Instelling Taxforius Imposto Advocaten www.taxforius.be
Onderwerp Het verlaagd tarief van de roerende voorheffing voor KMO-dividenden?
Datum 6 september 2013
Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen zijn aan rechten van intellectuele eigendom van bepaalde betrokkenen, Er wordt u geen recht verleend op deze rechten. M&D Seminars geeft u via dit document informatie, maar verstrekt geen advies. M&D Seminars garandeert niet dat de informatie in dit document foutloos is. U gebruikt de inhoud van dit document op eigen risico. M&D Seminars, noch een van haar directieleden, aandeelhouders of bedienden zijn aansprakelijk voor bijzondere, indirecte, bijkomstige, afgeleide of bestraffende schade, noch voor enig ander nadeel van welke aard ook bij het gebruik van dit document en van de inhoud van dit document. © M&D Seminars – 2013
M&D SEMINARS Eikelstraat 38 | 9840 De Pinte | T 09 224 31 46 | F 09 225 32 17 |
[email protected] | www.mdseminars.be
VENNOOTSCHAPPEN// 6-SEPTEMBER-13
HET VERLAAGD TARIEF VAN DE ROERENDE VOORHEFFING VOOR KMODIVIDENDEN ? Auteurs: Jan Sandra (advocaat-vennoot) en Anouck Sandra (advocaat) Tot eind vorig jaar konden VVPR-aandelen, uitgegeven vanaf 1 januari 1994 naar aanleiding van inbrengen in geld, onder een aantal voorwaarden genieten van een verlaagd tarief in de roerende voorheffing op dividenden van oorspronkelijk 15% en in 2012 21%. Met ingang van 1 januari 2013 werd deze regeling afgeschaft. Door de Programmawet van 28 juni 2013 wordt een nieuw soort VVPR-regeling ingevoerd, maar dan enkel voor KMO’s. Naast het algemeen tarief voor dividenden van 25% geldt voortaan een verlaagd tarief van 15% voor KMO-dividenden voor inbrengen gedaan vanaf 1 juli 2013. Uit de voorbereidende werken blijkt de regering door deze maatregel de aanmoediging van vers kapitaal voor KMO’s voor ogen te hebben in het kader van haar relanceplan. voorwaarden verlaagd tarief roerende voorheffing
•
Dividenden die voortkomen uit “nieuwe aandelen” (zie hierna) op naam komen in aanmerking voor het verlaagd tarief in de roerende voorheffing. Liquidatie- en inkoopboni komen sowieso niet in aanmerking voor het verlaagd tarief.
•
Enkel “nieuwe aandelen” uitgegeven door binnen- of buitenlandse vennootschappen aangemerkt als kleine vennootschappen in de zin van artikel 15 van het Wetboek van Vennootschappen komen in aanmerking voor het verlaagd tarief. Deze voorwaarde moet worden beoordeeld voor het boekjaar waarin de kapitaalinbreng is gedaan; een vennootschap die nadien uitgroeit tot een grote vennootschap blijft genieten van het verlaagd tarief voor de aandelen uitgegeven op het moment dat ze nog kwalificeerde als kleine vennootschap. Ter herinnering: een vennootschap is klein indien niet meer dan één van de volgende criteria wordt overschreden: - omzet: - balanstotaal: - personeelsbestand:
•
€ 7.300.000,00 € 3.650.000,00 50
De “nieuwe aandelen” moeten zijn verworven met “nieuwe inbrengen” in geld gedaan vanaf 1 juli 2013, hetzij bij oprichting van de betrokken vennootschap hetzij ter gelegenheid van een kapitaalverhoging in de betrokken vennootschap. Enkel aandelen verworven in ruil voor inbrengen in geld komen in aanmerking voor het verlaagd tarief; aandelen verworven in ruil voor een inbreng in natura of een incorporatie van reserves, uitgiftepremies of voorheen bestaande meerwaarden komen hiervoor niet in aanmerking. Aan te stippen valt dat de administratie onder de vroegere VVPR-regeling aanvaardde dat de omzetting van een schuldvordering in kapitaal kan worden aangemerkt als een inbreng in geld doordat deze verrichting kan geacht worden een terugbetaling te zijn van de schuldvordering gevolgd door een inbreng in geld (zie om Comm. IB 92, nr 261/103 en nr. 19/35). De inbreng in kapitaal moeten volledig volstort zijn opdat de in ruil toegekende aandelen in aanmerking komen voor het verlaagd tarief in de roerende voorheffing. Deze voorwaarde zou volgens de Memorie van Toelichting moeten zijn vervuld (uiterlijk) op het ogenblik van de dividenduitkering; dit blijkt niet onmiddellijk uit de wettekst zelf, maar komt ons logisch voor.
•
Net zoals onder de VVPR-regeling mogen ook onder deze nieuwe regeling de aandelen niet preferent zijn, wat volgens de voorbereidende werken zou inhouden dat ze geen enkele voorkeursbehandeling mogen genieten.
•
De nieuw uitgegeven aandelen moeten ononderbroken in volle eigendom worden aangehouden wat maakt dat het voordeel in principe komt te vervallen bij eigendomsoverdracht en het voordeel persoonsgebonden blijft. Hierop gelden 3 uitzonderingen: 1) de overdracht van de aandelen in rechte lijn of tussen echtgenoten ingevolge een erfopvolging of schenking; luidens de Memorie van Toelichting moet deze overdracht in dat geval in volle eigendom en aan één en dezelfde persoon gebeuren…; 2) de overdracht in rechte lijn of tussen echtgenoten ingevolge een wettelijke erfopvolging of gelijkaardige erfopvolging dan wel een ascendentenverdeling die geen afbreuk doet aan het vruchtgebruik van de langstlevende echtgenoot; luidens de Memorie van Toelichting vormt de verdeling van de volle eigendom in blote eigendom en vruchtgebruik ten gunste van de erfgenamen en de overlevende echtgenoot in dat geval geen beletsel; uit haar antwoord aan de Raad van State blijkt dat de regering immers de wettelijke erfopvolging of een erfopvolging op een wijze gelijkaardig aan de wettelijke erfopvolging (bvb. testament met hetzelfde resultaat als wettelijke erfopvolging voor wat betreft de aandelen) niet wou bestraffen door het verlies van het verlaagd tarief in de roerende voorheffing; 3) de omruiling van aandelen ingevolge een belastingneutrale verrichting zoals een inbrengverrichting, fusie, splitsing, ...
•
Om een cumul van voordelen te vermijden, mogen de inbrengen in geld niet afkomstig zijn uit een zogenaamde interne liquidatie (zie artikel hierboven) waarbij belaste reserves worden geïncorporeerd in het kapitaal onder een gunstregime om naderhand belastingvrij te worden uitgekeerd.
•
Sommige vennootschappen zijn vennootschapsrechtelijk niet gehouden tot het bezit van een minimaal maatschappelijk kapitaal. Deze vennootschappen zijn van deze gunstmaatregel uitgesloten, tenzij na de inbreng van het nieuwe kapitaal het maatschappelijk kapitaal gelijk is aan het minimaal maatschappelijk kapitaal van een bvba (op vandaag € 18.550,00).
trapsgewijze verwerving van het verlaagd tarief Het verlaagd tarief in de roerende voorheffing op dividenduitkeringen aan KMO-aandelen wordt trapsgewijs als volgt verworven:
• • •
25% voor dividenden uit de winstverdeling van het eerste boekjaar na dat van de inbreng; 20% voor dividenden uit de winstverdeling van het tweede boekjaar na dat van de inbreng; 15% voor dividenden uit de winstverdeling vanaf het derde boekjaar na dat van de inbreng. dividenduitkeringen versus bestuursvergoedingen De totale belastingdruk op dividenduitkeringen bij het gewone tarief versus het verlaagde tarief in de roerende voorheffing kan als volgt weergeven worden: belastingdruk bij gewoon tarief in de vennootschapsbelasting winst voor belastingen vennootschapsbelasting 33.99%
100 -33.99
100 -33.99
winst na belasting roerende voorheffing
25.00% 15.00%
netto-dividend totale belastingdruk verschil in belastingdruk
66.01 -16.50
66.01 -9.90
49.51 50.49%
56.11 43.89% -6.60%
vergelijk marginaal tarief PB incl. gemeentebelasting +/- 55.00%
belastingdruk bij verlaagd tarief in de vennootschapsbelasting winst voor belastingen vennootschapsbelasting 24.98% winst na belasting roerende voorheffing 25.00% 15.00% netto-dividend totale belastingdruk verschil in belastingdruk
100 100 -24.98 -24.98 75.02 -18.76
75.02 -11.25
56.27
63.77
43.74% 36.23% -7.50%
vergelijk marginaal tarief PB incl. gemeentebelasting +/- 55.00% Het werken met dividenden als verloningpolitiek is voor kwalificerende aandelen een stuk aantrekkelijker geworden. antimisbruikbepalingen specifieke antimisbruikbepalingen inzake kapitaalverminderingen Kapitaalverhogingen komen niet in aanmerking ten belope van de kapitaalverminderingen die plaatsvinden vanaf 1 mei 2013; dit geldt ook voor kapitaalverminderingen door aanzuivering van verliezen. Kapitaalverhogingen komen eveneens niet in aanmerking in de mate ze gefinancierd worden met middelen uit kapitaalverminderingen in vennootschappen verbonden of geassocieerd met een persoon in de zin van artikel 11 en 12 van het Wetboek van Vennootschappen die plaatsvinden vanaf 1 mei 2013. Dit geldt eveneens ingeval de persoon die de middelen afkomstig van de kapitaalvermindering heeft ontvangen niet zelf de kapitaalverhoging onderschrijft maar zijn echtgenoot, zijn ouders of zijn niet-ontvoogde minderjarige kinderen. Tot slot is voorzien dat indien een vennootschap, na een kapitaalverhoging in het kader van deze maatregel, overgaat tot een kapitaalvermindering, deze kapitaalvermindering prioritair zal worden afgehouden van de nieuwe kapitalen. Op die manier wordt wellicht tevens beoogd een cumul van de gunstmaatregelen van de Programmawet van 28 juni 2013 af te vlakken. algemene antimisbruikbepaling In de Memorie van Toelichting wordt uitdrukkelijk vermeld dat voormelde specifieke antimisbruikbepalingen niet verhinderen dat de administratie in bepaalde gevallen teruggrijpt naar de algemene antimisbruikbepaling van artikel 344, §11 W.I.B.’92.
Een typecasus lijkt te zijn de inbreng in geld in een nieuw opgerichte vennootschap, gevolgd door de verkoop van activa aan de vennootschap door de oprichter. Fiscaal misbruik in de zin van artikel 344, §1 WIB 92 onderstelt een frustratie van de doelstelling van de betrokken fiscale bepaling, in casu het aanmoedigen van vers kapitaal. Deze frustratie lijkt bij dit feitenmateriaal voorhanden aangezien het oprichterskapitaal terugvloeit naar de oprichter; de facto lijkt het eerder te gaan om een inbreng in natura die niet kan genieten van deze relancemaatregel. Echter kan de belastingplichtige het tegenbewijs leveren door een relevant, niet - fiscaal motief aan te tonen voor de wijze waarop hij tewerk is gegaan …. In het KMO landschap kan voortaan genoten worden van een verlaagd tarief op dividenduitkeringen van 15% in plaats van 25%, althans voor nieuw uitgeven aandelen die inbrengen van vers kapitaal vertegenwoordigen. Dit maakt een dividendenpolitiek voor KMO’s opnieuw een stuk aantrekkelijker en kan dan ook een incentive vormen om nieuwe activiteiten binnen een KMO-vennootschap op te starten.