Instelling Nieuwsbrief Imposto Advocaten – 2015/1
Onderwerp Auteursrechten in fiscalibus - opportuniteiten, ook voor ondernemingen...
Datum 12 februari 2015
Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen zijn aan rechten van intellectuele eigendom van bepaalde betrokkenen, Er wordt u geen recht verleend op deze rechten. M&D Seminars geeft u via dit document informatie, maar verstrekt geen advies. M&D Seminars garandeert niet dat de informatie in dit document foutloos is. U gebruikt de inhoud van dit document op eigen risico. M&D Seminars, noch een van haar directieleden, aandeelhouders of bedienden zijn aansprakelijk voor bijzondere, indirecte, bijkomstige, afgeleide of bestraffende schade, noch voor enig ander nadeel van welke aard ook bij het gebruik van dit document en van de inhoud van dit document. © M&D Seminars – 2015
M&D SEMINARS Eikelstraat 38 | 9840 De Pinte | T 09 224 31 46 | F 09 225 32 17 |
[email protected] | www.mdseminars.be
Gepubliceerd op 12.02.2015 @ Imposto (http://www.imposto.be)
Auteursrechten in fiscalibus - opportuniteiten, ook voor ondernemingen... [1] Met de wet van 16 juli 2008 heeft de wetgever een nieuwe fiscale regeling ingevoerd voor inkomsten uit de (con)cessie van auteursrechten en de zgnd naburige rechten. Voornaamste betrachting van de wetgever hierbij was de rechtsonzekerheid over de fiscale kwalificatie van deze inkomsten weg te werken. Voor deze wetswijziging was het statuut van deze inkomsten niet éénduidig en werden ze belast als beroepsinkomen, diverse inkomsten of roerende inkomsten. Het belang van de kwalificatie van het inkomen kan nauwelijks onderschat worden vermits het bepalend is voor het toepasselijk belastingtarief. Beroepsinkomsten worden belast aan het progressief tarief wat kan leiden tot een marginaal tarief van 50%, terwijl diverse inkomsten en roerende inkomsten belast worden aan een afzonderlijk tarief van 33% respectievelijk 25%. Belastbaar als roerende inkomen ? Sedert de wetswijziging van 16 juli 2008 bepaalt artikel 17 par 1 WIB 92 onder punt 5° dat ?inkomsten verkregen uit de cessie of de concessie van auteursrechten en naburige rechten, alsook van de wettelijke en verplichte licenties, bedoeld in de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten of in overeenkomstige bepalingen in het buitenlands recht? voortaan als roerende inkomsten worden gekwalificeerd. Opdat inkomsten zouden kwalificeren als inkomsten uit auteursrechten als bedoeld in voormeld artikel, moet aan twee voorwaarden zijn voldaan: ? in eerste instantie moet het werk waarmee de betrokken inkomsten zijn behaald auteursrechtelijk beschermd zijn; ? en voorts moeten de betrokken inkomsten voortvloeien uit de cessie of de concessie van de rechten op dit werk. Inkomsten uit auteursrechten ? Vooreerst moet er sprake zijn van inkomsten uit een auteursrechtelijk beschermd werk in de zin van de auteurswet van 30 juni 1994. Dit maakt meteen dat deze bepaling een ruim toepassingsgebied heeft aangezien ook de auteurswet zeer ruim gaat ?. Deze auteursbescherming vereist geen enkele formaliteit. Het volstaat dat het werk voortspruit uit de intellectuele of artistieke inspanning van zijn maker en zijn persoonlijke stempel draagt ? de zgnd orginaliteitsvoorwaarde - en in een concrete vorm is gegoten ? de zgnd vormgevingsvoorwaarde - . Software neemt hierbij een bijzonder plaats in doordat de auteursrechten met betrekking tot software geregeld worden door een afzonderlijke wet, de zgnd softwarewet van 30 juni 1994. Deze wet geldt evenwel als een lex specialis ten opzichte van de auteurswet wat maakt dat de auteurswet van toepassing is op de creatie van software in de mate dat de softwarewet hiervan niet afwijkt. En dit maakt dat de inkomsten uit de (con)cessie van auteursrechtelijk beschermde software meteen ook onder deze fiscale regeling vallen. Voorts worden inkomsten geviseerd die verband houden met de cessie of de concessie van de rechten op het werk. De cessie impliceert de eigendomsoverdracht van de bedoelde rechten, terwijl de concessie slaat op het toestaan van een gebruiksrecht, een licentie op de bedoelde rechten waarbij deze rechten eigendom blijven van de maker ervan. Tot een grensbedrag van € 57.080,00 ... De kwalificatie als roerend inkomen van inkomsten uit een auteursrechtelijk beschermd werk, ongeacht de omstandigheden waarin ze zijn behaald, geldt evenwel slechts voor een eerste schijf van € 37.500,00 te
indexeren; voor aanslagjaar 2015 (inkomstenjaar 2014) bedraagt dit grensbedrag € 57.080,00. Wordt deze drempel overschreden dan kan opnieuw dezelfde discussie ontstaan als voor de wet van 16 juli 2008, met name of dit gedeelte in meer al dan niet belastbaar is als een beroepsinkomen dan wel een roerende inkomen. Een taxatie als divers inkomen lijkt op vandaag uitgesloten. Na aftrek van een aantrekkelijke kostenforfait ? Enkel het netto ? inkomen is belastbaar. De auteur heeft immers de mogelijkheid zijn inkomsten te verminderen met zijn werkelijke kosten, of bij ontstentenis van bewijs, het bijzonder aantrekkelijk kostenforfait zoals verankerd in de artikelen 3 en 4 KB/WIB 92. Dit kostenforfait bedraagt 50% op de eerste schijf van € 10.000,00 (te indexeren ? aanslagjaar 2015 € 15.220,00) en 25% van de schijf van € 10.000,00 (te indexeren ? aanslagjaar 2015 € 15.220,00) tot € 20.000,00 (te indexeren ? aanslagjaar 2015 € 30.440,00). Of het forfait van 15% zoals bepaald in artikel 3 KB/WIB 92, geldt voor het inkomen die de € 20.000,00 (te indexeren ? aanslagjaar 2015 € 30.440,00) te boven gaat, is vooralsnog geen uitgemaakte zaak. Belastbaar aan 15 % ? De inkomsten in de zin van artikel 17 par 1 WIB 92 worden in principe belast aan 15%; de schuldenaar van het auteursrechten moet in voorkomende geval de roerende voorheffing ad 15% inhouden. Ingeval het grensbedrag van € 37.500,00 ? te indexeren ? wordt overschreden, wordt het tarief van de roerende voorheffing verhoogd van 15% naar 25%, ook ingeval het betrokken inkomen kwalificeert als beroepsinkomen. Quid lopende vergoedingen bedrijfsleiders, zelfstandige medewerkers en werknemers ??? De conclusie kan dus zijn dat het fiscaal regime voor auteursrechten bijzonder aantrekkelijk kan worden genoemd. Dit doet meteen de vraag rijzen naar het toepassingsgebied ervan. Zo is er de vraag of dit fiscaal voordelig regime geldt voor een gedeelte van de lopende vergoedingen van de bedrijfleiders, zelfstandige medewerkers en/of van de werknemers, dan wel enkel voor nieuwe vergoedingen. Zo ja, is er de vraag hoe de verdeling tussen vergoeding voor auteursrechten en vergoeding voor prestaties moet gebeuren. Standpunt administratie : contractuele vrijheid ? Blijkens de standpunten die de minister van Financiën in het verleden heeft ingenomen, blijkt alvast dat ook lopende vergoedingen van bedrijfsleiders, zelfstandige medewerkers en / of werknemers te kunnen genieten van dit regime. Zowel de bewoordingen van de overeenkomst als de feitelijke elementen zijn volgens de minister belangrijk om te weten of inkomsten de bijzondere regeling kunnen genieten. De toepassing van de nieuwe regeling moet dus geval per geval worden beoordeeld. In haar circulaire van 4 september 2014 blijkt de administratie bijzonder belang te hechten aan de bewoordingen van de overeenkomst, ook bij het beoordelen van het eventuele onderscheid tussen de vergoeding verkregen naar aanleiding van de cessie of concessie van auteursrechten en de vergoeding verkregen als tegenprestatie voor de uitoefening van het beroep : ? de eventuele uitsplitsing tussen roerende inkomsten en beroepsinkomsten zal a priori op basis van de bepalingen van de overeenkomsten, die de wil van de partijen weergeven, worden uitgevoerd?. Dit doet blijken van een grote contractsvrijheid ?. Wel gaat de administratie ervan uit dat ingeval geen voorafgaandelijke overeenkomst voorhanden is, de auteursrechten kosteloos werden afgestaan ?. Standpunt rulingpraktijk : at arm?s length ?
Ondertussen heeft zich ook een rulingpraktijk ontwikkeld rond deze materie. In nagenoeg alle gevallen blijkt de rulingcommissie een redenering op te bouwen in drie fases : ? is het werk die de inkomsten genereert een beschermd werk in de zin van de wet van 30 juni 1994 (auteurswet) ? ? zijn de auteursrechten het voorwerp van een cessie of een concessie ? ? vloeien de inkomsten voort uit de cessie of concessie van de auteursrechten ? Voor de notie auteursrechten verwijst de DVB vooreerst naar de eerder aangehaalde auteurswet en ook naar de omschrijving zoals aangehaald in de Conventie van Bern van 9 september 1886. Inzonderheid wijst de DVB erop dat een bepaalde creatie steeds moet voldoen aan twee voorwaarden opdat het werk als een auteursrechtelijk werk kan bestempeld worden : ? de creatie moet in een bepaalde vorm uitgedrukt zijn die een communicatie naar het publiek toelaat; ideeën op zich volstaan niet; ? de creatie moet voldoen aan de originaliteitsvereiste door de stempel te dragen van de persoonlijkheid van de schepper. In nagenoeg alle beslissingen blijkt de DVB weinig moeite te hebben om de creaties als een auteursrechtelijk werk te kwalificeren. Na een aanvankelijke aarzeling aanvaardt nu ook de rulingcommissie dat inkomsten uit de (con)cessie van computerprogramma?s ook kunnen genieten van het fiscaal regime voor auteursrechten. In een tweede fase onderzoekt de rulingcommissie of de auteursrechten het voorwerp zijn geweest van een cessie of een concessie. Een schriftelijke overeenkomst in dit verband is zeker aan te bevelen. Bij afwezigheid van een overeenkomst zal de DVB mogelijk uit de feiten afleiden dat er de facto een (con)cessie heeft plaatsgevonden. Tenslotte is er de vraag of en in welke mate de inkomsten voorvloeien uit de cessie of de concessie van de auteursrechten. Ook volgens de DVB moet een onderscheid worden gemaakt tussen enerzijds de vergoeding voor de door de auteur geleverde prestaties en anderzijds de inkomsten die voortvloeien uit de(con)cessie van de auteursrechten. Daarbij zal ze vooral de contractuele clausules onderzoeken om de draagwijdte en de aard en modaliteiten van de verkregen vergoedingen te identificeren. Naast de overeenkomst zal de DVB ook aandachtig zijn voor de concrete feitelijke elementen die eigen zijn aan het specifieke geval om te bepalen of de vergoeding exclusief, gedeeltelijk of geenszins zijn oorsprong vindt in de (con)cessie van de auteursrechten. De DVB houdt daarbij rekening met volgende elementen : ? het domein waarin de auteur actief is evenals zijn specialiteiten ? de organisatie van zijn werk, evenals de eventuele relaties met de schuldenaar van de auteursrechten ? de toegepaste vergoedingswijze en de criteria om die vast te stellen ? de eventuele terugbetaling van de kosten, gedragen door de auteur. Co-auteursrechten computersoftware vennoten bvba ?. Ondertussen heeft de rulingcommissie zich in een aantal gevallen uitgesproken over deze aangelegenheid. Een interessante recente ruling van vorig jaar, die meteen ook de opportuniteiten illustreert van deze regelgeving heeft betrekking op computersoftware. Drie vennoten van een bvba waren coauteur van een computersoftware die werd gecommercialiseerd door hun bvba. Inzonderheid verleende de bvba gebruikslicenties van het betrokken computerprogramma aan haar cliënten. Tussen de vennoten en hun bvba was er geen schriftelijke overeenkomst waarbij de vennoten hun auteursrechten op het computerprogramma in (con)cessie gaven aan hun bvba. Om een einde te maken aan de rechtsonzekere situatie wensten de vennoten met hun bvba een schriftelijke concessieovereenkomst te sluiten met betrekking tot hun auteursrechten op het betrokken computerprogramma. Als vergoeding voor deze concessie wenste de bvba een bedrag gelijk aan 5 % van de omzet die de bvba realiseert met de commercialisatie van het computerprogramma, af te staan aan elk van de vennoten. Ze wensten van de DVB te vernemen dat deze vergoeding weldegelijk kwalificeerde als een inkomen in de zin van artikel 17 par 1 5° WIB 92. Gelet op de nauwe banden tussen de betrokken partijen heeft de DVB nader onderzocht of de overeengekomen vergoeding van 5 % van de gerealiseerde omzet wel ?at arm?s length? is, m.a.w of ze ook
zou zijn overeenkomen tussen onafhankelijke partijen. In dit verband hebben de betrokken partijen een onderzoek gevoerd naar vergelijkbare exclusiviteitsovereenkomsten voor software, waarbij in eerste instantie naar de voorwaarden in de overeenkomst werd gekeken en niet zozeer naar het voorwerp bij gebreke aan vergelijkbaarheid. Op basis van dat onderzoek besluit de DVB dat de overeengekomen vergoeding kan worden beschouwd ?comme étant de pleine concurrence?. Auteursrechten creatief personeel reclamebureau ?. tot maximum 25% ?. Een eerder ruling van de DVB handelde over een reclamebureau gespecialiseerd in het ontwerpen van logo?s, affiches, flyers en catalogussen, alsook in het ontwikkelen van websites e.d. Het creatieve werk werd zowel door haar werknemers verzorgd als door zelfstandige medewerkers Om de opdrachten voor haar klanten te kunnen realiseren moet het reclamebureau eerst de rechten verwerven op de beschermde werken van haar creatief personeel. Deze rechten geeft ze vervolgens geheel of gedeeltelijk in cessie of concessie aan haar klanten. Zowel in de arbeidsovereenkomsten als in de samenwerkingsovereenkomsten met de zelfstandige medewerkers staat vermeld dat de auteursrechten ten bezwarende titel worden afgestaan aan het reclamebureau. Ook in dit geval doorloopt de rulingcommissie haar beslissingsboom in drie fasen. Vooreerst heeft ze er weinig moeite mee dat de activiteiten van de creatieve werknemers en zelfstandige medewerkers beschermde werken in de zin van de auteurswet uitmaken. Voorts weerhoudt ze dat deze vemogensrechten het voorwerp uitmaken van een cessie aangezien het reclamebureau over deze rechten moet kunnen beschikken om haar opdrachten uit te voeren. En wat de hoegrootheid van de vergoeding voor deze auteursrechten betreft analyseert ze niet alleen de contractuele bepalingen maar tevens de feitelijke gegevens ?. De rulingcommissie besluit de aldus berekende vergoeding in aanmerking komt voor het gunstig regime voor auteursrechten ? Het ruime toepassingsgebied van het fiscaal regime voor auteursrechten opent opportuniteiten, ook voor de ondernemingen en haar actieve stakeholders .... Dit fiscaal regime kan bijzonder aantrekkelijk worden genoemd daar waar het belastingtarief op deze inkomen in principe 15% bedraagt en daarenboven een bijzonder aantrekkelijk kostenforfait geldt voor deze inkomsten. Dit geldt inzonderheid voor alle beroepsgroepen wiens gecreeërde werken of producten mogelijkerwijze onder de auteurswet vallen. En de auteurswet kent een ruim toepassingsgebied. Gelet op de administratieve circulaire en de rulingpraktijk is het zaak de overeenkomsten tussen de betrokkenen over de (con)cessie van de betrokken auteursrechten met de nodige zorg uit te werken, inzonderheid in het licht van de hoegrootheid van de vergoedingen. Source URL: http://www.imposto.be/nl/kennisbank/nieuwsbrieven/auteursrechten-fiscalibusopportuniteiten-ook-voor-ondernemingen Links: [1] http://www.imposto.be/nl/kennisbank/nieuwsbrieven/auteursrechten-fiscalibus-opportuniteiten-ook-voorondernemingen