Instelling Moore Stephens Verschelden www.moorestephens.be
Onderwerp De incorporatie van reeds belaste reserves in kapitaal: interessant voor u?
Datum 16 juli 2013
Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen zijn aan rechten van intellectuele eigendom van bepaalde betrokkenen, Er wordt u geen recht verleend op deze rechten. M&D Seminars geeft u via dit document informatie, maar verstrekt geen advies. M&D Seminars garandeert niet dat de informatie in dit document foutloos is. U gebruikt de inhoud van dit document op eigen risico. M&D Seminars, noch een van haar directieleden, aandeelhouders of bedienden zijn aansprakelijk voor bijzondere, indirecte, bijkomstige, afgeleide of bestraffende schade, noch voor enig ander nadeel van welke aard ook bij het gebruik van dit document en van de inhoud van dit document. © M&D Seminars – 2013
M&D SEMINARS Eikelstraat 38 | 9840 De Pinte | T 09 224 31 46 | F 09 225 32 17 |
[email protected] | www.mdseminars.be
De incorporatie van reeds belaste reserves in kapitaal: interessant voor u? Tegelijk met de verhoging van de roerende voorheffing op liquidatieboni, voert de programmawet van 28 juni 2013 een tijdelijke maatregel in die toelaat om belaste reserves te incorporeren in kapitaal aan een tarief van slechts 10% roerende voorheffing. Voor wie zijn vennootschap vóór 1 oktober 2014 niet kan of wenst te ontbinden en vereffenen, lijkt dit alvast een interessante tussenoplossing. Dat kan zeker het geval zijn voor wie binnen een relatief korte tijdspanne van plan is om met zijn activiteiten te stoppen en de vennootschap wenst te ontbinden. Maar wie nog ver van zijn pensioen is verwijderd en/of nog lang niet denkt aan stoppen, zou wel eens serieus zijn broek kunnen scheuren indien hij nu reeds een deel van de reserves aan het verlaagd tarief laat incorporeren in kapitaal … Eerst incorporatie van reserves aan 10% … Wanneer een ontbonden vennootschap vanaf 1 oktober 2014 (een voorschot op) de liquidatiebonus1 aan haar aandeelhouders uitkeert, dan zal zij daarop een roerende voorheffing van 25% moeten inhouden. Tot 30 september 2014 bedraagt die roerende voorheffing nog 10%. Wie dus van plan is om zijn vennootschap te ontbinden en vereffenen, wacht dus best niet te lang om van de verlaagde roerende voorheffing te kunnen genieten. Het verschil in tarief kan immers een serieuze slok op de borrel schelen … Opdat niet iedereen zijn vennootschap zou moeten liquideren om alsnog van het voordeeltarief te kunnen genieten, werd in een overgangsmaatregel voorzien. Hiertoe mag een vennootschap een gedeelte van haar boekhoudkundige en reeds aan de vennootschapsbelasting onderworpen reserves incorporeren in haar maatschappelijk kapitaal – wat een notariële akte impliceert. De prijs daarvoor is dat de 10% die anders op het einde van de rit diende te worden betaald, vóór eind september 2014 wordt verschuldigd. De geïncorporeerde reserves worden nadien beschouwd als fiscaal gestort kapitaal wat betekent dat ze nadien volledig belastingvrij kunnen worden uitgekeerd. Op de niet geïncorporeerde reserves en latere winsten bedraagt de roerende voorheffing 25% indien zij worden uitgekeerd tijdens of bij afsluiting van de vereffening. Die uitkeringen ondergaan m.a.w. hetzelfde tarief als een gewone dividenduitkering. Om ze nadien belastingvrij te kunnen uitkeren … Wanneer de vennootschap na enkele jaren beslist tot een kapitaalvermindering - alweer via notariële akte … - dan kunnen de aldus geïncorporeerde reserves na een zekere termijn belastingvrij als gestort kapitaal worden uitgekeerd. Vanaf het vijfde jaar of het negende jaar na de incorporatie van de reserves - afhankelijk of de vennootschap al dan niet als ‘klein’ kan worden beschouwd kunnen deze volledig belastingvrij worden uitgekeerd. Zoniet wordt de kapitaalverlaging op fiscaal vlak beschouwd² als een dividenduitkering en als volgt getaxeerd, bovenop de eerdere inhouding van 10%:
Niet alle reserves kunnen worden geïncorporeerd De omzetting van reserves in fiscaal gestort kapitaal mag alleen gebeuren met reeds belaste reserves die uiterlijk op 31 maart 2013 werden goedgekeurd door de Algemene Vergadering der aandeelhouders en voor zover ze op het moment van de incorporatie nog bestaan³. Concreet betekent dit dat de vennootschap - indien haar boekjaar gelijk loopt met het kalenderjaar - haar belaste reserves per 31 december 2012 kan incorporeren in kapitaal indien haar jaarrekening over dat boekjaar werd goedgekeurd vóór 1 april 2013. Vond
haar jaarvergadering pas nadien plaats (bij de meeste vennootschappen vindt de jaarvergadering plaats in de loop van mei of juni), dan moet rekening worden gehouden met haar reserves per 31 december 2011. In de praktijk zal de vennootschap de volgende reserves op haar balans kunnen incorporeren in kapitaal:
o o
Beschikbare reserves Overgedragen winst
De wettelijke reserve4 , de onbeschikbare en de belastingvrije reserves komen in principe niet in aanmerking. Niet veel tijd om actie te ondernemen De “gunstmaatregel” is al in werking getreden op 1 juli 2013 en kan slechts toegepast worden op de incorporaties die tot stand zijn gekomen in het boekjaar dat afgesloten wordt vóór 1 oktober 2014. Afhankelijk van het tijdstip dat de vennootschap haar boekjaar afsluit, heeft de vennootschap in het slechtste geval maar tot eind dit jaar de tijd om haar belaste reserves om te zetten in kapitaal. In onderstaande tabel geven wij de tijdspanne weer wanneer u uiterlijk naar de notaris moet:
Aangezien de meeste vennootschappen hun boekjaar afsluiten per 31/12, rest er u niet veel tijd om tot een kapitaalverhoging over te gaan. Antimisbruikbepalingen Een later doorgevoerde kapitaalvermindering zal op fiscaal vlak steeds prioritair op het via deze overgangsregeling gevormde kapitaal worden toegepast. Een andere belangrijke voorwaarde is dat er voor de overgangsmaatregel niet mag worden geraakt aan de normale dividenduitkeringen uit het verleden. Dit om te vermijden dat vennootschappen zouden opteren om hun overtollige liquide middelen, die ze anders aanwenden voor een “normale” dividenduitkering (aan een tarief van 25% RV), nu enkel zouden gebruiken om te incorporeren in kapitaal aan 10% en dan vier of acht jaar zouden wachten alvorens te besluiten tot een belastingvrije kapitaalverlaging. Concreet bestaat de voorwaarde erin dat een onderneming in het jaar van de incorporatie een even groot percentage van haar winst moet uitkeren als het gemiddelde van de voorbije vijf jaar. Is dat niet het geval, dan is dit verschil onderhevig aan een extra aanslag van 15% in de vennootschapsbelasting dewelke niet aftrekbaar is. In totaal betaalt men daardoor dus ook 25%. Dit is dus zeker een belangrijk aandachtspunt voor vennootschappen die de voorbije vijf jaar een (super)dividend hebben uitgekeerd. Voor vennootschappen die nooit een dividend uitkeren, is deze antimisbruikbepaling dus van geen belang. Voorbeeld We verduidelijken de éénmalige maatregel op basis van onderstaand voorbeeld. Vennootschap ANGEL CAPITAL heeft een boekjaar dat afsluit per 31/12. De jaarlijkse algemene vergadering wordt telkens op 1 mei gehouden.
Het eigen vermogen van de vennootschap is per 31/12/2011 als volgt samengesteld: In geld gestort kapitaal: 30.000 € Wettelijke reserve: 3.000 € Investeringsreserve: 70.000 € Beschikbare reserves: 175.000 € Overgedragen winst: 1.000 € Totaal: 279.000 € Het eigen vermogen van de vennootschap is per 31/12/2012 als volgt samengesteld: In geld gestort kapitaal: 30.000 € Wettelijke reserve: 3.000 € Investeringsreserve: 70.000 € Beschikbare reserves: 200.000 € Overgedragen winst: 15.000 € Totaal: 318.000 € Aangezien de jaarvergadering over boekjaar 2012 heeft plaatsgevonden na 31 maart 2013, kan slechts rekening worden gehouden met de belaste reserves die op de balans voorkomen op 31 december 2011. De vennootschap kan gedurende de periode 01/07/2013 tot en met 31/12/2013 maximaal het volgende bedrag incorporeren in kapitaal tegen het gunsttarief van 10%: Beschikbare reserves: 175.000 € Overgedragen winst: 1.0000 € Subtotaal: 176.000 € Roerende voorheffing (10%): - 17.600 € Maximaal te incorporeren in kapitaal: 158.400 € Met de wettelijke reserve en de belastingvrije reserves (in casu voor de investeringsreserve) mag geen rekening worden gehouden. Interessant voor u of toch niet? Zoals we in het begin van dit artikel hebben aangehaald, moet iedereen die binnen een relatief korte tijdspanne (5 à 10 jaar) wenst te stoppen met zijn activiteiten en zijn vennootschap wenst te liquideren, deze maatregel zeker en vast overwegen. Nu kunnen immers de in het verleden opgepotte reserves worden “vastgeklikt” aan 10%. Onderneemt u geen actie, dan wordt dat nadien 25%. Maar wat indien die termijn nog 20 of 30 jaren ver af is? Die vraag kunnen we alleen beantwoorden indien we aan het rekenen slaan, met onze glazen bol naast ons … In onze berekening gaan we uit van bovenstaand voorbeeld op basis van de vennootschap haar balans per 31 december 2011. We maken daarbij de volgende veronderstellingen:
•
• •
De vennootschap realiseert een intern rendement op de door haar ingezette middelen van 5% (in de praktijk zou een onderneming gemiddeld 10% of meer moeten kunnen realiseren) of realiseert een beleggingsopbrengst van 5% op haar overtollige liquiditeiten (op middellange en lange termijn zijn dergelijke rendementen zeker nog haalbaar) We gaan van de veronderstelling uit dat het tarief van de aftrek voor risicokapitaal voor kleine vennootschappen wordt vastgeklikt naar 3% voor de komende jaren We veronderstellen dat de beleggingsopbrengsten/het interne rendement volledig belastbaar zijn
In bijlage kan u de volledig berekening terugvinden. We houden daarbij geen rekening met toekomstige winsten omdat deze niet relevant zijn. Deze worden bij liquidatie sowieso onderworpen aan 25% roerende voorheffing. Hieronder vindt u alvast een beknopte samenvatting van het resultaat.
De conclusie is dat het bestuursorgaan van de vennootschap haar reserves beter incorporeert in kapitaal indien zij van plan zijn om de vennootschap binnen een termijn van 12 jaar te ontbinden. Eigenlijk is die 12 jaar nog te veel want we houden in onze berekening geen rekening met de notariskosten en de eventuele kosten voor een bedrijfsrevisor. Doe je dat wel dan wordt die termijn wat ingekort. Ook indien de beleggingsopbrengsten belastingvrij zouden kunnen worden gerealiseerd (meerwaarden op aandelen), wordt die termijn aanzienlijk ingekort. Verder dient u ook rekening te houden met de volgende aspecten:
• •
•
•
•
Indien de vennootschap in de toekomst voornamelijk verliezen zou realiseren en u klikt nu reeds alle reserves vast aan het liquidatietarief van 10%, dan betaalt u nu eigenlijk roerende voorheffing die u anders nooit zou verschuldigd zijn. Misschien wenst u uw vennootschap n.a.v. uw pensionering niet te ontbinden maar zou u liever opteren om de aandelen van de vennootschap over te dragen aan een geïnteresseerde koper. Bij een waardering van de aandelen wordt er dan in principe geen rekening gehouden met de “latente” liquidatiebelasting. Indien u beslist tot incorporatie, dan moet die voorheffing van 10% onmiddellijk betaald worden. Misschien hebt u die cash niet en moet u wel gaan lenen om dat bedrag te betalen. Dit betekent de mogelijke verstrekking van extra waarborgen en een hogere schuldgraad waardoor uw financieringslasten de hoogte in gaan. Indien u nu reeds weet dat u binnen een tijdspanne van vijf of tien jaar een grote som geld uit de vennootschap moet halen, dan kan u toch beter nu al opteren om dat bedrag te incorporeren in kapitaal en na vier of acht jaar dan het bedrag belastingvrij uit de vennootschap halen d.m.v. een kapitaalverlaging. …
We kunnen algemeen concluderen dat de incorporatie van reserves aan het voordeeltarief van 10% slechts voordelig is voor een beperkt aantal vennootschappen. En dan nog moet eerst worden berekend of het sop de kolen wel waard is. Dergelijke kapitaalverhoging gaat immers gepaard met de nodige administratieve rompslomp en de bijhorende kosten.
Auteurs: Bart Vermoesen en Marc Ottevaere
[1] Uitgekeerde bedragen aan de aandeelhouders verminderd met het fiscaal gestort kapitaal [2] Op basis van artikel 15 van het Wetboek van Vennootschappen: op geconsolideerde basis niet meer dan één van de volgende criteria overschrijden: • Personeelsbestand: 50 • Omzet: 7.300.000 € • Balanstotaal: 3.650.000 € [3] Je kan immers geen reserves incorporeren die er in een later jaar niet meer zouden zijn door bijvoorbeeld geleden verliezen, …
[4] Zie artikel 320 en 617 W.Venn. voor wat betreft de BVBA en de NV/Comm.VA [5] Dividenduitkeringen vóór 1/04/2013 komen niet in aanmerking