Instelling Federale Overheidsdienst Financiën www.minfin.fgov.be
Onderwerp Voorafgaande beslissing nr. 2013.541. Vennootschapsbelasting. Belastingneutrale partiële splitsing. Zakelijke overwegingen. Belastingfraude of – ontwijking. Personenbelasting.Meerwaarde op aandelen. Normaal beheer privévermogen. Interne meerwaarden. Verkoop van aandelen. Anti-misbruikbepaling
Datum 14 januari 2014
Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen zijn aan rechten van intellectuele eigendom van bepaalde betrokkenen, Er wordt u geen recht verleend op deze rechten. M&D Seminars geeft u via dit document informatie, maar verstrekt geen advies. M&D Seminars garandeert niet dat de informatie in dit document foutloos is. U gebruikt de inhoud van dit document op eigen risico. M&D Seminars, noch een van haar directieleden, aandeelhouders of bedienden zijn aansprakelijk voor bijzondere, indirecte, bijkomstige, afgeleide of bestraffende schade, noch voor enig ander nadeel van welke aard ook bij het gebruik van dit document en van de inhoud van dit document. © M&D Seminars – 2015.
M&D SEMINARS Eikelstraat 38 | 9840 De Pinte | T 09 224 31 46 | F 09 225 32 17 |
[email protected] | www.mdseminars.be
Home > Zoekresultaten > Voorafgaande beslissing nr. 2013.541 dd. 14.01.2014
Voorafgaande beslissing nr. 2013.541 dd. 14.01.2014
Vennootschapsbelasting Belastingneutrale partiële splitsing Zakelijke overwegingen Belastingfraude of -ontwijking Personenbelasting Meerwaarde op aandelen Normaal beheer privé-vermogen Interne meerwaarden Verkoop van aandelen Anti-misbruikbepaling
Samenvatting De voorgenomen partiële splitsing van BVBA A waarbij het vruchtgebruik van het kantoorgebouw waarin de activiteit van de vennootschap wordt uitgeoefend, wordt afgesplitst naar een nieuw op te richten vennootschap B, beantwoordt aan de bepalingen zoals uiteengezet in de artikelen 183 bis en 211, §1, vierde lid, 3°, WIB 92; De verkoop door de aanvrager van alle aandelen van BVBA A aan NewCo kan, gelet op de aangehaalde motivering als een normale verrichting van beheer van het privé-vermogen worden beschouwd, zodat de meerwaarde niet belast zal worden op grond van artikel 90, 9°, eerste gedachtestreepje, WIB 92. De keuze van de opeenvolgende rechtshandelingen is verantwoord door andere motieven dan het ontwijken van inkomstenbelastingen zoals bepaald in artikel 344, §1, derde lid, WIB 92.
I. Voorwerp van de aanvraag 1. De aanvraag strekt ertoe te vernemen dat: 1.1. de voorgenomen partiële splitsing van BVBA A waarbij het vruchtgebruik van het kantoorgebouw, waarvan de heer Y samen met zijn vrouw de blote eigendom heeft, wordt afgesplitst naar een nieuw op te richten vennootschap B beantwoordt aan de bepalingen zoals uiteengezet in de artikelen 183 bis en 211, §1, vierde lid, 3°, WIB 92;
1.2. de meerwaarden op de aandelen BVBA A die gerealiseerd zullen worden door de heer Y bij de verkoop van deze aandelen aan NewCo niet belastbaar zijn door toepassing van artikel 90, 9°, eerste gedachtestreepje WIB 92, noch door toepassing van artikel 90, 1° WIB 92; 1.3. de vooropgestelde verrichtingen verantwoord zijn door andere motieven dan het ontwijken van belastingen zoals bepaald in artikel 344, §1, derde lid WIB 92.
II. Omschrijving van de verrichting 2. De heer Y houdt 750 aandelen BVBA A aan, hetzij 100% van de aandelen. Hij bezit hiernaast geen aandelen in andere vennootschappen. 3. De vennootschap is sedert 20XX eigenaar van het vruchtgebruik op het kantoorgedeelte in een woonhuis. De blote eigendom is in handen van de heer Y en zijn echtgenote. 4. De heer Y is benoemd tot zaakvoerder van BVBA A. 5. De vennootschap oefent de activiteit X uit. 6. Op regelmatige basis werden de overtollige middelen uitgekeerd via dividenduitkeringen. 7. BVBA A werd opgericht door de heer X, vader van de heer Y, en een derde (50%). Eind jaren XX stapte de derde uit de vennootschap en werden zijn aandelen overgenomen door de heer X en diens echtgenote. In 20XX verkochten de heer X en zijn echtgenote respectievelijk 40% van de aandelen van de BVBA A aan hun zoon. Op XX/XX/XXXX heeft de heer Y de overige aandelen gekocht van zijn ouders. Er werd geen externe financiering aangegaan voor de aankoop van de aandelen. 8. Gezien de heer Y en een derde partij enkel de operationele activiteit wensen onder te brengen in de gezamenlijke holding NewCo overweegt de heer Y om voorafgaand aan de verkoop van zijn participatie in BVBA A aan NewCo het vruchtgebruik op het onroerend goed dat aangehouden wordt door de BVBA A af te splitsen naar een nieuwe vennootschap BVBA B. 9. De aanvrager bevestigt dat de verschillende eigen vermogensbestanddelen verdeeld zullen worden overeenkomstig artikel 213 WIB 92. 10. De aanvrager bevestigt dat de schulden die betrekking hebben op het vruchtgebruik voortijdig, en meer bepaald vóór de juridische datum van de partiële splitsing, afgelost zal worden. Binnen de BVBA A zijn er op vandaag voldoende liquiditeiten aanwezig die hiertoe aangewend kunnen worden, zodanig dat er geen vervanging zal zijn van deze schuld door een andere schuld. 11. De aanvrager vestigt de aandacht erop dat er reeds zeer concrete plannen zijn om binnen de BVBA B activiteiten met betrekking tot het onroerend goed verder uit te bouwen. 12. De aanvrager bevestigt dat de retroactiviteit niet meer zal bedragen dan 7 maanden. 13. Vervolgens overweegt de heer Y om de aandelen van de BVBA A te verkopen aan NewCo, de vennootschap die hij samen met een derde zal oprichten en waarin de heer Y een minderheidsparticipatie zal aanhouden. 14. De heer Y engageert zich er toe om de middelen die hij zal verkrijgen naar aanleiding van de verkoop van de aandelen BVBA A aan NewCo te investeren in vennootschap B. De kapitaalverhoging binnen B zal niet worden gevolgd door een kapitaalvermindering, hogere dividenden of hogere managementvergoedingen dan gewoonlijk. 15. De aanvrager zou aldus, ten einde voornoemde doelstellingen te kunnen verwezenlijken:
15.1. het vruchtgebruik op het onroerend goed dat momenteel aangehouden wordt door BVBA A afsplitsen naar een nieuwe vennootschap waarin verder geïnvesteerd zal worden in onroerend goed en die naar de toekomst toe zal fungeren als patrimoniumvennootschap; 15.2. de aandelen BVBA A die hij op dat moment zal aanhouden verkopen aan een nog nieuw op te richten vennootschap, NewCo. NewCo zal worden opgericht door de heer Y samen met een derde, die actief is binnen dezelfde sector. 16. De heer Y engageert zich ertoe om de middelen die hij zal verkrijgen naar aanleiding van de verkoop van zijn participatie in BVBA A aan NewCo te investeren binnen B binnen de 3 maanden na de verkoop en dat deze bijgevolg niet zullen doorstromen naar de aandeelhouder - natuurlijke persoon, met name hemzelf. 17. Naar aanleiding van de verkoop van de aandelenparticipatie zal een verslag worden opgesteld door een deskundige 18. Tot slot bevestigt de aanvrager dat er sinds de oprichting geen kapitaalverminderingen hebben plaatsgevonden bij de betrokken vennootschap.
III. Motivering door de aanvrager III.A. Algemeen 19. De activiteit van BVBA A werd oorspronkelijk opgestart door de vader van de heer Y samen met een derde. De derde is na enkele jaren uit de vennootschap gestapt. De heer Y heeft dan de aandelen in fases overgekocht van zijn ouders. De activiteit werd door hem verder uitgebouwd. 20. De aanvrager wenst met het oog op de toekomst de continuïteit van zijn activiteiten te verzekeren en in de mogelijkheid te voorzien om zijn activiteiten verder uit te bouwen. 21. Teneinde de vooropgestelde doelstellingen te kunnen bereiken wenst de aanvrager de activiteit met betrekking tot onroerend goed af te splitsen naar een vennootschap waarbinnen hij deze activiteit verder zal uitbouwen. 22. Door de verkoop van de aandelen van de vennootschap aan een nieuwe vennootschap die de heer Y samen met een derde zal oprichten, zal er een holdingstructuur ontstaan die naar de toekomst toe de mogelijkheid biedt om de financiële middelen van de groep te centraliseren. Zo kunnen liquide middelen van de exploitatievennootschappen die niet onmiddellijk dienstig zijn voor hun werking in de holding gecentraliseerd worden. Dit geeft de mogelijkheid om deze middelen te investeren in die vennootschappen van de groep die er nood aan hebben, om de middelen aan te wenden om de nieuwe acquisities te doen en om het kapitaal en de reserves van de exploitatievennootschappen af te schermen van het bedrijfsrisico. Het onderbrengen van de aandelen van de werkvennootschappen in een holding, biedt eveneens de mogelijkheid om externe partners te laten investeren. 23. Het is de bedoeling om de vennootschappen BVBA A en vennootschap C, die onrechtstreeks in handen is van de derde partij, onder één centrale holding te plaatsen. Daarnaast zal de holding een nieuwe vennootschap oprichten in dewelke de werkingskosten en het personeel zullen worden ondergebracht. In deze nieuwe vennootschap zal tevens een administratief en technisch platform gecreëerd. 24. Naar de toekomst toe is het de bedoeling om verder uit te breiden op twee vlakken, enerzijds via de aankoop van participaties via de holding. III.B. Toepassing artikel 211, §1, vierde lid, 3° en artikel 183 bis WIB 92 Motivering belastingneutraal karakter van de partiële splitsing III.B.1. Inbreng wordt vergoed met nieuwe aandelen
25. De aandeelhouder van de BVBA A zal naar aanleiding van de voorgenomen verrichting aandelen ontvangen van de nieuw op te richten vennootschap à rato van de in het splitsingsvoorstel op te nemen ruilverhouding. Er wordt hierbij geen opleg in geld betaald. 26. Volgend op de partiële splitsing zullen de aandelen BVBA A evenwel verkocht worden aan een vennootschap die de aanvrager samen met een derde zal oprichten. De aanvrager engageert er zich evenwel toe om de naar aanleiding van deze verkoop ontvangen middelen te investeren in de vennootschap B en geen kapitaalvermindering door te voeren binnen vennootschap B noch deze aandelen te vervreemden. De aanvrager bevestigt verder dat er na de uitvoering van de in de aanvraag opgenomen verrichtingen en meer bepaald de verkoop van de aandelen BVBA A aan NewCo geen intentie bestaat om de aandelen BVBA A over te dragen aan een derde. III.B.2. De verkrijgende vennootschap is een binnenlandse of een intra Europese vennootschap 27. De nieuw op te richten vennootschap zal haar zetel of beheer of bestuur in België hebben. III.B.3. De verrichting wordt verwezenlijkt overeenkomstig de bepalingen van het Wetboek van Vennootschappen 28. De partiële splitsing zal geschieden in overeenstemming met de bepalingen omschreven in Boek XI, titel II, hoofdstuk III, afdeling 1 van het Wetboek van Vennootschappen (W.Venn.). III.B.4. De verrichting beantwoordt aan de bepalingen van artikel 183 bis, WIB 92 29. In het licht van artikel 183bis, WIB 92 wenst de vennootschap uitdrukkelijk te stellen dat de operatie niet gericht is op het optimaliseren van de fiscaal overdraagbare verliezen of enig ander fiscaal voordeel in de vennootschapsbelasting. Binnen de vennootschap zijn overigens geen fiscaal overdraagbare verliezen aanwezig. 30. Bovendien is het evenmin de bedoeling van de aanvrager om de aandelen van de uit de partiële splitsing ontstane vennootschap B op korte termijn te verkopen of om de genoemde vennootschap binnen afzienbare termijn te vereffenen, hetzelfde geldt trouwens voor wat betreft de aandelen BVBA A, wel te verstaan met uitzondering van de in deze aanvraag besproken verkoop van de aandelen BVBA A aan NewCo. 31. De middelen verkregen naar aanleiding van de verkoop van de participatie in BVBA A aan NewCo zullen door de aanvrager geïnvesteerd worden in vennootschap B. 32. De vooropgestelde partiële splitsing vindt zijn oorsprong in de wens van de aanvrager om, met het oog op de toekomst, de continuïteit van zijn activiteiten te garanderen, zich optimaal te kunnen positioneren met het oog op de veranderingen die op til zijn binnen de sector en in de mogelijkheid te voorzien de activiteiten verder uit te breiden. Zoals reeds vermeld is het teneinde deze doelstellingen te kunnen bereiken echter noodzakelijk om eerst de vastgoedactiviteit af te splitsen van de operationele activiteit. Gezien het feit dat de aanvrager echter reeds concrete plannen heeft om ook verder te investeren in onroerend goed kadert de partiële splitsing tevens binnen de opdeling en de verdere ontwikkeling van de diverse activiteiten van de aanvrager. 33. De aanvrager wenst te benadrukken dat de afsplitsing van het vruchtgebruik niet dient te worden beschouwd als de loutere overdracht van één enkel actiefbestanddeel, maar veeleer als de afscheiding van een vermogensbestanddeel ter voorbereiding van een toekomstige vastgoedactiviteit. Alle betrokken activa zullen het onroerend goed volgen bij de partiële splitsing. 34. Vennootschap B zal een operationele ruimte verhuren aan NewCo, de vennootschap waarbinnen het nieuwe platform ontwikkeld zal worden. Zoals hiervoor uiteengezet zal BVBA A na de geplande verrichting enkel de operationele activiteit van de aanvrager aanhouden, daar waar de lokalen gebruikt zullen worden zowel voor de exploitatie van de vennootschappen BVBA A en BVBA Y als voor de activiteiten aangaande het nieuw te
ontwikkelen platform. Er zal een marktconforme huur betaald worden. Naast deze operationele ruimte zal vennootschap B tevens 2 appartementen te huur stellen aan derden. 35. Gelet op voorgaande meent de aanvrager dat de verrichting beantwoordt aan het bepaalde in artikel 183bis, eerste lid WIB 92. III.C. Artikel 90, 9° en 90, 1° WIB 92 - Normaal beheer 36. De geplande verkoop van de aandelen BVBA A kan volgens de aanvrager als een normale verrichting van beheer van een privé-vermogen worden beschouwd zoals bedoeld in artikel 90, 1° en 90, 9°, eerste gedachtestreepje, WIB 92. 37. Artikel 90, 1° WIB 92 luidt: "Diverse inkomsten zijn: 1° (…) winst of baten, hoe ook genaamd, die zelfs occasioneel of toevallig, buiten het uitoefenen van een beroepswerkzaamheid, voortkomen uit enige prestatie, verrichting of speculatie of uit diensten bewezen aan derden, daaronder niet begrepen normale verrichtingen van beheer van een privé-vermogen bestaande uit onroerende goederen, portefeuillewaarden en roerende voorwerpen;" 38. Artikel 90, 9° WIB 92 luidt: "Diverse inkomsten zijn: Meerwaarden op aandelen die zijn verwezenlijkt naar aanleiding van de overdracht onder bezwarende titel van die aandelen buiten het uitoefenen van een beroepswerkzaamheid, daaronder niet begrepen normale verrichtingen van beheer van een privé-vermogen." 39. De meerwaarden gerealiseerd door de heer Y vloeien voort uit handelingen die een "goede huisvader" ook zou stellen meer bepaald voorzien in toekomstmogelijkheden voor zijn activiteit en kaderen dus in het normaal beheer van privé-vermogen. De over te dragen aandelen zijn activa die deel uitmaken van het privé-vermogen van de aanvrager en zijn sinds geruime tijd eigendom van de aanvrager. 40. Op basis van de volgende overwegingen kan gesteld worden dat er geen sprake is van speculatie en het een verrichting betreft van normaal beheer van privé-vermogen : 40.1. BVBA A werd opgericht door de vader van de aanvrager samen met een derde. De aanvrager heeft de aandelen gekocht van zijn ouders en houdt deze dus reeds geruime tijd aan; 40.2. er werd geen financiering aangegaan voor de oprichting van de BVBA A; 40.3. de overdracht is ingegeven door diverse "normale" overwegingen meer bepaald de organisatie van de activiteit naar de toekomst toe, vooruitspelen op de veranderingen die op til zijn binnen de sector, voorzien in de mogelijkheid tot uitbreiding van de activiteiten en het verzekeren van de continuïteit van de activiteit; 40.4. dat de overdracht van de aandelen aan NewCo een normale verrichting van beheer van een privé-vermogen betreft, blijkt enerzijds uit het feit dat de vooropgestelde verrichting kadert binnen een groter geheel waarbinnen de aanvrager een participatie zal aangaan met een volstrekte derde en anderzijds ook uit het feit dat de aanvrager zich, in het geval van een positieve beslissing door de DVB, engageert om de middelen verkregen naar aanleiding van de verkoop van de aandelen BVBA A in te brengen in vennootschap B en binnen deze vennootschap de onroerend goed activiteit verder uit te breiden. De voorgenomen verrichting is noch speculatief noch abnormaal van aard 41. De verkoop van de aandelen BVBA A aan marktwaarde betreft een reorganisatie die noodzakelijk is om de vooropgestelde doelstellingen te bereiken en heeft geen effectieve verrijking van de aandeelhouder tot gevolg. Bovendien kan de verkoop van de aandelen niet als speculatief worden beschouwd vermits de aandeelhouder de participatie reeds lange tijd aanhoudt en deze verkregen heeft van zijn ouders en er geen speculatief inzicht bestond op het moment van de verwerving van de aandelen in de BVBA A. 42. Dat de overdracht zal plaatsvinden aan marktwaarde staat buiten kijf aangezien de medeoprichter en meerderheidsaandeelhouder van NewCo, die de participatie zal
verwerven, een onafhankelijke derde is. De voorgenomen inbreng wordt ingegeven door volgende motieven - Verzekeren van de continuïteit 43. De vooropgestelde verrichting kadert binnen de wens van de aanvrager om de continuïteit van zijn activiteiten te verzekeren en te voorzien in een mogelijke uitbreiding van deze activiteiten. Teneinde zich voor te bereiden op de veranderingen die op til zijn binnen de sector wenst de aanvrager een samenwerking aan te gaan met een iemand uit dezelfde sector. Deze alliantie zal onder meer tot gevolg hebben dat de continuïteit van de activiteit van de aanvrager op langere termijn gegarandeerd kan worden en biedt tevens ruimere mogelijkheden naar uitbreiding binnen de sector. - Uitbreiding en ontwikkeling van nieuwe activiteiten 44. Zoals hierboven reeds werd vermeld is het de bedoeling om vanuit NewCo een nieuwe vennootschap op te starten. Binnen deze vennootschap zal een platform gecreëerd worden dat aangewend zal worden voor intern gebruik en tevens opengesteld voor derdensectorgenoten die niet beschikken over de nodige knowhow voor de ontwikkeling van dergelijk platform en/of deze investering zelf niet wensen te doen. Tevens wordt verwacht dat gezien de veranderingen binnen de sector op korte termijn een aanzienlijk aantal concurrenten hun activiteiten zullen stopzetten of overlaten. NewCo biedt in dit opzicht een geschikt vehikel om deze over te kunnen nemen. - Risicospreiding en diversificatie 45. Zoals gezegd is het, teneinde een samenwerking met de onafhankelijke derde aan te kunnen gaan, noodzakelijk om de vastgoedactiviteit af te splitsen van de activiteit X. Door het afsplitsen van de vastgoedactiviteit naar een nieuw op te richten vennootschap B, waarbinnen deze activiteit verder ontwikkeld zullen worden, wordt tevens bereikt dat de activiteiten volledig los van elkaar komen te staan en bijgevolg niet onderhevig zijn aan elkaars risico. III.D. Artikel 344, §1, derde lid WIB 92 - Aanwezigheid van andere motieven dan het ontwijken van inkomstenbelastingen 46. De geplande verrichtingen kaderen binnen het realiseren van de vooropgestelde doelstellingen door de aanvrager, meer bepaald het verzekeren van de continuïteit, het zich voorbereiden op de veranderingen die op til zijn binnen de sector, de uitbreiding van de activiteiten en het opzetten van een structuur die de mogelijkheid biedt om in toekomst andere vennootschappen over te nemen. Ten einde dit te kunnen realiseren wenst de aanvrager een samenwerking aan te gaan met een onafhankelijke derde die actief is binnen dezelfde sector. Ook de partiële afsplitsing van de onroerendgoedactiviteit naar een afzonderlijke vennootschap kadert binnen dit grotere geheel. 47. Het is in casu dan ook duidelijk dat de motieven die hierboven aangehaald worden en die aan de oorsprong van de voorgenomen verrichting liggen, niet beschouwd kunnen worden als fiscale motieven, maar voornamelijk bedrijfseconomisch van aard zijn en dat de transacties bijgevolg verantwoord zijn door andere motieven dan het ontwijken van belastingen zoals bedoeld in artikel 344, §1, derde lid WIB 92.
IV. Beslissing IV.A. Wat betreft de partiële splitsing 48. De heer Y houdt alle aandelen van de BVBA A aan. Hij bezit hiernaast geen aandelen in andere vennootschappen. 49. De BVBA A is eigenaar van het vruchtgebruik op het kantoorgedeelte (bestaande uit een
bureelruimte en een ontvangstruimte/ vergaderzaal) dat gebruikt wordt voor de activiteit van de vennootschap. De blote eigendom is in handen van de heer Y en zijn echtgenote. 50. De heer Y wenst een samenwerking aan te gaan met een derde, die eveneens actief is binnen dezelfde sector, teneinde de continuïteit van zijn activiteiten te verzekeren en te voorzien in een mogelijke uitbreiding van deze activiteiten. Bovendien wil hij zich optimaal kunnen positioneren met het oog op de veranderingen die op til zijn binnen deze sector. 51. Deze derde partij houdt in persoonlijke naam een participatie aan in een holdingvennootschap, die op haar beurt participaties aanhoudt in 2 dochtervennootschappen, BVBA C en NV D. De BVBA C is actief dezelfde sector als de BVBA A, terwijl de NV D actief is in een andere sector. 52. De heer Y en deze derde partij zullen samen een nieuwe holdingvennootschap (hierna NewCo) oprichten die de aandelen van de BVBA A en de BVBA C zal aankopen van de bestaande aandeelhouders. Aangezien de BVBA C, in tegenstelling tot de BVBA A, geen eigenaar is van of zakelijke rechten heeft op het onroerend goed waarin haar activiteiten worden uitgeoefend en het de bedoeling is om enkel de exploitatieactiviteiten over te dragen aan NewCo, overweegt de heer Y om voorafgaand aan de verkoop van zijn participatie in de BVBA A aan NewCo het vruchtgebruik op het onroerend goed dat aangehouden wordt door de BVBA A middels een partiële splitsing over te dragen aan een nieuwe vennootschap, BVBA B. De aanvrager heeft bevestigd dat de openstaande schuld bij de BVBA A die betrekking heeft op de aankoop van het vruchtgebruik vóór de juridische datum van de partiële splitsing zal worden afgelost met eigen middelen. 53. De aanvrager heeft gesteld dat het tevens de bedoeling is dat de vastgoedactiviteiten van de BVBA B verder zullen worden uitgebouwd. 54. De heer Y engageert zich ertoe om de middelen die hij zal verkrijgen naar aanleiding van de verkoop van zijn participatie in de BVBA A aan NewCo te investeren binnen de BVBA B binnen de 3 maanden na de verkoop van de aandelen door middel van één enkele kapitaalverhoging waarbij zowel het bedrag van X EUR dat hij onmiddellijk zal ontvangen in cash, evenals het saldo van de verkoopprijs dat zal worden geboekt op rekening-courant zullen worden ingebracht in het kapitaal van de BVBA B. De ontvangen geldsom van X EUR evenals de middelen ontvangen naar aanleiding van de latere aflossing van de voormelde rekening-courant zullen duurzaam worden aangewend voor de vastgoedactiviteit binnen de BVBA B. De aanvrager heeft bevestigd dat het geenszins de bedoeling is om middels kapitaalverminderingen, hogere dividenduitkeringen of hogere bedrijfsleidersbezoldigingen deze middelen vanuit de BVBA B te laten opstromen naar de heer Y. 55. De aanvrager heeft bevestigd dat door de BVBA B een marktconforme huurvergoeding zal worden aangerekend voor het gebruik van het onroerend goed. 56. Verder bevestigt de aanvrager dat de verschillende eigen vermogensbestanddelen verdeeld zullen worden overeenkomstig artikel 213 WIB 92. 57. De partiële splitsing brengt geen voordeel met zich mee op het stuk van de aftrek voor risicokapitaal. 58. Bij de BVBA A zijn overigens geen fiscaal overdraagbare verliezen aanwezig. 59. Op basis van de door de aanvrager verstrekte inlichtingen en het door de DVB gevoerde onderzoek kan worden aangenomen dat de partiële splitsing zal plaatsvinden op basis van zakelijke overwegingen en niet als hoofddoel of één der hoofddoelen belastingfraude of ontwijking hebben in de zin van artikel 183bis, WIB 92. IV.B. Wat betreft de verkoop van de aandelen van BVBA A 60. De geplande verkoop door de aanvrager van de aandelen BVBA A aan NewCo vormt een overdracht onder bezwarende titel als bedoeld in artikel 90,9°, eerste gedachtestreepje, WIB 92. 61. De aandelen van de betrokken vennootschap behoren tot het privé-vermogen van de
aanvrager, de heer Y. 62. De geplande verkoop van de aandelen BVBA A kan volgens de aanvrager als een normale verrichting van beheer van een privé-vermogen worden beschouwd zoals bedoeld in artikel 90, 1° en 90, 9°, eerste gedachtestreepje, WIB 92. 63. De geplande verrichtingen kunnen, gelet op de hierna vermelde overwegingen, worden aangemerkt als normale verrichtingen van beheer van het privé-vermogen in de zin van artikel 90, 9°, eerste gedachtestreepje, WIB 92 : 63.1. BVBA A werd opgericht door de vader van de aanvrager samen met een derde. De aanvrager heeft de aandelen gekocht van zijn ouders en houdt deze dus reeds geruime tijd aan; 63.2. er werd geen financiering aangegaan voor de oprichting van de BVBA A; 63.3. de vooropgestelde verrichting kadert binnen de wens van de aanvrager om de continuïteit van zijn activiteiten te verzekeren en te voorzien in een mogelijke uitbreiding van deze activiteiten. Teneinde zich voor te breiden op de veranderingen die op til zijn binnen de sector wenst de aanvrager een samenwerking aan te gaan met een derde die actief is binnen dezelfde sector; 63.4. de vooropgestelde verrichting kan alleen door middel van een verkoop gebeuren gezien de aandelen van BVBA Y door derde onrechtstreeks worden aangehouden via zijn holdingvennootschap en de aandelenverhouding in de NewCo van de aanvrager en de derde respectievelijk X% (minderheidsparticipatie) en Y% dient te zijn; 63.5. de aanvrager engageert zich om de middelen verkregen naar aanleiding van de verkoop van de aandelen BVBA A in te brengen in vennootschap B en binnen deze vennootschap de vastgoedactiviteit verder uit te breiden; 63.6. naar aanleiding van de verkoop van de aandelenparticipatie zal een verslag worden opgesteld door een deskundige. De verkoopwaarde zal niet afwijkend zijn van de waarde zoals in dit verslag bepaald; 63.7. de overdracht van de aandelen BVBA A zal aan marktwaarde gebeuren gezien derde die de meerderheidsaandeelhouder zal zijn van NewCo een onafhankelijke derde is; 63.8. op regelmatige dividenduitkeringen;
basis
werden
de
overtollige
middelen
uitgekeerd
via
63.9. de meerwaarde die bij de overdracht van de aandelen wordt gerealiseerd is, gelet op de bezitsduur van de aandelen, de afwezigheid van financieringen en van hoge risico's, niet het gevolg van speculatie als bedoeld in artikel 90, 1° WIB 92. IV.C. Wat betreft de toepassing van artikel 344, §1, derde lid, WIB 64. De afsplitsing van het vruchtgebruik van het kantoor en de daaropvolgende verkoop van de aandelen van de BVBA A zijn ingegeven door het verzekeren van de continuïteit en het zich voorbereiden op de wijzigende regelgeving binnen de sector. De voorgenomen structuur biedt aan de heer Y en de derde de kans om in de toekomst andere overnames te verrichten. De aanvrager heeft bovendien bevestigd dat de verkoopprijs van de aandelen van de BVBA A zal worden geherinvesteerd in de BVBA B (zie ook randnummer 54) en geargumenteerd waarom alternatieve rechtshandelingen niet tot de gewenste aandeelhouderstructuur leiden. Er kan dan ook besloten worden dat de keuze van de rechtshandelingen verantwoord is door andere motieven dan het ontwijken van belastingen zoals bedoeld in artikel 344, §1, derde lid, WIB 92. Gelet op de artikelen 20 tot 23 van de voormelde wet van 24 december 2002 alsmede op de overwegingen zoals vermeld in deel IV, beslist het College van de DVB in zitting van 14 januari 2014 dat:
65. de voorgenomen partiële splitsing van de BVBA A beantwoordt aan de bepalingen zoals uiteengezet in de artikelen 183 bis en 211, §1, vierde lid, 3°, WIB 92; 66. de meerwaarden op de aandelen BVBA A die gerealiseerd zullen worden door de heer Y bij de verkoop van deze aandelen aan NewCo niet belastbaar zijn door toepassing van artikel 90, 9°, eerste gedachtestreepje WIB 92; 67. de vooropgestelde verrichtingen verantwoord zijn door andere motieven dan het ontwijken van belastingen zoals bepaald in artikel 344, §1, derde lid WIB 92. 68. De aandacht wordt erop gevestigd dat het boekhoudkundig retroactiviteitsbeding inzake de partiële splitsing slechts kan worden aanvaard wanneer de bedoelde retroactiviteitsclausule: 68.1. met de werkelijkheid overeenstemt en betrekking heeft op een korte periode: in dit verband wordt opgemerkt dat een boekhoudkundige retroactiviteitsclausule van meer dan zeven maand in normale omstandigheden niet als een korte periode kan worden aangemerkt; 68.2. en een juiste toepassing van de belastingwetgeving niet in de weg staat. 69. De aandacht wordt erop gevestigd dat de DVB zich met deze beslissing niet uitspreekt omtrent het marktconforme karakter van de huurvergoeding die zal worden aangerekend door de BVBA B. 70. De aandacht wordt erop gevestigd dat de beslissing zoals vermeld in randnummer 66 slechts geldig blijft voor zover de geplande verkoop plaatsvindt binnen de periode van één jaar vanaf de datum van de voorafgaande beslissing. 71. Onderhavige vermeld worden. randnummer 30, (artikel 183bis of verrichtingen die overdracht van de
beslissing is gebaseerd op elementen zoals deze door de aanvrager De DVB spreekt zich in deze beslissing, ondanks de vermelding in niet uit over de mogelijke toepassing van de antimisbruikbepalingen artikel 344, §1, WIB 92, artikel 18, §2, W.Reg., …) ten gevolge van niet omschreven zijn in deze beslissing zoals de eventuele latere aandelen van de BVBA A of van de BVBA B.