Instelling BDO News www.bdo.be
Onderwerp Taxshift : Wat verandert er vanaf (aanslagjaar) 2016?
Datum 30 december 2015
Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen zijn aan rechten van intellectuele eigendom van bepaalde betrokkenen, Er wordt u geen recht verleend op deze rechten. M&D Seminars geeft u via dit document informatie, maar verstrekt geen advies. M&D Seminars garandeert niet dat de informatie in dit document foutloos is. U gebruikt de inhoud van dit document op eigen risico. M&D Seminars, noch een van haar directieleden, aandeelhouders of bedienden zijn aansprakelijk voor bijzondere, indirecte, bijkomstige, afgeleide of bestraffende schade, noch voor enig ander nadeel van welke aard ook bij het gebruik van dit document en van de inhoud van dit document. © M&D Seminars – 2016
M&D SEMINARS Eikelstraat 38 | 9840 De Pinte | T 09 224 31 46 | F 09 225 32 17 |
[email protected] | www.mdseminars.be
Taxshift: wat verandert er vanaf (aanslagjaar) 2016? 30/12/2015 In juli 2015 bereikte de regering een principieel akkoord over de taxshift, zonder dat deze een vaste vorm had gekregen. Een aantal maatregelen kwamen daarna onder vuur te liggen of waren nog niet concreet ingevuld. Naar aanleiding van de begroting bereikte de regering in oktober 2015 een finaal akkoord over de modaliteiten van de fiscale en parafiscale maatregelen. Deze zijn verwerkt in de wet van 26.12.2015 houdende maatregelen inzake versterking van jobcreatie en koopkracht (B.S. 30.12.2015).
Uitdagingen voor deze regeerperiode De federale regering staat voor een dubbele uitdaging: de economie aansterken door te werken aan de competitiviteit van Belgische bedrijven en de koopkracht te vergroten, maar tegelijkertijd ook de begroting in evenwicht te brengen.
Financiering van de taxshift Om deze doelstellingen te halen, wordt de taxshift gefinancierd met volgende middelen:
Stijging van accijnzen op: o op diesel en alcohol: deze stegen al vanaf 1.11.2015 o tabak Een gezondheidstaks op frisdranken onder de vorm van accijnzen vanaf 2016: 3 cent per fles van 1 liter 1 cent per blikje Speculatietaks van 33% vanaf 1.01.2016 voor meerwaarden bij de overdracht binnen de 6 maanden van beursgenoteerde aandelen, opties, warrants of andere beursgenoteerde financiële producten gebaseerd op aandelen. Minderwaarden zijn in principe niet aftrekbaar.
Roerende voorheffing: het tarief stijgt van 25% naar 27% voor de vanaf 1.01.2016 betaalde of toegekende inkomsten. Het verlaagd tarief blijft echter van toepassing op: o De interesten van spaardeposito’s die de eerste (vrijgestelde) schijf overschrijden o de ‘Leterme-bon’ o dividenden van bepaalde nieuwe aandelen van kleine ondernemingen verworven vanaf 1.07.2013 (VVPR-KMO). Kaaimantaks: de reeds ingevoerde kaaimantaks belast (o.m.) Belgische rijksinwoners die hun vermogen in buitenlandse juridische constructies hebben geplaatst. Bijkomende maatregelen, die gelden vanaf aanslagjaar 2016, zijn gericht op een vlottere verkrijging van informatie bij buitenlandse fiscale administraties: o Verruiming van de aangifteplicht naar begunstigde bloed- of aanverwanten tot de 4de graad en de gehuwde of wettelijk samenwonende partner van de oprichter en de begunstigde personen met wie die feitelijk samenwoont o Naast melding van de constructie moet voortaan ook de naam, de rechtsvorm, het vestigingsadres en in voorkomend geval het identificatienummer van de constructie worden gemeld.
Daarnaast wordt ook een specifieke antimisbruikbepaling ingevoerd om ontwijking van de Kaaimantaks tegen te gaan.
Esthetische ingrepen zijn vanaf 1.01.2016 onderworpen aan de btw en ressorteren dus niet langer onder de vrijgestelde medische diensten.
Competitiviteit De maatregelen om de competitiviteit aan te zwengelen zijn van diverse aard en richten zich voornamelijk op een lastenverlaging en maatregelen voor zelfstandigen en kmo’s.
De werkgeversbijdragen De werkgeversbijdragen in de sociale zekerheid verlagen stelselmatig van 33% naar 25% vanaf 1.04.2016.
Zelfstandigen en kmo’s Enkele gunstmaatregelen richten zich tot zelfstandigen en kmo’s:
Startende ondernemingen genieten bij een eerste aanwerving van een volledige vrijstelling van werkgeversbijdragen in de periode tussen 1.01.2016 en 31.12.2020 Vanaf 1.01.2016 komt er voor de 2de tot de 6de aanwerving een extra lastenverlaging m.b.t. werknemers die in de loop van 2015 in dienst traden Vanaf 1.01.2016 geldt ook een vermindering van werkgeversbijdragen voor een 6de aanwerving van een werknemer die na 31.12.2015 wordt aangeworven De sociale bijdragen voor zelfstandigen dalen van 22% naar 20,5%. Deze vermindering wordt in 3 fasen doorgevoerd: 21,5% vanaf 2016, 21% in 2017 20,5% in 2018.
Investeringsaftrek
Vanaf aanslagjaar 2016 geldt voor kmo’s en natuurlijke personen in de zin van art. 15 van het Wetboek vennootschappen een verhoogde investeringsaftrek voor investeringen in digitale vaste activa die dienen voor de integratie en exploitatie van digitale betalings- en factureringssystemen Voor de activa aangeschaft of tot stand gebracht vanaf 1.01.2016 stijgt het basispercentage van de investeringsaftrek voor kleine vennootschappen naar 8% Een nieuwe gespreide investeringsaftrek wordt ingevoerd voor hoogtechnologische producten aan het basispercentage verhoogd met 17 percentpunten. Deze is van toepassing voor alle vennootschappen (groot of klein). De aard van de vaste activa, alsook de criteria waaraan deze vaste activa en hoogtechnologische producten moeten voldoen, wordt nog bij K.B. vastgelegd. De nieuwe regeling geldt voor investeringen aangeschaft of tot stand gebracht vanaf 1.01.2016.
Bedrijfsvoorheffing
Met de wet van 15.05.2014 werd de vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing in ondernemingen waar ploegen- en nachtarbeid worden verricht verhoogd van 15,6% naar 18% op 1.01.2015 en naar 20,40% op 1 januari 2017. Deze maatregel werd met 1 jaar uitgesteld, maar zal nu versneld verhogen naar 20,4% op 1.01.2016 Als gevolg van de daling van de werkgeversbijdragen werd beslist om de algemene vrijstelling van bedrijfsvoorheffing van 1% af te schaffen voor de profitsector Kleine vennootschappen (in de zin van art. 15 § 1-6 W. Venn.) en de natuurlijke personen die beantwoorden aan dezelfde criteria kunnen wel genieten van een vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing, ten belope van 0,12% van het brutobedrag van de bezoldiging vóór inhouding van de persoonlijke sociale zekerheidsbijdrage.
Koopkracht Om de koopkracht van kmo’s, hun werknemers en cliënten te verhogen voorziet de federale regering in een aantal ingrepen in de personenbelasting:
Een verhoging van het plafond voor forfaitaire aftrek van beroepskosten voor werknemers vanaf beroepsinkomsten 2016: o Schijf van 0 - 5.505 EUR: 30% o Schijf van 5.505 - 13,000 EUR: 11% o Boven de schijf van 13.000 EUR: 3% o Maximum: 2,760 EUR (2.950 EUR vanaf 1.01.2018) o Vanaf 1.01.2018 geldt voor de bezoldigingen van (enkel) werknemers een uniform tarief van 30%. Stelselmatige hervorming van de belastingvrije som: o De inkomensgrens voor de toepassing van de verhoogde belastingvrije som wordt substantieel verhoogd van 15.220 EUR naar 25.220 EUR vanaf aanslagjaar 2019 o Eén uniforme belastingvrije som (ongeacht het inkomen) van 4.785 EUR (te indexeren bedrag) wordt ingevoerd vanaf aanslagjaar 2020. Dit bedrag wordt verhoogd met toeslagen voor personen ten laste o Vanaf aanslagjaar 2017 wordt de belastingvrije som niet meer aangerekend op het belastbaar inkomen, maar de basisbelasting op het gezamenlijk belastbaar
inkomen zal worden verminderd met de belasting op de belastingvrije som. Wanneer het belastbare inkomen lager is dan de belastingvrije som, wordt het overschrijdend gedeelte terugbetaald in de vorm van een terugbetaalbaar belastingkrediet o De verhoging van de belastingvrije som moet in eerste instantie de werkenden ten goede komen. Tot en met aanslagjaar 2019 zal de correctie voor pensioenen en vervangingsinkomsten verder gebeuren via de terugname van het voordeel in de belastingvermindering voor pensioenen en vervangingsinkomsten. Vanaf aanslagjaar 2020 wordt een uniforme belastingvrije som toegepast en wordt het voordeel in de belastingvermindering voor pensioenen en vervangingsinkomsten gecorrigeerd door het basisbedrag van de belastingverminderingen te verlagen Aanpassing van de belastingschijven en tarieven: o Afschaffing van het 30% tarief: deze inkomensschijf (8.711EUR -12.400 EUR) komt in het 25%-tarief terecht, wat ook een kleine besparing betekent op de gemeentebelasting o de ondergrens van de inkomensschijf van het 45%-tarief wordt opgetrokken, waardoor belastingplichtigen minder snel in deze belastingschijf terecht komen Versterking van de werkbonus: op 1.01.2016 stijgt het percentage van het belastingkrediet naar 28,03% van de sociale werkbonus en stijgt van het plafond naar 420 EUR. Deze wijziging werd al ingevoerd met de programmawet van 10 augustus 2015.
Hierdoor stijgen alle lonen geleidelijk om tegen 2019 uit te komen op een extra nettoloon dat varieert afhankelijk van het bruto-beroepsinkomen.