Instelling Eubelius Spotlight www.eubelius.com
Onderwerp De wet van 20 september 2012 tot instelling van het "Una via"-principe in de vervolging van inbreuken op de fiscale wetgeving en tot verhoging van de fiscale penale boetes
Datum December 2012
Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen zijn aan rechten van intellectuele eigendom van bepaalde betrokkenen, Er wordt u geen recht verleend op deze rechten. M&D Seminars geeft u via dit document informatie, maar verstrekt geen advies. M&D Seminars garandeert niet dat de informatie in dit document foutloos is. U gebruikt de inhoud van dit document op eigen risico. M&D Seminars, noch een van haar directieleden, aandeelhouders of bedienden zijn aansprakelijk voor bijzondere, indirecte, bijkomstige, afgeleide of bestraffende schade, noch voor enig ander nadeel van welke aard ook bij het gebruik van dit document en van de inhoud van dit document. © M&D Seminars – 2012
M&D SEMINARS Eikelstraat 38 | 9840 De Pinte | T 09 224 31 46 | F 09 225 32 17 |
[email protected] | www.mdseminars.be
Spotlights - December 2012
De wet van 20 september 2012 tot instelling van het "Una via"-principe in de vervolging van inbreuken op de fiscale wetgeving en tot verhoging van de fiscale penale boetes
Ten gevolge van de aanbevelingen van de parlementaire onderzoekscommissie betreffende de grote fiscale fraude-dossiers in 2009, en gezien de recente ontwikkelingen in de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, wenste de Belgische wetgever de gelijktijdige vervolging van fiscale inbreuken door de fiscus en door de rechterlijke autoriteiten te vermijden. De wet die daartoe werd bekrachtigd op 20 september 2012 (en in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd op 22 oktober 2012) wordt geacht deze bedoeling van de wetgever weer te geven, maar blijkt deels zijn doel te hebben gemist en roept verschillende vragen op. Dezelfde wet heeft eveneens (1) de maximale strafrechtelijke boetes voor fiscale inbreuken substantieel verhoogd, door deze uniform op 500.000 EUR te brengen in de verschillende fiscale wetboeken, met uitzondering van het Wetboek der successierechten waar het maximum 12.500 EUR blijft, en (2) de toepassing van de "opdeciemen" ingevoerd voor de strafrechtelijke boetes voor fiscale inbreuken, wat hun vermenigvuldiging met 6 impliceert!
Mogelijkheid van "overleg" tussen de fiscus en het openbaar Ministerie, maar zonder exclusiviteit van vervolging van de ene ten opzichte van de andere De wet van 20 september 2012 bepaalt in alle fiscale wetboeken, inclusief het Wetboek der successierechten, dat de gewestelijke directeur van de directe belastingen, van de BTW, van de registratierechten, van de griffie- en van de successierechten, evenals de gewestelijke directeur waarvan de ambtenaren van de BBI afhangen, de mogelijkheid heeft ("kan") overleg te plegen met de procureur des Konings (en omgekeerd), over concrete dossiers "in het kader van de strijd tegen de fiscale fraude", en bepaalt verder dat ook de bevoegde politionele overheden kunnen deelnemen aan dat overleg. De procureur des Konings kan – het betreft opnieuw een mogelijkheid en geen verplichting – beslissen de inbreuken waarvan hij kennis neemt dankzij dat overleg strafrechtelijk te vervolgen. De wet bepaalt de vorm van dat overleg niet, evenmin als de regelmaat en de duur ervan, noch enige andere praktische modaliteit, behalve het feit dat de gewestelijke directeur bij die gelegenheid aan het openbaar ministerie de elementen van het fiscaal dossier betreffende de strafrechtelijk strafbare feiten moet meedelen, en dat de fiscale ambtenaren die deelnemen aan dat overleg (de gewestelijk directeur of zijn gedelegeerd ambtenaar) gehoord kunnen worden anders dan als getuige, dat wil zeggen dat ze eventueel een technisch advies kunnen geven aan het openbaar ministerie. De wet schrijft echter niet voor dat de fiscus, of omgekeerd de procureur des Konings, zich zou moeten onthouden van of stoppen met zijn onderzoeken of vervolgingen eenmaal de andere autoriteit (fiscus of procureur des Konings, naargelang het geval) beslist om de onderzochte fiscale inbreuken te vervolgen. Op dat punt is de wet dus blijkbaar tekort geschoten in het doel dat de wetgever initieel had vooropgesteld. Het College van procureurs-generaal heeft zeer recent een circulaire aan de wet van 20 september 2012 gewijd (circulaire n° 11/2012 van 22 oktober 2012).
© Copyright Eubelius
Page 1 of 4
Eenvoudige
schorsing
van
de
opeisbaarheid
van
de
administratieve
fiscale
sancties
in
geval
van
strafvervolging De wet van 20 september 2012 voorziet in de schorsing van de opeisbaarheid – dat wil zeggen van de betaling – van de administratieve fiscale sancties (belastingverhoging of administratieve boete) en in de schorsing van de verjaring van de vordering tot voldoening van de fiscus, als het openbaar ministerie beslist om de fiscale inbreuken die aanleiding hebben gegeven tot die administratieve sancties strafrechtelijk te vervolgen. Indien die strafvordering bij de correctionele rechtbank aanhangig wordt gemaakt, zal de belastingverhoging of administratieve geldboete die de fiscus reeds opgelegd aan de belastingplichtige en waarvan de inning dus geschorst werd, definitief niet opeisbaar zijn. Dat definitieve einde van de opeisbaarheid van de belastingverhoging of van de administratieve fiscale boete indien de strafvordering bij de correctionele rechtbank aanhangig wordt gemaakt, is van toepassing ongeacht de beslissing die de correctionele rechtbank of het hof van beroep uiteindelijk neemt. Verder bepaalt de wet van 20 september 2012 dat "de beschikking van buitenvervolgingstelling een einde [maakt] aan de schorsing van de opeisbaarheid [van de belastingverhoging of van de administratieve fiscale boete] en de schorsing van de verjaring". In dat geval kan de fiscus dus zijn vervolging hervatten voor de betaling van de belastingverhoging of van de fiscale boete die hij opgelegd had aan de belastingplichtige en waarvan de opeisbaarheid geschorst was door het instellen van de strafvordering door de procureur des Konings. Dit eerder summiere regime regelt echter niet die gevallen waarin de fiscus een belastingverhoging of fiscale boete heeft opgelegd die de belastingplichtige reeds betaald heeft op het moment waarop het openbaar ministerie beslist om op basis van dezelfde fiscale inbreuken strafrechtelijk te vervolgen. In dergelijk geval zou de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens over de regel "non bis in idem" echter in beginsel tot de niet-ontvankelijkheid van de strafvordering moeten leiden. Daarenboven
geldt
die
schorsing
van
de
opeisbaarheid
dus
enkel
voor
de
administratieve
fiscale
sancties
(belastingverhoging, administratieve boete), maar niet voor de eigenlijke belasting. In dit verband weze eraan herinnerd dat de schorsing van de inning van de door de fiscus geëiste sommen – belasting en administratieve sancties – in de fiscale wetboeken reeds is ingeschreven in geval van fiscale betwisting door de belastingplichtige (zie bijvoorbeeld artikel 409 van het Wetboek van de inkomstenbelasting), zodat dat in die hypothese de schorsing van de opeisbaarheid van de administratieve fiscale sancties door de strafvervolging waarin de wet van 20 september 2012 voorziet, overbodig lijkt, behalve wat het definitieve einde van die opeisbaarheid betreft indien de strafvordering bij de correctionele rechtbank aanhangig wordt gemaakt, aangezien deze radicale oplossing ten opzichte van die fiscale sancties nog niet bestond.
De wettelijke basis voor de cumul van de administratieve fiscale sancties met de strafrechtelijke sancties voor fiscale inbreuken verdwijnt De wetgever heeft de strafrechtelijke bepalingen van de fiscale wetboeken geherformuleerd (behalve vreemd genoeg in het Wetboek van de registratierechten, het Wetboek der successierechten en het Wetboek diverse rechten en taksen) door het deel van de inleidende zin "Onverminderd de administratieve sancties," te schrappen. Volgens de rechtspraak van het Hof van Cassatie liet dat deel van de zin toe om ten laste van eenzelfde belastingplichtige administratieve fiscale sancties (belastingverhoging,
administratieve
fiscale
boete)
met
strafrechtelijke
sancties
(gevangenisstraf,
boete,
verbeurdverklaring, beroepsverbod) te cumuleren, ondanks het algemeen rechtsbeginsel ne bis in idem. Van nu af aan heeft een dergelijke cumul van fiscale en strafrechtelijke sancties dus geen wettelijke basis meer, maar deze zou bovendien botsen op de bovenvermelde rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens volgens dewelke die administratieve sancties een strafrechtelijk karakter hebben en dus niet gecumuleerd mogen worden met de sancties van het strafrecht.
© Copyright Eubelius
Page 2 of 4
Substantiële verhoging van de strafrechtelijke boetes voor fiscale inbreuken De wet van 20 september 2012 heeft het maximumbedrag van de strafrechtelijke boetes voor fiscale inbreuken aanmerkelijk verhoogd, door die uniform op 500.000 EUR te brengen in de verschillende fiscale wetboeken, met uitzondering van het Wetboek der successierechten, waar het maximum 12.500 EUR blijft. Bovendien heeft de wet van 20 september 2012 de toepassing ingevoerd van "opdeciemen" op de strafrechtelijke boetes voor fiscale inbreuken, wat een vermenigvuldiging met 6 impliceert van het bedrag van de strafrechtelijke boete die de strafrechter oplegt. Een strafrechtelijke boete voor een fiscale inbreuk inzake directe belastingen of BTW zou dus kunnen oplopen tot maximum 6 x 500.000 EUR, of 3 miljoen EUR, wat een zeer zware straf is, des te meer omdat de fiscale wetboeken, met uitzondering van het Wetboek der successierechten, daarenboven bepalen (bijvoorbeeld artikel 458 van de Wetboek van de inkomstenbelastingen) dat alle personen die ¬veroordeeld zijn als daders of medeplichtigen van een fiscale inbreuk, daarenboven hoofdelijk gehouden zijn tot betaling van de ontdoken belasting, wat samen met de strafrechtelijke boete dus tot zeer hoge sommen leidt.
Inwerkingtreding van de wet van 20 september 2012 De wetgever heeft in de wet van 20 september 2012 geen specifieke bepaling betreffende haar inwerkingtreding ingelast, zodat de wet in principe van toepassing is vanaf de tiende dag volgend op de publicatie, dit wil zeggen vanaf 1 november 2012. Overeenkomstig artikel 2, lid 2 van het Strafwetboek zal de verhoging van de strafrechtelijke boetes voor de fiscale inbreuken en de toepassing van de opdeciemen daarop, echter enkel van toepassing zijn op de fiscale inbreuken gepleegd vanaf 1 november 2012. Voor de fiscale inbreuken die voordien gepleegd zijn, blijven de tarieven die tot nu toe van kracht waren voor de strafrechtelijke boetes voor fiscale inbreuken van toepassing, aangezien ze gunstiger zijn voor de beschuldigde. De bepalingen van de wet van 20 september 2012 betreffende het overleg tussen de fiscus en het openbaar ministerie en de schorsing van de opeisbaarheid van de belastingverhoging en administratieve fiscale boetes, zijn daarentegen procedureregels die dus onmiddellijk van toepassing zijn op de fiscale inbreuken die fiscaal en strafrechtelijk gezien nog niet verjaard zijn op 1 november 2012. Die situatie doet de vraag rijzen naar alle hangende strafrechtelijke procedures waarbij de fiscus gelijktijdig in het kader van een fiscale geschillenprocedure belastingverhogingen of administratieve fiscale boetes heeft opgelegd, waarvan de inning echter geschorst is door het bestaan van het fiscale geschil. Wanneer die strafrechtelijke procedures bij de correctionele rechtbank aanhangig zouden worden gemaakt of daar reeds aanhangig zijn, zou in het kader van de fiscale geschilprocedure op grond van de wet van 20 september 2012 verdedigd kunnen worden dat de inning van die belastingverhogingen of administratieve fiscale boetes definitief geschorst is.
François Koning
© Copyright Eubelius
Page 3 of 4
Copyright Eubelius bezit het exclusieve copyright van deze website, zijn design en de volledige inhoud ervan. Gebruik van deze website, of delen ervan, in welke vorm dan ook, is verboden zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Eubelius. Disclaimer De informatie over juridische onderwerpen die u in deze Spotlights aantreft, zijn louter informatieve, algemene besprekingen en kunnen in geen geval als juridisch advies worden beschouwd. Eubelius aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige schade die iemand zou lijden door voort te gaan op deze informatie. Als u juridisch advies wenst, dient u contact op te nemen met een gekwalificeerde advocaat die u zal adviseren op basis van uw persoonlijke situatie. Eubelius is niet verantwoordelijk voor de content op externe websites die via deze Spotlights te bereiken zouden zijn.
© Copyright Eubelius Powered by TCPDF (www.tcpdf.org)
Page 4 of 4