienstbaarheden van openbaar nut, waaruit een accessoir opstalrecht volgt (F. COUSY, S. DECALUWE, en I. DE RUYVER", De Vlaamse energiedistributie gestroomlijnd", MER 2012, 224). De Vlaamse Regering kan tevens per geval bepalen dat het voor de netbeheerder van algemeen nut is om aardgasleidingen aan te leggen boven of onder private onbebouwde gronden en onder welke voorwaarden dat dient te gebeuren. De netbeheerder is in elk geval vergoedingsplichtig. Dit wordt in beginsel bij overeenkomst met de houder van het zakelijk recht of de huurder geregeld. }1[Onderafdeling II Onteigeningen door de netbeheerder]1
}1. Opschrift ingevoegd bij art. 7 Decr. Vl. Parl. 16 maart 2012, B.S., 2 april 2012, inwerkingtreding: 1 juli 2012 (art. 22) }1[Art. 4.1.26. § 1. Met uitzondering voor het gewestelijk openbaar domein kunnen netbeheerders, daartoe gemachtigd door de Vlaamse Regering, overeenkomstig de reglementering betreffende de onteigening ten algemenen nutte, in eigen naam en voor eigen rekening onroerende goederen onteigenen die voor de rechtstreekse verwezenlijking van hun doel nodig zijn.
De onteigeningen, vermeld in het eerste lid, zullen worden gevorderd met toepassing van de gemeenrechtelijke onteigeningsprocedure of van de rechtspleging in urgente omstandigheden. § 2. In afwijking van § 1 kan de Vlaamse Regering aan de netbeheerder op het gewestelijk openbaar domein domeintoelatingen, vergunningen voor het privatief gebruik of domeinconcessies verlenen via het gelasten van de door haar of via decreet aangestelde domeinbeheerder.]1
}1. – Ingevoegd bij art. 7 Decr. Vl. Parl. 16 maart 2012, B.S., 2 april 2012, inwerkingtreding: 1 juli 2012 (art. 22)
Wouter Geldhof en Cedric Degreef Naast de mogelijkheid tot het bekomen van een verklaring van openbaar nut overeenkomstig artikel 23, § 3 Energiedecreet, hebben de netbeheerders ook de mogelijkheid om in eigen naam en voor eigen rekening tot onteigening over te gaan. }1 [Onderafdeling III Recht op toegang van de netbeheerder tot alle installaties waarvan hij het eigendoms- of gebruiksrecht heeft en die zich bevinden in de inrichting van de netgebruiker]1
}1. Opschrift ingevoegd bij art. 13 Decr. Vl. Parl. 14 maart 2014, B.S., 28 maart 2014, inwerkingtreding: 7 april 2014 (art. 29) }1
[Art. 4.1.26/1. De netbeheerder heeft het recht op toegang tot de ruimte(s) waardoor de aansluitkabel loopt of de ruimte waarin de elektriciteits- of aardgasmeter is opgesteld en waarover hij het eigendoms- of gebruiks-
10
recht heeft, voor werken aan de aansluiting, de plaatsing, de inschakeling, de controle of de meteropname van de elektriciteitsmeter, inclusief de budgetmeter voor elektriciteit en de stroombegrenzer, of van de aardgasmeter, inclusief de budgetmeter voor aardgas. De netgebruiker verschaft de netbeheerder onmiddellijk toegang op eenvoudig mondeling verzoek na behoorlijke legitimatie.]1
}1. – Ingevoegd bij art. 13 Decr. Vl. Parl. 14 maart 2014, B.S., 28 maart 2014, inwerkingtreding: 7 april 2014 (art. 29)
Larcier – Duiding Bouw (1 oktober 2015) – © Larcier---TREE_1382--Export:19-02-2015_17:14---