Instelling Hof van Beroep te Gent
Onderwerp Echtscheiding. Kortgeding. Verblijfregeling kinderen. Temporele bevoegdheid
Datum 10 maart 2010
Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen zijn aan rechten van intellectuele eigendom van bepaalde betrokkenen, Er wordt u geen recht verleend op deze rechten. M&D Seminars geeft u via dit document informatie, maar verstrekt geen advies. M&D Seminars garandeert niet dat de informatie in dit document foutloos is. U gebruikt de inhoud van dit document op eigen risico. M&D Seminars, noch een van haar directieleden, aandeelhouders of bedienden zijn aansprakelijk voor bijzondere, indirecte, bijkomstige, afgeleide of bestraffende schade, noch voor enig ander nadeel van welke aard ook bij het gebruik van dit document en van de inhoud van dit document. © M&D Seminars – 2010
M&D SEMINARS Eikelstraat 38 | 9840 De Pinte | T 09 224 31 46 | F 09 225 32 17 |
[email protected] | www.mdseminars.be
Details Justel Nummer:
N-20100310-4
Rolnummer: 2004/RK/345 Instantie: Hof van Beroep, Gent Datum : 10/03/2010
Type van beslissing:
Arrest
Samenvatting Na het definitief worden van de echtscheiding kan alleen de jeugdrechter nog oordelen over de verblijfregeling van de kinderen. Een verblijfregeling kan perse slechts uitgevoerd worden in de toekomst. Daarom moet perse rekening gehouden worden met de toestand na de scheiding.
Vrije woorden Echtscheiding - kortgeding - verblijfregeling kinderen - temporele bevoegdheid
Trefwoord(en) UTU BURGERLIJK RECHT-> ECHTSCHEIDING (NIEUW)-> Algemeen (echtscheiding (nieuw)) BURGERLIJK RECHT-> ECHTSCHEIDING (NIEUW)
Volledige tekst Hof van beroep te Gent 15e Kamer ________ Terechtzitting van 10 maart 2010 ________ 2004/RK/345 - In de zaak van: D........ C......, wonende te .....................................,
appellante, tegen een beschikking van de Voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg te Brugge dd. 8.09.2004, zetelend in kortgeding hebbende als raadsman mr. BATSLEER Frank, advocaat te 8400 OOSTENDE, Kemmelbergstraat 11 tegen : D..................F................ wonende te ................................., geïntimeerde, hebbende als raadsman mr. LONGEVILLE Jackie, advocaat te 8020 OOSTKAMP, Sint-Pietersplein 6e VELT DE 15e KAMER IN HET HOF VAN BEROEP GENT OP TEGENSPRAAK VOLGEND ARREST: BESLISSING Verklaart zich volstrekt onbevoegd om kennis te nemen van de zaak. Verwijst de zaak naar de jeugdkamer van dit Hof. Stelt de zaak uit op de zitting van maandag 22 maart 2010 van de jeugdkamer van het Hof van Beroep Gent om 14u50 met een gezamenlijke pleitduur van 20 minuten voor het verdere behandelen van het recht op persoonlijk contact van vader over E......... (vordering in hoger beroep). Houdt de uitspraak over de kosten aan. REDENGEVING I procesgang Bij tussenarrest van deze kamer van 29 januari 2007 werden het hoger beroep en het incidenteel beroep tegen de beschikking van 8 september 2004 van de Voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg van Brugge ontvangen. Er werd gezegd dat het incidenteel beroep geen voorwerp meer heeft op het punt van het afgeven van bepaalde goederen. Aan partijen werd akte verleend van een voorlopig akkoord nopens het recht op persoonlijk contact van geïntimeerde over E....... Alvorens verder te oordelen werd de zaak voor evaluatie uitgesteld. Bij tussenarrest van deze kamer van 28 juni 2007 werd de bestreden beschikking bevestigd op het punt van de alimentatie voor E...... Alvorens te oordelen over het recht op persoonlijk contact van geïntimeerde werd mevr. J... C.... uit ........-......... aangesteld als deskundige met een bepaalde opdracht.
Het eindverslag van dit deskundig onderzoek werd opgesteld op 14 mei 2008. Bij tussenarrest van deze kamer van 26 mei 2008 werd mevr. J... C........ belast met een nieuwe opdracht. Het eindverslag van dit deskundig onderzoek werd ter griffie neergelegd op 25 februari 2010. Partijen werden gehoord in persoon en bij monde van hun raadslieden. Er werd kennis genomen van het advies van Advocaat-Generaal Louis Vandenberghe. Gezien de omstandigheden van de zaak werd dit advies mondeling voorgebracht ter zitting van 8 maart 2010. Partijen hebben niet gereageerd op het advies van het openbaar ministerie hoewel zij daartoe uitgenodigd werden. De neergelegde conclusies en de overgelegde stukken werden ingezien. Art. 24 Wet 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken werd in acht genomen. Dit alles geschiedde in openbare terechtzitting. Voor wat betreft de retroacta en het omschrijven van de vordering kan worden verwezen naar het tussenarrest van deze kamer van 29 januari 2007. II ten gronde Ter zitting werd ambtshalve de exceptie van volstrekte onbevoegdheid opgeworpen. Partijen konden hierover standpunt innemen. De kort gedingrechter wordt na de echtscheiding onbevoegd om zich nog uit te spreken over vorderingen wanneer daarbij rekening moet worden gehouden met omstandigheden die van na de echtscheiding dateren (Cass. 11 januari 2010 onder nummer C.09.0303.F, nog niet uitgegeven). Partijen zijn reeds uit de echt gescheiden sedert 2006, zo zegden zij ter zitting; Over het recht op persoonlijk contact van vader kan uit de aard van de zaak zelf alleen uitspraak gedaan worden voor de toekomst. Dat betekent automatisch dat er rekening moet gehouden worden met de situatie van nà de echtscheiding. Aldus uitgesproken in openbare terechtzitting van het Hof van beroep te Gent, VIJFTIENDE KAMER, zitting houdende in burgerlijke zaken van TIEN MAART TWEEDUIZEND EN TIEN. Aanwezig:
Stefaan Oplinus, Kamervoorzitter; Jeugdrechter in hoger beroep Carl Bergen, Substituut-procureur-generaal; Jenny Dammekens, Griffier.